Onze adviseurs en bouwprojectmanagers brengen ambities tot leven op het gebied van zorg, onderwijs, sport en welzijn.
Bevlogen huisvestingsadviseurs sinds 1955
ICSadviseurs biedt huisvestingsadvies en projectmanagement voor maatschappelijk vastgoed.
Ruim tachtig professionals werken vanuit Amsterdam, Rotterdam, Zwolle en Eindhoven aan efficiënte, duurzame en inspirerende omgevingen.
Fijne plekken
om naar hartenlus t te leren, le ven, spelen, werken, zorgen en on tmoeten.
Vestiging Amsterdam
Contactweg 66 1014 BW Amsterdam
Vestiging Eindhoven
Klokgebouw 263
6e verdieping
5617 AC Eindhoven
Vestiging Zwolle
Burgemeester Roelenweg 13H
The Mayor
8021 EV Zwolle
Vestiging Rotterdam
Van Nelleweg 1
Ingang 1 | Unit 2.4
3044 BC Rotterdam
088 235 04 27
icsadviseurs.nl
Welkom bij alweer de 36e jaargang van het platform Schooldomein en op naar de 40 jaar! Allereerst goed om te zien dat het aantal partners van Schooldomein elke jaargang weer gestaag toeneemt, waarbij we ook steeds meer online zichtbaar zijn. Streven is Schooldomein gratis te houden voor de primaire doelgroepen: scholen, kindcentra en gemeenten en dat lukt met zoveel partners die het maatschappelijk vastgoed een warm hart toedragen. Deze jaargang behandelen we telkens aspecten van het begrip duurzaamheid en circulariteit, omdat ik als hoofdredacteur graag de kwaliteit van de gebouwde omgeving wil benadrukken. Een gebouw met een maatschappelijke functie, zoals een schoolgebouw of kindcentrum, heeft een toegevoegde waarde in het gebied waar het staat en is daar op verschillende manieren mee verbonden. Ik moet eerlijk toegeven dat ik enig leedvermaak had toen ik las dat minister De Jonge zijn flexwoningen niet kan slijten: de gemeenten willen ze niet; de voorwaarden zijn te strikt en de woningen te uniform en eenvormig. Dat sterkt me in mijn pleidooi dat zowel woningen, kantoren en publieke voorzieningen vanuit een integrale gebiedsvisie moeten worden
ONZE VISIE
Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen.
Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,
instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.
HET NETWERK
Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen
wordt mede mogelijk gemaakt door:
ontworpen, vanuit een heldere en samenhangende sociale en ruimtelijke agenda. Een ontdekkingsreis, waarbij het om het duurzame ontwerp, de circulair te gebruiken materialen of de integrale gebiedsbenadering kan gaan, waarbij bewoners en gebruikers actief betrokken worden. Lees het mooie grote interview met Jan Jongert, die stelt: “Ik vind de eigenheid van een gebouw belangrijk, waarbij mensen zich verbonden voelen met elkaar en hun omgeving.” In dit eerste nummer leggen verschillende bureaus aan de hand van praktijkvoorbeelden uit wat circulair ontwerpen is. Bijvoorbeeld De IJsbreker in Amsterdam, onderdeel van een circulaire wijk, Kindcentrum De Parel in Drachten, de transformatie van Cluster Zuid in Leiden, het Hoofdvaart College in Hoofddorp en de circulaire sporthal Bredius in Muiden. Elk nummer ook een enquête onder partners en een gericht debat over het thema. Dit keer over circulair en duurzaam ontwerpen dus. Zo luidt één van de stellingen: Circulair ontwerpen is hét antwoord op de toekomstige schaarste aan primaire grondstoffen. Een open deur? Natuurlijk, maar bedenk dat onze economie in 2050 circulair moet draaien. En we staan nog maar aan het begin van deze noodzakelijke transitie.
Veel leesplezier gewenst
Sibo Arbeek
Hoofdredacteur Schooldomein
van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.
UW MENING
Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.
U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.
INTERNET Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.
Als maatschappelijk verantwoorde onderneming stimuleert Schooldomein doelen die goed zijn voor mens en milieu:
Duurzaam en Circulair ontwerpen
Dat vraagt van alle betrokken partijen om een hele andere mindset en de bereidheid om de consequenties van duurzaam en circulair ontwerpen en bouwen te aanvaarden. Echt circulair ontwerpen betekent ook vooraf een oogstkaart opstellen, zodat de hergebruikwaarde van materialen vooraf in kaart is gebracht. Het betekent ook dat de omgeving meedoet: licht, lucht, groen, water en energie; het vormt allemaal onderdeel van de circulaire economie. We staan nog maar aan het begin van de transitie. Volgens de experts in dit themanummer: 92% van de materialen wordt niet in de omgeving geoogst. Kortom; veel kansen, maar je moet ze wel samen willen pakken!
BESTUUR EN BELEID
6
Groot interview Jan Jongert Ruimte voor het spontane
10 Debat circulair en duurzaam ontwerpen
Circulair ontwerpen vraagt om een visie
BELEVING EN BEHEER
20
Veilig opladen voor de E-bike accu Brandveiligheid eerste prioriteit voor accu’s
22 Een energieneutraal gebouw voor Hogeschool Rotterdam
Een duurzame en comfortabele leeromgeving
24
26
Geef spel en fantasie de ruimte!
Duurzaam en circulair ontwerpen van schooltuinen
Modern, veilig, schoon en verantwoord Marmoleum als basis voor gezond binnenklimaat
VISIE EN ONTWERP
28
Circulariteit mogelijk maken!
Ambitieniveau W&N als rode draad
30 De kunst van circulair ontwerpen
Door bewust hergebruik ontstaat geschiedenis
32 100 jaar oud schoolgebouw getransformeerd tot moderne leeromgeving
Het succesverhaal van de Tobiasschool Zeist
34
36
Nooit meer slopen is ons credo Nieuwe tijdlaag voor Faculteit Geesteswetenschappen Leiden
Langetermijnvisie basis voor toekomstbestendig onderwijsvastgoed
Anticiperen op de toekomst
Beelden cover:
Staand: De IJsbreker pagina 30
Liggend: Avantis College/Rietland College pagina 39
CSG Reggesteyn pagina 47
38
Nieuw huis voor het Avantis College en het Rietland College
Circulair in visie, ontwerp en uitvoering
42 Bewust ontwerpen voor een duurzame leeromgeving
Biobased materialen maken hun (her)intrede in de bouw
46 Bijzondere transformatie CSG Reggesteyn
Leren en werken in een natuurinclusieve campus
BOUW EN INRICHTING
48 Circulaire nieuwbouw Sporthal Bredius
Samen de toekomst ontdekken
52 Transparante nieuwbouw Kindcentrum De Parel
Goede akoestiek voor onderwijs op maat
56 Nieuw interieur Hanzehogeschool
Groningen
Uitgangspunt gezonde en duurzame leer- en werkomgevingen
58
De Wijde Wereld is klaar voor de toekomst
Circulaire renovatie maakt onderwijs beter
RUBRIEKEN
15 Column Adri Pijnenburg
60 Kort Nieuws
61 C olumn Peter Heijmen
62 V ooruitblik Schooldomein 2
56
Ruimte voor het spontane
“Ik help stedelijke ecosystemen te creëren en ben nieuwsgierig naar de verborgen waarden in projecten. Daarom is het belangrijk dat er ruimte vrij blijft voor het spontane. We onderzoeken de bestaande en toekomstige functies van een gebouw in zijn omgeving, om vervolgens de meest belangrijke kringlopen van water, materialen en energie vast te stellen.”
“Superuse werkt niet met een van tevoren vastgesteld eindbeeld voor ogen. Er is ruimte voor ontwikkelingen die het eindresultaat kunnen beïnvloeden.” Jan Jongert is Co-Founder van Superuse Studios, een internationaal architecten collectief voor circulair en duurzaam ontwerp: “De context van een opgave is minstens zo belangrijk als de eigen visie op de opgave. De essentie van het leven is volgens mij niet om binnen een vaststaand hokje van a naar b te gaan en dat proces voortdurend te herhalen. Zowel op cultureel als op ecologisch gebied is het belangrijk om van de waarden vanuit het verleden te leren en die mee te nemen naar de toekomst. Dat betekent dat je open moet staan voor toevallige ontmoetingen, gebeurtenissen en materialen. De omstandigheden die je ter plekke aantreft vormen onderdeel van het project. We onderzoeken de bestaande en toekomstige functies van een gebouw in zijn omgeving, om vervolgens de meest belangrijke kringlopen van water, materialen en energie vast te stellen. We analyseren de functies in het licht van wat ze consumeren, produceren of reduceren. Vervolgens definiëren we regelmatig complementaire functies en activiteiten die aan de opdracht kunnen worden toegevoegd om een regeneratief ecosysteem te creëren dat geen afval kent.”
REPRODUCEERBAAR BOUWEN
“Superuse is voorstander van specifieke en op maat gemaakte ontwerpen waar gebruikers bij betrokken zijn. De eigenheid van een gebouw is belangrijk, waarbij mensen zich verbonden voelen met elkaar en hun omgeving. Dat geldt voor bewoners en ook voor leerlingen en docenten. Als je bouwen naar een vast stramien vertaalt kost het heel veel tijd om je dat eigen te maken. Daarom geloof ik ook niet in gestandaardiseerd en reproduceerbaar bouwen. Soms moet je even een paar sprintjes trekken om een probleem op te lossen, maar alleen maar met materialen die in de productiefase positief bijdragen aan onze leefomgeving. Ik zie vaak dat als de schaal te groot wordt dit tot nieuwe problemen en schadelijke bijeffecten lijdt, die je vervolgens weer op moet lossen. Repetitie en standaardisatie leveren misschien wel wat meer snelheid op maar niet de rijkheid van de gebouwde omgeving die nodig is om betekenisvol te bouwen.”
ALLES STAAT ER AL
“Veel bouwers vinden het nog steeds fijn om met een lege bouwplaats te beginnen en met zo weinig mogelijk bewerkingen van materialen te werken. Gelukkig zien we ook steeds meer aannemers die met herbestemming en het gebruik van bestaande materialen leren werken. We zien aannemers die zich
vooral richten op industrialisatie en prefab bouwen en daarnaast aannemers die elke opgave specifiek benaderen. Onze uitdaging is om slim om te gaan met alle materialen en gebouwen die er al staan. Alles staat er al wel zo’n beetje; het gaat er nu om dat in de transitie goed te hergebruiken. Een mooi voorbeeld is Tropicana, het voormalige zwembad in Rotterdam. Dat is in 2015 door een investeerder voor duurzame pionierende ondernemers gekocht en wordt getransformeerd naar een hotspot voor de circulaire economie met 45 ondernemers die zich onder andere op duurzame consumptieproducten en biomaterialen richten. Met de opdrachtgever, aannemer en sloper kijken we vooraf goed naar de potentie van de materialen; zo zagen we stukken op maat weg, die we vervolgens op een andere manier als bouwsteen weer kunnen inzetten. Vooraf kijken we hoe we met zo weinig mogelijk energie weer materialen kunnen inzetten. Dat betekent weinig afval en een betekenisvolle laag toevoegen, waarbij je kunt vertellen waar het materiaal van afkomstig is. Er zijn onder andere een expo, bijeenkomstruimtes voor 200 mensen, kantoorunits, een bierbrouwer en een zeewierboerderij gevestigd. Momenteel realiseren we een circulair toiletsysteem waarbij de urine en faecaliën weer tot grondstoffen gescheiden worden. Over een paar jaar hebben we geen riool meer nodig, net als een ruimteschip.”
INTEGRALE AANPAK
“We zitten in een periode waarin de rol van de architect kleiner is geworden omdat de bouw steeds meer als een gestandaardiseerd en lineair
proces is georganiseerd. Daarbij worden taken en verantwoordelijkheden in de keten van de ene naar de andere partij overgedragen. Wij zien een ontwerpen bouwproces niet als een lineair, maar circulair proces: met een continue cyclus van creatie en recreatie, gebruik en hergebruik. Circulair bouwen vraagt om een integrale aanpak van ambitiefase tot realisatie. Dat begint met een circulair ontwerp, waarbij we samen met partners en de opdrachtgever als design team aan een zogenaamd dynamisch definitief ontwerp werken. Dit bestaat naast de gebruikelijke tekeningen uit een oogstkaart waarop
te zien is wat de herkomst van materialen is én een dynamische materiaalstaat waarmee het ontwerp ontleed wordt in alle bouwkundige componenten. Met de dynamische materiaalstaat is in alle fases van het proces de door de opdrachtgever en architect geformuleerde ambities en de randvoorwaarden uit het programma van eisen inzichtelijk. Naast kosten is bijvoorbeeld ook de ecologische voetafdruk in CO2 een mogelijk sturend middel, of het percentage biobased materiaal dat gebruikt zal worden.”
BEGIN TRANSITIE
“We staan aan het begin van een transitie; in 2030 moet onze economie 50% circulair zijn. Nu is dat nog maar 8%, dus 92% van onze grondstoffen wordt nog uit mijnen ontgonnen of laagwaardig gerecycled. Er moet echt iets veranderen voordat we het oogsten in de bestaande omgeving als een gegeven beschouwen. Technisch kan het al wel; de kennis is er ook, maar het is vooral een economische afweging. Onder de streep is een circulair project nog duurder. Ik ben dit jaar betrokken bij het Nederlands paviljoen Venetië, waarbij het thema de invloed van economische omstandigheden op de architectuur is. De vraag is hoe we onze processen anders kunnen inrichten wanneer we de economische uitgangspunten aanpassen. Dat levert nieuwe kansen op voor de stedenbouw en architectuur. Het maatschappelijk vastgoed, waaronder scholen, is een goed voorbeeld. We zien langzamerhand wel dat opdrachtgevers processen vanuit een brede en circulaire visie beginnen te benaderen. Er zijn al gemeenten die de CO2 uitstoot hoger beprijzen,
waardoor het in het rekenmodel duidelijker is wat de maatschappelijke en ecologische impact van een investering is. We hopen dat beslissingen die nu nog onvoordelig uitpakken in de nabije toekomst positiever uitkomen, wanneer circulair bouwen ook bij aanbestedingen uitgangspunt is in de selectie van partijen. Dat zou een stevige impuls zijn om processen meer in te richten en tegelijk te oogsten wat in de omgeving al voorhanden is.”
KRACHTIGE ROL
“Duurzaamheid gaat over materialen, energie en water, maar net zo goed over het sociale verhaal. Betrek de gebruikers in het ontwerp van het gebouw, zodat ze hun input kunnen geven. Een gebouw moet in het gebruik technisch makkelijk aanpasbaar zijn, zodat de volgende gebruikers niet te veel hoeven aan te passen om het weer eigen te maken. Die overgangen zijn wat mij betreft niet zo scherp. Vaak is er sprake van een langzame transformatie waarbij een ander gebruik er vanzelf ingroeit. Kijk naar Tropicana; wie had ooit gedacht dat een voormalig zwembad nu een ruimte wordt met kantoorunits en productieruimtes. Juist die frictie in gebruik zorgt ervoor dat er mooie architectuur ontstaat. Kijk naar de transformatie van kerken naar woningen, bibliotheken en ontmoetingscentra. De creativiteit van de volgende gebruiker kan uitdagen om er weer iets moois van te maken. Het gebouw heeft een krachtige rol door de vorige functie die het gehad heeft.”
Kijk voor meer informatie op www.superuse-studios.com
“Ik vind de eigenheid van een gebouw belangrijk, waarbij mensen zich verbonden voelen met elkaar en hun omgeving”
Digitaal debat Schooldomein - Duurzaam en circulair ontwerpen
Circulair ontwerpen staat nog in de kinderschoenen. Deelnemers uit verschillende sectoren van de ontwerp- en bouwketen geven hun mening over duurzaam en circulair ontwerpen.
Circulair ontwerpen vraagt nieuwe ontwerpvaardigheden
Bram: “Het maken van circulaire materiaalkeuzes vraagt kennis maar niet per definitie andere ontwerpvaardigheden. Het ontwerpen en detailleren met het oog op toekomstig hergebruik vraagt naar mijn inzicht andere vaardigheden: het voorkomen van uitzonderingen (resulteert vaak in afval, zowel bij de bouw als bij einde levensduur), losmaakbaar detailleren, etc.”
Erik: “Circulariteit is belangrijk maar geen doel op zich. Het doel is hele goede gebouwen te maken die we nooit meer hoeven te slopen. Dat is van alle tijd. Wij gebruiken het S-lagen model als uitgangspunt bij duurzaam bouwen. Daarbij is het doel om nooit
meer of zo weinig mogelijk te slopen. Zowel nu als in de toekomst.”
Loes: “Eens, het vraagt een ander soort denken dan een traditioneel proces: niet alles meteen platgooien en opnieuw opbouwen, maar een goede analyse over wat voorhanden is. Het vraagt een ander soort creativiteit, niet alleen over het eindproduct, maar ook over het proces.”
Odin: “Neen, het vraagt om beter naar reguliere details en materiaalgebruik te kijken.”
Jack: “Ik denk dat circulair ontwerpen naast andere ontwerpvaardigheden ook acceptatie en nieuwe verwachtingen bij eigenaren en opdrachtgevers vraagt. Denk aan het toepassen op onzichtbare plaatsen van restpartijen. Vaak verdwijnen deze restpartijen in de container, omdat transport en opslag vaak te ingewikkeld en te duur is. Ik pleit daarom voor een centrale database of grondbank waarin (rest-)materialen worden opgeslagen. De uitdaging in de huidige markt is een gebouw te ontwerpen waarvan je weet dat de techniek, de normen en welstandwensen van eigenaren veranderen.”
Circulair ontwerpen komt alleen tot maximaal resultaat in een consortium met een geïntegreerd contract
Bram: “Een geïntegreerd contract is geen voorwaarde voor een goed circulair ontwerp maar biedt binnen de huidige marktmogelijkheden wel meer kansen om circulaire ambities daadwerkelijk tot realisatie te brengen. Doordat contractvorming direct op het opstellen van ambities en uitgangspunten volgt en daarmee onderdeel van de contracten zijn.”
DEELNEMERS:
Bram van der Kleij Projectmanager ICSadviseurs
Erik Roerdink Architect De Zwarte Hond
Jack Hazen Commercieel directeur Pellikaan
Loes Thijssen Partner- architect NOAHH
Odin Wenting Sporttechnisch (bouw-)adviseur
Odin Wenting Bouwadvies B.V.
Jack: “Eens. Dat geldt in ieder geval als er geselecteerd wordt op basis van een uav2012 overeenkomst met een traditioneel bestek en selectie op laagste prijs. Zal dus niet de kwaliteit/ circulariteit van de ondernemer de overhand hebben maar zal elk onderdeel kosten gestuurd worden om de opdracht binnen te halen. De eindgebruiker/ opdrachtgever is dan afhankelijk van hetgeen de architect of zijn adviseur hebben bepaald
en in het bestek verwoord hebben. Zeker in deze markt en de vraagstukken is een open dialoog nodig om met elkaar het maximaal haalbare te bereiken.”
Loes: “Als iedereen het wil, gaat het lukken. Het hoeft niet per se via een geïntegreerd contract, maar je moet als partijen wel hetzelfde doel en ambitie hebben. Voor de opdrachtgever, gebruiker, bouwer, adviseur en ontwerper moet vooraf duidelijk zijn of de ambitie ook daadwerkelijk haalbaar is. Dat vraagt vervolgens om een gezamenlijke inspanningsverplichting. Vaak is de ambitie er wel, maar vraagt het een extra stap van alle partijen om het ook daadwerkelijk te realiseren.”
Odin: “Ja, dat zou kunnen, maar is zeker niet een voldoende voorwaarde. Circulair ontwerpen vraagt vooral om een opdrachtgever die de rug recht houdt en partijen contracteert die de uitvraag ook echt willen opvolgen.”
Circulair ontwerpen is hét antwoord op de toekomstige schaarste aan primaire grondstoffen Bram: “De schaarste doet zich in feite nog niet voor maar wordt wel voorspeld. Belangrijke reden om nu wel al circulair te ontwerpen is het verlagen van de milieubelasting die de bouw van gebouwen veroorzaakt. Dat effect treedt zowel op bij de productie en bouw als bij de sloop (demontage), doordat afval voorkomen wordt.”
Erik: “Het gebouw bestaat uit verschillende lagen met een eigen levensloop, zoals casco, gevel, interieur, installaties en inrichting. Zo kan een goed flexibel en aanpasbaar casco wel 200 jaar mee gaan, maar zullen binnenwanden en installaties kort mee gaan vanwege de korte levensduur of het steeds veranderend gebruik van een gebouw. De onderdelen die kort meegaan,
bijvoorbeeld 20 jaar, moeten geoogste materialen zijn, eenvoudig te recyclen en in principe altijd biobased en CO2 neutraal of CO2 positief.”
Jack: “Ik geloof dat het toepassen van biobased materialen een grotere impact heeft dan we denken. Niet alleen als antwoord op de schaarste aan grondstoffen, maar ook om de stikstof problematiek van onze boeren te helpen oplossen. Denk aan het toepassen van riet, vlas, hennep, hout en andere biobased materialen.”
Loes: “Het is één van de antwoorden. Ik vind goed ruimtegebruik de meest duurzame vorm van architectuur. Architectuur moet als een maatpak passen bij het gebruik en de gebruiker. Circulair ontwerpen zie ik als een middel om de nodige flexibiliteit en adaptiviteit te genereren.”
Odin: “Sterker nog; het is al het antwoord op huidige schaarste.”
Circulair ontwerpen vraagt onder andere om uniformiteit, repetitie en het voorkomen van uitzonderingen
Bram: “Hoe meer uitzonderingen er worden ontworpen hoe groter de hoeveelheid afval er bij einde levensduur van het gebouw is en hoe kleiner de kans op hergebruik is. Immers hergebruik van materialen is alleen interessant als er voldoende volume en voldoende gelijke maten vrij komen om een nieuw gebouw mee te kunnen ontwerpen.”
Jack: “Zeker gezien het toekomstig hergebruiken van materialen zou dit helpen. Maar van de andere kant is ook nooit bekend welke materialen er voorhanden zijn en zou je juist heel flexibel en creatief moeten zijn in het toepassen.”
Loes: “ONEENS; dat zou een verschraling van de architectuur zijn!”
Odin: “Neen, je gaat ontwerpen en bouwen met een andere basisgedachte, namelijk dat je zo min mogelijk materialen gebruikt naast dat de gebruikte materialen niet de aarde uitputten.”
Circulair ontwerpen vraagt om een visie op het gebied en het gedrag van gebruikers
Bram: “In de vorm van educatie over eindigheid van grondstoffen en CO2 uitstoot is dit een vereiste om een gedragen circulair ontwerp te kunnen maken.”
Erik: “Zeker waar. Maar daarbij moeten de onderdelen wel goed kunnen functioneren en zorgen
voor een gezond en fijn binnenklimaat waarbij de schoonheid ook een grote rol speelt. Want waar je van houdt daar zorg je goed voor. En waar je goed voor zorgt dat gaat heel lang mee. Circulaire gebouwen die niet goed functioneren, lelijk worden gevonden of niet passend zijn worden weer afgebroken of staan leeg en dat is allesbehalve duurzaam.”
Jack: “Eens. Naast het circulair toepassen van materialen is het meest duurzaam om materialen niet toe te passen of om minder te bouwen. Kritisch kijken naar onze levensstandaard en het gedrag van gebruikers helpt om naast circulair bouwen ook een duurzame samenleving te betrekken. Het thema Circulair kan niet los gezien worden van biobased bouwen en een eensgezinde samenwerking tussen partijen in een vroeg stadium.”
Loes: “Ik zie circulariteit als een evolutionair proces, waarin het niet alleen gaat over circulair gebruik van materialen, maar ook van de energie uit het team (ontwerpteam, bouwteam, opdrachtgever, gebruikers) en de plek. Het gaat om nabuurschap; met elkaar bereik je meer, door te geven en nemen. Het maakt het ontwerp- en bouwproces extra leuk en interessant.”
Odin: “Klopt! Ik weet uit ervaring dat als je de gebruikers tijdens de realisatie er ook goed bij aanhaakt ze op dezelfde wijze de exploitatie vorm gaan geven. Sporthal Het Binnenveld, met KV Wageningen als gebruiker en exploitant, is een mooi voorbeeld van een breed gedragen beheer.”
Schooldomeinenquête circulair ontwerpen
Schooldomein stelde een aselecte enquête met negen stellingen op. Deze werd in beperkte mate, onder de drie categorieën adviseurs, architecten en bouwers uitgezet. Deelnemers konden op een vijfpuntschaal hun scores aangeven, variërend van helemaal eens tot helemaal oneens. De resultaten zijn zeker niet representatief voor de hele branche, maar geven wel een indicatie van hoe partijen tegen stellingen kunnen aankijken. Over sommige stellingen zijn partijen het overwegend eens, terwijl de inzichten bij een aantal stellingen variëren, ook binnen een branche.
1. Circulair ontwerpen vraagt nieuwe ontwerpvaardigheden
Deze stelling wordt overwegend positief gewaardeerd. Opvallend is dat adviseurs en bouwers helemaal eens aankruisen, terwijl de architecten deels eens aankruisen.
2. Circulair ontwerpen komt alleen tot maximaal resultaat in een consortium met een geïntegreerd contract
De architecten kruisen deels eens aan, net als de bouwers. Binnen de categorie adviseurs verschillen de meningen. Overwegend wordt deels eens of helemaal eens ingevuld, maar ook deels oneens.
3. Circulair ontwerpen is hét antwoord op de toekomstige schaarste aan primaire grondstoffen
De architecten zijn het met deze stelling deels eens, evenals de bouwers. Ook hier verschillen de meningen van de adviseurs; overwegend deels eens en eens, maar ook een deels oneens.
4. Circulair ontwerpen vraagt onder andere om uniformiteit, repetitie en het voorkomen van uitzonderingen
Hier wordt in alle categorieën anders over gedacht. Dat verschilt binnen de architecten van eens tot oneens, de bouwers oneens en binnen de adviseurs overwegend eens of deels eens, maar ook een deels oneens.
5. Circulair ontwerpen leidt tot architectonische verschraling
Hier zijn alle partijen het over eens; oneens dus. Architecten kunnen prima ontwerpen vanuit een circulaire visie.
6. Circulair ontwerpen gaat verder dan een visie op het gebouw
Ook voor deze stelling geldt dat alle partijen het overwegend met elkaar eens zijn. Binnen de adviseurs wordt overigens ook een deels oneens aangegeven.
7. Circulair ontwerpen begint met een analyse van het circulaire ecosysteem Architecten zijn het overwegend eens met deze stelling, de bouwers reageren met deels eens. Adviseurs reageren er wisselend op, van deels eens, tot oneens.
8. Circulair ontwerpen begint met het opstellen van een oogstkaart van herbruikbare materialen
Architecten reageren met deels eens, evenals de bouwers. Onder de adviseurs zien we meerderde reacties; deels oneens naast deels mee eens.
9. Circulair bouwen zal versnellen zodra er ook gewerkt wordt met een CO2 budget
De partijen zijn het overwegend eens of deels eens met deze stelling. De architecten zijn het uniform eens, de bouwers deels eens en de adviseurs overwegend deels eens.
Het nieuwe Inspiratieboek Kindcentra in hun omgeving is uit.
Op 20 april werd het boek Kindcentra in hun omgeving tijdens het gelijknamige symposium gelanceerd en aangeboden aan de voorzitter van de PO-Raad Freddy Weima, de voorzitter van de BMK Loes Ypma, de directeur van de BK Emmeline Bijlsma en de bestuurder van de VNK Ad Vos.
Het centrale thema van het boek is dat kindcentra vanzelfsprekend verbinden met hun omgeving, zowel maatschappelijk als ook ruimtelijk. Dat levert gebouwen op met een groene omgeving, waarin kinderen zich op een natuurlijke manier ontwikkelen en van en met elkaar leren en spelen. Een goed kindcentrum verbindt het gebied met het gebouw en de inrichting ervan. Dat begint al bij de visie op een kindcentrum, waarbij het gebouw in zijn omgeving de organisatie rond het kind stimuleert en faciliteert en de natuurlijke ontwikkeling niet belemmert. Waarom is dit boek belangrijk:
• Het beschrijft 50 adaptieve en duurzame kindcentra en speel- en leercentra
• Waarbij de omgeving meedoet met groene pleinen om te leren en te spelen
• Elk project is prachtig gedocumenteerd met verhalen, foto’s en plattegronden
• De gebruikers komen aan het woord en vertellen over hun ervaringen
• Het boek bevat facts and figures en een uitgebreid overzicht van alle programma’s.
Meer nog dan een inspiratieboek is dit boek een manifest en een aansporing om vooraf goed na te denken over de impact van het gebouw in zijn omgeving op de organisatie van het kindcentrum en de vanzelfsprekende ontwikkeling van het kind in verbinding met zijn omgeving. Het is daarom een must voor bestuurders, beleidsambtenaren, directeuren en alle partners in het proces van ontwerpen, bouwen, inrichten en beheren.
Bestel het boek nu via de QR-code:
CHATGTP EN GROENE STEDEN?
Hoe zien Nederlandse steden eruit na een geslaagde groene transitie, dit vroeg ik aan chatGTP en wat vinden wij hiervan?
Na een geslaagde groene transitie zouden Nederlandse steden er aanzienlijk anders uitzien dan vandaag de dag op de volgende gebieden: Duurzame energiebronnen: Nederlandse steden worden aangedreven door schone en duurzame energiebronnen, zoals zonne-energie, windenergie en geothermische energie. Er komen meer zonnepanelen en windturbines om in de energiebehoefte van de steden te voorzien.
Groene infrastructuur: Steden worden voorzien van uitgebreide groene infrastructuur, zoals groene daken, verticale tuinen, parken en stadsbossen. Deze groene ruimtes verbeteren niet alleen de luchtkwaliteit, maar zorgen ook voor meer biodiversiteit, klimaatregulatie en een aantrekkelijkere leefomgeving voor de inwoners.
Duurzame mobiliteit: Auto’s op fossiele brandstoffen worden grotendeels vervangen door elektrische voertuigen en duurzaam openbaar vervoer. Er komt een uitgebreid netwerk van fietspaden en wandelroutes om duurzaam transport te bevorderen.
Circulaire economie: Nederlandse steden hebben een sterke focus op een circulaire economie, waarin afval wordt geminimaliseerd en grondstoffen hergebruikt. Er komen innovatieve systemen om producten en materialen te repareren, te delen en te leasen in plaats van ze weg te gooien.
Klimaatadaptatie: Steden nemen maatregelen om zich aan te passen
aan de gevolgen van klimaatverandering. Dit omvat onder andere de aanleg van groene waterbuffers, stadslandbouw en de herontwikkeling van kwetsbare gebieden.
Gemeenschapsgericht ontwerp: Steden worden ontworpen met het oog op gemeenschapsgerichtheid. Er komen meer ontmoetingsplekken en gemeenschappelijke ruimtes zijn om sociale interactie en verbondenheid te bevorderen. Lokale gemeenschappen worden betrokken bij besluitvormingsprocessen met meer nadruk op inclusiviteit en gelijkheid.
Dat is een mooie opsomming van al bestaande oplossingen en niet een echte voorspelling van toekomstige keuzen en scenario’s. Ja, chatGTP kan ons historische besef met bestaande wetenschappelijke inzichten en oplossingen genereren, maar de vraag is of chatGTP ook in de toekomst kan kijken met ‘oude’ data. We gaan het zien en mijn voorspelling is dat WIJ als professionals deze technologie goed in kunnen zetten bij de keuzes die we echt gaan maken voor de toekomst. Maar het is en blijft mensenwerk, waarbij mensen elkaar ontmoeten en samen tot nieuwe inzichten komen en elkaar kritisch bevragen met respect voor het andere perspectief, een toekomstperspectief met toekomst, jouw toekomst, onze toekomst met als ‘anker’ je eigen perspectief die niet te vervangen is door chatGTP.
Adri Pijnenburg | Pijnenburg Techniek ScoutingBDG ARCHITECTEN
Fridtjof Nansenschool Rotterdam
Opgeleverd in 2022
Fotografie: Fotografie Frank Hanswijk
Voor de vervangende nieuwbouw van de Fridtjof Nansenschool in de groene Rotterdamse wijk Ommoord golden drie belangrijke uitgangspunten: de relatie met buiten, duurzaamheid en ontmoeten. In het bruisende centrale hart komen deze thema’s samen. Het hart heeft een visuele oriëntatie naar het groene plein
en op en om de brede houten tribunetrap wordt gewerkt, gespeeld en gevierd. Het glazen dak boven de trap brengt veel natuurlijk licht diep de school in. De in het glas geïntegreerde pv-panelen filteren het zonlicht en hebben ook een educatieve functie: ze maken zichtbaar dat de school energiepositief is! De Fridtjof Nansenschool heeft verschillende werkvormen en een breed aanbod aan (naschoolse) activiteiten. Dit vraagt om flexibele ruimten die zich makkelijk aanpassen. De leerpleinen en lokalen liggen rondom het hart van de school. Alle lesruimten hebben een deur naar buiten waarmee het groenblauwe schoolplein eenvoudig een verlengstuk van het klaslokaal wordt. Een subsidieregeling van de gemeente Rotterdam maakte het mogelijk veel groen aan te brengen op en om het gebouw. Met een zachte natuurlijke gevel aan de zuidelijke parkzijde klimt het groen over de school heen en wordt het landschap integraal onderdeel van de nieuwbouw.
Zo ontstaan vanzelfsprekende buitenspeelplekken waar de kinderen op speelse wijze kunnen ontwikkelen en ontdekken. Want onderzoekend leren en oriëntatie op de wereld om de school heen hebben een belangrijke plaats binnen het Jenaplanonderwijs van de Fridtjof Nansenschool. Het is dan ook geen toeval dat de school is vernoemd naar de Noorse wetenschapper en ontdekkingsreiziger. Niet alleen het gedachtengoed van Fridtjof Nansen komt ruimtelijk terug in de nieuwbouw. Je komt hemzelf én zijn schip de Fram ook op verschillende plekken binnen en buiten tegen. De illustraties versterken de identiteit van de school en ondersteunen bij de oriëntatie in het gebouw. Het ontwerp van de gevelpanelen en de gebouwcommunicatie is van Readme.
www.bdgarchitecten.nl
Duurzaam en circulair ontwerpen is het thema van deze Schooldomein. In de rubriek Architectuur en Verbeelding geven architecten, ontwerpers en inrichters beeldende voorbeelden.
ZENZO MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Hart van Vathorst brengt mensen samen Terwijl verzorgingshuizen overal in Nederland sluiten en daarmee ook de welzijnsfaciliteiten in de wijk, zijn huizen en wijken niet ingericht op thuiswonende ouderen en zorgbehoeftigen. Zonder een aangepaste woonvorm ligt eenzaamheid op de loer. Juist de kwetsbaren in de maatschappij, die eenzaamheid het sterkst ervaren, zijn erbij gebaat als ze onderdeel uitmaken van de wijk. Hart van Vathorst realiseerde de droom van vier partijen die dit wilden bereiken. Vier organisaties die openstaan voor mensen met een beperking, van elkaar willen leren en werken vanuit dezelfde overtuiging. Toen zowel een kindercentrum als een kerk op zoek waren naar een ruimte in Vathorst werd het idee geboren. Breng ze in contact met zorginstellingen en laat de verschillende partijen ruimtes optimaal gebruiken binnen één gebouw. Het resultaat is een omgeving, waarin mensen elkaar ontmoeten: Hart van Vathorst.
De toevallige ontmoeting faciliteren
Het gebouw is zo ingericht dat de toevallige ontmoeting wordt gefaciliteerd. Gezonde mensen, zieke mensen, mensen met een beperking, ouderen, (jong)volwassenen, gezinnen en kinderen in alle leeftijden wonen, werken, spelen en kerken in Hart van Vathorst. Het gaat verder dan een samenwerking tussen verschillende partijen. Bewoners krijgen in Hart van Vathorst de kans om volledig te participeren in de samenleving en onderdeel te zijn van de wijk. Die samenwerking zie je terug op allerlei plekken. Zo gaan
de kinderen van Kindercentrum Bzzzonder iedere week naar de opa’s en oma’s in het pand om daar samen te zingen, spelletjes te spelen of een appeltje te eten. Bewoners zijn door de kerkleden opgenomen in hun ontmoetingsgroepen, vinden maatjes in de wijk en maken nieuwe contacten. Ook functioneel wordt samengewerkt. De kerkzaal doet dienst als theater, in de zalen van de kerk wordt vergaderd, de tuin in het restaurant wordt ingezet als moestuin voor de dagbesteding, de ateliers maken mooie producten voor in de winkel en zo zijn er talloze voorbeelden te vinden waarin de partijen elkaar versterken.
Combineren van functies
Voor veel bewoners is woongeluk in grote mate afhankelijk van wie je om je heen hebt. Dat kun je organiseren door het combineren van functies. De grote centrale entreehal, vormgegeven als een gezellige ontmoetingsruimte, is de basis van het succes. Het tweede onderdeel is de combinatie van functies. Naast woningen zijn er een kerk, een kinderdagverblijf, een kapsalon en een tandarts. Alle mensen maken gebruik van de centrale entreehal. De eerste vijftien keer dat ouders hun kinderen naar de opvang brengen, rennen ze het gebouw in en weer uit. Als ze iets te vroeg zijn, staan ze in de centrale entreehal en raken ze in gesprek met iemand met nietaangeboren hersenletsel. Dan hebben wij ons doel bereikt: het simpele praatje tussen twee mensen.
www.zenzo-mv.nl
Geselecteerd voor nieuwbouw middelbare school ROER college Roermond.
In de nieuwe huisvesting van middelbare school ROER college Schöndeln in Roermond zet SVP de gevels open! Een unieke onderwijsvisie, waarin ‘outdoor learning’ principes doorklinken, heeft SVP vertaald naar een ontwerpvisie waarin leerlingen zich zowel binnen als buiten de gebouwen midden in de natuur bevinden.
In het terrassenlandschap van het Roerdal wordt een campus gerealiseerd met losse gebouwen. Elk gebouw krijgt een eigen identiteit, passend bij het onderwijsdomein én een directe relatie met de prachtige omgeving, een lang gekoesterde droom van SVP partner/architect Gideon de Jong. De selectiecommissie was net zo overtuigd als het ontwerpteam, SVP en Copijn landschapsarchitecten, dat de unieke ligging van deze school niet onbenut mag blijven bij het realiseren van het nieuwe ROER College. Wanneer een sterke relatie met buiten onderdeel uitmaakt van het lesgeven levert het niet alleen betere prestaties en betere gezondheid op, maar bevordert het ook de creatieve ontwikkeling van leerlingen.
Inmiddels is het team begonnen met de eerste stappen van het ontwerp, waarin zowel leerlingen als docenten betrokken worden.
www.svp-svp.nl en www.copijn.nl
Fatimaschool Rotterdam
Architect: STUDIO RTM
Foto: Rob ’t Hart
Oplevering juli 2020
BM van Houwelingen zet zich graag in, om een omgeving te creëren waar mensen fijn kunnen wonen, werken en zich thuis voelen. Dit doen wij met veel enthousiasme voor de segmenten scholen, zorg en woningbouw. Afhankelijk van de vastgoedvraag biedt ons team een totaal concept bestaande uit ontwikkeling, nieuwbouw en onderhoud.
Hakgriend 26, 3371 KA
Hardinxveld-Giessendam
0184 - 67 72 00
info@bmvanhouwelingen.nl
www.bmvanhouwelingen.nl
Veilig opladen voor de E-bike accu
Steeds meer docenten en leerlingen gaan met de elektrische fiets of scooter naar het werk of naar school. Een handig en veilig opberg- en laadsysteem is belangrijk. De Battery-box is speciaal ontworpen voor het veilig laden van E-bike accu’s en getest en goedgekeurd door Kiwa en MPA Dresden GmbH. Dat is ook nodig vanwege het gevaar voor acute accubranden.
Battery Control is in 2019 opgericht door de drie Nederlandse ondernemers, René van Wijngaarden, Nick Akkerman en Dick van de Steeg. Schooldomein sprak met oprichter en chef de mission Dick van de Steeg en sales manager Menno Bierma. Dick: “We zijn autoriteit
op het gebied van veiligheid van accubranden van accu’s die je in elektrische fietsen en scooters vindt. Er vinden steeds meer accubranden plaats. Daar hebben we een innovatief en vooral veilig product voor bedacht: de Battery-box. Met dit gepatenteerde design zijn we productleader in onze branche. Inmiddels werken we samen met NS Stations voor de OV E-bike pilot, zijn we gecertificeerd partner van Domino’s Nederland en Van Mossel Car Solutions voor het veilig vervoeren van kleinere lithium ion accu’s. Onze grondige testen en experimenten hebben ons geholpen om effectieve methoden te ontwikkelen die accubranden en ontploffingen minimaliseren en de veiligheid in de omgeving waarborgen. We zien inmiddels ook dat verzekeraars veilig omgaan met accu’s in hun polis opnemen. Belangrijker nog; met ons product leveren we een belangrijke bijdrage aan de energietransitie.”
TOENAME E-BIKES EN E-SCOOTERS
“Het aantal elektrische fietsen en scooters is de laatste jaren enorm gestegen in Nederland”, vertelt Dick, “in 1999 presenteerde Sparta de eerste elektrische fiets voor met name senioren. Die fietsen waren duidelijk herkenbaar aan het boterhamblikje op de bagagedrager en het profiel van een damesfiets. Daar wilde je als jongere niet op gezien worden. Inmiddels zijn de batterijen niet meer zichtbaar en verborgen in het frame en heeft het ontwerp van de elektrische fiets een enorme vlucht genomen. Dat maakt dat de elektrische fiets voor jong en oud een aantrekkelijk vervoermiddel is geworden. In 2002 reden er nog zo’n 54.000 Sparta ion fietsen in Nederland, nu rijden er ruim vijf miljoen elektrische fietsen en scooters in Nederland en zijn er verschillende merken en prijsniveaus. Je ziet fat bikes en cargo bikes en je hebt zelfs al een elektrische kinderfiets met zijwieltjes.” Menno vult aan: “En we staan nog maar aan het begin. Denk aan de energieneutrale stad zonder CO2 uitstoot. De bezorgdiensten en maaltijdbezorgers rijden alleen nog maar
elektrisch, net als de bussen en rondvaartboten in de grote steden. De NS begint de elektrische deelfiets te omarmen. Het begint vaak in de grote stad en dan waaiert het uit in het hele land. Ook het gebruik van de e-bikes en scooters zal verder toenemen.”
Dick: “We richten ons van gereedschapsaccu’s tot aan fiets- en scooteraccu’s. Zo’n tien keer per week vindt een plotselinge accubrand plaats. Dat lijkt mee te vallen, maar een accubrand is heftig, gevaarlijk en heeft een enorme impact. Denk aan de brand op de boot bij Ameland met al die elektrische auto’s. Bij zo’n brand komen veel gevaarlijke stoffen vrij. Wij doen een pilot met de NS, waarbij we veilige boxen plaatsen, om je accu veilig in op te bergen en in op te laden. De Battery Box bestaat uit modulaire en schakelbare boxen. Die zijn straks ook interessant voor fiets- en scooterwinkels en grote fietsenverhuurzaken, zoals op toeristische plekken.”
RISICO VAN ACCUBRANDEN
Menno: “Inmiddels richten we ons ook op het onderwijs. Steeds meer docenten en kinderen komen met de e-bike of e-scooter naar het werk of naar school, zeker in de regio. Soms met nieuwe en soms met tweedehands fietsen en scooters. Dat zijn heel veel accu’s en dus is brandveiligheid een groeiend thema op scholen. We hebben onderzoek gedaan naar de risico’s van accubranden; dat risico neemt toe bij vaak vallen en stoten, vocht, binnenwerk dat kapot of oud is en bij een inferieure kwaliteit. Mensen denken dat er alleen maar een probleem kan ontstaan tijdens het opladen, maar ook bij niet opladen kan er een probleem zijn. Het kan zijn dat een accu spontaan ontbrandt. In augustus dit jaar begon een fiets in een Arriva trein zomaar te roken vanwege de accu die erop zat. De meeste branden ontstaan overigens tijdens het laden of de uurtjes erna; als er een piekspanning ontstaat. Wat zie je op scholen; op
verschillende plekken laden leerlingen hun accu’s op en vaak stoppen leerlingen de accu’s ook in de rugtas. Docenten zetten de elektrische fiets in de fietskelder of in het fietsenhok, welke tegen de school aan is gebouwd. Het veilig opladen van accu’s is cruciaal. Het beschermt niet alleen je bezittingen, maar waarborgt ook de veiligheid van jou, je medeleerlingen en je collega’s. Door bewust en verantwoordelijk op te bergen en op te laden, vermijd je potentieel gevaarlijke situaties met giftige rookgassen en vuur.”
VEILIG LOCKER- EN BOXSYSTEEM
“Scholen hebben daar vaak nog geen beleid op ontwikkeld”, reageert Dick, “dat moet dus beter en veiliger. Scholen hebben bijna allemaal prachtige lockersystemen. Wij hebben een boxsysteem met ombouw gemaakt, dat qua look en feel naadloos bij het bestaande lockersysteem past. Het heeft eenzelfde ombouw met een lockermanagementsysteem. Je kunt het met dezelfde app of kaart reserveren en openen en het systeem geeft aan wanneer je accu geladen is. Openen met een sleutel gebeurt ook nog steeds. We zijn inmiddels met verschillende scholen in gesprek, waaronder het Alberdingk Thijm College in Hilversum. Het liefst heb je voor iedere accugebruiker een locker klaarstaan.”
Kijk voor meer informatie op www.battery-control.nl
“Het veilig opladen van accu’s is cruciaal. Het beschermt niet alleen je bezittingen, maar waarborgt ook de veiligheid van jou, je medeleerlingen en je collega’s”De Battery-box is getest en goedgekeurd door Kiwa en MPA Dresden GmbH
Een energieneutraal gebouw voor Hogeschool Rotterdam
In oktober opent Hogeschool Rotterdam het nieuwe bouwdeel van het instituut Rotterdam Business School (RBS). Paul de Ruiter Architects ontwierp het energieneutrale en duurzame onderwijsgebouw, waarin alle economische opleidingen een nieuwe plek krijgen. Het gebouw vormt één geheel met het bestaande onderwijscomplex dat straks in totaal 35.000 m² groot is en dat ruim 10.000 studenten een inspirerende en duurzame onderwijsomgeving biedt.
Hogeschool Rotterdam had hoge ambities op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. Marcel Langeveld, adviseur duurzaamheid bij de Hogeschool van Rotterdam: “We wilden in elk geval een energieneutraal pand neerzetten. Ook streefden we naar een circulair hergebruik van het oude gebouw. Dat is gelukt: 95% van de materialen heeft een nieuwe bestemming gekregen of is hoogwaardig gerecycled.”
TOEKOMSTBESTENDIG EN FLEXIBEL
De architect betrok de studenten bij het ontwerp. Met hun input zorgde de architect ervoor dat de verschillende ruimtes flexibel in te delen zijn. Zo is er genoeg ruimte voor interactie, ontspanning en kennisuitwisseling en zijn er afgeschermde rustige studieplekken. Omdat het onderwijs snel verandert en dat de komende jaren ook zal blijven doen, is daar in het ontwerp rekening mee gehouden. Marcel: “Dat is in deze tijd erg belangrijk, om goed na te denken over wat het toekomstig onderwijs brengt. Wat heb je nodig qua ruimtes zodat je bij een verandering niet direct een grote verbouwing hoeft uit te voeren?”
EEN DUURZAME EN COMFORTABELE LEEROMGEVING
Naast energie en flexibiliteit heeft de gezondheid van medewerkers en studenten prioriteit. Het gebouw is dan ook ontworpen op basis van frisse scholen klasse B. Daarmee legde de hogeschool de lat hoog voor ventilatie, akoestisch comfort en binnenklimaat.
”Bij een ander bouwdeel behaalden wij een BREEAM certificaat. In dit project maakten wij een bewuste keuze om niet voor het officiële certificaat te gaan”, zegt Marcel. Gertjan Verbaan, adviseur Bouwfysica bij DGMR vult aan: “We keken samen naar de belangrijkste punten. In dit project waren dat energie, gezondheid en materialen. Daar staken we dus op in, met BREEAM als inspiratiebron. Om het in schooltermen te houden, kwamen we op rapportcijfers voor de drie gekozen thema’s. De rapportcijfers onderbouwden wij goed zodat het gebouw aantoonbaar hoog scoort op energie, gezondheid en materialen.” Marcel: “We wilden aan kunnen tonen hoe serieus we deze thema’s nemen, zonder aan alle onderdelen van BREEAM te hoeven voldoen.”
Een duidelijk kenmerk van het gebouw is het atrium met een glazen pui. Dit vraagt om creatief denken voor het plaatsen van zoveel mogelijk PV-panelen voor een energieneutraal gebouw. Het plaatsen van zonnepanelen op een glazen dak heeft impact op het ontwerp en de lichtinval en warmtewering in het atrium. Om dit op te lossen maakte DGMR vroeg in het ontwerpproces een analyse van de mogelijke posities en opbrengsten van de PV-panelen. Met behulp van parametrische scripts onderzocht DGMR diverse varianten zodat er zowel genoeg daglicht als genoeg pv-panelen zijn. Al vroeg in het proces maakten zij een uitgebreide BENG-studie waaruit een matrix ontstond. Hiermee kon het ontwerpteam de juiste afweging van de maatregelen nemen.
“Wil je met duurzaamheid aan de slag, zet het dan ook echt op de agenda en zorg voor tijd en geld”
– Marcel Langeveld, adviseur duurzaamheid Hogeschool Rotterdam
Het installatieontwerp van Valstar Simonis, met grote kanalen en daardoor lage luchtsnelheden, was daarbij belangrijk om te zorgen dat minder vermogen nodig is. Om te voldoen aan de hoge eisen voor luchtdichtheid, begeleidde DGMR aannemer Heerkens van Bavel Bouw bij de detaillering en tijdens de uitvoering.
CIRCULAIRE MATERIALEN EN VEEL GROEN
“De natuurlijke materialen en het vele levend groen in het gebouw maken het echt een prettige omgeving voor studenten en medewerkers, dat is natuurlijk waar het uiteindelijk om draait”, zegt Marcel. Het project begon met het circulair en duurzaam slopen van het oude gebouw. Sommige onderdelen zoals deuren zijn hergebruikt in andere panden. Ook de verlichting, kozijnen, hang- en sluitwerk, systeemplafonds en de dakafwerking zijn in andere gebouwen en producten terechtgekomen.
Het duurzame karakter van het gebouw komt ook terug in het materiaalgebruik. De draagconstructie en de gevel zijn gemaakt van robuuste en onderhoudsvrije bouwmaterialen. Er is veel hout zichtbaar, maar ook wandbekleding gemaakt van gerecyclede PET flessen die toch aantoonbaar brandveilig zijn. Meubilair uit opslag en tijdelijke locaties is hergebruikt, waardoor geen nieuw meubilair is aangeschaft voor werkplekken en lokalen.
SAMENWERKEN VANAF HET BEGIN
Marcel: “Zeggen dat je een energieneutraal en duurzaam gebouw wilt neerzetten is makkelijker dan het ook daadwerkelijk waarmaken. Het is echt van belang dat je, wanneer je als onderwijsinstelling met deze thema’s aan de slag wilt, goed vastlegt wat je precies wilt bereiken. En dat er mensen en middelen voor beschikbaar zijn. Dat viel soms best wat tegen. Daarom ben ik er extra trots op dat het toch gelukt is. En dat we daarbij ook nog grote stappen hebben gezet op het gebied van gezondheid en materialen. Ik ben blij dat ik daar als adviseur duurzaamheid aan bij kon dragen.”
Gertjan: “Daarom is het ook zo belangrijk om al vroeg in het proces samen te werken en met het ontwerpteam de krachten te bundelen. Dan kom je tot een keuze die uitvoerbaar en te bewaken is. Zo zie je ook dat je niet altijd een label hoeft te behalen om toch serieuze stappen te zetten op het gebied van duurzaamheid. Daarbij moet ik wel zeggen dat Hogeschool Rotterdam het echt wilde, dat is natuurlijk cruciaal voor het eindresultaat.”
Kijk voor meer informatie op www.dgmr.nl
“Je hoeft niet altijd een certificaat te halen om toch grote stappen te kunnen zetten op het gebied van duurzaamheid”
– Gertjan Verbaan, adviseur Bouwfysica DGMR
Duurzaam en circulair ontwerpen van schooltuinen
De missie van onze firma Schooltuinen is het ontwerpen en aanleggen van duurzame en circulaire schoolpleinen. De definitie ‘groen schoolplein’ wordt in onze maatschappij op allerlei wijzen geïnterpreteerd. De werkelijke definitie is: “Een groen schoolplein is een klimaatbestendige, gezonde en natuurrijke speel- en leeromgeving. Het plein maakt kinderen spelenderwijs bekend en vertrouwd met de natuur door buiten te spelen én te leren. Buitenspelen in de natuur prikkelt de fantasie en maakt kinderen meer creatief in het spelen.”
Wij passen dit toe door de kinderen de mogelijkheid te geven om in contact te komen met de natuur en haar natuurlijke elementen . Wij combineren groen met speelaanleidingen, creëren haagjes om achter te verstoppen of om even te ontprikkelen. Dat doen we ook om insecten, wormpjes, vogeltjes, kevertjes, egeltjes en nog veel meer beestjes naar het plein te lokken. Het leuke is dat wij bijvoorbeeld een heus bosparcours aanleggen, waar kinderen vanuit hun eigen fantasie in kunnen spelen. Of juist even tot rust kunnen komen. Ook het kinderbrein werkt positief op dit natuurlijk buiten spelen. Het verbetert leerprestaties en bouwt mee aan een gezonde weerstand.
BIODIVERSITEIT
Biodiversiteit is onlosmakelijk verbonden met onze schooltuinen. Wij leggen vogelbosjes aan, planten (inheemse) bomen, zorgen voor groei en bloei rondom de speelgelegenheden. Door het toepassen van deze groene diversiteit creëren we weer plek voor de natuur. Hierin worden ondersteunende ecologische voorzieningen toegepast, zoals insectenhotels en vogelhuisjes. Kinderen kunnen deze zelf ontwerpen en maken, waardoor ze meebouwen aan het ecologisch systeem. Hierin kunnen ze volop hun creativiteit kwijt. Dat geldt overigens ook voor het maken van een houtwal in de schooltuin. Spelenderwijs laten we onze kinderen zo de ecologische circulatie mee helpen opbouwen. Achterliggend doel is al op jonge leeftijd bewustzijn creëren in het kinderbrein wat de natuur ons brengt en geeft.
KLIMAATADAPTIEF
De inrichting van onze schooltuinen is klimaat adaptief. We creëren op verschillende plekken
GEEF SPEL EN FANTASIE DE RUIMTE!
“Het leuke is dat wij bij voorbeeld een heus bosparcours aanleggen, waar kinderen vanuit hun eigen fantasie in kunnen spelen”
schaduw om uitdroging te beperken. Dit doen we door het behouden of aanplanten van hoge bomen en hogere struiken. Wanneer bomen nog niet groot genoeg zijn, plaatsen we extra schaduwdoeken. Het is daarnaast van belang dat de juiste ondergrond wordt aangelegd. Wij onttegelen pleinen en vervangen een groot deel door een natuurlijke halfverharding of border. Dit is waterdoorlatend. Hierdoor zorgen we voor circulariteit.
Bodemmaterialen die we o.a. toepassen zijn padvast, houtsnippers, zand en extra borders. Een welkome bijkomstigheid is dat het plein hittebestendiger wordt en hierdoor een paar graden koeler blijft. We koppelen hemelwater af, waardoor het riool wordt ontlast. Zo geven we hemelwater terug aan de natuur, waardoor het groen zichzelf kan gaan reguleren. Zo sturen we aan op het zo min mogelijk water geven. In de loop van de jaren, zal de tuin zichzelf kunnen reguleren. We dragen op deze wijze bij aan een toekomstbestendig circulair ecologisch systeem.
BEHEER EN ONDERHOUD
Beheer en onderhoud is cruciaal voordat er wordt gestart met het voorlopige ontwerp van een nieuw schoolplein. Ik kan een droomschooltuin ontwerpen, maar het staat of valt met het beheer en onderhoud van de schooltuin. Wie is of wordt daarvoor verantwoordelijk? Het is essentieel dat er een meerjarenplan qua onderhoud en beheer wordt overlegd en afgestemd. Dit kan extern, intern of een combi zijn. Op veel scholen is of wordt een tuinwerkgroep samengesteld, die voor de schooltuin zorgt. Niet alleen het groen, ook het plein met de ondergronden, de speeltoestellen en speelaanleidingen horen bij het beheer. We zien ook dat bijvoorbeeld groot groen onderhoud, zoals snoeiwerkzaamheden of inspectie speeltoestellen wordt uitbesteed aan een extern bedrijf, terwijl het overige onderhoud en beheer door een leerlingen- en ouderwerkgroep wordt gedaan. Door leerlingen te betrekken bij dit proces, ontstaat meer respect voor de schooltuin. Zo worden er al jong vaardigheden voor de toekomst ontwikkeld. Een mooi voorbeeld is een school in Heerde. Hier heeft de school samen met de ouders en kinderen een prachtige moestuin ontwikkeld. Een leerling kon ons vol trots vertellen wat er in de moestuinbakken stond. “Kijk eens, hier komt al een echte komkommer aan. Hij is al zo groot!” “Dat komt door je goede zorgen, jongen”, kreeg hij als compliment! De jongen glunderde van trots!
SPEL EN FANTASIE
Onze visie is als het gaat om buiten spelen: laat bij kinderen hun eigen spel of fantasie tot leven komen. Elk kind leert spelenderwijs door het prikkelen van hun fantasie. Ik zie dit als een kleurplaat. De zwarte lijnen, contouren staan. Hoe en met welke kleuren je de kleurplaat in gaat kleuren laten we aan onze kinderen over. Zo is het ook op het schoolplein. Geen standaard of ‘ingekleurd’ speeltoestel die weinig aan fantasie overlaat. Wij focussen ons op speeltoestellen die naar eigen fantasie of spel gebruikt kunnen worden. Daar komen hele leuke ideeën uit voort, omdat kinderen heel creatief zijn!
Kijk en ontdek meer op onze website www.schooltuinen.nl
Wij zijn in heel Nederland werkzaam, je kunt contact opnemen via info@schooltuinen.nl of 085-0230622
MODERN, VEILIG, SCHOON EN VERANTWOORD
Marmoleum als basis voor gezond binnenklimaat
Marmoleum van Forbo Flooring is niet alleen een van de duurzaamste vloeren ter wereld, gemaakt van puur natuurlijke en hernieuwbare grondstoffen, maar ook een van de gezondste. Kort gezegd, draagt de vloer bij aan een veilig, schoon, verantwoord en hygiënisch binnenklimaat.
Marmoleum is van nature antibacterieel en schimmelwerend. Dat komt onder andere door de hars die gebruikt wordt bij de productie. Met hars beschermt een boom zich tegen bacteriële binnendringers als hij beschadigd raakt. Een soortgelijk effect heeft hars op een Marmoleum vloer. Dit – haar natuurlijke bacteriologische eigenschap – is een van de redenen waarom Marmoleum van oudsher al populair is in ziekenhuizen en scholen.
UK ALLERGY SEAL OF APPROVAL
Het product is bovendien hypoallergeen. Dat betekent dat Marmoleum geen allergische reacties kan veroorzaken. Vanwege deze eigenschap kreeg Marmoleum het ‘UK Allergy Seal of Approval’ van de gerenommeerde British Allergy Foundation. Hiermee is de vloer veilig voor bijvoorbeeld kinderen met astma, maar ook voor mensen met andere allergische aandoeningen. Dit komt onder andere
omdat Marmoleum een vlakke vloer is zonder groeven of oneffenheden, waarin vuil zich makkelijk kan verstoppen. Hierdoor is Marmoleum ook heel eenvoudig schoon te houden. Wanneer de vloer wordt gereinigd met verantwoorde, biologische schoonmaakmiddelen belast je het milieu ook niet.
GEEN TOT BIJNA GEEN EMISSIE
Marmoleum kent verder geen tot bijna geen emissie van vluchtige organische stoffen (VOS). Er komen dus geen tot heel weinig microdeeltjes vrij na installatie, ook wel fijnstof genoemd. Marmoleum voldoet ruim aan alle gezondheidsen veiligheidsnormen van de Europese Unie (EN 14041, REACH). De vloeren zijn bovendien WELL gecertificeerd. WELL is een certificaat voor gezonde en welzijn bevorderende gebouwen. Misschien goed nog te melden dat Marmoleum antistatisch is omdat het een natuurlijk product betreft, in tegenstelling tot vloeren die van plastic zijn gemaakt.
“Wanneer de vloer wordt gereinigd met verantwoorde, biologische schoonmaakmiddelen belast je het milieu ook niet”Marmoleum 3262/3728
Environmental Product Declaration
Om de milieuvriendelijkheid van haar producten te bewijzen, heeft Forbo voor al haar vloeren een Environmental Product Declaration (EPD) opgesteld. Deze verklaring - transparant en door een onafhankelijke partij geverifieerd - kijkt naar het hele proces van grondstof tot afval, zoals de milieu-impact van het verwerven & delven van grondstoffen, energieverbruik & efficiëntie, het gehalte aan materialen & chemische stoffen, emissies naar lucht, bodem & water en afvalproductie.
Marmoleum bevat geen weekmakers, waarvan sommige - mogelijke schadelijke varianten voor de gezondheid - nog steeds in goedkope vinylvloeren uit het buitenland worden gebruikt.
KLIMAATPOSITIEF ZONDER COMPENSATIE
Een Marmoleum vloer draagt daarnaast een steentje bij aan een gezondere wereld. Zo wordt Marmoleum klimaatpositief geproduceerd, zonder compensatie. De natuurlijke gewassen, planten en bomen, die gebruikt worden voor het maken van de vloer, nemen tijdens hun levensduur door het proces van fotosynthese namelijk meer CO2 op dan nodig is voor de productie.
Marmoleum wordt gemaakt van natuurlijke materialen zoals jute, lijnolie, hars, houtmeel en kalksteen. Daarvan is 72 procent snel herwinbaar en 43 procent gerecyclede content. Na een levensduur van zo’n dertig jaar kan Marmoleum eenvoudig worden gerecycled en hergebruikt als grondstof voor een nieuwe vloer. Zelfs bij verbranding, levert het een hogere calorische waarde op en meer thermische energie dan de energie die tijdens de productie wordt verbruikt. Zo sluit de kringloop zich volledig. Daarnaast neemt Forbo Flooring gebruikt Marmoleum en snij-restanten terug in haar streven Marmoleum volledig circulair te maken.
Scan de QRcode of ga naar www.forbo-flooring.nl/binnenklimaat
Circulariteit mogelijk maken!
Gemeenten en schoolbesturen committeren zich aan het Rijksbrede programma ‘Nederland
Circulair in 2050’. In de praktijk worstelen ze met de concrete vertaling van de circulaire ambities naar huisvestingsprojecten. Hoe sturen en organiseren we een circulaire vastgoedportefeuille?
Een mooi voorbeeld is de sloop van het Wiskunde & Natuurkunde gebouw van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Deze vooruitstrevende universiteit wil tot de top 10 behoren van internationale duurzame universiteiten. Jelle van der Veen, projectmanager bij RYSE: “Op het dak van het Wis- en Natuurkunde gebouw (W&N gebouw)
staat een stoere en robuuste tomatenkas die een nieuwe bestemming kan krijgen op de Campus. Het W&N gebouw van ruim 100.000 m² wordt op termijn gesloopt en vormt daarmee een enorme bron aan elementen en materialen. Dit is de kans om circulariteit - in de vorm van hergebruik - in de projecten op de Campus, maar ook daar buiten, optimaal te benutten.”
AMBITIENIVEAU ALS RODE DRAAD
“Een belangrijke eerste stap is het vastleggen van een duidelijke visie op het gebied van circulariteit en wat dit specifiek voor de organisatie betekent”, vertelt Jelle, “circulariteit is namelijk een veelomvattend begrip. Wat is het uiteindelijke doel en op welke termijn? In de visie wordt het ambitieniveau beschreven, dat in de projecten die komen gaan de rode draad zal vormen. Het helpt om koers te houden en biedt een helpende hand in afwegingen op het gebied van kwaliteit, functionaliteit en esthetica. Bovendien bevordert het de communicatie, zowel intern als extern,
waardoor een duidelijke boodschap kan worden overgedragen en verwachtingen worden afgestemd met alle betrokkenen. Op die manier is het direct voor alle partijen duidelijk welke doelstelling bereikt moet worden.”
WILLEN AFWIJKEN VAN NORMEN
“In alle projecten, variërend van verbouwingen en renovaties tot nieuwbouw, vertalen we ambities naar concrete eisen in een Programma van Eisen. Klinkt logisch, maar de praktijk leert dat het niet verstandig is om op alle onderdelen de standaard nieuwbouweisen na te streven. Om hergebruik mogelijk of haalbaar te maken, moet er veelal afgeweken worden van de oorspronkelijke eisen. Hoewel de overkoepelende ambitie de richting aangeeft, vereist dit op gedetailleerd niveau zorgvuldige afwegingen per element. Het gaat daarbij om het afwijken van normen op het gebied van kwaliteit, zoals de geluidwering van een deur(kozijn), op functionaliteit, zoals de draairichting of dagmaat en om esthetica, of te wel de look & feel. Een hergebruikte deur ziet er immers anders uit dan een nieuwe deur. Het is belangrijk om te bepalen wie dergelijke afwegingen begrijpelijk kan maken en wie gemachtigd is besluiten te nemen. Vooraf moet er geïnvesteerd
worden in het begrip van hergebruik en in draagvlak om kwalitatieve concessies tijdens het proces te doen om hergebruik optimaal mogelijk te kunnen maken.”
DUIDELIJKHEID SCHEPPEN
“We ervaren dat de huidige, vaak standaard contracten onvoldoende afgestemd zijn op de vernieuwende of aanvullende werkzaamheden die nodig zijn bij circulaire projecten. Als gevolg daarvan nemen adviseurs vaak een afwachtende rol aan en wijzen ze op het ontbreken van de benodigde
tomatenkas is het van belang om te weten of deze demontabel is, wanneer hij verwijderd kan worden, wat de thermische eigenschappen zijn, etc. Om efficiënt te werk te gaan is het van belang om goed na te denken hoe alle data wordt verwerkt, opgeslagen en gedeeld kan worden, eventueel in combinatie met slimme tools als snagstream of QR-codes. In
tijdsinvestering voor uitvoerige inventarisaties, verkennende stappen en het vastleggen van alle waardevolle informatie. In de opdrachtfase van circulaire projecten schuilt de kracht van extra overeenkomsten die deze inspanningen omvatten. Zo vermijden we discussies en haperingen tijdens het project. Naast de tijdsbesteding, geldt dat ook voor taken en verantwoordelijkheden aanvullend op de DNR takenlijst. Overweeg bovendien hoe het team samenwerkt en communiceert. Het aanstellen van een coördinator, het gebruik van een ‘online’ platform en het organiseren van specifieke thematische overleggen kunnen waardevolle inzichten bieden.”
DATA IS KEY
Bij hergebruik is het van belang om bij elk specifiek materiaal of element inzicht te hebben in de bron, positie, afmetingen, aantallen, eigenschappen, kleur en het moment van beschikbaarheid. Hiermee kan het ontwerpteam een doordacht ontwerp maken. Soms is deze informatie al aanwezig, denk aan een materialenbank, in veel gevallen krijgt dit pas vorm tijdens het ontwerpproces. In het geval van de
een traditioneel proces wordt de beschikbaarheid vaak pas achteraf getoetst. De beschikbaarheid van materialen staat centraal in een circulair ontwerpproces.”
OOGSTPASPOORT
Naast materiaaleigenschappen is de planning en de ‘route’ die elk specifiek materiaal moet doorlopen en wie hier verantwoordelijk voor is van belang; van het moment van oogsten tot aan de (re)montage. Denk aan aspecten als demonteren, schoonmaken, refurbishment, upgrades, aanpassingen, opslag en montage. Dit kan per onderdeel heel verschillend zijn. De route die een materiaal of element aflegt naar zijn nieuwe bestemming kan kort of lang zijn. Dit hangt mede af van de ambitie en eisen die worden gesteld aan hergebruikte producten. Afhankelijk van het aantal stappen en bewerkingen kunnen de kosten oplopen, wat een hergebruikt product duurder kan maken dan nieuw. Dat is één van de redenen waarom de ambities op circulariteit en duurzaamheid toch vaak sneuvelen. Of het lukt om de tomatenkas een nieuwe bestemming te geven wordt op dit moment onderzocht binnen het bouwteam.
Meer weten? Neem dan contact op met Jelle van der Veen, projectmanager bij RYSE (j.vanderveen@ryse.nl).
“We ervaren dat de huidige contracten niet afgestemd zijn op de vernieuwende of aanvullende werkzaamheden die nodig zijn bij circulaire projecten”Jelle van der Veen
De kunst van circulair ontwerpen
De klimaatcrisis maakt de maatschappij kritisch over hoe wij omgaan met onze planeet en de beperkte grondstoffen die we hebben. Vanuit dat perspectief en de gebruikswaarde van bestaand vastgoed zijn transformatie en hergebruik duurzaam en aantrekkelijk. Hoe meer een gebouw aanpasbaar is, hoe meer ruimte er is voor visie en verbinding.
chooldomein sprak met architecten
Elianne Reijers en Raban Haaijk van bureau bos over het belang van circulair ontwerpen. Elianne: “Kinderen zijn de toekomst. Daarom is een mooie en duurzame leeromgeving voor de toekomstige generaties ook zo belangrijk. Maar wat is duurzaam? We zien dat veel relatief jonge gebouwen alweer om een aanpassing vragen, omdat ze te krap bemeten zijn. Dat druist in tegen de tendens om duurzaam en circulair te ontwerpen. Gelukkig komt er naast nieuwbouw steeds meer aandacht voor de transformatie van bestaande gebouwen. Die hebben al een zekere overmaat en meer ruimte, waardoor ze adaptief zijn en beter mee kunnen bewegen. De praktijk is ook dat er niets zo veranderlijk is als de onderwijshuisvesting. Wie had vijf
jaar geleden kunnen denken dat gemeenten en besturen nu massaal voor integrale kindcentra zouden kiezen?”
EEN TWEEDE LEVEN
Elianne: “Het huidige stelsel financiert op basis van het aantal leerlingen, dus kun je geen overmaat bouwen, ook omdat veel gemeenten zich terughoudend opstellen. Demografische prognoses lopen echter vaak achter op de werkelijkheid, waarbij een nieuw gebouw ook nog eens aanzuigend werkt, waardoor het gebouw al snel te krap is. Zo hebben we in korte tijd een nog nieuw gebouw drie keer uitgebreid. Onderwijskundig zonde en niet duurzaam. Een ander voorbeeld is de vraag van een school die van de gemeente nog vijf jaar in een bestaand pand moet blijven zitten en de boel toch wilde opfrissen. Zij hadden de neiging om bestaande afwerking en meubilair weg te doen,
terwijl de inrichting met creativiteit en een beperkte investering een tweede leven kan krijgen. Door bewust hergebruik voeg je geschiedenis toe en krijgt het ontwerp meer diepte.”
MEER BEWUSTWORDING
“Circulair ontwerpen richt zich op het minimaliseren van afval en het optimaal benutten van grondstoffen gedurende de gehele levenscyclus van een product of gebouw”, legt Raban uit; “we zien vaak bij circulair bouwen met bestaande materialen dat het donorgebouw moet blijven staan terwijl het nieuwe gebouw nog gerealiseerd moet worden. De opslag van materialen is ook nog een probleem, omdat je de sloop moet afstemmen op de nieuwbouw. Bovendien worden donormaterialen vaak gebruikt voor een mindere functie dan ze bedoeld zijn. Bijvoorbeeld door van stalen balken een balie te maken, terwijl ze bedoeld zijn om te dragen. Gemeenten zouden daar iets in kunnen betekenen, door bijvoorbeeld certificaten te vragen. Je ziet dat veel opdrachtgevers nog worstelen met hun opgave en de neiging hebben om met het beschikbare budget voor een nieuw gebouw te kiezen. Dat is verklaarbaar, omdat de stichtingskosten voor vernieuwbouw te vergelijken zijn met die van nieuwbouw. Gelukkig ontstaat er meer bewustwording over het gebruik en de waarde van grondstoffen in het ontwerp- en bouwproces. Na overleg met de architect kiezen steeds meer opdrachtgevers voor energieneutraal en natuurinclusief (ver-)bouwen, met oog voor een groene omgeving.”
CIRCULAIRE WIJKECONOMIE
Een mooi voorbeeld van circulair ontwerpen is Dalton Kindcentrum (DKC) de IJsbreker in de circulaire wijk Buiksloterham in Amsterdam-Noord. In de IJsbreker komen een basisschool, kinderopvang en een gymzaal. Elianne: “Het ontwerp is modulair en circulair, waarbij we duurzame en herbruikbare materialen gebruiken om de ecologische voetafdruk te minimaliseren. Het mooie is dat de gemeente op die manier naar de hele wijk kijkt. Zo werken de bedrijven bijvoorbeeld vanuit een circulaire visie
samen en is het parkeren in een hub georganiseerd. De hele organisatie van de wijk, met aparte bedrijfsontsluitingen en een groene long is gebaseerd op een gelaagde en duurzame economie.” Raban vult aan: “Daarnaast gebruiken we herbruikbare en recyclebare materialen, zoals hout, staal en glas. Dit minimaliseert de ecologische voetafdruk en vermindert de hoeveelheid afval die tijdens de bouw wordt geproduceerd. Het compacte gebouw heeft een gunstige verhouding tussen het oppervlak van de gebouwschil en dat van de vloeren. Het heeft een heel lage MPG en wordt een 0 op de meter gebouw. Daar zijn we best trots op.”
GROEN EN VERBINDEND
Raban verder: “Hoewel vierkant bouwen het meest duurzaam is, past dit gebouw stedenbouwkundig goed in de omgeving. De gemeente gaf ons als uitgangspunt mee om het gebouw aan de havenkant hoog en stedelijk te maken en van binnen naar buiten juist groen en verbindend naar de omgeving te maken. De modulaire structuur van het gebouw maakt het mogelijk om ruimtes gemakkelijk aan te passen aan veranderende behoeften, zonder grote renovaties. Er komen verplaatsbare scheidingswanden en multifunctionele ruimtes. Waar mogelijk hebben ruimten een deur naar buiten en op de verdiepingen komen balkons en dakterrassen. De buitenruimte is grotendeels openbaar toegankelijk voor de buurtverenigingen. Naast de groene daken en schooltuinen komen er groentekweekbakken op de balkons en zijn er dierenverblijven, vogelen vleermuiskasten en een insectenhotel in het ontwerp opgenomen. Alle materialen en componenten worden gerubriceerd en in een materiaalpaspoort opgenomen. Dit helpt in de toekomst bij het identificeren van herbruikbare materialen en componenten en het plannen van demontage zodat materialen zo min mogelijk worden beschadigd. Dat hoort ook bij circulair ontwerpen.”
Kijk voor meer informatie op www.bureaubos.nl
“Door hergebruik voeg je geschiedenis toe en krijgt het ontwerp meer diepte”
100 JAAR OUD SCHOOLGEBOUW GETRANSFORMEERD TOT
MODERNE LEEROMGEVING
Het succesverhaal van de Tobiasschool Zeist
De Tobiasschool in Zeist, opgericht in 1982, biedt onderwijs aan leerlingen met een extra zorgvraag in zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Het oorspronkelijke gebouw dateert uit 1918 en is een gemeentelijk monument.
De Tobiasschool verzorgt onderwijs voor kinderen in het Speciaal Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs. De Tobiasschool is sinds 2011 onderdeel van de Stichting Scholengemeenschap voor Vrijeschoolonderwijs te Nijmegen. De school kwam in aanmerking voor nieuwbouw gezien de leeftijd en staat van het gebouw, maar wilde graag in het eigen gebouw blijven. Directeur Maarten Blokker: “Het gebouw ligt op een goede plek en heeft een goede sfeer en mooie ruimten, waar medewerkers en leerlingen zich thuis voelen. De Tobiasschool is een kleinschalige, veilige en warme school waar leerlingen hun kwaliteiten optimaal kunnen ontwikkelen. Om die reden hebben we met de gemeenten en onze adviseurs gekozen voor vernieuwbouw en renovatie van het bestaande gebouw.” Het ontwerp van het gebouw is gebaseerd op de behoeften van de leerlingen. Een school moet een thuisgevoel bieden en een veilige omgeving creëren, vooral voor kwetsbare en beïnvloedbare leerlingen in ontwikkeling. Om ervoor te zorgen dat het gebouw nog eens 40 jaar als schoolgebouw kan dienen, heeft er een grondige renovatie in 2022-2023 plaatsgevonden die het monumentale karakter heeft behouden. Daarnaast zijn er extra onderwijsruimten gecreëerd op de zolder van het gebouw.
BIJNA ENERGIENEUTRAAL GEBOUW
Bij de renovatie is veel aandacht besteed aan duurzaamheid en energie-efficiëntie. Ondanks dat het een oud gebouw betreft, voldoet de Tobiasschool grotendeels aan de eisen van Frisse Scholen klasse B en BENG. Warmte-en koudevraag zijn tot een minimum gereduceerd door rekening te houden met de externe warmtelasten en bezetting van het gebouw en het optimaal toepassen van het principe
van Trias Energetica. Het gebouw is gasloos en maakt gebruik van warmtepompen die warmte en koude opwekken via bodemenergie. Er is ook CO2gestuurde balansventilatie met warmteterugwinning geïnstalleerd, evenals energiezuinige ledverlichting met daglichtregeling. De dichte geveldelen zijn geïsoleerd en voor de ramen zijn hoogwaardige geïsoleerde voorzetramen geplaatst. Bovendien is het gebouw voorbereid op toekomstige zonnepanelen voor hernieuwbare elektriciteitsopwekking. HEVO heeft het Programma van Eisen geschreven en het projectmanagement en kostenmanagement verzorgd. Directeur Winifred van den Bosch: “Door bestaande materialen opnieuw te gebruiken en waarde toe te voegen in de vorm van slimme
verbeteringen verlagen we het energieverbruik, verminderen we de CO2-uitstoot en verbeteren we de gebruikskwaliteit.”
KLIMAATNEUTRAAL MONUMENTAAL ONDERWIJSGEBOUW
HEVO gelooft in het transformeren en renoveren van bestaande gebouwen naar levendige en functionele ruimtes, waardoor karakteristieke gebouwen met emotionele waarde en historie behouden blijven én door hergebruik materialen een tweede leven krijgen. Het hergebruik van bestaand vastgoed biedt ook een kans om de banden van organisaties met de omgeving te behouden. Het is een manier om de unieke verhalen en herinneringen van een gebouw te koesteren en te verweven met (nieuwe) functies en mogelijkheden. Het geeft een gevoel van continuïteit en identiteit, terwijl we tegelijkertijd vooruitkijken naar een duurzame toekomst. Het verminderen van sloop- en bouwafval, het besparen op grondstoffen en het efficiënt benutten van bestaande infrastructuur leidt tot een verstandige investering die de planeet ten goede komt. Met dit energieconcept voldoet de Tobiasschool vrijwel aan de huidige nieuwbouweisen en dient als voorbeeld voor andere scholen in Nederland. Het toont aan hoe een monumentaal onderwijsgebouw geschikt gemaakt kan worden om klimaatneutraal te functioneren in de toekomst. Winifred tenslotte: “Hergebruik van bestaand vastgoed is het toppunt van circulariteit, maar het vraagt wel om durf én visie van de opdrachtgever.”
ENKELE FEITEN EN CIJFERS
- Vertragen en sluiten materiaalkringloop
• Gebruik van het grootste deel van embedded carbon van een meer dan 100 jaar oud gebouw - Vertragen en sluiten energie- en waterkringloop
• Frisse Scholen klasse B
• Energiezuinig monument BENG (bijna energieneutraal gebouw)
• Reductie warmte- en koudevraag beperken externe warmtelasten en bezetting
• Gasloos (all electric)
• Hoogwaardige geïsoleerde voorzetramen (renovatieglas)
• Warmte- en koudeopwekking door warmtepompen met als bron bodemenergie
• De balansventilatie is CO2-gestuurd met warmteterugwinning
• LED verlichting met daglichtregeling
• Hernieuwbare elektriciteitsopwekking door middel van PV panelen.
Voor meer informatie neemt u contact op met Winifred van den Bosch van HEVO – info@hevo.nl – 073-6409409
“Hergebruik van bestaand vastgoed is het toppunt van circulariteit, maar het vraagt wel om durf én visie van de opdrachtgever”
NOOIT
MEER SLOPEN IS ONS CREDO
Nieuwe tijdlaag voor Faculteit Geesteswetenschappen Leiden
Architect Joop van Stigt ontwierp eind jaren 70 Cluster Zuid voor de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden. Zijn structuralistische maatvoering komt tot uiting in een helder grid van paddenstoelvormige betonnen kolommen. mocht dit iconische gebouw duurzaam en deels circulair transformeren tot een moderne leer- en werkomgeving.
PROJECTINFORMATIE
Project
Transformatie Cluster Zuid, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit Leiden
Opdrachtgever
Vastgoedbedrijf Universiteit Leiden
Architect
De Zwarte Hond
Aannemer
Combinatie Cluster Zuid - Constructif en Kuijpers (CCZ)
Bouwfysisch adviseur
Bureau Bouwfysica
Omvang
11.400 m²
Ingebruikname
April 2024
Schooldomein sprak met partner-architect Bart van Kampen over de kunst van circulair ontwerpen: “Nooit meer slopen is ons credo; het zou verboden moeten zijn om bestaande gebouwen voor nieuwbouw te slopen. Bij de zeven R-en van de circulaire economie is de eerste R die van refuse de tweede reduce en de derde is reuse. Daarom begint circulair ontwerpen met een onderzoek van de omgeving waarin het staat en de kansen om het gebouw te hergebruiken. Het gebouw van Cluster Zuid is onderdeel van een beschermd stadsgezicht, waardoor de gevel behouden moest blijven. Mensen zijn het gebouw gaan waarderen en daarom is het mooi dat je dat in stand houdt en er een nieuwe tijdlaag aan toevoegt. Het is waardevol om door een stad te lopen en die verschillende tijdlagen in gebouwen te ontdekken. Dat levert niet alleen draagvlak op, maar voegt ook iets toe aan het collectieve geheugen.”
BELEVING 2025
“Cluster Zuid is het derde project in de ontwikkeling van de Humanities Campus”, vertelt Bart; “met de vernieuwing van de gebouwen creëert de universiteit een duurzame Humanities Campus met moderne faciliteiten. We vergroten het gebouw van 7.850 naar 11.400 m². Grotendeels blijft de architectuur van 1980 aan de buitenzijde bewaard, daarbij voegen we een nieuwe tijdslaag toe van 2025. Het oorspronkelijke gebouw bestond uit zeven ‘huizen’; waarvan het middelste wordt gesloopt. Door deze ingreep komen de overige zes huizen rondom een centraal binnenplein te staan met één grote hoofdentree. De tweede verdieping wordt vervangen en het gebouw wordt uitgebreid aan de Malibaanzijde met nieuwbouw. Alle nieuwbouwgevels worden uitgevoerd
in geanodiseerd aluminium. In de nieuwe situatie kan iedereen zich oriënteren vanuit de centrale hal, waardoor er meer ontmoeting en kennisontwikkeling is. In plaats van de oorspronkelijke losse huizen ontstaat er één geheel met een bruisend hart in het midden. In deze complexe tijd is het belangrijk dat medewerkers en studenten kennis delen en samen aan oplossingen werken. Voor studenten is het ook belangrijk om elkaar te ontmoeten en dat geldt zeker ook voor de internationale studenten. Na de transformatie vind je meer dan 700 onderwijs- en zelfstudieplekken, twee hoorcollegezalen, werken vergaderkamers, common rooms en twee bibliotheken.”
UPCYCLEN VAN MATERIALEN
Bart verder: “Ontwerpen in een circulair proces is een uitdaging. Je krijgt het casco cadeau, maar het programma past vaak niet helemaal op het bestaande gebouw. Het is anders denken dan bij nieuwbouw. Je moet uitgaan van wat er al is in plaats van dat je het gebouw kan vormen naar de nieuwe wensen. Soms is er een overmaat en vaak zijn ruimten hoger dan
nu voorgeschreven. Hergebruik is een ingewikkelder en kostbaarder proces dan sloop en nieuwbouw, maar het is wel de juiste weg. Hier maken we zoveel mogelijk gebruik van bestaande materialen. Het casco, de vloeren en daken bewaren we, bepaalde stukken halen we weg en we bouwen een nieuw deel aan om het gebouw naar deze tijd te halen. Materialen die we niet direct kunnen hergebruiken worden door het oogstbedrijf New Horizon in de markt gezet en verkocht als onderdelen voor andere gebouwen, zoals de mooie trappen. Er zitten hele mooie houten plafonds in van sequoia (hout van die hele hoge grote Redwood bomen uit California). Die houten plafonds worden door de houtbewerker Harryvan in een sociale werkplaats bewerkt tot nieuwe akoestische wandpanelen. Upcyclen in plaats van downcyclen dus. Het gesloopte beton wordt verwerkt in granulaat en hergebruikt in nieuw beton. Op die manier pakken we allerlei zaken circulair aan.
Dit project begon vijf jaar geleden, maar inmiddels ontwerpen we ook met biobased materialen, zoals IKC De Brug in Nieuwerbrug, die we samen met ICSadviseurs doen. Daar werken we met een houtskelet en vlashennep isolatie.”
VERGROTEN BIODIVERSITEIT
De uitvoering ligt bij Combinatie Cluster Zuid - Constructif en Kuijpers (CCZ). Bart: “CCZ werkt met de Bewuste Bouwers gedragscode, gebaseerd op vijf pijlers: Omgeving, Veilig, Vakmensen, Milieu en Verzorgd. Het gerenoveerde gebouw krijgt een duurzaam energielabel. Op de bouwplaats is bijvoorbeeld oog voor duurzame afvalscheiding en het gebruik van prefab-onderdelen om zo min mogelijk afval te produceren. Met het toevoegen van isolatie, nieuwe efficiënte installaties, zonnepanelen en een warmte-koudeopslag is Cluster Zuid straks BREEAM Excellent-gecertificeerd. Het groene dak van sedum-mos zorgt niet alleen voor isolatie, maar trekt ook insecten en vogels aan; er komen vleermuisverblijven in de gevels en nestkasten voor vogels in en rond het gebouw. Om fietsen te stimuleren maken we de fietsenstalling groter en beter toegankelijk. Fietsers kunnen zich na aankomst bovendien opfrissen in de nieuwe douches van het gebouw.”
Kijk voor meer informatie op www.dezwartehond.nl
“Hergebruik is een ingewikkelder en kostbaarder proces dan sloop en nieuwbouw, maar het is wel de juiste weg”© Anna Oduliñska © Anna Oduliñska
Langetermijnvisie basis voor toekomstbestendig onderwijsvastgoed
In het terugbrengen van de CO2-uitstoot is vastgoed een belangrijke factor. Dat geldt zéker ook voor de onderwijssector in Nederland, waar grofweg vier miljoen vierkante meter gebouwen is verouderd. Verduurzaming en decarbonisatie zijn dringend nodig. Maar hoe doe je dat?
In de zoektocht naar oplossingen voor verduurzaming en decarbonisatie is Drees & Sommer een waardevolle gids. De lange doorlooptijden van grotere en com plexe bouwprojecten blijken een belemmering om de gewenste transitie te versnellen. In de beleidsplannen en onderhoudsplannen wordt vaak slechts een jaar of vijf vooruit gekeken. “Zowel bij renovatie als bij nieuwbouw moeten we verder vooruit durven kijken“, benadrukt Sector Leader Esther Akkerman-Dwars van Drees & Sommer. Bij renovatie is duurzaamheid van groot belang om op de lange termijn exploitatiekosten te minimaliseren. En bij nieuwbouw duurt het soms jaren voordat een nieuw gebouw in gebruik wordt genomen; vastgoed dat nu ontwikkeld wordt, is rond het jaar 2030 gerealiseerd. “Daarom is het nu essentieel om een versnelling hoger te schakelen”, aldus Akkerman, “zowel bestaande gebouwen verduurzamen tieve oplossingen alsook nieuwe bouwplannen ontwikkelen met een horizon van dertig jaar.”
ANTICIPEREN OP MAATREGELEN VAN DE TOEKOMST
Duurzaamheidsmaatregelen die tien jaar geleden relevant waren, blijken nu al ontoereikend. Marco Villares, Sustainability Consultant bij Drees & Sommer, illustreert dit met een recent project: het multifunctionele gebouw Crossover, gevestigd aan de Amsterdamse Zuidas,
dat wonen, werken en culturele/commerciële faciliteiten integreert. Het project voldeed aan het Bouwbesluit en had een Breeam-score Outstanding, maar werd ingehaald door nieuwe strengere regelgeving vanuit de EU. “Alleen dankzij de hoge duurzaamheidsambitie van de ontwikkelaars kon het project overeenstemmen met de meeste criteria van de EU-Taxonomie, maar op een aantal punten voldeed het project nog niet. Zo kon in het verlengde van de taxonomie niet aangegeven worden dat er géén luchtverontreiniging van vluchtige organische stoffen was. Die zouden bijvoorbeeld uit het toegepaste plaatmateriaal, verven en lijm kunnen komen. Zaken die evengoed voorkomen in een onderwijsomgeving. Dit voorbeeld laat zien dat alleen voldoen aan het Bouwbesluit niet goed genoeg is; om toekomstbestendig vastgoed te realiseren, moet al in het ontwerpstadium rekening worden gehouden met de Europese regelgeving en duurzaamheid integraal worden meegenomen als totaalconcept.”
MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
Hoewel onderwijshuisvesting verschilt van commercieel vastgoed, spelen duurzaamheid en innovatie ook hier een groeiende rol. Publieke investeringen kunnen leren van de toenemende druk op duurzaamheid bij commerciële vastgoedinvesteerders. Villares: “Bij maatschappelijk vastgoed telt de maatschappelijke verantwoordelijkheid. De makers van de regelgeving hebben een voorbeeldfunctie. Dat geldt zéker voor onderwijsvastgoed, waar we de generaties van de toekomst opleiden.”
DUURZAAMHEID EN INNOVATIE IN ELK PROJECT
Voor Drees & Sommer zijn duurzaamheid, innovatie en projectontwikkeling nauw met elkaar verweven. “Willen we de wet- en regelgeving ruim vóór blijven, dan zijn innovatieve oplossingen op het gebied van duurzame nieuwbouw essentieel”, zegt Akkerman.
“Vanuit onze internationale organisatie hebben we een schat aan vernieuwende informatie en expertise. We zoeken continu naar nieuwe toepassingsmogelijkheden en vernieuwende technologie en ontwikkelen nieuwe businessmodellen voor de diverse sectoren. Waar het gaat over duurzaamheid, circulariteit en Cradle to Cradle-methodieken, kunnen we ook putten uit de uitgebreide en actuele kennis van EPEA, ook een onderdeel van Drees & Sommer.”
VOORTREKKERS VAN DUURZAAMHEID IN DE ONDERWIJSSECTOR
“Het hoger en wetenschappelijk onderwijs staan voorop in het omarmen van energiemaatregelen en innovatie”, volgens Villares. Drees & Sommer faciliteerde onlangs een internationale bijeenkomst over toekomstbestendig onderwijsvastgoed op het terrein van de TU Delft. Deze universiteit dient als toonbeeld van duurzaamheid en innovatie, die er met een focus op koolstofneutraliteit, circulariteit en klimaatadaptatie naar streeft om in 2030 volledig duurzaam te opereren. “HBO’s en universiteiten hebben veel innovatiekracht, kennis én de mogelijkheid om die aan de praktijk te toetsen. Terwijl het basisonderwijs over het
algemeen minder ruimte in het lesprogramma heeft om te experimenteren, kunnen ze profiteren van duurzame inzichten en innovatie uit de hogere onderwijsniveaus. Wijzelf verwerken duurzaamheid en innovatie waar mogelijk in elk project. We combineren onze kennis met die vanuit de diverse ‘living labs’ wereldwijd en laten onze opdrachtgevers daar direct van profiteren.”
VAN ARENA NAAR LEERMIDDEL
Aandacht voor duurzaamheid en zorg voor de wereld van morgen is in de optiek van Drees & Sommer noodzakelijk. Villares: “Vastgoed is niet alleen de arena waarin wordt geleerd, maar ook een leermiddel op zich. Zelfs de jongste kinderen in het primair onderwijs kun je al spelenderwijs laten kennismaken met duurzaamheid. Laat ze zien en ervaren in welke aspecten duurzaamheid terugkomt. Dat kan bijvoorbeeld met slimme technologie, waarmee je allerlei situaties kunt simuleren. De toekomstbestendige leeromgeving moet daar dan wel geschikt voor zijn.” Akkerman vult aan: “Duurzaamheid heeft betrekking op materiaalgebruik: welke materialen zijn gezond, niet schadelijk voor de omgeving, herbruikbaar, circulair. Maar dat is het zéker niet alleen. Er komen nieuwe onderwijsconcepten en er komt nieuwe technologie. Toekomstbestendige gebouwen zijn gebouwen die eenvoudig zijn aan te passen aan veranderende omstandigheden en gebruikerswensen. Maat, modulariteit en flexibiliteit zijn factoren die vanaf het ontwerp van onderwijsvastgoed in acht genomen moeten worden. Daarnaast moet je goed weten wat de gebruikers nodig hebben, nu en in de toekomst. Ook bij het in kaart brengen van gebruikersbehoeften ondersteunen wij onze opdrachtgevers.”
Kijk voor meer informatie op www.dreso.com
“Maat, modulariteit en flexibiliteit moeten vanaf het ontwerp worden meegenomen, evenals gebruikerswensen”De nieuwbouw van groencollege Vonk (voorheen Clusius) is groen in alle opzichten. Impressie ©RoosRos Architecten Impressie Crossover ©Team V Architectuur
Nieuwe school in circulaire woonwijk Lincolnpark
Een gebouw zo ontwerpen dat iedere leerling zich veilig en gezien voelt. Daarnaast aardgasvrij, Nul-op-de-meter, circulair en met veel aandacht voor gezondheid en voor biodiversiteit. Resultaat is een gezamenlijke thuisbasis voor leerlingen van het praktijkonderwijs, het vmbo (basis/kader/gl/t), de onderbouw mavo/havo en de Internationale Schakelklas.
Aan de rand van het centrumgebied van de nieuwe duurzame woonwijk Lincolnpark in Hoofddorp-Zuid wordt een deels circulaire school ontworpen en gebouwd. In de wijk komt een mix van wonen, winkels, sport, onderwijs en werken. In de nieuw te bouwen school krijgen het Avantis College, het Rietland College en de ISK Haarlemmermeer een eigen plek, maar delen ze ook voorzieningen. Schooldomein sprak met huisvestingsadviseur Marieke Jansen van Dunamare onderwijs, projectmanager Bram van der Kleij en procesbegeleider Koert Klevant Groen van ICSadviseurs, directeur van Wind Design + Build Roelof Wind, architect Gitta Tolboom bij de Architecten van Team 4, interieurarchitect Ton Overtoom van OdV interieurarchitecten en projectmanager Jeroen Schurink van Wind Design + Build. Marieke: “We hebben het nieuwe gebouw voor 875 leerlingen aantrekkelijk en uitnodigend vormgegeven. Een nieuwe school geeft vaak ook een impuls aan het gebied, zeker omdat het hier om het eerste gebouw gaat.”
GEZONDHEID EN DIVERSITEIT
“De stedenbouwkundige contouren lagen vast en op basis daarvan zijn we gaan ontwerpen”, legt Gitta uit. “Transparantie zit in de plint van de ‘formele’ voorzijde aan de Johan Enschedelaan. Aan deze kant komen de praktijkruimtes, die als etalages naar de buurt fungeren. Door het gebouw loopt een prachtige praktijkstraat, die met daglicht van boven ook als lichtstraat fungeert, waardoor licht diep het gebouw binnenkomt. De straat verbindt de praktijkruimtes. De colonnade verbindt de formele en informele zijde van het gebouw en vormt een zachte overgang tussen de buitenruimte van het schoolgebouw en de omgeving. Het is in feite een verspringend gebouw in vier lagen, waarbij elke school een eigen ingang heeft, met op de verdieping de eigen plekken om zelfstandig te werken en lokalen. Op de eerste verdieping ligt het gemeenschappelijk gebied, waarin de ontmoeting en verbinding plaatsvinden. Praktijkruimten beneden worden ook gemeenschappelijk gebruikt. Door de aula op de verdieping te leggen ontstaat dus op twee bouwlagen een sterke verbinding, hoewel beide
deelscholen wel duidelijk elk een eigen kant van het gebouw hebben en ISK Haarlemmermeer een eigen verdieping. De buitenruimte bestaat deels uit een schoolplein op maaiveld niveau en deels uit buitenruimte op het dak van de eerste verdieping.”
UITNODIGENDE LEEROMGEVING
“Die eigen sferen hebben we in het interieur doorgezet”, gaat Ton verder, “wij vertalen het contrast tussen stedelijk en landschappelijk naar de afwerking van het interieur. De kleurstelling en afwerking van vloeren, wanden en plafonds zorgt ervoor dat de drie deelscholen een eigen identiteit krijgen, met behoud van de eenheid binnen het gebouw. Naast het hergebruik van meubilair, versterken gerefurbishede en nieuwe interieurelementen de verschillende identiteiten. In het gemeenschappelijke gebied op de eerste verdieping vloeien de sferen samen tot één uitnodigende omgeving voor iedereen.”
CIRCULAIRE AMBITIE
“De gemeente heeft in de uitvraag de circulaire ambitie in duidelijke projectdoelstellingen vertaald”, legt Marieke uit, “samen hebben we de opgave als business case benaderd en vanuit een TCO-gedachte aangepakt. Wij dragen als schoolbestuur financieel bij om een Nul-op-de-meter school te kunnen realiseren.” Bram vult aan: “Vooraf was de GPR score aangegeven, waarbij duurzaamheid op basis van vijf thema’s in kaart wordt gebracht. Deze thema’s zijn energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Per thema krijgt een gebouw een waardering op een schaal van 1 tot 10. De totale GPR score wordt vervolgens vertaald naar een kwaliteitslabel.” Jeroen knikt: “De kunst is om een goede balans in het gebouw te krijgen en de juiste materialen toe te passen. Zo hebben we niet gekozen voor een betonnen binnenblad, maar voor HSB, om de milieudruk zo laag mogelijk te houden. Driekwart
van de gevel is van restpartijen metselwerk en in de aula worden gelamineerde liggers toegepast.”
Koert: “In het programma van eisen was het circulair denken een integraal onderdeel. Het is mooi dat je circulair bouwen zichtbaar maakt voor leerlingen, waardoor ze leren wat de waarde van materialen is.”
DESIGN AND BUILD
“Wij hebben namens de opdrachtgever het consortium geselecteerd”, legt Bram uit. “Het was een design & build aanbesteding, waar Wind Design + Build in combinatie met de Architecten van Team 4 het beste uitkwamen. In dit geval waren er concrete eisen, die in een prestatiecontract zijn vertaald. Daarbinnen kon het consortium eigen keuzen maken.” Jeroen vult aan: “Omdat ontwerp en uitvoering in één hand liggen hebben wij vervolgens de overige partijen geselecteerd waarbij circulariteit voor iedereen het uitgangspunt was. Circulair ontwerpen betekent dat je een goede balans moet vinden tussen bewuste en de juiste materiaalkeuzes, wat er (niet) nodig is en ook in
“Toekomstdenken vraagt om een creatieve inzet, maar moet ook praktisch blijven en toetsbaar zijn”Vlnr: Marieke Jansen, Bram van der Kleij, Koert Klevant Groen, Gitta Tolboom, Roelof Wind, Jeroen Schurink
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw Avantis College en Rietland College
Opdrachtgever
Dunamare i.s.m. de gemeente Haarlemmermeer
Projectmanagement
ICSadviseurs (inclusief opstellen PvE)
Architect
De Architecten van Team 4
Interieurarchitect
OdV interieurarchitecten
Aannemer
Wind Design + Build
Omvang
9.000 m²
Ingebruikname
December 2024
het beperken van de energievraag volgens de trias energetica.” “Duurzaamheid is ook minder materiaal toepassen, maar dat hoeft niet per se circulair te zijn”, legt Gitta uit; “het vraagt om een andere vorm van creativiteit. Dat betekent dat je in de visiefase meer tijd nodig hebt om onderzoek te doen, bijvoorbeeld in materiaalkeuze. Keuzen die je in een conventioneel proces pas in de DO-fase maakt, trek je nu naar voren.” Jeroen knikt: “Dat betekent dat je voorwaarts moet integreren hoe het eindplaatje eruit ziet. Het proces van engineeren is te vergelijken met een snelkookplan. Je moet alles integraal en parallel oppakken: de enginering, het ontwerp, de inrichting en tegelijk de financiën. In een traditioneel ontwerp volgen die processen elkaar op.” Roelof: “Daarom is design & build een mooie contractvorm, omdat de markt de risico’s neemt, maar ook het beste de opgave naar ontwerp en materialen kan vertalen. De meest ideale vorm is DBM, omdat je dan al vanuit het onderhoud naar de selectie en het gebruik van materialen kijkt.”
TOEVALLIGE OMSTANDIGHEDEN
“Iedere opgave vraagt om maatwerk op de betreffende locatie”, legt Roelof uit. “Je verdiept je in de omstandigheden en de behoeften van de gebruikers en omwonenden. Circulair ontwerpen en bouwen is pionieren, waarbij wet- en regelgeving nog uit de pas lopen. Gelukkig zien we steeds meer dat opdrachtgevers duurzaamheid en circulair
bouwen uitvragen. Circulair ontwerpen gaat ook gepaard met bijzondere wensen, waarbij er soms meerdere oplossingen mogelijk zijn. Je wilt als marktpartij niet te veel pionieren, omdat je de ambitie wilt waarmaken. Toekomstdenken vraagt om een creatieve inzet, maar moet ook praktisch blijven en toetsbaar zijn.” Het toepassen van circulair staal voor hoofddraagconstructies is bijvoorbeeld nog niet mogelijk. Bram knikt: “Er is nog geen duidelijk referentie- of kwaliteitskader. De markt beweegt wel, maar je bent nog afhankelijk van de toevallige omstandigheden.”
TOEKOMSTWAARDE
Roelof: “Architectuur is ook cultuur en daarom levert maatwerk de hoogste toekomstwaarde op. Iets wat je niet hoeft weg te nemen is daarbij de hoogste vorm van duurzaamheid.” “Daarom moet je een adaptief ontwerp maken; voor de gebruikers van nu en van de toekomst”, vult Gitta aan, “de gelaagde opbouw aan de achterkant met veel ruimte voor groen, spelen en ontmoeten verbindt ook naar de omgeving. In dit project hebben we dan ook de WELL methodiek gehanteerd, waarbij gezondheid een belangrijk aspect is. Dat is integraal vertaald naar onder andere voldoende natuurlijk daglicht, de frisse lucht en de goede akoestiek.”
INDEX VAN CIRCULARITEIT
“De sleutel voor circulair bouwen ligt niet in standaardisatie”, betoogt Koert; “de meeste (tijd-) winst is te halen in de besluitvorming en het vaststellen van de budgetten. We zouden zijn geholpen met een index van circulariteit, waardoor de te maken keuzen minder subjectief en toevallig worden. Wanneer je vervolgens aan het begin de ambitie bepaalt, is het geld nog de enige variabele waarop je kunt sturen. De ambitie was hier een maatwerkopgave met duidelijke criteria; dat helpt enorm.” Roelof tenslotte: “Om echt een succes van de circulaire economie te willen maken moeten opdrachtgevers en marktpartijen niet bang zijn en vooral de ruimte die er is maximaal benutten.”
Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl
… een groene, frisse school waar een aangenaam en gezond leer- en werkklimaat heerst. Een duurzaam, flexibel gebouw, dat de onderwijsvisie ondersteunt en makkelijk kan worden aangepast aan de wensen van gebruikers. Een school, die financieel haalbaar is, met een eigen identiteit en uitstraling. Wij brengen deze school tot leven…”
BIOBASED MATERIALEN MAKEN HUN (HER)INTREDE IN DE BOUW
Bewust ontwerpen voor een duurzame leeromgeving
Wie voor een nieuwbouwopgave staat is bij uitstek in de positie iets op het gebied van duurzaamheid te betekenen. Als school bekleed je daarbij ook nog eens een voorbeeldfunctie voor toekomstige generaties.
Wie voor een nieuwbouwopgave staat is bij uitstek in de positie iets op het gebied van duurzaamheid te betekenen.
Als school bekleed je daarbij ook nog eens een voorbeeldfunctie voor toekomstige generaties. Het maken van duurzame keuzes is helaas niet altijd makkelijk. De Witte Oss, een full-service
architectenbureau waarbij architectuur, projectmanagement en bouwadvies centraal staan, gelooft in het belang van een duurzame en goed ontworpen gebouwde omgeving. Een ontwerp van De Witte Oss kenmerkt zich door de toepassing van daglicht en het contact met de natuur. Zij zien voor ieder project kansen in duurzaamheid, de ene keer
in het grote geheel, zoals circulair bouwen en een andere keer juist in de details, zoals het toepassen van levend groen aan een gebouw. Dat is waarom
De Witte Oss zich dagelijks inzet om opdrachtgevers te inspireren en te enthousiasmeren voor natuurlijk duurzaam bouwen. Want wanneer ook opdrachtgevers hiervan overtuigd zijn, komen we samen tot echt duurzame resultaten.
NATUURLIJK DUURZAAM ONTWERPEN
Als mens zijn we vanuit de natuur geëvolueerd, daar voelen we ons dan ook het meeste thuis. Vandaar dat er vanuit een natuurlijke ontwerpbenadering eerst naar principes uit de natuur gekeken wordt voordat er technische oplossingen worden aangewend. Zo ontstaat een ontwerp waarin elementen uit de natuur worden geïntegreerd. De Witte Oss past bijvoorbeeld graag een boomstam toe als constructieve kolom, in plaats van een stalen kolom. Dat voelt bekend en vertrouwd aan. De toegepaste materialen zijn daarnaast bij voorkeur duurzaam gewonnen, hernieuwbaar en biobased. Dat betekent dat de materialen uit de natuur komen. Deze hernieuwbare, plantaardige bouwmaterialen nemen tijdens de groei CO2 op en groeien na het oogsten snel weer terug. Voorbeelden hiervan zijn vlas, stro, hout en leem. “Door het toepassen van biobased materialen is er een grote milieuwinst te halen voor het totale project, omdat deze CO2 opslaan in plaats van uitstoten”, licht Milou Vloet, architect bij De Witte Oss, toe. Een natuurlijk duurzaam ontworpen leeromgeving loont dus op meerdere vlakken.
GEZOND BINNENKLIMAAT
Naast het gegeven dat natuurlijke materialen en structuren vertrouwd aanvoelen, leveren deze nog een andere bijdrage aan een verhoogd welzijn. Biobased materialen zorgen namelijk voor een prettig en gezond binnenklimaat. Ze werken als natuurlijk fijnstoffilter voor gezonde binnenlucht, verbeteren de akoestiek en hebben bovendien een vochtregulerende werking waardoor de lucht nooit te vochtig of te droog is. Dat maakt het interessant voor schoolgebouwen, want in het onderwijs speelt het belang van een gezond binnenklimaat nog sterker dan anders. “Wetenschappelijke onderzoeken tonen het al langer aan. Maar als je eenmaal in een natuurlijk gebouwde ruimte staat, merk je het verschil pas”, weet Milou Vloet, die onlangs zelf haar huis volledig biobased verbouwde. In de zoektocht naar een bouwwijze met een kleinere footprint en verantwoorde herkomst van grondstoffen raakte zij enthousiast over biobased bouwen. Zo herontdekte ze aloude bouwmaterialen als stro en vond ze toepassingen voor innovatieve, nieuwe natuurlijke bouwmaterialen. Tijdens het ontwerp en de bouw deed zij vooral veel praktische kennis op en ontdekte ze het gemak waarmee traditionele materialen konden worden vervangen door een biobased variant. Het grote voordeel ligt volgens haar in de connectie met de natuur die veel sterker voelbaar
“Door het selecteren van duurzaam gewonnen, hernieuwbare, biobased materialen (welke CO2 opslaan in plaats van uitstoten) is er een grote milieuwinst te halen voor het totale project”Bron: Ecococon
wordt door deze vorm van bouwen. Je omringt je letterlijk met gezonde natuurlijke materialen.
CIRCULAIRE GRONDSTOFFEN
Het wordt steeds duidelijker dat we bewust moeten omgaan met de beschikbare grondstoffen in de bouwsector. Doordat De Witte Oss al vroeg in de ontwerpfase voorsorteert op materialen uit de natuurlijke kringloop blijven schaarse (en dus dure) grondstoffen achterwege. Maar dat principe is ook toe te passen in de technische kringloop, dat zijn de materialen die hun oorsprong niet in de natuur vinden zoals staal of aluminium. Deze materialen zijn vaak al aanwezig in de buurt van een projectlocatie. Denk bijvoorbeeld aan een te slopen oud schoolgebouw of gymzaal. Dat is een bron van grondstoffen,
bouwelementen, tot aan gehele constructieve casco’s toe. Dat dit niets afdoet aan de architectonische uitstraling bewijst De Witte Oss met de nieuwbouw van basisschool De Vest in Hoogeloon. Hier werden de afgeschreven dakbalken uit de oude school omgevormd tot massieve houten schuifdeuren. Een prachtig voorbeeld van hergebruik dat dagelijks zorgt voor bewustwording bij de gebruikers. Zo beaamt ook directeur Miranda de Graauw: “De klik tussen de duurzaamheidsvisie van de architect en onze onderwijsvisie is goed zichtbaar in het visionaire ontwerp van onze nieuwe school.”
CIRCULAIR ONTWERPEN
Iedere keer dat er een circulair materiaal ingezet kan worden, bespaart dat primaire grondstoffen én de energie die nodig is bij de productie van een nieuw materiaal. Door te kiezen voor lokaal beschikbare materialen wordt tevens de uitstoot door transport beperkt. Een win-win dus. Het toepassen van circulaire of biobased materialen is echter pas een
eerste stap om de footprint van een bouwproject te verkleinen, vindt De Witte Oss. Een bouwwerk bestaat doorgaans uit meerdere (samengestelde) elementen. Om ook die elementen toekomstwaarde te geven is het zaak om te ontwerpen met het oog op demontage, zodat hergebruik van deze elementen of grondstoffen in de toekomst mogelijk blijft.
TOEKOMSTVISIE
De visie van De Witte Oss heeft zich inmiddels ruimschoots bewezen in gerealiseerde projecten van hun hand. De concrete resultaten zijn duurzaam gebouwde leeromgevingen waar de kinderen en het team energie van krijgen. Juist wanneer er sprake is van vooruitstrevend opdrachtgeverschap is dat terug te zien in de opbrengsten. En dat merken alle gebruikers, die op hun beurt weer worden uitgedaagd om dagelijks duurzame keuzes te maken. Een duurzame en goed ontworpen gebouwde omgeving heeft de toekomst.
Kijk voor meer informatie op www.dewitteoss.nl
“Het grote voordeel van biobased bouwen ligt in de connectie met de natuur die veel sterker voelbaar wordt door deze vorm van bouwen”
EEN SCHONE LUCHT MET NORA VLOEREN
CO2 -neutrale rubber vloerbedekking voor een gezonde leefomgeving
Een schoon binnenklimaat en een rustige leeromgeving zijn van groot belang in kinderdagverblijven, scholen en universiteiten. Onze CO2-neutrale rubber vloerbedekkingen zijn slijtvast en contactgeluiddempend, en daarmee bestand tegen intensief gebruik.
BIJZONDERE TRANSFORMATIE CSG REGGESTEYN
Leren en werken in een natuurinclusieve campus
CSG Reggesteyn in Nijverdal is een maatschappelijk betrokken school waar het motief van Twentse
‘noaberschap’ – nabuurschap – een belangrijke rol speelt. Vanuit die ambitie heeft NOAHH een toekomstgerichte schoolcampus ontworpen in verbinding met de natuurrijke omgeving.
PROJECTINFORMATIE
Project
Transformatie natuurinclusieve campus
Christelijke Scholengemeenschap Reggesteyn in Nijverdal
Opdrachtgever
CSG Reggesteyn i.s.m. de gemeente Hellendoorn
Architect
NOAHH | Network Oriented Architecture in samenwerking met Braaksma & Roos
Architectenbureau
Projectmanagement
ICSadviseurs en Martijn Ahlers (bureau HEMM)
Adviseur installaties
INNAX
Adviseur constructies
Pieters Bouwtechniek
Adviseur bouwfysica
MoBius
Ingebruikname
Voorjaar 2025
Het gesprek met Schooldomein met partner-architect Loes Thijssen, directeur Ilonka Donker, facilitair manager Saskia Jansen, bestuurder Aart van ’t Veld en projectmanager Martijn Ahlers vindt plaats rond een indrukwekkende maquette van de getransformeerde campus. Aart over de aanleiding: “Wij willen elk kind echt zien; leerlingen, medewerkers en buurtbewoners zijn er voor elkaar als het nodig is. Daar hoort een omgeving bij die onze visie versterkt en leerlingen uitdaagt. We wilden een leerlandschap met een menselijke maat en een geborgen, veilige sfeer. De huidige huisvesting bood die uitdaging niet meer. De belangrijkste vraag bij de selectie van de architect was dan ook hoe we een integrale en toekomstbestendige plek kunnen creëren waar leerlingen, docenten en buurtbewoners op een natuurlijke manier met elkaar samenwerken.”
“Circulair ontwerpen begint bij een brede visie op het onderwijs”, vult Loes aan, “die houdt niet op
bij de grenzen van het gebouw. Daarom doen wij vooraf ook altijd onderzoek naar de potentie en betekenis van de omgeving. Die beleving willen we graag zichtbaar maken.”
VERSCHILLENDE SCENARIO’S
“Tijdens het proces hebben we verschillende scenario’s onderzocht, zoals nieuwbouw voor onze locatie aan de Noetselerberg en totale vervangende nieuwbouw voor beide locaties”, vertelt Martijn. “Uiteindelijk is het een transformatie annex duurzame renovatie geworden, waarbij beide locaties worden samengevoegd. Dat heeft er toe geleid dat we het gebouw aan de Noetselerberg gaan renoveren en het terrein als een natuurinclusieve onderwijscampus gaan inrichten. NOAHH benadrukte vanaf het begin het belang van circulariteit en de betekenis van de plek.” Loes knikt: “We vinden het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met wat voorhanden is. Daarom hebben we vernieuwbouw voorgesteld. Samen met het architectenbureau Braaksma & Roos
hebben we onderzoek gedaan naar het bestaande gebouw. Het gebouw maakte een sombere indruk, met veel lange en donkere gangen en zonder een goede ontmoetingsplek. De sportzaal was tegen de gevel gebouwd zodat daar geen zicht naar buiten was. De vraag was ook of we 10.000 m² en 1.400 leerlingen in één gebouw moesten samenbrengen. Daarmee wordt het geheel erg grootschalig. De visie van de school gaat heel erg over contextrijk en interdisciplinair onderwijs en vakgroepen die met elkaar samenwerken. De opdrachtgever wilde een school zonder gangen; waarbij alles onderwijsruimte is en binnen- en buitenruimte in elkaar overgaan. Dat maakt dat we gezocht hebben naar herkenbare thuisbases. Al snel kwamen we erachter dat we veel meer vanuit kleinschaligheid moesten denken. Er ligt een geweldig terrein rond de school dat straks mooi aansluit bij het Sallandse landschap. Het oudste deel van het gebouw handhaven we, de gymlokalen zijn verwijderd en een deel van het gebouw hebben we constructief geopend, waardoor er letterlijk lucht en licht het gebouw in stromen. In dat deel vindt straks de centrale ontmoeting plaats met onder andere de aula.” Martijn vult aan: “Er zit veel energie in de school, docenten en medewerkers hebben een duidelijke visie hoe ze onderwijs zien, waar je iets mee kan. Zo hebben de gymdocenten een duidelijke visie op bewegingsonderwijs; het gaat niet om presteren maar om bewegen. Die visie is in een nieuw sportgebouw op de campus vertaald, waarbij je overal op het terrein beweegaanleidingen vindt.”
NATUURINCLUSIEVE CAMPUS
Loes: “De specifieke onderwijsfuncties komen in het moederschip. Op het terrein staan paviljoens, waarin de algemene vak- en theorielokalen hun thuisbasis hebben en daar komt ook het MediaLab en de nieuwe sporthal. De paviljoens zijn transparant, met mooie zichtlijnen en tussen de gebouwen komt klinkerbestrating. Het voelt als een dorpse gemeenschap, waar rust en reuring goed samengaan.” “Een uitdagend en ook spannend proces”, reageert Ilonka. “Onze campus gaat zeker een nieuwe manier van onderwijs opleveren, waar we gaandeweg met
en van elkaar gaan leren. Zo gaan we van 66 naar 45 standaard lokalen en ontstaat straks een diversiteit aan leer- en werkvormen. Het concept vraagt ook iets van onze professionals. Je bouwt samen aan het onderwijs van de toekomst. Dat betekent ook dat we het verschil tussen vmbo en havo/vwo zo klein mogelijk willen maken. Zo komt er een moestuin bij het basis/kader paviljoen, waar ook mooie combinaties met de bovenbouw vwo te maken zijn, zoals samen een bedrijfsplan opstellen. Het leuke is ook dat buurtbewoners met ideeën komen; het draagvlak in de wijk is groot.” Loes knikt: “Toen alle gebouwen op de goede plek stonden kwam een groep docenten met het idee om een hortus in te richten met een heidetuin en wadi’s. Dat heeft tot een themabijeenkomst met landschap Overijssel en het waterschap geleid. Circulair ontwerpen gaat dus over het creëren van nabuurschap tussen leerlingen, docenten, omgeving en energie en dat leidt tot meerwaarde voor alle gebruikers en een duurzame en betekenisvolle omgeving.”
Kijk voor meer informatie op www.NOAHH.nl
“Onze natuurinclusieve campus gaat zeker een nieuwe manier van onderwijs opleveren, waar we gaandeweg met en van elkaar gaan leren”vlnr Martijn Ahlers, Saskia Jansen, Ilonka Donker, Loes Thijssen
CIRCULAIRE NIEUWBOUW SPORTHAL BREDIUS
Samen de toekomst ontdekken
Het bijzondere aan de nieuwe sporthal Bredius is dat hij zoveel mogelijk circulair gebouwd is. Dat lukt alleen met een ambitieuze opdrachtgever en partijen die elkaar circulair blijven uitdagen.
Wat is de essentie van circulair bouwen, wat zijn de uitgangspunten van een circulair programma van eisen en wat mag je van een opdrachtgever verwachten? De nieuwe sporthal Bredius in Muiden is een recent voorbeeld van een circulair bouwproces, waarbij de hele keten actief betrokken was. Vandaar dat Schooldomein op locatie een mooi gesprek had met een aantal deelnemers: sporttechnisch adviseur Odin Wenting, circulair adviseur René de Klerk van Rendemint, Sander Krieger en Egbert-Jan Rots van Rots Bouw, architect Rob van Vugt van Lichtstad Architecten, Henry Leurink van Intermontage en Rutger Siderius van Herculan. Odin: “Ik was als adviseur van de gemeente verantwoordelijk voor het sporttechnisch programma van eisen en bewaakte de sporttechnische en bouwkundige kwaliteit in de ontwerpfase en tijdens de bouw. René was als circulair adviseur van de gemeente verantwoordelijk voor het circulair aanbesteden, het circulair programma van eisen en bewaakte de circulaire eisen en visie in de ontwerpfase, bouwteamfase en realisatie.”
WEGLATEN
Ontwerp, bouw en installaties werden samen uitgevraagd. De gunning bij de aanbesteding was deels op ontwerp, maar voor een belangrijk deel op objectief gemeten circulariteit. De combinatie Rots Bouw, Lichtstad Architecten en Breman Utiliteit kwam als beste uit de bus door de hoge mate van circulariteit in combinatie met het ontwerp. Sander: “Het was een geïntegreerd contract waarbij Rots Bouw de ontwerp- en realisatieverantwoordelijkheid had en Rob met zijn ontwerp van grof naar fijn heeft gewerkt. Je wint ook met het beeld, maar de circulaire uitwerking vindt in een interactief en dynamisch proces tijdens de volgende fasen plaats.” Egbert-Jan: “Samen met Rob hebben wij de circulaire uitgangspunten bepaald: het sportgebouw wordt losmaakbaar ontworpen, bij de materiaalkeuze borgen we gezonde, niettoxische materialen die na gebruik en hergebruik hoogwaardig ‘downcyclebaar’ zijn. Daarnaast is ‘weglaten’ een belangrijk uitgangspunt; weglaten van afwerkingen die geen functioneel doel dienen, verlaagt de kans op toekomstig afval. Je kunt
dit
MAKKELIJK HERBRUIKBAAR
Naast de functie van sporthal maken de hockey- en voetbalvereniging SC Muiden gebruik van de sporthal als kleed-clubgelegenheid voor de buitenvelden en wordt nu 1/3e van de wedstrijdruimte door de week voor het onderwijs gebruikt. “Het is in de basis een rechte doos met binnen een logisch kruis van verkeersruimten met heldere zichtlijnen. We moesten met een beperkte plot werken. De sporthal bestaat uit drie bouwlagen, op de begane grond zijn alle kleedruimtes en de kantine toegankelijk voor binnen- en buitensporten, op de 1e verdieping ligt de sporthal die is op te delen voor bewegingsonderwijs en op de 2e verdieping liggen
de tribune en de technische ruimte”, legt Rob uit. “De hoofddraagconstructie is volledig van staal en voorzien van stalen connectoren, zodat deze in de toekomst makkelijk losmaakbaar en herbruikbaar zijn. Het bovenste deel van de gevel bestaat uit staal met verschillende sportfiguraties. Onder de luifel is gekozen voor duurzaam hout, dat bovendien een warme en uitnodigende uitstraling heeft. De luifel is vooral ook functioneel, want het geeft beschutting tegen de zon en regen. De ruimte onder de luifel fungeert als ontmoetingsruimte voor het sportpark. Door grote inpandige vensters over de hele lengte van de sporthal hebben we visuele relaties gecreëerd met de ontmoetingsruimte, het terras en de buitensportvelden.”
MATERIALENPASPOORT
“Het gebouw heeft een betonnen vloer, met daarop een losmaakbare staalconstructie”, legt Sander uit, “verder is het een sandwichpanelen doos, waarbij in de wanden veel glas is toegepast. Omdat we geen additioneel dakbedekkingsmateriaal wilden, hebben we voor het dak ook sandwichpanelen
project zien als een materialenpakhuis in de verschijningsvorm van een sporthal.”
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw Sporthal Bredius te Muiden
Opdrachtgever/Projectmanager
Bert Vossebelt - Gemeente Gooise Meren
Sporttechnisch adviseur
Odin Wenting Bouwadvies B.V. Wageningen
Circulair adviseur
Rendemint Schoonebeek
Architect
Lichtstad Architecten Eindhoven
Aannemer
Rots Bouw Aalten
Interieurbouw
Intermontage Terwolde
Sportvloer
Herculan Meerkerk
Installaties
Breman Utiliteit Zwolle
Ingebruikname
Februari 2023
gebruikt. Om een sandwichpaneel als eindproduct voor een bijna plat sporthaldak toe te passen is vrij uniek. Bijkomend voordeel is dat dit dak weinig onderhoud nodig heeft”. Odin: “Een deel van de toegepaste materialen is opgenomen in een interactief materialenpaspoort, met daarin het product en beknopt een aantal circulaire kenmerken zoals samenstelling, losmaakbaarheid, toxiciteit en herbruikbaarheid.” (https://rendemint.nl/ materialen-paspoort-bredius/)
ZO CIRCULAIR MOGELIJK
“De gemeente Gooise Meren wilde een zo circulair mogelijke sporthal”, vertelt René. “We begonnen met een groep medewerkers van de gemeente in 8 middagen te trainen om de mindset te vormen en het circulaire vocabulaire te leren. Dat resulteerde in een concreet ambitieplan dat uitgebreid getoetst is aan de bereidheid om die ambitie ook te realiseren. We hebben de definities vastgelegd en vertaald naar de uitvraag, en alles vastgelegd in een circulair programma van eisen. Daarin staat onder meer in wat de marktpartijen niet mogen doen, zoals het gebruiken van lijm, PUR en toxische materialen, de voorwaarde dat onderdelen en materialen losmaakbaar moeten zijn en verder
heldere circulaire kaders met zo min mogelijk beperkingen voor innovatieve oplossingen. Het smeermiddel in de bouwteamovereenkomst met de aannemer was dat ze altijd mee moesten werken aan nieuwe oplossingen als het past binnen de beheeraspecten tijd en geld. Eén van de circulaire eisen was verder dat in het bouwteam de offertes open en bloot werden gedeeld, om samen te kijken of er mogelijk een betere circulaire oplossing mogelijk is. We hebben aan het begin van de aanbesteding een marktconsultatie gehouden, waarbij ruim 120 geïnteresseerden aanwezig waren. We hadden naast mogelijke aannemers, vooral alle partijen uit de hele keten uitgenodigd. Je kunt immers wel circulair willen bouwen, maar je moet het vervolgens ook circulair inrichten, onderhouden en exploiteren. De gemeente was bereid om zelf ook risico te lopen om nieuwe circulaire oplossingen een kans te geven. Dit zogenaamde ‘launching customer’ zijn is een groot compliment waard. Het is een continu proces van prijs, kwaliteit en esthetica.”
LESS IS MORE
René: “Het circulaire denken staat eigenlijk nog in de kinderschoenen. 100% circulair bestaat overigens (nog) niet. Natuurlijk wil je graag bestaande materialen opnieuw gebruiken, maar veel van dat soort circulaire processen komen niet op gang omdat er nog te weinig uit de markt komt. Veel mensen roepen dat circulair bouwen per definitie duurder is, maar dat geldt vooral wanneer partijen een conventioneel bouwproces circulair gaan vertalen. Wanneer je vanaf de initiatieffase het project integraal circulair benadert hoeft het niet duurder te zijn. In een circulair bouwproces laat je veel materialen weg en dat scheelt veel tijd en geld. In deze sporthal is het materiaalgebruik tot een minimum beperkt en zijn de meeste materialen losmaakbaar, behalve de betonnen vloer. We hebben waar het kon gekozen voor homogene materialen. Lijm en kit zijn bijna niet toegepast; je vindt geen
tegels op wanden en er zijn geen plafonds toegepast. Op de binnenhouten kozijnen zit geen verf, maar natuurolie. De meeste binnenwanden zijn gemaakt van massief Rubberwood panelen en de onderlaag van de sportvloer bestaat uit gedowncycled materiaal. De kantine- en kleedkamerinrichting heeft een Cradle to Cradle GOLD certificaat. Vrijwilligers van de verenigingen hebben enthousiast meegewerkt bij het afwerken en de montage. Circulair ontwerpen en bouwen is een proces, waarbij alle partijen in de keten actief meedenken en tijdens het proces circulaire oplossingen zoeken. Vastgoedbeheerder Piet Hopman en exploitant Paul Coster van Sportfondsen Nederland knikken instemmend: “Goed beheer en exploitatie van een circulaire sporthal vraagt een actieve aanpak, vanaf het begin van het proces.”
PARTIJEN UITDAGEN
“Voor de sportvloer was eigenlijk al een klasse 2 geaccepteerd, maar René heeft op het laatste moment toch Herculan uitgedaagd om binnen het budget een klasse 1 sportvloer te leveren”, vertelt Odin, “klasse 1 is gelukt, zij het tegen een meerprijs.” “We ontwikkelen onze producten voortdurend”, reageert Rutger; “85% van de sportvloer is een gedowncyclede vloer uit Leiden, die door de shredder is gegaan en hier als basisgrondstof is gebruikt. Over 40 jaar kun je hem eruit halen en is hij weer 100% herbruikbaar als ondervloer.” Je ontwikkelt circulair werken ook gaandeweg. In het sporttechnisch programma van eisen stonden hier en daar nog conventionele materialen zoals stenen wanden met tegelwerk. De aannemer wilde dit uitvoeren als gipsplaat met tegelwerk. Beiden pasten niet in de circulaire visie en daarop heeft René tijdens de bouwteamfase een idee bedacht voor circulaire wanden van hout, aluminium en glas en Intermontage bereid gevonden om dit in zeer korte tijd tegen kostprijs te ontwikkelen en samen met Rots Bouw en Breman uitvoerbaar te maken.” Henry knikt: “Natuurlijk gingen we in dit verhaal mee. De wanden
in de doucheruimten bestaan uit glaspanelen, waarbij de glasleverancier het glas tegen een extreem lage prijs heeft geleverd. Omdat alles nieuw is hebben we het idee, het uiterlijk en de techniek in de praktijk getest door bij Intermontage een mockup te plaatsen, inclusief de vrijhangende zitbanken voor de sporters. Dat heeft een mooie circulaire invulling van de kleed- en doucheruimtes opgeleverd. Alle materialen zijn bovendien herplaatsbaar en herbruikbaar.” Sander: “De hele elektrische installatie is stekerbaar uitgevoerd. Die kun je er weer uit halen en in een ander pand toepassen. De leidingen voor de riolering zijn niet verlijmd maar los in elkaar gedraaid. Bijzonder is verder dat de riolering onder de betonvloer degelijk ingeklemd is aangebracht. Dan moet je wel zeker van je zaak zijn, wanneer er waterdruk op staat. Mooi dat iedereen al zijn kennis en kunde en werkervaring heeft ingebracht.”
CIRCULAIR EN FUNCTIONEEL GEBOUW
Odin tenslotte: “Naast een circulair en gezond gebouw is de sporthal vooral ook functioneel; de sportvloer heeft de maximale afmeting met voldoende uitloopzones. Deze sporthal is in drie gelijke delen van 15.400 x 26.000 mm (conform richtlijnen KVLO) op te delen voor zowel sportonderwijs als voor de avondsporten. In een grijs verleden is bedacht dat een gymzaal een oppervlakte van 252 m² moest hebben. Tegenwoordig is meer ruimte nodig, omdat docenten bewegingsonderwijs op zoveel mogelijk manieren met veel verschillende activiteiten gelijktijdig willen inrichten en faciliteren. Een efficiënte ruimte voorkomt wachttijd en stimuleert activiteiten, ook in de avonden. Het gebouw is ook qua toegankelijkheid (ITS) goedgekeurd. Kortom, Muiden is een prachtige circulaire sportcampus voor de binnen- en buitensport rijker.”
Kijk voor meer informatie op: www.rotsbouw.nl; www.lichtstadarchitecten.nl; www.odinwenting.nl; www.herculan.com; www.rendemint.nl; www.intermontage.nl
“Wanneer je vanaf de initiatieffase het project integraal circulair benadert hoeft het niet duurder te zijn”
TRANSPARANTE NIEUWBOUW KINDCENTRUM DE PAREL
Goede akoestiek voor onderwijs op maat
Kindcentrum De Parel aan de Langewyk in Drachten biedt een fijn en veilig ontwikkel- en schoolklimaat. Elk kind is in beeld en krijgt wat hij of zij nodig heeft. Het nieuwe gebouw met een geweldige akoestiek draagt daaraan bij.
Die goede akoestiek in De Parel was de aanleiding voor het gesprek dat Schooldomein met directeur huisvesting Tiemen Oosterhoff van NoorderBasis, architect Walter Kemperman van bct architecten, Project Specification Manager Peter Hoekstra en area salesmanager Gerben Eggink van Ecophon had. Tiemen: “Bij mijn vorige werkgever maakte ik een nieuwe school mee die akoestisch slecht was. Dat leverde veel klachten van medewerkers op. Ik ken Ecophon van hun sessies en ben me in het belang van goede akoestiek voor elk type ruimte gaan verdiepen. Goede akoestiek is een absolute basisvoorwaarde en als je in het ontwerp van een gebouw het verschil wil maken moet je de grote oppervlakten pakken; de plafonds en de vloeren. Daarom vind je in de lokalen voor de midden- en bovenbouw naast goede akoestische plafonds ook zachte vloerbedekking. Als schoolbestuur hebben we hier een extra investering gedaan om een energieneutraal gebouw te maken
met een goed binnenklimaat. Daar hoort goede akoestiek bij, dus in al onze nieuwe scholen vind je Ecophon.” Gerben vult aan: “Dat doen we niet alleen; hier hebben we goed met de afbouwer Bosma samengewerkt, die de montage van alle plafonds en wanden heeft gedaan en als intermediair met de aannemer fungeerde.”
VOLDOENDE RUIMTE
“Op 10 mei namen we namens het bestuur NoorderBasis de sleutel van De Parel in ontvangst”, vertelt Tiemen; “dat was ook de start van onze samenwerking met Christelijke kinderopvang
te zoeken, is er zoveel mogelijk vloeroppervlak voor het onderwijs gecreëerd. Het is een tweelaags gebouw, waarbij de lokalen voor de onder- en middenbouw op de begane grond liggen, waar ook het gymlokaal en de kinderopvang zijn gesitueerd. Ik heb die functies naar de randen gebracht, om in het midden lucht en licht te krijgen. Het ontwerp van het gebouw ondersteunt de mogelijkheden tot verbinden en samenwerken. De school wilde graag lokalen rondom een leerplein. De indeling is gericht op samenwerking, in of dicht bij het
KleurRijk, met wie we kindcentrum De Parel vormen. De Parel is een school met de Bijbel; de ruim 400 leerlingen komen uit Drachten en omstreken, waarbij deze ouders vaak een bewuste keuze maken om voor ons onderwijs te kiezen. Het vorige gebouw was gedateerd en het leerlingenaantal groeide snel. We hadden al eens een lokaal aangebouwd en op het plein stonden inmiddels drie noodlokalen. In overleg met de gemeente kwamen we tot de conclusie dat nieuwbouw de beste optie was, ook om eigentijds onderwijs mogelijk te maken. We hebben in het proces verschillende projecten bezocht en zijn aan de slag gegaan. Gaandeweg kwam er een lokaal extra bij en werden de kinderopvang en vanuit het Sportbedrijf van de gemeente een gymlokaal toegevoegd, met een eigen ingang. Zo is het gebouw ook toegankelijk voor verenigingen en buurtbewoners.”
VERBINDEN EN SAMENWERKEN
Walter: “Voorop stond dat het ontwerp voldoende lucht moest krijgen. Het bouwblok is bijna een vierkant en door de grenzen van het bestemmingsplan op
klaslokaal. Ook op de verdieping heb ik de randen opgezocht. De inrichting is natuurlijk, licht en rustig en de lokalen zijn ruim. Ieder lokaal heeft eigen kastenwanden voor het opbergen van materialen. Op het lesplein zijn afzonderlijke hoeken ingericht die verbinden en samenwerking mogelijk maken, ook ‘groepsdoorbrekend’.”
VAN REURING NAAR RUST
“De plattegrond is diep met in de centrale hal veel natuurlijk daglicht van boven”, legt Walter uit; “daar ligt de brede tribunetrap, waar de vieringen plaats vinden en leerlingen bij slecht weer binnen kunnen zitten. Tegenover de trap ligt het speellokaal; dat bij de ruimte kan worden getrokken, maar met glazen schuifdeuren ook kan worden afgesloten, en toch visueel onderdeel van de ruimte blijft.
“Je kunt mooie gebouwen maken, maar als het op akoestisch vlak niet werkt heb je er weinig aan”
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw Kindcentrum De Parel Drachten
Opdrachtgever
NoorderBasis i.s.m. gemeente Smallingerland
Akoestiek
Ecophon Architect
bct architecten
Aannemer Van Wijnen
Installaties
Breman
Projectmanagement
BCN Groep
Omvang
Totaal 2.935 m2
Ingebruikname
1 juni 2023
De spreekkamers liggen aan de randen, waardoor het ruimtelijk gevoel maximaal is; je kijkt bij binnenkomst letterlijk door het gebouw heen. De kleuren zijn natuurlijk en sober, maar door de kinderen wordt het gebouw vanzelf veelkleurig en vrolijk. Kinderen zijn van zichzelf al best druk, vandaar dat er voor een rustig kleurenpallet is gekozen. In het centrale deel zijn de vloeren lichter, met daaromheen een baan die net wat zachter is met prettig licht en reflectie vanaf het plafond. De lokalen aan de randen krijgen maximaal daglicht van buiten; licht dat via de zonwering gereguleerd kan worden. Je kunt het geheel zien als een soort schil die van binnen naar buiten steeds rustiger wordt: van centrale hal naar leerpleinen en tenslotte de klaslokalen. Alle groepen staan via het centrale hart met elkaar in verbinding, waardoor het ruimtelijk en overzichtelijk is.” Tiemen vult aan: “We willen de teamkamer een plek aan de
voorkant geven, net als de ruimte voor de directeur. Zichtbaarheid wekt vertrouwen en heeft een positief effect op het gedrag in het gebouw. Dat geldt ook voor het ruime schoolplein, dat met natuurlijke materialen is ingericht. Kinderen kunnen er leren, spelen en sporten. We hebben zelfs een blote voetenpad.”
GOEDE AKOESTIEK
Peter over de akoestiek in het gebouw: “Frisse Scholen klasse B schrijft een nagalmtijd van 0,6 seconden voor. Het is een transparant gebouw met veel glas en doorgaans werkt dat akoestisch wat minder door horizontale reflecties. Wij hebben hier gekozen voor het plafondpaneel Gedina A met Extra Bass panelen er bovenop. Dat is een klassieker die altijd goed werkt. Mooi opgelost is ook de transparante brandscheiding op de verdieping, waardoor het geluid beneden blijft. In de sportzaal is het Super G paneel met stootvastheid Klasse 2 gemonteerd. In de kleedruimte en gang hangen nog Ecophon Master Rigid panelen met een versterkt oppervlak en voor goede spraak verstaanbaarheid.”
Tiemen knikt: “Je kunt mooie gebouwen maken, maar als het op akoestisch vlak niet werkt heb je er weinig aan. Het gebouw kan faciliteren, maar uiteindelijk gebeurt het voor de klas. We kunnen wel zorgen voor een fijne omgeving, goede akoestiek en een goed binnenklimaat. We krijgen van het team terug dat het mooie en rustige lokalen zijn.”
ALZIJDIG GEORIËNTEERD
Walter tenslotte: “Het gebouw is alzijdig georiënteerd en alle functies zitten op de juiste plek. We hebben voor zowel de binnen- als buitenkant circulaire materialen gebruikt waaronder de houten gevel. Met vorm en materiaal is er ook rekening gehouden met de natuur om de school heen. Een leuk detail is dat in de buitengevel kleine witte cirkels als een soort pareltjes verwerkt zijn. Die verwijzen naar de naam van de school. Om de uiterlijke vorm van het gebouw speelser te maken hebben we witte banden om de repeterende vensters gelegd, als een meanderende slinger. Dat is in het ontwerp een verbindend element, zodat het echt een kindcentrum is geworden.
Kijk voor meer informatie op www.ecophon.nl
Onderwijs Huisvesting
• Algeco adviseert, ontwerpt en bouwt graag uw onderwijsgebouw
• Design en Build, Engineer en Build, Bouwteam
• Keuzevrijheid voor wat betreft ontwerp, indeling en installaties
• Snelle bouwtijd
• Onze gebouwen zijn flexibel herindeelbaar bij toekomstige veranderingen
• Toekomstbestendig en energiezuinig bouwen, altijd flexibel
• BENG, ENG, nulopdemeter. Wij realiseren het!
algeco.nl/nl/branches/onderwijs
INSPIRATIEBOEKEN
Samen werken aan de school van morgen
→ 540 pagina’s met prachtige foto’s en plattegronden
→ Een uniek tijdsbeeld van 5 jaar scholenbouw
→ Trends en analyses binnen het primair en speciaal onderwijs, het vmbo en avo/vwo
→ Negen kenmerken voor ecologisch intelligente opdrachtgevers
Bestelboekende
via de QR-codes
→ Het eerste onderzoek naar de beleving van de werkplek door docenten
→ Een volledig overzicht van alle kosten, volumes en programma’s
→ Een beeldende gids voor de verduurzaming van gebouwen
Samen werken aan de leeromgeving van morgen
→ 90 rijk gedocumenteerde projecten uit het mbo-hbo-wo
→ Een representatief beeld van actuele ontwikkelingen binnen de scholenbouw
→ Prachtige voorbeelden van innovatieve leer- en werkomgevingen
→ De laatste stand van zaken rond duurzaam en circulair bouwen
→ Meer dan 40 voorbeelden van transformaties van bestaande gebouwen
→ Vol met facts and figures, trends, analyses en nieuwe inzichten
Nieuw interieur Hanzehogeschool Groningen
Het bestaande hoofdgebouw van Hanzehogeschool in Groningen is twee nieuwe vleugels rijker. Belangrijkste insteek voor architect JHK en interieurarchitect van Gispen was met ontwerp en inrichting het welzijn en de beweging van de gebruikers bevorderen en ontmoeting stimuleren.
Gispen en JHK architecten kregen de opdracht gezonde en duurzame leer- en werkomgevingen te creëren, waarin ontmoeting en samenwerking vanzelf plaatsvinden. Ontdekken, onderzoeken, leren en studeren gebeurt elke dag weer in verschillende vormen en ruimtes: innovatielabs, collegezalen, projectruimten, flexibele leslokalen en experimentele onderwijsomgevingen. Daarbij hebben docenten en ondersteunende staf hun eigen, specifieke wensen om goed te kunnen doceren en werken: van flextot aanlandplek en van stilteruimtes tot makkelijk veranderbare overlegsettings. Gispen ontwierp het interieurdesign, verzorgde refurbishment en leverde nieuw en hergebruikt meubilair. Het resultaat zijn toekomstbestendige en flexibele onderwijs- en werkruimten, met oog voor welzijn en duurzaamheid.
CIRCULAIR EN DUURZAAM
“De gecombineerde nieuw- en verbouw was niet alleen een logistieke puzzel”, vertelt locatiemanager Brand Bos. “Ook de wensen van gebruikers wilden we in dit project realiseren. In de gebruikers- en ontwerpteams hebben we met veel mensen, opleidingen en afdelingen geschakeld. Deze samenwerking heeft geleid tot toekomstbestendige onderwijs- en werkruimten, die rekening houden met het welzijn van gebruikers en duurzaamheid
voor de omgeving. De manier waarop Gispen herinzet en refurbishment in dit project heeft verwerkt, is als voorbeeld opgenomen in ons onderwijscurriculum; onze studenten werken nu samen met Gispen om circulariteit en duurzaamheid verder te brengen.”
KLASLOKAAL VAN DE TOEKOMST
Hanzehogeschool wilde graag dat Gispen de bouwkundige plannen vertaalde naar een flexibel design voor de inrichting. Gispen interieurarchitect Alice Tabak deed op basis van het Ruimteboek uiteenlopende inrichtingsvoorstellen. Voor de verschillende schools (faculteiten) ontwierp ze lesruimtes, projectlokalen en een congreszaal. Alice: “De Hanzehogeschool wilde het Klaslokaal van de Toekomst vormgeven. Hoe richt je een lokaal in dat tegemoet komt aan snel wijzigende behoeften voor onderwijs en onderzoek? Mijn inrichtingsvoorstellen kunnen hierop snel en makkelijk inspelen. Natuurlijk helpt flexibel, verrijdbaar en modulair meubilair een lokaal snel te veranderen, bijvoorbeeld van frontaal en klassikaal onderwijs naar een projectlokaal of presentatieruimte.” Hiervoor gebruikt Hanzehogeschool Gispen TMNL Scrum tafels (klapbaar, verrijdbaar en bruikbaar als whiteboard), verrijdbare Gispen JUNA banken en KOLM tafels en inklapbare Dukdalf tafels met verrijdbare SEPP schermen als flexibele scheidingselementen.
“Belangrijke uitgangspunten bij de inrichting en het meubilair waren flexibiliteit, beweging en huiselijkheid”
ZONERING IN RUMOER, RUIS EN RUST
De verschillende onderwijsplekken kennen, net als de werkplekken in de kantoren, zones van rumoer, ruis en rust. Alice: “Zo kunnen studenten, docenten en staf elkaar informeel ontmoeten op onderwijsboulevards. Aan Gispen TMNL Agile zit/ sta projecttafels kunnen ze overleggen of projecten bespreken. Voor overleg in een besloten setting hebben we ook weer verschillende ruimtes gecreëerd. En is er behoefte aan concentratie en stilte dan is daarvoor voldoende plek in de rustzone. Met Gispen HUGG creëren we een ruimte in een ruimte en er zijn belcellen om ongestoord te werken of te spreken.”
GEZOND GEDRAG STIMULEREN
Belangrijke uitgangspunten bij de inrichting en het meubilair waren flexibiliteit, beweging en huiselijkheid. Alice: “De hogeschool heeft de visie op welzijn goed omschreven in het Integraal Handboek Kwaliteit Gebouwen en Vitale Hanzeomgeving. De inrichting moet gezond gedrag stimuleren en
aanzetten tot beweging. Ook de enquêtes onder stafmedewerkers, docenten en studenten lieten zien dat mensen willen bewegen tijdens hun werk: zitten en staan makkelijk afwisselen, staand of zelfs wandelend over de boulevards overleggen. Naast in hoogte verstelbare tafels hebben we dynamische deskbikes, stahulpen en swoppers in de meubelmix opgenomen.” In het design van de inrichting zie je welzijn in vele aspecten terug. Zo is de akoestiek optimaal dankzij inzet van gordijnen, panelen met vilt en visuals met akoestisch materiaal. Ook planten verhogen het welbevinden, net als het kleurgebruik: rustige blauw- en groentinten.
RESTAFVAL HERGEBRUIKEN
Naast welzijn en beweging speelde duurzaamheid in dit project een grote rol. Hanzehogeschool wil in 2025 geen restafval meer weggooien, maar (laten) hergebruiken. Alice: “De duurzaamheidswens hebben we ingevuld met herinzet van bestaand meubilair van de school of van elders. De Circulaire Hub van Gispen heeft in deze opdracht actief meegedacht en gehandeld. Zo hebben we het meubilair van de school geïnventariseerd: het is 1 op 1 opnieuw ingezet, onderdelen zijn hergebruikt en banken en stoelen zijn herstoffeerd met duurzame stoffen, die tegen een stootje kunnen. Gispen heeft bureaus gerefurbisht naar zit/sta elektrisch of slinger verstelbare bureaus. Oude tafelbladen zijn gebruikt voor verrijdbare tribunes, gebruikte kasten hebben een nieuwe ombouw gekregen. Bij nieuw meubilair bepaalt duurzaamheid de keuze. Zo kunnen bij beschadiging elementen worden vervangen. Aan het einde van de levensduur kunnen alle onderdelen weer worden hergebruikt of als grondstof gerecycled worden. Duurzaamheid heeft in dit project vele gezichten.
DUURZAAMHEID RODE DRAAD
“Het is heel prettig om als interieurarchitect van betekenis te kunnen zijn voor een gezonde en inspirerende omgeving”, legt Alice uit; “ik heb samen met de opdrachtgever, architect én studenten en medewerkers vorm mogen geven aan de dynamische, flexibele en huiselijke onderwijs- en kantooromgeving. Ook ontmoeten – van samen lunchen tot samen sporten – stond bij deze opdracht hoog op mijn to-do-lijst. Duurzaamheid was de rode draad: duurzaam voor mensen en omgeving. Van inzet van planten en akoestische verbeteringen tot herinzet van bestaand meubilair van Hanzehogeschool zelf en gerefurbisht uit onze Circulaire Hub. Uitgangspunten voor de interieurontwerpen waren: bestaand laten harmoniëren met nieuw, flexibel en dynamisch in opstelling en gebruik. Als interieurontwerper heb ik al mijn kennis en expertise met plezier ingezet.”
Kijk voor meer informatie op www.gispen.nl
De Wijde Wereld is klaar voor de toekomst na circulaire renovatie
IKC De Wijde Wereld in het Haarlemse Schalkwijk is duurzaam en circulair gerenoveerd. Uit een quickscan bleek dat een duurzame houten renovatie voor het nieuwbouwbudget mogelijk was, ondanks de enorme uitdagingen. Door de toepassing van een Fins houtbouwsysteem heeft het gebouw zeer goede thermische eigenschappen en een natuurlijke vochthuishouding.
De renovatie van De Wijde Wereld is een prachtig voorbeeld van duurzaam renoveren. Een nieuwe houten gevel met houten overstekken heeft het schoolgebouw een compleet nieuw uiterlijk gegeven, terwijl het karakter en de functionele kwaliteit van het oorspronkelijke schoolgebouw bewaard zijn gebleven. Het gebouw uit de jaren zeventig had volgens architect Daan
Josee van Maas Kristinsson Architecten dan ook een goed ontwerp en een verrassend actuele plattegrond. “Maak je dan sloopafval en ga je voor nieuwbouw of kies je voor revitalisering? Hier is gelukkig voor dat laatste gekozen.”
In 2022 is een vleugel van het schoolgebouw gesloopt en een nieuwe verdieping op de laagbouwvleugel gerealiseerd. Hierdoor is een compacter gebouw ontstaan met genoeg ruimte voor twaalf klassen en een kinderdagverblijf. De Wijde Wereld is daarmee getransformeerd van school naar Integraal Kindcentrum (IKC). Daarnaast heeft de school een nieuwe gevel en een nieuw interieur gekregen die het gebouw de uitstraling van nieuwbouw geeft. Voor zowel de leerlingen als de docenten biedt het gerenoveerde schoolgebouw een nieuwe, frisse start.
OPEN KARAKTER
Waarnemend directeur Mandy de Graaf over de renovatie. “Het gebouw heeft een open karakter.
PROJECTINFORMATIE
Project
Renovatie Montessorischool De Wijde Wereld
Opdrachtgever
Stichting Spaarnesant / gemeente Haarlem
Architecten
Maas Kristinsson Architecten
Aannemer
KernBouw
Adviseur / Projectontwikkeling en -management
Vastgoedadviesbureau Res & Smit
Volume
2.075 m²
Ingebruikname
September 2023
Door het gebruik van hout en natuurlijke kleuren ademt de school rust. Er komt bovendien op een heel natuurlijke manier daglicht binnen. Dat is heel belangrijk, want licht doet zo veel voor kinderhersenen.” Het Montessorionderwijs dat in De Wijde Wereld wordt gegeven ziet Mandy terug in de uitstraling en indeling van het gebouw. “Er zijn geen schotten in de school, alle ruimtes stimuleren samenwerking en ontmoeting en er is een goede verbinding tussen binnen en buiten. Die vertaalslag naar het Montessorionderwijs is hier heel goed gelukt.”
Herman van Langen van vastgoedadviesbureau Res & Smit begeleidde schoolbestuur Spaarnesant bij de projectontwikkeling en verzorgde het projectmanagement en de aanbesteding. “Ontmoeten staat centraal in De Wijde Wereld. Het prikkelen en stimuleren van de nieuwsgierigheid van de kinderen was dan ook een belangrijk uitgangspunt. Dat heeft Daan heel mooi weten te vertalen naar het ontwerp. Duurzaamheid was daarnaast een belangrijk aspect. Dat zie je vooral terug in de keuze voor houtbouw, een efficiënt installatiesysteem en het demontabele karakter van het gebouw.”
FINSE BOUWMETHODE
IKC De Wijde Wereld is een van de eerste volledig houten scholen in Nederland. Aannemer KernBouw haalde de kennis en het materiaal voor de school uit Finland, waar houtbouw al langer gemeengoed is. Peter Baanders, projectleider van het renovatieproject in Haarlem: “Wij hebben een samenwerking met de Finse bouwer Kontio en zo is het idee ontstaan om hun bouwmethode in Haarlem toe te passen. Houtbouw sluit heel goed aan bij de focus op duurzaamheid waar Spaarnesant al langer bekend om staat.” Architect Daan Josee: “Hout is bouwfysisch en fysiologisch een heel fijn bouwmateriaal. Het heeft een dempende werking en zorgt voor een goed thermisch comfort en de juiste luchtvochtigheid. Daardoor kunnen we een beter binnenklimaat realiseren met minder installatietechniek. Bovendien is het systeem van Kontio ontworpen op demontabel bouwen. Het is een soort lego-meccano. De nieuwe gevel is
demontabel en kan opnieuw worden ingezet bij een ander project. Het is in die zin echt regeneratief.”
HOUTEN OVERSTEKKEN
De hele logistiek was een belangrijk onderdeel bij de realisatie; de school maakte geen gebruik van tijdelijke huisvesting. Na de renovatie voldoet IKC De Wijde Wereld weer volledig aan de eisen van deze tijd. De school is aardgasloos en voorziet in eigen energie. Hiervoor zijn inpandig twee warmtepompen geplaatst die mooi zichtbaar achter een glazen wand zijn weggewerkt. De bron voor deze warmtepompen zijn PVT-panelen op het dak, die zowel warmte als elektriciteit produceren. De warmte wordt via het plafond in de lokalen gebracht. De houten overstekken en lamellen die normaal gesproken voor zonwering worden gebruikt, worden vooral gebruikt voor lichtregeling. Daan: “Met de overstekken sturen we het zonlicht en de warmte van de zon. Op die manier halen we het hoogst mogelijke rendement uit deze natuurlijke krachtbron.”
Zowel voor Spaarnesant als voor de gemeente Haarlem is IKC De Wijde Wereld een prachtig voorbeeldproject. Daan: “De gemeente is enthousiast over de renovatie en wil in de toekomst vaker kijken naar de potentie die schuilgaat in het verworven vastgoed. Sloopnieuwbouw is in veel gevallen makkelijker en goedkoper, maar niet altijd beter en zeker niet duurzamer. Dat heeft dit project eens te meer duidelijk gemaakt.”
INTEGRAAL PROCES
De sleutel tot het succes van het renovatieproject in Haarlem lag volgens Daan in het integraal ontwerpen. “Dit project is een zeldzame uitzondering in echt integraal ontwerpen en bouwen. Dat zie ik de laatste jaren maar weinig in de bouw. Er is nog veel te veel sectoraal denken in plaats van kenniskoppeling. Dit project is een mooi voorbeeld van een integraal proces waarbij ontwerp, uitvoering en engineering zijn samengekomen. De intensieve samenwerking tussen de verschillende partijen gaf energie en inspiratie en heeft tot een prachtig voorbeeld van regeneratief en duurzaam bouwen geleid.”
Kijk voor meer informatie op www.ma.kr.nl
“Hout is bouwfysisch en fysiologisch een heel fijn bouwmateriaal. Het zorgt voor een goed thermisch comfort en de juiste luchtvochtigheid”
Kort nieuws
Gelijke kansen met sociale robots
RobotWise biedt komend jaar 60 basis- en middelbare scholen innovatieve lesprogramma’s aan. Hierbij ligt voor 3000 leerlingen vooral de nadruk op het vergroten van ‘kansengelijkheid’.
Voor de benodigde financiering ondersteunde
RobotWise deze scholen succesvol bij het aanvragen van onderwijssubsidies, verkrijgbaar via het Gelijke Kansen-programma van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De
scholen kunnen de subsidies gebruiken voor het afnemen van RobotWise lesprogramma’s, inclusief trainingen voor leerkrachten en de benodigde leermiddelen, zoals robots. De lesprogramma’s bestaan uit games met storytelling en opdrachten
5 miljoen extra voor beter studentenwelzijn
Minister Dijkgraaf stelt jaarlijks 15 miljoen extra beschikbaar aan hogescholen en universiteiten voor het verbeteren van het studentenwelzijn. Al langer zijn er signalen dat het welzijn van studenten onder druk staat. De helft van de studenten geeft aan psychische klachten te ervaren zoals angst en somberheid, van wie 12 procent in ernstige mate. Onlangs publiceerde Trimbos-instituut, ECIO en RIVM onderzoek naar stress en prestatiedruk in het hoger onderwijs waaruit opnieuw blijkt dat studenten onder hoge druk staan. Met de meerjarenkoers zetten hogescholen en universiteiten o.a. in op preventie en het voorkomen van stress en prestatiedruk. Bijvoorbeeld door mentaal welzijn bespreekbaar te maken in de collegezalen of door docenten hier in te trainen.
Met de landelijke koers slaan alle hogescholen, universiteiten en studenten de handen ineen voor een beter studentenwelzijn. Er zijn vier lijnen waarlangs hier aan wordt gewerkt: 1) preventie 2) het vergroten van de handelingsbekwaamheid van medewerkers 3) meer
die leerlingen in groepjes offline en online uitvoeren. Met RobotWise verkennen leerlingen zo op een speelse wijze de wereld van robots en experimenteren ze op een interactieve en zelfstandige manier. De leerlingen ontwikkelen laagdrempelig zowel hun technologische als hun samenwerkingsvaardigheden.
Kansengelijkheid
De activiteiten met de robots zijn geschikt voor alle leerlingen en bieden gelijke kansen voor het ontdekken van hun talenten. De robots functioneren als educatief hulpmiddel waarbij de activiteiten de leerlingen spelenderwijs voorbereiden op de toenemende digitalisering in de maatschappij. Maar ook op vaardigheden die nodig zijn voor de arbeidsmarkt van nu en in de toekomst. “Niet elk kind heeft dezelfde kansen en mogelijkheden op dit gebied ”, zegt Tamar Neter, oprichter van RobotWise. “Daarom vinden wij het belangrijk dat deze positieve manier van lesgeven zo breed mogelijk wordt ingevoerd.” De robots zijn duurzaam doordat ze door de hele school, bij elke groep en les kunnen worden ingezet. Docenten hebben ondertussen meer tijd om hun leerlingen te observeren en op een positieve coachende manier bij te staan. Neter: “Leerlingen bloeien hierdoor zichtbaar op. Ook degenen die niet altijd vooraan staan, worden gezien en gehoord.”
samenwerking tussen onderwijs, gemeente en zorg 4) het vergroten van sense of belonging’ bij studenten: de mate waarin studenten zich thuis voelen in het onderwijs en de vrijheid voelen zichzelf te zijn. Hogescholen en universiteiten spannen zich in om stress en prestatiedruk onder studenten tegen te gaan, bijvoorbeeld door te kijken hoe toetsen en deadlines beter kunnen worden gepland. Maar ook door meer openheid te creëren over mentale gezondheid in de collegezalen of docenten en studentbegeleiders te leren hoe ze goed kunnen signaleren en doorverwijzen. Een ander voorbeeld is dat hogescholen en universiteiten aan de slag gaan met suïcidepreventiebeleid en zich inspannen om duidelijk te communiceren over het aanwezige hulpaanbod. Met het kader wordt voortgebouwd op het landelijke samenwerkingsverband tussen de hogescholen, universiteiten, studenten, ECIO en het ministerie van OCW dat in 2018 is opgericht in de ‘Gezamenlijke ambitie studentenwelzijn’
Geef je plannen de ruimte
Goede gebouwen zijn een basisvoorwaarde om uw onderwijsvisie te kunnen realiseren. Of u nu gaat verhuizen, verbouwen, of nieuw gaat bouwen: wij kennen het hele proces. We begeleiden u van het initiatief tot en met de exploitatie bij het ontwikkelen, realiseren en gebruiken van onderwijsgebouwen.
bbn adviseurs heeft ervaring met primair en voortgezet onderwijs, MBO, HBO en universiteiten. We ondersteunen met vastgoedadvies, huisvestingsadvies, bouwmanagement, bouwkostenmanagement en advies op het gebied van onderhoud en beheer.
bbn
Maak nu kennis met het vernieuwde Van12tot18 magazine!
Van 12tot18 is een magazine voor leraren en leidinggevenden in het voortgezet onderwijs. Het magazine besteedt aandacht aan leren en onderwijzen, de leerling en de leraar en aan maatschappelijke ontwikkelingen waar het onderwijs mee te maken heeft. Van12tot18 is een onmisbaar magazine, waarin informatie, inspiratie en ontspanning samenkomen. Gun jezelf, of een ander een abonnement op Van12tot18.
Introductie abonnement
• Je maakt via een introductie abonnement kennis met Van12tot18.
• Je ontvangt maandelijks het magazine behalve in zomermaanden.
• Je krijgt toegang tot alle artikelen op de site van Van12tot18.
• Je ontvangt als nieuwe abonnee een welkomstgeschenk.
Scan de QR-code voor het introductie abonnement
WE MOETEN GEWOON BOUWEN WAT WE ONZE KINDEREN HEBBEN
BELOOFD
Het is al bijna 2050, als je de tijd bekijkt op de schaal van een stad. En in 2050 hebben wij met z’n allen een energieneutrale circulaire leefomgeving met prachtige gezonde schoolgebouwen voor alle leerlingen en studenten. Als projectmanager ga ik graag uit van het resultaat dat we met elkaar hebben afgesproken en vanaf daar redeneer ik terug.
Als we in 2050 circulair willen zijn, dan moet elk bouwelement van nu volledig herbruikbaar zijn. En dan moeten we nu in de praktijk aan de slag gaan met het hergebruiken, want dat vraagt nogal wat van onze bouworganisatie. Het kan allemaal, kijk maar naar de tomatenkas van de VU (zie artikel in deze Schooldomein op pagina 28 en 29).
Alle gebouwen die we nu realiseren staan er in 2050 nog ongeveer net zo bij als bij oplevering en het gaat ons niet lukken om alle bestaande gebouwen te renoveren voor 2050. Dus als de som van al die schoolgebouwen straks energieneutraal moet zijn, dan hebben we nu geen tijd voor onzin als bijna-energieneutrale nieuwbouw. Dan moet alles wat we bouwen nul-op-de-meter (NOM), of ten minste NOM-ready zijn. Dat betekent dat het gebouw na nog één upgrade van de installaties meer duurzame energie oplevert dan de gebruikers nodig hebben voor hun verwarming, koeling, computers, digiborden en koffieapparaten.
Eigenlijk moet je dan nu al naar nul-op-de meter, met ruimte voor nog wat leermomentjes. En dat is geen onbereikbaar doel, we moeten het gewoon met elkaar afspreken. Net zoals we in Parijs hebben afgesproken dat we onze kinderen een wereld gunnen die minder dan 2 graden warmer is dan wij hem kregen.
Meer weten? Neem dan contact op met Peter Heijmen, huisvestingsadviseur bij RYSE (p.heijmen@ryse.nl).
no.2
Duurzaam en circulair bouwen
Duurzaam en circulair bouwen is het thema van nummer 2, dat eind november 2023 in uw bus valt. Het thema duurzaamheid komt in alle varianten deze jaargang als thema terug. Staat duurzaam bouwen voor anoniem, circulair, losmaakbaar en prefab of levert het mogelijk een betere en vooral slimme bijdrage voor een betekenisvolle, unieke en adaptieve omgeving?
Hieronder een greep uit de artikelen:
Spel van licht en zicht: Duurzame architectuur voor De Evenaar in Heemstede.
Flexibele scholen in Amsterdam: Innovatief bouwen binnen een raamovereenkomst.
Een hellingbaan door de school: Iedereen doet mee in het Prisma College Arnhem.
Duurzaam en modern: Een nieuw huis voor het Huygens Lyceum Eindhoven.
Veel ruimte voor eigen keuzen: Nieuwbouw Kompaan College Zutphen/Vorden.
Nieuwbouw ROC Mondriaan: Flexibel, duurzaam, natuurlijk-inclusief en aantrekkelijk.
Het Element Amersfoort: Ontwerp en inrichting sluiten aan op de korrel van de stad.
Onderwijsvastgoed Dag 27 september: Belangrijk netwerk voor experts met ambitie.
Trivium College Amersfoort: De wijk doet mee in het creëren van betekenisvol onderwijs.
Schooldomein
Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl.
Uitgever
Schooldomein is een uitgave van Schooldomein B.V. en Ten Brink Uitgevers
Redactie
Sibo Arbeek, Natascha Bruinstroop, Brenda Breems
Vaste medewerkers
Adri Pijnenburg, Ivo van der Hoeven, Anje Romein, Kees Rutten (fotografie), en Martine Sprangers (fotografie).
Redactieraad
De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag.
Redactieadres
Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, tel 06-82548370
E-mail: info@schooldomein.nl
Arrangementen partners Schooldomein.
Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein B.V., Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, telefoon 06-82548370, brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Natascha Bruinstroop, natascha@fizz.nl.
De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl.
Abonnementen
Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl.
Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 46,20 voor losse nummers e 8,20 incl. verzendkosten.
Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 september van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.
Productie
Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door een groot aantal partners. Een overzicht daarvan vindt u op pagina 5.
Nieuw in het Airmaster gamma AM
1000 met koeling
Geef kinderen een fris klaslokaal met
voldoende thermisch comfort
• Koeloplossing op maat
• Koelvermogen tot 7 kW
• Slimme sturing
• Eenvoudige montage
OPTIMALE FLEXIBILITEIT
Vouwwanden als gemeenschappelijke deler
Onze vouwwanden zijn dé oplossing als uw ruimte snel en veelvuldig gescheiden moet worden. In één handbeweging open of dicht en zelfs leverbaar in 46dB geluidswerende uitvoering! Een kwalitatieve wand waarmee BREEDVELD al bijna 50 jaar marktleider is. Wij produceren, bouwen constructies om de wand heen en monteren met eigen specialisten. Bezoek onze website breedveld.com voor impressies of bel onze deskundige op 0487 - 54 28 88.
www.breedveld.com
Mobiele paneelwanden, geluidsisolerende schuifwanden, mobiele glaswanden of vouwwanden. Onze producten hangen op honderden scholen in Nederland en België.