Schooldomein nr6 Juni 2012

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein Leraar van het jaar Ilse GabriĂŤls

Thema: Op naar de top! Europese schoolleiders bezoeken Nederland Lessen uit 20 jaar scholenbouw Twee brede scholen voor Hollands Kroon

jaargang 24 juni 2012

6

Like de nieuwe Facebookpagina van Schooldomein


No limits

Vloeren voor het onderwijs Door onze vrije manier van denken zijn wij freerunners in hart en nieren; als het nuttig of nodig is, kijken wij over de grenzen van ons vakgebied heen. Want uiteindelijk telt alleen het resultaat: Bolidt vloeren voor scholen. Ze voldoen aan de hoogste eisen op het gebied van functionaliteit en duurzaamheid. Om over de vrolijke designmogelijkheden nog maar te zwijgen. Bolidt, no limits. www.og.bolidt.nl


De kleurrijke toekomst van het sciencelokaal Al meer dan tien jaar is S+B marktleider op het gebied van innovatief practicummeubilair. Wat begon met de inmiddels beroemde Octopod-tafel voor toekomstgericht, interactief groepsonderwijs, is sindsdien uitgegroeid tot een revolutionair totaalconcept. Innovatie is altijd onze drijfveer gebleven, ook als het gaat om de samenwerking met onze klanten. Daarom betrekt S+B haar opdrachtgevers intensief bij het ontwerpproces. Daarin bepaalt u als gebruiker ĂŠn medeontwerper samen met S+B de definitieve vorm van uw practicumlokalen, van het allereerste idee tot de laatste stekker in het stopcontact. Een complete leeromgeving op maat dus, dat leerlingen en leraren inspireert en motiveert. Zo geven we samen kleur aan het onderwijs!

Bezoekadres

Postadres

T +31 (0)10 258 25 80

Elandstraat 77

P.O. Box 256

info@splusb.nl

3064 AG Rotterdam

2900 AG Capelle a/d IJssel

www.splusb.nl


BOAG CREËERT RUIMTE

Ruimte om in te werken en te wonen. Ruimte om in te leven en te creëren. Ruimte voor zorg en onderwijs. Niet door zelf te ontwerpen of te bouwen, maar door deskundig advies en integraal management van het totale huisvestingstraject vanaf de initiatieffase tot en met de exploitatie van het vastgoed. BOAG creëert ruimte door concrete huisvestingsadviezen te verstrekken. Bij de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van uw huisvesting wilt u een gesprekspartner met kennis van de markt, die de consequenties van de uiteenlopende scenario’s kan overzien. In nauw overleg analyseert BOAG vroegtijdig locaties, programmatische uitgangspunten, bestuurlijke kaders, financiële haalbaarheid en risico’s bij ruimtelijke vraagstukken. Onze expertisevelden zijn:

     

Vastgoedadvies Huisvestingsadvies Facility Management Projectmanagement Bouwkostenadvies Onderhoudsadvies

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer F.J.N. de Gier tel. 010 - 209 35 35, e-mail freddegier@boag.com, of kijk op www.boag.com

De Ron de Groot Groep is al jaren gespecialiseerd in de inrichting van theater gerelateerde ruimtes. We hebben inmiddels ook vele scholen ingericht. Specifieke theater scholen, maar ook reguliere scholen hebben we mogen voorzien van ons uitgebreide assortiment. Ook zo’n mooi toneel voor uw school? Bel ons!

• Toneelgordijnen • Grid en Rails • Verduisteringsgordijnen (SCHOOL)TONEELINRICHTING

• Balletvloeren • Podium-elementen • Hoogwerkers

Voor ons assortiment en meer informatie kunt u kijken op:

www.theatertextiel.com Voor een vrijblijvende afspraak kunt u ons bellen op:

0182-61 63 10

• Horizondoeken • Filmschermen • Vlamvrij preparaat • En nog veel meer!


VAN DE REDACTIE

Op naar de top Eigenlijk een vreemd thema voor deze Schooldomein in een tijd waarin niets meer kan. En toch heb ik die ervaring niet. Van 20 tot 25 april bezochten ruim 60 Europese schoolleiders en inspecteurs Nederland, om te discussiëren over het brede thema competentiegericht leren in een internationale omgeving. Ze bezochten met hun Nederlandse collega’s 24 scholen van primair tot en met hoger onderwijs, praatten over pedagogische uitgangspunten, snoven aan het onderwijs door een deel van een les bij te wonen en liepen door het gebouw. Op de zaterdag was er een prachtig symposium met Joseph Kessels die in een universele taal aangaf dat contact met het kind de basis is voor elke onderwijsvernieuwing en elke leerprestatie. In die context moet ook de motivatie voor het team gevonden worden. Dus niet top down, maar bottum up. Een mooi voorbeeld van deze visie werd door het Amadeus College geleverd, waar leerlingen hun school presenteerden en elk domein van circa 90 leerlingen een eigen team van docentenondernemers heeft met een eigen onderwijsarchitect. Er ontstond een prachtige discussie met de voorzitter van de VO-Raad Sjoerd Slagter, die aangaf dat Nederland het internationaal weliswaar goed doet, maar niet meer dan dat en in feite al jaren op hetzelfde niveau blijft hangen. Hij pleit juist voor een meer top-down benadering, met duidelijk leiderschap vanuit de schoolleiding; docenten zijn in verwarring, het beroep heeft geen status meer en helder leiderschap met duidelijke doelstellingen is nodig. Een mooi voorbeeld van onderwijskwaliteit aan de basis

geeft het artikel over de Scholengemeenschap Lelystad, waar bekend onderwijspedagoog Ed Schüssler een pleidooi houdt voor het behoud van deze school, die mogelijk in een fusieproces opgaat met de twee andere scholen in Lelystad. Ten slotte een boeiende en voor zichzelf sprekende samenvatting van al die prijswinnende scholen die in Schooldomein worden geëvalueerd. Wat blijkt: het vertalen van de onderwijsvisie in een goed gebouw is de beste drager van duurzaamheid. En daar hoort een professionele opdrachtgever bij. En dan zijn we weer terug bij de Europese schoolleiders, die enorm onder de indruk waren van de kwaliteit van het Nederlands onderwijs, de autonomie van de Nederlandse schoolleider en natuurlijk onze prachtige leeromgevingen. Veel leesplezier gewenst met alweer de laatste Schooldomein van deze jaargang. Na de vakantie spreken wij elkaar weer. Sibo Arbeek Hoofdredacteur

Onze visie

Het netwerk

Uw mening

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

schooldomein

juni 2012

5


inhoud 10

BESTUUR EN BELEID Laat vele bloemen bloeien Gedeputeerde Elvira Sweet over de provinciale rol rond de leefbaarheid van kleine kernen.

en -loopbanen in 13 Leeromgeving beroepsonderwijs ICSadviseurs mede-financiert Bijzondere Leerstoel

14 Lessen uit 20 jaar scholenbouw

Schooldomein neemt opdrachtgeverschap onder de loep.

onderwijs en 16 Kwaliteit leeromgevingen boven verwachting Een impressie van het bezoek van Europese schoolleiders aan Nederland.

ONTWERP EN INRICHTING

26 Ruimtelijkheid met Italiaanse touch Nieuwbouw Technasium en Open Leercentrum voor CSG Dingstede.

Rietwierde Groningen krijgt 29 School energielabel A+ De hoge ambities van de gemeente Groningen op het gebied van duurzaamheid.

Erfgoed of aftands 30 Cultureel gebouw?

20

THEMA

Is dat niet een beetje een te positief thema in een tijd van sombere verhalen over crisis en krimp? We moeten bezuinigen, er is minder werk en de leerlingenaantallen nemen af. Allemaal waar, maar toch liggen er kansen en mogelijkheden volgens de deelnemers van deze expertmeeting. “Blijf vernieuwen, ontwikkel innovatieve concepten, heb het lef anders te denken, probeer je te onderscheiden in de markt, zorg voor flexibiliteit, verbind partijen met elkaar�, zo luiden enkele adviezen. Het is de opmaat voor een optimistische discussie. schooldomein

1972 dateert nog steeds modern kan zijn.

Trajectum College is brede 32 Nieuwe wijkschool Vreedzame school in vreedzame wijk gaat behoorlijk op de schop.

en filmkunst samengebracht 34 Lichtin het nieuwe Amsterdams filmmuseum EYE Een verslag uit het eerste museum dat de

Op naar de top 6

Hoe een gebouw waarvan de eerste fase uit

juni 2012

sprong waagde naar de andere kant het IJ.

36 Kleine groepen, korte lessen

Nieuwbouw Westvliet van het Wellant College is onderwijskundig getransformeerd.

38 Nieuwe brede school in Wezep

Integraal ontwerp levert fraai concept op.


BOUW EN ORGANISATIE

in Veenendaalse 40 Primeur aandachtswijk

Panorama is de eerste energieneutrale MFA van Nederland.

42 Kindcentrum zonder lokalen

Kindcentrum de Hoven in Rosmalen werkt met leerdomeinen.

44 ‘Succes door samenwerking’ Twee brede scholen versterken het

voorzieningenaanbod in Hollands Kroon.

op Total Cost of 46 Aanbesteding Ownership DBMO-light bij vervangende nieuwbouw voor Sportcomplex in Vianen.

STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

architecten in het 48 Nederlandse buitenland

Kruisbestuiving tussen lokale bouwtechniek en Nederlandse kennis.

50 Innovatie door General Contracting! Hoe kun je in tijden van economische tegenwind toch vooruit?

FINANCIERING EN EXPLOITATIE

heel goed tot behoorlijk 52 Van onvoldoende

Scholenbouwprijswinnaar Bredero College gewaardeerd.

54 Koersverandering nodig!

Krimp en ontgroening treffen het basisonderwijs.

Rubrieken 9 De verbeelding: Ilse Gabriëls 19 Kort nieuws 56 Het atelier: Brede school Markeent 57 Column: Egon Raasveld 58 Vooruitblik naar Schooldomein 1

10 22 40 48 52


Maatwerk, partner passend onderwijs

Passend onderwijs. We krijgen er allemaal in de nabije toekomst mee te maken. Wat betekent dat voor u als schooldirectie of als samenwerkingsverband? Bijvoorbeeld dat u ervoor zorgt dat er voor kinderen die binnen passend onderwijs bij u op school komen, goede randvoorwaarden zijn om te kunnen leren en spelen in de klas. Op die manier geeft u inhoud aan de onderwijs- en zorgplicht. Sommige kinderen hebben extra ondersteuning nodig bij het zitten, als hun spierspanning te laag is. Of een extra kleine stoel, als ze de ziekte spondylo epiphysaire dysplasie hebben. Dat is een grote naam voor een ziekte waar je klein van blijft. Met kleine ledematen is het lastig als je gewoon op een stoel wilt zitten en ook nog met je voeten bij de grond wilt kunnen. Dan is er een stoel van Maatwerk met een voetenplankje, instelbare heupbreedte en elektrische hooglaagverstelling. Zo kunnen kinderen rustig zitten en zich concentreren in de klas. En dan is er echt sprake van passend onderwijs. Benieuwd naar wat Maatwerk voor u kan betekenen binnen passend onderwijs? Bel ons gerust voor een afspraak.

Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, sales@kindermeubilair.nl, www.kindermeubilair.nl


de verbeelding In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Kees Rutten

Ilse Gabriëls Ik kijk graag naar het mooie om me heen. Die grote en kleine mensen en dingen, ze doen me genieten, voeden mijn positieve kijk op het leven, geven me energie om dingen gewoon te durven. De jongeren die ik tegenkom in mijn werk, zijn een grote bron van inspiratie. Hun spontaniteit en ongepolijstheid, hun gedrag als botsauto, onbewust op zoek naar erkenning en waardering. Lastig en heerlijk. Wat is er mooier dan kleine mensen helpen te groeien?

Ilse Gabriëls is kernteamleider mavobovenbouw en docent Biologie/mens en natuur aan het Mondriaan College in Oss, Eerder dit schooljaar werd zij verkozen tot ‘lerares van het jaar’ in de categorie ‘middelbaar onderwijs.

schooldomein

juni 2012

9


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Bart Homburg

Stimuleren van eigenheid Gedeputeerde Elvira Sweet van de provincie Noord-Holland legt uit wat de provinciale rol is rond de leefbaarheid van kleine kernen. Haar credo is: laat vele bloemen bloeien, maar wel met oog voor de eigenheid van dorpen.

Elvira Sweet: “De rol van het Midden-bestuur staat in Nederland onder druk. Het is duidelijk dat de provincies zich de afgelopen jaren moesten herbezinnen op hun rol. Primair zijn we er voor de ruimtelijke en economische ontwikkeling, zeg maar de hardware. In Noord-Holland hebben de staten er nadrukkelijk voor gekozen om gemeenten te ondersteunen bij bovenlokale sociale vraagstukken. Infrastructuur en de structuurvisies die gemeenten opstellen raken sociale thema’s. Wij willen op dat raakvlak nadrukkelijk de rol van Kennismakelaar vervullen op het bovenlokale niveau: het ontwikkelen, vertalen en verspreiden van

Laat vele 10

schooldomein

juni 2012


BESTUUR EN BELEID

kennis die bruikbaar is op het regionale en lokale niveau. We ondersteunen gemeenten daarbij op drie thema’s: de verdere ontwikkeling van de WMO (zoals de transitie vanuit de AWBZ), de kwaliteit van wonen, zorg en voorzieningen en het vitale platteland. Wij willen partner zijn van de gemeenten.”

Gebiedsgerichte invulling Strategisch adviseur Ton de Wit vult aan: “Gemeenten hebben behoefte hebben aan kennisdeling. En dat faciliteren wij, door aansluitend bij de regionale behoefte maatwerk te ontwikkelen, onder meer vanuit

ons Kenniscentrum.” Elvira Sweet: “We hebben met de Staten het kader vastgesteld en dat vastgelegd in de Provinciale Sociale Agenda 2012-2015. Elke regio bepaalt daarbinnen zelf de belangrijkste sociale vraagstukken en stelt een zogeheten Regionale Sociale Agenda op. Daarbij vertalen ze de aspecten WMO, voorzieningen in de dorpen en het dorpsbeleid naar de eigen ambitie. Op het moment dat de regio’s goede oplossingsrichtingen aandragen, hebben wij daar een beperkte subsidieregeling voor, waarbij we tot 2015 jaarlijks ruim € 2,5 miljoen kunnen inzetten. Daarbij is stimuleren van de samenwerking, het faci-

bloemen bloeien schooldomein

juni 2012

11


“Het is een misvatting om in algemene termen te spreken over krimp.”

literen van gezamenlijke uitvoering en kennis delen vele malen belangrijker dan het geld dat we beschikbaar stellen. In alle gevallen betreft het dan cofinanciering; we willen dat gemeenten ook zelf een deel bijdragen. Wij kiezen voor een gebiedsgerichte invulling. De uitwerking van de thema’s kan per regio en gemeente verschillend zijn. Zo is de regio Vechtstreek bezig met een nieuw type WMO-zorgloket en Zuid-Kennemerland met een nieuw registratiesysteem voor het Centrum Jeugd en Gezin. De kennis die daar ontstaat, verspreiden wij vervolgens actief naar andere regio’s. Daarbij gaan wij er niet zozeer vanuit dat functies moeten blijven bestaan, maar we stimuleren gemeenten vooral over hun basisactiviteiten na te denken. Een dorpshuis is geen doel op zich, maar kan een middel zijn om mensen te binden en vrijwilligers te mobiliseren.”

Vraaggestuurde ondersteuning “Noord-Holland heeft historisch een goede relatie met de plattelandsregio’s. Wij voelen ons betrokken bij de kwaliteit die gemeenten bieden en uiteraard is een provincie gebaat bij bestuurskrachtige gemeenten. Voor alle duidelijkheid: wij subsidiëren geen uitvoerende organisaties meer, dat is nu een taak van de gemeenten. Wat we nog wel doen is bijvoorbeeld het subsidiëren van een organisatie voor cliëntenbelangen, de Samenwerkende Bonden voor ouderen etc. Ook ondersteunen wij de Vereniging Kleine Kernen Noord-Holland en het Platform Dorpshuizen Noord-Holland. In het verleden waren we wel meer betrokken bij uitvoerende programma’s, zoals het stimuleren van de ontwikkeling van brede scholen en MFA’s en het meewerken aan een zorginfrastructuur in een omgeving. Nu vinden we het belangrijk dat de netwerken blijven bestaan. Wij leggen nu het accent op vraaggestuurde ondersteuning door middel van de Regionale Sociale Agenda’s.”

Samen met de regio Ton de Wit: “Als we wat dieper ingaan op het aspect leefbaarheid en plattelandskernen, dan stimuleren we effectief de dorpsraden en de dorpshuizen. We zien dat onder meer door krimp het voorzieningenniveau dreigt te verschralen of op grotere afstand komt te staan. Wij willen bereiken dat voorzieningen in elk geval bereikbaar blijven en ontmoeting zo dichtbij mogelijk plaats kan vinden. Daar horen bijvoorbeeld ook initiatieven bij als buurtzorg. Natuurlijk houden we goed bij wat er in de praktijk van onze ambities terechtkomt: hoe worden de projecten uitgevoerd en wat is de meerwaarde ervan? Hoe kunnen we dat dan weer vertalen in het samen delen van kennis en expertise? Resultaten tellen, maar daar heeft de provincie vooral een inspanningsverplichting. De gemeenten zijn verantwoordelijk en wij faciliteren.”

12

schooldomein

juni 2012

De dorpswinkel als ontmoetingsplek Elvira Sweet: “Het is een misvatting om in algemene termen te spreken over krimp of een basisniveau aan voorzieningen voor een dorp. Elk dorp is weer anders. Je hebt dorpen met veel mensen van buiten, die vooral kiezen voor de rust en niet op voorzieningen zitten te wachten. Die zijn gewend te reizen. Maar je hebt ook dorpen waarin de oorspronkelijke bewoners steeds meer voorzieningen zien verdwijnen. In de bijeenkomsten met gemeenten proberen we hen te prikkelen om een toekomstvisie van een dorp te schetsen, samen met de bewoners. Uiteindelijk is de burger aan zet en nieuwe oplossingen ontstaan uit samenwerking tussen publieke en private organisaties en burgerinitiatieven. Ik denk aan de dorpswinkel als ontmoetingsplek. Je ziet hem weer terug komen, maar nu vaker (mede) gerund door vrijwilligers. Ik was laatst op Texel en heb ervaren hoe sterk de betrokkenheid bij het dorpshuis was. Dus zoeken naar plekken waar mensen energie in willen steken. Waar het om gaat is het volgende: hoe ziet jouw dorp er over een aantal jaren uit en wat kunnen we doen om dat beeld te realiseren? Dat bedoel ik heel concreet met vraagsturing. Het gaat om stimuleren, activeren en motiveren.” Sinds 10 maart 2011 is Sweet namens de PvdA lid van de provinciale staten van Noord-Holland. Elvira Sweet werd op 18 april 2011 geïnstalleerd als gedeputeerde van de provincie NoordHolland voor Cultuur, Bestuur en Zorg.


BESTUUR EN BELEID ONDERDEEL

ICSadviseurs mede-financiert Bijzondere Leerstoel

Leeromgeving en -loopbanen in beroepsonderwijs Marinka Kuijpers is door het College van bestuur van de Open Universiteit per 1 april 2012 benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Leeromgeving en leerloopbanen in het voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs’. Deze bijzondere leerstoel is ingesteld bij het Ruud de Moor Centrum (RdMC) van de Open Universiteit door twaalf organisaties die het professionaliseren van (v)mbo leraren hoog in het vaandel hebben.

V

eranderingen in onze samenleving vragen dat leerlingen gedurende hun (leer)loopbaan talenten leren ontdekken, ontwikkelen en bewijzen. Docenten zullen leerlingen moeten begeleiden bij het leren kiezen van opleidingen en werk die passen bij hun talenten. Dit vraagt een specifieke leeromgeving en hiervoor is het noodzakelijk dat docenten zich op dit terrein kunnen scholen.

Steun van onderwijs en bedrijfsleven De leerstoel is een initiatief van Stichting Platforms VMBO en wordt gefinancierd via een beheerstichting waarin maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven samenwerken. Deze partijen hechten groot belang aan de relatie tussen wetenschap en praktijkonderzoek en willen hiervan leren. De samenwerkende partners zijn Techniek Talent Nu, Stichting O&O fonds Energie en Nutsbedrijven, KPC Groep, Ondersteuningsfonds Zorg, Welzijn en Sport, Actiz, organisatie voor Zorgondernemers, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), Ecabo, Skills Netherlands, AOC Raad, ICSadviseurs/ Schooldomein en Stichting Platforms VMBO.

Beperking studie-uitval mbo Uit verschillende onderzoeken over doorstroom van vmbo naar mbo blijkt dat veel leerlingen betrekkelijk willekeurig en weinig gemotiveerd kiezen voor een vervolgopleiding, met veel demotivatie en uitval als gevolg. Praktijkgerichtheid van het onderwijs en de juiste loopbaangerichte begeleiding van leerlingen draagt bij aan het kiezen voor een juiste studierichting, studiemotivatie en loopbaancompetenties. De nieuwe leerstoel draagt bij aan de kennisopbouw over de effectiviteit en innovatie van de leeromgeving om leerloopbanen te optimaliseren.

Over Marinka Kuijpers Dr. Marinka Kuijpers (1962) is sinds 2003 lector Pedagogiek van de Beroepsvorming aan de Haagse Hogeschool. Kuijpers werd in 2008 onderscheiden met de Johan van der Sanden Erepenning, uitgereikt door Stichting Platforms VMBO. Deze speciale prijs voor grote verdienste voor het vmbo kreeg zij voor het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk.

schooldomein

juni 2012

13


Lessen uit 20 jaar Opdrachtgeverschap onder de loep Schooldomein onderzoekt prijswinnende scholen in de praktijk. Bestaat professioneel opdrachtgeverschap en hoe presteren prijswinnende gebouwen na een aantal jaren in gebruik te zijn geweest? Tekst Sibo Arbeek Foto’s Mirjam Madiol en Kees Rutten

E

en opdrachtgever moet in een dynamisch krachtenveld met verschillende stakeholders een bouwopgave realiseren, die vaak maar eenmalig voorkomt. In het artikel over het proces van nieuwbouw van het Jan Tinbergen College zegt rector Charles van Wettum het volgende over opdrachtgeverschap:“Ik weet niets van scholenbouw, dus heb hele goede mensen nodig die daar verstand van hebben. Ik breng onze wensen in bij de ontwerpers en kijk met bewondering hoe ze die vertalen naar het gebouw. Mijn kwaliteit is wel om een strakke projectorganisatie met professionals in te richten. Ik organiseer processen, houd mensen enthousiast, breng belangen bij elkaar en hak zo nodig knopen door. Dus vind ik mezelf een professioneel opdrachtgever? Ja, eigenlijk wel….”

Het Braambos uit Hoofddorp Leendert van Dijk, schoolleider van Scholenbouwprijswinnaar 2004 Het Braambos uit Haarlemmermeer

14

schooldomein

juni 2012

verwoordt het zo: “Uiteindelijk blijf je als bouwheer toch leek en vertrouw je op de specialisten. Als directeur moet je eigenlijk twee keer bouwen. Dan kun je de dingen die je de eerste keer leert de tweede keer goed toepassen. Volgens mij zouden opdrachtgevers die voor het eerst bouwen heel goed gebruik kunnen maken van de diensten van directeuren met bouwervaring.”

Metzo College uit Doetinchem Rector Hans Baan van het Metzo College over duurzaamheid en binnenklimaat: “Aan de hand van de heftige discussies rond het gebouw zie je dat het gebouw is ontworpen in een tijd dat vormvrijheid een groot goed was binnen de architectuur; daarna is eigenlijk de discussie over duurzaamheid sterk opgekomen, waarbij je een gebouw sterk vanuit de exploitatie benadert en daar de vorm op afstemt. Dat is hier zeker onvoldoende gebeurd, met als gevolg dat het in de exploitatie een duur gebouw is.” Volgens Baan moeten de partijen in het bouwproces


BESTUUR EN BELEID

scholenbouw zich aan een aantal leefbaarheidregels houden: “Een gebouw moet een gezond klimaat hebben, moet veilig zijn, er moet nagedacht zijn over het dagelijks gebruik in relatie tot de materiaalkeuze, het gebouw moet vanuit een duurzame exploitatie ontworpen worden.”

De Lingeborgh uit Geldermalsen Ronald van Vliet van De Lingeborgh uit Geldermalsen: “Elke zeven jaar verandert een onderwijsvisie en wordt daarmee het gebouw op de proef gesteld. En wat nu zo bijzonder is, is dat dit gebouw nu juist weer functioneler lijkt te worden. En dat heeft alles met onderwijsvisie te maken. Nu ligt de nadruk weer minder op het nieuwe leren, vraaggestuurd onderwijs en projectonderwijs, maar juist weer meer op rekentoetsen, op taalonderwijs en de rol van de docent.” Over het opdrachtgever zijn: “Deskundigheid kun je inhuren. Je moet als opdrachtgever heel erg oppassen dat een nieuw gebouw niet een optelsom is van de wensen van de secties. Dat bewijst dat fundamentele keuzen over onderwijs en gebouw door een professionele opdrachtgever gemaakt moeten worden. Immers, dat gebouw moet wel mee kunnen groeien met een veranderende vraag.”

Insula College uit Dordrecht Rien van Helvert: “Het is in zijn opzet een mooi gebouw. Toch had ik het vanuit de conceptie anders gedaan. Op het moment dat ik aantrad, was het Programma van Eisen al opgesteld en lag er bijna al een voorlopig ontwerp. In feite was al bepaald wat de ziel van het gebouw zou zijn. Mijn voorgangers wilden vanuit een beeld van controle en toezicht een ge-

bouw neerzetten dat maximale veiligheid zou bieden aan een kwetsbare doelgroep. Dat maakt dat het gebouw niet leeft, omdat het geen kloppend hart heeft waar het gebeurt. Het zit logistiek wel slim in elkaar en het is een zeer duurzaam gebouw, maar is vanuit de conceptie neergezet dat leerlingen er tijdens de lesuren zijn en vervolgens weer naar huis gaan.”

Lessen uit de praktijk Inmiddels heeft Schooldomein een aantal prijswinnende scholen geëvalueerd. Wat opvalt, is dat de onderwijskundige kwaliteit van het gebouw bepaalt of het gebouw nog steeds bevalt en duurzaam is. Duurzaamheid en technische kwaliteit scoren zeker hoog, maar zijn niet bepalend voor de beleving van een gebouw. Tijdens een recente expertmeeting van Schooldomein werd over het begrip opdrachtgeverschap gesproken. Het volgende citaat geeft waarschijnlijk heel goed aan waar het om gaat:

“Opdrachtgevers die voor het eerst bouwen, kunnen goed gebruik maken van collegadirecteuren met bouwervaring.”

“Deze tijd vraagt om een nieuwe opdrachtgever. Een opdrachtgever die professioneel is en tegelijkertijd sturend optreedt. Een bureau een opdracht geven om een visie uit te stippelen, werkt niet. De nieuwe opdrachtgever is veel professioneler, heeft meer kennis en stoomt niet te snel door naar bijvoorbeeld een Plan van Eisen. Een opdrachtgever moet met verstand van zaken blijven regisseren en is een serieuze tegenspeler van de contractpartij. De opdrachtgever moet zijn kritisch vermogen goed organiseren en tegelijkertijd situatie- en contextgericht sturen.” Voor meer informatie: sarbeek@icsadviseurs.nl, 06-22267795.

schooldomein

juni 2012

15


Europese schoolleiders bezoeken Nederland

Kwaliteit onderwijs en leeromgevingen boven verwachting Het Nederlands Forum voor onderwijs­management (NFO) organiseerde in opdracht van the European Federation for Education and Administration (EFEA) een intervisitatie voor schoolleiders, inspecteurs, wetenschappers en adviseurs. Gastvrouw was de Stichting Katholiek Onderwijs Leiden (SKOL). Maar liefst 24 scholen werden bezocht en er was een interessant symposium. Een impressie.

EuroparlementariĂŤr Wim van de Camp

16

schooldomein

juni 2012


BESTUUR EN BELEID

CvB-voorzitter SKOL Karin van Oort Tekst Bob van de Ven en Sibo Arbeek

N

ederland won de competitie van Cyprus en stond voor de uitdaging de vorige intervisitaties in Bulgarije, Slovenië, Spanje, Ierland en Letland te evenaren. De uitdaging van het programma, dat van 20 tot en met 25 april duurde, was een goed inhoudelijk thema te koppelen aan schoolbezoeken die er toe doen en een omgeving die informeel netwerken mogelijk maakt. Vanuit het Nederlands Forum werd een brede werkgroep samengesteld die bestond uit voorzitter Bob van de Ven, voorzitter CvB Stichting Katholiek Onderwijs Leiden (SKOL) Karin van Oort, partner van ICSadviseurs en hoofdredacteur Schooldomein Sibo Arbeek, schoolleider en auteur Jan Willem Lackamp, lid CvB Commanderij College Martin Jacobs, ex CvB-lid Nuovo Ruud Reijnders en filmmaker Marijke van der Putten van Inspirae. Leiden werd het decor van het bezoek en Karin van Oort stelde het Bonaventura College ter beschikking als vergader- en conferentiehuis.

Competentiegericht onderwijs Het thema van de intervisitatie werd bepaald op competentiegericht onderwijs in een internationale

omgeving. Jan Willem Lackamp vertaalde het begrip competentiegericht leren in een bijdrage voor het boekje ‘European Studies in Education Management’. Lackamp stelt: “Er is landelijk de afgelopen jaren zware kritiek geweest op de invoering van competentiegericht onderwijs, met name in het mbo. Het ging daarbij vooral om de organisatie van de verandering. Fundamentele kritiek op de verwachtingen met betrekking tot de mate waarin leerlingen in staat zijn zichzelf bepaalde cognitieve en gedragsvaardigheden aan te leren komt vanuit de hersenwetenschap.” In het kader van deze Europese intervisitatie werd het thema breed opgevat: de mate van autonomie van de schoolleider vertaald naar het onderwijskundig concept en de wijze waarop de docent in interactie met de leerling het onderwijsproces vormgeeft.” Dat is een thema dat veel ons omringende landen sterk bezighoudt, waarbij Nederlandse scholen de afgelopen jaren een sterke ontwikkeling te zien hebben gegeven: een combinatie van decentralisatie van taken, middelen en verantwoordelijkheden, autonomie van schoolleider en docent en de mogelijkheid om het eigen onderwijsproces in te richten.

schooldomein

juni 2012

17


• Er is sprake van aansturing door een team van docenten, waarbij verschillende leer- en werkvormen worden toegepast. • De docenten in de bezochte klassen passen de methode van competentiegericht onderwijs toe, in combinatie met een heldere aansturing. • De taken die de leerlingen uitvoeren kenden een interdisciplinaire benadering. • Docenten wezen op de eigen verantwoordelijkheid van leerlingen in het uitvoeren van hun taken.

Internationale context Op zaterdag 21 april werd het symposium ‘Competences in education in an international context’ gehouden. Spreker Sjoerd Slagter zette scherp in: Het Mc Kinsy rapport over de verbetering van schoolsystemen wereldwijd geeft een volgend beeld van de kwaliteit van het onderwijs in Nederland:

De evaluatie op de slotbijeenkomst was onverdeeld positief: Het Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement heeft een prachtige prestatie neergezet: een zeer gastvrij Leiden, een prikkelend symposium, waarbij ook Europarlementariër Wim van de Camp aanwezig was en goed georganiseerde schoolbezoeken, waarbij de passie en het enthousiasme van de bezochte scholen opviel. Wilt u lid worden van het NFO: bel naar 06-22267795. Voor meer

• Topperformance zit niet in het DNA van het Nederlands onderwijs • Het vak leraar en doceren kennen een negatief (zelf-)beeld • Scholen in Nederland zijn behoorlijk autonoom, waarbij niemand meer naar elkaar luistert • Onze klassieke manier van interventies plegen werkt mogelijk niet meer

informatie over EFEA kijkt u op www.efea-network.org. Daar vindt u ook presentaties en publicaties.

Bezochte scholen tijdens de intervisitatie Teylingen College, Voorhout Amadeus Lyceum, Vleuten

Slagter pleit in een tijd van middelmaat en doorgeslagen autonomie voor een weer meer directieve benadering, waardoor nieuw en krachtig schoolleiderschap ontstaat.

De Christophoor, Rotterdam Haagse Hogeschool, Den Haag Leerpark ROC en VMBO, Dordrecht ROC Leiden

18

schooldomein

Spreker Joseph Kessels, hoogleraar Opleidingskundig Leiderschap aan de Open Universiteit, pleit voor een hele andere benadering: “Je kunt niet slim zijn tegen je eigen wil. Het probleem van deze tijd is dat we niet meer aansluiten bij de natuurlijke behoeften en drijfveren van het kind. Je moet als volwassene letterlijk door de knieën willen gaan om de belevingswereld van het kind te leren begrijpen. De reden waarom veel docenten lesgeven niet meer aantrekkelijk vinden is, omdat ze het onderwijsproces niet meer natuurlijk kunnen of mogen benaderen. Echte verandering moet vanuit de basis komen.”

International Community School, Amsterdam

24 Schoolbezoeken

MFA Mr. Ivenschool, Elsendorp

Het hoogtepunt van de intervisitatie bestond uit de schoolbezoeken, waarbij op elk niveau, van PO tot en met Hoger Onderwijs scholen werden bezocht. Na een uitleg over het schoolsysteem en de onderwijskundige visie, konden de buitenlandse gasten lessen bijwonen en met leerlingen en studenten discussiëren. Elke school werd vervolgens geëvalueerd, zoals bijvoorbeeld het Commanderij College, vestiging vmbo:

Sterren College, Haarlem

juni 2012

Het Braambos, Hoofddorp CSB Buitenveldert, Amsterdam De Meer/De Pyramide, Haarlem Vakcollege Amersfoort Cartesius Lyceum, Amsterdam Visser ’t Hooft Lyceum, Leiderdorp ZMLK Insp. De Vriesschool, Den Haag Bonaventura College, Leiden Commanderij College, Gemert

ROC Da Vinci, Leiden Visio, Huizen IJburg College, Amsterdam Jan Tinbergen College, Roosendaal Hofstad Lyceum, Den Haag


kort nieuws 24 januari: feest 25 jaar Schooldomein op de NOT Schooldomein begint in september aan haar 25e jaargang. Het 25-jarig feest gaan we vieren op de NOT 2013, die van 22-26 januari 2013 in de Jaarbeurs in Utrecht wordt gehouden. Noteer daarom vast in uw agenda: Symposium en feestelijke borrel Schooldo-

mein 25 jaar op donderdagmiddag 24 januari rond het podium en terras in hal 7. Daarnaast is Schooldomein door de VNU gevraagd om het inhoudelijk programma rond het podium Bouw, Facilitair en Inrichting te organiseren. Dat betekent van dinsdag tot en met zaterdag twee keer per dag expertmeetings,

workshops, presentaties en interviews met bekende Nederlanders uit het vakgebied. En dat allemaal op en rond het Open Podium in hal 7.

frisdrankjes. De leerlingen kregen in de pauze onlangs allemaal een flesje POM Wonderful uitgereikt. POM Wonderful bevat 100 % puur granaatappelsap. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat granaatappels veel positieve effecten hebben op de gezondheid. Danielle Maas, directeur van De Boomgaard was zeer te spreken over dit initiatief: “Wij zijn een gezonde school. Iedere dag nemen de kinderen alleen fruit of groente mee als tussendoortje. We maken de kinderen hiervan bewust door er in ons onderwijs aandacht aan te besteden

en we informeren ook de ouders hierover in de nieuwsbrief en schoolgids. Een mooi vervolg op gezond eten is nu ook gegeven: gezond drinken is ook belangrijk!” POM Wonderful wil ouders en kinderen er bewust van maken dat er alternatieven zijn voor de gangbare sappen en frisdranken. Voedingsdeskundige Penny Kolsteeg uit Amsterdam: “Granaatappelsap en andere pure sappen zijn een snelle en gezonde manier voor kinderen om de juiste vitamines binnen te krijgen.” En naast POM Wonderful kun je natuurlijk ook gewoon een flesje water mee naar school nemen.

Meer informatie volgt in de volgende Schooldomeinen.

Energiedrankjes in de ban Amsterdamse basisschool biedt kinderen beter alternatief “Energiedrankjes zijn niet goed voor kinderen”, aldus de GGD Nederland. Een energiedrankje bevat meer cafeïne dan een kind per dag kan verdragen. Ook andere dranken zoals frisdrank en sappen zijn minder goed voor kinderen en veel ouders weten dat niet. Die drankjes bevatten kleurstoffen, veel toegevoegde suikers en conserveringsmiddelen. Met alle gevolgen van dien. KBS De Boomgaard in Amsterdam biedt leerlingen een beter alternatief voor de energie- en

Met een optimaal klimaat blijf je bij de les Fris en te koud of te warm en bedompt. Bij zo’n 80% van de scholen heerst een ongezond binnenklimaat meestal veroorzaakt door te hoge temperaturen in de zomer, te lage temperaturen in de winter of een te hoge C02 concentratie door onvoldoende ventilatie. Conform de “frisse scholen” regeling van de overheid biedt Carrier slimme klimaatsystemen die de oplossing bieden voor een gezond binnenklimaat. Een school waarin iedereen zich lekker voelt en waar de leerprestaties niet afhangen van het klimaat. Kortom een prettige leeromgeving, dat is waar Carrier naar streeft. Met de klimaatsystemen van Carrier blijf je bij de les. Carrier Airconditioning. Do you turn? T (071) 341 71 11, www.carrier.nl/frissescholen

141car 201x135 School.indd 2

05-04-12 14:36


“Wat het invliegen van expertisen betreft gaat het steeds meer om een integrale benadering.�

20

schooldomein

juni 2012


THEMA OP NAAR DE TOP

Op naar de top Kan het wel: een thema Op naar de top in deze lastige tijden? Die vraag werd gesteld aan de deelnemers van de expertmeeting in dit nummer. Een mooi antwoord van een deelnemer: “In dit soort bijeenkomsten roep ik altijd dat we de weg omhoog weer hebben gevonden, maar aan de bar is het: wat een klotentijd, komt er dan nooit een eind aan?”

O

pvallend is een nieuw patroon in de expertmeetings: een jaar geleden werd steevast afgegeven op de rol van de rijksoverheid. Vooral de bekostiging en de krappe budgetten moesten het telkens weer ontgelden. Er moest geld bij, er moest doorgedecentraliseerd worden en de overheid, ook de lokale, kon haar verantwoordelijkheid bij lange na niet waarmaken. Dat zal allemaal ongetwijfeld nog zo zijn, maar het is opvallend dat de partijen die aan de expertmeetings meedoen een bijzondere ontwikkeling hebben doorgemaakt. Deels murw gebeukt door de bezuinigingen, de noodzaak om te krimpen en af te slanken gaat het nu om overleven en vooral het zoeken naar nieuwe vormen. Dat leidt tot het besef dat ook nieuwe rollen nodig zijn:

•D e architect is niet meer stand alone met het ontwerp bezig, maar is een belangrijke schakel in een proces van total engineering, waarbij alle partners in het bouwproces binnen de kaders tot een goede opgave komen. •D e adviseur realiseert zich dat de werkelijkheid niet meer statisch is; er is niet één eenduidige uitvraag meer en een opdrachtgever die het allemaal weet. De foto is een film geworden en de adviseur is een deskundige mediator in een wereld vol nieuwe variabelen, waarbij het eindresultaat heel goed moet zijn. •D e aannemer en ontwikkelaar denken niet meer in termen van DBFMO of PPS, maar zoeken naar simpele en innovatieve aanbestedingvormen waarbij een symbiose ontstaat tussen een redelijk uitgewerkt casco en een zeer flexibele inbouw. •D e opdrachtgever wordt een kritisch mediator, die invloed wil blijven uitoefenen op het hele ontwerpen bouwproces, maar wel op de gewenste output stuurt. Doel is een omgeving die presteert en waar goede contracten onder liggen. •D e overheid herbezint zich op haar rol en verantwoordelijkheid en werkt hard aan het in stand houden van basisvoorzieningen. Een nieuw subsidiebeleid op ondernemerschap en sturen op output draagt bij aan maatschappelijk ondernemerschap en weer durven investeren. Ook wat het invliegen van expertisen betreft, gaat het steeds meer om een integrale benadering, waarbij architectuur, ruimtelijke ontwikkeling en kunst en inrichting hand in hand gaan. Alleen een mooi ontwerp is niet meer voldoende; het binnenklimaat moet goed zijn, het moet een flexibel gebouw zijn en het moet een toekomstige vraag kunnen faciliteren. En het moet vooral een aantrekkelijke plek zijn waar mensen graag willen komen. Want dat willen de gebruikers van morgen graag. Voor een reactie mailt u naar sarbeek@icsadviseurs.nl of belt u naar 06-22267795.

schooldomein

juni 2012

21


Op naar de top Op naar de top. Is dat niet een beetje een te positief thema in een tijd van sombere verhalen over crisis en krimp? We moeten bezuinigen, er is minder werk en de leerlingenaantallen nemen af. Allemaal waar, maar toch liggen er kansen en mogelijkheden volgens de deelnemers van deze expertmeeting. “Blijf vernieuwen, ontwikkel innovatieve concepten, heb het lef anders te denken, probeer je te onderscheiden in de markt, zorg voor flexibiliteit, verbind partijen met elkaar”, zo luiden enkele adviezen. Het is de opmaat voor een optimistische discussie.

Tekst Anje Romein Foto’s Raphaël Drent

Stelling 1. De crisis biedt nieuwe kansen voor innovatie en ontwikkeling. Het is een veelgehoorde uitspraak: ‘de crisis biedt kansen’. Maar waar liggen ze en hoe pak je ze? Kies een duidelijke focus, adviseert Tom Haagmans. “Aan het begin van de crisis liep iedereen overal achteraan. Doe dat niet. Heb het lef je te richten op waar je goed in bent en bedenk waar jouw bedrijf meerwaarde kan leveren.” Principiële keuzes maken en jezelf onderscheiden in de markt. Dat doet ook het bureau van Liesbeth Renne. GAJ Architecten heeft een innovatief schoolconcept ontwikkeld. Voordat er een ontwerp in beeld komt gaat Renne om de tafel met zoveel mogelijk leveranciers voor onderdelen als installatie, afbouw en constructie. “Buiten de aannemer om kijken we naar het eindproduct. De

22

schooldomein

juni 2012

basiskwaliteit staat al vast, bijvoorbeeld een Frisse School Klasse B. Daar conformeren alle partijen zich aan. Als architect ben je een van de partijen.” Haagmans ziet ook de noodzaak van ketensamenwerking met leveranciers. Dit om aan de steeds hogere eisen van opdrachtgevers te kunnen voldoen en faalkosten te verminderen. “Door de veranderde insteek van de opdrachtgever moet je sneller dan ooit kunnen schakelen. Het budget staat op voorhand vast, dáár moet je het voor doen.” Dat vraagt om een andere manier van aanbesteden, waarbij niet de prijs leidend is, maar innovatie en oplossingen. “De aanbesteding voor een school zou eigenlijk op 2 A4’tjes moeten passen”, vindt Harry Vedder. “Daarin staan globaal aspecten als onderwijsvisie, leerlingenaantallen en het concept. Complexe DBFMO’s kunnen van tafel. We nemen opdrachten aan onder toezegging dat we binnen het budget blijven en dat we

de ambitie van de school gaan waarmaken. Selectie gebeurt niet op basis van prijs, maar op basis van waarde, oplossing en kwaliteit.” Vergeet in deze discussie niet een ander aspect van de crisis, zegt Robbert van den Akker. Krimp op bepaalde scholen en regio’s heeft ook aandacht nodig. “We moeten op een alternatieve manier naar die krimp kijken. Zorg dat je gebouwen flexibel zijn, zodat ze kunnen groeien en krimpen op elk gewenst tijdstip.” Renne merkt dat juist de krimp prikkelt tot innovatie. “Onze meeste opdrachten liggen in de krimpregio’s, zoals in Zeeuws-Vlaanderen. Hier wordt gewerkt aan innovatie en nieuwe concepten om bepaalde voorzieningen te behouden.”

Aanbevelingen aan de markt •D urf nu te veranderen, liefst op meer terreinen tegelijk • Door innovatie kun je jezelf onderscheiden


THEMA OP NAAR DE TOP

Deelnemers expertmeeting Robbert van den Akker business unit manager De Meeuw

Sibo Arbeek hoofdredacteur Schooldomein, gespreksleider

Hidde Benedictus adviseur ICSadviseurs

v.l.n.r: Hidde Benedictus, Robbert van den Akker, Harry Vedder

Tom Haagmans algemeen directeur Vaessen

Jacquo Harbers business developer de Stroomplantage

Friso van Lierop sales manager Oranjedak Solerion

Edo Rem marketing manager Forbo flooring systems

Liesbeth Renne algemeen directeur GAJ architecten

Ton van Rutten BRT Architecten

Harry Vedder directeur/eigenaar Coresta Sports en Coresta Youth & Education

Stijn de Wolf directeur SMT bouw & vastgoed

Stelling 2. De opdrachtgever is aan zet: hij eist een beter product voor een betere prijs.

Hoe zit de opdrachtgever erin? Het lijkt logisch dat de schooldirectie voortdurend betrokken is bij de plannen. En toch gaat het regelmatig mis, weet Sibo Arbeek uit de praktijk. Onlangs hoorde hij een schooldirecteur verzuchten, na de oplevering van zijn gloednieuwe school: “Ik baal van dit gebouw. Het is duurzaam, maar past niet bij het moderne onderwijs.” Hoe kan dat? Volgens Vedder doordat vooraf niet goed is nagedacht over het onderwijsconcept en de vertaling in een bijpassend gebouw. “Tijdens het ontwerp en de bouw is altijd sprake van voortschrijdend inzicht, daar moet je voldoende op inspelen. De opdrachtgever moet een partner kiezen waarin hij zich herkent en daarmee een proces in durft gaan. Die partner, de adviseur, is de bemiddelaar tussen opdrachtgever en leveranciers, architecten en bouwers.” Voor een school is het belangrijk dat er een bijzonder gebouw komt, benadrukt Hidde Benedictus. “Scholen hebben de vrijheid

eigen keuzes te maken, en die maken ze ook. Zo kunnen ze zich onderscheiden. De huisvesting moet dit faciliteren.” Hier biedt het Living Building Concept uitkomst, reageert Stijn de Wolf. Dit gaat uit van een standaard casco voor scholen, waarna je samen met de opdrachtgever de specifieke details invult. Budgettair aantrekkelijk en het houdt ook nog eens rekening met eventueel ander gebruik van het gebouw in de toekomst. De Wolf: “Het opdrachtgeverschap is volledig geïntegreerd in het proces. De opdrachtgever denkt tijdens het hele proces maximaal mee over alle facetten die voorbij komen: de duurzame leeromgeving, flexibiliteit, meervoudig gebruik, enzovoort.” Edo Rem vraagt zich daarbij af waarom elke school steeds opnieuw hetzelfde uitvindt. Waarom niet één standaardmodel dat helpt bepalen wat de beste oplossing is? “Zo horen we in onze branche regelmatig dezelfde discussie over wat nou beter is: een tapijt dat stof vangt of een vlakke vloer. Ook de kosten

schooldomein

juni 2012

23


v.l.n.r: Stijn de Wolf, Jacquo Harbers, Liesbeth Renne, Friso van Lierop, Edo Rem

voor onderhoud zijn daarbij van belang. Het is maar net met wie je aan tafel zit welk advies je krijgt. Jammer dat dit niet beter wordt gecoördineerd. Veel wensen in het onderwijs zijn ongeveer gelijk, iedereen wil soortgelijke prestaties en een fraai, functioneel gebouw.” Vedder heeft goed nieuws voor Rem. Op initiatief van de PO-raad is een nieuw kenniscentrum opgericht. “Het is de bedoeling om tot een kwaliteitsstandaard te komen. Bijvoorbeeld: ‘Frisse Scholen, klasse B kost bedrag x’.”

Aanbevelingen • Stel een bouwteam samen van zoveel mogelijk partijen die samen het gebouw ontwerpen • Stel de juiste informatie beschikbaar, zodat opdrachtgevers technische specificaties goed kunnen beoordelen

24

schooldomein

juni 2012

Stelling 3 De crisis leidt tot snelle, makkelijke investeringen waarbij niet goed wordt nagedacht over de exploitatie. Denken over onderhoud, beheer en exploitatie in de beginfase van je project. Het is een terugkerend thema tijdens expertmeetings, maar in de praktijk gebeurt dit nog te weinig. Het is verleidelijk om in tijden van crisis goedkoper aan te schaffen zonder goed naar de kosten voor onderhoud en exploitatie te kijken. In de sportwereld is dit al wel gebruikelijk zegt Haagmans. “De partij die de komende twintig jaar verantwoordelijk is voor het onderhoud heeft bijvoorbeeld belang bij makkelijk schoon te maken zwembadtegels. Door die partij vanaf het begin mee te laten praten over ontwerp en bouw ontstaat een ander gebouw.” Ton van Rutten waarschuwt ervoor niet eenzijdig exploitatiegestuurd te denken. “Als

je alleen vanuit exploitatie denkt ontstaan saaie gebouwen. Denk niet in stofrandjes, maar juist met verbeeldingskracht. De aantrekkingskracht van een gebouw heeft namelijk een zeer positief effect op de exploitatie.” Haagmans weet zeker dat denken vanuit de exploitatie júist een mooi gebouw oplevert: “Je moet onderscheid maken tussen beheren en exploiteren. De beheerder past op de toko, de exploitant heeft er belang bij dat het gebouw aantrekkelijk is. Het moet winstgevend zijn, mensen moeten het prettig vinden er te komen en verblijven.” Dat exploitatiedenken kan meer doorklinken in aanbestedingen. Niet de laagste prijs, maar de laagste exploitatiekosten moeten leidend zijn. Haagmans: “Leg dit initiatief bij de markt die innovatief moet zijn. Het bedrijfsleven is flexibeler dan overheden en kan sneller reageren op veranderingen.” Kan de exploitant dan niet veel beter de rol van opdrachtgever overnemen, vraagt Arbeek zich af. In het onderwijs blijft dit een


THEMA OP NAAR DE TOP

spanningsveld. De Wolf: “Je doel is zowel het vertalen van een onderwijsvisie, het neerzetten van een mooi gebouw als een gezonde exploitatie. Om dat spanningsveld op te heffen moet je aan het begin van het proces alles integreren: inrichting, kleuren, vloer, installaties, dak, alles heeft invloed.” Wie dit slim doet kan op termijn geld besparen, weet Jacquo Harbers uit zijn praktijk. “Nieuwe energieconcepten, bijvoorbeeld, bieden mogelijkheden om de exploitatielasten te drukken. Bijvoorbeeld als externe partijen investeren in zonnepanelen op de schooldaken. Dat kan ook in combinatie met andere duurzame installaties.”

Aanbevelingen • Laat degene die verantwoordelijk is voor de exploitatie vanaf het begin meepraten in het bouwproces • Integreer alle elementen in één plan: van inrichting tot zonne-energiesysteem, van vloer tot kleurgebruik.

Stelling 4 Een schooldirecteur is niet in staat een school te bouwen. Daarvoor heeft hij te weinig kennis van zaken. Schooldirecteuren bouwen eens in hun leven een nieuwe school. Ze willen iets goeds nalaten, maar kunnen zij daarbij wel alles overzien? Van Rutten: “Het bouwen van een school vergt veel denkwerk, vanaf het initiatief tot en met de ingebruikname. De directeur moet beslissen over een groot geldbedrag. Hij moet erop kunnen vertrouwen dat het eindresultaat past binnen het budget en zijn kwalitatieve doelstellingen worden gerealiseerd. Dat lukt alleen als hij de juiste partijen selecteert. Partijen die zich werkelijk committeren aan het project: het realiseren van een passend gebouw binnen een vastgesteld budget.” Van den Akker ziet wel risico’s voor schooldirecties. “Terugkomend op die opdracht die op 2 A4’tjes moet passen, de opdrachtgever neemt daarmee een groot risico. Op basis van zo’n korte aanbesteding kun je makkelijk met de verkeerde partij in zee gaan. Daardoor komen leerlingen in een omgeving terecht die totaal niet voldoet zonder extra meerwerkkosten.” Ook Rem ziet risico’s. Hij constateert dat het

v.l.n.r: Harry Vedder, Sibo Arbeek, Ton van Rutten, Tom Haagmans, Stijn de Wolf

“De opdrachtgever weet niet alles en stelt ook niet de juiste vragen. Dat kun je een schooldirecteur niet kwalijk nemen, maar hij moet wel goede adviezen inwinnen.” kennisniveau bij scholen niet altijd hoog is. “De opdrachtgever weet niet alles en stelt ook niet de juiste vragen. Dat kun je een schooldirecteur niet kwalijk nemen, maar hij moet wel goede adviezen inwinnen.” Benedictus wil liever niet generaliseren. “Er zijn schooldirecteuren met kennis van zaken, ook over installaties, daken en vloeren.” Volgens Friso van Lierop is het te complex om allemaal te kunnen weten. Neem zijn vakgebied, daken. Hij kan vertellen wat de voordelen zijn van een thermisch dak boven een dry cooler of hoe je zelfs een tennisbaan op het dak kunt realiseren, maar een schooldirecteur zal niet op het idee komen. “Vooral het prestatie- en exploitatievoordeel moet daarbij worden benoemd.” Hier ligt een rol voor de betere, goed geïnformeerde procesmanager, vindt Vedder. Daarbij moet de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zijn gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Dat ontbreekt nu vaak, reageert De Wolf. “Nu maken we dikke bestekken omdat we bang zijn dat aannemers er misbruik van

maken als we iets vergeten.” Dat vertrouwen is goed te ondervangen met certificering, denkt Vedder. “Ga in zee met een gecertificeerd consortium. Overigens zie ik grote verschillen. De ene schooldirecteur bemoeit zich niet met techniek en vertrouwt daarin op zijn adviseurs, de ander zit bovenop de technische details.” Benedictus gelooft niet dat alles is vast te leggen in contracten en prestatieafspraken, het bouwen van een school blijft mensenwerk. “Heeft een contract een looptijd van tientallen jaren, dan veranderen de personen met wie je werkt. Aan het begin kan er dan alle vertrouwen zijn, maar na verloop van tijd krijg je met andere personen te maken met wie het minder klikt. Die menselijke factor maakt het altijd ingewikkeld.”

Aanbevelingen aan opdrachtgevers • Win op zoveel mogelijk terreinen adviezen in bij deskundigen. Zij weten de juiste technische mogelijkheden en details. • Staar je niet blind op investeringskosten, maar let vooral op prestaties, onderhoud en exploitatie.

schooldomein

juni 2012

25


Nieuwbouw Technasium en Open Leercentrum CSG Dingstede

Ruimtelijkheid met Italiaanse touch 26

schooldomein

juni 2012


ONTWERP EN INRICHTING

“Mooi, makkelijk en maximale efficiëntie in ruimtegebruik. Wij zijn er blij mee!” Een werkplaats voor het Technasium en een Open Leercentrum om nieuwe didactische werkvormen beter te faciliteren. Vanuit die wens heeft CSG Dingstede in Meppel spraakmakende nieuwbouw gerealiseerd, grenzend aan het bestaande schoolgebouw uit de jaren tachtig. Drie verdiepingen met veel licht, ruimte en kleur is het resultaat. Met op maat gemaakte treinbanken, Italiaanse lampen en praktische stellingkasten.

Tekst Anje Romein Foto’s Marko In de werkplaats van het Meppelse Technasium brainstormt een groepje leerlingen over een opdracht. De ‘treinbanken’ aan de rand van de ruimte nodigen daartoe ook uit. “Ze doen precies zoals het is bedoeld”, zegt een enthousiaste docente. Ook in andere delen van de ruimte werken leerlingen op nieuwe laptops en tablets samen aan hun opdrachten. Deze nieuwe manier van werken past bij de filosofie van Dingstede, zoals omschreven in de visie ‘Oog voor Verschil’. “We hebben de klassikale setting verrijkt met andere vormen”, zegt rector Koos Neuvel weloverwogen. “De leerling heeft meer regie, de docent is eerder begeleider en coach dan vakdocent.”

schooldomein

juni 2012

27


Elke leerling leert vanuit zijn eigen dynamiek, is de gedachte. De nieuwe didactische vorm speelt daar veel beter op in. Dit komt tot uiting in het vak Onderzoek en Ontwerpen van het Technasium, gericht op bèta-onderwijs in havo en vwo. Hier werken leerlingen aan serieuze opdrachten voor opdrachtgevers als Strukton en het Waterschap. Neuvel: “Het is geen enkel probleem opdrachten van bedrijven en organisaties te vinden. Leuk om te zien hoe leerlingen in korte tijd met een totaal andere blik tegen technische problemen uit de praktijk aankijken. Deze werkwijze dient als voorbeeld voor andere vakken. Zo gaan we ook een pilot Entrepenasium beginnen, waar leerlingen in praktijksituaties leren ondernemen.”

Design & Build

projectinformatie Opdrachtgever CSG Dingstede, Meppel

Opdracht nieuwbouw Technasium en Open Leercentrum

Aannemer De Groot Vroomshoop

Architect Jaap Kuin

Inrichter Marko, Veendam, www.marko.nl

Ingebruikname 18 januari 2012

Investering 1.500.000 euro

28

schooldomein

De nieuwe onderwijsformule slaat aan en de school groeit. Beide ontwikkelingen vroegen dringend om een investering in gebouw en faciliteiten. Een ruimte die het onderwijsconcept goed zou vertalen in ruimteregie. “We wilden voor het Technasium een grote, open ruimte”, zegt Raymond Wanders, hoofd Bedrijfsvoering. “Deze school is gebouwd in de jaren tachtig, met brede gangen en relatief kleine lokalen. Op papier is het flexibel, maar de wanden zijn allemaal op maat gemaakt. Je kunt ze eruit halen, maar niet elders gebruiken. Nee, intern zagen we geen mogelijkheden.” Toen ook noodlokalen geen oplossing boden, ging CSG Dingstede in gesprek met De Groot Vroomshoop, die ook flexibele, permanente bouw aanbiedt. De opdracht was behalve de werkplaats en een Open Leercentrum ook een gastvrije entree. “We wilden meer uitstraling”, zegt Wanders. “Bovendien wilden we voldoen aan de norm voor frisse scholen en hebben we dus geïnvesteerd in een goed luchtverversingssysteem. ICSadviseurs heeft ons daarbij geadviseerd.” De bouw verliep volgens het principe Design & Build. Dat wil zeggen dat er vooraf een maximaal budget werd bepaald, met alleen ruimte voor meerwerk als er écht andere wensen vanuit de school zouden komen. “Ach-

juni 2012

teraf een goede keuze, maar er vonden af en toe wel discussies plaats”, zegt Wanders. “Toen we gaandeweg het proces kozen voor speciale houten liggers was dat meerwerk, maar de asbestverwijdering die opeens nodig bleek was dat niet, vonden wij.”

Visitekaartje Het resultaat is nieuwbouw van drie verdiepingen die mooi contrasteert met het bestaande gebouw. Op de begane grond een Open Leercentrum, leslokalen op de eerste verdieping en de werkplaats voor het Technasium op de bovenste etage. De werkplaats is een grote, open ruimte. Een glazen wand tussen de opbergplaats voor gereedschap en de werkruimte zorgt voor extra licht, evenals de witte tafels, stoelen en kasten. Maar er is ook kleur. In de grote Italiaanse lampen in de vorm van moleculen is blauw, rood en groen verwerkt. Achterin is een ovalen groene bankkast combinatie gemaakt die zowel is bedoeld om in te zitten als op te bergen. Wie rustig wil overleggen gaat zitten in een treincoupé met toepasselijke bekleding: zwart met witte vormen van atomen en dna. Je bent in een Technasium of niet. Wanders: “Allemaal bedacht door Marko, een prettig bedrijf om mee samen te werken. Door de interieur architect van Marko werd creatief meegedacht over praktische oplossingen. In de stellingkasten van Marko passen bijvoorbeeld precies onze zwarte opbergdozen.” Het Open Leercentrum op de begane grond is het visitekaartje naar de buitenwereld. Blikvanger is de felgroene balie, de nieuwe werkplek voor de mediathecaresse. Rustig werken in het OLC doe je in een treinkubus en samenwerken kan op lange banken aan de randen, al snel een populaire plek van leerlingen. De enorme print van twee parkieten op de muur geeft de ruimte extra cachet. Neuvel: “De nieuwbouw heeft de school een nieuw gezicht gegeven. Mij spreekt vooral de ruimtelijkheid aan, zowel in het OLC als het Technasium. Functioneel én prettig om in te verblijven.”


ONTWERP EN INRICHTING

School Rietwierde Groningen krijgt energielabel A+ De nieuwe Reitdiepschool in Groningen heeft energielabel A+ ontvangen. De heer Ravenhorst, projectleider bij DWA installatie- en energieadvies overhandigde het energielabel dinsdag 8 mei aan de heer Flapper van Gemeente Groningen (OCSW). De accommodatie is door de gemeente gebouwd voor de openbare basisschool De Meander, christelijke basisschool AquaMarijn, voor buitenschoolse opvang Waterrijk, kinderopvang Kits en peuterschool De Speelboot. Tekst Linda Louws Foto’s Ruben Visser

Duurzame maatregelen Gemeente Groningen heeft hoge ambities op het gebied van duurzaamheid. Zo moeten nieuwe scholen minimaal 30% energiezuiniger zijn dan het wettelijke kader. Het ontwerp van DOK Architecten, Gianni Cito is volledig opgetrokken uit duurzaam hout met FSCkeurmerk en heeft daarmee een warme en kindvriendelijke uitstraling. Grote aandacht is besteed aan duurzaamheid. Zo wordt warmte en koude op een efficiënte en duurzame wijze opgewekt door middel van warmte/koudeopslag met warmtepompen en is er een sedumdak aanwezig. De afgifte van koude en warmte geschiedt door middel van vloerverwarming en -koeling en stroom wordt opgewekt met zonnepanelen op het dak. Het binnenklimaat, dat in ieder lokaal afzonderlijk geregeld kan worden, voldoet aan de eis van Frisse Scholen Klasse B. Ook is er daglichtafhankelijke regeling toegepast en wordt de verlichting geregeld op basis van aan- en afwezigheid. Ook heeft er optimalisatie plaatsgevonden van bouwfysische eigenschappen.

Energielabel Sinds 1 januari 2008 is een energielabel verplicht bij verkoop of verhuur in woningbouw en utiliteitsbouw. Het is een waardevol instrument om inzicht te krijgen in de energieprestatie van een gebouw. Aspecten die meegenomen worden bij de bepaling van de

energieprestatie van het gebouw zijn isolatie van de bouwkundige schil, ruimteverwarming, ruimtekoeling, warm tapwater, ventilatie en verlichting. Het energielabel komt voort uit de Europese richtlijn voor energieprestatie van gebouwen, de EPBD (Energy Performance of Buildings Directive). De EPBD verplicht alle EU-landen tot een aantal concrete activiteiten om de energieprestatie van gebouwen in Europa te verbeteren. DWA verzorgde de conceptenstudie naar mogelijke duurzame maatregelen en vervolgens de installatietechnische en bouwfysische advisering. Ook heeft DWA de energielabeling uitgevoerd. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Benno Ravenhorst van DWA, email ravenhorst@dwa.nl, telefoon 088-1635329.

schooldomein

juni 2012

29


Tijdloos gebouw in Lelystad Cultureel Erfgoed of aftands gebouw? Het gebouw van de Scholengemeenschap Lelystad (SGL) oogt nog steeds als een semipermanent gebouw. Een enorm uitgestrekt oppervlak van één verdieping hoog. Maar binnen verandert de beleving en strekt zich een aaneenschakeling van ruime gangen en leerpleinen uit. Of; hoe een gebouw waarvan de eerste fase uit 1972 dateert nog steeds modern kan zijn. Tekst Sibo Arbeek

I

k ben uitgenodigd door Ed Schüssler, Henk Bergsma en Peter Vrind in het gebouw van de SGL. De aanleiding van het gesprek vormt eigenlijk het voornemen van het SVOL-bestuur om van drie naar twee scholen te gaan in Lelystad. Daarbij gaat het naast de SGL om Rietlanden en ISG Arcus. De SGL is een brede scholengemeenschap voor vmbo, havo en atheneum. De SGL is een gezonde school. Waarom dan samenvoegen tot twee nieuwe scholen met een nieuwe identiteit?

Flexibiliteit als handelsmerk Ed Schüssler was conrector-schoolleider van de SGLmiddenschool: “De school is in 1969 begonnen met 23 leerlingen. Het was het jaar van de Mammoetwet. Ook de SGL pionierde. Het gebouw, met Jellema als gedreven architect, was in 1972 klaar en bleek een geweldige stimulans voor alle onderwijsontwikkelingen die daarna volgden. Lelystad was in wording, er groeide een nieuwe stad en daar wilden we een vernieuwend concept neerzetten dat de leerling centraal stelde.”

30

schooldomein

juni 2012

Henk Bergsma, recent met de VUT gegaan, was docent natuurkunde op de SGL toen hij gevraagd werd om het facilitair beheer van de school te organiseren: “Ik heb altijd vanuit het onderwijs naar het gebouw gekeken. Het is een gebouw, dat 100% flexibel is, met 14.500 m² vloeroppervlak en voor maximaal 1.565 leerlingen. Dus bijna 10m² per leerling. Waar vind je dat nog in Nederland? En dat is ook het handelsmerk van deze school: ruimte in het gebouw en ruimte om te leren. Het gebouw past bij ons concept. Het bouwkundig concept van vloer, dak en dragers is zowel praktisch als briljant! Een school voor huisgroepen en teamteaching in de begintijd, daarna de middenschool, weer later de clusteropzet, ze vormen de rode draad in de veertigjarige onderwijskundige ontwikkeling van de school. Bij elke nieuwe variant op het onderwijskundig model voegt het gebouw zich zonder protest naar de wensen. Open lokalen worden gesloten, theorielokalen worden omgebouwd tot lokalen voor bijvoorbeeld Oriëntatie op de Techniek. Een plein wordt het studiehuis binnen de Tweede


ONTWERP EN INRICHTING

Fase. Alle science wordt later geconcentreerd vanwege andere onderwijskundige inzichten en uit een oogpunt van efficiency. Lokalen worden samengevoegd tot computerzalen of tot een leerwerkhuis binnen het competentiegericht onderwijs in het vmbo.”

Onderscheidende sfeer Henk verder: “Van buiten ziet de school er misschien uit als een semipermanent gebouw, maar eenmaal in het gebouw zegt 70% van de leerlingen dat de sfeer onderscheidend is. We hebben één pauze en dan lopen hier 1.500 leerlingen rond; het is dan een grote parade. Feitelijk is het gebouw als een dorp, met een kern, pleinen en straten, waar kinderen heel graag zijn. Dat geldt ook voor de buitenruimte, met een prachtige binnentuin en een vijver om te verblijven.” Henk: “Het zijn dus niet alleen die 14.500 m², maar ook de buitenruimte, zes sportzalen en een veldencomplex. Wij willen die ruimte graag behouden, want ga je naar een nieuwe school, dan lever je normatief 3.500 m² bvo in. In de jaren ’70 was er nog een centraal declaratiestelsel. Nu heeft de gemeente het gebouw in eigendom en is de school zelf verantwoordelijk voor het onderhoud. We hebben op een slimme en doordachte manier in het gebouw geïnvesteerd, zodat de onderhoudslasten laag zijn. Overal is dubbel glas aangebracht, het klimaat is goed geregeld. We komen zeker niet boven de normale 20% aan exploitatie- en onderhoudslasten uit.” Peter Vrind, die vanaf 1 december afgelopen jaar de nieuwe facilitair manager is, beaamt dat: “Het gebouw ziet er erg goed uit, is goed onderhouden en kan zeker nog 20 jaar mee. Ik ben in een gespreid bedje gekomen. Bovendien merk ik dat iedereen het gebouw met respect behandelt; dat was in mijn vorige school wel anders.”

Megalomaan denken Ed Schüssler: “Stel dat je naar een nieuw gebouw gaat dat compacter is met minder exploitatielasten; dan heb je toch minder school dan wat je nu hebt.

Waarom zou je dat doen en een prachtig concept vernietigen, dat eigenlijk als cultureel erfgoed staat voor de dynamische ontwikkeling van Lelystad? Bovendien wijst deze tijd uit dat megalomaan denken niet werkt. Besturen zullen steeds meer kijken naar het zinvol hergebruiken van bestaande gebouwen.” Henk vult aan: “De SGL is een Way of Life, maar vooral een heel gezonde school, waar het leerlingenaantal nog steeds stijgt. Vorig jaar twee klassen erbij en dit jaar weer. Het zit hem dus niet in de stenen, maar in de mensen.”

“Bij elke nieuwe variant voegt het gebouw zich zonder protest naar de wensen.”

De SGL is in 1972 ontworpen door een team o.l.v. architect Jellema en begeleid door ICSadviseurs. ICSadviseurs heeft recent ook de ontwikkeling van het Technasium begeleid. Of de school in de huidige staat het redt is dus onderdeel van een brede discussie geworden. Voor meer informatie kunt u mailen naar Ed Schüssler: schssler@scarlet.nl of Henk Bergsma: henkbergsma@kpnmail.nl.

schooldomein

juni 2012

31


Nieuwe Trajectum College is brede wijkschool Feiko Kuiper is de directeur van het vernieuwde Trajectum College in de wijk Overvecht in Utrecht. Een vreedzame school in een vreedzame wijk, die behoorlijk op de schop gaat. Maar daarvoor moest het oude Vader Rijncollege op dezelfde plek wel eerst ontmanteld en herbouwd worden. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Luuk Kramer

H

et Trajectum College is een fusieschool tussen het Vader Rijncollege en het Centraal College; twee scholen voor vmbo. Het resultaat van een gemeentelijke Taskforce en de schoolbesturen onder leiding van Pieter Winsemius. De aanleiding vormde het feit dat het niet goed ging met het vmbo in Utrecht; teveel scholen, een sterke daling van het aantal leerlingen, een zeer negatief imago en problemen met de kwaliteit van het onderwijs. Dat leidde tot een grijze en witte vlucht van de betere (en wittere) vmbo-leerlingen naar scholen in de regio. Het aantal leerlingen van de beide fusiescholen daalde in een aantal jaren van ruim 1.600 leerlingen naar onder de 500. Nu zijn er nog drie brede vmbo-scholen in Utrecht, waarvan het nieuwe Trajectum College op de locatie van het voormalige Vader Rijn College staat; die nog maar in 1996 feestelijk door de toenmalige staatsecretaris Netelenbos geopend werd. De leerlingen moesten een jaar de school uit en in dat jaar werd gesloopt en feitelijk een nieuwe school gebouwd. Feiko Kuiper daarover: “Alle wanden zijn gesloopt, er

32

schooldomein

juni 2012

zijn gaten in het dak gezaagd er zitten deels nieuwe vloerlagen in, de trappenhuizen zijn verplaatst er zit nu heel veel glas in. Voor mijn gevoel is het een compleet nieuw gebouw geworden.”

Mislukt gebouw Wat was er dan mis met het oude gebouw, dat nog geen 15 jaar heeft gestaan: “Er zaten vernieuwende elementen in, zoals een diversiteit aan ruimten en open leerpleinen en een prachtige aula met verschillende niveaus, maar het gebouw had heel veel dichte muren, geen doorkijkjes, lage plafonds en kleine ramen. Er zat weinig glas en ruimtelijk bijna geen transparantie in. Als je binnen kwam liep je al tegen gesloten muren aan. De leerpleinen waren voor een paar honderd leerlingen bedoeld en dat werkt niet voor onze doelgroep kinderen.”

Open en flexibel concept “In het nieuwe gebouw kennen we ook pleinen, maar voor kleinere groepen leerlingen. Het nieuwe gebouw is open en transparant en is een echte wijkschool geworden. Het concept is flexibel. Gangen gaan over in pleinen, waaraan lokalen liggen. Afhankelijk van de behoefte kan gekozen worden voor geslotenheid of juist openheid. Vanaf volgend jaar willen we een Ipad-school zijn, overigens als natuurlijke aanvulling op lesstof uit boeken. Die transparantie trekken we ook door naar buiten. Om het oude gebouw stonden hoge hekken; rond de nieuwbouw heeft de architect Janneke Snelders juist gezocht naar natuurlijke begrenzing. Dus lage hekken met begroeiing daarvoor, of een vijverpartij. De vormgeving van het gebouw is zodanig dat er een natuurlijke overgang is tussen het gebouw en de groene spoorzone, die aan de school grenst. De gemeente heeft geld beschikbaar gesteld om de openbare ruimte rond het gebouw mee in te kleden en te beheren. Het gebouw past in het nieuwe beeld van de wijk, waarbij de flats om de school worden gesloopt en vervangen door gezinswoningen.”


ONTWERP EN INRICHTING

Brede wijkschool “We halen als actieve wijkschool bijna elke avond activiteiten in de school. Er is een wijkrestaurant, een vergadercentrum dat door leerlingen wordt gerund en door de buurt gebruikt wordt en 150 meter hier vandaan runnen we een wijkwinkel De Wissel, samen met het ROC. ‘s Avonds maakt de Stichting Pravo gebruik van onze ruimten om mensen met een handicap te begeleiden. Onze leerlingen hebben bijvoorbeeld met leerlingen van het ROC brandmelders bij bewoners aangebracht. We hebben een project digibeet waarbij we ouderen leren met computers om te gaan, we hebben voor 250 mensen een kerstlunch geserveerd en met Pasen hebben we een Paasbrunch opgediend. Elke zondag is het hier weekendschool, waarbij we ongeveer 100 kinderen tussen de 10 en 14 jaar leren hoe ze de stad moeten leren kennen, te ontdekken wat belangrijk en leuk is, vaardigheden bijbrengen.”

Multiculturele school “Onze school is een multiculturele school. Op dit moment bestaat de populatie nog uit 75% Marok-

kaanse kinderen, zo’n 10% Turkse kinderen en de rest andere nationaliteiten. Ik begrijp dat dat ouders van autochtone kinderen nog af kan schrikken, omdat de verhouding niet goed is. We moeten de weg weer terug vinden naar een verdeling van 60%-40% en ik geloof dat dat gaat lukken. In de eerste plaats omdat de school een afspiegeling is van de samenleving en in de tweede plaats omdat ik zie dat we de bodem bereikt hebben. Onze school begint weer te groeien en de scholen in de regio krijgen uiteindelijk ook een meer gemengde populatie. Dat is een kwestie van jaren. Ik woonde in Houten en heb mijn kinderen toen ook bewust naar Utrecht gestuurd, om ze te laten ervaren wat een multiculturele omgeving is.”

projectinformatie Opdrachtgever Gemeente Utrecht

Programma Onderwijs VMBO + kinderopvang

Oppervlakte 8.300 m²

Ontwerp December 2009

Oplevering Augustus 2011

Installatie ARCADIS Nederland BV

Voor meer informatie belt of mailt u naar Feiko Kuiper: 030-2646100 of fkuiper@trajectum-college.nl. Op de site www.trajectum-college.nl downloadt u de onderwijskundige

Management MAAR! Bouwmanagement i.s.m. ARCADIS Nederland BV

koersnotitie.

schooldomein

juni 2012

33


Licht- en filmkunst samengebracht in het nieuwe Amsterdams filmmuseum EYE In april 2012 heeft EYE zijn nieuwe onderkomen aan de noordelijke IJ-oever tegenover het Amsterdams Centraal Station, officieel in gebruik genomen. Een Oostenrijks architectenbureau maakte het opvallend ontwerp voor deze nieuwbouw, die door pers en publiek uiterst enthousiast onthaald werd. Het futuristische gebouw bevat 92 Starbricks van de kunstenaar Olafur Eliasson. Starbrick maakt deel uit van Zumtobel’s Masterpiece collectie. Hare Majesteit Koningin Beatrix opende het museum officieel op 4 april en bracht eveneens een bezoek aan de openingstentoonstelling. EYE is het eerste museum dat de sprong waagt naar de andere kant het IJ.

Tekst Anne-Marie van der Eerden (Lighting Consultant) Foto’s Toon Grobet

H

et Filmmuseum, opgericht in 1946, zat in een te krappe huisvesting in het Vondelpark. Het Weense bureau Delugan Meissl Associated Architects won in 2005 een internationale wedstrijd voor een nieuw gebouw. In 2009 kon met de bouw van het huidige ontwerp worden begonnen. De architect gaf het gebouw de vorm van een schelp, ook al zien sommigen er een grote witte vogel, een oester of een haaienbek in. De basisstelling van het architectuurontwerp luidde dat film een illusie is gebaseerd op bewogen licht. Zo moet het gebouw in zekere zin zelf een soort van projectiescherm worden waarop een film wordt getoond met het licht, de stad en het landschap van Amsterdam als protagonisten. Deze nieuwbouw kent geen rechte lijnen, vanaf iedere hoek is de vorm anders. Het nieuwe gebouw biedt onderdak aan vier moderne filmzalen, een tentoonstellingsruimte, een restaurant, een terras aan het water en een winkel. Er

34

schooldomein

juni 2012

is ook volop ruimte voor bijeenkomsten en educatieve activiteiten. EYE heeft verschillende nieuwe media ingezet om de collectie te ondersteunen: pods, projecties en bedieningspanelen met touchscreen. Blikvanger van dit nieuwbouwpand is de arena, een ruimte van maar liefst 1200 m², die een fantastisch uitzicht biedt op de rivier het IJ en de stad Amsterdam. Het gebouw is vrij toegankelijk en het museum hoopt op 225.000 bezoekers per jaar.

Stars voor de stars Ook de Starbrick lichtinstallatie geeft het geheel een open atmosfeer. Deze maakt deel uit van de Zumtobel Masterpieces, een serie exclusieve lichtkunstwerken die Zumtobel in zijn langdurige partnerships met kunstenaars uit verschillende disciplines ontwikkeld en vervaardigd heeft. Vermaarde architecten, designers en kunstenaars laten hun lichtideeën werkelijkheid worden. Ze creëren stralende kunstwerken - exclusief en weerga-


Credits Zumtobel

ONTWERP EN INRICHTING

loos. Stuk voor stuk zijn het fascinerende armaturen en esthetisch kunstzinnige meesterwerken geworden. De Deense kunstenaar Olafur Eliasson, ontwerper van het nieuwe lichtkunstwerk Starbrick, heeft in een reeks van lichtexperimenten in samenwerking met Zumtobel verschillende kwaliteiten en kleurnuancen van LED-licht gevormd. Dit had de ontwikkeling van stervormige modules tot gevolg, die zich willekeurig laten samenvoegen. Omdat achter het geometrische design een uitbreidbaar systeem schuilgaat, kunnen de Starbricks naar alle richtingen toe uitdeinen. In de foyer van het nieuwe EYE museum presenteren de modules zich als een soort van lichtgevende wolken die de sfeer van een bioscoop oproepen – als het ware stars voor de stars.

Credits Zumtobel

Door het samenvoegen van de modules ontstaan er zwevende sculpturen die architectuur, licht en kunst

Kort portret Zumtobel is een internationaal toonaangevende aanbieder van globale lichtoplossingen die het samenspel van licht en architectuur ‘beleefbaar’ maken. Als voortrekker op het vlak van innovatie biedt de fabrikant van verlichtingsarmaturen een allesomvattend aanbod van hoogwaardige armaturen en lichtsturingssystemen voor de meest uiteenlopende toepassingsdomeinen van de professionele gebouwverlichting, waaronder kantoorgebouwen en onderwijsinstellingen, verkoop en presentatie, hotel en wellness, gezondheid en verzorging, kunst en cultuur en industrie en techniek. Zumtobel is een merk van de Zumtobel Groep met hoofdzetel in Dornbirn, Vorarlberg (Oostenrijk).

in de arena op een unieke wijze met elkaar verbinden. In totaal 92 Starbricks lijken in de arena te zweven en dompelen de ruimte onder in een buitengewoon licht, vooral ‘s avonds en ’s nachts. De LED’s van de Starbrick zijn zo geconfigureerd dat ze wit licht uitstralen. Tegelijk creëren ze echter ook een gele, caleidoscopische lichtkern in de vorm van een kubusvormige octaëder. Door de dimfunctie van de LED’s kan het museum verschillende lichtinstellingen gebruiken zoals functioneel direct licht, indirect kamerlicht of een combinatie van beide.

Inspirerende ontmoetingplaats

projectinformatie

De grootste filmcollectie van Nederland is nu te bewonderen in dit prachtig geënsceneerde gebouw. In totaal zijn hier 40.000 films gehuisvest – van de eerste stomme films uit de late 19de eeuw tot hedendaagse digitale producties. Regelmatig worden er grote themaprogramma’s en openluchtvoorstellingen georganiseerd. Doelstelling is het behoud van het filmerfgoed voor toekomstige generaties, zowel voor Nederlandse als buitenlandse films, alsook de bevordering van filmcultuur. EYE wil zowel fysiek als virtueel een inspirerende ontmoetingsplaats zijn, voor jong en oud, voor een breed publiek en voor professionals.

schooldomein

Opdrachtgever EYE Filminstituut Nederland, Amsterdam/NL

Architectuur Delugan Meissl Associated Architects, Wenen/AT

Lichtontwerp arena Die Lichtplaner, Limburg/D in samenwerking met Symetrys, Lustenau/AT

Lichtoplossing arena Zumtobel Masterpiece Starbrick

juni 2012

35


Kleine groepen, korte lessen Nieuwbouw Westvliet onderwijskundig getransformeerd Het nieuwe gebouw van vestiging Westvliet van het Wellant College is ontworpen volgens het principe van het nieuwe leren, waarbij de leerling zelf regie voert op het eigen leerproces. Maar tijdens de bouw werkte het team een nieuwe onderwijskundige visie uit. Tekst Sibo Arbeek

H

et nieuwe gebouw Westvliet aan de Westvlietweg in Den Haag ziet er van buiten al uitnodigend uit. Opvallend kenmerk is de grote kas bovenop een hoek van de school. Rond de nieuwbouw liggen tuinen en verblijven voor de dieren. Daaromheen sportvelden en water. De eerste indruk binnen is kleurrijk en door de ruimtelijke werking niet overheersend. Een prachtige open ruimte, met verschillende niveaus en terrassen, een plateau met tropische bomen en een vijver, waarin grote koikarpers zwemmen. De grote trap voert naar boven, aan weerszijden op de begane grond en de verdiepingen liggen de deelscholen en praktijklokalen.

Mooie symbiose Ik praat met Ronald van Wijk, regiodirecteur van het Wellant College en Amber Opstal, teamleider onder-

36

schooldomein

juni 2012

bouw. Ronald is enthousiast: “Twee doelstellingen van het Wellant College spreken me erg aan: aansprekende gebouwen en kleinschalige locaties.” Amber en teamleider bovenbouw Frits Welling zijn met hun collegadocenten verantwoordelijk voor de nieuwe onderwijsvisie, waar een mooie symbiose tussen zelfstandig werken en goed (dus niet: traditioneel) onderwijs is ontstaan. Amber vertelt hoe het allemaal werkt: “We zitten in een regio met veel vmbo-aanbod, waarbij veel scholen hun BBL- en KBL-aanbod hebben afgestoten. Wij zijn een vmbo-school voor groenonderwijs. We hebben nu 473 leerlingen, maar volgend jaar starten we met 535 leerlingen. Er zijn elk jaar 136 plekken te vergeven en we moeten al drie jaar loten, omdat er teveel aanmeldingen zijn. Een luxe probleem, maar vanuit het perspectief van een leerling van groep acht natuurlijk heel vervelend.”


ONTWERP EN INRICHTING

Het puberbrein

Klassenmanager

Amber legt uit wat de kern is: “Het is wetenschappelijk bewezen dat het puberbrein pas rond 24 jaar uitontwikkeld is. Volwassen mensen hebben al moeite zich langer dan 30 minuten op 1 ding te concentreren. Pubers hebben bijvoorbeeld geen korte termijn geheugen, dus werk niet met jaarplannen of maandplannen. Het is ook allang bewezen dat klassikaal onderwijs, waar 28 leerlingen 50 minuten frontaal les krijgen, niet werkt. De effectieve lestijd is 7 minuten en dat betekent dat het grootste deel van de les weggegooid is. Het brein van pubers is enorm in beweging en dat geldt ook voor het lichaam. Een hele dag op dezelfde stoel zitten kost energie. In onze deelschool hebben we dus een combinatie van stoelen en barkrukken. Door na elke 20 minuten te wisselen, ontstaat even een 0-situatie, kan de leerling zich opladen en ontstaat weer nieuwe energie. En pubers horen het woord NIET niet. Je moet ze dus prikkelen en belonen. Schoolregels zijn er natuurlijk wel, maar zijn positief omschreven. Niet: je mag in de aula niet telefoneren. Wel: je mag in de pauze daar en daar wel bellen of eten. Het effect is dat een bewerkelijke doelgroep van vmbo-leerlingen het hier enorm naar zijn zin heeft, het rustig in de school is en de leerprestaties enorm omhoog zijn gegaan. Vorig jaar 100% geslaagden in de BBL en KBL en GL, waarbij de cijfers voor de centrale examens hoger lagen dan voor de schoolexamens.”

“Het principe van onze onderwijsvisie is kleine groepen en korte lessen. We hebben geen lokalen, maar 10 deelscholen, waarin telkens 36 leerlingen BBL, 48 leerlingen KBL of 52 leerlingen GTL 120 minuten les hebben. Elke deelschool kent een klassenmanager en twee docenten. Die fungeren samen als een drieeenheid, waarbij er intensief wordt samengewerkt. In zo’n ruimte van 146 m² maken we vier groepen. Twee groepen krijgen theorie van een docent en twee groepen zijn met vrije opdrachten bezig, voorbereid door de vakdocenten. Om de 20 minuten wordt er gewisseld. De docenten houden zich alleen met vakinhoud bezig; de klassenmanager zorgt voor de drie O’s: orde, overwicht en overzicht. De klassenmanager regelt de ‘uitgestelde aandacht’, houdt de absenten bij en bewaakt de tijd. Dus veel meer een general manager dan een onderwijsassistent +. Daardoor kan de docent zich alleen met de inhoud bezighouden. Dit nieuwe gebouw is ontwikkeld volgens het principe van natuurlijk leren. Die visie is tijdens de bouw in de ban gegaan, maar toen er een nieuwe visie lag stond het gebouw er al. Onze visie past prachtig in dit gebouw.”

“Jeetje Mees, wat is het hier leuk.”

Ronald bevestigt dat hij op andere locaties ook een opvallende gedragsverandering bij vmbo-leerlingen ziet: “Op de locatie Madestein zijn we ook op deze manier bezig, waarbij we het gebouw transformeren en op deze wijze het onderwijs invullen en je ziet lastige leerlingen uit bijvoorbeeld de Schilderswijk rustiger worden en de leerprestatie omhoog gaan.” Het Wellant College is een scholengroep voor groenonderwijs met 26 scholen. Voor meer informatie surft u naar www.wellantwestvliet.nl

schooldomein

juni 2012

37


Integraal ontwerp levert fraai concept op

Nieuwe brede school in Wezep Tekst Sibo Arbeek Foto’s Sacon

D

irecteur Cor Otte kijkt terug: “Aanleiding voor de nieuwbouw op deze plek vormde het gegeven dat alle basisscholen rond de centrale kern in Wezep lagen. Op basis van een haalbaarheidsonderzoek van ICSadviseurs in 2007 bleek dat er ruimte was voor een brede school, waarbij enkele scholen rond het snel vergrijzende centrum verplaatst zouden moeten worden. De gemeente heeft in 2004 twee scholen gepolst om te verhuizen naar een uitbreidingwijk met veel starterwoningen. De RK basisschool Johan Friso pakte dat op, want deze school moest grondig gerenoveerd worden en had de ambitie om zich als brede school met andere partners te ontwikkelen. Dat is de Uilenhorst geworden.” Architecten Hanneke Rinkel en Nadia Pechler van het bureau Sacon bv kregen de integrale opdracht om zowel aan de ruimtelijke inpassing, het ontwerp zelf en de inrichting te werken, met op termijn mogelijk nog een koppeling met een tweede basisschool op de locatie: “Een mooie uitdaging met veel voordelen, omdat ik echt in een geïntegreerde aanpak geloof.”

38

schooldomein

juni 2012

De school is gebouwd voor 150 leerlingen en heeft nu 110 leerlingen. Cor Otte: “Inmiddels hebben we al 10% meer inschrijvingen dan vorig jaar rond deze tijd het geval was.”

Flexibel en duurzaam Het nieuwe gebouw van de Uilenhorst ziet er mooi uit. Met kleurige baksteen en ronde vormen op de hoeken detoneert het niet, maar accentueert het wel de omgeving met nieuwbouw huizen. Het is een gebouw van 1 verdieping dat stevig op zijn kavel staat, maar wel met de uitstraling van een Griekse tempel, met een mooie architraaf als daklijst. Door de hoge ramen zijn prachtige zichtlijnen te zien. Het gebouw loopt subtiel in hoogte op en accentueert daarmee de levenslijn van 0 tot 12 jaar. De ruimtelijke climax wordt gevormd door het hoogste punt in de school, waar de vrij indeelbare ruimten van de bso, het speellokaal samen komen en tot een theaterzaal kunnen worden getransformeerd. Het gebouw is ruim van opzet en vanuit het principe van flexibiliteit en duurzaamheid ontworpen.


ONTWERP EN INRICHTING

Vraaggestuurde klimaatbeheersing

Het onderwijsbureau belde trots Schooldomein op: “We hebben een prachtige brede school in Wezep gebouwd. Komen jullie langs?” Het gebouw is nog net niet in gebruik, maar architect Hanneke Rinkel van Sacon bv, schooldirecteur Cor Otte en adviseur Henk Buursema van onderwijsbureau Meppel vertellen met passie over dit bijzondere gebouw, waarbij elke steen liefdevol is gemetseld en geplaatst.

Cor Otte en Henk Buursema zijn vooral trots omdat het een brede school is met de potentie om een geïntegreerd kindcentrum te worden: “Dat betekent dat we ook een brede school worden in uitstraling en pedagogiek. Naast de Uilenhorst staat het Agnieten College, een school voor het voortgezet onderwijs, die ook in het brede schoolconcept zit. Samen gaan we ruimten delen, zoals de theaterzaal in de brede school, de aula en sportfaciliteiten. Maar ook gaan we het veiligheidsbeleid vormgeven en kunnen leerlingen van groep 8 al lessen volgen op het Agnieten College.” Samen met de architect is een concept frisse school ontwikkeld, met duurzaamheidmaatregelen die bij de doelgroep passen, dus met veel aandacht voor het binnenklimaat en een laag onderhoudsniveau. Henk: “Verlichting en verwarming zijn vraaggestuurd en reageren op de gebruikers. We werken daarbij met Schoolvision van Philips en het scholenconcept van Klimaatgroep Holland.” Opvallend zijn de hoge lokalen en de wijze waarop de installaties zijn aangebracht. Licht en lucht zijn kwaliteiten van het ontwerp, maar ook interessante zichtlijnen en een palet van met elkaar verbonden ruimten die voor elke doelgroep een eigen programma opleveren, zoals een chillruimte op de verdieping. Opvallend is ook dat de daglichten van geel geaccentueerd glas zijn. Hanneke: “We hebben geoefend met folie in het oude gebouw en na een week vonden de leerkrachten het getemperde licht heerlijk rustig. Het zorgt ook voor mooie lichtpatronen op de vloeren.”

“Door de geïntegreerde manier van werken hebben we binnen het normbudget gebouwd en ook nog wat extra’s kunnen doen.”

Goede samenwerking Partijen roemen de samenwerking. Hanneke: “Tot het DO hebben we scherp gediscussieerd hoe een bepaalde ingreep in de praktijk zou uitpakken. Dat heeft opgeleverd dat we telkens vanuit het praktische gebruik hebben ontworpen.” Projectleider Renate Buma: “Daarbij heeft ook geholpen dat we het gebouw in 3D hebben getekend, zodat de aannemer Prins Bouw ’t Harde beter risico’s kon inschatten.” Henk over de aanbesteding: “We hebben geprofiteerd van een gunstig aanbestedingsklimaat.” En door de geïntegreerde manier van werken hebben we binnen het normbudget gebouwd en ook nog wat extra’s kunnen doen.” Interessant is ook dat vanuit de inrichting is ontworpen, waarbij Nadia Pechler een belangrijke rol heeft gespeeld: “Dat levert op dat verborgen kasten en tafels onderdeel vormen van bijvoorbeeld een wandafwerking of –indeling.” Zo is er een prachtige boekenkast die in een hoge hal in de muur is uitgesneden. Met deels eigen middelen zijn deze fraaie inrichtingaccenten aangebracht: “Dus niet zeggen dat het eerste inrichting is, anders krijg ik ruzie met de gemeente,” lacht Henk.

projectinformatie Opdrachtgever Catent, Zwolle

Opdracht Basisschool, KDV en BSO: 1150 m² BVO

Bouwbegeleiding Onderwijsbureau Meppel

Haalbaarheidsonderzoek ICSadviseurs

Architect SACON

Adviseur Installaties Kamperman, Groenlo

Aannemer Prins Bouw, ’t Harde

Aanneemsom € 1.333.500,- excl. btw

Oplevering Voor meer informatie mailt u naar info@sacon.nl of

mei 2012

h.buursema@onderwijsbureau-meppel.nl.

schooldomein

juni 2012

39


De eerste energieneutrale MFA van Nederland

Primeur in Veenendaalse aandachtswijk Sinds december maken de bewoners van het Veenendaalse JES-gebied gebruik van een fantastische multifunctionele accommodatie: Panorama. Het is de eerste energieneutrale MFA van Nederland. En een bijzondere plek waar alle bewoners van de omliggende wijken elkaar kunnen ontmoeten en zich kunnen ontwikkelen en ontspannen.

Tekst Paul Voogsgerd

D

e gemeente Veenendaal stond in de wijken Jan Roeckplantsoen, Engelenburg-Noord en Schrijverspark voor de uitdaging om de bewoners – maar liefst 45 nationaliteiten – meer binding te geven met hun wijk. Het gebied is een 40+ wijk waar veel aandacht nodig is voor de leefkwaliteit en zaken als ontmoeting en veiligheid. De gemeente Veenendaal, Patrimonium woonstichting en Welzijn Veenendaal sloegen de handen ineen om daar werk van te maken. Gezamenlijk werkten zij concrete plannen uit en kregen op basis daarvan in 2010 van het ministerie van VROM een flinke subsidie toegekend in het kader van de 2e tranche budget 40+ wijken. De drie wijken werden – gebruik makend van hun beginletters – omgedoopt tot JESgebied, een positieve naam voor een wijk waar de negatieve spiraal moest worden omgebogen naar een stijgende lijn.

40

schooldomein

juni 2012

Programma van Eisen Een onderdeel van de aanpak was de ontwikkeling een moderne multifunctionele accommodatie voor alle bewoners van het JES-gebied. Projectleider MarieLouise van Lankveld vertelt: “Met veel verschillende organisaties die werkzaam zijn in het gebied hebben we eerst gesproken over waaraan de wijk behoefte had. Het belangrijkst bleken de voorzieningen die al in de wijk aanwezig waren, maar sterk verouderd. Zowel een gymzaal als een buurthuis moesten worden vervangen. Met de twee daarbij betrokken partijen - Sportservice Veenendaal en Welzijn Veenendaal - hebben we vervolgens verder gesproken over de invulling van de nieuwe accommodatie. Op basis van alle verzamelde informatie hebben we een Programma van Eisen opgesteld en met dat in de hand zijn we op zoek gegaan naar een goede architect.”

Extra uitdaging De keuze viel op Marlies Rohmer. Zij ging voortvarend aan de slag maar al snel moest een pas op de plaats


BOUW EN ORGANISATIE

de eerste energierekening er is, dan moet die nul euro zijn, dat is immers energieneutraal.” Schilt heeft er alle vertrouwen in. “We hebben samen met de architect heel goed nagedacht over alles wat we konden doen om zoveel mogelijk energie te besparen, bijvoorbeeld door het gebouw heel goed te isoleren. En verder hebben we gekeken hoe het gebouw zoveel mogelijk energie zelf kan opwekken. Midden in Panorama zit de grote sporthal met een hoog plafond. Marlies Rohmer heeft dat plafond heel mooi weggewerkt in het grote schuine dak, dat op het zuiden ligt en helemaal vol ligt met zonnepanelen. Daarmee wordt heel veel energie opgewekt.”

“Als straks de eerste energierekening er is, dan moet die nul euro zijn, dat is immers energieneutraal.”

Veel daglicht

worden gemaakt want de plannen bleken te ambitieus. “Onze wensen waren groter dan de portemonnee,” vertelt Marie-Louise van Lankveld. “Gelukkig was de gemeenteraad bereid een extra bijdrage te doen en wilde de provincie Utrecht ook flink investeren in Panorama. Zij gaven echter wel een belangrijke opdracht mee aan Marlies Rohmer en energieadviseur Ronald Schilt van adviesbureau Merosch: de nieuwe MFA moest een energieneutraal gebouw worden. “De provincie Utrecht stelde dit als voorwaarde voor de subsidie en het past bovendien goed in het beleid van de gemeente”, zegt wethouder Henk van Soest. “We weten allemaal dat we zuinig moeten zijn met energie. Als gemeente vinden we het dan ook belangrijk dat nieuwe gebouwen zo weinig mogelijk energie verbruiken en als dat kan ook zelf energie opwekken. In Panorama is dat heel goed gelukt.”

Zelf energie opwekken Ronald Schilt ziet uit naar de eerste cijfers die gaan bewijzen dat Panorama écht energieneutraal is. “Bij dit gebouw kun je dat eenvoudig aantonen. Als straks

Marlies Rohmer omschrijft Panorama als “een rond uitnodigend paviljoen in het groen. Dankzij de glazen puien rondom het gebouw is Panorama open voor de omgeving. Zo vloeien buiten en binnen in elkaar over. Achter de glazen puien zie je de kleurrijke ronde wand met afbeeldingen die zijn gemaakt door buurtbewoners.” De grote ramen zorgen er ook voor dat er veel daglicht het gebouw binnen komt. Rohmer vindt dat heel belangrijk. “Als mensen te weinig daglicht krijgen, kunnen ze slaperig en somber worden. Veel daglicht is dus goed voor ons. Bij onze ontwerpen letten wij er altijd goed op hoe het gebouw komt te liggen zodat we optimaal van het daglicht gebruik kunnen maken. En met behulp van slimme technische oplossingen, zorgen we ervoor dat het zonlicht ook binnen in het gebouw doordringt. In Panorama hebben we daarvoor zogenaamde ‘solar-tubes’ gebruikt; ingenieuze buizen die buiten het licht opvangen en het met behulp van spiegels naar binnen brengen. Terugkijkend toont de projectleider zich tevreden over het hele ontwikkel- en bouwproces. “Het was af en toe heel spannend maar dankzij de inzet van alle betrokkenen is het gelukt,” zegt Van Lankveld. “Binnen de planning en binnen de begroting. En kijk eens wat een mooi gebouw er nu staat!”

projectinformatie Opdrachtgever: Gemeente Veenendaal

Architect: Architectenbureau Marlies Rohmer, Amsterdam

Energie- en installatieadvies: Merosch, Bodegraven

Engineer installaties: E&B engineering en bouwbegeleiding, Lekkerkerk

Aannemer: Grootheest, Bennekom

Bruto vloeroppervlak: 930 m²

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met projectassi-

Oplevering:

stent Jorinde de Wit, telefoon (0318) 53 84 95,

november 2011

jorinde.de.wit@veenendaal.nl.

schooldomein

juni 2012

41


De Hoven werkt met leerdomeinen

Kindcentrum zonder lokalen Kindcentrum de Hoven in Rosmalen is van begin af aan opgezet als integraal kindcentrum. Zowel organisatorisch als ruimtelijk. Het basisonderwijs, het kinderdagverblijf, het peuterarrangement en de buitenschoolse opvang maken gebruik van leerdomeinen. In de Hoven zijn geen lokalen met gescheiden verwerkingsruimtes, maar zijn zones gemaakt die in elkaar overvloeien. Tekst Dolf Broekhuizen Foto’s Frencken Scholl Architecten

“J

oh, Anja, je weet toch dat je geen wanden krijgt tussen de lokalen?, zei de voorzitter van het bestuur tegen mij. Dit is precies wat ik wil! Om een echt integraal kindcentrum te kunnen maken, met leerdomeinen in plaats van lokalen, moeten we af van het klassieke concept van lokalen langs een gang.” Anja Thijssen, de directeur van het Kindcentrum de Hoven herinnert zich dat moment nog precies. “Toen bleek dat iedereen de stap wilde zetten naar een revolutionair gebouw.”

42

schooldomein

juni 2012

Creatieve zone Bij veel kindcentra zijn er nog deuren, schuifwanden of vouwwanden die lokalen scheiden van speel- en leerwerkplekken en elke organisatie een eigen ruimte geven. Bij de Hoven zijn die afwezig. Een groep van wisselende samenstelling maakt gebruik van een leerdomein. Kleine of grotere groepen, bijvoorbeeld 70 leerlingen onder begeleiding van twee leerkrachten en twee onderwijsassistenten, beschikken over speel-, leer- en werkplekken. Elk leerdomein heeft


BOUW EN ORGANISATIE

een vaste opbouw met meerdere zones. Er is een grote ruimte met verschillende plekken voor de hele groep. Als een leerkracht aan een kleine groep instructie geeft is daarvoor een aparte ruimte in elk leerdomein. Elk domein heeft bovendien een creatieve zone en een pantry. Zo’n creatieve zone zou je kunnen vergelijken met een leerplein, een werkplek buiten het lokaal. Anja Thijssen weet dat het bijzonder is dat deze ruimtes niet van elkaar gescheiden worden door schuifwanden of binnenmuren: “In plaats daarvan creëerde het architectenbureau zo veel mogelijk zogeheten zachte overgangen met bijvoorbeeld een verlaging in het plafond of een halfhoge wand. Deze ingenieuze opzet maakt een soepel gebruik van de ruimtes mogelijk. De vanzelfsprekende opzet van de ruimte stimuleert op allerlei manieren de gebruikers tijdens het onderwijsproces.”

Manieren van leren Uit nieuwe opvattingen over onderwijs komt naar voren dat kinderen op allerlei manieren leren. Ze hebben individuele leervoorkeuren. Sommige kinderen leren bepaald gedrag juist door dat af te kijken bij klasgenootjes, of in interactie in groepen, zoals sociale vaardigheden. Anderen worden juist gestimuleerd doordat ze feedback krijgen van een begeleider, of van een vriendje of vriendinnetje in een andere groep. De schoolomgeving dient ruimtelijk op die inzichten aan te sluiten. Vanuit dat oogpunt zijn de zones gecreëerd. In deze leerdomeinen is een aangenaam binnenklimaat omdat ze afgescheiden zijn van trappenhuizen en gangen ontbreken. Maar het gebouw moet ook toekomstbestendig zijn. Daarom kan het gebouw heel gemakkelijk worden aangepast, indien de onderwijsopvattingen of gebruikerswensen veranderen. Met de technische voorzieningen zoals verlichting, ventilatie en verwarming is daar rekening mee gehouden. Extra wanden zijn heel gemakkelijk te plaatsen. Ook de toiletgroepen zijn ingepast in de flexibiliteit.

Integrale leefwereld De organisaties in dit kindcentrum werken samen aan de vorming van het opgroeiende kind in de wijk. Als ouders hun kind aanmelden voor het peuterarrangement of de kinderopvang komt het in een gebouw waarin de veelal gescheiden gebieden van opvang en onderwijs nu een vanzelfsprekende integrale leefwereld vormen. Door de korte lijnen is veel gemakkelijker afstemming en overleg mogelijk. Meer zicht op het kind komt de kwaliteit van de begeleiding ten goede. Tegelijk doorloopt het kind ook een veel gemoedelijker traject naar basisschool. Het blijft immers in hetzelfde gebouw, zodat de leefwereld het kind al bekend voorkomt. Het schoolbestuur, Algemeen Toegankelijk Onderwijs, hecht veel waarde

aan zelfstandig werken en heeft gekozen voor ervaringsgericht onderwijs dat optimaal aansluit op de leerdomeinen. Voor de ontwerpers was deze nieuwe opvatting over opvang en onderwijs een uitdaging. Immers, de verschillende werelden komen bij elkaar in een gebouw, terwijl de instellingen met eigen regelgeving, budgetten en gebruikerswensen werken. Frencken Scholl Architecten heeft in nauw overleg met de toekomstige gebruikers het kindcentrum met het leerlandschap ontworpen zodat integraal gebruik mogelijk is. Het gebouw is 52 weken per jaar van 7.30 tot 18.30 uur open. Sinds de opening werkt de school met schooltijden tot 14.00 uur. Daarna maakt de BSO gebruik van de leerdomeinen waar de landingsplek voor de groep dan landingsplek wordt voor de BSO. Een ander voorbeeld van gedeeld gebruik van ruimtes is de hal waar ook de PSZ, BSO en KDV gebruik van maken. Anja Thijssen is zeer te spreken over de gebruiksmogelijkheden die het gebouw biedt: “Een leerlandschap, dat klínkt niet alleen poëtisch, het ís ook poëtisch. Iedere bezoeker die het gebouw voor het eerst binnenkomt, is verbaasd over de afwezigheid van lokalen.”

schooldomein

projectinformatie Project Nieuwbouw Kindcentrum de Hoven, Rosmalen, Gemeente ‘s-Hertogenbosch

Opdrachtgever Gemeente ’s-Hertogenbosch

Architect Frencken Scholl Architecten, Maastricht

Programma Basisschool, KDV, PSZ, BSO, gymzaal

Bouwperiode 2010-2011

Bruto vloeroppervlak 3.891 m²

juni 2012

43


Twee brede scholen voor Hollands Kroon

‘Succes door samenwerking’

De gemeente Hollands Kroon heeft in 2010 - toen nog gemeente Niedorp - de ambitieuze beslissing genomen twee brede scholen te ontwikkelen om een impuls te geven aan het voorzieningenaanbod. Het college wilde zoals iedere opdrachtgever maximale kwaliteit voor de beperkte onderwijsbudgetten. De aanpak blijkt hierbij cruciaal.

Tekst Paulien Konijnendijk en Jan Remijnse

D

e wethouders Jan Steven van Dijk (onderwijs) en Enno Bijlstra (ruimtelijke ordening) zetten direct na de vorming van het college in 2010 gezamenlijk de schouders eronder. Hun doel was beide ontwikkelingen op het moment van de fusie een flink eind op weg te hebben. In de tweede helft van 2010 vroegen zij ICSadviseurs hen te adviseren bij de aanpak en de trajecten te begeleiden. Kort daarna stemde de raad in met de ontwikkeling van de brede scholen ’t Veld en Nieuwe Niedorp – Winkel. Bij laatstgenoemde gaat het om herontwikkeling van het – toen nog in gebruik zijnde – gemeentehuis van Niedorp.

44

schooldomein

juni 2012

Vernieuwende projectaanpak De aanpak is cruciaal. Het optimale resultaat krijg je als alle betrokken partijen vanuit hun expertise in nauwe samenwerking deelnemen. De praktijk is daarbij dat partijen verschillende belangen hebben. De projectaanpak moet daarom voor alle partijen aantrekkelijk zijn. Centraal in de samenwerking staan uiteraard de toekomstige gebruikers en daarnaast de architect en adviseurs. Uitvoerende partijen worden in de voorbereidingsfase van dergelijke projecten meestal niet betrokken, vaak door twijfel bij opdrachtgevers over het kunnen handhaven van


BOUW EN ORGANISATIE

uitgangspunten of onbekendheid met een dergelijke, vernieuwende projectaanpak.

Engineering & Build In Hollands Kroon is gekozen voor de Engineering & Build (E&B) projectaanpak. Dit is een tussenvorm van de meer bekende traditionele aanpak en Design & Build. Bij E&B wordt een aannemer betrokken bij het project op basis van het Definitief Ontwerp. De aannemer is daarmee niet alleen verantwoordelijk voor de uitvoering maar ook voor het Technische Ontwerp (de engineering). Het ontwerpteam blijft hier nauw bij betrokken. Deze aanpak brengt het goede van twee aanbestedingsvormen samen: Enerzijds krijgen de gebruikers de ruimte om na te denken over samenwerking en de nieuwe huisvesting. Zij moeten hun Programma van Eisen maken en hebben in de ontwerpfase ruimte om dit te vertalen: als een traditionele aanpak. Anderzijds wordt de aannemer vroeg betrokken om de uitvoering effectief voor te bereiden. E&B is in dit opzicht een lichtere variant dan Design & Build, maar met name in de engineeringsfase wordt veel voordeel behaald. De aannemer neemt daarnaast voor de uitvoering een vergelijkbare verantwoordelijkheid als bij Design & Build met lagere faalkosten.

Vergelijkbare onderhouds- en exploitatiekosten De E&B aanpak heeft bij de herontwikkeling van gemeentehuis tot brede school nog extra voordeel. Om het gebouw te kunnen herbestemmen, is een grondige analyse van de staat, bouwwijze en mogelijkheden noodzakelijk. Uitvoerende partijen kunnen daarbij in de voorbereiding een belangrijke bijdrage leveren en zijn daardoor in staat om verantwoordelijkheid te nemen voor de uitvoering. Risico’s voor de opdrachtgever nemen hiermee flink af. De keuze voor herontwikkeling is weloverwogen gemaakt. Uit het locatieonderzoek bleek dat de locatie zeer geschikt is, centraal gelegen tussen de kernen en direct aan de rand van een park. Voor de gemeente is het waardevol

dat het vrijkomende gemeentehuis een nieuwe bestemming krijgt. Herontwikkeling van het gemeentehuis was een belangrijk bespreekpunt met de schoolbesturen. Zij stelden redelijkerwijs als uitgangspunt dat de onderhouds- en exploitatiekosten ten minste vergelijkbaar moeten zijn met die van nieuwbouw. Gegeven de unieke situatie dat er gelijktijdig aan zowel een nieuwbouw brede school als een herontwikkeling wordt gewerkt, kon een onafhankelijk adviesbureau - in opdracht van de schoolbesturen - een vergelijking maken van verwachte onderhouds- en exploitatiekosten. Deze kosten bleken vergelijkbaar.

Wethouder Jan Steven van Dijk: “Als dit lukt organiseren we een masterclass voor collega opdrachtgevers.”

Nice to haves Bij de aanbesteding is nog iets speciaals gedaan; de aannemers hebben bij de selectie een taakstellend budget meegekregen. Het ontwerpteam heeft een ontwerp gemaakt dat past binnen dat budget. In plaats van een zo scherp mogelijke inschrijving te vragen, zijn de aannemers uitgedaagd zo veel mogelijk kwaliteit toe te voegen. De toekomstige gebruikers hebben hiervoor in overleg met het ontwerpteam en de opdrachtgever een overzicht gemaakt met ‘Nice to haves’. Denk hierbij aan wensen ten aanzien van gebruik of duurzaamheid. Aan iedere ‘Nice to have’ is een puntenscore toebedeeld die afhankelijk is van de waarde en de prioriteit. De aannemers konden op deze manier hun inschrijving aantrekkelijker maken en daarmee is heel veel extra kwaliteit toegevoegd. Naar het zich laat aanzien worden de brede scholen volgens planning en binnen budget in het voorjaar van 2013 opgeleverd. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paulien Konijnendijk, pkonijnendijk@icsadviseurs.nl of 06 22267943 of met Jan Remijnse, jremijnse@icsadviseurs.nl of 06 22569913. In samenwerking met wethouder Jan Steven van Dijk organiseert ICSadviseurs in het najaar een masterclass over dit onderwerp. Houdt u hiervoor de publicaties in de gaten.

schooldomein

juni 2012

45


DBMO-light bij Sportcomplex in Vianen

Aanbesteding op Total Cost of Ownership De gemeente Vianen realiseert vervangende nieuwbouw voor de bestaande sportvoorziening Helsdingen. Via een DBMO-light worden aanbieders maximaal uitgedaagd een zo duurzaam en goedkoop mogelijk exploitabele voorziening te ontwerpen, te realiseren en te onderhouden.

Tekst Harry Vedder en Ralph Rheiter

Doel en opzet van de aanbesteding Naast de twee sporthallen en een multifunctionele zaal die ook als dojo inzetbaar is, wordt ook een zwembad gerealiseerd met een wedstrijdbassin dat geschikt is voor zwem- en waterpolowedstrijden. De gemeente stuurt de realisatie en de aanbesteding maximaal op een zo efficiënt mogelijk beheer en exploitatie. De gemeente blijft zelf verantwoordelijk voor de exploitatie. Een in dit soort situaties niet ongebruikelijke keuze is de aanbesteding van

een DBMO-contract (of een DB-contract en apart MO-contract). Ofwel: één partij ontwerpt (D) en realiseert (B) de sportvoorziening en onderhoudt (M) en exploiteert (O) deze vervolgens met een exploitatiebijdrage van de gemeente. De O van Operate omvat de exploitatie, het ‘runnen’ van de voorziening, waaronder de energiekosten. De gemeente Vianen gaat deze voorziening echter zelf exploiteren. Oftewel de O is niet aan de orde. De gemeente kiest wel voor de aanbesteding van minimaal een DBM-contract. Dit om de aanbieder maximaal te stimuleren om een ontwerp en materialisatie aan te bieden dat duurzaam (goedkoop) is te onderhouden. Hierin zitten alleen niet de energiekosten terwijl juist deze bij een sportvoorziening als deze zeer bepalend zijn voor de totale exploitatiekosten. Daarom heeft de gemeente besloten om ook de energiekosten onderdeel te laten uitmaken van de aanbesteding. Om het risico van de energietarieven niet bij de aanbieder te leggen, is daarbij gekozen om te contracteren op de aangeboden energiegebruiken. Daarmee ontstaat een lichte versie van het DBMO-contract.

Uitdagende Vraagspecificatie Uiteraard omvat de vraagspecificatie (PvE) de specificaties van het te realiseren gebouw en installaties. Men wil echter ook het technisch presteren en de kosten daarvan tijdens het gebruik van de voorziening bij de daartoe deskundige ontwerpende en

46

schooldomein

juni 2012


BOUW EN ORGANISATIE

realiserende marktpartij leggen. Dat presteren in de gebruiksfase is onderverdeeld in twee hoofdaspecten: 1. H et kwalitatief in stand houden van het gebouw (beheer en onderhoud gebouw en installaties); 2. H et met het gebruik van het gebouw gepaard gaande energie- en watergebruik (gas, elektra en water). Het niveau van presteren en de kosten daarvoor moeten door de aanbieder worden gegarandeerd. De vraagspecificatie is daarom in drie hoofdcompartimenten opgebouwd: a. De functionele, ruimtelijke en technische prestatie-eisen voor ontwerp en de realisatie; b. Prestatie-eisen met betrekking tot de in stand te houden technische kwaliteit (beheer en onderhoud); c. Prestatie-eisen ten aanzien van het energiegebruik. Alle eisen zijn steeds geformuleerd als te leveren prestaties. Hiermee geeft men de aanbiedende marktpartijen maximaal de ruimte om met die eigen oplossingen te komen waarvan men ook bereid is de prestaties te garanderen.

Total Cost of Ownership Voor de gemeente zijn niet de investeringskosten bepalend voor het financiële presteren van de voorziening, maar de levensduurkosten (= totale kosten over de levensduur van het gebouw): Total Cost of Ownership (TCO). De TCO komt eenvoudig gesteld neer op de optelsom van de investeringskosten en de exploitatiekosten over een periode van x jaar. De gemeente Vianen kiest voor een periode van 20 jaar. De opdrachtnemer wordt dus verantwoordelijk voor ontwerp, realisatie, onderhoud en energiegebruik. De gemeente gunt niet op basis van de laagste investering, maar op de laagste TCO. Via de aanbesteding worden potentiële voordelen maximaal naar boven gehaald en contractueel gegarandeerd. De gemeente profiteert direct in de vorm van duurzaamheid en duurzame exploitatie, vertaald in een lagere financiële jaarlast (=TCO).

Beheer, onderhoud en energiemanagement Voor de in stand te houden technische kwaliteit van het complex wordt aangesloten op de NEN 2767 ‘Conditiemeting van bouw- en installatiedelen’. De opdrachtnemer geeft voor zijn ontwerp op basis van gegeven bezoekersaantallen, openingstijden en referentietemperaturen, de volumes voor het gebruik

Marcel Verweij, Wethouder Sport van de Gemeente Vianen: “Deze wijze van aanbesteden en het daarna zowel technisch laten onderhouden als monitoren op de energieprestatie, passen uitstekend in onze rol als duurzaam en toekomstgericht regisseur van onze maatschappelijke voorzieningen.”

van gas, elektra en water (het referentie-energieverbruik). Deze contractueel vastgelegde energievolumes betaalt de gemeente (zij kan zelf het goedkoopst energie inkopen). Vervolgens verrekent de gemeente overschrijdingen van de contractueel vastgelegde volumes met de aanbieder, mits deze door een afwijkende kwaliteit van het gebouw en de installaties worden veroorzaakt.

Afsluitend De gemeente heeft met een DBMO-light contract gekozen voor een toekomstgerichte aanbesteding met oog voor de exploitatie. Een dergelijke aanbesteding is niet eerder vorm gegeven. Het vergde het opstellen van een op de D,B, M en de O-light prestaties gerichte vraagspecificatie. Daarnaast moest de nieuwe aanbestedingsstrategie ontwikkeld worden. Op dit moment is de selectiefase voorbij en is met 5 partijen de inschrijffase ingegaan. Dit artikel is geschreven door Harry Vedder (Coresta) en Ralph Rheiter (Inkoopbureau Midden-Nederland IBMN). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harry Vedder: h.vedder@coresta.nl.

schooldomein

juni 2012

47


Kruisbestuiving tussen lokale bouwtechniek en Nederlandse kennis

Nederlandse architecten in het buitenland

Wooncomplex en kinderdagverblijf Egenes Park, Stavanger (Onix)

Nederlandse architecten doen het goed in het buitenland. Daalde de omzet van architectenbureaus binnen ons land het afgelopen jaar opnieuw een paar procent, in het buitenland groeide hun omzet met soms duizelingwekkende cijfers, tot 3.250 procent in Azië en Australië. Ook scholenbouwers worden buiten de grenzen met open armen ontvangen.

S

oms daartoe uitgenodigd, bijvoorbeeld het Groningse architectenbureau Onix, en soms op eigen initiatief, zoals het in Vlaardingen gevestigde bureau GelukTreurniet Architecten, ontwerpen Nederlandse architecten over de gehele wereld. Bruggen, televisiestudio’s, kantoorpanden, woningen, maar ook schoolgebouwen. In de Ethiopische hoofdstad Addis Ababa opende eind vorig jaar president Girma Wolde Giorgis de Hope University College, ontworpen door GelukTreurniet Architecten. Hans Treurniet, net terug van weer

48

schooldomein

juni 2012

een bezoek aan het land, vertelt: “In 2004 wilden wij, ter gelegenheid van het vijftig jaar bestaan van ons bureau, iets bijzonders doen. Omdat ik veel binding heb met Ethiopië, en mij zeer geïnspireerd weet door de inwoners en hun eeuwenoude cultuur en architectuur, besloten wij een bijdrage te leveren aan het onderwijs in dit land. Via de stichting Woord en Daad in Gorinchem kwamen wij in contact met de hulporganisatie Hope Enterprises, die in Ethiopië al tal van onderwijsvoorzieningen heeft gerealiseerd, maar nog niet een instelling op, voor

Nederlandse begrippen, hbo-niveau. Met zo’n instituut zou kunnen worden bijgedragen aan het streven (kansarme) jongeren een toekomst te bieden. Als ons eigen verjaardagscadeau boden wij aan een dergelijk gebouw te ontwerpen.”

Traditionele vormen “In de filosofie van Hope Enterprises,” vervolgt Hans Treurniet, “gaat het niet alleen om kennisoverdracht, maar ook om het creëren van ethiek, van verantwoordelijkheid, van gemeenschapszin. Dat moet ook terugkomen in de vormgeving van de gebouwen. Dus kozen wij niet voor het neerzetten van een pompeus Westerse campus, maar juist voor een eigentijdse vormgeving van het traditioneel Ethiopische karakter. Met daarin aandacht voor traditionele Ethiopische vormen, landeigen materialen, ecologische bouwmethoden en natuurlijke energievormen.” Hans Treurniet schetst het beeld


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

Tekst Theo van Oeffelt Beeld GelukTreurniet Architecten / Onix

Bibliotheek van het Hope University College in Addis Ababa (GelukTreurniet Architecten)

van een oog, de vorm waarin hij de campus heeft gegoten. “Ethiopische mensen hebben heel sprekende ogen, die blijven je altijd bij.” Rechthoekige panden vormen de wimpers, het ronde auditorium verbeeldt de pupil. De waarde van de Ethiopische cultuur komt terug in twee typerende bouwvormen. De kruisvormige plattegrond is afgeleid van de wereldberoemde rotskerk Beta Gyorgis in Lalibela. De plaatsing in een verdiept bassin suggereert dat het auditorium diep de grond in gaat, zoals dat ook het geval is met de rotskerk. En het kegelvormige dak refereert aan de eeuwenoude, uit traditionele materialen opgebouwde kerk Kidane Meret op een schiereiland in het Tanameer. Met het ontwerp van GelukTreurniet Architecten kon een locatie worden gevonden, en fondsen om de realisatie mogelijk te maken. Bij de bouw werd samengewerkt met het Ethiopische ABBA architects en de Chinese aannemer Jiangsu. Een Nederlandse projectmanager zorgde voor de coördinatie en bewaakte het bouwbudget. Voor het opstellen van het onderwijscurriculum werden de Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten, de Christelijke Hogeschool Ede en onderwijsexperts uit Ethiopië zelf betrokken.

Noors hout In het Noorse Stavanger, met in Europa de grootste, nog bestaande uit houten huizen gevormde binnenstad, bouwde het Groningse architectenbureau Onix, eerst 75 woningen en een kinderdagverblijf en legt nu, voorjaar 2012, de laatste hand aan een tweede Noors project, de Brueland Barnehage school, ook in Stavanger. “Beide opdrachten komen voort uit het architectuurfestival Norwegian Wood, waarin innovatieve houtarchitectuur centraal

staat,” licht architect Alex van de Beld toe. “Wij werden allereerst gevraagd om vanwege onze expertise met en liefde voor het bouwen in hout aan dit festival mee te doen. Want, ondanks een eeuwenoude traditie, is daarover in Noorwegen veel kennis verloren gegaan. In het Egenes Park hebben we een wooncomplex in Het voorplein met het auditorium combinatie met een kinderdagverblijf ontwormeer het dak als onderdeel van de les- en pen waarin hout zeer dominant aanwezig speelruimte.” Alex van de Beld geeft aan blij is. Het vormt zowel de constructie als de afte zijn met de roep in het buitenland om werking, binnen en buiten. Het dak van het Nederlandse architectuurexpertise. “Maar kinderdagverblijf heeft een dubbele functie zorgelijk is dat de ingestorte binnenlandse en fungeert overdag als speelplek voor kinmarkt het amper mogelijk maakt de opgederen en ’s avonds als deel van de publieke dane kennis en ervaring in het buitenland, ruimte. De architectuur van het project is zoals met het Scandinavische model, weer weliswaar geïnspireerd op de traditionele aan te wenden in ons eigen land.” Noorse houtarchitectuur, maar door ons op een eigentijdse wijze vormgegeven.” In het tweede project, ook in Stavanger, BNA Onderzoek speelde uiteindelijk het hout een minder BNA Onderzoek bundelt de studie- en onderbelangrijke rol. “Hier was de opgave het zoeksactiviteiten van de Bond van Nederlandse hele schoolgebouw, voor de allerkleinste Architecten. BNA Onderzoek is een platform en voor de zeg maar lagere schoolleeftijd, voor verdieping en collegiale kennisuitwisseling vorm te geven als een speellandschap. Meer van alle BNA-leden, waar verschillende expertidan het bouwen met hout, stond hier het ses worden samengebracht en kruisbestuiving experiment voorop hoe kinderen in een mogelijk wordt gemaakt. De redactieraad, combinatie van binnen- en buitenruimte verantwoordelijk voor de Schooldomeinrubriek kunnen leren, spelen, theater maken etc. Architectuur, wordt gevormd door Kees WilHet interieur is een vrijwel geheel open lems, Marjolein Bosscher, Michaela Stegerwald, speelruimte geworden, waar de kinderen Michiel Snelder, Carla Roos, Theo van Oeffelt niet meer in vaste groepen en bijbehoen Jutta Hinterleitner. Meer informatie: www. rende lokalen les krijgen. Binnen en buiten bna-onderzoek.nl. dienden met elkaar als in een vloeiende beweging te worden verbonden, met onder

schooldomein

juni 2012

49


Innovatie door Het is crisis! De bouw ligt op zijn gat. Bouw gerelateerde bedrijven hebben het zwaar. Opdrachtgevers maken ‘handig’ gebruik van de concurrerende markt. De berichten in de media spreken boekdelen. De verhalen over stilgevallen projecten, ontslagen, faillissementen, het uitblijven van hypotheekverstrekkingen, de vastgelopen woningmarkt en de positie van onze banken, nationaal en internationaal, kunnen we dagelijks tot ons nemen. Over het perspectief van de Euro maar niet te spreken! Het stemt niet direct tot vrolijkheid.

Tekst Ton van Rutten, architect-partner BRTArchitecten

H

oe kun je in deze bijzondere tijden toch vooruit? De concurrentie in de branche is moordend. Velen zijn onverantwoord bezig en werken onder de kostprijs. Dat kan niet te lang meer duren. Is het einde van de crisis nabij of moeten we juist nu al een andere koers gaan varen? Vraagt deze nieuwe tijd van informatietechnologie niet om nieuwe passende antwoorden? En wat zijn de antwoorden dan? Welk kompas moeten we nu eigenlijk volgen? Die van innovatie? Innovatie is een containerbegrip. Elke verandering, hoe klein ook, wordt in de bouwkolom al snel als innovatief gezien. Er zijn wel tendensen waarneembaar, die je zeker als innovatief zou kunnen bestempelen.

50

schooldomein

juni 2012

Ze hebben onder andere te maken met de ontwikkeling van de integrale bouwketen. Is ketenintegratie het sleutelwoord? In ieder geval een geliefde binnenkomer van aannemers en ontwikkelaars bij opdrachtgevers. De architecten zijn nog een beetje sceptisch, dat wel. Hoe kan dat eigenlijk, dat als er voor elke bouwpartner kansen liggen, toch niet iedereen even enthousiast is? Worden de technische innovaties binnen de bouw wel door alle bouwpartners even inventief ingezet?

Technologie De technologie heeft de laatste jaren niet stil gestaan. De informatieoverdracht bij het ontwerpen van gebouwen is van 2 dimensies omgebogen naar 3 dimensies. We ontwerpen al weer jaren in een 3-dimensionale omgeving (BIM)¹. Toch jammer dat we telkens blijven printen in het platte vlak als de calculator zijn potlood slijpt en de metselaar de stenen ter hand neemt. Het is bijna sneu om te zien dat van alle informatie die er in de 3-d modellen wordt gestopt er maar één derde naar buiten komt. Of laat staan met derden wordt gedeeld. Ter verbetering is innovatie noodzakelijk. Ontwerp en uitvoering dienen hand in hand te gaan. Maar hoe krijg je dat nu voor elkaar in een branche die nu niet uitblinkt in innovatie en zich laat leiden door ogenschijnlijke tegengestelde belangen. De ketenintegratie is onvoldoende ontwikkeld. Het lijkt vooral gericht te zijn op de uitvoering van werken. Op basis van LEAN²-modellen. Eigenlijk gericht


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

“Bij General Contracting behoudt de opdrachtgever de regie tijdens het gehele ontwerp- en bouwproces.”

General Contracting! op de uitvoering van de contractueel overeengekomen werkzaamheden, die nodig zijn voor het maken van een gebouw. Liefst een kwalitatief goed gebouw. Dat wel. De kwaliteit staat dan ook vast omschreven in het contract. Hier ontstaat ‘het gedoe’ in de bouw. De schermutselingen tussen de betrokken partijen. Bouwpartners die de contracten verschillend interpreteren en, niet onbelangrijk, verschillende belangen vertegenwoordigen. Het is cruciaal om juist hier te innoveren. Zodat ieders individueel belang een gezamenlijk belang dient. De tijd lijkt rijp voor integrale integratie. De technologie is nu voor handen om werkelijk integraal te werken aan nieuwe projecten. Door alle bouwpartners. Opdrachtgevers, ontwerpers, bouwers en leveranciers.

General contracting Projecten waarvan het initiatief is genomen en de doelstellingen in geld, tijd en kwaliteit zijn bepaald moeten vooral anders aangevlogen worden. Traditioneel gesepareerd op kostprijs aanbesteden van diensten (architect en adviseurs) en werken (aannemers en installateurs) leiden veelal niet tot het gewenste resultaat. Sterker. Deze manier van aanbesteden draagt zelfs een groot financieel risico met zich mee. Grote overheidsopdrachten hebben in deze nog al eens de voorpagina gehaald! In de media zijn vele voorbeelden voorhanden. Hoe dan te handelen? Bij General Contracting ³ behoudt de opdrachtgever de regie tijdens het gehele ontwerp- en bouwproces. Hij laat zich bijstaan door betrouwbare en ter zake kundige partners. In onderdelen wordt werk uitbe-

steed aan diegene met onvoorwaardelijk commitment aan de doelstellingen van het project. Planning, kosten of kwaliteit worden zowel door opdrachtgever als door opdrachtnemers als een gezamenlijke verantwoordelijkheid gedragen. Samen wordt ontworpen, ontwikkeld en gebouwd. Het is dan ieders gelijke belang de overeengekomen doelstellingen te halen! BIM is daarbij het uitgelezen gereedschap om het project te ontwerpen, te engineeren en te realiseren. Het model is tijdens het gehele proces actueel en de verschillende disciplines zijn tijdens het complexe ontwerp- en uitvoeringstraject betrokken en gehoord. Na de initiatieffase stappen alle partners, alle disciplines, tegelijkertijd in. Gelijk gemutst, zich gezamenlijk richtend op het mooiste project tot nu toe! Voor meer informatie kunt u mailen met Ton van Rutten:

Noten: ¹ ( BIM) Building Information Model ² L EAN-model naar productiefilosofie van Toyota ³ G enaral Contracting projectbureau als contractant namens opdrachtgever. Onder de naam DBit© heeft BRTArchitecten een model ontwikkeld voor General Contracting

ton.van.rutten@brta.nl

schooldomein

juni 2012

51


Prijswinnaar Bredero College gewaardeerd

Van heel goed tot behoorlijk onvoldoende Schooldomein evalueert elk nummer een prijswinnend project. De locatie Meeuwenlaan van het Bredero College in Amsterdam-Noord kreeg in 2002 de vernieuwingsprijs, waarbij de jury vooral de bijzondere uitbreiding aan het traditionele schoolgebouw uit 1927 prees. Enkele gebruikers waarderen het gebouw na ruim tien jaar in de praktijk. 52

schooldomein

juni 2012


FINANCIERING EN EXPLOITATIE Tekst Sibo Arbeek

R

ob van Bever is sinds 1 ½ jaar directeur van de school: “Het Bredero College heeft meer vestigingen. Hier bieden we vmbo Economie en Techniek aan en we zijn bezig in twee jaar het intersectoraal programma Commercie en Dienstverlening te ontwikkelen. Deze vestiging heeft nu ongeveer 400 leerlingen en dat waren er ooit 700, dus dat loopt terug en daar willen we wat aan doen. Eén van de eerste ervaringen toen ik hier begon was dat ik een rekening moest tekenen voor terrasverwarming, die kennelijk nodig was om het restaurant in de winter te verwarmen. De verwarming van de aanbouw is in het plafond verwerkt. Niet handig, omdat warmte naar boven stijgt. De nieuwbouw is slecht geïsoleerd; ‘s winters erg koud en zomers snel warm vanwege de glazen gevel. Aan de andere kant is de uitbouw een blikvanger en zijn het restaurant en de bakkerij hele fijne leerwerkplekken, die bovendien multifunctioneel te gebruiken zijn, hoewel het niet echt een plek voor de buurt is geworden. Vooral het restaurant heeft PR-waarde. Het gebouw trekt jaarlijks nog veel bezoekers. Laatst was hier nog een bus met Zweedse architecten.”

Nauwe doorgang “Ook een probleem vormt het platte dak, dat ook pauzeplein is. Je komt vanuit de school op een soort houten vlonder, die snel spekglad wordt als het regent. Bovendien rot het hout en rond die plek ontstaan lekkages. Ook op andere plekken komen moeilijk te traceren lekkages voor. De borstweringen op het dak zijn te laag en leerlingen kunnen er rotzooi overheen gooien. Dat betekent dus veel toezicht. Het is een grijs plein bovendien, zonder uitstraling. Daarom gaan we samen met onze leerlingen het plein op het dak opnieuw inrichten. Ook was het de bedoeling dat de leerlingen via de buitentrap en het dak in de school zouden komen, maar dat werkte niet. Bij slecht weer was het niet te doen en bovendien waren de concentraties bij de nauwe doorgang te groot, zodat er onvoldoende toezicht was. Nu komen leerlingen weer via de oude entree in het oude gebouw binnen. Dat werkt veel beter.”

Vlechtmatten Van Bever wijst op de vlechtmatten, die het plafond in de kantine afdekken: “Ik vind het persoonlijk erg lelijk en niet duurzaam, maar het is er vanwege de slechte akoestiek later aangebracht.” De kantine is een donkere ruimte en er zitten weinig leerlingen: “Ze maken ook weinig gebruik van de mooie buitenruimte buiten de kantine, met een bankje onder een oude boom. De bovenbouw leerlingen gaan liever naar buiten, de buurt in. “Het gras staat erg hoog; dat moeten we binnenkort weer maaien.” Van Bever wijst op een ander element dat niet functioneel was: “De

stalen trap was erg open en dat was niet prettig voor onze meisjes. Ik heb er dit jaar stevige platen op laten bevestigen.” Van Bever wijst ook op de niet-functionele gang die naar de kantine en bakkerij leidt: “Eigenlijk een gekke donkere gang die niet uitnodigt om gebruikt te worden.”

Serveren en bakken In de kantine treffen we Hans Hoogeboom aan, docent serveren en bakken. Hij was erbij toen er gebouwd werd: “We stonden in het zand en zagen aan de stand van de zon dat het hier ‘s middags warm zou worden. Inmiddels hebben we gordijnen aangeschaft. Van het geld van de scholenbouwprijs hebben we armaturen aangeschaft, die in het restaurant hangen.” Rob moet lachen: “Krijg je een prijs voor het ruimtelijk concept en ga je er vervolgens lampen in hangen.” Hans geeft aan dat de vakdocenten soms flink botsten met de architect: “Die wilde bijvoorbeeld radiatoren plaatsen bij de ramen. Dat was geen slimme keuze, want daarmee zou het ruimtelijk effect met de ramen worden aangetast. Zelfs over de kleur van de stoelen is tot ver in het proces gesproken.“ Hans: “En wat ik dan jammer vind is dat de architect na oplevering niet vaak meer is komen kijken.”

Jury Scholenbouw­ prijs: “De opdracht­ gever is er in geslaagd met een aantal architecturale en stedenbouwkundige ingrepen het perspectief op het onderwijsproces volledig te veranderen.”

Voor meer informatie kijkt u op www.brederoberoepscollege.nl of mailt u naar r.vanbever@brederocollege.nl.

De cijfers van Rob: Onderwijskundig

Ruim voldoende.

Beleving van gebruikers

Moeilijk, op de meeste plekken goed, andere minder. Bakkerij en Restaurant zeer goed. Kantine, gang, dak onvoldoende.

Functionaliteit

Te zwart/wit gesteld, de functionaliteit van het dak is goed, aankleding is niet uitnodigend.

Technische staat

Op onderdelen onvoldoende. Over het geheel een kleine 7.

schooldomein

juni 2012

53


Krimp en ontgroening treffen het basisonderwijs

Koersverandering nodig! De trend in diverse demografische gegevens is duidelijk: het aantal leerlingen in het basisonderwijs daalt aanzienlijk tot 2020. Waar de discussie vaak gaat over de randgebieden van Nederland, zou de aandacht nu veel meer uit moeten gaan naar de ontwikkelingen in het midden van het land en de Randstad. We moeten ingrijpende keuzen maken willen we de kwaliteit en betaalbaarheid van het basis- en voortgezet onderwijs op peil houden. In weerwil van allerlei emoties zal clustering van voorzieningen door moeten zetten. Tekst Michiel Otto en Rob van der Knaap

54

schooldomein

juni 2012


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

T

wee zaken zijn zeker: de overheidsbudgetten worden niet ruimer en de demografische trend van krimp en ontgroening zet door. Het inwonertal van Nederland neemt al decennialang toe. Op regionaal niveau is groei echter niet meer vanzelfsprekend, en in een aantal regio’s aan de randen van het land is daalt het inwoneraantal al fors. Maar er is ook krimp in de Randstad, vooral in de regio’s ten zuidoosten van Rotterdam (De Jong en Van Duin, 2011). De Algemene Onderwijsbond houdt rekening met een daling van maar liefst 100.000 leerlingen. Dat vraagt om heldere beleidskeuzen.

Ontgroening Ontgroening treedt op naast krimp. Ontgroening betekent dat het aandeel jongeren in de bevolking afneemt. Aan de andere kant van het bevolkingsspectrum zien we vergrijzing, een bekender fenomeen. Ontgroening is voor het onderwijs een groter probleem dan krimp in het algemeen en kan ook optreden daar waar de bevolking als geheel nog groeit. Men dient de demografische cijfers goed te analyseren en uit te splitsen naar leeftijdscategorieën. Ontgroening treedt op in alle krimpgebieden. Zo neemt het aantal jongeren van 0 tot 20 jaar in een krimpgemeente als Delfzijl de komende 20 jaar af met 23 procent. Veel schoolbestuurders in de rest van het land maken zich geen zorgen. In veel van deze gemeenten neemt het aantal ouderen toe en neemt het aantal jongeren af. Zo daalt de bevolking van Alphen aan den Rijn, in het hart van de Randstad, tussen 2010 en 2030 met 2 procent, een lichte daling slechts. Het aantal jongeren daalt in dezelfde periode met 12 procent. Dit zijn 2.100 jongeren. Er van uitgaande dat bijna de helft van deze groep in het basisonderwijs terecht komt gaat het om bijna 900 leerlingen. Dit betekent dat 36 klaslokalen leeg komen te staan. Vier basisscholen zullen hun deuren moeten sluiten.

Gezonde school Een financieel gezonde school heeft naar ons idee minimaal circa 240 leerlingen. Veel scholen zitten hier al onder, of zullen hier de komende jaren onder duiken. De opheffingsnormen zijn aanzienlijk lager. De opheffingsnormen variëren tussen 23 leerlingen per school in dunbevolkte gebieden, tot 200 leerlingen per school in dichtbevolkte gebieden. Schoolbesturen moeten ervoor zorgen dat ze de minimale norm voor een gezonde school altijd halen. Wordt de mix van jaargangen in één klas te groot, dan krijgen leerlingen niet voldoende aandacht. Deze ontwikkeling kan door de politiek ondersteund worden door de opheffingsnorm voor scholen te verhogen. Dit zal betekenen dat niet altijd meer in elk dorp een basisschool te vinden zal zijn. Alleen hierdoor kan de kwaliteit van het onderwijs geborgd worden en de school financieel op orde worden gehouden. Dit heeft als voordeel dat met een

grote school gemakkelijker een mini-campus of multifunctionele accommodatie kan worden opgezet met kinderopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. En ook dorpshuis- en sportactiviteiten kunnen hieraan gekoppeld worden. Dit zijn voorzieningen die bij kleine basisscholen niet op een gezonde wijze te exploiteren zijn. Het voorzieningenaanbod in de hele regio kan hierdoor enorm verbeteren en aansluiten bij de dagindeling van ouders en leerlingen van deze tijd.

“Houd zelf de regie voordat de regie door anderen wordt overgenomen.”

Tijd voor actie Ons onderwijsbestel kent zijn oorsprong in de verzuiling. De effecten hiervan zijn nog steeds zichtbaar in relatief kleine scholen van verschillende denominaties. Wij zijn voorstander deze scholen vaker samen te voegen. Wij realiseren ons zeer goed dat dit voor veel landelijke gemeenschappen pijn doet. In Nederland willen de meeste ouders dat hun kind naar een basisschool om de hoek kan gaan. Vaak lukt dat nog wel in de steden maar in landelijke gebieden is dit niet houdbaar. Het is aan u als school- en gemeentebestuurder uw verantwoordelijkheid te nemen. Voor een financieel gezonde school is het belangrijk dat u uw prognoses onder de loep neemt. Op basis hiervan kunt u met realistische plannen komen waarin rekening wordt gehouden met ontgroening. Houd zelf de regie voordat de regie door anderen wordt overgenomen. Onderneem actie voordat het te laat is! Dit artikel is geschreven door Michiel Otto en Rob van der Knaap, principal consultant & adviseur onderwijshuisvesting van ARCADIS.

Gebruikte bronnen: 1. Andries de Jong en Coen van Duin. Regionale bevolkingsen huishoudensprognose 2011–2040: sterke regionale verschillen. 2. Algemene Onderwijsbond (2012) 3. Mulder M (RIVM). Bevolkingsgroei per gemeente 2010-2040. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, www. zorgatlas.nl Zorgatlas\Beïnvloedende factoren\Demografie\Groei en spreiding, 22 november 2010.

schooldomein

juni 2012

55


het atelier

Brede school Markeent | Weert Bruto vloeroppervlak 4.315 m² Opdrachtgever Wonen Limburg / gemeente Weert

Architect KdV architectuur (Wouter van Wijnen en Caroline Koot)

Oplevering januari 2012

Foto’s

Markeent is een gebouw met een hart. Dit hart bestaat uit de aula waaraan het speellokaal en de gymzaal te koppelen zijn. De gymzaal, het speellokaal en de aula kunnen op verschillende manieren worden geschakeld en gebruikt worden voor diverse (school)bijeenkomsten. In het ontwerpproces met de toekomstig gebruikers is gezocht naar zoveel mogelijk combinaties van functies en ruimtes. De wisselwerking tussen de omgevingskenmerken en de daaruit volgende situering van de gymzaal en hoofdentree heeft geleid tot het positioneren van het

Arthur Bagen

56

De brede school Markeent is gelegen in de vijftiger jaren wijk Keent in Weert. In grote delen van de wijk vindt op dit moment stadsvernieuwing plaats in het kader van het project ‘Keent Kiest Kwaliteit’ om verpaupering tegen te gaan. De brede school maakt onderdeel uit van deze vernieuwing. Op een herontwikkelingslocatie aan de St. Jozefslaan is ruimte gecreëerd om de brede school, een gymzaal en appartementen te realiseren. De brede school bestaat uit een combinatie basisschool, peuterspeelzaal, dag- en buitenschoolsopvang gecombineerd met welzijnsruimten en een gymzaal. Hierboven bevinden zich 11 ruime levensloopbestendige appartementen met een daktuin, die via een aparte entree ontsloten worden.

schooldomein

juni 2012

hart van het gebouw in het verlengde van de hoofdentree. Aan dit hart zijn alle multifunctionele ruimtes gelegen: welzijnsruimten, kinderkookcafé, speellokaal en gymzaal. De vloer van het speellokaal is iets verhoogd: er ontstaat een podium gericht naar de aula en naar de gymzaal. De ruime trap in de aula, direct zichtbaar vanuit de hoofdentree, kan als tribune gebruikt worden met zicht op het podium. Koppelingen van ruimtes in het hart door middel van panelenwanden geeft zo een scala aan mogelijkheden voor dit centrumgebied. Maar ook koppelingsmogelijkheden van de welzijnsruimten en een paar groepsruimten. Het gebouw is toekomstgericht ontworpen. De zelfstandige draagstructuur maakt het mogelijk om relatief eenvoudig interne aanpassingen te verrichten. Daarbij is een deel van de school bij terugloop van leerlingen om te bouwen tot appartementen. Op het gebied van duurzaamheid is een integrale benadering gekozen. De gehanteerde GPR methodiek resulteert in afgewogen keuzes op het gebied van energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Met een gemiddelde score van 8 kan worden geconstateerd dat er een duurzaam gebouw is gerealiseerd.


column

Voor € 35,- geeft u al een staaroperatie. Voor € 10,- een bril. Steun de actie van Eye Care Foundation.

Giro 5 25 25 www.geefeenlens.nl GEEF EEN LENS AAN EEN MEDEMENS

De waarde van vastgoed Als makelaar onroerend goed en personal coach heb ik de afgelopen jaren interessante bewegingen in het vastgoed gezien. In een tijd dat het allemaal nog goed ging stond vastgoed gelijk aan waardestijging. Ook bij de consument, die in feite bij aankoop al rekening hield met toekomstige overwaarde. En daar werden allerlei bijproducten bij geleverd. Iedereen kent de verhalen. Achteraf gesproken een vreemde periode, die deels op illusies was gebaseerd. Het was de tijd dat vastgoed op alle niveaus een financieel product was, waarmee gehandeld werd en waarmee je toekomstige vrijheid en rijkdom kon kopen. Ook belastingtechnisch was het interessant om in een zo duur mogelijk huis te wonen, vanwege de mogelijkheden voor aftrek. Dat zag ik terug in de relatie tussen makelaars en kopers, die vooral zakelijk was. Voor mij was het de tijd dat ik me realiseerde dat productie draaien en de koppelverkoop met financiële producten niet mijn passie was. Ik realiseerde me dat een menselijke benadering veel meer aansloot bij de werkelijke behoefte van kopers. Wonen is een basisbehoefte en heeft te maken met alle aspecten van het menselijk leven: het nest, het licht, de warmte, de materialen, de ligging en vooral het gevoel. Dat was het moment dat ik besefte dat een goede makelaar ook een coach was, die bemiddelde tussen mens en woning. Want elke koper verdient het huis dat bij hem past en dat geldt ook andersom. Heel bijzonder is namelijk dat wanneer je je zintuigen meer gebruikt bij de aankoop van een huis of een ander vastgoed, de factor geluk en warmte navenant stijgen. Ik heb nog steeds contact met de mensen die ik bij een huis heb gebracht. Het is als de start van een warme relatie. Als het klikt blijf je jarenlang tevreden. Het verbaast me daarom ook niet dat de markt van vastgoed in elkaar is gestort, eerst de kantorenmarkt en daarna de woningmarkt. Op het moment dat de ziel uit een product verdwijnt, is het bestaansrecht heel betrekkelijk geworden. Ik zie langzamerhand weer een lichte opleving in de markt ontstaan, een opleving die uit het hart komt. Want er zijn nog steeds huizen die verleiden en mensen die verleid willen worden. Dat geldt ook voor kantoren, scholen, kerken, fabrieken en andere vormen van gebouwen. Vastgoed accentueert de ruimte en waar ruimte gewaardeerd wordt ontstaat nieuwe energie. Het mooie is ook dat vastgoed weer de waarde krijgt die het verdient. Geen opgeblazen bedragen meer, geen financiële zeepbel, maar gewoon de waarde die ontstaat door vraag en aanbod. En zo hoort het ook.

Egon Raasveld | Makelaar van Het Huis. Voor meer informatie: egon@hethuis.nu | www.hethuis.nu | tel.030-2740525

GEEF YASMIN EEN ‘BLIND DATE’


volgende nummer

colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Uitgeverij School BV Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker, Jos Martens, Team BNA Onderzoek, Jan Schraven, Elly Zee, Marc van Leent Redactieraad Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronald Schilt, Jan Schraven, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Marc van Leent Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage

1

van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar-

Verschuivende panelen

De eerste Schooldomein van de 25e jaargang rolt eind september in uw bus. Het thema is Verschuivende panelen en gaat over het krachtenveld in de keten. Daarbij ontstaan nieuwe rollen, producten en processen rond financiering, eigendom en beheer. In de expertmeeting komen partijen aan het woord om te praten over nieuwe en kansrijke allianties.

(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink.

Een greep uit de artikelen:

Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

• Boulevard van Welbevinden: Nieuwe concepten waarbij Zorg en Maatschappelijk vastgoed elkaar versterken. • Expertmeeting beroepsonderwijs: In hoeverre stimuleert een uitdagende leeromgeving het gedrag van leerlingen en docenten? • Communaal constructivisme in Purmerend: Een scholengemeenschap aansturen volgens het Ubuntu-principe. • Transformatie hal De Kikker in Amsterdam: Dok Architecten heeft de hal van De Kikker getransformeerd tot een warme plek voor 0-4 jarigen. • Marinka Kuijpers aan het woord: Hoe wordt de nieuwe leerstoel voor leeromgeving en loopbaanbegeleiding ingericht?

Advertenties Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het magazine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met FIZZ reclame + communicatie, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko BV, BNA, Servicecentrum Scholenbouw en de adverteerders in Schooldomein

58

schooldomein

juni 2012


Betrokken ondernemend! Zoeken naar fysieke oplossingen voor maatschappelijke vragen. Met oog voor een duurzaam rendement. ICSadviseurs vertaalt samen met u een brede visie in samenhangende plannen, integrale ontwerpen en een innovatief architecten- en aanbestedingtraject. Waarbij we op zoek gaan naar partijen die kansrijke plannen helpen realiseren. Onafhankelijk, kritisch en slim. Maar altijd samen met u! ICSadviseurs: uw partner van visie tot beheer, van planvorming tot en met bouw en realisatie!

Amsterdam, Orlyplein 10, 1043 DP | Zwolle, Grote Voort 207, 8041 BK | (088) 235 04 27 | www.icsadviseurs.nl

ICS schooldomein 201x271mm 8.indd 1

17-12-2009 11:26:25


BAS

Het comfort

&

van armleggers

het gemak

van geen armleggers

Met de BAS haalt u een duurzame en tijdloze designstoel in huis die multi inzetbaar is. Door de Markogrip biedt hij het comfort van armleggers en het gemak van handvatten. Deze lichte stoel laat zich makkelijk oppakken en compact stapelen. Voor geschakelde

opstellingen is hij leverbaar met een slimme kop peling. Standaard wordt de BAS uitgevoerd in gelakt beukenhout of met een krasvaste (CPL) zitting en rug - waarbij u kunt kiezen uit 6 kleuren - of met een gestoffeerde zitting en/of rug. Meer informatie: www.marko.nl

Een leven lang Marko Marko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.