Schooldomein nr. 5

Page 1

BAS

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

Het comfort

&

sportdomein zorgdomein wijkdomein ialist

sspec Duurzaamheid

van armleggers

het gemak

van geen armleggers

Met de BAS haalt u een duurzame en tijdloze designstoel in huis die multi inzetbaar is. Door de Markogrip biedt hij het comfort van armleggers en het gemak van handvatten. Deze lichte stoel laat zich makkelijk oppakken en compact stapelen. Voor geschakelde

opstellingen is hij leverbaar met een slimme kop peling. Standaard wordt de BAS uitgevoerd in gelakt beukenhout of met een krasvaste (CPL) zitting en rug - waarbij u kunt kiezen uit 6 kleuren - of met een gestoffeerde zitting en/of rug. Meer informatie: www.marko.nl

Een leven lang Marko Marko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl

Twee thema’s: Frisse scholen en Omgekeerd begroten

n e r e i D n a v r e t u Wo

Duurzaam bouwen binnen de norm Nieuw Lokaal Onderwijscentrum in Barendrecht Integratie bouw en beheer bevordert duurzaamheid schoolgebouwen

jaargang 24 mei 2012

5 Like de nieuwe Facebookpagina van Schooldomein


Waarom lesgeven als u kunt

INSPIREREN

Betrokken ondernemend! Zoeken naar fysieke oplossingen voor maatschappelijke vragen. Met oog voor een duurzaam rendement. ICSadviseurs vertaalt samen met u een brede visie in samenhangende plannen, integrale ontwerpen en een innovatief architecten- en aanbestedingtraject. Waarbij we op zoek gaan naar partijen die kansrijke plannen

advertentie

helpen realiseren. Onafhankelijk, kritisch en slim. Maar altijd samen met u!

Een hogere standaard in leren.

ICSadviseurs: uw partner van visie tot beheer, van planvorming tot en met bouw en realisatie!

Amsterdam, Orlyplein 10, 1043 DP | Zwolle, Grote Voort 207, 8041 BK | (088) 235 04 27 | www.icsadviseurs.nl

VANERUM Nederland BV | Duwboot 89 NL-3991 CG Houten | E info@vanerum.nl | T +31 30 212 20 10 | F +31 30 212 20 11 ICS schooldomein 201x271mm 8.indd 1

17-12-2009 11:26:25


De kleurrijke toekomst van het sciencelokaal Al meer dan tien jaar is S+B marktleider op het gebied van innovatief practicummeubilair. Wat begon met de inmiddels beroemde Octopod-tafel voor toekomstgericht, interactief groepsonderwijs, is sindsdien uitgegroeid tot een revolutionair totaalconcept. Innovatie is altijd onze drijfveer gebleven, ook als het gaat om de samenwerking met onze klanten. Daarom betrekt S+B haar opdrachtgevers intensief bij het ontwerpproces. Daarin bepaalt u als gebruiker ĂŠn medeontwerper samen met S+B de definitieve vorm van uw practicumlokalen, van het allereerste idee tot de laatste stekker in het stopcontact. Een complete leeromgeving op maat dus, dat leerlingen en leraren inspireert en motiveert. Zo geven we samen kleur aan het onderwijs!

Bezoekadres

Postadres

T +31 (0)10 258 25 80

Elandstraat 77

P.O. Box 256

info@splusb.nl

3064 AG Rotterdam

2900 AG Capelle a/d IJssel

www.splusb.nl


het allerbeste resultaat met uw onderwijshuisvesting

Coresta vertaalt visie naar inspirerende huisvestingsconcepten en toekomstgericht huisvestingsbeleid.

Postbus 1650 ■ 5602 BR Eindhoven ■ T +31 (0)40 235 22 77 E info@coresta.nl ■ I www.coresta.nl

Fotografie DigiDaan


VAN DE REDACTIE

Vooruit denken! Wat me opvalt is dat veel Colleges van B&W het moeilijk hebben. Logisch, want ze hebben veelal met krimp, vergrijzing en verregaande bezuinigingen te maken, en de grondposities zijn nog maar weinig waard. Tegelijkertijd staat de wereld niet stil. Het maatschappelijk vastgoed is verouderd, zowel functioneel als technisch. Het staat op de verkeerde plek en op de exploitatie wordt bezuinigd. De bibliotheek in het dorp is nog maar op drie dagen twee uur in de namiddag open. Het dorpshuis kent een lage bezetting en ook een hoge last. Het gebouw moet nodig onderhouden worden. Onderwijs krimpt, maar is wel een basisvoorziening. Niet te vergeten de taken rond zorg en welzijn die in het kader van de Wmo op de gemeente afkomen. De zorgbehoefte groeit, bewoners willen graag in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Kortom; het krachtenveld verandert en niets is meer hetzelfde. En dan moet je ook nog bepalen of je bestuurder, regisseur of medeondernemer bent. Het lastige is ook nog dat veel raadsfracties in de weerstand-stand staan. Ze willen in het kader van leefbaarheid vooral behouden wat er al is, ingefluisterd door de eigen achterbannen in de dorpen en wijken, die voor het behoud van het dorpshuis, de gymzaal, de bibliotheek en het clubhuis strijden. Op zich terecht, want zonder weerstand geen energie en zonder energie geen ontwikkeling en zeker geen maatschappelijk ondernemerschap. Uit eigen ervaring: in een gemeente waar een prachtige ‘vraaggestuurde’ MFA met onderwijs, ontmoeting, welzijn, sport en zorg met subsidie van de provincie gerealiseerd kan worden, trekt het dorpshuis op het laatste moment mogelijk de stekker eruit, ook omdat ze eigenaar is van de grond en niet zomaar die positie wil opgeven. De slag om van functies in activiteiten voor jong en oud te denken is teveel gevraagd. Het dorpshuis koerst op renovatie van het bestaande pand en vergeet even dat daarmee alle andere activiteiten onder grote druk komen te staan. Wat te doen als verantwoordelijk wethouder? De knoet

erin of zoeken naar een compromis, omdat het dorpshuis wel een bepalende speler is in het nieuwe MFA? In de Volkskrant van 3 april staat dat de gemeente steeds meer luistert naar de burger: “De reden ligt in de noodzaak om harde bezuinigingen door te moeten voeren. Een groot deel van de gemeenten zoekt manieren om te peilen hoe de bevolking denkt,” zegt Tof Thissen, directeur van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING). “Gemeenten gaan op zoek naar draagvlak, bezuinigingen liggen gevoelig en raken de bevolking direct. Het raadplegen van inwoners is een goede ontwikkeling,” vindt Thissen, “maar de besluitvorming moet bij het bestuur blijven. Er moet wel beter worden geluisterd naar burgers en geïnvesteerd in draagvlak.” Tot zover. Mijn observatie is dat Colleges, samen met hun beleidsambtenaren, goed in staat zijn om zich te realiseren dat veel monofunctioneel ingerichte gebouwen met een slechte exploitatie voor een beperkte doelgroep weldra tot het verleden behoren. Herontwikkelen van bestaande gebouwen is heel erg goed, maar moet wel tot een natuurlijke ontmoeting leiden tussen verschillende doelgroepen, zodat activiteiten en ruimten gedeeld worden. Van Brede School naar MFA naar Woonservicezone; het wordt één beweging. Dat noemen we een duurzame vraagsturing. Krimp in het onderwijs en groei in de zorg; het zijn kanten van dezelfde medaille als je maar vanuit activiteiten durft te denken en wilt zoeken naar samenhang en samenwerking tussen partijen. Concreet naar Colleges gericht: koppel heldere risicoprofielen aan vernieuwende concepten. En houd de rug vooral recht naar gemeenteraden en maatschappelijke organisaties. Weer veel leesplezier gewenst! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

Onze visie

Het netwerk

Uw mening

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

schooldomein

mei 2012

5


inhoud 10

BESTUUR EN BELEID Vijf scholen vormen praktijkcampus Een nieuw Lokaal Onderwijscentrum in Barendrecht.

15 Gezond lunchen op de basisschool De tijd is rijp voor een kwaliteitsslag rond de tussenschoolse opvang.

reorganisatie in het 16 Bestuurlijke onderwijs; noodzakelijk voor aanpak krimp? Welke keuzes zijn noodzakelijk voor het behoud van de kwaliteit van het onderwijs?

28

BOUW EN ORGANISATIE Ruimte en verbinding centraal in De Eilanden Opnieuw een Scholenbouwprijswinnaar onder de Schooldomein-loep.

school voor leerlingen 30 Inspirerende en docenten De Horizon: speciaal basisonderwijs met clustervormen.

32 Duurzaam binnen de norm

Gemeente Staphorst neemt fraaie Multifunctionele Combischool (MCR) in gebruik.

STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

54

THEMA

Frisse scholen

Hoe duurzaam is duurzaam? Hoe bereikbaar of onbereikbaar is duurzaamheid? En hoe (verschillend) gaan opdrachtgevers en de markt om met duurzaamheid? Vragen die leven. Vooral bij schoolbesturen en gemeenten, zo bleek tijdens een bijzondere expertmeeting. Tijdens deze ‘Expertmeeting XL’ formuleerden professionals stellingen die een leidraad kunnen vormen op weg naar duurzamere, frissere en vitalere scholen. 6

schooldomein

mei 2012

36 Panorama Veenendaal

bouw en beheer bevordert 38 Integratie duurzaamheid schoolgebouwen Samenvoeging geeft schoolbesturen meer sturingsmogelijkheden op hun vastgoed.

40 School in het groen

Een splinternieuw modern schoolgebouw voor het Groningse Augustinuscollege.

42 Nieuw gebouw als ontdekkingstocht Eigentijdse nieuwbouw voor Houtens in Houten.

in het nieuwe 45 Lichtkunst Amsterdams filmmuseum EYE Een inspirerend gebouw met exclusieve lichtkunstwerken.


ONTWERP EN INRICHTING

48 Verhuizen met vertrouwen Uitdagend nieuw onderkomen voor Daltonschool De Woudmees.

52 Het grote geheugen X

Hoe werkt het om een kunstopdracht in een schoolgebouw te realiseren?

FINANCIERING EN EXPLOITATIE

begroten in tijden van 54 Omgekeerd crisis Een extra expertmeeting over anders omgaan met geld in economisch zware tijden.

62 Creatieve geesten hebben de toekomst Een opmerkelijke verbouwing van de Jorisschool in Helmond.

EN VERDER

64 Type vloerbedekking speelt rol De invloed van de vloer op fijnstof en luchtkwaliteit.

68 Twee gebouwen op maat

Nieuwbouw voor twee Hilversumse scholen onder één architectuur.

70

BeSeF® voor intensieve samen werking in een brede school Brede School Binnenstebuiten in Huissen is het schoolvoorbeeld.

Rubrieken 9 19 39 72 73 74

De verbeelding: Wouter van Dieren Kort nieuws Nota bene: Lisette Pelsers Het atelier: School voor Vavo, Tilburg Column: Marinka Kuijpers Vooruitblik naar Schooldomein 6

16 32 40 48 70


No limits

Vloeren voor het onderwijs Door onze vrije manier van denken zijn wij freerunners in hart en nieren; als het nuttig of nodig is, kijken wij over de grenzen van ons vakgebied heen. Want uiteindelijk telt alleen het resultaat: Bolidt vloeren voor scholen. Ze voldoen aan de hoogste eisen op het gebied van functionaliteit en duurzaamheid. Om over de vrolijke designmogelijkheden nog maar te zwijgen. Bolidt, no limits. www.og.bolidt.nl


de verbeelding In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Kees Rutten

Wouter van Dieren

Wat mij inspireert? Ik werk sinds 1968 aan milieu en duurzaamheid. Geen dag zonder uitdagingen, nooit verveling. Diepe dalen, hoge toppen, maar ook gevaar, risico, conflict, tegenslag. Hoe hou je dit vol? Een zaal met 500 mensen, die ik als een entertainer bespeel. Vol inspiratie gaan ze naar huis. Een grote onderneming, die de totale draai maakt, na hen jarenlang bij de les te hebben gehouden. Mijn medewerkers, collega’s, studenten, allen zo vol van de betere wereld die zij willen meemaken. Eind september op mijn thuisbasis Terschelling het Springtij Duurzaamheidsfestival, ik als gastheer met 350 collega’s 4 dagen lang in debat. En allen met een kick naar huis. Inspiratie is mijn liefdesdrank. Al 45 jaar.

Wouter van Dieren is ondernemer en milieubeschermer. Hij is directeur van het Instituut voor Milieu- en Systeemanalyse (IMSA), een onafhankelijk adviesbureau en denktank op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Daarnaast bekleedt hij wereldwijd ruim veertig functies. Zo is hij lid van de Club van Rome en van de Wereldacademie voor Kunsten en Wetenschappen.

schooldomein

mei 2012

9


Nieuw Lokaal Onderwijscentrum in Barendrecht

Vijf scholen vormen praktijkcampus

10

schooldomein

mei 2012


BESTUUR EN BELEID

Wethouder Jeroen Gebben van de gemeente Barendrecht heeft een heilig geloof in zelfredzaamheid van mensen. Dat betekent wel dat de gemeente als regisseur de voorwaarden voor een vitale gemeente kan creëren. Samen met onderwijs en ondernemers werkt Barendrecht hard aan een nieuw Lokaal Onderwijscentrum in Barendrecht.

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Kees Rutten

“D

e context maakt dat je meters kunt maken,” stelt VVD-wethouder Jeroen Gebben aan het begin van het gesprek. Maar de context om een Lokaal Onderwijscentrum Barendrecht (LOC) te ontwikkelen heeft hij als ondernemend bestuurder wel mee mogelijk gemaakt. Even wat cijfers: Barendrecht groeit de komende jaren nog verder door van 47.000 naar 60.000 inwoners, maar heeft door de crisis wel minder te besteden. De wethouder: “Dat levert dus mogelijkheden op. De budgetten staan onder druk, maar er zit voldoende energie en potentieel in de gemeente. Dat betekent dus dat de drie O’s de handen ineen moeten slaan, overheid, onderwijs en ondernemers. Ik denk dus vanuit het onderwijsdeel niet in termen van normbudgetten en beperkende wet- en regelgeving, maar vooral vanuit kansen en mogelijkheden.”

Niemand houdt van ze “We hebben 4.500 leerlingen in het voortgezet onderwijs zitten, waarvan er 60% landelijk naar het vmbo gaat. Pieter Winsemius heeft vanuit de WRR jaren geleden het rapport geschreven: ‘Niemand houdt van ze’, over kinderen die op het vmbo zitten. Kinderen die als het afvalputje in de samenleving worden gezien. Dit beeld bestrijd ik ten zeerste, daarom wil ik een omgeving creëren waarin juist deze kinderen kansrijk zijn. Ik ben dus aan het netwerken gegaan. Twee VO-scholen, het Dalton Lyceum en de CSG Calvijn wilden voor de praktijkopleiding graag nieuwbouw. Dan kun je als gemeente de vraag om huisvesting traditioneel met wet- en regelgeving, normbudgetten en m² oplossen, maar wij hebben het plan gestimuleerd dat de scholen inhoudelijk en fysiek wilden samenwerken. Die vraag hebben we bovendien gecombineerd met een

locatiekeuze naast het bestaande nieuwe gebouw van het Edudelta College. Een in het oog springend gebouw op een prachtige zichtlocatie, waar ruimte was voor uitbreiding. Dat concept hebben we samen met de scholen uitgewerkt, waarbij wij de rol als regisseur en bouwheer spelen. Wij gaan ruim 10.800 onderwijsmeters realiseren, waaronder ook een nieuwe sporthal. Dat we erin geloven blijkt wel uit het feit dat we als gemeente een plus organiseren: momenteel ligt het voorstel bij de gemeenteraad om circa 2.000 m² extra te realiseren, die we vervolgens verhuren tegen een keurige marktprijs. Daarbij gaan we uit van huurcontracten van 15 jaar met een optie voor nog eens vijf jaar. Huurders zijn de twee ROC’s in de regio en een sportondernemer. Het sportdeel leveren we casco op, waarbij de potentiële afnemer Wellnesselande zelf in de inbouw investeert. Daar spreekt wat ons betreft commitment uit.”

Praktijkcampus “Samen gaat het dus om vier onderwijsinstellingen die het nieuwe LOC ontwikkelen. Daarbij is het plan om een federatie op te richten en zo een praktijkcampus te realiseren, met een doorlopende leer- en ontwikkellijn. Daar heb je ook het mbo voor nodig. ROC Da Vinci en ROC Albeda nemen van die circa 2.000 m² substantieel m² af. Wij willen in deze school namelijk graag de VM2 en mbo-1 en -2 trajecten aanbieden, zodat we leerlingen tot en met de startkwalificatie kunnen opleiden. Barendrecht kent een sterk regionaal profiel, dat gekoppeld is aan agrologistieke bedrijven. Bovendien participeert Gebben in de Ontwikkelgroep Greenpoint Horticampus Westland – Oostland – Barendrecht. Hierin wordt de Human Capital Agenda, voor verbetering van de koppeling tussen onderwijs en bedrijfsleven,

schooldomein

mei 2012

11


voor het Kabinet uitgewerkt. Deze regio is een doorgeefluik voor alles wat met groente en fruit te maken heeft. Daar moet het onderwijs dus op inspelen. Landelijke bedrijven doen mee: Familie Van der Valk investeert niet in m², maar wel in inrichting. Zo wordt er een professionele restaurantkeuken door Van der Valk op de praktijkcampus ingericht. De docenten en leerlingen mogen bij Van der Valk zelf leren hoe zo’n professionele keuken in de praktijk werkt. En we zijn bezig met een baangarantie, want we willen die leerlingen natuurlijk ook aan het werk krijgen. Datzelfde doen we met IKEA, die ook weer in de exploitatie bijdraagt. IKEA richt bepaalde lesruimten in als huiskamer of slaapkamer en ook met dit bedrijf denken we na over een baangarantie. Let wel; in Barendrecht werken 400 mensen bij IKEA, van vmbo tot wo-niveau.”

Ondernemende bestuurscultuur “De bestuurscultuur van Barendrecht is er één van aanpakken en ondernemen. Alle wethouders zijn eerder raadslid geweest, dus weten hoe het in de gemeenteraad werkt. De verhouding tussen het College en de Raad is zeer constructief; er is zeker geen afrekencultuur. We staan voor dezelfde uitdaging namelijk Barendrecht beter maken. Voor alle duidelijkheid: de tijd dat de overheid de hangmat van de burger was is voorbij. Maar we zijn nog wel steeds een sterk en sociaal vangnet. We willen minder afhankelijkheidsrelaties organiseren, maar juist de mensen prikkelen om zelf te ondernemen.”

NOC*NSF sporthal “Als wethouder ben je een passant, maar je kunt wel het verschil maken. Wij zijn van de verbinding en dat is een prachtige rol voor het lokaal bestuur. Dat betekent dat wij de boer opgaan om onderwijs vanuit de economische portefeuille te promoten. Het College gaat elke dinsdagmiddag na haar Collegevergadering op pad om bedrijven of maatschap-

Win’s • Mooie praktijkcampus • Doorgaande leerlijn van PO tot startkwalificatie in Barendrecht • Krachtige samenwerking tussen de drie O’s • Het bespreekbaar maken van baangaranties met sterke bedrijven in de regio • Economische en sociale duurzaamheid en een duurzame praktijkcampus

“Wij zijn de boer opgegaan om onderwijs vanuit de economische portefeuille te promoten.” pelijke organisaties te bezoeken en neemt daar altijd onderwijs in mee. Zo creëren we medeverantwoordelijkheid maar vooral kansen. Heel belangrijk is dus ook dat je elkaars belangen kent. Vervolgens kun je gaan koppelen en verbinden. Dat levert dus concreet op dat het bedrijfsleven meedenkt over het curriculum van het onderwijs, de kwaliteit van en behoefte aan toekomstige werknemers. Wij proberen ook het ondernemerschap van onze burgers en maatschappelijke organisaties te prikkelen. Wij hadden behoefte aan extra sportcapaciteit. In plaats van een gymzaal hebben we besloten om op de campus een NOC*NSF sporthal te bouwen. Door deze upgrade vanuit de gemeenteraad is de sporthal aantrekkelijk gemaakt om ook na lestijden te gebruiken, zodat er sprake is van dubbelgebruik. Onze bloeiende korfbalvereniging, die op niveau korfbalt, gaat hier mede gebruik van maken. Die vereniging gaat ‘s avonds vervolgens weer gebruik maken van de aula van de scholen en wil daar ook de catering verzorgen. Ten aanzien van aanvullende wensen (bijvoorbeeld een tribune) dagen we onze verenigingen uit om mee te investeren door sponsoren te werven.” Het hele project is ambtelijk goed georganiseerd, waarbij Babet Monsma projectleider is. Babet: “We hebben veel tijd besteed aan de voorkant van het proces. Samen met partijen hebben we een goed Programma van Eisen opgesteld en hebben we referentieprojecten bezocht. Samen met de scholen is de stuurgroep FOCUS met daaronder werkgroepen opgericht, waarin de kwaliteit wordt bewaakt. De gemeente gaat – nu het bouwtraject – loopt ook actief meesturen in het toekomstige beheer en exploitatie. November 2014 moet het hele LOC klaar zijn. Daar sturen we op, waarbij we ook nog een keer scholen moeten herhuisvesten.” ICSadviseurs heeft het Programma van Eisen voor het LOC opgesteld. Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met Babet Monsma van de gemeente Barendrecht: 140180 (alleen zes cijfers toetsen) of email gemeente@barendrecht.nl.

12

schooldomein

mei 2012


De adviseur betrok haar overal bij

Mathilde Arends is vier jaar jong en heeft spondylo epiphysaire dysplasie. Dat is een grote naam voor een ziekte waar je klein van blijft; bij Mathilde blijven met name de botten in bovenarmen en -benen achter in de groei. Dat is lastig als je gewoon op een stoel wilt zitten en ook nog met je voeten bij de grond wilt kunnen. Maar sinds een paar maanden heeft ze een stoel van Maatwerk.

SD.001

Maatwerk maakt modulaire systemen voor nu en straks met veel vakmanschap en door productie in huis sterk servicegericht

Lydia Arends is de moeder van Mathilde. Ze vertelt: ‘Toen ze naar de basisschool ging, zijn we via de ergotherapeut bij Maatwerk terecht gekomen. We hebben eerst op de site van Maatwerk rondgekeken en het was duidelijk dat zij als geen ander meubilair voor dit soort kinderen konden leveren. Er kwam een adviseur op school om de stoel precies passend te maken. Hij had veel verstand van zijn werk en bleek ook zelf ervaring te hebben in het onderwijs voor kinderen met beperkingen; dat kon je merken aan alles. Hij wist echt waarover hij sprak en was niet tevreden voordat alles precies goed zat. Maar het mooiste was eigenlijk hoe hij omging met Mathilde. Niet alleen maar zakelijk, hij betrok haar overal in en legde haar steeds uit wat hij deed. Dat was echt mooi om te zien.’ Voor Mathilde was die ‘opvallende’ stoel eerst wel lastig; ze moest echt even wennen. Lydia: ‘Maar al na een paar dagen was het gewoon geworden, ze ging er zelfs ondeugend mee spelen, met het stoeltje. Er zitten natuurlijk allemaal interessante knopjes op, dus wat is er nou leuker dan omhoog en omlaag te zweven terwijl je zit te luisteren naar de juf? Voor de kinderen in haar klas is het inmiddels heel normaal geworden. O ja, wat ook helpt: dat de stoel in de huiskleuren van de school gespoten is, zodat hij past bij al het andere meubilair. Het lijkt een detail, maar dat is het niet. Het zegt alles over het niveau van Maatwerk.’

Maatwerk maakt modulaire systemen voor nu en straks met veel vakmanschap en door productie in huis sterk servicegericht Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, f. 026-4437950, info@kindermeubilair.nl, www.kindermeubilair.nl Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, f. 026-4437950, info@kindermeubilair.nl, www.kindermeubilair.nl


ADVERTORIAL

AGENDA

VOOR

DOCENTEN

2012

2013

! u n l e t s e b DE agenda voor docenten derwijs in het voortgezet on ntie! ng vóór de zomervaka Productie april, leveri

‘Van 12 tot 18’ geeft sinds jaren de Agenda voor Docenten uit: in het voortgezet onderwijs een erg goed gewaardeerde en gebruiksvriendelijke agenda die door meer dan 15.000 docenten gebruikt wordt. Deze agenda is door de jaren heen doorontwikkeld op basis van de bevindingen van de gebruikers. Een betere manier om een excellent product te ontwikkelen bestaat niet! Het thema van het informatiekatern is dit jaar ‘wereldburgerschap’. Betrokkenheid bij en de zorg voor mensen, maatschappelijke, ecologische en economische ontwikkelingen elders in de wereld staan hierbij centraal. In het binnenwerk treft u naast een smoelenboek, overzichten van feestdagen en vakantie- en examenperioden

handige cijfertabellen voor het berekenen van rapportcijfers aan.

Bestellen Bestellen kan eenvoudig via de website www.agendavoordocenten.nl Onder de knop ‘Bestellen’ staan de stuksprijzen onder elkaar: 1 t/m 10 stuks € 8,35 11 t/m 100 stuks € 7,30 101 t/m 500 stuks € 4,95 501 t/m 1.000 stuks € 4,25 Vanaf 1.001 stuks € 3,65 (Prijs per stuk, inclusief BTW, exclusief verzendkosten)

Levering De productie van de agenda’s vindt plaats in april. Levering is voor de zomervakantie medio mei. U kunt tot na de zomervakantie uw agenda’s bestellen.

Bent u benieuwd naar deze agenda? Surf naar www.agendavoordocenten.nl en plaats direct uw bestelling of vraag een voorbeeldexemplaar aan door te mailen naar info@agendavoordocenten.nl

Wij wensen u veel plezier met de agenda! Bestellen kan eenvoudig via www.agendavoordocenten.nl


BESTUUR ONDERDEEL EN BELEID

“Sluitende dagarrangementen met lunch op school dragen bij aan de preventie van overgewicht.”

Gezond lunchen op de basisschool Gezond en rustig lunchen op basisscholen – hoezo is dat niet mogelijk? De tijd is rijp voor een kwaliteitsslag rond de tussenschoolse opvang (TSO), vindt Stichting Tijd voor Eten. Tekst Marianne Wenneker/Mare Media Foto’s Gabriela Hengeveld

D

e Stichting zet zich in voor een betere en gezonde lunch op basisscholen, door mee te denken bij de (ver)bouw van scholen en door te laten zien dat een gezonde, professioneel bereide lunch op school mogelijk is. In het afgelopen halfjaar heeft Tijd voor Eten met subsidie van de provincie Noord-Holland, overblijfleerlingen van vijf basisscholen in Haarlem een warme, lekkere en gezonde lunch voorgeschoteld. Voor brede navolging van dit initiatief is een cultuuromslag vereist, evenals samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang en overheid. Gelukkig lijkt er een kentering aanstaande. Onlangs deed Kete Kervezee, de voorzitter van de PO-raad, een tamelijk revolutionaire uitspraak, namelijk dat scholen, door te zorgen voor sluitende dagarrangementen inclusief lunch, zouden kunnen bijdragen aan preventie van overgewicht. Niet eerder werd school vanuit het onderwijsperspectief gezien zo duidelijk neergezet als een plek die kan bijdragen aan een gezondere jeugd.

Toegegeven, de meeste scholen hebben geen keuken en niet overal is ruimte om 100 tot 300 kinderen een lunchplek te geven. Maar op bijna elke school is de lunchruimte met maatwerk voor elkaar te krijgen. Overigens is het advies van Tijd voor Eten over aanpassingen op scholen opgenomen in de scholenbouwwaaier: www.scholenbouwwaaier.nl. Ook bij het zoeken naar structurele financiering is maatwerk gevraagd. Eén van de pijlers waarop Tijd voor Eten rust, is de verankering van de lunch op scholen in de locale economie, zodat de lunch uiteindelijk zonder stimuleringsubsidies gerealiseerd kan worden. Op basisschool ’t Koggeschip in Amsterdam is het ooit allemaal begonnen; daar kunnen inmiddels 120 kinderen vier dagen per week een warme lunch nuttigen. De kosten voor de TSO inclusief de lunch worden hier gedragen door de ouders zelf, de school en de kinderopvangorganisatie. Meer informatie op www.tijdvooreten.nl.

schooldomein

mei 2012

15


Bestuurlijke reorganisatie in het onderwijs; noodzakelijk voor aanpak krimp? Bevolkingskrimp en de gevolgen voor het onderwijs staan flink in de publieke belangstelling: “Het aantal basisschoolleerlingen in Nederland daalt”, “Honderden kleine scholen moeten sluiten” en “Gevolgen van regionale bevolkingskrimp ingrijpend” zijn zomaar een paar krantenkoppen van de afgelopen tijd. Tekst Rozemarijn Boer en Krijno van Vugt (Coresta)

V

olgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek krijgt een derde van de gemeenten de komende jaren te maken met minder inwoners. Dit heeft grote gevolgen, ook voor het onderwijs. Het aantal leerlingen daalt in veel gemeenten sneller dan verwacht. Steeds meer scholen komen onder de opheffingsnorm, moeten hun deuren sluiten of grote scholen moeten bijdragen aan het in stand houden van kleine scholen. Dit is door de druk op de onderwijsbekostiging op termijn niet vol te houden. De strijd om het aantal leerlingen wordt dan ook steeds heftiger. De vraag is of de leerlingen en hun ouders/verzorgers hiermee gebaat zijn, of dat andere keuzes noodzakelijk zijn voor het behoud van de kwaliteit van het onderwijs.

Niet concurreren maar samenwerken Om de bevolkingskrimp te overleven, lijkt er dus een toenemende concurrentiestrijd om de laatste leerlingen gaande tussen scholen en schoolbesturen. Echter, de groei van de ene school betekent krimp in een andere school. Het totaal aantal leerlingen daalt immers. Bovendien is het de vraag of de groei van een kleine school met een gering aantal leerlingen wel een oplossing is

16

schooldomein

mei 2012

voor het behoud van een kwalitatief goede onderwijsvoorzieningenstructuur. Het gevaar van een heviger concurrentiestrijd is dan ook een verdere versnippering en verbrokkeling van de onderwijsvoorzieningen en in bepaalde gebieden wellicht kaalslag. Dit moet worden voorkomen. Samenwerking tussen scholen en schoolbesturen is daarom het devies, zoals blijkt uit veel studies over onderwijs en krimp. Van belang is een samenwerking waarbij ook meer en meer over de grenzen van denominaties en richtingen heen wordt gekeken.

Versnippering en verscheidenheid In Nederland zijn er zo’n 1200 schoolbesturen in het basisonderwijs. Zeventig procent van deze schoolbesturen heeft minder dan vijf scholen. Het onderwijsveld is dus tamelijk versnipperd, waardoor in de meeste gemeenten veelal meerdere schoolbesturen vertegenwoordigd zijn. Schoolbesturen met verschillende denominaties en elk met hun eigen identiteit, profilering en cultuur. Mede door het Rijksbeleid heeft de afgelopen jaren een bestuurlijke schaalvergroting plaatsgevonden, die grotendeels zuilair is vormgegeven. Dit is natuurlijk een groot goed en een resultante van de vrijheid van onder-


BESTUUR EN BELEID

wijs. Maar het vormt vaak ook een blokkade om op lokaal niveau een integraal beleid te voeren met betrekking tot krimp en de betekenis hiervan voor de voorzieningen in het primair onderwijs. Oplossingen worden nog grotendeels gezocht binnen de eigen bestuurlijke kolom. Ieder schoolbestuur is immers bang om zijn eigen identiteit, profilering en cultuur op te geven en houdt zich daarom vast aan de bestaande positionering. Terwijl juist identiteit, profilering en cultuur vooral op schoolniveau wordt vormgeven en minder op schoolbestuurlijk niveau.

“Het samenvoegen van kleine scholen lijkt meer toekomstgericht dan het in stand houden van kleine scholen.”

Krimp dwingt tot bestuurlijke samenwerking Door teruglopende leerlingenaantallen en de teruglopende financiering worden schoolbesturen en gemeenten steeds meer gedwongen om samen te werken. Kwalitatief en financieel gezien wordt het immers steeds moeilijker om kleine scholen in stand te houden. Uit onderzoek blijkt dat kinderen meer gebaat zijn met een onderwijsvoorziening met een omvang die het mogelijk maakt te differentiëren en specifieke kwaliteiten binnen te halen, moderne hulp- en leermiddelen aan te schaffen e.d. Het samenvoegen van kleine scholen lijkt dan ook meer toekomstgericht dan het in stand houden van meerdere kleine basisscholen met beperkte personele en materiële mogelijkheden. Vanuit overwegingen van onderwijskwaliteit zou het dan ook wenselijker zijn te komen tot schoolbestuur overstijgende samenwerking met in de uiterste vorm één daadkrachtig schoolbestuur, zo mogelijk per gemeente of regio. Wellicht dat een federatief verband van schoolbesturen à la speciaal onderwijs een werkbaar model is om vraagstukken van krimp integraal en regionaal aan te pakken. Keuzen met betrekking tot het opheffen of samenvoegen van scholen worden dan makkelijker, omdat van de bestaande positionering kan worden afgeweken. Tevens kan de discussie over de kwaliteit van het toekomstige onderwijsvoorzieningenniveau in een bepaald gebied door een nauwe samenwerking beter worden gevoerd.

Transformatie van de bestuurlijke vormgeving Demografische krimp en de enorme effecten hiervan op het onderwijs zijn een goede aanleiding om na te denken over de bestuurlijke vormgeving van het onderwijs. In tijden van krimp is het van belang dat er adequaat en resultaatgericht de juiste keuzes gemaakt kunnen worden daar waar het gaat om complexe vraagstukken als gevolg van krimp, bezuinigingen, het verbeteren van het onderwijsrendement e.d. Om deze keuzes te kunnen maken, is een transformatie van de huidige bestuurlijke vormgeving nodig. Een transformatie van de huidige bestuurlijke vormgeving, waarbij over denominaties wordt heen gekeken en overwegingen met betrekking tot het in stand houden van een toekomstbestendige onderwijsvoorzieningenstructuur de basis vormen. Dit biedt de beste kansen om goed in te spelen op ontgroening en bevolkingskrimp.

schooldomein

mei 2012

17


Advertorial

ONDERDEEL

Lichtkunst in het nieuwe Amsterdams filmmuseum EYE

Op 4 april opende EYE, het Nederlandse filminstituut, officieel zijn deuren tijdens een feestelijke plechtigheid in aanwezigheid van Hare Majesteit Koningin Beatrix. EYE werd ondergebracht in een gloednieuw en vooral groter gebouw.

S

inds 4 april heeft EYE, het enige museum in Nederland dat exclusief is gewijd aan film en bewegend beeld, zijn nieuwe onderkomen aan de noordelijke IJ-oever van Amsterdam, recht tegenover het Centraal Station, betrokken. Dankzij zijn opvallende ligging springt het al van ver in het oog. Het hoekig vormgegeven, in glanzend wit omhuld gebouw zorgt ervoor dat het opvallend afsteekt tegenover het stadslandschap. Dit is ook te danken aan de dynamische vorm, ontworpen door het Weense architectenbureau Delugan Meissl Associated Architects. Het uitgangspunt van de architecten was dat film een illusie is op basis van bewogen licht. Dit principe werd vertaald naar de architectuur. Zo moet het gebouw zelf een soort van projectiescherm worden waarop een film wordt getoond met het licht, de stad en het landschap van Amsterdam als hoofdrolspelers. Architect Roman Delugan legt uit: “Het was onze bedoeling dat naargelang van het perspectief en de positie de ruimtelijke uitstraling van het EYE museum zou veranderen. Net zoals met een mobiele camera openen zich voor de bezoeker, wanneer hij door het gebouw loopt, telkens weer nieuwe perspectieven.”

Exclusieve lichtkunstwerken Een ander kenmerk van het gebouw is de arena van 1.200 m² die de bezoeker, vlak na het binnengaan van het futuristische gebouw, verwelkomt. Grotendeels in hout en met een parketvloer in hoogwaardig eiken-

18

schooldomein

mei 2012

hout straalt de foyer een open, warme en aangename atmosfeer uit, evenals een rechtstreeks uitzicht over de rivier en de stad. Deze ambiance heet de gasten echt welkom en nodigt uit tot een rustpauze in het café, het restaurant en de bar, om alles in zich op te nemen. “Het ruimtelijke hart van het gebouw, de ‘arena’, nodigt bezoekers van het museum uit om even halt te houden. De unieke geometrie van deze ruimte bevordert de sociale interactie in hoge mate”, zo merkt Roman Delugan op. Ook de Starbrick lichtinstallatie levert hiervoor een belangrijke bijdrage. Starbrick is een Zumtobel Masterpiece, een serie exclusieve lichtkunstwerken die de fabrikant van verlichtingsarmaturen samen met vooraanstaande partners uit de hele wereld ontwerpt. De kunstenaar Olafur Eliasson heeft de veelzijdig inzetbare lichtmodule samen met Zumtobel ontworpen. “De Starbrick is een ruimtecreërende lichtmodule en tijdens de gezamenlijke ontwikkeling met Zumtobel zijn we erin geslaagd om hem geschikt te maken voor gebruik in het dagelijkse leven. Het doet me veel plezier hem in een openbaar gebouw geïnstalleerd te zien. In de foyer van het nieuwe EYE museum presenteren de modules zich als een soort van lichtgevende wolken die de sfeer van een bioscoop oproepen – stars voor de stars”, verklaart de kunstenaar zelf, Olafur Eliasson. In de volgende Schooldomein meer aandacht voor de fraaie nieuwbouw van het filmmuseum en de exclusieve lichtkunstwerken van Zumtobel. Kijk voor meer informatie op www.zumtobel.com.


Effect.

LIGHT FIELDS Elegant, discreet, hoogwaardig: de armatuurserie LIGHT FIELDS blijft met zijn design ook in de nieuwe LED-uitvoeringen de klassieker wat betreft rechtlijnige kantoorarchitectuur. Zumtobel. Het licht. Design: Sottsass Associati

zumtobel.com/LIGHTFIELDS


Expertmeeting XL

“Alles draait om visie” Meer dan twintig professionals uit verschillende disciplines discussieerden in een bijzondere expertmeeting XL over duurzaamheid in en om de schoolbanken. Hoe duurzaam is duurzaam? Hoe bereikbaar of onbereikbaar is duurzaamheid? En hoe (verschillend) gaan opdrachtgevers en de markt om met duurzaamheid? Vragen die leven. Niet alleen tijdens deze bijeenkomst, maar ook – en misschien wel vooral – bij schoolbesturen en gemeenten, zo bleek tijdens de plenaire discussie. Tijdens de expertmeeting XL formuleerden professionals stellingen die een leidraad kunnen vormen op weg naar duurzamere, frissere en vitalere scholen.

H

alf maart verzamelden architecten, ergonomen, installatietechnici, inrichters en adviseurs zich rond het thema duurzaamheid. Na het welkomstwoord viel het gezelschap – at random – uiteen in vier groepen. Elke groep kreeg een subthema mee. En een opdracht: reageer op de stellingen. Dit leidde tot nieuwe stellingen waarover in het algemeen consensus bestond. Deze uitspraken stonden tijdens de afsluitende plenaire sessie wederom ter discussie. Grote eensgezindheid bestond over de allesomvattende conclusie dat keuzes altijd leiden tot beter. Maar om goede keuzes te kunnen maken, is een stip op de horizon onontbeerlijk. Of zoals een van de groepen kernachtig formuleerde: “Alles draait om visie.”

20

schooldomein

mei 2012

Groep A: Middelen en mogelijkheden Stellingen: 1 Duurzaamheid is een blijvende opgave die om integrale aanpak vraagt 2 Zolang investering en exploitatie niet in één hand liggen, blijft duurzaamheid een lastige zaak 3 Duurzaamheidsambities zijn niet per definitie onhaalbaar binnen de huidige financiële kaders. Voordat er werkelijk op de stellingen werd ingegaan, hebben de deelnemers kort vastgesteld wat ze onder duurzaamheid verstaan. “Door duurzaamheid te duiden, wordt de discussie over de stellingen helderder”, aldus de voorzitter van deze groep. Duurzaamheid valt volgens deze deelnemers uiteen in vijf parameters: gezondheid, gebruikswaarde, energie, milieu en toekomstwaarde.

Aldus vaststellend veranderden zij de stelling ‘Duurzaamheid is geen opgave meer nu de technische mogelijkheden snel zijn toegenomen’ om tot hun eerste stelling: Duurzaamheid is een blijvende opgave die om integrale aanpak vraagt. Want, zo zegt de voorzitter, duurzaamheid is breder dan techniek. “Techniek moet ten dienste staan van de gebruiker. Bovendien is aandacht voor de beleving van een gebouw ook onderdeel van duurzaamheid.” De eerste stelling van groep A scoort algemene bijval. De tweede stelling, verdeelt de zaal. Ook al blijven investering en exploitatie gescheiden, dan nog kun je duurzaamheid bereiken. Het gaat erom dat je beide partijen bijeenbrengt en heel bewust laat zien en voorrekent wat elke keuze inhoudt. Groep A is het met deze kanttekening eens. De voor-


THEMA FRISSE XXXX SCHOLEN

DEELNEMERS EXPERTMEETING Rogier Bloemers (NPSP) Eddine Sarroukh (Philips Nederland BV) Peter Elemans (EPH architecten) Esli Wessels (Desso) Arjan Rademaker (Faay wandsystemen) Wouter Beck (Hunter Douglas) Atto Harstra (St. Living Daylights) Guus Klamerek (Saint Gobain Ecophon) Alex Bijvanck (Schüco Nederland BV) Erik Steinebach (Valstar-Simonis) Arend Jan Hermsen (Kuijpers) Marco van Zandwijk (Scholenbouwwaaier) Rogier Bloemers (NPSP) Hans Beuving (Portakabin) Dominique Goven (Rockfon) Jeroen Grolman (Vanerum schoolinrichting) Ellen Gerrits (Arcadis) Hester Wessels (SP Architecten) Jacques Brouhier (Zumtobel) Martijn Reekers (Velux) Harold van den Koedijk (Blyweert) Wout Schouwstra (Zehnder – JE Storkair) Michiel Riksma (Biddle)

zitter brengt in dat als de wil er werkelijk is, duurzaamheid ook met gescheiden stromen binnen bereik ligt. Maar duurzaamheidsambities zijn wel mákkelijker te bereiken als investering en exploitatie in één hand liggen. De derde stelling ligt genuanceerd. Dat laat de praktijk ook zien. “Duurzaamheidambities zijn niet eenduidig, net zo min als de financiële kaders. Zo staat ook nergens vastgesteld wat een ‘frisse school klasse A’ mag kosten”, aldus de voorzitter. De zaal reageert. Ambities kunnen altijd gehaald worden! Het ligt er maar aan wat de ambities zijn. Groep A constateerde ‘en petit comité’ dat vroegtijdig formuleren van concrete duurzaamheidambities, realisatie binnen financiële kaders mogelijk maakt. Ze voegt daar graag aan toe dat keuzes pas goed kunnen worden gemaakt en ambities pas echt concreet kunnen worden gefor-

muleerd als er vooraf een duidelijke visie is neergelegd.

Aanbevelingen: • Werk – ook om duurzaamheid te bereiken – vanuit het perspectief van de (toekomstige gebruiker, en niet vanuit technische oplossingen. Een schoolgebouw is geen parkeergarage. Bij elk gebouw gaat het ook om beleving. • Start, nog voor ontwerp en toepassing van technieken, met een visie. • Formuleer vervolgens concreet duurzaamheidsambities.

Groep B: Ontwerp en beleving Stellingen: 1 Afstemming is een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde voor een duurzaam gebouw

schooldomein

mei 2012

21


2 Duurzaamheid heeft met beleving te maken 3 Veel duurzaam gecertificeerde scholen worden als niet-prettig ervaren. 4 Een duurzaam schoolgebouw is geslaagd als de duurzame ingrepen zichtbaar zijn. De eerste, mathematisch gedefinieerde stelling zorgt voor weinig verhitte gemoederen: Afstemming alleen zorgt niet per se voor een duurzaam gebouw. Afstemming over wie nu de feitelijke gebruiker of zelfs toekomstige gebruiker is, draagt wel weer in hogere mate bij aan een duurzamer gebouw. Dit gezegd hebbende lijkt vrijwel automatisch te leiden tot de tweede stelling. Als de beleving slecht is, zo meent groep B, dan heb je een heel slecht gebouw. “De mens moet tijdens het ontwerpen centraal staan”, aldus de voorzitter. Meetmethodes, maar vooral ook ontwikkelingen in de markt en technologische ontwikkelingen laten zien dat je tegelijkertijd een duurzaam én prettig gebouw kunt ontwerpen. Ook het nieuwe Bouwbesluit geeft meer mogelijkheden om duurzaam te ontwerpen. De zaal merkt dan ook op dat duurzaamheid inmiddels een integraal onderdeel is geworden van het totale ontwerpproces.

22

schooldomein

mei 2012

Reacties onderschijven dit. Vijf jaar geleden was deze situatie anders. De ‘duurzame’ gebouwen uit die tijd laten zien dat het ontwerpproces slechts gefocust was op duurzaamheid. Terwijl een gebouw er primair niet is om energieneutraal en duurzaam te zijn. “Een gebouw is per definitie bedoeld voor mensen. En als je die mens, de eindgebruiker, niet meeneemt in het totale ontwerpproces dan heb je als opdrachtgever gefaald”, legt de voorzitter uit. Dit leidt tot een spontaan gedefinieerde nieuwe stelling die alle aanwezigen onderschrijven: Een goed én duurzaam gebouw is een mix in samenhang die rekening houdt met: gebruiker, kwaliteit en maatregelen. Dat maakt dan ook dat het merendeel zich herkent in de stelling: Veel duurzaam gecertificeerde scholen worden als nietprettig ervaren. “Tot vijf jaar geleden”, zegt de voorzitter, “was een duurzaam gebouw vaak oncomfortabel. Dat is inmiddels veranderd.” De stelling Een duurzaam schoolgebouw is geslaagd als de duurzame ingrepen zichtbaar zijn, zorgt voor wat onrust. “Zichtbaarheid is op zich geen voorwaarde voor duurzaamheid. Maar duidelijk zichtbare duurzame maatregelen dragen bij aan

bewustere leerlingen. Je creëert zo een generatie die meer met duurzaamheid bezig is”, aldus de voorzitter. Maar, zo reageert de zaal, een duurzaam of gezond gebouw zou eigenlijk geen issue moeten zijn. Het moet ‘natuurlijk’ zijn dat een gebouw gezond is gebouwd en is ingericht.

Aanbevelingen: • Bepaal de rangorde van duurzaamheidsaspecten zodat je voor langere tijd de intrinsieke waarde van je gebouw kan behouden • Denk vooraf al na over de mogelijkheden voor midlife upgrade en herbestemming zoals in de kantoor- en hotelmarkt al gewoon is.

Groep C: Techniek en arrangement Stellingen: 1 Duurzaamheidstechnieken sluiten niet aan op de kennis van de gebruiker 2 Afweging tussen kosten en kwaliteit over duurzaamheid moeten over de langere termijn worden gemaakt 3 Toetsing alleen is een onvoldoende middel om duurzaamheid te testen. Groep C constateert dat de prestaties van


THEMA FRISSE SCHOLEN

bijvoorbeeld technische installaties vaak voldoen, maar dat de vooraf vastgestelde performance van een gebouw daarmee niet automatisch wordt behaald. “Het ontbreekt de gebruiker vaak aan kennis over onderhoud en efficiënt gebruik van de installaties. Efficiency wordt niet gehaald, omdat beheer en onderhoud niet (goed) zijn geregeld”, licht de voorzitter de eerste stelling toe. Maar de stelling Duurzaamheidstechnieken sluiten niet aan op de kennis van de gebruiker overtuigt lang niet iedereen. Men merkt op dat het kennisniveau over bijvoorbeeld toepassing van de installatietechniek per onderwijsinstelling verschilt. Universiteiten of hoge scholen zijn vaak zo groot dat ze ook een eigen vastgoed en facilitaire afdeling hebben, die wel degelijk kennis van zaken hebben. Bij primair en voortgezet onderwijs is het vaak slechts de conciërge die dit er ook nog bij doet. Ook is er een groep dat meent dat beheer en onderhoud in handen moet blijven van de markt. De markt is immers deskundig. Maar ook hier is weerwoord. Als de gebruiker niet kan definiëren wat hij wil, kan de markt ook geen optimale performance leveren.

Die kennis hoeft niet bij de gebruiker te liggen. Ook de volgende stelling riep tegenstellingen op. De oorspronkelijke stelling luidde: ‘Duurzaamheid wordt steeds meer een afweging tussen wat het moet opleveren en wat het mag kosten’. In de groep, maar ook in de zaal ontstond discussie. “Op korte termijn klopt deze stelling”, aldus de voorzitter. “maar op de langere termijn is goedkoop vaak duurkoop.” In de praktijk zijn de budgetten voor aanschaf en onderhoud nog te vaak en te strikt gescheiden. We zouden meer in de richting van ‘prestatiecontracten’ moeten gaan, waar de gewenste kwaliteit wordt vastgelegd. Ook deze stelling wordt aangepast om eensgezindheid te verkrijgen: Afweging tussen kosten en kwaliteit over duurzaamheid moet over de langere termijn worden gemaakt. De derde stelling waarmee groep C de sessie inging, luidde: ‘Duurzaamheid is meetbaar te bewijzen met toetsingsmethodieken als Breeam en GPR’. Zowel tijdens die sessie als tijdens de plenaire terugkoppeling zorgde dit thema voor een verhitte discussie. Over het algemeen vond men de toetsingmethoden te

“Alles draait om visie.”

schooldomein

mei 2012

23


Houd uw schoolgebouw bij de les

ARCADIS geeft antwoord op uw vraagstukken over huisvesting in het onderwijs Het onderwijs is nooit saai. Onderwijsconcepten en organisatiestructuren zijn doorlopend in ontwikkeling. Ambities, behoeften en budgetten veranderen. Vroeg of laat heeft dat ook consequenties voor uw gebouw(en). Zodat er keuzes moeten worden gemaakt over verbouw, nieuwbouw of een combinatie daarvan.

Imagine the result

ARCADIS stelt u in staat om die keuzes stevig te onderbouwen en vervolgens het bouwproces z贸 te managen dat u ook echt bereikt wat u wilt. Wij hebben jarenlange ervaring in de onderwijswereld en hebben alles in huis wat nodig is om uw onderkomen af te stemmen op uw onderwijs. U wilt weten wat voor nieuwe perspectieven ARCADIS voor u kan openen? Bel dan (0172) 63 14 14 of kijk op www.arcadis.nl.


THEMA FRISSE SCHOLEN

beperkt. Door je slechts op meetbaarheid te richten, wordt duurzaamheid slechts het afvinken van lijstjes. En zoals al eerder werd opgemerkt, kun je fantastisch hoog scoren op bepaalde onderdelen en ‘dus’ een prima duurzaam gebouw hebben, terwijl de akoestiek abominabel is. Daarnaast is er een verschil tussen hoe een gebouw of een installatie is gerealiseerd en hoe duurzaam het dus is op papier en hoe duurzaam deze in de werkelijkheid worden gebruikt. Meten volgens Breeam en GPR is volgens sommigen appels met peren vergelijken. Daarbij komt nog dat de factor gebruiker en het gebruik in de tijd in zijn geheel ontbreken (of onvoldoende belangrijk zijn) in deze toetsingsmethodieken. De houdbaarheid van een gebouw wordt bepaald door de kwaliteit van gebruik, niet door de stand van de techniek. De wijze van waardering bij verschillende methodieken is uiteenlopend, waardoor je bij de één een hogere score kunt halen dan bij een andere. Er werd al discussiërend een nieuwe stelling geformuleerd: Toetsing alleen is een onvoldoende middel om duurzaamheid te testen.

Aanbevelingen: • Duurzaamheid is een dynamisch proces • Groen kost al lang niet veel meer poen.

Groep D: Theorie en praktijk Stellingen: 1 In theorie wil de opdrachtgever meer dan in de praktijk haalbaar is. 2 Duurzaamheid is een containerbegrip 3 Het is noodzakelijk om van te voren gezamenlijk een visie te formuleren om eenzelfde ambitie te hebben. De eerste stelling beschouwden de meesten als waar. Dit betekent overigens niet dat ze ‘voor weinig veel willen’. “Vaak weten opdrachtgevers niet wat ze precies willen. Ook hebben ze een lijstje met heel veel wensen. Achter die stapeling gaat meestal geen visie schuil waardoor het wensenlijstje nooit helemaal kan worden waargemaakt. En dat leidt uiteraard tot frustraties, bij alle partijen”, licht de voor-

schooldomein

mei 2012

25


Wij helpen u het verschil maken.

Handhygiëne is cruciaal 80 procent van alle infecties wordt verspreid via de handen. Goede handhygiëne kan ziekteverzuim verminderen. Tork helpt om uw leerlingen en personeel gezond te houden. Het is essentieel dat er een betrouwbaar en onderhoudsarm systeem wordt geplaatst dat goede hygiëne garandeert. Speciaal voor scholen heeft Tork een lespakket samengesteld met informatie over het belang van handhygiëne op scholen. Wilt u dit lespakket aanvragen of meer informatie ontvangen over onze systemen? Stuur dan een mail naar info@tork.nl of kijk op onze website www.tork.nl

Handhyg iëne n ie uws Tork over het belang van

Informatie van

handhygiëne

op scholen

Speelsge wijs hygiën verbeter e en

De wa over bactarheid eriën WA S EN ZI met Was NG beer

Test jouw

hygiëne QUIZ ! kennis Handhygiëne

van Tork.

1


THEMA FRISSE SCHOLEN

zitter de gevoerde discussie toe. De zaal is het er gedeeltelijk mee eens. Er lijkt een kanteling gaande. Of zoals wordt geopperd: “We zitten in transitie”. Vijf jaar gelden lag de focus geheel op de operationele kant van duurzaamheidsdoelen. Inmiddels begint de opdrachtgever zich het begrip en de verschillende uitingen ervan eigen te maken. Dat wordt ook bevorderd door een tool als de Scholenbouwwaaier, die kan helpen deze ambities bespreekbaar te maken. De derde fase in deze overgang is dat marktpartijen steeds meer integrale pakketten aanbieden. Moeilijkheid in dit geheel is het begrip duurzaamheid. Ook andere groepen constateerden dat onvoldoende definitie van het begrip keuzes maken lastig maakt. Niet vreemd dus dat de meerderheid de stelling Duurzaamheid is een containerbegrip onderschrijft. Zonder definiëring van het begrip is het lastig keuzes maken en zonder keuzes blijft een visie vaak in algemeenheden hangen. Zeker bij duurzaamheid draait het om het hebben van een visie. En dat is nog wel eens lastig, omdat er vaak twee vragende partijen zijn: gemeente en schoolbestuur. Er wordt gemeend dat als je gemeente en schoolbestuur apart om hun Programma van Eisen vraagt er twee totaal verschillende gebouwen verschijnen. Er wordt een nieuwe stelling ingebracht die 100 % scoort: Het is noodzakelijk om van te voren gezamenlijk een visie te formuleren om eenzelfde ambitie te hebben. En, zo blijkt steeds vaker uit de praktijk, heb je eenmaal een visie dan vormt zich vanzelf de wil en lef om partners te zoeken die wel integraal willen ontwerpen, uitvoeren, installeren, onderhouden én beheren. Bovendien voorkom je frustraties bij het gebruik van het gebouw.

Aanbevelingen: • Focus op het primaire gebruiksproces tot dertig jaar. • Accepteer veranderbaarheid in het proces en de omstandigheden en dus ook in het gebouw. • Stel gezondheid als waarde boven duurzaamheid.

schooldomein

mei 2012

27


Valstar Simonis is als onafhankelijk Nederlands ingenieursbureau al ruim 60 jaar actief op het gebied van duurzaamheid, comfort en veiligheid in gebouwen. Flexibel, functioneel maar ook gewoon ‘mooi’. De ambities in het onderwijs zijn hoog. Installaties spelen dus een grote rol.

Basis en middelbare scholen, universiteiten en ROC’s moeten functioneel, flexibel en comfortabel zijn. Verschillende functies en activiteiten worden gegroepeerd, geschakeld en gestapeld. Valstar Simonis heeft deze ervaring met succes toegepast bij tientallen projecten. De budgetten zijn vaak beperkt. En dus vraagt zo’n opgave om een adviseur met kennis, ervaring en creativiteit op het gebied van onderwijsgebouwen en installaties, maar vooral de combinatie van beide. Wij ontwerpen frisse scholen met begrijpelijke installaties. Voor meer informatie neem contact met ons op. Project “FNWI van Universiteit van Amsterdam”

www.valstar-simonis.nl

Binask lokalen met TopFLEX, het traploos vertikaal te verstellen systeem vanuit het plafond met daarin alle mogelijke energie bronnen inclusief data verkeer. Geen vaste zuilen meer op de vloer waardoor ruimte multifunctioneel gebruikt kan worden Traploos verstelbaar op de gewenste werkhoogte Vanaf een centraal schakelpunt te bedienen en te beheren Keuze schakelaars voor gas en electra inclusief noodstoppen Geen gedraai meer aan gaskranen of spelen met stopcontacten tijdens de theorielessen.

• •

TopFLEX

paring Extra bes en in bouwekosten installati

• • •

Meer informatie over TopFLEX en ons uitgebreide producten aanbod kunt u vinden op onze site: www.schoolpoint.nl.

P.O. Box 474, 7000 AL Doetinchem - NL Vierde Broekdijk 21, 7122 JD Aalten - NL T. +31(0)543 47 47 00 F. +31(0)543 47 42 82 E. info@schoolpoint.nl I. www.schoolpoint.nl

Altijd Top en heel FLEXibel Leerlingensets • Houten meubilair • Kasten • Visuele communicatie • Nevenruimten Collegezalen • Kantoorinrichting • Prakticummeubilair • Maatwerk

Schoolpoint_adv.A5_TopFLEX_2.indd 1

10-04-12 09:21


kort nieuws BNA Onderzoeksdag BNA Onderzoek organiseert op 21 juni 2012, in de voormalige Stork-fabriek ‘De Overkant’ in Amsterdam, de tweede BNA Onderzoekdag. De bijeenkomst duurt van 13.00 tot 17.00 uur. Tijdens deze middag presenteert

BNA een selectie uit de (bijna) afgeronde onderzoeken. De middag is bedoeld als inspirerende bijeenkomst voor BNA-leden, maar ook voor opdrachtgevers en kennisinstellingen die benieuwd zijn naar

uitkomsten en kansen voor toekomstige samenwerking. Op de website vindt u het conceptprogramma: www.bna.nl/Onderzoek/ BNA-Onderzoekdag-2012. Deelname is gratis en aanmelden is nu al mogelijk.

Steun team SPort & Onderwijs uit Utrecht bij Alpe d’HuZes Op 7 juni 2012 gaat het team SPort & Onderwijs uit Utrecht de strijd aan met de meest Nederlandse berg in Frankrijk. Acht vertegenwoordigers van de Stichting Openbaar Primair Utrecht, de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente Utrecht en Van Hoogevest Architecten, beklimmen als team acht keer de Alpe d’Huez. Een strijd die het uiterste vergt van de deelnemers voor het zeer goede doel, namelijk de sponsorwerving voor onderzoek tegen kanker. Servaas Schoone, teamcaptain en in het dagelijks leven beleidsadviseur huisvesting van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht, licht namens het team zijn initiatief toe: “Ons team bestaat uit een groep heel gemotiveerde mensen, die zich in het dagelijks leven inzetten voor een gezamenlijk doel, namelijk het realiseren van goede onderwijs- en sportvoorzieningen in de gemeente Utrecht. Het resultaat daarvan wordt pas optimaal als we echt samenwerken.” Het team SPort & Onderwijs trekt hier een parallel met de strijd tegen kanker. “Iedereen heeft wel een eigen verhaal… een eigen ervaring met kanker, dat van henzelf of van een dierbare naaste. Onze bundeling van krachten zal uiteindelijk het verschil maken.” Een grote uitdaging ligt in het bijeenbrengen van het sponsorgeld. “We zijn al een eind op de goede weg, maar dit deel van het succes ligt met name in handen van anderen. Het is buitengewoon ontroerend om te constateren hoe familieleden, collega’s en bedrijven om ons heen ons sponsoren en motiveren. Maar we zijn er nog niet. Daarom roepen wij iedereen op om ons te ondersteunen in onze strijd. En daarmee bedoel ik uiteraard de strijd tegen kanker, want die is van ons allen. Geef ons daarom het laatste duwtje in de rug door te sponsoren. Wij doen de rest.”

Stichting Alpe d’HuZes is opgericht om de onmacht die door kanker ontstaat om te zetten in kracht. Met de sponsorgelden financiert zij onderzoek, projecten en diensten die erop zijn gericht om de levenskwaliteit van patiënten met kanker te verbeteren. Stichting Alpe d’HuZes voert een strikt anti-strijkstokbeleid, waarmee 100%

van het ingezamelde geld wordt besteed aan kankeronderzoek. Bent u geïnspireerd zijn geraakt door het initiatief van team SPort & Onderwijs uit Utrecht en wilt u meedoen in de strijd tegen kanker, stort uw bijdragen dan via de website www.deelnemers.alpe-dhuzes.nl/teams/sporten-onderwijs-gemeente-utrecht.

fdsgfbb

Rectificaties In het artikel in Schooldomein 4 over het herge-

Op pagina 48 en 49 van Schooldomein 4 zijn bij

bruik van kantoren voor scholen wordt projectma-

het artikel ‘Multifunctionele ICT-meubels’ onjuiste

nager Peters geciteerd. Peters was bij dit project

fotobijschriften opgenomen. Onder de eerste foto

actief als projectmanager van HEVO, verantwoor-

(pagina 48) moet staan: ‘De Floating Touch gele-

delijke voor de herbestemming van een kantoor-

verd bij Goudse Verzekeringen’. Onder de tweede

gebouw naar een onderwijsgebouw voor Avans

foto (pag. 49) moet staan: ‘De Helder Camara-

Hogeschool in ‘s-Hertogenbosch.

school Teteringen (Stichting INOS)’.

schooldomein

april 2012

29


Montessorigebouw past als een jas

Ruimte en verbinding centraal in De Eilanden De basisschool De Eilanden uit Amsterdam kreeg in 2002 een eervolle vermelding van de jury van de Scholenbouwprijs. De jury was zeer enthousiast over de wijze waarop de Montessorischool op de beperkte stedenbouwkundige plek was vormgegeven. Daarnaast loofde de jury de ruimtelijke werking in de school. Hoe staat het gebouw er tien jaar na dato bij? Tekst Sibo Arbeek Foto’s Kees Rutten

H

et gebouw bestaat uit twee delen: vrije sectorappartementen op de bovenverdieping en daaronder de school in twee lagen. Twee verschillende architecten, maar ruimtelijk goed verbonden. Directeur Caroline Geerke staat me al op te wachten in de gang: “Je hebt net een groep gymende kinderen in het open speellokaal gemist. Dan had je kunnen horen hoe goed de akoestiek hier werkt.” Het is al snel duidelijk dat Caroline en haar team nog steeds enthousiast over het gebouw zijn: “Het is een typische Montessorischool, waarbij openheid en verbinding centraal staan. Alles komt uit

30

schooldomein

mei 2012

op de open centrale hal, waaromheen de verschillende algemene en groepsruimten liggen. Onze filosofie is dat de groep het individu tot zijn recht kan laten komen. Dat heeft te maken met respect voor elkaar. Dat zie je terug in ons onderwijs en ook in het gebouw; je kunt er allemaal zijn, zonder dat je elkaar stoort. De lokalen zijn licht en open en elk lokaal heeft een eigen wc en een eigen garderobe. We hadden er tien jaar geleden best wel moeite mee om uit ons oude gebouw aan de Planciusstraat te gaan. Ook al viel dat gebouw bijna uit elkaar en verrichtte de gemeente er al jaren geen onderhoud meer aan, het was wel


BOUW EN ORGANISATIE

ons gebouw. Vanaf de eerste dag dat we hier zaten voelde het goed. Dit gebouw is als een jas die ons precies past. De Eilanden heeft over het aantal kinderen niet te klagen: “We hebben er nu 291 en elk jaar is er weer een wachtlijst. Wat ik bijzonder vind is dat het toch een dwarsdoorsnede van de Amsterdamse samenleving is, wat hier komt. We hebben niet alleen kinderen van hoogopgeleide ouders en daar ben ik blij mee.”

Beperkt kavel De school De Eilanden ligt op het Prinseneiland. Een prachtig eeuwenoud gebied achter het centraal station, dat aan de uitlopers van het IJ ligt. “Dat betekent dus dat je een stadsschool bent en dan ook nog eens op een stukje dikbevolkt Amsterdam. Er is bijna geen buitenruimte. Dat betekent dat onze groepen op een speelplaats verderop spelen. Dat kost onderwijstijd en organisatie. Naast de school ligt een speelveldje met een halfpipe. Onze kinderen speelden daar in de pauze, maar daar werd de buurt gek van. We hebben nu met ze afgesproken dat de kinderen er alleen nog maar ’s middags mogen spelen. Binnen in de school is er te weinig ruimte. Vooral af te sluiten bergruimte en extra algemene ruimten zouden welkom zijn.” Het gebouw oogt goed onderhouden en staat er als nieuw bij: “Natuurlijk slijt de vloer hier en daar en zie je dat er geleefd wordt, maar dat tast de kwaliteit niet aan.” Minpuntjes kan Caroline bijna niet opnoemen, of het moet het golfplaten dak zijn: “Als het hard regent denk je het eerste uur dat je gezellig met z’n allen in een tent ligt, maar na een paar uur ben je daar wel klaar mee. Ook is er lekkage geweest, maar dat is nu verholpen. Eigenlijk zijn er geen klachten over binnenklimaat of duurzaamheid: “Het is een gebouw met lichte en zonnige ruimten. We hebben geen mechanische

ventilatie en kunnen gewoon de ramen open doen. Een aandachtspunt is wel de bovenramen, die moeilijk kunnen worden opengedraaid.”

Cijfers Ik vraag Caroline naar de cijfers voor de verschillende aspecten, maar Montessori-directeuren geven liever geen cijfers. “Dat komt ook terug in de Cito-discussie, in vergelijk met andere centrumscholen scoren wij iets lager. Het behalen van de hoogste Cito-score is voor ons geen doel waarnaar toe gewerkt moet worden. Aan die afrekencultuur willen wij niet mee doen. De ontwikkeling van het kind staat centraal. Niet de leerstof met een zo’n hoog mogelijke score als eindresultaat. De uitslag van de Citotoets is aan het einde van de schoolloopbaan een weerspiegeling van de kennis die het kind heeft geleerd. Daar werken wij gericht aan. De Cito-toets is een instrument om het oordeel van een school over het kennisniveau en mogelijkheden van een kind te ondersteunen. Niet meer en niet minder. Als je er dan met een lagere score ook kunt komen dan is dat prima.” Toch geeft Caroline uiteindelijk cijfers: “Onderwijskundige kwaliteit een tien, ruimtelijk-functioneel een negen. Ruimte en verbinding staan centraal in de school en in die zin passen gebouw en soort onderwijs perfect bij elkaar. Technisch en qua duurzaamheid geef ik een ruime acht.” Caroline loopt een prachtig lokaal in met zicht op het IJ. Wat opvalt, is een groot privéjacht in het water: “Die man legt daar elke zomer zijn boot neer en gaat hem dan elke dag sproeien. Beeldvervuiling vind ik dat.”

“Vanaf de eerste dag dat we hier zaten voelde het goed. Dit gebouw is als een jas die ons precies past.”

Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met Caroline Geerke, directeur Montessorischool de Eilanden, telefoon (020) 620 96 08 of email c.geerke@eilanden.espritscholen.nl.

PROjECTINFORMATIE Project

“Je kunt er allemaal zijn, zonder dat je elkaar stoort.”

Montessori basisschool De Eilanden

Bestuur Esprit Scholengroep

Architect Herman Hertzberger

Bruto Vloeroppervlak 1.340 m²

RAPPORT Onderwijskundige kwaliteit 10 Functionaliteit

9

Flexibiliteit

8

Duurzaamheid

8

Beleving leerlingen en team 10

schooldomein

mei 2012

31


De Horizon werkt met clustervormen

Inspirerende school

voor leerlingen en docenten De Horizon is een school voor speciaal basisonderwijs. Het nieuwe gebouw is sinds begin 2011 in gebruik. De uitdaging voor architect en team was om tot een gebouw te komen dat tegemoet komt aan de specifieke kenmerken van de leerlingen in dit type onderwijs. Het gebouw moest samenwerkend leren mogelijk maken en uitdagen tot groepsdoorbroken werken. Tekst Wim Koops Foto’s Kristinsson Architecten bv

H

et team van de school had in de ontwerpfase veel inbreng. Belangrijk uitgangspunt was dat het onderwijs zich niet alleen in de groepsruimten moest afspelen. Tegelijkertijd mocht de leeromgeving niet veel prikkels geven en moest

32

schooldomein

mei 2012

ook overzichtelijk zijn om de leerlingen structuur en overzicht te bieden. Niet alleen de kenmerken van de populatie vormden een uitdaging, maar ook de locatie. Daarop staat een deel van een voormalige vmboschool waarin bestuurlijke en onderwijsondersteu-


BOUW EN ORGANISATIE

nende organisaties zijn gehuisvest. Dat betekende voor het ontwerp van De Horizon beperkingen. Een L-vormige plattegrond met verdiepingsbouw bleek de beste mogelijkheden te bieden. Voor de architectuur is aansluiting gezocht bij de bestaande centrumbebouwing.

Kenmerken van het gebouw De verdieping en de begane grond zijn vrijwel identiek. Door de gevelopbouw is de beleving echter verschillend. Een centraal gesitueerd speellokaal in split level kan ook dienst doen als kleine zaal voor voorstellingen. Onder het speellokaal bevindt zich een ruime kelder die fungeert als centrale berging. Alle niveaus zijn per lift bereikbaar. Het gymnastieklokaal is als vrijstaande voorziening elders op het terrein gesitueerd. Het gebouw is licht en aangenaam met voor leerlingen herkenbare en functionele kleuren voor leerpleinen, groepsruimten en verkeersroutes. Het kleurenschema met organische tinten zorgt voor een rustige omgeving, maar ook voor herkenbaarheid van functies. Zo is de vloerbedekking in de verkeersruimten donkerblauw, op de leerpleinen frisgroen en in de groepsruimten oranje-oker. In alle opzichten voldoet de school aan de ‘frisse school’ uitgangspunten. Er is overal CO2 gestuurde balansventilatie met warmteterugwinning. Een warmtepomp zorgt voor verwarming en koeling via de vloerverwarming in het hele gebouw. De kunstverlichting is energiebesparend met aanwezigheidssensoren.

Clusters en leerpleinen Bijzonder aan de school is de clusterstructuur. Vanuit de onderwijsvisie is hiervoor gekozen waarbij elk cluster 2 of meer groepsruimten omvat die aan een eigen aangrenzend leerplein liggen. Dit bevordert het groepsdoorbrekend bezig zijn. Deze leerpleinen worden door gebogen lage wanden afgescheiden van de verkeersroutes. Zo worden kinderen niet afgeleid. De ronde vormen zorgen niet alleen voor een speels effect maar ook voor demping van geluid en maken van de leerpleinen een rustige en behaaglijke werkomgeving. Op de leerpleinen zijn ook de computers geplaatst. Per 4 leerlingen is er een computer beschikbaar. Directeur Henk Schopman vindt de opzet zeer geslaagd: “In de praktijk blijkt dat de clustervormen het samenwerken van leerlingen stimuleren, maar ook van leerkrachten. Het is prachtig om te zien hoe onze leerlingen geconcentreerd en zelfstandig met taken bezig kunnen zijn, zonder de directe aanwezigheid van hun leerkracht. Het geeft kinderen een gevoel van autonomie en competentie.” In elk cluster is een toiletgroep opgenomen. Hierdoor zijn

“In de praktijk blijkt dat de clustervormen het samenwerken van leerlingen stimuleren, maar ook van leerkrachten.” PROjECTINFORMATIE de looproutes kort en voor leerlingen overzichtelijk. Door de dubbele deuren van de lokalen open te zetten wordt het leerplein een integraal onderdeel van de groepsruimten. Of zoals een leerkracht aangeeft: “Het leerplein is dus een geweldig verlengstuk van de klas. Door het openen van de deuren wordt de ruimte van het lokaal enorm vergroot. Het leerplein werkt erg motiverend voor de kinderen en voor mij als leerkracht. Ik kan heel gemakkelijk groepsdoorbroken werken met naastgelegen groepen en differentiëren. Voordeel is ook dat ik goed overzicht kan houden. Het is een uitdagende, stimulerende leeromgeving, die erg makkelijk bij de klas te betrekken is. Kinderen maken er veelal uit zichzelf gebruik van. Dat zegt genoeg.”

Project

Kunst

Hoofdaannemer

In het gebouw hangt een bijzonder kunstwerk van Geert Mul dat uit 5 geschakelde beeldschermen bestaat. Het is een interactieve digitale verbeelding van steeds veranderende horizons met gebruikmaking van werk van leerlingen. Beweging van passanten zorgt voor een beweging op de schermen, waarbij de ene afbeelding overgaat in de volgende. De aankoop van het kunstwerk is door de gemeente Raalte gefinancierd en door de kunstcommissie van de gemeente begeleid.

schooldomein

Nieuwbouw SBO De Horizon, Raalte

Opdrachtgever Stichting Christelijk Onderwijs Salland (per 2012: Mijnplein), Raalte

Architect Ing. Wim Koops, Kristinsson Architecten bv, Deventer

Bouwdirectie en toezicht Kristinsson Architecten bv, Deventer

Adviseur installaties Schreuder Groep Ingenieurs Adviseurs, Apeldoorn

Adviseur constructies Bartels Ingenieursbureau, Lochem

Jansman Bouwgroep bv, Luttenberg

Installateur E en W Elders Installatietechniek, Raalte

Kunstwerk Geert Mul, Rotterdam

Bouwperiode november 2009-oktober 2010

Bruto vloeroppervlak 2500 m²

mei 2012

33


Multifunctionele Combischool Rouveen (MCR)

Duurzaam binnen de norm

Op 20 januari 2012 is in Rouveen in de gemeente Staphorst de Multifunctionele Combischool (MCR) in gebruik genomen. In het gebouw zijn de Gereformeerde basisschool De Levensboom en de Hervormde basisschool De Triangel gehuisvest samen met Peuterspeelzaal Op Stap. Ook is in het gebouw een sportzaal gerealiseerd. Tekst Jan Willem van Kasteel Foto’s Ben Vulkers

H

et eerste gesprek vond plaats tijdens een gezamenlijk schoolvoetbaltoernooi. Daar bleek bij de besturen voldoende draagvlak te zijn voor een gezamenlijk gebouw. Voorwaarde was wel dat de eigen identiteit binnen het multifunctionele gebouw behouden kon blijven. Daarmee was het idee voor een vruchtbare samen-

34

schooldomein

mei 2012

werking geboren en werd voor beide scholen een oplossing geboden voor de inmiddels verouderde huisvesting.

Beheersbare exploitatielasten Met een herkenbare eigen plek voor alle deelnemers in het dorp Rouveen is het een prach-


BOUW EN ORGANISATIE

tig gebouw geworden, waarin samenwerking en eigenheid goed zijn gecombineerd. Voor de investeringskosten was het uitgangspunt dat het normbudget vanuit de verordening leidend moest zijn. Binnen dat kader is ontworpen, maar met in het achterhoofd beheersbare exploitatielasten. Succesfactoren in het project waren de constructief-kritisch meedenkende opdrachtgever en het compacte ontwerp. Dat heeft geleid tot minder bruto vloeroppervlak en tegelijkertijd juist meer gebruiksoppervlak. De integratie van de sportzaal met een vrije hoogte van 7 meter in het complex is van buitenaf beperkt zichtbaar en heeft geleid tot een zeer lage gevelfactor, wat eveneens een fors kostenbesparend effect heeft. Ook de eenvoud, maar bestendigheid in details zal in de praktijk zijn uitwerking kennen op de exploitatie. Goede detaillering van de afwerking in de toiletten en marmoleum doorgetrokken op de wanden tot aan een stootrand zijn voorbeelden van in de praktijk zeer exploitatievriendelijke maatregelen.

“Uiteindelijk is het gebouw gerealiseerd, voor nog geen 80% van de normkosten.” Speellokalen in gymzaal In de avonduren was er in Rouveen behoefte aan een extra gymzaal. Deze zou echter overdag niet gevuld kunnen worden. In overleg met de scholen is toen gekozen om de speellokalen onder te brengen in één van de twee gymzalen, door de zaal met een flexibele wand op te delen. Een slimme oplossing met een dubbel effect: intensief ruimtegebruik en een beheersbare exploitatie. Door de inpassing van de twee gymzalen in het compacte ontwerp en de toepassing van de dakkap ontstonden er bovenop de toiletten en de bergingen van de gymzalen prachtige extra ruimten die gebruikt kunnen worden als werkplekken voor de leerlingen. Deze ruimten zijn niet zichtbaar vanuit de gangzone, maar juist wel in het zicht van de leerkracht in het lokaal. Een mooi voorbeeld van slim ontwerpen binnen een compact gebouw. Voor het realiseren van een Frisse School bleek veel installatietechniek nodig. Ook die is grotendeels verdwenen onder de dakkap en de resterende ruimte is ingevuld als bergruimte voor de beide scholen.

Duurzame school Vanaf de start van het project heeft Cauberg Huygen geparticipeerd als bouwfysicus en later ook als installatieadviseur. Met de toegepaste gaswarmtepomp, de grote bouwkundige overstekken, de hoge gevel- en dakisolatie en de infiltratie van het hemelwaterafvoer in de bodem is het een relatief duurzaam gebouw geworden met een 25% lagere energieprestatie. De volgende stap is het plaatsen van PV-cellen op het zuid-georiënteerde dak. Ook bijzonder is het terrein, een ontwerp van Hoveniersbedrijf Donker. Net als het gebouw is het terreinontwerp gebaseerd op het karakteristieke slagenlandschap uit de omgeving. Dit loopt door in het interieur. De groene kleurenstelling kent zijn inspiratie vanuit IJsland, en voelt binnen, zeker gecombineerd met het enorme uitzicht, zeer vertrouwd. Uiteindelijk is het gebouw gerealiseerd, inclusief het enorme schoolplein van 4500 m² voor nog geen 80% van de normkosten. Dit was mede te danken aan de zeer gunstige aanbestedingsmarkt waarin de lokale aannemer Bouwbedrijf De Witte heeft bewezen de laagste in prijs te kunnen zijn. ICSadviseurs heeft het Programma van Eisen opgesteld, evenals de uitgangspunten voor beheer, eigendom en exploitatie. Bovendien

PROjECTINFORMATIE Project Multifunctionele Combischool, Rouveen

Opdrachtgever Gemeente Staphorst

Adviseur ICSadviseurs

Architect LKSVDD

Aannemer Bouwbedrijf de Witte

Bruto vloeroppervlak 4.192 m2 BVO

Terrein 12.000 m2

Bouwkosten €3.000.000 excl. btw

Stichtingskosten €5.600.000 incl. btw

Opening januari 2012

Bouwtijd

verzorgde ICSadviseurs het Europees selecteren van de architect (Leij

10 maanden

Kappelhoff Seckel Van den Dobbelsteen (LKSVDD) en de ontwerp-

EPC

begeleiding tot en met de aanbesteding van de realisatiefase. Voor

25% onder bouwbesluit

meer informatie kunt u mailen naar jvankasteel@icsadviseurs.nl.

schooldomein

mei 2012

35


I n n o v a t i e b e g i n t b i j K U PA N C A B I N E S , K A S T E N , TA B L E A U S , B A N K E N E N D E U R E N • NIEUW - Onzichtbare scharnieren in gesloten toestand • NIEUW - Profielloze wanden • Stijlvol design en hoogwaardige kwaliteit • 1 miljoen sluitingen zonder smering. • Constructies zijn mechanisch getest op sterkte • Sluitingen zijn getest op dynamische bewegingen • Tekenwerk voor u ook in 3-D beschikbaar • KUPAN als het echt mooi moet zijn • KUPAN als het echt goed moet zijn • KUPAN als u waarde hecht aan een goede organisatie Kijk op www.kupan.nl, vraag naar onze brochures of neem contact op voor een voorstel op maat.

Kupan bv Postbus 11 7020 AA Zelhem T +31(0)314 62 10 41 E info@kupan.com I www.kupan.com MEETBARE KWALITEIT

Origineel Moederdag cadeau!

Like us!

Moeder zkt. kip

Toom kippen s 25,Voor €25 schenkt u een moeder in Afrika 8 kippen en een haan. Daarmee kan zij haar voeding en inkomen voorgoed verbeteren. © Ben Langdon

Doneer kippen op giro 4663 of heifer.nl


nota bene In elke Schooldomein maakt u op een bijzondere manier kennis met een bijzonder mens in een bijzondere functie. In deze editie: Lisette Pelsers, sinds 1 maart directeur van het Kröller-Müller Museum.

Lisette Pelsers

(1956) studeerde kunstgeschiedenis in Nijmegen en was sinds 2008 directeur van het Rijksmuseum

Twenthe in Enschede. Voorheen was zij in dit museum werkzaam als hoofd presentaties en conservator hedendaagse kunst.

Leukste opleiding Zonder twijfel de studie kunstgeschiedenis. Geen seconde spijt van gehad en mijn basis tot de dag van vandaag. Eerste baan Eigenlijk geen echte baan, maar ik ben begonnen als vrijwilliger bij Rijksmuseum Twenthe in Enschede en gaandeweg heb ik erg veel geleerd van het museale bedrijf. Doelstelling in deze baan Ik hoop dat ik iets wezenlijks kan bijdragen aan de imposante traditie van het Kröller-Müller Museum. En ik wil het museum graag voor nog meer mensen tot een dierbare plek maken. Werkweek Ik zou het echt niet weten. Ik hou het aantal uren nooit bij, maar ik ben er eigenlijk bijna altijd wel mee bezig in mijn hoofd, wat ik erg plezierig vind. Beste eigenschap Doorzettingsvermogen. Slechtste eigenschap Ongeduld. Daar zal ik het maar bij laten. Muziek Erg breed: van Bach tot Coldplay. Film Ik hou het bij het laatste jaar, anders kan ik niet kiezen: The King’s Speech. Ik moet toegeven dat ik een enorme fan ben van ‘Mr. Darcy’.

Boek Koninkrijk vol sloppen van Auke van der Woud en natuurlijk de biografie van Helene Kröller-Müller door Eva Rovers. Wat mijn eigen vak betreft: Art and Illusion van Ernst Gombrich. Website Google.nl. Televisieprogramma Ik kijk niet erg veel en ik ontvang ook alleen maar Nederland 1,2 en 3, maar ik probeer de actualiteit te volgen en ik ben dol op (Engelse) detectives. Krant Volkskrant, NRC, Stentor en nu en dan Financieel Dagblad. Tijdschrift Losse nummers van bijvoorbeeld Vrij Nederland, en daarnaast beroepsmatig allerlei vakbladen. Auto Jarenlang Alfa, maar ik ben nu gevallen voor een superzuinige variant van de Citroen DS3. Niet alleen omdat hij zuinig is trouwens. Eten en drinken Ik heb een grote moestuin, dus ik eet veel en graag groenten. Maar ze kunnen me midden in de nacht wakker maken voor zwezerik, of oesters. Avond uit In alle rust eten en drinken met zijn tweeën of met vrienden.

Restaurant Het restaurant aan het Comomeer waar we als het even kan een paar keer per jaar zijn met onze familie. Niet alleen voor het eten, maar ook vanwege de warmte en de vriendschap. Opmerkelijk Ik weet niet zo goed wat ik met deze vraag aan moet, maar vooruit: uit alle fasen van mijn leven heb ik vriendinnen ‘overgehouden’, de eerste vanaf de kleuterschool. Soms zien we elkaar tijden niet, maar als we elkaar dan weer ontmoeten, valt de tijd weg. Dat vind ik heel bijzonder. Ergernis Gewichtigdoenerij en gebakken lucht. Gaat vaak samen overigens. Inspirerende persoonlijkheid Ik heb bewondering voor alle mensen die hun eigen weg gaan en daarin voor zichzelf iets bereiken, vaak met een veel mindere uitgangspositie dan ik zelf heb gehad. Ambitie Proberen om niet alleen met werk bezig te zijn, hoe leuk ik dat ook vind. Op een boerderij wonen en een stuk grond onderhouden helpt enorm daarbij. schooldomein

mei 2012

37


Integratie bouw en beheer bevordert Sloop van de schotten tussen de budgetten voor bouwen en voor beheren geeft schoolbesturen meer sturingsmogelijkheden op hun vastgoed. Dat maakt investeren in een meer duurzaam gebouw mogelijk, want de exploitatievoordelen vloeien in dezelfde kas terug. een schoolschap bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeente en het schoolbestuur. De uitvoering van bouw en beheer is in handen van bouwprofessionals. Hiermee komt een einde aan de gescheiden geldstromen, waarbij de gemeente geld krijgt voor het stenen stapelen en de school een vergoeding krijgt voor beheer en onderhoud. Deze traditionele situatie vormt een ongelukkig ‘split incentive’. Want de partij die het geld investeert, is niet de partij die het kan terugverdienen.” Een voorbeeld. Toiletten van nieuwbouw scholen worden nog vaak voorzien van stapotten en tegelvloeren. Lekker goedkoop qua bouwkosten. Maar duur qua schoonmaak en houdbaarheid. Voor deze laatste twee aspecten levert het alternatief - een combinatie van hangpotten en gietvloeren - een flinke besparing op. Van Brakel: “Als bouw- en beheerbudget onder één partij vallen, motiveert dat om bij het bouwen voor de meest duurzame oplossing te kiezen. Óók als dat in eerste instantie een grotere investering vergt. Deze ene partij verdient het namelijk zelf weer terug.”

Bundeling van kennis

Tekst Theo van Oeffelt en Marc Mijer Foto’s Mirjam Madiol

H

et is voorjaar en in het noorden van Nederland bloeit iets moois: het schoolschap. Binnen deze constructie komen bouw en beheer van schoolgebouwen in één hand. Hanneke van Brakel, voorzitter van de Stichting Scholenbouwmeester Noord Nederland, legt uit hoe het werkt. “Het bestuur van

38

schooldomein

mei 2012

Schoolschappen kennen nog een voordeel. Er is namelijk een onafhankelijk expertisebureau aan gekoppeld, dat de activiteiten zal monitoren. “Zo borg je dat kennis en ervaring voor alle volgende ontwerpteams van schoolgebouwen beschikbaar zijn. Dat is hard nodig. Wij zien namelijk tot huilens toe dat steeds opnieuw dezelfde fouten gemaakt worden. Zonneschermen worden bijvoorbeeld altijd te dicht op de gevel gemonteerd. Daarmee dekt het ventilatieroosters af en is er geen ruimte meer voor luchtstromen. En digitale borden worden vaak opgehangen op de plek waar het vorige, traditionele schoolbord hing. Terwijl dat meestal een plek is die veel licht vangt. Goed voor het krijtbord, maar slecht voor de leesbaarheid van het digitale bord.” Diverse gemeenten, waaronder Emmen, overwegen invoering van de schoolschapconstructie. “Schoolbesturen tonen zich positief en ook de ministeries van Binnenlandse Zaken en Onderwijs zijn geïnteresseerd,” aldus Van Brakel. “De conceptstatuten voor schoolschappen zijn bijna klaar. Vanaf dat moment kunnen gemeenten en scholen voor deze constructie kiezen en er hun voordeel mee doen.”


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

duurzaamheid schoolgebouwen Eigendom overgedragen De gemeente Nijmegen startte in 2008 een vier jaar durende proef waarin het economisch eigendom van schoolgebouwen in handen is van de schoolbesturen van het primair en voortgezet onderwijs. Veel van de schoolgebouwen zijn, net als elders in Nederland, verouderd. De gemeente constateerde dat het systeem van financiering op basis van een Integraal Huisvestings Plan niet goed functioneerde. De jaarlijks in te dienen aanvraag voor investeringsprojecten frustreerde niet alleen de schoolbesturen, maar ook de gemeente zelf, die bij gebrek aan voldoende middelen elk jaar een aantal aanvragen moest afwijzen. Door de gebouwen over te dragen aan de schoolbesturen kunnen deze zelf meer sturen op hun vastgoed, waardoor zij de kwaliteit van hun gebouwen in een hoger tempo dan voorheen kunnen verbeteren. Een van die schoolbesturen is Conexus, verantwoordelijk voor 29 scholen in de regio. Toine Janssen, lid van het College van Bestuur van Conexus, noemt de proef “uniek en bijzonder geslaagd.” “Het samenvoegen van de budgetten voor bouw en voor exploitatie leidt er toe dat wij meer kunnen investeren in de bouwkosten, om dit later dankzij bijvoorbeeld lagere onderhoudskosten terug te verdienen.” Hij vindt dat de overdracht “bijdraagt aan het behoud van de kwaliteit van het onderwijs en van de menselijke maat.” Hij geeft aan dat de schoolbesturen hun gebouwen niet op de vrije markt kunnen verkopen, bijvoorbeeld na een fusie. “Dat voorkomt dat de locatie in handen van een ontwikkelaar valt. De gemeente houdt de regie over het gebied, waartegenover staat dat zij een terugkoopplicht heeft, gebaseerd op de economische marktwaarde.”

voorstel van ons en de installateur, het aanvankelijk bedachte reguliere ventilatiesysteem vervangen door gebalanceerde ventilatie. Dat zal in principe een jaarlijkse besparing op de stookkosten gaan opleveren. Bovendien beperkt het de CO2 uitstoot in de lokalen. Het heeft dus ook positieve effecten voor de kinderen en het personeel. Daarnaast kijken we bij de materiaalkeuze niet alleen naar de kosten, maar ook steeds naar de gevolgen voor het gebruik en het onderhoud. Dus ja, deze nieuwe financieringsvorm komt in mijn optiek de duurzaamheid en de kwaliteit van het schoolgebouw zeker ten goede.”

Duurzamer Architect Paul van Hontem, van het gelijknamige bureau, ontwerpt onder het nieuwe Nijmeegse budgetregime de Prins Mauritsschool in het Nijmeegse Zwaneveld, die in het voorjaar van 2013 klaar zal zijn. Zijn opdrachtgevers zijn de gebruikers van het gebouw (Conexus en kinderopvang Tandem), maar voorname gesprekspartner is Hevo. Dit bureau, bestaande uit bouwprofessionals, begeleidt het bouwproject voor de school en stelt ook het Programma van Eisen op. Hoe ervaart Van Hontem de nieuwe manier van budgetteren? “We merken dat er ruimte is voor investeringen die in eerste instantie meer geld kosten, maar zichzelf later terugverdienen. Zo wordt bijvoorbeeld, op

BNA Onderzoek BNA Onderzoek bundelt de studie- en onderzoeksactiviteiten van de Bond van Nederlandse Architecten. BNA Onderzoek is een platform voor verdieping en collegiale kennisuitwisseling van alle BNA-leden, waar verschillende expertises worden samengebracht en kruisbestuiving mogelijk wordt gemaakt. De redactieraad, verantwoordelijk voor de Schooldomeinrubriek Architectuur, wordt gevormd door Kees Willems, Marjolein Bosscher, Michaela Stegerwald, Michiel Snelder, Carla Roos, Theo van Oeffelt en Jutta Hinterleitner. Meer informatie: www.bna-onderzoek.nl.

schooldomein

mei 2012

39


Augustinuscollege Groningen

School in het groen Het Augustinuscollege afdeling vmbo en OPDC in Groningen is dit jaar mooi begonnen in een splinternieuw modern schoolgebouw aan de Diamantlaan in Groningen. De aanleiding tot de nieuwbouw zijn het vernieuwen van het vmbo-onderwijs en de slechte exploitatie van het oude jaren 70 gebouw. In de nieuwbouw moest tevens een vorm van Passend Onderwijs worden toegepast; het OPDC en het vmbo hebben gezamenlijk een plaats gekregen waarbij verregaande samenwerking tot stand is gekomen.

40

schooldomein

april 2012


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

Tekst Nicole Kirkels Foto’s Mark Sekuur Prima Focus

I

ntern procesmanager Jan Houwing: “Door de school vorm te geven op een overzichtelijke manier, met een heldere structuur, is er de mogelijkheid op meerdere manieren je eigen weg te vinden in het gebouw. Een mooi proces met als resultaat een prachtig gebouw dat energetisch en onderwijskundig klopt met onze visie en werkwijze. Iedereen die bij ons over de vloer komt, geeft aan dat het gebouw prettig aanvoelt en dat is reden voor ons om te zeggen dat onze missie tot het maken van een veilige en beschermde onderwijsomgeving is geslaagd.”

Hoofd, hart en handen Het Augustinuscollege is een school met een breed onderwijsaanbod: alle leerwegen van het vmbo worden er intersectoraal aangeboden. De wensen voor de nieuwbouw zijn duidelijk geformuleerd: ‘een veilige en vertrouwde onderwijsomgeving waar hoofd, hart en handen in evenwicht zijn’. Naast de leerwegen van het vmbo huisvest de school een OPDC. Dit OrthoPedagogisch en Didactisch Centrum helpt leerlingen met beperkingen om toch op een beschermde manier deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Het OPDC neemt een centrale plaats in, in het gebouw en wordt omgeven door het reguliere vmbo. Het begeleiden, samenwerken en leren kiezen zijn belangrijke onderdelen van het onderwijsprogramma geworden. Op de begane grond zijn de praktijkleerpleinen vormgegeven en op de verdieping bevinden zich voornamelijk de theorie vakken. De leerpleinen bieden alle leerlingen de mogelijkheid zich te ontwikkelen. In de eerste leerjaren worden de basisvaardigheden ontwikkeld. In de latere leerjaren kan dit worden uitgebreid, met vakbekwame, volwaardige jonge medewerkers met voldoende sociale vaardigheden als resultaat. In alle lokalen zijn smartboards en voldoende computers aanwezig. Alle toetsen en examens worden digitaal afgenomen. De verschillende leerpleinen zijn Technologie, Commercie, Dienstverlening en Mens & Cultuur. De praktijklokalen zijn ruim opgezet en zijn uitgerust met moderne machines en apparatuur.

Duurzame buitenruimte Bauke Jellema van der Meij van SP Architecten vertelt over het tot stand komen van het gebouw: “Het voormalige sportterrein van de voetbalclub Groninger Boys op sportpark Vinkenhuizen werd in overleg met de gemeente Groningen de aangewezen plaats om het VMBO Augustinuscollege als onderdeel van een kenniscampus te maken.” Uitgangspunt van de gemeente Groningen is hierbij: ‘de school op een groene campus’ waarbij het in de toekomst tot de

“Een veilige en vertrouwde onderwijsomgeving waar hoofd, hart en handen in evenwicht zijn.” mogelijkheid behoort havo en vwo ook op de campus te huisvesten. De school in het groen doet daarbij zijn naam eer aan: langs de school is een ecologische zone ontworpen. Deze zone doet dienst als veilige praktijk- en natuuronderwijszone in het buitengebied dicht bij de school. Om de fietsenstallingen en terreinobjecten zijn verschillende soorten hagen aangeplant, gecombineerd met gras, bomen en waterpartij. Langs deze waterpartij zijn nestkasten opgenomen in de schanskorven langs het water. Dit alles om het campusgevoel te versterken. De buitenruimte is op basis van duurzame maatregelen ontworpen. Zo is waar mogelijk halfopen bestrating toegepast ten behoeve van infiltratie in de bodem. Het oppervlaktewater wordt afgevoerd naar een waterpartij voor de school. In de gevel is LED verlichting geïntegreerd die ’s avonds als gebouw- en terreinverlichting fungeert.

Duurzame technieken Ook de binnenruimten zijn voorzien van moderne, duurzame technieken. Zo wordt er optimaal gebruik gemaakt van daglichttoetreding en zijn de armaturen voorzien van een daglichtafhankelijke regeling. Door hoogwaardige isolatie van gevel en dak zal de school een laag energieverbruik hebben. Om een gelijkmatig binnenklimaat te realiseren is het gebouw voorzien van vloerverwarming in combinatie met warmte-koudeopslag in de bodem. De luchtventilatie klasse B, in combinatie met CO2-regeling zorgt voor een gezond binnenklimaat. De zuidgevel heeft zonwering en zonwerende beglazing gekregen om de opwarming van het gebouw te beperken. In de sanitaire ruimten zijn waterreducerende maatregelingen genomen. Ook bij de gebruikte materialen is rekening gehouden met het milieu; door het toepassen van Bubble Deckvloeren was er beduidend minder materiaal nodig. In deze vloer zijn kunststof bollen verwerkt waardoor er minder beton gebruikt wordt. De toegepaste aluminium puien geven een reductie in onderhoudslasten tijdens de gebruiksduur van het gebouw. Kortom, niet alleen een school in het groen maar ook een ‘groene’ school in al zijn aspecten.

PROjECTINFORMATIE Project VMBO Augustinuscollege, vestiging Diamantlaan

Opdrachtgever CSG Groningen

Architect SP Architecten, Waddinxveen, Bauke Jellema van der Meij

Adviseurs ICSadviseurs (programma van eisen en bouwbegeleiding)

Constructeur en adviseur installaties Grontmij, Haren

Aannemer Jorritsma bouw West, Almere

Inrichting Projectum B.V., Houten

Ontwerp – oplevering ICSadviseurs heeft bij het opzetten van het Programma van Eisen

2009 – 2012

en de selectie van de architect de opdrachtgever begeleid. Voor

Bruto vloeroppervlak

meer informatie kunt u contact opnemen met Hidde Benedictus of

6364 m²

Jan Boer van ICSadviseurs: jboer@icsadviseurs.nl of 06-22573608.

schooldomein

mei 2012

41


FELICITEERT AUGUSTINUSCOLLEGE

Voorveste 11A Houten Postbus 212 3990 GA Houten tel.nr.: 030-6346290 faxnr.: 030-6346298 info@projectum.nl www.projectum.nl


brugweg 119

postbus 27

2740 AA

Waddinxveen

T 0182 613 677 SPA@SPArchitecten

Altijd doen

wat goed is

jorritsmabouw.nl

Harlingerstraat 72, 8701 WS, Bolsward, 0515 578 200

www.SPArchiteten.nl


Houtens integraal duurzaam

Nieuw gebouw als ontdekkingstocht

Onderwijs moet gezien en ervaren worden. Dat is het motto van Houtens, een nieuwe school voor voortgezet onderwijs in de gemeente Houten. Houtens had dus een eigentijds gebouw nodig waar de diverse onderwijsfuncties herkenbaar en zichtbaar zijn. Om hiermee zowel het personeel als de leerlingen uit te dagen en te motiveren tot verschillende activerende werkvormen. Binnen de school krijgen leerlingen letterlijk de ruimte om op ontdekkingstocht te gaan en eigen talenten te ervaren en verder te ontwikkelen. Tekst Ronald van Hek Foto’s Bernard Faber

H

outens aan de Kruisboog, even buiten de rondweg van de gemeente Houten. Het is in basis een school voor vmbo-onderwijs maar biedt, naast een algemeen programma in de onderbouw, een intersectoraal programma Technologie & Commercie en vmbo/g-t aan in de bovenbouw. Het onderwijs omvat alle leerwegen vanaf de basis beroepsgerichte leerweg tot en met de theoretische leerweg. Ook biedt de school Iwoo-leerlingen de mogelijkheid onderwijs te volgen in het nieuwe gebouw. Als onderscheidend kenmerk van het onderwijscon-

44

schooldomein

mei 2012

cept staat de optimale aansluiting met de havo van College de Heemlanden voorop. De nieuwe school komt voort uit een samenwerking tussen de twee scholen College de Heemlanden en het Anna van Rijn College.

Onderwijsvisie Houtens Het gebouw moest vanuit de onderwijsvisie markant zijn als school. Binnen de locatie is het beschikbare terrein optimaal benut, door met drie op de gebouwgrens geplaatste gevelwanden het gebouw letterlijk


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

in te kaderen. Het gebouw is naar het schoolplein in opzet echter open, toegankelijk en transparant. Het heeft vanuit de verlangde herkenbaarheid aan deze zijde duidelijk herkenbare bouwdelen met een eigen karakter. De aula vormt, in de open relatie van buiten naar binnen, een centraal onderdeel van het plan. Vanuit de ruimtelijke dubbel hoge aula zijn alle onderwijsfuncties direct bereikbaar. De functies zijn binnen de overzichtelijke opzet zichtbaar en door de kleuraccenten bovendien herkenbaar. Toepassing van hout en andere natuurlijke materialen vormt in het ontwerp voor Houtens een belangrijk onderdeel. Uitwerking van materialen en kleuren voor interieur en afwerkingen, vormde met de rest van de inrichting en meubilairkeuzes een belangrijk onderdeel van deze ontwerpopdracht.

Een energiezuinige en duurzame school Houtens is bovendien door bouwopzet, materiaalgebruik en vooral daarbij passende installatietechnische voorzieningen een efficiënt, energiezuinig, veilig, milieuvriendelijk en duurzaam gebouw. Vanuit de principes van de Trias Energetica is gestreefd naar het realiseren van een zo energieneutraal mogelijk gebouw en daarbij het maken van een ‘frisse school’. In het beperken van de energievraag is in eerste plaats gekozen voor een efficiënt en compact gebouw, waarbij voor de indeling en situering van ruimtes en functies veel rekening gehouden is met zonoriëntatie. Het gebouw is bovendien ter voorkoming van ontoelaatbare temperatuuroverschrijding voorzien van een volledig automatisch werkend besturingssysteem voor de zonwering. Vanuit de beperking van de energievraag en daarbij mogelijke hergebruikwaarde is bij het ontwerp in bouwmethodiek en gekozen materiaaltoepassingen uitgebreid rekening gehouden. Met relatief kleine ingrepen kunnen binnen dit gekozen bouwsysteem wanden worden verplaatst en ook hergebruikt. Daarbij is ook gekeken naar een functionele compartimentering van het gebouw.

Duurzame energiebronnen In de tweede stap van de Trias Energetica is voor het project Houtens gezocht naar mogelijkheden om zoveel mogelijk duurzame energiebronnen in het plan toe te passen, en daarmee het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken. In de voor Houtens toegepaste installaties is gebruik gemaakt van warmte- en koude opslag (WKO). Om in het plan zoveel mogelijk duurzame energiebronnen toe te passen is het dak optimaal benut en zijn er totaal 192 panelen PV-cel-

“Binnen deze school krijgen leerlingen letterlijk de ruimte om op ontdekkingstocht te gaan.” len (totaal 315 m²) geplaatst. Met een totaal geïnstalleerd vermogen op het dak van 42.240 Wp (wattpiek) zullen deze met een theoretische opbrengst per jaar van ca. 36.904 Kwh een belangrijke bijdrage leveren aan de energiebehoefte van de school. Ten opzichte van een conventionele installatie is daarmee de reductie op het primaire energieverbruik en de CO2uitstoot circa 25 % en wordt het milieu per jaar met 25.000 kg CO2 emissie minder belast.

PROjECTINFORMATIE Opdrachtgever Stichting Samenwerkend Voortgezet Onderwijs Houten/Nieuwegein

Architect BBHD architecten, Ronald van Hek

Advisering installaties Ingenieurs- en adviesbureau Technion

Advisering constructies

Gezonde leer- en werkomgeving

Berkhout Tros

Vanuit de derde stap van de Trias Energetica wordt bij Houtens vooral zuinig en efficiënt gebruik gemaakt van de fossiele energiebronnen. De gekozen installaties zijn gebaseerd op beperkt energieverbruik en een hoog gebruiksrendement. Met de opgave te streven naar een gezonde leer- en werkomgeving voor deze school, is het plan uitgewerkt en getoetst op basis van het Frisse Scholen concept. Belangrijk onderdeel in het plan voor een frisse school is ten slotte waargemaakt door het gekozen installatieconcept, waardoor beheersing van temperatuur en een optimale luchtkwaliteit binnen de school kan worden gewaarborgd.

schooldomein

Uitvoering Bouwonderneming Van Bekkum Houten bv en Harwig bv voor de installaties

Realisatie juli 2011

Bouwkosten €5.900.000,- (bouw- en installatiekosten ex btw)

Bruto vloeroppervlak 4.943 m²

mei 2012

45


Met een optimaal klimaat blijf je bij de les Fris en te koud of te warm en bedompt. Bij zo’n 80% van de scholen heerst een ongezond binnenklimaat meestal veroorzaakt door te hoge temperaturen in de zomer, te lage temperaturen in de winter of een te hoge C02 concentratie door onvoldoende ventilatie. Conform de “frisse scholen” regeling van de overheid biedt Carrier slimme klimaatsystemen die de oplossing bieden voor een gezond binnenklimaat. Een school waarin iedereen zich lekker voelt en waar de leerprestaties niet afhangen van het klimaat. Kortom een prettige leeromgeving, dat is waar Carrier naar streeft. Met de klimaatsystemen van Carrier blijf je bij de les. Carrier Airconditioning. Do you turn? T (071) 341 71 11, www.carrier.nl/frissescholen

141car 201x135 School.indd 2

05-04-12 14:36

MFA Dorpshart Neck

Architectuur Stedenbouw

U staat bij ons centraal

Interieur Renovatie Duurzaam bouwen Bouwmanagement Bouwkostenmanagement

Koperwiek 3 | Postbus 141 | 1740 AC Schagen | Herengracht 575-577 | Postbus 15426 | 1001 MK Amsterdam | T +31 (0) 224 29 82 41 | E Schagen@bbhd.nl

VMBO Het Houtens, Houten

Brandevoort, Helmond

Appartementen en zorgcomplex De Boogaert, Castricum

Brede school Nieuw Den Helder

|

www.bbhd.nl


kort nieuws Wethoudersbijeenkomst ‘Optimaliseer uw MFA!’ In juni 2012 organiseert ICSadviseurs de wethoudersbijeenkomst ‘Optimaliseer uw MFA!’ Een unieke gelegenheid om in één middag geïnformeerd te worden over actuele ontwikkelingen rondom maatschappelijk vastgoed, om geïnspireerd te raken door vernieuwende projecten en oplossingen en om collega’s te ontmoeten.

beheren van maatschappelijke accommodaties zoals brede scholen, kulturhusen, dorpshuizen, multifunctionele accommodaties, sportaccommodaties en culturele voorzieningen. In de praktijk blijkt dat het niet simpel is om deze problemen te voorkomen of te verhelpen en dat het betrokkenen soms gewoonweg “overkomt”.

Tekorten op de exploitatie, aflopende subsidies, een magere bezetting en lastige samenwerking vormen slechts een greep uit de knelpunten waarmee gebruikers, bestuurders en gemeenten te maken hebben bij het exploiteren en

ICSadviseurs heeft het afgelopen jaar diverse multifunctionele accommodaties doorgelicht en aanbevelingen gedaan voor optimaliseringskansen. In korte tijd analyseren de adviseurs dan een accommodatie en doen zij aanbevelingen voor het optimaliseren van beheer, exploitatie, ondernemerschap, activiteitenprogrammering en het ruimtelijk concept. Tijdens de wethoudersbijeenkomst presenteert ICSadviseurs in een tweeluik haar werkwijze en de concrete resultaten en vertelt een inspirerende spreker over zijn ervaringen met het optimaliseren van zijn accommodatie. Tijdens de interactieve ‘ICS College Tour’ is er volop gelegenheid het debat met elkaar aan te

gaan over praktijkvoorbeelden, eigen ervaringen en knelpunten en geeft ICSadviseurs ‘gratis advies’. Het belooft een interessant spektakel te worden!

Noteer alvast één van de

nda:

volgende data in uw age

17.00 uur dag 14 juni 2012, 14.00 Eindhoven/Tilburg: donder uur 00 17. juni 2012, 14.00 Amsterdam: donderdag 14 uur 00 juni 2012, 14.00 - 17. Apeldoorn: woensdag 20 i 2012, 14.00 - 17.00 uur jun Den Haag: woensdag 20 juni 2012, 14.00 - 17.00 uur Heerenveen: donderdag 21

Meer informatie De kosteloze bijeenkomsten vinden plaats in een inspirerende maatschappelijke accommodatie, onder het genot van een hapje en een drankje. U kunt zich alvast aanmelden via eoogjes@icsadviseurs.nl of telefoonnummer 088-2350413. De exacte locaties en het programma worden later bekend gemaakt.

Over de top: haal het allerbeste uit jongeren We hebben in Nederland heel veel oog voor jongeren die minder goed mee kunnen komen, maar daardoor dreigt een andere groep – de uitblinkers, de hoogvliegers – in het verdomhoekje te komen. Die komen er immers toch wel? In hun nieuwe boek Over de top laten de jongerenspecialisten Yvonne van Sark en Huub Nelis zien dat het van groot belang is

dat jongeren meer oog krijgen voor wat hun hart sneller doet kloppen, hun passie en hun talent. Met meer focus en ondersteuning van ouders en docenten kunnen alle jongeren nog beter worden in datgene waar ze goed in zijn. Het boek ligt inmiddels in de boekhandel. In Over de top vertellen talentvolle jongeren hoe zij het zo ver schopten. Die lessen uit de

praktijk combineren de auteurs met inzichten van wetenschappers, coaches en onderwijsexperts. Het boek bevat interviews met vele deskundigen: van minister tot hockeycoach, van wetenschappers uit de neurobiologie, psychologie en economie tot topmanagers. Meer informatie én filmpjes van de talenten vindt u op www.overdetop.nl.

Groen onderwijs heeft brugfunctie tussen jongeren en bedrijfsleven De belangrijkste conclusie van het evenement ‘Groen verbindt’ dat onlangs door de Groene Kennis Coöperatie werd georganiseerd op de Floriade, was dat het groene onderwijs alles in huis heeft om een succesvolle brugfunctie te vervullen tussen jongeren en bedrijfsleven. Mooie voorbeelden uit de praktijk zoals het Food Connection Point, Groen Gelinkt en de Wiki natuurbeheer illustreerden dat. Daarnaast kan het groene onderwijs een belangrijke rol spelen in de vergroening van de economie. Daar moeten de skills worden ontwikkeld die Nederland en de wereld nodig hebben om een duurzame voedselproductie en leefomgeving te creëren. Er liggen grote kansen voor het

groene onderwijs: groen is tegenwoordig geen kleur meer, maar een attitude. Ruim 550 vertegenwoordigers uit het (groene) onderwijs, het bedrijfsleven en jongeren waren bijeen om in het kader van ‘Groen verbindt’ te luisteren en te praten over een goede verbinding tussen onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Bijna alle sprekers deden een oproep aan het groen onderwijs om te verbreden, om te verbinden met niet-groen, omdat de samenleving daar om vraagt. ‘Groen verbindt’ is georganiseerd door de Groene Kennis Coöperatie. De Groene Kennis Coöperatie (GKC) is een innovatieplatform waar groene onderwijs- en onderzoeksinstellingen samen met bedrijfsleven en

maatschappij werken aan kenniscirculatie en benutting van groene kennis. Meer informatie: www.gkc.nl.

schooldomein

april 2012

47


Uitdagend nieuw onderkomen voor Daltonschool De Woudmees

Verhuizen met vertrouwen Het oude schoolgebouw mocht dan gedateerd zijn en in verval geraakt, toch viel het afscheid ervan veel mensen zwaar. Met de verhuizing naar het nieuwe multifunctionele gebouw (MFG) zouden het goede gevoel en de sfeer van de oorspronkelijke school voorgoed verdwijnen. Natuurlijk: de nieuwbouw zou haar eigen goede gevoel en sfeer krijgen, maar dat kost tijd. De openbare Daltonschool De Woudmees in het Utrechtse Elst zag de verhuizing van oud naar nieuw als veel meer dan het verruilen van gebouw. Het was een transitie die zorgvuldig moest worden begeleid. Tekst Paul Voogsgerd Foto’s Marko

O

p de eerste schooldag na de kerstvakantie betrok De Woudmees haar nieuwe onderkomen in MFG Elst. “Tot dan toe hadden alleen de direct betrokkenen bij de verhuizing de nieuwbouw van binnen kunnen bekijken,” vertelt Martin Bokx, docent van groep 3/4 en bij de verhuizing projectleider inrichting. “Dat viel nog niet mee, want probeer zo’n ontwikkeling maar eens goed geheim te houden. Maar we wilden dat iedereen direct het complete plaatje zou zien, ingericht en wel. Als je mensen tus-

48

schooldomein

mei 2012

sendoor laat kijken, als het proces nog volop gaande is, ontstaat ruis: onjuiste verwachtingen en discussie daarover. Bij de opening heeft iedereen nu de school gezien zoals de bedenkers het bedoeld hadden.”

Iedereen is welkom Aan de opening ging een zorgvuldig gepland afscheidsritueel vooraf. “We verzamelden ons bij het oude schoolgebouw, zodat leerlingen en ouders het gebouw leeg en verlaten konden zien. Van daaruit


ONTWERP EN INRICHTING

zijn we in groepjes via verschillende wegen door het dorp gegaan om te laten zien dat het niet uitmaakt waar je vandaan komt; iedereen is welkom op De Woudmees. Ieder groepje had een spandoek bij zich met een woord daarop. Toen we uiteindelijk aankwamen bij het nieuwe gebouw en de kinderen met de spandoeken in de juiste volgorde gingen staan, werd de boodschap duidelijk: ‘Samen op weg naar onze toekomst’. Vervolgens knipten een paar leerlingen een geïmproviseerd lint door en daarna kreeg iedereen uitgebreid de kans het nieuwe gebouw te bekijken en op zich in te laten werken. De reacties waren positief, de meeste mensen waren heel erg enthousiast.”

Niet een kast maar een concept Zo bewust als De Woudmees omging met het afscheid van de oude school, ging het projectteam ook aan

de slag met de inrichting van de nieuwbouw. Voor de leveranciers lag de lat daarmee hoog. “We wilden meer dan alleen meubels,” vertelt Bokx. “Toen we zelf gingen nadenken over de inrichting van het nieuwe gebouw, merkten we al dat je snel geneigd bent te denken in concrete zaken als lokalen, tafels, stoelen en kasten. En dat wilden we niet. We wilden eerst een idee, een concept.” Uit een langere lijst van mogelijke leveranciers maakte het projectteam een shortlist van drie aanbieders. Zij kregen het verzoek voorgelegd zo’n concept te ontwikkelen. En dat viel niet mee, vertelt Bokx. “Twee van de drie, kwamen er niet uit. Ze zeiden: “Vertel ons wat je nodig hebt aan tafels, stoelen en kasten en wij maken een plan en een scherpe offerte.” Waarop wij nog eens aangaven dat we het juist anders wilden. We beschreven het gevoel dat het nieuwe gebouw moest geven. De sfeer

schooldomein

mei 2012

49


Ruimte voor goed onderwijs flexibele huisvestingsoplossingen op maat

Heeft u tijdelijk extra lokalen nodig of behoefte aan een compleet nieuw schoolgebouw? De Meeuw biedt veilige en functionele oplossingen voor kinderdagverblijven, scholen en buitenschoolse opvang.

De grote kennis van de sector garandeert u kindvriendelijke huisvesting die voldoet aan alle normeringen en actuele wet- en regelgeving. Samen met De Meeuw werkt u aan de toekomst van uw onderwijsinstelling!

www.demeeuw.com/onderwijs

T +31 (0)499 57 20 24

Postbus 18

5688 ZG Oirschot


ONTWERP EN INRICHTING

Van samenwonen tot synergie in nieuwe MFG Elst is een kern van de gemeente Rhenen in het zuidoosten van de provincie Utrecht. Er wonen ongeveer 3700 mensen. Het dorp heeft een bloeiend verenigingsleven waarbij veel van de inwoners betrokken zijn. Om deze verenigingen een nieuw onderdak te bieden en de onderlinge samenwerking te bevorderen, heeft de gemeente MFG Elst gerealiseerd. Participanten in het multifunctionele gebouw zijn basisschool De Woudmees, basisschool het Visnet, een sportzaal, regiobibliotheek ZOUT, Kinderopvang De Regenboog en Peuterspeelzaal De Olifant. Ook is er een kelder voor muziek (van onder andere muziekvereniging Crescendo), een redactieruimte voor dorpskrant De Hank en multifunctionele ruimten waarvan onder meer Alleman Welzijn gebruikmaakt. Bovendien is - als een zelfstandig functionerend centrum met een koppeling aan het MFG - een gezondheidscentrum toegevoegd aan MFG Elst. De eerste onderlinge samenwerking komt inmiddels op gang. “Synergie is geen doel op zich maar waar mogelijk streven we er wel naar,” zegt Martin Bokx. “We hebben een actieve ouderpopulatie en een aantal ouders helpt ons bijvoorbeeld eens in de zoveel tijd met bezoeken aan de bibliotheek die in het gebouw gevestigd is.”

die er moest zijn. Onze ideeën en ambities als Daltonschool. Dat soort dingen. En de uitdaging voor de inrichter moest zijn dat alles te vertalen in een mooi voorstel.”

Vertrouwen Inrichter Marko was als enige in staat aan de vraag van de Woudmees te voldoen, vertelt Bokx. “Ook zij gaven aan dat het geen eenvoudige opgave was, maar ook dat ze graag met ons wilden meedenken. Ze zijn eerst op de oude locatie komen kijken, om daar de sfeer te proeven en ze hebben goed naar ons geluisterd. De binnenhuisarchitect van Marko heeft hele creatieve ontwerpen gemaakt passend binnen het bedachte concept met als gevolg dat ze mooi meubilair hebben geleverd en op verschillende plaatsen ook maatwerk voor ons hebben ontwikkeld.” Schooldomein was nog niet eerder in MFG Elst en krijgt dus dezelfde eerste indruk als de leerlingen en de ouders kregen bij de opening. En net als de kinderen en hun vaders en moeders zijn we enthousiast. Het is een mooi en open gebouw. Licht en vrolijk, warm en uitdagend. Met mooie, ruime lokalen en ook in het grote centrale deel verschillende werkplekken. Alle deuren staan open en overal wordt gewerkt maar het is nergens druk of lawaaiig. Ieder lokaal heeft een eigen smartboard en op verschillende plaatsen staan laptops die de kinderen – ook de allerkleinsten – zelf

mogen pakken en gebruiken. “Mooi natuurlijk,” zegt Martin Bokx, “maar het blijven hulpmiddelen. Uiteindelijk gaat het erom wat je als leerkracht te bieden hebt. Vertrouwen geven, is belangrijk in het Daltononderwijs. Voordat kinderen naar school gaan, kunnen en doen ze heel veel zelf. En dan komen ze op school en worden ze aan de hand meegenomen. Dan wordt ze verteld dat ze vooral naar de leerkracht moeten luisteren. Wij doen dat anders. We bouwen voort op het zelfvertrouwen dat kinderen al hebben en dagen ze uit om van daaruit meer kennis en vaardigheden te ontwikkelen.”

PROjECTINFORMATIE Projectnaam Nieuwbouw Openbare Daltonschool De Woudmees in MFG Elst

Opdrachtgever Gemeente Rhenen

Architect BDG Architecten Ingenieurs

Een meisje van een jaar of zes lijkt het gehoord te hebben. Ze klapt haar laptop dicht, bergt hem op en gaat rustig weer op haar plaats zitten. Heel gewoon. Ze voelt zich al helemaal thuis in haar nieuwe school.

schooldomein

Inrichter Marko B.V., Veendam (www.marko.nl)

Ingebruikname 11 januari 2012

mei 2012

51


Het grote geheugen X Het nieuwe Multifunctionele Centrum De Collage in Bennekom, was inmiddels klaar en in gebruik toen alsnog bleek dat er een financiële mogelijkheid bestond om een kunstwerk te realiseren. Het is een wandvullende tekening geworden met de titel ‘Het Grote Geheugen X’ van de kunstenaar Robbie Cornelissen. Hoe is de tekening hier terecht gekomen en hoe werkt het om een kunstopdracht in een schoolgebouw te realiseren?

Tekst Gabi Prechtl Foto’s Gabi Prechtl en Jannes Linders

D

e opdrachtgever is de gemeente Ede die het belangrijk vindt dat in haar openbare gebouwen kunst een plek krijgt. Voor de advisering schakelde zij kunstadviesbureau Kunst en Bedrijf in dat veel ervaring heeft met kunstopdrachten in scholen, publieke gebouwen en de openbare ruimte. De Collage heeft vele gebruikers zoals een basisschool, een peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang, een bibliotheek en een sociaal cultureel centrum. Een plek die bedoeld is voor alle bewoners van Bennekom, van jong tot oud.

Uitstraling in de hal Het komt zelden voor dat een kunstopdracht pas start op het moment dat een gebouw klaar is. In Benne-

52

schooldomein

mei 2012

kom konden we het gebouw binnenstappen en kijken of en waar zich alsnog mogelijkheden voordeden om een kunstwerk te realiseren. Samen met de gebruikers en de gemeente werd een werkgroep geformeerd. Al snel werd die het eens over het voorstel van Kunst en Bedrijf dat de hal, waar alle gebruikers doorheen komen, nog niet de gewenste uitstraling had. Het was er nog te kaal en er miste een sterk samenbindend element. Het was vervolgens een kleine stap om de grote saaie schuifwand van bruin houtfineer als plek aan te wijzen voor verandering. De kunstopdracht was geboren, waardoor deze schuifwand kon veranderen in een blikvanger van formaat. De architectonische vorm van de hal met een verdiept


ONTWERP EN INRICHTING

“Een adembenemend werk dat een architectonische wereld laat zien.”

deel omzoomd door pilaren zou bovendien sterker benut kunnen worden.

Drager van een afbeelding Het effect van de verandering zou moeten zijn dat de schuifwand niet langer ervaren werd als een groot vlak dat de ruimte op een oninteressante wijze afsluit. Maar dat de wand drager zou worden van een afbeelding die ruimte suggereert en een spannend kijkspel zou oproepen. Bovendien zou het kunstwerk voor alle leeftijdsgroepen interessant moeten zijn, gezien de pluriforme gebruikersgroep van De Collage. Via een selectie waarin het werk van een aantal kunstenaars door de werkgroep werd bekeken, is de keuze gevallen op de kunstenaar Robbie Cornelissen. Zijn werk kenmerkt zich door tekeningen op groot formaat die een wondere architectonische wereld suggereren. Meestal in zwart-wit getekend en gedetailleerd uitgewerkt en vooral groot, heel groot. Verder is het opvallend dat er zelden tot nooit mensen in voorkomen. De perspectivische werking van zijn tekeningen is zo sterk dat je als het ware als beschouwer de tekening wordt ingezogen en dat jij zelf als figurant de ruimtes verkent. Dat maakt het werk fascinerend en uitnodigend tegelijkertijd.

Het grote geheugen Een bezoek aan het Haags Gemeentemuseum, waar Cornelissen een prachtige tentoonstelling had, leverde het idee op om een heel specifieke tekening voor De Collage te willen gebruiken. Daar hing de tekening ‘Het Grote Geheugen X’ met een monumentale afmeting van 2.40 hoog x 4.40 mtr. breed. Een adembenemend werk dat een architectonische wereld laat zien van een reeks gebouwen - of zijn het kasten? - met daartussen stegen. Als kijker word je de ruimte ingetrokken en verken je de architectuur ver naar achteren om plotseling tot de ontdekking te komen dat de ruimte stopt of kantelt en verspringt, je raakt gedesoriënteerd en zoekt houvast. Ondertussen dienen zich spannende details aan. Zie ik dat nou goed? Staat er een neushoorn in een kast en verderop een plantenkas? Het is een tekening om in te dwalen en te verdwalen. Het ontlokt intens kijkplezier en roept met haar suggestieve sfeer voor iedereen andere associaties op. Deze tekening zou qua formaat wonderwel in Bennekom passen en bovendien zou de voorstelling in De Collage tot een spannende

transformatie van de hal kunnen leiden. Maar een tekening op papier is kwetsbaar en laat zich natuurlijk niet plakken op een vouwwand. Daarom zou de tekening Het Grote Geheugen X omgezet moeten worden naar een print op folie. Het zou namelijk de kans bieden om zijn grote tekeningen ook duurzaam in de openbare ruimte te tonen. Voorwaarde van dit alles zou wel zijn dat de kwaliteit van de potloodlijn nog steeds voelbaar moest zijn. Met veel liefde en vakmanschap is door een fotograaf de grote tekening in onderdelen gefotografeerd. Vervolgens zijn deze foto’s in een computerprogramma ingevoerd en zo lang bewerkt totdat de transformatie van tekening, naar foto, naar print, weer bijna als tekening tot leven komt. Met dit materiaal kon het printbedrijf aan de gang om de tekening in 6 delen te produceren en ter plaatse in De Collage te plakken.

PROjECTINFORMATIE Project De Collage, Bennekom

Opdrachtgever Gemeente Ede

Kunstadvies en begeleiding Kunst en Bedrijf, Naarden

Kunstenaar Robbie Cornelissen

Bewerking tekening Peter Cox (foto), Karo (computerbewerking)

Print S-Colour

Investering Kunstopdrachten in het onderwijs kunnen bij voldoende kwaliteit

€30.000,-

en ambitie aantrekkelijke aanvullende subsidies ontvangen. Lees

Oplevering

alles over deze subsidieregeling in de speciale nieuwsbrief van

november 2011

april 2010 onder het kopje Nieuws op www.kunstenbedrijf.nl.

schooldomein

mei 2012

53



FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Omgekeerd begroten Denken vanuit de exploitatie is actueel. Pas als er een duidelijk beeld is bij een duurzame exploitatie is er een investeringspotentieel. Dat is een fundamenteel andere benadering dan tot enkele jaren geleden gold. Toen werd er geïnvesteerd; de exploitatie was een probleem van later. Tekst Sibo Arbeek

E

en duurzame exploitatie kun je voor een groot deel organiseren. In de eerste plaats moet je weten hoe de economie in de wijk of het dorp werkt. Ook moet je een beeld hebben bij de demografische ontwikkeling in het gebied. Hoe ontwikkelt de vraag naar activiteiten zich? Dan moet je een goed beeld hebben bij de economie van het gebied; hoe is het krachtenveld, waar ligt potentieel om te ondernemen? Dat leidt tot een perceptie van belanghebbende partijen, hoofd- en mogelijk medegebruikers. Dat vertaalt zich naar een hele goede plek, die aantrekkelijk en goed bereikbaar is. En de ontwikkeling van een palet activiteiten dat aantrekkelijk is voor de doelgroepen, liefst ook gekoppeld aan een uitstraling en inrichting die mensen lokt, nu en in de toekomst.

een veranderende vraag. Een voorziening die actueel blijft. En op dat model leg je pas je exploitatiemodel. Waarbij verschillende ruimten voor meerdere activiteiten gebruikt kunnen worden, waar er sprake is van een meervoudige benutting en bezetting, waar het aantal m² duurzaam en compact is. Waar je vervolgens ondernemerschap omheen kunt organiseren, juist omdat er geen leegstandsrisico is en omdat de randvoorwaarden er zijn om een goed leisureconcept te ontwikkelen.

Pas dan wordt het fysiek; je gaat een programma van eisen maken, waarbij je weet dat de drager tegenwoordig iets heel anders is dan de inbouw. De drager, het gebouw zelf moet duurzaam, slim en flexibel zijn, moet verbindingen mogelijk maken en toegankelijk zijn, moet open zijn en geborgenheid kunnen toelaten. De inbouw is flexibel en vraaggestuurd; is vandaag een onderwijsruimte en morgen een leestafel annex internetcafé. Dat alles vertaalt zich naar een architect, die meedenkt en ontwerpt en uiteindelijk een bestaand of nieuw gebouw dat mee kan bewegen met

Opdrachtgeverschap is die ontwikkeling begrijpen en mede-regisseren. In feite het bepalen van de kwaliteit van de voorziening, nu en in de toekomst. In die ontwikkeling goed kunnen meedenken en –sturen, samen met maatschappelijke ondernemers en partijen leidt dit tot een proces waarin de marktpartijen voor een hele goede uitwerking kunnen zorgen. Dat is ondernemerschap en ook professioneel opdrachtgeverschap in deze tijd.

“Een duurzame exploitatie kun je voor een groot deel organiseren.”

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het ICS-kenniscentrum: 0622267795.

schooldomein

mei 2012

55


Omgekeerd begroten

in tijden van crisis De achterliggende gedachte van het thema van deze expertmeeting is dat we in tijden van economische crisis anders met geld moeten omgaan. De tijd van volume bepalen en daarop investeren is nauwelijks meer aan de orde. Maar hoe zorgen we er dan toch voor dat een schoolgebouw er komt? Het antwoord is een open deur: creatiever met het beschikbare geld omgaan. Kortweg: omgekeerd begroten. Zeven experts geven best practices, oplossingsrichtingen en een andere kijk op geld en middelen.

Stelling 1 We moeten anders naar middelen en geldstromen kijken De urgentie om anders naar geld en middelen te kijken, is zeker aanwezig, meent Jeroen Tazelaar. Maar dat wil niet zeggen dat dat niet al werd gedaan. Lumpsum-financiering maakt het al langer mogelijk om de exploitatie bij de investering te betrekken. Ook Walther Hesselink ziet dat de bomen inderdaad niet meer tot aan de hemel groeien. “De markt probeert al langer slim met geld en middelen om te gaan. Maar gemeenten en instellingen hielden ons, de marktpartijen, graag ver van de tafel. Er was immers genoeg geld. Nu merk ik dat marktpartijen steeds vaker aanschuiven om creatieve oplossingen te verzinnen en besparingen aan te dragen.” Dat we anders moeten kijken naar uitgaven, vinden alle experts. Maar doen we het ook? Fred de Gier ziet vooral ‘creatief geschuif’ bij roc’s en hbo’s. “Dankzij de lumpsum-gelden is dat hier ook makkelijker.” Opvallend, vinden zowel Paul Dreef en Bram van Uden, is dat de exploitatiekant nadrukkelijker naar voren wordt geschoven. Niels Delemarre signaleert dat de tijd van grootschalige nieuwbouw voorbij is. “Steeds vaker kiest men voor kleine projecten. Ook renovatie wordt tegenwoordig weer als optie gezien. Daarnaast zien we dat gemeenten en ook schoolbesturen regionaal zaken oppakken en zo efficiënter kunnen begroten en besteden.”

56

schooldomein

mei 2012

Aanbevelingen: • Schuif exploitatieposten naar voren en laat je niet louter leiden door investeringsbudgetten.

• Renovatie kan een oplossing zijn voor onbetaalbare nieuwbouw.

• 1 + 1 = 3. Pak zaken regionaal of met meerdere schoolbesturen op.

Stelling 2 Doorcentralisatie is de oplossing om geld en middelen beter in te zetten Dankzij doorcentralisering komt er ook meer ruimte voor creativiteit en onorthodoxe oplossingen, signaleren de experts in de praktijk. De algemene trend van decentralisatie is volgens Tazelaar ingezet in de jaren negentig van de vorige eeuw. Het rijk decentraliseert nog steeds taken en budgetten naar provincie en gemeenten. De volgende stap is dat ook gemeenten decentraliseren. Hiermee komen de taken en budgetten ook werkelijk bij de instellingen terecht die het werk moeten doen en ook echt verantwoordelijk zijn voor de budgetten én de exploitatie. Fred de Gier constateert een aarzeling voor verdere decentralisering. Bijvoorbeeld door bij PO en VO heel streng de schotten te houden tussen investering en exploitatie. “Een laatste stuiptrekking”, meent Jeroen

Tazelaar. Maar ook hij ziet het dilemma van de menselijke maat aan de ene kant en de wens om alles goedkoper te doen. “Goedkoper te moeten doen. Want de situatie is dat de overheid altijd net een stukje minder budget toekent dan verantwoordelijkheden overhevelt. Maar krapte en zeker de ruimte die decentralisatie geeft, biedt ook ruimte voor creativiteit.” Peter Jan Bakker ziet een kramp. “Beleidsmakers denken te veel in blauwdrukken. Nu is er de tendens van de schaalverkleining. Maar schaalvergroting en centralisatie hebben ook goede voorbeelden opgeleverd. Ik pleit voor veel meer contextgericht handelen. Daar gaan we wel doordecentraliseren en op dat gebied niet… We leggen nu eenzelfde beleid op aan Opperdam als aan Amsterdam. Dat kan natuurlijk niet! Kijk naar de context, kijk naar de gemeente, de wijk… Een monofunctionele school kan in een bepaalde situatie prima floreren en functioneren. Een school hoeft niet overal en altijd breder en breder.

Aanbevelingen: • Kijk naar context, kijk naar de wijk, gemeente, regio. • Doordecentralisatie is niet altijd en overal de motor voor creatief geldbeheer.


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

DEELNEMERS EXPERTMEETING Sibo Arbeek (hoofdredacteur Schooldomein)

Jeroen Tazelaar Twynstra Gudde

Walther Hesselink BAM utiliteitsbouw

Paul Dreef Strukton Bouw

Fred de Gier BOAG

Niels Delemarre CORESTA/M3V adviespartners

Bram van Uden Over Morgen

Peter Jan Bakker ICS adviseurs

Stelling 3 Investering is niet meer interessant, een goede exploitatie wel Paul Dreef is het zwart-wit bekeken eens met deze stelling. “Tijdens de exploitatie gaat een gebouw zich bewijzen. De gebruikers moeten zich er thuis voelen en zaken als energieverbruik en onderhoud laten dan pas hun kosten zien. Pas als je goed terugredeneert, kun je zien wat je kunt en moet investeren. Het gaat om het inzicht dat je als bouwer/adviseur hebt over de hele life cycle. Als je de kosten daarvan inzichtelijk maakt, kunnen opdrachtgevers marktpartijen zoeken die een oplossing kunnen bieden.”

Wat Paul Dreef wel opvalt, is dat bovenstaande soms ook de motor is achter te gehaast opgelegde publiek private samenwerkingen. Krapte en zeker de ruimte die decentralisatie geeft, biedt ook ruimte voor creativiteit.”Wat dat betreft ben ik het eens met Peter Jan; we moeten altijd contextgericht kijken en werken.” Gevaar bij contextloos terugredeneren vindt Walther Hesselink ook de zogenaamde ‘sexy contractvorming’. “Je ziet soms dat voor een klein schoolgebouwtje er een heel ingewikkeld contract is opgesteld, gebaseerd op enorme rekenmodellen waarbij alle mogelijke risico’s worden weggenomen. Heel vaak zijn al die voorwaarden, afspraken en risicovermijdingen overbodig. Soms is het zo erg dat ook een marktpartij zich hiervan afkeert. Die hele fanfare zorgt voor alleen maar meer kosten en minder overzicht. Natuurlijk moet je een aantal zaken vastleggen, maar wel passend bij de opdracht.” Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor deze ontwikkeling? Zowel bij de opdrachtgever, die veel wil gecombineerd met een stuk onwetendheid, maar ook bij adviseurs en marktpartijen die een deel van de financiering en risico’s zeggen over te nemen.

Aanbevelingen: • Besteed in het voortraject veel tijd aan ‘terugredeneren’.

• Zorg voor inzicht in de hele life cycle. • Voorkom complexe contracten.

Stelling 4 Volume is noodzakelijk om meerdere projecten financieel mogelijk te maken Bundeling van projecten kan het hele proces efficiënter en dus goedkoper maken. Dat ziet Fred de Gier dus ook gebeuren. Maar aan deze schaalvergroting kleeft ook een nadeel, ziet Wather Hesselink: “Hierdoor verkleinen we tegelijkertijd de markt. Dat betekent dus dat lokale aannemers kansloos worden. Dat betekent ook dat de kennis vermindert of bij slechts een paar grote partijen aanwezig is.” De nieuwe aanbestedingswet maakt hier in 2013 een einde aan, verwacht Bram van Uden. Volgens hem is volume dan ook niet per se een oplossing: “Er blijft altijd een spanningsveld tussen je scope verbreden of juist versmallen. Ik kom weer terug op die context van eerder. Reken en adviseer situatiespecifiek. Neem aan de voorkant de tijd om te kijken hoe de exploitatie er uit komt

schooldomein

mei 2012

57


De Ron de Groot Groep is al jaren gespecialiseerd in de inrichting van theater gerelateerde ruimtes. We hebben inmiddels ook vele scholen ingericht. Specifieke theater scholen, maar ook reguliere scholen hebben we mogen voorzien van ons uitgebreide assortiment. Ook zo’n mooi toneel voor uw school? Bel ons!

• Toneelgordijnen • Grid en Rails • Verduisteringsgordijnen (SCHOOL)TONEELINRICHTING

• Balletvloeren • Podium-elementen • Hoogwerkers

Voor ons assortiment en meer informatie kunt u kijken op:

www.theatertextiel.com Voor een vrijblijvende afspraak kunt u ons bellen op:

0182-61 63 10

• Horizondoeken • Filmschermen • Vlamvrij preparaat • En nog veel meer!


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Vlnr: Fred de Gier, Peter Jan Bakker, Paul Dreef

te zien.” “Als je een gebouw zo kunt ontwerpen en installeren dat je met een conciërge of schoonmaker minder kunt, dan loont het dus heel erg de moeite om meer te kijken naar de exploitatie dan naar investeringen!”, reageert Niels Delemarre.

Aanbeveling: • Reken en adviseer situatiespecifiek.

Stelling 5 We kunnen toe met minder vierkante meters Dat brengt het gesprek op het denken en opdracht geven in normen. Fred de Gier ziet bij roc’s en hbo’s, maar nog meer bij PO en VO dat er te veel vanuit normering wordt gedacht. “Dat maakt dat er, naar mijn mening, te veel vierkante meters worden gebouwd. Dat is ook te wijten aan de financiering. Besluit een bestuur minder meters te bouwen, dan moet dat geld terugvloeien naar de subsidiegever. Funest! Zorg dat de scholen dat geld mogen inzetten voor een beter proces en betere prestaties, dan krijg je echt goede en duurzame gebouwen.” Jeroen Tazelaar reageert: “We moeten niet denken in minder vierkante meters, maar vooral in effectievere processen. We moeten niet denken in schaarste, in kosten, we moeten

Aanbevelingen: • Functiescheiding loslaten, denk in geïntegreerde processen. • Een beter intern proces op een school kan zorgen voor minder behoefte aan ruimte. • Laat normatief denken los.

meer leren denken in toegevoegde waarde voor het primaire proces.”

Stelling 6 Alles draait om goede huurcontracten, de rest is bijzaak Een goed huurcontract lost veel op. Daar kun je tegenin brengen dat eigen huisvesting vaak goedkoper is. Of lijkt? Peter Jan Bakker: “In een huurcontract zit de hele levenscyclus van een gebouw verdisconteerd. Een gemeente begroot vaak niet verder dan hun neus lang is. Een huurcontract is op papier vaak duurder...” Jeroen Tazelaar reageert: “Je kan redenen voor en tegen een huurcontract noemen. Waar het om gaat is dat je doel en middelen niet door elkaar haalt. Het gaat erom wat je wilt bereiken, wat je echte belang is. De stelling lijkt mij daarom onjuist. Zo zijn er, ook indien je een regierol wilt innemen, situaties denkbaar waarin grip op een ontwikkeling essentieel is en waarbij eigendom daartoe een belangrijk sturingsmiddel is. En of een huurcontract nu eigenlijk duurder is dan eigendom? Wat mij betreft gaat het erom welk effect het voor de eindgebruiker op zijn exploitatie heeft. Het lastige met vastgoed in de huidige situatie is dat de echte kosten vaak niet transparant en inzichtelijk zijn. Maar door onder meer door decentralisering komt daar meer inzicht in. Het wordt een intergraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Zo geeft output sturing’ meer helderheid in middelen en doel.”

Vlnr: Jeroen Tazelaar, Bram van Uden, Sibo Arbeek

“Krapte en zeker de ruimte die decentralisatie geeft, biedt ook ruimte voor creativiteit.”

Aanbeveling: • Haal doel en middelen niet door elkaar.

schooldomein

mei 2012

59


E DOE D CK CHE T S E B AS ZE OP ON ! ITE WEBS

ASBEST? DOE DE CHECK! De overheid heeft aangekondigd de druk op het uitvoeren van de asbestinventarisaties van schoolgebouwen in 2012 verder op te voeren en mogelijk zelfs te verplichten. Is uw schoolgebouw of

bijgebouw voor 1994 gebouwd, dan heeft u nog tot juli om deze asbestinventarisatie te doen. OSG kan deze inventarisatie voor u verzorgen.

Wilt u weten of uw gebouwen geïnventariseerd dienen te worden? Doe dan de asbest check op www.osg.nl/asbestinventarisatie. Een volledige asbestinventarisatie bestaat onder meer uit: • deskresearch • gebouwinspectie • monsteranalyse • risicobeoordeling • rapportage en advies Naast de inventarisatie kunnen wij u uiteraard ook begeleiden bij het vervolgtraject zoals een asbestsanering of het opstellen van een asbestbeheersplan. Door te werken vanuit persoonlijk contact, kunnen wij onze service volledig afstemmen op uw wensen. Maak vrijblijvend een afspraak via één van onze vestigingen of vraag direct een vrijblijvende offerte aan via www.osg.nl/asbestinventarisatie.

OSG Postbus 318 6800 AH ARNHEM

OSG0117 School Domein 2012 201x271.indd 1

T (026) 323 88 11 E info@osg.nl I www.osg.nl

28-3-12 13:56


FINANCIERING EN EXPLOITATIE Stelling 7 Maatschappelijk ondernemerschap is een voorwaarde om maatschappelijk vastgoed in stand te houden Wordt de consument (co-)producent? Nemen particulieren of de markt maatschappelijk vastgoed over? Niels Delemarre voelt dat het speelt, maar het is volgens hem nog niet concreet genoeg. “Het past wel in de tijdgeest om budgetten over te dragen.” Peter Jan Bakker vindt dat we bij bepaalde ‘basisvoorzieningen’ veel te lang onze oren laten hangen naar gewoonten, tradities. “Je ziet het bijvoorbeeld bij de sluiting van een zwembad. Ineens blijkt dat een groep particulieren zo’n zwembad, vaak met een opstartsubsidie, prima kan doorstarten. Het heeft ook met bestuurlijk lef te maken dat principes en gewoonten worden losgelaten en dat ondernemingszin de ruimte krijgt…” Walther Hesselink reageert, geprikkeld: “Ondernemerschap is niet een kwestie van vrijheden krijgen, maar vrijheden vinden.” Ook Niels Delemarre is fel: “Handhaven van de bestaande structuren en de regelgeving mag niet als excuus worden gebruikt om ondernemingskracht te onderdrukken. Als je echt iets wilt, kan er een hoop. Dat zie je heel vaak al gebeuren.”

worden gedaan.” Jeroen Tazelaar ziet toch eensgezindheid als het gaat om het beeld van de nieuwe opdrachtgever: “Ik ben een pleitbezorger van een overheid die stuurt op kaders en hoofdlijnen! Maar dat vergt wel wat in de opdrachtgeversrol! De nieuwe opdrachtgever moet een serieuze tegenspeler zijn van de contractpartij. Bij uitbestedingen moet je je er als opdrachtgever goed van bewust zijn dat je minder bijsturingsmogelijkheden hebt. Dit vergt professioneel opdrachtgeverschap.” Bram van Uden vat samen: “De opdrachtgever moet zijn kritisch vermogen goed organiseren en tegelijkertijd situatie- en contextgericht sturen.”

“Ondernemerschap is niet een kwestie van vrijheden krijgen, maar vrijheden vinden.”

Aanbevelingen: • Organiseer kritisch vermogen en stuur situatie- en contextgericht. • Zorg voor kennis om een serieuze tegenspeler/ opdrachtgever te zijn.

Aanbevelingen: • Staar je niet blind op gewoonten. • Stimuleer ondernemerskracht.

Stelling 8 We hebben een nieuw type opdrachtgever nodig Deze tijd vraagt een nieuwe opdrachtgever. Een opdrachtgever die professioneel is en tegelijkertijd sturend optreedt. Jeroen Tazelaar gooit wat olie op het vuur door te stellen dat een opdrachtgever eigenlijk pas iets zou moeten uitbesteden als hij het zelf ook kan. Het ligt genuanceerder, meent het gezelschap. Bram van Uden onderkent dat kennis van het proces wel degelijk van belang is om een opdracht te kunnen geven. “Een duur bureau een opdracht geven om een visie uit te stippelen, werkt in mijn ogen niet. Je moet werkelijk commitment hebben voor een visie om keuzes te maken, voor opdrachtgevers en voor resultaten. De nieuwe opdrachtgever is veel professioneler, heeft meer kennis en stoomt niet te snel door naar bijvoorbeeld een Programma van Eisen. Een opdrachtgever moet met verstand van zaken blijven regisseren. Walther Hesselink vat het samen: “De opdrachtgever moet weten wat hij vraagt, dan weet de markt wat er moet

Jeroen Tazelaar en Bram van Uden

schooldomein

mei 2012

61


Opmerkelijke verbouwing Jorisschool

Creatieve geesten hebben de toekomst Een enthousiaste directeur van de Jorisschool uit Helmond vertelt over een opmerkelijke verbouwing, waarin creatieve geesten de toekomst hebben, kunstenaars ingezet worden, de kinderen meewerken en de school weer haar plaats opeist in de wijk.

Slim combineren

Tekst Frans van der Zanden Foto’s Architecten|en|en

“O

nze visie is, dat creatieve geesten de toekomst hebben. Creativiteit staat hoog in ons vaandel en dat we willen we stimuleren door middel van onze profielen kunst & cultuur en techniek & wetenschap. We tonen hiermee lef door in een tijd waarin scholen vooral worden afgerekend op opbrengsten op taal- en rekengebied, uit te blijven gaan van een evenwichtige ontwikkeling van onze kinderen. Op onze school, de Jorisschool in de Helmondse wijk Mierlo-Hout, is een opmerkelijke verbouwing van start gegaan. De komende maanden zal deze basisschool een ware metamorfose ondergaan.”

62

schooldomein

mei 2012

“De Jorisschool werd geopend in 1966. In 1979 en 1997 zijn er bouwkundige aanpassingen geweest. Door het beschikbaar komen van een budget uit het integraal huisvestingsplan van de gemeente Helmond en door creatief om te gaan met het budget vanuit het meerjaren onderhoudsprogramma van onze school, zijn we erin geslaagd een totaalbudget te creëren waarmee we aan de slag zijn gegaan. De huidige bouwkundige opzet van de school lijkt nog het meest op die van een stemvork; één front en twee vleugels, die toegang geven tot het speelterrein achter de school. Door het bouwen van een nieuwe gemeenschappelijke ruimte tussen de twee vleugels verbinden we de onder- en bovenbouw en komt er de zo gewenste routing in school. De gemeenschappelijke ruimte krijgt zowel aan de speelplaatszijde als aan de patiozijde zes meter brede overheaddeuren. In deze multifunctionele ruimte, die het karakter heeft van een theater, komt een verrijdbaar podium, dat bestaat uit drie segmenten waardoor meerdere opstellingen mogelijk zijn. Het podium kan zowel op het speelterrein als in de patio worden ingezet. De entree van de school, waar in de loop der jaren allerlei ruimtes zijn gecreëerd, wordt ‘schoongeveegd’. Alle ruimtes en het plafond worden verwijderd. In dit nieuwe entreegebied, dat tevens toegang geeft tot de patio, komen twee mobiele units, respectievelijk twaalf en negen vierkante meter. Dit worden de werkruimtes voor de administratief medewerkster en de conciërge. Het entreegebied krijgt een museale functie. Het ‘opmerkelijke’ van de mobiele units is, dat ze van de buitenzijde functioneel kunnen worden ingezet bij


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

exposities doordat de buitenkant bestaat uit panelen en lijsten, waardoor kinderen maar ook kunstenaars en wetenschappers twee en drie dimensionale werken kunnen exposeren.”

Dichtbij en betrokken “Onze slogan is ‘dichtbij en betrokken’. We willen in de wijk weer een rol van betekenis gaan spelen en hebben de ambitie om het kloppende, culturele hart van de wijk te worden waarop de thema’s ontmoeten en verbinden nog het meest van toepassing zijn. De huidige patio doet nu dienst als fietsenstalling en het team maakt er dankbaar gebruik van als de zon wil gaan schijnen. Kinderen zijn hier nooit te vinden geweest wat opmerkelijk genoemd mag worden, omdat de patio een oase van rust is en zeer zeker als werkruimte ingezet had kunnen worden. In de nieuwe opzet wordt de functie van ontmoetingsplek als ook van expositieruimte verder versterkt. De huidige aula wordt ingericht als kunstlab waar de kinderen naar hartenlust hun creativiteit kunnen laten gelden. Wie straks voor de school staat, kijkt dwars door het entreegebied, de patio en de gemeenschappelijke ruimte het speelterrein op, waardoor je zou kunnen spreken van een ‘doorzonschool’. En dat is wat we ook voor ogen hebben gehad: veel ruimte en veel licht. Bij het

gehele bouwproces zijn veel kunstenaars betrokken. Zo heeft een student van de ArtEZ kunstacademie, Sjef Mols, de mobiele units ontworpen en vervaardigd, is beeldend kunstenaar Frank van der Vorst samen met alle kinderen bezig de grote raampartijen aan weerszijden van het entreegebied te voorzien van een kunstwerk en beeldend kunstenaar Cecil Kemperink met de inrichting van de patio. En alsof dat nog niet genoeg is, worden de toiletgroepen gerenoveerd, de lokalen, kantoren en verkeersroutes voorzien van nieuwe vloeren en wordt alles in onze nieuwe huisstijl geschilderd.”

“We willen in de wijk weer een rol van betekenis gaan spelen.”

Onderscheidende bouwfase “Door het gebruik van nieuwe bouwmaterialen (onder andere polycarbonaatpanels aan de gehele achterzijde van de school en het nieuwste type dakpan), is er een nieuwe, onderscheidende (bouw)fase in de historie van de school van start gegaan. Resultaat is een verbouwing waar ik als schoolleider zéér trots op ben. Ik wil mijn enthousiasme graag delen met anderen, die in de toekomst ook in de gelegenheid komen om een schoolgebouw eens flink ‘op te schudden.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frans van der Zanden, directeur van de Jorisschool in Helmond, telefoon 0492537345 of 06-10653537 of surfen naar www.jorisbasisschool.nl.

schooldomein

mei 2012

63


ONDERDEEL Een slechte luchtkwaliteit op scholen kan leiden tot gezondheidsklachten en verminderde werk- en leerprestaties. De invloed van een te hoog CO2-gehalte hierbij is al vaak vastgesteld. Maar ook de aanwezigheid van stof in de lucht is een factor van belang. En is er een relatie tussen de hoeveelheid fijnstof in de binnenlucht en het type vloerbedekking?

De invloed van de vloer op fijnstof en luchtkwaliteit

Type vloerbedekking speelt rol Tekst Dirk van Ginkel, Vanessa Smith en Bas Goedvolk Foto’s Forbo

W

etenschapsjournalist dr. Anton Duisterwinkel en TNO-medewerker dr. Jan Duyzer hebben onderzoek gedaan naar deze relatie. Goed schoonmaken is belangrijk, maar ook de keuze tussen vlakke en textiele vloer speelt een rol. Slecht binnenklimaat op scholen kan de oorzaak zijn van gezondheidsklachten. Door een slechte ventilatie ontstaat een te hoge concentratie CO2 in de lucht wat hoofdpijn en concentratiestoornissen kan veroorzaken bij leerlingen en docenten. Ook ontstaan er hogere concentraties virussen en bacteriën, waardoor infectieziekten zich snel kunnen verspreiden. De oplossing ligt voor de hand: beter ventileren. Resultaat: betere leerprestaties en minder ziekteverzuim. De blootstelling aan fijnstof in de lucht is een complexer onderwerp. Ventilatie lost het probleem slechts gedeeltelijk op. De bron voor het fijnstof wordt niet aangepakt en de aangevoerde lucht is ook niet altijd even schoon.

64

schooldomein

mei 2012

Fijnstof Stof en vuil bestaan uit allerlei deeltjes, zoals zand, klei, textiel, haren, as en roet, die we kunnen waarnemen. Deze grotere deeltjes blijven hangen in keel en neus en verdwijnen door hoesten en niezen. De kleine stofdeeltjes die niet waarneembaar zijn, zijn zo klein dat ze los komen van de grond, lang in de lucht blijven zweven en zo kunnen worden ingeademd. Eenmaal in de longen komen ze er ook niet meer uit. Tot fijnstof worden de in de lucht zwevende deeltjes kleiner dan 10 micrometer gerekend (een duizendste millimeter). In de buitenlucht wordt fijnstof veroorzaakt door het verkeer, de industrie en de landbouw. Daarnaast bevat fijnstof ook biologisch materiaal zoals stuifmeel, schimmels en sporen. Fijnstof in de binnenlucht bevat grotendeels dezelfde elementen als fijnstof in de buitenlucht plus de huidschilfers en haren van mens en dier, allergenen, schimmels, sporen en bacteriën. Bij


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

“Blootstelling aan fijnstof belemmert de longontwikkeling bij kinderen.”

inademing zijn bepaalde componenten van fijnstof op de lange termijn schadelijk voor de gezondheid. Hoe kleiner de deeltjes, hoe dieper ze in de longen terecht komen. Blootstelling aan fijnstof belemmert de longontwikkeling bij kinderen, verergert ziektesymptomen en bekort de levensverwachting.

Vloer en fijnstof Het is dus van belang om de hoeveelheid fijnstof in de binnenlucht te beperken. De vloer kan hier invloed op hebben. Anton Duisterwinkel is als wetenschapsjournalist gespecialiseerd in hygiëne. Hij heeft in opdracht van de Vereniging Schoonmaak Research (VSR) veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen schoonmaken en fijnstof. “Als je over een vloer loopt, dan verspreid je een deel van het stof dat op de grond ligt. Dit verschijnsel wordt ook wel ‘resuspensie’ genoemd.” Mensen verspreiden zelf ook stof via hun kleding, haren en huid. De

vloer is ook van invloed op de hoeveelheid fijnstof in de lucht. Omdat mensen een groot deel van hun tijd binnen doorbrengen, zou het dus een goede zaak zijn als een bepaald type vloerbedekking of een goed onderhoud van de vloer kan bijdragen aan het verminderen van fijnstof en ziekmakers op de vloer en in de lucht. Anton Duisterwinkel deed tevens onderzoek naar gezond en effectief schoonmaken. Hij zegt: “Iedere vloer is zo goed of zo slecht voor het binnenmilieu als het onderhoud is. En vloeren met een gladde vloerbedekking kun je makkelijker en beter schoonmaken dan die met een textiele vloerbedekking. Je moet het alleen wel op de juiste manier doen. Harde vloeren moet je niet stofzuigen, want daarmee wervel je meer stof op dan je weghaalt. Je verwijdert stof en fijnstof van harde vloeren het best door gebruik te maken van een stofwisser en stofbindende doekjes. Daarna kan je eventueel vuil en vlekken verwijderen met een vlakmop. Op deze manier verwijder je praktisch al het stof van de vloer, inclusief andere ziekmakers. Zachte vloeren kun je daarentegen alleen stofzuigen. Hoe effectief is dat? Uit onderzoek blijkt dat het meeste stof gewoon in het tapijt blijft zitten. Je haalt alleen het bovenste deel een beetje weg. En door het stofzuigen en het lopen komt het dieper liggende stof juist omhoog en daardoor kan het weer opgewerveld worden.”

Schone vloeren De VSR (Vereniging Schoonmaak Research) heeft richtlijnen opgesteld voor een goede en gezonde schoonmaak (zie pagina 67). Ten aanzien van het schoonmaken van vloeren gelden de volgende uitgangspunten. Om een textiele vloerbedekking goed schoon te maken, moet er minstens 1 minuut gestofzuigd worden per vierkante meter. Gladde vloerbedekking kan het beste stofvrij gemaakt worden met een stofwisser met stofbindende doekjes. Tijdens het schoonmaken brengt een schoonmaker opnieuw stof in de lucht. Het is dus belangrijk dat tot een minimum te beperken. Voor een schone vloer is een schoonmaker in een gemiddeld klaslokaal van 50 m2 al snel 50 minuten aan het stofzuigen. Stofwissen en moppen kost hem niet meer dan zo’n 5 minuten per lokaal.

schooldomein

mei 2012

65


UITBREIDEN, INKRIMPEN OF VERPLAATSEN?

PRO

VADA 5-7 JUN I 2012 AMSTE RD HAL 11

ST

AM RA

AND 54 MAATS CH VASTG APPELIJK OEDPL EIN

MET PREFAB BOUW INVESTEERT U SLIM IN DE TOEKOMST VAN UW SCHOOL. In het onderwijs zijn veranderingen aan de orde van de dag. En daarom is het vak van systeembouwer zo mooi. Want systeembouw blinkt uit in flexibiliteit en kwaliteit. Hebt u een plotselinge leerlingentoestroom, dan is het gebouw met weinig moeite en kosten razendsnel uit te breiden. Inkrimpen gaat al net zo makkelijk. Het gebouw is zelfs in zijn geheel te verplaatsen. Voeg daarbij de ruimte die er is voor maatwerk en architectuur en het is duidelijk dat de mogelijkheden vrijwel onbeperkt zijn. Prefab bouw is duurzaam, mooi, flexibel en comfortabel. En de kosten? Benader die met een exploitatiegerichte bril op en de voordelen zijn glashelder. Er zijn eigenlijk geen redenen te bedenken om niet voor deze toekomstbestendige manier van bouwen te kiezen.

• • • • • • • • • •

Van noodlokaal tot permanente school Perfect voor het ontwikkelen van brede scholen Doordachte bouwconcepten Met gezond en prettig binnenklimaat Flexibel in vorm, functie en capaciteit Extreem korte bouwtijd, weinig overlast Maatwerk en architectonische vrijheid Duurzaam en toekomstbestendig Lage exploitatiekosten Prefab bouwspecialist sinds 1955

I


Advertorial

Advies uit vloerenland Voor Edo Rem, manager marketing bij Forbo Flooring, maakt het in principe niet uit of zijn klanten kiezen voor vlakke of textiele vloerbedekking. ‘Wij produceren alle soorten vloeren van tapijt tot vinyl en linoleum. “

“M

ede door de crisis wordt er bezuinigd op de post schoonmaak en onderhoud in scholen. Daarom zijn snelheid en eenvoud zeer belangrijk. Vlakke vloeren, zoals linoleum en vinyl, hebben als pluspunt dat ze eenvoudig en snel te reinigen zijn. Tapijt is niet beter tegen fijnstof dan een vlakke vloer. Met name schoonmaak en onderhoud en de mate waarin dit gebeurt, spelen een belangrijke rol.” Tapijt heeft weliswaar stofbindende eigenschappen, maar het vergt veel inspanning om dit stof daadwerkelijk te verwijderen. “Tapijt kan bij een onjuiste schoonmaakmethode of een te lage schoonmaakfrequentie verzadigd raken en dan kan het stof alsnog gaan ronddwarrelen. Er blijft ook altijd een kleine hoeveelheid fijnstof achter en onderzoek naar tapijt en fijnstof op de lange termijn is niet gedaan. Daarnaast hebben allergenen invloed op de gezondheid. Die kunnen beter verwijderd worden van vlakke vloeren.” Rem: “Een goed alternatief voor tapijt is Flotex, een combinatie van een gladde en textiele vloer. Dit product heeft de uitstraling van textiel en oogt velourachtig. Flotex vangt net als tapijt stof op, maar met het verschil dat het stof er eenvoudig uit verwijderd kan worden door de rechtopstaande vezels. Daarnaast is Flotex wasbaar. De rug van het product bevat bovendien het middel Sanitized. Dit zorgt voor een continue bescherming tegen bacteriën en voorkomt de ontwikkeling van huisstofmijt. Fijnstof is slechts een van de onderdelen die invloed hebben op het binnenklimaat. De kwaliteit van de binnenlucht wordt bijvoorbeeld ook bepaald door de CO2-concentratie, de aanwezigheid van andere vluchtige gassen, schoonmaak, onderhoud en ventilatie.”

Richtlijnen voor een gezonde schoonmaak 1. Maak de goede zaken schoon Maak die plekken schoon die veel worden gebruikt, zoals vloeren (looppaden), bureaus en deurknoppen.

2. Maak goed schoon Werk stofbindend. Neem stof af met klamvochtige of stofbindende doekjes. Gebruik voor harde vloeren een stofwisser met stofbindende doekjes en daarna eventueel een klamvochtige vloermop. Gebruik voor zachte vloeren een stofzuiger met HEPAfilter en de juiste mondstukken.

3. Zo droog mogelijk Werk klamvochtig of droog het oppervlak goed na. Te nat reinigen, is niet goed: stof en vuil worden weer terug op de grond

gesmeerd en het vocht vormt een voedingsbodem voor de groei van bacteriën en mijten.

4. Haastige spoed is niet goed Werk rustig. Dan wervel je zo weinig mogelijk stof op.

5. Doe het vaak Gezonde schoonmaak is maar een of twee dagen houdbaar. Mens en dier brengen vers vuil en stof binnen en achtergebleven ziekmakers maken weer nieuwe allergenen en gifstoffen aan. Door vrijwel dagelijks te reinigen blijft alles onder controle. (Gebaseerd op: Gezond Schoonmaken, VSR-Vaknieuws nr. 3)

schooldomein

mei 2012

67


Aan het Laapersboog in Hilversum vond op 24 november 2011 de oplevering plaats van een uniek gebouwencomplex. Het biedt huisvesting aan de Gooise Praktijkschool, SBO Annie MG Schmidt (De Annie), een sportvoorziening en het regionaal samenwerkingsverband ‘regio ’t Gooi en de Eem- en Vechtstreek’.

Nieuwbouw voor twee Hilversumse scholen onder één architectuur

Twee gebouwen op maat Tekst Rein Laurens Foto’s Rob van der Heiden

H

et praktijkonderwijs in Hilversum bevond zich rond 2005 midden in een veranderingsproces. Op dat moment waren er in Hilversum twee scholen voor praktijkonderwijs: De Wissel, onderdeel van de stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in het Gooi en Scholengemeenschap Laapersveld, onderdeel van de Gooise Scholen Federatie. Deze twee scholen zijn vanaf 1 augustus 2006 samen verder gegaan onder het bestuur van de Gooise Scholen Federatie. De bestaande locaties van de beide scholen, voorheen basisscholen, boden niet de mogelijkheid om het beoogde onderwijsconcept vorm te geven en waren daarnaast sterk verouderd. De locatie aan de Laapersboog (voorheen Laapersveld) bood ruimtelijk de mogelijkheden om een nieuw schoolgebouw te realiseren. De op deze locatie geves-

68

schooldomein

mei 2012


FINANCIERING EN EXPLOITATIE tigde basisschool De Annie kampte eveneens met huisvestingsproblemen. Ook dit gebouw was sterk verouderd en meerdere malen met tijdelijke units uitgebreid. Ook voor De Annie gold dat het uitvoeren van het onderwijsconcept niet mogelijk was.

overzichtelijkheid en transparantie. Deze thema’s zijn als randvoorwaarden aan de ontwerpende partijen meegegeven en op meer dan geslaagde wijze vertaald.

Onderwijsconcept

De beide schoolbesturen hebben SP Architecten geselecteerd en een voorstudie opgesteld waarin aangetoond werd dat passende herhuisvesting van de beide scholen op de locatie aan de Laapersboog mogelijk was. Een periode van overleg en onderhandelen met de gemeente en omwonenden volgde. In deze overleggen zijn, voor alle partijen acceptabele procedurele, stedelijke en financiële

“De leerling is de maat als leren niet vanzelf gaat,” aldus directeur Erna van Dijk van de Gooise Praktijkschool en directeur Rob van Elswijk van De Annie. Het onderwijsconcept van de Gooise Praktijkschool gaat uit van het Big Picture concept. Kenmerkend voor de scholen die volgens dit concept werken is dat de leerling de maat is (One Kid at a time), ze kleinschalig zijn en het onderwijs gegeven wordt in een betekenisvolle en realistische omgeving. Het onderwijsprogramma in het praktijkonderwijs richt zich op het verwerven van competenties op het gebied van werken, wonen, vrije tijd en burgerschap. Het belangrijkste middel waarop aan het onderwijsconcept invulling is gegeven is de betekenisvolle realistische leeromgeving waarin opgenomen een woonhuis met woon-, slaapkamer en keuken en diverse goed geoutilleerde praktijkruimten (autotechniek, bouwtechniek, groen, zorg en welzijn, detailhandel en horeca). Van belang is dat leerlingen de dag starten en eindigen vanuit hun ‘thuisbasis’, een stamgroep van gemiddeld tien leerlingen met een eigen lokaal. Hierdoor ontstaat de gewenste kleinschalige omgeving waarin leerlingen zich veilig kunnen voelen.

Uitstraling van een school De Annie heeft drie units met elk zes groepen. Elke unit heeft een eigen ruimte voor ondersteunende diensten. Daarnaast is één unit ingericht voor alle andere disciplines zoals: de administratie, logopedie, maatschappelijk werk, orthopedagogie en het Samenwerkingsverband. Deze unit is bewust niet direct bij de entree gepositioneerd om het gebouw bij binnenkomst de uitstraling van een school te geven. Het Regionaal Samenwerkingsverband heeft tot doel zoveel mogelijk basisschoolkinderen die belemmeringen ondervinden in hun schoolontwikkeling en de ouders en begeleiders te ondersteunen zodat deze kinderen op een goede manier op hun eigen basisschool geholpen kunnen worden.

Thema’s Voor de scholen is huisvesting gecreëerd waarin leerlingen, ouders en medewerkers een veilige, eenduidige leef- en werkruimte beschikbaar hebben. Ruimten die recht doen aan de speciale onderwijsbehoeften en waar de medewerkers adequaat hun dienstverlenende taken kunnen uitvoeren. Richtinggevend in het ontwerpproces waren de thema’s: veiligheid, zelfstandig werken, warmte,

Design & Build

“De leerling is de maat als leren niet vanzelf gaat.” randvoorwaarden uitgewerkt. Vanaf het moment van de voorstudie is BOAG als adviseur van de beide schoolbesturen opgetreden. De nieuwbouw is gerealiseerd door middel van een Design & Build constructie. Op basis van een Technisch Programma van Eisen en een Voorlopig Ontwerp van SP Architecten is door middel van een Europese selectieprocedure de uitvoerende partij gecontracteerd. Aan de hand van audit-overleggen zijn gedurende het gehele proces zowel de voortgang, de kwaliteit als ook de financiële aspecten aangestuurd en is het overleg met opdrachtgever, gebruikers, gemeente en omwonenden vorm gegeven.

PROjECTINFORMATIE Opdrachtgever Bestuur Gooise Scholen Federatie en bestuur van SBO Annie MG Schmidt, regionaal Samenwerkingsverband en Orthopedagogisch Onderwijsinstituut

Projectmanagement BOAG Advies en Management

Ontwerp en constructie SP Architecten, Waddinxveen

Installatieadviseur Bureau Bos, Baarn

Uitvoerend bouwbedrijf Pellikaan bouwbedrijf, Tilburg

Bruto vloeroppervlak 7.400 m2

Bouwkosten € 9.150.000,- (inclusief engineering)

Bouwperiode Eerste fase: februari 2010 - november 2010 Tweede fase: januari 2011 - november 2011

schooldomein

mei 2012

69


BeSeF® voor intensieve samen Een werkend praktijkvoorbeeld

Een heldere visie op onderwijs en pedagogiek is onmisbaar om tot een goed schoolgebouw te komen. Brede School Binnenstebuiten in Huissen is het schoolvoorbeeld van hoe intensieve samenwerking van gebruikers, geldverstrekkers, regelgevers en uitvoerende partijen kan leiden tot een prachtig en goed functionerend multifunctioneel gebouw! Tekst Marjolein Wilbrink en Mireille Uhlenbusch Foto’s HEVO

B

ij de ontwikkeling van de school was er één groot voordeel: er was nog geen school. De wijk Loovelden is een compleet nieuwe wijk, die nog volop in ontwikkeling is. De gemeente had de wens om te komen tot een brede school om in de toekomstige behoefte aan basisonderwijs te kunnen voldoen. Dat maakte het mogelijk om letterlijk vanaf een blanco vel papier alle wensen door te voeren. De gemeente had een sturende rol; samen met de verschillende betrokken partijen kijken naar de mogelijkheden en de synergie opzoeken. HEVO werd

70

schooldomein

mei 2012

ingeschakeld om als adviseur voor de gemeente op te treden. Het proces startte met het BeSeF®-traject: een intensieve overlegstructuur waarbinnen allerlei aspecten aan de orde komen die een rol spelen als meerdere partijen een gebouw gaan gebruiken. Beheer & Exploitatie, Samenwerking, Eigendom & Financiën worden onder de loep genomen en op één lijn gebracht. Tijdens zo’n proces gaan gebruikers daadwerkelijk beseffen dat een intensieve samenwerking nodig is om tot een goed resultaat te komen.


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

werking in een brede school Niet het gebouw maar het kind is leidend Al voordat er enig idee of plan geconcretiseerd was, sloegen kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, basisschool en gemeente de handen ineen om te komen tot een gedragen visie over de ontwikkeling en het onderwijs van een kind van 0-12 jaar. HEVO heeft de consequenties van de BeSeF-aspecten verwerkt in het Programma van Eisen, voor een gebouw dat die visie optimaal kon faciliteren. Eigenlijk is het pand van binnen, naar buiten ontworpen. Als er zoveel partijen om tafel zitten, moeten alle wensen goed geïnventariseerd en geclusterd worden. Vervolgens is het de kunst om die clusters weer bij elkaar te laten komen, zodat er een gebouw ontstaat waar alle gebruikers optimaal in kunnen functioneren. De gebruikers van Binnenstebuiten hebben elkaar goed gevonden. De drijfveer was de inhoudelijkheid, niet het gebouw. Het belang van het kind staat centraal. De overgang van peuterspeelwerk naar basisonderwijs en BSO moet voor de kinderen logisch zijn. De architect is vroegtijdig in het proces betrokken om samen met de gemeente en de gebruikers te komen tot een gebouwconcept dat aansluit bij deze gedeelde onderwijsvisie en tegelijkertijd past binnen de stedenbouwkundige eisen van de gemeente.

Van onderwijs- naar huisvestingsconcept Het zorgvuldig geformuleerde onderwijsconcept is duidelijk terug te zien in de huisvesting. Terwijl elke gebruiker zijn eigen deel van het gebouw in gebruik heeft, lijken de overgangen heel natuurlijk te zijn. Bovendien worden er ruimtes gedeeld, waardoor de kinderen elkaar overal tegenkomen. Het meest in het oog springend zijn wel de vier onderwijspleinen. Op elk plein zijn verschillende functies met elkaar gecombineerd. Er zijn hoekjes waar zelfstandig gewerkt of gespeeld kan worden en loungeplekken waar kinderen ontspannen met elkaar kunnen praten of overleggen. Daar komt de visie op modern onderwijs echt tot uiting en is te zien hoe kinderen begeleid en zelfstandig leren, kennis tot zich nemen en werken. Toen er een heldere visie en een eerste globale schets van de lay-out van het gebouw lag, zijn ook de uitvoerende partijen aangeschoven om mee te denken. In een intensieve samenwerking zijn alle taken en voorzieningen die moesten samen komen zo goed mogelijk vertaald naar ruimtes in een gebouw. Professionaliteit en bereidwil-

Willem Bijker gemeente Lingewaard: “De gedeelde onderwijsvisie is knap in een pand gegoten.” ligheid wisselden elkaar af. De stuurgroep hield de grote lijn in de gaten, terwijl projectgroepen de uitkomsten tot in detail uitwerkten. Daarbij kwamen beheer- en financiële aspecten aan de orde, maar ook zaken als spelregels over het openen en sluiten van het pand, het alarm en de schoonmaak. Zaken waarover je vroeg afspraken moet maken om alles beheer(s)baar te houden. Voortdurend werd getoetst of de geformuleerde visie en uitgangspunten overeind bleven. HEVO is van het begin tot het eind actief bij het project betrokken geweest en heeft tijdens de bouw de voortgang bewaakt. Met het eind in zicht werden er bovendien aanbevelingen gedaan ten aanzien van een effectief en exploitabel beheer. Binnenstebuiten is het resultaat van een prachtig proces, waarin alle partijen op basis van gelijkwaardigheid hun eigenheid in stand hebben kunnen houden. Een plek waar met visie onderwijs wordt gegeven, in een mooie, functionele en vertrouwde omgeving. Tekst: Marjolein Wilbrink is Projectmanager bij HEVO en Mireille Uhlenbusch is Senior adviseur en Partner bij HEVO. Kijk voor meer informatie op www.hevo.nl.

schooldomein

mei 2012

71


het atelier

School voor VAVO | Tilburg Atelier Mariëtte Adriaanssen bouwde een verouderde, koude en sombere schoolvleugel om tot een frisse, inspirerende leeromgeving voor de Tilburgse School voor VAVO. Ook ontwierp Adriaanssen, in samenwerking met ontwerper Petra Vonk, een ‘gebreide buitenkant’ voor het pand – een wereldwijde primeur! ‘De schoolvleugel aan de Stappegoorweg 183 was sterk verouderd: een gang zonder daglicht, diepe praktijklokalen en slechte isolatie, dus hoge stookkosten. Daarin moest verbetering komen. Ik ben gespecialiseerd in herontwikkeling van schoolgebouwen. Daarom werd ik in 2009 gevraagd mijn visie te presenteren’, vertelt Mariëtte Adriaanssen. Haar ontwerp werd tot beste verkozen. Het bewijst dat een aftands schoolgebouw met beperkte ingrepen kan veranderen in een aantrekkelijke eigentijdse omgeving; een ideale oplossing in tijden van financiële krapte en toenemende strijd om leerlingen. Medio 2011 startte de sloop; in januari 2012 werd de vleugel in gebruik genomen.

Project Herbestemming van School voor VAVO

Opdrachtgever Hevo Den Bosch i.o.v. OnderwijsGroepTilburg

Ontwerp Atelier Mariëtte Adriaanssen i.s.m. ontwerper Petra Vonk

Kloppend hart

BVO

Bij de School voor VAVO is een vanzelfsprekende, hypermoderne werk- en ontmoetingsplek gecreëerd. ‘De verouderde vleugel had veel overmaat door de grote praktijklokalen. Die heb ik benut door de gang te verbreden tot een ruim en licht atrium’, vertelt Adriaanssen. ‘Via het nieuwe sheddak met noorderlicht -een knipoog

1.450 m2

Oplevering Januari 2012

72

schooldomein

mei 2012

naar de lokale textielfabrieken-kr ijgt het atrium veel daglicht, zónder hitte of hinder voor computerschermen. Aan weerszijden van het atrium liggen kantoren en onderwijsondersteunende ruimten. De glazen wanden daarvan zijn voorzien van een speciaal ontworpen print voor intimiteit en privacy. Daarachter, aan de buitengevels, liggen de leslokalen.’ In het atrium bevindt zich een huisje met spreekkamers, een podium met flexwerkplekken voor docenten en de pauzeruimte voor leerlingen. ‘In deze dynamische en toch rustig ogende ruimte, met veel warm oranje in het interieur, komen alle loop- en zichtlijnen samen - net als alle gebruikers. Zo heeft de school een kloppend hart gekregen.’

300 m2 gebreide gevel Ook de gevels moesten vervangen worden, vanwege de slechte thermische kwaliteiten. Mariëtte Adriaanssen: ‘De school ligt aan een hoofdweg van campusgebied Stappegoor. Daar wilde ik op inspelen door de gevel te gebruiken als billboard voor de school. Zoekend naar een passende kunstuiting stuitte ik op prachtig, innovatief werk van textielontwerper Petra Vonk. Op mijn initiatief hebben wij vervolgens samen een unieke gebreide gevelbekleding ontwikkeld.’ Met deze bijzondere buitenkant presenteert de school zich opvallend en toch ingetogen. Zo heeft het ontwerp een intrigerende ‘finishing touch’ meegekregen! Kijk voor meer informatie op www.atelierma.nl en www.petravonk.nl.


column

Voor € 35,- geeft u al een staaroperatie. Voor € 10,- een bril. Steun de actie van Eye Care Foundation.

Giro 5 25 25 www.geefeenlens.nl GEEF EEN LENS AAN EEN MEDEMENS

Het vmbo de wetenschap in Waar denk je aan bij ‘vmbo’? Positieve denkers noemen ‘vaklui’, ‘de toekomst van Nederland’ of ‘kleurrijke jongeren’, negatieve denkers mogelijk ‘imago problemen’, ‘uitval’ en ‘probleemjongeren’. Zowel de positieve als de negatieve associaties kloppen. De verscheidenheid is nergens zo groot als in het vmbo. Slimme jongeren, maar ook die met het laagste denkniveau, zijn vmbo-ers. Jongeren uit de beste en uit de slechtste sociale milieus, zowel toptalenten als lanterfanters zijn in het vmbo te vinden. Het vangnet van het onderwijs eindigt bij het vmbo; daar moeten jongeren binnen het onderwijs worden gehouden en daar is de noodzaak het hoogst om het beste uit elke jongere te halen. Terwijl het onderwijs (nog) vooral uit lesgevende organisaties bestaat, zien we in het vmbo steeds meer ‘lerende organisaties’ ontstaan. ‘Leren mogelijk maken’ houdt niet op bij het aanbieden van informatie, methodes of instrumenten. Het vraagt opbouwen van zelfvertrouwen van leerlingen en een perspectief bieden voor een goede toekomst. Als we in 2035 meer werk hebben dan werkers, moeten we zorgen dat kwaliteiten van mensen benut kunnen worden op werkplekken die deze kwaliteiten nodig hebben. Hiervoor moeten leerlingen hun kwaliteiten leren ontdekken, ontwikkelen en bewijzen. Over het wat en hoe we dit in het onderwijs kunnen vormgeven valt nog heel wat te leren. De typerende vmbo-leefregel ‘Leren mogelijk maken’ heeft het gebracht tot een bijzondere leerstoel ‘leeromgeving en leerloopbanen in het (v)mbo’ ingesteld door de Stichting Platforms vmbo samen met partners uit het bedrijfsleven en het mbo. Het onderzoek vanuit de bijzondere leerstoel richt zich op effectiviteit en innovatie van de leeromgeving om leerloopbanen te optimaliseren. Professionaliseren van begeleiders en integreren van leren in school en praktijk zullen hierin een belangrijke plaats krijgen. Mocht u briljante ideeën, uitdagende voorstellen of interessante bewijzen hebben, laat dit dan weten via de website www.leerloopbanen.nl. We willen er tenslotte een bijzondere LEERstoel van maken.

schooldomein

mei 2012

Marinka Kuijpers | bijzonder hoogleraar ‘leeromgeving en leerloopbanen in het (V)MBO’ aan het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit

GEEF YASMIN EEN ‘BLIND DATE’

73


volgende nummer

colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Uitgeverij School BV Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker, Jos Martens, Team BNA Onderzoek, Jan Schraven, Elly Zee, Marc van Leent Redactieraad Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronald Schilt, Jan Schraven, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Marc van Leent Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage

6

van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar-

Op naar de Top

In het laatste nummer van deze 24e jaargang alle aandacht voor grensoverstijgende projecten in binnen- en buitenland. Op naar de top dus. En natuurlijk ook een vooruitblik naar 25 jaar Schooldomein. Wat kunnen we leren uit het verleden en wat zijn de trends van de toekomst? Het volgende nummer verschijnt de laatste week van juni.

(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woningcorporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink.

Een greep uit de artikelen:

Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

• De campus Groningen als moderne stad: een overzicht van interessante gebouwen en ontwikkelingen • Het Bredero College onder de loep: genomineerd voor de Scholenbouwprijs; gewaardeerd na jaren in gebruik. • Scholen onder de loep van Europese schoolleiders: in april vond de intervisitatie van het Europees Forum in Nederland plaats.

Advertenties Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het magazine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met FIZZ reclame + communicatie, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl. Productie

• Scholengemeenschap ’t Kofschip nog steeds actueel: het gebouw past na al die jaren nog perfect op het onderwijs van deze tijd.

Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel

• Communaal constructivisme in Purmerend: een scholengemeenschap aansturen volgens het Ubuntu-principe.

Meppel

Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie, Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko BV, BNA, Servicecentrum Scholenbouw en de adverteerders in Schooldomein

74

schooldomein

mei 2012


Waarom lesgeven als u kunt

INSPIREREN

Betrokken ondernemend! Zoeken naar fysieke oplossingen voor maatschappelijke vragen. Met oog voor een duurzaam rendement. ICSadviseurs vertaalt samen met u een brede visie in samenhangende plannen, integrale ontwerpen en een innovatief architecten- en aanbestedingtraject. Waarbij we op zoek gaan naar partijen die kansrijke plannen

advertentie

helpen realiseren. Onafhankelijk, kritisch en slim. Maar altijd samen met u!

Een hogere standaard in leren.

ICSadviseurs: uw partner van visie tot beheer, van planvorming tot en met bouw en realisatie!

Amsterdam, Orlyplein 10, 1043 DP | Zwolle, Grote Voort 207, 8041 BK | (088) 235 04 27 | www.icsadviseurs.nl

VANERUM Nederland BV | Duwboot 89 NL-3991 CG Houten | E info@vanerum.nl | T +31 30 212 20 10 | F +31 30 212 20 11 ICS schooldomein 201x271mm 8.indd 1

17-12-2009 11:26:25


BAS

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

Het comfort

&

sportdomein zorgdomein wijkdomein ialist

sspec Duurzaamheid

van armleggers

het gemak

van geen armleggers

Met de BAS haalt u een duurzame en tijdloze designstoel in huis die multi inzetbaar is. Door de Markogrip biedt hij het comfort van armleggers en het gemak van handvatten. Deze lichte stoel laat zich makkelijk oppakken en compact stapelen. Voor geschakelde

opstellingen is hij leverbaar met een slimme kop peling. Standaard wordt de BAS uitgevoerd in gelakt beukenhout of met een krasvaste (CPL) zitting en rug - waarbij u kunt kiezen uit 6 kleuren - of met een gestoffeerde zitting en/of rug. Meer informatie: www.marko.nl

Een leven lang Marko Marko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl

Twee thema’s: Frisse scholen en Omgekeerd begroten

n e r e i D n a v r e t u Wo

Duurzaam bouwen binnen de norm Nieuw Lokaal Onderwijscentrum in Barendrecht Integratie bouw en beheer bevordert duurzaamheid schoolgebouwen

jaargang 24 mei 2012

5 Like de nieuwe Facebookpagina van Schooldomein


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.