Bevlogen huisvestingsadviseurs sinds 1955
ICSadviseurs biedt huisvestingsadvies en projectmanagement voor maatschappelijk vastgoed. Ruim tachtig professionals werken vanuit Amsterdam, Rotterdam, Zwolle en Eindhoven aan efficiënte, duurzame en inspirerende omgevingen.
De start van deze jubileumeditie, 35 jaargangen Schooldomein jawel, start met veel vragen. Vaak is het mogelijk om een jaar goed vooruit te kijken en de thema’s te benoemen; het is nu anders. Er zijn zoveel variabelen op het wereld- en economisch toneel, dat het lastig wordt om specifiek te worden. Wel duidelijk is de toenemende mate verbindend maatschappelijk handelen en een breed perspectief op een duurzame samenleving; denk aan de noodzakelijke handen aan het bed, waar in toenemende mate familie en vrienden moeten helpen en zorgminister Conny Helder schetst een scenario met robots en zorg op afstand via de monitor om de patiënt in de gaten te houden. Dat alles onder de paraplu van sociale en technologische innovaties. Die noodzakelijke transformatie zie ik al jaren binnen het publieke domein, waarbij eindelijk meer aandacht ontstaat voor integrale gebiedsontwikkeling en integraal maatschappelijk ondernemerschap. Dus past het thema Slim Ontwerpen eigenlijk wel goed bij deze tijd. Het grote interview is met Aat Vos van includi; vanuit een visie op de inclusieve samenleving reist hij met zijn team over de wereld om betekenisvolle omgevingen te ontwerpen. Hij stelt: “ We zien ons meer als ontwerpers van tijd dan als ontwerpers van ruimte. Het gaat om time well spent, om gebruikers van de plekken die we maken een fijne tijd te geven. Op die plekken ontstaan nieuwe relaties, vindt een spontane uitwisseling van ideeën plaats en niet verwachte ontmoetingen.” Dit nummer bevat verder
een betekenisvol artikel over de ontwikkeling van het Integraal Kind- en Ouderencentrum in Noord-Scharwoude. Daar komen jongeren en ouderen samen in een centrum waar respect voor elkaar de begrenzing van activiteiten en ruimten bepaalt. Scheidend bestuurder Elfred Bakker: “Het zorgen voor en respecteren van elkaar is een belangrijke voorwaarde voor het bieden van goede zorg en opvang. Dat is de motor en daar toetsen we onze visie aan.” Over verbreding gaat dan ook het debat in dit nummer; waarbij het nut van het Integraal Huisvestingsplan aan de orde komt. “Er zou eigenlijk een brede maatschappelijke visie aan vooraf moeten gaan, om de kansen in wijken en buurten van een samenhangend aanbod in kaart te brengen. Dat maakt dat het IHP gerichter uit te voeren is en het makkelijker wordt om verschillende beleidsterreinen op elkaar aan te laten sluiten. Aandachtspunt is de aanwezige competenties, zowel bestuurlijk als ambtelijk, om die noodzakelijke samenhang procesmatig goed te managen.” Een mooi voorbeeld van een toekomstbestendig gebouw laat de nieuwbouw van ROC Mondriaan zien; tijdens het ontwerp was nog niet duidelijk welke scholen er in zouden komen. Architect Nathalie Rabouille over de opgave: “Hoe ontwerp je een duurzaam gebouw dat adaptief is en tegelijk de student en docent maximaal faciliteert, maar dat ook makkelijk aangepast kan worden?” Laat het vooral een jaargang van spontane en niet verwachte ontmoetingen worden met misschien wel een mooi feestje in het voorjaar van 2023. Hoe zou de wereld er dan uitzien?
Sibo Arbeek Hoofdredacteur SchooldomeinONZE VISIE
Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en be leidsmakers die relevante beleids informatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomge ving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor ieder een die op het niveau van overheid,
instellingen, bedrijfsleven en maat schappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.
HET NETWERK
Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsin stellingen en gemeenten in Neder land. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen
wordt mede mogelijk gemaakt door:
van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bij drage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.
UW MENING Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.
U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.
INTERNET
Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaar gangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante markt informatie zoeken.
Als maatschappelijk verantwoorde onderneming stimuleert Schooldomein doelen die goed zijn voor mens en milieu:
6
BESTUUR EN BELEID
Creating places where people feel welcome
Aat Vos over de derde plek als thuishaven
10
18
De waarde in complexe tijden
Is het IHP een achterhaald beleidsinstrument?
Zijn gemeenten al voorbereid?
Regio Rotterdam klaar voor wetswijziging IHP
VISIE EN ONTWERP
22
24
26
28
Slim Ontwerpen
Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar heel veel partners sloegen erop aan. Slim ontwerpen heeft met verbinding te maken, over een natuurlijke samenhang tussen inrichting, architectuur en landschap. Over natuurlijke speelpleinen die kinderen uitdagen om natuurlijk te spelen en bewegen. Slim is per definitie energieneutraal en circulair, maar dat gaat verder dan het gebouw alleen. De term “ecologisch intelligent” hoort daarbij. Dat betekent dat opdrachtgevers en betrokken partners zich bewust zijn van de impact van het gebouw op de totale leer-, werk- en leefomgeving. Dat is pas echt slim!
32
34
De voordelen van een uniform ontwerp
Expertise delen leidt tot het beste schoolgebouw
Het leerplein of de klas, u mag kiezen Schuifwanden maken onderwijs flexibel
Voorbereiding event De Hoge Veluwe Visie, organisatie en flexibiliteit gaan goed samen
De ideale samenleving in het klein IKOC Noord-Scharwoude combineert onderwijs, opvang en zorg
Slim ontworpen
Zoeken naar integrale oplossingen
LAB42
Slim en duurzaam nieuw faculteitsgebouw van de UvA
38
42
Laten horen wat belangrijk is in het onderwijs
Welcome to the sound of nature
Nieuwbouw ROC Mondriaan Leidschenveen Generiek gebouw met specifieke invulling
44
De zeven gewoonten van De Zeeraket Nieuw kindcentrum omarmt de natuur
Fotografie:
BOUW EN INRICHTING
Eigentijds, biofilisch
onder één dak
Duurzame inrichting voor een
Nieuwe Albert Schweitzer
Slim ontwerp voegt zich vanzelfsprekend
Sporten en spelen
Bijdragen aan een multifunctionele gymzaal
BELEVING EN BEHEER
4
voor
Zorg voor
HiRO,
De meerwaarde
Optimaal
Belangrijke voorwaarde voor gezond
duurzaam onderwijs
Creating places where people feel welcome
Gezelligheid als metafoor voor plekken waar mensen graag willen komen, om elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren. Het belang van een inclusieve samenleving. Dat gaat verder dan een simpel programma van eisen. Schooldomein praat met Aat Vos over zijn eigen drijfveren en die van het bureau includi.
Wat zijn jouw drijfveren, Aat?
“Een lang verhaal, dat begon als een reis langs verschillende studies, zoals bedrijfskunde, marketing en communicatie. Ik deed ervaring op in een bedrijf dat stands verhuurde en vervolgens bij een project inrichter. Daar zag ik tekenaars, ontwerpers en modellen aan het werk. Toen ik mijn eerste biblio theek mocht inrichten ervoer ik hoe belangrijk ruimtelijk inzicht is; wat gebeurt er met een ruimte als ik een muur weghaal? Ik besloot bouwkunde te studeren en werkte vanaf 2000 als architect. Een mooi beroep, maar ik ben wel kritisch over mijn vak geworden. Veel architecten hebben flinke ego’s. Zo zijn ze ook opgeleid, ikzelf niet uitgesloten. De esthe tiek werd verheerlijkt, daar was ook ik een adept van. Ik heb tijdens mijn studie eigenlijk te weinig geleerd. Vóór mijn architectuurstudie volgde ik gedurende
drie jaar de opleiding marketing met daarin veel aan dacht voor sociologie, waarvan ik nu veel profijt heb. Ik besef nu namelijk dat je als architect moet weten wat er gebeurt in de samenleving, zeker als je werkt in het publieke domein. Dát moet je basiskennis zijn. De jaren daarna maakte ik de crisis mee, moest mensen ontslaan en verloor min of meer het geloof in het vakgebied. De omslag kwam door twee ervarin gen: een opdracht om een bibliotheek te ontwerpen leek in eerste instantie te stranden, omdat ik de opgave te veel vanuit architectonisch perspectief benaderde. Tot ik tijdens een bezoek aan het gebouw zag dat een leegstaande ruimte vol met oude spullen, tijdschriften en koffie als een gezellige huiskamer fungeerde, waar iedereen graag kwam. Dat bracht me het inzicht dat ik in essentie geen dingen voor mezelf maak, maar voor anderen. Architectuur wordt vaak
Jeugdbieb Deichman Biblo Tøyen (NO) DERDE PLEK ALS THUISHAVENals streng en ongezellig ervaren, terwijl gezelligheid in essentie een basisbehoefte van mensen is. Onze samenleving bestaat uit heel veel eenzame ouderen en jonge mensen die vooral met hun device leven. Waar ontmoeten ze elkaar? In Noorwegen kreeg ik in die periode een ontwerpopdracht voor de jeugdbibliotheek Tøyen in Oslo. Ik heb aan de voorkant een architectuurpsycholoog ingezet, die ons leerde met kinderen van 10 tot 15 jaar in gesprek te gaan: wat is jullie behoefte en beeld van de wereld en hoe ziet een fijne ruimte eruit? Ik werkte ook met creatie ven die filmdecors voor Disney hadden gemaakt en stapte in de wereld van art directors. Dat leverde een magische experience op, die exclusief toegankelijk is voor kinderen van 10-15 jaar. Toen we klaar waren werd al snel duidelijk wat de impact van het project binnen de lokale en landelijke samenleving en de internationale bibliotheekwereld was. Het project hielp de stad gezonder te maken, jeugdcriminali teit terug te dringen en gaf jongeren die normaliter na schooltijd niet vanzelfsprekend ergens terecht konden een eigen plek met een geweldige program mering. Na 25 jaar was het keerpunt daar: ik hielp gebouwen in te richten waar mensen graag komen omdat ze zich er op hun gemak voelen. Ik was thuis gekomen en het startschot voor includi was ge maakt.”
Wat is het concept achter het bureau includi?
“Het gaat om plekken maken waar mensen zich welkom voelen en die bijdragen aan de identiteit van mensen. Ik noem dat, net zoals de Amerikaanse stadssocioloog Ray Oldenburg, een third place, een derde plek, die het gevoel geeft alsof je er thuis bent. Ik zie de omgeving en context waar we plekken maken als ruimtelijk gereedschap en dus niet als een manifestatie van een eigen ontwerp. Vanuit die drive
heb ik een team van mensen om me heen verzameld die elkaar aanvullen en geloven in het belang van een inclusieve samenleving; dat is includi. Het zijn allemaal specialisten die een intrinsieke motivatie hebben om uitnodigende plekken te maken. We hebben samen een werkmethode ontwikkeld die
lean is en wordt bepaald door de locaties waar de projecten staan. We geloven dat we het beste op de plek zelf ervaren hoe mensen leven en wat hun behoefte is. Dat betekent dat we altijd eerst onder zoek doen naar de omgeving waar we werken en diepgaand met gebruikers en stakeholders praten.”
Welke beeldtaal spreekt uit de projecten van includi?
“We zien ons meer als ontwerpers van tijd dan als ontwerpers van ruimte. Het gaat om time well spent, om gebruikers van de plekken die we maken een fijne tijd te geven. Op die plekken ontstaan nieuwe
“We zien ons meer als ontwerpers van tijd dan als ontwerpers van ruimte. Het gaat om time well spent, om gebruikers van de plekken die we maken een fijne tijd te geven”Health Hub Roden
relaties, vindt een spontane uitwisseling van ideeën plaats en niet verwachte ontmoetingen. Je kunt onze projecten daarom zien als een medicijn tegen een gepolariseerde samenleving. Als mensen elkaar niet meer spontaan ontmoeten; hoe komen we dan nog uit onze bubbel en waar komen we dan nog mensen tegen die een zetje nodig hebben? Typologisch zijn er veel parallellen tussen onze projecten; ze zijn altijd voor mensen, maar het onderscheid zit hem in de identiteit van de plekken. Daar proberen we aan te haken bij de lokale waarden en bij de geschiedenis. Een hoogwaardig stedelijk interieur kan bijvoorbeeld in Oslo passen, maar niet in Amsterdam of Palestina. In alle gevallen starten we met onderzoek. Onze werkwijze is deels geformaliseerd; we gebruiken tools en spellen en organiseren onder meer ter plekke workshops om de lokale behoefte te peilen. De antwoorden die we in projecten in Noorwegen, Duitsland of Nederland krijgen zijn deels generiek en deels specifiek. Generiek is de menselijke behoefte om elkaar op fijne plekken te ontmoeten, maar in Noorwegen wordt gezelligheid anders beleefd dan in Zuid Duitsland en dat zie je terug in de inrichting van ruimten. De lokale verschillen zijn enorm belangrijk; wanneer je in de Bijlmer een klus hebt moet je
weten dat daar in 1992 een Boeing is neergestort. In Noorwegen werkten we op een plek die vanuit de Tweede Wereldoorlog nog beladen was. Het begrijpen van de geest van de plek is cruciaal.”
Is het in deze tijd eigenlijk nog wel vanzelfsprekend om elkaar te ontmoeten?
“Uit onderzoek van socioloog Eric Klinenberg naar het gedrag van mensen in stedelijke gebieden blijkt dat mensen gezonder zijn in omgevingen waar meer sociale cohesie is. Betekenisvolle plekken zijn deels een oplossing, maar dat is de fysieke kant. Als je niet goed programmeert en geen inzicht in de behoefte van mensen hebt is het alleen maar de volgende
Bibliotheek Goes Hubland Bibliotheek van Stadtbücherei Würzburg (DE) Jeugdbieb Deichman Biblo Tøyen (NO)Starbucks. Het maken van laagdrempelige plekken die er goed uitzien moeten sociaal ingebed zijn. In Oslo werkten we aan een bibliotheek met vier podia. De medewerkers organiseren er buurtmaaltijden. Mensen die het kunnen betalen doen de inkopen. Daardoor ontstaat verbinding en betrokkenheid in de buurt. In essentie ontstaat zo een veerkrachtige samenleving.”
Hoe zie je de relatie tussen stedenbouw, inrichting en architectuur?
“Wij denken in typologieën en dan pas in sfeer en look en feel. De taal van de vorm bepaalt hoe functionaliteit gestalte krijgt. Als je plekken maakt
voor mensen heb je typologische maten nodig en dat is van alle tijden. Ikea bewijst dat met winkels over de hele wereld. Ook in onze designs zie je elementen die een generatie mee moeten, die veerkrachtig en in zekere zin neutraal zijn. Die spicen we met elementen met een kortere houdbaarheid, zoals een vintage tapijt of bijzondere verlichting. Dat kan over vijf jaar weer anders zijn, omdat behoeften veranderen. Daarom moeten publieke gebouwen ook
‘De omgeving van de mens is de medemens’ -
non-specifiek zijn, zodat de veranderende behoefte er altijd een plek in kan krijgen. Zo zijn stedenbouw en interieur met elkaar verbonden en belangrijker dan architectuur; architecten maken bonbons en ontwerpen objecten; landschapsarchitecten, stedenbouwers en interieurarchitecten ontwerpen ruimte, context en beweging. Het is daarom bijzonder dat velen grootschalige ontwikkelingen nog steeds vanuit de architectuur benaderen en niet vanuit het belang van een ruimtelijke en sociale inbedding. Dat leidt vanuit een gek kostenbewustzijn tot een verkramping van die hele ontwerpketen en een focus op gunstige bruto-netto verhoudingen en slimme gevels. Daardoor wordt de kwaliteit vergeten die we juist in de stedenbouw en de inrichting van ruimten proberen te bewerkstelligen.”
Kijk voor meer informatie op www.includi.com.
Cultura Ede Jules DeelderHET IHP ALS BRUIKBAAR BELEIDSINSTRUMENT ACHTERHAALD?
De waarde in complexe tijden
Het opstellen van een integraal onderwijshuisvestingsplan wordt verplicht voor gemeenten in overleg met hun schoolbesturen, maar de vraag is in hoeverre het in deze woelige tijden nog een bruikbaar beleidsinstrument is. Het gaat immers steeds vaker om een integrale wijk- of gebiedsvisie, waar scholen een plek in krijgen. En waar ENG inmiddels vanzelfsprekend is, acteren veel gemeenten nog vanuit een BENG-perspectief. Tijd voor een debat met de belangrijkste huisvestingsadviseurs.
HET IHP IS EEN ACHTERHAALD BELEIDSINSTRUMENT“Veel gemeenten gebruiken een IHP als een document dat een goede doorkijk biedt, maar wel regelmatig herijkt moet worden. Dan werkt het goed”
“Daar ben ik het niet mee eens”, opent Sytske. “Verandering is de constante en een goed plan beweegt mee met natuurlijke ontwikkelingen en trends. Je probeert het wettelijk kader te vertalen naar een duurzame strategie voor de hele portefeuille. Dat helpt gemeenten en scholen om voortgang te boeken.” Wouter: “Een IHP is een nuttig instrument om afspraken te maken over de investeringen in onderwijshuisvesting. Natuurlijk is het aan verandering onderhevig, waarbij de verbreding van het maatschappelijk vastgoed een belangrijke ontwikkeling is. Daarom moet je het koppelen aan andere maatschappelijke opgaven.” Jan Joost vult
aan: “Het IHP is vaak te smal geworden en te eenzijdig gericht op onderwijs. Je ziet in de praktijk steeds meer verbinding met thema’s, zoals verduurzaming en binnenklimaat, terwijl gemeenten het als een statisch document gebruiken. Je kunt niet zeggen dat een gezond binnenklimaat urgent is en dat het in het IHP pas over vier jaar aan de beurt is.” “Het blijft een bruikbaar beleidsinstrument”, reageert Maarten, “maar tegelijk constateer ik dat veel IHP’s van de afgelopen jaren vooral financieel achterhaald zijn en daardoor lastig uitvoerbaar. Kijk alleen al naar de indexering van bouwkosten. Daarnaast zou je vanuit het IHP ook meer grip moeten krijgen op de kosten voor bijvoorbeeld stedelijke randvoorwaarden en
Michiel Wijnen Wouter Houët Sytske Ypmaaspecten als tijdelijke huisvesting en sloop. Vaak is daar financieel niet op ingespeeld. We zouden eerder de afdeling financiën erbij moeten betrekken.”
Wouter: “De sectorraden adviseren daarom om het IHP minimaal eens per vier jaar te herijken, om te kijken of het als beleidsinstrument nog werkt. Veel gemeenten gebruiken een IHP als een document dat een goede doorkijk biedt, maar wel regelmatig herijkt moet worden. Dan werkt het goed.” Maarten vult aan: “De PO- en VO-Raad hebben inmiddels de notitie ‘Handreiking voor de ontwikkeling van een integraal huisvestingsplan’ vastgesteld. Met de kennis van nu hadden de opstellers er zeker meer procesafspraken in gezet. Wat doe je met het IHP als het vastgesteld is en hoe richt je het traject rond haalbaarheid en verbinding met de wijk in? Verder staat de koppeling met routekaarten en de CO2 reductiepaden er nog beperkt in.” Wouter knikt: “De klimaatopgave is een belangrijk element in het beleid- en uitvoeringsprogramma van het IHP. Ons bureau heeft een CO2MPAS ontwikkeld, dat we in de praktijk al toepassen. In de vernieuwingsopgave moet een gemeente voldoen aan de doelstellingen van het klimaatakkoord. Met dat kompas kun je meten hoe je in het IHP je doelstellingen kunt halen.”
VEEL GEMEENTEN KIJKEN NOG NAAR DE CAPACITEIT EN NIET NAAR HET BREDE VOORZIENINGENNIVEAUIn de praktijk worden bijna geen solitaire scholen meer gebouwd en toch blijft het IHP gericht op de capaciteit en inzet van onderwijsvoorzieningen. Maarten: “Toch is het logisch dat de focus primair op de huisvesting van het onderwijs ligt. Het verbreden met andere functies vindt vooral in de fase na het IHP plaats, als je het project concreet maakt. Dan kijk
DEELNEMERS
Michiel Wijnen
Wouter Houët
– Zenzo Maatschappelijk Vastgoed
– HEVO | Experts in Huisvesting en Vastgoed
Sytske Ypma – abcnova
Jan Joost Flim – draaijer+partners
Maarten Groenen – ICSadviseurs
Sibo Arbeek
- hoofdredacteur Schooldomein
je welke wijkgerichte logische combinaties mogelijk zijn. Als je aan de voorkant te veel disciplines betrekt wordt het een brij.” “Maar die verbreding moet in het IHP wel een plek krijgen in de scenariovorming”, vullen de deelnemers aan, “gemeenten kunnen het breder trekken door het te combineren met verbrede accommodatieplannen. Je kunt verschillende beleidsvelden meenemen bij het verkennen van scenario’s, zoals sport, welzijn, zorg en wonen. Dan leg je de link naar kansrijke opties op strategisch niveau. In de volgende fase kun je dan gerichter de business cases uitwerken.” “We hebben het veel over maatschappelijke verbreding, maar ik zie er in de praktijk maar weinig van terug”, reageert Michiel; “uiteindelijk worden er gewoon schoolgebouwen neergezet, die dan na schooltijd weer voor 80% leeg staan. Je moet een IHP niet complexer maken dan het is, maar ik vind wel dat gemeenten en schoolbesturen met een maatschappelijke portemonnee aan de wandel zijn. Scholen staan vaak op prachtige en daardoor kansrijke plekken, toch zie ik maar weinig gedeelde aula’s met ouderen en zorgwoningen boven op een school. Ook op het gebied van duurzaamheid kun je door samen te werken en te delen grote slagen maken.” “Dat komt omdat andere beleidsvelden
Maarten Groenen Sibo Arbeek Jan Joost Flimnooit synchroon met onderwijsplannen lopen”, signaleren de deelnemers unaniem; “en als je dan afhankelijk wordt van plannen die in een andere fase van beleidvorming zitten wordt het lastig. Dat is de reden dat gemeenten uiteindelijk projecten weer ontkoppelen, met als gevolg dat de gewenste integraliteit niet altijd van de grond komt. De uitdaging is om in de fase van uitvoering constant de verbinding te blijven zoeken.”
HET IHP ZOU VERBREED MOETEN WORDEN MET VOORZIENINGEN ZOALS SPORT, WELZIJN EN CULTUUR Sytske knikt: “Ik werk nu voor een kleine gemeente waarbij dit speelt. De gemeente wil met het opstellen van het IHP niet alleen de schoolgebouwen verduur zamen, maar ook inspelen op de gewenste flexibiliteit in voorzieningen en verbinding maken met maat schappelijke vraagstukken binnen het sociaal domein. Zo wordt er onder andere gesproken over het realiseren van een buurthuis en een sporthal bij één van de scholen. Absoluut kansrijk, maar dit brengt ook een grotere complexiteit met zich mee.” “Maar je hoeft ook niet alles in een plan te vatten”, poneert Michiel. “Geef een school een budget met als afspraak dat het gebouw voor een deel meervoudig gebruikt wordt. Dan ontstaan vanzelf verbindingen die bij de eigen onderwijsvisie- en ambities aansluiten.” Maarten knikt: “Ik zie wel als trend dat de school in de haalbaarheidsfase actief de wijk opzoekt. Dan helpt een stakeholdersanalyse en het hebben van een beeld bij kansrijke partners.” Jan Joost: “Schoolbesturen hebben het liefst partners die iets toevoegen aan het onderwijs. Een gezamenlijk belang is immers om exploitatie en investeringen bij elkaar te brengen. Dan kun je prima een TCObenadering kiezen, zodat je ziet wie de meter betaalt en vervolgens exploiteert.”
ELKAAR VERSTERKEN
Sytske: “Helemaal mee eens. Voor een school voor speciaal onderwijs onderzoeken we nu vroegtijdig in het traject hoe een zorgpartner kan aansluiten bij de ontwikkeling, omdat de gemeente de extra
meters niet zomaar kan bekostigen zonder sluitende businesscase.” “Daarom moet je al in de visiefase over samenwerking nadenken”, reageert Michiel, “die zorgpartij kan prima van dezelfde entree, keuken, kantine en algemene ruimtes gebruik maken. Die partijen kunnen elkaar juist versterken, ook in de exploitatie.” “Toch begrijp ik wel dat schoolbesturen voorzichtig zijn. Een kindcentrum is een acceptabel risico in de tijd, maar andere maatschappelijke partners brengen meer risico mee.” Maarten: “Een IHP is iets tussen scholen en gemeenten; hoe breder je het trekt, hoe meer risico er in de uitvoering is voor het schoolbestuur om bijvoorbeeld het bouwheerschap te dragen. Dat geldt ook voor de exploitatie, het dagelijks beheer en de aansturing van de partners.” Wouter knikt: “Een integraal kindcentrum is nog behapbaar, ook in de organisatie en exploitatie. De IHP’s die we maken zijn altijd voor onderwijs en kinderopvang. Zo stimuleert de gemeente Lingewaard de vorming van integrale kindcentra en breiden we in het IHP de afspraken over onderwijshuisvesting uit. Als het gaat over multifunctionele accommodaties dan ligt dat anders, door combinaties met welzijn, zorg en sport. Dan wordt het ingewikkelder met andere financieringsstromen. Sport kan ook nog, maar nog breder dan moet je dat per project bekijken en niet in een standaard willen regelen. Je kunt in een IHP wel algemene beleidsuitgangspunten opnemen; hoe ga je om met bepaalde vraagstukken? Dat hebben we in de gemeente Arnhem gedaan waarbij Noord en Zuid weer om een heel andere benadering vragen.” Jan Joost: “Je zou boven het IHP eigenlijk een strategisch huisvestingsplan (SHP) moeten maken, waarin je de kansen verkent om in wijken en buurten samenhangende voorzieningen te maken. In feite ook gebiedsontwikkeling. Daar kun je eveneens de prioritering van wijken in onderbrengen. Wij zien bij een aantal gemeenten een ontwikkeling dat ze nadrukkelijk de verschillende maatschappelijke thema’s en functies met elkaar willen verbinden en, afhankelijk van de opgave in een wijk, daar ook op willen prioriteren.”
Onderwijs Huisvesting
Noodlokaal: Binnen een paar dagen geplaatst, flexibel bij groei en krimp, noodlokalen sluiten naadloos aan op bestaande bouw.
Tijdelijke school: Voor langere of korte tijd, snelle bouwtijd, aantrekkelijk, comfortabel en voorzien van moderne faciliteiten.
Schoolgebouw: Semi-permanente oplossing, dezelfde uitstraling als nieuwbouw, moderne isolatie en ventilatie
Kort nieuws
ICS start voedselbos
Op 18 augustus heeft de overdracht plaatsgevonden van een oude boomgaard in Lopik naar de ICS Ruimteregie Groep. Deze bijzondere plek wordt de komende periode getransformeerd tot voedselbos, waarmee de organisatie haar ecologische voetafdruk verkleint. De ICS Ruimteregie Groep werkt sinds een
aantal jaren CO2 neutraal, onder meer met een inkoopbeleid die inzet op circulaire producten en een elektrisch wagenpark. Met dit beleid is de eigen uitstoot de afgelopen jaren fors teruggebracht. In het buitengebied van Lopik ontstond een unieke kans om een stuk grond aan te kopen. De gemeente en de Stichting
Duurzaam Lopikerwaard dachten al enige tijd na over een gewenste bestemming voor het gebied. Het stuk grond van circa 3 hectare ligt tussen Lopik en de Lek in een prachtige omgeving. De plannen om de huidige boomgaard te transformeren tot een voedselbos zijn inmiddels concreet in voorbereiding. De locatie is al jaren in gebruik als boomgaard en momenteel staan er 7 soorten appelbomen en perenbomen; daarnaast komt er een breed assortiment aan andere voedselproducerende bomen, planten en struiken. Met de realisatie van het voedselbos zet de organisatie een stap verder en gaat de wens in vervulling om de eigen CO2 uitstoot te compenseren. Op langere termijn wil de organisatie het bos gaan gebruiken voor (kleine) bijeenkomsten, zodat de locatie naast duurzame ook voor educatieve doeleinden kan worden ingezet. Het voedselbos draagt met een diversiteit in vegetatie bij aan een goede luchtkwaliteit en gunstige stikstofkringloop. Doel van ICSadviseurs is ook om het bos open te stellen voor educatieve doeleinden.
vlnr Hidde Benedictus, Rop Krist, Jan Remijnse, Alfred BakkerUitje schooldomein
Opwoensdag 24 augustus vond het jaarlijkse uitje plaats van het Schooldomein-team. Naast ruimte voor ontspanning op een mooie zomerdag, zo werd het eiland Pampus bezocht, werd vooruit gekeken naar het 35e jaar van Schooldomein. Een unicum dat gevierd wordt met een symposium in april 2023 en een nieuw boek over de ontwikkeling van kindcentra en de verbinding die zij aangaan met hun omgeving.
Een voor de hand liggende conclusie aan het einde van een geslaagde dag is dan ook dat het team enthousiast blijft werken aan het platform Schooldomein, dat al zo lang scholen, opdrachtgevers, overheden en partijen in de ontwerp-, bouw- en beheersector stimuleert en telkens weer op maat bedient.
HITTESTRESS !
Herkenbaar? Wat een hitte in de steden in het zuiden van Europa. Met z’n allen op vakantie naar verre zuidelijke oorden om te genieten van het ‘heerlijke’ weer. Nou dan kwamen wij van een ‘koude kermis’ thuis. Ik heb in Italië de mooie culturele stad Florence bezocht, overdag een temperatuur van 40 graden en ‘s avonds koelde het af naar 28 graden, nog altijd stevig om in de stad te slenteren. Eigen schuld zult u zeggen en ik zocht het ook op, toch! Inderdaad we zoeken het op en we ervaren zelf dat de gemiddelde temperatuur in de grote zuidelijke steden oploopt. Nu doet zich het volgende voor dat de stad die het snelst opwarmt de stad is waar ik zelf woon, Tilburg in het mooie Brabant. Tilburg, niet Barcelona, Rome of Parijs maar in mijn eigen omgeving in het groene landschap met veel natuur en met de meest vervuilde luchtkwaliteit van NL. Vanwaar dit onderwerp zult u nu inmiddels denken. Nou het gaat volgens mij om de toekomst van vandaag en de toekomst voor onze kinderen voor morgen. Wat voor wereld laten wij achter, welke kwaliteit van leven is daarbij van belang en hoe bereiden we de volgende generaties voor op de wereld van morgen? We merken elke dag dat er meer vraag naar beroepskrachten is dan er aanbod is. Een terechte vraag is daarom ook hoe wij het vmbo & mbo onderwijs Techniek inrichten. Ik word soms ‘treurig’ van de signalen die ik elke dag weer krijg en zoek houvast in de wetenschap en andere trendontwikkelaars. De rode lijn om de ‘hittestressklimaatveranderingen’ aan te pakken ligt volgens de wetenschap op 3 lijnen:
1e Beleid - Overheid en internationale verdragen
2e Gedrag - u en ik
3e Techniek & Technologie
Essentieel is de vraag waar we invloed op hebben. Wat kunnen we zelf doen en aan welke knoppen gaan we draaien? Daarom is het een uitdaging om het onderwerp klimaat en duurzaamheid te verankeren in het onderwijs van nu, voor onze jongeren, voor hun toekomst. Wij omarmen dit en gaan met volle ‘energie’ in het nieuwe schooljaar aan de slag om het vmbo & mbo klaar te ‘stomen’ voor de uitdaging van nu, door de stress van de hitte om te zetten naar de duurzame oplossingen die we met Techniek & Technologie kunnen realiseren. Daar krijg ik energie van, en word ik warm van.
Adri Pijnenburg | Pijnenburg Techniek Scouting Trendontwikkelaars en experts vmbo & mbo Techniek en Technologie
Van links naar rechts: Henrico ten Brink, Edward van der Zwaag, Sibo Arbeek, Michiel ten Brink en Brenda Breems (op het bovendek kijkt Skipper mee)Schooljaar 2022-2023 in Oekraïne
Begin juli 2022 meldde de minister van Onderwijs en Wetenschappen (MES) van Oekraïne, Serhiy Shkarlet, dat ze actief werken aan de terugkeer van offline onderwijs in het nieuwe schooljaar, waarbij de veiligheid van schoolkinderen en studenten op de eerste plaats blijft staan. De minister merkte op dat op 1 augustus 2022 30% van de scholen klaar is om offline lessen te starten in Oekraïne.
Alleen scholen die zijn geïnspecteerd door de Rijksnooddienst kunnen hun deuren openen voor schoolkinderen. De Oekraïense regering werkt daarbij samen met UNICEF om zoveel mogelijk scholen te herbouwen voor 1 september 2022. Het Ministerie van Onderwijs van Oekraïne meldde dat statistisch gezien ongeveer 20% van de scholen en kleuterscholen zijn beschadigd als gevolg van vijandelijkheden. Meer dan 830 onderwijsinstellingen zijn beschadigd en 111 volledig vernietigd als gevolg van bombardementen en beschietingen door de strijdkrachten van de Russische Federatie.
Ingewikkelde start
Voor 400.000 kinderen in de meeste regio’s in Oekraïne is gepland om het nieuwe schooljaar offline te beginnen. De offline start van het schooljaar in de oostelijke regio’s van Oekraïne is ingewikkeld; daarom hebben lokale autoriteiten sinds september online leren op alle regionale scholen goedgekeurd. Bovendien heeft het ministerie in het afstandsonderwijs de beperking op het aantal kinderen in een klas opgeheven, veroorzaakt door de verplaatsing van veel scholen die onder de bombardementen hebben geleden. Een andere grote barrière voor de invulling van klassen, zelfs op scholen in de westelijke regio’s
van het land, is de afname van het aantal kinderen als gevolg van de migratiestroom naar Europa en landen van Amerikaanse continenten. De laatste gegevens van de Verenigde Naties schatten dat 2,8 miljoen kinderen nu ontheemd zijn in Oekraïne en nog eens twee miljoen zijn gevlucht naar buurlanden. Dit betekent dat 64% van de kinderen in Oekraïne, oftewel 4,8 miljoen, nu op de vlucht zijn. De meeste kinderen, die verhuisd zijn in verband met de oorlog, zijn naar scholen gegaan in de landen van hun opvang.
Geen garantie
De ouders van de kinderen die in Oekraïne zijn gebleven zijn echter absoluut niet tevreden met het idee van offline onderwijs omdat er geen 100% garantie is voor de veiligheid van de kinderen. Op 1 augustus is door de Verenigde Naties geverifieerd dat er 359 kinderen gedood zijn en meer dan 700 gewond raakten als gevolg van de oorlog, hoewel het werkelijke aantal vrijwel zeker veel hoger ligt. Tegelijkertijd blijft een aanzienlijk aantal kinderen dat niet in staat was om te evacueren uit hotspots of tijdelijk bezette gebieden, in acuut gevaar. Bezettingsautoriteiten zetten druk op docenten en schoolhoofden om het werk te hervatten en over te schakelen op lesgeven in het Russisch volgens Russische normen en schoolboeken.
Vanaf 20 april 2022 zijn meer dan 563.266 Oekraïense burgers naar Rusland verplaatst. Ongeveer 121.000 van hen zijn kinderen die ‘gedwongen zijn gedeporteerd’ uit de omstreden oostelijke regio’s van het land. Er is dus geen garantie dat deze kinderen hun schooljaar in Oekraïne en in de Oekraïnse taal kunnen beginnen.
‘TO BE OR NOT TO BE’- VRAAG OM TE BEGINNENOlena Kovalchuk | VNU | Lutsk | Ukraine
Regio Rotterdam klaar voor wetswijziging IHP
De wetswijziging, waarin gemeenten verplicht worden gesteld een integraal huisvestingsplan (IHP) op te stellen, is aanstaande. Maar zijn gemeenten hier al op voorbereid? ICSadviseurs heeft een analyse uitgevoerd naar IHP’s van 13 gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond.
Wat blijkt? De IHP’s zijn vergelijkbaar in aanpak, visierijk en integraal.
Zowel in het aantal projecten als in financiële zin staan alle gemeenten voor een grote opgave; 172 projecten en een investering van € 600 miljoen. De regio Rotterdam is dus klaar voor de wetwijziging, maar er is ook werk aan de winkel. In alle bestudeerde IHP’s heeft de gemeente de schoolbesturen actief betrokken bij de totstandkoming van het IHP. IHP’s worden dus steeds meer coproducties. In vier gemeenten zijn ook de kinderopvangpartijen aangehaakt om de visie op IKC’s vanuit hun perspectief op te nemen en de samenwerking met het onderwijs te bekrachtigen. Geheel in lijn met het wetsvoorstel zien we dat het merendeel van de IHP’s een scope van 16 jaar bestrijkt, waarin ten minste voor de eerste 4 jaar projecten zijn gedefinieerd en investeringskosten zijn berekend. De IHP’s kennen een vergelijkbare opbouw. De visie op de onderwijshuisvesting en de inventarisatie van de onderwijsgebouwen vormen in de IHP’s de basis voor verdere planvorming.
VISIERIJK EN INTEGRAAL
In alle IHP’s is aandacht voor de visie op onderwijs, onder het mom van ‘vorm volgt inhoud’. IKC-
“Er valt nog een slag te maken op het gebied van CO2 reductie en het op stellen van routekaarten om ook aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord te voldoen”
ontwikkeling is het thema dat in alle IHP’s terugkomt. Het faciliteren van een doorgaande leerlijn waarin onderwijs en opvang, maar ook welzijn en zorg nauw samenwerken staat hoog in het vaandel. Ook de thema’s spreiding en inclusie zien we veel terug. De ambities op het gebied van de huisvesting liggen hoog. In 54% van de IHP’s ligt de duur zaamheidsambitie hoger dan het wettelijk minimum van een Bijna Energie Neutraal Gebouw (BENG). Meer dan de helft van de gemeenten kiest voor minimaal energie neutrale gebouwen (ENG). Het zal ook niemand verbazen dat het binnenklimaat in alle IHP’s als aandachtpunt wordt genoemd. Frisse Scholen Klasse B is in alle gevallen het vertrekpunt. Vooruitlopend op de andere wetswijziging is renovatie in 77% van de IHP’s opgenomen als oplossingsrichting. Hierin worden twee varianten onderscheiden. Gemeenten die renovatie zien als een levensduurverlenging van 20 jaar en daarmee nieuwbouw uitstellen. En de variant ‘vernieuwbouw’ waarin met renovatie de kwaliteit net zo hoog ligt als nieuwbouw. Ten slotte komt het thema leegstand in meerdere IHP’s terug. Flexibele bouw, het clusteren van voorzieningen en het maken van volumeafspraken worden gezien als effectieve maatregelen om leegstand te beperken en efficiënt
om te gaan met de beschikbare capaciteit en middelen.
GROTE OPGAVE
De totale opgave in het Rotterdamse is groot. De komende 16 jaar staan er voor 172 onderwijslocaties ingrepen gepland, variërend van uitbreiding, renovatie en nieuwbouw. Gemiddeld genomen staat 50% van de aanwezige onderwijslocaties op het IHP programma. In totaal gaan deze ingrepen gepaard met een gemeentelijke investering van ruim € 600 miljoen. Het gehanteerde investeringsbedrag voor nieuwbouw komt gemiddeld uit op € 2.445, - per m² bvo. Voor renovatie is de gemiddelde investering € 1.671,- per m² bvo. Met
70% van het nieuwbouwbedrag is dit een gangbaar en herkenbaar percentage. Beide bedragen liggen echter aanzienlijk lager dan de investering die is benodigd in de huidige markt. De flinke prijsstijgingen van de afgelopen jaren veroorzaken bij de meeste gemeenten tekorten op de IHP-budgetten, waardoor vervroegde bijstelling van het IHP noodzakelijk is. Tegelijkertijd zien we dat in steeds meer IHP’s afspraken worden gemaakt over een bijdrage van het schoolbestuur. In 62% van de geanalyseerde IHP’s is er sprake van een eigen bijdrage die varieert tussen de € 100,- en € 242,- per m² bvo en in verband wordt gebracht met het exploitatievoordeel.
IHP’S NOG GEEN ROUTEKAARTEN VERDUURZAMING Hoewel op het gebied van duurzaamheid de nodige stappen worden gezet ontbreekt in de IHP’s de samenhang met de doelen uit Het Nationaal Klimaatakkoord. In 2050 dient de CO2-uitstoot met 95% gereduceerd te zijn ten opzichte van 1990. Het streven is om in 2030 reeds 49% CO2 -reductie te behalen. Gemeenten en schoolbesturen dienen routekaarten voor de onderwijsgebouwen op te stellen met daarin een aanpak om deze doelen te realiseren. Het IHP kan gebruikt worden om het eerste inzicht in de CO2-reductie te verschaffen. De nieuwbouw en renovatie opgaven uit de IHP’s dragen immers bij aan de landelijke doelstellingen om de CO2-uitstoot te verlagen.
Al met al valt te concluderen dat de IHP’s uit de regio Rotterdam voorlopen op de aanstaande wetswijziging. De meeste IHP’s geven al invulling aan de beschreven stappen uit de ‘Handreiking IHP’ die recent door de PO-raad, VO-raad en VNG is gepubliceerd. De IHP’s bevatten een onderbouwd meerjaren perspectief op basis van een gezamenlijke en rijke visie. Er valt echter nog een slag te maken op het gebied van CO2-reductie en het opstellen van routekaarten om ook aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord te voldoen.
Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl.
‘Slim ontwerpen’ is het thema van deze Schooldomein. In de rubriek Architectuur en Verbeelding geven architecten, ontwerpers en inrichters beeldende voorbeelden.
URBAN ECHOES
De Knotwilg
Een herkenbare alles in één-school als blikvanger
De Knotwilg is een compact en krachtig alzijdig gebouw met een ruime vide, speelruimte en zitkuil als hart van het gebouw. Het centrale hart en de onderwijsfuncties zijn zichtbaar naar buiten. Twee grote openingen aan de oosten westzijde verbinden de school met de buitenruimte en van noord naar zuid is er een zicht-as door de hele lengte van het gebouw.
Het atrium met glijbaan zorgt voor een verticale verbinding tussen de verschillende verdiepingen en gebruikers; van de gymzaal
naar de kas en naar de zitkuil met podium. Een tweede verticale lichtschacht zorgt voor verbinding tussen het KDO, de school en de kas met daktuin op het dak. Deze kas zal voor educatieve doeleinden gebruikt worden en ook voor buurtbewoners toegankelijk zijn. De onderwijsgedachte van de Knotwilg is lokaal-doorbrekend vanaf de middenbouw, wat betekent dat de groepen 3 t/m 8 ook buiten de lokalen kunnen samenwerken. Zo zijn de lokalen onderling te koppelen via grote deuren en buiten de lokalen zijn werkplekken opgenomen om samen te werken in de middenbeuk.
Het gebouw is zo ontworpen dat het KDO en de basisschool verweven zijn met elkaar en elk kind zijn of haar eigen weg kan vinden. Het interieur van de scheidingswanden van de lokalen met garderobes en houten puien zijn uniform vormgegeven in materialisering en afwerking bij de KDO en de basisschool waardoor er eenheid ontstaat. De vele doorzichten zorgen voor een fijne samenwerking en zichtbare verbondenheid tussen de verschillende functies.
De school en het KDO maken dubbel gebruik van bepaalde en elkaars ruimtes. De naschoolse opvang maakt gebruik van het handvaardigheidslokaal, de kas en keuken, maar ook de werkruimtes en bibliotheek in de school. De zitkuil die overdag een lees- en speelplek voor de kleuters is, zal na schooltijd een fijne plek zijn voor theaterkunsten en beweging.
Het gebouw neemt niet alleen ruimte in, maar geeft ook terug aan de buurt. Het grote ronde raam in de gymzaal op de tweede verdieping en de open plint zorgt voor meer veiligheid aan de donkere fietspaden eromheen. De speeltuin rondom het gebouw is publiek toegankelijk en zonder hekken maakt het verbinding met de openbare ruimte rondom het gebouw. De kas en de gymzaal zijn ook toegankelijk buiten schooltijden voor de buurt. De Knotwilg is een optimistisch en met aandacht ontworpen gebouw als aanjager voor de bestaande en toekomstige kinderen en bewoners van Amsterdam Zuidoost.
Onderwijs leeft en beweegt. Wijzigingen in lesmethoden, computergebruik en in aantallen leerlingen zorgen voor een continu proces van verandering. IKC Zaanplein is een helder gebouw dat mee kan bewegen zonder het karakter te verliezen. In de arbeidersbuurt Rosmolenwijk in Zaanstad speelt de nieuwe school een rol als baken en ontmoetingsplek.
De opeenvolging van collectieve ruimten geeft het gebouw structuur en plaats voor ontmoetingen. De centrale entreehal met podiumtrap vormt een venster naar de buurt, maar maakt andersom ook het interieur van de school vanuit de buurt zichtbaar. De hal kan eenvoudig afgesloten worden van de rest van de school, zodat deze ook opengesteld kan worden voor een buurtavond. De gymruimte naast de entree
kan apart gebruikt worden of gekoppeld aan de podiumtrap zodat hier een toneel kan worden ingericht.
Een goed ingerichte leeromgeving is essentieel voor het leersucces van alle leerlingen. Het frontaal lesgeven zal steeds meer worden vervangen door gericht onderwijs. De leraar als coach. Naast de kernvakken zijn de competenties samenwerken, creativiteit, ICT-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van belang.
Door de collectieve ruimten in te zetten kunnen de kinderen afwisselende werkplekken gebruiken. Gedurende de dag is er verschillend gebruik van de ruimten door de kinderdagopvang, peuterspeelzaal, de scholen en de buitenschoolse activiteiten onder een dak.
Een leeromgeving is dynamisch, uitdagend en veranderlijk. Maar soms hebben kinderen en leerkrachten baat bij rust. Het ontwerp faciliteert dit, zonder dat het ten koste gaat van de collectieve ruimte. Wanden tussen lokalen kunnen in een handomdraai worden aangepast. Grenzen kunnen verdwijnen of juist worden aangegeven.
www.nunc.nl en www.baldarchitecture.nl
IKC ZAANPLEIN VERBINDT ZICH MET DE BUURT Ontwerp: Nunc architecten & BALD architecture Foto: Luuk KramerExpertise delen leidt tot het beste schoolgebouw
Iedere (brede) school of IKC heeft een eigen karakter, of het nu wordt ingegeven door het type onderwijs, de omgeving of gewoon het DNA van de school. Dit maakt dat er bij (vervangende) nieuwbouw vaak wordt gedacht dat het ontwerp een uniek ontwerpproces verdient.
“Het werken met en denken in bouw stenen maakt het ontwerpproces sneller concreet en tastbaar”
Terwijl de praktijk laat zien dat voor een groot deel van ontwerpopgaves veel de zelfde oplossingen worden gehanteerd. Waarom dan niet kiezen voor een uniform basis ontwerp voor onderwijsgebouwen, waarin veel expertise is geborgd en er toch veel ruimte voor individuele ontwerpkeuzes resteert? Dit is namelijk de manier om optimale kwaliteit te realiseren binnen een reëel kostenplaatje, waarin de risico’s voldoende worden beheerst en het proces wordt versneld. Vincent Deuning en Sarah Heemskerk, huisvestingsadviseurs bij abcnova, delen hun ervaringen en visie over het hanteren van een uniform basisontwerp, mede aan de hand van de nieuwbouw van vier scholen voor vier verschillende schoolbesturen in Amersfoort.
EEN BEPROEFDE STANDAARD
Een uniform basisontwerp is modulair en dus ruimtelijk aanpasbaar. Samen met het onderwijs is er een uniform basisontwerp ontwikkeld: bouw stenen die je als ‘legoblokjes’ kunt plaatsen en kunt verschuiven om tot een optimale gebouwopzet
te komen. Dit betekent niet dat de gebouwen dezelfde look en feel hebben. Er zijn ruime keuzemogelijkheden als het gaat om ruimtelijke ordening, inbouw (sfeer en identiteit) en exterieur (architectuur). Hierdoor ben je in staat om vanuit een uniform concept en uniforme aanpak tot unieke schoolgebouwen te komen. Sarah: “Een uniform basisontwerp kan natuurlijk interessant zijn voor bijvoorbeeld één schoolbestuur met meerdere gebouwen in de portefeuille. Toch biedt het ook kansen op veel grotere schaal. In Amersfoort zien we dat hetzelfde uniform basisontwerp ook werkt voor verschillende schoolbesturen die juist de samenwerking hebben gezocht.”
FOCUS OP TOEGEVOEGDE WAARDE
Met de slimme bouwstenen ligt ongeveer 70 procent van het gebouw en de (technische) structuur vroeg tijdig vast. Zo is er grip op kwaliteit, planning en kosten. Het geeft ruimte om juist de focus te leggen op de keuzes die voor de gebruikers en de omgeving relevant zijn; de vertaling van de eigen onderwijsvisie, activiteiten, wensen en identiteit. Door op voorhand
te werken met bijvoorbeeld een keuzecatalogus worden de mogelijkheden in beeld gebracht.
Opdrachtgevers en gebruikers krijgen daardoor in een vroeg stadium concreet inzicht in (reële) keuzemogelijkheden. Dergelijke keuzevoorstellen zijn echter niet in beton gegoten, maar fungeren als vliegwiel om in kort tijdsbestek met elkaar tot gedragen keuzes te komen.
EFFICIËNT PROCES MET GRIP
Het werken met en denken in bouwstenen maakt het ontwerpproces sneller concreet en tastbaar.
“Doordat gebruikers en ontwerpers samen sneller tot keuzes komen, waarbij de haalbaarheid zich op voorhand heeft bewezen, wordt het ontwerptraject sneller doorlopen. Minder procestijd vertaalt zich uiteraard ook naar minder proceskosten. Een flinke reductie op de ontwerpkosten is haalbaar, als bij de start van het project een bewezen uniform basis ontwerp beschikbaar is. Al zien wij ook al resultaat bij de scholen in Amersfoort, waar het opstellen van het uniform basisontwerp behoort tot de opdracht. Op deze schaal met 4 scholen zien we voordeel op de benodigde doorlooptijd en op de ontwerpkosten voor de technische uitwerking van de projecten. We zien de mogelijkheden om vanuit een Voorlopig Ontwerp versneld door te stomen naar een Technisch Ontwerp”, aldus Sarah.
De kracht is dat het uniform ontwerp steeds geactua liseerd wordt; leerpunten worden verwerkt voor de volgende projecten. Vincent licht toe: “Hoe mooi zou het zijn als je op grotere schaal een standaard kan doorontwikkelen waar alle scholen in Nederland van kunnen profiteren? Er wordt door die lessons learned zoveel waarde toegevoegd aan de kwaliteit!” Doordat projecten in uitvoering en projecten in ontwerpfasen parallel aan elkaar lopen kan in alle fasen van het project afstemming met de markt plaatsvinden op maakbaarheid, kostenontwikkelingen en de beschik baarheid van materialen. Bij een nog intensievere
samenwerking met de markt liggen er kansen voor meer leveringszekerheid (vroegtijdig reserveren van productiecapaciteit), schaalvoordeel (kosten reductie), kwaliteitsverbetering (productontwik keling). Door het lerende effect nemen faalkosten en projectrisico’s voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer af.
EEN DUURZAME SAMENWERKING
Het gezamenlijk hanteren van een uniform gebouw ontwerp vereist een intensieve en transparante samenwerking tussen partijen. “In Amersfoort bij voorbeeld bewaken we de uitgangspunten doordat het uniform basisontwerp door de vier school besturen gezamenlijk is vastgesteld. De verschillende schoolbesturen blijven echter zelf bouwheer van de eigen opgave. Binnen een programmateam bewaken we de ontwikkeling en de eventuele bijstelling van het uniform basisontwerp, zodat er aansluiting gehouden wordt op actuele ontwikkelingen”, aldus Vincent. “Doordat de schoolbesturen gezamenlijk de aannemer en ontwerpende partijen gecontracteerd hebben ontstaat ook hier een duurzame samen werking: partijen werken voor ruim 5 jaar met elkaar samen waarbij de haalbaarheid van de projecten in volgtijdelijkheid van elkaar afhankelijk zijn. Zowel bestuurlijk als inhoudelijk vraagt dit om een goede samenwerking; het respecteren van het gezamen lijke en het eigen belang.” “In Amersfoort zien we het commitment van de aannemer terug in reële en scherpe voorstellen en zien we dat de beleidsmede werkers van de verschillende schoolbesturen elkaar (nog) beter weten te vinden. Een zeer waardevolle bijvangst”, vult Sarah aan, “wij zijn ervan overtuigd dat het concept van een uniform basisontwerp bij draagt aan versnelling van de grote vervangings- en nieuwbouwopgave in het onderwijs en de kwalita tieve verbetering van onderwijsgebouwen. We gaan graag het gesprek met marktpartijen, producenten, leveranciers, ontwerpende partijen en opdrachtgevers aan om de volgende stap te zetten.
Kijk voor meer informatie op www.abcnova.nl.
Sarah Heemskerk en Vincent Deuning 19 het atelierHet leerplein of de klas, u mag kiezen
’t Baeken in Alkmaar biedt modern onderwijs dat in het teken staat van leren, samenwerken en creatief denken. Omdat dit onderwijs continu in ontwikkeling is, was de school op zoek naar een omgevingsoplossing die ruimte biedt voor zowel klassikaal onderwijs als voor onderwijs waarin gebruik wordt gemaakt van units en leerpleinen.
Architectenbureau KDRA had al eerder met dat bijltje gehakt en koos in dit project voor maar liefst acht BREEDVELD-schuifwanden om de school optimaal te flexibiliseren. “Basis school ’t Baeken bestond uit een hoofdgebouw dat was gekoppeld aan een aantal noodlokalen. De
noodlokalen zelf kwamen niet in aanmerking voor hergebruik, de fundering van deze noodgebouwen daarentegen wel,” vertelt KDRA architect Sjouke Siersema. “Gelukkig paste de locatie van deze funderingen ook bij het ontwerp voor het flexibili seren, de basis was hiermee dus eigenlijk al gelegd.”
DE KLAS UIT, HET LEERPLEIN OP
“Wij hebben eerder op basisschool De Wegwijzer mogen bijdragen aan het faciliteren van hun vooruit strevende onderwijsconcept. De Wegwijzer is net als ’t Baeken onderdeel van de onderwijsorganisatie SaKS. Klassikale lessen geven lang niet altijd de ruimte om met de grote verschillen tussen leer lingen om te gaan. In het werken in units op bijvoor beeld een leerplein ziet deze school een passende oplossing. Dit onderwijsconcept vraagt om een grote open ruimte met verschillende hoekjes die in verschillende mate open of besloten zijn. Omdat ruimte niet onbeperkt aanwezig was, hebben we bij De Wegwijzer gekozen voor een centrale ruimte waar lokalen omheen gegroepeerd zijn. Omdat alle lokalen
zijn uitgerust met een grote schuifwand, zijn ze geopend onderdeel van het leerplein en in gesloten vorm een traditioneel klaslokaal. ’t Baeken werkt naar een vergelijkbaar onderwijsconcept toe, maar heeft -anders dan De Wegwijzer- te maken met een bestaand schoolgebouw.”
MAAR WIE GAAT HET MAKEN?
In het ontwerp van KDRA voor ‘t Baeken is ervoor gekozen om de aula te transformeren tot het centrale punt van het leerplein. Het handarbeidlokaal dat daar direct naast lag, is opgeofferd om deze ruimte te vergroten. De nieuwbouw aan de noordzijde van het pand is direct aan het plein gesitueerd waarmee het centrale punt wordt omringd door af te sluiten lokalen. Alle lokalen zijn uitgerust met hetzelfde type schuifwand als bij De Wegwijzer: de schuifwand 110gl, een schuifwand die met haar grote glas openingen voor veel licht en transparantie zorgt. “ We hebben een aantal referentieprojecten bezocht om
inspiratie op te doen en gingen met een behoorlijke wensenlijst terug naar de tekentafel. De schuif wanden moesten groot en vanwege het gebruik in het basisonderwijs toch gemakkelijk bedienbaar zijn. Daarnaast moesten ze toepasbaar zijn in een hoek formatie, worden uitgerust met een bovenconstructie om dorpels op de vloer en ontsierende vloervlakken te voorkomen en betaalbaar zijn. Traditionele timmerfabrieken gaven niet thuis, onze wensen waren niet in één oplossing te vangen. Een zoektocht op internet bracht ons bij BREEDVELD. Deze partij bleek in samenwerking met aannemer Bouwbedrijf Bolten uit Alkmaar in staat al onze wensen in te willigen.”
IN DE PRAKTIJKOmdat het onderwijs nooit klaar is, kiest KDRA voor schoolontwerpen die rekening houden met gebruik van leerpleinen én het gebruik van klassieke ruimten. De installatiegroepering en constructieve lijnen zijn zo samengesteld dat de school over vijf, tien, maar ook over twintig jaar flexibel kan inspringen op nieuwe onderwijsideeën. “ Recent hebben we met ons team een bezoek gebracht aan ’t Baeken. De wanden blijken in de praktijk erg goed te werken. De functionaliteit is precies zoals we bedacht hebben.”
Kijk voor meer informatie op www.breedveld.com
“De schuifwanden moesten groot en vanwege het gebruik in het basisonderwijs toch gemakkelijk bedienbaar zijn”
Visie, organisatie en flexibiliteit gaan goed samen
De voorbereiding voor het event op 12 oktober werd een spannende uitwisseling van gedachten en visies met een mooie mix aan expertise aan tafel. Leren en blijven ontwikkelen; daar gaat het om!
“De omgeving verandert waarbij ver binding het kernwoord is. Dat bete kent dat het programma van eisen en de inrichting mee doen in die ver binding”
Commercieel manager Hans Haarman van Presikhaaf Schoolmeubelen trapt af: “We willen inspireren en ook uitdagen om bij de nieuwe inrichting van een leeromgeving veranderend onderwijs te ondersteunen. Waarbij we leerlingen en leerkrachten een fijne werkplek bieden die past bij het huidige tijdsbeeld en flexibel genoeg is om in te spelen op een continu veranderende (onderwijs)wereld De omgeving verandert waarbij verbinding het kernwoord is. Kijk naar de ontwikkeling van basisscholen naar kindcentra die steeds meer een wijkfunctie hebben. Dat betekent dat het programma van eisen en de inrichting mee doen in die verbinding. Daarom is die bewustwording van het fysieke domein zo belangrijk. Dat is overigens ook de
reden waarom we zo graag eerder betrokken worden, zodat architecten de goede keuzen in het voortraject maken.”
LEREN DOOR TE DOEN Remco Liefting, manager innovatief onderwijs bij WisMon Onderwijsinstituut: “Wij willen bèta, wetenschap en techniek in het onderwijs leuk en toegankelijk maken. Ik kom zelf uit een ondernemersgezin en een belangrijke les is dat je vooral leert door ‘te doen’. Hoofd èn handen dus. Mede om die reden ben ik destijds met 3Dkanjers begonnen, om kinderen te stimuleren om in hun onderwijsomgeving met hun hoofd en handen bezig te zijn. De wereld verandert en hiermee ook de inzichten hoe je een leeromgeving moet of kan
in- en aankleden. In de praktijk is niet iedereen veranderingsbereid. Goede voorbeelden zijn belangrijk om van elkaar te leren. Ik signaleer dat de hele sector onder spanning staat, onder meer door het personeelstekort en de politieke druk op het onderwijs. Daarnaast zie je dat er een kloof is gegroeid tussen het bestuur en de leerkrachten. Van oudsher is de wijze van organiseren binnen een school vrij naar binnen gericht geweest en dat is vaak nog zo. Al met al een impasse die lastig te doorbreken is. Wat wel helpt is te komen tot een open houding, met elkaar en in dialoog, om vanuit die veranderende buitenwereld te kijken naar de huidige manier van organiseren. Van buiten naar binnen. Op het event wil ik op een leuke manier een toetsingskader geven waarmee leerkrachten en hun directeur na kunnen denken over hoe ze het een en ander met elkaar hebben georganiseerd binnen de school. Mijn stelling is bijvoorbeeld dat je daar altijd de kinderen bij moet betrekken. Hoe kan het zijn dat ik in de ontwikkeling van nieuwe concepten bijna nooit de inbreng van de kinderen zelf zie, terwijl mijn dochter precies weet hoe haar slaapkamer eruit moet zien. Ik gebruik graag de metafoor van het bouwen van een kathedraal. Je begint met een droom, maar weet totaal niet waar je onderweg tegenaan loopt. Vanuit een fundament leer je te bouwen door samen te doen en vooral te leren. De toekomst is onzeker en die kun je alleen tegemoet treden door open te staan, wendbaar te zijn en op zijn tijd ook bestaande inzichten bij het grof vuil te zetten.”
FLEXIBILITEIT
Strategisch onderwijsconsultant Greg Priem van SPEYK: “Het onderwijs blijft flink bezig om de lessen offline én online vorm te geven. Het leren online vormgeven is anders dan klassikaal. Toch gaat het in mijn ogen altijd over contact met de lerende. Daarom moet de motivatie en zelfregulatie bij leerlingen goed begeleid worden. Interactie verhoogt de motivatie van leerlingen en kan
hun leerprestaties verbeteren. De interactie kan plaats vinden tussen leerlingen onderling en tussen docent en leerlingen. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat communicatie- en samen werkingsapplicaties helpen om de interacties tussen leerlingen onderling en leerling en docent te bevorderen. Alle leerlingen en docenten gemotiveerd op het gebied van afstandsonderwijs krijgen is mijn missie. De interactie met de docent of tussen de leerlingen onderling kan synchroon verlopen via videobellen of chatten, maar kan ook asynchroon verlopen via het digitale platform Microsoft 365. De interacties vinden plaats tijdens de digitale lessen, maar ook vóór of na de digitale lessen. Wanneer de interactie wordt ingezet tijdens de les, dan heeft deze het grootste effect op de leerprestatie. Er liggen nog veel uitdagingen op het gebied van digitale geletterdheid. Veel docenten weten bijvoorbeeld niet goed hoe ze digitale middelen goed kunnen inzetten in de klas. Ik heb veel teams begeleid in veranderingstrajecten. Dat geeft me energie. Dat vraagt om een flexibele organisatie en docenten die innovatief durven te zijn. Het onderwijs wordt er alleen maar leuker door.”
DE VISIE VERTALEN
Hans tenslotte: “De vraag is niet; hoe kan ik een klaslokaal inrichten, maar hoe kan ik mijn visie vertalen in een omgeving die het beste het onderwijs ondersteunt. We zien dat scholen aan het veranderen zijn; doordat je kinderen meer keuze biedt, geef je ze meer de ruimte om autonome keuzen te maken. Het gaat om het beste onderwijs voor de kinderen en leerkrachten. Daarom hebben we deskundigen van WisMon Onderwijsinstituut, SPEYK en Edux bij elkaar gebracht op het event. Die verschillende invalshoeken helpen directies en leerkrachten om de goede keuzen te maken.”
Voor meer informatie over het event op 12 oktober kijkt u op www.schoolmeubelen.com. U kunt zich nog opgeven!
Hans Haarman Greg Priem Remco LieftingIKOC Noord-Scharwoude combineert onderwijs, opvang en zorg
De ideale samenleving wordt in Noord-Scharwoude gebouwd, waar in het Integrale Kind en Ouderencentrum (IKOC) jong en oud samen wonen, leren en spelen. Grenzen worden niet door muren, maar door respect bepaald.
Dat was een betekenisvolle ontmoeting met (de inmiddels gepensioneerde) bestuurder Elfred Bakker van Allente, directeurbestuurder Ingeborg Korthals van het Horizon Zorgcentrum en huisvestingsadviseur Floor Driessen van ICSzorg over het nieuwe IKOC in Noord-Scharwoude. Allente, een organisatie voor onderwijs en opvang, en Horizon gaan in het dorp een centrum met 50 zorgappartementen, een basisschool voor 200 leerlingen en kinderopvang
voor 35 kinderen realiseren. Het programma van eisen is inmiddels vastgesteld en na de selectie van de architect en de aanbesteding staat het centrum er naar verwachting in 2025. Ingeborg: “Hoe mooi is het dat je je kinderen naar school brengt en daarna op visite gaat bij opa en oma. Het samen leven is essentieel om je menswaardig te voelen en levenswijsheid te delen; dat leidt tot de mooiste verhalen. Ouderen zijn onderdeel van de samenleving en verdienen een fijne plek, waar ze ook met hun beperkingen de eigen regie kunnen houden. Hoe mooi is het om dat fysiek te realiseren in een gebouw waarin iedereen zich vrij kan bewegen. We gebruiken het principe van de leefcirkels; iedereen is vrij tenzij. Een ‘leefcirkel’ is een zorgtechnologie voor mensen met dementie. Een bewoner draagt een tag bij zich, die zijn bewegingsruimte ‘op maat’ inregelt. Dat kun je ruimtelijk vertalen door slim te werken met afscheidingen, zoals een hegje voor bewoners met dementie. Het is een combinatie van technologie en praktische dingen. Mensen mogen gaan en staan waar ze kunnen; zolang het veilig voor zichzelf en voor anderen is. Zo kan heel subtiel een signaal afgaan wanneer ze bepaalde zones passeren.” Elfred: “Een school moet een thuis zijn waar kinderen zich veilig voelen. Dat geldt ook voor de huisvesting van ouderen. Daarom is groepsvorming belangrijk en dat geldt ook voor medewerkers. Een school moet kinderen uitdagen en nieuwsgierig maken; het zijn plekken
waar kinderen iets nieuws kunnen leren, zodat we ze voorbereiden op de maatschappij met zoveel verschillen en diversiteit. Het gaat om de combinatie van leren en levenservaring opdoen. Bij het IKOC staan ontmoeting, samen leren, samen vieren en samen leven voorop. Daarom vind je er geen glazen wanden en komen kinderen en ouderen binnen in een open ontmoetingsruimte, waar ze door een gastvrouw verder worden geleid. Ik zie geen bezwaren als straks een meneer met een rollator het onderwijsdeel inloopt, zolang het de veiligheid maar niet in gevaar brengt. Voor mij eindigt veiligheid wanneer er geen respect meer is voor diegene die het betreft. Denk aan jongeren die ouderen voor de gek gaan houden. Veiligheid valt niet te definiëren en is persoons- en situatieafhankelijk. Je moet vooral mensen in hun waarde laten en dat leren kinderen in het IKOC.”
BALANS VINDEN
“We proberen met het IKOC een kleine maatschappij te creëren en daarmee ook een voorportaal voor een betere toekomst”, vertelt Elfred, “het zorgen voor en respecteren van elkaar is een belangrijke voorwaarde
voor het bieden van goede zorg en opvang. Dat is de motor en daar toetsen we onze visie aan.” Ingeborg knikt: “We leven een beetje in een egocentrische samenleving, met ons werk, vrienden en pleziertjes. Het is daarom goed om kinderen te leren dat zorgen voor de ander natuurlijk is en dat er niet altijd iets tegenover hoeft te staan. Je krijgt er iets voor terug, namelijk bewustwording en een meer sociale kijk op de samenleving en op het milieu.” Elfred: “En dat begint al op de basisschool met het scheiden van plastic, papier en restafval.”
DEZELFDE DEUR
Floor: “Het project kenmerkt zich door verschillende opdrachtgevers met een sterke gedeelde visie op samenleven, maar met eigen gebruikerswensen en wet- en regelgeving. Denken vanuit de behoefte van ouderen met fysieke beperkingen is totaal anders dan ruimten voor 0-4-jarigen. De architect moet in staat zijn al die accenten te vertalen en vooral samenhangend te benaderen. Dat betekent vloeiende overgangen waar het kan, maar ook aandacht voor het detail; een kleurvlak op de vloer betekent voor een oudere iets anders dan voor een kind. Het is
Foto Karin MeijerPROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw IKOC met een kindcentrum en 50 zorgappartementen
Opdrachtgever
Allente, Zorgcentrum Horizon en de gemeente Dijk en Waard
Adviseur
ICSzorg Volume Onderwijsdeel 1209 m², opvangdeel 243 m² en zorgdeel 4.336 m²
Ingebruikname
Voorjaar 2025
de kunst de balans te vinden in een groter gebouw met verschillende zones, waarbij je de gebruiker de mogelijkheid wil geven het te ontdekken. Er is een belangrijk verschil tussen rondwandelen en dwalen en verdwaald raken. Dat verschilt per leeftijds- en doelgroep. Natuurlijke elementen gaan samen met domotica en smart technology, maar vragen ook om afstemming. Het gebouw, de tuinen eromheen en de hele buurt eromheen hangen samen en zijn gericht op ontmoeting.” Ingeborg: “Een deel van onze bewoners heeft of krijgt te maken met dementie, maar als je het gebouw op een natuurlijke manier inricht, met hulp van technologie, komen ouderen ook op plekken waar ze mogen komen. Als je een deur dichthoudt hebben mensen de neiging om naar buiten te willen; als hij open staat is het vanzelfsprekend. Je kunt met je gebouw zoveel doen. De belangrijkste boodschap is dat je het met elkaar wilt doen en met elkaar een community wilt vormen.”
SAMEN DELEN
Elfred: “We hebben de buurt uitgenodigd om mee te denken op basis van een vlekkenplan. Behoud het bestaande groen en zorg voor verkeersveiligheid waren de belangrijkste wensen. Daarom denken we aan een afsluitbare kiss en ride zone die ook speelplaats wordt. De kinderen komen straks vooral uit de wijk en het dorp en de ouderen wat breder uit de regio. Het is heel goed mogelijk dat je straks met je eigen opa en oma in een gebouw zit. Ouderen die in de buurt wonen zijn van harte welkom om aan activiteiten deel te nemen.” Ingeborg knikt: “Iedereen komt door dezelfde deur naar binnen en daar heb je gescheiden delen en werelden, die we op een natuurlijke manier willen laten samenhangen. De school wil graag een atelier; hoe mooi is het
dat bewoners daar samen met kinderen kunnen schilderen en kleien. Er komt een mooi restaurant bij de zorg dat gemeenschappelijk gebruikt wordt. Kinderen en ouderen kunnen er met de buurt koken en eten. In het IKOC komt een speelzaal voor kinderen die fysio ook gaat gebruiken voor ouderen en buurtbewoners.”
GROEN EN VERKEER
Elfred: “We willen de buitenruimte inrichten met moestuinen en kleinvee, zodat kinderen ook leren om voor hun omgeving te zorgen en met producten leren werken. We betrekken daarom ook een landschapsarchitect om een zo aantrekkelijk mogelijke buitenomgeving te maken, die goed aansluit bij de groene omgeving. Buitenruimte vinden we net zo belangrijk als de binnenomgeving. Je hebt allerlei fantastische ontwikkelingen en dan is de vraag of het financieel haalbaar is. Wij toetsen het aan de kwaliteit van leven en dan mag het best wat meer kosten, ook al is het rendement soms lastig meetbaar. Een extra investering in pv-panelen en minder verbruik van fossiele brandstoffen staan naast het belang van socialiseren en het vormen van je persoonlijkheid. We willen onze medewerkers binden door een aantrekkelijke werkomgeving te bieden. Daarom komt er een gezamenlijke personeelskamer voor alle medewerkers met gemeenschappelijke werkplekken. Dat is ook kwaliteit van leven.” Ingeborg knikt: “Er komen veel mensen stage lopen, snuffelstages en artsen. We willen ook een leer- en werkbedrijf voor mensen met een niet Nederlandse achtergrond zijn en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Iedereen is hier straks van harte welkom.”
Kijk voor meer informatie op www.icszorg.nl.
“Voor mij eindigt veiligheid wanneer er geen respect meer is voor diegene die het betreft”Vlnr Floor Driessen, Elfred Bakker en Ingeborg Korthals
Aeres Hogeschool Almere bouwt aan een duurzame toekomst met een gezonde en circulaire leeromgeving. Met ons advies zette Aeres extra stappen naar een optimaal gezonde omgeving voor medewerkers en studenten. Zo adviseerden wij over circulaire materialen en toetsten wij de duurzame keuzes aan de hoge ambities. Wij zijn trots op de samenwerking aan dit eerste onderwijsgebouw met een gezondheidscertificaat op het hoogste niveau, WELL Platinum.
Onze overtuiging is dat mensen het beste tot hun recht komen in een duurzame, veilige en gezonde omgeving. Wij dagen onszelf elke dag uit met vernieuwende en integrale oplossingen te komen. Voor comfortabele gebouwen van vandaag én morgen.
Duurzame toekomstSlim Ontworpen
Door de jaren hebben wij in ‘onze’ scholen gezocht naar slimme, praktische en mooie antwoorden op de stapeling van eisen die aan de gevel gesteld worden - en dan met name de vaak tegenstrijdige eisen - ten aanzien van daglicht, zonwering, spuiventilatie, uitzicht en bouw- en exploitatiekosten. Het slimme zit hem erin dat deze puzzel het schoolgebouw zijn karakter geeft.
DRAAIENDE DELEN
Een paar voorbeelden: bij de Montessorischolen in Den Haag zorgen knalrode uitvalschermen voor een vriendelijke en vrolijke uitstraling die past bij de binnenstedelijke locatie. Het IJburgcollege in Amsterdam krijgt door de gouden luiken een levendige, zelfbeschaduwende gevel. De gevel van Basisschool de Brielse Veste is uitgevoerd in opengewerkt metselwerk, dat voor de draaiende delen is doorgetrokken; overdag kan koele lucht worden binnengehaald, in de winter ontstaat een verfijnd sprookjesachtig beeld. Dit principe is recent ook toegepast in twee andere projecten: bij de Rudolf Steinerschool in Haarlem zijn voor de draaiende
delen golvende houten latten gebruikt; de organische vormen passen goed binnen de onderwijsfilosofie van de vrije school. Bij Veurs Voorburg is geen bewegende zonwering toegepast, maar een combinatie van zonwerend vast glas en geperforeerde panelen voor de draaiende delen.
KOSTEN EN COMFORT
Slim Ontwerpen, het thema van deze editie van Schooldomein, was voor onze partner Mira van Beek van atelier PRO aanleiding om in gesprek te gaan met Koos Melse van ZRi, die als adviseur bouwfysica betrokken was bij Veurs Voorburg. Onderwerp van het gesprek: kan het slimmer? Het volledige gesprek is te lezen op www.atelierpro.nl/nieuws Onderstaand een fragment:
PRO: Ook bij Veurs Voorburg hebben we, net als bij bijna al onze schoolprojecten, gezocht naar de balans tussen regelgeving, kosten en comfort – zeker voor de gevel. Het PvE Frisse Scholen stelt eigenlijk: hoe meer daglicht, hoe beter. Dus, hoe meer ramen hoe beter. Maar klopt dat wel?
ZRi: Ik denk dat iedereen wel de ervaring kent dat leerlingen van een donkere sfeer slaperig worden en van daglicht juist alerter; prestaties nemen bewezen toe bij meer daglicht. Maar tegelijkertijd kan je niet stellen: ‘hoe meer daglicht, hoe meer prestaties’ - dat vlakt toch af, na een bepaald punt. Bij mijn weten is dat punt echter nergens aangetoond.
PRO: Maar je zou denken dat je met veel daglicht in ieder geval geen lampen aan hoeft te doen. Dat is toch ook slim. Een mooie energiebesparing…
ZRi: Zeker, maar dat is wel relatief. Het hangt af van de tijd van het jaar en bovendien is het aandeel van de verlichting in de exploitatiekosten de laatste jaren drastisch gedaald door de toepassing van LED. En glas is ook een kostenpost: het is duurder dan een dichte gevel en om te voldoen aan de eisen van
Voor atelier PRO betekent slim ontwerpen zoeken naar integrale oplossingen. Kennis(ontwikkeling) is daarbij essentieel, net als kennisdeling - want slim ontwerpen doen we niet alleen.
Zeker in de scholenbouw is een nauwe samenwerking tussen architect en adviseurs van grote waarde.IJburg College Foto Jan Paul Mioulet
Frisse Scholen moet je ook hoge ruimtes met hoge ramen maken. Dat soort ruimtes zijn natuurlijk heel aangenaam - denk maar aan oude schoolgebouwen - maar niet goedkoop. En veel glas heeft ook nadelen, want meer zon betekent ook meer warmte binnen.
KWALITEIT BINNENKLIMAAT
PRO: En warmte is de grootste uitdaging als je het over de kwaliteit van binnenklimaat in een klaslokaal hebt.
ZRi: Ja, absoluut. En dus betekent meer zon, meer zonwering, en soms ook de noodzaak van actieve koeling. En, meer kosten in aanschaf en onderhoud.
PRO: Dat is dus de puzzel. Hebben jullie eigenlijk wel eens berekend wat de daglichttoetreding is als de screens naar beneden zijn?
ZRi: Er wordt bijna altijd gekozen voor screens waar nog een beetje uitzicht mogelijk is, maar de hoeveel heid daglicht die er doorheen komt is minimaal, minder dan 5%.
BOMEN PLANTEN
PRO: In de praktijk betekent dat dus dat er op zonnige dagen heel weinig daglicht binnen komt. Dan is er ook bijna geen uitzicht en screens zijn bovendien duur, onderhoudsgevoelig. Daarom proberen wij altijd vaste zonwering toe te passen.
Een soort gulden middenweg. Maar dat beweegt natuurlijk niet mee met de zon. Kan dat niet slimmer? Bomen rondom een school te planten? Hoe kijk jij daar als bouwfysicus tegenaan?
ZRi: Bomen, dat zou een slimme oplossing kunnen zijn, ja.
PRO: Schaduw in de zomer en verwarming door de zon in de winter. Daarnaast: duurzaam, onderhoudsarm, klimaatadaptief, biodivers. Het tikt wel heel veel boxes aan en toch, als wij het voorstellen wordt het vaak met scepsis ontvangen. Kan je daar aan rekenen?
ZRi: Ja hoor. Je moet dan aannames doen voor de bijdrage van die bomen aan schaduw. Je zou moeten kijken wat voor boom het is, wanneer krijgt die blad? Dat soort dingen moet je natuurlijk meerekenen. Maar ik vind dat je gelijk hebt.
PRO: Als je het over een slimme oplossing hebt. Dat hoeft dus niet altijd een technische oplossing te zijn. Bomen als zonwering die meebewegen met het seizoen. Een natuurlijke oplossing, ondersteund door de techniek… dat is pas slim! Laten we daar een lans voor breken. Wordt vervolgd…
Kijk voor meer informatie op www.atelierpro.nl.
Basisschool De Brielse Veste Foto Luuk Kramer Rudolf Steiner College Foto Ronald Tilleman Veurs Voorburg Foto Dina MartinsDit collegejaar opent LAB42, het nieuwe universiteitsgebouw voor de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Door de toename van studenten, medewerkers en nieuwe samenwerkingen met de wetenschap en het bedrijfsleven is naast het hoofdgebouw van de FNWI een nieuw gebouw gerealiseerd op het Science Park in Amsterdam. LAB42 is vooral een slim gebouw geworden. Schooldomein sprak met de project- en programmamanager van de UvA, Marlies Veldman, architect Joost Vos van Benthem Crouwel Architects, projectmanager Michel van Gageldonk en senior construction manager Rik ter Haar, beiden van Drees & Sommer Netherlands. Drees & Sommer verzorgde de directievoering en het toezicht op de realisatie van de nieuwbouw. Samen met IsolveProblems begeleidde het projectmanagement- en vastgoedadviesbureau de contractvorming, aanbestedingen en de optimalisatietrajecten.
WETENSCHAP EN BEDRIJFSLEVEN
“Bètawetenschappen groeit hard”, zegt Marlies Veldman. “Daarom was er behoefte aan een extra gebouw, specifiek gericht op informatiewetenschappen en Artificial Intelligence (AI). We wilden een omgeving creëren waarin onderzoek, onderwijs, ondernemen en ontmoeten met elkaar verbonden zijn. Dat studenten tijdens hun studie meer met het bedrijfsleven in contact kunnen komen en vice versa. Dit gebouw faciliteert dat.”
TOEGEVOEGDE OPENBARE RUIMTE
Het Science Park in Amsterdam Oost ligt acentrisch en veel mensen kennen dit gebied nog niet. Bij de realisatie van LAB42 heeft de UvA de directe stakeholders betrokken bij de opgave een open en transparant gebouw te maken. “Direct betrokkenen werden uitgenodigd om mee te denken over ver schillende plekken in en om het gebouw waar mensen kunnen samenkomen”, zegt architect Joost Vos. “Er is
een helder masterplan gemaakt met een netwerk van voet- en fietspaden die gebouwen verbinden. Bij LAB42 loopt dit netwerk letterlijk dwars door het gebouw, waardoor het gebouw een vanzelfsprekend onderdeel van het openbaar netwerk wordt. Onze opvatting is dat je met een gebouw geen openbare ruimte moet wegnemen maar juist moet toevoegen.”
CONCENTRATIE OF SAMENWERKEN
Het gebouw moest aan vijf speerpunten voldoen: het moest slim en aanpasbaar zijn, inspirerend, duurzaam en gezond. Slim is bijvoorbeeld om per onderzoeksgebied gedeelde werkplekken te maken. Joost: ”Het gebouw kent een diversiteit aan plekken om samen te werken, te ontmoeten of geconcentreerd te werken. De wetenschap vraagt om ruimten met rust, focus en stabiliteit. Daarnaast zijn er ruimten waar studenten en het bedrijfsleven elkaar ontmoeten en geprikkeld worden om samen te werken en kennis te delen. Het gebouw bestaat uit een aantal
Rik Ter Haar (Drees & Sommer):
“Dankzij de goede samenwerking en met oog voor de belangen van alle betrokken partijen is het gelukt om, volgens planning, het gebouw dit collegejaar in gebruik te kunnen nemen.”
lagen; ik vergelijk het wel met uienringen, waarbij de plekken om te leren en te concentreren aan de rand liggen en in het hart ontmoeting én ontdekking zijn ondergebracht.”
FOCUS OP DE EINDGEBRUIKERS
Het team van Drees & Sommer ondersteunde de universiteit met de continue controle op en advies over kwaliteit, planning en budgetten tijdens de ontwikke ling en realisatie van LAB42. Michel van Gageldonk en Rik Ter Haar van Drees & Sommer blikken terug. “Bij een opgave als deze, met veel betrokken partijen en belanghebbenden met ieder hun eigen wensen en eisen – zijn wij de gebruikerswensen al in een vroeg stadium gaan managen zodat programmatische wijzigingen tijdens de uitvoering zoveel mogelijk beperkt zijn gebleven. Zo hebben we een gebouw gerealiseerd naar de wensen van de verschillende gebruikers.”
SLIM BOUWEN MET BIM
Rik zoomt in op de realisatie van het gebouw. “Het is een overzichtelijk gebouw met een op zichzelf staande, modulaire staalconstructie, vloeren ertussen en dan wanden en plafonds en dan ben je er. Maar dan komen de installaties; hoofdzakelijk prefab op afstand gemaakt en ter plaatse geassembleerd. Installaties, zeker bij duurzame gebouwen, worden steeds ingewikkelder en vormen al snel 40% van de investeringen. En de bouwtijd van 18 maanden was een harde deadline. Het gehele team heeft met het 3D uitgewerkte ontwerp in BIM (Building Information Model) continu gezocht naar planoptimalisaties, naar eenvoudige en slimme oplossingen voor de uit dagingen die we tijdens het proces tegenkwamen. Met een continue focus op de kosten is het gelukt om veel optimalisaties nog voor de start van de uitvoering door te voeren en daarbij zowel de doelstellingen en ambities als de strakke tijdsplanning te halen.”
Joost Vos (Benthem Crouwel Architecten):
MEEDENKEN
“Het voordeel van het modulaire concept is dat het ge durende het proces eenvoudig was om componenten te vervangen terwijl het architectonische concept en de (duurzaamheids-) doelstellingen van de UvA gewoon overeind bleven”, vertelt Michel. “In samenwerking met de aannemer is bijvoorbeeld de gevel vereenvoudigd tot aluminium gevelelementen met een bekleding van keramiek en pv-panelen. De bedachte circulaire vloer kon niet worden uitgevoerd. De aannemer kwam met een eigen oplossing, die net zo circulair was. Slim bouwen is zéker ook dat alle partijen innovatief mee denken.” Rik voegt toe: “Het grote voordeel van BIM is dat je virtueel het gebouw al min of meer realiseert en de praktische uitvoering nagenoeg foutloos gaat. Door het werken met BIM kun je samen met alle betrokken partijen de juiste dingen op de juiste momenten doen en gezamenlijk zoeken naar optimale en goed uitvoer bare oplossingen.”
SLIMME DATA VOOR GEBOUWBEHEER EN WETENSCHAP
“Een duurzaam gebouw met complexe installaties wil je goed kunnen besturen en beheren”, vervolgt Michel. “Van tevoren moet je eigenlijk al weten hoe je het wilt inregelen en wilt gaan gebruiken.” In de praktijk is het gedrag van de gebruikers lastig te voorspellen. Iedereen verlangt iets anders van een installatie en ruimte. Marlies: “We zijn nu al zaken aan het inroosteren die eerder anders bedacht waren. Het slimme van dit gebouw zit in de data die het gebouw genereert. Die data kun je gebruiken om het gebouw optimaal te beheren, maar ook voor wetenschappelijk onderzoek. Het gebouw levert een immense hoeveelheid data waar de wetenschap iets mee kan doen.”
HOGE KWALITEIT- EN MILIEUPRESTATIE
Eén van de bijzonderheden in dit project is het streven van de UvA naar een zeer hoge kwaliteit en milieu prestatie. Ook bij de aannemersselectie waren de duurzaamheidsambities van de UvA een belangrijk
“Het is voor ons als architect normaal om een gebouw in 3D uit te werken. De mate van succes van BIM is afhankelijk van wat je erin stopt en wat je eruit haalt. Je moet een projectorganisatie hebben die er de waarde van inziet en de data ook gaat gebruiken.”
uitgangspunt. “Het team van Drees & Sommer heeft bij de selectie getoetst of LAB42 aan de kwaliteits- en duurzaamheidseisen van de universiteit voldeed”, vertelt Rik. “Onder meer het vele groen in het gebouw, de pv-panelen, het grijswatergebruik en de mos sedum-dakbedekking zorgen ervoor dat LAB42 een duurzaam en gezond gebouw is met een comfortabel binnenklimaat. Daarbij speelde circulariteit een belangrijke rol. Het gebouw is volledig losmaakbaar en er zijn veel gerecyclede materialen toegepast, van beton en aluminium tot vloerbedekking.”
MATERIALEN
Marlies: “In 2018 begonnen we met circulair denken, maar we zijn daar nu al veel verder in. De UvA heeft meer vastgoed in de stad en we zijn dus zelf donor van veel bouwmaterialen. Het is daarom belangrijk om te weten welke gebouwen je wilt aanpakken en hoe je vervolgens de stroom materialen op gang brengt.”
Rik vervolgt: “In dit gebouw is het materiaalgebruik geoptimaliseerd, evenals de afvalstromen. Het BIM-model met daarin alle toegepaste materialen voedt Madaster (het materialenkadaster). Zo is er altijd een overzicht van aanwezige (en bij demon tage bruikbare) materialen. Dit kan de afdeling
Marlies Veldman (UvA): “Het ontwerp- en uitvoeringsproces is in een sneltreinvaart gegaan, waarbij de lat hoog lag en iedereen bereid was naar elkaar te luisteren en samen te werken. Drees & Sommer heeft daarin goed gestuurd en een duidelijke coördinerende functie vervuld.”
Marlies: “Alle partners hebben het programma van eisen goed vertaald en zijn dicht bij de uitgangs punten gebleven. Dat is bij zo’n complexe opgave een compliment waard. Het ontwerp- en uitvoeringsproces is in een sneltreinvaart gegaan, waarbij de lat hoog lag en iedereen bereid was naar elkaar te luisteren en samen te werken. Drees & Sommer heeft daarin goed gestuurd en een duidelijke coördinerende functie vervuld. De synergie was ook noodzaak om het in een jaar tijd voor elkaar te krijgen.” Rik: “Wij waren vanuit de opdrachtgever aanspreekpunt gedurende de hele bouwperiode.” Met een glimlach voegt hij toe: “De aannemer gaf aan dat hij in dit project geen stress ervaren heeft. Dankzij de goede samenwerking en met oog voor de belangen van alle betrokken partijen is het gelukt om, volgens planning, het gebouw dit collegejaar in gebruik te kunnen nemen! De start van het collegejaar is nou eenmaal de start van het collegejaar. Daarover valt niet te twisten.”
Kijk voor meer informatie op www.dreso.nl.
Facility Services van de UvA helpen bij het plannen van onderhoud of vervanging.” OP TIJD Vlnr Michel van Gageldonk, Rik ter Haar, Joost Vos en Marlies VeldmanLATEN HOREN WAT BELANGRIJK IS IN HET ONDERWIJS
Welcome to the sound of nature
Deelnemers aan de workshop tekenen hun eigen ruimten op een vel en geven aan wat voor geluid bij elke ruimte past op basis van eigen ervaringen; hard in de aula, gemiddeld in de kantine en zacht in de lokalen? Wat opvalt is dat iedereen een eigen interpretatie van ruimten, activiteiten en het bijbehorende geluid heeft. Het eindigde met een netwerkborrel en een VR-experience.
Ecophon organiseert een aantal bijeenkomsten in het land om het belang van goede akoestiek in het onderwijs te benadrukken. Niet alleen vertellen, maar ook zelf ervaren en meedenken.
Dat is de samenvatting van de bijeenkomst in het Onderwijsmuseum in Dordrecht met vertegenwoordigers uit het onderwijs, architecten en adviseurs, die met elkaar het gesprek aangingen.
Bianca Scherpenhuyzen van Ecophon: “Uit een internationaal onderzoek onder studenten blijkt dat gemiddeld 31,5% aangeeft in bijna elke les overlast van geluid te ervaren. Nederland scoort als 7e op deze lijst met 37% dat aangeeft last te hebben van slecht geluid. Geluid of lawaai in een ruimte is een probleem, kan je ziek maken en zorgt
dat je snel vermoeid raakt, met stress te maken krijgt en dit kan zelfs een verhoogde hartslag tot gevolg hebben. Kortom; slecht geluid beïnvloedt de kwaliteit van het leven direct en kan bij docenten het ziekteverzuim negatief beïnvloeden.”
GELUID ALS EEN GOLF
Maar wat is geluid precies? Bianca: “Geluid is in feite energie, een trilling en het beweegt zich door de ruimte als een golf. Een geluidgolf heeft een bepaalde frequentie en deze bepaalt de toonhoogte, een hogere frequentie betekent een hogere toon. We drukken dit uit in Hertz. Ons gehoorbereik ligt gemiddeld tussen de 20 en 20.000 Hertz. Een geluidsgolf komt via de oorschelp de gehoorgang binnen, de trilling
van het geluid wordt versterkt door het trommelvlies en de gehoorbeentjes. Dit wordt opgevangen in het slakkenhuis en deze geeft het via de zenuw door aan de hersenen. In het slakkenhuis zit een vloeistof en trilharen, wanneer de trilharen beschadigd raken spreken we van een gehoorbeschadiging. In zekere mate maken we dit allemaal mee omdat ze kunnen slijten door ouderdom maar gehoorschade kan ook optreden door blootstelling aan hard geluid, zeker wanneer dit vaak of langdurig gebeurt. Het eerste dat je mist bij een gehoorbeschadiging in het luisteren naar spraak zijn de zachte medeklinkers en medeklinkers zijn vooral belangrijk om de inhoud van de spraak te kunnen begrijpen, de klinkers geven het volume mee.”
BELEVING VAN RUIMTE
De visuele en auditieve perceptie werken vergelijkbaar in de beleving van de ruimte. Door de samenhang van prikkels ontstaat het totaalbeeld. In het ontwerpen van scholen ligt het meeste accent nog op de binnenruimte, maar de buitenomgeving doet steeds meer mee, bijvoorbeeld in het ontwerp van een buitenlokaal. Bianca: “We moeten eigenlijk de natuurlijke geluidbeleving van buiten naar binnen brengen en kunnen daarbij veel van de natuur leren. Bij het ontwerpen van binnenruimten is het enorm belangrijk om na te denken over geluid en spraak omdat we zo nog steeds de meeste kennis overbrengen. Is de akoestiek slecht dan mis je al snel die zachte medeklinkers en moet je samenhang en betekenis uit de harde klinkers destilleren. In een ruimte zonder absorberende materialen beweegt het geluid zich agressief door de ruimte heen en blijft als het ware in de ruimte zweven. Een goed akoestisch design start met het verkrijgen van inzicht wat docenten en studenten precies doen in verschillende ruimten en waar ze behoefte aan hebben. Activiteiten zoals lezen, rennen, concentratie of samenwerken vragen om andere ruimten en stellen andere eisen aan de akoestiek en aan het ontwerp van de ruimte. Ook de vorm van de ruimte, langwerpig, rond of rechthoekig werkt mee, net zoals de behoefte van
de gebruiker, want iedereen ervaart de ruimte weer anders. In een ontwerp bereik je daarom de beste resultaten wanneer je weet wat het effect van al deze aspecten is op de akoestiek in de ruimten.”
ABSORBERENDE MATERIALEN Bianca: “Behalve nagalmtijd spelen vooral ook spraakverstaanbaarheid en geluidsterkte een rol. Door op strategische plekken goed absorberende materialen toe te passen kom je tot een ruimte die geschikt is voor de activiteiten en de mensen die ze uitvoeren. Dat kan bijvoorbeeld door absorberende materialen aan het plafond en aan de wand te plaatsen. Goede akoestiek kan het geluidsniveau tot 50% verminderen. Uit onderzoek blijkt dat de hartslag van docenten tien slagen per minuut lager werd toen hun klaslokalen akoestisch werden geoptimaliseerd. In veel nieuwbouw en renovatieprojecten worden de akoestische eisen uit Klasse B van het Programma van Eisen Frisse Scholen het meest gebruikt. Wanneer er extra aandacht nodig is voor het geluid vanwege kinderen met een gehoor of visuele beperking of vanwege kinderen die extra sensitief zijn, dan is het zeker goed om te kijken naar de mogelijkheden in Klasse A.”
HOE STIL MOET HET ZIJN?
In een workshop ontwerpen deelnemers hun ideale school en denken vervolgens na over de akoestische oplossingen per ruimte. Een groep discussieert bijvoorbeeld over de vraag hoe stil het moet zijn op de gang. Op de beweegschool De Twijn mag je juist wel rennen en lawaai maken op de gang.
“We moeten verantwoord omgaan met de middelen die we tot onze beschik king hebben en daarbij is een goede akoestiek een basis voorwaarde voor goed onderwijs”
En moet je in de klas stil zijn of kun je daar met zones met verschillende geluidsniveaus werken? “In een open ruimte met diverse werkplekken kan geluid van het werken met materialen of contactgeluid erg storend zijn”, legt Bianca uit; “maar je kunt kinderen ook vragen om hun schoenen even uit te doen. Dat zijn dingen waar je in het programma van eisen ook aan kunt denken. In alle gevallen doen we het voor de mensen die de ruimten gebruiken en voor de kinderen die elke dag weer naar school gaan.”
EEN SLIM GELUIDSONTWERP
Project Specification Manager Gerwin Leijtens geeft een overzicht van de toppers van Ecophon op het gebied van geluidsomgevingen: “Het ontwerpen van een school is in feite het ontwerpen van een innovatief bedrijf met een diversiteit aan leer en werkvormen. Het koppelen van activiteiten aan soorten ruimten vraagt om de juiste akoestische maatregelen. In het PvE Frisse Scholen C gaan we uit van 0,8 seconde nagalmtijd. Klasse B kent een nagalmtijd van 0,6 seconde met een betere laag frequente absorptie. Klasse A vraagt 0,4 seconde nagalmtijd, dit kunnen we bereiken door aanvullende absorptie boven op het plafond aan te brengen en/of aan de wand. In alle gevallen willen we plafond en wandpanelen verkopen die er na 30 jaar nog altijd goed uitzien.”
VOORWAARDE VOOR GOED ONDERWIJS
Gerwin verder: “Zo heeft de Ecophon Akusto™ Wall C een verdekt wandsysteem. Dit systeem toegepast met een ‘Extra Bass’ paneel achter het wandpaneel, kent een hoge geluidsabsorptie laag frequent. De wandpanelen zijn afgewerkt met een glasvezelvlies met veel moderne kleuropties. De ruimte krijgt uitstekende akoestische eigenschappen als deze wandabsorber in combinatie met een geluidsabsorberend plafond wordt gebruikt. Dit systeem is voor verschillende leeromgevingen goed bruikbaar. Een gymzaal is vooral bedoeld om te sporten en jezelf op te laden. In zo’n ruimte is een stootvast plafond een voorwaarde. Vaak zie ik panelen die star in een systeem zijn opgehangen en akoestisch niet
goed voldoen. Super G heeft verschillende systemen die een balvastheidsklasse hebben en daarmee ook stootvast zijn. Afhankelijk van de intensiteit en van de activiteiten in de ruimte kies je het gewenste systeem. Het oppervlak heeft een zichtzijde met een sterk wit glasvezelweefsel dat in combinatie met het systeem is ontworpen om balimpact in o.a. sporthallen en speelomgevingen te kunnen weerstaan. Het systeem is een innovatie met T profielen waardoor er minder stalen onderdelen nodig zijn.” Gerwin laat een handige matrix zien waarbij per ruimte de beste passende akoestische oplossing wordt aangegeven. Deelnemer Rob van der Westen van het schoolbestuur SPOU vat de middag goed samen: “We moeten verantwoord omgaan met de middelen die we tot onze beschikking hebben en daarbij is een goede akoestiek een basisvoorwaarde voor goed onderwijs.”
Aan het einde van de middag krijgen de deelnemers een VR experience: met de bril en koptelefoon op ervaren ze in 3D wat de effecten van bepaalde akoestische toepassingen op verschillende soorten ruimten zijn. Bianca tenslotte: “We willen als Ecophon graag dat dit een vanzelfsprekend onderdeel van de software van elke architect is, zodat zij bij het ontwerpen van gebouwen gelijk de akoestische effecten en maatregelen meenemen.”
Ecophon is de toonaangevende leverancier van akoestische oplossingen voor binnenomgevingen die werkprestaties en kwaliteit van leven verbeteren. Kijk voor meer informatie op www.ecophon.nl.
Lijkt het u ook leuk om deel te nemen aan ons volgende event op 17 november 2022 in het Onderwijsmuseum, Dordrecht ? Registreer u dan via deze link of scan de QR-code. https://www.ecophon. com/nl/about-ecophon/ newsroom/educationevent-17-novem ber-20222/
Eenvoudig een vloer kiezen?
Met onze vloerplanner bekijkt u al onze vloeren in uw eigen schoolgebouw.
Scan en upload uw eigen foto van een klaslokaal, gang, bibliotheek of vergaderruimte. Experimenteer met verschillende kleuren en vloeren. Zie het verschil en laat u inspireren.
www.forbo-fl
NIEUWBOUW ROC MONDRIAAN LEIDSCHENVEEN
Generiek gebouw met specifieke invulling
RoosRos won de architectenselectie voor het nieuwbouwproject van het ROC Mondriaan in Den Haag. In het nieuwe, compacte gebouw kunnen twee verschillende scholen zich huisvesten, maar bij de start was nog onduidelijk welke.
Dat was een mooi gesprek met projectleider nieuwbouw van ROC Mondriaan Patrick Bouvy en de projectarchitecten Nathalie Rabouille en Henk de Gelder van RoosRos Architecten. Patrick: “We zaten al te lang in een noodgebouw, terwijl het aantal studenten groeide. Deze locatie was goed, vlak bij onze locatie aan de Aspasialaan. We wilden een nieuw onderwijsgebouw dat flexibel is en waar mensen zich prettig voelen. Dat betekent ook dat het gebouw licht en uitnodigend moet zijn, met een diversiteit aan leeren werkplekken. Tijdens de selectie van de architect was er nog geen Programma van Eisen en was het ook nog niet duidelijk welke scholen hun intrek zouden gaan nemen in het nieuwe schoolgebouw: economie of welzijn, gezondheidszorg of ICT. Dat het een aantrekkelijke, duurzaam te bouwen en flexibele beroepscampus moest worden stond voorop. Dat vraagt om een generiek gebouw waar we een specifieke invulling aan konden geven. RoosRos heeft die complexe opgave in een uiterst flexibel ontwerp vertaald, zodat groei, krimp en wijzigingen van opleidingen of veranderingen in het onderwijs mogelijk is. Dat maakt ons nieuwe ROC zeer toekomstgericht.”
GENERIEK VERSUS SPECIFIEK
Henk: “De generieke structuur vormt een hoofd thema binnen het ontwerp, zowel functioneel als esthetisch. De structuur faciliteert een vrij indeelbare
plattegrond en vormt een herkenbare basis in de uitstraling van zowel het interieur als het exterieur. We hebben de verschillende lagen, zoals het skelet, de losmaakbare gevel, installaties, binnenwanden en inrichting, zo goed mogelijk van elkaar gescheiden. Op die manier gaan we slim om met de wisselende levensduur van de lagen en vormen zij ten opzichte van elkaar geen belemmering bij toekomstige aanpassingen. Ook in het gevelbeeld komt deze gelaagdheid tot uitdrukking. De hoofdstructuur vormt de basis en versterkt de verticaliteit van het vier lagen tellende gebouw. Binnen de hoofdstructuur zorgen de verschillende invullingen voor diversiteit in de compositie. Bovendien liggen de hoofdstructuur en invulling niet in hetzelfde vlak, wat de gevel diepte geeft. Dit zorgt voor een intrigerend schaduwspel.”
ADAPTIEF GEBOUW
Nathalie: “De verschillende invullingen repeteren zich rondom het gebouw. Je ziet open en gesloten vlakken, groen in de gevel en daartussen Braziliaans metselwerk.” De structuur vertaalt zich ook naar de plattegrond. Nathalie: “Hoe ontwerp je een duurzaam gebouw dat de student en docent maximaal faciliteert, maar dat met het onderwijs meegroeit en in de toekomst gemakkelijk aangepast kan worden? We hebben het gebouw ontworpen op een slim grid van ‘units’. Eén unit is een theorielokaal, een halve unit een instructieruimte of kantoor en anderhalf
tot twee units een praktijkruimte of computerlokaal. Op het grid van een halve unit zijn de installaties uitgelegd zodat in de toekomst ruimten zonder grote ingrepen met een halve unit kunnen worden vergroot of verkleind. Dat geeft het gebouw zijn adaptief vermogen.”
GEZOND GEBOUW
Licht, lucht en groen is dominant in en om het gebouw; dat is belangrijk voor het welbevinden van de mens en daarom een hoofdthema binnen het ontwerp. De onderwijslokalen worden expres aan de buitenzijde van het gebouw gerealiseerd om een maximale hoeveelheid daglicht in deze ruimten te verkrijgen. Toch stroomt daglicht niet alleen in de buitenring, maar dankzij de vele daklichten, de binnentuin én een groene patio, zelfs tot diep in het centrale hart van het gebouw binnen. In het hart van het gebouw bevindt zich een groot atrium.
Nathalie: “In het centrale hart bevindt zich de tribunezaal, een patio, een binnentuin en meerdere terrassen met werkplekken. Deze vormen, samen met de ruime hoofdtrap, een ruimtelijk object dat de ruimte vult. Het is een houten volume dat door het gebouw loopt en alle verdiepingen en opleidingen met elkaar verbindt. Het object loopt zelfs via de kantine en tribunetrappen het schoolplein op. Zo zijn binnen en buiten met elkaar verbonden. Daarnaast wordt het ROC Mondriaan natuur inclusief gebouwd, met nestkasten en insectenstenen in de gevel en een divers ecosysteem op het plein, zodat ook insecten, vogels en vleermuizen een plek aan of om het gebouw krijgen.”
EEN GEBOUW IN CO-CREATIE Tweede helft 2023 staat hier een flexibele, lichte en groene school, die bijdraagt aan de ontwikkeling én de gezondheid van de studenten en medewerkers. Het hele proces is heel goed onder begeleiding van RoosRos Architecten en Synarchis gevoerd. Nathalie knikt: “We hebben op verschillende niveaus een aantal workshops georganiseerd, waar docenten en andere medewerkers van ROC Mondriaan mee konden denken over thema’s als de gewenste sfeer en het kleurgebruik, de verbinding tussen de verdiepingen en hoe intensief mensen elkaar tegen kunnen komen. Dat zorgt ervoor dat we nog meer uit het gebouw hebben kunnen halen en docenten en medewerkers niet bij oplevering al aan de eerste aanpassing denken.”
Kijk voor meer informatie op www.roosros.nl.
“Tweede helft 2023 staat hier een flexibele, lichte en groene school, die bijdraagt aan de ontwikkeling én de gezondheid van de studenten”
KINDCENTRUM ZEERAKET ALMERE OVERTUIGT
Constante interactie rond open plek in het bos
Bij het binnenkomen werd ik door twee ontvangers verwelkomd. Boven in de kamer van directeur Mayke van den Berg wachten Ymke en Isabel me op; de twee rondleiders die het hele gebouw laten zien. “We hebben hier geen taken,” legt Mayke uit, “maar rollen, waar kinderen op kunnen solliciteren”.
Het nieuwe Kindcentrum De Zeeraket van de Almeerse Scholen Groep staat in de boskamer in Almere Duin. De nieuwbouw bestaat uit een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, lesruimten, kantoor- en nevenruimte en een vrijstaande gymzaal. Het tweelaagse schoolge bouw heeft een gevel van hout en een mooi, groot overstek die bescherming biedt tegen teveel regen en zon. Samen met de gymzaal en het kinder dagverblijf sluiten de gebouwen een driehoekig dorpsplein in. Voor de speelruimten worden zoveel mogelijk de kansen van de bomen om de boskamer benut. Mayke is blij met het nieuwe gebouw en zou een half jaar na ingebruikname nog niets willen veranderen: “Omdat het een gebouw van ons alle maal is, waarbij ons centrale thema the leader in me is. We volgen de zeven gewoonten van Stephen Covey en dat staat voor uitdagend onderwijs met aandacht voor de ontwikkeling van persoonlijk leiderschap. Daarom wilden we ook een gebouw waarbij de samenhang zichtbaar is met veel trans parantie tussen de leerjaren. Je ervaart nauwelijks visuele blokkades en er is constant interactie mo gelijk. Het is een transparant en enorm ruimtelijk gebouw, dat kinderen, leerkrachten en bezoekers stimuleert proactief op elkaar en de omgeving te reageren. Verbonden met elkaar en de omgeving zijn is een centraal thema. Het gebouw biedt de mogelijkheden om gewoonten te oefenen. Voor een gewoonte als eerst begrijpen en dan begrepen worden heb je ruimte nodig en daar hebben we de grote leerpleinen voor gemaakt. Dat zijn ook plekken waar je een presentatie kunt geven voor de, klas, school en ouders. Het middagdeel is net begonnen en het is mooi om te zien dat het atelier
vol zit, er in het speellokaal gedanst wordt en leer lingen op de leerpleinen en in hun lokalen rustig aan het werk zijn. Dat kan hier allemaal, zonder dat je elkaar voor de voeten loopt.”
LICHT EN RUIMTE
“Voor de selectie van een architect heb ik met colle ga’s en het bestuur van de Almeerse Scholen Groep andere scholen in het land bezocht. Tijdens die be zoeken zag ik hoe bepalend licht en ruimte voor het gevoel in het gebouw zijn. Daarnaast wilde ik zoveel mogelijk openheid en zo weinig mogelijk beper kingen, zodat de leerjaren met elkaar in verbinding staan. Ik kan vanuit mijn kamer door de bibliotheek over het leerplein in de lokalen kijken. Om die reden ben ik geen voorstander van een tribune; volgens mij een hype waarbij veel meters verloren gaan die niet effectief de hele dag door gebruikt worden. In ons gebouw hebben we het atelier en de bibliotheek juist een centrale plek gegeven. Het gaat niet alleen om rekenen en taal. Het gaat om jou als persoon en we proberen alles in het kind te ontwikkelen. We kiezen bewust niet voor unitbouw, maar hebben wel een grote gemeenschappelijke ruimte bij elke cluster. Onze organisatie is duidelijk, vier klaslokalen aan een leerplein en vier leerpleinen rond het centrale atrium. Een bewuste keuze is om de teamkamer transparant te maken. We hebben recht op twee speellokalen, maar hebben er één ingeleverd, omdat we een mooi gymlokaal hebben, waar kinderen kunnen sporten. We gebruiken een speellokaal voor dansen, drama en extra bewegingslessen en zetten het ook in voor presentaties en opvoeringen in samenhang met de rest van de hal. De organisatie in het gebouw moet als doel hebben om alle kinderen goed onderwijs te
VISIE
geven. Je zou zeggen dat we voor 30% klassiek on derwijs hebben en 70% met highlights en activiteiten invullen.”
RINGEN VAN SPEL EN CONCENTRATIE
“We hebben Daan Josee van Maas Kristinsson Archi tecten gekozen omdat hij precies aanvoelde wat wij wilden. Bijzonder is dat hij echt goed luistert en onze wensen in een gebouw wist te vertalen. Toch heeft het de handtekening van de architect, maar wel op onze manier.” Daan vult aan: “Wij mochten het ontwerp voor de school en de gymzaal voor onze rekening nemen. Het heeft de vorm van een zadeldak met een overhang die is ontleend aan open veldschuren. Je kunt het ontwerp zien als ringen van spel en concentratie, met de gordel van de bomen als buitenring. Het is een unieke speel plaats, waarbij de natuur wordt gebruikt als speelaanlei ding. Er zijn touwkabels en je kunt in bomen klimmen. Het is een beweegvriendelijke school in de natuur. Dat bewustzijn dat je onderdeel bent van alles dat leeft komt op de speelplaats en in het gebouw tot uiting.”
METERS VOOR KINDEREN
“Dat past bij onze gewoonten, waarbij we als mens leren omzien naar onze leefomgeving,” legt Mayke uit. “Daar horen denken in diversiteit en respect voor de ander bij. Naast het instrumentele leren is dat één van de belangrijkste dragers van de ontwikkeling van het kind. Dat zie je hier ook terug; je vindt in dit gebouw geen loze meters. Alle meters moeten door de kinderen te benutten zijn en daar hoort ook een efficiënte footprint bij. In het ontwerpen kwamen we op een rechthoek uit en dat groeide uit tot het beeld van de schuur aan de bosrand. Het was gelijk duide lijk dat het een houten gebouw moest worden aan de
“Dat bewustzijn dat je onderdeel bent van alles dat leeft komt op de speelplaats en in het gebouw tot uiting”Directeur Mayke en de ontvangers Ymke en Isabel
buitenkant, met binnenin veel wit en hout. Mensen vonden het eerst steriel, maar met 400 kinderen erin wordt het als precies goed ervaren. Uiteindelijk hebben we alles gekregen wat we graag wilden; een fraaie ontvangstruimte, extra meters voor de biblio theek op de verdieping , recht boven de handvaar digheidsruimte; een prachtige inpandige pui voor de lerarenkamer die een bosrand met allemaal bomen verbeeldt.”
NATUURLIJKE MATERIALEN
Het nieuwe gebouw staat in het teken van duur zaamheid daar er veel met natuurlijke materialen wordt gebouwd. Mayke: “Ik vind dat je ook zo verantwoord mogelijk met materialen om moet gaan. Daarom wilden we ook graag veel hout in het gebouw.” Daan: “Het gebouw is als materialenbank de slimste vorm van circulariteit. De dragende ele menten zijn blijvend, maar verder kun je overal de
wanden weghalen en het gebouw anders inrichten. Bovenop liggen de installaties uit het zicht. Als een soort huis in een huis liggen ze onder het dak en over de centrale ontvangstruimte heen. Aan weers zijden van het portaalvormige techniekhuis zit een glasdak. Dat maakt dat ondanks de vele bomen toch natuurlijk daglicht van boven in het gebouw valt. De kleur van het licht verandert door de dag, zodat de zon een natuurlijke klok voor de kinderen is. Het hele gebouw is daardoor in beweging met zijn vele doorzichten, bruggen en pleinen. In de vorm van de gymzaal ontdek je ook weer verras sende elementen; het heeft afgeschuinde daken die in de richting van de school wijzen. Het is een caleidoscoop van ruimtevormen waar je steeds op een andere manier kunt leren, met intieme en open plekken.”
Kijk voor meer informatie op www.ma-kr.nl
“Daarom wilden we ook een gebouw waarbij de samenhang zichtbaar is met veel transparantie tussen de leerjaren”
Breed concept voor Campus aan De Lanen
In Rosmalen staat een bijzondere nieuwe school: Campus aan De Lanen; een concept waarin kinderopvang, basis- en voortgezet onderwijs samenwerken. Het motto is “Bij Campus aan De Lanen ontwikkel je je van baby tot tiener; daar ontmoet je de wereld!”
D e nieuwbouw van Kindcentrum Campus aan De Lanen maakt onderdeel uit van het centrum van De Groote Wielen in Rosmalen. Verzonken in de landschappelijke omgeving gaat het gebouw een vloeiende verbinding aan met de omliggende natuurlijke buitenruimtes zoals de waterspeelplaats, de groene geveltuinen en de natuurspeelplaats die de kinderen uitnodigen om op hun eigen tempo te spelen, te onderzoeken en
hun omgeving te verkennen. Het gevoel om binnen in het gebouw toch buiten te zijn, wordt benadrukt door de daklichtstraten en de transparante gevels met te openen ramen. Zo kunnen daglicht en frisse lucht tot diep in het gebouw doordringen. Om de ecologie en biodiversiteit te versterken wordt de natuur op en aan het gebouw aangebracht door groene gevels, nestkasten, een biodivers groendak en ligt het gebouw in een groen grondlichaam dat
plek biedt aan allerlei vogels, vlinders en insecten. Onder één dak werken Ons Kindbureau en Signum Onderwijs samen om kinderen van 0 tot 15 jaar een doorlopende ontwikkellijn aan te bieden. Frouke Boel is de trotse directeur voor opvang en onder wijs en praat met Jeroen ter Weeme en Lenne van den Burg van Eromesmarko: “De basis voor de visie zijn onze grondwaarden, welke we doorleven. De inrichting is dienend aan de visie en is gestoeld op de 14 uitgangspunten van biofilisch design. De essentie van het biofilisch ontwerpen ligt in de wens om als mens weer terug te gaan naar de natuur. Alles binnen het onderwijsprogramma is erop gericht om de zintuigen en de intuïtieve reacties van de kinderen te prikkelen zodat ze zelf op onderzoek uit gaan. Da gelijks contact met de natuur en een omgeving met natuurlijke elementen, materialen en kleuren werken stimulerend voor de ontwikkeling van een kind.”
HELDERE STRUCTUUR
Het gebouw heeft een heldere structuur waarin de groepen kinderen van verschillende ontwikkelfasen een eigen plek hebben en ook een eigen inrichting. De nieuwe onderwijsomgeving heeft geen lokalen. Het ontwerp bestaat uit vier paviljoens met alle vier een unieke functie, identiteit en uitstraling. De vier zijn verbonden door twee kruisende daklichtstraten
en komen samen in het verbindende hart. Frouke: “Ik ben overtuigd van een doorgaande ontwikkelingslijn, die zich ook doorzet in het voortgezet onderwijs. Dat uitgangspunt heeft de architect Martijn van Gameren van Paul de Ruiter Architects vertaald in een natuur lijke ruimtelijke samenhang, met de Plaza Mayor als centrale ruimte en hart van het gebouw. Daar ligt ook de keuken en dat is de plek waar het leven van de campusgemeenschap zich voltrekt. Je kunt er optre den, samen een hapje eten, werken en vooral elkaar ontmoeten. Alles is met elkaar verbonden en daar waar kinderen elkaar ontmoeten vindt de samensmelting plaats. De Buitenlanen worden gedeeld, dat zijn de buitenruimten langs het gebouw, die een relatie hebben met de omliggende natuur.
ORGANISATIE IN LANEN
“Ons team bestaat uit coaches en regisseurs”, legt Frouke uit. “Coaches zijn de onderwijsassistent, lerarenondersteuner en leraar en regisseurs zijn de spin in het web in De Lanen. De regisseurs vormen samen met mij het regisseursteam, dat ervoor zorgt dat alles goed loopt. Het kan dan gaan over de afstemming in visie tussen onderwijs en opvang, de activiteiten die we organiseren, maar ook hoe we omgaan met de richtlijnen van de GGD of inspectie. Opvang en onderwijs werken zoveel mogelijk -en waar gewenst-
“We hebben steeds gekeken naar de functionaliteit in de ruimte, waarbij elke ruimte licht, natuurlijk en sfeervol moest zijn”vlnr Frouke Boel, Lenne van den Burg en Jeroen ter Weeme
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw Kindcentrum Campus
aan De Lanen
Opdrachtgever
De Gemeente ‘s-Hertogenbosch en Signum Onderwijs
Inrichting
Eromesmarko
Architect
Paul de Ruiter architects
Bouw
BMV Veldhoven
Volume
4.000 m²
Ingebruikname
januari 2022
samen. Zo delen we verschillende ruimtes en orga niseren we gezamenlijke uitjes en evenementen. De onderwijskundige en organisatorische opbouw is een verdeling in units die we Lanen noemen. Laan 1 is de opvang voor 0-4 jaar, Laan 2 tot en met 5 voor het onderwijs. In elke Laan zitten kinderen van verschil lende leeftijden samen; in Laan 2 bijvoorbeeld kinde ren van 4 tot 6 jaar. Een Laan herbergt verschillende basisgroepen van maximaal 25 kinderen. Een kind start elke morgen in de kring en gaat vervolgens naar een functieruimte, waar het aan bepaalde activitei ten deelneemt. Dat kan een instructie, introductie, werken in een groep of zelfstandig werken zijn. Een activiteit bestaat altijd uit maximaal acht kinderen. Je geeft als coach dus niet een uur één rekenles aan een grote groep kinderen, maar je werkt met meerdere kleine groepjes in de betreffende functieruimte.”
BIOFILISCH DESIGN
Frouke: “Na een minicompetitie voor het inrichten van het nieuwe gebouw sprong Eromesmarko er echt uit. Zij hadden zich verdiept in onze wens om vanuit biofilische uitgangspunten ons gebouw in te richten. Met inrichtingsadviseur en accountmanager Lenne van den Burg en interieurarchitect Gaby Bollen van Eromesmarko hebben we naar het hele gebouw ge keken en ons telkens de vraag gesteld hoe een ruimte dienend kan zijn aan de bedoeling, en daarmee aan de ontwikkeling van het kind.” Lenne: “De school had goed voorbereidend werk gedaan en er lag een goed programma van eisen. Samen hebben we gekeken hoe we de inrichting konden uitwerken, waarbij we een onderscheid hebben gemaakt tussen need to have en nice to have. De nice to haves vormden aan vullende keuzen op het basispakket, waarbij we zelf nieuwe meubels hebben ontworpen.” Frouke knikt: “We hebben steeds gekeken naar de functionaliteit in de ruimte, waarbij elke ruimte licht, natuurlijk en sfeervol moest zijn. Belangrijk was ook dat het een flexibele inrichting moest zijn, met lichte meubels, die snel verplaatst moesten kunnen worden. Alles binnen het onderwijsprogramma is erop gericht om de zintuigen en de intuïtieve reacties van de kinderen
te prikkelen zodat ze zelf op onderzoek uit gaan. Tot op elk niveau zijn de inrichtingsprincipes volgens biofilisch design doorgevoerd.”
ZINVOL HERGEBRUIK
Jeroen: “Bij dit project was biofilisch design een drij vende waarde. Overal zijn natuurlijke circulaire en bio based materialen en kleuren toegepast. Zo is op meer dere plekken de Vpax-tafel ingezet met Hemp-stoelen. Deze hebben een kuip van zelfgeteeld hennep en biohars. Dit materiaal is biobased, herbruikbaar en dus 100% circulair. In veel treinbanken en zitelementen is hergebruikt hout verwerkt in de robuuste frames. Verder is de Finn-stoel, met een zitting en rug van geregenereerd polypropyleen dat na gebruik ook weer 100% herbruikbaar is, geplaatst in ruimtes zoals ‘het nest’. Tot slot is er gebruikgemaakt van circulaire accessoires van ons label Zooi, zoals de hanglamp Jul. Deze zijn gemaakt van restmaterialen uit onze eigen fabriek.” Het is verder een duurzaam gebouw; de gevel is losmaakbaar en voorzien van biocomposiet gevelbekleding. Om de akoestiek te optimaliseren is vilt toegepast en zijn de vloeren uitgevoerd op basis van kurk. De houten constructie van de gebouwen en de transparantie maken connectie met de groene om geving met aan beide zijden ruimte voor speelpleinen en groen. Om de bebouwing heen is ruimte ingericht voor bewegen, een moestuin en fietsenstallingen voor kinderen en medewerkers. Zo is de volledige construc tie van de Plaza Mayor inclusief de twee grote podium trappen uitgevoerd in hout en is de constructie van de vier paviljoens demontabel uitgevoerd.
Frouke tenslotte: “We zijn keitrots; zowel de architect als de inrichter hebben heel goed geluisterd naar de wensen van de gebruikers. Het gebouw is daardoor dienstbaar aan ons concept. Iedereen stapt hier binnen, begint met een wow en ervaart vervolgens een soort rust. Er zit een hele goede energie in het gebouw. Dan loont het dat je op alle i’tjes een puntje zet en uiteindelijk alles aan het einde klopt.”
Kijk voor meer informatie op www.eromesmarko.nl
EEN SCHONE LUCHT MET NORA VLOEREN
CO2 -neutrale rubber vloerbedekking voor een gezonde leefomgeving
Een schoon binnenklimaat en een rustige leeromgeving zijn van groot belang in kinderdagverblijven, scholen en universiteiten. Onze CO2-neutrale rubber vloer bedekkingen zijn slijtvast en contactgeluiddempend, en daarmee bestand tegen intensief gebruik.
Slim ontwerp voegt zich vanzelfsprekend
Behalve de architect werden de overige partners in de loop van het proces betrokken. Het programma van eisen en het definitief ontwerp waren al vastgesteld. Toch was de samenwerking goed, resulterend in een transparant en slim gebouw waarin de directeur haar visie goed kan vertalen.
De Albert Schweitzerschool is een basisschool voor katholiek onderwijs in de Rotterdamse wijk Overschie. De school was voorheen gehuisvest in drie gebouwen. Vanwege ruimtetekort en de technische staat van twee gebouwen besloten bestuur en gemeente in 2017 dat twee gebouwen
moesten worden gesloopt en vervangen door één nieuw gebouw. Atelier PRO mocht het als architect ontwerpen en werkte daarin samen met Studio LP. Reden voor Schooldomein om met beleidsadviseur Theo du Mez van RVKO, Robbert den Hartog namens Drees & Sommer, Lisette Plouvier namens
PROJECTINFORMATIE
Project
Vervangende
Opdrachtgever
RVKO
Aannemer
Atelier PRO, bouwer Derrick Flach van BM van Houwelingen en natuurlijk de nieuwe directeur Bianca Dolman in gesprek te gaan. Bianca: “De onderwijsvisie is de afgelopen jaren veranderd, de gedachte van destijds was het gebouw te gebruiken om de splitsing tussen de jonge en oudere kinderen vorm te geven. Dat zie je ook terug in dit ensemble met een apart deel voor de bovenbouw. Ik ben juist een voorstander van unitonderwijs en een intensiever samenspel tussen leerlingen, waarbij de oudere leerlingen juist de jonge kinderen inspireren en een maatje zijn. Dat vraagt natuurlijk om een bepaalde ruimte-indeling en daarom moest ik even schakelen. Dit gebouw heeft bijvoorbeeld echt een onderwijshart, terwijl wij nu bezig zijn met het ontwikkelen van een kindcentrum. Gelukkig zijn er ruimten voor de BSO, peuters en Ukkie groepen en spreekkamers waar logopedie, cesartherapie en jeugdzorg gebruik van maken. Gaandeweg merk ik dat wij de nieuwe visie ook in dit gebouw kunnen vertalen.”
KENMERKENDE VORMENTAAL
De nieuwbouw heeft een L-vorm die bij de steden bouw in Overschie past, met de kenmerkende stempels en stroken. Met de nieuwe positionering creëert het volume op natuurlijke wijze samen met de bestaande bebouwing en drie in elkaar overlopende speelpleinen. De speelpleinen moeten nog gerealiseerd worden, het plan ligt al klaar. Op het groene kleuterplein aan de kant van de Baanweg ontdekken de kleuters de natuur. Tussen beide gebouwen is een geborgen plein voor de middenbouw waar ze naar hartenlust kunnen klimmen en tikspelletjes kunnen spelen. Aan de zijde van het Sidelingepark bevindt zich het bovenbouwplein, de plek om te rennen, te basketballen, te voetballen en te chillen. De onderverdeling van de pleinen sluit aan op de verschillende toegangen van de school waardoor de kinderen elkaar niet hoeven te kruisen en de route van en naar de lokalen kort is. De schaal van het kind is meegenomen in de vormgeving van de gevel. De L-vorm krijgt een schaalverfijning met de terugliggende buitennissen. Deze nissen liggen in het verlengde van de lokalen en kunnen ook voor buitenonderwijs gebruikt worden. De vormentaal van deze nissen is een verwijzing naar de verbijzonderingen in de hoeken van de bestaande bouw.
ADEM HALEN
Bianca: “Als je in het gebouw loopt kun je adem halen. Het is licht en ruim en heeft een goede akoestiek. De mooie lichte hal, die ook als action ruimte wordt gebruikt en de bibliotheek zorgen voor een mooie verbinding naar binnen en buiten. Dat komt ook door de open ruimten en slimme verbindingen tussen de onderdelen. Lisette: “In de tijd vragen veranderende onderwijsvisies om ander ruimtegebruik; het is een golfbeweging waarbij opvattingen over meer traditioneel onderwijs tot zelfstandig leren elkaar afwisselen. Tegelijk hebben scholen nu vaak te maken met personeelsproblemen. Dat vraagt om een slim ontwerp en een adaptief gebouw. Je moet niet vanuit lokalen maar vanuit het programma denken; hier heb je telkens een cluster van drie en vier lokalen, die voor overzichtelijkheid en herkenbaarheid zorgen. De gemeenschappelijke ruimtes liggen centraal, met korte lijnen zodat je nooit door een cluster hoeft te lopen.” Bianca knikt: “Ook handig is de flexibiliteit tussen de ruimten door de mooie schuifwanden. Daardoor kunnen we van twee groepen één cohort maken door de schuifdeur open te zetten. Het binnenklimaat is belangrijk en ik vind het prettig dat aan- en afvoer van de lucht per lokaal geregeld kan worden.” Lisette: “Gelukkig dat RVKO extra budget heeft vastgesteld, waardoor we een echt duurzaam gebouw konden maken.”
AULA ALS HART
“In de nieuwbouw zitten de peuters, kleuters en de onderbouw en een aantal gemeenschappelijke functies, het speellokaal, de aula, de keuken en teamruimte”, legt Lisette uit. “De aula is het hart van de nieuwbouw en door zijn ligging en transparantie ook het hart van de gehele school. In het verlengde van de aula ligt het verdiepte speellokaal. Zo ontstaat er een mogelijkheid om een theater te maken voor voorstellingen en bijeenkomsten. Deze ruimte ligt
iets lager dan de eerste verdieping waardoor het ook hier mogelijk is om informeel samen te komen. De lokalen liggen in clusters om de aula heen. Om de kinderen geborgenheid te bieden zijn er clusters waar 3-4 lokalen samenkomen met een leerplein. Grote raampartijen bieden contact tussen de lokalen en de leerpleinen. Per cluster zijn de lokalen met elkaar verbonden door flexibele wanden. Ieder cluster heeft een eigen toegang naar de aula en ook een directe toegang naar de buitenruimte.”
FLEXIBEL MEEDENKEN
Derrick: “De verhalen uit het voortraject krijgen wij als bouwer vaak niet mee. Het programma van eisen is meestal al vastgesteld wanneer we als bouwer geselecteerd worden. Op zich een gemiste kans, want onze visie als bouwer is om flexibel te zijn en mee te denken. Liefst zo vroeg mogelijk, maar ook gaandeweg kun je het gebouw nog beter maken. Zo werd het belang van een grote centrale ruimte met veel licht en lucht duidelijk als entree naar het onderwijs. We hebben een stalen constructie met kolommen en lichtgewicht wanden gemaakt, waardoor je in de tijd makkelijk aanpassingen kunt doen. De extra pv-panelen en de vouwwanden zijn uit het eigen budget meegenomen. Door aan de voorkant al over het gebruik na te denken kun je slimmer ontwerpen en bouwen.” Robbert vult aan: “In de contractvorm met de aannemer was flexibiliteit een belangrijk aandachtspunt. Verder moesten we voldoen aan de regels rond omgevingsgeluid omdat we dicht bij de A13 liggen. Dat heeft het ontwerp mede bepaald en de architect heeft de geluidsreductie op de gevels mooi verwerkt
in de terugspringende geveldelen.” Lisette: “Zo’n eis kun je op verschillende manieren vertalen. We hadden ook een groot scherm richting de A13 kunnen plaatsen, maar dat was ten koste gegaan van de verbinding met het omliggende park. Ook al is die verbinding nu nog niet uitgewerkt; je moet als ontwerper rekening houden met de toekomstige potentie van een voorziening in zijn omgeving. Het gebouw biedt ruimte voor toekomstige aanpassingen en daar hoort ook de relatie met de omgeving bij. Soms is dat in het bouwproces nog niet aan de orde, maar kan het in de toekomst wel actueel worden. Het is elke keer een zoektocht naar de beste inrichting van de publieke ruimte; in feite is dit een alzijdig gebouw geworden, dat vanuit de Jan Steenstraat opvalt en uitnodigend is.” Bianca tenslotte: “Een gebouw gaat pas echt leven als de kinderen erin zijn. Vandaag waren ze er alle 540; ik hoorde gelach en voelde dat het gebouw daardoor een eigen ziel heeft gekregen. Tegelijk ervaar je een serene rust als je in de aula staat, terwijl de school in bedrijf is. Nu is het zaak om de buurt ook te betrekken en binnen te halen.” Lisette knikt: “De school als maatschappelijk gebouw bij uitstek kan voor meer dynamiek en verbinding in de omgeving zorgen.”
Kijk voor meer informatie op www.bmvanhouwelingen.nl.
“Het gebouw biedt ruimte voor toekomstige aanpassingen en daar hoort ook de relatie met de omgeving bij”
Leerlingen kunnen rumoerig zijn. Maar jouw school hoeft dat niet te zijn.
Gezondere leraren. Betere leerprestaties. Minder ziekteverzuim. Ontdek het effect van goede akoestiek op leerprocessen en het welzijn van leerkrachten met onze robuuste, budgetvriendelijke oplossingen voor scholen. Onze producten zijn milieuvriendelijk geproduceerd, duurzaam en recyclebaar, en voldoen aan alle hygiëne- en brandwerende eisen om de veiligheid en het welzijn van leerlingen te waarborgen.
Meer weten over goede schoolakoestiek? Scan de QR-code en ontdek hoe je een betere schoolakoestiek creëert. Of kijk op rockfon.nl/onderwijs
Part of ROCKWOOL GroupSPORTEN EN SPELEN IN EEN INSPIRERENDE EN VROLIJKE OMGEVING
Bijdragen aan een multifunctionele, duurzame gymzaal
Hoe een nieuw, flexibel en duurzaam gebouw een actieve bijdrage levert aan een sportieve leer- en werkomgeving. De gymzaal kent een prachtige vloer, die behalve veilig en duurzaam ook een mooie uitstraling heeft.
De Eben Haëzerschool en de Rehobothschool in Capelle aan den IJssel zijn gefuseerd.
Ze gaan samen verder onder de naam De Olijfboom. Daarvoor is een nieuw, multifunctioneel gebouw gerealiseerd. Het nieuwe gebouw biedt ruimte aan leerlingen van de basisschool, een kinderopvang en een buitenschoolse opvang (BSO). In het ontwerp van basisschool De Olijfboom in Capelle aan den IJssel zijn de Total Costs of Ownership (TCO) vertaald in een onderhoudsarm gebouw. Bij De Olijfboom is geïnvesteerd in een compacte energiezuinige hoofdvorm, vrij indeelbare vloeren, robuuste materialisatie van het casco, degelijke klimaatinstallaties en zonnepanelen om de school op energielasten te laten besparen. Het onderwijsgebouw bestaat uit twee lagen en is compact en vriendelijk. Het gebouw beschikt over een eigen gymzaal. Met zijn L-vorm sluit het onderwijsgebouw de schaalsprong met de rondom gelegen flats en drukke weg af en creëert het gebouw een veilig en besloten schoolplein. Een eigen plek met speel- en leerelementen en natuurlijk een olijfboom. Het speellokaal wordt door de leerlingen van 3-6 jaar gebruikt en door de BSO. In de gymzaal krijgen de leerlingen van de basisschool bewegingsonderwijs. In de avonduren wordt de gymzaal verhuurd aan (sport)verenigingen, instellingen en particulieren.
SIKA® OPLOSSING
Er zijn verschillende Sika® en Pulastic®-producten toegepast. De gymzaal en het speellokaal zijn
PROJECTINFORMATIE
Project
Opdrachtgever Middelwateringbouw B.V. Architect RoosRos Architecten
Systeem
- Pulastic® Pure 110
- Pulastic® Soundwall 70 mm
- Sika® Comfortfloor
Applicatie
- Pulastic® Pure 110 en Pulastic® Soundwall in speellokaal en gymzaal (Pulastic® applicatieteam)
- Sika® Comfortfloor (applicateur Decopox)
voorzien van de sportvloer Pulastic® Pure 110, onderdeel van de Pulastic® Pure Line-systemen. Deze sportvloer is geschikt voor multifunctioneel gebruik en is door de toegepaste materialen milieu vriendelijk en duurzaam. In het speellokaal en de gymzaal zorgt de Pulastic® Soundwall voor een fraaie en vrolijke uitstraling. De Pulastic® Soundwall draagt bij aan een veilige omgeving om te sporten en te bewegen en creëert een optimale akoestiek. Tot slot is in de sanitaire ruimten een Sika® ComfortFloor toegepast. Sika® ComfortFloor is geurloos, oplos middelvrij en hygiënisch. Dat komt omdat er aan het anti-allergeen oppervlak geen stof en bacteriën hechten. Door het gesloten oppervlak is het boven dien eenvoudig te reinigen en te onderhouden en bijzonder slijtvast.
VOORDELEN PRODUCTEN
Een Sika vloer is duurzaam, makkelijk te reinigen, is naadloos en heeft een chique en sportieve uitstraling. Duurzaamheid en multifunctionaliteit spelen een steeds belangrijkere rol in schoolgebouwen. Ook RoosRos Architecten, die het gebouw heeft ontworpen, hecht veel waarde aan gezonde en toekomstgerichte gebouwen en bouwt bij voorkeur circulair en biobased. De Sika-producten dragen bij aan die ambitie. Zowel de sportvloer, gietvloeren als de Pulastic® Soundwall zijn multifunctioneel toepasbaar en scoren hoog op duurzaamheid. Dat waren belangrijke redenen om voor Sika te kiezen.
Kijk voor meer informatie op www.sika.nl en www.pulastic.com.
“Een Sika vloer is duurzaam, makkelijk te reinigen, is naadloos en heeft een chique en sportieve uitstraling”Nieuwbouw De Olijfboom, Capelle aan den IJssel
Zorg voor schone lucht
We brengen het grootste deel van de dag in binnenruimtes door. Op het werk, op school of thuis. De kwaliteit van de lucht die we binnenshuis inademen heeft directe invloed op onze gezondheid. Wat kun je doen om de luchtkwaliteit in orde te maken?
Piet Looijen van Forbo Flooring, expert in vloeroplossingen, deelt vier tips. Lucht is bijna overal. We ademen het in en uit, dus hoe gezonder de lucht, hoe gezonder we zelf zijn. Een gezond binnenklimaat is alleen niet zo vanzelf sprekend. Zelf vervuilen we de binnenlucht met de lucht die we uitademen en de materialen in de ruimte ‘ademen’ slechte lucht uit. Schoonmaak middelen geven bijvoorbeeld vervuilende stoffen af aan de lucht, maar ook printers, luchtverfrissers en persoonlijke verzorgingsmiddelen als deodorant hebben invloed op de luchtkwaliteit in de binnen ruimte.
CHEMISCHE STOFFEN ZIJN OVERAL
Deze chemische ‘adem’ bestaat uit wat we Vluchtige Organische Stoffen (VOS) noemen. Sommige kunnen op termijn schadelijke gevolgen hebben voor onze gezondheid. Je kunt last krijgen van een licht of zwaar Sick Building Syndrome (SBS) of erger. VOS worden namelijk in verband gebracht met een groot aantal gezondheidsproblemen, van lichte irritatie tot kanker. Daarom is het belangrijk goed te venti leren, want concentraties van veel soorten VOS zijn binnenshuis vele malen hoger dan buitenshuis. Gelukkig kun je een aantal dingen doen om de lucht gezonder te maken.
AMBITIEWIJZER FRISSE SCHOLEN
Het Programma van Eisen (PvE) Frisse Scholen 2021 helpt schoolbesturen en gemeenten in hun rol als opdrachtgever van verbouw of nieuwbouw. Een opdrachtgever kan bouw- en ontwerpkosten besparen door uw eisen in een vroeg stadium te bepalen. Met het PvE kan de school een ambitie profiel voor energie en binnenmilieu vaststellen; betere eisen opnemen voor het ontwerp en het bestek; de uitvoering controleren en het eindresultaat toetsen en eisen stellen aan monitoring en beheer en onderhoud. Zo is er een Frisse Scholen Ambitiewijzer opgesteld om eenvoudig een overzicht te krijgen van de eisen uit het PvE die voor uw school het meest relevant zijn. De Ambitiewijzer begint met een paar vragen over uw ambities voor een energiezuinig, gezond en comfortabel schoolgebouw. De samen vatting is per eis als pdf te downloaden en dient als hulpmiddel tijdens het ontwerp- en bouwproces van de nieuwbouw of verbouw van de school. Marmole um valt bijvoorbeeld in de hoogste klasse, Klasse A en dat heeft vooral met emissies te maken.
TIP 1: VENTILEER DE HELE DAG DOOR Thuis kun je regelmatig goed ventileren door roosters en binnendeuren open te houden, wat zorgt voor een constante luchtstroom. Ook de ramen regel matig tegen elkaar openzetten helpt om de lucht te verversen. Op kantoor, in een school of bij een openbare binnenruimte als een bibliotheek is dat
“Na het opnieuw inrichten van de ruimte en het laten leggen van een natuurlijke vloer, kun je de ruimte nog groener maken door voor luchtzuiverende planten te kiezen”
vaak lastiger. Het verwijderen van VOS kan dan met een goede mechanische ventilatie. Tegelijkertijd loop je de meeste kans om VOS in te ademen in een kantoorgebouw met een mechanisch ventilatie systeem. Dat zijn veruit de meeste kantoren in Nederland. Wanneer dat systeem is vervuild of niet goed onderhouden, blijven de giftige stoffen in de ruimte circuleren. Laat het ventilatiesysteem daarom iedere twee jaar onderhouden en zorg intussen dat hij regelmatig wordt schoongemaakt, want vieze filters hebben een omgekeerd effect.
TIP 2: GEBRUIK NATUURLIJKE MATERIALEN
Luchtvervuiling in een binnenruimte kun je ook bij de bron aanpakken, door de inrichting van de ruimte aan te passen. Plaats printers op een plek met voldoende luchtstroom en kies bij de inrichting voor meubels, muurverf en vloeren van volledig natuur lijke materialen, zoals linoleum. Deze ademen geen schadelijke stoffen uit, wat de kans op SBS verkleint.
TIP 3: NATUURLIJKE VLOER
De vloer speelt een grote rol in het binnenklimaat van een ruimte. Een Marmoleum vloer is de meeste natuurlijke en hygiënische oplossing. Marmoleum kent namelijk geen tot bijna geen emissie van vluchtige organische stoffen (VOS). Hierdoor heb
je geen last van microdeeltjes ofwel fijnstof na installatie. Verder is Marmoleum antistatisch omdat het een natuurlijk product betreft, in tegenstelling tot vloeren die van plastic zijn gemaakt. Ook bevat het geen weekmakers, is van nature antibacterieel en schimmelwerend en is de vloer hypoallergeen.
TIP 4: GA VOOR GROEN
Na het opnieuw inrichten van de ruimte en het laten leggen van een natuurlijke vloer, kun je de ruimte nog groener maken door voor luchtzuiverende planten te kiezen. Van bepaalde kamerplanten is aangetoond dat ze een belangrijke rol spelen bij de verwijdering van organische chemicaliën uit de binnenlucht. Voorbeelden zijn de sansevieria en de vredeslelie. Met deze finishing touch is de lucht niet alleen schoner, maar ook nog eens zo stijlvol als je het zelf wilt maken.
Meer weten?
Gezond binnenklimaat (www.forbo-flooring.nl/whitepapers) Naast duurzaamheid staat ook transparantie hoog in het vaandel bij Forbo Flooring. Zo bieden zij niet alleen milieu productverklaringen (EPD’s) voor al haar producten, maar ook informatie over de impact van haar vloeren op de toxiciteit voor mens en milieu, ook wel gezondheidsproductverklaringen (HPD’s) genoemd. Deze zijn per product te vinden via de tab Down loads (www.forbo-flooring.nl/downloads).
HiRO, de ervaringen en mooie partners
In gesprek met Anneke, een leerkracht van een basisschool uit Leiderdorp en Aise een directeur van een basisschool uit Haarlem. Verschillende scholen met verschillende doelgroepen. Wij vroegen ons af; hoe gaat het met de HiRO lessen? Merken zij iets van de achterstanden in de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen als gevolg van corona en hoe wordt ons eigen programma gecombineerd?
LATEN WIJ BEGINNEN MET WAAROM?
“Wij hebben voor HiRO gekozen omdat wij eens out of the box wilden treden.” Het tweeledige van het programma spreekt Anneke en Aise erg aan. Enerzijds fysiek bezig zijn, anderzijds aan de sociaalemotionele ontwikkeling werken. “De fysieke lessen van HiRO sluiten goed aan op onze doelgroep. Wij zitten in een volksbuurt waar kinderen het moeilijk vinden om tot 10 te tellen in het kader van beheersing. Vooral de waarden die soms vanuit huis minder worden meegegeven komen bij HiRO juist goed terug”, vertelt Aise. De ouders, kinderen en alle andere betrokkenen bij het programma zijn erg enthousiast over HiRO.
CORONA ACHTERSTANDEN, HEEFT HIRO GEHOLPEN?
De (fysieke) lessen van HiRO hebben geholpen tegen de corona achterstanden. “Het is natuurlijk niet hard te maken in cijfers maar je merkt het in de groep. Er wordt een solide basis gelegd, zowel in het klaslokaal als op de judomat”, legt Aise uit. Daarmee doelt zij op een stevig en betrouwbaar fundament voor de groep. De lesmethode geeft structuur en duidelijkheid aan de kinderen. Het helpt de kinderen met het wennen
aan werken in groepen. “Het is een prettige manier om de omgangsnormen in kaart te brengen”, voegt Anneke hieraan toe.
ZIJN ER NOG ANDEREN?
Als school begonnen ze in Haarlem met Kanjer training, maar door de licenties die je moet blijven behalen is er nu voor HiRO gekozen. De makkelijke toepasbaarheid speelt hierin een grote rol. HiRO wordt in Leiderdorp gecombineerd met het program ma Trefwoord. Bij Trefwoord staat praten echt cen traal terwijl het bij HiRO gaat over ervarend leren en dus (ook) het fysieke gedeelte. “Wanneer een kind erg sterk is, maar zijn eigen kracht niet onder controle heeft, helpen de fysieke judolessen van HiRO hier goed bij. Door middel van bewegen bereik je dan meer en ervarend leren biedt hierin uitkomst.”
HOE VERLOOPT HET GEBRUIK VAN HET PROGRAMMA?
“HiRO geeft een goed overzicht in de digitale leeromgeving. Het is makkelijk om terug te kijken hoe de klassen ervoor staan. Door het duidelijke overzicht weet je als leerkracht ook direct welke uitdaging je aan kunt pakken.” Argumenten die leerkracht
“Door het duidelijke overzicht weet je als leerkracht ook direct welke uit daging je aan kunt pakken”
BELEVING EN BEHEER
Anneke aanhaalt. “Ik gebruik HiRO op verschillende manieren. Zo ook om de aandacht van de kinderen er weer bij te krijgen als ze even ‘op’ zijn van de rekenen- en taallessen.” Leerlingvolgsysteem Zien! is gekoppeld aan HiRO. Volgens Anneke sluit dit goed aan op de filters in de HiRO omgeving. Aise kijkt ook erg uit naar de koppeling met IEP omdat haar school daar juist weer gebruik van maakt.
PLANNEN EN ORGANISEREN. WAT VINDEN JULLIE HIERVAN?
“De organisatie vanuit HiRO verloopt bij ons op school fijn en soepel”, vertelt directrice Aise. Anneke kan het waarderen dat er veel wordt gedaan met de feedback. “Wij zijn als een van de eerste scholen gestart met HiRO. Hierbij wisten wij dat alles nieuw was en dat wij als school soms nog tegen dingen aan zouden kunnen lopen. Door onze lange positieve ervaring met Schooljudo (initiatiefnemer van HiRO) zijn wij deze uitdaging toch aangegaan, met succes. Er wordt veel met de feedback gedaan.” Beide dames waarderen de doorlopende leerlijn van het programma.
IEP EN HIRO LANCEREN OFFICIEEL EEN SAMENWERKING
Leerlingvolgsysteem IEP en lesmethode HiRO gaan vanaf schooljaar 2022/2023 samenwerken om door middel van de lessen van HiRO en de instrumenten van IEP nóg meer impact te creëren in het basisonderwijs. Vanaf september dagen wij je uit om op school aan de slag te gaan met de resultaten vanuit het instrument sociaal emotionele ontwikkeling. Om je hierbij te helpen slaan IEP en HiRO de handen ineen. We geven leerkrachten handvatten zodat zij aan de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen kunnen werken door middel van de zeven waarden: Vertrouwen, Samen werken, Respect, Beheersing, Weerbaarheid, Disci
pline en Plezier, gecombineerd met de IEP aspecten: zelfmanagement, sociale vaardigheden, uiting van gevoelens, beheersing van gevoelens en empathisch vermogen.
PARNASSYS EN HIRO ZETTEN SAMENWERKING VOORT MET KINDBEGRIP
Door de sterke samenwerking met het eerder aangeboden leervolgsysteem van ParnasSys, zet HiRO de samenwerking met ParnasSys graag voort in de vorm van een koppeling tussen het splinternieuwe Kindbegrip, ontwikkeld in samenwerking met Kees van Overveld. HiRO geeft een gebruiksvriendelijk vervolg op de signalering van Kindbegrip. Een vervolg dat nét zo makkelijk is in het gebruik als Kindbegrip zelf. Efficiënt en effectief! Op die manier hebben de leerkrachten een goed beeld van de sociaal-emotionele ontwikkeling binnen de groep en het individu. Er is een brug geslagen tussen de 5 SEL-competenties van Kindbegrip en de HiRO lessen die gaan over de waarden: Vertrouwen, Samenwerken, Respect, Beheersing, Weerbaarheid, Discipline en Plezier. Waarden die niet alleen nu belangrijk zijn, maar voor de rest van je leven. Op die manier bouwen Kindbegrip en HiRO samen aan de toekomst.
DE WEEK TEGEN PESTEN
Aandacht voor Pesten is een Landelijk Steunpunt en Kenniscentrum op het gebied van pesten, ongewenst gedrag en sociale veiligheid. Aandacht voor Pesten is er voor iedereen in de samenleving die te maken heeft met pesten en ongewenst gedrag en maakt zich sterk voor het actief vergroten van sociale veiligheid maatschappijbreed. Zij helpen onze Entertrainers om ook op de judomat pesten tegen te gaan!
Kijk voor meer informatie op www.hiro.school.
‘
SCHOOLGEBOUWEN IN BEELD
Nieuwe maatwerkregeling om ventilatie op orde te brengen
Goed nieuws! In juli heeft Dennis Wiersma, Minister voor Primair- en Voortgezet onderwijs, bekendgemaakt hoe hij met een maatwerkregeling extra geld beschikbaar stelt voor scholen waar het binnenklimaat niet voldoet.
“We merken, vanuit het hulpteam Optimaal Ventileren, dat scholen nog lang niet overal beschikken over ade quate meet gegevens”
Dat is goed nieuws in het kader van opti male leerprestaties en met oog op het nog steeds actieve coronavirus. Met een vangnetsubsidie kunnen scholen met gebouwen waar het binnenklimaat echt slecht is de venti latie aanpakken en 60 procent van de daarvoor benodigde investering terugkrijgen. Ook Marco van Zandwijk, expert bij Ruimte-OK, is blij met de nieuwe regeling. “Hiermee blijft het belang van goede ventilatievoorzieningen op de agenda. Juist die scholen, waarbij de situatie urgent is maar financiële draagkracht ontbreekt, krijgen zo de mogelijkheid het binnenklimaat op orde te brengen. Met de vangnetsubsidie springt de overheid financieel 60 procent bij als er aan twee voorwaarden wordt voldaan.”
TWEEWEEKSE METING EN LOCATIEBEZOEKEén van de voorwaarden is een tweeweekse meting van de CO2-concentratie en de binnentemperatuur in twee, door de school uit te kiezen, lokalen. Uit de meting volgt een urgentiescore. Kenniscentrum Ruimte-OK coördineert de uitvoering van deze metingen. Ze fungeert daarmee als centraal aanspreekpunt voor scholen die een tweeweekse meting aanvragen. Schoolbesturen hoeven zich hier alleen maar voor aan te melden. “De andere voorwaarde is een bezoek op locatie van het hulpteam Optimaal Ventileren”, voegt Marco nog toe. “Dit locatiebezoek hoeft niet voorafgaand aan de meting of de aanvraag plaats te vinden. Het mag tot en met de zomer van 2023 ingepland worden.
Het schoolbestuur kan dus een meting aanvragen en een subsidieaanvraag indienen, zonder dat er al een bezoek op locatie van het hulpteam heeft plaatsgevonden.”
WAT LEERT DE PRAKTIJK?
“We merken, vanuit het hulpteam Optimaal Ventileren, dat scholen nog lang niet overal beschikken over adequate meetgegevens”, aldus Marco. “Een objectief beeld van de omvang van de ventilatie- en warmte/ koude problematiek is cruciaal. Het vormt niet voor niets de 1e stap in de Handreiking Optimaal Ventileren. Door eerst
Vangnetsubsidie
• Er zijn drie tijdvakken waarbinnen een aanvraag ingediend kan worden:
- Tijdvak 1) 18 juli t/m 30 september 2022.
Budget = € 38 mln.
- Tijdvak 2) 1 oktober t/m 31 december 2022.
Budget = € 38 mln.
- Tijdvak 3) 1 januari t/m 31 maart 2023.
Budget = € 38 mln.
• Bedraagt 60% financiering vanuit het Rijk.
• Er dient 40% eigen inbreng plaats te vinden. Er is geen verplichting dat de gemeente meewerkt aan de eigen inbreng.
• Wordt toegekend na einde tijdvak op basis van de urgentiescore uit de tweeweekse meting.
BELEVING EN BEHEER
te kijken hoe het er voor staat met de CO2 waarde en temperatuurbeleving in de klaslokalen wordt de omvang van het probleem duidelijk. Ook leert de praktijk van al afgelegde locatiebezoeken dat een juist gebruik van CO2 monitoring kan helpen te voorkomen dat ramen en deuren onnodig open staan. Ook wordt het zo voor een schoolbestuur ook helder welke gebouwen prioriteit moeten krijgen om aan te pakken. Naast leeropbrengsten en comfort levert dat met de stijgende energieprijzen ook direct voordelen in de exploitatie op.”
SLIMME AANPAK
“Uit de huidige locatiebezoeken blijkt overigens ook dat een juist gebruik van de aanwezige ventilatie voorzieningen op de werkvloer niet altijd zorgt voor het oplossen van de totale ventilatieproblematiek”, voegt Marco tot slot nog toe. “ We merken regel matig, op basis van metingen, dat een school er niet aan ontkomt om ook bouwkundige/ installatie technische aanpassingen door te voeren. Dan is de vangnetsubsidie een uitkomst want deze biedt de mogelijkheid om hier direct werk van te maken. Wij raden aan om de werkzaamheden te combineren met al voorziene onderhouds- en verduurzamingsmaatregelen uit het Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) of een geplande renovatie
Locatiebezoek hulpteam Optimaal Ventileren
Het hulpteam Optimaal Ventileren, dat met meer dan twintig experts door het land bezoeken aflegt, komt langs en neemt het hele docententeam mee. Het doel: beter grip krijgen op de ventilatie. Het hulpteam brengt de huidige organisatie van de ventilatie in kaart, zoomt in op de mogelijkheden voor optimalisatie en beantwoord direct alle vragen. Na afloop ontvangt de school een uitgebreide rapportage. Ook het hulpteam uitnodigen voor een bezoek op locatie? Nodig ze uit via www.ventilatiehulp.nl
in het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Dan pak je de ventilatievoorzieningen in de bestaande gebouwenvoorraad echt slim aan.”
AANMELDEN
De meting aanvragen voor de vangnetsubsidie en/of het hulpteam Optimaal Ventileren op bezoek? Meld je aan via www.ventilatiehulp.nl of bel met 08000224402. Onderwijspersoneel, schoolbesturen en gemeenten die bij het ventilatievraagstuk hulp en advies nodig hebben, kunnen gebruik maken van de speciaal hiervoor ingerichte helpdesk via 0800-0224402 of ventilatie@ruimte-ok.nl
“Meerdere schoolbesturen hebben een start gemaakt met (continu) meten van CO2 en temperatuur”Nieuw rekenmodel verduurzaming scholen
Scholen die snel duidelijkheid willen over de beste manier om een budget voor verduurzamen te besteden kunnen vanaf nu het nieuwe rekenmodel Verduurzaming Scholen gebruiken van bbn. Het kost tien minuten en laat zien hoeveel het kost om een gebouw energiezuiniger te maken.
Schoolbesturen kunnen in dit rekenmodel gegevens van hun eigen gebouwen invoeren en de gewenste maatregelen selecteren. Het gaat om maatregelen als het isoleren van de gebouwschil, verbeteren van de ventilatie, energieopwekking en energie- en waterbesparing. Het rekenmodel laat zien hoeveel het kost om een gebouw energiezuiniger te maken en wat de beste manier is om het beschikbare budget te besteden. Het rekenmodel is te vinden op de website van bbn adviseurs.
MODELLING EN VOORLEVING
Ik geloof in een doorgaande leer- en ontwikkellijn voor kinderen; eentje die betekenisvol en rijk is. De Campus aan De Lanen biedt zo’n omgeving tot 15 jaar, maar het zou wat mij betreft nog verder doorgetrokken kunnen worden. Vanuit onze overtuiging willen we kinderen zo lang mogelijk mee kunnen nemen in de rijke leeromgeving. Ik zie om me heen dat basisscholen zich steeds vaker ontwikkelen tot kindcentra en organisaties voor onderwijs en opvang al in een vroeg stadium samen werken. Niet alleen op de pedagogische visie, maar ook organisatorisch en in de huisvesting. Ons nieuwe gebouw is vanuit de biofilische principes ontworpen en ingericht. Dat betekent dat het licht en ruimtelijk is en in alle aspecten dicht bij de natuur staat. In het gebouw vind je voor elke leeftijdsgroep Lanen, waar kinderen verschillende activiteiten kunnen ondernemen, in groepen van maximaal 8 leerlingen. Een leerkracht is een coach, die daardoor meerdere groepen en activiteiten begeleidt.
Een gebouw moet helder in zijn organisatie en opzet zijn, zodat je daarbinnen kunt variëren. Het helpt dat een ruimte een gekaderde bedoeling heeft. Een gebouw moet bewegen uitlokken, maar dat betekent niet dat je overal kunt bewegen. Zo maken we onderscheid tussen de fijne motoriek en de grovere bewegingen, die in onze beweegruimten een plek krijgen en ook in onze buitenruimten. We hebben een beweegruimte voor de leerlingen van 0-6 jaar en één voor 6-15 jaar. De huisvesting en de inrichting van ruimten moeten het onderwijs en de activiteiten ondersteunen.
Ik verwacht dat het unitonderwijs verder groeit omdat alleen maar klassikaal onderwijs passé is. Unitonderwijs is de organisatievorm, waarin je het onderwijs goed kunt organiseren. Modelling en voorleving is de beste manier om het kind en de professional verder te brengen; dat red je niet als je een leerkracht alleen in een bos zet. Daarom geloof ik niet dat klassikaal onderwijs de leerkracht beter maakt; integendeel zou ik zeggen. Juist het unitonderwijs maakt dat de leerkracht zich op alle aspecten kan blijven ontwikkelen. Wij werken met een toegeschreven bedoeling; kennis en vaardigheden opdoen, evenals inzichten en attituden. Als je die goed in balans wilt brengen moet een ruimte een bedoeling hebben. De ruimte en inrichting zijn altijd passend bij de activiteit. Dus unitonderwijs betekent niet dat alles maar kan. Het gaat erom dat iedereen in balans op de beste manier met elkaar, de aarde en dus ook het gebouw omgaat.
Frouke Boel is directeur van Campus aan De Lanen in Rosmalen
no.2
Optimaal beleven
Optimaal Beleven is het thema van nummer 2. Wie wil het niet, maar we zien dat in veel publieke gebouwen die speciale beleving mist. Waar ligt dat aan en hoe krijg je die beleving in een binnen- en buitenruimte? Dat is natuurlijk een geweldig thema voor het volgende nummer, dat eind november weer in uw bus valt.
Hieronder een greep van de artikelen: Groot interview met Anet Scholma: Over de kracht van een goede buitenomgeving en het vormgeven aan ruimte.
Eén visie voor KC Avenhorn: Integraal ontwerp stimuleert doorlopende ontwikkeling.
Nieuw gebouw voor het Open Venster: Een flexibele en duurzame school met aandacht voor spel en beweging.
De leeromgeving van morgen: Experts aan het woord in het Nationaal Park De Hoge Veluwe.
De Vuurvogel in Spijkenisse en Basisschool De Regenboog in Utrecht: twee gebouwen die licht, lucht en duurzaamheid in een eigen ontwerp hebben vertaald. De beste omgeving voor een doorlopende leer- en ontwikkellijn: Het openingsdebat van de Kind Vak gaat over goede leer- en beweegomgevingen voor kinderen.
OBS Klazienaveen gaat samen met het Esdal College: krimp werd toch groei en bepaalde een bijzonder concept.
Verslag Onderwijsvastgoed Dag IVVD: De laatste ontwikkelingen en trends in vogelvlucht.
IKC Vossepark in Hillegom en IKC De Regenboog in Nieuwendijk: Eenheid in verscheidenheid en elk op zijn eigen manier.
Renovatie De Windroos in Gorinchem: hoe een kleinschalige Christelijke vmbo school prachtig getransformeerd werd.
colofon
Schooldomein
Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl.
Uitgever
Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers
Redactie
Sibo Arbeek, Natascha Bruinstroop, Brenda Breems Vaste medewerkers
Adri Pijnenburg, Anje Romein, Kees Rutten (fotografie), en Martine Sprangers (fotografie).
Redactieraad
De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag.
Redactieadres
Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, tel 06-82548370 E-mail: info@schooldomein.nl
Arrangementen partners Schooldomein.
Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, telefoon 06-82548370, brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online
activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Natascha Bruinstroop, natascha@fizz.nl.
De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl.
Abonnementen
Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl.
Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voort gezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeen ten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exem plaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 46,20 voor losse nummers e 8,20 incl. verzend kosten.
Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 september van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.
Productie
Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door een groot aantal partners. Een overzicht daarvan vindt u op pagina 3.
Kindcentrum Avenhorn oktober 2022SCHOOLDOMEIN66 Fotografie Thea van den HeuvelFontys Hogescholen
GISPEN CREËERT FLEXIBELE LEEROMGEVINGEN
Een prettige fysieke ruimte is dé basis voor een inspirerende onderwijsomgeving. Gispen voegt daar flexibiliteit, ergonomie en een eigen identiteit aan toe. Zo creëren we een prikkelende en effectieve leeromgeving, waar iedereen het beste uit zichzelf haalt: leerlingen, studenten, docenten en staf.
Gispen ontwerpt en realiseert vanuit visie en jarenlange ervaring onderwijsomgevingen. We richten leer- en werkruimtes optimaal, duurzaam én toekomstbestendig in voor verschillende activiteiten: samenwerken en ontmoeten, studeren, individueel werken, concentreren, overleggen, les volgen en geven. Gispen heeft hiervoor een gespecialiseerd Onderwijsteam. Onze interieurarchitecten, accountmanagers en projectleiders werken samen met veel verschillende onderwijsinstellingen. Dat doen we van creatie en realisatie tot en met beheer en revitalisatie van bestaand meubilair.
Laat u inspireren en maak een afspraak met ons Onderwijsteam via info@gispen.nl
Onderwijsgroep Tilburg Rijn IJssel Wageningen Koning Willem I College Christelijk Lyceum Veenendaal