Schooldomein nr. 1 september 2009

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

ruimteregie - bedrijfsvoering - organisatie - huisvesting - vastgoed

Nu ook in Vlaandere n!

Thema:

Renovatie of nieuwbouw?

Scholenbouw in topconditie Waardevolle interventies in wijken

jaargang 22 september 2009

1



STANK? REKEN DEFINITIEF AF

MET STANK IN UW

en

Nieuw verNieuwend! Ovaal speelconc

ept

TOILETTEN! SOLDICOAT: EVENEENS UW PARTNER VOOR DE AANLEG VAN NAADLOZE POLYURETHAAN SPORTVLOEREN EN SPORTVLOERRENOVATIE

Soldicoat Deco SR Kunststofvloeren en

Aanleg op bestaande (tegel)vloeren • Snel • Géén sloopwerk Naadloos • Geheel gesloten oppervlak • Smaakvol • Slijtvast Hygiënisch • Uitstekend reinigbaar • Optimale hechting Lange levensduur • Groot kleurengamma • Decoratie op maat

Nieuwsgierig?

www.ovaalspeelconcepten.nl

Van directiekamer tot studieruimte!

Postbus 2035 • 7420 AA DEVENTER • Tel. 0570 - 623 543 Fax 0570 - 623 520 • info@soldicoat.nl • www.soldicoat.nl

Biddle ventilatorconvectoren zorgen voor een optimale klimaatbeheersing door scholen naar wens te verwarmen, koelen en/of ventileren.

Ventilatorconvector, vrijstaande uitvoering

Biddle voor scholen met een prettig binnenklimaat Biddle ventilatorconvectoren

Voor de aankleding van ons schoolgebouw is Van Dooren onze vaste partner. En we kunnen nu ook Online bestellen!

Klimaatoplossing op maat CO2-gestuurde ventilatie Laag geluidsniveau Diverse vrijstaande en inbouwuitvoeringen

Optimale prestaties door schone lucht!

Tel.: 073 621 87 71 Fax: 073 621 47 40 Kasteleinenkampweg 13 ’s-Hertogenbosch

www.vdoorenkantoormeubelen.nl

Biddle bv, Postbus 15, 9288 ZG Kootstertille Tel. 0512 33 55 55, info@biddle.nl www.biddle.nl


Werken en leren

De nieuwe jaargang van Schooldomein brengt elk nummer een regisseur in beeld. Iemand die nauw betrokken is bij het besturen, managen en faciliteren van het onderwijs en in breder verband het maatschappelijk proces. Deze regisseur levert ook thema’s die tijdens de expertmeetings aan de orde komen. We proberen telkens een ‘hoger’ beleidsthema met een meer concreet huisvestingthema te verbinden. Het eerste nummer is dat ‘werken en leren’ gekoppeld aan de afweging om te renoveren of nieuw te bouwen. Dat laatste is actueel, gezien de financiële impulsen die het rijk dit schooljaar geeft. In samenhang met de subsidies verbrede school en de UKP NESK subsidie, bedoeld om energie en innovatie te stimuleren mogen we veel (ver-)bouw en renovatie-activiteit verwachten. De quickscan duurzaamheid die het bureau Merosch samen met ICS­adviseurs heeft ontwikkeld past goed op de basiswaarden van een gebouw, want koppelt ruimtelijk-functionele aspecten aan waarden als binnenmilieu en energetische prestaties (EBA-advies). Met de uitkomsten en financiële aanbevelingen kan de opdrachtgever direct offerten van regionale of lokale partijen aanvragen. Gemeenten trekken weliswaar de broekriem aan, maar kunnen niet anders dan blijven werken aan de herstructurering en verbetering van het maatschappelijk vastgoed, waaronder schoolgebouwen. Het denken in termen van waardestijging van het vastgoed ligt even stil, maar iedereen begrijpt dat goede voorzieningen een positieve uitwerking hebben op de sociale-, fysieke en economische omgeving. Het stimuleren van gewenste kwaliteiten als sociale cohesie, co-ownership, betrokkenheid en welzijn in het algemeen zijn de belangrijkste waarden in de waardestijging van een omgeving. Interessant is de discussie over maatschappelijk eigenaarschap. Mogen ouders eigenaar worden van een school en een winstoogmerk hebben? Mogen multifunctionele accommodaties als bedrijven opereren en aandelen uitgeven of winst uitkeren? Ja en nee. Ik geloof heilig in een bedrijfsmatige benadering van het maatschappelijk vastgoed, waarbij een combinatie van sterke hoofdgebruikers (ook commercieel) met maatschappelijke medegebruikers voor een samenhangend activiteitenaanbod zorgt. En daar mogen deels commerciële prikkels ingebracht worden. Een maatschappelijk ondernemer en tevens ontwikkelaar gaf mij het voorbeeld van het risicodragend ontwikkelen van een zwembad en fitnesscentrum in combinatie met een aantal woningen, waarbij de kosten van het maatschappelijk vastgoed deels werden omgeslagen in de huur- en koopprijs van de woningen. De bewoners kregen een kaart waarmee zij gratis van het zwembad en het fitnesscentrum gebruik konden maken. Dat leidt direct tot een gevoel van co-ownership, bevordert het natuurlijk beheer en de sociale cohesie in de omgeving. Winstuitkering in geld gaat me te ver, maar een uitkering in maatschappelijke waarde lijkt me weer heel positief. En daarachter moet dan een gezond maatschappelijk bedrijf zitten. Het doorprofessionaliseren van (beheer-)stichtingen is nog naar net begonnen. Volgens mij zit in die beheervorm nog voldoende ontwikkelpotentie. Deze Schooldomein biedt u weer voldoende maatschappelijke waarde. En veel concrete aanleidingen om over uw huisvesting na te denken. En ja; voor ik het vergeet, Schooldomein verschijnt vanaf deze jaargang ook in Vlaanderen. Welkom allemaal! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

4

schooldomein

september 2009

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 16.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeentenin Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.


22 THEMA

08

Leren van en met elkaar

Renovatie of nieuwbouw

12

Scholenbouw in topconditie

14

Waardevolle Interventies in Wijken

30

Renovatie of nieuwbouw

36

De school als dorp

38

Innovam begeleidt leerlingen naar werk

40

Een prachtige school voor praktijkonderwijs

44

Communities of practice vormen sterk netwerk

46

Nieuwe kansen voor efficiĂŤnter ruimtegebruik

50

Een trots gebouw met aantrekkingskracht op de omgeving

52

Integraal afwegingskader met verbeterpotenties

Nederland is koploper in het bouwen van interessante schoolgebouwen. Maar in een krimpende economie is nieuwbouw niet altijd de meest voor de hand liggende oplossing. Ook renovatie kan een gebouw opleveren met een beter binnenklimaat, lagere energiekosten en voldoende ventilatie. Wanneer is een ingrijpende verbouwing nog rendabel en wanneer kun je toch echt beter nieuw bouwen?

Rubrieken 7 De verbeelding: Robbert Dijkgraaf 19 Kort nieuws 21 Nota bene: Gerlien van Dalen 40 Architectuur 49 Het idee 56 De etalage 58 Het atelier 59 Column: Cihan Bugdaci

Gert Kant over zijn dromen, ongeduld, ambitie en de kansen van de crisis.

De essentie van het advies dat de Rijksbouwmeester geeft aan de Tweede Kamer.

In hoeverre leveren de investeringen van woningcorporaties financieel voordeel op?

Bestaande gebouwen behouden of slopen? Drie praktijkvoorbeelden.

Het geborgen karakter van OPDC Saenstroom.

Bedrijfsleven heeft vooral behoefte aan sleutelvaardigheid en goede beroepshouding.

Modern praktijkonderwijs in een prachtig nieuw gebouw in Roden.

De volgende stap van het Service Centrum Scholenbouw.

ROC Friese Poort neemt uniek ruimtemanagementsysteem in gebruik.

Impressie van een fraaie Drentse school waar Groningen graag van meeprofiteert.

Quickscan duurzaamheid geeft inzicht in gebouwkwaliteit en verbeterkansen.

schooldomein

september 2009

5


009 16:19:31

VORMGEVEN VANUIT VISIE De bouwstenen van uw huisvesting zijn niet van steen of beton. Volgens M3V bestaan de échte bouwstenen uit de ontwikkelingen die u verwacht in uw primaire proces en organisatie samen met de maatschappelijke ontwikkelingen. Met onze visie en werkwijze brengen we dit tot uitdrukking in een passend gebouw. M3V brengt uw huisvestingsvraagstukken terug tot de essentie. Van daaruit ontwikkelen we moeiteloos creatieve en vernieuwende huisvestingsconcepten, die altijd in relatie staan tot het door u gewenste primaire proces. Meer weten? Bel ons voor een gesprek 026 - 48 22 520 of kijk op www.m3v.nl.

m3v adviespartners | Postbus 221 | 6860 AE Oosterbeek 026 - 48 22 520 | info@m3v.nl | www.m3v.nl

    

    


In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Kees Rutten

Mijn grootste inspiratiebron is de onuitputtelijke rijkdom van de wereld om ons heen en het wonder dat we daarvan zo veel kunnen begrijpen en beleven. Er is geen enkele reden dat we zo veel begrip van het leven verdienen. Daarom kan ik, ondanks alle menselijke beperkingen en tekortkomingen, me toch vinden in de woorden van de Schotse schrijver Robert Louis Stevenson: “The world is so full of a number of things, I’m sure we should all be as happy as kings.”

Robbert Dijkgraaf schooldomein

Robbert Dijkgraaf (Ridderkerk, 24 januari 1960) is universiteitshoogleraar mathematische fysica aan de Universiteit van Amsterdam en president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In 2003 ontving hij de prestigieuze Spinoza-premie voor zijn werk op het gebied van de snaartheorie, de theorie die een verbinding is tussen de relativiteitstheorie van Einstein en de quantummechanica.

september 2009

7


8

schooldomein

september 2009


De crisis raakt ons allemaal

Leren van en met elkaar Besturen in deze tijd. Gert Kant van de Lentiz Onderwijsgroep over zijn dromen, ongeduld, ambitie en de kansen van de crisis: “Barack Obama zei ‘Yes, we can!’. Als hij had gezegd: Yes, ik heb een lange termijnvisie, was het een stuk minder interessant geweest.”

“D

“Tijd in iemand steken mag weer.”

e crisis raakt ons allemaal; iedereen heeft of krijgt ermee te maken. We moeten weer durven dromen.” Dat stelt Gert Kant, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Lentiz Onderwijsgroep. De groep kent 12 aanbodspunten, van vmbo, havo/vwo tot en met mbo-groen. Kant denkt niet in termen van concurrentie, maar samenwerking. Samen met Mondriaan en het Albeda College heeft hij de Federatie MBO Westland opgericht. Lentiz MBO Greenport in Naaldwijk maakt hiervan deel uit. Leerlingen studeren er Living & Design & Bloem, Business & Management, Watermanagement en Horti Technics & Management. “Wij denken niet sectoraal, maar integraal. Waar heeft een gebied behoefte aan? Die vraag moet je breed vertalen naar onderwijs. De vraag verschilt per regio.” Midden-Delfland is sinds kort de hoofdstad van Citta Slow in Nederland. Citta Slow is een vervolg op de Slow Food beweging in Italië. Nieuw ondernemerschap in het groene Midden-Delfland.

“Onze groene mbo-opleidingen anticiperen op deze ontwikkeling. Vanuit een nieuw, ultramodern schoolgebouw in Maasland. Samen met de ondernemersverenigingen en streekorganisaties zijn we nu druk in de weer het concept te vertalen naar gerichte actie. Groen Goud heet die club. De provincie Zuid-Holland en de gemeente Midden-Delfland ondersteunen dit initiatief, ook in financiële zin.” Het komend jaar is de focus gericht op Schiedam. “Op Schieveste, een desolaat stukje grond tussen de A20 en de spoorlijn, vlakbij het station Schiedam. Tot voor kort het domein van groepjes stadsnomaden.” Daar verrijst binnenkort een nieuwe school met een nieuw concept. Het Lentiz LIFE College richt zich op Green in the City. Thema’s als leven en duurzaamheid staan centraal.” Het wordt een gebouw waarin vmboleerlingen samen met mbo-leerlingen zullen worden opgeleid. “De school richt zich op alle fasen van het leven. Van 8 uur ’s morgens tot 10 uur ’s avonds. De

schooldomein

september 2009

9


Voor een prettig kontakt. Voor een eerlijke offerte. Voor een zorgeloze voorbereiding. Voor een probleemloze levering. voor een kompleet semi-permanent gebouw. “Voor Anker” met KeiZer Unitbouw!

Keizer Unitbouw B.V. Postbus 151. 4250 DD Werkendam. Tel: 0183-504955. Fax: 0183-503455.


doorlopende leerlijn in optima forma. De omgeving wordt betrokken bij het concept. Kant: “Het zijn leerlingen die in een grootstedelijke omgeving van Rotterdam en Schiedam opgroeien, in de stadsjungle met een eigen bioritme en eigen dromen. Die dromen van die kinderen wil ik vertalen naar hun nieuwe schoolomgeving. Sta je straks op het gebouw dan zie je het groen van Midden-Delfland, de havens van Rotterdam en de oude binnenstad van Schiedam; een poort naar verschillende soorten werelden. Onderwijs moet van binnen naar buiten denken en die verbindingen leggen. Zo wil ik ook contact houden met onze leerlingen die uitstromen. Slagen ze niet in het vervolgonderwijs of bij een baas dan neem ik ze graag terug om ze verder bij te scholen.”

Nieuwe beweging “De crisis doet wat in de hoofden van onze jongens en meisjes. Tekenend is een gesprek dat ik laatst voerde met wat vwo-leerlingen over hun vervolgstudie. Tot voor kort was de financiële wereld erg in trek. Banken en verzekeraars stonden voor succes. Daar wilde je bij horen. Nu is dat beeld gekanteld. Een jongen zei: “Dat is toch iets voor losers? Ik ga wat nuttigs doen?” Hij kreeg bijval. Ineens ging het gesprek over duurzaamheid en de kwaliteit van het leven. Zelf moet ik de komende dagen een paar lezingen voor ondernemerskringen houden. Zij willen graag weten hoe ik tegen de economische crisis en de duurzame economie aankijk en hoe wij de relatie tussen leren en werken zien. Ik blijf tamboereren op het belang van ons vmbo- en mbo-onderwijs. Tweederde van onze jongens en meisjes volgen dit onderwijs. Niet te snel tevreden zijn. Haal eruit wat erin zit. Het is jouw toekomst en de onze! Het onderwijs zal veranderen. Maar hoe?” Wat Gert Kant aanspreekt, is dat mensen elkaar weer meer gaan ontmoeten: “Je wilt weer weten wie je tegenover je hebt. Zo heb ik onlangs in de Schiedamse regio Turkse ondernemers leren kennen. Zij willen geholpen worden met bijvoorbeeld het opzetten van bedrijfsplannen. Het gaat niet alleen om geld, maar om de diepere waarden en de echte behoefte.

Denkkracht verzamelen “Om te kunnen innoveren, moet je denkkracht verzamelen. Ik ben als bestuurder geïnteresseerd in denkkracht van mensen. De bureaucratie is verzand in ‘meten is weten’. Zo heeft Tom Bade van Triple E me aan het denken gezet. Hij is een specialist op het gebied van de economische waarde van natuur en natuurbeleving. Wij betrekken hem bij het ontwerp van onze nieuwe opleidingen van Lentiz LIFE College. Hij prikkelt ons onder andere met de vraag: wat is binnen en wat is buiten? Dat leerlingen niet meer weten of ze binnen of buiten zijn als ze dadelijk in de school rondlopen. Green in the City teruggebracht

tot de kern. Nieuwe inzichten spreken me aan. Onze voorouders durfden voorbij Engeland te varen en geloof me: dat deden ze zonder vaarbewijs. Ik investeer veel in teamwerk. Vandaar dat ons stafbureau klein is en onze directeuren nauw bij de strategie van Lentiz zijn betrokken. Ik wil beweging om mij organiseren. Ik kies voor mensen die inspireren, niet voor gevestigde bedrijven en reputaties.”

Groei is nodig Kant reageert op de opmerking van de Rijksbouwmeester dat we ons in deze tijden meer op de krimp moeten richten: “Onzin; we moeten blijven groeien, maar op een fundamenteel andere manier dan nu. We kunnen het ons niet permitteren om hem in zijn achteruit te zetten. Ik zou zeggen: de turbo erop. Natuurlijk moeten we heel kritisch kijken naar de manier waarop overheid, scholen, maatschappelijke organisaties en bedrijven de afgelopen dertig jaar met elkaar hebben gewerkt en wat daarbij de regels waren. Dan zie je dat heel veel niet goed is gegaan. Daar moet je wezenlijk in veranderen. Maar we moeten onszelf niet de put in praten. De crisis maakt innovatief en biedt juist daardoor ook veel kansen. Tegelijkertijd luidt het een periode van bezinning in. Bij banken waren de aandeelhouders belangrijker dan de klanten. Ziekenhuizen hebben gemiddeld vijf minuten zorg voor een patiënt per dag. Dat moet anders en beter. Onderwijs speelt daarin een belangrijke rol.”

“Geld is uit, zorg is in.”

Anders organiseren Kant kan zich enorm boos maken over de verspilling van de 20% van de onderwijsfinanciering. Er gaat in Nederland jaarlijks 4 miljard om in de materiële component van onze bekostiging. Aan huisvesting en facilitair: “Meestal staat de vormgeving centraal, terwijl het primair moet gaan om een optimale werken leeromgeving. Nu bouwen veel scholen voor de toekomstige armoede en zitten we met z’n allen steeds in de verkeerde discussie.” Gert Kant steekt tijd in een nieuw netwerk met potentieel: Stichting ECO, een netwerk dat de intermediair wil zijn tussen scholen en bedrijfsleven. De ANWB van het onderwijs. “Zorg voor duidelijke outputspecificaties en je kunt echt duurzame gebouwen maken.” In de herfst presenteert ECO zich aan het onderwijsveld. De vorm zal eigentijds zijn. “Het aanbieden van symposia of congressen werkt echt niet meer. Bestuurders en managers moeten in een altijd drukke agenda de afweging maken of ze wel of niet in de file willen staan. En als je niet gaat, weet je dan ooit wat je mist? Toch zijn goede netwerken belangrijker dan ooit. Je moet dus de intrinsieke behoefte bij mensen blootleggen en ze vooral betrekken bij de dingen waarvoor ze uitgenodigd worden. De vorm waarin je elkaar vervolgens boeit en bindt is een afgeleide daarvan.”

schooldomein

Profiel Gert Kant Leeftijd: 53

Ambitie: met de Lentiz onderwijsgroep zorgen voor onderwijs dat er toe doet

Sterkste kwaliteit: resultaat gericht - Belangrijkste doel dit jaar: realisatie van onze droom in Schiedam

Meeste tijd gaat op aan: overtuigen en inspireren

Grootste hobby naast werk: Italië in alle facetten van het leven

Meer informatie: Gert Kant- gkant@lentiz.nl

september 2009

11


Gezond en goed

Scholenbouw in topconditie De Rijksbouwmeester heeft haar advies aan de Tweede Kamer afgerond. De essentie van het goed onderbouwde stuk is in een aantal aanbevelingen weergegeven. Schooldomein geeft een korte essentie van het advies. Foto’s Kees Rutten

O

p ruim tachtig procent van de basisscholen is het binnenmilieu niet goed. Kinderen krijgen les in lokalen die onvoldoende geventileerd worden. Stof en schimmel komen geregeld in gezondheidsbedreigende hoeveelheden voor. In de zomer komt daar vaak bij dat de temperatuur zo hoog is dat concentratieproblemen optreden en lesgeven nauwelijks zin heeft. “Het bewerkstelligen van een gezonde en veilige leefomgeving voor kinderen is één van de speerpunten van dit kabinet. Een belangrijk aspect hierbij is het binnenmilieu op basisscholen dat invloed heeft op de gezondheid en de leerprestaties.” Zo begint de aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer bij de Kabinetsvisie op het binnenmilieu van basisscholen (15 februari 2008). Het debat over deze visie in de Tweede

12

schooldomein

september 2009

Kamer in juli 2008 leidde tot een adviesverzoek aan de Rijksbouwmeester.

Actuele ontwikkelingen De adviesaanvraag stelt dat verbetering van het binnenklimaat niet los kan worden gezien van actuele ontwikkelingen die leiden tot nieuwe eisen en veranderend gebruik van gebouwen. In toenemende mate vervullen brede scholen en multifunctionele gebouwen een belangrijke rol in wijken. Onderwijskundige inzichten veranderen voortdurend. We worden geconfronteerd met klimaatverandering en het streven naar duurzaamheid staat hoog in het vaandel van dit kabinet. Daarom is gevraagd de problematiek van het binnenklimaat van scholen in een ruimer perspectief te bezien. Gevraagd wordt te adviseren over:


“...toekomstbestendige scholenbouw in brede zin (waaronder specifiek in relatie tot het binnenmilieu) en de mogelijke consequenties hiervan voor de (bouw) regelgeving en bekostiging van basisscholen. Naast een goed binnenmilieu valt ook te denken aan aspecten als duurzaamheid, kwaliteit, innovatie, maar ook aan de mogelijke functies van een (multifunctioneel) schoolgebouw in bijvoorbeeld een wijk. Welke partners zijn hierbij te interesseren als het gaat om expertise en financiële draagkracht?” Voor de totstandkoming van dit advies zijn meerdere interviewrondes gehouden met professioneel betrokkenen bij scholenbouw en ervaringsdeskundigen. Met de aanbevelingen in dit advies kunnen de belangrijkste problemen structureel worden aangepakt, waardoor de condities voor de bouw en het onderhoud van basisscholen aanzienlijk verbeteren. De concrete aanbevelingen zijn onder te verdelen in de meer beleidsmatige adviezen, de adviezen rond programma’s van eisen en de specifieke adviezen rond binnenmilieu.

Aanpassing beleid De Rijksbouwmeester stelt dat het rijk samen met gemeenten, i.c. de VNG en de PO-raad tot afspraken moet komen om de nadelen van de gescheiden geldstromen structureel op te lossen. Verder zijn kennis en informatie over budgetstromen en de bouwopgave nodig voor het naar behoren functioneren van het gedecentraliseerde systeem voor de huisvesting van basisscholen. Een verder advies is het reglement van de Scholenbouwprijs zo aan te passen dat scholen één jaar na oplevering kunnen meedingen. Verder zijn bundeling van kennis en informatie nodig. Professioneel opdrachtgeverschap en toegankelijke informatie zijn noodzakelijk voor de verbetering van de huisvesting van basisscholen. Samenwerking met woningbouwcorporaties kan perspectief bieden. Een goede afstemming met de koepel van corporaties (Aedes) is daarom belangrijk.

Duurzame programma’s Over de ontwikkeling van innovatieve en duurzame programma’s zegt de Rijksbouwmeester: • Ontwikkel innovatieve ruimtelijke PvE’s voor basisscholen, waarin plaats is voor intensief en gedifferentieerd ruimtegebruik, mogelijkheden voor lunch- en overblijfmogelijkheden, alsook voor sport, cultuur en ontspanning. • Ontwikkel voorbeelden van ruimtelijke en binnenklimaat PvE’s, vertaald in afrekenbare prestatieeisen, als onderlegger/hulpstuk voor het bestek. Leg controle en onderhoud contractueel vast. De contracten moeten minimaal voldoende waarborg bieden voor een goede inregeling gedurende een eerste jaar, waarin alle seizoenen de revue passeren. De voorkeur verdienen afspraken voor een langere periode van 5 tot 10 jaar.

De Rijksbouwmeester geeft een aantal concrete aanwijzingen rond binnenmilieu: • Breng zorgvuldig in kaart welke consequenties het Programma van Eisen Frisse Scholen en actuele ruimtelijke programma’s van eisen hebben voor de normvergoeding. • Stel bij de nieuwbouw en renovatie van basisscholen het ambitieniveau voor een goed binnenklimaat vast op grond van de ISSO-publicatie 89 – 2008 Binnenklimaat scholen klasse B, maar bij voorkeur op klasse A. Maatregelen voor een goed binnenklimaat moeten integraal worden bezien met energiebesparende maatregelen. Pas het VentilatiePrestatieKeur voor woningbouw toe op basisscholen. Laat controles van de systeemprestaties bij de oplevering en daarna uitvoeren door een onafhankelijke instelling. • De ventilatiecapaciteit moet toereikend zijn om de norm, die door de Gezondheidsraad in samenwerking met het RIVM wordt herijkt, te realiseren. De CO2-concentratie moet niet hoger kunnen worden dan de norm tijdens de maximaal toegestane bezetting van een klaslokaal bij een optimaal gebruik van de ventilatievoorzieningen. • Heroverweeg de luchtkwaliteitsnormen voor verblijfsgebieden bestemd voor multifunctioneel gebruik. Door nieuwe onderwijsvisies en ander, meer intensief, gebruik worden ook die gemeenschappelijke ruimten gebruikt voor onderwijs. Breng de eisen voor spuivoorzieningen weer op het niveau van de voorschriften van de modelbouwverordening. • Bij de instelling van het Bouwbesluit in 1992 zijn de wettelijke eisen aan de ventilatievoorzieningen afgezwakt ten opzichte van de modelbouwverordening. Het schrappen van spuivoorzieningen pakt ongunstig uit. • Formuleer in de bouwregelgeving scherpere eisen voor een toekomstbestendig thermisch binnenklimaat.

“Op ruim tachtig procent van de basisscholen is het binnenmilieu niet goed.”

U kunt het volledige advies opvragen bij het Atelier Rijksbouwmeester: telefoon (070) 339 89 98 of e-mail: rijksbouwmeester@minvrom.nl.

schooldomein

september 2009

13


Waardevolle Interventies in Wijken

Veel woningcorporaties zijn actief in de ontwikkeling van maatschappelijk vastgoed sinds zij de mogelijkheid hebben om andere gebouwen dan woningen te ontwikkelden. Zij mogen investeren in wijkvoorzieningen en werkzaamheden verrichten om de leefbaarheid van buurten en wijken te verhogen. Hierdoor zou de waarde van het omliggend vastgoed stijgen. Maar in hoeverre leveren de investeringen die woningcorporaties doen een financieel voordeel op?

Tekst Petra Visser Foto’s Communicabel

S

inds 1997 mogen woningcorporaties andere gebouwen ontwikkelen dan woningen, mits deze ten goede komen aan de leefbaarheid van een buurt of wijk. Hiermee zijn woningcorporaties echte ondermeningen geworden. Zij bezitten veel vastgoed en het is hun taak de waarde van dat vastgoed vast te houden en waar mogelijk te vergroten. De waarde van het bezit is niet alleen een doelgrootheid maar ook een belangrijke voorwaarde om investeringen op termijn blijvend mogelijk te maken. Door het stimuleren van de leefbaarheid in buurten en wijken kan de waarde van het omliggend vastgoed stijgen. Maar hoe bepaal je die waardestijging? ABF Valuation heeft een model ontwikkeld waarmee het waarde-effect van investeringen in een wijk op de waarde van het vastgoed wordt gemeten. Het Waardevolle Interventies in Wijken-model geeft inzicht in het maatschappelijk rendement van woningcorporaties.

14

schooldomein

september 2009

WIW-methodiek Sinds een aantal jaren wordt er fors geĂŻnvesteerd in de ontwikkeling van maatschappelijk vastgoed. Woningcorporaties zien hierin een mogelijkheid om hun vastgoedportefeuille uit te breiden en om waarde toe te voegen aan hun bestaande bezit. De relatie tussen fysieke investeringen en het vastgoedrendement is tamelijk eenvoudig te leggen; door verbeteringen in/ aan de woningen stijgt de kwaliteit ervan en neemt de waarde toe. De relatie tussen maatschappelijke investeringen en vastgoedrendement is minder inzichtelijk. De WIW-methodiek heeft daar meer grip op.

Prijskaartje Hoe werkt het? Het WIW-model van ABF Valuation maakt de effecten van interventies op de vastgoedwaarde van een buurt of wijk inzichtelijk. Dit model maakt gebruik van het CALCASA woningtaxatiemo-


del en de WOX woningprijsindex. Gaat het bij het CALCASA model om de waardering van individuele woningen, bij het WIW-model gaat het om het waarderen van al het vastgoed in een buurt of wijk. Ten grondslag aan dit model ligt de waardeontwikkeling van woningen. De waarde van een woning wordt grotendeels bepaald door kenmerken van de woning en de woonomgeving. Die zijn zowel fysiek als sociaaleconomisch van aard. Aan elk van deze kenmerken hangt een prijskaartje. Bij elkaar opgeteld bepalen die de uiteindelijke waarde van de woning. Interventies via fysieke of sociaaleconomische investeringen leiden tot veranderingen in woning- en omgevingskenmerken en daarmee tot een andere woningwaarde. Dit zijn interventies die door de bewoners van een wijk worden gewaardeerd en die zodoende eraan bijdragen dat de waarde van het bezit behouden blijft of zelfs toeneemt waardoor weer nieuwe investeringsmogelijkheden ontstaan. Bij de WIW methodiek onderscheiden we vier soorten investeringen. Het effect ervan op de woningprijs is afhankelijk van het type woning, de sociaal economische samenstelling van de buurt en het type woonomgeving.

• Investeringen in de woningvoorraad, via nieuwbouw, sloop, verbetering, aankoop en verkoop; • Investeringen in commercieel vastgoed als winkels en kantoren; • Investeringen in sociaal vastgoed als (brede)scholen, MFA’s, buurthuizen; • Investeringen in de woonomgeving via parkeer of groen voorzieningen.

Referentieprojecten Om de gevolgen van een interventie te kunnen schatten maakt het WIW-model gebruik van een database met gegevens over de totale Nederlandse woningvoorraad en de woonomgeving. Als eerste zoekt het model naar vergelijkbare interventies in vergelijkbare buurten (referentieprojecten). Vervolgens wordt gezocht naar verkoopprijzen rondom de referentieprojecten. De gevonden verkoopprijzen laten de prijsontwikkeling zien in de directe omgeving en na correctie hiervan voor de ‘normale’ prijsontwikkeling in het gebied resteert het extra waarde-effect van de investering. Dit waarde-effect wordt uitgesplitst naar afstand en tijd tot de interventie. Deze uitsplitsing is relevant omdat over het algemeen het waarde-effect het grootst is: a) op korte afstand van het project en b) in de eerste jaren na realisatie van het project. Hierna worden de gewichten van de gevonden waarde-effecten in de diverse referentiebuurten bepaald. De gewogen som geeft de schatting weer voor het waarde-effect op de woningen in de projectbuurt.

schooldomein

september 2009

15


Beleef innovatie Het oplossen van uw ruimtevraagstukken is de uitdaging voor Wagenbouw Accommodaties. Onze bouwmethoden zijn flexibel en demontabel, herindeelbaar en verplaatsbaar. Met de semipermanente huisvesting van Wagenbouw Accommodaties zet u een stap in de toekomst. Leerparken, basisscholen of extra lokalen. Rivierdijk 2, Postbus 98, 3360 AB Sliedrecht Telefoon 0184 - 434 580, www.wagenbouw.nl

Wij bouwen voor u.

STOP!

Met het zoeken naar een adres voor de inrichting van uw aula of

auditorium en bel vandaag nog voor het maken van een vrijblijvende afspraak. rails/verduisteringsgordijn/voordoek hoogwerker/filmscherm/podiumelement tape/vlamvrijpreparaat/vangnet/takels lichtgrid/balletvloer/gaasdoek/horizondoek montage/installatie/elektrische rail/trusssysteem/akoestische gordijnen

voor GROTE & voor kleine tonelen

Ron de Groot Schooltoneelinrichting B.V.

Postbus 172 2740 AD Waddinxveen Tel:+31(0)182-616310 Fax:+31(0)182-611221 e-mail:rondegroot@wxs.nl web:www.theatertextiel.com


Enkele uitkomsten Zowel fysieke als niet fysieke investeringen kunnen leiden tot waardestijging. Globaal geldt dat een investering in nieuwbouw een positief effect heeft op de waarde van het omliggend vastgoed. De omvang van het effect hangt echter sterk af van de afstand tot het type investering en de context waarin de investering wordt gepleegd. Er zijn dus geen algemeen geldende uitspraken te doen over de mate van het effect; wel over de aard van het effect. Het effect van investeringen in commercieel en sociaal vastgoed is divers. Ook hier weer hangt de mate van het effect af van het type buurt en de woningen die er staan, het type investering en de mate waarin er al voorzieningen aanwezig zijn. In een buurt met een relatief hoge gemiddelde woningwaarde en een hoog voorzieningenniveau kan een investering in een uitbreiding van het winkelcentrum geen of nauwelijks meerwaarde voor het omliggende vastgoed opleveren, terwijl dit omgekeerd wel het geval kan zijn.

Brede scholen in 1.000 buurten Sinds enkele jaren worden brede scholen ingezet om de leefbaarheid binnen wijken te vergroten. Maar zorgt een brede school ook voor een stijging van de waarde van het omliggend vastgoed? ABF Valuation probeerde in een onderzoek een verband te achterhalen en waar mogelijk te kwantificeren van het aanbod aan brede scholen en de woningwaarde in 1.000 buurten. Daarbij werd onderscheid gemaakt naar buurten met alleen gewone basisscholen en buurten met zowel gewone basisscholen als brede scholen. Het verband tussen de omvang van een aantal voorzieningen en de waarde van vastgoed kan worden aangetoond met behulp van statistische regressietechnieken waarbij de woningwaarde wordt gerelateerd aan alle relevante kenmerken van de woning en de woonomgeving. In het regressiemodel

is met ongeveer 40 controlevariabelen voor onder andere woning- en omgevingskenmerken gewerkt om het ge誰soleerde waarde-effect van de brede school uit te rekenen.

Overzicht waardebepalende factoren onderzoek brede scholen in 1.000 buurten in Nederland in de periode 1998-2008

Resultaten In de 1.000 buurten met een brede school is een positief waarde-effect gemeten van gemiddeld 1,3% in de afgelopen 10 jaar. Dit betekent dat het omliggend vastgoed in buurten met een brede school 1,3% meer is gestegen de afgelopen 10 jaar dan in buurten zonder brede school. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat er een positief waarde effect is gevonden voor die 1.000 buurten, echter dat het waarde-effect differentieert naar type brede school en type buurt en dat in achterstandswijken het waardeeffect hoger is dan in niet-achterstandswijken. Daarnaast is het waarde-effect geringer bij een kleine brede school op verspreide locaties in een goede buurt dan bij een grote brede school in een MFA in een achterstandswijk. Voor meer informatie kunt u bellen of mailen naar Ir. Petra Visser, Senior Onderzoeker ABF Valuation: (015) 214 88 34, petra.visser@abfvaluation.nl of kijken op www.abfvaluation.nl.

schooldomein

september 2009

17


TIJDELIJKE HUISVESTING IN EEN MOOI JASJE Unilux Flexibele Bouwsystemen* levert maatwerk in tijdelijke huisvesting voor scholen. Of het nu een noodoplossing betreft of een representatief schoolgebouw, ieder Unilux-product kenmerkt zich door het gebruik van hoogwaardig en duurzaam materiaal. Unilux kent als geen ander de wensen en behoeften van scholen op het gebied van tijdelijke huisvesting, ook in financieel opzicht. Vraagt u naar ons gratis informatiepakket of neemt u contact op met de Unilux Specialist voor het maken van een vrijblijvend concept. *Handelsnaam van BUKO Bouwsystemen BV

Unilux Flexibele Bouwsystemen B.V. • Waaldijk 64 • 4214 LB VUREN • Postbus 39 • 5300 AA Zaltbommel • T. 0418-573300 • F. 0418-573334 • info@unilux.nl • www.unilux.nl


kort nieuws Ergernis over langdurige processen bij nieuwbouw Projectontwikkelaars en woningcorporaties ondervinden bij het realiseren van nieuwbouw de meeste hinder van langdurige processen en ongewenste vertragingen. Uit onderzoek van USP Marketing Consultancy blijkt dat 79% van de projectontwikkelaars en 72% van de woningcorporaties deze problemen in sterke mate ervaart. Het onderzoek is verricht in opdracht van Netwerk Conceptueel Bouwen. Door de crisis moeten plannen worden her-

ontwikkeld, en het liefst in hoog tempo. Van de projectontwikkelaars zegt 63% tijdens het herontwikkelen vertraagd te zijn door overheidsprocedures en overheidsinvloed. Onder de ontwikkelende woningcorporaties is dat 62%. Andere knelpunten zijn de rompslomp die een nieuwbouwproject voor de opdrachtgevers meebrengen (genoemd door 47% van zowel de corporaties als projectontwikkelaars) en de betaalbaarheid daarvan (52% van de

corporaties en 42% van de ontwikkelaars). De nieuwbouwproductie komt in 2010 en 2011 waarschijnlijk uit op iets boven de 60.000 woningen. USP stelt dat over enkele jaren een inhaalslag nodig is om de woningmarkt vlot te trekken. Projectontwikkelaars en woningcorporaties zijn goed voor 60% van de nieuwbouwproductie. USP pleit voor conceptueel bouwen, want daarmee kunnen een hogere snelheid en kwaliteit worden bereikt. Bron: Profnews.

Snelle, landelijke investering in scholen Staatssecretaris Sharon Dijksma van Onderwijs roept alle basisscholen op om met hun gemeente te gaan praten over het opknappen van hun onderkomens. Het kabinet heeft immers ruim 100 miljoen euro uitgetrokken voor energiebesparende maatregelen en verbetering van het binnenklimaat van scholen. Volgens Dijksma komt het zelden voor dat er zo’n bedrag beschikbaar is voor

een snelle, landelijke investering in scholen. Zo veel mogelijk scholen moeten daar snel op inspringen. “Op gemeentelijk niveau zal uiteindelijk de afweging gemaakt worden welke school de investering het beste kan gebruiken.” De maatregel is tegelijk een crisismaatregel, doordat er meer werk door ontstaat. “Het is in het belang van leerlingen, leraren en de economie dat de

aanvragen zo snel mogelijk kunnen worden behandeld. Zo komen de maatregelen tijdig ten goede van het onderwijs en krijgt de bouwsector ook zo snel mogelijk een impuls”, zegt Dijksma. Elke gemeente heeft recht op een deel van de 100 miljoen euro. Een voorwaarde voor toekenning is wel dat gemeenten zelf minstens 40 procent bijdragen. Bron: Bouwend Nederland.

Playing for Success erkend leerbedrijf Tijdens het drukbezochte 1e Nationale Playing for Success Congres in het stadion van FC Zwolle, is Playing for Success Nederland erkend als leerbedrijf voor mbo-studenten Onderwijsassistent en Sport & Bewegen. De bijbehorende plaquette werd uitgereikt door Jan Willem ten Brink van Calibris, dat namens het ministerie van OCW belast is met de erkenning van leerbedrijven en het onderhoud van de kwalificatiestructuur voor de sectoren Zorg, Welzijn en Sport. De erkenning geldt voor alle Playng for Success leercentra die in

de komende jaren zullen worden opgericht. Playing for Success is een van oorsprong Brits leerconcept dat uiterst succesvol is bij de aanpak van onderpresterende kinderen. Het naschoolse programma wordt door onderwijsadviesbureau KPC Groep geïntroduceerd bij betaald voetbalclubs die onderdak willen bieden aan een Playing for Success leercentrum. In samenwerking met lokale onderwijsorganisaties en gemeenten, wil KPC Groep op termijn jaarlijks 18.000 kinderen van 9 tot 14 jaar van hun leerachterstand afhelpen

en bijdragen aan het zelfvertrouwen én een positiever zelfbeeld. Meer informatie: www.playingforsuccess.nl.

Expertisecentrum in Noord-Nederland voor duurzame scholen De drie noordelijke provincies willen een expertisecentrum voor scholen oprichten. Dit centrum moet kennisuitwisseling en samenwerking bevorderen met als doel: duurzame schoolgebouwen, die energiezuinig zijn en een gezond binnenklimaat hebben. Gedeputeerden Tanja Klip-Martin (Drenthe), Rudi Slager (Groningen) en Hans Konst (Fryslân) hebben deze actie uit het 100.000 woningenplan deze week bekendgemaakt. De noordelijke bestuurders vinden het hoog tijd om serieus werk te maken van een gezonde leer- en werkomgeving voor leerlingen en leraren.

Een energiezuinig en fris schoolgebouw zou volgens hen vanzelfsprekend moeten zijn. In het najaar worden zo’n 50 bestaande schoolgebouwen onderzocht. Zij ontvangen dan een op maat gesneden advies van het expertisecentrum. Voor de nieuwbouw van scholen wordt samen met de gemeente Emmen en het Stimuleringsfonds voor de Architectuur een unieke aanbestedingsproef gestart. In de drie Noordelijke provincies zijn er gezamenlijk zo’n 800 basisscholen. Komende jaren worden álle schoolgebouwen in het Noorden onder de loep genomen. Inmiddels zijn al vijftig gebouwen

onderzocht en begeleid. Tot 1 januari 2010 zullen nog zo’n vijftig scholen in de regio volgen, waaronder ook middelbare scholen. Het is de bedoeling dat er vanaf 1 januari 2010 een database beschikbaar is, gekoppeld aan een Geografisch Informatiesysteem, waarin de schoolgebouwen blijvend worden gevolgd. Zo kunnen bijvoorbeeld nieuwe technieken in de praktijk geëvalueerd worden, of kunnen op onderzoek gebaseerde kosten worden gereproduceerd. Per trimester zullen minstens 50 gebouwen worden toegevoegd. Bron: Provincie Groningen.

schooldomein

september 2009

19



nota bene

In elke Schooldomein maakt u op een bijzondere manier kennis met een bijzonder mens in een bijzondere functie. In deze editie: Gerlien van Dalen, sinds 17 augustus 2009 directeur van de Stichting Lezen. Gerlien van Dalen (1963) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde en Kunst & Kunstbeleid aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Zij begon haar loopbaan bij de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA) en was van 1991 tot 2002 beleidsmedewerker bij het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (NLPVF). Vanaf 2002 was zij werkzaam bij de Raad voor Cultuur, onder meer als secretaris Letteren.

Gerlien van Dalen Tijdschrift Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, Kidsweek, Esta, vaktijdschriften.

Auto Leukste opleiding

Beste eigenschap

Fries voor niet-Friestaligen. Mijn werk richtte zich ooit op Friese literatuur, reden waarom ik de taal wilde leren. Door Fries te kunnen lezen, spreken, verstaan en schrijven is er letterlijk een nieuwe wereld voor mij opengegaan.

Ik ben een praktische idealist en kan goed samenwerken.

Eerste baan

Muziek

Vakkenvuller bij V&D.

Van singer-songwriters, countryfolk, jazz, soul en r&b, tot klassieke muziek.

Doelstelling in nieuwe baan

Slechtste eigenschap Ik ben soms te precies en een enkele keer te veeleisend.

Een Volvo 940, een oude, solide tank die nog jaren zal meegaan.

Eten en drinken Goed bereide, stevige kost, verse jus d’orange, water, wijn en jenever.

Avond uit Naar een concert in de onvolprezen muziektempel Paradiso of naar een toneelvoorstelling.

Restaurant Ik eet graag goed in informele sfeer, bijvoorbeeld bij het kleinschalige, ambachtelijk aandoende ‘één-vis-twee-vis’ in Amsterdam of “Fraîche” in Naarden-Vesting.

Ik wil me sterk maken voor een solide leescultuur, die een stimulerende basis is voor de lezer die elk kind moet kunnen worden. Dat doen we samen met heel veel organisaties en instellingen, soms met kleine experimentele stapjes en soms met grootschalige initiatieven met een heel groot bereik. Zo zoeken we naar optimale mogelijkheden om interactieve prentenboeken te gebruiken in de kinderopvang en met het project BoekStart gaan we ervoor zorgen dat alle jonge ouders een boek krijgen, zich welkom weten in de bibliotheek en zich realiseren dat voorlezen een onmisbaar onderdeel is van de opvoeding.

Film

Uitzending gemist, 9292ov.nl, lezen.nl en literatuurplein.nl

Ergernis

Werkweek

Televisieprogramma

Inspirerende persoonlijkheid

Ik werk 32 uur verdeeld over 5 dagen. Ook al ligt het aantal uren in de praktijk natuurlijk hoger. Het geeft mij wel de mogelijkheid mijn werk te combineren met een groot gezin (4 kinderen).

Journaal, actualiteitenprogramma’s, documentaires, telefilms.

Kunstenaars die blijven werken ondanks een repressief regime.

Krant

Ambitie

De Volkskrant, NRC en het FD.

Groei en geniet.

‘Eden’ van Michael Hofmann (2006). Een prachtige film over eten, de kunst van koken en een platonische liefde.

Boek Ik lees graag en breed. Favoriete auteurs: Annie M.G. Schmidt, Tonke Dragt, Judith Herzberg.

Favoriete titels ‘Wat is de wat’ van Dave Eggers, En natuurlijk ‘The uncommon Reader’ van Alan Bennett.

Website

Opmerkelijk Ik groet mensen op straat, de schoonmaker op het station, de tramchauffeur, de krantenbezorger. Het lijkt in eerste instantie oppervlakkig, maar dat is het niet. Groeten dwingt tot oogcontact en menselijke maat. Dat brengt een andere stemming met zich mee dan voorbijlopen aan mensen die je niet persoonlijk kent. Onrespectvol gedrag en onverschilligheid.

schooldomein

september 2009

21


22

schooldomein

september 2009


THEMA renovatie of nieuwbouw

Renovatie of nieuwbouw? De afweging om te renoveren of nieuw te bouwen is tegenwoordig een andere dan de afgelopen decennia gebruikelijk was.

Foto’s Kees Rutten

I

n een functionele benadering van een gebouw biedt het instrument meerjarenonderhoudsplanning voldoende inzicht om gedurende de technische levensduur van een gebouw op de juiste momenten onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Veelal levert dat beeld na 20 jaar een grondige aanpassing of renovatie op. Veel gemeenten werken met dit instrument, waarbij de optelsom van alle ingrepen van het onderwijsvastgoed al dan niet als bestemmingsreserve is bepaald. In de hele financieringsystematiek beziet de gemeente de noodzaak om te onderhouden in relatie tot de leeftijd en de boekwaarde (restant aflossing en rente) van het gebouw. Is de boekwaarde te hoog, dan wordt het gebouw niet afgestoten, want dat is zonde van het geld, zeker wanneer het gebouw technisch nog niet afgeschreven is. Het wordt steeds meer van belang dat een eigenaar (gemeente, bestuur, corporatie) het object (gebouw) in zijn omgeving beziet en over een langere periode een beeld vormt hoe het gebruik in de tijd zal ontwikkelen. De toekomstige vraag bepaalt veel meer de waarde dan de functionele staat van het gebouw. Daarmee verschuift het accent naar de noodzaak om een gebouw over een langere periode te kunnen exploiteren. De monofunctionele benadering van een object verandert naar een multifunctionele benadering van een object in zijn omgeving, waarbij veel meer naar de aantrekkelijkheid van het gebouw om verschillende activiteiten in de tijd wordt gekeken, dan naar een enkele functie alleen. Want welke functie is nog voor 40 jaar aan een gebouw

te verbinden? De knoppen waaraan nu gedraaid moet worden, zijn waardecreatie van een object in zijn omgeving (kwaliteit ligging, centrale functie in de omgeving, flexibiliteit en logistieke kwaliteit), de opbrengstpotentie van mogelijk vrijvallende locaties en het exploitabel kunnen maken van een gebouw in de tijd. Vervolgens speelt de technische kwaliteit en de boekwaarde op het bestaande gebouw als ‘knop’ waaraan gedraaid kan worden, natuurlijk ook een rol. Waardeer je een gebouw op die manier, dan kan het zijn dat een technisch nog lang niet afgeschreven gebouw met een relatief nog hoge boekwaarde toch gesloopt wordt, omdat het op de verkeerde plek staat of een hoge opbrengstpotentie heeft, bijvoorbeeld in relatie tot een herstructurering van de omgeving. Daarbij is de samenhang met andere maatschappelijke activiteiten, wonen en commerciële voorzieningen een logische stap in de afweging of een object wordt gerenoveerd of gesloopt.

Traditionele afwegingen Technische levensduur Onderhoudsstaat Boekwaarde Objectgerelateerd

Maatschappelijke afwegingen Waardecreatie (maatschappelijk rendement) Opbrengstpotentie Duurzame waarde Omgevinggerelateerd

Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met het ICSkenniscentrum: 06 22 26 77 95 of sarbeek@icsadviseurs.nl.

schooldomein

september 2009

23


Renovatie of nieuwbouw? “Geef scholen integrale verantwoordelijkheid en budget.” Nederland is koploper in het bouwen van interessante schoolgebouwen. Maar in een krimpende economie is nieuwbouw niet altijd de meest voor de hand liggende oplossing. Ook renovatie kan een gebouw opleveren met een beter binnenklimaat, lagere energiekosten en voldoende ventilatie. Wanneer is een ingrijpende verbouwing nog rendabel en wanneer kun je toch echt beter nieuw bouwen? Tien deskundigen bogen zich voor Schooldomein over dit vraagstuk. Veelvuldig gingen de woorden ‘budget’ en ‘duurzaam’ over tafel. “Maar alles begint bij de maatschappelijke opgave van scholen.” Tekst Anje Romein Foto’s Kees Romein

Het humeur van Leo Deurloo kan vandaag niet meer stuk. IRIS-scholen heeft net groen licht gekregen voor uitbreiding van het Eerste Christelijk Lyceum in Haarlem. “Het gebouw heeft een rijke geschiedenis, een karakteristieke uitstraling en staat op een perfecte locatie. Hier willen we graag blijven. We doen liever aanpassingen aan het gebouw, hoe ingewikkeld of prijzig ook, dan vervangende nieuwbouw buiten het centrum.”

Platgooien Op een andere locatie van IRIS-scholen – in de Haarlemmermeer – liggen de zaken heel anders. Hier wil Deurloo juist graag nieuw bouwen. Maar er is één probleem: het

24

schooldomein

september 2009

gebouw is eigendom van de gemeente. Het schoolbestuur kan van alles willen, maar de gemeente bepaalt. Deurloo schetst de situatie: “Het gebouw is op; voor eigentijds onderwijs kun je het beter platgooien. De gemeente is nog niet zover, maar ondertussen draaien wij op voor de onderhoudskosten en hebben we geen budget om te renoveren. Alleen al gevelrenovatie zou ons 2 miljoen euro kosten. Ik vind dat niet verantwoord met geld dat voor onderwijs is bedoeld.” Er zijn wel oplossingen voor, reageert Jeroen Tebbens van BNG. Hij ziet nieuwe ontwikkelingen in de financiering van onderwijshuisvesting. De gemeente kan bijvoorbeeld

afstand doen van haar onroerend goed en dit overdragen aan de school. “De school krijgt de integrale verantwoordelijkheid. Een garantieregeling maakt de aankoop voor de school betaalbaar. Er zijn allerlei afspraken te maken over terugkooprechten en -plichten. Het is een beladen discussie, want eigendom overdragen aan een schoolbestuur betekent ook machtsverlies voor gemeenten. Maar de interesse hiervoor neemt toe.”

Belasting Een verdergaande mogelijkheid is volgens Tebbens om het eigendom en de exploitatie in handen te leggen van een investeerder of consortium, waarbij de school het gebouw huurt. “Veel schoolbesturen willen zich puur richten op hun primaire taak: onderwijs. Investeerders kennen het spel van aantrekkelijke rendementen halen en houden de aannemers in de gaten tijdens de bouw. Zij dragen ook de exploitatielasten en beheren het gebouw.” Jeroen Geurts van bouwonderneming Vaessen werkt al jaren op deze manier in nieuwbouw van sport-


THEMA renovatie of nieuwbouw vlnr: Jeroen Geurts, Guus Klamerek, Ronald Schilt

Deelnemers expertmeeting renovatie of nieuwbouw

complexen. “Door krachten van allerlei partijen te bundelen, kom je samen tot een totaaloplossing, rekening houdend met budgetten. In onderwijsland staan we ook aan het begin van zo’n omslag.” Investering én exploitatie helemaal uit handen geven? Schoolbestuurder Deurloo is nog niet zo ver. Aan de andere kant vormen huisvestingszaken nu vaak een enorme belasting op de organisatie, terwijl hij liever met onderwijs bezig is. “Ik denk er zeker over na, maar wij willen onze onderwijskundige input niet kwijt.” Dat is ook helemaal niet de bedoeling, stelt Tebbens hem gerust. “Natuurlijk trek je samen op en bepaalt de school waar het gebouw aan moet voldoen. Het is immers de school die als beste weet hoe ze haar maatschappelijke bijdrage kan leveren. Daar begint alles mee.”

Nieuw vloertje Het vraagstuk over financiering en eigendom gaat even in de wacht. Stel, er is voldoende budget. Wat ga je doen, nieuw

Sibo Arbeek | hoofdredacteur Schooldomein (gespreksleider) Leo Deurloo | voorzitter College van Bestuur IRIS-scholen Jeroen Geurts | commercieel manager Vaessen Alfons Hams | architect/directeur Spring Architecten Jan Willem van Kasteel | adviseur ICSadviseurs Guus Klamerek | concept developer education Ecophon Ellis Peekstok | directeur MakeMoreSense Guido Rockx | technical sales manager Armstrong Building Products Ronald Schilt | directeur Merosch Jeroen Tebbens | senior manager Onderwijs Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

bouwen of renoveren? Een oud historisch pand met uitstraling, maar met enkel glas, te weinig licht en een slechte akoestiek, wat doe je daarmee? “Je moet eerst de definitie van renovatie vaststellen”, vindt Guus Klamerek. “Is renovatie een nieuw vloertje, een nieuw muurtje en een keer schilderen of moet het daarna nog 25 jaar mee? Wat mij betreft moet je uitgaan van dezelfde kwaliteitseisen als bij nieuwbouw.” Het maakt architect Alfons Hams eigenlijk niet uit wat het wordt. Als de school maar goed nadenkt over wat ze wil. Is het gebouw nog geschikt voor de organisatie? Wat wil de

school met het onderwijs? “De wisselwerking tussen gebouw en omgeving is ook belangrijk. In een binnenstad bouwen is heel ingewikkeld, je hebt te maken met aspecten van lawaai en bereikbaarheid.” Guido Rockx wijst erop dat je alleen al vanwege die omgeving niet zomaar mag renoveren. “Bijvoorbeeld als een schoolgebouw langs een snelweg staat waar te veel fijnstof in de lucht is. Besluit je wél tot renovatie dan moet je alle aspecten van het binnenklimaat goed kunnen regelen: licht, akoestiek, luchtkwaliteit en brandveiligheid.” Ellis Peekstok sluit zich hierbij aan. “Wat

schooldomein

september 2009

25


Kupan-Adv.Education185x130-DEF:Layout 2

04-04-2008

13:57

Pagina 1

To t a a l c o n c e p t v o o r E d u c a t i o n Q U A L I T Y ,

S T Y L E

GARDEROBEKASTEN

ELEKTRONISCHE LOCKERS

DOUCHE- EN TOILETCABINES

WAS- EN OPMAAKTABLEAUS

WATERVASTE DEUREN

BANKEN

GARDEROBESYSTEMEN

Kupan bv Postbus 11 7020 AA Zelhem Nederland T +31(0)314 62 10 41 F +31(0)314 62 38 32 E info@kupan.com I www.kupan.com

185 x 130 mm

A N D

P E R F E C T I O N


THEMA renovatie of nieuwbouw je ook kiest, comfort is het belangrijkste. Veel partijen en factoren samen bepalen de kwaliteit van het binnenklimaat. Het begint met de architect, het ingenieursbureau, de installateur, de partij die onderhoud pleegt en natuurlijk de gebruiker zelf. In elke fase kan het mis gaan. Daarom pleiten wij voor permanent monitoren en bewaken van het binnenklimaat.”

vlnr: Leo Deurloo en Alfons Hams

Lint doorknippen Renovatie of nieuwbouw? Ronald Schilt noemt nog een andere factor: prestige. “Voor een wethouder is een lint doorknippen bij nieuwbouw leuker dan na renovatie. Robuuste gebouwen die nog goed te renoveren zijn, gaan soms tegen de vlakte omdat nieuwbouw meer eer oplevert. Aan de andere kant zie je ook basisscholen, rijp voor de sloop, waar nog gebalanceerde ventilatiesystemen op worden gebouwd.” Je kan je ook lelijk vergissen in een gebouw, reageert Hams. Het lijkt soms robuust en vanwege hoge plafonds goed bruikbaar, maar dat kan misleidend zijn. “De school van vandaag is een andere dan vroeger. Een gang kan breed lijken, maar net niet royaal genoeg zijn om iets mee te kunnen. Je moet de vierkante meters wel effectief kunnen maken.” Een gebouw moet kloppen en docenten en leerlingen moeten zich er prettig in voelen, vindt Hams. De technische staat moet goed zijn, evenals licht, akoestiek en verwarming. Dat kost geld en dat is in Nederland het grootste probleem. Alfons: “We maken in Nederland in vergelijking met het buitenland

“Door krachten van allerlei partijen te bundelen, kom je samen tot een totaaloplossing, rekening houdend met budgetten.” boeiende gebouwen. Toch kan ik niet goed uitleggen dat we per vierkante meter voor een school zoveel minder te besteden hebben dan voor een simpel kantoorgebouw.” Deurloo voelt zich aangesproken door deze opmerking. In onderwijsland is het altijd knijpen. Zo had hij voor nieuwbouw in Haarlemmermeer verschillende schetsen laten maken, van meest ideaal tot simpel.

vlnr: Jeroen Tebbens en Jan Willem van Kasteel

schooldomein

september 2009

27



THEMA renovatie of nieuwbouw “We bleken alleen de simpelste blokkendoos te kunnen betalen. Ik heb in een half jaar met veel moeite een paar ton erbij gepraat bij de wethouder. We hebben het hier over de toekomst van onze kinderen. Hebben we daar geld voor over? Dat is een politieke vraag.”

vlnr: Guido Rockx en Ellis Peekstok

Onder druk Harde euro’s, daar komt het gesprek toch steeds op terug. Want alles wat scholen extra willen met een gebouw kost geld, of je nu renoveert of nieuw bouwt. Flexibiliteit om het later eventueel te kunnen aanpassen aan nieuwe onderwijsinzichten of nieuwe functies. Nieuwe technieken die zorgen voor een perfect binnenklimaat en lage energiekosten. Het ideale gebouw dat aansluit bij de onderwijsvisie van een school. “Dit vraagstuk blijft bovenal een financieringsvraagstuk”, concludeert Jan Willem van Kasteel. “We moeten ons dus afvragen hoe we die financiering wél kunnen realiseren en hoe we investeringen en exploitatie in één hand kunnen houden.” Tebbens deelt die mening. Tegelijkertijd ziet hij juist nu, in de economische crisis, kansen voor scholen. BNG heeft uitgerekend dat er binnen het primair en voortgezet onderwijs voor minimaal 2 miljard euro vraag ligt aan nieuwbouw. “Gemeenten moeten ervan worden overtuigd dat dit de tijd is om te bouwen. Aannemers staan te springen om opdrachten, dat kan soms tien procent schelen aan bouwkosten. Het is een goede tijd voor nieuwbouw.” Tegenover de lage kosten van aannemers staat wel een hoge rente. Volgens Tebbens kan ook hier de gemeente een rol spelen, bijvoorbeeld in de vorm van gemeentegarantie. “Een gemeente moet zich realiseren dat een school een waardevolle maatschappelijke bijdrage levert. Dat is het doel van elke school én van de gemeente. Geef scholen de integrale verantwoordelijkheid en het budget. De gemeente kan jarenlang zorgen voor lagere financiële lasten. Als je dit goed regelt kun je hier financieel veel meer uithalen dan bijvoorbeeld lagere energiekosten.”

Verspilling Een duidelijk pleidooi voor nieuwbouw. Maar stel dat – bijvoorbeeld vanwege de perfecte locatie – renovatie eerder in beeld komt? Een belangrijke aanpassing betreft het binnenklimaat. “Het begint met meten”,

zegt Peekstok. “Daarmee maak je inzichtelijk wat er mis is met de kwaliteit van lucht en geluid.” Een school kan vervolgens nieuwe installaties aanschaffen die zorgen voor betere ventilatie, verwarming en koeling en lage energiekosten. Maar zo eenvoudig is het meestal niet. Hams: “Een installatieadviseur uit de topsport zei laatst: maak de ruimte zó goed dat je met weinig installaties toekunt. Begin eens met niks en bedenk dan wat je echt nodig hebt. Dat is duurzaam denken. Je ziet in scholen bijvoorbeeld ook heel veel verspilling rond verlichting.” Slim nadenken over die techniek en het juiste gebruik is ook een probleem, weet Schilt uit ervaring. Zijn lijst met voorbeelden is lang. Hij bezocht eens een school die koos voor nieuwbouw met energieopslag via warmtepompen. “Dat is heel duurzaam, maar dan moet je wel met vloerverwarming werken. Staan er radiatoren aan de gevel! Het hele rendement de nek om gedraaid! Puur een kwestie van beter nadenken.” Hams herkent dit en benadrukt ook het belang van goed gebruik. “Je moet installaties heel precies regelen. Alleen al door verwarmingsketels beter in te stellen, kun je veel energiekosten besparen. Installaties moeten heel makkelijk te bedienen zijn door gebruikers.” Het einde van deze discussie nadert. Eén overweging wil Schilt graag nog kwijt. “We hebben het veel gehad over financiering en exploitatie. Nauwelijks over ecologie, materiaalgebruik en milieu. Zou dat niet leidend moeten zijn?”

“Een gemeente moet zich realiseren dat een school een waardevolle maatschappelijke bijdrage levert.”

schooldomein

september 2009

29


Renovatie of nieuwbouw? Tekst Alfons Hams Foto’s Raoul Suermondt en Spring architecten

D

e ervaring is dat voor gemeentelijke overheden de economische motieven belangrijk zijn. Daarnaast speelt onvermijdelijk de herstructurering van het onderwijs, de tijdgeest voor de doelgroep, de sociale veiligheid, het mens- en milieuvriendelijk bouwen en de wisselwerking met de fysieke en maatschappelijke context in de keuze voor de huisvesting. Laten we eens kijken naar drie huisvestingsvraagstukken waarbij sprake is van bestaande gebouwen en waarbij de bovengenoemde argumenten voor behoud dan wel sloop een rol spelen.

30

schooldomein

september 2009

Het Adelbertcollege Het bestaande Adelbertcollege is in 1978 gebouwd voor 850 leerlingen. Een gebouw in twee lagen van betonsteen met de tweede laag afgedekt in hout; vriendelijk ogend in het groene landschap van Wassenaar. In 2001 bevolkten 1.250 leerlingen het gebouw en inmiddels is de populatie gegroeid naar de geprognosticeerde 1.425 leerlingen. Bestuur en directie wilden in 2001 af van de noodlokalen (14 stuks!). Het hart van het gebouw en de logistiek was niet berekend op dit aantal leerlingen en de huidige onder-


kleinschalig, overzichtelijk dus, en kunnen zonder elkaar te storen goed functioneren. Plafonds en vloeren waren echter versleten en in de algemene ruimten kwam te weinig licht binnen; open plekken waren dichtgeslibd en de school bestond uit louter lokalen. Één cluster was in één laag gebouwd waardoor de eerste verdieping als een lineaire structuur functioneerde en opstoppingen veroorzaakte bij de wisselingen van de lesuren. De vraag was: hoe maak je de school sterker en hoe creëer je een nieuw hart voor het totaal? Het idee was om het gebouw volledig te reorganiseren en de clusters overal twee lagen hoog te maken, zodat een compact en centraal georganiseerd gebouw ontstond met een rondgaande infrastructuur. In het midden zijn multifunctionele ruimten gecreëerd die twee lagen hoog zijn en daardoor de allure hebben van het hart van het gebouw. Transparantie, ruimtelijkheid en veel licht en kleur maken het gebouw vriendelijk. Met de uitbreiding is de structuur verbeterd en met een nieuwe afwerking heeft het gebouw weer glans gekregen. In 2007 heeft het Adelbertcollege de Radio 538 School Award gewonnen ‘De leukste school van Nederland’.

Het schoolgebouw als enclave, waar enkel schoolgaande jongeren en hun docenten komen, past niet meer in een tijd met eisen als multifunctionaliteit en een leven lang leren. Daar komt bij dat de gebouwen die in de zeventiger jaren zijn gebouwd ook technisch verouderd raken en ‘op’ zijn. De krimpende economie en daar uit voortkomende druk op de overheden om te investeren in het onderwijs stelt de onderwijshuisvesters voor het grote dilemma van ‘behoud of sloop’.

wijsmethodiek. Na 25 jaar was het gebouw financieel niet afgeschreven en uit een analyse bleek dat de bouwkundige structuur voldoende potentie had voor een levensduur van nog eens 30 jaar. Uitbreiding en renovatie waren daarom het uitgangspunt.

Ambitie en gekozen concept De door architect Bleeker gebouwde school had in beginsel een heldere structuur van onafhankelijke deugdelijke onderwijsclusters met er tussenin de multifunctionele ruimte. De clusters zijn in zichzelf

Het bestaande gebouw

6.800 m²

Na uitbreiding

11.400 m²

Verbouwing/renovatie

5.000 m²

Hoe maak je de school sterker en hoe creëer je een nieuw hart voor het totaal?

Vernieuwbouw (behoud fundatie en vloer) 1.800 m² Nieuwbouw

4.600 m²

Bouwkosten (excl. BTW) verbouwing (€ 540,- /m² (prijspeil juni 2009))

€ 2.700.000,-

Bouwkosten (excl. BTW) (ver)nieuwbouw (€ 1030,-/m² (prijspeil juni 2009))

€ 6.600.000,-

Het Kennemercollege Op het grensvlak van Heemskerk en Beverwijk bevindt zich de onderwijslocatie ‘de Vierhoek’. Hier stonden in 2006 vier schoolgebouwen met een behoorlijke omvang. Drie gebouwen waren eigendom van het Kennemercollege. Het vierde gebouw, van het Nova-college, blijft verder buiten beschouwing. Het bestuur van het Kennemercollege nam uit efficiëntieoverweging het besluit om een locatie elders in Heemskerk op te heffen en alle onderdelen van het vmbo te concentreren op de Vierhoek. Later is er de Praktijkschool bij gekomen. Al snel was ook het besluit genomen om twee van de drie gebouwen te slopen. De gebouwen waren energetisch een ramp, inefficiënt en niet adequaat voor het practicumonderwijs. Het streven was de wisselwerking met de omgeving te stimuleren. Hoofduitgangspunt was het zo compact mogelijk concentreren van de gebouwen voor 2.000 leerlingen naar het midden van de Vierhoek. Daardoor blijft de ruimte aan de randen vrij en ontziet het de omliggende woningbouw. Om de Vierhoek een volledig nieuwe uitstraling te geven,

schooldomein

september 2009

31



werd het bestaande gebouw omhuld met nieuwe gebouwen op een manier dat alle ontstane onderdelen hun eigen gezicht konden behouden. Na een inventarisatie van de sportzalen werd snel duidelijk dat het concentreren van alle sportvoorzieningen de meest efficiënte oplossing was voor alle nieuw te realiseren onderdelen. Een stoere sportbox met zes sportzalen gestapeld in twee lagen was het resultaat. Zo bleef voldoende ruimte over voor een sportveld. Met twee min of meer diagonaal in de Vierhoek lopende lijnen worden de nieuwe gebouwen ontsloten. Met op het kruispunt - het zwaartepunt van de Vierhoek - het centrale plein; de ontmoetingsplaats voor leerlingen en bezoekers. Alle activiteiten van de onderdelen, entrees fietsenstallingen, het ‘hangen’ en sporten liggen hier, op afstand van de omwonenden, meteen grenzend aan dit plein. Totaal gesloopt ongeveer (verdeeld over twee locaties)

26.000 m²

Hergebruik (regulier onderhoud)

5.000 m²

Verbouw/renovatie (€ 570,- /m² (prijspeil juni 2009))

1500 m²

Nieuwbouw (€ 960,- /m² (prijspeil juni 2009))

± 15.500 m²

De vermindering van het totaal bruto vloeroppervlak:

± 10.000 m²

Het Ichthuscollege Het Ichthuscollege is een christelijke scholengemeenschap op reformatorische grondslag voor vmbo-t, havo, atheneum en gymnasium met 2.100 leerlingen. Het gebouwencomplex bestaat in hoofdlijnen uit drie onderdelen; het in 2007 opgeleverde nieuwe onderdeel dat ongeveer 8.000 m² van het geheel beslaat, een uitgebreid onderdeel voor sport en het oorspronkelijke gebouw uit 1983 met ongeveer 7.100 m². Dat laatste onderdeel maakt een uitgewoonde indruk. Kozijnen en ramen sluiten niet meer naar behoren, de vloeren

en toiletten zijn niet meer goed te onderhouden, de verlichting is niet meer toereikend en de installatie is niet meer adequaat voor een gezond binnenklimaat. De compactheid en de kwaliteit van het casco bieden echter voldoende mogelijkheden. Bij de eerste waarneming en gesprekken dringt zich het beeld op dat de school wordt beleefd als één grote fabriek. Een snelle analyse van de plattegronden van de oudbouw in de context van de nieuwbouw laat kansen zien. Verbeteringen in het licht van de huidige normen voor scholenbouw zijn denkbeeldig ten aanzien van: • een overmaat aan m²-verkeersruimte. • massale ruimten voor lockers • onoverzichtelijke loop- en zichtlijnen • moeizame oriëntatie in het gebouw • onrendabele versnippering van ruimten • onduidelijke hiërarchie van entrees • vier noodlokalen verstoren eenheid van structuur

“De ervaring is dat voor gemeentelijke overheden de economische motieven belangrijk zijn.”

In overleg met directie en gebruikers is een voorstel ontwikkeld om te komen tot schaalverkleining waarbij het accent komt te liggen op 3 scholen (vmbo, havo en vwo), met elk een eigen entree en voorzieningen, onder 1 paraplu. Daarnaast wordt de middenzone van het oude gebouw vrijgemaakt en ingericht voor domeinruimte waarbij alle klassen worden behouden en de vier groepen uit de noodlokalen in deze open ruimten kunnen worden ingevoegd. Op deze wijze ontstaat een school met 3 herkenbare schooldomeinen waarbij de onderwijsvisie is gebaseerd op klassikaal onderwijs met een eigentijdse differentiatie door de koppeling met de open leerpleinen. Er gaat weer een inspirerende leer- en werkomgeving ontstaan met een gezond binnenklimaat. Verbouwing/renovatie

7.100 m²,

Bouwkosten (€ 570,- /m² (prijspeil juni 2009))

€ 4.050.000,-

Alfons Hams is directeur van Spring architecten. Voor meer informatie over dit artikel kunt u bellen met Spring Architecten: (010) 413 27 90 of kijken op www.springarchitecten.nl.

schooldomein

september 2009

33


The Floor is Yours

Ssssst....

Iedere docent verwacht dat zijn leerlingen rustig de les volgen. Een uur lang niet hoesten en je stoel niet verplaatsen is echter snel te veel gevraagd. Maar zulke geluiden zorgen er wel voor dat de docent alsmaar harder moet praten.

Gebruik van tapijt vermindert contactgeluid, dempt weerkaatsingen, zorgt voor een betere luchtkwaliteit en creëert daarmee een rustige leersfeer voor docent en leerling.

Wilt u meer weten over de voordelen van tapijt – zoals de lage totale kosten – neem dan contact op. Desso BV

Adv Schooldomein september 09.indd 1

T +31 (0)416 34 20 05

marketingbenelux@desso.com

www.desso.nl

14-09-09 17:35


Advertorial

Nieuw of overnieuw Reconstructie versus nieuwbouw OBS Harlingen De gemeente Harlingen heeft de afgelopen jaren intensief geïnvesteerd in de vernieuwing van haar onderwijsgebouwen. Zo ook in de wijk Oosterpark. In 2005 besloot de gemeenteraad om OBS Jan Ligthartschool en OBS Prof. Kohnstammschool samen te voegen in een vervangende nieuwbouw. Dat leidde tot de discussie of er geheel nieuw moest worden gebouwd of dat in de transformatie van de leegstaande mavo ‘de Klokslag’ een passende oplossing zou kunnen worden gevonden. De meningen hierover op het gemeentehuis waren verdeeld. Er waren twijfels over de technische (on-) mogelijkheden en als het al mogelijk was, welke voordelen zou dit dan opleveren? Kansen versus bedreigingen.

E

Tekst Tom Haagmans Foto’s Vaessen

r werd een ontwerpprijsvraag uitgeschreven waarbinnen aanbieders zelf mochten kiezen voor nieuwbouw dan wel transformatie. Vaessen Algemeen Bouwbedrijf BV - eerder ontwikkelaar van het zwembad in Harlingen op basis van een DBOM contract - zag de kansen. Samen met Te Kiefte Architecten in Borne en gesterkt door haar specialistische ervaring met complexe renovaties richtte Vaessen zich op de transformatie van het demontabele CD-20 bestonsysteem uit de jaren 80.

Overruimte Al snel werd duidelijk dat het CD-20 systeem voldoende aanknopingspunten bood om, binnen de bestaande constructieve contouren, een basisschool te bouwen die ruimschoots voldeed aan het PvE van de scholen en waarvan het uiteindelijke resultaat niet van nieuw te onderscheiden zou zijn. De grootste winst van hergebruik was dat het binnen

Projectinformatie: het vastgestelde budget mogelijk bleek om een veel comfortabelere (omvang en installaties) school te realiseren dan via nieuwbouw ooit haalbaar zou zijn. Zonder compromissen te sluiten ten aanzien van de kwaliteit. Zo zijn alle klaslokalen bijvoorbeeld groter dan 58 m² en is er veel ‘overruimte’ in het gebouw wat de sfeer ten goede komt.

Project: OBS Harlingen (12 klassige basischool met speellokaal, HV-lokaal, aula en gymzaal)

Opdrachtgever:

Design & construct

gemeente Harlingen

Gezien de ervaringen met het zwembad koos de gemeente voor een design&construct contract met Vaessen. Grote voordelen hiervan zijn de strakke budgetbewaking en een garantie die budgetoverschrijdingen uitsluit. De architect tekende onder de vlag van Vaessen voor de architectuur en kwaliteitsbewaking. Het project is geheel volgens afspraak en in delen basisschool ‘Noorderlicht’ toont aan dat op basis van ervaring, creativiteit en lef onverwachte oplossingen kunnen worden gevonden.

Bruto Vloeroppervlak:

schooldomein

school 2002 m, gymlokaal 470 m2

Aanneemsom design & construct: € 2.600.000,- ex. BTW

Start – oplevering project: februari 2007/februari 2008

september 2009

35


Het geborgen karakter van OPDC Saenstroom

De school als dorp

Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum Saenstroom in Wormerveer verzorgt onderwijs en begeleiding voor leerlingen die problemen hebben met leren en/of sociaal functioneren. In een cursus van één tot drie jaar worden leerlingen door intensieve begeleiding voorbereid op het reguliere vmbo-onderwijs.

Foto’s Arjen Schmitz Photography

H

et OPDC is een samenvoeging van het Trias IVVO en de Pascal Rooswijk school. Saenstroom verzorgt onderwijs en begeleiding voor leerlingen die extra aandacht en structuur nodig hebben en een kleinschalige omgeving waarin zij zich beter kunnen ontplooien. Architect Liesbeth van der Pol: “Het was de uitdaging om een schoolgebouw te ontwerpen met een geborgen karakter, dat tegelijkertijd ook uitzicht heeft op

36

schooldomein

september 2009

de omringende wereld. Het moest vooral een school worden waar rust en overzicht de boventoon voeren.”

De straat, het plein en het dorp Bij de Saenstroom is geborgenheid een kernbegrip. “De directie had een duidelijke visie op de leeromgeving”, vertelt Van der Pol. “Wij hebben die vertaald in een heldere en intieme opzet waarbij zoveel mogelijk


daglicht het gebouw is binnengehaald.” De centrale hal vormt het kloppend hart van de school, een ontmoetingsruimte waaraan de lokalen en pleinen in clusters zijn gekoppeld. Ook de ruimtes voor concierge en directie zijn hier gesitueerd. Vanuit het centrale hart is er overzicht tot ver in het schoolgebouw. Via de vide en de trappen staan alle verdiepingen in open verbinding met elkaar. Zo is er volop gelegenheid voor ontmoeting en kun je zien wat anderen doen. De clusters zorgen voor kleinschaligheid. Van der Pol: “Deze leerlingen hebben een plek nodig die rust brengt en juist niet uitdaagt. Een metafoor voor het schoolgebouw is een dorp met woningen (de lokalen), ateliers (de praktijklokalen) en pleinen (de huiskamers), in kleine clusters gegroepeerd. Elke klas heeft een eigen plek, een vast lokaal. De centrale ruimte, het plein, heeft de functie van een intieme ‘huiskamer’. Hier kunnen leerlingen zelfstandig werken, computeren of gewoon even pauzeren. De praktijklokalen zijn ingericht voor kooklessen, techniek, verzorging en muziek.”

Compact en helder Het gebouw is compact en helder georganiseerd, alle functies zijn binnen handbereik. De loopafstanden zijn klein en dat geeft rust. In één van de zijvleugels vinden we de personeelsruimte en speciale werkplekken voor docenten. Ook de ruimten voor psycholoog en orthopedagoog bevinden zich in de zijvleugels. Overlegkamers zijn op strategische plekken in het gebouw gesitueerd. Door een kolommenstructuur biedt het gebouw optimale flexibiliteit. Binnenwanden kunnen worden weggehaald om lokalen te koppelen. De centrale hal is een echte ontmoetingsplek. In een handomdraai kan deze worden ingericht voor bijeenkomsten, vergaderingen of feesten. Verschillende ruimten zijn multifunctioneel te gebruiken en in het ontwerp is al rekening gehouden met een veranderend gebruik van het gebouw in de toekomst. Alle onderdelen zijn apart afsluitbaar, hebben gescheiden entrees en buitenruimten zodat het gebouw ook geschikt is voor afzonderlijke gebruikers.

Sport en spel De centrale hal is licht en transparant door het grote daklicht. Nog meer licht valt binnen door de kolossale glazen wand aan de noordzijde. De wand biedt een panoramisch uitzicht over het achtergelegen water, waardoor buiten en binnen als het ware in elkaar overlopen. Het grote speelterrein aan de zuidzijde bij de hoofdentree deelt de Saenstroom met de nabijgelegen basisschool. De trappen en tribunes zijn vooral populair bij de meisjes. Hier kunnen ze ongestoord met elkaar kletsen en naar de basketballende jongens kijken op het aangrenzende basketbalveldje. Het speelterrein en de trappen maken de buitenruimte bovendien geschikt als theater. Ook de buurt profi-

teert hier nadrukkelijk van. Het is een ontmoetingsplek voor de buurtbewoners die vanaf de trappen hun spelende kinderen in de gaten kunnen houden. Van de gymzaal op de tweede verdieping maken ook omringende scholen en verenigingen intensief gebruik. Naast de gymzaal is er ook een fitnessruimte.

Duurzaam en kostenbesparend De Saenstroom is een opvallende verschijning in de wijk. Een robuust en stoer gebouw - in aansluiting op de belevingswereld van de leerlingen - maar ook met een warme en geborgen uitstraling door de gekozen materialen hout en gerecycled kunststof. Alle materialen zijn onderhoudsvrij. Bijzonder duurzaam in dit schoolgebouw is de draagconstructie, volledig opgebouwd uit duurzaam gekweekt naaldhout. Hierdoor kon de school snel worden opgetrokken en kon een lichtere fundering worden gebruikt, waarmee kosten zijn bespaard. Het schoolgebouw heeft een zeer korte opwarm- en koeltijd wat de energierekening drukt. In de centrale hal is het daklicht op het noorden geplaatst om opwarming van de ruimte te voorkomen.

Projectinformatie: Project: OPDC Saenstroom, Wormerveer-Zaanstad

Opdrachtgever: Stichting OVO Zaanstad, Zaandam

Architect: Dok architecten, Amsterdam, Liesbeth van der Pol

Trots De Saenstroom heeft een herkenbare uitstraling. Het is duidelijk een gebouw waarmee jongeren zich kunnen identificeren. Een gebouw waar ontmoeting, zelfontplooiing, praktisch bezig zijn, sport en spel een belangrijke rol spelen. Duurzaamheid ligt ook besloten in het gebruik. De gedachte is dat als de leerlingen zich prettig voelen in het gebouw en trots zijn op hun school, zij respectvol omgaan met hun omgeving. Meer informatie over de nieuwbouw van OPDC Saenstroom is te

Aannemer bouwkundig: Agere Bouw, Zaandam

Oplevering: 2009

Bruto vloeroppervlak: 2.720 m2 (incl. gymzaal)

Bouwkosten: € 3.100.000,- , exclusief installaties (ex. btw)

vinden op www.dokarchitecten.nl.

schooldomein

september 2009

37


Innovam begeleidt leerlingen naar werk Sleutelvaardigheid en beroepshouding. Vooral op die gebieden kan de aansluiting tussen onderwijs en het bedrijfsleven verbeteren. Dat leren de ervaringen in het automotive bedrijfsleven met de startende werknemers vanuit het BOL onderwijs. Bedrijven zijn nu vaak te veel bezig met het opleiden en opvoeden van deze medewerkers.

B

Tekst Jaap Westland

innen het huidige beroepsonderwijs via de ROC’s kunnen de leerlingen kiezen tussen twee verschillende leerwegen. In het BBL (beroepsbegeleidende leerweg) gaat de leerling in dienst bij een bedrijf en volgt op een dag of twee avonden een opleiding bij het ROC. De tweede leerweg is BOL (beroepsopleidende leerweg). Hierbij volgt de leerling een dagopleiding bij een ROC. De praktijkervaring doet hij op door middel van stages bij de bedrijven. Dit kan een keer in de week zijn of gedurende een langere periode.

Opvoedingsaspecten De technologische ontwikkelingen in de automotivebranche gaan snel. BBL-leerlingen volgen deze ontwikkelingen van dichtbij. Dit in tegenstelling tot de BOL-leerlingen. En voor de ROC’s zijn de investeringen te groot om al deze ontwikkelingen in het practicumonderwijs te kunnen blijven aanbieden. Het bedrijfsleven ervaart dan ook dat BOL-leerlingen, op het gebied van sleutelvaardigheid, achter lopen in vergelijking met BBL-leerlingen. Bovendien geven

Op tijd komen!

38

schooldomein

september 2009


bedrijven aan dat zij bij stagiairs vaak (te) veel aandacht moeten schenken aan opvoedingsaspecten: op tijd komen, persoonlijke uitstraling, klantbewustzijn en het aanspreken van personeel en klanten. Hierdoor komen stagiairs onvoldoende toe aan het eigenlijke doel van de stage: praktijkervaring opdoen. Vaak worden zij dan ook ingezet voor eenvoudige klusjes binnen het bedrijf. Dit heeft weer als gevolg dat de stagiair minder gemotiveerd raakt en soms op termijn uitstroomt uit de branche. En die vroegtijdige uitstroom kan de automotive-branche absoluut niet gebruiken.

Onderwijsleerbedrijf Innovam, het kennis- en opleidingsinstituut voor de mobiliteitsbranche, heeft samen met ROC’s in verschillende regio’s diverse Onderwijsleerbedrijven Automotive geopend. Een onderwijsleerbedrijf (OLB) is een bedrijf in de school. Het is een echt autobedrijf waar leerlingen werken aan echte opdrachten van een autobedrijf. Alle bedrijfsprocessen van een autobedrijf in relatie tot opleidingen motorvoertuigen techniek zijn aanwezig. In deze beroepsrealistische leeromgeving kan de deelnemer zijn beroepscompetenties optimaal ontwikkelen doordat binnen deze authentieke bedrijfsprocessen ruimte is gecreëerd om te leren. Het concept van het onderwijsleerbedrijf wordt geplaatst tussen het practicum op school en de stage bij de bedrijven. Bij het onderwijsleerbedrijf worden de leerlingen beter voorbereid op de stage die komen gaat. Naast sleutelvaardigheid aan hedendaagse techniek wordt er veel aandacht geschonken aan de beroepshouding en gewenste cultuur. Denk aan op tijd komen, leren solliciteren en correct gebruik van het materiaal, zoals schoonhouden, opruimen en overzicht. Maar ook persoonlijke uitstraling zoals niet hangen en bewust zijn van klanten. Ook een goed taalgebruik is een voorwaarde. Opdrachten komen vanuit het bedrijfsleven. Bedrijven bieden handelsvoorraadvoertuigen ter reparatie aan en daarbij alle werkzaamheden die binnen een normaal bedrijf plaatsvinden. Het onderwijsleerbedrijf verzorgt ook de planning, de verzekering en het transport. Er wordt nadrukkelijk alleen met auto’s van bedrijven gewerkt; er vinden dus geen concurrerende activiteiten plaats voor bedrijven in de omgeving.

Werkplaatsmanager Ter aansturing van de leerlingen plaatst Innovam een Werkplaatsmanager die recent afkomstig is uit het bedrijfsleven. Hierdoor beschikt het onderwijsleerbedrijf over up-to-date kennis van de technologische ontwikkelingen in de branche. Ieder jaar volgen de werkplaatsmanagers didactische en technische trainingen via importeurs. Ook krijgen zij de gelegenheid bedrijfsstages te volgen in de perioden dat de schoolactiviteiten wegvallen.

“In het onderwijsleerbedrijf vinden geen concurrerende activiteiten plaats voor bedrijven in de omgeving.” Leerlingen De ROC’s roosteren de leerlingen in voor het onderwijsleerbedrijf. Daarbij gaat het om leerlingen niveau 2 en niveau 4. Leerlingen van de overige niveaus en gerelateerde opleidingen (Logistiek en Transport) worden mogelijk later toegevoegd. Een regulier onderwijsleerbedrijf gaat uit van werkplekken voor 10 à 12 leerlingen die 15 tot 20 dagen aaneengesloten worden vrijgeroosterd voor het deelnemen aan het onderwijsleerbedrijf. De begeleiding is zeer intensief, vooral door de aaneengesloten dagen. Dit in tegenstelling tot de stage van een keer per week.

Invulling Innovam Innovam draagt zorg voor de aansturing en organisatie van het onderwijsleerbedrijf. De Werkplaatsmanager van Innovam heeft ervaring met het begeleiden van leerlingen en met onderwijs. Het doel is dat het bedrijfsleven de stagiairs beter effectiever kan inzetten voor werkzaamheden binnen het bedrijf. Als de deelnemende bedrijven nu of in de toekomst behoefte hebben aan personeel met een goede werkhouding en de juiste kwaliteiten, dan kunnen zij contact opnemen met de werkplaatsmanager van Innovam die mogelijke kandidaten kan aanleveren. Dit bespaart een zoektocht en hoge werving- en selectiekosten. In het huidige economische klimaat kunnen bedrijven ook overwegen bestaande of mogelijke vacatures niet in te vullen, maar werkzaamheden door te schuiven naar het onderwijsleerbedrijf. Het kan ook worden ingezet om tijdelijk pieken op te vangen. Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met Jaap Westland van de Innovam Groep: 06 12 96 25 22 of j.westland@innovam.nl.

schooldomein

september 2009

39


architectuur Na enkele jaren van experimenteren met werktijden, projectmatig onderwijs en vakinhoudelijke samenwerking, was het de docenten van het Visser ’t Hooft Lyceum duidelijk: hun te vernieuwen en uit te breiden schoolgebouw moest vooral heel open zijn en zeer flexibel in te delen.

Visser ’t Hooft Lyceum Leiderdorp

“Om rust te bewaren heeft een leerling ruimte nodig” 40

schooldomein

september 2009


De houten louvres en screens aan de op het zuiden gerichte gevel geven het gebouw een mediterraan uiterlijk, te midden van de typisch Hollandse rijtjeshuizen die de wijk in Leiderdorp verder vormen. Die zuidelijke sfeer wordt versterkt bij het betreden van het schoolgebouw. Wat onmiddellijk opvalt, is een aangename warme levendigheid, heel anders dan het vaak zo lawaaiige en drukke geloop binnen een middelbare school. De lessen worden gegeven met de deuren open en in grote lichte ruimten zitten leerlingen geconcentreerd achter computers of met elkaar te overleggen. Hun enthousiasme voor het in september 2008 heropende schoolgebouw is groot. Zico is derde jaars havo en werpt zich spontaan op als woordvoerder van zijn klas. “Het gebouw heeft veel meer kleur gekregen, en dat is leuk.” Het open podium in het midden van het gebouw noemt hij “heel vet”, al voegt hij tot hilariteit van met name Bert, Dennis en Lisa er onmiddellijk aan toe dat zijn eigen optreden, de week ervoor, “niet echt goed was.” Ook de nieuwe keuken vindt hij een aanwinst, zelfs “het mooiste gedeelte van de nieuwe school.”

Tekst Theo van Oeffelt Foto’s Maarten Noordijk

Nieuwe vestiging Locatiemanager Roelof Boekholt spreken de nieuwe kleuren eveneens aan, maar meer nog de open ruimten in het gebouw en de vele flexibel in te delen leerplekken. Hij verhaalt de ontstaansgeschiedenis van het schoolgebouw aan de Muzenlaan in Leiderdorp. Door een fusie in 1994 tussen de dependance van het Visser ’t Hooft Lyceum en de naast gelegen zelfstandige mavo De Dwarswatering, ontstond een nieuwe vestiging met een volledige afdeling vmbo-theoretisch en de onderbouw van havo, atheneum en gymnasium. De twee gebouwen werden in 2000 samengevoegd. Het gebouw maakt onderdeel uit van een ensemble met woningen voor ouderen en een gemeenschappelijke ruimte. Al snel kwam de school (te) krap in haar jas te zitten. De huur van de gemeenschappelijke ruimte onder de woningen bracht even, maar niet lang, wat lucht. In 2006 werd Kingma Roorda architecten, eerder verantwoordelijk voor de nieuwbouw, gevraagd een uitbreiding voor het gebouw te ontwerpen. “Het was niet alleen te klein geworden, ook onze onderwijskundige opvattingen waren in die zes jaar veranderd”, vertelt Boekholt. “We wilden bijvoorbeeld niet alleen meer traditioneel klassikaal lesgeven. Niet langer veel energie moeten steken in het handhaven van de orde, in het achter gesloten deuren doceren. We wilden de leerlingen meer zelfstandigheid geven, we wilden kunnen inspelen op de enorm toegenomen multimediale informatieoverdracht. En we wilden de hokjesgeest ook fysiek doorbreken, de groeiende

inhoudelijke samenwerking tussen vakleerkrachten ook in materiële zin ondersteunen.”

Geloop terugdringen De leerkrachten hadden nog een wens: het vele onrustige geloop door de school terugbrengen. “Want terwijl wij aan het experimenteren waren met andere lesvormen”, aldus Boekholt, “bijvoorbeeld met kernteams, merkten wij dat dit geen oplossing bood voor het vele heen en weer gesjouw van de leerlingen door het schoolgebouw. Een mogelijk antwoord hierop zou het vormen van aandachtsgebieden, ‘leerdomeinen’, kunnen zijn. We verdeelden het gebouw in clusters van aan elkaar verwante vakken. Twee vleugels voor de talen, één voor mens en maatschappij (godsdienst, geschiedenis, aardrijkskunde, economie en maatschappijleer), één voor science (wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie/verzorging, technologie), één voor kunst en cultuur (beeldende vorming, muziek en drama) en één voor sport. Leerlingen blijven langer op een plek, door de aansluiting van lessen en docenten krijgen er meer zelfstandigheid, kunnen veel meer hun eigen onderwijsaanbod organiseren.” Dat vergde echter een andere indeling van het gebouw. “Het was”, vult architect Klaas Kingma aan, “niet alleen een uitbreiding, het was een volledige herschikking van het bestaande gebouw.” Hij noemt de gewenste leerdomeinen de “ruggengraat” van de vernieuwing, en

bracht deze onder in de nieuwe, twee verdiepingen tellende vleugel. Elk domein kreeg drie instructielokalen en een zogenoemd leerplein dat is uitgerust met groeps- en individuele werkplekken. Science kreeg twee practicumlokalen. Dicht bij de leerdomeinen hebben de leerkrachten hun eigen werkplekken.

Theater De bestaande laagbouw werd opnieuw ingedeeld, met meer ruimte voor de creatieve vakken. Rond de theaterachtige aula situeerde Kingma Roorda architecten de bibliotheek en de lokalen voor de vakken drama, communicatie, tekenen en handvaardigheid. “Dankzij die nieuwe indeling konden wij collegeachtige ruimten creëren die, samen met de pleinen, de gewenste evolutie van het onderwijs mogelijk maakten”, licht Klaas Kingma toe. Opvallende kleuren en afwisseling in het meubilair dragen bij aan het onderscheid tussen de leerdomeinen. En passant gaf hij de docentenkamer een nieuwe plek in het gebouw en maakte er een lichte en aangename ruimte van, “heel anders dan het eerdere verdomhoekje”, glundert Roelof Boekholt. De locatiemanager wijst, wandelend door het gebouw, op de relaxte sfeer die er heerst, ondanks de aanwezigheid van ruim zeshonderd leerlingen. “Niet door hen weg te stoppen in kloosterachtige lokalen”, zegt hij, maar door ruimte te scheppen, want: “om rust te bewaren heeft een leerling ruimte nodig.”

De Stichting Architecten Research Onderwijsgebouwen (Staro) is een bundeling van circa 100 architectenbureaus die actief zijn op het gebied van de scholenbouw en in dit verband onderzoek doen en kennis en ervaring uitwisselen. Door de verscheidenheid aan activiteiten die de Staro voor de leden organiseert zijn de architecten die zijn aangesloten bij de Staro goed toegeruste gesprekspartners voor opdrachtgevers, gebruikers en overheden. Zij kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan een goede, op de behoeften afgestemde onderwijshuisvesting. De Staro werkt onder auspiciën van de Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, zie www.staro-bna.nl.

schooldomein

september 2009

41



kort nieuws Forbo Flooring en Bonar Floors bundelen krachten De verkooporganisaties van Forbo Flooring en Bonar Floors werken in Nederland vanaf juni 2009 samen onder de naam Forbo Flooring. Met het samengaan van de twee organisaties wordt het aanbod van vloerbedekking van Forbo nog breder en completer. Want naast de bekende collecties Marmoleum®, Novilon®, projectvinyl en projecttapijt omvat het assortiment nu ook de merken Coral® en Flotex®. De

producten van Bonar Floors sluiten goed aan bij de wensen van de klant: mooie, kwalitatieve en duurzame vloerbedekkingen. Forbo Flooring is met een marktaandeel van ruim 60% leider op de wereldmarkt voor projectvinyl en linoleum vloerbedekking. Naast vloerbedekkingen ontwikkelt, fabriceert en verkoopt Forbo een compleet pakket professionele serviceproducten. Meer informatie: www.forbo-flooring.nl .

Rectificatie In Schooldomein 6 van de vorige jaargang (juni 2009) stond een artikel over de nieuwbouw voor het Melanchthon, locatie Schiebroek in Rotterdam. Per Abuis zijn daarbij de namen van de fotografen niet vermeld. De bewuste foto’s zijn gemaakt door Rob ’t Hart en Joost Brouwers.

Doe maar gewoon De typisch Nederlandse uitdrukking Doe maar gewoon heeft PPSI in 2009 gekozen als uitgangspunt voor de jaarlijkse conferentie voor contact- en vertrouwenspersonen in het voortgezet onderwijs. Waarom? Gewoon, omdat de meeste klachten voortkomen uit heel gewone situaties: een opmerking, een grap, een aanraking, verliefdheden, online contact… Gewoon maar wat doen, kan leiden tot ongewenste situaties op school! Werk aan de winkel voor contact- en vertrouwenspersonen, want

zij hebben zowel een taak bij het behandelen van klachten als bij het voorkomen ervan! Tijdens de eerste inleiding in het ochtendprogramma staan de deelnemers uitgebreid stil bij digitaal verkeer tussen leerlingen en personeelsleden, onder het motto Wat is gewoon? Doe maar gewoon kan ook een ander accent krijgen. Gewoon dóen! Dat doen ze op het Noorderpoort College in Groningen. Het tweede deel van de ochtend wordt gevuld met een presentatie van alle aspecten van het ver-

trouwenswerk op deze school, met een accent op het fantastische voorlichtingsmateriaal. Het middagprogramma is gereserveerd voor infoshops en workshops rondom het ambacht van de contact- en vertrouwenspersoon. De conferentie wordt georganiseerd op donderdag 8 oktober 2009 in de Regardz Eenhoorn in Amersfoort. Kosten voor deelname zijn 215 euro inclusief lunch en materiaal. Voor het volledige programma en inschrijving gaat u naar www.ppsi.nl.

schooldomein

september 2009

43


Service Centrum Scholenbouw (SCS) zet volgende stap

Communities of practice vormen sterk netwerk Gebruikers en wet- en regelgeving stellen steeds meer eisen aan scholenbouw. Met een goed vooraf doordachte visie van gemeente en schoolbestuur is het mogelijk om de bouw aan te laten sluiten op wensen die voor meerdere jaren gelden (life-cycle benadering). Deze benadering, waarbij partijen niet zozeer naar de initiële investeringskosten kijken, maar naar de kosten en kwaliteit van aspecten na de oplevering, leent zich bij uitstek voor geïntegreerde contractvormen.

44

schooldomein

september 2009


Tekst Jan Schraven Foto Mirjam Madiol

D

oelstelling van het Service Centrum Scholenbouw (SCS) is om kennis en informatie over good pratices beschikbaar te stellen en goede projecten in de aanvangsfase te stimuleren. Dat geldt zeker voor de ervaringen die schoolbesturen en gemeenten opdoen bij lopende projecten. Het SCS bundelt deze kennis en kent de verschillende aanbestedingsvormen en mogelijkheden voor innovatieve en traditionele scholenbouw. Geïntegreerd aanbesteden kan een zinvolle bijdrage aan duurzame onderwijshuisvesting leveren. Door al tijdens het ontwerp rekening te houden met de gevolgen voor de exploitatie kan een betere verhouding tussen de prijs en kwaliteit worden bereikt. Het SCS helpt gemeenten en schoolbesturen tot een zakelijke en transparante keuze te komen tussen de verschillende aanbestedingsvarianten en tijdens een geïntegreerde aanbesteding. Geïntegreerd aanbesteden (in ieder geval vormen van design, build en maintainance) en PPS hebben enkele algemene kenmerken gemeen: • Er is sprake van significant risico overdracht door de school en gemeente aan de private partij. • Er is sprake van een geïntegreerde aanpak van ontwerpen/investeren en onderhoud/exploiteren. • Privaat kapitaal loopt risico bij het tot stand brengen van de onderwijshuisvesting.

Geen doel maar middel Geïntegreerd aanbesteden is geen doel op zich, maar draagt bij aan kwaliteit van scholenbouw en geeft een antwoord op een aantal uitdagingen waar de scholenbouw zich voor gesteld ziet. Het Service Centrum Scholenbouw definieert rond vormen van aanbesteding een aantal deels overlappende kennisgebieden of thema’s, van waaruit kennis en interactie ontstaan. Vaak gaat het om kennisgebieden die gezamenlijke kenmerken hebben. Bijvoorbeeld wijkgericht, of slim, duurzaam en vanuit de exploitatie gedacht. Het is de bedoeling dat het veld zich gaat herkennen in deze thema’s en dat rond de thema’s vitale netwerken of communities gaan ontstaan. De Communities of Practise (CoP’s) vertonen natuurlijk overlap als het gaat om de inhoudelijke aspecten als de aanbestedingsstrategie en de technische vertaling daarvan in contractmodellen en outputspecificaties waardoor betrokken partijen kiezen voor een geïntegreerde aanbesteding. Toch geven de thema’s goed aan om welke aspecten of projecten het gaat en welk type organisatie een relatie (maatschappelijk en/of professioneel) met het thema heeft. Binnen de CoP wordt onderscheid gemaakt in projecten en (echte) pilots. De pilots (circa vijf per CoP) ontvangen een concrete ondersteuning van het SCS. De overige projecten profiteren van de kennisontwikkeling bij de pilots en kunnen zelf de status van pilot verwerven als de eerder aangewezen pilot afhaakt of ernstig in de vertraging loopt.

Hoe gaat het werken? De CoP fungeert als projectorganisatie: in een projectplan worden concrete doelstellingen bepaald (beschrijving van kennisproducten/aantal pilots), wordt een tijdsplanning opgenomen en een budget begroot. Een CoP-coördinator is verantwoordelijk voor de voortgang en het bereiken van de doelstellingen. Ook bewaakt hij of zij het budget. De thema’s zijn soms ook al (deels) belegd bij andere kenniscentra of projecten van ministeries of brancheorganisaties. Het SCS werkt daarmee dan samen en stemt de kennisproducten daarmee af. De SCS- inbreng onderscheidt zich door de focus op de aanbestedingsaspecten (ketenbenadering/life-cycle filosofie) en haar werkwijze op basis van pilots.

Multifunctionaliteit: de brede school Focus: beheersvraagstukken oplossen door deze te betrekken bij aanbesteding aan uitvoerende partijen Kennisproducten: model-projectorganisatie/model-samenwerkingsovereenkomst publieke partijen/outputspecs/selectieleidraad/contractsmodellen/gebruikersevaluatie/etc Samenwerking met: Steunpunt Brede school, www.brede school.nl, Netwerkbureau Kinderopvang

Binnenklimaat: de frisse school Focus: verbetering binnenklimaat door het hanteren van prestatie-eisen en -contracten Kennisproducten: outputspecificaties/draaiboek inventarisatie, quick scan/bundeling geldstromen school en gemeente/selectieleidraad/contractsmodellen/evaluatie Samenwerking met: Senter Novem, Kenniscentrum Noordelijke Provincies

Conceptueel of industrieel bouwen: de slimme school Focus: ketenintegratie door gebruik te maken van innovatie in bouwkolom (catalogusschool, etc.) Kennisproducten: outputspecificaties/marktconsultaties/productvergelijkingen Samenwerking met: Syntens, TNO, Bouwend Nederland

Maatschappelijke Vastgoed: de wijkschool Focus: huurrelatie als geïntegreerde contractsvorming. life cylce benadering Kennisproducten: rekenmodel kostendekkende huursom/standaardhuurvoorwaarden/advies aanbestedingsrecht en benchmarks Samenwerking met: Aedes, ROZ, (PO Raad, VO raad, VNG)

Strategische doelstelling Naast de organisatorische doelstellingen als hiervoor aangegeven, heeft de CoP-werkwijze ook een strategisch doel, namelijk de versterking van het draagvlak en de binding met de doelgroepen en de stake-holders van het SCS. Door de samenwerking met brancheorganisaties krijgen de kennisproducten beter draagvlak en positioneert het SCS zich als ontwikkelaar van standaarden. In de projectplannen worden daarom ook expliciet concrete voorstellen voor publiciteit opgenomen. Voor meer informatie of aanmelding van een pilot kunt u contact opnemen met info@scsb.nl. Via de website www.scsb.nl kunt u alle relevante informatie nalezen.

schooldomein

september 2009

45


ROC Friese Poort neemt uniek systeem in gebruik

Nieuwe kansen voor efficiënter ruimtegebruik In één oogopslag inzicht in vrije lokalen en andere ruimten. Permanent toezicht op activiteit in het gebouw. Een schat aan waardevolle managementinformatie. En vooral waardevolle besparingen. ROC Friese Poort ontwikkelde, samen met Cofely, een uniek systeem dat zonder twijfel zijn vervolg gaat krijgen in onderwijsland.

I

Tekst Paul Voogsgerd Foto Communicabel

nefficiënt ruimtegebruik. Lege lokalen. Het is een grote frustratie van menig bestuurder in het onderwijs. Een hogere bezettingsgraad is niet alleen economisch interessant maar ook met het oog op het milieu. Moderne managers zoeken voortdurend naar oplossingen maar met name de complexiteit van het ‘roosteren’ werpt altijd weer roet in het eten. ROC Friese Poort heeft die oplossing gevonden. Schooldomein sprak met Jaap van Bruggen, hoofd facilitair beleid van het ROC. Een gesprek over een schijnbaar kinderlijk eenvoudige oplossing voor een schier onoplosbaar probleem.

Dynamisch systeem “Het idee is absoluut eenvoudig”, bevestigt Van Bruggen. “Maar de uitvoering was dat zeker niet. Cofely had al wel een lichtsysteem dat detecteert of er iemand in de ruimte aanwezig is. Zulke systemen worden in veel onderwijsgebouwen ook wel toegepast. Maar ze zijn volledig statisch. Ze geven alleen aan wat er ‘hier en nu’ gebeurt maar niet de situatie over een half uur. Door zo’n statisch systeem te koppelen aan ons roostersysteem hebben we er een dynamisch systeem van gemaakt. Dat klinkt eenvoudig maar die koppeling was nog heel spannend. Er zit heel veel tijd en kennis in van onze kant en technische kennis en middelen van Cofely.”

Touchscreen Van Bruggen laat ons het systeem in de praktijk zien. Glashelder en overzichtelijk. Op het beeldscherm zien we plattegronden van het gebouw, helder verdeeld per etage. Vrije ruimten zijn groen gekleurd, volgens

46

schooldomein

september 2009

het rooster gereserveerde ruimten oranje en ruimten waar het systeem activiteit signaleert, zijn rood gekleurd. “In het rooster worden de lokalen gereserveerd waarvan docenten vooraf hebben aangegeven dat ze die nodig hebben”, vertelt Van Bruggen. “Het systeem kleurt deze automatisch oranje en houdt deze status 10 minuten vast. Dat is dus de marge die docent en leerlingen hebben. Als ze iets te laat komen, wordt het lokaal niet direct vrijgegeven. De groengekleurde ruimten zijn dus beschikbaar voor wie à la minuut een ruimte nodig heeft. En doordat het rooster aan het systeem gekoppeld is, zien gebruikers ook direct hoe lang de ruimte beschikbaar is. Daarmee lopen ze ook niet het risico na een paar minuten weer te worden weggestuurd. Op iedere etage is een touchscreen aanwezig waar iedereen permanent de beschikbaarheid van de ruimten kan checken.”

Managementinformatie “In het verleden was er minder aandacht voor de bezettingsgraad van gebouwen en bovendien was het onderwijs heel anders ingericht”, licht Van Bruggen toe. “Lessen werden ingepland en dan ook gewoon gegeven. Nu worden lessen soms anders ingevuld en is een lokaal helemaal niet of bijvoorbeeld maar een kwartiertje nodig. De rest van de tijd staat die ruimte dan leeg. En het grappige is dat mensen dat vaak toch anders beleven. Ik heb vaak genoeg docenten die klagen dat er bijvoorbeeld geen ruimte beschikbaar is om even met een leerling apart te gaan zitten. Met dit systeem kunnen we heel eenvoudig het tegendeel laten zien.” Maar er zijn meer voordelen. Van Bruggen: “Als je weet welke ruimten niet zijn benut, hoeven


Jaap van Bruggen demonstreert het ruimtemenagementsysteem

die ook niet worden schoongemaakt bijvoorbeeld. Wij passen dat nu nog niet toe maar het is zeker iets voor de toekomst.” Sommige informatie die het systeem levert, is niet voor iedereen even prettig. “We hebben er nu heel nauwkeurig zicht op welke lessen in de gereserveerde ruimte doorgaan en welke niet. In een school met bijna 5.000 leerlingen heb je dat overzicht normaal niet natuurlijk.

Enorme besparing Maar het grootste voordeel zit natuurlijk in ruimtewinst. “We kwamen hier ruimte tekort en hebben daarvoor tijdelijke lokalen neergezet. Als ik op dat moment had geweten wat ik dankzij het systeem nu weet, had ik de helft minder gebouwd. Door beter uit te nutten wat je hebt, kun je besparen op je nieuwbouw. Dat is financieel interessant maar ook omdat we duurzaam willen omgaan met onze omgeving.” Het is een verhaal dat bijna te mooi klinkt om waar te zijn. Zal de adder onder het gras dan schuilen in de kosten van het systeem? Toch niet, weet Van Bruggen. “Je kunt de investering vergelijken met de bouw van één lokaal. Omdat je die ruimte met dit systeem waarschijnlijk niet meer nodig hebt, is de investering absoluut de moeite waard.”

Noteer vast in uw agenda:

Verrassend vernieuwend duurzaam Bijeenkomst ROC Friese Poort voor innovatieve managers

Kennis Inspiratie Rondleiding Netwerkmoment Onder de titel Verrassend vernieuwend duurzaam organiseert ICSadviseurs op donderdagmiddag 15 oktober een bijzondere bijeenkomst op trotse school ROC Friese Poort in Sneek. De recent opgeleverde nieuwbouw is de inspirerende plek waar een zeer innovatief klimaatconcept is toegepast. Tijdens een interactieve expertontmoeting met duurzaamheid en exploitatie als thema’s, neemt u uitgebreid kennis van de effecten van onder andere CO2-regeling en betonkernactivering maar vooral ook de grote reductie op de exploitatiekosten. Een rondleiding op de locatie sluit de bijeenkomst af. Heeft u belangstelling om deze bijeenkomst bij te wonen, neem dan contact op met Hidde Benedictus, hbenedictus@icsadviseurs.nl of Gerard Fränzel, gfranzel@icsadviseurs.nl.

Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met Jaap van Bruggen, Hoofd Facilitair Beleid bij ROC Friese Poort, telefoon (058) 284 93 40 of jvbruggen@rocfriesepoort.nl.

schooldomein

september 2009

47


Als juridisch advies leidt tot meerwaarde Juridisch bewustzijn wordt voor maatschappelijke organisaties, hun vastgoed en hun samenwerking met partners van steeds groter belang. Hoe gaat u om met innovatieve contractvormen, complexe regelgeving, veranderende verantwoordelijkheden en samenwerking met partners? De juridisch adviseurs van ICSadviseurs hebben dagelijks met deze vraagstukken te maken en kennen de wereld van maatschappelijke organisaties als geen ander. Wij bieden hoogwaardige juridische dienstverlening met een praktische insteek: juridische structuur volgt organisatiestrategie. Wilt u uw juridisch bewustzijn ook laten doorwerken in uw organisatiestrategie: bel voor een afspraak 088-2350427.

Amsterdam, Orlyplein 10, 1043 DP | Zwolle, Grote Voort 207, 8041 BK | (088) 235 04 27 | www.icsadviseurs.nl

ICS schooldomein 201x271mm 6.indd 1

14-09-2009 14:57:58


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Room to Read.

Susan Smit, Renate Dorrestein, Arthur Japin, Wilfried de Jong, Herman Brusselmans, Daphne Deckers, Ronald Giphart, Adriaan van Dis, Jan Siebelink en Maarten Spanjer. Een greep uit de auteurs die de afgelopen maanden belangeloos een exclusief verhaal doneerden voor de bundel Stampvol verhalen. Per verkocht boek komt vijf euro ten goede aan de stichting Room to Read, die zich inzet om kinderen in ontwikkelingslanden toegang te geven tot onderwijs en (school)boeken.

topformaat, is een verzameling van mooie, ontroerende en grappige korte verhalen over vreemde landen en culturen.

Zo is elke Stampvol verhalen goed voor vijf nieuwe schoolboeken voor kinderen in AziĂŤ en Afrika. Het boek Stampvol verhalen is sinds 1 september overal te koop, onder andere in alle Bruna-boekhandels, op Bruna.nl en bij mediawinkel bol.com. Stampvol verhalen is ook te koop als digitaal boek bij bol.com. Een aantal verhalen is gratis te downloaden.

Met Stampvol verhalen vragen alle betrokken schrijvers, de Bruna-boekwinkels, bol.com en A.W. Bruna Uitgevers aandacht voor een wereldwijd probleem: het lezen van boeken en toegang tot onderwijs. Wat voor ons de normaalste zaak van de wereld lijkt, is helaas voor miljoenen kinderen in ontwikkelingslanden niet weggelegd. Room to Read zet zich in om kinderen in onderontwikkelde gebieden, veelal plattelandsdorpen, toegang te bieden tot een duurzaam onderwijssysteem. Doel: kinderen zo een kans bieden op een betere toekomst. Met Stampvol verhalen geef je dus niet alleen jezelf een leuk boek cadeau, maar je geeft ook een kind in AziĂŤ of Afrika een kans op een betere toekomst.

De bundel, bestaande uit 25 verhalen van Nederlandse en Vlaamse schrijvers van

Voor de uitgave, de verkoop en de marketing van deze unieke verhalenbundel krijgen bol.

com en Bruna steun van A.W. Bruna Uitgevers die zich belangeloos inzet om Stampvol verhalen tot een groot succes te maken. Bol.com en Bruna zetten zich al enige tijd onafhankelijk van elkaar in voor deze Amerikaanse stichting. Mediawinkel bol.com kondigde begin dit jaar aan zich als partner in Nederland aan dit goede doel te verbinden. Hun doel is om samen met klanten en leveranciers jaarlijks minimaal 250.000 euro voor Room to Read in te zamelen. Bruna startte in 2008 met de inzamelingsactie van mobiele telefoons. De opbrengsten hiervan komen eveneens ten goede aan de onderwijsprojecten van de stichting.

Meer informatie: www.roomtoread.org, www.bol.com, www.bruna.nl, www.awbruna.nl.

schooldomein

september 2009

49


In Eelderwolde - tegen de grens van Groningen en met aan de andere kant vooralsnog de vrije ruimte - ligt het Borchkwartier, een prachtige, net opgeleverde multifunctionele accommodatie. Van buiten een indrukwekkend gebouw. Opgetrokken uit zwarte steen oogt het robuust in het vlakke, voornamelijk groene landschap eromheen. Van binnen is het open, licht, vriendelijk en kleurrijk. Schooldomein nam een kijkje.

Een trots gebouw met aantrekkingskracht op de omgeving Tekst Paul Voogsgerd Foto’s Marko

H

et Borchkwartier is een multifunctionele accommodatie die onderdak biedt aan twee scholen en welzijnsorganisatie Trias. We spreken met Cees Snitjer, de nieuwe directeur van OBS Ter Borch (voorheen OBS Paterswolde-Noord) en Anja Nijboer, adviseur van de stichting openbaar onderwijs Baasis. “Voor Ter Borch was het een grote stap”, weet Anja Nijboer. Zij is nadrukkelijk bij de totstandkoming van het

50

schooldomein

september 2009

nieuwe gebouw betrokken geweest. “Als PaterswoldeNoord had de school met meer dan honderd jaar een enorme historie in Eelde-Paterswolde. Dat geef je niet zomaar op natuurlijk. Maar het vooruitzicht van het mooie nieuwe gebouw was te mooi om het niet te doen. Ter Borch heeft hier nu 300 leerlingen verdeeld over 13, bijna 14 klassen. De christelijke Menso Altingschool heeft hier een dislocatie met


drie groepen en ongeveer 30 leerlingen. En de derde huurder is welzijnsorganisatie Trias. Zij verzorgen gesubsidieerde welzijnstaken en hebben daarnaast een commerciële poot die in het Borchkwartier de kinderdagopvang en de buitenschoolse opvang verzorgt.”

Mond tot mond reclame De gemeente en provincie Groningen liggen letterlijk op een steenworp afstand. En toch is OBS Ter Borch echt een Drentse school. Toen de provincie over ging tot gemeentelijke herindeling was er even sprake van dat Eelderwolde ingelijfd zou worden door de Provincie Groningen. Uiteindelijk bleef het gemeente Tynaarlo, Drenthe dus. “Maar we merken wel dat het nieuwe gebouw een enorme aantrekkingskracht heeft op de omgeving”, vertelt Cees Snitjer. “We zijn hier dit schooljaar gestart met alleen al 15 leerlingen van een naburige school en nog een paar van andere scholen. Je merkt echt dat van mond tot mond reclame heel snel werkt. We lopen nu al voor op de prognose die uitgaat van 20 groepen in 2015. Gelukkig is daar bij de ontwikkeling van het gebouw al rekening mee gehouden. We hebben nu nog vier vrije lokalen en het gebouw is zo geconstrueerd dat we op het dak zo nodig nog vier semi-permanente lokalen kunnen bouwen. Voorlopig kunnen we dus nog even vooruit.”

Kleinschaligheid Het samenleven in één gebouw is nieuw voor alle drie de participanten. Cees Snitjer merkt voor- en nadelen. “Soms is het wennen, vooral omdat er meer overleg nodig is. ‘Kunnen we dat plankje nu gewoon zelf ophangen of moeten we daar eerst toestemming voor vragen?’ We hebben een gebruikersoverleg en daarin kunnen we veel afstemmen met elkaar. Het is de bedoeling dat we dichter naar elkaar toegroeien en de mogelijkheden verkennen om meer dingen samen te doen. Het beheer en de exploitatie van het gebouw is in handen van Trias en dat betekent voor mij dat ik een aantal taken niet heb die ik in het verleden als zelfstandig schooldirecteur wel had. Soms is dat wel prettig.” Ook de grootte van het gebouw heeft zijn impact, weet Anja Nijboer. “Paterswolde-Noord was

een kleine school waar iedereen elkaar kende. Als er ergens een sjaal bleef liggen, wist iedere docent van welke kleuter die was bijvoorbeeld. Dat zijn we nu kwijt al proberen we in ons onderwijs die kleinschaligheid wel te behouden. Het is soms even wennen maar er is heel veel moois voor in de plaats gekomen.”

Goed geoutilleerd De rondleiding door het gebouw bewijst haar gelijk. We zien grote brede gangen met aan weerszijden lokalen. De gangen doen ook dienst als leerplein zodat er ook buiten het lokaal kan worden gewerkt. De lokalen zijn licht, mede dankzij veel glas, en voorzien van alle gemakken. Ieder lokaal heeft een grote inbouwkast, een eigen keukenblok en een prachtig digibord. Het gebouw heeft een prachtige sporthal die eenvoudig in twee ruime sportzalen kan worden gesplitst. We zien een mooi, goed geoutilleerd speellokaal dat dankzij een flexibele wand ook weer bij het grotere geheel kan worden betrokken. Er komt een mediatheek, in samenwerking met de bibliotheek die bovendien een digitaal uitleenpunt krijgt in het Borchkwartier. De kleurstelling is fraai: veel roze, paars en violet, opvallend maar ook ingetogen. Bij de kleuters voeren geel en oranje de boventoon, warm en vrolijk. En al het meubilair is nieuw, mede dankzij een extra investering van de gemeente. Gekozen werd voor inrichter Marko. “Ze hebben ons geweldig geholpen”, zegt Anja Nijboer. “We hebben bij twee partijen offertes aangevraagd maar de tijdsdruk was groot. Uiteindelijk hebben we twee aanbiedingen gekregen en die van Marko was eenvoudig de beste. Bovendien waren zij in staat alles zo snel te leveren.” “En het is ook gewoon kwaliteit, het meubilair van Marko”, vult Snitjer aan. “Ik heb in het verleden altijd met Marko gewerkt.” Snitjer en Nijboer vertellen geanimeerd over hun nieuwe gebouw. Kinderziekten zijn er natuurlijk en het was erg spannend de laatste weken voor de oplevering. Ze plaatsen hun kanttekeningen - ook leermomenten voor de toekomst - maar zijn vooral trots op het mooie onderkomen. Een fraaie Drentse school waar Groningen graag van meeprofiteert.

schooldomein

Projectinformatie: Project: Nieuwbouw Borchkwartier, Eelderwolde

Opdrachtgever: Gemeente Tynaarlo

Architect: Bureau Bos, Baarn

Aannemer: Bouwgroep Dijkstra Draisma, Friesland

Inrichter: Marko bv, Veendam (www.marko.nl)

Bruto vloeroppervlak: 4.642 m2

Ingebruikname: augustus 2009

september 2009

51


Quick scan duurzaamheid Integraal afwegingskader met verbeterpotenties Een goede scan van een gebouw geeft inzicht in de integrale kwaliteit en in de mogelijke kwaliteitsverbetering ten opzichte van de huidige situatie. Met daarbij een indicatie van de investeringskosten en eventuele exploitatiewinst. Vervolgens kan echt een beoordeling plaatsvinden van de toekomstwaarde van een gebouw en kunnen verbeteringen duurzaam worden uitgevoerd. Tekst Marieke Evers en Ronald Schilt

H

et primaire proces van een onderwijsinstelling is het geven van kwalitatief onderwijs. Het gebouw is daarbij een scheppende voorwaarde. Een onderwijsorganisatie functioneert soepel als de ruimtelijke clustering in het gebouw de organisatie weerspiegelt. De beoordeling van een gebouw vindt plaats op een aantal variabelen van ruimtelijke en functionele kwaliteit, weergegeven in het schema hieronder. De kolom onder beoordeling geeft een beeld van een reële schouw met een eindbeoordeling.

• Vooral de flexibiliteit en het benutten van zoveel mogelijk vierkante meters voor onderwijs (efficiënt gebruik) zijn belangrijke aandachtspunten bij verbetering. • Deze verbeteringen zijn afhankelijk van de wensen vanuit het onderwijs en vooral mogelijk door inhoudelijke en organisatorische veranderingen. • De corresponderende investeringen zijn niet aanwezig of niet eenvoudig te kwantificeren.

Efficiënt gebruik

• Gebruik de aula ook buiten pauzetijden voor groepswerk, richt de aula daartoe in met ander meubilair/andere opstelling. • Gebruik gangen en hoekjes voor individueel werken. • De mogelijkheden om deze ruimten ook beter te gebruiken hangt samen met de investering in verbetering van het comfort. Indien de verkeersruimten beter geventileerd worden, zullen de gangen ook beter gebruikt kunnen worden en kunnen leerlingen individueel of in groepjes in de gang werken. • Belangrijk bij realiseren van een beter binnenklimaat is het compartimenteren van de nieuwe installaties, zowel voor intern gebruik als voor multifunctioneel gebruik samen met derden.

• Een overzicht als hieronder kan bijvoorbeeld leiden tot de volgende observaties: • De algehele ruimtelijk functionele staat van het schoolgebouw is redelijk.

Beoordeling Ruimtelijke kwaliteit 1 2 3 4

Binnenruimte Ruimtelijk organisatorisch concept Ruimte voor verschillende activiteiten Buitenruimte

Redelijk Matig Matig Redelijk

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Omgeving Architectuur Duurzaamheid (bewust gebruik) Flexibiliteit De menselijke maat Multifunctioneel gebruik Logistieke kwaliteit Veiligheid Beheer en exploitatie Voorzieningen en inrichting

Goed Redelijk Matig Redelijk Goed/redelijk Matig Redelijk/matig Redelijk Redelijk Goed

Totaalscore

Redelijk

Functionele kwaliteit

Beoordeling ruimtelijk functionele kwaliteit

52

schooldomein

september 2009

Aanbevelingen voor efficiënt gebruik zijn:

Kwaliteit binnenmilieu Omdat de scan een momentopname is, speelt de enquête onder het personeel naar de ervaring van het binnenmilieu, een belangrijke rol in de beoordeling. Als praktijkvoorbeeld geven we een oud gebouw, waarvan de kwaliteit van het binnenmilieu matig is. De oplossingsrichtingen zijn in de tabel samengevat. De verschillende oplossingsrichtingen hebben een relatie met de verbetering van de ener-


Voorziening

Moment van uitvoering

Indicatie investeringskosten (excl. BTW)

Renovatie

€ 200.000, -

Renovatie

€ 100.000, -

Renovatie

€ 40.000, -

Korte termijn

€ 1.000, -

Korte termijn

€ 3.000, -

Korte termijn

€ 500, -

Korte termijn

€ 2.500, -

Korte termijn

€ 3.000, -

Oudbouw **1

Glas Het vervangen van kozijnen van enkel glas met HR++ glas (jaarlijkse besparing op aardgas bedraagt € 2.000, -).

**2a

Ventilatie: alternatief 1 Het toepassen van gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning.

2b

Ventilatie: alternatief 2 Het toepassen van natuurlijke ventilatie (niet CO2 vraag gestuurd) met mechanische afvoer.

**3

Ventilatie kopieermachine

Afzuiging boven de kopieermachine. **4

Zonwering bibliotheek Het realiseren van zonwering bij de bibliotheek.

**5

Geluiddemping bibliotheek Geluiddemping ventilatie bibliotheek.

Nieuwbouw **1

Geluiddempers Momenteel is de ventilatie lawaaiig. Door tussen het kanaalwerk en de ventilator geluiddempers te plaatsen wordt dit geluid sterk gereduceerd

**2

Ventilatie In de gang (1.10) is het erg warm. Door het realiseren van ventilatie middels afzuigventilatoren op het dak zal de oververhitting beperkt worden.

Totaal oudbouw en nieuwbouw (betreft de kosten van de maatregelen gemarkeerd met **)

€ 310.000, -

Oplossingrichtingen verbetering binnenmilieu

Integrale beoordeling en verbeterpotentie

getische kwaliteit van het gebouw. De maatregelen die economisch en praktisch de meeste kwaliteitswinst opleveren ten opzichte van de investering zijn aangegeven met **.

Energiegebruik De energetische kwaliteit van de voorzieningen is beoordeeld op de onderdelen thermische kwaliteit gevel, ventilatie, verlichting en warmteopwekking. Daarnaast wordt het gemiddelde aardgasverbruik en elektriciteitsgebruik vergeleken met een benchmark van energiegegevens. De oplossingsrichtingen richten zich op de energieposten ‘verwarming’ en ‘verlichting’ omdat deze twee posten meer dan 80% van het gebouwgebonden energiegebruik vertegenwoordigen.

De totale beoordeling vindt plaats aan de hand van een vierpuntsschaal (A-D; respectievelijk goed, redelijk, matig en slecht). Dat levert een samenhangend beeld op van de staat van het gebouw en de verbeterpotenties. Onderaan de tabel wordt een voorbeeld gegeven van de specifieke verbeterpunten aan een gebouw met een raming van de investering. De conclusie voor dit gebouw is dat met een aantal gerichte verbeteringen een duurzame meerwaarde ontstaat. Voor meer informatie over de Quickscan duurzaamheid van ICSadviseurs en Merosch kunt u bellen of mailen met Marieke Evers: 06 10 06 13 06, mevers@icsadviseurs.nl of Ronald Schilt: ronaldschilt@merosch.nl, 06 16 45 72 67. In het kader van de subsidie Rijksoverheid is de scan - met EBA-advies - een solide basis voor een goede aanvraag en vervolgens het aanbesteden van het werk.

Ruimtelijk functionele kwaliteit

Kwaliteit binnenmilieu

Energetische kwaliteit

Goed (A) Redelijk (B) Matig (C) Slecht (D) Huidige situatie

Investeringskosten verbeteringen (excl. btw)

Bij doorvoeren verbeteringen

Inhoudelijke en organisatorische verbeteringen

Huidige situatie

Bij doorvoeren verbeteringen

Huidige situatie

Bij doorvoeren verbeteringen

Verbeteren beglazing: € 200.000, Verbeteren ventilatie: € 100.000,Overig (geluidsdemping, afzuigventilatoren): € 10.000, -

schooldomein

september 2009

53


Doordecentralisatie is een bewuste keuze van twee partijen, de gemeente en het schoolbestuur. Het is bovenal een middel en geen doel op zich. Uiteindelijk moet er een voordeel zijn voor beide partijen; financieel maar zeker beleidsmatig.

Doordecentraliseren heeft een reden

De knoppen waar partijen aan kunnen draaien

B

Tekst Dennis Coenraad en Martijn Ahlers Foto’s Kees Rutten

ij doordecentralisatie gaat het erom dat een partij doelbewust en integraal een besluit kan nemen over de nieuw- of verbouw van een school. Dat kan een gemeente zijn, bijvoorbeeld in relatie tot een herstructurering of een gebiedsontwikkeling. Ook waar een brede school voor voortgezet onderwijs wordt gerealiseerd, kan een gemeente makkelijker combinaties maken. Op dit moment hebben gemeenten

54

schooldomein

september 2009

het (zeker na de meicirculaire) moeilijk. Schoolbesturen hebben alle reden om nu door te pakken. Het argument uit 1997 dat schoolbesturen te weinig expertise, omvang en continuĂŻteit zouden leveren, geldt niet meer na de bestuurlijke en institutionele schaalvergroting. De expertise is veelal binnen de onderwijsinstelling aanwezig. Daarbij is de scheiding van geldstromen funest voor het bouwen en vervol-


gens exploiteren van ‘duurzame’ scholen. Gemeenten sturen op de normbekostiging en schoolbesturen hebben baat bij een gezond binnenmilieu en een duurzame exploitatie. Bovendien willen schoolbesturen snel met hun huisvesting kunnen inspelen op onderwijskundige ontwikkelingen.

Interessant en dynamisch Na het doordecentraliseren van het groot onderhoud (in het voortgezet onderwijs) in 2006 wordt meestal gekozen voor doordecentralisatie mét overdracht van het economisch claimrecht naar schoolbesturen. Dit plaatst het schoolbestuur direct in de rol van ondernemer en maakt het traject interessant en dynamisch. Hieronder is globaal een doordecentralisatietraject beschreven en de zaken die hierbij een rol spelen.

Voor- en nadelen Met het oog op de interne positiebepaling is het gewenst de impact van de voor- en nadelen inzichtelijk te maken en in te schatten of hier sprake is van een kans of risico. Hierin zitten verschillen tussen gemeente en schoolbestuur. Er moet een antwoord worden gegeven over in ieder geval de volgende vooren nadelen: • Invloed en zeggenschap • Wettelijke zorgplicht • Bestedingsvrijheid • Gemeentelijke kerntaak • Uitgavenpatroon • Flexibiliteit • Risico-inventarisatie voor alle partijen en voor het construct

Reikwijdte Doordecentralisatie bestaat in diverse smaken en kleuren. Aangezien per definitie sprake is van maatwerk, is de reikwijdte van de doordecentralisatie een belangrijk onderwerp. De verschillende bandbreedtes, inclusief de voor- en nadelen bepalen de uiteindelijke keuze. Een aantal keuzes met betrekking tot dit onderwerp is hieronder weergegeven: • Eén gebouw of alle gebouwen • Renovatie, uitbreidingen, nieuwbouw • Tijdelijke huisvesting • Economisch eigendom (keuze erfpacht en recht van opstal) • Duur overeenkomst • Leegstandsclaim • Bestedingsvrijheid schoolbesturen • Overige prestaties

Knoppen kosten Oppervlakte school/leerlingaantal Stichtingskosten nieuwbouw Extra kosten duurzaam gebouw Opbrengstpotentie vrijvallende locatie Kosten (voor het schoolbestuur) aankoop Nieuwe locatie (tegen maatschappelijke of commerciële prijs?) Inzet (fictieve) reservering middelen uit het verleden door de gemeente (na 1997, met een correctie na 2006) Inzet reservering door het schoolbestuur in de investering

Berekening Genormeerde m² per leerling Normvergoeding onderwijshuisvesting vs. werkelijke kosten PM PM PM

PM

PM

Uitgangspunt voor gemeenten is vaak een leerlingafhankelijke bijdrage. Deze wordt meestal berekend op basis van de inkomsten in het gemeentefonds. Een voorbeeld: in de opbouw van de inkomsten van de gemeente x is in het gemeentefonds aan de variabele ‘Leerlingen VO’ een specifiek bedrag gekoppeld. De opbouw van dit bedrag is als volgt: Gemeentefonds bijdrage gemeente (2009) Basisvergoeding per II Wegingscoëfficiënt Uitkeringsfactor Bedrag per leerling

 433,32  0,80 1,575  545,98

De bedragen in het gemeentefonds zijn echter niet zodanig gelabeld dat de gemeente de verplichting heeft gelden aan een specifiek doel uit te geven. De gemeente is vrij in de bestedingsdoelen. Op basis van deze rekenmethode bepalen gemeente en schoolbestuur wat een gemiddeld aantal leerlingen over een aantal jaren is, waarop de bekostiging plaatsvindt. Ook kunnen afspraken worden vastgelegd over tussentijdse fluctuaties, leegstandsrisico etc.

Contracteren In het onderhandelingstraject moet de kostenkant (wat kost de nieuwbouw) redelijk overeenkomen met de inkomstenkant (wat krijgt het bestuur jaarlijks). De oplossing ligt altijd in de wil en ambitie van beide partijen om tot overeenstemming te komen. Partijen moeten het gezamenlijk belang van de operatie inzien. Vervolgens kan alles op basis van eenduidige uitgangspunten en berekeningen vastgelegd worden in heldere overeenkomsten.

Financiën

ICSadviseurs begeleidt gemeenten en schoolbesturen in het

Er zijn meerdere mogelijkheden om naar de financiële consequenties van doordecentralisatie te kijken. De berekening kent de volgende variabelen, mede gebaseerd op bovenstaande stappen:

traject van doordecentralisatie vanaf de adviesfase tot en met de uitwerking in modellen en contracten. Voor meer informatie kunt u mailen of bellen met Dennis Coenraad: dcoenraad@icsadviseurs.nl of 06 22 60 49 64.

schooldomein

september 2009

55


Congres CNV Schoolleiders: Leiderschap beweegt Het jaarlijkse congres van CNV Schoolleiders staat in het teken van leiderschap in beweging. Prominenten van binnen, maar ook buiten het onderwijs belichten op 5 november hun visie op en ervaringen met verschillende invullingen van leiderschap. U maakt kennis met verfrissende zienswijzen en hoort verrassende ervaringen en gaat geïnspireerd naar huis, nadat u met collega’s ideeën en praktijkvoorbeelden heeft uitgewisseld! CNV Schoolleiders nodigt schoolleiders uit het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo, bouwcoördinatoren, IB-ers, (G)MR-leden en andere belangstellenden uit om deel te nemen aan dit congres. Na de inleiding van Sharon Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, kunt u deelnemen aan twee workshoprondes. Daarbij kunt u kiezen uit de volgende workshops: • Gerard van der Burgt, Magistrum - Inspirerend leiderschap • Nol Groot, NS Reizigers - Leiderschap in beweging • Hans Kommers, ST-groep - Inspirerend leiderschap: vlieg of spin in het web? • Myriam Lieskamp, CNV Schoolleiders •

Leidinggeven aan een team • Joke Kiewiet-Kester, 3D Leren en Organiseren - Samen werken aan Passend onderwijs • Magnus Persson, The Learning Teacher Network - Learning communities (lezing in het Engels) •

• Linda Spaanbroek, Alle dagen pauze - Passend onderwijs vraagt om passend leidinggeven De kosten bedragen € 75, - voor leden, € 195,- voor niet-leden. Meer informatie: www.cnvs.nl. •

Meer Tijd voor Taal! Op 19 november 2009 vindt van 8.30 tot 17.00 uur het congres Meer Tijd voor Taal! plaats in het Valk Hotel Den Haag - Nootdorp. Het taalniveau van de leerling in het (v)mbo is en blijft een belangrijk onderwerp. Hoe tillen we dat niveau met elkaar naar een hoger plan, wat is daarvoor nodig, wat is de stand van zaken? Tijdens dit congres blikken we terug op het congres Tijd voor Taal! in 2008 en naar welke vorderingen er in de tussentijd zijn geboekt. •

Maar, nog belangrijker: welk nieuws krijgt u te horen? Het congres staat bol van de workshops en presentaties. Het algemene thema is taalbeleid, maar ook beleid ten aanzien van taal, ontwikkeling van taalvaardigheid en toetsing. Ook moderne vreemde talen komen aan bod. Verschillende interessante sprekers lichten u in over de laatste ontwikkelingen, brengen u nieuws én gelegenheid tot discussie en ontwikkeling. Ook komt u op de informatie•

markt veel te weten over (nieuwe) producten op taalgebied. Het congres is bestemd voor (vak)docenten, beleidsmakers, adviseurs en management werkzaam in de bve-sector, al dan niet op het gebied van taal. Ontmoet uw vakgenoten en leer met én van elkaar meer over de taal in het (v)mbo. Het congres wordt georganiseerd en inhoudelijk ondersteund door Profiel vakblad en Bureau ICE. Meer informatie: www.profielconferenties.nl/mtvt. •

Elke 4,5 seconde een werkplekongeluk Volgens de Europese Commissie is elke 4,5 seconde een Europese werknemer slachtoffer van een werkplekongeluk. Binnen Europa zijn dit bijna 167.000 ongelukken per jaar waarvan 7.500 met dodelijke afloop. Daarom is de Commissie een campagne gestart waarin ze het belang van goede risicoanalyses benadrukt. Het opstellen hiervan is niet eenvoudig en ook hebben organisaties veel moeite met correcte uitvoering ervan. Goede automatisering kan hierin verandering brengen. Veel

56

schooldomein

september 2009

organisaties hebben onvoldoende zicht op de aanwezige veiligheidsrisico’s en vinden het niet eenvoudig om alle stappen uit een risicoanalyse correct uit te voeren. Hiervoor zijn meerdere oorzaken. Zo is het lastig om een goede risicoanalyse op te stellen en is de werkdruk vaak (te) hoog, waardoor medewerkers minder bezig zijn met gezondheid en veiligheid. Ook is het niet altijd duidelijk wat veilige manieren van werken zijn. Goede software helpt om dit te veranderen. In het

Arbomanagementsysteem RiAxion vertaalt de gebruiker Arbo beleid in duidelijke plannen waarvan ook de uitvoering wordt bewaakt. Zo wordt tijd en geld bespaard wat voor veel organisaties vooral nu belangrijk is. Ook stimuleert het systeem het werken volgens “best practices”, waardoor de kans op fouten kleiner wordt. Zo is een gezonde en veilige werkplek beter bereikbaar en kan het aantal werkplekongelukken worden teruggebracht. Meer informatie: www.riaxion.nl.


de etalage Studiemiddagen ‘Veiligheid in het voortgezet onderwijs’ Om het beste uit de leerlingen te halen is een veilig schoolklimaat belangrijk. Een veilige school is een plek waar leerlingen, ouders en onderwijspersoneel zich veilig voelen. Het gaat hierbij zowel om de fysieke als de sociale veiligheid. Het creëren van een veilige school is geen gemakkelijke opgave. Aanleiding voor het Nederlands Jeugdinstituut, de ArboVO, de KPC- groep en Consument en Veiligheid om in november 2009 vier regionale studiemiddagen ‘Veiligheid in het voortgezet onderwijs’ te organiseren. U gaat na deze middag naar •

huis met praktische handvatten om aan de slag te gaan met veiligheid bij u op school. Om 12.30 uur wordt u ontvangen met een lunch en om 16.30 uur eindigt de middag met een plenaire afsluiting. Daartussen volgt u twee workshopronden. Hiervoor kunt u kiezen uit drie wokshops: 1) De Gouden combinatie: Arbocoördinator en Veiligheidscoördinator 2) Een veilige school omgeving: Hoe maak je die? 3) Brein en Branie: pubers en ongelukken •

Bij binnenkomst maakt u een keuze voor de twee workshops die u wilt volgen, maar vol is vol. De studiemiddagen vinden plaats op: 3 november in Utrecht, 12 november in Rotterdam, 17 november in Zwolle en 26 november in Arnhem. Inschrijven kan tot 14 oktober 2009. Na aanmelding krijgt u een factuur waarmee u het bedrag van 60 euro kunt overmaken. Uiterlijk 1 week voor aanvang krijgt u een routebeschrijving en het programma toegestuurd. Meer informatie en aanmelden: www.veiligheid.nl. •

De scholierencanon 2008-2009: Krabbé, Mulisch en Slee Scholieren.com komt voor het eerst met de jaarlijkse Scholieren.com Ranglijst 2008-2009, de lijst met meest gedownloade boekverslagen. En wat blijkt: `Het gouden ei’ van Tim Krabbé met bijna 300.000 downloads en daaropvolgend `Twee vrouwen’ én `De aanslag’ van Harry Mulisch vormen de top drie. In de Hotlist staat Maria Mosterd’s `Echte mannen eten geen kaas’ met stip op 1.De jongste boeken in de Ranglijst zijn `Komt een vrouw bij de dokter’ van Kluun op plek 7 en `Radeloos’ van Carry Slee op 9, beiden uit 2003. `Het bittere kruid’ van Marga Minco is het oudste boek in de lijst. De titel uit 1957 staat op plek 10. In de Ranglijst is `Twee vrouwen’ (Mulisch) een opvallende nieuwe binnenkomer op plek 2: het boek was in 2008 onderwerp van de promotiecampagne `Nederland Leest’. Ronald Giphart’s hoogstgeplaatste boek is `Phileine zegt sorry’, op plek 24. In de categorie klassiekers: Karel ende Elegast staat op plek 22, Multatuli’s Max Havelaar op 31 en Over de Vos Reinaert op 32. In de Hotlist staan de 10 populairste titels die de afgelopen 5 jaar zijn uitgekomen. Uit het niets op 1 staat Mosterd’s `Echte mannen..’, met in de achtervolging Tommy Wieringa’s `Joe Speedboot’. Jan Wolkers’ boekenweekgeschenk van 2005 `Zomerhitte’ doet het ook opvallend goed, vermoedelijk door de verfilming van vorig jaar. Meer informatie: www.scholieren.com. •

Nysingh introduceert branchegroep Onderwijs De dynamiek in het onderwijs vraagt om toegepaste en gedegen juridische kennis en onderbouwing. De juridische vraagstukken zijn zo divers dat alleen gespecialiseerde teams met inhoudelijke kennis het totale juridische spectrum kunnen overzien. “Onderwijsinstellingen krijgen meer vrijheid en zelfstandigheid om hun onderwijsprogramma’s in te kleuren. Daar tegenover staat dat er steeds meer druk ontstaat omdat men zich blijvend moet verantwoorden voor de gemaakte keuzes en de besteding van de toegekende middelen. De leerlingen en hun ouders stellen hogere eisen. En de behoefte van instellingen om zich te on-

derscheiden stijgt en zorgt voor toenemende concurrentie. Tegelijkertijd moet er kwalitatief hoogwaardig personeel worden geworven én behouden”, zegt branchegroepmanager en advocaat arbeidsrecht Allard Bekius. “Al met al moet een onderwijsinstelling zich meer als een bedrijf organiseren. Het management moet daarom een antwoord formuleren op deze ontwikkelingen en strategische keuzes maken op het gebied van organisatievorm, huisvesting, financiën, imago, personeelsbeleid en het aangaan van partnerships.’’ Bekius: “Wij zorgen er voor dat alle expertise via één loket wordt aangeboden. Het team bestaat uit specialisten

op het gebied van ambtenarenrecht, leerlingenrecht, bestuursrecht, aanbestedingsrecht en bekostiging. Uiteraard worden daarnaast andere specialisten binnen Nysingh geraadpleegd als dat gewenst is.” Volgens hoofd marketing Roel Laumans eisen ondernemers en instellingen dat advocaten en notarissen naast juridische expertise ook actuele en diepgaande kennis hebben van de branche of sector. Nysingh heeft branchegroepen voor overheden, zorginstellingen, de food&agri sector en onderwijs. Het aantal branchegroepen zal de komende jaren verder worden uitgebreid. Meer informatie: www.nysingh.nl.

schooldomein

september 2009

57


S.O.M.T. University Campus | Amersfoort Het is niet de plek waar je een Universiteit Campus zou verwachten: bedrijventerrein De Hoef in Amersfoort. Toch groeide hier vlak langs het spoor het S.O.M.T. Opleidingsinstituut voor Manuele- en Sportfysiotherapie uit tot een uitgebreid complex van 7.000 m². Met collegezalen, oefenzalen, leslokalen en studieruimtes, een bibliotheek, een kliniek, een diagnostisch centrum en een onderzoekslaboratorium. Onder de creatieve leiding van agNOVAarchitecten zijn twee leegstaande oude bedrijfshallen en een kantoor getransformeerd tot wat nu heet S.O.M.T. University Campus.

Opdrachtgever SOMT Amersfoort/Brussel

Architect AgNOVAarchitecten www.agnova.nl

Bruto vloeroppervlak 7.000 m2

Bouwkosten

De inbreng van bestaande gebouwen betekende een aantal extra uitdagingen: voor de zorgvuldige besteding van het beschikbare budget en voor de integratie

x 7.500.000,-

58

Bij binnenkomst in de getransformeerde eerste bedrijfshal valt het contrast op tussen de nuchtere, zakelijke uitstraling van de oorspronkelijke hal en de warme, strakke inrichting. Het complexe programma van eisen kreeg een heldere vertaling. Een hoge atriumruimte verbindt de faciliteiten zowel fysiek als visueel en is een vanzelfsprekend trefpunt geworden.

schooldomein

september 2009

van een nieuw gebruik in een oud gebouw. Door het heersende industriële karakter niet weg te poetsen maar juist in te zetten als ruimtelijke kwaliteit kon een belangrijke kostenbesparing worden gemaakt. Het interieur is zo ontworpen dat het voelt alsof er losse objecten in de hal zijn geplaatst. Hierdoor hoeven puien en wanden niet tot aan het dak te lopen en zijn zwevende plafondeilanden alleen daar toegepast waar het akoestisch nodig is. De lange, liggende openingen in de gevels geven de gebouwen een dynamische aanblik die past bij de snelheid van de treinen die er vlak langs rijden. Vanuit het gebouw veranderen de raamopeningen de geluidloze beweging van de treinen in een omlijste wanddecoratie. De nabijheid van station Amersfoort Schothorst is voor S.O.M.T. een belangrijke reden geweest voor de keuze van de locatie. Op zijn beurt betekent de komst van het opleidingsinstituut meer dan een nieuwe toekomst voor in onbruik geraakte gebouwen. Door het intensieve gebruik zowel overdag als ’s avonds en in het weekend heeft de Campus een belangrijke positieve en duurzame invloed op de leefbaarheid van het hele bedrijventerrein.


Fabeltjes over akoestiek:

Cihan Bugdaci | Directeur Gentlemen Real Estate & Architecture

Er is niets

De pluriculturele samenleving

innovatiefs

aan akoestiek

Als er iets bestaat als maatschappelijk vastgoed, is er ook de vraag naar maatschappelijk vastgoed. Het antwoord op de vraag naar maatschappelijk vastgoed komt voort uit de wensen van de gebruiker, de maatschappij; de wensen van onze samenleving. Deze samenleving is in zich erg divers. Lange tijd is ‘de multiculturele samenleving’ een woord geweest dat als kauwgom in de mond wordt genomen, flink wordt herkauwd en zodra het smaakje eraf is, uitgespuwd. Begrijpelijk wanneer de samenleving wordt beschouwd als een samenraapsel van mensen met een verschillende etniciteit waardoor het ‘hokjes-denken’ wordt gelegitimeerd en diverse unieke identiteiten worden afgevlakt. Dit leidt tot verkeerde beslissingen. Graag introduceer ik een meer omvattende term om de samenleving te beschouwen; ‘de pluriculturele samenleving’. De samenleving is niet langer te categoriseren in Turken, Marokkanen, Hindoestanen, Nederlanders... Nee, een persoon is jong of oud, heeft een bepaalde geschooldheid, een bepaald welvaartsniveau, houdt van een bepaalde of meerdere muziekstijlen, heeft één of meer kledingstijlen… Deze diversiteit van personen vergt van onze leefomgeving dat in diverse wensen wordt voorzien. Wanneer het aankomt op het realiseren van de leefomgeving, moeten deze diverse wensen van de doelgroep waarvoor wordt gebouwd in acht worden genomen. In het onlangs verschenen boek ‘De Moskee. Politieke, maatschappelijke en architectonische transformatie’ is de moskee interdisciplinair belicht en pluriform benaderd om voor dit type, u zou het wellicht niet zeggen, ‘maatschappelijk vastgoed’ de activiteiten van de (diversiteit aan) doelgroep(en) te bepalen en te koppelen aan de huisvestingsvraag. Dit resulteert in een waar palet aan kleuren voor de vormgeving en ontwikkeling van een moskee. Als projectontwikkelaar, bouwer, architect, gemeente, bestuur of anderszins betrokkene bij de realisatie van (maatschappelijk) vastgoed, moet er kennis zijn van de wensen van de doelgroep waarvoor wordt gebouwd. Om een passend product neer te zetten, zonder de fout te maken de beoogde doelgroep af te vlakken. In de productontwikkeling is de koppeling van doelgroep en product veel beter te zien. Neem onze mobiele telefoon. De kleur is naar wens aan te passen, wat de attractieve waarde vergroot. Qua functies zijn er ontelbare mogelijkheden, waardoor gebruikers niet worden uitgesloten. Door de vele toepassingen is de gebruikswaarde van de telefoon zeer groot en veel externe apparaten kunnen eraan worden gekoppeld, dus wordt ons mobiel flexibel en uitbreidbaar. Rest voor u als lezer het voorbeeld van de mobiel te vertalen naar kwalitatief maatschappelijk vastgoed.

Akoestische plafonds zien er allemaal hetzelfde uit

Voor een goede akoestiek is alleen absorptie nodig

schooldomein xe SCH NL Teaser-FU-95x271mm indd 1

september 2009

59 08/04/09 15:30


Advertorial

Optimaal ruimtegebruik in Bernrode Gymnasium

Grip op flexibiliteit Als scholen ergens behoefte aan hebben dan is het wel het flexibel kunnen indelen van de beschikbare ruimte. Want onderwijsgebouwen worden voor een lange periode gebouwd maar het onderwijs verandert permanent. En daarmee dus de wensen van de gebruikers. Het Bernrode Gymnasium in HeeswijkDinther heeft volledig grip op zijn flexibiliteit. Dankzij een nieuwe mobiele paneelwand tussen een lees- en spelruimte en een biljartruimte kunnen functies nu worden gecombineerd én gescheiden.

D

e mobiele wand is 7,5m lang en 2,6m hoog en heeft een geluidsisolerende waarde van 52 dB Rw. Daarmee blijft het geluid op een normaal gespreksniveau binnen de ruimten en kunnen leerlingen ongestoord studeren én recreëren. De losse panelen, zes in totaal, zijn eenvoudig verplaatsbaar dankzij hoogwaardig loop- en sluitwerk. Bovendien is in één van de panelen een loopdeur geïntegreerd, waarmee nog meer gebruiksgemak ontstaat.

Gegarandeerde kwaliteit Breedveld stond oorspronkelijk niet in het bestek maar Bouwcombinatie Nieuwenhuizen Daandels Wagemakers V.O.F. betrok het bedrijf toch graag bij de opdracht voor het Bernrode Gymnasium. Daarmee verzekerden zowel de aannemer als het gymnasium zich van een hoog kwaliteitsniveau in zowel service, wandsystematiek als maatwerk- en montagewerkzaamheden. Ook met het oog op de toekomst. Die kwaliteit wordt nog eens bevestigd door de diverse kwaliteitscertificaten waarover Breedveld beschikt. ISO-9001 garandeert dat Breedveld werkt met een uistekend kwaliteitsmanagementsysteem. ISO-14001 bewijst dat Breedveld oog heeft voor de omgeving want het certificaat geeft erkenning voor het milieumanagementsysteem van Breedveld. En dankzij een

60

schooldomein

september 2009

VCA**-certificaat kan Breedveld ook als hoofdaannemer optreden en u dus alle zorgen uit handen nemen.

Ruimtelijke klasse met vele gezichten Breedveld is specialist in flexibele wanden voor scholen, utiliteitsbouw, hotels en conferentieoorden. Het Bernrode Gymnasium heeft voor een crèmekleurige formica HPL gekozen, maar er zijn ook combinaties mogelijk met bijvoorbeeld (magnetisch) whiteboard, spiegels of glas. Of denk aan hout, stof of fineer. Met de akoestische wanden van Breedveld creëert u geheel naar wens de ruimte die u nodig hebt. Bovendien bieden zij u de mogelijkheid om te spelen met verrassende ruimtelijke effecten en perspectieven door ze slechts half open te plaatsen.

Meer weten? Het productaanbod van Breedveld bestaat uit hoogwaardige vouw-, paneel- en glaswanden. Met als bijproduct schuifwanden en specialties. Overal waar eisen worden gesteld aan flexibele ruimteverdeling, esthetiek of multifunctionaliteit is Breedveld een belangrijk aanspreekpunt. Op www.breedveld.com vindt u diverse impressies en is een aparte pagina aan scholen gewijd. Meer weten? Bel (0487) 54 28 88 of email: info@breedveld.com.


Advertorial

Maximale benutting impulssubsidie PO en VO-scholen De subsidie van het rijk voor een beter binnenklimaat en/of betere energiekosten kan sinds kort worden aangevraagd. Een Energie en Binnen Milieu-advies (EBA) is nodig om een beeld te krijgen van de toe te passen maatregelen en bijbehorende investeringskosten en voor het kunnen ontvangen van de subsidiegelden.

H

et betreft een subsidie van 60% op de investeringskosten voor een beter binnenklimaat en/of betere energieprestatie. De school moet zelf nog wel de resterende 40% van de investering betalen. De vraag is of voldoende budget bij de scholen aanwezig is om alle aanbevolen maatregelen voor alle onderzochte scholen uit te voeren. Na het uitvoeren van de EBA zal daarom vanuit budgettaire kaders gekeken moeten worden in welke scholen en welke maatregelen het beste geïnvesteerd kan worden. Hiervoor is inzicht verreist in enerzijds de onderwijskundige kwaliteit van een gebouw en anderzijds de toegevoegde waarde van de maatregelen voor het gebouw. ICS en Merosch beschikken over de benodigde kennis en kunnen u adviseren vanaf het uitvoeren van de EBA tot het daadwerkelijk opleveren en beproeven van de uitgevoerde maatregelen. De dienstverlening in dit kader bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Uitvoeren van een EBA door een gecertificeerd bureau (inclusief meting binnenklimaat en een energielabel als bijkomstig resultaat). 2. Op basis de EBA’s, beschikbare budgetten en het strategisch huisvestingplan bepalen in welke gebouwen de school het beste kan investeren. Als

er nog geen beeld bestaat van onderwijskundige kwaliteit van de gebouwen kunnen we dat middels een quick-scan in beeld brengen. In de quickscan wordt bepaald wat de ruimtelijke en functionele kwaliteit van het gebouw is. Hierdoor wordt tevens duidelijk in welke mate het waardevol is om ‘grote’ investeringen in deze school te plegen. Kortom het binnen budgettaire kaders onderbouwd prioriteren van de gebouwen en maatregelen waar investeringen worden gedaan en subsidies voor worden aangevraagd. 3. Het tijdig aanvragen en afhandelen van de subsidieaanvraag. Kennis van de regeling is hierbij van belang om maximaal gebruik te kunnen maken van de subsidies. 4. Het opstellen van technische specificaties en het doen van een aanbesteding voor het uitvoeren van de maatregelen (na toekenning subsidie). 5. Het beoordelen en beproeven van de opgeleverde installaties tegen de opgestelde specificaties. De impulssubsidie van de PO-scholen loopt via de gemeenten. Voor het Primair Onderwijs zal het voor gemeenten betekenen dat zij prioriteiten zullen moeten gaan stellen welke school/scholen ze binnen de gemeente gaan aanpakken en hoe er beleidsmatig met de resterende schoolgebouwen zal worden omgegaan. Een EBA-advies alleen is dus niet genoeg; onze gecombineerde quickscan levert de combinatie van een EBA-advies en de input voor een helder afwegingkader. ICSadviseurs en Merosch begeleiden u van het begin van het onderzoek tot het daadwerkelijke tastbare resultaat van een verbeterd schoolgebouw! Een uniek en integraal afgestemd dienstverleningspakket dat tot echte prestaties leidt. Bel nu naar Merosch of ICSadviseurs voor een afspraak: ronaldschilt@merosch.nl, jvankasteel@icsadviseurs.nl of tnobel@icsadviseurs.nl. Telefoon ICSadviseurs: (088) 235 04 27, telefoon Merosch: 06 16 45 72 67.

schooldomein

september 2009

61


2 Financiën en ruimtegebruik De tweede week van november valt het volgende themanummer weer in uw bus. Dan gaat Schooldomein over de waarde van een goed programma, waarbij de samenhang tussen ruimtelijke, functionele, technische en duurzame aspecten aan bod komt. De nadrukkelijke relatie tussen geld en ruimtegebruik wordt verder belicht. Onderwerpen zijn: • Brede school Duinterpen in Sneek: een flexibel gebouw van 7.445 m² vol maatschappelijke functies in een design en build aanbestedingvorm. • Het nieuwe programma van eisen: noties voor een nieuw model van een programma dat tot een duurzaam en flexibel gebouw leidt. • Vernieuwend programma GSG Schagen: duurzame kwaliteit vormt de basis voor een architectonisch hoogstandje. • Exploitatie uitgangspunt voor integraal voorzieningenplan: vitale dorpen bepalen in de gemeente Korendijk kansrijke gebiedsontwikkelingen. • Atelierbijeenkomst in ROC Friese Poort: interactieve expertontmoeting rond duurzaamheid en klimaatbeheersing in een vernieuwende leeromgeving. • Nieuwe infrastructuur voor Karel de Grote-Hogeschool: ICSadviseurs slaat vleugels uit naar Vlaanderen.

62

schooldomein

september 2009

Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1985. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever ICSadviseurs. Ruim 50 jaar werkt ICSadviseurs aan stimulerende leer-, leef- en werkomgevingen. Ruimte en draagvlak voor verandering, integratie van activiteiten, multifunctionaliteit en een professionele exploitatie zijn daarbij belangrijke thema’s. ICSadviseurs heeft twee vestigingen. Amsterdam: Orlyplein 10, Postbus 59112, 1040 KC. Zwolle: Grote Voort 207, Postbus 652, 8000 AR. Tel. 088 235 04 27. Schooldomein wordt uitgegeven in nauwe samenwerking met drukkerij Ten Brink, Meppel. Redactie Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95. E-mail: info@schooldomein.nl. Schooldomein wordt gemaakt door Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Dagmar Blaauw, Cora Dierx, Theo van Oeffelt, Petra Visser, Alfons Hams, Tom Haagmans, Jaap Westland, Jan Schraven, Marieke Evers, Ronald Schilt, Dennis Coenraad, Martijn Ahlers, Cihan Bugdaci. Illustraties Kees Rutten, Mirjam Madiol, Communicabel, Raoul Suermondt, Spring architecten, Vaessen, Arjen Schmitz Photography, Maarten Noordijk, Marko. agNova. Redactieraad Marcel Fränzel, René Boone, Wik Jansen, Peter Overgaauw, Ronald Wilcke, Edward van der Zwaag Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Giethoorn Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 15.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de STARO en alle woningcorporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Giethoorn Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het magazine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met Fizz new media solutions, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Website: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Deze uitgave van Schooldomein werd mede mogelijk gemaakt door ICSadviseurs, Deloitte, Marko, Staro, Kunst en Bedrijf en door de adverteerders van Schooldomein.



Marko BV Veendam +31 ( 0 )598 - 69 87 98 De Meern +31 ( 0 )30 - 669 69 69

www.marko.nl info@marko.nl

Marko maakt ideeĂŤn werkbaar


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.