Schooldomein 1 - oktober 2016

Page 1

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

wilt zien als je aan de slag gaat met het duurzaam (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • verkoop@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, oktober 2016

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

1

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Inrichting Science lab het Dollard College te Winschoten

SCHOOLDOMEIN

Veilig en duurzaam

Thema: VEILIG EN DUURZAAM Energy Academy scoort Breeam outstanding Diervriendelijk renoveren Voorbeelden van toenemende zelfredzaamheid Duurzaamheidsambities? Begin bij de essentie!


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle


VAN DE REDACTIE

Veilig en duurzaam Bij de start van de alweer 29e jaargang is het goed om even naar de ontwikkelingen van Schooldomein te kijken. Begin vorig schooljaar stelde de redactie zich tot doel om architecten, overkoepelende organisaties en marktpartijen die betrokken zijn in de inrichting van het leerproces als partner te binden. Inmiddels telt School­ domein meer dan 30 partners die mooie bijdragen aan het netwerk van Schooldomein leveren. Dat biedt de mogelijkheid om samen te experimenteren en innovaties uit te wisselen. De redactionele for­ mule is dat bijdragen inhoudelijk goed moeten zijn en een duidelijke boodschap overbrengen. De markt levert belangrijke bijdragen aan innovaties op het gebied van inrichting, aanbesteding, bouw en de exploitatie van onderwijsvoorzieningen. Daarom wil Schooldomein good practises communiceren. Goede praktijkvoorbeelden, waar­ bij nadrukkelijk ook de leermomenten aan bod komen, brengen toekomstige opdrachtgevers en partijen binnen de keten verder. “Waarom geen slechte voorbeelden, die er te over zijn”, wordt wel eens gevraagd. De reden is simpel; in de keten vanaf de visiefase tot en met de oplevering kan er veel goed en fout gaan. De belang­ rijkste succesfactor ligt besloten in het feit dat de opdrachtgever, samen met de betrokken partijen een duidelijke veelal overstijgende visie op de opgave hebben en zin hebben om in goede samenwer­ king deze opgave tot stand te brengen. Is die afstemming er vooraf niet dan kan het op verschillende momenten fout gaan. Of het nu om het beschikbare budget gaat, de programma van eisen fase, de afspraken over samenwerking tussen de betrokken partijen en de borging ervan, de aanbesteding of de exploitatiefase. Slechte voorbeelden te over! In vergelijking met ons omringende landen

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

doet Nederland het niet slecht. Maar het kan beter. Schooldomein draagt bij via debatten, expertmeetings, opleidingen en communiceert naast het gedrukte medium via de site, Linked­In, Facebook en speciale nieuwsbrieven rond aan­ sprekende innovaties. Daarmee bereiken we alle scholen, gemeenten en vele markt­partijen. Dit eerste nummer kent als thema veilig en duur­ zaam. Waarbij we in elk nummer de menselijke kant en de meer fysieke kant willen belichten. Ook speelt het thema meester-gezel deze jaar­ gang een belangrijke rol. Elk nummer maken we een omslagfoto waarbij een meester en gezel in beeld komen. Om daarmee te benadrukken dat zij in welke leeromgeving dan ook in relatie tot elkaar staan. Als coach, begeleider, gids of referentie­kader. Dit nummer het grote interview met CvB voorzitter Leon de Wit, de expertmeeting over de slim gefinancierde en duurzame school in Culemborg, een artikel over de Energy Academy Groningen, de ener­ gie neutrale brede school in Kapelle en nog veel meer! Kortom de redactie heeft er weer zin in en levert u graag met alle partners van Schooldomein een jaargang vol mooie nummers. En volg ons ook op Facebook: inmiddels meer dan 9.000 volgers en een dagelijkse bron van nieuws en inspiratie op het gebied van de leeromgeving. Sibo Arbeek Hoofdredacteur

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

schooldomein

oktober 2016

3


inhoud

6

BESTUUR EN BELEID

Opnieuw het onderwijs bedenken Leon de Wit, CvB-voorzitter van NUOVO Scholengroep, over de school voor 0-18 jaar en nog veel meer.

ONTWERP EN INRICHTING

14

Renovatie leidt tot nieuwe binnenjas

17

Energy Academy scoort Breeam outstanding

Moderne nieuwe inrichting voor het Science Lab van het Dollard College in Winschoten.

Rijksuniversiteit Groningen zet met de Energy Academy Europe een icoon neer op het gebied van architectuur en duurzaamheid.

20

Diervriendelijk renoveren Kijk bij energiebesparende ingrepen in de bebouwde omgeving op tijd naar beschermde diersoorten.

11

22

Duurzaamheid en esthetica gaan hand in hand Een zintuigelijke ervaring is onderdeel van het unieke Bolidt gevoel.

24

Duurzame school met toekomst Amsterdamse IJdoornschool loopt vooruit op Europese en nationale regelgeving over de BENG-school.

THEMA

Veilig en Duurzaam Veilig en Duurzaam is het thema van deze eerste Schooldomein van de 29e jaargang. Hoe kan je ‘veilig en duurzaam’ herkenbaar maken in een gebouw en is dat in de architectuur zichtbaar te maken? We vroegen drie architecten het te beschrijven en te verbeelden. Dat levert drie prachtige pagina’s op!

26

Samen een aandeel

30

Studiecentrum Hogeschool Inholland Rotterdam

Alle partijen betrokken bij slim, mooi en duurzaam ontwerp voor ’t Saamdeel in Kapelle.

De plek waar relevante informatie vindbaar en beschikbaar wordt gemaakt.

33

Skills Lab Thamen in gebruik

34

Innovatief verduurzamen en slim financieren

Geslaagd Schooldomein-experiment: een vernieuwende leeromgeving voor Thamen.

Expertmeeting: Brede school Culemborg Oost combineert beide kwaliteiten.

38

Op naar de top!

40

Voorbeelden van toenemende zelfredzaamheid

Nieuwe Christelijk Lyceum Zandvliet verbindt stad met park.

Beschermd op jezelf wonen in Het Vogelnest in Amersfoort.

42 4

SCHOOLDOMEIN

oktober 2016

Doen door samenwerken Gemeente Waddinxveen kiest voor vitaal sportbeleid.


44

IKC Doetinchem groeit in het nieuwe gebouw Van een traditionele school naar een toekomstgerichte organisatie met diensten voor 0-13 jarigen.

46

Helder – creatief – duurzaam Bewegwijzering laat bezoeker de weg vinden maar mag ook mooi zijn.

50

Een inrichting die verleidt en uitdaagt

53

Duurzaamheidsambities? Begin bij de essentie!

Monumentaal gebouw voor het 4e Gymnasium in Amsterdam.

Opdrachtgever moet betrokken blijven bij de formulering en bewaking van de eigen duurzame ambities.

56

Een beter ICT fundament onder een optimale leeromgeving Succesvol digitaliseren van de hele (onderwijs-) organisatie als uitgangspunt.

58

Waar moeten we rekening mee houden?

60

Elk jaar een nieuwe school

62

Een gebouw om in samen te werken

MBO en HBO Facilitaire en ICT Benchmark 2016.

Tijdelijk gebouw van Hyperion Lyceum in Amsterdam Noord heeft kwaliteit van nieuwbouw.

Nieuwbouw Het Perron in Dronten is een compact en duurzaam gebouw dat op alle niveaus werkt.

FACILITAIR EN BEHEER

67

De kunst van het jongleren Interim projectleiding huisvesting voor Bindelmeer College in Amsterdam.

RUBRIEKEN

9 11

Kort nieuws Onderwijstrends door Jaap de Kruijf Architectuur en verbeelding: Veilig en Duurzaam

29 65 69 70

Kort nieuws

Meester – Gezel Het idee van Kinderrechten.org

Column van Lisa Staal

Vooruitblik naar Schooldomein 2: Warm en toegankelijk

13 26 30 33 61


Over de school voor 0-18 jaar en nog veel meer

Opnieuw het onderwijs bedenken 6

schooldomein

juli 2016


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Shody Careman

BESTUUR EN BELEID

Leon de Wit is voorzitter van het College van Bestuur van NUOVO Scholengroep, een Utrechtse Scholengroep van praktijkonderwijs tot en met gymnasium. Begonnen als leerkracht op een basisschool in Utrecht, maakte hij een uitstap naar het bedrijfsleven om uiteindelijk toch weer voor maatschappelijk ondernemerschap in zijn geboortestad te kiezen: “Omdat ik een bijdrage wil leveren aan de samenleving. Genoeg uitdagingen in ‘Utereg me stadje’.”

“E

igenlijk wilde ik docent geschiedenis of aardrijkskunde worden, maar het werd leraar basisschool uit de eerste lichting van de pedagogische academie. Utrecht zag er toen anders uit; de Rivierenwijk was een echte arbeiderswijk, Lombok een slechte buurt en de Witte Vrouwen een gemengde wijk. Die wijken zijn inmiddels totaal getransformeerd en dat relativeert de effort die we in zogenaamde achterstandswijken steken. Ik heb acht jaar in Overvecht op een vernieuwingsschool gewerkt waar maatwerk, differentiëren, 21 century skills en gepersonaliseerd leren al heel normaal waren. Er was veel minder regulering van de overheid; je keek naar de school en bedacht op welke manier je het meeste rendement uit de kinderen kon halen. Daar gingen we mee aan de slag.”

Voorbeeldrol “Op een gegeven moment wilde ik het bedrijfsleven in. Ik heb bij de spoorwegen gewerkt en heb groothandelsbedrijven in Duitsland gesaneerd. Toch ben ik weer teruggegaan naar het onderwijs, omdat de publieke zaak bleef trekken. Uiteindelijk werd ik directeur van een montessorischool in Zeist die later fuseerde tot een grotere scholengroep. In het voortgezet onderwijs is veel toe te voegen als het gaat om onderwijskundige voorwaarden zoals differentiatie en doorlopende leerlijnen. Als je een voorbeeldrol hebt moet je eigenlijk na vijf jaar weer om je heen kijken. Zo kwam ik in 2013 bij NUOVO Scholengroep terecht, met als belangrijkste doelstellingen vanuit de Raad van Toezicht om de financiën op orde te brengen en de onderwijskwaliteit te verbeteren.

De diversiteit binnen NUOVO trekt me aan en een school als UniC is ook interessant als vernieuwingsschool. Uit onderzoek naar de ontwikkeling van de leerlingpopulatie in onze stad blijkt dan dat 70% van de TL-leerlingen uit Leidsche Rijn vertrekt. De stad kent een groei van 2.500 VO leerlingen binnen nu en tien jaar. Hoe kunnen we dat segment bedienen? We hebben een nieuwe school opgericht: MAVOTIEN. Er lag een afspraak vanuit RPO om in afstemming met de Willibrord Stichting in Leidsche Rijn een mavo neer te zetten, gericht op een snelle doorstroom naar havo. Voor volgend jaar hebben we alweer 114 leerlingen geplaatst.” Narrow minded Voortgezet onderwijs is een narrow minded sector. De leukste onderwijsvernieuwingen vind je in krimpgebieden, omdat daar de noodzaak groter is. In het primair onderwijs gebeurt ook meer, omdat daar de relatie binnen het sociale domein dominant is. Dat het voortgezet onderwijs zo weinig beweegt kan ook met de schaalgrootte te maken hebben met scholen van meer dan 1.000 leerlingen, 80 medewerkers en een rector die vaak één van ons is. Gelukkig komen er steeds meer leidinggevenden die ook buiten het onderwijs gewerkt hebben. Ik vind publiek ondernemen leuk, maar deze sector kan nog zoveel leren van het bedrijfsleven. Onderwijskundig leiderschap is een rare term; in het bedrijfsleven vraagt men leiderschap, dus onderwijskundig leiderschap is een bijzondere toevoeging in onze bedrijfstak. Wij gaan teveel mee in containerbegrippen zoals leergemeenschappen en gepersonaliseerd leren. Kinderen willen zelf nadenken over wat ze willen leren.

schooldomein

oktober 2016

7


We kennen de eindtermen, dus we moeten aan de bak. Zeker in het voortgezet onderwijs kunnen de leerlingen zelf verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. Er zit onvoldoende verrassing in het onderwijs. Denk je dat een jongen die heel goed is met een smartphone en een laptop weet wat onderwijsvernieuwing is? Ik verbaas me erover dat leerlingen het blijven pikken en geen facebookactie beginnen. Schijnbaar is de school een stevig instituut dat leerlingen hun weg laat vinden. En Nederland brengt internationaal gezien veel gelukkige kinderen voort.” Beperkingen systeem “Educatie voegt 20% toe aan het leren. 40% wordt bepaald door de sociale achtergrond en 40% door je hersens. De opgave van een school is inspireren en waarde toevoegen. Je moet een diepgaande onderwijskundige overtuiging hebben dat het beter kan. De vraag is of ons stelsel voldoet met zijn vroege selectie, de moeizame aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs, problemen met kinderen die er wat langer over doen of kinderen die liever ook met hun handen willen werken. Dat vond ik sterk aan de pitches voor nieuwe concepten in Amsterdam. Je biedt mensen de kans om iets te doen wat er nog niet is. Opnieuw het onderwijs bedenken. Ik vind het bijvoorbeeld raar dat er geen wijkschool voor voortgezet onderwijs is naast de drie andere scholen voor PO in dezelfde wijk.” Seats to meet “Waarom hebben we nog een gebouw nodig met lokalen van 52 m² en een docent ervoor? Hoeveel gebouwen staan niet leeg in het weekend? Seats to meet doet het beter. Ik heb dus een plek nodig en wil efficiënt met ruimte omgaan. Ons ISK (Internationale Schakelklassen) groeit hard. Als ik op zaterdag zou

8

schooldomein

oktober 2016

“Ik droom wel eens van vier verdiepingen die leeg staan. Dan kun je net zoals met lego elk jaar opnieuw je onderwijs vormgeven.”

werken zou ik twee groepen op drie dagen kunnen accommoderen en los ik een huisvestingprobleem op. Dat soort vernieuwende productiemodellen vind ik interessant. Maar ik zie veel traditionele scholen en dat vind ik bizar. Schijnbaar kunnen we het betalen en daarnaast blijven veel gemeenten de opgave normatief benaderen, waardoor potentieel aantrekkelijke groeikansen niet goed worden benut. Ik zie overigens wel een kwaliteitsverschil tussen grote en kleine gemeenten. Ik benijd de schoolbesturen in de kleinere gemeenten niet, waar de expertise vaak ontbreekt. Veel scholen hebben een fantastische uitstraling, maar fungeren niet als een goede leer­omgeving. We hoeven niet terug naar buurthuizen, maar ik vind de schoolarchitectuur wel wat overtrokken. Ik droom wel eens van vier verdiepingen die leeg staan. Dan kun je net zoals met lego elk jaar opnieuw je onderwijs vormgeven. Ik heb maar voor 20 jaar behoefte aan een gebouw, maar kan het niet zelf regelen. Dat past niet in de begroting- en afschrijvingssystematiek. Mogelijk kun je dat met eigen geld beter en meer naar behoefte regelen. Daarom ben ik voor doordecentralisatie, want dan word je de baas van je eigen keuzemomenten.” Talenten ontdekken “Huisvesting stuurt de vernieuwing niet, maar helpt wel. Wij ontwerpen nu samen met het bestuur SPOU een school voor 0-18 jaar, mede geïnspireerd door de voorbeelden uit Amsterdam. De ambitie is om informeel en formeel leren te bundelen tot 52 weken van zeven uur ‘s morgens tot ‘s avonds zeven uur, waarbij je onderwijs maakt dat bij het kind past, met aan het einde een diploma. De pedagogische visie zou je kunnen inrichten op basis van de groepen 0-7 jaar, 8-14 jaar en 15-18 jaar. Het is raar dat we in het systeem stellen dat je in juni nog een groep 8 kind bent en in augustus met een advies in het voortgezet onderwijs terecht komt. Je zou kinderen op een andere manier hun talenten willen laten ontdekken, zowel aan de boven- als aan de onderkant. Waarom kan een kind niet op zijn tiende gymnasium onderwijs krijgen of op zijn 14e begrijpend lezen van groep 8 oppakken? Een slim kind heeft veel tijd over om andere dingen te leren. Ik geloof sterk in het concept van de 0-18 school, waarbij besturen en scholen wel samen optrekken om anders naar het onderwijs te kijken. Dan moet je dwars door de wetgeving heen durven denken. Ik weet dat het langere termijn is, maar als bestuurder is het je taak iets te bedenken wat over 6-8 jaar werkelijkheid gaat worden. Dat is mijn bijdrage en dat verwacht ik ook van collegabestuurders en de politiek.” Kijk voor meer informatie op www.nuovo.eu.


Kort nieuws

Column

Groep 7 en 8 leuk en leerzaam in actie voor het goede doel

E

en gratis gastles van het Liliane Fonds, de grote landelijke scholierenactie Schaatsen voor Water van Plan Nederland en Aqua For All, het vrolijke project ‘Schoenmaatjes’ van Edukans: het is maar een kleine greep uit een groot aanbod van leuke, leerzame en inspirerende acties voor de groepen 7 en 8 van de basisschool, ten bate van het goede doel. Doe mee! De aanleiding is de Internationale Dag van de Rechten van het Kind op 20 november. De uitdaging voor de groepen 7 en 8 is in actie te komen voor het goede doel. En de beloning is een speciale kinderkrant over kinderrechten en kans op mooie prijzen! De opdracht is simpel: voer in groep 7 en/of 8 actie voor één van de tien gerenommeerde goede doelen: Plan Nederland, Lilianefonds, Simavi, Unicef, Edukans, Augeo, Stichting Kinderpostzegels, Het Vergeten Kind, KidsRights en VluchtelingenWerk Nederland. En die goede doelen maken het heel makkelijk: ze bieden eenvoudige en goed te organiseren activiteiten aan. Leuk en leerzaam voor de leerlingen, inspirerend voor iedereen. Een compleet overzicht van inspirerende en educatieve lesactiviteiten vind je op www.kinderrechten.org/organisaties. Kinderkrant De deelnemende groepen krijgen een gratis kinderkrant over kinderrechten. Een krant die aandacht besteed aan kinderen die geen onderwijs kunnen volgen en geen beschikbare gezondheidszorg voor handen hebben. Kinderen met een handicap, kinderen die in armoede moeten opgroeien of geen veilige basis hebben om in op te groeien. En ook aan vluchtelingenkinderen en kinderen die in Nederland in armoede moeten opgroeien. De kinderkrant is een initiatief van fotograaf en projectleider Mona van den Berg. De redactie bestaat uit 10 kinderen. De kinderkrant wordt op 18 november 2016 landelijk verspreid op 1500 basisscholen in groep 7 en 8.

Mooie prijzen Daarnaast maken de deelnemende groepen 7 en 8 ook nog eens kans op één van acht mooie prijzen. De klassen die de meest fantasierijke acties verzinnen waardoor veel geld is ingezameld, winnen die mooie prijzen. Op 15 februari 2017 wordt bekend gemaakt welke scholen in de prijzen vallen. Kijk voor meer informatie op www.kinderrechten.org.

Duurzaamheid of traagheid bij onderwijstrends? September is voor mij de maand om de boekenkast eens te checken op de relevantie van ‘oude’ publicaties, met de afweging ‘bewaren of wegdoen’. Mij viel op dat een aantal onderwerpen met grote hardnekkigheid terugkeert. Bijvoorbeeld: leerling­ advisering bij de overstapmomenten in het funderend onderwijs, aansluiting tl (mavo) - havo en vmbo - mbo, kwaliteit van de docent, bekostiging van het onderwijs en vermindering van de regeldruk. Enerzijds leidt dit tot de neiging om stukken maar te bewaren, anderzijds het gevoel ‘doe maar weg’, er komen wel weer nieuwe document­ en over hetzelfde onderwerp. Gelukkig blijven de andere accenten op ‘oude’ thema’s boeien. Boeiend is bijvoorbeeld het jaarlijks ROA onderzoek naar arbeidsmarktintrede van schoolverlaters (zie ‘Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt’). Eén aspect viel mij op, in deze zeer lezenswaardige publicatie: Slechts één op de drie mbo en hbo studenten is tevreden over voorlichting over de beroepsmogelijkheden van de gekozen opleiding. Dit houdt in dat de begeleiding bij beroeps- en opleidingskeuzeprocessen nog in de kinderschoenen staat. Er blijft nog een wereld te winnen. Meer dan tot nu toe, kan vanuit bedrijven en brancheorganisaties kennis en ervaring ingebracht worden. Tijdens de – al lang vergeten – zomervakantie bracht de onderwijsinspectie een rapport uit over geconstateerde ‘onregelmatigheden bij afname eindexamens (2016)’. Op de 1,2 miljoen examens in het VO constateerde men 607 onregelmatigheden en werden 1.370 examens en rekentoetsen geheel of gedeeltelijk ongeldig verklaard. Natuurlijk is elk geval er één teveel, maar we spreken slechts over ruim anderhalf promille. Andere non-profit organisaties zijn jaloers op een dergelijke foutenmarge. Deze bevindingen doen mij ook weer aandacht vragen voor de groeiende organisatie­ last bij scholen. Ieder jaar komt er iets bij en er verdwijnt nauwelijks iets. Allerlei vormen van organisatielast in het onderwijs blijven mij boeien. Vooral wanneer zogenaamde vermindering plaatsvindt onder het motto ‘meer autonomie voor scho­ len’ en ‘meer verantwoordelijkheid voor de docent’. Waar de overheid tot verminder­ ing besluit, wordt meestal een pakket aanwijzingen meegegeven en wordt controle opgetuigd. Nieuwe gremia lijken wel het gevolg om ‘vrijheid’ te regelen: Samenwerk­ ingsverbanden, directie- en lerarenregisters en transfercentra. Mijn digitale boekenkast vult zich dit schooljaar alweer fors met toch weer interes­ sante ontwikkelingen en ideeën. Ervaringen van scholen nu zij starten met het ver­ nieuwde vmbo, mooie berichten over samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, interessante onderzoeken van SCP over de toekomstige arbeidsmarkt, herhaalde voor­ spelling van docententekorten door een sectorraad en publicaties over bekostiging. Jaap de Kruijf

schooldomein

oktober 2016

9


Dé vakbeurs voor professionals in het KO, PO, VO en MBO

Noteer nu alvast in uw agenda! Vijf dagen inspiratie, de nieuwste trends en ontwikkelingen. Nu ook aandacht voor ‘Het jonge kind’. Mis het niet!

24-28 januari 2017 Jaarbeurs | Utrecht www.not-online.nl

10

schooldomein

oktober 2016


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

Veilig en Duurzaam

Foto’s Arjen Schmitz

Hoe kan je ‘veilig en duurzaam’ herkenbaar maken in een gebouw en is dat in de architectuur zichtbaar te maken?

Kindcentrum Rivierenwijk, Deventer - Dok architecten

Liesbeth van der Pol - Dok architecten “Ohhhh, wat is het hier veilig……!” Omdat het vroor ging ik met mijn schaatsen aan naar school. Wij mochten ze aanhouden in de klas zodat wij snel in de pauze konden wegschieten tussen het bevroren riet. Dat was niet veilig en ook niet duurzaam. Het linoleum sleet onbehoorlijk hard bij het binnenklunen. Het is de liefste herinnering aan mijn schooltje… Het riet, de sloten, de gang, de schaatsen, de witte kleur van het hout, de gezellige klas, de juf.

Mijn school had een duidelijke identiteit, het had een karakter waar wij trots op waren. Het was er gezellig en ik voelde mij veilig omdat mijn rommeltjes een plek hadden, de gang lekker breed en overzichtelijk was en de juf een schat. De school was van hout en in lichte kleuren geschilderd, de buitenruimte lag aan het water omzoomd door rietkragen. Slechts de herinnering was duurzaam…de school is verdwenen. Maar de herinnering heeft een nieuw leven aan nieuwe scholen gegeven, dat is dan ook allerbelangrijkst. Bij Dok architecten bouwen wij duurzame houten scholen waar je nog met een punaise

een tekening in de wand kan steken. De draagconstructie is van hout en de sfeer is daardoor zacht en licht van toon. De gebouwen zijn heel flexibel, iets veranderen gaat veel gemakkelijker in hout dan in beton. Het geeft het gebouw duurzaamheid in het gebruik. Het ruikt ook lekker, het hout zit tot diep in het wezen van het gebouw. Het is de identiteit, het vormt het karakter van het gebouw. Veilig en duurzaam. Ik geloof in dat innerlijk van gebouwen en de herinnering die dat geeft aan zijn gebruikers. “Ohhh, wat is het hier mooi……..!”

schooldomein

oktober 2016

11


Niels Peters - Bonnemayer Architecten IKC Speelplein Zoggel Uden In de oudjaarsnacht van 2014 brandden twee basisscholen af. Op dezelfde plek wordt in oktober een nieuw gebouw voor hen geopend. Voor een optimaal comfort liggen de warmte-producerende instructieruimten aan de noordgevel, de warmte-vragende leerpleinen aan de zuidgevel. Zo blijft de benodigde koellast laag. In dezelfde ruimtelijke opbouw worden rust (instructieruimten), reflectie (leerpleinen) en rumoer (speelplein) op de situatie geprojecteerd, passend op de onderwijsvisie. Zo zijn de plekken voor instructie en concentratie koel en fris terwijl in de

12

schooldomein

oktober 2016

leerpleinen, de aula en het speellokaal meer variatie in temperatuur wordt toegestaan. Door de enorme luifel aan de zuidzijde wordt de zomerse zon buiten gehouden maar valt ze in voor- en najaar wel op de leerpleinen. Voor een hellende luifel is gekozen om zijn gebaar van welkom, passend bij de maat van kinderen, geborgenheid, een beschutte buitenspeelplek en zijn huiselijkheid, het appelleert aan thuis, aan een gevoel van veiligheid. Pas daarna zijn triple glas, pv-cellen en solarijs toegevoegd. Zo wordt deze school een echte BENG-school.


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

beeld: architectenbureau cepezed

Jochem Paauwe – architectenbureau cepezed

beeld: architectenbureau cepezed

bestaande situatie >

School vol Energie Consortium ‘Het Schoolvoorbeeld’ is één van de koplopers in het programma School vol Energie. Dit programma wordt uitgevoerd door Platform 31 en is onderdeel van het innovatieprogramma Energiesprong. Het richt zich op het energieneutraal maken van de grote voorraad verouderde (basis)schoolgebouwen in Nederland. Dit betreffen veelal naoorlogse systeembouwscholen met een slecht isolerende gebouwschil, sterk verouderde installaties en achterstallig onderhoud. Een bestaande basisschool in Rotterdam dient als voorbeeldcasus in dit programma. Het gaat hier om een geschakelde MuWi H-school met alle bovengenoemde problematieken. Door een viertal consortia wordt op dit moment gewerkt aan een generieke en gestandaardiseerde oplossing, gebaseerd op een Nul-op-de-Meter renovatie. De renovatie wordt gefinancierd uit de besparing op toekomstige energiekosten. De uitgangspunten zijn (1) een energieneutraal gebouw, (2) een gezond binnenmilieu (3) een positieve businesscase en (4) een renovatie binnen vier weken. Voor dit type renovaties ontwikkelt ‘Het Schoolvoorbeeld’ een gestandaardiseerd product bestaande uit geprefabriceerde actieve en passieve gebouwelementen. Dit product omvat o.a. gevelelementen waarin regeltechniek en installatiecomponenten zijn geïntegreerd die nodig zijn voor het klimatiseren van de achtergelegen klaslokalen. Daarnaast is voorzien in hoog isolerende dakelementen met PV-cellen en centraal geplaatste installatie unit die warmte en koude terugwinnen. Voor de voorbeeldcasus heeft het consortium gekozen voor gedeeltelijke nieuwbouw. De motivatie daarvoor is dat de school uit twee geschakelde H volumes bestaat en daardoor een relatief groot geveloppervlak heeft. Door er een compact, rechthoekig volume van te maken wordt het geveloppervlak verkleind en neemt de duurzaamheid, het overzicht en de sociale veiligheid toe. Met een financiering uit vermeden energiekosten wordt een gezonde, duurzame en toekomstbestendige onderwijsomgeving gecreëerd. ‘Het Schoolvoorbeeld’ is een consortium van projectontwikkelaar cepezedprojects en BouwmeesterPro i.c.m. architectenbureau cepezed, DGMR adviseurs en Nelissen Ingenieursbureau. De pilotfase loopt nog; voor ambitieuze schoolbesturen is het mogelijk om met hun schoolgebouw mee te doen aan het programma ‘School vol Energie’.

schooldomein

oktober 2016

13


Tekst Sibo Arbeek

Moderne inrichting science lab Dollard College

Renovatie leidt tot nieuwe binnenjas “Wees niet bang om langzaam vooruit te gaan maar wel om stil te staan”. Deze Chinese wijsheid staat op een muur van het Dollard College in Winschoten en symboliseert het besluit om gaandeweg het bestaande gebouw in verschillende fasen te renoveren. Fase C is net voltooid en bevat de geslaagde transformatie van de bestaande lokalen voor scheikunde en biologie.

O

p de site van het Dollard College in Winschoten is het volgende te lezen: “Op onze vestiging beschikken we over een sciencelab. Dit is een lab met uitgebreide ICT-mogelijkheden en is ingericht voor alle natuurwetenschappen. Je kunt hier zelfstandig experimenten uitvoeren, vakoverstijgende projecten doen en werken aan je eigen onderzoek.” Dat sciencelab is de focus van het gesprek, maar we willen ook iets meer weten over Winschoten en het Dollard College. We praten met Koos Romijn, die al jaren hoofdconciërge en inmiddels hoofd facilitair is van de vestiging van het dr J.H. Hommesplein van het Dollard College in Winschoten: “Winschoten was ooit een PvdA bolwerk en wordt ook wel de rozenstad genoemd. Het is een gemeente met weinig industrie en dus ook werkgelegenheid. Jonge mensen trekken richting stad Groningen voor werk en studie. We proberen dat tegen te gaan door zoveel mogelijk werk aan plaatselijke bedrijven te gunnen. Zo is ook de relatie met STALAD ontstaan, die een vestiging in Aduard had.” En dan over de school:“ Het Dollard College is onderdeel van de Onderwijsgroep Noord, waaronder meerdere scholen vallen. We bieden hier in Winschoten onderwijs vanaf ISK en VMBO tot en met gymnasium. Winschoten kent daarnaast nog het Ubbo Emmius. Het idee is om in de toekomst samen het onderwijs in Winschoten aan te bieden. Het Dollard College heeft meerdere vestigingen en telt in totaal ongeveer 2.900 leerlingen. Een redelijk constant aantal; hoewel we wel zullen gaan krimpen en dat komt omdat de

14

schooldomein

oktober 2016

“De sectie was overtuigd van de kracht van de carré opstelling, omdat de docent dan altijd toezicht heeft.”

bevolking in dit gebied afneemt. Het is een fijne school, met degelijke en nette leerlingen. De sfeer is ontspannen, maar je merkt wel dat het onderwijs geconcentreerder en compacter is geworden. Er moet veel gepresteerd worden in een korte tijd en het tempo is omhoog gegaan. Dat zie je ook aan het gebruik van het gebouw dat elke dag tot vier uur bezet is.” Fasegewijze renovatie “Aan de buitenkant is het een typische gangenschool uit de jaren 60, waarbij er in de loop der jaren uitbreidingen zijn geweest. Zo is de centrale entree aangepakt, waar eerst de kluisjes stonden. Nu is het een aantrekkelijke verblijfsfunctie geworden. Toen onze regiodirecteur Lourens Veenstra aantrad besloot hij in overleg met de gemeente het gebouw te handhaven, maar wel in fasen te renoveren. De belangrijkste slag die we hebben gemaakt is de transformatie van een gesloten naar een open en transparante structuur. Het gebouw kent een ritme van veel lokalen, die aan leerpleinen liggen. Daarbij is de school naar secties georganiseerd. Verder hebben we een grote mediatheek met 85 computers en is digitalisering een belangrijk actiepunt, maar wel vanuit het onderwijs gestuurd. Het binnenklimaat in de lokalen is sterk verbeterd, we hebben speciale vloerbedekking laten leggen en we hebben licht door middel van LED armaturen in de school gebracht. We hebben flink geïnvesteerd in duurzaamheid; zo hebben we koeltechniek op het dak om het CO2 gehalte in de lokalen te reguleren. De lucht wordt via de gang geabsorbeerd


ONTWERP EN INRICHTING

schooldomein

oktober 2016

15


ten werden. Deze werkzaamheden zijn in de meivakantie gedaan. Dat kon, omdat we tegen de eindexamens zaten en capaciteit over hadden. Het is net voor het nieuwe schooljaar opgeleverd.”

Koos Romijn (l) en Johan van Oosterom

en via het dak afgevoerd. Ook zijn de leidingen vernieuwd en is stevig geïnvesteerd in het onderhoud van het gebouw. Ik merk als hoofd facilitair het verschil. Ik stuur alles aan, ben voor iedereen een aanspreekpunt en probeer alles in goede banen te leiden. De schoonmaak is uitbesteed en ik merk nu al dat het gebouw beter schoon te houden is. De gemeente financiert in de renovatie, maar investeringen in de inventaris valt onder onze verantwoordelijkheid. Dat geldt dus ook voor het aanpassen van de lokalen voor scheikunde en biologie. De renovatie van de C-vleugel is in mei gestart en daar ging het over twee vleugels over twee verdiepingen. Alle asbest moest eerst uit het gebouw gehaald worden en dat betekende dat vleugels afgeslo-

16

schooldomein

oktober 2016

Science lab “In overleg met facilitair manager op het bestuursbureau Piet Holman is een programma van eisen voor het science lab opgesteld, waarbij drie partijen werden geselecteerd. Daarbij ging het om de twee scheikunde- en biologielokalen, die tegenover elkaar liggen. We hadden een traditioneel scheikundelokaal dat overigens 40 jaar geleden ook al door STALAD was ingericht, maar dat we nu wilden vergroten naar een ruimte van 80 m².” “Het oude lokaal was weliswaar verouderd”, brengt Johan Woortman van STALAD in, “maar de functionaliteit was nog goed. Alleen zaten er 28 leerlingen in een lokaal van 50 m², waar het benauwd was met onvoldoende ventilatie. De sectie was overtuigd van de kracht van de carré opstelling, omdat de docent die in het midden staat, altijd toezicht heeft en dicht bij de leerling blijft. Dat heb je veel minder bij een eilandopstelling. Daar zijn we op ingesprongen. Het bladmateriaal in de binasruimte is van specifiek materiaal; marlan, dat strak en naadloos is en voor laboratoria zeer geschikt en goed schoon te houden. Uiteindelijk zijn we gekozen omdat we goed geluisterd hebben en mee hebben gedacht in de uiteindelijke vormgeving van het lokaal, ook in de details, zoals een wasbak met een verwijderbaar werkblad erover, zodat de gootsteen niet te zien is.” Johan van Oosterom is al veertig jaar Toa: “Vroeger deed je een proef voor de groep die tegenover je zat, maar de scheikunderuimten van nu zijn veilig, strak en modern en veel multifunctioneler ingericht. Er is meer ruimte voor instructie, opstelling en proeven doen. STALAD is voor deze ruimte uitgegaan van de carré opstelling en heeft strakke meubels ontworpen, waar je goed ziet waar de functionaliteiten zitten. De inrichting van deze lichte ruimte past goed bij de onderwijsvisie, waar de docent in het midden zit, staat en loopt en de leerlingen langs de wand zitten en de ruimte hebben om hun proeven te doen. Je ziet de combinatie van witte tafels en metallic grijze kasten ook terug in het lokaal biologie, waarin ook therorieruimten zitten.” Johan ten slotte: “We hebben het project turn key aangenomen en hebben daarin samengewerkt met Rodenburg Interieurs en Drenth Installatietechniek uit Veendam. Tijdpad was vanaf half juni tot eind augustus. Eind augustus was de oplevering gepland en we hebben het gehaald. Piet Holman van het centraal bureau was sceptisch of we het op tijd zouden redden, maar na oplevering gaf hij ons een tien met een griffel.” Kijk voor meer informatie op www.stalad.nl.


Tekst Sibo Arbeek

ONTWERP EN INRICHTING

Duurzaam icoon in Groningen

Energy Academy scoort Breeam outstanding De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) wil met de Energy Academy Europe (EAE) een icoon neerzetten op het gebied van architectuur en duurzaamheid. Het is het eerste onderwijsgebouw in Nederland met een Breeam outstanding certificaat. Een gesprek met Bert Vrijhof van DGMR en Pieter van Hoesel van de RUG.

P

ieter van Hoesel is als projectmanager vastgoed en investeringsprojecten van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) verantwoordelijk voor het ontwerpproces: “De universiteit heeft enkele jaren geleden drie speerpunten geformuleerd: healthy ageing de sustainable society en sustainable energy. Healthy ageing is gekoppeld aan het academisch ziekenhuis rond onderwijs en onderzoek naar gezond ouder worden. Hier op de campus bouwen we voor sustainable energy en willen we alle kennis en kunde op het gebied van energie bundelen en partijen daarin samenbrengen. Het hart van energie en duurzaamheid moest in Groningen komen, met de potentie om het middelpunt van Europa te worden op het gebied van energy en onderzoek. De universiteit gaat er samenwerken met de Hanzehogeschool. Verder komen er bedrijven in zoals het Energy Delta Institute, Energy Valley en de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen met hun afdeling energieonderzoek. Sustainable energy betekent ook dat de EAE als gebouw en netwerk een voorbeeldfunctie moet hebben. Daarom hebben we onze adviseurs DGMR en ICSadviseurs gevraagd creatief mee te denken in de initialisatiefase.”

Energieneutraal Bert Vrijhof van Ingenieurs- en adviesbureau DGMR: “Het compacte gebouw van 14.500 m² is energieneutraal en BREEAM outstanding. Dit was een grote uitdaging voor het ontwerpteam, waarbij de leden van het ontwerpteam BroekBakema, pvanb architecten (tegenwoordig De Unie Architecten), ICSadviseurs, Arup, Wassenaar en DGMR boven zichzelf moesten uitstijgen en vooral integraal moesten denken. Als bouwfysicus heb je dan zelfs invloed op het structuurontwerp. Bijvoorbeeld over de oriëntatie van het gebouw en de verhouding tussen dak en volume, om-

schooldomein

oktober 2016

17


Foto: Jeroen Bakker

dat er voldoende PV-panelen op het dak moeten kunnen om de energie op te wekken. Vanuit de integraliteit zijn bijzondere oplossingen gekomen zoals het dak met de PV-panelen in een variërende opstelling waardoor daglichtopeningen ontstaan. Het dak van 4.000 m² is schuin oplopend en er liggen 4.000 m2 PV panelen in een schuine stand op met daartussen glasopeningen in het dak, zodat er natuurlijk daglicht binnenkomt. Wanneer het donker wordt gaat automatisch de ledverlichting aan. Het gebouw bestaat uit twee bouwdelen, met daartussen het atrium als ‘energieplein’. De onderzoeksruimtes met laboratoria en bijbehorende kantoorruimten bevinden zich aan de noordzijde en aan de zuidkant liggen de wintertuin en de onderwijsruimten. Het levendige hart is het energieplein waar alle werelden samenkomen. Het binnenklimaat en de daglichttoetreding zijn in balans door een combinatie van duurzame vondsten. De gevels kennen geen buitenzonwering, maar hebben lamellen als vaste zonwering in een wisselende verhouding van open en dicht. Die gevelinvulling bepaalt mede de reductie van de hoeveelheid koeling en geeft voor de noordgevel voldoende lichtwering.

18

schooldomein

oktober 2016

Zonneschoorsteen Bij de EAE is voor een deel van het gebouw een hybride ventilatieconcept toegepast, op basis van zoveel mogelijk natuurlijke ventilatie en anders wordt het gebouw mechanisch geventileerd. De natuurlijke ventilatie wordt toegepast om het energiegebruik voor ventilatie te verminderen zonder dat het ten koste gaat van het klimaat. Het niveau is onafhankelijk is van de buitencondities en zelfs geoptimaliseerd. Hiervoor wordt de buitenlucht via een bouwkundig kanaal door de grond gevoerd waardoor deze lucht wordt voorverwarmd/gekoeld. Ook kan de lucht via de wintertuin worden aangevoerd voor verdere voorverwarming, waarna deze lucht via schachten in de noordgevel en roosters in de ruimte komt. Daarmee kan over een zeer groot deel van het jaar altijd natuurlijk worden geventileerd en wordt zo bespaard op de energie van de mechanische ventilatie. De luchtafvoer vindt plaats via een ‘zonneschoorsteen’, zodat dit ook op een natuurlijke wijze gebeurt en dus behoorlijk energie bespaart, want bij een buitentemperatuur van 10 graden gaat deze al in werking en hoeft er dus geen energie gebruikt te wor-


ONTWERP EN INRICHTING

links Pieter van Hoesel, rechts Bert Vrijhof

den voor het afzuigen van de lucht. Doordat er glas in de zonneschoorsteen is opgenomen wordt de lucht in de schoorsteen extra opgewarmd en geeft daarmee een boost aan de ventilatie, zodat alle ventilatielucht van het gehele gebouw hierdoor natuurlijk afgevoerd wordt en alle afzuigventilatoren uit staan. De wintertuin wordt, naast aangename ruimte in winter en voor- en najaar, ook gebruikt voor het voorverwarmen van buitenlucht voor de natuurlijke ventilatie. Voor een verdere vermindering van energiegebruik wordt in de nacht natuurlijk geventileerd door de wintertuin en de zonneschoorsteen, zodat het gebouw bij de start van de dag lekker fris is. Integraal werken en ontwerpen Bert verder: “Het samen en integraal ontwerpen en bedenken heeft het beste in ons naar boven gebracht, waardoor we meer konden dan dat we individueel hadden kunnen brengen. Deze manier van samenwerking leidt tot een andere manier van ontwerpen en heeft tot het opstellen van een programma van eisen geleid. De maatregelen rond duurzaamheid en techniek sturen veel meer het programma en de architect, waardoor het ontwerp veel meer is dan een ruimtelijk-functionele of architectonische invulling. Alles wordt gelijktijdig afgewogen, want het beïnvloedt elkaar. Het moet het meest duurzame onderwijsgebouw van Nederland worden, maar het moet ook een gebouw zijn waarin mensen graag willen werken en elkaar kunnen ontmoeten. Verder is het gewoon een Europese en traditionele aanbesteding

“Het integrale ontwerpen en uitwerken is hier van cruciaal belang geweest, waarbij de partners open stonden voor elkaars inbreng.”

geweest en ik ben ervan overtuigd dat dit de beste vorm is om die integrale kwaliteit uit je team te halen. Bij een design en build wordt je creativiteit vaak teveel beperkt door een aannemer.” Pieter schudt zijn hoofd: “We bekijken elk project opnieuw, zien hoe de markt er bij staat en bepalen welke aanbestedingsvorm daarbij het beste past. Ik zou trouwens niet zo snel meer voor Breeam outstanding kiezen omdat je soms tegenstrijdige dingen tegenkomt. Het voordeel is wel dat je als opdrachtgever en partners in het proces enorm bewust aan het werk bent en zo de duurzaamheid een integraal onderdeel wordt van het ontwerp en de uitvoering. Het ontwerpcertificaat hebben we inmiddels en tijdens de bouw moeten er nog zaken goed in de gaten gehouden worden. Zo verdien je punten door toekomstige bewoners te betrekken. Daarom zijn er regelmatig excursies door het gebouw en organiseren we voorlichtingen. De aannemer verdient punten door bijvoorbeeld het afval goed te administreren en ook het brandstofverbruik van alle te leveren goederen en materieel op de bouw bij te houden en daarmee een stuk bewustwording te creëren. Bij oplevering verwachten we dan ook het uitvoeringcertificaat ‘Outstanding’ te krijgen.” Paradepaardje Pieter ten slotte: “De Energy Academy Europe gaat het paradepaardje van de campus worden en er is nu al veel belangstelling zowel vanuit het binnen- alsook het buitenland. Het is weliswaar een project voor het hoger onderwijs, maar het is zeker ook interessant voor besturen in het primair en voortgezet onderwijs. Bijvoorbeeld omdat alle nieuwe gebouwen in 2020 bijna energieneutraal moeten zijn en omdat wij hier veel hebben geleerd van het integraal ontwerpen.” De laatste vraag gaat over de financiering van het gebouw. Pieter: “Wij financieren uit eigen middelen en dit gebouw zit op het kostenniveau van andere gebouwen, met daarop + 15% voor de duurzaamheidsambitie. En dat verdien je over de looptijd weer volledig terug vanuit je exploitatie.” Helemaal aan het einde heeft Pieter nog een nabrander: “De richtlijn voor aardbevingsbestendig bouwen heeft in het ontwerpproces grote invloed gehad. Doordat de EAE het eerste utilitaire gebouw is dat voldeed aan de richtlijn, is een innovatiecredit binnen BREEAM behaald. Vergeet dus niet te vermelden dat het gebouw ook aardbevingsbestendig is.” Laat u inspireren via youtu.be/g1YcZ1J4oIc en lees verder op www.architectuur.nl/nieuws/duurzaamheid-in-energy-academy. Voor meer informatie mailt u met J.p.m.van.hoesel@rug.nl of Vr@dgmr.nl. ICSadviseurs heeft het programma van eisen opgesteld, de selectie van architect en adviseurs uitgevoerd en het ontwerpproces begeleid. Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl.

schooldomein

oktober 2016

19


Tekst Sibo Arbeek

Integrale aanpak werkt beter

Diervriendelijk renoveren In Nederland is een grote renovatieslag aan de gang om gebouwen energiezuinig te maken, waaronder scholen. Dit vormt een bedreiging voor een aantal diersoorten, waaronder de Huismus, de Gierzwaluw en diverse vleermuissoorten. Deze soorten worden bedreigd in hun bestaan en zijn daarom bij de wet beschermd. Om een duurzaam voortbestaan voor deze soorten te kunnen garanderen is het verstandig om bij ingrepen in de bebouwde omgeving op tijd naar beschermde soorten te kijken.

D

irecteur Peter Roest van Alpha Consultancy schetst de context: “Vooral bij renovatie is integrale dienstverlening belangrijk. Op het gebied van duurzaamheid en energetica werken we als (e-)renovatie- en onderhoudsadviseurs met Ecogroen samen, wanneer de energetische mogelijkheden van een gebouw in beeld worden gebracht evenals de flora en fauna. Adriaan de Gelder van Ecogroen vult aan: “Een aantal diersoorten is volgens de wet beschermd wat de opdrachtgever verplicht om bij een renovatie een onderzoek door een bedrijf als Ecogroen te laten uitvoeren. Naast wettelijke verplichtingen voor beschermde soorten heeft de opdrachtgever een morele plicht voor niet-beschermde soorten. Overigens zijn gebou-

20

schooldomein

oktober 2016

wen vanaf de jaren twintig tot zeventig geschikter voor de beschermde soorten dan recente bebouwing. Gebouwen zijn nu energetisch beter, maar ook minder open en daardoor minder geschikt voor dieren. Daar kun je op inspelen.” Gedrag en functie Peter: “De opdrachtgever is altijd verantwoordelijk, maar de aannemer kan dat ook zijn, als dat wordt afgesproken. Des te eerder het onderzoek wordt uitgevoerd, hoe makkelijker het is om integraal maatregelen te treffen en kosten te besparen. Bij grotere projecten kun je bovendien veel beter anticiperen en daarmee de planning halen. Daarom is het van belang om Ecogroen er snel bij te betrekken.”


ONTWERP EN INRICHTING

Adriaan: “Vaak wordt een school gerenoveerd en moeten wij ter plekke bekijken of beschermde diersoorten aanwezig zijn of voor kunnen komen. Voor vleermuizen ga je ’s nachts vier keer kijken in de periode dat ze actief zijn. Je kijkt of ze in- of uitvliegen, dan weet je of het in gebruik is. Een schoolgebouw kan verschillende functies hebben, bijvoorbeeld als kraamverblijfplaats, tijdelijke verblijfplaats tijdens de zomer, verblijfplaats om te paren of als een plek om te overwinteren. Het uitgevoerde onderzoek bepaalt zo de functie van een gebouw voor een diersoort, waarmee passende maatregelen genomen kunnen worden voor het duurzaam voortbestaan van de soort. Oude schoolgebouwen staan garant voor succes; dakpannen zonder roosters en nokpannen van gevels zijn bijvoorbeeld aantrekkelijk voor respectievelijk Huismus en Gierzwaluw. We zijn nu bezig met een schoolgebouw uit de jaren dertig in Heino, waar een grote zolder met houten gebinten aanwezig is; daar kan bijvoorbeeld een vleermuissoort als Laatvlieger overwinteren. Ook een oude gymzaal met daklijsten en open stootvoegen is ideaal voor vleermuizen. Een vleermuis kan door een spleet van een centimeter en past in een luciferdoosje. Wanneer je weet welke functie het gebouw voor de soorten heeft kun je verder. De dieren zijn strikt beschermd evenals de verblijfplaats. Je moet dan ontheffing hebben om te mogen renoveren. Dat betekent ook dat je maatregelen moet nemen waardoor de dieren een uitwijkmogelijkheid krijgen die aan dezelfde kwaliteit voldoet als de huidige plek. Ook moet je rekening houden met de kwetsbare perioden.” Peter knikt: “Doordat we samenwerken is maatwerk mogelijk. We kwamen in een gebouw een winterverblijfplaats tegen en mogen dat proces niet verstoren. Dus gaan we in de zomer renoveren,

zodat de zolder in de winter weer functioneel is en er voldoende mogelijkheden zijn.” Adriaan: “Alle in gebruik zijnde nesten zijn tijdens het broedseizoen beschermd. Wij adviseren dan om te werken buiten het broedseizoen. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn nieuwe broedgelegenheid aan te bieden door vogelvides te plaatsen in de dakgootvoet of kasten in te bouwen.” Maatwerk Peter ten slotte: “Als je een woning energetisch moet verbeteren zijn er honderd maatregelen te bedenken, maar die moeten wel passen binnen de wensen van de opdrachtgever. Door niet alleen te kijken naar de bebouwde omgeving maar ook naar de flora en fauna krijg je een bebouwde omgeving die een voorbeeldfunctie heeft in de wijk. Duurzaam en diervriendelijk renoveren kunnen dus goed samengaan. Zo werken we samen aan een grootschalig woonproject voor de corporatie deltaWonen, waarbij wij centraal aanspreekpunt zijn en Ecogroen als onderaan­nemer fungeert. De woningen worden met duurzame techniek geïsoleerd, hebben een goed binnenklimaat en zijn diervriendelijk opgeleverd: na oplevering heeft de corporatie alle bewoners een nestkastje gegeven, om daarmee uit te dragen dat diervriendelijk renoveren belangrijk is. Een vleermuis vangt veel muggen weg. Alleen al om die reden is het nuttig om vleermuizen te hebben. En bedenk hoe fijn het is om te kunnen genieten van het getjilp van de huismus uit de dakgoot. Een duurzame bebouwde omgeving is daarom niet alleen energetisch duurzaam, maar kent ook voldoende biodiversiteit.

“Gebouwen zijn nu energetisch beter, maar ook minder open en daardoor minder geschikt voor dieren.”

Kijk voor meer informatie op www.alphaconsultancy.nl/contact en op www.ecogroen.nl.

schooldomein

oktober 2016

21


Tekst Sibo Arbeek

Zintuigelijke ervaring onderdeel van unieke Bolidt gevoel

Duurzaamheid en esthetica gaan hand in hand Duurzaamheid en esthetica hebben met elkaar te maken en versterken elkaar. De duurzame designvloer van Bolidt op de cruiseschepen is ook uitermate geschikt voor het atrium in een schoolgebouw. Zintuigelijke waarneming wordt binnen het onderwijsproces steeds belangrijker. En we staan nog maar aan het begin van een periode van innovaties.

B “Kun je je voorstellen dat zo’n vloer de prestaties van de studenten beïnvloedt en het gebouw verder optimaliseert?”

olidt kent al ruim 50 jaar een variëteit aan toepassingsgebieden met kunststofvloeren; van cruiseschepen tot ziekenhuizen en scholen. Michel van der Spek: ”Wij werken in een maritieme regio met internationaal werkende bedrijven als Boskalis en Van Oord, die de haven in New York sterker maken of Dubai uitbreiden. Bolidt heeft bijvoorbeeld wereldwijd een grote naam in de scheepsbouw, waar het om onder andere de binnen en buitendekken van superyachts en cruiseschepen betreft. Dat geldt ook voor de dekken in onderzeeboten, die zo geluiddempend moeten zijn, dat sonarsystemen ze niet kunnen traceren. Tegelijkertijd leveren we ook anti microbiële vloeren voor operatiekamers in ziekenhuizen en vind je hygiënische Bolidt-vloeren in veel scholen. Wat de afgelopen jaren is gegroeid is het besef dat techniek en duurzaamheid en beleving en esthetica samenhangen en elkaar versterken. Je ziet dus steeds meer kruisbestuiving binnen die verschillende toepassingsgebieden; prachtige designvloeren op cruiseschepen vormen een bron van inspiratie voor onderwijsinstellingen en optimaal hygiënische vloertoepassingen in healthcare instellingen kunnen één op één worden vertaald naar gezonde leer- en werkomgevingen voor leerlingen en docenten en zo bijdragen aan duurzame prestaties. Daarom zijn we twee jaar geleden begonnen om resources en innovaties meer te integreren. Alle toepassingen dienen immers hetzelfde doel: het moet duurzaam, mooi én functioneel zo aan te passen zijn dat het past bij de eisen van de eindgebruiker.”

Experience- en Innovatiecentrum Wouter Nugteren vult aan: “De samenleving transformeert en innoveert in een hoog tempo. Daar moet

22

schooldomein

oktober 2016

je op inspelen. We willen het DNA van Bolidt en de onbegrensde mogelijkheden van kunststof zintuigelijk laten ervaren. Daarom openen we in 2018 bij ons bedrijf in Hendrik-Ido-Ambacht een Experience- en Innovatiecentrum, waarbij leerlingen aan den lijve ervaren wat kleur, vorm en materie met je zintuigen doen. Onderwijs vormt een belangrijke doelgroep voor Bolidt, niet alleen als markt, maar ook omdat we steeds meer zien dat onderwijs en innovatie hand in hand gaan. Wij vullen dat op verschillende manieren in, bijvoorbeeld door onderwijsprogramma’s met regionale onderwijsinstellingen te ontwikkelen, zoals recent een workshop met de TU Delft over het thema ‘afval bestaat niet’. En laatst hadden we hier enkele


ONTWERP EN INRICHTING

groepen 7 en 8 van de basisschool om hen kennis te laten maken met techniek en chemie voor groep 7 en 8. Daarmee enthousiasmeren we leerlingen en medewerkers in het onderwijs voor de wereld van kunststof en leren wij als bedrijf weer wat de behoefte van het onderwijs is. Als ontwikkelaar, producent en leverancier van kunststof vloeren helpen we om de prestatie van leerlingen positief te beïnvloeden en de gebouwprestatie verbeteren. Vandaar onze campagne ‘prestatie bevorderende middelen’, die laat zien wat de invloed is van de keuze voor kleur, patronen en signing op de leerprestatie van leerlingen, docenten en de beheerders van gebouwen. En hygiëne en duurzaamheid zijn ook aspecten die invloed hebben op de prestatie van een gebouw.” Bolidtop® 700 College systeem Michel verder: “Omdat we alles in eigen hand hebben kunnen we professionals, van leerling en leraar tot facilitair manager en schoolbestuurder, in het onderwijs actief betrekken bij het meedenken over onze innovaties. Zo zagen we dat er behoefte is aan mooie en onderscheidende vloeren die tegelijkertijd extra duurzaam zijn. Vaak was het of het één of het ander. We hebben de afgelopen jaren grote stappen gezet met de introductie van één van de meest duurzame onderwijsvloeren: het Bolidtop® 700 College systeem. Anders dan de tot dusverre gebruikelijke vloeren heeft deze afwerking een laagdikte van maar liefst vijf millimeter. Het betreft geen gegoten, maar een getroffeld systeem: de ter plekke gemengde compound wordt met speciale verdeelsledes en vlindermachines optimaal verdeeld en verdicht. Zo ontstaat

een extreem slijtvaste afwerking. Door de combinatie van speciale vulstoffen en hoogwaardige kunsthars is de vloer buitengewoon stoot- en krasvast, wat de grootste verbetering ten opzichte van gegoten systemen inhoudt. Bolidt maakt decenia vloeren van het type Bolidtop® 700 voor toepassingen in de industrie. Hoge slag- en slijtvastheid, goede hygiëne en een lange levensduur zijn daar van het grootste belang. Door de afwerking esthetisch aantrekkelijker te maken met behulp van nieuwe technieken, is een nieuwe generatie vloeren geboren met behoud van de robuuste eigenschappen. Degelijkheid en esthetica gaan voortaan hand in hand. Deze vloer voorziet in een behoefte van onderwijsinstellingen om een duurzame vloer te leveren die gemakkelijk 15 jaar mee gaat, gegarandeerd onderhoudsvrij. Zo zijn wij ook in staat om oplossingen te bieden voor de financiering van deze duurzame vloer, waardoor de school èn meer kwaliteit krijgt voor het beschikbare budget en op termijn de exploitatievoordelen geniet.” Michel ten slotte: “Zo willen we blijven nadenken over het verbeteren van de leeromgeving in scholen. Daarvoor organiseren we zogenaamde denktanks met onze specialisten en professionals uit het onderwijs, om op die manier te kunnen inspelen op toekomstige innovaties. Wist je al dat we aan een vloer werken waarbij de vloer drager wordt van informatie en data. Kun je je voorstellen dat zo’n vloer de prestaties van de studenten beïnvloedt en het gebouw verder optimaliseert?” Kijk voor meer informatie op www.bolidt.nl.

schooldomein

oktober 2016

23


Tekst xx

IJdoornschool Amsterdam

Duurzame school met toekomst Het besluit een nieuwe school te bouwen biedt kansen. Oude scholen worden vervangen door energiezuinige nieuwbouw met een goed binnenmilieu en lange levensduur. SMT Bouw & Vastgoed realiseert de nieuwbouw van de IJdoornschool te Amsterdam. Een zeer duurzaam onderwijsgebouw, dat vooruit loopt op de gestelde eisen van de Europese en nationale regelgeving met betrekking tot de BENG-school. Ontwerp Het bevoegd gezag van de IJdoornschool is de Stichting Openbaar Onderwijs Noord. Stichting Openbaar Onderwijs Noord is het schoolbestuur van alle zestien openbare basisscholen die Amsterdam-Noord rijk is. De stichting is verantwoordelijk voor het onderwijs aan ruim 4.000 kinderen. In het kader van de stedelijke vernieuwing van de Waterlandpleinbuurt is voorzien in nieuwbouw voor de IJdoornschool op de Kompaslocatie (hoek Alkmaarstraat en Beemsterstraat). De IJdoornschool is een openbare basisschool waarbij het concept adaptief onderwijs leidend is. Hierin staat centraal dat het onderwijs wordt afgestemd op de drie psychologische basisbehoeften van het kind: de behoefte relatie, competentie en autonomie. Het nieuwe onderwijsgebouw gaat beschikken over 17 klaslokalen, een speelzaal, een gymzaal op de verdieping, een ouderkamer, een vroeg voorschoolse educatie en buitenschoolse opvang. De indeling binnen de school is zodanig dat er een positieve interactie ontstaat tussen gebruikers onderling. Het ontwerp met een totaaloppervlakte van ongeveer

24

schooldomein

oktober 2016

“De IJdoorn­ school wordt een energie­ neutraal onderwijs­ gebouw met een EPC van 0,0.”

2.960 m2 BVO is gemaakt door DMV architecten, waarbij rekening is gehouden met de overgang van de stedelijke bebouwing en het groene karakter van het park. Dit wordt versterkt door het speelse uiterlijk wat de school een eigen identiteit en karakter geeft. Voordeel van de positie direct aan park de Groene Zoom is dat er een verkeersveilige omgeving wordt gecreëerd, die mede wordt geaccentueerd door een zogenaamde Zoen en Zoeff plek. De Beemsterstraat is de drukste straat nabij de school. In het ontwerp is daarom rekening gehouden met een veilige oversteek. Gezonde leeromgeving De ontwerp en realisatie opdracht (Design & Build) van de IJdoornschool realiseert SMT in opdracht van de gemeente Amsterdam. De school moet binnen het vastgestelde budget klimaatneutraal zijn, minimaal aan Frisse scholen klasse B voldoen en een EPC van 0 hebben. De achterliggende gedachte is dat de leerprestaties door een duurzame en gezonde leeromgeving beter worden. Daarnaast heeft de school een beperkte milieulast over de gehele levenscyclus,


ONTWERP EN INRICHTING

dat heeft een gunstig effect op het ziekteverzuim en de exploitatielasten zijn minimaal. Bovenstaande ambities zijn allemaal binnen het vastgestelde budget gerealiseerd waarbij de bouwtijd minder dan 6 maanden is. Naar verwachting wordt de school in het voorjaar van 2017 in gebruik genomen.

Projectinformatie Project Nieuwbouw IJdoornschool Amsterdam Noord Opdrachtgever Gemeente Amsterdam/ OJZ Aannemer SMT Bouw & Vastgoed

Duurzaam De huidige huisvesting van de school is sterk gedateerd en vraagt om vernieuwing. De gemeente Amsterdam heeft gekozen voor nieuwbouw met toekomst en flexibiliteit. De IJdoornschool wordt een energieneutraal onderwijsgebouw met een EPC van 0,0. Hiermee gaat SMT verder dan wat er in de uitvraag is gesteld en zal Frisse Klasse A worden behaald op alle onderdelen. Nederlandse scholen zullen stapsgewijs steeds energiezuiniger, en in 2020 (bijna) energieneutraal, moeten worden gebouwd. Dit is een stimulans die wordt gegeven door Europese en nationale regelgeving. Het Nationaal Plan voor het bevorderen van bijna-energieneutrale gebouwen (BENG) in Nederland beschrijft het Nederlandse beleid om te komen tot bijna-energieneutrale gebouwen.

Architect DMV Architecten Oplevering Voorjaar 2017 Oppervlakte 2.930 m²/BVO

Flexibel SMT hanteert zoveel mogelijk de uitgangspunten van het Living Building Concept (LBC) van Prof. Dr. Hennes de Ridder van de TU Delft. Het LBC kenmerkt zich door aandacht voor flexibiliteit. Om nu en in de toekomst de grootst mogelijke flexibiliteit qua indeling te creëren is

de stalen hoofddraagconstructie ontworpen vanuit het oogpunt van vrije indeelbaarheid van de plattegronden. Hierdoor kan de school meebewegen in nieuwe onderwijsconcepten. Ambitie duurzame excellente leeromgeving SMT Bouw & Vastgoed heeft inmiddels bijna 50 jaar ervaring in onderwijshuisvesting en D&B projecten. De afgelopen jaren heeft SMT veel kennis verzameld en ervaring opgedaan met de ontwikkeling van een bouwconcept dat aansluit op en invulling kan geven aan een BENG School. Onze ambitie om een flexibele, duurzame excellente leeromgeving te creëren: een ruimte voor leren en ontmoeten wordt in de IJdoornschool ruimschoots behaald. Voor meer informatie kijkt u op www.smt-benv.nl. SMT heeft een time lapse camera op de bouwkeet opgesteld. Hiermee kunnen wij de korte bouwtijd van minder dan 6 maanden vastleggen. Bekijk de time lapse camera op: http://www.bouwwebcam.nl/ijdoornschool/.

schooldomein

oktober 2016

25


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Thea van den Heuvel

’t Saamdeel in Kapelle energieneutraal

Samen een aandeel Gebouwbeheerder Erik Otte en directeur Margreet Wabeke van ‘t Honk vatten hun gevoel over de brede school ’t Saamdeel in Kapelle samen: “Zonder twijfel de mooiste brede school van Nederland.” Feit is dat het een energieneutrale school is waarbij in de ontwerpfase alle partijen integraal meedachten over een slim en vooral mooi en duurzaam resultaat.

D

e gemeente Kapelle telt 12.600 inwoners en heeft vier kernen. De brede school komt in een prachtig licht tweelaags gebouw in de kern Kapelle en wordt officieel op 23 september geopend. De naam ’t Saamdeel is een anagram van Maalstede, de basis van de naam Kapelle. Bij het kasteel van de heren van Maalstede stond een kapel, waaraan het dorp uiteindelijk zijn naam te danken heeft. Margreet Wabeke: “Daarnaast benadrukt de naam ’t Saamdeel kort maar krachtig samen een aandeel hebben.” Margreet is directeur van ’t Honk en verhuist samen met collega-school de Moolhoek naar de brede school, waarin ook de Kinderopvang Kibeo, de bibliotheek, de GGD, logo­ pedie, fysio en de gemeente met dagarrangementen een plek gaan krijgen. ’t Saamdeel is geschikt voor 550 leerlingen en vier groepen kinderopvang.

“Flexibiliteit hebben we aan de voorkant ingebracht door de genormeerde m² niet te oormerken.”

26

schooldomein

oktober 2016

Twee ruimtestaten Erik Otte beheert vanuit Bèta Schoolbeheer ruim 35 gebouwen: “De betrokken schoolgebouwen waren technisch en functioneel op en worden gesloopt of hergebruikt. Deze locatie ligt mooi in het groen en vlakbij het zwembad, de sportzaal en de scouting en biedt voldoende parkeergelegenheid. Bijzonder is dat de achterzijde nog de contouren van de oude kasteeltuin laat zien met een ontsluiting voor de school. Dat heeft te maken met de visie van de scholen om buiten natuuronderwijs te geven.” Margreet knikt: “Binnen ’t Saamdeel hebben alle gebruikers als verbindende paraplu duurzaamheid gekozen. De beide scholen, de kinderopvang en de bibliotheek hebben gedurende het inhoudelijke samenwerkingsproject gekozen voor de slogan ‘Groen, gekend, gezond.’ De gemeente heeft als beleid ‘Afval scheiden loont’ en dat sloot


ONTWERP EN INRICHTING

Margreet Wabeke, Kees Willems en Erik Otte

Projectinformatie Opdrachtgever Gemeente Kapelle Opdracht Brede school met bibliotheek, ggz, fysio en dagarrangementen Architect TenW architecten adviseurs Duurzaamheid Merosch Omvang

goed aan op elkaar. Het is ook een afvalvrije school en onze leerlingen denken daarin actief mee vanuit de gecombineerde leerlingenraden. Het gebouw sluit perfect aan op onze visie, want zonder vertaling naar de inhoud is duurzaamheid nog een leeg begrip.” Erik: “Zo hebben we het installatietechnisch bureau geprikkeld om na de oplevering een garantie van twee jaar op de installaties te geven en tussentijds aan de gebruikers te visualiseren hoe dat werkt. De multifunctionaliteit komt ook terug in de gedeelde ruimten, die nu voor het onderwijs zijn, maar bij krimp ook een andere invulling kunnen krijgen. Ik heb twee ruimtestaten, die op basis van het programma van eisen en de ruimtestaat bij ingebruikname. Dan heb je nooit gedoe over toekomstig of medegebruik.”

4.500 m² Ingebruikname Augustus 2016 Investeringskosten De gemeente heeft een extra budget voor duurzaamheid toegekend.

Verbinding en onderscheid Architect Kees Willems: “Het is een gebouw waarbij de lineaire vorm bepaald wordt door de oriëntatie op het zuiden. Het interieur wordt doorbroken door vides en open leerpleinen met een hoge transparantie. Het is vriendelijk, fris en vrolijk door het kleurge-

bruik in de inrichting. Door de transparantie dringt het daglicht door tot in de kernen van het gebouw. De leidende thema’s voor het ontwerp waren verbinding en onderscheid. Flexibiliteit hebben we aan de voorkant ingebracht door de genormeerde m² niet te oormerken, maar te vertalen naar een optimale inrichting. Het bijzondere van het proces was dat steeds gezocht werd naar samenwerking en het vertalen van de visie. Dat heeft een duidelijke structuur opgeleverd die makkelijk inwisselbaar is. Een centrale entree kost veel verkeersruimten; er zijn dus meerdere entrees, waarbij de bibliotheek centraal in het gebouw ligt en ’s morgens ook door het onderwijs gebruikt kan worden. Wij zijn nauw betrokken geweest bij de selectie van de overige adviseurs. Dat heeft een team opgeleverd dat vanaf de ontwerpfase integraal met de gebruikers heeft samengewerkt om een mooi en duurzaam gebouw te maken. Zo is het een energieneutraal gebouw met een EPC van -0,35 en een teruglevercapaciteit voor de omgeving. Om nul op de meter te krijgen hadden we een forse hoeveelheid PV cellen nodig. Dat is vertaald naar een karaktervol gelaagd dak dat aan de omgeving laat zien dat het gebouw energie oplevert. De dakconstructie is relatief licht en eenvoudig en dat kan omdat je gebruik maakt van alle kennis, waardoor je ook weer materiaal kun besparen.” Groen, gekend en gezond Margreet: “Kinderen leren niet voor nu maar voor over vijftien jaar. Daar heb je 21 century skills voor nodig. De school werkt aan talentontwikkeling en meervoudige intelligentie. Dat is ook het uitgangspunt voor het ontwerp. We werken in clusters, waar groepen kunnen samenwerken en samen verantwoordelijkheid wordt uitgestraald. In de onderbouw is dat nog verder uitgewerkt door twee ruimten te koppelen aan een open leerplein, waardoor je nog meer als lerende organisatie kunt werken. Je ziet telkens een combinatie van transparante lokalen met leerpleinen en diverse soorten meubilair. De leerpleinen nodigen uit tot samenwerken en groepsdoorbrekend werken. Ik kan niet wachten om het in de praktijk te ervaren.” Kijk voor meer informatie op www.tenw.eu.

schooldomein

oktober 2016

27



Kort nieuws

Meester - Gezel In de rubriek Meester – Gezel vertellen docenten

ICS Ruimteregie Holding BV neemt BOA Advies over

en studenten, leraren en leerlingen, kortom leermeesters en gezellen hoe en wanneer zij samenwerken en op welke plek het liefst.

I

CS Ruimteregie BV heeft BOA Advies per 16 september 2016 overgenomen. Hiermee wordt BOA Advies naast ICSadviseurs, ICSInterim en ICS Worksitemanagement (WSM) één van de activiteiten van ICS Ruimteregie. ICS Ruimteregie versterkt hiermee haar positie als adviseurs van maatschappelijk vastgoed. Met de overname is een langgekoesterde wens in vervulling gegaan om binnen de holding een sterk tactisch-operationeel profiel te ontwikkelen met eigen mensen, naast het sterke merk ICSadviseurs. Tegelijkertijd zocht DGA Maarten Boelsma van BOA Advies een aansprekende partner om daarmee de kwaliteit en continuïteit van het eigen bedrijf te borgen. ICSadviseurs — en daarboven de holding ICS Ruimteregie BV — passen volledig bij het gevoel en de ambities van BOA Advies. BOA Advies is een sterk merk met een goed netwerk en een mooie opdrachtenportefeuille in de regio Amsterdam. De beide directeuren van BOA Advies, Maarten Boelsma en René van der Willigen, blijven volop actief in de onderneming. Zij zijn en blijven het gezicht van BOA Advies en het primaire aanspreekpunt voor alle klanten en relaties. Profilering Waar ICSadviseurs zich vooral richt op de strategische en tactische advisering rond organisatie en huisvesting van maatschappelijk vastgoed, is BOA Advies meer een tactisch-operationeel adviesbureau binnen hetzelfde werkveld. BOA Advies wil haar technische expertise met betrekking tot de huisvesting van maatschappelijk vastgoed nog verder uitbreiden en scherper profileren. Dit geldt onder andere voor de thema’s duurzaamheid, binnenmilieu, bouwkosten en technisch beheer. Het adviseursteam wordt hiertoe versterkt en uitgebreid. In de komende maanden krijgt het businessplan van de vernieuwde organisatie verder gestalte. Mooie combinatie Door deze overname wordt de positie van BOA Advies als een betrokken en gedreven technisch adviesbureau op het gebied van onderwijshuisvesting verstevigd en kan het bedrijf beter inspelen op de huidige marktontwikkelingen. De activiteiten van ICS WSM en BOA Advies worden op termijn samengevoegd. Niet alleen voor beide bedrijven een prachtige kans maar ook voor de opdrachtgevers een mooie combinatie waarmee ze op een nog breder vlak geadviseerd en gefaciliteerd kunnen worden.

Severin van Beek, docente Leidse Rijn College “Mijn rol is verwondering en kennis over te dragen in samenwerking met de leerling. Dat kan op elke plek waar ik de leerling tegen kom. Buiten of binnen school.” Silke Ravensberg, leerling 3 HAVO “Hoe moeilijker ik het vak vind, des te belangrijker de docent is. Bij vakken die ik makkelijk vind, maakt het mij niet uit wie ik als docent heb, dan gaat het vanzelf. Ik leer het liefste in de aula/kantine. Bijvoorbeeld als ik een tussenuur heb maak ik daar huiswerk. Daar staat een grote tafel en kan ik naar muziek luisteren.”

schooldomein

oktober 2016

29


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Stijn Poelstra

Ssssttttttt

Studiecentrum Hogeschool Inholland Rotterdam Bibliotheken hebben vaak een eigen plek of gebouw, maar nu er steeds minder fysieke documentdragers zijn is er minder ruimte nodig. Wat doe je met de ruimte als de bibliotheek in de Cloud zit? Hogeschool Inholland Rotterdam heeft gekozen voor het inrichten van het studiecentrum.

A

an tafel zitten Bas Arkesteijn van Ahrend, Milou Thieme van de facilitaire afdeling en Ria Paulides, beiden werkzaam voor Inholland Rotterdam. Ria trapt als manager van de bibliotheek af: “De ontwikkeling van de bibliotheek past in een brede maatschappelijke ontwikkeling. Openbare bibliotheken verbreden hun dienstver-

30

schooldomein

oktober 2016

lening en organiseren cursussen iPad en E-reader lezen voor ouderen om daarmee het lezen in het algemeen en de geletterdheid in het bijzonder te stimuleren. In die ontwikkeling vond ik mediatheek een vreselijk woord, omdat je dan de nadruk op de drager legt. Daar gaat het niet om, het vak van bibliothecaris gaat om het vinden en beschikbaar


ONTWERP EN INRICHTING

"Het woord bibliotheek heeft veel meer connotaties dan alleen de fysieke plek."

stellen van relevante informatie. Vroeger was dat een boek, toen werden het videobanden, cassettebandjes, dia’s en later cd’s en dvd’s en nu is alles digitaal geworden. Het woord bibliotheek heeft veel meer connotaties dan alleen de fysieke plek. Het staat ook voor kennis, collecties bewaren en beschikbaar stellen of de naam van een organisatieonderdeel. Het begrip bibliotheek moet je opnieuw framen.” Volledig digitale bibliotheek Bas knikt: “In het verleden had de bibliotheek als ruimte een belangrijke functie. Nu kun je overal en

altijd informatie vinden.” Ria vertelt: “Internet is booming geweest en qua impact op de maatschappij vergelijkbaar met de uitvinding van de boekdrukkunst. Er is een enorme beschikbaarheid van informatie. Als Inholland zijn we naar een volledig digitale bibliotheek gegaan, omdat de literatuur waarmee studenten werken steeds meer in databanken zit. Dat was ook het manco van een fysieke bibliotheek met boeken. Veel boeken waren inmiddels achterhaald en kwamen nauwelijks nog van de plank, maar de studenten baseerden er wel hun scriptie op. Ze waren nog niet informatievaardig en dat is langzamerhand een skill voor elke burger. We moesten het fysieke deel dus afschaffen om ze te dwingen digitaal te gaan. We hebben de fysieke ruimte teruggegeven aan de organisatie. Uit onderzoek naar het gebruik van de fysieke bibliotheek door studenten kwam naar voren dat de belangrijkste redenen om er te zijn niets met de bibliotheekfunctie als zodanig te maken hadden, maar met aspecten als in rust geconcentreerd kunnen studeren, printen en dan pas een boek lenen. Doe dus iets met de stilte, want als je dat weggooit daalt de studententevredenheid.” Curriculumcommissies voor collectievorming Ria vervolgt: “Het is vooral ook een onderwijskundige slag om naar een 100% digitale bibliotheek te gaan die 24/7 toegankelijk is met fysieke service op kantoortijden. Onze docenten leveren de input bij de curriculumcommissies voor de collectievorming. Ze worden daarin gevoed door de adviezen van de informatiespecialisten van de bibliotheek. Hun rol is onze studenten te helpen door betrouwbare bronnen te documenteren en beschikbaar te stellen. Een deel vind je niet op het vrije internet, want dat zijn voor een groot deel betaalde bronnen. In feite verzamel je uit de grote wereldwijde collectie relevante onderwerpen voor je organisatie. Die koop je en je zorgt dat die via een gestructureerde database terug te vinden zijn. Daarom hebben wij een interface gekocht waarmee je slim kunt zoeken. Als je als rechtenstudent informatie wilt vinden, kan die beter gaan zoeken in de Kluwer Navigator of Legal Intelligence dan op het algemene internet. In het traject naar de digitale bibliotheek heeft Inholland zich ingezet om papieren boeken (vooral studieboeken) digitaal te kunnen kopen. We zijn al drie jaar lang met educatieve uitgevers in gesprek om een business model te ontwerpen dat zowel voor ons als de uitgeverijen werkt. Dit begint nu vorm te krijgen.” Heldere prestatie-eisen Milou is als facilitair coördinator betrokken bij de inrichting van het studiecentrum: “Overal in het schoolgebouw kun je zitten, maar dat zijn open ruimten in connectie met gangen en bijvoorbeeld het restaurant.

schooldomein

oktober 2016

31


Dat werkt niet goed voor zelfstudie en geconcentreerd in groepen werken. We wilden daarom drie functies uitgewerkt zien: het moest een gesloten ruimte zijn, stiltewerkplekken voor zelfstudie bieden en grotere werkplekken voor samenwerken in stilte, met voldoende mogelijkheden om devices te gebruiken. Het hele pand is van glas en dat wilden we zo houden; langs de raampartijen wilden we daarom geen tafelschermen hebben. Vroeger had je de demping van kasten en boeken, die heb je nu niet meer; dat moest akoestisch ondervangen worden. Verder was de materialisering van belang. We hebben voor de bekleding van de schermen bewust gekozen voor facet wegens het gemêleerde karakter van de stof. De totale inrichting moest gezellig en uitnodigend zijn. Daarnaast wilden we dat de lichtinval goed, maar niet storend zou zijn. We hebben de eis van akoestiek en verlichting bepaald en bij Ahrend neergelegd. Dat is goed opgepakt en heeft geleid tot de inrichting van het studiecentrum, die zo is ingericht dat die stilte zonder toezicht kan plaatsvinden. Sommigen willen geen prikkels, anderen willen overzicht; dus organiseer verschillende soorten plekken waar je geconcentreerd kunt werken. Het studiecentrum kent een diversiteit aan werkplekken. We merken in de praktijk dat het belangrijk is dat de deur dicht is, zodat je heel bewust een veel stillere ruimte binnenkomt en er geen geluid vanuit de gang lekt. Wanneer je de ruimte binnenkomt zie je in hele grote letters “Ssssttttttt” aan de wand. Een andere wand naast de ruimte met de informatiespecialisten van Inholland heeft een boekenbehang; boeken hebben een associatie met studeren en stilte. Een knipoog naar de oude bibliotheek en ook de connotatie: hier kun je in rust studeren.” Kaders en budget Bas vult aan: “Vaak stellen opdrachtgevers eisen aan materialen, functie en kleur. Hier moest de inrichting ook voldoen aan de akoestische waarden volgens Frisse Scholen Klasse C en aan de lichtintensiteit op de werkplekken volgens Frisse Scholen Klasse B. Dit houdt in dat de gemiddelde nagalmtijd van de inge-

32

schooldomein

oktober 2016

“Ze waren nog niet informatie­ vaardig en dat is lang­ zamerhand een skill voor elke burger.”

richte ruimte maximaal 0,8 seconden mag bedragen en er een verlichtingsintensiteit van minimaal 500 lux op het werkblad van de werkplekken moet zijn. Met het bestaande meubilair hebben we een nieuwe situatie gecreëerd. De grote ruimte is met diverse soorten werk- en studieplekken ingericht met in het midden de Ahrend Flexbox die als samenwerkingsplek ‘zonder overlast’ fungeert. Daarnaast zijn er S-vormige lounge-opstellingen voor zelfstandig leren en tafels met individuele werkplekken. We hebben beslotenheid gecreëerd door schermen te plaatsen die een dubbelfunctie hebben, zowel visueel als akoestisch. Op basis van de reeds in de ruimte aanwezige materialen, en de akoestische eigenschappen daarvan, hebben we middels een berekening onze uitgangspositie bepaald betreffende de akoestiek in de ruimte. Op basis daarvan berekenden wij hoeveel m² aan akoestisch materiaal we moesten toepassen in de nieuwe inrichting om tot het gewenste akoestische klimaat te komen. Na de oplevering van de ruimte hebben we op verschillende plekken in de ruimte geluids- en lichtmetingen uitgevoerd waaruit bleek dat de akoestiek en de verlichting voldeden aan de vooraf gestelde eisen. Dat was een mooi moment.” Altijd online Ria ten slotte: “De digitale bibliotheek impliceert dat de ruimte overal kan zijn en dat is niet fysiek bepaald. De collectie is altijd online bereikbaar. Stil studeren is meer een factor geworden van de opleiding. Om goed te kunnen studeren heb je studieruimtes nodig. De rol van de bibliotheek verschuift naar het opbouwen en vindbaar maken van een digitale collectie en het trainen van studenten in de zoekvaardigheid. Het gebouw biedt faciliteiten: je kunt koffie drinken in het restaurant, maar ook studeren in het studiecentrum. Ergens stil en geconcentreerd kunnen studeren wordt steeds meer een studietevredenheidsfactor waar de school en niet alleen de bibliotheek voor verantwoordelijk is.” Kijk voor meer informatie op www.ahrend.com of naar www.inholland.nl. U kunt ook mailen met Ria Paulides: ria.paulides@inholland.nl.


Ontwerp en inrichting

Tekst Sibo Arbeek

Schooldomein experiment geslaagd

Skills Lab Thamen in gebruik De VMBO-leerlingen van Thamen in Uithoorn zijn blij met hun nieuwe Skills Lab. Ze waren zelf immers ook betrokken bij de totstandkoming, waarbij marktpartijen op basis van de onderwijsvisie hun input mochten leveren en bij hebben gedragen aan de inrichting. Het ziet er prachtig uit!

De oude gang

M

et directeur Ger Jägers van RSG Thamen evalueer ik het traject. “Wat vind je nu het unieke aan dit proces?”, vraagt hij. Ik denk na: “Allereerst het feit dat partijen die over het algemeen aan het einde van een bouwtraject worden betrokken nu samen aan de voorkant hebben meegedacht over de inrichting van de leeromgeving op basis van de onderwijskundige visie. Dat vind ik winst, omdat ik merk dat we in een fase zitten waarin de markt snel innoveert en daarmee de traditionele ketenopbouw van ontwerpen tot en met beheren beïnvloedt. Daarnaast zie je dat lucht, licht, akoestiek, vloer en meubilair met elkaar te maken hebben, elkaar zowel positief als negatief kunnen versterken en je vooraf dus integraal over die leeromgeving moet nadenken. Dat levert nieuwe inzichten voor het ontwerpproces op. Tenslotte merk je dat alles verbeelding wordt

Het nieuwe Skills Lab

en dat de inrichting bijna belangrijker wordt dan de schil. Dit is een prachtig voorbeeld van transformatie van een traditionele LTS-gangenschool naar een vernieuwende VMBO-leeromgeving waar de drie profielen binnen techniek goed tot hun recht komen. Het is een plek waar theorie en praktijk naadloos samengaan en waar je als leerling graag wilt zijn”. De vernieuwende leeromgeving van Thamen is tot stand gekomen op initiatief van Schooldomein met inbreng van Nora Flooring, VELUX, Ecophon, DGMR, STALAD, H.W. van der Laan architecten, onderwijsadviseurs Diephuis van Kasteren en ICSadviseurs en niet in de laatste plaats de directie, betrokken docenten en leerlingen van RKSG Thamen. Op 12 oktober wordt het skills lab geopend. Kijk voor meer informatie op www.thamen.nl.

schooldomein

oktober 2016

33


Tekst Sibo Arbeek

Innovatief verduurzamen en slim financieren

Brede school Culem­ borg Oost combineert beide kwaliteiten De rijksoverheid is blij met een voorbeeld waarbij slim financieren samengaat met duurzame innovaties. Resultaat is een bijna energieneutrale brede school in Culemborg die met hulp van de Stichting Maatschappelijk Vastgoed slim is gefinancierd, en slim wordt beheerd, waarbij de huurder de lusten van een eigenaar houdt. De expertmeeting belicht alle facetten van de constructie.

I

rma Thijssen van RVO.nl trapt af: “Dit is een mooi voorbeeld van een bijna energieneutrale (BENG) school. In 2020 moeten alle gebouwen energieneutraal worden gebouwd. Koplopers zijn altijd gedreven mensen, dus het succes van dergelijke projecten kent een hoge mate van persoonsafhankelijkheid.” Collega Hans Korbee: “De term ‘Frisse Scholen’ is een succes geworden, maar de praktijk is weerbarstig. De bestaande voorraad is nog lang niet fris. Deze brede school staat in de top 15 van meest energiezuinige scholen op nummer 6, en is ongeveer energieneutraal. We monitoren 9 scholen een jaar lang op het gebied van energie, binnenmilieu en gebruikstevredenheid. Vaak zien we dat het bij oplevering fout gaat, omdat bijvoorbeeld de installaties niet goed zijn ingeregeld, of dat het beheer en onderhoud niet goed geregeld is. Bijvoorbeeld een school waar volcontinu de ventilatoren aanstaan, maar wat niemand weet of wat niet wordt verholpen.” Irma knikt: “Deze casus in Culemborg lost twee belangrijke knelpunten op: financiering met krappe budgetten en het goed regelen van beheer en onderhoud. Dit project is vanuit RVO.nl inmiddels gedocumenteerd in de publicatie innovatieve financiering voor energiezuinige en frisse scholen, omdat we het een kansrijk traject vinden. Innovatief financieren gebeurt nog maar mondjesmaat, het is complex en er zijn blijkbaar nog veel vragen en gevoelde knelpunten. Er is politieke moed voor nodig.” Collin Stolwijk is wethouder onderwijs in Culemborg: “Aanleiding hier was heel plat een combinatie van bezuinigingsdoelstellingen en de uitdaging om met een krap budget een duurzame brede school te bouwen op een kansrijke locatie, dichtbij de

Irma Thijssen (l) en Collin Stolwijk

sporthal en omliggende wijken. SMV bracht ons de oplossing, maar wat partijen vooral bindt is dat het primair om het gebruik voor de kinderen in Culemborg-Oost gaat. Dat maakt dat in dit gebouw basisscholen de Koning Willem-Alexanderschool en De Kaardebol en de buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal van SKPC samenwerken en -wonen. Het realiseren van dit concept is alleen maar mogelijk geweest dankzij de inzet van de schoolbesturen en de buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal.”

schooldomein

oktober 2016

34


EXPERTMEETING

Deelnemers expertmeeting Collin Stolwijk Wethouder onderwijs gemeente Culemborg Herman Jansen Directeur Stichting Maatschappelijk Vastgoed (SMV) Irma Thijssen Adviseur utiliteitsbouw Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) Cor Slijkhuis Beleidsambtenaar huisvesting gemeente Culemborg Ed Stijnen Manager bedrijfsvoering gemeente Culemborg Axel Hendriks Relatiemanager Triodos Bank Patriek Kerkhoff Gemeente Montfoort financieel adviseur Bert Hummel BNG manager public finance Hans Korbee Adviseur utiliteitsbouw RVO.nl Sibo Arbeek Hoofdredacteur Schooldomein

Contracteringmodel Directeur Herman Jansen van SMV is trots: “Dat we hier aan de slag mochten gaan berust op vertrouwen in SMV en de door ons ontwikkelde oplossing. Dit vertrouwen is vervolgens gefaseerd vastgelegd door middel van een slim contracteringmodel (secure contracting). Het is een combinatie van slim financieren en innovatief verduurzamen. Iedereen schopt tegen de normbekostiging aan, maar wij hebben het omgedraaid. Je hoeft het beleid niet te wijzigen, om binnen de bestaande wet- en regelgeving duurzame scholen te kunnen bouwen. We kunnen de nieuwbouw tegen gunstige voorwaarden financieren omdat we de bekostigingsstromen bij elkaar brengen. De gemeente kan al goedkoop geld aantrekken en omdat ze borg staan voor de lening (garantie en koopverklaring), kunnen wij tegen dezelfde tarieven als een lokale overheid geld aantrekken bij de BNG. De gemeente Culemborg draagt jaarlijks maximaal € 250.000,- bij voor de eigenaarslasten van de nieuwbouw uit het gemeentefonds en de scholen leveren een bijdrage vanuit de inkomsten voor materiële exploitatie.” Manager bedrijfsvoering Ed Stijnen knikt: “We hebben € 1,5 miljoen subsidie van de provincie gekregen. Zo hebben we nog meer aan duurzaamheid kunnen

doen.” Herman verder: “ Die twee stromen brengen we bij elkaar en bepalen de jaarlijkse huurbijdrage gedurende 30 jaar. Wij noemen het ‘Huren als een eigenaar‘ omdat de gebruikers verantwoordelijk blijven voor het programma, evenals voor het dagelijks klein onderhoud. We toetsen wat de exploitatie van het gebouw doet over de hele periode. Het beheer van de installaties en al het groot onderhoud is daarom bewust bij de Stichting Accommodatiebeleid Culemborg ondergebracht, die een gebouw- en installatiebeheerder in dienst heeft. Dit geeft betere garanties dat de installatie professioneel wordt beheerd en de investering in duurzaamheid niet teniet wordt gedaan als gevolg van onoordeelkundig gebruik. Het eigendom van de brede school is ondergebracht bij de stichting en de scholen betalen een onderhoudsbijdrage in de vorm van een huurbijdrage. Een mooie combinatie van eigendom, financiering, samenwerking tussen partijen, duurzaamheid en exploitatie. De gebruikers zijn er gelukkig mee, omdat ze zich volledig kunnen richten op het onderwijs. Door deze constructie is een verdere professionalisering van het vastgoedbeleid binnen gemeenten mogelijk en vindt de-politisering van het vastgoedbeleid plaats: te vaak zijn stenen onderdeel van het politiek proces. “We kunnen de nieuwbouw tegen gunstige voorwaar-

schooldomein

oktober 2016

35


Herman Jansen (l) en Bert Hummel

den financieren omdat we de bekostigingsstromen bij elkaar brengen”

“De term ‘Frisse Scholen’ is een succes geworden, maar de praktijk is weerbarstig. De bestaande voorraad is nog lang niet fris."

36

schooldomein

Vorm “Ik merk dat veel gemeenten nog huiverig zijn”, stelt Irma, “terwijl het om een beproefde methode gaat die samen met de BNG en Triodos Bank is ontwikkeld en is gecontroleerd door accountants van het ministerie van OCW.” “Je hebt mensen nodig die innovatief zijn, hoewel het hier vooral om een slimme oplossing gaat”, stelt Herman, “in Culemborg was Cor Slijkhuis enthousiast en raakte wethouder Stolwijk ook overtuigd. Ambtenarij en politiek moeten elkaar vinden en daarnaast vraagt het politieke moed, je moet door alle afdelingen en bestuurslagen heen. Je kunt het heel eenvoudig uitleggen, maar het gaat ook over competenties, loslaten en verantwoordelijkheden ergens anders durven leggen. En natuurlijk dwingt het de gemeente om meer op hoofdlijnen te sturen; je legt een verantwoordelijkheid voor minimaal 30 jaar vast.” In het voorbeeld Culemborg betreft het overigens een door de gemeente gecontroleerde stichting, een verbonden partij. Collin Stolwijk knikt: “De zorg van de gemeenteraad over mogelijk verlies van zeggenschap wordt daarmee ondervangen. Het mooie van deze constructie is natuurlijk wel dat je weet waar je aan toe bent. De risico’s zijn vergelijkbaar met traditionele financiering. Krimpt een school, dan kan binnen de materiële voorwaarden gezocht worden naar een nieuwe partner. Leerlingaantallen tussen

oktober 2016

scholen zijn gelijk aan communicerende vaten. Gaat er bij de één wat af, dan komt er bij een ander wat bij. Het gaat er om dit pand optimaal voor de stad te benutten, zonder dat we ons dertig jaar met de geldstromen bezig hoeven te houden. Strategische vragen over accommodatiebeleid en de verantwoording over het gebruik zijn natuurlijk wel onderdeel van de discussie, evenals de periodieke controle van de stichting, waar we overigens als gemeente ook zelf in zitten.” Herman knikt: “Het is niet de bedoeling om het uit de democratische controle te halen; we willen alleen de stenen uit de discussie halen.” Banken akkoord Axel Hendriks en Bert Hummel namens Triodos Bank en de BNG. Axel: “Bijzonder aan deze constructie is dat er geen rendement op de exploitatie van het gebouw wordt gemaakt. De huur is afgestemd op de cash out en dat is bijvoorbeeld anders dan wat een corporatie met zijn maatschappelijk vastgoed deed, waarbij vaak een marktconforme huur werd gerekend. De gemeente sluit over 30 jaar een bekostigingsovereenkomst af en de school moet 30 jaar gebruiker blijven. Het gaat om een annuïtaire lening. De huur wordt weliswaar geïndexeerd, maar vervolgens elke vijf jaar naar beneden bijgesteld en blijft daardoor over de hele looptijd vrijwel gelijk. Gemeenten gaan veelal uit van een lineaire afschrijving over veertig jaar, terwijl deze lening in 30 jaar annuïtair wordt afgelost, waarna het gebouw vrijvalt en in feite inverdiend wordt. Na 30 jaar kan de


EXPERTMEETING

Projectinformatie

huur terug naar enkel de ingebrachte MI-vergoeding (de lening is afgelost, dus blijft slechts exploitatie over) en blijven er alleen maar exploitatielasten voor de verhuurder over. Dan kan de gemeente besluiten om de huur door te trekken of eventueel een vervangingsinvestering doen.” Bert knikt: “De BNG kijkt mee vanuit de zorgplicht naar de gemeente, vooral waar het de contracten betreft. De gemeente Culemborg is net als alle anderen gemeenten aandeelhouder van de BNG, dus daar doen we het voor. We willen de gemeenten op een hoger bedrijfsvoeringniveau hebben en daar past deze oplossing en ook de financiële vertaling in de begroting bij. Wij hebben als banken stevige gesprekken gevoerd om te kijken of de huuroplossing langdurig houdt. En dat doet het. Collin Stolwijk voegt toe: “De grond blijft overigens eigendom van de gemeente. Daarmee voorkom je oneigenlijke discussies over toekomstige ontwikkelingen en zeggenschap. Het is een dermate goed doordacht concept dat we verwachten dat het vaker toegepast kan worden.”

ontwerpen op, waarbij is gescoord op architectonische kwaliteit, functionaliteit, prijs en exploitatie gedurende de levensloop. Het ontwerp dat vooral bij de gebruikers hoog scoorde werd het niet vanwege de exploitatierisico’s; de gebruiker wil vaak ‘mooi’ totdat blijkt dat het comfort tegenvalt. Herman knikt: “Wanneer je niet denkt in gescheiden stromen kun je aan de voorkant meer investeren in duurzaamheid omdat dat terugverdiend wordt in de exploitatie. We bouwen echt niet met enkel glas en stalen profielen, maar werken bijvoorbeeld veel met aluminium profielen. Dat is in de investering duurder, maar verdient zich terug in de exploitatie. Dat kan met deze huuroplossing die vanuit de total costs of ownership (TCO) denkt. Zo leveren pv panelen op de sporthal energie voor deze brede school en benutten we de parkeerruimte bij de sporthal voor de brede school. De kunst is om de geldstromen bij elkaar te brengen in combinatie met een samenwerkingsmodel waarbij elke partij datgene doet waar hij goed in is. Daardoor ontstaat een set aan regels, waarin iedereen in zijn waarde blijft en kan sturen op de eigen competentie. Zo zet je elkaar in de eigen kracht.” Zijn collega Patriek Kerkhoff van de gemeente Montfoort herkent dat: “Veel gemeenten worstelen met hun vastgoedsystemen. Deze constructie maakt het mogelijk om de energie meer te richten op het accommodatiebeleid, de inhoud waar het allemaal om te doen is, en de stenen vooral slim te organiseren.” Cor Slijkhuis: “De formule werkt zo goed dat we aan de vooravond staan om de totale portefeuille vastgoed, of in ieder geval een groot deel daarvan, in de stichting onder te brengen. Dan praat je wel over 55 panden. Dit biedt zicht op een forse besparing in kosten en betere voorwaarden voor professioneel beheer van het gemeentelijk vastgoed.” Collin Stolwijk onderstreept dat: “Beleidsafdelingen krijgen daar ruimte voor terug om zich te focussen op waar het allemaal om draait, het gebruik van de accommodaties.” Meer informatie vindt u op http://www.mvastgoed.nl of www.rvo.nl/frissescholen.

Opdrachtgever gemeente Culemborg Installaties DGMR Raadgevende Ingenieurs Aannemer Pellikaan Bouw Financieel arrangement SMV

Vastgoed- en accommodatiebeleid Cor Slijkhuis is de tevreden beleidsmedewerker van de gemeente onderwijshuisvesting: “We hebben in dit traject een design en build aanbesteding georganiseerd met drie bouwers die een eigen architect meenamen. Er zijn meerdere ontwerpsessies met gebruikers en vertegenwoordigers van de gemeente en SMV geweest. Dat leverde drie totaal verschillende

Axel Hendriks (l) en Collin Stolwijk

schooldomein

oktober 2016

37


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Michel Kievits

Nieuwe Christelijk Lyceum Zandvliet verbindt stad met park

Op naar de top! Het lijkt op het eerste gezicht een zeer geslaagde renovatie van een klassiek pand, maar het is toch echt het nieuwe gebouw van het trotse Christelijk Lyceum Zandvliet, dat naadloos aansluit bij de grandeur van veel panden aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag. En die prachtige doorkijk naar het Haagse Bos!

R “Tijdloosheid kun je op verschillende manieren vormgeven.”

38

schooldomein

ector Alphons den Heijer: “We zijn een kleinschalige en veelkleurige school met veel culturele en religieuze verscheidenheid. Onze leerlingen komen uit de randgemeenten, de wijken en binnenstad. Inmiddels ben ik hier vijf jaar rector, maar ooit begon ik mijn carrière hier als docent economie, dus ik ben teruggekeerd op het oude nest en mocht het traject van de nieuwbouw begeleiden. En dat was echt noodzakelijk, want we zaten in een oud gebouw uit de jaren ‘60 dat echt op was. Het klimaat en CO2-gehalte waren niet van deze tijd en de lokalen waren of te groot of te klein en we hadden geen buitenruimte of verblijfruimten. Maar het had wel een klassieke uitstraling, met aan de achterkant nog de uitbreiding uit 1925 van de oude villa Zandvliet, die hier ooit als buitenplaats aan de rand van het park stond. We stonden op de nominatie voor nieuwbouw en wilden per se

oktober 2016

op deze locatie blijven, omdat het een unieke plek is, vlakbij het Centraal Station en grenzend aan het grootste stadspark van Nederland. Deze plek is belangrijk voor ons imago, de bereikbaarheid en mobiliteit. Dat betekende sloop van de oudbouw en tijdelijke huisvesting aan de overkant, waar we voor anderhalf jaar een kantoor van EZ hebben omgebouwd tot een schoolgebouw.” Tussen stad en bos “We hebben voor DP6 als architect gekozen omdat zij een kwalitatief goed ontwerp hadden met veel aandacht voor duurzaamheid. Belangrijk was ook dat het ontwerp gericht was op de relatie met het park.” Architect Richelle de Jong licht toe: “Het begint allemaal met de plek tussen stad en bos, een poëtische plek met een bijzondere geschiedenis waar ‘Zandvliet’ haar naam aan ontleent. Om deze bijzondere


ONTWERP EN INRICHTING

Projectinformatie Project Nieuwbouw Christelijk Lyceum Zandvliet voor 850 leerlingen, inclusief twee sportzalen Opdrachtgever Gemeente Den Haag/ Christelijk Lyceum Zandvliet

Leren leren Alphons verder: “Onze visie is dat de docent het leerproces faciliteert. Wij geloven niet in leerpleinen alleen of alleen klassikaal onderwijs; je doet de basis in de groep en vervolgens ga je uiteen. Onderwijsontwikkeling vraagt om meerdere soorten ruimten, zoals twee ruimten waarvan je een collegezaal kunt maken. De clusters hebben hun eigen ruimten mogen invullen. Dat heeft geleid tot lokalen aan de randen en in het midden flexibele studieruimten. Op elke verdieping vind je veel ruimte voor leerlingen en daarnaast een ruimte voor de docenten. Ook hebben we veel geïnvesteerd in de practica lokalen. Het is een compact gebouw met een hoge isolatiewaarde en veel daglicht. De lokalen zijn geluiddicht en akoestisch erg goed. Onze lockers hebben we verdeeld over alle afdelingen en zijn onderdeel van de wanden. Er is overal ledverlichting en de lampen gaan automatisch uit. Bijzonder is verder de grote fietskelder, die onder het gebouw loopt.”

Architect DP6 architectuurstudio Aannemer BAM Raadgevend Ingenieurs DGMR Raadgevende Ingenieurs BVO 7.670 m2 Ingebruikname Oktober 2015

Tijdloze uitstraling Richelle: “De tijdloze uitstraling van het oude gebouw met wit natuursteen wilden we terug laten komen. Tijdloosheid kun je op verschillende manieren vormgeven. Je maakt een gebouw voor deze locatie, we zochten een statigheid die niet massief oogt. De doorlopende hoekramen dragen daaraan bij, zodat de massaliteit doorbroken wordt. Daarmee creëer je een binnen-buitengevoel. De begane grond is heel mooi transparant geworden met een doorzicht naar het bos en de trap omhoog. Dat waren de twee lijnen. De trap verbindt de clusters zoals in een herenhuis

Foto Sibo Arbeek

kwaliteit te benadrukken wilden we doorzicht creëren vanaf de straat, dwars door de school naar het bos aan de achterzijde. Vervolgens moest er een grote sporthal in op een krappe binnenstedelijke kavel met weinig buitenruimte en een beperkte breedte. Doordat we de sporthal één verdieping hebben opgetild creëerden we die transparantie en konden we aan de boszijde een buitenplaats met vlonders inrichten. Uitdaging was ook om licht te brengen in een compact gebouw. Naast de sporthal hebben we een atrium ontworpen, waaraan de studieruimtes zijn gelegd. De begane grond biedt ruimte voor de aula en soos. In de aula kun je theater maken en daar ligt ook het muzieklokaal. Kunstenaarscollectief Lust ontwierp een prachtig lichtkunstwerk in de aula. Het kunstwerk bestaat uit doorlopende woorden in ledverlichting, vlak in de wand van de aula verwerkt. De woorden worden gehaald uit een database die de school zelf kan vullen en kunnen refereren aan bijvoorbeeld de actualiteit of nieuwe woorden uit de Dikke Van Dale. Alphons knikt: “De buitenruimte aan het Haagse Bos noemen we ‘buitenplaats’, deze is verbonden met een bruggetje naar het Haagse Bos.”

Richelle de Jong en Alphons den Heijer

de kamers verbonden worden. De clusters mogen laten zien wie ze zijn, zodat de verschillende werelden zichtbaar worden. Het plan hebben we ‘Op naar de top’ genoemd. De leerling die groeit in de school­periode en zijn eigen talenten ontdekt. Het is een gebouw met een hele mooie oriëntatie aan alle zijden; de stad, de bosrand en de monumenten. Het is transparant en betekenisvol.” Alphons ten slotte: “We hebben ook nog de monumentale treurbeuk uit de 19e eeuw. Die mocht niet weg van de monumentale bomencommissie en moest worden verplaatst. Dat heeft voor een vertraging van drie maanden gezorgd. Ik heb de boom verfoeid, maar nu staat hij prachtig op de buitenplaats aan de waterkant en stemt tot nadenken. Dat past bij ons lyceum. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Myrta Maas (DP6 architectuurstudio) via telefoon 015-2120110 of email info@dp6.nl.

schooldomein

oktober 2016

39


Tekst Maarten Sanders Fotografie: Thea van den Heuvel/DAPh

Beschermd op jezelf wonen

Voorbeelden van toenemende zelfredzaamheid De combinatie van zorg en wonen, komt steeds vaker voort uit particuliere initiatieven. Soms wordt dit negatief geduid als het vullen van gaten in een versoberde verzorgingsstaat. Het kan ook gezien worden als een teken van toenemende zelfredzaamheid.

H

et voordeel van particulier initiatief is dat de directe omgeving van mensen meer betrokkenheid en invloed heeft op het functioneren van een voorziening. Bovendien biedt het kansen voor doelgroepen die voorheen vaak buiten de mainstream van ‘zorg-wonen’ vielen. ‘Het Vogelnest’ in Amersfoort, geïnitieerd door Stichting De Grasboom, is een goed voorbeeld; een kleinschalig woonproject gericht op jonge mensen met een stoornis in het autistisch spectrum. Sinds de oprichting van de stichting door ouders en verzorgers is een aantal projecten voor deze doelgroep gerealiseerd, waarvan Het Vogelnest de meest recente is. In woningcoöperatie De Alliantie werd een partner gevonden, die als ontwikkelaar en verhuurder de bouw van een woongroep met 15 appartementen mogelijk maakte. In het gebouw is naast de woongroep een aantal sociale huurappartementen gemaakt, als onderdeel van de grootschalige vernieuwing van de buurt. Daarbij geeft deze situatie gestalte aan de wens de woonsituatie voor de mensen in de woongroep zo min mogelijk op een ‘zorg-locatie’ te laten lijken. Het is immers voor de meeste bewoners de eerste stap naar zelfstandigheid. Praktische ideeën De bijeenkomsten waar OIII architecten de voortgang van het ontwerp presenteerde om feedback te krijgen werden druk bezocht door ouders, verzorgers en de toekomstige bewoners. Het voorstellingsvermogen van de toekomstige bewoners was daarbij opmerkelijk. Praktische ideeën en wensen met betrekking tot de technische uitrusting werden op deskundige wijze aan de architecten voorgelegd. Het ontbreken van een berging in de plattegrond ten opzichte van het aantal woningen werd in een oogwenk opgemerkt

40

schooldomein

juli 2016


ONTWERP EN INRICHTING

door een van de toekomstige bewoners, de architecten waren daar behoorlijk van onder de indruk. Het maakte dat het plan met veel plezier werd ontwikkeld en hielp om binnen de financiële kaders zoveel mogelijk kwaliteit te realiseren.

Projectinformatie Project Het Vogelnest, Amersfoort Opdrachtgever

Autistisch spectrum De gemeenschappelijke problematiek van de bewoners van Het Vogelnest is dat de overgang van een beschermde thuissituatie naar zelfstandigheid zonder een goede begeleiding onmogelijk is. Verder blijkt het ‘autistisch spectrum’ bijzonder breed te zijn en kenmerkt de praktijk zich door enorme individuele verschillen. Daarbij speelt een zeer grote gevoeligheid voor de omgeving, zowel fysiek als sociaal, een grote rol. In het ontwerp moet er daarom een balans gevonden worden tussen de mogelijkheid tot afzondering en rust, naast het ideaal dat sociale interactie gefaciliteerd wordt. In Het Vogelnest liggen de woonheden in twee lagen rond een midden-zone waar alle gemeenschappelijke voorzieningen zijn gemaakt. De 2-kamer appartementen kunnen volledig zelfstandig functioneren en hebben een eigen buitenruimte. Op één plek is een gemeenschappelijke woonkeuken waar bewoners samen kunnen koken en eten als ze dat willen.

De Alliantie (ontwikkelaar/verhuurder), i.s.m. Stichting De Grasboom Programma Woongroep voor jongeren met een stoornis in het autistische spectrum, 9 sociale huurappartementen Architect OIII architecten Amsterdam Opgeleverd 2016

Vrijheid De binnenwereld van het gebouw is overzichtelijk en biedt bewoners de vrijheid te kiezen voor contact met anderen of afzondering. Het gebouw biedt een ruimtelijke organisatie die uitnodigt om te participeren in gezamenlijke activiteiten. Het ervaring opdoen met het omgaan met anderen is een onderdeel van het proces dat leidt tot meer zelfstandigheid. Maar van contact als sociale verplichting mag nooit sprake zijn. Het streven bij het ontwerp is daarom altijd

geweest de bewoners twee routes te bieden vanuit hun wooneenheid naar buiten. Een route leidt langs de gezamenlijke ruimte en is gericht op ontmoeting, een andere route kan worden genomen als je door niemand wilt worden aangesproken. Door in het hart van het gebouw met een dubbelhoge ruimte beide niveaus te verbinden, en te zorgen dat er via het dak licht binnenvalt, is er een centraal punt ontstaan dat als een huiskamer voor iedereen functioneert. Het is een ruimte die niet in het programma stond omschreven, maar dankzij de compactheid van het gebouw als extra kwaliteit kon worden gerealiseerd. De verkeersruimten zijn op beide niveaus zo gemaakt dat overal een zichtlijn naar de buitenwereld bestaat zodat het voor de zorgsector vaak kenmerkende gesloten karakter, vermeden wordt. Wonen aan een hof Boven op de twee verdiepingen van de woongroep zijn twee lagen met huur-appartementen gebouwd. Deze liggen rond een binnenplaats; een opgetild hofje waar alle voordeuren op uitkomen. Het idee is dat dit principe kansen schept voor een betere interactie tussen de bewoners, in plaats van de anonieme portiek of galerij. De bewoners beschikken hier over een gemeenschappelijke buitenruimte. Daarmee is er ook een gemeenschappelijk belang om deze ruimte op een ongedwongen manier voor allerlei doeleinden te gebruiken. Het ruimtelijk en sociale model voor deze woningen is geïnspireerd door de wijze waarop de woongroep voor jongeren met een stoornis in het autistische spectrum is ontwikkeld. Het vraagstuk rond de manier waarop mensen als onderdeel van een gemeenschap functioneren is immers universeel en niet gebonden aan een bepaalde groep. Kijk voor meer informatie op o-drie.nl.

schooldomein

oktober 2016

41


Tekst Sibo Arbeek

Vitaal sportbeleid in Waddinxveen

Doen door samenwerken Waddinxveen is een gemeente met een sterk verenigingsleven. Dat is de basis voor het vitaal sportbeleid dat de gemeente recent heeft vastgesteld. Wat zijn de spelregels om het nieuwe beleid ook echt te laten werken?

W

“Alles wat weg is krijg je niet zomaar terug.”

42

schooldomein

ethouder onderwijs en sport Brigitte Leferink: “Ons vitaal sportbeleid stimuleert duurzaam bewegen en sporten in de meest brede zin van het woord. Bewegen moet mogelijk en toegankelijk zijn voor alle doelgroepen. Door het sociale domein meer aan het sportdomein te koppelen hopen we dat vitaal bewegen een gezamenlijke verantwoordelijkheid van iedereen wordt en groepen aanboort die nu niet of weinig bewegen, zoals ouderen of mensen met een beperking, die door het deelnemen aan activiteiten vitaler blijven. Er zijn verenigingen die voorop lopen en bijvoorbeeld g-hockey, walking football en autistenvoetbal organiseren. Als je die voorbeelden laat zien, dan inspireer je daar anderen mee. Bij die verenigingen worden accommodaties ook overdag gebruikt en ontstaan mooie dwarsverbanden. Je ziet ook dat mensen een andere sportbehoefte krijgen en veel meer gericht zijn op individueel sporten op het moment dat het uitkomt. Het automatisch lid worden van een vereniging is niet meer vanzelfsprekend en dat leidt tot druk op het aantal leden en een vaak vergrijzend kader bij de verenigingen. Het is lastig om voldoende vrijwilligers te krijgen die structureel energie in een club willen steken. Het mes snijdt dus aan twee kanten.”

oktober 2016

Bredere inzet accommodaties Projectleider Vitaal Sportbeleid Shiona Vierbergen vult aan: “Onderdeel van het collegeprogramma is de wens om de sportaccommodaties multifunctioneler in te zetten. Er zijn accommodaties die een deel van de week leeg staan, waardoor ook de exploitatieproblemen toenemen. Daarnaast was er vanuit ons vastgoed- en accommodatiebeleid behoefte aan een breder kader van waaruit de materiële kant beter geregeld kan worden. Daarbij kijken we niet alleen naar sportvoorzieningen, maar ook naar voorzieningen voor welzijn, onderwijs en commerciële aanbieders.” Brigitte vult aan: “Wij hebben als gemeente de kaders van het vitaal sportbeleid in afstemming met het veld bepaald. De essentie is dat we als overheid vooral willen faciliteren en initiatieven een kans willen geven. Alleen kijken naar het financieel rendement vind ik een te enge benadering. In de kaders die zijn vastgesteld is het financiële rendement ondergeschikt aan het maatschappelijk rendement. Dat leverde natuurlijk debatten met de raad op, die wilde weten wat het zou gaan kosten, hoe we verenigingen gaan prikkelen en tegelijkertijd efficiënter werken willen stimuleren.


ONTWERP EN INRICHTING

delijk blijven. Daarom onderzoeken we hoe we de organisatie van het beheer en de exploitatie van onze voorzieningen het best kunnen organiseren. Accommodaties moeten aantrekkelijk zijn, verenigingen willen aan de weg timmeren. Gaandeweg ga je samen de nieuwe spelregels maken.”

Die verschillende aspecten hebben we vertaald naar een uitvoeringsprogramma, dat het beleidskader vertaalt naar concrete acties. Ook komt er een nieuw tarievenstelsel en wordt een vertaling naar het accommodatiebeleid gemaakt. Nadat de raad het vitaal sportbeleid heeft vastgesteld zijn we aan de slag gegaan met het uitvoeringsplan, want we willen dat uitdrukkelijk in samenwerking met het veld vormgeven. Een aantal maatschappelijke partners en sportverenigingen is verenigd in een klankbordgroep, die samen met ons het uitvoeringsplan verder invult. De klankbordgroep heeft een aantal randvoorwaarden meegegeven, die van belang zijn om het beleid te laten slagen. Zo willen we open sportparken overdag en ook ’s avonds meer buurtactiviteiten organiseren, maar staan onze regels dat vaak in de weg. We moeten dus onze regels aanpassen om de verenigingen beter te kunnen faciliteren. Is het organiseren van een feest op een open sportpark een commerciële activiteit of een manier om nieuwe jonge leden te werven? Ook willen we stimuleren dat zorg- en welzijnsorganisaties meer gebruik maken van sportparken wanneer deze minder bezet zijn. Sinds kort hebben we ook een sportcafé, waar partijen met elkaar kunnen netwerken, goede ideeën uitwisselen en maatschappelijk ondernemerschap delen. We hebben nu de grote lijnen uitgezet, maar moeten nog veel ontwikkelen, zoals het accommodatiebeleid en hoe om te gaan met para-commerciële horeca. Het is nu leuk te zien dat de verenigingen betrokken willen blijven. Mogelijk leidt dat tot een nieuwe sportraad Waddinxveen, maar dan vanuit een breder maatschappelijk kader dan alleen maar sport.”

Nieuwe initiatieven Shiona vult aan: “Verenigingen willen in contact komen met de doelgroep waarvoor zij passende activiteiten kunnen organiseren en daar helpen we dus bij. We zijn met de voorzitters van de wijkplatforms en de voorzitter van het gehandicaptenplatform Waddinxveen gaan praten om te verkennen waar wijkbewoners én mensen met een beperking behoefte aan hebben. Zo kan er misschien wel een sport- of beweegbehoefte zijn voor slechtzienden en hopen we die zo te ontdekken. Door die partijen vervolgens bij het sportcafé te betrekken ontstaan nieuwe initiatieven. Zo zit kinderopvang bij een voetbalvereniging en gebruikt overdag de accommodatie. We inventariseren wat er moet gebeuren. Doel is niet om de sport doelmatiger te maken of alle verenigingen in stand te houden. We werken ook aan een nieuwe tarievenstructuur, waarbij je zou kunnen denken aan een vorm van belonen als je maatschappelijke activiteiten aanbiedt. Sportservice Zuid-Holland biedt verenigingen trainingen aan om een businessplan op te stellen, zodat ze sterker worden en in staat zijn om de veranderingen te maken die nodig zijn voor hun voortbestaan. Dat zijn kansrijke voorbeelden.” Brigitte: “Het is niet vanzelfsprekend dat een vereniging over vijf jaar nog bestaat. Maar alles wat weg is krijg je niet zomaar terug. Als een vereniging andere doelgroepen weet aan te boren zijn ze eerder levensvatbaar. Waddinxveen staat bekend als een dorp met een goed voorzieningen niveau en dat willen we graag zo houden. Leuk is dat we inzetten op de breedtesport, maar dat we ook veel topsporters afleveren, zoals Erik van Dalen die heeft deelgenomen aan de WK life saving, onze Nederlands kampioen turnen Niels van der Sluis en niet te vergeten onze top badmintonners en tennisdames. Misschien gedijt topsport wel heel goed in een gezond breedtesportklimaat.” ICSadviseurs heeft in opdracht van de gemeente Waddinxveen

Beheer Brigitte verder: “De rol van gemeenten verandert. In deze pioniersfase heeft de gemeente nog veel uitvoerende taken, maar wanneer we meer de regie op het beleid willen voeren is het niet logisch dat we als gemeente ook voor de uitvoering verantwoor-

het Vitaal Sportbeleid opgesteld. Voor meer informatie belt of mailt u naar Shiona Vierbergen: s.vierbergen@waddinxveen.nl of 06 18 30 89 95 of naar Sibo Arbeek van ICSadviseurs: sibo. arbeek@icsadviseurs.nl of 0622267795.

schooldomein

oktober 2016

43


Tekst Sibo Arbeek

Compact, duurzaam en sportief

IKC Doetinchem groeit in het nieuwe gebouw Het Integrale Kindcentrum (IKC) Doetinchem Noord wordt in 2017 realiteit. In dit centrum komen onderwijs, kinderopvang en buurtwerk samen in ĂŠĂŠn gebouw. De organisatie transformeert hiermee van een traditionele school naar een toekomstgerichte organisatie met verschillende diensten voor 0-13 jarigen. In het interdisciplinaire team werken pedagogisch medewerkers, interne begeleiders, gedragsspecialisten en leerkrachten nauw samen.

44

schooldomein

oktober 2016


ONTWERP EN INRICHTING

I “Naast compactheid was een flexibele opzet essentieel.”

Projectinformatie Project Nieuwbouw IKC Doetinchem, met twee basis­ scholen OBS Overstegen en Het Palet, KDV/BSO, wijkbedrijf en welzijnsfuncties Opdrachtgever Gemeente Doetinchem Architect

n het voorjaar 2017 opent het nieuwe IKC Doetinchem haar deuren. Bij de start gaan de beide scholen OBS Overstegen en Het Palet samen onder één vlag als één school met één directeur. Het IKC bestaat naast de beide scholen ook uit kinderopvang, welzijns- en wijkfuncties, waarbij de kinderopvang onder het nieuwe bestuur gaat vallen. De speelruimte van de kinderopvang sluit naadloos aan op het leerplein van de onderbouw, dat vervolgens weer op dat van de midden- en bovenbouw aansluit. De ruimtelijke samenhang versterkt daardoor een goede doorgaande leerlijn. De buurtcoaches en het gemeentelijke groenbedrijf krijgen ook een plek binnen het IKC. Kortom; het wordt een plek die uitnodigt om te ontmoeten, activiteiten te delen en te werken.

Compact gebouw Het nieuwe IKC komt op een krap kavel en tegelijkertijd bijzondere plek te liggen, want het grenst aan een indoor speeltuin, een sportzaal en het zwembad. Henno Westeneng van RoosRos Architecten is verantwoordelijk voor het ontwerp: “Het IKC Doetinchem wordt een compact en duurzaam gebouw met veel flexibiliteit en de mogelijkheid om het gebouw eenvoudig uit te breiden. Het komt ten zuidwesten van zwembad Rozengaarde, tussen het zwembad en Mariëndael; een school voor speciaal onderwijs. Het is een centrale locatie in de wijk die veel kansen biedt om sporten, leren en ontmoeten te combineren. In de wijk is het maatschappelijk vastgoed nog volop in beweging en mogelijk wordt er later nog een school aan het volume toegevoegd. Daar moest in het ontwerp al rekening mee gehouden worden. Naast compactheid was een flexibele opzet daarom ook essentieel in de uitvraag. Dat heeft RoosRos opgelost door de gevel uit prefab elementen op te bouwen, die er bij een uitbreiding weer afgehaald kunnen worden. Bij prefab heb je de associaties van lelijk en standaard, maar dat is hier niet het geval. De gevel bestaat uit een prefab bouwfysische schil, die de isolatie en ventilatie regelt. En een esthetische buitenste schil, die later op de bouw wordt aangebracht. Die buitenste schil bestaat uit lichte keramische steenstrips met de uitstraling van een bakstenen schoolgebouw.”

RoosRos Architecten Aannemer Klaassen Bouwmaatschappij Dinxperlo BV Aanbesteding Design en Build (opdracht Maintain volgt na oplevering) Bvo 2.635 m² Stichtingskosten € 3.450.000,Oplevering juni 2017

Flexibel en aanpasbaar Het gebouw moet toekomstige veranderingen binnen de organisaties mogelijk maken. De twee scholen en de kdv-organisatie groeien naar één organisatie met een doorlopende leer- en ontwikkellijn voor 0-13 jarigen. Het gebouw is er ook voor de wijk. Henno: “De verschillende functies, met elk hun eigen identiteit en organisatievorm, zijn geschakeld rond een gezamenlijk hart, waarbij de mogelijkheid bestaat te compartimenteren en ruimten te schakelen. Het onderwijsdeel bestaat uit clusters die zijn georganiseerd rond leerpleinen. De scholen hebben hoekjes om gedifferentieerd indivi-

dueel of samen te kunnen werken. Installatietechnisch hebben we de stramienmaat als uitgangspunt genomen, om aspecten als de vloerverwarming, de luchtbehandeling en bouwkundige en elektrotechnische toepassingen te regelen. Het gebouw is per stramien aanpasbaar, dus maximaal flexibel. Bijna energieneutraal De ruimtelijke context rond het IKC is grootschalig door onder meer de sporthal en het zwembad. De nieuwbouw grenst daar direct aan. Hoe houd je dan een herkenbaar gebouw? “Een transparante gevel tussen de verschillende architectonische volumes zorgt dat het IKC niet aan het bestaande gebouw ‘geplakt’ wordt. In dit tussenlid is ook de transparante, in het oog springende hoofdentree gesitueerd,” aldus de architect. “Door het metselwerk en de kozijnen in de gevel te laten verspringen, ontstaat dynamiek en schaal. Het gebouw sluit zo goed aan bij de maat en belevingswereld van het kind.” TCO Het nieuwe IKC is een duurzaam en bijna energieneutraal gebouw (BENG) met een zeer lage EPC dat ontworpen is aan de hand van een Total Cost of Ownership berekening. Op basis daarvan is installatietechnisch gekozen voor een beproefd systeem dat door de gebruikers eenvoudig te bedienen is. Het IKC heeft een gunstige bruto-netto verhouding, doordat er vrijwel geen gangen zijn. Door de compacte bouw zijn ook de vormfactoren optimaal. Dit alles draagt bij aan een gebouw dat goed te exploiteren is en past binnen de financiële kaders die hiervoor door de opdrachtgevers zijn gesteld. Er is zoveel vertrouwen in het ontwerp en de uitvoering van het gebouw, dat de beheerstichting naar verwachting het onderhoud na de oplevering ook aan de aannemer gunt. Voor meer informatie neemt u contact op met Henno Westeneng van RoosRos architecten: henno@roosros.nl. Het begeleidingstraject van IKC Doetinchem Noord wordt mede gefinancierd door het Euro­ pees Sociaal Fonds van de Europese Unie in het kader van ‘duurzame inzetbaarheid’. Zie ook: schooldomein.nl/ikc-doetinchem of voor een sfeerimpressie: schooldomein.nl/ikc-sfeerimpressie.

‘Samen voor de kinderen in de wijk’ De gemiddelde leerling bestaat niet, daarom bieden we in de organisatie van ons IKC steeds meer maatwerk in vier clusters: de kinderopvang, onder-, midden- en bovenbouw, waarbij elke cluster een eigen plekje in het gebouw krijgt. De samenwerking met ouders en onze partners in het gebouw is belangrijk om de beste toekomst aan onze kinderen te geven: samen spelen, samen leren, samen ontmoeten. Voor een goede ontwikkeling van de kinderen hebben we iedereen nodig. De huisvesting ondersteunt deze visie. Herman Nieuwenhuis, directeur IKC Doetinchem

schooldomein

oktober 2016

45


Tekst Sibo Arbeek

Je weg vinden onderdeel van het DNA

Bewegwijzering versterkt de magie van de school Goede bewegwijzering is meer dan het plaatsen van bordjes. Het is een manier om logistiek, veiligheid en verbeelding te verbinden. Daarvoor is het nodig om al in de visiefase over bewegwijzering na te denken. ReadMe helpt om de magie van het gebouw in bewegwijzering te verbeelden.

J

eroen Banga van ReadMe: “Bewegwijzering begint al in de visiefase van het nadenken over een nieuwe leeromgeving, of het nu renovatie is of nieuwbouw. Dan kun je iets toevoegen aan de magie van een gebouw en een nieuwe leeromgeving. Heldere & creatieve bewegwijzering en signage dragen bij aan de gewenste beleving en helpen leerlingen en bezoekers efficiënt en zelfstandig de weg weten te vinden. Wij nemen dus altijd de visie van de school als uitgangspunt bij het ontwerp van de bewegwijzering. Door met de teams samen te werken is het mogelijk al in een vroeg stadium de juiste keuzen te maken. Keuzen voor bewegwijzering beginnen met vragen als ‘wat wil de school uitdragen?, ‘waar staat zij voor?’ en ‘op welke speerpunten richt de

46

schooldomein

oktober 2016

school zich?’ Daarnaast zijn er vragen als “welke bewegwijzering is op welke locatie nodig om de bezoeker efficiënt en effectief naar de juiste plek te leiden. Hoe lopen de verkeersstromen en wat zijn mogelijke knelpunten? Alle functionaliteiten en (specifieke) ruimten binnen een gebouw moeten vindbaar en zichtbaar zijn, maar daarnaast is goede bewegwijzering onderdeel van de huisstijl, de missie en de verbeelding van een organisatie. Dat vraagt om een integrale benadering en we helpen in dat proces door de uitkomsten van een eerste analyse naar mooie visueel aantrekkelijke ontwerpen te vertalen. Bijvoorbeeld door passende objecten te ontwerpen in de vorm van bijvoorbeeld landmarks, mooie inspirerende fotografie in grootformaat en grote verdiepingscijfers. Uiteraard


ONTWERP EN INRICHTING

“Goede en aantrekkelijke bewegwijzering helpt je de weg te vinden, bewust en onbewust.”

in materialen die passen bij de school. Het ontwikkelen van toegankelijke en goed ontworpen bewegwijzering is een specialistisch vak, dat in feite direct aansluit op het ontwerp van de architect. Het gaat erom de juiste balans te vinden tussen een functioneel en duurzaam ontwerp dat aansluit bij het gebouw of gebied en de gewenste beleving van de gebruiker.” Less is more Jeroen verder: “Wij leveren een belangrijke bijdrage in alle fasen van het proces; van strategische analyse tot en met het complete onderhoud. Daarbij speelt psychologie ook een rol; in scholen houd je extra rekening met de emotie en de diversiteit van het lerende en spelende kind die anders is dan die van een bezoeker van een nieuw winkelcentrum of van een ziekenhuis. Goede bewegwijzering versterkt daarmee het ontwerp en zorgt voor een beter gebouw. Daarnaast vormen de huisstijl, missie en visie van de organisatie de uitgangspunten voor het

ontwerp. Bewegwijzering is ook een statement en past bij het DNA van de school. Die communicatiepunten voor de bewegwijzering vertalen we digitaal in de plattegrond en daar kan de architect verder op ontwerpen. ReadMe vertaalt deze naar de juiste vormen, kleuren en passende materialen in bewegwijzering. Ook visuele elementen van de huisstijl van de organisatie verwerken we in het totale bewegwijzeringsconcept. Daarbij is ‘less is more’. De kunst is dat wat écht nodig is te communiceren. Daarom is die samenwerking met de gebruikers en de architect zo belangrijk; die zorgt ervoor dat het ontwerp en de routing van de bewegwijzering naadloos aansluiten bij het ontwerp van het bestaande of toekomstige gebouw. Want je weg vinden is belangrijk!” ReadMe heeft alle benodigde specialistische expertise op het gebied van bewegwijzering in huis; van gebieds- en gebouwanalyse, strategie, branding, ontwerp tot uitvoering en zelfs het onderhoud. Met oog voor detail! Kijk voor meer informatie op www. readme.nl. U kunt ook bellen voor een afspraak: 010 - 22 10 100.

schooldomein

oktober 2016

47


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat

VELUX

BIM-objecten Snel, makkelijk en nauwkeurig

Download onze gratis CAD en BIM objecten: www.modulairelichtstraten.velux.nl 48

schooldomein

oktober 2016


Revolutionair Spectaculair Modulair

VELUX helpt u met gratis AutoCAD-tool en BIM-modellen VELUX modulaire lichtstraten zijn gebaseerd op een 100% modulair concept dat uitvoerige werkvoorbereiding compleet overbodig maakt. Daarbij biedt VELUX u simpele, bondige CAD-tools waarmee u snel nauwkeurige en visueel aantrekkelijke tekeningen en presentaties creĂŤert. Met andere woorden, wij hebben de lichtstraat gecompleteerd, zodat u verder kunt met uw project. schooldomein

oktober 2016

49


Tekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten

Monumentaal gebouw voor het 4e Gymnasium in Amsterdam

Een inrichting die verleidt en uitdaagt

50

schooldomein

juli 2016


ONTWERP EN INRICHTING

instructieruimte

aula

Een gebouw dat eruit ziet als een filmdecor met een oplichtende ledkrant. Een gevel als een kleurrijk avontuur waarbij niet direct wordt onthuld wat de binnenkant herbergt. Het kan een theater zijn of een bibliotheek. Niets van dat alles: de spannende gevel aan het ruim opgezette plein herbergt het nieuwe 4e Gymnasium aan de Houthavens in Amsterdam.

I

n een recent artikel in het Parool kenschetst journalist Jaap Huisman het gebouw als “een gezellige school, met een huiselijke sfeer.” Mijn eerste indruk was eerder die van een monumentaal, bijna klassiek opgezet gebouw met een ruim atrium, waarin grote trappen doen denken aan de opgang naar een tempel op het Forum Romanum. Rector Hetty Mulder haalt docent klassieke talen Patrick Nieuwenhuyse erbij, die de juiste context biedt: “In

het oude Rome was een triomftocht vaak de feestelijke intocht van een zegevierende legeraanvoerder. De veldheer loste zo de gelofte in, die hij de goden voor het begin van de veldtocht had gedaan en bracht een offer aan Jupiter. Achter hem liep een slaaf mee die voortdurend de volgende woorden sprak: Respice post te, hominem te esse memento (bedenk dat u slechts een mens bent). Bescheidenheid of humanitas was een wezenlijk onderdeel van de Romeinse beschaving en dat leidt direct tot het humanistisch ideaal dat van alle tijden is.” “En dat is een gymnasium ook; een humanistisch huis, waarin je kennis en vaardigheden opdoet en leert een volwaardig lid van de samenleving te zijn”, vertaalt Hetty de klassieke oudheid naar het ontstaan en de onderwijskundige visie achter het nieuwe gebouw. “Het 4e Gymnasium is in 2005 opgericht door de drie bestaande gymnasia in Amsterdam; Barlæus, Vossius en Ignatius, in samenwerking met het Cartesius Lyceum, omdat er behoefte was aan een vierde categoriaal gymnasium. Dat werd het 4e Gymnasium dat tot de start van schooljaar 2016/2017 liefst negen jaar gevestigd was in een tijdelijk gebouw aan de Stavangerweg, na twee jaar ‘inhuizing’ bij het Cartesius. Het 4e Gymnasium was oorspronkelijk een werktitel, maar raakte zo vertrouwd en ingeburgerd, dat we de naam hebben gehouden.” Leerpleinen en ICT “Op de begane grond vind je de mediatheek, de filmzaal, en ruimtes voor beeldende vorming, muziek en drama. De kantine ligt op de tussenverdieping. Op de verdiepingen 1 en 2 vind je de theorielokalen en de meer praktisch ingerichte ruimtes voor de binasvakken inclusief een ruimte voor proeven, en op de derde verdieping bevinden zich twee ruime sportzalen met daarnaast de toegang naar een prachtig dakterras. We misten in ons vorige gebouw vooral ruimte voor bijzondere vakken als film, dat bij ons een eindexamenvak is. Drama is ook een belangrijk vak bij ons, als tegenhanger tegen de cognitieve inspanningen die die gymnasiasten nu eenmaal moeten verrichten. Elk gymnasium heeft bovendien vaak geniale leerlingen met stoornissen in het autistisch spectrum. Een vak als drama is bij uitstek geschikt om hen te helpen in hun ontwikkeling en voor alle leerlingen een wezenlijke aanvulling op de cognitieve druk. We hebben nu een filmzaal en een montageruimte. Het enorme atrium is ook een podium voor optredens, een backstage en we hebben een lokaal, met coulissen en een ruimte voor rekwisieten. Gymnasia zijn van de boeken, die vooral behouden moeten blijven, maar wanneer digitale middelen het leerrendement verbeteren ontstaan vormen van “blended learning”.

schooldomein

oktober 2016

51


“Het gebouw verleidt om met een didactisch vernieuwend repertoire aan de slag te gaan.”

dakterras

Projectinformatie Project Nieuwbouw 4e Gymnasium inclusief twee sportzalen en fietsenkelder Opdrachtgever Gemeente Amsterdam/Esprit Scholen

We zijn geen elitair gymnasium en hebben geen doelgroep waar we zomaar ”bring your own device” van kunnen verwachten. Dus investeren we in een zeer goede wifi, een goed geoutilleerde mediatheek, met allerlei typen werkplekken, met en zonder computers en in laptopkarren. Je krijgt door de leerpleinen ruimte en mogelijkheden om andere didactische werkvormen te hanteren en als je dat gaat doen ontstaat de behoefte aan ICT- ondersteuning. Die hadden we ook niet echt in het andere schoolgebouw, zodat de docent altijd aan het eigen lokaal vastzat en aan de beperkte ruimte die dat lokaal bood. Rond het grote atrium is het onderwijs vakgericht geclusterd. De deuren van de grote lokalen van 60 m² komen uit op een leerplein dat bij dat cluster van vakken hoort. Het gebouw verleidt om met een didactisch vernieuwend repertoire aan de slag te gaan. Er wordt vaak gedacht dat de gymnasiumleerlingen een homogene groep vormen, maar dat is niet zo. De grootste diversiteit aan leerlingen zit waarschijnlijk niet in het vmbo maar in het gymnasium; daarom heb je in een gymnasium veel differentiatie en ruimtelijke mogelijkheden nodig, zodat je maatwerk kunt bieden.” Verbinding De nieuwbouw is een coproductie van het team van de school samen met het Schoolbestuur Esprit en de gemeente Amsterdam. Nathalie Wernsen heeft de nieuwbouw vanuit Esprit Scholen begeleid: “Architect Paul de Ruiter stelt dat hij het vorige gebouw eigenlijk heeft gekopieerd, maar dan groter. Je vindt hier de veelkleurigheid met oranje, geel en rood terug, het atrium met de open ruimte en het dakterras en de toepassing van hout en natuurlijke materialen. Het gebouw verbindt de Houthavens met zijn presti­ gieuze projecten met de Spaarndammerbuurt. Een grotere tegenstelling is niet denkbaar. De verbinding met die buurt is er ook echt. Omdat er een sporthal verdween in de Spaarndammerbuurt heeft de gemeente extra geïnvesteerd in twee sportzalen bovenop het schoolgebouw en in een aparte ingang met een pasjessysteem waardoor de zalen voor verhuur aan verenigingen uit de buurt beschikbaar zijn. Voor de school ligt ook een openbaar plein, waar de buurt gebruik van kan maken. Je zou hier heel goed een markt kunnen organiseren.”

Bvo Circa 8.000 m² Stichtingskosten Circa € 15 mio Inrichting meubilair en audiovisueel Vanerum interieurarchitecten Rob Toebes en Leonie IJperbaan Architect Paul de Ruiter Architects Aannemer Dura Vermeer

52

schooldomein

Inspraak Nathalie verder: “Onze docenten en leerlingen hadden een goede band opgebouwd met het tijdelijke gebouw en daarom wilden we hen maximaal betrekken bij de opzet van het nieuwe gebouw. Zo heeft een groepje collega’s en leerlingen samen met de schoolleiding in de bouwcommissie gezeten, die later in het proces een ontwerpteam werd. Per ruimtesoort is een programma van eisen opgesteld, waarbij is nagedacht over de uitstraling van de lokalen, mediatheek en leerpleinen. We zijn naar beurzen geweest en hebben

oktober 2016

Van links naar rechts: Nathalie Wernsen, Frans Smit en Hetty Mulder

moodboards gemaakt. Tijdens het selectieproces hebben we een aantal bedrijven gevraagd met inrichtingsvoorstellen te komen, waaronder Vanerum, met wie we al een langere relatie hadden opgebouwd. Zij hebben meegedacht over de inrichting van de lokalen, de leerpleinen, de kantine, het atrium en de mediatheek en hebben veel meubels op maat gemaakt. In de lokalen staan individuele setjes voor leerlingen, maar op leerpleinen zijn verschillende didactische vormen mogelijk. Dat heeft Vanerum vertaald naar een soort picknicktafel met vaste stoelen, als een soort outlet voor de lokalen.” Frans Smit is senior accountmanager van Vanerum: “We hebben niet alleen het meubilair geleverd, maar ook het audiovisuele deel, zoals de i-3 borden in de lokalen en de meest moderne laserprojectoren, allemaal voorzien van de i-3 learn hub software. Daarnaast hebben we veel meubels op maat gemaakt, zoals de wandkasten op de leerpleinen en de elementen in de kantine. De wandkast is op maat gemaakt en bestaat uit kastjes, een prikbord en open vakken, gebaseerd op een schets van een leerling die Lotte heet. Per sectie kun je er je eigen invulling aan geven. Op het dakterras hebben we de buitenruimte ingericht met boomstamtafels en de rode loungebanken die nog uit het tijdelijk gebouw komen.” Nathalie knikt: “Die eenheid en uniformiteit in het gebouw vinden we erg prettig.” Hebben we dan alles gezegd? “Nee”, stelt Hetty, “we zijn de eerste energieneutrale school voor voortgezet onderwijs in Amsterdam, we hebben gezonde watertappunten om flesjes te vullen in het gebouw én op het schoolplein en je mag ook nog vermelden dat we de eerste school zijn met een genderneutraal toiletblok. En dat we enorm trots zijn natuurlijk.” Kijk voor meer informatie www.vanerum.nl en op www.het4egymnasium.nl.


Tekst Jan Willem van Kasteel en Pepijn van Sandijk van ICSadviseurs –

ONTWERP EN INRICHTING

lid van het Platform Onderwijshuisvesting

Deel expertise en focus!

Duurzaamheids­ ambities? Begin bij de essentie! Eisen met betrekking tot de duurzaamheid van gebouwen worden steeds aangescherpt, zo ook voor schoolgebouwen. Opdrachtgevers dienen daarbij antwoorden te hebben op de vragen wat specifiek voor hen als gebruiker duurzaamheid is, waarom duurzaamheidsdoelstellingen gesteld worden en hoe dit te realiseren is. De vraag is wat certificering van duurzaamheid daar aan bijdraagt. Ervaringen leren dat certificering vaak als technische onderlegger dient, hoge kosten met zich meebrengt met als valkuil dat men onvoldoende oog heeft voor het (toekomstig) gebruik. Platform Onderwijshuisvesting pleit voor processen waarbij de opdrachtgever ambities bepaalt en formuleert en inzicht in de keuzes en de gevolgen heeft. Ook in het gebruik.

Artist impression Energy Academy Europe

schooldomein

oktober 2016

53


formuleren ambities

realisatie footprint

besparing

circulair

economsich

ontwerp

omgeving sociaal

proces

technisch

criteria uitwerking prestatie-eisen

verslaglegging

asse

D

e technologische ontwikkelingen gaan snel. Wettelijke eisen aan de prestatie van schoolgebouwen scherpen steeds aan, de wetgever houdt het tempo echter niet bij. Aan opdrachtgevers de vraag: ‘meelopen’ of ‘vooroplopen’? Er is geen glazen bol waarin technische ontwikkelingen in de toekomst zichtbaar zijn. Hoe spiegel je je als schoolbestuur aan duurzaamheidsambities die je

54

nog niet kent? Het besluit om te kiezen voor een duurzaamheidskeurmerk dat sneller inspeelt op technologische ontwikkelingen is dan een logische. Welk keurmerk is de juiste keuze? Oorspronkelijk zijn certificeringstrajecten opgetuigd voor ontwikkelaars en beleggers om duurzaamheid aan te tonen voor potentiële kopers of huurders, waardoor een object financieel aantrekkelijk werd gemaakt.

Volgen keurmerk met certificatie

Volgen keurmerk zonder certificatie

Heldere kapstok voor besluitvorming van eigen duurzaamheidsambities

Ruimte voor het ontwikkelen van eigen systematiek bij het formuleren van de duurzaamheidsambities, waarbij recente innovaties en de laatste technische ontwikkelingen meegenomen kunnen worden

(Externe) stok achter de deur bij het vasthouden en borgen van de duurzaamheidsdoelstellingen

Prikkels om aan duurzaamheidsdoelstellingen vast te houden intern organiseren. Tussentijds ambities bijstellen mogelijk

Eenduidige communicatie door het hanteren van standaard begrippen en definities

De duurzaamheidsambitie is een eigen verhaal dat met passie overgebracht en toegelicht wordt aan betrokken partijen zoals architect en aannemer

Aansluiting op financiering en subsidiëring, hoewel vaak via ingewikkelde processen

Financiering in principe volgens de normen, subsidiering is afhankelijk van het feit of een duurzaamheidskeurmerk geëist wordt, of aan een principe voldaan wordt. Vaak ook via ingewikkelde processen

Biedt een objectief en onafhankelijk platform, wat een vast raamwerk voor de beoordeling van alles fases in het proces biedt. Kan leiden tot calculerend gedrag in de besluitvorming om maar aan de gestelde score te komen

Door eigen prioritering krijgen de duurzaamheidsambities een andere invulling en zwaartepunten

Biedt door brede acceptatie inzicht in de waarde ontwikkeling van het vastgoed, op basis van een gemiddelde score

Het eigen verhaal en invulling van de duurzaamheidsambities biedt voldoende

Standaardisering van processen, wat wel aanzienlijke kosten met zich meebrengt in tijd en geld

Investering in tijd en geld in regulier proces, weinig tot geen extra kosten

Transparant, andere opdrachtgevers kunnen leren van ervaringen

Het vastleggen en delen van ervaringen is niet makkelijk of eenduidig te regelen

schooldomein

oktober 2016


ONTWERP EN INRICHTING

oplevering

gebruik

certificaat

essment

Voor- en nadelen van duurzaamheids­ keurmerken Het aanhouden van de systematiek van een keurmerk is een handige kapstok bij het definiëren van duurzaamheidsambities en als checklist om deze vast te houden. Het stimuleert aanbieders en leveranciers nadrukkelijk na te blijven denken over hun product om zo in aanmerking te kunnen komen voor een opdracht. Uitgaande van steeds hogere eisen en toenemende vraag naar nieuwe duurzame oplossingen. Certificering motiveert daarmee de aanbodzijde van de markt om te verduurzamen. Deze rol van prikkelen en uitdagen van marktpartijen om een beter product te leveren past goed bij het maatschappelijke karakter van onderwijsinstellingen. Maar het mag ook de andere kant op werken. Leveranciers mogen van scholen een heldere opdrachtformulering verlangen: wat is nu echt de gewenste prestatie die geleverd moet worden? Dit kan alleen wanneer het gesprek over duurzaamheidsambities vroegtijdig in het proces plaatsvindt, en over de Er zijn verschillende relevante keurmerken te hanteren, die onderling behoorlijk kunnen verschillen. Sommige zijn te combineren, van andere is dat niet aan te raden. Enkele bekendere en minder bekende ‘labels’: • BREEAM-NL • LEED • GPR • Greenkey • Greencalc+ • Ecolabel • Energielabel • MVO

“Essentie is om als op­ drachtgever betrokken te blijven bij de formulering en bewaking van de eigen duurzame ambities.”

Wanneer je lesmateriaal maakt levert het ook educatieve meerwaarde op. Dat kan ook gericht op duurzaamheidsaspecten van het gebouw, zoals op het gebied van energiegebruik, van CO2 uitstoot - nu en in de toekomst, gebruik van natuurlijke hulpbronnen en niet te vergeten de gezondheid van de gebruikers. Zaken die goed in een lesmethode te vatten zijn en te meten zijn in het gebruik. Waar bijvoorbeeld mee gerekend kan worden.

‘juiste’ onderwerpen gaat. Een gebouw dat niet alleen duurzaam gebruik stimuleert, maar ook de bewustwording van gebruikers vergroot. Dan overstijgt het de papieren checklist, die vooral over de techniek gaat. Niet alleen technische aspecten maken een gebouw ‘duurzaam’. Ook optimaal gebruik, een efficiënte en doelmatige indeling en leef- leer- en werkplezier bepalen of een gebouw duurzaam werkt. Een aantal valkuilen geldt specifiek voor het certificeringstraject. Innovaties zijn soms (nog) niet te vatten in een keurmerk, bijvoorbeeld als een rekenmethode nog niet is aangepast en de ‘duurzaamheid’ niet kan worden bepaald. Of de methodiek is zo strak omschreven dat bepaalde uitgangspunten onvoldoende duurzaam in het ontwerp terugkomen, vanwege de beperkingen van het ‘naar de letter’ volgen van de methodiek. Ook het te veel gericht zijn op het ‘sprokkelen’ van punten en het binnenhalen van ‘laaghangend fruit’ leidt tot een ongewenste verplaatsing van de focus. Dan wordt het behalen van het certificaat leidend en niet langer de duurzame ambities zelf. Of dat duurzaamheid het ‘speeltje van de adviseur’ is en daarmee de focus van de opdrachtgever verwatert. Integrale Visie Formuleer vroeg in het traject een eigen duurzaamheidsambitie met concrete speerpunten en prioriteiten op thema’s. Hanteer eventueel een keurmerk zoals BREEAM of GPR als leidraad. Bepaal aan de hand van eigen criteria of vervolgens certificering nodig is of niet. Zorg daarbij dat doelstellingen niet alleen voor experts begrijpelijk zijn, maar ook gecommuniceerd kunnen worden naar anderen. Een integrale visie op duurzaamheid bestaat uit technische thema’s, prestatie-eisen met betrekking tot exploitatie en gebruik die daadwerkelijk leiden tot innovatieve oplossingen, en sluit aan op het beleid Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Weet dat de kosten aanzienlijk kunnen zijn. We komen bedragen van rond de € 200.000,- tegen, puur voor de onderzoekskosten en advisering rond de certificering volgens geldende duurzaamheidskenmerken. Meer informatie over het Platform Onderwijshuisvesting en contactgegevens vindt u op www.platformonderwi-jshuisvesting.nl.

schooldomein

oktober 2016

55


Digitaliseren in het onderwijs

Een beter ICT fundament onder een optimale leeromgeving “Toen Schooldomein Cisco benaderde om partner van Schooldomein te worden, dachten we dat Schooldomein vooral gericht was op gebouw, facilitair en beheer. Al snel werd duidelijk dat de doelstellingen van Schooldomein en Cisco perfect op lijn liggen, namelijk het stimuleren van ‘de perfecte leer-, werk- en leefomgeving’ waar ook ICT een belangrijk onderdeel van vormt. Namens Cisco geeft Johan Joldersma in dit artikel zijn visie op de kansen voor ICT en onderwijs.

C

isco is een fabrikant van ICT oplossingen die kiest voor een andere benadering dan de meeste leveranciers: “Wij stellen succesvol digitaliseren van de hele (onderwijs-)organisatie als uitgangspunt. Onze missie is dan ook sinds 1985: ‘change the way we live, learn, work and play’. Dit sluit erg goed aan op de slogan van School­ domein.” Johan werkt al 16 jaar bij Cisco en is nu verantwoordelijk voor de sectoren gezondheidszorg en onderwijs en specifiek voor de teams die direct contact onderhouden met het MBO- en Hoger Onderwijs: “Onderwijs en gezondheidszorg zijn belangrijke sectoren die zich richten op twee kernaspecten van ons bestaan: ‘persoonlijke ontwikkeling’ en ‘gezond oud worden’.” Wat heeft digitaliseren van het onderwijs te maken met een ICT fundament? “Veel verandert en tegelijk blijft ook veel hetzelfde in het onderwijs. Bekende trends: content is steeds meer digitaal beschikbaar, studenten bereiden zich voor op beroepen die nu nog niet bestaan en het onderwijs sluit steeds beter aan op de persoonlijke behoeften. Nieuwe mogelijkheden dienen zich aan: op het gebied van communicatie chatten studenten meer in plaats van te e-mailen, ze bellen met video en creëren virtuele ruimtes om informatie te delen. Je kunt schermen delen met één of met duizend deelnemers, colleges opnemen en beschikbaar stellen voor studenten op afstand of als naslagwerk opslaan; je kunt video koppelingen maken met bedrijven voor videopresentaties waardoor je stages beter kunt begeleiden.”

56

schooldomein

oktober 2016

‘Change the way we live, learn, work and play’.

Leidt de digitale leeromgeving uiteindelijk tot het digitale gebouw? “Dat zou kunnen, maar een niet-digitaal gebouw is uiteindelijk geen prettige werk- en leeromgeving en dus minder aantrekkelijk voor docent en student. Elkaar ontmoeten, coachen en samenwerken blijven kernwaarden in het onderwijs. Digitalisering leidt dus niet tot individueel werken, maar maakt het wel mogelijk om op verschillende manieren en tijd- en plaatsonafhankelijk te leren en te werken. De focus komt daarom steeds meer op twee zaken te liggen: de inrichting van de leeromgeving die aantrekkelijk en uitdagend is en het optimaal faciliteren ervan. Het effect van beide aspecten wordt in toenemende mate versterkt door digitale mogelijkheden. Denk aan videocommunicatie of aan de groeiende kwaliteit van het draadloze netwerk, dat naast het verbinden met mobiele apparatuur bijhoudt waar studenten/docenten zich bevinden, aan kan geven waar vrije ruimtes, vrije werkplekken en vrije printers beschikbaar zijn en op die manier een roosterwijziging snel door kan geven. Het begrip bezetting en benutting dat vrij statisch was gekoppeld aan de beschikbare capaciteit krijgt door digitalisering een nieuwe dimensie. Digitalisering maakt het mogelijk om stages op afstand beter te begeleiden, studenten uit andere provincies (of zelfs landen) aan te trekken. Daardoor verbetert de toegankelijkheid van het onderwijs en dat is goed voor het imago van de hele instelling.” Leidt digitalisering ook tot meer veiligheid? “Zeker; door de digitalisering van het onderwijs zullen er, net als bij sloten op kastjes, sloten op informa-


ONTWERP EN INRICHTING

tie gezet moeten worden. Dat geldt niet alleen voor een deel van de informatie, maar voor alle beschikbare informatie. Informatie beveiliging moet integraal worden aangepakt. Acties om de digitale sloten te kraken worden steeds intelligenter. Stelt u zich voor dat uw leerlingvolgsysteem corrupt raakt? De meeste instellingen zijn zich nog maar beperkt bewust van de risico’s en kunnen hier nog grote stappen in zetten. Als gevolg van nieuwe wetgeving en de meldplicht datalekken hoopt de overheid het bewustzijn van IT-beveiliging te verhogen. Ook hier staan we nog maar aan het begin van de potentie en toepassing van intelligente systemen.” Digitaal DNA, het fundament voor digitaliseren “Al die ontwikkelingen maken dat een besluit om te renoveren of (ver-)nieuw te bouwen beter onder-

bouwd kan worden. Uiteraard kan informatie over het gebouw ook ingezet worden om de schoonmaak te optimaliseren door ongebruikte ruimten minder vaak te reinigen. Door een koppeling met andere elektrotechnische zaken zoals gebouwbeheer­ systemen en verlichtingsinstallaties via een netwerk ontstaan steeds meer mogelijkheden om het gebouw effectief te beheren, waarbij gebouw- en gebruikersinformatie gekoppeld worden. Veel besturen van onderwijsinstellingen zien deze kansen ook, maar vinden het vertalen van dit soort ontwikkelingen naar eigen beleid erg complex. De samenwerking tussen bestuur, facilitair beheer, ICT teams, docenten en studentenraden resulteert vaak niet in een eenduidige ICT visie. Door digitalisering in te passen in het meer jaren beleid van de instelling en kwaliteit en vereenvoudiging van ICT actief op een sterk IT-fundament te stimuleren, zijn doelstellingen absoluut te realiseren. Kleine deelprojecten die niet passen in de totaaldigitaliseringsarchitectuur moeten zoveel mogelijk beperkt worden. Net als in een integraal ontwerpteam, waarin gebruikers, architect en adviseurs integraal samenwerken om een goed en duurzaam gebouw te realiseren, is een team nodig dat als een integraal geheel naar ICT en haar toepassingen kijkt. Durven investeren in digitalisering leidt tot structurele kostenverlaging en verhoogt de aantrekkelijkheid en effectiviteit van het onderwijs. Een betere investering is niet denkbaar. Legt u ook dit fundament? Kijk voor meer informatie op www.cisco.com.

schooldomein

oktober 2016

57


Tekst Pieter Buis

MBO en HBO Facilitaire en ICT Benchmark 2016

Waar moeten we rekening mee houden? De gemiddelde facilitaire kosten per student blijven schommelen rond 2.000 euro. Dat blijkt uit de jaarlijkse benchmarkonderzoeken die Fier.fm uitvoert binnen het onderwijs. Fier.fm verwacht dat de effecten van stringente bezuinigingen niet voldoende zullen opwegen tegen de effecten van dalende studentaantallen en toenemende vraag naar ICT waardoor de kosten de komende jaren licht zullen stijgen.

D

e 2.000 euro per student bestaan uit de kosten voor gebouw en infrastructuur (55%), facilitaire diensten (16%), facilitair management en ondersteuning (3%) en informatie- en communicatietechnologie (26%). Kijken we naar de kostensoorten dan zien we dat de helft wordt uitgegeven aan ingekochte goederen en diensten, een vijfde aan eigen personeel dat wordt ingezet ten behoeve van de activiteiten en circa 30% voor rente en afschrijving. Hiermee vertegenwoordigen deze onderdelen maar liefst zo’n 20-25% van de totale concernkosten. Huisvesting steeds meer onder controle Een langzame daling zien we in de gemiddelde kosten van gebouw en infrastructuur. Met name de krimp in de kosten van gebouw, terrein en renovaties, welke het grootste onderdeel vormen van deze rubriek, veroorzaakt dit effect. Daarentegen stijgen de kosten van de rubrieken facilitaire diensten en informatie- en communicatie technolo-

Enkele kengetallen 5,5 (HBO) | 8,0 (MBO) m2 bvo per student 18 (HBO) | 16 (MBO) schoonmaakkosten per m2 bvo 16 (HBO) | 14 (MBO) kosten nutsvoorzieningen en afval per m2 bvo 570 (HBO) | 510 (MBO) ICT kosten per student

58

schooldomein

oktober 2016

gie. De kosten voor beveiliging en veiligheid blijven gedurende meerdere jaren stijgen. Toenemende agressie binnen de maatschappij brengen hogere kosten voor veiligheid en beveiliging met zich mee In 2015 stelde de Amsterdamse Burgemeester Eberhard van der Laan dat bij maatschappelijke dreiging scholen extra beveiligd zouden moeten worden. Dit in verband met de toenemende terroristische dreigingen. Deze trend is herkenbaar bij respondenten binnen het onderzoek onder MBO instellingen. Zo wordt aangegeven dat “De verharding van de maatschappij en steeds extremere vormen van geweld zullen leiden tot passende maatregelen binnen de beveiliging van de school”. Ook wordt gesteld dat “er binnen de organisatie steeds meer vraag is naar beveiliging. Schoolmede-


ONTWERP EN INRICHTING

werkers voelen zich regelmatig bedreigd”. Het gaat hierbij niet altijd om de inzet van techniek ten aanzien van veiligheid. Alhoewel enkele respondenten wel aangeven meer camera’s in te willen zetten. Juist sociale veiligheid krijgt steeds meer de prioriteit. “We hebben te maken met radicalisering van jongeren. Er is meer overleg tussen gemeente, politie en ROC”. Toename kosten zeer waarschijnlijk We weten niet wat de toekomst ons zal brengen. Wel weten we dat er veel zaken gaan veranderen. In 2020 zullen de kosten per student hoogstwaarschijnlijk niet lager zijn. Met name een substantiële toename van kosten rondom digitalisering en ICT vormen hiervoor een belangrijke oorzaak. Potentiële besparingen zijn voornamelijk te realiseren door het afstoten van vierkante meters en slimmer gebruik van ruimten. Ook leiden algemene besparingen door bijvoorbeeld inkoopsamenwerkingen en flexibel en vast personeel op diverse activiteiten zoals schoonmaak en energie tot lagere kosten. Onder andere de door Fier.fm aangeleverde gegevens worden gebruikt voor het samenstellen van de NFC-onderwijsindex. Binnen deze index zijn de kosten van WO, HBO en MBO instellingen vertegenwoordigd. Sinds 2010 laat deze index ook een stijgende trend zien. Facilitaire norm NEN-EN-15221 als uitgangs­ punt De MBO facilitaire en ICT benchmark is een jaarlijks onderzoek onder MBO instellingen naar kosten (total cost of ownership), parameters en trends. Het gaat om de kosten van gebouw en infrastructuur (huisvesting), facilitaire diensten, informatie- en communicatietechnologie en facilitair management en ondersteuning conform de NEN-EN-15221. Daarnaast bevat de rapportage informatie

“De kosten voor gebouw en infra­ structuur dalen licht, maar blijven grootste facilitaire kostenpost voor het onderwijs.”

Pieter Buis

Sheryl Limburg

rondom trends en ontwikkelingen binnen de facilitaire, huisvesting, inkoop en ICT functie van ROC’s en AOC’s. In 2016 werd het onderzoek voor de dertiende keer uitgevoerd. De HBO facilitaire benchmark van Fier.fm is een soortgelijk onderzoek en werd in 2016 voor de twaalfde keer uitgevoerd. Benchmarken gaat verder dan het verge­ lijken van gegevens Het transparant hebben van kosten helpt organisaties in hun bedrijfsvoering bij het maken van juiste afwegingen en keuzes. Het elkaar ontmoeten en kennis delen binnen dit initiatief biedt daarnaast veel meerwaarde. Dit wordt ook door het FSR van de MBO-Raad onderschreven. Dit platform is initiatiefnemer van de benchmark binnen het MBO en organiseert daarnaast diverse bijeenkomsten waarbij het uitwisselen van kennis en bundelen van krachten centraal staan. Kijk voor meer informatie op www.fier.fm of neem u contact op met Sheryl Limburg en/of Pieter Buis: sheryllimburg@fier.fm, 06 55334238 of pieterbuis@ fier.fm, 06 55334236.

Verdeling totale kosten per student

schooldomein

oktober 2016

59


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Sonia Arrepia

Tijdelijke bouw met de kwaliteit van nieuwbouw

Elk jaar een nieuwe school Het Hyperion Lyceum in Amsterdam Noord is een school voor VWO+, met gymnasium en atheneum. Vijf jaar geleden gestart in een modulair gebouw en nu al de snelst groeiende school in Amsterdam voor getalenteerde en leergierige leerlingen. De tijdelijke locatie is elk jaar weer uitgebreid, in afwachting van de permanente situatie. Tijdelijk, maar wel met een permanente kwaliteit.

B

Projectinformatie Project Tijdelijke huisvesting Hyperion Lyceum Opdrachtgever ROC van Amsterdam/ gemeente Amsterdam Architect Burton Hamfelt urban architecture Bouw De Meeuw

60

schooldomein

urton Hamfelt is als architect vanaf het begin betrokken bij de uitbreidingen van het Hyperion Lyceum in Overhoeks in Amsterdam-Noord: “De vorige rector Ilja Klink heeft de school in opdracht van ROC van Amsterdam bedacht. Zij werd toen rector en is nu directeur van de Nederlandse School. Haar stelling was dat Nederland op het gebied van onderwijs weer bij de top moest gaan horen. Wat ik van Ilja heb geleerd is dat zij de school liet overnemen door de leraren en de leerlingen. Er heerste een enorme creatieve en vooral ondernemende sfeer. Haar credo was: “Durf vragen te stellen, maak kleine stapjes en ga ervoor”. Ze leerde docenten denken als gamedesigners. Dat sloeg enorm aan en heeft nieuwe vakken opgeleverd zoals: grote denkers, logica en argumentatieleer, lifestyle informatics en drama en rede.

lokalen te denken, maar in open ruimten. In die zin is er wel een duurzame strategie ontwikkeld, door steeds weer te (de-)monteren en bij te bouwen. De eerste schets moest er vaak al in januari liggen en de volgende fase werd zes maanden later alweer opgeleverd. Het totaal aantal leerlingen is nu 605 en wordt 840 in 2018. Dan heeft de school ook het maximum bereikt. In feite kregen de leerlingen elk jaar weer een nieuwe school.”

Modulair, duurzaam en flexibel Dat zijn belangrijke kwaliteiten van het tijdelijke gebouw volgens Burton: “De eerste fase startte in 2012, waarbij de bestaande modulaire bouw door De Meeuw werd gedemonteerd en op een tijdelijke locatie opnieuw opgebouwd, de tweede fase volgde in 2013, de derde in 2014 en ten slotte de laatste fase in 2015, waarbij de school is gegroeid van 2.230 m² naar 5.388 m² bvo en de buitenruimte van 430 m² groeide naar 604 m². Elk jaar werd uitgebreid als een incident, zonder een duidelijk plan, maar wel met groeiende inzichten, die nu de basis vormen voor de nieuwbouw. Bijvoorbeeld door niet meer in

Betrokkenheid Bij de planning van een nieuwe fase en uitbreiding werden docenten, leerlingen en bedrijven betrokken en dat leverde nieuwe inzichten op. Zo heeft de school vier aula’s omdat het gebouw steeds weer werd uitgebreid. Een aula is als moestuin ingericht, er is een aula voor voorstellingen, voor zelfstandig leren en een aula dient als projectruimte voor tentoonstellingen. Het is een lang gebouw geworden met een lengte van 145 meter en twee ingangen. De opzet is simpel: prefab modulen van 3 meter keer 6 meter, gevel panelen van 3 meter keer 3 meter en vier gevel types. Je ziet aan de ontwikkeling van de verschillende fasen

oktober 2016


ONTWERP EN INRICHTING

“In feite kregen de leerlingen elk jaar weer een nieuwe school.”

hoe de school na is gaan denken over het onderwijs in de 21e eeuw en de skills die nodig zijn. Het onderwijs groeit letterlijk in het gebouw. Met leerlingen voor de derde fase heb ik het project My aula opgezet, waarbij van pallets meubilair is gemaakt in vier terreineilanden. Die pallets zijn nu weer gebruikt voor de moestuin waar de leraar biologie zijn lessen geeft. Alles is demontabel en her te gebruiken. De permanente bouw is in 2018 klaar en dan wordt dit gebouw als totaal weer op de markt gezet.” Leerpunten “Dit project is onderwijskundig interessant omdat gebruikers zelf de uitbreiding mochten invullen en

leerlingen betrokken werden bij de inrichting van de ruimten; het was geen lineair proces en er was geen uitgewerkt programma van eisen, maar wel voldoende flexibiliteit om de dingen te veranderen. In de eerste fase zijn we nog uitgegaan van de norm en de vertaling naar lokalen en nevenruimten, in de laatste fase hebben we dat helemaal losgelaten en zie je weinig muren. Ook is de buitenruimte betrokken als leerruimte, waardoor een vloeiend leerlandschap is ontstaan. Ook al is het meubilaire bouw; de inrichting kent een hoge architectonische kwaliteit met veel details en expressie, zoals de grote houten trappen in de aula. Met dit project laat je zien hoe een school op een natuurlijke manier kan groeien met directe input van de achterban. Dat maakt het interessant voor de architect, bouwer en de gebruikers. Het hele proces van visie, programma van eisen, aanbesteding en oplevering kun je met deze methode voorkomen. Het biedt ook een antwoord op de dynamiek van onderwijs in stedelijke locaties. Daarom denk ik dat er een mooie toekomst is voor dit soort benaderingen. Nu huurt de school het, waardoor het op termijn duurder uitpakt, maar mogelijk kan een gemeente als Amsterdam het kopen om her te gebruiken waar er een tijdelijke vraag ligt. Goed voor het milieu en goed voor het onderwijs, omdat dit voorbeeld laat zien dat ook modulaire bouw onderwijskundige en architectonische kwaliteit kan bieden.” Kijk voor meer informatie op www.burtonhamfelt.nl.

schooldomein

oktober 2016

61


Tekst Sibo Arbeek

Het Perron in Dronten

Een gebouw om in samen te werken “Hier komen leerlingen elkaar tegen, reizen ze een periode van hun leven samen en kiezen dan weer een eigen spoor.� De nieuwbouw van Het Perron in Dronten symboliseert de samenwerking tussen drie scholen. Het gevolg is een compact en duurzaam gebouw dat op alle niveaus werkt.

62

schooldomein

juli 2016


ONTWERP EN INRICHTING

D

irk Speelman is bestuurder van het Almere College en tevens voorzitter van de Stichting Huisvesting Dronten. Hij ontvangt me in de aantrekkelijke personeelsruimte van Het Perron die eruit ziet als een loungeruimte: “Weet je dat we veel inspiratie uit Schooldomein hebben gehaald op het gebied van kantines en docentenkamers, we hebben heel wat voorbeelden uit jouw blad geknipt en gebruikt in onze sessies”. Dirk legt de naamgeving van het gebouw uit: “We heten Het Perron, omdat we letterlijk naast het perron in Dronten liggen. Op de tweede verdieping zie je de treinen passeren en de mensen in- en uitstappen. Daarnaast staat dat woord ook voor wat we willen uitstralen met drie scholen in één gebouw. Zelfs ons belsignaal klinkt hetzelfde als op alle treinstations en onze website heet Het Perron Dronten.”

“Je kunt als school­ bestuurder in 2016 niet een gebouw openen dat niet duur­ zaam is.”

Samenwerken Het Perron herbergt het Almere College basis en kader, het Ichthus College basis en kader vmbo en Landstede mbo 1 en 2. “De onderwijsvisie is gericht op samenwerken”, vertelt Dirk. “Anders dan ons andere gebouw VIA in Kampen, waarbij het concept vanuit een toekomstvisie door een aantal sleutelfiguren in het programma was vertaald voordat een nieuwe groep docenten bij de uitwerking betrokken werd, hebben we hier maximaal aan draagvlak gewerkt vanuit alle betrokken scholen. VIA was een soort onderwijskundige droom, maar vervolgens moesten we het gebouw wel weer aanpassen op de dagelijkse praktijk. Wat hier positief heeft gewerkt zijn de nieuwe examenprogramma’s in het beroepsonderwijs, waardoor de docenten van de verschillende scholen een gezamenlijk traject hebben doorgemaakt en een onderwijskundige visie hebben gevormd. Dat proces is goed ondersteund door ICSadviseurs en Wind Architecten. Onze docenten hebben dus de tijd genomen om na te denken over vragen als: Hoe loopt een leerling door de school? Hoe geven we openheid en geslotenheid vorm en vinden we daarin een goede balans?” Gebruikersgebouw “Het Perron is vanuit de basis opgebouwd en dat zie je terug in de organisatie. De samenwerking is in eerste instantie vooral opgepakt om de beroepsgerichte vakken beter te regelen. Ichthus had geen techniek, dus moesten de leerlingen naar VIA in Kampen. Ook wilde de gemeente graag dat alle leerlingen in Dronten een startkwalificatie konden halen. Dat is gelukt; dit jaar kunnen ze in Dronten blijven voor BWI (bouwen, wonen en inrichting) en PIE (produceren, installeren en energie) . En dat was nog maar het begin; op enkele lokalen na voor de entree leerlingen loopt alles door elkaar. Er zijn geen thuisbasissen of aparte personeelskamers. Dat kan ook niet, want daar hebben we te weinig ruimte voor. Op verschillende niveaus is vanaf het begin in gemengde samenstellingen gewerkt. Er zijn drie teamleiders van de betrokken scholen, die de vestigingsdirectie vormen. Maar er zijn ook drie conciërges, terwijl de roostermaker van Het Perron is en niet van de afzonderlijke scholen. En er is een eigen database voor het leerlingvolgsysteem. Binnen alle organisatorische onderdelen wordt de gezamenlijkheid uitgestraald. Als ouders er voor kiezen om naar het Ichthus College te gaan is dat wel weer te herkennen in de eigen leerling ondersteuning, het mentoraat en de meeste van de theorievakken. Uitzonderingen kunnen bijzondere vakken zijn, zoals Duits. Er zijn leerlingen van de ene school die van andere docenten les krijgen. Dat geldt ook voor leerlingen van het mbo. Je kunt heel ingewikkeld doen met detacheringen, maar dat hebben we opgelost met een ingenieus verrekening systeem, op

schooldomein

oktober 2016

63


Dirk Speelman

basis van de verhoudingen binnen de drie formaties. Die verhouding leggen we op de deelname per vak en dat bepaalt de manier van verrekenen. Het vraagt een soort van vertrouwen en dat is gegroeid met het opbouwen van het hele concept. Het is daarom echt een gebruikersgebouw geworden.”

Projectinformatie Project Nieuwbouw VMBO-MBO school voor drie scholen, genaamd Het Perron Dronten Opdrachtgever Gemeente Dronten/ gezamenlijke besturen Adviseur Pve tot en met projectmanagement en directievoering: ICSadviseurs Architect Wind architecten en adviseurs Aannemer Aannemingsmaatschappij Hegeman Nijverdal BVO ca. 8.750 m2 BVO Stichtingskosten ca. 11 miljoen excl. BTW Ingebruikname Mei 2016

64

schooldomein

Duurzaamheid “Het Perron ligt op een ontwikkellocatie bij het station waar de gemeente een onderwijsstrook wil invullen. Zo komen er ook twee havo-vwo gebouwen en een gebouw voor praktijkonderwijs. Het gebouw in vier lagen is compact met grote trappen die vanuit het centrale atrium de verdiepingen verbinden. Rond de verdiepingen is het onderwijsproces georganiseerd in de verschillende sectoren, waarbij overal waar een leerling iets niet tijd- en plaatsgebonden kan doen gewerkt kan worden. Het gebouw kent een enorme buitentrap met een zuilengalerij en heeft rondom hoge ramen; dat is bewust, omdat we de schoonheid van het beroepsonderwijs wilden laten zien. Daar boven vind je de theoretische vakken en Economie en Ondernemen. Daarnaast kent het gebouw twee inpandige sportzalen met interne ramen, zodat je vanuit de school naar sportende leerlingen kunt kijken. De gemeente wilde natuurlijk graag een duurzaam en vitaal gebouw, maar had niet de middelen om dat te realiseren. Dus hebben we als bestuur zelf in de kwaliteit van de sporthal, het toekomstige sportveld en de duurzaamheid van het gebouw geïnvesteerd. Het was geen onhandig moment om te bouwen, dus we kwamen ermee weg. Als we de

oktober 2016

duurzaamheidsmaatregelen niet gedaan hadden, hadden ze ons niets kwalijk kunnen nemen. Je kunt als schoolbestuurder in 2016 niet een gebouw openen dat niet duurzaam is. Ik wil over 50 jaar nog steeds trots zijn op het feit dat we nu extra in duurzaamheid hebben geïnvesteerd. Bovendien is het goed voor de exploitatie. Het gebouw heeft een WKO, triple glas en verhoogde isolatiewaarde van gevels en dak, overal ledverlichting, wifi tot aan de grasrand buiten, 300 zonnepanelen op het dak, geen radiatoren en met luchtdruk wordt de temperatuur in balans gehouden, net als in de bergen (‘Open Balance Systeem’). Opvallend detail: de kleur paars komt overal terug in het gebouw, in combinatie met rustige tinten.” Zoektocht “Dat hele proces is goed begeleid door ICSadviseurs; vanaf het programma van eisen, tot en met de architectenselectie, de aanbesteding en de hele verdere begeleiding van het traject. Het is ook een zoektocht om een 21e eeuw gebouw te maken, dat geschikt is voor de digitale leeromgeving; wat je nu wilt is overmorgen oud. Tien jaar geleden werd een gebouw opgeleverd en ging je het lokaal in. Nu is nieuwbouw veel meer onderdeel van maatwerk, waarbij je met verschillende partijen aan de slag gaat. Daar heb je een goed team bij nodig. Delen is het nieuwe vermenigvuldigen.” Kijk voor meer informatie op www.hetperrondronten.nl. U kunt ook bellen met Hans Voorberg van ICSadviseurs of kijken op www. icsadviseurs.nl.


Het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van de Youth Food Movement en de Alliantie Voedselonderwijs.

Voedselonderwijs voor ieder kind

B

egin september is de campagne ‘Voedselonderwijs voor ieder kind’ gestart. De campagne is een gezamenlijke actie van de Youth Food Movement en de Alliantie Voedselonderwijs en heeft als doel om structureel voedselonderwijs voor ieder kind op de maatschappelijke en politieke agenda te krijgen. Daarom roept de campagne op tot het ondertekenen van de petitie voor voedselonderwijs met als doel meer dan 40.000 handtekeningen op te halen voor 16 oktober 2016, Wereldvoedseldag. Uit onderzoek blijkt dat voedselonderwijs op de basisschool helpt bij de ontwikkeling van een gezond en duurzaam voedingspatroon. Kinderen die meer weten over hun voedsel (herkomst, productiewijze, samenstelling of bereiding) hebben

een grotere kans op een gezond voedingspatroon. Maar voedselonderwijs is meer dan alleen luisteren. Juist door op structurele wijze kennis te combineren met vaardigheden, zoals koken, samen eten, proeven of groente verbouwen, wordt de impact van voedselonderwijs vergroot. Prof. dr. ir. Jaap Seidell, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam: “Wie wil werken aan een gezonde toekomst, begint bij de kinderen. Want gezonde kinderen hebben minder kans om ziek te worden, verzuimen minder op school en hebben betere schoolprestaties. Door ieder kind op school structureel te leren over een gezonde en duurzame voeding, krijgt ieder kind de kennis die het verdient. Jong geleerd is oud gedaan.” De Alliantie voedselonderwijs roept iedereen,

ouders, grootouders, burgemeesters, leerkrachten, werknemers, op de petitie te tekenen en te verspreiden. Bekijk ook de campagnefilm. Met 40.000 handtekeningen kan structureel voedselonderwijs als burgerinitiatief op de maatschappelijke en politieke agenda gezet worden.

De initiatiefnemers van de campagne ‘Voedselonderwijs voor ieder kind’ zijn Jaap Seidell (hoogleraar Voeding en Gezondheid), Vrije Universiteit Amsterdam, Pierre Wind (kok), de Youth Food Movement en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. Kijk voor meer informatie op schooldomein.nl/voedselonderwijs.

schooldomein

oktober 2016

65


ONDERWIJS HUISVESTING. Leren in een fijne omgeving

Bekijk onze projecten op

scholenvanbuko.nl

ADV

O N T W E R P • R EA EAL L ISAT IE • OND ERHOU D

FLEX I B ELE OPLOSSI NGEN, COMPLE TE D I E N S TV E R LE N I N G

PPS light project, MFC Atria te Leusden

PPS light project, brede school te Joure

PPS light project, SO/VSO De Zonnewijzer te Heerlen

Samen met Pellikaan creëert u een perfecte omgeving voor recreëren, werken en leren

Voor meer inspiratie bezoek www.pellikaan.com of bel ons op 013 465 76 00

66

schooldomein

oktober 2016

D&B project, Hilfertsheem-Beatrix en Da Costa te Hilversum


Tekst Sherwin Neira

FACILITAIR EN BEHEER

Foto Kees Rutten

Interimmers in beeld – De kunst van het jongleren - Interim projectleiding huisvesting voor Bindelmeer college in amsterdam

Leander Woltinge (l) en Rens van Hoek

Voor het schoolbestuur Stichting ZAAM uit Amsterdam geeft ICSinterim sinds september 2014 invulling aan een kennisen capaciteitvraagstuk op het gebied van huisvesting. Dit vraagstuk ontstond nadat de vaste projectleider van ZAAM met zwangerschapsverlof ging. De VMBO-locatie Bindelmeer College in Amsterdam Zuidoost stond voor de complexe opgave om haar locatie te renoveren. Daarbij diende tevens het bestuursbureau, dat in het schoolbouw was gevestigd, een ander onderkomen te betrekken. Leander Woltinge, manager Huisvesting van ZAAM, licht de opgave toe: ”Het project speelde zich af binnen een complexe context van veranderende regelgeving, transities binnen de school met betrekking tot het onderwijs en veranderingen van personele inzet. Verder kent deze school een bijzondere doelgroep van jongeren waarvoor aandacht en discipline belangrijke kernwoorden zijn. Dit zorgde ervoor dat de aansturing van dit proces naadloos gecontinueerd moest worden. Voor de interim vervanger, Rens van Hoek van ICSinterim, was het met name de kunst om zich flexibel op te stellen tussen de belangen van de school, de kaders van het schoolbestuur en het projectteam van architect en adviseurs.” Rens: “Toen ik in 2014 instapte, was de aanbesteding van het werk net achter de rug. Vanwege meerdere bezuinigingen

die waren doorgevoerd, moesten keuzes zorgvuldig worden gemaakt om binnen het budget díe zaken uit te voeren, die ook daadwerkelijk nodig waren en zouden bijdragen aan de langetermijnvisie van het onderwijs. Binnen dit project was veel aandacht nodig om het primaire proces van de school zo goed als mogelijk voort te zetten, want de school bleef tijdens de gehele renovatie gewoon in gebruik. Dit in combinatie met de doelgroep van de school maakte het soms ingewikkeld om alle ballen in de lucht te houden.” Leander Woltinge legt uit wat volgens hem de succesfactor was in dit project: “Vooral de samenwerking die Rens organiseerde met de school was erg belangrijk. Het is noodzakelijk dat de school vertrouwen krijgt in de uitvoering van het project. De verbouwing dient immers afgestemd te zijn op hún onderwijsvisie zodat het nog jarenlang optimaal gebruikt kan worden. De rol die Rens op een natuurlijke manier heeft overgenomen en waarin hij de schakel was tussen de school met hun onderwijskundige wensen, het schoolbestuur met de projectkaders en de aannemer met de zorg over de uitvoering, was daarin van doorslaggevend belang. De nauwe en effectieve samenwerking met alle betrokkenen was niet alleen aangenaam, maar heeft de succesvolle uitvoering van dit project echt mogelijk gemaakt.”

schooldomein

oktober 2016

67


ICSadviseurs loopt Dam tot Damloop voor goed doel Zondag 18 september heeft voor de vierde keer een team van ICSadviseurs meegedaan aan de Dam tot Damloop. Aan dit grootste sportevenement van Nederland nemen jaarlijks ongeveer 50.000 mensen deel. De 10 mile van Amsterdam naar Zaandam is hierbij de klassieker waar het team van ICSadviseurs aan heeft deelgenomen. Alle 17 lopers hebben de ruim 16 kilometer uitgelopen. Zeker gezien het warme weer een mooie prestatie! Het team heeft ook dit jaar weer voor het goede doel Run4Schools gelopen, met een prachtig bedrag als resultaat waarmee de stichting weer mooie activiteiten kan organiseren. Run4Schools financiert en organiseert in- en naschoolse sportopvang in de townships van Zuid Afrika. Kinderen worden na school opgevangen en sporten onder begeleiding en toezicht van coaches. Zo hebben ze plezier met andere kinderen, krijgen ze zelfvertrouwen en blijven uit handen van de jeugdbendes. Kijk voor meer informatie op www.run4schools.nl.

68

schooldomein

oktober 2016


Column

Samen en Veilig

SPECIALIST IN EDUCATIEVE COMMUNICATIE Ten Brink Uitgevers is dé uitgeverij voor onderwijsgerelateerde boeken en magazines. Vakkennis voor u! Bekijk ons aanbod op:

www.tenbrinkuitgevers.nl SINDS

1848

Als ik aan deze column begin, flitst automatisch het ontroerende nummer van Paul de Leeuw door mijn hoofd, ‘Samen zijn, is samen lachen, samen huilen’. Samen lachen is een genot. Samen huilen bijzonder! Dat doe je liever niet bij iemand die daar misbruik van zou kunnen maken. Je veilig voelen is een voorwaarde om ‘het’ te laten gaan. Helaas lopen er te veel kinderen (jongeren) rond op school die zich helemaal niet veilig voelen. We leven vandaag de dag in een maatschappij waar het respect voor elkaar ver te zoeken is. Zo blijft pesten een megagroot probleem. Ook het respect voor meisjes (meiden) neemt af! Vijfentwintig jaar geleden werden meisjes niet uitgescholden voor ‘hoer’. Nu is dat aan de orde van de dag! Het gebeurt overal: in de klas, in de gang en vooral op het schoolplein. Hoewel een duurzame leef-, leer- en werkomgeving in het onderwijs belangrijk is, blijf ik roepen dat een gezond EQ-klimaat het belangrijkst is. Wat heb je aan een mooie duurzame school en een prachtig ontworpen schoolplein als jij je er als leerling niet veilig voelt? Als jij, als leerling, niet happy bent met jezelf en je leven, kan alles om je heen je gestolen worden. Je schooltijd kan fantastisch zijn of een hel op aarde! Daarom blijven wij van ‘Become the best version of yourself’ roepen dat EQ-les of te wel emotionele ontwikkeling een verplicht vak zou moeten zijn in het onderwijs. IQ maakt niet gelukkig, EQ wel! We leveren door de focus op IQ geen gelukkige leerlingen af met voldoende zelfrespect en respect voor een ander. Dus, laten we ons samen eens gaan richten op het geluk van de leerlingen: innerlijk geluk! Daar plukt iedereen de vruchten van, ook onze maatschappij. En dat levert betere scholen op, die voor een veilige en duurzame leer- en leefomgeving zorgen. Samen lachen en samen huilen creëert verbinding, dat willen wij toch allemaal?! Lisa Staal | Spreker, inspirator en directeur van de stichting ‘Become the best version of yourself’ | www.becomethebestversionofyourself.nl

schooldomein

oktober 2016

69


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers

Warm en toegankelijk Nummer twee verbindt weer een zacht begrip (warm) aan een fysieke uitwerking ervan (toegankelijk). Een warme omgeving wordt als toegankelijk ervaren. Dat is een plek waar je wilt zijn. Deze combinatie van begrippen levert weer voldoende voedsel op voor een vruchtbaar nummer dat eind november in uw bus rolt.

Beeld: Ector Hoogstad Architecten

2

no.

ADV

Martijn Buskermolen (fotografie), Jaap de Kruijf, Anje Romein en Kees Rutten (fotografie). Redactieraad De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 06-82548370 brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul.voogsgerd@schooldomein.nl, 06-46337000. De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl. Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en

• Da Vinci College Roosendaal: vijf tijdcapsules in het nieuwe schoolgebouw groeten de docenten en leerlingen van 2039. Dan bestaat het Da Vinci College 100 jaar. • Een school zonder deuren: IKC de Toverberg in Zoetermeer nodigt uit. • Nieuwbouw MFA Oosthuizen: een gebouw waarin je vanzelf gaat bewegen. • Nieuwe leeromgeving Thamen: het experiment is geslaagd; de markt innoveert het onderwijs.

bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,- voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: Ahrend, Alpha Consultancy, Bolidt, BUKO, Cisco, DGMR, DP6, Ecophon, Frencken Scholl Architecten, Forbo, Gispen, Hevo, ICSadviseurs, LIAG, M3V, Nora Flooring, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement, NOT, Platform Onderwijshuis­vesting, OIII architecten, Pellikaan, README, RoosRos Architecten, STALAD Onderwijsinrichting, SMT Bouw & Vastgoed, TenW architecten adviseurs, Topos architecten, Vanerum, VELUX.

70

schooldomein

oktober 2016


? eten t w r Mee load he p n Dow paper o e t o i wh w.forb ww ing.nl/ oor erwijs ond

ADV

ZO WORDT LEREN WEER LEUK FEIT: Blije leerlingen presteren beter.

Schone en gezonde ruimtes zijn cruciaal in het onderwijs. De concentratie stijgt en het ziekteverzuim daalt. Van de ingang en hallen tot de lokalen en kantine: Forbo biedt een gezonde vloer met de juiste functionele eigenschappen en sfeer. Zo wordt het onderwijs leuker ĂŠn beter. Dus kom maar op met dat rapport! Verbeter de ruimte, begin met de vloer.

creating better environments

schooldomein

oktober 2016

71


Veilig en duurzaam

ADV

Inrichting Science lab het Dollard College te Winschoten

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

wilt zien als je aan de slag gaat met het duurzaam (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • verkoop@stalad.nl • www.stalad.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.