Schooldomein nr. 5

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein Thema: Ontdekken Randvoorwaarden voor een goed schoolgebouw

Nationaal Onderwijsmuseum in De Holland Het IJburg College als leergemeenschap

Tweede leven voor provinciaal monument

jaargang 27 mei 2015

5 Altijd de laatste updates van Schooldomein?

facebook.com/schooldomein

twitter.com/schooldomein


ZOMER BAMBOE LICHT THUIS Forbo Flooring introduceert Marmoleum Modular, een vloer die uw fantasie alle ruimte geeft. De verschillende tegelmaten in tientallen dessins volgen moeiteloos uw ideeĂŤn. Laat u inspireren op marmoleummodular.nl. Daar leest u ook alles over de ongekende milieuprestaties en de gunstige onderhoudskosten.

Dit is een biobased vloer: www.marmoleummodular.nl.




VAN DE REDACTIE

Ontdekken Dit meinummer kent als thema ‘ontdekken’. Hoe toepasselijk in een ontluikende lente en economie, waarbij gemeenten, schoolbesturen en maatschappelijke organisaties na jarenlang op elke uitgave een stop te hebben gezet, nu eindelijk weer durven te bewegen. En investeren in vernieuwing alleen al omdat een samenleving niet zonder vernieuwing en dromen kan. En daar hoort ook bouwen aan de toekomst bij. Wie herinnert zich niet de prachtige eerste regels van het gedicht Mei van Herman Gorter: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid: Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit, Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht, In een oud stadje, langs de watergracht.” Er schuilt een prachtige melancholie in deze eerste regels, omdat alles voorbij gaat, maar zich in de ontluikende warmte van een nieuwe lente ook weer moet vormen en vernieuwen. De melancholie ligt misschien wel in de vanzelfsprekendheid van economische groei en welvaart. Vaak ten koste van welzijn en ook weer vanzelfsprekende normen en waarden, afspraken en functies. Dat heeft zich geuit in het alsmaar meer vierkante meters bouwen, terwijl de samenleving die functies eigenlijk niet meer nodig had, omdat ze anders ging leren, ontmoeten, werken en ontspannen. Het is eigenlijk maar goed ook dat die tijd voorbij is, want hoeveel overbodige vierkante meters zijn er neergezet die nu al moeten worden afgeschreven? Daarvoor in de plaats groeit er weer een besef van waarde creatie en dat betekent ook een nieuwe waarde toekennen aan datgene dat er altijd al was. Dat is het mooie van het opnieuw ontdekken. In de gebouwde omgeving en architectuur betekent dat het accent meer is komen te liggen op het versterken van de bestaande infrastructuur, het stimuleren van de wijkeconomie en het eerst nadenken over de historische waarde van een gebouw en een plek voordat een gebouw als verouderd wordt afge-

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maat-

daan. Het opnieuw ontdekken van de betekenis die er al was en die in potentie krachtig is. Toen ik er over nadacht begreep ik het ook en eigenlijk werd een aanzet al gegeven tijdens de expertmeeting over krimp op de NOT. Toen zei Ad Meisen, stafadviseur Facility Management bij onderwijsstichting Movare in Limburg het volgende: “Je moet krimp innovatief blijven benaderen en niet als een toename van al teveel leegstand zien.” Want in het laatste geval betekent dat het hoofd neerleggen bij iets dat onvermijdelijk lijkt. Dat betekent kijken naar de waarde van de plek, van het gebouw en soms ook rigoureus ingrijpen en vernieuwen waar exploitatie nooit meer terug komt. Dat leidt tot prachtige ontdekkingen en tot nieuwe initiatieven. Op de cover van dit nummer de snijlijn van het oude en het nieuwe deel van het gerenoveerde en gerestaureerde gebouw van het Cartesius Lyceum in Amsterdam. Een mooi voorbeeld van ontdekken. In het atelier de Leidse school van Dudok die in 2015 100 jaar bestaat en waar nu het Bonaventura College is in gevestigd. Of natuurlijk het nieuwe Nationale Onderwijsmuseum in Dordrecht, dat in juni haar deuren opent in het voormalige hoofdkantoor van verzekeringmaatschappij De Holland. Een prachtig neobarok gebouw van de befaamde architect Sybold Van Ravesteyn dat in 1859 is gebouwd. De afgelopen decennialang aangetast door vandalisme, verpaupering en verkeerd gebruik door Kwantum en Albert Heijn is het nieuwe in de oude glorie hersteld. Op een plek die veel Dordtenaren kennen en waar ze herinneringen aan hebben. Ontdekken betekent dus herinneren. Gekoppeld aan opnieuw waarde toekennen. Kortom: tijd voor een nieuwe lente en een nieuw geluid. Sibo Arbeek

Hoofdredacteur

schappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties,

advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door:

schooldomein

mei 2015

5


inhoud

BESTUUR EN BELEID

08

Visie op een noodzakelijke transformatie

11

Het IJburg College als leergemeenschap

Truus Vaes, voorzitter van het College van Bestuur van de IRIS CVO groep, geeft haar visie op veranderend onderwijs.

De succesfactoren van een actieve leergemeenschap in ontwikkeling.

bestemming voor markant 14 Nieuwe gebouw Vliegende start voor Nationaal Onderwijsmuseum in voormalige hoofdkantoor van verzekeringsmaatschappij De Holland.

16 Lessen uit de praktijk 19 Kennis en inspiratie tour

Nieuw paradigma hard nodig bij ontwikkeling IKC’s.

ICSadviseurs organiseert inspirerende bijeenkomsten in bijzondere gebouwen.

NOT

voor een goed 20 Randvoorwaarden schoolgebouw

43

THEMA

Ontdekken Ontdekken is een mooie term. Het betekent het ont-dekken van datgene dat bedekt was. En daar zit ook weer de vernieuwing in. De vernieuwing ligt in het ontdekken van de potentie van het bestaande. En laat daar nu net de uitdaging van deze tijd liggen. De kansen van bestaand vastgoed. Het stimuleren van de wijkeconomie. Het zoeken naar verbindingen. Twee visionairs delen hun visie op het thema: Harry Puts als creative partner van Made in May en Teun van Wijk als partner van ICSadviseurs.

schooldomein

24 Naar een toekomstbestendige school

Schooldomein, Schoolfacilities, Ruimte OK en het Instituut Voor Vastgoed & Duurzaamheid organiseren Onderwijsvastgoed Dag 2015.

26

ONTWERP EN INRICHTING Kleurrijke inrichting accentueert onderwijsproces Nieuwbouw Clusius College in Alkmaar is een aantrekkelijk en transparant kasgebouw.

29

Een visie op de ontwikkeling van duurzame, frisse scholen voor het speciaal onderwijs Op weg naar op maat gemaakte gebouwen voor kinderen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben.

32 Flexibiliteit en design in hoger onderwijs Projectmeubelen van Casala koppelen design aan functionaliteit.

34 Tweede leven voor provinciaal monument Metamorfose maakt Dr. Nassau College Assen geschikt voor de komende veertig jaar.

36 Niet horen? Dan zeker niet zwijgen!

Coverfoto: Cartesius Lyceum

6

Inspirerende expertmeeting van Schooldomein en Ruimte OK op de NOT 2015.

Verslag van het Ecophon-seminar ‘Akoestiek in Sporthallen’ in het Haarlem College.

mei 2015


& Berkhoff, 40 Hubertus De Culinaire Vakschool Licht maakt vrolijk!

BOUW EN ORGANISATIE

48 50 53

Verduurzaming onderwijshuisvesting – De Rotterdamse aanpak Rotterdam maakt zich op voor een grote vernieuwingsopgave van de onderwijshuisvesting.

Microsoft showcase school van ZMLK tot en met gymnasium In Kindcentrum Rivierenwijk in Deventer werkt elke leerling met een device.

Faculteit Campus Den Haag, Universiteit Leiden in Den Haag Drie panden, samengetrokken tot één gebouw, vormen een nieuwe centrale locatie.

FINANCIERING EN EXPLOITATIE

55 56 58 60

Kwart decentrale aanbestedingen architectuur mislukt Highlights uit het kwartaalbericht april 2015 van het steunpunt architectuuropdrachten.

Investeren in exploiteren! Vier bureaus ontwikkelen exploitatiescan.

FACILITAIR EN BEHEER Play with Marmoleum Modular Verslag van een geslaagde Forbo-talkshow in de Architectenshowroom op IJburg.

Maximaal rendement door slimme ingrepen. Restyling Christelijk College De Noordgouw in Heerde bijzonder geslaagd.

Rubrieken 39 63 64 65 66

De kunst in het ROC van Twente

De etalage

Het atelier: De Leidse School van Dudok

Column van Martin van den Brink

Vooruitblik naar Schooldomein 6: Ontregelen

13 27 50 49 60


De leerling centraal

Visie op een noodzakelijke transformatie

8

schooldomein

maart 2015


BESTUUR EN BELEID

De leerling staat centraal in de visie van Truus Vaes. Truus is voorzitter van het College van Bestuur van de IRIS CVO groep waaronder vijf scholen vallen. Haar toegevoegde waarde ligt in het verbinden op alle niveaus. In Schooldomein geeft ze haar visie op veranderend onderwijs en de rol die de bestuurder daarin kan spelen. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Inge Pont

De visie van IRIS Aan het begin van het gesprek schuift Truus een mooi blauw gekaft boekje over tafel: “Dat is onze strategische visie die we ‘Het leren van morgen’ noemen. Daarbij kijken we vooruit naar 2020 en verder. Een strategische koers bepaal je niet alleen; dat doe je samen met de ouders, de stakeholders en de wereld om ons heen. Je creëert samen een beeld dat durven dromen combineert met ervaringen uit de praktijk, waarbij scholen al steeds meer aan het loskomen zijn. We hebben die visie dit jaar in de vorm van inspiratiebijeenkomsten met vijftig medewerkers, de Raad van Toezicht, de staf en het MT opgesteld. Het is een inspirerende stip aan de horizon waarin de thema’s schoolklimaat, aandacht voor talent en bekwaamheid, leren en ontwikkelen en aandacht voor ontmoeten centraal staan. Als je die ambities doordenkt zie je dat je nog in een overgangsfase zit; van een organisatie die zich vooral op het goed voorbereiden op diploma’s richt naar een organisatie die leerlingen veel meer op maat wil bedienen. Als je bedenkt hoe scholen veelal nu nog georganiseerd zijn, ligt daar een uitdaging. De school zal het ontmoeten ook buiten de school steeds meer gaan stimuleren, waarbij je een open kritische school wordt en er ook op andere plekken dan in het schoolgebouw geleerd kan worden.” Hoe betrek je de scholen bij het ontwikkelen van de visie? Onder IRIS sorteren vijf scholen en daarnaast zijn we met een bestuurlijke fusie met KSH bezig, waardoor we mogelijk naar zes scholen groeien. Alle zes scholen hebben een hele eigen kleur, waarin aandacht voor het schoolklimaat, de kwaliteit van het onderwijs en aandacht voor de ontwikkeling van leerlingen en personeel heel bepalend zijn. Ik zit hier nu vier

en half jaar en zie mijn taak vooral in het faciliteren van het leren en ontwikkelen in dienst van goed onderwijs. Daarvoor moet je bewust ruimte en geld vrijmaken, omdat teams steeds kenbaar maken wat ze nodig hebben voor hun eigen schoolontwikkeling. In ons HRM beleid benadrukken we de ontwikkeling van leiderschap, zodat we teamleiders en directeuren hebben die goed geëquipeerd zijn voor hun werk. Ik zie dat ontmoeting daarin cruciaal is en uiteindelijk zal het toch in de school moeten gebeuren. Naast het kwalificerende wordt het socialiserende element steeds belangrijker. Dat betekent een verbreding van vooral competentiegericht toetsen nu, naar een school die uitgaat van talenten op alle niveaus. Kinderen krijgen zelfstandigheid mee uit de basisschool en als we niet oppassen, halen we die er weer uit. We zien steeds meer profielen waarbij het talent en de ontwikkeling daarvan de basis vormen. Toch hebben we nog een schoolorganisatie en gebouwen die het tegendeel uitademen, die geen ruimte geven aan kinderen om zelf hun leerproces te sturen. We hebben nog steeds scholen met te volle klaslokalen. Ik wil een school, waar de docent de leerling ook buiten de les kan ontmoeten. We zitten in een overgangsfase van oude structuren naar nieuwe manieren van denken en ontwikkelen. Dat is best een uitdaging, maar ik merk dat steeds meer docenten warm lopen om te veranderen.” Hoe vul je het verbinden in? “De deuren open maken gaat ook over de scholen en de gebouwen heen. Voor techniek kijken we naar het mbo en het bedrijfsleven. Maatschappelijke stages organiseren betekent de verbinding maken met partners in de samenleving. Bestuurlijke samenwerking gaat vaak over gemeenten heen. Zo zijn er voor passend onderwijs twee samenwerkingsverbanden.

schooldomein

mei 2015

9


gebouw in Nieuw-Vennep, dat ruimte biedt voor een vernieuwd onderwijsconcept. Thamen in Uithoorn heeft een oud gebouw en een nieuw concept dat ‘Thamen toekomstbestendig’ heet. Daar past het bestaande gebouw niet meer bij. Met ECL hebben we richting de gemeente een sterke visie vastgesteld, vertaald in een programma van eisen voor renovatie van één van de gebouwen. ICSadviseurs speelt een belangrijke rol door waarde toevoeging qua inhoud en proces. Als adviseurs moet je de energie die in de school zit eruit halen. ICSadviseurs weet die energie resultaatgericht te maken.”

“Mijn toegevoegde waarde ligt in het leggen van verbindingen.”

Dat heeft de samenwerking tussen schoolbesturen en scholen sterker gemaakt. Als bestuurder van IRIS ben ik in de positie gekomen om voor langere periode te bouwen aan de ontwikkeling van het onderwijs, deels in de scholen maar ook regionaal. Het Regionaal Besturen Overleg Onderwijs Zuid-Kennemerland is bijvoorbeeld een mooi voertuig gebleken, waarbij ik de trekker op het gebied van de doorlopende leerlijnen ben. De afgelopen paar jaar hebben we hier samen met het primair onderwijs hard aan getrokken, zo hebben we dit jaar een nieuw lotingsysteem bedacht om de overgang van PO naar VO goed te laten lopen. Verbindingen worden steeds belangrijker ook intern.” Welke rol speelt huisvesting? “Het paradoxale is dat je dan toch vaak met gebouwen bezig bent, omdat die zo faciliterend aan het onderwijs zijn. Als het gaat om huisvesting hebben we met vier gemeenten te maken: Haarlemmermeer voor het Herbert Visser College, het Kaj Munk College en de KSH en de gemeente Uithoorn voor Thamen, Heemstede voor onze mavo Haemstede-Barger en Haarlem voor het Eerste Christelijk Lyceum. Nieuwbouw of verbouw geeft je de kans om iets anders te doen dan je tot nu toe neergezet hebt. Het is de kunst om goed je visie te formuleren en te vertalen in een programma van eisen. We bouwen een nieuw vmbo

10

schooldomein

mei 2015

Wat is de rode draad in je persoonlijke ontwikkeling? “Ik ben altijd een onderwijsmens geweest, heb onderwijskunde gestudeerd en ben rond ‘85 het HBO in gerold in een baan in de lerarenopleiding om leraren te ondersteunen in het gebruik van computers in de klas. Samen met een groep medestudenten hebben we in onze studie de ruimte gekregen een afstudeerrichting ICT en onderwijs te volgen, waarvoor een enorme ontwikkelvraag lag. Voor de Amsterdamse academie voor Bank en Financiën heb ik als docent en later als leidinggevende gewerkt. Ik heb meegeholpen het informatica-curriculum van deze opleiding te ontwikkelen. Daarna heb ik voor de International Business & Management Studies (IBMS) gewerkt, waarvoor ik veel reisde en met internationaal onderwijs bezig was. Vanuit die rol heb ik een aantal interim klussen binnen de hogeschool gedaan en zo ben ik als interim adviseur bij BMC terecht gekomen. In die periode heb ik het voortgezet onderwijs goed leren kennen, eerst als rector en uiteindelijk als bestuurder. Naarmate je hogere ambities stelt haal je die ook eerder en van groei word ik ook altijd wel heel erg warm. Waar ik die niet ontdek vind ik dat een gemiste kans. Ik ben iemand die resultaatgericht is, maar weet ook dat wanneer je daar teveel op focust dat soms ten koste van vertrouwen gaat. Als controle bovenaan staat krijg je wantrouwen. Je moet telkens de goede balans zoeken. Op basis van vertrouwen bouw je organisaties waar verbinding ontstaat. Professionele ruimte is voor ons een heel belangrijk woord. De kunst is dat de medewerker het gevoel heeft ruimte te krijgen, maar ook laat zien wat hij daarvoor moet doen. Je moet ook niet bang zijn om de dingen die niet goed gaan te vermelden. We worden beter als we onze fouten herkennen. Mijn rol is te inspireren en het ontmoeten te faciliteren. Ik ben niet de bestuurder van de grote gebouwen of ambities die boven de scholen uitgaan. Ik ga voor kwaliteit van het onderwijs en dat doe ik samen met de scholen.” Voor meer informatie surft u naar www.stichtingiris.nl.


BESTUUR EN BELEID

Celebration of learning

Het IJburg College als leergemeenschap Lou Brouwers en Nico Moen maken deel uit van de schoolleiding van het IJburg College in Amsterdam maar benadrukken dat ze vooral onderdeel zijn van een actieve leergemeenschap die continu in ontwikkeling is. Nu het tweede IJburg College er komt wordt het tijd om de succesfactoren van de school uit te lichten, die in 2006 met 68 leerlingen startte en er nu 1.400 huisvest.

schooldomein

mei 2015

11


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Ben Vulkers

A “Onderwijs geven begint met het creëren van een relatie.”

lgemeen directeur Lou Brouwers over het begin: “Toen rond 1998 de wijk gepland werd was de prognose dat er 45.000 mensen zouden wonen en dat was voldoende voor een nieuwe school voor voortgezet onderwijs. De gemeente heeft in het diffuse Amsterdamse onderwijslandschap met 23 besturen meerdere schoolbesturen benaderd om in te stappen. Drie toenmalige besturen OSB, ISA en MSA namen de uitdaging aan, met als voorwaarde dat ze zich na realisatie weer zouden terugtrekken, dat er geen personeel vanuit deze besturen op de school zou worden aangesteld en dat er sprake zou zijn van een onderwijskundig vrije keuze. Er moest een school komen die ver voor de troepen uit zou lopen en waar de 21-eeuwse century skills leidend moesten zijn. Dus zijn we ook een digitale school en ontwerpen we onze eigen methoden.” Zijn collega Nico Moen vult aan: “De eerste footprint was 20.000 m² voor een school van 2000 leerlingen, maar dit wilden wij niet. Uiteindelijk is het een compacte school van 4.000 m² BVO geworden, in combinatie met een sporthal, sociale woningbouw, vrije sectorappartementen en een gedeelde parkeergarage en fietsenkelder voor de school. Toen het architectenbureau LIAG in 2004 begon te ontwerpen was er nog geen personeel om over het concept mee te denken. Gaandeweg het ontwerpproces zijn we behoorlijk op stoom gekomen en hebben we een gebouw gemaakt dat tegemoet komt aan onze ideeën over onderwijs en past als een jas. Vanuit de basisgedachte van het vernieuwingsonderwijs zou het een domeinenschool geworden zijn, met grote ruimten met zogenaamd zelfverantwoordelijke leerlingen en 200 kinderen in 1 lokaal. Dat wilden we dus niet en wat we hebben gemaakt is een leergemeenschap in fysieke vorm. Met deelscholen die communities op zich zijn. Binnen de deelscholen heb je lokalen en leerpleinen van 600 meter. Ze vormen een eigen microkosmos, waar leerlingen en onze docenten als experts samen de dag doorbrengen.”

Meeting moments

Nico Moen

12

schooldomein

Lou knikt: “Je kunt met een gebouw niet dwingen dat je ander onderwijs krijgt. Dat betekent dat je een stevige missie en een goed concept moet hebben die breed gedeeld worden. In ons concept en dus ook in dit gebouw hebben docenten en leerlingen een thuisbasis en van daaruit ga je aan het werk. Dat heeft tot de mix geleid van leren van en met elkaar afwisselend in een lokaal of op een leerplein. Afhankelijk van het doel en de opbrengst die je voor ogen hebt kies je voor een meer klassikale instructievorm of gaan leerlingen zelfstandig of in groepen aan het werk. Wij hebben dus ook geen rooster, maar bepalen samen het ritme van de dag, van de maand en van

mei 2015

het jaar. Inhoud en vorm moeten in elkaar vallen, anders loopt alle vernieuwing spaak. Daar zijn we heel alert op.” “Het is dus niet alleen het gebouw of het onderwijsconcept maar alle factoren samen, dus ook de arbeidsvoorwaarden”, vult Nico aan, “we hebben een jong team en zijn daarom ook een opleidingsschool, waar professionele ontwikkeling centraal staat. In alle opzichten zijn we een leergemeenschap en als je een gemeenschap wil zijn moet je voldoende meeting moments hebben. Hier werkt iedereen van kwart over acht tot kwart voor vijf. Je begint elke dag samen in je team. Ook leerlingen beginnen allemaal op hetzelfde moment en zijn allemaal op hetzelfde moment klaar. Ze beginnen in hun stamgroep of coachgroep. De experts hebben in de loop van de dag allerlei activiteiten, van gesprekken met leerlingen, ouders en het voorbereiden van activiteiten. Zo zitten er veel elementen in de organisatie die het gemeenschapsgevoel moeten versterken. We zien dat als je elkaar intensief ziet je ook anders feedback gaat geven. Het team van 15 docenten werkt met 200 leerlingen in een deelschool, waar ze bijna de hele dag zijn. Onderwijs geven begint met het creëren van een relatie. Het pedagogisch klimaat is de basis van waaruit we werken. Bij ons is de leerling eigenaar van zijn leerproces. Wat voor iemand ben je en hoe verhoud je je tot de wereld en anderen.” Lou: “Wij denken dat we daarmee een belangrijke bijdrage leveren door mensen te helpen vormen in het leren reflecteren,


BESTUUR EN BELEID

samenwerken en algemene vaardigheden opdoen in een complexe samenleving. Dat heet burgerschapsvorming. Daarom werken we heel nadrukkelijk van binnen naar buiten, met echte opdrachten en delen we veel met de community IJburg, omdat dat ook de wijk is die met ons opgroeit. Zo werken wij aan het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid, waarbij onze leerlingen opdrachten voor de community uitvoeren. Onlangs was het thema Kracht, waarbij leerlingen in de vorm van een toets of een product toewerken naar een finale, bijvoorbeeld in de vorm van proefjes of demonstraties. Alle basisscholen van IJburg zijn bij ons gekomen om die proefjes uit te voeren. Een soort NEMO in het klein.”

De vloer Lou over de ontwikkeling van het IJburg College 2 op het Zeeburgereiland: “Wij geloven in ons concept en zien dat het werkt. Het IJburg College 2 is voor 90 procent dezelfde school, maar voor tien procent wil je verder ontwikkelen. Die 90 procent heeft niet te maken met de mate van flexibiliteit, maar met het ruimte geven voor de deelscholen, waarbij verschillende vormen van concentraties mogelijk zijn. Daarnaast kennen we expertisecentra met specifieke faciliteiten, zoals talen en science. Die liggen in deze school aan de zijkant en willen we in het IJburg College 2 centraal op de vloer zetten. Hier hebben we weliswaar een flexibel lab, met aansluitingen vanuit

het plafond, maar het blijft een lab. De volgende fase in onze ontwikkeling is een lege ruimte met aansluitpunten zonder een vaste inrichting. Dan kan het allerlei vormen krijgen voor de invulling die het vraagt. Voor ons is de inspiratievorm de kathedraal of een hangar; grote ruimten waarin van alles kan gebeuren. De expertisecentra komen in het hart van de business te liggen en hebben een open karakter. Omdat we projectmatig werken moeten die niet te star opgetuigd worden. Daarmee geef je ook ruimte om te veranderen en te ontwikkelen. Als een thema afgerond is moet je de vloer anders in kunnen richten. Daarmee willen we docenten en leerlingen ook uitdagen, want hoe meer je invult hoe minder er aan de verbeeldingskracht wordt overgelaten. De nieuwe school krijgt als profiel high tech green, waarbij het profiel hier op IJburg College 1 liberal arts, kunst en cultuur en economie is. Het zijn complementaire concepten.” Nico knikt: “Dit gebouw is donker van buiten en wit van binnen. Als mensen hier binnen komen hebben ze een soort shock ervaring. En het is na vier jaar nog steeds wit. Ik noem de leerschool een wit doek, dat steeds weer gevuld moet worden, met aan het einde een celebration of learning. Het nieuwe gebouw wordt wat transparanter, maar ook daar houden we de kleurstelling neutraal. Het gebouw faciliteert de leergemeenschap die we zijn.” Kijk voor meer informatie op www.ijburgcollege.nl.

schooldomein

mei 2015

13


Nationaal Onderwijsmuseum in De Holland

Nieuwe bestemming voor markant gebouw Het Nationaal Onderwijsmuseum is verhuisd van Rotterdam naar Dordrecht. Locatie is het voormalige hoofdkantoor van verzekeringmaatschappij De Holland. Een prachtig neobarok gebouw van de befaamde architect Sybold Van Ravesteyn. Dat biedt een mooie plek voor een vliegende start.

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Anna van der Sloot

D

“Ons museum heeft dus alles met onderwijs te maken.”

irecteur Tijs van Ruiten over het Nationaal Onderwijsmuseum: “We bestaan sinds 1981 en zijn in Zoetermeer gestart als Nationaal Schoolmuseum en later naar Rotterdam verhuisd. Dit museum is belangrijk omdat het ons cultureel erfgoed op het gebied van onderwijs bewaart. Met onderwijs worden we opgevoed. Onderwijs bepaalt onze kansen in de maatschappij. Die enorme diversiteit in een actuele en historische context illustreert ons bestaansrecht. Ons onderwijssysteem wijkt op een aantal punten af van de systemen in de ons omliggende landen. Wij hebben artikel 23 dat de vrijheid van onderwijs regelt en daardoor heel veel schooltypen toestaat. We hebben ook een onderzoeksfunctie en begeleiden diverse studenten. We zijn bovendien de grootste onderwijsbibliotheek van Nederland. Hier vind je wat je vaak niet in andere bibliotheken vindt.”

Neobarok Rien van Buren belicht als projectleider tentoonstelling en medewerker onderzoek en collectie de historische context van het gebouw: “De Holland werd gebouwd in opdracht van de verzekeringsmaatschappij Holland van 1859 die later is opgegaan in Fortis. De architect Van Ravesteyn heeft door heel Nederland voor de Nederlandse Spoorwegen stations en seinhuizen ontworpen en daarnaast ook Diergaarde Blijdorp. In het begin was hij een aanhanger van het Nieuwe Bouwen, maar op een gegeven moment begon hij te experimenteren met barokke krullen, zoals je goed in dit gebouw kunt zien. De afgelopen jaren waren onder andere Albert Heijn en Kwantum

14

schooldomein

mei 2015

hier gevestigd.” Petra Reijnhoudt is coördinator presentatie, educatie en evenementen en vult aan: “Veel Dordtenaren gingen naar de Albert Heijn, de Kwantum Hallen of werkten bij de verzekeraar en hebben dus iets met dit gebouw. In 2004 werd het pand voor 2,4 miljoen euro aangekocht door de gemeente Dordrecht, die een nieuwe bestemming voor het gebouw had geprobeerd te zoeken. Toen men hier niet in slaagde werd er in 2007 een veiling gehouden. Het hoogst uitgebrachte bod van 1 miljoen euro was lager dan de vooraf door de gemeente bepaalde verkoopwaarde en de bieding werd daarop gestaakt. Bij de veiling golden de voorwaarden dat de uiteindelijke koper verplicht was de monumentale buitenkant in ere te herstellen en metalen aanbouwen te verwijderen. Uiteindelijk werd het gebouw verkocht aan vastgoedonderneming Fortress. Wij moesten uit Rotterdam vertrekken en zochten een locatie in Dordrecht. Tijs fietste hier op een uiterst koude en lange dag rond en dacht: “Goh, is dat niets voor ons?” Tijs vult aan: “In 2011 verkeerde het pand in zeer slechte staat; toen het in de jaren 80 in gebruik werd genomen als supermarkt was het monumentale interieur verwijderd en werden beide zijgevels over de gehele lengte uitgebroken en voorzien van grote metalen aanbouwen. Ook was de unieke commissariskamer, een ovale dakopbouw met rondom verdiepinghoge vensters, verbouwd tot stookruimte en afgetimmerd in oranje huisstijl van Kwantum. Eind 2011 hadden we overeenstemming met de gemeente, die blij was met onze komst. Eindelijk een passende bestemming voor deze bijzondere plek.”


BESTUUR EN BELEID

Foto: Ronald van den Heerik

Petra Reijnhoudt en Tijs van Ruiten

Makkelijk leesbaar Tijs vertelt nog meer tijdens de rondleiding: “Het is voor ons een voordeel dat de hele boel is leeg gesloopt waardoor het nu zo mooi ruimtelijk is. We hebben een gat in de vloer laten zagen, omdat onze werkomgeving de voormalige parkeergarage was en we een open vide wilden hebben. Daardoor is het gebouw makkelijk leesbaar en goed toegankelijk voor onze doelgroepen. We trokken in Rotterdam gemiddeld 40.000 bezoekers per jaar en hier mikken we op de 50.000 per jaar. Daarnaast kun je bij ons vergaderruimten huren, zoals de commissariskamer, er komt een museumcafé en er worden verschillende activiteiten en tentoonstellingen georganiseerd, zoals bijvoorbeeld MOOI, gemaakt voor het onderwijs, met topstukken uit het archief van Wolters Noordhoff en met de originele aquarellen van de beroemde schoolplaten van Isings en Jetses. Maar we organiseren ook grote thematische tentoonstellingen en tijdelijke tentoonstellingen over bijvoorbeeld schoolagenda’s. Ons museum heeft 350.000 objecten, waaronder ook veel schoolboeken en leermiddelen. Eén van de doelen

is het verzamelgebied uit te breiden naar opvoeding in het algemeen en jongerencultuur. Onderwijs en jeugdcultuur zijn inmiddels met elkaar vervlochten geraakt”.

Convenant Petra ten slotte: “We hebben een convenant met het ROC Da Vinci College en één dag per week vind je hier studenten die in verschillende stagetrajecten zitten. De oorspronkelijke schoorsteen annex reclamezuil op het gebouw wordt weer teruggebouwd als leerwerktraject en dan praat je over een object van acht meter hoog. Verder ontwerpt de bakkersopleiding onze koekjes en maakt de mediaopleiding filmpjes over ons museum. We betrekken zoveel mogelijk opleidingen bij het museum zoals hospitality, horeca, de financiële administratie en facilitaire taken. Ons museum heeft dus alles met onderwijs te maken.” Het Nationaal Onderwijsmuseum wordt begin juli door Minister Jet Bussemaker geopend. Meer info via www.onderwijsmuseum.nl of info@onderwijsmuseum.nl.

schooldomein

mei 2015

15


Nieuw paradigma hard nodig

Lessen uit de praktijk In het vorige nummer las u de discussie tussen wethouders en directeuren welzijn over de ontwikkeling van Integrale Kindcentra. Dit artikel gaat over de noodzaak van een nieuw paradigma. Tekst Sibo Arbeek

D

e recent opgeleverde brede school Koningslinde in Nijkerk is eigenlijk alweer verouderd, stelde bestuurder Martin van den Brink van PCO Gelderse Vallei in de vorige Schooldomein: “en de huidige wet- en regelgeving faciliteert die ontwikkelingen van school naar community onvoldoende”. Wethouder Maurice Hoogeveen van de gemeente Assen bevestigt dat: “In de VNG kopgroep wethouders Kindcentra zie je hoeveel belemmerende regelgeving er eigenlijk is. We komen bijvoorbeeld als gemeente met de huurprijzen voor kinderopvang in de knoop. Voor deze branche kun je geen kostprijs dekkende huurprijs meer in rekening brengen, want dat geld is er niet meer. Dus ben je op zoek naar andere vormen en dat is lastig.” Wim Bosch van Travers reageert: “Iemand moet toch eens aan de touwtjes gaan trekken, want onderwijs in de huidige vorm heeft zijn langste tijd gehad, terwijl het binnen het sociale domein een enorme potentie blijft houden. Het is in feite de spil waaromheen de rest voortdurend beweegt.” Martin knikt: “Onderwijs kent de leerplicht en de rest heeft last van de economische recessie en beweegt alle kanten op. Om die reden hebben wij privaat vermogen ingezet om ons kinderopvangdeel structureel te borgen. Maar het is natuurlijk van de gekke dat dat nodig is om een integraal aanbod in stand te houden.”

16

schooldomein

mei 2015

Doorpakken Maurice vult aan: “Je leert al wel doelgericht te werken. Ik had drie ambtenaren die zich met de brede schoolontwikkeling in de gemeente bezig hielden. Als de brede school manager ziek was dan gebeurde er even niets meer. Nu gaan de budgetten rechtstreeks naar de schoolbesturen en zie je dat de verantwoordelijkheid beter wordt opgepakt. Je moet het veld in positie brengen.” Sjoerd Seffinga knikt: “Vergeleken met vijf jaar geleden gaat het nu ergens over. Het ondernemerschap is toegenomen en we praten meer over de essentie. De overheid moet overigens wel eens ophouden met al die efficiencymaatregelen. Dat beginnen we nu te merken want de marges zijn eigenlijk te klein om verantwoord te ondernemen. Tegelijkertijd wil je nu al aan je idealen werken en zoek je kansrijke combinaties. Moet je nagaan hoe het speelveld er over vijf jaar uitziet.” Wim Bosch schudt zijn hoofd: “Nog vijf jaar zo doormodderen duurt te lang. We moeten nu doorpakken.”

Doorlopende leerlijn Sjoerd Seffinga benadrukt het belang van een doorlopende leerlijn over de onderwijssoorten heen: “In het primair onderwijs ontwikkelen we brede competenties, maar dan zie je dat de leerlingen in het


BESTUUR EN BELEID

Deelnemers voortgezet onderwijs weer van voren af aan beginnen. Daarnaast spelen PABO’s onvoldoende in op de ontwikkeling naar IKC’s.” Maurice knikt: “De kinderopvang medewerkers worden heel pedagogisch geschoold met tools als spelend leren, terwijl de meeste PABO’s nog traditioneel opleiden. De tegenstelling tussen cognitieve ontwikkeling en de overige skills zou er niet moeten zijn”. Wethouder René Windhouwer vult aan: “Ondanks al die mooie woorden van het kabinet worden scholen alleen vooral op het cognitieve afgerekend. We hebben hier een excellente school, maar ik vraag me af of dat goed voor het kind is.” Maurice knikt: “In Assen is de school die het beste scoort op de cognitieve aspecten de Vrije School. Je moet het met de power van onderaf doen, waarbij dezelfde school best meerdere leerlijnen kan ontwerpen. Daar ligt ook mijn drive op het gebied van passend onderwijs. 90% van de kinderen met een zorgvraag gaan in de regio naar school. Dat kost 90.000 euro per jaar aan vervoer en je vriendjes zitten op een andere school. Waarom kunnen we niet een structuur bedenken waarbij kinderen die extra aandacht nodig hebben worden opgevangen door een pedagogisch medewerker met extra skills. Dat stimuleert ook weer de andere kinderen. Wil je dat nu regelen dan loop je tegen de wettelijke beperkingen aan.”

Fundamenteel herontwerpen Maurice: “We moeten ophouden met al die toetsen en meer in intervisie investeren. Investeer vooral in

• Bestuurder Martin van den Brink van PCO Gelderse Vallei • Wethouder René Windhouwer van de gemeente Nijkerk • Wethouder Maurice Hoogeveen uit Assen • Beleidsambtenaar Gert Jan Overduin • Directeur-bestuurder Wim Bosch van Travers • Sjoerd Seffinga van CBO Meilan

de competentiegroei van de leraar, zodat hij begrijpt hoe een IKC werkt. Als je daar echt in gelooft schaf je morgen de citotoets en de inspectie af. Een begrip als een excellente school is een perverse prikkel en we zouden dat begrip voor hele andere doelen moeten gebruiken. Onderwijsinspecties oefenen nu met vormen van zelfevaluatie en dat is een prima ontwikkeling. Je zou het stelsel fundamenteel moeten herontwerpen. Kijk alleen eens naar de verschillen tussen peuteropvang en kinderopvang in normering en bekostiging. Kinderopvang en voorschoolse opvang zijn voor het onderwijs belangrijk, maar zijn voor sociale zaken een arbeidsmarktinstrument. Harmoniseer al die CAO’s en ga naar een minimale CAO voor onderwijs en welzijn. Probeer alle regelingen tot één financieringsstroom terug te brengen met andere verdeelmodellen.”

schooldomein

mei 2015

17


Agenda Schevenings Beraad 3.0 De deelnemers spreken zich uit over de wenselijkheid van een ambitieuze agenda op landelijk niveau. Die moet er als volgt uit zien:

“Soms moet je een steen in de vijver gooien om te zorgen dat er wat gebeurt.”

1. Verruimen wettelijke mogelijkheid om de inhoud van het onderwijs vast te stellen. 2. Verminderen en integreren van de enorme hoeveelheid regelingen en wetten. 3. Goede (output-)afspraken over het bieden van ruimte en vertrouwen. 4. Meer verantwoordelijkheid en zeggenschap voor bestuurders die de opdracht waar moeten maken.

Wim Bosch verder: “Het Ministerie van OCW is het meest directieve ministerie dat er is. De PO Raad zit te dicht bij de rijksoverheid en is daardoor te weinig vernieuwend. Je kunt best van mening verschillen over de inhoud van het onderwijs, maar dat is iets anders dan de eisen die het ministerie stelt.” René: “Je ziet ook dat ministeries onderling niet afstemmen. Passend onderwijs is weer heel anders georganiseerd dan de jeugdzorg. Laten we het feit onder ogen zien dat het fout blijft gaan.” Martin: “Ok, als gemeente hebben we te maken met verschillende regelingen, maar wat let jullie om het nu ook al goed te regelen? Gewoon de financiële stromen bij elkaar aanbrengen

18

schooldomein

mei 2015

en gaan. Soms moet je een steen in de vijver gooien om te zorgen dat er wat gebeurt.” Wim vult aan: “Om die reden richten we nu sociale wijkteams in, die al heel veel in de wijk kunnen regelen. Ik vind dan ook dat het Rijk een integraal programma voor de jeugd zou moeten opstellen met de bijpassende financiering. Gemeenten kunnen dan zelf zorgen voor de lokale afspraken en het vervolgens aan het maatschappelijk veld laten.”

Risico’s Martin stelt een scherpe vraag: “Je wilt voor de troepen uitlopen, maar kun je dat ook waarmaken?” Maurice denkt even na: “Een naar voren gerichte aanpak levert voor de gemeente altijd een dilemma op. Je wilt maximale betrokkenheid en tegelijkertijd is er een angst dat er iets misgaat en je als bestuurder volgens het protocol wordt afgerekend. De politiek reageert vervolgens weer op die gevoeligheid. René herkent dat: “Ik was recent op een congres risicoregelreflex. Het ging over het feit dat we als land enigszins zijn doorgeschoten in het afregelen en afdekken waardoor je steeds in de protocollen verzandt. Je moet je controlemechanismen afschaffen en op een andere manier je collega-bestuurders en burgers durven aanspreken. Dat zou het rijk ook moeten doen. Martin knikt: “Ons schoolveiligheidsplan is net zo dik als onze CAO.” Voor meer informatie mailt u naar sibo.arbeek@icsadviseurs.nl.


BESTUUR EN BELEID

Gebied, gebouw, gebruiker

Kennis en inspiratie tour In het kader van haar 60-jarig jubileum organiseert ICSadviseurs dit jaar een Kennis en inspiratie tour met als thema ‘Gebied, gebouw, gebruiker’. Samen met de betrokken partners organiseert ICSadviseurs inspirerende bijeenkomsten in bijzondere gebouwen waaraan ICSadviseurs een bijdrage heeft geleverd. Op 3 en 10 juni vinden de eerste bezoeken plaats in Tiel en Deventer.

CBS Prins Willem Alexander

Kindcentrum Rivierenwijk

KENNIS EN INSPIRATIE TOUR 3 juni 2015 Brede school Tiel Oost

KENNIS EN INSPIRATIE TOUR 10 juni 2015 Kindcentrum Rivierenwijk, Deventer

De Brede School Tiel-Oost wil kinderen van 0 tot 12 jaar de gelegenheid bieden zich optimaal te ontplooien en gezond te ontwikkelen. De brede school combineert het onderwijsprogramma met opvang, zorg, welzijn, sport en cultuur. Brede school Tiel Oost wordt georganiseerd vanuit drie fysieke locaties in de wijk. Op één van de drie locaties, CBS De Prins WillemAlexander, organiseert ICSadviseurs een middag waarin ervaringen we met u delen over de revitalisering van de wijk Tiel Oost, de organisatie van brede school Tiel Oost en de wijze waarop de fysieke ontwikkeling tot stand is gekomen. De gemeente Tiel, De Prins WillemAlexander school, Toposarchitecten en ICSadviseurs als procesbegeleider van de nieuwbouw op de drie locaties delen hun kennis graag met u. En natuurlijk gaan we de Prins Willem-Alexander, die begin dit jaar in gebruik is genomen, ook met elkaar bekijken.

Op 2 maart 2015 opende Kindcentrum Rivierenwijk. Het nieuwe Kindcentrum in het hart van de Rivierenwijk in Deventer is een belangrijk onderdeel van de vernieuwing van deze wijk. In het vlakbij gelegen Huis van de Wijk vertelt gebiedsmanager Tinus Meijerink van gemeente Deventer over de wijkvernieuwing en hoe bewoners het wijkcentrum beheren. Na een korte wandeling door de wijk presenteert directeur Ton Plagman de unieke visie van het Kindcentrum Rivierenwijk: een Integraal Kindcentrum, één van de wereldwijd 150 ‘Microsoft Showcase Schools’ waar alle kinderen gepersonaliseerd leren met een eigen laptop of tablet. Architect Liesbeth van der Pol laat u zien hoe haar aquarel van een vlindervormig paviljoen in het park zich heeft ontwikkeld tot het prachtige Kindcentrum. Onder begeleiding van leerlingen kunt u zelf het gebouw bekijken.

Datum 3 juni 2015, tijd: 14:00-17:00 uur Locatie Brede school Tiel Oost

Datum 10 juni 2015, tijd: 13.00 – 17.00 uur Locatie Kindcentrum Rivierenwijk, Deventer

schooldomein

mei 2015

19


Randvoorwaarden voor een goed schoolgebouw

auteur Xxxxxxxxxx

Bestaan richtlijnen voor een goed schoolgebouw en in hoeverre is daar goed opdrachtgeverschap voor nodig? En hoe ziet de leeromgeving 2020 er eigenlijk uit? Onder leiding van Edward van der Zwaag, Marco van Zandwijk en Sibo Arbeek gingen de experts uit het veld met elkaar in debat.

Debat over het goede gebouw De kwaliteit van schoolgebouwen is momenteel een veel besproken thema. Maar wanneer kan er worden gesproken over een goed schoolgebouw? Is een goed schoolgebouw al niet verouderd op het moment van oplevering? Debater Edward van der Zwaag brengt een voorbeeld uit de eigen praktijk in: “De nieuwbouw van ROC Horizon College in Alkmaar is prachtig, maar iemand heeft bedacht dat er geen ramen open kunnen. Nu wil iedereen frisse buitenlucht.” Alle experts zijn het er met elkaar over eens dat er voor een goed gebouw een goede opdrachtgever nodig is. Voor Peter van Loon van Scholen van Morgen is dat een opdrachtgever met een duidelijke visie op onderwijs: “Wat hebben kinderen nodig om goed te leren. Het is aan de specialisten dat te verta-

20

schooldomein

mei 2015

len in een gebouw, waarin de school zijn visie kwijt kan en dat voldoet aan hedendaagse kwaliteitseisen voor licht, lucht en akoestiek.” Je ziet wel duidelijk verschillen in het type opdrachtgever merkt Bart van Kampen, architect bij De Zwarte Hond, op: “Waar schoolbesturen redeneren vanuit het kind zie je dat er bij de gemeente politieke en andere belangen vaak een dominante rol spelen.” Guus Klamerek van Ecophon, nuanceert: “Schoolbesturen en –directies hebben hun passie, maar zijn daarmee nog niet direct goede opdrachtgevers. Ze moeten dus professioneel ondersteund worden, want anders komt er geen goed schoolgebouw.” Olivier Lauteslager van Aldus Bouwinnovatie vult aan: “Om opdrachtgevers die professionele ondersteuning te kunnen bieden moeten wij meer monitoren en leren van bestaande


OPBRENGST EXPERTMEETING NOT

Deelnemers expertmeeting Organisatie

voorbeelden.” Alina Kuiper, lid van college van bestuur van SPOOR, merkt daarbij op: “Als schoolbestuur dien je te zorgen dat je je expertise op orde hebt en weet waarover je spreekt. Laat je goed informeren. Zelf spiegel ik vaak met directie, ouders (MR) en leerkrachten. Waar willen wij heen en hoe kunnen de gebouwen ons daarbij helpen?”

Kwaliteit definiëren en beoordelen Nelleke Deelen-Geuze, verenigingsdirecteur van Vechtstreek en Venen: “Om de kwaliteit van een gebouw te definiëren en beoordelen moet je kunnen teruggrijpen op een duidelijke visie op het leren. Vervolgens kan je kijken hoe jouw gebouwenbestand dit gewenste leren faciliteert en waar optimalisaties mogelijk zijn.” Bart van Kampen: “De ontwerper moet alle kwaliteitsaspecten vertalen naar een goed en duurzaam ontwerp. Dat kan niet zonder de gebruiker erbij te betrekken.” Peter van Loon pakt door: “De gebruiker kan de kwaliteit van het gebouw het beste beoordelen en moet dus centraal staan, maar de gebruiker kan niet de kwaliteit van een gebouw beoordelen en bewaken. Daar moeten we de gebruiker mee helpen.” Peter van Loon: “Het helpt

• • • • • • • • • • • • •

Naam

Gemeente Utrecht Ecophon, akoestiek Scholen van Morgen Bouwstenen voor Sociaal De Zwarte Hond Architect Aldus Bouwinnovatie Schoolbestuur PCBO Rotterdam Stichting SPOOR Kindante Limburg De Zwarte Hond Architect Schoolbestuur PO Vechtstreek en Venen Ons Middelbaar Onderwijs Ruimte OK

Marcel Prijt Guus Klamerek Peter van Loon Ingrid de Moel Bart van Kampen Olivier Lauteslager Piet Monster Alina Kuiper Guus van Kan Martine Drijftholt Nelleke Deelen-Geuze Ruud Schook Marco van Zandwijk

om technische parameters als lucht, licht en akoestiek, vooraf in de vorm van een prestatieafspraak duidelijk te hebben. “Ik zie dat anders”, brengt Bart van Kampen in: “Prestatieafspraken vooraf vastleggen kan het out of the box denken frustreren. Je kunt soms bewust accepteren dat er wordt afgeweken van een norm om daarmee geld te kunnen besparen. Als voorbeeld noemt hij het continue verwarmen op een constante temperatuur. Het gesprek met de gebruiker blijven voeren is dan ook heel belangrijk en dat werkt alleen als je niet teveel vooraf vast wil leggen. Olivier Lauteslager wijst op een te maken onderscheid in beoordelen en waarderen: “Alleen de gebruiker is in staat de kwaliteit van gebouw te waarderen. Door zijn (subjectieve) tevredenheid te meten kan er een eerste kwaliteitsoordeel worden verkregen. Vervolgens kunnen professionals deze subjectieve beoordeling objectief meten en onderbouwen.”

schooldomein

mei 2015

21


“Een goed opdrachtgever bouwt niet alleen voor nu maar bouwt ook om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken.”

Basiskwaliteit Dat een kwalitatief goed schoolgebouw per definitie veel geld kost, wordt door een aantal experts tegengesproken. “Geld mag geen argument zijn voor goede huisvesting”, laat Peter van Loon desgevraagd weten. “Kwaliteit kost wellicht geld, maar het tegenovergestelde is zeker ook waar”, reageert van Marco van Zandwijk van Ruimte-OK: “Slechte kwaliteit kost nog meer geld.” Piet Monster van PCBO basisscholen uit Rotterdam: “In de praktijk vindt momenteel een omslag plaats waarin opnieuw wordt nagedacht over de basiskwaliteit van een goed schoolgebouw. Oude normen zijn daarbij niet langer de norm. Een opdrachtgever die goed weet wat hij wil is in staat om helder te definiëren wat de door hem gewenste gebouwkwaliteit is. Bij de laatste projecten in Rotterdam hebben wij dan ook niet op de norm maar op de gewenste gebouwprestaties ingekocht. Dit heeft ons geld bespaard en nog belangrijker, kwaliteit opgeleverd.” Martine Drijftholt, architecte bij de Zwarte Hond: “Kwaliteit levert uiteindelijk geld op. Denk aan multifunctionele inzetbaarheid van ruimtes, verhuurbaarheid en de aantrekkingskracht in een buurt en-of wijk.”

Oog voor exploitatie Mede door maatschappelijke ontwikkelingen staat de exploitatie van scholen momenteel zwaar onder druk. Schoolgebouwen worden dan ook steeds meer vanuit een doorkijk naar de exploitatie ontworpen. Het nadenken over effecten op de exploitatie vindt plaats op niveau van de bedrijfsvoering. “Onderwijsbestuurders zijn echter doorgaans onderwijskundigen en geen bedrijfskundigen,” merkt Ingrid de Moel van Bouwstenen voor Sociaal op. “Een goede exploitatie kan niet alleen draaien op vrijwilligers. Daar moet je professioneel naar kijken.”

22

schooldomein

mei 2015

Guus van Kan, hoofd facilitaire zaken binnen schoolbestuur Kindante, wijst op de gescheiden geldstromen van gemeenten en schoolbesturen: “De financiële doorrekening van het kwaliteitskader huisvesting laat een duidelijk gat zien tussen het door schoolbesturen gewenste (basis)kwaliteitsniveau en de daarvoor beschikbare normatieve budgetten. Budgetten die enkel en alleen redeneren vanuit investeringskosten. Wie kwalitatief goede onderwijsgebouwen wil realiseren zal dus moeten inzetten op een geïntegreerd proces waarin de kosten voor het ontwerp, de bouw en het beheer integraal worden meegenomen. Op die manier wordt er veel meer vanuit kosten en baten gedurende de gehele levensduur gekeken. Wie alleen pur-sec naar de bouwkosten kijkt krijgt direct het beeld dat kwaliteit per definitie direct geld kost.” Piet Monster: “Het is inderdaad essentieel een goede balans te vinden tussen investeringen en de exploitatie. Wie zich enkel beperkt tot een focus op de bouwkosten krijgt daarvan veertig jaar lang de rekening gepresenteerd. Een extra reden om alert te zijn op het bouwtraject en de keuzes die daar worden gemaakt. Mijn ervaring is dat het werken met prestatiecontracten stimuleert dat er in de ontwerpfase al over de exploitatiekosten in de gebruiksfase wordt nagedacht. Ruud Schook, Manager Huisvesting bij Ons Middelbaar Onderwijs (OMO), erkent dat het exploitatiebesef nog onvoldoende ontwikkeld is bij schoolbesturen en architecten: “Ik verwacht dat dit steeds belangrijker zal worden, zeker gezien de toegenomen technische component (installaties) in onze gebouwen. Veel schoolbesturen hebben onvoldoende zicht op de consequenties van eventuele keuzes op dat gebied.”


OPBRENGST EXPERTMEETING NOT

Managen van verwachtingen Martine Drijftholt zou toch meer de onderwijsvisie leidend willen laten zijn: “Wanneer wij alleen maar vanuit de exploitatie denken, zal dit leiden tot steeds meer van hetzelfde. Als architect probeer je de verwachtingen van de opdrachtgever te managen.” Piet Monster reageert: “Maar je moet ook oppassen dat je bewezen resultaten uit eerdere projecten steeds opnieuw ter discussie moet stellen.” Marco van Zandwijk illustreert dit met een voorbeeld: “Neem de zonwering, deze moet je zien als een basiskwaliteit zoals ook genoemd in het kwaliteitskader huisvesting, en niet worden opgevat als keuze waar leerkrachten zelf een besluit over kunnen nemen. Leerkrachten realiseren zich niet dat het wel of niet aanbrengen van een bepaald type zonwering op de oostgevel al vroeg in de ochtend gevolgen heeft voor de interne warmtelast”. Nelleke Deelen-Geuze: “Het managen van verwachtingen is inderdaad geen overbodige luxe. Bij de aanpassing van ons gebouw in het kader van de frisse scholen regeling lijkt hier totaal niet over nagedacht. Bij de aanpassing werden wij onaangenaam geconfronteerd met hogere energielasten.”

Toekomstig gebruik Een goed opdrachtgever bouwt niet alleen voor nu maar bouwt ook om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken. Hoe maak je een gebouw dat gezond en duurzaam is en mee kan veranderen? Hoe bouw je voor toekomstig gebruik? Ingrid de Moel reageert: “Die grote ROC’s zijn niet meer de voorbeelden van de toekomst. In de nieuwe vormen zie je netwerken met bedrijven, horeca, welzijn en wellness. Alleen weet niemand nog wie de gebruiker van de toekomst is. We kunnen niet meer een gebouw maken dat voor veertig jaar op één vraag of prognose past.” Edward reageert: “Toch zie je dat vooral monumentale gebouwen aan-

trekkelijk voor elke groep gebruikers blijven. Kennelijk zijn de beleving, sfeer en uitstraling heel belangrijke waarden voor een goed schoolgebouw.” Piet Monster: “Een goed gebouwontwerp is niet alleen geschikt voor het geven van onderwijs, maar laat ook andersoortig gebruik toe. Dit vraagt om een meer flexibele inzet van ruimte en gebouwen.” Marco van Zandwijk reageert: “Flexibiliteit is een toverwoord, dat wij in de praktijk al snel bouwkundig willen oplossen. Flexibiliteit is ook iets dat zich in ons hoofd afspeelt. Wie de discussie over flexibiliteit beperkt tot het wel en niet plaatsen van wanden, doet zichzelf en het onderwijs tekort.” Alina Kuiper: “Wij moeten in dat verband ook af van het automatisch denken in nieuwbouw. Wij koersen op dit moment meer aan op ver(nieuw)bouw. Op welke manier zijn bestaande gebouwen (her)bruikbaar voor het creëren van een eigentijdse leeromgeving?” Ook voor Nelleke Deelen-Geuze lijkt die toekomst minder van belang te zijn, haar focus ligt duidelijk in het heden: “Er dient eerst nog een inhaalslag te worden gemaakt om die gebouwen op dit moment goed te laten functioneren. Het onderwijs in veel landen is al veel meer ingericht op open interactieve en groepsoverstijgende werkvormen, terwijl wij nog steeds met dat lokaal bezig zijn. De technologische mogelijkheden van ICT zijn daarin nog totaal niet goed benut.”

Handige sites Kwaliteitskader huisvesting onderwijs

www.ruimte-ok.nl

Scholenbouwatlas

www.scholenbouwatlas.nl

Programma van Eisen Frisse Scholen

www.frissescholen.nl

Exploitatiescan ICSadviseurs

www. schoolgebouwenonderhoud.nl

Link naar kwaliteitskader

www.goo.gl/8gcy8p

Link naar financiële paragraaf

www.goo.gl/ML3Z1F

schooldomein

mei 2015

23


Onderwijsvastgoed Dag 2015 Naar een toekomstbestendige school Datum: 24 september 2015 Tijd: 9.30 – 17.00 uur Locatie: Kasteel de Schaffelaar te Barneveld Voor optimale leerprestaties is een gezond binnenklimaat nodig. Een toekomstbestendig schoolgebouw moet daarbij ook duurzaam, veilig en flexibel zijn zonder dat het onderwijsbudget belast wordt door hoge exploitatielasten of een ondoordacht meerjaren onderhoudsplan. Op de Onderwijsvastgoed Dag 2015 komen stappen aan bod om tot zo’n toekomstbestendige school te komen. Wat is nodig en wat niet? Hoe hebben andere scholen het aangepakt en met welke resultaten? Welke mogelijkheden zijn er voor de financiering? De Onderwijsvastgoed Dag wordt georganiseerd door Schoolfacilities, Schooldomein, Ruimte OK en het Instituut Voor Vastgoed & Duurzaamheid (IVVD). Voorzitter tijdens deze dag is Sibo Arbeek van ICS Adviseurs.

24

schooldomein

mei 2015

PROGRAMMA 9.30 uur ONTVANGST 10.15 uur Inleiding op de dag – Sibo Arbeek, dagvoorzitter (Partner ICSadviseurs en hoofdr­edacteur Schooldomein) 10.30 uur VASTGOEDSTRATEGIE • Van toekomstbeeld naar actie nu – Robbert Jan Piet (Raad van Toezicht Ronduit Openbaar Onderwijs Alkmaar) • Green Deal Verduurzaming Scholen – Marco van Zandwijk (Ruimte-OK) • Nieuw perspectief op strategische onderwijshuisvestingsplanning in tijden van krimp – Onno Damen (ICS Adviseurs) 11.30 uur PAUZE 12.00 uur UIT DE PRAKTIJK • Prestatiegericht en exploitatieneutraal investeren in binnenklimaat en energie (casus 10 basisscholen Amsterdam Zuid) – Albert Duyst (projectleider namens Gemeente Amsterdam) en Machiel Karels (DWA) • Doordecentralisatie - Het Bredase model voor PO en VO – Max Hoefeijzers (Cooperaties Building Breda en Breedsaam) 13.00 uur LUNCH 13.45 uur BREAK-OUT SESSIE 1 – keuze uit 3 onderwerpen 1. S tappenplan: Naar een duurzame school… - Jeroen Nollet (Escoplan) en Barrel Ripper (Matrix Onderwijshuisvesting) 2. I ntegraal groot onderhoud versus renovatie (casus 37 jaar oude school in Venlo) – Dick van Tulde (Syntegraal) 3. Slim stapelen bij krimp – Henk Jan Kok (Retrain)


Max Hoefeijzers

14.30 uur BREAK-OUT SESSIE 2 – keuze uit 3 onderwerpen 1. Financieringsinstrumenten voor het onderwijs – Martin van Osch (Ruimte-OK) 2. Fris maken 8 basisscholen Veldhoven – Jan van Hout (OVVIA) 3. Keuzes maken in het (duurzaam) meerjaren onderhoud – Fer Gerritzen (OCS Maatschappelijk Vastgoed) 15.00 uur PAUZE 15.30 uur FINANCIERING • De financiële Business Case – Jean Pierre Renard • Huren als een eigenaar – Donald van der Veen (Stichting Maatschappelijk Vastgoed) • Financieringsoplossingen voor verduurzaming van schoolgebouwen – Fleur Eldenhorst (BNG Bank) 17.00 uur NETWERKBORREL

Sibo Arbeek

Onno Damen

Robbert Jan Piet

Jan van Hout

Henk Jan Kok

Donald van der Veen

Dick van Tulden

Het programma loopt van 9.30 uur tot 17.00 uur met aansluitend een netwerkborrel.

UW INVESTERING

Marco van Zandwijk

Jeroen Nollet

€ 295,= excl. BTW en inclusief lunch, koffie, thee en netwerkborrel.

AANMELDEN Stuur een mail naar info@ivvd.nl met als onderwerp “Onderwijsvastgoed Dag”. U ontvangt dan de bevestiging en factuur per mail. Graag bij de aanmelding ook het factuuradres vermelden. Martin van Osch

Fleur Elderhorst

Barrel Ripper

schooldomein

mei 2015

Machiel Karels

Fer Gerritzen

Albért Duyst

25


Nieuwbouw Clusius transparant kasgebouw

Kleurrijke inrichting accentueert onderwijsproces Op een mooie zonnige dag baadt het atrium van de nieuwbouw van het Clusius College aan de Drechterwaard in Alkmaar in het licht. Op de houten trappen en aan de kleurige tafels zitten en staan de leerlingen en vormen daarmee een aantrekkelijk decor. Coördinator nieuwbouw Theo Luijendijk is tevreden over het eindproduct: “Dit gebouw past precies bij onze leerlingen”. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Henk Eertink

T

heo over de aanleiding: “Het Clusius had in Alkmaar drie semipermanente gebouwen uit de jaren ’70 die echt aan vervanging toe waren. Een vierde gebouw stamt uit 1989 en dat hebben we betrokken bij de nieuwbouw door het te strippen en te openen, waardoor nieuw- en verbouw naadloos in elkaar overgaan. Clusius biedt AOC-onderwijs en in dit nieuwe gebouw zijn zowel het VMBO als ook het MBO samengebracht. Die zaten eerst apart, maar vanwege de behoefte aan een betere doorstroom, was de nieuwbouw een uitgelezen mogelijkheid om samen te gaan. De leerlingen lopen door elkaar heen en leren samen, maar hebben wel een eigen basis. De begane grond is eigenlijk een grote demonstratieshow van onze praktijkvakken en die worden door zowel het MBO als het VMBO intensief gebruikt.”

overal plekken waar individueel of in groepen kan worden gewerkt, zoals in de werkboxen. Daarachter grenzen de lokalen aan een brede gang. Theo: “Deze vormen de basis, want in ons onderwijsproces blijft de overdracht van een docent aan een groep leerlingen centraal staan. Maar tegelijkertijd is dit een volledig draadloos gebouw en werken de meeste leerlingen en docenten al met laptops. Ik heb in de grote houten trap in het atrium contactpunten aangebracht zodat leerlingen daar ook hun devices kunnen opladen. Je merkt overigens wel dat leerlingen nog moeten wennen om in groepen aan de slag te gaan.” Opvallend is natuurlijk de enorme glazen overkapping. Theo: “We zijn een agrarische opleiding en leggen zo een link met de tuinbouw. Aan de buitenkant ervaar je ook de uitstraling van drie tuinkassen.”

Transparant en open

Combinatie met het centraal bestuur van de organisatie

De opdracht aan de architect was om een transparant en open gebouw te ontwerpen. Het atrium is de centrale en vooral lichte ruimte in het gebouw, waaraan de praktijkruimten en het uitgiftepunt voor de kantine liggen. Wanneer je naar boven kijkt zie je drie skyboxen ‘in het groen’ hangen, waarin leerlingen kunnen werken. Verder zie je op de verdiepingen

26

schooldomein

mei 2015

Uniek aan het gebouw is ook dat het centraal bestuur van het Clusius College haar werkruimte binnen het gebouw heeft gekregen. In de zijvleugel van het gebouw’, verdeeld over 2 verdiepingen, zijn de oude lokalen omgetoverd in open werkruimtes, waar het bestuur en de ondersteunende afdeling van het


ONTWERP EN INRICHTING

gehele Clusius College, sinds februari 2015 hun werkruimte hebben. Ondanks de verschillende functies, is de overgang naadloos. Beide disciplines maken dankbaar gebruik van elkaars faciliteiten, zoals; personeelsruimte, vergaderruimtes, etc.

Groen! We zijn in augustus 2013 begonnen en in januari 2015 is het gebouw in gebruik genomen. Toen het gebouw nog helemaal leeg was, liep ik er doorheen en wist ik wat ik wel en in ieder geval niet wilde, omdat dat bij ons past. Dat heeft nog wel eens tot discussies met de architect geleid. De architect wilde eerst een volledig wit gebouw met wit meubilair. We hebben een paar scholen bezocht met een witte inrichting en die adviseerden ons om vooral ook voor andere kleuren te kiezen. Onze binnenhuisarchitect adviseerde ons door te gaan in het kleurenpallet van STALAD, omdat we daar al veel gekleurde stoelen van hadden. En zo hebben we het dus ook uitgevoerd. Veelkleurigheid is een bewuste keuze in dit gebouw, waarbij we in de algemene ruimten voor wat lichtere wanden hebben gekozen, maar in de klaslokalen en de inrichting van de ruimten veelkleurigheid hebben toegepast. Elk lokaal hebben we met een eigen kleur en bijpas-

“We hebben van nature heel veel groen, maar dat is niet erg.�

schooldomein

mei 2015

27


PROJECTINFORMATIE Project

Jannette Berg (l) en Theo Luijendijk

(Ver-)nieuwbouw gebouwen vestiging Alkmaar

Opdrachtgever

send meubilair ingericht. Voordat we dat deden heb ik op onze facebookpagina een lokaal met groene stoelen en een groene wand gezet. Dat is door heel veel mensen geliked en dat is nu nog steeds mijn meest favoriete lokaal. We hebben van nature heel veel groen en dat is niet erg, want we zijn een groene school. Zo hebben we twee wanden in de kantine met echte planten laten bekleden en komt de kleur groen op strategische plekken terug. Groen heeft een impact op mensen, hoe meer je er inzet, hoe beter het is. Groen associeert met natuur en gezond leven. We hebben hier dus ook een kleine fitnessruimte gebouwd, om kinderen met blessures snel weer aan het bewegen te krijgen. Daarbij is dit een gebouw dat voldoet aan Frisse scholen B. Daar hoort ook een groene uitstraling bij.”

AOC Clusius College

Aantal studenten 1.480

BVO circa 10.000 m²

Ingebruikname Januari 2015

Architect Inbo

Inrichting meubilair STALAD Onderwijsinrichting B.V.

Aannemer BGDD

Glas

Brandveiligheid/RWA

Het atrium is van glas en dat lijkt risicovol. Wordt het niet snel te heet in de zomer? Theo reageert nuchter: “Er zitten zo’n 50 kapramen in die open kunnen. We zijn in Venlo bij de Floriade geweest en daar stond villa Flora; een gigantische kas. Buiten was het die dag snikheet, maar binnen was het lekker koel. Het bedrijf Volantis was verantwoordelijk voor de installatietechniek en zij hebben ons hier ook geholpen. De eerste zomer moet er nog aankomen, maar dat moet goedkomen. ’s Nachts gaat de vloerverwarming

DGMR

Installatietechniek Volantis

Projectbegeleiding BOAG

Constructeur Bartels

28

schooldomein

mei 2015

koelen en overdag wordt de warme lucht weer afgevoerd. En je mag hier gewoon een raam open zetten zonder dat het systeem beïnvloed wordt.” Theo wijst op de grote bloembakken die buiten op de verdiepingen zijn aangebracht: “We gaan een border aanleggen met vaste planten, heesters en coniferen die tot zeventig centimeter hoog worden. Een druppelaar zorgt voor het toedienen van vocht. Leuk is dat onze docenten al die natuur in en buiten ons gebouw in de lessen inbouwen, zodat leerlingen begrijpen hoe zo’n groen gebouw werkt. Maar daarvoor ben je natuurlijk ook een AOC-school.” Dan lacht hij even: “En natuurlijk ben ik ook enorm benieuwd hoe de klimaatbeheersing het in de eerste zomer houdt.”

Relatie STALAD Jannette Berg is adviseur van STALAD. Zij volgt haar collega Paul ‘t Hart op als relatiebeheerder van Clusius. Theo over de keuze voor STALAD-meubilair: “We hebben al twintig jaar producten van STALAD en het meubilair staat bijna op elke vestiging. Het is een degelijk en mooi meubel en de adviseurs van STALAD denken ook goed mee. De statafels die je hier ziet zaten niet in het pakket, maar al pratend schetste Paul hoe het er uit zou moeten zien en vervolgens werd het zo uitgevoerd en nu staat het hier. STALAD heeft het Open Leercentrum en het talenplein ingericht en daarnaast de computerruimte en het atrium. Verder hebben we een deel wat we al hadden aangevuld. Paul adviseerde ons natuurlijk om groen te kiezen. De lokalen met bestaand meubilair zijn aangevuld met een extra kleur. STALAD is niet de goedkoopste, maar we hebben bewust voor dit bedrijf gekozen, vanwege de kwaliteit, het design en de service. Daarom hebben we onze drie leveranciers teruggebracht tot één. Ten slotte wijst Theo op het logo van het Clusius College: “Dat clusiusgroen vind ik mooi, het is een hele frisse kleur groen. Hij is iets feller en lichter dan een standaard kleur groen.” Voor meer informatie neemt u contact op met Jannette Berg van STALAD: jannetteberg@stalad.nl of 06-57310045.


ONTWERP EN INRICHTING

Een visie op de ontwikkeling van duurzame, frisse scholen voor het speciaal onderwijs schooldomein

mei 2015

29


Impressie Buurtvoorziening Morgenstond

Interieurimpressie BBS Moerwijk

Het ontwerpen van scholen voor het speciaal onderwijs vraagt om bijzondere aandacht. Het resultaat is een op maat gemaakt gebouw voor kinderen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben. Maar ook bestaande bouw kan geoptimaliseerd worden voor deze bijzondere kinderen. Tekst Antwan van Haaren en Gertjan Verbaan Impressies DP6 architectuurstudio

V

oor de nieuwbouw van de bijzondere school ‘BBS Moerwijk’ werken ontwerpers van DP6 en de verschillende adviseurs, waaronder DGMR, voor bouwfysica, akoestiek en brandveiligheid onder andere aan een optimale akoestiek en visueel comfort. Antwan van Haaren: “Met de architect en de adviserende partners in het ontwerpteam werken we aan een integraal advies. Samen met de opdrachtgever en gebruikers wegen we tijdens het ontwerpproces de mogelijkheden tegen elkaar af. Het formuleren van wensen en eisen is noodzakelijk, maar we bekijken vooral wat het de gebruikers van een gebouw oplevert.” Gertjan Verbaan: “Een rustige en veilige omgeving helpt kinderen om zich te ontwikkelen tot weerbare, zelfstandige en sociale individuen. Een gestructureerd en overzichtelijk pedagogisch klimaat biedt hen zekerheid. Dat is vooral voor leerlingen met ernstige problemen op het gebied van spraak, taal, auditieve verwerking en gehoor van belang. Het gebouw biedt ruimte om te leren en te bewegen, maar voorkomt geluids-, lichten kleurprikkels die de kinderen in hun leren zouden kunnen storen.

Wat kan comfort de gebruikers bieden? Comfortaspecten spelen naast architectuur een belangrijke rol in de beleving van kinderen. Akoestisch comfort zorgt voor de nodige rust, inval van daglicht en uitzicht naar buiten dragen bij aan het visuele comfort en met name oriëntatie. Thermisch comfort zorgt tenslotte voor een behaaglijk warme omgeving, of voor verkoeling in de zomermaanden. Voor een multifunctioneel centrum is voldoende flexibiliteit van groot belang. Door een modulaire en flexibele opzet kan dat gebruik zo goed mogelijk worden afgestemd. Ook aan ruimteakoestiek wordt aandacht besteed: de geluidsabsorptie moet zodanig zijn dat

30

schooldomein

mei 2015

het geluid in de verschillende ruimten niet te hard overkomt én dat de docenten zich goed verstaanbaar kunnen maken. In elke ruimte worden maatregelen genomen om de nagalmtijd en het omgevingsgeluid te beperken, zodat kinderen met hoorproblemen of taalachterstand minder snel vermoeid raken. Ook is er speciale aandacht geschonken aan de afwerking van de vloeren, om eventuele overlast door loopgeluid te voorkomen. Gertjan Verbaan: “Door de geluidproducerende functies, zoals gymzalen, activiteitenruimten - voor beeldende expressie, handvaardigheid of techniek - en de speellokalen, te clusteren worden deze functies losgekoppeld van de rustige onderwijsruimten. Dan hoeven er geen zware geluidsisolerende wanden te worden toegepast. Voor de gewenste flexibiliteit kan overwogen worden tussen alle ruimten standaard extra goede geluidsisolatie aan te brengen. Hierdoor kunnen de ruimten in de toekomst eenvoudiger gewisseld worden, of buiten de reguliere openingstijden aan andere gebruikers verhuurd worden.”

Inval van daglicht en uitzicht naar buiten Gertjan Verbaan: “Bouwfysisch bezien is de oriëntatie van het gebouw - de stand ten opzichte van de zon - heel belangrijk. We kijken niet alleen naar daglichtfactoren, maar vooral naar nuttig en efficiënt daglicht. Het speciaal onderwijs is minder naar buiten gericht, dus in gevels zit ten opzichte van ‘gewone scholen’ minder glas. Juist via binnengevels kan daglicht toch goed het gebouw worden binnengehaald. Uit een afstudeeronderzoek dat bij DGMR is uitgevoerd blijkt dat de eis voor daglicht van ‘Frisse Scholen’ goed haalbaar is (klasse B, maar zelfs klasse A), maar dat daar al vroeg in het ontwerp rekening mee gehouden moet worden.” Licht is behalve voor de concentratie ook belangrijk


ONTWERP EN INRICHTING

Interieurimpressie ‘Morgenstond’ Bijschrift interieurimpressie ‘Moerwijk’

Al direct bij binnenkomst is een duidelijke, open sfeer en overzicht van de ruimte belangrijk voor de kinderen. “Langs een ‘woordmuur’ komt het daglicht naar beneden, tot in het hart van het gebouw. Daarlangs ga je de trap op naar je eigen vertrouwde plek in de middenbouw of bovenbouw. Deze heldere opzet zorgt niet alleen voor korte looplijnen en overzicht, maar ook worden kinderen uitgenodigd om te leren, zich te ontwikkelen en te spelen in de andere ruimten. De verkeersruimten zijn zo vormgegeven dat ze ook gebruikt kunnen worden om in kleine groepjes te werken. Echte ‘gangen’ worden zoveel mogelijk voorkomen.” Bijschrift interieurimpressie ‘Morgenstond’ “De aula vormt in combinatie met het speellokaal, muzieklokaal en de personeelsruimte het multifunctionele, bruisende hart van de buurtvoorziening.”

voor de oriëntatie en het contact met de omgeving buiten. Daglicht ondersteunt het concept van een gezonde en energiezuinige school en het bespaart op de kosten voor kunstverlichting in de exploitatie. De kunstverlichting die vervolgens nog nodig is dient zodanig gekozen te worden dat deze geen negatieve prikkels bij leerlingen veroorzaakt en zijn bij voorkeur dan ook armaturen die geïntegreerd zijn in het plafond en bestaan uit een vlakke plaat. Zichtrelaties tussen verschillende ruimten zijn belangrijk. Directe zoninstraling wordt weggenomen door luifels of zonwering aan de buitenzijde en door lichtwering binnen. Indirect daglicht wordt juist binnengehaald met daklichten boven de binnen-(leer)pleinen en een patio op de verdieping. De luifels zorgen er ook voor dat de zomerzon wordt tegengehouden en dat het te warm wordt in de lokalen; terwijl de winter- en voorjaarszon wel naar binnen kan.

Installatieconcept

Binnenklimaat Gertjan Verbaan: “In elke ruimte is het klimaat te beïnvloeden. Te openen ramen zijn in elke ruimte aanwezig en gemakkelijk te bedienen, de temperatuur is per ruimte te beïnvloeden en zonwering is per ruimte te bedienen. Die voorzieningen moeten wel goed passen bij de gebruiker: maak ze niet te ingewikkeld. Uit onderzoek van onze dochterorganisatie ‘BBA Binnenmilieu’ blijkt dat bij veel scholen de installaties niet optimaal worden benut omdat ze te ingewikkeld zijn, zelfs voor de leerkrachten. Iets simpels als de ramen openzetten tijdens pauzes heeft een groot positief effect op de luchtkwaliteit, en daarmee ook op het leervermogen van de kinderen.”

Een comfortabel en duurzaam binnenmilieu In de zomer zal verse buitenlucht de lucht op een natuurlijke manier verversen en in het grootste deel van de ventilatie voorzien. Grote, te openen ramen worden over de lengte van het oppervlak geplaatst om verse lucht zo gelijkmatig mogelijk te laten binnenstromen. Door een grotere vrije hoogte in lokalen en een ruim gedimensioneerd ventilatie­systeem zal de CO2-concentratie in lokalen (ook met gesloten ramen in de winter) niet hoger zijn dan 950 ppm, conform de eis voor Frisse Scholen. De vloer zorgt voor verwarming op de comfortabele manier van straling. Juist bij speciaal onderwijs zijn verwarmingslichamen als radiatoren niet toepasbaar omdat leerlingen zich hieraan kunnen bezeren.

Duurzaamheid Gertjan Verbaan: “DGMR draagt integrale oplossingen aan, die in het bouwkundige of installatietechnische ontwerp geïntegreerd kunnen worden. Duurzaamheid gaat daarbij verder dan alleen de energiezuinigheid van het gebouw; het gaat juist om het binnenklimaat dat daarbij hoort, zeker bij speciaal onderwijs. Het thermisch, visueel en akoestisch comfort vormen daarbij belangrijke aandachtspunten. Wij vinden het essentieel dat het bouwkundige ontwerp primair is en dat de technische disciplines moeten anticiperen op de bouwkundige uitgangspunten en voorstellen. In onze adviezen staat de betaalbaarheid en het kunnen realiseren centraal, in relatie tot de gestelde specificaties of de gewenste eindsituatie. Samen met de architect en de installatieadviseur kan zo een geoptimaliseerd, integraal concept worden bedacht en kunnen meerdere concepten goed worden afgewogen.” Op het gebied van brandveiligheid is met name de ontvluchting en de brandcompartimentering een aandachtspunt. Door slim te compartimenteren kunnen voorzieningen voor brandoverslag zoveel mogelijk voorkomen worden en kan een open gebouw worden gecreëerd zonder direct voor een sprinklerinstallatie te hoeven kiezen. Kijk voor meer informatie op www.dgmr.nl.

schooldomein

mei 2015

31


Casala; Design linked to functionality

Flexibiliteit en design in hoger onderwijs Het is niet toevallig dat het gesprek plaatsvindt bij Fontys Academy for Creative Industries in Tilburg. Hier vind je studenten die opgeleid worden voor creatieve beroepen in de (digitale) wereld van entertainment en lifestyle. Daar hoort een leeromgeving bij die zich voortdurend aan dynamische werkprocessen kan aanpassen. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Sibo Arbeek en Ruben van Doesburg

J

“Als iets echt goed is, zie je dat daar op een andere manier mee om wordt gegaan.”

32

schooldomein

elle van Nimwegen van de facilitaire dienst van Fontys, business manager Jeroen Verweij van Gispen en Ruben van Doesburg van Casala Meubelen zijn graag bereid de keuze voor Casala meubilair toe te lichten. Jeroen legt de context uit: “Fontys heeft als grote onderwijsorganisatie met 40.000 studenten en 4.000 medewerkers in 2011 een Europese aanbesteding uitgeschreven voor de inrichting van haar locaties. Gispen won de aanbesteding op basis van kwaliteit, zodat wij vanuit een mantelcontract de verschillende locaties mochten inrichten. Jelle van Nimwegen had vanuit de Academy for Creative Industries (ACI) een wat meer specifieke vraag.” Jelle knikt: “Dit instituut wilde een meubel dat flexibel was en goed op te bergen, makkelijk te verplaatsen en snel te stapelen is. Met stoelen wil dat over het algemeen wel, maar met tafels wordt dat een probleem.

mei 2015

Ik heb die vraag teruggekoppeld aan de facilitaire dienst, die hem aan Gispen voorlegde.” Jeroen vult aan: “En wij zijn weer dealer van Casala Meubelen, die een lijn heeft ontwikkeld die het antwoord op deze vraag gaf.”

Lifestyle Jelle vertelt verder: “Wij hadden de standaard bruine tafels en stoeltjes maar zijn wel de opleiding voor de creatieve industrie, waarbij onze studenten te maken hebben met lifestyle, conceptontwikkeling en het organiseren van evenementen. Dat betekent dat ze een bepaalde verwachting hebben van hun leeromgeving. Zo zijn ze de hele dag bezig in verschillende werkvormen, organiseren workshops, tentoonstellingen en exposities. Hier wordt lesgegeven, maar ook op diverse plaatsen in de stad zoals theaters, biosco-


ONTWERP EN INRICHTING

Vlnr: Ruben van Doesburg (Casala), Jeroen Verweij (Gispen), Jelle van Nimwegen (Fontys)

pen en musea. Dat zegt iets over het type studenten en de dynamische werkvormen. Dit houdt in dat de lokalen vaak worden omgetoverd in van alles en nog wat; studenten en docenten wisselen voortdurend van werkvormen. Soms netjes in rijtjes, dan in groepen of in een theateropstellingen. In de bestaande situatie waren we zo’n beetje een halve dag bezig met het stapelen en verslepen van het meubilair. Dat was een enorme beheerlast voor onze conciërges. Daarom wilden we een flexibel en licht meubel, dat meer paste bij ons instituut. Bovendien moest het er goed uitzien omdat onze studenten oog voor detail hebben.”

Koppelbaar en stapelbaar Ruben is enthousiast: “Design en functionaliteit zijn belangrijke kernwaarden in ons ontwerpproces. Het resultaat wat je hier ziet zijn diverse lesruimten met verschillende Class tafelopstellingen en bijpassende Curvy stoelen. De één- en tweepersoons Class tafels zijn middels het frame koppelbaar en stapelbaar, een onderscheidende combinatie. Aan de basis van het combineren van deze functionaliteiten in één frame staat Casala’s Lynx stoel, uitgebracht in 2007 en destijds bekroond met diverse internationale onderscheidingen waaronder de Reddot Design Award. De Curvy stoelen kunnen met 45 stuks op een transportwagen gestapeld worden. Dit resulteert in een minimale benodigde opslagcapaciteit voor beide meubelen. Door deze functionele meubelen maak je de lesruimten zo flexibel mogelijk. Onze meubelen zijn voorzien van een verchroomd onderstel. Daarbij passen we de meest recente norm van duurzaam verchromen toe, namelijk Chroom 3. Dit proces heeft ten opzichte van het Chroom 6 proces een sterk gereduceerde belasting op het milieu en

voldoet aan de REACH (Registration, Evaluation and Authorization of CHemicals) richtlijnen. Al onze producten zijn opgebouwd uit duurzame grondstoffen die weer gerecycled kunnen worden. Onze producten hebben 5 jaar garantie, een fractie van de levensduur bij regulier gebruik.”

Toegevoegde waarde Ruben over de markt: “Casala’s meubelen zijn breed inzetbaar, en in educatieve instellingen al veelvuldig toegepast. We richten ons binnen de educatieve sector op het hoger onderwijs. Onze toegevoegde waarde is er wanneer een klant net iets meer vraagt dan een standaard meubilair.” Jelle voegt toe: “Als iets echt goed is, zie je dat daar op een andere manier mee om wordt gegaan. De aanschafprijs ligt iets hoger, maar op het moment dat je regelmatig een lokaal moet aanpassen en verslepen is de rekensom snel gemaakt. En denk ook even aan het plezier waarmee je iets kunt veranderen in vergelijking met vroeger. Kom maar eens kijken wanneer we hier weer een expositie hebben. Dan kijk je je ogen uit.”

Casala, Design linked to functionality Casala is al meer dan 90 jaar gespecialiseerd in projectmeubelen, meubelen die ingezet worden daar waar design zich functioneel moet bewijzen. Dit betekent voor Casala dat functionaliteiten zoals stapelen en koppelen, transportmiddelen, nummering en opbergmogelijkheden geen toevalligheden zijn. Deze kenmerken zijn bewust geïntegreerd in het ontwerp van onze meubelen. Casala heeft sinds 2004 een compleet nieuwe collectie projectmeubelen, stoelen en tafels, ontwikkeld en geïntroduceerd. In nauwe samenwerking met internationaal georiënteerde designers is Casala erin geslaagd om haar lijfspreuk, Design linked to functionality, waar te maken. Verkoop van Casala producten vindt plaats via aangestelde dealers. Casala is wereldwijd in meer dan 25 landen actief. Meer informatie op: www.casala.com.

schooldomein

mei 2015

33


Metamorfose Dr. Nassau College Assen

Tweede leven voor provinciaal monument

Het Dr. Nassau College, locatie Penta te Assen, is gebouwd in 1967-1968 en heeft de status van provinciaal monument. De ruimtebehoefte en ambities van de vmbo-school strookten echter niet meer met het gebouw: het was te grootschalig, de exploitatiekosten waren te hoog en het pand had te weinig uitstraling. Inmiddels heeft een flinke metamorfose ervoor gezorgd dat Penta geschikt is voor het onderwijs van nu en de komende veertig jaar: qua functionele indeling, duurzaamheid, flexibiliteit, exploitatie én uitstraling. Tekst Linda Kröse (HEVO) Foto’s Ben Vulkers

U

itgangspunt bij de vernieuwbouw was de onderwijsvisie die door de gemeente Assen en het schoolbestuur samen werd ontwikkeld. Een beter imago van het vmbo was daarbij een belangrijk thema. Hieruit volgde de wens om rondom een kleinschalige campus aparte schoolgebouwen voor mavo, vmbo en de onderbouw, met elk een eigen identiteit, te realiseren. HEVO hielp bij het maken

34

schooldomein

mei 2015

van de vertaalslag van deze visie naar een passende huisvestingsvisie waarmee architectenbureau de Jong Gortemaker Algra aan de slag kon.

Problemen bestaande situatie Het oorspronkelijke gebouw uit 1967-1968 is een typisch lts-gebouw voor die periode met veel glas, slanke kozijnen, een constructie van betonnen


ONTWERP EN INRICHTING

kolommen buiten en stalen kolommen binnen, hoge grote ruimten, patio’s en lange gangen. De laagbouw huisvest de grote praktijklokalen, de hoogbouw de kleinere klaslokalen. De uitstraling van het pand is industrieel en de hoogbouw is een imposante blikvanger. De hoogbouw kampte echter met verschillende problemen: een verrotte gevel, een slecht binnenklimaat, een onvoordelige energiehuishouding en weinig variatie in ruimten. Het gebouw had in principe genoeg ruimte, maar door de lange, donkere gangen waren de bereikbaarheid en eenheid binnen de school niet optimaal. Niet alle ruimte was bruikbaar omdat sommige ruimten geen daglicht ontvingen. Om het hedendaagse onderwijs goed te faciliteren moesten de technieklokalen, de open leercentra, de leskeukens en de administratie anders worden gesitueerd of ingedeeld. Er was bovendien behoefte aan meer digitale borden en een draadloos netwerk.

Kleurrijk ontwerp Het ontwerp van het vernieuwde Penta laat een rank, transparant, drielaags gebouw op kolommen boven een éénlaagse plint zien. Het is een kleurrijk gebouw in een groene omgeving geworden. Een bijzondere uitdaging was de beoogde verkleining van het gebouwoppervlak. Dit wordt door middel van een onverwachte ingreep gerealiseerd: het teveel aan oppervlak wordt niet van de uiteinden van de plint gesneden, maar juist uit het hart van het gebouw. Door de verhoogde vloer en de dakconstructie deels te behouden blijft de plint ogenschijnlijk intact en ontstaat er een beschut plein als hart voor de gewenste kleinschalige campus. Op het voorterrein is ruimte voor meer groen. Hekken maken plaats voor water en met de vrijkomende grond worden glooiingen gecreëerd om fietsen en auto’s aan het zicht te onttrekken. In dit ontwerp is het monument met respect in zijn witte glorie hersteld, terwijl de nieuwe pleingevels kleurrijk zijn ontworpen om de identiteit van de twee losgemaakte gebouwdelen te versterken.

Verduurzaming Het gebouw wordt volledig verduurzaamd met onderhoudsvrije aluminium kozijnen, isolerende beglazing en geïsoleerde houtskeletelementen. Beweegbare aluminium zonweringslouvres verbeteren het klimaat en de lichtwering in de lokalen. Binnen is het bestaande hoofdtrappenhuis opengebroken om meer daglicht naar binnen te halen. De onderste trapsteek is vervangen door een houten tribune die de verdiepingen verbindt met de toegangshal. Een spel van gekleurd glas en schildervlakken op de binnenwanden voegt, zichtbaar door de transparante

gevels heen, een kleurrijke extra laag toe aan het witte, zakelijke gebouw. Omdat de wensen het beschikbare budget te boven gingen, is er met de nodige voorzichtigheid ontworpen. Zo werden bestaande wanden waar mogelijk behouden, konden dure geluidswerende plafonds achterwege blijven door het toepassen van tapijt in theorielokalen en zijn de duurzame natuursteencomposietvloeren gehandhaafd.

Nieuw leven De vernieuwbouw heeft het mogelijk gemaakt om het monument voor onderwijs te behouden en geschikt te maken voor de komende 30 tot 40 jaar. Het gebouw is nu open, licht en fris en doet niet onder voor nieuwbouw qua comfort en veiligheid. De complete metamorfose heeft de gebruikers hun eigen gebouw weer teruggegeven: een kleurrijke, inspirerende leeromgeving op een kleinschalige campus rondom een veilig ontmoetingsplein voor de leerlingen, rust en comfort voor de docenten, een markant gebouw voor Assen, en dat alles tegen veel lagere exploitatiekosten. De leerlingen waren meteen enthousiast over hun nieuwe, kleurrijke omgeving, en hebben de tribunetrap zo vanzelfsprekend in bezit genomen alsof die er altijd al is geweest. De docenten geven aan vooral de rust een verademing te vinden op de nieuwe kleinschalige campus met zijn goede geluidsabsorberende plafonds en tapijt. Penta is begonnen aan een tweede leven en afgaand op de veel grotere toeloop dan gebruikelijk tijdens de open dagen voor groepen 8 van de basisschool lijkt de toekomst er rooskleurig uit te zien.

“In dit ontwerp is het monument met respect in zijn witte glorie hersteld.”

Kijk voor meer informatie op www.hevo.nl.

schooldomein

mei 2015

35


Akoestiek in sporthallen

Niet horen? Dan zeker niet zwijgen! Op 9 maart organiseerde Ecophon het seminar ‘Akoestiek in Sporthallen’ in het Haarlem College aan de Broekweg in Haarlem. Dat de akoestiek in veel sporthallen te wensen over laat is inmiddels redelijk bekend, in de tweede helft van 2014 was er zelfs aandacht voor in de landelijke pers. Reden voor Ecophon om een seminar te organiseren voor mensen die met het onderwerp te maken hebben en kunnen leren van dit goede voorbeeld uit de praktijk. Naast een rondleiding waarin de deelnemers de akoestiek met eigen oren konden aanschouwen lieten vijf experts hun licht op het thema schijnen. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Ecophon en Ben Vulkers

N

a het welkom door directeur Marc Teulings van het Haarlem College is Remon Bahnerth namens de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Oefening de eerste spreker. De KVLO is de vakvereniging voor docenten en leerkrachten lichamelijke opvoeding én combinatiefunctionarissen onderwijs en sport. Hij stelde dat er voldoende mogelijkheden zijn om het probleem van slechte akoestiek in sportruimten te voorkomen. “Maar waarom gebeurt er dan zo weinig?” was de titel van zijn

36

schooldomein

mei 2015

presentatie. KVLO krijgt veel meldingen over te lange nagalmtijden, zogenaamde flutterecho’s, spraakverstaanbaarheid en te hoge geluidniveaus, het lekken van geluid bij afscheidingswanden en via plafonds. Deze klachten leiden tot vermoeidheid, hoofdpijn, gehoorschade, structurele concentratiestoornissen en uiteindelijk ziekte. “In deze gevallen wijzen wij de werkgevers op hun verantwoordelijkheid met betrekking tot hun Arbobeleid. We geven aan hoe ze het probleem kunnen oplossen. In het ergste geval bouwen we een dossier op, hoewel we als KVLO niets juridisch kunnen afdwingen. Een eventuele rechtszaak vindt pas plaats wanneer er schade is en de aansprakelijkheid aan de orde is. Kennelijk voelt niemand zich verantwoordelijk voor het eigenaarschap van een sportruimte en dat komt ook omdat geluid niet echt als een probleem of zelfs als een gevaar wordt gezien. En wanneer een docent stopt begint de volgende dag toch gewoon weer een nieuwe?” Guus Klamerek neemt het woord namens de organisator Ecophon met een op het onderwijs toegespitste presentatie over de effecten van (teveel) geluid op het welbevinden en de prestatie van docenten en leerlingen. Daarnaast besteedt hij aandacht aan het onderwerp duurzaamheid en legt uit wat de inspanningen en de behaalde successen op dat gebied door Ecophon zijn. “Naast alle groene producteigenschappen zijn wij van mening dat comfort en welzijn ook een vorm van duurzaamheid zijn en dat een goede


ONTWERP EN INRICHTING

“De kans op blijvende gehoorschade neemt toe bij een gemiddeld hogere belasting dan 85 dB(A).” akoestiek in gebouwen daar op een positieve manier aan kan bijdragen. Dat is een van de redenen dat we recent lid zijn geworden van de DGBC (Dutch Green Building Council).”

Slechthorendheid kan leiden tot het niet kunnen detecteren en lokaliseren van geluiden. Dat leidt er toe dat er niet goed op geluiden (meer) wordt gereageerd, met alle nadelen van dien.

Gehoorschade

Norm per accommodatie-volume

Jan de Laat is klinisch fysicus en audioloog van het Audiologisch Centrum van het LUMC. Hij benadert op wetenschappelijke wijze hoe het gehoor zich in de loop van een mensenleven ontwikkelt, waarbij bijvoorbeeld 60+-ers de hoog frequente medeklinkers, consonanten gaan missen. Vervolgens laat De Laat op basis van een empirisch onderzoek zien dat de meeste sporthallen boven het niveau van 85-90 DB(A) zitten. De kans op blijvende gehoorschade neemt toe bij een gemiddeld hogere belasting dan 85 dB(A). Daarnaast is de nagalmtijd in de meeste hallen te lang, waardoor gehoorschade kan ontstaan. Uit een onderzoek onder sportleraren blijkt dat de meeste leraren meer dan gemiddeld gehoorklachten hebben.

Theo Appeldoorn van Acour Lawaaibestrijding heeft veel praktijkervaring opgedaan met het verbeteren van de akoestiek in sporthallen. Hij gaat dieper in op de akoestische uitdagingen in sporthallen, ook bespreekt hij wat mogelijke oplossingen zijn en waar deze aan te brengen. Uitgangspunt bij het ontwerp van oplossingen is een veel gebruikte richtlijn die is opgesteld door de normcommissie Overdekte Multidisciplinaire Sportaccommodaties en ook wel NOC/ NSF norm of KVLO norm wordt genoemd. Daarin wordt een eis aan de nagalmtijd gesteld, gerelateerd aan het volume van de zaal, hier zit namelijk een sterke relatie tussen. De NOC/NSF norm is opgenomen in de Arbo-catalogus van zowel het Primair

schooldomein

mei 2015

37


“Comfort en welzijn zijn ook een vorm van duurzaamheid. Een goede akoestiek in gebouwen kan daar op een positieve manier aan bijdragen.” als ook het Voortgezet Onderwijs. Docenten kunnen daardoor aanspraak maken op een akoestisch aangepaste sportzaal als werkplek.

Balvastheid en brandgedrag Om de akoestiek in een grote rechthoekige doos te kunnen beheersen is het van belang om verantwoorde materiaalkeuzes te maken. Hij gaat verder in op de casus van de gymzalen en de sporthal van het Haarlem College. Hij stelt daarbij dat een geluids­ absorberend plafond alleen in een sporthal niet voldoende is. Het effect van absorberende wandpanelen is bijvoorbeeld dat er direct op spraakhoogte geluid geabsorbeerd wordt. Voordat het geluid bij het plafond is zijn er al heel wat reflecties via de wanden langs het gehoor gekomen wanneer je de wanden

Tabel Nagalm-norm in binnensportaccommodaties

38

Categorie

Omschrijving

Afmeting (b x l)

Hoogte

Inhoud (m3)

Nagalmtijd

A.1

Gymnastieklokaal

14 x 22 m

5,5 m

≤ 1.700

1.0

A.2

Sportzaal

13 x 22 m

7m

1.701 – 2.100

1.1

A.3

1/3 Sporthal/sportzaal 14 x 24 m

7m

2.101 – 2.400

1.2

B.1

Sportzaal

7m

2.401 – 3.200

1.3

16 x 28 m

B.2

Sportzaal

22 x 28 m

7m

3.201 – 4.350

1.4

B.3

2/3 Sporthal

32 x 28 m

7m

4.351 – 6.300

1.5

C.1

Sporthal

24 x 44 m

7m

6.301 – 7.400

1.7

C.2

Sporthal

28 x 48 m

7m

7.401 – 9.500

1.8

C.3

Sporthal

28 x 48 m

9m

9.500 – 12.400

1.9

D.1

Sporthal

28 x 88 m

7m

12.401 – 17.250

2.0

D.2

Sporthal

32 x 88 m

10 m

17.250 – 29.000

2.3

E

Overig

schooldomein

≥ 29.001

mei 2015

niet absorberend uitvoert. De wandpanelen dienen laagfrequent geluid goed te absorberen en een stootvaste zachte afwerking te hebben om verwonding van sporters te voorkomen. De akoestiek in de sporthallen bij het Haarlem College voldoet aan de eerder genoemde norm, de spraakverstaanbaarheid is verbeterd en de geluidniveaus liggen lager tijdens de sportlessen. Theo stelt verder dat materialen bestand moeten zijn tegen mechanische impact en getest moeten zijn op balvastheid en brandgedrag conform het Bouwbesluit.

Resultaatgarantie Tot slot gaan Marc Teulings namens de school en Maarten Boelsma namens het bestuur van Dunamare Onderwijsgroep in op de specifieke case bij het Haarlem College. Maarten Boelsma stelt dat scholen bij de aanbesteding voor sporthallen niet over één nacht ijs moeten gaan. Zo zijn er excursies geweest in binnenen buitenland en dat heeft geleid tot een aanbesteding waarbij een goede prijs-kwaliteitverhouding de doorslag heeft gegeven en waarbij er een all-in-one oplossing is gevonden voor materialen en montage en een resultaatgarantie. Marc Teulings benadrukt het belang van een gezonde werkomgeving voor het onderwijzend personeel en stelt dat het de investering meer dan waard is: “Het is immers niet alleen een investering in akoestische oplossingen maar vooral een investering in mijn mensen.” Dat het resultaat er mag zijn laat docent LO Robin Hoenderdos trots zien en horen tijdens de rondleiding. Kijk voor meer informatie op www.ecophon.com/duurzaamheid.


de kunst De centrale hal van het ROC van Twente in Hengelo is een rijksmonument. Het is de voormalige Gieterijhal van machinefabriek Stork uit 1902. IAAarchitecten heeft deze oude gieterij tot kern van het schoolgebouw gemaakt waar nieuwe bouwdelen aan weerszijden zijn toegevoegd. In deze karakteristieke hal zijn twee monumentale kunstwerken opgenomen van de kunstenaar Hester Oerlemans. Hoog verheven op gestapelde zeecontainers zien we een reusachtige Klapklok die de tijd per minuut weg tikt. En op de andere stapeling zien we een merkwaardig bouwsel van geluidsboxen, Roc(k) genaamd. Met de Klapklok verwijst Oerlemans naar de geschiedenis van het gebouw en brengt een ode aan de

tijd die in het productieproces van zo groot belang is geweest. Maar tijd speelt ook in het leven van de studenten een belangrijke rol. Het hoorbaar omklappen van de cijfers houd je bij de les. Het tweede kunstwerk Roc(k) is een geluiddichte muziekcabine die bekleed is met oude gebruikte boxen. Het lijkt alsof ze nog functioneren, maar schijn bedriegt. Deze hoog verheven cabine is een bijzonder soort kraaiennest geworden waar studenten kunnen chillen. Hier kunnen ze hun smartphone inpluggen en ongestoord naar muziek luisteren. En bij voorkeur doe je dat samen, want muziek luisteren hoort bij het dagelijks leven en kan hier zelfs tussen het lesrooster door, op school.

“Het geheim van de kunst is daar in gelegen, dat men niet zoekt maar vindt”, zei Pablo Picasso. Schooldomein zoekt én vindt kunst op scholen. In deze editie de kunstopdracht voor het ROC van Twente.

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever ROC van Twente

Kunstadvies en begeleiding Kunst en Bedrijf-Gabi Prechtl, 020-6230271

Kunstenaar Hester Oerlemans

Locatie Gieterij 200, Hengelo

Foto’s Jannes Linders

schooldomein

mei 2015

39


VELUX lichtstraten in de Hubertus & Berkhoff - De Culinaire Vakschool

Daglicht maakt vrolijk! Ivan Oostvriesland formuleert het treffend aan het einde van het gesprek: “Je maakt als school onderdeel uit van de samenleving. Licht symboliseert de openheid van ons onderwijs en nodigt uit om binnen te komen. Bovendien geeft het vele daglicht en glas een gevoel van lichtheid en vrolijkheid.�

40

schooldomein

mei 2015


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek

I

van is al sinds 2000 opleidingsmanager bij het ROC van Amsterdam / Voortgezet Onderwijs van Amsterdam: “Ik ben gevraagd om de verhuizing te regelen. Ons bedrijfsbureau zit hier al en voor de zomervakantie gaat de inventaris van de beide oorspronkelijke scholen De Hubertus Vakschool en De Berkhoff over. 17 augustus beginnen de lessen in dit nieuwe gebouw aan de Betuwestraat in Amsterdam, pal naast de RAI. De naam van de nieuwe school is Hubertus & Berkhoff, De Culinaire Vakschool. Een VMBO-school voor ongeveer 500 leerlingen die opgeleid worden in de beroepsrichting Horeca, Toerisme, Brood & Banket.” Jack Kenters is als account manager projecten vanuit VELUX bij de bouw betrokken: “Bij VELUX noemen we onszelf liever ‘daylight engineers’. We kijken namelijk hoe we gebouwen functioneel open kunnen maken.” Voor dit project zijn we benaderd door Ector Hoogstad Architecten, omdat er in het oorspronkelijke ontwerp bezuinigd moest worden. Vanaf het eerste moment is VELUX samen met de hoofdaannemer Bruil op zoek gegaan naar slimmere mogelijkheden om functioneel daglicht binnen te brengen. Daarbij hebben we goed naar het bestaande ontwerp gekeken, waarbij de kern wordt gevormd door een groot atrium waaromheen de lesen praktijkruimten en de restaurants liggen.

Tijd- en kostenbesparend Een belangrijk kenmerk van VELUX modulaire lichtstraten is dat het gehele systeem geprefabriceerd is en het glas al in de fabriek in de module is geplaatst. Zo kan bij de plaatsing van de modules de constructie snel en eenvoudig worden dichtgelegd. Waar een traditionele lichtstraat op locatie wordt samengesteld uit losse aluminiumprofielen en beglazing en er een kitafwerking benodigd is, kost dit veel meer tijd en is men sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Op het hele proces van het ontwerpen, monteren en afdichten van de VELUX modulaire lichtstraten hebben we tijd en kosten bespaard. In één dag zijn de vijftig modules door de aannemer zelf geplaatst en in totaal drie dagen was het gebouw wind- en waterdicht en konden we ook binnen aan de slag. Op die manier werden de lichtstraten onderdeel van de totale legpuzzel waar de aannemer mee bezig was. De toepassing van VELUX modulaire lichtstraten leverde al met al een besparing op van niet minder dan 20% aan arbeids- en materiaalkosten. Bij traditionele lichtstraten laat je een lichtstraatleverancier monteren en hier deed de aannemer het zelf, zoals je ook met een Ikea kast doet. Vanuit VELUX hebben we een monteur aangeleverd gekregen om de mensen van de aannemer die dag te trainen.”

Ivan Oostvriesland (l) en Jack Kenters

Ruimtelijkheid en openheid Ivan knikt: “Het was ongelofelijk hoe snel dat montageproces verliep en wat nu de lichtopbrengst is. In een school moet de lichtinval ook goed zijn. Daglicht vrolijkt mensen op en dat werkt door in het gedrag. Bovendien versterkt de lichtinval de ruimtelijkheid en openheid van het gebouw. Dit gebouw biedt leerlingen de mogelijkheid om zich op allerlei manieren te laten zien. Onze beide VMBO-scholen vormen op culinair gebied de top in Nederland. Die passen heel goed in dit nieuwe gebouw aan de Zuidas. De leerlingen en het personeel, maar ook gasten voor o.a. het Grand Café en restaurant, komen binnen en worden in de centrale hal opgevangen. Vanuit daar worden ze doorverwezen of begeleid naar de verschillende ruimtes. Boven- en onderbouw hebben elk een eigen kantine. Het restaurant en het Grand Café zitten in de plint, zodat omwonenden worden uitgenodigd om binnen te komen. Ze kunnen bij ons een diner nuttigen of een gebakje kopen. Het open zijn naar de omgeving geeft een goed beeld van de school. Als je dit gebouw vergelijkt met oudere gebouwen zie je pas hoe donker veel van die gebouwen zijn.”

“Het vele daglicht en glas geeft het gevoel van lichtheid en vrolijkheid.”

Beter presteren Jack vult aan: “Veel studies wijzen uit dat de mens beter presteert onder natuurlijk daglicht. Wij willen zoveel mogelijk daglicht in gebouwen realiseren. In dit geval had de architect dat al gedaan, maar we zien steeds vaker dat er bij scholen gekozen wordt om centraal in het gebouw daglicht toe te laten. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een atrium, waar in dit project voor gekozen is. Dit zie je ook in kantoorgebouwen. Door middel van daglichttoetreding via het dak op centrale plaatsen in het gebouw kun je, in combinatie met daglicht via de gevel, zorgen voor een meest optimale daglichtspreiding over de werkplekken en zo het gebouw optimaler benutten.”

schooldomein

mei 2015

41


Ruimtelijkheid Een lichtstraat is niet iets nieuws. Wat je nu wel ziet is dat daglicht als belangrijk element in het frisse scholenconcept veel terugkomt. Het effect is dat schoolgebouwen tegenwoordig anders ontworpen worden. Tot een paar jaar geleden waren ontwerpers en installatieadviseurs vooral met de schil bezig, om de kwaliteit van het binnenklimaat te vergroten en energie te besparen. Nu zie je dat ontwerpers de potentie van het daglicht meer benutten.” Ivan knikt: “Ik zie een trend waarbij aandacht is voor meer ruimtelijkheid en de potentie van natuurlijk licht. Het idee van de lichtstraten zag je al wel in de stedelijke omgeving en persoonlijk vind ik het altijd prettig om onder lichtstraten in winkelcentra te lopen.”

Energetische kwaliteit Jack over de energetische kwaliteit van lichtstraten: “Een lichtstraat presteert op het eerste gezicht op een energetisch lager niveau dan een dicht dak. Daglichttoetreding en mogelijke natuurlijke ventilatie via de lichtstraten hebben een positieve bijdrage in de totale energetische kwaliteit van het gebouw. Zo kan zonnewarmte in de winter bijdragen aan de verlaging van de stookkosten en kan natuurlijke ventilatie voor voldoende frisse lucht zorgen en kunnen de koel­ lasten worden beperkt. Voorwaarde daarvoor is dat

42

schooldomein

mei 2015

de kwaliteit van de lichtstraat, met name met betrekking tot de water- en luchtdichtheid en het isolerend vermogen, van zeer goed niveau moet zijn.” VELUX kan ondersteuning bieden in het ontwerpproces om de meest optimale daglichttoetreding in het gebouw te creëren. Hierbij maken we gebruik van de VELUX daglichtvisualisatietool, waarmee we vooraf het daglichteffect en de lichtopbrengst kunnen simuleren. Kijk voor meer informatie op www.velux.nl.

Bouwvorm Type modules Daksoort Aantal modules

Nieuwbouw Vast Lessenaar 5-25 50


THEMA: ONTDEKKEN

Innovatielab:

Ontdekken Ontdekken is een mooie term. Het betekent het ont-dekken van datgene dat bedekt was. En daar zit ook weer de vernieuwing in. De vernieuwing ligt in het ontdekken van de potentie van het bestaande. En laat daar nu net de uitdaging van deze tijd liggen. De kansen van bestaand vastgoed. Het stimuleren van de wijkeconomie. Het zoeken naar verbindingen. Twee visionairs delen hun visie op het thema: Harry Puts als creative partner van Made in May en Teun van Wijk als partner van ICSadviseurs. DE STELLINGEN

DEELNEMERS

1. E en goed gebouw laat zich voor een groot deel tijdens het gebruik ontdekken

-H arry Puts, Creative Partner van

2. O mdat informele ontmoeting steeds belangrijker wordt, worden de gebouwen zelf steeds uniformer van karakter 3. D e inrichting van een ruimte wordt steeds belangrijker; dat betekent dat de

Made in May Change Makers www.madeinmay.com - Teun van Wijk, partner van ICSadviseurs met de portefeuilles

mate van flexibiliteit toeneemt 4. O p het niveau van de wijk betekent ontdekken dat er weer aandacht komt voor een levendige wijkeconomie

Internationalisering en Innovatie www.icsadviseurs.nl

5. D e functionele (fysieke) benadering van de samenleving verandert in een activiteit georiënteerde clustering, waardoor het ontdekkend vermogen (weer) meer geprikkeld wordt

1. Een goed gebouw laat zich voor een groot deel tijdens het gebruik ontdekken Harry: “Eens. Veel kan vanaf de tekentafel worden bepaald. Maar uiteindelijk is het de eindgebruiker die het gebouw tot leven brengt. De eindgebruiker maakt uiteindelijk het gebouw af. Immers eindgebruikers beleven het gebouw terwijl zij het gebruiken. Dan kan het natuurlijk gebeuren dat hun praktische inzichten leiden tot verrassende nieuwe of andere toepassingen van bepaalde onderdelen van een gebouw. Een goed gebouw faciliteert dit alles. Het laat ruimte voor eigen interpretatie en toepassing van het gebouw.”

Harry Puts

Teun: “Dat een functioneel goed gebouw zich tijdens het gebruik laat ontdekken

lijkt logisch. Echter: wat goed is aan een gebouw merk je meestal niet. Wat niet deugt valt juist op. Bijvoorbeeld kolommen die in de weg staan en muren die onveranderbaar zijn. Een slecht gebouw laat zich snel ontdekken! Een gebouw kan ‘te mooi’ en ‘te af’ zijn. Met frisse heldere kleuren op alle muren, maar nergens ruimte om wat op te hangen. Een goede leeromgeving nodigt uit om te experimenteren en om er zelf elementen aan toe te voegen. Of dat mogelijk is ontdek je inderdaad tijdens het gebruik. Een ‘onaf’ gebouw met een budget om het later af te maken, precies volgens de wensen van gebruikers, lijkt mij beter. Het architectuurcredo: “Helder in de grote lijn, avontuurlijk in de details!” spreekt mij aan. Bij binnenkomst ruimte en overzicht, vandaar naar verschillende plekken waar veel te ontdekken valt.”

schooldomein

mei 2015

43


2. Omdat informele ontmoeting steeds belangrijker wordt, worden de gebouwen zelf steeds uniformer van karakter Harry: “”Zo lijkt het wel. Ik hoop dat de werkelijkheid weerbarstiger is. Ik denk dat uniformiteit en karakterloosheid leidt tot on-inspirerende gebouwen. Gebouwen dienen te inspireren, uit te dagen. Al is het maar om een gesprek of discussie aan te wakkeren. Uniforme gebouwen slaan alles dood. Karakterloze gebouwen zijn gebouwen zonder ziel. Hier zullen mensen zich nooit door laten aanzetten tot informele ontmoetingen.” Teun: “ Informeel ontmoeten gebeurt op plekken waar je graag wilt zijn, waar anderen komen en waar je een bijzondere ervaring met elkaar deelt. Bijvoorbeeld door samen naar sport te kijken. Wat leeromgevingen betreft verwacht ik dat de variatie aan plekken en omgevingen eerder groter dan kleiner wordt, vooral als je de eigen invulling door de gebruikers meerekent.”

Teun van Wijk

“Ik denk dat de samenleving toe is om de ruimte te krijgen om te bewegen, te doen, te ondernemen.”

3. De inrichting van een ruimte wordt steeds belangrijker; dat betekent dat de mate van flexibiliteit toeneemt Harry: “Ik denk dat ook hier geldt dat vorm de functie volgt. De grote vraag bij iedere ruimte is: “Wat is de bedoeling?” “Waartoe dient deze ruimte?” Dat zal in sommige situaties leiden tot een flexibele inrichting en in andere situaties tot één strak gedefinieerde inrichting.” Teun: “Als het beeld is: grote ruimten, die door kastenwanden worden ingedeeld dan is dat waar. Akoestiek en ICT zijn wel voorwaarden om tot meer open ruimten te komen. Aan beiden schort het nog vaak! “

44

schooldomein

mei 2015

4. Op het niveau van de wijk betekent ontdekken dat er weer aandacht komt voor een levendige wijkeconomie Teun: “Wijkgebonden winkelcentra hebben vaak leegstand en staan er vaak treurig bij. Handel van leuke spullen gaat vooral via marktplaats en houdt zich niet aan wijkgrenzen. Bij diensten is dat anders, bijvoorbeeld door zorgdiensten uit te wisselen. Misschien daar.”

meer te ontdekken is gaan mensen dood. Ontdekken houdt mensen nieuwsgierig, en dus in beweging. Hoe klein de ontdekking ook is. Nieuwsgierigheid zorgt voor beweging in een wijk. Mensen prikkelen zodat ze nieuwsgierig worden is key. Nieuwsgierigheid brengt verwondering en openheid naar iets wat je niet kent. Als een wijk in staat is om de bewoners nieuwsgierig te maken naar elkaar en de ontwikkelingen ontstaat er echte, gemeende levendigheid.”

Harry: “Ik zou het willen omdraaien. Ontdekken is een levensvoorwaarde. Als er niets

5. De functionele (fysieke) benadering van de samenleving verandert in een activiteit


THEMA: ONTDEKKEN

georiënteerde clustering, waardoor het ontdekkend vermogen (weer) meer geprikkeld wordt Harry: “Ik hou niet van het woord clustering. Wat willen we? Willen we een samenleving waarin mensen geprikkeld worden om weer dingen te gaan ontdekken, of een samenleving die mensen uitnodigt en stimuleert om elkaar te prikkelen? Ik denk dat de samenleving toe is om de ruimte te krijgen om te bewegen, te doen, te ondernemen. Hoe klein zo’n beweging of onderneming ook is. De samenleving is een fluïde gegeven.

Vandaag is anders dan gisteren, vanmiddag anders dan vanochtend. De buurtsupermarkt van gisteren is de Lidl van vandaag en morgen is de kleinere ondernemer met een buurtwinkel met assortiment op maat de held. Ik hoop dat we toegroeien naar een alerte samenleving waarbinnen er ruimte is voor eigen initiatief. Er minder regels zijn waardoor er sprankelende initiatieven ontstaan die niet per definitie vernieuwend zijn maar eerder nieuwsgierigheid opwekkend. Dan ontstaat er een samenleving die levendig is en waar men elkaar voortdurend prik-

kelt en uitdaagt op een positieve manier. Een samenleving waarin iedereen telkens nieuwe dingen ontdekt. Dat alles heeft mijns inziens niks met activiteit georiënteerde clustering te maken.” Teun: “Activiteit georiënteerd, bijvoorbeeld een plek voor fietsers om bij elkaar te komen, naar fietsen te kijken en een broodje te eten. Dat zie je inderdaad ontstaan en het levert verrassende omgevingen op. Idem restaurants voor snor- en baarddragers, boekenlezers, bedenk het maar. De rode draad is steeds: horeca.”

schooldomein

mei 2015

45


www.modulairelichtstraten.velux.nl


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat


Verduurzaming onderwijshuisvesting – De Rotterdamse aanpak Er staat de gemeente Rotterdam de komende tien jaar een grote vernieuwingsopgave van de onderwijshuisvesting in haar stad te wachten. Uit een uitgebreide inventarisatie van het vastgoed is naar voren gekomen dat 146 van in totaal 600 onderwijsgebouwen in Rotterdam vernieuwd dienen te worden. Het betreft vooral gebouwen uit de wederopbouwperiode toen kwantiteit boven kwaliteit ging. Tekst Remco Berghuis, Paulien Konijnendijk en Dennis Coenraad

H

et is de ambitie van de gemeente Rotterdam om nog deze collegeperiode ruim 80 van de 146 onderwijsgebouwen te vernieuwen of grootschalig te renoveren. Met de totale operatie is het aanzienlijke kostenplaatje gemoeid van half miljard euro. Daarvan is in deze collegeperiode al een budget van 200 miljoen euro beschikbaar gesteld. De gemeente hecht aan goede onderwijshuisvesting en een gezond binnenklimaat, want bewezen is dat een gezond binnenklimaat bijdraagt aan de leerprestatie van kinderen. Op basis van het Programma van Eisen Frisse Scholen heeft de gemeente Rotterdam in 2011 al een eigen profiel ontwikkeld voor de renovatie en nieuwbouw van de schoolgebouwen in Rotter-

dam. De kwaliteit en toekomstbestendigheid van de nieuwe huisvesting is hiermee geborgd.

Bouwheerschap Volgens de wetten op het Primair Onderwijs en het Voortgezet Onderwijs zijn schoolbesturen bouwheer bij de nieuwbouw- en renovatieopgaven, maar de gemeente Rotterdam trekt graag samen met de schoolbesturen op om optimaal resultaat bij de ontwikkeling van de onderwijshuisvesting te realiseren. In een aantal gevallen betekent dit dat de gemeente het bouwheerschap krijgt van een schoolbestuur. Waar een huisvestingsopgave voor een schoolbestuur een incidentele opgave is, heeft de gemeente een aantal projectmanagers/vastgoedontwikkelaars die continu met de ontwikkeling van maatschappelijk vastgoed bezig zijn en daardoor zowel procedureel als inhoudelijk deze processen kunnen begeleiden.

GeĂŻntegreerde contracten De gemeente formuleert voor iedere opgave een aanpak die het beste resultaat levert. Bij sommige projecten is de functionele staat en de locatie van een schoolgebouw zo goed, dat verduurzaming of renovatie een beter en wenselijker resultaat geeft dan vervangende nieuwbouw. Andere gebouwen zijn echter in een dusdanige technische en functionele staat dat alleen vervangende nieuwbouw een optie is. Daarnaast bekijkt de gemeente samen met het schoolbestuur ook hoe de markt haar het beste kan bedienen. In een aantal projecten is het wenselijk om de aannemer al vroeg aan tafel te hebben om met

48

schooldomein

mei 2015


BOUW EN ORGANISATIE

Bijeenkomst ‘Een gezonde samenwerking naar duurzame frisse scholen’

oplossingen te komen en kiest de gemeente voor een geïntegreerd contract (Design & Build of Engineering & Build). Ook de markt uitdagen om voor de maximale kwaliteit voor een vast budget te realiseren, kan een overweging zijn om voor een geïntegreerd contract te kiezen.

Delen van best practices Kennisdeling op het gebied van ontwikkeling van onderwijsgebouwen (en ander maatschappelijk vastgoed) is van groot belang en voorkomt dat partijen het wiel opnieuw moeten uitvinden, terwijl geleerd kan worden van best practices en ook minder positieve ervaringen van anderen. Zo zijn de twee projecten die door middel van Design & Build worden gerealiseerd uitstekende blauwdrukken om ook elders in Rotterdam en de rest van het land toe te passen. In de komende edities van Schooldomein wordt aandacht besteed aan deze projecten en komen de verschillende partijen (gemeente, schoolbesturen, gebruikers) aan het woord. Dit najaar organiseert ICSadviseurs een bijeenkomst waarin de projecten inhoudelijk en procesmatig aan bod komen. Remco Berghuis is projectmanager bij de gemeente Rotterdam, cluster Stadsontwikkeling en namens de gemeente verantwoordelijk voor de Design & Build-projecten Rudolf Steiner College en Zalmplaatschool. Paulien Konijnendijk en Dennis Coenraad zijn adviseurs bij ICSadviseurs en betrokken bij diverse projecten in de gemeente Rotterdam, waaronder de Design & Buildontwikkeling van de Zalmplaatschool. Voor meer informatie kunt u mailen naar paulien.konijnendijk@icsadviseurs.nl of

Op 30 maart jl. organiseerde de gemeente Rotterdam de bijeenkomst ‘Een gezonde samenwerking naar duurzame frisse scholen’. Deze bijeenkomst stond met name in het teken van het geïntegreerd aanbesteden van de ontwikkeling van onderwijsprojecten. Op dit moment worden twee projecten ontwikkeld door middel van Design & Build: de vernieuwbouw van het Rudolf Steiner College in Crooswijk en de vervangende nieuwbouw van de Zalmplaatschool in Hoogvliet. Onder de sprekers waren onder meer Artho Janssen, bestuurder van Stichting Vrije Scholen Zuidwest Nederland, wethouder Hugo de Jonge van Onderwijs, Jeugd en Zorg en Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. Artho Janssen kon de Design & Build ontwikkeling van het Rudolf Steiner College goed vergelijken met traditionele processen bij andere huisvestingsopgaven en concludeert dat een Design & Build contractvorm meer uitnodigt tot samenwerking en creativiteit uitlokt. “De ambitie van de gemeente met de vernieuwingsopgave de komende jaren, is alleen te realiseren door samenwerking en kennisdeling,” onderschrijft ook Hugo de Jonge en Maxime Verhagen, waarbij Design & Build een route kan zijn. De aanwezigen waren het over een aantal zaken eens:

“Professioneel opdrachtgeverschap en een goede uitvraag zijn van essentieel belang, ongeacht de wijze van aanbesteden.”

• Professioneel opdrachtgeverschap en een goede uitvraag zijn van essentieel belang, ongeacht de wijze van aanbesteden; • Denk in termen van exploitatie en niet in termen van investering. Kijk ook vooruit naar toekomstige ontwikkelingen in leerlingaantallen en houd in het ontwerp rekening met flexibiliteit; • Maak gebruik van de kennis en creativiteit van de markt; • Breng risico’s onder bij de partij die deze het beste kan beheersen.

dennis.coenraad@icsadviseurs.nl.

schooldomein

mei 2015

49


Kindcentrum Rivierenwijk in Deventer trots van start

Microsoft showcase school van ZMLK tot en met gymnasium Het nieuwe Kindcentrum Rivierenwijk in Deventer ligt als een wit paviljoen in het park. De architectuur doet denken aan die van Frank Lloyd Wright door de horizontaliteit in de opbouw en de ruimtelijke versmelting van binnen en buiten. Het is een trotse uiting voor een school in een echte Vogelaarwijk met 85% niet-westerse kinderen waarvan 70% gewichtenleerlingen zijn. Maar de school is ook een Microsoft showcase school en laat elke leerling met een device werken.

50

schooldomein

mei 2015


BOUW EN ORGANISATIE Tekst Sibo Arbeek Foto’s ICSadviseurs

J

an Rensink is voorzitter van de Stichting Samenwerkingsschool Rivierenwijk: “Rivierenwijk is één van de veertig zogenaamde Vogelaarwijken en deze wijk moest dus worden aangepakt. Gemeente Deventer en woningcorporatie Rentree hadden grootse plannen en zijn begonnen met het slopen van 700 woningen. Er kwam extra overheidsgeld om de buurt op te knappen en te zorgen voor sociale cohesie. Er zou een nieuwe ontsluiting van de wijk komen waarbij de thema’s zorg, commercie, opvoeding en educatie in een volume met twee grote zorgtorens, winkels en de school zouden worden vertaald. Door de crisis kwam er een enorme kink in de kabel en gebeurde er vervolgens jaren niets meer, terwijl de wijk wel gedeeltelijk afgebroken was. Dat heeft veel frustratie bij de autochtone en niet westerse bewoners opgeleverd, die in het begin heel betrokken waren. Nadat de gemeente een jaar lang alle projecten on hold had gezet zijn alle projecten opgeknipt. Wij werden bouwheer en mochten deze school zelf ontwikkelen. De Rivierenwijk kende oorspronkelijk vier scholen; twee openbare, een christelijke en een katholieke school. Na enkele fusies bleven twee besturen over en we besloten dat we juist in deze wijk geen concurrerend aanbod wilden creëren, maar voor samenwerking wilden gaan, ook om een voorbeeld voor andere wijken in de stad te zijn. Vanaf 2004 hebben we bij de raad gelobbyd en na een complex juridisch traject zijn we op 1 augustus 2011 gefuseerd en is de school overgedragen aan de nieuwe stichting als één van de eerste echt goedgekeurde samenwerkingsscholen in Nederland. Daar ben ik trots op.”

Microsoft showcase school Ton: “Onze visie was dat we een multifunctioneel gebouw wilden maken, maar wel met lokalen. Structuur bieden is enorm belangrijk voor de kinderen in deze wijk, maar dat wil niet zeggen dat we klassikaal onderwijs geven. We zijn één van de 150 Microsoft showcase scholen in de wereld en dat betekent dat ieder kind een device heeft waarmee gepersonaliseerd leren vorm kan krijgen. Zelf leren of in een groep informatie opdoen kan op iedere plek in het gebouw en we halen vaak kinderen uit de klas om extra vaardigheden te oefenen. Kinderen vanaf ZMLK niveau tot en met gymnasium werken zo aan hun eigen ontwikkeling. Zo hebben we een groep met high potentials, die door de Saxion Hogeschool wordt begeleid. Kun je nagaan hoe trots die ouders zijn. We hebben daarnaast veel nevenruimten, voor gesprekken met ouders, voor werken in groepjes, voor andere organisaties en mogelijk voor BSO. Architect Liesbeth van der Pol noemt ze kabinetjes, omdat het een soort huiskamers zijn en je ziet in het gebruik ook dat het zo werkt. Daarnaast zie je regelmatig groepjes leerlingen op de tribune lezen en hebben we boven de centrale entree een gezellige verblijfsruimte

“Gewoon bij ons in de wijk.”

Aanbod Kindcentrum Directeur Ton Plagman vult als bevlogen directeur aan: “We zijn hier op 2 maart met 235 leerlingen, twee peuterspeelzaalgroepen en een drieplusgroep aan de slag gegaan en hebben onze oude gebouwen verlaten. In het kader van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) begeleiden we ook driejarigen in een zogenaamde drieplusgroep, als onderdeel van de zorgstructuur die we bieden. De samenwerking met kinderopvang Sam & Ko is zo goed, dat er eigenlijk sprake is van één organisatie. Ouders schrijven hun kinderen in op het kindcentrum; wij volgen ze dan en registeren ze als toekomstige leerlingen van de basisschool. De ontwikkeling, coaching en begeleiding van alle medewerkers doe ik zelf en de mensen van Sam & Ko zijn onderdeel van het team en onderdeel van dezelfde cultuur. Ik zie nu al begeleiders van de peuters met onze IB-ers overleggen. Zo ontstaan mooie dingen. We hebben daarnaast drie dagdelen een logopedist en mogelijk starten we binnenkort met een BSO. Verder willen we ook de GGD en het consultatiebureau hier naar toe halen, zodat je alles van 0 tot 13 jaar onder één dak hebt.”

Ton Plagman (l) en Jan Rensink

schooldomein

mei 2015

51


PROJECTINFORMATIE Project Vervangende nieuwbouw Kindcentrum Rivierenwijk Deventer

Opdrachtgever Stichting Samenwerkingsschool Rivierenwijk

Adviseur ICSadviseurs

Aannemer Klaassen Bouwmaatschappij Dinxperlo B.V.

Architect

ingericht. Bewegen is een belangrijk thema binnen de school. De kiss en ride zone in de vorm van een atletiekbaan en het buitenterrein dat aan het Venenpark Oost grenst, is door landschapsarchitect Bosch Slabbers ontworpen. We werden geïnspireerd door de atletiekstraat in de wijk Roombeek, maar wij vonden de ronde vorm toch leuker. In onze gymnastiekzaal bieden we bewegen 2.0 met een multimediascherm in de muur. Daar kunnen leerlingen al gamend bewegen, kunnen we opnames van oefeningen maken en gebruiken we het voor instructie. Ten slotte hebben we een prachtig speellokaal, waar onze schoolband ook oefent en een buitenspeelplein met een echte tribune.”

Dok architecten

Gebouw als landmark

Inrichting

“Het gaat om de manier waarop je de ruimten en faciliteiten in het gebouw benut. Daar zit ik bovenop en het begint al als de kinderen ’s morgens binnenkomen. We geven ze allemaal een hand en zien dan ook hoe de snoetjes staan. Structuur bieden begint bij de relatie en bij goede afspraken. Dat nemen ze dan over. Na de pauze staan ze netjes in de rij om binnen te komen en in de klas trekken ze hun slofjes aan. Daarnaast heeft dit gebouw een uitstraling die kinderen downsized en ze worden er rustig van. We hebben een pitch gehad met een shortlist van tien

Projectum

ICT Microsoft (Microsoft Showcase Schools)

Stichtingskosten € 4.8 miljoen (inclusief gymzaal) incl. BTW

BVO 2.481 m² bvo

52

schooldomein

mei 2015

architecten, waarvan er drie overbleven. Veel architecten kwamen met allemaal extra voorzieningen, zoals spannende hoekjes en glijbanen, waar wij al onrustig van werden. Liesbeth had een landmark en een helder ontwerp met rust op de plekken waar het moet en bewegen in het gymlokaal, het speellokaal en het plein. Dat sprak ons direct aan. De vorm is zodanig aangeslagen dat Dok architecten op dezelfde wijze ook het nabijgelegen Huis van de Wijk heeft gerestaureerd.”

Kwetsbare architectuur Het tweelaagse gebouw met zijn prachtige dakconstructie is oogstrelend, maar oogt ook kwetsbaar met zijn witte muren en zijn vurenhouten constructie. Jan legt uit: “Maar was dit gebouw in rode klinkers uitgevoerd, dan was het geen landmark meer. De benedenverdieping is gecoat, maar het is vanwege de witte kleur zeker kwetsbaar.” Ton vult aan: “Daarom is het ook het gebouw van de kinderen en de wijkbewoners. De gemeente heeft extra geld uitgetrokken voor bewakingscamera’s buitenom. Ik kan op mijn iPhone thuis zien wat er hier gebeurt.” Ten slotte komt de naam ter sprake: “Wij hebben onze eigen naam als geuzennaam gebruikt. Deze school staat in het hart van de wijk en is van de wijk, waarbij ontmoeting in alle facetten van het gebouw centraal staat. Binnen en buiten moeten matchen. Dat zie je ook terug in het interieur dat door Projectum is ontworpen en ingericht. We willen het voor deze kinderen in deze wijk heel bijzonder maken. Ons credo is dan ook: gewoon bij ons in de wijk.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Erwin Veneklaas Slots, erwin.veneklaasslots@icsadviseurs.nl of 06 22 60 15 26 of kijk op www.kindcentrumrivierenwijk.nl.


BOUW EN ORGANISATIE

Faculteit Campus Den Haag, Universiteit Leiden in Den Haag Samen met Universiteit Leiden heeft LIAG een plan ontwikkeld voor de nieuwe vestiging in de binnenstad van Den Haag. Drie panden zijn samengetrokken tot één gebouw. Van de oorspronkelijke panden zijn er twee geheel gesloopt, van het derde pand is de historische gevel behouden en gerestaureerd. Hetzelfde geldt voor de oude boom die centraal op het voorplein staat. Samen met de trap naar de entree bepalen deze het vooraanzicht van deze nieuwe centrale locatie. Tekst Linda Kitzen

H

et nieuwe gebouw aan de Schouwburgstraat in Den Haag is de nieuwe centrale locatie van Campus Den Haag, Universiteit Leiden. Het is gesitueerd direct achter de Koninklijke Schouwburg, naast het Nationale Toneel en tegenover het ministerie van Financiën.

Living Lab Het gebouw bestaat uit drie bouwdelen. Het linker bouwdeel aan de Casuariestraat achter de oude gevel, dat voornamelijk door de grote verdiepingshoogten ruimtes kent voor onderwijs en onderzoek. Het middelste bouwdeel met een verbindende functie en gemeenschappelijke ruimtes. En het derde bouwdeel aansluitend op de nieuwbouw van het Nationale Toneel met voornamelijk kantoorruimtes. Via brede hardstenen trappen bereiken de studenten het Campusgebouw. Ze komen binnen in een ruime foyer annex café. Naast een grote collegezaal bevat het complex kleinere studiezalen, een dependance van de Universiteitsbibliotheek, studieplekken, kantoren en een ‘Living Lab’, een ruimte voorzien van de nieuwste digitale en audiovisuele hulpmiddelen.

Integratie bestaand met nieuw Enkele opmerkelijke elementen uit de gesloopte panden zijn hergebruikt in de nieuwbouw. Zo zijn smeedijzeren onderdelen van de oorspronkelijke bibliotheek van het destijds hier gevestigde ministerie terug te vinden in de nieuwe bibliotheek en in de balustrades rond de vide. Ook een deel van de bestaande trap met trapleuning is bewaard gebleven en hergebruikt. Gietijzeren vloerroosters zijn weer opnieuw toegepast in de glazen vloeren van de overbruggingen op de hogere verdiepingen. Voor LIAG was het een uitdaging om met nieuwe materialen en producten de bestaande elementen op een natuurlijke wijze in de nieuwbouw te integreren. Dankzij die inspanning ademt het gebouw toch nog iets van nostalgie, een sfeer die past bij de ambiance van de Haagse binnenstad.

“Het is een open en vrij toegankelijk gebouw geworden, niet alleen door de vormgeving met transparante gevels maar ook door de functie. Een verrijking voor de buurt. En door de internationale instelling van de Campus en de avondopenstelling zal het een extra stimulans zijn voor het opwaarderen van deze buurt in de binnenstad van Den Haag.”

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever Vastgoedbedrijf Universiteit Leiden

Architect en directievoering LIAG architecten en bouwadviseurs

Fotografie Hannah Anthonysz Fotografie

schooldomein

mei 2015

53


ONTWERPEN MET PASSIE, PLEZIER EN PROFESSIONALITEIT

www.roosros.nl | info@roosros.nl

Burgemeester De Vlugtschool Amsterdam

Bent u nieuwsgierig? Naar de oplossingen die EromesMarko biedt om een moderne leeromgeving in te richten? Maak dan vrijblijvend een afspraak en kom langs in onze nieuwe showroom in Hoogeveen of Wijchen. Kleurrijk, gevarieerd en inspirerend. Mail naar info@eromesmarko.nl of bel met +31 (0)24 750 23 00


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Kwart decentrale aanbestedingen architectuur mislukt Dat is de belangrijkste bevinding van het steunpunt architectuuropdrachten in het kwartaalbericht april 2015. Het percentage werken dat nationaal wordt aanbesteed stijgt echter gestaag. Daarnaast is het aantal aanbestedingen van architectuuropdrachten in het eerste kwartaal van 2015 gedaald en stabiliseert de verhouding tussen geïntegreerd aanbesteden. Opvallend is verder dat de decentrale overheden verantwoordelijk zijn voor alle stopgezette procedures in de eerste kwartalen van 2012-2014 en gemiddeld 24% van de door decentrale overheden aangekondigde aanbestedingen mislukt, waarvan het grootste deel DBF of DBFMO aanbestedingen betreft. Hieronder de percentages en de schema’s.

Aantallen • Het aantal aanbestedingen van architectuuropdrachten is in het 1ste kwartaal van 2015 sterk gedaald (-34%)). •D e verhouding tussen geïntegreerd (± 60 %) en traditioneel (± 40 %) aanbesteden stabiliseert. inds 2013 is de verhouding tussen Europees •S (± 70 %) en nationaal (±30 %) aanbesteden na­ genoeg constant. • Het percentage werken dat nationaal wordt aanbesteed stijgt echter gestaag (2012 10%, 2013 23%, 2014 24%, 2015 27%), ondanks de trend van regionaal tenderen (meervoudig onderhandse procedures).

Decentrale overheden • Decentrale overheden zijn verantwoordelijk voor alle stopgezette procedures in de eerste kwartalen van 2012 – 2014. •G emiddeld 24% van de door decentrale overheden aangekondigde aanbestedingen mislukt. •1 2 van de 16 stopzettingen betreft DBF en DBFMO. •H et betreft voornamelijk overheidsopdrachten voor herontwikkeling en/of exploitatie van maatschappelijk vastgoed en leegstand. Vaak zijn de financiële kaders irreëel en worden er geen geldige inschrijvingen ontvangen.

Opdrachtgevers & adviseurs • Decentrale overheden zijn in het eerste kwartaal van 2015 wederom de grootste opdrachtgever. • Vooral de rijksoverheid en decentrale overheden kiezen voor geïntegreerde contracten. Onderwijsinstellingen hebben nog altijd een voorkeur voor traditionele contracten. •B ij traditionele aanbesteding van onderwijsgebouwen treedt de onderwijsinstelling meestal zelf op als bouwheer (2012 50%, 2013 100%, 2014 78%, 2015 75%). Bij geïntegreerde aanbestedingen is dit beeld grilliger (ook vaak gemeente als bouwheer). •B ij traditionele aanbestedingen wordt minder vaak een adviseur ingezet (± 34%; was ± 50%). Bij geïntegreerd blijft de inzet van adviseurs constant in de eerste kwartalen van 2012 – 2015 stabiel (± 34%). Bron: Steunpunt Architectuuropdrachten & Ontwerpwedstrijden. Bekijk het volledige bericht op goo.gl/spr1a9.

schooldomein

mei 2015

55


Vier bureaus ontwikkelen exploitatiescan

Investeren in exploiteren!

In het primair onderwijs heeft een aantal ontwikkelingen rond financiering plaatsgevonden die het gedrag van schoolbesturen sterk heeft beïnvloed. Na de motie Van Haersma Buma werden gemeenten gekort in het gemeentefonds vanwege vermeende onderbesteding in onderwijshuisvesting. Daarnaast is per 1 januari 2015 de overheveling buitenonderhoud van kracht geworden. Deze ontwikkelingen hebben bijgedragen aan een verscherpte focus op gebouwexploitatie. Nu is er de nieuwe exploitatiescan, die op alle gebieden kansen en risico’s in beeld brengt en helpt de juiste keuzen te maken. Tekst Onno Damen

B

innen het onderwijs staan budgetten meer en meer onder druk en daarnaast nemen de eisen toe. Ook krijgen veel scholen te maken met de effecten van vergrijzing en ontgroening, waarbij krimp op steeds meer plaatsen toeslaat. Niet alleen in de dorpen of op het platteland, maar ook binnenstedelijk. Deze ontwikkelingen noodzaken school-

56

schooldomein

mei 2015

besturen ertoe meer aandacht te hebben voor de toekomstbestendigheid van hun organisatie. Hoe ziet mijn begroting de komende jaren eruit? Welke aanpassingen zijn noodzakelijk in de formatie? Hoe staan mijn gebouwen erbij en kan ik deze blijven exploiteren? Een goede formatieplanning is essentieel om het voortbestaan van een schoolorganisatie te borgen.


FINANCIERING EN EXPLOITATIE Belangrijke tweede kostenpost is huisvesting. Met de eerder genoemde overheveling buitenonderhoud, de bestaande tekorten op het binnenonderhoud en het gevaar van groeiende leegstand kan een overschot aan vierkante meters verstrekkende gevolgen hebben voor de financiële toekomstbestendigheid van een onderwijsorganisatie. Schoolbesturen dienen te investeren in hun exploitatieperspectief. Hulpmiddel hierbij kan zijn de exploitatiescan basisonderwijs, waarover hieronder meer.

Focus

Exploitatiescan basisonderwijs

In de dagelijkse praktijk blijkt regelmatig dat schoolbesturen onvoldoende inzicht hebben in het exploitatiegedrag van hun gebouwen. Hoeveel leegstand is er binnen de gebouwen? Wordt bij medegebruik de juiste huurvergoeding gevraagd? Hoe verhouden mijn schoonmaakkosten en energielasten zich tot het gemiddelde? Wat is het besparingspotentieel? Hoe eenvoudig is het om besparingen te verzilveren? Allemaal vragen die relevant zijn en gesteld moeten worden bij een bestaande portefeuille met onderwijsgebouwen of bij elk nieuwbouw- of renovatie-initiatief. Het motto vanuit ICSadviseurs is ‘zet exploitatie voorop’. Een goede focus op gebouwexploitatie is belangrijker dan het sturen op de initiële investering. Iedereen denkt ‘dat is toch logisch’. Klopt, maar doe het dan ook en handel daarnaar.

Wilt u de exploitatiescan basisonderwijs voor uw organisatie gebruiken, dan kunt u hem downloaden via www.schoolgebouwenonderhoud.nl. De scan is gratis. Voor het onderhouden en blijven actualiseren van de benchmark zijn we wel geïnteresseerd in de ingevulde scans. Wilt u bijdragen aan de benchmark, dan het verzoek om de ingevulde scan te mailen naar ICSadviseurs (onno.damen@icsadviseurs.nl).

belangrijke basis onder een strategisch huisvestingsplan. De exploitatiescan biedt deze mogelijkheid en geeft handvatten om de exploitatie meer passend te maken binnen de vergoedingen (lump sum).

Inzicht

Brede school Zuidhorn

ICSadviseurs heeft samen met gespecialiseerde partners de exploitatiescan basisonderwijs ontwikkeld (zie kader). De scan geeft direct inzicht in het gedrag van een gebouw en zet dit af tegen een landelijke benchmark. Hierdoor ontstaat op de te beïnvloeden gebieden van onderhoud, schoonmaak en energie inzicht. Dit inzicht afgezet tegen de benchmark biedt de mogelijkheid om gebouwen te classificeren in (1) ‘goed en niets aan doen’, (2) ‘slecht en niet door exploiteren op deze wijze’ en (3) ‘twijfelgevallen’. Door de gebouwen in ‘mandjes’ onder te brengen ontstaat een basis om keuzes te maken. Voor de categorie 2 gevallen is het devies: het onderwijspunt is niet toekomstbestendig en dient afgestoten te worden of te worden gerenoveerd c.q. vervangen. Voor categorie 3 gevallen is het belangrijk om te kijken welke ingrepen rendabel zijn en quick wins opleveren. Voorbeelden hiervan kunnen zijn wanneer de schoonmaak niet is aanbesteed, dit alsnog te doen, of het actualiseren van het medegebruikstarief. Ook zijn er vaak maatregelen die het energieverbruik gunstig beïnvloeden goed mogelijk. Kortom, naast demografie (leerlingenprognoses) is ook het exploitatieperspectief een

De exploitatiescan geeft ook inzicht in het te verwachten ‘resultaat’ vanuit de benchmark en nieuwbouwbenchmark. Tijdens elk bouwtraject, maar zeker ook nieuwbouw, dient exploitatie voorop te staan. Zo ontstaat in een vroeg stadium inzicht in het exploitatiegedrag van het gebouw en kan ook bijsturing plaatsvinden. Recent is dit bijvoorbeeld gebeurd bij de ontwikkeling van de brede school in Zuidhorn. Dit gebouw past op termijn binnen de vergoedingen en dat was aanleiding voor gemeente en schoolbesturen om akkoord te geven op de realisatie. Met actieve sturing op de verschillende aspecten krijgt een schoolorganisatie (meer) grip op financiën en kunnen de gebouwen op een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau in stand gehouden worden. Ook is het nu mogelijk dat een schoolbestuur inzicht krijgt in welke middelen ze vanuit exploitatie kan investeren in het gebouw om de gebouwkosten op de langere termijn te reduceren.

Inhoud benchmark De benchmark bestaat uit 150 tot 200 referentiescholen. In de benchmark wordt onder andere rekening gehouden met bouwjaar en omvang van een schoolgebouw. Hierdoor is een relevant benchmarkgegeven voor handen.

“Door focus op exploitatie ontstaat een gebouwenbestand dat beter te exploiteren is.”

De exploitatiescan is een samenwerking tussen Merosch B.V., Alpha Consultancy B.V., Alpha Adviesbureau en ICSadviseurs. Wilt u meer weten over de exploitatiescan, dan kunt u contact opnemen met Onno Damen (onno.damen@icsadviseurs.nl of 0622575201).

schooldomein

mei 2015

57


Het potentieel van teveel

Play with Marmoleum Modular

vlnr Samira Boon, Lex Pot, Ronald Rietveld en Jeroen Junte

58

schooldomein

mei 2015

Op 17 maart organiseerde Forbo een geslaagde talkshow in de Architectenshowroom op IJburg. De ontwerpers Ronald Rietveld, Lex Pot en Samira Boon vertelden over hun nieuwe innovaties onder leiding van Volkskrantjournalist Jeroen Junte en Marijke Griffioen benoemde de trends door 2015. Het credo: het potentieel van teveel. Een verslag.


FACILITAIR EN BEHEER Tekst Sibo Arbeek Foto’s Imca Rieske en Forbo

“W

e willen weer terug naar emotie op de vloer” opende Forbo de middag, die in het teken stond van de introductie van Marmoleum Modular, de nieuwe modulaire vloer van Forbo. Piet Looijen legt uit: “Marmoleum Modular is vooral duurzaam en milieuvriendelijk. We noemen het ‘play with Marmoleum Modular’ omdat je nu voor het eerst je eigen vloer kunt samenstellen, in de vorm van strepen en vierkanten. Je kan het helemaal naar eigen inzicht samenstellen. Daardoor is het maximaal duurzaam en past het thema ‘potentieel van het teveel’ precies op deze vloer. Voor gangen en grote aula’s kun je beter het meer traditionele strokenmarmoleum toepassen, maar in specifieke ruimtes komt Marmoleum Modular perfect tot zijn recht. Recent heeft een school voor meervoudig gehandicapte kinderen zelf deze vloer samengesteld, met prikkelarme kleuren.”

Betekenisvol Forbo had een mooi pallet aan sprekers samengebracht en de betekenisvolle associaties vlogen over de tafel: tijd om weer terug te gaan naar het ambacht, maak gebruik van het potentieel van teveel in plaats van de eeuwige herhaling van hetzelfde, definieer duurzaamheid in termen van tijdloosheid in plaats van alleen maar milieu. Ontwerpster Samira Boon demonstreerde aan de hand van haar ontwerpen het dynamische karakter van textiel en de relatie met architectuur. Lex Pot liet met zijn objecten zien hoe natuurlijke materialen in de tijd transformeren en demonstreerde daarmee dat duurzaamheid ook om de tijdloosheid van producten kan gaan. In nieuwe toepassingen als 3D printen is 99.9 % rotzooi, maar komt 0,01 % tot stand in de dialoog tussen natuur en techniek en daar wordt het interessant. Ronald Rietveld van RAAAF ziet leegstand in gebouwen als collectieve plekken waar nieuwe ideeën kunnen ontstaan. Waarbij het gebouw er al staat en nieuwe programma’s voor een volgende invulling kunnen zorgen. Hij ziet duizend kansen in seizoenarchitectuur en verwierf internationaal aandacht met zijn Secret Operations 610 op de Vliegbasis Soesterberg. Wat de drie ontwerpers bond was het gegeven dat door de toenemende digitalisering de behoefte aan ambacht en fysieke ontmoeting weer toeneemt. De hele kern van de innovatie ligt in het samen naar oplossingen zoeken, waarbij je elkaar allereerst vindt in vakmanschap.

The end of sitting Ronald ging ook in op het probleem van onze zitsamenleving, die als gevolg van de industriële revolutie gaandeweg is ontstaan. The End of Sitting is een ruimtelijke installatie op het snijvlak van beeldende kunst, architectuur, filosofie en empirische wetenschap. Ronald: “In onze maatschappij is bijna de gehele omgeving ontworpen voor het zitten, terwijl medisch

onderzoek heeft bewezen dat te veel en te vaak zitten dodelijk is. Ik zet daar een ruimtedenkmodel tegenover, waarbij juist anti-ergonomie in een werklandschap nodig is om van positie te wisselen. Je moet dus niet alle wetten van het meubilair aannemen, die je het zo makkelijk mogelijk willen maken. Daarbij komt dat steeds minder ruimtes een strikt functionele uitstraling en inrichting hebben. Dat leidt tot een ontwikkeling waarbij de scheiding tussen vloer en product weg is gevallen.”

Vier trends Onderzoeker Marijke Griffioen is senior designer Trend & Innovation bij Forbo Flooring. Zij heeft het trendbericht 2015 geschreven met de titel ‘Make it incredible’. Marijke: “De uitdaging ligt er om te kijken naar de vele informatie en te zien wat relevant is voor mijn opdrachtgever. Er is ontzettend veel informatie en hoe kun je die zo bundelen dat deze betekenisvol wordt en bruikbaar voor het design en alle disciplines binnen Forbo. Je kunt pas innoveren als je weet binnen welke context je dat wilt doen. Pas dan breng je ook de dialoog op gang. De vier trends zijn dan ook New Business, Innovation, Health en Sustainability: “Bedrijven ontwikkelen zich van exclusief en eenduidig naar inclusief vanuit een brede benadering. Het strikte onderscheid tussen grote en kleine bedrijven vervaagt, waarbij de inbreng van individuele creativiteit steeds belangrijker en bepalender wordt en de consument zich in collectieven verenigt en ook opdrachtgever wordt. De consument gelooft niet meer in slogans, maar veel meer in wat zijn buurman of buurvrouw zegt. Mensen willen transparantie en processen en niet meer voor de gek gehouden worden. Daarbij wordt het verbinden binnen de persoonlijke en gebouwde omgeving steeds belangrijker en neemt de focus op persoonlijk welzijn en gezondheid toe. Dat levert nieuwe vormen van mantelzorg op in combinatie met een eigenmachtige patiënt die zichzelf diagnosticeert. Je ziet een toename van vormen van informele zorg, waarbij krachten gebundeld worden. De balans tussen privé en werk wordt opnieuw gewaardeerd. Het traditionele kantoor is aan het verdwijnen en er ontstaan nieuwe vormen van werken en ontspannen. De ouder wordende maatschappij is van belang voor de inrichting van de gebouwde omgeving, waarbij het begrip ouder worden steeds meer fragmenteert. Dat levert nieuwe vormen van verbinding en duurzaamheid op.” Merantine Paree van Forbo ging ten slotte in op de nieuwe toepassingen van Forbo en met name Marmoleum Modular; een vloer die zich voegt naar het gevoel en op basis van eigen fantasie en voorkeuren kan worden samengesteld. En die natuurlijk zeer milieuvriendelijk is en gunstige onderhoudskosten oplevert.

“Door de toenemende digitalisering neemt de behoefte aan ambacht en fysieke ontmoeting weer toe.”

Kijk voor meer informatie op www.marmoleummodular.nl.

schooldomein

mei 2015

59


Geslaagde restyling De Noordgouw Heerde

Maximaal rendement door slimme ingrepen Een aansprekende restyling van het enigszins gedateerde maar functioneel prima gebouw van het Christelijk College De Noordgouw in Heerde levert meer resultaat op dan een verbouwing had kunnen opleveren. Locatiedirecteur Marco de Vries schakelde interieurarchitect Jan Koot in, die samen met Dennis Hulleman en Jeroen Floris van Nora Flooring Systems voor een totaal nieuwe beleving in de school zorgde. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Koot-Productie en Nora Flooring Systems

M

arco typeert zijn school: “De Noordgouw is een regionale school voor mavo tot en met vwo met meer dan 1.000 leerlingen. We zijn een school met een gemoedelijke dorpse sfeer. Het gebouw heeft veel donkere steen en schoon metselwerk en dateert uit eind jaren ‘70 van de vorige eeuw. In 2007 hebben we een grote verbouwing gehad waarbij een open leercentrum is toegevoegd, maar veel verbeteringen en aanpassingen door de tijd heen stonden op zichzelf. De ruimten in het gebouw zijn groot, maar oogden donker. Ik kwam hier twee jaar geleden werken en ik vond dat het gebouw een rommelige indruk maakte. Dat gaf ook duidelijke onrust in het gebouw, want alles mocht en alles kon. Qua onderwijsconcept zijn we bezig met vaardigheden uit de 21e eeuw en we wilden dus het gebouw moderniseren, door het een meer uniform en samenhangend karakter te geven. Een gebouw faciliteert de beweging die je wilt inzetten. Zo wilden we meer licht brengen in het gebouw, omdat een licht gebouw een andere manier van omgaan met elkaar oplevert. De richting van denken was helder en toen hebben we Jan Koot ingehuurd om als interieurarchitect fasegewijs die eenheid in het gebouw te krijgen.”

60

schooldomein

mei 2015


FACILITAIR EN BEHEER

Eyecatchers Jan Koot legt uit: “Ik ken dit type gebouwen goed. Het meest opvallende is het gedateerde metselwerk. Met alle goede bedoelingen zijn er delen aangepakt, zonder op de samenhang te letten. De school heeft drie profielen; expressie, sport en research, maar dat werd nergens in het gebouw duidelijk. Ik heb dus grote fotopanelen gemaakt waarbij in drie fragmenten de ruimten voor profielen en de algemene ruimten worden verbeeld. De eyecatchers vertellen direct wat er gebeurt. Daarnaast heb ik de vele kleuren aangepakt, waarbij voor één basiskleur is gekozen en op bepaalde plekken een accentkleur. Als basis voor een meer uniforme uitstraling heb ik ook kaderpunten aangebracht, waarbinnen de school posters op kan hangen of andere uitingen kan doen.” Marco vult aan: “En we hebben de vloer aangepakt; er lag een oude houten vloer die we een totaal andere uitstraling met een lichte rubber vloerbedekking hebben gegeven. De leerlingen en collega’s ervaren een totaal andere ruimtebeleving.” Jan knikt: “In het begin ben je bang dat lichte ruimten ook gevoeliger voor vandalisme zijn, maar de ervaring is juist dat we er

respect voor terugkrijgen. Zelfs de schoonmakers, die het eerst niet zagen zitten, moeten nu toegeven dat het beter werkt.”

Sintelbaan Marco legt de keuze voor Nora uit: “Na een gesprek met Nora merkte ik dat ik met specialisten sprak die meedachten over wat de beste oplossing is. De houten vloer hoefde er bijvoorbeeld niet uit en dat heeft veel kosten gescheeld. We hebben voor het product rubber gekozen, omdat daar geen waslaag overheen hoeft, want daar waren we wel klaar mee. Een rubber vloer hoef je alleen maar schoon te houden. Omdat de levensduur van de rubberen vloer hoog is, moet je een kleur kiezen die tijdloos is. De kleur is dezelfde neutrale kleur lichtblauw die overal in de school aanwezig is. De aankleding moet dan veel meer van losse elementen komen. Gaandeweg gaan we in de lokalen over van een zachte vloerbedekking naar rubber vloerbedekking en zetten dat ook door in de aulavloer en de algemene ruimten. De vloer van de gang naar het sportdeel is door Nora bijzonder aangeleverd, omdat daar in het inlegwerk belijning

schooldomein

mei 2015

61


en cijfers zijn aangebracht, zodat de beleving van een sintelbaan ontstaat.” Jan daarover: “De tekeningen zijn in autocad aangeleverd en het materiaal is door Nora ultrasoon gesneden. Met die techniek is de sky de limit. Aan de wand hangen frontpanelen, die als kast of expositieruimte dienen en als overall print een publiek op een tribune heeft. Aan de tegenoverliggende wand hangen en profil genomen foto’s van sportende leerlingen.” Marco: “We kiezen daarbij bewust voor sporten die we zelf doen, zoals klimmen, kanovaren en survival. Het gaat ons om meedoen, niet alleen om presteren. Door dit concept hier zo uit te werken hoort de sportgang er weer echt weer bij. We gebruiken de aangrenzende sportzalen ook voor examenuitreiking. Deze gang geeft die gebeurtenis een extra dimensie.”

Frisse scholen Jeroen Floris van Nora licht verder toe: “Het inlegwerk is in de fabriek voorbereid en kan als een puzzel op de plek zelf worden uitgevoerd. De gang komt direct uit op de velden, zodat de vloer enorm te lijden heeft. De rubber vloerbedekking heeft een dikte van 3,5 millimeter en is door en door van rubber. Er is geen toplaag of coating die weg kan slijten.” Zijn collega Dennis Hulleman vult aan: “Deze opdrachtgever

“Zelfs de schoonmakers moeten nu toegeven dat het beter werkt.” heeft duurzaam gedacht en duurzaam gedaan. De initiële kosten van een rubber vloer zijn wat hoger, maar dat haal je terug in de exploitatie. Het is een natuurvriendelijk product en dat geldt ook voor het onderhoud. Je kunt het alleen met water en een neutrale basisreiniger reinigen, dus er verdwijnen geen milieu onvriendelijke chemicaliën het putje in. Ook is de vloer emissiearm en beschikt over de ecolabels M1 en Der Blaue Engel. Daarom presteren Nora rubber vloeren zo goed in het frisse scholen concept.” Marco ten slotte: “Het gebouw vertelt meer een eigen en vooral samenhangend verhaal. Het is gewoon een oud gebouw en wil je met een beperkt budget aanpassingen doen, dan doe je dat door het rustig te maken en met een aantal eyecatchers te werken. Daarmee trek je ook de aandacht weg van de dingen die wat minder mooi zijn. Jan Koot knikt: “Bouwkundige aanpassingen zijn minimaal het vijfvoudige en het resultaat is niet veel anders. We hebben het hier steeds over restyling. Soms kun je met wat bekledingsmateriaal een wereld van verschil maken.” Kijk voor meer informatie op www.nora.com.

62

schooldomein

mei 2015


de etalage Spanningen in de klas door ruzies van leerlingen op WhatsApp

derwijs. Om scholen te ondersteunen lanceren Kennisnet en Stichting School & Veiligheid de publicatie ‘Sociale veiligheid op school en internet’. Leerlingen maken bijvoorbeeld ruzie via WhatsApp, wat zorgt voor spanningen in de

Leraren op de basisschool en het voortgezet onderwijs hebben last van problemen tussen leerlingen die zich afspelen op sociale media. Dit blijkt uit een peiling van Kennisnet onder 324 leraren basisonderwijs en voortgezet on•

klas. Verder plaatsen ze ongevraagd opmerkingen over of beelden van elkaar op sociale media. Of ze sturen elkaar tijdens de les afleidende berichtjes. Een sociaal-veilige omgeving, zowel online als offline, is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Maar scholen worden geconfronteerd met onwenselijk gedrag van leerlingen via sociale media en worstelen met de vraag hoe zij hen online positief met elkaar kunnen laten omgaan. 80% van de ondervraagden bespreekt problemen met leerlingen en zoekt zo een oplossing. 42% schakelt ouders in en evenveel leraren schakelen de schoolleiding of collega’s in, zo laat de peiling zien. De peiling is geen representatieve steekproef maar geeft wel een indruk van wat er in het onderwijs speelt.

Meer informatie: www.kennisnet.nl •

‘ICT kan les beter afstemmen op leerling’ Hoe kan met behulp van ICT het onderwijs beter afgestemd worden op de individuele leerling? Moet programmeren onderdeel worden van het onderwijsprogramma voor basisscholen? En wordt informatica een verplicht vak in het voortgezet onderwijs? Dat is een greep uit de onderwerpen die de revue passeerden tijdens een bijeenkomst in Eindhoven waar staatssecretaris Sander •

Dekker van Onderwijs discussieerde met ongeveer tachtig jonge ict’ers. Tijdens de zogenoemde YIP-challenge, een evenement van de Young IT Professionals van brancheorganisatie Nederland ICT, nam de staatssecretaris een uur de tijd om van gedachte te wisselen over de toekomst van onderwijs en ICT. De deelnemers gaan later vandaag een aantal concrete plannen uitwerken voor verbetering •

van het onderwijs via ICT en bieden die later aan Dekker aan. Dekker: “Door de inzet van ICT kan onderwijs beter afgestemd worden op de individuele leerling. Anders dan een boek, kan software zich bijvoorbeeld aanpassen op het tempo of de moeilijkheidsgraad van de lesstof.” Meer informatie: www.computable.nl •

Hoe je zorgleerlingen vleugels geeft en iedereen om hen heen Een dun en vlot geschreven boekje vol praktische informatie over ‘beelddenkers’. Inzicht in hun andere leerstijl voorkomt veel problemen en geeft gelukkige kinderen! Wat velen niet weten, is dat een groot aantal zorgleerlingen één ding gemeen heeft: hun één en dezelfde, andere leerstijl. Het onderwijs sluit in de meeste gevallen niet op deze leerstijl aan waardoor velen van hen onnodig vastlopen. Pien van den Boorn-Reitsma schreef daarom een praktische handreiking voor docenten in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs. Juist met een klein boekje als dit wil zij duidelijk maken dat het niet zo ingewikkeld is als het lijkt om passend onderwijs te geven aan leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen. Zodra je hun andere leerstijl begrijpt en een plaats geeft

in de lessen van alledag is er bij hen veel winst te behalen en worden diverse problemen in de klas voorkomen. Veel van deze leerlingen beschikken over sterke creatieve en/of sociale eigenschappen. Deze kwaliteiten worden bij uitstek in creatieve samenwerkingsvormen benut. Wanneer je als docent dan ook uitgaat van hun kracht en tevens een onderlinge verbondenheid weet te creëren binnen je groep, zal iedereen tot zijn recht komen: de zorgleerlingen, hun klasgenoten en de docent. Dit boekje wil een inspiratiebron zijn voor de individuele leraar. Het is makkelijk leesbaar en eenvoudig toepasbaar in de lessen van alledag. Meer informatie: www.graviant.nl

schooldomein

mei 2015

63


het atelier

Dudok | Leiden De Leidse School van Dudok Op 13 september 1915 werd het door W.M. Dudok ontworpen gebouw voor de gemeentelijke Hogere Burgerschool (HBS) officieel geopend. De HBS heeft een nieuw pand nodig omdat de school uit het pand aan de Pieterskerkgracht is gegroeid. De ontwerper van verschillende stenen ornamenten aan de buitenkant van het gebouw, W.C. Brouwer looft Dudok in alle toonaarden. In een ingezonden brief in de krant schrijft hij: “Leiden heeft gebroken met de oude sfeer. Nieuw leven is geboren! Laat ons dankbaar zijn voor de stichting van dit Monument!!!” In een verdere beschrijving stelt Brouwer: “De HBS is toonaangevend van architectuur. Laat ons beginnen bij de ingang. Al dadelijk is er een kleurenfijnheid, een ritmische verzorgdheid der onderdelen, welke ons treft en het geheel als het ware samenvat.” Opdrachtgever

Honderd jaar na opening, in 2015, staat het gebouw er nog steeds in zijn monumentale glorie. Het gebouw bevalt goed, zo constateerden de leraren in de beginperiode in hun vergadering en van ruimtegebrek is voorlopig geen sprake al groeit het aantal leerlingen gestaag. Wel laat de verwarming het na een aantal decennia in strenge winters afweten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog komt dit mede door een gebrek aan brandstof. In deze periode moet de HBS het gebouw verlaten, omdat de Duitse bezetter het gebouw vordert. Na de bevrijding wordt de draad weer opgepakt en bereikt de naoorlogse geboor-

Gemeente Leiden

Architect W.M. Dudok

Opening 13 september 1915

Huidige gebruiker Bonaventura College

64

schooldomein

mei 2015

tegolf de middelbare schoolleeftijd. Noodlokalen op het schoolplein helpen, maar bieden slechts een tijdelijke oplossing. De roep om nieuwbouw groeit. In afwachting daarvan raakt het gebouw behoorlijk verwaarloosd en uiteindelijk verlaat de HBS het gebouw. Het Bonaventura kampt juist op een andere locatie in Leiderdorp met ruimtegebrek, waar de school niet mag uitbreiden. Het gebouw van Dudok in Leiden staat leeg, wordt grondig opgeknapt en wordt in 1979 betrokken. Daarbij hoeft nog geen rekening gehouden te worden met de monumentenstatus. Dat moet wel bij de restauratie- en renovatiewerkzaamheden in 1989, want dan is het Dudokgebouw erkend als rijksmonument. Het Bonaventuracollege wordt groter, zodat eind vorige eeuw besloten werd een nieuw gebouw naast het oude te bouwen. In 1999 wordt de eerste paal geslagen en in 2000 kan de nieuwbouw worden betrokken. Door middel van een loopbrug worden het oude en het nieuwe deel met elkaar verbonden. Zo staat de honderdjarige er in 2015 nog steeds monumentaal. Speciaal voor de gelegenheid heeft illustrator Joost Veerkamp een prachtige schets van het gebouw gemaakt. Ook is een prachtig boekje verschenen dat ‘De Leidse School van Dudok 1915-2015’ heet en voor € 15,- via info@scol.nl te bestellen is. U kunt het gebouw bezoeken tijdens de Open Monumentendag op zondag 13 september 2015.


column

Ontdekken

fizz.nl

Schoolteams – misschien hier en daar al IKC-teams - stellen vanuit hun pedagogische en onderwijskundige visie een programma van wensen/eisen op voor het te ontwerpen IKC-gebouw. Architecten leveren vervolgens hun bijdrage om die ambities te realiseren in een gebouw dat aansluit bij die visie en ook in de toekomst kan dienen om onderwijs in en van de 21e eeuw te bieden. Het valt niet mee om visionair te zijn in het ontwerpen van een dergelijke onderwijsvoorziening, omdat de ontwikkelingen zich in een steeds hoger tempo aandienen.

Onderwijscommunicatie: een vak apart

Kinderen verdienen een uitdagende leeromgeving om hun natuurlijke nieuwsgierigheid om te ontdekken tot zijn recht te laten komen. Aan ieder die bij het onderwijs van de 21e eeuw betrokken is de opdracht om: - gebouwen te realiseren waarin kinderen uitgedaagd worden om zich te ontwikkelen; - het (onderwijs-)aanbod zo te ontwerpen dat kinderen met moderne middelen uitgedaagd worden om zich met hun talenten te ontwikkelen; - kinderen te begeleiden om democratisch denkende ‘wereldburgers’ te worden, die respect hebben voor anderen.

Meer weten over resultaatgerichte marketingen communicatiestrategieën? Neem contact op met Michiel ten Brink van FIZZ (michiel@fizz.nl of bel 0522 24 61 62).

FIZZ activeert ondernemende merken

FIZZ14_Advertentie_middelpunt.indd 1

In het (basis-)onderwijs bespeuren we dat in de manier waarop kinderen leren en de rol van de leraar ten opzichte van het kind verandert. Het schoolgebouw van de 20e eeuw maakt plaats voor het Integraal Kind Centrum, waar kinderen van 0 tot ongeveer 12 jaar de kans krijgen om zich te ontwikkelen. De onderwijsvernieuwing zet nu krachtig door en dat wordt hoog tijd, want traditionele beelden over hoe kinderen leren en ontwikkelen kantelen.

20-06-14 08:58

Martin van den Brink | directeur-bestuurder van de Stichting PCO Gelderse Vallei in Barneveld www.pcogeldersevallei.nl

In onze dynamische wereld van de 21e eeuw moeten kinderen zich wel verwonderen over wat zich afspeelt in hun jonge leven. Ontdekken wat er om je heen gebeurt, met wie je allemaal te maken hebt en welke impulsen er in je directe omgeving en van ver daar buiten op je afkomen om je steeds een stapje verder te brengen in jouw ontwikkeling. We zeggen vaak: “Wat heeft dat kind in korte tijd veel geleerd.” We zijn er verwonderd over en beseffen dat het leven een continue proces van ontdekken en dus leren is voor jong en oud(-er).

Geweldig dat professionals in en om het onderwijs samenwerken om vanuit hun passie te ontdekken wat nodig is om maximale ontplooiing van kinderen te faciliteren.

schooldomein

mei 2015

65


colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, Team BNA Onderzoek. Redactieraad Henrico ten Brink, Henk Grendel, Tom Haagmans, Guus Klamerek, Marc van Leent, Joris van Leeuwen, Ronald Schilt, Harry Vedder, Paul Voogsgerd, Stijn de Wolf en Edward van der Zwaag Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl.

6

Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar-

Ontregelen

Eind juni valt het laatste nummer van deze jaargang alweer in de bus, maar in september zijn we er weer. Het thema van nummer 6 is Ontregelen. Een spannend thema voor ontwerpers, inrichters, bouwers en architecten. We hebben weer mooie artikelen voor u in petto. Een eerste greep:

(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 64,50, voor losse nummers e 6,95 incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de

• Expertmeeting VELUX: In den beginne was het licht. Licht is leven, gezondheid en vooral duurzaamheid. • Twee duurzame basisscholen in Duivendrecht: De Zonnehof Scholen Duivendrecht zijn totaal verschillend qua onderwijsconcept en inrichting. • Het Erasmus University College in Rotterdam: Multifunctioneel gebouw in een bijzonder architectonisch jasje. • Nieuw campusgebouw voor Hogeschool Rotterdam: van vier bestaande gebouwdelen wordt één campusgebouw gemaakt. • De actieve leeromgeving – vernieuwende proefinrichting bij Thamen door samenwerkende marktpartijen. • Deel 3 van de expertmeetings op de NOT: Duurzaamheid. • Nieuwbouw De Sterrenschool ‘De Ruimte’ Almere-Poort; een multifunctioneel complex gerealiseerd in het Homeruskwartier. • Groot interview met Herman Herzberger: onthullende lessen uit de geschiedenis. • Ons nieuwe werken in de Radbout Universiteit: visie bedrijfsbureau op flexibel werken.

administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor het plaatsen van advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Joop Slor van Recent BV, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. tel. 020-3308998, fax 020-4204005. Email: joop@recent.nl of info@recent.nl; website: www.recent.nl. Ook voor plaatsing van banners, buttons en overige informatie kunt u bellen met Recent BV. Of stuur een email naar één van de genoemde adressen. De advertentietarieven van Schooldomein zowel als voor de website vindt u op www.recent.nl en www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ ondernemers in marketing & communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: STALAD Onderwijsinrichting, EromesMarko, SMT Bouw & Vastgoed, Ecophon, Hevo, DGMR, VELUX, Nora Flooring, BNA, Forbo, Bolidt, ICSadviseurs, Pellikaan, VRK, LIAG en Casala Meubelen.

66

schooldomein

mei 2015


ZOMER BAMBOE LICHT THUIS Forbo Flooring introduceert Marmoleum Modular, een vloer die uw fantasie alle ruimte geeft. De verschillende tegelmaten in tientallen dessins volgen moeiteloos uw ideeĂŤn. Laat u inspireren op marmoleummodular.nl. Daar leest u ook alles over de ongekende milieuprestaties en de gunstige onderhoudskosten.

Dit is een biobased vloer: www.marmoleummodular.nl.


magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein Thema: Ontdekken Randvoorwaarden voor een goed schoolgebouw

Nationaal Onderwijsmuseum in De Holland Het IJburg College als leergemeenschap

Tweede leven voor provinciaal monument

jaargang 27 mei 2015

5 Altijd de laatste updates van Schooldomein?

facebook.com/schooldomein

twitter.com/schooldomein


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.