Schooldomein nr. 1 2014

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Thema: Ontwikkelen De Vitale Wijk Monitor als aanjager voor nieuw beleid

Slim aanbesteden door sturen op exploitatiekosten Carolus Borromeus College: Solide onderwijsconcept in solide gebouw

Gezondheidsrisico’s van pcb in gebouwen

jaargang 27 oktober 2014

SDO14_TDS_COV_nr1_2.indd 1

1

Like de Facebookpagina van Schooldomein

23-09-14 11:16


ICSadviseurs De stoel voor alle leef tijden

30 jaar productontw ikkeling Het origineel in aangepast zitmeubilair.

ong eeven aarde zitkwaliteit

De tafel voor eindeloos w erkplezier

Traploos instelbaa r

Maximale on derrijdbaarheid

Altus, de optimale schooltafel.

026 35 12 247 • www.kindermeubilair.nl

SDO14_TDS_COV_nr1_2.indd 2

23-09-14 11:16


SDO14_TDS_BW_nr1.indd 3

23-09-14 11:05


SDO14_TDS_BW_nr1.indd 4

23-09-14 11:05


VAN DE REDACTIE

De kracht van ontwikkelen Het eerste nummer van deze jaargang kent als thema ontwikkelen. Elk thema heeft hetzelfde voorvoegsel, namelijk “ont-“. Het ontdoen van iets, het niet ingewikkeld maken, het ontvouwen of de ruimte geven. Dat betekent dat we ook deze jaargang weer de ruimte willen geven aan nieuwe ideeën, mooie voorbeelden en kansrijke innovaties. Eindredacteur Paul Voogsgerd attendeerde me op het interview in Trouw met ondernemer Claire Boonstra die onder de kop “Scholen, kom uit die kramp”, het volgende stelt: “We weten tegenwoordig heel veel over hoe leren werkt. En de kennis daarover strookt totaal niet met hoe ons onderwijs is geregeld. We zijn eraan gewend geraakt dat scholen er gewoon zijn en we zijn gestopt met nadenken of die onze kinderen wel brengen wat ze nodig hebben.” Ik dacht na over de scholen die ik voor dit nummer van Schooldomein bezocht had en vroeg mezelf af of deze stellingname op deze voorbeelden toepasbaar was. Bijvoorbeeld op conrector Bart Brouwer van het Kamerlingh Onnes College in Groningen, die over zijn net gerenoveerde gebouw het volgende zegt: “Het vertrekpunt van ons onderwijs blijft het lokaal. Dat is de plek waar de afspraken over de didactische werkvormen worden gemaakt. Dat kun je traditioneel noemen, maar op elke school gelden dezelfde eisen voor het examen. Daar moet je als school de beste didactische werkvormen bij kiezen”. Of rector Hans Schapenk over het proces om tot de nieuwbouw van het Carolus Borromeus College in Helmond te komen in de “historische” Vinex-wijk Brandevoort: “Onze afdelingen gaven in de inrichting van het onderwijs unaniem aan dat ze vanuit het lokaal wilden werken en niet vanuit open leerpleinen. We hebben vervolgens samen gezocht naar een goede mix tussen vernieuwend onderwijs en meer traditionele werkvormen. Als je over onderwijsvernieuwing praat, kun je zeggen dat dat een stap terug is, maar ik noem het liever een ontwikkeling.” Of Maurice de Hond, die eerder in Schooldomein de volgende uitspraak deed: “De

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en be­ leidsmakers die relevante beleids­ informatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer­, werk­ en leefomge­ ving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor ieder­ een die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maat­

school bereidt je voor op het verleden. Op school is er een ingebouwd wantrouwen tegenover de leerling. Hij moet in een keurslijf worden gebracht, anders gaat hij niet leren. Het angstwekkende is dat er steeds meer getoetst wordt op kennisgebieden die steeds irrelevanter worden voor de toekomst van kinderen.” Elke stellingname is in zekere zin waar, maar ik vraag me na het bezoeken van vele tientallen scholen af of het echt zo slecht is gesteld met ons onderwijs en in het verlengde daarvan de kwaliteit van de gebouwen. Daarbij is er niet één weg of één didactisch walhalla. De kunst is elke keer weer te komen tot de meest passende voorwaarden die tot een effectieve leeromgeving voor het type leerling en de school leidt. En daar hoort een docent bij die dat onderwijsproces vorm geeft, als ondernemer, als regisseur, als geleider van kennis en als beoordelaar en coach. Of zoals OMO-bestuurder Pieter Hendrikse het treffend formuleerde: “Voorop staat dat we goede scholen voor onze leerlingen bouwen, maar het meest intrigerende thema in 2014 is de positie van de docent”. Tenslotte stelde Paul Rosenmöller het volgende in Schooldomein: “Goed onderwijs is niet het hoogste diploma. Het is meer dan het leren van taal en rekenen en draait ook om het ontwikkelen van creativiteit, ondernemerschap en sociale vaardigheden. Als dat meer tot zijn recht komt en we talenten in de brede zin van het woord centraal kunnen stellen, zullen leerlingen ook meer gemotiveerd naar school komen.” Blijven ontwikkelen, daar gaat het om. Ontwikkelen is vooruit kijken en elke school, elk onderwijsproces kritisch bekijken. In dat aspect is de effectiviteit van de leeromgeving een belangrijk thema. Daar gaan we ons deze jaargang weer flink tegenaan bemoeien. Kortom: een nieuwe lente en een nieuw geluid in dit prille oktobernummer. Veel leesplezier gewenst! Sibo Arbeek

Hoofdredacteur

schappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaande­ ren. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties,

advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bij­ drage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door:

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 5

oktober 2014

5

23-09-14 11:05


inhoud BESTUUR EN BELEID

08 ZAAM kijkt vooruit!

Amsterdamse scholengroep kiest voor een andere manier van denken en samenwerken.

12 Huisvesting Primair Onderwijs

Omgaan met nieuwe vraagstukken, risico’s en kansen.

Vitale Wijk Monitor als aanjager 14 De voor nieuw beleid Een doeltreffende aanpak om het sociale en het fysieke domein te koppelen.

ONTWERP EN INRICHTING

centraal in 18 Kwaliteitsborging bouwproces SMT ‘ontzorgt’ haar opdrachtgevers.

aanbesteden door sturen op 20 Slim exploitatiekosten! De ontwikkeling van een toekomstgericht gebouw voor het Integraal Kind Centrum in Ulft.

22 Licht en lucht maken gezond

Richtlijnen en regelgeving zijn niet altijd productief.

34

THEMA

Ontwikkelen

“Goed onderwijs is meer dan het leren van taal en rekenen; het draait ook om het ontwikkelen van creativiteit, ondernemerschap en sociale vaar­ digheden.” Dat zegt Paul Rosenmöller op de introductiepagina van het thema van deze editie van Schooldomein. We quoten vier prominenten over ‘Ontwikkelen’ en laten vervolgens vijf experts over dit thema aan het woord in ons ‘Innovatielab’.

27 Eigenwijs gebouw in de wijk

Brede school IKC Noordrijk is gebouwd op samenwerking.

renovatie maakt 30 Geslaagde differentiatie mogelijk Gedateerd schoolgebouw wordt uitdagende leeromgeving voor Kamerlingh Onnes College.

BOUW EN ORGANISATIE

onderwijsconcept in solide 40 Solide gebouw Carolus Borromeus College beeldbepalend element in nieuwe wijk.

ruimte delen met 44 ‘Schoolschakelaar’: kwaliteit De transformatie van de bestaande christelijke basisschool naar een brede buurtschool.

46 Samenwerking leidt tot slim ontwerp De Hoge Ven nieuw centraal ontmoetingspunt voor jong en oud.

Coverfoto: Carolus Borromeus College in Helmond. foto: Willy van der Heijden

6

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 6

schooldomein

oktober 2014

23-09-14 11:05


fACILITAIR EN BEHEER

van pcb in 50 Gezondheidsrisico’s gebouwen Deens onderzoek: vaak hoge concentraties pcb in schoolgebouwen.

52 Ontwerpen vanuit de dialoog

Inrichting nieuwe Horecaschool Zuidas creatief en met oog voor detail.

leerpleinen bevorderen 54 Open samenwerking Alfa-College Gedurfde verbouw verbindt, verhipt, etaleert en accentueert.

Friese Poort gebruikt 58 ROC ThermaCool in gebouw en in ®

leerprogramma Duurzaam leren werken in Centrum Duurzaam voor techniek.

61

Gezonde lucht en aangename temperaturen leiden tot betere prestaties Oplossingen voor een gezond en aangenaam binnenklimaat.

en omvang doorslag62 Bouwjaar gevend bij de hoogte van onderhoudslasten Rekentool ‘Financiële impact overheveling buitenonderhoud PO’ geeft inzicht.

Rubrieken 17 33 65 66 68 69 70

Kort nieuws De kunst in SBO De Windroos in Oldenzaal Het idee van The Ocean Cleanup De etalage Het atelier: MFA Klarendal Arnhem Column van Peter Gelens Vooruitblik naar Schooldomein 2

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 7

12 30 40 46 54 23-09-14 11:06


ZAAM kijkt vooruit! 8

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 8

schooldomein

september 2014

23-09-14 11:06


BESTUUR EN BELEID

Warmte, kwaliteit, veerkracht, integriteit, vrijheid. Dat zijn thema’s die de directeuren van de 22 scholen hebben benoemd om de koers van ZAAM te bepalen, nadat twee jaar geleden de defusie van Amarantis plaats vond. Samen met het ondersteuningsbureau faciliteren Judith Steenvoorden en Redmer Kuiken vanuit het College van Bestuur de scholen en bewaken ze de ingezette koers. Tekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten

J

udith is voorzitter van het tweekoppige Col­ lege van Bestuur en schetst de basis: “ZAAM is de scholengroep voor Amsterdam, Zaanstad en Monnickendam. Op het moment van de defusie werd Amarantis in vijf entiteiten verdeeld. ZAAM met 22 scholen van praktijkonderwijs tot categoraal gymnasium, MBO Utrecht, MBO Amersfoort, MBO Amsterdam en het voortgezet onderwijs in Almere. ZAAM staat voor een andere manier van denken en samenwerken. Minder vanuit hiërarchie en meer vanuit een maatschappelijke opdracht. We zijn er voor de leerlingen en niet voor onszelf. Daarnaast willen we een gezonde werkgever zijn die goed met de mensen omgaat en ze helpt op een hoger niveau te komen. Bij de zoektocht naar onze identiteit gaven we de directeuren de opdracht om een afscheids­ toespraak te schrijven. Alle directeuren hebben een eigen attribuut ingebracht, die hun eigen betrokken­ heid aangaf. Dat leverde heel veel creativiteit, maar ook emoties en een gevoel van bevrijding op. Die bijeenkomst heeft tot gezamenlijke beelden geleid. We hebben van die bijeenkomst een mooie poster laten maken, die die zoektocht verbeeldt.”

Integrale verantwoordelijkheid Collega bestuurder Redmer Kuiken knikt: “Wij heb­ ben bijvoorbeeld binnen ons model geen regiodirec­ teuren meer. Dat betekent dus dat de schooldirecteur een integrale verantwoordelijkheid draagt, ook voor de eigen bedrijfsvoering. We vinden het belangrijk dat de teams op de scholen invloed hebben op het beleid. Op directieniveau werken we met expertgroe­ pen, zoals ICT, financiën en HRM. Op de directeuren­ vergadering worden de adviezen ingebracht en vervolgens nemen wij besluiten. Het systematisch sturen op kwaliteit is daarbij leidend. We werken met een managementcyclus en de A3 methodiek; dat is een werkwijze om tot een gedragen jaarplan en een

gegarandeerde uitvoering ervan te komen. En die methode vormt ook de basis voor onze management­ gesprekken en het sturen op heldere resultaten. We nemen daarin onze verantwoordelijkheid, maar staan nadrukkelijk ten dienste van de scholen. Daarom hebben we ook geen bestuursbureau, maar een ondersteuningsbureau. Je moet niet alles van bovenaf willen regelen, want dan heb je juist de neiging je eraan te onttrekken. We werken aan een cultuur van vertrouwen en transparantie. We zijn een groot be­ stuur maar vooral kleinschalig georganiseerd, waarbij elke school op de eigen leerlingen, ouders en de omgeving gericht is. De verantwoordelijkheid ligt laag in de organisatie en we regelen centraal wat centraal beter kan. Daar ligt ook de winst; we willen delen, maar niet opleggen.”

Transparant werken Judith vervolgt: “Een voordeel van een scholengroep voor Amsterdam en omstreken is ook dat de bedrijfs­ voering weer een directe vertaling van het werken op de scholen is. Bij Amarantis ging het over verschil­ lende windstreken en het VO en het MBO. Dan is die transparantie er ook niet meer en is er onvoldoende binding met het onderwijsproces. Wij vinden dat het geld de leerlingen moet volgen. Daarna vindt er pas een afdracht aan het ondersteuningsbureau plaats. Die is 5% en dat percentage hebben we bepaald op basis van een benchmark onder vergelijkbare bestu­ ren. Onder onze rechtsvoorganger lag dat stukken hoger. Transparant werken leidt ook tot een behoor­ lijk kritisch vermogen. Als bestuur ben je verantwoor­ delijk voor de resultaten en de bedrijfsvoering. De praktijk is soms weerbarstig, ook omdat we gestart zijn met de erfenis vanuit de oude organisatie, inclu­ sief de schulden en contracten waar we nog jaren aan vast zitten. De komende acht jaar hebben we daar nog mee te maken, voordat we weer een gezonde

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 9

oktober 2014

9

23-09-14 11:06


Sweelinck College

Sweelinck College

frequent, want we willen voelen wat er in de scholen speelt. Het voordeel van opnieuw beginnen is dat we de vernieuwing vanaf het begin hebben kunnen vormgeven. Je krijgt je aanstelling bij ZAAM, maar je werkt voor je eigen school. Wij zetten de doelen neer en ondersteunen de autonome school die op de eigen omgeving gericht is. De scholen kennen ten opzichte van elkaar een verschillende startsituatie, met enerzijds overschotten en anderzijds tekorten. We trekken vier jaar uit om een evenwichtig beeld tussen de scholen te creëren. Daarbij is het solidariteitsbe­ ginsel leidend, maar verwachten de directeuren van elkaar ook dat iedereen de zaken goed op orde heeft. We bieden de voordelen van onze grootschaligheid, zoals intervisiebezoeken, samenhangend veiligheids­ beleid, of beleid op loopbaan oriëntatie. En we zijn natuurlijk wel eindverantwoordelijk. Dat maakt dat we verscherpt toezicht uitoefenen. Als het op een school niet goed gaat, omdat er bijvoorbeeld een financieel tekort is of de kwaliteit niet goed geregeld is, zijn wij er om de afspraken te bewaken.”

Volop uitdagingen

“Wij vinden dat het geld de leerlingen moet volgen.”

reservepositie kunnen opbouwen. Maar dat is nu eenmaal een feit en daar hebben we mee te maken. Wij zijn het bevoegde gezag en bewaken de kaders en afspraken met de directeuren. Investeringen boven de e 10.000,- gaan via ons en daar maken we een project van, zodat we het later ook goed kunnen verantwoorden. De directeur kan zelf de eigen in­ komsten berekenen - afhankelijk van het leerlingtype en de omvang van de school - en met onderbouwde plannen komen, maar wij toetsten het binnen het kader dat we samen bepaald hebben.”

Governancemodel Redmer: “Dat verleden maakt dat je governancemo­ del goed moet zijn. Onze Raad van Toezicht spreekt ook met de medezeggenschap en daar zitten wij niet bij. In de oude situatie zat het CvB op een grote afstand van de scholen. De praktijk van het onderwijs kende men niet. Judith en ik zijn allebei directeur van een school geweest. Wij bezoeken de scholen

10

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 10

schooldomein

Judith: “Het onderwijs zelf biedt ook vele uitdagingen, zoals de nieuwe profilering van het VMBO, die we goed willen aansluiten op de veranderingen in het MBO. Daarnaast de kwaliteit van de leraren, waarbij we met de gemeente over een Amsterdamse leraren­ beurs aan het denken zijn. En we willen voorkomen dat leerlingen in de tweede en derde ronde uitgeloot worden. Binnen het RPO werken we aan een goede spreiding van het aanbod over de stad. De komende tien jaar blijft de populatie groeien; er komen dus nog vier havo/vwo scholen bij.” “We zijn niet op expansie uit”, benadrukt Redmer, maar staan ervoor open om kansrijke initiatieven te ondersteunen. Zoals onze samenwerking met de werkschool Amsterdam, die de Vinse school wil oprichten, mogelijk als neven­ vestiging bij ons.” “En Nieuw West staat hoog op de agenda”, vult Judith aan, “daar hebben we drie scholen waar we nu aandacht aan besteden. Daarnaast zijn we met een nieuwe school in Noord bezig. En de afgelo­ pen twee jaar hebben we al behoorlijk wat projecten aangepakt.” Ten slotte Redmer: “Onze scholen zijn erg divers, maar wat ons bindt is dat we interconfessioneel zijn. Dat varieert van traditioneel christelijke scholen tot scholen die voornamelijk islamitisch zijn. De invulling binnen ons pallet is heel divers. Dat maakt het gesprek tussen de scholen over de eigen identiteit inspirerend en boeiend. Kortom; ZAAM is goed op weg!” Kijk voor meer informatie op www.zaam.nl.

oktober 2014

23-09-14 11:06


UITNODIGING SCHOLENSEMINAR

BELEEF EEN BETAALBAAR GEZOND EN COMFORTABEL SCHOOLGEBOUW WOENSDAG 15 OKTOBER / 15.00 UUR / STOAS VILENTUM HOGESCHOOL WAGENINGEN

Aanmelden via www.dpach.nl/scholenseminar Deelname is gratis

Beleef het! U ondervindt de invloed en impact van licht en geluid en ontvangt praktische tips & trics die u meteen in praktijk kunt brengen. Ook informeren wij u over wetswijzigingen ten aanzien van duurzaamheid en energiegebruik. Hoe beheers je risico’s op kostenefficiënte wijze? En hoe verzilver je kansen in het vastgoedbeheer?

Programma 15.00 uur: Ontvangst 15.15 uur: Welkom en opening Madelon de Beus, directrice Stoas Vilentum 15.30 uur: Belevenissen ■ 'Klaslokaal uitgelicht' door Dr. Ir. Hester Hellinga ■ 'Herrie in de klas' door Dr. Ir. Nathalie Geebelen ■ 'Kansen en risico's in het vastgoedonderhoud' door Ir. Mischa Kok 16.30 uur: Afsluitende borrel en start rondleiding Stoas Wij leiden u met plezier rond in dit unieke en energiezuinige gebouw.

#BeleefGezondeSchool

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 11

@DPA_CH

www.dpach.nl

Duurzaam Gezond en Veilig

23-09-14 11:06


Huisvesting Primair Onderwijs

Omgaan met nieuwe vraagstukken, risico’s en kansen “Na een lange zomervakantie zijn de scholen weer begonnen. Ook mijn jongste dochter mag weer naar school. Het nieuwe gebouw van haar basisschool is met veel aandacht voor de inpassing van de onderwijskundige visie ontworpen. Mede door de goede isolatie zal het onderhoud aan dit gebouw tot een minimum beperkt blijven, maar dat geldt niet voor alle scholen”, aldus Marcel Blankvoort, adviseur bij DPA Cauberg-Huygen. Veel schoolgebouwen kampen met achterstallig ­onderhoud, waarbij verbeteringen aan klimaatinstallaties, deuren, ramen en isoloatie het meest urgent zijn. Hiervoor zijn miljarden euro’s nodig1. Tekst Marcel Blankvoort en Hester Hellinga, adviseurs DPA Cauberg-Huygen

N

u zijn de gemeenten nog verantwoordelijk voor de voorzieningen in de huisvesting van het primair onderwijs (PO)2. Maar per 1 januari 2015 wordt de verantwoordelijkheid voor buitenonder­ houd en gebouwaanpassingen overgeheveld naar de PO-schoolbesturen. Dan treedt de gewijzigde Wet op het primair onderwijs3 in werking. Met de resultaten van het ‘Onderzoek overheveling buitenonderhoud schoolgebouwen PO’ in gedachten, kan dit geen prettig vooruitzicht zijn.

Nieuwe verantwoordelijkheden Onderhoud van gebouwen is geen dagelijkse bezigheid van de gemiddelde schoolbestuurder. Niet vreemd dus dat bijna alle schoolbesturen aangeven ondersteuning nodig te hebben bij het proces en het opstellen van een meerjarenonderhoudsplanning. Ook stelt een meerderheid prijs op ondersteuning op bouwkundig, financieel en beleidsmatig vlak. Voor besturen van scholen met (veel) achterstallig gebouwonderhoud

is de uitdaging extra pittig. Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu doet er nog een schepje bovenop, waardoor de besturen mogelijk meer geld kwijt zijn aan het onderhoud van schoolgebouwen. Wat is het geval? Een (basis)school moet voldoen aan de milieuregels in het Activiteitenbesluit milieubeheer4 en de Activiteitenregeling milieubeheer5. Dit om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen of zoveel moge­ lijk te beperken. Een van de milieuregels is het treffen van energiebesparende maatregelen. Tot 1 januari 2015 waren de gemeenten vrij in het bepalen van de te tref­ fen maatregelen. De schoolbesturen krijgen echter te maken met een ‘erkende maatregellijst’ die wordt toe­ gevoegd aan het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer.

Energiebesparende maatregelen De staatssecretaris heeft deze wijziging van het Activi­ teitenbesluit6 en Activiteitenregeling7 onlangs gepubli­ ceerd. Naar verwachting gaat de wijziging in de tweede helft van 2015 gelden. De sectorlijst voor scholen ver­

MFA Zuiderkwartier & GGZ te Tilburg door Atelier Pro. Foto’s: Fotografie Petra Appelhof

12

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 12

schooldomein

oktober 2014

23-09-14 11:06


BESTUUR EN BELEID

Commanderij College te Beek en Donk Foto: Thea van den Heuvel Fotografie en TenW architecten adviseurs

meldt energiebesparende maatregelen die zich binnen vijf jaar terugverdienen en is bedoeld als hulpmiddel. Voorbeelden van erkende maatregelen zijn: • Maatregelen met betrekking tot de gebouwschil: isoleren spouwmuur; • Maatregelen met betrekking tot ruimteventilatie: beperken draaiuren ventilatiesysteem, warmteterug­ winning; • Maatregelen met betrekking tot ruimte- en buiten­ verlichting: verlagen aantal branduren, toepassen energiezuinige verlichting; • Maatregelen aan de stookinstallatie: toepassen energiezuinige warmteopwekking. De gemeente voorziet in het toezicht op de naleving van de milieuregels. In juli 2014 hebben de staatsse­ cretaris en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) alle gemeentebesturen en gemeenteraden een brief8 gestuurd waarin ze het belang van energiebespa­ rende maatregelen benadrukken. Hierin wordt tevens aangegeven dat de overheid meer prioriteit gaat geven aan het handhaven van de energiebesparing.

Risico’s beheersen en mogelijkheden benutten Met de op 1 januari 2015 ingaande verantwoordelijk­ heid voor buitenonderhoud en gebouwaanpassingen én de voorgenomen wijziging van het Activiteitenbe­ sluit en de Activiteitenregeling pakken donkere wolken zich samen boven de PO-schoolbesturen. Ze worden dubbel geraakt: het verplichte onderhoud aan school­ gebouwen komt extra in de belangstelling te staan door de verplichting om energiebesparende maatregelen te treffen. Laat u vooral niet verrassen door (verborgen) gebreken, bijvoorbeeld als gevolg van achterstallig onderhoud van schoolgebouwen. Maak hierover goede afspraken

met de gemeente. Die is trouwens nu al verplicht om energiebesparende maatregelen aan schoolgebouwen te treffen. De komende wijzigingen van het Activitei­ tenbesluit en Activiteitenregeling brengen hier geen verandering in. Verder zijn de voorgestelde erkende energiebesparingsmaatregelen niet verplicht. Er zijn andere maatregelen waarmee u eveneens het beoogde doel - verminderen van broeikasgasemissies en lucht­ verontreiniging - bereikt. Effectiever, energiezuiniger en goedkoper. In dit proces is goede voorlichting van grote waarde. DPA Cauberg-Huygen heeft ruime erva­ ring met het beheersen van risico’s in het vastgoedon­ derhoud en met het beheersen van de mogelijkheden voor energiebesparing. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hester Hellinga van DPA Cauberg-Huygen, telefoon: 038-4221411 e-mail: h.hellinga@chri.nl.

1 Monitor kwaliteit onderwijshuisvesting po en vo. Nulmeting 2013 – Eindrapportage. Oberon, Stichting Brede School Nederland en Winket, September 2013. 2 Zie artikel 91, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 76b, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en in artikel 89, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra. 3 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school 4 Stb. 2007, 415, laatst gewijzigd Stb. 2014, 20. 5 Stcrt. 2007, 223, laatst gewijzigd Stcrt. 2014, 12054. 6 Stcrt. 2014, 17509. 7 Stcrt. 2014, 20654. 8 https://www.vng.nl/files/vng/brieven/2014/201407-briefmin-vng-energiebesparing-bij-bedrijven_0.pdf

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 13

“Beheer en ­onderhoud ­nieuwste uitdaging ­schoolbestuur.”

oktober 2014

13

23-09-14 11:06


De Vitale Wijk Monitor als aanjager voor nieuw beleid Met de veranderingen op het gebied van de WMO, de jeugdhulp, de participatiewet, het passend onderwijs en de scheiding van wonen en zorg, verandert het sociaaleconomische landschap ingrijpend. De gevolgen zijn groot en hebben impact op de fysieke leefomgeving. ICSadviseurs heeft met partners in het netwerk een doeltreffende aanpak ontwikkeld om het sociale en het fysieke domein te koppelen. Tekst Sibo Arbeek en Koert Hetterscheidt

D

e kern van de aanpak is dat een omgeving, zoals een stad, wijk of dorp vitaal en duur­ zaam aantrekkelijk is en blijft. Elke omgeving, waarin mensen wonen, kent een historisch gegroeide dynamiek van georganiseerde en niet georganiseerde activiteiten. De begrippen vitaal en duurzaam zijn natuurlijk al lang ingeburgerd, maar met de op han­

den zijnde decentralisaties ontstaat de noodzaak om echt te transformeren. Taken en verantwoordelijk­ heden vanuit de AWBZ gaan naar de WMO, door het scheiden van wonen en zorg gaan de categorieën tot ZZP4 vitaal onderdeel van de samenleving vormen. Idealiter is het een veilige omgeving waarin mensen elkaar (willen) kennen, op elkaar letten en elkaar in eerste lijn laagdrempelige hulp bieden waar mogelijk en nodig. Er zijn plekken waar je graag komt, om el­ kaar te ontmoeten of activiteiten te delen. Het beleid van de overheid zou erop gericht moeten zijn met zo weinig mogelijk interventies de wijk zelfvoorzienend te laten zijn. Trekken we dit beeld het fysieke domein binnen gemeenten in dan voldoet veel bestaand publiek vastgoed juist niet (meer) aan de criteria uitnodigend, laagdrempelig, aantrekkelijk en duur­ zaam. Veel overcapaciteit moet worden afgestoten of getransformeerd.

Gemeente is randvoorwaardelijk

De Vitale Wijk Monitor (VWM)

14

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 14

schooldomein

De gemeente is de belangrijke speler, want ontwik­ kelt als eigenaar of subsidieverstrekker beleid op het gebied van vastgoed- of accommodaties. In veel gemeenten is de subsidieregeling sterk versoberd en maatschappelijke organisaties worden geacht zelf creatief mee te denken over het eigen voortbestaan. Gevolg is dat het beheer en de exploitatie van accom­ modaties een groot aandachtspunt wordt. Binnen die afkalvende context van groeiende leegstand, functi­ oneel vaak verouderde gebouwen en een terugtrek­ kende overheid vinden straks de decentralisaties

oktober 2014

23-09-14 11:06


BESTUUR EN BELEID

plaats en juist daar ontstaan nieuwe kansen. Het beeld is dat veel gemeenten een wethouder verant­ woordelijk maken voor de transformaties binnen het maatschappelijk domein. Financiën en accom­ modaties zijn vaak in de portefeuilles van collegawethouders ondergebracht, terwijl daar de koppeling ligt. Bestuurders en ambtenaren zijn druk bezig met het voorbereiden op de decentralisaties. We zien dat binnen gemeenten verschillende bestuurders en ambtenaren vanuit verschillende perspectieven bezig met vraagstukken rond het fysiek en sociaal domein. Vaak is er geen ruimte om te experimenteren met nieuwe kansrijke modellen.

Beleidskader gemeenten Tijdens een bijeenkomst op Papendal over de toe­ komst van sportparken en de rol van verenigingen stelt sportmanager Carlos Aalbers het volgende: “Ik zou verenigingen willen oproepen zelf naar buiten te treden en contact te zoeken met andere organi­ saties.“ Aalbers realiseert zich tegelijkertijd dat dit ondernemerschap voor veel verenigingen nog best lastig is. “Ze denken toch vanuit hun eigen belang. Daarom denken we dat er vanuit de gemeente een totaalbeleid moet komen om de samenleving vitaal in te richten. De verenigingsstructuur is vluchtig en met de decentralisaties op komst is de gemeente de constante factor in het ontwikkelen van een duur­ zame en samenhangende visie op de samenleving. Dat kan faciliterend of participerend zijn, afhankelijk van de context, de behoefte of meer in het algemeen

de DNA van de wijk of het dorp.” Het concept van Vitale Sportvereniging (VSV) biedt een mooi referen­ tiekader en kan goed op de wijk worden toegepast. De stichting Vitale Sportvereniging biedt in samen­ werking met het ROC van Twente in Enschede een doorlopend beweeg- en activiteitenaanbod voor wijkbewoners aan. Hiermee wordt het doel van de VSV onderstreept: via sportverenigingen de fysieke en sociale infrastructuur in diverse buurten in Enschede bevorderen. Daarbij heeft de Vitale Sportvereniging de potentie om buurthuis van de toekomst voor 0 tot 100 jaar te zijn, een ontmoetingsplek voor (licht) de­ menterenden en de mantelzorgers, leerwerkplekken te bieden voor maatschappelijke stagiaires en stu­ denten (HBO en MBO) en werkervaringsplekken voor langdurig werklozen, dagbesteding voor kwetsbare mensen, licht verstandelijk en lichamelijk gehan­ dicapten, ex-verslaafden en gedetineerden, sociaal isolement en een opvang voor gezinsproblemen.

Koppeling sociaal en fysiek In feite worden doelen en middelen vanuit het sociale domein gekoppeld aan het fysieke domein waar­ door meerwaarde ontstaat en een nieuw en kansrijk business model gegenereerd wordt. Het voorbeeld van VSV is ook breder toe te passen op de wijk. Het bureau Area Consult uit Breda begeleidt zorginstel­ lingen en gemeenten in de transformatie van formele naar informele zorgmodellen. Onlangs organiseerde het bureau op initiatief van de buurt een bijeenkomst over de kansen van vrijwillige en informele zorg. Wat

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 15

“Het beleid van de overheid zou erop gericht moeten zijn met zo weinig moge­ lijk interventies de wijk zelfvoor­ zienend te laten zijn.”

oktober 2014

15

23-09-14 11:06


“De definitie van een vitale wijk is een omgeving waarin mensen graag willen wonen, ontmoe­ ten, ontspannen en activiteiten willen delen en bij elkaar be­ trokken zijn”.

blijkt: heel veel zaken blijken in onderling overleg en op initiatief van de buurt informeel geregeld te worden. Daar heb je geen gemeentelijke richtlijnen, subsidies of een buurthuis voor nodig. Het is dan de kunst om bestaande kaders en richtlijnen om te bouwen naar een vitale en duurzame wijkeconomie, waarbij de gemeente randvoorwaardelijk stuurt, regisseert, participeert en faciliteert, al naar gelang de lokale situatie en het profiel van de wijk. SROdirecteur Jancor de Boer is verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van veel maatschappelijk vastgoed en constateert het volgende: “Onze focus verschuift steeds meer naar de regie op activiteiten in plaats van het alleen maar beheren van publieke gebouwen. Waarom zou je een dorpshuis subsidiëren waarin vier mannen vergaderen over het feit dat ze zo moeizaam integreren. Daarmee organiseren gemeen­ ten hun eigen kwetsbaarheid.” Om die reden heeft ICSadviseurs samen met de Stichting Vitale Sport­ vereniging, Area Consult en SRO het model voor de Vitale Wijkmonitor ontwikkeld. Het model biedt een handzaam kader, wordt in de toepassing ervan op maat gesneden, omdat het ‘DNA’ van de betreffende wijk leidend is.

Input en gewenste outcome Na 1 januari gaan er nieuwe geldstromen naar een wijk of dorp. Dat zijn allemaal geldstromen binnen het sociale domein voor thuiszorg, huishoudelijke hulp, jeugdzorg, subsidies, onderhoud aan gebou­ wen en noodzakelijke middelen voor transformaties. Gemeenten zoeken naar een kansrijke aanpak. De gewenste outcome is een duurzame en vitale wijk,

16

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 16

schooldomein

waarbij activiteiten zinvol zijn en voor iedereen toegankelijk en de voorzieningen goed geëxploiteerd kunnen worden. Het concept van Vitale Sportvereni­ ging kan breed op elke situatie worden toegepast. Het model werkt als volgt. In een korte tijd monitoren wij de wijk op vier aspecten: • Wat zijn de financiële stromen die in een wijk gaan en in hoeverre kunnen deze elkaar versterken? • Hoe is de sociaaleconomische en demografische op­ bouw, inclusief de geschiedenis (DNA) van de wijk? • Wie zijn de formele en informele stakeholders en wat zijn hun belangen en gezamenlijke doelen? • Welke voorzieningen zijn er in de wijk en in hoe­ verre zijn deze kansrijk of kansloos? De monitor leidt tot een samenhangend advies over de gewenste procesregie, een plan van aanpak om te komen tot een duurzame en vitale wijk en geeft een goed en compleet beeld van kansen en knelpunten. Het zet de formele en informele stakeholders in posi­ tie en leidt tot een heldere aansturingvisie vanuit de gemeente en betrokken partijen. De VWM biedt een samenhangende aanpak die er voorheen nog niet was. Het sterke aan het model is dat het lokaal en op maat gesneden kan worden toegepast. Dit artikel is mede tot stand gekomen in gesprekken met Peter Gelens en Lenny Dekkers van Area Consult, Koert Hetterscheidt van De Stichting Vitale Sportvereniging en Jancor de Boer van SRO Amersfoort. Voor meer informatie belt of mailt u naar Sibo Arbeek van ICSadviseurs: sarbeek@icsadviseurs.nl of 0622267795. Zie ook de film op www.vitalesportvereniging.nl.

oktober 2014

23-09-14 11:07


kort nieuws Uitnodiging netwerkbijeenkomst Platform Onderwijshuisvesting Op 20 november organiseert het Platform Onderwijshuisvesting een netwerkbijeenkomst. Doel van de netwerkbijeenkomst is om professionals die werkzaam zijn in het veld van onderwijshuisvesting met elkaar in contact te brengen en op die manier bij te dragen aan de verspreiding van kennis. Tijdens de bijeenkomst geeft Rens van den Boogaard, manager innovatie bij Schoolinfo en projectleider van het project ‘Leerling 2020’, een vooruitblik op gepersona-

liseerd leren in 2020. Daarnaast geeft Gertjan van Midden, beleidsadviseur onderwijshuisvesting en krimp van de PO raad, een doorkijk naar het beleid en de ideeën van de PO raad over de nabije toekomst. De bijeenkomst vindt plaats bij de Universiteit van Wageningen. Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Het Platform Onderwijshuisvesting is een branchevereniging voor adviesbureaus die zich bezig houden met onderwijshuisvesting. Het

platform richt zich op professionalisering van het vakgebied en treedt op als deskundig klankbord voor overheid en belangenorganisaties voor onderwijs en maatschappelijk vastgoed. Enkele keren per jaar organiseert het Platform een netwerkborrel voor haar achterban en relaties. Meer informatie en voor aanmelden: www.platformonderwijshuisvesting.nl.

Gezondheid faciliteren Kinderen worden steeds dikker. Overgewicht is een groeiend probleem. Ongeveer één op de zeven kinderen is te zwaar. Met overal aanbod van snoep, valt het voor kinderen en jongeren niet mee om de verleiding te weerstaan. Bij lekkere trek kiezen zij daardoor vaak voor snoep uit snoepautomaten. Healthy Food Company helpt scholen te faciliteren in een gezonder aanbod. Getriggerd door de snoepautomaten op haar eigen school, ontwikkelde eigenaresse Jos Jongenotter van Healthy Food Company een gezonde snoepautomaat met daarin snacks die er aantrekkelijk uitzien, lekker zijn en stukken gezonder zijn dan het gebruikelijke aanbod in de snoepautomaten. Producten zoals zakjes komkommers, biologische koeken, gedroogd fruit, popcorn, smoothies en meer gezonde tussendoortjes. In de gezonde snackautomaat zijn de snacks 100% natuurlijk, bevatten van nature belangrijke voedingsstoffen en zijn veelal biologisch. Het definitieve assortiment in de automaat wordt tijdens een proefsessie door de leerlingen samengesteld.

Meer informatie op www.healthyfoodcompany.nl.

Conferentie duurzame exploitatie van maatschappelijke voorzieningen Beheer en exploitatie van maatschappelijke voorzieningen staan onder druk. De krimp vraagt om plannen en besluiten. We zoeken naar nieuwe modellen: shared services en een andere organisatie van het onderwijs behoren tot de nieuwe ontwikkelingen. Passend onderwijs komt er aan en dat vraagt ook om wijzigingen in de huisvesting. Tegelijkertijd gaat de clustering van voorzieningen in de vorm van brede scholen en IKC’s nog steeds door. Er ontstaat meer en meer ruimte voor verschillende partijen om zelf vorm te geven aan de maatschappelijke voorzieningen. Doordecen-

tralisatie van onderwijshuisvesting verlegt de verantwoordelijkheden. Met het toekennen van de middelen voor buitenonderhoud aan schoolbesturen ontstaat er meer ruimte voor participatie en zelfsturing. In een conferentie, georganiseerd door Sardes, ICSadviseurs en de Stichting Brede School komen de volgende drie cruciale vragen aan de orde: • Hoe kun je tegelijkertijd plannen en ruimte bieden voor zelfsturing? • Hoe kom je als gemeenten en besturen in een gezamenlijk traject tot passende plannen?

• Welke nieuwe beheersmatige oplossingen vragen krimp en passend onderwijs van ons? De conferentie, bedoeld voor schoolbesturen, gemeenten, kinderopvang, welzijnsorganisaties, woningbouwcorporaties en andere belangstellenden, vindt plaats bij Sardes in Utrecht op 8 oktober 2014. Deelname kost e 180,- (inclusief BTW) en is inclusief lunch, consumpties en conferentiemateriaal. Meer informatie en aanmelden: www.sardes.nl, ­Carolien Bongers, c.bongers@sardes.nl, 030-2326200.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 17

oktober 2014

17

23-09-14 11:07


Ontwikkelen van expertise

Kwaliteitsborging centraal in bouwproces Het ‘ontzorgen’ van een opdrachtgever staat bij veel bedrijven al geruime tijd centraal. Maar hoe doe je dit concreet en wat houdt ontzorgen in? SMT heeft hier een heldere visie op: de opdrachtgever moet ons proces in alle fasen kunnen volgen, heeft altijd de mogelijkheid te interveniëren en haar mening te geven, maar heeft alleen verantwoordelijkheid over haar eigen deel van het project.

Tekst Barrel Ripper

H

Projecten met TIS en/of Ed Controls

18

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 18

schooldomein

oe worden de door de opdrachtgever ge­ vraagde specificaties en kwaliteit aantoonbaar gerealiseerd en geborgd? SMT doet dit door gebruik te maken van nieuwe ontwikkelingen en in­ novaties op het gebied van kwaliteitsborging. Daarbij maken wij bij integrale projecten tijdens de ontwerp-, engineerings- en uitvoeringsfase gebruik van TIS om het ontwerp en realisatie onafhankelijk te toetsen op bouwbesluit, wetgeving en eisen van de opdracht­ gever. Aanvullend daarop borgen we de uitvoerings­ kwaliteit van haar projecten door gebruik te maken van Ed Controls.

Wat is TIS?

Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) Multi­functioneel onderwijsgebouw (MFO) Omvang: 8800 m2 bvo Contract: Engineer & Build (uav-gc) Kwaliteitscontrole en -borging: TIS en Ed Controls

Brede School SOM te Coevorden

TIS staat voor Technische Inspectie Services. Een sa­ mengestelde definitie luidt als volgt: Technische Inspectie Services (TIS) is een keurmerk voor de B&U-en de gww-sector. De essentie van een TIS is: een onafhankelijke deskundige organisatie die risicogericht het ontwerp toetst en de uitvoering volgt en beoordeelt. Wij zijn van mening dat door gebruik te maken van een gecertificeerd TIS bedrijf SMT een opdrachtgever extra zekerheid biedt en daarmee verder kan ontzor­ gen. De opdrachtgever ontvangt rapportages over

Omvang: 4000 m2 bvo Contract: Design & Build & Maintain (uav-gc) Kwaliteitscontrole en -borging: Ed Controls

oktober 2014

23-09-14 11:07


ONTWERP EN INRICHTING de bevindingen, conclusies en aanbevelingen met be­ trekking tot de geleverde tekeningen, berekeningen, prestatie en kwaliteit in iedere fase. Aan het einde van elke fase is er een duidelijk en volledig dossier waarin alles vastgelegd en gedocumenteerd is en wat dient als basis voor de volgende fase. TIS wordt nog niet bij veel bouwprojecten gebruikt en is een nieuwe ontwikkeling dat ons helpt bij het ontzorgen van een opdrachtgever.

Wat is Ed Controls? Bij het borgen van onze uitvoeringskwaliteit maakt SMT gebruik van Ed Controls. Dit is een tablet-app die gekoppeld is aan het documentenbeheersysteem en dat bijdraagt aan beter inzicht, overzicht, overleg, monitoring en controle van afwijkingen tijdens de uitvoering. Het programma is in staat tekeningen, foto’s en tekst te koppelen, te verzenden en te archi­ veren. Door middel van een unieke identificatiecode is het mogelijk hier te allen tijde het proces te volgen. SMT kan daarom per bouwonderdeel aantonen en bor­ gen dat de gevraagde kwaliteit geleverd is en het pro­ duct juist verwerkt is. In het geval van geconstateerde afwijkingen via een foto of tekst, worden deze aan de tekeningen gekoppeld en via een simpele handeling op de tablet aan onze partners doorgestuurd. Deze krijgt vervolgens een melding van de geconstateerde afwij­ king en kan per direct starten met het verhelpen van de gerapporteerde afwijking. De opdrachtgever en SMT kunnen het proces over het afwikkelen van de afwijking realtime volgen via Ed Controls. ‘Volgen’ gaat door middel van een stoplicht aanduiding: rood = afwijking geconstateerd, oranje = in behandeling, groen = opge­ lost. De uitvoerder controleert de verholpen afwijking, legt dit vast per foto en het dossier is rond.

Visueel versimpelde weergave van Ed Controls

SMT kan op deze innovatieve manier gemakkelijk de geleverde kwaliteit aantonen en borgen. Een opdrachtgever kan het proces zelfstandig volgen en beschikt bij afronding van het project over een volledig dossier dat de geleverde kwaliteit aangeeft. Door het toepassen van deze nieuwe ontwikkelingen worden de opdrachtgevers aantoonbaar ontzorgd. De processen zijn transparant en verifieerbaar en het is aan de opdrachtgever om zelf te bepalen hoe nauw zij betrokken wil zijn. Ofwel geen woorden, maar daden en meten is weten! Kijk voor meer informatie op www.smt-benv.nl

“Aan het einde van elke fase is er een dossier waarin alles vastgelegd en ge­ documenteerd is.” Sterren School Almere

Willemspark School Den Haag

Omvang: 4550 m2 bvo Contract: traditioneel Kwaliteitscontrole en -borging: Ed Controls

Omvang: 1.290 m2 bvo Contract: traditioneel Kwaliteitscontrole en -borging: Ed Controls

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 19

oktober 2014

19

23-09-14 11:07


Slim aanbesteden door sturen op exploitatiekosten!

Stichting Essentius ontwikkelde samen met M3V Advies een toekomstgericht gebouw voor het Integraal Kind Centrum (IKC) in Ulft. Niet eenvoudig om duurzame exploitatie na te streven in tijden van afnemende leerlingenaantallen, waarin fusies aan de orde van de dag zijn en de doordecentralisatie van het buitenonderhoud en aanpassing van gebouwen in 2015 ook aan de orde is. Tekst Harry Vedder

E

ssentius is een basisschoolorganisatie in de Achterhoek en heeft 10 basisscholen in 9 dorpen onder haar hoede. In het totaal rond de 1.700 leerlingen en 150 personeelsleden in een sterk krimpende omgeving. Essentius realiseert in Ulft Noord een integraal kindcentrum (IKC) voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Essentius is verantwoor­ delijk voor de exploitatie inclusief de verhuur aan de kinderopvang (2.000 m2 bvo). De totale investering bedraagt circa 3,5 miljoen euro, inclusief de gymzaal. Anticiperend op de verwachte afname van het aantal leerlingen, wordt nu een te kleine school gebouwd. Maar één die wel eenvoudig en snel uitbreidbaar is voor later. Het is gelukt een energieneutraal en eenvoudig aanpasbaar gebouw te realiseren dat mini­ maal 25 jaar gegarandeerd binnen de Rijksvergoedin­ gen exploiteerbaar is.

Ambitie Essentius Essentius heeft van de gemeente ‘groen licht’ gekre­ gen voor het realiseren van een toekomstbestendige voorziening waarmee: • snel en eenvoudig ingespeeld wordt op ontwikkelin­ gen in het leerlingaantal (groei, krimp);

20

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 20

schooldomein

• binnen het financieel budget van de school (toe­ komstige Rijksvergoedingen) onderhoud en exploi­ tatie gegarandeerd wordt. Het is daarbij uniek dat de gemeente haar investe­ ringsbudget volledig beschikbaar stelt en dit besteed mag worden aan de maximale kwaliteit. Essentius zocht een aanbestedingswijze die marktpartijen uitdaagt tot de inzet van creativiteit, ervaring en deskundigheid, naast het leveren van een maximaal waardevol aanbod binnen het beschikbare budget. Het schoolbestuur zocht een bij haar ambities pas­ send en zo optimaal mogelijk aanbod door: a. één integraal contract voor ontwerp, realisatie, onderhoud en energiegebruik; b. eenvoudige vraagspecificatie, waarbij op eind­ resultaat en exploitatie is gestuurd; c. toepassen van het principe ‘Gunnen Op Waarde’; d. samenwerking en co­creatie (opdrachtgever en aanbieder). Bij de laatst genoemde samenwerking wil Essentius zich laten aanspreken op haar inhoudelijke deskun­ digheid (onderwijs en bestuurlijk). Het ontwerpen en

oktober 2014

23-09-14 11:07


ONTWERP EN INRICHTING bouwen is de verantwoordelijkheid en deskundigheid van de aanbieder.

De aanbesteding De aanbesteding is zodanig opgezet dat ook kleinere (lokale) partijen mee kunnen dingen. Eenvoudig wat betreft de vraag. Maar vooral ook voor wat betreft de in de aanbiedingsfase gevraagde mate van uitwer­ king. Dat bleek succesvol: drie regionale en twee niet regionale middelgrote bedrijven hebben aan de aanbesteding deelgenomen. Essentius zelf was inten­ sief en enthousiast betrokken bij het tot stand komen van het ontwerp en het (inhoudelijke) aanbod. Dit is gedurende de aanbesteding geborgd door veelvuldig overleg en kennisuitwisseling tussen aanbieders en Essentius. Contractueel werd vastgelegd dat Essentius na gunning intensief betrokken wordt bij het uitwer­ ken van de aanbieding via het definitief ontwerp tot de realisatie. Sturen op kwaliteit door het principe ‘Gunnen Op Waarde’ betekent dat aanbieders óók zijn beoordeeld op het (binnen budget) bieden van: • een vergrote gymzaal met een wedstrijdruimte van 14 x 22 m2; • maatregelen voor zo laag mogelijke levensduur­ kosten (TCO=Total Cost of Ownership); • maatregelen voor functieveranderbaarheid en aan­ pasbaarheid in omvang (m2’s) • overige niet gevraagde maar voor Essentius mogelijk wel interessante extra’s.

Het resultaat De aanbesteding heeft voor Essentius tot vier krach­ tige aanbiedingen geleid. Slechts één aanbieding viel buiten het budget. De resterende aanbiedingen vol­ deden aan de verwachte kwaliteit met een close finish tussen de beste twee. De uiteindelijke keuze is geval­ len op Zenzo Maatschappelijk Vastgoed in combina­ tie met Rau Architecten uit Amsterdam. Belangrijkste kenmerken van het winnende ontwerp zijn: 1. Een functioneel krachtig antwoord op het beoogde kindconcept en snel en eenvoudig aanpasbaar aan ontwikkelingen daarin;

2. Slim uitbreidbaar voor zowel de school als de kinderopvang; 3. Een slim installatieconcept ten behoeve van een maximaal Fris Binnenklimaat en laag energiege­ bruik; 4. Met eigen opwekking een volledig energieneutrale school; 5. Financieel volledig binnen het beschikbare investe­ rings­ en exploitatiebudget (inclusief de voorzie­ ningen voor eigen energieopwekking, klimaat­ installaties, etc.); 6. Contractueel gegarandeerde onderhoud­ en ener­ giekosten gedurende 25 jaar; 7. Geen financiële risico’s voor Essentius bij stijging energieprijzen e.d. Kortom: Essentius kan zich de komende 25 jaar vol­ ledig richten op haar onderwijsproces en integraal kindconcept. Het gebouw is wat betreft kosten, func­ tionaliteit, kwaliteit en omvang een volledig door de deskundige aanbieder gegarandeerde zorg. Kijk voor meer informatie op www.m3v.nl, www.essentius.nl en op www.zenzo-mv.nl.

Zenzo mV

Essentius

Zenzo MV is zeer te spreken over de aanbestedingswijze, zoals toegepast in Ulft. De gevraagde voorinvestering was goed in balans met de omvang van het werk (waar de aanbesteding van dergelijke contracten vaak de neiging hebben te verworden tot complexe en juridisch processen). Een aanbestedingsproces is zeer bepalend voor het verdere verloop van de samenwerking tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer. Ulft heeft dit zeer goed neergezet en hier ook naar gehandeld gedurende het hele aanbestedingsproces.

Essentius heeft de laatste jaren nog intensiever en doelgerichter gewerkt aan het upgraden en inrichten voor haar organisatie om goed, eigentijds, passend onderwijs te kunnen bieden. Uiterst deskundig op onderwijsterrein maar niet op het terrein van bouwen van nieuwe scholen. Vandaar dat Essentius zocht naar een vorm, een proces waarop de (onderwijskundige) invloed op zowel de biedingen als het eindresultaat van groot belang zijn.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 21

“Het ontwerpen en bouwen is de verantwoorde­ lijkheid en deskundigheid van de aanbieder.”

oktober 2014

21

23-09-14 11:07


Licht en lucht maken gezond

Richtlijnen en regelgeving niet altijd productief!

22

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 22

schooldomein

oktober 2014

23-09-14 11:07


ONTWERP EN INRICHTING

Voordat antibiotica werden ontwikkeld waren grote hoeveelheden frisse lucht en natuurlijk licht belangrijke manieren om de verspreiding van infecties in gebouwen te voorkomen. Tegenwoordig ligt er minder nadruk op ventilatie en daglichttoetreding. Richtlijnen en regelgeving hebben de neiging om zeer geïsoleerde, gesloten gebouwen te bevorderen. Hierdoor dreigt een ongezonde leeromgeving voor kinderen en leerkrachten.

Tekst Velux Foto’s Dick Holthuis, STAMERS KONTOR en VELUX Groep

R

esistente bacteriën en moeilijk te bestrijden ziekteverwekkers vormen een toenemende bedreiging voor de volksgezondheid. Volgens de World Health Organization zet Nederland net als vele andere landen koers naar een post-antibiotisch tijdperk, waarin veel voorkomende infecties niet langer te genezen zijn. Vandaag de dag heeft 30 procent van onze gebouwen geen gezond binnen­ klimaat. Veel van de infectieziekten die een gevaar vormen voor de volksgezondheid, zijn ziekten die veroorzaakt worden door een slecht binnenmilieu. Dit is zorgwekkend, want we besteden tegenwoor­ dig gemiddeld 90 procent van onze tijd binnens­ huis. Resistentie tegen antibiotica wordt een steeds alarmerendere realiteit. Daarom zullen we meer moeten doen om te voorkomen dat infectieziekten zich verder verspreiden. In een publicatie zegt Dr. Richard Hobday dat het creëren van een gezonder binnenklimaat met daglicht en frisse lucht in onze gebouwen hierbij cruciaal is. Hij geeft aan dat we meer moeten doen om het verspreiden van infecties te stoppen en dat het verbeteren van het binnenkli­ maat in onze gebouwen een effectieve manier is om dit voor elkaar te krijgen.

Verspreiding van infecties Die nieuwe geïsoleerde gebouwen presteren beter op het gebied van energieprestaties dan oudere ontwer­ pen. Maar doordat er geen rekening wordt gehouden met de hoeveelheid daglicht en frisse lucht, wordt juist de verspreiding van infecties in de hand gewerkt. Dat stelt onderzoeker Richard Hobday. Hij conclu­

deert: “We zullen in de toekomst meer moeten focus­ sen op het creëren en onderhouden van een gezond klimaat in de gebouwen waarin we het grootste deel van ons leven doorbrengen. En we zullen veel meer inzicht moeten krijgen in hoe we dit moeten doen, dan dat wij dat op dit moment hebben.”

Ziekten door slecht binnenklimaat Een slecht binnenklimaat met te weinig daglicht en frisse lucht wordt in verband gebracht met een aantal consequenties die onze gezondheid en welzijn kun­ nen beïnvloeden, zoals: 1. het risico op vochtgerelateerde ziekten zoals astma, allergieën, hoesten en een piepende ademhaling; 2. het risico op Sick Building Syndrome, wat lichame­ lijke ziekten veroorzaakt; 3. het risico op Seasonal Affective Disorder wat depressie gerelateerde symptomen veroorzaakt; 4. een afname van de geestelijke gezondheid en prestaties; 5. een verminderd vermogen om te leren; 6. een lager productiviteitniveau.

Licht en lucht standaard in Programma van Eisen Bij de renovatie van de Engelse basisschool St. Francis­, uit de jaren ’50 is niet alleen gekeken naar verbeteringen op het gebied van energiebe­ sparing. Vooral de gezondheid van de leerlingen en leerkrachten is centraal gezet, waarvoor ook

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 23

oktober 2014

23

23-09-14 11:07


Richard Hobday

“Richtlijnen en regelgeving hebben de neiging om geïsoleerde, gesloten gebouwen te bevorderen.”

maatregelen zijn genomen om een zo goed mo­ gelijk binnenklimaat te realiseren. Door 33 modu­ laire lichtstraten toe te passen is in verschillende ruimten van de school extra daglicht en de moge­ lijkheid tot natuurlijk ventileren gecreëerd. Volgens directeur Angela Hewkin heeft de school nu een 21e eeuwse uitstraling en een sterk verbeterd binnenkli­ maat: “Het activiteitenniveau is sterk toegenomen in de ruimten waar via de ingrepen het natuurlijk daglicht is verbeterd. Daarnaast zijn leerlingen zich meer bewust van hun omgeving, omdat het licht een gunstig effect heeft. Bijkomend voordeel is dat de energierekening is gedaald, wat positief is voor de bedrijfsvoering.”

Comfortabel binnenklimaat Ook Basisschool de Egelantier in De Zilk onderkent het belang van daglichttoetreding. In de nieuwbouw zijn vier VELUX modulaire lichtstraten in lessenaars­ dakopstelling toegepast, inclusief ventilerende ele­ menten en binnenzonwering voor een comfortabel binnenklimaat. In beide scholen waren goed licht en

24

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 24

schooldomein

een gezond binnenklimaat belangrijke uitgangspun­ ten in het functioneel en ruimtelijk Programma van Eisen. Door al in een vroeg stadium met de architect en de VELUX medewerkers te sparren werd maximaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die een ge­ bouw biedt. Het voordeel van de VELUX lichtstraten is dat ze modulair zijn en technisch makkelijk aan te brengen. De montagetijd is daarnaast beperkt; in het voorbeeld van de Egelantier waren drie medewer­ kers 1 dag met de plaatsing bezig. VELUX modulaire lichtstraten zijn daarom uitermate geschikt om in te renoveren schoolgebouwen aan te brengen. Met behoud van de kwaliteiten van het bestaande gebouw wordt een compleet nieuwe leeromgeving gecreëerd. Of zoals voor de basisschool St. Francis geldt: “VELUX modulaire lichtstraten veranderden een oud gebouw in een modern onderwijsinstituut.”

Bouwregelgeving aanscherpen Richard Hobday staat niet alleen in het uiten van zijn bezorgdheid. Ook de VELUX Groep heeft met toenemende bezorgdheid geobserveerd hoe het

oktober 2014

23-09-14 11:07


ONTWERP EN INRICHTING De mens ademt per dag

22.000 x in en uit.

Een tekort aan frisse lucht heeft een negatieve invloed oed op leer leer- en werkprestaties en kan allergieën veroorzaken.

De zon levert

1.500 x

de energie die door de totale wereldbevolking verbruikt wordt. Geheel gratis en zonder schadelijke bijwerkingen.

Een CO2-neutraal 2050 vereist dat alle nieuwe gebouwen voortaan een jaarlijkse emissie hebben van minder dan

3 kg CO2

< 3 kg

CO2

2

“We zullen in de toekomst meer moeten focussen op het creëren en onderhouden van een gezond klimaat in de gebouwen.”

Gebouwen zijn verantwoordelijk voor

40% 40 %

van het totale energieverbruik. Energie wordt gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw verbruikt. Het duurzaam ontwerpen van gebouwen kan daarom een essentiële bijdrage leveren aan een betere energie-effi fficiëntie en verdere opwarming van de aarde tegengaan.

Leervaardigheden van kinderen verbeteren tot wel

15%

2-4 x luchten per dag zorgt voor een gezond binnenklimaat met een optimale luchtkwaliteit.

Wij brengen tot wel

90%

van onze tijd in gebouwen door - wonen, werken, rken, rk leren en spelen.

wanneer ze in een gebouw met een gezond binnenklimaat verblijven.

In

30%

van de gebouwen kan het sick uilding syndroom zich sick-b bij mensen manifesteren.

Daglicht kan in Europa jaarlijks

15..000 15 000..000 ton aan CO2 besparen.

Het sick sick-building syndroom wordt veroorzaakt door een slecht binnenklimaat en slechte luchtkwaliteit. Het kan ademhalingsproblemen, een onbehaaglijk lijk gevoel, jeuk en allergieën tot gevolg hebben.

90%

van de gebouwen die we nu gebruiken, zijn in 2050 nog steeds in gebruik.

Daglicht vermindert de energiebehoefte voor kunstverlichting en ’s winters voor verwarming.

Dakramen zorgen voor 2 x zoveel daglicht dan verticale ramen. Een tekort aan daglicht kan leiden tot slaapstoornissen, stress, overgewicht, vermoeidheid of depressies.

x2

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 25

oktober 2014

25

23-09-14 11:07


"Het creëren van een gezond binnenklimaat staat laag op de prioriteitenlijst.”

binnenklimaat in gebouwen zich in de afgelopen decennia op een negatieve manier heeft ontwik­ keld. “Het creëren van een gezond binnenklimaat staat laag op de prioriteitenlijst. Als we zo doorgaan glijden we af naar een zeer ongezond niveau in onze toekomstige gebouwen. Eén van de manieren om het bewustzijn te verhogen, is de eisen voor blootstelling aan frisse lucht en daglicht in onze bouwregelge­ ving strenger te maken. In het Bouwbesluit staan de minimale eisen beschreven, maar we moeten ons

afvragen of deze wel voldoende zijn. Bij het ontwer­ pen van gebouwen moeten de gebruikers centraal staan. Daarom zou een hoger ambitieniveau moeten worden gestimuleerd, waarbij de gezondheid van gebruikers al in de ontwerpcriteria wordt meegeno­ men,” aldus Michel Sombroek, algemeen directeur van VELUX Nederland. Meer informatie over de mogelijkheden van lichtstraten voor uw school vindt u op www.modulairelichtstraten.velux.nl.

Referenties: 1. Hobday RA, Dancer SJ. ‘Roles of Sunlight and Natural Ventilation for Controlling Infection: Historical and Current Perspectives’. Journal of Hospital Infection 2013;84:271-282. 2. Hobday RA. ‘The Influence of Sunlight and Ventilation on Indoor Health: Building for the PostAntibiotic Era’. VELUX Groep, Kopenhagen, 2012.

26

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 26

schooldomein

oktober 2014

23-09-14 11:07


ONTWERP EN INRICHTING

IKC Noordrijk gebouwd op samenwerking

Eigenwijs gebouw in de wijk

Het IKC Noordrijk is een brede school in een uitbreidingswijk in AmsterdamNoord. De opdracht, voortkomend uit een Europese architectenselectie, behelst een gebouw voor een basisschool, kinderopvang, naschoolse opvang, peuterspeelzaal en een speeltuin. Het stedenbouwkundig plan verwees naar de sfeer van het populaire ‘tuindorp’ van de jaren ’30. Tekst Yko Buursma Foto’s Scagliola en Brakkee

Opvallend bij de gebruikers was de nadrukkelijke wens om samen ruimtes en sferen te delen. De opzet is om elkaar ruimtes te benutten en te gebruiken. De openheid van de gebruikers ten opzichte van elkaar moest voelbaar zijn in het gebouw. Een gebouw dat verbindt en uitnodigt; een gebouw waarin binnen en buiten met elkaar verweven zijn. Een gebouw voor kinderen van 0-12 jaar maar ook een gebouw voor de buurt. Een opvallende participant in het gehele proces is de stichting SPIN, SPIN heeft een geheel eigen visie op speeltuin(werk). De school staat in een uitbreidingswijk in Amsterdam-Noord, een gebied met niet veel groen. SPIN en de school hebben een duidelijke gemeenschappelijke kijk op het aanbieden

van een ervaringsrijke omgeving aan kinderen. Het schoolplein en het naastliggende grasveld moesten integraal worden opgenomen in een totaalbeleving voor kinderen.

Exterieur In het ontwerp van SKETS is een duidelijk verschil gemaakt tussen de pleinzijde van het gebouw en de straatzijde, beide voorkanten en entrees van het gebouw. In de opvatting van SKETS over de oriëntatie van het gebouw kan de bezoeker het gebouw zowel van de straatzijde benaderen als van de pleinzijde. De schoolkinderen komen vanaf de schoolpleinzijde de school binnen. De straatzijde is opgezet in strakke

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 27

oktober 2014

27

23-09-14 11:08


“Door de kleur en vorm toont de gevel zich als vrolijke kind­ vriendelijke wand.”

28

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 28

schooldomein

baksteenarchitectuur met een duidelijke horizon­ tale geleding door plaatsing van het kozijnwerk. De baksteen sluit aan bij de materialisering van de omliggende rijtjeswoningen. Het jaren ’30 karakter wordt versterkt door diepliggende kozijnen voorzien van lichtgrijze aluminium kaders, asymmetrisch om het kozijn geplaatst. De schoolpleinzijde is een kleurige gevel, opgebouwd uit een vliesgevel met glas, emalit en aluminium geplaatst in een duidelijke verticale structuur op een welvend gevelvlak. Op diverse panelen zijn abstracties van kindertekenin­ gen aangebracht. Tekeningen die de kinderen van de school zelf gemaakt hebben. In de gevel is een lichte horizontale geleding zichtbaar waarmee de verdiepingen voelbaar zijn. In de welvingen komen horizontale luifels uit de wand en hier is onder meer

de entree gesitueerd. Door de kleur en vorm toont de gevel zich als vrolijke kindvriendelijke wand. De welving van de wand heeft in het ontwerp van het schoolplein navolging gekregen. Het is niet ‘slechts’ een schoolplein maar een schoolplein en speeltuin. Verharding, zand, water en gras zijn de ingrediënten waaruit het is opgebouwd. Door het patroon waarin dit is gelegd verbindt het zich op subtiele wijze met de architectonische uitstraling van de welvende kleu­ rige gevelvlakken.

Interieur Het interieur van de school is open met vides over alle verdiepingen. De gebruikers willen een geza­ menlijkheid uitstralen die voelbaar moet zijn in de interieurarchitectuur. De vides verbinden de functies

oktober 2014

23-09-14 11:08


ONTWERP EN INRICHTING

middel van een flexibele wand ook worden afgeslo­ ten. Het gymlokaal is naast de traditionele bena­ dering ook bereikbaar vanuit de centrale hal met dubbele deuren, dit met name ten behoeve van meer buurtgerichte activiteiten. De bewegwijzering is uitgevoerd in pictogrammen, zowel bestaande als eigen vormgegeven beelden. Tevens zijn er gedichten van kinderboekenschrij­ vers op wanden van meer algemene ruimtes, zoals de lerarenkamer en het kooklokaal geprojecteerd. De kleurstelling van de prints volgt de kleur van de verdieping. Samen met de prints op de buitengevel brengt dit een extra laag in het gebouw. Elke verdie­ ping heeft een signaalkleur die ook in de pleingevel voorkomt.

Aandachtspunten Door de openheid die vanwege de vides in het ont­ werp aanwezig is, was er nadrukkelijk aandacht voor de akoestiek. Het geluid van de kinderen is prettig maar moet niet als storend worden ervaren. Er wordt gespeeld maar er moet ook geconcentreerd gewerkt kunnen worden, zowel in de lokalen als in de open gangzones. De wanden en de vloeren zijn van harde materialen, als dit op de juiste wijze gecompenseerd wordt door bijvoorbeeld plafonds kan een prima evenwicht bereikt worden. De db-waardes tussen de lokalen is een specifiek aandachtspunt, met name daar waar de flexibele wanden zijn toegepast. De aan­ sluiting van het gymlokaal op de rest van het gebouw is gerealiseerd door middel van een dilatatie over de volledige hoogte om contactgeluid te voorkomen. Het gebouw heeft een duurzaam karakter vanwege ma­ teriaalgebruik, oriëntatie, grote ventilatiecapaciteit en de toepassing van zonne-energie door middel van geplaatste panelen op het dak.

“Een eigenwijs gebouw dat zich voegt in de wijk en tegelijk kleur en identiteit geeft aan de leefwereld van kinderen.

Conclusie en maakt transparant. De vides zijn van verschillend formaat en zijn omgeven door een glazen balustrade. Daarnaast is ook een deel van de garderobe opgelost in de viderand. Bij de lokalen en groepsruimtes zijn schuifdeuren toegepast. Deze hebben een ‘oversized’ maatvoering. Als de deuren geopend zijn, wordt de gangzone een direct onderdeel van het lokaal. Tus­ sen twee lokalen is een schuifwand geplaatst, die helemaal geopend kan worden en de mogelijkheid biedt het onderwijsgebied, inclusief de lokalen, de verkeersruimte en de gang, zeer divers in te richten. Er is een speciaal drama- en muzieklokaal. De media­ theek is onderdeel van een open plein op de tweede verdieping. De speellokalen zijn op de begane grond en de eerste verdieping gesitueerd. Het speellokaal staat in open verbinding met de hal. Het kan door

De afwijking van het aanvankelijke stedenbouwkun­ dig kader heeft het een veel rijker gebouw gemaakt, dat in de traditie van de Nederlandse baksteenar­ chitectuur staat, maar ook aansluit bij de belevings­ wereld van het kind. De gebruikers van het kindcen­ trum, kinderen en volwassenen, zijn enthousiast over het resultaat. De doelstelling om een gebouw te maken waarbij de gebruikers een echte gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben straalt er vanaf. Al met al een eigenwijs gebouw dat zich voegt in de wijk en tegelijk kleur en identiteit geeft aan de leefwereld van kinderen. De integratie tussen school-/speelplein en gebouw zorgt ervoor dat het een echt kindcentrum is geworden waarbij het kind centraal staat. Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met Yko Buursma van Skets Architectuurstudio in Groningen: telefoon 050-3140023 email buursma@skets.nl.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 29

oktober 2014

29

23-09-14 11:08


Uitdagende leeromgeving voor Kamerlingh Onnes College

Geslaagde renovatie maakt d Het structuralistische gebouw aan de Eikenlaan in Groningen dateert uit 1980. Aan de binnenkant is het grotendeels gestript en opnieuw ingericht. Daardoor zijn op de begane grond en de beide etages nieuwe verblijfs- en leeromgevingen ingericht. De basis blijft het lokaal, als het centrum van waaruit de ontwikkeling van de leerling plaatsvindt. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Henk Eertink

B

art Brouwer is conrector vanaf 2002 en vertelt over de geschiedenis van de school: “Het Kamerlingh Onnes College was de eerste Rijks HBS in Nederland en we vieren op 27 september a.s. met een reünie en een groot feest onze 150ste verjaar­ dag. We hebben meerdere bekende oud­leerlingen, zoals Arjen Robben, de onlangs overleden Wubbo Ockels, Bouke Mollema en Sharon Dijksma. Nu zijn we onderdeel van het Reitdiep College, met meer vestigingen in de stad. Onze missie is een veilige en plezierige omgeving voor onze ongeveer 1.000 havo­ en vwo leerlingen en docenten te bieden. Onze leerlingen komen voor de ene helft uit de stad en voor de andere helft uit randgemeenten zoals Bedum, Winsum en Zuidhorn. De voornaamste aanleiding om met dit gebouw aan de slag te gaan lag in de ontwikkeling van het onderwijs. Het onderwijs is op alle niveaus door de jaren heen steeds transparanter geworden. Nu is het normaal dat je een docent in de

30

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 30

schooldomein

klas ziet werken, maar zo was dit gebouw oorspron­ kelijk niet opgezet. Het is nog steeds een compacte school met drie gymzalen en sportvelden, maar van binnen had het een gesloten structuur met gangen en algemene ruimten. Onze docenten hadden behoefte aan differentiatie en andere didactische werkvormen en daar hoort een andere beleving bij.”

Belang van interventie Saskia Mars en Michel Spekreijse van het collectief ‘Het Nieuwe Ontwerpen’ zijn verantwoordelijk voor het masterplan, het ontwerp en de hele inrichting van de renovatie. Saskia: “De renovatie loopt al heel wat jaren en meerdere ontwerpers zijn betrokken geweest. In 2004 werden de kantine en de centrale hal aangepakt, medio 2006 de docentenkamer, medio 2008 de bèta vleugel en in deze fase hebben we de pleinen en lokalen op de eerste en de tweede etage aangepakt. Michel over het proces: “Centraal

oktober 2014

23-09-14 11:08


ONTWERP EN INRICHTING

t differentiatie mogelijk in onze aanpak staat de beleving van de gebruikers. De informatiestromen tussen leerlingen, docenten en medewerkers gaven richting aan het programma. De centrale vraag was steeds wat de ruimte aan interventie nodig heeft om het functioneel goed en beleefbaar te maken. Dat passen we vervolgens op de volle breedte van het gebouw toe. De informatie uit de gesprekken hebben we naar vlekkenplannen vertaald, waarop snel gereageerd kon worden. Directe interactie voedt ons als ontwerpende onderzoekers. Dat is onze manier om samen tot een Programma van Eisen te komen.”

Niet persoons- maar roostergebonden Michel verder: “Het is een robuust gebouw dat je makkelijk kunt herprogrammeren. Met een grid van 7.20 x 7.20 meter is het maatvast. We hebben de structuur gehandhaafd alsook alle lokalen aan de buitenkant. De open ruimten en gangen werden slecht benut, dus die konden we opnieuw invullen. Er zijn geen gangen meer en doordat we het marmo­ leum in de lokalen naar buiten hebben doorgetrok­ ken is het atrium onderdeel van de onderwijsruimte geworden. Absolute winst is de in­ en uitbreiding van de onderwijsomgeving in relatie tot het lokaal. Een inbreiding doordat we ICT­werkplekken het lokaal in hebben gebracht en een uitbreiding omdat we werk­

plekken in de atria rond clusters van lokalen heb­ ben gecreëerd. Ook hebben we twee mediatheken samengevoegd. De binnenruimte is zodanig flexibel ingericht dat alle leerlingen daar hun behoefte aan kennis kunnen bevredigen.” Saskia vult aan: “Je zou leerlingen niet meer op leeftijd moeten beoordelen, maar meer op behoefte aan kennis. We hebben alle lesmaterialen uit de lokalen gehaald en die hebben we geplaatst in de grote kastenwanden in de atria. Een lokaal is daarmee niet meer persoonsgebon­ den, maar roostergebonden. De identiteit straalt uit naar meer vierkante meters. We hebben de secties gevraagd waarmee ze zich willen identificeren en hebben afbeeldingen geselecteerd, die we als grote beelden hebben opgeblazen. De zichtlijnen zijn zodanig dat je daarmee gelijk ziet welke sectie waar zit. Die beelden kunnen ook weer verhalen oproe­ pen. Het is aan de docent en de leerlingen hoe ze die ruimte nu gaan gebruiken.”

Lokaal als vertrekpunt Bart: “Het vertrekpunt van ons onderwijs blijft het lokaal. Dat is de plek waar de afspraken over de didactische werkvormen worden gemaakt. Dat kun je traditioneel noemen, maar op elke school gelden dezelfde eisen voor het examen. Daar moet je als school de beste didactische werkvormen bij kiezen.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 31

“De centrale vraag was steeds wat de ruimte aan interventie nodig heeft om het functioneel goed en beleef­ baar te maken”.

oktober 2014

31

23-09-14 11:08


Projectinformatie Project Renovatie en herinrichting Kamerlingh Onnes College Groningen

School School voor havo en vwo

Opdrachtgever

Onze docenten moeten ervaren dat die nieuwe ruim­ ten geen dependance van de kantine zijn, maar een toevoeging aan het eigen lokaal. Het is voor ons ook spannend hoe het nieuwe middengebied gebruikt gaat worden.” Saskia knikt: “De lokalen worden ingeroosterd, de nieuwe algemene ruimten niet. We hebben heel veel extra ruimte gecreëerd door de gan­ gen te betrekken bij de verblijfsruimten. De lokalen in het middengebied hebben we opengewerkt, zodat er een sterke ruimtelijke beleving is ontstaan.” Bart vult aan: “En we proberen ons aanbod ook aantrekkelijker te maken; 4 havo start een eigen onderneming in het International Business College (IBC). Een groep van 20 leerlingen werkt 1 dag per week aan een eigen onderneming en daarin werken we samen met de Hanzehogeschool.”

O2g2

Strak proces

Ontwerp

De inrichting van de verdiepingen is strak geor­ ganiseerd. Michel: “Eind februari zijn we met de gesprekken gestart. Het resultaat van de interactieve workshops is in april aan de ontwikkelgroep gepre­ senteerd. Begin mei zijn we met de aannemer en de installateur aan tafel gegaan rond de vraag hoe we dit proces binnen de tijd en het beschikbare budget kon­ den engineren. Wij hebben het masterplan opgeknipt in deelbudgetten en voor alle onderdelen gold dat het moest voldoen aan de norm van het bouwbesluit.

Het Nieuwe Ontwerpen

Inrichting meubilair STALAD Onderwijsinrichting

BVO 2.200 m²

Duur fase Februari 2014 - augustus 2014

32

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 32

schooldomein

Voor de keuze van het meubilair was het een pre dat STALAD elk merk kon leveren.” Johan Woortman lacht: “Op 17 mei hoorden we dat we deze inrichting mochten begeleiden. Het Nieuwe Ontwerpen wilde witte tafels, strakke lijnen in de leerlingensets en een eigenwijze bureaustoel in verschillende kleurstel­ lingen. Heel belangrijk was dat de hele school overal hetzelfde zou voelen, maar wel met accentverschil­ len. Als premium dealer van VS konden we die uitdaging aan. Week 33 was het toverwoord, want dan moest alles geleverd zijn.” Bart ten slotte: “Onze insteek is natuurlijk ook dat de kwaliteit van het onderwijs omhoog gaat. De nieuwe inrichting kan daaraan bijdragen. Of het nu om de beleving van de ruimte gaat, de inrichting of de ver­ beterde luchtkwaliteit, het gevoel van eigenaarschap zal zeker moeten toenemen. Ik ervaar nu al dat een mooie omgeving trotse gebruikers oplevert. Dat gaat niet vanzelf; dat moet je met elkaar doen. In het begin heb je de kans om spelregels met elkaar af te spreken, daarna wordt het lastiger.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bart Brouwer van het Reitdiep College op telefoonnummer 050-5714880 of per mail b.brouwer@reitdiep.nl. Of u belt of mailt met Johan Woortman van STALAD Onderwijsinrichting: 06-23907525, johanwoortman@stalad.nl.

oktober 2014

23-09-14 11:09


de kunst “Het geheim van de kunst is daar in gelegen, dat men niet zoekt maar vindt”, zei Pablo Picasso. Schooldomein zoekt én vindt kunst op scholen. In deze editie de kunstopdracht Wonderwoud voor Speciaal Basis Onderwijs De Windroos in Oldenzaal. In de gangen van de onder­ en bovenbouw is een bijzondere kunstopdracht gerealiseerd. Wonderwoud is voortgekomen uit de wens van de school om het zelfstandig lezen bij de kinderen op een bijzondere manier te stimuleren. Er is een mul­ tifunctionele bibliotheek ontstaan naar het ontwerp van Studio Ineke Hans. Elk van de tien jeugdboeken­ rubrieken kreeg door deze ontwerper een eigen meu­ bel toebedeeld. We zien o.a. een heks, de gelaarsde kat, maar ook een skelet als opvallende aanduiding van de boekenthema’s als griezelen, sprookjes en natuur. De kinderen vinden op deze manier snel hun weg naar de boeken die ze leuk vinden. Als visuele

aanvulling op het boek zijn glazen vitrines gevuld met een grote verscheidenheid aan witte ruimtelijke objecten, die een wondere wereld van kijken en as­ sociëren oproept. Ook zijn er themavitrines die bij­ voorbeeld naar het seizoen kunnen worden ingericht. En als klapper op de vuurpijl is er voor onder­ en bovenbouw een echte ‘kunst en cultuurvitrine’ opge­ nomen waarin de kinderen zelf mogen exposeren. Elke maand is een andere klas verantwoordelijk voor de inrichting ervan. Wonderwoud laat de kinderen ook visueel ervaren dat lezen niet saai is, maar dat het hun blik op de wereld verruimt en precies dát was de bedoeling van deze kunstopdracht.

PROjECTGEGEVENS Opdrachtgever Stichting Konot, De Windroos Oldenzaal

Kunstadvies en begeleiding Kunst en Bedrijf - Gabi Prechtl

Ontwerper Studio Ineke Hans

Locatie Lariksweg 11 Oldenzaal

Foto’s Herman van Ommen Deze opdracht kwam mede tot stand met een subsidie van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie Rotterdam.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 33

oktober 2014

33

23-09-14 11:09


Ontwikkelen Deze jaargang van Schooldomein kent elk nummer een thema dat begint met het voorvoegsel ‘ont’. Een prachtig voorvoegsel, dat de mogelijkheid biedt om tot de kern van het vraagstuk te komen. In dit nummer proberen we het vraagstuk van de vitale samenleving met goede voorzieningen, goed onderwijs en een perfecte leer­, leef­ en werkomgeving te ontwikkelen en bloot te leggen. Om te beginnen aan de hand van vier quotes die helpen de waarheid te ontvouwen en te ontdekken.

Paul Rosenmöller

Hans de jonge

Thomas Rau

Harry Puts

“Goed onderwijs is niet het hoogste diploma. Het is meer dan het leren van taal en rekenen en draait ook om het ontwikkelen van creativiteit, ondernemerschap en sociale vaardigheden. Als dat meer tot zijn recht komt en we talenten in de brede zin van het woord centraal kunnen stellen, zullen leerlingen ook meer gemotiveerd naar school komen.”

“Ook geloof ik in de kracht van de technologie. Dus dat betekent dat als de mens technologie met de goede intenties inzet de wereld in een enorm tempo kan veranderen. En dat wordt geholpen door de social media.”

“We willen onze identiteit definiëren aan de dingen die we hebben. Het is dus duidelijk zaak afstand te nemen van eigendom. Bij het nieuwe bouwen blijven de materialen bij de producent. De dienst van de bouwer, de performance, wordt het gebruik. Authenticiteit is de sleutel naar de toekomst.”

“Een merk is de verzameling associaties die mensen hebben met een bedrijf, product of dienst. Als die associaties positief zijn zorgt dat voor een sterke binding met dat bedrijf, product of dienst. Wat mij opvalt is dat er bij gebouwen niet of nauwelijks aan merkdenken wordt gedaan.”

Thomas Rau is architect en eigenaar van Rau

Harry Puts is creative director bij Made in May

Prof. Ir. Hans de Jonge is (onder meer) hoogleraar Vastgoedbeheer en Ontwikkeling aan de TU Delft

Paul Rosenmöller is voorzitter VO-Raad

34

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 34

schooldomein

oktober 2014

23-09-14 11:09

Schoo


Prestatiebevorderende middelen op scholen? We doen er alles aan om de prestaties van leerlingen te bevorderen. Uit onderzoek is gebleken dat de schoolresultaten aanzienlijk beter worden door de leefomgeving op de school. Met vloeren van Bolidt bijvoorbeeld. Minder contactgeluid, meer demping, onbegrensde mogelijkheden qua kleur en vorm. En dan hebben we het nog niet eens over onderhoud en duurzaamheid.

www.bolidt.nl

Schooldomein_Nr6.13-10-21.indd 1 SDO14_TDS_BW_nr1.indd 35

22-10-13 10:59 23-09-14 11:09


Innovatielab:

Ontwikkelen DE STELLINGEN

Deelnemers

1. D e huisvestingsopgave ontwikkelt zich ongeacht de school-specifieke

Gertjan Verbaan - Senior Adviseur Duurzame Leefomgeving bij DGMR in Den Haag

omstandigheden 2. Veel huisvestingsbesluiten worden genomen zonder dat er een goede visie is

Kees Willems - Eigenaar TenW architecten adviseurs

3. Deze tijd vraagt om de ontwikkeling van een integrale visie over de duurzame

Stan Poels - Bestuurder CVO Groep Zuidoost Utrecht Jan Boer - Senior adviseur vastgoedontwikkeling ICSadviseurs

inrichting van gebouwen

Joris van Leeuwen - Sales Manager Projecten VELUX Nederland B.V.

moet zich ontwikkelen. Met alleen een nieuw of gerenoveerd gebouw ben je er niet.

2. Bij nieuwbouw wordt er vaak wel goed

Gertjan Verbaan

1. Als adviseur bouwfysica, duurzaam­ heid en brandveiligheid kun je met deze stelling alle kanten op. Omstandigheden zoals de crisis, krimp in bepaalde gebieden, verschuivingen in onderhoudsposten of vernieuwingen in het onderwijs hebben uiteraard ook een rol bij de huisvestings­ opgave. Vooruitdenken heeft zeker zin, het volgen van ontwikkelingen is niet genoeg. Vergeet echter niet de organisatie, ook die

36

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 36

schooldomein

over nagedacht. Er is dan sprake van een langere aanloop en er worden naast de ei­ gen organisatie vaak professionele partijen bij betrokken. Bij renovatie en onderhoud is dat duidelijk minder het geval. Het zijn dan meer ad hoc beslissingen, verbou­ winkje hier, projectje daar, waardoor kansen worden gemist op het gebied van duur­ zaamheid. Bij een toename van het aantal leerlingen kan ook de brandveiligheid in het geding komen omdat er onvoldoende vluchtcapaciteit is en bij verbouwingen wordt nogal eens vergeten om de instal­ laties ook aan te passen. Een meer integrale benadering bij dat soort huisvestingsbeslui­ ten zou duidelijke voordelen hebben. Dat kan door middel van een duurzame meer­ jarenonderhoudsplanning, door kansen uit de markt te pakken zoals bijvoorbeeld het leasen van LED verlichting, maar ook door een duidelijke visie voor wat betreft toe­ komstverwachtingen vanuit de organisatie.

3. Duurzaamheid beperkt zich nog te vaak tot het energiedeel. Want daar kun­ nen terugverdientijden concreet worden gemaakt. En dan gaat het vaak alleen maar over het gebouw. Door breed na te denken kan een echt duurzaam gebouw worden gerealiseerd. Betrek daar ook de inrich­

ting bij, dus het duurzaam inkopen van meubilair, apparatuur, enz. Maar kijk ook naar alle aspecten, dus pak naast energie ook materiaalgebruik mee en denk na over de aanpasbaarheid van het gebouw. Het meest duurzame gebouw is immers een gebouw dat makkelijk is aan te passen aan veranderende omstandigheden, zonder dure verbouwingskosten en veel materiaal­ verspilling.

Kees Willems

1. Crisis, krimp, druk op efficiency en resultaat, kwaliteitskaarten, het zijn maar een paar voorbeelden van deze omstan­ digheden. Het leidt altijd tot een aantal ‘ondernemende onderwijsinstellingen’ die zich, bijvoorbeeld door de herontwik­

oktober 2014

23-09-14 11:09


THEMA: ONTWIKKELEN

keling van de onderwijsfilosofie, willen onderscheiden om hun bestaansrecht op langere termijn te borgen. Daarom zal de huisvestingsvraag zich inhoudelijk blijven ontwikkelen, niet ondanks, maar dankzij de omstandigheden. De ontwikkeling van individuele talenten en competenties gaat gepaard met andere ruimtevormen. Soms stapsgewijs, waardoor het gebouw om een grote flexibiliteit vraagt om groei van de ontwikkeling mogelijk te maken. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de plattegrond ontwikkeling, maar ook voor het architec­ tonisch beeld. Waar bijvoorbeeld vroeger de lesruimten afleesbaar waren in het gebouw krijgt het gebouw vanwege onder andere de flexibiliteit een grotere uniformiteit in de gevel behandeling.

inrichting een steeds grotere rol in de reali­ satie van het gebruikersprogramma.

3. Het woord ‘duurzaam’ heeft hier na­

2. Te weinig, te veel, te klein, te groot of te oud zijn vaak de eerste aanleidingen voor huisvestingsinitiatieven. Maar niet de juiste uitgangspunten voor de start aan de oplos­ sing. Bijvoorbeeld: ‘Wat ontbreekt er in het onderzoeks- en onderwijsveld in een land of een regio?’ is een interessante vraag die je kan stellen. Het initiatief tot het Institute for Advanced Metropolitan Solutions in Amsterdam komt voort uit zo’n visionaire gedachte. Die kansen zijn er ook op een kleiner schaalniveau. Maak een keuze voor een goede differentiatie aan onderwijsvisies in het primair en voortgezet onderwijs bin­ nen een gemeente of stadsdeel. En zorg er vooral voor dat de visie op het programma ook in de harten zit van de gebruiker van het gebouw, zodat de maatschappelijke visie waaruit de brede school is ontstaan ook echt gaat werken.

3. Er zit een grote dynamiek in het on­ derwijs. Veranderend gebruik, groei en ontwikkeling geven wij vorm in onze archi­ tectuur. Deze duurzaamheid en toekomst­ gerichtheid wordt gelukkig steeds vaker gerealiseerd in geïntegreerde opdrachten waar wij intensief samenwerken met de constructeur, installatieadviseurs en de adviseur voor bouwfysica. Juist in de ver­ nieuwende leeromgevingen die wij hebben gemaakt voor bijvoorbeeld de Wittering.nl in Rosmalen, de Werkplaats in Bilthoven en het VMBO Commanderij College in Beek en Donk speelt de inrichting een uiterst belangrijke rol in het resultaat. Omdat her­ gebruik een groot deel van de toekomstige bouwopgave aan het worden is, speelt de

van ons een bepaalde professionaliteit (en schaalomvang). Aan de andere kant moet de waarde van ‘een visie’ ook niet overdre­ ven worden. Ik heb regelmatig prachtige huisvestingsvisies gezien in mooie boek­ werkjes die nooit tot ontwikkeling zijn gekomen.

Stan Poels

1. Schoolgebouwen worden ‘vanzelf’ ouder en hebben onderhoud nodig. Daarnaast hebben we te maken met nieuwe maat­ schappelijke ontwikkelingen. Denk aan: frisse scholen, de steeds grotere rol van ICT in de samenleving, de ambities om duurzaam te bouwen en te onderhouden en de krappe budgetten. Maar de huisvestings­ opgave wordt deels natuurlijk ook bepaald door (school-)specifieke omstandigheden zoals de ontwikkeling van leerlingenaantal­ len, onderwijskundige visie, samenwerking met andere schoolbesturen en met andere sectoren. Het is, kortom, schoolbestuur­ lijk deels een actief en deels een passief traject. Voor dat laatstgenoemde geldt: zorg dat je er goed van op de hoogte blijft.

tuurlijk een tweeledige betekenis: die van ecologisch duurzaam (duurzame mate­ rialen, optimaal gebruik van duurzame energie, warmte-koude-opslag etc.) en duurzaam in de zin van ‘voor langere tijd goed geregeld’. Niet alleen nieuwbouw kan duurzaam zijn, een mooie aanpassing van een bestaand gebouw kan hetzelfde effect resulteren. Ik zie daarbij een belangrijke rol voor onderwijsgebouwen. Onderwijs is van alle tijden en zal altijd blijven. Daar waar bijvoorbeeld wijkcentra in gemeenten altijd te maken hebben met eventuele gemeente­ lijke heroverwegingen zijn schoolgebouwen meestal een oase van rust. Mijn wens is dat schoolgebouwen om 17.00 uur leeglopen met leerlingen en vervolgens vollopen met allerlei andere gebruikers van het pand. En ook hier weer de nuancering: laat ‘inte­ graal’ geen alibi zijn voor een zodanige uitputtendheid en gedetailleerdheid dat de uitvoering ervan niet of in een (te) laag tempo plaats kan vinden. Pragmatische integraliteit, derhalve.

2. De vraag is natuurlijk wel door wie die visie zou moeten worden ontwikkeld. Naar mijn mening wordt er dan snel naar de gemeente gewezen. Iets te snel. Minimaal moet zo’n visie een co-productie zijn van gemeente en onderwijs. Mijn ervaring is dat veel gemeenten niet in staat zijn zo’n visie te ontwikkelen. Vaak omdat ze gewoon te klein zijn en daar de ambtelijke capaciteit voor ontberen. Ik heb zowel in Amsterdam als in de Utrechtse Heuvelrug gewerkt en dan zie je (letterlijk en figuurlijk) het ver­ schil. Als schoolbestuur moeten we daarbij behulpzaam zijn. En dat vraagt dus ook

Jan Boer

1. Een opgave voor huisvesting is per defi­ nitie de gehele tijd dynamisch en ‘omstan­ digheden’ (invloeden en ontwikkelingen zowel in- als extern) kunnen effect hebben op de opgave. Het is enerzijds de kunst om dit zoveel mogelijk vooraf duidelijk te krij­ gen en in te kaderen en daarnaast om hier tijdens de ontwikkelopgave op te anticipe­

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 37

oktober 2014

37

23-09-14 11:09


VMBO Laarbeek - Commanderij College, Beek

ren. Hoe verder de opgave zich ontwikkelt hoe groter het effect van een ‘omstandig­ heid’ kan zijn. Overigens: Zelfs een reeds ingezet huis­ vestingsopgavetraject dat resoluut gestopt wordt ‘ontwikkelt’ zich voort. Op de lange of korte termijn heeft dat zijn effect in de huisvesting, zij het dat het dan vaak onder een ander benoemde huisvestingsopgave.

ook het gevaar van hoe duurzaam die visie is. Bekijk dit soort zaken dan ook vooral met een nuchtere en pragmatische blik.

2.

Een rationeel argument (te klein, te groot, te oud, te duur, te veel, etc.) wordt vaak als voldoende beschouwd om huis­ vestingsbesluiten te nemen en vooral full speed over te gaan om zo spoedig mogelijk te komen tot zichtbare resultaten (‘de – verbouwde – stenen’). Een goede analyse van de huidige organisatie en omgeving en wat men nu echt wil en kan bereiken ontbreekt nog te vaak.

3.

Dit is een vanzelfsprekendheid zoals de zon die ‘s avonds ondergaat, zij het dat niet iedereen daar dezelfde ideeën of beelden bij heeft. Niemand kan in de glazen bol kij­ ken en de toekomst voorspellen. Er is niet één integrale visie voor alles en iedereen. Het is en blijft maatwerk. Daarin schuilt

38

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 38

schooldomein

specifiek gekeken naar het energieverbruik van een gebouw. Waar het om zou moeten gaan is een duurzaam binnenklimaat. Een gezond gebouw leeft immers langer. Ook de gebruikers spelen een bijzonder belangrijke rol. Een gebouw dat is ontwor­ pen zonder de gebruiker centraal te stellen, zonder een aangenaam en veilig binnenkli­ maat, zal immers snel gerenoveerd moeten worden.

3.

Joris van Leeuwen

1.

Deze opgave is continu in beweging, zowel door veranderende visies op het onderwijs als door maatschappelijke en bouwtechnische ontwikkelingen. Stilstand wordt vaak gezien als achteruitgang.

2.

Een goede visie bestaat niet alleen uit een visie op de ‘duurzaamheid van het gebouw’. Bij duurzaamheid wordt vaak

Dat zou voor elke tijd moeten gelden. Wat zeker niet mag ontbreken in het ont­ werp van een gebouw is het optimaliseren van het gebouwbeheer. Praktijklokalen zijn te gebruiken voor volwassenenonderwijs, een gymzaal is prima in de avonden en de weekenden te gebruiken door sportvereni­ gingen. Een bijkomend voordeel hiervan is dat er een sociale controle uitgaat van dit gebruik. Verdere winst is ook zeker nog te halen in het integreren van het bouw­ proces en het onderhoud in het ontwerp­ proces. Zo zou er meer gestuurd moeten worden op herbruikbare en zeker ook modulaire materialen. Een noodzakelijke uitbreiding of inbreiding zou eenvoudig moeten kunnen worden uitgevoerd.

oktober 2014

23-09-14 11:09


financeonderwijs2014_A4_ Schooldomein_Opmaak 1 26-08-14 16:54 Pagina 1

4E EDITIE DINSDAG 4 NOVEMBER 2014 CONGRESCENTRUM FIGI TE ZEIST INITIATIEF EN ORGANISATIE

PARTNER

SPONSORS

Het jaarcongres voor financiële professionals werkzaam in de onderwijssector, van primair onderwijs (PO) tot voortgezet onderwijs (VO) en van beroepsonderwijs (MBO) tot hoger beroepsonderwijs (HBO) en wetenschappelijk onderwijs (WO)

Stabiel financieel leiderschap in uitdagende tijden Keynote sprekers

EXPOSANTEN

Advisie Educatie Merces Qualiant WIS Services

Prof. dr. Marc Vermeulen Academic Director Strategy, Innovation & Governance, TiasNimbas Business School

Dr. Henno Theisens Lector Public Management, De Haagse Hogeschool

Twitteren over 'Finance in het Onderwijs'? Gebruik #FINondNL

Richard Goldstein Voorzitter Onderwijsgroep, PWC

Praktijkcases & workshops door: Da Vinci College, Dunamare Onderwijsgroep, InHolland, Elde College Schijndel, Verus, Carmel College, De School, KIEN, SG Prins Maurits (i.s.m. Verus), Onderwijsbureau Meppel en Stichting Carmelcollege

ONTVANG ALS LID VAN SCHOOLDOMEIN € 50, KORTING U kunt tevens GRATIS een collega meenemen! Bezoek het congres voor slechts € 245,- (excl. BTW) voor 2 personen (non-profit)*. UW KORTINGSCODE: FO14SD50 *Bent u niet werkzaam in de non-profit sector? Dan betaalt u € 495,- (excl. BTW) per persoon. Profit organisaties komen niet in aanmerking voor kortingsregelingen.

Schrijf in via www.financeinhetonderwijs.nl SDO14_TDS_BW_nr1.indd 39

HÉT PLATFORM VOOR FINANCIËLE PROFESSIONALS WERKZAAM IN HET ONDERWIJS

23-09-14 11:09


Carolus Borromeus College beeldbepalend element in nie

Solide onderwijsconcept in solide gebouw De school is het eerste gebouw in de nieuwe wijk De Marke in Brandevoort te Helmond. Het 11.700 m² tellende complex bestaat uit twee vrij indeelbare onderwijsvleugels rond een centraal atrium en 4 sportzalen. De gevels zijn ontworpen in traditioneel metselwerk en sluit in maatvoering en materialisering aan op het stedenbouwkundig concept van de nieuwe wijk. Voor het schoolbestuur Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) in alle opzichten een voorbeeldproject.

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Willy van der Heijden en Deamer Media Design

P

ieter Hendrikse is een tevreden bestuurder van OMO: “Na de invoering van de lumpsum zijn we bezig geweest om de ruggengraat van onze organisatie te versterken in termen van planning en control. Dat staat als een huis. Nu zitten we in de fase dat we aandacht geven aan het eigen gezicht van scholen en het versterken van de eigen cultuur en de onderwijsconcepten. Daarbij mogen onze scholen zich apart profileren, maar stimuleren we dat ze van elkaar leren. Hans Schapenk is rector van de drie scholen in Helmond: “OMO is een vereniging en dat betekent dat verbinden heel belangrijk is. Intern functioneren wij als één grote scholengroep.

40

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 40

schooldomein

Samen bepalen we wat we centraal beter kunnen organiseren. De secundaire processen zoals de arbeidsvoorwaarden en de inkoop zijn op centraal niveau georganiseerd. Verder is elke school zelfstan­ dig en draagt een autonome verantwoordelijkheid. Het bestuur ondersteunt en legt verantwoording af aan de samenleving. Een goede OMO school is een school die zich krachtig profileert vanuit een eigen concept, zodat kinderen er graag komen en mensen er graag willen werken. En de school moet passen in de omgeving. Helmond is heel anders dan Roosen­ daal en dat maakt dat de onderwijskundige keuzen per school kunnen verschillen.”

oktober 2014

23-09-14 11:09


BOUW EN ORGANISATIE

in nieuwe wijk

Renovatie of nieuwbouw “We hebben bewust voor nieuwbouw gekozen”, legt Hans Schapenk uit. “De drie bestaande locaties lagen ver van elkaar en waren functioneel echt ver­ ouderd. Eén locatie was te donker, een ander was eigenlijk uit de tijd; de ligging van het ‘oude’ Carolus - op een bedrijventerrein - was ook niet ideaal. Je moet je dan afvragen wat renoveren en uitbreiden op één van de bestaande locaties betekent. Maar de belangrijkste reden om nieuw te bouwen was de onderwijskundige; wil je drie locaties en onderwijs­ soorten verbinden dan was nieuwbouw de beste optie. Bovendien wilde de gemeente Helmond een school voor voortgezet onderwijs in de Vinex wijk Brandevoort en wilden wij hier ook graag zitten. Hemelsbreed zitten we nu op zes kilometer van twee van de drie oude locaties. We zien nu al dat de nieuwbouw nieuwe leerlingen trekt. De meeste kinderen komen uit Helmond en de buurtdorpen in de regio. Carolus profileert zich met talen, internati­ onalisering en economie.”

Geslaagde doordecentralisatie Pieter vult aan: “Ik wil graag benadrukken dat deze bouw een zeer geslaagd voorbeeld van doordecen­

tralisatie is. Dat hebben we nu met twaalf gemeen­ ten geregeld en in deze gemeente zie je dat de maat­ schappelijke en stedenbouwkundige vragen van de gemeente heel goed samen zijn opgepakt. Omdat wij de volledige verantwoordelijkheid dragen zijn we ook een goede partner voor de gemeente geweest. Bovendien kunnen wij veel expertise inbrengen die de gemeente niet heeft en andersom. Zo moest het een warme school worden, die ook paste bij de uitstraling van de nieuwe wijk, waar veel architectonische diversiteit is toegepast. Zo hebben we afspraken gemaakt over de inpassing, de materialisering en de wijze waarop het plein en de fietsenstalling aansluiten op het openbare gebied. De mooiste scholen van het oostelijke halfrond komen misschien wel in Helmond en deze school is een landmark binnen Brandevoort. De architectuur van dit gebouw doet bijvoorbeeld denken aan die van de Amsterdamse school.”

Herkenbare plek Willy van der Heijden heeft het project vanuit de gebruikers gecoördineerd: “We zijn onder leiding van ICSadviseurs gestart met gesprekken met elke sector. Dat heeft een vlekkenplan opgeleverd dat

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 41

“Conflicten zijn meningsverschillen die opgelost moeten worden.”

oktober 2014

41

23-09-14 11:10


Projectinformatie Project Nieuwbouw Carolus Borromeus College

Invulling School voor mavo/havo/vwo/gymnasium

Opdrachtgever Ons Middelbaar Onderwijs (OMO)

BVO 11.700 m² (inclusief vier gymzalen)

Projectmanagement ICSadviseurs

Directievoering en toezicht ICSworksitemanagement

Architect RoosRosArchitecten

Constructeur Van Boxsel Engineering

Aannemer Bouwbedrijf v.d. Ven uit Veghel

Aannemer terrein Aannemingsbedrijf G. van den Berk BV

Raadgevend ingenieur De Blaay-Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs

Installaties Oostendorp installatietechniek / Nikkelen Electrotechniek

42

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 42

schooldomein

een goede basis vormde. Wat vooral uit de gesprekken kwam was dat elke sector een herkenbare eigen plek in het gebouw wilde. Dat heeft geresulteerd in twee vleugels: voor het mavo-deel en voor het havo/vwo deel. Elke vleugel heeft eigen accenten in de materia­ lisering. Daarbij zijn op de begane grond de algemene ruimten gelegd en op de verdiepingen de lokalen, met tussen de vleugels studiehuizen, teamkamers voor de secties, de personeelsruimte en de mediatheek. De twee vleugels komen samen in het centrale atrium, waar we erg trots op zijn. Aan de achterzijde bevinden zich de vier sportzalen, die bewust niet tot een sport­ hal kunnen worden vergroot.” Pieter: “Voorop staat dat we goede scholen voor onze leerlingen bouwen, maar het meest intrigerende thema in 2014 is de po­ sitie van de docent. Die docent staat bij ons namelijk centraal in het leerproces, als onderdeel van zijn of haar sectie”. Hans vult aan: “De beide afdelingen gaven unaniem aan dat ze vanuit het lokaal wilden werken en niet vanuit open leerpleinen. We hebben vervolgens samen gezocht naar een goede mix tussen vernieuwend onderwijs en meer traditionele werk­ vormen. Als je over onderwijsvernieuwing praat, kun je zeggen dat dat een stap terug is, maar ik noem het liever een ontwikkeling. Natuurlijk zijn de mogelijk­ heden op het gebied van gepersonaliseerd leren sterk toegenomen, maar ICT is niet leidend geweest in het denken over dit gebouw. Er zijn voldoende aansluit­ punten in de open leercentra tussen de vleugels, in de mediaheek en elk lokaal heeft een smartboard, maar

we zijn nadrukkelijk geen iPad school. Dat heeft alles te maken met de visie op het leerproces en hoe kennis en informatie worden overgedragen. De leerling heeft baat bij een heldere structuur. We ontwikkelen wel, maar op basis van een goede haalbaarheidsvisie. In die zin is Carolus wel de meest degelijke school van onze drie scholen in Helmond.”

Visie op duurzaamheid “We hebben allereerst gekozen voor duurzame materialen en een kleurstelling en inrichting die bij de school past. Daarnaast hebben we WKO, gebalan­ ceerde ventilatie en CO2 sturing. De ramen kunnen, maar hoeven niet open. Het is belangrijk om vanuit de bril van de leerling naar het gebouw te kijken. Hoe gaan ze er mee om? Dat heeft ook meegespeeld in bijvoorbeeld de wandafwerking en de kleurstelling in de gangen. De architect heeft daar heel goed in mee­ gedacht. Natuurlijk hebben we gekeken naar aspecten als schoonmaak en onderhoud. We hebben geen prestatieafspraken met partijen gemaakt, maar vooral op de relatie gestuurd. Vanaf dag 1 volgen we hoe de mensen het gebouw beleven en waar onze leerpunten zitten. Dat doen we in nauwe samenspraak met onze partners. Voor hen is het gebouw ook een visitekaart­ je.” Pieter vult aan: “Er zijn momenteel ongeveer 45 projecten in uitvoering binnen OMO. Alles wat hier bedacht wordt en goed werkt wordt meegenomen in andere projecten. We willen immers verbinden en van elkaar leren.”

oktober 2014

23-09-14 11:10


BOUW EN ORGANISATIE

Voordelen aanbesteding Pieter: “Dit project verdient een schoonheidsprijs. De goede samenwerking en de communicatie verliepen goed en we zijn binnen het budget uitgekomen. OMO hanteert meerdere varianten voor het aanbesteden van projecten en het is aan de school om de meest geëigende vorm te kiezen. Hier is gekozen voor traditioneel aanbesteden, maar gedurende alle fasen van het proces konden de ge­ bruikers maximaal invloed uitoefenen. In goede harmonie hebben we gezocht naar het maximale resultaat binnen het budget.” Hans knikt: “We hebben in het bouwproces geen conflicten gehad, want dat zijn meningsverschil­ len die opgelost kunnen worden. Het menselijk element in het bouwproces wordt vaak vergeten, maar is enorm belangrijk. Vanaf de start is het een proces geweest waarbij iedereen trots was op zijn eigen inbreng. We begonnen met samen eten en zijn naar een wedstrijd van FC-Twente geweest.” Pieter kijkt Hans lachend aan: “Dat had je nou niet moeten zeggen.” Voor meer informatie neemt u contact op met Willy van der Heijden, directielid huisvesting en ICT van OMO Scholengroep Helmond: telefoon 0492-588996 of per email w.vanderheijden@omosghelmond.nl.

ADVERTENTIE

...wenst het personeel en de leerlingen veel gebruiksplezier! RoosRos Architecten is een fullservice architectenbureau met focus op kwaliteit. U kunt bij ons terecht voor alle aspecten van het vakgebied: van conceptontwikkeling en ontwerp tot en met technische uitwerking en bouwbegeleiding. Wij werken met zo’n 40 collega’s vanuit twee vestigingen (OudBeijerland en Goes) aan diverse projecten. Kijk voor meer informatie eens op onze website. Tel. 0186.691580 | www.roosros.nl

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 43

oktober 2014

43

23-09-14 11:10


De transformatie naar een brede buurtschool

‘Schoolschakelaar’: ruimte delen met kwaliteit Architectenbureau STOOM, ontwikkelaar van het concept de schoolschakelaar, begeleidde de transformatie van de bestaande christelijke basisschool naar een brede buurtschool. Daar lag een duidelijk bestuurlijk uitgangspunt achter: het handhaven van onderwijs in de kleine kern De Heenweg. De school had de regie, maar in samenwerking met veel partijen is het gebouw uiterst effectief getransformeerd. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Studio Moni

“Omdat de gemeente met een aantal subsidies is gestopt, hebben meerdere maatschappelijke activiteiten hier een plek gekregen.” 44

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 44

schooldomein

T

heo Molendijk is directeur van De Kameleon, waarvan de getransformeerde locatie in De Heenweg een dislocatie is. Alwin Lagraauw heeft als afdelingsleider de transformatie van dichtbij meegemaakt en Michal Kolmas was als architect van STOOM verantwoordelijk voor alle facetten geduren­ de het proces in opdracht van PCPO Westland. Theo legt uit hoe het allemaal begon: “Tien jaar geleden is de gemeente Westland ontstaan uit een aantal klei­ nere kernen. Vertegenwoordigers uit elke kern kon­ den aangeven wat zij belangrijk vonden om hun kern vitaal te houden. Daar kwam uit dat de school een centrale voorziening is, in een vaak vergrijzend dorp. In de notitie kernenbeleid heeft de nieuwe gemeente dat uitgangspunt vervolgens overgenomen. Wethou­ der Marga de Goeij heeft dat voornemen opgepakt en heeft ervoor gezorgd dat dit project in een korte tijd kon worden gerealiseerd.

Voorziening voor 0-100 jaar Wat een brede buurtschool is. Alwin: “De brede buurtschool is er voor 0-100 jarigen. De Kameleon is als basisschool het vertrekpunt en daar is een aantal functies en activiteiten aan toegevoegd. Omdat de gemeente met een aantal subsidies is gestopt, heb­ ben meerdere maatschappelijke activiteiten hier een plek gekregen. Door de samenwerking met de stichting ­Vitis Welzijn, Okidoki voor de kinderopvang, de nieuwe organisatie Fun & Fit en de bibliotheek Westland bieden we hier een palet aan nieuwe en bestaande activiteiten aan, dat veel uitgebreider is, dan de activiteiten die eerst in het buurthuis werden georganiseerd. We hebben onder andere kinderva­ kantieweken, er is hele dagopvang, voor ouderen organiseren we koersbal, we organiseren muziek- en gitaarles, bingo voor ouderen, verdedigingslessen, Zumba-lessen, kooklessen voor mannen en Neder­

oktober 2014

23-09-14 11:10


BOUW EN ORGANISATIE

landse les voor Poolse bewoners. Daarnaast orga­ niseert de kerk de eerste zondag van de maand een koffiebreak voor eenzame ouderen. Het buurthuis heeft nu een meer commerciële functie voor feesten en partijen, maar catert soms weer onze bijeenkom­ sten. En de snackbar aan de overkant komt regelma­ tig patat brengen. In zo’n kleine gemeenschap moet je zorgen dat de verhoudingen goed blijven.”

Vrijwilligers Theo: “Door de verbouwing heeft de bestaande school een positieve ontwikkeling doorgemaakt. De kern had een negatief imago en er was wat vandalisme. Dat is nu helemaal omgedraaid. We draaien inmiddels met 70 vrijwilligers, die zich voor deze brede buurtschool inzetten. De school kent vier combinatieklassen, waarbij we nu al zien dat er zijinstroom is van andere kernen, zoals Monster, Naaldwijk en Hoek van Hol­ land. In het kader van Passend Onderwijs melden ouders ook kinderen aan met specifieke onderwijsbe­ hoeften. Zij zoeken een kleinschalige school die met kleine groepen werkt en alle smaken in huis heeft.

Concept Schoolschakelen Theo schetst het proces: “We gingen eerst voor nieuwbouw, maar hebben samen met ouders uitein­ delijk voor een grote renovatie gekozen. In Utrecht hebben we de Klimroos bezocht, waar het concept Schoolschakelaar goed werkte; één ruimte die door meerdere gebruikers gebruikt kan worden.” Michal vult aan: “Wij hebben als STOOM toen een presenta­ tie over onze werkwijze gegeven, waarbij het proces van ontwerp naar oplevering is ontleed en door ons geregisseerd. Door intensief met alle gebruikers sa­ men te werken hebben we de verschillende program­

ma’s ontleed en vervolgens de kansen voor (ruimte) deling aangegeven. Daarbij kregen we de vrijheid om de school als een volume te zien en te schuiven met ruimten. Zo hebben we een kantoorruimte aan de straatzijde verbouwd tot een groot lokaal voor de gecombineerde groep 1­2 en is een bestaand lokaal tot een multifunctionele kookruimte annex atelier getransformeerd. Ook hebben we de zolder deels functioneel ingericht, om ook vanuit de verhoogde dijk zichtbaar te zijn. De klaslokalen zijn voorzien van zogenaamde slimme kasten, die multifunctioneel zijn in te zetten. Verder is het hele gebouw getrans­ formeerd, waarbij we gebruik hebben gemaakt van onze toverkasten, die heel simpel van kleur kunnen verschieten en de school, de bso of de buurt kunnen faciliteren. Wanneer het gebouw ’s avonds door de buurt wordt gebruikt, loop je niet tegen kapstokken en boeken aan. We werken met kleurige prints, waar­ door een hele andere sfeer ontstaat. Verder is de oude fietsenstalling een multifunctionele ruimte gewor­ den, hebben de 0­4 jarigen een eigen buitengebied en de kinderen van de school hebben een voetbalveldje gekregen. Hoewel het concept van de schoolschake­ laar minder m² oplevert, zijn de m2 kwalitatief veel hoogwaardiger. Binnen het budget hebben we een technisch en duurzaam goed gebouw opgeleverd, is het gebouw deels gestript, gesloopt en getransfor­ meerd, hebben we de binnenruimte ingericht en is de buitenruimte opnieuw ingericht, waarbij elk lokaal nu een uitgang naar het speelplein heeft.”

PROjECTGEGEVENS

Een filmpje over De Kameleon vindt u op www.stoomarchitectuur.

e 700,- gemiddeld per m2 (excl. btw)

nl. Voor meer informatie neemt u contact op met Michal Kolmas

Opening

van STOOM Architectuur op telefoonnummer 015-2137390 of

Januari 2013

Renovatie school tot brede buurtschool

Gebruikers PC De Kameleon (4 groepen), Okidoki, Fun & Fit, Vitis Welzijn, bibliotheek

Volume 1.000 m2 (exclusief transformeren buitenruimte)

Opdrachtgever Gemeente Westland

Bouwheer PCPOW Westland

Kosten

per email mk@stoomarchitectuur.nl.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 45

Project

oktober 2014

45

23-09-14 11:10


De Hoge Ven nieuwe ontmoetingsplek in Warmenhuizen

Samenwerking leidt tot slim ontwerp De Brede School Warmenhuizen heet na de recente oplevering ‘De Hoge Ven’. Het gebouw huisvest naast de twee basisscholen De Doorbraak en De Torenven ook het consultatiebureau van de GGD, de stichting Kinderopvang Harenkarspel, de muziekschool, de Speel-O-Theek en de EHBO Vereniging. Daarmee heeft Warmenhuizen een nieuw centraal ontmoetingspunt gekregen voor jong en oud.

Tekst David Bouwer Foto’s Breddels Architecten en Sonja Luitjes

S

“De dorpse uitstraling van het gebouw wordt extra geaccentueerd door het gebruik van natuurlijke materialen.”

46

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 46

schooldomein

amenwerking stond al vanaf het begin hoog in het vaandel bij de betrokken partijen. In de initiatieffase was de idee nog om elke school in een aparte vleugel te huisvesten, maar gaandeweg kozen de beide scholen ervoor om onderwijsruimten te schakelen, waardoor er een clustering is ontstaan van gezamenlijke onderbouw lokalen en gezamen­ lijke bovenbouw lokalen. Hierdoor zitten de beide scholen in de vleugels als het ware ‘door elkaar heen’ en wordt er maximaal ingezet op de onderlinge samenwerking. De overige functies zitten ofwel in het centrale hart, of zijn er direct mee verbonden. Het grote voordeel van het ontwerp is dat er een compartimentering ontstaat waarbij het centrale hart een meer publieke functie kan krijgen en de beide vleugels wat meer besloten zijn. Het ontwerp bezit de uitstraling van een ‘minidorpje’ van circa vierduizend vierkante meter waarin 670 leerlingen, naast de an­ dere functies, zijn gehuisvest. Het gebouw bestaat uit een L-vormig volume, waarbij de beide vleugels uit een serie ‘kleine huisjes’ bestaan. Het scharnierpunt met de centrale ruimte bevat de ‘klokkentoren’. De dorpse uitstraling van het gebouw wordt extra geac­ centueerd door het gebruik van natuurlijke materia­ len zoals rode dakpannen en Western Red Cedar als gevelbekleding. De groene sedumdaken refereren aan de bleekvelden. Het aan de Brede School geschakelde gebouw van de Stichting Kinderopvang Warmen­ huizen, ook ontworpen door Breddels Architecten, maakt de compositie compleet door terug te grijpen op de boerenschuur. Dit alles zorgt ervoor dat de gebouwen niet de indruk wekken van een massief geheel, maar als een klein dorpje.

Ontwerpkeuzen De beleving van het gebouw wordt positief versterkt door een optimale lichtinval aan de noordgevel en enkele interessante ontwerpkeuzes; de Speel-OTheek heeft een plek gekregen onder de tribunetrap, die weer uitkijkt op een verzinkbaar podium. Doordat dit podium als het ware kan verdwijnen, ontstaat meer ruimte die maximaal te gebruiken is. De beide speellokalen zijn via schuifwanden te schakelen of zelfs geheel open te zetten richting de tribune zodat er een theatertje ontstaat. De lokalen zijn voorzien van schuifdeuren die toegang bieden tot de gang­ zones of de leerpleinen. Al naar gelang de behoefte kunnen de leerpleinen en de lokalen op die manier tot een onderwijskundige ruimte worden getrans­ formeerd. Op deze leerpleinen kunnen kinderen opdrachten uitwerken en elkaar ontmoeten. De leerpleinen zijn door beide scholen in samenhang te gebruiken, wat weer efficiënt is qua vierkante meters. Door het eerder genoemde groene dak, het gebruik van zonne-energie en het regelen van de ventilatie door middel van CO2 gestuurde regelaars is er zowel een duurzaam gebouw ontstaan, als een gebouw dat voldoet aan Frisse Scholen Klasse B.

Kiss & Ride Het schoolplein sluit aan bij het speelse karakter van het gebouw door in te steken op ‘natuurlijk spelen’. Dit speelterrein gaat naadloos over in het omliggende terrein. De centrale vraag bij het integrale terrein­ ontwerp was hoe de kinderen veilig naar de school konden komen. Een hernieuwde inrichting van de aangrenzende fietspaden is hier onderdeel van ge­

oktober 2014

23-09-14 11:10


BOUW EN ORGANISATIE

Projectinformatie Opdrachtgever Gemeente Schagen (Projectleiding BMK Projectbureau B.V.)

Opgave weest, alsook het creëren van een Kiss & Ride zone op openbaar terrein, om te zorgen dat het autoverkeer wordt begeleid en georganiseerd. Saillant detail is het feit dat deze Kiss & Ride zone buiten de haal- en brengperioden als atletiekbaan door de school en de buurt kan worden gebruikt.

Nice to haves Na afronding van het definitief ontwerp heeft ICSad­ viseurs de meervoudig onderhandse aanbesteding uitgezet, op basis van een definitief ontwerp en de technische omschrijving, een zogenaamd DO+. Hierbij is het taakstellend budget meegegeven aan de inschrijvende aannemers, waarbij deze gestimuleerd werden om daarbinnen maximale kwaliteit te leveren door middel van een aantal optionele aanvullingen, die wij ‘Nice to Haves’ noemen. De Economisch Meest Voordelige Inschrijver, Heddes Bouw en Ont-

wikkeling uit Hoorn heeft binnen haar inschrijfsom alle opties weten te realiseren, waardoor het gebouw bijvoorbeeld beschikt over bij het ontwerp passende garderobemeubels en additionele PV cellen.

Nieuwbouw Brede School voor twee scholen en

Betrokkenheid gebruikers

Proces & Projectmanagement

De meeste keuzes zijn natuurlijk al tijdens de DOfase gemaakt, voordat de Brede School werd aan­ besteed. Toch werden de gebruikers ook tijdens de realisatiefase intensief betrokken. Zo is bijvoorbeeld tot op plintniveau geoptimaliseerd, omdat de partijen tijdens het proces nog besloten om verder samen te werken. Ook de vormgeving van de ruimten ten op­ zichte van elkaar was nog een belangrijk aandachts­ punt. Meer samenwerking betekent meer flexibiliteit en dat moet in de logistiek en samenhang van het gebouw terugkomen. Resultaat is een gebouw dat past als een jas.

ICSadviseurs B.V.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 47

maatschappelijke functies

Architect Breddels Architecten bna

Directievoering en toezicht ICSadviseurs B.V.

Installatieadviseur Technion Adviseurs B.V.

Constructeur Berkhout Tros Bouwadviseurs B.V.

Aannemer Heddes Bouw & Ontwikkeling B.V.

oktober 2014

47

23-09-14 11:10


www.modulairelichtstraten.velux.nl

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 48

23-09-14 11:11


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 49

23-09-14 11:11


Gezondheidsrisico’s van pcb in gebouwen

Vaak hoge concentraties in materialen en binnenlucht

In 2009 gaf de Deense Gezondheid en Medische Autoriteit een dringend advies over maximaal aanvaardbare waarden van pcb in gebouwen. De reden was de vaak hoge concentraties van pcb die tijdens de renovatie van vooral schoolgebouwen gevonden werd. Tijd om ook de noodklok in Nederland te luiden?

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Grontmij

I

n Wikipedia vinden we het volgende over pcb: Po­ lychloorbifenyl (pcb) is een klasse van organische stoffen. De algemene eigenschappen van pcb’s zijn de slechte oplosbaarheid in water en de lage damp­ spanning. De commerciële bruikbaarheid van pcb’s was grotendeels op de chemische stabiliteit geba­ seerd, samen met de onbrandbaarheid. Pcb’s zijn zeer

50

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 50

schooldomein

stabiele verbindingen die niet makkelijk uiteenvallen. Daarom blijven pcb’s lang in het milieu aanwezig.

Schadelijke stof Rune Østergaard Haven is onderzoeker van Grontmij in Denemarken. Hij schetst de actualiteit in zijn land: “Pcb is een zeer schadelijke stof voor mens en milieu.

oktober 2014

23-09-14 11:11


FACILITAIR EN BEHEER

Lange tijd is pcb op zeer uiteenlopende manieren toegepast: als isolatievloeistof in transformatoren en condensatoren, als brandvertrager en stabilisator in kunststoffen, en verder in verf, inkt, lak, kit en lijm. De belangrijkste oorzaak van hoge waarden pcb zijn de materialen die gebruikt zijn in de afwerking van kieren en naden bij deuren, ramen en andere toe­ passingen tussen bouwelementen. Ook werden hoge pcb-waarden aangetroffen in elektrische installaties, zoals condensatoren en tl buizen.” Na de Stockholm Conventie in 1977 is de toepassing van pcb in open omgevingen verboden, maar pas sinds 1985 werd de productie en het gebruik van pcb’s volledig verboden. Echter, gebouwen en installaties gaan al gauw enkele decennia mee. Vier jaar geleden zijn in Denemarken gebouwen onderzocht op het pcb-gehalte. Er bleek sprake te zijn van hoge concentraties. Door de ophef zijn naburige landen als Noorwegen en Duitsland overtuigd van de noodzaak om pcb in gebouwen aan te pakken. De Deense overheid heeft besloten om meer onderzoek te doen naar de hoeveelheid pcb in gebouwen en heeft Grontmij gevraagd om mede het onderzoek uit te voeren.

Hoge concentratie scholen Rune verder: “Er zijn 352 gebouwen van verschillende gebouwtypen in Denemarken geselecteerd, zoals huizen, appartementen, scholen, openbare gebou­ wen en commerciële gebouwen. De eerste resultaten waren alarmerend. In meer dan 75% van de gebou­ wen werd een hoge concentratie pcb gemeten. Deze concentraties zaten niet alleen in de materialen, maar ook in de binnenlucht. Vooral veel scholen die in de jaren 60 tot vroeg jaren 70 zijn gebouwd bleken veel te hoge concentraties pcb te bevatten. En 40% van de openbare gebouwen in Denemarken zijn in die tijd neergezet.“ Zijn collega Paul Roelofsen is adviseur Binnenmilieu en Bouwfysica van Grontmij in Nederland: ”De productie en het gebruik van pcb’s zijn weliswaar vanaf 1985 volledig verboden, alleen zit het nog wel overal in gebouwen en installaties en doet het probleem zich ook voor in scholen, aldus het Deense onderzoek. Ik heb het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) daarom van deze informatie voorzien en hen gevraagd in hoeverre zij bekend zijn met dit probleem. Zij antwoorden mij dat de kennis binnen het RIVM onvoldoende aanwezig is om hier snel tot een conclusie te komen. Ook in het Bouwbesluit vindt men er niets over. Dit terwijl de negatieve effecten op de gezondheid aanzienlijk kunnen zijn. Het probleem is namelijk altijd aanwe­ zig, niet alleen wanneer er daadwerkelijk verbouwd of gerenoveerd wordt. Al in kleine concentraties heeft pcb gezondheidseffecten. Op de lange termijn kan het kanker veroorzaken, of het immuunsysteem en het zenuwstelsel aantasten.”

Verantwoordelijkheid Paul verder: “De eigenaar van het gebouw zou de verantwoordelijkheid moeten nemen om dat onder­ zoek te doen, omdat het gaat over de veiligheid voor de gebruikers van de gebouwen; in het geval van scholen met name de leerlingen en het onderwijzend personeel. Gemeenten zouden het integraal in hun strategische huisvestingplannen moeten opnemen en dat geldt ook voor de grote schoolbesturen. In elk bouwproces moet je bouwadviseurs met de juiste expertise inbrengen om het pcb-gehalte te onderzoe­ ken en te adviseren over passende maatregelen.“

Aanpak “De beste manier om in bestaande gebouwen pcbeffecten te bestrijden is door de bron te verwijderen en daarna goed te ventileren. Veel scholen uit deze periode hebben een slecht binnenklimaat. Nog beter is het om bij een renovatie of zelfs sloop de bronnen van pcb volledig weg te nemen. Omdat pcb zo scha­ delijk is zal het bouwafval op een zorgvuldige manier verwerkt, afgevoerd en opgeslagen moeten worden. In sommige gevallen zal je bijvoorbeeld schadelijke verfresten moeten verwijderen met zandstralen. In feite is het chemisch afval. Dit doorkruist de Cradleto-Cradle-gedachte, waarbij gesloopte materialen worden hergebruikt. Zijn de pcb-waarden te verwaar­ lozen, dan kun je het binnenklimaat verbeteren en tot de volgende renovatie wachten. Maar met hoge con­ centraties moet je nu reageren.” Rune: “Afhankelijk van de gemeten concentratie pcb variëren de kosten van € 65,- tot € 650,- per m². In sommige gevallen hebben we gezien dat scholen gesloten zijn, gesloopt en nieuw gebouwd. Soms is slopen en vervangende nieuwbouw de beste optie.” Voor meer informatie neemt u contact op met Paul Roelofsen van Grontmij Nederland: + 31 88 811 4645 of kijkt u op www.grontmij.nl.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 51

“Veel scholen die in de jaren 60 tot 70 zijn gebouwd hebben veel te hoge concentraties pcb.”

oktober 2014

51

23-09-14 11:11


Inrichting nieuwe Horecaschool Zuidas

Ontwerpen vanuit de d Omdat hun gebouwen niet meer voldoen aan de eisen die aan modern onderwijs gesteld worden, besloot de scholengroep Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA) de vmbo opleidingen samen te voegen en in een nieuw gebouw op de Zuidas onder te brengen. Na de zomervakantie van 2015 wordt het nieuwe gebouw feestelijk geopend. Tekst Frederike Bax

Z

ENBER Interieur Architectuur bni verwierf in competitie de interieuropgave voor de nieuwe huisvesting van de horecascholen De Berkhoff en de Hubertus Vakschool. Interieurarchitect Eric We­ zenberg en ontwerpster Ingrid Heijne zijn nieuwsgie­ rig naar wat mensen drijft, wat ze belangrijk vinden, waar ze van houden en wat hun ambities zijn. Ingrid over de werkwijze: “Door steeds de dialoog aan te

52

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 52

schooldomein

gaan, proberen wij grip te krijgen op de ziel van een organisatie en een omgeving te ontwerpen die hierbij past.” Eric Wezenberg vult aan: “Onze grootste uitda­ ging was ervoor te zorgen dat de leerlingen en leraren van beide scholen zich thuis voelen in hun nieuwe omgeving zodat ze samen aan een nieuwe toekomst kunnen beginnen. Of het nu gaat om een kantoor, school, ziekenhuis of hotel.”

september 2014

23-09-14 11:11


FACILITAIR EN BEHEER

e dialoog Sfeer proeven Lotte Neuhaus, die als directielid van VOvA al diverse nieuwbouwprojecten heeft meegemaakt, is zeer te spreken over de aanpak: “Eric en Ingrid verdiepen zich echt in de klant. Ze werken met alle partijen sa­ men, geven mensen de ruimte, maar sturen ook. Op subtiele wijze weten ze de betrokkenen te verbinden en draagvlak te creëren voor hun ideeën.” Voordat ZENBER ook maar een streep op papier zette, deed het uitgebreid onderzoek naar het karakter van de opleidingen. Dat begon met een bezoek aan de bestaande locaties. “Door op gewone schooldagen aanwezig te zijn,” vertelt Ingrid, “rond te lopen en de leerlingen en leraren aan het werk te zien, konden we de sfeer op de scholen ervaren en werd ons creatieve brein gevoed met beelden en ideeën.” Ambacht, traditie, gastvrijheid en duurzaamheid Speciaal voor de leerlingen ontwikkelde ZENBER een workshop. Met kernwaarden als ambacht, traditie, gastvrijheid en duurzaamheid als uitgangspunt verzamelde het bureau diverse referentiebeelden. De leerlingen werd gevraagd per ruimte beelden te selecteren die ze er goed bij vonden passen. Ingrid: “De workshop gaf ons nuttige informatie over wat de leerlingen mooi vinden en aanspreekt. Tegelijk waren de leerlingen trots dat ze mee mochten denken.” Ook met de docenten werd een workshop gedaan. Niet over sfeer en beleving maar veel praktischer. Over de routing in het restaurant bijvoorbeeld en over de ma­ nier waarop leerlingen en ouders ontvangen worden, over de functie van de wintertuin, over het gebruik van lockers en de toepassing van natuurlijke materia­ len die goed schoon te houden zijn.”

Zien, ruiken en proeven Het concept is een passage rondom een centraal plein. De passage verbindt de verschillende ruimtes

en verdiepingen in de school en maakt toezicht en daarmee veiligheid mogelijk. Vanuit de passage is goed te zien wat er in de praktijklokalen zoals de bakkerij en de keuken gebeurt. Bezoekers kunnen in het grandcafé koffie drinken met een vers gebakje. Of een warme lunch nuttigen in het restaurant. De passage is een metafoor voor zien, ruiken en proeven. Bakkerswinkel, café en restaurant liggen uitnodigend langs de gevel en verleiden passanten binnen te komen om te zien wat de leerlingen van de culinaire vakschool in hun mars hebben.

Oog voor detail Steeds gedetailleerder heeft ZENBER het interieur­ concept verfijnd en alle verzamelde informatie omge­ zet naar plattegronden, materiaal- en kleurpaletten, visuals en bestekken. Lotte: “Het is een bijzonder ontwerp geworden. Heel creatief en met oog voor de­ tail. Bij de praktijklokalen komen bijvoorbeeld mooie tegeltableaus met symbolen erop zoals een pan bij de keuken en een korenschoof bij de bakkerij. Een ander leuk idee is een fotowand in de passage waarop de geschiedenis van de scholen in beeld wordt gebracht. Heel inspirerend voor de leerlingen.” Ook in de ontwerpfase ging ZENBER steeds weer de dialoog aan. Niet alleen met leerlingen en leraren, ook met aannemer, installateur en architect werd uitvoerig gesproken. Eric: “Overleg met de architect is essentieel. Als interieur en architectuur goed op elkaar worden afgestemd, versterken ze elkaar. Een architect denkt vaak in grote lijnen, interieurar­ chitecten denken meer in details; vanuit de mens. Wij geven een gebouw een eigen identiteit zodat de gebruiker er trots op is en zich er comfortabel in voelt.” Voor meer informatie kijkt u op www.zenber.nl. U kunt ook bellen

Projectinformatie Project Interieurontwerp voor Hubertus & Berkhoff, de culinaire vakschool

Locatie Europalaan, Zuidas, Amsterdam

Oppervlak 6.600 m²

Opdrachtgever Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA)

Interieurarchitect ZENBER Interieur Architectuur bni

Programma van Eisen en ­Projectmanagement ICSadviseurs B.V.

Oplevering December 2014

of mailen: +31 20 331 44 27 of info@zenber.nl.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 53

“De passage verbindt de verschillende ruimtes en verdiepingen in de school.”

oktober 2014

53

23-09-14 11:11


GROENE vloeren geven kleur aan onderwijsconcept

Open leerpleinen bevorderen samen足 werking Alfa足College 54

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 54

schooldomein

oktober 2014

23-09-14 11:11


FACILITAIR EN BEHEER

Architect Frank Meijer voelde precies aan wat het Alfa-College aan de Admiraal de Ruyterlaan in Groningen nodig had. De begrippen Verbinden, Verhippen, Etaleren en Accentueren waren leidend in de verbouw van het pand. En al snel werd duidelijk dat er maar één kleur was die echt verbindend was: Groen. Een kolfje naar de hand van Nora Flooring Systems.

Tekst Sibo Arbeek Foto’s KLEIN architecten

H

et gesprek vindt plaats met regiodirecteur Ma­ rion Arends, die ook voor de locatie verant­ woordelijk is, haar collega Reinier Veenhoff, projectleider vanuit het Alfa-College en verbinder tussen de wensen van de gebruikers en het bouw­ team, architect Frank Meijer en Albert Jan Schuiling en Jeroen Floris namens Nora Flooring Systems. Voordat het gesprek begint vang ik een flard van het gesprek tussen Albert Jan en Reinier op, wanneer zij in een deel van het gebouw staan, waar een 25 jaar oude nora vloer ligt: “Ja, het probleem met onze rub­ ber vloeren is dat ze zo lang mee gaan en er zo weinig onderhoud aan nodig is.” Ik kijk Albert Jan aan. Hij begint te lachen.

Klassiek MTS gebouw We lopen naar de ruimten van het Techniek Innova­ tie Centrum (TIC), waar Marion de aanleiding voor de inpandige verbouw schetst: “Dit gebouw is echt een aangepast klassiek MTS gebouw. Er zaten alleen technische opleidingen in en later de meer creatieve ICT-opleidingen. In onze regio was er een terugloop van techniekleerlingen. De College van Besturen van het Noorderpoort en het Alfa-College besloten om samen te werken en kwamen vrij snel tot een grove uitruil. Dat betekende dat het Noorderpoort College procestechniek en motorvoertuigentechniek kreeg en wij alles wat in en rondom het huis aan techniek nodig is, zoals bouw, installatie- en elektrotechniek. Daardoor kregen we beiden een uniek profiel en dat heeft goed gewerkt. In dat proces werden ook de docenten en deelnemers uitgeruild en hadden we ook ineens een gebouw dat niet meer geschikt was voor het onderwijs dat we wilden bieden. Zo stond er een grote garageruimte leeg. Dit gebouw dateert uit 1968 en is in drie fasen gebouwd. In 2012 kregen we groen licht voor de verbouwing. De provincie gaf ons daarnaast ook subsidie omdat er sprake was van een structuurversterking van de regio. Het management van techniek had het gevoel dat het techniekonder­

wijs sterker kon worden geprofileerd. Het gebouw was grauw en donker en de aanmeldingen daalden. We wilden de opleidingen zichtbaarder maken. Techniek is niet meer alleen maar met de schoenen in de mod­ der staan maar modern uitdagend werk en we wilden de grenzen tussen de opleidingen verwijderen, net zo­ als op de echte bouwplaats het geval is. Dus de uitruil is aangegrepen om het hele concept te veranderen.”

Het hele gebouw is TIC Reinier vult aan: “Op basis van onze visie hebben we drie architecten geselecteerd. Frank Meijer van Klein architecten sloeg de spijker op zijn kop. Hij had een visie op ons onderwijs voor de komende vijf tot tien jaar en heeft een viertal basisbegrippen geïntrodu­ ceerd: accentueren om mooie plekken te maken, verbinden om met behoud van identiteit samen te werken en grenzen te doorbreken, etaleren door zichtbaar te maken dat je trots bent op je prestaties en verhippen was het toverwoord. Iedereen begreep direct waar het om ging. Verder was veiligheid een belangrijk thema: het gebouw als een veilige plek, maar ook de veiligheid waardoor je als student kunt excelleren. De uitdaging was daarnaast om het Tech­ niek Innovatie Centrum te introduceren, kortweg TIC. Dat is een centrale plek in het gebouw, waar we de verbinding leggen tussen het bedrijfsleven en het onderwijs, met als belangrijkste componenten in­ novatie, energie en duurzaamheid. En eigenlijk is het hele gebouw TIC.”

Groen als verbindend element Frank Meijer vertelt over de klus: “Er lag een ruim­ telijk-functioneel vlekkenplan. Op de begane grond moest het meeste gebeuren en op de verdiepingen konden we meer kosmetische aanpassingen doen, omdat daar de kantoor- en theorieruimten liggen. De vloer heb ik opgepakt als een centraal thema om te verbinden, waarbij alle relevante wegen naar het TIC leiden. Op drie plekken zijn extra accenten gelegd,

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 55

“We dachten eerst dat we gek zouden worden van de groene kleur, maar uiteindelijk is het voor iedereen de kleur die het beste kan verbinden.”

oktober 2014

55

23-09-14 11:11


Effect op het onderwijs Reinier knikt: “In combinatie met open leerpleinen en het toepassen van glas waar het kan zie je pas wat de potentie van het onderwijs is. Het leerproces is transparant en het effect van de open ruimten is dat er veel meer samengewerkt wordt. We willen ook absoluut niet dat het glas wordt dichtgeplakt en het effect is dat gebruikers meer respect voor hun nieuwe leeromgeving hebben gekregen. Dat heeft met weder­ zijds respect te maken.” We lopen door de school en Reinier laat zien waar het nieuwe concept goed heeft uitgepakt: “Installatietechniek en elektro zijn voor de maximale samenwerking gegaan. Daar zie je ook dat het bedrijfsleven aanhaakt en dat bijvoorbeeld zonne-energie en Installatiewerk Noord erbij zijn gekomen.” We lopen door een gang met aan weers­ zijden ruimten die door een lange glaswand wordt gescheiden. “Deze ruimte noemen we het zeeaqua­ rium, omdat je vanaf de gang maximaal de ruimte kunt beleven en ziet hoe verschillende afdelingen en technieken kunnen verbinden. Het effect op het on­ derwijs is dat docenten minder moeite hebben om de ruimten schoon te houden en studenten trots zijn om hier te mogen leren. Het geeft het gevoel dat je ertoe doet. Je ziet ook dat niveau 3 studenten lagere ni­ veaus helpen en coachen. Bij bouwkundige groepen ging de maximale openheid naar een leerplein te snel en daar zie je dat de samenwerking anders verloopt.”

Groen!

Projectinformatie Project Verbouwing Alfa-College, locatie Admiraal de Ruyterlaan Groningen

Opdrachtgever ROC Alfa-College

Omvang 15.000 m² bvo, waarvan 6.000 m² intensief en 5.000 m² op afwerkingsniveau

Oplevering start april 2012, ingebruikname augustus 2013

56

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 56

schooldomein

omdat het ontmoetingsplekken zijn. Dat zijn het TIC, het restaurant en de centrale hal. We hebben voor de kleur groen als verbindend element gekozen. Groen is opvallend, herkenbaar, niet te donker, fris en jong en past dus bij het verhippen van het onderwijs.” Marion lacht: “We dachten eerst dat we gek zouden worden van de groene kleur, maar uiteindelijk is het voor iedereen de kleur die het beste kan verbinden.” Reinier over de gekozen kleur: “In de werkplaatsen vonden ze de kleur groen maar niets. Waarom zou ik gras maaien? was een reactie. Maar nu zie je dat groen de aandacht versterkt en rust in de ruimte brengt. Bij de kleur grijs heb je niets om naar te kijken en zie je eerder dat er rommel op de grond ligt.”

Albert Jan en Jeroen over de nora vloeren: “Deze groene rubber vloer is echt een marketing instru­ ment. Het is overigens een noraplan unita vloer met echte stukjes graniet erin. Deze vloer heeft in 2012 de Red Dot Design award gewonnen. Onze vloeren hebben het eco-label M1 en De Blauwe Engel wat voor het Frisse Scholen Concept van belang is en zijn van natuurlijke grondstoffen gemaakt. De vloer heeft geen coating nodig, is milieuvriendelijk en makkelijk zonder speciale middelen schoon te houden.” Reinier ten slotte: “Een argument om voor een rubber vloer te kiezen had ook met de akoestiek te maken. We hebben hoge praktijkomgevingen zonder systeem­ plafonds. We moesten dus iets doen richting de vloer. Rubber heeft een hele andere werking dan een giet­ vloer. In het restaurant ligt wel een gietvloer en daar hebben we de akoestiek met grote luchtzakken opge­ lost.” Over het restaurant gesproken; dat was de oude garage van motorvoertuigentechniek, die prachtig is getransformeerd tot een ontmoetingsruimte. De garagedeuren zitten er nog in en de kleur op de vloer is … inderdaad: groen! Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jeroen Floris van Nora Flooring Systems B.V.: telefoon 0416-286145 of per mail jeroen.floris@nora.com.

oktober 2014

23-09-14 11:11

Anz_


Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 57 Anz_Education_201x271_NL.indd 1

23-09-14 13:40 11:11 22.05.13


ROC Friese Poort gebruikt ® ThermaCool in gebouw en in leerprogramma

ROC Friese Poort in Leeuwarden heeft de zomer gebruikt om te bouwen aan een Centrum Duurzaam voor techniek. Met proefopstellingen, simulaties en projecten worden duurzame technieken getoond en wordt geleerd ermee te werken. Een van die duurzame toepassingen die ook als lesmateriaal dienen betreft ThermaCool®, plafond- en wandsystemen van Green Innovations. Deze oplossingen met Phase Changing Materials (PCM), in het Nederlands fase-overgangsmateriaal genoemd, zorgen voor een comfortabel binnenklimaat door overdadige warmte op te nemen en weer vrij te geven als de ruimte weer afkoelt. Tekst Wilbert Leistra Foto’s GreenInnovations

G

reen Innovations voelde zich volgens com­ mercieel directeur Emiel Ranzijn meteen aangetrokken tot het programma achter het Centrum. “Wij brengen duurzame oplossingen naar de markt die energie besparen of energie opleveren. Zo hebben we een gasreductiesysteem, werken we aan een windturbine voor stedelijke gebieden en bieden we met ThermaCool® passieve plafond­ en wandsystemen met fase­overgangsmateriaal. Deze laatste oplossingen verbeteren het thermische bin­

58

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 58

schooldomein

nenklimaat van de gebouwde omgeving en dus ook klaslokalen. Daarnaast besparen de plafond­ en wandsystemen energie door warmte op te nemen die op dat moment niet nodig is, en deze weer vrij te geven als de ruimte afkoelt. De energie gaat dus niet verloren”, aldus Emiel. Naast een innovatiewerkplaats wil Centrum Duurzaam met goede en objectieve voorlichting de toepassing van deze technieken bij bedrijven en particulieren stimuleren. Dit onderdeel sprak de commercieel directeur van Green Innova­

oktober 2014

23-09-14 11:11


FACILITAIR EN BEHEER

tions ook erg aan. “We spelen graag een rol bij de kennisoverdracht van bedrijfsleven naar het onder­ wijs, vandaar deze samenwerking met het ROC bij de renovatie.”

Principe Het eenvoudigste voorbeeld van fase-overgangsmate­ riaal of PCM is een ijsklontje. Emiel legt het principe uit: “Neem als voorbeeld een ijsklontje in je glas cola op een warm terras. Door te smelten neemt het ijsklontje de warmte op en blijft de cola langer koud. Belangrijke eigenschappen van een PCM zijn dus dat ze grote hoeveelheden warmte tijdens het smeltpro­ ces kunnen opnemen en deze warmte weer vrijgeven tijdens het stolproces (als het weer kouder wordt in de ruimte). Daarnaast zijn de materialen licht qua gewicht in vergelijking met bijvoorbeeld beton dat ook accumulerend vermogen bezit. Het proces van opname en afgifte voltrekt zich bij PCM ook nog eens op het juiste comfortniveau (pieksmelttemperatuur 23⁰ graden) en hiermee verbetert het product het bin­ nenklimaat van de ruimte op een passieve manier.”

Langzaam smelten Deze uitleg gaat ook op voor de werking van de pla­ fond- en wandsystemen van ThermaCool®, vervolgt de commercieel directeur van Green Innovations zijn uitleg. “Door lichtgewicht micro ingekapseld PCM op te nemen als bestanddeel van de plafonds en wanden wordt overdadige warmte uit een ruimte opgenomen en weer afgegeven als de ruimte afkoelt. Dit micro ingekapselde PCM begint langzaam te smelten zodra het in de ruimte van gebouwen war­ mer wordt dan 19/20 graden. Op dat moment neemt het de overdadige warmte in de ruimte op en blijft de

“Als onderwijsinstelling willen we onze techniek- en bouwstudenten naast energiezuinige installatie-oplossingen ook kennis en ervaring laten opdoen met passieve bouwkundige oplossingen als ThermaCool® die het energieverbruik in de gebouwde omgeving verminderen.”

binnentemperatuur op peil. Zoals eerder genoemd ligt de pieksmelttemperatuur van de ThermaCool®oplossingen op 23⁰graden. De PCM in onze oplos­ singen zorgt ervoor dat de temperatuur van ruimtes 4 tot 7 graden lager kan liggen ten opzichte van ruimtes waarin het product niet is toegepast. De besparing op de energie van een HVAC-unit is significant want de AC is niet of pas later op de dag nodig. De behoefte aan de airco kan hiermee 4 tot 6 uur per dag worden verlaagd. Daarnaast gaat de opgeslagen energie/ warmte niet verloren en de weer vrijgekomen warmte hoeft niet door de CV geleverd te worden. Er komen geen stekkers aan te pas, er is geen onderhoud nodig en de warmteopname en -afgifte is gewaarborgd voor 10.000 cycli. Soms zit de schoonheid in de eenvoud”, aldus een glimlachende Emiel. Om het effect van de plafond- en wandsystemen van ThermaCool® te kunnen meten, kiest ROC Friese Poort ervoor om bij twee identieke klaslokalen één uit te rusten met het product van Green Innovations. Via metingen zullen de temperatuurverschillen worden bepaald.

“We spelen graag een rol bij de kennisoverdracht van bedrijfsleven naar het onderwijs.”

Varianten ThermaCool®-plafonds zijn in drie verschillende varianten op de markt gebracht. De standaard en een akoestische (minerale) tegel en een metalen uitvoe­ ring. Het type is inleg of doorzak met een afmeting van 600 x 600 mm. “Het bijzondere van alle uitvoerin­ gen is dus dat de tegels een warmteopname­capaciteit hebben. Deze ligt tussen de 70Wh/m2 – 122 Wh/m2. Verder voldoet ThermaCool® aan de geluidswerende, geluidsabsorberende, licht reflecterende en de brand­ veiligheidseisen. ThermaCool®-wanden hebben een afmeting van 1000 x 600 mm, een dikte van 25 mm, brandveiligheidsklasse Euroclass B en hebben een hogere warmteopnamecapaciteit van 158Wh/m2”, besluit Emiel. Kijk voor meer informatie op www.thermacool.nl.

Jouko van der Mast, ROC Friese Poort

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 59

oktober 2014

59

23-09-14 11:12


Meer

zuurstof

tot nadenken ...

Healthy School Concept ® Bouwen aan energiezuinige en gezonde scholen. Bij de bouw of renovatie van scholen denkt RENSON ® niet alleen aan energiezuinigheid, maar vooral aan de gezondheid en het comfort van leerlingen en leerkrachten. De continue toevoer van verse lucht en de gecontroleerde afvoer van vervuilde lucht (basisventilatie) zorgt voor een goede luchtkwaliteit. Buitenzonwering in combinatie met intensieve nachtventilatie (nightcooling) garandeert steeds aangename temperaturen in de lokalen.

www.renson.nl

RENSON ® organiseert in samenwerking met Architectenweb.nl het scholenevent “Duurzame natuurlijke ventilatie in scholen” Datum:

Donderdag 20 november 2014

Plaats:

EXIT 5, RENSON ® België (shuttlebussen worden voorzien vanaf Zuid-Nederland)

Interesse? Registreer u vóór 7 november op www.renson.nl/scholenevent

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 60 schooldomein_225x297_0914.indd 1

23-09-14 11:08 11:57 23/09/14


14 13:35

Gezonde lucht en aangename temperaturen leiden tot betere prestaties Onderzoeken tonen aan dat klaslokalen vaak muffe ruimtes zijn met een verontreinigde lucht, flikkerende en verblindende verlichting en op warme dagen een temperatuur zoals in een sauna. Continue basisventilatie, intensieve ventilatie en buitenzonwering garanderen gezonde lokalen met een goede luchtkwaliteit en aangename temperaturen. Resultaat: gezonde leerlingen en betere leerprestaties.

R

ENSON® helpt verontreinigde en ongezonde klassen te voorkomen. Bas van Gestel, die als Concept Adviseur van Renson voor de regio Zuid-Nederland aan verschillende projecten werkt. “Door de verbeterde isolatie blijven vochtigheid, CO2 en andere schadelijke stoffen in het gebouw hangen, waardoor de binnenlucht verontreinigd wordt. Juist om die reden is het zo belangrijk om regelmatig en correct te ventileren.” Leon Veldhof, Concept Adviseur voor Noord-Nederland vult aan: “Ook de temperatuur speelt een belangrijke rol. Op warme dagen kan het vaak broeierig heet worden in klaslokalen. Dat is ongezond en bevordert de leeromstandigheden zeker niet. Door intensieve ventilatie (nightcooling) en de beperking van de zonne-instraling overdag door een efficiënte buitenzonwering kun je die oververhitting tegen gaan.” Het Healthy School Concept® van RENSON® biedt de oplossing. Het systeem bestaat uit 3 elementen: continue, gecontroleerde basis­ventilatie, nightcooling en buitenzonwering.

Continue en gecontroleerde basisventilatie Basisventilatie garandeert een goede luchtkwaliteit. Zelfregelende ventilatieroosters zorgen voor de toevoer van verse lucht, terwijl afvoermonden in combinatie met een CO2-gestuurde klep (RENSON® Healthconnector) de afvoer van de vervuilde lucht regelen. Er wordt nooit meer geventileerd dan strikt noodzakelijk. Er wordt dus geen energie verspild.

Intensieve ventilatie Hierbij koelen grote natuurlijke luchtstromen het

gebouw en de binnenlucht ’s nachts of ‘s morgens af, zonder energieverbruik. De luchttoevoer in de lokalen gebeurt via speciale roosters met hoge doorlaat.

Externe zonwering voor glasgevels Windvaste screens, zoals de Fixscreen®, of aluminium zonweringsystemen, zoals luifels en de Loggia®schuifpanelen, weren tijdens warmere dagen de zon uit klaslokalen en voorkomen op die manier oververhitting. Toch blijft een optimale lichtinval mogelijk.

In de praktijk In Basisschool “ONS” in Badhoevedorp, een ontwerp van Tordoir architecten, zorgen zelfregelende ventilatieroosters type Invisivent®evo voor de toevoer van verse lucht in sommige lokalen, terwijl de Fixvent® Mono AK evo met voorverwarmingsmodules in andere lokalen de toevoer van verse lucht combineert met de beheersing van de zon dankzij de geïntegreerde windvaste screen. De RENSON® Healthconnector regelt de afvoer van vervuilde lucht. Deze warme lucht wordt gerecupereerd door een speciaal ontwikkelde WTW installatie, die de warmte terugvoert in de school naar de voorverwarmingmodules en/of vloerverwarming. Via dit concept is koeling eventueel ook mogelijk. Met deze oplossing voldoet het Renson Healty School Concept aan het Frisse scholen concept klasse B en dit met natuurlijke toevoer van verse buitenlucht. Op deze wijze is een gezonde en duurzame school echt mogelijk! Kijk voor meer informatie op www.renson.nl.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 61

“Door de verbeterde isolatie blijven vochtigheid, CO2 en andere schadelijke stoffen in het gebouw hangen.”

oktober 2014

61

23-09-14 11:38


Resultaten benchmarkonderzoek onderhoud

Bouwjaar en omvang door­ slaggevend bij de hoogte van onderhoudslasten Het is een belangrijke conclusie uit het benchmarkonderzoek dat ICSadviseurs het afgelopen jaar heeft uitgevoerd onder 215 scholen: het bouwjaar en de omvang van een schoolgebouw is doorslaggevend bij de hoogte van onderhoudslasten. Met behulp van de Rekentool ‘Financiële impact overheveling buitenonderhoud PO’ is onderzocht hoe de werkelijk verwachte onderhoudslasten zich verhouden tot de verwachte vergoeding ten behoeve van onderhoud. In deze Schooldomein de belangrijkste resultaten van het benchmarkonderzoek. Tekst Maarten Groenen Foto’s GreenInnovations

H

“Bouwjaren en omvang zijn goede indicatoren gebleken om relevante kosten­ verschillen te onderscheiden.”

62

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 62

schooldomein

et benchmarkonderzoek biedt inzicht in de gemiddelde onderhoudslasten van schoolge­ bouwen (van reguliere basisscholen) voor de komende 10 jaar. Er is hierbij onderscheid gemaakt tussen het binnen- en buitenonderhoud conform de huidige verantwoordelijkheid van schoolbestuur en gemeente. Uit de benchmark komt naar voren dat het gemiddelde planmatig onderhoud aan de binnenkant E 23,- per m² bvo bedraagt. Dit betekent dat de werkelijke en verwachte onderhoudslasten voor schoolbesturen aanzienlijk hoger liggen dan de onderhoudsvergoeding die vanuit het rijk wordt ont­ vangen. De onderhoudsvergoeding bedraagt op dit moment ca. E 15,- per m² bvo, waarbij moet worden opgemerkt dat (normatief berekende) overcapaci­ teit niet wordt vergoed en van dit bedrag ook het klein dagelijks onderhoud moet worden bekostigd. Belangrijke conclusie is dat bouwjaar en omvang een

sterke invloed hebben op de kosten van het binnen­ onderhoud. Zo liggen de kosten van het binnenonderhoud voor een klein schoolgebouw (< 1.000 m² bvo) ruim 50% hoger dan bij een groot schoolgebouw (> 2.000 m² bvo). Het benchmarkonderzoek bevestigt en onderbouwt hiermee het reeds bestaande beeld dat veel schoolbesturen tekorten hebben ten aanzien van het onderhoud.

Aanvullende onderhoudsbijdrage Met de aanstaande overheveling van het buitenon­ derhoud én aanpassingen ontvangen schoolbesturen vanaf komend jaar aanvullende middelen ten behoe­ ve van onderhoud. De hoogte van deze aanvulling is rond het verschijnen van dit artikel reeds bekend. De resultaten uit het benchmarkonderzoek zullen deze aanvullende onderhoudsbijdrage in perspec­ tief zetten. De benchmark, waarbij de kosten voor (gebouwelijke) aanpassingen buiten beschouwing zijn gebleven, laat in ieder geval het volgende zien. De gemiddelde lasten voor het onderhoud aan de buitenkant bedragen E 11,- per m² bvo. Nog sterker dan bij het binnenonderhoud bepalen bouwjaar en omvang de hoogte van de onderhoudslasten. Zo liggen de kosten van het buitenonderhoud voor schoolgebouwen uit de periode ‘1946-1965’ en ‘1966-1985’ bijna 5 keer hoger dan bij schoolgebouwen uit de periode ‘1986-2000’ en ‘2001 en jonger’.

oktober 2014

23-09-14 11:12


FACILITAIR EN BEHEER

Algehele kwaliteit De benchmark laat duidelijk zien dat de samenstel­ ling van de portefeuille (bouwjaar en omvang) van grote invloed is op de toekomstige onderhoudslasten. De totale (planmatige) onderhoudslasten van een klein schoolgebouw (< 1.000 m² bvo) zijn bijvoor­ beeld met E 52,- per m² bvo twee keer zo hoog als die van grote schoolgebouwen (> 2.000 m² bvo) met E 26,- per m² bvo. De gemiddelde leeftijd van de schoolgebouwen bedraagt 39 jaar. Dat in combinatie met de relatief hoge onderhoudslasten geven even­ eens een beeld van de schoolgebouwen.

hun portefeuille op een snelle manier inzichtelijk maken en beoordelen. Dat maakt het gemakkelij­ ker om (bij) te sturen. De Rekentool is een goede diagnosetool op basis waarvan gericht onderzoek kan worden gedaan naar zinvolle verbeteringen in een gebouwenbestand.

Goed meerjarenperspectief ICSadviseurs heeft samen met AlphaConsultancy in Rotterdam meer diepgaande gebouwscans uitge­

Goede diagnosetool Hopelijk kan het benchmarkonderzoek helpen bij het beoordelen van de (onderhouds)status van uw gebouwenportefeuille en bijdragen aan het overleg tussen gemeente en schoolbesturen over de toekom­ stige huisvesting. Hoewel elk gebouw uniek is, zijn bouwjaren en omvang goede indicatoren gebleken om relevante kostenverschillen te onderscheiden. In samenhang met inzicht in over- en ondercapaciteit en energieverbruik kunnen schoolbesturen hiermee

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 63

oktober 2014

63

23-09-14 11:12


“De Rekentool helpt om de meest kansrijke objecten te selecteren voor een verbeterplan in uw portefeuille.”

voerd bij een aantal jaren ’30 schoolgebouwen om te onderzoeken of voor deze scholen de ruimtelijkfunctionele en technische prestaties kunnen worden verbeterd. Het pakket aan maatregelen vormt een renovatieplan waarmee gemeente en schoolbesturen weer een goed meerjarenperspectief kunnen geven aan deze schoolgebouwen. Financieel gezien een beter alternatief dan nieuwbouw, maar ook vanuit stedenbouwkundig en milieukundig perspectief een te prefereren scenario. Niet in elke situatie zou tot die conclusie zijn gekomen. De Rekentool helpt om de meest kansrijke objecten te selecteren voor een verbeterplan in uw portefeuille.

Wij hopen dan ook dat deze eerste terugkoppeling van resultaten voor u aanleiding zijn om ook uw gebouwinformatie aan te dragen. Het invullen van de rekentool is relatief eenvoudig en kost u weinig tijd, maar desgewenst zijn wij graag bereid om uw informatie in de tool te verwerken. Het volledige benchmarkonderzoek en de Rekentool zijn gratis verkrijgbaar via: http://www.schoolgebouwenonderhoud.nl. Voor meer informatie kunt u mailen of bellen met Maarten Groenen van ICSadviseurs: mgroenen@icsadviseurs.nl, 06 22578557.

Uw informatie in de rekentool Wat ons betreft vormt dit benchmarkonderzoek een opmaat voor een omvangrijkere benchmark zodat de resultaten nog meer fundament leggen onder beslissingen die schoolbesturen en gemeenten nemen ten aanzien van onderwijshuisvesting. Maar ook een beter fundament leggen onder beslissingen die op macroniveau worden genomen op dit gebied.

ADVERTENTIE

DUURZAAM ONDERHOUDEN IS EEN VAK APART!

AlphaConsultancy is hèt bureau voor bouwmanagement & advies op gebied van beheer en onderhoud van vastgoed. Wij leveren kennis en capaciteit om bouwkundige, technische en energetische (onderhouds)vraagstukken op te lossen, in samenwerking met de opdrachtgever. Het deskundige team van AlphaConsultancy ondersteunt en ontzorgt de opdrachtgever waar nodig en zorgt voor vakkundige afhandeling van uw vraag en project. Tip 1:

Laat ons kosteloos uw energienota’s checken (“no cure, no pay”). De eerste besparingen zijn vaak al hiermee te realiseren! Tip 2: Meerjarenonderhoudsplanningen (MJOP’s) die wél kloppen en de juiste sturingsinformatie bevatten. Dat wilt u toch ook! Tip 3: Uitvoerende partijen benaderen voor uw onderhoudsvraagstukken? Wij kunnen het beter, kijken breder en benaderen het altijd onafhankelijk! Wij komen graag bij u langs. Kantoor: Burg. Drijbersingel 25, Zwolle T: (038) 453 25 35 E: contact@alphaconsultancy.nl I: www.alphaconsultancy.nl

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 64

23-09-14 11:12


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van The Ocean Cleanup.

Ruim twee miljoen dollar voor testfase The Ocean Cleanup Het project van de 19-jarige TU Delft-student Boyan Slat om grote hoeveelheden plastic uit de oceanen te vissen, heeft veel financiële steun gekregen. Via crowdfunding wilde zijn organisatie The Ocean Cleanup op 12 september jl. meer dan 2 miljoen dollar hebben opgehaald. Genoeg voor de testfase van wat een megaproject moet worden om de oceanen te verlossen van de ‘plasticsoep’. Dat bedrag is ruimschoots gehaald. Boyan Slat kwam in 2012 met een plan voor een installatie van lange drijvende armen in de vorm van een V en besteedde ruim een jaar aan een haalbaarheidsstudie. In juni dit jaar presenteerde hij in New York de resultaten. De student denkt dat hij in 2020 zijn uitvinding kan inzetten tussen Hawaï en Californië,

een van de meest met plastic vervuilde plekken op zee. “Binnen 10 jaar kunnen we bijna de helft van al het plastic uit dat gebied halen”, verwacht de jonge uitvinder. De drijvende armen zijn 100 kilometer lang en 3 meter hoog en worden op strategische plekken aan de zeebodem vastgemaakt. “Zo moeten we het gros van het plastic kunnen vangen. Door de zeestroming komt het plastic vanzelf naar de punt van de V toe.” Daar wordt het omhooggepompt, opgeslagen en vervolgens opgehaald door een tanker.

Boyan is ervan overtuigd: de zee kan zichzelf reinigen van drijvend plastic via een speciaal platform. Het project ter bestrijding van ‘plasticsoep’ trok de afgelopen maanden veel media-aandacht. Dat hielp bij de crowdfundingcampagne. Uiteindelijk doneerden meer dan 36 duizend mensen geld en haalt The Ocean Cleanup daarmee de top 30 van de grootste crowdfundprojecten ooit.

Al is er nu voldoende geld bij elkaar voor de testfa-

Volgens Boyan vormt zijn systeem geen gevaar voor planten en dieren, omdat het zeeleven onder de armen wordt meegenomen door de stroming. Inmiddels heeft hij een team van zo’n 100 mensen om zich heen.

se van The Ocean Cleanup, er is nog veel meer geld nodig om het uiteindelijke doel te realiseren. Alle informatie over The Ocean Cleanup en hoe u kunt doneren, vindt u op www.theoceancleanup.com.

schooldomein

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 65

oktober 2014

65

23-09-14 11:12


de etalage Plan verduurzamen 18 scholen in Geldermalsen en Neerijnen worden voor het buitenonderhoud van hun scholen. Het consortium ontwikkelde het concept ‘Slimme Scholen’. Een ‘Slimme School’ is kindvriendelijk, flexibel, ingericht voor de toekomst en vormt een centraal punt in het dorp of de wijk. Het heeft een fris binnenklimaat voor optimale leerprestaties en zo laag mogelijke exploitatielasten. Een slimme school heeft een lange termijn visie en wordt ook door middel van een meerjaren onderhoudsplan onderhouden en toekomstbestendig gemaakt. Door slim om te gaan met budgetten blijft er een zo hoog mogelijk budget over voor het onderwijs. Het consortium vormt samen een energy service company (ESCO). Het principe hierbij is dat de besparingen op energie en onderhoud opwegen tegen de investeringen die worden gedaan om deze besparingen te

De business case zal ook uitgewerkt worden door een tweede consortium. De uitkomsten van de case moeten handvatten geven voor de stichtingen en gemeenten voor het daadwerkelijk aanbesteden van het werk. Aanleiding voor deze marktconsultatie is dat schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk •

bereiken. Daarnaast kunnen extra maatregelen worden genomen om een fris binnenklimaat in de scholen te creëren. Naast alles wat met de gebouwen zelf te maken heeft, zien de drie partners grote toegevoegde waarde in het opzetten van een educatief programma voor leerkrachten, ouders én leerlingen om het bewustzijn van energie te vergroten, en om er zuiniger mee om te kunnen gaan.

©Architectenbureau Marlies Rohmer, Daltonschool De Vijver

ICSadviseurs, Energiebedrijf Eneco en bouwconcern Dura Vermeer zetten de volgende stap in het opstellen van een businesscase voor het verduurzamen en toekomstbestendig maken van 18 basisscholen in Geldermalsen en Neerijnen. De drie partijen behaalden als consortium de hoogste score in een marktconsultatie die was uitgeschreven door schoolbesturen Stichting Fluvium, Eben Haëzer en CPOB en de gemeenten Geldermalsen en Neerijnen.

Het algehele verduurzamingsplan wordt door de consortiumpartners samen met de scholen verder ontwikkeld. De daadwerkelijke aanbesteding volgt in de loop van 2014. Meer informatie: www.icsadviseurs.nl/nieuws/ duurzame-scholen.

Unica ondersteunt BREEAM-NL Junior lespakket aan een onderzoek naar de duurzaamheid van hun schoolgebouwen. Om leerlingen hier actief bij te betrekken heeft de Dutch Green Building Council, de netwerkorganisatie voor duurzaam bouwen en vastgoed, BREEAM-NL Junior ontwikkeld. Dit lespakket is gebaseerd op de duurzaamheidsstandaard BREEAM-NL, een beoordelingsmethode om de duurzaamheidsprestatie van gebouwen te bepalen. Tijdens de BREEAM-NL Junior les worden basisschoolleerlingen bewust gemaakt van duurzaamheid en hun eigen rol daarin. Hun bevindingen worden gepresenteerd aan de schooldirectie die daarmee handvatten aangereikt krijgt om het schoolgebouw te verduurzamen.

Hoe duurzaam is jullie school en wat kan er beter? Met die vraag ging groep 7 van basisschool Het Drieluik in Huissen actief aan de slag. De leerlingen brachten begin juli de duurzaamheid van hun school in kaart met het BREEAM-NL Junior lespakket. Hun bevindingen werden op 22 september gepresenteerd tijdens het openingscongres van de Dutch Green Building Week. De BREEAM-NL Junior les bij

66

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 66

schooldomein

Het Drieluik is financieel ondersteund door technisch dienstverlener Unica, pleitbezorger van duurzame scholen met een gezond binnenklimaat. Vanaf 1 januari 2015 zijn scholen zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van hun gebouwen. Om gezamenlijk de kwaliteit te verbeteren, doen basisscholen in Gelderland mee

Na een korte introductie van de BREEAM expert, die de BREEAM-NL Junior gastles verzorgde, trokken de leerlingen van Het Drieluik in groepjes door de school om de duurzaamheid van het gebouw te onderzoeken. Zij scoorden met hun school op thema’s als afval, communicatie, energie, gebouw en omgeving, groen, hygiëne, mobiliteit, veiligheid, voedsel en water. Ook dachten de leerlingen na over wat er beter kan. De scores en verbetersuggesties werden daarna gepresenteerd aan de klas en de schooldirecteur. Conclusie: Het Drieluik is goed op weg om een duurzame school te worden. Meer informatie: www.unica.nl en www.dgbc.nl/junior.

oktober 2014

23-09-14 11:12

Forbo


©Architectenbureau Marlies Rohmer, Daltonschool De Vijver

MEEartie

inspirmatie? r & infokijk op l/ .n ooring orbo-fl www.f nderwijs o

Een toekomstbestendig schoolgebouw biedt een aangename leefwereld, niet alleen voor kinderen maar voor alle gebruikers. En bij de inrichting spelen ook vloeren een grote rol. Vloeren in onderwijsinstellingen moeten veel verdragen, daardoor zijn de kwaliteitseisen hoog. In ons magazine laten we u een selectie zien van verschillende schoolprojecten en vloeroplossingen, van kinderdagverblijf tot hogeschool. Ook leest u er alles over trends, over frisse scholen en een goed binnenklimaat.

✉ Interesse?

vraag het magazine aan o.v.v. onderwijs via contact@forbo.com

Met Topshield2 klaar voor gebruik Marmoleum met Topshield2 biedt een perfecte basis voor uw hygiëneprogramma, is bacteriostatisch en bestendig tegen veel vlekkenveroorzakers. Marmoleum met Topshield2 hoeft niet initieel gepolymeerd te worden en is altijd te repareren, ook plaatselijk. In combinatie met een goede vuilvanger en het juiste onderhoudsregime is Topshield2 voor uw school een hele logische keuze.

Nooit meer vieze luchtjes in het toilet

Gratis School Vloerwijzer

Sommige scholen kampen met geuroverlast in hun sanitaire ruimtes. Dit probleem ontstaat onder andere doordat urine in de naden of de vloer trekt. Het probleem is zelfs zo serieus dat kinderen soms niet meer naar het toilet willen. Speciaal hiervoor biedt Forbo de collectie Sanitair Vinyl voor Scholen. Meer weten: stuur een mail o.v.v. Sanitair Vinyl naar contact@forbo.com.

Een unieke gids die inzicht geeft in de kwaliteiten, eigenschappen en (levenscyclus-) kosten van verschillende soorten vloeren, en de aandachtspunten die voor een school belangrijk kunnen zijn zoals gezondheid, (binnen)milieu en akoestiek. Zo kunt u zelf de vloer kiezen die past bij uw wensen en eisen, maar ook bij uw organisatie en visie op onderwijs.

☞ Wist u dat Forbo een Ontwerp­ Forbo is ook te vinden op Facebook en Pinterest, wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen, like ons dan op: www.facebook.com/forboflooringnl

service heeft? Onze vloerontwerper komt bij u langs en maakt in overleg een vloerontwerp op maat.

✉ Interesse?

stuur een mail naar contact@forbo.com o.v.v. Vloerwijzer.

creating better environments

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 67

Forbo_AD_Primair_onderwijs_201x271_2014.indd 1

23-09-14 11:12

06-03-14 14:00


het atelier

Stadskantoor | Vlaardingen In 2009 won architectenbureau Kraaijvanger de prijsvraag voor het nieuwe stadskantoor in Vlaardingen, een oude stad die uitgegroeid is tot een forensen satelliet ten westen van Rotterdam. Het nieuwe gebouw moest het bestaande kantoor uit de zeventiger jaren naast het oorspronkelijke vroeg 17e eeuwse stadhuis dat in de 50-er jaren geïntegreerd is in een raadsgebouw gaan vervangen. Na het afronden van het definitieve ontwerp, zette een wijziging in het lokale politieke spectrum aan tot heroverweging van de omvang – en daarmee het budget voor het project. In een verrassende haalbaarheidsstudie bewees Kraaijvanger dat het gebruik van de bestaande structuur – ondanks het strenge uiterlijk – kan resulteren in een gebouw dat er uit ziet als ‘nieuw’, maar dat technisch geavanceerder en milieuvriendelijker kan zijn dan een nieuwe structuur omdat meer materiaal op haar plaats zou blijven. De opdrachtgever accepteerde een vermindering van het netto vloeroppervlak. Kraaijvanger stelde als oplossing voor het herpositioneren van het gebouw in de stedelijke context door het creëren van een dubbelhoge publiekshal - een ruimte essentieel voor een stadhuis. Het bestaande gebouw is volledig gestript en alle overbodige variaties vanaf niveau 4 zijn verwijderd om een samenhangend volume te creëren. Om het blok is een nieuwe gevel gewikkeld – goed geïsoleerd en voorzien van driedubbele beglazing met een optimale licht- en

Opdrachtgever Gemeente Vlaardingen

Architect Kraaijvanger, Rotterdam

Bruto vloeroppervlak 7600 m²

Foto’s Ronald Tilleman

68

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 68

schooldomein

warmteregeling. De ‘slotgracht’ rondom het gebouw is gedempt. Er is een nieuwe hal toegevoegd aan het bestaande volume. Deze hal, volledig geconstrueerd uit Europees hout, is publiek en transparant met als resultaat een overdekt plein grenzend aan het raadsgebouw. Er zijn C2C materialen toegepast: voor de buitenkant is rode baksteen hergebruikt. De bestaande borstwering van Duits kalksteen is opnieuw gebruikt voor het binnenste blok en de plint. Een volledig glazen brug – een eerbetoon aan de glazen brug van het kantoorgebouw van Kraaijvanger uit de jaren 90 – verbindt het kantoor met het raadsgebouw. De lagere daken zijn bedekt met mossedum om de warmtelast te reduceren en het regenwater op te vangen, terwijl het een mooi groen oppervlak biedt. Goed geïsoleerd, balanceert het gebouw de energie voor verwarming en koeling door middel van seizoenopslag, gebaseerd op lage temperatuursystemen. De ventilatie is CO2 gestuurd en de LED verlichting reageert op daglicht. Na het verlagen van het gehele gebouw – ingegeven door de context – is alle technische apparatuur, die normaal gesproken op het dak wordt geplaatst, georganiseerd en verborgen onder een technische kroonlijst. Het volledige oppervlak van de bovenste verdieping zal worden bedekt door de nieuwste generatie PV-cellen, wat bijna de helft van het jaarlijkse energieverbruik van het gebouw oplevert.

oktober 2014

23-09-14 11:12


column Waar drinkt u koffie uit?

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. www.alzheimer-nederland.nl

fizz.nl

Een tijd geleden vroeg een basisschool ons om hen te helpen met het invoeren van passend onderwijs. Een mooie vraag vond ik, zeker voor een veranderaar die eeuwen geleden een blauwe maandag voor de kleuterklas heeft gestaan…. Samen met mijn collega ben ik aan de slag gegaan met dit basisschoolteam. In mijn optiek zegt de kwaliteit van de relaties binnen een team heel veel over de werkkracht die dat team kan genereren. En verder is essentieel: hoe zijn de leerkrachten verbonden met hun primaire taak, het ondersteunen van de ontwikkeling van kinderen? Kunnen ze naar zichzelf kijken bij het vervullen van die taak? Wij geloven dat er in teams meer kennis en kunde aanwezig is dan de teamleden vaak zelf beseffen. Expertise en talenten die leerkrachten als individu in de klas wel inzetten maar vaak niet delen met elkaar. Wat er nodig is om het lichtje daarop te laten schijnen! Dat zien wij als onze taak. Daar voegen wij graag iets toe aan teams op basisscholen. Welke talenten laat jij in je kofferbak van je auto achter als je het schoolgebouw binnen gaat? Zo’n vraag prikkelt leerkrachten. Wat is je kracht en waar zit jouw bezieling? En is die veranderd sinds je in het onderwijs werkt? Dit soort vragen brengt vaak prachtige talenten boven tafel. Die soms heel onwennig en schoorvoetend worden gedeeld. Zo wist een leerkracht als geen ander rust bij kinderen te brengen. In haar privéleven doet ze ook niet anders voor haar buurjongen met autisme. Een andere leerkracht had met dementerende ouderen gewerkt. Haar kracht is, kunnen zien wat iemand wel kan. Allemaal prachtige talenten: het uitspreken ervan bracht enthousiasme en verbondenheid. Het bracht de teamleden tot zelfreflectie en gaf een andere kijk op elkaar. We hebben uitgebreid stilgestaan bij de vraag hoe we deze talenten binnen de school zouden kunnen inzetten, ten faveure van de kinderen. Zo hebben we gewerkt aan een nog betere voedingsbodem binnen het team voor passend onderwijs.

Onderwijscommunicatie: een vak apart Meer weten over resultaatgerichte marketingen communicatiestrategieën? Neem contact op met Michiel ten Brink van FIZZ (michiel@fizz.nl of bel 0522 24 61 62).

Peter Gelens | directeur en trainer/coach bij AreaConsult | pgelens@areaconsult.nl | 06-51686000

Passend onderwijs kan ‘zacht landen’

Met dit gevoel hebben Alzheimerpatiënten dagelijks te kampen.

FIZZ activeert ondernemende merken

FIZZ14_Advertentie_middelpunt.indd 1

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 69

20-06-14 08:58

schooldomein

oktober 2014

69

23-09-14 11:13


colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, Team BNA Onderzoek, Marc van Leent Redactieraad Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronald Schilt, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Marc van Leent Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95

Foto: LIAG

E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel,

2

tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor

Ontcijferen

alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd.

In november rolt nummer twee van deze jaargang weer in uw bus met als thema Ontcijferen. Ontcijferen ligt in de lijn van ontknopen en ontvlechten. Nieuwe financiële constructies, bijzondere leeromgevingen en verrassende inpassingen in een stedelijke omgeving. Ontcijferen dus! • Twee IKC’s op één plein: op het Hygieaplein in Amsterdam Zuid zijn twee IKC’s geopend. Hoe werken ze samen? • Kwaliteit vloer levert bijdrage aan een effectieve leeromgeving: resultaten expertmeeting Forbo met gebruikers en experts. • Meer kansen door krachtenbundeling: overheid, zorgaanbieder en maatschappelijke organisaties over de nieuwe kansen binnen het sociale domein. • Fusieproces voetbalverenigingen Nieuwegein: de herstructurering van een sportpark prikkelt verenigingen om verregaand samen te werken. • Nieuw Integraal Kindcentrum in Het Festival in Zwolle: BDG Architecten vertaalde de gezamenlijke visie van de gebruikers. • Van een vervallen pand tot een sprankelend paviljoen: Vernieuwd medisch kinderdagverblijf De Vuurtoren kreeg als thema voor het interieur zee en strand mee. • Transparantie in NBD Biblion Zoetermeer: energiezuinige nieuwbouw met een open structuur.

Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 64,50, voor losse nummers e 6,95 incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor het plaatsen van advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met André van Beveren van Recent BV, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. tel. 020-3308998, fax 020-4204005. Email: andre@recent.nl of info@recent.nl; website: www.recent.nl. Ook voor plaatsing van banners, buttons en overige informatie kunt u bellen met Recent BV. Of stuur een email naar één van de genoemde adressen. De advertentietarieven van Schooldomein zowel als voor de website vindt u op www.recent.nl en www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ ondernemers in marketing & communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: STALAD Onderwijsinrichting, EromesMarko, SMT Bouw & Vastgoed, Ecophon, Hevo, DGMR, VELUX, Nora Flooring, BNA, Forbo, Bolidt en ICSadviseurs.

70

SDO14_TDS_BW_nr1.indd 70

schooldomein

oktober 2014

23-09-14 11:13


ICSadviseurs De stoel voor alle leef tijden

30 jaar productontw ikkeling Het origineel in aangepast zitmeubilair.

ong eeven aarde zitkwaliteit

De tafel voor eindeloos w erkplezier

Traploos instelbaa r

Maximale on derrijdbaarheid

Altus, de optimale schooltafel.

026 35 12 247 • www.kindermeubilair.nl

SDO14_TDS_COV_nr1_2.indd 2

23-09-14 11:16


magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Thema: Ontwikkelen De Vitale Wijk Monitor als aanjager voor nieuw beleid

Slim aanbesteden door sturen op exploitatiekosten Carolus Borromeus College: Solide onderwijsconcept in solide gebouw

Gezondheidsrisico’s van pcb in gebouwen

jaargang 27 oktober 2014

SDO14_TDS_COV_nr1_2.indd 1

1

Like de Facebookpagina van Schooldomein

23-09-14 11:16


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.