SchoolDomein nr 3 2013

Page 1

Stage Systems

Dansen

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Zingen Spelen Showen

25 jaar scholenbouw

Stralen

25 jaar Schooldomein

Dromen Normaal gesproken

dat kinderen het zelf in elkaar

vraagt het opzetten

kunnen zetten. Alle onderdelen

van een (tijdelijk) podium

zijn gemaakt van uiterst duur-

veel tijd. Maar niet met Stage Systems van

zame materialen. Ook het

Marko. In een kwartier staat er een echt podium.

opruimen gebeurt in ĂŠĂŠn hand -

Zonder gereedschap. De constructie is zo simpel

omdraai: stapelen en wegrijden.

Een leven lang Marko Marko BV Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl

jaargang 25 januari 2013

3

Like de Facebookpagina van Schooldomein


de Kom naar dag op inloopmid 2013 20 maart

Wij weten wat licht voor het onderwijs betekent Voor de verlichting van onderwijsinstellingen kunt u vertrouwen op de jarenlange ervaring van Fagerhult. Met al onze kennis hebben wij een aantal specifieke oplossingen voor het onderwijs ontwikkeld. Wilt u weten wat Fagerhult exact voor u kan betekenen? Vraag dan nu onze vernieuwde brochure Licht en Onderwijs aan! Of kom naar de inloopmiddag op 20 maart 2013 vanaf 14:00 uur. Aanmelden kan via www.fagerhult.nl

NVS leden op Beurs NOT

De NVS, de Nederlandse Vereniging van Schoolmeubelfabrikanten, is de branchevereniging voor in Nederland producerende schoolinrichters. De leden van NVS staan voor kwalitatief hoogwaardige producten en diensten voor het onderwijs. Ontwikkelingen binnen de onderwijsmarkt zijn een voortdurende inspiratiebron voor het ontwerpen van meubilair en het op de markt brengen van inrichtingscomponenten voor de verschillende vormen van onderwijs. De NVS leden heten u van harte welkom tijdens beurs NOT op hun stands. Zij praten u graag bij over de hoe didactische en facilitaire ontwikkelingen binnen het onderwijs te vertalen naar passende inrichtingsconcepten. De NVS leden zijn op de volgende standnummers vinden tijdens Beurs NOT van 22 t/m 26 januari in Utrecht: • • • •

Ahrend 07.B068 Eromes 07.D068 Galvanitas 07.B054 Presikhaaf 07.C068

Wij hopen u te mogen verwelkomen tijdens de NOT!

www.fagerhult.nl



Passend geluk

sophie, de stoel die met uw kind mee groeit

“Uniek

maatwerk”

“Actief zitten” “De stoel voor

alle leeftijden”

Bezoek ons op de NOT van 22 t/m 26 januari 2013. Hal 7 Stand C 118.

Nieuwe Havenweg 5 NL-6827 BA Arnhem t. 026 - 35 12 247 sales@kindermeubilair.nl www.kindermeubilair.nl


VAN DE REDACTIE

25 jaar Schooldomein In de eerste plaats natuurlijk een goed, succesvol en bovenal gezond 2013 toegewenst. Ik hoop op een nieuw jaar waarin we onze maatschappelijke opgave goed kunnen vervullen en de economie weer voorzichtig aantrekt, want we moeten elkaar vooral aan het werk houden. Het wordt het jaar waarin partijen vooral naar de kwaliteit van hun bestaande voorraad gaan kijken. Nieuwbouwopgaven blijven (altijd) bestaan, maar vragen rond het hergebruik of de functionele verbetering van het bestaande vastgoed nemen toe, in combinatie met compacte gebiedsontwikkelingen. En in zo’n turbulent jaar viert Schooldomein haar 25 jarig bestaan. Ik ben er trots op! Ik heb nog eens het eerste nummer uit de kast gepakt, waarin de inmiddels in 2012 overleden oud-staatsecretaris Nel Ginjaar-Maas het belang van minder circulaires en regels van bovenaf en meer beleidsvrijheid op de scholen bepleitte. Dat was in 1987 en alles was nog centraal geregeld. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen kende een Coördinerende Eenheid Huisvesting die alle gebouwen in Nederland bekostigde en jaarlijks bepaalde of een school mocht bouwen. Dat waren de tijden dat dele­gaties van gemeenten en schoolbesturen met flessen wijn richting Zoetermeer togen in de hoop dat een goed gesprek met een aardige ambtenaar tot een hogere klassering op de bouwlijsten zou leiden. Als de overzichten bekend werden waren er veel gemeenten waarin een feestje gevierd werd en net zoveel waar droefenis heerste…en de hoop dat het het volgende jaar wel zou lukken. En je had natuurlijk de regeling algehele aanpassing/ingrijpend onderhoud, waarbij een gebouw na 20 jaar behoorlijk op de schop kon, dus binnen de technische levensduur van 40 jaar. Het was nog voor de volledige doordecentralisatie naar het MBO en Hoger Onderwijs en de partiële doordecentralisatie in het PO en VO. De tijd van

het stimuleren van bestuurlijke en institutionele schaalver­ groting brak aan, sterk gestimuleerd door het Ministerie. Scholen konden geld krijgen als ze gingen fuseren. De idee was dat bestuurlijke slagkracht zou toenemen bij grotere eenheden. Voor de huisvesting braken gouden tijden aan. De ontwerpkwaliteit nam sterk toe binnen een door productie bepaalde samenleving. Het Ministerie riep de Scholenbouwprijs in het leven, om professioneel opdrachtgeverschap te stimuleren. De scholenbouw ging in ontwerp en uitvoering reageren op de noodzaak tot maatschappelijke verbreding. Dat alles vond zijn weerslag in vele duizenden artikelen over gebouwen, inrichtingen, processen en ontwerpen. En nu schrijven we bijna 2013 en vertelt Bob van de Ven in dit nummer dat de schaalvergroting wat is doorgeslagen en de politiek weer van alles vindt over het onderwijs en onderwijshuisvesting. Is dat negatief, is de vraag. Nee, stelt Van de Ven; het illustreert juist dat we in Nederland altijd bezig zijn om de balans te zoeken, maar hem nooit echt zullen vinden. Het is het zoeken naar evenwicht tussen aanbodgestuurd en vraaggericht. Daar zijn we goed in in Nederland. Dat zoeken naar nieuwe vormen binnen onderwijs, zorg, welzijn, sport en cultuur wil Schooldomein de komende jaren graag blijven faciliteren, op weg naar haar 30ste verjaardag. Hoe zou de wereld er dan uitzien? Ten slotte: 25 jaar Schooldomein vieren we uitbundig op de NOT. Van dinsdag 22 tot en met zaterdag 26 januari organiseren we elke dag twee debatten rond onderwerpen die er toe doen. Schooldomein: uw platform in boeiende tijden! Veel leesplezier gewenst! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

Onze visie

Het netwerk

Uw mening

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

schooldomein

januari 2013

5


inhoud

BESTUUR EN BELEID

10

Wereldreiziger in onderwijs

Bob van de Ven : ruim 45 jaar passie en vakmanschap.

14 Tijd voor bezinning en reflectie

Sibo Arbeek en Edward van der Zwaag blikken terug op 25 jaar Schooldomein.

ennisnet presenteert Vier in balans 18 Kmonitor 2012

ICT-potentieel in onderwijs nog niet volledig benut.

20 De stellingen zijn betrokken

Vijf dagen debat en 25 jaar Schooldomein op de NOT.

ONTWERP EN INRICHTING

26 Bouwen voor de Next Generation

Een zoektocht naar nieuwe mogelijkheden voor gebouwen van een nieuwe generatie.

an denken in zorgen naar denken in 30 Vkansen

Talentencampus Venlo: uniek voorbeeld van passend onderwijs avant la lettre.

32 Degelijk vakmanschap verenigd

De NVS debatteert mee op de NOT.

BOUW EN ORGANISATIE

chool voor het speciale 44 Sbasisonderwijs

Verslag van een bijzonder ontwerp voor

36

THEMA

Transformatie en innovatie In deze Schooldomein diepen schoolleiders en marktpartijen het begrip Duurzaamheid wat verder uit. Eigenlijk al een ingesleten begrip dat te pas en te onpas wordt gebruikt. Tijd om er eens wat scherpe geesten op los te laten. Iedereen mocht op drie van de vijf stellingen reageren. 6

schooldomein

januari 2013

De Catamaran in Emmen.

e Ark, een voorbeeld van zorgenvrij 48 Dbouwen en kennis delen

Verslag van een zorgenvrij en risicoarm proces.

51

G ezocht: ambitieuze sponsor

4e Gymnasium biedt honderden topambassadeurs in Amsterdam.

STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

onge architecten verkennen nieuwe 54 Jopgave

Oplossingen voor krimpende scholen in het Noorderland.

getransformeerd 60 Btotelastingkantoor school

Kantoor wordt prachtige onderwijsomgeving voor de Hogeschool van Amsterdam.

62 Bruggen bouwen

Loopbruggen als integraal ontwerponderdeel.


66 Spirituele nieuwbouw Meerwaarde

Het Alhambra als vmbo-school in Barneveld.

FINANCIERING EN EXPLOITATIE

xploitatiescan en praktisch 68 Ehandboek voor kulturhusen

Een boek vol uitstekende recepten voor een optimale exploitatie.

70

M eer dan een club

Sportvereniging Rigtersbleek: voetbalclub, wijkcentrum en re-integratiebedrijf.

leerlingenaantal drukt zwaar 73 Goprillig huisvestingskosten

Modulair bouwen biedt soelaas voor onbeheersbare investerings- en exploitatiekosten.

e agenda voor transformatie en 74 Dinnovatie De Agenda Maatschappelijk Vastgoed 2013.

ieuw jaarprogramma Nederlands 79 NForum voor Onderwijsmanagement NFO ook in 2013 een aantrekkelijk netwerk.

FACILITAIR EN BEHEER

80 Onderwijslogistiek, kunde of magie?

Verslag van een boeiend congres van Untis

Benelux.

ogeschool Rotterdam ondergaat 82 Hmetamorfose

Een gebouw voor 8.000 studenten zo inrichten

dat niemand zich er verloren voelt. Verspreid door deze jubileumeditie van Schooldomein de betrokken blik van ervaringsdeskundigen op 25 jaar scholenbouw en 25 jaar Schooldomein: Paul Doop, Karin van Oort, Marlies Rohmer, Hanja Ooms, Marja van Duin, Marinka Kuijpers, Anne Breems, Lisa van Noorden, Maurice de Hond en Bruno Muts.

Rubrieken 24 Reacties uit ’t veld 84 Het atelier: CSG Liudger 87 Het idee van het AMP Football Team 89 De etalage 90 Vooruitblik naar Schooldomein 4

14 26 62 71 82


Binask lokalen met TopFLEX, het traploos vertikaal te verstellen systeem vanuit het plafond met daarin alle mogelijke energie bronnen inclusief data verkeer. Geen vaste zuilen meer op de vloer waardoor ruimte multifunctioneel gebruikt kan worden Traploos verstelbaar op de gewenste werkhoogte Vanaf een centraal schakelpunt te bedienen en te beheren Keuze schakelaars voor gas en electra inclusief noodstoppen Geen gedraai meer aan gaskranen of spelen met stopcontacten tijdens de theorielessen.

• •

TopFLEX

paring Extra bes en in bouwekosten installati

• • •

Meer informatie over TopFLEX en ons uitgebreide producten aanbod kunt u vinden op onze site: www.schoolpoint.nl.

P.O. Box 474, 7000 AL Doetinchem - NL Vierde Broekdijk 21, 7122 JD Aalten - NL T. +31(0)543 47 47 00 F. +31(0)543 47 42 82 E. info@schoolpoint.nl I. www.schoolpoint.nl

Altijd Top en heel FLEXibel Leerlingensets • Houten meubilair • Kasten • Visuele communicatie • Nevenruimten Collegezalen • Kantoorinrichting • Prakticummeubilair • Maatwerk

Schoolpoint_adv.A5_TopFLEX_2.indd 1

10-04-12 09:21

Ruimte voor Leren en Ontmoeten Bij de realisatie van scholen en ander maatschappelijk vastgoed gaat het om zekerheid. U wilt als opdrachtgever zeker weten dat het te realiseren bouwwerk aan alle eisen met betrekking tot functionaliteit, energieprestatie en veiligheid voldoet. Dat het binnen de afgesproken tijd wordt opgeleverd, strikt binnen budget. Maar u wilt óók exact weten waar u de komende decennia qua exploitatie en beheer aan toe bent. Dat vraagt een ervaren partner met specifieke expertise. Een innovatieve, conceptuele bouwer. SMT Bouw & Vastgoed realiseert voor u ruimte om te leren en te ontmoeten. Meer weten? Op onze website treft u uitgebreide projectinformatie aan.

www.smt-benv.nl


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein! Foto: Kees Rutten

Onderwijsbestuurder Paul Doop De inrichting van onderwijsgebouwen is sterk veranderd. Wie dacht 25 jaar geleden dat we nu niet meer schrijven met een krijtje maar met onze vingers! We werken en studeren via de telefoon, laptop, iPad, via Skype, het web, touchscreens en whiteboards. Dat heeft bij het (ver)bouwen en inrichten van scholen flinke aanpassingen gevraagd van facilitaire en IT afdelingen die een bijna Olympische prestatie leveren om aan alle wensen van de gebruikers te voldoen. Onderwijs ontwikkelt zich van eenvormig naar meervormig, van klassikaal naar individueel, van grootschalig naar meerschalig. Er is een welhaast oneindige behoefte aan contact en interactie tussen studenten, docenten en met elkaar; op een fysieke plek en digitaal. In het huis voor talent ben je veilig, durf je het talent dat je hebt aan anderen te laten zien en gun je elkaar het beste. De nieuwe leer-, werk- en leefomgeving van de school van vandaag kent stilte- en discussieruimtes, studieplekken in

alle soorten en maten, collegezalen en coffeecorners met lunch- en loungebanken. We creëren ‘seats to meet’ als plek voor nieuwe ontmoetingen en werken in projectgroepen aan oplossingen voor nieuwe vraagstukken die in de collegezaal zijn opgekomen. Het samenbrengen van al die onderwijsvormen in het “huis voor talent” biedt daarbij veel voordelen: het stimuleert uitwisseling van kennis, vergroot de kans op nieuwe ontmoetingen en leidt tot meer zichtbaarheid in de samenleving. In de komende 25 jaar zal onze aandacht zijn gericht op verbinden en ontmoeten met als kern: ambitieus onderwijs in een uitdagende en duurzame leeromgeving. Het huis van talent is de school van morgen; een plek waar je wilt zijn om te laten zien wat je kunt en je talenten met anderen wilt delen. Paul Doop is vicevoorzitter College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam en Universiteit van Amsterdam.

schooldomein

januari 2013

9


10

schooldomein

januari 2013


BESTUUR EN BELEID

Meer dan 45 jaar passie en vakmanschap

Wereldreiziger in onderwijs 25 jaar Schooldomein betekent terugkijken in de tijd. Dat doen we met Bob van de Ven. 68 Jaar jong, maar al ruim 45 jaar met passie werkend in het onderwijs. Inmiddels wereldburger met een heldere kijk op het onderwijs in Nederland en Europa. Tekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten

D

rie keer per week rijdt Bob 180 kilometer heen en weer vanuit het Westland naar Ommen. Daar ondersteunt hij de directie van de International School Eerde voor een periode van een half jaar of langer: “Ik ben gevraagd om de organisatie te stroomlijnen en te kijken hoe we het management zo goed mogelijk kunnen invullen. Er was sprake van een duo directiebaan, waarbij 1 directeur weg is. Dat vond het College van Bestuur een mooie aanleiding om wat breder naar de organisatie te kijken.” Bob huist tijdelijk in een prachtig kasteel in Ommen, met een boarding school en half onder de grond een nieuw gebouw dat een half jaar geleden is geopend.

Waar ben je vooral mee bezig? “Nadat ik als voorzitter van het College van Bestuur van het toenmalige STIVKO in Utrecht ben weggegaan, heb ik op verschillende scholen als interim of adviseur gewerkt. Ik werd laatst in een artikel de onderwijs­ dokter genoemd. Zo zou ik mezelf niet willen betitelen, maar ik heb wel heel veel verschillende ervaringen opgebouwd. Zo was ik voorzitter van de Raad van Toezicht van de Cedergroep in Amsterdam geweest, en van het KPOA, het katholiek primair onderwijs in Amersfoort en heb ik bijna een jaar als voorzitter van het College van Bestuur van ROC Rijn IJssel in Arnhem gewerkt. Als je bedenkt dat ik ooit ook rector van het Gregorius College in Utrecht ben geweest en daarvoor algemeen directeur van een instelling voor Volwassenonderwijs in Den Haag dan kun je wel stellen dat ik mijn sporen in het onderwijs heb verdiend.”

Waar liggen je wortels? “Ik ben ooit begonnen als leraar Engels, maar dat duurde maar heel kort. Toen moest ik in militaire dienst. Daarna ben ik leraar Duits geworden. Duits had

ik aan de Vrije Universiteit van Amsterdam gestudeerd. Het is mijn tweede taal en land geworden. Ik voel me enorm verwant met het werk van Bertolt Brecht en ben dan ook praktisch en pragmatisch. Brecht was een echte leraar en in zijn werk kunnen we veel over de leraar vinden. Als voorbeeld een citaat uit zijn Buch der Erfahrung: “Jeder Lehrer muss lernen, mit dem Lehren aufzuhören, wenn es Zeit ist. Das ist eine schwere Kunst”.

Hoe zie je jezelf, na al die jaren in het onderwijs? “Ik zie mezelf vooral als avonturier; ik ben altijd internationaal gericht geweest en heb bijvoorbeeld een appartement in Berlijn, waar ik graag ben. Tegelijkertijd ben ik iemand die graag contacten met mensen maakt, bindend is in groepen en op een natuurlijke manier leiding durft te geven. Maar ik ben vooral een onderwijsdier en loop nog steeds heel graag in een school rond. Ik ben wel meerdere maanden per jaar in het buitenland, om andere landen te adviseren of onderwijscongressen bij te wonen, waar ik veel voor gevraagd word om lezingen te houden. Ik heb veel expertise opgedaan in de rol van de schoolleider in de Europese landen. Zo ben ik voorzitter van het Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement, dat weer onderdeel vormt van het Europese Forum. Daarnaast ben ik ook bestuurslid van de Stichting Internationaal Onderwijs .

Hoe staat het Nederlandse onderwijs internationaal aangeschreven? “Zeker goed. Mondiaal zijn we bij de PISA-scores weliswaar gezakt van een plaats in de top vijf naar de negende plaats, maar Europees staan we tweede, achter Finland. Mondiaal zijn de Aziatische landen sterk in opkomst. Elke drie jaar zijn er PISA-onderzoeken,

schooldomein

januari 2013

11


“Jeder Lehrer muss lernen, mit dem Lehren aufzuhören, wenn es Zeit ist. Das ist eine schwere Kunst”.

12

schooldomein

waarbij de prestaties van 15-jarige leerlingen worden gemeten. Daar scoren we steevast goed. Als ik over ons onderwijs praat, wordt er in het buitenland met bewondering naar gekeken. Dat heeft vooral te maken met de mate van zelfstandigheid en autonomie van de scholen en de besturen. De vrijheid van inrichting van het onderwijs die we kennen gekoppeld aan de zelfstandige rol van de Nederlandse schoolleiders, wordt vaak gezien als een van de succesfactoren waardoor het Nederlandse onderwijs zo goed scoort.

Dat zijn in mijn ogen belangrijke ontwikkelpunten voor het onderwijs. Maar laten we vooral niet vergeten dat wij het in Nederland heel goed doen en dat uit onderzoeken van de Unesco naar het welbevinden van kinderen op scholen blijkt dat Nederlandse kinderen “like school a lot!” en zich heel gelukkig voelen. Een compliment aan onze docenten, die zulk goed werk leveren, is zeker op zijn plaats.”

Hoe kijk jij als ervaringsdeskundige aan tegen de discussies over schaalvergroting en gebrek aan toezicht?

“Uiteraard de vergroting van de autonomie met de daarbij gepaard gaande schaalvergroting in combinatie met de versterking van het schoolleiderschap. Maar ook het feit dat we zijn gaan inzien dat de kwaliteit en professionaliteit van de man en vrouw voor de klas van cruciaal belang zijn. Na de aanvankelijke autonomiegolf zien we dat er de laatste jaren juist weer meer politieke invloed op het onderwijs komt. Aanvankelijk was de politiek minder sturend en lag alles bij de lagere overheden of de scholen zelf. Nu moet het onderwijs weer meer reageren op maatschappelijke ontwikkelingen, terwijl de tools allemaal decentraal liggen, ook financieel door de budgetfinanciering. De rol van de inspectie is ook veranderd. Er wordt nu heel erg gekeken naar de output, maar de onderwijsprocessen en de waardering daarvan blijven onderbelicht. De meetbare resultaten worden gemeten en scholen worden daar op afgerekend. Dat is een trend die doorgeslagen is, vind ik. Einstein schreef al: “Nicht alles, was man zählen kann, zählt. Und nicht alles, was zählt, kann man zählen”. Een mooi motto voor onze inspectie? Waar overigens ook internationaal met bewondering en belangstelling naar gekeken wordt, laten we dat niet vergeten!”

“De schaalvergroting is beslist wat doorgeslagen en in sommige situaties hebben mensen aan het roer gestaan die te weinig aandacht hebben besteed aan de bedrijfsvoering. Het zogenaamde New Educational Governance is nog niet helemaal ingedaald. Raden van Toezicht worstelden aanvankelijk met de mate waarin ze op afstand van het bestuurlijke werk moesten blijven en daardoor is er in sommige gevallen onvoldoende controle en toezicht uitgeoefend. Daar hebben we nu de resultaten van. De zwaarte van de rol van toezichthouder is wat onderschat, maar nu zie je een tendens in de goede richting. Interessant in deze zijn de aanbevelingen die de commissie die de Amarantisproblematiek heeft onderzocht, heeft gedaan. Zij stellen voor dat er meer eisen gesteld moeten worden aan kwaliteiten van de leden van een raad van toezicht.

Wat zou verder een leerpunt voor het Nederlands onderwijs zijn? “Wij hebben in Nederland een prachtig onderwijsniveau ontwikkeld met een goed onderwijssysteem, maar waar wij als klein land in het onderwijs tekort zijn geschoten is de internationale component in het onderwijs. Er zijn heel veel mogelijkheden geweest om de internationale component goed tot zijn recht te laten komen, maar ik vind dat het te weinig gebeurt en dat de politiek en het Ministerie te weinig impulsen op dat gebied geven. Het tweetalig onderwijs in het voortgezet onderwijs krijgt bijvoorbeeld geen voortzetting in de bovenbouw, omdat we dan weer in het keurslijf van het Nederlandse examenprogramma komen. Vooral het IB-programma (internationaal baccalaureaat) zou een uitstekende vooropleiding voor universiteiten zijn en wordt in de hele wereld herkend en erkend. Er zijn ook scholen voor Primair Onderwijs die Engelstalig onderwijs zouden willen aanbieden, maar deze worden geblokkeerd door de huidige regelgeving. Jonge kinderen hebben een enorme potentie om op een natuurlijke wijze tweetaligheid te ontwikkelen. Daar zou ik een lans voor willen breken.

januari 2013

Wat zijn voor jou de belangrijke trends in 25 jaar onderwijs?

En als je vooruit kijkt? “In al die 45 jaar zie je constant het zoeken naar de balans tussen centrale aansturing en autonome invulling van het onderwijs. Daar zijn we als Nederland wel goed in, in het voortdurend discussiëren over die balans en over de wijze waarop we artikel 23, waarin de vrijheid van onderwijs gegarandeerd is, in deze tijd moeten interpreteren. Nu zie je weer een maatschappelijke reactie op meten en weten en wil men weer meer naar de onderwijsprocessen kijken, bijvoorbeeld in relatie tot opvoeding en ontwikkeling van het kind tot een mondige burger. Het vertrouwen is er dat de balans steeds gezocht wordt en doordat we nooit helemaal in balans zullen zijn, blijft ons Nederlandse onderwijs constant in beweging. Een beweging die ook verdere ontwikkeling garandeert. Voor meer informatie mailt u naar Bob van de Ven: bobven@planet.nl.


Hoe goed heeft u het beheer en onderhoud van uw gebouwen geregeld? Loopt u tegen duurzaamheid vraagstukken aan? Heeft u ooit gedacht aan ondersteuning door experts om zodoende kwaliteit te waarborgen en kosten te besparen? Raderadvies B.V. kan u wellicht ondersteuning bieden! Raderadvies B.V. is een onafhankelijk adviesbureau, gespecialiseerd in onderhoud en beheer van gebouwen. Onze diensten: • meerjaren onderhoudsbegrotingen (MJOB) • conditiemetingen NEN 2767 en Rgd BOEI • duurzaamheid, energie en binnenmilieu advies • online gebouwbeheer

Wij zijn 16, 17 &18 januari te vinden op de Vakbeurs Facilitair en Gebouwenbeheer op standnummer: 1.026.

• oppervlaktemetingen NEN 2580 • ondersteuning technisch beheer • begeleiding renovatie- en onderhoudsactiviteiten

Raderadvies B.V. werkt door heel het land voor schoolbesturen, gemeenten, corporaties en overheid. Onze medewerkers zijn NVDO, RgdBOEI of COMOG gecertificeerd. Bent u benieuwd wat Raderadvies B.V. voor u kan betekenen? Neem dan geheel vrijblijvend contact op, of bekijk onze website: www.raderadvies.nl

winnaar scholenbouwprijs 2002

De vijver Den Haag

De Combinatie vlissingen

winnaar scholenbouwprijs 2008

nominatie scholenbouwprijs 2006

De matrix HarDenberg

Raderadvies B.V. Stationsstraat 28 5261 VB Vught 073 - 544 2000 info@raderadvies.nl www.raderadvies.nl

Het speCtrum Den Haag

architectenbureau marlies rohmer maakt sinds 25 jaar prachtige, warme, duurzame scholen voor en met de

www.rohmer.nl

gebruikers, leerkrachten, schooldirecties, schoolbesturen en gemeentes. Elke school is een maatkostuum en tevens flexibel genoeg om alle veranderingen in zich op te nemen. (Ver)bouwen? Neem eens vrijblijvend contact op.

info@rohmer.nl 020 - 419 00 86


25 jaar Schooldomein

Tijd voor bezinning en Edward van der Zwaag kwam namens de leden van de redactieadviesraad het bureau binnenlopen met een goede fles wijn voor hoofdredacteur Sibo Arbeek en een bos bloemen voor het Schooldomeinteam. Vervolgens trok hij Sibo een kamer in en ging het gesprek tussen beiden over 25 jaar Schooldomein, de lessen uit het verleden en een doorkijk naar de toekomst.

Tekst Edward van der Zwaag Foto’s Jolijn Pelgrum

Man; hoe is het jou gelukt om zo lang hoofdredacteur te blijven? ‘Tsja, ik vind het nog steeds een feestje om er mee bezig te zijn. Het is elke keer weer een uitdaging om een actueel thema te bedenken. Dat doe ik dan met de redactieraad en met Brenda Breems, Paul Voogsgerd en de mensen van Fizz in Meppel. Daarbij is een vorm van totale bewustwording nodig om een bladformule op zeer hoog niveau in de markt te houden. Ik ben er dag en nacht op een prettige manier mee bezig. Als ik naar programma’s

14

schooldomein

januari 2013

kijk, kranten lees en met mensen uit het werkveld praat. Ik ben ook altijd enorm nieuwsgierig naar de drijfveren van mensen, of het nu bestuurders, managers, docenten, architecten of commerciële aanbieders zijn. Iedereen wil graag een visie verbeelden in wat hij of zij doet. Schooldomein is een prachtig middel om netwerken en relaties te ontwikkelen en te koppelen. En ik ben trouw in mijn relaties, zowel privé als zakelijk. Daarom werk ik na al die jaren nog steeds zo goed samen met de drukker en uitgever van Schooldomein Henrico ten Brink en het bureau


BESTUUR EN BELEID

Sibo, vind je dat de titel Schooldomein nog wel de inhoud dekt? “Je hebt gelijk. Eigenlijk is de titel een discussie waard. Is het nog wel Schooldomein? Maar een titel die bekend is, kun je eigenlijk niet veranderen omdat de naam eigen is geworden. Ik heb dat proberen op te lossen met de onderkoppen zorgdomein, sportdomein en wijkdo­ mein waardoor het een magazine is voor de perfecte leer- en leefomgeving. En vroeger was de uitleg van Schooldomein letterlijk Het domein op de school. Nu leg ik het veel meer uit als de samenscholing van mensen rond een bepaald domein. En dat domein beweegt mee met veranderende vragen. Dus in zekere zin is de naam Schooldomein nu weer heel actueel.”

Edward, wat vind je van het blad als je het krijgt?

reflexie Recent, dat onze sponsors en adverterende bedrijven zo goed mogelijk bedient. Maar nu heb ik een vraag voor jou, Edward.”

Wat vind jij als redactieraadlid van Schooldomein en welke ontwikkeling zie je? “Schooldomein loopt voor mij ook al lang mee. Ik heb als schooldirecteur ooit een artikel geplaatst gekregen over houten tafels die ik op schoolpleinen in Scandinavië tegen kwam. Als ik naar de ontwikkeling van Schooldomein in al die jaren kijk, is die waanzinnig. Als je ziet waar je ooit mee begonnen bent. Dat was bijna een stencil. Moet je kijken waar je nu staat; 25 jaar later. Het is een prachtig magazine, waarbij de foto’s prikkelen en ondersteunend aan het artikel zijn. Mooi vind ik de koppeling tussen een goed lezend artikel met een mooie kop en goede foto’s die voor een eenheid zorgen. Ook is er in de loop van de jaren een flinke diversiteit in type artikelen ontstaan. 25 Jaar geleden ging het alleen maar over scholen en wet- en regelgeving, nu zie je dat het blad veel breder gericht is, met artikelen over maatschappelijk vastgoed, locaties, gemeentehuizen, zorg, ruimtelijke ordening en hergebruik.

“Ik vind de verhouding tussen adverteerders en redactie knap. Advertenties spelen een niet te opvallende rol, zijn op een aantrekkelijke manier aanwezig en versterken de redactie. De artikelen zijn van een hoog redactioneel niveau, waarbij de naam van een bedrijf op een bescheiden, maar duidelijke manier gecommuniceerd wordt. Ik vind de teksten soms nog wat te lang. Houd die kort. Mensen lezen minder teksten en kijken eerst naar de foto’s. We leven nu in een tijd van beeldbeleving, waarbij je krachtige teksten moet schrijven. We komen uit een tijd dat we veel lazen en bij lange teksten soms een enkele foto geplaatst werd. Als je de eerste nummers bekijkt vraag je je af hoe lezers ooit door die lappen tekst zijn gekomen.”

Als ik naar de ontwikkeling van Schooldomein in al die jaren kijk, is die waanzinnig. Als je ziet waar je ooit mee begonnen bent. Dat was bijna een stencil.

Laten we eens nadenken over de toekomst voor Schooldomein. Is die er? “Als ik heel eerlijk ben Sibo, denk ik over een aantal jaren niet meer in deze gedrukte vorm. De maatvoering kan anders worden, veel kleiner. Ik denk dat we veel meer gaan doen met de digitale teksten. Mijn zorg is wel dat het steeds meer een fotoblad wordt dan een redactioneel blad. Ik blader er doorheen, tref schitterende foto’s en moet me erop wijzen dat ik ook de artikelen wil lezen. Misschien ga je straks wel met een digitale pen over de afbeeldingen en krijg je er vervolgens achtergrondteksten bij. Of kun je bij het aantippen van een foto een digitaal fotoalbum bekijken, waarbij je in 3D ook de ruimtelijke vertaling van een ontwerp ziet, met een verwijzing via google -earth. Of tik je een quote aan en word je vervolgens via de gebruiker door het gebouw geleid.”

Wat vind jij als hoofdredacteur? “De kracht van Schooldomein is dat het gratis is en gestuurd wordt naar een totaal bereik van 16.000 adressen. Elke school, elke gemeente, elke architect en corporatie en heel veel marktpartijen krijgen het blad. Elke school die gaat (ver)bouwen ziet Schooldomein. En dat

schooldomein

januari 2013

15


gekoppeld aan een goede redactionele formule. Daar kan geen enkel ander blad aan tippen. Veel marktpartijen denken dat adverteren in een blad minder exposure heeft. Maar wij kunnen elke partij aan tafel krijgen, kunnen goede voorbeelden beschrijven, zijn benieuwd naar innovaties en gebruikservaringen. En Schooldomein heeft een website, een facebookpagina en een linkedin-groep. Kortom; we zijn een platform waaraan elke organisatie en bedrijf eigen doelstellingen kan hangen. Dus ik denk dat er een basis blijft voor een blad met good practises, waar markt en gebruikers bij elkaar komen op een goed niveau. Schooldomein is scherp, hoogwaardig en onderscheidend. Die positie hebben we na 25 jaar bereikt, we moeten er wel elk nummer weer keihard voor knokken. En het kan natuurlijk altijd nog beter.”

Ten slotte, waarom werk je in het blad met columns en rubrieken als de Verbeelding “Architectuur is het accentueren van de ruimte. Dat is feitelijk waar, maar ook een hele mooie gedachte. Omdat mensen de drang hebben iets te creëren, gebeurt er iets in de fysieke en spirituele ruimte. En dan ontstaat er energie tussen mensen. Ik vind het belangrijk om dat gedachtengoed van mensen te verbeelden. Omdat een product als een meubel, een installatie, een akoestisch

16

schooldomein

januari 2013

plafond of een vloer ook iets vertelt over de manier waarop mensen met elkaar willen werken, leven en leren. Dat wordt in de tijd tijdelijk bepaald door waarden en normen, wet- en regelgeving en financiering. Het mooie van economie is dat mensen willen innoveren en dat vertaalt zich op alle niveaus. Wat is er nu mooier dan een blad te maken die deze ontmoetingen op al die niveaus mogelijk maakt? Daarom vind ik good practises ook belangrijk. Mensen vragen wel eens waarom Schooldomein zo weinig aandacht besteed aan slechte gebouwen en falende wethouders die hun afspraken niet nakomen. Natuurlijk is dat belangrijk. Maar er zijn zoveel wethouders, schooldirecteuren, architecten, adviseurs en leveranciers die willen bewijzen dat samenwerking tot goede oplossingen kan leiden. Juist in deze lastige tijd, waarin iedereen de vinger op de knip lijkt te houden, is een platform nodig waar positieve energie een kans krijgt. Omdat we elkaar weer die beweging in moeten trekken. Stilstand, zeker ook in innovaties en conceptontwikkelingen, is heel erg achteruitgang. Dus daarom vind ik Schooldomein er toe doen en zie ik met vertrouwen de volgende jaren tegemoet” Sibo Arbeek is naast hoofdredacteur van Schooldomein ook partner van ICSadviseurs. Edward van der Zwaag is onderwijskundige en communicatieadviseur.


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein! Foto: Kees Rutten

CvB-voorzitter Karin van Oort Mijn lagere school was gevestigd in een zeer indrukwekkend gebouw. Als kind was ik niet de kleinste, maar naar buiten kijken was niet mogelijk. De hoge ramen waren voorzien van matglas. Geen contact met de buitenwereld, want ook naar de gang was er geen raam. De moderne gebouwen zijn natuurlijk anders. In onze stichting is de nieuwe Joseph-school een transparante school. Bij aankomst kan je helemaal in het gebouw kijken. Je ziet de ouders hun kinderen bij de juf of meester afleveren. Je ziet de leerlingen in het lokaal en een aantal lokalen heeft een directe deur naar het speelplein. Veel ruimtes zijn multifunctioneel. De hal is ook een theater, de trap is ook een tribune. Leerlingen bereiden zich voor op de toekomst, het gebouw ook. Een aantal lokalen

kan ook omgebouwd worden tot woningen. Hiermee is de omvang van de school ook flexibel. Het belangrijkste voor schoolgebouwen in de toekomst is dat ze ingericht zijn zodat leerlingen kunnen leren volgens moderne wetenschappelijke inzichten. Het leerproces moet nauw bij de individuele leerling aansluiten. Een gebouw moet dus juist ruimte bieden en flexibel zijn. Daarnaast leren leerlingen het best in context, dus moet een school een open verbinding hebben met de wereld er omheen. Karin van Oort is voorzitter van het College van Bestuur van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden.

schooldomein

januari 2013

17


Kennisnet presenteert Vier in balans monitor 2012

Potentieel van ict in onderwijs

Kennisnet heeft recent de Vier in balans monitor 2012 gepresenteerd. De monitor maakt inzichtelijk op welke wijze ict het leerrendement en de doelmatigheid van het onderwijs kan verbeteren. Wat zijn de belangrijkste observaties?

Tekst Claire Verhage

Z

owel leraren als managers zijn van mening dat de inzet van ict de kwaliteit van het onderwijs verbetert. Ruim 80% van hen vindt dat de komst van ict in het onderwijs leraren stimuleert om opnieuw na te denken over hun manier van lesgeven. Tegelijkertijd lijkt ict gebruik in het leren te stagneren. Daarnaast blijkt dat er in de meeste gevallen geen wezenlijke verandering is in de didactische aanpak van de leraar. Ook heeft het onderwijs behoefte aan meer digitaal lesmateriaal. De tiende editie van de monitor laat zien dat de mogelijkheden van ict in het onderwijs beter benut kunnen worden.

Motivatie Ict in het onderwijs bevordert motivatie, leerprestaties en een efficiĂŤnter leerproces, zo is veelvuldig aangetoond in wetenschappelijk onderzoek. Voor het eerst is in de Vier in balans monitor naast ict in het leren aandacht voor de impact van ict op de doelmatigheid van de onderwijsinstelling. Kennisnet verwacht dat de inzet van ict kan leiden tot een betere sturing, tijdsbesparing, meer transparantie en een hogere professionaliteit van zowel de professional als de organisatie. Dat gaat niet

18

schooldomein

januari 2013


BESTUUR EN BELEID

nog niet volledig benut Over Kennisnet Kennisnet is de publieke ict-partner die met expertise, voorzieningen en innovatie instellingen en sectoren in het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs in positie brengt om maximale kracht uit ict te halen. Kennisnet laat ict werken voor het onderwijs.

vanzelf, leraren en managers zullen de handen ineen moeten slaan om daarin succes te boeken.

Verbeteren in kleine stappen Voor de Vier in balans monitor heeft Kennisnet managers gevraagd naar de reden voor gebruik van ict. De meerderheid van de instellingen zet ict in om het onderwijs met kleine stapjes te veranderen en te verbeteren. Eén op de tien instellingen in het primair onderwijs, één op de vijf in het voortgezet onderwijs en één op de vier instellingen in het mbo heeft de ambitie om het onderwijs met ict ingrijpend te veranderen. De resterende instellingen zetten ict in binnen het huidige onderwijsconcept.

Verschil in perceptie ict-vaardigheden Leraren vinden dat ze beter op de hoogte zijn van icttoepassingen en dat hun vaardigheden zich ten goede hebben ontwikkeld. Managers schatten deze ontwikkeling minder positief in. Dit verschil in perceptie geeft de noodzaak aan voor managers en leraren om samen op te trekken en heldere afspraken te maken over de gewenste ontwikkeling binnen de onderwijsinstelling. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Claire Verhage: 079 32 96 555 pers@kennisnet.nl

• Door ICT-inzet neemt de doelmatigheid van de organisatie toe. • ICT verbetert de kwaliteit van het onderwijs • ICT stimuleert leraren om na te denken over hun manier van lesgeven • ICT-gebruik stagneert in het leren • Didactische aanpak van de leraar verandert niet • Onderwijs heeft behoefte aan meer digitaal lesmateriaal

schooldomein

januari 2013

19


Bezoek de debatten op de NOT

De stellingen zijn betrokken Nog even en dan gaat het los: 25 jaar Schooldomein op de NOT en elke dag een debat rond een aansprekend thema. Hierbij meer informatie over de thema’s, sprekers en stellingen. En de Scholenbouwprijs 2013 komt er aan! Tekst Sibo Arbeek

H

et belooft een leuke week te worden op de NOT. Elke dag worden op het Podium Bouwen aan de Toekomst op de beursvloer in hal 7 twee debatten georganiseerd onder leiding van drie ervaren debaters. Dat zijn Edward van der Zwaag, Robbert Coops en Sibo Arbeek. In onderstaand schema ziet u bij welke debatten u aan kunt schuiven, maar geeft u zich nog wel even op (zie aanwijzing onder aan het artikel):

wordt een verslag gemaakt dat in de volgende Schooldomein te lezen is. Hieronder volgen per thema alvast twee stellingen als opwarmers: De openluchtschool revisited: 1. N og steeds het beste voorbeeld van pedagogiek vertaald in huisvesting. 2. Een totaal achterhaald concept als je ziet welke enorme vlucht scholenbouw heeft genomen.

Datum

Tijdstip

Thema

Dinsdag 22 januari

10.30 - 12.30 uur

De Openluchtschool revisited

Dinsdag 22 januari

13.30 - 15.30 uur

De duurzame school

Woensdag 23 januari

10.30 - 12.30 uur

Scholenbouwprijs 2013 (onder voorbehoud)

Woensdag 23 januari

13.30 - 15.30 uur

Hergebruik en renovatie voor onderwijs

Donderdag 24 januari

10.30 - 12.30 uur

Inrichting en uitstraling van een succesvolle leeromgeving

Donderdag 24 januari

14.00 - 16.00 uur

Feestelijke bijeenkomst 25 jaar Schooldomein - verleden, heden en toekomst

Donderdag 24 januari

16.00 - 18.00 uur

Netwerkborrel 25 jaar Schooldomein

Vrijdag 25 januari

10.30 - 12.30 uur

Innovatief aanbesteden voor onderwijs

Vrijdag 25 januari

13.30 - 15.30 uur

Financiering en exploitatie van onderwijshuisvesting

Zaterdag 26 januari

10.30 - 12.30 uur

Facilitaire organisatie voor het onderwijs

Zaterdag 26 januari

13.30 - 15.30 uur

Onderwijshuisvesting in de breedte

Het debat Het debat voeren we aan de hand van enkele stellingen, maar het is nadrukkelijk de bedoeling om de toehoorders mee te laten debatteren. Neemt u dus vooral ook eigen stellingen mee. Er is een zaalmicrofoon en de setting is compact. Van de bijeenkomst

20

schooldomein

januari 2013

De duurzame school: 1. D uurzaamheid is eigenlijk geen issue meer, omdat het overal al wordt toegepast. 2. D e meest duurzame school moet nog worden gebouwd.


THEMA Nieuwe vormen

Scholenbouwprijs 2013: 1. Het is goed dat het rijk de scholenbouwprijs weer organiseert. 2. Professioneel opdrachtgeverschap is de beste garantie voor een goed schoolgebouw.

Inrichting en uitstraling van een succesvolle leeromgeving 1. I nrichting is veel bepalender voor het leerklimaat dan de buitenkant van het gebouw. 2. J e moet een inrichtingconcept voor maximaal vijf jaar bedenken en uitvoeren.

Hergebruik en renovatie voor onderwijs: 1. Nieuwbouw is uit, renovatie is in. 2. Renovatie is geen doel op zich, maar net als nieuwbouw een middel om een goed doel te halen.

Innovatief aanbesteden voor onderwijs 1. Traditioneel aanbesteden is in deze markt de beste garantie voor succes. 2. J e moet eerst weten wat je wilt, dan rolt daar vanzelf een aanbestedingsvorm uit.

Podium Bouwen aan de Toekomst

schooldomein

januari 2013

21


22

schooldomein

januari 2013


ONDERDEEL BESTUUR EN BELEID Deelnemers per thema:

Financiering en exploitatie van onderwijshuisvesting 1. A ls de exploitatie niet doorgerekend is, moet je niet aan financiering willen denken. 2. E xploitatie is per definitie onzeker en moet je niet verwarren met een beslissing om te investering. Facilitaire organisatie voor het onderwijs 1. O nderwijs is steeds meer een dienstverleningconcept, dus een facility geworden. 2. O nderwijs kan voor wat betreft facilities nog veel leren van commerciële organisaties. Onderwijshuisvesting in de breedte 1. D e school als gebouw heeft zijn langste tijd gehad. 2. O nderwijs is de best denkbare drager voor een geslaagd multifunctioneel concept.

Dus kom naar de NOT en registreer u nog even snel. Ruim 300 deelnemers aan de debatten zijn u inmiddels voorgegaan: Uw gratis entreekaarten kunt u aanvragen via de link op onze website www.schooldomein.nl of via de website van de NOT: www.not-online.nl.

De openluchtschool revisited Da Vinci College Marloes de Vries Abbink de Haas Architectures Micha de Haas CBE Wik Jansen Purmerendse Scholengroep Dick de Groot Landelijk Steunpunt brede scholen Yvette Vervoort ICSadviseurs Hidde Benedictus De duurzame school Ahrend Diana Seijs BRTA Erik van Wel Agentschap NL Irma Thijssen ROC Friese Poort Jaap van Bruggen Merosch Ronald Schilt Da Vinci College /Gemeente Dordrecht Rein Meester Draaijer en Partners Hetty van der Pennen Arcadis Peter Loggere LIAG Architecten en Bouwadviseurs Thomas Bögl ICSadviseurs Jan Willem van Kasteel Hergebruik en renovatie voor onderwijs Atelier PRO Alex Letteboer JHK Architecten Chris de Jonge Gemeente Hollands Kroon Jan Steven van Dijk Avantage Training en Advies Peter Reijers Jeanne Dekkers Architectuur Jeanne Dekkers Arconiko Architecten Frido van Nieuwamerongen Dolf Broekhuizen architectuurhistoricus Dolf Broekhuizen Arcadis Miranka van Loo Haagse Hogeschool Ruud van Wezel ICSadviseurs Jan Remijnse Inrichting en uitstraling van een succesvolle leeromgeving Atelier PRO Dorte Kristensen LIAG Architecten en Bouwadviseurs Erik Schotte Ecophon Guus Klamerek Kunst en Bedrijf Gaby Prechtl De Grote Lijnen Judith Donkers Eromes Johan van Helden Lisa van Noorden Concept & Design Lisa van Noorden Architectenbureau Marlies Rohmer Marlies Rohmer O4NT Maurice de Hond ICSadviseurs Merel de Boer Innovatief aanbesteden voor onderwijs Ahrend Frans Schelen Lithos Bouw & Ontwikkeling Michiel Wijnen Arcadis Michiel Otto Vaxa Erick Wuestman Atelier PRO Ernstjan Cornelis Fledderus Consult Theo Fledderus Vaessen BV Tom Haagmans ICSadviseurs Alfred Bakker Financiering en exploitatie van onderwijshuisvesting M3V Harry Vedder PO-Raad Wim Lengkeek SP Architecten Hester Wessels Andere Blik Gertjan Kleinpaste Ruimte OK Jan Schraven Stichting Conexus Toine Janssen ICSadviseurs Martijn Ahlers Facilitaire organisatie voor het onderwijs Spreken en debatteren Edward van der Zwaag De Wijkplaats Marc van Leent ICSadviseurs Tanneke Willems Onderwijshuisvesting in de breedte Andere Tijden voor Onderwijs en Opvang Anki Duin Spreken en debatteren Edward van der Zwaag Ruimte OK Marco van Zandwijk Niekée Sjef Drummen Wittering.nl Ton van Rijn Jeanne Dekkers Architectuur Helga Snel ROC van Amsterdam Ralph van Gastel ICSadviseurs Annet de Rooy

schooldomein

januari 2013

23


reacties uit ‘t veld In de rubriek ‘Reacties uit ’t veld’ luchten lezers hun hart. In dit nummer de casus van Hielke Doetjes, directeur van Ebs De Rots in Ede. In de volgende Schooldomein reageert een deskundige op de inhoud van deze casus.

Beste redactie van Schooldomein, procedures en hobbels heeft het tot augustus 2011 geduurd voordat De Bongerd eindelijk kon verhuizen naar het nieuwe gebouw. Wij kregen toen de beschikking over het oude gebouw, met alle lusten en lasten! Al die jaren is er, in afwachting van de nieuwbouw, geen of minimaal onderhoud gepleegd aan het gebouw. Wij zijn met man en macht bezig geweest en nog, om het gebouw een vriendelijker en verzorgde uitstraling te geven. Met gepaste trots kunnen wij stellen dat wij er met veel eigen inspanningen grotendeels in geslaagd zijn. In ieder geval wat het uiterlijk van het gebouw binnen betreft.

Met veel interesse lees ik uw magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving. Geweldige initiatieven, prachtige gebouwrealisaties. Kortom TOP! Het verbaast mij echter wel dat ik nooit iets lees over onderhoudsachterstanden, schoolgebouwen die aan hun lot worden overgelaten en inspanningen van gebruikers om “er het beste van te maken”. In zo’n situatie verkeren wij namelijk. In augustus 2010 startten wij met een nieuwe basisschool, Evangelische basisschool De Rots, in Ede. De gemeente Ede bood ons, na de toestemming van het ministerie voor de start van de school, huisvesting aan in het gebouw van Obs de Bongerd. Wij kregen enkele lokalen toegewezen in dit, uit de 70’er jaren stammende gebouw. Stichting Proominent, bestuur van de Bongerd en de gemeente Ede waren ± 8 jaar eerder gesprekken gestart over nieuwbouw van de school. Door allerlei ambtelijke

24

schooldomein

januari 2013

De onderhoudsachterstanden zijn helaas niet opgelost: • Het gebouw is niet geïsoleerd, gevolg hoge stookkosten en een zeer kwetsbaar binnenklimaat. • Een al jaren afgeschreven dakbedekking waar lekplekken als noodreparaties zijn uitgevoerd. • Een riolering die verouderd is en regelmatig verstopt raakt (hemelwater- en sanitair­ afvoer zijn niet gescheiden). • Sanitaire voorzieningen die niet geoptimaliseerd zijn en dus veel onnodig waterverbruik tot gevolg hebben. • TL-verlichting met een behoorlijk hoog energieverbruik. • Een schoolplein dat op veel plaatsen verzakt is. De toekomst van het schoolgebouw is afhankelijk van de groeiprognoses van onze school. Wij moeten eerst maar “bewijzen” dat wij bestaansrecht hebben en het wettelijk voorgeschreven aantal leerlingen van 200 in 5 jaren realiseren. Bij de start schreven wij 23 leerlingen in. Na twee bestaansjaren telden wij op 1 oktober jongstleden 102 leerlingen en voor de zomervakantie groeien wij uit naar ± 140 leerlingen. Ons inziens een overduidelijk bewijs dat onze school een blijvertje is. Verschillende collega-

scholen in den lande, die ook kortgeleden gestart zijn, lopen tegen dezelfde feiten aan. Het meest schrijnende voorbeeld is Ebs De Rank in Arnhem. Deze school is gehuisvest in een pand dat al jaren geleden volledig is afgeschreven en ondanks vele gesprekken en allerlei “vage” beloftes nog steeds geen passende huisvesting heeft gekregen. Uw magazine beschrijft de perfecte leerwerk- en leefomgeving. Toch zou het realistisch zijn om ook deze situaties eens onder de loep te nemen en wellicht adviezen aan te dragen hoe te handelen of te beschrijven hoe met relatief eenvoudige, goedkope oplossingen deze huisvestingsituaties verbeterd kunnen worden. Wilt u uw hart luchten over uw leer-, werk of leefomgeving? Heeft u een klacht of juist een heel positief bericht? Wilt u vraagtekens plaatsen, kanttekeningen maken of een compliment uitdelen? Stuur uw tekst (ca. 400 woorden) en foto(‘s) (in hoge resolutie) naar: sibo.arbeek@schooldomein.nl onder vermelding van ‘Reacties uit ’t veld’.


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein! Foto: Barbra Verbij

Architect Marlies Rohmer Architectenbureau Marlies Rohmer (sinds 1986) heeft zo’n 15 jaar ervaring met het ontwerpen en bouwen van scholen in binnen- en buitenland. Er is in die tijd veel veranderd in het onderwijs. Schoolgebouwen zijn navenant mee getransformeerd naar hybrides die het beste van alle werelden van Montessori- tot Daltononderwijs in zich opgenomen hebben. In een tijd dat de rol van de kerk is teruggedrongen nemen scholen in de samenleving een prominente – sociale – plek in. Ik denk daarom niet dat het schoolgebouw verdwijnt, ook al speelt digitalisering een steeds grotere rol in het onderwijs en kan je dus overal leren.

woord geven op de opgave en die stedenbouwkundig als een kathedraal in de buurt – niet in de periferie – en samenleving verankerd zijn. Het gebouw geeft identiteit aan de plek, het verwijst naar het verleden en interpreteert het hier en nu. Het gebouw is te zijner tijd weer af te breken tot zijn eigen grondstoffen of componenten en voorziet in zijn eigen energie. Het gebouw moet goed functioneren, bruikbaar zijn, vriendelijk voor mensen en goed te beheren. Marlies Rohmer is Architect-Directeur van Architectenbureau Marlies Rohmer in Amsterdam.

Voor de toekomst zie ik generieke, flexibele casco’s, die tegelijkertijd een specifiek, ruimtelijk en architectonisch ant-

schooldomein

januari 2013

25


Bouwen voor de

26

schooldomein

januari 2013


ontwerp en inrichting

NEXT GENERATION Architectenbureau Marlies Rohmer (sinds 1986) heeft zo’n 15 jaar ervaring met het ontwerpen en bouwen van scholen in binnenen buitenland. Voor al onze schoolprojecten zijn prijzen ontvangen. Zo heeft Marlies Rohmer twee keer de scholenbouwprijs gewonnen, waarvan eenmaal voor het meest duurzame schoolgebouw.

Tekst Marlies Rohmer Foto’s Alexander van der Meer en Scagliola Brakkee

V

anuit een persoonlijke interesse had Marlies Rohmer al een verzameling aangelegd van krantenknipsels, artikelen en literatuur over jongeren. Deze verzameling ligt aan de basis van een meer methodisch onderzoek naar (de veranderende leefwereld van) jongeren en onderwijs. Centraal daarin staan thema’s als: veranderde gezinsverhoudingen, veranderingen in het onderwijs, de dikker wordende jeugd, culturele diversiteit, segregatie, integratie. Dit onderzoek doen zij onder meer om het programma van eisen van gebouwen voor jongeren uit te breiden met een maatschappelijke en culturele component. Kortom, een zoektocht naar nieuwe mogelijkheden met betrekking tot gebouwen voor de NEXT GENERATION.

Brede school: het nieuwe hart van de buurt Als brede school vervult de school een centrale functie voor de wijk. Dit komt ook tot uiting in haar ligging: niet langer aan de randen, maar als stedenbouwkundig baken in het centrum van de wijk. Waar de sociale rol van de kerken is weggevallen en zij een andere functie hebben gekregen, springt de brede school in het gat dat daarmee is ontstaan. Dit weerspiegelt zich in de uitstraling en ligging van de school. De school presenteert zich als een herkenbaar en goed bereikbaar podium. Als (semi-)openbaar gebouw, met een verscheidenheid

schooldomein

januari 2013

27


Vlissingen Open Wijkschool

Vlissingen Open Wijkschool

“De brede school springt in het gat dat door het verdwijnen van kerken ontstaat.”

aan sociaal-maatschappelijke en culturele voorzieningen, maakt de brede school deel uit van het stedelijk leven. Als plaats van ontmoeting, uitwisseling en sociale vorming wordt ze het nieuwe sociaal-culturele hart van de wijk. Na 18.00 uur, als de laatste kinderen de naschoolse opvang hebben verlaten, verandert de school in een gemeenschapsgebouw waarin verenigingen vergaderen, waarin de aula tot disco of muziekzaal wordt getransformeerd, waarin cursussen en taallessen worden gegeven en waarin het sportcentrum optimaal wordt gebruikt. De uitstraling van het schoolgebouw kan verglijden van extravert naar intiem. Voor jonge kinderen moet de school ook een intiem karakter hebben. Hallen, gangen, trappen, de aula, het schoolplein, het sportveld, al deze ruimten vormen het podium van het theater. Maar naast deze plekken voor publieke interactie moet het schoolgebouw mogelijkheden bieden voor afzondering, rust en concentratie. Daarvoor wordt de gang benut. In plaats van een neutrale verbinding tussen lokalen, wordt de gang een ruimte waar zich in nissen, hoekjes en achter verschuifbare wanden kleine semipublieke ruimtes bevinden waarin de leerlingen zich kunnen terugtrekken.

De gebruiker centraal De inbreng van de uiteindelijke gebruikers van een school is van groot belang. Ruime ervaring met diverse typen onderwijs, van openbaar onderwijs tot Dalton-, Jenaplan- en Montessori onderwijs heb je als architect nodig. En die ervaring betaalt zich terug bij de ruimtelijke vertaling van de onderwijsvisies.

28

schooldomein

januari 2013

Architectenbureau Marlies Rohmer is gewend het beste van al die werelden “apart together” te laten samenkomen in een geïntegreerd ontwerp, waarbij alle gebruikers hun eigen uitstraling en identiteit behouden, maar waar ook sprake is van een collectieve uitstraling. Het project ‘De Matrix’ is een goed voorbeeld: de aparte deelnemers zijn individueel herkenbaar gehuisvest en maken allen gebruik van centraal gelegen collectieve voorzieningen.

Specifiek-generiek Een generieke structuur biedt ruimte aan verandering. Voor een duurzaam schoolgebouw is niet alleen van belang dat het - gebruik - kan veranderen, maar ook datgene dat blijft. Het blijvende vormt het kader, het casco. Dat staat voor ruimtelijkheid, overmaat, en vormt het domein van de architectuur. De ruimte binnen het kader is algemeen, onbepaald, en kan naar de wensen van het moment worden ingevuld. Bij de flexibele hoofdopzet van het gebouw wordt rekening gehouden met allerlei vormen van dubbelgebruik en mogelijkheid tot verandering door nieuwe inzichten. Om dit mogelijk te maken, ontwerpt Rohmer vaak vanuit een centrale gemeenschappelijke ruimte, die op eenvoudige manier samen met de speellokalen regelmatig tot een grote feest- of kerkzaal omgetoverd kan worden. De vergaderruimte, de gymzalen, het handvaardigheidlokaal en de grote keuken worden in de avonduren en weekenden gebruikt door stichtingen, verenigingen en kerken voor cursussen, bijeenkomsten en vieringen. Door dit dubbelgebruik kunnen de exploitatiekosten omlaag worden gebracht.


ontwerp en inrichting

Terwesten Het Spectrum

Ruimte à la carte bij onze schoolgebouwen Tussen specifiek en generiek heerst een spanningsveld. Het gaat erom een balans te vinden tussen open, flexibele en gedefinieerde ruimte, en tussen grootschaligheid en kleinschaligheid. De culturele en maatschappelijke gelaagdheid geeft een gebouw zijn specifieke karakter. Bijvoorbeeld door een sporttoren tot centraal element van de school te maken wordt de school herkenbaar als een gebouw voor jongeren, of door een markant trappenhuis of een tribune, waar uitwisseling en beweging een rol spelen. Bij het interieur kan je gebruik maken van mobiele units en verplaatsbare wanden, waarmee kleine enclaves, individuele en flexibele leer- en speelplekken gecreëerd worden. Het maken van vast meubilair vormt daarbij een integraal onderdeel van ons werk. Vouwwanden maken van twee lokalen bijvoorbeeld een collectief lokaal. In plaats van een aaneenschakeling van klaslokalen en gangen ontstaan er vele soorten ruimtes: grote en kleine, nissen en hoeken, die multifunctioneel gebruikt kunnen worden. De school biedt ruimte à la carte: voor individueel leren, voor groepsactiviteiten en onderwijs voor grotere en kleinere groepen.

Het brede schoolplein: met sportplein of schooltuinen op het dak (farming the city!) Het schoolplein zou geen fantasieloze vlakte van betontegels moeten zijn. Je kunt van het terrein avontuurlijke groengebieden maken, met een schooltuin, of speelweide, gecombineerd met een sportplein (op het dak). Ook de trappen naar dit sportplein kunnen als speelelement of buitentheater dienen. Met trappen, tribunes, een speeltoren, kun je het plein

De Matrix

vloeiend laten overgaan in het gebouw. Het gebouw wordt zo zelf een spannend, beklimbaar speelobject. Bij het ‘Community Center’ in Amsterdam hebben we schooltuinen op het dak gemaakt.

Frisse scholen: een goed binnenmilieu, ‘total engineering’ Het realiseren van een energieneutrale school die voldoet aan de eisen van Frisse Scholen klasse A is in elk project een multidisciplinaire taak van het ontwerpteam. Aan de basis ligt een integrale aanpak van bouwkunde, constructie en installaties. Bij de keuzes voor energiebesparende maatregelen worden alle kwaliteitsaspecten gewogen. Niet alleen de energetische kwaliteit maar ook bijvoorbeeld duurzaamheid op het gebied van levensduur, comfort, kosten, gezondheid en (sociale) veiligheid. Deze integrale benadering komt ook terug in het architectonische ontwerp. Alle mogelijke energiebesparende maatregelen worden ingezet. Daarbij gaat Rohmer in eerste instantie uit van een ‘low-tech’ benadering, zodat door het gebruik van bouwkundige maatregelen het niveau aan installaties beperkt kan blijven. Denk daarbij aan een gezond binnenklimaat door het toepassen van hoge plafonds en het gebruik van natuurlijk daglicht; daar kun je met kunstverlichting van 300-600 lux niet tegenop. Binnenkort wordt de eerste energieneutrale school (Houthavens, Amsterdam) opgeleverd: het ontwerp voldoet aan zeer hoge eisen op het gebied van akoestiek, energie en bouwfysica, en voldoet aan het label Frisse Scholen klasse A. Voor meer informatie surft u naar www.rohmer.nl.

schooldomein

januari 2013

29


Talentencampus Venlo

Van denken in zorgen naar denken in kansen Op drie september is in Venlo de Talentencampus geopend. Een landelijk uniek voorbeeld van passend onderwijs avant la lettre. Een samenwerkingsschool waar kinderen met een zorgbehoefte en het regulier onderwijs samenkomen, samen leren en samen werken. Het gebouw als een thuis voor ieder kind. Tekst Sibo Arbeek

S

chooldomein praat met John Vernaus, proces­ begeleider van de Talentencampus vanuit de RO groep, en Peter van Eijk, één van de initiatiefnemers en bestuurder van schoolbestuur Fortior. Peter legt uit waarom het concept is ontstaan: “De huidige generatie kinderen groeit op in een samenleving die ingrijpend is veranderd. Kinderen van nu hebben andere leerbehoeften, wensen en eisen dan kinderen uit de jaren tachtig of negentig. Willen we de nieuwe generatie kinderen optimaal kunnen voorbereiden op hun toekomst in de samenleving, dan vraagt dat om een ander soort onderwijs. Toegespitst op de tijd van nu, passend bij de leervraag van ieder kind van nu. Om daar recht aan te kunnen doen, hebben we meer kennis, expertise en ervaring nodig dan we als individuele school nu kunnen bieden. Daar willen we de huidige generatie kinderen graag van laten profiteren. We kunnen kinderen veel meer bieden als we het onderwijs

anders inrichten. Dat hebben we gerealiseerd in de Talentencampus Venlo, die een passend antwoord kan geven op de sterk gegroeide verscheidenheid aan leeren zorgvragen van alle kinderen. Op ieder niveau! RO groep heeft daar een belangrijke rol in gespeeld, met de intensieve menskracht die zij ingezet hebben in dit traject.”

Kracht van het concept John geeft als adviseur van de RO groep aan waar de kracht van het concept ligt: “De Talentencampus is een inspirerend voorbeeld van hoe samenwerkende onderwijs- en zorgpartners een rijke en krachtige leeromgeving kunnen creëren voor álle kinderen. Een concept waarin elk kind een eigen ontwikkelperspectief heeft, ontstaan uit samenwerking tussen het speciaal basisonderwijs, REC 3 en 4 (voormalig ZMOK en ZMLK), het reguliere basisonderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. We hebben met al deze partijen vanaf het begin toegewerkt naar één organisatievorm, hebben hun schotten weggehaald en hebben hun teams laten samenwerken. “Het doel is telkens geweest om elk kind gelijke kansen te bieden. Ook het kind dat vroeger met busjes naar aparte scholen vervoerd werd, vaak ver van de eigen woonplek vandaan.”

Sociale integratie Hoe is het allemaal begonnen? Peter: “De eerste ideeën zijn in al in 2005 ontstaan. In het kader van het Integraal Huisvestingsplan ontdekten we dat een aantal scholen met huisvestingsproblemen zaten. We zijn toen met elkaar gaan praten; kunnen we er onderwijskundig niet meer uithalen dan we met scholen afzonderlijk kunnen bereiken? Dat heeft geleid tot het

30

schooldomein

januari 2013


ontwerp en inrichting

“De Talenten­campus is een inspirerend voorbeeld van hoe samenwerkende onderwijs- en zorgpartners een rijke en krachtige leeromgeving kunnen creëren voor álle kinderen.” idee om alles onder één dak te huisvesten, waarbij de sociale integratie van de kinderen vanaf het begin bovenaan moest staan. Daarbij wilden we boven de Brinnummers uitstijgen. Dan moet je wel een lange adem hebben. Vooral het ontschotten heeft veel voorwerk vereist en dat betekent ook enorm veel investeren in je personeel. Dat heeft niet iedereen willen en kunnen meemaken, maar tegelijkertijd vonden andere medewerkers het binnen de Stichting in het kader van ons mobiliteitsbeleid weer wel leuk om op de Talentencampus te werken.

overzichtelijk en heeft een herkenbare structuur. Sommige kinderen of groepen hebben bepaalde momenten of fasen nodig om zich in zo’ n veilige omgeving te ontwikkelen en te ontplooien. De stad biedt meer zelfstandigheid, meer ruimte en mogelijkheden om samen te werken. Dat gebied past weer bij andere uitdagingen en vormen van onderwijs. De metropool is groot, biedt veel ruimte voor zelfstandigheid en dynamiek. Er is ook veel aandacht aan de inrichting van het buitenterrein besteed, om daar ook de sociale integratie tot zijn recht te laten komen.”

Meervoudig onderwijsperspectief

Diagnose

RO groep is er samen met de partners goed in geslaagd dit meervoudige onderwijsperspectief te vertalen. Het is een gebouw geworden dat ondanks de omvang kleinschalig is en veel kansen biedt aan alle kinderen. Het gebouw bestaat alleen maar uit dragende buiten­ muren en is aan de binnenkant heel flexibel. We weten wat kinderen in 2012 vragen, maar niet wat ze in 2030 vragen. Daarbij hebben we goed naar de ouders geluisterd. Hoe moest de school er voor hun kinderen uitzien? Het concept is uitgevoerd als een Italiaanse stad, met steegjes, pleintjes en terrasjes. Die sfeer sluit goed aan bij de indeling van de campus in drie zones; het dorp, de stad en de metropool. Het dorp is besloten,

Peter: “Een belangrijk kenmerk is dat we niet aan de voordeur diagnosticeren. Afhankelijk van de wensen van het kind kunnen we in programma en ruimte aanbieden wat nodig is. Volgens ons een prachtig voorbeeld van hoe passend onderwijs bedoeld is.” John: “Het succes zit in de benadering van de opgave, waarbij niet het resultaat in termen van gebouw en cijfers centraal stond, maar de gedeelde visie dat we elk kind een gelukkig leven gunnen met de ontwikkeling die daarbij hoort.”

projectinformatie Project Talentencampus voor Passend Onderwijs

Opdrachtgever Fortior en SSONML

Voor meer informatie surft u naar www.talentencampusvenlo.nl en

Omvang gebouw 5620 m2 bvo exclusief de sporthal van 1.500 m2

Investeringskosten (inclusief btw) € 9.8 mln.

Aantal gebruikers 500 kinderen, 120 medewerkers

Advies en projectmanagement RO groep

Aannemer HKM Realisatie

www.rogroep.nl.

schooldomein

januari 2013

31


Degelijk vakmanschap verenigd

De NVS debatteert mee op de NOT “Als je eenmaal in het schoolmeubilair zit, dan kom je er moeilijk weer uit.” Kim Reynierse is onderwijs specialist bij Ahrend en werkt al bijna 25 jaar in de branche. Datzelfde geldt voor Ralph Gomersbach, directeur van Eromes. “Dat komt omdat het met onderwijs en het welbevinden van kinderen te maken heeft en omdat het om eerlijke producten gaat”. Schooldomein laat twee schoolmeubelfabrikanten aan het woord, die de Nederlandse Vereniging van Schoolmeubelfabrikanten (NVS) vertegenwoordigen.

Tekst Sibo Arbeek

“B De Nederlandse Vereniging van Schoolmeubelfabrikanten NVS is een branchevereniging van de FME. Het onderwijs verandert inhoudelijk zeer snel. De ontwikkelingen vinden plaats in alle marktsegmenten. De leden van de NVS onderscheiden zich door hun betrokkenheid bij het Nederlandse onderwijs. Deze ontwikkelingen zijn voor hen een voortdurende inspiratiebron voor het ontwerpen van meubilair en het op de markt brengen van inrichtingscomponenten voor alle vormen van onderwijs in alle marktsegmenten. De leden van de NVS hebben kennis van de didactische en facilitaire ontwikkelingen in het onderwijs. De leden onderschrijven de gedragscode met betrekking tot mededinging die door de FME is opgesteld voor brancheverenigingen en die via deze site (www.nvsplaza.nl/pdf/gedragscodebrancheverenigingen.pdf) kan worden gedownload.

32

schooldomein

januari 2013

ovendien combineer je innovatie en creativiteit aan vakmanschap”, vult Ralph Gomersbach aan. “Bij ons werken mensen die met ergonomie, met esthetiek, met flexibiliteit en met productontwikkeling bezig zijn. Dat komt allemaal in onze bedrijven samen en je ziet het resultaat op de scholen, waar onze kinderen er jarenlang plezier van hebben. Want het belang van een goede leer- en werkomgeving wordt nog steeds onderschat.” Vijf Nederlandse scholeninrichters hebben zich al jaren verenigd in de NVS; de Nederlandse Vereniging van Schoolmeubelfabrikanten. Dat zijn Eromes, Presikhaaf, Ahrend, Marko en Galvanitas. Kim legt uit wat zo specifiek aan de NVS is: “Wij maken Nederlandse producten voor de Nederlandse markt.


ontwerp en inrichting

En dat borgt ook dat onze producten op de Nederlandse markt zijn toegesneden. Wij kennen het onderwijs, wij weten wat de ontwikkelingen zijn, overleggen structureel met mensen uit het onderwijs en maken meubels die passen bij de kinderen van deze tijd, maar die ook mee kunnen bewegen met een veranderende vraag”. Ralph vult aan: “Economisch niet onbelangrijk in deze tijd is dat we in Nederland produceren, dus ook een bijdrage aan de economie willen leveren en produceren onder goede arbeidsomstandigheden. Belangrijk is ook dat we voor Nederland invloed uitoefenen bij de vorming van Europese normen, zo komt de lengte van de Nederlandse kinderen en de Nederlandse onderwijspraktijk terug in de Europese norm.”

Kwaliteitseisen en maatvoeringstabellen “Als NVS hebben we een bekende tool ontwikkeld. Veel scholen gebruiken hem: Peter, de onderbeenmeter. Een meetinstrument waarmee op eenvoudige wijze de onderbeenlengte en de bijbehorende hoogtemaat van leerlingtafel en leerlingstoel kan worden bepaald. Dan kun je vervolgens makkelijk je meubilair daarop aanpassen. Dat instrument hebben we ontwikkeld in samenwerking met de TU-Delft en de NEN-normcommissie. Onze meubels moeten aan Europese kwaliteitseisen en maatvoeringstabellen voldoen, maar meer nog: ook aan de Nederlandse eisen van lange afschrijvingstermijnen voldoen. Dus als je een meubel koopt van leden van de NVS dan weet je daarvan dat het de hele levensduur die ervoor staat kwalitatief voldoet. Dat kunnen bedrijven die in het buitenland produceren niet garanderen.” Kim licht dat aspect verder toe: “Steeds meer scholen profileren zich als maatschappelijk ondernemer. Dat manifesteert zich in hun missie, maar dus ook in het inkoopbeleid. Scholen willen maatschappelijk duurzame producten kopen die onder goede omstandigheden geproduceerd zijn.”

Totaaloplossingen Kim geeft een belangrijke ontwikkeling binnen de aangesloten organisatie aan: “Vroeger was je echt een producent van meubilair. Tegenwoordig ben je steeds meer bezig met een totaaloplossing. Dat betekent dat we ook graag op tijd worden ingeschakeld, zodat we mee kunnen denken met het onderwijs. Wij doen dat met gespecialiseerde interieurarchitecten. Veel scholen moeten aan die nieuwe rollen wennen en het hangt vaak van de persoon af met wie je zaken doet. Maar wij kunnen natuurlijk ook meedenken over krimp en groei, over multifunctioneel inrichten van ruimten en over nieuwe exploitatievraagstukken. Daar zit overigens wel een verschil tussen de MBO- en HBO-markt, waarin je meer in een aanbestedingklimaat opereert en het PO en VO, waar je eerder met de klant kunt optrekken. Maatwerk is gewoon heel erg belangrijk en er valt nog veel te halen wat dat betreft.”

Debatten NOT Ralph geeft tenslotte nog eens aan wat de NVS te bieden heeft: “Het doel van de NVS is eigenlijk kennis te bundelen, zodat je samen sterker en herkenbaarder wordt. Daarom doen we ook graag mee aan de debatten die Schooldomein op de NOT organiseert, om op een neutraal kennisplatform onze expertise en toegevoegde waarde te tonen, maar ook gebruikers mee te laten praten. Wij ontmoeten onze relaties graag tijdens die debatten en op onze stands. Geïnteresseerden kunnen veel informatie via de site krijgen en voor specifieke verdere vragen kun je terecht bij de aangesloten leden. We merken dat veel relaties eerst vragen hebben over kwaliteit en betrouwbaarheid en dan wat verder willen zoeken. En daar is de NVS dan voor.”

“Wij vertegenwoordigen de belangen van de Nederlandse leerling en de onderwijsmethoden die daarbij gelden.”

Voor meer informatie surft u naar www.nvs.nl of naar www.nvsplaza.nl

schooldomein

januari 2013

33


Akoesssche problemen in klaslokalen, aula’s of sportzalen? Met Eco-Baffles van VRK Isolaae kunt u deze problemen op een duurzame, betaalbare en mooie manier oplossen. informeer naar de mogelijkheden: 013 - 570 23 14 info@vrkisolaae.nl

duurzame oplossing voor akoessche problemen www.vrkisolaae.nl Integraal Kindcentrum Binnenste Buiten Huissen

Integraal Kindcentrum Prins Willem Alexander Vlaardingen

Integraal Kindcentrum Juliana school Dordrecht

Integrale kindcentra www.frenckenscholl.nl Integraal Kindcentrum De Hoven Den Bosch


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein!

Docent Hanja Ooms Vijfentwintig jaar in het onderwijs en geen spat veranderd. Ik niet, de school des te meer. Toen ik er kwam, in 1983, hadden de docenten elk hun eigen winkel, waarin ze geheel naar eigen goeddunken lesten en toetsten dat het een lieve lust was. Een schoolbord, een krijtje, af en toe een luisteroefening op een recorder, een video in het verrijdbare tv-toestel. Zelfs geen boeken; we maakten ons eigen materiaal. Proefwerken schreef je met de hand of tikte je op een oude schrijfmachine. Daarna liet je ze stencilen. Controle van boven was er nauwelijks. Vergaderingen waren schaars. Ouders bleven op afstand... Dat was allemaal lekker rustig, al was het wel wat allenig en voor een beginnende docent nogal een uitdaging. Inmiddels is het schoolleven tien keer zo hectisch geworden: vergaderingen te over, coördinatie alom, thuis minstens een uur per dag aan de computer schoolinfo checken, het leerlingvolgsysteem bijhouden en mails van leerlingen, ouders en collegae beantwoorden. We moeten differentiëren en excelleren. In uren wordt gekruidenierd. De werklast is in de afgelopen vier jaar op onze school, (maar ook elders) twee keer met

10% verhoogd. Ouders volgen met hun neus in Magister de cijfers van hun spruit op de voet en trekken aan de bel, zodra zij dat nodig achten. De tafeltjesavonden zijn verdubbeld. Het schoolbord heeft plaatsgemaakt voor het digibord, waarmee de docenten zijn overgeleverd aan de (nogal eens falende) techniek - die echter ook een hoop nieuwe mogelijkheden biedt, mits je geen verstokte digibeet bent. Er zijn een mediatheek, een computerlokaal en een studiezaal bijgebouwd, die afwisselend bejubeld en vervloekt worden. De eerste ipadklas is geïnstalleerd... En last but not least: we hebben sinds kort een BESTUUR. Dat is dus uitkijken geblazen. Gaat het geld in de toekomst vooral naar de hard ware (gebouwen) of zal men ook de soft ware (het personeel, dat uiteindelijk toch de kwaliteit van het onderwijs bepaalt) op waarde weten te schatten?.. Bij dit alles is slechts één ding hetzelfde en steeds even leuk gebleven: het contact met de kinderen. Hanja Ooms is docent aan het Praedinius gymnasium in Groningen.

schooldomein

januari 2013

35


Jan Tinbergen College in Roosendaal. Rector Charles van Wettum: “Bij het ontwerpen van het Jan Tinbergen College is duurzaamheid op heel veel manieren aan de orde geweest.”

Het nieuwe Innovatielab

Duurzaamheid als begrip In deze Schooldomein diepen schoolleiders en marktpartijen het begrip Duurzaamheid wat verder uit. Eigenlijk al een ingesleten begrip dat te pas en te onpas wordt gebruikt. Tijd om er eens wat scherpe geesten op los te laten. Iedereen mocht op drie van de vijf stellingen reageren. Tekst Sibo Arbeek

Stelling 1: Duurzaam bouwen is gewoon met gezond verstand bouwen Stelling 2: Discussies rond duurzaamheid worden teveel gestuurd door het CO2 vraagstuk Stelling 3: Duurzaam bouwen heeft niet per definitie te maken met bouwen voor een lange termijn Stelling 4: Als je met enige overmaat bouwt blijft een gebouw transformeerbaar en neemt de duurzaamheid toe Stelling 5: Een duurzame school is per definitie een innovatieve school Het onderwijs reageert Charles van Wettum is rector van het Jan Tinbergen College in Roosendaal. Hij heeft net een nieuwe school gebouwd. Stelling 1: We hebben voor het Jan Tinbergen College in Roosendaal een gebouw kunnen ontwerpen, totaal vanuit onze

36

schooldomein

januari 2013

eigen onderwijsvisie. Maar terwijl we aan het ontwerpen waren, hebben we ons wel gerealiseerd dat onze onderwijsvisie wel eens tijdelijk zou kunnen zijn. Misschien denken over tien jaar onze opvolgers wel heel anders over onderwijs – en wie zijn wij dat we een gebouw zouden ontwerpen waarin zij zich niet kunnen ontwikkelen? Misschien is er over twintig jaar een prachtige kans op een volgende prachtige

nieuwbouw op voorwaarde dat ons huidige gebouw geschikt gemaakt kan worden voor bejaardenhuisvesting – wie zijn wij dat wij toekomstige opties nu al uitsluiten met onze definitieve keuzes? Het gevolg van die overwegingen is geweest dat ons gebouw veel flexibele invullingsmogelijkheden heeft. De tweede stelling klopt wel. Bij het ontwerpen van het Jan Tinbergen College in Roosendaal is duurzaamheid op heel veel manieren aan de orde geweest. Want wat heb je aan iets minder energieverbruik nu, als over tien jaar bij een eventuele verbouwing er heel veel extra materiaalverbruik of inspanning nodig is om kleine doelen te bereiken? In cradle-to-cradle-benadering van ontwerp, materiaalgebruik, bouw en exploitatie zit op lange termijn de winst. Er is voor gekozen om in dit bouwproject geen WKO toe te passen. Wat we hebben gedaan, is bij het benodigde WKO-budget verschillende opties voor duurzaamheid naast elkaar leggen en kritisch na te denken of de vereiste investering nu werkelijk in termen


THEMA TRANSFORMATIE EN INNOVATIE xx

Deelnemers Het Onderwijs Charles van Wettum, rector van het Jan Tinbergen College Leo van Wijchen, teamleider Huisvesting & Facilities van de Stichting Carmelcollege Truus Vaes is voorzitter College van Bestuur van IRIS

van duurzaamheid de meest positieve effecten had. Met de derde stelling ben ik het totaal oneens, juist de lange termijn moet sturend zijn. Natuurlijk zijn er veel krachten die korte-termijn-denken bevoordelen. De politiek heeft korte-termijn-effecten nodig om projecten politiek en publicitair te verkopen, de krant en de publieke opinie hebben weinig belangstelling voor ingewikkelde redeneringen en willen graag lekkere heldere kreten die in een paar woorden in de kop van de krant kunnen worden samengevat. De verleiding om toe te geven aan de druk voor snelle winst is groot. Toch ligt bij adviseurs de taak om de opdrachtgever te blijven wijzen op de echte winst die minder oppervlakkig is, maar wel veel duurzamer. Leo van Wijchen is teamleider Huisvesting & Facilities van de Stichting Carmelcollege en is bij veel bouwprojecten betrokken.

De Markt Huub Frencken is architect bij Frencken Scholl Architecten Thomas BĂśgl van Liag Architecten Jan Willem van Kasteel, manager bij ICSadviseurs Guus Klamerek, Concept Developer Education bij Ecophon

Met de eerste stelling ben ik het eens. Het lijkt wel of alles tegenwoordig alleen om duurzaamheid draait. Natuurlijk moeten we het verbruik van (fossiele) brandstoffen en de energiekosten terugdringen maar kijk vooral goed naar de onderhouds- en vervangingskosten van al die duurzame technische oplossingen op de langere termijn. Staar je niet blind op alleen de energierekening, blijf met twee benen op de grond staan en laat je niet gek maken door wat de markt allemaal te bieden heeft tegenwoordig. Met de stelling dat een duurzame school innovatief moet zijn ben ik het niet eens.

Een school met een traditionele inslag kan ook erg duurzaam zijn. Innovatie staat los van duurzaamheid in termen van energie of techniek. Het gaat erom of je je onderwijsdoelstellingen op een efficiĂŤnte manier kunt behalen, dat kan in een duurzame maar ook in een niet duurzame school. Duurzaamheid is ook op langere termijn goed onderwijs aan kunnen bieden, ook duurzaam maar dan anders. De derde stelling is zeker waar. In sommige situaties kan het beter zijn om voor een korte exploitatieperiode te bouwen, maar maak dan wel gebruik van herbruikbare

schooldomein

januari 2013

37


materialen of concepten. Geef een gebouw de mogelijkheid om te “ademen” in zowel functioneel, esthetisch als technisch opzicht. Maak per situatie de juiste afweging en ga niet per definitie bouwen voor 40 jaar of langer. Overigens is het niet zo dat het bouwen voor 20 jaar de helft goedkoper is dan bouwen voor 40 jaar dus laat ook het kostenaspect meewegen in je lange termijn visie. Truus Vaes is voorzitter College van Bestuur van IRIS. Ze hoopt op de korte termijn een duurzame VMBO-school te bouwen.

Truus Vaes

Truus Vaes: “Al jaar en dag hebben we scholen met een klimaat dat niet geschikt is voor leerlingen en medewerkers. Veel gebouwen voldoen niet aan de minimale eisen op het gebied van duurzaamheid.”

De eerste stelling zie ik wat genuanceerder. Duurzaam bouwen is natuurlijk gewoon een vertaalslag van onderwijs naar bouw, dus of dat nu per se met gezond verstand te maken heeft weet ik niet. Er is technisch inmiddels al heel veel mogelijk en toepasbaar. Al jaar en dag hebben we scholen met een klimaat dat niet geschikt is voor leerlingen en medewerkers. Veel gebouwen voldoen niet aan de minimale eisen op het gebied van duurzaamheid. Ik vind overigens wel dat duurzaam bouwen gekoppeld moet worden aan het onderwijsconcept. Dat betekent dat je nadenkt wat je voor het onderwijs duurzaam nodig hebt. De tweede stelling klopt wel. Ik heb die discussies in mijn vorige baan mee gevoerd, toen we een nieuwe school voor voortgezet onderwijs aan het bouwen waren. Dan lijkt het inderdaad dat het vooral gaat om zaken als warmte koude opslag en CO2-uitstoot. Ik snap wel dat dat verhaal heel erg belangrijk is. En dat heeft natuurlijk een geschiedenis, namelijk dat veel scholen zo ongezond zijn. Maar je schiet tekort als je het alleen maar daar over hebt. Je moet breder kijken en dus ook naar het economisch perspectief. Wij gaan een nieuwe VMBO-school bouwen. Dan is duurzaam dat je probeert een brug te slaan tussen de school en het bedrijfsleven. Dus duurzaamheid gaat in essentie verder dan alleen maar technische maatregelen in het gebouw. Ik zou duurzaamheid niet per se willen koppelen aan levensduur. Je moet kijken wat nodig is. Wij hebben op korte termijn meters nodig waar we onderwijs aan

38

schooldomein

januari 2013

kinderen in kunnen organiseren. Dat moet in ieder geval 20 jaar meegaan. Dat noem ik slim nadenken over de fase waarin een school zit en denken in levensfasen. Dan is lang niet altijd de oplossing om voor 40 jaar te bouwen. Voor 40 jaar een school voor 1 concept neerzetten bestaat niet. Technisch kan het wel, maar onderwijskundig zeker niet. Het zou gezond zijn om na 20 jaar weer middelen te hebben om een gebouw een goede facelift te geven. Gemeenten staan niet te springen om investeringen in gebouwen te doen. Een omwenteling in denken zou goed zijn, waarbij je veel meer vanuit de gebruiker denkt.

De markt stelt: Huub Frencken is architect bij Frencken Scholl Architecten.

De eerste stelling is correct: als je er van uit gaat dat je geen of zeer beperkt gebruik kunt maken van olie of gas voor winnen, transporteren, onderhouden en vervangen van bouwmaterialen, dan plaats je jezelf eigenlijk weer terug in de tijd waarin we die verworvenheden allemaal nog niet hadden. Door het gezonde verstand van toen te gebruiken en zo naar je ontwerpen te kijken zie je dat veel details en materialen ook heel goed op een andere wijze kunnen worden uitgevoerd. Dakoverstekken kunnen nog steeds van waarde zijn, gevels met kalkmortel zorgen er voor dat je dure (en energie slurpende) investering in de baksteen véél gemakkelijker ook hergebruikt kan worden. De kunst is die kennis zo in te zetten dat je het comfortniveau, waar we met zijn allen de laatste veertig jaar gewend aan zijn geraakt, zo dicht mogelijk benadert of er goede alternatieven voor weet te vinden. De derde stelling ook; we bouwen soms zo degelijk dat het weer aanpassen veel energie en materiaal kost. Wij werken nu mee aan een onderzoeksproject van Zuyd Hogeschool: een kantoorgebouw met werkplaats waarvan (zo goed als) alle materialen binnen 50 jaar weer opnieuw te winnen zijn op een niet al te grote oppervlakte. Dan moet je soms keuzes maken voor een kortere levensduur maar wel in de wetenschap dat het aanpassen/vervangen op een


THEMA TRANSFORMATIE EN INNOVATIE

duurzame wijze tot stand komt. Doordat olie en gas niet binnen 50 jaar hernieuwbaar zijn moet je ook met andere ogen naar Cradle to Cradle gaan kijken. Mogelijk dat je sommige materialen nog wel kunt hergebruiken (schroeven, scharnieren, deurkrukken) maar glas of steenwol weer omsmelten naar een nieuw product kost zo veel energie dat je die niet in die 50 jaar kunt “oogsten” met behulp van zonnepanelen of windenergie. Bouwen met overmaat helpt wel. Wij merken dat de bestaande schoolgebouwen die over klaslokalen van iets meer dan ca. 55 m2 beschikken en een hogere plafondmaat hebben dan 2,8 meter, veel gemakkelijker kunnen worden herbestemd, of dat nu voor een nieuwe onderwijskundige visie is of voor een compleet andere functie: een dergelijke maat leent zich beter voor nieuw gebruik dan de exact op de minimumnorm ontworpen klassen van 42 m2. We werken nu aan een schoolgebouw uit het einde van

de 19e eeuw, dat destijds al als multifunctioneel gebouw is bedacht en na allerlei invullingen nog steeds multifunctioneel en duurzaam is.

Thomas Bögl seniorarchitect en partner bij LIAG architecten.

Mijn reactie op de eerste stelling. Het belangrijkste woord in deze stelling is gezond. Naar mijn opvatting kun je alleen maar duurzaam bouwen als je gezonde gebouwen realiseert. Gezond voor de gebruikers en het milieu. Als we gezonde gebouwen maken die gebruikers optimaal in hun functioneren ondersteunen, dan pas hebben we echte duurzaamheid bereikt. In gebouwen die de primaire fysiologische behoeftes van de mens - zoals daglicht en uitzicht, goede akoestiek, warmte- en koude- èn geurbeheersing en een overvloed van frisse lucht – waarborgen, wordt het menselijke

Jan Willem van Kasteel

Jan Willem van Kasteel: “Overmaat van een gebouw is vooral dan handig als de verwachting is dat het gebouw in de loop der jaren zal transformeren in gebruik.”

Niekée in Roermond, winnaar Scholenbouwprijs 2008, ontwerp LIAG Architecten (foto: Kees Rutten). Architect Thomas Bögl: “Niekée in Roermond heeft ervoor gekozen de leerling echt centraal te stellen en hierbij de passende huisvesting te bouwen.”

schooldomein

januari 2013

39


welbevinden en functioneren maximaal ondersteund. Al het overige kan dan afhankelijk van ruimtelijkheid en tijd flexibel aangevuld worden. Dus niet zoals nu in de duurzame discussie uitsluitend uitgaan van het reduceren van het energiegebruik of CO2 uitstoot, maar juist de mens en zijn functioneren centraal stellen en het maximale voor hen bereiken.

Huub Frencken

Huub Frencken: “We bouwen soms zo degelijk dat het weer aanpassen veel energie en materiaal kost.”

De stelling over een zekere overmaat klopt ook. Naar mijn mening moet een gebouwde structuur ruim en generiek zijn en de inbouw specifiek. Waarbij structuur naast een gebouw bijvoorbeeld juist ook een stedelijk weefsel kan zijn. Op die manier worden structuren gecreëerd die een lange levensduur hebben en in het geheel goed kunnen functioneren. In de loop van de tijd kunnen deze aan het vandaag ondenkbare aangepast worden en dienst doen als behuizing voor telkens weer nieuwe functies. Hierbij is uitgangspunt dat de inbouw op het ‘LEGO principe’ gebaseerd is: elk bouwdeel kan zonder kwaliteitsverlies hergebruikt

Twents Carmel College ‘De Thij’ in Oldenzaal (foto: Communicabel). Leo van Wijchen (Stichting Carmel College): “Duurzaamheid is ook op langere termijn goed onderwijs aan kunnen bieden, ook duurzaam maar dan anders.”

40

schooldomein

januari 2013

worden en tot iets anders samengevoegd worden. Hierdoor is men in staat zonder ecologische problemen telkens weer het gebouw op andere functies in de tijd toe te snijden zonder de gehele structuur aan te tasten. Ja, een duurzame school is per definitie een innovatieve school. Alleen een organisatie die in staat is zich te vernieuwen, het slechte achter zich te laten en het goede mee te nemen zal langdurig blijven bestaan. Dus uitgaande van mogelijkheden in plaats van belemmeringen is een beter uitgangspunt. Een dergelijk instituut zal ook in haar huisvesting op zoek gaan naar innovatieve oplossingen. Een goed voorbeeld hiervoor is Niekée in Roermond. Deze school heeft ervoor gekozen de leerling echt centraal te stellen en hierbij de passende huisvesting te bouwen. Het resultaat is een school die eenvoudig aangepast kan worden in de loop van tijd en waar leerlingen hun eigen plek kunnen bepalen waar ze het beste kunnen functioneren.


THEMA TRANSFORMATIE EN INNOVATIE

Jan Willem van Kasteel is manager bij ICSadviseurs.

Duurzaam bouwen begint bij nadenken over elke streep die op papier wordt gezet. Dat begint met het centraal zetten van het gebruik van het gebouw. Het comfort dient goed te zijn. Daarnaast dient het gebouw goed te exploiteren te zijn. Dit vraagt kennis van detaillering. Schoonmaakbaarheid en onderhoud bepalen daarbij voor grote mate de exploitatiekosten en de wijze waarop een gebouw veroudert. Degradatie van de bouwkundige kwaliteit levert een kortere levensduur, waarmee per definitie het gebruik van het gebouw wordt verkort en het dus minder duurzaam maakt. Een ander aspect is het kunnen toevoegen van duurzame maatregelen op een goede basis. Nu investeren in de meest vergaande vorm van duurzaamheid levert hoge kosten op. Later toevoegen van beter ontwikkelde duurzame technieken levert op termijn een hoger rendement. Het gebouw dient hierop voorbereid te zijn. Het later toevoegen zou kunnen worden bekostigd uit besparingen op het onderhoud door vooraf nagedacht te hebben. De derde stelling is juist. Bij de keuze voor ontwikkelen van vastgoed is het altijd van belang na te denken voor welke termijn het gebouw wordt gerealiseerd. Bij onderwijs is er veelal volgens de prognose een bepaalde basisomvang en een zekere extra benodigde capaciteit voor kortere termijn. Realiseren van een dergelijke overcapaciteit kan op meerdere manieren. Enerzijds kan dit middels tijdelijke huisvesting worden opgelost. Hiermee ontstaat maatwerk qua ruimte. Anderzijds kan er nagedacht worden over het hergebruik van vrijkomende ruimte na de piek. Ja, overmaat is nodig. Elk gebouw heeft een zekere mate van overmaat nodig om beperkte groei te kunnen opvangen. Ook de overmaat op ventilatiecapaciteit maakt het gebruik van een gebouw of een ruimte flexibel. Maar, de niet gebouwde vierkante meter is de meest duurzame vierkante meter. Overmaat van een gebouw is vooral dan handig als de verwachting is dat het

gebouw in de loop der jaren zal transformeren in gebruik. Overmaat levert hogere exploitatielasten op. Overmaat zou beter vervangen kunnen worden door uitbreidbaarheid en flexibiliteit van de indeling. Hergebruik van gebouwen zit vaak vast op gebouwhoogte en dimensionering en positionering van verkeersruimten. Hier is een overmaat zeker wel gewenst.

Guus Klamerek is Concept Developer Education bij Ecophon. Guus Klamerek

De tweede stelling zou ik meer koppelen aan het energie vraagstuk. We bouwen scholen zodat leerlingen een goede leeromgeving hebben waar ze hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen. Daarnaast geven we de docent een comfortabele omgeving waarin ze hun werk goed kunnen doen. Het is prettig dat er rekening gehouden wordt met het energieverbruik, maar wat levert dat het onderwijs op? Compromissen mogen nooit ten koste mogen gaan van de kwaliteit van de leeromgeving. Een school met betonkernactivering werkt mogelijk goed vanuit energieoogpunt maar is akoestisch nauwelijks goed te krijgen. Gezien het containerbegrip dat duurzaamheid inmiddels is klopt de derde stelling. Gebouwen neerzetten die lang meegaan (dus met duurzame = lange levensduur producten) is prima als dat het doel is. Het kan echter ook duurzaam zijn om gebouwen neer te zetten die weer afgebroken kunnen worden en elders weer kunnen worden opgebouwd (flexibel bouwen). Over de vierde stelling kun je discussiëren. Wie zegt dat een groter gebouw makkelijker transformeerbaar is? Je weet waarschijnlijk van tevoren niet wie de volgende gebruikers zullen zijn. Misschien is kleiner bouwen wel duurzamer zodat het gebouw beter past bij het gebruik. Het is wel essentieel om naar de gebruiker te kijken: Klaslokalen zijn eigenlijk te klein maar worden gebouwd volgens de standaard afmetingen die in scholenbouw (normen) gebruikelijk zijn. Het zou duurzamer zijn (tevredenheid eindgebruiker) om deze groter te maken.

Guus Klamerek: “Een school met betonkernactivering werkt mogelijk goed vanuit energieoogpunt maar is akoestisch nauwelijks goed te krijgen.”

Voor meer informatie of suggesties voor het volgende nummer mailt u naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

schooldomein

januari 2013

41


©Architectenbureau Marlies Rohmer, Daltonschool De Vijver

MEEaRtie

inspirmatie? r zine op & info ga l/ het ma .n bestel rbo-flooring o www.f nderwijs. o

Een toekomstbestendig schoolgebouw biedt een aangename leefwereld, niet alleen voor kinderen maar voor alle gebruikers. En bij de inrichting spelen ook vloeren een grote rol.

De wereld komt de school in

advertentie Nieuw! Topshield2

Vloeren in onderwijsinstellingen moeten veel verdragen, daardoor zijn de kwaliteitseisen hoog. In ons nieuwe magazine laten we u een selectie zien van verschillende schoolprojecten en vloeroplossingen, van kinderdagverblijf tot hogeschool. Ook leest u er alles over trends, over frisse scholen en een goed binnenklimaat. INTERESSE? ✉ vraag het magazine aan via contact@forbo.com

Vragen? Stel ze via LinkedIn! Vragen kunt u nu ook direct stellen op onze LinkedIn groep Onderwijs. Zoek in de group directory op:

'Vloeren in het Onderwijs' of ga naar:

http://www.linkedin.com/groups/Vloeren-inhet-Onderwijs-4447736

creating better environments

Gratis inspiratieset Verschillende effecten en vloerstalen met elkaar vergelijken en naast elkaar leggen? Bestel dan nu de speciale Forbo inspiratieset boordevol verschillende stalen. Natuurlijk komen we ook graag langs om de mogelijkheden te bespreken voor uw eigen situatie met uw specifieke eisen en wensen. INTERESSE? ✉ stuur een mail naar contact@forbo.com of bel naar 075 – 647 78 80.

Topshield2 is de nieuwe Marmoleum fabrieksfinish. Deze nieuwe toplaag is vuilwerend, biedt een betere bescherming tegen krassen en beschadigingen en maakt het dagelijkse schoonmaken weer een stukje eenvoudiger. Marmoleum met Topshield2 biedt een perfecte basis voor uw hygiëneprogramma, is bacteriostatisch en bestendig tegen veel vlekkenveroorzakers. Marmoleum met Topshield2 hoeft niet initieel gepolymeerd te worden en is altijd te repareren, ook plaatselijk. In combinatie met een goede vuilvanger en het juiste onderhoudsregime is Topshield2 voor uw school een hele logische keuze.


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein! Foto: Alf Mertens

“Wie het kleine ziet, heeft inzicht. Wie in zachtheid verblijft, heeft kracht” Lao-Tse

Onderwijskundige Marja van Duin 25 jaar scholenbouw bracht ons prachtige leeromgevingen die van binnen en buiten leven, kleurrijk en transparant. Zijn het ook krachtige leeromgevingen die leraren aanzetten tot kwalitatieve instructie en kwalitatieve feedback? Waardoor leren en motivatie worden bevorderd? Juist deze krachten dragen bij aan daadwerkelijke en betekenisvolle opbrengsten (J .Hattie 2008). Ruimte die raakt: leraren en leerlingen uitdagend tot positieve initiatieven? Ruimte die richt: doelgericht werken vanuit werkelijk weten wat je wilt bereiken? Ruimte die verbindt: perspectief nemen met de blik naar buiten en naar binnen? “Room to move” : ervaren wat het betekent om jezelf en anderen te bewegen en bewogen te worden? Multimediaal en co-creatief. Mentale ruimte waarin

aandacht is voor de momenten van NU? Terwijl het leren in volle actie is kunnen kijken naar de processen, om bijzondere dingen te ontdekken in het gewone. Regie op deze ruimte vraagt om contact met de primaire processen. Groot denkend vanuit doelen en hierop sturend, met oog voor klein handelen. Dat geeft inzicht en kracht! Leraren die zelf de ruimte ervaren vanuit kracht komen weer in zicht als betekenisverleners. Door oprecht volgen van leerprocessen wint instructie aan kwaliteit en feedback aan duidelijkheid en warmte. Zo krijgt zichtbaar leren de ruimte. Voor de toekomst. Marja van Duin is onderwijskundige en directeur-trainer-coach bij de VeerKrachtGroep.

schooldomein

januari 2013

43


De Catamaran

School voor het speciale basisonderwijs In het concept staat de catamaran model: een bijzonder onderwijsvaartuig, dat het kind verder moet brengen in zijn ontwikkeling. De 16 lokalen zijn evenredig verdeeld over de oost- en westzijden en vormen als het ware de drijvers van het gebouw. Het onderwijs als rivier; de school als boot. Verslag van een bijzonder ontwerp.

Tekst Carl Möller Foto’s Cita Architecten bna

D

e Catamaran wil zich als SBO-school onderscheiden van de reguliere basisscholen: “ We zien in de praktijk dat de leerling-populatie die bij ons op school komt, vaak vastgelopen is in het reguliere onderwijs of ook al in de voorbereiding daarop. Centraal aandachtspunt is dat veel van onze leerlingen de neiging hebben om zich te afhankelijk op te stellen van de leerkracht, met als basisattitude: ‘Zeg jij maar wat ik moet, ik kan het toch vast niet’. De Catamaran streeft ernaar dat de leerling zelf eigenaar wordt van het eigen leerproces. Dit kan, door zo

44

schooldomein

januari 2013

consequent mogelijk uit te gaan van wat ze wel kunnen en niet van wat ze niet kunnen. Een omgeving die veilig is draagt daaraan bij. De ruimtes in school zijn zo betekenisvol mogelijk ingericht en dagen de leerlingen uit tot actief leren. De pedagogische opvatting van de Catamaran toont zich in het verhaal van “Het meisje en de heremietkreeft”: Lisette is een lief, maar erg onzeker meisje, dat ook last heeft van angsten. Tijdens de lessen in het natuuratelier


bouw en organisatie

staat zij met grote ogen te kijken naar de andere kinde­ ren, die zo’n griezelig heremietkreeftje uit het terrarium durven te halen. Vervolgens raakt zij geïntrigeerd door hoe de andere kinderen hierover vertellen en ook verder onderzoek doen naar het wel en wee van dit diertje. Op een dag ziet ze een jongetje, dat jonger is dan zij, heel stoer met zo’n heremietkreeftje spelen. Op dat moment wint haar nieuwsgierigheid het van de angst: Wat dit jongetje kan, kan zij ook en ze pakt voorzichtig het beestje op; wel nog een beetje eng, maar wel erg leuk.

Begane grond

1e verdieping

0 1 2 3 4 5 meter

Nieuwbouw school voor het speciale basisonderwijs de catamaran te emmen

Pedagogisch gezien is dit een belangrijk moment: Lisette doet kennis op over de natuur, de heremietkreeft, nieuwe begrippen en woorden en bovendien leert ze ook hoe je je angsten kunt overwinnen. Dit is die extra structuur, die De Catamaran aanbrengt in het onderwijs. In de praktijk van elke dag brengen de kinderen een uurtje door in de eigen stamgroep (klaslokaal) en houden zich bezig met taal en rekenen. Hierna gaat het onderwijsprogramma variëren met studio- en atelieruren. Tijdens de studio uren wordt een verplicht programma aangeboden. Daarnaast kunnen de kinderen intekenen op zogenaamde atelier uren. Zo zijn er het Atelier Bewegen, Expressie, Natuur, en Techniek. De leerlingen zijn verdeeld in een cluster A, waar de onderbouw en de lage middengroep zitten en een cluster B, waar de bovenbouw en de hogere middenbouw zitten. Deze visie is vertaald in een plattegrondconcept, waarin beide clusters elk acht lokalen hebben aan beide zijden van het gebouw (de drijvers). De verschillende ateliers zijn ondergebracht in het middengebied, dat fysiek het platform tussen de drijvers vormt. Door de verschillende sferen in het gebouw, met name tussen de studio’s en de ateliers, krijgt het geheel een expressief karakter, dat representatief is voor dit onderwijsconcept.

De Catamaran als programma Een plan voor een school met een programma van 2530 m2, verdeeld over 2,5 bouwlaag, waarbij de foot­ print 1155 m2 is. Het programma vroeg 16 onderwijslokalen (ateliers / studio’s) voor het diverse onderwijs, alsmede praktijklokalen, gymzaal, aula, ruimten voor orthopedagoog, de arts en de benodigde buitenruimte met bergingen. De gymzaal is op de verdieping ondergebracht. Deze keuze was essentieel om de algemene onderwijsruimten, zoals aula en toneel, de praktijkruimten en de leskeuken, op de begane grond te kunnen positioneren. De hoofdentree ligt aan de Wendeling. De school diende te voldoen aan “Frisse Scholen” van SenterNovem en moest energiezuinig en duurzaam zijn.

Hoofdstructuur Omdat het gebouw een vrij open structuur heeft, is er gekozen voor een draagstructuur van prefab beton. Dit leverde een kortere ruwbouwtijd op en minder constructievolume. De installatie is tot stand gekomen in samenwerking met een installatieadviseur, om te komen tot een geïntegreerd plan, waarbij bouwkundig en installatietechnisch aan de gestelde specificaties kon worden voldaan, en ook de esthetische uitwerking “onder controle” bleef. Na een energie conceptenstudie, waarin de exploitatie op lange termijn een belangrijke rol speelde, naast energiebesparing en CO2-uitstoot, is er gekozen voor een concept met WKO.

De ruimtes in school zijn zo betekenisvol mogelijk ingericht en dagen de leerlingen uit tot actief leren.

Een deel van dit artikel verscheen eerder in een uitgave van Cadenza Onderwijsconsult (december 2008) in opdracht van de Catamaran. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Carl Möller (muller@cita.nl), projectarchitect, of met Gertjan Doelman, projectmedewerker van Cita Architecten bna in Utrecht, telefoon: 030-2314716

Toepassingen binnenklimaat • Alle onderwijsruimten 3.20 m hoog • Betere luchtkwaliteit door lage CO2-waarden • Betere akoestiek en thermisch comfort in zomer en winter • Een energieprestatie 30% lager dan geldende EPC-norm • Oriëntatie op de zon en voorbereid op PV-cellen • Verlichtingsarmaturen met daglichtregeling en bewegingssensoren • Wko opslag in de bodem • Verwarming en koeling via de betonvloeren • Energiedak voor warm tapwater • Luchtkwaliteit in groepsruimten (CO2 < 900ppm) • Luchtkwaliteit in overige ruimten (CO2 < 800ppm) • Toepassing van speciaal tapijt voor de akoestiek en stofontwikkeling.

schooldomein

januari 2013

45


Enhancing Society Together RHDHV is een vooraanstaand, onafhankelijk internationaal adviserend ingenieurs- en managementbureau. Op de wereldranglijst staan we op de tiende plaats van onafhankelijke ingenieursbureaus, en in de totaallijst zijn we te vinden in de top 40. Onze 8.000 professionals leveren vanuit 100 kantoren in 35 landen innovatieve en duurzame adviesdiensten op het gebied van gebouwen; infrastructuur; industrie, energie en mijnbouw; luchtvaart; stad, omgeving en strategie; rivieren, delta’s en kustgebieden; transport en assetmanagement; maritiem en waterwegen; en watertechnologie. Samen met onze klanten en partners dragen we bij aan innovatieve en duurzame oplossingen voor een betere wereld.

royalhaskoningdhv.com


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein! Foto: Eric Breems

Leerling Anne Breems Mijn naam is Anne Breems, ik zit nu in 5 VWO op het Kaj Munk College in Hoofddorp. Over het algemeen vind ik mijn middelbare schooltijd tot nu toe een erg leuke periode. De sfeer op het Kaj Munk College is erg goed en er zijn veel evenementen waardoor leerlingen erg betrokken zijn bij de school. Dit leidt tot een erg positief beeld van de leerlingen op de school. Alleen: natuurlijk is niet alles altijd makkelijk op school, er zijn veel dingen die ook wat minder makkelijk en een stuk minder leuk zijn op school, denk daarbij aan pesten, het vele werk en natuurlijk ook het combineren van school met het sociale leven van leerlingen.

er staat altijd iemand voor hen klaar. Daarbij zijn er ook speciale mensen op school die leerlingen kunnen helpen met het plannen van schoolwerk en is er ook een topsportcoรถrdinator voor leerlingen die op hoog niveau sporten om hen ook goed te kunnen begeleiden door de schoolperiode heen. Zelf maak ik hier gebruik van met mijn topsport bowlen, ik vind het soms erg lastig om een drukke toetsperiode te combineren met een druk weekend vol toernooien. Gelukkig gaat mijn school hier erg goed mee om en is er altijd wel iets te regelen waardoor ik tijd genoeg krijg om mij goed te kunnen voorbereiden op belangrijke toetsen!

Zelf ben ik erg tevreden over hoe dat geregeld is op mijn school, er wordt veel aandacht geschonken aan kinderen met problemen en

Anne Breems is 5e jaars VWO aan het Kaj Munk College in Hoofddorp.

schooldomein

januari 2013

47


De Ark, een voorbeeld van

zorgenvrij bouwen en kennis delen Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Salomo in Haarlem is opdrachtgever voor de nieuwbouw van De Ark te Haarlem. De opdrachtgever wilde het proces zorgenvrij en risicoarm inrichten. Tekst Paul van Deursen

W

ij mochten voor onze opdrachtgever laten zien wat ZORGENVRIJ en RISICOARM bouwen is. Zorgenvrij bouwen is gebruikmaken van de kennis van professionele partijen. Risicovrij bouwen is het benutten van de ervaring van die professionele partijen en dit vastleggen in de juiste

48

schooldomein

januari 2013

contractvorm. In deze publicatie gaan wij in op de wijze waarop Royal HaskoningDHV dit heeft georganiseerd en gefaciliteerd voor Stichting Salomo. Rechts hiernaast ons kenniswiel, hierin geven wij schematisch weer hoe wij intern de kennis en ervaring


bouw en organisatie

delen bij de ontwikkeling van gebouwen. Dit proces zal voor u herkenbaar zijn, gebouwen voor onderwijs moeten dit proces kunnen faciliteren. De ARK is hiervan een geslaagd voorbeeld.

schooldomein

januari 2013

49


(vraagspecificatie), en Bebouw die het werk opleveringsgereed oplevert aan de gebruikers. Dit model heeft Salomo in staat gesteld invloed te houden op de verschijningsvorm, de lay-out en uitstraling zonder dat een groot financieel risico wordt genomen. Een gunstige aanbesteding heeft het ook mogelijk gemaakt dat er budget vrij gemaakt kon worden voor: • CO2 gestuurde ventilatie; • een geavanceerd verlichtingssysteem in de lokalen, waarbij afhankelijk van de gewenste sfeer het verlichtingsniveau en verlichtingskleur kan worden aangepast; • de gehele school is voorbereid op het werken met een draadloos netwerk.

“Het organiseren van een bouwproject is vergelijkbaar met het organiseren van goed onderwijs: dat doe je niet in je eentje, maar samen.”

Het organiseren van een bouwproject is vergelijkbaar met het organiseren van goed onderwijs: dat doe je niet in je eentje, maar samen. Jong, oud, nieuwsgierig, ervaren, innoverend, pragmatisch, procesmatig, doelgericht, al deze rollen moeten ingevuld kunnen worden. Dat is gelukt. Na een moeizame bestemmingsplanprocedure is de Ark in 16 maanden gerealiseerd. Samen met: Van Moort & Partners Architecten, Royal HaskoningDHV installaties, constructies, management en Bebouw aannemer. Het resultaat mag er zijn. Een compact gebouw, van binnen kleinschalig, kind- en kleutervriendelijk en overzichtelijk.

Ruimten 25 lokalen, 2 ateliers, 1 lokaal voor bewegingsonderwijs, 1 speellokaal, 2 kleuterspeelzalen

Bruto vloeroppervlak Totaal 3.668 m2

Bouwkosten € 4.600.000 inclusief BTW waarvan € 850.000 Installaties.

50

schooldomein

De school is nu overgedragen aan het schoolteam. Zij gaan deze moderne werkomgeving benutten voor het doel waarvoor het is opgericht: het overdragen van kennis. Voor ons is het werk niet klaar met de oplevering. Pas na de evaluatie – waarbij wij onze ervaringen van het doorlopen bouwproces met elkaar bespreken – zijn wij klaar. Klaar om de opgedane kennis verder te delen.

Het proces

Voor meer informatie kunt u mailen met Paul van Deursen van

RHDHV verzamelde alle wensen van het schoolteam, adviseerde waar nodig, voegde de (technische) eisen hieraan toe tot een Programma van Eisen en Wensen. Architecten zijn uitgenodigd een prijsvraagontwerp in te dienen, op basis waarvan de architect is gekozen. RHDHV als Total-engineer nam de verantwoordelijkheid voor het gehele ontwerp (architectuur, constructies, installaties, onderhoud, duurzaamheid, etc.). Voor een vast bedrag hebben wij het geheel namens de opdrachtgever uitgewerkt tot een vraagspecificatie, die voldoet aan de gewenste kwaliteit, past binnen het budget en de planning.

Royal HaskoningDHV: paul.van.deursen@rhdhv.com.

UAV-gc contract projectinformatie

Daarnaast zijn wij uitermate tevreden met de score in duurzaamheid (de berekende GPR-score van 7,9). Dit als gevolg van het compacte gebouw (relatief weinig gevel, de vloerverwarming, de warmte terugwinning en de gedeeltelijke LED verlichting).

Deze vraagspecificatie is aanbesteed. Ervaren aannemers zijn uitgenodigd op basis van een UAV-gc contract de werkzaamheden in te schrijven (het uitwerken van het ontwerp tot uitvoeringsgerede documenten en het realiseren van het ontwerp). Met deze inschrijving op de vraagspecificatie en een UAV-gc overeenkomst neemt na controle de aannemer de ontwerpverantwoordelijkheid over, en realiseert het gebouw voor een vaste aanneemsom. Door deze aanpak heeft Stichting Salomo slechts twee contractpartners gehad, die beiden een prestatieverplichting hadden, namelijk RHDHV die een ontwerp moest leveren, dat voldeed aan de specificaties

januari 2013


BOUW EN ORGANISATIE

Gezocht: ambitieuze sponsor

Beloning: honderden topambassadeurs in Amsterdam Hans Verhage is rector van het 4e Gymnasium in de Houthavens in Amsterdam. Het 4e Gymnasium huist nu in een aantrekkelijk modulair gebouw, maar krijgt nieuwbouw. De locatie is bekend. Hans heeft een ideaal: een film- of theaterzaal voor zijn leerlingen. Wie schrijft in?

Dus: het 4e Gymnasium in Amsterdam gaat bouwen. Welk bedrijf of organisatie neemt de handschoen op om er met vereende krachten iets heel moois van te maken? De beloning: generaties lang toegewijde ambassadeurs. En een prachtig gebouw als persoonlijk visitekaartje.

uitwerking van het nieuwe gebouw, dat ongeveer een omvang van 7.500 m² krijgt. Maar op de locatie is nog ruimte voor een uitbreiding. Ik stel me voor dat we een extra deel van ongeveer 100 of 200 m² markeren, waarbij een investeerder dat deel voor zijn rekening neemt. Dat kan binnen de aanbesteding van de nieuwbouw, maar ook als extra deel. En over hoe we dat gaan doen kunnen we natuurlijk verder spreken. Bijvoorbeeld een huur, of voor een aantal bijeenkomsten onze school in gebruik. En stel je eens voor dat jouw naam in de aula of in een lab hangt. Marketing en reclame voor de komende 25 jaar waarbij wij hier de toekomstige elite opleiden. Dus dat zijn de bestuurders, wetenschappers, netwerkers en medewerkers van morgen.” Rector Hans Verhage

Tekst Sibo Arbeek Foto Jolijn Pelgrum

“Laat de markt maar reageren, dan ga ik graag met ze aan tafel.”

“D

it moet toch aantrekkelijk zijn voor grote landelijke bedrijven?” Hans Verhage kijkt me als rector van het 4e Gymnasium vragend aan. “Prachtige nieuwbouw voor ons gymnasium op een waanzinnig aantrekkelijke uitbreidinglocatie in Amsterdam, de Houthavens. Bovendien een school die enorm aanslaat in het Amsterdamse en zich wil profileren met kunst, cultuur, maar ook met science.” “Hoe stel je je dat dan voor”, vraag ik Hans, die zijn droom uitlegt: “Er ligt al een stedenbouwkundige

Uitdagende vergezichten We brainstormen samen door. “Volgens mij kun je een deel van je droom al uit de aanbesteding halen”, zeg ik, “denk aan al die partijen die graag mee zouden willen werken aan een prachtige inrichting van het gebouw en mogelijk ook medesponsor zouden willen zijn. Juist in deze markt zijn partijen innovatief en willen graag meedenken over uitdagende vergezichten.” “OK”, reageert Hans, “zet het maar in Schooldomein. Het mag iets met High Tech te maken hebben, met Science, met de inrichting van een bioscoop- of theaterzaal. Laat de markt maar reageren, dan ga ik graag met ze aan tafel om dit prachtige project vorm te geven.” Voor meer informatie: mail Hans Verhage: info@het4egymnasium.nl of surf naar www.het4egymnasium.nl

schooldomein

januari 2013

51


TIJDELIJK Extra klaslokalen binnen één dag geplaatst. Stapelbare constructie en uit voorraad leverbaar.

SEMI-PERMANENT Een complete school van hoge kwaliteit. Met uitgekiende ruimten en een gezond klimaat.

PERMANENT Kwalitatief maatwerk voorzien van flexibele en duurzame oplossingen.

VOOR IEDER TIJDVAK EEN PASSEND HUISVESTINGCONCEPT Bezoek ons tijd ens de NOT 2013 op standnumm er 07.B075

T: 0184 41 17 66

www.wagenbouw.nl


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein!

Prof. dr. Marinka Kuijpers De architectuur van de schoolgebouwen is gerelateerd aan de vormgeving van het leren. In het traditionele onderwijs kon een docent vertellen over zijn of haar vak tegen de leerlingen. Het was belangrijk om leerlingen te leren luisteren om de lesstof zo goed mogelijk te kunnen overbrengen. Maar heden ten dage, waarin werk en loopbanen veranderen en leerlingen moeten leren hoe ze hun eigen leren en loopbaan kunnen sturen, moeten leerlingen leren nadenken en ondernemen. Dus niet leren luisteren maar leren praten en niet stilzitten maar ervaren. Een klas wordt niet langer gezien als één groep waaraan één pakket informatie wordt aangeboden op één bepaalde tijd, maar

als 25 individuen met verschillende mogelijkheden. In plaats van hetzelfde lesaanbod voor iedereen, moeten leerlingen leren kiezen. Dit betekent voor de inrichting van onderwijs en de school dat leerlingen de ruimte krijgen om te ervaren en keuzes te maken, en dat leerlingen richting wordt geboden naar werk dat aansluit bij hun kwaliteiten en motieven. Een school, als fysiek gebouw, wordt dan een ‘school’ in de zin van een groep mensen met een gemeenschappelijke missie die hiervoor hun talenten inzetten. Prof. dr. Marinka A.C.T. Kuijpers is onder meer bijzonder hoogleraar ‘Leeromgeving en Leerloopbanen in het (V)MBO’ aan het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit.

schooldomein

januari 2013

53


Oplossingen voor krimpende scholen in het Noorderland

Jonge architecten verkennen nieuwe opgave Het is een opgave waar veel schoolbesturen de komende tijd mee te maken krijgen: teruglopende leerlingaantallen door een krimpende bevolking. In Noord Nederland hebben jonge architecten van de BNA de opgave onderzocht. Resultaat: creatieve oplossingen om in een krimpgebied toch goede scholen te handhaven.

Het weidse platteland van Noord Groningen, gemeente Loppersum

54

schooldomein

januari 2013


stedenbouw en architectuur

De ‘wandelende school’ van Egbert de Warle en Guido Wezenberg Tekst Kees de Graaf

E

en paar jaar geleden werd er nog wat meewarig gedaan door sommige bestuurders en andere professionals over het fenomeen bevolkingskrimp. Het zou zo’n vaart niet lopen en al helemaal niet in de eigen gemeente toeslaan. Inmiddels is die fase van ‘ontkenning’ grotendeels achter de rug. De krimp is here to stay en de gebieden aan de randen van Nederland – Noordoost Nederland, Parkstad Limburg en Zeeland – zijn de eerste die volop met de consequenties te maken hebben. Het teruglopen van de bevolking en daarmee het verdwijnen van voorzieningen speelde hier al langer, sluipenderwijs. Een autonoom proces van concentratie van voorzieningen heeft ertoe geleid dat in veel kleine kernen de supermarkt en het postkantoor al zijn verdwenen. De basisschool is vaak nog het enig overgebleven ontmoetingspunt, wat zorgt voor levendigheid en onderling contact. Maar ook in het onderwijs worden langzaam maar zeker de ondergrenzen bereikt. Een groeiend aantal scholen in krimpgebieden komt akelig dicht in de buurt van de minimale bestaansvoorwaarde van 23 leerlingen, waardoor sluiting dreigt. In Noord-Nederland daalt de bevolking tot 2040 nog met tientallen procenten, het aantal kinderen idem dito. De vraag is dan ook: hoe kan in een krimpregio toch hoogwaardig onderwijs worden aangeboden?

Debat voeden Die vraag werd begin 2012 opgepakt door BNA Onderzoek, de onderzoekstak van de Bond van Nederlandse Architecten. De BNA deed al eerder onderzoek naar de gevolgen van bevolkingskrimp, maar zette nu de consequenties voor onderwijshuisvesting centraal. Aanleiding was een vraag vanuit Stichting Scholenbouwmeester Noord Nederland (SSNN), het bureau dat in opdracht van de drie noordelijke provincies uitgebreid onderzoek heeft verricht naar de staat van onderwijsgebouwen in dit deel van Nederland. Zouden architecten daar een verdiepingsslag op kunnen aanbrengen? Mede door het voorwerk van SSNN konden de jonge architecten vlot aan de slag. Ze kregen een brede vraagstelling mee. Naast de schoolgebouwen zelf waren ook de uitgangspunten op gebiedsniveau van belang: de positie van dorpen in het omliggende gebied, hun sociaal-culturele geschiedenis, de betekenis van bereikbaarheid en leefbaarheid. Die brede context past nadrukkelijk bij de complexe opgave die schuil gaat achter dat ene woordje ‘krimp’. Wie sec naar de cijfers kijkt, ziet alleen teruglopende kinderaantallen en de noodzaak om scholen samen te voegen en te sluiten. De sociaal-maatschappelijke consequenties zijn echter veel breder en raken tal van partijen. In eerste instan-

schooldomein

januari 2013

55


De(zelf)voorzienende school van Adriaan Jurriëns en Jurian Bosma koppelt de school aan de energiecentrale van het dorp.

tie natuurlijk de kinderen en de ouders: zij hebben de basisschool graag onder handbereik. Wanneer dat niet meer mogelijk is, komt soms ook de beslissing om te verhuizen naar een grotere stad dichterbij. In dit gebied heeft Groningen-stad een grote aantrekkingskracht. Er zijn nu al ouders uit omliggende gemeenten die hun kinderen naar een school in de stad brengen, omdat dat beter aansluit bij hun dagelijkse woonwerkpatroon. In het verlengde hiervan hebben schoolbesturen met de gevolgen te maken. Zij moeten beslissen welke scholen gesloten worden en welke niet. De staat van de gebouwen speelt daarbij een rol, maar ook de mogelijke lokale samenwerking met andere partijen rond verbrede schoolconcepten. Gemeenten zijn een andere belangrijke speler: zij zijn beducht voor de gevolgen voor leefbaarheid wanneer een school moet sluiten. Ook zij moeten nadenken over nieuwe verdien- en organisatiemodellen om onderwijshuisvesting betaalbaar te houden. Tenslotte zijn er de dorpsbewoners die met argusogen in de gaten houden wat er met de scholen in hun dorp gebeurt. Sluiting van een school maakt het dorp minder aantrekkelijk voor gezinnen om er te komen wonen en dat raakt ook hen.

Grondige analyse Binnen dit netwerk van belanghebbenden en betrokkenen kunnen architecten een verbindende rol spelen. Zo zijn de jonge architectenteams die deel namen aan het ontwerplab ook aan de slag gegaan met de opgave. Niet door gelijk te gaan ontwerpen, maar door eerst een analyse te maken van de situatie ter plekke. Veel van de architecten bleken afkomstig uit andere delen van Nederland en vonden de kennismaking met de ruimte van Noordoost Nederland een openbaring. Zoveel

56

schooldomein

januari 2013

ruimte, zoveel woon- en leefkwaliteit, zoveel sociale cohesie: het is een goed bewaard geheim. De architecten verkenden het gebied te fiets, voerden gesprekken met ouders, bewoners en gemeenten en analyseerden landschap en context. De zes teams werkten vervolgens tussen februari en september 2012 aan hun oplossingen voor de scholen in het Noorderland. Opvallend genoeg kwamen er heel verschillende concepten uit de bus. De breedte van de oplossingen van de jonge architecten maakt het mogelijk om ‘Scholen voor het Noorderland’ als inspiratiedocument voor krimpgebieden in heel Nederland te gebruiken. Elk gebied is specifiek, maar er zijn wel degelijk generieke principes. Een dergelijk principe is bijvoorbeeld de vorming van nieuwe netwerken. In het concept voor de (zelf)voorzienende school van Adriaan Jurriëns en Jurian Bosma worden energievoorziening en onderwijs verbonden. De architecten signaleren dat veel schoolgebouwen aan vernieuwing toe zijn, maar dat het geld ontbreekt. In krimpgebieden staan de inkomsten van scholen sowieso al onder druk, dus de vraag is hoe een breder financieel draagvlak kan worden gecreëerd voor de bekostiging van een schoolgebouw. De oplossing is helemaal van deze tijd: maak de school onderdeel van een veel breder energieconcept. In de kern krijgt de school een biogasinstallatie, die gekoppeld wordt aan de rioolinstallatie van het dorp. Allerlei stromen worden zo verbonden: afval, energie, maar ook geldstromen. Een gemeente die toch al enkele miljoenen moet uitgeven om het verouderde riool te vervangen (maar geld tekort komt voor een nieuwe school), kan op deze manier schuiven in de begroting.

Sturen met bereikbaarheid Het denken in netwerken is ook de basis van het concept ‘schoul-coöperatie’ van Sara van Popta, Femke Scargo en Amarens Reitsma. Zij zijn op zoek gegaan naar alternatieve samenwerkingsvormen, waarin ‘ketenpartners’ de krachten bundelen. Voor drie uiteenlopende gebieden heeft dit team in kaart gebracht hoe rond een school allerlei kindvoorzieningen kunnen worden gegroepeerd, die elkaar boven water houden. Centraal in de uitwerking van het team staan ‘ankerpunten’ en ‘kanskaarten’. De ankerpunten zijn voorzieningen waarvan zeker is dat deze de komende jaren niet zullen verdwijnen, de kanskaarten zijn vernieuwende oplossingen voor het gebied. Bereikbaarheid wordt door dit team ingezet als strategisch instrument om toch scholen open te kunnen houden en de uitstroom van gezinnen tegen te gaan. Op het schaalniveau van het schoolgebouw zelf hebben de architecten zich evenmin onbetuigd gelaten. Het concept van de herbestemde school (Marko Matic en Gerard Brouwer) laat bijvoorbeeld zien wat er voor mogelijkheden liggen in het herbestemmen van scholen die de komende jaren leeg komen. Door anderen is juist


stedenbouw en architectuur

gespeeld met de factor tijd. Zo tonen Egbert de Warle en Guido Wezenberg met de ‘adaptieve school’ aan dat een school zich in de loop van de tijd kan aanpassen aan veranderende omstandigheden. Met stapsgewijze investeringen, omdat het benodigde geld niet in één keer kan worden opgehoest. Dit lukt door bijvoorbeeld oude klaslokalen gefaseerd te vervangen door nieuwe (de ‘wandelende school’) of door aan een goede kern flexibele uitbreidingen te koppelen (de ‘pulserende school’), die even gemakkelijk weer kunnen worden afgebroken.

Nieuwe vaardigheden Met deze inventieve concepten kan het debat over onderwijs in krimpregio’s verder gevoerd worden, doordat opdrachtgevers (gemeenten, schoolbesturen) en andere betrokkenen gevoed worden met deze nieuwe ideeën en de verbeelding ervan. Naast de inhoudelijke uitkomsten voor de krimpregio’s zijn er aanbevelingen voor de rol van de architect in deze gebieden. Het ontwerplab is een krachtig pleidooi voor een andere manier van werken. De architect neemt daarbij het voortouw in het verkennen van het gebied, de vraagstukken die daar spelen en de kansen die zich voordoen – om deze te vertalen in integrale ontwerpoplossingen. Dat vraagt van de architect wel nieuwe vaardigheden: luisteren, doorvragen, verbinden. Waar een architect van oudsher louter met een gebouwontwerp wordt geassocieerd, gaat de architect nieuwe stijl in eerste instantie op zoek naar de sociaal-maatschappelijke processen die achter een bepaalde opgave schuil gaan. De jonge architecten hebben, gewapend met een frisse

blik en veel enthousiasme, de gevolgen van krimp van meerdere kanten belicht. Ze gaan daarbij uit van de kansen die in het gebied al aanwezig zijn: landschappelijk, infrastructureel, bouwkundig, cultureel. In krimpgebieden ontstaat ruimte voor een aanpak ‘van onderaf’, juist omdat de blauwdrukplanning ‘van bovenaf’ hier niet meer werkt. Dat biedt kansen voor ondernemende partijen om onderwijshuisvesting veel breder neer te zetten en te verbinden met andere maatschappelijke opgaven: lokale energievoorziening, leefbaarheid, bereikbaarheid. Die verbreding maakt oplossingen haalbaar die dat voorheen niet waren, omdat niet over grenzen werd heengekeken. De toegevoegde waarde van de architect moet zijn dat hij in een situatie waarin er ogenschijnlijk geen of nauwelijks geld beschikbaar is, toch met een haalbaar concept op de proppen komt – door slimme combinaties te verzinnen en navenant kosten te verlagen en opbrengsten te genereren. Dat vraagt van de architect wel dat hij opschuift naar de voorkant van het proces, om van daaruit mogelijke ontwikkelingsrichtingen te duiden. Juist in de combinatie van een onafhankelijke opstelling en een helicopterview schuilt de kracht van de architect: door goed te luisteren naar partijen en hun belangen te verknopen. De nieuwe generatie architecten staat klaar om de partijen binnen dat krachtenveld met raad en daad terzijde te staan.

BNA Onderzoek BNA Onderzoek bundelt de studieen onderzoeksactiviteiten van de Bond van Nederlandse Architecten. BNA Onderzoek is een platform voor verdieping en collegiale kennisuitwisseling van alle BNA-leden, waar verschillende expertises worden samengebracht en kruisbestuiving mogelijk wordt gemaakt. Meer informatie: www.bna-onderzoek.nl.

Meer lezen? De resultaten van het ontwerplab ‘Scholen voor het Noorderland’ zijn door BNA Onderzoek gebundeld in een gelijknamige publicatie. Zie www.bna-onderzoek.nl.

schooldomein

januari 2013

57


Optimale luchtverversing en akoestisch met ventilatieplafond Wij creëren Frisse Scholen. Doet u mee? ‘ComfoSchool’ is een ventilatieplafond ontwikkeld en gepatenteerd door TNO. Het ventilatieplafond houdt rekening met de belangrijkste aspecten omtrent ‘Frisse Scholen’, zoals binnenklimaat, energiegebruik en thermisch, visueel en akoestisch comfort. ‘ComfoSchool’ wordt door J.E. StorkAir vermarkt in samenwerking met Rockfon, Nederlands marktleider in akoestisch geluidsabsorberende plafondoplossingen.

Meer informatie via info@rockfon.nl

Friss Scho e ol By J.

E. St or & Ro kAir ckfo n

Rockfon en J.E. StorkAir zijn partners in:


comfort Comfoschool

Zij gingen u voor... Een gezonde leeromgeving is belangrijk. Rockfon vindt daarom dat deze oplossing betaalbaar moet zijn voor iedere school. Omdat het ventilatieplafond een decentrale oplossing per lokaal is, kan de toepassing ervan gefaseerd plaatsvinden. Bijvoorbeeld in schoolvakanties of als er binnen de school mogelijkheden zijn om een klas tijdelijk in een andere ruimte les te geven. Scan de QR-code voor een aantal referentieprojecten.


Belastingkantoor getransformeerd tot school Het voormalig Centraal Belastingkantoor aan de kop van de Amsterdamse Wibautstraat is door Ibelings van Tilburg architecten getransformeerd tot een onderwijsomgeving voor de Hogeschool van Amsterdam. Het Kohnstammhof is in 2011 in gebruik genomen als onderwijsgebouw voor een cluster van 34 opleidingen met 5200 studenten. De gebouwen hebben een open, uitnodigend karakter gekregen. De plint van de gebouwen en een nieuw geconstrueerd binnenhof zijn publiek terrein geworden.

Tekst Marc Ibelings Foto’s Petra Appelhof

Hof als entreeplein Het Kohnstamm-ensemble bestaat uit twee bestaande gebouwen met een contrasterende architectonische signatuur en een nieuw ontworpen entreeplein en paviljoen met daaronder een parkeergarage. Het Kohnstammhuis werd in de periode 1954-1958 gebouwd als Centraal Belastingkantoor van de gemeente Amsterdam, naar een ontwerp van rijksbouwmeester Gijsbert Friedhoff en met medewerking van M. Bolten. Het pand is opgetrokken in de traditionalistische, sobere stijl van de Delftse School. Friedhoff wilde de waardigheid van het staatsgezag tot uitdrukking brengen en deed dat met een symmetrische opzet, het gebruik van classicistische en italianiserende elementen en grote wapenschilden boven de entrees. In 1970 werd het gebouw uitgebreid met een zakelijk

vormgegeven dwarsvleugel. Het Kohnstammhuis kreeg in 2009 officieel de status van rijksmonument. Het onderscheidt zich door gaafheid in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering. Daarnaast is er een aantal bijzondere kunsttoepassingen in het interieur terug te vinden. Ander argument voor de aanwijzing was de beeldbepalende situering van het gebouw aan één van de belangrijkste uitvalswegen van Amsterdam.

Stedenbouwkundige ingreep De meest in het oog springende innovatie betreft de stedenbouwkundige ingreep. Kohnstammhuis en Theo Thijssenhuis vormen samen met de omringende 19e eeuwse bebouwing een stedelijk bouwblok. De situatie op het binnenterrein, de Kohnstammhof, was met het parkeerterrein op maaiveld niet optimaal. Met de aanleg hier van een openbaar toegankelijk, verhoogd entreeplein heeft het verblijfsklimaat in het bouwblok een enorme kwaliteitssprong gemaakt. Het entreeplein boven de parkeergarage biedt een alternatieve wandelroute, vormt de verbinding tussen beide onderwijsgebouwen en functioneert als ontmoetingsplaats. Midden op het plein zijn houten zitelementen ontworpen en staan zes grote bomen (Valse Christendoorns), die door drie gaten in het dak van de garage steken. Op het entreeplein is naar een idee van studenten een ‘proeftuin voor sociale innovatie’ gerealiseerd in de vorm van een paviljoen, dat uitwisseling van kennis en informatie met de buurt kan accommoderen. In het paviljoen is ruimte voor exposities, presentaties en debat.

Ingrijpende renovatie De functionaliteit en flexibiliteit van de gebouwen zijn

60

schooldomein

januari 2013


stedenbouw en architectuur

projectinformatie Locatie Wibautstraat 2-4, 1091 GH Amsterdam

enorm toegenomen, onder andere door de uitbreiding van de liftcapaciteit, het ruim bemeten klimaatsysteem en de creatie van verschillende multifunctionele ruimtes. De gevel van het Kohnstammhuis is gerestaureerd en het Theo Thijssenhuis is voorzien van een volledig nieuwe gevel. Kenmerkende details, zoals de monumentale wapenschilden zijn zorgvuldig gerestaureerd. Ook in het interieur zijn karakteristieke elementen hersteld, zoals de trappenhuizen, de wandschildering van V.G.A. Röling en de glas-in-loodramen in het voormalige bedrijfsrestaurant. De onderste vijf lagen van de loopbrug tussen het Theo Thijssenhuis en het Kohnstammhuis zijn verwijderd om een ruime entree naar de hof te maken. De drie lagen die zijn gebleven zijn volledig transparant gemaakt.

Participatie en samenwerking De toekomstige gebruikers zijn vanaf het opstellen van

GPR-score gemiddeld 7,3 • Nieuwe materialen: duurzaam en recyclebaar • Toepassing van hoogwaardige isolatie • Warmte-koud-opslag, gebruik van duurzame bodemenergie • Isolerend glas HR++, zonwerend glas zuidgevel • Meervoudig ruimtegebruik • Energiezuinig verlichtingsconcept, personen- en daglichtafhankelijke verlichting, ledverlichting in gangzones en als noodverlichting • P V-panelen - Jointhepipe, duurzaam gebruik van drinkwater

het programma uitgebreid betrokken. Projectgroepen van de betrokken onderwijsdomeinen, studenten, medewerkers en fysiek gehandicapten hebben ook invloed gehad op het ontwerp en de realisatie. Er werd een professioneel bouwteam geformeerd met opdrachtgever, aannemer, architecten en installateurs, die gezamenlijk het ontwerp hebben gerealiseerd.

Opdrachtgever

Van energielabel G naar A

Ontwerp en renovatie

Alleen al de keuze om het Theo Thijssenhuis niet te slopen, maar ingrijpend te renoveren, levert een enorme milieuwinst op. Maar ook de transformatie van het Kohnstamm-ensemble zelf is zodanig uitgevoerd dat er sprake is van aanzienlijke verbeteringen en besparingen. Maatregelen als warmte-koude-opslag, hoogwaardig isoleren, PV-panelen, ledverlichting, mos-sedum dak, duurzame en recyclebare materialen hebben tot gevolg dat het Kohnstamm-ensemble een enorme labelsprong heeft gemaakt: voor renovatie energielabel G, nu A.

Hogeschool van Amsterdam

Projectmanagement Bureau Nieuwbouw HvA, Amsterdam • K ohnstammhof: ir.drs. S.C.M. Menheere, Bilthoven •R enovatie Kohnstammhuis & Theo Thijssenhuis: L. Folkers, Amsterdam

2006 - 2009 - Ibelings van Tilburg architecten

Start bouw en oplevering 2007 - in fasen t/m mei 2012

Bruto vloeroppervlakte Kohnstammhuis & Theo Thijssenhuis : 31.000 m2 Nieuwbouw parkeergarage en paviljoen: 4.200 m2

Interieurarchitect OIII Architecten, Amsterdam

Aannemer Ballast Nedam Noordwest, Amsterdam

GPR-score na renovatie Het programma GPR Gebouw zet ontwerpgegevens van een gebouw om naar prestaties op het gebied van kwaliteit, toekomstwaarde en duurzaamheid. Voor elk thema geeft het instrument een kwaliteitsoordeel op een schaal van één tot tien. Startwaarde hierbij is een 6,0 wat bij benadering het Nederlandse Bouwbesluit niveau weergeeft. Het Kohnstamm-ensemble heeft na renovatie een gemiddelde GPR van 7,3. Dit is hoog voor een gerenoveerd ensemble.

schooldomein

Constructeur Van Rossum, Amsterdam

Adviseur installaties Techniplan Adviseurs, Rotterdam

Adviseur duurzaamheid DWA, Bodegraven

Adviseur akoestiek Peutz, Mook

januari 2013

61


Bruggen bouwen Bruggen bouwen vormt een actueel thema. In enkele scholenbouw projecten in Eindhoven is dit op diverse niveaus in praktijk gebracht. Spilcentrum Generalenbuurt en De Bennekel zijn twee brede scholen waar daadwerkelijk gerealiseerde loopbruggen een integraal onderdeel uitmaken van het ontwerp. Tekst KDV Foto’s Jos Lammers en Arthur Bagen

D

e Taalbrug koppelt drie scholen voor speciaal onderwijs door inpassing van een verbindende nieuwbouw en realiseert daarmee zowel fysiek als in het gebruik nieuwe verbanden. Een integrale visie op programma, samenwerking, detaillering en interieuraanpak vormt de verbinding tussen deze drie projecten. Ruimtelijk en stedenbouwkundig manifesteert zich dit door de manier waarop routes beginnend vanuit de openbare ruimte op een logische en heldere wijze doorlopen in het gebouw en daarbinnen ontmoetingen tussen verschillende gebruikers faciliteren en vormgeven. Voor ieder van

62

schooldomein

januari 2013

deze projecten stond de integrale afstemming vanaf het architectonisch concept, via constructie en inpassing van installaties tot en met de afwerking en het ontwerp van vaste interieurelementen centraal. Vertegenwoordigers van ieder van deze organisaties werden opgenomen in de ontwerpteams.

Ketensamenwerking Ketensamenwerking is bijzonder actueel in de huidige bouwpraktijk. De gerealiseerde integrale kwaliteit binnen deze projecten was niet mogelijk geweest zonder de intensieve samenwerking in het ontwerpteam. Ook dit soort ketensamenwerking is een vorm van bruggen bouwen. Juist de nauwkeurige afstemming tussen ontwerpers onderling en de specifieke gebruikers van het gebouw, in een vroeg stadium van het ontwerp, hebben geleid tot een plan waarin deze onderdelen naadloos aaneensluiten. Juist ook deze integrale aanpak leidt ertoe dat bijzondere elementen financieel haalbaar en duurzaam zijn uitgewerkt. De beide spilcentra zijn gesitueerd aan de randen van een park. Ingegeven door de situatie werd voor beide complexen een verbindende loopbrug onderdeel


stedenbouw en architectuur

van het plan. De taalbrugschool ontleent haar naam aan de verbindende nieuwbouw die daar is gerealiseerd. Deze vormt de verbinding en wordt gelijktijdig doorsneden door een fietsdoorgang, vormgegeven als een intern zebrapad. Feitelijk vormgegeven als een ongelijkvloerse kruising in de vorm van een gebouw.

Moeders patatkraam De afstemming tussen architectuur, installaties en interieurelementen wordt op verschillende niveaus zichtbaar. Systeemplafonds worden plaatselijk weggelaten om extra hoogte te creëren. Lichtarmaturen en de plaats van luchtkanalen worden hier op afgestemd. Ruwbouw = afbouw wordt mogelijk door zorgvuldige afstemming tussen constructieve keuzen en de juiste keuzen voor toe te passen installaties. Luchtkwaliteit en temperatuur worden per ruimte geregeld, afgestemd op de gemeten vraag. Door toepassing van dit systeem wordt nooit teveel of te weinig geventileerd en gelijktijdig het energieverbruik geoptimaliseerd. De toegepaste gebouwbeheersystemen zorgen voor een optimale bewaking en balans. Vaste interieurelementen vormen integraal onderdeel van het ontwerp en komen voort uit de onderwijsvisie van de gebruikers. Een keuken uitgevoerd als ‘moeders patatkraam’ in de vorm van een huisje in de aula bij de Bennekel. Lounge en werkplekken geplaatst in het hart van iedere cluster en gekoppeld

“Een keuken uitgevoerd als ‘moeders patatkraam’ in de vorm van een huisje in de aula.” aan de centrale as van Spil Generalenbuurt of werkplekken voor ambulante begeleiders en zitelementen waarop informele gesprekken plaatsvinden in de Taalbrug.

Informele ontmoetingen Het geldt voor iedere school, maar zeker voor bredere scholen. Communicatie vormt de kern van een goed functionerende (brede )school. Misschien wel van het allergrootste belang zijn de informele ontmoetingen. Door de gekozen routing binnen gebouwen, gerealiseerde zichtlijnen en transparantie ontstaat samenhang en saamhorigheid. Niet de formele overlegmomenten maar juist de ontspannen contactmomenten tussen ouders en begeleiders, leerlingen en docenten of begeleiders van de verschillende participanten maken dat een gebouw functioneert. De sociale cohesie en natuurlijke omgang met elkaar wordt gestimuleerd door deze gebouwen die rijk zijn aan licht, zicht en passende ruimten. Voor meer informatie surft u naar www.kdvarchitectuur.nl.

schooldomein

januari 2013

63


ROC Mondriaan Leidschenveen Den Haag Kohnstamm-ensemble Hogeschool van Amsterdam

www.ibelingsvantilburg.nl

Heerlen

-

Amsterdam Meerwaarde Barneveld

Bisonspoor Maarssen

Technovium Nijmegen

HIS Groningen

Maerlant College Brielle

AGS feliciteert Schooldomein met haar 25 jarig jubileum

www.ags.nl


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein! Foto: Max Dereta

Beeldend kunstenaar Lisa van Noorden Leren en lesgeven is een feest, maar zou uitdagender en effectiever kunnen als de interactie tussen docent, student en studenten versoepeld wordt. Een school is over het algemeen een traag instituut dat jaren nodig heeft om zich een nieuwe orde en cultuur eigen te maken. Studenten zelf lopen al kilometers voor de troepen uit. Ik droom van een leeromgeving die responsiever is, als een echo van de wereld waarin we leven in plaats van de gestolde versie van de actualiteit en onze didaktieve vertaling daarvan. Kom op: we hebben de techniek al lang in huis; wireless interactie via tablets, interactieve schoolborden waarmee ook studenten materiaal met groepsgenoten (en docent) kunnen delen. Informatie via tweets, android, layering, augmented reality. Het meten van aanwezigheid

door een simpele login bij aanvang van de les. Weg met de push tactiek die lesgeven vaak kenmerkt. Ja! tegen delen, veranderen en opnieuw aanbieden. Voor co-creatie en crowd sourcing. Nee! tegen starre panden waarbinnen lokalen vaak te groot zijn, maar er toch te weinig zijn om elke groep haar eigen een ruimte te bieden. Ja! tegen vrij indeelbare ruimten, multifunctionele inrichting, kunst, het prikkelen van alle zintuigen, verticale tuinen, gebeds- en ontspanningsruimtes, sport, natuur en gezond voedsel. Leren is ge誰nspireerd worden. Lisa van Noorden is beeldend kunstenaar en gespecialiseerd in kunsttoepassingen voor publieke en private ruimten.

schooldomein

januari 2013

65


Alhambra in Barneveld

Spirituele nieuwbouw Meerwaarde Toen de opdrachtgevers van de Meerwaarde met de architect en adviseurs het Alhambra in Grenada hadden bezocht waren ze om. Hun nieuwe school moest een vergelijkbare spirituele uitstraling hebben. AGS Architecten ging nog verder terug in de tijd en vond de plattegrond van Koning Salomo’s tempel. Kortom: het Alhambra in Barneveld. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Marko

K

ees Heek is voorzitter CvB van de Meerwaarde: “Voordat we begonnen, hebben we gewerkt aan de reorganisatie van twee scholen. Het onderwijskundig concept was klaar, voordat we gingen bouwen. We zitten er nu ruim een jaar en hebben een

66

schooldomein

januari 2013

perfect gebouw neergezet met bureaus die bij ons passen: ICSadviseurs, een bureau met verstand van onderwijs en AGS, een architectenbureau dat ons goed heeft laten dromen en daar een mooie vertaling aan heeft gegeven. Er moest een gebouw komen dat


stedenbouw en architectuur past bij het VMBO, maar ook onze geloofsovertuiging laat zien. We zijn met een groep in het Alhambra in Grenada geweest en in Cordoba. Daar in Andalusië hebben we de inspiratie opgedaan die je nu in ons gebouw terug vindt. Het Alhambra is groot en toch kleinschalig. Je komt de invloeden overal tegen; in de assen, het hek, de vijvers, de atria en de kolommen, die door led-verlichting steeds van kleur verschieten. Het gebouw is niet tijdgebonden en de christelijke identiteit is zichtbaar en voelbaar, zonder dat die dominant aanwezig is. De kern is dat we 15 schooltjes in 1 gebouw hebben, waarbij elke school een eigen teamleider, teamkamer, toiletten en klaslokalen heeft. Het bijzondere is dat dit gebouw bijna geen gangen heeft. De vorm is een vierkant gebouw met een binnentuin en op de vier hoeken vier keer een atrium. De kern is dat we kleinschalig willen lesgeven. Er komen hier elke dag 1.750 leerlingen. Het gebouw straalt rust uit en is niet bedreigend groot.”

Gebouw voor iedereen “Het is een gebouw voor de leerlingen, met zes ingangen, zodat leerlingen een eigen plek hebben, waar ze kunnen leren, elkaar ontmoeten en samen successen vieren. Na schooltijd kunnen ze in onze prachtige sporthal sporten onder begeleiding van combinatiefunctionarissen. Onze medewerkers treffen hier optimale faciliteiten, waardoor ze hun onderwijs goed kunnen organiseren in hun eigen domein, waar onderwijs en werkplekken gekoppeld zijn en hun team de uitvalsbasis vormt. Het is een duurzaam gebouw met een goed binnenklimaat. Voor de Barnevelders is het een mooie ontmoetingsplek. De tuin is openbaar toegankelijk, we starten echte winkels vanuit onze leerwerkbedrijven, we werken aan een lunchroom waarin gehandicapte kinderen met onze leerlingen samenwerken. De Volkswagendealer PON werkt vanuit ons gebouw, waardoor leerlingen up to date ervaring opdoen. En de prachtige sporthal is er voor de hele gemeenschap.”

Tempel van Salomo Jo Jonge en Jan Decker, architecten van AGS: “We zijn voor dit project geselecteerd via een Europese Aanbesteding. Het is absoluut een uitdaging om in crisistijd te ontwerpen. Het gaat om een fors volume, waarbij we voor het onderwijs 17.000 m2 hebben vertaald en voor het sportdeel 1.700 m2. Dat alles moest binnen de norm gerealiseerd worden. Daarnaast was de opdrachtgever ambitieus en wilde een vernieuwende VMBO-school met een eigen karakter realiseren, gebaseerd op de christelijke grondslag. We hebben duurzaam bouwen en slim ontwerpen gecombineerd, mede op basis van een heel goed programma van eisen. Zo hebben we mooie oplossingen gevonden in de optimalisatie van de gevel en het extreem terugbrengen van de bruto-nettoverhouding; het hele gebouw is één grote leerwerkplaats met een grote mate van

transparantie. Overal gebeurt wat. De inspiratie voor het ontwerp en toegepaste maatstructuren hebben we in Granada en Cordoba gevonden, maar ook in het ontwerp van de tempel van koning Salomo. Naar de beschrijving moet het een schitterend gebouw geweest zijn waarvan de roem zich verspreidde over het Midden-Oosten. Van heinde en verre kwamen bezoekers Jeruzalem en zijn fameuze tempel bekijken: een van de bekendste was de koningin van Sheba.

“Duurzaamheid is een voertuig voor de vernieuwing.”

Aanbesteden in crisistijd Hans Voorberg is met zijn team vanuit ICSadviseurs betrokken bij de aanbesteding en de projectbegeleiding van de Meerwaarde: “Aanbesteden in crisistijd levert voor veel partijen een nieuwe situatie op. We moeten ons realiseren dat we naar een vlakke economie bewegen met een relatief structurele 0-groei. Duurzaamheid is daarbij een voertuig voor de vernieuwing. De marktpartijen die dat samen kunnen leveren hebben de toekomst. De kracht is hoe iedereen zijn eigen werk goed kan doen. De opdrachtgever moet de eigen vraag nog scherper leren stellen. Dat betekent dus (laten) professionaliseren en het niet overlaten aan partijen die vooraf een totaaloplossing bieden. Je moet in deze tijd vanuit het primaire proces samen met de marktpartijen optrekken. De opdrachtgever kan met haar adviseur(s) de uitvoerende partijen prikkelen om in en tijdens het proces steeds kritisch te reflecteren en innovatieve ideeën in te brengen. Engineers moeten de exploitatie meer meenemen en prestatiecontracten durven afsluiten. Als de markt scherper wordt heb je goede stukken nodig. Dan mag je verwachten dat je de risico’s eruit haalt en er echt scherp aanbesteed kan worden. In een volgende fase van de aanbesteding werden de betrokken partijen ook geprikkeld om alternatieven aan te bieden, die dan uiteindelijk leiden tot de economisch meest voordelige inschrijving, waarbij er binnen de kaders ook ruimte is voor de uitvoerende partijen.” Voor meer informatie surft u naar www.icsadviseurs.nl of kijkt u op www.demeerwaarde.nl.

schooldomein

projectinformatie Opdrachtgever: Stichting De Meerwaarde

Project: Nieuwbouw vmbo-school met sporthal

Programma, aanbesteding en bouwbegeleiding: ICSadviseurs

Architect: AGS Architekten & Planners

januari 2013

67


Uitstekende recepten voor een optimale exploitatie

Exploitatiescan en praktisch handboek voor kulturhusen Wat zijn goede recepten voor een exploitabel kulturhus of multifunctionele accommodatie? Welke ingrediënten zijn onmisbaar en wat zijn echte smaakmakers? In opdracht van de provincie Overijssel ontwikkelde ICSadviseurs, samen met Kulturhusmanager Frank Droste een exploitatiescan en een bijbehorend handboek. Op vrijdag 14 december nam Bert Boerman, gedeputeerde van de provincie Overijssel, het eerste exemplaar in ontvangst.

“Z

e heten Kulturhus, cultuurgebouw of multifunctioneel centrum en maken onderdeel uit van het landschap in vele gemeenten. Vaak gloednieuwe gebouwen waar bibliotheek, theater, welzijnsvoorziening en kapsalon of bridgeclub onderdak vinden. Idealiter moet het

Kijkje in de keuken Een voorbeeld uit het handboek: het recept ‘Streekproducten’. Dat begint met de volgende ingrediënten: Hoe functioneert uw organisatie? Zijn één of meerdere van de volgende zaken herkenbaar: • is weinig draagvlak vanuit de bevolking. • is onduidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden van bestuur, management en/ of beheer. • wordt niet of nauwelijks inhoudelijk samengewerkt. Vervolgens wordt helder beschreven hoe een Kulturhus de eigen organisatiestructuur kan verbeteren en haar draagvlak onder de bevolking kan vergroten. En om te laten zien hoe dat werkt in de praktijk, sluiten de auteurs af met een geslaagd voorbeeld uit de praktijk: Bij het Kulturhus Holten is het vrijwilligersbestuur actief en nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het Kulturhus. Hierdoor heeft zij draagvlak onder de bevolking kunnen creëren en kon het bestuur wensen/ideeën vanuit de bevolking, waar mogelijk, meenemen in de ontwikkeling van het Kulturhus. Het bestuur is geselecteerd op competenties (zoals juridisch, financieel, politiek/bestuurlijk) en vormt hiermee een adequaat klankbord voor de Kulturhusmanager.

68

schooldomein

januari 2013

samenwonen een (financiële) meerwaarde bieden, maar dat blijkt nog niet zo simpel”. Met dit citaat uit Binnenlands Bestuur van 2 september 2011 openen de auteurs het Handboek Exploitatiescan Kulturhusen. Om vervolgens 24 recepten voor de optimalisatie van de exploitatie van Kulturhusen te serveren. Compleet met panklare ingrediënten, heldere uitleg en mooie best practices.

Goede balans “Tekorten op de exploitatie, oplopende subsidies en lastige samenwerking vormen slechts een greep uit de knelpunten waarmee stichtingsbesturen van Kulturhusen en gemeenten te maken krijgen bij het exploiteren en beheren van Kulturhusen”, stellen de auteurs. “In de praktijk ‘overkomt’ het de betrokkenen soms gewoonweg en blijkt het niet eenvoudig deze problemen te voorkomen of te verhelpen. Daarbij is het vrijwel altijd zoeken naar een goede balans tussen de maatschappelijke functie en het ondernemerschap dat nodig is om de exploitatie op peil te houden of te brengen. Kulturhusen staan hierin overigens niet op zichzelf: ook in breder verband zien we dat dergelijke problemen zich (landelijk) voordoen bij multifunctionele voorzieningen, zoals brede scholen en multifunctionele accommodaties.”

Online scan en praktisch handboek Ook de provincie Overijssel signaleerde dat zich bij de exploitatie van Kulturhusen dikwijls knelpunten voordoen. Werk aan de winkel dus en daarbij kun-


Financiering en exploitatie

“Het handboek is een bijzonder praktische handleiding, geschreven als een kookboek, met heerlijke recepten voor de optimalisatie van de exploitatie van ieder Kulturhus.” nen al die betrokkenen bij deze brede maatschappelijke voorzieningen veel van elkaar leren. Daarom nam de provincie het initiatief voor de ontwikkeling van een exploitatiescan. ICSadviseurs, ervaren adviseur op het gebied van Kulturhusen, MFA’s en brede scholen, en Frank Droste, manager van Kulturhus Borne, pakten de handschoen op en ontwikkelden een exploitatiescan in twee delen: een online scan en een praktisch handboek.

Best practices De exploitatiescan maakt het mogelijk om ieder Kulturhus afzonderlijk te vergelijken met een landelijke benchmark van exploitatiegegevens. Hierdoor krijgen betrokken organisaties in een kort tijdsbestek inzicht in hun exploitatieresultaten ten opzichte van andere Kulturhusen in Nederland. Uniek is de koppeling met het handboek. Een bijzonder

praktische handleiding, geschreven als een kookboek, met heerlijke recepten voor de optimalisatie van de exploitatie van ieder kulturhus. Als ervaren koks beschrijven de auteurs diverse gerechten, de ingrediënten ervan, tips voor de bereiding en ‘best practices’ vanuit verschillende Overijsselse Kulturhusen. Gebruikers en lezers kunnen zich naar eigen smaak en behoefte laten inspireren door de verschillende gerechten. Het biedt hen inspiratie die kan helpen bij het optimaliseren van de exploitatie van ieder kulturhus. Alle recepten worden overzichtelijk in het handboek gepresenteerd, zodat lezers er ook zonder de exploitatiescan van kunnen proeven! De exploitatiescan en het handboek zijn online te bekijken op www.kulturhus.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Igor Grevers van ICSadviseurs, 06-10135496, igor.grevers@icsadviseurs.nl.

schooldomein

januari 2013

69


De Vitale Sportvereniging Rigtersbleek:

Meer dan een club Gevoetbald wordt er ook bij Vitale Sportvereniging Rigtersbleek in Enschede. Maar minstens zo belangrijk voor de club is de rol als wijkcentrum en re-integratiebedrijf. Een reportage over een aantal maatschappelijk betrokken voetbalverenigingen in Enschede.

E

‘Stel dat elke voetbalclub in Nederland 25 mensen aan het werk zou helpen!’

en clubhuis met kantine en kleedkamers, omgeven door een aantal voetbalvelden: op het eerste gezicht een voetbalcomplex als vele anderen. Maar waar elk ander sportterrein er op maandagmiddag verlaten bij ligt, is het terras van v.v. Rigtersbleek in Enschede goed bezet. Een groep langdurig werklozen die een re-integratietraject volgen bij de club, houdt lunchpauze. Rigtersbleek ligt in het hart van de Enschedese achterstandswijk Twekkelerveld en wil een brede club zijn. Voetbal en het verenigingsleven als bindmiddel voor de maatschappij. Voetbalvereniging Rigtersbleek is onderdeel van de Stichting Vitale Sportvereniging. Andere clusters in Enschede zijn: v.v. Victoria’28/sv De Enschedese Boys, Omnivereniging Avanti Wilskracht, sv Vosta en Budovereniging Schuttersveld. In totaal zijn 7.000 sportende leden lid van de Vitale Sportvereniging. “We brengen twee werelden bij elkaar”, zegt voorzitter Arjan Kampman van Rigtersbleek. Dat begon zo’n acht jaar geleden toen het bestuur besloot een trapveldje voor de plaatselijke jeugd aan te leggen en het sportpark voor iedereen open te stellen. Vlak daarna ging de club van start met het organiseren van jeugdactiviteiten in de vakanties en legde de KNVB het verzoek neer om jongeren uit de Jeugdzorg op te nemen, zij kunnen nu voor hun vrijetijdbesteding bij de club terecht, zoveel mogelijk in de reguliere jeugdteams.

Buurthuis Een zaaltje naast de kantine doet intensief dienst als leslokaal. Een spin-offbedrijf van de Universiteit Twente geeft er huiswerkbegeleiding aan scholieren uit de buurt, het plaatselijke ROC gebruikt het voor kleinschalig onderwijs in administratieve vakken en sociale

70

schooldomein

januari 2013

hygiëne, allochtonen schuiven aan voor taallessen en studenten van sportopleiding CIOS krijgen er les en worden gestimuleerd om stage te lopen als trainer. Voeg daarbij allerlei wijkactiviteiten - braderie, sinterklaasviering, kerstmarkt - die bij Rigtersbleek georganiseerd worden en zie hoe het clubhuis steeds meer op een buurthuis gaat lijken. Naast al deze activiteiten hebben ongeveer twintig langdurig werklozen een zogenaamde klimop-baan bij de club (de Enschedese benaming voor leer-werkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt). Ze houden het terrein en de gebouwen schoon, werken in de eigen wasserij en steken de handen uit de mouwen in de kantine, die trouwens sinds vorig jaar dienst doet als eetcafé. Iedereen kan er voor vier euro komen eten en klimoppers kunnen er hun kook- en bedieningskunsten ontwikkelen. Vanaf 1 september 2012 zijn wekelijks op alle clusters 25 studenten ROC Sport & Bewegen actief bij de vitale sportvereniging voor het ondersteunen bij het verbinden van de wijk. Zo wordt er op maandag en vrijdag naschools sporten voor basiskinderen aangeboden, op dinsdag sporten voor ouderen met de dichtstbijzijnde verzorgingstehuizen en op donderdag sporten voor klimoppers. Dit is gratis en voor iedereen uit de buurt toegankelijk.

Vitaal Mensen met een klimopbaan krijgen bij Rigtersbleek een dagbesteding en -ritme. In de afgelopen jaren zijn velen doorgestroomd naar betaald werk. Ze hebben allemaal een Persoonlijk Ontwikkelingsplan en worden om bredere ervaring op te doen regelmatig door de club ‘uitgeleend’ om bij evenementen elders in de regio te werken. De beste, meest gemotiveerde krachten


financiering en exploitatie

in de derde klasse. Nu telt de club meer dan duizend leden en speelt het eerste in de hoofdklasse. Hoewel hij geen duidelijk causaal verband kan benoemen, gaat de ontwikkeling van de club volgens Kampman hand in hand met de sociale betrokkenheid. Ook de sponsorinkomsten zijn gestegen. Dat succesverhaal is de gemeente Enschede niet ontgaan. Een collegeakkoord werd opgemaakt met een opdracht voor de Stichting Vitale Sportvereniging: herhaal het kunstje. Op dit moment werkt het project in vier clusters verdeeld over de stad, met in totaal elf sportverenigingen. Voor meer informatie surft u naar www.vitalesportvereniging.info of mailt u met directeur Koert Hetterscheidt: koert@vitalesportvereniging.info.

krijgen een opleiding, voor bijvoorbeeld administratie of de horeca. Rigtersbleek is tevreden: “Als wij 25 mensen aan het werk zetten, helpen we er, inclusief gezinsleden, ongeveer zestig”, zegt Directeur Koert Hetterscheidt van de Vitale Sportvereniging. “Stel nou dat tienduizend voetbalclubs in Nederland dit zouden doen!” En externe partijen zijn ook tevreden. Woningcorporaties bijvoorbeeld, omdat hun huurders niet de hele dag thuis zitten. En zorginstellingen, omdat zij zien dat deelnemers vitaler worden.”

Goed voorbeeld Het gaat Rigtersbleek goed. Acht jaar geleden had de club zeshonderd leden en kwam het eerste elftal uit

Thomas (48) werkte het grootste deel van zijn leven als kozijnenmonteur. Toen hij ontslagen werd, kreeg hij een baan als steward bij FC Twente. Hij was daar in de running voor een baan bij de technische dienst, toen hij in 2009 een herseninfarct kreeg en aan de rechterkant van zijn lichaam verlamd raakte. Hij revalideerde op eigen kracht. Sinds twee jaar heeft hij een klimop-baan bij Rigtersbleek: “Nu ben ik weer bezig, lekker buiten en met mensen om me heen. Sinds ik hier ben, heb ik weer zin in het leven!”

schooldomein

januari 2013

71


Houd uw schoolgebouw bij de les Het onderwijs is nooit saai. Onderwijsconcepten en organisatiestructuren zijn doorlopend in ontwikkeling. Ambities, behoeften en budgetten veranderen. Maar ook krimp en ontgroening hebben impact op het onderwijs. Dit heeft ook consequenties voor uw gebouw(en). De behoefte aan vastgoed verandert en een betere benutting van de gebouwen is gewenst. ARCADIS stelt u in staat in te spelen op deze veranderende behoeften en uw vastgoed beter te benutten door bijvoorbeeld renovatie, levensduurverlenging en verduurzaming. Wij verdiepen ons altijd in het primaire proces van onze opdrachtgever en maken van daaruit de vertaling naar huisvesting. Met onze jarenlange ervaring in de onderwijswereld en integrale dienstverlening zijn wij in staat uw huisvesting te begeleiden gedurende de gehele levenscylus. Voor meer informatie: 010 253 2222, onderwijs@arcadis.nl of kijk op www.arcadis.nl.

Imagine the result


THEMA ONDERDEEL Nieuwe vormen

Grillig leerlingenaantal drukt zwaar op huisvestingskosten

Modulair bouwen biedt soelaas Gemeenten en onderwijsinstellingen anticiperen in hun huisvestingsplannen onvoldoende op het grillige verloop van het leerlingenaantal. Investerings- en exploitatiekosten worden onbeheersbaar en lopen uit de hand.

Tekst Feddo Timmerman

“Scholen krijgen de komende jaren te maken met forse risico’s, omdat het leerlingenaantal sterk blijft fluctueren.” Dit stelt Michiel Otto, principal consultant bij de divisie Gebouwen van ARCADIS. ‘Door de oplevering van nieuwbouwwijken in combinatie met vergrijzing in andere delen van gemeenten, hebben onderwijsinstellingen te kampen met een grillige vraag. Kostbare tijdelijke voorzieningen drukken zwaar op de begroting en belemmeren noodzakelijke investeringen. Daarnaast wil men vaak onderwijs- en andere maatschappelijke voorzieningen onderbrengen in een multifunctionele accommodatie. De huisvestingsbehoefte van al die verschillende voorzieningen kan door de jaren heen aanzienlijk fluctueren. Een andere manier van plannen, bouwen en exploiteren is noodzakelijk om onderwijsinstellingen, kinderopvang en andere maatschappelijke functies sneller, goedkoper en beter toegespitst op de vraag te huisvesten. Is men eenmaal aan programmering, ontwerp en uitvoering van huisvestingsprojecten toe dan biedt modulair bouwen soelaas.’

Standaard elementen Bij modulair bouwen wordt gebruik gemaakt van standaard elementen in het bouwproces. En dat biedt mogelijkheden om op maat te bouwen met beheersbare financiële risico’s. Otto: “Door gestandaardiseerd te bouwen, speelt het vastgoed flexibeler in op de grillige vraag. Een multifunctionele accommodatie is beter te beheren voor meerdere doeleinden en kan bijvoorbeeld zonder problemen worden voorzien van een extra bouwlaag wanneer het aantal leerlingen toeneemt. Bovendien worden schoolgebouwen binnen een korter tijdsbestek opgeleverd en kunnen ze binnen de strakke financiële kaders van de VNGnormkostenvergoeding worden gerealiseerd’.

Geldstromen voor investeren en exploiteren koppelen En omgekeerd geldt hetzelfde ook: “Deze benadering houdt niet alleen rekening met groei, maar ook met krimp. Verkleining of afstoting van gebouwen met het oog op de beperking van exploitatielasten wordt ook eenvoudiger. Een consortium waarin Verlaat Uden, ARCADIS, Studio NineDots, Nelissen Ingenieurs en Asito samenwerken, heeft een flexibel concept opgezet dat inspeelt op wisselende aantallen leerlingen en andere gebruikers. Door modulair te bouwen, kan kwalitatief Michiel Otto hoogwaardige multifunctionele accommodatie met een eigen identiteit gerealiseerd worden. De ontwikkeling past binnen strakke financiële en planningskaders en de levensduur past bij gebruikelijke afschrijvingstermijnen van 30 of 40 jaar voor maatschappelijk vastgoed. Daarbij kan het consortium ook de exploitatie op zich nemen. In die situatie brengt men de geldstromen voor investering en exploitatie bij elkaar. Bij de investering in de multifunctionele accommodatie kunnen vervolgens de juiste keuzes gemaakt worden voor een langdurig efficiënte exploitatie. Volgens Otto creëert dit concept nieuwe kansen om in deze tijden van crisis toch kwalitatief noodzakelijke ontwikkelingen in huisvesting mogelijk te maken en te faciliteren. En dat is goed voor het onderwijs en voor de marktpartijen.

“Door gestandaardiseerd te bouwen, speelt het vastgoed flexibeler in op de grillige vraag.”

Voor meer informatie mailt u met Michiel Otto, michiel.otto@arcadis.nl en surft u naar www.arcadis.nl.

schooldomein

januari 2013

73


De agenda voor transformatie en innovatie Mede door de crisis wordt steeds duidelijker dat er behoefte is aan een nieuwe koers voor het maatschappelijk vastgoed. Hoe partijen dat voor zich zien, wordt duidelijk uit de Agenda Maatschappelijk Vastgoed 2013. Tekst Ingrid de Moel

D

e Agenda Maatschappelijk Vastgoed is een agenda die jaarlijks voor en door partijen in het veld wordt vastgesteld. Deze agenda geeft aan op welke punten partijen vooruit willen komen. Voor 2013 wordt sterker dan voorgaande jaren ingezet op transformatie en innovatie. Er is veel te veel maatschappelijk vastgoed. De kwaliteit is over het algemeen matig en voldoet niet aan de veranderde vraag. “Doorgaan op de huidige weg is niet alleen ongewenst maar ook onbetaalbaar”; aldus Kete Kervezee, voorzitter van de brancheorganisatie voor het

primair onderwijs tijdens de agendabijeenkomst van Bouwstenen op 7 november 2012.

Nieuwe concepten Dat er een nieuwe koers nodig is wordt ook onderschreven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Aedes woningcorporaties, de POraad, de Brancheorganisatie Kinderopvang en de MOgroep, de brancheorganisatie voor maatschappelijke dienstverleners. Zij benadrukken dat er nieuwe concepten moeten komen om maatschappelijke voorzieningen betaalbaar te houden. Deze concepten gaan verder dan een brede school of MFA. Om de gewenste kwaliteit te waarborgen is het nodig de basis voor de exploitatie te verbreden. Wat nu een school is, zou in de toekomst een wijkhuis kunnen worden met ruimte voor onderwijs, opvang, ontspanning en ontmoeting.

Eigendom Gemeenten en andere maatschappelijke organisaties hoeven het vastgoed niet in bezit te hebben. Het is goed denkbaar dat een andere partij het vastgoed levert en exploiteert. Scholen, opvangorganisaties en maatschappelijke dienstverleners kunnen dan ruimte huren voor de tijd waarop zij hun diensten op die plek leveren. Wel is er vanuit de vraagkant behoefte aan goede en flexibele financiële arrangementen. “Als langjarige afspraken moeten worden gemaakt en het risico bij de publieke sector blijft, kunnen gemeenten het net zo goed zelf doen”, aldus Ralph Pans, voorzitter van de directieraad van de VNG.

Uitwerking Komend jaar gaan partijen in het veld aan de slag met de uitwerking van de nieuwe Agenda Maatschappelijk Vastgoed. Aan de hand van zeven agendapunten wordt samengewerkt aan meer inzicht over de toekomstige vraag, de gewenste kwaliteit en bijbe-

74

schooldomein

januari 2013


financiering en exploitatie

horende service-, exploitatie- en organisatiemodellen. Daarbij willen partijen samen optrekken bij het wegwerken van de overmaat aan maatschappelijk vastgoed en de transformatie van de bestaande voorraad. De zeven agendapunten worden uitgewerkt in diverse Bouwstenen-netwerken en ontwikkelgroepen, samen met iedereen die een bijdrage wil leveren.

“Als langjarige afspraken moeten worden gemaakt en het risico bij de publieke sector blijft, kunnen gemeenten het net zo goed zelf doen.”

Het nut van samenwerking Afgelopen jaren hebben partijen in het veld met (steun aan) elkaar en in Bouwstenenverband: • onderzoek gedaan naar de omvang en de kwaliteit van het maatschappelijk vastgoed en de organisatie van het vastgoedmanagement; • lokale makelpunten opgezet voor een betere verbinding tussen vraag en aanbod van ruimte en een betere bezetting; • een netwerk en website voor wijkondernemers opgezet ter ondersteuning van de beweging van minder overheid, meer burger; • een kompas voor organisatievraagstukken ontwikkeld; • kennis en informatie uitgewisseld via de nieuwsbrief, website, bijeenkomsten, publicaties, enzovoort en elkaar vooruit geholpen rond uiteenlopende concrete vragen uit de praktijk. Ook hebben partijen in het veld in 2012 samen een position paper geschreven, waarin een gezamenlijke analyse is gemaakt van de problematiek in het maatschappelijk vastgoed. Nu het vertrekpunt helder

is en breed gedragen wordt, kan de aandacht in 2013 vooral uitgaan naar de toekomst van het maatschappelijk vastgoed en de broodnodige innovatie. Voor meer informatie en de mogelijkheid aan te haken zie www.bouwstenenvoorsociaal.nl.

De Agenda Maatschappelijk Vastgoed 2013 Bouwstenen is een platform van en voor bestuurders, managers en professionals in het maatschappelijk vastgoed. Doel is vinden, verbinden en vooruit komen. Bouwstenen faciliteert het platform met een gratis nieuwsbrief, professionele netwerken en ontwikkelgroepen. Ook wordt jaarlijks een Agenda Maatschappelijk Vastgoed opgesteld. Onderwerpen op de agenda voor 2013 zijn: 1. Voorzieningenplanning; waarom, voor wie, wat en waar? 2. Wegwerken van de overmaat 3. Slimme en gezonde gebouwen, vooral bestaande voorraad 4. Vindbaar en gastvrij 5. Nieuwe rolverdeling 6. Normaliseren en afstemmen 7. Wat we doen, beter doen

schooldomein

januari 2013

75


Advertorial

Multibank: een meubel met drie functies

Een bewoner van Het Dorp vertelde aan ontwerper Ruud-Jan Kokke over ruimtegebrek in zijn woning als hij samen met zijn buurman tv wilde kijken. “Met twee rolstoelen in de kamer is het te krap, de bank staat dan in de weg”. Op de bank zelf kan hij niet zitten, maar het staat erg gezellig en huiselijk, en natuurlijk is het handig voor bezoek.

K

okke stelde aan Siza voor een opklapbare slaapbank te ontwerpen en zocht samenwerking met Maatwerk, specialist in aangepast meubilair. Samen werd het ontwerp uitgewerkt. Het bijzondere meubel is nu voor het eerst te zien in de nieuwe toekomstwoning van Het Dorp. De ontwerper heeft gezocht naar een goed evenwicht tussen materiaal, functie en vorm in het ontwerp van Multibank. De technische vakkundigheid van Maatwerk heeft het mogelijk gemaakt om het ontwerp van Ruud-Jan Kokke te vervaardigen.

Drie functies Multibank is een meubel met drie functies: • een comfortabele bank met een hoofdsteun over de volle breedte;

76

schooldomein

januari 2013

• m et een druk op de knop verandert het in een ruim en luxe eenpersoonsbed; • d aarnaast kan de Multibank elektrisch opgeklapt worden om de leefruimte te vergroten.

Maatwerk Maatwerk is gespecialiseerd in persoonsspecifieke meubelen. Ieder individu is namelijk anders en heeft eigen eisen en wensen gerelateerd aan hun mogelijkheden. Maatwerk heeft hier oog voor en maakt individueel meubilair. Voor meer informatie neemt u contact op met Maatwerk B.V. in Arnhem: (026) 351 22 47, sales@kindermeubilair.nl, www.kindermeubilair.nl.


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein!

Visionair Maurice de Hond De wereld verandert steeds sneller. Toen Schooldomein 25 jaar geleden begon was de PC net aan haar opmars begonnen en bestond er nog geen internet. Inmiddels zijn er meer dan 2 miljard internetgebruikers wereldwijd. De consequenties van de verspreiding van computers, smartphones en internet op economie en samenleving zijn kolossaal. Het zou mij niet verbazen als de komende 10 jaar de veranderingen net zo ingrijpend zullen zijn als ze de afgelopen 25 jaar zijn geweest. De kinderen, die nu voor het eerst naar school gaan, zoals mijn dochter, moeten voorbereid worden op de wereld na 2025. Maar als ik scholen bezoek dan kom ik tot de constatering dat de leerlingen niet eens voorbereid worden op de wereld van vandaag. Buiten school verkeren de jongeren vooral in een digitale wereld (nu zijn jongeren tussen de 12 en 15 jaar gemiddeld 2500 uur per jaar online). Op school verkeren de jongeren vooral in een analoge wereld. En wordt wat ze leren en hoe ze

het leren vooral bepaald door de ervaringen en het wereldbeeld uit het verleden van de personen van 50+. Zij kijken, niet zelden met afkeer en dedain, maar doorgaans met een gebrek aan kennis en affiniteit naar de wijze waarop de jongeren omgaan met de nieuwste mogelijkheden in de virtuele wereld. De school staat voor de keuze hetzij irrelevant te worden voor de leerlingen of snel grote ingrijpende veranderingen door te maken. Ik verwacht dat de volgende 5 jaar die ingrijpende veranderingen er komen, mede omdat veel leerlingen en ouders van onderaf het heft in handen gaan nemen. De virtuele component en niet het fysieke gebouw zal daarbij een doorslaggevende rol spelen. Maurice de Hond is onder meer de drijvende kracht achter www. peil.nl, een opiniepanel, waarmee actuele ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving op de voet gevolgd kunnen worden.

schooldomein

januari 2013

77


Vijf dagen inspiratie, de nieuwste trends en ontwikkelingen. Mis het niet!

r nu Registree atis voor Gr et toegang m 02483 code: 100

22-26 januari 2013

Jaarbeurs Utrecht www.not-online.nl

vnu_25878_advNOT_Schooldomein_95x271mm_v2.indd 1

06-09-12 16:18


THEMA Nieuwe vormen

Forum feliciteert Schooldomein

Nieuw jaarprogramma Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement Het Nederlands Forum kwam eind vorig jaar bijeen om 2013 voor te bereiden. Daar komen weer mooie acties uit. Maar ook werd een toast uitgebracht op 25 jaar Schooldomein.

H

et Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement neemt nog steeds een mooie netwerkplaats in naast andere netwerken. Bestuurslid Karin van Oort bezocht een bijeenkomst van Esha (European Schoolhead Association) in Schotland, die mede door de PO-Raad, VO-Raad en de AVS was geïnitieerd. Daarnaast organiseerde CEEAM een bijeenkomst in Cyprus en was voorzitter Bob van de Ven aanwezig in Slovenië, waar een discussie over de resultaten van PISA werd gevoerd. In juni is er een bijeenkomst van ICP (International Conference of Principals), die mede vanuit de VO-raad wordt georganiseerd en waar Karin van Oort aanwezig is. De Europese moederorganisatie EFEA en daarbinnen het Nederlands Forum, nemen een mooie plaats in binnen al die actieve netwerken. Eind januari wordt de toekomstige voorzitter gekozen en mogelijk wordt er een Nederlands lid gekandideerd!

4. B egin mei: jaarvergadering in de nieuwbouw van de Meerwaarde Barneveld, met een rondleiding door dit gebouw dat op Moorse leest is geschoeid. 5. September: workshop socratisch leiderschap onder leiding van professor dokter Ton de Boer, erelid van Forum en personal coach. 6. Daarnaast nodigt Schooldomein alle Forumleden uit om op donderdagmiddag 24 januari het 25 jarig feest van Schooldomein mee te vieren op de NOT in de Jaarbeurs te Utrecht.

Het Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement staat open voor schoolleiders, wetenschappers, adviseurs en managers in het onderwijs. Voor meer informatie over of deelname aan het Forum mailt u naar sibo.arbeek@icsadviseurs of belt u naar 06-22267795. Wacht niet te lang en wordt lid in 2013!

Programma NFO 2013 Het Nederlands Forum heeft weer een aantrekkelijk programma samengesteld. U bent van harte uitgenodigd om aanwezig te zijn. U bent onderdeel van een aantrekkelijk netwerk en discussieert mee met onderwerpen die er toe doen. 1. E ind januari bijeenkomst in Lissabon, waar de intervisitatie in Leiden wordt geëvalueerd en Nederland twee kandidaten voor het Europese vicevoorzitterschap inbrengt. Ook wordt de volgende internationale ontmoeting bepaald, mogelijk in Cyprus. 2. U itnodiging voor de leden van het NFO voor de Sneak Preview van de nieuwbouw Zadkine College in Rotterdam. 3. F orum werkbezoek en symposium vrijdagmiddag 22 maart (of 5 april) op de International School Eerden, met key-note speaker Martin Elkerbout; 16.00 uur borrelen.

NFO-leden toasten op 25 jaar Schooldomein.

schooldomein

januari 2013

79


Onderwijslogistiek, k Op dinsdag 13 november 2012 hield Untis Benelux het congres ‘Onderwijslogistiek, kunde of magie?’ Het was een druk programma, waarbij bezoekers met verschillende aspecten van het roosteren te maken kregen. Tekst Untis Foto’s Laura Zwaneveld en Untis

H

et congres werd geopend door Robert de Vries, een magical cabaretier. Op interactieve wijze nam hij de deelnemers mee zijn wereld in. Daarbij zette hij de deelnemer telkens op het verkeerde been, zoals dat bij het maken van een rooster ook kan voorkomen. Hij gaf daarna het stokje over aan de dagvoorzitter, Connie Pieters. Tussen de bedrijven door bleef Robert magische kunsten vertonen, waarbij verwondering en bewondering zijn deel was. Dit optreden verbeeldde het feit dat de roosteraar ook een magiër en goochelaar is, die soms onmogelijke opdrachten moet uitvoeren.

Van vader naar dochter Connie vertelde dat Juliet helaas niet bij het congres aanwezig kon zijn door ziekte en interviewde Henk

80

schooldomein

januari 2013

zonder zijn dochter. Tijdens dit gesprek, dat duidelijk werd ondersteund door de foto van Henk en Juliet op de achtergrond, werd aangegeven dat Henk zijn werkzaamheden steeds en steeds meer overdraagt aan zijn dochter Juliet. De volgende spreker Lorenz Petters vertelde over hoe Grüber & Petters, leverancier van Untis, is ontstaan tot aan hoe het nu is. Hij vertelde ook over de ontwikkelingen, de partners wereldwijd en de toekomstvisie. Jeroen Ekkelenkamp sloot het sprekersgedeelte af met de missie en visie van Untis Benelux en een beeld van de strategie voor de komende jaren. Ook toonde hij de uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek. De conclusie is dat de klanten over Untis tevreden zijn, maar dat er altijd nieuwe ontwikkelingen zijn, die Untis op kan pakken. Daarom is goed


Facilitair en beheer

kunde of magie?

relatiebeheer van groot belang en investeert Untis daar ook in.

Na de koffie-/theepauze startte de 1e ronde workshops. Zowel op de 1e verdieping als op de 3e van het Spartastadion, werden workshops gegeven. De workshop Opfris-/Upgrade Untis 2013 stond bol van informatie. Er was te veel te vertellen over de nieuwe versie. Voor deze workshop worden binnenkort alternatieven aangeboden. ‘Omgaan met agressie’ was voor velen een eyeopener. Agressie komt namelijk in alle geledingen van de bevolking en van de communicatie voor. Agressie is dichterbij dan je denkt en je maakt het veelvuldig mee. Het is niet alleen in schoppen en slaan te herkennen, maar ook in de toonzetting van een gesprek of de manier waarop je wordt aangesproken. De discussie ging ook over de vraag hoe je met dit soort uitingen om kan gaan. Dat is zeker ook voor roostermakers geen overbodige luxe om te weten.

kunt gaan. Uiteraard ging dit gecombineerd met tips en trucs en met voorbeelden hoe dit proces beter te stroomlijnen valt. Magister liet in de workshop ‘Met Magister naar de eredivisie’ zien dat na de export vanuit Untis naar Magister, er nog aanpassingen te maken zijn. Na de lunch volgde de 2e ronde workshops inclusief een rondleiding door het Spartastadion. Cor, een oud-voetballer, die 50 jaar geleden samen met zijn collega’s de eredivisie haalde, leidde een groep van zo’n twintig mensen rond door Het Kasteel. Hij vertelde over de geschiedenis van Sparta en het stadion, over de overwinningen en de nederlagen en het gegeven dat het merk Sparta nog steeds leeft. In het Lagerhuis debat werden drie stellingen geponeerd, die met het roosterproces en met de flexibiliteit van docenten en schoolleiding, te maken hebben. Voor- en tegenstanders lieten van zich horen en ook werd er ‘spuiruimte’ geboden. De netwerkborrel werd net zoals in de lunch, ondersteund door Free Sax, een 5-koppige jazz ’n soul ’n funk band.

Work of Art

Evaluatie

‘Work of Art’ liet zien, dat een rooster niet perfect kan zijn. Een flexibel rooster heeft voordelen, omdat je dan sneller op een veranderende vraag kunt inspelen. Dat is zeker interessant gezien de grote hoeveelheid parttime docenten en de noodzaak om toch vanuit het perspectief van de leerling te blijven roosteren. Ook werden voorbeelden gegeven hoe de werkprocessen gedurende het jaar verlopen, hoe je die als roosteraar beter kunt bewaken en hoe je met valkuilen om

De medewerkers van Untis Benelux vinden het congres geslaagd, mede door de inzet en enthousiasme van de bezoekers en de vele relaties van Untis. Het geeft des te meer aan dat een goed roosterprogramma in deze vraaggestuurde samenleving van groot belang blijft.

Workshops

“In deze vraaggestuurde samenleving blijft een goed roosterprogramma van groot belang.”

Voor meer informatie kunt u bellen met (010) 403 55 00, mailen naar info@untis.com en kijken op www.untis.nl.

schooldomein

januari 2013

81


Hogeschool Rotterdam ondergaat metamorfose Meer dan 8.000 studenten hebben en dan je gebouwen zo inrichten dat niemand zich verloren voelt. Bij het Instituut voor Commercieel Management van de Hogeschool Rotterdam lukt het. Met behoud van de bestaande, knalrode vloer. Tekst Wilmie Geurtjens Foto’s Frank Hanswijk

V

riendelijk, zakelijk en warm moest het worden, het interieur van het gebouw aan de Kralingse Zoom, waar ook het Instituut voor Commercieel Management gehuisvest is. Met, voor zover mogelijk, een huiskamersfeer, zodat studenten graag op school zijn. Niet alleen voor ouderwets klassikaal onderwijs, maar ook om in grotere ruimtes ontspannen te kunnen samenwerken aan hedendaagse projecten. Daar hoort natuurlijk bij dat je overal online moet kunnen.

Gastvrijheid Die eisen – ook samen te vatten als een uitstraling van gastvrijheid, klantgerichtheid en kwaliteit – gelden met verschillende accenten voor alle 19 locaties van de Hogeschool Rotterdam. Kwaliteitsmanager Wim Burghout: “We begonnen op de locatie Museumpark,

82

schooldomein

januari 2013


Facilitair en beheer

waar de sociale, paramedische en onderwijsopleidingen gehuisvest zijn. We vroegen drie bureaus voor interieurarchitectuur om voorstellen te doen voor een mooiere, gezelligere omgeving met veel meer stopcontacten voor laptops. Uiteraard moest het tegelijkertijd allemaal sterk zijn, goed te onderhouden, en een uitstraling hebben waardoor je je als student welkom en thuis voelt. Uiteindelijk spraken de ideeën van BURO M2R ons het meeste aan. De locatie Museumpark knapte er inderdaad erg van op.”

Sporthal en kantine Reden genoeg voor de Hogeschool om BURO M2R te vragen, hoe zij ook in de entree en openbare werkruimte van de locatie aan de Kralingse Zoom een welkom-gevoel kon oproepen en de kantine een restaurantuitstraling geven. Bert Reul, directeur van het Instituut voor Commercieel Management: “Onze entreehal is groot en hoog, en hij was helemaal leeg, een soort sporthal. Het restaurant had een hoog

kantinegehalte, deed niet sociaal aan, was rommelig. De werkplekken waren aan de randen, daar zat je dus met je rug naar de rest van de aanwezigen. Wim Burghout: “En over de rode vloer in het restaurant en de openbare werkruimte was iedereen negatief. Het leek de oorzaak van de ongezellige sfeer.” Met de nieuwe inrichting door BURO M2R veranderde die echter volledig. In de entreehal kwam een langgerekte reeks zit- en werkplekken, gemaakt van hout, kleurige hufterbestendige meubelstoffen en verlicht door buitensporig grote bureaulampen. Alles is verplaatsbaar, zodat de hal gemakkelijk leeg gemaakt kan worden wanneer er een receptie is. De indeling van de openbare studieruimte werd logischer, uitnodigender en praktischer, en in het restaurant maakten de enorme tafels van twee bij twee meter plaats voor veel kleinere exemplaren, met ruim voldoende stopcontacten in de directe nabijheid, ook weer kleurige stoelen en een overdaad aan afvalbakken.

‘De vloer ligt er al tien jaar maar blijft mooi’

Levendig Het gevolg is dat alle ruimtes nu de hele dag levendig zijn. De behoefte aan een eigen docentenkamer is verdwenen, gebruikers ruimen hun rommel beter op. En niemand heeft het meer over de rode Marmoleum vloer. Hij ligt er al tien jaar, wordt dagelijks zeer intensief gebruikt, maar blijft mooi. De enige vloerbedekking die nog problemen opleverde, was het tapijt van sigarettenpeuken bij de ingang. Rookabri’s zijn een tijdelijke oplossing, maar op termijn moet het hele terrein rookvrij worden. Wim Burghout, opgewekt: “Dat is dan de volgende uitdaging.” Kijk voor meer informatie op www.forbo-flooring.nl.

Ontwerpservice De Ontwerpservice van Forbo Flooring stelt vloer- en kleurplannen op voor onderwijslocaties. Ontwerper Michiel van Nieuwland bespreekt de inrichtingswensen met de klant. En hij onderzoekt per locatie de ligging, lichtinval, bouwstijl en inrichting. Van Nieuwland: “Op basis van die informatie stel ik een vloeradvies samen: een voorstel voor materialen en kleuren. Het streven is steeds de beleving van een gebouw te laten aansluiten bij de wensen van alle gebruikers.” Mail voor meer informatie met michiel.van.nieuwland@ forbo.com of kijk op www.forbo-flooring.nl/ontwerpservice.

schooldomein

januari 2013

83


het atelier

CSG Liudger | Drachten Vrijdag 19 oktober is de nieuwbouw van de locatie Splitting van CSG Liudger in Drachten feestelijk geopend. Met de vervanging van de praktijkvleugels van het VMBO gebouw heeft CSG Liudger een stimulerende leer- en leefomgeving gecreëerd die past bij de eisen die zij vanuit het onderwijs stelt. Een omgeving waarin zij beter in staat is aan te sluiten op de belevingswereld van leerlingen. De aanleiding dat de huisvesting verouderd was en niet meer bij de eisen van de tijd paste, is gekoppeld aan de kansen die de economische situatie in 2008 bood. De gemeente Smallingerland heeft dit project aangegrepen als een kans om de economie te stimuleren en gelijktijdig is de conjunctuur benut om veel kwaliteit voor een scherp budget te realiseren. Sterker nog: door slimme aanpak is het zelfs mogelijk gebleken ook het HAVO/VWO gebouw gedeeltelijk te vervangen! Kraaijvanger heeft voor CSG Liudger in Drachten de ontwerpen gemaakt voor de nieuwbouw en verbouw van twee scholen: Splitting (VMBO) en Raai (HAVO, VWO). Naast een ontwerp voor de twee schoolgebouwen heeft Kraaijvanger ook een samenhangende ontwerpvisie voor het gezamenlijke schoolterrein in de onderwijscampus (leerpark Drachten) geïntroduceerd. Het ontwerpconcept voor beide scholen is gebaseerd op een centrale

Project: nieuwbouw en verbouw van twee scholen

Opdrachtgever gemeente Smallingerland

Architect Kraaijvanger, Rotterdam

Adviseur ICSadviseurs

Oplevering oktober 2012

84

schooldomein

januari 2013

ruimte welke bestaand en nieuw met elkaar verbindt en de gehele school in een oogopslag inzichtelijk maakt. Bij Splitting is dit een glazen passage, bij Raai wordt dit een atrium. Beide scholen hebben de vernieuwbouw aangegrepen om hun onderwijsmethodiek te vernieuwen - de ontwerpen faciliteren dit optimaal. Indelingsflexibiliteit, energiebesparing en duurzaamheid zijn integraal onderdeel van de uitwerking geweest. ICSadviseurs heeft de haalbaarheidsstudie, het Programma van Eisen, de architectenselectie en het bouwmanagement voor deze locatie verzorgd. Ook heeft ICSadviseurs via ICS Interim de toezichthouder geleverd. Het gebouw is binnen budget en binnen de vooraf gestelde planning gerealiseerd. Tijdens het proces heeft ICSadviseurs het team van medewerkers intensief bij het traject betrokken. Met resultaat: ondanks de sterke teruggang in oppervlakte is het team zeer enthousiast over de nieuwe ruimte die ze mede zelf hebben kunnen inrichten. Op dit moment wordt hard gewerkt aan de tweede locatie: het naastgelegen HAVO/VWO gebouw. De sloop van het bestaande pand is inmiddels afgerond en dit gebouw zal over ongeveer een jaar in gebruik worden genomen. Het ontwerp voor beide gebouwen is gemaakt door Kraaijvanger Urbis.


25 jaar scholenbouw, 25 jaar Schooldomein!

Leraar Bruno Muts Vroeger als kind keek ik enorm op tegen sommige plekken in de school. Boven zaten de grote kinderen, daar kwam je niet. De trap op was al iets! Alleen met verjaardagen mocht je door de hele school lopen naar alle lokalen waar meesters en juffen waren. Dat “dwalen� door de school was het mooiste wat er was. Je kwam op de kleuterschool, het keukentje en in het kamertje van de hoofdmeester. Dan kwam je overal, dus ook boven. Boven waren drie lokalen en helemaal achterin het handenarbeidlokaal met van die grote houten werktafels met een bankschroef. Het lokaal had een verhoging, een soort podium

dat wel eens werd gebruikt voor kleine toneelstukjes. Helemaal fantastisch was de rol van deurwacht gedurende een week. Je zat samen met nog iemand in een klein halletje bij de grote voordeur; voor iedereen de deur open te doen. Als je geluk had mocht je op de binnenbel drukken. Nu loop ik als meester van groep 8 door hetzelfde gebouw. Ga ik elke dag de trap op naar mijn lokaal naast het handenarbeidlokaal. Krijg ik kinderen die jarig zijn op bezoek en zie ze soms dwalen door de school, mijn school. Bruno Muts is leraar van de 2e Marnixschool in Utrecht.

schooldomein

januari 2013

85


Onderwijs is bouwen aan onze toekomst Het vereist visie van bestuurders om de vragen van morgen te vertalen naar een inspirerende leeromgeving voor leerling en leraar. Wij bieden antwoorden door het verbinden van mensen en het realiseren van eigentijdse oplossingen vanuit :

de passie voor ons vak: het creeren van ruimte om in te leren, beleven, wonen,

werken en zorgen. Zo zetten wij uw waardevolle uitgangspunten om in een waardevast resultaat. Voor het onderwijs van vandaag en dat van de toekomst.

Adviseren Ontwikkelen Realiseren Beheren


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van School­ domein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van het Nederlandse AMP Football Team.

A M P F o o t b a l l Te a m o p w e g n a a r W K e n P a r a l y m p i c s Adri Hoveling (links onderin op de foto) werkt al ongeveer 10 jaar als docent aan het Rembrandt-College in Veenendaal. In april 2011 kreeg hij een ernstig motorongeluk met onder meer een onderbeenamputatie als gevolg. Adri loopt nu met een prothese en met krukken of een stok. “Ik revalideer op dit moment nog twee dagen in de week om beter te leren lopen maar dat zal zo eentwee-drie niet lukken”, vertelt hij. “Gelukkig kan ik nu al twee dagen in de week lesgeven en dool ik weer rond op school.” Maar naast zijn werk sportte Adri ook altijd heel graag. “En dat is nu natuurlijk wel heel anders dan voorheen”, zegt hij. “Inmiddels doe ik aan

rolstoelbasketbal en sinds het voorjaar ook aan een nieuwe sport: AMP Football: voetbal voor mensen met een amputatie.” AMP Football is een jonge sport die wordt beoefend door gedreven sporters. “Door mannen met een enorme vechtlust en een aanstekelijk enthousiasme”, vertelt Adri. “En door mannen die – stuk voor stuk – een arm of een been missen. Want dat is een vereiste om toegelaten te worden tot het AMP Team: Voetballers hebben een beenamputatie en keepers een armamputatie.” Het huidige Nederlandse AMP Football Team is van plan in 2014 deel te nemen aan de

Wereld­kampioenschappen en in 2016 aan de Paralympics. Om deze doelen te verwezenlijken, is serieuze training en voorbereiding noodzakelijk. En zijn materialen nodig zoals krukken, tenues en trainingsmiddelen. En daarmee zijn veel kosten gemoeid. Het team kan uw steun dus goed gebruiken!

Steun het Nederlandse AMP Football Team Op weg naar het WK 2014 in Iran en de Paralympics 2016 in Brazilië. Kijk voor meer informatie op www.ampfootballthenetherlands.nl.

schooldomein

januari 2013

87


morgen ben ik 12 dagen gestopt met roken

Roken is een belangrijke oorzaak van kanker. Als niemand meer zou roken, zou er 30% minder sterfte door kanker zijn. KWF Kankerbestrijding doet er alles aan om kanker verder terug te dringen en onder controle te krijgen. Daarom helpen we rokers succesvol te stoppen met roken en geven we advies over hoe u gezonder kunt leven om de kans op kanker te verkleinen. Samen met uw hulp komen we steeds een stapje dichterbij. Kijk vandaag nog op kwfkankerbestrijding.nl om te zien wat Ăş kunt doen.

iedereen verdient een morgen


de etalage Vakgilde strijdt tegen tekort stageplaatsen Vakgilde, de arbeidsmarktbemiddelaar van het Vakcollege, gaat de strijd aan met de tekorten op de stagemarkt. Door de community www. vakgilde.nl en begeleiding van coaches heeft iedere Vakcollege-leerling een goede kans op een stageplek. “Het Vakcollege is niet voor niets een vakmanschaproute, stages zijn een belangrijk onderdeel van de opleiding”, aldus Ruud op den Brouw, directeur Vakgilde. Het Vakcollege, waarop op dit moment 47 Vakcolleges Techniek en 32 Vakcolleges Zorg zijn aangesloten, heeft als doel door het opleiden van een nieuwe generatie vakmensen de personeelstekorten in de techniek en zorg aan te pakken. Daarbij is leren in de praktijk op school en bij bedrijven erg belangrijk. Toch hebben de Vakcolleges net als andere opleidingen last van de tekorten op de stagemarkt. Op den Brouw: “Veel scholen vinden het lastig om de stages rond te krijgen, want met name in de techniek en in de zorg zijn er minder •

bedrijven die stageplekken aanbieden. Scholen kunnen onze hulp daarom goed gebruiken.” De aanpak van het Vakcollege-concept met Vakgilde als verbinding tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt is uniek. De website www. vakgilde.nl werkt daarbij als een community, waardoor leerlingen in verbinding staan met bedrijven. Ook is er een professioneel team, dat continu werkt aan de match tussen leerling en bedrijf. Vakgilde inventariseert de behoefte •

aan stageplekken in de regio, zoekt gericht contact met bedrijven en organiseert contactmomenten waarbij bedrijven direct met docenten, leerlingen en hun ouders in gesprek kunnen. Zodra leerlingen aanvangen met hun stage draagt Vakgilde zorg voor de begeleiding van zowel de leerling als het bedrijf. De online community ondersteunt dit hele proces. Meer informatie www.hetvakcollege.nl en www. vakgilde.nl. •

KONE Academy levert 85 geslaagde monteurs af Studenten van de KONE Academy in Den Haag hebben in november hun MBO-diploma ontvangen. De KONE Academy, een samenwerking met ROC Tilburg, leverde 52 afgestudeerde liftmonteurs af. Zowel nieuwe KONE monteurs als hun meer ervaren collega’s hebben een op hun functie afgestemde opleiding gevolgd, om een grote diversiteit aan liften te kunnen onderhouden en repareren. Het opleidingstraject van KONE en ROC Tilburg is een succes. Eerder in 2012 slaagden al ruim dertig andere liftspecialisten. Daarmee is dit opleidingsproject met 85 gediplomeerden zeer geslaagd. Het opleiden van eigen onderhoudstechnici heeft tot een

vruchtbare samenwerking tussen het bedrijfsleven en het MBO geleid. De eigen bedrijfsopleidingen zijn door samenwerking met het ROC Tilburg naar MBO-niveau gelift. Studenten leren en werken vijf dagen per week en behalen zo hun diploma’s onder werktijd. Dit is een BBL variant waarbij het leren en werken elkaar versterken in plaats van de gebruikelijke vier dagen stage en één dag per week naar school. Marcel van Zijderveldt (42), hoofdmonteur bij KONE, was een van de geslaagden. “Het was geweldig om het afgelopen jaar te leren over nieuwe technieken. Dankzij de KONE Academy kan ik mijn werk beter uitvoeren. Niet alleen

op technisch gebied, maar ook het contact met de klant heb ik verbeterd. Geen dag is hetzelfde en behalve de technische uitdaging ben je constant in contact met mensen.” Wim Koster, algemeen directeur van KONE Nederland: “Het technische beroepsonderwijs is in Nederland onderbelicht. KONE heeft daarom haar verantwoordelijkheid genomen. Het onderwijs en het bedrijfsleven moeten de handen meer ineenslaan. Technisch personeel is in Nederland hard nodig en we zijn er dan ook trots op om hier als Nederlandse marktleider in de liftbranche aan bij te dragen.” Meer informatie: www.kone.com.

schooldomein

januari 2013

89


volgende nummer

colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Uitgeverij School BV Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker, Team BNA Onderzoek, Jan Schraven, Elly Zee, Marc van Leent Redactieraad Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronald Schilt, Jan Schraven, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Marc van Leent Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage

4

van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar-

Onderwijs, ICT en inrichting

Het thema voor Schooldomein nummer 4 is Onderwijs, ICT en inrichting. Wat is de invloed van de nieuwe technologieën en de media op de inrichting van onze scholen? We zien allerlei variaties ontstaan, van de 100% elektronisch gestuurde leeromgeving tot een revival van de traditionele leeromgeving, waarin de fysieke boeken weer centraal staan en te laat komen betekent dat je je de volgende morgen om 8.00 uur bij de conciërge moet melden. Een leuk thema, dus denk mee over goede artikelen! Schooldomein valt begin maart in uw bus.

(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

Een greep uit de artikelen voor het volgende nummer:

Advertenties

• Vakgilde strijdt tegen tekort stageplaatsen. We hebben behoefte aan vakmensen, maar bedrijven bieden niet voldoende plekken aan. • Nieuwe leeromgevingen bij Saxion: Het Research Centre Hospitality bedenkt innovatieve concepten. • CSG Liudger Drachten combineert voortgezet onderwijs en MBO: Binnen de campus is het MBO aan het bouwen. • Rekenkameronderzoek onder vijf gemeenten: Hoe controleert en toetst een Rekenkamer de doelmatigheid van het huisvestingbeleid van gemeenten? • De aanpak en praktijk van de drie meest frisse scholen in Nederland: het Platform Binnenmilieu heeft De Schakel in Nieuwegein, De Veldhuizerschool in Ede en Basisschool Edith Stein in Veghel in de bloemetjes gezet. • De KSG De Breul in Zeist gaat vernieuwbouwen: een mooie combinatie van respect voor kwaliteit en drang om te vernieuwen.

magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met

Voor het plaatsen van advertenties of advertorials in het André van Beveren van Recent BV, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. tel. 020-3308998, fax 020-4204005. Email: andre@recent.nl of info@recent.nl; website: www.recent. nl. Ook voor plaatsing van banners, buttons en overige informatie kunt u bellen met Recent BV. Of stuur een email naar één van de genoemde adressen. De advertentietarieven van Schooldomein zowel als voor de website vindt u op www.recent.nl en www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko BV, BNA en de adverteerders in Schooldomein

90

schooldomein

januari 2013


de Kom naar dag op inloopmid 2013 20 maart

Wij weten wat licht voor het onderwijs betekent Voor de verlichting van onderwijsinstellingen kunt u vertrouwen op de jarenlange ervaring van Fagerhult. Met al onze kennis hebben wij een aantal specifieke oplossingen voor het onderwijs ontwikkeld. Wilt u weten wat Fagerhult exact voor u kan betekenen? Vraag dan nu onze vernieuwde brochure Licht en Onderwijs aan! Of kom naar de inloopmiddag op 20 maart 2013 vanaf 14:00 uur. Aanmelden kan via www.fagerhult.nl

NVS leden op Beurs NOT

De NVS, de Nederlandse Vereniging van Schoolmeubelfabrikanten, is de branchevereniging voor in Nederland producerende schoolinrichters. De leden van NVS staan voor kwalitatief hoogwaardige producten en diensten voor het onderwijs. Ontwikkelingen binnen de onderwijsmarkt zijn een voortdurende inspiratiebron voor het ontwerpen van meubilair en het op de markt brengen van inrichtingscomponenten voor de verschillende vormen van onderwijs. De NVS leden heten u van harte welkom tijdens beurs NOT op hun stands. Zij praten u graag bij over de hoe didactische en facilitaire ontwikkelingen binnen het onderwijs te vertalen naar passende inrichtingsconcepten. De NVS leden zijn op de volgende standnummers vinden tijdens Beurs NOT van 22 t/m 26 januari in Utrecht: • • • •

Ahrend 07.B068 Eromes 07.D068 Galvanitas 07.B054 Presikhaaf 07.C068

Wij hopen u te mogen verwelkomen tijdens de NOT!

www.fagerhult.nl


Stage Systems

Dansen

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Zingen Spelen Showen

25 jaar scholenbouw

Stralen

25 jaar Schooldomein

Dromen Normaal gesproken

dat kinderen het zelf in elkaar

vraagt het opzetten

kunnen zetten. Alle onderdelen

van een (tijdelijk) podium

zijn gemaakt van uiterst duur-

veel tijd. Maar niet met Stage Systems van

zame materialen. Ook het

Marko. In een kwartier staat er een echt podium.

opruimen gebeurt in ĂŠĂŠn hand -

Zonder gereedschap. De constructie is zo simpel

omdraai: stapelen en wegrijden.

Een leven lang Marko Marko BV Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl

jaargang 25 januari 2013

3

Like de Facebookpagina van Schooldomein


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.