Schooldomein nr 1 september 2012

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein Thema: Verschuivende panelen, krachtenveld in de keten Optimaliseer uw MFA Onderzoek naar betere inrichting leeromgeving De Vitale Sportvereniging in 2012

jaargang 25 september 2012

1

Like de Facebookpagina van Schooldomein






                          



  

        

         


No limits

Vloeren voor het onderwijs Door onze vrije manier van denken zijn wij freerunners in hart en nieren; als het nuttig of nodig is, kijken wij over de grenzen van ons vakgebied heen. Want uiteindelijk telt alleen het resultaat: Bolidt vloeren voor scholen. Ze voldoen aan de hoogste eisen op het gebied van functionaliteit en duurzaamheid. Om over de vrolijke designmogelijkheden nog maar te zwijgen. Bolidt, no limits. www.og.bolidt.nl


Design & Build Brede school + MFA + appartementen Louis Davids CarrĂŠ te Zandvoort Design & Build Brede school te Rijswijk

Design & Build Brede school te gemeente Twenterand

Design & Build Brede school Duinterpen te Sneek


VAN DE REDACTIE

Innerlijke rust Lidewij Edelkoort was de Zomergast begin augustus 2012. Ik zat zeer geboeid naar haar te kijken. Vooral vanwege de stellige overtuiging waarmee ze aangaf dat de tijd van het individualisme allang voorbij is. Dus het individu bestaat niet meer, maar de gemeenschap, de community, moet het doen. Je kunt het niet meer alleen doen en je hebt anderen nodig om iets te bereiken. Gaan we dan terug naar de jaren ’50, met kaarslicht en Mens erger je niet? “Nee”, stelt Lidewij, “we zullen meer en meer beseffen dat het slechter gaat met de wereld en we gaan op zoek naar innerlijke rust en een nieuwe waardering voor de simpele dingen in het leven. De nieuwe oplossingen spelen zich steeds meer af binnen een internationale context.” Laten we dat eens vertalen naar crisis in onder meer de bouw waarin we zijn verzeild geraakt. Stonden een paar jaar geleden nog vaak negen lichten op groen en één op rood, bij het nemen van een beslissing over een huisvestingsopgave, nu is het vaak andersom. En dan maar hopen dat die ene groene een sterke wethouder, ambtenaar of directeurbestuurder is. Want we moeten het dus hebben van creativiteit en gemeenschapszin. Dus niet de gemeente als probleemeigenaar, maar het definiëren en kansrijk maken door bedrijven en organisaties zelf. De macht en creativiteit gaan samen en liggen niet per definitie in dezelfde hand. De discussie over het doordecentraliseren van groot onderhoud binnen het primair onderwijs is dus een zinloze discussie die weer gaat over normen en individuele problemen. Een mooi voorbeeld geeft de gemeente Sint Michielsgestel, waarbij de gemeente stuurt op een maatschappelijke prestatie, maar tegelijkertijd stelt dat gebruikers niet meer in eigen ruimten mogen denken, maar in samenwerking. Het schoolbestuur zoekt zelf partners om een educatief cluster

te starten, juist ook in dorpen die krimpen en de gemeente neemt het leegstandsrisico en rekent een acceptabele huurprijs. Klinkt goed! Dus vertaald naar het gevoel van de trendwatcher: krachten uit de samenleving bundelen zich, waarna een kansrijk project ontstaat. Duurzaamheid, slim bouwen en visie gaan hand in hand. De norm is uit; creativiteit is in! Dat is ook heel mooi te lezen in de expertmeeting rond de ontwikkeling van vijf community centers op Aruba. Daar geen ballast over eigen identiteit, eigen normen en eigen geldstromen, maar gewoon vanuit een integrale behoefte plekken creëren waar mensen kunnen leren, elkaar ontmoeten, onderwijs kunnen volgen en andere activiteiten kunnen inbrengen. Een directeur van een welzijnsinstelling had laatst het volgende idee: laat elke bewoner in de buurt een strippenkaart kopen, waarop het brood bij de bakker staat, een buurtfeest, activiteiten voor jong en oud, een cultureel aanbod en een maaltijd in een buurtrestaurant. Dan heb je een basisexploitatie geborgd, houd je activiteiten in de lucht en neemt de sociale cohesie toe. Wanneer dan ook iedereen nog eens de eigen buurt schoon en veilig houdt is de nieuwe community geboren. Kern: het gaat dus niet meer om alleen halen, maar vooral ook om zelf brengen. Leg dat beeld ook eens op het mooie artikel van het Technasium van Jeroen Bosch. En niet te vergeten het artikel over het Ubuntu-principe. Kern is dat de zwakste schakel de kracht van de ketting bepaalt. Tsja…we zullen het toch met z’n allen moeten doen! Veel leesplezier gewenst, Sibo Arbeek Hoofdredacteur

Onze visie

Het netwerk

Uw mening

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

schooldomein

september 2012

5


inhoud

BESTUUR EN BELEID

10

Voorwaarden voor een duurzame

scholengemeenschap

PSG-directeur Dick de Groot over de ins en outs van het Ubuntu-denken.

14 Optimaliseer uw MFA

Een boeiende wethoudersbijeenkomst over het ontwikkelen en exploiteren van MFA’s.

16 De Boulevard van Welbevinden

Zorgaanbieder Avoord Zorg zoekt de samenleving op.

18 Slim financieren in twee clusters

Succesvolle doordecentralisatie naar het primair onderwijs in Sint Michielsgestel.

Previews nieuwe 23 Sneak schoolgebouwen

Schoolleiding en bouwteam geven een presentatie en een rondleiding op maat.

ONTWERP EN INRICHTING

Zon, zee en strand in de school 28 @(s)cool op Het Goese Lyceum.

in Jeroen Bosch College 32 Technasium in bedrijf

Nieuwe werkplaats levert een flinke impuls voor de school.

34 Passief en fris

26

THEMA

Verschuivende panelen, krachtenveld in de keten Marinka Kuijpers is de nieuwe bijzonder hoogleraar Leeromgeving en leerloopbanen in het beroepsonderwijs. De leerstoel wordt door een aantal organisaties financieel ondersteund, waaronder ICSadviseurs. Tijdens een eerste bijeenkomst met deze groep werden de grote lijnen blootgelegd.

Archipelschool De Golfslag is de eerste ‘Passieve’ en ‘Frisse’ brede school van Nederland.

36 Van theorie naar praktijk

De ontwikkeling van het practicumlokaal in de laatste 15 jaar.

BOUW EN ORGANISATIE

40 mogelijkheden

Synerchon: een concept met

Een eigentijds dagarrangement voor kinderopvang en onderwijs.

sportcomplex vliegwiel voor 42 Indoor Haarlemmermeer

Het echte ‘Huis van de Sport’ komt

in Hoofddorp.

STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

44 nieuwbouw ROC Amsterdam

Hoofdrol natuur en duurzaamheid in

Natuur tiert welig op meubilair, wanden en vloeren van nieuw schoolgebouw. 6

schooldomein

september 2012


ontwerp als een technisch en 46 Een poëtisch verhaal

Nieuw Zwijsen College in Veghel vormt een afspiegeling van eigentijds onderwijs.

centraal in duurzaam 48 Ontmoeting concept

Revius Lyceum vertaalt visie in nieuw gebouw.

50 Ontwerpen voor Scholen Van Morgen

De Vlaamse overheid realiseert voor ruim

200 scholen nieuwbouw of intensieve renovatie.

52

FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Vijf sterren voor Aruba

Tips van Nederlandse ervaringsdeskundigen voor hun Arubaanse collega’s.

dilemma’s rond nieuwe 58 Bestuurlijke regels

Uitkomsten van een bestuursconferentie over “Gezonde wijken, voorzieningen en vastgoed”.

60 De Vitale Sportvereniging in 2012…

Praktische aanpak voor het behalen van maatschappelijke doelen en een duurzame exploitatie.

scholen nog energiezuiniger 62 Nieuwe dan vereist

Steekproef Agentschap NL: nieuwe scholen energiezuiniger dan aangescherpte eisen.

Rubrieken 9 De verbeelding: Jos Leenhouts 25 Kort nieuws idee van Pestweb.nl en 39 Het Cyberpesten 72

73 74

Het atelier Sportcomplex Strijp, Eindhoven Column: Mike Eman Vooruitblik naar Schooldomein 2

10 28 44 48 60


MEEaRtie

inspirmatie? r zine op & info ga l/ het ma .n bestel rbo-flooring o .f w . w s ij w onderw

Een toekomstbestendig schoolgebouw biedt een aangename leefwereld, niet alleen voor kinderen maar voor alle gebruikers. En bij de inrichting spelen ook vloeren een grote rol.

De wereld komt de school in

Nieuw! Topshield2

Vloeren in onderwijsinstellingen moeten veel verdragen, daardoor zijn de kwaliteitseisen hoog. In ons nieuwe magazine laten we u een selectie zien van verschillende schoolprojecten en vloeroplossingen, van kinderdagverblijf tot hogeschool. Ook leest u er alles over trends, over frisse scholen en een goed binnenklimaat. INTERESSE? ✉ vraag het magazine aan via contact@forbo.com

Vragen? Stel ze via LinkedIn! Vragen kunt u nu ook direct stellen op onze LinkedIn groep Onderwijs. Zoek in de group directory op:

'Vloeren in het Onderwijs' of ga naar:

http://www.linkedin.com/groups/Vloeren-inhet-Onderwijs-4447736

creating better environments

Gratis inspiratieset Verschillende effecten en vloerstalen met elkaar vergelijken en naast elkaar leggen? Bestel dan nu de speciale Forbo inspiratieset boordevol verschillende stalen. Natuurlijk komen we ook graag langs om de mogelijkheden te bespreken voor uw eigen situatie met uw specifieke eisen en wensen. INTERESSE? ✉ stuur een mail naar contact@forbo.com of bel naar 075 – 647 78 80.

Topshield2 is de nieuwe Marmoleum fabrieksfinish. Deze nieuwe toplaag is vuilwerend, biedt een betere bescherming tegen krassen en beschadigingen en maakt het dagelijkse schoonmaken weer een stukje eenvoudiger. Marmoleum met Topshield2 biedt een perfecte basis voor uw hygiëneprogramma, is bacteriostatisch en bestendig tegen veel vlekkenveroorzakers. Marmoleum met Topshield2 hoeft niet initieel gepolymeerd te worden en is altijd te repareren, ook plaatselijk. In combinatie met een goede vuilvanger en het juiste onderhoudsregime is Topshield2 voor uw school een hele logische keuze.


de verbeelding In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Kees Rutten

Jos Leenhouts

Emancipatie door prestatie, dat is mijn inspiratie! Zie en erken hoe in het MBO zoveel studenten zich ontwikkelen en prachtprestaties leveren en hoe goed ze op de arbeidsmarkt of in de doorstroom HBO komen! Kanjers! Docenten, die er keihard voor knokken dat onze studenten het beste uit zichzelf halen. Werken aan de status en het belang van juist ons beroepsonderwijs is ongelooflijk belangrijk als tegenhanger tegen ` als het maar leuk is` of `mijn kind hoeft nog niet te kiezen, ach arbeidsmarktrelevantie‌..

Jos Leenhouts heeft een gevarieerde loopbaan in onderwijs en bestuur. Zij begon als lerares, werd directeur van de Gemeentelijke Meao in Amsterdam, daarna rector van De Dalton in Den Haag, Directeur Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie op het Ministerie OCW, directeur Europese Integratie bij het Ministerie van Economische Zaken en directeur Concern bij de Bestuursdienst van de gemeente Amsterdam. Sinds 2002 is Jos Leenhouts voorzitter van het College van Bestuur van ROC Mondriaan in Den Haag. Daarnaast is zij lid van het bestuur van de MBO raad. schooldomein

september 2012

9


10

schooldomein

september 2012


BESTUUR EN BELEID

Voorwaarden voor een duurzame scholengemeenschap

Het Ubuntu denken De gemeenschap dienen, daar gaat het om in de visie van Dick de Groot, interim-directeur bij de Purmerendse ScholenGroep. Zijn visie is mede ontwikkeld op basis van observaties in Afrika. Oftewel de ins en outs van het Ubuntu-denken.

Tekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten

H “Grond is van de gemeen­­ schap en de school is er voor de gemeen­ schap.”

et Ubuntu-denken is een levensfilosofie, die ook goed past op onderwijs en onderwijsorganisaties. “De essentie is dat duurzaamheid vooral te maken heeft met het besef dat we in een eindige wereld leven. Daarbij heeft elk handelen van de één consequenties voor de ander.” Dick de Groot kwam er mee in aanraking op zijn reizen door Afrika, waar hij in de dorpen merkte dat het individu ondergeschikt is aan de gemeenschap. Dat inzicht heeft hem als mens en later als manager op verschillende scholen gevormd. En nu past hij zijn visie toe als interim-manager bij de Purmerendse ScholenGroep. Zijn drive: “Ik heb altijd grote belangstelling gehad voor de manier waarop mensen zich omhullen met gebouwen en structuren. In het Ubuntu-denken spelen ‘omwikkelen’ en ‘ontwikkelen’ een grote rol. Ik ben sociale geografie gaan studeren, meer precies de regionale planning van ontwikkelingslanden en dan vooral van het platteland. Tijdens mijn docto-

raal studie kwam ik in Tunesië in aanraking met het fenomeen coöperatieve boerderijen, door de Fransen gesticht. Wat ik daar ontdekt heb is dat er spanning ontstaat doordat een afgedwongen samenwerking geen ruimte laat aan het individu.”

Grond en gebouw “Zo is de ontwikkeling van collectief grondbezit naar grond in eigendom van een individu of organisatie in wezen een slechte ontwikkeling. Grond kun je eigenlijk niet bezitten en ook niet wat erin zit, in ieder geval niet als privé persoon. Daarom vind ik dat de grond onder scholen of andere openbare gebouwen geen speculatiemiddel moet zijn voor een organisatie. Economisch claimrecht en juridisch eigendom zijn zinloze begrippen, want ze vertegenwoordigen geen echte waarde. Grond is van de gemeenschap en de school is er voor de gemeenschap. Er is geen individueel recht op wat de aarde in miljoenen jaren

schooldomein

september 2012

11


heeft gevormd. Heel veel mensen zijn rijk geworden door wat uit de aarde komt en dat heeft tot een hoop ellende en verschillen geleid. Wat gebouwen betreft: grond en stenen zijn middel om een proces in te kunnen organiseren en dat kun je heel goed vertalen naar je onderwijskundige visie. Een mooi voorbeeld is de Werkplaats Kindergemeenschap van Kees Boeke in Bilthoven, waar het ‘domeinengebouw’ goed aansluit bij het onderwijsconcept.”

Wederkerigheid

“Je moet vertrouwen op de pro­ fessionaliteit van mensen, dan lukt het beter om de organisatie te ontwikke­ len.”

“Wat je in veel grote onderwijsorganisaties ziet is dat de relatie tussen de top en de werkvloer bij sterke centrale aansturing tot vervreemding leidt, omdat er onvoldoende echte aansluiting is. De mensen die het werk moeten uitvoeren, voelen zich niet gekend. Als je niet vanuit de mogelijkheden van de omgeving redeneert dan raak je het draagvlak kwijt. Je kunt de koers niet bepalen zonder mensen mee te nemen. Je kunt een goed leider zijn, maar als je niet investeert in het volgen, dan geef je leiding aan niets en niemand.” Je kunt de balans in een organisatie alleen behouden als er collectieve verantwoordelijkheid is. Dick illustreert dit aan de hand van een Afrikaanse metafoor: “Een man steelt maïs en komt voor een dorpsgericht. Zijn verweer is dat zijn gezin honger heeft en dat hij daarom eten moest stelen. Iedereen geeft commentaar. Aan het eind van het gericht doet het dorpshoofd uitspraak: “Niet zozeer het feit dat je maïs gestolen hebt vinden we strafbaar, maar het feit dat je geen hulp van de gemeenschap hebt gevraagd. Met het stelen van maïs van je buurman tast je het wezen van de gemeenschap aan. Maar een nog groter vergrijp is dat de gemeenschap niet in de gaten had dat jij honger had. Ik veroordeel de gemeenschap daarom tot het voeden van dit gezin tot dit gezin weer in de eigen behoefte kan voorzien.”

Waarnemen “Toegepast op een school: als schoolleider kom je niet verder als je geen hulp vraagt aan de schoolgemeenschap om de koers die je uitzet uit te kunnen voeren. De gemeenschap verplicht zich dan ook voor jou te zorgen als leider, omdat je de ondersteuning van allen nodig hebt om te kunnen bereiken wat je wilt bereiken. In mijn werk als interim-bestuurder probeer ik schoolleiders zo te positioneren, dat ze binnen de samen bepaalde kaders hun eigen koers kunnen bepalen. Ze moeten met elkaar kunnen wedijveren om bijzonder te zijn in plaats van binnen een centrale doelstelling te opereren die voor alle scholen hetzelfde geldt. Door veel ruimte te bieden, merk ik dat er een vorm van ontspanning optreedt die je nodig hebt om met elkaar in dialoog te blijven. Ik merk dat mijn focus steeds meer verschuift van visionair

12

schooldomein

september 2012

leiderschap naar heel goed waarnemen. Het accent ligt op de kwaliteit van de relatie. Niet alles hoeft voortdurend geprofessionaliseerd te worden, niet alles hoeft te worden vertaald naar ingewikkelde maar nietszeggende competentieprofielen, zodat je vergeet dat er gewoon mensen aan het werk zijn. In een soms lastige, maar altijd waardevolle interactie met leerlingen. Daar gaat het om. Je moet ook vertrouwen op de professionaliteit van mensen, dan lukt het beter om de organisatie te ontwikkelen.” “Ik ben altijd bang dat we in ons maatwerk- en egodenken zo doorschieten naar de individualisering van de samenleving, dat we niet meer beseffen dat we er in de eerste plaats zijn om anderen te dienen en niet in de eerste plaats onszelf. Ubuntu is: ik ben omdat wij zijn. Scholen hebben een buitengewone belangrijke rol in het opvoeden van jonge mensen als onderdeel van de gemeenschap. Een schoolgebouw is een ontmoetingsplaats voor mensen van verschillende generaties, met verschillende afkomst en achtergrond. De uitwisseling van kennis en kunde tussen deze mensen is een belangrijke functie van de gemeenschap. Het gebouw is idealiter de materialisatie van dit denken. Dan denk ik aan een gebouw voor deze gemeenschappelijke ontmoeting: gebouwd als een ronde hut, waarin je een kring kunt vormen, als de oervorm van de gemeenschap. Vanuit het ontmoetingsplein moet je kunnen uitwaaieren naar plekken waar van alles te ontwikkelen en te ontdekken valt. Vanuit duurzaamheid, cradle to cradle, verbonden met en betrokken op het grootste geheel, de mondiale gemeenschap, met voldoende plekken voor ontmoeting. Dus niet de standaardlokalen van 52 m², maar flexibele ruimten, die speels gecompartimenteerd zijn, waar je je niet verloren voelt, maar geborgen bent. Veel gebouwen ontmoedigen interactie en dat leidt tot inactiviteit. Maar er zijn ook goede voorbeelden. In mijn huidige omgeving is dat een studieplein in de SG Nelson Mandela. Of even verderop het gebouw van de OBS Oeboentoe. Ik droom ervan nog eens een school in Afrika neer te zetten, als een kraal, midden in de natuur, om daar met Europese en Afrikaanse leiders te praten over de Afrikaanse traditie van Ubuntu. Dat zou ook in de natuur op de Veluwe kunnen zijn. Met een groep ontwerpers een levensschool neerzetten, waarin je vooral leert van de inzichten en levenslessen van de ander, die je vervolgens weer toepasbaar maakt in de vertaling naar je eigen gemeenschap.”

Voor meer informatie kijkt u op www.ubuntucircle.nl of www.ikbenomdatwijzijn.info. U kunt ook mailen naar Dick de Groot: ubuntucircle@gmail.com


Sanus, de stoel met de perfecte draai en dynamisch zitcomfort De Sanus is een dynamische draaistoel die perfect past in allerlei werksituaties: wanneer je kinderen begeleidt in het kinderdagverblijf bijvoorbeeld. Even bukken vanuit je stoel om een neusje af te vegen van een kind dat op de grond zit te spelen? De bal oppakken die jouw kant op komt rollen? Vanuit deze stoel kun je dat heel gemakkelijk doen.

De Sanus ontziet je wervelkolom, ontlast de rugspieren en voorkomt een gekromde rug, kortom zorgt voor een ontspannen, gezonde en actieve zithouding. De wielen bieden je veel mobiliteit. Tijdens je werk voel je je goed ondersteund en dat merk je aan het eind van de dag!

Ondersteuning rug en armen

De gestoffeerde arm- en rugleuning, die vanuit zitpositie volledig draaibaar is, geven perfecte ondersteuning aan de rug of ondersteunen de onderarmen terwijl u voorover leunt.

Een ronde ring onder de zitting zorgt voor gemakkelijke en flexibele instelling van de zithoogte. De ronde zitting is gevuld met hoogwaardig materiaal en bekleed met een duurzame stof die in de kleuren grijs, rood en oranje leverbaar is. Maatwerk is precisie. Dankzij ons modulaire systeem zijn onze meubels op de millimeter nauwkeurig èn houden wij de kosten zo laag mogelijk. We laten bepaalde onderdelen - naar eigen ontwerp - in oplage vervaardigen. Uit deze modules is een groot deel van ons assortiment samen te stellen.

Maatwerk B.V. Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, sales@kindermeubilair.nl www.kindermeubilair.nl


Optimaliseer uw MFA Wethouders helpen elkaar verder Wethouders die met elkaar sparren over het ontwikkelen en exploiteren van MFA’s en die elkaar op het goede spoor zetten. Dat is een belangrijk doel van de halfjaarlijkse wethoudersbijeenkomsten, die ICSadviseurs traditioneel organiseert. Tekst Sibo Arbeek

B

ijna alle gemeenten hebben wel brede scholen of MFA’s binnen de grenzen. Uit de eerste evaluaties blijkt dat het niet altijd een positief verhaal is geworden. Te grote gebouwen, kwetsbare exploitaties, slechte afspraken over het beheer en subsidies die afgebouwd worden. Toch staan veel gemeenten voor de opgave iets met hun activiteiten te doen en vooral ook met hun verouderd en slecht te exploiteren vastgoed. Onderwijs krimpt, maar de vraag naar zorg en welzijn neemt toe. Wat kun je leren van de lessen uit het verleden? De wethoudersbijeen-

14

schooldomein

september 2012

komsten van ICSadviseurs zijn bedoeld om op basis van goede praktijkontwikkelingen de vinger aan de pols te houden.

Het knoppenmodel Het knoppenmodel van ICSadviseurs is een simulatiemodel, waarbij je door ‘aan knoppen te draaien’ de effecten van beslissingen aan de voorkant op de kosten en opbrengsten aan de achterkant kunt simuleren. Dan moet je denken aan de jaarlasten en huur- en exploitatielasten en opbrengsten per


BESTUUR EN BELEID

deelnemer. Daarmee maak je niet alleen inzichtelijk wat een investeringsbeslissing voor de gemeente betekent, maar ook wat dat betekent voor de andere partijen. Groenen: “Het is een model waarmee risico’s en verwachtingen tijdig gemanaged kunnen worden.” Wethouder Hommel van de gemeente Tholen vraagt: “In onze gemeente willen we het dorpshuis en de gymzaal integreren. Hoe kunnen we risico’s vermijden?” Groenen laat het model simuleren dat ruimten dubbel gebruikt worden, waardoor de investeringsen exploitatielasten afnemen. Assetmanager Daniël Van Noordennen van DMO Rotterdam: “En pas ook op dat je de investeringskosten niet teveel omlaag brengt, om daarmee de jaarlijkse lasten positief te beïnvloeden. Zeker bij lange besluitvormingstrajecten kan de markt zo maar aantrekken.” Wethouder Rolle van de gemeente Leusden: “Eigenlijk moet je de kosten voor een Integraal huisvestingsplan (IHP) vier jaar in de begroting meenemen; omdat het sturen op budgettaire neutraliteit anders wel heel weinig kansen voor nieuwe investeringen en maatschappelijke innovatie biedt.“

Twee praktijkvoorbeelden De deelnemers sparren verder: de kern Bovenharnis in Hardinxveld-Giessendam telt 4.500 inwoners. Wethouder de Jong: “Gebouw en ondergrond zijn om niet aan ons overgedragen maar we staan nu voor groot onderhoud en hebben geen reservering gedaan, terwijl het gebouw duidelijk gedateerd is. Wij willen het dorpshuis graag als plek voor ontmoeting handhaven, maar hebben ook een prima bibliotheek, waarop bezuinigd moet worden. Ons idee is horeca toe te voegen en dat ook in de markt te zetten.” Hoe kun je zo efficiënt mogelijk omgaan met je vierkante meters en je exploitatie optimaliseren? “Je kunt bijvoorbeeld een combi maken van horeca, een leestafelfunctie en de ruimte voor ontmoeting. Dat scheelt in renovatie van vierkante meters, komt tegemoet op de bezuinigingsdoelstelling op de bibliotheek, houdt de activiteit in stand en zorgt ook voor een beter exploitatiebeeld.” Maarten Groenen van ICSadviseurs laat met het knoppenmodel zien dat met gemotiveerd keuzen maken aan de voorkant van het proces, de exploitatielasten direct kunnen worden beïnvloed.

Gemeente wordt regisseur Wethouder Hommel van de gemeente Tholen brengt de tweede casus in: ”Wij zijn bezig met een gebiedsontwikkeling in het dorp Scherpenisse, waar 1.700 mensen wonen. We hebben een afgeschreven dorpshuis. Het dorp kent geen winkelvoorzieningen meer en de huisarts is vertrokken. Er staat een verouderde gymzaal. Het dorp heeft tegelijkertijd een groeiende behoefte aan zorgappartementen. De corporatie wil een zorgzone maken. Tegelijkertijd wil een onder-

nemer een winkel beginnen, waarbij mensen met een beperking bedienen. Daardoor kunnen wij als gemeente weer Wmo-gelden inbrengen. Van de huiskamerfunctie hebben we een sociaal restaurant gemaakt en dat betekent dat we daar, vanuit het zorgkantoor, budget voor krijgen. De oude gymzaal wordt geïntegreerd met het dorpshuis en gaat ook een rol spelen voor ouderen. De corporatie wil de woonservicezone in eigendom bouwen en neemt de onrendabele top.” De deelnemers zijn het er over eens dat de gemeente op een goede manier bezig is om naar een samenhang van activiteiten en doelgroepen te kijken. Daarbij wordt de rol van de gemeente meer die van regisseur en wordt samen met andere partners naar een maatschappelijk gezonde situatie gewerkt.

“Je moet de term de zelfredzame burger niet meer gebruiken.“

Waardecreatie Een lastig punt is een duurzaam beheer van de nieuwe voorzieningen. De oude vrijwilligerscultuur verdwijnt. Wat komt daarvoor in de plaats? Wethouder Rolle van de gemeente Leusden noemt de dorpscoach, die mensen er weer bij moet betrekken: ”Een goede mix aan activiteiten is ook een belangrijke. Het moet een plek zijn waar wat te brengen, maar ook veel te halen is.” Van Noordennen: “Je moet de term de zelfredzame burger niet meer gebruiken; het moet uit de welzijnssfeer gehaald worden. Denk eens aan het uitgeven van aandelen of obligaties. Of een strippenkaart, waarbij je als het ware diensten en activiteiten uit je buurt afneemt en daardoor de exploitatie borgt. Dat leidt tot meer ontmoeting, meer wijkeconomie en meer waarde voor je huis.”

In het najaar organiseert ICSadviseurs weer wethoudersbijeenkomsten. Voor meer informatie mailt u naar Erna Oogjes: eoogjes@icsadviseurs.nl of kijkt u op www.icsadviseurs.nl.

schooldomein

september 2012

15


Avoord Zorg zoekt de samenleving op

De Boulevard van Welbevinden

16

schooldomein

september 2012

De transformatie van zorg naar de samenleving is noodzakelijk door een ander financieringsstelsel en is ook het gevolg van een natuurlijke ontwikkeling, stelt regiomanager Lex Nonnekes van zorgaanbieder Avoord Zorg en Wonen: “We hebben zoveel expertise in dit bedrijf opgebouwd, die willen we graag naar de samenleving brengen. Je kunt er voor kiezen om intramuraal te blijven, maar wij vinden het leuk om activiteiten met anderen te delen.”

Tekst Sibo Arbeek

I

n de hal van het woon-zorgcomplex Het Anbarg is het een komen en gaan van bewoners, bezoekers en mensen uit de buurt. De inpandige hoofdstraat leidt naar het grand café, de winkel en om de hoek de peuterspeelzaal. Er is een apotheek, er zijn huisartsen, je kunt er pinnen, maar er is ook een kapsalon en er is bewegen voor ouderen. “Waar je vooral niet de nadruk op legt is dat hier mensen wonen met een zorgbehoefte”, stelt Lex Nonnekes, regiomanager Etten-Leur. “Het is eigenlijk een zorgboulevard. We breiden het aantal activiteiten voor de bewoners en de wijk verder uit; er komt een theater, een internetcafé en een loungegedeelte. Maar daarnaast delen we ook activiteiten met het netwerk Contrefort, waarin Brede School de Pijler, welzijnaanbieder Surplus, cultureel centrum Het Turfschip, verenigingen, GGZ en de wijkvereniging samenwerken. Oud en jong gaan heel goed samen. Bijvoorbeeld een huiskamerfunctie in een buurthuis, voor mensen die een dagstructuur nodig hebben en elkaar kunnen ontmoeten, maaltijden in de buurt verzorgen, klussen doen of een leesopa of -oma regelen. Jongeren vanuit het voortgezet onderwijs kunnen ouderen een internetcursus geven. Of een sportvereniging die een indoorbaan wil aanleggen, die wij goed kunnen gebruiken voor onze revalidatie. Het is bewezen dat Alzheimerpatiënten


BESTUUR EN BELEID

“Ontmoeting tussen mensen draagt bij aan het zelfrespect van mensen.” opleven in de buurt van kinderen. Wij hebben dus ook een peuterspeelzaal in ons woonzorgcentrum. Wij verbouwen ook een vleugel waar onze paramedische staf ook een eerstelijnsfunctie gaat krijgen; dus eigenlijk een huisartsenpraktijk voor de buurt. In alles klappen we om, van intramuraal naar buiten de muren. Met als doel tot betere verbindingen te komen.”

Het buitenland Lex heeft veel in het buitenland rondgekeken, om te kijken hoe de zorg daar in de samenleving wordt georganiseerd: “Nederland lijkt wel een beetje op Denemarken, waar ik tien jaar geleden al dit soort bewegingen zag. Kenmerk bij ons is de hoge graad van vrijwilligerswerk. Dat is anders in Servië, waar ik betrokken ben bij het opzetten van dagcentra voor ouderen in drie verschillende steden. Die komen uit een communistische structuur, waar de staat alles regelde. Je ziet daar dus minder vrijwilligers. Belangrijke parameters voor succesvolle ontwikkeling van het model zijn cultuur, de mate van welvaart, de wens om beleid te voeren en de drive om er samen iets van te maken.” Lex heeft de notitie Boulevard van Welbevinden geschreven. Daarin beschrijft hij een groeimodel voor de samenwerking op het gebied van zorg, welzijn en culturele activiteiten in Etten-Leur: “De Boulevard is een vereniging van zorg-, welzijn- en culturele instellingen en bedrijven die structureel met elkaar gaan samenwerken en periodiek activiteiten organiseren. Doel is dat mensen elkaar ontmoeten in een voor hen aantrekkelijke setting en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Door de samenwerking van de betrokken instellingen, ook met andere organisaties op de Boulevard, is het aanbod op de vijf prestatievelden (Wmo) heel breed, voor vrijwel alle mogelijke doelgroepen.

Doelen zijn: • Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; • Het geven van advies, informatie en cliëntondersteuning; • Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking; • Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; • Het verlenen van voorzieningen aan mensen, om het zelfstandig functioneren mogelijk te maken.

Slim clusteren “Wij investeren steeds meer in activiteiten en minder in dure stand alone voorzieningen. Op het moment dat je de samenwerking zoekt is er zoveel meer mogelijk. Wij dragen ook bij in contributies bijvoorbeeld. Ook zijn we actief betrokken in kleine gebiedsontwikkelingen waarbij we zorg willen leveren. Dat doen we samen met andere partijen, zoals de gemeenten en corporaties. Een goede sociale en demografische analyse vooraf is enorm belangrijk. Vervolgens moet je toekomstgericht slim gaan clusteren op goede plekken. Daarbij moet je niet, bijvoorbeeld in het kader van de ruimtelijke ordening, zeggen: dat doet de gemeente maar. Dan krijg je weer dure oplossingen en gaat iedereen voor het eigen doel. Wat wij graag doen is met partners nadenken over welke activiteiten we willen aanbieden, hoe en waar we dat samen zouden kunnen doen en vervolgens op welke plekken we dat gaan organiseren. En dat kunnen relatief goedkope oplossingen zijn, waarbij we elkaars exploitaties versterken. Er is zoveel mooi materiaal buiten waar we mee en in kunnen werken. Ga dus niet gelijk in nieuwe gebouwen denken.” ICSadviseurs werkt met Avoord samen om een goed voorzieningenniveau in de gemeente Zundert te realiseren. Voor meer informatie belt of mailt u naar Lex Nonnekes: 0620536819 of l.nonnekes@avoord.nl. U kunt ook surfen naar www.avoord.nl.

schooldomein

september 2012

17


Slim financieren in twee clusters Gezamenlijke ambitie maakt meer mogelijk De gemeente Sint Michielsgestel stuurde Schooldomein een persbericht over een succesvolle doordecentralisatie naar het primair onderwijs. Resultaat: twee educatieve clusters. Bijzonder is de financiĂŤle constructie die is toegepast. Een gesprek met wethouder Ben Leenen van DorpsGoed en schoolbestuurder Hajo Renkema van Skipos.

18

schooldomein

september 2012


BESTUUR EN BELEID

Tekst Sibo Arbeek

S

int-Michielsgestel is een middelgrote landelijke gemeente in de Brabantse Meierij. Het bestaat uit de dorpen Sint-Michielsgestel, Den Dungen, Berlicum en Gemonde en telt rond de 28.000 inwoners. Ondanks het feit dat de gemeente de komende jaren licht vergrijst, is er sprake van een actief onderwijsbeleid. In de vier dorpen staan in totaal tien basisscholen, twee scholen voor speciaal onderwijs en een school voor voortgezet onderwijs. Hajo Renkema is sinds 2006 algemeen directeur van het schoolbestuur Skipos en sinds 2011 directeur-bestuurder. De

vruchtbare samenwerking met wethouder Ben Leenen dateert al vanaf 2006.

Ambitie De wethouder: “Het begint met ambitie. Ons nieuwe gemeentehuis van architect Alberts is in 2007 geopend. Burgers hebben jaren de discussie mee moeten maken over dit gebouw, dat zowel een werkplek voor de medewerkers als een ontmoetingplek voor onze inwoners is. Maar het zal veel van onze burgers worst zijn dat ze een nieuw gemeentehuis hebben gekregen. Uit een enquête van ons burgerpanel blijkt dat goede onderwijsvoorzieningen in de directe nabijheid van wonen het beste scoort als een voorziening die onze burgers belangrijk vinden. Daarom vind ik het belangrijk om ook in goede maatschappelijke voorzieningen te investeren. Het is bekend dat gemeenten minder aan onderwijshuisvesting uitgeven, dan ze jaarlijks van het rijk binnenkrijgen. Veel gemeenten maken vanuit hun regierol onvoldoende werk van goede onderwijshuisvesting. Daarom zeg ik: het doel moet niet een goede regiefunctie voor de gemeente zijn, maar een redelijk budget voor onderwijshuisvesting te creëren.”

“Het doel moet niet een goede regiefunctie voor de gemeente zijn, maar een redelijk budget voor onderwijs­huisvesting te creëren.”

Maatschappelijk gewenst Hajo Renkema vult aan: “Zoals in elke plattelandsgemeente staan de scholen in onze dorpen onder druk. Het zijn vaak verouderde gebouwen en het leerlingental stijgt niet meer. Dan moet je slim functies combineren om een basisvoorziening in stand te houden. Ik heb als schoolbestuur zelf gezocht naar combinaties met BSO en kinderopvang, omdat ik dat maatschappelijk wenselijk vind en het ook in het beleid van de gemeente past. Vroeger hadden we altijd die discussie over de scheiding van geldstromen. Wie investeert en wie wordt er dan beter van? We zijn gelukkig nu van dat soort discussies af. Daarom realiseren we nu twee educatieve clusters, waarvan de eerste in Den Dungen komt.”

Schatkistbankieren Hajo verder: “Veel collega’s vinden dat besturen er voor het onderwijs zijn. Huisvesting hoort bij de gemeente. Ik denk daar anders over. Als schoolbestuurder ben ik verantwoordelijk voor goede faciliteiten, dus wil ik niet aan de zijlijn staan. Wij hebben voor een andere financiële constructie gekozen. Traditioneel stelt de gemeente de bouwsom vast en is financier. Hier fungeren wij als schoolbestuur als de ontwikkelaar, die het gebouw van A tot Z realiseert. De gemeente stelt een jaarlijks bedrag beschikbaar, conform de VNG-norm. Het schoolbestuur mag volgens de wet geen eigen middelen aanwenden voor huisvesting, maar vanuit de constructie waarbij de gemeente een bijdrage levert mag dat wel, mits je dat maar op je balans kunt

schooldomein

september 2012

19


nze o k e Bezo euwde verni site web g.nl .os w w w

OSG, OOK UW PARTNER VOOR HUISVESTING

OSG is dé facilitymanager waar een schoolbestuur behoefte aan heeft. OSG spreekt de taal van de schoolbesturen èn gemeenten en heeft specialisten die gepokt en gemazeld zijn in onderwijshuisvesting in de breedste zin van het woord.

De dienstverlening die OSG op dit terrein biedt bestaat onder andere uit: 1. Advisering in huisvesting, bouwkundig en beleidsmatig. 2. Advisering in onderhoud en onderhoudsplanning op maat. 3. Begeleiding realisering brede scholen. 4. Beheer en exploitatie (brede) scholen. 5. Energieadvies (investeringen/terugverdientijd/rijksvergoeding/periode van 40 jaar). 6. Meerjarenonderhoudsplan op maat, financieel ingepast. Quick scan kostenbesparing Een nieuw product dat recent door ons is ontwikkeld is de ‘quick scan kostenbesparingen’. Een methode die snel inzichtelijk maakt waar voor een schoolbestuur besparingspotentie zit. De scan heeft twee aandachtsgebieden: • Huisvesting: een analyse van de (verborgen) leegstand in zowel bruto vloeroppervlakte als in euro’s. • Exploitatie: een analyse op basis van werkelijke kosten van een aantal kostensoorten.

Door te werken vanuit persoonlijk contact en een vraaggerichte houding kunnen wij onze service volledig afstemmen op uw wensen. In een persoonlijk gesprek waarbij uw situatie, wensen en vragen centraal staan, laten wij u graag kennismaken met ons complete dienstverleningsaanbod. U kunt daarvoor vrijblijvend een afspraak maken via één van onze vestigingen of lees meer over onze dienstverlening op www.osg.nl/huisvesting.

OSG Postbus 318 6800 AH ARNHEM

T (026) 323 88 11 E info@osg.nl I www.osg.nl


BESTUUR EN BELEID

Hajo Renkema en Ben Leenen

verantwoorden.” Ben Leenen vult aan: “Wij hebben alle kosten over de totale levensduur in kaart gebracht, dus ook de OZB, belastingen en verzekeringen en de rente en indexering die we anders ook kwijt zouden zijn. Dan kun je slimmer investeren.” Hajo verder: “ Wij zijn als schoolbestuur een overeenkomst met de schatkist aangegaan. Als de gemeente naar de BNG gaat, rekent die ongeveer 4%. De dagrente van de schatkist is nu lager. Je moet je wel realiseren dat je geen beschikking meer hebt over je eigen vermogen. Dagelijks vindt er een overschrijving plaats van het tegoed naar de bank. De gemeente geeft een garantie en de borgstelling is onze overeenkomst waarbij de gemeente een jaarlijkse vergoeding over 40 jaar beschikbaar stelt. Wij hebben eerst het programma, de omvang en het budget vastgesteld. Vervolgens hebben we ook gekeken welk rendement projectontwikkelaars of de corporatie in de buurt vroegen. Die percentages lagen veel te hoog. Omdat de rente nu zo laag is, konden we het bouwbudget verhogen en gaan we nu voor een Frisse scholen klasse B.”

Expertise Ben Leenen: “Schoolbesturen hebben inmiddels een bepaald volume gekregen en hun expertise neemt toe. Kijk je naar veel kleinere gemeenten dan zie je dat die steeds kwetsbaarder worden. Dan moet je anders naar je opgaven willen kijken. Wij hebben ons gymnasium Beekvliet al doorgedecentraliseerd naar OMO en dat hebben we ook met de onderwijs- en zorgorganisatie Kentalis, voor ons primair speciaal onderwijs gedaan. We zijn nu met hen ook bezig het VSO door te decentraliseren. We zijn dus a priori voor doordecentralisatie. Je beperkt weliswaar je financiële beleidsvrijheid, maar je doelen en keuzen zijn helder en je stimuleert ondernemerschap. Belangrijkste in dat hele proces is dat je elkaar kunt vertrouwen. Het is dus niet geld overmaken en wegwezen. Je moet elkaar op de inhoudelijke samenwerking willen vinden. Wij zijn voor gebouwen die samenwerking faciliteren, waarbij onderwijs en educatie in elkaar over lopen. Daarbij

“Niemand heeft recht op een eigen ruimte.” is het vooraf claimen van eigen ruimte not done. Dus dat betekent dat we partijen gelijk in een hok stoppen en laten nadenken over die samenwerking. Want als we het anders doen is het voor de klant niet meer betaalbaar.”

Samenwerking zoeken Hoe werkt dat in de praktijk? Hajo licht toe: “De gemeente stuurt op de gewenste output en wij zorgen dat er een goed, compact en duurzaam gebouw komt, gericht op samenwerking. De gemeente neemt vervolgens het leegstandsrisico en dat betekent dat je je ook verbindt om in de tijd voldoende vulling te houden. Daarbij rekent de gemeente een redelijk huurtarief dat ergens tussen maatschappelijk en kostprijsdekkend ligt. Wij regelen vervolgens voor de partijen in het gebouw de facilitaire diensten en dat gaat heel goed als je niet in aparte ruimten, deuren en koelkasten denkt.” Ben Leenen: “We verwachten van de betrokken organisaties dat ze de samenwerking zoeken, in een gebouw dicht bij het onderwijs. Onze eerste vraag aan bijvoorbeeld een Kinderopvang is niet of ze een kostprijsdekkende huur kan betalen, maar of ze onze visie onderschrijven. Zo zijn we nu ook bezig met de ontwikkeling van een woonzorgcomplex met de corporatie Brabant Wonen in Den Dungen. Daar sluizen wij ons gemeenschapshuis in, dat daarmee ook de ontmoeting voor het zorgdeel faciliteert. Wij dragen voor het deel gemeenschapshuis bij in de investering, het bestuur van het gemeenschapshuis neemt de exploitatie voor zijn rekening. We gaan onze gemeenschapshuizen dus niet sluiten, maar we gaan er slimmer mee om. Maar wel vanuit de grondgedachte: Niemand heeft recht op een eigen ruimte, tenzij ….“ Voor meer informatie surft u naar www.skipos.nl of mailt u naar de gemeente: b.leenen@sint-michielsgestel.nl.

schooldomein

september 2012

21


morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen

Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord Bel met een van onze deskundige medewerkers of ga voor meer info naar kwfkankerbestrijding.nl/vraag. De KWF Kanker Infolijn is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur.


BESTUUR EN BELEID

Meld u aan! Sneak Previews nieuwe schoolgebouwen

ICSadviseurs organiseert dit schooljaar zogenaamde Sneak Previews in recent opgeleverde scholen. Daarbij wordt telkens een actueel thema uitgelicht. De formule is simpel maar doeltreffend: u hebt bouwplannen en wilt leren van actuele projecten. Schoolleiding en het bouwteam geven een presen­ tatie, waarna u een rondleiding op maat krijgt. Bovendien ontmoet u collega’s en experts uit het veld. De Sneak previews vinden op locatie plaats en duren van 14.00 uur tot 17.00 uur.

Meld u nu aan voor: 1 november: Meerwaarde Barneveld: topresultaat door goede aanbesteding! De Meerwaarde in Barneveld is een nieuw gebouw voor een nieuwe school die is ontstaan uit de samenvoeging van twee scholen voor VMBO en Praktijkonderwijs. Een school met zeer hoge ambities. Uniek zijn onder meer de structuur van het gebouw, de samenwerking met bedrijven en identiteit die in het gebouw tot uiting zijn gebracht. Het geheel is tegen een zeer gunstige prijs aanbesteed.

En noteer vast in uw agenda: 20 december: Unielocatie Zuiderpark Rotterdam: eigen DNA in nieuwe leeromgeving! De nieuwbouw van de unielocatie Zuiderpark in Rotterdam ligt op een locatie die ROC Zadkine en het VMBO van het Zuiderpark College onderdak biedt. Gekozen is voor een concept dat ‘zwaluwstaarten’ genoemd is. Hierin zijn het eigen gezicht en de eigen identiteit van de scholen gewaarborgd, waarbij een situatie is gecreëerd waarin beide scholen van elkaars ruimten en expertise gebruik maken.

Voorjaar 2013: Nieuw onderzoeksinstituut Groningen: innovatief en spraakmakend! ERIBA (European Research Institute on the Biology of Ageing) is een onderzoeksinstituut waar topwetenschappers met hun onderzoeksgroepen fundamenteel onderzoek doen naar het verouderingsproces en ziekten die daarmee gepaard gaan. Het ERIBA-gebouw biedt huisvesting aan medisch-biologische wetenschappers die werken aan gezond ouder worden.

Mei/juni 2013: rsg Wiringherlant Rsg Wiringherlant in Wieringerwerf is een school voor VMBO, Havo en Vwo. De twee bestaande locaties worden samengevoegd. Bijzonder is de compacte structuur van het nieuwe schoolgebouw met eigen thuisbases voor de afdelingen en een unieke ruimte voor het ELOS (Europa als leeromgeving op School)-onderwijs. Dankzij de innovatieve aanbesteding worden binnen het normbudget speciale ‘Nice to Haves’ gerealiseerd waaronder een hogere Energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Meld u aan voor deze bijeenkomst via www.icsadviseurs.nl of stuur een mail naar ydelange@icsadviseurs.nl. ICSadviseurs neemt dan contact met u op.

schooldomein

september 2012

23


+ + + Vaessen bouwt aan Huis van de Sport + + +

VAESSEN & HAARLEMMERMEER; PARTNERS IN TOPSPORTPRESTATIES Vaessen, Nederlands meest betrokken ontwikkelaar en bouwer van (top)sport- en onderwijsvoorzieningen www.vaessenbv.nl

|

(0162) 52 21 20


kort nieuws Voorbereiding Schooldomein 25 jaar

Het team van Schooldomein koos de schoonheid van de Beulakerwiede om de 25e jaargang van Schooldomein voor te bereiden. Hoogtepunt van de plannen vormt het grote feest op de NOT op donderdagmiddag 24 januari 2013. Noteert u die middag vast in uw agenda. Daarnaast verzorgt

Schooldomein de hele NOT expertmeetings rond aansprekende thema’s op het Open Podium. Wie werken er dit jaar weer voor u aan uw Schooldomein? Van links naar rechts: Michiel ten Brink van het bureau Fizz, Guido Lap van

Recent, AndrĂŠ van Beveren van Recent, Sibo Arbeek van ICSadviseurs en tevens hoofdredacteur, Henrico ten Brink van Uitgeverij Ten Brink, redactiesecretaris Brenda Breems van ICSadviseurs en eindredacteur Paul Voogsgerd van Communicabel.

schooldomein

september 2012

25


Aandacht vooraf helpt! Onderzoek naar betere inrichting leeromgeving Marinka Kuijpers is de nieuwe bijzonder hoogleraar Leeromgeving en leerloopbanen in het beroepsonderwijs. De leerstoel wordt door een aantal organisaties financieel ondersteund, waaronder ICSadviseurs. Tijdens een eerste bijeenkomst met deze groep werden de grote lijnen blootgelegd. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Raphaël Drent

E

en bewust ingerichte praktijkgerichte leeromgeving helpt bij het ontwikkelen van loopbaancompetenties. Marinka Kuijpers informeert de organisaties die haar leerstoel mede sponsoren wat haar werkveld voor de komende tijd is: “Ons onderwijs gaat nog teveel uit van de lesgevende organisatie en niet van de lerende organisatie. De lesgevende organisatie is per definitie aanbodgericht. Maar je van te voren bewust zijn wat je wilt bereiken en daar met arbeidsorganisaties op het niveau van inrichten van de leeromgeving en met leerlingen over het leerproces zelf praten, kan leerprocessen echt vorm geven. Dat werkt in de praktijk beter voor zowel studenten en docenten, als je kijkt naar het behalen van leerdoelen. Om meer te leren over de effecten van manieren van leren in het kader van de loopbaanontwikkeling is onderzoek in de tijd nodig. In Nederland is op die manier nog maar weinig gericht onderzoek gedaan. Wel hebben we gezien dat loopbaanleren vaker voorkomt in een leeromgeving waarin de begeleiding loopbaangericht is of loopbaangerichter wordt door de professionalisering van docenten, maar onduidelijk is wat de effecten op langere termijn zijn en in

26

schooldomein

september 2012

hoeverre deze opwegen tegen de investeringen. Wat dus nodig is, is gericht onderzoek en dat is een kerndoel van de leerstoel van Marinka Kuijpers.

Loopbaangerichte dialoog Organisaties en mensen zijn gewend op een bepaalde manier te werken en naar de

werkelijkheid te kijken. “Wat zien we al wel: als leerlingen in het VMBO met docenten in een zogenaamde loopbaangerichte dialoog aan de slag gaan, zeggen deze leerlingen dat ze in het MBO een goede keuze gemaakt hebben. Er is dus een verband tussen aandacht vooraf en een meer gemotiveerde keuze tijdens de opleiding. De kans dat


THEMA VERSCHUIVENDE PANELEN, KRACHTENVELD IN DE KETEN

leerlingen binnen het MBO blijven is dan groter. Ook als er in het MBO een loopbaangericht gesprek wordt gevoerd, dan zien we dat leerlingen beter op hun plek zitten. “Wat we ook duidelijk zien en ervaren is dat enthousiasme alleen niet genoeg is om te veranderen en te verbeteren. Er moeten mogelijkheden worden georganiseerd om daadwerkelijk een andere leeromgeving te kunnen realiseren. De vraag is dan hoe je docenten in het ontwikkelen van loopbaancompetenties kunt opleiden. Daar zijn inmiddels goede ervaringen mee; je kunt schoolcoaches (veelal decanen) trainen en vervolgens kun je teams trainen, die dan ook weer begeleid worden door schoolcoaches, je kunt docenten off the job trainen en ze vervolgens een on the job begeleiding geven. Vooral de verschillende combinaties blijken positief te werken, om daadwerkelijk een gedragsverandering te realiseren. Er zijn verschillende onderzoeken geweest in het VMBO en MBO, zoals weergegeven in ‘keuzes in ontwikkeling’ en ‘leren luisteren en loopbaanleren’. Er zijn opnamen met gesprekken vooraf en gesprekken achteraf en er zijn controlegroepen ingesteld, vooral ook omdat een school aan het begin en het eind van het jaar bezig is met ontwikkelingen. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen een

verandering merken waar een docent het hele traject heeft meegemaakt.”

Structuren Doorlopende leerlijnen worden in Nederland vertaald in structuren, niet in de processen. Samen met het Platform Beroepsonderwijs heeft Marinka landelijke kenniskringen geleid. De projecten waren de voorlopers van de VM2-trajecten. Marinka: “Bij VM2-trajecten zien we eigenlijk precies hetzelfde als we toen in de projecten zagen; heel erg gericht zijn op de structuren en niet op de leercultuur: lessen sluiten beter op elkaar aan, maar het leren van de leerling is niet veranderd. Het is allemaal nog erg aanbodgericht. We leven in een netwerk– en kennissamenleving. Dat stelt andere eisen aan de inrichting van leerprocessen. De leerling moet een stem hebben, om zelf ook een effect te kunnen ervaren. Wanneer leerlingen ook zelf leren aangeven wat zij willen leren, waar ze benieuwd naar zijn is de leercurve hoger. Mijn ervaring is dat wanneer je ze controle op hun eigen leerproces geeft, ze zich meer betrokken voelen en opbloeien.” Henny Roosenburg van SPV herkent deze observatie: “Onderwijs moet leren met groen te schrijven, van je 12e tot je 25e zijn je hersenen heel flexibel,

Steun van onderwijs en bedrijfsleven De leerstoel is een initiatief van Stichting Platforms VMBO en wordt gefinancierd via een beheerstichting waarin maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven samenwerken. Deze partijen hechten groot belang aan de relatie tussen wetenschap en praktijkonderzoek en willen hiervan leren. De samenwerkende partners zijn Techniek Talent Nu, Stichting O&O fonds Energie en Nutsbedrijven, KPC Groep, Ondersteuningsfonds Zorg, Welzijn en Sport, Actiz, organisatie voor Zorgondernemers, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), Ecabo, Skills Netherlands, AOC Raad, ICS Adviseurs/ Schooldomein en Stichting Platforms VMBO.

daar moet je ook je leerontwikkeling op afstemmen”. Docenten kunnen leren andere vragen te stellen, maar die deskundigheid zit er nog niet zo. En managers zijn ook nog niet gewend op die manier hun docenten aan te spreken. Daarvoor moet je weten waar je als organisatie naar toe wilt groeien en dat blijkt nog erg lastig te zijn. Voor meer informatie over onderzoek naar de leeromgeving en –loopbanen in het beroepsonderwijs mailt u naar kruvis@hetnet.nl.

schooldomein

september 2012

27


Zon, zee en strand in de school @(s)cool op Het Goese Lyceum “Als je naar Het Goese Lyceum komt en je wilt echt iets leren, dan geven wij je daarvoor het beste spul dat er is. Dat is onze filosofie voor ons hele gebouw. En we merken dat het werkt. Onze leerlingen hebben respect voor de ruimte.” Dat zegt Joost Timmermans, teamleider onderbouw op ‘het Goese’. Dit schooljaar nam het lyceum een nieuwe ruimte voor ‘@(s)cool; actief-, creatief- en sociaal leren’ in gebruik. Schooldomein kreeg een rondleiding. 28

schooldomein

september 2012


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Paul Voogsgerd Foto’s Marko BV

H

et Goese Lyceum is onderdeel van de Pontes Scholengroep, in de provincie Zeeland de enige combinatie van middelbare scholen die alle opleidingsvormen in huis heeft: praktijkonderwijs, lwoo, vmbo (basisberoeps, kaderberoeps, gemengd, theoretisch), havo, vwo, tweetalig vwo (Engels), gymnasium. Pontes heeft drie lokaties, twee in Goes (Het Goese Lyceum) en één in Zierikzee (Pieter Zeeman). Op de locatie Bergweg van Het Goese Lyceum volgen zo’n 75 leerlingen uit eerste en tweede klassen het programma @(s)cool. De manier waarop mensen van nature leren is daarbij het uitgangspunt. Op de website van Het Goese Lyceum wordt het helder uitgelegd: ‘@(s)cool’ gaat uit van de behoefte bij kinderen om te leren. Aan de hand van prestaties voor opdrachtgevers wordt kennis opgedaan. Leren wordt hierdoor betekenisvol in het hier en nu. Dit betekent dat het leren start vanuit de praktijk. Een praktijkprobleem (prestatie) is de directe aanleiding om te gaan leren. Hierdoor ontstaat een koppeling tussen praktijk en theorie en daarmee hopen we de motivatie te verhogen.”

Strandstoelen Om dit specifieke onderwijs goed tot zijn recht te laten komen, wilde Het Goese Lyceum daarvoor een speciale onderwijsruimte inrichten. Joost Timmermans was regisseur van het project. “Met een compact team zijn we gaan nadenken over de eisen waaraan zo’n ruimte zou moeten voldoen”, vertelt hij. “Dat leverde wel 200 eisen op die we uiteindelijk hebben teruggebracht tot vier herkenbare basiselementen. Vervolgens zijn we met een architect aan de slag gegaan om te kijken hoe we een gang en vier lokalen konden omvormen tot één grote ruimte voor ‘actief-, creatief- en sociaal leren’. Dat leidde tot een mooi resultaat maar het plan ging pas echt leven toen de inrichter en de binnenhuisarchitect erbij betrokken werden. We hebben bewust gekozen voor inrichter Marko en hun binnenhuisarchitect Marleen Smeets. Met beiden hadden we eerder gewerkt aan onze aula die ze samen hebben omgetoverd in een prachtige plek om te verblijven. Een kwaliteit van Marko is dat ze ook bereid zijn om buiten hun eigen assortiment te denken. Toen de binnenhuisarchitect bijvoorbeeld strandstoelen in haar ontwerp opnam, ging Marko met ons op zoek naar geschikte strandstoelen. Bovendien hebben ze voor de nieuwe ruimte – net als destijds voor de aula - het nodige meubilair op maat gemaakt.”

Binnen- en buitenschools leren Joost Timmermans heeft uitgesproken ideeën over onderwijs en hoe je met je gebouw en inrichting leerlingen het best kunt faciliteren. “Denk eens aan

je huiskamer”, zegt hij. “In een huiskamer vraagt niemand zich af hoe hij zich er moet gedragen. Dat gaat vanzelf. Je gaat aan tafel zitten om te eten of een krant te lezen. Als je even wilt ontspannen, ga je op de bank zitten. Om te werken kruip je achter een bureau met een computer. Waarom zou dat op school dan anders zijn? Een goed ingerichte ruimte faciliteert het juiste gedrag. Dat was dus één van de uitgangspunten bij het inrichten van onze nieuwe onderwijsruimte.” En een belangrijk rol bij het realiseren van die uitgangspunten was dus weggelegd voor de binnenhuisarchitect. “In ons onderwijsconcept is binnenschools leren net zo belangrijk als buitenschools leren”, licht Joost toe. “We vonden het dan ook belangrijk dat ook de omgeving werd meegenomen in het ontwerp. Als thema heeft de binnenhuisarchitect gekozen voor ‘zee’ en dat is terug te zien in de hele ruimte, ook in de meubels, de wanden en de vloer.”

Strandpaviljoen Met gepaste trots laat Joost de ruimte zien en hij heeft niets te veel gezegd. Dankzij de goed gekozen inrichting is de grote zaal zonder scheidingswanden omgevormd tot een verzameling kleinere ruimten voor de verschillende aspecten van leren volgens @(s)cool. Langs een zijwand is een soort strandpaviljoen gecreëerd. Leerlingen werken er aan tafels

schooldomein

september 2012

29


Binask lokalen met TopFLEX, het traploos vertikaal te verstellen systeem vanuit het plafond met daarin alle mogelijke energie bronnen inclusief data verkeer. Geen vaste zuilen meer op de vloer waardoor ruimte multifunctioneel gebruikt kan worden Traploos verstelbaar op de gewenste werkhoogte Vanaf een centraal schakelpunt te bedienen en te beheren Keuze schakelaars voor gas en electra inclusief noodstoppen Geen gedraai meer aan gaskranen of spelen met stopcontacten tijdens de theorielessen.

• •

TopFLEX

paring Extra bes en in bouwekosten i t a l l a t s n i

• • •

Meer informatie over TopFLEX en ons uitgebreide producten aanbod kunt u vinden op onze site: www.schoolpoint.nl.

P.O. Box 474, 7000 AL Doetinchem - NL Vierde Broekdijk 21, 7122 JD Aalten - NL T. +31(0)543 47 47 00 F. +31(0)543 47 42 82 E. info@schoolpoint.nl I. www.schoolpoint.nl

Altijd Top en heel FLEXibel Leerlingensets • Houten meubilair • Kasten • Visuele communicatie • Nevenruimten Collegezalen • Kantoorinrichting • Prakticummeubilair • Maatwerk

10-04-12 09:21

BNA

Schoolpoint_adv.A5_TopFLEX_2.indd 1

Architecten • Ingenieurs • Adviseurs

ROC van Amsterdam • Amstelveen

w w w. z a . n l • 0 2 2 9 - 2 4 4 2 4 4

De architecten van Zeeman Architekten BNA maken per opdracht een architectuur visie die is toegesneden op het programma van eisen, de locatie en overige randvoorwaarden. De architectuur is transparant en eigentijds met toepassing van de laatste technieken. Algemene uitgangspunten zijn altijd een goede dialoog met de opdrachtgever en gebruiker. Pas dan ontstaat een goed gebouw, waarin ook de opdrachtgever zich herkend. De mens staat centraal met daaraan gekoppeld de zorg voor het milieu (duurzaamheid). Het beschikbare budget is een belangrijke randvoorwaarde en doelstelling bij ieder project. De projecten worden integraal ontworpen en het totale traject van schets tot en met directie en toezicht wordt beheerst en toegepast, incl. constructie en management, Dit alles volgens het “Total Engineering” principe.

Cultureel centrum “Het Postkantoor” • Bovenkarspel

Cultureel centrum “Het Postkantoor” • Bovenkarspel

Multifunctionele Accommodatie • Zwaagdijk


ONTWERP EN INRICHTING

“Een goed ingerichte ruimte faciliteert het juiste gedrag.”

en zitten daarbij op stoelen of op de mooie banken – net als de lucht in verschillende tinten blauw - die Marko aan de muur heeft gemaakt. Ook het marmoleum op de vloer sluit aan op het thema: we zien de zee, de golven en het strand. “Met die verschillen in de vloerbedekking, heeft de binnenhuisarchitect al natuurlijke scheidingen aangebracht”, legt Joost uit. “Maar ook bijvoorbeeld de werkplek voor de leraar heeft dat effect. Door gebruik te maken van veel glas, houdt de leraar het overzicht en blijft de ruimte open en transparant.” We zien verder werkplekken voor onder meer biologie, verzorging, beeldende vorming en er is zelfs een klein podium voor bijvoorbeeld het geven van presentaties. Er is een mooie uitgiftebalie en achterin zijn stiltewerkplekken en twee afgesloten instructielokalen.

Bijzondere kroonluchter De detaillering is markant en bevestigt wat Joost vertelde over Marko en hun binnenhuisarchitect. De stoelen zijn eigenlijk kantinestoelen, geen typisch schoolmeubilair. De strandstoelen en picknicktafel horen oorspronkelijk niet tot het Marko-assortiment, evenmin als de hanglampen die samen een bijzondere kroonluchter vormen. “De afbeeldingen daarop sluiten aan bij het thema ‘zee’ en laten precies zien wat er in deze ruimte gebeurt”, legt Joost uit. De kasten zijn omgebouwd met hout dat doet denken aan aangespoeld scheepshout. De print op het behang doet dat ook. “Daarom werken we graag met Marko en Marleen samen”, zegt Joost. “Hun ambitie is dezelfde als die van ons: zij willen ook dat het een ruimte wordt waar je trots op kunt zijn!”

schooldomein

projectinformatie Project Inrichting onderwijsruimte voor ‘@(s)cool; actief-, creatief- en sociaal leren

Opdrachtgever Het Goese Lyceum

Inrichter Marko BV (www.marko.nl)

Bruto vloeroppervlak 375 m2

Investeringskosten ca. € 260.000,-

Ingebruikname September 2012

september 2012

31


Technasium in Jeroen Bosch Uit de boxen in het plafond klinkt een zachte melodie van een muziekstation. De LED verlichting in de werkplaats geeft een oranje schijnsel en versterkt de warme gloed van de door robuust staal afgebakende natuurlijke materialen van de tafels en de vloer. De werkplaats is opgeruimd en leerlingen werken op verschillende plekken aan verschillende activiteiten. Tekst Hidde Benedictus

B

ijvoorbeeld aan een opdracht om een commercial te ontwerpen voor een ICT dienstverlener. Leerlingen in een morph-suit bewegen zich voor het blauwe scherm en verschijnen op het beeldscherm van de PC in een virtuele omgeving. Geavanceerde ICT applicaties, video en beeldbewerkingstechnieken, bedrijfsbezoeken en het bedenken van een strategie en het ontwerp vormen onderdeel van de activiteiten om tot de film te komen. Zo functioneert het onderwijs op een gemiddelde dag in de splinternieuwe en moderne ‘Research & Development’ ruimte, het hart van het technasium van het Jeroen Bosch College. En met resultaat: de leerlingen uit het voorbeeld winnen de tweede prijs van de nationale Film-IT wedstrijd!

Geen kleuters De ruimte die op 10 mei 2012 geopend is, levert een flinke impuls voor de school. Enkele jaren geleden startte het technasium met enkele ruimten bovenin

32

schooldomein

september 2012

het gebouw van het Jeroen Bosch College. Een plek enigszins afgescheiden van de rest van de school, met een versnipperde plattegrond. De nieuwe ruimte bevindt zich prominent op de begane grond in het gebouw op een plek waar leerlingen, ouders en andere bezoekers snel langs komen. In het denkproces over de werkomgeving van het technasium heeft Hidde Benedictus van ICSadviseurs een aantal workshops georganiseerd. “Hierdoor zijn we over dingen anders gaan denken,” zegt technator Rob Verhoeven. Ook heeft dit proces het team gescherpt in de ideeën over de werkplaats, waardoor ze de plannen van de architect Pieter Verbraak van Forum Architecten & Planners beter en kritischer hebben kunnen voeden en op waarde kunnen schatten. Het Jeroen Bosch College heeft in het proces veel met leerlingen gespiegeld, bijvoorbeeld over materiaal en kleurgebruik. “We zijn geen kleuters!” riep een leerling uit toen over kleurgebruik gesproken werd. Uit gesprekken met leerlingen bleek dat zij een volwassen werkomgeving wilden met


ONTWERP EN INRICHTING

College in bedrijf warme en natuurlijke materialen. De ronde vormen, duidelijke structuur in de werkplaats en het tegenwicht tegen een industrieel karakter werd door de leerlingen van harte omarmd. De reacties van leerlingen hebben een duidelijke weerslag gehad in de uiteindelijke keuzes voor kleuren en materialen, waarmee een sfeervolle en professionele ruimte is ontstaan. Daarbij heeft architect Pieter Verbraak aandacht gegeven aan de bijdrage van sfeer op het creatieve gebruik van de ruimte met als doel leerlingen uit te dagen zijn of haar creatieve kanten naar boven te halen.

Less is more Al tijdens het ontwerp leefde de overtuiging dat een niet te volle en opgeruimde werkomgeving positief zou bijdragen aan de werkhouding en het eigenaarschap. Onder het motto ‘less is more’ is kritisch gekeken naar welke meubelstukken en apparaten wel of niet in de ruimte geplaatst zouden worden. De meubelstukken hebben elk een eigen karakter en functionaliteit, maar wel vanuit een vergelijkbare uitstraling. Slimme opbergsystemen, een gestructureerde berging en een hoge mate van digitaal werken zorgt voor nog meer rust in de ruimte. Alle elektrisch te bedienen meubelstukken, schermen en verlichting zijn met afstandsbediening te sturen zodat er geen kabels en schakelaars in de ruimte zijn. De orde en netheid uit zich ook in de reacties van de schoonmaak: “in het technasium hoeven we eigenlijk nooit iets te doen!”

Eigenaarschap ‘Het Nieuwe Werken’ is in de nieuwe werkplaats geïntegreerd. Alles gaat digitaal, de ruimte is ‘paperless’. Niet digitale aantekeningen maken leerlingen op de whiteboard-tafels en whiteboard-wanden. Docenten werken met een laptop en kunnen net als de leerlingen van alle plekken gebruik maken. Er zijn geen plekken waar leerlingen wel of niet mogen komen: alles is voor iedereen toegankelijk en te gebruiken. Ook de bergruimten zijn open en de materialen zijn beschikbaar. “Leerlingen weten dat er een andere cultuur is in deze ruimte en zijn zich bewust van de plek waar ze zijn. Ze geven daarbij blijk van een hoge mate van eigenaarschap,” zegt Rob Verhoeven. Het Jeroen Bosch College verwacht van leerlingen dat ze verantwoordelijkheid nemen en om kunnen gaan met de vrijheid die ze krijgen. In de praktijk blijkt dat ze hier goed mee om gaan. Ook hanteert het Jeroen Bosch College een onderhoudsschema om leerlingen in de zorg voor de werkplaats te laten participeren. Opvallend is het verschil in leerlingen van de onderen bovenbouw. Onderbouw leerlingen gaan naar een afgescheiden plek om zich ‘te verstoppen’, bovenbouw leerlingen gaan naar een afgescheiden plek om rustig te werken. Door groepen te mixen kun je zo het gebruik van de plekken sturen.

“Dit proces heeft het team gescherpt in de ideeën over de werkplaats.”

Voor meer informatie belt u Hidde Benedictus van ICSadviseurs: 06-22573604 of surft u naar www.icsadviseurs.nl.

schooldomein

september 2012

33


Passief en fris

Een luchtdichte én frisse school? Een grotere tegenstelling lijkt er niet te bestaan, maar in het Zeeuwse Domburg is het in januari realiteit geworden. Archipelschool De Golfslag is de eerste ‘Passieve’ en ‘Frisse’ brede school van Nederland.

Tekst Rick van de Weg

“D

ie vraag krijg ik nou altijd, maar de ramen en deuren kunnen gewoon open”, steekt architect Evert van Kampen lachend van wal. Samen met het team van architectenbureau RDH ontwierp hij de school en begeleidde de bouw ervan. “Omdat je volgens de principes van passief bouwen aan de slag gaat, komt daar wel wat meer bij kijken dan bij gewone bouw. Je bouwt de school eigenlijk als een thermosfles: goed geïsoleerd en luchtdicht.”

34

schooldomein

september 2012

Luchtbehandeling Het etiket ‘Passief’ mag je overigens niet zo maar op een gebouw plakken, maar wordt toegekend door de Stichting Passief Bouwen Nederland. Het houdt in dat er zo min mogelijk ‘actieve’ energie voor verwarming of koeling hoeft te worden gebruikt. Van Kampen: “Je gebruikt de passieve energie van de zon. Het is dus heel belangrijk het gebouw goed daarop te oriënteren. Daarnaast gebruik je de warmte van alles wat


ONTWERP EN INRICHTING

zich in de school bevindt, zoals verlichting, kopieerapparaten en leerlingen. Daarbij is het dan zaak om luchtdicht te bouwen, zodat je de warmte niet ongecontroleerd kwijt raakt via kieren en spleten.” Nu is het passief bouwen niet eenvoudig, maar bestaat die technologie al zo’n 30 jaar. Het bijzondere aan Archipelschool De Golfslag is dat het passieve karakter gecombineerd wordt met de vereisten van een ‘frisse’ school, zoals die door Agentschap NL zijn opgesteld. De crux daarvan is de speciale luchtbehandelingsapparaten die zorgen voor meer dan voldoende frisse buitenlucht in school. Slim geplaatste ventilatieroosters die automatisch open en dicht gaan, zorgen voor voldoende frisse buitenlucht. Een opening in het dak van de school zuigt de verbruikte lucht aan als een schoorsteen en stoot die uit naar buiten. Zo ververst de lucht constant. “In traditionele schoolgebouwen wordt het al snel te warm of te koud. In Domburg kunnen we de temperatuur continu tussen de 18 en 23 graden celcius houden en, ook niet onbelangrijk, de school is tochtvrij.”

Indeling en logistiek Volgens Van Kampen blijft het gewoon mogelijk om een raam open te zetten. “Geen probleem. Je hebt er iets van gebruiksaanwijzing bij nodig, maar die is niet ingewikkeld. Qua gebruik is het een ‘gewone’ brede school net als alle andere brede scholen. Passief bouwen betekent echter wel compact bouwen. Dat heeft geen invloed op de binnenruimtes, maar stelt wel eisen aan interne indeling en logistiek. Het grote voordeel van dit concept is echter dat je ontzettend veel geld bespaart op exploitatiekosten, wat je allemaal in het onderwijs kunt steken, terwijl je ook voor een optimaal binnenklimaat zorgt. Door dit laatste is al bewezen dat de leerprestaties omhoog gaan.”

Niet duurder Voor een passieve en frisse school liggen de bouwkosten volgens de architect en partner van RDH niet veel hoger dan bij een gewoon schoolgebouw. “Dat kan tegen hetzelfde budget. Per vierkante meter is het wel iets duurder, maar door het compacte bouwen in totaal dus niet. Voor de brede school inclusief kinderopvang in Domburg hebben we bijvoorbeeld geen gasleiding nodig en heeft het gebouw van 1.000 vierkante meter voldoende aan een cv-ketel voor een woonhuis… als reserve.”

Passief versus energieneutraal Passief bouwen staat in principe los van energieneutraal bouwen. Bij passief bouwen heb je haast geen energie nodig om het schoolgebouw te verwarmen of te koelen, maar gebruik je wel energie, in de vorm van elektriciteit voor verlichting en apparatuur. Energieneutraal wil zeggen dat je evenveel energie zelf op-

“Passief bouwen betekent wel compact bouwen.” wekt via bijvoorbeeld zonnepanelen of windmolens als dat je gebruikt. Volgens Van Kampen zijn de technieken wel te combineren tot een passieve, energieneutrale en frisse school, maar is dat er in de praktijk nog niet van gekomen. “Het zou een hele uitdaging zijn. De apparatuur om zelf duurzame energie op te wekken vereist een behoorlijke investering. Wellicht zou je dan aan een financieringsconstructie moeten werken waarbij je dat langzamerhand op basis van de besparingen op je energienota kunt afbetalen.”

Passief renoveren ook een optie Naast nieuwbouw behoort ook passieve renovatie van schoolgebouwen tot de mogelijkheden. Van Kampen: “we hebben onlangs in Middelburg zelfs een oud, monumentaal schoolgebouw passief gerestaureerd tot woon-werk locatie. Het is dus te doen, maar niet bij alle gebouwen. Zeker als je het in combinatie met een ‘fris’ concept wilt uitvoeren, zul je echt eerst goed onderzoek moeten doen in hoeverre het op de betreffende locatie te realiseren valt.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rick van de Weg van Havana Orange, telefoon 010-4401644 of mail rwg@havanaorange.nl.

schooldomein

september 2012

35


Advertorial

De ontwikkeling van het practicumlokaal in de laatste 15 jaar

Van theorie naar praktijk Het biologie-, natuurkunde- en scheikundelokaal van nu ziet er heel anders uit dan vijftien jaar geleden. S+B maakte de ontwikkeling van theoretisch naar praktijkgericht onderwijs van dichtbij mee en speelt daarop in met vernieuwende inrichtings- en meubelconcepten.

I

CT-middelen, regelgeving, andere manieren van lesgeven en andere leermethodes – ze hebben er allemaal voor gezorgd dat de afgelopen vijftien jaar een grote verschuiving heeft plaatsgevonden van theoretisch naar praktijkgericht leren. Hoe groot die verschuiving is, verschilt sterk per school. De ene school wil vooral veel theorie geven, terwijl een andere school naar een lessituatie gaat waar 70% practicum de norm is en blokuren worden aangeboden. Bijna overal geldt wel dat de theorie in ‘gewone’ lokalen wordt gegeven en in practicumlokalen de theorie alleen even wordt aangestipt ter introductie van een practicum. Leerlingen voelen zich erg comfortabel bij die praktijkgerichte manier van lesgeven. Ze weten dat les in een practicumlokaal of science lab betekent dat ze aan de slag gaan met proefjes.

De inrichting bepaalt de les Het inrichten van lokalen is een stuk ingewikkelder geworden. Lay-out en routing zijn enorm belangrijk. De inrichting bepaalt hoe uiteindelijk les wordt

36

schooldomein

september 2012

gegeven. De visies van schoolleidingen en docenten kan daarbij bovendien nog weleens verschillen. Er is dus één vraag waarover scholen bij de inrichting van dit soort lokalen moeten nadenken: wat willen wij als school bereiken met de vakken biologie, scheikunde en natuurkunde? Als school is het verstandig tijd te maken om die vraag te beantwoorden. Een duidelijk standpunt van de directie is belangrijk; krijgen de leraar en toa alle vrijheid, of stel je duidelijke doelstellingen die je de komende vijftien tot twintig jaar wilt realiseren? S+B kan daarin als inrichter een duidelijke rol vervullen. Onze ervaring van de laatste vijftien jaar en kijk op onderwijs kunnen wij door middel van schetsontwerpen visualiseren. Wij kennen de mogelijkheden en onmogelijkheden. Daardoor komen wij op scholen vaak in discussies die heel nuttig zijn. Zo voelt S+B de ziel van de school en kan nieuwe dingen en ontwerpen op inrichtingsgebied laten zien die daarbij passen. Met deze manier van werken hebben wij al heel wat scholen voorzien van een nieuwe, specifiek voor hen


ONTWERP EN INRICHTING

ontworpen leeromgeving. S+B heeft vijf inrichtingsconcepten ontwikkeld, die op iedere school toegepast kunnen worden:

Concept 1: Leerlingentafels en servicetowers Een traditionele, klassieke opstelling kan goed werken, maar lesgeven aan losse groepjes is soms praktischer. Met onze leerlingentafels en servicetowers is de school flexibel in de keuze van onderwijs, waarbij de nadruk ligt op theorie.

Concept 2: Alle voorzieningen uit het plafond: de mediazuil Gas, stroom en water uit het plafond. Het is een systeem dat in Duitsland veel wordt gebruikt, waar de practicumlessen maar voor 20% uit theoretische lesstof bestaan. In Nederland passen wij dit systeem echter ook toe op scholen die veel theorie geven en juist minder practicum. Voordelen zijn er namelijk altijd: ruimtewinst en geen onhandige, vaste obstakels in het lokaal. Wat wel vaststaat, is het distributiepunt. De tafel moet er exact onder staan wil je het effectief gebruiken. Wanneer het systeem níet wordt gebruikt, kan de docent op een flexibele manier allerlei tafelsamenstellingen maken, zodat hij de ruimte optimaal kan gebruiken. De ruimte moet wel minimaal 80 m² groot zijn. Een ander groot voordeel is dat de zuil elektrisch omhoog kan klappen – volledig buiten zicht en handbereik, zodat de leerlingen geen kattenkwaad kunnen uithalen.

Concept 3: Traditie in een nieuw design Functioneel, leerlingenproof en een kleurrijk uiterlijk: de nieuwste aanwinst in ons programma combineert concepten 1 en 2. Prachtige theorietafels wanneer er theorie wordt gegeven, en met een druk op de afstandsbediening komen gas, water en

elektra tevoorschijn voor een optimale practicumles. Het grote voordeel van dit systeem is dat de school maar één systeem hoeft aan te schaffen. In vergelijking met de mediazuil uit het plafond - waarbij je moet investeren in zowel een plafondvoorziening als in degelijke practicumtafels – heeft de school bij dit meubel alles in één. En de uitstraling van dit designmeubel is verbluffend!

Practica moeten ‘leuker worden en beter aansluiten op de praktijk’.

Concept 4: Powerlab: groepsgewijs onderwijs in een hedendaags interieur Het is geen geheim dat het bètaonderwijs krachtig gestimuleerd moet worden. Zo moeten practica ‘leuker worden en beter aansluiten op de praktijk’. Ook dient de leerstof visueler te worden overgedragen, door middel van veel proeven en praktijklessen. Met het Powerlab-practicummeubilair heeft S+B vijftien jaar geleden een ware revolutie ontketend. Bij meer dan 40% practica op jaarbasis is dit het ideale meubel om de lokalen mee in te richten. Bovendien past het perfect bij de opkomende science floor. Meer dan 150 scholen in Nederland gebruiken het Powerlab-concept inmiddels om het practicumonderwijs uitdagend én beter te maken.

Concept 5: Op maat Zijn er specifieke wensen en ideeën? Dan maakt S+B die op maat voor de scholen. Voor onze eigen productiefaciliteit in Rotterdam, waar alles wordt gemaakt en geïnstalleerd door eigen, gekwalificeerde medewerkers, is geen idee te gek. S+B wil de beleving van het onderwijs vertalen naar een schoolinrichting waarin de schoolidentiteit nadrukkelijk naar voren komt. Kijk voor meer informatie op www.splusb.nl of mail naar info@splusb.nl.

schooldomein

september 2012

37


De kleurrijke toekomst van het sciencelokaal Al meer dan tien jaar is S+B marktleider op het gebied van innovatief practicummeubilair. Wat begon met de inmiddels beroemde Octopod-tafel voor toekomstgericht, interactief groepsonderwijs, is sindsdien uitgegroeid tot een revolutionair totaalconcept. Innovatie is altijd onze drijfveer gebleven, ook als het gaat om de samenwerking met onze klanten. Daarom betrekt S+B haar opdrachtgevers intensief bij het ontwerpproces. Daarin bepaalt u als gebruiker ĂŠn medeontwerper samen met S+B de definitieve vorm van uw practicumlokalen, van het allereerste idee tot de laatste stekker in het stopcontact. Een complete leeromgeving op maat dus, dat leerlingen en leraren inspireert en motiveert. Zo geven we samen kleur aan het onderwijs!

Bezoekadres

Postadres

T +31 (0)10 258 25 80

Elandstraat 77

P.O. Box 256

info@splusb.nl

3064 AG Rotterdam

2900 AG Capelle a/d IJssel

www.splusb.nl


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Pestweb.nl en Cyberpesten de Baas.

Lespakket maakt leerlingen experts in de aanpak van online pesten In juni van dit jaar lanceerden Pestweb.nl en Cyberpesten de Baas het nieuwe lespakket Kids in actie tegen online pesten. Dit nieuwe lespakket voor het basisonderwijs maakt van leerlingen experts in het aanpakken van online pesten. Het lespakket pakt online pesten op een verrassend nieuwe manier aan. Door leerlingen als experts over de online wereld aan het woord te laten, voelen ze zich gehoord en zijn daardoor bereid meer met hun leerkracht, ouders én de klas te delen. Leerlingen zijn de hele dag online en zijn volwassenen altijd een stapje voor, dit lespakket is de manier om van de experts zelf, de leerlingen, te leren.

Wetenschappelijk onderzocht Het lespakket is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en kwam voort uit de wens om leerlingen een stem te geven in problematiek die voorheen vooral onder volwassenen werd geprobeerd aan te pakken. Door leerlingen

experts te maken, worden ze betrokken bij het onderwerp, zijn ze bereid te delen en komen ze met verrassend nieuwe ideeën. In de pilotrondes op basisscholen werd het project zeer positief ontvangen. Leerlingen gaven aan zich gesterkt te voelen en het probleem veel beter te kunnen bespreken in de klas. Leerkrachten gaven keer op keer aan veel geleerd te hebben over de online wereld van leerlingen en meer ‘grip’ te hebben gekregen op de online belevingen van hun klas. Leerlingen krijgen een speciaal ‘expert’ werkboek en maken iedere week thuisopdrachtjes. Ook staat er in iedere klas een ‘mailbox’ waarin meldingen, opmerkingen of privéberichten gepost kunnen worden.

Initiatiefnemers Pestweb.nl is een expertisecentrum voor pesten. Zij is er voor leerlingen, hun ouders en leer-

krachten die problemen ervaren op het gebied van pesten op school. Naast de website www.pestweb.nl is er voor alle doelgroepen een helpdesk middels chat, e-mail en telefoon. Cyberpesten de Baas is een organisatie gespecialiseerd in de aanpak van online pesten. Naast onderzoek, verzorgen zij ouderavonden, workshops en trainingen gericht op het vergroten van kennis over en bewustwording van positieve en negatieve aspecten van internet. Voor meer informatie: www.cyberpestendebaas.nl.

Meer informatie

Het lespakket is vanaf nu te bestellen via www.pestweb.nl. Als u op YouTube zoekt naar ‘Lespakket Kids In Actie Tegen Online Pesten’ kunt u een demo van het pakket bekijken.

schooldomein

september 2012

39


Synerchon: een concept met mogelijkheden In tijden van bezuiniging en recessie is het van belang om te blijven innoveren. Instellingen en bedrijven worden geconfronteerd met onzekerheden en veranderingen in de omgeving. Dit geldt ook voor scholen en kinderopvangorganisaties. Het vergt visie om ook op dit soort momenten te investeren in innovatie en kwaliteit. Tekst Sander Halkes

S

ynerchon is de uitwerking van een eigentijds dagarrangement voor kinderopvang en onderwijs. Binnen Synerchon wordt meer gedaan voor kinderen, met gelijkblijvende middelen. Door één regie, integraal vanuit één locatie en één aansturing voor het personeel. Een optimale dagindeling voor kinderen. Binnen Synerchon worden onderwijs, hele dagopvang en buitenschoolse opvang integraal aangeboden. Synerchon heeft als doel een doorgaande ontwikkelingslijn. Met rust, ruimte

“Mogelijke besparingen worden als impuls voor extra kwaliteit aangewend.” 40

schooldomein

september 2012

en regelmaat voor het kind. Rust door vertrouwde gezichten voor het kind, door weinig wisseling in begeleiding op een dag. Ruimte in letterlijke zin; een prettige ruimte met een goed klimaat. Zowel pedagogisch als klimaattechnisch. En ruimte voor extra aanbod voor het stimuleren van de ontwikkeling van het kind. Regelmaat in de zin van één pedagogische aanpak door goed opgeleide medewerkers. Daarbij staan de volgende uitgangspunten centraal:


BOUW EN ORGANISATIE

• Het kind staat centraal. Hierbij is de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen van belang. • Kinderen hebben rust en regelmaat nodig. Dit wordt geboden door kinderopvang en onderwijs te integreren. Niet alleen in één gebouw maar ook het personeel en de aansturing worden geïntegreerd. • De besparing die hiermee wordt behaald, wordt geïnvesteerd in de kwaliteit.

Besparingen mogelijk De besparingen zijn mogelijk op een drietal terreinen. Door de aansturing van alle onderdelen onder één regie te brengen kan maximale synergie worden gerealiseerd. Binnen Synerchon wordt het personeel optimaal ingezet waarbij het kind centraal staat. Met elkaar faciliteren zij de doorgaande ontwikkelingslijn van het kind. Door het personeel breder in te zetten in kinderopvang én onderwijs kan een aanzienlijke besparing worden behaald. Personeel wordt hiermee ingezet op kernfuncties waarbij er geen scheiding meer is in onderwijs en kinderopvang, maar wordt gekeken naar het belang voor het kind. Natuurlijk moet dit ook worden gefaciliteerd. Een derde gebied waarop besparing mogelijk is vormt het ruimtegebruik. Door optimale benutting van de vierkante meters in het gebouw waar kinderopvang en onderwijs zijn ondergebracht is veel winst te behalen. Kern van het concept is dat de mogelijke besparingen niet als besparing worden ingeboekt maar juist als impuls voor (extra) kwaliteit worden aangewend.

Kansen in het gebruik van ruimte Op het gebied van ruimtegebruik wordt tot 14% efficiencywinst (t.o.v. de huisvestingsnorm) behaald, die wordt ingezet op kwaliteitsverbetering. De efficiency wordt behaald doordat in het concept niet met separate ruimtes wordt gewerkt voor aparte gebruikersgroepen (afzonderlijke groepsruimte voor onderwijs en buitenschoolse opvang) maar met voorzieningen in het gebouw die gezamenlijk gebruikt kunnen worden. Hierdoor zijn minder vierkante meters nodig omdat ruimtes na elkaar gebruikt worden. Voor de buitenschoolse opvang (BSO) wordt geen aparte ruimte gecreëerd maar een hoek in de gemeenschapsruimte als uitvalsbasis. Deze kan tijdens de dag voor het onderwijs worden gebruikt als bijvoorbeeld leeshoek. De overige ruimte die nodig is, wordt overdag als onderwijsruimte gebruikt maar kan eenvoudig bij de BSO worden betrokken. De hierdoor bespaarde ruimte wordt enerzijds ingezet om een hoger kwaliteitsniveau te realiseren omdat de financiële middelen worden ingezet voor een hoger budget per m². Het andere deel van de bespaarde oppervlakte is gebruikt om door middel van combinatiefuncties extra faciliteiten te creëren zoals speel- en vertelhoeken,

extra computerhoeken, chillruimtes en meer thematisch ingerichte werkhoeken voor wetenschap, natuur en aardrijkskunde. Hierdoor ontstaat een gebouw waarin een volledig integrale benadering kan worden nagestreefd. Er wordt veel flexibiliteit ingebouwd door het aanbrengen van inrichtingselementen met een multifunctioneel karakter waardoor ruimtes eenvoudig kunnen worden getransformeerd. Deze flexibiliteit is prettig voor de BSO maar biedt voor het onderwijs ook mogelijkheden om bijvoorbeeld met andere werkvormen en groepsgroottes te werken.

Integrale benadering Het bijzondere van dit concept is niet alleen dat het een volledig integrale benadering nastreeft maar ook dat het initiatief is genomen door de kinderopvangorganisatie. Momenteel wordt het eerste pilot project opgezet waarin het concept wordt geconcretiseerd. BOAG heeft inmiddels ook een aantal investeerders bereid gevonden om zich aan dit concept te committeren en te ontwikkelen. Gemeenten hoeven hierdoor niet direct te investeren maar kunnen op basis van een huurmodel de nieuwe innovatieve onderwijshuisvesting (ook modulair) binnen de gemeentegrenzen realiseren. Er wordt gezocht naar concrete projecten om dit ook te kunnen concretiseren. Belangrijk daarbij is dat partners worden gevonden die zich volledig willen committeren aan het concept omdat de verwevenheid en integratie groot is. In een samenwerkingstraject van de SWKGroep (één van de grootste organisaties in kinderopvang en sociaal-cultureel werk) en BOAG (adviseur op het gebied van huisvesting) is in een innovatietraject gezocht naar mogelijkheden om een volledig concept te ontwikkelen. Het concept is Synerchon genoemd. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met BOAG Advies en Management in Rotterdam, telefoon 010-2093535.

schooldomein

september 2012

41


Het echte ‘Huis van de Sport’ komt in Hoofddorp

Indoor sportcomplex als vliegwiel voor In februari 2012 is de bouw van het Huis van de Sport in Hoofddorp van start gegaan. De komende twee jaar werkt de bouwcombinatie “Huis van de Sport Hoofddorp (Vaessen – Sprangers) hard aan het realiseren van het grootste indoor sportcomplex van Nederland. Tekst Tom Haagmans

T

om Haagmans, algemeen directeur van Vaessen is laaiend enthousiast: “Aan de zuidkant van Floriande en grenzend aan het toekomstige Park21 komt het nieuwe ‘Huis van de Sport’. Het wordt een grootschalig multifunctioneel sportcomplex, dat in opdracht van de gemeente Haarlemmermeer wordt gebouwd. We combineren daar uiteenlopende functies onder een dak, zoals een topsportsporthal met 1.500 tribuneplaatsen, een vast ingericht turncentrum, vier zwembaden waarvan één 25-meter wedstrijdbad met vierhonderd vaste tribuneplaatsen en diverse aanvullende voorzieningen zoals horeca, fitness, etc. In opdracht van private partner Borus wordt 1.700 m² kinderopvang gerealiseerd voor 300 kindplaatsen. Om nog wat aansprekende feiten te noemen: het aantal parkeerplaatsen bedraagt 675, de vloeroppervlakte is ongeveer 16.000 m² en de totale kavelgrootte 37.000 m². Een ultieme uitdaging, waarvoor je sterke partners nodig hebt. De gemeente Haarlemmermeer is zeker zo’n partner.”

Design & Construct Het door Koppert+Koenis Architecten in opdracht van de Bouwcombinatie ontworpen gebouw wordt

42

schooldomein

september 2012

één van de grootste indoor-sportcomplexen van Nederland. Het bureau: “Door de sterk modulaire opbouw is het gebouw voor iedere bezoeker te ‘begrijpen’ en houdt het ook op de lange termijn de gewenste flexibiliteit. De lengte van het complex komt voort uit de vorm van de kavel en zorgt voor een ‘optimaal etalerende functie naar het entreegebied’. Om de sportieve interactie te stimuleren, zijn alle functies visueel met elkaar verbonden. Verder zijn de looplijnen overzichtelijk en is de weg door het gebouw eenvoudig te vinden. Alle ondersteunende ruimten en hulpfuncties liggen in de voorste gebouwzone als één verbindende streng met daaraan gekoppeld alle belangrijke gebruiksfuncties zoals zwembad, sporthal, turnhallen, squash, horeca en fitness.”

Verbindende streng Tom Haagmans vult aan: “Wat het project bijzonder maakt is dat een zodanig groot werk volgens de Design & Construct methode wordt gerealiseerd. Dat is een Projectrealisatie waarbij de aannemer het bouwwerk ontwerpt (en berekent) en het tevens uitvoert. Het hele interieur van duikbrillen, kantoorbenodigdheden tot aan theeglazen met bijbehorende lepeltjes


BOUW EN ORGANISATIE Haarlemmermeer sportgemeente Michel van Bezujjen: “Haarlemmermeer is een uitgestrekte gemeente die je niet even te voet of op de fiets doorkruist. Verder zijn hier veel bedrijven gevestigd en bestaat het woon-werkverkeer voor een belangrijk deel uit auto’s. Natuurlijk moeten de voorzieningen voor fietsers op orde en van goede kwaliteit zijn, evenals het openbaar vervoer. Een gemeente die per definitie sport-minded is. Daarom blijf ik mij als ‘sportende wethouder sport’ de komende periode vanzelfsprekend inzetten voor breedte- en topsport in de gemeente, voor het Huis van de Sport en voor sportparticipatie. “

Vliegwiel

de gemeente is bij de oplevering aanwezig, klaar voor gebruik. Het wordt een Huis van de Sport dat ontmoeting en sociale interactie stimuleert en slim en vooral duurzaam wordt gebouwd. De verschillende ruimten kunnen in allerlei configuraties samen worden gebruikt. De binnenmaterialisatie ondersteunt het duurzame gebouwconcept: houtaccenten in draagconstructies, daken, vloeren, wanden en puien zijn beeldbepalend en geven een warm gevoel. De interactie tussen gebouw en omgeving krijgt gestalte door diverse, subtiele ontwerptechnieken zoals onverwachte gevelopeningen, doorsnijdingen van het dijklichaam waar het gebouw deels op staat en openingen naar buitenterrassen en binnenpatio’s. Kortom; een op alle vlakken tot de verbeelding sprekend project.”

De voorzieningen worden zo uitgevoerd dat ze specifiek ook voor turnen, ritmische gymnastiek en synchroonzwemmen optimaal geschikt zijn als (nationale) trainingsfaciliteit. Maar het is niet alleen een centrum voor topsport. Wethouder Michel Bezuijen: “Scholen uit Floriande en sportverenigingen uit de gemeente gaan ook gebruik maken van het nieuwe Huis van de Sport. De sporthal wordt overdag gebruikt door het Haarlemmermeer Lyceum, dat een nieuwe vestiging voor circa 1.000 leerlingen pal naast het Huis van de Sport krijgt. Het Haarlemmermeer Lyceum wil graag de LOOT-status verwerven, zodat kinderen hun opleiding kunnen koppelen aan hun sportloopbaanontwikkeling. Het nieuwe sportcentrum is straks geschikt voor het houden van sportwedstrijden op het hoogste nationale niveau en voor Europese clubontmoetingen. Aansprekende toernooien en sportresultaten zetten mensen aan tot meer sporten. Op deze manier verwacht de gemeente via topsport ‘een vliegwiel’ in te zetten voor breedtesport.”

“Het wordt een Huis van de Sport dat ontmoeting en sociale interactie stimuleert.”

Naar verwachting worden de deuren van het Huis van de Sport begin 2014 geopend. Voor meer informatie surft u naar www.huisvandesport.com, of www.facebook.nl/hvdsport en www.twitter.com/hvdsport en info@vaessenbv.nl.

projectinformatie Project Nieuwbouw Huis van de Sport Hoofddorp

Opdrachtgever gemeente Haarlemmermeer

Ontwikkeling en uitvoering Vaessen bv en Sprangers

Architect Koppert + Koenis Architecten

Oplevering eind 2013

Websites huisvandesport.com en vaessenbv.nl

schooldomein

september 2012

43


Advertorial

Natuurlijke nieuwbouw ROC van Amsterdam Amstelland

Hoofdrol voor natuur en duurzaamheid De nieuwbouw van van ROC van Amsterdam, locatie Amstelveen begon met een prijsvraag, gewonnen door M.J. de Nijs Projectontwikkeling BV in samenwerking met Zeeman Architekten BNA. Eind juli 2011 is het gebouw opgeleverd en een maand later is het in gebruik genomen. Een aantrekkelijke uitstraling en goede faciliteiten waren de uitgangspunten voor dit project. En de voordelen van kleinschaligheid moesten zoveel mogelijk behouden blijven.

H

et nieuwe gebouw van ROCvA in Amstelveen is 135 meter lang, 15 meter breed en 15 meter hoog, in 4 bouwlagen en daarom zeer karakteristiek in zijn hoofdvorm. Het gebouw is relatief lang en dat wordt nog eens benadrukt door een horizontale lijn tussen de eerste en tweede verdieping. De lange gevels zijn gericht op het oosten en westen. Zo hebben ze minder zonbelasting. De derde en vierde verdieping vormen een soort massieve balk die geperforeerd wordt door de ramen, staand op een onderbouw van zwarte baksteen met betonkolommen. Daardoor lijken de tweede en derde verdieping boven de grond te zweven. De onderhoudsarme gevelbekleding wordt onderbroken door een horizontaal aluminium profiel. Naast de duurzame materialisering is het gebouw ook duurzaam door de lineaire vorm. Die leent zich namelijk prima voor hergebruik van het gebouw in de toekomst voor andere functies, bijvoorbeeld een kantoor. Het binnenklimaat is op een hoog niveau gebracht door een duurzame installatie met hoge ventilatievoud en koeling. Extra duurzaamheid wordt verkregen door warmteterugwinning.

44

schooldomein

september 2012

Van de wortels naar de top Het is een gebouw geworden waar studenten en docenten graag willen zijn, zelfs als er geen les is. “Het oude gebouw werd door studenten ervaren als demotiverend”, zegt architect Barbara van Goethem. “Als ze tussenuren hadden, gingen ze altijd naar huis of naar het winkelcentrum in de buurt. De directie zou graag zien dat de studenten die tijd zouden gebruiken om hun uren zelfwerkzaamheid te voldoen. We zijn dus gaan onderzoeken hoe we een prettige werk- en leeromgeving konden ontwerpen die veilig en vertrouwd zou aanvoelen, als een huiskamer.” Het thema natuur is prominent aanwezig in het gebouw. De aardetinten in combinatie met natuurprints op de wanden zijn overal in het ontwerp doorgevoerd. Als accent is de kleur rood, uit het logo van het ROC, ingezet. Niet alleen op wanden en het meubilair zijn natuurbeelden aangebracht, ook de vloeren doen mee, met prints van klaver, boomschors en bladeren. Drie speciaal voor dit project ontwikkelde prints op een Flotex-vloerbedekking.

Workshops Zeeman Architekten BNA toonde studenten en docenten in workshops een stortvloed aan beelden en vroeg ze naar hun reacties daarop. Waardoor voelden ze zich aangesproken? Van Goethem: “Natuurbeelden, natuurlijke materialen, natuurlijke kleuren. Iedereen had daar wel wat mee. We hebben toen een presentatie gemaakt met natuurprints op vloeren, wanden en meubilair. Het geheel maakte een uiterst levendige indruk. Dat moest ook, want studenten houden van afleiding. Alleen het meubilair op de zitpleinen/ontmoetingsruimten is neutraal gehouden om toch een beetje rust te brengen. Onze presentatie werd heel enthousiast ontvangen.”

Mopkar De directie van het ROC wilde in het gebouw vlakke vloerafwerkingen hebben. Die keuze was ingegeven door het schoonmaaksysteem dat de school hanteert. De mopkar moet makkelijk zijn werk kunnen doen. Marmoleum® dus. Ook wilde men Flotex toepassen. Geen harde vloerafwerking, maar wel een vloerbedekking die heel makkelijk te reinigen is. Van Goethem: “Ik vroeg me af of het mogelijk zou zijn om Marmoleum te maken met natuurprints. Forbo’s accountmanager Daan Jonkhout heeft toen gezegd dat het veel makkelijker zou zijn om met prints te experimenteren op Flotex.”

Drie dessins Op verzoek van Zeeman Architekten BNA heeft de ontwerpafdeling van Forbo drie verschillende dessins op Flotex gemaakt: klaver, boomschors en bladeren. Elke verdieping krijgt zijn eigen vorm. Van Goethem:


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

“Natuurbeelden, natuurlijke materialen, natuurlijke kleuren. Iedereen had daar wel wat mee.”

“We hebben het thema natuur vertaald naar het fenomeen ‘boom’. Die boom staat voor groei van jezelf en in je opleiding. Van de wortels, ga je via de stammen, naar de bladeren en de top, het behalen van je diploma. We hebben dat conceptueel vertaald naar het gebouw. De boom is geworteld in de aarde. De plek waar je het gebouw binnenkomt, heeft de tinten bruin en antraciet en die lopen door naar de eerste verdieping met klaverblad op de vloer. De tweede verdieping verbeeldt met het boomschors-

dessin de stam: het hart van de opleiding. Op de volgende verdieping zie je overal bladeren. Die zitten vast aan takken: de zijwegen van de opleiding, en aan de kruin: de afronding ervan. Het is Forbo – waar men gewend is te werken met abstracte en niet met figuratieve motieven – heel goed gelukt om mooie prints voor ons te maken.” Kijk voor meer informatie op de websites van Zeeman Architecten en Forbo: www.za.nl en www.forbo-flooring.nl.

schooldomein

september 2012

45


Zwijsen College Veghel

Een ontwerp als een technisch en poëtisch verhaal Aan de rand van Veghel is een nieuw schoolgebouw inclusief gemeentelijke sporthal gerealiseerd in het Prins Willem Alexander Sportpark. Met ingang van het schooljaar 20112012 is de nieuwbouw in gebruik genomen. Het nieuwe onderkomen biedt ruimte aan circa 1.750 leerlingen.

46

schooldomein

september 2012

H

et Zwijsen College in Veghel is al jaren één van de belangrijkste scholen voor havo en vwo in de regio. Halverwege de jaren negentig ontstond de wens tot modernisering omdat het oude gebouw in het stadscentrum niet meer voldeed aan de onderwijskundige eisen van die tijd. Jeanne Dekkers Architectuur heeft het ontwerp gemaakt voor het nieuwe Zwijsen College in het Prins Willem Alexander Sportpark, aan de rand van Veghel. De havo en het vwo zijn hier gecombineerd met een gemeentelijke sporthal. De architect heeft de visie van


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

de school in nauw overleg met de schoolleiding vertaald naar ruimtelijke en technische voorwaarden. Dit betekent in praktijk dat er voortdurend gezocht is naar oplossingen die de functionaliteit en kwaliteit borgen en toch binnen het budget passen. Resultaat: een duurzaam nieuw onderkomen met een bruto vloeroppervlak van ongeveer 13.000 m².

Relatie landschap Het ontwerp sluit aan op het landschap dat bestaat uit ‘groene kamers’, begrensd door bomenrijen. Dit betekent dat de ontsluiting verloopt via de groene zomen en dat de school compact in één ‘kamer’ is geplaatst. De gevel is langgerekt en bestaat uit geribbeld antraciet staalplaat. Dit refereert, hoewel abstract, aan de donkere kappen van de omliggende boerderijen. De gevelopbouw loopt getrapt op naar het zuiden. Hierdoor krijgt het interieur via vides overal licht. Ter hoogte van de vides bevinden zich ramen in de gevel. De entree ligt in het overgangsgebied van de school naar de sporthal. Centraal ligt de aula die zowel overdag als ‘s avonds als hart fungeert. Hieraan grenst, tegen de buitengevel, een hoge galerij met lokalen. Er tegenover bevinden zich organisch vormgegeven open leercentra. Het gebouw vormt daarmee een afspiegeling van eigentijds onderwijs.

Profilering Een nieuwe accommodatie biedt mogelijkheden voor aanscherping van de profilering van de school en het onderwijs. Sinds dit schooljaar heeft het Zwijsen College dan ook niet alleen een nieuw gebouw in gebruik genomen, maar ook een onderwijskundige wijziging doorgevoerd. Het 80/20-principe werd ingevoerd, wat betekent dat er 80% reguliere onderwijstijd is en 20% tijd voor vakoverstijgende stof. Hierbij werken de verschillende vakleerkrachten samen met het doel meer samenhang te brengen in de aangeboden leerstof en het onderwijs boeiender te maken. “Het sluit beter aan bij de praktijk waar we onze leerlingen op voorbereiden. Daar staan de vakken ook niet op zich, maar krijgen ze ook altijd met andere disciplines te maken,” licht Corry Kocken toe. Het nieuwe schoolgebouw faciliteert het nieuwe onderwijssysteem. Werd voorheen gewerkt vanuit een traditioneel gebouw met een zestigtal lokalen en een mediatheek, nu zijn er veertig theorielokalen, een aantal praktijklokalen en open leercentra beschikbaar. Dit biedt mogelijkheden om samenwerken concreet vorm te geven. In plaats van voor de klas, staat de docent nu veel vaker tussen de leerlingen. De transparantie van het gebouw maakt dat men elkaar ziet. Het wordt zichtbaar hoe men werkt en zodoende kan men van elkaar leren. “Alle onderwijsruimtes zijn bovendien voorzien van digitale borden en in het

“Het ontwerp sluit aan bij het landschap.” gebouw zijn meer dan 400 computers aanwezig. Dit alles vraagt onze docenten om een andere kijk op het vak en de didactische inrichting van de lessen. Dat is een taai en langdurig proces, maar de eerste indrukken zijn goed. Iedereen zet zich in voor een rijker onderwijs voor de toekomst van onze leerlingen!” aldus Jan Verbruggen.

Gebruiker centraal De gebruiker is voor de architect de belangrijkste inspiratiebron geweest. Jeanne Dekkers: “Hoe werkt de school? En: Hoe ziet de school het onderwijs? waren voor mij het vertrekpunt. Ik vraag altijd ‘wat is je droom?’ en van daaruit ga ik ordenen”. Het vorige gebouw had veel lange gangen en geen echte ontmoetingsplek. Het nieuwe gebouw is veel compacter, met korte looplijnen. De grote, ellipsvormige aula symboliseert de beweging van leerlingen en docenten. Vanuit de hal zie je de lokalen en de trappen. Je ziet waar je bent, waardoor je je als vanzelf door het gebouw beweegt. De aula heeft twee grote lichtkoepels die het licht uit het zuiden opvangen. Het interieur is abstract; lichte tinten als basis met vrolijk gekleurde accenten, zoals de lockerwanden in de gangen, de vloerbedekking in de collegezaal, het plafond in de docentenkamer en de tegels in de kleedkamers van de sporthal. Dit kleurenspel is één van Jeanne Dekkers kenmerken. “Ik noem het poëtisch ingenieurschap. Hiermee bedoel ik dat het ontwerp zowel technisch, als poëtisch een verhaal moet zijn.

projectinformatie Project Nieuwbouw Zwijsen college Veghel in combinatie met sporthal

Architect Jeanne Dekkers Architectuur,

BVO school 13.000 m²

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jeanne

Adviseur

Dekkers Architectuur, telefoon 015-2152969 of mailen naar

Hevo

info@jeannedekkers.nl.

schooldomein

september 2012

47


Revius Lyceum vertaalt visie in nieuw gebouw

Ontmoeting centraal in duurzaam concept Het nieuwe gebouw van het Revius Lyceum in Wijk bij Duurstede ondersteunt het onderwijsproces maximaal. Rector Gemke Schrakamp gaf met haar team zeven belangrijke thema’s mee aan de architect en de aannemer. En ze zijn allemaal vertaald in een uitdagende leeromgeving waar leerlingen en docenten zich al snel thuis voelen. Tekst Sibo Arbeek

G

emke Schrakamp: “Die zeven punten waren op de eerste plaats voldoende ruimte voor onze leerlingen en in de tweede plaats een kleinschalige leeromgeving. Vervolgens wilden we een kleurrijke en duurzame school, die ook licht zou zijn, een aangenaam klimaat heeft en akoestisch goed is.” En die zeven punten zitten allemaal in het nieuwe huis, dat 920 leerlingen telt. Die leerlingen

48

schooldomein

september 2012

kunnen vanuit een brede basisopleiding in de eerste drie leerjaren onderwijs volgen tot en met de afsluiting TL en Havo.

Onderwijsconcept “We wilden een gebouw dat het onderwijs maximaal ondersteunt en waar de ontmoeting centraal staat. Maar het gebouw moest ook toekomstige onderwijsveranderingen kunnen opvangen. Het onderwijs was op de oude locatie pedagogisch al goed, maar is in het proces naar nieuwbouw nog sterker geworden. In ons oude gebouw hebben we al geëxperimenteerd met het nieuwe concept en zijn de leerhuizen al samengesteld. Een belangrijk thema is bijvoorbeeld hoe we met verschillen tussen leerlingen omgaan. Wij wilden onze leerlingen een herkenbare en kleinschalige leeromgeving geven, waarvoor een team van vaste docenten verantwoordelijk is. Het is dus een gebouw geworden dat zowel traditionele als meer projectgerichte werkvormen mogelijk maakt.


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

“Ik heb nog nooit zoveel leerlingen ontmoet.”

Leerhuizen Het onderwijsconcept is gebouwd rond acht leerhuizen. Elk leerhuis heeft een eigen docententeam, dat in ieder geval elke week een uur bij elkaar komt om over hun leerlingen uit het leerhuis te praten. Een leerhuis is bijvoorbeeld de onderbouw basis/kader klas 1 en 2 of de havo bovenbouw klas 4 en 5. Een leerhuis varieert in grootte; van 40 tot 140 leerlingen. Elk leerhuis kent instructieruimten, een gemeenschappelijke ruimte, een teamkamer en een berging. Iedereen weet waar hij thuishoort. Daarbij is de aula de grote ontmoetingsplek, waar alles en iedereen samenkomt. Ik heb nog nooit zoveel leerlingen ontmoet als in dit gebouw. Vanaf mijn werkplek hang ik regelmatig over de balustrade en heb dan een prachtig overzicht op de aula. Het is in feite een grote open ruimte met rondom op de begane grond de praktijkruimten en op de eerste en tweede verdieping rondom de leerhuizen.”

Goede samenwerking Aan het net geopende gebouw in maart van dit jaar, ging een lang proces vooraf, waarbij ICSadviseurs de gemeente en de school begeleidde in het ontwikkelen van de contouren van een eerste huisvestingsconcept, waarbij Het Revius in Wijk ook een Havo-afsluiting kreeg. In de definitiefase heeft Hevo de school geholpen een Ruimtelijk Functioneel Programma van Eisen te ontwikkelen en zijn de ontwerpende partijen geselecteerd. Tijdens de VO fase heeft Hevo het bouwmanagement gevoerd en de aanbesteding van de Design&Construct partij georganiseerd. Gemke is tevreden over de samenwerking: “Onze teams mochten in het Programma van Eisen binnen de vaste kaders, zelf hun inrichting bepalen. Elk leerhuis is anders van grootte en is op een herkenbare manier ingericht en heeft een eigen kleur die in vloeren en

wanden terugkomt. Dat maakt dat mensen zich meer betrokken voelen bij hun werkomgeving. De aulavloer is als kunstwerk bijvoorbeeld ontworpen door tekendocent Tamar Clasquin en is uitgevoerd door onze vloerenleverancier. Motief is de plattegrond van Wijk bij Duurstede met alle uitvalswegen, die tegelijkertijd het hart van het gebouw vormt. Het podium is multifunctioneel ontworpen door Nynke Schrakamp (student industrieel ontwerpen); overdag zijn het allemaal zitmeubels, die vervolgens eenvoudig om te bouwen zijn tot een podium. Op zondag maakt de kerk bijvoorbeeld gebruik van de aula en dan zie je hier een groot podium.”

Simpele opzet “Het concept is vertaald in het stramien, waarbij de basis in baksteen is uitgevoerd met daarop vier ‘huizen’ gebouwd, die elk in een eigen kleur zijn gestuukt. Die kleuren komen zowel buiten als binnen terug. Het gebouw is compact van opzet en heeft een zeer gunstige bruto-netto verhouding. Er is veel leerruimte voor leerlingen. Opvallend is de goede akoestiek in de grote algemene ruimte. Het uitgesproken kleurgebruik aan de buitenkant vinden mensen heel mooi of juist heel lelijk. Het gebouw wordt er wel herkenbaar door. Wat wij heel belangrijk vinden is dat een leerling kan aanwijzen waar hij zit; bijvoorbeeld in het rode leerhuis. Naast vele duurzame elementen maakt de school ook gebruik van het LegioFreeWater System, een systeem dat drinkwatersystemen vrij van Legionella houdt. De buurt is er blij mee en heel Wijk liep tijdens de open dag uit.

projectinformatie Opdrachtgever Gemeente Wijk bij Duurstede

SHP gemeente ICSadviseurs

Adviseur Hevo

Bouwheer CVOG

Project Nieuwbouw school voor voortgezet onderwijs

Architect Rau Architecten

Aannemer Hegeman

Omvang 7.700 BVO, inclusief 2 gymzalen,

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gemke Schra-

Budget

kamp: tel. 0343-571539 of email g.schrakamp@reviuswijk.nl.

Circa € 10 mio

U kunt ook verder kijken op www.reviuswijk.nl.

schooldomein

september 2012

49


Prijsvraagontwerp Heilige Maagdcollege Dendermonde

Ontwerpen voor Scholen Van Morgen De Vlaamse overheid is een project gestart, waarbij voor ruim 200 scholen nieuwbouw of intensieve renovatie voorzien wordt. De Jong Gortemaker Algra is betrokken bij een negental scholen.

Tekst: Ellen Bisschoff, Marien Kleizen en Rien Trouborst

E

r is in Vlaanderen een lange wachtlijst voor scholen die willen uitbreiden of verbouwen. Aangezien de beschikbare middelen ontoereikend zijn is de Vlaamse overheid op zoek gegaan naar alternatieve financieringsmogelijkheden. Er is een DBFM programma opgezet waarbij een private partij de gebouwen ontwerpt, bouwt, financiert en onderhoudt over een periode van 30 jaar. De scholen betalen hiervoor gedurende 30 jaar een beschikbaarheidsvergoeding en worden na afloop eigenaar van het gebouw. Een samenwerking van AG Real Estate en BNP Paribas Fortis is geselecteerd als private ontwikkelende partij. Samen met de Vlaamse overheid vormen zij het DBFM-genootschap “DBFM Scholen van Morgen nv”.

Europese selectie Via een Europese selectie heeft DJGA zich aangemeld, waarbij voor een viertal werkvelden onze ervaring op-

50

schooldomein

september 2012

gegeven kon worden. Onze ervaring is door de DBFM gekwalificeerd als ‘expert’ of ‘ruime ervaring’. De scholenbouw projecten zijn door de DBFM onderverdeeld in bundels van maximaal 5 scholen, die als bundel gelijksoortige kwalificaties meekregen. Architecten kunnen voor elke bundel waarvoor zij gekwalificeerd zijn, aangeven of zij belangstelling hebben. Een loting bepaalt welke vijf architecten geselecteerd worden voor een mini-competitie. Wij hebben in het najaar van 2011 deelgenomen aan vier minicompetities en zijn voor twee competities gelauwerd. Met deze twee bundels hebben wij voor de bouw van 9 scholen opdracht inclusief constructie- en installatieadvies. We voeren deze opdracht uit met STABO en DWA en onze eigen constructieafdeling. Voor 5 projecten zijn de voorstudies ingediend, waarvan inmiddels 4 projecten zijn goedgekeurd en de voorontwerpen in gang gezet zijn. Van de overige 4 projecten lopen de voorstudies nog.


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

Prijsvraagontwerp Atrium Heilige Maagdcollege Dendermonde

Maquette prijsvraagontwerp Parkschool Zwevegem

“De stedelijke omgeving benutten is de wens van veel scholen.”

Conceptschets Parkschool Zwevegem

Uitbreiden bestaande locatie De meeste projecten kenmerken zich door uitbreiding op een bestaande locatie, met binnenstedelijke karakteristieken, zoals inpassing in het stedelijk weefsel, afstemming op bestaande bouwhoogtes, zichtlijnen en de privacy van omwonenden in binnengebieden. Het organiseren van leerlingenstromen, met kleuterschool, primair en secundair onderwijs op één locatie is een bijzondere uitdaging. Bouwen in de binnenstad

betekent ook de aanwezigheid van veel voorzieningen in de nabijheid van de school. Kerk, bibliotheek, markt, horeca, alles ligt op loopafstand en vormt voor de leerlingen een contextrijke leeromgeving. De stedelijke omgeving benutten en tegelijk voorzien in een meer groene omgeving voor de leerlingen is de wens van veel scholen waar we graag aan meewerken. Voor meer informatie surft u naar www.djga.nl.

schooldomein

september 2012

51


Vijf sterren voor Aruba De regering van Aruba heeft een totaalplan gemaakt voor meer investeringen in infrastructuur, stedenbouw en sociale cohesie. Onderdeel is de bouw van vijf verschillende multifunctionele accommodaties (mfa’s) verspreid over het eiland. Bedoeld als huisvesting voor de Hulpbestuurskantoren, maar ook als bruisende ontmoetingsplek. Er ligt een basisprogramma voor de visie op mfa’s, maar hoe moet het daarna met beheer, onderhoud en exploitatie? Hebben Nederlandse ervaringsdeskundigen tips voor hun Arubaanse collega’s? En wat kunnen zij weer van de Arubanen leren? Een verhelderend rondetafelgesprek.

Tekst Anje Romein Foto’s Kees Rutten

O

m de situatie van de mfa’s op Aruba goed te kunnen begrijpen geeft Harm van de Seijp eerst enige achtergrondinformatie. Aruba kent één overheidslaag, de regering, die dicht bij de bevolking staat. Aruba – ongeveer zo groot als Texel – kent een bevolking van 100.000 mensen, maar er komen jaarlijks 1,2 miljoen toeristen. “De regering is altijd erg gericht geweest op toerisme, maar is de eigen bevolking een beetje vergeten. Nu wil ze investeren in infrastructuur, stedenbouw en sociale cohesie voor de bewoners zelf. De regering bouwde jarenlang vijfsterrenhotels, nu gaat ze voor vijfsterrenbuurten.”

52

schooldomein

september 2012

de kantoren willen we een soort one-stopshopping aanbieden voor dienstverlening en zorg. Dit alles maakt deel uit van een totaalvisie. Bedoeld om de leefbaarheid en maatschappelijke participatie te vergroten.”

Startpunt: een visie op mfa’s MFA: HBK en maatschappelijke functie ICSadviseurs ondersteunt Aruba bij de ontwikkeling van vijf mfa’s. Basis zijn de vijf Hulpbestuurskantoren (HBK’s) op het eiland. De huidige kantoren worden door uitbreiding of nieuwbouw multifunctionele accommodaties voor diverse soorten dienstverlening. Momenteel kan de bevolking in een HBK terecht voor publieksdiensten van de overheid en betaling van hun belasting. Uitbreiding heeft bijvoorbeeld betrekking op medische zorg, een bibliotheek of andere voorzieningen waar bewoners behoefte aan hebben. Van de Seijp: “In

In Nederland hebben we de afgelopen jaren veel ervaring opgebouwd met mfa’s. De vraag aan de genodigden: wat kunnen jullie adviseren? “Denk vraaggericht”, antwoordt Marjon van Vilsteren. “Voorkom dat je alleen een bedrijfsverzamelgebouw wordt. Je ziet het vaak misgaan. Partijen beginnen enthousiast, maar na verloop van tijd is er geen verbinding meer en trekt iedere partij zich terug op zijn eiland.” Zorg ervoor dat je geen partij vergeet, vult Igor Grevers aan. “Veel mfa’s beginnen met de beste intenties, maar soms wordt één partij vergeten, bijvoorbeeld de bibliotheek. Zo’n partij voelt zich totaal niet betrokken.” Odin Wenting heeft soortgelijke ervaringen


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Deelnemers expertmeeting Sibo Arbeek hoofdredacteur Schooldomein, gespreksleider

Marjan van Vlisteren en Frank Droste

Frank Droste manager Kulturhus Borne

Igor Grevers ICSadviseurs, specialisatie: beheer en exploitatie

Omar Harms beleidsmedewerker ministerie van Algemene Zaken Aruba

Rob Kroos manager klant en kwaliteit Accres

Roosmarijn Peet projectadviseur ICSadviseurs

Jan Remijnse projectadviseur ICSadviseurs

Harm van de Seijp programma manager integrale wijkverbetering ministerie van Integratie, Infrastructuur en Milieu, Aruba

Henk Tornij vestigingsmanager SRO Amersfoort

Job van Velsen Brede Scholen

Marjon van Vlisteren regiomanager a.i. SRO

Odin Wenting ontwikkelaar maatschappelijke sportvoorzieningen

met een mfa met sportfaciliteiten, waarbij sport niet goed in het ontwerp uit de verf kwam. “Vooraf was ‘sport’ niet goed bij de ontwikkeling betrokken. De verhoudingen kwamen niet meer goed. Er was onvoldoende respect onderling om gezamenlijk de exploitatie goed te regelen.” Een oplossing is er wel: voorkom vrijblijvendheid. “Partijen moeten een opdracht meekrijgen, bijvoorbeeld dat ze samen vier keer per jaar iets gezamenlijks organiseren.” Spil in een succesvol mfa is een aanjager, ook wel kwartiermaker of programmabeheerder genoemd. Iemand die alle partijen bij elkaar brengt, betrokken is bij de wijk én kan zorgen voor een gezonde exploitatie. Frank Droste is als ondernemer/beheerder in Kulturhus in Borne zelf zo iemand. Zijn jarenlange ervaring met ups en downs maken hem de ideale deskundige. Vraag aan hem: wat moet je in ieder geval niet doen? “Denk als overheid niet dat je de geldstroom kunt laten ophouden na de investering, dan

verliest het gebouw zijn maatschappelijke waarde. De overheid moet geld uittrekken voor zo’n aanjager. Tegelijkertijd moet ze zich niet te veel bemoeien met het programma, maar veel aan burgers overlaten. Als partijen uit de samenleving samen activiteiten organiseren ontstaat er maatschappelijk output.”

De voorfase: regel het goed Een professioneel programmabeheerder. De minister-president van Aruba heeft al gezegd zo’n programmamanager te willen aanstellen. Van de Seijp: “Ik krijg vandaag bevestigd dat zo’n professionele beheerder nodig is. Een stabiele factor die weet waar de verschillende behoeften liggen.” Grijp dan ook nu, in de voorfase, je kans om die centrale aansturing van alle partijen goed te organiseren, adviseert Van Velsen de Arubaanse delegatie: “Nu heb je de kans het goed te regelen.” Ook Henk Tornij denkt dat het nú het moment is zaken, ook hele

schooldomein

september 2012

53


SAMEN UW OPTIMALE OMGEVING ONTWIKKELEN Strategische oplossingen in vastgoed en huisvesting

HEVO voorziet opdrachtgevers met complexe huisvestingsvraagstukken van antwoorden die bijdragen aan een optimale leef- en werkomgeving. We kunnen u ondersteunen bij vrijwel elk facet van vastgoedontwikkeling. Daarbij streven we altijd naar gebouwen die duurzaam presteren en een klantrelatie die minstens zo duurzaam is. Een partnership dat we bouwen op basis van oprechte betrokkenheid, kennisuitwisseling en wederzijds vertrouwen. Een open en resultaatgerichte benadering waarbij we elkaar blijven inspireren. Samen zijn we in staat het schijnbaar onmogelijke toch mogelijk te maken. Wij helpen opdrachtgevers in onderwijs, overheid, zorg en bedrijfsleven hun dromen te vangen in huisvesting en vastgoed. Voor meer informatie: (073) 6 409 409 info@hevo.nl www.hevo.nl

HEVO biedt u: Strategisch vastgoeden huisvestingsadvies Projectmanagement Duurzaamheidsadvies Expertisecentrum


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

vlnr Jan Remijnse, Omar Harms en Henk Tornij

praktische, vast te leggen. “Openingstijden vaststellen, vierkante meters verdelen, prijzen afspreken. Leg het nú zo gedetailleerd mogelijk vast, anders ontstaat na een half jaar discussie.” Droste waarschuwt voor al te veel optimisme. Niet alles is van te voren in te kaderen, veel zaken blijven onvoorzien. “Een visie is belangrijk, maar je moet flexibel kunnen zijn. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn verschillende huurprijzen te hanteren. Omdat de ene partij minder heeft dan de ander, maar ze allebei belangrijk zijn.”

Complexe factor: de mix van functies Het is al eerder gezegd: de mfa’s op Aruba hebben twee gezichten. Aan de ene kant zijn het functionele locaties van de overheid voor de balies van de HBK’s. Aan de andere kant hebben ze een sociale, culturele en maatschappelijke functie. Ook worden

“De regering bouwde jarenlang vijfsterren­ hotels, nu gaat ze voor vijfsterrenbuurten.”

vlnr: Rob Kroos, Job van Velsen, Roosmarijn Peet en Igor Grevers

Cruciaal: betrek de bewoners bij de plannen Cruciaal in het welslagen van een mfa is de betrokkenheid van bewoners. ”We moeten gewoon beginnen en het laagdrempelig houden”, vindt Van de Seijp. “Mensen willen iets tastbaars zien, bijvoorbeeld een ontwerp. Ze geloven het pas als er een schop in de grond gaat.” Zo erg verschilt dit niet van de situatie rond het Kulturhus in Borne, vindt Droste. Voelt de bevolking zich niet betrokken, dan komt er niemand. Hij heeft er veel energie in gestoken om bewoners enthousiast te maken. “Mensen moeten het gevoel hebben dat het gebouw er echt voor hen is en niet ‘iets van de gemeente’. Ik ben daarom zelf op verenigingen afgestapt om ze naar het Kulturhus te halen.”

schooldomein

september 2012

55


Met een optimaal klimaat blijf je bij de les

Een oplossing voor elke uitdaging

Fris en te koud of te warm en bedompt. Bij zo’n 80% van de scholen heerst een ongezond binnenklimaat meestal veroorzaakt door te hoge temperaturen in de zomer, te lage temperaturen in de winter of een te hoge C02 concentratie door onvoldoende ventilatie. Conform de “frisse scholen” regeling van de overheid biedt Carrier slimme klimaatsystemen die de oplossing bieden voor een gezond binnenklimaat. Een school waarin iedereen zich lekker voelt en waar de leerprestaties niet afhangen van het klimaat. Kortom een prettige leeromgeving, dat is

Une Solution pour chaque défi waar Carrier naar streeft. Met de klimaatsystemen van Carrier blijf je bij de les. Carrier Airconditioning. Do you turn?

T (071) 341 71 11, www.carrier.nl/frissescholen

141car 201x135 School.indd 2

05-04-12 14:36


vlnr Harm van de Seijp, Rob Kroos, Job van Velsen, Roosmarijn Peet, Igor Grevers

commerciële partijen benaderd samen te werken of ruimte te huren. Hoe exploiteer je een dergelijk gebouw? Droste: “Hoe losser je bent van de overheid, hoe beter je exploitatie. Dan ben je vrij in het ondernemen van activiteiten.” Ondertussen weet hij ook dat de maatschappelijke taak en commerciële activiteiten kunnen botsen. Bijvoorbeeld als de Rabobank en de ouderenbond op dezelfde avond een ruimte nodig hebben. “Kies ik voor de huurinkomsten van de Rabobank of de maatschappelijke output van de ouderenbond? Dat kan een dilemma zijn. Commerciële activiteiten gaan soms ook voor om maatschappelijke activiteiten te bekostigen.” Dit kan nog tot een andere botsing van belangen leiden. De man achter de balie wil stilte, de beheerder wil gezelligheid en veel bezoekers. Droste: “Vanwege dit soort situaties is de overheid angstig voor het loslaten van de programmabeheerder van een mfa. Een goede beheerder weet een goede mix te maken van commerciële en maatschappelijke activiteiten.” In Nederland is dit een valkuil gebleken, zegt Grevers. De gezellige ontmoetingsplek die de mfa wil zijn is maar al te vaak verworden tot saaie baliefunctie. “Kijk goed naar het inrichtingsconcept”, adviseert hij. “Waak ervoor dat de bibliotheek het concept niet meer omarmt, omdat iemand met een

baliefunctie niet zit te wachten op een swingende exploitatie. Houd er bij het ontwerp rekening mee dat je diverse functies apart houdt.” Misschien hoeven we op Aruba helemaal niet bang te zijn voor Hollandse valkuilen, relativeert Rob Kroos ten slotte. “Aruba heeft een andere aanvliegroute: los van regeltjes, losser, swingender.”

FINANCIERING EN EXPLOITATIE

“Voorkom dat je alleen een bedrijfsverzamel­ gebouw wordt. Je ziet het vaak misgaan.”

AANBEVELINGEN • Vraag je af waarom je verschillende partijen bij elkaar zet in één gebouw en wat je ermee wilt. • De overheid moet blijven investeren, anders verliest het gebouw zijn maatschappelijke waarde. • Leg van te voren zoveel mogelijk vast; dat voorkomt discussies achteraf. • Een visie is belangrijk, maar blijf ook flexibel. • Zorg ervoor dat alle partijen in de mfa het concept omarmen. • Stel aan het begin je kwaliteitsniveau vast. Investeren in duurzaamheid levert exploitatie­ voordeel op. • Begin op tijd met samenwerking om te voorkomen dat diensten als losse eilandjes gaan opereren. • Vergeet niet vooraf goed na te denken over schoonmaak, licht en technisch beheer. • Stel één aanjager of kwartiermaker aan. Zoek deze bij voorkeur in de wijk; zorg dat dit een geaccepteerde persoon is. • Zorg voor draagvlak onder alle partijen. Grote partijen moeten kleine partijen niet overrulen, iedereen is gelijkwaardig.

schooldomein

september 2012

57


Bestuurlijke dilemma’s rond nieuwe regels Tekst Ingrid de Moel, Bouwstenen voor Sociaal

T

ijdens de bestuursconferentie over “Gezonde wijken, voorzieningen en vastgoed”, die op 30 maart 2012 door het MFA lab en Bouwstenen voor Sociaal werd georganiseerd, werden de bestuurlijke dilemma’s rond voorzieningenplanning op een rijtje gezet. Ga je voor schaalgrootte en efficiëntie of is de menselijke maat het criterium? Focus je op

Linkerhersenhelft (logica en veiligheid)

problemen en de probleemgroepen of zoek je breder naar oplossingen en vragen uit de markt en neem je bij de uitwerking ook meteen de probleemgroepen mee. Kies je voor een benadering gebaseerd op logica of veiligheid, gestuurd vanuit de linkerhersenhelft, of op een benadering van verbeelding en risico nemen, gestuurd vanuit de rechterhersenhelft.

Rechterhersenhelft (verbeelding en risico nemen)

Schaalgrootte en efficiëntie Menselijke maat en effectiviteit Budgetgedreven: problemen aanpakken met de middelen Waardegedreven: waarde creëren waarvoor burgers, bedrijven die in kader van decentralisaties beschikbaar zijn / komen. en fondsen willen betalen, in aanvulling op beschikbare budgetten. Focussen op problemen: gerichte en selectieve aanpak van Energie centraal stellen: aansluiten bij dromen en daadkracht problemen en probleemgroepen. van mensen; probleemgroepen daarin ‘meenemen’. De lokale overheid als regisseur van beleid én uitvoering: De lokale overheid alleen als beleidsregisseur: gemeente die gemeente die gericht stuurt, oplossingen kiest en die terughoudend is, kaders benoemt en faciliteert. oplossingen doorvoert. Aanspreken op eigen verantwoordelijkheid van burgers Inspelen op ambities van burgers en bedrijven; welke mogelijken bedrijven: wat worden ze geacht zelf te doen. heden zien burgers in de wijk? Wat ondernemen ze (al)? Voorkomen van uitsluiting van doelgroepen die ‘niet Uitgaan van insluiting; burgers (coöperatieven) en bedrijven makkelijk liggen’ in de wijk (verslaafden, dak- en thuislozen). nemen ‘moeilijke’ doelgroepen mee in hun activiteiten. Realiseren van werk voor mensen met een beperking door Benutten publieke en maatschappelijke taken in de wijk om taken te privatiseren mensen uit de omgeving in staat te stellen loonwaarde te Afspraken maken over het in dienst nemen van mensen met realiseren en te participeren in wijkgebonden arbeid. een beperkte loonwaarde. Positiemacht is noodzakelijk om bepaalde doelen te bereiken Samenwerking is cruciaal om een passende aanpak en nieuwe en opgebouwde competenties te beschermen. verbindingen tot stand te brengen. Planning van multifunctionele accommodaties om Loslaten van vastgoed; burgers en bedrijven zoeken elkaar op samenwerking en ketenvorming mogelijk te maken. binnen bestaande accommodaties (er is vastgoed genoeg!). Betrokken partijen richten beheerstichting op voor Lokale ondernemers zorgen voor gastvrije plekken waar samenwerking en afstemming van beheer en exploitatie. burgers en bedrijven elkaar kunnen ontmoeten en waar ze ‘zaken’ kunnen doen.

58

schooldomein

september 2012


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Nieuwe regels rond passend onderwijs, werk, inkomen, zorg en begeleiding, de zogenaamde Bestuurlijke decentralisaties, plaatsen bestuurders voor een herbezinning op eerder gemaakte keuzes rond maatschappelijke voorzieningen. Wat doen we zelf en wat laten we aan burgers en de markt.

Deze dilemma’s vertalen zich ook door naar maatschappelijk vastgoed. Ga je meer regie voeren om via het accommodatiebeleid te sturen op samenwerking en ketenvorming of laat je ook de accommodaties over aan burgers en de markt? Stuur je op diensten of op de infrastructuur en het vastgoed.

Minder instituties, meer burger en marktwerking Pierre Sponselee, directeur/bestuurder van woningcorporatie Zorgen dat Woonwaard Alkmaar, pleit voor deregulering Samen doen en minder institutionele bemoeienis: “Hoe geef Zelf doen je de wijk terug aan de bewoners? Stel locaties ter beschikking, zoals een kinderboerderij of leegstaande basisschool. Censureer bewoners niet met wetgevingen, procedures of uitgangspunten van gemeentelijk welzijns- of corporatiebeleid. Geef ze een kans. Wat wij hebben neergezet, was en is ook geen garantie voor succes. Een goed vangnet voor hen die het niet redden, blijft nodig. Maar dat zijn er minder dan we denken.” Gon Mevis van de Twern, organisatie voor maatschappelijke diensten in de regio Tilburg, vult aan: “Burgers hebben niet gevraagd om de vele loketten en afzonderlijke voorzieningen voor aparte probleemgroepen. Het kan goed werken om de burger en zijn eigen vermogen centraal te stellen. Kan hij het niet zelf, dan wellicht met hulp van familie dan wel buurtbewoners. Pas als laatste middel worden voorzieningen(buiten de driehoek)

“Burgers hebben niet gevraagd om de vele loketten en afzonderlijke voorzieningen voor aparte probleemgroepen.” aangesproken. Organisaties moeten niet op problemen blijven hangen maar juist leren kijken naar kansen en denken als ondernemers.” Met enig cynisme sprak de filosoof Hans Achterhuis in 1979 over de “markt voor welzijn en geluk”. Die markt zal als gevolg van de decentralisaties verder tot ontwikkeling komen. Er ontstaat een groot speelveld waar uiteenlopende spelers, professionals maar ook burgers, zich aanbieden als maatschappelijke dienstverlener. Iedereen zal zoeken naar de rol die hem het beste past. De uitkomst is ongewis, maar wij vermoeden: minder instituties, meer burger en marktwerking.

Over het MFA Lab Het MFA Lab is een platform voor het ontwikkelen van formules en instrumenten voor de exploitatie van multifunctionele centra. Kernwaarden zijn gastvrijheid, ondernemerschap en verbinding met de wijk. Het lab is in 2009 gestart door Tom de Haas en Marc van Leent. Zomer 2012 zal MFA Lab opgaan in het Bouwstenen voor Sociaal, platform voor maatschappelijk vastgoed. Zie voor meer informatie: www.mfa-lab.nl.

schooldomein

september 2012

59


Zomaar een dag

De Vitale Sportvereniging in 2012… De sportvereniging is de ideale basis voor een vitaal aanbod van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Om die reden is de Vitale Sportvereniging opgericht. Een praktische aanpak waarbij gemeente samen met organisaties haar maatschappelijke doelen haalt en waarbij een duurzame exploitatie geborgd is. Tekst Koert Hetterscheidt

O

p de parkeerplaats van het mooie en veilige sportpark komen en gaan moeders en vaders die hun kinderen naar de kinderopvang brengen. Zij ervaren de plek van deze kinderopvang als uniek, een opvang op een groot sport- en welzijnscomplex waar alle ruimte is voor buiten spelen en er

60

schooldomein

september 2012

ook gewoon lekker lawaai gemaakt kan worden. De klimoppers (of de ‘nieuwe vrijwilligers van de toekomst’) zitten in de kantine en drinken koffie, waar de vandaag te verrichten klussen worden verdeeld door de Verenigingsmanager. Om 10.00 uur arriveren ouderen uit de wijk voor bewegingslessen, verzorgd


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

door de fysiotherapie en aangeboden met begeleiding van studenten van het Saxion en het ROC Sport & Bewegen. Elders in de wijk geeft het ROC taallessen aan allochtone vrouwen. Als vervolg op het programma ‘Scoren met gezondheid’ zijn deze dames vorige week bij een hardloop clubje begonnen onder begeleiding van een sportinstructeur.

Op scherp Op het park ontstaat inmiddels een gezellige drukte. Zo zijn alleenstaande wijkbewoners komen aanlopen. Tussen de middag gebruiken ze de keuken van de kantine om gezamenlijk een maaltijd te nuttigen. Ze doen dit twee keer per week op de maandag en woensdag. In de zomermaanden is het heerlijk vertoeven op het ruime terras onder het genot van koffie en thee met al die activiteiten en sporters om hen heen. Saxion studenten moeten vandaag hun praktijkopdracht uitvoeren en laten deze aftekenen door hun docent. Aan het einde van de middag komen er kinderen uit de wijk voor de wekelijkse judolessen begeleid door studenten en vrijwilligers van de judovereniging. Een aantal meldt zich ook voor de huiswerkbegeleiding. Door deze (sportieve) naschoolse opvang komen ze veel buiten, bewegen veel en sommigen zijn inmiddels ook lid van de Vitale Sportvereniging geworden. Ook kinderen uit de wijk die voor de wekelijkse voetbaltraining komen verzamelen zich op het sportpark. De klimopper, die een werk-/ervaringsplek heeft gevonden, houdt toezicht zodat de materialen goed worden behandeld en na afloop weer terug op hun plaats worden gezet. Om 16.00 uur beginnen er nog meer trainingen van diverse verenigingen op het complex. De competitie wordt zaterdag hervat en iedereen staat op scherp.

Toegankelijk voor iedereen Dankzij de multifunctionele accommodatie (MFA) is er voldoende ruimte voor allerlei indoor en outdoor activiteiten en de vernieuwde tribune biedt een prima plek voor de ouders van kinderen die graag een training willen volgen. Binnen wordt begonnen met het voorbereiden van de daghap. Van maandag tot vrijdag wordt er, toegankelijk voor iedereen in de wijk, een daghap gekookt voor vier euro. Tegen zeven uur stroomt het sportpark verder vol met voetballers die enthousiast gaan trainen en sporters die bewegingstherapie volgen bij de fysiotherapie. Trainers worden daarbij ondersteund door ROC-stagiaires. Het is ook mogelijk om een diëtist te bezoeken. In de kantine is de biljartbuurtvereniging aan ‘de bal’. In het jongerencentrum, boven de nieuwe kleedkamers, hebben zich vanaf 19.30 uur meerdere jongeren verzameld voor hun wekelijkse chill-out muziek avond, begeleid door een jongerenwerker die door de samenwerkende partijen is aangesteld. Na afloop wordt er door een ieder nog wat nagepraat en gedronken in

De Vitale Sportvereniging zorgt ervoor dat de exploitatie al binnen een paar jaar structureel verbetert. de kantine. Om 22.30 sluit de beheerder de kantine. Klaar voor weer een nieuwe dag op de Vitale Sportvereniging.

Het werkt! De Stichting Vitale Sportvereniging werkt inmiddels op vier locaties in Enschede. Het model is simpel: een sportvereniging heeft een zekere omvang zodat er een Verenigingsmanager aan de slag kan. Die wordt ondersteund door de ‘nieuwe vrijwilligers’. Dat zijn bijvoorbeeld langdurig werkloze burgers, die op deze wijze in een zinvol re-integratietraject komen. Daarnaast zijn 24 werkstudenten op elke locatie van ROC Sport&Bewegen actief. De Verenigingsmanager wordt betaald uit een geringe contributieverhoging, uit bijdragen vanuit het Rijk en/of gemeente (bijvoorbeeld subsidie Buurtsportcoach) en vanuit een verbeterde exploitatie. De Vitale Sportvereniging zorgt ervoor dat de exploitatie al binnen een paar jaar structureel verbetert, door organisaties en activiteiten naar het sportpark te halen, zowel maatschappelijk als meer commercieel. Voor de gemeente betekent dit dus op termijn geen kosten! De besparingspotentie c.q. het maatschappelijk rendement, gerichte inzet van middelen uit de Wmo en een betere exploitatie en beheer betalen een eventuele investering om de Vitale Vereniging op te starten na een paar jaar terug. Inmiddels zijn er in Twente samenwerkingsovereenkomsten gesloten met ROC Saxion Sport&Bewegen die stageplekken levert, ROC Educatie die de Klimoppers training en opleiding biedt, Consent Basisscholen die met 34 scholen activiteiten organiseert op de sportparken en TwenteMilieu, omdat de leden van de sportverenigingen inkomsten genereren door oud papier te verzamelen en energie te besparen. Ook werkt de VSV samen met de KNLTB en de Wmo businessclub Overijssel. De VSV is met diverse gemeenten bezig om vitaal sporten voor jong en oud, jongerenwerk, aspecten rond Werk & Inkomen, de integratie van Buurtcentra en het accommodatiebeheer te integreren en te vertalen naar kansrijke projecten dan wel duurzame exploitaties. De Stichting Vitale Sportvereniging werkt samen met ICS­ adviseurs in het behalen van haar doelen. De komende maanden worden op diverse plaatsen in het land expertmeetings georganiseerd.Voor meer informatie belt of mailt u met Koert Hetterscheidt 06-22787530 of koert@vitalesportvereniging.info of u surft u naar www.vitalesportvereniging.nl of www.icsadviseurs.nl.

schooldomein

september 2012

61


Nieuwe scholen nog energiezuiniger dan vereist Uit een steekproef in opdracht van Agentschap NL blijkt dat nieuwe scholen volgens de bouwplannen energiezuiniger zijn dan het Bouwbesluit vereist. Bovendien is er extra veel aandacht voor het binnenmilieu. Dat is opmerkelijk omdat de energie-eisen voor gebouwen per 1 januari 2010 juist zijn aangescherpt. Adviesbureau Merosch zocht het uit. Tekst Robbert van Rijswijk

H

et onderzoek had betrekking op 18 schoolgebouwen (14 PO-scholen en 4 VO-scholen) ofwel 15 tot 20% van het totale aantal bouwaanvragen voor scholen in 2010. Daarmee geeft het onderzoek een redelijk representatief beeld van alle nieuwbouwscholen in 2010 in Nederland. Wat waren

62

schooldomein

september 2012

de ambities op het gebied van energie en binnenmilieukwaliteit tijdens de bouwaanvraag en hoe hebben deze ambities zich ontwikkeld tot (en met) de oplevering? Merosch heeft dit onderzocht door de betrokkenen telefonisch te interviewen en ontwerpstukken te analyseren.


ONTWERP EN INRICHTING

Grote invloed van het Programma van Eisen van Frisse Scholen Wat blijkt? Allereerst dat alle onderzochte scholen in meer of mindere mate bekend zijn met het Programma van Eisen van het project Frisse Scholen. Via dit project stimuleert Agentschap NL scholen om minder energie te verbruiken en het binnenmilieu te verbeteren. Uit de interviews komt duidelijk naar voren dat scholen het Frisse Scholen-programma van eisen primair associëren met en inzetten voor de luchtkwaliteit. Het onderzoek wijst verder uit dat luchtkwaliteit en energie met stip zijn gestegen op de ontwerpagenda van scholen. In 2008, bij de beoordeling van de scholenbouwprijs ‘Het duurzame schoolgebouw’, bleek nog dat de ambities voor energie en binnenklimaat bij scholen laag waren vergeleken met de kantoormarkt. Warmtepompen werden nauwelijks toegepast en de ventilatievoorzieningen waren beperkt tot de eisen van het Bouwbesluit. Er was sprake van veel gemiste kansen en ontwerpfouten. Bij de scholen die in 2010 hun bouwaanvraag hebben ingediend, ligt dit heel anders.

25 tot 35% energiezuiniger dan vereist Zijn de nieuwe scholen nu ook daadwerkelijk zo energiezuinig gebouwd als gepland? Nieuwe schoolgebouwen moeten voldoen aan de norm voor energiezuinigheid: de EPC ofwel de energieprestatiecoëfficiënt. Hoe lager de EPC, hoe beter. Wat blijkt? Bij de onderzochte scholen ligt de gemiddelde EPC-score bij de bouwaanvraag én bij de oplevering gemiddeld 25% lager dan wettelijk vastgelegd in het Bouwbesluit. Na de bouwaanvraag hebben zes scholen de energieambities zelfs nog aangescherpt omdat extra budget beschikbaar kwam. De EPC-score is zelfs nog beter bij scholen waarbij de gebruikers vroeg bij het ontwerpproces betrokken zijn bij de te nemen energiebesparende maatregelen en waarbij voor de maatregelen het exploitatiebudget van de school is ingezet. De gemiddelde EPC-score is bij deze scholen circa 35% beter dan wettelijk vereist. Dit geldt ook voor de scholen met een externe exploitant. Deze exploitant verdient de meerinvesteringen van de energiebesparende maatregelen tijdens de looptijd van het contract terug. De verwachting is dan ook dat door de nieuwe aanbestedingsvormen, met contracten die ook betrekking hebben op de exploitatiekosten, het aantal energiebesparende maatregelen zal groeien.

Expertise is onontbeerlijk In de interviews gaf het merendeel van de gemeenten aan zelf over onvoldoende expertise te beschikken voor het juist formuleren van de ambities en eisen. Alle geïnterviewden zien het inzetten van expertise in een vroegtijdig stadium als een belangrijke succesfactor voor het daadwerkelijk realiseren van hoge

ambities. Uit het onderzoek komt ook een verschil naar voren tussen gemeenten en schoolbesturen als opdrachtgever. De scholen die in opdracht van het schoolbestuur zijn gebouwd, hebben een gemiddelde EPC-score die 20% beter is dan die van de scholen waarbij de gemeente opdrachtgever is. Bovendien zijn bij deze scholen vooraf hogere ambities vastgesteld voor de binnenmilieukwaliteit dan wettelijk vereist. Een verklaring is dat schoolbesturen de eerste partij zijn die tijdens de exploitatie de vruchten plukken van de gemaakte keuzes in het ontwerpproces. Bovendien is binnen – met name overkoepelende – schoolbesturen de expertise aanwezig voor het opstellen van een Programma van Eisen. Ook als er sprake is van een externe exploitant, worden hogere ambities gerealiseerd dan wanneer de gemeente opdrachtgever is.

Isolatiewaarde kan hoger Opvallend is dat de betere EPC-score grotendeels wordt bereikt door installatietechnische maatregelen. Bij ongeveer de helft van de scholen was er bijvoorbeeld sprake van warmtepompen voor de verwarming en koeling. De isolatiewaarde van de bouwkundige schil (opbouw van gevels, kozijnen, begane grond en dak) daarentegen is gemiddeld gezien gelijk aan de minimale eisen van het nieuwe Bouwbesluit en dus niet bijzonder hoog. Er is dus nog winst te behalen door aandacht te besteden aan het optimaliseren van de bouwkundige schil.

MFA Pittelo Assen “De gemeente heeft ten aanzien van het binnenklimaat en duurzaamheid vier varianten uitgewerkt”, zegt Johan Dreijer van de gemeente Assen. “Dit is samen met een installatie-adviseur gebeurd. We hebben daarbij de investeringen afgezet tegen de terugverdientijden.”

“Scholen als opdrachtgever realiseren hogere ambities dan wanneer de gemeente opdrachtgever is.”

Onderhoud aandachtspunt Verder blijkt dat alle onderzochte scholen gebalanceerde ventilatiesystemen toepassen. Daarbij is juiste installatie, onderhoud en voorlichting over het gebruik van gebalanceerde ventilatiesystemen en warmtepompen een belangrijk aandachtspunt. Scholen zijn gewend aan het onderhouden en beheren van gasketels, te openen ramen en/of roosters en afzuigventilatoren. Slecht onderhoud en verkeerd gebruik van deze systemen leidt tot gezondheidsklachten en een hoog energiegebruik. Het is de vraag of de beheerders van scholen hiervan voldoende op de hoogte zijn.

Oplossingen gevonden voor financiering Praktisch alle geïnterviewden geven aan dat de normvergoeding alleen nauwelijks tot niet voldoende is om een school te bouwen conform de minimale eisen van het huidige Bouwbesluit. Dat zal nog sterker gelden met de aanscherping van het Bouwbesluit voor scholen sinds 1 juli 2012. Gebleken is dat bij 80% van de onderzochte scholen aanvullend budget gebruikt is voor het realiseren van de school. Of deze budgetten er in de huidige crisis nog steeds zijn, is de vraag. Positief is dat de scholen uit het onderzoek

schooldomein

september 2012

63



ONTWERP EN INRICHTING

in ieder geval oplossingen hebben gevonden voor de financiering.

Tips voor frisse scholen Kortom, de energie- en luchtkwaliteit-ambities van nieuwe scholen zijn verbeterd en de ambities worden ook daadwerkelijk gerealiseerd. Een belangrijk aandachtspunt is wel de bewaking van de daadwerkelijke energie- en gezondheidsprestaties van de gebouwen en het borgen van het nodige onderhoud aan de installatietechniek. “Wij zijn erg blij met het resultaat”, zegt Hans Korbee, programma-adviseur bij Agentschap NL. “Het is ook goed nieuws dat het Frisse Scholen-programma van eisen in de praktijk wordt gebruikt. Het onderzoek is bovendien een bevestiging van de tips die we geven om een energiezuinige school met een goed binnenklimaat te bouwen. Zo is het ten eerste belangrijk om heldere ambities te formuleren aan het begin van je project. Ten tweede moet je ervoor zorgen dat je om de tafel gaat zitten met alle deskundigen die nodig zijn. En tot slot is het van belang een vinger aan de pols te houden tijdens het proces. Dat kan met de Frisse Scholen Toets, die te vinden is op de website van Agentschap NL. Op 7 november organiseren we in Spant! in Bussum het Stakeholdersfestival Frisse Scholen, waarop we ook aandacht besteden aan het onderzoek.”

Brede school Gildenplein Gorinchem “Enkele gebruikers, zoals het kinderdagverblijf, kwamen met aanvullende eisen tijdens het ontwerpproces”, vertelt Ferry van der Koelen van de gemeente Gorinchem. “Dit maakte het soms extra ingewikkeld en kostbaar om aan de eisen te voldoen. Dit had voorkomen kunnen worden door iedereen actief te betrekken bij het opstellen van het Programma van Eisen en door een definitief akkoord in de programmafase te geven.”

Kom op 7 november naar het Stakeholdersfestival Frisse Scholen in Spant! in Bussum. Kijk op www.agendamaatschappelijkvastgoed.nl voor meer informatie en aanmelding. De auteur van dit artikel, Robbert van Rijswijk (MSc), is onderzoeker bij adviesbureau Merosch. Kijk voor meer informatie op www.merosch.nl.

schooldomein

september 2012

65


Advertorial

Untis 40 jaar marktleider in roostersoftware Untis is al ruim 40 jaar toonaangevend op het gebied van roostersoftware in het onderwijs. Schooldomein praat met Henk Hentzen en Juliet van Diemen over Untis en de meest recente ontwikkelingen op het gebied van roostersoftware in het onderwijs.

66

schooldomein

september 2012


Tekst Sibo Arbeek

I

n 1985 begint directeur Henk Hentzen voor de Nederlandse markt met het Oostenrijkse roosterprogramma Untis 3 in een DOS-versie. Directeur Henk Hentzen: “Dat Untis al zo lang marktleider is, is bijzonder voor een ICT-toepassing. Dit komt onder andere omdat Untis de krachtigste roosterautomaat heeft. Daarnaast hebben we onze focus altijd op het roosteren gehouden. Onze programmatuur wordt verder in meer dan 20 talen en 38 landen uitgebracht, waarbij iedere optie overal gelijk toepasbaar is. Dat maakt ons flexibel. We bedienen meer dan 50% van de scholen binnen het voortgezet onderwijs en het Hoger Onderwijs. In het BVE-veld zijn we verreweg de grootste. En daar zijn we trots op.”

Trends in de markt Untis-klanten zijn trouwe klanten. Toch ziet Hentzen dat de concurrentie toeneemt: ” In het begin verkocht Untis zichzelf, maar door de veranderde markt en grotere concurrentie zijn wij van strategie veranderd. Untis heeft nog steeds de krachtigste roosterautomaat, de meeste functies en deze worden continu doorontwikkeld. Softwareontwikkeling gaat veel makkelijker dan vroeger. We zien dat de groep eerste roostermakers steeds meer verdwijnt. Ze worden opgevolgd door jongere mensen, die het sneller oppikken, omdat ze in een ICT-omgeving zijn opgegroeid. Deze nieuwe groep heeft minder behoefte aan opleiding, maar wel aan slimme toepassingen. De kracht van ons concept blijft onze relatie met klanten. We hebben een product met verschillende toepassingsmogelijkheden, luisteren goed naar de vraag van de klant en adviseren alleen maar datgene waar de betreffende school echt behoefte aan heeft.”

Basis van Untis “De basis van Untis is niet dat je lokalen roostert, maar dat je het onderwijs roostert. Dat is een combinatie van 0 tot veel docenten gecombineerd met 0 tot veel deelnemers gecombineerd met 0 tot veel lokalen. Heel belangrijk: roosteren doe je voor de deelnemer; de docent moet kunnen functioneren binnen zijn werkomgeving. De trend is dat het steeds meer in de richting van individueel roosteren gaat. Rooster ik 1 docent met 10 groepen dan geef ik college en alles daar tussenin. Maar ik kan ook drie docenten op een aantal groepen in een open leeromgeving roosteren, die daarna weer in instructieruimten uiteen gaan. Je houdt dus altijd de noodzaak om op een slimme manier allerlei agenda’s op orde te krijgen en te zorgen dat alles binnen een beheersbare structuur past. Het kenmerk van Untis is dat het ook steeds meer een middel is geworden om de juiste managementinformatie te krijgen. Untis is ook een communicatiemiddel geworden van de deelnemer naar de school. Een deelnemer kan aangeven via WebUntis welke

keuzevakken hij of zij wil kiezen. Daarnaast biedt het roosterprogramma de basis voor de urennormverantwoording aan de onderwijsinspectie.

Sigarendoos “Vroeger roosterde de rector wel even op de achterkant van een sigarendoos. Toen kwam de conrector of de wiskundedocent die het erbij deed. In het kader van efficiency werd het een OOP-taak in schaal 5 of 6, maar dat werkte niet echt goed. Nu zien we dat de roosteraar weer een onderwijsmens wordt. Als je goed roostert, loopt iedereen met een smile op het gezicht rond. Maar als je slecht roostert is iedereen chagrijnig, omdat de organisatie niet lekker loopt. Dat geeft onrust. Het geeft aan dat een goed rooster de belangrijkste levensader van de school is. Roosteren is je bedrijfsproces en het roosteren is te complex geworden om het er even bij te doen, omdat: het onderwijs veel flexibeler is geworden; • er steeds meer en andere eisen aan het onderwijs worden gesteld; • het aantal parttimers met benoemingen van een paar uur toeneemt, waardoor het roosteren complexer wordt; • s cholen zich steeds meer gaan profileren. Bijvoorbeeld een LOOT-school of een Cultuurcampus, waardoor je meer op individueel niveau gaat roosteren.

“De basis van Untis is niet dat je lokalen roostert, maar het onderwijs roostert.”

Een roosteraar moet een puzzelaar zijn, die twee stappen vooruit denkt, maar ook plotseling linksaf kan slaan. Stressbestendig, flexibel en met mensenkennis. En de roostermakers moeten mee kunnen praten op beleidsniveau.”

Extra’s van Untis Wij werken met een team van 15 vaste krachten en veel freelancers dagelijks voor het onderwijs. Als een roostermaker uitvalt, komen we op locatie helpen. Als er een capaciteitsprobleem is, lossen we het op. We adviseren de schoolleiding als het nodig is of we richten het logistieke onderwijsproces beter in. Ook geven we een second opinion op een bestaand rooster als de school denkt dat het beter kan. Ook als dit rooster is gemaakt met een ander programma. Kortom: Untis is springlevend!

Het Untis Congres ‘Onderwijslogistiek: kunde of magie’ 13 november in Het Kasteel van Sparta. Doelgroep: roostermakers en onderwijsmanagers. Programma met o.a. workshops introductie Untis 2013 en Work of Art inclusief update. Kosten € 425,-. Meer info en aanmelden via www.untis.nl.

schooldomein

september 2012

67


WE KNOW FIRE

BENT U MEDEVERANTWOORDELIJK VOOR EEN SCHOOL IN HET STATIONSGEBIED?

DAN OOK VOOR DE BRANDVEILIGHEID! De meeste inrichtingsplannen voor het station en de omgeving voorzien in een multifunctionele metamorfose waar meer bezoekers dan ooit samenkomen. Zoals leerlingen en studenten, want naast een diversiteit aan gebouwen, met ieder een eigen functie, verrijzen er ook onderwijsgebouwen in dit centraal gelegen gebied. Al die verschillende gebouwfuncties vereisen specifieke, strenge veiligheidsmaatregelen en uitgebreide expertise op het gebied van brandveilig bouwen. Dat laatste vindt u bij Vetrotech, ook tijdens onze GlassAcademie. Waar wij u uitgebreid informeren over brandwerende beglazingen, R O O V N A A compartimentering, preventie en alle Europese en nationale normen. MELD U ETROTECH! V N A V IE M Meld u dus aan op www.vetrotech.nl, want brandveiligheid is een E D N DE GLASSACA E E R O O V E verantwoordelijkheid op zich. E EERSTE HALT

D T. TIONSPROJEC TA S IG IL E V D BRAN r informatie op Kijk voor mee OTECH.NL WWW.VETR


Advertorial

Cartesius Lyceum Amsterdam Ruimtelijke vondsten transformeren donker schoolgebouw in licht Lyceum Het Cartesius Lyceum in Amsterdam was een donker gebouw dat niet meer voldeed aan de standaard van nu. Met slimme ingrepen werd extra vloer­oppervlak gecreëerd én meer daglicht binnengelaten. Binnenin het gebouw met diverse brandcompartimenten faciliteert brandwerende beglazing een transparant, licht en over­zichtelijk geheel.

B

randveiligheid is een belangrijk aspect in het gebouw vanwege het grote aantal aanwezige personen op een beperkt oppervlak. De wens om een open gebouw te realiseren, moest daarom slim worden gecombineerd met de eisen aan brandveiligheid. Over het algemeen bleken verticale brandcompartimenten hier het meest effectief. De uitdaging was om ondanks de vele compartiment­ afscheidingen (er zijn zeven brandcompartimenten) een licht en overzichtelijk gebouw te realiseren.

Gymzaal In de gymzaal was de akoestiek een uitdaging maar omdat de gymzaal ook een brandcompartiment vormt, moesten de ramen tevens 60 minuten brandwerend zijn. Tenslotte moest het glas nog ‘balvast’ zijn. Sales engineer Casper Wisznievski van Vetrotech Saint-Gobain vertelt erover: ‘Onze Contraflam Lite 60 beglazing is getest als balvast. Maar hier kwam een extra eis van een geluidswering van 51 decibel bij.’ Dat glas ligt niet op de plank en er werd een speciale samenstelling voor geproduceerd. Die bestaat uit een geluidswerende buitenruit en een Contraflam Lite 60 binnenruit die is aangepast. Er is een extra geluidsreductie bereikt door twee ruiten van gehard glas, die in de Contraflam Lite samenstelling opgenomen zijn, te lamineren met een Silence-folie. De totale samenstelling van de brand- en geluidsisolerende balvaste ramen is inclusief spouw vijf centimeter dik.

Gangwanden en kantinewand De leslokalen kregen ramen in de gangwanden, geluidswerend en 60 minuten brandwerend. De

afscheiding van de gang in de oostvleugel met de kantine, opnieuw een brandcompartiment, bestaat helemaal uit brandwerende beglazing. De brandwerende ruiten zijn verfraaid met een decoratieve folie met historische portretten van geleerden. Een behouden historisch detail zijn de ramen met kruisroeden in de oude binnenhofgevel. De sponningen voor enkelglas zijn eenvoudigweg niet geschikt om 60 minuten brandwerende beglazing in te vatten. En een nieuw raam met opgeplakte roeden leek de architect geen esthetische oplossing. Daarom werd de brandscheiding gerealiseerd met voorzetramen.

Conclusie De renovatie van het Cartesius Lyceum in Amsterdam is een voorbeeld dat laat zien hoe krappe, onoverzichtelijke en donkere schoolgebouwen succesvol getransformeerd kunnen worden. Het blijkt heel goed mogelijk om een brandveilig gebouw te ontwerpen dat ook ruim, licht, overzichtelijk en eigentijds is. De brandwerende beglazing is indien nodig uit te voeren als geluidsdempende en balvaste beglazing. Brandwerend-glasleverancier Vetrotech Saint-Gobain beschikt over testrapporten voor de meest uiteenlopende situaties en heeft de know-how om in alle mogelijke situaties een passende oplossing te adviseren.

schooldomein

projectinformatie Opdrachtgever Onderwijsstichting Esprit, Amsterdam

Architect MAX Architectuur, Amsterdam

Leverancier brandwerende beglazing Vetrotech Saint-Gobain

september 2012

69


Basis voor goed onderwijs

• IJzersterk • Vloeistofdicht • Prijsvriendelijk • Onderhoudsvriendelijk • 100% gerecycled product • Geluiddempend & isolerend • Representatief

Ontdek de veelzijdigheid van onze vloeren: www.vekavloeren.nl/openbaregebouwen of bel 010 437 41 70


Advertorial

Een beter schoolgebouw voor minder geld

E

en beter schoolgebouw voor minder geld. Dat zijn de uitgangspunten die hebben geleid tot een innovatieve School Op Maat op basis van jarenlange expertise. Wij hebben een schoolgebouw ontwikkeld • voor betere leerprestaties • met minder ziekteverzuim • voor passend onderwijs • met lage exploitatiekosten • dat kan meegroeien met ontwikkelingen. Ook het proces is belangrijk. Ontwerpen en bouwen is voor de meeste opdrachtgevers geen dagelijkse kost. Wij nemen u zoveel mogelijk zorg uit handen, zowel tijdens als na de uitvoering. Door een transparant proces weet u altijd waar u aan toe bent.

Innovatief concept Technisch is het schoolgebouw uitgewerkt, en zijn alle componenten van de verschillende partners goed op elkaar afgestemd. Naast een sterke reductie van de faalkosten en een ingekorte voorbereidingsfase krijgt u een beter gebouw voor minder geld. Het basisgebouw voldoet al aan de frisse schoolklasse B en is zelfs op te waarderen naar klasse A door middel van koperskeuzes. Het concept is ontwikkeld aan de hand van De Scholenbouwwaaier. De kwaliteit en prijs van het eindproduct is op voorhand bekend, inclusief alle bijkomende kosten met de garantie dat er geen meerwerk zal komen. Geen verrassingen achteraf dus. Uiteraard voldoet het gebouw aan alle hedendaagse eisen waaronder het energie label, licht en lucht kwaliteit.

Voor wie? Het concept is flexibel en breed toe te passen. Het casco kan worden ingevuld met een afbouwpakket aangepast aan uw wensen. Denk hierbij naast basisscholen ook aan kinderopvang en welzijnsvoorzieningen natuurlijk ook te combineren als bredeschool al dan niet met een sportvoorziening.

Hoe werkt het? Aan de hand van een catalogus kan berekend worden op hoeveel m² de school recht heeft op basis van leerlingenaantallen. Het schoolgebouw kan voor 90 procent van het budget gerealiseerd worden. Vervolgens kan 10 procent gebruikt worden aan koperskeuzes om het gebouw op te waarderen. Denk hierbij aan onderhoudsvriendelijke materialen, energiezuinige/ besparende elementen als zonnepanelen etc. bovenop de al aanwezige extra kwaliteit. Aan de hand van een intake worden wensen inzichtelijk gemaakt en wordt de locatie gescreend waarna een vrijblijvende offerte volgt. Besluit u om met ons in zee te gaan dan volgt een intensief ontwerptraject om uw onderwijsvisie goed tot zijn recht te laten komen in het gebouw. Ook de stedenbouwkundige randvoorwaarden worden verwerkt. Pas als u helemaal tevreden bent over het ontwerp wordt er gebouwd.

Met dit initiatief willen wij - GAJ architecten, De Groot Vroomshoop Bouwsystemen, Fleurbaaij Totaal Afbouw en Winkels Techniek Groep - beter aansluiten bij de vraag van onze klanten. Bel voor informatie (026) 445 24 51. Mailen kan ook: jsoer@gaj.nl. Of kijk op www.somgebouw.nl.

schooldomein

september 2012

71


het atelier

Sportcomplex Strijp | Eindhoven Afgelopen maand is het Sportcomplex Strijp in Eindhoven feestelijk geopend. Het is een sportcomplex dat een duurzame kwaliteitsimpuls geeft aan de Eindhovense wijk Strijp. Door de aantrekkelijke verschijningsvorm mede door de veelkleurigheid en speelsheid is het een onderscheidend en uitnodigend gebouw geworden. De sportaccommodatie is geïntegreerd in het terrein door het deels ‘in te pakken’ in een groene – aaibare – heuvel. Het krijgt hierdoor een menselijke schaal met een hoge aaibaarheidsfactor.

Omvang ca. 4.500 m²

Opdrachtgever Gemeente Eindhoven

Architect LIAG architecten en bouwadviseurs

Opening september 2012

Foto’s

Het sportpark is koploper in gebruik van duurzame energie. Met behulp van zonnestroom, zonnewarmte en Warmte Koude Opslag in de bodem, wordt een groot deel

Vulkers Fotografie

72

Het gehele gebouw heeft één hoofdentree. De opbouw van het complex bestaat uit horizontale banden met afgeronde hoeken. Om voor de verschillende gebruikers elk een eigen gezicht en identiteit te garanderen zijn de verschillende banden per plaats uitgevoerd in de kleur die overeenkomt met de desbetreffende vereniging. De hoofdvorm heeft een vloeiende, doorgaande lijn met ronde banen. Doordat de sporthal zelf in het midden ligt en er grote dakoverstekken zijn, is er in de buitengevel veel transparantie toegepast zonder dat er direct daglicht in het sportgedeelte komt.

schooldomein

september 2012

van de gebruikte energie voor zowel het naastgelegen Christiaan Huygens College als het sportpark, duurzaam opgewekt. Hierdoor behaalt het complex een GPR score van > 8. De multifunctionele sporthal is voorzien van een moderne sportinrichting. Het sportpark wordt beheerd en geëxploiteerd door Sportbedrijf De Karpen, onderdeel van de gemeente Eindhoven. Voetbalvereniging RKVV Brabantia en korfbalvereniging CKV Rust Roest hebben in deze multifunctionele accommodatie hun kantine gevestigd en kinderopvangorganisatie Korein brengt haar BSO onder in dezelfde accommodatie. Het Christiaan Huygens College is hoofdgebruiker van de sporthal. Het ca. 4.500 m2 tellende complex is hiermee echt een spil geworden binnen de samenleving in dit deel van Eindhoven. De accommodatie als geheel biedt nieuwe kansen op samenwerking tussen de verschillende sportverenigingen, kinderopvang, onderwijs en Sportformule - dat zich bezighoudt met sportstimulering binnen de gemeente Eindhoven. Doel is om kinderen met plezier meer te laten bewegen en sociale vaardigheden op te laten doen, waardoor zij uitgroeien tot gezonde en sociale mensen. Deze formule geeft alle kinderen de kans om zich op een laagdrempelige manier te oriënteren op de diverse takken van sport.


column

de Jong Gortemaker Algra is een landelijk opererend architecten- en ingenieursbureau, gevestigd in Rotterdam. Wij geven op innovatieve wijze vorm aan gebouwen voor zowel de maatschappelijke sector (gezondheidszorg, onderwijs, sport en recreatie) als de commerciële sector (kantoren, bedrijfsgebouwen, beursgebouwen). Onze 90 medewerkers bieden een zeer breed dienstenpakket aan rondom ontwerp en uitvoering vanuit de disciplines architectuur, interieurarchitectuur, bouwkunde, constructie en projectmanagement.

postbus 51113 - 3007 gc rotterdam

Als Minister-president ben ik trots op Aruba. Hoewel Betico Croes de nationale held is, omdat hij de status aparte wist te realiseren, speelde de familie Eman een grote rol: Mijn vader schreef zestig jaar geleden de woorden ‘afzonderlijke status’ en nu zie je andere eilanden precies die constellatie zoeken. Als zelfstandig land hebben we de mogelijkheid om zelf te beslissen over de investeringen in het toerisme en de infrastructuur op het eiland, terwijl de band met het Koninkrijk belangrijk is voor de stabiliteit. Die combinatie maakt dat investeerders vertrouwen hebben in ons eiland. Nu staat Aruba voor de uitdaging om de staatsschuld terug te dringen. We nemen maatregelen om de groeiende schuld terug te draaien en tegelijk ruimte te laten voor economische groei. Efficiënt opereren en gericht investeren gaan hand in hand. Over de eerste resultaten en de projecties van de Centrale Bank ben ik tevreden. We liggen op koers.

Mike Eman, Minister President Aruba/Koninkrijk der Nederlanden

Samen staan we sterker

Het bijzondere van onze taak is natuurlijk dat deze regering tegelijk met lokale, regionale, landelijke en internationale ontwikkelingen te maken heeft. Aruba telt ruim 100.000 inwoners, dus de onderlinge relaties zijn sterk. Maar tegelijkertijd speelt Aruba een belangrijke rol in het Caribische gebied, bijvoorbeeld waar het gaat om de criminaliteitsbestrijding. Ons toerisme is de afgelopen decennia sterk gegroeid en dat is ook goed; wij zijn een prachtig eiland, met een warm en zonnig klimaat, omgeven door zee en mooie stranden. Tegelijkertijd zijn we ook een gemeenschap met steden en dorpen en een aantal landelijke voorzieningen, zoals een universiteit. Aruba kent een aantal dorpen, zoals San Nicolas, Santa Cruz, Paradera en Savaneta. In die dorpen komen mensen bij elkaar, bijvoorbeeld in de Hulpbestuurskantoren, waar burgers betalingen kunnen doen. Je kunt ze vergelijken met loketten voor burgerzaken. Rond die natuurlijke punten van ontmoeting wil ik community centers creëren; plekken waar mensen elkaar ook kunnen ontmoeten, kunnen leren en gewoon een kop koffie drinken. Daarnaast gaat de infrastructuur in Oranjestad op de schop; parkeren meer naar de randen en meer ruimte voor groen, recreatie en ontmoeting. Mijn doel is deze regeringsperiode en de jaren daarna Aruba ook weer terug te geven aan de Arubanen; door goed onderwijs te bieden, goede maatschappelijke voorzieningen en een ruimtelijke infrastructuur die bijdraagt aan de eigen identiteit. Dat doen we op eigen kracht, maar met hulp van deskundigheid uit Nederland. Want samen staan we sterker.

t 010 297 30 30 - f 010 297 30 31 www.djga.nl - info@djga.nl

schooldomein

september 2012

73


volgende nummer

colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Uitgeverij School BV Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker, Jos Martens, Team BNA Onderzoek, Jan Schraven, Elly Zee, Marc van Leent Redactieraad Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronald Schilt, Jan Schraven, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Marc van Leent Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage

2

van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar-

Total Costs of Ownership

Schooldomein nummer 2 heeft als thema: Total Costs of Ownership, nieuwe vormen van aanbesteding en financiering. Een prachtig onderwerp in deze woelige tijden, waarin iedereen weet dat een transformatie van het publiek vastgoed noodzakelijk is, maar iedereen ook zoekt naar slimme vormen om dat te doen. De nieuwe Schooldomein valt medio november bij u in de bus. Vergeet u niet donderdagmiddag 24 januari 2013 alvast in uw agenda te zetten? Dan bezoekt u de NOT en feest u mee met 25 jaar Schooldomein.

(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

Een greep uit de artikelen:

Advertenties

• Nieuwbouw Windesheim Flevoland – Hoger Beroepsonderwijs in de polder kan dus!

zine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229,

• Nieuwe Soma College combineert passie met vakmanschap: een uitdagende nieuwe leeromgeving voor jonge machinisten, monteurs en stratenmakers.

Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het maga1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met FIZZ reclame + communicatie, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl.

• 25 jaar Schooldomein en scholenbouw: wat kunnen we leren van het verleden?

Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel

• Schatkistbankieren en onderwijs: Wat u moet weten voordat u eraan begint.

Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal

• Schooltransformaties: zeven strategieën voor een integrale transformatie.

Meppel

• De energieneutrale school in praktijk – Welke investeringen werken echt goed door in de exploitatie? • VV Rigtersbleek Enschede is Vitale Sportvereniging – Waarom elke gemeente een Vitale Sportvereniging op moet richten.

74

schooldomein

september 2012

Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie, Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko BV, BNA en de adverteerders in Schooldomein



Stage Systems

Dansen Zingen Spelen Showen Stralen Dromen Normaal gesproken

dat kinderen het zelf in elkaar

vraagt het opzetten

kunnen zetten. Alle onderdelen

van een (tijdelijk) podium

zijn gemaakt van uiterst duur-

veel tijd. Maar niet met Stage Systems van

zame materialen. Ook het

Marko. In een kwartier staat er een echt podium.

opruimen gebeurt in ĂŠĂŠn hand -

Zonder gereedschap. De constructie is zo simpel

omdraai: stapelen en wegrijden.

Een leven lang Marko Marko BV Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.