Schooldomein nr. 3 2015

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein Thema: Ontzorgen Tijd voor nieuwe bestuurlijke verhoudingen Schevenings Beraad 3.0

Vitaal sportbeleid als motor voor een energieke samenleving Onderwijs en zorg in Brede Zorgschool Tiel

Stress, vermoeidheid en concentratieproblemen bij slechte akoestiek

jaargang 27 januari 2015

3 Altijd de laatste updates van Schooldomein?

facebook.com/schooldomein

twitter.com/schooldomein


De stoel voor alle leef tijden

30 jaar productontw ikkeling Het origineel in aangepast zitmeubilair.

ong eeven aarde zitkwaliteit

De tafel voor eindeloos w erkplezier

Traploos instelbaa r

Maximale on derrijdbaarheid

Altus, de optimale schooltafel.

026 35 12 247 • www.kindermeubilair.nl



Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl


VAN DE REDACTIE

Ontzorgen in 2015 Tijdens een bijeenkomst met de kersverse bestuurder Frank van Esch van de coöperatie Breedsaam in Breda meldde Frank dat het zelfreinigend vermogen van de sector primair onderwijs nog zeer gering is: “We worden met grote uitdagingen geconfronteerd, maar niemand durft echt de handschoen op te pakken. Alle instanties inclusief staatsecretaris Sander Dekker draaien wat om elkaar heen, maar er gebeurt helemaal niets. Daarmee houden we de ongewenste situatie in stand dat een groot aantal besturen in het primair onderwijs niet professioneel of sterk genoeg is om problemen binnen de sector goed aan te pakken.” Frank heeft als algemeen directeur van het katholieke schoolbestuur met elf andere schoolbesturen in Breda de handschoen opgepakt en de gemeente is daarin meegegaan. Dit derde nummer van Schooldomein kent als thema ontzorgen en daar past deze uitspraak ook wel een beetje bij. Zelfreinigend vermogen is toch een vorm van ontzorgen. De uitspraak van Frank past ook wel bij het grote artikel met Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. Zij stelt het volgende: “Het huidige stelsel belemmert eerder dan dat het helpt. De grotere schoolbesturen zijn weliswaar ondernemend, maar hebben ook last van het huidige stelsel, dat niet helpt om de onderwijskwaliteit op alle plekken te blijven garanderen.” Rinda beargumenteert dat er een nieuw stelsel moet komen, vanuit andere bestuurlijke verhoudingen. Het huidige stelsel kan de knelpunten op verschillende vlakken niet meer oplossen. Mooi is ook het artikel met algemeen directeur Adri Bevaart van woonzorgcentrum Avondlicht die stelt: “Ik geloof wel in kleine maatschappelijk getinte gebiedsontwikkelingen. De krachten in de wijk aanspreken om mensen meer te bieden. Anders worden ouderen wel heel afhankelijk van instanties. Het is heel goed om ouderen en jongeren bij elkaar

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maat-

te brengen. Dat kun je stimuleren door fysieke ingrepen in het gebied te doen.” Het nieuwe ontzorgen dus. Dat woord komt ook prachtig terug in het artikel over de Brede Zorgschool Tiel, waarin onderwijs en zorg hand in hand gaan. Directeur Paul Hijne over de samenwerking met ’s Heeren Loo: “Wij vonden het altijd al onlogisch dat er een knip zat tussen het onderwijsdeel en het zorgdeel voor onze kinderen die een verstandelijke en/of een lichamelijke beperking hebben. In dit gebouw bepalen wij samen de ontwikkelingslijn voor het kind en dat noemen we 1 kind 1 plan.” Verder hebben we natuurlijk weer ons Innovatielab met stellingen rond het ontzorgen, neemt Schooldomein een kijkje in Leiderdorp en laat een Deense school zien wat licht met de kwaliteit van het onderwijs doet. Daarnaast is 2015 voor mij persoonlijk een ontzorgend jaar: ik ben dan 25 jaar hoofdredacteur van Schooldomein en ga dat graag met u vieren op 8 oktober aanstaande in Hubertus & Berkhoff, de Culinaire Vakschool. Het betreft de nieuwbouw van twee VMBO-scholen in Amsterdam in een prachtig faciliterend gebouw. U hoeft alleen maar een mail naar het redactieadres te sturen. Verder kent Schooldomein sinds kort een mooie Facebook-pagina, waarin elk project dat in het blad wordt beschreven kort gedocumenteerd staat. Mijn vraag aan u is onze pagina te liken. Hoe meer likers; hoe meer traffic. Ook in 2015 is Schooldomein het vakblad dat u prikkelt, informeert en laat zien wat de actuele stand van zaken is rond de nieuwbouw, renovatie en het onderhoud en beheer van publiek vastgoed. En dat is de plek waar mensen elkaar graag ontmoeten om te leren en te delen. Een goed 2015 gewenst! Sibo Arbeek

Hoofdredacteur

schappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties,

advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door:

schooldomein

januari 2015

5


inhoud

BESTUUR EN BELEID

08 Schevenings Beraad 3.0

Voorzitter PO-Raad Rinda den Besten over nieuwe bestuurlijke verhoudingen.

voor een zorgzame 12 Richtlijnen samenleving Adri Bevaart, directeur van woonzorgcentrum Avondlicht, waarschuwt voor vereenzaming onder ouderen en het belang van goed toegankelijke woonzorgcentra.

sportbeleid als motor voor een 14 Vitaal energieke samenleving Nieuwe energie voor een plek vol energie: de sportvereniging.

kennissessie exploitatie 16 Succesvolle kulturhusen Hoe kulturhusen fiscale aftrekmogelijkheden optimaal kunnen benutten.

20 Expertmeetings op de NOT

Schooldomein presenteert de trends voor 2015!

ONTWERP EN INRICHTING

22 We are designed to move

Verslag van een indrukwekkende studiereis van STALAD naar fabrieken VS.

46

THEMA

Ontzorgen ‘Welzijn is de nieuwe zorg’, ‘Het scheiden van wonen en zorg stimuleert dat mensen weer om elkaar gaan geven’. ‘Zorgvastgoed is lastig her te bestemmen vanwege de specifieke bestemming en locatie’ en ‘Het grootste knelpunt van zorgaanbieders is de slechte exploitatie van hun panden’. Dat zijn de vier stellingen in ons Innovatielab over het thema Ontzorgen. Drie experts uit verschillende disciplines laten hun licht erover schijnen. Coverfoto: Montessori college Nijmegen, foto: Petra Appelhof

6

schooldomein

januari 2015

vorm past naadloos in 27 Organische de wijk Synergetische samenwerking van drie basisscholen in Leiderdorp.

bouworganisatie succesvol 30 Flexibele voor Stedelijk College Eindhoven Geslaagde gelijktijdige aanbesteding van nieuwbouw, onderhoud en schoonmaak.

PvE Frisse Scholen ontzorgt 32 Nieuw gemeenten en schoolbesturen De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het PvE van 2012 helder op een rij.

35

Kleurrijk design voor nieuwe school in Waalwijk Bijzonder ontwerp maakt van aula een zinnenprikkelende verblijfsplek

liefdevolle hand voor een slecht 39 Een gebouw Modulaire lichtstraten maken Ryparken Lille Skole tot een betere en gezondere werkomgeving.

42

Een gebouw voor de samenleving Het nieuwe Kellebeek College ademt innovatie.


BOUW EN ORGANISATIE

exploitatie door goede 50 Gezonde afspraken Trefkoele+ is een echte ontmoetingsplek voor Dalfsen.

in Onderwijspark Ezinghe en 54 Forbo MFA Het Nest in Pijnacker Marmoleum blikvanger in nieuwe multifunctionele accommodatie.

en zorg in Brede 56 Onderwijs Zorgschool Tiel Voormalige Cambier van Nootenschool en ’s Heeren Loo Zorggroep wonen samen in prachtig nieuw gebouw.

58 Leren doe je van en met elkaar

Geslaagd bouwproces leidt tot fraaie nieuwbouw Montessori College Nijmegen.

60 Maatpak voor CSG Bahûrim

Modulaire bouw met de kwaliteit van nieuwbouw vervangt semipermanente uitbreiding.

vermoeidheid en 65 Stress, concentratieproblemen bij slechte akoestiek Hoe oude kleding kan bijdragen aan een goede akoestiek en betere schoolprestaties.

FACILITAIR EN BEHEER

66 We are going up

Bolidt blikt terug op 50 years of innovation en kijkt vooruit naar een vernieuwend jaar.

Rubrieken 53 64 68

Het idee van Natuur op je Muur De etalage

Het atelier: Rudolf Steiner College, Rotterdam

69 70

Column van Merel de Boer Vooruitblik naar Schooldomein 4: Ontmoeten

11 41 52 58 66


Tijd voor nieuwe bestuurlijke verhoudingen

Schevenings Beraad 3.0 8

schooldomein

januari 2015


BESTUUR EN BELEID

Rinda den Besten is voorzitter van de PO-Raad. Aan het einde van het interview vraag ik wat het artikel in Schooldomein mag uitstralen: betrouwbaar, rustig en bedaard of ambitieus en doortastend. “In ieder geval betrouwbaar”, antwoordt Rinda, “maar vooral ook ambitieus en doortastend. De tijd van afwachten is voorbij. We staan met het primair onderwijs voor grote uitdagingen.”

Tekst Sibo Arbeek Foto’s David van Dam

Welke centrale thema’s zie je in je eigen ontwikkeling terugkomen? “Ik heb altijd van onderwijs gehouden. Als meisje uit een gezin uit Woudenberg met laag opgeleide ouders was doorleren niet vanzelfsprekend. Ik had nog een ouderwetse bovenmeester die mijn ouders ervan overtuigde dat ik als meisje toch wel goed kon leren. Toen mocht ik naar het VWO in Amersfoort en later ben ik in Utrecht gaan studeren. Ik heb altijd kunnen doen wat ik graag wilde en dat vormt je heel erg. Dat vanzelfsprekende feit is nog steeds niet voor iedereen weggelegd en daar ligt mijn passie dan ook; mensen en vooral kinderen stimuleren om hun talenten optimaal te ontwikkelen. Ik ben daarom vooral in het maatschappelijk veld actief geweest. Als wethouder in Utrecht had ik niet de harde portefeuilles, maar de portefeuilles waar het om mensen gaat, zoals jeugdzorg, sport, volksgezondheid en onderwijs. Overigens heb ik weinig met de omschrijvingen hard of zacht. Zeker bij sociale zaken, waar je met uitkeringen en schuldhulpverlening te maken hebt. Ga er maar aan staan. Het mooie van onderwijs is dat het makkelijk verbindt met velden als jeugdzorg, sport, sociale zaken of gezondheid. Het heeft allemaal met elkaar te maken. De school is voor mij niet alleen een functie of gebouw en de sportclub is meer dan alleen maar sporten op een beperkt aantal uren voor een bepaalde groep. Het gaat om verbinden en om het faciliteren van ontmoetingen.” Welke ontwikkelingen zie je rond gemeenten en schoolbesturen op het gebied van onderwijshuisvesting? “Alles buiten de grote steden staat in het teken van het teruglopen van het leerlingenaantal, de krimp. Op sommige plekken neemt de buurt het deels over, maar op veel plekken ook niet. Dat heeft direct impact op wat een school kan betekenen en organiseren. Bijvoorbeeld het schoolzwemmen of bewegingsonderwijs. Heel belangrijk, maar steeds lastiger

in regio’s waar de leerlingaantallen afnemen. Er vindt dan wel een vorm van concentratie plaats, maar met een kleuterklas vol kinderen ver reizen om ergens te komen schiet niet op. Dan kost het geld en tijd om je inhoudelijke doelen te halen en dat wordt dan steeds moeilijker. Je ziet dan ook dat het besef steeds meer groeit dat de school niet meer op zichzelf staat en dat er vanuit een ander niveau naar onderwijs en gebouwen gekeken moet worden. Overal in het land ontstaan nieuwe initiatieven, zoals de nieuwe coöperatie BreedSaam in Breda. Wat je daar ziet is een resultaat van goede verhoudingen tussen gemeente en scholen. Omdat de gemeente Breda en de schoolbesturen vanuit een gelijke visie hebben opgetrokken. Huisvesting van de scholen was bij de overdracht op orde en de gemeente heeft meer geïnvesteerd dan volgens de verordening noodzakelijk was. Overigens hoeft doordecentralisatie van ons niet per se overal het meest geëigende model te zijn. Als beide partijen er een voorstander van zijn biedt het een mogelijkheid om zaken beter te regelen, maar het kan ook anders. Wij zijn als PO-Raad in overleg met de VNG bezig een afwegingskader voor gemeenten en schoolbesturen op te stellen. Er zijn verschillende variabelen die bepalen welk model het beste past. Bijvoorbeeld de kracht of de samenstelling van de gemeente. Of de mate van achterstand van de gebouwenvoorraad. Je moet vooral als schoolbesturen en gemeenten gezamenlijk in staat zijn om vanuit hetzelfde perspectief naar de meerjarenopgave van het onderwijs te kijken. Daar heb je een brede scope voor nodig. Waar beiden het willen en de randvoorwaarden goed zijn, biedt het mogelijkheden.” Werkt de bestaande wet- en regelgeving en bekostiging nog adequaat? “Nee, en daarom klopt het huidige stelsel ook niet meer. In maart 1994 hadden we het zogenaamde Schevenings Beraad en dat is alweer 20 jaar gele-

schooldomein

januari 2015

9


den. Voor die tijd regelde het rijk alles centraal via het zogenaamde declaratiestelsel. Maar de wereld veranderde; scholen werden autonomer en bedrijfsmatiger en gemeenten wilden vanuit een bredere scope naar hun maatschappelijke opgaven kijken. Toen kwam de lumpsum rechtstreeks naar de scholen en ging de huisvesting van het primair en voortgezet onderwijs naar de gemeenten. Nu zijn we weer toe aan een nieuwe stelselwijziging, die mede door de ontwikkeling van passend onderwijs en de komst van de regionale samenwerkingsverbanden noodzakelijk wordt. We hebben inmiddels brede scholen, integrale kindcentra, de bestuurlijke schaalvergroting, scholen in groei- en krimpregio’s, ontwikkelingen

rond de jeugdzorg, leerlingenvervoer en de leerplicht. Kortom; het past allemaal niet meer binnen de huidige kaders, vooral omdat al die zaken met elkaar te maken hebben. Dat raakt ook de wijze van bekostiging en financiering. Heel veel spelers lopen vanuit dezelfde belangen tegen heel veel verschillende belemmeringen aan, waardoor ze hun doel maar moeizaam kunnen bereiken. Afwegingen moeten veel meer op regionaal niveau gemaakt worden.” Wat is dan het nieuwe doel? “Het doel is en blijft dat de leerlingen alle kansen krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Dat is niet veranderd, maar de omstandigheden wel. We hebben nu 1.100 schoolbesturen, bijna 7.400 scholen en 11.000 gebouwen. De scholen in een krimpregio hebben net als de groeischolen rond de steden te maken met de t-1 bekostiging en de gevolgen voor de exploitatie en de huisvesting. Het huidige model voorziet niet in een middel om via een heldere handreiking in de ene kern een openbare school te sluiten en in de andere kern een bijzondere school in stand te houden. Dan roept de wethouder dat de laatste openbare school niet mag verdwijnen en worden vier scholen op scherp gezet. De vorming van IKC’s is een goede zaak, maar het is voor een openbare school onmogelijk om een IKC te vormen. De posities van openbaar en bijzonder onderwijs zijn nog steeds verschillend, met alle problemen van dien. Het huidige stelsel belemmert eerder dan dat het helpt. De grotere schoolbesturen zijn weliswaar ondernemend, maar hebben ook last van het huidige stelsel, dat niet helpt om de onderwijskwaliteit op alle plekken te blijven garanderen. Dat nieuwe beraad gaat er zeker ook komen en de PO-Raad, de VNG en OCW bereiden een conferentie voor waarin we over de nieuwe bestuurlijke verhoudingen gaan praten. Dan praat je over nieuwe verhoudingen tussen het Rijk, de gemeenten, de schoolbesturen en ook bijvoorbeeld de kinderopvang.” Hoe zie je de overheveling van het buitenonderhoud in die ontwikkeling? “Op zich helpt die regeling wel. Er komt meer praatruimte en dat is goed. Bijvoorbeeld over de renovatie, die nog steeds niet bij wet geregeld is. Tegelijkertijd is door het huidige stelsel veel inefficiency ontstaan en heeft een gemiddelde school een exploitatietekort van € 23.000,- per jaar. Ik wil er daarom niet al te juichend over doen. Bij een centrale regelgeving pakt het niet altijd voor iedereen goed uit en zijn er effecten op lokaal niveau. Ik zie dat het in kleine gemeenten voor veel wethouders heel erg sappelen wordt. Daar verdwijnt de huisvestingexpertise. Of je treft een

10

schooldomein

januari 2015


BESTUUR EN BELEID

wethouder die er te weinig van af weet. Die ontwikkeling is zorgelijk, maar ik begrijp ook waarom het zo werkt. Dat betekent dat een groter schoolbestuur elders expertise moet zoeken om een counter partner te hebben. De VNG geeft aan dat het wegvallen van expertise op gemeentelijk niveau een extra pleidooi is voor een nieuw Schevenings Beraad. Dat zou kunnen opleveren dat een meer regionale sturing nodig is om op de juiste plekken de goede expertise in te zetten.” Hoe ziet de toekomst van scholenbouw eruit? “Je moet heel erg goed naar de realiteit kijken. Er worden niet meer genoeg kinderen geboren en alleen in de stedelijke gebieden vindt nog groei plaats. Renoveren of bouwen zal dus hand in hand gaan met het sluiten van gebouwen. We zullen heel veel creativiteit en expertise nodig hebben om de bestaande gebouwen te transformeren. Ik sprak onlangs een bestuurder uit Friesland met 17 scholen. In elk gebouw stonden twee lokalen leeg, waar hij niets mee kan. De gemeente heeft ze ook niet nodig. Die man is heel veel geld in de exploitatie van zijn gebouwen kwijt. Ik vind dat een onredelijke situatie, maar begrijp wel dat het nu zo werkt. Ook om die reden is het tijd voor een nieuw stelsel, waarbij we beter met de toenemende versnippering kunnen omgaan. Vragen om meer geld is in deze tijd niet zo kansrijk, maar in een ander stelsel kunnen we meer met hetzelfde geld doen.

In een kinderleven is er niets zo normaal dan elke dag naar school te gaan. Je ziet dat jeugdzorg op een natuurlijke manier het onderwijs opzoekt vanwege de buurtfunctie van de school. Ik kan me ook voorstellen dat een wijkteam vanuit een school werkt, omdat eerstelijnsfuncties van daaruit makkelijk georganiseerd kunnen worden. Een mooi voorbeeld is de ontwikkeling van Kindcentra 2020. Die noemen zichzelf geen school meer, maar bieden een integrale voorziening voor ouders en kinderen van 0-12 jaar waarbij vanuit dezelfde educatieve en pedagogische visie wordt gewerkt.”

“Het gaat om verbinden en om het faciliteren van ontmoetingen.”

Wat is ten slotte nog een thema waarop de PO-Raad zich richt? “ICT natuurlijk, waarbij ICT uitdrukkelijk geen doel in zichzelf is. Als hulpmiddel in het onderwijs is het niet meer weg te denken en zal de invloed van ICT en nieuwe media alleen maar verder toenemen. Er leven enorm veel ideeën, maar er leek geen echte doorbraak te komen op dat gebied, bijvoorbeeld rond gepersonaliseerd leren. Die massa heb je wel nodig om de educatieve uitgevers echt aan het werk te zetten. We willen voorop lopen omdat de leden dat van ons vragen. Wij kunnen als PO-Raad wel massa maken en gaan op dit thema die massa in 2015 inzetten.” Kijk voor meer informatie op www.poraad.nl.

schooldomein

januari 2015

11


Ouder worden!

Richtlijnen voor een zorgzame samenleving In onze zorgreeks vertelt algemeen directeur Adri Bevaart van het woonzorgcentrum Avondlicht in Herwijnen over veranderingen in de zorg. Hij waarschuwt voor het toenemende gevaar van vereenzaming onder ouderen en het belang van goed toegankelijke woonzorgcentra.

Tekst en foto’s Sibo Arbeek

“D

e toegang tot de verzorgingshuizen wordt natuurlijk steeds lastiger. Ouderen moeten langer thuis blijven wonen en doen dat ook. De ouderen die hier nu binnen komen hebben meer zorg nodig. We huisvesten hier onder meer een groep van dementerende en somatische cliënten. De ‘gewone’ verzorgingshuisbewoner bestaat haast niet meer. Je ziet dus een verzwaring van de zorgzwaarte aan de ene kant, en leegstand aan de andere kant, aangezien we mensen met een lage ZZP niet meer op mogen nemen. De verzorgingshuizen oude stijl transformeren naar een verpleeghuissetting. Mensen die bij wijze van spreken fietsend binnen komen zie je niet meer. Dat merk je echt. Jaren geleden hadden meerdere bewoners een scootmobiel. Die kom je haast niet meer tegen. Bewoners zijn veel minder mobiel en hebben steeds meer begeleiding nodig om naar buiten te gaan. Je moet dus de maatschappij binnenhalen omdat de mensen zelf de maatschappij haast niet meer ingaan. Mensen wonen hier en hebben hun sociale leven hier. Ze moeten zich thuis voelen en veilig voelen. Dat is minstens zo belangrijk als de zorgverlening. Een aantal zelfstandige ouderen woont in appartementen die ze van de corporatie huren. Daar bieden we zorg op vraag. Deze mensen hebben een alarmeringssysteem en draaien regelmatig mee met onze activiteiten. Dat kunnen ze doen, maar ze hoeven het niet. Je kunt het vergelijken met een strippenkaart. De meeste mensen kunnen het zo goed volhouden. Het probleem is wel dat wanneer ze afhankelijker worden ze vaak een te lage indicatie hebben om opgenomen te worden. Vroeger konden ze doorstromen, maar dat is veranderd. De toegang via de AWBZ/WLZ is steeds beperkter geworden.”

12

schooldomein

januari 2015

Sociale omgeving “Een instelling als de onze is heel belangrijk voor een dorp of wijk, omdat we veiligheid en een sociale omgeving bieden, die er vaak thuis niet meer is. De schaalvergroting in de zorg heeft zeker niet altijd tot kwaliteitsverbetering geleid. Ik geloof heilig in de kleinschaligheid. Je blijft bij de kern, je kan de focus op kwaliteit en het verbinden leggen. De uitstraling van een huis heeft niets met glossy folders te maken, maar wel met hoe er op verjaardagen over je gesproken wordt. Dat persoonlijk contact met alle medewerkers en bewoners is goud, maar dat moet je persoonlijk wel leuk vinden. Je moet als directeur dicht bij alle mensen willen zijn. Bestuurders van grote organisaties kunnen niet anders dan meer afstand creëren naar de werkvloer. Hoeft niks mis mee te zijn, maar laat mij dit maar doen.”

Omslagmoment “De meeste ouderen willen graag op zijn tijd mensen om zich heen hebben. Vanuit de thuissituatie bieden we zorg, zijn er met tafeltje dekje of organiseren activiteiten voor oudere bewoners. De groep van (alleenstaande) ouderen met een lage indicatie gaat de komende jaren behoorlijk groeien. We zeggen wel zo mooi dat mensen langer thuis willen blijven wonen, maar dat zeggen we wel als gezonde mensen die nog vol in het leven staan. Er komt bij haast iedereen een keer een omslagmoment. Mijn moeder is 93 en doet nog zelfstandig boodschappen. Als ze zorgbehoeftig wordt, zal ze niet alleen willen wonen. Laatst vertelde ze me dat ze hele dagen haar stem niet had gebruikt. Dan is een bezoekje van tien minuten door de thuiszorg een welkome onderbreking, maar niet voldoen-


BESTUUR EN BELEID

de om eenzaamheid te voorkomen. Ik ben daarom bang dat we een maatschappelijk ongewenste situatie krijgen. Dit soort huizen biedt veel veiligheid en woongenot. Als ik zou willen ligt het hier gewoon vol. Ik begrijp goed dat we hier ook wel bevoorrecht zijn, aangezien wij weinig concurrentie hebben. Dat maakt het makkelijker om het dorp te betrekken. Dat zal in Amsterdam minder makkelijk zijn.”

Scheiden wonen en zorg “Het scheiden van wonen en zorg leidt tot een andere dynamiek en een verscherping van de bedrijfsvoering. Aangezien mensen met een lage ZZP hier niet meer gehuisvest mogen worden vanuit de AWBZ/WLZ levert dit op korte termijn al leegstand op. Die gaan we oplossen door appartementen te gaan verhuren. Je krijgt dus een mix van mensen met een indicatie die via de AWBZ/WLZ loopt en mensen die gewoon zelfstandig een appartement bij ons huren. Dan maakt het me niet uit waar ze onder vallen. We willen uiteindelijk een huis zijn met kleinere appartementen, grotere met een slaap- en woonkamer en een deel intramuraal. Dan kun je hier blijven wonen als je meer zorg nodig hebt en kan de financiering hierop aangepast worden. We krijgen wel wat minder inkomsten door de verhuur dan vanuit de AWBZ/WLZ, maar dat moet je met een slimme bedrijfsvoering op zien te lossen. Dat zie ik als een wenselijk toekomstbeeld en daarom moet je dit soort huizen nooit sluiten.”

Transities in de samenleving “Alles wat er nu rondom de transities in de zorg gebeurt levert veel extra bureaucratie op. Daar maak ik me zorgen over. Tijd en geld die je in bureaucratie moet steken kan je niet in de zorg voor onze ouderen steken. Voor de hele transitie hebben veel gemeenten extra deskundigheid nodig. Dat is logisch, want in veel gemeenten zijn ze met dezelfde ontwikkeling bezig. Er is geen landelijke registratiemodel, iedere gemeente kan dit op zijn eigen manier doen. Op deze manier vloeit er veel geld de zorg weer uit. Het is wel goed dat we weer naar een samenleving groeien

waarin mensen meer voor elkaar zorgen en activiteiten organiseren. Ik zou wel een steunpunt in het dorpshuis van Asperen willen aanbieden. Dan gaat het om zinvolle activiteiten aanbieden en niet alleen om koffie drinken. Ik zie daar een belangrijke rol voor de wijkteams weggelegd. Zij moeten ervoor zorgen dat de groeiende groep ouderen de zorg en begeleiding krijgen die ze nodig hebben en zelf ook willen. Ook moeten we iets zien te vinden om de ouderen hun huis uit te krijgen en deel te nemen aan sociale activiteiten, dat ze mensen kunnen ontmoeten. Alleen denk ik dat de drempel voor ouderen om ergens heen te gaan hoog is. Zeker als je ouder wordt vind je weggaan over het algemeen vervelend. Ook de vitale senioren van nu komen in een fase van zorg terecht en worden kwetsbaar. De drempel om deel te nemen gaat hoger worden dan we nu vermoeden. Dan helpen die multifunctionele centra niet meer.”

Gebiedsontwikkelingen “Ik geloof wel in kleine maatschappelijk getinte gebiedsontwikkelingen. De krachten in de wijk aanspreken om mensen meer te bieden. Anders worden ouderen wel heel afhankelijk van instanties. Het is heel goed om ouderen en jongeren bij elkaar te brengen. Dat kun je stimuleren door fysieke ingrepen in het gebied te doen. Bijvoorbeeld door straten deels autovrij en gelijkvloers maken. Veilig wonen, veilig oversteken en veilig winkelen zijn de basisvoorzieningen in de toekomst. Ik zie een toekomst waarin er vanuit de wijken en dorpen meer initiatieven worden georganiseerd, zoals een activiteitenprogramma, een gezellige plek om naar toe te gaan en een zinvolle dagbesteding. Maar de individualisering is doorgeschoten het leidt tot een grotere eenzaamheid. Dan is alleen thuiszorg niet meer voldoende, omdat je verder niemand meer ziet. De eenzaamheid en de veiligheid rond de groeiende groep kwetsbare ouderen die zelfstandig wonen is mijn grootste zorg. Ik voorzie dat er weer een behoefte gaat ontstaan/blijft bestaan aan huizen zoals de onze, want elk mens heeft behoefte aan veiligheid en goede zorg als het er op aankomt.”

schooldomein

“We zeggen wel dat mensen langer thuis willen wonen, maar dat zeggen we wel als gezonde, niet afhankelijke mensen.”

januari 2015

13


Nieuwe energie voor een plek vol energie – de sportvereniging

Vitaal sportbeleid als motor voor een energieke samenleving Het sociale en fysieke domein grijpen steeds meer in elkaar. In een tijd dat de financiële middelen beperkt zijn, zien veel gemeenten zich genoodzaakt om de kosten, die sportbeleid met zich meebrengt, terug te dringen. Daarbij wordt ook de ruimte die beschikbaar is in gemeenten om sport en beweging te faciliteren steeds schaarser. Tijd voor een vitaal sportbeleid! Tekst Doriene Bakker

S

teeds meer gemeenten en maatschappelijke organisaties zien het belang en de meerwaarde van sport, bijvoorbeeld voor de fysieke en mentale gezondheid en sociale cohesie. Dit is niet nieuw. Nieuw is de sterkere focus op de mogelijkheden die sportvoorzieningen, -accommodaties en -infrastructuur bieden om breder en effectiever ingezet te worden voor diverse maatschappelijke doelen. Hierbij kan gedacht worden aan het inzetten van deze voorzieningen bij het vervullen van de taken die op gemeenten afkomen vanwege de decentralisa-

Iedere accommodatie heeft zijn eigen bereik.

ties in het sociaal domein, maar ook het scheiden van wonen en zorg. Het breder inzetten van sportvoorzieningen, -accommodaties en -infrastructuur vergroot de financiële en maatschappelijke waarde en levert meer rendement op. Meer aandacht voor zelfredzaamheid, participatie en maatschappelijk initiatief is onlosmakelijk verbonden met dit onderwerp. Dit verandert de manier waarop we taken, rollen en verantwoordelijkheden (moeten) verdelen en vraagt om verdergaande samenwerking. Het vitaliseren van het sportbeleid en het zoeken naar die meerwaarde doen gemeenten dan ook samen met sportverenigingen en maatschappelijk partners (zoals zorgaanbieders). Vitaal sportbeleid verbindt de kracht en potentie van sportvoorzieningen, -accommodaties en -infrastructuur aan de brede maatschappelijke doelstellingen. Sportbeleid staat daarbij niet op zichzelf, maar helpt om partijen en verenigingen ‘in de juiste stand te zetten’. Daarbij is het uitgangspunt dat er enorm veel kracht en expertise bij verenigingen ligt, maar niet altijd de organisatorische know how aanwezig is om vanuit een breder maatschappelijk perspectief te leren werken. Landelijk zijn hier inmiddels goede voorbeelden beschikbaar, zoals in de gemeente Enschede.

Stappenplan voor vitaal sportbeleid Om te komen tot vitaal sportbeleid heeft ICSadviseurs met een aantal kernpartners een compact en

14

schooldomein

januari 2015


BESTUUR EN BELEID doelmatig stappenplan ontwikkeld. Een stappenplan dat houvast biedt en tegelijkertijd ruimte geeft voor maatwerk, afhankelijk van de lokale omstandigheden.

Stap 1 – Uitgangspunten en doelen De basis voor vitaal sportbeleid is een kaart die inzicht geeft in de bestaande situatie (basiskaart). De kaart maakt inzichtelijk welke activiteiten en voorzieningen worden aangeboden en waar dat gebeurt. Dit beperkt zich niet tot de sportactiviteiten en –accommodaties, het biedt een totaal inzicht over het gehele aanbod in de gemeente – de fysieke en sociale infrastructuur. Het aanbod vertalen wij naar de (brede) maatschappelijke doelen waaraan zij bijdragen om inzicht te krijgen in de dekking en spreiding van het huidige aanbod. Op basis van deze kaart is het mogelijk om de uitgangspunten en doelen van het vitaal sportbeleid te definiëren.

Sterkere focus op effectiever inzetten sport ten behoeve van diverse maatschappelijke doelen.

Stap 2 – Kansenkaart Een werkgroep met voldoende expertise op het gebied van de brede vraag en het aanbod aan activiteiten verkent in interactieve werksessies de kansen en knelpunten aan de hand van de ‘basiskaart’, de maatschappelijke doelen en relevante beleidsontwikkelingen. De werksessies starten met het creëren van een vrije en open sfeer om bestaande (referentie)kaders los te laten en te ‘kijken in kansen’. De verkenning vertaalt zich in een ‘kansenkaart’. De ‘kansenkaart’ is de weergave van alle mogelijkheden.

Stap 3 – Kansrijke clusters Kansrijke clusters komen tot stand door een verdiepingsslag op de ‘kansenkaart’. Wijken, gebieden en buurten kennen andere behoeften en aandachtspunten. Dit vertaalt zich naar een variatie in het aanbod van activiteiten en een variatie in de multifunctionele

inzet van sportaccommodaties. Van belang is dat gemeenten, sportverenigingen en maatschappelijke partners aandacht hebben voor deze verschillen maar op zoek gaan naar samenwerking, open staan voor verkenning van de raakvlakken en bereid zijn om buiten bestaande kaders te denken. Een belangrijk onderdeel hierbij is het gezamenlijk nadenken over de mogelijkheden en beperkingen van verschillende soorten sportaccommodaties. Grofweg is er een onderscheid tussen zwem-, binnen- en buitensportaccommodaties. Ieder soort accommodatie heeft zijn eigen bereik. Het bereik is van invloed op het welslagen van een combinatie van activiteiten op één plek. Het resultaat van stap 3 is een aantal scenario’s met integrale kansen.

Stap 4 – Kansrijke verbindingen De kansrijke clusters maken onderdeel uit van het eindproduct, het vitaal sportbeleid, dat in deze laatste stap tot stand komt. Het vitaal of activerend sportbeleid bevat een visie op sport en bewegen gerelateerd aan brede maatschappelijke doelen, waarin in ieder geval sportaanbod, -stimulering, -voorzieningen, -accommodaties en -infrastructuur aan bod komen. De lokale situatie en behoeften zijn hierop van invloed en vragen om maatwerk. De strategische agenda formuleert de vervolgstappen die de ambities van het vitaal sportbeleid vertalen naar concrete actie en tastbaar resultaat. Denk hierbij aan een programma van uitvoering en een programma voor accommodatieontwikkeling.

Daarbij is het uitgangspunt dat er enorm veel kracht en expertise bij verenigingen ligt.

Nieuwe energie voor en door een plek vol energie! Wilt u meer weten over het stappenplan vitaal sportbeleid? Neem dan contact op met Doriene Bakker van ICSadviseurs: Stappenplan vitaal sportbeleid.

doriene.bakker@icsadviseurs.nl, 06 2061 3215.

schooldomein

januari 2015

15


Succesvolle kennissessie exploitatie kulturhusen Bij de bouw en eigendomstransacties van Trefkoele+ is gebruik gemaakt van de fiscale aftrekmogelijkheden die de belastingwetgeving biedt voor kulturhusen. Ook de exploitatie is in overleg met de belastinginspecteur vanuit fiscaal perspectief geoptimaliseerd. Een perfecte locatie dus voor een goedbezochte kennissessie over fiscaliteit en exploitatie kulturhusen, georganiseerd door Stimuland, ICSadviseurs en EFK Belastingadviseurs. Tekst Igor Grevers

N

a de opening door Jeroen Geerdink van Stimuland presenteerde Igor Grevers van ICSadviseurs vijf tips die de exploitatie van kulturhusen, dorpshuizen en mfa’s kunnen optimaliseren.

1. B enut de AWBZ en Participatiewet bij het beheren van uw kulturhus AWBZ en Participatiewet heeft onder andere tot doel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te helpen en begeleiden bij het zelfstandig kunnen verrichten van werk. Kulturhusen zijn prima plekken voor het opdoen van werkervaring. Het succes zit bijvoorbeeld in een (commerciële) combinatie van horeca en faciliteiten voor vergaderen en zzp-ers. In praktijk worden handige hulpmiddelen toegepast, zoals bedrijfskleding, takenlijsten, ‘lastige vragen’ koffertje en balanskaarten.

2. Richt een WMO huiskamer in In relatie tot de WMO en de transities in het sociaal domein, ligt er een kans voor kulturhusen om een huiskamerfunctie voor senioren in te richten in de ontmoetingsruimte/foyer. Door inzet van vrijwilligers bij het ophalen en begeleiden van activiteiten kan de bijdrage voor deelname en horeca beperkt blijven. Het mes snijdt aan twee kanten: het zorgt voor maatschappelijke meerwaarde door tegengaan van vereenzaming en het verbinden van verschillende doelgroepen, het heeft een aanzuigende werking op de overige functies in het kulturhus en voor (gedeeltelijke) financiering van deze functie kan een beroep worden gedaan op gemeenten.

16

schooldomein

januari 2015

3. Richt een businessclub op Kulturhusen kunnen zich profileren als dé ontmoetings- en netwerkplek voor lokale ondernemers, door het opzetten van een ‘businessclub nieuwe stijl’, laagdrempelig en lokaal geënt. Ondernemers maken via de businessclub kennis met de mogelijkheden van het kulturhus, bijvoorbeeld als werkplek van een gezamenlijke administratieve kracht in combinatie met een receptiefunctie voor het kulturhus of afname van de jaarlijkse kerstpakketten via de Wereldwinkel.

4. Sponsoring 2.0 In een tijd waarin subsidies en sponsoring teruglopen, maar de bereidheid om ‘iets’ te doen voor de gemeenschap en zeker voor de eigen directe leefomgeving toe neemt, is crowdfunding ook bij kulturhusen een steeds vaker toegepast middel om met kleine giften een groot bedrag op te halen voor een gericht, afgebakend, doel. Voor meer informatie: http://www. vkkgelderland.nl/node/6329.

5. Laat een Energie Prestatie AnalyseUtiliteitsbouw (EPA-U) uitvoeren Een beperkte investering met op lange termijn een hoge opbrengst! Veel Overijsselse Kulturhusen hebben inmiddels met gebruikmaking van subsidie een EPA-U laten uitvoeren. De terugverdientijd van een (gemiddeld) investering van € 3.400,- in bijvoorbeeld isolatie van circulatieleiding, vervangen van VR- door HR-ketels en het aanbrengen van energiezuinige verlichting is met een gemiddelde energiebesparing van € 750,- per jaar 4,5 jaar!


BESTUUR EN BELEID

fiscaliteit en in Trefkoele+ Exploitatiemodel 2.0 Er was veel belangstelling voor het ICS Exploitatiemodel 2.0. Het in 2013 als onderdeel van het Handboek Exploitatiemodel ontwikkelde exploitatiemodel is op een aantal onderdelen aangepast. De online module is vervangen door een in Excel werkend model, waardoor deze ook ‘offline’ door alle kulturhusen is te gebruiken. De exploitatiescan geeft een beeld van de globale exploitatie van een accommodatie. Bovendien maakt de scan het mogelijk om iedere accommodatie afzonderlijk te vergelijken met een landelijke benchmark van exploitatiegegevens. Hierdoor krijgen kulturhsen in een kort tijdbestek inzicht in hun exploitatieresultaten ten opzichte van andere kulturhusen en dorpshuizen.

Meer plezier van de BTW “U betaalt alleen BTW om de schatkist te spekken, reden genoeg om gebruik te maken van de fiscale aftrekmogelijkheden die de wetgeving biedt voor de exploitatie of bouw van uw kulturhus”, aldus Gerrit van de Kamp van EFK Belastingadviseurs: “BTW is een verbruiksbelasting, geregeld in de Wet omzetbelasting 1968. In een breder kader zijn echter de BTW richtlijnen van de EU van toepassing. Dit leidt er de laatste jaren toe dat diverse procedures zijn gevoerd, gericht op het verkrijgen van duidelijkheid in hoeverre de Nederlandse fiscale regelgeving past binnen de Europese richtlijnen. Voor kulturhusen heeft de Hoge Raad bijvoorbeeld in dat kader bepaald dat verhuur van multifunctionele ruimten in kulturhusen in bepaalde gevallen met BTW belast kan worden.

EFK Belastingadviseurs heeft Trefkoele+ geadviseerd ten aanzien van de BTW. Dit heeft na overleg met de belastinginspecteur geresulteerd in het volgende: • Sporthallen ten behoeve van sport en biljart worden belast met 6% BTW, bij evenementen geldt een percentage van 21%. Bibliotheek opteert voor BTW-belaste verhuur. Horeca heeft een gemengd percentage van 6 en 21%. De overige huurders zijn vrijgesteld van BTW. • 50% van het gebruik van multifunctionele ruimten wordt belast met BTW. Trefkoele+ verzorgt de services en heeft de ruimten ingericht voor multifunctioneel gebruik. •8 1% van BTW op bouwkosten komt voor aftrek in aanmerking, door de omzetverhouding belast/vrijgesteld. • Aftrek BTW op inrichtingskosten overeenkomstig gebruik van de goederen: 100% op sport en horeca, 0% voor vrijgestelde prestaties (bijvoorbeeld inrichting vrijgesteld verhuurde ruimtes), 81% voor goederen die voor zowel belaste als vrijgestelde prestaties worden gebruikt. • Aftrek BTW op exploitatiekosten: zie inrichtingskosten. Voorbeelden: onderhoud gebouw en administratiekosten. Servicekosten excl. BTW, zodat BTW volledig in aftrek kan worden gebracht, met uitzondering van multifunctionele ruimten (all-in huurprijs vrijgesteld van BTW, vaste huurders).

“Reden genoeg om gebruik te maken van de fiscale aftrek­ mogelijkheden.”

Voor meer informatie belt of mailt u met Igor Grevers van ICSadviseurs, igor.grevers@icsadviseurs of 06 10 13 54 96. Het Handboek Exploitatiescan kulturhusen kunt u hier downloaden: www.icsadviseurs.nl/downloads/handboek-kulturhusen.pdf.

schooldomein

januari 2015

17


www.modulairelichtstraten.velux.nl


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat

schooldomein

januari 2015

19


Expertmeetings op de NOT

Trends voor 2015! In samenwerking met Ruimte OK organiseert Schooldomein gedurende de NOT-week een aantal expertmeetings. Daarbij worden schoolleiders uit het onderwijs en bestuurders en ambtenaren van gemeenten uitgenodigd. Maar iedereen mag en kan meediscussiëren. In dit artikel meer informatie daarover. Tekst Marco van Zandwijk en Sibo Arbeek

D

e Nederlandse Scholenbouw staat op een vooravond van een grote transitie. Actuele onderwerpen die leidend zullen zijn in deze transitie staan centraal op het kennisplein van de hal Bouw, Facilitair en Inrichting op de NOT2015. Het blad Schooldomein en Kenniscentrum Ruimte-OK organiseren tijdens de NOT meerdere inspirerende interactieve expertmeetings waar bezoekers aan kunnen deelnemen. Tijdens deze expertmeetings gaan experts op specifieke thema’s met elkaar in gesprek op basis van een aantal voorliggende stellingen. Naast een uitwisseling van ervaringen en delen van kennis op deze thema’s zal ook het aanwezige publiek worden uitgedaagd actief deel te nemen. Expertmeetings die zullen plaats vinden hebben de volgende thema’s:

20

schooldomein

Hoe kan je een negatieve spiraal doorbreken, welke denkrichtingen vormen de basis voor een succesvolle aanpak? Hoe krimp om te buigen tot een groei in kwaliteit?

Expertmeeting ‘Leeromgeving 2020’ Heeft de leeromgeving niet zijn langste tijd gehad? Is het nog van deze tijd om in ‘statische’ gebouwen te blijven denken? Vindt het leren niet juist buiten de muren van het klaslokaal, c.q. het schoolgebouw plaats? Welke invloed hebben de inrichting en de ICT-ontwikkelingen gehad op het leerproces? Is het gebouw daarin leidend of volgend? Kortom hoe ziet de leeromgeving er uit in 2020 en hoe kan je daar nu al op anticiperen?

Expertmeeting ‘Krimp’

Expertmeeting ‘Het goede schoolgebouw’

Hoe ga je effectief om met Krimp? Wat zijn de gevolgen van demografische krimp en welke consequenties heeft deze krimp voor de fysieke leeromgeving?

Is een schoolgebouw al niet verouderd bij het moment van oplevering? Wat verstaan wij anno 2015 onder een goed schoolgebouw? Welke parameters

januari 2015


NOT

bepalen de kwaliteit van een goed, gezond en betaalbaar schoolgebouw? Wat is er nodig om deze kwaliteit te realiseren en te behouden? Wie is in staat die kwaliteit te beoordelen en wat dient daarbij de rol te zijn van de opdrachtgever.

Expertmeeting ‘Duurzaamheid/ financieren’ Is goede duurzame huisvesting nog wel te realiseren binnen huidige financiële kaders? Op welke manier kan de GreenDeal verduurzaming scholen daadwerkelijk helpen een versnelling te realiseren waarmee bestaande gebouwen in rap tempo worden verduurzaamd? Hoe komen wij tot een andere wijze van denken waarmee een grote vervangingsopgave financierbaar wordt.

Geen discussie zonder stellingen In elke expertmeeting gaat een groep experts aan de slag met een aantal stellingen. De discussieleider nodigt het publiek nadrukkelijk uit om mee te denken en te praten. Het doel is dat elke meeting een aantal richtinggevende uitspraken voor 2015 oplevert en de belangrijke thema’s benoemt. Van de opbrengst van de expertmeetings wordt een speciaal SchooldomeinRuimte OK katern samengesteld, dat met Schooldomein nummer 4 wordt meegestuurd.

Hieronder staan de stellingen per thema: Stellingen rond de krimp: • Krimp is de nieuwe groei • Krimp kun je niet lokaal oplossen • Krimp dwingt tot multifunctioneel denken • Krimp gaat niet over gebouwen, maar over bereikbaarheid • Krimp creëert ruimte voor experimenten De Leeromgeving 2020: • Het klaslokaal heeft zijn langste tijd gehad • Het lokaal blijft het vertrekpunt van het onderwijsproces • Het gebouw is niet leidend in het leerproces • Het inrichtingsconcept bepaalt steeds meer de onderwijskundige mogelijkheden • Gepersonaliseerd leren heeft de toekomst Het goede schoolgebouw: • Een schoolgebouw is al verouderd bij oplevering • Kwaliteit kost geld en dat is er onvoldoende • Een goed gebouw wordt vanuit de exploitatie ontworpen • Alleen de gebruiker kan de kwaliteit van een gebouw beoordelen • Voor een goed gebouw is een goede opdrachtgever nodig

De Nationale Onderwijstentoonstelling (NOT) is de grootste vakbeurs voor professionals in het PO, VO en MBO. Nergens anders is er zo’n compleet aanbod: ruim 400 exposanten brengen u het nieuwste uit de markt. U kunt informatie vinden over de volgende segmenten: algemene leermiddelen en materialen; management, advies en organisatie; bouw, facilitair en inrichting; dagtrips, theater en cultuur; leren en onderwijzen met ICT. “Scholen zijn elke dag bezig het allerbeste uit hun leerlingen te halen en we zien dat moderne leermiddelen daarin een steeds grotere rol spelen. De aanstaande NOT lijkt me een mooie gelegenheid voor leraren om zich te laten inspireren en te kijken wat voor de eigen lespraktijk zou kunnen werken en wat niet”, aldus staatssecretaris Sander Dekker, die ook aanwezig is op de NOT: Sander Dekker gaat als keynote speaker tijdens de NOT 2015 een dialoog aan over #Onderwijs2032. De centrale vraag tijdens deze bijeenkomst is: wat moeten kinderen leren op school zodat ze klaar zijn voor hun toekomst? Deze keynote sessie is op woensdag 28 januari om 10.15 uur.

Duurzaamheid/ financiën: • Scholen lopen vast in alle regelingen en voorschriften • Duurzaamheid wordt teveel gefocust op het niveau van het project • Verduurzamen is meer een beleidsvraagstuk dan een exploitatievraagstuk • Duurzaamheid is geen doel op zich • Het bestaande stelsel heeft zijn langste tijd gehad

Wanneer en waarover U kunt op de volgende momenten aan de expertmeetings deelnemen: • Expertmeetings leegstand en krimp: dinsdag 27-1 en donderdag 29-1 van 13.15 tot 14.00 uur • Expertmeetings leeromgeving 2020: dinsdag 27-1 en donderdag 29-1 van 15.15 tot 16.00 uur • Expertmeetings het goede schoolgebouw: woensdag 28-1 en zaterdag 31-1 van 13.15 tot 14.00 uur • Expertmeetings duurzame school en vernieuwde financieringsvormen: woensdag 28-1 en zaterdag 31-1 van 15.15 tot 16.00 uur

“Van de opbrengst van de expertmeetings wordt een speciaal SchooldomeinRuimte OK katern samengesteld.”

Sibo Arbeek en Marco van Zandwijk zijn lid van de adviesraad van de NOT, waar verder Arnoud van Spijk, Wim van Schie, Frank Straus en Gerard Sterkenburg lid van zijn. Kijk voor meer informatie op www.ruimte-ok.nl of op de Facebookpagina van Schooldomein.

schooldomein

januari 2015

21


Studiereis van STALAD naar fabrieken VS

We are designed Een bus vol schoolleiders reed op dinsdag vier november naar het Duitse Tauberbischofsheim om op uitnodiging van STALAD de fabrieken van VS te bezoeken. Hoogtepunt vormde een bezielende workshop door Dr. Dieter Breithecker van de Bundesarbeitsgemeinschaft für Haltungs- und Bewegungsfördering met als motto: we are designed to move!

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Johan Woortman en Okko Veling

“Kinderen die intuïtief kunnen bewegen leren ook beter.”

22

schooldomein

W

aarom een expertreis op uitnodiging van STALAD naar VS in Taubersbischofsheim? in Taubersbischofsheim? Daar ligt de enorme fabriek waar het merk VS al 120 jaar meubels ontwerpt, produceert en afzet. Directeur Henk Grendel: “Ik ben er trots op dat STALAD zich na een moeilijke tijd zo goed hersteld heeft en weer het vertrouwen van de markt heeft gekregen. Wij zijn er ook trots op dat we voor de Nederlandse markt de distributie en verkoop van VS mogen regelen. Eigenlijk hebben we het de afgelopen jaren veel gehad over binnenklimaat en licht, maar weinig over ergonomie. Bewegend onderwijs is een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen focussen en leren.” Gevolg: op reis met een bus vol directeuren en facilitaire medewerkers vanuit het onderwijs, die al wel iets met STALAD en VS meubilair hebben.

januari 2015

Impressies tijdens de reis Er is voldoende tijd om in de bus over de verwachtingen van de deelnemers te praten. “We zijn bezig met de nieuwbouw van CBS Het Anker in Zuidhorn, waar we met twee scholen in gaan.” Aan het woord zijn de duo-directeuren Janneke Smid en Klarie Zwarteveen: “We zijn in het basisonderwijs zo fout bezig. Peuters zijn gewend te bewegen en dan leren we ze stil te zitten. Veel bestaande gebouwen en bestaande inrichtingen lenen zich nog niet voor verschillende werkvormen. Wij weten wat we willen en zoeken deze reis vooral naar een goede invulling van onze leerpleinen.” We praten verder over de effecten van krimp. Janneke vertelt: “Ons bestuur heeft meerdere scholen in het Noorden, die met krimp te maken hebben. We hebben al vijf succesvolle samenwerkingsscholen ge-


ONTWERP EN INRICHTING

to move realiseerd, waarbij openbaar en bijzonder onderwijs voor de gemeenschap behouden zijn gebleven. Als je echt wilt kan dat binnen een jaar geregeld zijn. “ Jan Bartelds werkt nu, als stafmedewerker bij Stichting Baasis, die sinds 1 januari 2009 verantwoordelijk is voor het primair openbaar onderwijs in de gemeenten Haren en Tynaarlo: “We hebben zestien scholen en op de meeste scholen staat VS meubilair. Ik zit zelf al 38 jaar in het onderwijs en zie met eigen ogen en heb ervaren dat het bewegend zitten goed werkt. Je ziet kinderen op een heel natuurlijke manier geoorloofd wiebelen tijdens het leren en werken. Voor de leerkrachten is dit niet hinderlijk omdat de stoelen meebewegen. Bovendien is het blad van VS-tafels zo duurzaam dat er geen krassen op komen of hoekjes afbreken. Ik geloofde het niet totdat Johan met een ijzeren staaf op een VS-tafel begon te slaan; geen krasje te bekennen.” Eddy Lukje is directeur van de openbare basisschool Brunwerd in Uithuizen. Hij gaat met twee collega scholen in een nieuwe brede school en oriënteert zich op de inrichting ervan: “Ik stel me voor dat we een aantrekkelijk facilitair hart in ons nieuwe gebouw maken met loungeplekken voor docenten. Wat ik belangrijk vind is dat docenten alles binnen handbereik hebben, zodat ze niet voortdurend hoeven te zoeken.

Deze reis gebruik ik om me te laten inspireren over de inrichting van vooral de algemene ruimten.” Okko Veling zweert als hoofd conciërge van het Zernike College bij VS meubilair: “Het is mooi en duurzaam. Die combinatie kom je niet overal tegen en ik heb al heel wat typen meubels uitgeprobeerd.” Voor Okko is de reis actueel omdat hij in een nieuwbouw traject in Haren zit. Hij reist samen met zijn collega Peter van der Leij, die verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering op alle zes scholen van het Zernike College. Peter is wat kritischer: “Ik

schooldomein

januari 2015

23


heb pas besloten als ik zeker weet dat een leverancier zijn afspraken goed nakomt.”

“Deze reis gebruik ik om me te laten inspireren over de inrichting van vooral de algemene ruimten.”

24

schooldomein

Chris Knol is hoofd ICT van het dr. Nassau College in Assen met meerdere vestigingen en reist samen met zijn collega Friederich Trouerbach, hoofd facilitair bedrijf. Het is de bedoeling dat Chris de rol van Friederich in de toekomst gaat overnemen: “We hebben voor onze vijf vestigingen voor de leerlingensetjes een raamcontract met STALAD afgesloten. Voor ons zijn het bewegend zitten en de kwaliteit doorslaggevend om voor VS meubels te kiezen. De leerlingensetjes kopen we bij STALAD, voor de inrichting van de leerpleinen zijn we ons nog aan het oriënteren. We kiezen ook voor STALAD omdat we een goede relatie met Johan Woortman hebben. Een goede vertegenwoordiger is vaak belangrijker dan het bedrijf dat hij vertegenwoordigt.” Geert Jan Slager is bovenschools manager van het OPO Borger-Odoorn, waaronder ruim 10 scholen vallen. “Onze gebouwen zijn technisch in orde, maar het meubilair van een aantal scholen is aan vervanging toe, dus daar gaan we mee aan de slag. Nu is er ruimte om te investeren. Wat me in VS meubilair aanspreekt is de uitwisselbaarheid.” Zijn collega Jaap Hilbrands knikt: “We hebben meerdere bedrijven gehad, maar kiezen toch voor STALAD vanwege de kwaliteit en uitstraling. Je wilt toch ook dat het er een beetje aardig uitziet.”

januari 2015

Het Wessel Gansfort College heeft zes vestigingen in Groningen. Wim Eizinga is locatiebeheerder:” Ik ben bij elke verbouw en aanpassing betrokken. Daarvoor is up to date kennis van belang. VS meubels zijn niet de goedkoopste, maar we kiezen bewust voor de kwaliteit. Ik zit nu 28 jaar in het onderwijs en ging als conciërge elke dag de klassen door om kapot meubilair te herstellen. Nu is er niets meer aan de hand.”

Leren is bewegen VS betekent Vereinigte Spezialmöbelfabriken en bestaat ruim 100 jaar. In de fabriek worden behalve schoolmeubelen ook bedrijfsmeubelen en meubelen voor de particuliere markt gemaakt. Afhankelijk van het seizoen werken er circa 1.000 medewerkers in het complex, die in 2013 goed waren voor 155 miljoen euro omzet, oftewel 720.000 stoelen en 320.000 tafels jaar die in 170 LKW’s per week naar alle windstreken werden vervoerd. Het zwaartepunt voor de export is Europa met een dekking van 65% in Duitsland. In toenemende mate wordt naar het Midden Oosten geëxporteerd. Na een eerste rondleiding door de fabriek geeft wetenschapper en ergonoom Dieter Breithecker zijn inspirerende workshop: “Leren is bewegen en dat wordt vaak vergeten. Natuurlijk bewegen heeft een positief effect op het fysieke en psychische welbevinden. Bij beweging denken we vaak aan fitness, maar een continue beweging overdag is veel beter en effectiever. De schoolomgeving bepaalt elke dag weer in belangrijke mate de (zit-) houding van kinderen


ONTWERP EN INRICHTING

en mijn conclusie is dat kinderen nog steeds teveel zitten. Teveel zitten kan tot chronische ziekten leiden zoals obesitas, psychische problemen, auto-immuniteit, chronische rugklachten en diabetes. We moeten dus in ons leer- en werkproces voorwaarden scheppen, waarbij beweging onbewust geïntegreerd wordt. Spieren hebben een immens belangrijke functie voor de biologische kwaliteit van het lichaam: we are designed to move.”

Het ontwerpproces ”Je moet naar het gedrag van leerlingen kijken om te zien hoe je een stoel moet ontwerpen. Kinderen die intuïtief kunnen bewegen leren ook beter. Veel stoelen zijn lineair ontworpen en statisch in gebruik en daarmee slecht voor de gebruiker. Als een kind teveel stil moet zitten zal het zich minder kunnen focussen. Een vaste tafel-stoelcombinatie is zogenaamd goed voor de leraar, omdat kinderen zich dan fixeren, maar eigenlijk is het een vorm van mishandelen. Bovendien vinden leerlingen altijd de zwakke plekken in statisch meubilair en dat betekent dat de beheerkosten toenemen. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen op beweeglijk meubilair beter presteren. Een meubel dat spontane beweging toestaat is ook het beste medicijn voor kinderen met ADHD. Om kinderen te laten leren, moeten ze aandacht hebben, om aandacht te hebben is beweging belangrijk. De organisatievormen van morgen en de onderwijskundige concepten vragen om een andere ruimte-indeling. Het moet eigenlijk worden verboden om lineaire meubels te plaatsen, die leerlingen beperken in hun bewegingsvrijheid en ervoor zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs afneemt. Een groep van 25 leerlingen heeft niet 25 stoelen en 25 tafels nodig, maar een mix aan meubels die verschillende werk- en bewegingsvormen mogelijk maken.”

Hoge kwaliteitsstandaard Philipp Müller is directeur marketing van VS: “De Nederlandse markt is voor VS erg aantrekkelijk. De kwaliteitsstandaard ligt hoog en er is ruimte voor nieuwe

werkvormen. Dat maakt dat het onderwijs open staat voor onderwijskundige vernieuwingen, waarbij goed gekeken wordt naar het effect op het leergedrag van kinderen. Wij positioneren ons met kwaliteit en techniek op een hoog niveau en daarom passen onze meubels bij de Nederlandse markt, waarbij STALAD een betrouwbare partner is. Overal in de wereld zie je het concept van open leeromgevingen en leerpleinen ontstaan. Dat betekent dat je in het ruimtegebruik snel moet kunnen inspelen op verschillende didactische werkvormen. Ons nieuwe concept heet Shift+, waarmee we onze visie op bewegend leren en flexibiliteit in een nieuwe lijn vertaald hebben. STALAD kijkt niet alleen naar het meubel, maar prikkelt om een totale uitdagende leeromgeving te creëren.” Voor meer informatie surft u naar www.systemhausschule.de of www.vs-moebel.de.

Deelnemers expertreis Okko Veling hoofdconciërge Zernike College Groningen Peter van der Leij hoofd bedrijfsvoering Zernike College Groningen Chris Knol Hoofd ICT dr. Nassau College Assen Friederich Trouerbach Hoofd facilitair bedrijf dr. Nassau College Assen Directeur openbare basisschool Brunwerd in Uithuizen Eddie Lukje Janneke Smid Penta Primair, CBS Het Anker Klarie Zwarteveen Penta Primair, CBS Het Anker Geert Jan Slager Bovenschools manager OPO Borger-Odoorn Jaap Hilbrands OPO Borger-Odoorn Wim Eizinga locatiebeheerder Wessel Gansvoort College Groningen Sibo Arbeek hoofdredacteur Schooldomein Jan Bartelds Stichting Baasis, openbaar basisonderwijs Haren/ Tynaarlo Henk Grendel algemeen directeur Stalad/Bomefa Johan Woortman accountmanager STALAD Hans Stienstra accountmanager STALAD Jannette Berg accountmanager STALAD

schooldomein

januari 2015

25


Ruimte voor Leren en Ontmoeten

Bij de realisatie van scholen en andere maatschappelijk vastgoed gaat het om zekerheid. U wilt als opdrachtgever zeker weten dat het te realiseren bouwwerk aan alle eisen met betrekking tot functionaliteit, energieprestatie en veiligheid voldoet. Dat het binnen de afgesproken tijd wordt opgeleverd, strikt binnen budget. Maar u wilt 贸贸k exact weten waar u de komende decennia qua exploitatie en beheer aan toe bent. Dat vraagt een ervaren partner met specifieke expertise. Een innovatieve, conceptuele bouwer. SMT Bouw & Vastgoed realiseert voor u ruimte om te leren en te ontmoeten.

Meer weten? Op onze website treft u uitgebreide projectinformatie aan.

www.smt-benv.nl


ONTWERP EN INRICHTING

De keien van Leiderdorp

Organische vorm past naadloos in de wijk Aan het einde van de Vronkenlaan in Leiderdorp liggen drie organische vormen, die met luchtbruggen zijn verbonden in een parkachtige omgeving en prachtig geïntegreerd in de wijk. Het is het nieuwe gebouw van de Daltonschool De Leeuwerik en Kindcentrum Hoftuyn, die door een sportzaal in het midden verbonden zijn. Het geheel is duidelijk meer dan de som van de delen. De moeite van een bezoek waard!

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Frencken Scholl Architecten

Rogier Brieko van VKZ BV heeft samen met zijn collega Anke van de Wiel het projectmanagement van de nieuwbouw verzorgd: “Het gebouw ligt op de plek waar eerst De Leeuwerik en de PWA stonden. De PWA wachtte al tien jaar op een nieuw eigen gebouw, nadat het vorige was afgebrand. De Leeuwerik wilde geen onderdeel van een brede school zijn, maar wel een gebouw delen. Kindcentrum Hoftuyn vormt samen met basisschool Prins Willem Alexanderschool en Stichting Kinderopvang Leiderdorp een brede school, waarin onderwijs en (verlengde) opvang hand in hand gaan. Het nieuwe gebouw is geschikt voor circa 750 kinderen, telt dertig lokalen en verschillende leerpleinen rond de centrale ruimten.”

Eigen benadering Architect Peter Scholl van Frencken Scholl Architecten over de structuur: “Elke school heeft een eigen onderwijskundige benadering die je ook in de plattegrond terug ziet. Kindcentrum Hoftuyn is centraler van opzet; de ingang komt direct in de centrale ruimte uit, waar ook een grote open keuken ligt. De school en kinderopvang gebruiken dezelfde ruimten. Bij de PWA speelt de klassikale instructie een belangrijke rol en zijn de leerpleinen meer ondersteunend. De

Leeuwerik kent naast de hoofdingang vier aparte entrees, die toegang geven tot telkens vier ruimten met leerpleinen, die weer aan de centrale ruimte grenzen. Dat heeft met het Daltononderwijs te maken, waarbij leerlingen al snel zelfstandig leren werken. Het centrum van De Leeuwerik wordt door het open theater gevormd, waar alles op uitkomt. Vier lokalen liggen telkens om een leerplein. In beide scholen speelt de combinatie van theater en trap een grote rol.”

Onderwijskundige opgave Rogier: “De vorm is heel bijzonder. Je ziet drie zelfstandige bouwdelen en toch vormt het één geheel. Dat is logisch voortgekomen uit het door ons ingezette proces, waarbij we het onderwijs centraal hebben gesteld. Samen met de scholen hebben we een Programma van Eisen (PvE) geschreven waarbij elke school binnen de contouren van het ontwerp zijn eigen wensen kon inbrengen. Het PvE hebben we op basis van een onderhandse aanbesteding vertaald, waarbij de architect op het ontwerp is gekozen. De andere inschrijvers hadden toch een fors volume ontworpen; Peter Scholl koos voor drie gebouwdelen met een eigen karakter die toch met elkaar verbonden waren. Hij had de onderwijskundige opgave het beste begrepen.”

schooldomein

“Je ziet drie zelfstandige bouwdelen en toch vormt het één geheel.”

januari 2015

27


“Een gebouw is een middel om het primaire proces te faciliteren” VKZ BV begeleidt onderwijsprojecten van initiatief- tot en met uitvoeringsfase. Wij onderscheiden ons – naast een persoonlijke benadering – door een sterk pragmatische en resultaatgerichte aanpak van onze onderwijsprojecten. De combinatie van managementvaardigheden met financiële kennis kenmerkt de werkwijze en staat voor een strategische aanpak met gevoel voor realiteit. Door een transparante en proactieve wijze zijn we iedereen minimaal 1 stap voor!

AANKONDIGING – VKZ SEMINAR DE BREDE SCHOOL; HET GEDWONGEN HUWELIJK ? Hoe komt de samenwerking tussen de Brede School Partners tot stand? DONDERDAG 12 MAART 2015 / 14.00 uur / HET LICHTRUIM in DE BILT

Aanmelden door van een mail naar info@vkzbv.nl Aanmelden viamiddel www.vkzbv.nl

Sprekers: • Saskia Knoop, directeur VKZ BV • Gerrit Versteeg, procesmanager Woonstichting SSW De Bilt • Rob Schouw, directeur Het Kunstenhuis De Bilt • Kees Wassenaar, wethouder gemeente Leiderdorp • Maria Loomans, directeur SKZ Zoeterwoude VKZ BV - financiële vastgoed- en gebiedsmanagers Rembrandtlaan 31 • 3723 BG Bilthoven T 030-2517476 I www.vkzbv.nl @vkzbv VKZ BV Integraal Kindcentrum Binnenste Buiten Huissen

Integraal Kindcentrum Prins Willem Alexander Vlaardingen

kindcentra

Daltonschool De Leeuwerik en Kindcentrum Hoftuyn Leiderdorp

www.frenckenscholl.nl Integraal Kindcentrum De Hoven Den Bosch


ONTWERP EN INRICHTING

Anke: “Ook stedenbouwkundig was er een uitdaging. De omwonenden hadden geen behoefte aan een groot volume. Het paste dus goed om drie aardse elementen te ontwerpen, die met luchtbruggen zijn verbonden, maar ook doorzicht geven naar het water en de bomen. Daarnaast wilden we afstand houden van de woningen en niet pal voor de deur een groot gebouw neerzetten.” Peter: “We hebben voor een baksteen gekozen die aansluiting zoekt bij de woningen, zonder zich al te zeer te profileren. Via verticale groeven hebben we gezocht naar een tactiliteit, waardoor je meer ervaart dan alleen een gemetselde muur. In het middengedeelte hebben we hout verwerkt, waardoor het gebouw extra diepgang heeft gekregen. Ook in het gebouw hebben we niet teveel afwijkende kleuren gebruikt, behalve de zonweringen. Je ziet dus veel aardse kleuren, ook omdat veel kleur door leerlingen wordt binnengebracht. Het park is 13.000 m² groot, waarvan het gebouw maar 2.500 m² uitmaakt. Het karakter van het park rond de school hebben we terug laten komen in het materiaal en de ronde vormen.“ Anke vult aan: “Landschapsarchitecte Carin Jannink liep een halve fase achter het gebouw aan en reageerde op het ontwerp van het gebouw. Het mooie is ook dat het terrein behalve de zones voor kinderopvang en de peuterspeelzaal geen hekken of hagen kent. De buurt wilde naast sociale controle ook een fijn karakter handhaven. We geven de wijk iets terug waardoor kinderen veilig kunnen spelen op de speeltoestellen. Door de ronde vormen van het gebouw is

er minder vandalisme. Het terrein is in beheer bij de gemeente, die vanaf het begin bij het project betrokken is geweest. Daardoor is het een duurzaam en onderhoudsvrij gebouw geworden.

Lean en mean

projectinformatie Project Nieuwbouw De Leeuwerik, Kindcentrum Hoftuyn en een sportzaal

Opdrachtgever

Rogier ten slotte: “We hebben het proces lean en mean georganiseerd en steeds een bouwkostenadviseur mee laten lopen. Dat zorgde ervoor dat Peter de goede dingen kon doen. Daarnaast hebben we de gebruikers en omwonenden stapsgewijs meegenomen. In het begin was er veel weerstand vanuit de buurt. Door veel energie in overleg en communicatie te stoppen ontstond er gaandeweg een goed gevoel. De buurt kon ook meedenken in de inrichting van het buitengebied. Dat proces betaalt zich nu meer dan uit.”

Gemeente Leiderdorp

Project- en kostenmanagement VKZ BV, Bilthoven

Architect Frencken Scholl Architecten, Maastricht

Aannemer SMT Bouw & Vastgoed, ‘s-Hertogenbosch

BVO 5.775 BVO inclusief sportzaal.

Voor meer informatie neemt u contact op met Rogier Brieko

Bouwkosten bij aanbesteding

van VKZ BV op telefoonnummer 030-2517476 of per mail

€ 911,- per m².

r.brieko@vkzbv.nl.

schooldomein

januari 2015

29


Aanbesteden op maat

Flexibele bouworganisatie succesvol voor Stedelijk College Eindhoven Een nieuw schoolgebouw dat jarenlang zorgeloos kan worden gebruikt… Dat klinkt geweldig, maar hoe is dat in de praktijk te realiseren met krappe onderhoudsbudgetten? En hoe wordt geborgd dat alle betrokken partijen hun expertise zo goed mogelijk inzetten? Bij de nieuwbouw van het vmbo Stedelijk College Eindhoven (SCE) is een ‘maatpak’ gecreëerd waarin samenwerking tussen alle partners tot een fraai resultaat heeft geleid. Tegelijkertijd met de nieuwbouw zijn namelijk ook het onderhoud en de schoonmaak aanbesteed.

Tekst Winifred van den Bosch (HEVO) Foto’s: Michel Kievits

I “De uitvoerende partijen moesten aantonen hoe zij een goed te exploiteren gebouw zouden realiseren.”

30

schooldomein

n ieder bouwproces is de keuze voor het type bouworganisatie zeer belangrijk. Sommige vormen passen nu eenmaal beter bij een project of opdrachtgever dan andere. Bij de start van de ontwerpfase van het nieuwe gebouw voor het SCE in 2010 werd gekozen voor een ontwerptraject met een total engineer waaronder de architect en adviseurs vallen. Belangrijke voordelen voor de opdrachtgever zijn dat er één contractpartij is die verantwoordelijk is en dat de afstemming tussen alle ontwerpende disciplines optimaal plaatsvindt.

Ontwerpfase

malisatievoorstellen in te dienen voor de exploitatie zodat deze het meeste voordeel voor opdrachtgever en uitvoerende partij oplevert (Best Value Procurement). In individuele dialoogsessies en plenaire bijeenkomsten leerden opdrachtgever en toekomstige opdrachtnemers elkaar kennen. De opdrachtgever kreeg zo een kijkje in de keuken van de uitvoerende partijen, en de uitvoerende partijen hadden meer mogelijkheden om te ontdekken wat de opdrachtgever echt belangrijk vindt. Alle voorstellen werden objectief en voorafgaand aan de aanbesteding beoordeeld. De toekenning werd vooraf kenbaar gemaakt aan de betreffende partijen.

Vanaf de start van het project is in een creatief proces met de opdrachtgever samengewerkt om een goed te exploiteren gebouw te realiseren. Bij de afronding van het Definitief Ontwerp gaf de opdrachtgever aan om zowel het onderhoud voor 20 jaar als de schoonmaak voor 10 jaar tegelijkertijd met de realisatie aan te willen besteden. Het beoogde doel was om bij de aanbesteding een integrale afweging te krijgen tussen stichtingskosten en exploitatiekosten. Ondanks dat dit vrij laat in het proces werd aangegeven, was de bouworganisatievorm flexibel genoeg om daarop in te spelen.

Omwille van de integrale benadering is ervoor gekozen om de uitvoerende partijen niet traditioneel op laagste prijs te selecteren. De uitvoerende partijen moesten aantonen hoe zij een goed te exploiteren gebouw zouden realiseren. Om te borgen dat niet alleen realisatiekosten maar ook de onderhouds- en de schoonmaakkosten marktconform werden, zijn al deze kosten door middel van een verdeelsleutel opgeteld om de score voor het onderdeel prijs te bepalen.

Aanbesteding realisatie en exploitatie

Succesvolle gezamenlijke visie

Bij de aanbesteding is aan de uitvoerende partijen gevraagd om, binnen de omschreven prestaties, opti-

De school en de gemeente hadden het lef om gezamenlijk de realisatie en de exploitatie aan te besteden,

januari 2015


ONTWERP EN INRICHTING

ondanks dat beide partijen een ander deel financieren. Bij de aanbesteding bleek dat de aanpak om realisatie en exploitatie te koppelen succesvol was.

Andere organisatievormen met focus op exploitatie Om nog meer interactie tussen ontwerp, uitvoering en exploitatie mogelijk te maken kan ook gekozen worden voor een Design, Build, Maintain-organisatie, waarbij op basis van een Programma van Eisen (PvE) wordt aanbesteed. Hierbij worden vroegtijdig langjarige contractuele verplichtingen aangegaan. Dit is niet gewenst als er nog grote wijzigingen in het programma kunnen optreden. Een Engineer, Build, Maintain-organisatievorm (EBM) zou dit wel mogelijk hebben gemaakt aangezien daarbij op basis van een VO of DO wordt aanbesteed. Het voordeel daarvan is dat de vertaling van een PvE naar een ontwerp door een onafhankelijk ontwerpteam plaatsvindt. Hierbij vindt een intensieve dialoog plaats met de opdrachtgever om te komen tot het beste functionele ontwerp. Vervolgens wordt dan de partij geselecteerd die het meest geschikt is om het plan verder uit te werken, uit te voeren en te onderhouden. Een dergelijk EBMcontract heeft HEVO toegepast bij het Carmel College Salland in Raalte.

Naast een mooi gebouw met lage onderhoudskosten heeft het tegelijkertijd aanbesteden van realisatie en exploitatie ook andere voordelen. Doordat de bouwers verantwoordelijk zijn voor het langjarig optimaal functioneren van het gebouw en de installaties, kijken ze veel scherper naar de details en keuze van componenten. Hierdoor krijgt de opdrachtgever aantoonbaar een beter gebouw met minder problemen.

Duurzaam en goed te exploiteren De nieuwbouw van het SCE is bij aanvang van het schooljaar 2014-2015 in gebruik genomen. Het pand omvat een sportaccommodatie, een groot en licht atrium, speciale praktijklokalen, en praktijkpleinen voor Techniek, Economie en Zorg & Welzijn. Het gebouw is voorzien van vele duurzame maatregelen om een goed binnenklimaat te creĂŤren en het energieverbruik beperkt te houden. De opdrachtgever is jaren verzekerd van lage kosten voor onderhoud en schoonmaak binnen de exploitatievergoeding die de school ontvangt. Het ontwerpen van een bouworganisatievorm en aanbesteding op maat geeft een enorme meerwaarde en is een middel dat veel vaker zou moeten worden ingezet in projecten. Voor meer informatie surft u naar www.hevo.nl.

schooldomein

januari 2015

31


Nieuw PvE Frisse Scholen ontzorgt gemeenten en schoolbesturen

32

schooldomein

januari 2015


ONTWERP EN INRICHTING

Een onnodig hoog energiegebruik en een slecht binnenklimaat in veel scholen was in 2005 de aanleiding voor RVO.nl, toen nog ‘SenterNovem’, om het ’Programma Frisse Scholen’ te starten. Om gemeenten en schoolbesturen te ondersteunen bij het formuleren van hun eisen voor een energiezuinige, gezonde en comfortabele school nam RVO.nl in 2007 het initiatief tot een standaard Programma van Eisen (PvE) voor een Frisse School. Inmiddels is het PvE Frisse Scholen een veelgebruikt instrument. Onlangs is hiervan een nieuwe versie verschenen. Tekst ir. Froukje van Dijken, BBA Binnenmilieu en ir. Hans Korbee, RVO.nl , Foto’s Thea van den Heuvel

B

ij onze werkzaamheden worden we geregeld geconfronteerd met schoolgebouwen waar de gebruikers klachten hebben over het binnenmilieu. Dergelijke klachten spelen niet alleen bij oude schoolgebouwen, ook bij nieuwbouw is dit geen uitzondering.

Vroegtijdig eisen formuleren Bij nieuwbouw of renovatie is het belangrijk om al in een vroeg stadium eisen te formuleren aan het ontwerp van het gebouw en de installaties. De maatregelen kunnen dan nog in het ontwerp geïntegreerd worden, waardoor kosten worden bespaard. Het uiteindelijke doel is een zo gezond, comfortabel en energiezuinig mogelijke school binnen het beschikbare budget te realiseren. Het PvE Frisse Scholen kan worden gebruikt voor: • het vaststellen van een ambitieprofiel voor energie en binnenmilieu; • het vastleggen van toetsbare prestatie-eisen voor energie en binnenmilieu in het PvE, bestekken en offertes; • het controleren en toetsen van het ontwerp en het eindresultaat; • het stellen van eisen aan monitoring en beheer en onderhoud. Om het PvE Frisse Scholen voor zo veel mogelijk situaties te kunnen inzetten worden drie kwaliteitsniveaus gehanteerd: • Klasse A (een zeer goede eindkwaliteit) • Klasse B (goed) • Klasse C (acceptabel) Vanuit het programma Frisse Scholen wordt geadviseerd om bij nieuwbouw en ingrijpende renovaties uit te gaan van een klasse B-kwaliteit voor alle aspecten. Klasse A is van toepassing als men extra kwaliteit

wenst. Bijvoorbeeld: Klasse A voor akoestiek op een internationale school, waar les wordt gegeven in een taal die voor veel leerlingen niet de moedertaal is, of Klasse A voor luchtkwaliteit op een school voor langdurig zieke kinderen (o.a. kinderen met astma). Voor tijdelijke huisvesting, kleinere renovaties of wanneer de financiële middelen zeer beperkt zijn is Klasse C van toepassing. Het PvE leest verder als een menukaart: de opdrachtgever bepaalt zelf welke eisen worden opgenomen en op welk ambitieniveau. Het kwaliteitsniveau is een keuze op maat en per thema en hangt af van uw ambities, eventuele speciale eisen ten aanzien van het type onderwijs of leerlingen en het beschikbare budget. De eisen in het PvE Frisse Scholen zijn gericht op standaard groepsruimten in het basisonderwijs of op theorielokalen in het voortgezet onderwijs. Voor andere ruimten dient specifiek naar het gebruik te worden gekeken en is het soms nodig om hiervoor een PvE op maat te maken. Het is raadzaam om een adviseur in te schakelen om een PvE op maat te maken.

Brede School Houthaven, het eerste permanente gebouw in het Amsterdamse ‘Excellente Gebied’ Houthaven kent drie dimensies van duurzaamheid: 1. Multifunctioneel, flexibel en meervoudig gebruik: meer doen met dezelfde ruimte. Het gebouw kan 24 uur per dag gebruikt worden. 2. Klimaatneutraliteit en energiebewust: isolatie, warmteterugwinning en gebruik van daglicht. 3. Tijdloosheid en robuust: extra hoge verdiepingen zorgen voor flexibiliteit in het gebruik, liften zorgen voor toegankelijkheid voor iedereen; nu en in de toekomst.

schooldomein

januari 2015

33


Nieuwe versie sluit aan op EPC Bouwbesluit Vanwege de wijzigingen in de wetgeving rond energieprestatie (EPC) in het Bouwbesluit per 1 januari 2015 is een herziene versie van het PvE Frisse Scholen verschenen. De belangrijkste wijzigingen in het PvE Frisse Scholen 2015 betreffen het thema energie, waarbij het eisenpakket sterk vereenvoudigd is. Hoe wordt voldaan aan de energieprestatie-eis wordt volledig aan de ontwerper overgelaten. Dat in het PvE Frisse Scholen onder alle thema’s het aspect kwaliteitsborging is opgenomen is ook nieuw. In onderstaande tabel zijn de inhoudelijke wijzigingen in het PvE Frisse Scholen 2015 aangegeven, ten opzichte van het PvE Frisse Scholen 2012. Na het opstellen van de eisen zullen gemeenten en schoolbesturen ook moeten toetsen of de plannen en gebouwde resultaten werkelijk aan de gestelde eisen voldoen. Hiervoor is de ‘Frisse Scholen Toets’ ontwikkeld. Dit voorjaar komt een versie beschikbaar, die aansluit bij het PvE 2015. Er zal dan ook informatie komen over de wijze waarop het PvE aansluit op GPR-gebouw en BREEAM.nl. Er komen steeds meer goede voorbeelden van scholen beschikbaar, zie de recent gepubliceerde whitepaper ‘Ervaringen van zes koplopers van (bijna) energieneutrale scholen’. Deze en andere voorbeelden zal RVO.nl ook via het www.KennishuisGO.nl ontsluiten onder het motto ‘een goed voorbeeld doet goed volgen’. Het Programma van Eisen - Frisse Scholen 2015 is een publicatie van RVO.nl, opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het PvE is gratis te downloaden via www.frisse-scholen.nl.

Wijzigingen in het PvE Frisse Scholen 2015 ten opzichte van het PvE Frisse Scholen 2012 Energie Energieprestatie

De energieprestatie wordt uitgedrukt in een energielabel, geschikt voor zowel nieuwbouw als renovatie. De Klasse C-eis is alleen van toepassing voor bestaande bouw.

Binnenluchtkwaliteit Spuiventilatie

In de toelichting zijn richtlijnen opgenomen voor de afmetingen van de te openen delen. Dit was voorheen een eis.

Ruimtevolume

Eisen zijn verwijderd.

Tabaksrook

Stivoro is opgeheven. De verwijzing naar de criteria van De Rookvrije School van Stivoro is verwijderd.

Visueel comfort Daglicht

De eisen ten aanzien van de kleur en de LTA-waarde van het glas zijn verwijderd.

Akoestisch comfort Ruimteakoestiek

34

schooldomein

De eisen ten aanzien van de nagalmtijd zijn enigszins gewijzigd, waardoor een groter onderscheid ontstaat tussen de klassen.

januari 2015


ONTWERP EN INRICHTING

Kleurrijk design voor nieuwe school in Waalwijk Studio Ramin Visch heeft voor de aula van het Dr. Mollercollege en Walewyc-Mavo een zinnenprikkelende verblijfsplek ontworpen. De aula vormt de verbindende schakel tussen twee bouwvolumes en wordt gebruikt door de leerlingen van beide scholen. Tekst Gabi Prechtl Foto’s: Jannes Linders

D

e nieuwbouw naar het ontwerp van RoosRos Architecten was voor beide scholen de aanleiding om een kunstopdracht te ontwikkelen. Niet vanuit een vanzelfsprekendheid, maar vanuit een nieuwsgierige belangstelling hoe kunst ook in het nieuwe gebouw een plek kon krijgen. Voor advies en begeleiding belde de school mijn impresariaat met

de vraag of ik wilde komen praten en kijken naar de plannen. Die uitwisseling tussen Kunst en BedrijfGabi Prechtl en het team van de school heeft een fantastische kans zichtbaar gemaakt, namelijk de aula die als maagdelijk witte doos in het ontwerp van de architecten sluimerde. Hoe mooi zou het zijn wanneer deze witte ruimte in zijn volle omvang tot leven

schooldomein

januari 2015

35


zou komen door middel van kleur, om zo een heldere identiteit te krijgen waarin de ontmoeting van de leerlingen centraal staat. Een aula als sociale hotspot die beide scholen op een harmonische manier met elkaar verbindt. Kleur kan daarbij een zeer waardevolle functie vervullen en wordt naar mijn idee veel te weinig ingezet als integraal middel om een ruimte goed vorm te geven. Zo ontstond de opdracht voor een architectonische kleurtoepassing die invloed zou hebben op de sfeer, ruimtelijkheid, monumentaliteit en de structuur van de aula.

Opdracht aan Studio Ramin Visch Kunst en Bedrijf-Gabi Prechtl stelde Studio Ramin Visch voor omdat zijn werk zich kenmerkt door heldere visies, waarin hij sterke uitspraken niet schuwt. Deze ontwerper houdt van kleur, van grote lijnen en van inventieve oplossingen voor verschillende functies. Voor Waalwijk kreeg hij de opdracht om voor de complexe ruimte van de multifunctionele dynamische aula - die tevens de entree van de school is waar alle verkeerstromen doorheen gaan, die toe-

36

schooldomein

januari 2015

gang biedt tot beide vleugels en de verdiepingen en alle lockers herbergt - een samenhangend ontwerp te maken. Voor de aulafunctie diende de ontwerper rekening te houden met leerlingenaantallen van tussen de 600 tot 1000 leerlingen. Bovendien zou de aula ook geschikt moeten zijn voor allerlei verschillende samenkomsten, zoals ouderavonden, toneelvoorstellingen en diploma-uitreikingen. Het ontwerp en indeling van de ruimte stond vast en was voor Visch een gegeven. Ook de materialisatie van de onderdelen was inmiddels aanbesteed. Maar hij kon alle kleuren van alle materialen naar zijn hand zetten, zoals de (giet)vloeren, de beplating van de trappen en balustrades, het sauswerk van wanden, het schilderwerk van deuren en kozijnen, de kleur van het theater en balies en de kleuren van lockers. En tot slot kreeg hij op advies van het impresariaat ook de opdracht om het meubilair te ontwerpen. Zijn opdracht luidde: “Ontwerp een fijne aula waar leerlingen graag naar toe trekken en waar ze kunnen kijken en bekeken worden. De uitstraling moet


ONTWERP EN INRICHTING

zowel vol als leeg een sterk beeld opleveren, dat er verleidelijk en fris uitziet, eigentijds én tijdloos is en vooral een echt hart van de school vormt.” Om hier grip op te krijgen is Visch begonnen om de ruimte te ontrafelen, zowel qua functies als het gebruik. Dat leverde zoneringen op die zichtbaar gemaakt konden worden door middel van grote kleurvlakken. Vervolgens is hij gaan experimenteren met verschillende kleurvarianten. “Het was voor mij een zeer dankbare taak om de impliciet aanwezige architectuur van de aula expliciet te maken door middel van kleur”, zegt Ramin Visch. “Dat zichtbaar maken wilde ik zo rustig mogelijk doen, omdat de architectuur van de aula over licht en ruimtelijkheid gaat. Dat beeld wilde ik versterken. Tijdens mijn kleurexperimenten bleek dat kleuren snel te zwaar werden in deze grote, hoge ruimte. Daarom is het een licht – pastelachtig - pallet geworden dat speelt met het invallende licht en naarmate je hoger in het gebouw komt steeds ijler en rustiger wordt qua kleur.” De eerste schil wordt gevormd door de gele balustrades die als eerste in het oog springen. Zij maken er een zonnige binnenruimte van die daardoor intiemer wordt. De tweede schil wordt gevormd door de blauwe achterliggende wanden die naar achteren lijken te wijken en optisch zo meer ruimte generen. De omlopen zijn op alle verdiepingen groen als gras en het verdiepte plein is lichtblauw als een vijver. Het blok waar de informatiebalie, de conciërge, de uitgiftebalie en het theater zijn ondergebracht zijn oranje van kleur. En tot slot verbinden de lichtblauwe trappen als twee watervallen de ruimte over de gehele hoogte. De twee kopse wanden en het sheddak zijn wit gebleven. Op alle omlopen zijn in totaal 1700 lockers ondergebracht die veel ruimte opeisen. Visch heeft deze bijna onzichtbaar in het ontwerp opgenomen, door ze dezelfde kleur te geven als de achterliggende wanden. Een simpele, maar zeer effectieve ingreep die veel rust brengt. De nagenoeg vierkante ruimte heeft de ontwerper de optimale vrijheid gegeven om de kleuren vanuit verschillende perspectieven te combineren, die

weliswaar repeterend maar toch in steeds wisselende kleurcombinaties voorkomen. Ook dat draagt bij aan de leesbaarheid en levendigheid van de ruimte. De volgende opgave was om de grote hoeveelheden leerlingen een verblijfsplek te geven zonder de verkeerstromen te hinderen. Het was evident dat de gebruikelijke opstelling met tafels en stoelen de ruimte zou barricaderen en bovendien qua capaciteit ontoereikend zou zijn. Om die reden is ervoor gekozen om de omlopen op de eerste en tweede verdieping ook in de pauzes open te stellen voor de leerlingen. Hierdoor kreeg de ruimte plotseling een functie als een theater, waar de leerlingen zelf kunnen kiezen waar ze willen zitten. En het blijkt dat de jonge leerlingen graag de luwte opzoeken van het eerste of tweede balkon. Hier zijn zitgelegenheden in de vorm van vaste lange banken in de omlopen bij de balustrades geplaatst als veilige uitkijkposten. De oudere leerlingen zitten juist graag midden in de spotlight op het plein, waar de banken als uitvergrote mikadostokken zijn uitgestrooid. De kleuren van de meubels vormen een rustige aanvulling op de reeds gebruikte kleuren. De architecten hadden nog niet eerder zo’n omvangrijke en beeldbepalende deelopdracht van het interieur uit handen gegeven. Gedurende het proces werd ruimte voor feedback en wederzijdse inspiratie ingelast waardoor het ontwerp van Visch in de architectuur van RoosRos kon groeien. Voor de school betekende het ontwerpproces een bijzondere ervaring waarbij de focus werd verlegd van een tweedimensionale gekleurde vloer in een wit atrium naar een atrium als een gekleurde driedimensionale ruimte. Bovendien is het onder leiding van het impresariaat gelukt om met bescheiden middelen een monumentale opdracht met een grote impact te realiseren, door de beschikbare bouw- en interieurbudgetten samen te voegen. Door ze anders en creatiever te labelen, is er plotseling veel meer mogelijk gebleken. Het uiteindelijke resultaat is, dat de functie van het atrium als kloppend hart van de school in hoge mate is versterkt.

schooldomein

projectinformatie Opdrachtgever OMO Scholengroep de Langstraat

Architect RoosRos Architecten, Oud-Beijerland

Locatie Olympiaweg 8a-b, Waalwijk

Omvang Totaal 1.325 m² (NVO) BG: 876 m² 1e: 275 m² 2e: 174 m²

Kunstopdracht Integraal kleurontwerp en meubilair, Aula Dr. Mollercollege, Walewyc-Mavo Conceptontwikkeling en procesbegeleiding Impresariaat Kunst en Bedrijf-Gabi Prechtl, Naarden

Ontwerp © Studio Ramin Visch, Amsterdam

Lockerfabrikant Quispel, Deurne

Realisatie 2013-2014

Foto’s © Jannes Linders, Rotterdam

januari 2015

37


ONTWERPEN MET PASSIE, PLEZIER EN PROFESSIONALITEIT

www.roosros.nl | info@roosros.nl MBO Hoornbeeck College, Kampen

Technisch meubilair

Quispel Deurne BV Industrieweg 19a

Opbergoplossingen

NL-5753 PB Deurne Tel. +31 493-316855

info@quispel.com www.quispel.com

Intelligente lockerstystemen


ONTWERP EN INRICHTING

Nieuw leven voor Ryparken Lille Skole

Een liefdevolle hand voor een slecht gebouw

Na bijna een jaar van renovatie is Ryparken Lille Skole ingehuldigd op 7 maart 2014. De school heeft een nieuw dak en nieuwe vloeren gekregen. Daarnaast heeft de school VELUX modulaire lichtstraten geïnstalleerd. Nu biedt de school een betere en vooral meer gezonde werkomgeving voor zowel de leerlingen als medewerkers. Afgelopen zomer startte Ryparken Lille Skole met een groot renovatieproject. Het doel was niet alleen om het gebouw te verduurzamen, maar ook om het daglicht en het schoolklimaat te verbeteren. De gebruikers klaagden over het donkere gebouw, dat niet uitnodigde om er langer dan noodzakelijk te verblijven. Om het welzijn van de leerlingen en de docenten te verhogen werd na lang onderzoek besloten om VELUX modulaire lichtstraten te installeren. Volgens de directeur van de school waren namelijk frisse lucht en vooral natuur-

lijke lichtinval van belang om de noodzakelijke kwaliteit van de school te verbeteren. Directeur Lisbjerg Mette Jensen drukte het op de volgende wijze poëtisch uit: “De school had behoefte aan een liefdevolle hand. Niet alleen om de duurzaamheid van het gebouw in de toekomst te verzekeren, maar ook om het mooi en comfortabel te maken in het hier en nu voor de kinderen en het personeel. De renovatie was van vitaal belang voor het voortbestaan van onze gemeenschap en we zijn dan ook zeer tevreden met het resultaat”.

schooldomein

januari 2015

39


“De renovatie was van vitaal belang voor het voortbestaan van onze gemeenschap.”

Schimmelvorming Lisbjerg Mette vertelt verder wat er allemaal mis was met het gebouw: “Het dak lekte bij zware regenval en door de enkellaagse daklichten werden we geconfronteerd met hoge energierekeningen. Het was in het algemeen nodig om het gebouw beter te isoleren en de dakconstructie te verbeteren, Na de grondige renovatie is er sprake van een aanzienlijke energiebesparing. Daarnaast is er geen waterschade meer en hebben we geen last meer van schimmelvorming rond de daklichten.” Aannemer Roland Hansen van de Skou Group legt het effect uit: “Door de dakisolatie en de verbetering van het ontwerp is de kwaliteit

40

schooldomein

januari 2015

van de binnenlucht sterk verbeterd. Tegelijkertijd heeft de installatie van de nieuwe drielaagse VELUX modulaire lichtstraten ervoor gezorgd dat een optimale energiebenutting is bereikt. De warmte sijpelt niet zomaar weg en het binnenmilieu is veel beter dan voorheen. De kwaliteit van het daglicht is ook sterk verbeterd door de nieuwe VELUX modulaire lichtstraten.”

Permanente werkplaats Een studie van de Technische Universiteit van Denemarken (DTU) in samenwerking met het Centrum voor Binnenklimaat en Energie stelt dat er een directe


ONTWERP EN INRICHTING

Tegelijkertijd is de school een permanente werkplaats voor veel docenten. Het gebouw moet dus bijdragen aan de juiste fysieke omstandigheden voor een goede leef-, leer- en werkomgeving�, zegt Per Arnold Andersen, Directeur van VELUX Denmark A/S.

Modulaire lichtstraten relatie is tussen de kwaliteit van het binnenklimaat en het welbevinden van de kinderen. Dat heeft effect op de leerprestaties. Leerlingen op scholen met een slechte luchtkwaliteit presteren in het algemeen slechter dan leerlingen in scholen met een goed binnenklimaat. Daarom is het belangrijk om schone lucht, de juiste temperatuur en vochtigheid en goed daglicht te waarborgen, waardoor de kinderen gezond en fit kunnen blijven. “Een gezond binnenklimaat is absoluut essentieel in gebouwen waar je lang verblijft. Vooral als het gaat om instellingen met kinderen die optimale leeromstandigheden en energie nodig hebben om het beste uit de dag te halen.

Samenwerking tussen VELUX, de architecten, aannemers en schoolleiding heeft geresulteerd in een duidelijke verbetering van de school, het milieu en de arbeidsomstandigheden in het gebouw. De verbeterde daglichttoetreding van VELUX modulaire lichtstraten vormt een belangrijke bron van energie voor zowel het gebouw als de kinderen en medewerkers. Door deze modules kan de temperatuur worden geregeld en kan de lucht circuleren, zodat het binnenklimaat gezond en vers gehouden wordt. Met de renovatie heeft de school een fysieke verandering ondergaan, die niet alleen het schoolbudget ten goede komt, maar ook goed is voor de studenten en de leerkrachten.

schooldomein

januari 2015

41


Kellebeek College ademt innovatie

Een gebouw voor de samen­ leving: Kellebeek College, meer dan een school “De student is overgeleverd aan het scenario dat zich voordoet. Een simulatiepop kan blauw worden of een hartstilstand krijgen. Alle handelingen, maar ook de communicatie worden geregistreerd, zodat er een realistische debriefing kan plaatsvinden, met exacte informatie waarmee de student zich kan verbeteren.” Een verslag over duurzaamheid en innovatie. Tekst en foto’s Sibo Arbeek

Rien Kouters is projectmanager renovaties en nieuwbouw en Marcel van Etten is projectmanager inrichting. Ze werken allebei bij de afdeling Huisvesting en Facilitair van ROC West-Brabant. Rien: “Het Kellebeek College is één van de acht colleges van ROC West-Brabant. In Roosendaal huurde het Kellebeek College twee gebouwen aan het spoor. Samen met de opleidingen uit Etten-Leur heeft het Kellebeek College nu 1 unilocatie in Roosendaal. We trekken studenten vanuit Zeeland, Midden-Brabant en Zuid-Holland en moeten goed bereikbaar zijn. Wij wilden al het onderwijs concentreren in een eigen gebouw nabij het station en het spoor en de gemeente wilde daar de nieuwe wijk Stadsoevers ontwikkelen, waarvan het nieuwe Kellebeek College de trekker moest zijn. Belangrijk onderdeel was dat de wijk en de school zouden worden voorzien van duurzame verwarming afkomstig van de vuilverbranding van SITA vuilverwerkingsbedrijf. De installatie van SITA staat in de kelder van het gebouw.”

42

schooldomein

januari 2015

Duurzaam innovatief Rien knikt: “Het is in alle opzichten een bijzonder gebouw: de warmte ten behoeve van de betonkernactivering is afkomstig van SITA, dus met de verbranding van ons eigen afval verwarmen we het Kellebeek College. We hebben een hele mooie daktuin, die ook dient als opslag en retentie van regenwater. We zijn tegen het kappen van regenwouden. In plaats van tropisch hardhout hebben we voor Europees loofhout gekozen, dat je in de vorm van acaciabomen ook hier in Nederland in plantsoenen en parken terugvindt. Alleen heeft dat hout wel de neiging om krom te trekken, waardoor het zogenaamd gevingerlast en gelijmd wordt. Dat levert een heel mooi natuurlijk effect op. Daarnaast is de verlichting daglichtafhankelijk en hangen er in de praktijklokalen daglichtlampen van 5500 kelvin die alle kleuren van het spectrum van de zon benaderen en daardoor een heel natuurlijk licht afgeven. Door de betonkernactivering in combinatie met de open structuur was de akoestiek een uit-


ONTWERP EN INRICHTING

daging, hier is dan ook veel aandacht aan besteed. Tijdens het bouwproces zijn meerdere plafondplaten voorbij gekomen, waarvan die van Ecophon eruit sprongen. Ze absorberen zowel aan de onderkant en bovenkant geluid en ze zijn met een vochtige doek af te nemen, omdat ze rondom gecoat zijn. Bij betonkernactivering kun je maar 60% van het plafondoppervlak gebruiken, vandaar dat we voor plafondeilanden hebben gekozen in alle lokalen en kantoren. In de gangen is gekozen voor een verdekt plafondsysteem waarbij de profielen uit het zicht zijn. Toen er nog geen platen hingen echode het enorm omdat het een open betonnen plafond was. Op het moment dat de helft van de panelen er nog maar in hing hoorde je het verschil al.”

Virtual Hospital Marcel over het onderwijs: “Hier zitten de opleidingen van zorg en welzijn en uiterlijke verzorging, zoals de medische assistentenopleidingen, verpleging,

de welzijnsopleidingen, waaronder de opleidingen voor onderwijsassistenten en kinderdagopvang. Op de begane grond zitten onze plintbewoners; dat zijn commerciële partijen, zoals de dagbesteding van Stichting Dag en Woonvoorziening (SDW), Thuiszorg West-Brabant (TWB), Kinderdagopvang (Kober), Stichting Sterrenbos en Lambertijnhof (S&L), het Care and Innovation Centre (CIC) dat zich vooral bezig houdt met toepassingen in de zorg om mensen langer thuis te laten wonen (Huis van morgen), bijvoorbeeld het zelfstandig aan- en uittrekken van steunkousen en een praktijk voor uiterlijke verzorging (Find your Looks). Door de combinatie van theorie en praktijk ontstaat een prachtige symbiose en kun je alles op het gebied van zorg en welzijn in levensechte omgevingen simuleren. Of het nu om een tandartsruimte, een ziekenhuiskamer of een kinderopvangruimte gaat. De opleidingen hebben een extra dimensie gekregen door het scenario-leren. Vroeger deed je een kunstje met een pop, die in een ziekenhuisbed lag. Naar een voorbeeld uit Amerika is het virtual hospital de kartrekker van de opleidingen geworden. De simulatoren (poppen) reageren op wat er van te voren geprogrammeerd is, zodat je in kunt grijpen in een scenario. We hebben een opname-systeem van Laerdal, dat simview heet. De regisseur van het onderwijsproces is op dat moment niet zichtbaar en volgt vanuit een afgesloten ruimte het leerproces. De student is overgeleverd aan het

schooldomein

“Vroeger deed je een kunstje met een pop, die in een zieken­ huisbed lag.”

januari 2015

43


vlnr: Guus Klamerek - Ecophon, Rien Kouters - ROC WB en Marcel van Etten - ROC WB

projectinformatie Project

scenario dat zich voordoet. Een pop kan blauw worden of een hartstilstand krijgen. Alle handelingen, maar ook de communicatie worden geregistreerd, zodat er een realistische debriefing kan plaatsvinden, met exacte informatie waarmee de student zich kan verbeteren. Ook voor welzijn hebben we een zogenaamd social lab gecreëerd, waarin we elke gewenste situatie kunnen simuleren. Neem als voorbeeld een kinderdagverblijf, waarbij beelden en het geluid van het kinderdagverblijf het decor vormen van de gesimuleerde praktijksituatie van een klagende ouder. Of een seniorenwoning, waarbij je een thuiszorgsituatie in beeld kunt brengen. We hebben een hele innovatieve omgeving gecreëerd, die nu langzaam door het onderwijs ontdekt kan gaan worden.”

Nieuwbouw Kellebeek College

Transparant gebouw

Opdrachtgever

Rien: “Het gebouw kenmerkt zich door verschillende open leercentra die aan een groot atrium grenzen, zoals het lockerplein, waarbij de lockers in de rondvormige meubels zijn verwerkt. Daarnaast is er een multifunctioneel theater en een grote mediatheek.

ROC West-Brabant

Aantal studenten 2.000 BOL en BBL

Ingebruikname

Op de verdiepingen liggen de praktijkruimten of onderwijssalons. De structuur van het gebouw is open, waarbij het uitgangspunt is dat leren in de praktijk de beste manier van leren is. De bezoekers van het consultatiebureau lopen met de kinderen door de aula dus de maatschappij komt letterlijk het gebouw in. Die transparantie is voor sommige afdelingen nog wel even wennen, zoals de opleidingen voor uiterlijke verzorging, die net even wat meer privacy willen hebben. Aan de andere kant zit op de begane grond de commerciële salon Find your Looks van het Kellebeek College, die in directe relatie staat met de onderwijssalons boven. De ‘echte’ kapper, manicure en pedicure zijn via een wenteltrap direct bereikbaar, zodat je direct kunt leren hoe het straks echt moet.” De volgende building study van Ecophon is in het Kellebeek College en vindt in het eerste kwartaal van 2015 plaats. Hou de website in de gaten voor de exacte datum. U kunt zich alvast registreren door een mail te sturen aan jeanine.antens@ecophon.nl.

September 2014

Architect

Architect Jeanne Dekkers over het Kellebeek College

Jeanne Dekkers Architectuur

“Het nieuwe gebouw is een thuis voor leerlingen uit de zorg en mensen die zorg nodig hebben. Het is een echte zorgboulevard geworden. Het was het eerste gebouw binnen de gebiedsontwikkeling Stadsoevers en we wilden het een markant gezicht geven in de bocht van de beek, die ook weer terugkomt in de ronde vormen van het gebouw. Het is ook een krachtig gebouw, dat een mooie relatie aangaat met het zicht op de kerk. Kijk je naar het ontwerp dan zie je een compacte plattegrond rond een centraal hart, van waaruit je via de trap in de onderwijsruimten komt. Dat creëert het gevoel van intimiteit en kleinschaligheid en maakt dat mensen zich er snel thuis voelen. Op de begane grond zitten bedrijven die een relatie met zorg en welzijn hebben en dat maakt dat het gebouw voor iedereen in een behoefte voorziet. Die warmte en natuurlijke kracht hebben we terug laten komen in de ronde vormen en de natuurlijke materialen, waardoor het een humaan gebouw is geworden, dat bovendien zeer duurzaam in gebruik is. Het Kellebeek College is een project waarbij de opdrachtgever zeer geïnspireerd mee heeft gedacht in de vormgeving van de school. Een prachtig voorbeeld ten slotte is het groene dak, dat een heerlijke plek voor leerlingen biedt, maar tevens dient als opvangreservoir en afvoer van het regenwater.”

Akoestiek Saint-Gobain Ecophon

Adviseur Nelissen Ingenieursbureau

Aannemer Slokker Bouwgroep

BVO 14.400 m²

Bouwkosten € 17 miljoen (excl. btw)

44

schooldomein

januari 2015


Cum Laude Een stimulerende omgeving creëren, de per fec te leer plek. Dat is steed s de uitdaging in onze inter ieurconcepten voor het onder wijs. Plekken waar theor ie en pr ak tijk dicht bij elkaar liggen. Har meling Inter ieurconcepten ont wer pt en realiseer t maat wer k inter ieur s. Daar sl agen we goed in, C um l aude is ons streven. Dank zij jarenl ange er var ing en goede s amenwer king met onze opdr achtgever s. K ijk op w w w.har meling.nl voor meer infor matie of een af spr aak.

w w w. h a r m e l i n g . n l Vo l g o n s o o k o p f a c e b o o k . c o m / h a r m e l i n g i n t e r i e u r c o n c e p t e n

Brede school, Gemeente Twenterand

PPS light project brede school te Joure

Brede school, Rijswijk

Samen met Pellikaan creëert u een perfecte omgeving voor recreëren, werken en leren

Voor meer inspiratie bezoek www.pellikaan.com of bel ons op 013 465 76 00

Brede school Duinterpen, Sneek


Innovatielab:

Ontzorgen DE STELLINGEN

Deelnemers

1. Welzijn is de nieuwe zorg

René Röling, manager Middelen Middin

2. H et scheiden van wonen en zorg stimuleert dat mensen weer om elkaar gaan geven

Hans Welling, voormalig voorzitter van

3. Z orgvastgoed is lastig her te bestemmen vanwege de specifieke bestemming en locatie

de Raad van bestuur van Koninklijke Visio

4. H et grootste knelpunt van zorgaanbieders is de slechte exploitatie van hun panden

Dennis Coenraad, ICSadviseurs

1. Welzijn is de nieuwe zorg Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zich ‘wel voelt’ indien je ‘welvoelen’ als een belangrijk onderdeel van ‘wel zijn’ mag definiëren. Aandacht voor wat de cliënt kan en situaties opzoeken waar die z’n kwaliteiten kan gebruiken. En zich daar dus ‘wel’ kan voelen. De cliënt stimuleren die welgevoelige situaties op te zoeken. Waar dan? Kan overal: in huis, op straat, in de winkel, op het werk of de dagbesteding. De cliënten waarvoor mijn organisatie werkt zijn zowel verstandelijk als lichamelijk gehandicapt. Het welvoelen wordt dan vooral bepaald door prikkels als beeld, geluid , bewegingsvrijheid en bejegening. Is er aardig en waardig contact met begeleiders en mensen in je directe omgeving of je netwerk? Als de nieuwe zorg welzijn is, dan kan de nieuwe zorg tot zijn recht komen door onthaaste maar ook ‘bemensde’ omgevingen te creëren met en voor cliënten. Makkelijk gezegd, maar een enorme uitdaging in onze samenleving. Maar ook iets wat de WMO zich ten doel stelt, alleen wordt dat anders genoemd, zoals eigen kracht, in en met de samenleving. En dat is het doel waar sociale wijkteams zich voor gaan inzetten. Dus oké: welzijn is de nieuwe zorg.

René Röling

2. Scheiden van wonen en zorg Scheiden van wonen en zorg (SWZ) is jaren geleden door de overheid bedacht om cliënten separaat te kunnen laten kiezen voor een zorgaanbieder en woningaanbieder, die dus niet dezelfde hoeft te zijn.

46

schooldomein

januari 2015

De laatste paar jaar wordt met SWZ vooral bedoeld dat cliënten die zorgdiensten afnemen, langer thuis (moeten) blijven wonen in plaats van bij de zorgaanbieder. In de twee interpretaties van SWZ verschilt het nogal wie om elkaar geeft. Uitgaande van de momenteel actuele interpretatie van SWZ (langer thuiswonen) wordt ‘om elkaar geven’ afgedwongen. In en rond het ‘thuis’ van de cliënt zal het netwerk van de cliënt meer moeten doen, omdat de zorgaanbieder minder kan doen. Hoeveel het netwerk meer om de cliënt geeft (en daarmee voor elkaar) wordt onder meer bepaald door beschikbare vaardigheden, motivatie, tijd en of er überhaupt wel een netwerk is. Als dit er is: prachtig, dan zijn er mogelijkheden om meer om elkaar te geven. En als het er niet is: misschien nog wel beter. Dan is er extra aandacht en energie om er voor te zorgen dat er een netwerk komt; ook dat is om elkaar geven. 3. Herbestemmen zorgvastgoed De planologische bestemming, functionele indeling en fysieke plek van zorgvastgoed kunnen herbestemmen lastig maken. Zolang de gebruikersgroep dezelfde blijft kan herbestemming van zorgvastgoed een overzichtelijke opgave blijven als je er op tijd mee begint en een geleidelijk en daardoor betaalbaar, transformatietempo er op na houdt. Wat overigens voor een niet onbelangrijk deel door externe ontwikkelingen in de zorgfinanciering wordt bepaald. In de gehandicaptenzorg, met in het verleden


THEMA: ONTZORGEN

veel zogenaamde gezinsvervangende tehuizen met kleine cliëntkamers en gedeelde sanitaire en keukenvoorzieningen, is de transformatie naar grotere cliëntkamers en eigen domein met sanitair en keuken al vergevorderd. En daarmee ook voor een deel al voorbereid op een eventuele transformatie indien gebruik door gehandicapten eindigt en er heel andere doelgroepen benaderd moeten worden. Als bereikbaarheid van de fysieke plek van de woning ook aantrekkelijk gemaakt wordt, bijvoorbeeld dicht bij openbaar vervoer faciliteiten en eigen voordeur in plaats van complex-ingangen is zorgvastgoed snel aantrekkelijk voor andere doelgroepen.” 4. Slechte exploitatie van panden Als bij ‘panden’ onderscheid gemaakt wordt tussen woonhuizen, wooncomplexen en wooninstellingen (= instellingsterreinen) kan gerichter een uitspraak worden gedaan over het grootste knelpunt. In de kern gaat het om de verhouding tussen bruto en netto

woonruimte. Uiteindelijk levert alleen de netto ruimte geld op (direct of indirect in de diverse vergoedingensystemen). Dus is een grote uitdaging bruto ruimte ook geld te laten opleveren door middel van betaalde activiteiten daar te laten uitvoeren. In wooncomplexen en wooninstellingen gaat het om gebruik van gangen, ontmoetingsruimtes en tuinen. Kostendekking van dit soort ruimtes is zeer lastig. Dus ja, heb je als zorgaanbieder veel bruto ruimte, dan is de exploitatie daarvan een groot knelpunt, waar mogelijk rigoureuze maatregelen op getroffen moeten worden, tot en met verkoop. De bruto ruimte kan de beleving van woonruimte positief beïnvloeden en dus ook te gelde kan worden gemaakt… alleen niet in de zorg. Of misschien nog niet. Overheid en zorgverzekeraars willen kwaliteit stimuleren en in vergoedingen tot uiting laten komen. Het moment waarop die stimulans ook echt in kostendekkende bruto ruimtevergoedingen zijn vertaald, lijkt nog ver van ons af te liggen.

“Gemeenten moeten loskomen van de zakelijke inkoop- rol en dienen open te staan voor nieuwe initiatieven.”

schooldomein

januari 2015

47


als total institution gebouwd. Alle functies moesten binnen een organisatie of gebouw beschikbaar zijn hetgeen heden ten dage leidt tot exploitatieproblemen.

Hans Welling

1. Welzijn is de nieuwe zorg Het gaat altijd om welzijn, persoonlijk welbevinden, kwaliteit van leven. Zorg, zorgverlening, zorgen voor kunnen daarbij een belangrijke rol spelen als extra hulp. Persoonlijk spreek ik liever over ondersteuning, omdat mensen doorgaans heel goed zelf weten wat voor hen belangrijk is maar soms enige ondersteuning, training, scholing, hulpmiddelen nodig hebben om hun dromen te realiseren. 2. Scheiden van wonen De ervaring leert dat scheiden en segregatie in de samenleving ook gepaard kan gaan met ‘het overlaten aan anderen, beroepskrachten’. In die zin kan scheiden van wonen en zorg bijdragen aan meer aandacht voor elkaar. Het antwoord is een inclusieve samenleving, waar ieder zijn plaats heeft en er aandacht voor elkaar is. In bijzondere omstandigheden is ondersteuning gewenst of noodzakelijk. 3. Herbestemmen zorgvastgoed Dit is een realiteit te meer daar er thans veel leegstand is. Wellicht zal dit in de toekomst enigszins veranderen door genormaliseerd bouwen en verdunning. 4. Slechte exploitatie van panden Dat is zeker het geval. In het recente verleden werden voorzieningen nog teveel

48

schooldomein

januari 2015

Dennis Coenraad

1. Welzijn is de nieuwe zorg Zoals op vele andere gebieden, wint ook in de zorg de preventie aan terrein ten opzichte van de behandeling. Door het vervallen van de lage zorgzwaartepakketten worden mensen gestimuleerd om, met beperkt benodigde ondersteuning, zelf hun leven meer vorm te geven in plaats van zich afhankelijk op te stellen naar een zorgaanbieder. Aanbieders dienen hierop in te spelen door een breder palet aan activiteiten aan te bieden die aansluiten bij de verschillende wensen van de doelgroep. De partijen kunnen hier echter niet alleen in staan. Samen optrekken met gemeenten, maar ook bijvoorbeeld met het onderwijs is belangrijk. Samenwerking is ook het sleutelwoord; gemeenten moeten loskomen van de zakelijke inkooprol en dienen open te staan voor nieuwe initiatieven en aanbieders dienen verder te kijken dan sec de uitvraag van gemeenten. Samen zoeken naar oplossingen leidt tot het hoogste rendement. Samen optrekken zien we ook in de voorzieningenplanning. Voor dagopvang en dagbesteding hebben zowel gemeenten (dorps- en wijkcentra), onderwijsinstellingen als zorginstellingen

ruimten beschikbaar. Alle partijen zijn gebaat bij een hoge bezetting en benutting van ruimten, dus kijk verder dan je eigen gebouw of eigen sector. 2. Scheiden van wonen en zorg Het scheiden van wonen en zorg is geïntroduceerd om tegemoet te komen aan de wens van mensen om zolang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen en eigen keuzes in huisvesting te kunnen maken. Ook voor de zorg kunnen mensen hun eigen afwegingen en keuzes maken: professionele zorg waar nodig, informeel ‘welzijn’ waar gewenst. In die zin zullen de naasten meer verantwoordelijk en betrokken worden. Als we kijken naar de zorg, gaat die zich toespitsen op de zware zorg. Welzijn kent een bredere doelgroep. Veel 60-ers zijn zelf niet zorgbe-


THEMA: ONTZORGEN

hoevend, maar de ‘mantelzorger’ van zowel de 80+-ers als van de 30’ers en 40’ers (oppas van de kleinkinderen). Waar tijdens de economische hoogtijjaren veel werd geleund op voorzieningen die de overheid aanbood of mogelijk maakte, zoals de subsidie op de kinderopvang), zijn de persoonlijke relaties tegenwoordig weer belangrijker. 3. Herbestemmen zorgvastgoed Grote instellingsterreinen aan de randen van steden en in perifere gebieden zijn inderdaad moeilijk her te bestemmen locaties, hoewel op individueel niveau goede voorbeelden van herbestemming aanwezig zijn. Er zijn echter ook veel gebouwen, met name in de verpleging en verzorging, die op aantrekkelijke centrale locaties in steden en dorpen liggen. De locatie is bij dit vastgoed juist een kans! Het knelpunt bij dit vast-

goed zit veelal in de functionele kwaliteit van de wooneenheden. Voor een complex met studio’s van 29 m² is eigenlijk geen andere doelgroep te vinden en ook voor de huidige doelgroep zijn ten minste een aparte slaapkamer en extra m²’s wenselijk. De andere kant van het spectrum - één cliënt huisvesten in een appartement van 90 m² of meer, is voor de cliënt (‘verdwalen’) en de vastgoedmanager (probeer dat maar exploitabel te krijgen binnen de NHC) niet wenselijk. Zulke appartementen kunnen meer marktcourant zijn, maar huisvesting is vooral bedoeld om het primaire proces te ondersteunen. 4. Slechte exploitatie van panden We komen uit een situatie waarbij de noodzaak tot sturing op de huisvestingslasten heel gering was. De invoering van

de normatieve huisvestingscomponent heeft geleid tot een beter kostenbewustzijn doordat instellingen een huisvestingsvergoeding per cliënt krijgen. Vastgoed heeft echter een lange adem, waardoor keuzes uit het verleden lang doorwerken en voor zorginstellingen kan dit betekenen dat zij een aantal panden met een slechte exploitatie in portefeuille hebben. Dit vraagt om een meer actief vastgoedbeleid, wat begint met het verkrijgen van inzicht. Dit begint met het opstellen van een strategisch huisvestingsplan waarin het huidige vastgoed wordt getoetst aan de technische en functionele eisen en afgezet wordt tegen de toekomstige ontwikkelingen in de zorg in het algemeen en bij de zorgaanbieder in het bijzonder. Het doel van het plan is te komen tot een toekomstbestendige huisvestingsportefeuille.

schooldomein

januari 2015

49


Gezonde exploitatie Toen Koning Willem Alexander na de opening van de Trefkoele+ op 13 november rond 14.30 uur Dalfsen had verlaten, namen gemeentelijk projectleider Jarno Doornewaard en de voorzitter van de Stichting Ontmoetingscentrum Dalfsen Simon Peerdeman plaats aan de bar en dronken samen een welverdiende herfstbok: de Trefkoele+ staat landelijk op de kaart en is de centrale plek geworden waar iedereen in Dalfsen en omgeving graag komt. En dat is het voorlopig resultaat van een perfect gelopen koers. Tekst Sibo Arbeek

D

alfsen is met 30.000 inwoners de fusiegemeente van Dalfsen en Nieuwleusen. De gemeente heeft vijf kernen, waarvan Dalfsen met circa 9.000 inwoners één van de twee hoofdkernen is. Gemeentelijk projectleider Jarno Doornewaard: “Heel Dalfsen liep uit toen de koning de Trefkoele+ bezocht en er waren meer dan 1.000 kinderen van alle basisscholen uit de directe omgeving. Rond mei hadden we een brief opgesteld en in juli kwamen de eerste signalen dat de koning wel wilde. Wat denk ik geholpen heeft is de visie van een gebouw voor de gemeenschap dat goed is voor de leefbaarheid voor het dorp”. Voorzitter Simon Peerdeman van de Stichting Ontmoetingscentrum Dalfsen somt de kwaliteiten van zijn Trefkoele+ op: “Het is het groot-

50

schooldomein

januari 2015

ste Kulturhus van de provincie Overijssel met een waslijst aan maatschappelijke functies op het gebied van sport, welzijn, informatie en ontmoeting. Je vindt hier de bibliotheek, een (top)sportcentrum met twee sporthallen, een peuterspeelzaal, kinderopvang, buitenschoolse opvang, de historische kring, een ruimte voor training, opleiding en advies, de ouderensoos, flexruimten voor muziek en (zorg)spreekuren, de speelotheek, logopedie, een gastouderbureau, ruimten voor dyslexie en NLP, een biljart- en dartruimte, de jeugdsoos, het Centrum Jeugd en Gezin met consultatiebureau en maatschappelijk werk, een dojo en een panoramazaal met 150 zitplaatsen. Ten slotte kan de nieuwe sporthal ook als theater en evenementenruimte worden gebruikt. De traffic trekt

​Foto: ​Indra Simons

Trefkoele+ ontmoetingsplek voor Dalfsen


BOUW EN ORGANISATIE

andere gebruikers aan; inmiddels houdt de thuiszorg hier bijvoorbeeld ook spreekuur. We openen om 7.00 uur met kinderopvang en sluiten om 24.00 uur met vergaderingen en sporters. Als het gebouw open is, is de bibliotheek ook open. Dus ook ’s avonds kun je je boek nog scannen, zonder dat er beheer is.”

Centrale ontmoeting Jarno over de aanleiding: “De naam Trefkoele is een samenvoeging van de woorden ‘treffen’ en ‘koele’ (kuil). Een plek waar je elkaar kunt ontmoeten, bijvoorbeeld door te sporten. De vorige sporthal lag een halve meter onder het maaiveld en was berucht; als je voor de handbal naar de Trefkoele ging kon je je borst wel nat maken. Sercodak Dalfsen is al vier jaar achter elkaar Nederlands kampioen in de eredivisie en overwintert in de Europese Champions League. Dalfsen is sportminded; Erben Wennemars komt hier vandaan, evenals René Eijkelkamp en Jaap Stam. Begin jaren ‘80 werd een tweede sporthal haaks op de eerste gezet en begin jaren ’90 werd de bibliotheek ervoor gebouwd. Dat was geen goede keus, want het zicht op de Trefkoele en met name de ingang was weg. Rond 2000 is er een poging gedaan om er een brede school

hebben de stichting en de gemeente ICSadviseurs gecontracteerd. In het ontwerp zijn het losstaande ovale gebouw waarin de bibliotheek was gehuisvest en de tweede sportzaal gehandhaafd, terwijl het middengedeelte van de Trefkoele is gesloopt. De oude bieb is beperkt gerenoveerd en opgenomen in het complex. De tweede sporthal is voorzien van een nieuwe bekleding waarmee het gehele gebouw als één geheel is vormgegeven. En we hebben de nieuwe Trefkoele Trefkoele+ genoemd. De + fungeert als symbool: de vernieuwing zien we als een pluspunt en het gebouw fungeert tevens als kruispunt voor de gebruikers, waarbinnen door samenwerking nieuwe verbindingen worden gelegd. Ook in het gebouw komt de + terug, bijvoorbeeld in de vorm van de centrale ontmoetingsruimte. Op het voorplein is tijdens het Nederlands Kampioenschap metselen en voegen een ovaal vlak ontworpen, waarop gemetselde objecten in de vorm van plusjes dienen als begrenzing van de fietsparkeerplaatsen.”

De beheerorganisatie Simon legt uit hoe het beheer is geregeld: “Allereerst is een transparant en uitnodigend gebouw nodig. Je

door goede afspraken aan te koppelen, maar dat haalde het niet. We hebben vier scholen met verschillende denominaties, die functioneel goed zijn. Ze bieden BSO aan, maar kinderopvang en peuterspeelzaal staan centraal in het VVE beleid en horen dus in de centrumvoorziening. Het beleid is bovendien dat we een goede centrumvoorziening hebben waar de scholen in een straal van een paar honderd meter omheen liggen.”

De plus van Trefkoele+ Simon over zijn rol: “Toen ik in 2009 voorzitter van de stichting werd was de toekomst van de oude Trefkoele nog steeds onderwerp van hevige discussies. De Trefkoele was het laatste project in de gemeente waar nog niets mee was gebeurd en er was verdeeldheid over mogelijke oplossingen. Toen heeft het bestuur ICSadviseurs gevraagd om een haalbaarheidsonderzoek te doen met de vraag of een verbreding mogelijk was. ICSadviseurs constateerde dat een grondige herziening van het gebouw nodig was en dat het mogelijk was een nieuwe hal te bouwen wanneer de markt vroegtijdig betrokken zou worden.” Jarno knikt: “Een gemeentelijke contra-expertise leidde tot dezelfde conclusie en in januari 2010 heeft de gemeente gekozen voor de variant vernieuwbouw met een taakstellend budget van acht miljoen euro. Toen

komt hier nu binnen en overziet in één oogopslag het totale gebouw. Met honderd bezoekers is het kleinschalig, maar ook als de hal bomvol zit heb je niet het gevoel dat je in een heel groot gebouw zit. Dat maakt dat het prettig voelt. Een Grand Café helpt ook mee om een thuisgevoel te creëren. De exploitatie van de Trefkoele+ bestaat uit de volgende componenten: directe huur aan commerciële partners, de huisvestingcomponent via activiteiten die de gemeente subsidieert in een langjarig contract, de huur die we voor maatschappelijke activiteiten vragen, de omzet van de horeca en een subsidie die we van de gemeente krijgen als compensatie voor de maatschappelijke huur. Dat leidt tot een kostendekkende situatie en de gemeenteraad was bijzonder tevreden dat wij als stichting een sluitende exploitatie met stabiele huurders konden laten zien. We hebben veel geïnvesteerd in goede programmalijnen en werken nu aan een programmaraad. Het gebouw hebben we in eigendom en we doen in het beheer alles zelf met eigen personeel en vrijwilligers. Dat vergt een bedrijfsleiderschap dat soms moeilijk te combineren is met een cultureel manager. Daar willen we nu werk van maken met een goede profielschets en een helder beeld van taken en verantwoordelijkheden.” Jarno: “Vroeger pompten we als gemeente veel geld rond

schooldomein

“De Trefkoele+ opent om 7.00 uur met kinderopvang en sluit om 24.00 uur met vergaderingen en sporters.”

januari 2015

51


​Foto: ​Luuk Kramer ​Foto: ​ICSadviseurs

​Foto: ​Luuk Kramer

projectinformatie Project Trefkoele+, vernieuwbouw grootste Kultur-

Vlnr: Burgemeester Han Noten, Koning Willem Alexander, Simon Peerdeman en Jarno Doornewaard.

hus in Overijssel

Opdrachtgever door de huisvestingscomponent in de subsidie mee te nemen. Nu hebben we direct met de Trefkoele+ een afspraak gemaakt. Zo krijgt onze welzijnsorganisatie geld voor de activiteiten en personeel en het geld voor de huisvesting gaat direct naar de Trefkoele+, die daardoor minder afhankelijk wordt van de exploitatie van de huurders.”

Gemeente Dalfsen

Adviseurs ICSadviseurs, ICSWSM

Architect Spring Architecten en MoederscheimMoonen Architects

Korte spanningsboog

BVO

Simon over het proces: “Vanaf het moment dat ICSadviseurs erbij betrokken was hebben we geen stagnatie in het proces gehad. Vanuit het haalbaarheidsonderzoek konden we doorpakken. De architectenselectie leverde de architect op die de opgave be-

7.600 m²

Bouwkosten € 6,6 mln. excl. BTW

52

schooldomein

januari 2015

greep en de Europese aanbesteding via Engineering en Build verliep vlekkeloos. Belangrijk was ook dat de spanningsboog kort bleef. We hadden vier momenten met de gemeenteraad gepland waar de voortgang werd besproken. Vanuit de gemeenteraad hadden we een monitoringscommissie, die steeds mee bleef kijken. Dat werkte goed. Uiteindelijk is de opdracht binnen de geplande tijd en ruim binnen het budget afgerond. En doordat het proces zo goed liep konden we maximaal met de inhoud aan de slag.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Erwin Veneklaas Slots van ICSadviseurs: telefoon 06-22601526 of per mail erwin.veneklaasslots@icsadviseurs.nl.


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Natuur op je Muur.

Verticale moestuinen leren kinderen over de groei van groenten, fruit en kruiden Op basisscholen in Amsterdam, Almere en Houten zijn in september de eerste natuurmuren onthuld. Deze verticale moestuinen zijn speciaal ontwikkeld voor natuuronderwijs. Leerlingen krijgen hiermee duidelijk te zien hoe de natuur haar werk doet. De plantjes groeien in gewone potgrond en krijgen water via de regenpijp van het schoolgebouw die op het systeem is aangesloten. Voedingsstoffen worden aangevoerd vanuit de ingebouwde wormencompostbak, waar de kinderen de resten van hun boterhammen en fruit in kunnen gooien en zo kunnen zien hoe die verteerd worden. In combinatie met een geïntegreerd insectenhotel leren de kinderen zo elke dag hoe de natuur te werk gaat.

Samen met de verhalenschrijvers van MoodyDoodle ontwikkelde Natuur op je Muur ook een educatiepakket dat aansluit bij de verticale moestuin. Kinderen leren hiermee alles over de groei van groenten, fruit en kruiden gedurende alle seizoenen. Ze leren hun eigen tuin te ontwerpen, ze leren alles over de planten, het onderhoud, de oogst en natuurlijk hoe je de oogst het beste kunt bereiden. De bedoeling is dat de pilot in Amsterdam, Almere en Houten leidt tot een ‘natuurmuur’ op basisscholen door het hele land, maar ook komt er een versie voor particulieren en bedrijven.

op de muur kunnen groeien. Zo kunnen ook scholen en kinderdagverblijven die ver van schooltuinencomplexen af liggen van schooltuinonderwijs genieten.

De verticale moestuin is een onderdeel van het project Natuur op je Muur van Stichting The Tipping Point, die zich bezig houdt met het versnellen van de transitie naar een duurzame samenleving. Natuur op je Muur wordt mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds, Gemeente Amsterdam, Triodos Foundation en Corendon Foundation. Kijk voor meer informatie op

De verticale moestuin is een eenvoudig en betaalbaar systeem waarmee eetbare planten

natuuropjemuur.nl.

schooldomein

januari 2015

53


Marmoleum blikvanger in recente projecten

Forbo in Onderwijspark Ezinghe De nieuwe multifunctionele accommodatie Het Nest in Pijnacker is een innovatief, efficiënt, super duurzaam en toekomstbestendig gebouw en sinds een paar maanden is onderwijspark Ezinghe met maar liefst vijf scholen een feit. Gemeenschappelijk kenmerk in beide gebouwen is de keuze voor Marmoleum op de vloer. Twee praktijkvoorbeelden uitgelicht.

Z “Hij dient als trap, als ontmoetingsplek tijdens de pauze en als tribune tijdens gemeen­ schappelijke activiteiten.”

54

schooldomein

o maken de drie scholen, de kinderopvang en de handbalvereniging die in Het Nest ‘wonen’ gebruik van elkaars ruimten, zoals de gymzaal. Opvallend is een luchtventilatiesysteem dat gebruik maakt van natuurlijk opgewarmde buitenlucht. Ook in het interieur speelde duurzaamheid een belangrijke rol. Vandaar (maar ook vanwege haar uitstraling en robuustheid) de keuze voor Marmoleum op de vloer en Bulletin Board als prikbord op de wanden. Bij binnenkomst valt de kleurrijke tribunetrap meteen op. Hij dient als trap, maar ook als ontmoetingsplek tijdens de pauze en als tribune tijdens gemeenschappelijke activiteiten zoals het paasfeest. De twee speellokalen ernaast zijn met schuifwanden bij de hal te betrekken. Het is maar één van de vele voorbeelden van het flexibele gebruik van het gebouw.

Gaanderijen De multifunctionele accommodatie (MFA) werd ontworpen door de architectenbureaus No Label en Studio Leon Thier. Zij bedachten ook de klaslokalen met hun ligging aan leerpleinen en meanderende gangen waar kinderen zelfstandig kunnen werken. De veelvuldig toegepaste schuifpuien verbinden de lokalen met de gaanderijen, de zitrand rond het gebouw en het dakterras. Als in een openluchtschool kunnen kinderen hierdoor ook buiten leren. Andersom loopt het omringende park via hofjes de school in. “De kleinere kinderen hebben zo een besloten ingang. De groten komen via een entreeplein binnen,” aldus

januari 2015

architect Annemiek Braspenning van No Label. De gaanderijen zijn haar trots: “Heel karakteristiek voor het gebouw, zeer veilig want het zijn ook de vluchtwegen en tegelijk dienend als natuurlijke zonwering.”

Robuust karakter Het binnenklimaat van Het Nest wordt zonder complexe installaties geregeld, maar met (zoals gezegd) natuurlijk opgewarmde buitenlucht, een zeer duurzame oplossing. Het systeem is CO2-gestuurd: zodra er te weinig zuurstof in het klaslokaal is, wordt automatisch verse lucht aangevoerd. Maar de docenten kunnen ook gewoon zelf een raampje openzetten, indien gewenst. Deze aanpak moet garant staan voor betere prestaties van leerlingen en leraren. Ook de vloer is gekozen vanwege de duurzaamheidseisen en eisen voor een gezond binnenklimaat, die de gemeente Pijnacker stelde aan het ontwerp. Braspenning besloot daarnaast Marmoleum toe te passen vanwege haar robuuste karakter en eenvoudig onderhoud. “Een gietvloer is toch veel kwetsbaarder.” De kleur grijs - alle vloeren hebben dezelfde tint - paste vervolgens op een contrasterende manier prima bij het zeer kleurrijke meubilair, dat door de architecten speciaal voor deze MFA is ontworpen. Aan de wanden veel Bulletin Board in antraciet, Forbo Flooring’s linoleum prikborden. Daarvoor is gekozen omdat een van de scholen werkt met het innovatieve en thematische IPC onderwijssysteem waarbij prikborden een belangrijke rol spelen.


BOUW EN ORGANISATIE

en MFA Het Nest in Pijnacker Onderwijspark Ezinghe Sinds een paar maanden is onderwijspark Ezinghe een feit. Het opvallende, bronskleurige en zeer uitgestrekte gebouw met een enorm kunstwerk aan de gevel als absolute blikvanger bevat maar liefst vijf scholen en is ontworpen door Atelier PRO Architekten. In het scholencomplex - groot 30.000 vierkante meter - zijn veel duurzame materialen toegepast zoals zeer kleurrijk Marmoleum van Forbo Flooring, maar ook veel metaal, fraai glas en hout bijvoorbeeld. Het gebouw is een opvallende verschijning zoals het staat te glimmen in haar verschillende bronstinten. Zonlicht weerkaatst op de vlakke en schuin geprononceerde cassetten van geanodiseerd aluminium in zijn bruintinten. Het aluminium plaatwerk in de plint, vormt zo een lichte riem die om het gebouw spant. De entrees van de drie grote scholen en de aula zijn geplaatst in glazen bouwdelen, die ingeklemd liggen tussen de bronzen stroken. Door het contrast in materiaalgebruik en hun transparantie zijn de entrees van nature uitnodigend. Het gebouw met de twee speciaal-scholen kent haar ingang aan de parkzijde. Het park op haar beurt vormt een natuurlijke bres, maar ook een overgang tussen het onderwijsgebouw en het sportcomplex. Het bovenbeschreven strokenthema komt ook terug in het opgetilde sportcomplex met daaronder de fietsenstallingen en parkeergelegenheid.

Blikvanger Hoewel de scholen zelfstandig opereren met eigen theorielokalen en leerpleinen, zijn ze onderling verbonden aan de hand van gedeelde, strategisch

geplaatste praktijkonderwijslokalen. De onderwijslokalen voor techniek liggen aan de nieuw aan te leggen Dahliastraat, zodat de leerlingen hun bezigheden ook kunnen etaleren. De consumptiegerichte opleidingslokalen liggen – ook logisch geplaatst - aan een terras in het park. Absolute blikvanger van het gebouw is een monumentaal kunstwerk van circa 600 vierkante meter van Driessen + Van Deijne uit Amsterdam.
Dit kunstwerk ook wel het Hart van Ezinghe genoemd prijkt op de toren die de creatieve vakken huisvest. Daarop ook twee billboards van circa 200 vierkante meter met steeds wisselende projecties. Zo’n groot gebouw waarin faciliteiten gedeeld worden door vijf verschillende scholen, moet natuurlijk wel een heldere verbindingsopzet hebben. Een centraal gelegen watervaltrap langs vides en spannende loopbruggen vormt een ware ‘route architecturale’ door het gebouw met zicht op veel kleur en lopend over het duurzame Marmoleum van Forbo Flooring, dat is gebruikt als vloer. Kijk voor meer informatie op www.forbo-flooring.nl.

schooldomein

januari 2015

55


Onderwijs en zorg in Brede Zorgschool Tiel

“Ook voor deze kinderen geldt een leven lang leren.�

56

schooldomein

januari 2015


BOUW EN ORGANISATIE

“Het bijzondere van de nieuwe Brede Zorgschool De Cambier is dat de voormalige Cambier van Nootenschool hier samenwoont en -werkt met de ’s Heeren Loo Zorggroep”, vertelt directeur Paul Hijne, “in dit gebouw bieden we onderwijs en zorg voor 65 SO kinderen, 90 VSO kinderen en 70 KDC kinderen.” Intern Begeleider SO Anita Kwinten en manager job coaching van de Brede Zorgschool Jan Treffers van ’s Heeren Loo knikken. Logisch, want ze zijn enorm trots op hun nieuwe gebouw. Tekst en foto’s Sibo Arbeek

H

et gebouw heeft iets met rond. Dat komt terug in de ronde pilaren, de ronde hoeken en de ronde lichtgaten in het dak. Met de rode en grijze stenen valt het op in de wijk. De entree is uitnodigend, met zitjes, een lange houten tafel en een bar. Dit is een gebouw dat uit wil nodigen en dat bevestigt Paul dan ook: “We willen graag onderdeel van de samenleving zijn. De school ligt vlakbij het winkelcentrum, het ziekenhuis en de dagbesteding van ’s Heeren Loo. Woensdag komt de buurt hier koffie drinken, onze leerlingen kunnen banden plakken en we hebben een winkel met eigen producten. De heg om de school is maar een meter hoog, omdat we gezien willen worden. Ik heb laatst met de voorzitter van de winkeliersvereniging gesproken over onze rol in de wijk. Wij zijn een bedrijf met zestig teamleden vanuit de school aangevuld met 150 uur zorg en nog eens twaalf collega’s van ’s Heeren Loo.”

1 kind 1 plan Anita Kwinten is intern begeleider en vult aan: “Toen we tien jaar geleden de AWBZ gelden van ouders ook mochten inzetten voor zorg is de samenwerking met s’ Heeren Loo ontstaan, omdat daar het Kinderdagcentrum (KDC) de Rietpol zat. Wij vonden het altijd al onlogisch dat er een knip zat tussen het onderwijsdeel en het zorgdeel voor onze kinderen die een verstandelijke en/of een lichamelijke beperking hebben. In dit gebouw bepalen wij samen de ontwikkelingslijn voor het kind en dat noemen we 1 kind 1 plan. Zorg gaat naar onderwijs voor ondersteuning en het omgekeerde gebeurt ook.” Het onderwijs in een ZMLK school is in tien jaar enorm veranderd. Vroeger waren er wat leesboekjes en gaf je iemand eens een aai over de bol. Nu werken we met landelijke kerndoelen en leerlijnen en wordt voor alle kinderen een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Ook voor deze kinderen geldt een leven lang leren. Het uiteindelijke doel is een zo zelfstandig mogelijke plaats in de maatschappij.”

Kamertraincenters Jan Treffers van ’s Heeren Loo schuift als manager van de brede zorgschool aan: “In een groep van twaalf kinderen heb je een leerkracht en een klasse assistent die vanuit school betaald worden en een zorg assi-

stent die nu nog vanuit de AWBZ betaald wordt. In dit gebouw hebben de zorg coördinator van de school en de coördinator van ’s Heeren Loo samen een kantoor, zodat de lijnen heel kort zijn. Voor het kind loopt het automatisch in elkaar over, terwijl NSO een ander product is met een andere financiering. Het mooie is dat de kinderen van alle faciliteiten gebruik maken. Er is een huiskamer bij ’s Heeren Loo, die in de stage huishoudkunde door onze kinderen wordt schoongemaakt. ’s Heeren Loo heeft een snoezelruimte waar onze kinderen ook gebruik van mogen maken. De school heeft fysio, waar ‘s Heeren Loo weer gebruik van maakt, evenals van ons technieklokaal. We hebben een paramedische dienst, ergotherapeuten en logopedisten. ’s Heeren Loo vult ons weer aan met speltherapie en muziektherapie. Als een leerling tussendoor wil slapen kan dat in één van de logeerkamers van ’s Heeren Loo. De leerlingen wonen in de hele regio, gaan vroeg van huis weg en komen laat weer thuis. Doordat zorg en onderwijs nu in één pand zitten, hoeven leerlingen na schooltijd niet meer naar therapieën en tussendoor niet meer vervoerd te worden voor bijvoorbeeld voor- en naschoolse opvang. Ze kunnen hier totdat ze twintig jaar zijn blijven en dan in één van onze appartementen wonen, waar ze in onze kamertraincenters zelfstandig wonen kunnen oefenen.”

Traditionele structuur “Het belangrijkste is rust en duidelijkheid voor de kinderen”, legt Anita uit. “Dat is in het ontwerp steeds het uitgangspunt geweest. Daarom liggen de praktijkvakken aan de voorkant van het gebouw om toch de buurt binnen te krijgen en zo onderdeel van de samenleving te kunnen zijn, zonder de rust in het hele gebouw te verstoren. In elk lokaal zijn de uiterlijke kenmerken hetzelfde. Dus zo weinig mogelijk kleuren en op dezelfde plek hangt het touchscreen, het whiteboard, het prikbord of de klok. Tussen twee lokalen ligt een instructieruimte, een magazijntje en een toilet. Een toilet bij de klas is belangrijk om de rust te handhaven. Kinderen worden soms uit de klas gehaald om naar therapie te gaan of naar de snoezelruimte. Als iemand door de gang loopt weet je wie het is. Met de therapeuten is er direct contact zodat we in de les kunnen oefenen.”

schooldomein

projectinformatie Project Nieuwbouw Brede Zorgschool met appartementen

Gebruikers Brede Zorgschool De Cambier en de ’s Heeren Loo Zorggroep

Opdrachtgever Gemeente Tiel

Bouwheer Gemiva-SVG en de gemeente Tiel

Architect Visser & Bouwman

januari 2015

57


Nieuwbouw Montessori College Nijmegen

Leren doe je van en “Montessori hecht aan de goed voorbereide omgeving. In een goed voorbereide leeromgeving vinden leerlingen hun materialen makkelijk en kunnen docenten goed observeren. De zorgvuldige voorbereiding is van belang om het onderwijsproces goed te laten verlopen.” Het verhaal achter een geslaagd bouwproces. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Petra Appelhof

J

anneke Stam is rector van het Montessori College: “We hadden oorspronkelijk vier schoolgebouwen en hebben na twintig jaar nu eindelijk deze campus in Nijmegen, met nog één nevenvestiging in Groesbeek. Op deze locatie staan de vmbo-campus in twee gebouwen en dit nieuwe gebouw voor havo, vwo tl, dat in april 2014 is opgeleverd. Het is gelijk het grootste gebouw met 1.050 leerlingen. De gemeente Nijmegen heeft de middelen voor onderwijshuisvesting al een aantal jaren geleden doorgedecentraliseerd en dat hebben we goed opgepakt. Voor de doordecentralisatie hadden we altijd moeizame gesprekken en was er geen zicht op nieuwbouw; toen we het eigendom en de middelen zelf hadden konden we echt plannen gaan maken. We hebben zelf gespaard en een deel via schatkistbankieren gefinancierd. Wanneer we ooit dit pand verlaten, heeft de gemeente het eerste recht van koop tegen de dan geldende WOZ waarde.”

Kleinschalig werken in een groot gebouw “We hebben ons de vraag gesteld of je in deze tijd nog wel een nieuwe school moet willen bouwen. Maar de kern van onderwijs is de verbinding tussen mensen en het leren van en met elkaar. Bij een nieuw gebouw kun je je onderwijsvisie vrij bedenken. Nieuwbouw biedt de kans om je onderwijsvisie in het gebouw te integreren. Daarbij is de

58

schooldomein

januari 2015

beleving van het gebouw heel belangrijk. Dat vraagt om speciale expertise die ik niet heb. Toen kwam ik Marijke tegen, die interieurarchitect is. We hadden een klik en vanuit het vormgeven van die beleving is ze betrokken bij het hele proces. Eerst bij het Programma van Eisen en later ook bij de architectenselectie. De opgave was om kleinschalig werken te vertalen in een groot gebouw, dat echt als een Montessorischool zou worden beleefd.”

Vertalen onderwijsvisie Marijke van de Vorstenbosch van clipL2R interieurarchitecten: “Het goed vertalen van de onderwijsvisie is heel belangrijk. Een gebouw moet in zijn beleving goed zijn. Een goede kwaliteit betekent ook veel natuurlijke materialen, een goede akoestiek en verschillende soorten leer- en verblijfsplekken voor leerlingen. Natuurlijke zitkwaliteit zit ook in de tactiliteit van de binnenmaterialen, zodat de zintuiglijke beleving optimaal is. Het gebouw heeft een hybride ventilatiesysteem, betonkernactivering en WKO-opslag, om een goed en vooral natuurlijk binnenklimaat te creëren. Maar ook een element als het integreren van kasten en lockers in de wanden helpt mee om het gevoel van balans en rust te versterken.” Janneke: “De school voelt gewoon goed. Dat komt door de balans, de sprankeling, de openheid, maar ook de geborgen-


BOUW EN ORGANISATIE

met elkaar

heid. Je beleeft rust zonder dat je het in de gaten hebt. Niet alleen de inrichting is van belang, maar ook de omgeving. Montessori zelf was een ‘leerarchitect’ die het onderwijs zo heeft ingericht dat het leren uit zichzelf kan komen. Het materiaal is zelfinstructief en in feite is het gebouw dat ook.” Marijke knikt: “De architect Koen Klijn van Ector Hoogstad heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. We hebben onze eigen domeinen van te voren gemarkeerd en ook aangegeven wat de overlappende gebieden waren. De rol van Janneke als opdrachtgever wil ik graag benadrukken; ze was inspirerend, gaf ons het vertrouwen en sloeg de brug naar de gebruikers waar dat nodig was.”

Van binnen naar buiten “Als interieurarchitect ontwerp je van binnen naar buiten”, legt Marijke uit, “Montessori hecht aan de goed voorbereide omgeving. Ik denk dat ik daarom ook zo goed bij deze opdrachtgever aansloot. Het is hetzelfde als waarin je binnen het vak interieurarchitect continu mee bezig bent. Ik vind het belangrijk om er vanaf het eerste moment bij te zijn, omdat je dan de onderwijsvisie het hele traject kunt blijven implementeren en ook bewaken. Ik zat in het ontwerpteam, maar was ook de oren en ogen van Janneke. Dat werd soms als lastig ervaren, maar het werkte wel. Een mooi compliment vond ik dat alle partijen bij de oplevering verbaasd waren over het hoge ni-

veau van de afwerking.” Janneke lacht: “Ze noemden Marijke ook wel de tweede opzichter op de bouw.” Marijke kijkt even bedenkelijk: “Wel steeds vanuit de passie voor de school en de leerlingen.”

Logistiek goed gebouw Janneke ten slotte: “Het gebouw heeft de vorm van een rechthoek met een binnenstraat in de lengterichting. Deze wordt via split levels onderbroken en dat maakt dat je telkens op een ander niveau komt. De kleinschaligheid wordt benadrukt doordat er visueel contact tussen de bouwlagen is. Links liggen de algemene en kantoorruimten en aan de rechterzijde liggen in de luwte van de gang telkens vier lokalen aan een studieplein. De lockers zijn op verschillende plekken in de wanden verwerkt, waardoor er rust ontstaat. Op de lockerwanden zijn kleurige prints van micro-organismen gedrukt. Montessori leert ons dat alles onderdeel is van een groter geheel en dat je je daar bewust van mag zijn. Het leuke is dat de leerlingen overal gaan zitten. Ze geven ook zelf aan dat dit gebouw goed voelt en vinden vanzelf de plekken waar ze elkaar ontmoeten, zonder dat de ordening verstoord raakt. Daaruit blijkt ook dat het gebouw een natuurlijke en goed voorbereide leeromgeving is.”

“Nieuwbouw biedt de kans om je onderwijsvisie in het gebouw te integreren.”

Kijk voor meer informatie op www.montessoricollege.nl of www.clipL2R.nl.

schooldomein

januari 2015

59


Modulaire bouw met de kwaliteit van nieuwbouw

Maatpak voor CSG Bahûrim Penta College CSG Bahûrim in Brielle wilde de semi permanente uitbreiding vervangen en bezocht een aantal bedrijven om een gedegen keuze te maken. De keuze viel op Barli bv uit Uden en de samenwerking verliep zo goed dat na de nieuwbouw ook het bestaande gebouw door hen werd gerenoveerd. Tekst en foto’s Sibo Arbeek

S

chooldomein praat met Andries Peters en Martijn Pashouwers van Barli bv, projectleider Michel Bosveld van BOAG, architect Joep Willems en de bouwheer John van den Berg van het Penta College. John schetst de aanleiding: ”CSG Bahûrim is een kleinschalige school voor 270 leerlingen die hier de eerste drie leerjaren havo en mavo volgen en de mavo kunnen afsluiten. Wij hebben een breed voedingsgebied en onze leerlingen hebben vaak een stukje extra zorg nodig. Dat betekent dat kleinschaligheid en een heldere structuur belangrijke voorwaarden voor ons onderwijs zijn. Het originele gebouw was vijftig jaar oud aangevuld met 1000 m2 semipermanente bouw. We kregen toestemming van de gemeente Brielle om deels nieuw te bouwen. De renovatie van het bestaande oude deel stond pas na 2020 gepland, maar na goed overleg besloot de gemeente tijdens de nieuwbouw om ook de renovatie naar voren te halen in de tijd omdat één bouwstroom veel efficiënter is

60

schooldomein

januari 2015

en daardoor maatschappelijk verantwoord. We hebben vooraf verschillende aannemers bezocht die de aanbouw konden realiseren en hadden vooraf wel een prijsplafond maar geen voorkeur voor traditionele of systeembouw. Uiteindelijk zijn we begin juli 2012 met vijf partijen bij elkaar gaan zitten, waarvan er drie overbleven. Bij Barli hadden we direct een goed gevoel. Het werd een Design & Build aanbesteding en de aanbouw verliep zo goed dat we ze ook hebben gevraagd de renovatie uit te voeren.” In mei 2013 startte het bouwen en in november 2013 was de nieuwbouw gereed. De renovatietoestemming werd in oktober 2013 verkregen en eind februari 2014 kon daarmee worden gestart.

Snelheid “Bij de keuze speelde de snelheid van het bouwproces ook mee; we wilden geen anderhalf jaar in een ingewikkeld bouwproces zitten, maar zochten een partij die een korte en bovendien gefaseerde bouwtijd kon garanderen, zodat de leerlingen konden blijven


BOUW EN ORGANISATIE

“Ik vind dit project ook geen systeembouw, maar meer modulaire bouw met de kwaliteit van nieuwbouw.”

zitten.” Andries knikt: “Joep heeft een 3D model in SketchUp gemaakt en wij hebben dat naar een bouwaanvraag vertaald. Honderd kilometer verderop hebben wij het nieuwe deel met prefab-onderdelen al opgebouwd. De basis wordt in een geconditioneerde ruimte geprefabt en vervolgens in een paar dagen wind- en regendicht neergezet. Het enige dat we niet in Uden konden maken was de hoge aula met grote overspanningen, waarvoor een specifieke staalconstructie nodig was. Dit gebouw is in vijf maanden neergezet en het had nog korter gekund, als we de buitenzijde niet hadden gemetseld. In januari 2014 is de nieuwbouw feestelijk geopend en konden we gaan renoveren. Eind mei was de renovatie achter de rug.”

architect in ons eigen systeem kunnen vertalen. We werken ook met een stalen draagstructuur en prefab bouwdelen, maar zijn in de maatvoering en de detaillering juist heel flexibel.” BOAG-adviseur Michel Bosveld vult aan: “Dat is ook wat de markt vraagt.

Modulair bouwen Andries Peters verder: “Vanuit onze expertise op het gebied van staalskeletten, betonvloeren en modulair bouwen, zijn we opgeschaald naar meer permanente bouw met een hoogwaardige kwaliteit. Het bijzondere van onze werkwijze is dat we het ontwerp van de

vlnr: Martijn Pashouwers, Joep Willems, Andries Peters, John van den Berg

schooldomein

januari 2015

61


Onderwijshuisvesting Barli bv heeft een uniek modulair bouwsysteem ontwikkeld voor permanente en semipermanente onderwijshuisvesting. Belangrijke voordelen van het bouwsysteem zijn: • korte bouwtijd • weinig overlast op locatie • kwaliteit vergelijkbaar met traditionele bouw • binnen eisen voor frisse scholen • zeer aantrekkelijke prijsstelling

Jagersveld 20, 5405 BW Uden T. 0413 255099, F. 0413 335015 info@barli.com, www.barli.com

morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen

Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord Bel met een van onze deskundige medewerkers of ga voor meer info naar kwfkankerbestrijding.nl/vraag. De KWF Kanker Infolijn is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur.

iedereen verdient een morgen


BOUW EN ORGANISATIE

Het kunnen leveren van maatwerk in aanvulling op of in combinatie met het bouwsysteem. Ik vind dit project ook geen systeembouw, maar meer modulaire bouw met de kwaliteit van nieuwbouw.” John knikt: “En de kwaliteit stond bij ons ook voorop. We wilden een kwaliteit die veertig jaar mee kan. Je kunt aan de buitenkant niet zien dat het systeembouw is. De beleving is dat het een traditionele bouw is en bovendien duurzaam, met een hoge EPC waarde en een goed binnenklimaat.” Martijn: “We leggen veel nadruk op duurzaamheid. De witte dakbedekking blijft koel door de reflectie van het zonlicht en zorgt voor verlaging van de energielasten. We hebben laagtemperatuur vloerverwarming aangebracht, de lokalen zijn voorzien van CO2 gestuurde gebalanceerde ventilatie. Kortom; dit gebouw voldoet aan de eisen van Frisse Scholen B.”

Renovatie met een R Joep over het ontwerp: “We zijn een traditionele school met het accent op lokalen en geen grote leerpleinen. In de nieuwbouw hebben we een open leercentrum gecreëerd en een prachtige aula. Door-

dat de lokalen ramen hebben die van het plafond tot de vloer doorlopen, ontstaan er goede zichtlijnen. De taallokalen zijn op de verdieping in een cluster vormgegeven. De lokalen hebben grote schuifwanden, zodat het geheel toch transparantie en openheid uitstraalt. Als je door het gebouw loopt, weet je niet wat nieuwbouw of renovatie is. Overal ligt nieuw marmoleum, alle installaties, buitenkozijnen, vloeren en plafonds zijn vervangen. Dit was echt een renovatie met een grote R. Bijzonder is ook de opvallende sportkooi die we op het plein hebben neergezet, die vooral voor onze leerlingen bedoeld is, maar ook de omliggende wijk kan er - na overleg - gebruik van maken.” John ten slotte: “Ik wil de goede samenwerking met Barli nog eens benadrukken. We hoefden tijdens het proces weinig concessies te doen en dat kwam omdat Barli respect had voor ons ontwerp en het ook zo heeft uitgevoerd. En wat we hebben ervaren is dat modulaire bouw geen beperkingen oplevert in het uitwerken van het ontwerp. We hebben een duurzaam gebouw dat aan al onze eisen voldoet.”

schooldomein

projectinformatie Project Aanbouw en renovatie CSG Bahûrim in Brielle

Opdrachtgever Penta college CSG

Bouwheer Penta College

Architect Joep Willems van het Penta College

Aannemer Barli bv Uden

Adviseur BOAG Advies en Management Rotterdam

Omvang 1.300 nieuwbouw m2 en 1.000 m² renovatie.

Bouwkosten € 980,- per m² (excl. btw)

januari 2015

63


de etalage Hoe krijg je jongeren in beweging? In hun nieuwe boek Motivatie Binnenstebuiten gaan Huub Nelis en Yvonne van Sark op zoek naar de werking van motivatie bij jongeren. De één lijkt niets te willen, de ander wil schijnbaar van alles tegelijk en heeft moeite met kiezen. Het valt soms niet mee om jongeren te motiveren, laat staan voor iets waarvan ze het nut nog niet kunnen overzien. Tijdens de adolescentie, tussen hun 10e en 25e, komen jongeren er geleidelijk achter wat goed bij hen past. Veel mensen willen weten hoe ze intrinsieke motivatie bij jongeren kunnen verhogen. Intrinsieke motivatie lijkt iets ongrijpbaars, want je kunt het niet bij iemand anders afdwingen.

De kunst is om jongeren op een dusdanige manier te begeleiden en te inspireren dat ze uit zichzelf in beweging komen. Hierbij gelden verschillende basisprincipes, die in dit boek op toegankelijke wijze aan de orde komen. Het boek geeft meer dan 100 concrete tips om jongeren te helpen hun motivatie te ontdekken en geeft een scherp beeld van de huidige jongerenwereld. Een praktisch en beeldend boek met inzichten voor ouders, docenten op alle niveaus, stagebegeleiders en werkgevers. Kijk voor meer informatie en een inkijkexemplaar op youngworks.nl/motivatie.

Voor het eerst duidelijke richtlijn akoestiek in scholen eenvoudigweg te lang. De gangbare geluidsniveaus veroorzaken onrustig gedrag, concentratieproblemen en dus slechtere prestatie en minder welzijn bij kinderen. Met name jonge leerlingen zijn extra gevoelig omdat het gehoor op jonge leeftijd het meest gevoelig is. Daarnaast zijn er honderdduizenden leerlingen in Nederland die onderwijs krijgen in een taal die niet hun moedertaal is. Die leerlingen hebben een extra groot belang bij een goede akoestiek. Verder kan een slechte akoestiek leiden tot stress bij docenten, met potentiële burn out, verzuim en het bijbehorende ongemak en kosten tot gevolg. Met goede akoestiek kunnen scholen betere leer- en werkomgeving creëren voor meerdere toekomstige generaties.” Onlangs publiceerde de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de herziene versie van het Programma van Eisen van Frisse Scholen (zie ook pagina 32, 33 en 34 van deze Schooldomein). Een van de belangrijkste wijzigingen is die van het onderdeel akoestiek. Akoestiek krijgt steeds meer aandacht en wordt door veel schoolbesturen gezien als een belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs omdat het concentratie en effectieve communicatie ondersteunt. De nieuwe richtlijn scherpt de minimumeis ten aanzien van geluid aan, verdeeld in drie heldere niveaus. Ook is er voor het eerst aandacht voor de nagalmtijd bij lagere frequenties, te weten 125 Hz, die zorgen namelijk voor de meeste onrust, concentratieproblemen, stress en verzuim. Naast lucht, temperatuur en licht is geluid van wezenlijk belang voor goed en prettig leren en werken. In Nederland zijn circa 7000 basisscholen,

64

schooldomein

januari 2015

gehuisvest in gebouwen die gemiddeld 40 jaar oud zijn. Omdat er nauwelijks nieuwbouw plaatsvindt, is renovatie dus bijna overal aan de orde. Het Programma van Eisen wordt daarbij door nagenoeg alle schoolbesturen gebruikt voor het bepalen van ambities en het maken van de juiste keuzes als het gaat om het binnenklimaat. Guus Klamerek van Ecophon: “De belangrijkste reden om het PvE aan te scherpen was dat wetenschappelijk onderzoek duidelijk de voordelen van strengere eisen voor zowel leerlingen als leraren heeft aangetoond. Klasse C en Klasse B waren in de vorige versie hetzelfde en daar is nu duidelijk onderscheid in gemaakt. Bovendien is ook Klasse A, het optimum, verder aangescherpt. Een nagalmtijd van gemiddeld 0,8 s is – zeker met het huidige onderwijs waarbij er veelal in groepjes wordt gewerkt -

Rectificatie: In het artikel over de Internationale School Eindhoven in Schooldomein 2 (november 2014) waren wij niet helemaal volledig bij de vermelding van de architect. Graag zetten wij dat hierbij recht. Het ontwerpteam bestond uit de volgende partijen: - Bouwkundig architect: Diederen Dirrix, Eindhoven - Interieur architect: Buro Staal/ Christensen, Eindhoven - Landschapsarchitect: Buro Lubbers, Den Bosch Om het artikel online te bekijken, gaat u naar goo.gl/EIu9vJ.


BOUW EN ORGANISATIE

Oude spijkerbroeken zorgen voor betere schoolprestaties

Stress, vermoeidheid en concentratieproblemen bij slechte akoestiek Bijna iedereen gooit wel eens oude kleding in een kledingcontainer bij de supermarkt. Wat er vervolgens mee gebeurt, dat weten maar weinig mensen. Oude kleding kan bijvoorbeeld bijdragen aan een goede akoestiek. Allereerst gaat deze kleding naar een sorteercentrum waar de herdraagbare kleding gescheiden wordt van de niet herdraagbare of kapotte kleding. De kleding die nog geschikt is om te dragen vindt zijn weg naar 2de hands winkeltjes overal ter wereld of komt terecht in gebieden waar op dat moment grote behoefte is aan kleding. De kleding die kapot is wordt niet meer verbrand, maar door VRK Acoustics en Isolatie geüpgrade naar een hoogwaardig isolatieproduct. We noemen dit product Métisse en het bestaat voornamelijk uit katoen. Katoen heeft van nature hele lange vezels en is daardoor uitermate geschikt voor thermische en akoestische isolatie. Geperst tot de juiste densiteit kunnen platen die gemaakt zijn ren met concentratie problemen zowel bewegingsals geluidsprikkels weg te nemen.

van gerecycled katoen tot wel 95% geluid absorberen. Deze platen vormen dan ook de basis voor tal van producten die helpen de akoestiek te verbeteren.

Concentratiescherm Denk daarbij aan room- of bureau dividers die helpen een ruimte akoestisch te verbeteren. Of akoestische wandpanelen met een mooie afbeelding voorzien van een aluminium kader. Zeker niet te vergeten zijn de befaamde Eco-Baffles. Deze baffles zijn uitermate geschikt om klaslokalen, gymzalen, aula’s en vergaderruimtes op een duurzame en betaalbare manier akoestisch enorm te verbeteren. Het “Eco-Focus” concentratiescherm is een hulpmiddel om bij kinde-

De wettelijke normen die gelden voor akoestiek staan beschreven in Afdeling 3.3 Bouwbesluit 2012. De maatregelen die genomen dienen te worden staan in het arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 6.6 t/m 6.11 van de overheid. Heeft uw school ruimtes of klaslokalen waar de verstaanbaarheid slecht is, dan maken wij graag een afspraak om samen met u te bekijken wat de beste oplossing is om het probleem te verhelpen. Want slechte akoestiek zorgt voor stress, vermoeidheid, concentratieproblemen en dus voor ziekteverzuim. Wat een oude spijkerbroek al niet kan betekenen! U kunt alle informatie over de akoestische oplossingen die VRK Acoustics en Isolatie te bieden heeft nalezen op vrk-acoustics.nl. U kunt contact opnemen via tel: 013 – 570 23 14 of info@vrk-acoustics.nl.

schooldomein

januari 2015

65


Bolidt klaar voor het nieuwe jaar

We are going up

ROC Leiden

Ruud van der Sloot is commercieel directeur van Bolidt. Hij blikt terug op 2014 en kijkt vooruit naar 2015: “In 2014 vierden we onze first 50 years of innovation en 2015 wordt een vernieuwend jaar met de toepassing van antimicrobiële technologie, nieuwe kleuren en Bolidtop® 700 College.” Tekst Sibo Arbeek

“Onze vloeren tonen wat ze zijn.”

“Bolidt heeft een visie op integrale omgeving, waarin ruimten toegankelijk zijn, makkelijk in elkaar overlopen en weinig obstakels kennen. De gebruiker van een Bolidt vloer ervaart vrijheid en openheid. We hebben ontwikkeling, productie, marketing & sales en de applicaties onder één dak kennen geen geografische beperkingen. Of het nu gaat om het Cambridge Sainsbury Laboratory en het 18 Schools project in Saoedi Arabië tot het Hoornbeeck College in Kampen en Fontys Hogeschool in Eindhoven.“

Ontwikkelingen “Wij hebben een duidelijke visie op de leeromgeving. Leerlingen willen leerstof tot zich nemen in een rustige omgeving. Daarbij is een bepaalde zakelijkheid van belang, maar ook een passend design. Je ziet dus in publieke gebouwen met een ontmoetingsfunctie veel toepassingen van hout, metaal en kunststof. Een passend design voor verschillende omgevingen

66

schooldomein

januari 2015

is een belangrijk vertrekpunt van elke discussie over ruimten en de inrichting ervan. Onze vloeren zijn bij uitstek geschikt voor gebouwen waar veel mensen verblijven. Zo zijn we steeds actiever in de zorg. De rode draad daar is hygiëne. In de zorg kun je een healing environment toepassen, omdat onze vloeren bijdragen aan een rustige en prettige omgeving. Dat betekent dat er behoefte is aan naadloze vloeren met gesloten oppervlak die geen vuil opnemen en goed te desinfecteren zijn. Bolidt kunststofvloeren onderscheiden zich echt van andere typen vloeren. Ze zijn duurzaam en verdienen zich in de exploitatie terug. De eigenschap van naadloze kunststofvloeren in combinatie met de levensduur maakt onze vloeren aantrekkelijk. De vloeren zijn ook goed reinigbaar, bijvoorbeeld bij chemische verontreinigingen, zoals jodium. Ten slotte draagt een kunststof gietvloer bij aan het gevoel van een open en transparante ruimte zonder obstakels. Architectuur focust sterk op materi-


Fontys Hogeschool Eindhoven alen, die een strak uiterlijk hebben en duurzaam zijn, eenvoudig te reinigen en te onderhouden zijn.”

Inspelen op renovatie “Bij renovatie heb je wanneer je voor een Bolidt vloer kiest altijd te maken met een stabiele ondervloer, die niet te veel mag bewegen. De materialen van Bolidt zijn tot op zekere hoogte elastisch, maar niet eindeloos. Daarom zijn er ook zeker (onstabiele) ondergronden die we moeten afwijzen. Maar oude betonvloeren, cementdekvloeren, linoleumvloeren en tegelvloeren zijn prima geschikt om er een gietvloer overheen te leggen. Bij heel veel houten vloeren gaat het ook, wanneer we na een grondige analyse mogelijke gebreken of effecten kunnen neutraliseren. Daarom zijn we juist heel erg geschikt om in een combinatie met renovatie een gebouw een totaal nieuwe facelift te geven door er een gietvloer in te leggen.”

Fontys Hogeschool Eindhoven

Nieuwe toepassingen “Wij zijn constant bezig met nieuwe toepassingen. Zo ontwikkelen we in afstemming met architecten nieuwe kleuren. We hebben een periode van felle kleuren achter de rug, terwijl je nu vooral veel aardse tinten ziet. In het STC College in Rotterdam hebben we bijvoorbeeld groene kunststofvloeren gerealiseerd, omdat de opdrachtgever daar een expliciet gebaar wilde maken. In veel scholen voegen onze gekleurde vloeren iets toe, zoals ook in het Dr. Mollercollege in Waalwijk, waar helblauwe vloeren in de entree / aula liggen. Daar staan dan ook weer gele en rode banken op en het geheel levert een omgeving op waarin leerlingen zich thuis voelen. Daarom willen we ook graag vroeg in het proces meedenken, zodat de keuze voor de vloer en het design ook een betekenisvol onderdeel van het totale ontwerp vormt. Daarom vinden wij de voorlichtingsfase ook zo van belang, omdat je dan vroeg in het traject de mogelijkheden kunt bespreken rond kleurstellingen, patronen en design. ”

Duurzaamheid en exploitatie “Bolidtop® vloeren hebben een levensduur van 25 tot 30 jaar. De vloer blijft gedurende de levensduur goed, waarbij je soms bij slijtageplekken aan het oppervlak een nieuwe verzegelaar aanbrengt, dus het bovenste toplaagje moeten vervangen. Wanneer je tussendoor een andere kleur wilt, kan dat ook, dan fris je de verzegelaar in een andere kleur op. Je hoeft dus niet aan de totale vloer te komen. We noemen het ook een veredeling van het onderliggende beton. Bij andere systemen moet je de vloerafwerking in zijn geheel vervangen, dat hoeft bij ons dus niet. De vloer is een basis die blijft totdat het gebouw wordt gesloopt. PVC vloeren zijn net zo duur, duurder of goedkoper, afhankelijk van de kwaliteit en het design, linoleum is over het algemeen goedkoper, maar duurder in

Dr. Mollercollege Waalwijk

de jaarlijkse exploitatie. Rubber vloeren zijn er in verschillende kwaliteiten, maar in prijs meestal wat duurder. In tapijt heb je zoveel keuzen en soorten en heb je een enorme brede range aan kwaliteiten. Het break even point van een Bolidt vloer ligt op 4,5 jaar vergeleken met een linoleumvloer. Daarna begin je te verdienen. Dit komt doordat de Bolidtvloer geen terugkerend onderhoud in de vorm van waslaag strippen en opnieuw aanbrengen nodig heeft. De nieuwste ontwikkeling is ten slotte een vloer die schimmelvorming en bacteriën tegenhoudt en door TNO getest is. Dan draag je met je product helemaal bij aan een gezonde en hygiënische toepassing. Denk eens aan de mogelijkheden voor kinderdagcentra, brede scholen, ziekenhuizen en kleedkamers in sporthallen.” Kijk voor meer informatie op www.bolidt.nl of mailt u naar info@bolidt.nl.

schooldomein

januari 2015

67


het atelier

Rudolf Steiner College | Rotterdam Het Rotterdamse Rudolf Steiner College verhuist in 2015 naar de oude Crooswijkse Ambachtsschool uit 1909. Een klassiek schoolgebouw met hoge ruimten en royale raampartijen. Het gebouw werd al meer dan 20 jaar niet meer als school gebruikt, maar wordt het komende jaar getransformeerd tot een hedendaags, modern schoolgebouw. De combinatie Arcis-Arconiko heeft de aanbesteding voor het ontwerp en de uitvoering van het schoolgebouw gewonnen. Het team wil de oude Ambachtsschool, dat bestaat uit twee evenwijdige vleugels met een totaaloppervlak van ca. 5000 m², weer in oude glorie herstellen en de vleugels ruimtelijk verbinden door een nieuw schoolhart met entree en theater.

Opdrachtgever Montessorischool Waalsdorp

Architect Arconiko architecten

Bruto vloeroppervlak 5.000 m²

Foto’s Stijn Poelstra

68

schooldomein

De oude gebouwen zijn de laatste decennia nauwelijks onderhouden en dienen daarom ingrijpend aangepakt te worden. De volledige fundering wordt vernieuwd omdat alle houten palen verrot zijn. Na het fundatieherstel kunnen de vloeren geëgaliseerd worden, op sommige verdiepingen zijn de hoogteverschillen meer dan twintig centimeter, en de scheuren in de wanden hersteld. Pas na deze bouwkundige ingrepen kan begonnen worden met het onderhoud en de inrichting van de gebouwen.

januari 2015

In het ontwerp is veel aandacht besteed aan het combineren van energiezuinigheid en het verbeteren van het binnenmilieu (De Frisse School). Wanden, vloeren en daken worden geïsoleerd volgens de nieuwbouweisen en het enkelglas wordt vervangen door isolerend dubbelglas. Elektra wordt opgewekt met zonne-energie en de warmte wordt uit de grond gehaald. Het energieverbruik ligt dan ook lager dan bij een gemiddelde nieuwbouwschool. Om de leerlingen het energiesysteem te laten ervaren wordt voor educatieve doelstellingen een digitaal energiescherm in de hal opgehangen waarop opwekking en -verbruik af te lezen zijn. De sterke punten van het bestaande gebouw worden onder andere ingezet voor de verbetering van het binnenklimaat. Zo worden de hoge ruimten benut voor een optimale luchtverversing zonder dat de gebruikers last hebben van tocht. De grote ramen laten overvloedig daglicht binnen tot diep in de lokalen. Hierdoor vermindert tevens het verbruik van kunstlicht. Twaalf jaar heeft het Rudolf Steiner College moeten wachten op nieuwe huisvesting. Vanaf zomer 2015 kan de school eindelijk in een nieuw gebouw, dat de kwaliteiten van de historische Ambachtsschool verbindt met de opvattingen en eisen van het hedendaagse Rudolf Steiner College.


column

Nu ook aandacht voor ‘Het jonge kind’. Vraag nu jouw gratis toegangsbadge aan.

27-31 januari 2015

Jaarbeurs Utrecht www.not-online.nl

Dé vakbeurs voor professionals in het PO, VO en MBO

Wat een luxe Als huisvestingadviseur van scholen heb je de luxe dat je regelmatig op scholen rond mag lopen. Omdat je hen adviseert of tijdens een inspiratietour om ideeën op te doen voor een andere school. Scholen waar leerlingen lief en leed met elkaar delen, waar geleerd, gehangen, gegroeid en geruzied wordt. Een collega zei wel eens: natuurlijk zijn de docenten het belangrijkste in het leerproces, maar laten wij ervoor helpen zorgen dat het gebouw dat leren helpt en niet nog moeilijker maakt met al die afleidingen! En gelijk heeft ze. Ik doe er graag nog een schepje bovenop door de ambitie te hebben om het plan zo te maken dat leerlingen er graag verblijven en door hun omgeving meer zin hebben om te leren. Dat dit kan, dat geloof ik door de enthousiaste verhalen van directeuren, medewerkers en leerlingen na de opening van een nieuw gebouw waar ik aan mee mocht werken. Gebouwen waar je het concept en uitgangspunten direct in herkent, waar de architect dit prachtig in een ontwerp heeft vertaald en de aannemer het kundig heeft gebouwd. Samen met directieleden en docenten doe ik telkens weer mijn uiterste best om een programma te ontwikkelen dat recht doet aan de cultuur en sfeer van de school, de waarden waar het voor staat en de onderwijsontwikkeling die ze willen doormaken. Eén ding weten we allemaal zeker: het onderwijs blijft aan verandering onderhevig en ook de behoeften blijken al bijna te veranderen voordat het gebouw er staat. Flexibiliteit is dus standaard: op welke manier is telkens de vraag in zo’n proces. Tijdens een recent programma van eisen traject voor een nieuwe vmbo school bezochten we met de werkgroep een aantal scholen in de regio. Zo’n inspiratietour helpt enorm om ideeën op te doen voor de eigen school en zo ook nu, want de mix van voorbeelden verheldert veel en maakt het gemakkelijk om dezelfde beelden te krijgen van wat wel en wat juist niet bij de eigen school past. We bezochten ook het Wellant College Westvliet, een school in Den Haag met een helder, uniek onderwijsconcept en een uniek gebouw. De bezoekers waren onder de indruk en werden enthousiast van het boeiende verhaal van de teammanager. Het moet zeker acht jaar geleden zijn dat we de plannen voor Westvliet maakten, in de kamer van de directeur in het oude gebouw met een groep gepassioneerde teamleden, maar ik zie het zo weer voor me. Nu laten zij hun nieuwe gebouw trots aan anderen zien. Het programma voor de nieuwe vmbo-school is inmiddels klaar, de architect gaat van start met het ontwerp en ik kijk nu al reikhalzend uit om er in rond te mogen lopen. Tijdens een feestelijke opening of natuurlijk tijdens een nieuwe inspiratietour.

schooldomein

januari 2015

Merel de Boer | Senior adviseur Organisatie en Ruimte ICSadviseurs | mdeboer@icsadviseurs.nl

Vijf dagen inspiratie, de nieuwste trends en ontwikkelingen.

69


colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, Team BNA Onderzoek. Redactieraad Henrico ten Brink, Henk Grendel, Tom Haagmans, Guus Klamerek, Marc van Leent, Joris van Leeuwen, Ronald Schilt, Harry Vedder, Paul Voogsgerd, Stijn de Wolf en Edward van der Zwaag Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl

Foto: LIAG

Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl.

4

Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar-

Ontmoeten mag altijd!

Het vierde nummer van Schooldomein ligt de derde week van maart in uw bus en kent als thema ontmoeten. Wie heeft daar geen zin in? Een greep uit de artikelen: • Ontmoeten in Rotterdam: SMT organiseert haar expertmeeting bij MFO Erasmus. • Katern NOT: de absolute trend van 2015 door Schooldomein en Ruimte OK. • Hoe doen de IKC’s het? Een rondgang langs enkele praktijkvoorbeelden. • ROC van Amsterdam leidt op voor welzijn: Voorzitter directie Zorg, Welzijn en Laboratorium Aad Knetsch legt het hoe en waarom graag uit. • Hans Huizinga aan het woord: de rode lijnen van het onderwijshuisvestingbeleid in een notendop. • Capelle is twee frisse scholen rijker: het Comenius College timmert duurzaam aan de weg. • De nieuwe Brede Bossche School: een hoog energielabel voor de wijk Boschveld. • ZOC Zoetermeer voor zorg en onderwijs: akoestische kwaliteit verbetert leeromgeving. • De Energy Academy Groningen: over aanbesteden en hoe om te gaan met aardbevingen.

(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 64,50, voor losse nummers e 6,95 incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor het plaatsen van advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met André van Beveren van Recent BV, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. tel. 020-3308998, fax 020-4204005. Email: andre@recent.nl of info@recent.nl; website: www.recent.nl. Ook voor plaatsing van banners, buttons en overige informatie kunt u bellen met Recent BV. Of stuur een email naar één van de genoemde adressen. De advertentietarieven van Schooldomein zowel als voor de website vindt u op www.recent.nl en www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ ondernemers in marketing & communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: STALAD Onderwijsinrichting, EromesMarko, SMT Bouw & Vastgoed, Ecophon, Hevo, DGMR, VELUX, Nora Flooring, BNA, Forbo, Bolidt en ICSadviseurs, Pellikaan, VRK.

70

schooldomein

januari 2015


De stoel voor alle leef tijden

30 jaar productontw ikkeling Het origineel in aangepast zitmeubilair.

ong eeven aarde zitkwaliteit

De tafel voor eindeloos w erkplezier

Traploos instelbaa r

Maximale on derrijdbaarheid

Altus, de optimale schooltafel.

026 35 12 247 • www.kindermeubilair.nl


magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein Thema: Ontzorgen Tijd voor nieuwe bestuurlijke verhoudingen Schevenings Beraad 3.0

Vitaal sportbeleid als motor voor een energieke samenleving Onderwijs en zorg in Brede Zorgschool Tiel

Stress, vermoeidheid en concentratieproblemen bij slechte akoestiek

jaargang 27 januari 2015

3 Altijd de laatste updates van Schooldomein?

facebook.com/schooldomein

twitter.com/schooldomein


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.