Schooldomein 5

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Thema:

Beleving

Kook Met Mij Mee! doorslaand succes Evaluatie Leidsche Rijn College De eerste passieve school in Nederland

jaargang 23 april 2011

5


Zit als gegoten op de pasmiddagen van Maatwerk Maatwerk Kindermeubilair heeft een nieuwe service: pasmiddagen. Op de eerste woensdag van elke maand kunnen ouders en kinderen terecht bij het bedrijf in Arnhem. Om een stoel uit te proberen, zelf bekleding uit te zoeken of gewoon eens rond te kijken. Rens Doornbos, ergotherapeut bij een onderwijsinstelling: ‘Ik merk dat het heel belangrijk is om aangepast meubilair goed te introduceren. Ouders zijn toch vaak bang dat hun kind te veel gaat opvallen en een buitenbeentje wordt. Terwijl het kind zelf het juist heel stoer kan vinden, zo’n bijzondere tafel of stoel. Een pasmiddag maakt het allemaal toegankelijk en het is heel vrijblijvend. Vind je een meubel niet mooi of fijn, dan kies je iets anders.’

Zonde als het niet wordt gebruikt

Rens Doornbos werkt met kinderen die een fysieke beperking hebben. Hij komt zowel in het speciaal onderwijs, als op reguliere scholen. Zijn doel is ervoor te zorgen dat kinderen ondanks hun beperking mee kunnen doen in het onderwijs. Door wat extra aandacht voor de fijne motoriek, adviezen richting de leerkracht en soms door een aangepast meubel. Doornbos: ‘Ik ben bij de eerste pasmiddag van Maatwerk geweest en ik dacht direct ‘dit moeten ze vaker doen. Je voorkomt mogelijke problemen, zoals kinderen die het meubilair niet willen gebruiken. Een aangepast meubel is een flinke investering, dus dat is heel erg zonde van het geld. Tijdens zo’n middag kunnen ze de meubels bekijken – want het is ook nog een kwestie van smaak – en proberen. De mensen van Maatwerk passen de maten ter plekke aan en soms hebben ze diverse varianten van een meubel. Dat is echt een toegevoegde waarde.’

Passen en meten voor Maatwerk

De pasmiddagen zijn niet alleen voor uitproberen of het uitzoeken van een leuk bekledingsstofje. Ook het verstellen van meubilair komt aan de orde. Hoe gaat een zitting hoger of lager? Is de hoogte van het ladeblok prettig? De Maatwerk meubels zijn modulair, dus als een onderdeel verslijt of te klein wordt, kan dat eenvoudig worden vervangen. Doornbos: ‘In de anderhalf jaar dat ik met Maatwerk werk, zie ik ze groeien in hun service. Deze middagen zijn daar een goed voorbeeld van. En als de meubels niet bevallen, dan zitten de kinderen en hun ouders nog nergens aan vast!’ Wilt u een pasmiddag bezoeken? Elke eerste woensdag van elke maand kunt u terecht. Bel ons als u interesse heeft op 026-351 22 47 en maak een afspraak met Dolf of Roland.

Maatwerk maakt modulaire systemen voor nu en straks met veel vakmanschap en door productie in huis sterk servicegericht

Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, f. 026-4437950, info@kindermeubilair.nl, www.kindermeubilair.nl


Noodlokalen voor het onderwijs! Krijgt u binnenkort te maken met een groeiend aantal leerlingen, wordt uw school gerenoveerd of zoekt u naar overbrugging in aanloop naar nieuwbouw? Met noodlokalen van De Meeuw bent u verzekerd van voldoende ruimte. De Meeuw is ervaringsdeskundig in onderwijs en kinderopvang. Wij weten aan welke eisen een modern onderwijsgebouw moet voldoen. Bovendien bieden wij een naadloze integratie met uw huidige gebouw. www.demeeuw.com/noodlokalen

De Meeuw Nederland Postbus 18, 5688 ZG Oirschot, T +31 (0)499 57 20 24


Beleven!

Na een redelijk zwaar nummer over vormen van aanbesteden is dit nummer vooral bedoeld om vanuit de inhoud de geest te inspireren. Dus we geven aandacht aan het thema beleving en van daaruit laten we inspirerende mensen aan het woord en besteden we aandacht aan projecten die de ziel van het gebouw proberen te vatten. Ik realiseer me na 20 jaar hoofdredacteur van Schooldomein te zijn, dat er al 20 jaar artikelen over onderwijshuisvesting gepubliceerd worden met dezelfde strekking: de normen deugen niet, de kwaliteit van de gebouwen is slecht, de bekostiging is te laag, het systeem dat niet deugt, de gemeente werkt niet mee, etc. Tegelijkertijd hebben we vanuit de inhoud en daarmee ook de scholenbouw enorme ontwikkelingen doorgemaakt. Van monofunctionele schoolgebouwen, waarin alles, ook in de detaillering en inrichting, bepaald en berekend was, met standaard afschrijvingtermijnen, naar een totale nieuwe lumpsum financiering, naar een brede school ontwikkeling, naar het Studiehuis en weer een beetje terug naar gezag, naar het vmbo, de contextrijke leeromgeving, het sluitend dagarrangement, de doorgaande leerlijn, weer naar de vakscholen, de Technasia en naar vormen van outputfinanciering binnen het hoger onderwijs. Dus genoeg beleving rond de inhoud. Dus is elk project uniek en gaat het altijd om de bagage die we kinderen en jonge mensen mee willen geven. Ik kom er in gesprekken met opdrachtgevers steeds meer achter dat elk gebouw daarom een goede en betrokken opdrachtgever verdient. Naast professionaliteit is spiritualiteit daarbij een voorwaarde. Wat moet het gebouw uitdrukken en waarom komt het er? Lid CvB Ad Keller van SPON omschrijft het zo in het artikel Schoonheid is zichtbaar geworden liefde: “Wat mij in het onderwijsland tegenstaat, is dat onderwijsaanbod en gebouwen zijn ingericht vanuit het ‘hokjes- denken’. Dat zul je in ons gebouw niet aantreffen. Onze nieuwe leeromgeving wil talenten van kinderen stimuleren en niet de beperkingen accentueren.” Sectordirecteur Marin van Schaik van ROC Aventus stelt in het artikel Je moet van twee kanten komen om elkaar te ontmoeten: “Het leven begint bij je senang voelen. Dat betekent dat je in een omgeving moet werken waarin je je lekker voelt. Dan presteer je het beste. Mijn missie is de wereld van mensen binnen de werkomgeving te vergroten door een goede sfeer met elkaar te creëren. Plat gezegd wil je het gezellig met elkaar hebben, want dan lever je de beste prestaties.” In hoeverre kan de gebouwde omgeving inspelen op die sterke behoefte aan beleving? Tijdens de expertmeeting in dit nummer is dat het thema waar het om draait en de balans valt niet altijd positief uit: “We knokken er hard voor om met meer partijen rond de tafel te gaan, maar het lukt zelden. De meeste architecten weten weinig van akoestiek, licht of luchtkwaliteit.” Er valt dus nog veel te leren. Kortom: een nummer dat beleefd mag worden. Veel leesplezier gewenst! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

4

schooldomein

april 2011

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.


20 THEMA

08

Je moet van twee kanten komen om elkaar te ontmoeten

Beleving

12

Kook Met Mij Mee! doorslaand succes

14

Schoonheid is zichtbaar geworden liefde

28

Een rector is geen scholenbouwer

32

OdyZeeschool: de eerste passieve school in Nederland

36

Eigenheid en eenheid onder één dak

40

Zonnehuizen Kind en Jeugd, speciaal onderwijs in Zeist

44

Duurzame school met continu rooster

46

Nieuw Graafschap College: een architectonisch bijzonder project

48

De school als theater

52

Nieuwe school bouwen? Vergeet de gebruiker niet!

54

Waarom gaan de buurkinderen naar een andere school?

56 58

Speciaal onderwijs hoort er gewoon bij

Kleur, licht, geluid. Bewust en grotendeels onbewust spelen deze prikkels een belangrijke rol bij de manier waarop we een ruimte ervaren. We worden bijvoorbeeld vrolijk van oranje en rustig van groen. Ontwerpers en inrichters kunnen onze zintuigen beïnvloeden door vooraf de juiste keuzes te maken. Wat zijn die keuzes en wordt daarmee in de praktijk voldoende rekening gehouden?

Rubrieken 7 de verbeelding: Ramon Beuk 17 Kort nieuws 19 Nota bene: Sylvia Borren 34 Architectuur 39 Het idee: Stichting Kikid 69 De etalage 76 Het atelier: MFA Het Kruispunt 77 Column: Marja van Duin

Maatschappelijke bedrijfsvoering bij ROC Aventus.

Een kookstudio als integraal onderdeel van een succesvol onderwijsprogramma.

Ad Keller, CvB-lid SPON, over ‘Onze Droomschool in wording’.

Scholenbouwprijswinnaar Leidsche Rijn College onder de loep.

Een Frisse School klasse A, ontworpen volgens de PassiefBouwen Keur.

Basisschool ’t Palet één van de trotse bewoners van MFC Antares.

Hoe je een somber gebouw omtovert tot een lichte en inspirerende school.

Openbare basisschool van start met ‘leren voor duurzaamheid’.

Gemeente Doetinchem profileert zich met twee architectonische hoogstandjes.

Arte College in Almere Poort biedt kunst en cultuur als basispakket.

Een kwalitatief goed schoolgebouw vraagt om de expertise van de gebruiker.

Wat drijft ons bij het kiezen van de beste school voor ons kind?

Een prachtig voorbeeld van passend onderwijs in Aalten.

SCS Proefprojecten doordecentralisatie succes Het ‘activeringsscenario’ lijkt zijn vruchten af te werpen.

schooldomein

april 2011

5


Het nieuwe ventilatietoestel van Biddle, model Eco air, zorgt voor voldoende frisse lucht in een klaslokaal. Zowel leerlingen als docenten presteren daardoor aanzienlijk beter. De Eco air is onderdeel van een compleet ventilatiesysteem. Dit systeem valt volledig binnen de door de overheid opgestelde subsidieregels. De Korenaar - Apeldoorn

Frisse scholen door nieuwe Eco air van Biddle Al meer dan 100 klaslokalen zijn voorzien van de Eco air, waaronder de lokalen in basisschool De Korenaar te Apeldoorn. Dhr. Nanninga, leraar en arbodeskundige bij deze school is zeer tevreden over de nieuwe klimaatoplossing:

“Ik kan wel degelijk merken dat de lucht gezonder is. De Eco air zorgt onopvallend voor een laag CO2-gehalte. Ik ben er zeer tevreden over�.

Biddle bv, 0512 33 55 55, www.biddle.nl


In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Kees Rutten

Als doel had ik, te werken zonder het gevoel te hebben dat ik werk. Ik wilde dus gewoon genieten van dingen die ik leuk vond en daar mijn beroep van maken. Koken bleek al heel vroeg mijn grote passie. Vooral het vermaken van mensen met datgene wat ik zelf gecreëerd had leek mij geweldig om te doen. Als kok stel je vanuit de mooiste ingrediënten, met je eigen creativiteit, de mooiste gerechten samen. Als ik zie dat mensen oprecht blij worden van datgene ik voor ze gemaakt heb, word ik daar automatisch zelf ook blij van.

Ramon Beuk schooldomein

Ramon Beuk (Paramaribo 2 februari 1971) studeerde, na zijn koksopleiding, in 1997 af aan de Hoge school van Amsterdam als leraar Consumptieve technieken. Hij werkte in diverse restaurants en vervolgens als ontwikkelaar van nieuwe producten voor multinationals als Unilever en KBB. Ramon werd bekend als tv-kok in het programma Born2Cook en schreef acht kookboeken. Zijn zevende boek werd uitgeroepen tot kookboek van het jaar in 2009. In 2010 ontving hij de ‘Wine Professional Diamond Award’ een prijs die wordt toegekend aan mensen die een bijzondere inbreng hebben gehad voor de Nederlandse gastronomie.

april 2011

7


Maatschappelijke bedrijfsvoering bij ROC Aventus

“Je moet van twee kanten komen om elkaar te ontmoeten” Marin van Schaick werkt sinds ruim een jaar als sectordirecteur Ondernemen voor ROC Aventus. Hiervoor was ze werkzaam in het bedrijfsleven en leerde ze vanuit de beoogde output te denken. Het sturen op kwaliteit van mensen levert altijd het meeste rendement, vindt ze.

“H

Tekst Sibo Arbeek

et leven begint bij je senang voelen”, opent Marin. Dat betekent dat je in een omgeving moet werken waarin je je lekker voelt. Dan presteer je het beste. Mijn missie is de wereld van mensen binnen de werkomgeving te vergroten door een goede sfeer met elkaar te creëren. Plat gezegd wil je het gezellig met elkaar hebben, want dan lever je de beste prestaties. Daarnaast ben ik oprecht geïnteresseerd in hoe jonge mensen zich ontwikkelen en dat verklaart mijn overgang naar een onderwijsomgeving. Op de kerstborrel moest ik de ontwikkeling van mijn sector toelichten. Dat deed ik aan de hand van een gedicht van Stef Bos, waarbij de kern is dat mensen elkaar moeten willen ontmoeten. Hij zegt: “Je moet van twee kanten komen om elkaar te willen ontmoeten.” Heb je die bereidheid niet, dan kun je managen wat je wilt, maar dan werkt de verandering toch niet. Als je niet verbindt, kun je ook niet samenwerken.

Mens-tot-mens relatie “Ik houd van het begeleiden van veranderingen in organisaties en bij mensen. ROC Aventus kent vestigingen in Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Dat waren

8

schooldomein

april 2011

en zijn nog steeds afzonderlijke culturen en daar moet één organisatie van gemaakt worden. Ik vind het leuk om daar mijn tanden in te zetten. Dit proces kun je omschrijven als een soort fusie en het kent ook veel emotie. Ik werk met vier grote teams over de grens van de vestigingen. Dat betekent vooral veel luisteren en zoeken naar de mens-tot-mens relatie. Erop letten dat je niet in de irritatie komt, maar in de acceptatie. Irritatie is vaak de meest voor de hand liggende emotie. Maak het dus bespreekbaar, dan weet je in ieder geval waar je het samen over hebt. Veel mensen acteren vanuit irritatie of veronderstellingen. Dat werkt dus niet.” Bij haar vorige werkgever in het bedrijfsleven was Marin verantwoordelijk voor onder andere de verkoop en customer service. “Het is belangrijk om de vertaling van strategie naar operatie goed vorm te geven. Vervolgens vind ik het belangrijk om met de basis aan de slag te gaan. Want werken met mensen levert het meeste rendement op. Ik zoek steeds naar beweging in mijn blikveld, zodat zich nieuwe ontwikkelingen aandienen. Als ik ruimte heb, word ik creatief. Ik heb veel geleerd van Byron Katie, die mij


“De combinatie van menskracht en innovatiekracht levert altijd mooie successen op.” heeft geleerd dat als je jezelf niet goed kent, je niet in de wereld van de ander kunt treden.”

Rendement, mensen en geld “Natuurlijk moet je ook financieel rendement halen. Dus hoe bedrijfsmatig stuur je je sector aan? De inkomsten vallen tegen, want de geldkraan wordt dichtgedraaid, bijvoorbeeld waar het gaat om innovatiegelden en bekostiging. Dus ik moet nadenken hoe ik toch mijn rendement kan verhogen. Ik heb dikke handboeken waarin precies staat hoeveel fte personeel voor welke onderwijsdienst staat. In zo’n instelling wordt er dus heel erg op detail gestuurd en dat is allemaal bedacht en vastgelegd. Je moet dus ook vernieuwend willen denken en op zoek gaan naar nieuwe mogelijkheden zoals het onderwerp voortijdige uitstroom. Het mbo kent een forse voortijdige uitstroom binnen bepaalde sectoren. We hadden

altijd het idee dat sommige opleidingen het slecht deden en daar hing een bepaald beeld omheen. Ik ben dat gaan onderzoeken en dat beeld blijkt niet juist te zijn. Van een aantal opleidingen hebben we gemeten wat de werkelijke uitstroom was van de vroegtijdige schoolverlaters (vsv), wat de ‘blijvers’ zijn en wat de niet-vsv-uitstroom is, zoals het aantal gediplomeerden. Meten is weten. Voor het vsv-project hebben we verschillende studententypologieën bedacht. Daarin staan de termen willen en kunnen centraal. Studenten die niet willen, maar wel kunnen, hebben misschien een ander type aanbod nodig. We hebben die doelgroep geselecteerd en gaan daarmee werken in een meer cognitieve en een meer antroposofische omgeving. Bij de cognitieve kant gaat het meer om vaardigheden, bij de antroposofische om wie je bent in het leven en wat je wilt. Dat zou in de toekomst wel eens verrassende beelden kunnen opleveren, die we

schooldomein

april 2011

9


ook weer willen vertalen naar de competenties voor docenten en naar ouderparticipatie en omgaan met absenties. Binnen de studententypologieën werken wij op een viertal dimensies: programma-aanbod, begeleiding, ouderparticipatie en absentie. Voor de studenten die meer zelfstandigheid aankunnen, gaan we experimenteren met intervisie. Wij verwachten

“Als je niet verbindt, kun je ook niet samenwerken.” daardoor een beter beeld te krijgen bij het gedrag van onze studenten, en dus ook minder ongewenste uitstroom. Daarnaast levert het een instrument op om die studentencategorieën maximaal te kunnen bedienen en vervolgens weer naar ‘echte’ studenten af te dalen. Het geeft de docent de mogelijkheid mensen echt te herkennen, omdat hij hun probleem herkent en daar een aanbod voor heeft. Dat is een mooi voorbeeld van bedrijfsmatig en tegelijkertijd

maatschappelijk handelen binnen een onderwijsomgeving. En het levert direct rendement op.”

Key Performance Indicatoren “Natuurlijk moet ik ook rekenschap afleggen. Zowel beleidsmatig als financieel en dat is heel gezond. Maar voor mij zijn financiële resultaten, medewerkerstevredenheid en klanttevredenheid gelijkwaardige grootheden. Ik heb een Sectorplan Ondernemen 2011 gemaakt zonder cijfers, waarin vooral intenties als outcome zijn benoemd. Het eindresultaat is een streven en de weg er naar toe is veel belangrijker. Binnen dat plan is het heel belangrijk om krachtige kernteams te maken en om teams zodanig samen te stellen dat ze een student kunnen begeleiden naar een diploma. Het MT heeft vijf speerpunten benoemd die ze graag met alle medewerkers wil bereiken. De KPI’s zijn studiesucces, klanttevredenheid, medewerkerstevredenheid, exploitatie en volume van baten. Elk team is resultaatverantwoordelijk en heeft zelf de vrijheid om uit tien benoemde resultaatgebieden drie peilers voor het eigen team te kiezen. Dat kunnen bijvoorbeeld Onderwijsuitvoering en Innovatie, Kwaliteitszorg en Commerciële Trajecten zijn. Want in het focussen bepaal je het verschil.”

Bouwen voor de toekomst Rond het afscheid van onze voorzitter Heimen van Andel heeft Teun van Wijk van ICSadviseurs met studenten nagedacht over de school van de toekomst. Wat blijkt: studenten willen niet veel anders dan wat ze nu hebben. Ontmoeten vinden ze heel belangrijk, ze willen graag bij een groep horen, persoonlijk contact maken en interesses delen. Sociale cohesie en controle zijn wezenlijk. Het moet opvallen wanneer iemand er niet is. Social media en verdere digitalisering ontwikkelen zich wel, maar zijn niet echt van invloed op de manier waarop studenten het onderwijs willen ervaren. “Dat gevoel herken ik bij mezelf”, zegt Marin. “Maar het is opvallend dat studenten dat ook hebben. Voor mij zijn het creëren van plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten in combinatie met maximaal competentiegericht onderwijs de kernwaarden van onze instelling. Het is enorm belangrijk om ook binnen een groot gebouw het gevoel van geborgenheid en veiligheid en het thuis voelen te creëren. Dat geldt niet alleen in de eigen leeromgevingen, maar ook in het creëren van externe netwerken, zoals het investeren in een verzamelgebouw voor startende ondernemers, waarbij onze studenten stage lopen en menskracht leveren. Doel is dus binnen de school en in de samenleving contextrijke leeromgevingen te creëren. Door van een onderwijskundige uitdaging een business case te maken, met duidelijke outputcriteria, bepaal je als maatschappelijk ondernemer the return on investment. De combinatie van menskracht en innovatiekracht levert altijd mooie successen op.”

10

schooldomein

april 2011


Ik heb recht op een frisse school

Alle ruimte voor de beste oplossing Kinderen hebben recht op goed onderwijs en presteren beter in een

Wij adviseren, kijken naar de toekomst en denken met u mee als het

gezond en fris binnenklimaat. De Groot Vroomshoop Bouwsystemen

gaat om tijdelijke, semi-permanente en permanente huisvesting.

bouwt duurzame, flexibele en betaalbare schoolgebouwen die vol-

Kijk op www.degrootvroomshoop.nl.

doen aan de hoogste eisen.

T +31 (0)546 666 333

Bouwsystemen is onderdeel van De Groot Vroomshoop Groep

I www.degrootvroomshoop.nl


Kookstudio integraal onderdeel succesvol onderwijsprogramma

Kook Met Mij Mee! doorslaand succes Sinds begin dit jaar draait de kookstudio Kook Met Mij Mee! in de Agniesestraat in Rotterdam-Noord. Doel is kinderen van basisscholen uit deze multiculturele wijk te leren proeven, recepten maken, koken en daardoor gezond te leren eten. Dat past binnen een uitgedacht onderwijsprogramma, waarbij leerlingen op iPads informatie opzoeken, zelf recepten samenstellen, koken en proeven. En dat filmen ze en ze zetten hun ervaringen op hun weblog. Een prachtig initiatief. Tekst Sibo Arbeek Foto’s Johannes Odé

H

ans Kervezee is initiatiefnemer en oprichter van de Stichting Proefhof, waaronder de kookstudio valt: “Dit jaar zijn 180 leerlingen uit de buurt een voedingsprogramma van tien lessen begonnen. Het is puur als een ideëel verhaal begonnen en daarom noem ik mezelf een sociaal ondernemer. Ik vind het belangrijk dat kinderen bewust met het milieu omgaan, gezond leren eten, maar ook weten wat ze eten en ze daarover leren nadenken. Wat levert het voor het milieu op wanneer je een dag geen vlees eet? Het uitgangspunt is plantaardig en biologisch, omdat dat verantwoord en duurzaam is. Bijkomend voordeel is dat plantaardig eten in een multiculturele samenleving voor iedereen acceptabel is. Ik wilde eerst een sociaal restaurant beginnen, maar in nauw overleg met vijf enthousiaste schooldirecteuren is het idee van de kookstudio ontstaan. Gedurende de hele week maken kinderen van deze basisscholen er gebruik van en dat worden er binnenkort acht. We groeien uit naar 350 kinderen en onderzoeken nu of we ook een kookstudio in Rotterdam-Zuid en zelfs mogelijk in Tiel kunnen starten”.

Leren proeven “De kinderen worden ‘s morgens vanuit hun school met een busje gebracht en blijven een heel dagdeel op de kookstudio, vertelt coördinator Pınar Coşkun, samen met Hans mede initiatiefnemer van Kook Met Mij Mee! Pınar is onderwijssocioloog en heeft samen met Hogeschool Inholland het programma van tien lessen ontworpen, met als doel basisschoolkinderen

12

schooldomein

april 2011


bewust met eten te laten omgaan: “Plantaardig en duurzaam leren koken en eten, vormen de basis van de kookstudio, maar er worden tijdens zo’n dagdeel heel wat vaardigheden geoefend, zoals rekenen, taal, biologie, werken in groepen, kiezen en natuurlijk proeven, recepten maken en deze beoordelen. En kinderen leren daardoor zelfs hun ouders beter en meer verantwoord te koken.”

Elke dag een broodje kebab Schooldomein mag het zelf meemaken: De kinderen hebben hun gerechten gemaakt, die in verschillende gangen door henzelf worden opgediend. Kleine hapjes, die vervolgens door de proevende kinderen van een cijfer worden voorzien. De eerste gang rijst met currysaus, daarna een wortel met een pittige dressing. Pınar geeft de kinderen vervolgens de opdracht om voor de volgende week een hoofdgerecht te bedenken en het recept op de site te zetten. Pınar: “Je moet niet vergeten dat deze kinderen vaak uit gezinnen komen waarin helemaal niet (meer) geproefd wordt. Of het is instant voedsel of altijd hetzelfde. Zo heeft de vader van een Turkse jongen een pizzazaak. Die jongen eet elke dag een broodje kebab en weet niet beter dan dat het zijn dagelijks eten is. Nu moet hij zelf nadenken over het eten, krijgt hij voorlichting over de ingrediënten en weet dus onderscheid te maken tussen verschillende producten.”

Een eigen weblog Hans laat trots de keuken in gebruik zien: “Elke keukenunit beschikt over een iPad, waarop de kinderen informatie over het milieu, plantaardige producten en hun recepten kunnen opzoeken. Daarnaast filmen kinderen hun kookactiviteiten met een flipcamera. Bijvoorbeeld om de recepten voor de volgende week voor te bereiden en op hun weblog te zetten. Wij hebben een multimediamedewerker in dienst, die de kinderen hier en op hun scholen meehelpt om de filmpjes te maken en op hun weblog te zetten. Dat versterkt elkaar enorm. Het leuke is dat alles ook te

volgen is op internet en kinderen van de verschillende scholen elkaar kunnen volgen. Kijk maar eens op www.kookmetmijmee.nl.” Hans geeft aan dat de kookstudio nog veel meer doelen heeft: “Je moet het concept breed uitdenken.

“Ik vind het belangrijk dat kinderen gezond leren eten.” De Stichting Proefhof heeft bijdragen van mij als ondernemer gekregen, van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI), maar ook van deelgemeente Rotterdam-Noord, de Rabobank en van een aantal andere bedrijven. Bijdragen uit sponsoring zijn blijvend nodig, want de scholen hebben geen extra geld om zoiets te organiseren. We hebben de kookstudio hoogwaardig ingericht, zodat we hem ook voor sponsor-kookavonden en andere sociale activiteiten kunnen gebruiken. Daarnaast zijn er culinaire workshops voor mensen uit de buurt. Eén keer per maand serveren we een plantaardig buurtdiner met vijf gangen. Aan het einde van de tien lessen hebben we een wijkdiner voor ruim 400 mensen. Iedereen uit de buurt en de scholen die meedoen, zijn dan welkom. Dat is op 25 juni. Op die manier komen mensen op een natuurlijke manier in aanraking met plantaardig koken.” Hans nodigt ons meteen uit om de volgende kookavond mee te maken: “En neem je kinderen mee, die kunnen ook mee-eten en proeven.” Op dit moment doen de Fontein, de Juliana van Stolbergschool, de Hildegardisschool, de Johan de Graafschool en de Imeldaschool mee. Voor meer informatie kunt u surfen naar www.kookmetmijmee.nl of www.proefhof.nl. U kunt ook Hans Kervezee mailen of bellen: 06-12975938 of h.kervezee@kookmetmijmee.nl.

schooldomein

april 2011

13


Schoonheid is zichtbaar “Schoonheid is zichtbaar geworden liefde”, leest Ad Keller op zijn managementkalender. Ad is lid van het College van Bestuur van de Stichting Speciaal Onderwijs Drechtsteden e.o. (SPON) en deze nacht voor de eerste keer opa geworden. We gaan het hebben over zijn nieuwe school in aanbouw, die toepasselijk als werktitel Onze Droomschool heeft. Tekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten

A

d Keller is vanuit het bestuur van SPON medeverantwoordelijk voor de nieuwbouw van een nieuwe school voor speciaal onderwijs die begin 2013 haar deuren opent. Het is een samenwerking tussen drie scholen voor speciaal onderwijs, die elkaar vanuit hetzelfde onderwijsconcept hebben gevonden. Elke school behoudt het eigen brinnummer, maar het hele gebouw ademt straks dezelfde sfeer en overtuiging uit. Het wordt een school voor kinderen van 3 tot 18 jaar, waar langdurig zieke kinderen, lichamelijk en meervoudig gehandicapte kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen straks samengaan. Ad: “Bij het bezoeken van gerealiseerde scholen voor speciaal onderwijs werd ik geïnspireerd door VISIO Huizen, een school voor blinden en slechtzienden. Ik zag een heel goede inrichting afgestemd op de gebruiker en een subtiele aandacht voor vorm, kleur en licht die de beleving versterkt, zonder dat je het eigenlijk door hebt. Dat heb ik meegenomen in ons concept.”

Talenten stimuleren Ad vindt het noodzakelijk dat de didactische, pedagogische en mensvisie maximaal vertaald wordt in het gebouw en de ruimten erom heen: “Hoe kijken we naar kinderen, wat moet er zijn om het onderwijsproces goed te kunnen faciliteren, hoe faciliteren ruimten hun ontwikkeling?” Wat mij in het onderwijsland tegenstaat, is dat onderwijsaanbod en gebouwen zijn ingericht vanuit het ‘hokjesdenken’. Dat zul je in ons

14

schooldomein

april 2011


geworden liefde Talenten stimuleren essentie van nieuwe droomschool gebouw niet aantreffen. De nieuwe leeromgeving wil talenten van kinderen stimuleren en niet de beperkingen accentueren. Natuurlijk moet je je wel bewust zijn van de specifieke omgeving die een kind soms nodig heeft, zoals een gestructureerde leeromgeving voor autistische kinderen of een praktijkgerichte leeromgeving voor VSO-leerlingen. Het moet een gebouw worden waar kinderen, ongeacht de beperking, zich thuis kunnen voelen. De centrale ontmoetingsplek wordt de hal, van waaruit alle lijnen lopen.”

Complexe processturing De processturing om drie verschillende culturen bij elkaar te brengen, is niet altijd makkelijk: “Maar als je visie helder is, is het prima wanneer medewerkers de tijd nodig hebben om in het concept te groeien. Soms vragen collega’s: ‘heb ik het dan al die jaren verkeerd gedaan?’ Nee, natuurlijk niet, maar we slaan nu wel een andere richting in. Een goede en transparante communicatie is essentieel om iedereen bij zo’n complexe ontwikkeling te houden. Ik vind de menselijke maat daarin belangrijk, maar heb er geen probleem mee om ook vanuit zakelijk perspectief beslissingen te nemen. Zakelijk is geen vies woord.”

Krachten bundelen De aanleiding vormde het IHP Speciaal Onderwijs van de gemeente Dordrecht, waarin in 2004 plaats was voor drie nieuwe scholen voor speciaal onderwijs: “Onze overtuiging was al snel dat we die drie scholen wilden concentreren. We willen specifieke ondersteuning zo efficiënt mogelijk bundelen, zodat we die breed kunnen inzetten. Zo is de paramedische ondersteuning voor onze Mytylschool ook goed in te zetten voor de langdurig zieke kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen. Ook komt het kinderrevalidatiecentrum Rijndam in ons nieuwe gebouw. Het revalidatiecentrum zal uit het ziekenhuis gaan en de kinderrevalidatie wordt gescheiden van de revalidatie voor volwassenen. Veel van onze kinderen volgen therapie en kunnen straks van de faciliteiten van dat centrum gebruik maken. Daarnaast komt de Gemiva-SVG Groep met twee groepen geïndiceerde zorgleerlingen in ons gebouw. Dat zijn kinderen, met een bovenmatige zorgvraag die in een kinderdagcentrum worden opgevangen. Het gaat om een voorschool, dus voor kinderen van 1 tot 5 jaar. Gemiva-

SVG Groep gaat ook BSO aanbieden. Zo hebben we straks een brede school voor speciaal onderwijs met een arrangement voor 0-18 jarigen. Door de krachten te bundelen, zijn we ook beter zichtbaar voor het regulier basisonderwijs.”

Bezuinigingen Ad gaat kort in op de aangekondigde bezuinigingen rond Passend Onderwijs: “Een ordinaire sanering van de ambulante begeleiding en een verzwaring voor de

“De nieuwe leeromgeving wil talenten van kinderen stimuleren en niet de beperkingen accentueren.” medewerkers op de scholen voor Speciaal Onderwijs. Op dit moment zijn er veel rugzakleerlingen binnen het reguliere onderwijs. Dat de kosten niet meer te beheersen zijn, is een feit. Dat Passend Onderwijs een gezonde gedachte is ook. Maar wil je dit met alle partners goed kunnen vormgeven, dan is juist extra financiële investering nodig in plaats van zo’n grove bezuiniging. Vernieuwing en bezuinigingen gaan niet samen! De komende jaren zullen veel kinderen tussen de wal en het schip geraken. Alvorens hiervoor een oplossing komt, zijn we jaren verder. En dan krijg je weer een golfbeweging.”

Passie

Projectinformatie: Project Nieuwbouw voor drie scholen speciaal

Tenslotte geeft Ad aan dat hij erg tevreden is met de samenwerking met de gemeente Dordrecht, ICSadviseurs, Bureau Lakerveld en de architecten van Mecanoo: “Het moet klikken tussen partijen en je moet met passie zo’n complex traject ingaan.” Spannend is ten slotte dat de nieuwbouw volgens het cradle to cradle principe wordt neergezet: “Het wordt waarschijnlijk een Holzbau systeem met prefab geperst gedroogd houten blokken. Volgens mij als schoolgebouw nog niet vertoond in Nederland en een prachtig voorbeeld van duurzaam bouwen.” Voor meer inspiratie kijkt u op www.onzedroomschool.nl of mailt

onderwijs: De Blije Gaarde, De Dordtse Buitenschool, Mytylschool De Vlij

Opdrachtgever SPON

Architect Mecanoo

Adviseurs ICSadviseurs

Oplevering Eind 2012

u naar a.keller@spon.nu of abakker@icsadviseurs.nl.

schooldomein

april 2011

15


CREATIEVE ADVISEURS VOOR UW MAATSCHAPPELIJK VASTGOED M3V adviespartners ontwikkelt vanuit inhoud en visie vernieuwend beleid en verrassende huisvestingsconcepten. Dit doen we voor onderwijs, kinderopvang, cultuur, welzijn en sport en combinaties hierin. Het duurzaam realiseren van uw ambities staat centraal. We creĂŤren gebouwen en ontwikkelen beleid met toekomst- en realiteitswaarde. We regisseren complexe processen vanuit visie, brengen belangen bij elkaar en zorgen voor draagvlak.

m3v adviespartners l Postbus 221 l 6860 AE Oosterbeek l 026 - 482 25 20 l info@m3v.nl l www.m3v.nl l Fotografie DigiDaan


kort nieuws CBS Visvliet-Pieterzijl beste Wecycle-school van Nederland Basisschool Visvliet-Pieterzijl uit Visvliet (provincie Groningen) zamelde in 2010 de meeste elektrische apparaten in en is daarmee de beste Wecycle-school van Nederland. De leerlingen bewijzen het milieu een goede dienst door maar liefst 2.375 apparaten in te zamelen. Ze krijgen allemaal een Wecycle-verrassing en de school vier voorleesboeken. Wecycle stimuleert scholen

om elektrische apparaten apart in te leveren. De school spaart daarbij voor educatief, spel- of sportmateriaal of kan een goed doel steunen. In totaal zamelden de Wecyclescholen 88.000 apparaten in, tegen 50.000 in 2009. In 2010 is het aantal Wecycle-scholen gegroeid van 800 naar 1.300. De kinderen leren dat gebruikte kleine elektrische apparaten (mp3-speler, spelcomputer, föhn, boor,

radio, broodrooster, enz.) niet thuishoren in de afvalbak. De materialen hiervan leveren namelijk na recycling waardevolle grondstoffen voor nieuwe producten. ´Gooi nooit weg, maar lever in!´ is daarom de centrale boodschap van Wecycle, die aangeeft dat het heel normaal en nuttig is ook kleine apparaten apart in te zamelen. Meer informatie: www.wecycle.nl/scholen.

Sing That Song Zangeres Desray (2 Brothers on the 4th Floor) lanceerde onlangs haar nieuwe nummer Trip down the road of Africa met leerlingen van OBS Bos en Vaart in Haarlem. Het lied is onderdeel van het project Hygiëne helpt van SCA – bekend van de merken Edet en Libresse – en Oxfam Novib, waarbij schoolkinderen in Afrika én Nederland een belangrijke rol spelen. Doel is het verbeteren van de leefomstandigheden in Zuid-Soedan door het bouwen van latrines bij scholen en het doneren van maandverband en schoolbeurzen aan meisjes. Desray toert met een grote schoolbus door ons land om kinderen hier bewust te maken van de situatie van leeftijdsgenootjes daar. Behalve NoordHolland doet ze met deze scholentour ook de regio’s Overijssel, Brabant, Groningen, Zuid-Holland en Utrecht aan. Om bij te dragen aan dit initiatief hoef je overigens niet op school te zitten. Iedereen kan helpen door deel te nemen aan de recordpoging voor de langste videoclip via Sing That Song die tevens vandaag van start gaat. Kijk voor meer informatie op www.singthatsong.nl.

Saneringen in architectenbranche effectief De totale omzet in de architectenbranche is niet hoger geworden. Door forse saneringen staat de branche er wat beter voor dan in dezelfde periode in 2010. Dit blijkt uit de halfjaarlijkse conjunctuurmeting onder architecten. Deze meting geeft inzicht in de huidige orderportefeuilles van de Nederlandse bureaus en brengt de verwachtingen van die bureaus voor het eerste kwartaal en voor de rest van 2011 in beeld. De cijfers over de huidige orderportefeuilles laten zien dat de saneringen die in de branche hebben plaatsgevonden effectief zijn geweest. De portefeuille ziet er gezonder uit dan vorig

jaar: gemiddeld 5,6 maanden werkvoorraad nu tegenover 4,7 maanden in januari 2010. Tegelijkertijd geven de meeste bureaus (63 procent) aan dat deze werkvoorraad klein is, met uitzondering van de groep bureaus met 20-40 medewerkers die een ‘normale’ werkvoorraad hebben. Dit gezondere beeld betekent niet dat de omzet per bureau of dat de totale omzet in de branche aan het groeien is; de verwachtingen van de architecten spreken tegen dat die hoger zal zijn dan vorig jaar. Er is nog geen sprake van een duidelijk herstel in de bouw. De saneringen en de daardoor verbeterde werkvoorraad dra-

gen wel bij tot een herstel van de financiële situatie van architectenbureaus. De verwachtingen over de omzet en het aantal opdrachten voor de rest van 2011 zijn nog altijd niet positief. Meer dan 40 procent van de bureaus verwacht een verdere daling van omzet en aantal opdrachten, tegenover 24 procent die verwachten dat er een stijging zal zijn. Wel is deze laatste groep duidelijk groter dan een jaar geleden, die was toen 18 procent. Verder is de verwachting voor de loop van het jaar positiever dan voor het eerste kwartaal (28 procent tegenover 20 procent). Bron: BNA (www.bna.nl).

schooldomein

april 2011

17


Bouw een brede school, maar dan anders: Design and build! Brede school “Breeduit” in Bussum is het resultaat van een innovatief realisatiecontract; “finance, design and build”. Op basis van de behoefte van 7 verschillende gebruikers ontwikkelde specialist Vaessen voor eigen risico een ontwerpplan om het vervolgens gebruiksklaar te realiseren. Dit binnen het vooraf overeengekomen budget, een harde deadline en het afgesproken hoge kwaliteitsniveau. Daarnaast maken, als financieringsbron, ook een ondergrondse parkeergarage en 38 woningen onderdeel uit van dit integrale project. Het resultaat: gebruikers die zich herkennen in hun slimme, nieuwe thuis en een opdrachtgever met een glimlach. Hoezo anders? Het dienstenpakket varieert van advisering over beheer, overleg met gebruikers, opstellen van het PvE, het ontwerp, de uitvoering tot zelfs de financiering. Alles in een hand en vastgelegd binnen een integrale ontwikkelingsovereenkomst. Tot en met het ontwerp zelfs op basis van no cure, no pay!

Vaessen ontzorgt u en maakt risico’s beheersbaar! Zien hoe dat werkt? Bel ons, 0162-522120, voor een vrijblijvend bezoek aan “Breeduit” in Bussum of mail ons voor meer informatie naar info@vaessenbv.nl.

MFC Breeduit en 38 woningen te Bussum

Advisering • Ontwikkeling • Bouw • Exploitatie

vaessenduurzaambouwen.nl


nota bene

In elke Schooldomein maakt u op een bijzondere manier kennis met een bijzonder mens in een bijzondere functie. In deze editie: Sylvia Borren, sinds 15 februari de nieuwe directeur van Greenpeace Nederland. Sylvia Borren (Eindhoven, 20 september 1950) vervulde tot nu toe tal van functies, waaronder die van algemeen directeur van Oxfam Novib (1999 – 2008). Daarnaast bekleedde ze diverse bestuursfuncties, onder meer bij het COC, de International Gay and Lesbian Association en de Raad voor het Jeugdbeleid Nederland.

Sylvia Borren rijbewijs. Hier in Nederland kan eigenlijk alles heel goed met trein en tram. Het dagelijks in de file staan is volgens mij niet alleen een aanslag op het milieu, maar ook op de geestelijke gezondheid van mensen.

Eten en drinken Indiaas vegetarisch is de meest heerlijke keuken die ik ken, van de vele reizen voor mijn werk, en daarna de Thaise keuken.

Avond uit Met mijn vriendin uit eten, of naar toneel of een musical (en dat laatste het liefst in London of New York).

Leukste opleiding Religious Studies, University of Canterbury, New Zealand. Mijn hoofdstudie was pedagogiek. Religious Studies bestudeert de filosofische wijsheid van verschillende wereldreligies en culturen.

Eerste baan ‘Een van mijn langere vakantiebaantjes in mijn studietijd was ‘Fleecy’: hulp bij een team schaapscheerders in Nieuw Zeeland.

Doelstelling in deze baan Voor mij is de grootste uitdaging van deze tijd het tegengaan van klimaatverandering, het zorgen voor levende oceanen, oerbossen en voedselzekerheid. We willen, kortom, een levende en leefbare planeet voor dieren en voor de miljard mensen – merendeel vrouwen – die nu honger lijden. Als we de korte termijnbelangen en de wens tot snelle winsten aan de kant kunnen zetten, hebben wij een kwalitatief beter leven – en krijgen anderen ook een kans.

mooie teksten over liefde, man-vrouw verhoudingen... het leven…

Film Departures (Japanse film). Deze film gaat over een cellist die zijn baan verliest en dan werkt in het afleggen van overledenen. Maar het gaat eigenlijk over verlies, verlangen, verschillende vormen van rouw en over het accepteren van je verleden, en van elkaar.

Boek The Whale Rider door Witi Ihimaera. En The Book Thief door Markus Zusak.

Website

Ik rij het liefst paard bij zonsopgang of zonsondergang. Op mijn Friese merrie Djoeka door de bossen, waarbij ik geregeld zwijnen en herten zie... Er is niets waar ik liever vroeg voor opsta – op dat soort momenten ervaar ik in Nederland echt een ‘oergevoel’.

Televisieprogramma

Hedy d’Ancona – zij is als politicus altijd maatschappelijk actief gebleven en lijkt zich nooit verkocht te hebben aan partijpolitieke perikelen. Zij zal altijd strijden tegen onrechtvaardigheid, terwijl anderen van haar leeftijd gaan rentenieren in Zuid Frankrijk.

Silent witness – een Ierse detectiveserie met een vrouwelijke hoofdrolspeelster die en passant haar eigen jeugd analyseert.

Krant

Doorzetten: ‘en als ik het nou tóch wil’?

Volkskrant en Trouw – de laatste omdat het van de Nederlandse kranten de meest internationale, groene en sociale oriëntatie heeft.

Slechtste eigenschap

Tijdschrift

Teveel doen en dan slordig zijn.

Ik lees tijdschriften wat wisselend: Vrij Nederland, Intermediair, Opzij en The Economist.

Grace Jones, Eurythmics: vanwege prachtige muziek, krachtige vrouwenstemmen – en hele

Opmerkelijk

Ergernis

Gemiddeld 60 uur.

Muziek

Koh-i-Noor, tegenover de Westertoren in Amsterdam. Het was het eerste Indiase restaurant in Amsterdam en wordt nog steeds gerund door dezelfde broers. Aanbeveling: het gerecht ‘Ladies Fingers’, heerlijk!

www.whiteband.org van de Global Call to Action against Poverty en - steeds vaker -www. greenpeace.org om de acties en successen van de Greenpeace-collega’s wereldwijd te volgen.

Werkweek Beste eigenschap

Restaurant

Auto Ik heb nooit een auto gehad, al heb ik wel een

Mensen die geen verantwoordelijkheid nemen voor de effecten van hun eigen gedrag.

Inspirerende persoonlijkheid

Ambitie Hugh Wilson, een bevriende botanicus die al jaren werkt aan natuurherstel in Nieuw-Zeeland, vraagt me bij elke ontmoeting: ‘ Ik zorg voor mijn gebied, voor het gebied Hinewai. Zorg jij dan voor de rest van de wereld?’ Ik doe mijn uiterste best, maar er is nog veel te doen.

schooldomein

april 2011

19



THEMA Beleving

Beleving is van alle tijden Wat kun je allemaal beleven rond maatschappelijke gebouwen en dan vooral schoolgebouwen? Want in economische termen: ‘scholen creëren traffic’ en vormen een aanjager voor de omgeving: sociaal, maatschappelijk en ook economisch. Daarmee vormen scholen een belangrijk vestigingmotief.

I

Tekst Merel de Boer Foto Kees Rutten

nmiddels bestaan er al meer dan 80 combinaties met onderwijs. Je kunt leren combineren met cultuur, zorg, spelen, sporten, lezen, ontmoeten, wonen, werken en winkelen. Je kunt een school met andere functies een apart profiel geven, zoals een sportcampus of een cultuurcampus. Of een zorgschool. En je hebt natuurlijk de specifieke wijkschool, waarbij de school ook bijdraagt aan de emancipatie van de bewoners van de wijk. En niet te vergeten het leerwerkbedrijf of –park, waarbij onderwijs en leisure mooie combinaties vormen. Alles draait om de betekenisvolle leer-, werk- en leefomgeving. Elke keuze is uniek, er is geen standaardvorm of methode die tot het beste resultaat leidt. En boven alles geldt: je moet er graag willen komen, niet alleen nu, maar ook over een groot aantal jaren. En niemand kan garanderen dat het aanbod dan nog steeds hetzelfde is. Dus je moet iets maken wat aantrekkelijk blijft en wat je kunt blijven beleven.

met de gebruiker in contact te staan en samen met die gebruiker goed te kijken naar hoe de architectuur gebruikt en beleefd zal worden, ontstaat er een menselijke maat, en daarmee een mooie vorm van architectuur. Ontwerpen vanuit de beleving van de toekomstige gebruiker om zo tot prachtige architectuur te komen.”

Kleuren in harmonie Wat uit de vele expertmeetings in Schooldomein naar voren komt, is dat het thema beleving de afgelopen jaren vooral een thema vanuit de exploitatie is geworden. Of het nu gaat om inrichting (smaak), kleur, geluid, gevoel (warmte en behaaglijkheid), het wordt opgehangen aan afzonderlijke thema’s rond inrichting, catering, plafonds of duurzaamheid.

“De gebruiker is vergeten.”

Gebouwen als kunstobjecten Wat dit illustreert is dat beleving in leer-, werk- en woonomgevingen enorm belangrijk is en bepalend is voor de eerste indruk, maar vooral ook voor het plezier waarmee je werkt, leert of woont. Ook architecten spelen weer meer in op het belang van die beleving, getuige dit statement van een bureau: “Wij denken en onderzoeken vanuit die beleving om tot de kern van een ontwerpopgave te komen en om van daaruit mooie ontwerpen te creëren. De recente architectuur heeft het gebouw en de menselijkheid verlaten, en van gebouwen kunstobjecten gemaakt. De gebruiker is vergeten. Door veelvuldig en direct

Kleuradviseur Marijke van Loon: “Als het gebouw bijna klaar is, gaat men nog eens nadenken over de kleuren. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Kleuren moeten altijd in harmonie zijn en je moet rekening houden met zaken als functies – van klaslokaal tot kantine – en verblijfsduur.” Dit terwijl het thema beleving integraal onderdeel van de visie en vervolgens de ontwerpopgave zou moeten zijn. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het kenniscentrum van ICSadviseurs: 06-22267795 of mdeboer@icsadviseurs.nl.

schooldomein

april 2011

21


Denk beter na over kleur, licht en geluid Kleur, licht, geluid. Bewust en grotendeels onbewust spelen deze prikkels een belangrijke rol bij de manier waarop we een ruimte ervaren. We worden bijvoorbeeld vrolijk van oranje en rustig van groen. Ontwerpers en inrichters kunnen onze zintuigen beïnvloeden door vooraf de juiste keuzes te maken. Wat zijn die keuzes en wordt daarmee in de praktijk voldoende rekening gehouden? Een prikkelende discussie tussen tien deskundigen. “Dat kinderen van kleur houden is een oneigenlijk argument.” Tekst Anje Romein Foto’s Kees Rutten

De eerste stelling van de discussie vindt volop bijval. Bij het ontwerpen van een gebouw moet je al rekening houden met de effecten van de inrichting. Volgens Marijke van Loon gebeurt dat helaas vaak te laat. “Als het gebouw bijna klaar is, gaat men nog eens nadenken over de kleuren. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Kleuren moeten altijd in harmonie zijn en je moet rekening houden met zaken als functies – van klaslokaal tot kantine – en verblijfsduur.” Scholen kiezen volgens Van Loon vaak voor felle, vrolijke kleuren, onder het motto ‘kinderen houden van kleur.’ “Een oneigenlijk argument. Een kind van zeven zal inderdaad kiezen voor een knalkleur, maar kan de impact van die kleur niet beoordelen. Felle kleuren in een school zijn niet slim,

22

schooldomein

april 2011

daardoor stijgt het adrenalineniveau.” Heleen Vredeveld onderschrijft de psychologie van kleur. Maar volgens haar spelen ook andere aspecten een rol, zoals persoonlijke smaak van de gebruiker, de identiteit van het gebouw en de locatie. “De kleurbeleving is voor iedereen anders.” Berit Ann Roos creëert het liefst sfeer met mooie materialen, maar soms betekent een beperkt budget dat het middel kleur een goede keuze is. Zo ontwierp ze voor een universiteit een oranje foyer, omdat er geen budget was voor duur materiaal. “Met deze stimulerende kleur is iedereen ’s ochtends wel meteen wakker, maar ik had liever voor een sprekend materiaal gekozen. Een school voor kinderen met gedragsproblemen vroeg mij om een gebouw met visuele

rust en een thuisgevoel. Ik heb gekozen voor white wash hout platen. Die stralen zo’n rust en geborgenheid uit dat docenten ook niet snel geneigd zijn er iets aan op te hangen.” Thomas Bögl merkt op dat je nooit aan kleur ontkomt. Bovendien: ook wit is een kleur. “Kleur kun je harmonieus toepassen. Het gaat om de sfeer die je wilt creëren. Die kun je zowel met veel als met weinig kleur beïnvloeden. Kleur kan bovendien de verschillende functiegebieden in het gebouw ondersteunen.”

Sparen Roos vraagt zich soms af of het bij de inrichting van scholen wel echt om de leerling te doen is. “Mijn ervaring is dat het klaslokaal soms meer het kantoor van de leerkrachten is dan de leerplek voor het kind. Er zijn leerkrachten die de spullen die zij sparen uitgebreid uitstallen in het klaslokaal, terwijl een kind juist visuele rust nodig heeft.”


THEMA Beleving

Deelnemers expertmeeting Beleving Guus Klamerek, Berit Ann Roos

Er valt nog een hoop te verbeteren aan houding en bewustwording van de leerkrachten, vindt Roos. “Je ziet volgepropte lokalen, kindertekeningen aan de muur, schilderingen op de ramen die lichtinval tegenhouden, volle schoolborden… Dat moet minder. Schoolteams moeten echt bewuster rust creëren voor de leerlingen.” Het zijn inderdaad de gebruikers die bepalen hoeveel of weinig prikkels een gebouw in zich draagt, valt Bosch haar bij. “Bij scholen is dat besef afwezig. Er is vaak geen geld om aandacht te besteden aan goed interieur.”

Akoestiek Het gaat niet alleen om de visuele beleving. Ook luchtkwaliteit, licht en geluid bepalen volgens Guus Klamerek of een kind zich op school prettig voelt. Daarbij spelen ook de keuze voor installatietechniek, vloer of het akoestisch plafond een rol. Vanuit zijn expertise is hij geïnteresseerd in dat laatste.

Sibo Arbeek | hoofdredacteur Schooldomein, gespreksleider Thomas Bögl | LIAG Architecten Roel Bosch | DKV Architecten Guus Klamerek | concept developer onderwijs Ecophon Marijke van Loon | Van Loon kleuradvies Jos Martens | sales manager Marko Michiel van Nieuwland | ontwerper Forbo Roland Ouwejan | Maatwerk kindermeubilair Berit Ann Roos | senior architect Onix Heleen Vredeveld | interieurontwerper Marko

“Al bij het ontwerp moeten architecten rekening houden met de akoestiek. Ook dat moet je integreren.” Over integratie gesproken. Moet je aspecten van de inrichting (intern) en het gebouw (extern) geïntegreerd benaderen? Jos Martens vindt van wel. “Er zit een sterke samenhang tussen ontwerp en inrichting. De combinatie van het gebouw en de inrichting bepalen samen de beleving, ze kunnen elkaar versterken.” Volgens Roel Bosch kan het zowel samen als apart. “Met het gebouw bepaal je elementen van de omhulling, zoals uitzicht, daglicht,

zichtlijnen en ontmoetingsplekken. Daarbinnen kun je nog heel veel met het interieur. Dat is op termijn ook makkelijk aan te passen aan eventuele toekomstige functies. Ik probeer de basis rustig te houden, slechts een paar herkenningspunten zijn vaak voldoende. Gebouw en interieur kunnen beide de identiteit van de school uitdragen, maar ze moeten wel bij elkaar aansluiten.” Die identiteit kun je voor een deel ook met je vloerkeuze beïnvloeden, vindt Van Nieuwland. Als een school maar durft. “Wees niet bang voor expliciete kleuren van de vloer in een aula. Dé plek waar ook

schooldomein

april 2011

23


RPS Kraan is een onafhankelijk adviesbureau, dat zich richt op de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van bedrijfshuisvesting en vastgoed. Wij staan onze opdrachtgevers met woord en daad terzijde en bieden huisvestingsoplossingen die goed aansluiten op de behoeften, eisen en mogelijkheden van de opdrachtgever. RPS Kraan vertaalt elk vraagstuk naar een overzichtelijke aanpak, zodat u gemakkelijk de juiste beslissingen kunt nemen. Wij bieden integrale deskundigheid en ervaring op het gebied van bedrijfshuisvesting en vastgoed.

WERKGEBIEDEN g

Huisvestingsadvies

g

Bouwprojectmanagement

g

Facility Management

g

Onderhoudsadvies

g

Vastgoedmanagement

g

Tekeningmanagement

g

Bouwkostenmanagement

RPS Kraan Schorpioenstraat 57 | Postbus 8523 | 3009 AM Rotterdam T (010) 28 66 100 | F (010) 28 66 111 | www.rps.nl | gebouwen@rps.nl


THEMA Beleving

Thomas Bögl en Michiel van Nieuwland

ouders komen en waarmee je jouw school een eigen gezicht geeft.”

Smaak Zijn kleur en materiaalgebruik ook niet gewoon een kwestie van smaak? Van Loon vindt dat gebruikers hun individuele belang of smaak in dienst moeten stellen van het collectief. Scholen vinden dat moeilijk. “Ik ben niet voor veel kleur, maar voor goed kleurgebruik. We waren laatst op een school waar de docenten zelf hadden nagedacht over kleur. Geel linoleum met kleuraccenten in de meubels, zoals knalrode stoelen. De rust die ze wilden was er absoluut niet.” Klamerek was ook bij het bezoek aanwezig. “De architect dacht dit te ondervangen door overal voorzieningen te maken om zaken op te hangen. Hierdoor werd het veel te veel.” Maar als hier verder niemand over klaagt, wat is dan het probleem, vraagt Michiel van Nieuwland zich af. “Kinderen klagen wel degelijk”, werpt Roos hier tegenin. “Laatst deden wij een onderzoek waarbij leerlingen vroegen om meer kasten, omdat ze het te rommelig vonden en meer rust wilden. Overigens is wetenschappelijk aangetoond dat visuele vervuiling slecht is voor het leergedrag.”

ontwerp met visie uitkomt. Vredeveld: “Vaak weten de scholen in basis wel wat ze willen, maar voor de vertaling van hun visie en het bedenken van creatieve oplossingen worden wij ingeschakeld. Wij brengen dat voor ze in beeld. Het is jammer dat ze ons vaak te laat inschakelen. Je behaalt de beste resultaten als je in een vroeg stadium samen met een architect tot een concept komt. Zo kunnen de verschillende experts elkaar ook prikkelen en ideeën aanreiken.” Klamerek doet hiervoor ook zijn uiterste best: “We knokken er hard voor om met meer partijen rond de tafel te gaan, maar het lukt zelden. Architecten weten vaak weinig van akoestiek, licht of luchtkwaliteit.”

“Visuele vervuiling is slecht voor het leergedrag.”

Te laat De conclusie is helder: scholen weten weinig over het effect van de vele prikkels in een gebouw. Begrijpelijk, als je als directeur maar eens in je leven een school bouwt. Maar laat hem dan tijdig goede adviseurs inhuren, klinkt het aan tafel, zodat er een

vlnr: Marijke van Loon, Sibo Arbeek, Roland Ouwejan

schooldomein

april 2011

25


#optiplus #i3le De hoogte van de stoel, de licht afglijdende vorm van de kuip en de gepatenteerde - aan de tafel bevestigde - verstelbare voetensteun bieden meer bewegingsvrijheid. In alle zithoudingen is er sprake van een “open” houding.

www.vanerum.nl/optiplus

Leerlingen blijven langer bij de les en dankzij de hogere tafels hoeven leerkrachten niet langer te bukken om mee te kijken of instructie te geven.

De productlijn is geïnspireerd op de “balanced seating” theorie, die staat voor een ergonomisch verantwoorde zithouding.

Opti+ stimuleert leerlingen actief te zitten, comfortabel te zitten en samen te werken. Blijf op de hoogte van onze innovaties op vlak van onderwijs en word fan van VANERUM op Facebook. vanerum.nl/facebook vanerum.nl/twitter

VANERUM Nederland BV │ Duwboot 89 NL-3991 CG Houten │ E info@vanerum.nl │ T +31 30 212 20 10 │ F +31 30 212 20 11


THEMA Beleving “Wat kun jij daarin bieden”, daagt Bosch hem uit. Klamerek: “In eerste instantie kom ik kennis brengen, geen product. Mijn rol is bewustwording creëren, bijvoorbeeld informeren over de beleving van geluid en de relatie tussen geluid en de gezondheid van docenten. Akoestiek is erg belangrijk voor de beleving.” De plafonds, de klimaatinstallatie, het licht, het zijn allemaal variabelen die elkaar versterken of verzwakken. Hoe zit dat eigenlijk met de vloer? Van Nieuwland: “Bij veel nieuwbouwprojecten heeft een vloer geen vorm of decoratie nodig en is de ruimte an sich al goed. Op plekken waar je wel kunt uitpakken, zoals aula’s, werken we wel met kleur. Daarbij hebben we veel meer contact met (interieur)architecten dan vroeger. We kijken samen wat een gebouw en de gebruikers nodig hebben.”

Geen receptenboek Arbeek brengt nog een complicerende factor in: de brede scholen of multifunctionele accommodaties. Daarbij heb je te maken met diverse opdrachtgevers en een gebouw met meer functies. De ene doelgroep kan veel prikkels aan, de ander weinig. “Het is een interessant vraagstuk. In hetzelfde gebouw komen verschillende leeftijdgroepen bij elkaar, bijvoorbeeld ouderen en basisschoolleerlingen, die op verschillende tijden gebruik maken van dezelfde ruimte. De opdracht is om elke functie een eigen karakter te geven.” Van Loon pleit voor een holistische benadering, waarbij ook een relatie is tussen buiten- en binnenkant. “Als er verschillende ingangen zijn voor zorg en onderwijs kun je werken met verschillende kleuren en materialen. Er is geen receptenboek voor juist kleurgebruik. Maar bij alles wat je kiest moet je wel weten waaróm je het doet.” Bögl vindt de buitenkant ook van belang. Het zijn immers de buurtbewoners die er dagelijks mee worden geconfronteerd. “Iedereen die het gebouw ziet, ook al kom je nooit binnen, is gebruiker. Als het binnen perfect is en van buiten spuuglelijk, dat is niet goed.” Bögl mist in de discussie nog een ander thema: ergonomie. Met een schuin oog op inrichter Martens: “Hoe wij zitten heeft ook effect op hoe we een ruimte beleven. In kantoren staan in hoogte verstelbare stoelen

vlnr: Roel Bosch, Heleen Vredeveld, Jos Martens

met verstelbare armleuningen en een draaimechanisme. Kinderen in de groeifase van hun leven zitten jarenlang op houten standaardstoelen die niet veranderbaar zijn.” Martens wijst erop dat het onderwijsmeubilair voldoet aan de geldende Europese normen. “Het meubilair groeit mee met kinderen en is standaard in diverse hoogtes leverbaar. Maar het kan nog beter, dat geef ik toe.”

“Er is geen receptenboek voor juist kleurgebruik.”

Einsteingeneratie De laatste stelling komt aan bod: Een gebouw met te veel prikkels gaat ten koste van de beleving.’ Roland Ouwejan: “Nou, dat geldt misschien voor een school, maar niet voor een theater of een kerk. Je moet niet generaliseren.” En de jeugd van tegenwoordig is toch ook gewend aan veel prikkels? “Daar ben ik het niet mee eens”, reageert Van Loon. “We denken altijd maar dat de Einsteingeneratie veel prikkels aankan, maar dat is niet zo. Onderzoek wijst uit dat dit onbewust een negatieve invloed heeft op het gedrag en de beleving van een ruimte. Het omgekeerde kan ook. Laatst was ik in een school in een Vogelaarwijk in Rotterdam. De school uit het begin van de vorige eeuw was helemaal van baksteen en er zat geen krasje op de verf. Het viel mij op dat ik geen kinderen hoorde schreeuwen of zag rennen. Dat had mede te maken met het rustige kleurgebruik. Zo kan je met kleur goede resultaten halen. Ik hoop dat mensen daar eens over gaan nadenken.”

schooldomein

april 2011

27


Evaluatie Leidsche Rijn College

“Een rector is geen scholenbouwer” In iedere editie van Schooldomein evalueren we een prijswinnende of genomineerde school. Dit keer het Leidsche Rijn College uit Utrecht. De jury van de Scholenbouwprijs 2006 was kritisch: dit gebouw lijkt het mooist als het niet gebruikt wordt. Rector Mieke Uijlenbroek is overwegend positief over het gebouw, maar stelt wel: “Het past onderwijskundig goed, maar had wel wat warmer gemogen.”

28

schooldomein

april 2011


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Mirjam Madiol

A

an het eind van het gesprek zegt rector Mieke Uijlenbroek over onderwijsleiders en scholenbouw: “Een rector is geen scholenbouwer, maar kan vanuit onderwijskundig oogpunt natuurlijk wel de juiste vragen stellen. Maar ik heb zeker geen verstand van beheer, materialen en klimaatbeheersing. Daar zijn anderen voor. Een gebouw staat er voor 40 jaar en is in die periode onderhevig aan allerlei veranderende inzichten over onderwijs en de inrichting ervan. En dat heeft dan ook weer gevolgen voor het gebouw en hoe praktisch het werkt. Persoonlijk houd ik meer van hout en warme kleuren, terwijl dit gebouw juist van binnen een betonnen uitstraling heeft en neutrale kleuren kent. De architect vond toen dat kinderen de kleur maken, dus moest de achtergrond neutraal zijn. Maar na mij komen waarschijnlijk nog meer rectoren die iets van dit gebouw gaan vinden.”

Een landmark in de wijk Conrector Maurice Goossens is vanaf het eerste uur betrokken bij de nieuwbouw en het contact met de architect Wiel Aerts en de gemeente: “De gemeente Utrecht wilde in de nieuwe wijk Leidsche Rijn niet zomaar een gebouw neerzetten, maar een landmark. De sportcampus Leidsche Rijn is monumentaal en je ziet het meteen als je de wijk in rijdt.” En dat klopt ook; het is een statig gebouw, met hoge ruimten en brede gangen. Het bestuur NUOVO heeft destijds bewust gekozen voor een meer traditioneel concept, om binnen het openbaar onderwijs vooral ook variëteit te kunnen bieden aan ouders. “En dat heeft goed uit-

gepakt,” stelt Mieke. “Het is een hele mooie mix van een traditioneel concept met allerlei vernieuwende onderwijsvormen erin. Wij vinden activerende werkvormen belangrijk en als je de leerlingen en docenten aan het werk ziet dan werken ze soms ‘traditioneel’ in groepsverband, voeren individueel opdrachten uit in een elektronische leeromgeving of werken in groepjes in een open leeromgeving. Wij houden van veel smaken en dat betekent dat leerlingen veel ervaringen opdoen. En kijk je naar de inrichting van het gebouw, dan zie je aan het eind van elke gang een cluster van open ruimten, die je multifunctioneel kunt gebruiken. Ga maar in ons science-lab kijken.”

Architectuur en praktisch gebruik Maurice vat het goed samen: “Ik kan met je rondlopen en je laaiend enthousiast weg laten gaan, maar ik kan je ook een negatief gevoel bezorgen.” “En dat zie je ook bij veel bezoekers,” vult Mieke aan. “Of ze vinden het gebouw prachtig, of ze vinden het saai.” “Heel bepalend is natuurlijk de keuze voor de architect,” stelt Goossens. “We hebben Wiel Aerts ook gevraagd om de inrichting te doen, maar dat heeft niet altijd goed uitgepakt. De stoeltjes en tafeltjes zijn fragiel en trekken strepen in de vloer. Ook zijn ze niet stapelbaar en veel te zwaar. In de openbare ruimten hebben we het meubilair dus vervangen. Wiel heeft allerlei prachtige uitvindingen gedaan, maar in de praktijk blijkt dat beheersmatig niet handig. Je moet ook vanuit het oogpunt van de leerling, of de conciërge en de schoonmaker naar de praktische

schooldomein

april 2011

29


“Veiligheid en sfeer scoren bij de leerlingen hoog.” consequenties van het gebruik kijken. Architecten moeten daarom ook de goede vragen aan hun opdrachtgever stellen en niet teveel mooie dingen willen uitvinden, die niet echt werken.” Het beeld na zes jaar gebruik komt deels overeen met het juryoordeel destijds. De jury was positief, maar ook kritisch over het Leidsche Rijn College: “Dit gebouw lijkt het mooist als het niet gebruikt wordt. De kwetsbare en overal dominante witte kleur en het witte meubilair zijn daar verantwoordelijk voor. De jury vraagt zich af hoe de opdrachtgever met de architect tot praktische afspraken over het gebouw is gekomen. De vloer is kwetsbaar, de speciaal ontworpen stoelen laten krassen achter en zijn niet stapelbaar, wat tot hoge beheerlasten leidt.”

De balans opmaken We maken om de balans over het gebouw op te maken een lijstje met positieve en negatieve aspecten: “De school doet het goed,” stellen Maurice en Mieke. “We zitten op 850 leerlingen en de school is gebouwd voor 900 leerlingen havo, vwo en gymnasium. Absoluut positief is de inpassing in de omgeving. Het is een markant gebouw dat ook ’s avonds prachtig verlicht is. Het is in veel ruimten ook een hele lichte school met veel plekken waar je mooi naar buiten kunt kijken. Binnen de school zelf hebben we een variëteit aan ruimten, die goed multifunctioneel te gebruiken zijn. Negatief is natuurlijk de klimaatbeheersing. We hebben het bestaande systeem na twee

30

schooldomein

april 2011

jaar al moeten vervangen en nog steeds is het niet goed ingeregeld, met op sommige plekken te warme ruimten. De lichte wanden in de lokalen waren ook erg kwetsbaar, dus daar hebben we al snel gekleurde schotten tegenaan gezet. De gegoten vloer is natuurlijk enorm aangetast door al het geloop en het gekras door de stoeltjes en tafeltjes. Ruimtelijk is de brede trap die in de aula overgaat niet goed vertaald, zodat de aula niet een echte aula is geworden. En op sommige plekken heeft de school binnen een betonnen uitstraling wat niet prettig is. Maurice noemt nog een belangrijk punt: “Omdat de architect met het gebouw een groot gebaar wilde maken, is de brutonettoverhouding ongunstig: veel brede gangen en grote toiletten; dat gaat natuurlijk allemaal ten koste van je onderwijsruimte.” Mieke noemt een belangrijk positief element: omdat er zoveel aandacht aan de kwaliteit van de school is besteed, zie je dat er nauwelijks vandalisme is. Veiligheid en sfeer scoren bij de leerlingen hoog. Je ziet hier ook niet dat brugpiepers gepest worden; ouderejaars ontfermen zich meteen over de jonge leerlingen. Ten slotte verwijst Mieke naar een filmpje op de site van de school, waar een leerling zegt: “in het begin vond ik het een grote school met veel gangen, maar je vindt al snel je weg hier.” Voor meer informatie surft u naar www.lrc.nl. Daar vindt u ook het filmpje LRC in beeld. U kunt voor meer informatie ook mailen naar info@lrc.nl


100 jaar jong

kwaliteit nuchterheid avontuur passie

SP architecten Brugweg 119 Postbus 27 2740 AA Waddinxveen T 0182-613677 F 0182-611869 spa@sparchitecten.nl

De Ron de Groot Groep is al jaren gespecialiseerd in de inrichting van theater gerelateerde ruimtes. We hebben inmiddels ook vele scholen ingericht. Specifieke theater scholen, maar ook reguliere scholen hebben we mogen voorzien van ons uitgebreide assortiment. Ook zo’n mooi toneel voor uw school? Bel ons!

• Toneelgordijnen • Grid en Rails • Verduisteringsgordijnen • Balletvloeren • Podium-elementen • Hoogwerkers Voor ons assortiment en meer informatie kunt u kijken op:

www.theatertextiel.com Voor een vrijblijvende afspraak kunt u ons bellen op:

0182-61 63 10

• Horizondoeken • Filmschermen • Vlamvrij preparaat • En nog veel meer!


OdyZeeschool Goes:

de eerste passieve

OdyZeeschool

De OdyZeeschool is een REC-4 school (Regionaal Expertise Centrum cluster 4) voor SO en VSO. Sinds kort is de school gehuisvest in een nieuw gebouw. Bijzonder: De OdyZeeschool is de eerste passieve school in Nederland. De school is ontworpen volgens de PassiefBouwen Keur en voldoet tevens aan de norm Frisse School klasse A. Wat betekent dat?

Tekst Taco Tuinhof Beelden RDH Architecten Stedenbouwkundigen

E

erst over het onderwijs en de doelgroepen: het is een orthopedagogische en orthodidactische onderwijsinstelling waar onderwijs wordt geboden aan

leerlingen met ernstige gedrags- en/of psychiatrische problemen. Op de OdyZeeschool zitten leerlingen van 6 tot 18 jaar oud, verdeeld over 18 groepen. Veel van deze leerlingen hebben de diagnose Autisme Spectrum Stoornis. Er is een samenwerking tussen de school en de kinder- en jeugdpsychiatrie. Een groot deel van de kinderen heeft een vorm van behandeling dat door de Stichting Emergis geboden wordt. Het uitgangspunt is: één kind – één plan. In de school is een sportaccommodatie gemaakt voor zowel eigen gebruik als cliënten van stichting Emergis. De school staat op het terrein van Stichting Emergis en is onderdeel van de schoolorganisatie Stichting Respont in Middelburg. De Gemeente Goes financiert het project.

Passief Bouwen Na het voorlopig ontwerp van de school is in overleg met Stichting Respont, de gemeente Goes en Stichting Emergis besloten om een hoge ambitie op het gebied van duurzaamheid na te streven: Passief Bouwen is een bouwconcept waarbij optimaal

Dakbedekking

32

schooldomein

april 2011


school in Nederland gebruik wordt gemaakt van de zon. De principes zijn al lang bekend en eerder toegepast. In een passief gebouw wordt allereerst gezorgd dat er weinig energiebehoefte is voor verwarming en koeling. In het stookseizoen wordt aanwezige warmte zo goed mogelijk vastgehouden en gratis zonnewarmte ‘ingevangen’. In de zomer wordt ongewenste opwarming zo veel mogelijk voorkomen door effectieve zonwering. In het stookseizoen wordt de warmte van de verwijderde lucht overgedragen aan de binnengebrachte buitenlucht. In de zomer kan met koude nachtlucht extra worden geventileerd, waardoor een aircoinstallatie overbodig is. Gedurende de dag wordt de aangezogen ventilatielucht via een koele schaduwkant in het gebouw gebracht.

Thermisch comfortabel Een passief gebouw is extra goed geïsoleerd. Daardoor is de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de wanden enigszins hoger dan we gewend zijn. Dat betekent dat via de gevel minder warmte wordt afgestraald, wat we als comfortabel ervaren. Bovendien is de oppervlaktetemperatuur van de gevels gelijkmatig, doordat ook de ramen extra goed geïsoleerd zijn. Mensen ervaren ook deze ‘symmetrische temperatuurverdeling’ als aangenaam en comfortabel. Een passief gebouw is helemaal tochtvrij. Zorgvuldige uitvoering van de details moet een naadloos aansluiten van de bouwkundige componenten verzekeren. De OdyZee school beschikt over balansventilatie met warmteterugwinning. Dat betekent dat in het koude seizoen de frisse buitenlucht bijna op ruimtetemperatuur binnenkomt. De (zuid-)oriëntatie van de OdyZeeschool zorgt ervoor dat de hoogstaande zomerzon gemakkelijk kan worden buitengesloten,

Functie: Multifunctionele accommodatie met: 7 klassige basisschool 13 klassen voortgezet onderwijs 1 gymzaal voor multifunctioneel gebruik Emergis

waardoor het gebouw ook ’s zomers thermisch comfortabel is.

Kwaliteit binnenlucht Door de toepassing van warmteterugwinning is de regelmatige afvoer van vuile lucht en een even grote

“Passief Bouwen is een bouwconcept waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de zon.” aanvoer van buitenlucht altijd verzekerd en wordt een zeer goede kwaliteit binnenlucht gerealiseerd. Doordat de warmte van de afgevoerde lucht door een hoog rendement terugwinsysteem voor meer dan 90% wordt overgedragen aan de binnen gebrachte buitenlucht, is er geen enkele noodzaak om uit energieoverwegingen minder te ventileren.

Hogere investering, maar lager energiegebruik

Opdrachtgever: Stichting Emergis, gemeente Goes

Schoolorganisatie: Stichting Respont

Door een zeer hoge isolatiewaarde, voorkomen van tocht en maximaal gebruik van de beschikbare energie in de omgeving - zowel in de winter- als in de zomerperioden (zonlicht, nachtventilatie, etc.) - is het mogelijk tot een zeer laag energiegebruik te komen. De hoge installatiewaarden, het ventilatiesysteem en de sturing van de klimaatinstallatie maken dat de investeringskosten hoger zijn dan bij een ‘traditionele’ school. Door de grote energie-efficiëntie van een gebouw dat voldoet aan de uitgangspunten van passief bouwen, zijn de exploitatiekosten laag. Het saldo van deze rekensom maakt dat het bij de OdyZee school haalbaar is gebleken de duurzaamheidambitie te halen. Voor meer informatie over deze school en het Passief Bouwen

Aanbrengen dagbedekking

Projectinformatie:

kunt u mailen of bellen naar Irene Gijlstra: gir@rdh.nl,

Omvang: 2400 m²

Architect: RDH Architecten Stedenbouwkundigen, Taco Tuinhof

Bouwmanagement: KV project

Installatieadvies: adviesbureau Nelissen

Constructies: Grontmij Middelburg

Oplevering: eind 2011

telefoon (0118) 65 37 37.

schooldomein

april 2011

33


architectuur

Lekker struinen door een groen schoolplein

Borders, pergola en zitplekken, de Burghtschool, Amsterdam

Met stokken slepen, hutten bouwen, uit een zelf geplante bol de eerste bloem open zien gaan of, vooruit, dan maar eens een keer een nat pak halen na te zijn uitgegleden in de vijver. Leerlingen willen groen op het schoolplein, maar ouders zijn bang voor een teek, en schoolbestuurders vrezen claims.

“W

at is er mooier dan een merel recht in de bek te kunnen kijken, op een moment dat die een worm uit de grond trekt? Een worm die je zelf net nog in je handen hebt gehouden?” Landschapsarchitect Theo van ’t Klooster herinnert zich hoe in zijn jaren op de lagere school een merel broedde tussen de schoolboeken. “We zijn vervreemd geraakt van de natuur”, stelt hij vast. “Alles is eng, alles is vies. Alleen een volledig betegeld schoolplein met roestvrijstalen spelelementen wordt als schoon en veilig beschouwd. Terwijl het zo belangrijk is dat kinderen eens

34

schooldomein

april 2011

een boomschors voelen, ontdekken welke insecten een bepaalde bloeiende struik aantrekt, de frisse geuren van het voorjaar opsnuiven of de lucht van rottende bladeren in het najaar ruiken.” Van ’t Klooster noemt het ernstig hoezeer kinderen de kans wordt ontnomen kennis te nemen van de natuur, te leren hoe een peul uit eigen tuin smaakt, “of te wroeten in de modder”. Hij signaleert veel angst bij ouders en leraren. “We zijn overbezorgd geraakt, overgereguleerd, kunnen niets meer aan, zelfs niet een beetje naar binnen gelopen zand in een schoolgang”. Maar hij

ziet ook een eerste, kleine kentering. “Het inzicht begint door te breken dat computers en internet niet zaligmakend zijn. Dat het zien van een insect op het scherm toch iets heel anders is dan buiten hem bezig te zien honing te verzamelen. Dat het zitten onder een struik veel meer de fantasie prikkelt, dan alleen internetsites.”

Structuur door beplanting De fysieke beleving van de natuur stond ook de Amsterdamse architect Sybolt Meindertsma voor ogen, toen hij voor de Burght-


Tekst Theo van Oeffelt Illustraties Sybolt Meindertsma, Bureau Bos architecten + ingenieurs + adviseurs

school aan de Herengracht in Amsterdam een nieuw schoolplein ontwierp. Samen met tuinontwerpster Quiriene den Oudsten van Q Gardens zocht hij naar een manier om het intensief gebruikte en overvolle schoolplein met behulp van beplanting te structureren. “De schoolleiding zag graag dat de verschillende leeftijdsgroepen hun eigen plek zouden vinden”, vertelt Meindertsma. “Daarnaast was er behoefte om meer buitenles te geven, om kinderen zelf ontdekkingen te laten doen en aan een vorm van beschutting, om niet gelijk bij de eerste regendruppels naar binnen te moeten gaan”. Om een bouwvallige muur te stutten plaatste de architect er een pergola tegenaan met tal van plekken waar kinderen even rustig bij elkaar kunnen zitten. Her en der creëerde hij vakken om bollen te kunnen planten en hij plaatste tot verbeelding sprekende speelvoorzieningen “die niet begeleiden, maar eerst en vooral de fantasie prikkelen”. Het hoogteverschil benutte hij door van treden klim- en klauterobjecten te maken en een skatehelling aan te leggen. Quiriene den Oudsten zorgde onder andere voor vlinderen bijenplanten, winterbloeiende struiken, klimplanten voor de pergola en door slakken gewaardeerde planten. In een workshop betrok zij de leerlingen en leraren bij de inrichting, “wat tot allerlei leuke suggesties leidde”, vertelt ze. “Zoals die van een jongen van acht, die her en der haagjes wilde om te voorkomen dat bij het voetballen de bal over het hele schoolplein zou rollen”.

Heerlijk onvoorspelbaar “Groen is lekker onvoorspelbaar”, zeggen architecten Kees Bos en Raban Haaijk

Ontwerptekening voor het groene schoolplein, de Burghtschool, Amsterdam

van het in Baarn gevestigde Bureau Bos. Voor de brede school De Uitkijck in Baarn ontwierpen ze, samen met ontwerp- en ingenieursbureau Carve, een avontuurlijke buitenruimte, “waarin kinderen kunnen ontdekken hoe iets voelt. Want net als met koken, waarbij je moet leren dat je je vingers kunt branden aan een hete pan, moet je ook in de natuur leren waar je wel en waar je beter niet aan kunt komen”. De architecten, die de gevels bij de entree van het gebouw uit hout optrokken en elk klaslokaal een directe opening met de buitenruimte gaven, richtten het schoolplein in met alleen maar natuurlijke materialen. Daaronder een aantal elders in Baarn gekapte bomen, die zich nu prima lenen als speel- en als lesmateriaal. “We hebben het hout onbehandeld gelaten

om het de eigen geur te laten behouden en de docent hoeft niet op het schoolbord iets te vertellen over jaarringen, maar kan dit buiten laten zien”. Uitgangspunt bij hun ontwerp was “dat elke keuze een didactische of spelende waarde moest hebben”. Zo wisten zij de kap van een oude knotwilg op het terrein te voorkomen, “want zo’n boom heeft niet alleen een ecologische waarde, bijvoorbeeld door de schaduw die hij biedt, maar ook een emotionele. Hij vertelt een verhaal met een veel langere geschiedenis, dan het schoolgebouw zelf ooit kan vertellen.”

BNA Onderzoek BNA Onderzoek, waarin onder andere is opgegaan de Stichting Architecten Research Onderwijsgebouwen (Staro), bundelt de studie- en onderzoeksactiviteiten van de Bond van Nederlandse Architecten. De kennis en expertise van de BNA-leden betreffende onderwijshuisvesting en de activiteiten rondom dit thema komen hierin terug. BNA Onderzoek is een platform voor verdieping en collegiale kennisuitwisseling van alle BNAleden, waar verschillende expertises worden samengebracht en kruisbestuiving mogelijk wordt gemaakt. Het programma is zeer divers, zowel thematisch als in vorm. De redactieraad, verantwoordelijk voor de Schooldomeinrubriek Architectuur, wordt gevormd door Kees Willems, Marjolein Bosscher, Michaela Stegerwald, Michiel Snelder, Carla Roos, Theo van Oeffelt en Jutta Hinterleitner. Meer informatie: www.bna-onderzoek.nl.

3d rendering “de Uitkijck”, tussen de twee gebouwdelen ligt het schoolplein, ingericht met natuurlijke materialen

schooldomein

april 2011

35


36

schooldomein

april 2011


Basisschool ’t Palet in MFC Antares

Eigenheid en eenheid onder één dak Ruim 900 woningen moeten er komen in de nieuwe wijk Tabaksteeg in Leusden. Ongeveer tweederde daarvan is al gerealiseerd. En het kloppende hart in de wijk is MFC Antares, een prachtige brede school, eigendom van Woningstichting Leusden en een mooi nieuw onderkomen voor twee basisscholen, de bibliotheek, de kinderdagopvang, een peuterspeelzaal, een sportzaal en het wijkwerk. John Mulder, directeur van openbare basisschool ’t Palet, gaf Schooldomein een rondleiding.

Tekst Paul Voogsgerd Foto’s Marko

O

p 15 maart is het nieuwe gebouw in gebruik genomen, maar de aanloop was lang, vertelt Mulder. “Al in 2000 gaf de gemeente ons aan dat de verouderde gebouwen van onder meer onze school en de bibliotheek op termijn zouden verdwijnen en dat wij zouden opgaan in een nieuw te bouwen brede school. Dat idee was aanvankelijk even wennen want veel mensen namen niet graag afscheid van onze oude, vertrouwde omgeving. Maar gaandeweg zagen we wel de nieuwe mogelijkheden en toen in 2005 de architect met concrete ontwerpen kwam, werden we echt enthousiast.” Heel begrijpelijk want architectenbureau Rau heeft een fantastisch gebouw neergezet. Inspiratie voor de buitenzijde was de bijzondere landschappelijke en culturele historie van De Tabaksteeg, de eeuwenoude naam van het gebied in Leusden waar het MFC is gebouwd. De gevel en het dak zijn in dezelfde kleurtinten uitgevoerd waardoor het dak als een soort warme deken over het gebouw ligt. Dat maakt van het gebouw, ondanks de verschillende functies die erin gehuisvest zijn, één geheel.

Vertrouwen Maar ook in het gebouw zoeken de deelnemende partijen naar verbinding. Bij het ontwerp is daarin voorzien door het delen van ruimten – bijvoorbeeld de sporthal – mogelijk te maken. “Het voordeel van het lange voortraject was dat we veel tijd hadden om daarover goed na te denken met z’n allen”, zegt

Mulder. Vertrouwen bleek daarbij een sleutelwoord. “Je moet vertrouwen hebben in elkaar en soms bereid zijn iets in te leveren. Want vaak staat daar veel tegenover. De beide scholen hebben bijvoorbeeld een aantal vierkante meters afgestaan aan de bibliotheek die in ruil daarvoor een mediatheek heeft ingericht. Tijdens schooluren maken de leerlingen daarvan gebruik en daarbuiten de bibliotheekbezoekers.” Vertrouwen was ook nodig op een ander gebied. “Wij waren gewend na schooltijd overal het licht uit te doen en af te sluiten”, zegt Mulder. “Maar hier maken we ook gebruik van elkaars ruimten. Dat betekent dat je heel goede afspraken moet maken en dat er een huishoudelijk reglement moet komen. En dat vraagt heel veel overleg.”

Natuurlijke stromen Tijdens de rondleiding zien we onder meer hoe goed de architect erin is geslaagd de kleinschaligheid te bewaren in zo’n groot complex. Naast de gezamenlijke ruimen heeft iedere bewoner zijn eigen domein, herkenbaar aan de eigen kleuren. “De entree is voor ’t Palet even wennen”, vertelt Mulder. “We waren gewend aan zes ingangen, nu hebben we er één. Maar die is wel royaal uitgevoerd en met het ontwerp heeft de architect drie ‘natuurlijke stromen’ aangebracht: de kleuters rechts, de middenbouw links en de bovenbouw direct door het midden via de trap naar boven.” En zo zijn er meer creatieve vondsten. Een riante

schooldomein

april 2011

37


“Als je bereid bent goed na te denken over wat je voor elkaar kunt betekenen, kom je echt tot synergie.”

patio is bijvoorbeeld benut om een mooie tuin voor ’t Palet te realiseren. “Door een hovenier aangelegd aan de hand van ons eigen voorstel”, vertelt Mulder. “Je kunt er heerlijk buiten zitten en we geven er ook biologielessen.” Veelvuldig gebruik van glas maakt het gebouw helder en transparant. De werkkamer van Mulder heeft ramen van de vloer tot aan het plafond en is daarmee met recht een venster op de samenleving. En een flink aantal schuifwanden in het gebouw geeft alle ruimte voor multifunctioneel gebruik van ruimten. “We zijn op weg om Daltonschool te worden”, vertelt Mulder. “Daarbij horen ook werkplekken op de gang. En met de schuifwanden kunnen we de gang ook eenvoudig bij het lokaal betrekken.”

Synergie De ambitie om Daltonschool te worden was ook een uitdaging voor de inrichter. Mulder vertelt: “Om werkplekken te creëren op de gangen hadden we spe-

Projectinformatie: Architect: RAU, Amsterdam

Aannemer: Klaassen Bouwmaatschappij Arnhem B.V.

Inrichting: Marko BV (www.marko.nl)

Bruto vloer oppervlakte: 8400 m2

Ingebruikname: Maart 2011

38

schooldomein

april 2011

ciale tafels nodig, geen standaardmeubilair. Marko heeft die ontworpen en ze zijn op maat voor ons gemaakt.” Uiteindelijk kreeg Marko een veel prominentere rol bij de inrichting van ’t Palet. Mulder: “Voor je het weet, heb je een bonte verzameling meubilair. Om dat te voorkomen kwam Marko met een compleet voorstel voor onze inrichting.” Een belangrijke rol daarbij was weggelegd voor de binnenhuisarchitect van Marko. “Zij heeft gezorgd voor één inrichtingslijn voor de hele school. Daarmee beschikken we nu over een prachtig totaalpakket voor de komende 30 jaar.”’t Palet heeft het goed voor elkaar. Een eigen huis in een groot, gezamenlijk gebouw, maar allerminst een verzamelgebouw, vindt Mulder. “Als je aan zo’n project begint, kun je niet vroeg genoeg beginnen met nadenken over de mogelijkheden tot samenwerking”, vindt Mulder. “Als je bereid bent goed na te denken over wat je voor elkaar kunt betekenen, kom je echt tot synergie.”


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Stichting Kikid.

Weerbaarheidstraining ‘Ik hou van mij’ voor jongeren In februari lanceerde Stichting Kikid een training voor jongeren op het voortgezet onderwijs getiteld “Ik hou van mij”. De eerste training vond plaats op een middelbare school in Amsterdam en wordt vervolgens door het hele land gegeven. Vanwege het enthousiasme van zowel de leraren als de leerlingen zal het gehele programma de komende twee jaar worden onderzocht op effectiviteit door landelijk kenniscentrum Movisie en onderzoeksbureau TNO. De training wordt gegeven door trainers die bij Stichting Kikid intern zijn opgeleid. In de training leren leerlingen vaardigheden om met wensen en grenzen op het gebied van seksualiteit om te gaan en werken ze op een speelse manier aan het vergroten van hun eigenwaarde; hoe leer je om van jezelf te houden? De thema’s in de training zijn: wensen en grenzen, groepsdruk en onzekerheid en kwaliteiten. De

leerlingen leren onder andere het onderscheid te maken tussen fictie en realiteit en dat ze zich niet moeten vergelijken met modellen en idolen uit de media. Die zien er immers allemaal ‘perfect’ uit en laten daarmee een onnatuurlijk beeld van de werkelijkheid zien. In fysieke opdrachten en groepsgesprekken leren de jongeren waar hun eigen grens ligt en hoe ze deze kunnen aangeven. De training laat de jongeren met name zien dat ze goed zijn zoals ze zijn en dat het belangrijk is om te houden van jezelf. Naar aanleiding van het succesvolle theater/ voorlichtings project Benzies & Batchies kreeg Stichting Kikid van middelbare scholen de vraag of zij een vervolgtraject kon aanbieden. De weerbaarheidlessen die Stichting Kikid vervolgens zelf ontwikkelde zijn in het schooljaar 2009-2010 getest door middel van pilots op verschillende middelbare scholen in

Amsterdam. De scholen waren zeer enthousiast over de lessen en daarom is besloten om de weerbaarheidtraining vanaf het schooljaar 2010-2011 als vast onderdeel aan te bieden. De training wordt financieel ondersteund door het VSB Fonds en ZonMW. Het productaanbod van Stichting Kikid is op deze manier gegroeid naar twee theaterstukken (seksualiteit en drank/drugs) met bijbehorende discussieprogramma’s en een weerbaarheidstraining. Elk product is apart af te nemen maar de praktijk wijst uit dat scholen vaak een combinatie afnemen voor een maximaal effect.

Kijk voor meer informatie op www.kikid.nl.

schooldomein

april 2011

39


Zonnehuizen Kind en Jeugd, speciaal onderwijs in Zeist Somber gebouw wordt lichte en inspirerende school

Hoe maak je van een uitgewoond gebouw uit de beginjaren 80 een lichte en inspirerende school voor moeilijk lerende kinderen? Speciaal onderwijs Zonnehuizen uit Zeist wilde binnen één jaar voor één van haar basisscholen een nieuwe locatie betrekken. Ze vonden een oud gebouw op de juiste plek. Een grote uitdaging voor de architect om hier iets moois en passends van te maken. Tekst Christine van Pul en Sjoerd van Tuinen

A

rchitect Gijs Kuiper van Kuiper Van Tuinen Architecten schetst de voorwaarden. “Door te kijken naar de kwaliteiten van het bestaande gebouw en door heel veel aandacht te besteden aan het programma van

40

schooldomein

april 2011


eisen leg je een gedegen fundament.” Voeg daar een helder ontwerpuitgangspunt aan toe en de ingrediënten voor een verbouwing zijn aanwezig. Natuurlijk is voldoende budget een must. Een in scholen bouwen gespecialiseerd architectenbureau beschikt over gedetailleerde kennis over regelgeving en gemeentelijk scholenbouwbeleid om opdrachtgevers goed te adviseren. Met de € 250.000,- die het bestuur van Zonnehuizen oorspronkelijk tot haar beschikking had, was niet meer mogelijk dan een beetje verf, kleine aanpassingen en wat oppervlakkige upgrading. Divisiedirecteur Janny Razenberg: “Het advies van de architect om gebruik te maken van de regeling ‘Alge-

hele aanpassing schoolgebouw’ gaf ons de ruimte die we nodig hadden.” Het budget werd met € 700.000,- verhoogd.

Passen en meten Het ontwerpproces begint met een doordacht programma van eisen. De doelgroep en de wijze waarop men het onderwijs wil geven, bepaalt de ordening van de ruimte. Zonnehuizen huisvest een bijzondere groep leerlingen die zeer gevoelig is voor de omgeving. De vertaling van de balans tussen rust en werken in doordachte, praktische oplossingen is belangrijk voor het welslagen van het onderwijs.

schooldomein

april 2011

41


”Het uitgangspunt is het veran­ keren van het gebouw in zijn omgeving.”

Dit moet ook nog eens passen binnen de maten en mogelijkheden van het bestaande gebouw. In nauw overleg met het schoolteam, leerkrachten en locatiemanager Peter van Breemen heeft de architect het globale programma van eisen uitgewerkt. Peter van Breemen: “De school moet minimaal 25 jaar mee. Onze individuele eisen moeten samengaan met die van de komende generatie kinderen en leraren.” De architect speelt een belangrijke rol in dit overlegproces. Hij is de vertaler van de wensen en vult deze aan vanuit zijn expertise. Het moet gezegd: inzicht in groepsdynamica en gespreksleiderschap is praktisch bij deze gesprekken.

Ontwerpuitgangspunten

Projectinformatie: Opdrachtgever: Stichting Zonnehuizen

Architect: Kuiper van Tuinen Architecten

Bruto vloeroppervlak: 900 m²

Bouwkosten: € 950.000,-

42

schooldomein

De filosofie van Zonnehuizen is gestoeld op de Antroposofie. Architect Gijs Kuiper: “We wilden geen antroposofisch gebouw, maar een antroposofische oriëntatie op het ontwerp.” Het uitgangspunt is het verankeren van het gebouw in zijn omgeving (Kosmos) door het een duidelijk centrum (‘hart’) te geven. Het hart is gecreëerd door een grote doorbraak in de verdiepingsvloer. Door de ronde vide ontstaat een gezamenlijke ruimte die de begane grond en de verdieping verbindt. Boven de vide is in de vorm van een prisma een groot dakraam gemaakt waardoor het licht centraal naar binnen valt. Conceptuele dragers van de ontwerpuitgangspunten zijn de windstreken, de jaargetijden, de elementen aarde, water, vuur, lucht en de universele vormelementen punt, driehoek, vierkant en cirkel. Dit zie je terug in vormen, lijnen en kleuren binnen in het gebouw. De dragers, de vide en het licht maken de verankering van het totale gebouw in zichzelf en haar omgeving voelbaar. Het is een gebouw geworden waar je ook iets mee kunt doén. Gijs Kuiper: “Vraag leerlingen eens welke kleur ze associëren met de winter of waar je uitkomt als je de Noordlijn 100 of 1000 km doortrekt.”

april 2011

Details en praktische oplossingen Bij het ontwerpen van een school komen conceptuele uitgangspunten en praktische werkbaarheid nauw samen. Waar wordt bijvoorbeeld de lerarenkamer geplaatst en hoe staat deze in contact met de ruimtes eromheen? Uiteindelijk is de grote keuken naast de lerarenkamer geplaatst met een eigen doorgang. Ook voor de hand liggende zaken zijn van belang. Schoolleider Peter van Bremen: “De architect heeft ons overtuigd een grote en luxe toilet voor het team te plaatsen. Onderwijzend personeel heeft soms moeite zichzelf luxe te gunnen. We zijn er echt blij mee.” Iedere klas heeft zijn eigen garderobekast in de hal. Deze kasten zijn geïntegreerd in de wand en maken deel uit van het totale ontwerp. Deze oplossing voorkomt de grote dagelijkse ergernis ‘troep in de gangen’. De centrale hal op de begane grond is een vierkant en op de verdieping een cirkel door de muren van de groepsruimtes rond te plaatsen. Er is volop gewerkt met lichtinval. Subtiel verborgen bovenlichten benadrukken de vorm van de centrale ruimtes en zorgen voor natuurlijk licht en een ruimtelijk gevoel. De afwerking van de school voelt luxe en comfortabel aan. Hierdoor ontstaat zorg voor het gebouw. Dat is ook het streven van de architect. “De ontwerpuitgangspunten en hun vertaling moeten op een spontane, natuurlijke manier afdwingen dat de kwaliteit het liefst verbetert maar minimaal gehandhaafd blijft in verloop van de tijd.” Het bestuur van Zonnehuizen is tevreden. “Een zeer geslaagde verbouwing, binnen het jaar en binnen het budget. We zijn tevreden met en trots op onze nieuwe school!” De feestelijke opening was op 9 februari 2011. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Kuiper Van Tuinen Architecten: info@kuipervantuinen.nl of per telefoon: 030-2725212. U kunt ook de site bezoeken: www.kuipervantuinen.nl.


Betrokken ondernemend! Zoeken naar fysieke oplossingen voor maatschappelijke vragen. Met oog voor een duurzaam rendement. ICSadviseurs vertaalt samen met u een brede visie in samenhangende plannen, integrale ontwerpen en een innovatief architecten- en aanbestedingtraject. Waarbij we op zoek gaan naar partijen die kansrijke plannen helpen realiseren. Onafhankelijk, kritisch en slim. Maar altijd samen met u! ICSadviseurs: uw partner van visie tot beheer, van planvorming tot en met bouw en realisatie!

Amsterdam, Orlyplein 10, 1043 DP | Zwolle, Grote Voort 207, 8041 BK | (088) 235 04 27 | www.icsadviseurs.nl

ICS schooldomein 201x271mm 8.indd 1

17-12-2009 11:26:25


Duurzame school met continu rooster De Openbare basisschool de Kariboe begint in het schooljaar 2011-2012 met een nieuw onderwijsconcept en andere schooltijden. Daarnaast groeit de school naar een duurzame nieuwbouw. Het wordt een brede school met continurooster, gebaseerd op het schoolprofiel ‘leren voor duurzaamheid’. Beelden SP Architecten

M

et ingang van eind november 2011 opent brede school de Kariboe zijn deuren officieel in een splinternieuw gebouw aan de Rameaustraat in Heemskerk. Vanaf dat moment is er vanaf 8:15 uur ‘s ochtends tot 18.30 uur ‘s avonds sprake van een passend en aaneengesloten aanbod voor kinderen van 2 tot en met 13 jaar. Bij de opzet en ontwikkeling van brede school de Kariboe zijn naast de basisschool ook de peuterspeelzaal en de naschoolse opvang van Welschap betrokken. Brede school de Kariboe wordt het kloppend hart van de wijk, een ontmoetingsplek voor jong en oud. Er is straks na schooltijd ruimte voor spannende en ontspannende activiteiten in de natuur, voor cultuur en expressie (theater, dans) en voor buurt- en wijkactiviteiten. Directeur Henk Schweitzer: “Als je straks komt aanfietsen, zie je een speels gebouw met een groene

44

schooldomein

april 2011

uitstraling. Een milieubewust vegetatiedak, in een geaccidenteerd terrein met veel bomen en natuurlijke speeltoestellen. De buitenruimtes maken integraal onderdeel uit van de leeromgeving van de kinderen. Een klimheuvel, wadi, labyrint en een amfitheater als buitenlokaal zullen direct in het oog springen. Wij willen kinderen in contact brengen met de natuur, ze lekker buiten laten spelen en ze opvoeden met respect en liefde voor de natuur. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen die topervaringen in de natuur opdoen, dat hun hele leven met zich meedragen”.

Continurooster Als eerste school in het centrum van Heemskerk kiest de Kariboe bewust voor het continurooster: “De Kariboe wil mee blijven groeien met de tijd, met wat voor kinderen de beste resultaten geeft en met


praktische oplossingen voor ouders om opvoeding en werk te kunnen combineren. Het continurooster bestaat op De Kariboe uit vier gelijke dagen van 8:30 uur tot 14:15 uur (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag). Woensdag gaan alle kinderen van 8:30 uur tot 12:00 uur naar school, dit om het voor hen bijvoorbeeld mogelijk te maken deel te nemen aan verschillende sportactiviteiten. De gewijzigde schooltijden betekenen voor de leerlingen dat ze tussen de middag niet naar huis gaan. Ze eten in de klas, met professionele opvang. Het voordeel is dat de kinderen na het middaguur thuis niet meer op hoeven starten. Het is beter voor hun concentratie en ze krijgen een duidelijke structuur aangeboden. Voor werkende ouders is dit een kwalitatief goede oplossing. Uit recent onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de ouders vindt dat de traditionele schooltijden geschrapt moeten worden. Ouders die bekend zijn met het continurooster waarderen dit rooster het meest. Het steeds halen en brengen is met dit rooster verleden tijd. Ouders waarderen de langere namiddag om te spelen, de duidelijke structuur van het overblijven en de betere mogelijkheden voor zichzelf om te (blijven) werken. Ook onze ouders kozen bijna unaniem voor het continurooster. Het is duidelijk dat dit bij hen leeft,” aldus Henk Schweitzer.

Duurzame maatregelen SP Architecten is verantwoordelijk voor het ontwerp en heeft meegedacht over de duurzame maatregelen in het gebouw: “Dat is binnen de normstelling gebeurd, waarbij we ook hebben gezocht naar het extra creëren van ruimte, zoals een extra studieruimte. Daarnaast hebben we gekozen voor daglicht in het hart van de school, waardoor minder verlichting nodig is en een ventilatieplafond. De school krijgt ook een groen dak, dat hoogwaardiger isolerend is en ook voor koeling zorgt. Binnen de school maken

we gebruik van Schoolvision als lichtoplossing in de lokalen, waardoor de leeromstandigheden verbeterd worden en de prestaties omhoog gaan.”

De aarde als leefwereld Henk Schweitzer kiest voor duurzaamheid en groene speelruimte en krijgt de school mee in zijn enthousiasme. “Het klinkt misschien een beetje hoogdravend, maar de aarde is onze enige leefwereld. Daar moeten we dus zuinig mee omgaan. Daarnaast doet onze moderne maatschappij een beroep op nieuwe vaardigheden. Kennis is tegenwoordig via het internet overal voorhanden. Cruciaal is het leren beoordelen en toepassen van die kennis, het leren plannen en het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen handelen. Natuurlijk is het onze primaire taak als basisschool om kinderen de basisvaardigheden taal, rekenen en lezen goed aan te leren. Daarnaast willen wij de talenten van kinderen ontwikkelen, uit elk kind halen wat erin zit. Ieder kind is anders en leert anders. Duurzame ontwikkeling vraagt om keuzes die soms net iets anders uitpakken dan onze eerste impuls ons ingeeft. Eigenbelang en resultaten op de korte termijn moeten plaats maken voor: rekening houden met velen en met successen op de langere termijn. Wij vinden dat wij als school een rol hebben om deze leerprocessen en nieuwe inzichten op gang te brengen. Als wij kinderen iets willen leren, moeten we uitgaan van al die verschillende manieren om iets te begrijpen en te onthouden,” aldus Henk Schweitzer. Duurzame ontwikkeling is geen vak apart, maar biedt extra perspectief bij alle vakken. Duurzaam onderwijs kan helpen vaardigheden aan te leren die in onze nieuwe tijd essentieel zijn. Daarmee is het ook een goede weg naar het voortgezet onderwijs.

“Het voordeel is dat de kinderen na het middaguur thuis niet meer op hoeven starten.”

Voor meer informatie mailt u Henk Schweitzer: henk.schweitzer@kariboe.nl.

schooldomein

april 2011

45


Het nieuwe Graafschap College

Een architectonisch bijzonder project Het nieuwe Graafschap College aan de Maria Montessoristraat in Doetinchem is een bijzonder gebouw op een locatie naast het prominente Metzo College. De gemeente Doetinchem profileert zich daarmee met een tweede architectonisch bijzonder project.

Tekst en foto’s Atelier PRO

R

OC het Graafschap College is een mbo-onderwijsinstelling in het Gelderse Doetinchem met vijf vestigingen. Aan het regionale opleidingencentrum studeren jongeren uit de hele Achterhoek. Jaarlijks volgen ongeveer 8500 mensen les aan het Graafschap College, dat bestaat uit vier onderwijssectoren. Het Graafschap College is druk bezig met het invoeren van competentiegericht onderwijs. In deze vorm van onderwijs is er meer aandacht voor de persoonlijke leervragen van studenten en wordt er inhoudelijk veel beter afgestemd op de beroepspraktijk. Voorop staat dat binnen het college nog steeds gewerkt wordt volgens een rooster en met een docent voor de klas die verstand van zaken heeft. Op het Graafschap College wordt op verschillende manieren geleerd: in de klas, door zelfstudie, met boeken, via internet, door het maken van groepsopdrachten en natuurlijk in de praktijk. Dat vraagt om een gebouw waarin leren en ontmoeten centraal staan. Waar zien en gezien worden de basis vormt voor een transparante leerwerkomgeving.

Bijzondere stedenbouwkundige setting De nieuwe vestiging in Doetinchem telt 700 leerlingen en ligt aan de rand van het centrum van Doetinchem, tussen een ringweg en een woonwijk. Het college vormt een stedenbouwkundige overgang tussen twee schaalniveaus. Het Graafschap College staat naast het Metzo College. Dit door Erick van Egeraat ontworpen gebouw heeft een duidelijke uitgesproken vorm en ligt op een gecreĂŤerde heuvel. De architect van de nieuwbouw voor het Graafschap College, Atelier PRO, heeft het landschap gebruikt

46

schooldomein

april 2011


om een aansluiting met het Metzo College te maken. Met deze aanpak versterken het Metzo College en het Graafschap College elkaar in een bijzondere stedenbouwkundige setting. Hoe ziet dat er uit?

Architectuur versterkt onderwijs Het Graafschap College staat naast het Metzo College. Het Metzo College is een duidelijk uitgesproken, onaantastbaar object op een grasveld. Dit grasveld is gebruikt om de aansluiting met het Metzo College te maken. Het grasveld welft over het Graafschap College heen. Er zijn forse uitsparingen gemaakt in de grasheuvels voor licht en uitzicht. In deze grasheuvels zijn de functies ondergebracht zoals de theorielokalen, de aula en de leerling-bedrijven. De ruimten zijn gegroepeerd langs een middengang die verschillende verdiepingen hoog is en die de verdiepingen met verschillende trappen verbindt. Er ontstaat een interessante ruimtelijke beleving onder de heuvels door de vides. De patio’s geven de middengang nog een extra dimensie door het vele daglicht en het zicht op de besloten buitenruimtes. De grasheuvels liggen tussen de kop van het gebouw en het Metzo College in. Deze kop ligt aan de Energieweg; hier presenteert het ROC zich. In de kop bevinden zich

“Licht, ruimte en lucht zijn basisingrediënten voor het gebouw.” onder andere het restaurant en de sportaccommodatie. Het restaurant, de keuken, de bakkerij en de kapsalon zijn duidelijk af te lezen in de gevel en geven samen met de hoofdentree en de straat aan de zijde van de woningen uitstraling aan het gebouw en het onderwijsconcept. Licht, ruimte en lucht zijn basisingrediënten voor een gebouw dat op natuurlijke wijze opgaat in het landschap en daaraan een eigen waarde toevoegt. Voor de materialisatie van de gevels is naast het gras gekozen voor natuurlijke materialen die mooi verouderen, zoals blank gelakte houten kozijnen, aluminium en leien. Deze materialen vormen in relatie met het groen van het gras een contrast en geven karakter aan de gevel. Atelier PRO heeft dit project in de tweede helft van 2006 verworven door middel van een Europese aanbesteding. De bouw van het Graafschap College is begonnen in het najaar van 2008 en het gebouw werd in april van dit jaar opgeleverd. Voor meer informatie surft u naar www.atelierpro.nl.

schooldomein

april 2011

47


De school als theater

Kunst en cultuur als basispakket

De nieuwbouw van Het Arte College in Almere (Poort) is 10 februari tijdens een spetterend theaterfestijn officieel geopend door burgemeester Annemarie Jorritsma. Het Arte College is een brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs en is onderdeel van de Almeerse Scholengroep (ASG). De school profileert zich als theaterschool en richt zich daarmee nadrukkelijk op kunst en cultuur. Tekst Harry Vedder Foto’s Digidaan

M

3V adviespartners heeft met de school het inhoudelijke concept ontwikkeld en vertaald in een passend huisvestingsconcept. Architect Hans Goverde van Kraaijvanger Urbis heeft het concept vertaald in een fantastisch gebouw, met daarin ook een theatercafé van Stichting De Schoor, welzijnswerk Almere. Eind vorig jaar won het Arte College de publieksprijs van de tweejaarlijkse Architectuurprijs van Almere. Het thema theater vormt de leidraad in het realiseren van betekenisvol onderwijs. De school leidt niet specifiek op voor theatergerelateerde beroepen of vervolgopleidingen, maar sluit hierop wel aan wanneer dit nuttig en mogelijk is. Vanaf het eerste jaar komen de leerlingen al in aanraking met theater. Tijdens hun schoolcarrière ontwikkelen ze kennis en vaardigheden die samenhangen met de diverse facetten hiervan. Zo dragen ze bij aan de ontwikkeling van

48

schooldomein

april 2011

theaterproducties en verzorgen ze zowel binnen als buiten de school diverse voorstellingen. Activiteiten hierbinnen zijn decorontwerp, het instuderen van dans en drama, het zorg dragen voor de catering en aankleding en het geven van voorstellingen. Het thema theater biedt daarbij uitstekende mogelijkheden voor het opdoen van vaardigheden op het gebied van expressie, presentatie en samenwerking. In de fysieke leeromgeving komt het thema duidelijk tot uitdrukking. Het hart van het gebouw wordt gevormd door het centraal gelegen Theater, met daaromheen de leerdomeinen en ‘creatieve bedrijven’ waar gewerkt kan worden aan (de voorbereiding van) producties.

Samenwerking met De Schoor In de nieuwbouw werkt het Arte College intensief samen met de Stichting De Schoor. De Schoor biedt


een plek voor jeugdwerk en ruimte voor ontmoeting en cursussen voor jong en oud in de wijk. De Schoor heeft daarvoor in hetzelfde schoolgebouw, via een open verbinding met het theater, een eigen unieke voorziening in de vorm van een theatercafé. Hierin komt een divers en kleurrijk programma in het kader van kunst en cultuur. De fysieke samenwerking creëert de combinatie van klein podium (Theatercafé) en groot podium (het Theater).

Onderwijs- en huisvestingsconcept De schoolorganisatie is ingedeeld in units op basis van sociaal-pedagogische uitgangspunten en didactische principes. Uitgangspunt voor de omvang van de units is de beheersbaarheid van situaties en dat alle leerlingen elkaar kennen, elkaar aanspreken en uitnodigen tot gewenst (leer)gedrag. In de onderbouw zijn de leerlingen onderverdeeld in twee onderwijskundige units van 200 leerlingen. De bovenbouw AVO (tl, havo en vwo) bestaat uit één unit van 210 leerlingen. Voor de units zijn ruimten gemaakt die als herkenbare thuisbasis fungeren: de leerdomeinen. Aan een leerdomein is een (kern)team van docenten verbonden. Het aantal van 200 leerlingen maakt het mogelijk een breed aanbod van specialisaties van docenten in één team onder te brengen. Omdat leerlingen een groot deel van de week in hun leerdomein doorbrengen, vraagt dit om een omgeving die voldoende afwisseling biedt. De ruimte is dan ook ingedeeld op basis van specifieke plekken voor de leergebieden. Leergebieden met middelen en bronnen voor talen, voor science en voor mens en maatschappij. Ook zijn

er instructieruimten en docentenwerkplekken. De instructieruimten zijn zodanig in de leerdomeinen gesitueerd dat een zonering in kleinere beheersbare gebieden ontstaat. Naast de leerdomeinen zijn er gemeenschappelijke specifieke ruimten (specials), zoals studio’s, het media-/documentatiecentrum, het laboratorium en het atelier. Leerlingen hebben geen vaste werkplek, ze kiezen een plek afhankelijk van de werkvorm en de benodigde middelen en bronnen. Ook de docenten hebben geen eigen vaklokaal, ze zijn afhankelijk van de gekozen werkvorm aanwezig in algemene en specifieke ruimten. Het thema theater biedt de school in de beroepsgerichte bovenbouw van het vmbo de mogelijkheid om het onderwijs op te zetten aan de hand van projecten in de praktijkomgevingen grafimedia, licht & geluid, decorbouw, kap & grime, facilitair/gezondheid en podiumkunsten.

Theaterproductie Het Arte College in Almere Poort is gebouwd voor 850 leerlingen. Door haar unieke opzet en thema is de school aantrekkelijk voor leerlingen vanuit geheel Almere en omgeving, tot en met het ‘oude land’. Nauwelijks geopend, dreigde voor het komende schooljaar al een leerlingenstop voor de instroom van nieuwe leerlingen. Gelukkig bleek dit net niet nodig. De opening op 10 februari was één groot voorbeeld van wat de school is en wil zijn. Centraal stond de theaterproductie Odyssee, dat door de leerlingen op vele plekken in het hele gebouw professioneel werd verbeeld. Met de plenaire start van de rondleiding in het theater, de rondgang door het gebouw en het spetterende einde weer in het theater, maakte de bezoeker kennis met zowel het gebouw als de gehele productie. Dit belooft nog veel. Het onderwijsconcept is vernieuwend en de school staat nu voor de uitdaging om dit verder vorm te geven en te bewijzen dat vernieuwend onderwijs, naast de sterke ontwikkeling van vaardigheden, samen kan gaan met uitstekende leerprestaties. Voor meer informatie kunt u surfen naar www.M3V.nl of u kunt contact opnemen met Harry Vedder: vedder@m3v.nl, telefoon: (026) 482 25 20.

schooldomein

april 2011

49


Henk Vonk


FAME Groep allround in herontwikkeling

Steeds vaker is herontwikkeling van bestaande gebouwen een serieuze variant in de keuze voor nieuwe huisvesting van scholen en andere maatschappelijke functies. Voor succes is een goede visie op proces en aanpak vereist. Dit zegt Henk Vonk, directeur van de FAME Groep. Met een clustering van disciplines op het gebied van Planontwikkeling, Architectuur & Stedenbouw en Bouwmanagement is herontwikkeling en revitalisering van huisvestingsprojecten één van de speerpunten van het bedrijf. ‘Het idee dat bestaande gebouwen wellicht een serieuze optie zijn voor herontwikkeling tot nieuwe huisvesting wordt steeds belangrijker in het segment van maatschappelijk vastgoed. Dat is een mooie ontwikkeling. Het feit dat er steeds minder economisch draagvlak is voor nieuwbouw maakt creatief en opent de ogen voor de kwaliteiten en de kansen van bestaande gebouwen’. Portefeuille analyse Voor een gemeente of instelling is het aan te bevelen om niet direct op gebouwniveau naar oplossingen te zoeken. Om tot een strategische visie te komen is het goed om eerst de totale portefeuille te analyseren. Er spelen doorgaans veel meer huisvestingsvragen. Die worden maar zelden integraal in kaart gebracht, terwijl juist daar de bron ligt voor mooie nieuwe huisvestingsconcepten. De korte, middellange en lange termijn huisvestingsvraag wordt gematched met de gebouw- en locatiemogelijkheden tot een integrale ontwikkelvisie op huisvesting. Herontwikkelen versus nieuwbouw Sinds jaren is het doodnormaal om in geval van een huisvestingsvraag meteen aan nieuwbouw te denken. Het bestaande gebouw voldoet immers niet meer, en oude visies op huisvesting zijn allang weer ingehaald door nieuwe. Oude locaties konden daarbij vaak nog lucratief worden verkocht aan projectontwikkelaars. Veelal voor woningbouw. Dit functionele en economische perspectief is in veel gevallen verleden tijd. Goed beschouwd blijken bestaande gebouwen vaak zowel technisch als bouwkundig in prima conditie om in aanmerking te komen voor herontwikkeling, waarbij de nieuwe visies op huisvesting prima geïntegreerd kunnen worden in het nieuwe concept. Daarbij kunnen bestaande gebouwen prachtig worden geïntegreerd in een nieuwbouwproject. Economisch perspectief Het economische perspectief moet primair op portefeuille niveau worden bekeken. Daar wordt met het maken van de juiste strategie het meeste geld verdiend. Dit is doorgaans een volstrekt onderbelichte invalshoek. Bij het maken van keuzes wordt ten onrechte meteen naar de stichtingskosten op projectniveau afgedaald. De combinatie van portefeuille analyse en onderzoek naar de ontwikkelmogelijkheden van bestaande gebouwen levert dus niet alleen in functioneel, maar ook in economisch opzicht interessante plaatjes op. Allround Het maken van een huisvestingsvisie in een complexe omgeving vergt een allround team en de ontwikkeling van het project in een geïntegreerd proces. Bij de FAME Groep werken gespecialiseerde conceptontwikkelaars (onderwijs, zorg etc.) samen met Planontwikkelaars, Bouwkundigen, Kostendeskundigen en Architecten in één projectgroep samen om tot de beste oplossingen te komen. De FAME Groep is met ca. 60 medewerkers landelijk actief op het gebied van Onderwijs, Multifunctionele Accommodaties, Zorg, Herstructurering en Reconstructie van wijken en centrumgebieden. Het bedrijf is allround in de ontwikkeling, het ontwerp en de realisatie van huisvestingsprojecten en houdt zich al jaren bezig met revitalisering en verduurzaming van bestaande gebouwen. Tenslotte is FAME actief in het ontwikkelen van strategisch huisvestingsbeleid, portefeuille analyses en transformatieplannen voor met name gemeenten en instellingen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de FAME Groep Burg. Roelenweg 40, 8021 EW Zwolle t 038 425 81 11, zwolle@famegroep.nl Willemsplein 5, 6811 KA Arnhem t 026 368 42 70, arnhem@famegroep.nl www.famegroep.nl


“Nieuwe school bouwen? Vergeet de gebruiker niet!” Gemeenten en schoolbesturen worstelen bij nieuwbouw vaak met de budgetverdeling, de demarcatie. Wie betaalt wat? Het neerzetten van een kwalitatief goed schoolgebouw op alle aspecten (onder andere architectuur, duurzaamheid, onderhoud, exploitatie en technologie) kan een gemeente niet alleen. Met name voor de functionele zaken is de expertise van de gebruiker noodzakelijk. Een uitgewerkt voorbeeld laat dat zien.

D

Tekst Annelies Poot en Eline Wonokromo Beeld SEARCH Architecten

e VNG neemt momenteel het huidige systeem van normbedragen onder de loep en denkt dat het mogelijk is dit systeem te vervangen door een ‘kwaliteitstandaard voor scholen’. Naast de standaardkwaliteit kan gekozen worden voor ‘pluspakketten’ die betrekking hebben op de eerder genoemde aspecten. Om dit te kunnen bewerkstelligen, is het van belang goed vast te leggen wat die minimale eisen dan zijn en welke partij verantwoordelijk is voor de pluspakketten. Het is goed voor te stellen dat een gemeente in het kader van maatschappelijke verantwoordelijkheid zelf meer investeert in bijvoorbeeld duurzaamheid, luchtkwaliteit en onderwijsruimten. Het investeringsbudget is bij scholenbouw afhankelijk van het ambitieniveau van de gemeente en van de eigen middelen van de desbetreffende gebruiker (school). Gemeenten zijn

52

schooldomein

april 2011

verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen, maar er zijn diverse manieren om de organisatie rondom scholenbouw te regelen. Belangrijk hierbij is het opstellen van het investeringsbudget op basis van het programma van eisen. RPS is van mening dat betrokkenheid van gebruiker(s) in het bouwproces van cruciaal belang is voor het slagen van een bouwproject. Het volgende voorbeeld laat dat zien.

Case: nieuwbouw sbo De Vuurtoren De Vuurtoren (school voor speciaal basisonderwijs) is gevestigd in een gebouw dat in 1974 is gebouwd voor een reguliere basisschool. Zes jaar later kwam het leeg te staan en is De Vuurtoren erin gevestigd. De school is over het algemeen erg tevreden over het huidige gebouw. Het initiatief voor de verhuizing lag dan ook


niet bij de school maar bij de gemeente. De gemeente heeft voor de locatie van de huidige huisvesting een masterplan ontwikkeld, waarvoor De Vuurtoren moest worden verplaatst naar een andere locatie. Dit is volgens de gemeente Zoetermeer mogelijk, omdat De Vuurtoren een niet wijkgebonden school is. De gemeente is daarom ook (deels) tegemoet gekomen aan de extra eisen en wensen van de school ten aanzien van de nieuwbouw. Het betreft een onderwijscluster van drie scholen die bouwkundig met elkaar in verbinding staan via de gangzones. Hier lopen de kleuren in elkaar over. In de praktijk zullen het 3 aparte scholen zijn. Deze scholen maken gebruik van een aantal gezamenlijke faciliteiten zoals de grote gymzaal, de aula en het speellokaal.

Meer contactmomenten Een school voor speciaal onderwijs heeft op een aantal vlakken net iets andere wensen dan een school voor regulier onderwijs. Zo is een leerkeuken van groot belang en zijn meerdere kleine kamers ten behoeve van remedial teaching noodzakelijk. “Alle gevraagde ruimten zitten in het gebouw,” zegt Dimme Scherpenisse, directeur van De Vuurtoren. “Maar bij het bepalen van de locatie in het gebouw en bij de functionele en technische uitwerking zijn wij niet betrokken geweest”. De vijf overleggen die Scherpenisse heeft gehad met de architect en de gemeente gingen specifiek over ‘zijn’ deel van het gebouw. Vaak heeft hij het gevoel gehad een gevecht te moeten leveren tegen de architect over bepaalde zaken. Zo zijn de plafonds in de keuken te hoog. De installaties zullen in het zicht blijven. “Geen gezicht,” denkt Scherpenisse, maar het gevecht over een verlaagd plafond heeft hij verloren. Een ander gevecht over vloerbedekking op de trap heeft hij gewonnen. “Toen ik de architect ervan had overtuigd dat de veiligheid van de kinderen toch belangrijker was dan een betonnen trap, gaf ze zich gewonnen”, zegt de directeur. De andere gebruikers van het gebouw heeft hij in deze setting nooit ontmoet. Dat vindt hij vreemd aangezien er ruimten gezamenlijk gebruikt worden, onder andere met een school die onder hetzelfde bestuur valt als De Vuurtoren. Over het algemeen kan

Scherpenisse zich vinden in het ontwerp en is blij dat hij enige mate van inspraak heeft gehad. Toch had hij het op prijs gesteld als er een andere overlegstructuur was gehanteerd, met wat meer contactmomenten met architect en gemeente, en niet te vergeten, met de andere gebruikers.

Energierekening In het geval van sbo De Vuurtoren was de gemeente Zoetermeer bouwheer en was zodoende ook verantwoordelijk voor het budget. Keuzes voor wat betreft duurzame oplossingen zijn niet aan de school voorgelegd omdat de gemeente zelf het onderhoud doet. Echter, de energierekening is wel voor het schoolbestuur. Zaken die buiten het budget van de gemeente vallen, zoals het realiseren van een leskeuken, worden door de school zelf gefinancierd. Opvallend is dat Dimme Scherpenisse aangeeft dat er regelmatig keuzes in het ontwerp zijn gemaakt waarbij de esthetica de doorslag gaf. Dat impliceert dat de gemeente ook grote waarde hecht aan de esthetische kwaliteit van het gebouw, wat toch vaak een prijskaartje heeft. Dit is een goede zaak, maar de functionele kwaliteit zou echter nooit uit het oog verloren mogen worden. Scherpenisse ziet in dit proces een aantal gemiste kansen. In de toekomst zouden dit soort dingen als ‘pluspakket’ op de ‘kwaliteitstandaard voor schoolgebouwen’ aangeboden kunnen worden, waarbij dan nog gediscussieerd zou kunnen worden over wie het financiert (de demarcatie).

“De andere gebruikers van het gebouw heeft hij in deze setting nooit ontmoet”

Het praktijkvoorbeeld in Zoetermeer laat zien dat het belangrijk is om de gebruiker bij het proces te betrekken. In elke gemeente is het detailniveau anders. Door het vroegtijdig en intensief betrekken van de gebruikers bij het proces kunnen bovengenoemde ‘gemiste kansen’ tot een minimum worden beperkt. Ir. E.S (Eline) Wonokromo (huisvestingsadviseur) en ir. A. (Annelies) Poot (huisvestingsadviseur/ bouwprojectmanager) zijn werkzaam bij RPS in Rotterdam. RPS opereert onder andere op het gebied van onderwijshuisvesting, vanaf initiatieffase tot en met de exploitatiefase. Meer informatie is op te vragen via annelies.poot@rps.nl / eline.wonokromo@rps.nl of (010) 286 61 55. Voor meer informatie kunt u surfen naar www.rps.nl. Het volledige artikel kunt u lezen op www.schooldomein.nl

schooldomein

april 2011

53


Waarom gaan de buurkinderen naar een andere school? Tegenwoordig kiezen mensen niet meer zozeer op basis van functionele waarden, maar steeds meer op psychosociale waarden. Auto’s zijn bijvoorbeeld qua functionaliteiten min of meer gelijk aan elkaar, en dus wordt de afweging of een bepaald type auto bij de eigen identiteit en karakter past. Wordt het een sportieve statusgevoelige auto, een auto met een goede prijs-kwaliteitverhouding, een bijzondere oldtimer of juist een praktische gezinsbak? Zo werkt het ook als een keuze voor een school voor de kinderen gemaakt moet worden. Vroeger ging je gewoon naar de christelijke, openbare of katholieke school zo dicht mogelijk in de buurt. Tegenwoordig ligt het afwegingsproces veel gevoeliger. Tekst Marieke Ruijzing

A

fstand blijft een belangrijk criterium, maar het kiezen van een school is vooral heel persoonlijk geworden. Wat de buren een geschikte school vinden voor hun kind, hoeft niet de beste school voor jouw kindje te zijn. Kies je bijvoorbeeld voor een openbare school, of een school met een bepaalde geloofsovertuiging? Sluit de Montessorischool beter aan of lijkt de vrije school de beste keuze? Wil je een gestructureerde omgeving voor je kind met duidelijke opdrachten of vind je het belangrijk dat de nadruk ligt op ontplooiing van zijn of haar creatieve talenten en sociale vaardigheden? Moet de school een kloppend hart in de wijk zijn of liever aan de rand van de wijk staan met een goede

54

schooldomein

april 2011

‘kiss en ride’ voorziening? Het aanbod is de laatste jaren steeds uitgebreider geworden, iedere school heeft zijn unieke concept en de onderlinge concurrentie is van alledag. Scholen willen graag een eigen identiteit uitdragen. Ouders bezoeken tegenwoordig diverse scholen voordat ze een keuze maken. De afwegingen, die ze daarbij maken, gaan een stuk verder dan alleen de afstand van hun huis tot de school en de levensbeschouwelijke grondslag.

Verschillende oudertypen Waarom past de ene school beter bij het kind van je buurman en de andere beter bij jouw kind? Wat zijn die psychosociale overwegingen precies en hoe verschilt dat van mens tot mens? Welke typen ouders zou je daarbij kunnen onderscheiden? Onderzoeksen adviesbureau SmartAgent is gespecialiseerd in het achterhalen van de intrinsieke motieven en drijfveren van consumenten. De vraag die zij zich daarbij stellen: Wat drijft de consument om een bepaalde keuze te maken? Om de psychografie van groepen mensen inzichtelijk te krijgen, heeft SmartAgent het BSRmodel ontwikkeld. Dit gaat uit van een sociologische dimensie (ego-sociaal) en een psychologische dimensie (extravert – introvert), waarop mensen kunnen scoren. We onderscheiden vier belevingswerelden, ook wel leefstijlen genoemd: • De Gele belevingswereld, waar Harmonie en Gezelligheid centraal staat • De Groene belevingswereld, waar Bescherming en Geborgenheid centraal staat • De Blauwe belevingswereld, waar Controle en Manifestatie centraal staat • De Rode belevingswereld, waar Vitaliteit en Onafhankelijkheid centraal staat.


Figuur 1: Oudertypen in het BSR-model

Figuur 2: Vier archetype scholen

SmartAgent heeft intensief onderzoek gedaan voor de onderwijsmeter in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hierin zijn verschillende oudertypen en hun betrokkenheid bij de school onderscheiden. In figuur 1 worden de groepen kort beschreven.

Hoe kan een school hiermee omgaan? SmartAgent doet regelmatig onderzoek naar de wensen en behoeften van ouders en met welk concept de school hier het beste op kan inspelen. Het doel is een optimale aansluiting te vinden. Zo wil de gele en groene belevingswereld graag dat de school midden in de wijk staat en onderdeel is van het buurtnetwerk. Maar voor de ego-gerichte leefstijlen is het wenselijk dat de school het individu centraal stelt en dat er ook buitenschoolse opvang is. In figuur 2 wordt per belevingswereld de diverse typen scholen beschreven.

Een profiel van de wijk Nu gebeurt het vaak dat de kinderen een paar wijken verderop naar school gaan, omdat daar de best passende school staat. Maar het liefst willen de ouders dat deze best passende school niet al te ver bij hun woning vandaan staat. Hier komen geografie (afstand) en psychografie (typering ouders en school) samen. Samen met het MFA-Lab heeft SmartAgent onlangs het Wijkprofiel geïntroduceerd, dat in één oogopslag laat zien over wat voor type bewoners we het hebben in een bepaalde wijk. Het heeft niet zo veel zin om een vrije school neer te zetten in een wijk waar overwegend mensen met een groene leefstijl wonen. In deze ‘groene’ wijk zou de eigen dorpsschool beter passen en de vrije school past beter in een wijk met een rode signatuur. Het wijkprofiel geeft inzicht in de leefstijlen van bewoners binnen een bepaalde wijk of geografische eenheid. Tevens kan een bestaande school als uitgangspunt worden genomen en bijvoorbeeld de leefstijlverdeling van de omwonenden binnen een straal van 500 meter om de school heen in beeld worden gebracht. De gegevens zijn gebaseerd op de landelijk dekkende leefstijldatabase waarin per zes posities postcodegebied een leefstijlverdeling bekend is. Naast de leefstijlen, zijn hierin ook andere gegevens beschikbaar zoals sociaal-demografische kenmerken, hobby’s, interesses, koopgedrag, kijk-, luister en leesgedrag. Bijgaand is een fictief voorbeeld opgenomen van zo’n Wijkprofiel. Hierin kun je zien dat geografie, vastgoed, conceptontwikkeling en leefstijlen (psychografie) samenkomen op het gebied van onderwijs. Marieke Ruijzing, de auteur van dit artikel is Senior Research Consultant bij SmartAgent. SmartAgent houdt zich bezig met motivationele segmentatie, zie ook www.smartagent.nl. Het MFA Lab is een platform voor het ontwikkelen en uittesten van exploitatieformules voor maatschappelijke centra. Kernwaarden zijn gastvrijheid, ondernemerschap en verbinding met de wijk. Het lab is in 2009 gestart door Tom de Haas en Marc van Leent. Zie voor meer informatie: www.mfa-lab. nl. In Schooldomein wordt periodiek van de ontwikkelingen in het lab

Figuur 3: Wijkprofiel met leefstijlen van de bewoners

verslag gedaan.

schooldomein

april 2011

55


Passend onderwijs in Aalten

Speciaal onderwijs hoort er gewoon bij Is er samenwerking mogelijk tussen het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs? Wat zijn de kansen en de mogelijkheden? Hoe kan het worden vormgegeven? In Aalten loopt een succesvol project tussen Schaersvoorde en de VSO-school het Aladon. De jury van de Gelderse Onderwijsprijs heeft dit project onlangs de eerste prijs gegeven. In maart was het project in de race voor de Nationale Onderwijsprijs 2011.

56

schooldomein

april 2011


Tekst de Onderwijsspecialisten Foto’s Theo Kock

H

et Aladon is een kleine school in Aalten. Het is een school voor leerlingen van vier- tot twintigjarigen met een verstandelijke of meervoudige beperking, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK school). De school is verdeeld over twee locaties, een locatie voor vier- tot dertienjarigen (SO) en een locatie voor twaalf- tot twintigjarigen (VSO). In de toekomst zullen ongeveer 40 leerlingen lessen volgen op het VSO van Het Aladon. Het Aladon wil haar leerlingen zo goed mogelijk voorbereiden op de toekomst. Deelnemen in de maatschappij, uitstroomprofielen richting werk of dagbesteding, praktijklessen en stages zijn belangrijke onderdelen in deze voorbereiding. Het Aladon gaat op een creatieve wijze aan de slag om het hoogst haalbare voor haar leerlingen te bereiken.

diverse lessen ingepast in het reguliere lessysteem van Schaersvoorde en van Het Aladon. Door de scholen wordt voorzichtig gekeken of uitbreiding van de samenwerking over meerdere afdelingen mogelijk is.

Kansen en mogelijkheden

Gelderse onderwijsprijs

Om het hoogst haalbare te bereiken, is Het Aladon buiten de gestelde kaders gaan kijken. Het is van belang alle kansen en mogelijkheden te zien. Dat heeft ertoe geleid dat er een structurele inhoudelijke samenwerking tot stand is gekomen met Schaersvoorde. Dit is de school in Aalten die het voortgezet onderwijs voor vmbo-leerlingen verzorgt. De samenwerking is een integratie van de leerlingen: samen werken en samen leren. De twee werelden worden met elkaar verbonden. Aan beide zijden heeft de samenwerking een meerwaarde, het is leerzaam en horizonverbredend. De leerlingen van Het Aladon hebben contact met de ‘gewone’ scholengemeenschap. Ook worden zij herkend en begroet op straat door leerlingen van Schaersvoorde. Hierdoor stijgt het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van de VSOleerlingen. Anderzijds leren de leerlingen van Schaersvoorde hoe ze kunnen samenwerken met scholieren met een verstandelijke of meervoudige handicap. Ook krijgen ze de kans zich te ontwikkelen in een andere rol dan normaal, de rol van begeleider en instructeur.

Dit project is een goed voorbeeld van ‘weer samen naar school’. Het is een goed overdraagbaar concept voor andere scholen. Er is een daadwerkelijke koppeling ontstaan tussen beide scholen, het levert aan beide kanten goede resultaten op. Er wordt duidelijk ingezet op het leerresultaat en de toekomst. Om deze redenen heeft de jury van de Gelderse Onderwijsprijs de eerste prijs in de categorie voortgezet onderwijs toegekend aan dit succesvolle project.

Maatschappelijke stage Het is allemaal begonnen bij de maatschappelijke stages van de afdeling Zorg en Welzijn van Schaersvoorde. Al snel werden opdrachten in het curriculum ontwikkeld voor en met leerlingen van Het Aladon. Samen is gezocht naar structuur en integratie. Deze ontwikkeling heeft ook andere afdelingen aangestoken, zoals Metaaltechniek en Groen. Op deze afdelingen vindt een andere vorm van integratie plaats. De leerlingen van Het Aladon krijgen eigen projecten en worden mede begeleid door leerkrachten en leerlingen van Schaersvoorde. Voor de lessen in de afdeling Groen wordt vooral gebruik gemaakt van de goede voorziening in het gebouw van Schaersvoorde. Op dit moment worden de leerlingen op diverse manieren in de afdelingen geïntegreerd. Dit is een bewuste keus. Met behulp van gezamenlijke evaluaties wordt bepaald welke manier het hoogste leerrendement oplevert. Inmiddels zijn

Vertaling naar de huisvesting

“Leerlingen van Schaers­ voorde leren samenwerken met scholieren met een ver­ standelijke of meervoudige handicap.”

M3V ondersteunt Het Aladon in haar huisvestingsvragen. De school heeft te maken met groei en samen met de gemeente wordt gezocht naar een definitieve passende huisvesting voor het VSO. Op dit moment heeft Het Aladon een kleine huisvesting voor haar VSO-leerlingen. Er zijn geen groepsruimten. De huisvesting bestaat uit twee open ruimten met diverse leer- en werkplekken zoals een keuken, een wasruimte en een huiskamer. De leerlingen werken veelal in niveaugroepen. De basis wordt gelegd in de twee open ruimten. Voor uitgebreide praktijklessen gaan de leerlingen naar Schaersvoorde. Schaersvoorde heeft sinds kort een prachtig nieuw vmbo-gebouw met mooie, goed uitgeruste praktijklokalen voor de verschillende afdelingen. Gezien de omvang van Het Aladon en de hierbij passende ruimtebehoefte (volgens de verordening) zijn de mogelijkheden qua huisvesting zeer beperkt. Door de samenwerking heeft het VSO minder uitgebreide praktijklokalen nodig. Dit is een groot voordeel. De inhoudelijke samenwerking met Schaersvoorde is daarom een win-win situatie voor zowel de inhoud als de huisvesting van het VSO. Zo kan een kleine school voor speciaal onderwijs haar leerlingen een uitgebreid programma aanbieden. Kortom, de samenwerking tussen Het Aladon en Schaersvoorde is een goed recept voor integratie tussen twee werelden. Het is een goed voorbeeld van hoe passend onderwijs kan worden ingevuld! Voor meer informatie surft u naar www.aladon.nl

schooldomein

april 2011

57


SCS Proefprojecten doordecentralisatie succes Tekst Jan Schraven

H

oewel VO-raad en VNG principieel van mening verschillen over de vraag of de wet moet worden aangepast als het gaat om de verdeling van taken en middelen tussen gemeente en schoolbestuur, hebben ze elkaar wel gevonden in een gezamenlijke inzet bij het ‘activeringsscenario’. Dit houdt in dat gemeenten en schoolbesturen in het VO worden aangemoedigd om gebruik te maken van de bestaande wettelijke mogelijkheid van doordecentralisatie. Gemeenten en schoolbesturen gaan dan een overeenkomst aan waarbij de gemeente een jaarlijkse vergoeding be-

58

schooldomein

april 2011

schikbaar stelt op basis waarvan het schoolbestuur de huisvesting zelfstandig ter hand kan nemen en zelf voor de financiering zorg draagt. SCS heeft daartoe een stappenplan ontwikkeld met een bijbehorend reken- en contractmodel.

Proefprojecten SCS heeft in acht gemeenten een verkenning uitgevoerd, uitmondend in een rapportage met een aantal aanbevelingen. Deze rapportages zijn inmiddels opgeleverd en fungeren als onderlegger voor definitieve


waarin het Rijk bezuinigingen aankondigt, werd verwacht dat de belangstelling voor doordecentralisatie minimaal zou zijn bij gemeenten.

Belangstelling gemeenten

Op gezamenlijk verzoek van VO raad en VNG startte Servicecentrum Scholenbouw (SCS) dit najaar een aantal proefprojecten met doordecentralisatie in het voortgezet onderwijs. Hoewel de definitieve besluitvorming in de meeste deelnemende gemeenten nog moet worden afgewacht lijkt het zogenoemde ‘activeringsscenario’ zijn vruchten af te werpen.

besluitvorming bij de gemeente en de betrokken schoolbesturen. Hoewel uiteindelijk pas een akkoord over doordecentralisatie kan worden genoteerd als ook de gemeenteraad formeel heeft ingestemd, bestaat de indruk dat een ruime meerderheid van de proefprojecten uiteindelijk zal resulteren in een getekende overeenkomst. Dit overtreft de verwachtingen, die bij de start bepaald niet overspannen waren. De wet biedt al jaren de mogelijkheid van doordecentralisatie, terwijl deze tot op heden in de praktijk maar mondjesmaat wordt toegepast. Juist in een tijd

Toch lijkt de aanpak succesvol en waren het vooral gemeenten die zich hebben gemeld als gegadigde voor een proefproject. De belangstelling vanuit de hoek van de scholen was daarentegen lager dan verwacht. Een verklaring voor de toenemende interesse vanuit de gemeenten zou kunnen worden gevonden in het beleid van gemeenten om een aantal taken af te stoten door deze zoveel mogelijk bij subsidieafhankelijke instanties te beleggen (de ‘kerntakendiscussie’). Doordecentralisatie sluit in de ogen van een aantal gemeentebesturen kennelijk goed aan bij een dergelijke heroriëntatie op het eigen takenpakket. De bezuinigingsronde fungeert daarmee in feite juist als prikkel tot doordecentralisatie. Gemeenten zien in de doordecentralisatie ook een mogelijkheid om sturing te geven aan een aantal beleidsdoelen op het vlak van de onderwijshuisvesting. Door middel van een aantal voorwaarden in de overeenkomst kan een gemeente immers ook invloed uitoefenen op de besteding van jaarlijkse vergoedingen aan het schoolbestuur. Zo wordt in de gemeente Uden gewerkt aan een gedeelde visie op de spreiding van het onderwijsaanbod op verschillende locaties in de gemeente. Het ligt in de bedoeling deze als voorwaarde op te nemen in de overeenkomst met het Udens College. Doordecentralisatie is niet alleen een ‘modern’ sturingsinstrument (op afstand) maar biedt wat dit betreft zelfs meer mogelijkheden dan een beschikking op basis van de huisvestingsverordening. Aan een dergelijke beschikking kunnen immers alleen voorwaarden worden verbonden die verband houden met realisatie van een huisvestingsvoorziening en bijvoorbeeld niet met de inhoud of spreiding van het onderwijs.

“Een gemeenteraad zal eerder bereid zijn in te stemmen, als je als school inzicht geeft in de besteding van middelen.”

Wiel Sporken, directeur bestuurder Udens College: “Met een dergelijke voorwaarde kunnen we goed uit de voeten. Een gespreide huisvesting in een vmbo- en vwo-avo locatie is voor ons immers ook het uitgangspunt bij de toekomstige nieuw- en verbouwplannen. Ook een gemeenteraad zal eerder bereid zijn in te stemmen, als je als school inzicht geeft in de besteding van middelen.”

Focus op financiën Intussen blijken gemeenten pas bereid als de financiële consequenties van doordecentralisatie in zijn te passen in hun gemeentebegroting. In het stappenplan van het SCS ligt de focus dan ook op de financiele afweging. Het ontwikkelde rekenmodel geeft niet alleen inzicht in de ontvangsten van de gemeente vanuit het gemeentefonds, maar biedt ook een overzicht van lopende en toekomstige kapitaalslasten van

schooldomein

april 2011

59


“Een ruime meerderheid van de proefprojecten zal uiteindelijk resulteren in een getekende overeenkomst.” de gebouwen in het voortgezet onderwijs. Voor de input van de berekeningen wordt gebruik gemaakt van de in de gemeentelijke jaarverslaggeving opgenomen boekwaarden en de investeringsramingen die vaak al zijn gemaakt in het kader van een gemeentelijk huisvestingsplan. Ad van der Wiel, bestuurder van de Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Voortgezet Onderwijs in Hilversum: “Het is natuurlijk interessant om te weten over welke inkomsten de gemeente kan beschikken voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs, maar nog belangrijker is te weten of je door de oormerking van deze middelen voldoende dekking verkrijgt voor de lopende en toekomstige investeringslasten. Het rekenmodel geeft in feite inzicht in de ontwikkeling van de ‘hypotheekschuld’ op de lange termijn. De financiële inspanning, die deze met zich meebrengt, betreft in feite ook de gemeente zelf. Daarmee ontstaat een goede basis om op een zakelijke manier te onderhandelen over de wijze waarop een overstap naar doordecentralisatie zowel voor de gemeente als voor de schoolbesturen financieel verantwoord kan verlopen.”

Belang onafhankelijk advies De zakelijke insteek is van belang om tot rapportage en een reeks aanbevelingen te komen die door zowel de gemeente als de schoolbesturen wordt onder-

60

schooldomein

april 2011

schreven. De rapportage komt tot stand na een aantal sessies met deelnemers vanuit de scholen en de gemeente, bij voorkeur niet op politiek bestuurlijk, maar op ambtelijk niveau. Daarbij worden alle gegevens verzameld die naar het oordeel van de deelnemers relevant zijn voor de voor de verdere, politieke besluitvorming. Bij de sessies kwam telkens naar voren dat het van groot belang is om een onafhankelijk adviseur te betrekken bij de verkenning. Vooral de interne besluitvorming bij de gemeente kan daardoor aanzienlijk worden versneld.

Verder met het activeringsscenario? Nu de eerste proefprojecten vruchten af lijken te werpen, ligt het voor de hand om het activeringsscenario voort te zetten. Naar verwachting zal een tweede tranche van proefprojecten worden opgestart. Via de nieuwsbrieven van VO raad, VNG en SCS zal bekend worden gemaakt of en zo ja hoe scholen en gemeenten zich kunnen aanmelden. U kunt vanzelfsprekend ook zelf aan de slag. Op de website van SCS kunt u de volgende modellen downloaden: het afwegings­ kader doordecentralisatie, het rekenmodel doordecentralisatie, een modelcontract en een ruimtebehoefte-/investeringskostenmodel. Deze documenten zijn vrij beschikbaar op www.scsb.nl/ onze thema’s/doordecentralisatie. Wilt u meer weten over de mogelijkheden van doordecentralisatie, neemt u dan contact op met Jan Schraven van SCS via j.schraven@scsb.nl.


leverancier van schoolmeubelen

Hoe echt ben jij?

Gaat u voor kwaliteit en betaalbaarheid? Als traditioneel niet goed genoeg meer is.

basisscholen * naschoolse opvang * VMBO & ROC instellingen * praktijkonderwijs * technasium * hogescholen * universiteiten * volwassenonderwijs

op onze website meer inspiratie : www.projectum.nl Projectum BV

Voorveste 11 a

3992 DC Houten

tel.: 030-6346290

mail: info @ projectum. nl


Advertorial

Benedictusschool Heiloo

“Een gezonde en inspirerende omgeving om in te leren en te spelen” Een zeer bevlogen directrice, een beleidsmedewerker huisvesting met een visie, een goed luisterende architect, een uitgekiend klimaatsysteem en een optimaal akoestisch plafond. Dit zijn de ingrediënten van het succesverhaal Benedictusschool. Op het oog een normale brede school in een rustige wijk in Heiloo, onder de rook van Alkmaar. Ecophon organiseerde er een building study om geïnteresseerden de mogelijkheid te bieden lering te trekken uit het bouwtraject. Tekst Guus Klamerek

V

an oud naar nieuw Theresia Ruijter-Winder is directrice van de Benedictusschool sinds 1999. In deze rol is ze bijzonder nauw betrokken geweest bij het bouwtraject van de school, een brede school met zo’n 240 leerlingen verdeeld over 11 groepen. Naast de Benedictusschool zitten in het gebouw ook een buitenschoolse opvang en een peuterspeelzaal. “Het oude gebouw stamde uit 1971

62

schooldomein

april 2011

en was na bijna 40 jaar echt helemaal op. Uiteraard voldeed dat gebouw niet aan de moderne eisen. Hierdoor wisten we precies wat we belangrijk vonden bij de nieuwe school. Zo was het binnenklimaat een van de speerpunten. Ook de grootte van de lokalen was absoluut een prioriteit. We hebben bij de nieuwbouw van een andere school gekeken waar de lokalen niet


eens 50 m² waren. Wij hebben lokalen van 55 m². Dit zorgt - in combinatie met de hoge schuine plafonds - voor een ruimtelijk effect. We willen dat onze kinderen opgroeien in een veilige omgeving waar ze hun persoonlijke vaardigheden optimaal kunnen ontwikkelen. Ontmoeten en delen zijn hierbij kernwaarden. Om dit te kunnen faciliteren, wilden we een gebouw met een optimaal binnenklimaat waar akoestiek een belangrijke rol in speelt.”

Beleidsmedewerker huisvesting met een visie De Benedictusschool is onderdeel van Stichting Flore, een interconfessionele stichting die primair onderwijs verzorgt op 34 scholen in de regio Noord-Kennemerland. Cor Altena is een ervaren beleidsmedewerker huisvesting die de afgelopen jaren vele projecten heeft begeleid. “Techniek heeft mijn belangstelling omdat hier ook mijn achtergrond ligt. We hebben afgelopen jaren grootschalige renovaties gedaan om het binnenklimaat te verbeteren. Klimaatgroep Holland heeft de installaties geleverd. Als de installaties vervangen of aangebracht worden, is het een uitgelezen moment om de plafonds te vervangen. Ik kies al jaren – nieuwbouw of renovatie - bewust voor de Ecophon Master, een zeer hoogwaardig plafond dat altijd voldoet waar een goede akoestiek een vereiste is”. Een ander voorbeeld van een fraai staaltje techniek van de hand van Cor Altena is het podium op de Benedictusschool. Om zo efficiënt mogelijk met de ruimte om te gaan, is het podium weggewerkt in het plafond. Op het moment dat het nodig is kan men het podium laten zakken. Uiteraard voldoet het aan de strengste veiligheidseisen.

Van ontwerp tot eerste paal Breddels Architecten uit Heerhugowaard tekende voor het ontwerp. Er gingen uitgebreide gesprekken met alle betrokkenen aan vooraf zodat de architect wist waar de prioriteiten moesten liggen. Paul Breddels vertelt: ”Het huidige gebouw is niet helemaal zo geworden zoals we in een vroeg stadium geschetst hebben. Toch voldoet het gebouw aan alle wensen van de ontwerpopgave. Zo is de centrale aula multifunctioneel te gebruiken en het hart van het gebouw. Door de transparantie hebben de directrice en haar team zicht op alles wat er gebeurt in het gebouw. De kleuren zijn de kleuren van aarde, water, lucht en vuur. Het aardekleurige pad symboliseert ook het levenspad van de kinderen. Speciale aandacht is er voor de detaillering en het materiaalgebruik. Deze zijn dusdanig toegepast dat het gebouw weinig onderhoud nodig zal hebben, waardoor de uiteindelijke exploitatiekosten laag blijven. Door de vele ramen valt er vrijwel overal daglicht binnen. Dat komt niet alleen de sfeer maar ook de overzichtelijkheid ten goede. Zo is nieuwbouw van de Benedictusschool compact gebleven maar biedt het toch alle benodigde licht, lucht en ruimte: een gezonde en inspirerende

omgeving om in te leren en te spelen”. De Benedictusschool fungeert als één van de acht voorbeeldprojecten in de brochure ‘financieringsconstructies Frisse Scholen in de praktijk’ van SenterNovem (inmiddels Agentschap NL), die tot doel heeft scholen met nieuwbouw- of renovatieplannen te stimuleren om ook minder energie te verbruiken en het binnenmilieu te verbeteren.

Akoestiek belangrijk voor overdracht van kennis In het onderwijs wordt het merendeel van de kennis overgedragen door middel van spraak. Zeker op de Benedictusschool, die bewust kiest voor traditioneel onderwijs, is dit het geval. Een van de meest verstorende geluidsbronnen op scholen zijn de kinderen zelf. Een hoogwaardig akoestisch plafond kan ervoor zorgen dat kinderen zich rustiger gaan gedragen. Hierdoor is het voor een docent aangenamer lesgeven en kunnen de kinderen de stof beter tot zich nemen doordat de docent beter te verstaan is en zij zich beter kunnen concentreren. Theresia Ruijter-Winder zegt hierover: “Docenten hebben geen stemproblemen meer en aan het einde van de dag beschikken zij nog steeds over de nodige energie. Wat ook opvalt, is dat we de kinderen fit naar huis zien gaan.” Guus Klamerek van Ecophon liet in zijn presentatie tijdens de building study een slide zien waarin werd aangetoond dat docenten een hogere hartslag hebben wanneer de akoestiek in een lokaal niet goed is. “Hier kan ik me alles bij voorstellen”, zegt Theresia RuijterWinder. “Gelukkig hebben we hier op de Benedictusschool bewust rekening gehouden met de luchtkwaliteit maar zeker ook met de akoestiek.” Voor meer informatie surft u naar www.ecophon.nl.

schooldomein

april 2011

63


Welkom bij

0251 259 124 info@careerhandling.nl www.careerhandling.nl

LOOPBAANMANAGEMENT EN COACHING

CareerHandling Assessment CareerHandling is professional op het gebied van selectieontwikkel- en loopbaanadvies-assessments. Onze assessoren weten hoe belangrijk de ondersteunende en voorwaarde scheppende werkzaamheden zijn in het onderwijs. Zij leveren maatwerk voor de assessments van ondersteunende functies of het nu gaat om een Hoofd Bedrijfsbureau of over een projectmanager ICT. Wij hebben modern geoutilleerde Assessment Centers in geheel Nederland. U kunt ons bereiken op 0251 259 124 of via; info@careerhandling.nl

DROMEN, DURVEN, DOEN! Onze opdrachtgevers hebben een doelstelling, een wens, een droom of een idee. Door goed naar hen te luisteren, sluiten wij daar bij aan en komen met doordachte oplossingen.


Advertorial

Schoolbesturen en gemeenten moeten krachten bundelen

De kwaliteit van onderwijshuisvesting wint aan kracht als gemeenten en schoolbesturen de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van scholen delen door gezamenlijk een strategisch huisvestingsplan te ontwikkelen.

D

Tekst Mireille Uhlenbusch en Wouter Houët

“Geen juiste prioriteiten door gescheiden verantwoorde­ lijkheden.”

at levert ook financiële winst op, want door informatie over schoolgebouwen te delen, worden verwaarlozing en te hoge onderhoudskosten voorkomen. Het ondoelmatig uitgeven van geld voor onderwijshuisvesting is dan verleden tijd. In de meeste gemeenten is deze situatie nog geheel anders, met alle gevolgen van dien. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor investeringskosten, scholen voor het onderhoud (exploitatiekosten). Door deze splitsing van verantwoordelijkheden ontstaan er verschillende belangen en prioriteiten bij de partijen. Gemeenten beperken hun zorgplicht veelal tot het beoordelen van de capaciteit van een schoolgebouw en de bouwkundige eisen. Zij ontvangen voor de investering in onderwijshuisvesting ongeveer anderhalf miljard euro per jaar, die zij overwegend uitgeven aan capaciteit en buitenonderhoud. De onderwijskundige staat, de uitstraling, het binnenmilieu (frisse scholen) en de exploitatiekosten van de gebouwen blijven daardoor onderbelicht bij gemeenten. Het gevolg van de gescheiden verantwoordelijkheid, in investering en exploitatie, is dat het stellen van de juiste prioriteiten bij onderwijshuisvesting ontbreekt. Hierdoor verouderen schoolgebouwen; met als gevolg hoge onderhoudskosten en desinvesteringen.

Slecht binnenklimaat Schoolgebouwen schieten tekort op het gebied van duurzaamheid, financiën, onderwijskwaliteit en de gezondheid van leerlingen en onderwijspersoneel.

In tachtig procent van de schoolgebouwen is het binnenklimaat zo slecht dat de leerlingen ’s middags niet meer goed kunnen leren, zo blijkt uit het dossier Instandhouding en Huisvesting van de PO-raad. Dit betreft 1,2 miljoen leerlingen. Volgens de PO-raad geven de gemeenten niet alle beschikbare middelen uit aan de kwaliteitsaspecten van het onderwijs.

Brede quickscan Betere onderwijshuisvesting met dezelfde middelen is echter heel goed mogelijk door bundeling van krachten. Uitgangspunt zou moeten zijn dat gemeente en schoolbesturen in goed overleg samen huisvestingsbeleid ontwikkelen. Alleen dan hebben ze beide optimaal zicht op de juiste prioriteiten. Het stellen van deze prioriteiten is dan ook essentieel voor deze aanpak. Het uitvoeren van een brede quickscan van de schoolgebouwen helpt om de prioriteiten snel in kaart te brengen. Naast het beoordelen van de vereiste capaciteit en buitenonderhoud, krijgen gemeenten en schoolbesturen hiermee ook zicht op de status van het binnenmilieu, de onderwijskundige staat, het schoolterrein en de exploitatiekosten van de gebouwen. Het resultaat is een helder overzicht op het totale bestand aan schoolgebouwen en biedt een uitgangspunt voor schoolbesturen en gemeenten om samen het gesprek aan te gaan over de toekomst van de onderwijshuisvesting. Voor meer informatie surft u naar www.hevo.nl.

schooldomein

april 2011

65


Advertorial

Maatwerk ontwikkelde meubilair dat leerlingen zelf kunnen instellen

Op de Twijn zijn er passende werkplekken voor iedereen De klus is geklaard: de zelfstandigheid van leerlingen binnen Leerroute 1 in het speciaal onderwijs is vergroot. Onderwijscentrum de Twijn in Zwolle heeft hier de afgelopen jaren intensief aan gewerkt. Marjolein de Graaf (teamleider), Joke Lorist (leerkracht) en Denise Hoekstra (ergotherapeut) hebben in nauw overleg met Roland Ouwejan van Maatwerk handen en voeten gegeven aan die ene grote wens: zoveel mogelijk zelfstandigheid voor de leerlingen van de Twijn.

“Z Deze aanpas­ singsmogelijk­ heden van het meubilair geven de leerlingen een ongelooflijk gevoel van eigenwaarde, onafhanke­ lijkheid en mobiliteit.

elfstandig werken is altijd het uitgangspunt geweest bij het inrichten van de ruimte.” Aan het woord is Joke Lorist, leerkracht op de Twijn. ‘Vroeger werkten kinderen het grootste deel van de dag in het eigen groepslokaal aan hun eigen tafel. Ze maakten werk dat ze van ons hadden opgekregen en zaten aan een tafel die speciaal voor hen op maat was gemaakt. Nu zijn er extra werkplekken gecreëerd, die kinderen de kans bieden écht zelfstandig te zijn. Een aantal jaren geleden zijn we al begonnen met onderzoeken op welke manier de omgeving moest worden aangepast om die zelfstandigheid te vergroten. Met hulp van Maatwerk lukt het.”

Niveaugroepvakken De situatie die Joke Lorist beschrijft uit het verleden – opgegeven werk op een eigen plek – lijkt al behoorlijk ideaal, maar het kon dus beter. “In de nieuwe situatie maken we optimaal gebruik van de beschikbare ruimte en kunnen we beginnen met groepsdoorbroken werken. Elke leerling kan nu bij elk vak op eigen niveau werken, in zogenoemde niveaugroepvakken. Na een groepsinstructie gaan de leerlingen zelfstandig aan het werk. Dit kan de eigen plek in de groep zijn, maar het kan ook een andere, flexibele werkplek zijn met bijvoorbeeld een computer. Het meubilair kan nu door de leerlingen zelf op maat ingesteld worden.”

Ongelooflijk gevoel van eigenwaarde Joke Lorist en teamleider Marjolein de Graaf spreken

vol lof over het gebruik van deze nieuwe werkplekken, die leerlingen de kans bieden zelfstandig een plek op maat te creëren. Deze aanpassingsmogelijkheden van het meubilair geven de leerlingen een ongelooflijk gevoel van eigenwaarde, onafhankelijk-


heid en mobiliteit. Het is voor de leerlingen immers mogelijk geworden om per vak op hun eigen niveau (in verschillende lokalen) les te krijgen en de leerstof zelfstandig te verwerken. In de oude situatie kregen ze standaardstof aangeboden, die ze alleen aan hun eigen tafel konden verwerken. Daar zijn we nu helemaal van af; de leerlingen werken van begin af aan op hun eigen niveau. Ten slotte kan de beschikbare ruimte veel efficiënter gebruikt worden en zorgt de nieuwe werkwijze voor meer rust in de lokalen.

Hele puzzel De inrichting van de flexibele werkplekken vroeg – omdat iedere leerling een eigen maat heeft – vooral om verstelbare stoelen en tafels. “En niet zomaar verstelbaar, maar verstelbaar door deze kinderen, met hun fysieke beperkingen en bijvoorbeeld hun gebrek aan spierkracht”, aldus teamleider Marjolein de Graaf. “We hadden een lijst met wensen ten aanzien van het ontwerp en Maatwerk vertaalde die wensen in een prototype. Dat was de eerste stap. In de proeftijd, die vervolgens twee maanden duurde, hebben we de meubels dagelijks in de praktijk gebruikt. Er lag een lijst bij en iedereen die met de stoel werkte, noteerde

de bevindingen. Met die lijst erbij zijn we toen weer met Maatwerk om tafel gaan zitten. Maatwerk heeft naar aanleiding van onze opmerkingen alles weer helemaal aangepast. Het was een hele puzzel om het goed te krijgen.”

Veel tijd en denkwerk Joke Lorist: ‘Het was een intensief traject. De bediening van de stoel en de tafel is nu bijvoorbeeld elektrisch geworden. Dat is reuze makkelijk voor leerlingen met verminderde spierkracht, want die kunnen een zwengel of gasveer niet (goed) bedienen. Maar tegelijkertijd schuilen er gevaren in zo’n elektrisch systeem. Het mag bijvoorbeeld niet zo zijn dat een tafel of stoel doorgaat met bewegen als er een hand klem zit. Daarom heeft Maatwerk er een beveiliging in aangebracht. Wanneer de knop verkeerd bediend wordt, te ruw misschien, of als er iets klem zit, dan blokkeert het systeem direct. Het klinkt heel logisch, maar toch is hier veel tijd en denkwerk in gaan zitten. Maatwerk heeft ons daarbij fantastisch geholpen.’ Kijk voor meer informatie op www.detwijn.nl of surf naar www.kindermeubilair.nl.

schooldomein

april 2011

67


Pittelo in Assen

Duurzame en energiezuinige multifunctionele accommodatie

In de wijk Pittelo in Assen wordt een multifunctionele accommodatie (MFA) gerealiseerd. Hierin vinden twee basisscholen, een peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang, een wijkcentrum, een mediatheek, maatschappelijk werk en een gymnastiekzaal onderdak. Grontmij begeleidt in opdracht van de Gemeente Assen deze totale ontwikkeling vanaf het eerste denken tot oplevering. De afdeling vastgoed van de Gemeente Assen heeft gekozen om het installatieconcept leidend te laten zijn in de ontwerpfase. Grontmij bewaakte dit proces in combinatie met het samenwerkingsproces. Dit heeft geleid tot minder m² BVO waardoor budget ontstaat voor duurzaamheid vertaalt in exploitatievoordeel. Hierdoor was het mogelijk om al in de ontwerpfase een goede basis te leggen voor een duurzaam en energiezuinig gebouw. In interactieve sessies met gebruikers hebben we gesproken over synergievoordelen, inhoudelijk maar vooral ook ruimtelijk. Door in de ruimtelijke samenwerking slim om te gaan met lege plekken in de roosters van verschillende partijen is Grontmij erin geslaagd voor de scholen gezamenlijk 7% onder de norm te bouwen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de dagelijkse praktijk. Dit is alleen mogelijk wanneer aan het begin van het proces wordt geïnvesteerd in onderling vertrouwen en een gezamenlijke visie op het concept. Aan de hand van de Grontmij ‘Blokkendoosmethodiek’ is interactief gesproken over samenwerkingsformule, beheer, communicatie, ruimte, duurzaamheid en financiën. De resultaten hebben we vastgelegd in pijlers voor een Programma van Eisen welke later door Skets Architectuurstudio uit Groningen vertaald zijn in een duurzaam gebouwconcept.

Alle projectfases Grontmij bewaakt voor de Gemeente Assen in alle fasen van de realisatie van de MFA de duurzaamheid en energiezuinigheid van het gebouw. Daarnaast heeft Grontmij de taak het in de gaten te houden of alle samenwerkingsafspraken uit de initiatieffase ook in de overige fases van de realisatie worden uitgevoerd.

Duurzaam en energiezuinig Voorbeelden van duurzame oplossingen in de MFA Pittelo zijn een installatie voor Warmte Koude Opslag met warmtepomp, een zonneboiler, een solardak met fotovoltaïsche (PV)-cellen voor de levering van elektrische energie, buitenzonwering met beweegbare lamellen en verlichting met daglichtregeling.

Multidisciplinair Voor een complex multidisciplinair project als de MFA Pittelo kan Grontmij haar kennis op het gebied van samenwerking, creeren van draagvlak, enthousiasmering en stimulering uitstekend combineren met haar kennis op het gebied van techniek, financiën en ruimtelijke vraagstukken. Een mooi voorbeeld van een “slow design” gebouw waarin de gebruikers hun eisen en wensen zeker in zullen herkennen.

Contact Projectmanagement: Arie Bottema Samenwerking: Eke Schins Derksen en Corry Hofstee www.grontmij.nl/bouwenvastgoed


de etalage Frisse scholen door nieuwe EcoVair De nieuwe ventilatorconvector van Biddle, model EcoVair, is bij uitstek geschikt voor het energiezuinig ventileren en verwarmen van klaslokalen. De EcoVair voldoet aan twee belangrijke overheidsnormen. Uit metingen blijkt ten eerste dat bij toepassing van de EcoVair het CO2-gehalte de gehele schooldag onder de 1000 ppm blijft. Deze frisse lucht zorgt voor een aanzienlijke verbetering van de leerprestaties. Daarnaast is het toestel erg stil; bij een ventilatietoevoer van 750 m³ per uur is het geluidsniveau maximaal 35 dB(A). Vaak wordt bij het ventileren van ruimten de schone buitenlucht met de al aanwezige ongezonde binnenlucht gemengd. De lucht is bij toepassing van de EcoVair vele malen schoner, •

doordat de ventilatie niet op menging, maar juist op verdringing van lucht is gebaseerd. Bij de EcoVair wordt op vloerniveau de lucht met lage snelheid het leslokaal ingeblazen. Dit met een iets lagere temperatuur dan de ruimtetemperatuur. De ventilatielucht verspreidt zich eenvoudig over het gehele vloeroppervlak en verdringt de vervuilde, opgewarmde lucht naar het plafond, waar deze wordt afgezogen. Door de op CO2 gestuurde aanvoer van schone lucht en de afzuiging van vervuilde lucht, blijft de luchtkwaliteit optimaal. De EcoVair is onderdeel van een compleet ventilatiesysteem. Dit systeem valt tot september 2011 volledig binnen de door de overheid opgestelde subsidieregels. Biddle levert model EcoVair, alle andere

onderdelen binnen het ventilatiesysteem, zoals de afzuigventilator, warmtepomp, regeling en CO2-sensor, worden door externe partijen verzorgd. Voor meer informatie zie www.biddle.nl.

IT-partnership Albeda College en Atos Origin Het Albeda College in Rotterdam - één van de grootste ROC’s in Nederland - heeft haar IT-infrastructuur voor vijf jaar uitbesteed aan Atos Origin. De IT-dienstverlener levert werkplekdienstverlening, applicatiehosting en IP-telefonie. De oplossingen zijn gebaseerd op de Adaptive Workplace, Office Communication Services en Avaya-telefonietechnologie en maken gebruik van virtualisatie en cloud •

computing. Dankzij het partnership met Atos Origin kan het Albeda College invulling geven aan haar onderwijsvisie - altijd en overal kunnen werken en leren - en anticiperen op de snelle digitalisering van het onderwijs. Atos Origin zet het partnership kracht bij door een actieve rol te vervullen bij het invullen van stageplaatsen in de IT-branche. Bovendien levert zij een bijdrage aan de kwalitatieve •

invulling van IT-opleidingen. Atos Origin heeft ambities om haar technologische oplossingen voor het onderwijs ook bij andere regionale opleidingscentra te implementeren. Bij veel onderwijsinstituten levert Atos Origin al consultancydiensten en implementeert ze oplossingen die het mogelijk maken in te spelen op nieuwe onderwijsbehoeften. Meer informatie: www.atosorigin.nl. •

Vaessen Pioniers Vaessen Algemeen Bouwbedrijf B.V. en Hoofddorp Pioniers hebben een intentieovereenkomst gesloten; Vaessen zal voor het seizoen 2011 als hoofdsponsor optreden van het eerste team van de Pioniers. Hoofddorp Pioniers zocht financiële ondersteuning voor het eerste team dat op het hoogste niveau in Nederland acteert. Die ondersteuning was noodzakelijk geworden omdat de voormalige hoofdsponsor zich eind 2010 onverwacht terugtrok. Vaessen zag, vanuit haar vooruitstrevende visie op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, in het ondersteunen van deze vereniging met veel jong talent en internationale ambities een bijzondere kans. “Met name het ondersteunen van lokaal jong talent past prima in onze visie”, aldus algemeen directeur Tom Haagmans. “Vaessen is vanuit deze optiek bijvoorbeeld ook sponsor van de Richard Krajicek Foundation.” Een extra dimensie krijgt de samenwerking nu de gemeenten Haarlem-

mermeer en Amsterdam hebben uitgesproken bereid te zijn om - in samenwerking met de Major Baseball League uit de Verenigde Staten - wedstrijden van deze Major League in Nederland te faciliteren, nu de Amerikanen bekend hebben gemaakt een Europese Competitie te willen opzetten. De Pioniers zijn zeer tevreden over de samenwerking. “In Vaessen hebben wij een solide partner gevonden”, aldus

het bestuur van de hoofdklasser. “Wij zijn zeer gelukkig dat Vaessen met Pioniers de visie deelt dat een partnership verder gaat dan sponsorship. Vaessen is dan ook niet onbekend in de Haarlemmermeer. Zij is onder meer de partij die binnenkort start met de bouw van het ‘Huis van de Sport’, een fantastisch vertrekpunt voor een geweldige samenwerking!” Meer informatie: www.vaessenbv.nl.

schooldomein

april 2011

69



de etalage Prijsvraag ontwerp duurzame groene speelplekken Zoals toenmalig landbouwminister Gerda Verburg tijdens de prijsuitreiking van de Entente Florale 2009 al aankondigde, er komt een nieuwe prijsvraag voor “Duurzame groene speelplekken”. Het betreft het ontwerpen en realiseren van een kwalitatieve hoogwaardige, duurzame openbare of semi-openbare speelplek, inclusief schoolpleinen of speelgelegenheid voor instellingen voor kinderopvang, BSO, instellingen voor jeugdige gehandicapten etc. De prijsvraag wordt georganiseerd onder auspiciën van de stichting Entente Florale Neder•

land en ondersteund door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Plant Publicity Holland. De doelstelling van de prijsvraag is het onder de aandacht brengen van het belang van vrij spelen in en met het groen en dan speciaal voor kinderen in de leeftijdsgroep 4 – 12 jaar. En daarbij het stimuleren van het verantwoord en creatief ontwerpen en aanleggen van duurzame groene speelplekken die zowel pedagogische als ecologische kwaliteit hebben en de kinderen aanspreken. De doelgroep wordt gevormd door allen die bij •

de inrichting van de openbare ruimte zijn betrokken. Het ingezonden ontwerp dient uiterlijk in 2012 daadwerkelijk gerealiseerd te zijn. Het inzenden van ontwerpen die vanaf 1 januari 2008 zijn gerealiseerd of momenteel worden uitgevoerd, is eveneens toegestaan. De inzendtermijn sluit op 24 juni 2011. De brochure met criteria en reglement kan worden aangevraagd bij het secretariaat van de Prijsvraag Groene Speelplekken, Entente Florale Nederland, per e-mail info@ententeflorale.nl of telefonisch (0172) 23 62 69. •

Complete schoolbibliotheek of mediatheek? Voor het inrichten van uw schoolbibliotheek of mediatheek bent u bij Biblionet aan het goede adres. Maar ook voor het aanvullen van een bestaande inrichting met losse modules, alsmede voor verzorging en presentatie biedt Biblionet veel oplossingen. Biblionet is sinds jaar en dag facilitair dienstverlener voor openbare bibliotheken en onderwijsinstellingen in de Benelux. Biblionet is door haar innovatieve marktbenadering, waarbij de •

vraag van de klant centraal staat, de afgelopen jaren uitgegroeid tot één van de grotere spelers in onderwijsland. Klanten kunnen bijvoorbeeld kiezen uit 3.500 verschillende verrijdbare kasten en ontvangen deze binnen één week geheel gemonteerd in huis. Ook voor maatwerk kunnen klanten met hun specifieke wensen en eisen bij Biblionet terecht. Kortom: voor alle standaard en maatwerk vragen met betrekking tot schoolinrichting is •

er een optimale oplossing. Bel voor een afspraak 0800-2425466 of kijk op www.biblioshop.nl voor het complete assortiment. •

Kwaliteit gaat bij Projectum voor kwantiteit Als je een school hebt ingericht en de klant, leerlingen en docenten zijn meer dan tevreden, dan rol je van de ene school naar de ander. Het gaat om goede referenties; wat je belooft, moet je waarmaken. Als leerlingen zeggen ‘vet’, ‘cool’ •

of ‘gaaf’, krijg je daar een kick van. Kwaliteit, kleur en beleving zijn belangrijke kernwaarden in het werk van Projectum, leverancier van schoolmeubilair. ‘Inrichting is beleving. Als je een gebouw binnenkomt, moet je een goed gevoel •

krijgen. Dat prettige gevoel wordt beïnvloed door omgevingsfactoren: kleur, materialen, vormgeving, licht. Mensen reageren op hun omgevingsfactoren. Kijk voor meer inspiratie op www.projectum.nl. •

Veiling beschilderde Ahrend-bureaus brengt ruim 33.000 euro op voor KiKa De Ahrend-tafelbladen die door BN’ers werden beschilderd voor het goede doel, hebben in totaal 33.100 euro opgebracht. Dit bedrag gaat geheel naar KiKa (Kinderen Kankervrij). De bladen werden op 24 maart door veilingmeester Mark Grol geveild bij Sotheby’s in Amsterdam. Onder leiding van Ans Markus en op initiatief van KiKa (Kinderen Kankervrij) beschilderden tien bekende Nederlanders evenzovele Ahrend-bureaus. Henk Schiffmacher, Willem Nijholt, Floris Evers, Cees Dam, Ruud de Wild, Gerrit de Jager en zijn dochter, Jan des Bouvrie, Louise Schiffmacher, Irene Moors en haar dochter, en Ans Markus zelf verleenden hun medewerking aan de actie. Gedurende februari en maart werden de tafelbladen geëxposeerd in de Now Flagship

Store van Ahrend in Amsterdam. De totale opbrengst van de veiling voor KiKa was het

recordbedrag van 376.000 euro. Op de foto vooraan: het tafelblad van Ruud de Wild.

schooldomein

april 2011

71


No limits

Bolidtop® vloersystemen bouwen mee aan verandering Nieuwe ordening in het onderwijs, nieuwe

architectuur.

Veranderin-

gen in huisvesting, ‘Health Environments’, flexibiliteit en duurzaamheid worden bepalend. Bouwen in het onderwijs zal een sprong maken van bekend naar grensverleggend. De Bolidtop® vloersystemen van Bolidt springen gegarandeerd mee, want Bolidt’s innovatieve geest denkt zonder grenzen. Bolidtop® systemen zijn duurzaam, keer op keer geschikt voor een nieuw leven en al jarenlang vertrouwd met de strenge kwaliteitseisen en variabele omgevingswensen in het onderwijs. Bolidt, No limits.

www.bolidt.nl


de etalage Ventilatieplafond Comfoschool: eenvoudig en comfortabel ventileren in scholen J.E. StorkAir heeft samen met kennisinstituut TNO en vooraanstaande leveranciers van systeemplafonds een nieuwe systeemoplossing voor toepassing in scholen ontwikkeld. Dit ventilatieplafond – Comfoschool genaamd – bestaat onder andere uit een systeemplafond met een hoge geluidsabsorptie, een speciaal ontwikkelde toevoerunit van J.E. StorkAir en een regeling die TNO specifiek voor dit schoolconcept heeft ontwikkeld. De toevoerunit van J.E. StorkAir zorgt ervoor dat er ruim voldoende verse lucht van buiten, aangezogen •

via gevel of dak, wordt gefilterd en wordt ingebracht boven het verlaagd plafond. Het unieke aan dit gepatenteerde systeem is dat de luchttoevoer is verwerkt in het plafond. Via gelijkmatig over het plafondoppervlak verdeelde openingen (gepatenteerd patroon) stroomt de lucht tochtvrij het klaslokaal in. Dit gebeurt door middel van inductie (hoogefficiënte bijmenging van omringende lucht). De lucht kan vervolgens rechtstreeks naar buiten worden afgevoerd of verder deel uitmaken van het ventilatie systeem in het gebouw (afvoer •

via centrale ruimten). Als licentiehouder van dit patent heeft J.E. StorkAir de verantwoordelijkheid om samen met plafondleveranciers (Armstrong, Den2 en Rockfon) de binnenluchtkwaliteit te garanderen. Daarnaast treedt een belangrijke comfortverbetering op door het verlagen van het aantal GTO-uren (Gewogen Temperatuur Overschrijding) zonder additionele koeling. Het Comfoschool concept is geschikt voor toepassing in bestaande bouw en in nieuwbouwprojecten. Meer informatie: www.jestorkair. •

Zeepblaadjes verkopende vmbo-ers bedrijf van het jaar Vier ondernemende leerlingen van het CSG Eekeringe in Steenwijk hebben het gepresteerd om met een simpel product enorm succesvol te zijn. Het team Selsi, dat pakjes met zeepblaadjes verkoopt, is winnaar geworden van een landelijke wedstrijd onder ondernemersteams op het vmbo. Deze wedstrijd is gekoppeld aan het ondernemerschapsprogramma van stichting Jong Ondernemen. De finale vond onlangs plaats in het Geldmuseum in Utrecht. In totaal namen negen teams het tegen elkaar op en zijn beoordeeld op ondernemingsplan, standpresentatie en bedrijfspitch. De jury prees de teamspirit van de ondernemers en hun doorzettingsvermogen. Nadat de voorraad tot twee keer toe was uitverkocht, is er weer een nieuwe partij ingekocht. De leerlingen namen geen genoegen met het bereiken van hun verkoopdoelstellingen, maar gingen door voor een grote winst. Inmiddels heeft het team meer dan 500 producten verkocht. Daarnaast was de jury onder de indruk van de manier waarop de leerlingen hun bedrijfspresentatie hielden. •

De deelnemers, vmbo-leerlingen in de leeftijd van 14 tot 17 jaar, kiezen tijdens het programma van Jong Ondernemen een relatiegeschenk uit en zetten dit op inventieve wijze in de markt. Het learning company-programma is in 2006 door Stichting Jong Ondernemen •

in het leven geroepen om vmbo-leerlingen op een speelse en leerzame manier in contact te brengen met ondernemerschap. Sinds de start hebben al bijna 6.000 leerlingen deelgenomen aan het programma. Meer informatie: www.jongondernemen.nl. •

Gezonde scholen binnen gangbare budgetten Gezonde scholen trekken meer leerlingen. Dat is in tijden van krimp alleen al reden om extra aandacht te besteden aan een gezond binnenklimaat. Temeer daar het ook de prestaties verbetert, het verzuim vemindert én enorm kan schelen in de energielasten. Het Osse architectenbureau Elemans Postma van den Hork heeft er een eigen ontwerpmethodiek voor ontwikkeld onder de noemer Licht op Binnenklimaat. Crux van het verhaal is dat je met een aantal praktische inzichten en keuzes een zeer gezond binnenklimaat kunt realise-

ren. Binnen de gangbare nieuwbouwbudgetten! Eén van de eerste projecten waarin de methodiek is toegepast, is de uitbreiding van scholengemeenschap Nehalennia in Middelburg. Projectarchitect Peter Elemans: “Een hoge daglichtambitie stond vanaf het begin centraal in de opgave. Vooral omdat daglicht een weldadige en activerende invloed heeft, maar daglicht is ook een duurzame lichtbron, waarmee je structureel op energiekosten kunt besparen. Voorwaarde is dan wel dat je de nadelen van daglicht - verblinding en

overdadige warmte - weet in te dammen. In dit geval hebben we de zuidgevel uitgevoerd met lichtplanken en de noordgevel met lichtkoepels en Hollandse bovenlichten om het prachtige Zeeuwse licht ten volle te benutten. Verder hebben we natuurlijk ook maatregelen genomen op het gebied van warmteregulering, luchtkwaliteit, akoestiek en het beperken van geluidsoverlast.” Voor meer informatie, ook over de methodiek en andere projecten waarin deze reeds is toegepast: lichtopbinnenklimaat.nl.

schooldomein

april 2011

73


BRTArchitecten

MBO Gilde Opleidingen

‘ Een uitdagende contextrijke leero mgeving moe t iederee n aanspreken. Je waant je niet in een schoolgebouw’

Locatie: Henri Dunantstraat 40 5807 ES Oostrum

‘leren met uitzicht’ Wendelaarstraat 58 Postbus 1800 AK Alkmaar T 072 5 122 420 F 072 5 150 246 E info@brta.nl www.brta.nl

W A T VOND JIJ NOU ZO LEUK OP SCHOOL? De sectoren Economie en Zorg dienen binnen herkenbaar te zijn, het pinguïn verblijf in de Londense dierentuin met zijn spiraalvormige banen heeft hier model voor gestaan.


de etalage Gispen groenste bedrijf van Nederland Gispen heeft de Telegraaf Top 100 Groene Bedrijven Award 2010 in de wacht gesleept. De prijs werd onlangs uitgereikt door Zijne Koninklijke Hoogheid prins Carlos de Bourbon de Parme, die Gispen prees om zijn duurzame beleid. Het was voor de jury, bestaande uit o.a.Telegraaf hoofdredacteur Sjuul Paradijs, duurzaam investeerder Henk Keilman en groene ondernemer en Telegraaf-columnist Ruud Koornstra een flinke klus om uit de 25 genomineerden de •

winnaar te kiezen. Uit alle sectoren hadden zich kandidaten aangemeld met opvallende groene initiatieven. Het Nederlandse bedrijfsleven laat daarmee zien dat duurzaamheid uitstekend hand in hand kan gaan met een gezonde economische bedrijfsvoering. Gispen werd geprezen om het feit dat het bedrijf al sinds de jaren 90 bewust investeert in duurzaamheid. Duurzaamheid ligt verankerd in de kernwaarden en de missie van Gispen: “A Better Life at Work”. In vervolg •

daarop heeft Gispen ervoor gekozen haar bedrijfsactiviteiten klimaatneutraal uit te voeren. Veel lof was er voor Gispen GreenTop, het bureaublad dat je aan het eind van de levensduur van je werkplek gewoon in de tuin begraaft. Geen afval, maar voedsel voor de natuur. Op de tweede plaats eindigde afvaldienstverlener Van Gansewinkel. Als derde Cultuur- en Congrescentrum Antropia en runner up was de online biologische supermarkt Ruud Maaz. •

Speelbrein award De Michaëlschool uit Amersfoort heeft de Speelbrein Award gewonnen. Tijdens de Nationale Onderwijs Prijs is dit jaar voor het eerst de Speelbrein Award uitgereikt aan de school die het afgelopen schooljaar op de meest overtuigende manier haar speelplein heeft ingezet om ook spelenderwijs de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Speelbrein is de verzamelnaam voor vijf belangrijke competenties die kinderen spelenderwijs ontwikkelen en een nieuwe visie op de inrichting van speelpleinen. Bedoeld voor leerrijke pauzemomenten, overblijfperiodes, voor- en naschoolse activiteiten. Speelbrein-gecertificeerde scholen beschikken over een buitenruimte die de kinderen ondersteunen in hun creatieve, emotionele, fysieke, sociale en cognitieve ontwikkeling. De leerlingen van de Michaëlschool in Amersfoort zagen dit jaar een saai schoolplein omgetoverd worden in een echt Speelbrein-plein (zie foto). Het plein is functioneel vormgegeven, past qua inrichting en materiaalgebruik goed in de omgeving, biedt de leerlingen sociale veiligheid en bevordert in hoge mate de sociale interactie. Qua spel biedt het speelplein een diversiteit aan mogelijkheden. Naast de fysieke compo•

nent van sport & spel is er nadrukkelijk rekening gehouden met kinderen die in alle rust willen spelen of bewegen. Het plein is vanaf de allereerste ideeschets getoetst op de didactische en pedagogische uitgangspunten van de school en is mede door de goede input van •

het team en de leerlingen geworden tot wat het nu is; een geweldig plein waar kinderen plezierig spelen, zichtbaar aangezet worden tot nieuwe activiteiten en in tegenstelling tot daarvoor ook heel sociaal met elkaar omgaan. Meer informatie: www.speelbrein.nl. •

Onderzoek openbare schoolpleinen Er bestaat bij onderwijsinstellingen nog veel onduidelijkheid over het openstellen van schoolpleinen in Gelderland. Dat is één van de conclusies van het onlangs gepubliceerde onderzoek Openbare schoolpleinen van de Gelderse Sport Federatie (GSF). Om te toetsen hoe gemeenten en scholen in Gelderland tegenover het openbaar maken van schoolpleinen staan, heeft de GSF eind 2010 onderzoek gedaan onder gemeenten, basisscholen, voortgezet onderwijsscholen en schoolbestu-

ren in Gelderland. Met name bij scholen is niet bekend wat de mogelijkheden zijn van het openbaar maken van schoolpleinen. Ook is er bij zowel gemeenten als scholen veel onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden wanneer het schoolplein openbaar wordt. Door deze in kaart te brengen en onduidelijkheden weg te nemen, hoopt de GSF dat meer scholen hun schoolplein in de toekomst openbaar maken. Ook in Gelderland is namelijk nog steeds een tekort aan speelruimte voor kinderen.

Het openbaar maken van schoolpleinen is een relatief goedkope en gemakkelijke manier om speelruimte in de wijk te creëren. De GSF biedt gemeenten en onderwijsinstellingen ondersteuning bij het vinden van een creatieve oplossing voor beweeg- en speelruimte. Een samenvatting van het onderzoek is te lezen op www.geldersesportfederatie.nl. Het gehele onderzoek is op te vragen bij Catharina Mulders van de Gelderse Sport Federatie via catharina.mulders@gelderland-sport.nl.

schooldomein

april 2011

75


MFA Het Kruispunt | Tilburg De multifunctionele accommodatie het Kruispunt omvat de basisschool Thomas More, de wijkorganisatie Twern Tilburg3West, kinderdagverblijf en peuterspeelzaal Kinderstad, IMW West, Parochie Frater Andreas Tilburg-West, Thebe dagopvang voor senioren, dagopvang Amarant en ZML Midden-Brabant.

Architect: Luijten Smeulders Architecten, Tilburg

Aannemer: Mertens Bouwbedrijf, Weert

Bruto vloeroppervlak: 4750 m²

Ingebruikname:

Uitgangspunt was het handhaven van de bestaande Heilige Kruiskerk. Door de nieuwbouw in een L-vorm om de bestaande kerk heen te leggen, wordt deze omarmt en krijgt een prominente plaats in de mfa. Het gebouw heeft een open en transparant karakter. De gevels van het gebouw zijn van glas zodat ze een mooi contrast vormen met de gesloten stenen gevels van de kerk. De grotere open ruimten in het gebouw zijn zoveel mogelijk aan elkaar geschakeld, waardoor alle functies visueel met elkaar in verbinding staan. De kleuren van het gebouw vinden hun oorsprong in de straatnamen in de omgeving. Azuur, sinopel, cinnaber, kornalijn en purper zijn bijvoorbeeld kleuren die voorkomen. Deze kleurigheid is een mooie weerspiegeling van de diversiteit aan functies in het gebouw en de diversiteit aan mensen in de wijk.

november 2010

Een belangrijk aspect van duurzaamheid bij dit project

76

schooldomein

april 2011

is het hergebruik van de bestaande kerk. Het ontwerp is gebaseerd op dragende gevels, aangevuld met kolommen in de ruimte. Daartussen is een inbouwpakket van binnenwanden geplaatst, wat ervoor zorgt dat de binnenruimtes veranderbaar zijn. Bovendien is er, gericht op de toekomst, een uitbreidingsoptie op het dak van de school meegenomen in de dimensionering van de constructie. Voor het hele gebouw wordt een installatie voor warmte-koude opslag toegepast. Om de warme lucht die vrijkomt door het hoge ventilatievoud niet te verliezen, wordt gebruik gemaakt van een warmtewisselaar. Om tot een duurzaam binnenklimaat te komen, is de school opgezet volgens het principe van de ‘frisse scholen’. Belangrijk hierin is om de CO2 in de lucht te reduceren door middel van een hoog ventilatievoud en het gebouw allergeenarm te maken. Voor het gebouw zijn degelijke materialen gebruikt, die de tijd en het gebruik kunnen doorstaan. De gevels zijn van baksteen met glasopeningen in aluminium puien. De vloeren zijn van gepolijst en gecoat beton, dat sterk en makkelijk in onderhoud is. De wanden zijn afgewerkt met onderhoudsvriendelijk en zeer slijtvast, afwasbaar vinylbehang. Op het dak van de bestaande kerk komt een sedumdak. Het project is getoetst volgends de GPR en heeft hiervoor een 8 gescoord voor duurzaamheid.


Hej^k_p[d lWd :eehd j >ee\j 6gX]^iZXiZc HiZYZcWdjl`jcY^\Zc architecten stedenbouwkundigen Hej^k_p[d lWd :eehd j >ee\j B^YYZaWjg\ 7gZYV 6gX]^iZXiZc HiZYZcWdjl`jcY^\Zc B^YYZaWjg\ 7gZYV

RDH bouwt de eerste drie passieve scholen in Nederland ontworpen volgens de PassiefBouwen Keur, welke tevens voldoen aan de norm Frisse School.

Om mensen te leiden, sta achter hen (Lao Zi)

Odyzee schOOl vOOr speciaal Onderwijs in KlOetinge Ontwerpcertificaat: februari 2011 Opleveringscertificaat: juli 2011

Realiseren van stevige opbrengsten, een minister die oproept om in te zetten op excelleren, oprukkende tijgermoeders, multitaskende en vermoeide jeugdigen ... dit is maar een greep uit de complexe onderwijspraktijk. Meer presteren met minder middelen, in beperkte tijd. Eigenaarschap tonen voor het eigen leren en samenwerken. ‘Het is voor mij elke dag spitsuur’, zegt juf Jennifer. ‘Ik ren in de stroom mee: doelen halen en uitvoeren wat anderen plannen. Ik doe een kunstje, maar wil slimme oplossingen uitvoeren die nodig zijn.’ Er is verlangen naar kwaliteit van aandacht in leren en werken: blij, bezield en betrokken. Een interessant experiment in Washington D.C. Tijdens het spitsuur speelde Joshua Bell, een wereldberoemde violist, de prachtigste partituren in een metrostation. Videobeelden gedurende dat uur laten zien dat vrijwel niemand in de haast om naar het werk te komen stilstaat en het buitengewone van de situatie opmerkt. Een uitzondering is een mevrouw die hem herkent en een jongetje dat verwonderd blijft staan, maar wordt meegetrokken door zijn moeder. De volgende dagen treedt de violist op voor een volle zaal die zeker een jaar tevoren was uitverkocht.

Brede schOOl in dOmBurg Opleveringscertificaat: november 2011

BiOBase terneuzen Opleveringscertificaat: mei 2011

Drs. Marja van Duin | directeur-trainer-coach VeerKrachtGroep

Leiderschap en de kunst van het gewone…

Onderwijsprofessionals, zien zij de schoonheid, het buitengewone in de gewone situatie? Wat is de basishouding? Een groep leidinggevenden gaat aan de slag met beeldmateriaal van gewone situaties in hun school. Zij kruipen in de situatie, leren klein kijken, de gewone dingen opmerken in de school, in de klas, bij de leraren en bij de leerlingen. Geven samen taal aan wat er intact is en welke kwaliteit zij zien. Ze voelen contact met het werkproces van de leraar. Ze realiseren zich de kunst van het gewone. Om mensen dingen te laten doen waar zij goed in zijn, is op zich al een kunst. En om mensen dingen te laten doen waar zij minder goed in zijn, vraagt om wijze bestuurders en leidinggevenden die ontwikkeling bevorderen door van nabij voeling te houden. Eigenaarschap vraagt om leraren die weer hun eigen oplossingen kunnen zien en realiseren. En om leidinggevenden die zich oefenen in ontvankelijkheid. Nodig is daarbij figuurlijke en letterlijke ‘room to move’ (bluesmusicus John Mayall 1959). Een plek die is ingericht voor leren en werken, met kwaliteit van aandacht voor de dagelijkse praktijk. Leidinggeven is regie voeren op deze ruimte. Op de ruimte om stil te staan, op ‘out of the box’ denken, vanuit doelen die raken. Door stilstaan ontstaat dan werveling, voelen, betrokkenheid, actie en inzicht. En betekenisvolle opbrengsten omdat de professionals zelf worden uitgedaagd om betekenis te verlenen. Door het eigen aandeel te zien in de eenvoud kan de leidinggevende ‘achter de mensen’ staan en hen vanuit contact leiden. Door de kunst van het gewone wordt het buitengewone zichtbaar.

schooldomein

april 2011

77


6 Functionaliteit Het laatste nummer van deze 23e jaargang ligt eind juni in de bus. Deze editie bevat veel nieuwe uitdagende projecten. En natuurlijk de evaluatie van een Scholenbouwprijswinnaar. Maar ook: wat gaat er fout met onze aanbestedingen? Kijk ook verder op www.Schooldomein.nl. • Nieuwbouw Jan Tinbergen College – Charles van Wettum vertelt over de oplossing voor een ingewikkelde stedenbouwkundige opgave • Nieuwbouw Sterrencollege duurzaam en spraakmakend. Een trotse directeur Van Zon vertelt over dit spraakmakende gebouw • Evaluatie Vensterschool in Groningen: Hoe presteert deze Scholenbouwprijswinnaar van Onix architecten na bijna 10 jaar in gebruik te zijn geweest? • De wondere wereld van de gemeente: Projectmanager Leo Evers uit Aalsmeer werkt zowel bij de gemeente als bij een zorginstelling. Een vergelijking. • Technovium trotseert de toekomst. Technisch bedrijfsleven en brancheverenigingen slaan handen ineen. • Wat fout gaat bij aanbestedingen. Directeur Henk Vonk van Fame doet een boekje open.

78

schooldomein

april 2011

Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1985. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever ICSadviseurs. Ruim 50 jaar werkt ICSadviseurs aan stimulerende leer-, leef- en werkomgevingen. Ruimte en draagvlak voor verandering, integratie van activiteiten, multifunctionaliteit en een professionele exploitatie zijn daarbij belangrijke thema’s. ICSadviseurs heeft twee vestigingen. Amsterdam: Orlyplein 10, Postbus 59112, 1040 KC. Zwolle: Grote Voort 207, Postbus 652, 8000 AR. Tel. 088 235 04 27. Schooldomein wordt uitgegeven in nauwe samenwerking met drukkerij Ten Brink, Meppel. Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker, Jos Martens, Team BNA Onderzoek, Jan Schraven, Elly Zee, Marc van Leent Redactieraad Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronalt Schilt, Jan Schraven, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Frank van Esch, Marc van Leent Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het magazine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met FIZZ reclame + communicatie, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko BV, BNA, Servicecentrum Scholenbouw en de adverteerders in Schooldomein


VEILIG OPBERGEN Sonesto, de innovatieve bedenker en leverancier van lockers, postvakken en garderobesystemen heeft voor elke situatie een passende oplossing. Van oerdegelijke lockers tot geavanceerde elektronische uitgiftesystemen, van postvakken tot garderoberekken. Daag ons uit. Wij beloven u een creatieve oplossing.

SONESTO B.V. De Boeg 4 9206 BB DRACHTEN T. 0512 53 93 94 F. 0512 53 88 01 info@sonesto.nl

sonesto.nl


BAS

Het comfort

&

van armleggers

het gemak

van geen armleggers

Met de BAS haalt u een duurzame en tijdloze designstoel in huis die multi inzetbaar is. Door de Markogrip biedt hij het comfort van armleggers en het gemak van handvatten. Deze lichte stoel laat zich makkelijk oppakken en compact stapelen. Voor geschakelde

opstellingen is hij leverbaar met een slimme kop peling. Standaard wordt de BAS uitgevoerd in gelakt beukenhout of met een krasvaste (CPL) zitting en rug - waarbij u kunt kiezen uit 6 kleuren - of met een gestoffeerde zitting en/of rug. Meer informatie: www.marko.nl

Een leven lang Marko Marko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.