Schooldomein 2 - november 2016

Page 1

Het SKILLS LAB is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking tussen: STALAD, Ecophon, Nora Flooring, DGMR, HW van der Laan Architecten, ICSadviseurs en VELUX. Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

RSG THAMEN U I T H O O R N

wilt zien als je aan de slag gaat met het duurzaam (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • verkoop@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, november 2016

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

2

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

SKILLS LAB ontwerp door interieurarchitecten STALAD

SCHOOLDOMEIN

Realisatie door samenwerking

no.

THEMA: WARM EN TOEGANKELIJK HET PUBLIEKE GEBOUW als de nieuwe IPhone WAAR ZOUDEN WE ZIJN zonder architectuur? HAAL ALS BASISSCHOOL een beter cijfer voor duurzaamheid ENERGIEZUINIGE EN FRISSE SCHOLEN dankzij beheer op afstand


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

GERFLOR ONDERWIJS

G-POWER FOR BETTER RESULTS TOTAAL CONCEPT

G-POWER

C

M

VLOERBEDEKKING

Y

CM

SPORTVLOEREN

MY

CY

CMY

WANDBESCHERMING LEUNINGEN

K

ACCESSOIRES

Hoeveel G-POWER wilt u? Gerflor draagt bij aan een goede en fijne onderwijsomgeving. Met voor iedere ruimte – van gangen, leslokalen en collegezalen tot gymzaal en praktijkruimten – een totaalpakket voor optimale bescherming van vloeren en wanden. Fris en eigentijds, veilig, geluiddempend, comfortabel en ook: hygiënisch en onderhoudsvriendelijk. Leerlingen, studenten en docenten zullen het bevestigen. Gerflor biedt u álle power die u zoekt. BEHOEFTE AAN G-POWER? 31 (0) 40 266 1700 AANBEVOLEN DOOR HERRIEMAKERS

WWW.GERFLORBENELUX.COM


VAN DE REDACTIE

Warm en toegankelijk Warm en toegankelijk. Dat is het thema waarmee we weer een aantal architecten aan het werk hebben gezet, om die combinatie in hun projecten te verbeelden. Nu ik als hoofdredacteur zoveel nieuwe projecten bezoek merk ik dat de echt geslaagde projecten deze twee kenmerken combineren: je komt binnen en je proeft de sfeer en ademt de cultuur en alles waar die school voor staat. En dat alles vertaald in een gebouw dat veilig, toegankelijk en gelijk vertrouwd aanvoelt. Dat is architectuur, dat is een goed programma van eisen en dat is een bouwer die met liefde zijn werk heeft gedaan. Het begrip hufterproof kom ik in dat verband bijna niet meer tegen. Veel meer hoor ik dat mooie en goed ontworpen gebouwen tot respect en trots leiden. Zoals het Da Vinci College in Roosendaal dat prachtig ontworpen is voor de doelgroep vmbo en praktijkonderwijs. Een paar jaar geleden mocht je dat nog een kwetsbare groep leerlingen noemen, nu stelt wethouder Hans Verbraak dat de regio zit te springen om goed opgeleide leerlingen uit het beroepsonderwijs aan het werk te krijgen. Daar hoort een gebouw bij dat dat zelfbewustzijn reflecteert. Het bijzondere is dat het deels om een renovatie van het bestaande gebouw gaat. Je ziet het niet. Hetzelfde bewustzijn tref je aan bij de gebruikers van de opmerkelijke renovatie van Thamen in Uithoorn. Hier gaat het om een traditioneel lts-gebouw dat getransformeerd is tot een vernieuwende vmbo-leeromgeving, met als centrale ruimte het nieuwe Skills Lab, waar theorie en praktijk samenkomen. Maar dit is natuurlijk ook het nummer met een prachtig interview met de rijksbouwmeester Floris Alkemade, die zich vooral bezighoudt met het herdefiniëren van het gebied

ONZE VISIE

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

als plek waar nieuwe samenhangende verbanden ontstaan. De nieuwe communities; wijken, buurten en steden, waar het verlies van functies samengaat met het ontstaan en ontdekken van nieuwe patronen. “Is dat onderwerp wel geschikt voor Schooldomein?” vroeg Floris me. “Natuurlijk, want de school als voorziening heeft een spilfunctie in het ontstaan van nieuwe relatie­ patronen tussen gebied, gebouw en gebruiker. Het ontwerpen van die nieuwe omgevingen verdient alle aandacht en het mag niet zo zijn dat onze symbolen uit het straatbeeld verdwijnen: de kerk, het dorpshuis, de winkel en soms zelfs ook die school. Daar mogen geen fysieke uitingen voor in de plaats komen die alleen maar adaptief en in vorm inwisselbaar en daarmee betekenisloos zijn. Daarom ook het grote architectendebat in dit nummer: omdat goede gebouwen gezond moeten worden aanbesteed en de rol van de architect daarin wezenlijk is en blijft. Kortom: weer een prachtig nummer boordevol good practises. Om van te genieten en om van te leren. En om helemaal positief te eindigen: de teller van de Facebookpagina van Schooldomein staat op 10.000 volgers, die elke dag weer reageren op ontwikkelingen binnen het onderwijs. Sibo Arbeek Hoofdredacteur

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET

Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante markt­ informatie zoeken.

wordt mede mogelijk gemaakt door:

SCHOOLDOMEIN

november 2016

3


INHOUD BESTUUR EN BELEID

6

Het publieke gebouw als de nieuwe IPhone Rijksbouwmeester Floris Alkemade over hoe in te spelen op nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

9 10

OnderwijsLokaal in de praktijk Overhevelen van taken en verantwoordelijkheden gaat om veel meer dan alleen financiën.

Waar zouden we zijn zonder architectuur? Architecten en adviseurs in debat over gezond aanbesteden voor goede gebouwen.

ONTWERP EN INRICHTING

19

B ijzondere inrichting faciliteert modern vmbo Geslaagde renovatie transformeerde oude gebouwvleugel in een modern VMBO Skills Lab.

16

22

De Werkplaats kent geen muren

26

Verrassend concept in open landschap

28

H aal als basisschool een beter cijfer voor duurzaamheid

Boeiend verslag van een excursie naar de Future Class Room in Brussel en De Werkplaats in Bilthoven.

Een grote schuur in het weiland? Nee, de nieuwe MFA Oosthuizen.

DGMR brengt basisscholen in drie stappen naar een beter cijfer voor duurzaamheid.

30

E en mooie combinatie van licht en binnenklimaat! Gezond leerklimaat in Gronings Wiebengacomplex dankzij VELUX modulaire lichtstraten.

32

THEMA

Warm en toegankelijk Warm en toegankelijk is het thema van deze tweede Schooldomein van de 29e jaargang. Hoe kan je ‘warm en toegankelijk’ herkenbaar maken in een gebouw en is dat in de architectuur zichtbaar te maken? We vroegen drie architecten het te beschrijven en te verbeelden. Dat levert drie prachtige pagina’s op!

E en adaptief huis voor Onderwijs, Opvang en Peuterspeelzaal Hoofdrolspelers over de fraaie nieuwbouw van Noorderbreedte in Baarn.

35 38

Een gebouw dat positivisme uitstraalt

40

B etere huisvesting in speciaal onderwijs door samenwerking

IKC De Toverberg verbindt gebruikers en de wijk.

Natuur komt terug in bewegwijzering ReadMe versterkt met routing en signage de visie van Kindercampus Noord.

Gezamenlijke huisvesting is mogelijk zonder verlies aan kleinschaligheid.

42

H ybride onderwijstafel voor digitaal en regulier onderwijs Nieuw meubel faciliteert effectiever onderwijs op minder vierkante meters.

46

E en eigen plek als belangrijke arbeidsvoorwaarde Mooie nieuwe docentenkamer voor Da Vinci College Leiden.

48 4

SCHOOLDOMEIN

november 2016

Twee scholen in één nieuw gebouw Brede Buurtschool Moerwijk in Den Haag brengt twee scholen met ‘taal’ als gemeenschappelijke deler bij elkaar.


50

T ransformatie creĂŤert voorwaarden voor een vernieuwende leeromgeving Een vernieuwende maar vooral ook slimme leeromgeving voor Het Nieuwe Lyceum in Bilthoven.

54 56

Een villa in de polder

58

E nergiezuinige en frisse scholen dankzij beheer op afstand

IKC De Gouden Griffel speelt met ruimte en beeld.

Het gebouw als vijfde dimensie Leerlingen in de PO- en VO-leeftijd zijn gevoelig voor sferen en impulsen.

Praktische oplossingen om investeringskosten terug te verdienen.

62

Van alleen naar samen

64 66 70

Creating better environments

72

G eprofessionaliseerd leren als exponent van het gepersonaliseerd leren

Toekomstgerichte onderwijsvisie en beoogde uitstraling perfect vertaald in een schoolgebouw.

Kennisdag over de vloer in het onderwijs.

Wonderen bestaan nog Indrukwekkende vernieuwbouw Da Vinci College Roosendaal.

Betrokkenheid van A tot Z Kindercentrum De Buut in Nijmegen-Oost ontworpen naar wensen en visie van gebruikers.

Hoe het gebouw de docent helpt bij het onderwijs en de leerling inspireert zich verder te ontwikkelen.

74

N ederlanders zitten (te)veel, jongeren het meest YouStand maakt staand werk aan een standaard bureau heel eenvoudig.

BOUW EN ORGANISATIE

78

Nieuw Kinderen Jeugdcentrum in Heemskerk Bijzonder gebouw voor (voortgezet) speciaal onderwijs met revalidatie, sport en beweging.

RUBRIEKEN

15 15 16 61 61 77 80 81 82

Kort nieuws Onderwijstrends door Jaap de Kruijf

A rchitectuur en verbeelding: Warm en toegankelijk Kort nieuws

Meester – Gezel Het idee van Stichting Dedicon De etalage Column van Gerben van Dijk

V ooruitblik naar Schooldomein 3: Solide en doordacht

21 37 54 66 71


Het publieke gebouw als de nieuwe iPhone

6

SCHOOLDOMEIN

november 2016


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Kees Rutten

BESTUUR EN BELEID

Rijksbouwmeester Floris Alkemade publiceerde onlangs zijn agenda. Daarin valt de term “maatschappelijke meerwaarde” op. Gebouwen verliezen hun functie en het publieke domein levert ruimte in. Hoe kunnen we inspelen op nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen? Het publieke domein erodeert; wat betekent dat voor de functies ervan? “De agenda die wij opgesteld hebben gaat over die thema’s. Het is verontrustend te zien hoe vanzelfsprekend allerlei plekken worden afgestoten, zoals stations, gemeentehuizen en rijksgebouwen. Ik vind dat de opbrengst van verkochte gebouwen die met publiek geld zijn gefinancierd ook weer ten goede moeten komen aan publieke doelen. De praktijk is dat het onmogelijk is om op andere waarden dan geld te sturen, omdat de markt het niet toestaat een lager bod te accepteren, ook al heeft het gebouw een maatschappelijke functie. Maar gebouwen staan er niet voor niets en de maatschappelijke meerwaarde van een gebouw is belangrijk binnen de bredere context. Je moet dus altijd naar het weefsel van het omliggende gebied kijken. Daarbij is de betekenis

“Wanneer openbare gebouwen op smart­ phones zouden lijken, zijn allerlei nieuwe interacties mogelijk.” van een gebouw in Den Haag een andere dan in een krimpgebied. Hoe creëer je cohesie in een gebied, bijvoorbeeld een wijk. Vroeger bepaalde het netwerk van kerk en staat de meeste patronen en uitingsvormen. Nu is het nog de basisschool waar je je kinderen naar toe brengt en met andere ouders een praatje aan het hek maakt. Dat samenkomen is een model dat integratie bevordert waardoor je elkaar tegenkomt. Daar speelt de school een belangrijke rol. En als het met het dorpshuis niet meer lukt, kun je ook gezamenlijk tuinen aanleggen en onderhouden.” Wat doet menselijk gedrag met ruimte? Het gedrag van mensen verandert. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben we meer gebouwd dan alle vorige generaties bij elkaar. Het grootste deel van de

gebouwde omgeving is gestoeld op het gedachtengoed van één generatie. Maar de verzorgingsstaat van de wieg tot het graf bestaat niet meer. Geboorte­ overschot is vergrijzing geworden, de gedroomde multiculturele samenleving kraakt in al zijn voegen en 40% van de huishoudens bestaat uit alleenstaanden. We zien achterstandswijken waar de gemiddelde levensverwachting zeven jaar lager ligt. Het sociale netwerk van vroeger is gescheurd en de functies binnen het publieke domein geven geen antwoord meer op de noden van nu. De gebouwde omgeving reageert traag op deze ontwikkelingen en dat levert knelpunten op. Je moet experimenteren om te ontdekken wat wel werkt. Bijvoorbeeld andere vormen van samen­wonen; veel mensen wonen alleen, maar zouden wel gemeenschappelijke ruimten willen delen. Dat zou een oplossing voor veel ouderen kunnen zijn en gaat veel verder dan het aanbrengen van trapliften. In de middeleeuwen had een oudere meer keuzen dan tegenwoordig; je had begijnhoven en ouderenhuizen. Dat palet is verschraald. Een paar jaar geleden trokken gezinnen uit de stad omdat ze in de regio wilden wonen, nu willen veel mensen weer een appartement in Amsterdam, ook gezinnen met kinderen. Die ontwikkeling heeft verstrekkende gevolgen voor de druk op grote steden. Amsterdam is een goed voorbeeld; het centrum is verzadigd, maar de vraag blijft groeien. Dat gaat problemen veroorzaken. Met nog 40.000 woningen toe te voegen aan de bestaande voorraad vrees ik dat Amsterdam een mini metropool wordt. Dan doemt het scenario Parijs op met buitenwijken met weinig kwaliteit en sociale spanningen. Dat is niet zoals wij het hier willen.” Wat bekent dat voor veel leegstaand vastgoed? “Gebouwen die leegkomen geven precies aan waar verandering plaatsvindt. Krimp is net als groei een belangrijke indicator en biedt de mogelijkheid om te experimenteren. Bij hergebruik van gebouwen heb je meer vrijheid om andere ontwikkelingen in te zetten. Daardoor ontstaat nieuw elan in een wereld waarin groei wordt gezien als nastrevenswaardig en krimp als een nederlaag, terwijl het in de tijd om ruimtelijke

SCHOOLDOMEIN

november 2016

7


ritmes gaat zonder de connotaties negatief of positief. Dat vereist creativiteit en inventiviteit om in te kunnen spelen op die constante bewegingen. Zorginstellingen die leeg staan en sterk verouderd zijn moet je slopen of transformeren. Het is fascinerend om te zien hoe technologische ontwikkelingen daarin doorwerken. Een goed werkend dementiemedicijn kan de gebouwde omgeving structureel veranderen. Dat er vragen aankomen die niet adequaat te beantwoorden zijn is duidelijk, dat maakt het interessant. Je ziet nieuwe verdienmodellen ontstaan; gezamenlijke huisvesting voor studenten en ouderen waarbij studenten door te klussen hun huursom kunnen beïnvloeden. Ik vind het bizar te ervaren dat een generatie geleden één kostwinner een gezin kon onder­houden en een goede woning kon betalen, terwijl nu in de Randstad tweeverdieners nauwelijks een betaalbare woning kunnen vinden. Die woningen zijn onbereikbaar geworden en dat veroorzaakt fricties.” Wat is het effect van individualisering en digitalisering? “Digitalisering is een fenomeen op zich. Het is een autonome ontwikkeling, die het ook mogelijk maakt om wereldwijd een eigen netwerk op te bouwen. Dat geeft een andere opbouw van de sociale infrastructuur. Daarnaast heb je de fysieke wereld die je moet onderhouden omdat die biedt wat de digitale wereld niet kan, namelijk in contact komen met mensen. Revitaliseren van publieke functies lukt niet altijd. In de geïndividualiseerde samenleving is de oplossing van de één het probleem van de anderen, omdat iedereen binnen het eigen domein bezig is. De vrijheid die je als mens denkt te hebben om ja of nee te zeggen tegen techniek is volstrekt illusionair. Als openbare gebouwen op smartphones zouden lijken met hun talrijke functies, zijn allerlei nieuwe interacties mogelijk. Eigenlijk zie je dat al gebeuren bij de functie wonen. De tijd dat je van maandag tot en met vrijdag werkte en in het weekend uitrustte is voorbij. Tijd en ruimte worden anders ingevuld; de woning heeft meerdere functies gekregen, want is tegelijkertijd kantoor, winkel, school, restaurant en

De agenda van de bouwmeester · Bij iedere opgave zoeken naar maatschappelijke meerwaarde · Opgaven zijn onderdeel van een grotere ruimtelijke context · Relevante nieuwe opgaven opzoeken en op de agenda zetten · Op basis van een heldere ambitie partijen betrekken en samenwerken · Erosie van het publieke domein adresseren · Eigen Rijksvastgoed publiek maken · Leegstand als kans zien om te innoveren · Debat opzoeken en initiëren

zorginstelling. Alles komt naar je toe en kun je vanuit huis managen. Eigenlijk wordt de samenleving een groot facilitair bedrijf en dat zag je ook in de middel­ eeuwen, waar wonen en produceren op dezelfde plek plaatsvonden. Dat levert een vanzelfsprekende manier van leven op waar de wever thuis weeft en de bakker thuis het brood bakt. Ik vind het prachtig wanneer woonwijken hun monocultuur verliezen en naar nieuwe functies en verbindingen op zoek gaan. Die erosie van het publieke domein moeten we inzetten als een kracht om te vernieuwen. Door het combineren van geldstromen en systemen is meer mogelijk en kun je intelligente verbindingen maken. Dat is een rol die scholen kunnen hebben maar ook biblio­theken als nieuwe plekken voor optredens, taal­ events, culturele activiteiten en schuldhulpverlening; aantrekkelijke kenniscentra die je maatschappelijk breder kunt inzetten. Ik zie ook weer een behoefte aan stilte en concentratie ontstaan. Als lector op de Academie van Bouwkunst zie ik afstudeeropdrachten van de nieuwe generatie als een soort weer­ berichten van toekomstige veranderingen. Studenten ontwerpen ruimten waar geen wifiverbinding is en waar je je goed kunt concentreren. Er vindt dus ook auto­correctie plaats en mijn voorspeling is daarom ook dat alles goed komt. Door al die technologische ontwikkelingen dienen zich mogelijkheden aan die je moet leren herkennen. De nieuwe vrijheden die dat met zich meebrengt zijn interessant, het grote risico is dat een beperkte groep ervan profiteert, waardoor de tweedeling versterkt wordt. Iedere vorm van verandering kondigt zich eerst aan als bedreiging. Ik heb veel in Amerika gewerkt en die samenleving is harder en fundamenteel anders dan de onze. Onze steden zijn sociale machines en dat moeten we onderhouden en cultiveren. Het stelselmatig afsluiten van publieke ruimten zonder ontwerp en verbeeldingskracht moet je niet willen. Juist ontwerpers hebben het vermogen om onoverkomelijke problemen om te zetten naar nieuwe mogelijkheden.” Kijk voor meer informatie op www.rijksvastgoedbedrijf.nl/ over-ons/rijksbouwmeester.

8

SCHOOLDOMEIN

november 2016


Tekst: Maarten Groenen

BESTUUR EN BELEID

Onderwijs Lokaal in de praktijk Met lokale maatwerkondersteuning bewijst OnderwijsLokaal zich in de praktijk. OnderwijsLokaal slaat bruggen tussen gemeentelijke afdelingen, legt de vinger op de echte motieven achter een wens tot doordecentralisatie, zorgt voor een gelijk(er) kennisniveau in deze lastige materie en laat vooral zien dat het overhevelen van taken en verantwoordelijkheden om veel meer gaat dan alleen financiën.

D

e eerste ervaringen van OnderwijsLokaal in de praktijk zijn positief en smaken naar meer aangezien het afwegingskader zijn toe­gevoegde waarde heeft laten zien. Met Onderwijs­Lokaal faciliteert het ministerie van OCW gemeenten en schoolbesturen in het gesprek over samenwerking op het gebied van onderwijshuisvesting. Het afwegingskader en de vragenlijsten van OnderwijsLokaal zijn voor iedereen beschikbaar (via www.onderwijslokaal.nl) en gemeente en schoolbesturen kunnen dit jaar ook - zo lang de voorraad strekt - gratis gebruik maken van lokale maatwerkondersteuning. BREDE DISCUSSIE VANUIT DIVERSE PERSPECTIEVEN De sessies van de maatwerkondersteuning (met gemeenten) worden tot nu toe meestal gekenmerkt door groepen die in die samenstelling nog niet eerder met elkaar aan tafel hebben gezeten; en zeker niet met elkaar hebben gesproken over andere samenwerkingsvormen op het gebied van onderwijshuisvesting. Door het bij elkaar brengen van teams/ afdelingen op het gebied van onderwijshuisvesting, vastgoed, maatschappelijk beleid en financiën en control wordt de discussie over andere samenwerkingsvormen breder en vanuit diverse perspectieven gevoerd. Hierdoor ontstaan nieuwe verbindingen en komt men tot een gezamenlijke positionering. Daarnaast hebben de sessies nadrukkelijk bijgedragen aan een gelijk(er) kennisniveau over mogelijke samenwerkingsvormen op het gebied van onderwijshuisvesting in de praktijk en over onderwijshuisvesting in het algemeen. “Door deze sessie verwacht

ik dat de interne besluitvorming straks makkelijker gaat verlopen. Een belangrijk leerpunt (of valkuil) tijdens de lokale sessies blijkt het gevaar om je tijdens deze oriëntatiefase te verliezen in (veelal financiële) details. Zo komen in de sessies vaak vragen naar voren als ‘Hoe regelen we de boekwaarden?’ en ‘Hoe gaan we om met de brede school die we huren van de woningcorporatie?’ Dit zijn zeker belangrijke thema’s, maar pas van later belang. Om als gemeente of schoolbestuur positie te kunnen bepalen, staan bij OnderwijsLokaal vooral meer basale vragen centraal als ‘Heb je er vertrouwen in dat de gemeente/het schoolbestuur die nieuwe taak naar behoren kan uitvoeren?’ en ‘Ben ik bereid om me langjarig aan een nieuwe samenwerkingsvorm te committeren?’ NIEUWE SAMENWERKINGSVORM Tijdens de lokale maatwerkondersteuning verkennen we verder thema’s als visie & ambitie, inzicht (in de portefeuille en kennis en kunde) en draagvlak. Hierbij geldt dat verschillen van inzicht worden benoemd en als aandachtspunten staan genoteerd voor het vervolgproces. We hebben gemerkt dat OnderwijsLokaal bij velen de ogen heeft geopend dat een proces tot een nieuwe samenwerkingsvorm (vaak doordecentralisatie) over veel meer gaat dan alleen geld. De lokale maatwerkwerkondersteuning is nog dit jaar (gratis) beschikbaar vanuit het Ministerie van OCW. Dus zet die eerste stap en meld u aan! Voor vragen over OnderwijsLokaal kunt u contact opnemen met: Maarten Groenen, maarten.groenen@icsadviseurs.nl, 06–22578557 en Frank Gortemaker, f.gortemaker@berenschot.nl, 06–13000602.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

9


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Martine Sprangers

GEZOND AANBESTEDEN VOOR GOEDE GEBOUWEN

Waar zouden we zijn

Architectuur is belangrijk, maar architectenbureaus hebben het moeilijk. Toch verdient elke ontwerp- en bouwopgave de architect die het beste bij de opgave past. Onduidelijkheid over de wijze van selecteren leidt tot ergernis. Wat zijn goede afspraken om tot zaken te komen? Tijd voor een goed debat! OVER AANBESTEDINGEN Roger Tan, bestuurslid BNA en directeur Broek­ Bakema trapt af: “Het klagen over aanbestedingen is van alle tijden. Is het gedrag van architecten en hun opdrachtgevers rationeel of irrationeel? Architecten hebben de neiging om meer te leveren dan gevraagd wordt en dat zonder vergoeding. Hoe kunnen we dat thema met opdrachtgevers en adviseurs bespreekbaar maken? En wat is vanuit het oogpunt van leveranciers een reële vergoeding, waarbij de basis een realistische uitvraag is. Dat thema willen we vanuit de BNA helder op tafel krijgen.” Richelle de Jong: “Er wordt wel veel geklaagd, maar een groot voordeel van Europese aanbestedingen is dat andere dan de bekende scholenbouwers (zoals dat vroeger ging via bestaande contacten), de kans krijgen in te schrijven. Dat genereert kansen om nieuwe werkvelden te ontdekken en je bestaande netwerk uit te

10

SCHOOLDOMEIN

november 2016

breiden. De markt is daarmee opener geworden.” Kees Willems schudt zijn hoofd: “Nee, het systeem is nu juist veel meer gesloten.” “Het systeem is transparant; de regels worden door de opdrachtgevers zelf opgesteld. Ervaring werd vroeger ook gevraagd door opdrachtgevers. Binnen het Europese selectiesysteem zijn er nu ook waar weinig tot geen ervaring wordt gevraagd door opdrachtgevers die dat aandurven”, stelt Richelle. “We merken wel duidelijke verschillen met betrekking tot de eisen in de gunningsfase en soms zijn die multi-interpretabel. Een heldere richtlijn zou opdrachtgevers kunnen helpen te bepalen wat zij nodig hebben om de juiste architect te selecteren. Vraag je een bureaupresentatie, een visie of een schetsontwerp.” Jan Willem van Kasteel: “Het gaat dus om bewustwording, je moet bewust zijn wat je vraagt. Soms ga je al een richting op zonder dat er een dialoog is geweest.”


BESTUUR EN BELEID

zonder architectuur?

DEELNEMERS DEBAT

OVER VERWACHTINGEN Bram van der Kleij: “Dat speelt al wanneer je de leidraad opstelt en de vraag van de opdrachtgever helder probeert te krijgen. Want opdrachtgevers kunnen een niet realistische ambitie hebben.” Kees: “Het gaat mis bij de presentatie en beoordeling ervan. Er wordt bijvoorbeeld een visie gevraagd, waarbij sommige architecten dan met een maquette komen. Veelal niet deskundige leden van de beoordelingscommissie laten zich dan verleiden, net als met het kopen van auto’s. Al die extra’s trekken je over de streep.” Jan Willem reageert: “Het prisoners dilemma, ga je daar wel of niet in mee.” Titia Luiten: “In een periode van schaarste is het lastig om je in te houden, omdat je moet overleven.” Ieke Koning reageert: “Wil je als architect dan beperkt worden?” Titia knikt: “Ik twijfel, maar ja, een heldere leidraad voor opdrachtgever, adviseurs en architecten zou helpen. Het moet bij een presentatie of visie bijvoorbeeld duidelijk zijn dat tekeningen of maquettes niet meedoen. Architecten willen een potentiële opdrachtgever verleiden en gaan daarin vaak veel verder dan proportioneel is voor de uitvraag.” Erik Kooij vult aan: “Ik vind dat in de eerste ronde vijf offerten vragen al veel is. Je kunt beter vanuit drie visies kiezen dan

· Roger Tan · Titia Luiten · Huub Frencken · Richelle de Jong · Sander Ros · Kees Willems · Erik Kooij · Ieke Koning · Bram van der Kleij · David Bouwer · Jan Willem van Kasteel · Sibo Arbeek

vanuit vijf. En bekort de tijd dat architecten kunnen reageren. Vaak is dat zes weken waardoor ze toch weer te lang gaan broeden. Maak er twee weken van, dan krijg je een heel andere dynamiek.” Richelle lacht: “Je hebt wel gelijk, maar concepten bedenken is nu juist ook één van de leuke aspecten van ons werk. Het gaat er om dat de opdrachtgever de juiste vraag weet te formuleren om de voor de betreffende opgave geschikte architect te kunnen selecteren; of dat nu een bureaupresentatie is, een visie of een schetsontwerp, die opgave vervolgens scherp omschrijft en zich bewust is van de hoeveelheid werk die de verschillende opties vergen.”

BroekBakema JHK Architecten Frencken Scholl Architecten DP6 architectuurstudio RoosRos Architecten TenW architecten adviseurs Spring Architecten ICSadviseurs ICSadviseurs ICSadviseurs ICSadviseurs Voorzitter debat

OVER EEN TRANSPARANT PROCES Huub Frencken: “Adviseurs maken vaak een uitgewerkt programma van eisen, voordat de architectenselectie plaats vindt. Wij merken regelmatig dat de opdrachtgever onze visie deelt, maar belemmerd wordt door wat er al ligt.” Erik knikt:

SCHOOLDOMEIN

november 2016

11


Richelle de Jong, David Bouwer, Huub Frencken Erik Kooij, Roger Tan, Richelle de Jong

Sander Ros, Bram van der Kleij,

Ieke Koning, Sander Ros, Bram van der Kleij

Kees Willems

“Waarom presenteert de opdrachtgever zich niet aan de architect? Hij verschuilt zich vaak achter de leidraad en dat maakt het lastiger om een ontwerp te maken dat aansluit op de wensen van de gebruikers.” Ieke: “Die discussie loopt nu binnen ons bureau; hoe kun je elkaar eerder versterken. Tegelijkertijd is het

“Uiteindelijk gaat het er om wat een proportio­ nele vergoeding voor een realistische uitvraag is.” voor de visievorming van de opdrachtgever belangrijk om een veilige discussie te voeren, voordat je de vraag naar de markt brengt.” Kees reageert: “Juist de architect is in staat om met zijn ruimtelijke manier van verbeelden dat proces van onderwijsvernieuwing op gang te brengen.” Huub vult aan: “Vorige week nam ik een potentiële opdrachtgever mee naar een school die ik heb ontworpen. Ze willen eigenlijk een traditioneel concept, maar vonden het gebouw met zijn open structuur prachtig. Over twee weken moet ik presenteren, maar dan is de basis wel weer het programma van eisen.” Sander Ros: “Het kan anders; we doen nu mee in een selectietraject met drie architecten. De opdrachtgever komt bij ons bureau langs om een eerste indruk te krijgen en met het team hebben we over een week een interactieve workshop. Dat

12

SCHOOLDOMEIN

november 2016

maakt het proces veel productiever en inspirerender.” Bram: “Ik vind in de 1e fase van de aanbesteding (het selectieproces) moodboards te vluchtig en zie niet direct de meerwaarde van een plaatje bij de aanbesteding, omdat die niet volgens een dialoog tot stand is te komen.” Kees knikt: “Je wordt geselecteerd op basis van de beste fotograaf.” Jan Willem: “Maar vertel me dan hoe je van 40 aanbieders terug gaat naar een selectie van vijf architecten.” Richelle reageert: “Maar daar ligt het probleem niet. Je kunt die aanbesteding gewoon niet 100% objectief krijgen. Het aandachtspunt zit vooral in de fase van gunning.” Roger knikt: “En daar onderscheiden we vier aspecten: wat wordt er gevraagd, wat is een proportionele vergoeding bij de vraag, wat zijn de beoordelingscriteria en tenslotte zijn het eenzijdige voorwaarden of is een dialoog mogelijk.”

OVER VISIE EN REALISME Titia: “Het woord visie is multi-interpretabel. Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen een visie, een schetsontwerp en een voorlopig ontwerp. Daar ligt een rol voor adviesbureaus om daarin scherp te zijn.” “Maar onze opdrachtgever is in de praktijk een aantal personen met verschillende belangen”, stelt Huub, ”zoals de stedenbouwkundige, de wethouder en de schooldirecteur.” Sander reageert: “Een architect is per definitie 360 graden gericht; je hebt nu eenmaal met verschillende perspectieven te maken. Dat maakt juist kwaliteit.” Kees verder: “Er mag nog wat gebeuren aan de realiteit van de uitvraag. Opdrachtgevers hebben een normbudget, maar verwachten een geweldig gebouw dat ook nog eens heel duurzaam is en goedkoop in het onderhoud.” David: “Je moet durven zeggen dat het niet haalbaar is en daar ligt zeker ook een taak bij ons, ook om de opdrachtgever te beschermen tegen te hoge verwachtingen.” Titia: “Wij willen graag het eerlijke verhaal vertellen, maar niet elke opdrachtgever wil dat horen. Dan staat de volgende architect de prachtigste verhalen te vertellen en daar zijn opdrachtgevers gevoelig voor.” Roger knikt: “Wij houden een


BESTUUR EN BELEID

trend, maar onze ervaring is dat er juist veel aandacht wordt besteed aan de rol van de architect.” Kees knikt: “Ik denk juist dat wij als beroepsgroep veel van kundige aannemers in vaak complexe opgaven kunnen leren. Daarbij zien zij steeds vaker het belang van de architectonische component in de selectie.” Titia: “En aannemers zijn vaak kritischer dan architecten. Ze trekken sneller conclusies als de acquisitie inspanningen en de opbrengsten niet met elkaar in balans zijn.” Titia Luiten, Jan Willem van Kasteel

assessment in een tender, waarbij we beoordelen of de ambitie wel in lijn is met het budget en de ambities. Als dat niet zo is trekken we ons terug.” Roger: “Het is een samenspel van alle actoren; budget, een realistische uitvraag en een heldere leidraad.” Bram: “Het afgelopen jaar waren de budgetten krap en de verwachtingen niet altijd realistisch. Dan moet je wel even zoeken om tot een realistisch maar sober en doelmatig niveau te komen.” Kees: “Als het budget te krap is zou je het project niet in de markt moeten willen zetten.” David: “Het gaat vooral om meer transparantie; als we weten dat het budget krap is zoeken we een architect die helpt om het maximale eruit halen. Misschien moet je dan meer een aanpak ontwikkelen waarbij je binnen een teamverband tot een maximaal resultaat komt. Dan richt je je meer op het proces na de aanbesteding.” Titia: Goed idee, maar wij maken een dergelijke werkwijze zelden mee. Bovendien moet dan ook dat criterium doorslaggevend zijn in de beoordeling. En minder het ‘mooie plaatje’.” Huub: “Toch vind ik dat onze rol onder druk staat, omdat Design & Build aanbestedingen rechtstreeks naar de aannemer gaan.” Roger daarop: “Dat is binnen innovatief aanbesteden inderdaad een

Wat is een visie?

OVER HET VERDIENMODEL “Toch is ons verdienmodel slecht”, stelt Titia. “Europese aanbestedingen hebben zaken wel transparant gemaakt, maar acquisities kosten veel geld en inspanning. Daarin verschillen we van andere branches, omdat ons product gelijk onze kernkwaliteit is; we geven onze intellectuele eigendommen heel snel weg. Kees: “Als je een constructeur te weinig geeft krijg je te veel staal, want dan hoeft hij minder te rekenen.” Huub: “Mogelijk helpt het om het honorarium vast te zetten. Door bij elke opgave te benchmarken kun je het fixeren. Als het honorarium reëel is doe je meer recht aan de inspanning van alle partijen. Dat werkt al goed in het buitenland.” Roger: “Uiteindelijk gaat het er om wat een proportionele vergoeding voor een realistische uitvraag is. Vaak is een bureaupresentatie geven aan de hand van referenties al genoeg, waarbij je geen renders, geen maquettes en geen schets mag inleveren.” Sander is het hiermee eens, maar geeft aan: “Ik zou de op te leveren stukken niet inperken, maar wel de voorbereidingstermijn sterk terugbrengen. Bureaus willen zich op een bepaalde manier uiten.” Kees: “Maar dat maakt het juist niet transparant, als je een maquette maakt ben je aan het ontwerpen.” Ieke knikt: “Dan begrijp je ook precies waarom we jullie nodig hebben. We moeten redelijkheid vertalen naar inspanning en vergoeding en daarin moeten we de opdrachtgever leiden.” Kees vult aan: “Dat werkt goed bij een bewust bekwame opdrachtgever, maar niet bij een onbewust onbekwame opdrachtgever. Die moet je toch meer sturen en daar kan een vergoeding helpen om bewuster de selectiefase in te gaan.” OVER DE RICHTLIJN Roger: “Om die reden zijn we met de BNA en adviseurs zoals ICSadviseurs bezig een richtlijn op te stellen, waarin heldere spelregels staan verwoord.” Jan Willem heeft vanuit ICSadviseurs meegedacht: “Gezond aanbesteden doet recht aan de inspanning die architecten leveren. De Richtlijn gezonde architectenselecties kunnen partijen gebruiken om het gesprek goed te voeren.” De richtlijn zal eind november 2016 op de website van BNA worden gepubliceerd.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

13


DEMEEUW MAAKT RUIMTE VO O R D E T O E KO M S T

DEMEEUW biedt ruimte. Jezelf kunnen ontplooien is essentieel om gelukkig te zijn. Daar heb je ruimte voor nodig. Ruimte die DEMEEUW je biedt. Letterlijk en figuurlijk. Met inspirerende concepten. Waarbij volledige herinzetbaarheid de grondslag is. Wij kijken verder. Vinden gebruik belangrijker dan bezit. Wij maken ruimte voor inspiratie. Maken ruimte voor ontwikkeling. Maken ruimte voor de toekomst. Wij zijn DEMEEUW. TOEKOMSTBOUWERS.

WWW.DEMEEUW.COM

DEMEEUW - advertentie - 201x271.indd 1

03-11-16 16:07


Kort nieuws

Column

Kenniscongres stoornissen 8 december 2016 Het woord stoornissen wordt door veel mensen als negatief ervaren. Het wordt geassocieerd met etiketteren van bijvoorbeeld kinderen en jongeren om hen in een DSM-hokje te kunnen plaatsen. Handig voor behandelaars, maar stigmatiserend en hinderend voor de betrokkenen zelf. Kinderen en jongeren met een stoornis zijn niet minder goed of minder normaal, maar zij hebben wel meer of andere ruggensteunen nodig dan ‘gemiddeld’. Het 5e Kenniscongres Stoornissen gaat over hoe profes­sionals in zorg en onderwijs deze kinderen en jongeren kunnen ondersteunen en begeleiden in groei en ontwikkeling. Het programma biedt een plenair deel en twee deelsessierondes waarvoor u als deel­ nemer zelf een keuze kunt maken. Onderwerpen die voor leerkrachten in basis en voortgezet onderwijs interessant zijn: · Druk in de Klas? · E en nieuwe koers: training voor leerkrachten in het basis­onderwijs en voortgezet onderwijs · Pesten: ‘Het ondergeschoven kindje’ · Dyslexie: Onderkenning, verklaring en behandeling.

WARM EN TOEGANKELIJK ONDERWIJS Soms geeft een artikel over onderwijs naast grote waardering, ook een aha-erlebnis waar het recente onderwijsontwikkelingen betreft, omdat de schrijver op heldere wijze de gevolgen van eerdere beleidskeuzes weergeeft. Deze gevoelens had ik bij het artikel ‘Gelijke onderwijskansen als maatschappelijke opdracht’ van de hoogleraar Sietske Waslander in de recente De Nieuwe Meso. Kansenongelijkheid in ons onderwijsstelsel kan bevorderd worden, terwijl het omgekeerde wordt nagestreefd. De aandacht die dit onderwerp momenteel krijgt in onderzoeken, media en (dus) de politiek, zal ongetwijfeld resulteren in meer blijvende aandacht bij beleidsmakers. Het artikel in DNM is daarom een aanrader.

Meer informatie: www.kenniscongres.nl.

Scholieren op avontuur in 3FM Tussenuur Wat kun je allemaal doen in een tussenuur? In het nieuwe online programma 3FM Tussenuur bevinden 3FM dj’s Joram Kaat (EO) en Wijnand Speelman (KRO-NCRV) zich tussen de scholieren op het schoolplein. Samen met de scholieren nemen ze de proef op de som. Een ritje in een achtbaan na wiskunde, maar op tijd weer terug voor natuurkunde? Yes we can! NPO 3FM bezorgt middelbare school leerlingen het tussenuur van hun leven. In de verloren lesuren bespreekt de publieke jongerenzender, in samenwerking met omroep HUMAN, thema’s als seks, liefde, racisme, imago, privacy en prestatiedruk. Hierbij gaan de jocks discussie en debat niet uit de weg. Op NPO 3FM, 3fm.nl/tussenuur en social media, delen jongeren hun verhalen, meningen en oplossingen met Joram en Wijnand. 3FM Tussenuur is een online programma voor én door jongeren. Het is een platform waarop scholieren zelf een belangrijke rol spelen. Een eigen panel bespreekt uiteenlopende thema’s waar jongeren dagelijks mee dealen. Meer informatie: alle content van 3FM Tussenuur is te vinden op: 3fm.nl/ tussenuur, Instagram, Facebook, Twitter en Snapchat (tussenuur3fm).

Tevens vraag ik uw aandacht voor een paar andere publicaties die de moeite waard zijn om te lezen omdat zij de belemmeringen rond gelijke ontwikkelings- en scholingsmogelijkheden benadrukken. Denk hierbij aan het in oktober gepubliceerde Onderwijsraad advies ‘Vakmanschap voortdurend in beweging’, inclusief een drietal interessante aanbevelingen. In het Onderwijsraad advies worden met name aanbevelingen gedaan over de gewenste beweging voor het mbo. De aandacht voor leerlingen op niveau 2 en 3 valt op. Een andere interessante publicatie is: ‘Wikken en Wegen in het hoger onderwijs’, van het Sociaal Cultureel Planbureau. Hierin spreekt men over ontwikkelingen in het hbo. Mijn aandacht werd getrokken naar de bevindingen over de doorstroom van mbo naar hbo. Interessant is ook hier de botsing tussen ‘goede wil’ (gelijke kansen) en ‘nuchtere werkelijkheid’ (rendement). De beroepskolom gedachte met betrekking tot doorstroom van vmbo-mbo-hbo staat duidelijk onder druk. Efficiency denken gericht op verkorting van opleidingsduur en daaraan gekoppelde bekostiging in mbo en hbo maakt het voor leerlingen die deze — voormalig (?) — ‘Koninklijke weg’ volgen, minder kansrijk. In de SCP publicatie spreekt het hbo zelfs over ‘schijntoegankelijkheid’ waar het de weging betreft van ‘goede wil’ en de ‘werkelijkheid’ rond de instroom van mbo leerlingen in hbo. Dergelijke heldere onderzoeken en betrokken adviezen moeten wel leiden tot beleid waar de term ‘warm’ vertaald wordt in maatregelen die kansengelijkheid bevorderen. ‘Toegankelijkheid’ wordt dan vanzelfsprekend de maatstaf voor die maatregelen. Een gedroomde werkelijkheid, of een verkapte aanbeveling nu verkiezingscampagnes op stoom komen en partijen uitspraken doen over toekomstig onderwijsbeleid? De tientallen hier niet genoemde onderzoeken, gevoegd bij bovenstaande suggesties, zijn een gratis advies voor de toekomstige minister van OCW. Gezien de aandacht voor onderwijsthema’s en de vele financiële toezeggingen van politieke partijen, kan mijns inziens de onderwijsparagraaf van het nieuwe kabinet al geschreven worden. Jaap de Kruijf

SCHOOLDOMEIN

november 2016

15


Warm en toegankelijk Hoe maak je ‘warm en toegankelijk’ herkenbaar in een gebouw en kun je dat ook zichtbaar maken in de architectuur?

MONICA ADAMS EN JULIETTE BEKKERING BEKKERING ADAMS ARCHITECTEN Onderwijsgebouwen nemen een speciale plek in binnen ons bureau. Kinderen hebben de toekomst en het werken aan gebouwen waar zij uitgedaagd en geïnspireerd worden om te leren en te innoveren vinden we bijzonder. We maken graag karakteristieke gebouwen die uitnodigend zijn, met veel daglicht dat tot diep in het gebouw valt en met een natuurlijke materialisatie zoals hout en natuursteen. Flexibele gebouwen die aanzetten tot activiteit maar die ook geborgen voelen en ruimte bieden om geconcentreerd te werken. Recent hebben we de Scholencampus in Peer opgeleverd; een prachtig ensemble van vier onderwijs gerelateerde gebouwen rondom een 24h publiek toegankelijk park met diverse spel- en sportvoorzieningen. Een speel-leerlandschap voor kinderen van 2,5 tot 18 jaar. Gebouwd binnen een PPS constructie met een onderhoudsverplichting van de aannemer voor 30 jaar. Het is fantastisch om te zien hoe trots alle participerende partijen (en dat zijn er nogal wat) zijn op de gebouwen en het omringende park met de diverse speelmogelijkheden. Ook de ontmoetingsruimten zoals de centrale hal van het Agnetencollege activeren verschillende soorten gebruik en geven nieuwe impulsen aan het onderwijs. Ze dragen bij aan het imago van een inspirerende en toegankelijke school met een warme uitstraling. Een school waar je met plezier naar toe gaat. Een school waar je je thuis voelt.

Centrale hal Agnetencollege copyrights: Scagliola Brakkee fotografie

16

SCHOOLDOMEIN

november 2016


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

Beeld: helgasnelarchitecten

HELGA SNEL – helgasnelarchitecten Op de lagere school wilde elk meisje juf worden, maar ik wilde stiekem ontdekkingsreiziger of uitvinder zijn. Alles las ik over Robinson Crusoe en Leonardo da Vinci. Zo jammer dat ik er al snel achter kwam dat er geen binnenlanden van Afrika meer te ontdekken waren en de oorsprong van de Nijl al bekend was.

Op de middelbare school wilde ik handenarbeid kiezen maar werd met zachte hand in een handwerk klasje gezet. Met als gevolg dat mijn moeder mijn borduur-opdrachten maakte en ik thuis lekker aan het timmeren was. Vier jaar geleden heb ik een Technasium in het Antoniuscollege te Gouda ontworpen. Als architect verdiep je je dan met de school in een nieuwe leeromgeving. Je ontdekt samen met 2 docenten een nieuwe wereld! Het is een warme, toegankelijke wereld van onder­ zoeken en ontwerpen, precies zoals ik het me had voorgesteld als meisje van 12. Een ruimte waar jongens én meisjes samen met ontwerpen bezig zijn. Waar de meiden verleid worden met techniek te werken. Een ruimte waar een ieder zich thuis voelt en uitgedaagd wordt nieuwe ontdekkingen te doen. Dat mag dan met hout en met een borduurwerkje. Kan iedereen toch een ontdekkingsreiziger worden!

SCHOOLDOMEIN

november 2016

17


TITIA LUITEN - JHK ARCHITECTEN Project: Unielocatie Zuiderpark, Rotterdam

Foto: Jeroen Musch

Welke herinneringen hebben wij aan onze schooltijd? Zijn het de klaslokalen en het schoolplein of zijn het je vrienden, die enthousiaste docent en de conciërge waar je je moest melden als je te laat was? De meeste mensen zullen zich dat laatste herinneren. De begrippen warm en toegankelijk gaan wat ons betreft dan ook vooral over menselijk contact en ze staan symbool voor zien en gezien worden in de breedste betekenis van het woord. Ons vak bestaat uit de mooie uitdaging om dat menselijke contact zodanig te faciliteren dat warmte en toegankelijkheid als vanzelf ontstaan. Dat dit ook kan in scholen die onderwijs bieden aan meer dan duizend leerlingen met vele nationaliteiten en zeer uiteen­ lopende talenten, bewijst de Unielocatie Zuiderpark.

18

SCHOOLDOMEIN

november 2016

Voor ons begint dat bij een goede entree, de eerste plek waar je wordt gezien en begroet. In deze gecombineerde VMBO-MBO school op een gevoelige stedenbouwkundige locatie in Rotterdam Zuid hebben wij veel aandacht besteed aan het binnenkomen. In de oorspronkelijke uitvraag werden detectie­ poortjes gevraagd omwille van de veiligheid, maar in nauw overleg met de beide scholen is ervoor gekozen om ze weg te laten. In plaats daarvan is er een lange balie gemaakt met veel ‘gezichten’ erachter. De frisse uitstraling en de warme houten materialisering dragen bij aan het prettig en rustig binnenkomen van alle leerlingen en creëren daarmee een warm en toegankelijk gebouw.


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek

SKILLS LAB THAMEN GEOPEND

Bijzondere inrichting faciliteert modern vmbo Het was druk tijdens de opening van een vleugel van het gerenoveerde RKSG Thamen in Uithoorn. Het bestaande gebouw was deels functioneel en technisch verouderd, maar kende een goede structuur, met lichte werkplaatsen door de sheddaken. Een geslaagde renovatie transformeerde dat gedeelte van het gebouw in een modern VMBO Skills Lab.

W

ethouder onderwijs Ria Zijlstra van de gemeente Uithoorn benadrukte het belang van een goede en eigentijdse vmbo-voorziening in haar gemeente. Bestuurder Truus Vaes van de scholengroep Iris en directeur Ger Jägers waren vol lof over de adviseurs die de renovatie en het Skills Lab hebben begeleid. Het was bovendien een geslaagd experiment van Schooldomein, waarbij een aantal marktpartijen mee hebben gewerkt om een geïntegreerd concept te ontwikkelen en uit te werken, waarbij de onderwijskundige visie leidend was. Ger Jägers schetst de geschiedenis van de school: “Thamen is een veel voorkomende naam in de regio Uithoorn en omstreken. Ooit de naam van een klein turfstekersdorpje, nu onder andere sinds 1994 de naam van een scholengemeenschap voor

vmbo in Uithoorn. Deze school is ontstaan uit een fusie tussen drie kleinere scholen in de gemeente en is nu een volwaardige vmbo-school met een streekfunctie in de regio Amstelland. Thamen biedt onderwijs in twee technische profielen, te weten Produceren, Installeren & Energie en Mobiliteit & Transport en een nieuw profiel Dienstverlening & Producten, voorheen het intersectorale programma. Waar veel scholengemeenschappen ervoor kozen de mavo en het beroepsgerichte vmbo fysiek van elkaar te ontkoppelen en in aparte gebouwen onder te brengen, heeft Thamen al sinds vele jaren een gezond samengaan tussen beide onderwijstypes kunnen behouden. Dat laatste biedt ook de mavoleerling, die voor het overgrote deel toch is georiënteerd op het mbo, de mogelijkheid daarvan mee te profiteren door middel van het volgen van

SCHOOLDOMEIN

november 2016

19


de gemengde leerweg, dan wel in de vorm van extra aangeboden, praktische verrijkingsprogramma’s. Als kers op de taart is er een schakelklas mavohavo, in samenwerking met het naburige Alkwin Kollege voor havo-vwo.”

20

SCHOOLDOMEIN

november 2016

“Juist omdat het goede gevoel bij de ruimte zo belangrijk was, kregen wij als inrichters een belangrijke rol in het proces.” Foto: Kees Rutten

DE GANG VAN THAMEN ‘De gang van Thamen’ zoals de transformatie in eerste instantie werd betiteld, verwijst naar een kenmerkend deel van het oude lts-gebouw, zoals dergelijke schoolgebouwen in de jaren ‘60 werden neergezet. Eén lange, rechte gang, met daaraan aan beide zijden praktijklokalen voor de diverse technische afdelingen. Op de toenmalige LTS St. Jozef waren dat voertuigentechniek, elektrotechniek, metaaltechniek en bouwtechniek, waarmee een breed technisch beroepsgericht aanbod voor voortgezet onderwijs in de regio gerealiseerd werd. De school ontleende daar dan ook zijn bekendheid aan, in combinatie met de stevige ’industriële uitstraling’ die het gebouw bij het ontwerp had meegekregen, door de toepassing van de bekende en voor die tijd karakteristieke shed­daken voor de hele techniekvleugel. Ger: “Het Thamengebouw, geopend in 1964 heeft tot vandaag de dag in die opzet dienstgedaan voor de opleiding van honderden en nog eens honderden vmbo-leerlingen, die daar (de beginselen van) ‘een vak kwamen leren’. Het nieuwe onderwijskundige veranderingstraject ‘Thamen Toekomstbestendig’ staat voor een breed en nieuw beroepsgericht aanbod, vernieuwing van leervormen, contextrijkheid en samenhang in leerstof, vraaggestuurd en samenwerkend leren en een goede doorstroommogelijkheid naar regionale mboprogramma’s. Bij die ambitie past een uitdagende leeromgeving. Vanuit dat perspectief heeft Thamen meegewerkt aan het experiment van Schooldomein, waarbij een traditionele gang in de praktijkvleugel werd getransformeerd tot een zogenaamd Skills Lab. Meerdere marktpartijen hebben samen meegedacht in de ontwikkeling van dit Skills Lab en de reali­satie mogelijk gemaakt. In het Skills Lab is zichtbaar hoe modern beroepsonderwijs mogelijk is, waarbij theorie en praktijk elkaar ondersteunen en verschillende werkvormen mogelijk zijn. Het Skills Lab is het beste te omschrijven als een eigenzinnig en eigentijds leerplein. Het is een onderwijsruimte bedoeld om onderwijs in meerdere ‘vormen’ te kunnen laten plaatsvinden: samenwerkend leren, zelfstandig leren, groepswerk, individueel werk. Het kan ook dienen als ontmoetingsplaats, presentatieplaats of werkplaats voor projecten. Op een hoger niveau laat dit ontwerp zien hoe traditioneel onderwijsvastgoed heel goed kan transformeren naar een vernieuwende beroepsen leeromgeving. Een mooi voorbeeld van beleid naar realiteit.”

INTEGRAAL CONCEPT Marc de Lange is commercieel manager bij Bomefa, waarvan STALAD onderdeel uitmaakt: “We hebben met veel plezier meegewerkt aan dit project. Het is juist de kracht van STALAD om al in een vroeg stadium mee te denken over het concept. Tijdens het eerste bezoek aan de school zagen we al dat deze ruimte een enorme potentie had en tijdens de brainstormsessies met de betrokken partners en de architect kregen we steeds meer inspiratie om er een bijzondere inrichting van te maken. Juist omdat het goede gevoel bij de ruimte zo belangrijk was kregen wij als inrichters een belangrijke rol in het proces. Wij hebben toen verschillende scenario’s uitgewerkt die we aan de partners, de architect en de school­ leiding hebben voorgelegd. Uiteindelijk heeft Ger


ONTWERP EN INRICHTING

zijn leerlingen mee laten kiezen en zo is het uiteindelijke concept bepaald, waarmee onze ontwerpers aan de slag zijn gegaan.”

dat inrichting bijdraagt aan gezond leren. En leren kan op verschillende manieren en in verschillende vormen plaatsvinden.”

De oorspronkelijke gang die aan weerzijden toegang gaf tot de grote technieklokalen is verbreed, waardoor de gang meer een onderwijs- en verblijfsfunctie heeft gekregen en de techniek- en praktijklokalen letterlijk in de ruimte steken. Dat levert een interessante ruimtelijke interactie op, waarbij de grijze vloer van Nora en het rode interieur van STALAD prachtig afsteken: “In de eerste plaats hebben we onze inrichting afgestemd op de eisen over binnenklimaat, licht, akoestiek en het type vloer. Al deze aspecten hebben invloed op de inrichting die je kiest. Vervolgens wilde de school een aansprekend Skills Lab, met de mogelijkheid voor verschillende werkvormen, maar waarbij toezicht van belang bleef. Dat heeft geleid tot een transparante vertaling, omdat zicht vanuit de praktijklokalen op het Skills Lab belangrijk bleef. Het is daarom ook geen verlengstuk van de naastgelegen kantine geworden, maar echt een leer- werkomgeving voor de vmbo-leerlingen die er les hebben. We hebben de ruimte opgedeeld in zeven zones, met elk een eigen identiteit. Zo hebben we ronde paalbanken ontworpen die om de dragende zuilen staan. Ook zijn er zones voor hoog zitten, waar je op krukken aan wandtafels kunt werken, hebben we een groepstafel en een overlegunit en een ruimte waar instructie gegeven kan worden. In de grote meubels zijn aansluitingen voor ICT verwerkt. Door de vele variaties in de ruimte en de meubels worden leerlingen gestimuleerd om te bewegen. STALAD vindt het belangrijk

BELEVING STEEDS BELANGRIJKER Hoofdredacteur Sibo Arbeek plaatst deze vernieuwende leeromgeving in perspectief: “Beleving wordt steeds belangrijker en daarmee de kwaliteit van de leer- en werkomgeving. We zien dat de markt soms sneller innoveert dan wet- en regelgeving voor­ schrijven. Daarom ontstond het idee om vanuit Schooldomein het Skills Lab te adopteren en er met partners aan te werken, als een experiment. Aan­ bieders versterken elkaar; lucht heeft te maken met licht, binnenklimaat met akoestiek en inrichting met de visie op het onderwijs. Dat vraagt om een integrale benadering van het ontwerp- en bouwproces, waarbij de beleving leidend is in de keuzen. Maar wat maakt een leeromgeving effectief? Effectiviteit heeft te maken met schoonheid, akoestiek en functionaliteit. Een effectieve en tegelijkertijd inspirerende leeromgeving faciliteert het onderwijsproces. Dat maakt dat het onderwijs leuker wordt en dat heeft invloed op de prestaties. Een eerste terugkoppeling van de leerlingen laat een positief beeld zien; ze hebben meegedacht in het ontwerp en genieten nu van het resultaat.” De partners waren naast STALAD: Ecophon, Nora Flooring, DGMR, HW van der Laan Architecten, ICSadviseurs en VELUX. Als onderwijsadviseurs heeft Diephuis van Kasteren een bijdrage geleverd. Bekijk het YouTube filmpje over de inrichting van het Skills lab: https://www.youtube.com/watch?v=nu. Voor meer informatie surft u naar www.stalad.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

21


Tekst Sibo Arbeek

300 WERKERS IN EEN GROTE INTERACTIEVE LEEROMGEVING

De Werkplaats kent geen muren Uiteindelijk bepaalt het belang van het kind de keuze: wil je een school met klaslokalen en muren of niet? Directeur Jeroen Goes is duidelijk: “half- half is niets en daarom werkt een combinatie van lokalen en open ruimten voor mij niet, omdat je dan toch in het traditionele systeem blijft hangen.” Het verslag van een door Ecophon georganiseerde excursie naar de Future Class Room in Brussel en de apotheose op De Werkplaats in Bilthoven.

A

an het eind van de tweedaagse excursie stelt het internationale gezelschap van wetenschappers, architecten en adviseurs directeur Jeroen Goes van De Werkplaats de vraag wat hij anders zou doen wanneer hij opnieuw zou mogen bouwen. Jeroen: “Dat hangt af van de visie en het team. Een gebouw helpt, maar is niet nood-

“Het doel in het opvoeden van kinderen is om ze te laten worden wat ze zijn.”

22

SCHOOLDOMEIN

november 2016

zakelijk om een visie goed uit te werken. Wanneer je dit gebouw van De Werkplaats en de onderliggende visie van Kees Boeke kopieert naar een andere school is de kans groot dat het niet werkt. In ons geval heeft de architect onze visie en ideeën geweldig vertaald. WORDEN WIE JE BENT En wil je met 300 werkers en medewerkers in een open ruimte zonder lokalen werken dan moet de akoestiek heel goed zijn. Guus Klamerek van Ecophon en zijn collega’s Pauli Pallaskorpi uit Finland en Shane Cryer uit Engeland knikken: “De vorm van dit gebouw maakt al dat je verschillende zones ervaart. Dat heeft architect Kees Willems verder versterkt met elementen als pantry’s, toiletblokken en een keuken. Dat maakt ook dat je overal kinderen rustig ziet werken in verschillende werkvormen. Je hoort wel een soort gemurmel, het achtergrondgeluid, maar de akoestiek is overal goed.” Voordat het gezelschap weer in de bus stapt naar Schiphol geeft Jeroen nog een paar belangrijke lessen mee: “Het doel in het opvoeden van kinderen is om ze te laten worden wat ze zijn. Dat betekent dat je het systeem moet aanpassen, maar niet het kind. Gelijkwaardigheid en vertrouwen zijn belangrijke begrippen en vertrouwen naar de kinderen betekent ook vertrouwen naar de medewerkers. Dat helpt om een team te bouwen, want de ontwikkeling van een individu tot een team is belangrijk. En alles begint bij gelukkig zijn.” In gesprek met de leerkrachten van De Werkplaats wordt dat bevestigd: “Ik voel me niet alleen verantwoordelijk voor mijn


ONTWERP EN INRICHTING

DEELNEMERS · Shane Cryer Concept developer education (CD Edu) Ecophon. UK · Sharon Wrigh Senior associate at The Learning Crowd. UK · Neil Logue Co Founder at Learnspace. UK · Guus Klamerek CD Edu Ecophon. NL · Sibo Arbeek Chief Editor for Schooldomein and partner at ICS. NL · Jeroen Goes Headteacher at De Werkplaats. NL · Pauli Pallaskorpi CD Edu Ecophon. FI · Julianna Nevari Interior architect and learning environments specialist. FI · Janne Saarelainen Acoustics and open learning environments Master student. FI · Mie Guldbaek Brons Educationalist and PhD researcher. DK · Colin Campbell Central CD Edu Ecophon · Tommaso Dallavecchia Future Clasroom Lab

SCHOOLDOMEIN

november 2016

23


groep, maar voor alle kinderen. We helpen elkaar om het beter te doen, in het belang van het kind.” COMPETENTIES VAN DE 21e EEUW Het begon een dag eerder in Brussel, waar het gezelschap de Future Classroom Lab (FCL) een initiatief van het European Schoolnet bezocht. Ecophon is partner van het Lab, evenals partijen als Cisco, Lego, Microsoft en Texas Instruments. In het FCL ervaar je het onderwijs van de toekomst. Onderzoeker Tommaso Dallavecchia stelt fundamentele vragen: “Hoe vertaal je innovaties naar het onderwijs en hoe zet je technologie effectief in? Heb je in de toekomst nog wel een leraar nodig of nemen robots het over?” Iedereen is het er over eens dat de rol van de leraar belangrijk blijft, maar verandert. Shane: “Het gaat erom een flexibele leeromgeving te creëren, waarin verschillende activiteiten mogelijk zijn. Wat zijn de competenties van de 21e eeuw? In ieder geval competenties als sociaal gedrag, verantwoordelijkheid durven nemen, creativiteit stimuleren, het kritisch vermogen prikkelen en natuurlijk de digitale competenties vergroten. Hoewel dat laatste geen doel op zich is, maar wel een belangrijke voorwaarde.” Tomasso: “Die ontwikkelingen hebben we in de Future Classroom Lab vertaald naar plekken voor interactie, presentatie, onderzoek, ontwerp en ontwikkelen. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat kinderen leren dat ICT niet de baas is over de menselijke geest, maar leren dat de menselijke geest bepaalt hoe ICT wordt ingezet en hoe programmering werkt. In die zin versterkt de robot de competenties van de leraar, maar bepaalt deze niet.” Mie reageert: “Scholen zijn ook de werkplek voor leraren en het gaat er dus ook om hen maximaal te faciliteren. Je moet daarom eerst het proces schetsen en dan pas gaan ontwerpen. Een leeromgeving stimuleert een leraar, maar een goede leraar in een slecht lokaal is altijd nog beter dan een slechte leraar in een goede leeromgeving.” Neil knikt: “De digitale leeromgeving is faciliterend. In Afrika wordt nog steeds onder

24

SCHOOLDOMEIN

november 2016

de boom geleerd en worden ook al die fasen van onderzoek, ontmoeting en ontwikkeling doorlopen. Daar heb je geen digitale leeromgeving voor nodig; de school moet vooral in verbinding staan met de samenleving.” Sibo Arbeek brengt een uitspraak van Maurice de Hond in: “De volgende generatie is per definitie slimmer dan de vorige generatie en daarom kunnen leerlingen elkaar heel goed instrueren. De rol van de leraar wordt meer die van coach en verbinder.” Jeroen haakt daar op in: “Het wordt beter met een betere leeromgeving. Daarbij moet je docenten overtuigen en meenemen, zodat ze tot verdere bloei komen. Een docent staat niet op zichzelf, maar opereert in een team en in een omgeving. Een goed functionerend team is het mooiste wat je kan overkomen. Mijn rol als leider is daarom meer dan het uitvoeren van curricula en wet en regelgeving.” SYSTEEM BEPAALT DE FLOW Hoe stimulerend de Future Classroom ook is, het blijft een demonstratie in een kleine ruimte. Mie laat een aantal praktijkvoorbeelden zien van open plattegronden. Vooral de kwaliteit van de akoestiek is bepalend voor de interactie tussen docent en leerling. Colin daarover: “In een activity based design, moet je al in het ontwerpproces een akoestische strategie bepalen, waarin activiteiten en interacties aan de orde komen. Een open ruimte zonder goede akoestiek zal nooit goed werken. Je moet het gewenste gedrag van gebruikers kunnen managen en dat vraagt ook om strategie op het leiderschap.” Sharon Wrigh vraagt zich af wat er eigenlijk mis is met het klaslokaal: “Omdat het niet meer vergelijkbaar is met het lokaal van vroeger; de meubels zijn anders, het binnen­ klimaat is beter, de ramen zijn groter en ze zijn prima geschikt voor een bepaalde didactische werkvorm, als je maar kunt variëren. Een goede leeromgeving is niet hetzelfde als een open plattegrond.” Daarover zijn de groepsleden het eens; je hebt een ruimte nodig waarin een variëteit aan activiteiten mogelijk is.” Jeroen ten slotte: “Het geluk van een kind hangt soms af van die ene persoon die jou ziet zoals je bent. Daar gaat het om in het onderwijs. Daarom is de idee van een open leeromgeving een onderwijskundige en principiële keuze. Zo’n ruimte helpt natuurlijke ontwikkeling te stimuleren. Het systeem bepaalt de flow en niet het feit of je ergens in de ruimte een lokaal creëert.” En wat het bezoek aan De Werkplaats ook opleverde: “Goede akoestiek faciliteert activiteit georiënteerd leren en dat kan ook zonder muren en lokalen.” Voor meer informatie surft u naar fcl.eun.org of kijkt u op de site van De Werkplaats: www.wpkeesboeke.nl en natuurlijk op www.ecophon.com/nl.


Ruimte voor Leren en Ontmoeten

Bij de realisatie van scholen en andere maatschappelijk vastgoed gaat het om zekerheid. U wilt als opdrachtgever zeker weten dat het te realiseren bouwwerk aan alle eisen met betrekking tot functionaliteit, energieprestatie en veiligheid voldoet. Dat het binnen de afgesproken tijd wordt opgeleverd, strikt binnen budget. Maar u wilt óók exact weten waar u de komende decennia qua exploitatie en beheer aan toe bent. Dat vraagt een ervaren partner met specifieke expertise. Een innovatieve, conceptuele bouwer. SMT Bouw & Vastgoed realiseert voor u ruimte om te leren en te ontmoeten.

Meer weten? Op onze website treft u uitgebreide projectinformatie aan.

www.smt-benv.nl


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Bernard Faber

MFA OOSTHUIZEN OOGT ALS EEN SCHUUR

Verrassend concept in open landschap

Rijdend vanuit Amsterdam via Volendam richting Oosthuizen valt het groene landschap op met zijn stolpboerderijen. Oosthuizen kent vervolgens een oude kern met een prachtige kerk. Rijd je even door dan eindigt het bebouwd gebied bij een grote schuur in het weiland. Is het echt een schuur? Nee; het zijn de contouren van de nieuwe MFA Oosthuizen.

A

an tafel zitten Pelle Swart van het schoolbestuur SPOOR, architect Jan Rietvink van Rietvink Architecten, projectleider Jasper Buurs van de gemeente Edam-Volendam en Marien Ippel van nora flooring systems B.V. Jan Rietvink: “Ik vind het een stoer gebouw en mijn idee was om traditionele vormen te gebruiken die je veel in het Noord-Hollandse landschap ziet. Ik ken de smaak van de Oosthuizers en wilde iets maken dat bij het dorp past. Landelijke bouwkunst maakt overal furore en je zou het modern traditionalisme kunnen noemen. Het is een gebouw in twee lagen met een lage goothoogte en een pannendak erop. Je komt in het gebouw de kleuren wit, groen, brons en zwart tegen en dat past ook bij de gebouwde omgeving in deze streek. We hebben ervoor gekozen om het

26

SCHOOLDOMEIN

november 2016

dorpshuis gekoppeld aan de sportzaal vooraan en de school als langwerpig volume daarachter te plaatsen, omdat dat voor de school een betere oriëntatie oplevert, met een schoolplein op de zon en een kiss and ride zone daarvoor.” CENTRALE PLEK Pelle Swart van het bestuur SPOOR over de aanleiding: “In de MFA vind je het cultureel centrum, de sportzaal, de school, de BSO en een peuterspeelzaal. Het oude semipermanente schoolgebouw was op, evenals de gymzaal en het dorpshuis. De gemeente wilde nieuwbouw op een andere plek vanwege de nieuwbouw van de wijk Waterrijk. Bovendien is dit een centrale plek in Noord-Holland; je bent binnen een kwartier in Alkmaar, Purmerend en Hoorn.


ONTWERP EN INRICHTING

Projectleider Jasper Buurs van de gemeente EdamVolendam: “De kernen Warder, Beets en Middelie hebben allemaal nog kleine scholen van twee tot vier klassen. Op het moment dat je een school sluit trek je het leven uit de kernen, maar het moet wel exploitabel blijven. Op de kop van het pand is het daarom nog mogelijk extra lokalen te maken. We zijn met de beheerorganisatie bezig, waarbij het pand en de gezamenlijke onderdelen, evenals de sportzaal door de gemeente worden beheerd en het cultureel centrum met foyer en zaal door de pachter. De verantwoordelijkheden liggen zoveel mogelijk bij de gebruikers. Dat betekent dat er tussenmeters zijn en installaties waar mogelijk zijn gesplitst. De kapitaalintensieve onderdelen zoals de luchtbehandelingskasten, worden naar rato versleuteld.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw MFA Oosthuizen met school, cultureel centrum, sportzaal en kinderopvang Opdrachtgever Gemeente Edam-Volendam (voorheen Zeevang) Leverancier vloeren nora flooring systems B.V. Architect Rietvink Architecten bna Oosthuizen Projectmanagement ICSadviseurs Bvo 2.950 m2 Stichtingskosten e 5.796.000,Ingebruikname 5 september 2016

INTERESSANTE RUIMTES Jan: “Oosthuizen heeft een rijk verenigingsleven, zoals de fanfare en die heeft soms een grote zaal nodig. Het podium ligt centraal tussen de zaal van het dorpshuis en de gymzaal met precies in het hart van dit podium een schuifwand, waardoor het podium kan worden vergroot. Centraal in het schoolgedeelte ligt de vide met een grote brede trap die ook als tribune en trap dient. Hier tegenover ligt het speel­ lokaal met een paneelwand, waardoor je één centrale ruimte kunt maken. Aan het einde van de gang heb ik een groot raam ontworpen waarbij je als een schilderij het landschap inkijkt. Iedereen heeft zijn eigen gebied en het centrale deel is voor iedereen toegankelijk. Het is geen gebouw dat ontworpen is op een vernieuwend onderwijsconcept van een directeur.” Pelle knikt: “Als het onderwijsconcept het gebouw bepaalt moet je het om de paar jaar aanpassen. Flexibiliteit is voor de exploitatie niet altijd fijn, zoals die schuifwanden in lokalen.” Jan knikt: “Dat is de oude flexibiliteit. Flexibiliteit nu is dat je ruimten ontwerpt met meer mogelijkheden en vooral veel daglicht.”

“Docenten vinden deze vloer prettig omdat hij veerkrachtig is en daardoor minder rugklachten veroorzaakt.” NORAMENT GRANO RUBBER VLOERBEDEKKING Pelle: “De keuze voor de vloer kwam bij ons vandaan. Er waren een paar nice to haves in de aanbesteding zoals led verlichting en een andere belangrijke was de rubber vloerbedekking type norament grano.” Marien knikt: “Vanwege de duurzaamheid en ook de akoestiek, in combinatie met de plafondplaten van Ecophon. Deze vloer scheelt 10 DB ten opzichte van traditioneel veel gebruikte elastische vloerbedekkingen. Uit onderzoek blijkt tevens dat de docenten deze vloer prettig vinden omdat hij veerkrachtig is en daardoor minder rugklachten veroorzaakt. En vergeet de exploitatie niet; deze vloer heeft een levensduur van minimaal 40 jaar met tien jaar garantie. Dat zijn elementen waar je niet op moet bezuinigen. In deze MFA liggen grijs gespikkelde tegels van 1 m² zonder toplaag, die 3,5 mm dik zijn. Je hoeft deze vloer niet in de was te zetten en dat betekent dat je niet elk jaar de lokalen leeg hoeft te halen. En denk eens aan al dat chemisch afval dat jaarlijks vanwege het verwijderen van de oude waslagen (strippen) de afvoerputjes in verdwijnt? Als je echt duurzaam wilt zijn moet je de hele keten betrekken. Op het gebied van het milieu en duurzaamheid is nora flooring systems B.V. een van de meest toonaangevende fabrikanten in zijn sector.” Kijk voor meer informatie op www.nora.com/nl/duurzaamheid.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

27


Tekst Gertjan Verbaan (DGMR) en Coen van Leeuwen

Haal als basisschool een beter cijfer voor duurzaamheid Leraren geven hun school gemiddeld een 5,7 voor comfort. Het regent klachten en de roep om duurzame scholen wordt steeds groter. Omdat er veel te winnen is, met energiebesparing en met betere schoolprestaties. Veel schoolbesturen zien het belang van duurzame oplossingen, maar missen de concrete handvatten om de handschoen op te pakken. De laagdrempelige duurzaamheidsscan van DGMR gaat daar verandering in brengen. In drie stappen naar een beter cijfer voor duurzaamheid.

W

at zijn de belemmeringen die schoolbesturen ervaren? Vanuit die basisvraag ging Coen van Leeuwen, afstudeerder Bouwkunde bij de Haagse Hogeschool, voor DGMR aan het werk. In literatuur en via interviews met onder andere RVO, Ruimte-OK en het bestuur van De Haagse Scholen zocht hij naar antwoorden. En wat blijkt, schoolbesturen hebben moeite om duurzaamheidsambities te formuleren. Vaak door een gebrek aan urgentiegevoel, capaciteit of kennis of een combinatie hiervan. Het daadwerkelijk verduurzamen van hun basisscholen komt daardoor onvoldoende van de grond. Nu zouden we met een duurzaamheidsscan meteen de techniek in kunnen duiken. Die uitgebalanceerde Excelsheet met rekeneenheden voor scores op duurzaamheid dient inderdaad als basis voor de scan. Deze kant helpt om snel en eenvoudig de situatie ter

plekke op te nemen. Coen van Leeuwen wilde echter meer. Het begint bij het bewustzijn van duurzaamheid op scholen en onder schoolbesturen. Daarom besteedde hij extra aandacht aan de vergroting daarvan.

Als we ondersteuning willen krijgen voor het verduurzamen van scholen, moeten we eerst precies weten wat wij willen. Dieuwerke Spaans van de Haagse Scholen, projectmanager renovatie en nieuwbouw

NIEUWSGIERIG MAKEN Door kansen van energiebesparing concreet te maken en door bijvoorbeeld aan te geven hoe een betere geluidsisolatie en meer daglicht tot betere leerprestaties kunnen leiden, worden ook bestuur, locatiedirecteur en docent nieuwsgierig. Niet met dikke rapporten, daar heeft niemand tijd voor. Maar door op ĂŠĂŠn A4 overzichtelijk de resultaten van de scan te presenteren en kansen voor verduurzaming te benoemen. Een brainstorm hierover met u en DGMR kan direct tot concrete acties leiden die passen bij uw school. Een deel van het advies kan wellicht gefinancierd worden door de subsidiemogelijkheden (Green

28

SCHOOLDOMEIN

november 2016


ONTWERP EN INRICHTING Deal Scholen met tot 50% subsidie) die sinds 3 oktober 2016 van kracht zijn. De scan bestaat uit drie thema’s die stapsgewijs inzicht geven in de gebruikerservaringen en de verduurzamingskansen voor de school: bewustwording, energie en gezondheid. BEWUSTWORDING Maakt duurzaamheid onderdeel uit het van het onderwijsprogramma? Wordt er iets gedaan met informatie over het energieverbruik? En in hoeverre wordt er in de school en door het bestuur nagedacht over de huisvesting? Schoolbesturen houden zich voornamelijk bezig met hun primaire proces: het leveren van goed onderwijs. Dat is logisch, maar ze betrekken de huisvesting daarbij veelal te weinig, terwijl het enorme invloed heeft op de kwaliteit van het onderwijs. Naast de scan die we zelf invullen vragen we ook docenten naar hun ervaringen. Daarmee kunnen we gerichter voorstellen doen die daadwerkelijk aansluiten op de behoeften van de docenten.

De schoolgebouwen kunnen we verduurzamen, de expertise is er (wellicht niet bij de besturen), maar staat dit überhaupt op de agenda? Marco van Zandwijk van Ruimte-OK, kennismanager huisvesting van onderwijs en kinderopvang

ENERGIE Het energieverbruik beslaat gemiddeld 20 procent van de vaste kosten en is daarmee een serieuze kostenpost in de huisvesting. Ruimteverwarming en verlichting verbruiken de meeste energie. De gebouwen zijn gemiddeld 40 jaar oud en beschikken over een energielabel D of lager. Door de bouwkundige conditie van deze gebouwen met hun verouderde systemen is het de vraag hoe lang deze energiekosten uit de lumpsum betaald kunnen worden. Tegelijkertijd ligt er bij de gemeenten nog een flinke uitdaging om de CO2 doelstellingen voor 2020 te halen en juist bij bestaande gebouwen is de meeste winst te halen. De scan leidt tot energiebesparende maatregelen die dienen als inspiratie. Is er sprake van een vorm van warmteterugwinning? Wordt er al duurzame energie opgewekt en wat is de kwaliteit van de kozijnen en kierdichtingen? Op basis van de gebouwkenmerken

én de enquêteresultaten ontvangt de school van DGMR als onafhankelijk expert een rapportcijfer en benoemen we als onafhankelijk adviseur de verduurzamingskansen, van laaghangend fruit tot mogelijke langetermijnoplossingen gekoppeld aan minimaal onderhoud en maximaal gebruikersgemak voor de toekomst. GEZONDHEID Tussen het binnenklimaat in de school en de leerprestaties van de leerlingen is een duidelijke relatie. Een te hoge CO2 concentratie in combinatie met een te hoge temperatuur leidt tot vermoeidheid, hoofdpijn en draagt daarmee bij aan slechtere leerprestaties. Dit geldt ook voor slechte verstaanbaarheid en spraakoverdracht. Wist u dat de productiviteit van leerkrachten in deze omstandigheden kan afnemen met circa 10-15 procent? Dat leerlingen slechter presteren? En dat het ziekteverzuim onder leerlingen en leerkrachten gemiddeld 2 procent kan stijgen? Genoeg reden om te gaan verduurzamen en te zorgen voor een comfortabel en gezond binnenklimaat. Zeker met het oog op de centrale eindtoets, maar niet iedereen is zich hiervan bewust.

Een mooi resultaat van een afstudeeronderzoek, waarmee we zien dat onderwijs en advies hand in hand kunnen gaan. Met als resultaat een laagdrempelige tool waarmee we als DGMR u als school helpen naar een betere score op duurzaamheid! Coen is afgestudeerd met een 8-.

ANDERS EN BETER Geen uitgebreide onderzoeken, maar een duurzaamheidsscan van maximaal anderhalve dag helpt scholen op weg naar duurzaamheid. Dat blijkt uit een test op drie basisscholen in Den Haag, waarna de scan verder is gefinetuned. De resultaten laten zien dat het vaak gaat over een combinatie van omstandigheden. Zo zijn er scholen die goed scoren op gezondheid, maar op het gebied van bewustwording steken laten vallen. De scan is bruikbaar ongeacht het type schoolgebouw, bouwjaar en bouwvolume en helpt daadwerkelijk naar een betere score op duurzaamheid. Aan de slag met de scan of meer weten? Neem contact op met Gertjan Verbaan, senior adviseur onderwijs, DGMR Den Haag: vb@dgmr.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

29


VELUX MODULAIRE LICHTSTRATEN IN WIEBENGACOMPLEX

Een mooie combinatie

Uit recent Europees onderzoek over de invloed van de schoolomgeving op studenten bleek dat de kwaliteit van daglichtomstandigheden in schoolgebouwen een zeer belangrijk effect heeft op de leerprestaties van studenten. In het compleet gerenoveerde schoolgebouw Wiebengacomplex te Groningen wordt daarom een gezond leerklimaat gerealiseerd met veel daglicht door het toepassen van VELUX modulaire lichtstraten.

H

et monumentale Wiebengacomplex stamt uit 1922 en is ontworpen door Jan Gerko Wiebenga. Het monumentale gebouw huisvest de Academies voor Gezondheidsstudies en Verpleegkunde van de Hanzehogeschool Groningen. Het gebouw ademt de sfeer uit van de Nieuwe Zakelijkheid en is één van de oudste voorbeelden van het Nieuwe Bouwen in Nederland. Het voor die tijd innovatieve skelet van gewapend beton maakte een vrije indeling van de plattegrond en een transparante gevelindeling mogelijk. De klimatologische omstandigheden van het gebouw lieten echter te wensen over en dat leidde tot klachten over het binnen­klimaat. Renovatie van het bestaande gebouw bracht hierin verandering.

30

SCHOOLDOMEIN

november 2016

EFFICIËNTE GEBOUWOPZET Het oorspronkelijke gebouw en twee uitbreidingen uit latere jaren worden gerenoveerd; op de binnenplaats wordt het complex uitgebreid. Deze nieuwbouw maakt het mogelijk gemeenschappelijke functies centraal te positioneren en kortere lijnen naar de verschillende werkomgevingen te creëren. Dit is in lijn met het ontwerp van Wiebenga, waarin oorspronkelijk op de binnenplaats praktijklokalen waren gesitueerd. Door het hart ruimtelijk en overzichtelijk te maken krijgt de hogeschool een veel opener karakter. Interdisciplinair werken, ontmoeten van andere disciplines, vooraan staan in de ontwikkeling van de zorg en het ontwikkelen van een eigentijdse blik op zorgprofessies zijn belangrijke thema’s die in het gebouw tot uitdrukking moeten komen. Onderwijs gekoppeld aan de praktijk en de zichtbaarheid van ‘Skills Labs’ zijn hierbij belangrijk. Binnen het gebouw krijgen de verschillende academies een eigen gezicht. De nieuwbouw sluit direct aan op de essentie van Wiebenga’s werk: een efficiënte gebouwopzet met parallelle lijnen en symmetrische gebouwvolumes. De flexibiliteit van het gebouw maakt het mogelijk de extra druk als gevolg van de hogere onderwijsintensiteit op te nemen. Er is een zonering van meer publieke en meer private functies. Het gebouw is transparant in de publieke ruimtes, waardoor er veel zichtbaarheid is van de verschillende onderwijsfuncties. De nieuwbouw wordt uitgevoerd in


ONTWERP EN INRICHTING

van licht en binnenklimaat! wit beton en glas, een vormgeving die contrasteert met het bestaande monument. Door gebruik te maken van prefab elementen kan snel en met minimale overlast gebouwd worden. DAGLICHT EN FRISSE LUCHT Wetenschappers concluderen dat studenten in schoolgebouwen met veel natuurlijk licht tot wel 15% beter presteren. Dit wordt ook hier gerealiseerd door het toepassen van grote hoeveelheden raampartijen in de gevel en daglichttoetreding via het dak. Hierdoor ervaren studenten minder een opgesloten gevoel en heeft het een positief effect op het bioritme van de student. De daglichtelementen van de modulaire lichtstraten zijn in een atriumopstelling in dit complex gebouwd. De lichtstraten geven een zeer mooie lichtinval in het centrale gedeelte. Tony van Zon, Sales Manager Projecten van VELUX Nederland vertelt: “Het daglicht dat nu door het dak het gebouw binnenkomt, verspreidt zich op een behaaglijke wijze door het gebouw. Door toepassing van lichtstraten in een gebouw kan het zonlicht veel beter en dieper in het gebouw doordringen. Studenten en medewerkers van het schoolgebouw zullen dit als “buiten zijn” ervaren en dit zal bijdragen aan het comfort en gezond binnen­ klimaat van het gebouw. BIM Tony vertelt over de totstandkoming van dit project: “Ons specialistische team voor VELUX modulaire lichtstraten heeft bijna twee jaar intensief samengewerkt met de medewerkers van Geveke Bouw, DP6 Architecten en Bierman Henket Architecten. Gedurende het ontwerpproces hebben we meegedacht over de meest optimale toepassingen van onze producten. Wij adviseren wat betreft daglicht verder te gaan dan het Bouwbesluit aangeeft. Naast de essentiële behoefte van

de mens aan daglicht is de aanwezigheid van veel daglicht ook esthetisch en praktisch van toegevoegde waarde.” En vervolgt Tony zijn betoog: “Ons gehele systeem kan eenvoudig via BIM worden ontworpen. Dit maakt het voor de architect en aannemer bijzonder aantrekkelijk.”

“Ons gehele systeem kan eenvoudig via BIM worden ontworpen. Dit maakt het voor de architect en aannemer bijzonder aantrekkelijk.”

UNIFORM EN ENERGIE-EFFICIËNT DESIGN De profielen van de VELUX modulaire lichtstraten zijn vervaardigd van een speciaal composietmateriaal dat voor 80% bestaat uit glas, vier keer sterker is dan hout en isolerende eigenschappen heeft die veel hoger zijn dan aluminium. Bij de ventilerende elementen zit de motor van de elektrische aandrijving verborgen achter de profielen. Bovendien is de profilering van vaste en ventilerende modules hetzelfde. AARDBEVINGSBESTENDIG Het Wiebengacomplex is één van de eerste aardbevingsbestendige gebouwen in Nederland. Betonnen kolommen en stalen “slender walls” bieden een sterke, maar flexibele constructie. De composiet gevel kan sterke vervormingen opnemen, waardoor het gebouw een uitslag van 20 centimeter kan opvangen. Het gebruik van geprefabriceerde elementen zorgt ervoor dat er snel en schoon gebouwd kon worden. Het modulaire lichtstraatsysteem van VELUX past 100% in deze modulaire gedachte. “Architecten kunnen wij al tijdens de ontwerpfase laten visualiseren hoe het daglicht de ruimtes binnen zal komen en hoe het binnenklimaat zal zijn. En aannemers geven wij desgewenst trainingen in hoe eenvoudig het is onze lichtstraten te monteren. Waarom? Omdat we alle partners graag ontlasten én omdat we voor de beste kwaliteit gaan,” aldus Tony. Kijk voor meer informatie op: www.modulairelichtstraten.velux.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

31


Tekst en foto’s: Sibo Arbeek

NIEUWBOUW NOORDERBREEDTE IN BAARN

Een adaptief huis voor onderwijs, opvang en peuterspeelzaal Vier organisaties samenbrengen in een slim en adaptief gebouw. Dat was de uitdaging van de bestuurders en directies van de beide scholen, de Gaspard de Coligny en de Montini school. Na een lang traject werd dit schooljaar de Noorderbreedte door de scholen, kinderopvang en peuterspeelzaalorganisatie in gebruik genomen. De hoofdrolspelers aan het woord.

H

et gesprek vindt plaats op de Noorderbreedte aan Oude Werf 5 in Baarn, waar bestuurder Bart Sonnenberg van PCBO Baarn-Soest, Marleen Remmers van Het Sticht en project­ manager Arjen Huiden van ICSadviseurs terug- en vooruitblikken. Marleen: “In 2006 nam de gemeente Baarn het besluit om woningen in de Noordschil te ontwikkelen, waar ook deze brede school een plek moest krijgen.” Bart knikt: “Eigenlijk zijn de eerste ideeën al gevormd in de jaren ’90, toen ik met Kees Timmers (bestuurder van Het Sticht) sprak over de kwaliteit van onze bestaande huisvesting. Het jongste schoolpand in Baarn was al ouder dan 40 jaar en er moest iets gebeuren. We hebben toen alle raadsleden rondgeleid en dat was confronterend gezien de staat van onderhoud van alle panden. Op een gegeven moment is de gemeente goed aan de gang gegaan en heeft voor verschillende scholen nieuwbouw gepleegd. Eigenlijk hebben we nu alleen nog maar drie oude centrumscholen die wachten op renovatie of nieuwbouw of maatregelen

Bart Sonnenberg en Marleen Remmers

32

SCHOOLDOMEIN

november 2016

“Kunnen twee scholen met ieder een eigen onder­ wijsvisie samenwonen in een brede school?”

zodat de exploitatie gunstiger wordt. Baarn groeit niet of nauwelijks qua inwoneraantal. De geplande ontwikkeling van de Noordschil zou op termijn voor extra leerlingen voor de Noorderbreedte moeten zorgen. De ontwikkeling van de Noordschil is door de gemeente Baarn vooralsnog stilgelegd. Maar op dit moment is er vanuit Amsterdam weer een redelijke toeloop van jonge gezinnen. We hebben met de gemeente lang naar een goede plek gezocht en kwamen uiteindelijk uit op de gemeentewerf. De gemeentewerf is inmiddels uitgeplaatst en de grond is gesaneerd. Vervolgens is de infrastructuur goed ingericht en komt er nog een geluidscherm langs de A1. Daar liggen we namelijk vlakbij.” SAMENWERKEN Kunnen twee scholen met een eigen onderwijsvisie en daarbij behorende identiteit samenwonen in een brede school? Bart: “Het antwoord is Ja! We waren samen bouwheer en hebben een beheerstichting opgezet, waarvan we gezamenlijk het bestuur vormen. Vanuit de stichting ‘Noorderbreedte’ verhuren we ook aan de andere gebruikers. Ons model van samenwerken hebben we onder begeleiding van ICSadviseurs uitgedacht en dat heeft de vorm face to face opgeleverd, met op onderdelen een hand in hand uitwerking. Dat wil zeggen dat we een gebouw hebben waarbij de beide scholen en de twee partners Versa Welzijn en KMN Kind & Co hun eigen identiteit houden, maar wel veel voorzieningen delen, zoals de algemene ruimten, het speel- en het technieklokaal. Het ontwerp is compact en kenmerkt zich door fraaie accenten aan de buiten­ gevel met intern weinig verkeersruimte, waardoor we extra grote lokalen konden maken. Het gebouw telt twintig lokalen, verdeeld in acht clusters van lokalen


ONTWERP EN INRICHTING

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw brede school Noorderbreedte, met twee scholen, kinderdagopvang en een peuterspeelzaal voor 500 kinderen Opdrachtgever Beide schoolbesturen Het Sticht en PCBO Baarn-Soest in samenwerking met de gemeente Baarn Adviseur ICSadviseurs: programma van eisen, architectenselectie, aanbesteding en projectmanagement ontwerp en uitvoeringsfase Architect Bonnemayer Architecten BV Adviseur constructies Alferink van Schieveen Adviseur Installaties Adviesbureau Becks Aannemer Janssen de Jong Bouw Hengelo Stichtingskosten

en leerpleinen met ondersteunende functies. De personeelsruimten zijn nog gescheiden, maar die kosten had ik graag uitgespaard.” “Dat er twee teams zijn is ook wel logisch”, legt Marleen uit, “Jenaplanonderwijs werkt met stamgroepen en niet met leerstof jaarklassen, zoals de Gaspard en het is en was dus niet de bedoeling om naar een gezamenlijk onderwijsconcept toe te groeien.” Arjen knikt: “Die verschillen in onderwijs zie je ook terug in de inrichting van het gebouw en het verschillend kleurgebruik.” Marleen: “Bij de Gaspard is een leerplein een verlengde klasruimte, een stilteplek of een uitwerkingsruimte. Bij de Montini is het vooral een aanvullende ruimte waar met stamgroepen wordt gewerkt. Bij de start was duidelijk dat de scholen niet op elkaar leken, maar gedurende het traject hebben we de teams in laten zien dat verschillen in identiteit ook goed zichtbaar kunnen en mogen zijn in de inrichting van het gebouw. Bart vult aan: “Beleving speelt een belangrijke rol in de inrichting. Dat zie je terug in de kleuren en het meubilair, waarbij oud en nieuw is gecombineerd. Elke school heeft zijn eigen keuzes gemaakt met betrekking tot de inrichting, in kleur, meubilair en verdere inrichting.

e 4,9 mio inclusief btw BVO 3.209 m² bvo Ingebruikname Augustus 2016

GESLAAGD PROCES Arjen over het bouwproces: “Het is een duurzaam gebouw, met een goed binnenklimaat, een hoge kierdichtheid, PV-panelen, een lage EPC en een goede akoestiek. De engineering en build aanbe­steding heeft

goede resultaten opgeleverd, waardoor de scholen ook nog aanvullende nice to haves konden realiseren, die met name zijn gericht op een grotere duurzaamheid.” Bart: “Binnen het budget is gezocht naar een aansprekend ontwerp, waarbij de speelsheid zit in het verspringen van de kozijnen en de insneden naar de entrees.” Marleen: “Het is een geslaagd gebouw, vooral omdat het zo licht is en een fijne buitenruimte heeft, die belangrijk is voor de verbinding met de wijk. Aan de achterkant ligt een Cruijff court en ons semiopenbare schoolplein kan ook na schooltijd worden gebruikt, zowel door de buurt als door de partners aan wie wij vanuit de beheerstichting ruimte ver­huren. Deze samenwerking uit zich ook steeds meer in gezamenlijke activiteiten. Nabij de brede school wordt een complex voor dementerende ouderen gebouwd. Lyvore heeft € 70.000,- subsidie gekregen om samen activiteiten op te zetten. Daarover wordt nu al nagedacht zoals het onderhoud van de tuintjes en andere activiteiten. Ook zijn ruimtes in ons gebouw beschikbaar voor de buurt. Al met al kijken we terug op een geslaagd ontwerp- en bouwproces, niet in de laatste plaats door de strakke regie die Arjen Huiden van ICSadviseurs op het proces heeft gevoerd. Wanneer er weer een project langs komt, weten we wie we moeten vragen.” Neem voor meer informatie contact op met Arjen Huiden van ICSadviseurs: arjen.huiden@icsadviseurs.nl, 06-22569357.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

33


BELEEF ROOM TO LEARN INSPIREREND PROJECTBEZOEK BIJ FONTYS

DYNAMISCHE LEEROMGEVING BIJ FONTYS WAARIN STUDENTEN EN DOCENTEN OP VERSCHILLENDE MANIEREN KUNNEN SAMENWERKEN HUBB beleeft zijn première op de Fontys Rachelsmolen Campus in Eindhoven. In de transformatie van de voormalige entree tot een multifunctionele onderwijsomgeving, vormt HUBB een fundamenteel ingrediënt. De oorspronkelijke entree van gebouw R4 verbindt twee onderwijsgebouwen met elkaar en werd als verkeersruimte niet optimaal gebruikt. Het ontwerp van Mecanoo transformeert de voormalige entree tot een dynamische leeromgeving waarin studenten en docenten op verschillende manieren kunnen samenwerken.

Mecanoo en Gispen organiseren projectbezoeken met een toelichting op het ontwerp en de gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan over de leeromgeving van de toekomst.

Lesaanbod en lesvormen zijn geen semester hetzelfde. Hiervoor ontwikkelden Mecanoo en Gispen een modulaire meubelserie, HUBB. Een serie bouwstenen waarmee u eindeloos combineert én varieert. Zo wordt een set stoelen met de toevoeging van een overkapping geschikt om te studeren of onderzoeken. Aan elkaar geschakeld worden ze een bank.

De eerste rondleidingen zijn gepland op 17 en 24 november 2016 in de middag. Meer informatie, programma en aanmelden op WWW.ROOMTOLEARN.NL/FONTYS


Tekst Sibo Arbeek Beeld LIAG architecten

ONTWERP EN INRICHTING

IKC DE TOVERBERG ZOETERMEER VERBINDT GEBRUIKERS EN WIJK

Een gebouw dat positivisme uitstraalt

IKC De Toverberg staat in de gelijknamige straat in de Bergenwijk in Zoetermeer en verwijst dus niet naar het beroemde boek van Thomas Mann, waarbij het personage Hans Castorp in de hermetische wereld van het sanatorium de Toverberg een leerproces doormaakt die tevens zijn inwijding in het leven vormt. “Hermetisch, leerproces en het leven”? Mogelijk zijn er toch overeenkomsten met dit bijzondere gebouw.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

35


A

rchitect Erik Schotte van LIAG architecten en bouwadviseurs: “Op de locatie van de basisschool ‘t Schrijverke verrijst IKC De Toverberg, waarin ’t Schrijverke en kinderopvang de Drie Ballonnen worden gehuisvest. Het gebouw is naar verwachting in april volgend jaar klaar en staat in het Buitengebied-West; een typische wijk uit de jaren ’70, met sluipdoor kruipdoor straten en een populatie die sinds kort aan het verjongen is. Daar moet je op inspelen; we hebben gekozen voor een gebouw dat positiviteit uitstraalt, waarmee we gebruikers uitdagen zichzelf te ontplooien. Dat

De bovenbouw bevindt zich op de verdieping en biedt een extra ruimte door het terras waar de kinderen ook kunnen leren. In de verbinding tussen het gebouw en de wijk wil de gemeente stimuleren om met de fiets naar school te komen. Er komen twee schoolpleinen, waarbij die voor de oudere kinderen ook een publieke functie heeft met een basket­ balveld.” VERSPRINGENDE RAAMVLAKKEN Architect Carina Nørregaard: “Het is een gebouw zonder lokalen, met aandacht voor de eigen plek

“We hebben gekozen voor een gebouw dat positivisme uitstraalt.” bewerkstellig je in de vormgeving van de leer­ omgeving en de materialisering van het gebouw. SPLIT LEVELS IKC De Toverberg krijgt een repeterende opbouw van de gevel, die door de verspringende ramen uitdaagt om je buiten de begaande paden te begeven. Het gebouw combineert wit stucwerk met geel metselwerk. Dat biedt een contrast met het veelal rode baksteen van het stringente woningritme in de omgeving. Het is van binnen naar buiten ontworpen en ontvouwt binnenwereld met veel momenten van visueel en fysiek contact. De onder-, midden- en bovenbouw zijn verdeeld in units die via split levels gekoppeld zijn, daarmee wordt de groei in leeftijd aangegeven.

36

SCHOOLDOMEIN

november 2016

binnen de school. De units hebben hoeken waar met stamgroepen of individueel gewerkt kan worden en stilteruimtes die als enige gesloten kunnen worden. Langs de gevels bevinden zich de plekken van de basisgroepen als open zones. Daar begint de dag en wordt instructie gegeven. In het midden vind je verschillende werkplekken en een bouwen speelhoek. Een goede basis is een voorwaarde om de inrichting goed uit te werken, waarbij de inrichting voor de differentiatie zorgt en de beleving stimuleert. De verspringende raamvlakken met brede venster­ banken maken het speels en toegankelijk voor kinderen en volwassenen en nodigen uit om in de nissen te gaan zitten. Zo zijn ook de activiteiten van de school van buiten goed zichtbaar. Je kunt in de vensterbank lezen of leren en de grootte en hoogte van de ramen correspondeert met de verschillende leeftijdsfasen. Het gebouw past goed bij het type onderwijs, waarbij kinderen worden aangesproken


ONTWERP EN INRICHTING

op hun mogelijkheden en zelf bijdragen aan hun ontwikkeling.” OOG VOOR ONDERWIJSKWALITEIT Erik verder: “Een aanbesteding van een plan van een andere architect voor dezelfde school was mislukt. De vraag aan LIAG was om binnen vier maanden een nieuw plan op te stellen, van een schetsontwerp naar de bestekstukken omdat de school beloofd was dat ze in de zomer van 2017 een nieuw gebouw zouden hebben. Het eerste deel is gelukt, omdat we fris naar de opgave hebben gekeken als een architect met oog

naar de verdieping de verkeersbewegingen in het gebouw ondersteunt. Onder het trapdeel vind je een speelhuis van de onderbouw, waarin ook een glijbaan is geïntegreerd. Er is een grote gemeenschappelijke keuken met werkplekken op verschillende niveaus. Er zijn geen kantoorruimten in het gebouw, maar wel een paar kleine spreekkamers. De visie van de school en de kinderopvang heeft impact op de manier hoe natuurlijk kinderen en volwassenen met elkaar omgaan. De werkwijze van de school is dat kinderen zelf de dag in mogen vullen en verantwoordelijkheid krijgen.”

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever Gemeente Zoeterneer Project Nieuwbouw IKC De Toverberg van Unicoz Onderwijsgroep en KDV De Drie Ballonnen Team LIAG Erik Schotte, Carina Nørregaard, Ifi Riga, Harmen Landman, Jeroen Kaan, Francis de Kruijff, Hong Siem Betrokken adviseurs Zonneveld Ingenieurs, Rotterdam (constructeur); Vintis Installatieadvies, Zoetermeer (installatie adviseur); Zri, Den Haag (bouwfysica); DSdR architecten (inrichting) Uitvoerende partij Bouwbedrijf Van Deelen Bouwkosten e 2.580.000, - excl. BTW Omvang 1.928 m2 BVO nieuwbouw Oplevering voorjaar 2017

voor de onderwijskundige visie van de opdrachtgever. Door slim te ontwerpen konden we ook de bruto-netto verhouding gunstig beïnvloeden. De uitvoering is inmiddels gestart en de oplevering is gepland in het voorjaar van 2017. De school had als visie dat er geen dichte ruimtes mochten zijn en de directeur en docenten gewoon met de kinderen in een open ruimte zouden verblijven. In het oude ontwerp was die gewenste openheid deels verloren gegaan in verband met brandveiligheid. Dat hebben we in het nieuwe ontwerp met een sprinklerinstallatie opgelost. Wij hebben de speelzaal multifunctioneel ingezet met een grote panelenwand, die aan het centrale atrium grenst; dat is het hart van het gebouw geworden. Aan de ene kant grenst de kinderopvang en aan de andere kant de onderbouw, gekoppeld aan een stamtafel voor ouders. Een vide zorgt voor veel daglicht tot in het hart van het gebouw en begeleidt de bezoekers via de centrale trap naar boven. De trap is speels en zorgvuldig vormgegeven zodat de routing

DUURZAAMHEID Erik: “Alles moet duurzaam zijn, maar je moet ook bereid zijn in duurzaamheid te investeren. In dit project hebben we duurzaamheid op vier niveaus vertaald: een goede gebouwschil, een slimme organisatie binnen, aansprekende architectuur en de Total Cost of Ownership (TCO) zo laag mogelijk. Het gebouw heeft een plat dak met een luchtbehandelingsinstallatie. Het doel was een Frisse School klasse B. Naar alle redelijkheid, gebaseerd op financiën en uitvoerbaarheid, zijn zorgvuldige afwegingen gemaakt waardoor grotendeels klasse B behaald is en op sommige onderdelen zelfs Frisse Scholen klasse A. De Toverberg is naast IKC Stella Nova het tweede gebouw in Zoetermeer dat zo open is en volgens dit onderwijssysteem is gerealiseerd. De schooldirectie kijkt reikhalzend uit naar de opening: “Dit is meer dan we ooit hadden kunnen dromen.” Voor meer informatie kijkt u op www.liag.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

37


Tekst Sibo Arbeek

“Het is mooi om te zien hoe ReadMe bouwkundige elementen verwerkt in de routing. Dat wilden wij ook.”

README VERSTERKT VISIE KINDERCAMPUS NOORD

Natuur komt terug in bewegwijzering Bewegwijzering of wayfinding is belangrijk omdat het de essentie van een organisatie kan versterken. Dat vond de directie van Kindercampus Noord in Den Bosch ook toen het in de aanloop naar het nieuwe gebouw op zoek was naar een bureau dat hen kon begeleiden. Wat rondvragen leverde alleen maar traditionele leveranciers voor bewegwijzering op. Tot de directie ReadMe via Google vond. Het resultaat is prachtig en versterkt de visie en ambitie van de school.

F

rauke Donners is directeur van Basisschool Noorderlicht en co-manager van Kinder­ Campus Noord. Samen met coördinator onder­ bouw Manu Urgert werkt ze hard aan de bouw en inrichting van basisschool Noorderlicht, waar 350 leerlingen uit de wijk de Rompert onderwijs gaan volgen. Noorderlicht is in 1975 opgericht en snel heel groot geworden, zodat de school op drie locaties onderwijs aanbood: “We werkten al langer als een kindcentrum, maar fysiek samenwerken was lastig. Nu komen we eindelijk na veertig jaar weer bij elkaar in de Kindercampus Noord; een compact gebouw in drie lagen, met een centrale as waarlangs de verschillende leergebieden liggen. ”Het mooie is dat we een afspiegeling van de wijk vormen met een

38

SCHOOLDOMEIN

november 2016

mix van achterstandskinderen en kinderen uit een hoger sociaal milieu; een school met veel nationaliteiten, een soort van wereldschool eigenlijk. Naast Noorderlicht zijn onze partners Kinderopvang NulVier en tafeltennisvereniging Never Despair.” STERKER IN TEAMS “Wij zijn in de kern een klassikale school, maar dit gebouw faciliteert ons om een volgende stap te maken. Leerpleinen gaat nog te ver, maar we gaan wel groeperen op leerjaren, waarbij we telkens vier groepen voor 100 kinderen koppelen aan een centrale ruimte. Bijvoorbeeld de groepen 3 en 4 bij elkaar, waarbij we door lokalen met veel glas en schuifdeuren toch een groepdoorbrekende setting creëren. Dat clusteren


ONTWERP EN INRICHTING

naar leerjaren vormt de structuur van de organisatie en het gebouw. Door leerjaren bij elkaar te zetten geven we kinderen die wat vooruit zijn of juist wat meer uitleg en oefening nodig hebben, de mogelijkheid bij en van elkaar te leren. Onze teamleden geven zich individueel een zeven, maar als ze samenwerken een negen. Het nieuwe gebouw stimuleert daarom het samenwerken in teams, waardoor we kinderen nog meer op maat bedienen. Uiteindelijk hopen we door te groeien naar gepersonaliseerd leren, maar daar moet je als team samen klaar voor zijn.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw Kindercampus Noord in den Bosch Opdrachtgever Gemeente Den Bosch/ bouwheer Ato ScholenKring Bewegwijzering ReadMe Architect

NATUURLIJK LEREN Manu: “Het zijn stadse kinderen, waarbij kinderen al vijf jaar met iPads werken. Je merkt dat kinderen een mindere spanningsboog hebben en daarom nemen we natuurlijk leren en spelen als uitgangspunt. De natuur levert enorm veel toegevoegde waarde voor het onderwijs. Natuurlijk leren is geen onderwijs­ concept. Je kunt een vak als natuur uit een boek leren, maar je kunt ook buiten gaan zoeken en ontdekken. We weten dat kinderen meer leren door met de voeten in de klei te staan. We leggen buiten een grote natuurtuin aan. Elk cluster heeft een daarom een natuurlijk thema zoals bos, duin, oceaan en rots en dat komt terug in de kleuren.”

Jorissen en Simonetti Aannemer Rotsbouw Vloer Forbo Ingebruikname: Start schooljaar 2017-2018

GOOGELEN OP ROUTING EN SIGNING Frauke: “Kwaliteit staat bij ons voorop en dat moet ook in de bewegwijzering terugkomen. Er zitten hier best wat bedrijven in de regio, maar ik wilde geen 13 in een dozijn zijn, met de geijkte bordjes op de deuren. We wilden een hoog afwerkingsniveau en het moest stylish zijn. Ik wilde ook geen letters, omdat

kinderen beelden sneller begrijpen. Ik heb op routing en signing gegoogled en zo kwam ik bij ReadMe uit. We hadden twee partijen uitgenodigd en de pitch van Jeroen sloot precies aan bij hoe wij het wilden. Hun portfolio was geweldig en laat zien wat wayfinding met gebouw kan doen, zoals teksten over de trap­ leuning of natuurlijke materialen tegen de muur. Het is mooi om te zien hoe ReadMe bouwkundige elementen verwerkt in de routing. Dat wilden wij ook.” Jeroen over de begrippen: “Bewegwijzering is het overkoepelende begrip en signage is de uitingsvorm. De visie van de school was ons vertrekpunt en daarom hebben wij de natuurthema’s en verschillende kleuren als uitgangspunt voor onze verbeelding genomen. Aan de begrippen bos, duin, rots en oceaan hebben we weer dieren verbonden en dat hebben we vertaald naar footprints, kleur, bewegwijzering, achterwanden en de toiletten. Wat kun je met een oceaan doen en welke dieren leven erin. Door dat op het niveau van de plattegrond door te voeren vloeien visie en ontwerp samen. Dan wordt signage ook een educatief middel. Elk lokaal heeft een eigen dier, in combinatie met een nummer en de kleuren van het bos komen terug in de dieren. We voegen waarde toe wanneer we al in een vroegtijdig stadium in gesprek gekomen. Het casco stond, maar we konden mee­ denken in de tekeningen en dus konden we de visie van de school goed vertalen. Dan wordt het een proces waarin je elkaar scherp houdt en stimuleert. En dat levert een prachtig resultaat op.” Manu lacht: “Ik kan nu ook al kinderen typeren. We verkneukelen ons al hoe kinderen straks gaan reageren.” Kijk voor meer informatie op www.readme.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

39


Tekst Mireille Uhlenbusch Foto HEVO

Betere huisvesting in speciaal onder­wijs door samenwerking Door samen te werken bereik je vaak meer, in het geval van huisvesting levert samenwerken betere huisvesting en lagere kosten op. Binnen de krappe budgetten voor onderwijshuisvesting is dit meer dan welkom. HEVO is ervan overtuigd dat gezamenlijke huisvesting mogelijk is zonder verlies aan kleinschaligheid.

E

r is veel verouderde onderwijshuisvesting in Nederland. Naast het gegeven dat veel gebouwen bouwtechnisch verouderd zijn, zijn deze gebouwen dat functioneel en exploitatietechnisch ook zeker. Vaak voldoet het comfort totaal niet aan de eisen die de maatschappij aan gebouwen stelt. Bij het Speciaal Onderwijs speelt dit probleem zeker niet minder dan bij andere onderwijssoorten. Vaak zijn de scholen decennia geleden met alle goede bedoelingen verwezen naar verlaten schoolgebouwen, werkplaatsen of andere leegstaande gebouwen. Destijds zorgde een flinke verbouwing ervoor dat het gebouw weer tientallen jaren gebruikt kon worden, maar de rek lijkt er nu echt uit te zijn. Het lijkt tijd om de huisvesting van het Speciaal Onderwijs tegen het licht te houden. SCHAALVERGROTING Het Speciaal Onderwijs is in de afgelopen jaren veranderd. De betrokkenheid bij de leerlingen is gebleven, maar de zorgvraag is veranderd en verzwaard. Dit leidt tot meer vraag naar specifieke expertise bij een gelijkblijvend of teruglopend leerlingenaantal. De ontwikkeling van Passend Onderwijs doet daar vaak nog een schepje bovenop. Groei is nauwelijks mogelijk omdat

40

SCHOOLDOMEIN

november 2016

het verzorgingsgebied gelijk blijft. Vaak is groei ook niet wenselijk omdat kleinschaligheid voor veel leerlingen en ouders belangrijk is. De exploitatievergoeding voor deze huisvesting schiet volstrekt te kort wanneer een schoolgebouw gerenoveerd moet worden. In het Primair Onderwijs zijn brede scholen ontstaan, in het Voortgezet Onderwijs is de laatste jaren schaalvergroting ontstaan door samenvoegen van locaties. Hierbij was zeker niet altijd voldoende aandacht voor de (te) grote schaal van de onderwijsomgeving. Vaak wordt de kleinschaligheid weer terug gebracht door leerhuizen, domeinen of sectoren te creĂŤren binnen de scholen. Een groot voordeel van de schaalvergroting was echter dat de huisvesting beter te exploiteren werd. Enkele scholen in het Speciaal Onderwijs hebben dit ook gezien. Deze scholen hebben de stap gezet om de voordelen van schaalvergroting te plukken zonder de kleinschaligheid te verliezen. SLIMME OPZET Samen sta je sterker, kun je krachten bundelen en bij huisvesting ook budgetten bundelen. Veel voorzieningen die voor het Speciaal Onderwijs wenselijk zijn, zijn voor kleine locaties niet haalbaar omdat de bezetting


ONTWERP EN INRICHTING

ervan te laag is. Meer dan één gymzaal waarin in elke zaal op maat gemaakte voorzieningen worden gerealiseerd, een diversiteit aan buitenruimten, een aula met podiumvoorziening, praktijkruimten met goede inrichting, al dit soort ruimten worden beter betaalbaar als ze intensief gebruikt worden. Gezamenlijk gebruik van ruimten door meer gebruikers vraagt goede afspraken vooraf en vervolgens een slimme opzet in gebouw en terrein. Hierdoor wordt de synergie optimaal en de kleinschaligheid voor de leerlingen blijft behouden. Maak bijvoorbeeld voor iedere gebruiker een eigen toegang maar creëer wel een centrale gymvoorziening die voor iedereen gemakkelijk te bereiken is. Maak ‘eigen’ lokalen voor de basisbezetting van de gebruikers, maar zorg ook voor enkele ‘overlooplokalen’ en specifieke (vak)lokalen voor de ontwikkeling van de kinderen. Dit wordt mogelijk als je vooraf goed over de samenwerking en opzet nadenkt. SPONTANE INFORMELE UITWISSELING VAN EXPERTISE Naast voorzieningen voor de leerlingen zijn er ook veel ondersteunende ruimten die gezamenlijk gebruikt kunnen worden. Spreekkamers, kantoren, ontvangstbalies et cetera kennen vaak een lage bezetting.

De gebruikers werken vaak maar parttime of zijn soms slechts incidenteel aanwezig. Door deze ondersteunende ruimten flexibel in te zetten verbetert de bezetting (en daarmee de betaalbaarheid) en als bonus is er spontane informele uitwisseling van expertise tussen professionals door medegebruik! Onze ervaring is dat er zomaar 15% aan ruimte en daarmee aan investeringskosten én exploitatiekosten gewonnen kan worden wanneer slim samen wordt gewerkt aan huisvesting. De ervaring die HEVO heeft opgedaan in het Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs met het samen ontwikkelen van en werken in één gebouw wordt momenteel ingezet voor de ontwikkeling van een gezamenlijk Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) schoolgebouw in Breda en de transformatie van een school tot een (V)SO school in Eindhoven. Hierbij blijft de klein­schaligheid en eigenheid van de gebruikers behouden. HEVO geeft advies vanaf de haalbaarheidsfase tot en met oplevering en gebruiksfase over de oplossingen die de voordelen van gezamenlijke huisvesting mogelijk maken zonder verlies aan kleinschaligheid. Voor meer informatie mail Mireille Uhlenbusch: mireille.uhlenbusch@hevo.nl

SCHOOLDOMEIN

november 2016

41


Tekst: Sibo Arbeek Foto’s Stijn Poelstra

INNOVATIEF EN EFFECTIEF

Hybride onderwijstafel voor digitaal en regulier onderwijs

42

SCHOOLDOMEIN

november 2016


ONTWERP EN INRICHTING

Hoofd facilitaire dienst van de Universiteit van Leiden Ton Bakker is blij met de hybride onderwijstafel die hij heeft aangeschaft: “Op deze manier kan ik digitaal onderwijs en regulier onderwijs in dezelfde setting combineren. Dat maakt dat het onderwijs effectiever wordt ingericht en bespaart vierkante meters die ik hard nodig heb om onze groei op te vangen.”

D

e faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen in het Bio Sciencepark in Leiden wordt fors verbouwd. Hoofd facilitaire dienst Ton Bakker: “Onze facilitaire dienst is decentraal binnen de Universiteit Leiden georganiseerd omdat wij ten opzichte van de overige faculteiten een afwijkende werkomgeving hebben. Mijn medewerkers hebben nagenoeg allemaal een laboratoriumachtergrond en moeten bijvoorbeeld met chemisch afval kunnen werken. De wetenschap ontwikkelt zich in hoog tempo en daarmee wordt het studeren en opleiden van mensen anders. De panden uit 1967 zijn verouderd en onderhoud en de aanwezigheid van asbest dwongen ons tot de keuze; saneren of slopen en nieuwbouw. Wij hebben gekozen voor het laatste, omdat je dan beter kunt inspelen op nieuwe ontwikkelingen. We bouwen de nieuwe faculteit in 3 fasen en de eerste fase is net afgerond. De ontwikkeling tweede fase is nu gaande en uiteindelijk worden alle bouwdelen aan elkaar verbonden. Nieuwbouw van een faculteit als die van ons is complex vanwege de diversiteit aan laboratoria die je nodig hebt. Je vindt hier alleen al vier soorten water in het pand: bedrijfswater, drinkwater, proces koelwater en demiwater. Er lopen honderden meters speciaal gas-, stikstof- en heliumleidingen door het pand, diverse soorten stroomvoorzieningen die oplopen tot 64Amp en het pand is voorzien van een uiterst geavanceerde luchthuishouding. Er zijn verschillende meethallen welke zijn voorzien van trillingsvrije eilanden die op spiraalveren of luchtkussens staan, vanwege de trillingsgevoeligheid. Zelfs de golfslag aan de kust kan door sommige uiterst gevoelige opstellingen worden waargenomen. Wetenschappelijk onderzoek is de laatste jaren steeds verder ontwikkeld.

GROEIPROGNOSE “Anders dan bijvoorbeeld bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam ligt onze universiteit over de hele stad verspreid. De student is verweven met de stad en zonder studenten zou Leiden niet de stad zijn die het nu is. De hele universiteit geeft op het Bio Sciencepark colleges omdat we hier zalen hebben met een capaciteit voor 750 studenten. Tijdens de planvorming is een groeiprognose gehanteerd van circa 14% gebaseerd op ervaringscijfers, maar in de praktijk blijkt dit flink hoger te liggen, door een toenemend aantal studenten in de afgelopen jaren. Wij voorzien dat deze groei zich de komende jaren doorzet en daarmee een groeiend ruimteprobleem ontstaat. Dat betekent

“Omdat je in feite één lokaal minder nodig hebt, verdien je meerkosten in de exploitatie snel weer terug.” dat we slimme oplossingen moeten zoeken waarbij de kwaliteit van de onderwijsfaciliteiten hoog blijft. Veel van onze computerlokalen werden niet constant gebruikt en dat gold ook voor de meer traditionele lokalen en kleinere collegezalen. Daar viel winst te behalen.” HYBRIDE ONDERWIJSTAFEL “We werden getriggerd door een oplossing bij de TU Delft, waar een hybride tafel stond, die hand­ matig bediend moest worden. Universiteiten hebben onderling veel contact en zo kwamen we bij de

SCHOOLDOMEIN

november 2016

43


Ton Bakker (l) en Bas Arkesteijn

Rijksuniversiteit Groningen die een elektrische hybride toetstafel gebruikt. Deze tafel bleek van Ahrend te zijn.” Bas Arkesteijn van Ahrend legt uit: “Bij de TU Delft werden wij voor het eerst geconfronteerd met de behoefte aan een toetsmeubel met geïntegreerde PC waarbij de mogelijkheid bestond om snel en efficiënt te kunnen wisselen van schriftelijk naar digitaal toetsen en vice versa. Sindsdien zijn wij volop verder gegaan met de ontwikkeling van dit meubel omdat wij ook bij andere onderwijsinstellingen merkten dat deze behoefte aanwezig was. De ontwikkeling heeft geresulteerd in een hybride onderwijstafel met een geïntegreerde computer. Door middel van een elektrische bediening kan binnen een paar seconden gewisseld worden tussen digitaal en schriftelijk gebruik. Bij schriftelijk gebruik is er niets van de computer zichtbaar, bij digitaal gebruik komen het beeldscherm, toetsenbord en muis elektrisch omhoog en zijn direct te gebruiken. Bij de Rijks Universiteit Groningen (RUG) hebben we hiermee een eerste pilot traject met 300 stuks gerealiseerd waarbij we samen met de RUG hebben gekeken naar mogelijke verbeterpunten. Bij de Universiteit van Leiden was de vraag iets anders omdat het hier geen dedicated toetsomgeving betrof maar een instructielokaal waar zowel schriftelijk als digitaal onderwijs wordt gegeven.” Ton knikt: “We hadden apart ingerichte computerzalen en de traditionele collegezalen. We zien dat computeronderwijs in bepaalde blokken gegeven wordt en dat de specifiek hiervoor ingerichte onderwijsruimten hierdoor vaak niet bezet zijn. Met hybride tafels kan de ruimte permanent gebruikt worden en maken we efficiënter gebruik van de vierkante meters. De tafels zijn gekoppeld waarbij de

44

SCHOOLDOMEIN

november 2016

kabels vanuit de gevel de meubels in geleid worden en niet zichtbaar of bereikbaar zijn. Bij de docent is een sleutelschakelaar geplaatst waarmee de docent centraal kan bepalen of de bediening van de tafels mogelijk is of niet. Studenten kunnen vervolgens zelf de bediening doen en daarmee de computer omhoog of omlaag laten komen. Om dit mogelijk te maken zijn twee gescheiden stroomcircuits aangelegd in de wandgoot: Eén voor de voeding van de pc’s en één voor de bediening van de tafels. Daarmee wordt ook voorkomen dat er een te zware piekbelasting op het netwerk ontstaat waardoor de stoppen eruit kunnen springen. Aandachtspunt is dat je de verschillende disciplines goed aansluit en dat de ICT-specialist en de elektricien hun werkzaamheden goed op elkaar afstemmen. Het meubel is in aanschaf wel wat duurder, maar omdat je in feite één lokaal minder nodig hebt, verdien je dat in de exploitatie snel weer terug.” Bas: “Het model dat we voor de RUG hadden ontwikkeld is hier doorontwikkeld naar versie 2.0. Zo zijn alle kinderziektes uit het ontwerp gehaald, hebben we het binnenwerk modulair en daarmee flexibel gemaakt en zijn verbeteringen doorgevoerd waardoor het meubel efficiënter geleverd en geïnstalleerd kan worden. Het is hiermee geschikt voor een bredere doelgroep en voorziet optimaal in de flexibele behoefte van onze klanten. DIDACTISCHE MEERWAARDE Ton laat ons een lokaal zien waarin de tafels in gebruik zijn. Voor het oog ziet het er uit als een normale collegetafel, die schakelbaar in een rij of los neer te zetten is. Vanaf de aansluiting in de wand en het eindmeubel zijn geen kabels zichtbaar. “We hebben er 108 aangeschaft en de eerste geluiden zijn positief. Je kunt het meubel goed afstemmen op de behoefte van het soort onderwijs. Wil een docent onderwijs geven waarbij de computer nodig is, dan gaan de schermen omhoog. Wil hij meer een hoorcollege geven dan gaan ze naar beneden. Los van het praktische nut is er dus ook een didactische meerwaarde. Ik verwacht dat we dit meubel in de tweede fase ook nodig zullen hebben. Een aanvullend verzoek van studenten was om ook een aansluiting voor oortelefoons op het meubel aan te brengen. Dat is inmiddels gebeurd.” Bas lacht: “Wij zijn blij verrast dat deze hybride onderwijstafel nu ook succesvol wordt ingezet in een reguliere onderwijsomgeving waarbij de meerwaarde juist in het efficiënte gebruik zit. Dat is ook het voordeel van iemand als Ton, die niet alleen naar de losse inrichting kijkt, maar ook de voordelen vanuit de exploitatie en het beheer ziet. Wanneer je het integraal bekijkt zijn er vaak voordelen te halen.” Kijk voor meer informatie op www.ahrend.com.


Prestatiebevorderende middelen op scholen? We doen er alles aan om de prestaties van leerlingen te bevorderen. Uit onderzoek is gebleken dat de schoolresultaten aanzienlijk beter worden door de leefomgeving op de school. Met vloeren van Bolidt bijvoorbeeld. Minder contactgeluid, meer demping, onbegrensde mogelijkheden qua kleur en vorm. En dan hebben we het nog niet eens over onderhoud en duurzaamheid.

www.bolidt.nl SCHOOLDOMEIN

november 2016

45


Tekst Sibo Arbeek

NIEUWE DOCENTENKAMER VOOR HET DA VINCI COLLEGE

Een eigen plek als belangrijke arbeidsvoorwaarde Het Da Vinci College in Leiden is een dynamische school die graag de buitenwereld naar binnen trekt. In het afgelopen jaar was er sprake van deels uitbreiding en deels renovatie. Belangrijk in dat proces was een nieuwe en vooral eigen docentenkamer voor de docenten. Met de nadruk op kamer.

H

et gesprek vindt plaats op de kamer van rector Anniek Dezitter. Naast haar zijn collega’s Dick Twigt van beheer en organisatie en lid van de werkgroep en docent biologie, science en algemene natuurwetenschappen Marie-José van der Voort aanwezig. Het proces van inrichting werd begeleid door Laurens van de Vis en Rob Toebes, werkzaam bij Vanerum. Anniek over de school: “Het Da Vinci College is een school voor openbaar onderwijs met zo’n 1.000 leerlingen en 100 medewerkers. We bieden onderwijs aan in mavo, havo en vwo met als specifieke profielen kunst en cultuur, science en technasium. Ons onderscheidende kenmerk is dat we een diverse en veelzijdige school zijn. We staan open voor buiten leren, maar willen de buitenwereld ook graag naar binnen halen. Ons credo is: Da Vinci kijkt verder. Leerlingen moeten leren, maar medewerkers ook. Alles is constant in beweging en

dat geldt ook voor informatie en de wijze waarop we kennis willen overdragen.” Over het gebouw: “Deze school is in 1963 gebouwd. De laatste jaren zijn we bezig met nieuwbouw en renovatie. Er is een vleugel aangebouwd, we hebben een nieuw technasium en het kunstblik, ons schooltheater. Nu bereiden we een facelift voor onze aula voor, het hart in de school. Belangrijke reden om dit gebouw aan te pakken is dat we de kwaliteit van het onderwijs verder willen verbeteren. Toekomstgericht onderwijs betekent ook een ontwikkeling naar gepersonaliseerd onderwijs. Dat vraagt weer om verder na te denken over onze huisvesting en de inrichting ervan. Dat vergt ook veel van het team, dat relatief lang op school blijft om te werken en lessen voor te bereiden. Veel voorzieningen zijn verbeterd, zoals ICT, de sectiekasten en de aankleding van de school, maar we misten een goede ruimte voor docenten.”

Vlnr: Marie-José van der Voort, Anniek Dezitter, Laurens van de Vis, Rob Toebes en Dick Twigt

46

SCHOOLDOMEIN

november 2016


ONTWERP EN INRICHTING

ARBEIDSVOORWAARDEN “We vinden dat we al jarenlang ons personeel in secun­daire arbeidsvoorwaarden te kort hebben gedaan. De ruimte die we hadden was te klein, slecht onderhouden met weinig daglicht.” Marie-José knikt: “We wilden een ruimte creëren om mensen zich prettig te laten voelen, waar ze goed kunnen werken, ontspannen en relaxen. De pauzes zijn al kort en met heen en weer geloop houd je 10 minuten over. Een werkgroep heeft samen met Dick een programma van eisen opgesteld.” Dick lacht: “En ook al mogen de leerlingen niet binnenkomen; de kamer bevat veel ramen en al die ramen kijken uit op leerling ruimten. De lange tafel in de kamer biedt overzicht op de gang. Je hoort ze de hele dag en je blijft ze ook altijd zien.” Marie-José: “Sommige scholen hebben geen goed toegeruste docentenruimten en docenten zitten dan vaak in hun eentje in een lokaal om lessen uit te werken. Ik vind mijn leerlingen heel lief, maar soms heb ik behoefte aan rust en een ruimte om lessen voor te bereiden, met collega’s te overleggen, docenten in opleiding te coachen en onderzoek te doen. Ik probeer mijn werk zoveel mogelijk op school te organiseren.” VERSCHILLENDE KWALITEITEN Rob reageert: “En daarom heet het ook docenten­ kamer, soms zitten de docenten hier meer dan thuis. Dat kwam ook terug in het programma van eisen; het moest een ruimte worden met verschillende kwaliteiten; overleg, zelfstandig werken, relaxen, terugtrekken, ontspannen en eten. Dat hebben we op verschillende manieren vertaald; niet alleen met tafels en stoelen, maar ook met hoog zitten en loungen. We hebben voor de banken een stoffering gekozen

die goed af te nemen is. Het comfort van de stoelen is ook afgestemd op meerdere typen gebruikers, van de jonge tot de wat oudere docent.” Marie-José: “Het is ook leuk dat je kleinere en grotere plekken hebt, in de coupés zit je met z’n vieren en je hebt ook een zithoek waar veel van onze wat rijpere mannelijke eerstegraads docenten zitten.” Iedereen lacht en Rob vult aan: “Het is een ruimte met aan drie kanten daglicht en een lichtkoepel. We hebben op een natuurlijke manier hoekjes en afscheidingen gerealiseerd, met in het midden een eikenwand van warm hout. We hebben de tussenkleuren van het Da Vinci logo gebruikt en dat creëert een warme uitstraling, ook door de natuurlijke materialen. Als je er alleen zit voel je je toch niet alleen door de warme uitstraling. In de oude docentenkamer zaten vaste mensen aan vaste tafels. In de nieuwe ruimte zie je dat afhankelijk van de werkzaamheden mensen andere plekken gebruiken.” PROEFZITTEN Dick over het proces: “Vanerum voelde goed aan wat we wilden. En we zijn met de werkgroep in Houten komen proefzitten en proefkijken, om het zelf ook te ervaren.” Rob knikt: “Nadat de werkgroep in Houten is geweest hebben we de tekeningen aan de directie gepresenteerd en die was tevreden. Anniek ten slotte: “En nu we de docentenkamer hebben willen de leerlingen ook zo’n ruimte. “Wanneer komen wij aan de beurt”, vragen ze. “Dat wordt de volgende klus, wanneer we de aula gaan herinrichten.” Vanerum team: Laurens van de Vis en Rob Toebes. Kijk voor meer informatie op www.vanerum.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

47


Tekst Myrta Maas

GEMEENSCHAPPELIJKE DELER

Twee scholen in één nieuw gebouw

PROJECTINFORMATIE Project Brede Buurtschool Moerwijk, Den Haag Architect DP6 architectuurstudio, Delft Opdrachtgever Gemeente Den Haag Adviseur constructie Pieters Bouwtechniek, Amsterdam Adviseur installaties Royal Haskoning DHV, Rotterdam Adviseur bouwfysica DGMR, Den Haag

“Bij beide scholen staat het thema ‘taal’ centraal.”

Pleisterwerk Strikolith Fotografie Michel Kievits

48

SCHOOLDOMEIN

november 2016


ONTWERP EN INRICHTING

Al vanaf de hoek van de straat is het te zien, de Brede Buurtschool Moerwijk in Den Haag is een bijzondere school! Of eigenlijk, twee scholen binnen één nieuw gebouw. Met elk hun eigen doelgroep maar met een gemeenschappelijke deler: het thema ‘taal’ staat bij beide scholen centraal. Dat thema is op een bijzondere manier door DP6 architectuurstudio in het ontwerp voor de Brede Buurtschool verwerkt.

B

rede Buurtschool Moerwijk huisvest twee basisscholen (De Cor Emousschool voor speciaal onderwijs en OBS De Kleine Wereld), een voorschool, kinderdagverblijf en multifunctionele ruimten binnen één veilig, overzichtelijk gebouw. LEVENDIG HART Een duidelijke, open sfeer en overzicht van de ruimte is belangrijk voor de kinderen van De Kleine Wereld en de Cor Emousschool. De gymzalen zijn daarom opgetild waardoor de begane grond vrij is voor ruimtelijkheid, overzicht en oriëntatie bij binnenkomst. In het levendige hart van de brede school is ruimte voor de activiteiten van onder andere het LeerKansenProfiel, zoals voorstellingen, dans, techniek en muziek. Een ruime zitkuil met treden om op te zitten biedt het zicht op het podium, dat is gecombineerd met de speellokalen van De Kleine Wereld. Aan weerszijden van dit hart zijn in de ‘vleugels’ van het gebouw de groepsruimten van De Kleine Wereld aan de zuidoostzijde, en van de Cor Emousschool aan de noordwestzijde gesitueerd, elk rondom een eigen overzichtelijk ‘binnenpleintje’. EIGEN RUIMTELIJKE OPZET In de ruimtelijke opzet van de afzonderlijke scholen aan weerszijden van het gemeenschappelijk hart is per school de eigen wijze van onderwijs en begeleiding tot uitdrukking gebracht. Zo zijn de groepsruimten van De Kleine Wereld gevormd rondom leerpleintjes met een grote transparantie tussen lokaal en ‘binnenplein’, terwijl de Cor Emousschool juist vanwege haar speciaal onderwijs doelgroep de diverse werkvormen binnen rustige, ruime lokalen organiseert. Binnen het gebouw is met natuurlijke mate­rialen als hout en marmoleum en witte wanden een rustige en lichte sfeer gecreëerd. Op enkele plekken, bijvoorbeeld in vergaderruimten, zit/speelhoeken en de bibliotheek zijn gedekte kleuren toegepast. TAAL CENTRAAL Bij beide scholen staat het thema ‘taal’ centraal. Dit komt tot uitdrukking in het kunstwerk dat DP6 in het ontwerp van de school opnam. Het kunstwerk bestaat uit keramische tegels die samen schrijfletters vormen die van buiten via de twee entrees naar binnenin het gebouw lopen. Daglicht komt van boven langs de letters op de gymzalen, en je ziet meteen waar je naar je eigen school en je eigen plek kunt gaan. Aan de buitenkant vormen de letters het beeldmerk van de BBS, in het interieur geven ze oriëntatie in de beide scholen. Zo functioneert het kunstwerk als gemeenschappelijke deler van de gebruikers van de brede buurtschool. Voor meer informatie surft u naar www.dp6.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

49


Tekst Sibo Arbeek

PASSENDE RENOVATIE VOOR HET NIEUWE LYCEUM

Transformatie creëert voorwaarden voor een vernieuwende leeromgeving Architect Maarten Sanders won de selectie met een simpel maar doeltreffend ontwerp: aansluiten bij de oorspronkelijke architectuur uit de jaren ’30, maar wel in een vorm waarbij techniek en onderwijskundige ontwikkelingen samenhangend zijn vertaald. Het resultaat: een vernieuwende maar vooral ook slimme leeromgeving.

M “De intimiteit van een bestaand gebouw maakt het juist mogelijk om op beide kwaliteiten te sturen: geborgenheid en openheid.”

50

SCHOOLDOMEIN

aarten Sanders van 0III architecten werkt samen met projectleider Jeroen Janssen van Het Nieuwe Lyceum en André Ceton van HEVO aan het project. Jeroen: “Het Nieuwe Lyceum bestaat ruim 80 jaar en is een havo- vwoschool met 1.100 leerlingen in Bilthoven. We liggen strategisch goed, vlakbij het station en niet ver van Utrecht, zodat we een breed voedingsgebied bestrijken. We hebben bewust voor behoud van het gebouw gekozen omdat het op zo’n mooie plek staat, aan de Jan Steenlaan naast sportvelden en een klein natuurgebied.” Maarten vult aan: “Het is een luxueuze omgeving en de school is ooit ontworpen als een grote landelijke villa. Het oorspronkelijke gebouw uit 1938 is in de oorlog gebombardeerd en in dezelfde stijl weer teruggebouwd. Dezelfde architect heeft het nog twee keer uitgebreid en toen hebben andere architecten na 1968 in 1995 en 2008 aanpassingen en uitbreidingen verricht, met telkens een eigen uitstraling en architectuur. Zo is een verzameling fragmenten ontstaan zonder samenhangende ruimtelijke en onderwijskundige identiteit.” GEEN HART Jeroen legt uit: “Daarom heeft de school ook geen hart. Het is een traditionele gangenschool waarbij de leerlingen naar een lokaal gaan waarin vaak een vaste docent zit en we ontwikkelen ons van redelijk traditioneel onderwijs naar gepersonaliseerd onderwijs. Daarbij blijft de klas een belangrijk ijkpunt

november 2016

in het leerproces, maar krijgen leerlingen veel meer de regie op het eigen leerproces. Die visie heeft zich vertaald naar zogenaamde teamvleugels, die bestaan uit clusters lokalen met een eigen studieplein. Door die visie ruimtelijk te vertalen verwachten we dat de aansturing makkelijker wordt en creëren we ook meer ruimten. In de nieuwe situatie hebben de leerlingen een eigen thuisbasis en hoeven dus niet langer voor elke nieuwe les zich door het gebouw te verplaatsen, alleen de kunstvakken, gym en de BINASK vakken hebben een eigen afdeling.” DWINGENDE STRUCTUUR Maarten: “Nadat de ideeën op tafel lagen kwamen wij erbij. De dwingende structuur uit de jaren ‘30 met dragende wanden en gevels konden we goed vertalen naar de teamvleugels die makkelijk te koppelen waren aan de verschillende bouwdelen rondom het nieuwe hart. Een ander belangrijk uitgangspunt was dat het naast de renovatie ook deels een opgave voor vervangende nieuwbouw was, waarbij we de vormentaal van de oorspronkelijke architect hebben opgepakt om tot een nieuwe en logische ruimtelijke samenhang te komen. De binnenplaats is volgebouwd met lelijke platte dozen en die halen we weg; we trekken de fraaie kapvorm door zodat er een carré ontstaat met een transparant atrium in het midden. Daar komt het hart dat een visuele verbinding heeft met de studiepleinen die er als een krans omheen liggen. De kap bevat nu een onvoldoende gebruikte zolder en daar maken we een teamvleugel voor de bovenbouw.


ONTWERP EN INRICHTING

De installaties krijgen daar ook een plek, zodat alle techniek onderdeel van de architectuur vormt. Jeroen knikt: “De architect heeft de opgave slim opgepakt; de zes noodlokalen gaan weg en alles vormt onderdeel van een samenhangende architectuur. Daarbij benutten we de ruimten veel beter dan nu het geval is.” Maarten knikt: “Door die karakteristieke kapvorm door te trekken kunnen we met relatief eenvoudige bouwkundige ingrepen veel effect bereiken, waardoor we ook nog eens binnen het financiële kader blijven.” KATALYSATOR HEVO begeleidt het traject vanuit risicodragend projectmanagement. André over het proces: “De noodzaak om onderwijskundig te veranderen valt goed samen met de fysieke transformatie. De renovatie is eigenlijk een katalysator voor dat proces van inhoudelijke vernieuwing. Twintig jaar geleden is het gebouw voor het laatst gerenoveerd en we hebben al de jaren naar dit moment toegewerkt, de kroon op het werk. Ik vind het een mooi voorbeeld hoe je waardevolle bestaande huisvesting kunt hergebruiken en het weer voor 30 jaar toekomstbestendig maakt. De opgave om de exploitatielasten binnen de norm te krijgen en ook binnen de kaders te verduurzamen

is geslaagd. Daarnaast blijft de school doordraaien tijdens de vernieuwbouw en is er geen aanvullende tijdelijke huisvesting nodig door een uitgekiende fasering.” DIALOOG Gekozen is voor renovatie en dat is bewust. Maarten daarover: “Een bestaand gebouw legt beperkingen op, maar juist de beslotenheid ervan levert ook weer meerwaarde op. Tegenwoordig gaat het vaak om groot, open en imponerend, waarbij zien en gezien worden het credo is, maar niet iedereen zit daarop te wachten. De intimiteit van een bestaand gebouw maakt het juist mogelijk om op beide kwaliteiten te sturen: geborgenheid en openheid.” Jeroen knikt: “Dat is steeds de dialoog die we met elkaar hebben gevoerd en waarin we elkaar gevonden hebben: een moderne leeromgeving in een bestaand gebouw dat en lucht krijgt en zijn identiteit bewaard. Over ruim een jaar kunnen de lezers van Schooldomein het resultaat bewonderen.” Kijk voor meer informatie over de projecten van OIII architecten op o-drie.nl of mail naar maarten@o-drie.nl. U kunt ook mailen met Jeroen Janssen van Het Nieuwe Lyceum jnn@hetnieuwelyceum.nl of André Ceton van HEVO andre.ceton@hevo.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

51


Revolutionair Spectaculair Modulair

Gezonde gebouwen essentieel voor gezond leven Werken, leren of wonen in ongezonde gebouwen kan leiden tot astma, vermoeidheid en slechte arbeidsprestaties. Onderzoek heeft uitgewezen dat scholen met een ongezond binnenklimaat de leervaardigheden van kinderen negatief beinvloeden. Aangezien we meer dan 90% van ons leven doorbrengen in gebouwen is het essentieel dat we hierin zorgen voor een goed binnenklimaat met voldoende gezonde lucht en daglicht.


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat

VELUX modulaire lichtstraten zijn speciaal ontworpen om daglicht en natuurlijke ventilatie te brengen in utiliteitsgebouwen zoals scholen, kantoren en winkelcentra. De VELUX modulaire lichtstraat kan worden aangesloten op een gebouwbeheersysteem, zodat modules op tijd kunnen worden geopend voor natuurlijke ventilatie en zonwering tijdig kan worden gesloten om oververhitting te voorkomen. Download onze gratis CAD en BIM objecten: www.modulairelichtstraten.velux.nl

STAND 53


Tekst Sibo Arbeek

IKC DE GOUDEN GRIFFEL SPEELT MET RUIMTE EN BEELD

Een villa in de polder

De uitstraling van De Gouden Griffel in de nieuwe wijk in Berkel en Rodenrijs is die van een klassieke Italiaanse villa met een doorlopende architraaf, hoge ramen en een groots balkon met een prachtige balustrade. Allemaal bestemd voor dit IKC, waarbij de visie op het kind vertaald is in een lichte ruimte, die makkelijk te transformeren valt.

“H

et ontwerp is geïnspireerd door de vorm van een orangerie met in de achtertuin kleurrijke beplanting en speeltoestellen onder de bomen”, legt architect Huub Frencken van Frencken Scholl uit. “Die vorm heeft alles te maken met het feit dat de stedenbouwkundige voor de nieuwe wijk Westerpolder Bolwerk graag een publiek gebouw wilde in de stijl van de Helmondse wijk Brandevoort, waar met succes veel neostijlen zijn toegepast. Dus hebben we een villa gemaakt met grote ramen erin. De gymzaal kan door een scheidingswand in twee speellokalen of oefenruimtes worden getransformeerd, maar grenst met een mooie flexibele wand ook weer aan de centrale ruimte, waarin een podium staat. Daardoor kan er vanuit de centrale entree met open werkruimtes en de uitnodigende ontmoetingsplek met keuken

54

SCHOOLDOMEIN

november 2016

en koffie corner één grote ruimte worden gemaakt. Dat heeft veel ruimte voor extra m² opgeleverd, die ten goede aan het onderwijs komen. Eigenlijk is het een slim vormgegeven volume, met oog voor duurzame details en een open plattegrond.” IKC ALS EEN THUIS Directeur Yvonne van der Heijden: “Een echt integraal kindcentrum is ook een thuis, omdat we vanuit dezelfde stichting naast primair onderwijs ook buitenschoolse opvang aanbieden. De cao’s van de mede­ werkers zijn anders, maar iedereen is hier collega van elkaar en dat betekent enorm veel voor het gevoel van gelijkwaardigheid binnen het team. Ik heb de opleiding directeur IKC afgerond bij AVS en merkte hoe verschillend over deze nieuwe functie wordt gedacht. Ik kan de mensen hier aansturen op de gezamenlijke


ONTWERP EN INRICHTING

“Eigenlijk is het een slim vormgegeven volume, met oog voor duurzame details en een open plattegrond.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw IKC De Gouden Griffel van stichting Laurentius te Rijswijk met gymzaal

kernwaarden en dat geldt ook voor het inzetten van activiteiten en ruimten. Zo worden collega’s van de BSO ook binnen onderwijstijd ingezet en dat levert een enorme meerwaarde op. Onderwijs is nog steeds maar binnen gericht; “dat is een opruimklusje; dat kan de BSO wel even doen”, hoor je vaak. Wij vormen één team met gezamenlijke teamuitjes. Je merkt dat de kinderen en hun ouders dat enorm waarderen. We wilden ook wel een PSZ, maar die zijn er helaas al te veel binnen de gemeente. Dat vind ik een gemiste kans in deze tijd, want ik wil graag alles tussen 0 en 12 jaar in huis hebben.”

Opdrachtgever Gemeente Berkel en Rodenrijs Architect Frencken Scholl Architecten Aannemer Slavenburg Bouw Installaties De Blaay- Van den Bogaard Constructie Bartels BVO 2.429 m² Stichtingskosten e 895 per m2 bvo, inclusief btw Ingebruikname 2016

MAATJESTIJD Yvonne verder: “Het is voor kinderen goed om met meerdere leeftijdsfasen in een gebouw te leren, zoals dat thuis ook gebeurt. We hebben hier zogenaamde maatjestijd, waarbij we de kinderen van de groepen 1 tot en met 8 door elkaar zetten en groepjes van vijf kinderen maken. De oudsten geven leiding, halen de kinderen op en doen een gezamenlijke activiteit. Dat vergroot zorgzaamheid naar elkaar en bevordert sociaal gedrag tussen verschillende leeftijden. KPC heeft zogenaamde kernconcepten ontwikkeld, waarmee wij werken, zoals het thema macht en regels. Dat is een school-breed thema, met een gezamenlijke opening. Dat kan iets met toneel, zang of proefjes zijn. Elke leeftijdsfase werkt dezelfde leervraag uit, afhankelijk van leeftijd en niveau. Bijvoorbeeld rond

het thema wie is de baas. Dat loopt van wie is de baas thuis tot een geschiedenisles rond de vraag hoe macht ontstaat. Daar hoort ook een educatief uitstapje naar de rechtbank bij. Aan het eind presenteren ze aan elkaar wat ze geleerd hebben.” KLASSIEK EN FLEXIBEL Huub over het ontwerp: “Het gebouw heeft een klassieke indeling in twee lagen en een grote trap naar boven. Omdat er buiten een grote podiumtrap is ontworpen en de kinderen via deze trap naar de verdieping gaan is er binnen minder verkeersdrukte en dus meer rust ontstaan. Daarnaast is er bewust gekozen om de ruimte, die normaal nodig is voor een podiumtrap, elders aan te besteden. In dit geval is hierdoor ruimte gemaakt voor een vast podium in de BSO-ruimte. Het mooie van het onderwijsconcept is dat de buitenkant traditioneel lijkt, maar de binnenkant één groot leergebied is. De winst in dit gebouw is ook dat we geen aparte aula of speelzaal hebben gebouwd, waardoor we meer m² voor allerlei activiteiten kunnen inzetten. Zo is het podium ook een zithoek met gordijnen, met daaromheen ruimten voor de BSO; die ook weer als wacht- en ontmoetingsruimte dienstdoen.” Huub ten slotte: “Het is uiteraard ook een duurzame school en kent een hoog afwerkingsniveau op het niveau Frisse Scholen klasse B. Duurzaamheid wordt steeds verder doorontwikkeld; ik ben nu bezig met een 0 op de meter school in Woerden. Dat gaat nog een stap verder.” Voor meer informatie kijkt u op www.frenckenscholl.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

55


Tekst: Roel Smit - Stevens Van Dijck

Het gebouw als vijfde dimensie Als huisvestingsadviseur ligt je primaire focus bij de te huisvesten organisatie. Je wilt die organisatie kennen, het DNA doorgronden, weten hoe ze werken. En dat vertalen in een huisvestingsvraag. Dat gaat vaak over harde aspecten als ruimtebehoefte, functionaliteit en onderhoudskosten. Uiteraard is dat belangrijk. Maar nog belangrijker is dat de leerlingen, begeleiders en leerkrachten zich comfortabel voelen.

I

n de afgelopen jaren is er gelukkig veel aandacht geweest voor het aspect Frisse Scholen. Dit is vooral gericht op een beter binnenklimaat en duurzaamheid in brede zin. Maar er zijn meer aspecten. Want een comfortabel gebouw – dat objectief gezien aan alle eisen voldoet - kan nog steeds onprettig aanvoelen. Het kan te maken hebben met kleuren, materiaalgebruik, zichtlijnen, daglichttoetreding maar ook met ruimtelijke beleving en ‘tastbaarheid’ van het gebouw. Iedereen kent wel gebouwen waar je als het ware naar binnen wordt gezogen. En aan de andere kant gebouwen die niet prettig aanvoelen. Onze ervaring leert dat zeker leerlingen in de PO- en VO-leeftijd gevoelig zijn voor sferen en impulsen. Dat verstaan we onder de vijfde dimensie; vergelijkbaar met het fenomeen ‘healing environment’ bij ziekenhuizen.

WELL BEING In de USA wordt op dit moment zelfs een ‘Well Building StandardTM’ ontwikkeld, waardoor gebouwen – net als voor het aspect duurzaamheid – beoordeeld worden op het aspect ‘well being’. Een goed voorbeeld van die filosofie vormen de recentelijk opgeleverde gebouwen voor de Focus Beroepsacademie te Barendrecht en het Kind Onderwijs Zorg-complex Maximaal te Rotterdam. Met name bij Maximaal – een instelling voor zeer moeilijk lerende kinderen en kinderen met een verstandelijke en/of geestelijke beperking – is maximaal aandacht besteed aan die vijfde dimensie. Juist bij deze doelgroep is de psyche van de leerling leidend geweest voor met name het interieur van de school. Sommige leerlingen hebben baat bij een inspirerende omgeving maar andere leerlingen hebben juist baat bij een prikkel­arme

56

Foto KOZ, Simone Drost Architecture

“We gaan ervan uit dat een school die kiest voor de vijfde dimensie ook kiest voor het programma Frisse Scholen.”

SCHOOLDOMEIN

november 2016


ONTWERP EN INRICHTING

omgeving, zoals kinderen in het autistische spectrum. Samen met de leerkrachten en begeleiders zijn de uitgangspunten zorgvuldig in beeld gebracht en is veel aandacht besteed aan het vertalen van de belevingswereld van deze bijzondere groep. Door kleurgebruik, vormtaal, textuur, warmte, harde en zachte materialen.

Hoe bereiken we dit? Uiteraard speelt de architect een hoofdrol bij het ontwerpen van die vijfde dimensie. Het gaat er om dat de architect het DNA van de gebruiker absorbeert en dit op een perfecte wijze weet te vertalen. En dat de architect ook voldoende tijd heeft om die verkenning samen met de gebruikers uit te voeren. Dat betekent dat de keuze van de architect op een zorgvuldige wijze dient plaats te vinden. En het vraagt om een goede briefing. Het middel bij uitstek is het Programma van Eisen (PvE), dat normaliter door de huisvestingsadviseur wordt opgesteld. De meeste programma’s besteden wel aandacht aan de filosofie en werkwijze van de organisatie, maar de vertaling naar sfeer en uitstraling zijn vaak onderbelicht. Termen als ‘transparantie’ en ‘fris’ komen in veel PvE’s voor, maar vaak ontbreekt de nadere uitwerking. De meeste schoolbesturen of –directies bezoeken voorbeeldprojecten. Dat is een heel goed ‘instrument’ om door eigen bevindingen begrippen uit te diepen. Is dit nog betaalbaar? Anders hoeft niet duurder te zijn, maar dat is niet het hele antwoord. We gaan ervan uit dat een school die kiest voor de vijfde dimensie ook kiest voor het programma Frisse Scholen, waar die filosofie naadloos in past. Frisse Scholen vraagt om een gerichte investering, maar het toevoegen van die vijfde dimensie hoeft ten opzichte van Frisse Scholen niet meer te kosten. Je maakt andere keuzes. Dus ‘anders hoeft niet duurder te zijn’ gaat wel op. In een bredere context bezien is het ook interessant om te focussen op de zogenaamde Life Cycle Costs. En dit te gieten in een Design-Build-Maintenance contract (DBM). Een ideaal middel om hogere investeringskosten terug te verdienen door een reductie van de exploitatielasten.

Foto Focus, architect Royal Haskoning DHV

Bij Focus heeft juist het thema licht – zowel in letter­ lijke als in overdrachtelijke zin – centraal gestaan. De school had een duidelijke visie bij een nieuw type onderwijs met veel open ‘lokalen’. In nauwe samenwerking met de architect is deze visie vertaald naar een toegankelijk en licht ontwerp. Dit uit zich in hoge vertrekken, veel daglichttoetreding, veel doorzicht en frisse kleuren. Waardoor de ruimtelijke beleving optimaal is.

anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. Dat lijkt op kijken in een glazen bol, maar ‘kijken in de toekomst’ kan ook in de vorm van een scenarioanalyse: welke aanpassingen zijn gemakkelijk door te voeren en welke aanpassingen vergen ingrijpende aanpassingen? Als het gaat om afwerkingen met een beperkte afschrijvingstermijn, is het minder erg dat er sprake is van trendy en tailor made oplossingen. En welke scenario’s zijn reëel en welke niet? Op die manier is de toekomstbestendigheid te borgen. Een gebouw dat sec voldoet aan de technische randvoorwaarden is dus nog geen goed gebouw. Het gebouw moet passen als een tweede huid. Voor meer informatie neemt u contact op met het Platform

Krijgen we dan geen trendy tailor made gebouwen? Een schoolgebouw moet moeiteloos 40 jaar mee gaan. Daarom is het raadzaam om in het PvE al te

Onderwijs Huisvesting (POH), Roel Smit van Stevens Van Dijck, bouwmanagers en adviseurs per mail via: smit@stevensvandijck.nl of telefoon: 06 22 77 95 89.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

57


Tekst Irma Thijssen, RVO.nl Foto’s Klimaatgroep Holland

Energiezuinige en frisse scholen dankzij beheer op afstand

In de Meldkamer worden continu 300 scholen gemonitord. Groene stip: alles werkt naar behoren. Blauwe stip: vooraanmelding van storing. Rode stip: alarm. Dan kan snel worden opgetreden.

Combineren van de aanleg van een ventilatiesysteem met energiezuinige verwarming, koeling en verlichting maakt het mogelijk om investeringskosten terug te verdienen. Maar dan moeten de installaties goed op elkaar zijn afgestemd, werken op basis van bezetting en aanwezigheid, en goed worden ingeregeld, beheerd en onderhouden. Beheer op afstand is een ideale oplossing.

C

or Willemse van het Cambreur College, scholengemeenschap in Dongen: “In 2010 besloten wij het binnenklimaat van de school te verbeteren. We hebben ons verdiept in diverse mogelijkheden en gekozen voor een integrale klimaatinstallatie en beheer op afstand, via het Scholen°Concept van Klimaatgroep Holland. En

58

SCHOOLDOMEIN

november 2016

zelfs met een goed ventilatiesysteem – voorheen was er dus géén ventilatie! - is het energieverbruik fors gedaald.” Dit komt doordat er alleen wordt verwarmd en geventileerd bij aanwezigheid, en door optimalisatie van de aanwarmtijd, een gradiënt regeling en een heel laag elektraverbruik. Schoolbestuur OMO in Tilburg, waar het Cambreur


ONTWERP EN INRICHTING

College onder valt, heeft het systeem inmiddels ook toegepast bij scholen in Tilburg, Boxmeer en Dongen. INTEGRAAL SYSTEEM, BEHEERD OP AFSTAND “Scholen willen een fris en energiezuinig gebouw, beheersbare exploitatiekosten, installaties die doen wat ze moeten doen, en heldere managementinformatie. Liefst zo simpel mogelijk”, zegt Harry Vaatstra van Klimaatgroep Holland. In zo’n 200 bestaande scholen is de afgelopen jaren het Scholen°Concept toegepast. “Wij ontdekten dat de meeste scholen niet weten hoe ze installaties moeten bedienen, of ze werken en of ze leveren wat de scholen willen. De techniek interesseert ze in feite niet, als het maar functioneert. We hebben ook veel facilitair managers gesproken: zij missen de kennis en de tijd voor goed beheer en onderhoud, maar hebben wel managementinformatie nodig.” Klimaatgroep Holland heeft samen met bestuursleden, directeuren en conciërges van scholen het Scholen°Concept ontwikkeld. Uitgangspunt was: het moet duurzaam, energiezuinig en comfortabel zijn. En simpel. Het Scholen°Concept bestaat uit één unit per lokaal, die werkt op basis van bezettingsgraad en aanwezigheid, en heeft een eenvoudig bedienpaneel. In een landelijke meldkamer worden de luchtkwaliteit, het comfort en de energieprestatie continu gemonitord en indien nodig bijgestuurd. Storingen worden snel gesignaleerd en verholpen. John Poels van Klimaatgroep Holland maakt in de praktijk mee wat deze aanpak oplevert: “In de meldkamer zagen we bij een school dat in een lokaal de CO2 meter ’s ochtends uitsloeg naar 1700 ppm. Wat bleek? Het ging om een peuterlokaal waar ’s ochtends een half uur lang 30 kinderen plus 30 ouders aanwezig waren. We hebben de ventilatie daarop aangepast. In een andere school zagen we dat ’s avonds verwarming, verlichting en ventilatie weer vol aangingen. Daar bleek dat schoonmakers aan het werk waren. Ook dit hebben we vanuit de meldkamer aangepast. Dat scheelt veel energie.” Hoeveel energie er in de praktijk wordt bespaard, is moeilijk aan te geven omdat in de meeste scholen vóór de aanpak het energieverbruik niet werd ge­ monitord. OPLOSSING VOOR DE INVESTERINGSKOSTEN? Vaatstra: “Het grootste knelpunt voor schoolbesturen om scholen te verbeteren zijn nog steeds de investeringskosten. Ik sprak pas nog een Gronings schoolbestuur met 30 gebouwen. Een goed systeem kost zo’n 9.000 euro per lokaal, maar zelfs met 7.500 euro subsidie van de gemeente kan het schoolbestuur dit amper betalen.” Klimaatgroep Holland lanceert dit najaar een nieuw concept dat wellicht een oplossing biedt. “Scholen betalen dan een vast bedrag per

In het Cambreur College in Dongen is een forse daling op het energieverbruik gerealiseerd dankzij een integraal, goed ingeregeld en goed beheerd klimaatsysteem.

Facilitair managers hebben behoefte aan een heldere managementrapportage.

maand. Dus geen investering meer, geen onderhoudskosten en wel een comfortabel klimaat voor een vaste prijs per maand. Plus elke maand managementinformatie op één A4. Niet gehaald, geld terug.” HET BELANG VAN GOED ONDERHOUD De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) signaleert dat het ventilatiesysteem in veel scholen niet goed functioneert. Eén op de drie ventilatoren doet het niet, kanalen zijn niet goed aangesloten, filters en batterijen worden niet vervangen, de ventilatoren draaien continu of staan juist uit, en soms is er zelfs geen onderhoudscontract voor het ventilatiesysteem. Dit leidt tot een ongezonde binnenlucht, en daarmee tot extra ziekteverzuim en lagere leerprestaties, en het leidt ook tot onnodig hoge onderhouds- en energiekosten. Een school heeft goed op elkaar afgestemde installaties nodig en liefst een ventilatiesysteem met warmteterugwinning en CO2-sturing. Verder is goed gebruik, beheer en onderhoud van belang, anders is de dure investering voor niets geweest. Beheer op afstand is handig omdat de school de benodigde kennis zelf vaak niet in huis heeft. Via een goed onderhoudscontract, bijvoorbeeld een energieprestatiecontract, kunnen schoolbesturen bovendien meteen aan energiewetgeving voldoen, zoals het Energielabel, de Installatiekeuringen, en de Wet Milieubeheer. Meer informatie over energiezuinige en frisse scholen is te vinden op www.greendealscholen.nl, via 085 - 303 26 02 of info@greendealscholen.nl. Of kijk op www.rvo.nl/frissescholen. Meer over het Scholen°Concept is te vinden op

Green Deal Scholen Subsidie De overheid heeft per oktober een subsidie beschikbaar gesteld waarmee schoolbesturen extern advies kunnen inhuren voor verduurzaming van hun schoolgebouwen. De subsidie bedraagt 50% van de advieskosten tot een maximum van E 3.500,-. Aanvragen kan via www.rvo.nl/gds.

www.klimaatgroepholland.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

59



Kort nieuws

Meester - Gezel In de rubriek Meester – Gezel vertellen docenten en

Subsidie voor gezond en duurzaam schoolgebouw

studenten, leraren en leerlingen, kortom leermeesters en gezellen hoe en wanneer zij samenwerken en op welke plek het liefst.

De overheid stelt een subsidie beschikbaar waarmee schoolbesturen extern advies kunnen inhuren voor verduurzaming van hun schoolgebouwen. De subsidie bedraagt 50% van de advieskosten tot een maximum van e 3.500,-. Hiervan kunnen honderdvijftig schoolbesturen gebruik maken. De subsidie maakt onderdeel uit van de Green Deal Scholen die besturen op weg helpt met praktische informatie en stappenplannen. Een slechte kwaliteit van het binnenmilieu kan bij kinderen en leerkrachten leiden tot gezondheidsklachten. Bij de meerderheid van de scholen zijn de CO2-concentratie en binnentemperatuur te hoog. Dit is een aanwijzing voor onvoldoende ventilatie en een slechte luchtkwaliteit. Andere veel voorkomende binnenmilieuproblemen zijn tochtklachten in de winter en problemen met akoestiek, daglicht en verlichting. Naast het slechte binnenklimaat, leidt ook het energiegebruik tot zorgen. Slechts 6 procent van de 9.000 scholen heeft een energielabel. Van die scholen heeft driekwart een label C of slechter. Een kwart zit zelfs op het meest onzuinige energielabel G. “De rekening die scholen voor gas en elektra betalen is door de slechte energetische kwaliteit van veel gebouwen onnodig hoog. Daardoor gaat geld verloren dat dan niet meer inzetbaar is voor het verzorgen van onderwijs”, zegt Marco van Zandwijk van Ruimte-OK. Ook de sectororganisaties van het primair, voortgezet en speciaal onderwijs benadrukken het belang om daadwerkelijk aan de slag te gaan met de schoolgebouwen. “Aandacht voor een gezond en duurzaam schoolgebouw is essentieel voor een prettig leer- en werkklimaat voor leerlingen en leerkrachten. We zien dat schoolbestuurders zich hiervoor willen inzetten, maar niet altijd weten waar ze moeten beginnen”, zegt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. “Via de Green Deal Scholen proberen we schoolbesturen hierin te ondersteunen. De subsidieregeling is hiervan een mooi voorbeeld. Het biedt scholen de mogelijkheid om met behulp van een extern adviseur daadwerkelijk aan de slag te gaan met een gezond en duurzaam gebouw.” Aanmelden voor de subsidie kan via het eLoket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: www.rvo.nl/gds.

Manon Ringenier, Praktijk instructeur RSG Thamen, Uithoorn Mijn rol is het ondersteunen van de docent. Ik vind het leuk om de leerlingen te laten ontdekken wat ze kunnen. Daarbij ga ik op mijn gevoel af. Door in gesprek te gaan kom je met de leerling tot mooie dingen. Jur Wessels, leerling RSG Thamen, Uithoorn Ik wil zo veel mogelijk technieken leren en zo creatief mogelijk zijn. En natuurlijk hoge cijfers halen met de leuke opdrachten! Dan is het fijn dat ik daarbij goed geholpen word.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

61


Tekst Harry Vedder

Van alleen naar samen In 2014 ging cluster IV-school De Parachute in Zoetermeer aan de slag met nieuwe huisvesting. De gemeente Zoetermeer stelde hiervoor een bestaand schoolgebouw ter beschikking. Directrice Marion Baartman was vastbesloten intrek te nemen in een gebouw dat precies voldoet aan de toekomstvisie van De Parachute. Samen met M3V Advies & Management is een onderwijs- en huisvestingsconcept ontwikkeld, welke de basis vormde voor de inpassing in het bestaande gebouw. Zowel de toekomstgerichte onderwijsvisie als de beoogde uitstraling hebben geleid tot aanpassingen in het gebouw.

De onderwijsvisie is ingepast in het gebouw. De ruimtelijke keuzes ondersteunen de onderwijsvisie.

De Parachute biedt onderwijs aan cluster IV-leerlingen met zowel internaliserende als externaliserende gedragsproblematiek. In de snel complexer en veel­ eisender wordende maatschappij zijn weerbaarheid en zelfstandigheid belangrijke overlevingscompetenties. Daarom wil De Parachute leerlingen met verschillende vormen van gedragsproblematiek niet isoleren, maar juist de ontwikkeling van sociale vaardig­heden en respect voor elkaar stimuleren. Dit alles onder het motto ‘van alleen naar samen’.

“ZOVEEL LEERLINGEN, ZOVEEL VERSCHILLENDE UITINGSVORMEN VAN GEDRAG.” Uit de onderwijsvisie van De Parachute

62

SCHOOLDOMEIN

november 2016

VORM VOLGT ONDERWIJSVISIE Belangrijk uitgangspunt is dat de ruimtes een veilige en prettige omgeving borgen voor álle leerlingen. Daarom is voorzien in meerdere en gedifferentieerde ruimtes in de onderwijsomgeving. Een leerling kiest een omgeving die past bij de taak die hij moet uitvoeren en heeft hierdoor niet per se ergens een vaste plek. Per leerlingengroep is er een groeps­ ruimte en een structuurruimte. Met een tweede leerlingengroep wordt een open leerruimte en individuele werkplek gedeeld.


ONTWERP EN INRICHTING

De groepsruimte is de basis van het onderwijs; hier vinden activiteiten plaats die het samen dingen doen benadrukken. Kinderen die baat hebben bij een prikkelarme omgeving kunnen zich terugtrekken in de structuurruimte. Door middel van een transparante schuifpui blijven deze leerlingen altijd meer of minder bij de groepsruimte betrokken. In de open leerruimte hebben leerlingen de mogelijkheid om zelf te beslissen hoe en met wie ze willen werken. Ontwikkeling van interpersoonlijke competenties staat hierbij voorop. De ruimte moet aanleiding geven tot ‘samen doen’. Ook leren leerlingen om in een onvoorspelbare ruimte hun eigen taken uit te voeren. Leerlingen die het nodig hebben om even helemaal niet samen te zijn, kunnen terugvallen op de individuele werkplek. De leerling werkt in deze ruimte zelfstandig. Desondanks is altijd een medewerker aanwezig die kan reageren op vragen of gedrag van de leerling. OPENHEID NASTREVEN EN UITSTRALEN Lange tijd is De Parachute een eilandje geweest, zowel binnen Zoeter­ meer en het samenwerkingsverband, als binnen Leo Kanner Onderwijsgroep. De laatste 2 jaar is er hard aan gewerkt om dit te veranderen, en met succes! Iedereen is welkom op De Parachute en deze openheid is ook terug te zien in de plannen voor het nieuwe schoolgebouw.

“DE OUDERS VOELEN ZICH NU WELKOM”

Marieke Cranen, adviseur M3V Advies & Management:

“Het was een mooie uitdaging om voor deze zeer verschillende kinderen een prettige leeromgeving te ontwikkelen binnen één gebouw.”

Marion Baartman Dat de school het belangrijk vindt dat iedereen zich hier welkom voelt, blijkt uit vele kleinere gebaren. Het kantoor van de directie heeft een centrale plek in het gebouw. Daardoor blijft er contact met wat er in de school gebeurt en is de directie een duidelijk aanspreekpunt voor ouders. De kleinste kinderen hebben een eigen entree, omdat je veilig voelen erg belangrijk is. Ook is een speciale kantoorruimte met spreekruimtes gereserveerd voor de verschillende specialisten die door de week op school aanwezig zijn om de kinderen te ondersteunen.

“IK VIND HET ERG BELANGRIJK OM ZICHTBAAR TE ZIJN” Marion Baartman Het grootste gebaar van gastvrijheid is echter de centrale hal. Naast de plek waar iedereen binnen komt, is dit ook een echt samenkomstpunt. Rondom de keuken komt een zitje waar ouders kunnen bijpraten of waar chauffeurs, die het leerlingen­vervoer

verzorgen, een kop koffie drinken. Ook is het een plek waar in informele sfeer vergaderd kan worden. Tevens is de ruimte goed in te zetten voor voorstellingen en tentoonstellingen, door gebruik te maken van flexibele podiumdelen. VAN PLAN NAAR REALISATIE Inmiddels is de aanbesteding afgerond en kan met de verbouwingen gestart worden. Deze zullen in februari gereed zijn. Tijdens de bouw zullen de leerlingen regelmatig hun nieuwe school bezoeken, om langzaam te wennen aan het idee van de verhuizing. Voor een nieuwe naam voor de school wordt de hulp van de kinderen ingeschakeld en de eerste plannen voor de opening zijn er al. Leerlingen, ouders, de buurt en alle overige geïnteresseerden zijn welkom. Het allerbelangrijkste is echter dat het nieuwe gebouw een fijn thuis wordt, zowel voor de leerlingen en de ouders als het team van de Parachute. Kijk voor meer informatie op www.m3v.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

63


KENNISDAG OVER DE VLOER IN HET ONDERWIJS, FORBO FACILITEERT DENKEN OVER INNOVATIES

Creating better Werken aan een betere inrichting van de leeromgeving betekent ook kennis delen. Dat deed Forbo op 10 november jl. toen een groot aantal huisvestingsmanagers uit het onderwijs de fabriek bezocht en tot nieuwe inzichten kwam. Een overzicht van de presentaties in Schooldomein.

R

obotisering in vloeronderhoud en schoonmaak; gaat dat niet ten koste van werkgelegenheid? “Zeker niet” reageert Hans van Dam van Diversey Care: “Het creëert juist ruimte om in plaats van geestdodend werk andere taken te verrichten. Bovendien levert de robot altijd dezelfde constante, hoge kwaliteit.” Meet the robots, staat op het scherm en even later worden kleurige machines, zogenaamde intellibots, getoond met kleurige en vrolijke opdruk. “In kinderziekenhuizen zijn ze ook voorzien van muziekspelers en dat heeft een positieve invloed op het genezingsproces, het zijn een soort buddy’s.” Even later rijdt een intellibot door de fabriek van Forbo en reageert subtiel op elk obstakel. “Door de combinatie van techniek en efficiency is deze robot echt een goed alternatief voor de traditionele schrobzuigmachine, die door mensen moet worden bediend. Je programmeert de route eenmalig en hij doet daarna telkens zelfstandig zijn werk. De sensoren werken op basis van

sonar en navigeren moeiteloos langs muren, mensen en obstakels. Nog een weetje: hij reinigt tot 1.000 vierkante meter per uur. Een mogelijk belangrijk argument: “Hij levert uiteindelijk geld op.” Meer informatie vindt u via www.taski.nl. VLOERPLANNER Accountmanager het Groene Hart Clementine de Bakker: “Met deze kennisdag willen we relaties de mogelijkheid geven onze fabriek te bezoeken en kennis te nemen van recente ontwikkelingen.” Salesmanager Forbo Victor Mulder legt uit dat milieubelasting belangrijk is bij de keuze van vloerbedekking: “En daarnaast is akoestiek belangrijk, omdat leeromgevingen steeds meer variëren; een gebouw moet ook aantrekkelijk zijn om in te verblijven. Vergeet ook niet de kosten over de hele life cycle, waarbij met name het onderhoud van belang is. Scholen kunnen kiezen uit een elastische, harde of textielvloer of combinaties, zoals projectvinyl en Sphera. Forbo heeft alle toepassingen in huis, afhankelijk van de situatie. De nieuwe vloer Sphera is bijvoorbeeld een homogene vinylvloer met minimale emissie, 100% ftalaatvrij en een levensduur van 20 jaar. Een product dat inspeelt op de behoefte om milieubewuste keuzen te maken. Victor eindigt met enkele praktijkvoorbeelden, zoals de Egelantier in Lisse waar een combinatie van vinyl en Marmoleum ligt. Met het instrument de vloer­ planner van Forbo kunnen relaties van tevoren al hun nieuw in te richten omgeving simuleren.

Taksi Intellibot

64

SCHOOLDOMEIN

november 2016

KLEINE INGREPEN Daniëlle Broes is interieurarchitect en eigenaar van Bureau Binnen: “Kleine ingrepen in het interieur kunnen de uitstraling en identiteit van de school al versterken.” Daniëlle heeft in opdracht van Forbo samen met drie schoolbesturen een aantal scholen onderzocht: “Bijvoorbeeld De werkplaats in Bilthoven, waar 300 leerlingen in één open leeromgeving onderwijs


ONTWERP EN INRICHTING

Foto: Kees Rutten

environments De Werkplaats in Bilthoven met een marmoleumvloer van Forbo en akoestische panelen van Ecophon

krijgen. De groepen worden gescheiden door verrijdbare elementen, die zorgen voor een eigen sfeer en geborgenheid. Ondanks het feit dat het om een open ruimte gaat heb je toch een idee van compartimentering. In combinatie met een Marmoleumvloer van Forbo en akoestische panelen van Ecophon is het een hele geslaagde leeromgeving geworden.” De les van Daniëlle is dat je leert met een andere blik naar je eigen school te kijken: “Wanneer je een excellente school wilt zijn moet het gebouw er ook excellent uitzien. En dat kan al met kleine ingrepen.” NATUURLIJK BOUWEN Aldo Vos is architect-directeur van Broek Bakema: “Vaak komen we facilitaire medewerkers halverwege het proces tegen, wanneer het bestek al is gemaakt. Zonde eigenlijk, omdat juist jullie verstand hebben van het dagelijks gebruik van het gebouw. Aldo geeft drie voorbeelden waaruit blijkt dat architectuur weer steeds meer uitgaat van organisch en natuurlijk ontwerpen: “Iedereen praat over het binnenklimaat, maar installaties worden steeds duurder en zijn steeds complexer in gebruik. Comfort is een vorm van geluk en dat verbannen we uit de scholen. Techniek zorgt ervoor dat we veel tijd in een gebouw doorbrengen waarbij het altijd dezelfde temperatuur is. Dat is niet gezond.” Aldo geeft aan dat je juist kunt

werken met natuurlijke elementen en klimatolo­ gische omstandigheden: “Slimme gebouwen hebben minder impact op het milieu, zijn uiteindelijk minder kostbaar.” Als voorbeeld geeft Aldo drie projecten, waarbij de Energy Academy in Groningen maximaal met klimatologische inzichten is ontworpen en een EPC van - 0,6 heeft en de techniek onderdeel van de architectuur is geworden. Zo zijn de zonnepanelen op het dak schuin geplaatst, zodat er ook maximale daglichttoetreding is. “En is wel over het schoonmaken van dat dak nagedacht?” wordt gevraagd. Aldo lacht: “Jazeker, er lopen straten door die zonnepanelen.” Het gebouw Entrance oftewel het Energy Transition Center laat zien hoe je met beperkte extra middelen prachtige binnenruimten kunt creëren. Hier is de techniek vanuit het bouwen van kassen gebruikt. Ten slotte laat Aldo het ontwerp van de brede school Lisse voor speciaal onderwijs zien. Daar creëert een omsloten binnentuin de rust en geborgenheid die deze groep kinderen nodig heeft, om vervolgens hun lokalen op te zoeken. Een mooi voorbeeld dat laat zien dat binnen- en buitenruimte onderdeel van de architectuur vormen: “En de kinderen van de school hebben met een bureau het schoolplein zelf ingericht.”

“As long as the sun shines and the rain falls Forbo will continue to make Marmoleum”.

Kijk voor meer informatie op www.forbo-flooring.nl/onderwijs.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

65


Tekst Sibo Arbeek

VERNIEUWBOUW DA VINCI COLLEGE ROOSENDAAL

Wonderen bestaan nog

“Wonderen bestaan nog.” Dat was de korte kenschets van directeur Joseph Dekkers over zijn nieuwe school. Daarbij is een deel van het oude gebouw in een vernieuwbouwtraject tot een prachtige leeromgeving voor leerlingen van het vmbo en het praktijkonderwijs getransformeerd. Wethouder Hans Verbraak: “Het had ook een museum of een theater kunnen zijn. Zo licht en ruimtelijk is het opgezet.”

66

SCHOOLDOMEIN

november 2016


BESTUUR EN BELEID

Joseph Dekkers (l) en Hans Verbraak

“Het moest een door­ waadbaar ge­ bouw worden en daarvoor kozen we het model van de stad als metafoor.”

H

et kost een geoefend oog om te zien dat de bestaande bouw uit 1995 aan Bovendonk 1 in Roosendaal onderdeel van het nieuwe Da Vinci College is en dat was volgens Martin Rolsma van ICSadviseurs ook de uitdaging aan architect Ector Hoogstad: het hele oude gebouw slopen en volledige nieuwbouw voor 1.000 leerlingen met verrekening van de boekwaarde of een deel van het oude gebouw integreren in de ver-

nieuwbouw voor het Da Vinci College, met inzet van die boekwaarde als extra prikkel. De architect koos voor de uitdaging en het resultaat is verbluffend; zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant is de historie van het gebouw niet te zien. Directeur Joseph Dekkers: “De eerste plannen voor nieuwbouw voor een ongedeeld vmbo waren er al in 2000, maar pas in 2007 werd het concreet toen we met APS en Veldhoen het onderwijsconcept in een nieuwe school hebben vertaald in een programma van eisen. De school zat op drie locaties, dus de opgave was ook om de drie culturen samen te voegen. We begonnen niet met de m², maar wel met wat we in de nieuwe school zouden gaan doen. Daarvoor organiseerden we sessies als one day dream school; tijdens de laatste hebben we in een oude jeneverfabriek op ware grootte (1.600 m2) de studiehuizen na laten bouwen. Daar zijn docenten en leerlingen mee aan de slag gegaan om met elkaar te verkennen hoe ze samen die ruimtes in zouden gaan richten, zodat zowel docenten als leerlingen er zouden kunnen werken. De beleving van de ruimte is fantastisch en dat komt ook door het gebruik van de materialen en de wijze waarop de architect ruimtelijke kwaliteit heeft toegevoegd. Hij wist zich bovendien goed te verplaatsen in de wensen van de gebruiker, waarbij de buurt ook steeds is mee­ genomen in het proces.” BIJZONDERE PLOT Wethouder onderwijs, economie en arbeidsmarkt Hans Verbraak vult aan: “We hebben in Roosendaal met het Kellenbeek College en het Jan Tinbergen College hele mooie nieuwe scholen staan, maar dit gebouw spant de kroon. Het meest curieus is dat deze plot nooit in beeld was. Binnen de stedelijke vernieuwing Stadsoevers wilden we naast de bouw van 900 woningen het stadskantoor met het nieuwe Da Vinci College verbinden. Dat ging niet door en toen kwam deze locatie in beeld. Dit is de oude locatie van het Jan Tinbergen College, dat aan de Burgemeester Schneiderlaan nieuwbouw had gekregen. En dan plaats je hier een school voor vmbo en praktijkonderwijs, waar de buurt in eerste instantie niet blij mee

SCHOOLDOMEIN

november 2016

67


ADV was.” Joseph knikt: “Ik had er ook geen goed gevoel bij; JTC kreeg een nieuwe school en wij moesten op de oude plek van het JTC zitten. Uiteindelijk hadden we geen beter besluit kunnen nemen.”

PROJECTINFORMATIE Project Vernieuwbouw voor Da Vinci College Roosendaal, voor vmbo en praktijkonderwijs Opdrachtgever Ons Middelbaar Onderwijs, Tilburg Financier Gemeente Roosendaal Adviseur ICSadviseurs (architectenselectie, aanbesteding, projectmanagement, directievoering) Architect Ector Hoogstad Architecten Installaties HOMIJ Technische Installaties, Eindhoven Aannemer BVR Groep, Roosendaal Installatieadviseur Nelissen ingenieursbureau bv BVO 13.500 m² bvo, inclusief sportvoorzieningen Stichtingskosten e 23,2 mio, inclusief grond en deel boekwaarde, inclusief btw Oplevering Mei 2016

68

SCHOOLDOMEIN

ONSCHOOLS GEBOUW Joseph verder: “Het is een onschools en een modern ogend gebouw geworden. Ik omschrijf het als stijlvol modernistisch. De drie kernwoorden waren licht, lucht en ruimte. We hebben de psychologie van het gebouw omschreven; het moest een doorwaadbaar gebouw worden gebaseerd op het model van de stad als metafoor. We zien de school als een samenleving in het klein met dezelfde functies: wonen, werken en ontspannen. Als je nu door het gebouw loopt herken je het ritme van het stadsleven met arcaden, steegjes en pleinen. De begane grond heeft de vorm van een langgerekte winkelstraat en is als een meanderende etalage uitgevoerd. De wijken annex studiehuizen vind je verspreid over de drie verdiepingen; op de eerste verdieping, waar je via de monumentale houten buitentrap binnenkomt, ontvouwt zich het centrale hart met de aula en de kantine in de vorm van terrassen. De afdelingsleiders zijn wijkmanagers die voor hun wijk verantwoordelijk zijn. Ze mochten zelf met voorstellen voor hun eigen inrichting komen en daarvoor hebben we het model van de gemeenteraad opgericht, net als in een echte stad. Voorstellen werden daar afgewogen en bekrachtigd. De studiehuizen zijn de gezamenlijke werkplekken voor leerlingen en docenten. Alleen de teamleiders hebben een eigen kamer en verder zijn er spreekkamers. Er is geen docentenkamer, maar we hebben wel een personeelsterras. De studiehuizen worden gebruikt door eenzelfde groep leerlingen met een vaste groep docenten met een autonoom wijkmanagement. Je vindt hier zorg en welzijn, techniek, horeca en ondernemen. De brugklassers hebben een eigen studiehuis en dat geldt ook voor het praktijkonderwijs onderen bovenbouw.” Hans vult aan: “Daarnaast werken we samen met Avans Hogeschool aan een opleiding mobiliteit en logistiek. Roosendaal is een logistieke hotspot en we zien nu al dat er binnen tien jaar een tekort komt aan goede werknemers. Daarom zijn we

november 2016

als gemeente zo blij met deze school. Deze leerlingen blijven in Roosendaal en vinden hier werk. In dit gebouw kunnen ze zich volledig ontplooien.” Joseph knikt: “We hebben hoog op de kwaliteit ingezet. Het gebouw maakt een frisse, optimistische indruk en de architect en binnenhuisarchitect van Livin’ interieur­ architectuur hebben geweldig samengewerkt. Als mensen hier binnenkomen, houden ze hun adem in. De inrichting is state of the art. Het gebouw is aan alle kanten mooi, met schuine begroeide voorkanten, een meanderende glazen gevel met prachtige zilverkleurige zuilen. Daardoor is de straat een deftige laan geworden. We hebben bewust geen hekken geplaatst, waardoor het ook niet op een school lijkt. En overal komt het handschrift van Leonardo da Vinci terug; als een repeterend beeldmerk.” KWALITEIT ZOEKT KWALITEIT Joseph: “Het onderwijsconcept was een groeimodel en daar is het gebouw op gevormd. Ik wist vanaf het begin dat dit de meest bijzondere vmbo-school van Nederland moest worden. En als je weet wat je wilt en het verhaal klopt, dan krijg je alle partijen mee. Kwaliteit zoekt kwaliteit en het uiteindelijk resultaat is meer dan de som van de delen. Het gebouw spreekt voor zich. Vanaf het allereerste begin wilde iedereen die betrokken was bij de bouw iets bijzonders maken en het team van adviseurs, architect en aannemer heeft fantastisch samengewerkt. Die energie vertaalt zich ook naar onze prachtige leer- en buurttuin, waarbij we samen met buurtbewoners 17.000 m² grond in cultuur aan het brengen zijn met een prachtig houten leerhuis. Ook daar is het gelukt om van een goed idee realiteit te maken.” Hans wijst ten slotte op de rapportage die documentairemaker Frans Brommet over het vmbo heeft gemaakt: “Dan zie je hoe kansrijk dit onderwijs eigenlijk is. Deze kinderen hebben teleurstellingen gekend en hebben soms niet zulke hoge verwachtingen. Ze komen hier en dan mogen ze zich ontplooien. Het gebouw is niet zaligmakend, maar het helpt wel en sterkt het zelfvertrouwen.” Voor meer informatie neemt u contact op met Hans Voorberg van ICSadviseurs: hans.voorberg@icsadviseurs.nl.


Dé vakbeurs voor professionals in het KO, PO, VO en MBO

Wil jij weten wat de laatste trends zijn op het gebied van bewegend leren? Zoek jij slimme oplossingen voor bouw & beheer? Wil jij weten wat Onderwijs 2032 nou precies voor jou betekent? Of ben je nieuwsgierig naar andere actuele thema’s in het onderwijs? Breng dan een bezoek aan de NOT!

Schrijf je nu in voor gratis toegang via not-online.nl

24-28 januari 2017 Jaarbeurs | Utrecht www.not-online.nl

SCHOOLDOMEIN

november 2016

69


NIEUWBOUW KINDERCENTRUM

Betrokkenheid

van A tot Z

De gebruikers van het nieuwe Kindercentrum De Buut in Nijmegen-Oost zijn vanaf de eerste schooldag trots op hun prachtige nieuwe gebouw. Hun wensen en visie speelden de hoofdrol bij de totstandkoming. Gedurende het gehele proces was de betrokkenheid groot tussen bestuur, school, projectmanager HEVO en uitvoerder BUKO Huisvesting.

A “Kwaliteit is een kwestie van de juiste keuzes maken.”

70

SCHOOLDOMEIN

ls je een nieuw gebouw laat bouwen voor de 240 leerlingen en 22 medewerkers van je basisschool én voortaan het schoolgebouw deelt met de kinderopvang en buitenschoolse opvang, wil je niet voor verrassingen komen te staan. Het gebouw moet immers gerealiseerd zijn voor het nieuwe schoolseizoen begint, voldoen aan alle verwachtingen en het budget niet overschrijden. Spannend, want zo’n bouwproces meemaken is voor onderwijsprofessionals geen alledaagse gebeurtenis. SLIMME KEUZES MAKEN Projectmanager Arno Aarts van HEVO begrijpt dat. “Daarom werken wij met een open proces, waarin de toekomstige gebruikers maximale invloed hebben. Zodat ze het gebouw krijgen dat ze wensen, op tijd en zonder extra kosten.” Voor de bouw werd BUKO Huisvesting geselecteerd, een partner die net als HEVO een lange staat van dienst heeft in onderwijshuisvesting. Ook samen realiseerden ze al diverse scholen. “We denken hetzelfde over kwaliteit”, zegt Aarts. “We willen allebei het beste eruit halen - niet minder, en ook niet meer. Dat laatste klinkt misschien gek, maar het gaat om slim en weloverwogen keuzes maken binnen het bouwbudget.”

november 2016

Logisch, als je er even over nadenkt: kwaliteit in de vorm van een (spreekwoordelijke) gouden kraan is verspilling, maar een geavanceerde klimaatinstallatie bijvoorbeeld is een ‘gouden’ investering voor een gebouw waarin dagelijks honderden kinderen verblijven. Aarts: “BUKO denkt daarin mee. Zo komen we samen tot het beste resultaat voor de opdrachtgever.” Dat was in dit geval Conexus, een organisatie die zo’n 36 (basis)scholen in de regio bestuurt. Zij wilden het nieuwe kindercentrum om twee verouderde basisscholen te vervangen en tevens ruimte te bieden aan kinderopvang en buitenschoolse opvang. WENSEN GEÏNVENTARISEERD IN WORKSHOPS Binnen Conexus en basisschool De Buut was veel animo om mee te denken gedurende het proces. De toekomstige gebruikers, vertegenwoordigd in een projectgroep, werden ‘meegenomen’ in alle fasen van het bouwproces. “De betrokkenheid was groot. En dat zie je aan het eindresultaat”, verklaart Aarts. De onder­wijsprofessionals volgden intensieve workshops, waarin hun wensen werden geïnventariseerd en de mogelijkheden zo concreet mogelijk werden weergegeven door de bouwprofessionals. Bijvoorbeeld door bij het beoordelen van bouwtekeningen te vragen er ‘doorheen te lopen’ als op een gemiddelde


ONTWERP EN INRICHTING

werkdag. Wat kom je dan tegen? Ook veranderingen in het plan werden inzichtelijk gemaakt. Zo kreeg de projectgroep na elke fase aan de hand van een verschil­analyse inzicht in de punten waarop was afgeweken van het plan. Met tekst en uitleg over het hoe en waarom. “Op die manier raak je elkaar gedurende het proces niet kwijt”, verklaart Arno Aarts. ZEVEN MAANDEN BOUWTIJD Al snel werd het resultaat van alle overleg en inspanningen zichtbaar en tastbaar. Slechts zeven maanden had BUKO Huisvesting nodig om met uitgekiende systeembouw het prachtige gebouw te realiseren aan de Hugo de Grootlaan in Nijmegen-Oost. Lex Meuldijk, een van de teamleden van BUKO, legt uit: “Wij werken standaard met korte bouwtijden. Als specialist in semi-permanente en permanente huisvesting bedenken we voor elke situatie in overleg met de klant een passende oplossing. In dit geval speelde ook mee dat we al vaker met HEVO scholen hebben gerealiseerd. Dat kwam de snelheid ten goede.” Aarts vult aan: “We kennen elkaars werkwijze en kunnen soepel en snel samenwerken.”

Feiten & kengetallen · Bouwperiode: 7 maanden · Bouwteam: Conexus (schoolbestuur), HEVO (projectmanagement), KION (kinderopvangorganisatie), Bulkens Architecten en BUKO Huisvesting · Samenwerkingsvorm: Engineer & Build · Toepassing: diverse klaslokalen, leerpleinen, een speellokaal met podium, mediatheek en een kindercollegezaal. Groepsruimten voor kinderopvang, BSO en slaapruimte. · Bijzonderheden ontwerp: De onderwijsruimten zijn flexibel in te delen en geschikt voor zowel klassikaal les als voor het werken in groepjes. Het gebouw is zowel flexibel in het gebruik nu als voor eventuele aanpassingen in de toekomst. · Bijzonderheden installaties: -D e ventilatie is afgestemd op de eisen van Frisse Scholen klasse B en wordt per groepsruimte CO2-gestuurd. De gemiddelde GPR-score bedraagt 8,2. - Dankzij Topkoeling is er op warme dagen een goede, op de buitentemperatuur afgestemde koeling, met een gebalanceerde luchtvochtigheid. - ‘All-electric’: installaties draaien niet op gas. Op het dak worden zonnepanelen aangebracht m.b.v. SDE+subsidie.

Met een goed op elkaar ingespeeld team kun je elke wedstrijd met vertrouwen tegemoet zien. Nu is een bouwproject natuurlijk geen wedstrijd, maar winnaars zijn er wel. In dit geval zelfs een heleboel. Om te beginnen honderden kinderen en hun ouders, die een schitterend nieuw gebouw hebben waarin basisschoolfuncties en opvang zijn verenigd op één adres. Vervolgens enkele tientallen onderwijsprofes­sionals, die trots zijn op de realisering van hun ideeën. En tot slot de buurtbewoners. Die kunnen tevreden zijn omdat het ontwerp van Bulkens Architecten prima aansluit op bestaande bebouwing. Aarts: “De buurt is er in een vroeg stadium bij betrokken. Ze werden goed geïnformeerd en bewoners waren vertegenwoordigd in klankbordgroepen, zodat eventuele zorgen over bouwoverlast, parkeergelegenheid, hoogte van het gebouw en speelplaatsen tijdig op tafel zouden komen.” TOEKOMSTBESTENDIG EN FLEXIBEL Begin september is Kindercentrum De Buut in gebruik genomen. Sindsdien stroomt het gebouw elke dag vol kinderen, die er zowel klassikaal als in kleine groepjes spelen en leren. Het gebouw is voorzien van eigentijdse faciliteiten, ingericht op moderne onderwijsvormen en gemakkelijk aanpasbaar aan allerlei situaties en lesvormen. Mochten er in de toekomst veranderingen nodig zijn, is dat geen enkel probleem. Alles is flexibel aan te passen, zoals alle projecten die BUKO Huisvesting realiseert. Kijk voor meer informatie op www.scholenvanbuko.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

71


Tekst en beeld Alfons Hams - Spring architecten

Geprofessionaliseerd leren als exponent van het gepersonaliseerd leren De grote opgave in de onderwijswereld is dat leerlingen intrinsiek betrokken raken met zaken in hun leven die er werkelijk toe doen. De eigen kracht en zelfstandigheid van de leerling speelt hierbij zo’n belangrijke rol dat het van belang is te weten door welke prikkels zij wel of niet worden geactiveerd. Wanneer wordt het onderwijs efficient? Wat kan er met de beschikbare budgetten worden gedaan?

‘D

at wat door leerlingen zelf wordt ontdekt, beklijft beter dan dat het door docenten wordt aangepraat’ is de gangbare opvatting geworden. Competentiegericht onderwijs (CGO) doet z’n intrede. Levensecht leren en professionaliteit van buiten de school worden betrokken in het leerproces. Leerkrachten vanuit verschillende specifieke leergebieden leveren hun bijdrage. Individuele leerlijnen worden opgezet, persoonlijke leertrajecten en leerarrangementen worden aangeboden (zie BNA-studie uit 2010).

72

SCHOOLDOMEIN

november 2016

PERSOONSGERICHT KARAKTER Toch is de ontdekkingsdrang van leerlingen niet vanzelfsprekend en de kwalificatie van wat de leerling heeft opgestoken is nog steeds een heikel punt. CGO is doorontwikkeld en een goede opmaat geweest naar gepersonaliseerd leren (GPL). GPL beoogt meer concrete invullingen te geven met een vastomlijnde structuur om te kunnen voldoen aan de kwaliteits­ eisen zonder het persoonsgerichte karakter van het onderwijs te verliezen. Het onderwijsaanbod zal moeten voldoen aan de kwalificatie-eisen die door


ONTWERP EN INRICHTING

studiemomenten met de armslag en de leermiddelen die hij/zij daarbij nodig heeft. Bij het instructie­ moment kan volstaan worden met 2 m2/leerling. In de vrije ruimte krijgt de leerling gemiddeld 4 m2/leerling. Naast werk- en overlegruimten voor docenten (en ruimte voor ‘leerkracht’ bijvoorbeeld) is behoefte aan stilte/overlegruimten voor leerlingen. Voor de laatste functie kan ook het instructielokaal worden ingezet. Er blijft ook een behoefte aan wat kleinere stilte/overlegruimte voor 2 of 4 leerlingen. Dit zijn meteen ook de ruimten die kunnen worden gebruikt voor de reflectie en de intervisie met leerlingen. Voor presentaties zullen podia worden ingericht. In principe geen gangen want die belemmeren het opgaan in het geheel en verspillen ruimte. Het onderwijs presenteert zich als een schilderspalet aan de wereld.

beroepen en vervolgopleidingen worden gesteld. Dat kan als een beperking van vrijheid worden gevoeld maar het is tegelijkertijd een uitdaging. Wanneer de leerling de kans geboden wordt zich te spiegelen aan een concrete positie in de samenleving, dan is dat een prikkel. Samengevat gaat het er om leerlingen te inspireren en ze te helpen bij hun ontwikkeling door: • ze uit te dagen, • een passende context te bieden, • voldoende ruimte voor reflectie in te bouwen. De leerling zal voor de volgende stap opnieuw geïnspireerd moeten zijn. Zo ontstaat een proces dat zich steeds herhaalt (zie afbeelding ‘Onderwijs en Ontwikkeling’). FACILITEREN LEERPROCES De inzet is een professionele leeromgeving te creëren door ruimte vrij te maken in alle onderwijsclusters. In deze ruimten kunnen activiteiten worden onder­ nomen in het kader van gepersonaliseerd leren. Daarnaast is er een grote behoefte om transparantie te bewerkstelligen, zodat onderlinge betrokkenheid van zowel leerlingen als docenten gestimuleerd wordt. Er moet gevarieerd kunnen worden in de afmeting van de leergebieden. Voor een goede beheersbaarheid is een gebied voor honderd leerlingen een aanbeveling. REFLECTIE EN INTERVISIE In beginsel begint de dag met een groep van maximaal 20 leerlingen met de instructie van 20 minuten in een lokaal op maat. Daarna verspreiden de leerlingen zich en als vanzelf gaat de helft van de leerlingen een plek zoeken in de vrije ruimte buiten het lokaal. Op deze manier heeft elke leerling twee keer zoveel ruimte dan bij het instructiemoment. De leerling moet zijn/haar eigen gang kunnen gaan bij de zelf-

“Het gebouw moet de docent helpen bij het onderwijs en inspireert de leerling zich verder te ontwikkelen.”

DE UITDAGENDE LEEROMGEVING Voornoemde onderdelen vormen de basis voor het leergebied, maar zijn nog niet ‘aangekleed’. De activiteiten die in de leergebieden worden uitgevoerd bepalen in grote mate de sfeer. Wellicht bevindt zich een podium of op z’n minst een focuspunt in het gebied waar op gezette tijden leerlingen of docenten iets presenteren. Er zijn wanden waar het werk van de leerlingen opgehangen kan worden. Docenten moeten de gelegenheid krijgen hun specifieke vak in het gebied aanwezig te laten zijn. Bovenal wordt een grote diversiteit aan werkvormen neergezet. Leerlingen weten niet in welke hoedanigheid zij het beste leren. Zij moeten het kunnen uitproberen. Het begrip ‘leerstijl’ heeft z’n intrede gedaan, maar het begrip differentiatie moet nog verder worden ingevuld (Kolb, Vermunt, Witteman of Gartner). Wel is duidelijk dat er een behoorlijke differentiatie gewenst is. Op deze manier ontstaat er een professionele leeromgeving. Het betekent ook dat zakelijk gesproken een school alle ruimte moet aanwenden voor het goed functio­ neren van leerlingen en docenten. Dat is de reden dat gangen zo veel als mogelijk vermeden moeten worden. Je gaat van plek naar plek door het gebouw. Voor het beperkte budget dat veelal beschikbaar is moet de meest optimale oplossing voor de huisvesting gevonden worden. Vrije ruimte bij de lokalen moet gedefinieerd worden omdat het bruikbare ruimte moet zijn. De centrale ruimten moeten niet alleen mooi zijn maar ook bruikbaar en inspirerend. Het gebouw moet de docent helpen bij het onderwijs en inspireert de leerling zich verder te ontwikkelen. Het draait uiteindelijk om de inspirerende werking die moet uitgaan van het onderwijs naar de leerling (zie afbeelding ‘De Leerling’). Voor meer informatie neemt u contact op met Alfons Hams van Spring Architecten: a.hams@spring-architecten.nl of 010-4132790.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

73


Tekst Frank in het Veld

Nederlanders zitten (te)veel, jongeren het meest Nederlanders brengen dagelijks gemiddeld 8,7 uur zittend door. Jongeren (12 tot 20 jaar) scoren het hoogst met gemiddeld 10,4 uur per dag. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van de Leef-stijlmonitor 2015, een samenwerkingsverband van o.a. RIVM, VeiligheidNL en CBS. In dit onderzoek schatten respondenten zelf in hoelang ze gemiddeld zitten tijdens werk, school of studie, vervoer of vrije tijd.

H

74

SCHOOLDOMEIN

et zitgedrag van Nederlanders verschilt per leeftijdsgroep. Kinderen van 4 tot 12 jaar zitten het minst, gemiddeld 7,3 uur per dag. Jongeren zitten dagelijks gemiddeld drie uur meer. Activiteiten die een belangrijke bijdrage leveren aan deze hoge score zijn zitten tijdens de les, huiswerk maken, computeren of tabletgebruik.

schat”, aldus Hanneke Dessing, directeur van het Diabetesfonds. Volgens haar is het dan ook belangrijk een focus te leggen op het zitgedrag omdat hier veel winst valt te behalen. “We weten dat naar schatting in 2025 zo’n 1,3 miljoen mensen diabetes zullen hebben. Daarvan heeft 90 procent diabetes type 2. Die groei moet worden afgeremd”, aldus Dessing.

RISICOFACTOR VERVROEGDE STERFTE Langdurig zitten heeft risico’s voor de gezondheid. Er zijn aanwijzingen dat veel zitten kan leiden tot bijvoorbeeld overgewicht, type 2 diabetes en vervroegde sterfte; ook als mensen wel voldoende sporten of bewegen. Uit recent Engels onderzoek blijkt dat de effecten van veel en vaak langdurig zitten even slecht zijn als roken. Vandaar dat het vele zitten ook wel ‘het nieuwe roken’ wordt ge-noemd. “Mensen zijn zich totaal niet bewust van de negatieve gevolgen van het zittend werken, het probleem wordt nu nog onder-

GEWOONTEGEDRAG Om een verbetering tot stand te brengen is een omslag nodig. “Zitten is gewoontegedrag. De sociale werkomgeving moet aangepast worden zodat mensen niet raar opkijken als iemand gaat staan”, vertelt Peter-Jan Mol, adviseur bij Kenniscentrum Sport. “Als er geen communicatie rondom zo’n zit-sta tafel komt, dan zie je dat maar een paar mensen daar gebruik van maken. Leidinggevenden op de werkvloer en bijvoorbeeld in het onderwijs moeten daar het goede voorbeeld in geven.” Als Nederland een gezondere

november 2016


ONTWERP EN INRICHTING

levensstijl op de werkvloer wil realiseren is er volgens het Diabetes Fonds en het Kenniscentrum Sport een omslag nodig in zowel de sociale werkomgeving als de fysieke werkomgeving. YOU-STAND Om tot staand werken te komen zijn er meerdere mogelijkheden. Natuurlijk zijn er in hoogte ver-stelbare bureaus. Maar de kosten lopen daarvan behoorlijk op. Daarom bedacht ondernemer Frank in het Veld een goedkoop en strak ontworpen alternatief: de You-Stand, een makkelijk in elkaar te zetten houten standaard die je op een bestaand bureau zet om vervolgens staand verder aan te kunnen werken. Belangrijk is dat het staand werken wel op de juiste ergonomische houding kan worden gedaan, doordat zowel het toetsenbord als het beeldscherm/laptop per persoon op de juiste hoogte gezet kan worden.

“Om een verbetering tot stand te brengen is een omslag nodig.” De standaard beschikt over verschillende standen en voldoet daarmee aan de ergonomische vereisten. In een half jaar tijd zijn er inmiddels een kleine 500 bedrijven, instellingen en organisaties met de You-Stand gaan werken. Volgens In het Veld, is het bedenken van de You-Stand eigenlijk ontstaan uit eigen belang: “Ik heb als programmamaker de afgelopen jaren veel verhalen gemaakt over geslaagde ondernemers voor een tv-serie waar ik als producent en regisseur aan meewerkte. Ik werd daardoor zelf ook enorm gestimuleerd iets te gaan ondernemen. Een vriend van mij had op een gegeven moment ontzettend veel last van zijn rug en hij heeft toen zo’n duur elektrisch verstelbaar bureau gekocht. Toen mijn vrouw ook last kreeg van een nek-hernia ben ik eens gaan kijken of er ook goedkopere oplossingen waren om staand te gaan werken. Die waren er niet of nauwelijks. Via het internet kwam ik nog wel het een en ander tegen in het buitenland, maar niet iets goedkoops. Ik ben toen met een bevriende meubeldesigner om de tafel gaan zitten en heb na veel zagen en geknutsel, de YouStand bedacht.” PILOTPROJECT De Amsterdamse ondernemer begint binnenkort met een pilotproject op een ROC in Roermond. Hier worden de eerste ervaringen opgedaan met scholieren die zittend onderwijs afwisselen met staand onderwijs. “Het zou prachtig zijn als we met You-Stand

kunnen bijdragen aan een gezonde manier van werken op scholen en kantoren. Het grote voordeel van onze standaard is dat het aanzienlijk goed­ koper is dan de gangbare bureaus en je niet je gehele kantoor- of schoolmeubilair hoeft aan te passen. Bovendien kun je de standaard delen met minstens drie collega’s aangezien je het staand werken in principe maar zo’n twee tot vier uur per dag moet doen”, aldus Frank in het Veld. De You-Stand heeft diverse modellen en kleuren. Er is ook een variant waarbij je de standaard voor zowel zittend als staand werken kunt gebruiken. Bij deze zogenoemde You-Stand UP! heb je geen eigen bureau meer nodig. Kijk voor meer informatie op www.you-stand.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

75


Driestar College en Sportzaal Houtkwartier Leiden WWW.ROOSROS.NL

U heeft de onderwijsvisie... wij realiseren het!

76

SCHOOLDOMEIN

november 2016


Het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Stichting Dedicon.

Goedekennis.nl ondersteunt onderwijsprofessionals met toegankelijke informatie

S

tichting Dedicon lanceerde met de start van dit schooljaar een nieuw, online kennisplatform: Goedekennis.nl. Dit platform ondersteunt onderwijsprofessionals met artikelen, video’s en dossiers op het gebied van toegankelijke informatie in en rond het klaslokaal.

Een passend antwoord op passend onderwijs De wet Passend Onderwijs verplicht scholen passende leesoplossingen te bieden. Zoals

schoolboeken voor leerlingen met dyslexie en visuele beperkingen. Voor hen is lesstof vaak niet toegankelijk, door bijvoorbeeld de vele afbeeldingen die in het boek staan. Gelukkig bestaan er toegankelijke studiematerialen, zoals gesproken schoolboeken, brailleboeken en voelbare tekeningen. Maar die passende schoolboeken roepen vragen op. Vragen over van alles en nog wat. Inge de Mönnink, van Stichting Dedicon: “Enkele veelgehoorde opmerkingen zijn: Help, wat

moet ik nu doen? Welke schoolboeken heb ik nodig? In welke vorm? Kies ik voor gesproken schoolboeken? Hoe kan ik dat toepassen in de klas? Wat zijn de ervaringen van anderen? Hoe zit het met wiskunde in braille? Hoe werkt de voorleesapp LEX? Deze en meer vragen worden beantwoord op Goede kennis.”

Goede kennis delen Te vaak volgen blinde of slechtziende jongeren een opleiding onder hun niveau of een andere opleiding dan ze zouden willen. Het is daarom essentieel om er voor te zorgen dat aangepaste lesmethoden zo breed mogelijk beschikbaar zijn én juist worden ingezet. “Er bleek veel behoefte aan praktische artikelen, dossiers, tips en handige instructievideo’s. De onderwijsexperts van Stichting Dedicon hebben die kennis. En nu delen we die via Goedekennis.nl”, aldus Inge de Mönnink.

Passende leesoplossingen Scholieren met een leesbeperking kunnen terecht bij Stichting Dedicon voor aangepast lesmateriaal. Tot op heden had informatie over het gebruik van aangepaste leesvormen geen duidelijke plek. Voor docenten en begeleiders was het daarom lastig een leerling die werkt met aangepast lesmateriaal te begeleiden in de klas, maar ook bij de keuze van het juiste product. Met de komst van Goede kennis brengt Dedicon daar verandering in.

Stichting Dedicon streeft gelijke kansen na voor mensen met een leesbeperking. Veel informatie is niet toegankelijk voor mensen die blind of slechtziend zijn, of hinder hebben van dyslexie of een andere leesbeperking. Dedicon onderzoekt en ontwikkelt oplossingen die ervoor zorgen dat iedereen kan lezen wat hij wil in een vorm die bij hem past. Dedicon maakt onder meer (school)boeken, kranten, tijdschriften en muziek in braille, vergrote, digitale of gesproken vorm. Kijk voor meer informatie op: www.dedicon.nl en op www.goedekennis.nl.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

77


Tekst Sibo Arbeek

BIJZONDER GEBOUW VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS MET REVALIDATIE, SPORT EN BEWEGING

Nieuw Kinderen Jeugdcentrum in Heemskerk Heliomare heeft een integrale visie als het om kinderen en jongeren gaat. Die visie bestrijkt alle levensgebieden waarmee kinderen en jongeren te maken krijgen. Kinderen en jongeren met een beperking vinden in dit nieuwe Kinder- en Jeugdcentrum een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs waar ook revalidatie, sport en beweging aangeboden worden. Pellikaan is als Design & Build aannemer verantwoordelijk voor de realisatie en onderhoud van dit bijzondere gebouw.

H

et hightech Regionale Expertisecentrum biedt ook nog poliklinische behandelingen. Naast gewone schoolfuncties zijn hier dan ook sport- en bewegingsruimten, een hydrotherapiebad en revalidatieruimten. Iedere functionaliteit heeft een domein met eigen entree, maar komt bij elkaar bij de plaza. In deze grote, hoge ruimte is het restaurant en heeft de bezoeker zicht op alle domeinen. Een apart deel van het gebouw is de Multifunctionele Sportaccommodatie (MFS) die overdag zowel door basisschoolleerlingen uit de omgeving als door het KJC gebruikt wordt. De NOC*NSF-hal is ook uitstekend geschikt voor het lokale sport- en verenigingsleven. Op de locatie in Heemskerk kunnen kinderen en jongeren terecht voor vroegbehandeling (0-4 jaar), speciaal onderwijs en revalidatie voor leerlingen van 4-20 jaar met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking. MAATSCHAPPELIJKE OPGAVE Roy Pellikaan is de derde Pellikaan in lijn die de directie voert in het gelijknamige bedrijf: “Dit gebouw past goed bij ons. Mijn opa wist zich als grondlegger van het bedrijf al te onderscheiden door met groot begrip voor de eindgebruiker gebouwen te ontwerpen en te realiseren. In die tijd bestond design en build nog niet, maar bouwen met passie zat in zijn genen. Hij

78

SCHOOLDOMEIN

november 2016

“Het KJC is een prachtig project dat goed bij ons past vanwege het complexe karakter ervan.”

was zelf een groot sportman en heeft zijn naam gevestigd door veel sportcomplexen te realiseren. Mijn vader heeft dat vertaald naar innovatieve vormen van aanbesteding zoals design en build. Door ons internationale karakter zijn die vormen sterk doorontwikkeld. Daarbij blijven we ook voor dit gebouw twaalf jaar verantwoordelijk voor het maintenance deel, waarvoor we al tientallen jaren ervaring hebben opgedaan binnen onze eigen Club Pellikaan exploitatie. Daardoor weten we wat het is om de gasrekening te moeten betalen of hoe fijn het is als je de juiste materialen kiest en daardoor minder onderhouds- en schoonmaakkosten hebt.” WOW-GEVOEL “Na het programma van eisen en de architectenselectie heeft de opdrachtgever besloten om het project na het schetsontwerp aan te besteden in een engineer en build constructie. De aanbesteding vond zonder koppeling met de architect plaats en we hebben een team aan adviseurs ingericht waarmee we dit soort klussen vaker doen. Architect Marlies Rohmer heeft op een aantal vlakken een esthetische keuringfunctie, bijvoorbeeld in de uitvoering van een bijzondere metselwerkgevel. De werktekeningen zijn voor dat onderdeel ook aan de architect voorgelegd en ze komt ook in het werk keuren of het overeenkomt met de originele ontwerpintentie. Dat maakt dat het uit-


BOUW EN ORGANISATIE

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw Kinder- en Jeugdcentrum Heemkerk Opdrachtgever Stichting Heliomare Onderwijs i.s.m. gemeente Heemskerk Design and Build hoofdaannemer Pellikaan Bouwbedrijf B.V. Architect Architectenbureau Marlies Rohmer PvE/ selectie architect ICSadviseurs

eindelijke gebouw ook haar handtekening draagt. De architectuur is prachtig en ik denk dat iedereen een wow-gevoel heeft als het er straks staat. Ik verwacht dat het nieuwe KJC een positieve bijdrage levert aan de omgeving. Bijzonder is dat er met verschillende niveaus is gespeeld, zowel in het terrein als in het gebouw. Het lage deel van het dak is toegankelijk en wordt een soort van schoolplein. In het midden van het gebouw vind je een groot binnenplein dat als centrale ontmoetingsruimte fungeert. Door het openbare karakter van de sportvoorziening zal het middengebied ook voor het brede publiek toegankelijk zijn. Dit is een zone die inkijk biedt in de vele functies van het gebouw.”

BVO 11.150 m2 Bouwkosten 14,5 mio euro Opleverdatum Zomer 2017

WARM EN TOEGANKELIJK “Voor Nederlandse standaarden is het een duurzaam, maar niet energieneutraal gebouw. We willen nog verder optimaliseren, bijvoorbeeld via toevoeging van een WKO installatie, waardoor het gebouw ook energie voor de omgeving kan opwekken. Dit soort

gebouwen in een design en build opgave is vandaag de dag altijd duurzaam. Het KJC in Heemskerk is een prachtig project dat goed bij ons past vanwege het complexe karakter ervan. Overigens past dit project goed bij het thema van dit nummer; warm en toegankelijk. Heliomare heeft een heldere visie op het project, waarbij jongeren met een handicap een volwaardige leer- en werkomgeving krijgen. Bij warm denk ik meteen aan het revalidatiebad, waar extra warme lucht en water ervoor zorgen dat gebruikers er langdurig activiteiten kunnen hebben. De toegankelijkheid herken je in heel veel details; in het ontwerp zijn de overgangen van vloer naar wand en de doorgangen extra geaccentueerd, zodat mensen met een visuele beperking makkelijk hun weg kunnen vinden. Totdat deze jongeren aan het werk komen laten we zien welke mogelijkheden er voor deze kinderen zijn. Het gebouw helpt daarbij en het is bijzonder om te zien hoe bevlogen deze organisatie is.” Kijk voor meer informatie op www.pellikaan.com.

SCHOOLDOMEIN

november 2016

79


De etalage 24-27 januari 2017: NOT in Jaarbeurs Utrecht Van 24-27 januari 2017 is het weer tijd voor de NOT, de grootste vakbeurs voor de Benelux voor kinderopvang, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Onderwijsprofessionals kunnen vijf dagen lang in de Jaarbeurs in Utrecht terecht voor inspiratie, trends en ontwikkelingen en diverse leuke workshops, presentaties, innovatieroutes en optredens. Het uitgebreide programma is zoals elke editie nauwkeurig samengesteld in samenwerking met de adviesraad en het onderwijspanel. Een terugkerend onderdeel van de NOT is het onafhankelijke congresprogramma, de Onderwijsacademie. Dit

jaar met seminars over onder andere ‘Toenemende Werkdruk, ‘Onderzoekend Leren, ‘Sociaal Emotioneel Leren’ en ‘Duurzame en Gezonde Scholen’ op het programma. Verder staan verschillende andere thema’s centraal tijdens de NOT 2017, waaronder ‘Het Jonge Lerarenplan’ en ‘ICT in het Onderwijs’. Nieuw dit jaar is de Onderwijsacademie voor kinderopvang in samenwerking met Het Kinderopvangfonds. Het Kinderopvangfonds stimuleert en faciliteert innovatieve en kwalitatieve kinderopvang, in de breedste zin van het woord, vanuit het perspectief van kind en ouder. Ook zijn er weer tientallen straten en pleinen ingericht die geheel

in het teken van een specifiek onderwerp staan, zoals dyslexie, kinderboeken en opleidingen. Nieuw deze editie is het peuterplein in hal 10. Innovatieve producten en diensten van exposanten worden in de schijnwerpers gezet tijdens de Innovatie Award en de innovatieroute. Meer informatie en programma: www.not-online.nl.

resultaat dat zij zich professioneel kunnen ontwikkelen, zeggenschap hebben over de inrichting van het onderwijs maar ook dat de gezamenlijke ontwikkeling van de school als een professionele leergemeenschap wordt gezien. Maar wat stimuleert een vmbo-docent om zijn of haar eigen

professionele ontwikkeling vorm te geven? En wat betekent dit voor de inhoud en inrichting van hun werk? Op deze en nog veel meer vragen geeft het Jaarcongres VMBO op 17 januari aanstaande antwoord! Meer informatie en programma: www.vmboactueel.nl.

Jaarcongres VMBO

Op 17 januari 2017 is het zover, dan vindt in de Reehorst in Ede alweer de 8e editie van het Jaarcongres VMBO plaats. Deze editie staat de professionele ruimte van de leraar centraal. Leraren moeten iedere dag opnieuw in staat worden gesteld om goed onderwijs te verzorgen. Met als

Symposium Vertrouwen als basis voor de ontwikkeling van kinderen Waarom erger ik me soms zo aan het gedrag van die ene leerling? Kan ik zorgleerlingen de aandacht geven die ze nodig hebben, zonder me over de kop te werken? Hoe ga ik om met de heftige emoties van bezorgde ouders? In de workshop Vertrouwen als basis voor de ontwikkeling van kinderen, op 19 januari 2017, geven auteurs Daniëlle van der Heijden en Tamar Kopmels leraren zicht op hun eigen aandeel in deze dynamieken. In de workshop maken zij kennis met deze aanpak, die is gebaseerd op transactionele analyse (TA). Een workshop voor leerkrachten die bereid

80

SCHOOLDOMEIN

november 2016

zijn diepgaand én mild naar zichzelf te kijken! Dit symposium is onderdeel van de SWP Onderwijsdagen voor het basisonderwijs. Bij deelname is het boek Vertrouwen in je klas inbegrepen. De basis voor de aanpak zijn inzichten uit de Transactionele Analyse (TA). Dit model is vertaald naar voor leerkrachten herkenbare thema’s als omgaan met onrust bij kinderen, schuld en schaamte, reddersgedrag van leerkrachten, onzekerheid van leerkrachten, omgaan met pesten en conflicten met collega’s en ouders. Meer informatie en programma: www.onderwijssymposia.nl.


Column

DAAR WAAR JE WILT ZIJN ‘Zit hij op de school die onlangs verbouwd is?’ vroeg ik aan een moeder die me langs de lijn van het voetbalveld uitlegde op welke school haar zoon zat. ‘Nee, het is een hele nieuwe school’. Ik kon het niet thuisbrengen. Vreemd, ik fietste toch regelmatig door die buurt. Dat kon me toch niet ontgaan zijn? Dus ze probeerde het nog een keer: ‘Je weet wel, met dat oranje aan de voorkant.’ Ja, toen wist ik het. Het kon niet missen. De nieuwe school was minder nieuw dan ze dacht. De entree met oranje was een nieuw gedeelte aan een oude school uit 1970 die jaren leeg had gestaan. De rest was ook grondig verbouwd. Een mooi voorbeeld van herbestemming van school naar school.

ƵŝĚĞůŝũŬŚĞŝĚ ŽǀĞƌ ŬǁĂůŝƚĞŝƚ͕ ŝŶǀĞƐƚĞƌŝŶŐ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ

Hergebruik is niet vanzelfsprekend. Op internet kwam ik in dezelfde wijk een project tegen voor de realisatie van 120 appartementen waarvan meer dan de helft voor senioren. Dat is een hele andere doelgroep dan scholieren. Dit project waarvoor twee lege schoolgebouwen en een kerk moeten sneuvelen is nog niet verder gekomen dan ‘in voorbereiding’. Enkele jaren geleden gestrand in de crisis. Jammer? Ja, omdat oude wijken soms nieuwe woningen nodig hebben om de doorstroming te bevorderen. En nee, want nu is er een nieuwe kans om alternatieven te overwegen.

'ŽĞĚĞ ŐĞďŽƵǁĞŶ njŝũŶ ĞĞŶ ďĂƐŝƐǀŽŽƌǁĂĂƌĚĞ Žŵ Ƶǁ ŽŶĚĞƌǁŝũƐǀŝƐŝĞ ƚĞ ŬƵŶŶĞŶ ƌĞĂůŝƐĞƌĞŶ͘ sĞƌďŽƵǁĞŶ ŽĨ ŶŝĞƵǁ ďŽƵǁĞŶ͗ ĞůŬ ƉƌŽĐĞƐ ŚĞĞĨƚ njŝũŶ ĞŝŐĞŶ ĂĂŶƉĂŬ ŶŽĚŝŐ͘ ĂĂƌďŝũ ŝƐ ĚƵŝĚĞůŝũŬŚĞŝĚ ŽǀĞƌ ŬǁĂůŝƚĞŝƚ͕ ŝŶǀĞƐƚĞƌŝŶŐ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ ŶŽŽĚnjĂŬĞůŝũŬ͘ ďďŶ ĂĚǀŝƐĞƵƌƐ ŬĂŶ Ƶ ŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐ ďŝĞĚĞŶ ŝŶ ĂůůĞ ĨĂƐĞŶ ǀĂŶ ŚĞƚ ƉƌŽĐĞƐ͘ tŝũ njŝũŶ ŝŶ ŚĞƚ WK͕ sK͕ D K ĞŶ ,K ĂĐƚŝĞĨ ŵĞƚ ĂĚǀŝƐĞƌŝŶŐ ŽǀĞƌ ŚƵŝƐǀĞƐƚŝŶŐ͕ ĚƵƵƌnjĂĂŵŚĞŝĚ͕ ŬŽƐƚĞŶ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ ĞŶ ďŽƵǁŵĂŶĂŐĞŵĞŶƚ͘

DĞĞƌ ǁĞƚĞŶ͍ ĞnjŽĞŬ ŽŶnjĞ ǁĞďƐŝƚĞ ǁǁǁ͘ďďŶ͘Ŷů ŽĨ ďĞů ŵĞƚ ϬϴϴͲϮϮϲ ϳϰ ϬϬ͘ ďďŶ ĂĚǀŝƐĞƵƌƐ ͮ WŽƐƚďƵƐ ϵϰ ͮ ϯϵϵϬ ,ŽƵƚĞŶ ͮ ŝŶĨŽΛďďŶ͘Ŷů

Voor wie graag terug wil naar school: mogelijkheden genoeg. Steeds vaker zie ik scholen transformeren in woningen. Na Rotterdam lijkt ook de rest van Nederland de klusscholen te ontdekken. Die uit de jaren 30 zijn mateloos populair, maar ook met andere lukt het steeds beter. Zou omscholen van deze schoolgebouwen uit de jaren ‘60 en ’70 ook lukken? Gerben van Dijk, voorzitter Herbestemmingsteam en werkzaam bij Bouwstenen voor Sociaal


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Martijn Buskermolen (fotografie), Jaap de Kruijf, Anje

3

no.

Solide en Doordacht Alweer het derde nummer in het nieuwe jaar, net voordat de NOT start. U komt toch ook even langs? In dit nummer weer een aantal mooie artikelen, zoals:

Romein en Kees Rutten (fotografie). Redactieraad De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 06-82548370 brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul.voogsgerd@schooldomein.nl, 06-46337000. De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl. Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten

• Groot interview Simone Kukenheim, wethouder Onderwijs en Jeugd Amsterdam: over groei, segregatie en gezonde schoolgebouwen • Hubb in gebruik bij Fontys R4: gepersonaliseerd onderwijs gevangen in een innovatief meubel • Van biljart tot dorpskoor: vernieuwbouwde MFA Heukelum herbergt activiteiten voor een vitale kern • Opvallend ontwerp Hertogschool in Den Haag: herkenbare uitstraling in nieuw jasje • Nationale Onderwijs Tentoonstelling- NOT: van 24 tot en met 28 januari boordevol innovaties! • ‘Stad als school | School als stad’: een ontwerpend onderzoek naar de interactie tussen het (v)mbogebouw en de stad.

Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,- voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: Ahrend, Alpha Consultancy, bbn, Bolidt, BUKO, Cisco, DGMR, DP6, De Meeuw, Ecophon, Gerflor, Gispen, Forbo, Frencken Scholl, Hevo, ICSadviseurs, LIAG, M3V, Nora Flooring, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement, NOT, OIII architecten, Pellikaan, Platform Onderwijshuis­vesting, README, RoosRos Architecten, RVO, SMT Bouw en Vastgoed, Spring Architecten, STALAD, TenW architecten adviseurs, Topos architecten, Vanerum, VELUX.

82

SCHOOLDOMEIN

november 2016


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

GERFLOR ONDERWIJS

G-POWER FOR BETTER RESULTS TOTAAL CONCEPT

G-POWER

C

M

VLOERBEDEKKING

Y

CM

SPORTVLOEREN

MY

CY

CMY

WANDBESCHERMING LEUNINGEN

K

ACCESSOIRES

Hoeveel G-POWER wilt u? Gerflor draagt bij aan een goede en fijne onderwijsomgeving. Met voor iedere ruimte – van gangen, leslokalen en collegezalen tot gymzaal en praktijkruimten – een totaalpakket voor optimale bescherming van vloeren en wanden. Fris en eigentijds, veilig, geluiddempend, comfortabel en ook: hygiënisch en onderhoudsvriendelijk. Leerlingen, studenten en docenten zullen het bevestigen. Gerflor biedt u álle power die u zoekt. BEHOEFTE AAN G-POWER? 31 (0) 40 266 1700 AANBEVOLEN DOOR HERRIEMAKERS

WWW.GERFLORBENELUX.COM


Het SKILLS LAB is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking tussen: STALAD, Ecophon, Nora Flooring, DGMR, HW van der Laan Architecten, ICSadviseurs en VELUX. Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

RSG THAMEN U I T H O O R N

wilt zien als je aan de slag gaat met het duurzaam (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • verkoop@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, november 2016

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

2

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

SKILLS LAB ontwerp door interieurarchitecten STALAD

SCHOOLDOMEIN

Realisatie door samenwerking

no.

THEMA: WARM EN TOEGANKELIJK HET PUBLIEKE GEBOUW als de nieuwe IPhone WAAR ZOUDEN WE ZIJN zonder architectuur? HAAL ALS BASISSCHOOL een beter cijfer voor duurzaamheid ENERGIEZUINIGE EN FRISSE SCHOLEN dankzij beheer op afstand


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.