Al na twee jaar bewegend leren boeken kinderen een leerwinst van vijf maanden, blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens de onderzoekers komt er door het bewegen adrenaline vrij in de hersenen. Daardoor kunnen kinderen de lesstof beter opnemen.
stelt professor Frank Backx, hoogleraar sportgeneeskunde aan het UMC Utrecht.
Bewegend zitten? STALAD is er al jaren klaar voor...
Traditioneel schoolmeubilair werkt beweging tijdens het zitten tegen. Onderzoek heeft aangetoond dat leerlingen op een statische stoel onvoldoende energie (zuurstof) produceren waarmee de hersenen geactiveerd worden. Op een dynamische stoel gebeurt dat wel. STALAD lost dit op met haar stoelen programma PantoMove en PantoSwing van V/S. De ergonomische zitschaal, de frame-constructie en het 3D-move element van deze dynamische stoelen zorgen
ervoor dat de lichaamsbeweging wordt gestimuleerd. De conclusie is dat bewegend zitten de balans tussen lichaam en geest sterk verbetert. Hierdoor stijgen de leerprestaties en het welbevinden van de leerling aanzienlijk. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. We adviseren u graag in het kiezen van de beste onderwijsinrichting.
STALAD onder wijsinrichting • 038 720 0610 • info@stalad.nl • www.stalad.nl
jaargang 28, februari 2016
twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein
3
Altijd de laatste updates van Schooldomein?
Kinderen die bewegend leren rekenen en spellen, pikken de lessen sneller op dan klasgenootjes die stilzitten tijdens de les.
Dat lichamelijke activiteit belangrijk is voor je gezondheid was al bekend, maar het wordt steeds duidelijker hóe belangrijk. Zitten mag niet meer; dat is ongezond. Steeds meer blijkt zitten het nieuwe roken te zijn. Dat
Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving
Goed leren rekenen en spellen? Springen maar!
Heftig? Ja! Het kan niet genoeg gezegd worden: wie onvoldoende beweegt, wordt eerder ziek: lichamelijk én geestelijk. En wie ziek is, wordt eerder beter door vooral te blíjven bewegen.
SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN
Zitvlees
ZITTEN IS HET NIEUWE ROKEN
SCHOOLDOMEIN
t is slecht oek uit. En da rz de on t ijs w en het meest. en is dodelijk, n alle European va g en tt Langdurig zitt zi s er s van langduri s: Nederland ndheidsrisico’ zo , ge es nieuws voor on de et ab op t di ijs atziektes, derzoek w op hart- en va ns Steeds meer on ka e er ot gr t tot een zitten. Dit leid er. nk ka en obesitas ijdig overlijden kans op vroegt de gt oo rh ve g minder zit. r zitten per da die vier uur of d an Meer dan 11 uu m ie et m vergeleken met 40 procent,
no.
THEMA: FRIS OMGEVINGSPSYCHOLOGIE als leidraad voor ontwerpproces INKOPEN is maatwerk DE GELEEFDE OMGEVING Daagse schoonheid en de trage mens
Revolutionair Spectaculair Modulair
Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.
VELUX helpt u met gratis AutoCAD-tool en BIM-modellen VELUX modulaire lichtstraten zijn gebaseerd op een 100% modulair concept dat uitvoerige werkvoorbereiding compleet overbodig maakt. Daarbij biedt VELUX u simpele, bondige CAD-tools waarmee u snel nauwkeurige en visueel aantrekkelijke tekeningen en presentaties creĂŤert. Met andere woorden, wij hebben de lichtstraat gecompleteerd, zodat u verder kunt met uw project.
In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl
Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat
VELUX
BIM-objecten Snel, makkelijk en nauwkeurig
Download onze gratis CAD en BIM objecten: www.modulairelichtstraten.velux.nl
ICSadviseurs
Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle
VAN DE REDACTIE
Een FRIS nieuw jaar gewenst Ja, dan past dat thema goed bij het nieuwe jaar: FRIS en uitdagend. Een grote Nederlandse bank ziet de toekomst zonnig in en stelt: “Het herstel van de Nederlandse economie ligt onverminderd op koers en krijgt een steeds bredere basis. Zowel export, private investeringen als particuliere consumptie nemen toe. Het volume in alle sectoren zal in 2016 groeien. Vooral de zakelijke dienstverlening profiteert van de aantrekkende economie en de toegenomen bedrijvigheid die daar het gevolg van is. Daarnaast zorgen digitalisering van bedrijfsprocessen en flexibilisering ervoor dat met name dienstverleners in outsourcing en ICT-oplossingen goede zaken doen. Ook de bouw profiteert volop, nu de consument weer durft te investeren in nieuwe woningen.” Ik word er helemaal enthousiast van en eigenlijk gaat het ook op voor Schooldomein. We hebben een stijgend aantal partners dat zich aan ons netwerk heeft verbonden en onze dienstverlening is verder uitgebreid: naast het magazine ook een mooie facebookpagina (heeft u hem al geliked?), een nieuwsbrief, twitter en LinkedIn en binnenkort een vernieuwde website. En samen met Ruimte Ok gaan we onze expertmeetings wat breder in de markt zetten. Ze komen op de kalender en u bent welkom! In dit nummer vooral veel frisse bijdragen. Architect Maarten Sanders die van binnen naar buiten denkt. Weer een heel mooi innovatielab waarin drie experts op de stellingen reageren. Een selectie architecten die het thema FRIS op
ONZE VISIE Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,
eigen wijze verbeeldt. Of de vernieuwbouw en inrichting van Het Van Lodensteincollege in Amersfoort, waarbij de gesloten leeromgeving letterlijk onderdeel van het omliggende boslandschap is geworden. En natuurlijk de FRISSE vernieuwbouw van de Pieter van der Plasschool in Wateringen, die naadloos aansluit bij het historisch karakter van het dorp. Of het artikel over Breeamschool de Friese Poort en de rol die de duurzaam bouwadviseur daarbij speelt. Ten slotte niet te vergeten het grote interview met omgevingspsycholoog Fiona de Vos, die zoekt naar de interactie tussen gebruiker, gebouw en omgeving, want “veel gebouwen doen pijn”. Vanaf dit nummer laat onderwijsnetwerker Jaap de Kruijf zijn licht over de recente ontwikkelingen binnen het onderwijs schijnen. Hij houdt ze allemaal bij. Niet te verwarren met onze wisselende columnisten, waarbij dit nummer creative entrepreneur Mitchell Jacobs van STUDIO TAST beargumenteert waarom design thinking zo waardevol is. Kortom; het begin van een mooi 2016. Veel uitdagingen, niet altijd even makkelijk, maar Schooldomein helpt!
Sibo Arbeek
Hoofdredacteur
instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.
HET NETWERK
Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen
van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.
UW MENING
Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.
U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.
INTERNET Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.
Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door:
schooldomein
februari 2016
5
INHOUD BESTUUR EN BELEID
8
mgevingspsychologie als leidraad O voor ontwerpproces Fiona de Vos over de kritische succesfactoren van een healing environment.
14
Inkopen is maatwerk
18
S tartersgids BTW helpt brede scholen en MFA’s op weg
Verslag van een boeiende expertmeeting over inkopen voor het onderwijs.
Een gids die op een laagdrempelige manier inzage geeft in de complexe btw-materie.
20
A fwegingskader vertrekpunt voor nieuwe vormen van samenwerking Berenschot en ICSadviseurs over het project ‘OnderwijsLokaal – samenwerken aan onderwijshuisvesting’.
ONTWERP EN INRICHTING
46
22
Inrichten met beleving
25
L eerling leidend in ontwerpproces Carmel College Salland
Vernieuwbouw geeft Lodenstein College in Amersfoort fraaie nieuwe leeromgeving.
Hoe vertaal je een krachtige onderwijsvisie in de architectuur en inrichting van een nieuwe leer- en werkomgeving?
THEMA
Fris
28
Goed binnenklimaat meer dan isolatie
31
D uurzaamheid Zorg en Welzijn Friese Poort
Licht en lucht belangrijke basiswaarden bij nieuwen verbouw van eigentijdse schoolgebouwen.
Fraaie nieuwbouw scoort op recordaantal punten binnen Breeam.
Fris is gezond maar is fris ook altijd duurzaam? En is duurzaamheid ook altijd fris? Daarover gaan de stellingen in ons Innovatielab. Fris is het thema van deze editie van Schooldomein en daarom legden we drie verfrissende stellingen voor aan drie scherpe specialisten. Daarnaast vroegen we drie architecten om een afbeelding te sturen en bondig te beschrijven waaraan zij denken bij een ‘Fris’ gebouw. Ook dat levert weer drie fantastische pagina’s op!
34
E en nieuw onderwijsgebouw met een doorlopende leerlijn van 0 tot 16 jaar Organisatorische en inhoudelijke samenwerking leidt tot een uniek onderwijsgebouw.
36
Upgrade van tijdelijk naar permanent
38
De leeromgeving van de toekomst
40
Beter worden in wat je kunt
42
De school moet ook naar buiten kunnen
ZieZaZo Kinderopvang kan pand behouden dankzij visuele én functionele upgrade.
Gispen en Mecanoo ontwikkelen een modulair meubel voor een stimulerende leeromgeving.
Ulenhof College is een supermarkt met tweetalig onderwijs, bèta challenge en technasium.
‘Openluchtscholen’ inspiratiebron bij ontwerpen van projecten voor primair onderwijs.
6
SCHOOLDOMEIN
februari 2016
44
T hamen aan de vooravond van transformatie Verslag van een enthousiaste 0-meting met leerlingen en docenten.
BOUW EN ORGANISATIE
53
Tweede leven voor bestaand gebouw De Pyler in Heerlen gestript en herontwikkeld tot compleet nieuw gebouw.
STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR
54
S lim ontwerp levert duurzame kwaliteit op Vernieuwbouw Pieter van der Plasschool past verrassend goed in de omgeving.
56
D e geleefde omgeving, daagse schoonheid en de trage mens Universele waarden die vergeten zijn, krijgen nieuwe aandacht en betekenis.
FACILITAIR EN BEHEER
58
N ieuwe vloer verbindt Graaf Engelbrecht Eigenheid, veiligheid en zelfstandigheid fraai verbeeld in interieur.
60
S choolplein14 voor bewegen en beter leren Cruyff Foundation brengt met sportief project de jeugd in beweging.
62
S IA: Cursussen en symposia die er toe doen Nieuwe Schooldomein IVVD Academy (SIA) organiseert aantrekkelijk inhoudelijk aanbod.
RUBRIEKEN
12 13 64 65 66
Kort nieuws
C olumn Onderwijstrends door Jaap de Kruijf Het idee van Meerlanden
Column van Mitchell Jacobs
V ooruitblik naar Schooldomein 4: Eigen
22 43 50 59 61
Omgevingspsychologie als leidraad voor ontwerpproces 8
schooldomein
februari 2016
Tekst Sibo Arbeek Foto’s Natascha Janssen (Haldugroep)
BESTUUR EN BELEID
Het optimaliseren van de fit tussen gebouw en gebruikers met behulp van omgevingspsychologie. Fiona de Vos over de kritische succesfactoren van een healing environment. Omdat een gebouw veel meer doet met de gebruikers dan we denken.
F
iona de Vos vertelt waarom ze omgevingspsycholoog is geworden: “Tijdens mijn studie Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) las ik een artikel over de impact van het ontwerp van een verpleegafdeling op het gevoel van veiligheid en geborgenheid van patiënten en op loopafstanden van personeel. Ik vond dat zo fascinerend, dat een ontwerp zo sterk het gedrag, de beleving en waarneming van mensen kan beïnvloeden, dat ik daar meer mee wilde. Na wat speurwerk kwam ik terecht bij de vakgroep environmental psychology van de City University of New York. Ik mocht daar een stage lopen en raakte betrokken bij een Post Occupancy Evaluation van een kinderziekenhuis. Dit is een methode om een gebouw nadat het in gebruik genomen is te toetsen op alle niveaus: technisch, functioneel, ruimtelijk en qua beleving, altijd vanuit het gebruikersperspectief. De directeur van het ziekenhuis, Bruce Komiske, wilde weten of wat hij samen met de architect bedacht had ook echt werkte voor patiënten, personeel en familie. Uit zo’n evaluatie kun je belangrijke lessen halen voor volgende gebouwen. Toen Bruce zijn tweede kinderziekenhuis in Westchester bouwde heb ik daar een voor- en nameting uitgevoerd in het kader van mijn promotieonderzoek. Een van de uitkomsten hiervan was een holistisch model voor healing environments. Met dit model kun je in kaart brengen in hoeverre verschillende aspecten van de fysieke en sociale omgeving bijdragen aan het welbevinden van het kind, ouders, bezoekers en personeel. Een healing environment is een omgeving waar onnodige stress wordt voorkomen door misfits tussen de gebruikers en de omgeving te minimaliseren en het gevoel van welzijn te optimaliseren. Inmiddels werk ik 20 jaar in dit vak en adviseer verschillende partijen, zoals (interieur) architecten, opdrachtgevers en eindgebruikers op dit gebied. Daarnaast ben ik gastdocent aan de UvA en de HKU. Het vak omgevingspsychologie zou verdwijnen aan de UvA maar wordt nu als keuzevak aangeboden. Vorig jaar zaten we al op 80 aanmel-
dingen waaronder veel bouwkundestudenten die willen leren wat de omgeving doet met waarneming, beleving en gedrag van mensen.” MODEL ALS ONDERLEGGER “Omgevingspsychologie is ontstaan vanuit de kloof tussen opdrachtgevers, architecten, eindgebruikers en de wetenschap: een gebied met veel ruis. Als omgevingspsycholoog bemiddel ik tussen deze partijen en breng ik kennis in over de interactie tussen het gebouw, de verschillende gebruikers en de omgeving. In het onderwijs bijvoorbeeld, kijken we wel naar zaken die van belang zijn voor studenten en docenten, maar doen we nog maar weinig voor ouders, bedrijven of de gemeenschap. Denk hierbij aan uitstraling, leesbaarheid en bereikbaarheid, oriëntatie, plekken voor ontmoeting, maar ook hoe je bedrijven kan aantrekken of relaties met de omgeving kan bevorderen. Het model is een soort onderlegger en brengt alle stakeholders in kaart, die per type organisatie verschillen. De feitelijke vertaalslag naar een specifieke organisatie is van veel factoren afhankelijk, maar wat mensen in de basis nodig hebben om zich goed te voelen is altijd hetzelfde.” EERST PROFIEL BEPALEN De opdrachtgever denkt al snel dat een architect weet hoe een ontwerp aansluit bij de gebruikers. Aan de andere kant gaat de architect er te gemakkelijk van uit dat een opdrachtgever een visie heeft en deze ook op alle aspecten kan vertalen. Een architect heeft over het algemeen geen kennis over het gedrag, de beleving en waarneming van de eindgebruikers van een gebouw. Een paar voorbeelden: ik hoor regelmatig architecten en opdrachtgevers stellen dat ruimten wit en neutraal moeten zijn omdat de mensen er zelf voldoende kleur aan geven. Daar ben ik het, zeker in de zorg, niet mee eens. Als je ouder wordt ga je slechter zien en heb je juist meer contrast nodig tussen wanden, vloeren en meubilair. Ook het belang van een goede akoestiek wordt vaak onderschat. Julian Treasure heeft een boeiende Tedtalk gegeven met als
schooldomein
februari 2016
9
“Het gaat vaak over gebouwen die pijn doen, die niet goed werken voor de gebruikers.”
titel: “Why architects need to use their ears.” Neem bijvoorbeeld de akoestiek in de gezondheidszorg. Op een intensive care zou het rustig moeten zijn, maar toch hoort een patiënt daar continu het lawaai van alle apparatuur. Daar word je niet sneller beter van. En in een klaslokaal zou de akoestiek zo moeten zijn dat je er geconcentreerd kunt werken en leren, en de docent zijn stem niet hoeft te verheffen om gehoord te worden. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat kinderen met genoeg daglicht en een uitzicht beter leren. In Duitsland investeren verzekeraars in uitdagende buitenruimten omdat dat goed is voor de motorische ontwikkeling van kinderen. Doodsoorzaak nummer vier is dat we allemaal een zittend bestaan leiden. Voorkomen is dus beter dan genezen en daar heb je kennis voor nodig. Ik ben nu bezig met een groot project voor verstandelijk gehandicapten, waar vijf nieuwe locaties worden gebouwd. Vaak wordt de omgeving aangepast op het probleemgedrag, met als gevolg prikkelarme omgevingen. Maar dan verliest een deel van deze cliënten ‘s nachts het contact met zichzelf, omdat er te weinig prikkels zijn. Met lichtjes, kleine bewegingen als wiegen of schommelen of bepaalde geluiden zouden ze meer tot rust komen. Je moet dus in elke casus goed naar het profiel van alle gebruikers kijken, weten hoe ze werken en waar ze zich prettig bij voelen.” PIJN DOEN Als omgevingspsycholoog heb ik mijn model inmiddels toegepast in diverse ziekenhuizen, maar ook in de ouderenzorg, psychiatrie, gevangenissen, bij kantoren, scholen en universiteiten. Het gaat vaak over gebouwen die pijn doen, die niet goed werken voor de gebruikers. Een veelgemaakte fout is dat er plekken gecreëerd worden zonder dat er een aanleiding is voor mensen om er naartoe te gaan. Grote lobby’s, speelruimten, dagverblijven blijven dan leeg. Een kop koffie of een krant kan het verschil maken. Zo heeft de UvA bij de ontwikkeling van de Roeterseilandcampus grote kansen laten liggen. Dat complex moet het paradepaardje van de UvA zijn, maar ik vind het op belangrijke onderdelen onvoldoende geslaagd. Wat het hart van de campus had moeten worden, zit op
10
schooldomein
februari 2016
een ontoegankelijke plek in het gebouw, in een brug boven het water. Je moet dus weten dat het daar zit, want vanaf buiten is het niet herkenbaar. En om er te komen, moet je vervolgens het hele gebouw door, niet geholpen door de complexe en vaak onduidelijke routing. Onderwijs gaat voor mij over kruisbestuiving tussen docenten en studenten. Waarom zou je ze dan scheiden in een blauwe toren voor docenten en een gele voor studenten? In de grote collegezalen kan maar op een manier lesgegeven worden: de docent zendt en de studenten ontvangen. Waarom worden student en docent niet gefaciliteerd om op verschillende manieren te kunnen interacteren? Dit gebouw is grijzer dan het kapsel van mijn oma, staat op een flyer van de studentenraad die zich lang tegen het gebouw verzet heeft. Er is veel loze ruimte (“gemorste ruimte” aldus een docent) die ook ingericht had kunnen worden voor bijvoorbeeld toevallige ontmoetingen. Het gebouw weerspiegelt voor mij de onwetendheid van architect en opdrachtgever over essentiële kwaliteiten van onderwijsgebouwen. HEALING OFFICE “Zo moet je Het Nieuwe Werken ook niet als een format willen toepassen. 30% van de samenleving bestaat uit introverte mensen, die erg prikkelgevoelig zijn. Die willen niet de hele dag in een open kantoortuin zitten, als er niet ook stiltewerkplekken aanwezig zijn. Een mooie ontwikkeling is de healing office, zoals ingevoerd bij Google Office. Dat is een speels kantoor met verschillende soorten werkplekken, dat je stimuleert om te bewegen en gezond te eten. Je kunt er sporten en wanneer je overuren maakt krijg je een massage op kosten van de zaak. Als je om drie uur bedenkt wat je ’s avonds wilt eten, hangt er om vijf uur een gezond voedselpakket voor je klaar. Een prachtig voorbeeld van hoe een omgeving meer kan zijn dan alleen een omhulsel van processen. Ik ben nu internationaal met vijftien landen bezig met generative space, het vervolg op healing environment. Daar gaat het nog meer om het betrekken van en inbedden in de gemeenschap. Hoe zorg je ervoor dat het niet alleen stedenbouwkundig klopt, maar dat bijvoorbeeld een school op natuurlijke wijze integreert met de samenleving en het bedrijfsleven. Veel gezondheidscentra en ziekenhuizen hebben een lobby die naar binnen is gericht: waarom leg je die niet veel meer naar buiten. Denk aan mensen die eenzaam thuiszitten, de relatie met gezond eten, het bieden van een informele ontmoetingsplek, het op een positieve manier versterken van de klantrelatie en natuurlijk aan nieuwe exploitatiemodellen. En bovendien neemt de strategische waarde van het vastgoed op deze manier ook toe. Er valt nog veel te verbeteren.” Voor meer informatie over Fiona de Vos en haar werk: www.studiodvo.com.
KWALITEIT EN EXPERTISE DOOR PLATFORM ONDERWIJSHUISVESTING De branchevereniging voor adviesbureaus rond onderwijshuisvesting. Die professionalisering van het vakgebied vertalen naar een deskundig klankbord voor overheid en belangenorganisaties voor onderwijs en maatschappelijk vastgoed. Een platform dat professionals met elkaar in contact brengt om de kwaliteit van het maatschappelijk vastgoed naar een hoger niveau te tillen. Dat Platform bestaat: Platform Onderwijshuisvesting; of gewoon POH! www.platformonderwijshuisvesting.nl of info@platformonderwijshuisvesting.nl
DUURZAAM ONDERHOUDEN IS EEN VAK APART!
AlphaConsultancy is hèt bureau voor bouwmanagement & advies op gebied van beheer en onderhoud van vastgoed. Wij leveren kennis en capaciteit om bouwkundige, technische en energetische (onderhouds)vraagstukken op te lossen, in samenwerking met de opdrachtgever. Het deskundige team van AlphaConsultancy ondersteunt en ontzorgt de opdrachtgever waar nodig en zorgt voor vakkundige afhandeling van uw vraag en project. Laat ons kosteloos uw energienota’s checken (“no cure, no pay”). De eerste besparingen zijn vaak al hiermee te realiseren! Tip 2: Meerjarenonderhoudsplanningen (MJOP’s) die wél kloppen en de juiste sturingsinformatie bevatten. Dat wilt u toch ook! Tip 3: Uitvoerende partijen benaderen voor uw onderhoudsvraagstukken? Wij kunnen het beter, kijken breder en benaderen het altijd onafhankelijk! Tip 1:
Wij komen graag bij u langs. Vestiging Zwolle: Burg. Drijbersingel 25, Zwolle Vestiging Ridderkerk: Houtzaagmolen 104, Ridderkerk T: (038) 453 25 35 E: contact@alphaconsultancy.nl I: www.alphaconsultancy.nl
schooldomein
februari 2016
11
KORT NIEUWS Limburg kent meeste leegstaande klassen in basisscholen
L
imburg is koploper in Nederland als het gaat om leegstaande lokalen in basisscholen. Dit kost tonnen per jaar, zeker in regio’s waar het aantal leerlingen hard achteruit holt. Dit blijkt uit onderzoek van Daniel Vos van de TU Delft en uit de scriptie van Sanne Feron van Zuyd Hogeschool
in Heerlen. Vos vergeleek het aantal leerlingen op de basisscholen (in 2013) met de ruimtebehoefte. Daaruit blijkt dat Limburg 23,5 procent aan ruimteoppervlakte te veel heeft. Op de tweede plaats staat Brabant met 16,6 en dan Friesland en Groningen met elk 12,3 procent. Vos en ook Feron, die onder-
Nu online: ‘Wat kost dat?’
D
e Bouwstenen-publicatie ‘Wat kost dat? Menukaart voor een kostprijsdekkende huur van gemeentelijk vastgoed’ staat nu online en biedt houvast bij het vaststellen van de kostprijsdekkende huur. De menukaart is opgesteld door financiële vastgoed experts van de gemeenten Almere, Alphen aan den Rijn, Apeldoorn, Arnhem, Bergen op Zoom, Breda, Utrecht en Zeist. Het is een update van de publicatie die in 2008 door de Kopgroep Maatschappelijk Vastgoed is uitgebracht. ‘Wat kost dat?’ is het resultaat van vele, vaak stevige discussies tussen de betrokken gemeentelijke experts. Daarbij hebben ze hun eigen en
12
schooldomein
elkaars methoden gewikt, gewogen en opnieuw bekeken. Ze delen het resultaat van al dit denkwerk graag met (ook niet financieel onderlegde) collega’s, bestuurders en huurders uit andere gemeenten. De publicatie is door de VNG nog voor de jaarwisseling naar alle gemeenten gestuurd. Om het delen nog gemakkelijker te maken, staat de digitale versie nu ook online. Wouter van den Wildenberg, trekker van het Bouwstenen-netwerk Financiële experts, licht enthousiast de hoofdlijn van de publicatie toe: “Gemeenten kunnen kiezen voor de begrotingsbenadering en de vastgoedbenadering. Er is bij de keuze voor de verschillende methodieken geen goed of slecht, alleen dient de invulling van de parameters een logisch en consistent geheel te vormen. Daarnaast is het raadzaam huurstromen en subsidies te scheiden.” Bekijk de publicatie online via deze link: www. goo.gl/LVXAKH.
februari 2016
zocht of schoolgebouwen wel toekomstbestendig zijn, wijten een deel van de leegstand aan krimp. Maar na gesprekken op 31 basisscholen, onder andere in Horst aan de Maas, ontdekte de TU-student ook dat scholen die zijn gebouwd tussen 1985 en 2007 minder ‘leeg’ zijn. Strengere bouwregels voorkwamen royale schoolgebouwen, zoals in de jaren 1960-1984. Verder blijken nieuwere scholen te vaak op de groei gebouwd en zijn ‘donkere’ en slecht onderhouden scholen niet in trek. Vos adviseert schoolbesturen om scholen een goed onderhouden uitstraling te geven. Feron heeft een model ontwikkeld, waarbij schoolbesturen elk schoolgebouw kunnen ‘doormeten’ om te zien of het de komende tien jaar nog kan blijven bestaan. Scholen krijgen geld van het ministerie, gebaseerd op het aantal leerlingen. Als dat aantal terugloopt en er lokalen over blijven, is dat wel handig qua ruimte, maar kost dat wel geld aan schoonmaak, onderhoud en verwarming. Vos berekende dat dit 47 euro per vierkante meter is waar geen vergoeding tegenover staat.
Vrouwen leren sneller van elkaar om hun leiderschap verder te ontwikkelen
H
et percentage vrouwelijke directeuren ligt ver onder het Europese gemiddelde. In Nederland is slechts 7,4 procent van de schoolleiders vrouw, tegen 20 procent in Europa. De politiek probeert al jaren om meer vrouwelijke directeuren te lokken. Het zou volgens Krüger (docent onderwijskunde) ideaal zijn als een directie zou bestaan uit mannen en vrouwen, die dan ook nog in staat zijn elkaars sterke punten te waarderen. “Dat gebeurt in het bedrijfsleven steeds vaker.” In het onderwijs lijkt het of mannen en vrouwen er vooral in slagen elkaar de tent uit te knokken. Dat komt volgens Krüger omdat er, vooral in het voortgezet onderwijs nog zo weinig vrouwelijke leiders zijn en
de dominante leiderschapscultuur eenzijdig een mannelijke is. Marijke van der Putten (directeur Inspirae) ondersteunt de bevindingen van M. Krüger. Zij heeft speciaal voor vrouwen met ambitie een interactieve leergang ontwikkeld waarin 4 topvrouwen (Andrée van Es, Annemarie Jorritsma, Karin Lieber en Yvonne van Rooy) als gastdocent optreden. Ervaren vrouwen met verschillende leiderschapsstijlen, die hun eigen leerervaringen delen met de deelnemers. Aan het einde van de leergang, die uit 4 bijeenkomsten bestaat, gaat elke deelnemer met een eigen groeiplan voor de toekomst naar huis. In februari 2016 gaat voor de 3e keer de leergang Groeiend leiderschap van start. www.inspirae.nl
Column Happy Building Index
W
ilt u duurzame gebouwen beoordelen op gebruiksvriendelijkheid. De Happy Building Index is een etalage van duurzame gebouwen, de gebouwen waar gebruikers graag in willen vertoeven. Kortom, gebouwen die gebruikers gelukkig maken. Het is leuk als een gebouw duurzaam is, maar dit hoeft niet alles te zeggen over de gebruiksvriendelijkheid ervan. Het gevoel van geluk wordt volgens de Stichting Happy Building Index vergroot door gebouwaspecten zoals een goed binnenklimaat, daglichttoetreding en horeca- en groenvoorzieningen in en om de gebouwen, en de wetenschap dat het gebouw het milieu zo weinig mogelijk belast. De gebouwen die op de website staan hebben allemaal minstens energielabel C. Gebruikers kunnen een gebouw op meerdere aspecten beoordelen door het geven van een cijfer van 1 t/m 10. Zo wordt gelet op de bereikbaarheid, veiligheid, binnenlucht, toegankelijkheid, temperatuur, licht, geluid, schoonmaak, catering en ontvangst. Over het verschil in relevantie van de factoren valt te twisten. Gebruikers hebben ook de mogelijkheid zelf een gebouw toe te voegen. Op de website staan uiteraard ook gerenoveerde gebouwen, deze hebben over het algemeen een goed energielabel. Bijvoorbeeld het hoofdkantoor van ASR Verzekeringen (Archimedeslaan 10), dat in 2015 is opgeleverd en een energielabel heeft van A++, en het gebouw van Rijkswaterstaat (Griffioenlaan 2) met een energielabel van A.
Meer dan 40 miljoen vierkante meter aan kantoren leeg
V
olgens schattingen staat tussen de 40 en 50 miljoen vierkante meter aan kantoren en bedrijfsruimtes leeg. Volgens Rijksbouwmeester Floris Alkemade is het belangrijk dat er gekeken wordt hoe die leegstaande gebouwen kunnen worden ingezet voor andere functies. Een voorbeeld hiervan is de Wibautstraat in Amsterdam. “Hier kwamen op een gegeven moment veel gebouwen leeg te staan. Kantoren van redacties, belastingkantoren, de een na de ander verdween. Maar nu krijgen die gebouwen weer een nieuwe invulling,” aldus Alkemade. Zo is het voormalige Volkskrant-gebouw op de Wibautstraat verbouwd en heeft het verschillende nieuwe functies gekregen. In het gebouw zijn op dit moment een hotel, een club/restaurant en een creatieve broedplaats gevestigd.
ONDERWIJSTRENDS De allesomvattende kop - ‘Onderwijstrends’ - suggereert dat trends over de volle breedte van de onderwijscategorieën, aangetipt zullen worden. Ik ga u onmiddellijk teleurstellen. Mijn ‘warme’ belangstelling betreft een aantal aspecten van onderwijsland, te weten: primair onderwijs, voortgezet onderwijs (en met name het vmbo), mbo, positie van laag- en middelbaar opgeleiden en onderzoeken en beleidsontwikkelingen die met deze aspecten samenhangen. Belangstellend ben ik - maar iets minder ‘warm’ – waar het de andere gebieden van onderwijsland betreft. De ontwikkeling van het vmbo popt met regelmaat op in de pers. Naar ik hoop ook om de volgende redenen: Ruim 50 procent van alle VO-bovenbouw leerjaren (3e en 4e leerjaar) volgt onderwijs in het vmbo. Dit deelnamepercentage blijft – ondanks andere berichten – nu al enige jaren vrijwel ongewijzigd. DUO gegevens over schooljaar 2015-2016 melden stabilisatie van het geheel en wijzigingen tussen de afzonderlijke programma’s. Zijn de komende profielen, de belangstelling voor vakmanschap of zwaardere eisen in havo en vwo de veroorzakers van deze stabilisatie? In ieder geval vanuit vmbo optiek, een positieve trend. Aansluitend op dit thema zijn ook arbeidsmarktontwikkelingen van belang. Met regelmaat verschijnen onderzoeken en publicaties over te verwachten ontwikkelingen, geprojecteerd op 2030 en zelfs op 2050. Bijvoorbeeld WRR, SER, ROA, Regioplan en sectororganisaties wijzen op de invloed van robotica, ICT, de stijgende vraag naar technisch geschoolden of de dalende vraag naar laagopgeleiden. Deze adviezen maakt het interessant voor het onderwijs om enerzijds de vertrouwde wegen te blijven plaveien (toetsen, examens, gedetailleerde landelijke programma’s) en anderzijds te zoeken naar wegen om zich continu te ontwikkelen, gezien veranderingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Welke trend ook besproken wordt, financiën blijven het smeermiddel. Waar de ene organisatie meldt dat besturen geld ‘oppotten’, luidt een andere de noodklok. Het voortgezet onderwijs kijkt nu met belangstelling naar de voorbereiding van het wetsvoorstel ‘vereenvoudigde bekostiging VO’. Een overgangs termijn van drie jaar moet de pijn verzachten. De voortgangsbrief spreekt van drie bekostigingsparameters. Voor het beroepsgericht vmbo is ‘één prijs voor een leerling bovenbouw vbo’ een interessant onderwerp wanneer je let op dure (techniek) en goedkope (economie) profielen vmbo. Daarnaast blijft het boeien of bij dit wetsvoorstel ‘vereenvoudigen’ geen synoniem voor ‘bezuinigen’ zal worden. Jaap de Kruijf
schooldomein
februari 2016
13
Tekst en foto’s Sibo Arbeek
Inkopen is maatwerk In de basis is inkopen maatwerk. Een goede inkoper begrijpt de reikwijdte van de organisatie en het ondersteunend bureau. Zit een school laag in de ontwikkeling dan moet je niet met grote contracten komen. De grotere stichtingen zijn vaak professioneler en daar zie je dat scholen zelf mee gaan denken. Dan wordt het inkopen een spel van vraag en aanbod en levert het resultaat op.
E
dith Weersink van PSI trapt af: “Inkopers hebben vaak te maken met de relatie tussen de bestuurskantoren en de scholen die daar onder vallen. Daar zit soms spanning tussen en ik hoop daar wat meer beeld en geluid bij te krijgen.” Samen met haar collega’s Rick van Wilgen en Robert Boer voert Edith een debat met Jack van den Broecke, Rop Krist en Adrie Bolijn. Jack regelt het beheer en onderhoud voor Plateau openbaar onderwijs Assen; een bestuur met dertien basisscholen. Rop Krist is adviseur bij ICS en tevens lid van de raad van toezicht van de school van zijn
dochter, met regelmatig terugkerende discussies rond inkoop. Adrie Bolijn werkt als directeur/bestuurder bij de Stichting de Mare voor het openbaar basisonderwijs Salland: “En dat is een fors krimpgebied met een leerling daling van 1.800 naar 1.100 leerlingen en van twaalf naar tien scholen. Hoe vertaal je zo’n proces naar slim inkopen? Een discussie is geboren. IMAGO INKOOPBUREAU Edith vervolgt: “Het inkoopbureau heeft vaak een slecht imago, omdat de accountant zegt dat het
Links aan tafel: Rick van Wilgen, Edith Weersink, Jack van den Broecke en Rop Krist. Rechts aan tafel: Robert Boer en Adrie Bolijn
14
schooldomein
februari 2016
BESTUUR EN BELEID
DEELNEMERS: • Edith Weersink - Directeur PSI
moet, maar de betrokken partijen er vaak geen zin in hebben. Je kunt het leuker maken door de regels niet als een beperking te zien.” Rop sputtert tegen: “Centraal inkopen betekent dat veel niet mag, dus loop je het risico dat je alles moet overdoen. Vaak weet een opdrachtgever al wat hij wil hebben en met wie hij het wil doen en komt een inkoper met zijn regels voorbij en stelt dat je centraal moet aanbesteden. Dat frustreert.” Adrie reageert genuanceerd: “Het gros van de scholen heeft weinig met cijfers en weinig met bedrijfsvoering. Daarom zijn veel schoolbesturen ook uit de bocht gevlogen. Wij zijn vanuit een financiële noodzaak bij PSI terecht gekomen; in acht jaar tijd verloren we zo’n 700 leerlingen à gemiddeld € 5.000,per leerling, dus reken maar uit. Dan zit je wel met je gebouwen en de exploitatie en we waren ook nog eens twee scholen aan het bouwen. Toen realiseerden we ons dat we geen inkoopbeleid hadden en er veel geld weglekte. Samen met PSI hebben we de hele cyclus van inkopen onder de loep genomen en gekeken wat we gezamenlijk konden aanpakken en wat de school niet direct raakt, zoals gas, licht, elektra. Dat heeft ons veel opgeleverd.” EFFICIËNTER WERKEN Adrie: “Toch wordt professionaliseren van de inkoop door de scholen niet altijd als efficiënter ervaren. Het bestuur ligt onder een vergrootglas. Als het goed gaat, krijgt de school een pluim en als het slecht gaat wijzen de vingers al snel naar het bestuur. Dat is nog steeds de cultuur. Door een organisatieverandering lukt het ons nu beter om te professionaliseren.” Edith knikt: “Want centraal inkopen tast de autonomie op schoolniveau aan en je kunt niet iedereen tevreden
• Jack van den Broecke - Plateau openbaar onderwijs Assen • Adrie Bolijn - De Mare, Stichting openbaar basis onderwijs Salland • Rop Krist - ICSadviseurs • Robert Boer - Adviseur PSI • Rick van Wilgen - Adviseur PSI • Sibo Arbeek - Hoofdredacteur Schooldomein
stellen. Ik zie ook dat er meer weerstand ontstaat wanneer het te dicht bij het onderwijs komt, ook al kun je aantoonbaar besparen, wordt het administratief makkelijker en belast je de organisatie minder.” Robert: “Dat geldt zeker voor lesmethoden, maar dan zijn er altijd wel scholen die toch voor hun eigen leverancier blijven gaan. Die leverancier heeft er ook belang bij om een raamcontract te frustreren. Wanneer je een aanbesteding voorbereidt moet je al in gesprek gaan met de scholen, om te voorkomen dat scholen jouw inbreng als bemoeizucht ervaren. Daarom mag geld ook niet de belangrijkste driver zijn om centraal in te kopen, het gaat om kwaliteit en om relaties en dat levert op de lange termijn meer op.” A GOOD CRISIS Adrie: “Never waste a good crisis. We hadden een slechte periode met een fors begrotingstekort nodig om een andere mindset bij de scholen te krijgen. Wij zijn drie jaar geleden terug gegaan van elf naar vijf schooldirecteuren, die allemaal met een eigen begroting werken, waar ze zelf invloed op kunnen uitoefenen. Elk jaar begint een directeur met nul en een
schooldomein
februari 2016
15
“Inkoopbureaus die persoonlijke relaties niet serieus nemen zijn niet goed bezig.”
overschrijding is niet toegestaan. Je merkt nu dat directeuren zelf meedenken hoe ze efficiënter kunnen werken. Dan wordt inkoop wel een item, is bezuinigen ineens efficiënt en wordt het leuker. Er zit nu veel meer spirit in.” Edith herkent dat: “Als alle scholen het nut ervan inzien kan een raamcontract helpen. Maak de scholen daarom medeverantwoordelijk en dan groeit het besef dat het voordelen kan opleveren. Dan wordt het een intrinsieke behoefte.” Jack geeft een voorbeeld: “We hebben binnen Plateau over de gezamenlijke inkoop van leermiddelen nagedacht. Dat is in werkgroepen voorbereid en vervolgens door de directeuren meegenomen in het directieberaad. Toen hebben we gekeken naar de voordelen van centraal aanbesteden. We konden enorme voordelen op kopieerapparaten halen. Telefonie ligt gevoeliger, maar ik ben op VOiP overgegaan. We zijn niet minder bereikbaar geworden en de meeste scholen besparen tachtig procent op het telefoneren. Dat is veel geld. Je moet dus aandacht besteden aan het kwalitatieve aspect en daarover duidelijk communiceren.” LOKALE LEVERANCIERS Rop vult aan: “Bij sportinrichting zijn er eigenlijk nog maar drie leveranciers. Die grote leveranciers beperken de mogelijkheden voor lokale leveranciers.” Edith: “Dat is zeker zo; zeker wanneer je Europees moet aanbesteden. Dan krijg je de grote jongens, tenzij je de aanbesteding anders in gaat richten, bijvoorbeeld door van elke school een apart perceel te maken. In de gunning criteria kun je opnemen hoe je de lokale economie kunt bevorderen, waarbij een voorwaarde is dat lokale onderaannemers worden geselecteerd. Daar moet je wel op sturen in het aanbestedingsproces.” Dat herkent Jack: “Bij Plateau sturen we erop lokaal aan te besteden, waarbij er liefst een relatie is met kinderen op onze scholen. Meubilair hebben we zeven jaar geleden voor vijf scholen Europees aanbesteed. Het contract is inmiddels afgelopen, maar we doen nog steeds veel met Stalad, vanwege de goede persoonlijke relatie.” Adrie knikt: “Bij een nieuw te bouwen school in Raalte moet de gemeentelijke regeling gevolgd worden en dat betekende dat er landelijk moest worden aanbesteed.” Edith: “Als je er niet mee speelt krijg je de grote partijen. Je kunt grote partijen niet zomaar uitsluiten omdat ze groot zijn.” Jack: “En de grote partijen hoeven ook niet minder te zijn.” DECENTRAAL REGELEN Adrie: “Op centraal niveau moet je contracten managen en leveranciers bij de les houden. Dat proces is lastig omdat veel decentraal verborgen en versnipperd is. De vraag is dan ook wat een goede schaalgrootte is om centraal voordelen te halen. En dan zie je nu dat bij bezuinigingen wordt gezegd dat de staf ook wel weg kan. Dat maakt het lastiger.”
16
schooldomein
februari 2016
Robert herkent dat: “Als je ervoor kiest om centraal in te kopen moet je een goede inkoper hebben. Dus wanneer je klein bent moet je aan de voorkant relatief meer investeren.” “Maar het loont wel”, reageert Jack, “ik kreeg een rekening van € 650,- aan kleurenkopieën van een bepaalde school. Die lag veel hoger dan bij andere scholen, omdat het apparaat niet goed was ingesteld. Je moet op heel veel manieren die contracten managen, anders loop je leeg op die contracten.” “Precies”, stelt Edith, “als je goed inkoopt weet je aan welke knoppen je kunt draaien en weet je waar het pijn doet bij de leverancier, waardoor hij eerder hard gaat bewegen.” “Het onderhoud moet je centraal houden”, stelt Adrie, “want daarvoor is bepaalde kennis nodig en vallen ook grote voordelen te halen. Over schoonmaak kun je twisten, want daar moet je echt bovenop zitten. Wanneer je dat centraal doet, moet je wel op de relatie zitten.” Jack: “ICT wordt
BESTUUR EN BELEID
steeds belangrijker en daar wordt nog helemaal niet gekeken naar de total cost of ownership. Scholen reageren op een korte termijnvisie, maar kijken niet naar het beheer op de langere termijn. Daar zie ik veel problemen ontstaan.” Robert vat samen: “Bij een inkooppakket moet je heel zorgvuldig kijken naar welke zaken je wel uitbesteedt of niet, met name waar het om de kwaliteit- en controlefunctie gaat. Uitbesteden betekent niet dat je er geen controle op uit kunt oefenen.” PERSOONLIJKE RELATIES Edith vat samen: “Inkoopbureaus die de persoonlijke relaties niet serieus nemen zijn niet goed bezig. Een inkoopbureau moet zich niet belangrijker vinden dan diegene die de vraag stelt. Als een opdrachtgever persoonlijk contact met zijn leveranciers belangrijk vindt dan moet je in het inkooptraject iets met pre-
sentaties en marktconsultaties doen. Het gaat er vaak om wat niet op papier staat. Maar je moet de vraag ook scherp formuleren. Je moet de intentie van de opdrachtgever begrijpen om goed aan te kunnen besteden en denk vooral niet te snel dat je de markt wel kent. De markt weet vaak meer over kwaliteit dan het inkoopbureau. Het probleem is alleen dat wanneer je vanuit kwaliteit en relaties wilt werken de voorbereiding veel meer tijd kost en dan moet je concurreren met bureaus die voor € 5.000,- een aanbesteding wegstampen.” Adrie knikt: “Ik heb legio voorbeelden waar het gigantisch misging omdat men voor de laagste prijs ging. Daarnaast wisselen mensen snel van positie waardoor de kracht van relaties afneemt. Dat is een extra argument om eerder zaken centraal vast te leggen en beter te documenteren.” Kijk voor meer informatie op www.psi-inkoop.nl.
schooldomein
februari 2016
17
Tekst Igor Gevers
Startersgids BTW helpt brede scholen en MFA’s op weg Een gids die op een laagdrempelige manier inzage geeft in de complexe btw-materie en de toepassing ervan binnen maatschappelijk en overheidsvastgoed. Dat is de Startersgids BTW. ICSadviseurs ontwikkelde hem, samen met EFK Belastingadviseurs, in opdracht van de provincie Gelderland. Het eerste exemplaar werd op 3 oktober, tijdens de jaarlijkse Inspiratiedag Dorps(huis) ontwikkeling, overhandigd aan Bea Schouten, gedeputeerde van de provincie Gelderland.
V
De startersgids heeft dankbaar gebruik gemaakt van ervaringen bij: • Stichting dorpshuis Wezep, gemeente Oldebroek • Vereniging Dorpshuis ‘t Onderschoer Barchem, gemeente Lochem • Bestuur i/o Voorzieningenhart Stekkenberg Noord, gemeente Groesbeek • Vereniging dorpshuis Heerewaarden, gemeente Maasdriel • Beheerstichting De Heerd, gemeente Heerde
rijstelling, onbelaste kosten en inkomsten en belaste prestaties zijn relevante termen waar het gaat om btw. Uit een nationale steekproef blijkt dat van alle accommoderende organisaties zeker 75% - in meer of mindere mate - niet btw-proof is. Een niet correcte btw administratie kan (in de toekomst) verstrekkende financiële gevolgen hebben. Niet alle ondernemers zijn namelijk onderworpen aan de heffing van btw. Een aantal prestaties zijn vrijgesteld van btw. De vrijgestelde prestaties zijn limitatief opgesomd in de Wet op de omzetbelasting. Als een ondernemer vrijgestelde prestaties verricht dan mag hij de btw met betrekking tot de ingekochte goederen en diensten die hij gebruikt voor het verrichten van de vrijgestelde prestaties, niet in aftrek brengen. Met name bij grotere investeringen is het raadzaam om als ondernemer te analyseren of u de btw belaste prestaties van uw bedrijfsvoering kunt optimaliseren. Het is een afweging tussen de structurele gevolgen van de jaarlijkse bedrijfsvoering en btw versus het eenmalige financiële voordeel van de inkoop btw. Kortom complexe materie met een hoop begrippen, waar bij de goede toepassing op het juiste moment een hoop te winnen valt. COMPLEXE MATERIE Kiezen voor btw belaste prestaties biedt voor veel gemeenschapsvoorzieningen kansen in het correct voeren van hun individuele administratie en mogelijk het doorvoeren van optimalisatiemogelijkheden. Echter, de btw vormt voor veel vrijwilligersbesturen een complexe materie om de kansen en knelpunten hiervan volledig te kunnen overzien. Zeker omdat de wet- en regelgeving aan verandering onderhevig is. ICSadviseurs heeft in samenwerking met EFK Belastingadviseurs het initiatief genomen om een pilot aanvraag vanuit het
18
schooldomein
februari 2016
Kenniscentrum Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen (L&G) te begeleiden. Btw kan een complexe materie zijn. Zeker voor vrijwilligersbesturen die niet dagelijks te maken hebben met btw, is het niet makkelijk om de mogelijkheden van bijvoorbeeld het in vooraftrek brengen van btw optimaal te benutten. Er zijn ook diverse voorbeelden bekend van een naheffing als het gevolg van het niet juist toepassen van de btw wet- en regelgeving. De gids gaat in op structurele btw aspecten als hoe om te gaan met inhoudelijke activiteiten, een horecaexploitatie, verhuurbare ruimten en een beheerstichting die beheerdiensten levert. Hiernaast worden de btw aspecten van eenmalige investeringsmaatregelen onder de loep genomen, zoals bij nieuwbouw, renovatie en inrichting van accommodaties. RESULTAAT Wat levert de startersgids op: •e en heldere uitleg van alle btw thema’s die
van toepassing zijn op maatschappelijk- en overheidsvastgoed; •p raktische voorbeelden die per thema btw consequenties inzichtelijk maken; • ti ps en trics over een correcte btw toepassing en optimalisatiemogelijkheden in uw bedrijfsvoering; •e en btw rekenschema ter toetsing van uw btw administratie (btwgids.info).
Op 26 april organiseert IVVD in samenwerking met ICSadviseurs en EFK Belastingadviseurs de cursus BTW-optimalisatie voor multi functionele accommodaties. Voor meer informatie en aanmelding kijkt u op www.ivvd.nl of mailt u naar igor.gevers@icsadviseurs.nl. De startersgids is te downloaden via ‘www.btwgids.info.
BESTUUR EN BELEID
“Kiezen voor BTW belaste prestaties biedt voor veel gemeenschapsvoorzieningen kansen.”
De exploitatie van de horeca leidt tot de btw belaste levering van consumpties. Met uitzondering van alcoholhoudende dranken zijn deze leveringen onderworpen aan het 6% tarief. De levering van alcoholhoudende dranken is belast met 21% btw. Als de exploitatie van de horeca voorzieningen wordt uitbesteed, dan dient de beheerstichting de ruimten van waaruit de horeca verstrekkingen worden verzorgd te verhuren aan de uitbater. De uitbater verricht dan de btw belaste leveringen van de consumpties en heeft recht op aftrek van de voorbelasting. De beheerstichting die de ruimten verhuurt aan de uitbater van de horeca ruim-
ten opteert voor de belaste verhuur. Alleen als gekozen wordt voor de belaste verhuur behoudt de beheerstichting haar recht op aftrek van de voorbelasting. De hoogte van de huurprijs heeft een ‘reële betekenis’, wat betekent dat deze niet te laag mag zijn. Als sprake is van geen vergoeding of slechts een symbolisch bedrag als vergoeding dan is voor de btw geen sprake van verhuur. De ter beschikkingstelling om niet kan dan tot gevolg hebben dat geen recht op aftrek van de voorbelasting bestaat. Let op! Als de uitbater ook beheerdersdiensten gaat verrichten aan de
beheerstichting (bijvoorbeeld schoonmaken van multifunctionele ruimten), dan dient voor deze werkzaamheden een afzonderlijke overeenkomst te worden opgesteld. Hierin is de vergoeding voor de beheerderswerkzaamheden vastgelegd. De beheervergoeding mag niet worden gesaldeerd met de huurprijs van de horecaruimten. Verricht de uitbater ook de exploitatie van de zalen (dus hij sluit op eigen naam en voor eigen rekening en risico de overeenkomsten met de gebruikers) dan verricht hij de beheersdiensten niet ten behoeve van de eigenaar van de MFA.
schooldomein
februari 2016
19
Tekst Peter Jan Bakker, Maarten Groenen (beiden ICSadviseurs) en Leonore Das (Berenschot)
ONDERWIJSLOKAAL
Afwegingskader vertrekpunt voor nieuwe vormen van samenwerking Op diverse plaatsen werken schoolbesturen en gemeente samen op het gebied van onderwijshuisvesting. Soms succesvol, soms minder succesvol. De roep om een andere invulling te geven aan de taken en verantwoordelijkheden in onderwijshuisvesting van gemeente en schoolbestuur, is nog eens versterkt door de laatste maatregelen die het Rijk begin 2015 doorvoerde: overheveling van het buitenonderhoud in het primair onderwijs in combinatie met een uitname uit en verschuiving in het gemeentefonds.
“De verantwoordelijkheidsverdeling rond onderwijsgebouwen is een hybride vorm.�
MFA Atolplaza in Lelystad, ontwerp Jeanne Dekkers Architectuur, foto Scagliola Brakkee Fotografie.
20
schooldomein
februari 2016
BESTUUR EN BELEID
A
an de ronde tafel spraken Berenschot en ICSadviseurs met vertegenwoordigers van gemeenten en schoolbesturen. Leidend thema: afwegingen die van belang zijn bij het maken van een goede keuze voor de wijze waarop partijen vorm geven aan samenwerking op dit terrein. De verantwoordelijkheidsverdeling rond de ontwikkeling en het in stand houden van onderwijsgebouwen is op dit moment een hybride vorm: gemeente en schoolbesturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor onderwijshuisvesting. Er zijn gemeenten en schoolbesturen die dit systeem al hebben doorbroken en de taken, verantwoordelijkheden en de daarbij behorende middelen zoveel mogelijk bij de schoolbesturen hebben belegd (doordecentralisatie). Maar er zijn ook voorbeelden waar de gemeente een verdergaande rol heeft en juist taken van de schoolbesturen overneemt (recentralisatie). Er zijn dus verschillende keuzes te maken om invulling te geven aan de samenwerkingsvorm. Het afwegingskader, onder de naam OnderwijsLokaal, zou een goed instrument kunnen zijn voor partijen om het vertrekpunt te bepalen en inzicht te krijgen in het proces waar partijen voor staan indien zij een bepaalde richting op willen. OVERWEGINGEN In de ronde tafel bijeenkomsten werd duidelijk dat verschillend wordt aangekeken tegen de wijze waarop de samenwerking vorm dient te worden gegeven. Sommige deelnemers vinden de wijze waarop het nu geregeld is prima en vragen zich af waarom het anders zou moeten. Andere deelnemers zien juist kansen om door middel van doordecentralisatie de onderwijshuisvesting meer uit de politieke context te halen, sneller te kunnen handelen en beschikbare middelen efficiënter in te zetten. “Maar ook”, geeft Sandra Vos (gemeente Haarlemmermeer) aan, “dient rekening te worden gehouden met de ontwikkeling van meer integrale gebouwconcepten zoals IKC’s en MFA’s. Schoolgebouwen worden daarmee integraal onderdeel van de maatschappelijke vastgoedportefeuille. Nu veel gemeenten bezig zijn met strategisch portefeuillemanagement om onder meer de leegstand terug te dringen, lijkt dat in eerste instantie te vragen om centrale regie.” Het is duidelijk dat gemeenten en schoolbesturen elkaar altijd weer tegen komen vanuit een bredere samenhang dan sec de onderwijshuisvesting. DE CONTEXT IS BELANGRIJK “Bij het bespreken van samenwerkingsvormen is het noodzakelijk dat er begrip is voor elkaars belangen en van de bredere bedrijfsvoering aspecten die bij een schoolbestuur en bij een gemeente de context bepalen”, aldus Martijn de Koning van de gemeente Lansingerland. Transparantie wordt daarbij als belangrijke voorwaarde gezien. Dat de lokale context
“Als schoolbesturen het onderling met elkaar regelen ontstaat er meer ruimte”
van belang is komt onder andere naar voren bij het verschil tussen grote en kleine schoolbesturen. Dan gaat het bijvoorbeeld om de mate waarin een schoolbestuur in staat is om vastgoedtaken op een professionele manier te organiseren. De kennis die aanwezig is om een meerjarige visie op te stellen voor het vastgoed en het aangaan van grote leningen zijn daar voorbeelden van. Zo is ook vanuit de gemeente bezien het aantal schoolbesturen en de diversiteit in omvang en besturingskracht een belangrijk vertrekpunt. Maar ook de maatschappelijke en economische situatie in een omgeving speelt een rol: is er sprake van een krimpregio of is de verwachting dat het aantal leerlingen stabiel blijft of zelfs stijgt. Allemaal lokale omstandigheden die het vertrekpunt voor de betrokken partijen bepalen. Zonder inzicht in die context kun je eigenlijk geen duurzame keuze maken voor een bepaalde vorm. SAMENWERKEN GAAT ECHT OVER SAMENWERKEN Een veel gehoord gevolg van het huidige hybride systeem is dat de verordening waarin de spelregels tussen gemeente en schoolbesturen zijn vastgelegd, leidt tot concurrerend gedrag tussen schoolbesturen. Ieder probeert zoveel mogelijk zijn recht te halen binnen dat rigide systeem. “Partijen die in de verordening verkeren, passen vooral hun claimrecht toe: zoveel mogelijk geld naar je toetrekken. Als schoolbesturen het onderling met elkaar moeten regelen, ontstaat er meer ruimte om met elkaar meerwaarde te creëren”, aldus Max Hoefijzers van Breedsaam, de coöperatie onderwijshuisvesting voor PO-SO in Breda. Om dat waar te maken moet overigens wel aan een paar basiswaarden worden voldaan: partijen moeten elkaar vertrouwen en elkaar iets gunnen. Dat moet je aan de voorkant met elkaar organiseren. Dan ontstaat er een situatie waarin partijen op inhoud in competitie met elkaar komen in plaats van in concurrentie met elkaar. AFWEGINGSKADER VOORZIET IN BEHOEFTE Het afwegingskader biedt geen kant en klare oplossing, maar helpt een ambitie in de context te zetten en de agenda voor de vervolgstappen te vormen. Bovendien is het een middel om partijen op een meer gelijkwaardig kennisniveau over de materie bij elkaar te brengen. Kortom, een instrument dat partijen faciliteert om op een gelijkwaardige manier met elkaar in gesprek te komen over een toekomstbestendige manier van samenwerken op het gebied van onderwijshuisvesting. In opdracht van het Ministerie van OCW, in samenwerking met VNG, PO-raad en VO-raad, werken Berenschot en ICSadviseurs aan het project ‘OnderwijsLokaal – samenwerken aan onderwijs huisvesting’. Het afwegingskader komt naar verwachting in februari 2016 beschikbaar. Meer informatie over het project is te vinden op www.onderwijslokaal.nl.
schooldomein
februari 2016
21
Tekst Sibo Arbeek Foto’s Hans Kroeze
NIEUWE LEEROMGEVING VAN LODENSTEIN COLLEGE
Inrichten met beleving Teammanager Albert van Helden raakte geïnspireerd toen hij het artikel over de inrichting van Kamerlingh Onnes in Groningen in Schooldomein las. Hij nam contact op met STALAD en het fraaie resultaat is in de vernieuwbouw van het Van Lodenstein College in Amersfoort te bewonderen.
A
an tafel zitten teammanager havo bovenbouw Albert van Helden, docent aardrijkskunde Fred ’t Hart, mediathecaris Henk Pater en accountmanager Johan Woortman van STALAD. Albert legt uit: “Dit gebouw is van 1985. Het was nodig om het gebouw aan te pakken; sommige ramen vielen er bijna uit, sluitingen werkten niet meer goed, er zat hier en daar asbest en het was vooral een heel donker gebouw omdat er inpandig extra lokalen waren gecreëerd. Ook is de organisatie van het onderwijs door de jaren veranderd; we begonnen met een sectiegewijze aansturing en zijn tien jaar geleden vanuit teams en afdelingen gaan werken. Dat konden we niet goed in het gebouw organiseren en dat was ook mede reden om met het gebouw aan de slag te gaan. Kamerlingh Onnes was ook een verouderd gebouw dat een interne face lift kreeg, met een prachtig resultaat. Zij gaven daar de inrichting vanuit de vakgebieden vorm, terwijl wij vanuit de afdelingen werken.”
22
schooldomein
februari 2016
BASISKEUZEN Fred verder: “We wilden vooral meer licht in de school. En vanuit de teamaansturing wilden we bestaande ruimten efficiënter benutten. De brede gangen werden vooral als verkeersruimten gebruikt en onze onderwijsruimten boden weinig mogelijkheden om met verschillende werkvormen te werken. Daarin raakten we ook geïnspireerd door de Meerwaarde in Barneveld, waar alles onderwijsruimte is en je helemaal geen gangen meer hebt.” Albert legt het verdere proces uit: “Nadat de architect was geselecteerd kwam hij al snel met goede suggesties en zijn we in verschillende fasen gaan ontwerpen. Gelukkig hadden we geen gebouw met lokalen, dragende muren en nauwe gangen en hadden we ook al grote onderwijsleerruimten, die vooral recreatief werden gebruikt. De muren en pilaren bleven staan, maar alle wanden konden eruit. Toen bleef er een prachtige ruimte over. De architect zag gelijk de verbinding tussen de bosrijke omgeving en de school. “Jullie sluiten
ONTWERP EN INRICHTING
v.l.n.r Johan Woortman, Albert Helden en Fred ‘t Hart
PROJECTINFORMATIE Project Vernieuwbouw Van Lodenstein College Amersfoort Opdrachtgever Stichting Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Amersfoort Inrichting STALAD Onderwijsinrichting Architect Ron Leenheer Aannemer Bouwbedrijf Ter Steege Bouw Vastgoed Ingebruikname November 2015
de leerlingen af van een prachtige omgeving”, stelde hij. De kopse kant is aan beide zijden open gegooid en in de nieuwe mediatheek is de omgeving letterlijk naar binnen gehaald. Die zat eerst op de tweede verdieping en ligt nu heel prominent naast de centrale entree. Op de verdiepingen wilden we vooral rust en ruimte. Als leerlingen binnenkomen, gaan ze naar hun afdeling. 70% van de tijd zijn ze daar aanwezig. Daarom wilden we ook dat elke afdeling eigen lockers zou krijgen.” ONDERWIJSVISIE “We hechten aan de docent als leider voor de klas; dat is de spil. Met het oog op de toekomst wilden we de leerlingen nog beter bedienen door meer te differentiëren in werkvormen. Op die manier ontstaat een goede relatie tussen het lokaal als plek voor centrale instructie met werkvormen in de open leeromgeving. Bijvoorbeeld om zelfstandig aan opdrachten te werken, waarbij de docent wel zicht kan houden. Onze computerlokalen zijn verdwenen. Nu hebben we laptopkarren waar docenten op kunnen intekenen. Die zetten we klassikaal in, maar leerlingen kunnen ook zelfstandig met de laptop aan de slag gaan. We werken niet met de iPad, alhoewel we wel overal wifi hebben. Onze ervaring is dat leerlingen liever op
een kleine pc werken dan op een tablet. Het gebruik van smartphones hebben we twee jaar geleden aan banden gelegd. 95% gebruik was voor de lol en niet lesgebonden. Wij zijn voor vrijheid in geborgenheid en daar zit een visie achter. Hoe krijgen we onze leerlingen zover dat ze verder gaan dan het oppervlakkige. We willen dat ze ICT-vaardig zijn, maar wel kritische mensen worden. Een profielwerkstuk op de computer maken blijft vaak oppervlakkig, leerlingen zijn niet meer gewend zich vast te bijten. Dus hebben we leesuurtjes ingezet. Echt fysiek lezen en dat werkt goed.” BELEVING EN INRICHTING “Met STALAD hebben we nagedacht over het thema beleving in ons onderwijsproces. We zijn begonnen met lege ruimten en elk team heeft zelf over de inrichting gebogen. Hoe konden we de onderwijsleerruimten beter inzetten? We wilden dat het een echte leerwerkplek moest zijn en niet een traditioneel lokaal waarin wat gevarieerd kon worden. Er moest geconcentreerd gewerkt kunnen worden, dus was zichtbaarheid vanuit het lokaal van belang.” Johan Woortman legt uit: “Elk team heeft eigen accenten kunnen leggen, die het beste bij de eigen groep leerlingen past. De havoleerlingen wilden een ruimte met
schooldomein
februari 2016
23
goede werkplekken geschikt voor laptop gebruik. Dat leverde een inrichting op met handige tafels met een speelsere opzet en een groepswerkplek met kuipjes, afgeschermd door een scherm. De afdeling VMBO heeft een ruimte met hoge concentratie nissen en terreinstoelen voor leerlingen die zelfstandig aan het werk kunnen. Die inrichting speelt meer in op leerlingen die soms wat concentratieproblemen hebben. De school wilde het eerst terughoudend inrichten, maar wij adviseerden om voor een uitdagende en kleurige inrichting te gaan, omdat leerlingen dan beter presteren. En zo werkt het ook in de praktijk. Je ziet dat leerlingen achterin gaan zitten om met elkaar samen te werken. En de lange docententafels zijn weg, omdat er geen direct toezicht meer nodig is. Alle lokalen zijn transparant vormgegeven met een standaarduitrusting waaronder een digibord en een whiteboard.” Fred knikt: “We waren bang voor te volle open leerruimten met acht lokalen en 200 leerlingen, maar het loopt in de praktijk vlekkeloos.”
24
schooldomein
februari 2016
“Ik had tijdens het proces het gevoel dat elke dag het cadeau verder werd uitgepakt.”
BIJZONDERE MEDIATHEEK Heel bijzonder is de nieuwe mediatheek, vertelt mediathecaris Henk Pater trots: “Hij onderscheidt zich zowel van de kantine als ook het gebruik van open leerruimten. We zijn elke dag van acht tot vier open, er is altijd toezicht en het is een plek om samen te kunnen overleggen, zonder toestemming, waar je rustig kunt werken. We bieden een mix van boeken en computers en een mix van gezelligheid en concentratie met open en meer rustige werkplekken in verschillende vormen en kleuren. We hebben bewust gekozen voor een opstelling met vaste computers, want dat werkt beter. Leerlingen kunnen ook met de laptop op de banken werken. De natuur is bijna letterlijk naar binnen gehaald. STALAD heeft de pilaren als bomen vormgegeven en de illustraties zijn op de natuur geënt. Die motieven komen ook weer terug in de inrichting. Het is hier veel drukker dan toen we boven zaten. We hebben een a-locatie binnen de school gekregen en het aantal boeken dat wordt uitgeleend ligt al 20 % boven het niveau van vorig jaar. Ik had tijdens het proces het gevoel dat elke dag het cadeau verder werd uitgepakt.” Johan: “We hebben veel met licht, lucht en meer kleuren gewerkt. Dat heeft voor elke afdeling en de mediatheek een hele eigen inrichting opgeleverd. Daarbij heeft het creatieve team van de school per bouwlaag de kleuren op elkaar afgestemd. Elke verdieping met een eigen kleur die consequent wordt toegepast. Daar hebben we ook de setjes meubilair op afgestemd. Rode stoelen met rode deuren en groene stoelen met groene deuren. Dat maakt het beeld compleet.” Albert knikt: “We zijn trots op deze inrichting. Onze identiteit is bewaard gebleven, maar we zijn klaar voor 2020.” Voor meer informatie surft u naar www.stalad.nl.
Tekst Sibo Arbeek Foto’s Stijn Poelstra
ONTWERP EN INRICHTING
GEBOUW EN INRICHTING VOLGEN ONDERWIJSVISIE
Leerling leidend in ontwerpproces Carmel College Salland Op een mooie groene locatie aan de Hofstedelaan in Raalte verrijst het nieuwe havo-vwo gebouw van het Carmel College Salland naast het bestaande vmbo-deel. De school is net opgeleverd en het buitenterrein moet nog worden ingericht. Een gesprek over de vertaling van een krachtige onderwijsvisie in de architectuur en inrichting van de nieuwe leer- en werkomgeving.
schooldomein
februari 2016
25
A “De basis ligt er, nu kunnen we de verdiepingsslag maken.”
26
schooldomein
an tafel zitten sectordirecteur havo-vwo Ingrid Hegema, hoofd facilitaire dienst Melinda Martinot en Willem van Essen, adviseur bij Ahrend. Ingrid: “De eerste week zit erop. Docenten en leerlingen zijn enthousiast over hun nieuwe leeromgeving en dat voelt goed. Bijzonder fraai is het Atrium, de centrale ontmoetingsplek van waaruit alle leerlingen naar hun eigen afdeling vertrekken. In de lichte ruimte hangt een prachtig kunstwerk van Dennis van Parren. Het wordt een gesprek over de kracht van een helder uitgewerkte visie. VERNIEUWD ONDERWIJSCONCEPT Ingrid: “Nadat ik adjunct-directeur bij het Twents Carmel College de Thij in Oldenzaal was geweest en daar mede het proces van de nieuwbouw had begeleid ben ik hier gekomen als directeur voor de sector havo-vwo. Er lagen concrete uitdagingen; de inspectie was niet tevreden, de leerlingen eigenlijk ook niet en er was geen heldere en gedragen onderwijsvisie, die de basis kon vormen voor een nieuwe huisvesting. Die stond er aan te komen, maar de gemeente moest nog toestemming geven. De school bestond uit prachtige eilanden die onderling onvoldoende verbonden waren. We hebben vier jaar met een onderwijswerkgroep geschaafd aan onze visie en dat heeft tot een advies over het onderwijs nu en in de toekomst geleid. Daar is breed draagvlak voor gekregen. Al in het oude gebouw (in ’12-’13) zijn we gestart met het vernieuwde onderwijsconcept; van de traditionele vakgroepenstructuur zijn we overgegaan naar een teamstructuur met vijf doelgroepen. Er zijn vijf doelgroepen; onderbouw havo, onderbouw atheneum en onderbouw gymnasium/atheneum plus bovenbouw havo en bovenbouw vwo. Een doel-
februari 2016
groep heeft een eigen domein, waarbij het domein met maximaal 300 leerlingen ook de thuisbasis vormt voor elke leerling. Elke doelgroep heeft een teamleider die een team docenten aanstuurt; samen zijn zij verantwoordelijk voor het vormgeven van het onderwijs aan de doelgroep. Docenten hebben dus geen eigen klas meer, maar vormen onderdeel van het team, dat samenwerkt binnen het domein. Daardoor ontstaan verschillende didactische werkvormen, waarbij ons uitgangspunt is dat er ruimte is voor de eigen talentontwikkeling van de leerling. De leerling heeft per week bijvoorbeeld 32 contacturen, waarvan er vijf zelf ingevuld mogen worden. Elk domein heeft de mogelijkheid om lokalen flexibel in te richten en een eigen leercentrum, waar de leerling zelf kiest aan welk vak het kan werken.” HET FUNDAMENT Ingrid verder: “Mijn rol is om consequent de kaders van het onderwijsproces te blijven bewaken. Een goede school bouwen lukt alleen wanneer de onderwijsvisie helder is. In juni 2013 gaf de gemeente eindelijk groen licht en dat heeft als een vliegwiel gewerkt. Onderwijs blijven geven en tegelijkertijd slopen en bouwen; dat is een complex proces. Daar hebben we een stevige projectstructuur op gezet, met als opdracht om van onderwijs naar gebouw te gaan. Het creëren van de onderwijsvisie is democratisch tot stand gekomen, met inbreng van velen. Ik heb ervaren dat je een bouwproces vooral heel goed moet aansturen en bewaken en dat de keuzen binnen je onderwijsvisie steeds leidend blijven. Ons onderwijsconcept vormde het uitgangspunt voor Dorte Kristensen en Martijn de Visser van Atelier PRO. Zij maakten de vertaling naar de leeromgeving en de faciliteiten die wij hadden omschreven. Dat is
ONTWERP EN INRICHTING voor HR++ glas, een energiedak en een WKR-regeling gekozen, maar niet voor zonnepanelen. We vinden dat duurzaamheid niet alleen met het gebouw en de inrichting te maken heeft, maar ook met het gebruik. Daarom besteden we in deze fase veel aandacht aan de spelregels om docenten en leerlingen te helpen op een goede manier met hun leer- en werkomgeving om te gaan.“
goed gelukt; de belangrijkste opdracht was om binnen en buiten te combineren, omdat onze locatie in een prachtig park ligt. Samen met Atelier PRO hebben we gekozen voor rustige, aardse kleuren met veel licht en natuurlijke materialen. Naast drie zachte tinten blauw en andere natuurtinten heeft elk domein een accentkleur. Deze basiskleuren en accentkleuren vormen een mooie balans. Het is een ingetogen maar ruimtelijk gebouw geworden, klein van schaal en gebaseerd op de onderwijsvisie.”
PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw sector havo-vwo Carmel College Salland Opdrachtgever Stichting Carmel College, Raalte Meubilair Ahrend Architect en interieurarchitect atelier PRO architekten Adviseur Hevo Aannemer Wam & Van Duren en WSi Ingebruikname Januari 2016
INRICHTING DOMEINEN Melinda vult aan: “Het onderwijs is continu in beweging, dus moest de inrichting van de nieuwbouw ook een eenheid vormen zodat er onderling uitgewisseld kan worden. Er zijn ook bijvoorbeeld overlooplokalen gecreëerd en door de samenhang met het bestaande vmbo-gebouw kunnen beide sectoren elkaar faciliteren en daarmee ook inspelen op toekomstige krimp. Zo delen we de sportfaciliteiten en het kunsten cultuurplein. Tijdelijk gebruikt de doelgroep havo-vwo nog lokalen in het vmbo-gebouw. Elk domein binnen de nieuwbouw heeft een eigen garderobe en toiletten, zeven lokalen (soms met schuifwanden), een teamwerkkamer voor docenten, een spreekkamer en een leercentrum, waaraan ook een stilteruimte grenst. Je hebt als het ware vijf schooltjes in een school. De leerlingen verlaten alleen voor drie zogenaamde specials hun domein: kunst en cultuur, lichamelijke opvoeding en de bètavakken. Naast de vijf domeinen hebben we ook een state of the art bèta-vleugel ingericht. Naast flexibiliteit was duurzaamheid ook belangrijk. Daarbij hebben we telkens op het spectrum van Frisse Scholen klasse A, B of C de duurzame werking afgezet tegen de terugverdientijd binnen tien jaar. Zo hebben we wel
ACTIVITEITEN CENTRAAL “Atelier PRO formuleerde de uitvraag voor Ahrend,” stelt Willem van Essen: “opdrachtgever en architect vonden elkaar snel en dat kwam ook door het inhoudelijk volledig uitgewerkt interieurontwerp van interieurarchitect Thijs Klinkhamer. Een kerncompetentie van atelier PRO die mede vorm gaf aan de onderwijsvisie waarin de verschillende activiteiten uitgangspunt vormen. De inrichting van het lokaal en leercentrum moeten afgestemd zijn op het onderwijsdoel en de gekozen didactische werkvorm. Het uitgangspunt bij de inrichting van de domeinen was om de gebruikers, leerlingen en docenten, serieus te nemen en zelf verantwoordelijkheid te geven in het gebruik. Dit uit zich in de toegepaste producten die doelgroepbestendig zijn. Het blijft naturel, licht en goed hanteerbaar. De lokalen hebben speciaal door Ahrend in samenwerking met de interieurarchitect ontwikkelde stoelen en vierpoots tafels in een uitvoering die je eerder ziet binnen het hbo qua uitvoering, afwerking en comfort. Bijzonder is dat de docent in het lokaal geen bureau meer heeft, maar een ronde tafel, waar je zowel zittend als staand aan kunt werken en die bovendien verrijd-baar is. Deze tafel heeft ook een ingang voor digitale devices, zodat van daaruit het digi- en whiteboard wordt bediend." Ingrid: “Hierover heeft de project-groep stevig gedebatteerd, maar dit nieuwe meubel hoort bij ons onderwijsconcept, waarin de rol van de docent verandert; naast instructeur is hij ook een coach en begeleider”. De leercentra in de domeinen zijn door het kleurgebruik in het meubilair en de wanden duidelijk herkenbaar. Het meubilair nodigt uit om te loungen, maar de banken of bijpassende stoelen aan tafels kunnen ook voor zittend en staand individueel en samenwerken worden gebruikt. De teams zijn vrij om de inrichting van hun leercentrum met de beschikbare meubels zelf te bepalen. Al naar gelang van het gebruik dat zij er aan geven. Daarom is het meubilair goed verplaatsbaar. Zelfs de speciaal gemaakte bank-units, die op zich zwaar en groot zijn, zijn met een slim pedaal verrijdbaar te maken. Ingrid ten slotte: “Op die manier bieden we meer keuzemogelijkheden en stimuleren we docenten en leerlingen steeds te zoeken welke werkplek het beste is voor het leerdoel. De basis ligt er, nu kunnen we de verdiepingsslag maken.” Kijk voor meer informatie op www.carmelcollegesalland.nl.
schooldomein
februari 2016
27
Tekst VELUX Foto’s Stamers Kontor
LICHT EN LUCHT MAKEN GEZOND
Goed binnenklimaat meer dan isolatie
28
schooldomein
februari 2016
ONTWERP EN INRICHTING
Licht en lucht zijn belangrijk. Steeds meer architecten passen het toe in hun ontwerp en veel gerealiseerde scholen hebben de fout gemaakt te weinig naar deze aspecten te kijken. Bij nieuwbouw en renovatie zijn het nu basiswaarden. Want een school met veel daglicht en lucht draagt direct bij aan de gezondheid van leerlingen en docenten.
U
it onderzoek blijkt dat recent geïsoleerde gebouwen beter presteren op het gebied van energieprestaties, maar te weinig rekening houden met de hoeveelheid daglicht en frisse lucht, En dat werkt juist de verspreiding van infecties in de hand. Goed daglicht is dus essentieel!” Resistente bacteriën en moeilijk te bestrijden ziektever wekkers vormen een toenemende bedreiging voor de volksgezondheid. Volgens de World Health Organization zet Nederland net als vele andere landen koers naar een post-antibiotisch tijdperk, waarin veel voorkomende infecties niet langer te genezen zijn. Vandaag de dag heeft 30 procent van onze gebouwen geen gezond binnenklimaat. Veel van de infectieziekten die een gevaar vormen voor de volksgezondheid, zijn ziekten die veroorzaakt worden door een slecht binnenmilieu. Dit is zorgwekkend, want we besteden tegenwoordig gemiddeld 90 procent van onze tijd binnenshuis. In een publicatie zegt Dr. Richard Hobday dat het creëren van een gezonder binnenklimaat met daglicht en frisse lucht in onze gebouwen hierbij cruciaal is. Hij geeft aan dat we meer moeten doen om het verspreiden
van infecties te stoppen en dat het verbeteren van het binnenklimaat in onze gebouwen een effectieve manier is om dit voor elkaar te krijgen. SÅGBÄCKGYMNASIET: VERLICHTE PRAKTIJKSCHOOL IN ZWEDEN Na een traject van meer dan tien jaar besloot de gemeente om in te stemmen met het plan om de oude praktijkschool Sågbäckgymnasiet in Huddinge op te knappen. Het gebouw dateert al uit 1961 en is
schooldomein
“Goed licht is een basis voorwaarde om tot optimale prestaties te komen.”
februari 2016
29
neergezet als onderdeel van de stadsuitbreiding ten zuiden van de Zweedse hoofdstad Stockholm. Na de renovatie is het gebouw spectaculair verbeterd. Waar de binnenruimte door het oude bruine draadglas in het duister werd gehuld, hebben de nieuwe lichtstraten de omgeving door de toetreding van daglicht volledig veranderd, waardoor de leeractiviteiten aanmerkelijk zijn toegenomen. Schoolhoofd Hans Almgren onderkent het belang van een leeromgeving die zowel inspiratie biedt als waarde brengt. “Juist als je een praktijkopleiding aanbiedt, moet je investeren in je leerlingen. Het praktijkonderwijs staat misschien niet hoog aangeschreven, maar we willen de beste zijn in onze sector. Onze leerlingen zijn belangrijk en we willen dat zij genieten van een mooie en aangename omgeving. Dit heeft invloed op hun zelfvertrouwen en hun bereidheid om te leren. Goed licht is een basisvoorwaarde om tot optimale prestaties te komen.” Het schoolhoofd is vooral tevreden over hoe de nieuwe gemeenschappelijke ruimte met de beeldbepalende sheddakconstructie functioneert: “De originele esthetiek van het gebouw is opnieuw uitgevonden en de mogelijkheden van het plafond zijn volledig benut. De lichtstraat was essentieel voor de positieve verandering binnen ons team. Nu kun je de buitenlucht zien en beleef je letterlijk wat het weer met je doet. En natuurlijke lichtinval geeft je ook een idee hoe laat het is en waar je bent. Goed licht bevordert het comfort en beïnvloedt de leerprestaties op een positieve manier. En is daarnaast goed voor de gezondheid van de kinderen en docenten.”
• h et risico op Sick Building Syndrome, wat lichamelijke ziekten veroorzaakt; • het risico op Seasonal Affective Disorder wat depressie gerelateerde symptomen veroorzaakt; • een afname van de geestelijke gezondheid en prestaties; • een verminderd vermogen om te leren; • een lager productiviteitniveau. BOUWREGELGEVING AANSCHERPEN De VELUX Groep heeft met toenemende bezorgdheid geobserveerd hoe het binnenklimaat in gebouwen zich in de afgelopen decennia op een negatieve manier heeft ontwikkeld. “Het creëren van een gezond binnenklimaat staat laag op de prioriteitenlijst. Eén van de manieren om het bewustzijn te verhogen, is de eisen voor blootstelling aan frisse lucht en daglicht in onze bouwregelgeving strenger te maken. In het Bouwbesluit staan de minimale eisen beschreven, maar we moeten ons afvragen of deze wel voldoende zijn. Bij het ontwerpen van gebouwen moeten de gebruikers centraal staan. Daarom zou een hoger ambitieniveau moeten worden gestimuleerd, waarbij de gezondheid van gebruikers reeds in de ontwerp criteria wordt meegenomen,” aldus Michel Sombroek, algemeen directeur van VELUX Nederland. Kijk voor meer informatie op www.velux.nl. Meer informatie over de mogelijkheden van lichtstraten voor uw school vindt u op www.modulairelichtstraten.velux.nl.
Referenties:
GEVOLGEN SLECHT BINNENKLIMAAT Een slecht binnenklimaat met te weinig daglicht en frisse lucht wordt in verband gebracht met een aantal consequenties die onze gezondheid en welzijn kunnen beïnvloeden, zoals:
1. H obday RA, Dancer SJ. ‘Roles of Sunlight and Natural Ventilation for Controlling Infection: Historical and Current Perspectives’. Journal of Hospital Infection 2013;84:271-282. 2. H obday RA. ‘The Influence of Sunlight and Ventilation on Indoor Health: Building for the Post-Antibiotic Era’.
• het risico op vochtgerelateerde ziekten zoals astma, allergieën, hoesten en een piepende ademhaling;
30
schooldomein
februari 2016
VELUX Groep, Kopenhagen, 2012.
ONTWERP EN INRICHTING
Tekst Sibo Arbeek Foto’s Michel Kievits Fotografie
DE BESTE KEUZEN OP HET JUISTE MOMENT
Duurzaamheid Zorg en Welzijn Friese Poort In nummer 1 van deze jaargang stond al een mooi artikel over het nieuwe gebouw Zorg en Welzijn van ROC Friese Poort. Het ingenieursbureau DGMR begeleidde het project en vond het Breeam excellent gecertificeerde gebouw zo interessant dat dit nummer wat dieper ingaat op de meer duurzame aspecten. Schooldomein in gesprek met DGMR-adviseur Rolf Drijfhout en hoofd facilitaire dienst Maaike Veenstra.
R
olf Drijfhout was als bouwfysicus en duurzaam bouwadviseur en brandveiligheid vanaf het begin onderdeel van het ontwerpteam samen met de architect, constructeur en de installatieadviseur: “Je ondersteunt de architect in de fasen van het voorlopig en definitief ontwerp. Hoe geef je het gebouw vorm en hoe oriënteer je het op de kavel: waar komt de zon vandaan? Daarnaast werk je aan de energievraag; hoe kun je installatietechnisch optimaliseren? Dan werk je weer samen met de installatieadviseur. Als bouwfysicus ben je de spin in het web; je hebt overal een beetje verstand van, maar werkt het niet zelf uit. Onze
toegevoegde waarde ligt in de voorfase, waarin we het team met onze adviezen sterker maken. Daarna wordt alles uitgewerkt en hebben we een meer controlerende functie. Duurzaamheid was vanaf het eerste moment belangrijk en Breeam kwam na de bestekfase om de hoek kijken. Omdat duurzaamheid al integraal was meegenomen, was het goed in te passen.” Hoofd facilitaire dienst Maaike Veenstra knikt: “Vanaf het begin was er veel contact met de gebruikers en DP6 architectuurstudio en werd er constant binnen het team op de duurzame aspecten teruggekoppeld. Dat werkte perfect.”
“Onze toegevoegde waarde ligt in de voorfase, waarin we het team met onze adviezen sterker maken.”
schooldomein
januari 2016
31
OPTIMALISEREN Rolf: “Ik heb niet eerder een project gedaan dat op milieugebied zoveel punten binnen Breeam scoort. Dat komt omdat we al vanaf het Voorlopig Ontwerp continu keuzen hebben afgewogen. Soms kies je voor een minder duurzaam materiaal omdat dit beter tot zijn recht komt, zoals beton in verband met flexibiliteit. Flexibiliteit begint al bij de constructie. Een kanaalplaatvloer moet je op een balk leggen. Dat balkenstramien kun je wel uit het zicht doen, maar je kunt er met leidingen niet doorheen en dat maakt het gebouw minder veranderbaar. We hebben hier dus voor een massieve betonvloer gekozen om maximale flexibiliteit te creëren, iets dat Friese Poort belangrijk vond. Ook voor geluidisolatie en thermisch comfort is het een goede oplossing omdat je meer massa hebt. Bovendien kun je er later bijvoorbeeld woningen inbouwen, die gelijk aan het bouwbesluit voldoen. De buitengevel is houtskeletbouw met een lage milieubelasting. De binnenafwerking en inbouw zijn van hout. Wel hebben we voor aluminium kozijnen gekozen, vanwege onderhoud en levensduur.” LICHT, LICHT EN NOG EENS LICHT “Voor daglicht zijn de Breeam eisen streng en niet eenvoudig te realiseren. Dan heb je het niet alleen over glasoppervlak, maar ook over de vorm van de ruimte in relatie tot voldoende daglicht. Je kunt dus geen diepe ruimtes toepassen. Om die reden is het een compact gebouw met het atrium als centrale ruimte waar het licht naar binnen valt. Glas isoleert minder goed dan een dichte gevel, maar bij een energiezuinig gebouw weegt dat op tegen de kosten van verlichting. Door de compacte vorm is het een energiezuinig gebouw en dat maakt de rol van verlichting groter. Verlichting kost per definitie energie. Dus zit er energiezuinige verlichting in; als er voldoende daglicht toetreding is gaat het licht uit.” Maaike vult aan: “Goed licht heeft impact op de gezondheid en daarmee de productiviteit van studenten en docenten. Vanuit psychologisch oogpunt hebben we wel gekozen voor de mogelijkheid om ramen te openen, ook al is er betonkernactivering toegepast. En het schakelsysteem met aanwezigheidsdetectie werkt heel goed. De verlichting gaat automatisch aan en als iedereen weg is gaat hij automatisch uit. Als hij aangaat schakelt hij eerst op 300 lux; is een hoger niveau nodig dan kan de gebruiker het met een druk op de knop naar 500 lux zetten.” GEDRAG EN GEBRUIK “Breeam schrijft voor dat je vooraf nadenkt over hoe je je gebouw gebruikt en dat is hoe we als DGMR het beste werken. Op alle aspecten van de fysieke leeromgeving kijken waar het slimmer en duurzamer
32
schooldomein
februari 2016
kan. Bijvoorbeeld waar steekkarren rijden voor de levering van de keuken en het afvoeren van het afval. Op deuren zijn stootplaten toegepast en bepaalde kozijnen zijn voorzien van stootbeschermers. Alle gangwanden zijn van HPL, omdat ze robuuster en stootvaster zijn.” Maaike: “We hebben vooraf ook goed over de verkeersstromen nagedacht, ook in relatie tot toekomstig gebruik. Mijn conciërges zijn
ONTWERP EN INRICHTING
DUURZAME ASPECTEN • Het dak is voorzien van 150 m2 PV-zonnepanelen. De opgewekte energie wordt in het gebouw gebruikt. • De bouwmaterialen hebben een duurzame herkomst en een lage milieu-impact. • Het toegepaste hout is voorzien van een FSC keurmerk en het toegepaste beton is van een gecertificeerde leverancier. • Grote glasoppervlakken in de gevels en het daklicht in het atrium zorgen voor veel daglicht in het gebouw. De verlichting gaat zachter branden bij meer daglicht waardoor energie wordt bespaard. • Het gebouw wordt duurzaam verwarmd en gekoeld met een duurzaam verwarmd en gekoeld warmte- en koudeopslagsysteem in de bodem. Ook wordt gebruik gemaakt van PV-cellen, LED lampen, daglichtafhankelijke verlichting en CO2-sturing van de ventilatie om het energieverbruik te beperken. Er wordt een EPC-score behaald die 63% lager is dan het bouwbesluit vereist. • Rondom het gebouw worden inheemse plantensoorten geplant, er komen nestkasten voor zwaluwen en vleermuizen. • Op de fietsenstalling komt sedumbeplanting. • In de hal komt een info scherm met gegevens van de milieu barometer, opbrengst PV panelen, kosten energie, OV-reisinformatie, etc.
opleidingsmanager, voor bespreking in het team. Het gebouw is mede dankzij DGMR zoals we wilden dat het zou zijn.”
positief over het gebouw en onze studenten gebruiken het gebouw op een goede manier. Veel ruimten zijn open en transparant, zoals een gesprekskamer, waar ook lastige gesprekken plaatsvinden. In de leslokalen mag niet meer gegeten en gedronken worden en er staan papierbakken, maar geen prullenbak meer. Als de schoonmaak iets vindt komt het in het logboek te staan en gaat het overzicht naar de
Maaike ten slotte: “Ik ben enthousiast en sta midden in de organisatie. In ons nieuwe gebouw komen het reguliere onderwijs en het volwassenonderwijs bij elkaar in één gebouw. Dat betekent dat je moet leren samenwerken. Dat begint bij het slim roosteren tot het leren omgaan met elkaar. De verschillende opleidingen hebben hun eigen ruimten, maar de praktijkruimten, zoals het dramalokaal, muzieklokaal, en kooklokaal worden door alle opleidingen gebruikt. Dat proces van samenwerken wordt maximaal gefaciliteerd in dit gebouw. De toepassing van materialen als beton en hout maken het heel erg mooi en echt een zorggebouw.” Voor meer informatie mailt u met mkveenstra@rocfriesepoort.nl of met rdr@dgmr.nl. Of kijk verder op www.dgmr.nl.
schooldomein
februari 2016
33
Tekst: Stijn de Wolf
Een nieuw onderwijsgebouw met een doorlopende leerlijn van 0 tot 16 jaar Elburg is een uniek onderwijsgebouw rijker. In het nieuwe gerealiseerde onderwijsgebouw Scola Van Kinsbergen worden zowel onderwijs voor het primair en voortgezet onderwijs en opvang onder één dak aangeboden. Daarnaast biedt het mogelijkheden voor dagarrangementen en activiteiten aan kinderen in een doorlopende leerlijn van 0 tot 16 jaar.
S
tichting Scola van Kinsbergen heeft dit nieuwe onderwijsconcept bedacht. De nieuwbouw van Scola komt op de hoek van de Klokbekerweg en de Arent Toe Boecoplaan. Het nieuwe gebouw gaat onderdak bieden aan de Admiraal van Kinsbergenschool, Openbare Basisschool de Vrijheid (Proo), uitbreiding voor het Van Kinsbergen college (OOZ) en Stichting Kindcentrum Elburg. Deze scholen willen zowel organisatorisch, inhoudelijk
alsmede in het opstellen van een programma van eisen voor de huisvesting de handen inéén slaan. Daarnaast is er een samenwerking met Stichting Prokino die faciliteiten voor buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal en kinderopvang in de nieuwe accommodatie gaat aanbieden. De gebruikers houden elk hun eigen identiteit, maar werken nauw samen omdat ze vinden dat het delen van elkaars kennis en ervaringen leidt tot de hoogste
Streamer
34
schooldomein
februari 2016
ONTWERP EN INRICHTING
“Alle onderaannemers en leveranciers zijn vanaf het begin bij de planning betrokken.”
PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw Scola van Kinsbergen Opdrachtgever Gemeente Elburg Bouwer SMT Bouw & Vastgoed Architect DMV architecten Realisatie Begin 2016
kwaliteit van leren en ontwikkelen. De functies die de partijen gezamenlijk willen bieden in de accommodatie zijn: onderwijs, opvang, ontwikkeling, dag arrangementen en velerlei activiteiten. Van vroeg tot laat zal aan de kinderen van Elburg (en omgeving) en hun ouders een aanbod gedaan worden. In het gebouw komen: • speel-, leer- en ontwikkelomgevingen voor de verschillende groepen, variërend van 0-4 jarigen tot en met 10-12 jarigen; • leer- en werkomgeving voor 14-16 jarigen; • gedeelde ruimten, zoals multifunctionele ruimten en keuken; • overheadruimten, zoals spreekruimten en werkplekken; • buitenruimten. DESIGN & BUILD De Stichting heeft SMT Bouw & Vastgoed deze Design & Build opdracht gegund. Het Programma van Prestaties en de Vraagspecificatie zijn het vertrekpunt geweest voor de ontwerpwerkzaamheden, die daarnaast de realisatie van de nieuwbouw, bouwkundig, constructief en installatietechnisch voor zowel het casco gebouw als het inbouwpakket bevatten. Het gebouw van 1.600 m2 BVO is door DMV Architecten ontworpen en bij het ontwerp is rekening gehouden met interne flexibiliteit om eventuele veranderingen in de toekomst mogelijk te maken. Zo is er gekozen voor een vaste stramienmaat met maximale vrije overspanning. Externe flexibiliteit wordt geboden door het feit dat het gebouw makkelijk uit te breiden is of kan krimpen, zodat het deels of helemaal een andere bestemming kan krijgen. DUURZAAM EN VRAAGGESTUURD Het basisonderwijs beschikt ieder over vier lokalen, die allemaal voorzien zijn van paneeldeuren zodat het mogelijk is om van twee lokalen één lokaal te creëren. Alle gebruikers maken gebruik van de centrale entree maar het is ook mogelijk om een eigen ingang te gebruiken. Deze eigen ingang ligt aan de afgescheiden speelpleinen. De centrale entree komt uit in het centrum van het gebouw, waar een podium en een grote brede trap zijn gesitueerd. Deze kan als tribune dienen bij gezamenlijke vieringen en bijzondere bijeenkomsten. De accommodatie beschikt ook over een flexibel lokaal, die door het Evenementenbureau van het Van Kinsbergen College wordt gebruikt. Derde- en vierdejaars leerlingen bieden ondersteuning aan de twee basisscholen als het gaat om organiseren van onder meer sportdagen of vieringen. De lokalen voor peuterspeelzaal en kinderopvang zijn om de gezamenlijke keuken gesitueerd. Daarmee speelt de school in de vormgeving in het gebouw in op de Wet Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, waarbij voorzieningen geharmoniseerd dienen te
worden en waarbij een betere afstemming tussen voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs ontstaat. Naast reguliere kinderopvang gaat een zorggroep voor kinderen met een beperking van het gebouw gebruik maken. Voor de buitengevel is gebruik gemaakt van houten gevelbekleding. Deze draagt het FSC keurmerk en draagt bij aan een natuurlijke en duurzame uitstraling. LEAN PLANNEN SMT heeft het Lean Plannen toegepast op dit project. Alle onderaannemers en leveranciers zijn vanaf het begin bij de planning betrokken. SMT heeft een gezamenlijke planningsdag georganiseerd waar de planning is vastgesteld, waar mogelijke conflicten en tegenstijdige belangen zijn ondervangen en heldere afspraken zijn gemaakt. Tijdens de bouwfase heeft het bouwteam een ‘dailystand’ gehouden om de voortgang te bewaken. De uitvoerder was hierdoor in staat het proces te bewaken en continu bij te sturen. Dit heeft geleid tot een bouwtijd van slechts 17 weken. Om de beheerfase te borgen zijn tevens een meerjarenonderhoudsplan en meerjarenonderhoudsbegroting opgesteld. Kijk voor meer informatie op www.smt-benv.nl.
schooldomein
februari 2016
35
Tekst: Marleen Kamminga
KOSTENEFFICIËNT OPGEFRIST
Upgrade van tijdelijk naar permanent Sluiten en verhuizen? Nieuwbouw? Of verbouwen en tijdelijk verhuizen? Voor Gwen Frencken, onderneemster in kinderopvang, was het een hele puzzel toen het huurcontract afliep. Totdat BUKO Huisvesting liet zien hoe de puzzelstukjes een duurzame oplossing konden vormen. VOOR
O
mdat bedrijfskundige Gwen Frencken en haar man zelf zo’n moeite hadden gehad om in Leidsche Rijn geschikte kinderopvang te vinden, besloot ze zelf te gaan ondernemen. Ze richtte de bv LoKoWo op en begon eerst een gastouderbureau. Vervolgens opende ze in 2010 de eerste locatie van wat later kinderopvangorganisatie ZieZaZo zou heten. Het tijdelijke onderkomen, gerealiseerd met BUKO Huisvesting, was een uiterst kostenefficiënte oplossing: een gebouw dat al eerder elders aan andere partijen was verhuurd, werd hergebruikt. Vijf jaar lang boden de twee bouwlagen aan de Van Lawick van Pabstlaan een ruim en licht onderkomen aan kleinschalige kinderopvang. Dat sloot aan bij de pedagogische visie: kleine groepen, veel bewegingsvrijheid, kinderen alle ruimte geven om zich in hun eigen tempo te ontwikkelen. LOCATIE BEHOUDEN Vijf jaar en enkele bouwbesluiten later drong de huisvestingsvraag zich opnieuw aan. Het contract voor de tijdelijke huisvesting liep af. De organisatie was inmiddels uitgebreid met kinderopvang (kdv, bso) op meerdere locaties. De locatie aan de Van Pabstlaan wilde Gwen heel graag behouden voor de gezinnen in de buurt. “Het is een topligging, midden tussen drie scholengemeenschappen. Bovendien was het de laatste vrije kavel in de wijde omtrek.”
36
schooldomein
februari 2016
“Alle onderaannemers en leveranciers zijn vanaf het begin bij de planning betrokken.”
Ze onderzocht verschillende mogelijkheden. Nieuwbouw bleek geen haalbare kaart: te duur. Tijdelijk dichtgaan voor een verbouwing en tijdelijk verhuizen was ook geen optie, omdat ouders dan veel te ver moeten omrijden voor het halen en brengen. Bovendien: een geschikte tijdelijke huisvesting is, alleen al vanwege alle eisen en regelgeving, ook niet zomaar geregeld. VISUEEL EN FUNCTIONEEL In overleg met BUKO Huisvesting kwam er een oplossing tot stand die niet alleen de meest kostenefficiënte was, maar ook aan alle eisen tegemoet kwam. Bert van der Heijden vertelt: “We lieten zien hoe het huidige tijdelijke gebouw een complete visuele én functionele upgrade kon krijgen. Zodat de locatie behouden kon blijven voor de organisatie, het gebouw kon voldoen aan het bouwbesluit en de welstandscommissie akkoord zou gaan. En dat zonder tijdelijke sluiting en verhuizing; de opvang moest gewoon door kunnen gaan.” De renovatie van interieur en exterieur werd binnen drie maanden voltooid. Bert: “De gevel is geheel geïsoleerd en van een buitengevel voorzien die mooi aansluit op de bestaande bebouwing. Er is hierbij gebruik gemaakt van dezelfde kleuren baksteen. Ook het dak is geïsoleerd. Binnen is vloerverwarming aangelegd en een gecontroleerd klimaat-
ONTWERP EN INRICHTING
BIJZONDERHEDEN Conform Bouwbesluit 2012 (permanente bouw) Gebalanceerd ventilatiesysteem met wtw (warmteterugwinning) Vloerverwarming (begane grond) met ruimteregeling
NA
Gevelafwerking met steenstrips Kunststof kozijnen voorzien van HR++ isolatieglas Betonvloer Akoestisch systeemplafond
beheersingssysteem met CO2-sturing. Plafonds en stucwerk zijn vernieuwd en de vloeren kregen nieuw linoleum. Het sanitair is geheel vernieuwd en op beide bouwlagen zijn de ruimtes anders ingedeeld.” Resultaat: een gebouw voor permanent gebruik, conform Bouwbesluit nieuwbouw.
PROJECTINFORMATIE Project LoKoWo/ZieZaZo, upgrade van tijdelijk
OVERLASTBEPERKING Bert legt uit dat veiligheid en overlastbeperking centraal stonden in het bouwproces. “We leveren al jarenlang gebouwen aan organisaties in kinderopvang en onderwijs, dus we zijn vertrouwd met de veiligheidseisen in deze sectoren. In dit project was de opvang tijdens een groot deel van de bouwperiode - op de schoolvakanties na - gewoon open. In nauw overleg met de opdrachtgeefster is de planning daarop afgestemd. We hebben per verdieping verbouwd, zodat de opvang op de andere bouwlaag gewoon door kon gaan. Met zo min mogelijk overlast voor kinderen, ouders en pedagogische medewerkers.”
naar permanent Locatie De Meern Oppervlakte 930 m2 Toepassing Groepsruimten voor kinderopvang en BSO, slaapkamers, speelhal en kantoorruimten
Alle afstemming ten spijt is zo’n verbouwings periode heus geen feestje voor de gebruikers, vertelt Gwen. “Maar het voordeel is dat je precies ziet wat er gebeurt, je komt niet voor verrassingen te staan. We hadden immers al vijf jaar ervaring met het gebouw en wisten dus precies wat we wilden. Het is helemaal volgens onze wensen aangepast.” De begane grond huisvest nu vier groepen dagop-
Gevelisolatie: Rc-waarde van 2,5 m2.K/W naar 4,5 m2. K/W Dakisolatie: Rc-waarde van 2,5 m2. K/W naar 6,0 m2. K/W CO2-meters met indicatie in de verblijfsruimten aangebracht
vang, slaapruimten en een speelhal. De tweede bouwlaag bevat kantoorruimte, een peuterschool en vier groepen buitenschoolse opvang. Het gerenoveerde gebouw heeft een prettig en gezond binnenklimaat en is energiezuinig. “Dat scheelt flink in de exploitatiekosten”, verzekert de expert van BUKO. “Bovendien is het gebouw onderhoudsarm en flexibel aan te passen.” Gwen beaamt het belang daarvan. “Natuurlijk heeft systeembouw ook zo z’n nadelen. Maar die wegen niet op tegen de voordelen: je kunt altijd gemakkelijk verbouwen.” MEER AANMELDINGEN Het gebouw is inmiddels alweer bijna een half schooljaar in gebruik, naar volle tevredenheid. Gwen is blij met haar keuze voor de upgrade: “Wat je terugkrijgt voor je geld - dat is vele malen meer dan bij nieuwbouw! Het gebouw is licht, fris, overzichtelijk en ruimtelijk.” Ook de ouders zijn er blij mee, weet ze. “Tot onze verbazing steeg het aantal aanmeldingen al tijdens de verbouwing. En dat is sinds de oplevering alleen maar toegenomen.” Kijk voor meer informatie op www.bukohuisvesting.nl/upgrade.
schooldomein
februari 2016
37
Tekst Sibo Arbeek Foto’s Gispen
ROOM TO LEARN
De leeromgeving van de toekomst Nadenken over de leeromgeving van de toekomst. Heb je dan nog individuele leerlingsetjes en een lokaal nodig? En hoe faciliteer je leerlingen en docenten maximaal in hun zoektocht naar steeds weer vernieuwende werkvormen? Gispen en Mecanoo gingen samen aan de slag. De inzet: een modulair meubel voor een stimulerende leeromgeving. Oftewel: HUBB.
P
aul Ketelaars, partner en architect bij Mecanoo licht op de Vakbeurs Facilitair en Gebouwbeheer de visie toe: “De maatschappij vraagt nieuwe competenties van studenten. De techniek en toegang tot informatie is fundamenteel veranderd, maar dat geldt niet voor de fysieke omgeving en inrichting van onderwijsinstellingen. In wezen is het proces van het leren zoals we het kennen niet veranderd en is daarmee onvoldoende ondersteunend en stimulerend voor de behoeften van morgen. Om een nieuw perspectief op onderwijs te geven moet je de kwaliteiten van de leeromgeving opnieuw uitvinden en definiëren. Denk aan een ruimte waar activiteiten als ontdekken,
38
schooldomein
februari 2016
concentreren, discussiëren, ontspannen, verbinden en improviseren op een natuurlijke en vanzelfsprekende manier bij elkaar komen. Dat noemen we Room to learn; een innovatief ontwerp van de leeromgeving van de toekomst. Met Room to learn bieden we een concept om bestaande klaslokalen om te bouwen naar een nieuwe leeromgeving.” TRANSFORMATIE Paul: “Die noodzaak om te transformeren is duidelijk. De maatschappij verandert zo snel dat we de beroepen van morgen niet kennen, terwijl we blijven opleiden voor de beroepen van gisteren. De technologische ontwikkelingen maken het al mogelijk los van welke omgeving dan ook te acteren, alleen beweegt die omgeving niet mee, omdat een schoolgebouw nog steeds een standaard structuur en inrichting kent. In het oude onderwijsdenken is iedereen gelijk en dat dicteert nog steeds de leeromgeving. We bewegen wel, maar bieden vooral varianten op het bestaande thema. De ruimtelijke beperking van een lokaal of de geschakelde nevenruimten bepalen het kader. Dat beperkt in denken, doen en vooral variëren in werkvormen. In het onderwijs van morgen faciliteer je verschillende leerbehoeften parallel en niet meer gescheiden om de leerloopbaan te faciliteren. Dat maakt de docent tot zowel gids, coach als begeleider. Een ruimte moet in kunnen spelen op zowel monofunctionele en multifunctionele activiteiten. Er moet tegelijkertijd en in samenhang ruimte zijn voor ontspannen, overleggen en samenwerken en onderzoeken en studeren. Je hebt in het nieuwe leerlandschap sociale zones, samenwerkingszones en concentratiezones. Veel scholen vertalen die behoeften nu in verschillende ruimten met een eigen functie en activiteiten. Binnen en buiten het lokaal, in open leeromgevingen of mediatheken. Maar juist die samenhang en interactie is belangrijk.”
ONTWERP EN INRICHTING
ROOM TO LEARN Hoe kun je een leeromgeving bedenken en ontwerpen die zowel een open als een gesloten karakter kan hebben, afhankelijk van de behoefte aan concentratie of ontspanning? Hoe gaan we de zones invullen en hoe komen we in een bepaalde omgeving? In zekere zin is het ontwikkelen van het nieuwe leren te vergelijken met de lessen uit het nieuwe werken: plaats- en tijdonafhankelijk, multidisciplinair, uitdagend en prikkelend. De zoektocht is dus om meubels en elementen te bedenken die je kunt schakelen en van een open naar een gesloten structuur kunt brengen. We hebben veel projecten bekeken, vooral op het gebied van leeromgevingen. Een mooi voorbeeld is de Amsterdam University College, dat in zijn inrichting een thuisbasis voor de studenten wil zijn. Mooie voorbeelden, maar wij wilden verder gaan, van traditionele naar vervagende grenzen, zodat activiteiten en functies in elkaar overvloeien. Het resultaat is een concept waarmee je verschillende manieren van onderwijs faciliteert, binnen de bestaande structuren: HUBB. Een serie bouwstenen met een ogenschijnlijk eenvoudige basisvorm, om eindeloos mee te combineren. Een combinatie van maatwerk en het gemak en de kwaliteit van een beproefd systeem. Verandert de vorm van het onderwijs, dan zijn de bouwstenen duurzaam te hergebruiken. Het is een soort lego-landschap, een familie van elementen die je naar je eigen hand kunt zetten. Het gaat niet om dat ene stoeltje of tafeltje, maar om de combinaties, waarmee je kunt variëren. Aan elkaar geschakeld wordt de stoel een bank en de bank een wand of het begin van een geconcen-
treerde groepswerkplek. Door de leeromgeving af te stemmen op de activiteiten die er plaatsvinden, wordt leren effectiever en leuker.
“Het resultaat is een concept waarmee je verschillende manieren van onderwijs faciliteert.”
HUBB Gispen en Mecanoo hebben elkaar versterkt in het nadenken over hoe je de nieuwe leeromgeving modulair kunt maken en hoe je volgens principes van circulaire economie kunt ontwerpen en produceren. Modulair is vertaald naar de maatvoering, de ergonomie, de maakbaarheid en de esthetiek. Of zoals Paul stelt: “We hebben geen meubel ontworpen, maar een nieuwe leeromgeving.” Paul Ketelaars en Maurits van Berckel, commercieel directeur van Gispen over de praktische toepasbaarheid van HUBB: “Je moet het zien als een semipermanente opstelling voor bijvoorbeeld een semester, waarbij wij met de docenten nadenken over de beste opstelling.” En over de productie van HUBB: “HUBB is gemaakt van pure materialen: hout uit Europese bossen die weer worden aangeplant, PET-materiaal dat recyclebaar is, staal, geen lijm, maar schroef- en klikverbindingen en HUBB is volledig (de-)monteerbaar her te gebruiken. Bijzonder is ook het tafelblad, dat je kunt uitschuiven, waardoor een lichtsensor en een aansluiting voor devices vrijkomt. Het meubel speelt daarmee in op technologische ontwikkelingen, die makkelijk in het meubel te updaten zijn.” Kortom: HUBB!! Meer informatie en uitleg: www.roomtolearn.nl. LinkedIn en Twitter: www.linkedin.com/groups/8387586 en @Room2learn.nl.
schooldomein
februari 2016
39
Tekst Sibo Arbeek Foto’s Hidde Benedictus
TEAMSPELERS CENTRAAL IN ULENHOF COLLEGE
Beter worden in wat je kunt “Onze supermarkt biedt tweetalig onderwijs, bèta challenge en technasium en dat is wat we doen. Je maakt je markt smaller, maar je verdiept je wel. De meeste scholen verbreden maar kiezen niet”. Rector Gertjan van der Molen over visie, talenten en het belang van samenwerken.
H
et Ulenhof College met ruim 2.100 leerlingen biedt onderwijs aan in Doetinchem en Vorden. Doetinchem heeft de afdelingen mavo, havo, vwo, tweetalig vwo en technasium en Vorden de afdelingen gemengde leerweg en de beide varianten van de beroepsgerichte leerweg. Gertjan: “Het verhaal is veel breder dan alleen een technasium. Het gaat over de ontwikkeling van competenties van kinderen. We hadden al een Technasium voor het havo en vwo en werken nu aan de Bèta Challenge, om ook de leerlingen in de vmbo –tl (mavo)-mbo route maatschappelijk en economisch-technologisch relevant onderwijs aan te bieden. Omdat het belangrijk is om je talenten maximaal te ontwikkelen, waardoor je beter voorbereid bent op de toekomst en je eigen loopbaan. Technologie is enorm belangrijk want het bevat alle competenties die je in projecten nodig hebt. In vier jaar tijd zijn we met 400 leerlingen gegroeid en leerlingen en ouders kiezen bewust voor onze school omdat we ook tweetalig onderwijs bieden.
40
schooldomein
februari 2016
Latijn doen we niet meer; zonde van je geld, met veel te kleine klassen en twee goede gymnasia in de buurt. Focussen op je kerndoel vraagt een andere manier van denken, maar werkt wel.” TALENTEN ONTDEKKEN “Onze filosofie is dat elk kind talenten heeft, die je moet leren ontdekken en ontwikkelen. Een team bestaat uit verschillende kwaliteiten en het gaat erom van elkaars kwaliteiten gebruik te maken. Het is net als in een elftal, waar je moet leren wat jouw positie in het team is. Dat leer je door te ervaren. Veel scholen zijn nog steeds heel erg naar binnen gericht, maar leerlingen zijn wereldburgers en wij hebben de plicht hen voor te bereiden op een plek in de samenleving. We werken samen met bedrijven en maatschappelijke organisaties en ik ben zelf lid van verschillende bedrijvennetwerken. Om verbindingen te regelen voor mijn leerlingen. Veel studenten in het mbo en hbo wisselen van opleiding. Velen zijn zoekend in ‘wat wil ik’ en ‘wat kan ik’. Daar ligt een opdracht
ONTWERP EN INRICHTING
voor het voortgezet onderwijs. Wij moeten de bril van de leerlingen vergroten en hun horizon verbreden. Stel dat die leerling een aantal bedrijven bezoekt en praktijkopdrachten doet. Dan weet je toch veel beter wat je wel en niet wilt. De kracht zit in de verbinding met het bedrijfsleven. Daar maken we projecten van die zeven weken duren en het bedrijfsleven gelooft er heilig in.” INRICHTING ONDERWIJS “Onze leerlingen hebben vijf uur in de week technologieonderwijs. Het is een verplicht vak in klas 1 en 2, zodat ze in het concept kunnen groeien. De meerderheid gaat door in het technasium. We hebben docenten van levensbeschouwing tot lichamelijke opvoeding op het technasium rondlopen. Het bedrijfsleven vindt het interessant dat jongeren niet vanuit bestaande kaders denken. Een voorbeeld: In de achterhoek zit veel technologische know how. Het bedrijf Woerds maakt luchtfilters voor enorme jachten en vroeg onze leerlingen om luchtfilters technisch nog beter te maken. Leerlingen werken in groepjes van vier, vijf leerlingen aan die opdracht. Dan praat je over competenties als materiaalgebruik, marktonderzoek, luchtsnelheid, bedrijfssimulatie en communicatie. Leerlingen hebben zelf de presentaties aan het bedrijfsleven gegeven, die een aantal denkrichtingen hebben overgenomen en geïmplementeerd. En zo zijn leerlingen bezig met de inrichting voor het Land van Jan Klaassen. We bedenken nieuwe apparatuur voor kinderen van 5 tot 7 jaar. Denk hier aan competenties als vormgeving, veiligheid en logistiek. Verschillende oplossingen zijn doorgevoerd en als die leerlingen door het park lopen zijn ze apetrots. Staatsbosbeheer is bezig met een nieuwe behui-
“De ene leerling is sterk in een exacte benadering, de andere brengt het mensgerichte in en de derde is bezig met de veiligheid.”
zing voor vleermuizen. Dat vraagt onderzoek, rond biologie, materiaalgebruik of natuurwetenschappen. Dat heeft verschillende typen huisjes opgeleverd waar Staatsbosbeheer wat mee kan. De ene leerling is sterk in een exacte benadering, de andere brengt het mensgerichte in en de derde is bezig met de veiligheid. Zo wordt het team sterker en ontwikkelt elk lid eigen kwaliteiten door samen te werken binnen echte opdrachten. Onze leerlingen sluiten het examen af met een meesterproef, begeleid door een universitair docent. Uit onderzoek blijkt dat ze beter leren, beter samenwerken, beter zoekopdrachten kunnen doen en een hoger rendement leveren.” INRICHTING TECHNASIUMPLEIN “Het Technasiumplein is een plek van 500 m² in het hart van het gebouw. Dat hebben we samen met Hidde Benedictus van ICSadviseurs ontwikkeld. Je vindt er een denktank, een loungehoek, een atelier en een ontwerpstudio. Het hele proces van idee tot uitvoering wordt er in direct contact met hun opdrachtgevers doorlopen. We komen eigenlijk alweer ruimte tekort. Dit jaar gaan we nog eens 400 à 500 m² verbouwen omdat we de bèta challenge voor de mavo op eenzelfde manier willen vormgeven en de verbinding willen maken. Alle leerlingen ervaren vakverbindingen en dat is een ontwikkeling die nooit stopt. Onze TTO (tweetalig onderwijs) leerlingen sluiten in vwo 6 met een International Baccalaureate diploma af, waarmee ze op elke internationale universiteit worden toegelaten. Dat zijn goede mensen voor de toekomst van ons bedrijfsleven.” Kijk voor meer informatie op www.ulenhof.nl of op www.fundeon.nl.
schooldomein
februari 2016
41
Tekst Maarten Sanders
ALTIJD BINNEN IS NIET FRIS
De school moet ook naar buiten kunnen Het begrip Frisse School zou breder moeten zijn dan een goed binnenklimaat en een laag energieverbruik. OIII architecten heeft daarom ‘openluchtscholen’ als inspiratiebron gebruikt bij projecten voor primair onderwijs.
“G
a eens naar buiten!” De verlokking van alle schermen die in huis te vinden zijn geeft veel ouders het ongemakkelijke gevoel dat hun kinderen iets missen. Kinderen komen steeds minder vaak in de buitenlucht. Volgens onderzoek in 2013 gemiddeld 1,5 uur per week minder als in 2005. Allerlei factoren maken dat kinderen meer tijd binnen doorbrengen, buiten zijn wordt als minder aantrekkelijk ervaren. Is dat een probleem? Mensen die zich met dit onderwerp bezighouden vinden van wel. Buiten spelen wordt gezien als belangrijk voor zowel de ontwikkeling als de gezondheid van kinderen. Zo is de tendens dat kinderen gemiddeld steeds zwaarder worden omgekeerd evenredig met het meer binnenshuis zijn. Ook scholen zijn zich bewust van het belang van activiteiten buiten. Door de combinatie van onderwijs en opvang legt de wijze waarop scholen de dagbesteding organiseren toenemend gewicht in de schaal. Het concept ‘binnen onderwijs geven en het schoolplein voor de pauzes’ wordt als ontoereikend ervaren. De toegenomen aandacht voor de kwaliteit van het klimaat in het gebouw breidt zich uit naar het klimaat rond het gebouw. Altijd binnen zitten is niet fris.
Driekoningen school, De Meern. Fotografie: Peter Evers
42
schooldomein
februari 2016
“Tbc is welis waar onder controle, overgewicht is er als volks ziekte voor in de plaats gekomen.”
DE OPENLUCHTSCHOOL REVISITED Het idee dat ook op school buitenlucht en gezondheid hand in hand gaan is er al lang. De beweging van de openluchtscholen, ontstaan in het begin van de 20e eeuw in binnen- en buitenland, was aanvankelijk gericht op kinderen met tbc. Begonnen als een soort herstellingsoorden met een nauwgezet dagritme werden de scholen in de loop van de jaren steeds meer onderdeel van het reguliere onderwijs. Het heeft een aantal prachtige gebouwen opgeleverd, waarin het lesgeven in de openlucht op uiteenlopende manieren is vormgegeven. Veel van deze scholen bestaan nog steeds. Maar met het onder controle krijgen van tbc en veranderende prioriteiten in het onderwijs is het principe van de openluchtschool in de tweede helft van de vorige eeuw op de achtergrond geraakt. De alarmerende constatering een aantal jaren geleden dat de luchtkwaliteit in de huidige scholen vaak zeer belabberd is, heeft gezondheid op school weer hoog op de agenda geplaatst. Actieprogramma’s en officiële classificaties van “Frisse Scholen” richten zich vooral op binnenklimaat en energiebesparing. Faciliteiten voor schoolactiviteiten buiten zijn nog niet geformaliseerd. De vraag is of dit niet zou moeten, tbc is weliswaar onder controle, overgewicht is er als volksziekte voor in de plaats gekomen. LAGE DREMPEL NAAR BUITEN Hoewel bij veel nieuwbouwopgaven de buitenruimte wordt geformuleerd als een verharding van een paar vierkante meter per leerlingen, is er ook een tegenbeweging. We zien een toenemende belangstelling voor de relatie tussen binnen en buiten. De afgelopen tijd is het bijvoorbeeld een aantal keer als vraag of selectiecriterium gesteld bij de selectie van een architect. Er zijn ook nieuwe scholen gerealiseerd waar de buitenruimte een integraal onderdeel is van de ruimtelijke organisatie van de school. De Driekoningenschool in De Meern, door OIII architecten ontworpen in samenwerking met fUSE studio, is een
ONTWERP EN INRICHTING
Kindercampus King, Amstelveen. Fotografie: Michael van Oosten
PROJECTINFORMATIE DRIEKONINGENSCHOOL, DE MEERN Opdrachtgever Stichting R.K. Basisscholen Vleuten Architect OIII architecten i.s.m. fUSE studio
voorbeeld van deze ontwikkeling. Het gebouw uit 2014 heeft drie lagen en een opvallend getrapt silhouet. Door de stapeling van het programma bleef er rond het gebouw meer buitenruimte over. Aan beide zijden van het gebouw zijn op de verdiepingen terrassen over de gehele lengte van het gebouw gemaakt. Via openslaande deuren is er vanuit alle groepsruimten directe toegang naar buiten, en functioneert het terras als nevenruimte. Het biedt mogelijkheden om naast de gemeenschappelijke centrale ruimte ook de terrassen en het buitengebied in te zetten bij het lesprogramma. De drempel wordt lager om kinderen buiten zelfstandig te laten werken aan projecten, knutselen en spelen buiten de pauzes. Door een aantrekkelijke inrichting is de buitenruimte attractief en stimuleert activiteiten in de open lucht.
Opgeleverd 2014 Fotografie Peter Evers KINDERCAMPUS KING, AMSTELVEEN Opdrachtgever Gemeente Amstelveen Architect OIII architecten Opgeleverd 2015 Fotografie Michael van Oosten
KINDERCAMPUS KING “Openlucht onderwijs” was ook een inspiratiebron voor het ontwerp van de Kindercampus King in Amstelveen, geopend in 2015. Ook hier grenzen alle verdiepingen aan een grote buitenruimte doordat er dakterrassen zijn gemaakt. Deze zijn toegankelijk vanuit de centrale verkeersruimten. Het idee was een soort openlucht-lesruimten te maken, los van het schoolplein. De terrassen zijn thematisch ingedeeld, zo zijn er schooltuinen en ruimte om buiten te kunnen werken. Het atelier op de eerste verdieping heeft een eigen terras om ook in de open lucht te kunnen knutselen. Voor de school is een attractief speelterrein gemaakt,
Kindercampus King, Amstelveen. Fotografie: Michael van Oosten
dat gedurende de hele dag gebruikt wordt door school en buitenschoolse opvang. De aftrappende vorm van het gebouw zorgt ervoor dat de bezonning van het speelterrein gedurende het hele jaar optimaal is. PRAKTIJKERVARING De vraag of de geboden faciliteiten in beide gebouwen ook leidt tot een situatie waarin kinderen meer buiten actief zijn kan nog niet worden beantwoord. De scholen zijn relatief kort in gebruik, het verkennen van de mogelijkheden en daarmee het uitvinden van wat werkt kost tijd. Daarbij hangt de praktijk sterk af van de manier waarop een schoolorganisatie open staat voor nieuwe onderwijssituaties. Op de langere termijn is het interessant de vinger aan de pols te houden om te zien op welke wijze het stimuleren van buitenactiviteiten op een zinvolle manier gestalte kan krijgen. Voor meer informatie surft u naar www.o-drie.nl.
schooldomein
februari 2016
43
Tekst Thomas Nobel en Sibo Arbeek
LEERLINGEN- EN DOCENTENPANEL OVER NIEUWE LEEROMGEVING
Thamen aan de vooravond van transformatie Verschillende partners van Schooldomein werken samen aan een innovatieve leeromgeving in RKSG Thamen in Uithoorn. Het betreft een traditionele VMBO-school, waarbij de gang tussen de praktijklokalen getransformeerd wordt tot een skills lab. Hoe kijken leerlingen en docenten er tegenaan? Het verslag van de 0-meting.
T “Wanneer het vak leuk is houden we ons aan de afspraken.”
44
schooldomein
hamen verbouwt en wil graag de mening van docenten en leerlingen horen over de huidige techniekvleugel en de wensen voor een toekomstige ruimte. Directeur Ger Jägers leidt de discussie. Hij vraagt de leerlingen en docenten over hun ervaringen met de huidige praktijkvleugel. Eigenlijk is iedereen wel tevreden. Steff Braat: “Het is een leuke vleugel met leuke vakken”. Medeleerling Ricardo van der Hoek knikt: “Iedereen weet dat hier de techniek zit.” “En techniek is leuker dan theorielessen”, vult Dominique Graauwmans aan. Docent Paul van Rijn van techniek lacht: “Het ruikt hier naar techniek en dat vind ik fijn.” Docente kunstvakken en CKV Mare van der Molen vindt de ruimte in de praktijkvleugel fijn: “Door de sheddaken en het vele licht heeft het iets van een atelier. Het is lekker industrieel en dat moet vooral zo blijven.” Toch is er ook kritiek op de huidige ruimten. Docent Jaap Stam merkt op dat de akoestiek er zo slecht is. GELUID EN TEMPERATUUR AANPAKKEN Dion Doornekamp vindt het fijn dat het in de praktijkvleugel rustiger is dan in de aangrenzende kantine: “Het is echt een gang die bij de praktijklokalen komt. In de pauze blijven de leerlingen in de kantine. Toch is het er wel vaak rommelig en dat vindt docent Jaap Stam ook: “Er mag meer lijn in komen, met mooie tafels en werkbladen, we hebben vijf verschillende soorten kasten en ook op het gebied van ICT is het een beetje gedateerd.” Abderrahmane Bensalah vindt de kleuren wat saai en dat vindt Dominique ook. Nick Buskermolen lijkt het leuk wanneer er wat meer graffiti en afwisseling in de kleuren zou komen. De vakdocenten willen ook wel wat veranderen: een afzuiginstallatie, meer computers en printers. Mare
februari 2016
zou de faciliteiten willen verbeteren en collega Luc Smit van voertuigentechniek zou het geluid en de temperatuur aanpakken, evenals de isolatie in de praktijklokalen. Joerie Nap en Dominique vragen zich af of je geen ruimte in de praktijklokalen gaat missen als je gaat verbouwen. Het zijn toch fijne lokalen met genoeg ruimte om te werken en te leren?”
ONTWERP EN INRICHTING
VERBOUWING TOT SKILLS LAB
HET PANEL
Voor
Leerlingen (leerjaar)
• Wat vind je van de gang en hoe gebruik je hem? wat kan beter en mooier? • Vind je het leuk om in de huidige praktijklokalen te werken en te leren? wat zou beter kunnen? • Wat mis je in de school wat je morgen zou willen veranderen?
Joeri Nap (3) Daan de Vor (3) Ricardo van der Hoek (3) Dominique Graauwmans (3) Kevin Butôt (3) Nick Buskermolen (3) Reno Heyser (3) Steff Braat (1) Abderrahmane Bensalah (1) Dion Doornekamp (3)
Na • Denk je dat het leren leuker wordt in de nieuwe gang? • Is de nieuwe ruimte geschikt om te leren en te werken? • Waar moet je vooral voor oppassen zodat het ook een mooie omgeving blijft? • Zijn er (spel)regels nodig waaraan leerlingen en docenten zich moeten houden in de centrale zone?
VAN GANG TOT SKILLS LAB Dan laat Ger het filmpje zien over de nieuwe inrichting tot het skills lab van Thamen. Het panel ziet hoe de gang wordt getransformeerd tot een kleurige tussenruimte met nissen en verschillende soorten werken loungeplekken. Ze vinden het mooi, maar hebben ook opmerkingen op de vragen van Ger. Dion: “Mag je hier dan ook in de pauze zitten? “Nee, dat mag niet, het is echt onderdeel van de nieuwe praktijkvleugel,” legt Ger uit. Maar dat gaat zo niet werken, denken de leerlingen; iedereen wil er zitten, op al die mooie banken en stoelen en vooral meisjes, omdat het er zo netjes is. Abderrahmane vraagt of het qua kleuren wel bij de aula past; anders wordt het zo’n andere ruimte. Het moet wel op elkaar aansluiten. Reno Heyser stelt een goede vraag: “Dit deel is voor techniek en dan komt er ineens een ruimte waar je moet leren. Werkt dat wel en is er dan wel toezicht van de docent?” Docent Luc legt uit dat de docent straks toestemming
Docenten - richting Jaap Stam - Bouwtechniek Jeroen Klokman -Electrotechniek Luc Smit - Voertuigentechniek Mare van de Molen - Kunstvakken Paul van Rijn - Techniek onderbouw
geeft om in het skils lab zelfstandig te gaan leren en werken. Joeri ziet het voordeel: “In het praktijklokaal is het vaak druk en dan stap je er even uit om zelfstandig of in groepjes te kunnen werken.” Reno is bang dat docenten er geen oog op hebben als kinderen in groepjes werken.” Jitske van Eerd van het bureau Diephuis & Van Kasteren stelt een goede vraag: “Waar ga je je wel aan houden en waaraan niet? Zijn er regels nodig?” Het antwoord is duidelijk: “Wanneer het vak leuk is houden we ons aan de afspraken”. “En zijn alle vakken hier leuk?” vraagt Jitske. “Ja”, klinkt het unaniem. Ze hebben er zin in en komen nog eens bij elkaar terug wanneer de ruimte is ingericht en de school is verbouwd. Schooldomein volgt het op de voet. Vanuit Schooldomein zijn bij dit project betrokken: DGMR, Ecophon, ICSadviseurs, Nora Flooring, STALAD (www.goo.gl/2gjkk2) en VELUX.
schooldomein
februari 2016
45
Foto: VELUX/Wim Hanenberg (www.wimhanenberg.eu)
INNOVATIELAB:
Hoe fris is fris? Fris is gezond maar is fris ook altijd duurzaam? En is duurzaamheid ook altijd fris? Daarover gaan de stellingen in ons Innovatielab. Fris is het thema van deze editie van Schooldomein en daarom legden we drie verfrissende stellingen voor aan drie scherpe specialisten. ERIK BERNS 1 Een aantal jaren geleden zou deze stelling de toets der kritiek in onze situatie niet hebben doorstaan. Enerzijds was er sprake van een frisse school, voornamelijk vanwege het enkel glas in met name de oudbouw van de school, waar bovendien het hang- en sluitwerk van de ramen ernstig te wensen overliet. Daarnaast vormden de verouderde toiletgroepen een bron van stankoverlast. Diverse aanpassingen gedurende de afgelopen jaren hebben veel van deze problemen ondervangen waardoor
46
schooldomein
februari 2016
het binnenklimaat verbeterde en bijvoorbeeld ook de energielasten aanmerkelijk daalden. Echter: het plaatsen van HR++ glas en nieuwe (aluminium)kozijnen stelden ook weer eisen aan het gebruik van binnenruimtes (lokalen) en totale accommodatie. Het aanbrengen van CO2 meetapparatuur en afzuiging waren dan ook een logisch vervolg op de eerder uitgevoerde werkzaamheden. Dat de school (als onderdeel van een MFA) daarmee een stuk frisser en gezonder om in te werken is geworden staat buiten kijf: de technische
voorwaarden daartoe zijn immers ingevuld. Het vraagt echter van gebruikers, dat zij niet alleen op de hoogte zijn van al deze voorzieningen, maar vooral ook leren daarmee om te gaan en naar te handelen. De frisse school blijft daarmee voor een groot deel ook onderhevig aan de subjectieve beleving van zijn gebruikers en is dus (nooit?) per definitie duurzaam. 2 De snelle conclusie zou ‘ja’ kunnen zijn, maar dat zou te kort door de bocht zijn. Het investeren in duurzaamheid is zonder meer de moeite waard, niet alleen uit
THEMA FRIS DE STELLINGEN
1. 2. 3.
Een frisse school is per definitie duurzaam.
Zonder beleving is duurzaamheid zinloos.
Overheveling van onderhoud brengt duurzaamheid binnen handbereik.
DEELNEMERS Erik Berns - Facilitair manager Noorderlicht Jack van den Broecke - Plateau Assen Yvette Watson - Voorzitter expertgroep circulaire en inclusieve economie, FMN
Erik Berns
oogpunt van financieel ‘voordeel’, maar ook als signaal naar de gebruikers van een gebouw. In mijn geval zijn dat niet alleen kinderen, leerkrachten en ouders maar ook bezoekers van activiteiten, wijkbewoners en huurders. Wil je echter duurzaamheid ècht zinvol maken dan moet je ook werken aan die beleving er van. Energiezuinige verlichting, afzuiging en ventilatie etc. hebben alleen maar zin als de gebruiker zich daarvan bewust is, omdat anders de beoogde effecten ervan in het ergste geval teniet gedaan worden. Dat geldt niet alleen voor de bekende investeringen op het gebied van de klimaatbeheersing, maar bijvoorbeeld ook in de keuze van de materialen in je (school)gebouw, zowel qua bouw, inrichting en (verbruiks)materialen. 3 Een twijfelachtige uitspraak. De belangrijkste vraag hierbij is namelijk of de overheveling van het budget toereikend is
om aandacht te besteden aan deze duurzaamheid òf dat het budget uitsluitend besteed kan worden aan de hoogstnodige reparatie- en onderhoudswerkzaamheden in de school. Dat wil zeggen dat er waarschijnlijk weinig of geen ruimte is voor investeringen in duurzaamheid. Uiteraard verschilt dit per schoolbestuur, maar de vraag lijkt gerechtvaardigd of deze bij een toch beperkt budget kiezen voor duurzaamheid (toch vaak langere termijn) of voor de korte (en vaak ad-hoc) oplossing. In mijn situatie is juist overheveling van schoolbestuur naar Gemeente aan de orde, tenminste daar waar het de scholen betreft die zijn gehuisvest in een MFA. Onze ervaringen tot nu toe daarmee zijn overwegend positief te noemen. Mogelijk dat je de overheveling zou moeten verbinden aan de voorwaarde ‘investeren in duurzaamheid’.
schooldomein
februari 2016
47
Jack van den Broecke
JACK VAN DEN BROECKE 1 Bij een frisse school denk ik vooral aan de luchtkwaliteit, de CO2 waarde. In een oud schoolgebouw met dwarsventilatie is deze waarde goed haalbaar als de onderwijzer(es) voldoende oog heeft voor ventilatie, al dan niet geholpen door een CO2 meter. Duurzaam is dit in mijn ogen niet. In deze situatie verdwijnt er bij het ventileren veel warmte wat weer opgewekt moet worden door de verwarming. Er zijn ook scholen met moderne
48
schooldomein
februari 2016
installaties die met gemak de CO2 waarde op 1000 of zelfs 800 ppm houden. In deze scholen is de luchtvochtigheid soms zo laag door de constante luchtverversing dat de kinderen spontaan bloedneuzen krijgen. Eigen metingen geven aan dat bij CO2 waarden tussen 800 en 1000 ppm, een buitentemperatuur van max 10ºC en minimum rond vriespunt en een relatieve luchtvochtigheid van 80% binnen een luchtvochtigheid ontstaat van zo’n 30%. Dit levert gezondheidsklachten op. Het geld ontbreekt vaak voor het aanbrengen van een adequate luchtbevochtiging. De onderwijzer(es) heeft geen of weinig invloed op dit systeem. Ook dit is niet duurzaam. Volgens mij richten we ons te veel op lage CO2 waarden, terwijl we de luchtvochtigheid uit het oog verliezen. Wat mij opvalt is dat dit ook niet als een eis geformuleerd wordt in het programma van eisen voor frisse scholen. Duurzaam en fris gaan dus vaak niet samen. 2 Duurzaamheid is een begrip waar de meeste mensen wel een beetje genoeg van hebben. Alles is duurzaam. Duurzaam geproduceerd met behulp van een lening bij een duurzame bank, in een duurzaam gebouw door een duurzaam bedrijf met een duurzaam personeelsbeleid waarvan de medewerkers duurzaam eten en ook nog eens duurzaam op vakantie gaan. Duurzaamheid is volgens mij een vooral
financieel verhaal dat vooral gezien wordt door mensen die zich hiervoor interesseren. Bijna alle investeringen in duurzaamheid kunnen uit maar je moet de kans krijgen dat aan te kunnen tonen. Je hebt dus binnen je organisatie iemand nodig die de eerste stap durft te zetten om vervolgens door te kunnen gaan. Ledverlichting is een makkelijke stap maar ook CO2 gestuurde ventilatiesystemen met WTW zijn goede investeringen die naast de besparing op energie ook nog een beter binnenklimaat opleveren (als we niet voor een te lage CO2 waarde gaan). De beleving van duurzaamheid moet je vooral zoeken in het verbeteren van het binnenklimaat. Het beleven van minder energieverbruik is, denk ik, alleen mogelijk bij toepassing van zonnepanelen, het beleven van het gebruik van cradle tot cradle materialen is volgens mij onmogelijk en we hebben maar al te veel duurzaam gebouwde scholen waar het binnenklimaat een kleine ramp is. 3 Het is jammer dat in veel organisaties de opbrengsten van duurzame investeringen niet terecht komen bij degene die deze investeringen pleegt. Een besparing op energie komt niet terecht bij degene die de Tl-armaturen vervangen heeft door led. Daarom zal zijn of haar interesse in extra investeringen die zichzelf terugverdienen er ook niet zijn. Bij veel organi-
THEMA FRIS
saties is de MI die ontvangen wordt voor het energieverbruik al niet toereikend en de besparing verdwijnt daarom in de bodemloze put die energielasten heet. Als je de besparing een aantal jaren mag gebruiken voor extra investeringen in duurzaamheid dan kun je in een tiental jaren de put dempen. Het is van belang dat energiekosten en gebouwbeheer bij dezelfde afdeling of persoon komen te liggen zodat de opbrengsten weer ingezet kunnen worden in investeringen die extra geld genereren. De overheveling van het onderhoud kan hier alleen maar aan bijdragen omdat de gemeente geen direct belang had bij energie besparen, de opbrengsten hiervan komen immers ten goede aan het bestuur. YVETTE WATSON
1 Wat is een frisse school? Als facility manager ben ik net iets minder bekend met de terminologieën die gebruikt worden in het onderwijs. Gelukkig is het internet behulpzaam. “Een Frisse School is een schoolgebouw met een laag energiegebruik en een gezond binnenmilieu als het gaat om luchtkwaliteit, temperatuur en comfort, licht en geluid.” (RVO.nl). Dus ja, een frisse school is per definitie duurzaam! Natuurlijk kunnen de ambities om energieverbruik te verminderen en het creëren van een gezond binnenkli-
maat ogenschijnlijk tegenstrijdig lijken. Voldoende ventilatie is noodzakelijk voor een gezond binnenklimaat, maar ventileren kost ook energie. Vroeger ging luchtverversing in huis vanzelf, via naden en kieren. Maar in moderne kierdichte schoolgebouwen en kantoren gebeurt dat niet en is een andere vorm van ventilatie nodig. We moeten de intelligentie van de aarde weer gaan gebruiken in plaats van deze te verspillen. Door middel van thermische massa kunnen we onze gebouwen verwarmen en koelen en ventilatie kunnen we gewoon weer reguleren met gebruik van natuurlijke luchtstromen van buiten. Er zijn ontelbare duurzamere alternatieven die je kunnen helpen om het schoolgebouw te ‘verfrissen’. 2 Een optimale beleving gaat volgens mij over ‘een ervaring helemaal innemen’. Volgens mij gebeurt dit als je volledig begrijpt wat er aan de hand is, binnen welke context tezamen met een hoge mate van betrokkenheid of invloed van jouw handelen. Gelukkig is er hard gewerkt aan het stukje begrip en uitleg van de context de afgelopen jaren. Met een absoluut hoogtepunt vorige maand dat 195 regeringsleiders gezamenlijk beloven om alles op alles te zetten om CO2-uitstoot
“De frisse school blijft onderhevig aan de subjectieve beleving van zijn gebruikers” te beperken om opwarming van de aarde met twee graden te voorkomen. Tot slot zou ik niet willen zeggen dat zonder beleving duurzaamheid zinloos is. Maar helpt het om docenten te laten zien dat naast bouwtechnische verduurzaming zij zelf ook invloed hebben op de duurzaamheid en gezondheid van hun school? En draagt het bij om duurzame thema’s en projecten die leiden tot een frisse school op te nemen in lesprogramma’s voor kinderen? Ja Natuurlijk! Sterker nog: ik zou scholen willen uitdagen om kinderen duurzaam huiswerk mee te geven waardoor ouders
Yvette Watson
eens goed aan de tand worden gevoeld of zij wel betrokken zijn bij de grootste uitdaging van deze eeuw! 3 Ja en nee. Ik geloof er heilig in dat je het werk daar moet beleggen waar ook de expertise en de kennis van producten en innovaties ligt. En ik ben ervan overtuigd dat er duizenden professionals zijn die scholen willen helpen om van hun school een frisse school te maken. Maar het is niet simpelweg overhevelen. Het is verdomd belangrijk dat de school een hoge mate van betrokkenheid en verantwoordelijkheid blijft voelen bij het beheer en onderhoud van het gebouw. Marktpartijen hebben namelijk kaders nodig die borgen dat hetgeen zij verzorgen ook waarde toevoegt aan de corebusiness van de organisatie. En er zijn al veel mooie voorbeelden en verbanden die scholen kunnen helpen op de weg naar een frisse school. Zo weet ik dat er een Green Deal Verduurzaming Scholen is. Deze Green Deal helpt schoolbesturen en gemeenten om energiezuinige, gezonde en betaalbare scholen te realiseren (greendealscholen. nl). Dus het goede voornemen van 2016 is: kijk om je heen en laat mensen je helpen. Een duurzamere wereld begint bij het stellen van een betere vraag. Maandag 4 januari start mijn zoontje op de basisschool. Door het schrijven van dit artikel raak ik toch nieuwsgierig naar hoe zijn school omgaat met deze thema’s. Ik denk dat ik mijn goede voornemen voor 2016 zojuist heb bedacht!
schooldomein
februari 2016
49
ARCHITECTUUR EN VERBEELDING
Hoe fris is de leeromgeving? Fris is het thema van deze Schooldomein. We vroegen drie architecten om een afbeelding te sturen en daarbij kort te beschrijven waaraan zij denken bij een fris gebouw. MARJO VAN KEULEN | DSDR ARCHITECTEN | DE SCHOLENDOKTER “Passie, ambitie, gedrevenheid……FRIS!” Gewapend met een fototoestel toog ik naar het pas opgeleverde IKC Stella Nova in Zoetermeer om invulling te geven aan de door Schooldomein gestelde vraag een passende foto bij het thema FRIS te verzorgen. Diverse boeiende beelden drongen zich op die mij steeds dwongen na te denken of deze aansloten bij een fris schoolgebouw. Synoniemen als helder, transparant en open leken te passen. Om te voorkomen dat hier alleen door de ogen van de architect invulling aan gegeven
DSDR - Foto: Marjo van Keulen
50
schooldomein
februari 2016
werd besloot ik direct betrokkenen te vragen naar hun eerste gedachte bij het woord ‘fris’ in hun school. De directeur gaf aan dat hij als eerste dacht aan de frisse atmosfeer die zorgt voor een heerlijke leeromgeving. De vergelijking met een frisse wind die door een juf van de onderbouwunit werd gemaakt trok dit al breder. Een vernieuwende manier van onderwijsgeven in een uitdagende omgeving, maar ook wind door je haar als je buiten op het schoolplein bent. Een leerlinge gaf een schone school als eerste beeld aan wat ze
verwoorde als “een school waar niet iedereen gewoon propjes op de grond gooit”. Verfrissend, nieuw en hygiënisch waren dus hun eerste gedachten waaruit bleek dat het moeilijk zou worden alle betekenissen in één beeld te vangen. Bij het verlaten van het gebouw peilde ik de mening van een meester uit de bovenbouw die onomwonden zei: “Bij fris denk ik aan passie”. Buiten de bevlogenheid die hier uit sprak bleek dat wellicht het belangrijkste onderdeel binnen een leeromgeving, de rol van het team, niet op een foto is vast te leggen. Passie, ambitie, gedrevenheid……FRIS!
THEMA: FRIS
DP6 architectuurstudio - Foto Michel Kievits
RICHELLE DE JONG | DP6 ARCHITECTUURSTUDIO “Een frisse school is een school die de zintuigen aanspreekt.” Elke dag raak je het interieur van je school aan, gebruik je het meubilair, zie je de kleuren. Je ervaart het gebouw door zien, voelen, horen en ruiken. Bij het ontwerpen van gebouwen gaat het om het zoeken naar die zintuiglijke beleving. Een frisse school is voor ons een school die de zintuigen aanspreekt. In de manier waarop het licht binnenkomt, de frisse lucht die je ademt, de
ruimtelijkheid en klank, in hoe de stof voelt waarop je zit, de kleuren van de wanden, reliëf en hoogteverschil, afwisseling in materialen, de mogelijkheid tot contact en interactie. Een frisse school is ook een schone school. Onze ervaring is dat het ontwerp van een school de gebruikers ervan kan motiveren hun school schoon en fris te houden. Het is belangrijk een gebouw te ontwerpen waar leerlingen en docenten trots op zijn, waar ze
zich eigenaar van voelen. Bij het Krimpenerwaard College werd dit tijdens de feestelijke opening verbeeld door leerlingen symbolisch de sleutel van hun school in handen te geven. Voor de leerlingen is een prikkelende leeromgeving ontworpen die creativiteit stimuleert en gelegenheid biedt tot inspirerende ontmoeting. Zoals bijvoorbeeld de mediatheek in het hart van de school met daaromheen de trappen naar de rest van de school.
schooldomein
februari 2016
51
LIAG - Foto: Ben Vulkers
ERIK SCHOTTE | LIAG ARCHITECTEN EN BOUWADVISEURS “FRIS = schoon = prettig = gezond = duurzaam” Kinderen zijn de toekomst voor onze maatschappij en verdienen daarom het allerbeste. Naast het ontwikkelen van cognitieve competenties willen we kinderen ook met een frisse en creatieve blik leren te kijken naar de wereld om ze optimaal voor te bereiden op telkens veranderende omstandigheden. Een onderwijsomgeving is een van de belangrijke elementen voor de ontwikkeling van het jonge kind. Een school moet dus goed zijn!
52
schooldomein
februari 2016
EEN DUURZAAM EN FRISSE SCHOOL In de nieuwbouw van de Multifunctionele Accommodatie (MFA) Noord in Veldhoven staat de belevingswereld van het kind centraal. In het kleurrijke gebouw hebben we extra aandacht besteed aan het binnenbrengen van de buitenwereld door extra grote ramen met brede vensterbanken te maken. Door met een frisse blik naar de uitvraag te kijken hebben we een extra ‘dorpsplein’ toe kunnen voegen wat multifunctioneel gebruikt wordt door buurtbewoners in alle leeftijdscategorieën: 10% extra oppervlak
binnen het budget met Frisse Scholen klasse A en GPR 8,5 als eindscore. In de oksels tussen de armen van het gebouw is beschutting bij het buitenspelen voor de kleinsten. Bij slecht weer kan het dorpsplein bij de speelzaal gevoegd worden. De grotere kinderen kunnen direct vanuit de aula naar het speelpark. Zo ontstaat een compleet speel- leergebied voor alle seizoenen.
BOUW EN ORGANISATIE
Tekst Sibo Arbeek
INGEBRUIKNAME DE PYLER IN HEERLEN
Tweede leven voor bestaand gebouw M
et de feestelijke opening van de Cluster 4-locatie De Pyler in Heerlen kwam op 16 december een symbolisch einde aan de geschiedenis van het bestaande gebouw voor middelbaar beroepsonderwijs en werd de start van een nieuw leven voor de huisvesting van speciaal onderwijs gevierd. Pellikaan stripte het bestaande gebouw volledig en herontwikkelde het casco tot een totaal nieuw gebouw waardoor het
letterlijk een tweede leven kreeg. De gemeente Heerlen en de opdrachtgever Innovo waren blij met deze toepassing in een aanbesteding waarbij Pellikaan in samenwerking met Heton Beheer design, build, maintain en een energievolumegarantie voor tien jaar leverde. En dat alles in een innovatieve realisatiefase die slechts zes maanden duurde. Tijdens de opening werd duidelijk hoe treffend het orthopedagogisch onderwijs in het nieuwe gebouw past; enthousiaste vakdocenten lieten aan de wethouder onderwijs en de andere genodigden zien hoe zij hun nieuwe werkomgeving benutten voor het behalen van hun leerdoelen. De school is vanaf het begin van dit schooljaar in gebruik.
“Een innovatieve realisatiefase die slechts zes maanden duurde.�
Kijk voor meer informatie op pellikaan.com.
schooldomein
februari 2016
53
Tekst Sibo Arbeek Beelden RoosRos Architecten
EMOTIONEEL VASTGOED IN WATERINGEN
Slim ontwerp levert duurzame kwaliteit op Na de zomervakantie van 2016 opent de Pieter van der Plasschool haar deuren in de nieuwbouw Brede School in Wateringen. De tweelaagse nieuwbouw omvat een brede school van 3.000 m² BVO, waarin een basisschool, een kinderdagverblijf en peuterspeelzaal, een buitenschoolse opvang en een gymzaal worden gehuisvest.
D “Hergebruik waar mogelijk, bouw nieuw waar nodig.”
54
schooldomein
e nieuwbouw komt op dezelfde locatie als het bestaande gebouw en wordt gerealiseerd in het historisch karakteristieke deel van Wateringen. Naar verwachting duurt het bouwen tien tot elf maanden en zal medio 2016 klaar zijn. Simon Hanemaaijer van RoosRos Architecten vertelt: “Bij de selectie speelde de vraag om het gehele bestaande gebouw te slopen en een nieuw gebouw met gymzaal en kinderopvang te realiseren. Het nieuwe gebouw moest binnen dezelfde contouren van het bestemmingsplan vallen. De bestaande school bestond uit vier bouwdelen, waarvan de eerste uit 1906 stamt, daarna uit 1923 en vervolgens zijn in de jaren 80 nog uitbreidingen geweest. Hergebruik was niet haalbaar vond de gemeente. Dat namen wij primair als uitgangspunt over,
februari 2016
maar tijdens de planvorming zagen wij dat een deel van de nieuwbouw goed te combineren was met het mooiste deel uit 1923. Dat was financieel aantrekkelijker en toen de term emotioneel vastgoed viel was het pleit snel beslecht. Veel ouders van leerlingen en zelfs docenten hadden in dat deel zelf ooit les gehad. Wij konden het bouwdeel prima inpassen in de nieuwe structuur en daarmee hergebruiken: financieel, emotioneel en duurzaam. Wij gaan voor hergebruik waar dat mogelijk is en kijken naar nieuwbouw waar dat nodig is en toegevoegde waarde oplevert.” SLIMME INGREEP “Toen hebben we het plan in drie bouwdelen opgeknipt met een gymzaal, de renovatie en een nieuw
STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR
deel. Vervolgens schreef het bestemmingsplan voor dat de goothoogte van het gebouw maximaal zes meter hoog mocht zijn en bijvoorbeeld niet acht meter met een plat dak. Dat is te laag voor twee fatsoenlijke onderwijslagen. Wat wel mocht was de dakgoten op zes meter en de nok op tien meter hoogte. We hebben een truc met mansardekappen toegepast om toch twee lagen te realiseren; hierdoor hebben de lokalen op de verdieping tevens een bijzondere vrije hoogte gekregen van bijna vijf meter. Dat past natuurlijk bij het thema frisse school en levert een ideaal resultaat vanwege extra kuubs lucht in het lokaal en de extra ruimte die ontstaat. Het bestaande gebouw bestond uit een laag met een kap en die hebben we opengewerkt zodat de houtconstructie en de kap zichtbaar werden. Het geheel levert een veel mooier beeld op dan een nieuwe rechthoekige doos van twee bouwlagen. In de constructie die we nu hebben, ontstaat daarnaast veel meer licht en lucht in het interieur.”
PROJECTINFORMATIE Project Brede School Pieter van der Plas Opdrachtgever PCPO Westland Gebruikers Pieter van de Plasschool (primair onderwijs), Villa Okidoki (kinderdagverblijf en peuter speelzaal), ZON! Kinderopvang (BSO) en Gemeente Westland (gymzaal) Architect RoosRos Architecten Aannemer De Vries en Verburg Ingebruikname September 2016
OUDE WOONWIJK “Uiteindelijk past de vorm verrassend goed in de omgeving. De buurt is een oude woonwijk, met woningen met een kap. In die typologie hebben we de school vormgegeven. De kap maken we van ruitvormige leien en het metselwerk van de nieuwbouw laat de ornamenten van het bestaande gebouw op een eigentijdse wijze terug komen. Zo levert de kwaliteit van het deel uit 1923 goede ideeën voor de nieuwbouw, maar is duidelijk zichtbaar hoe nieuwe technieken in het nieuwe deel worden toegepast. In het oude deel zijn de houten spanten in het zicht, terwijl je in de nieuwbouw witte stalen spanten ziet. Door telkens de afstand van drie meter tussen de spanten door te trekken ontstaat een mooi ritme. We hebben geen systeemplafonds toegepast, maar in de nieuwbouw geperforeerd hout en de oudbouw geperforeerd gips. De gymzaal is ook gebouwd in de vorm van een kap, met daardoor een wat andere constructie dan bij een staalconstructie met een plat dak het geval was geweest. Het nieuwe deel bevat een carré vormige aula met sheddaken, waardoor
de lichtinval vanaf de noordzijde optimaal is. Op de daken zijn VELUX-daklichten toegevoegd die het licht toelaten, maar de warmte niet. De 100 aangebrachte zonnepanelen zijn geïntegreerd in de leien bedekking. Dat levert een heel mooie beeldkwaliteit op langs de doorgaande weg.” VIRTUAL REALITY “Het ontwerp is in BIM getekend, inclusief de hele constructie en de installatie- elementen. We hebben het hele gebouw digitaal in laten meten en in dat proces de gebruiker ook mee laten kijken. We tekenen in Revit en vertalen het 3d model naar het programma Revizto, zodat het ontwerp op een reguliere pc of iPad te bekijken is. De opdrachtgever kan daardoor het ontwerp als een soort computerspel doorlopen. Inmiddels hebben we daar een oculus rift bril bij zodat je letterlijk in het model kunt staan. Dat gebruiken we nu als virtual reality in onze lopende projecten. We merken dat veel gebruikers moeite hebben om 2d tekeningen te lezen en goed te interpreteren. Deze 3d middelen leveren veel betere info, omdat je beter kunt ervaren hoe een gebouw en de ruimten daarbinnen straks gaan werken. Dat levert betere keuzen op.” Stichting Protestants Christelijk Primair Onderwijs Westland, waar de Pieter van der Plasschool onder valt, is met 15 basis scholen één van de grotere onderwijsorganisaties in Nederland. Deze stichting biedt zorg voor circa 3800 leerlingen en circa 350 medewerkers. De scholen liggen verspreid over de regio Westland in ‘s-Gravenzande, De Lier, Heenweg, Honselersdijk, Maasdijk, Maasland, Monster, Naaldwijk en Wateringen.
schooldomein
februari 2016
55
Tekst Daniëlle Huls en Monica Ketting Foto’s Chiel de Nooyer
De geleefde omgeving, daagse schoonheid en de trage mens Daagse schoonheid is een voor de hand liggende kwaliteit of beleving van een plek, ruimte of object die leidt tot gevoelens van genoegen, blijdschap en geneugte. Een mand met appels, een kastanjeboom op de binnenplaats, een mooie grote schuifdeur naar je tuin. Wij, KettingHuls, zijn altijd op zoek naar deze dagelijkse schoonheid. Zo worden universele waarden die vergeten zijn, maar waar nog altijd behoefte aan is, door ons opnieuw onder de aandacht gebracht en krijgen ze weer betekenis in een door ons vormgegeven ruimte.
T “Wij observeren de stad en het land vooral vanuit het oogpunt van de trage mens.”
56
schooldomein
ijdens het locatiebezoek voor het woningbouwproject Bolderburen bleek dat op het bouwkavel nog een sloot en een aantal grote bomen aanwezig waren. We snapten er eerst niets van, we konden ons kavel niet vinden omdat deze sloot en het bosje niet op het stedenbouwkundig plan van de gemeente te vinden waren. In dit plan waren deze vervangen door parkeerplaatsen en bergingen. Samen met Edwin Oostmeijer hebben we besloten de 38 woningen te bouwen rondom deze bestaande sloot en de bomen. Alle woningen hebben een eigen privé tuin maar genieten samen van een idyllisch stukje landschap dat we hebben behouden als collectieve tuin. Al het aanwezige afbreken voor nieuwe ontwikkelingen is volgens ons geen optie. Wij hebben aandacht voor het bestaande, de cultuurhistorie, de sociale omgeving en de kwaliteiten van een wijk of plek. Verweven in een nieuwe structuur worden ze weer zichtbaar en krijgen ze in de herinnering van de gebruikers weer een nieuwe betekenis. Bomen, een
februari 2016
sloot, een oude muur, een bestaand gebouw of een stedenbouwkundige structuur hoeven niet zo maar te verdwijnen onder een laag bouwzand maar kunnen worden geïntegreerd in een nieuw systeem en zo hun toegevoegde waarde hebben voor de identiteit en leefkwaliteit van een wijk of buurt. INNOVATIEPOOL TURNHOUT Voor het masterplan Innovatiepool in Turnhout hebben we van het oude industriegebied eerst een kaart van ‘Het Verborgene’ gemaakt. Markante kopgevels, de gevel van de oude bakkerij, een grote leegte, de oude bakkerstuin, en doorkijkjes naar achtertuinen met bomen zijn relicten die we in het nieuwe stedenbouwkundige plan hebben verweven en weer tot leven hebben gebracht. De stad Turnhout wil het oude industriegebied achter het station ontwikkelen tot een Innovatiepool voor Life Science en Global Care. Daarbij gaat het niet alleen om onderzoek en innovatieve projecten rond zorg en wonen maar ook om een bijbehorende hoogwaardige openbare ruimte. In het masterplan is deze wens vertaald
STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR
Maakplaats Hem, Amsterdam
Bolderburen, ’t Zand, Leidsche Rijn
Groene buitenplaats
Privé tuin aan de collectieve binnentuin
Opdrachtgever: Heren 2 i.s.m. S-coop (landschapsarchitect)
Opdrachtgever: Edwin Oostmeijer Projectontwikkeling BV en
en Marc van Langen (initiatiefnemer)
ERA Contour i.s.m. Marlies van Diest (landschapsarchitect)
in de toepassing van gaanderijen, een stedenbouwkundige typologie die bij 19de eeuwse kuuroorden samen met promenades en parken de kuurhotels, casino’s en balzalen met elkaar verbond. De gaanderij (wandelhalle) is een overdekte stedelijke ruimte die verbindt maar ook een dak biedt voor activiteiten en bezigheden, als terras, tijdelijke concertruimte of gewoon om even tijdens de lunch je broodje op te eten. In het stedenbouwkundig plan voegt deze publieke ruimte zich in een reeks van stedelijke pleinen, publieke tuinen, binnenplaatsen, straten en achterpaden waarbij het creëren van een geleefde omgeving voor de trage mens het uitgangspunt is geweest. Innovatiepool, Turnhout, België Masterplan relicten Opdrachtgever: Stad Turnhout i.s.m. Bureau B+B en B-architecten
De trage mens Wij observeren de stad en het land vooral vanuit het oogpunt van de trage mens. De mens die te voet of met de fiets beweegt. Een actief mens die de gebouwde omgeving op een zintuiglijkere manier ervaart en beleeft. Geluid, wind, schaduw of verlichting bepalen in sterke mate de kwaliteit van een ruimte of plek. Helaas worden zij te vaak genegeerd bij de vormgeving van een stedelijke ruimte of een gebouw. Wij pleiten voor een meer poëtische benadering van de gebouwde omgeving en het stedelijk leven, die ruimte laat voor de zintuigen. Wij negeren daarbij de ‘snelle’ stad niet, maar onze aandacht ligt bij de andere ervaring van de gebouwde omgeving omdat wij zelf als trage mensen opereren in ons dagelijks leven.
MAAKPLAATS HEM Bij de transformatie van een bedrijfsgebouw naar Maakplaats Hem, een werkgebouw voor startups in de voedselindustrie, hebben we naast de verbouwing van het pand ook gekeken naar de positie van het gebouw in een grotere context en de bijdragen die het kan hebben voor het gehele bedrijventerrein waar het gebouw onderdeel van is. Een nieuw fietspad langs het pand verbetert de verbinding tussen het Westerpark en de Minervahaven en maakt het tevens mogelijk ons gebouw ‘om te draaien’ en de nieuwe entree aan de zijde van het fietspad te leggen, aan de zuidzijde van het gebouw. Langs het fietspad is het oude parkeerterrein vergroend. Fruitbomen, planten en bloemen zijn geplant in geboorde gaten in het asfalt en op picknickbanken kan geluncht en vergaderd worden. Omwoners en medewerkers van het gehele bedrijventerrein hebben ondertussen de weg gevonden naar deze groene buitenplaats, om hun hond uit te laten, een ommetje te maken na de lunch of een feestje te geven. Kijk voor meer informatie op www.kettinghuls.com.
schooldomein
februari 2016
57
Tekst Sibo Arbeek
EIGENHEID, VEILIGHEID EN ZELFSTANDIGHEID
Nieuwe vloer verbindt Graaf Engelbrecht Aan de rand van de woonwijk Haagse Beemden in Breda ligt het Graaf Engelbrecht; een school voor mavo, havo en vwo. Als uitvloeisel van Building Breda mocht de school een profiel kiezen. Dat werd sport. “Ik merk aan onze leerlingen dat ze sportiever en actiever zijn”, stelt conrector Jan Schoemaker.
O
oit begon Jan Schoemaker als docent lichamelijke opvoeding in Den Haag: “Via het Johan de Witt College en een praktijkschool kwam ik als Hagenees in de directie van Graaf Engelbrecht terecht, een school die mavo, havo en vwo aanbiedt. Deze school is in 1992 gebouwd, omdat het schoolbestuur uit de stad Breda in de nieuwe wijk Haagse Beemden een voorziening wilde starten. Het is een groene en gemêleerde wijk met meanderende straten en allerlei soorten woningen, van villa’s tot sociale woningbouw. Oorspronkelijk was het een jonge wijk met 40.000 inwoners, die nu wat aan het vergrijzen is, waardoor we wat leegstand krijgen. Op het hoogtepunt hadden we
58
schooldomein
februari 2016
1.150 leerlingen en nu zijn het er nog 750. De wijk heeft een wat gesloten karakter en een absoluut aandachtspunt is een directe verbinding met de stad, zodat de bereikbaarheid toeneemt. Overigens komt zo’n 60% van de leerlingen uit de wijk. Dat zie je terug in de cultuur op school. Veel leerlingen wonen bij elkaar, sporten met elkaar en brengen hun vrije tijd met elkaar door. Daardoor maakt het niet uit of je op de mavo of de vwo zit. De school zit wat leerlingenaantal betreft wat in een dip, maar ik zie ik dat jonge gezinnen hier weer terugkomen. Dus ik vermoed dat we over een aantal jaren weer gaan groeien. De school groeit als het ware mee met de wijk.”
FACILITAIR EN BEHEER
BUILDING BREDA “Als school vallen we onder de coöperatieve vereniging Building Breda. Dat betekent dat alle huisvestingacties en -middelen onder de coöperatie vallen. De gemeente heeft hooguit nog een toetsende rol. Bij de start gold als uitgangspunt “one man, one vote”. Dat betekent dat we de schoolgrootte van alle scholen op basis van demografische ontwikkelingen vastgezet hebben en daarnaast dat elke school de mogelijkheid heeft een extra profiel toe te voegen. Deze school heeft tien jaar geleden besloten het profiel sport te voeren. Dat uit zich in sportklassen en de begeleiding van sporttalenten. Dat profiel is drie jaar geleden verder ingericht met een highschool in brugklas 1 en 2. Dan kunnen ze hun eigen sport beoefenen binnen de lessentabel onder begeleiding van professionele trainers, zoals tennis, voetbal, hockey, rugby, atletiek en dans. Het volgende doel is een Lootschool te worden, maar eigenlijk zijn we dat al. Ze zijn gewend om te winnen en te verliezen en zijn actief in de dagelijkse omgang. Dat maakt dat ons onderwijsconcept als openbare school redelijk traditioneel is met veel persoonlijke begeleiding en veel faciliteiten. Alle 100 c-tjes en d-tjes van NAC zitten bijvoorbeeld op onze school. Wij leveren de faciliteiten en zorgen dat ze om half vier op het voetbalveld staan en dus geen verloren reistijd hebben. Naast de sporthal van de gemeente hebben we een eigen gymzaal, die specifieke faciliteiten kent, zoals een
“Verbinden kun je met het plafond doen of met de vloer en we hebben voor de vloer gekozen.”
extra hoogte. Een aantal jaren geleden is de tweede tranche van de financiering los gekomen, waarmee we een nieuwe aula en mediatheek en een collegezaal mochten bouwen. Daarnaast hebben we onze gebouwen op orde gebracht, vanuit de optiek van gezond, fris en duurzaam. Zo hebben we een groen dak en mechanische ventilatie aangebracht. Dan praat je over het hoofdgebouw, een basisschool die aan de school grenst en die we inmiddels gebruiken en de nieuwe aula.” VERBINDING MAKEN Eigenlijk vonden we dat er geen verbinding bestond tussen de verschillende gebouwen en dat was echt nodig. Samen met een binnenhuisarchitect hebben we gezocht naar een manier om meer visuele eenheid te creëren, waarbij we dicht bij onze identiteit wilden blijven. Onze huiskleur is oranje en ons beeldmerk is een vingerafdruk. Dat staat voor eigenheid, veiligheid en zelfstandigheid en het feit dat elke leerling uniek is. Verbinden kun je met het plafond doen of met de vloer en we hebben voor de vloer gekozen. De binnenhuisarchitect heeft dat uitgewerkt in oranje lijnen en kleurvlakken die vanaf het schoolplein als het ware de leeromgevingen en algemene ruimten ingetrokken worden. De bestaande vloerbedekking is verwijderd en we zijn op zoek gegaan naar een leverancier die met ons mee kon denken en een goede vloer kon leveren. Daarbij wilden we een duurzame en goed schoon te maken vloer omdat we sportieve kinderen hebben die graag bewegen en ook veel buiten zijn. Onze architect heeft voor een marmoleumvloer van Forbo gekozen, op basis van een goede prijs-kwaliteitverhouding.” KRITISCH KIJKEN Jan ten slotte: “Het voortgezet onderwijs heeft geleerd kritisch te kijken naar de uitgaven. Voor elke uitgaaf vragen we drie offerten aan. Building Breda geeft je een bedrag, maar daar moet je het ook voor doen. Je hebt ruimte om keuzen te maken, maar je kunt niet meer een beroep doen op de pot. Dat betekent ook dat je leert onderhandelen. Het leuke is daarnaast dat je leveranciers meedenken en –werken om het binnen de prijs kwalitatief goed te maken. Op twee scholen na zijn we klaar in Breda. Nu start de discussie wat we de komende tien jaar met elkaar willen realiseren.”
Kijk voor meer informatie op www.forbo-flooring.nl en www.graafengelbrecht.nl.
schooldomein
februari 2016
59
Tekst Sibo Arbeek
ALLEEN KUN JE NIETS, JE MOET HET SAMEN DOEN
Schoolplein14 voor bewegen en beter leren De 14 regels van Johan Cruijff zijn leidend voor alle activiteiten van de Cruyff Foundation. Naast de bekende Cruyff Courts is er nu sinds drie jaar een nieuwe loot aan de stam: Schoolplein14. Of zoals Johan Cruijff het zelf stelt: “Buiten spelen zou een vak op school moeten zijn.”
schoolteams dat zelfs een eigen WK heeft; wereldwijd doen er 22.000 kinderen mee. Daarnaast hebben we een community program om jongeren uit de wijk te activeren en we hebben leertrajecten voor buurtsportcoaches, die we trainen tot Cruyff Foundation Coaches. Waarbij we ze ook tools meegeven om mensen beter te bereiken. Deze mensen zijn onze ogen en oren in de wijken. Inmiddels zijn er meer dan 200 Cruyff Courts in 19 landen. Er zijn ook speciale courts voor kinderen met bijvoorbeeld een visuele of motorische beperking. In samenwerking met zeven verschillende sportbonden en NOC*NSF stimuleren wij de instroom naar breedtesport voor aangepast sporten en daarbij de eventuele doorstroom naar talentontwikkeling. Zo organiseren we toernooien in rolstoeltennis in 42 landen. Kortom: volop aan de bak!”
Johan Cruijff: “Buiten spelen zou een vak op school moeten zijn.”
60
D
schooldomein
irecteur Niels Meijer vertelt: “Jeugd in beweging brengen is wereldwijd belangrijk. Sport is goed om vriendschappen te leggen, sociaal gedrag te ontwikkelen en een goede balans tussen lichaam en geest te krijgen. En sport is natuurlijk ook goed voor de leerprestaties. Geen kind buitenspel is daarom een belangrijk doel van de foundation. Iedereen kent de Cruyff Courts; multifunctionele speelvelden in de wijk, maar het is veel meer dan een plek. Het is een concept waar we vervolgens verschillende activiteiten op kunnen organiseren. Denk hierbij aan voetbal- of straathockey toernooien. De courts zijn herkenbaar aan de blauwe en oranje kleuren, het kunstgras en natuurlijk de 14 regels van Johan, waarop alles is gebaseerd. Heel populair is het 6 vs 6 voetbaltoernooi met wijk- en
februari 2016
SCHOOLPLEIN 14 “Het project Schoolplein14 is in 2012 gestart en loopt zeer goed. Veel schoolpleinen zijn saai en grijs en nodigen niet uit tot bewegen. We hadden natuurlijk al ervaring met de Cruyff Courts en wilden ook op andere plekken waar jeugd is hen uitdagen tot bewegen. En dat is gelukt; we hebben een wachtlijst voor Schoolplein14 en we merken dat we meer scholen kunnen bereiken, omdat het concept zo sterk is en zo laagdrempelig. Daarnaast is het actueel; kijk naar het pestgedrag, hoeveel kinderen overgewicht hebben of de hele dag met een tablet zitten. Heel veel van die aandachtspunten los je op door samen buiten te spelen. Dat willen we stimuleren met Schoolplein14.” KLEURRIJKE COATINGS “Samen met andere professionals hebben we een aantal speelvormen ontwikkeld waarbij we kleurrijke vlakken aanbrengen op de pleinen, in combinatie met een lespakket. Ook is er een speciaal lespakket ontwikkeld, daarmee bepalen kinderen zelf de keuzes voor de coatings. Dat maakt dat ze meer betrokken
FACILITAIR EN BEHEER
zijn en zich meer verantwoordelijk voelen. De kinderen bepalen zelf de coating en dat maakt dat ze meer betrokken zijn en zich ook verantwoordelijkheid voelen. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen uit een speelcirkel, een atletiekbaan of een voetbalveld. Kinderen zijn creatief in het gebruiken van de coatings en ook daar gelden weer de 14 regels van Johan. Er zijn inmiddels al 213 Schoolpleinen14, die er voor zorgen dat kinderen meer bewegen. De coatings geven veel duidelijkheid op het plein. Ook de leraren maken er steeds meer gebruik van door er activiteiten op te organiseren. Tot slot: Als je beweegt heb je een betere focus, een betere concentratie en ontwikkel je meer sociale vaardigheden en dat heeft een positief effect op de leerprestaties.” Schooldomein ziet de positieve effecten en de toenemende populariteit van Schoolplein ook en brengt u daarom ook graag op de hoogte van de aanmeldprocedure. Scholen kunnen zich aanmelden via de site www.schoolplein14.nl. Elke school die interesse heeft in Schoolplein14 kan dit aangeven via een interesseformulier. Niels vervolgt: “Nadat het formulier is ingevuld wordt er gekeken naar de mogelijkheden om een Schoolplein14 te realiseren. Daarom is het ook goed om samen met school, bestuur en gemeente op te trekken. De gemeente Schiedam heeft bijvoorbeeld 13 schoolpleinen afgenomen. De investering in een Schoolplein14 bedraagt circa € 8.000,- en het School-
plein14 kent een houdbaarheid van minimaal vijf tot tien jaar. Het ontwerp van het Schoolplein14 wordt samen met de leerlingen ontwikkeld, maar de school levert ook een financiële bijdrage, omdat de school medeverantwoordelijk is voor de activiteiten en het beheer. Of zoals Johan zegt: “Buiten spelen zou een vak op school moeten zijn”. Kijk voor meer informatie op www.schoolplein14.nl of www.cruyff-foundation.org. Voor inspiratie kunt u ook even het volgende filmpje bekijken over Schoolplein14 in het speciaal onderwijs: www.goo.gl/4zgw4p.
schooldomein
februari 2016
61
Cursussen en symposia die er toe doen De nieuwe Schooldomein IVVD Academy (SIA) organiseert met spelers in het veld inhoudelijke cursussen die er toe doen. In deze Schooldomein een overzicht van het eerste aanbod. SYMPOSIUM - VERANDERENDE ROLLEN IN HET BOUWPROCES 31 maart – vanaf 13.30 uur - Het Oude Magazijn in Amersfoort De bouwproductie neemt weer toe, waarbij duurzaamheid en de levensduurbenadering van een schoolgebouw leidend zijn. Opdrachtgevers kunnen kiezen uit
verschillende contractvormen, passend bij de opgave. De vraag is wie en wanneer bij de innovatie van het bouwproces welke bijdrage levert. Lean, BIM, circulair zijn begrippen die in het bouwproces inmiddels een plaats innemen, maar waar ligt de regie? Dit symposium laat de verschillende partijen in het bouwproces aan het woord met als inzet: een kwalitatieve gebouwde omgeving op basis van een effectief bouwproces.
DE SPREKERS: Sjef Drummen – Adjunct-directeur Niekée Roermond De leeromgeving van morgen Het gebouw als een constante verandering Alfred Bakker – Senior manager ICSadviseurs Nieuwe rollen, nieuwe kansen BIM, lean, circulair en legolisering zorgen voor nieuwe dynamiek Jaap van Bruggen – Hoofd facilitair beleid ROC de Friese Poort Vormgeven aan ambities in duurzaamheid Impact Breeam excellent, circulair en energieneutraal in onderwijshuisvesting Stijn de Wolf – Algemeen directeur SMT Van bouwer naar aannemer Marktpartijen eerder betrekken bij innovaties bouwproces Sander Ros – Algemeen directeur RoosRos architecten Virtueel vs. Reëel Ontwerpen met Virtual Reality naar een nieuwe dimensie Debat met sprekers o.l.v. Sibo Arbeek “Veranderende rollen in het bouwproces”
62
schooldomein
februari 2016
FACILITAIR EN BEHEER
CURSUS - BTW- OPTIMALISATIE VOOR MULTIFUNCTIONELE ACCOMMODATIES (MFA’S). BEREKEN ZELF UW FINANCIËLE VOORDELEN!
CURSUS - AANBESTEDING - ACTUALITEITEN DE VERANDERINGEN IN DE AANBESTEDINGSWET
20 april – vanaf 13.30 uur - Nyenrode Business Universiteit Breukelen
13 april – vanaf 13.30 uur - Nyenrode Business Universiteit Breukelen
Kiezen voor btw belaste prestaties kan bij realisatie en beheer van multifunctionele accommodaties (MFA’s) financieel voordeel opleveren, waardoor er financieel meer mogelijk is. Binnen MFA’s vinden diverse activiteiten plaats die al dan niet onder het btw regime vallen. Deze vrijgestelde of btw belaste prestaties zijn mede bepalend voor uw uiteindelijke exploitatieresultaat. Een optimale mix van verschillende btw tarieven, belaste en onbelaste prestaties, kan u bij realisatie en beheer van MFA’s financiële voordelen opleveren!
Vanaf april 2016 gelden er nieuwe aanbestedingsregels met nieuwe kansen en valkuilen. De Aanbestedingswet 2012 is in feite nog maar net in werking, maar toch wordt deze wet al weer aangepast. De redenen daarvoor zijn nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen die voor april 2016 moeten worden omgezet in Nederlandse wetgeving.
Deze cursus wordt georganiseerd door Schooldomein en IVVD en bestaat uit twee delen: DEEL 1 – BTW - OPTIMALISATIE • Basisbegrippen btw; • Btw mengpercentage; • Impact van btw op de ontwikkeling-, renovatieen exploitatiefase; • Btw positie optimaliseren en de financiële ruimte voor ontwikkeling/renovatie en de exploitatie maximaliseren; • Correcte btw toepassing en optimalisatiemogelijkheden in uw bedrijfsvoering. DEEL 2 – BEHANDELING PRAKTIJK VOORBEELDEN EN EIGEN CASUSSEN • Behandeling van een aantal praktijk voorbeelden; • Bespreken van de btw gevolgen voor uw eigen MFA. U wordt voorafgaande aan de cursus gevraagd om, als u dat wilt, uw eigen casus in te brengen. DOCENTEN: Igor Grevers – ICSadviseurs Gerrit van de Kamp – EFK Belastingadviseurs
Deze cursus gaat in op de belangrijkste wijzigingen van de nieuwe Aanbestedingswet 2016. In een halve dag leert u over de inhoud van de nieuwe regels en de praktische gevolgen daarvan voor de dagelijkse aanbestedingspraktijk. Ook wordt aandacht besteed aan het overgangsrecht en de rechtsbescherming. Deze cursus wordt georganiseerd door Schooldomein en IVVD. INHOUD In een dagdeel worden: • de belangrijkste wijzigingen behandeld; • de gevolgen daarvan voor de dagelijkse praktijk belicht; • het overgangsrecht en de rechtsbescherming toegelicht. Een aantal belangrijke wijzigingen op een rij: • nieuwe uitsluitingsgronden o.b.v. resultaten uit het verleden; • nieuwe procedure voor innovatief partnerschap; • verplicht kunnen stellen van keurmerken; • verplicht digitaal aanbesteden; • wijziging in 2B diensten; • meer ruimte voor wezenlijke wijziging opdracht; • meer mogelijkheden voor curator bij faillissement opdrachtgever. DOCENTEN: Dennis Santbulte – ICSadviseurs Tim Raats – BarentsKrans Meer informatie en inschrijven: www.ivvd.nl/events
schooldomein
februari 2016
63
Het idee
I
n de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Meerlanden. Meerlanden wil in samenwerking met gemeenten en scholen leerlingen (en leerkrachten) bewust maken van het belang van afvalscheiding. Vanuit de gedachte ‘wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ wordt er met een educatieprogramma over recycling bewustwording gecreëerd rond het wereldwijde belang om zorgvuldig om te gaan met grondstoffen. Afval is grondstof en kan beter worden hergebruikt als het gescheiden wordt aangeleverd. Ook op scholen! Recycling begint op school Naast bewustwording wil Meerlanden afvalscheiding op scholen ook in de praktijk brengen. Bijvoorbeeld door de inzamelmiddelen en inzamelstructuur aan te passen. Leerlingen scheiden de grondstoffen in minimaal vijf verschillende afvalstromen in gekleurde afvalbakken: groenafval (groene container), oud papier en karton (blauw), plastic (oranje), drankenkartons (geel) en restafval (grijs). Deze afvalbakken worden vervolgens door de ‘corveeploeg’ geleegd in grotere inzamelmiddelen van Meerlanden op het schoolplein. Hierna haalt Meerlanden het gescheiden afval via de huishoudelijke inzamelroute
64
schooldomein
februari 2016
bij de school op, wat weer scheelt in het aantal vervoersbewegingen van grote wagens rondom de school. Ten slotte gaat het afval naar verschillende verwerkers van deze afvalstromen, waar het weer een nieuw leven begint als grondstof voor nieuwe producten en energie. Zo wordt de keten gesloten. Educatie Naast actief afval scheiden krijgen alle leerlingen binnen het programma themalessen over recycling. Wat is recycling? Waarom is het zo belangrijk voor de leerlingen, hun eigen omgeving en de aarde om afval te scheiden? Wat kun je van al dat afval maken? Op een speelse, interactieve manier krijgen kinderen hier meer inzicht in. Zo worden leerlingen nog meer bewust van het belang van recycling, de schaarste van grondstoffen en de kwaliteit van hun leefomgeving en zullen zij zelfs hun ouders stimuleren op dit gebied. Samen werken aan groene scholen Het belangrijkste doel van het Recycle-educatieprogramma is het mogelijk maken van afvalscheiding in de scholen. Maar afvalscheiding loont ook; de besparingen op afvalinzameling en inkomsten, gegenereerd uit recyclingacties, komen ten goede aan de school en worden ingezet voor verdere verduurzaming van de school. Denk hierbij aan zonnepanelen
voor de opwekking van duurzame energie of aan het aanschaffen van een zogenoemde groene wand ter verbetering van de luchtkwaliteit in de school. Daarmee is de cirkel rond. Meerlanden noemt dit het Groene School Fonds. Ondertussen nemen dertien scholen in Bloemendaal, Haarlemmermeer, Heemstede, Haarlemmerliede en Spaarnwoude deel aan het Recycle-educatieprogramma. De reacties zijn positief en bij sommige scholen is het percentage restafval van 100% naar 25% gedaald; een prachtige prestatie!
Bestuurders, docenten en leerlingen zijn enthousiast over het Recycle educatieprogramma: “Meer bakken! Meer bakken!” riepen leerlingen van rkbs De Wilgen bij de start van het Recycle-educatieprogramma. Julia Weytingh, directeur OBS De Tovercirkel, merkt dat kinderen zich door het recycleprogramma trots en belangrijk gaan voelen. “Dat je met elkaar de wereld kunt verbeteren, spreekt hen aan en geeft ze het gevoel dat ook hun bijdrage ertoe doet.” Kijk voor meer informatie op www.meerlanden.nl.
Column
FRISSE WIND
SPECIALIST IN EDUCATIEVE COMMUNICATIE Ten Brink Uitgevers is dé uitgeverij voor onderwijsgerelateerde boeken en magazines. Vakkennis voor u! Bekijk ons aanbod op:
www.tenbrinkuitgevers.nl SINDS
1848
Sinds een aantal jaren ben ik als industrieel ontwerper actief in het onderwijs. Ik werk, vanuit Studio Tast, veelal aan de ontwikkeling van eigentijdse leermiddelen en maak daarbij een verbinding tussen fysiek en digitaal leren. Hierbij is het doel ieder kind op z’n eigen manier te laten leren. Als kind heb ik mij nooit thuis gevoeld in het onderwijs. Ik was een wereldontdekker, een dromer. Thuis was ik volop bezig met ontwerpen en bouwen van ‘steden’ en producten. Zo kon ik mijn ideeën tastbaar maken. Ik leerde door te doen en door fouten te maken. Stapje voor stapje begreep ik hoe de wereld in elkaar zit en wat de consequenties van mijn acties zijn. Deze onderzoekende houding is de ruggengraat geworden van mijn ontwerpvisie: jongeren met plezier en motivatie laten leren door te doen. Met de huidige technologische ontwikkelingen zie ik een belangrijke rol voor ontwerpers in het onderwijs. Aan hen de taak om de brug te slaan tussen bestaande lesmaterialen en toekomstige mogelijkheden. Het is een uitdaging om lesmethodes niet te overrompelen met technologie maar juist te verrijken met zowel fysieke als digitale elementen. Dit gebeurt, naar mijn mening, te weinig in het onderwijs! Technologie wordt vaak ingezet als doel en niet als middel. Daarom ben ik Studio Tast gestart. Wij ontwerpen eigentijdse leermiddelen waarbij denken én doen centraal staan en online met offline leren samenkomen. Om deze visie tot stand te brengen, rust Studio Tast op drie pijlers: Design, Onderwijs en Technologie. Samen vormen zij de basis voor gefundeerde onderwijsinnovatie. Deze combinatie van creativiteit en technologie kan het onderwijs de frisse wind bieden waar het naar verlangt om zo een inspirerende leeromgeving te creëren die aansluit bij de belevingswereld van huidige en toekomstige generaties. Want “Education is not preparation for life, Education is life itself” (John Dewey). Mitchell Jacobs | Studio Tast | Design for Education www.studiotast.com | mitchell@studiotast.com
schooldomein
februari 2016
65
colofon Schooldomein
Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. www.schooldomein.nl, facebook.com/schooldomein, twitter.com/schooldomein, linkedin.com/company/schooldomein Uitgever Schooldomein is een uitgave van Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems
4
no.
Eigen
Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, Jaap de Kruijf. Redactieraad Henrico ten Brink, Henk Grendel, Guus Klamerek, Ronald Schilt, Harry Vedder, Paul Voogsgerd, Stijn de Wolf en Edward van der Zwaag Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldo-
Eigen is een eigen thema. Elk gebouw mag een geheim hebben. Wat zijn eigenlijk de kenmerken van een eigen gebouw? We vragen het verschillende experts in ons innovatielab en nodigen vier architecten uit het te verbeelden. Eind maart ligt de nieuwe Schooldomein in de bus!
mein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,-, voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink.
• Waarom is maatschappelijk vastgoed zo belangrijk? Het groot interview met Jan Veuger, lector maatschappelijk vastgoed in kenniscentrum Noorderruimte. • Sportparken op de schop: experts praten over de toekomst van het sportpark. • Innovatief aanbesteding in Dussen: gemeenten, adviseurs en geselecteerde partijen kozen voor een verrassende vorm. • Samenwerken op inhoud: onderwijszorgcentrum KZC Maximaal in Rotterdam voelt als eigen aan. • Geslaagde renovatie Barbaraschool Amsterdam: waarom de Gulden Feniks dik verdiend is. • Nieuwe huisvesting zorgcentrum De Westerkim Hoogeveen: strategische bezinning leidt tot dynamische huisvestingsopgave. • Gezonde leeromgeving Edith Stein College: bijzonder gebouw in het Haagse Buurtschap centrum 2005. • Nieuwe huisvesting betacampus universiteit Leiden: verslag van een bijzonder ontwikkel- en bouwtraject.
Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor het plaatsen van advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 088-2350403, brenda.breems@icsadviseurs.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul@communicabel.nl, 06-46337000. De advertentietarieven van Schooldomein zowel als voor de website vindt u op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ ondernemers in marketing & communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: STALAD Onderwijsinrichting, SMT Bouw & Vastgoed, Ecophon, Hevo, DGMR, VELUX, Nora Flooring, Forbo, ICSadviseurs, Pellikaan, LIAG, RoosRos Architecten, BUKO, Gispen, Alpha Consultancy, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement en Platform Onderwijshuisvesting, Ahrend, DP6, OIII architecten, Vanerum
66
schooldomein
februari 2016
Revolutionair Spectaculair Modulair
Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.
VELUX helpt u met gratis AutoCAD-tool en BIM-modellen VELUX modulaire lichtstraten zijn gebaseerd op een 100% modulair concept dat uitvoerige werkvoorbereiding compleet overbodig maakt. Daarbij biedt VELUX u simpele, bondige CAD-tools waarmee u snel nauwkeurige en visueel aantrekkelijke tekeningen en presentaties creĂŤert. Met andere woorden, wij hebben de lichtstraat gecompleteerd, zodat u verder kunt met uw project.
In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl
Al na twee jaar bewegend leren boeken kinderen een leerwinst van vijf maanden, blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens de onderzoekers komt er door het bewegen adrenaline vrij in de hersenen. Daardoor kunnen kinderen de lesstof beter opnemen.
stelt professor Frank Backx, hoogleraar sportgeneeskunde aan het UMC Utrecht.
Bewegend zitten? STALAD is er al jaren klaar voor...
Traditioneel schoolmeubilair werkt beweging tijdens het zitten tegen. Onderzoek heeft aangetoond dat leerlingen op een statische stoel onvoldoende energie (zuurstof) produceren waarmee de hersenen geactiveerd worden. Op een dynamische stoel gebeurt dat wel. STALAD lost dit op met haar stoelen programma PantoMove en PantoSwing van V/S. De ergonomische zitschaal, de frame-constructie en het 3D-move element van deze dynamische stoelen zorgen
ervoor dat de lichaamsbeweging wordt gestimuleerd. De conclusie is dat bewegend zitten de balans tussen lichaam en geest sterk verbetert. Hierdoor stijgen de leerprestaties en het welbevinden van de leerling aanzienlijk. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. We adviseren u graag in het kiezen van de beste onderwijsinrichting.
STALAD onder wijsinrichting • 038 720 0610 • info@stalad.nl • www.stalad.nl
jaargang 28, februari 2016
twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein
3
Altijd de laatste updates van Schooldomein?
Kinderen die bewegend leren rekenen en spellen, pikken de lessen sneller op dan klasgenootjes die stilzitten tijdens de les.
Dat lichamelijke activiteit belangrijk is voor je gezondheid was al bekend, maar het wordt steeds duidelijker hóe belangrijk. Zitten mag niet meer; dat is ongezond. Steeds meer blijkt zitten het nieuwe roken te zijn. Dat
Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving
Goed leren rekenen en spellen? Springen maar!
Heftig? Ja! Het kan niet genoeg gezegd worden: wie onvoldoende beweegt, wordt eerder ziek: lichamelijk én geestelijk. En wie ziek is, wordt eerder beter door vooral te blíjven bewegen.
SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN
Zitvlees
ZITTEN IS HET NIEUWE ROKEN
SCHOOLDOMEIN
t is slecht oek uit. En da rz de on t ijs w en het meest. en is dodelijk, n alle European va g en tt Langdurig zitt zi s er s van langduri s: Nederland ndheidsrisico’ zo , ge es nieuws voor on de et ab op t di ijs atziektes, derzoek w op hart- en va ns Steeds meer on ka e er ot gr t tot een zitten. Dit leid er. nk ka en obesitas ijdig overlijden kans op vroegt de gt oo rh ve g minder zit. r zitten per da die vier uur of d an Meer dan 11 uu m ie et m vergeleken met 40 procent,
no.
THEMA: FRIS OMGEVINGSPSYCHOLOGIE als leidraad voor ontwerpproces INKOPEN is maatwerk DE GELEEFDE OMGEVING Daagse schoonheid en de trage mens