Schooldomein 3 - januari 2017

Page 1

Docentenkamer De Regenboog, Vriezenveen

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

Directiekamer De Regenboog, Vriezenveen

wilt zien als je aan de slag gaat met het (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • info@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, januari 2017

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

3

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

De Regenboog te Vriezenveen

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Op één hoogte werken op basisschool

SCHOOLDOMEIN

Samen met u maken wij de mooiste scholen

THEMA: SOLIDE EN DOORDACHT SIMONE KUKENHEIM: “Het begint met de kinderen en niet met een gebouw” NEUSHOORN IN LEEUWARDEN Poppodium-en-school-in-één NORMATIEVE BEKOSTIGING definitief los van de werkelijkheid INSTALLATIESCAN zorgt voor een gezondere school


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

DEMEEUW MAAKT RUIMTE VO O R D E T O E KO M S T

DEMEEUW biedt ruimte. Jezelf kunnen ontplooien is essentieel om gelukkig te zijn. Daar heb je ruimte voor nodig. Ruimte die DEMEEUW je biedt. Letterlijk en figuurlijk. Met inspirerende concepten. Waarbij volledige herinzetbaarheid de grondslag is. Wij kijken verder. Vinden gebruik belangrijker dan bezit. Wij maken ruimte voor inspiratie. Maken ruimte voor ontwikkeling. Maken ruimte voor de toekomst. Wij zijn DEMEEUW. TOEKOMSTBOUWERS.

WWW.DEMEEUW.COM


VAN DE REDACTIE

Van de redactie: een solide en doordacht 2017 gewenst! Allereerst een heel goed 2017 gewenst, waarvan ik hoop dat Schooldomein een gids mag zijn in het helpen vinden van mooie oplossingen. Dit nummer kent als thema Solide en Doordacht en koppelt weer een gevoelsbegrip aan de uitvoering ervan. Gebouwen moeten duurzaam en solide zijn en concepten doordacht. Of kan dat helemaal niet? Lees eens het artikel over De Meeuw die als de toekomstbouwers van morgen het begrip ‘permanent’ tegenover ‘tijdelijk’ onder de loep neemt. Permanent is uit en tijdelijk is in, want circulair en vanuit de exploi­ tatie gedacht is veel interessanter dan voor leegstand te bouwen. Maar hoe zit het dan met de eeuwige kwaliteit van mooie gebouwen, die als de symbolen van onze tijd en voorgaande jaren nog iets van waarden en normen communiceren. Verdwijnt met tijdelijkheid niet elk houvast in een tijd waarin alles kort, snel en vanzelfsprekend inwisselbaar is? Dat is nu precies de reden dat Schooldomein met een aantal markt­ partijen in het Skills Lab van RSG Thamen om tafel ging: waar kijken we op terug en wat zijn de trends van de toekomst? Mooie uitspraken zoals een uitdagende leeromgeving bepaalt niet het gedrag van leerlingen, maar kan dat gedrag wel beïnvloeden of alles wat je kapot maakt om uiteindelijk een nieuwe beleving te maken is zonde, geven aan dat marktpartijen steeds vaker en eerder conceptueel betrokken willen zijn. In dat kader sprak ik

met Erik Schotte van LIAG over zijn International School in Arnhem, die solide en doordacht is, maar ook op beleving is gebouwd. We kwamen te spreken over de ontwikkeling van typen (school-)gebouwen en dat leidde tot onderstaand schema. Volgens Erik is elk schoolgebouw binnen één van deze drie categorieën te rangschikken en zijn ook architecten als zodanig te herkennen. De kunst is natuurlijk op de laatste, meer organische categorie gebouwen te ont­werpen die duurzaam zijn, solide en doordacht en natuurlijk ook de beleving faciliteren. Dat wordt dan ook weer de rol van Schooldomein in 2017: een kennis- en innovatieplatform te zijn door scherpe debatten te voeren en good practises te ontsluiten. Of zoals directeur Ger Jägers van Thamen het formuleert: Het Schooldomein experiment is geslaagd, maar nu begint de echte verandering pas. Er is nog genoeg te doen en als ik vaker zo’n multi­ disciplinair team aan tafel zou krijgen zou er meer mogelijk zijn.” Maar eerst de NOT en de Vakbeurs Facilitair & Gebouwbeheer van 24 tot en met 28 januari in de Jaarbeurs in Utrecht, waar veel partners van Schooldomein te vinden zijn. Volg op de NOT de debatten van Schooldomein! Kaarten zijn gratis te downloaden! Toegang is gratis na registratie via www.not-online.nl. Sibo Arbeek, Hoofdredacteur Schooldomein

Periode

Kenmerk

Lay-out

Ordening

Focus

Gebruiker

Vanaf einde 19e eeuw

Normatief

Gezagsverhouding centraal

Hiërarchisch

investering

Controle

Vanaf jaren ‘70

Logistiek

Organisatie centraal

Logisch

exploitatie

Efficiency

Vanaf 2015

Organiek

Community centraal

Organisch

beheer

Verleiding

ONZE VISIE

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET

Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante markt­ informatie zoeken.

wordt mede mogelijk gemaakt door:

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

3


INHOUD

BESTUUR EN BELEID

6

Maatwerk voor goede schoolgebouwen Amsterdamse wethouder Simone Kukenheim vertaalt haar portefeuilles onderwijs, jeugd en diversiteit naar een krachtig beleidskader.

12

M arnix Academie schoolvoorbeeld in duurzaamheid Zelfstandige Pabo kiest bewust voor gedegen duurzaamheidsbeleid.

14

Hoe tijdelijk is permanent? Partners van Schooldomein blikken terug op 2016 en schetsten lijnen voor de toekomst.

ONTWERP EN INRICHTING

22

19

Stripfiguren spelen een hoofdrol in de inrichting van de gerenoveerde CBS De Regenboog in Vriezenveen.

26

R obuust gebouw met een opgelicht deksel Een aansprekend organisch ontwerp voor de Internationale School Arnhem.

28

R uimte en licht in industrieel ogend gebouw Nieuwbouw uitbreiding Christelijk Lyceum Delft verbindt binnen met buiten.

30

Unieke en dynamische leeromgeving

Solide en doordacht

32

P otentie oud schoolgebouw wordt zichtbaar waargemaakt

Solide en doordacht is het thema van deze derde Schooldomein van de 29e jaargang. Hoe ontwikkel je een solide en doordacht (school)gebouw en hoe is dat uiteindelijk zichtbaar in de architectuur? We vroegen drie architecten het te beschrijven en te verbeelden. Dat levert drie prachtige pagina’s op!

38 40

Moved bij Learning

42

Van bezit naar gebruik

46

Normkosten nog de norm?

THEMA

4

S amenhangend inrichtingsconcept maakt het verschil

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

Ligne, het nieuwe vitale stadshart van Sittard, is een ‘broedplaats voor kennis en cultuur’.

Solide en doordachte transformatie van MBS Eindhoven.

34

‘ Structuur en rust zijn belangrijk voor onze leerlingen’ SO De Isselborgh in Doetinchem blij met geluid­ dempende Gerflor-vloer.

IMO-LEARN stimuleert interactief bewegend leren.

Poppodium-en-school-in-één Neushoorn in Leeuwarden is een gebouw dat tegen een stootje kan en uitdaagt tot creativiteit.

De Meeuw maakt ruimte voor inspiratie, voor ontwikkeling en voor de toekomst.

Normatieve bekostiging definitief los van de werkelijkheid.


48 50

En de energierekening daalt Installatiescan zorgt voor een gezondere school.

K nappe koppenvloer voor nieuwbouw Universiteit Leiden Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen profiteert van vloeistofdichte en chemicaliën­ bestendige Bolidt-vloersystemen.

54

V ervangende nieuwbouw Hertogschool Den Haag Een lichte en open leeromgeving voor verschillende gebruikers.

56

E en solide huisvestingsbeleid draagt bij aan goed onderwijs Gezonde gebouwen hebben een positief effect op welzijn en prestaties van leerlingen en leerkrachten.

58

V an ambities via een technische dialoog naar een haalbaar project Een energiezuinige school die is voorbereid op groei én krimp.

60

HUBB stimuleert flexibel ruimtegebruik

67

N OT: Dé beurs voor en door onderwijsprofessionals

Room to learn in de interactieve leer- en werkomgeving van Fontys Eindhoven.

Van 24 tot en met 28 januari 2017 de grootste vakbeurs voor kinderopvang, po, vo en mbo in de Benelux.

RUBRIEKEN

11 11 19 37 37 63 65 68 69 70

Kort nieuws Onderwijstrends door Jaap de Kruijf Architectuur en verbeelding: Samen Kort nieuws Meester – Gezel Het idee van Het Klokhuis De etalage Het atelier over Kloosterhotel ZIN Column van Toine van den Hoogen Vooruitblik naar Schooldomein 4: Mooi en toekomstbestendig

31 33 41 43 62


KIND CENTRAAL IN AMSTERDAM

Maatwerk voor goede schoolgebouwen 6

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Horus Fotografie

BESTUUR EN BELEID

Wethouder Onderwijs in een stad als Amsterdam zijn betekent sterke opvattingen hebben over alle aspecten die met onderwijs in een dynamische omgeving te maken hebben. Simone Kukenheim vertaalt haar portefeuilles onderwijs, jeugd en diversiteit naar een krachtig beleidskader.

W

a ar komt je passie voor deze portefeuille vandaan? “Als bestuurder in een grote stad kan ik in samenwerking met de Onderwijsorganisaties echt iets betekenen voor de kinderen in deze stad. Goed onderwijs draait om goede leerkrachten die kinderen helpen het beste uit zichzelf te halen en veerkrachtige mensen te worden. Het kind komt altijd op de eerste plaats en niet economische afwegingen. Dat betekent dat er voor elke leeftijd een goede voorziening moet zijn. Dan gaat het niet alleen over woordjes leren, maar ook over persoonlijke ontwikkeling en burgerschap. Goede peuteropvang is hiervoor heel belangrijk. Ik wil goede voorzieningen, waar alle peuters, los van de portemonnee van ouders, elkaar tegenkomen en waar de ontwikkeling van peuters centraal staat.”

Hoe belangrijk zijn goede scholen voor de stad? “Enorm, en dat zie je terug in de budgetten die we beschikbaar stellen. Voor 2017 is dat voor het primair en voortgezet onderwijs 133 miljoen euro en daarnaast besteden we aan gezonde schoolgebouwen nog eens 11,5 miljoen euro. Voor het standaard beschikbare bedrag kunnen we in Amsterdam geen school bouwen, dus investeren we als gemeente zelf veel. Deze coalitie vindt onderwijs het allerbelangrijkste wat er is. Wij hebben net het Uitvoeringsplan Gezonde School­gebouwen 2017 vastgesteld. We hebben 354 gebouwen voor het Primair- en Voortgezet onderwijs, dus dat is een flinke investering. Een grote uit­daging is ook de internationalisering die natuurlijk enorm belangrijk is in een stad als Amsterdam. Dat geldt zowel binnen reguliere scholen, die steeds vaker meertalig zijn als ook voor het bouwen van nieuwe internationale scholen, omdat Amsterdam aantrekkelijk is voor buitenlandse bedrijven en hun werknemers. Internationale scholen hebben een ander curriculum dan reguliere scholen en dat kost gewoon meer geld dan een reguliere school. Tenslotte is de openbare ruimte in de vorm van goede school- en

buurtpleinen enorm belangrijk. Amsterdamse kinderen hebben vaker een balkon dan een plein, dus moeten de schoolpleinen openbaar, groen en toegankelijk zijn. Dat geldt ook voor de toegankelijk­ heid van sportvoorzieningen. Onderwijs, sport en buurt zijn bijna altijd met elkaar verbonden en dat vertaalt zich weer naar goede gebouwen, die ook door de buurt gebruikt kunnen worden.” Hoe verhoudt de gemeente zich tot de wet- en regelgeving? “Wet- en regelgeving rond 0-18-jarigen is landelijk veel te versnipperd georganiseerd. Het is eigenlijk raar dat de kinderopvang door commerciële bedrijven wordt gefinancierd, voor- en vroegschoolse educatie via subsidie naar stichtingen gaat en de overheid het primair en voortgezet onderwijs financiert, waarbij de gemeente integraal de huisvesting mag regelen. Wie verzint zoiets? Als je de financiering in één hand zou brengen wordt het een stuk makke­lijker. En hoe je dat dan weer regelt kan per geval verschillend zijn. Dat kan een goed schoolbestuur oppakken, maar niet elk schoolbestuur kan die rol aan. Daarom geloof ik ook niet in algehele door­decentralisatie als de ideale vorm. Bij elke opgave moet je vooraf aan tafel goede afspraken maken; wie gaat deze kar trekken? Het schoolbestuur laat het bouwheerschap soms bij de gemeente, omdat de opgave om een integraal gebouw te ontwikkelen voor onderwijs en kinderopvang ingewikkeld is. Wij sturen op de vorming van brede scholen met ook ruimte voor 0-4-jarigen. Dat vraagt om eenduidige afspraken met de betrokken besturen en kinderopvang­organisaties en dat is voor een stad als Amsterdam met een grote voorraad gebouwen vanuit een tijd dat een school nog zes lokalen had, een enorme uit­daging. In Amsterdam zie je scholen die goed samenwerken, maar er is ook concurrentie tussen scholen. Op het moment dat scholen zich profileren zie je dat andere scholen zenuwachtig worden. Scholen waren naar binnen gericht maar dat

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

7


kunt organiseren. Binnen en buiten staan in verbinding. Amsterdam heeft niet altijd de luxe dat we een leeg kavel hebben; vaak moeten we verbouwen of inpassen en dat maakt sowieso dat creativiteit nodig is. Een mooi voorbeeld van creatief ruimtegebruik is de antroposofische vmbo-school de Tobiasschool in Zuid, waarbij het monumentale pand op basis van een sterke visie is verbouwd.”

“Het begint met de kinderen en niet met een gebouw”

8

SCHOOLDOMEIN

is aan het veranderen. Iedereen begrijpt dat we met forse groeicijfers vooral transparant moeten zijn. Je ziet gigantische groei in ontwikkelingsgebieden rond de 19e-eeuwse wijken in Noord en Oost, maar ook krimp in de binnenstad. Daar moet je gezamenlijk op acteren.” Hoe stimuleer je nieuwe ideeën binnen onderwijs­ huisvesting? “Heel belangrijk; daarom hebben wij het project Onze Nieuwe School opgezet. Iedereen kon vrij dromen over het onderwijs van morgen. We dachten veel individuele meningen te horen, maar leraren, ouders en andere betrokkenen bij onderwijs zochten elkaar op en kwamen met goede concepten. Thema’s als omgaan met de vroegkeuze, nieuwe vormen tussen het primair en voortgezet onderwijs of de verlengde leertijd werden uitgewerkt. Daarbij ging het ook over persoonlijkheidsvorming en met elkaar praten over hoe burgerschap eruitziet. De ontwerpen legden de verbinding tussen de school en de stad als een plek om te leren. Dat vraagt om transparante gebouwen, waarbij je niet meer denkt in vier muren en lokalen, maar in spannende (tussen)-ruimten die in elkaar overlopen en waar je allerlei activiteiten

januari 2017

Wat betekent onderwijs voor de community? “Het begint met de kinderen en niet met een gebouw. Hoe vertaal je visie in een onderwijsconcept en wat past daar dan bij? Dat kan huiselijk en kleinschalig zijn in een grote stad die als een trein voort dendert. Maar ook een open gebouw waar meer functies bij betrokken zijn dan alleen een school. Multifunctionaliteit als uitgangspunt werkt niet. Een school kan niet een soort buurthuis worden, want het is niet de bedoeling dat iedereen zomaar binnen kan lopen. Per school kijk je wat mogelijk is. Dat kan een meer klassi­ kale of juist open uitwerking geven, in Amsterdam kunnen ouders uit alle smaken kiezen. Het Comenius Lyceum krijgt bijvoorbeeld veel ruimte voor groen, omdat de school een econasium is en zich extra richt op duurzaamheid en ecologie. De nieuwbouw van het Calvijn College in Nieuw-West laat zien hoe een gebouw een succesvolle verbinding in een wijk met veel stadse uitdagingen kan leggen. Uiteindelijk bepaalt de samenleving hoe we vastgoed ontwikkelen en inzetten, waarbij in Amsterdam vooral de krapte regeert. We bouwen bijna geen solitaire scholen op een eigen kavel, dus vind je enorm veel functies die met elkaar concurreren, maar elkaar ook kunnen versterken.” Gebouwen zijn fysiek; maar kan een gebouw een ziel hebben? “Ja, absoluut. Amsterdam kent niet natuurlijk veel plekken en gebouwen met een bijzondere betekenis. Door onze klassieke gymnasia zoals Barlaeus of het Berlage lopen al 100 jaar kinderen. Je proeft er de sfeer van het oude onderwijssysteem, maar ervaart ook de transformatie naar het onderwijs van nu. Het Amsterdams Lyceum heeft bijvoorbeeld een aula waar alle namen staan van alle kinderen die er in de honderd jaar bestaan van de school hun diploma hebben gehaald. Of de Anne Frankschool in de Rivierenbuurt, waar Anne op school zat. De huidige gebruikers houden die verhalen levend, waardoor ze blijvend verbonden blijven met die plek. Soms door plaquettes, soms op een andere manier. Waardevolle gebouwen vertellen een verhaal en daarom moet je ze koesteren.” Kijk voor meer informatie over de onderwijsplannen van Amsterdam op www.amsterdam.nl/onderwijs-jeugd.


Dé vakbeurs voor professionals in het KO, PO, VO en MBO

Wil jij weten wat de laatste trends zijn op het gebied van bewegend leren? Zoek jij slimme oplossingen voor bouw & beheer? Wil jij weten wat Onderwijs 2032 nou precies voor jou betekent? Of ben je nieuwsgierig naar andere actuele thema’s in het onderwijs? Breng dan een bezoek aan de NOT!

Schrijf je nu in voor gratis toegang via not-online.nl

24-28 januari 2017 Jaarbeurs | Utrecht www.not-online.nl

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

9


ten? r we het e e d M nloa er op w o D epap whit w.forbo ww ing.nl/ oor erwijs ond

ZO WORDT LEREN WEER LEUK FEIT: Blije leerlingen presteren beter.

Schone en gezonde ruimtes zijn cruciaal in het onderwijs. De concentratie stijgt en het ziekteverzuim daalt. Van de ingang en hallen tot de lokalen en kantine: Forbo biedt een gezonde vloer met de juiste functionele eigenschappen en sfeer. Zo wordt het onderwijs leuker ĂŠn beter. Dus kom maar op met dat rapport! Verbeter de ruimte, begin met de vloer.

creating better environments


Kort nieuws

Column

Eerste fase vernieuwing Wiebengacomplex Groningen opgeleverd

WORDT ONDERWIJS ‘SOLIDE EN DOORDACHT’ ? Welke onderwijsontwikkelingen in 2017 zullen het etiket ‘solide en doordacht’ kunnen krijgen? Een verkiezingsjaar munt meestal uit in scorende uitspraken en snelle toezeggingen. Laten we hopen dat deze verkiezingsperiode een uitzondering op de regel zal vormen.

I

n de vorige Schooldomein heeft u al kunnen lezen over de renovatie en uitbreiding van het Wiebengacomplex in Groningen. Onlangs is de eerste fase daarvan opgeleverd. DP6 architectuurstudio en Bierman Henket architecten hebben op het binnenterrein een nieuw, aardbevingsbestendig hart voor het schoolgebouw uit 1922 ontworpen. In 2017 zal de renovatie van het bestaande gebouw worden opgeleverd. Het rijksmonumentale Wiebengacomplex huisvest de Academie voor Gezondheidsstudies en de Academie voor Verpleegkunde van de Hanzehogeschool Groningen. Het complex werd in 1922 gebouwd naar ontwerp van Jan Gerko Wiebenga en voldeed anno 2013 niet meer aan de huidige eisen van ruimtelijkheid, duurzaamheid en klimaat. Zo waren de onderzoeksfaciliteiten versnipperd geraakt over vele kamertjes in lange, doodlopende vleugels. De nieuwbouw op de binnenplaats van het complex huisvest algemene ruimtes en voorzieningen. Door het hart ruimtelijk en overzichtelijk te maken, krijgt het gebouw een meer open en licht karakter, passend bij de sfeer van de hedendaagse gezondheidsacademies. Chris de Weijer (DP6 architectuurstudio): “De nieuwbouw stimuleert het samenwerken in ‘skills labs’ op een centrale plek in het complex. Het nieuwe hart dat zo ontstaat, creëert korte lijnen naar de werkomgevingen in de bestaande vleugels, nodigt uit tot ontmoeting en toont het samenwerken over de hele breedte van de zorgketen.” De gebruikers van het gebouw zijn lovend over de nieuwbouw. Annemarie Hannink (dean van de Academie voor Verpleegkunde): “We zijn enorm blij met de extra ruimtes en studiefaciliteiten die zijn gecreëerd! De aansluiting op het oude gebouw is mooi vormgegeven. Het geheel is licht en transparant en het bruist van de activiteiten.” Arwin Nimis (dean Academie voor Gezondheidsstudies en locatiedean): “De ruimtelijke vormgeving maar ook de details in de nieuwbouw zijn prachtig en doen het oude gebouw eer aan.”

De behandeling van de onderwijsbegroting in november jl. bood een inkijk op ideeën die Kamer­ leden aangereikt kregen. De moties bleken dan ook zeer divers en wisselend qua coalities. Enkele voorbeelden: Limiet voor vrijwillige ouderbijdrage, landelijke LOB normen, doorstroomrecht vmbo-tl naar havo, brede brugklassen, capaciteitsfixus technische universiteiten en daarnaast aanvullende ondersteuning voor technisch vmbo. Met name bij het technisch onderwijs is iets opmerkelijks te constateren. Waar hogescholen en universiteiten een sterke groei kennen van studenten techniek, blijft het alle hens aan dek voor het technisch vmbo om instroom en bekostiging veilig te stellen en – dientengevolge – de spreiding van dit onderwijsaanbod. Hopelijk heeft de aangeboden petitie, ondertekend door technisch vmbo en werkgevers, uiteindelijk het gewenste resultaat. Overigens wat de moties betreft: Indien ze geld kosten, zijn ze verworpen. Het is ongetwijfeld niet ongemerkt gepasseerd dat het gesprek rond Onderwijs2032 weer voor leven in de brouwerij zorgt. De verdiepingsfase heeft tot aanbevelingen geleid die vooral pleiten voor meer tijd (‘en geen keurslijf van politieke termijnen’), faciliteiten en geld. Een curriculum dat van ‘onder op groeit’ en een ‘orgaan’ dat als eerste aanspreekpunt geldt voor een faciliterende overheid. Kortom, 2032 moet wel een magisch jaar worden. Voor geïnteresseerden verwijs ik naar recente publicaties van de Onderwijscoöperatie en de Regiegroep. De relatie met ‘regeldruk’ ligt hier voor de hand. Al eerder maakte ik daar melding van. Medio november verscheen een voortgangsrapportage aanpak regeldruk, gebaseerd op diverse onder­ zoeken. Zonder op details in te gaan, blijft het opvallend dat ‘ontregelen’ door het ministerie nauwelijks leidt tot vermindering van de ervaren regeldruk. Onderwijsorganisaties blijken zelf ook in staat om interne regeldruk te creëren. Zelfs zogenaamde regelluwe scholen doen van alles, behalve de eigen regeldruk verminderen. Ongetwijfeld een thema dat tot de constanten van 2017 behoort. In sommige sectoren van onderwijsland vind je - haast onopgemerkt - goed doordachte voor­ beelden van innovatieve samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. De ‘groene’ sector is zo’n voorbeeld. In najaar 2016 verscheen de ‘Ontwikkelagenda Groen Onderwijs’. Zonder zich te bekommeren of groen onder EZ of OCW valt, is daar een agenda opgesteld voor de komende tien jaar, die model staat voor solide onderwijsontwikkeling, die vooruit kijkt en toch bij de praktijk blijft. De gehele onderwijskolom wordt meegenomen, dus van vmbo tot hbo. Aan bod komen: Ondernemerschap, samenwerking, onderzoek, nieuwe technische ontwikkelingen, aandacht voor zowel specialismen, als cross-over functies. In deze onopvallende sector zijn veel facetten van vernieuwend onderwijs te vinden die elders vaak met veel kabaal aangekondigd worden. Jaap de Kruijf

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

11


Tekst: Gert Hardeman Foto’s: Ruth Catsburg Tekst: Gert Hardeman Foto’s: Ruth Catsburg

Marnix Academie school­ voorbeeld in duur­ zaamheid Bram Hoogendoorn (l) en Marc Linthorst

Bekwaam, betrokken en bevlogen. Zo leidt de Marnix Academie onze toekomstige leraren op. Betrokken bij de medemens, maar ook bij moeder aarde. Zuinig met energie, verspilling tegengaan en duurzame inkoop zijn drie belangrijke pijlers van het duurzaamheidsbeleid.

M

arc Linthorst, hoofd Bedrijfsbureau, vat de maatregelen als volgt samen: “We besparen op papier, we printen zo min mogelijk, we schenken koffie en thee in kartonnen bekers die we het liefst de hele schooldag hergebruiken, we kopen kantoorbenodigdheden, lesmateriaal en verpakkingen duurzaam in, onze ledverlichting houdt rekening met daglicht en aanwezigheid en met ons gebouwbeheerssysteem kunnen we het klimaat van elke ruimte inregelen.” Een duurzaamheids­ excursie door de Utrechtse pabo. AANGENAAM LICHTKLIMAAT Als je door de school loopt, valt direct het aangename lichtklimaat op. “In de gangen, in de middenruimtes en in negen lokalen brandt ledverlichting”, vertelt Marc. “Net als bij alle overige hf-verlichting in het gebouw werkt ook de ledverlichting met daglicht- en aanwezigheidssensoren. De voordelen van ledverlich-

12

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

ting zijn aanzienlijk: minder stroomverbruik, minder afgifte van warmte, meer branduren, minder arma­ turen voor dezelfde lichtopbrengst, langere levensduur en dat met een terugverdientijd die korter is dan vijf jaar.” De zelfstandige hogeschool behoort met ongeveer 150 medewerkers tot de kleinere hbo-instellingen, maar heeft met bijna 1.500 studenten wel een grote lerarenopleiding voor het basisonderwijs. ZORG VOOR MILIEU De Marnix Academie voldoet sinds 2012 aan de eisen van het duurzaamheidsniveau ‘Aishe3’ (auditing instrument for sustainable higher education). “De basis is onze milieubeleidsverklaring,” geeft Marc aan. “Wij zien milieuzorg en de zorg voor arbeidsomstandig­ heden als integraal onderdeel van ons beleid.” De pabo heeft de meerjarenafspraak energie-efficiency 2001-2020 (MJA3) ondertekend: de school wil elke vier jaar 8% energie-efficiënter zijn. Hiervoor stelt de


BESTUUR EN BELEID

Marnix Academie een plan op met energiebesparende maatregelen. Een actieve Green Office (studentenraad) is nauw betrokken bij opstelling en uitvoering van het milieubeleid. WKO EN KLIMAATBEHEERSING Om dieper de energie-efficiency in te duiken, schuift gebouwbeheerder Bram Hoogendoorn aan. Hij heeft de eretitel ‘machinist van het klimaat’ omdat hij via het gebouwbeheerssysteem elke afzonderlijke ruimte kan monitoren en inregelen. “Sinds 2006 beschikken we over een WKO-installatie (warmte- en koude­ opslag) die is aangesloten op warmtepompen”, vertelt Bram. “We hebben de afgelopen jaren het rendement van de WKO-installatie en pompen verbeterd. In 2012 zijn we overgestapt naar één integraal klimaatbeheersingssysteem. Dat werkt veel efficiënter en effectiever en we gebruiken aantoonbaar minder energie.” ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN De pabo heeft conform het Activiteitenbesluit milieubeheer MJA3 ook andere energiebesparende maat­regelen genomen. Bram somt op: “Onze elektra is groen (100% waterkracht) en het gas is 100% CO2 gecompenseerd. De kloktijden van ons ventilatiesysteem zijn aangepast en beter afgestemd op het werkelijke gebruik. We hebben de stooklijnen en binnentemperaturen met grenswaarden aangepast. Door dak­isolatie zijn de ruimtes sneller warm te krijgen en er lekt geen warmte weg. De gymzaal wordt verwarmd en gekoeld via het plafond met een warmtewisselaar.” De ramen van de school hebben inmiddels allemaal dubbel glas. Zelfs de bovenlichten (raampjes) zijn vervangen of afgesloten. INKOOP EN CARBON FOOTPRINT In de milieubeleidsverklaring is vastgelegd hoe de

Marnix Academie met inkoop van kantoorbenodigdheden, lesmateriaal en afvalstromen omgaat: “We hebben uitgerekend dat onze kantoorartikelenleverancier jaarlijks 60 tot 70 keer voor onze deur stond. Als school zijn we 40 weken open; hebben we echt twee keer per week kantoorartikelen nodig? Nee, dat hebben we samen met de leverancier beter ingepland. Ze komen nu twaalf keer per jaar en dat scheelt in onze carbon footprint.”

“Wij zien milieuzorg en de zorg voor arbeidsomstandigheden als integraal onderdeel van ons beleid”

PAPIER, KOFFIE EN RESTAFVAL Voor het kopieerpapier is de Marnix Academie overgestapt van 80 naar 70 grams. De school propageert tweezijdig gebruik. “Sowieso gebruiken we door onze digitale leeromgeving minder papier”, stelt Marc. “Alle medewerkers werken sinds twee jaar met een tablet voor onderwijs en papierloos vergaderen. Na onderzoek bleken kartonnen koffiebekertjes toch minder belastend te zijn voor het milieu dan mokken. Het apart verzamelen en ophalen van plastic bleek milieubelastender te zijn, vanwege de extra ritkosten. Afvalinzamelaar Van Vliet scheidt het plastic nu via infrarood. Ook een apart systeem voor afvalscheiding van ons keukenafval bleek te duur en minder duurzaam te zijn.” 21 KEER DE AARDE ROND De school staat niet stil op het gebied van duurzaamheid. Marc probeert winst te halen met de mobiliteit. “Jaarlijks rijdt ons personeel 21 keer de aarde rond met woon-werkverkeer en (internationale) stage­ bezoeken, zo’n 878.594 km. Daar zitten de reiskilometers van studenten nog niet eens bij. We onderzoeken hoe we meer mensen op de fiets kunnen krijgen en/ of met verplicht ov gaan werken. Iets met ons gebouw bereiken is eenvoudiger: een gebouw heeft geen mening en gevoel. Nu raak je het gedrag van mensen persoonlijk.” TIPS VAN DE MARNIX ACADEMIE • Betrek en informeer medewerkers en studenten bij uitvoering milieubeleid: waar ben je mee bezig, waarom en vooral maak zichtbaar en concreet wat het oplevert aan energiebesparing en milieuwinst. • Spreek mensen aan op hun gedrag: doe de deuren achter je dicht, ruim je afval op, zet computer­ schermen uit als je vertrekt. •H uur kennis en experts in, laat je adviseren en word een lerende organisatie. •D oe vooraf haalbaarheidsonderzoeken en bepaal de terugverdientijd. Dit artikel is gemaakt in samenwerking met het Programma Utrechtse Energie van de gemeente Utrecht. Kijk voor meer informatie hierover op www.utrecht.nl/wonen-en-leven/milieu/ energie of neem contact op met Wanda van den Berg: w.van.den.berg@utrecht.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

13


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Martine Sprangers

BELEVING EN DE LEEROMGEVING VAN MORGEN

Hoe tijdelijk is permanent? Onder leiding van de voorzitter van de redactieadviesraad van Schooldomein Edward van der Zwaag keken partners van Schooldomein terug op een dynamisch jaar en schetsten ze wat lijnen voor de toekomst. En dat in het Skills Lab van SG Thamen. Dromen mag!

vlnr: Ludo van Sprang, Alfons Hams, Frank Roozenboom, Gertjan Verbaan, Willem Jan Willemse, Freek de Kort, Els van Mierop, Sibo Arbeek, Marc de Lange, Ger Jägers en Edward van der Zwaag

14

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


BESTUUR EN BELEID

Terug- en vooruitkijken Edward opent het debat met de opmerking: “Ik ben bewust eerder gekomen om de sfeer van de school te proeven. En die ervaar je het beste in de docenten­kamer. Daar hoor je hoe docenten hun werk ervaren en over hun leerlingen praten. Docenten ervaren de werkelijkheid vaak weer anders dan de directie het ziet. Wat zijn de ver­ wachtingen voor 2017 van iedereen aan tafel? Directeur Ger Jägers opent: “Het mooie van verwachtingen is dat ze nooit helemaal uitkomen omdat er altijd weer nieuwe perspectieven ontstaan. Met ons nieuwe Skills Lab is zeker een verwachting uitgekomen

“Onderwijs is in de kern de relatie tussen twee mensen” en die hing samen met de wens om te vernieuwen. Een uitdagende leeromgeving bepaalt niet het gedrag van leerlingen, maar kan dat gedrag wel beïnvloeden. Daardoor ontstaat ruimte voor leren. Als je naar het Skills Lab kijkt heeft een team al vroeg in het proces integraal nagedacht over de samenhang tussen ontwerp, kleur, vloer, geluid en inrichting. Dat heeft een prachtig resultaat opgeleverd. Wat blijft is dat de school een ontmoetingsplaats is. In de oude setting zat je in een rijtje met de rug naar je buurman. Deze tijd vraagt om meer contact als basisbehoefte. Daarom komen ze misschien ook meer in botsing met de docenten, maar is er ook meer gedeelde energie. Soms schuurt dat, maar dat hoort er ook bij.” Marc de Lange van STALAD knikt: “Verandering is altijd lastig en kan tot frustratie leiden. Dat moet je de tijd geven.” Alfons Hams van Spring Architecten kijkt terug: “We zijn in 2016 met meer partijen gaan samenwerken met meer fascinatie naar elkaar. We begrijpen elkaars belangen meer. In het bouwproces ontmoet een opdrachtgever partijen en leveranciers die allemaal een eigen belang hebben. Wanneer je eerder samen­ werkt, kun je meer kwaliteit uit hetzelfde, vaak sobere, budget halen. De recessie heeft ons nederiger gemaakt waardoor onze houding is veranderd; als architect waren we te veel generalist en was het nodig om ons breder te ontwikkelen.” Marc vult aan: “We zien als inrichters meer hergebruik op het gebied van inrichting. Dat heet reborn, waarbij je op een creatieve manier middelen en materiaal hergebruikt, vaak in combinatie met nieuwe toe­ passingen. Daar spelen we op in, waarbij we steeds vaker al in het plan van aanpak waarde toevoegen.” Ger herkent dat: “In de planvorming heeft de bouwkant

de lead, terwijl steeds meer de inrichting de kwaliteit van de leeromgeving bepaalt. Daar zie je zeker een trend, waarbij de kunst is om slimme oplossingen te zoeken.” Marc knikt: “Sectoren als bibliotheek en archieven kennen een vergelijkbare ontwikkeling. In een krimpsituatie moet je je willen onderscheiden en daar kan een goed inrichtings­concept bij helpen.” Welke bijdrage levert een goed gebouw? Ger: “Onderwijs gaat in de kern over de relatie tussen mensen. Het gaat om wat de gebruikers met elkaar tot stand brengen. Een gebouw kan helpen om je uit te dagen en anders naar het vak te kijken. Leer­ omgevingen transformeren. Uur na uur in dezelfde omgeving werken met een vast rooster verbetert de leerprestatie in ieder geval niet. De oude rechte gang met lokalen vonden de leerlingen ook prachtig, maar het gaat erom dat een andere ruimte uitdaagt om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Els van Mierop van De Meeuw haakt aan: “Van origine zijn we een

DEELNEMERS Edward van der Zwaag

Debater

Ger Jägers

Directeur Thamen

Alfons Hams

Spring Architecten

Els van Mierop en Freek de Kort

De Meeuw Toekomstbouwers

Gertjan Verbaan

DGMR

Ludo van Sprang

Ecophon

Marc de Lange en Willem Jan Willemse STALAD Frank Roozenboom

H.W. van der Laan architecten

Sibo Arbeek

Schooldomein

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

15


modulaire bouwer en leveren we flexibele m². In 2016 zijn we meer een integratieplatform geworden. Onderwijs reflecteert op zichzelf en vraagt om andere oplossingen. Alles wat je kapot maakt om uiteindelijk een nieuwe beleving te maken is zonde. Wij kunnen heel goed een flexibele schil aan een school bouwen waardoor je innovatie en beleving mee kunt pakken, zonder dat je er voor 40 jaar aan vastzit. Dat is goed voor de exploitatie.” Is flexibiliteit een trend? Edward pakt dat thema verder op: “Hoeveel procent bouw je flexibel en wat is de kern? Hoe kun je het financieel zo regelen dat de bouwmethode de be­ leving faciliteert?” Els knikt: “Het heeft met omdenken te maken. We denken allemaal nog steeds vanuit de financieringsvraag en het permanente gebouw. Het onderwijs verandert, de leerlingen fluctueren en niemand wil voor leegstand bouwen. Door een brede school te bouwen kun je flexibel in de breedte denken, maar flexibel bouwen met kwaliteit kan ook.” Frank: “Er zijn veel mooie praktijkvoorbeelden in Nederland waarbij bestaande huisvesting is getransformeerd. Thamen had een constructie met sheddaken en een kolomstructuur, waardoor ik een totaal nieuwe leeromgeving kon ontwerpen. Daar zie ik kansen voor de projectinrichting. De leerling binnen het vmbo moet je extra verleiden. Daarbij is bewegend leren een belangrijke. We zien verschillende voorbeelden in het Skills Lab met als bedoeling om gebruikers los te trekken van het standaard meubilair. Zitten is het nieuwe roken.” In hoeverre wordt beleving steeds belangrijker? Edward opent met de vraag aan de aanwezigen: “Wordt beleving niet een modewoord?” Marc antwoordt: “Beleving is een containerbegrip. We zitten in een DWDD tijdperk, waarbij we meer in beelden en snelheid denken. Ik heb een zoon van 12 en dochter van 17, die consumeren informatie heel anders en veel sneller dan dat wij dat deden. En oude vormen kunnen opnieuw beleefd worden; je ziet dat bibliotheken weer in opkomst zijn, maar dan als onderdeel van brede scholen, dorpshuizen, kerken of gemeentehuizen.” Alfons knikt: “De werking van de beleving is een medium op zich. Hoe krijgen we de aandacht van de leerling? Er moet structuur geboden worden, zowel sociaal als ook pedagogisch-didactisch. Dan kan een transformatie naar nieuwe leeromgevingen succesvol verlopen.” Ger: “Zie het als een transitie van het onderwijs. Nadenken over de leeromgeving betekent nadenken over onze eigen vorming. Wat vraagt het nieuwe van ons?” Sibo herkent dat vanuit de praktijk van ICSadviseurs: “Wij stellen dat de foto een film is geworden. Vroeger was een uitvraag eenduidig; nu stap je in een proces dat zich blijft ontwikkelen. Alles is transformatie en daar heb je

16

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

goede vakmensen en procesregisseurs voor nodig. Hoe maak je een omgeving die op die verandering inspeelt.” Gertjan: “Die voorbeelden zie ik al wanneer onderhoud mee wordt aanbesteed. Dan zie je andere gesprekken ontstaan, omdat het over de verwachte prestatie gaat.” Ludo van Sprang van Ecophon: “Bewustwording kleurt de beleving in en die creëer je pas in gesprek met de scholen. Iedereen kent de eisen rond akoestiek, maar er zijn nog te veel gebouwen waarbij de akoestische prestaties slecht zijn.” Alfons vult aan: “De leerprestatie staat centraal en alle aspecten van klimaat, inrichting en duurzaamheid bepalen mee die leerprestatie. Goede onderwijshuisvesting triggert de gebruikers.” Gertjan Verbaan van DGMR reageert: “Beleving zit vaak ook in een goed comfort. Met een opdrachtgever moet je zoeken voor welke comfortaspecten je gaat binnen het beschikbare budget. Comfort moet je op maat bepalen en beïnvloedt de prestatie direct. De vraag is vervolgens hoe je het technisch uitwerkt. Naast energie en


BESTUUR EN BELEID

ventilatie verdienen ook akoestiek en daglicht meer aandacht. In een lichte ruimte blijf je bijvoorbeeld alerter en heb je minder een after lunch dip.” Els van Mierop van De Meeuw knikt: “We hebben geen glazen bol, maar zeker is dat we leerlingen opleiden voor een wereld die nog niet bestaat. Beleving heeft met de tijd te maken en is veranderlijk. Daarom moeten we op conceptueel niveau meer met elkaar samenwerken. Wanneer je anders samenwerkt bepaal je risico’s samen omdat je op waarde stuurt. We moeten ons op de eindgebruiker focussen in plaats van alles apart te doen. Wij komen uit de brainport regio, waar bedrijven een open supply chain creëren. Dan is de performance geluk, leerprestatie of docenttevredenheid in plaats van een gebouw of een leerlingset. De klant betaalt voor een serviceconcept en daar horen andere samenwerkingsvormen en exploitaties bij.” Bestaat de school van morgen nog? Ger reageert op deze vraag: “De school blijft altijd bestaan en het Skills Lab kan weer twintig jaar mee.” Marc vult aan: “Het schoolgebouw blijft bestaan en ik zie eerder een trend dat bedrijven en opleidingen steeds meer in elkaar gaan schuiven. Vormen transformeren, maar zolang je lokale maatschappelijke relevantie kunt verankeren is het lastig om op een functie te bezuinigen.” Els: “Maar waarom moeten we per se een functie in stand houden? Als het niet meer nodig is doen we er andere zinvolle dingen mee. Dan krijgen we een sterke circulaire economie die vooral in oplossingen denkt. Delen van gebouwen van jeugdzorg kunnen ook voor ouderenzorg werken. Je pakt het op en zet het ergens anders neer. En zo kun je nog steeds gebouwen creëren met een hart. Een aantal gebouwen van waarde blijft altijd, maar je kunt met kleine veranderingen het beeld aanpassen. Bijvoorbeeld via 3D geprinte gevels, waarmee je de ziel handhaaft, maar de beleving mee laat bewegen. Zo creëer je nieuwe gebouwen met een ziel.” Gertjan: “We moeten leren vanuit de exploitatie en het gebruik te denken. Daarvoor moeten partijen binnen de keten meer en langer (ook na oplevering) met elkaar samenwerken.” Alfons vult aan: “Dat vraagt om een actieve rol van de overheid. De VNG wil IHP’s meer status geven en renovatie in de wet een status geven. Het kwaliteitskader voor PO en VO wordt steeds meer als uitgangspunt genomen en het effect is dat gemeenten steeds meer een dienst­ verlenende houding aannemen. Dat vind ik een goede ontwikkeling.” Architect Frank Roozenboom ten slotte over de rol van Schooldomein in 2017: “Schooldomein kan innovatie faciliteren.” Ger knikt: “Het Schooldomein experiment is geslaagd, maar nu begint de echte verandering pas. Er is nog genoeg te doen en als ik vaker zo’n multidisciplinair team aan tafel zou krijgen zou er meer mogelijk zijn.”

Het debat eindigt met enkele oneliners voor 2017: Ger:

Consulterende gesprekken vooraf maken de leeromgeving beter.

Alfons:

ntmoeten is het begin van samenwerken en daarom moeten O scholen blijven.

Frank:

Bewegend leren zorgt dat leren transformeert.

Gertjan:

Niet alles kost geld als je er maar oog voor hebt.

Marc:

Best value als uitgangspunt van transformeren.

Els:

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen.

Sibo:

De foto is een film geworden; je moet meebewegen.

Edward:

Alleen ging sneller in 2016. Samen kom je verder in 2017.

Ludo:

Bewustwording leidt tot meer begrip en betere keuzes.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

17


Symposium - Business Case renovatie of nieuwbouw Datum: donderdag 16 februari 2017 Tijd: 13.00 uur – 17.00 uur Locatie: Nyenrode Business Universiteit, Breukelen

Business Case renovatie of nieuwbouw Vele bestaande scholen staan op de goede plaats en dat is niet voor niets zo. Wat is het omslagpunt tussen renoveren en nieuw bouwen en welke lessen hebben we uit de praktijk geleerd? Strategische en praktische afwegingen rond renoveren of nieuwbouwen. Hergebruik maatschappelijk vastgoed is het credo van de Rijksbouwmeester. Veel bestaand vastgoed staat op de goede plaats en dat is niet voor niets zo. Waarom dan nieuw bouwen op een decentrale plek en daarmee de ziel uit de wijk halen? Veel nieuwbouwscholen slaan om die reden niet aan? Wat is het omslagpunt tussen renoveren en nieuw bouwen en welke lessen hebben we uit de praktijk geleerd? Dit symposium geeft zowel strategische als praktische informatie rond het afwegingkader renoveren of nieuwbouwen. Met dit afwegingskader en de tips die u dit symposium krijgt bent u beter in staat om uw eigen afwegingen te maken.

Symposiumvoorzitter Sibo Arbeek Hoofdredacteur Schooldomein

Voor wie: Voor bestuurders, toezichthouders en (beleids) verantwoordelijken voor het vastgoed en de huisvesting bij onderwijsinstellingen (en gemeenten). Verder voor iedereen die in het dagelijks werk hier direct bij betrokken is. Uw investering: € 325,- excl. BTW en inclusief inlooplunch, koffie/thee en netwerkborrel. Info en inschrijven: Voor meer informatie en inschrijven ga naar www.ivvd.nl/agenda Dit symposium is een initiatief van SIA (de Schooldomein IVVD Academy). IVVD organiseert alle activiteiten van SIA.

Programma 12.00 uur - Inlooplunch 13.00 uur - Start programma Afwegingskader renovatie of nieuwbouw Handreiking voor definitie van het projectkader Dennis Coenraad - ICSadviseurs Bram van der Kleij - ICSadviseurs

Drie categoriën schoolgebouwen bepalen afweging Renovatie, wanneer haalbaar en zinvol Fred Schopman - Hoofd Huisvesting VO Haaglanden Elk gebouw verdient een tweede kans Inspiratie voor nieuw leven van een bestaande school Wilma Kempinga - Mevrouw Meijer

14.45 uur - Pauze 15.15 uur - Vervolg programma Gebouwen zonder installatie Gebruik van natuurlijke bronnen maken installaties in veel gevallen overbodig Steven Schulze - BroekBakema

Duurzaam renoveren evenaart nieuwbouwkwaliteit Duurzaamheid meegenomen in keuze renovatie of nieuwbouw Jean Frantzen - DGMR Discussie met sprekers en zaal o.l.v. symposiumvoorzitter Sibo Arbeek met aansluitend om 17.00 uur een netwerkborrel

Inschrijven en meer informatie: www.ivvd.nl/agenda


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

Solide en doordacht

Han Dols fotografie

Hoe maak je ‘Solide en doordacht’ herkenbaar in een gebouw en kun je dat ook zichtbaar maken in de architectuur?

p ARCHITECTEN AAN DE MAAS – SYLVIE SMEETS Kindcentrum het Talent in Asten is ontworpen met het ‘Human Dynamics-principe’ als leidraad: een gebouw waarin ruimte is om afstand te nemen en te reflecteren, zowel voor het kind als voor de professional. De centrale middenruimte van het gebouw bestaat uit een aula, een speellokaal en het H(uman)D(ynamics)-meubel. In dit meubel kunnen leerlingen een plek zoeken die het best bij hun dynamiek past en waar ze zich

veilig voelen. Omdat de leerkrachten vrij zicht hebben op het HD-meubel bestaat de mogelijkheid om de kinderen te coachen. Ook vanuit de teamkamer kan de centrale middenruimte duidelijk worden overzien. De centrale middenruimte vormt de ruimtelijke drager van het plan. Aan drie zijden van deze centrale middenruimte grenzen de klassikale ruimtes. De afstand tussen de (klas)lokalen en de centrale middenruimte

is afgestemd op de cognitieve en sociale ontwikkeling van het kind. Dat wil zeggen dat de jonge leerlingen die plaatsnemen in de centrale middenruimte fysiek dichter bij de klassikale ruimte zijn en de oudere leerlingen een grotere afstand moeten overbruggen. Het HD-meubel is het sprankelende, kleurrijke middelpunt van het gebouw. De rest van het gebouw is uitgevoerd in rustgevende en neutrale kleuren.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

19


p TOPOS ARCHITECTEN - RONALD DE ROOIJ Robuuste, bestaande gebouwen kenmerken we vaak als solide. Het Da Vinci College in Leiden staat al heel lang stevig en herkenbaar aan de Kagerstraat in Leiden. Generaties scholieren bewaren mooie herinneringen aan hun tijd in dit solide gebouw. Veranderingen in de visie op het onderwijs vragen om bouwkundige vernieuwingen. Het Da Vinci College heeft hierop keer op keer tijdig geanticipeerd. Het oorspronkelijke gebouw hebben we al diverse keren aan mogen passen en uitbreiden. Op die plekken komen oud- en nieuwbouw op doordachte wijze samen. De moderne ranke lijnen van de uitbreidingen en aanpassingen in en aan het gebouw tonen respect voor de vormgeving van het oude gebouw en versterken tegelijkertijd het effect van de solide uitstraling. Het geheel is meer geworden dan de som der delen en vormt een sterkere eenheid dan het eerder was.

20

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING q

OLA ARCHITECTEN - ALEKSANDRA SUCHOWSKA

Hoe kun je in de architectuur van een onderwijsgebouw het thema ‘solide en doordacht’ herkenbaar en in de functio­ naliteit zichtbaar en voelbaar maken? Een solide en goed doordacht onderwijsgebouw belichaamt in de architectuur alle functies en behoeften voor de kinderen, zodat zij zich er thuis kunnen voelen. Als een tweede huis, ontworpen om te leren en zichzelf te ontwikkelen en te spelen. Ze besteden er het grootste deel van hun dagelijks leven. Naast een goed doordachte functionaliteit van een dergelijk ‘thuis’ moeten we de juiste materialen, afwerkingstechniek, verlichting en kleuren toepassen. Vanuit die functionaliteit van het creëren en het stimuleren van het thuisgevoel spelen de psyche en uitstraling van de vormgeving eveneens een belangrijke rol. We zien nu vaak dat door de overheersende rationele vormgegeven functionaliteit deze te sterk de overhand krijgt. Daarom is het van belang het effect van bepaalde vormgeving

te noemen. Zoals een positieve uitstraling door bepaalde vormen van het gebouw en het interieur. Uit diverse studies blijkt dat kinderen die in vloeiende en ronde vormen bezig waren, daar een blij gevoel van kregen en er rustig van werden. Ronde vormen versterken daarmee de community vorming. Bij rechtlijnige en hoekige vormen zien we in observaties een instinctieve reactie ontstaan van: verdelen, indelen, dit is van mij en dat is van jou. Het ontlokt duidelijke scheidings­lijnen in denken en doen, die daardoor vaak uitlopen op een conflict. Als we solide en doordacht onderwijsgebouwen met alle functies vorm willen geven is het van belang daarmee in de ontwerpfase rekening te houden. Dat resulteert in meer rust, creativiteit, productiviteit, geluk, gezondheid en community vorming. De vorm van de architectuur en de inrichting van het gebouw zijn van invloed op onze mentale en fysieke toestand.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

21


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Hans Kroeze

DE REGENBOOG LEEST ALS EEN STRIPVERHAAL

Samenhangend inrichtingsconcept maakt het verschil

22

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


ONTWERP EN INRICHTING

Op CBS De Regenboog in het Twentse Vriezenveen wordt lesgegeven op een manier die aansluit bij de ontwikkeling van het kind. De school uit de jaren ‘70 mocht renoveren en besteedde veel aandacht aan de inrichting. Stripfiguren spelen daar een bijzondere rol in.

D

irecteur Gert Kuipers praat samen met accountmanager Frank Venema van STALAD over de nieuwe inrichting in de school en zet de school neer: “We zijn een wijkschool met een protestant christelijke identiteit en dat proberen we ook uit te dragen. Ons motto is: gestructureerd onderwijs waar het nodig is en ontdekkend leren waar het mogelijk is. We bieden een veilige omgeving met ruimte voor de eigen ambitie. Daarbij kijken we vooral naar de mogelijkheden van het kind en niet naar eventuele belemmeringen. Het niveau van onze leerlingen wanneer ze uitstromen naar het voortgezet onderwijs is hoog. Onze ouders zijn over het algemeen wat hoger opgeleid en we zijn ook een school voor de kinderen uit deze wijk.” UITSTRALING VAN EEN BUNGALOW Vriezenveen telt ongeveer 15.000 inwoners en telt relatief veel scholen. Gert: “Onder ons bestuur SCO-T vallen 13 scholen, waarvan vijf rond het centrum in Vriezenveen liggen. De Regenboog staat in het hart van een jaren ‘70 wijk en past met zijn bungalow­ achtige uitstraling goed in de directe omgeving, die rust en regelmaat in het stratenpatroon uitstraalt. De school telt 160 leerlingen die in het achtklassige gebouw zijn ondergebracht. Omdat de populatie langzaam afneemt zijn zes lokalen gevuld. Twee hebben tijdelijk een andere bestemming als technieklokaal en als overblijflokaal. Techniek vinden we belangrijk en daarom komt dat bij ons veel terug.” Frank vult aan: “De Regenboog is de tweede school van de stichting die is aangepakt en de andere volgen nog. Met de directie hebben we vooraf gesproken over de wensen rond het onderwijs. Het team wilde vooral een school waarin het nieuwe leren ook een plek zou krijgen. Ook was het gevoel dat de beschikbare m² beter ingezet konden worden. Soms door ze anders in te richten en soms door er een andere bestemming aan te geven.” Gert vult aan: “Vroeger beheerde de gemeente onze gebouwen en kwamen ambtenaren eens per jaar langs om de technische staat op te

nemen. Dat zorgde er niet voor dat de kwaliteit echt beter werd. Sinds 2015 is ons bestuur verantwoordelijk en kunnen we groot onderhoud, herinrichting en onderwijskundige ontwikkelingen tegelijkertijd oppakken. Dat is veel beter.”

“Het thema beeld past ook bij het onderwijs, omdat het beeld een sterk educatief middel is”

INRICHTINGSCONCEPT Gert verder: “Ons voordeel is dat deze school ooit gefuseerd is en nog veel oud meubilair had. We stonden boven in de lijst om alles te vervangen. Dus de renovatie konden we combineren met een totaal nieuw inrichtingsconcept. Het paste allemaal. Vervangende nieuwbouw is als optie nog even aan de orde geweest, maar deze traditionele gangenschool uit de jaren ’70 werkt nog goed. Ik merk bij veel ouders dat de school heel veel rust uitademt en dat ligt ook aan het gebouw. Nieuwe scholen hebben vaak een centrale hal met een grote trap waaromheen domeinen liggen. Dat kan een heel onrustig beeld opleveren. Omdat het een éénlaags geschakeld gebouw is hebben de verschillende groepen een eigen compartiment en dat werkt goed. Veel ouders vinden het concept met een onder-, midden- en bovenbouw heel prettig. We hoefden dus niet te verbouwen en dat leverde mogelijkheden op om meer kwaliteit in het bestaande gebouw te stoppen. BEELDEND THEMA Frank legt uit hoe het proces ging: “We zaten met het team bij elkaar en keken naar het gebouw. De pluspunten zijn inderdaad rust, een logische ordening door de geschakelde bouw en daardoor overzicht, maar het algehele gevoel was dat het gebouw weinig sfeer uitstraalde. Onze ontwerper Marloes Miltenburg heeft op basis van de gesprekken verschillende scenario’s uitgewerkt en aan het bestuur en het team voorgelegd. Elke keer werd een ontwerp verder uitgewerkt en toen kwamen we op het idee om met stripfiguren en verwijzingen naar films een verbindend element aan te brengen. Zo zie je whiteboard in de vorm van tekstballonnen terugkomen als een subtiele

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

23


ADV

verwijzing naar de jaren ‘70. In die tijd was iedereen met strips bezig en dat vonden we een herkenbaar beeld voor deze school. Dat hebben we doorgevoerd naar cartoons met aan de ramen de negatieven van oude filmrolletjes die als een strip langs de ramen lopen. Daarmee creëerden we ook een beeldende afscheiding tussen de lokalen en gangen en dat zorgde ervoor dat de gangen als minder lang en saai werden ervaren. Dat beeldende thema is in de hele school doorgevoerd en je vindt op de muren de helden uit bekende stripverhalen.” Gert lacht: “De vormgever heeft mijn gezicht verwerkt in de print van Eric de Noorman. Ik word op school daarom ook wel meester de Viking genoemd.”

24

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

Gert Kuipers

BEWEGEND LEREN Gert knikt: “Het thema beeld past ook bij het onder­ wijs, omdat het beeld een sterk educatief middel is. Het maakt ook dat kinderen eerder een binding hebben met een ruimte en er daardoor ook beter mee omgaan. Het leuke is ook dat ouders het erg op prijs stellen, want die komen uit de generatie van de Kuifjes en de PEP’s; het geeft dus iets vertrouwds. Deze week hebben we de schoolbibliotheek geopend, waarbij kinderen met een pasje boeken kunnen lenen. Ook daar hebben we het thema strips weer uitgewerkt. De kinderen hebben iets met stripfiguren en het is een goede overgang naar iets meer lezen. Ze hebben allemaal een stripboek gekregen van Sinterklaas. Dat gevoel van vroeger en vertrouwdheid wilde ik via de stripfiguren terugbrengen en dat is gelukt. Hoe leuk is het dat kinderen in een hoekje uit een stapel Donald Ducks aan het lezen zijn.” Frank verder: “De school is volledig nieuw ingericht. Doordat er minder verbouwd werd konden we meer met de inrichting doen. Dit is een basisschool die met krimp te maken heeft dus je wilt flexibel zijn. Alle tafels zijn op één hoogte gesteld en dat geldt ook voor de instelbare stoelen van onze leverancier VS. Het zijn stoelen die werken met een gasvering en de school kan ze desgewenst anders instellen. Daarnaast hebben we in elk lokaal in hoogte instelbare werkplekken, waarbij de leerkracht zelf kan besluiten om te zitten of te staan.” Gert voegt toe: “Ze gebruiken de tafel ook vaak als instructietafel en zo is het echt een multifunctioneel meubel. Bewegend leren en werken vinden we belangrijk en de kinderen kunnen hun energie goed kwijt op deze stoelen. Onze leerlingen werken naast klassikaal ook steeds meer zelfstandig in groepjes of individueel met Chromebooks dus hebben we ook een leerplein ingericht, die weer is gekoppeld aan de schoolbibliotheek. De figuur van Lampje verbeeldt het technieklokaal, waarin juist veel oude tafels staan, en een werkbank die via internet uit Zweden is gehaald. Dan zie je hoe een oude inrichting weer heel functioneel kan zijn en goed past in een vernieuwde leeromgeving.” Kijk voor meer informatie op www.stalad.nl.



Tekst Sibo Arbeek

ONTWERP INTERNATIONALE SCHOOL ARNHEM SPREEKT AAN

Robuust gebouw met een opgelicht deksel Rivers International School Arnhem is de officiële naam van de nieuwe internationale school in Arnhem. Het is een organisch ontwerp waarbij de leerling afhankelijk van de leeftijdsfase door de school stroomt. De trap symboliseert daarbij de loop van een rivier.

“We hebben een gebouw ontworpen dat enerzijds beschermend is en anderzijds opent”

E

rik Schotte van LIAG: “Gelderland heeft steeds meer internationale bedrijven en wilde zich met een internationale school profileren. De school is daarom niet alleen een initiatief van de gemeente Arnhem, maar ook van de provincie Gelderland en veel omliggende gemeenten die belang bij de internationale profilering hebben.” De school staat in de nieuwe wijk Schuytgraaf, waar ruim 6.000 woningen worden gebouwd in 25 karakteristieke buurten. Vlakbij is het station Arnhem-Zuid en een voorzieningencluster. Het gebouw met een opvallende kraag, stucwerk en een metselwerk plint biedt een stevige thuisbasis voor kinderen van 2-18 jaar en hun veelal buitenlandse ouders die bij internationale bedrijven in de regio werken. Aan de straatkant toont het gebouw een harde gevel die zich aan de kant van het plein juist opent. Erik verder: “Het is een gebouw in de categorie frisse scholen B: vanwege de beperkte

26

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

budgettaire mogelijkheden en de wens om zoveel mogelijk buitenruimte te maken is dit de maximale uitkomst. Alles wat nodig is zit erin.” Het gebouw in drie lagen verrast doordat tussen de laag voor ‘primary’ en ‘secondary’ onderwijs een kleurrijk gevelbeeld zichtbaar is, waarbij in verticale lamellen de kleuren van de verschillende landen terugkomen. Daarmee oogt het gebouw niet als een massief blok, maar ontstaat een luchtig beeld. Het is een deels rond en aards gebouw met een opgetild deksel dat daarmee haar geheimen ontvouwt.” RIVERS Carina Nørregaard was als architect betrokken bij het ontwerp: “Ouders van kinderen op een internationale school blijven vaak langer in de school; ze brengen hun jongste kinderen naar de kinderopvang en ontmoeten elkaar in het grand café nabij de parent room om ervaringen uit te wisselen of als ze nog als vrijwilliger in de school actief zijn die dag. De kantine ligt centraal aan de aula, waarbij de jongsten in de eigen ruimte eten. De eerste verdieping kent ook een loungeruimte voor personeel, terwijl op de tweede


ONTWERP EN INRICHTING

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw Rivers International School Arnhem voor 400 leerlingen Opdrachtgever Stichting Quadraam Architect LIAG architecten en bouwadviseurs Projectbegeleiding Magnum, realisatie & ontwikkeling Aannemer PHB Deventer Oplevering Eind 2016 Bvo 5.400 m² Stichtingskosten E 5 miljoen exclusief btw

verdieping docentenwerkplekken liggen. Internationale scholen doen veel met sport en daarom is er een verdiepte sportzaal en hebben we extra buitenruimte gecreëerd door het parkeren onder het gebouw te plaatsen. De jongste kinderen spelen in de beschermende ronding van het gebouw, waarbij ze vanaf een eigen plein zicht op de entree hebben. Het gebouw heeft een overdekte parkeergarage met 60 plekken. De naam Rivers symboliseert de ontwikkeling van kinderen in de verschillende fasen van 2 tot 18 jaar en biedt ruimten voor klassikaal en zelfstandig leren. De jongste groepen zijn beneden gehuisvest en de oudsten op de bovenste verdieping. Een internationale school heeft een ander ruimteprogramma dan een reguliere school; zo zijn de klassen klein met gemiddeld vijftien leerlingen, die rond de verschillende leerpleinen hun thuisbasis vinden. Het beeld van Rivers hebben we zelf aangedragen en wordt letterlijk uitgewerkt in een doorgaande trap die door de hele school stroomt met daaromheen de eilanden en de lokalen. De trap dient als geleider en loper en verandert naarmate je hoger komt van donkerblauw naar blauwgroen. De leerdomeinen liggen tegen de trap aan zodat er niveaus en vloeiend in elkaar over-

lopende zones ontstaan, als eilanden in een rivier. De eilanden zijn de leerpleinen, waaromheen de lokalen en werkplekken liggen. OPEN EN GESLOTEN Erik: “Een gebouw voor de leeftijdsfasen van 2-18 jaar stelt je als architect voor bijzondere uitdagingen. Waar is de ruimte open en waar gesloten? De ruimten voor de ouders en de oudere kinderen zijn open en vloeien in elkaar over, terwijl de ruimten voor de jongste kinderen beschutter zijn. Alle lijnen komen bij elkaar in een grote aula die de verschillende zones verbindt.” Carina knikt: “Die leeftijdsontwikkeling hebben we ook vertaald naar het gevelbeeld. Op de begane grond lopen de ramen tot de vloer, zodat de kleinsten op vloerniveau naar buiten kunnen kijken. Bovenin het gebouw werken we juist met een borstwering. Op die manier hebben we een gebouw gemaakt dat enerzijds beschermend is en anderzijds opent, zodat de kinderen op hun leeftijdsniveaus zicht hebben op de wereld om hen heen en op elkaar.” Kijk voor meer informatie op www.liag.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

27


Tekst Sibo Arbeek

NIEUWBOUW UITBREIDING CHRISTELIJK LYCEUM DELFT VERBINDT BINNEN MET BUITEN

Ruimte en licht in industrieel ogend gebouw Door binnen met buiten te verbinden ontstaat onderwijs dat uitdagend is voor de leerling. Mede door die visie groeide het Christelijk Lyceum Delft en moest uitbreiden. De gedeeltelijke nieuwbouw past bij de ambitie van de school. De onderwijsfocus op techniek en projecten wordt weerspiegeld in de industriële architectuur.

D

e nieuwbouw aan het Molenhuispad in Delft is gekoppeld aan het bestaande deel uit de jaren ’80, waardoor meer volume is gecreëerd. Dat was ook nodig vertelt directeur Simon Belder: “We gebruikten al vier jaar een dislocatie en daarnaast ruimte in een bedrijfsgebouw naast de school, omdat we de afgelopen jaren van 1.200 naar 1.700 leerlingen zijn gegroeid. Vanuit onze missie willen we de binnenwereld van de school met de maatschappij verbinden: motivatie voor het leren krijg je door een contextrijke leeromgeving te creëren.

VAKOVERSTIJGENDE INTERDISCIPLINAIRE BENADERING Wij bieden een mix van degelijk en innovatief en het innovatieve zit in het vakoverstijgende. Een groot deel van ons onderwijs is traditioneel klassikaal; maar we hebben elk jaar ook een paar projectweken. Zo hebben we ook een vakoverstijgende interdiscipli­naire benadering. Daar speelt ons nieuwe technasium ook een belangrijke rol in.” We zijn voortdurend op zoek naar opdrachtgevers, gemeenten en bedrijven met een praktische vraag, waarvoor een oplossing nodig is. Bijvoorbeeld een onderzoek naar het soort virussen op de mobiele telefoons van leerlingen in opdracht van het Erasmus Medisch Centrum. Of een onderzoek naar het verduurzamen van materiaal­ gebruik van een tandarts, waarbij een groep tand­ artsen onze leerlingen om advies vroeg. VERKEERSDRUK AFGENOMEN Locatiemanager Dennis Geurts: “Deze school ligt in een jaren ‘80 wijk, met sociale woningbouw en kleine intieme hofjes. Tot 1950 lag hier een wapendepot dat in de tweede wereldoorlog door de Engelsen is gebombardeerd. Het gebied wordt begrensd door de loodsen van de sociale werkplaats, waarvan nu een deel gesloopt is. Op dat deel is nu het buitenterrein van de school gesitueerd, met een parkeerterrein, ruimte voor het stallen van fietsen en een verblijfsfunctie. Met die ingrepen is de verkeersdruk in deze kleine wijk flink afgenomen, want veel leerlingen komen hier uit de stad en omliggende gemeenten met de fiets. We hebben de wijk dan ook flink betrokken in onze plannen voor de nieuwbouw.”

28

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


ONTWERP EN INRICHTING

vooral de techniek van de materialen benadrukt werd, zoals glas, metselwerk, beton en staal. Hij laat de draagstructuur zien en heeft de ruwbouw niet weggewerkt. De school moet zich nog verder zetten, door bijvoorbeeld tegen de balustraden tafels te plaatsen en daarmee de gangen meer te betrekken bij het onderwijs. Bijzonder is het atrium met de gelaagde trappen; dat is het centrale deel van de school en biedt de mogelijkheid een auditorium te creëren. Het is een fors gebouw met veel natuurlijk daglicht.

“Vanuit onze missie willen we de binnenwereld van de school met de maatschappij verbinden” Wat we leerden van de dislocatie was dat een klein gebouw voor de leerling herkenbaar is en een thuisbasis biedt. Daarom hebben we de onderbouw zoveel mogelijk in de nieuwbouw gezet en de bovenbouw in het bestaande deel.”

van links naar rechts: Simon Belder, Flip van Hoven en Dennis Geurts

PROJECTINFORMATIE Project Uitbreiding Christelijk Lyceum Delft Opdrachtgever SCO Delft e.o. Adviseur ICSadviseurs Architect Geurst en Schulze Aannemer Blanksma Bouw BVO 3500 m² bvo Stichtingskosten e 5.075.000,Ingebruikname Schooljaar 2016-2017

BASIS ONTWERP Flip van Hoven is directeur van het bestuursbureau SCO Delft: “De gemeente verstrekte ons een taakstellend budget voor uitbreiding door middel van nieuwbouw en wij waren bouwheer. Mijn taak was vanuit de stuurgroep dat kader te bewaken en tegelijkertijd op kwaliteit te sturen. We wilden vooral een functioneel gebouw, dat past bij ons onderwijs. Het bestaande gebouw was al in de jaren ’80 en ’90 uitgebreid en dus te klein geworden. We hebben lang gedacht over de vorm van de uitbreiding, omdat het bestaande gebouw betrokken moest worden bij de uitbreiding. Moest het een apart deel worden dat los stond van het bestaande deel? Uiteindelijk hebben we voor een aanbouw aan het bestaande gebouw gekozen, waarbij de architect moest reageren op de bestaande vormentaal. In de eerste ronde zijn we samen met de architect bij andere scholen gaan kijken, om op die wijze onze visie verder aan te scherpen.” Dennis: “De architect wilde het ontwerp basic houden, waarbij

HET PROCES ICSadviseurs is geselecteerd om het proces te managen. Bram van der Kleij licht toe: “Het bouwproces hebben we traditioneel ingericht, waarbij we het project op basis van een uitgewerkt bestek hebben aanbesteed. Die vorm paste prima bij deze opgave, waarbij de stuurgroep de regie op het proces hield. Spannend was of het haalbaar was om de nieuwbouw goed te integreren met de oudbouw. De nieuwbouw is zeer open en transparant ontworpen, onder meer door de slimme integratie van een valdeur, waarmee je doorkijk naar de verschillende verdiepingen van het nieuwe volume hebt.” Simon ten slotte: “De financiële kaders waren bepalend en onder andere daarvoor hadden we ICSadviseurs nodig. We zijn er financieel goed uitgesprongen omdat het gunstig aanbesteed is. De samenwerking tussen alle partijen was goed en de aannemer deed er alles aan om het ontwerp goed uit te werken. We hebben veel aandacht besteed aan de communicatie op allerlei niveaus en dat is mede bepalend geweest voor het succes. Er waren geen verborgen agenda’s en daar moet ik ook de gemeente een compliment geven. Ze hebben altijd meegedacht, ook al lag het bouwheerschap bij ons.” Voor meer informatie neemt u contact op met Bram van der Kleij van ICSadviseurs: telefoon 06-20611938 of email bvanderkleij@icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

29


Foto’s Hugo de Jong

LIGNE NIEUWE LOCATIE HOGESCHOOL ZUYD

Unieke en dynamische leeromgeving In september 2016 verhuisden 3.500 studenten en 400 medewerkers van Hogeschool Zuyd naar een nieuwe locatie: Ligne. Ligne is het nieuwe vitale stadshart van Sittard. Hogeschool, bibliotheek, museum, filmhuis, winkels, zorg en wonen, vormen er een ‘broedplaats voor kennis en cultuur’.

H

et complex bestaat uit een Noord- en een Zuidblok. Het Zuidblok werd ontworpen door Rapp+Rapp. Het Noordblok door architect Jeanne Dekkers. Centraal in het totale ontwerp staat ‘ontmoeten en verbinden’. Dat vertaalt zich in een groot centraal ontmoetingsplein tussen de blokken. Ook zijn in Ligne de gebruiksfuncties zo verweven dat voorzieningen kunnen worden gedeeld. De hogeschool benut bijvoorbeeld overdag de filmzalen als collegezaal.

“Bij de opening van het filmhuis speelde een jazzband in de hal en dat klonk geweldig”

30

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

COMPLEXE ONTWERPUITDAGING Jeanne Dekkers: “Het Noordblok was als ontwerpuitdaging voor mij programmatisch erg interessant. Het ging om een complexe situatie: hogeschool, filmhuis, en museum bij elkaar. Uitgangspunt bij ons ontwerp was het verbinden van al die functies in ruimtes die licht en vitaliteit uitstralen. Vanuit het heldere effect van de ramen heb ik in het ontwerp lichtlijnen opgenomen in de vloeren en plafonds. In de centrale hal komt alles samen. De film- annex collegezalen


ONTWERP EN INRICHTING hangen daar als ‘nesten’ in de drielaagshoge ruimte. Het zijn belangrijke plekken voor de gebruikers: ze verblijven er vaak en lang.” KLEUR EN CONSTRUCTIE “Een ander belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp waren de kleuren. Die wilde ik warm en helder tegelijk maken. Ook wilde ik die zowel binnen als

past in mijn idee. Als architect bedenk je hoe het gaat worden en wil je die droom laten landen.” MEER DAN SAMENWERKEN Projectleider Hermien Wielders van Hogeschool Zuyd: “Ondanks dat het een turn-key project was, overlegden we veel met de ontwikkelaar en de gemeente. Het moest immers maatwerk zijn voor verschillende gebruikers. Voor die verschillende functionaliteiten is de akoestiek erg belangrijk. De centrale hal is bijvoorbeeld heel erg hoog en er ligt een natuurstenen vloer. Toch is het gelukt een goed verblijfsklimaat en prettig geluid te creëren. In dit gebouw werken we meer dan samen: we delen de ruimtes echt. De gedachte van synergie heeft concreet vorm gekregen, en dat is minstens zo leuk als het gebouw zelf. Op papier zag het er goed uit, en nu is het daad­werkelijk gecreëerd. Voor ons is een gebouw primair ­bedoeld om het onderwijs te faciliteren. Overdag gebruikt Zuyd twee filmzalen van het filmhuis als collegezaal. “Dat is ook een hele vooruitgang. Een zaal met pluche meubilair hebben we nog nooit gehad”, lacht Hermien. De bibliotheek, die volledig is geïntegreerd met de stadsbibliotheek van Biblionova, voorziet in goed geoutilleerde werkplekken voor studenten. “Daar kunnen ze individueel of in groepjes werken of loungen onder het genot van een lekkere kop koffie. Ja, Ligne wordt een dynamischer gebouw dan de studenten nu gewend zijn. En omdat je van hard werken dorst krijgt, is er in de hal van Ligne een koffiecorner met luxere producten. Ingrid: “In de koffiecorner kun je luxe koffiedrinken. Geschonken door zogenaamde barista’s. Je kunt er verder muffins, koeken, luxebroodjes, smoothies en sappen krijgen.” MOOIE EN PRAKTISCHE PLAFONDS Hermien: “In de hoge hal is een donkergrijs akoestisch plafond gebruikt: Focus Ds in de kleur Soft Slate. Daar steken de bollen van de zalen mooi bij af – zeker als in de avond de talrijke lichtjes branden. In de onderwijsruimtes zijn veel harde materialen gebruikt. Daar moet de absorptie uit het plafond komen. We willen er ook makkelijk boven kunnen komen voor onderhoud, dus het plafond moest ook praktisch zijn. De Gedina is daar perfect voor: het oogt strak en beantwoordt aan onze functionele eisen. Wij hebben negen locaties en heel veel ervaring met alle soorten plafonds. Uiteindelijk komen we altijd uit op dit soort systemen omdat we daar de beste ervaringen mee hebben. Alles komt er mooi strak in uit.”

PROJECTINFORMATIE Project MFA + Hogeschool Zuyd Ligne in Sittard Architect Jeanne Dekkers Akoestiek Ecophon Plafondmontage Gepla Realisatie 2016

buiten in de gevels doorvoeren. Bovendien wilde ik het beton van de constructie zichtbaar houden, met een natuurlijke aanblik. Akoestische waarden waren bij het ontwerp zeker van belang: verstaanbaarheid is cruciaal. En het geluid uit de zalen mocht naar buiten toe niet hoorbaar zijn. De plafonds voldoen aan al mijn uitgangspunten. Wat ik prettig vind aan werken met Ecophon is dat ik een goede keuze van hen krijg zodat ik op basis daarvan kan bepalen wat het beste

Hermien: “Het gebouw is nu volop in gebruik. Ik ben erg enthousiast. De studenten hebben zich het gebouw meteen eigen gemaakt en er is hier op alle uren van de dag bedrijvigheid. We zijn tien jaar met dit project bezig geweest. Het is fijn te merken hoe prettig het nu in gebruik is. Bij de opening van het filmhuis speelde een jazzband in de hal en dat klonk geweldig.” Voor meer informatie kijkt u op www.ecophon.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

31


Tekst: Bart Manders Foto’s Philip Driessen Fotografie

TRANSFORMATIE MBS EINDHOVEN

Potentie oud school­ gebouw wordt zichtbaar waargemaakt

In oktober 2016 is het nieuwe onderkomen van de Monseigneur Bekkersschool (MBS) in Eindhoven aan Stichting Speciaal Onderwijs Expertisecentrum opgeleverd. Zowel het gebouw als het proces zijn zeer solide en doordacht uitgevoerd.

H

et project kende een lange voorgeschiedenis. Oorspronkelijk zou de MBS Eindhoven namelijk nieuwbouw krijgen, maar de gemeente Eindhoven besloot een paar jaar geleden sterk in te zetten op hergebruik en transformatie van bestaande gebouwen voor maatschappelijke doeleinden. “Door de transformatie van het gebouw aan de Venetië­ straat is er duurzame huisvesting gerealiseerd voor de MBS Eindhoven. Hierbij is meerwaarde gecreëerd door nu ook buitenschoolse opvang en faciliteiten voor arbeidstoeleiding onder één dak aan te bieden”, aldus Lilianne Heemels, accountant onderwijshuisvesting van de gemeente Eindhoven. HEVO heeft in samenwerking met Lilianne Heemels, Hilbert de Vries, bestuurder van Stichting Speciaal Onderwijs & Expertisecentra (SSOE), Henk Smeets, directeur van de MBS Eindhoven het proces van de transformatie van de MBS Eindhoven in goede banen geleid. Henk Smeets is duidelijk: “Het was een project met een lange adem met een heel mooi resultaat, waarbij de samenwerking zeer plezierig, constructief en

32

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

opbouwend is geweest.” Projectmanager Bart Manders was vanuit HEVO betrokken bij het project: “Wat het zeer interessant maakte, was dat we de mogelijkheid kregen om de potentie van een oud schoolgebouw zichtbaar te maken. Dat we met alle partijen gezamenlijk hebben kunnen waarmaken om dit oude schoolgebouw te transformeren naar een nieuwbouwwaardige locatie die past in de omgeving, is fantastisch!” Dat dit project zo succesvol is verlopen, heeft te maken met een gedegen voorbereiding en uitvoering en de selectie van de juiste partijen. Maar hoe verloopt een proces van transformatie eigenlijk? BUSINESSCASE Met het gegeven dat de gemeente Eindhoven besloot om sterk in te zetten op hergebruik en transformatie van bestaande gebouwen is HEVO gestart met haalbaarheidsstudies. Dit om de haalbaarheid van de businesscase van het MBS Eindhoven in beeld te brengen. Een belangrijke eerste stap in het hele proces. Een haalbaarheidsstudie geeft inzicht in de haalbaarheid van huisvestingsplannen. Naast de financiële


ONTWERP EN INRICHTING

haalbaarheid worden ook de functionele, ruimtelijke en duurzame aspecten geanalyseerd. Uitgangspunt van een haalbaarheidsstudie is niet alleen de initiële investeringskosten, maar de kosten gedurende de gehele levensduur van het gebouw. Oplossingen gaan verder dan ‘rekenen aan vastgoed’, ze dragen bij aan de optimalisatie van bedrijfsprocessen. Ze stellen ieder in staat om in de toekomst te kijken en daar adequaat op te anticiperen. TRANSFORMATIESCAN Naast de haalbaarheidsstudies is ook het Programma van Eisen een onderdeel van het traject. Het Programma van Eisen vormt de basis voor alle volgende stappen in het proces. Betreft het de ontwikkeling van een gebouw voor meerdere gebruikers? Dan is overleg in een vroeg stadium essentieel. Een Programma van Eisen waar alle partijen mee uit de voeten kunnen, kan veel onenigheid verderop in het proces voorkomen. Daarna worden de ramingen van de transformatie opgesteld. Dit gebeurt door het toepassen van de transformatiescan. Deze scan maakt de kansen van verouderd vastgoed inzichtelijk. RESULTAATGARANTIE Na het in kaart brengen van de haalbaarheidsstudies, het Programma van Eisen en de ramingen van de transformatie is HEVO in het vervolgtraject

De wijze waarop HEVO de aanbesteding heeft gedaan, heeft ervoor gezorgd dat het maximale is gerealiseerd binnen het budget.

verantwoordelijk geworden voor het ontwerp en de realisatie. “Wij voerden dit project risicodragend uit en zijn daarmee contractueel verantwoordelijk voor alle partijen die zijn betrokken bij het ontwerp en de bouw. Daardoor had de opdrachtgever SSOE het hele proces te maken met slechts één contractpartij en één aanspreekpunt”, aldus Bart Manders. Hilbert de Vries over de keuze van Risico­dragend Project­management (RPM): “De keuze voor RPM is gemaakt om meerdere redenen. Er zaten nogal wat uitdagingen in de business­­case en de crisis was een onvoorspelbare factor voor wat betreft de kosten van de bouw. Tegelijk was er een heel duidelijk budget beschikbaar. Daar moest het voor worden uitgevoerd. De wijze waarop HEVO de aanbesteding heeft gedaan, heeft ervoor gezorgd dat het maximale is gerealiseerd binnen het budget. Zonder HEVO was dit project niet op deze wijze gerealiseerd. Ik ben zeer content met de prach­ tige nieuwe huisvesting voor de leerlingen van de MBS Eindhoven.” DUURZAAMHEIDSAMBITIES Waar een transformatie van een bestaand gebouw op zichzelf al duurzaam is, gaan de duurzaamheids­ ambities van MBS en de gemeente verder. Deze ambities zijn op allerlei manieren vertaald in het ontwerp en de realisatie. Zo werd om de isolatie van het pand te verbeteren hoogwaardige isolatie aangebracht. Gevolg hiervan is een toename van de isolatiewaarde. Om duurzamer om te kunnen gaan met onderhoud werden alle houten buitenkozijnen door aluminium versies vervangen en is onderhoudsvrije wandafwerking toegepast. Ook installatietechnisch veranderde er veel met de inzet van energiezuinige warmtepompen, een zonneboiler, PV-panelen en overal Ledverlichting. Dit alles heeft geleid tot een A+++ energielabel. Naast het behalen van het A+++ energielabel heeft de MBS Eindhoven een GPR-score gehaald van 7,7. Dit cijfer is vergelijkbaar met GPR-scores die nieuwbouwprojecten behalen. GPR-score brengt de duurzaamheid van een gebouw in kaart door een cijfer te geven voor de thema’s energie, milieu, gezondheid, gebruiks­ kwaliteit en toekomstwaarde. Uit onderzoeksgegevens van HEVO blijkt dat door de transformatie van de MBS Eindhoven de CO2-emissiereductie van het energie­ verbruik van dit gebouw met 81% is verlaagd en de CO2 emissiereductie van het materiaalgebruik met 22% is verlaagd. “Zowel het behalen van het A+++ energielabel als de GPR-score van 7,7 is een fantastisch resultaat waar alle partijen zeer blij mee zijn. Het doel om de potentie van een oud schoolgebouw zichtbaar te maken is waargemaakt”, aldus Bart Manders. Met dit project is bewezen dat transformatie een goed alternatief is voor nieuwbouw. Kijk voor meer informatie op www.hevo.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

33


Tekst: Judith Leijtens Foto’s: Han Nooijen

SO DE ISSELBORGH IN DOETINCHEM BLIJ MET GELUIDDEMPENDE GERFLOR-VLOER

‘Structuur en rust zijn belangrijk voor onze leerlingen’

Steeds meer scholen kiezen bij nieuwbouw of renovatie voor vloeren en wandbekleding van Gerflor. Eén van die scholen is SO De Isselborgh in Doetinchem. De school voor speciaal basisonderwijs startte het schooljaar 2016-2017 in een gloednieuw gebouw, dat op 2 december feestelijk is geopend.

34

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


ONTWERP EN INRICHTING

De pluspunten volgens De Isselborgh • rustige uitstraling • c omfortvariant voor extra geluiddemping • e envoudig in onderhoud

“Onze leerlingen hebben meer dan gemiddeld behoefte aan rust en structuur”

G

emene deler in de programma’s van (ver) bouweisen van veel scholen: het schoolgebouw van de toekomst moet duurzaam, veilig, functioneel, eigentijds en exploitatievriendelijk zijn. Met de juiste voorzieningen en materialen is in iedere ruimte de ideale leeromgeving te creëren. De vloer- en wandbekleding zijn daarvoor de belangrijkste basis. Gerflor is dé specialist in bekleding van vloeren en wanden, met ruim 70 jaar ervaring en referenties van vele onderwijsinstellingen en sportaccommodaties. Al vele onderwijs­ instellingen, van PO en VO tot universiteiten kozen voor Gerflor-producten. Zo ook SO De Isselborgh in Doetinchem, onderdeel van de Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland (SOTOG). EXTRA DEMPING IN VLOEREN Het nieuwe schoolgebouw van De Isselborgh is ge­ situeerd in een woonwijk in aanbouw, in een groene, natuurlijke omgeving. Om daar goed op aan te sluiten, is de school gebouwd in een landelijke stijl, waarbij gebruik is gemaakt van natuurlijke materialen. Het pand oogt als een karakteristieke landbouwschuur, aldus schooldirecteur Jos Oude Maatman. Schoon­ metselwerk, hout en staal bepalen het totaalbeeld. Ook in de school is gekozen voor duurzame oplossingen.

daan. Gerflor is een prettig product om in je school te hebben. Dus er was geen enkele reden om hier in onze nieuwbouw van af te wijken.” KOSTENBESPARING Jan Peter Bosman, eigenaar van Vivante Bosman en verantwoordelijk voor de installatie van de vloeren: “Belangrijk voordeel van Gerflor-vloeren – naast de geluiddempende eigenschappen – is dat er geen extra beschermingslaag hoeft te worden aangebracht. Dat levert veel voordelen op bij de installatie, maar vooral een eenvoudig, dagelijks onderhoud. Het levert op langere termijn een flinke kostenbesparing op.” VOOR IEDERE RUIMTE Geert Nijland, adviseur bij Gerflor: “Met een totaalpakket, bestaande uit onder meer vloerbedekking, wandbescherming en sportvloeren biedt Gerflor altijd een oplossing op maat. Voor iedere ruimte: van aula, leslokalen, collegezalen, gangen en trappen tot praktijk- en labruimten en zelfs de natte ruimten en de gymzaal. Alles nauwkeurig op elkaar afgestemd. Wij noemen dat G-Power!” Meer informatie? Er is uitgebreide productinformatie beschik­ baar. U kunt de brochures downloaden op www.gerflorbenelux.com of aanvragen bij Gerflor, telefonisch: 040 - 266 17 00 of per

SO DE ISSELBORGH Gymzaal Taraflex Sport M Evolution, kleur: Lagoon (nr 6445) en in materialenhok GTI, kleur: black (nr 0246) Leslokalen begane grond Taralay Premium Comfort, kleur: Wattaru (uit de designserie Indiana, nr 4476) Eerste etage Taralay Premium Comfort, kleuren: Penang (uit de designserie Indiana, nr 4142) en Goias (uit de designserie Brazilia, nr 8157)

In diverse ruimten zijn Gerflor-vloeren geïnstalleerd. Jos Oude Maatman vertelt: “Onze leerlingen hebben meer dan gemiddeld behoefte aan rust en structuur. Bij de keuze van materialen houden we daar in alle opzichten rekening mee. Zo kozen we in de gymzaal en ook in de kleuterklassen voor een Gerflor-vloer met extra demping. Dit met oog op de intensiteit waarmee die ruimten worden gebruikt. In de kleuterklassen spelen daarnaast ook de aspecten hygiëne en onderhoud mee; bij die jonge leerlingen is tapijt geen handige keuze. In de bovenbouw kiezen we daar overigens juist wel bewust voor; in enkele andere ruimten kozen we voor tegelvloeren. Gerflor voldoet aan onze eisen en verwachtingen, zo wisten we al dankzij ervaringen die op andere SOTOG-onderwijslocaties worden opge-

mail: gerflorbenelux@gerflor.com.

Over Taralay Premium Comfort • heterogene geperste vinyl vloerbedekking zonder toepassing van vulmiddel • homogene slijtlaag zorgt voor optimale duurzaamheid (hoogste slijtklasse T) • geen nieuwe beschermingslaag nodig tijdens de gehele levensduur • VHD ( Very High Density) schuimlaag zorgt voor een geluidsisolatie van 16 dB • TVOC < 10µg/m³ • 100% recyclebaar

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

35


36

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

REVIUS LYCEUM DOORN - OPLEVERING SEPTEMBER 2017

S P E C I A L I S T I N ONDERWIJSHUISVESTING


Kort nieuws

Meester - Gezel In de rubriek Meester – Gezel vertellen docenten en

Koningin Máxima opent Nationale Onderwijs­ tentoonstelling

studenten, leraren en leerlingen, kortom leermeesters en gezellen hoe en wanneer zij samenwerken en op welke plek het liefst.

Hare Majesteit Koningin Máxima opent dinsdag 24 januari de Nationale Onderwijstentoonstelling in de Jaarbeurs in Utrecht. Dat doet zij samen met minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op de Nationale Onderwijstentoonstelling bezoekt Koningin Máxima onder meer de stands van Meer Muziek in de Klas en Wijzer in Geldzaken. Ook gaat Koningin Máxima in gesprek met vertegenwoordigers uit het onderwijs. De Nationale Onderwijstentoonstelling is de grootste vakbeurs voor het onderwijs in de Benelux op het gebied van kinderopvang, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. De beurs wordt van dinsdag 24 tot en met zaterdag 28 januari gehouden. Meer informatie: www.not-online.nl.

CBS-cijfers tonen aan: mbo is logische route naar hbo

Onlangs gepubliceerde CBS-cijfers tonen aan dat het mbo een volwaardige beroepsroute is. Ton Heerts, voorzitter MBO Raad: “84% van de vmbo’ers kiest voor een opleiding in het mbo. 16% gaat naar het havo. Het inkomen van de ouders lijkt nauwelijks invloed te hebben op deze keuze.” Volgens Heerts laten de cijfers zien hoe het mbo succesvol bijdraagt aan meer gelijke kansen. “Er zijn twee routes naar het hbo: de havo en het mbo. Uit de cijfers van CBS blijkt dat het inkomen van de ouders nauwelijks invloed heeft op de keuze voor de route: het merendeel van de vmbo’ers kiest voor het mbo. Dat bewijst des te meer dat het mbo de belangrijkste leverancier is van vakmensen voor de arbeidsmarkt, van maatschappelijk bewuste deelnemers aan onze samenleving en een uitstekende route biedt naar vervolgonderwijs.” Na afronding van een beroepsopleiding kiest 37% van de mbo’ers voor een vervolgopleiding op het hbo. Heerts: “De andere 63% van onze studenten maakt de stap naar de arbeidsmarkt of kiest een vervolgopleiding binnen het mbo.” Het CBS heeft becijferd dat van de leerlingen die via de gemengde/ theoretische (g/t) vmbo-leerweg naar het havo gingen (16%) er uiteindelijk ruim zes op de tien doorstroomden naar het hbo.

Hans Kloosterman, medewerker De Werkplaats Bilthoven Mijn belangrijkste taak is het kind (werker) optimaal te laten ontwikkelen in de breedste zin van het woord. Het kind laten worden wie het is. Daar draait het om voor mij. Aimee van den Bosch, werker uit groep 7/8 Wat ik fijn vind bij ons op school is dat ik zelf keuzes kan maken. Mijn groeps­ werker helpt mij hier mee. Naast rekenen en taal besteden we ook tijd aan creatieve vakken en onze sociale ontwikkeling. We mogen samenwerken en samen spelen. Dat is fijn.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

37


Tekst Sibo Arbeek

IMO-LEARN STIMULEERT INTERACTIEF BEWEGEND LEREN

Moved bij Learning

Als je ziet hoe het werkt wil je het ook in je school hebben. Het is een kubus die je in een opstelling van vier of acht leerlingen kunt gebruiken om mee te spelen, te bewegen en interactief te leren. Het is leuk, makkelijk, licht, stapelbaar en oersterk. Wat is het nog meer: meubel, speeltje, interactief medium en vooral een verbindend element. Kortom: iMO-LEARN kan een hit worden. Vanerum introduceert iMO-LEARN op de NOT.

D

irecteur Frank Straus van Vanerum: “Als i3-solutions company is onze toegevoegde waarde dat we de inrichting van schoolruimten met interactieve media verbinden. iMO-LEARN is een nieuwe loot aan de stam en kan echt een hit worden. Het is een speelse tool die in onze Scandi­ navische vestiging is ontwikkeld om bewegend leren te stimuleren. iMO-LEARN is een kubus of

38

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

krukje waar je op en mee kunt bewegen en daarnaast is het een interactief medium dat je met je PC of scherm kunt verbinden. iMO-LEARN tovert een klaslokaal om tot een interactieve leeromgeving. Daarmee wordt leren leuk en combineer je het leerproces met actief bewegen. Uit onderzoek blijkt dat een groep die leert en beweegt een voorsprong opbouwt boven een meer statische groep die alleen maar zit en luistert. Als je luistert en tegelijkertijd meeschrijft neem je bijvoorbeeld al meer op dan wanneer je alleen maar naar je device kijkt. Je ziet in de ontwikkeling van meubels dat er zit- en staplekken komen, om mensen te stimuleren andere posities in te nemen. Vaak organiseert een school bewegen buiten de klas en iMO-LEARN is een doorontwikkeling, waarbij de tegenstelling tussen bewegen en niet bewegen in tijd en ruimte wordt opgeheven.” INTERACTIEF Jaroen van de Haar is accountmanager en legt iMO-LEARN verder uit: “De 53 basisoefeningen, de vorm en uitrusting van de zitjes en de verschillende leerconcepten zijn samen met acht leerkrachten


ONTWERP EN INRICHTING

en honderd leerlingen ontwikkeld. Dit co-creatieproces resulteerde in deze unieke en innovatieve leeromgeving. Met iMO-LEARN geef je de docenten een tool waarmee ze het nieuwe leren vorm kunnen geven en zelf ook in beweging komen. Het iMOLEARN concept bestaat uit interactieve krukjes met of zonder bewegingssensoren, een basisboek met de oefeningen en drie leermethodes: dynamisch zitten, analoog actief leren en digitaal bewegend leren. En dat in verschillende leerdomeinen: wiskunde, taal, evenwichtsoefeningen en breinbrekers. De krukjes zijn stevig en krasbestendig van het materiaal expended polypropyleen (EPP). EPP is vochtbestendig en heeft een hoge temperatuur resistentie. Bovendien is het recyclebaar en stoot het productieproces weinig emissies uit. Je kunt de krukjes makkelijk oppakken en verplaatsen en als je erop zit neem je vanzelf een actieve houding aan. Het krukje heeft een mooie kromming, waardoor kinderen hun energie kwijt kunnen. Het is daarom ook goed voor kinderen met ADHD, die kunnen bewegen en toch geconcentreerd leren.” ONLINE TOOL “iMO-LEARN voorziet in vier basisopstellingen die eenvoudig in de klasomgeving te realiseren zijn. Deze opstellingen zijn maar een begin, omdat leerkrachten en leerlingen met iMO-LEARN eindeloos kunnen variëren en ontwikkelen. In de kubus zit een slot waarin een bewegingsmodule (MDM) gaat die als bewegingssensor werkt en eenvoudig de koppeling maakt met de i3LEARNHUB online software. Je kunt veel variaties toepassen, omdat er een database is met lessen waarmee je met onze software kunt onderwijzen. De i3COMMUNITY is een online tool in de cloud om lessen te maken en te delen. Het resultaat: een

leersysteem via digibord software, dat direct feedback geeft aan leerling en leerkracht.” STARTERS KIT Frank verder: “iMO-LEARN is een product dat zowel voor basis- als voortgezet onderwijs geschikt is, maar ook voor volwassenen of ouderen. Hoe organiseer je beweging in de ruimte? Wat je ziet is dat je in groepen van vier, acht of twaalf leerlingen opdrachten kunt uitvoeren, terwijl de rest van de klas in andere werkvormen bezig zijn. iMO-LEARN komt niet echt in de plaats van meubilair, maar kun je gebruiken naast je reguliere meubilair. Of in de plaats van vier krukjes aan een groepstafel. Je kunt er spelenderwijs allerlei werkvormen mee oefenen zoals een puzzel maken, multiple choice vragen beantwoorden, je woordenschat vergroten of planeten in ons zonnestelsel in de juiste volgorde zetten. Je stimuleert tegelijkertijd het bewegen en het groepsproces. Daarnaast kun je variëren; je kunt er een competitie-element in toepassen, maar ook lagere aan hogere niveaus koppelen. Het is een mooie combinatie van interactief leren en bewegend leren. Een school kan al snel een starterskit met vier krukjes en de usb + software aanschaffen. Vervolgens bestaat ook de mogelijkheid om getraind en begeleid te worden in het leren gebruiken van iMO-LEARN. Inmiddels hebben de International School Den Haag en de HAN iMO-LEARN aangeschaft en zijn helemaal verkocht. Frank: “Ze zien het en gaan er gelijk mee aan de slag.”

“iMO-LEARN tovert een klaslokaal om tot een interactieve leeromgeving”

U vindt Vanerum op de NOT met het thema bewegend leren. Stand nummer 11F021. Voor een demo of proefplaatsing kunt u contact opnemen met Mike Sonneville of Caroline de Coo van Vanerum, telefoon 030-2122014. Kijk voor meer informatie op www.i3-learning.com/nl/producten/ hardware/i3-imo-learn en op www.vanerum.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

39


Foto’s Kristian Hoekman

Neushoorn Poppodium-enschool-in-één

Neushoorn in Leeuwarden is poppodium-en-school-in-één. DP6 architectuurstudio ontwierp samen met 3TO een gebouw dat tegen een stootje kan en uitdaagt tot creativiteit. Eind november won Neushoorn de Vredeman de Vries Prijs voor architectuur in Friesland.

N

eushoorn is poppodium-en-school-in-één en daarmee uniek in de wereld. ’s Avonds zijn er optredens en oefenen ballet- en breakdancegroepen in het gebouw, overdag is het gebouw het domein van 450 studenten van D’Drive, de creatieve opleidingen van het Friesland College en is er een (lunch)café aan de gevel. Het gebouw geeft in vorm en materialisering uitdrukking aan de dynamiek van deze functies. Bijzondere details in het gebouw zijn overblijfselen van gesloopte panden en stukken graffiti uit hergebruikte baksteen muren. Het ontwerp gaat uit van de oorspronkelijke kleinschalige stedenbouwkundige morfologie met kleine hoekverdraaiingen en stegen. Architect Chris de Weijer: “Het was een flinke puzzel maar we wilden graag de oude panden en de sfeer van de bestaande stegen behouden èn er iets nieuws mee doen.” Een deel van het pand Ruiterskwartier 41 is blijven staan en maakt deel uit van het hoofdgebouw. Door

40

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

het hoofdgebouw compact te ontwerpen is aan de achterzijde van het gebouw ruimte ontstaan om het historische Haniahof een voorplein te geven en publieke buitenruimte te creëren.” DYNAMISCH ONTWERP De opzet van Neushoorn voorziet in grootschalige zalen en kleinschalige ruimten, met twee podia, een café, oefen- en culturele productieruimten en ruimten voor workshops plus onderwijsruimten voor D’Drive, school voor creatieve opleidingen van het Friesland College. Het hoofdgebouw is grotendeels behouden en biedt op de begane grond plek aan de gedeelde hoofdentree met foyer en garderobe. De trap bij de entree leidt naar de onderwijsruimten van D’Drive en kantoorruimtes van Neushoorn en een glazen dak dat daglicht tot diep in het gebouw brengt. Gekoppeld aan de bestaande bebouwing is nieuwbouw gerealiseerd waartussen als het ware een


ONTWERP EN INRICHTING

Neushoorn is poppodium-en-school-in-één. Verschillende creatieve opleidingen van D’Drive zoals Artiest, Film, Podiumtechniek en Eventmanagement zijn in het gebouw gehuisvest en verzorgen daar hun onderwijs. Daarnaast kunnen toekomstige eventmanagers, podium- en evenemententechnici, horecamanagers, zakelijke dienstverleners en facilitair medewerkers bij Neushoorn hun mbo-opleiding volgens de praktijkroute volgen. Daarin leren zij het vak vanaf dag 1, onder meer begeleid door een zogenaamde ‘leermeester’, een medewerker van het poppodium. Het poppodium Neushoorn en D’Drive gebruiken het gebouw vanuit het principe ‘Shared Space’. Zij delen ideeën en werken intensief samen bij de vele activiteiten die er plaatsvinden. Margriet van Zonneveld, directeur D’Drive bij het Friesland College: “Voor ons is de praktijk het startpunt van het leerproces en met dit unieke concept hebben we daar volop de gelegenheid toe”.

‘Nieuwe Steeg’ is geïntroduceerd die beide verbindt. Door deze tussenzone met foyer en studielandschap wordt een goede ruimtelijke en functionele koppeling gemaakt en zijn de looplijnen naar zalen, studio’s, kleedruimten, onderwijsruimten en kantoren kort. Projectleider Kerstin Tresselt (DP6 architectuur­ studio): “Poppodium en school lopen zo echt in elkaar over”. De concertzalen zijn midden in het gebouw geplaatst zodat de gevels transparant blijven en de voorbijganger goed naar binnen kan kijken en de levendigheid in het gebouw ziet. Chris: “Bijzonder aan dit poppodium is dat het ook overdag wordt gebruikt. Deze dynamiek wilden we goed laten zien. Aan de gevel bevindt zich daarom op de begane grond het popcafé en op de eerste verdieping een dans- en dramalokaal als glazen box”.

PROJECTINFORMATIE Project Neushoorn, Leeuwarden Architect DP6 architectuurstudio, Delft i.s.m. 3TO architecten, Den Haag Technische uitwerking De Zwarte Hond, Groningen Opdrachtgever Gemeente Leeuwarden

AKOESTIEK Een poppodium staat of valt met een goede akoestiek. Het oor is het belangrijkste zintuig van de poppodiumgebruiker. De verschillende geluidsproducerende functies van het gebouw zijn daarom ontworpen als vrijstaande ‘dozen’ om te zorgen voor een optimale geluidsisolatie. Akoestiek heeft ook een grote rol gespeeld bij de keuze voor de wanden. Zo is de schuine wand als thema in het gebouw opgenomen en de muur bij de grote trap is tegelijkertijd een speciaal door DP6 ontworpen akoestisch paneel.

Aannemer Hegeman Oost, Nijverdal Adviseurs Jansen Wesselink, Deerns Nederland, Peutz, Basalt, Theateradvies, Stevens Van Dijck

STRUCTUUR VAN DE STAD Opdrachtgever van Neushoorn is de gemeente Leeuwarden die na een openbare Europese selectie de opdracht aan DP6 en 3TO gunde. Opdrachtgever en architect vonden elkaar in een gedeelde visie op

herbestemming en hergebruik. Voor de gemeente Leeuwarden was het belangrijk dat het gebouw zich zou voegen naar de structuur van de stad. Een open, transparant gebouw, dat respect toont naar de bestaande omgeving. Ook DP6 architectuurstudio wilde aansluiten bij de morfologie van het gebied zo veel mogelijk van de bestaande sfeer intact laten. Het inpassen van al bestaande elementen, zoals de

“Neushoorn is poppodiumen-school-in-één en daarmee uniek in de wereld” voormalige discotheek RockIT aan het Ruiterskwartier en drie karakteristieke pandjes om de hoek aan het Groot Schavernek, door DP6 droeg in belangrijke mate bij aan het enthousiasme van zowel de gemeente, de gebruikers, omwonenden als minister Jet Bussemaker die het gebouw opende: “Dit is een heel mooi centrum waar een prettige chaos heerst en waar heel veel muziek gemaakt wordt. En wat ik erg bijzonder vind, is dat het ook nog een school is.” Artiesten, concertbezoekers en studenten zijn positief over het nieuwe poppodium. Neushoorn-baas Jan Pier Brands: “Het ontwerp is een beetje ruig en dat werkt ontzettend goed. Elke avond is een feestje en ook overdag zit er superveel energie in het gebouw.” Meer informatie over DP6 architectuurstudio: www.dp6.nl. Meer over 3TO architecten: www.3TO.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

41


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Laurens Janus en Rik Staals

DE MEEUW ALS TOEKOMSTBOUWER

Van bezit naar gebruik “De wereld om ons heen verandert in hoog tempo. Onderwijs heeft met groei en krimp te maken. Nieuwe didactische werkvormen vragen om adaptieve gebouwen, die kwalitatief goed en mooi zijn. Tegelijkertijd staat een gebouw er niet meer voor 100 jaar. Dat vraagt om visie en creativiteit. Daarom vindt De Meeuw gebruik belangrijker dan bezit: “Wij maken ruimte voor inspiratie, maken ruimte voor ontwikkeling en maken ruimte voor de toekomst.” Kindcentrum, Oirschot

R

ik Staals is werkzaam op de afdeling Marketing & Communicatie: “Afgelopen jaar zijn we met onze rebranding aan de slag gegaan. Wij ervaren dat we midden in de actuele ontwikkelingen rond circulaire bouw staan, terwijl ons imago nog steeds aan de tijdelijke huisvester kleefde. Onze rebranding sluit aan bij wereldwijde ontwikkelingen binnen de bouw. Dat zie je ook in de woningbouw, waar bijvoorbeeld de toename van eenpersoonshuishoudens en toestroom van statushouders tot druk op de woningmarkt leidt. Als we die dynamische vraag beantwoorden door weer traditioneel en statisch voor 100 jaar te bouwen, dan bouwen we voor toekomstige leegstand. Dus moet je met flexibele en aanpasbare oplossingen komen. De markt beweegt steeds meer onze kant uit: die van creatieve en flexibele oplossingen. De lego­ lisering van de bouw neemt toe, roept hoogleraar Hennes de Ridder al jaren en ook een architect als Thomas Rau stelt dat ieder gebouw maximaal remontabel moet zijn. Niet alleen demontabel, maar ook weer opnieuw te gebruiken. Zodat materialen hun waarde blijven behouden. Je kunt een gebouw neerzetten dat energie oplevert, maar wanneer de behoefte verandert of deze op die locatie niet meer nodig is, dan voldoet het niet aan de functie. Dan benutten we niet de waarde.” REMONTABELE GEBOUWEN Rik verder: “Het is ook een goed moment; het klimaat verandert binnen huisvesting. Overal zie je de leegstand groeien en tegelijkertijd de behoefte veranderen. Met onze oplossingen bieden we iets

42

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

“We bouwen flexibele scholen die in kwaliteit niet onder doen voor permanente bouw”

wat traditionele bouwers met het neerzetten van bakstenen lastig vinden. Bij traditioneel metselen is cement sterker dan de stenen. Dat recycle je niet zomaar. Onze gebouwen zijn remontabel. Ze kunnen in stukken uit elkaar worden gehaald. Daardoor kunnen we ze rechtstreeks van a naar b verplaatsen of voor een andere gebruiker of functie inzetten. Dat is een andere kijk op het begrip duurzaamheid, wij plaatsen waar er behoefte is.” Collega Freek de Kort is senior accountmanager overheid en onderwijs: “In een nieuwbouwwijk heb je een basisschool nodig en kun je voor een langere periode prognosticeren, maar uiteindelijk wil je niet voor leegstand bouwen. Wij kunnen in zo’n geval een volwaardige school neerzetten en het concept weer oppakken en naar een ander gebied verplaatsen. Mensen zijn meer op zoek naar flexibele oplossingen omdat ze niet weten wat over tien jaar gevraagd wordt. Dat betekent dat de exploitatie steeds belangrijker wordt. VOLWAARDIGE SCHOOL Freek verder: “Inmiddels bouwen we flexibele scholen die in kwaliteit niet onder doen voor permanente bouw. Neem het Kindcentrum Oirschot als voorbeeld van een school, waarbij de toekomstige vraag werd meegenomen. De uitvraag van het bestuur SKOBOS en de gemeente ging naar twee traditionele en twee modulaire bouwers, waarbij de prestatie meetelde. De opdrachtgever wilde een goede kwaliteit gebouw, met ruimte voor onderwijskundige ontwikkelingen en de mogelijkheid om op krimp of groei te reageren. De opdrachtgever had ook een eigen architect geselec­teerd met de opdracht om andere bouw­


ONTWERP EN INRICHTING

methoden niet uit te sluiten. De traditionele bouwers vielen af want konden niet garanderen dat ze een blijvend passende oplossing konden bieden zonder exploitatierisico’s. Het unieke van dit gebouw is dat het een combinatie is van een traditionele kern met daaromheen een modulaire flexibele schil. Je kunt de kern verbijzonderen en de ruimten daaromheen modulair opbouwen. De architectonische kwaliteit van het modulaire deel doet niet onder voor het traditionele deel. Aan aspecten als licht, lucht, kleur, transparante wanden, grote trappen en de diversiteit van ruimten merk je echt niet dat je met een andere bouwmethode te maken hebt. We werken met een betonvloer voorzien van vloerverwarming, onderhoudsarme materialen en moderne installaties. Het zijn normale energiezuinige scholen, met een warmtepomp en zonnecellen.” Rik knikt: “Het Hyperion Lyceum in Amsterdam is bijvoorbeeld een mooi

KINDCENTRUM OIRSCHOT •B asisschool De Paulusschool, BSO en Kinder­d­agopvang Korein en het bestuurs­kantoor SKOBOS. Bouwjaar 2012. BVO 2.200 m² • OBS De Schakel Vinkeveen: bouwjaar 2013. BVO 835 m² • KBS De Heeswijk Montfoort: Bouwjaar 2015, bvo 1.052 m²

project dat alle DNA van De Meeuw bevat. Het is als een modulair gebouw voor vijf jaar opgezet, omdat het mee moest groeien met het aantal leerlingen. Gedurende de jaren is het gebouw in verschillende fasen uitgebreid en in de zomer van 2015 zelfs 500 meter verplaatst om te kunnen groeien. VAN BEZIT NAAR GEBRUIK Freek geeft een ander voorbeeld: “OBS De Schakel is een basisschool in Vinkeveen, die al tien jaar behoefte

KBS De Heeswijk

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

43


OBS De Schakel

had aan een nieuwe huisvesting met ruimte voor mo-

dern onderwijs. Alleen was het budget ontoereikend en alleen voldoende voor grootschalige renovatie. Door gebruik te maken van herinzet van bestaande materialen hebben we zonder afbreuk aan kwaliteit en levensduur een complete nieuwbouw van 1.000 m² neergezet met een mooie loungetribune en een multifunctionele speelzaal. In de zomervakantie hebben we het bestaande pand gesloopt en een compleet nieuwe school neergezet. Wanneer de fundering er ligt kunnen we snel werken, want 80% wordt in de fabriek voorbereid. Voordeel is ook dat je geen tijdelijke huisvesting nodig hebt. Hetzelfde zie je bij KBS De Heeswijk in Montfoort, die ook in de vakantie is neergezet. Montfoort keek naar systeembouw en het schoolbestuur nodigde vijf partijen uit. Er was één miljoen euro beschikbaar en de vraag was wie de best value kon bieden. Wij kwamen als winnaar uit de bus, omdat we binnen het bouwteam tot de beste oplossing zijn gekomen. Hier hebben we zelf de architect meegebracht, om onszelf uit te dagen. De lokalen zijn bijvoorbeeld dwars geplaatst, waardoor er een andere dynamiek in de ruimte ontstaat. Zij bieden met hun glazen schuifwanden zicht op de centrale hal.” 3D TECHNIEKEN In alle voorbeelden wil de opdrachtgever een functioneel en kwalitatief goed gebouw voor het beschikbare budget. Freek: “Vanaf het eerste moment willen we

44

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

“In de huidige samenleving, waarin veranderingen elkaar inderdaad in hoog tempo opvolgen, lijkt het zinvoller de levensduur van een gebouw te definiëren als de tijd dat we het gebouw echt kunnen gebruiken. Dat de ruimte voldoet aan de functie.”

meedenken in het ontwerp van het gebouw, zodat we de kracht van het bouwsysteem kunnen uitnutten. Als we een klus aannemen moet zeker 50% modulair zijn, om voordelen te halen. Hoe groter het aandeel installaties, hoe dichter je richting tradi­ tioneel bouwen gaat. Als je van een design en build aanbesteding uitgaat, is modulaire bouw tussen de 10 en 15 % goedkoper dan traditionele bouw. Onze gebouwen moeten ook in 40 jaar afgeschreven kunnen worden, maar zijn in die periode aanpasbaar en in volume uit te breiden en te krimpen. Wanden zijn niet dragend en ruimtelijke aanpassingen vanwege nieuwe inzichten zijn in een weekend te regelen. Ook kunnen we in de hoogte uitbreiden en er een laag bovenop zetten. Daar zie je de legolisering terug en zo kijken we ook naar installaties. Het financieringsstuk kunnen we ook meenemen. Je kunt kopen, maar ook leasen; na vijf jaar halen we een deel weg zodat het niet meer op de exploitatie drukt, wanneer de school krimpt. Dat noemen we van bezit naar gebruik en daar zetten we op in. Als je met de kennis van nu tien jaar geleden een deel flexibel had neergezet was je nu een stuk beter uit geweest. De mogelijkheden nemen toe. Zo zijn er innovaties voor gevel 3d print technieken en laser snijwerk. Dat ziet er super gaaf uit en gaan we zeker in de toekomst toepassen.” Kijk voor meer informatie op www.demeeuw.com.


Hout- en Meubileringscollege Rotterdam

Voor ’n ambitieuze leeromgeving! WWW.ROOSROS.NL

UW SCHOOLGEBOUW. Afgestemd op toekomstige groei

Verwacht u meer leerlingen voor komend schooljaar?

bukobiedtruimte.nl

O N T W E R P • R E A L ISAT IE • OND ERHOU D

FLEX I BELE OPLOSSI NGEN, COMPLETE DI E N S TV E R LE N I N G

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

45


Tekst Jan Willem van Kasteel

NORMATIEVE BEKOSTIGING DEFINITIEF LOS VAN DE WERKELIJKHEID

Normkosten nog de norm? Recent zijn de normkosten voor 2017 voor onderwijshuisvesting wederom negatief bijgesteld: -/- 3,56%. In een opgaande bouwconjunctuur is dat een onbegrijpelijke bijstelling. Uit een analyse van diverse kostenbronnen1 en uit eigen recente aanbestedingen blijkt dat de normvergoeding en werkelijke bouwkosten voor een school die voldoet aan het wettelijk minimum (Bouwbesluit) nog steeds heel fors afwijkt. En het verschil wordt alleen maar groter.

G

rote gemeenten zien dit inmiddels al en hebben normkosten flink naar boven bijgesteld aan de hand van bijvoorbeeld het Kwaliteitskader Ruimte OK. Praktijk en VNG normkosten liggen nu zover uiteen dat de vraag rijst waarom de VNG deze cijfers überhaupt nog publiceert. Zolang op basis van deze uitgangs­ punten lange termijn plannen worden gemaakt zoals een integraal huisvestingsplan, krijgen

ONTWIKKELING INVESTERINGSKOSTEN PO-ONDERWIJSHUISVESTING In onderstaande grafiek 1 is te zien dat zo’n 5 jaar terug de normkostenvergoeding wel toereikend was, maar vanaf 2013 echte verschillen ontstonden. Hetzelfde geldt voor voortgezet onderwijs (zie grafiek 2). De blauwe lijn zou in werkelijkheid nog harder mogen stijgen vanwege de verzwaring van de eisen aan het binnenmilieu voor scholen. Deze zeer wenselijke

toekomstige projecten een verkeerde start. Bij aanvang van een bouwproject blijkt de werkelijkheid zover af te wijken van de normvergoeding dat het eerste gevecht al is verloren en dus niet het benodigde geld beschikbaar komt voor de kwalitatieve eisen van de hedendaagse scholenbouw. Daarnaast geldt dat gemeenten en schoolbesturen steeds meer willen voldoen aan ambities op het gebied van duurzaamheid. Los van het gegeven dat dit zich nog lang niet altijd volledig terugbetaalt, zou dit pas aan de orde mogen komen op het moment dat er een reëel budget beschikbaar is voor het niveau Bouwbesluit. Een budget beschikbaar stellen voor het wettelijk minimum, zou op z’n minst uitgangspunt moeten zijn.

verbetering in het bouwbesluit is helaas niet vertaald in het benodigde extra budget. De doorrekening van het kwaliteitskader van Ruimte OK komt nog 400 euro boven de blauwe lijn.

“De vraag rijst waarom de VNG deze cijfers überhaupt nog publiceert”

46

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

Dat een aantal jaren geleden de normkosten wel toereikend bleken, werd grotendeels veroorzaakt door een krappe markt (meevallende aanbestedingen). Desondanks was ook de toen doorgaande krapte op de markt niet meer toereikend om de tekorten te compenseren. Met de huidige norm in combinatie met een opgaande bouwconjunctuur is dit zeker niet meer te realiseren. Zonder deze bewustwording sluiten budgetten en normen niet meer aan op de werkelijkheid. Dit gat is nog nooit zo groot geweest!


ONTWERP EN INRICHTING

EXTRA POTJES Gevolg is het uitstellen van projecten (veelal nood­zakelijke projecten wegens de ouderdom van schoolgebouwen in Nederland2) of het dan toch maar opteren voor renovatie van de verouderde gebouwen, waarbij direct de discussie start over demarcatie van verantwoordelijkheden3. Daarnaast zoeken veel gemeenten naar extra potjes om de eigen ambities enigszins te verwezenlijken. Bij het beschikbaar stellen van het nieuwbouwbudget (normkosten) voor renovatie zijn de middelen slechts toereikend voor een goede update van bestaande gebouwen (per project overigens sterk verschillend!). Rekening dient dan wel gehouden te worden met een kortere afschrijftermijn, waarmee uiteindelijk de jaarlijkse kapitaalslasten voor een onderwijs renovatieproject hoger uitkomen dan bij nieuwbouw. IN WELKE RICHTING LIGT DAN DE OPLOSSING? Afschaffen van de VNG-normering en hanteren van reële kostenramingen op basis van vooraf geformuleerde kwaliteitskaders lijkt voor de hand te liggen. Voor wie dat te ver gaat zijn de volgende vijf mogelijkheden voorhanden (naast niets doen):

1. Budgetverhoging tot niveau bouwbesluit of hoger met daarna een integrale kostenafweging (geen LCA4 maar een combinatie van normatieve investerings- en exploitatiebudgetten en de benodigde aanvulling hierop). Combineer de beschikbare (gereserveerde) budgetten van gemeente en scholen. 2. Aanpassen afschrijvingsmethodiek en gehanteerde rentepercentages (uitgangspunt nieuwbouw 40 jaar (geen 50 of 60 jaar) en renovatie 20 jaar en hanteren van huidige marktrente om huidige impasse te doorbreken. Hanteren huidige rente ten opzichte van rekenrente levert veelal 20% meer investeringsruimte (bij een kapitaalslasten berekening). 3. Besluit op basis van kapitaalslasten (levensduurkosten) en niet op normkosten -> in combinatie

met bovengenoemde punten (maar ook los daarvan) zal dan de conclusie zijn dat een levensduurkostenbenadering (kapitaalslasten én exploitatie­ lasten) bij nieuwbouw gelijkwaardig zo niet lager zijn dan bij renovatie. 4. Benutten marktkennis-> maak gebruik van kwaliteit bestaande gebouwen en combineer dit met kennis uit de markt (innovatieve aanbesteding met combinatie van investering en exploitatie). NB: Inzetten op innovatieve aanbestedingsvormen zoals DBFMO of PPS is interessant in het kader van levensduurkostenbenadering, maar biedt geen oplossing voor een structureel tekort aan geld. 5. Ontwikkeling van nieuwe bouwvormen-> zoals nieuwe modulaire bouwvormen of cradle to cradle concepten, waarbij investeren en eigendom wordt vertaald naar vergoeden van geleverde prestaties. Maar bovenal, zorg ervoor dat bij het opstellen van de beleidsstukken (de IHP’s en SHP’s van gemeenten en schoolbesturen) over de toekomst van de onderwijshuisvesting in de betreffende gemeente de juiste reële bedragen worden gehanteerd. Investeer in het onderwijs, investeer in de toekomst. En als het werkt, leg het dan vast in een wettelijk kader. Niet andersom.

VOETNOTEN 1. Bouwkostenkompas, BDB indexcijfers en Marktindicator 2. Gemiddelde leeftijd van schoolgebouwen is circa 40 jaar 3. Renovatie is bij wet onvoldoende helder vastgelegd, met als gevolg dat gemeente en schoolbesturen jaren kunnen strijden over wiens verantwoordelijkheid het nu is om een gebouw (levensduur verlengend) te renoveren 4. LCA = Lifecycle Cost Analysis, oftewel levensduurkosten­berekening

Platform Onderwijshuisvesting (POH) doet onderzoek naar trends binnen scholenbouw en constateert aandachtspunten. ICSadviseurs is lid van POH en ondersteunt vele gemeenten en schoolbesturen in dit vraagstuk. Meer informatie? Belt u met Jan Willem van Kasteel: 06-22578712.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

47


Tekst Rik Altena, DWA en Irma Thijssen, RVO.nl. Foto’s: DWA

INSTALLATIESCAN ZORGT VOOR EEN GEZONDERE SCHOOL

En de energierekening daalt Een eenvoudige scan om de werking van installaties in scholen te controleren levert snel resultaat: een betere luchtkwaliteit plus een fikse besparing op energie en geld. Installateur GEAS testte de scan samen met DWA en ontdekte in OBS De Fontein dat de ventilatie ’s ochtends te laat aanging en een ventilatiekanaal was losgeraakt. Dit alles kon ter plekke worden verholpen. Ook ontdekte hij dat er geen vakantieregeling was voor de ventilatie en geen aanwezigheidsdetectie op de verlichting.

U

it onderzoek in schoolgebouwen blijkt vaak dat de ventilatie niet goed werkt, installaties niet goed zijn aangebracht en onderdelen verkeerd zijn aangesloten, of ze zijn onjuist ingesteld. En vaak ook ontbreekt een goed onderhoudscontract. Daarnaast kan er via de betere inregeling of via eenvoudige aanpassingen, zoals het aanbrengen van warmteterugwinning (WTW ), een vakantie­ regeling, of aanwezigheidsdetectie eenvoudig energie – en dus geld – worden worden bespaard. En een gezond binnenklimaat leidt tot betere leerprestaties en een lager ziekteverzuim. Maar wat is nu precies het probleem en wat is de oorzaak? En welke verbeteringen zijn nodig?

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO.nl, heeft begin 2016 een ‘Installatiescan Scholen’ op laten stellen. Hiermee kan de (huis)installateur van een school in twee tot vier uur tijd problemen met de installaties in kaart brengen, ter plekke oplossen en aangeven welke maatwerkoplossingen en quick wins mogelijk zijn om het binnenmilieu te verbeteren of energie te besparen. De scan richt zich op ventilatie, verwarming, koeling, verlichting en elektrische apparaten. OP ONDERZOEK MET DE SCAN Zomer 2016 heeft RVO.nl aan adviesbureau DWA en installateur GEAS gevraagd om de Installatie-

Installatiescan Voorbeeld 1: Heeft het ventilatiesysteem tijdsturing? De comforttijden zijn correct ingevoerd. De kloktijd loopt achter. Hierdoor begint de installatie te laat en zal het binnenmilieu in het begin van de ochtend onvoldoende zijn. Deze optimalisatie is direct doorgevoerd.

Installatiescan Voorbeeld 2: Heeft het systeem een vakantieregeling? Uit de handleiding van de ventilatieregeling bleek dat de regeling wel tijdsturing heeft, maar dat er geen vakantieregeling aanwezig is.

48

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


ONTWERP EN INRICHTING

Martin Botter, locatiedirecteur van De Fontein:

In deze school zijn extra debietmetingen

Filters van het ventilatiesysteem moeten

“Wij hebben wel een contract voor filtervervanging,

uitgevoerd.

regelmatig worden vervangen.

maar regulier onderhoud bleek daar niet bij te horen.”

scan in twee scholen uit te testen. Installateur Rens Liebrand van GEAS ging samen met Rik Altena van DWA op onderzoek in OBS De Fontein in Warnsveld en Kindcentrum Sterrenbeek in Eerbeek. Liebrand: “Via de Installatiescan hebben we bijvoorbeeld in De Fontein ontdekt dat de kloktijd van de ventilatie niet goed stond. De ventilatie ging ’s ochtends te laat aan. Dat kon ik meteen aanpassen. Een losgeraakt ventilatiekanaal konden we ook gelijk repareren. Ook zagen we dat de ventilatie geen vakantieregeling heeft. Uitbreiden van het ventilatiesysteem met een vakantieregeling kan de school 1.300 kWh per jaar schelen, dat is zo’n € 170,-. Verder bleek dat er geen aanwezigheidsdetectie op de verlichting was. Plaatsen van aanwezigheidsdetectie in de lokalen is eenvoudig en kan tot nog meer energiebesparing leiden. Zoiets kost rond de € 2.000,- en bespaart 700 kWh per jaar.” Twee uur werken met de Installatiescan Scholen verdient zich zo snel terug in een beter binnenmilieu en kansen voor energie­besparing. LOCATIEDIRECTEUR KRIJGT MEER INZICHT Wat vindt de school hiervan? “Je bent als directeur primair bezig met goed onderwijs voor de leerlingen”, zegt Martin Botter, directeur van de Fontein te Warnsveld. “Daarnaast wil je een goede en gezonde huisvesting voor de leerlingen en de docenten. De resultaten van de scan geven mij inzicht in de aandachtspunten en verbetermogelijkheden van de installaties. Door de scan weet ik nu bijvoorbeeld dat ik wel een contract heb voor filtervervanging, maar niet voor controle en onderhoud aan het ventilatiesysteem. Nu weet ik dat de regelinstellingen van het ventilatiesysteem verbeterd zijn, maar ook dat er geen vakanties ingeprogrammeerd kunnen worden in de ventilatieregeling. Ik moet de regeling laten vervangen of we moeten dat zelf voor de vakantie handmatig uitschakelen en na de vakantie weer inschakelen. Dat bespaart direct geld en energie.” MEER INFORMATIE • Schoolbesturen die hun schoolgebouwen willen verduurzamen, kunnen sinds oktober 2016 gebruik maken van de subsidieregeling Green Deal Scholen Advies. De subsidie is bedoeld voor het inhuren van extern advies en bedraagt 50% van de advieskosten

tot een maximum van € 3.500,-. Aanmelden kan via www.rvo.nl/gds. • De Installatiescan Scholen bestaat uit een Handleiding en een Rapportageformulier voor installateurs. Deze en meer tools voor scholen vindt u via www.rvo.nl/frissescholen en www.greendealscholen.nl. • De helpdesk van de Green Deal Scholen helpt schoolbesturen en schoolleiders op weg door kennis te bundelen, hulpmiddelen aan te reiken en partijen samen te brengen. Meer informatie via info@greendealscholen.nl of telefoon 085–3032602.

Hoe werkt de Installatiescan Scholen? • Schoolbestuur of directeur geeft de installateur een opdracht voor de scan, • De school vult zelf een pre-scan in: storingen, klachten, gebruikstijden en vakanties. • De installateur gaat vervolgens aan de slag met de scan. Per installatie onderdeel controleert hij de werking en inregeling, • Eenvoudige aanpassingen voert de installateur direct uit. • De resultaten van de scan worden besproken met de gebouwbeheerder of locatiedirecteur. • Bij complexe installaties of problemen is wellicht extra expertise nodig of aanvullende metingen. • De installateur maakt een voorstel op maat voor aanpassingen, regelingoptimalisaties en contractaanpassingen.

In Nederland staan 9.000 schoolgebouwen voor het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Gemiddeld zijn ze rond de 40 jaar oud. Er zijn veel klachten over een ongezond binnenklimaat, slechte werking van installaties en hoge kosten voor energie en onderhoud. Er gaat veel mis met de installaties in bestaande scholen • 1 op de 3 ventilatoren doet het niet • Kanalen zijn niet of niet goed aangesloten • Filters jarenlang niet vervangen • Wtw ventilatoren draaien continu • Wtw units onjuist ingeregeld of uit gezet • Geen onderhoudscontract voor wtw • Te warm in de zomer, te koud in de winter • Verwarming en verlichting staan aan ‘s avonds, in het weekend, in vakanties • WKO niet aangesloten

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

49


Knappe koppenvloer voor nieuwbouw Universiteit Leiden

Universiteit Leiden realiseert in drie fasen een nieuw gebouw voor de Faculteit Wiskunde en Natuur­ wetenschappen. De eerste fase, de Bèta Campus FWN, is inmiddels in gebruik genomen. In deze hightech omgeving wordt onder meer gewerkt met chemicaliën en gekalibreerde apparatuur. Dat stelt specifieke voorwaarden aan de vloer. Voor de universiteit was er maar één oplossing mogelijk: de vloeistofdichte en chemicaliënbestendige vloersystemen van Bolidt. Vanwege de uitstekende eigenschappen van het materiaal, werd ook een groot deel van de wanden van de laboratoria door Bolidt afgewerkt.

O

p de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van Universiteit Leiden werken verschillende instituten samen op het gebied van natuurkunde, wiskunde, biologie, chemie, milieu en sterrenkunde. De instituten zijn gehuisvest in gebouwen rondom het zogenaamde Gorlaeus Laboratorium en staan verspreid over het faculteitsterrein. Omdat de panden sterk verouderd zijn en een hoog energieverbruik hebben, realiseert de universiteit de komende jaren het nieuwe Gorlaeus Gebouw, een hightech omgeving met

50

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

state of the art onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten. Alle afdelingen en instituten van de faculteit zijn dan gehuisvest onder één dak. Het nieuwe gebouw stimuleert hierdoor ontmoeting en interactie tussen instituten en onderwijs, tussen onderzoekers en studenten en tussen onderzoeksrichtingen. De nieuwbouw gebeurt in drie fasen. Fase 1 betrof de Bèta Campus FWN van 45.000 m² en is inmiddels in gebruik genomen. De campus bestaat uit drie vleugels die verbonden zijn door een atrium. Verantwoordelijk voor het ontwerp is de architectencom-


ONTWERP EN INRICHTING binatie Inbo uit Rotterdam en JHK Architecten uit Utrecht. In 2023 moet het gehele Gorlaeus Gebouw klaar zijn, een complex van in totaal 100.000 m2. BESTAND TEGEN CHEMICALIËN In de Bèta Campus zijn onder meer chemische en biochemische laboratoria en onderzoeksruimten gehuisvest. Omdat onderzoekers hier met organische oplosmiddelen en anorganische zuren werken, worden er strenge eisen gesteld aan de vloeren en wanden. Deze moet vloeistofdicht en chemicaliënbestendig zijn. De universiteit koos voor de expertise van Bolidt die al decennialang specifieke kunststofvloersystemen ontwikkelt, produceert én aanbrengt in laboratoria voor de chemie, gezondheidszorg, farmacie, techniek en het onderwijs. Voor de Bèta Campus werd gekozen voor Bolidtop® 500 SAR I, een vloersysteem dat niet alleen een poriëndicht oppervlak heeft, maar ook volledig bestand is tegen chemicaliën. Daarnaast is de kunststofvloer naadloos, duurzaam, onderhoudsarm en eenvoudig te reinigen. Bolidtop® 500 SAR I voldoet bovendien aan een andere belangrijke eis die de universiteit stelde: de vloer wordt volledig vlak geïnstalleerd. Dit is een strikte voorwaarde, omdat er op de instituten wordt gewerkt met gekalibreerde apparatuur. En niet onbelangrijk: de Bolidtop® systemen zijn niet alleen functioneel, maar spreken door hun moderne en frisse uiterlijk ook de medewerkers aan. VLOEREN ÉN WANDEN Niet alleen de vloeren van de laboratoria werden afgewerkt met systemen van Bolidt, maar ook een groot deel van de wanden. De universiteit koos specifiek voor de kunststofwandafwerking Plycoat H/WS, omdat deze grote voordelen biedt ten opzichte van een normale wandafwerking. Het door Bolidt ontwikkelde systeem sluit perfect aan op de kunststofvloerafwerking. Vloeren en wanden gaan naadloos in elkaar over en zijn volledig vloeistofdicht en chemicaliënbestendig. De kunststofwandafwerking is hierdoor de beste keuze voor de onderzoeksruimtes van de faculteit. Nog een voordeel: ook voor dit systeem geldt dat het gemakkelijk schoon te houden is. Naast de vloeren in de laboratoria bracht Bolidt ook een groot aantal vloersystemen aan in de algemene ruimtes, zoals gangen, collegezalen, kantoren en technische ruimtes waar niet gewerkt wordt met chemi­ caliën. Hier werd gekozen voor het Bolidtop® 525 systeem, een uiterst functionele en esthetisch fraaie kunststofvloer. Bolidt heeft daarnaast enkele kunststofvloersystemen aangebracht in de parkeergarage van de Bèta Campus. Als specialist heeft Bolidt jarenlange ervaring in het ontwikkelen van vloerafwerkingen speciaal voor parkeergarages. Ook deze systemen zijn uitermate slijtvast en hierdoor extreem duurzaam.

“Vloeren en wanden gaan naadloos in elkaar over en zijn volledig vloeistofdicht en chemicaliënbestendig”

ALLES IN EIGEN HAND Het slagen van een groot bouwproject als de Bèta Campus is afhankelijk van stabiele partners. Betrouwbaarheid is hierbij een cruciale voorwaarde. Het aanbrengen van de kunststofvloeren en kunststofwanden was een omvangrijke opdracht: de gespecialiseerde applicatieteams van Bolidt hebben hier een jaar lang continu aan gewerkt. Betrouwbaarheid en continuïteit waren voor aannemer Heijmans belangrijke redenen om te kiezen voor Bolidt als partner. Met meer dan 50 jaar ervaring in diverse grote bouwprojecten was Bolidt dé aangewezen partij. Door de ontwikkeling, productie én applicatie van de vloeren in eigen hand te houden, is Bolidt niet afhankelijk van derden. Het werken met het eigen gespecialiseerde applicatieteam maakt Bolidt zeer flexibel. Zo kan worden voldaan aan de planning van elke aannemer. Kijk voor meer informatie op www.bolidt.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

51




Tekst Sibo Arbeek Foto’s Peter de Ruig

Vervangende nieuwbouw Op de locatie van de bestaande school aan de Luxemburgstraat in Loosduinen biedt vervangende nieuwbouw onderdak aan de Hertogschool met 13 groepen, buitenschoolse opvang, een peuterspeelzaal en een gymzaal. De nieuwbouw is zorgvuldig ingepast en sluit aan bij de omliggende bebouwing. Aan de achterzijde heeft de architect voor een verrassing gezorgd. Resultaat: een lichte en open leeromgeving voor verschillende gebruikers.

D

irecteur Ellen-Marjon Scherf en Topos architect Kees Jongelie leggen het gebouw al wandelend uit. Ellen-Marjon: “Het begon dat we een zogenaamde aanpakwijk zijn geworden. De gemeente inventariseerde de scholen in deze wijk Loosduinen, die vlakbij zee ligt. In het integraal huisvestingsplan werd ons 86 jaar oude gebouw als functioneel en onderwijskundig verouderd opgenomen. Het was een fantastisch gebouw, maar het kostte te veel geld om het te renoveren, dus was vervangende nieuwbouw aan de orde. Alleen moesten we wel op de bestaande kavel bouwen, die redelijk ingepast en daardoor beperkt was. Kon daar wel iets moois van worden gemaakt? Ik zag altijd mooie voorbeelden in Schooldomein maar dacht dat die niet aan ons besteed waren. Maar toen was het zover en zijn we vooral in mogelijk­ heden gaan denken. Anders heb je niets.”

SAMENWERKEN Ellen-Marjon verder: “De Hertogschool hoort bij deze buurt. Heel veel mensen die hier wonen hebben hier op school gezeten en koesteren hun herinneringen. Rond de opening hebben we een film gemaakt van oude schoolgangers; deze school heeft de oorlog overleefd, veel mensen zijn vanaf deze school naar de mulo gegaan. Tijdens de opening namen mensen hun oude rapporten mee. Met die emoties moet je rekening houden wanneer je besluit om nieuw te bouwen. Het afscheid nemen van het oude gebouw is ook afscheid nemen van de geschiedenis van heel veel mensen in deze buurt. We zijn een school met 287 leerlingen die uit het hartje van Loosduinen komen en daarnaast uit de omliggende wijken, zoals Parnassia, Ockenburgh en Houtwijk. Onze onderwijsvisie als christelijke buurtschool is dat we de kinderen zo goed mogelijk willen ondersteunen. Naast christe­ lijk geloof staan creativiteit, sociale vorming en het samendoen hoog in ons vaandel. Op de eerste steen staat dan ook steen voor steen werken wij samen aan de toekomst. Wij hebben ook het beeldmerk brede school en besteden veel aandacht aan de samen­ werking met alle partijen. Dat deden we al, maar rond de nieuwbouw hebben we psz ‘t Peenbuikertje, bso de Twee dolfijnen van Twee Samen en onze ouder­ geleding uitgenodigd om samen te werken. Die samenwerking maakt het ook makkelijker voor de kinderen en de ouders. Iedereen weet waar hij aan toe is. Je hebt immers soms meerdere kinderen op een brede school.” BREDE BUURTSCHOOL Kees reageert: “Ik kreeg het programma en ben gaan nadenken hoe je het nieuwe gebouw goed zou kunnen invoegen, zodat het vanzelfsprekend zijn plek inneemt. Als je naar het gebouw kijkt zie je dat het lage volume de hoogte van de naast­gelegen woningen overneemt en op rooilijn ligt. De voorkant met de hoofdingang is wat formeler en de binnenkant toont zich niet gelijk. Iets teruggelegd is een hoger

54

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


ONTWERP EN INRICHTING

Hertogschool Den Haag

“De architectuur van de oude school was een inspiratiebron en met kleine toevoegingen hebben we op die manier de verbinding gelegd.”

blok met daarin de lokalen van de school. De gymzaal hebben we naar boven gehaald om de begane grond te openen en het spelen daar onder te brengen. Aan de achterzijde zijn de lokalen voor de onderbouw uitgebouwd. De lokalen hebben daar een ronde hoek; de buitenspeelruimte ‘vloeit’ er omheen. Aan de achterzijde hebben de peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang een eigen entree. De buitentrap aan de andere zijde geeft direct toegang tot het dakterras en ontsluit de lokalen op de verdieping voor de boven­bouw. Voor de gevel is gekozen voor metselwerk met bijzondere verbanden en patronen die verwijzen naar de detaillering van de oorspronkelijke school. De architectuur van de oude school was een inspiratiebron en met kleine toevoegingen hebben we op die manier de verbinding gelegd.” CENTRAAL HART Ellen-Marjon: “We hebben met het team nagedacht over het programma van eisen en hebben bij andere scholen gekeken wat mogelijk was. Daar heb ik geleerd dat een centraal hart en brede gangen voor een school belangrijk zijn. Uit een tevredenheids­ onderzoek met ouders bleek dat ze behoefte hadden aan verbrede gangen. Die hebben we nu, zodat het

ook werk- en speelruimtes zijn geworden. Je komt gelijk binnen in het hart van de school en dan waaier je uit naar verschillende onderdelen. Het gebouw herbergt spannende eigen werelden, die deels door schuifwanden ontsloten kunnen worden. We wilden geen school zijn met veel gekleurde wanden, dus heeft Kees mooie accenten gelegd, zoals de gekleurde vensters in de muur. De basis is rustig en van daaruit zijn kleuraccenten aangebracht. Kees luisterde goed en heeft onze wensen goed vertaald; je bedenkt toch samen een nieuwe werkelijkheid. Zo zijn op een slimme manier de lichtpunten geïntegreerd in het plafond. Licht is onderdeel van de ruimte en heeft dezelfde aandacht nodig.” Kees knikt: “Boven vertelt wat beneden gebeurt en dat moet op elkaar aan­ sluiten.” Ellen-Marjon ten slotte: “Het gebouw wordt gelijk begrepen. Uiteindelijk was er weinig weerstand tegen het nieuwe gebouw. De mensen begrepen wel dat het zover was en wat er nu staat is voor het onderwijs van deze tijd. Een meisje die ouders en buurt­ bewoners rondleidde zei: ik ben er nu al trots op.” Bekijk voor meer inspiratie de film op www.wedenhertog­ school.nl. Meer informatie over de projecten en aanpak van Topos architecten vindt u op www.toposarchitecten.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

55


Tekst ir. Jaco de Wildt

Een solide huisvestings­ beleid draagt bij aan goed onderwijs HUIDIGE VRAAG

TOEKOMSTIGE VRAAG

• LEERINGENPROGNOSES • TRENDS EN ONTWIKKELINGEN

HUIDIGE MISMATCH? • KWALITEIT • KWANTITEIT • FINANCIEEL

CONSOLIDEREN? AFSTOTEN? INVESTEREN? NIEUWBOUW? ...WANNEER?

IHP

HUIDIGE AANBOD

TOEKOMSTIGE AANBOD

Goed onderwijs is van belang voor onze kinderen. Zij zijn per slot van rekening onze toekomst. Behalve goede, bevlogen leerkrachten en de juiste leermiddelen zijn daarvoor ook solide en gezonde gebouwen nodig. Gebouwen waarin kinderen komen tot de beste leerprestaties en gebouwen waarin leerkrachten komen tot de beste onderwijsinstructies.

O

nderzoek toont aan dat gezonde gebouwen een positief effect hebben op leerprestaties en het welzijn en de onderwijsprestaties van leerkrachten. Gelukkig dat de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en de instandhouding van de huisvesting bij de onderwijsinstelling zelf ligt. De instellin-

56

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

gen kunnen er nu immers helemaal zélf voor zorgen dat hun huisvesting optimaal is voor het geven van goed onderwijs, hun primaire taak. Als de onderwijsinstelling een duidelijk huisvestingsplan heeft en wensen goed kan onderbouwen, wordt realisatie van nieuwbouw of renovatie eenvoudiger en effectiever.


ONTWERP EN INRICHTING

PROFESSIONEEL HUISVESTINGSBELEID Een professioneel huisvestingsbeleid is noodzakelijk om de huisvestingsportefeuille strategisch te kunnen sturen. Het onderhoud en de instandhouding moeten binnen de MI-vergoedingen gerealiseerd worden. In deze tijd van het stellen van duurzaamheidsdoelstellingen (Green Deal), is het opnemen van duurzaamheids- en energiemaatregelen in de huisvestingsstrategie belangrijk. Daarin investeren loont als de jaarlijkse energie- en onderhoudskosten dalen. Door niet alleen de investering te beschouwen, maar ook de exploitatielasten, kan beter financieel gemanaged worden. Het denken in Life Cycle Costs is een must: de exploitatielast keert immers jaarlijks terug op de begroting. Huisvestingsbeleid staat en valt met het weten wat je hebt, waar vraag naar is, waar je naar toe wilt en wat je daarvoor nodig hebt. Voordat je weet hoe het er voor staat, zijn vele vragen te beantwoorden. Welke effecten hebben de nieuwste leerlingprognoses? Staan mijn onderwijsgebouwen wel op de juiste plek? Hoe staan de gebouwen er technisch voor? Voldoen de gebouwen aan de veranderende onderwijsvisie? Voldoen de gebouwen aan onze duurzaamheidsambitie? Hoe presteren mijn gebouwen financieel? STRATEGIE Voor een solide en professioneel strategisch huisvestingsbeleid is het noodzakelijk om het huidige ‘aanbod’ van gebouwen te matchen met het gewenste toekomstig ‘aanbod’. In bovenstaand schema brengen wij het ontwikkelen van een solide huisvestings­ strategie gestructureerd in kaart. Het begint met de visie die de onderwijsinstelling heeft op het onderwijs dat ze wil geven. Dat bepaalt uiteindelijk de huisvesting die het onderwijs mogelijk moet maken. Leerlingprognoses nu spelen uiteraard een belangrijke rol, maar zeker ook die voor de jaren in de nabije toekomst. Er zijn veranderingen in de samenleving van bijvoorbeeld gezindte, bevolkings­ samenstelling en bevolkingskrimp. Een visie op de plek van de school in zijn veranderende omgeving is van belang. Al deze effecten bepalen het huidige aanbod van onderwijs en het gewenste toekomstig aanbod van onderwijs. Ze beïnvloeden daarmee de visie die de onderwijsinstelling heeft op haar primaire taak. GEBRUIKERSTEVREDENHEID Van belang is hoe de gebruiker het gebouw ervaart. Voldoet het gebouw functioneel aan de eisen van het moderne onderwijs? Is het gebouw geschikt voor of aanpasbaar aan het huidige flexibele, minder klassikale onderwijs? De kwaliteit van het binnenklimaat is een belangrijk component bij het registreren van de

gebruikerstevredenheid. Het nieuwe Bouwbesluit en het Kwaliteitskader Huisvesting van Ruimte OK geven daarvoor goede richtlijnen.

“Het begint met de visie die de onderwijsinstelling heeft op het onderwijs”

FINANCIËLE PRESTATIE Huisvesting is noodzakelijk en kost geld. Van belang is te weten of uw onderwijsgebouw financieel naar behoren presteert. Als dit immers niet zo is, ontstaan er tekorten. Wanneer u inzicht heeft in de financiële prestatie van elk gebouw, zoals de kosten van het energieverbruik, van het onderhoud en de genormeerde opbrengsten, kunt u de balans opmaken en kunt u vaststellen waar moet worden geoptimaliseerd om een financieel evenwicht te verkrijgen. Dit in samenhang met de andere aspecten van de huisvestingsportefeuille, zoals technische staat en visie. TECHNISCHE STAAT Aan de hand van bijvoorbeeld de NEN 2767 kan het conditieniveau van uw gebouwen worden bepaald. Dit is een goede richtlijn voor het plannen van onder­houd om uw gebouw in conditie te houden. Bij professioneel portefeuillemanagement van uw huisvesting hoort een goede meerjarenonderhoudsplanning met voldoende flexibiliteit. Daarmee kunt u veel invloed uitoefenen op uw liquiditeit die mede wordt bepaald door de onderhoudsuitgaven. Plegen van onderhoud moet met verstand gebeuren en hangt nauw samen met het in de toekomst wel of niet aanhouden van het gebouw. Immers, als het gebouw binnen een paar jaar zal worden afgestoten, is het niet verstandig de dakbedekking compleet te vervangen. SAMENHANGENDE ASPECTEN De hiervoor beschreven aspecten hangen nauw samen met elkaar en bepalen de strategie die wordt gevolgd voor het managen van een solide, flexibele en passende huisvestingsportefeuille. Op basis van een doordachte huisvestingsstrategie kan een beleid met voldoende flexibiliteit worden gevoerd om te gaan van huidig aanbod naar gewenst toekomstig aanbod. Om het onderwijs te verzekeren van goede huisvesting kunnen alle genoemde aspecten alleen maar in zijn geheel en samenhangend met elkaar worden beschouwd. Er kan niet alleen uit worden gegaan van bijvoorbeeld de financiële prestatie van een gebouw of van de gebruikerstevredenheid. Door de aspecten met elkaar in verband te brengen en door deze te bespreken met de stakeholders, kunnen verantwoorde besluiten worden genomen. Op deze wijze blijft het geven van optimaal onderwijs mogelijk en wordt de toekomst van onze kinderen verzekerd. Voor meer informatie neemt u contact op met ir. Jaco de Wildt van bbn adviseurs: j.de.wildt@bbn.nl of 06-51328816.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

57


Tekst Harry Vedder

Van ambities via een technische dialoog naar een haalbaar project In een nieuw te bouwen wijk in De Tippe te Zwolle wordt een school gebouwd voor gereformeerd onderwijs. Het gebouw wordt gedeeltelijk geïntegreerd in de geluidswal die tussen de school en de weg Zwolle-Hasselt ligt. De leerlingprognoses zijn onzeker net als de bouw van de wijk. Dat vraagt om een flexibele aanpak.

H

et kan dus zijn dat er extra ruimte nodig is op termijn, maar er kan ook sprake komen van krimp. Duurzaamheid staat voorop: dit gebouw moet zo mogelijk energie neutraal zijn. Bij het ontwerp moet worden uitgegaan van het TCO-principe. De indeling van het gebouw moet met het oog op toekomstige onderwijskundige uitgangspunten flexibel aanpasbaar zijn. En last but not least: de opdrachtgever wil van meet af aan in goede samenwerking met een aanbieder

58

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

samen het project realiseren. Door middel van een technische dialoog is zowel de markt betrokken, gemotiveerd en geënthousiasmeerd en is de opdrachtgever erg betrokken geweest bij het proces. SITUATIESCHETS Het schoolbestuur VPGO Accretio (hierna te noemen: Accretio) heeft de ambitie om haar nieuw te realiseren basisschool van meet af aan als een integraal kindcentrum te ontwikkelen. Naast onderwijs dient er ook ruimte voor kinderopvang en wellicht nog overige functies te worden gerealiseerd. En dat alles in een context waarin de werkelijke bouwkosten sterk stijgen ten opzichte van de beschikbare normvergoedingen. Om de haalbaarheid van het project te onderzoeken, is het geheel naar een businesscase vertaald en vervolgens ter consultatie aan de markt voorgelegd. Men wil voor de realisatie een partner/aanbieder selecteren waarmee dit in een ‘ontspannen’ proces, van ontwikkel- tot en met gebruiksfase van het gebouw, wordt bewerkstelligd. Accretio wil zich in de vraagstelling aan de markt beperken tot een beschrijving van het beoogde onderwijs- en kindconcept, beschrijving van genoemde ambities en een beperkt aantal aanvullende projectkaders (waaronder budget). Dit dient door de markt vertaald te worden naar een bijpassend functioneel, ruimtelijk en technisch programma


ONTWERP EN INRICHTING

van eisen en vervolgens worden uitgewerkt naar een passend ontwerp en technische uitwerking. Met het oog op de toekomst, de onzekere leerlingenprognoses en met mogelijke onderwijskundige ontwikkelingen, vraagt Accretio om flexibel aanpasbare ruimtes zonder te hoge kosten. Ook belangrijk is de duurzaamheidsambitie om een zo energie neutraal mogelijk gebouw te realiseren. Alsmede het werken vanuit het TCO-principe (levensduurkosten): van te voren moeten behalve de bouwkosten ook de toekomstige onderhouds- en exploitatiekosten vast staan. AANPAK Naast de beoogde ambities zijn er ook financiële en juridische kaders geformuleerd en mogelijkheden voor alternatieve financieringsvormen verkend. Daarbij is de voorkeur uitgesproken voor een Best-Value aanpak. Deze methodiek richt zich op selectie van de voor de betreffende opdracht meest geschikte partner (in plaats van dat men partijen allerlei oplossingen/ontwerpen laat uitwerken in een aanbesteding, zie kader). Vervolgens is de businesscase aan alle marktpartijen gestuurd waarmee een zogenaamde technisch dialoog is gevoerd. Een technische dialoog houdt in dat verschillende partijen vanuit de markt zijn bevraagd of de businesscase een realistisch haalbare vraag aan de markt behelst: een project dat inhoude­lijk, technisch en financieel past op het beschikbare investerings- en exploitatiebudget inclusief de kinderopvang en mogelijke overige functies (waaronder logopedie). Doelstelling van die dialoog is om op basis van de antwoorden de businesscase zo bij te stellen dat de kans van succes bij aanbesteding maximaal is: binnen budget een resultaat met meer waarde dan vooraf gedacht dat mogelijk was. RESULTATEN Er blijken meer partijen dan verwacht in staat te zijn een project als dit in zijn geheel aan te kunnen: een summiere uitvraag geheel uitwerken en langjarig aanbieden. Sommige partijen met de voorkeur voor gehele financiering door henzelf (lease of huur), de meeste met de voorkeur dat de opdrachtgever het project zelf geheel financiert (bijvoorbeeld met Maatschappelijk Financieren of geheel door de gemeente). Het beeld van de kosten­ adviseur dat bovenop de normvergoeding circa 20% extra investeringsbudget nodig is, werd door de aanbieders bevestigd. Het op de MI-vergoeding gebaseerde exploitatiebudget biedt echter ruimte voor rendabele extra investeringen in bijvoorbeeld

energieopwekking. De beste samenwerking en resultaat ontstaat als de opdrachtgever een plafondbudget stelt en de markt daarbinnen maximaal de ruimte biedt om met eigen oplossingen meerwaarde te bieden (dus geen sturing op lagere prijs). Best Value ziet men daartoe inderdaad als de meest geëigende manier van aanbesteden. Een aantal partijen geeft aan dat men het te realiseren gebouw wil zien als een ‘grondstoffenbank’ voor de toekomst: te demonteren in componenten met restwaarde. Over het geheel geeft men aan dat het bij een klein project als deze, met (terecht) hoge ambities van een opdrachtgever, het belangrijk is om de vraag aan de markt zo simpel mogelijk te houden, zo snel mogelijk op basis van een Best-Value-inschrijving een partij te selecteren en daarmee in samenwerking het project uit te werken. Op basis van de resultaten werkt M3V de innovatieve aanbestedingsstrategie en contractvorm verder uit en zal begin volgend jaar de aanbesteding feitelijk starten. Kijk voor meer informatie op www.m3v.nl.

BEST-VALUE IN HET KORT Best-Value kenmerkt zich door een korte doorlooptijd en het optimaal gebruik maken van elkaars expertise (opdrachtgever en opdrachtnemer). Bij de Best-Value aanpak is prijs niet de overheersende factor. Er wordt meer waarde gehecht aan het risicodossier, het kansendossier, de prestatieonderbouwing en de interviews. Hierin laat de aanbieder met dominante informatie zien: · Welke opdrachtgeversrisico’s hij ziet en hoe hij daarmee omgaat; · Wat voor kansen hij ziet en hoe hij die benut; · Waarom hij het project tot een goed einde kan brengen; · Dat de sleutelfiguren het project goed doorgronden.

ACCRETIO: “Als bestuur hadden wij voor ogen dat we in de eerste plaats goed onderwijs én opvang willen aanbieden op de nieuwe locatie. Met dit proces leggen we die vraag open in de markt en we zien dat dit een geheel nieuwe dynamiek op gang brengt. Ineens is niet het gebouw meer het belangrijkste doel, maar het realiseren van onderwijs. We laten ons graag meenemen met waar de markt mee komt aan oplossingen om dát te bereiken.”

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

59


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Mecanoo architecten

ROOM TO LEARN IN FONTYS

HUBB stimuleert flexibel ruimtegebruik

In gebouw R4 van de Fontys Hogescholen staat de eerste HUBB toepassing binnen het onderwijs. De ruimte waar voorheen de entree lag is nu getransformeerd tot een interactieve leer- en werkomgeving. Overal zie je de HUBB in verschillende opstellingen. Vanaf het begin zat het er vol met studenten.

H

UBB is een ontwikkeling van architecten­ bureau Mecanoo en Gispen, die de krachten bundelden op zoek naar de leeromgeving van de toekomst. Het initiatief ontstond vanuit een project voor Fontys waarin Mecanoo en Gispen samenwerkten. Jeroen Verweij van Gispen: “Mecanoo is een kei in het

60

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

ontwerpen van leeromgevingen en wij produceren al 100 jaar meubilair voor het onderwijs. Samen hebben we een visie ontwikkeld op de leer­ omgeving van de toekomst met daarin sociale zones, zones om te concentreren en ontmoetingszones, waarin iedereen een plek kan vinden. Het concept noemen we Room to Learn.


ONTWERP EN INRICHTING

AANTREKKELIJK ALTERNATIEF Fontys is het eerste project waar de meubelserie HUBB is toegepast. De economische faculteit is in gebouwdeel R4 en R3 van de Rachelsmolen campus ondergebracht. De entree van R4 werd niet meer als zodanig gebruikt. Na de forse renovatie is hier een aantrekkelijke onderwijsruimte gecreëerd met een

ten.” Partner/architect Paul Ketelaars van Mecanoo is enthousiast over het resultaat: “Het is mooi om te zien hoe het concept van HUBB in de praktijk ook klopt. Hoe het in elkaar past en gebruikt wordt. Het zat vanmiddag vol met studenten. Dat is een goed teken. Dat je het niet hoeft uit te leggen, dat studenten er intuïtief gebruik van maken.”

combinatie van HUBB en ander los meubilair. Het is een plek voor individueel gebruik en in groepen ontmoeten en werken. Op de eerste verdieping zetelt het College van Bestuur. Door rustige werkplekken voor studenten te maken in de gang is ook hier een onder­ wijssfeer gecreëerd. Op donderdag 24 november mochten relaties van Gispen de ruimte bewonderen. Projectleider vanuit Fontys Maarten Sars begeleidde de voorbereiding en inrichting: “HUBB zien we als een aantrekkelijk alternatief voor projectruimten, die vaak bezet waren. We hebben verschillende opstellingen in de gangen en centrale ruimte geïntroduceerd en nu zien wij vanuit het onderwijs hoe het gebruikt wordt. We krijgen positieve reacties vanuit de studen-

LEGOSYSTEEM Commercieel directeur Maurits van Berckel van Gispen schetst de randvoorwaarden: “Room to Learn gaat over thema’s als modulair bouwen, duurzaamheid, ontwerp en identiteit. Het onderwijs verandert, maar de leeromgeving is feitelijk nog steeds dezelfde, beperkt door een ruimte en het rooster. Veel architecten en marktpartijen hebben het begrip flexibiliteit vertaald door aan de ruimte te sleutelen, maar flexibiliteit komt van de mensen die zich in de ruimte begeven.” Paul vult aan: “We wilden een modulair systeem ontwerpen waarin alle elementen op elkaar aansluiten en je dus veel flexibiliteit hebt, net als met lego. Het ontwerp anticipeert ook op

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

61


technische ontwikkelingen. Op basis van feedback van facility managers hebben we de lichtsensor onder het schuifblad toegevoegd, maar dat kan over een paar jaar aangepast worden voor draadloos opladen van je telefoon. HUBB is dus zowel op korte als op lange termijn flexibel: prepared for unpredictable change.” Sanne Joosten van Gispen vertelt dat het een dynamisch meubel is geworden, het systeem van legostenen geeft je de mogelijkheid de inrichting aan te passen op een veranderende behoefte. Door het toevoegen van elementen of het anders samenstellen van bestaande elementen kun je spelen met de functionaliteit. Je maakt zo bijvoorbeeld eenvoudig van ontmoetingsplekken samenwerkplekken. Heel duurzaam. Bij het ontwerp hebben we gekozen voor

“Niet de ruimte bepaalt de flexibiliteit, maar de gebruiker” eerlijke materialen; de basis is staal, de middenzone is echt hout en bovenop ligt een dak-element van gerecyclede petflessen.” VARIATIES OP EEN THEMA Maarten: “In het deel R3 zien we dat projectruimtes altijd bezet zijn door vier tot zes studenten. Project­ ruimtes zijn populaire ruimten, dus zochten we naar alternatieve werkplekken voor studenten waar ze in kleinere of grote groepen bij elkaar kunnen zitten. Normaal gesproken kom je dan weer op hokjes uit, maar nu hebben we de HUBB. Daarbij zijn twee voorwaarden belangrijk: studenten hebben stroom nodig anders gaan ze er niet zitten en een groepje wil bij elkaar zitten en niet te veel afgeleid worden. We hebben een opstelling aan de randen en in het midden van de ruimte, de zogenaamde molenwieken, waar centraal ook een beeldscherm in hangt. Er zijn op deze manier 200 zitplekken gecreëerd.” Jeroen vult aan: “De HUBB is een modulaire combinatie tussen een meubel en een projectruimte. Het meubel is populair en je ziet dat de intensiteit is toegenomen. En met de HUBB creëer je meer ruimtelijke kwaliteit voor minder m², omdat je minder traditionele ruimten nodig hebt. In een ruimte met HUBB modules moet je daarom mogelijk wel de luchtbehandeling aanpassen, omdat je er een hoge concentratie aan studenten hebt. De HUBB is volledig geëquipeerd en nodigt uit tot verschillende werkvormen. Uit onderzoek blijkt dat studenten gemiddeld een uur tot anderhalf uur in

62

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

een ruimte samenwerken. Met de HUBB biedt je diversiteit in dezelfde ruimte en je kunt ze zelfs als werkplekken in de muur opnemen.” Maurits ten slotte: “Wanneer een instelling meubilair bestelt loopt het contact vaak via de facilitaire dienst. Met de HUBB zit je gelijk op het niveau van de leeromgeving en heb je het over de organisatie van het onderwijs. Traditioneel zie je vaak de combinatie van meubilair met interieurbouw, maar met de HUBB is dat niet nodig; je zet ze in de ruimte en ze werken. De voordelen haal je dan ook uit het gebruik ervan. Feitelijk doorbreek je de beperking van tijd en ruimte in bijvoorbeeld een projectruimte die steeds vol geroosterd is.” HUBB bestaat uit een serie bouwstenen met een ogenschijnlijk eenvoudige basisvorm, waarmee u eindeloos kunt combineren en variëren. Zo creëert u een custom made leer- of werkomgeving, die verschillende activiteiten faciliteert. Kijk voor meer informatie op www.roomtolearn.nl of www.gispen.com/nl/gispen-hubb.


Het idee In In de de rubriek rubriek het het idee idee belicht belicht iedere iedere editie editie van van Schooldomein Schooldomein een een initiatief initiatief dat dat een een positieve positieve bijdrage bijdrage levert levert aan aan de de samenleving. samenleving. In In dit dit nummer nummer het het idee idee van van Het Stichting Klokhuis. Dedicon.

Vierdelige televisieserie over scheiden speciaal voor kinderen

I

eder jaar krijgen 70.000 kinderen in Neder­ land te horen dat hun ouders uit elkaar gaan. Een ingrijpende gebeurtenis, waar de meeste kinderen het erg moeilijk vinden om over te praten. Het Klokhuis wil dit gevoelige onderwerp voor kinderen bespreekbaar maken. Daarom start op donderdag 19 januari een vierdelige serie over scheiden, gepresenteerd door Maurice Lede en Nienke de la Rive Box. De meeste televisieprogramma’s over scheiden zijn gericht op volwassenen. Waarom komen kinderen zo weinig aan het woord over één van de meest ingrijpende gebeurtenissen in hun leven? Volgens deskundigen en hulpverleners vinden de meeste kinderen het moeilijk over hun gevoelens omtrent de scheiding van hun ouders te praten. Het is te emo­tioneel, ze schamen zich ervoor of houden hun mond omdat ze hun ouders er niet mee willen

belasten. Daardoor blijven veel kinderen met hun verdriet en andere emoties rondlopen.

kunnen lezen hoe andere kinderen zich voelen als hun ouders gaan scheiden.

Waarom is een scheiding vaak zo heftig voor kinderen, ook al doen ouders nog zo hun best alles zo goed mogelijk te laten verlopen? Hoe is het om als kind een vechtscheiding mee te maken? Wat is de rol van de rechtbank bij een scheiding? Waar kun je hulp vinden bij een scheiding en helpt die hulp ook? In de serie ‘Het Klokhuis over scheiden’ vertellen kinderen openhartig over de scheiding van hun ouders en hoe ze zich daarover voelen.

De vier afleveringen: Uit elkaar – 19 januari Vechtscheiding – 26 januari De Rechtbank – 2 februari Hulp – 9 februari

Het Klokhuis vindt het belangrijk dat de stem en gevoelens van kinderen gehoord kunnen worden. Daarom wordt bij de serie www.ikdurfniettezeggendat.nl gelanceerd, een laagdrempelige website waarop kinderen anoniem hun gevoelens en gedachten kwijt kunnen in een persoonlijke boodschap, en

De vierdelige televisieserie van Het Klokhuis over scheiden, speciaal voor kinderen wordt van 19 januari t/m 9 februari elke donderdag uitgezonden om 18.23 uur op NPO Zapp. Kijk voor meer informatie op www.hetklokhuis.nl/scheiden.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

63


Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl

64

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


De etalage Landelijke kennisdag TOS en ASS Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) komt bij ongeveer 5% van de kinderen voor. Bij kinderen met TOS wordt taal in de hersenen minder goed verwerkt, waardoor ze bijvoorbeeld moeite hebben met het onthouden en leren van woorden en zinnen. Omdat de taalprofielen van kinderen met TOS er vaak verschillend uitzien, is de stoornis moeilijk te herkennen. Een TOS kan samengaan met andere ontwikkelingsstoornissen, zoals een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Ook kinderen met autisme verwerken informatie anders. Ze geven vaak een andere betekenis aan informatie, waardoor zij hun omgeving onvoldoende begrijpen. Voor zowel kinderen met een TOS en kinderen met autisme is communiceren niet vanzelfsprekend. Tijdens de kennisdag gaan de deelnemers dieper in op de signalen, de overeenkomsten en verschillen tussen TOS en ASS. Daarnaast komen actuele ontwikkelingen en handvatten voor onderwijs en behandeling in de verschillende lezingen, workshops en masterclasses aan de orde. Meer informatie: www.schooldomein.nl/tos-ass.

Jaarlijks congres over angst bij kinderen en jongvolwassenen Op 6 april 2017 vindt in Eindhoven het jaarlijks congres over angst bij kinderen en jongvolwassenen plaats. Het congres, dat gericht is op hbo- en academisch opgeleide hulpverleners, staat dit jaar in het teken van abnormale en problematische angst. Angst is gezond. Hadden we immers geen angst, dan zouden we niet lang leven. Maar soms zijn kinderen of jongvolwassenen te veel, te lang, te intens of on-

nodig angstig. En dan wordt het vervelend. Wanneer is angst eigenlijk normaal en wanneer abnormaal? Hoe ontstaat problematische angst, hoe kan het voortbestaan en hoe kun je deze cirkel doorbreken? Wat is de rol van de neurobiologische opmaak van een jongere en wat kun je ermee als hulpverlener? Wat is de rol van autisme, LVB of psychotrauma in het ontstaan van angstproblematiek? Hoe help je jonge mensen wanneer ze veel piekeren? Op deze en andere aanverwante vragen zijn de bijdragen van de angst-experts die op deze dag spreken, gericht. Diverse vooraanstaande angst-experts uit de wetenschap en de beroepspraktijk zullen op dit congres hun inzichten delen met de deelnemers: Prof. Dr. Peter Muris (Universiteit Maastricht), Dr. FabiĂŤnne Naber (Erasmus Universiteit Rotterdam), Drs. Paulien Kuiper (Stichting Kinderleven), Drs. Pamela Clifford (Wei 43), Drs. Inge van der Heijden (Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie), Drs. Yvonne van den Berg (De Jutters) en Drs. Miriam Pijpers en Caroline Dierkx (Praktijk 073). Meer informatie: www.congresburo.com/ angst2017.

Leren HOE te Leren! Vanwege het grote succes van Leren HOE te Leren binnen het primair onderwijs, biedt het MatriXleerplein nu ook gerichte online trainingen. Deze trainingen zijn bedoeld voor kinderen (en alle andere leeftijden) die bepaalde basisinformatie moeilijk kunnen onthouden, zoals de tafels en het alfabet. Via het leerplein kunnen nu alle kinderen thuis korte, gerichte trainingen volgen. Ook kunnen onderwijsprofessionals de trainingen gebruiken als (complementaire) ondersteuning voor kinderen die problemen hebben met automatiseren en memo­ riseren. Het onderwijs is immers vooral gericht op DAT en WAT je moet leren. De korte trainingen zijn bedoeld voor kinderen die moeite hebben met het onthouden van het alfabet, getallen tot 100, de tafels, dagen en de maanden. In 2017 komen daar nog meer trainingen bij. Iedere interactieve training duurt tussen 10-30 minuten en kan meerdere keren bekeken worden. Instructies en opdrachten kunnen meteen uitgevoerd worden. Door de laagdrempelige opzet en het duidelijke taalgebruik kan het kind nu via het leerplein prima thuis begeleid worden, zodat hij of zij weer verder kan in de klas. Meer informatie: www.matrixleerplein.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

65


KWALITEIT EN EXPERTISE DOOR PLATFORM ONDERWIJSHUISVESTING De branchevereniging voor adviesbureaus rond onderwijshuisvesting. Die professionalisering van het vakgebied vertalen naar een deskundig klankbord voor overheid en belangenorganisaties voor onderwijs en maatschappelijk vastgoed. Een platform dat professionals met elkaar in contact brengt om de kwaliteit van het maatschappelijk vastgoed naar een hoger niveau te tillen. Dat Platform bestaat: Platform Onderwijshuisvesting; of gewoon POH! www.platformonderwijshuisvesting.nl of info@platformonderwijshuisvesting.nl

DUURZAAM ONDERHOUDEN IS EEN VAK APART!

AlphaConsultancy is hèt bureau voor bouwmanagement & advies op gebied van beheer en onderhoud van vastgoed. Wij leveren kennis en capaciteit om bouwkundige, technische en energetische (onderhouds)vraagstukken op te lossen, in samenwerking met de opdrachtgever. Het deskundige team van AlphaConsultancy ondersteunt en ontzorgt de opdrachtgever waar nodig en zorgt voor vakkundige afhandeling van uw vraag en project. Laat ons kosteloos uw energienota’s checken (“no cure, no pay”). De eerste besparingen zijn vaak al hiermee te realiseren! Tip 2: Meerjarenonderhoudsplanningen (MJOP’s) die wél kloppen en de juiste sturingsinformatie bevatten. Dat wilt u toch ook! Tip 3: Uitvoerende partijen benaderen voor uw onderhoudsvraagstukken? Wij kunnen het beter, kijken breder en benaderen het altijd onafhankelijk! Tip 1:

Wij komen graag bij u langs. Vestiging Zwolle: Burg. Drijbersingel 25, Zwolle Vestiging Ridderkerk: Houtzaagmolen 104, Ridderkerk T: (038) 453 25 35 E: contact@alphaconsultancy.nl I: www.alphaconsultancy.nl 66

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


ACTUEEL

NOT: Dé beurs voor en door onderwijsprofessionals Van 24 tot en met 28 januari 2017 is het weer tijd voor de NOT, sinds 1963 de grootste vakbeurs voor kinderopvang, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in de Benelux. Onderwijsprofessionals kunnen hier vijf dagen lang terecht voor inspiratie, de nieuwste trends en ontwikkelingen met diverse leuke activiteiten, workshops, presentaties, begeleide innovatieroutes en diverse optredens. zoals Heutink en Presikhaaf. Bovendien mogen we ook het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verwelkomen”, aldus brandmanager Audrey Wilschut. INNOVATIE AWARD Innovatieve producten en diensten van exposanten worden in de schijnwerpers gezet door middel van de Innovatie Award. Deze Award wordt uitgereikt in de sectoren PO, VO en MBO. Per sector heeft de jury vijf inzendingen genomineerd en twee keer per dag gaat de Innovatieroute langs de vijf genomineerden.

D

e onderwijsbeurs biedt dit jaar weer een interessant exposanten aanbod dat bestaat uit een brede variatie aan deelnemers op het gebied van bouw, facilitair & inrichting, management, advies & organisatie, dagtrips, theater & cultuur, leermiddelen & materialen en leren & onderwijzen met ICT. “We zijn blij dat we dit jaar weer een aantal grote namen kunnen noemen. Denk aan uitgevers als Malmberg, Uitgeverij Zwijsen, Noordhoff uitgevers, ThiemeMeulenhoff, maar ook vakbonden zoals het CNV Connectief, Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS), Algemene Onderwijsbond en andere grote namen in het onderwijs

INHOUDELIJK PROGRAMMA Naast het exposantenaanbod biedt de NOT ook een breed inhoudelijk programma, dat is samengesteld door gespecialiseerde adviesraden en het onderwijspanel. Een aantal van deze leden zal tijdens de onderwijsacademie, het onafhankelijke congresprogramma van de beurs, een presentatie geven. Onder andere op het gebied van actuele thema’s zoals onderzoekend leren, doorlopende leerlijn, onderwijs 2032, beleving leeromgeving en doorcentralisatie.

“De Innovatie Award wordt uitgereikt in de sectoren PO, VO en MBO”

Toegang tot de NOT is gratis na registratie via de website not-online.nl.

RECTIFICATIE In de vorige editie van Schooldomein publiceerden we een artikel over de bijzondere bewegwijzering bij basisschool Noorderlicht in Kindercampus Noord in Den Bosch. De mooie foto’s bij dat artikel werden gemaakt door Raphaël Drent maar we vergaten dat bij het artikel te vermelden. Dat zetten we graag recht. Daarom hierbij nogmaals één van die mooie foto’s. Meer over Raphaël Drent en vooral zijn werk vindt u op fotodrent.nl.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

67


Het atelier KLOOSTERHOTEL ZIN | VUGHT

proef je er nog steeds. Glazen façades zorgen voor verbinding met de natuur en diepe zicht­ lijnen over het landgoed creëren een gevoel van ruimte. Kwaliteit komt voort uit eenvoud en is terug te vinden in de uitstraling van de 7 zalen en 38 hotelkamers. De keuken is 100% bio­ logisch en serveert heerlijke gerechten.

I

n 1902 kopen de fraters van Tilburg het landgoed Steenwijk aan dat vanaf dat mo­ ment dienst doet als rusthuis. In 1994 voldoet het huis niet meer aan de eisen voor bewoning en wordt de communiteit opgeheven. Huize Steenwijk komt leeg te staan. Verkoop van het landgoed en afbraak van het gebouw lijkt het lot van Huize Steenwijk te worden. Maar er wordt voor een andere weg gekozen. Huize Steen­ wijk krijgt een nieuwe bestemming. In 1999 en 2000 wordt het klooster grondig verbouwd met behoud van de traditie van het klooster en integratie van moderne architectuur naar een ontwerp van Marx & Steketee architecten. Dit voormalig klooster heeft door de toevoeging van moderne architectuur een open en eigenzinnig karakter, maar de sfeer van het kloosterleven

PROJECTINFORMATIE Project Renovatie, aanbouw en nieuwbouw van Het Klooster in Vught Opdrachtgever De Fraters van Tilburg Architect Marx & Steketee architecten Aannemer Bouwbedrijf Berghege

68

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

Op 27 januari 2001 opent ZIN haar deuren. Een centrum waar werk en spiritualiteit centraal staan. Waar het gaat om de zin van werk en evenzeer er zin in hebben. Over arbeidsvreugde. Een centrum waarin de sfeer van rust en bezinning heerst en gasten elkaar kunnen ontmoeten. Met als doel een bijdrage leveren aan het menselijk gezicht van het werk. Om de effectiviteit van een dag te verhogen stimuleren wij gasten om mee te gaan met het klooster­ ritme. Het laat groepen komen tot inspirerende gesprekken, en het vinden van antwoorden op vragen die ertoe doen. Gasten kunnen onthaas­ ten, verdiepen, ontdekken en ontwikkelen om individueel sterker te worden voor de groep. Kloosterhotel ZIN biedt onder andere ruimte voor een- of meerdaagse conferenties, vergade­ ringen, trainingsprogramma’s, Summer courses en retraites. Een plek waar mensen elkaar ontmoeten. In alle gevallen ontvangt u een passend aanbod en kunt u rekenen op echte betrokkenheid. Kijk voor meer informatie op www.kloosterhotelzin.nl/kloosterhotel-zin.


Column

OP ZOEK NAAR EEN NIEUW KOMPAS

Op de agenda van Rijksbouwmeester Floris Alkemade staat een interessante op­ dracht: erosie van het publieke domein adresseren. Hoe ziet samenleven eruit? Scholen, dorpshuizen, kerken en gemeentehuizen verdwijnen; de mediarevo­ lutie en verregaande digitalisering maken fysieke ontmoeting in essentie niet meer nodig. Alles is te organiseren vanaf de bank thuis. Waar heb je dan nog specifiek publiek vastgoed voor nodig? Publiek domein definiëren we als die plaatsen waar een uitwisseling tussen verschillende maatschappelijke groepen kan plaatsvinden. De openbare ruimte is in essentie een ruimte die voor ieder­ een vrij toegankelijk is en niet per definitie privé is. Maar wanneer gaat het ik over in het samen en hoe vanzelfsprekend is dat nog? Deze latente spanning tussen publiek en privaat gaat nog dieper. In de literatuur gebruiken we het begrip publiek bijvoorbeeld op drie manieren: (1) als publieke functies- en rollen tegenover privéfuncties en rollen, (2) als openbaar toegankelijke kennis en informatie tegenover geheime kennis en informatie en (3) tenslotte als persoonlijke vrije opvattingen over het leven tegenover de openbare plicht tot verantwoording ervan. Is de wereld van mijzelf of van ons samen? Het is niet langer voor iedereen duidelijk welk kompas de persoonlijke en individuele vrijheid biedt. De “oude” kaarten functioneren blijkbaar niet meer en dat leidt tot de context van wat we de “reflexieve moderniteit” noemen, waarin een nieuw bewustzijn doorbreekt van de zaken die voor het maken van levenskeuzen belangrijk zijn. Dat is een andere situatie dan die van de zestiger en latere jaren in de 20e eeuw, toen het erom ging dat we ons met beroep op onze autonomie en eigen verantwoording losmaakten van de traditionele zeggenschap van levensbeschouwing en religie. Het beroep op autonomie verschafte een krachtig kompas. Dat kompas werkt nu niet langer. Per ge­ legenheid dienen we te zoeken naar een nieuw kompas dat de grenzen tussen publiek en privé onderzoekt. Daar ontvouwt zich een interessante lijn wanneer we het beleid van de overheid volgen: de decentralisaties binnen het sociaal domein en het langer thuis blijven wonen, dwingen ons om nieuwe concepten van samenleven en samen zorgen te ontwikkelen. Dat terwijl onze naoorlogse fysieke symbolen van samenleven eroderen en mensen zich terugtrekken binnen hun eigen ge­ digitaliseerde wereld. Dat een samenleving niet zonder publieke plekken voor ontmoeting en gedeelde activiteiten kan is duidelijk. We moeten het publieke domein opnieuw leren definiëren. Nu het kompas nog!

SPECIALIST IN EDUCATIEVE COMMUNICATIE Ten Brink Uitgevers is dé uitgeverij voor onderwijsgerelateerde boeken en magazines. Vakkennis voor u! Bekijk ons aanbod op:

www.tenbrinkuitgevers.nl SINDS

1848

Toine van den Hoogen is als hoogleraar fundamentele theologie en als hoogleraar religie en maatschappijtheorie betrokken geweest aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Samen met Tjeu van Knippenberg organiseert hij vanuit het Vincent de Paul Center Nederland de masterclass Inspireren en Dienen; leergang sociaal-spiritueel leiderschap. Voor meer informatie surft u naar: http://www.kloosterhotelzin.nl/.

SCHOOLDOMEIN

januari 2017

69


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Martijn Buskermolen (fotografie), Jaap de Kruijf, Anje

4

no.

Mooi en toekomst­ bestendig

Romein en Kees Rutten (fotografie). Redactieraad De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 06-82548370 brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul.voogsgerd@schooldomein.nl, 06-46337000. De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl. Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar

Schooldomein nummer 4 kent als thema mooi en toekomstbestendig en valt de tweede week van maart in de bus. Een greep uit de artikelen:

toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en

• Het grote interview met Marjet Rutten: Waarom de bouwbedrijven van nu de wasvrouwen van vroeger zijn • Nieuwe jas voor CSG Het Noordik in Almelo: saillant detail: architect Bjarne Mastenbroek van architectenbureau SeArch is oud-leerling (evenals uw hoofdredacteur) • Terugblik op de NOT: met trends, impressies, foto’s en enthousiaste deelnemers • Expertmeeting Platform Onderwijshuisvesting: hoe denkt de branche over ontwikkelingen binnen de scholenbouw? • Vernieuwbouw stadhuis Wageningen: geslaagde ingreep in historische binnenstad kent een mooi resultaat.

bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,- voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: Ahrend, Alpha Consultancy, bbn, Bolidt, BUKO, Cisco, De Meeuw, DGMR, DP6, Ecophon, Frencken Scholl Architecten, Forbo, Gerflor, Gispen, Hevo, ICSadviseurs, LIAG, M3V, Nora Flooring, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement, NOT, Pear2Pear, Platform Onderwijshuis­vesting, OIII architecten, Pellikaan, README, RoosRos Architecten, RVO, STALAD Onderwijsinrichting, SMT Bouw & Vastgoed, Spring Architecten, TenW architecten adviseurs, Topos architecten, Vanerum, VELUX.

70

SCHOOLDOMEIN

januari 2017


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

DEMEEUW MAAKT RUIMTE VO O R D E T O E KO M S T

DEMEEUW biedt ruimte. Jezelf kunnen ontplooien is essentieel om gelukkig te zijn. Daar heb je ruimte voor nodig. Ruimte die DEMEEUW je biedt. Letterlijk en figuurlijk. Met inspirerende concepten. Waarbij volledige herinzetbaarheid de grondslag is. Wij kijken verder. Vinden gebruik belangrijker dan bezit. Wij maken ruimte voor inspiratie. Maken ruimte voor ontwikkeling. Maken ruimte voor de toekomst. Wij zijn DEMEEUW. TOEKOMSTBOUWERS.

WWW.DEMEEUW.COM


Docentenkamer De Regenboog, Vriezenveen

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

Directiekamer De Regenboog, Vriezenveen

wilt zien als je aan de slag gaat met het (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • info@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, januari 2017

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

3

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

De Regenboog te Vriezenveen

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Op één hoogte werken op basisschool

SCHOOLDOMEIN

Samen met u maken wij de mooiste scholen

THEMA: SOLIDE EN DOORDACHT SIMONE KUKENHEIM: “Het begint met de kinderen en niet met een gebouw” NEUSHOORN IN LEEUWARDEN Poppodium-en-school-in-één NORMATIEVE BEKOSTIGING definitief los van de werkelijkheid INSTALLATIESCAN zorgt voor een gezondere school


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.