Schooldomein nr. 4 - maart 2016

Page 1

wilt zien als je aan de slag gaat met het (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • info@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 28, maart 2016

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

4

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing pas het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

SCHOOLDOMEIN

Samen met u maken wij de mooiste scholen

THEMA: EIGEN SPORT IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL van het zijn MAATSCHAPPELIJK VASTGOED bestaat niet! BIJZONDERE INRICHTING Techlab Corlaer College Nijkerk


Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

Creëer uw ideale leeromgeving met HUBB HUBB is een innovatieve en modulaire meubelserie, speciaal ontwikkeld voor het onderwijs door Mecanoo & Gispen. Lesaanbod en lesvormen zijn geen semester hetzelfde. Daarom bestaat HUBB uit een serie bouwstenen waarmee u eindeloos combineert én varieert. Zo wordt een set stoelen met de toevoeging van een overkapping geschikt om te studeren

HUBB EINDELOOS COMBINEREN VAN BOUWSTENEN

of onderzoeken. Aan elkaar geschakeld worden ze een bank. UITNODIGING EVENT

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl

Van ontmoeten en overleggen tot geconcentreerd werken:

Kom HUBB live bekijken! In de nieuwe Gispen showroom in

met HUBB creëert u uw eigen custom made leeromgeving die

Culemborg creëren we een ruime setting van HUBB. Speciaal

jarenlang mee kan. Uniek, toekomstgericht én circulair dankzij

voor u en andere relaties uit het Onderwijs organiseren wij een

de slimme productie en recyclebare materialen’.

event op:

Voor meer informatie over de toepassingsmogelijkheden en onze

Donderdag 26 mei, 14:00- 17:00 uur

visie op de leeromgeving van de toekomst: www.roomtolearn.nl

Kosteloos aanmelden: rsvp@gispen.nl


Ruimte voor Leren en Ontmoeten

Bij de realisatie van scholen en andere maatschappelijk vastgoed gaat het om zekerheid. U wilt als opdrachtgever zeker weten dat het te realiseren bouwwerk aan alle eisen met betrekking tot functionaliteit, energieprestatie en veiligheid voldoet. Dat het binnen de afgesproken tijd wordt opgeleverd, strikt binnen budget. Maar u wilt 贸贸k exact weten waar u de komende decennia qua exploitatie en beheer aan toe bent. Dat vraagt een ervaren partner met specifieke expertise. Een innovatieve, conceptuele bouwer. SMT Bouw & Vastgoed realiseert voor u ruimte om te leren en te ontmoeten.

Meer weten? Op onze website treft u uitgebreide projectinformatie aan.

www.smt-benv.nl


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle


VAN DE REDACTIE

Eigen en eigenheid Schooldomein nummer 4 alweer heeft als thema ‘Eigen’. Het begrip ‘eigen’ heeft een aantal connotaties, zoals uniek, onderscheidend of veilig en herkenbaar. Een eigen gezicht en profiel waardoor het gebouw en het onderwijs daarin zich onderscheiden. Enkele architecten variëren in dit nummer op dat thema ‘eigen’, dat ook in het Innovatielab door experts wordt uitgewerkt. Welk aspect van de architectuur of ruimte beeldt het begrip ‘eigen’ het beste uit? Interessant is verder de ontwikkeling waarbij marktpartijen in de initiatieffase steeds eerder betrokken worden om mee te werken aan de gewenste output: maximale duurzaamheid en flexibiliteit. Alhoewel die begrippen inmiddels ook tegen hun eigen begrenzing aanlopen. Platform Onderwijshuisvesting levert rond dit thema een mooie bijdrage. Kent u het initiatief ‘Onze nieuwe school’? Iedereen kon vanaf 22 april 2015 een idee aandragen voor een nieuwe school of onderwijsvernieuwing in Amsterdam. Via een publieksstemming en een expertjury kiest Amsterdam de meest kansrijke initiatieven. De meest levensvatbare plannen gaan de zogenoemde ‘kraamkamer’ in en kunnen vervolgens echt gaan bouwen aan nieuwe plekken in het Amsterdamse onderwijs. Schooldomein vroeg de winnaars van nieuwe concepten naar de effecten op de huisvesting van het nieuwe leren. ‘Eigen’ slaat ook op de zichtbare ontwikkeling in dorpen en kernen waarbij

ONZE VISIE Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

burgers zich verenigen om zelf volledig het beheer van accommodaties over te nemen. Door de decentralisaties binnen het sociale domein zijn goede plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en activiteiten delen weer belangrijk geworden. Maar dan veel minder vanuit het perspectief van de regelende overheid op het fysieke domein, met als instrumenten vastgoedbeleid en dekkende exploitaties. Het gaat nu veel meer om de samenleving zelf, die met duidelijke verwachtingen en beelden mee wil praten over maatschappelijk en accommodatiebeleid. In dit nummer een mooi artikel over de expertmeeting ‘de toekomst van sportaccommodaties’. ‘Eigen’ slaat ook op de sterke focus op de inrichting van een gebouw of leeromgeving. Steeds meer architectenbureaus sluiten zich aan bij het netwerk Schooldomein en laten zien hoe hun projecten inspelen op het thema. Lector maatschappelijk vastgoed Jan Veuger ten slotte over de eigenheid van maatschappelijk vastgoed en natuurlijk het mooie debat over de transformatie in het publieke domein. Volop aandacht voor ‘eigen’ dus. Weer veel inspiratie toegewenst. Sibo Arbeek Hoofdredacteur

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door:

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

5


INHOUD BESTUUR EN BELEID

8

Maatschappelijk Vastgoed bestaat niet! Uitgebreid interview met Jan Veuger, lector Maatschappelijk Vastgoed aan het kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen.

12

Sport is een wezenlijk onderdeel van het zijn Tien professionals in gesprek over de toekomst van de sport in onze samenleving.

16

Van maatschappelijk vastgoed naar samenredzaamheid Expertmeeting over samenredzaamheid, een ontstemmingsplan, regelvrije wijken en kernen en een evolutie in de zorg.

30

20

Renoveren voor toekomstgericht leren

22

Prestatiecontract biedt basisschool frisse lucht en perspectief

Gouden tips van experts bij de renovatie van maatschappelijk vastgoed.

VBS De Regenboog in Eindhoven heeft jarenlang een gegarandeerd gezonde school.

24

Prijswinnaars Onze nieuwe School stellen zich voor Schooldomein presenteert vier projecten die de verwachte leerlingengroei in Amsterdam kunnen opvangen.

28

THEMA

Goede resultaten Haarlemmermeer Lyceum Peer support helpt leerlingen elkaar verder te helpen in de schoolloopbaan.

Eigen Eigenheid, wat betekent dat eigenlijk in de scholenbouw? Wat kunnen opdrachtgevers en architecten ermee? En hoe eigen kunnen scholen nog zijn als marktwerking terrein wint en kostenbeheersing steeds belangrijker wordt? Daarover gaan de stellingen in ons Innovatielab. Eigen is het thema van deze editie van Schooldomein en daarom legden we drie scherpe stellingen voor aan drie eigenzinnige specialisten. Daarnaast vroegen we drie architecten om te beschrijven en te verbeelden waaraan zij denken bij eigenheid in de leeromgeving. Ook dat levert weer drie fantastische pagina’s op!

ONTWERP EN INRICHTING

40

Bijzondere inrichting techlab Corlaer College Nijkerk Ontwerp en inrichting van STALAD helpen leerlingen te leren door te doen.

43 44

Zoeken naar de juiste balans ICSinterimmer Anne Bots bij Fontys Hogescholen.

Van oude school naar modern onderwijs Oude St. Francis Primary School wordt inspirerende leeromgeving dankzij modulaire lichtstraten.

46

Optimaal communiceren en concentreren voor leerkrachten en leerlingen Case study van Ecophon Onderwijs over de ruimteakoestische oplossing voor MFC Oostburg.

6

SCHOOLDOMEIN

maart 2016


48

Circulaire herhuisvesting op energiepositieve locatie Innovatieve duurzame huisvesting voor netwerkbedrijf Alliander in Duiven.

50

In zes weken een nieuw schoolgebouw BUKO helpt katholieke basisschool Godfried Bomans in Rijswijk uit de brand.

52

Nieuwbouw Krimpenerwaard College met risicodragend projectmanagement Van een gedateerd schoolgebouw naar een prachtig vormgegeven, duurzame, nieuwe school.

54

Platform Onderwijshuisvesting deelt expertise Strategisch onderhoud en beheer: uitbesteden of niet?

56

Science Campus Leiden draait om creatieve werkprocessen Senior projectmanager Vastgoedbedrijf Universiteit Leiden over het meest complexe bouwproject in Nederland.

RUBRIEKEN

27 27 59 60 63 64 65 66

Kort nieuws

Onderwijstrends door Jaap de Kruijf

Het idee van de Europese Unie

Innovatie

De etalage

Het atelier: Neushoorn in Delft

Column van Mevrouw Meijer

Vooruitblik naar Schooldomein 5: Slim

16 35 40 47 53


Maatschappelijk Vastgoed bestaat niet! 8

SCHOOLDOMEIN

maart 2016


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Nicole Holsheimer Fotografie

BESTUUR EN BELEID

Trek de Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2015 uit de kast en je ziet de naam van Jan Veuger. Deze lector Maatschappelijk Vastgoed aan het kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen publiceert al jaren over alles wat met maatschappelijk vastgoed te maken heeft en de organisaties die zich er mee bezig houden. Tijd voor een goed gesprek met Schooldomein en de inzet van Jan Veuger belooft al veel: “Maatschappelijk Vastgoed bestaat niet.”

Dus maatschappelijk vastgoed bestaat niet? Jan Veuger: “Iedereen heeft een andere definitie van maatschappelijk vastgoed, maar maatschappelijk vastgoed bestaat inderdaad niet. Het gaat om het maatschappelijk ondernemen; wat wil je als organisatie bereiken en vervolgens komt de vraag hoe kan vastgoed daarbij ondersteunend zijn? En het geldt dan voor organisaties op het gebied van zorg, onderwijs, welzijn, overheid en corporaties. Er moet een maatschappelijke opgave zijn om mensen binnen een bepaalde doelgroep te huisvesten. Een corporatie levert woondiensten en daar heb je niet per se woning­bezit voor nodig. Ok, voor een positie en invloed is bezit van vastgoed wel belangrijk om bijvoorbeeld herstructurering voor elkaar te krijgen en de primaire doelgroep te huisvesten. Dat roep ik al heel lang, bijvoorbeeld in mijn publicatie ‘Maatschappelijk ondernemen met vastgoed’ uit 2010 en mijn proefschrift in 2014 waarbij ik maatschappelijk vastgoed definieer vanuit de maatschappelijke opgave. Gemeenten noemen conform de spelregels van gemeenten al hun vastgoed maatschappelijk vastgoed, maar ook dat is onzin. Een parkeergarage is volgens mij commercieel vastgoed en verdwijnt een functie als kinderopvang uit een gebouw en komt daar vervolgens een advocatenkantoor dan is het geen maatschappelijk vastgoed meer terwijl het gebouw nog exact hetzelfde is.” Promovendus Dirk Kootstra vult aan: “Als ik als taxateur naar de bekostigingssystematiek van de huisvesting van primair onderwijs kijk, dan steekt dat gek in elkaar. De waarde van het vastgoed heeft geen enkele relatie met de bekostiging ervan. Heel veel hangt af van politieke keuzes: “Hoeveel hebben we er voor over?” We zijn dus vreemd bezig? Jan: “Als je het vergelijkt met andere landen wel. In Scandinavië stelt men het kind centraal en vervol-

gens hoort daar een gebouw bij. Wij nemen vastgoed en de functie als uitgangspunt omdat het kennelijk in onze aard ligt om te regelen. Dat zie je ook in het zorgvastgoed. De Duitsers doen het vanuit hun cultuur heel anders; daar vang je je ouders op en anders probeer je dat in je eigen omgeving te regelen. Bij ons riep de staat dat je je tijdig moet inschrijven voor een verzorgingshuis. Zie het resultaat; veel huizen staan leeg. We zijn te ver doorgeslagen met het ontwikkelen van zogenaamd maatschappelijk vastgoed en het bepalen van functies. De oudere generaties wilden het allemaal dichtbij georganiseerd zien, maar maakte er vervolgens te weinig gebruik van. Bij de jongere generatie zie je al dat kwaliteit belangrijker is dan functionele bereikbaarheid en het gevolg is dat veel van maatschappelijk vastgoed onder druk staat. Dat betekent niet dat er geen gebouwen nodig zijn om maatschappelijk te ondernemen, maar de kern is ontmoeting en daar vind je elkaar, ook al noem je het nog een dorpshuis. Dat zie je ook in leegstaande verzorgingshuizen, waar studenten gaan wonen in ruil voor een paar uur per week meehelpen. Zo ontstaat een nieuw soort diensteneconomie. Steeds meer mensen gaan individueler sporten en buitensporten. Je kunt je afvragen of je nog zoveel sporthallen nodig hebt. Dus ontstaan er andere businessmodellen, waarin mensen kunnen instappen en uitstappen. Dat betekent dat verenigingen ook moeten transformeren en zich bijvoorbeeld bewust moeten zijn van bijvoorbeeld de kostprijs van een sportveld. Het tarief dat ze moeten betalen is gemiddeld lager dan de kostprijs. Gemeenten en verenigingen moeten veel meer informatie uitwisselen, ook wat betreft de boekwaarde. De reële kosten bepalen vaak welke keuzen wel of niet te maken zijn. De verhouding tussen overheid en burgers verandert ook en indirect subsidiëren op een veld of gebouw gebeurt steeds minder. Ik vind elke keuze goed, als je het maar kunt uitleggen op basis

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

9


van duidelijke argumenten. Je moet de werkelijke kosten tegen de maatschappelijke opbrengst kunnen afzetten. ROC Leiden is misgegaan, omdat men dacht meer leerlingen te trekken door meer exposure met gebouwen. Legitiem, maar dan moet het wel effectief zijn en dat was het niet. Dirk: “Marketing is slechts één van de zeven manieren waarop vastgoed waarde aan een organisatie kan toevoegen. Zo is bekend dat een nieuw schoolgebouw leerlingen aantrekt maar je kunt je afvragen of een schoolbestuur een gebouw op die manier moet inzetten. De afstemming van de schoolgebouwen in Breda is een mooi voorbeeld van hoe het ook kan!” Eigenlijk zijn we al heel lang risicovol bezig? Jan: “De context bepaalt de behoefte en die kan in de tijd verschillen. Het enige wat je weet is dat het altijd over stenen en geld gaat. Dat geldt voor Albert Heijn die in pensioenen doet, maar ook verstand heeft van gebouwen en exploitaties. Zij realiseert zich als organisatie dat zij zowel de beleggings- als exploitatiefunctie in zich heeft en ook in die verschillende rollen moet sturen. Dat is bij een gemeente en bij een zorginstelling niet anders, alleen ligt de financiering anders. De hele omvang van het maatschappelijk vastgoed is omvangrijker dan de kantoor- en winkelmarkt, dus het gaat wel ergens over. Het voordeel van de crisis is dat we eindelijk de risico’s in beeld hebben gekregen: waarom zouden gemeenten en maatschappelijke organisaties vastgoed in bezit willen hebben? Maar een kwart van de gemeenten doet aan risicomanagement blijkt ook uit de Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2015. Kijk wat er gebeurt met V&D en wat de maatschappelijke impact is. Het gaat daarbij niet alleen om de exploitatie, maar vooral om de betekenis voor de omgeving. Ik ken een wethouder met drie zwembaden in zijn gemeenten. Tijdens een bijeenkomst stelde hij voor dat er één moest sluiten. Niemand reageerde en dan heb je een goed besluit genomen.” “Vastgoed heeft ook met emotie te maken. In de toekomst zal maatschappelijk vastgoed steeds meer onderdeel vormen van de reële economie, waarbij het aspect beleving steeds belangrijker wordt. Maatschappelijk vastgoed ontwikkelt zich steeds meer richting hospitality. De gebruiker staat centraal en van daaruit ontstaan nieuwe combinaties. Ik zie de grenzen tussen publiek en privaat vastgoed vervagen. Het nieuwe gebouw van het dr. Nassau College in Assen kent inspirerende en uitdagende leer- en werkplekken en eilanden. Leren wordt steeds meer matchen waarbij ontmoeting centraal staat. Het hoofdkantoor van de Rabobank of het gemeentehuis in Hoogezand hebben een grand café en zo zie je

10

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

“In de toekomst zal maatschappelijk vastgoed steeds meer onderdeel vormen van de reële economie.”

allerlei nieuwe vormen op het grensvlak van publiek en privaat ontstaan. Je ziet dat veel gemeenten nog worstelen met deze ontwikkelingen. Een mooi voorbeeld is het Kulturhus in Borne. De gemeente wilde het Kulturhus niet meer subsidiëren, maar ook voorkomen dat de stichting over een paar jaar weer zou aankloppen. Dan moet je wel de ruimte bieden om zaken commercieel te doen, waardoor een nieuw business model ontstaat. Gemeenten vergeten vaak om van te voren na te denken wat de effecten van hun beleid zijn. Vergelijk het met proces van outsourcen; het gaat erom wat je er mee wilt en wat je ervoor terug krijgt. Buiten de deur plaatsen is niet zo moeilijk, maar het wordt lastiger wanneer je voorwaarden koppelt aan rendement. Als je dat niet lukt, moet je je afvragen of je het vastgoed en de financiering die eraan is gekoppeld niet los wilt laten om erger te voorkomen. Wij doen een rekenkamer­ onderzoek voor vier gemeenten. Mijn eerste vraag is wat die gemeenten willen bereiken en hoe ze dat willen meten. De hoe-vraag kan per regio verschillen. Er zijn geen algemene lijnen te trekken. Noordoost Groningen werkt anders dan Utrecht en anders dan Limburg. Dat zijn totaal andere culturen en die gaan


BESTUUR EN BELEID

anders om met het begrip gemeenschap en voorzieningen.” Dirk knikt: “Een bestuur in een krimpgebied heeft een heel andere opgave dan een bestuur in een stedelijk gebied. De betekenis van het gebouw neemt toe en misschien moet je besturen daarom meer zeggenschap over hun eigen vastgoed geven.” Hoe ziet het nieuwe verdienmodel eruit? “Het verdienmodel voor maatschappelijk vastgoed is dus steeds minder objectgestuurd en meer omgevinggericht, waarbij je grip moet krijgen op de verschillende variabelen, die contextafhankelijk zijn. Begin met de reële economie als uitgangspunt te nemen en werk aan een bekostiging en exploitatie die past bij je uitgangspunten. Je moet dus grip krijgen op de relatie tussen maatschappelijk rendement en bijvoorbeeld een huurprijsbeleid. Dat is niet altijd in euro’s uit te leggen, maar wel in beweging en draagvlak. De gemeente Eindhoven probeert consequent vanuit dat maatschappelijk rendement te denken; is rendement meer sportende mensen of de bezettingsgraad van de sporthal omhoog? Het gaat erom dat je er wat van vindt en dat het daardoor meetbaar wordt. Hetzelfde geldt ook voor zorgvastgoed. Vanuit

onze verzorgingsstaat hebben we teveel vastgoed en dus geen portefeuille die bij de vraag past, dus moeten we verkleinen, flexibiliseren en naar de vraag transformeren. Je ziet dat buitenlandse beleggers geïnteresseerd zijn om in Nederland te investeren omdat wij een vergelijkbare transformatie ondergaan als bijvoorbeeld Engeland naar die transformatie van zorgvastgoed. De nieuwe modellen bestaan al in het buitenland. Wij worden ouder, willen allemaal zo lang mogelijk thuis wonen en krijgen een andere zorgvraag. Zorg gaat ook om boodschappen doen, op tijd de pedicure aan huis en faciliteren dat er ontmoeting plaats vindt. Daar hebben de mensen geld voor over. Zorgaanbieders moeten dus heel snel gaan bewegen en daar zit het vastgoed soms behoorlijk in de weg. Dat zie je ook in de jeugdzorg, waar nog meer instellingen gaan omvallen en heeft ook positieve effecten op bijvoorbeeld vastgoed en dat is goed. Als bomen in een bos willen groeien, moet je er ook een aantal snoeien. We zijn weer terug in de reële wereld.” Voor meer informatie: j.veuger@pl.hanze.nl en d.kootstra@pl.hanze.nl. Via Jan Veuger kunt u ook de barometer maatschappelijk vastgoed bestellen.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

11


Tekst Anje Romein Foto’s Martijn Buskermolen

TIEN PROFESSIONALS IN DISCUSSIE

‘Sport is een wezenlijk

vlnr: Wouter Stuive, Marcel Mathijssen en Hellen Velders

Het sportdomein is volop in beweging. Verenigingen hebben steeds minder vaste leden, budgetten nemen af en verenigingsmanagers trekken nieuwe functies aan voor hun accommodaties. Zoals taalles of kookcursussen. Ondertussen willen gemeenten dat burgers steeds meer zelf organiseren. Sommige burgers tonen initiatief, maar stuiten vaak op lastige regels van diezelfde gemeente. Hoe ziet de toekomst van de sport in onze samenleving eruit? 1. De toekomst van de sportvereniging staat onder druk en om te overleven vraagt vooral de benodigde transitie een noodzakelijke begeleiding vanuit de gemeente. Begeleiding vanuit de gemeente? We leven toch in een participatiemaatschappij, reageert Hellen Velders. Burgers moeten steeds meer zelf doen. Zij ziet in Amsterdam veel goede initiatieven van wijkbewoners. “Mensen komen zelf met ideeën. Goede voorstellen worden gehonoreerd, maar bewoners moeten ook met een plan komen om zelf geld te genereren. Soms is hulp nodig, maar vaak ook niet.” Helemaal vanzelf gaat het ook weer niet, ervaart Gerben van Duin. “We leggen

12

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

veel bij verenigingen neer. We moeten ze wel helpen bij initiatieven en een beetje sturen.” Als wethouder in Noordwijk (‘Papendal aan Zee’), wist Van Duin een bezuinigingsopgave om te zetten in investeringen in onder meer kunstgrasvelden en zwembaden. “Sport zit in het DNA van Noordwijk. Het geheim van ons succes is verbindingen leggen tussen alle partijen.” Michel Cenin heeft in Waddinxveen ook andere ervaringen. “Ik hoor vaak de klacht dat de gemeente tegenwerkt. Wil de korfbalvereniging kinderopvang organiseren, mag dat niet van de gemeente. Veel gemeenten zijn rigide en zitten vast aan lange procedures.” Robbert Bonsink deelt die ervaring. Gemeenten moeten beter faciliteren, vindt hij. Meewerken


EXPERTMEETING sport

onderdeel van het zijn’

DEELNEMERS: vlnr: Robbert Bonsink, Theo Fledderus en Michel Cenin

in plaats van tegenwerken. Zelf zet hij zijn plannen meestal gewoon door. Bonsink is verenigingsmanager van sportpark Marslanden in Zwolle. “Taallessen voor inburgeraars mag eigenlijk niet in de sportkantine, we zijn het toch gaan doen. Omdat het nu zo’n succes is krijgen we alle medewerking.” De ontwikkeling van nieuwe functies binnen het sportdomein gaat snel. Een sollicitatietraining voor bijstandsgerechtigden in combinatie met sport werkt positief. Net als val­ preventie voor ouderen of huiswerkbegeleiding voor jongeren. Deze nieuwe taak van sportclubs vraagt wel om een andere houding van de gemeente, stelt Peter Jan Bakker vast. Niet meer ‘wij weten wat goed voor u is’, of ‘dat mag niet’, maar faciliterend en ruimte gevend met behoud van regie. Lang niet elke gemeente is al zo ver. Ook verenigingen moeten wennen aan hun nieuwe rol, waarbij ze niet alleen sport organiseren, maar ook andere activiteiten. Cenin: “Sommige verenigingen komen niet verder dan ‘hoe krijg ik de lijnen op het veld gekrijt?’ Die clubjes redden het niet meer in de toekomst. De subsidie houdt op en er zijn onvoldoende

• Peter Jan Bakker

adviseur maatschappelijk vastgoed ICS-adviseurs

• Michel de Boer

projectcoördinator, Gelderse Sport Federatie

• Robbert Bonsink

verenigingsmanager sportpark Marslanden Zwolle

• Michel Cenin

adviseur Sport en Accommodaties, gemeente Waddinxveen

• Gerben van Duin

wethouder gemeente Noordwijk

• Theo Fledderus

sportbestuurder, o.a. algemeen directeur KNSB a.i. (gespreksleider)

• Hans Hesselink

sportadviseur Alkmaar sport

• Marcel Mathijssen

senior adviseur MO Groep

• Wouter Stuive

adviseur en projectmanager KYBYS Ingenieurs en Adviseurs

• Hellen Velders

intensiveringsmanager sportparken/sportmakelaar Amsterdam

vrijwilligers.” Vallen deze kleine clubjes in de toekomst echt om? “Dat hoeft niet”, zegt Van Duin. “Ze vallen om als de subsidie wegvalt. Maar welke keuze maak je als gemeente? Als je de verenigingen ziet als het kloppend hart van de samenleving dan heb je er geld voor over om ze te versterken. Dat verdien je later terug. In geld, maar ook in welzijn en zorg.”

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

13


Gerben van Duin (l) en Hans Hesselink

2. Sporten en bewegen is cruciaal in het bereiken van participatie en sociale cohesie binnen een lokale samenleving. Weg met de verkokering en op naar integraal sport- en welzijnsbeleid. Een stelling die Marcel Mathijssen helemaal onderschrijft, hij zou het zelfs nog breder willen trekken. Ook gezondheidszorg, participatie en jeugdzorg horen thuis in één grote beleidsvisie. Bovendien moet de vrijetijdseconomie een plek krijgen in dat beleid, vindt Michel de Boer. “Skeelerclub Oost-Veluwe wil in de zomer toeristen een arrangement bieden, bijvoorbeeld in combinatie met een hotelovernachting. Dit soort maatschappelijk ondernemerschap is noodzakelijk en moeten we stimuleren.” Bonsink toont zich in zijn functie als verenigingsmanager ook zo’n ondernemer. Deze functie is bezig aan een opmars. Een verenigings­ manager bedient allerlei doelgroepen voor een sportaccommodatie, van jeugdige sporters tot werkzoekenden. Hij organiseert, legt verbindingen, verzorgt de marketing, enzovoort. “Die professionalisering helpt enorm”, zegt Velders. Wouter Stuive ziet ook de kracht van zo’n professional die het overzicht heeft. “Er moet een aanjager zijn om sport en welzijn te integreren, niets gaat vanzelf. Op deze manier kun je de kracht van vrijwilligers, gemeente en ondernemers bundelen.” Bonsink is zo’n aanjager. “Maar het blijft wel maatwerk”, waarschuwt hij. “Wat bij ons past, past elders niet.” Er zijn dus goede manieren om deze integrale aanpak van sport, welzijn en participatie op gang te brengen, zegt Cenin, maar ondertussen zijn er ook gemeenten die nog steeds in vakjes denken en alleen maar bezuinigen. Integraal en gebiedsgericht werken is nog niet overal usance. Waarom stonden ze in Noordwijk wel open voor verandering en lukte het daar wel sport te koppelen aan het sociale domein? “Ik moest in 2002 ook bezuinigen en veel praten om collega’s te overtuigen”, zegt Van Duin. “Dat is gelukt. Politiek is het ook slim om je geliefd te maken bij tienduizenden

14

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

verenigingsleden. Dan moet je wel duidelijk kunnen maken dat je investeringen in sport maatschappelijk rendement opleveren. Er zijn zoveel haakjes met andere beleidsterreinen. Integratie, jongeren, obesitas­ problematiek. Sport is een wezenlijk onderdeel van het zijn.” 3. Het feit dat sportverenigingen steeds meer verantwoordelijkheden krijgen en sportparken steeds vaker worden geprivatiseerd staat openstelling van het sportpark in de weg.

“Verenigingen hebben een maatschap­ pelijke rol en kunnen signaleren.”

Het lijkt een paradox. Bij privatisering van sportparken hebben verenigingen de neiging om sportparken af te sluiten om hun ‘bezit’ veilig te stellen. Maar dat zit de gewenste openheid in de weg. Michel de Boer: “We moeten geen hekken plaatsen, maar laten zien dat we open staan voor de maatschappij. Maar de verenigingen zien beren op de weg, zoals vandalisme en verloedering.” Kan de gemeente hierin een rol in spelen? Velders adviseert gemeenten te durven loslaten, maar tegelijk oog te houden voor het vakmanschap van beheer. “In Amsterdam hebben we sportparken opengesteld voor iedereen. We hebben veel geïnvesteerd in de omgeving tussen de velden met veel groen om te recreëren. Dat beheren is heel specialistisch werk.” Hans Hesselink valt haar bij: een sportpark exploiteren is een vak. “Je kunt het niet aan de clubs overlaten. De gemeente is eigenaar en financieel verantwoordelijk. Er is efficiënt onderhoud en beheer nodig.” Het zal per situatie verschillen, verwacht Bakker. “Het gaat om maatwerk. Privatisering of niet, de toekomst van sportparken hangt af van de openstelling voor andere functies.” Hesselink beaamt dit: “Het goed exploiteren van een sportaccommodatie met een maatschappelijke pet op, die kant gaat het op. Ook traditionele hockey­ verenigingen voegen nieuwe functies toe. Dus: ‘hekken weg’, maar alleen met goed beheer. Een kunstgrasveld


EXPERTMEETING sport

Michel de Boer (l) en Peter Jan Bakker

is een kostbaar bezit.” Het probleem is volgens Stuive dat de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud, maar inkomsten bij clubs terechtkomen. “De velden zijn na acht jaar op, de gemeente moet nieuwe investeringen doen. Die verantwoordelijkheid zou je bij de clubs neer moeten leggen.” Dat is inderdaad een probleem, zegt Bonsink: “Veel verenigingen hebben geen idee dat de gemeente het grootste deel betaalt. Dat moeten we zichtbaar maken.” Ook op dit gebied kunnen de ‘hekken weg’, vindt Stuive. “Alle betrokken partijen moeten informatie over inkomsten en uitgaven rond beheer, onderhoud en exploitatie meer met elkaar delen. Transparantie geeft vertrouwen en commitment. Ook dat valt onder de noemer ‘open sportpark’.” Hebben sportverenigingen überhaupt nog bestaansrecht? Als het aan Bonsink ligt ben je straks geen lid meer van een vereniging, maar van een sportpark dat zowel een gevarieerd sportaanbod biedt als sociale activiteiten. Daarvoor is openheid een vereiste. “Hekken weg dus”, concludeert gespreksleider Theo Fledderus. Het sportpark is er voor iedereen. Ook voor een groep bewoners die een bootcamp willen organiseren of fitness in de openbare ruimte. “Zelfs voor de indivi­duele hardloper”, vult Van Duin aan. “Ook die meerderheid van ongeorganiseerde sporters kun je aan je verbinden door accommodatie vrijblijvend ter beschikking te stellen. Zo ontstaat één grote omni­ vereniging.” 4. Sportverenigingen dienen zich te ontwikkelen tot een open club. Verenigingen die achterblijven en de gevraagde veranderingen niet willen doorvoeren worden financieel gekort. “Deze stelling gaat mij veel te ver”, zegt Hesselink. “Een kleine badmintonclub die gewoon de zaal wil huren ga je toch niet korten? Ik voel eerder iets voor het stimuleren van sociale initiatieven met een bonus.” Van Duin is minder afwijzend. Hij vindt dat de gemeente

best een wederdienst mag vragen aan sportverenigingen. Maak daarbij ook zichtbaar wat je als gemeente doet en wat dat zoal kost. “Verenigingen hebben een maatschappelijke rol en kunnen signaleren. Gaat het wel goed met iedereen? Is er misschien hulp nodig? Als het nodig is kunnen ze doorverwijzen. Of ze kunnen thema’s oppakken, zoals gezonde voeding. Verenigingen moeten er misschien aan wennen, maar ik wil graag iets terugzien. Zo niet, dan ga ik het gesprek aan.” Ook dit ligt genuanceerd, vindt De Boer. “Er zijn grote verschillen tussen grote en kleine clubs, tussen binnenen buitensport. Het is maatwerk.” Maatwerk, maar ook samenwerking, stelt Fledderus vast. “Je hoort vaak dat gemeenten steeds meer taken afstoten en zeggen ‘red het zelf maar’, maar ik hoor hier aan tafel veel meer over samendoen. Je schuift taken af, maar blijft betrokken en gaat het gesprek gelijkwaardig aan.”

“Sommige verenigingen komen niet verder dan ‘hoe krijg ik de lijnen op het veld gekrijt?’ De subsidie houdt op en er zijn onvoldoende vrijwilligers.”

5. Om de kanteling van de sportverenigingen succesvol te laten zijn, is een gezamenlijke visie noodzakelijk. Jazeker, vindt Mathijssen. En niet alleen gemeente en sportverenigingen zijn hierbij partij. Ook maatschappelijke organisaties en het hele sociale domein. Hesselink is wat voorzichtiger. Mooi, een visie, maar laat ook ruimte. “Ik geloof in richting geven, maar omschrijf niet alles van tevoren. Geef het samen vorm, maar leg niet te veel vast.” Kunnen we tot slot van deze discussie het thema samenvatten in één woord? In de toekomst van het sportbeleid gaat het om: maatwerk – verbinding – het verhaal vertellen – samendoen – visie – het maatschappelijk rendement zichtbaar maken – de kracht van de sportinfrastructuur gebruiken – integraal denken – kansen zien – samen ondernemen. De vertaling van het debat vindt plaats op de VSG kennisdagen op 21 april en 26 mei 2016. Voor meer informatie neemt u contact op met Sibo Arbeek op 06-22267795.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

15


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Martijn Buskermolen

SOCIAL MARKETING ALS DE NIEUWE REGIE

Van maatschappelijk vastgoed naar samenredzaamheid

En toen ontstond een nieuw begrippenkader: zelfredzaamheid wordt samenredzaamheid; een bestemmingsplan wordt een ontstemmingsplan, regelarme wijken worden regelvrije wijken en kernen. Kansarm is altijd ook kansrijk. En er is geen sprake van een revolutie binnen de zorg, maar een evolutie. De gemeente regisseert niet maar is partner. Verslag van een mooie discussie.

R

oosmarijn Peet presenteert als organisator van de discussie vier typen van maatschappelijk vastgoed met een zorgfunctie als toekomstige places to be: het woonzorgcentrum met wijkfunctie, het multifunctioneel trefpunt, de vitale sportvereniging en de huiskamer in de buurt. Welk model is het meest vernieuwend en kansrijk? Marielle Wetzels reageert: “Het model van de vitale sportvereniging lijkt me kansrijk, omdat daar zoveel mensen op natuurlijke manier samen komen. Rogier reageert: “Maar sportparken liggen vaak decentraal en zijn daardoor minder toegankelijk voor bepaalde doelgroepen.” Karel Dollekens geeft een voorbeeld van een voetbalvereniging die daken thuislozen en ouderen betrekt, waardoor de verbondenheid met de vereniging toeneemt: “Het gaat erom dat mensen elkaar ontmoeten, zonder

16

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

dat ze ervaren dat het om ontmoeten gaat; dan heb je een trefpunt.” Karel verder: “In de wijken Geeren en Hoge Vucht in Breda is het buurtcentrum ONS onderdeel van een regelvrijezone. Mensen met een uitkering kunnen iets doen voor de eigen wijk zonder dat de gemeente beperkt of regels oplegt. Het bestemmingsplan is aangepast, om ook semi commerciële en commerciële activiteiten mogelijk te maken. Die wijk bruist en inmiddels wil ook de reguliere horeca meedoen. Je moet niet alleen oplossingen vinden die minder kosten, maar ook meer opleveren. Geef mensen korting op de huur wanneer ze energie in de wijk steken. Bijvoorbeeld ook het project opgeruimd Breda, waarbij je de sociale cohesie verbetert door een prestatieafspraak over het zelf schoonhouden van de buurt. Burgerparticipatie gaat niet vanzelf; de mate van sociale


EXPERTMEETING Zorg

cohesie in veel dorpen in Brabant is af te lezen van de grootte van de carnavalswagens. We laten nu een dorp een burgerbegroting opstellen, waarbij 1.000 mensen meedenken. In de volgende fase betrek je het maatschappelijk vastgoed; dan krijg je de koppeling met dagbesteding en preventie. Denk aan een huiskameractiviteit.” GRAND CAFÉ & TOKO René Röling vanuit zijn rol als zorgaanbieder: “Zzp-groepen 1 tot en met 3 wonen langer zelfstandig thuis. Wij proberen hen zoveel mogelijk te bedienen en moeten meer ondernemend denken, zonder dat we ons imago verliezen en los raken van onze roots. Hoe ver moet je gaan? Rogier knikt: “De drempel naar de buurt is vaak lastig te nemen en veel zorgaanbieders realiseren zich nu dat ze aan de bak moeten en dat zorg veel breder wordt.” Karel: “En dat kan ook; het Molukse woonzorgcentrum Raffy in Breda heeft een Grand Café & Toko voor bewoners in de stad en dat loopt fantastisch. Een goed voorbeeld waarbij het niet meer om gebouwen, maar veel meer om accommoderen en een onderscheidend concept gaat. Het buurthuis van de toekomst is heel plat en heeft te maken met activiteiten waar mensen op af komen. Daar ligt de prikkel. Een financieringsmodel moet dus niet meer aan het gebouw maar aan de activiteit worden gekoppeld. En die activiteit moet aantrekkelijk zijn.” VERDIENMODEL “Verbinden en ontschotten is de gemeenschappelijke uitdaging”, stelt Anneke Speelman, maar je moet wel realistisch zijn; als er geen verdienmodel is, werkt het niet en stel je alleen maar mensen teleur. Je hebt sterke krachten in de samenleving nodig om ook de zwakkeren te bereiken.” Roosmarijn vult aan: “Een zorgcorporatie in Mariënvelde gaat met middelen vanuit de WMO een MFA ontwikkelen, waar ook zorgdiensten worden aangeboden. Die verbinding met vastgoed maakt ze kwetsbaar, want duurzaam exploiteren wordt steeds lastiger. Valt een aanjager weg dan heb je geen continuïteit meer.” Karel knikt: “We hebben in Breda 18 wijkcentra afgestoten en de overige worden door stichtingen beheerd, die vaak kwetsbaar zijn. Wat we nu willen, is om vanuit wijkplatforms een back up voor de stichtingsbesturen te organiseren. Daar zitten allerlei beroepsgroepen in, die ervaring kunnen inbrengen. Daarmee houd je besturen in het zadel en deel je de zorg rond de exploitatie breed. Dat kan in elke wijk anders georganiseerd worden. Ik geloof wel in een coöperatief model voor wijken; dat geeft meer ruimte voor zelfontwikkeling en -beheer. De gemeente moet partner worden en de regie loslaten. Ik noem dat social marketing, waarbij je veel meer aansluit bij de leef- en belevingswereld van de doelgroep.”

INTEGRAAL BELEID Roosmarijn brengt de stelling in dat gemeenten zich vaak onvoldoende bewust zijn van ander dan het eigen vastgoed. Toch is een vorm van integraal beleid en afstemming nodig, om de vraag uit de wijk meer op maat te kunnen vertalen. Karel reageert: “Wij proberen te kantelen, maar de gemiddelde leeftijd van de ambtenaren is tegen de vijftig met meer dan twintig dienstjaren. We hebben een prachtige uitvoeringorganisatie, maar voordat je het in de gaten hebt zijn er weer meer regels dan minder. Het zit kennelijk in de genen van de gemeente.” René herkent dat: “Veel gemeenten hebben energie gestoken in de vraag waar de zorg zit. Er is geïnventariseerd en er zijn speed dates georganiseerd. Daar hield de regierol op. Maar ik ben er ook geen voorstander van dat de regie bij de gemeente ligt; de woningcorporatie en zorgaanbieder hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. Overigens merken wij niet dat wij in onze onderhandelingen met woningcorporaties een bijzondere positie hebben omdat we een zorgpartij zijn. Hoezo maatschappelijk rendement belonen?” Anneke reageert: “Het gaat om de hoevraag helemaal

DEELNEMERS: • Karel Dollekens

adviseur sociaal domein, gemeente Breda,

• René Röling

manager Huisvesting & Inkoop, Middin

• Rogier Goes

adviseur, Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg

• Erna van Holland lector Master of Urban and Area Development, eigenaar COB-WEB advies • Sibo Arbeek

partner ICSadviseurs, hoofdredacteur Schooldomein

• Anneke Speelman

senior adviseur zorg, HEVO

• Marielle Wetzels

adviseur zorg ICSadviseurs

• Roosmarijn Peet student Master Of Urban and Area Development, adviseur, ICSadviseurs

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

17


NIEUWE PARADIGMA’S

“Het gaat erom dat mensen elkaar ontmoeten, zonder dat ze ervaren dat het om ontmoeten gaat.”

18

SCHOOLDOMEIN

aan de voorkant van het proces. Misschien moet je wel een vastgoedbank openen, waarin al het vastgoed wordt ingebracht en waarin het verlies en de winst onderling wordt verevend. Met zoveel leegstaand vastgoed en onrendabele toppen is het wenselijk om een brede maatschappelijke discussie te voeren omtrent wat zijn kansrijke locaties en gebouwen en wat niet.” Karel knikt: “Je moet kijken waar financieel en maatschappelijk rendement elkaar versterken. We moeten toe naar een civic economy, waarbij gemeente instrumenten inzet als een ontstemmingsplan en naar regelvrije zones.” Erna van Holland: “Helemaal goed en we moeten dus niet meer in etiketten denken. Dus geen kwetsbare doelgroepen meer, maar aanhaken bij wat mensen wel kunnen. Dat moet je in die civic economy opzoeken en faciliteren. En ruimte voor toeval bieden.” EVOLUTIE René vult aan: “Ik zie de transformatie in de zorg dan ook niet als een revolutie maar als een evolutie, maar nu even in een hoge versnelling. Zorg gaat de samenleving weer in, maar de transformatie is lastig.” Erna

maart 2016

• zelfredzaam wordt samenredzaam • bestemmingsplan wordt ontstemmingsplan • kansarm wordt kansrijk • revolutie is evolutie • regelarm wordt regelvrij

knikt: “Ik ben op zoek naar het evenwicht tussen het loslaten en het vangnet dat er dan moet zijn.” Karel reageert: “Je moet vertrouwen hebben in bewoners, dat er een nieuwe samenredzaamheid ontstaat met partners, bewoners, zorgvragers en de gemeenten als partner. Vertrouw erop dat niet alles van te voren geregeld hoeft te worden.” Marielle knikt: “Probeer gedifferentieerd aan te bieden, zodat iedereen een keuze heeft.” René ten slotte: “Zorg gaat toch wel de kant van de harde commercie op. We hebben ondernemersbloed nodig om aan de harde ondernemerskant te acteren. Dat zal wel even wennen worden, maar we werken eraan.” Voor meer informatie, of een exemplaar van haar Master­ scriptie over dit thema, neemt u contact op met Roosmarijn Peet: 088-235 04 00. Frank Los heeft als tekenende luistervink visuele notulen gemaakt van deze bijeenkomst (zie afbeelding).


HET ONDERWIJS VERANDERT... Leerlingen hebben meer creativiteit en praktijk nodig om hun professionele leven met de nodige kennis en vaardigheden in gang te zetten. Dit beïnvloedt de manier waarop VANERUM denkt over meubilair en technologie in het klaslokaal en zorgt voor verandering en innovatie in designs en in de manier waarop interactieve, geïntegreerde en

inspirerende

oplossingen

worden

vernieuwd, veranderd en toegepast. VANERUM speelt in op deze verandering door het creëren van i3 leeromgevingen. i3

staat

voor

de

synergie

tussen

interactiviteit, integratie en inspiratie. De combinatie van het gebruik van audiovisuele oplossingen en meubilair, al dan niet geïntegreerd,

maakt dat

VANERUM een unieke aanbieder is binnen de onderwijsmarkt.

Bij VANERUM beschouwen we onze missie als volbracht wanneer we er toe kunnen bijdragen dat kinderen hun schoolplicht ervaren als een recht om te leren. Als u vrijblijvend een afspraak met een van onze medewerkers of meer informatie wenst, neem dan contact met ons op via 030–212 20 10 of mail naar info@vanerum.nl.

VANERUM NEDERLAND Duwboot 89 3991 CG Houten Nederland

T +31 (0) 30 212 20 10 F +31 (0) 30 212 20 11 info@vanerum.nl www.vanerum.nl


Tekst Janet van Oort en Guido van de Weem

RENOVEREN VOOR TOEKOMSTGERICHT LEREN:

De gouden tips Het was een speellokaal vol op 27 januari in het gerenoveerde CBS De Nieuwe Haven in Rotterdam. Een mooi voorbeeld van de Rotterdamse aanpak, waar gemeente en schoolbesturen samen werken aan het verduurzamen van waardevolle schoolgebouwen. De expertmeeting, georganiseerd door ICSadviseurs, leverde een levendig debat op tussen de voorlopers op het gebied van renovatie en resulteerde in een aantal gouden tips.

L

id College van Bestuur van PCBO Rotterdam Piet Monster gaat in discussie met project­ manager Remco Berghuis van dienst Stads­ ontwikkeling gemeente Rotterdam. Piet: “Als schoolbestuur is het van belang om het doel voor ogen te houden. Dat is samenwerken vanuit vertrouwen en dan maakt het niet uit of je dat door­decentralisatie of iets anders noemt.” De gemiddelde leeftijd van Rotterdamse schoolgebouwen is hoog en dat betekent dat de focus ligt op verduurzamen. In Rotterdam heeft dit geleid tot een soepel proces waarbij partijen in goed overleg met elkaar naar de opgave hebben gekeken. Het doel blijft om een plek te creëren waar kinderen zich thuis voelen. Is dat een goede kenschets van de Rotterdamse aanpak? Remco:

GOUDEN TIPS VAN DE EXPERTS 1) Opereer als partners, deel je kennis, hou het doel voor ogen en probeer er als onderwijs en gemeente in dialoog uit te komen in het belang van het onderwijs;

“Ik ben het met Piet Monster eens; het gaat om het vertrouwen, want je gaat een partnerschap aan voor een langere periode. Wij benaderen een specifieke opgave als een business case, waarbij we letten op aspecten als binnenmilieu, asbest, aanpasbaarheid, flexibiliteit, boekwaarde, bestemmingsplan, sloopkosten en grondkosten, maar ook de positie in de wijk, de bereikbaarheid van het gebouw en natuurlijk de emotie. Vervolgens kijken we welke investeringen gepaard gaan met deze ambities, hoe deze kunnen worden gedekt en maken we een afweging tussen scenario’s. Thomas Vullings van Thomas Architecten heeft het ontwerp voor renovatie van OBS Bloemhof in Rotterdam gemaakt: “Wanneer je een bestaand gebouw renoveert voor modern onderwijs moet je zowel technisch als functioneel water bij de wijn doen. Maar renoveren biedt wel kansen voor een integrale oplossing en nieuwe verbindingen tussen gebruiker, gebouw en gebied.

2) Bezint eer ge begint en beoordeel de opgave vanuit het perspectief van het gebouw, de locatie en de omgeving; 3) Benader de transformatie als nieuwbouwopgave en maak de kwaliteiten van bestaande gebouwen zichtbaar en voelbaar; 4) Zorg ervoor dat het gebouw werkt zoals het ontworpen is en train de gebruikers; 5) Besteed aan de voorkant meer aandacht aan de levensduur van investeringen en reken de exploitatie over de verwachte levensduur door; 6) Maak met bouwkundige maatregelen bestaande scholen weer simpel en low-tech fris; 7) Kies voor lokaal maatwerk in de techniek, sta open voor de nieuwste ontwikkelingen en kies voor gebruiksvriendelijke oplossingen; 8) Houd je ogen altijd open voor aanvullende financiële middelen die beschikbaar zijn en benut deze zo goed mogelijk; 9) Zorg ervoor dat je aan de achterkant krijgt wat je aan de voorkant hebt gevraagd en zet hiervoor de juiste expertise in.

20

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

ELK SCHOOLGEBOUW IS HET WAARD Wilma Kempinga van Mevrouw Meijer heeft een missie: ”Laat zien wat je zou kunnen willen”. Elk schoolgebouw is het waard om getransformeerd te worden en een tweede leven te hebben, ook de schoolgebouwen uit de jaren ’50 en ’60 waar : “onze aanpak is gericht op ontwerpend onderzoek naar de transformatie van schoolgebouwen. We maken een programma van eisen, geven een ontwerpopdracht voor een getekend PvE/ VO aan drie lokale architecten zonder ervaring met scholenbouw en starten een participatieproces waarin alle betrokkenen worden geïnformeerd en mee kunnen denken. De berekening van de kosten door een kostencalculator laat zien wat het financiële verschil tussen de scenario’s is. Dat levert veel meer inzichten op over het onderwijs en de ideale leeromgeving dan traditioneel gebeurt.” Inzicht in de investeringskosten is niet voldoende


EXPERTMEETING

voor een goede afweging van scenario’s. David Meijer van Vitruvius Bouwkostenadvies: “Besteed aan de voorkant veel aandacht aan de levensduur van investeringen en reken de verwachte exploitatielasten door zodat je een afweging kunt maken op basis van de Total Cost of Ownership. Gerike Ritsema van de gemeente Leeuwarden betoogt dat nieuwbouw zeker niet zaligmakend is. Bestaande bouw biedt veel kansen, ook voor de realisatie van integrale kindcentra. Maar je moet deze kansen wel willen zien met elkaar. Veel gebouwen zijn in de loop der tijd dichtgeslibd. LOW TECH OPLOSSINGEN Ronald Schilt van Merosch steekt scherp in: “Veel scholen uit de eerste decennia na 1980 zijn bouwkundig van lage kwaliteit. De maatvoering is krap, de ruimten zijn laag en het binnenklimaat is er slecht. Hierdoor zijn investeringen bij transformatie naar de huidige normen hoog. Eigenlijk zou je deze gebouwen moeten slopen.” Steven Schulze van Broekbakema Architectuur reageert: “Maar schoolgebouwen uit de jaren ‘50 en ‘60 voldoen voor 80% aan de Frisse Scholen norm op het gebied van daglicht, vrije hoogte, spuivoorzieningen en toiletten met een raam om te ventileren. Ze hebben overmaat en robuuste wand- en

“De gebouw­ installaties van nu, vormen de Radar uit­ zendingen over vijf jaar.”

vloerafwerkingen. Dit kan met de huidige budgetten niet meer in nieuwbouw worden gerealiseerd. Ronald Schilt van Merosch stelt: “De gebouwinstallaties van nu, vormen de Radar uitzendingen over vijf jaar. Opdrachtgevers realiseren zich vaak niet wat ze in huis halen.” Steven knikt: “We zijn een beetje doorgedraaid in het bedenken van (installatie)technische oplossingen om aan de hedendaagse normen voor een fris schoolgebouw te voldoen. Soms is een lowtech oplossing die iedereen snapt beter, in plaats van de ingewikkelde installaties die voor een gemiddelde gebruiker onmogelijk te doorgronden zijn. Sta open voor de nieuwste technische ontwikkelingen, zorg voor gebruiksvriendelijke oplossingen en creëer daarmee meer betere leerruimte. Door normatief denken gaan we voorbij aan de basiskwaliteiten van bestaande gebouwen en haar betekenis in de omgeving..” Wilma Kempinga tenslotte: “Kijk vooral goed naar de historie van het gebouw. Wanneer is het gebouwd, wat is de visie, welke kwaliteit heeft dat opgeleverd? Elk gebouw kan getransformeerd worden. En bekijk de transformatieopgave als een nieuwbouwopgave. Dat levert verrassend nieuwe inzichten op.” Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

21


Tekst Albert Hulshoff (AHB-Consultancy.nl) en Irma Thijssen (RVO.nl) Foto’s Albert Hulshoff

Prestatiecontract biedt basisschool frisse lucht en perspectief VBS De Regenboog in Eindhoven is de eerste school in Nederland met een 15 jarig prestatiecontract, waarin afspraken zijn vastgelegd over onderhoud, energiezuinigheid en het binnenklimaat. Directeur Emiel Link is zeer tevreden over de ‘ESCo’ die dit verzorgt. “Het is een spannende keuze. Maar er is een groot onderling vertrouwen, en als er iets hapert, staan ze meteen op de stoep. Goede dienstverlening heeft z’n prijs, maar wij hebben nu jarenlang een gegarandeerd gezonde school en kunnen zelfs toekomstige maatregelen financieren.” INVESTERING EN JAARLIJKSE VERGOEDING

MAATREGELEN VBS DE REGENBOOG

Kosten nieuwbouw en renovatie (951 m2 BVO): - Bouwkundig € 1.280.000 - W- en E-installaties € 270.000

- Gebalanceerde ventilatie met WTW - Centraal opgestelde luchtbehandelingskasten - Rendement warmtewiel 85% - Lage temperatuur lucht- en vloerverwarming - CO2-sensoren - Lucht-warmtepomp - Isolatie en goede luchtdichtheid - LED-verlichting - Hoogwaardige regeltechniek

Jaarlijkse vergoeding prestatiecontract (Hele gebouw; 2.737 m2 BVO): - Onderhoud en beheer € 5.600 + MOP-gelden - Energie € 38.000 Alle bedragen zijn inclusief BTW

V

rije basisschool (VBS) De Regenboog in Eindhoven is gehuisvest in een monumentaal schoolgebouw uit de jaren 50. In 2014-2015 is het gebouw uitgebreid en deels gerenoveerd. Deze delen van het schoolgebouw beschikken nu over een goed binnenklimaat. De installaties zijn ontworpen en aangelegd door ESCo Ovvia uit Veldhoven. Ovvia garandeert gedurende 15 jaar een optimale en energiezuinige werking van de klimaatinstallaties en binnenklimaat Frisse Scholen klasse B. Dit is vastgelegd in een innovatief prestatiecontract, waarin ook afspraken zijn gemaakt over het fris en energiezuinig maken van het resterende gebouwdeel en zélfs over de gebruikerstevredenheid. Emiel Link: “Ik vind het werken met een prestatiecontract spannend. Maar als je een partij vindt om mee samen te werken op basis van vertrouwen levert dit zeker meerwaarde op. De mensen van Ovvia stellen zich zeer coöperatief op en geven mij het gevoel dat zij naast ons staan. Als wij bijvoorbeeld advies nodig hebben over dakisolatie denken zij met ons mee. Een goede keuze hierin is uiteraard ook in hun belang. En laatst werkte een

22

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

apparaat niet naar behoren. Zij gingen vervolgens in gesprek met de leverancier, met als uitkomst dat we een nieuw apparaat hebben gekregen plus 12 zonnepanelen ter compensatie. Het project is nu acht maanden geleden opgeleverd en nog steeds komen ze bijna wekelijks bij ons over de vloer om de laatste en nieuwe zaken goed geregeld te krijgen. Deze vorm van samenwerken is naar verhouding kostbaar. Maar goede dienstverlening heeft nu eenmaal z’n prijs. En met dit prestatiecontract hebben wij be­paalde risico’s afgedekt.” FINANCIERING Bij de uitbreiding en renovatie zijn vier lokalen bijgebouwd. Daarnaast zijn zes bestaande lokalen ingrijpend gerenoveerd. Deze lokalen zijn voorzien van isolatie en een hoogwaardige klimaatinstallatie, die ook voor verwarming en koeling zorgt. Hoe is dit alles gefinancierd? “In 2013 ontvingen we van de gemeente een beschikking voor uitbreiding. Deze toezegging was lang niet voldoende om er een energiezuinig en fris schoolgebouw van te maken. Er is voor maar liefst € 270.000,- aan klimaatinstallaties geplaatst. Dit alles


BESTUUR EN BELEID

Vooraanzicht VBS De Regenboog

Gang in het nieuwbouwdeel

om Frisse Scholen Klasse B te realiseren tegen een zo laag mogelijk energieverbruik. Deze hightech installatie kregen we nooit gefinancierd vanuit de gemeente. Wij bevinden ons echter in de bevoorrechte positie dat wij over relatief veel gelden beschikken uit vrijwillige ouderbijdragen. Hieruit hebben wij het ontbrekende deel betaald.” Heeft Ovvia een deel voorgefinancierd? “Nee, hoewel zij wel bereid waren om mee te financieren. Nu het prestatiecontract loopt, hebben zij al meerdere investeringen gedaan in aanvullende maatregelen, waaronder LED-lampen en binnenkort zonnepanelen. En laatst hadden we € 3.000,- ontvangen uit een duurzaamheidsfonds van de gemeente en wilden dit in LED-verlichting steken. Ovvia ging hier niet mee akkoord. Zij wilden deze investering zelf doen conform het prestatiecontract.” GROEIMODEL Met dit prestatiecontract is Ovvia de verplichting aangegaan het gehele gebouw en de installaties in een bepaalde conditie te houden. Hiervoor ontvangt het bedrijf jaarlijks zo’n € 5.600,- plus de materiële instandhouding van de school zoals vastgelegd in de meerjarige

Handenarbeidlokaal in het nieuwbouwdeel

onderhoudsplanning. Daarnaast ontvangt Ovvia jaarlijks € 38.000,- voor het leveren van de energieprestatie en het ‘fris en warm houden’ van de school. Dit bedrag is gelijk aan de jaarlijkse energiekosten die de school betaalde voor de verbouwing. Ovvia betaalt hieruit ook de energierekening. Emiel: “Wij hebben in het prestatiecontract vastgelegd dat van iedere euro die Ovvia op dit bedrag bespaart, 85% in een apart potje komt voor weer nieuwe investe­ringen. De resterende 15% is een bonus voor Ovvia. Een deel van de school, 13 lokalen, beschikt nu nog niet over luchtkwaliteit B. Ovvia heeft berekend dat het financieel haalbaar is om in de loop van de komende 15 jaar uit deze pot een ventilatiesysteem te betalen zodat straks de hele school beschikt over een goed binnenklimaat. Met dit contract hebben we dus een soort groeimodel afgesproken.” De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) ondersteunt scholen en marktpartijen bij het verduurzamen van scholen met tools en praktijkvoorbeelden. Zie www.rvo.nl/frissescholen, www.rvo.nl/esco en de themapagina over ventilatie www.rvo.nl/duurzaamgebouw. Meer over energiezuinige, gezonde en betaalbare scholen op www.greendealscholen.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

23


Tekst Guido van de Weem Foto’s HCMA Architecture + Design

Prijswinnaars Onze nieuwe Het project Onze nieuwe school stimuleert ondernemers, burgers en vooral ouders om vernieuwende onderwijsconcepten te bedenken. De vier winnaars gaan met de gemeente in overleg over het realiseren van hun concepten. En daar hoort een gebouw bij. Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten?

ALAN TURINGSCHOOL Alan Turing stond aan de basis van de kunstmatige intelligentie en beschikte over een unieke combinatie van eigenschappen die wij als leidraad nemen. De Alan Turingschool is een integraal kindcentrum, open van 8 tot 18 uur en dat 45 weken per jaar. Er is ruimte voor verlengde schooltijd, huiswerk en ontspanning. Vier ambities staan centraal: foutloos rekenen, schrijven en lezen; denkende doeners; breed opgeleide wereld­burgers, gezondheid vernieuwen betekent vooral: anders organiseren. Dat doen wij aan de hand van de nieuwste wetenschappelijke inzichten omtrent excellent onderwijs, dat bovendien gelijke kansen creëert voor kinderen uit verschillende sociale klassen. Zo biedt de Alan Turingschool een traploze overgang van primair naar voortgezet onderwijs, die een kind op zijn eigen snelheid kan maken. Daarnaast willen we een school zijn die beter aansluit op het leven van een druk gezin.

24

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

Locatie en gebouw De school moet makkelijk te bereiken zijn, ook met openbaar vervoer. We verwachten van de leerkrachten dat ze met het OV of de fiets reizen. Een goede en veilige buitenruimte voor sport en spel is cruciaal. Idealiter is er een tuin (in de buurt). In verband met de relatief grote basisgroepen zijn de basislokalen ongeveer 120 m² groot. De groepen moeten in verschillende groottes bij elkaar kunnen zitten. Er zijn grote ruimtes, ateliers en pleinen met individuele werkmogelijkheden. Omdat de groepsgroottes kunnen wijzigen en de school de komende jaren snel zal groeien, is een hoge mate van modulariteit nodig. Wanden en meubels zijn verplaatsbaar. Het gebouw van de school zal - op een zo kort mogelijke termijn - volledig circulair moeten zijn. Goede isolatie, muren delen met andere gebouwen, een warmtepomp en solar zijn hiervoor nodig. Verder hebben de inrichting en inventaris een lange levensduur. Idealiter is het meubilair tweedehands, en doen we - aansluitend op het maker-onderwijs - in huis de reparaties.


BESTUUR EN BELEID

School stellen zich voor

KIEM Veel jongeren halen op school niet het maximale uit zichzelf omdat ze zich niet thuis voelen in het huidige systeem van stilzitten en luisteren. KIEM is een onderwijsinitiatief dat het anders gaat doen; een vmbo school waar je actief bent. Binnen gestructureerde kaders worden leerlingen vrij gelaten om te experimenteren en hun eigen fouten te maken. De leraar zien we als activerende motor om te prikkelen en nieuwsgierigheid op te wekken. Dat doen we door de lessen anders te geven maar ook door anders met elkaar om te gaan.

Locatie en gebouw Dit stelt belangrijke voorwaarden aan het gebouw. Voor beweging is ruimte nodig. Binnen, maar zeker ook buiten. Leerlingen sporten op school iedere dag en krijgen ruimte om in alle standen te leren; zittend, lopend op de gang, schrijvend op de muur. Dit betekent afscheid van een traditioneel en klassikaal concept. Ruimten in de school zijn eigentijds, leefbaar en worden met betrokkenheid van onze leerlingen ingericht.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

25


KLEIN AMSTERDAM Basisschool Klein Amsterdam is de stad in het klein. De stad is het startpunt van een levensechte, contextrijke en coöperatieve leerervaring. De school als Tussenruimte waar thuis, de stad en de school samen komen. In de Tussenruimte leert en creëert iedereen. Leerling en leerkracht volgen dezelfde spelregels en werken samen. Het concept Tussenruimte is doorgevoerd in de werkwijze en visie van Klein Amsterdam, waarbij men leert en onderwijs ontwikkelt door samenwerking. We hebben verruimde openingstijden, werken met gelijkgestemde opvang en het rooster biedt culturele en creatieve ontwikkeling onder schooltijd. Daarnaast zijn er flexplekken voor zzp-ers, er is een professionele keuken en er zijn multifunctionele ruimte(s) met mogelijkheden voor exploitatie. Het thematisch onderwijs wordt vormgegeven door leerkrachten, kinderen en ouders in co-creatie met partners uit de stad. Locatie en gebouw De identiteit van de ruimtes wordt afgestemd op de leerbehoeften van kinderen. Het gebouw stimuleert leren buiten de klas en moedigt aan de ruimtes op een open minded en onorthodoxe wijze te gebruiken. De ontwikkeling of de herinrichting van een gebouw is een resultaat van nauwe samenwerking tussen architect en gebruikers. Het gebouw kan meerdere maatschappelijke functies samenbrengen. De fysieke Tussenruimte van Klein Amsterdam heeft twee dimensies. Er is de Tussenruimte met een publieke functie, voor de community. Daarnaast is er de Tussenruimte waar kinderen in kleinere groepen aan projecten kunnen werken. Klein Amsterdam maakt gebruik van de leeromgeving die de stad heet. Leren gebeurt overal. Op de fiets, in het park op de voetbalclub, in het theater, bij het bedrijf van je ouders en op het plein.

26

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

LATERNA MAGICA Laterna Magica is een integrale basisvoorziening voor brede vorming en gepersonaliseerd leren. Er zijn individueel doorgaande ontwikkelingslijnen van 0-12 jaar en in de toekomst van 0-18 jaar. Maatwerk is de standaard. Kinderen bepalen zelf mede hun leerroute. Ze experimenteren en onderzoeken met nieuwsgierigheid als bron. Bron waardoor je blijft leren. Opvang, onderwijs en ‘zorg’ zijn geïntegreerd, er wordt gewerkt vanuit één visie, één team en één leiding. Binnen een krachtige leeromgeving ontdekken kinderen wie ze zijn en hoe ze bij kunnen dragen aan het mooier maken van deze wereld. Elk kind heeft een eigen coach, ontwikkelingsplan, portfolio en werkt in een eigen unit. Kinderen worden gevolgd en gestimuleerd in hun sociale en persoonlijke ontwikkeling en doen wendbare kennis en vaardigheden op. Laterna Magica is 52 weken per jaar open van 7.30 tot 18.30 uur en bestaat uit meerdere zelforganiserende units. We verbeteren de toekomstkansen van kinderen door een goede combinatie van theorie en praktijk en door eerder te starten en later te selecteren op niveau en richting. In een leeromgeving die rijk is aan echte ervaringen en nieuwe media. Locatie en gebouw Het gebouw en haar omgeving stimuleren Natuurlijk Leren en zijn geschikt voor alle leeftijden. Laterna Magica 0-18 is opgebouwd uit mini-scholen van maximaal 100 leerlingen. Deze eenheden liggen in overzichtelijke units die kleinschaligheid bewaren. Er is ruimte voor zorg, sport, cultuurbeoefening, werken in de moestuin, koken en eten, workshops en presentaties in werkplaatsen en ateliers. Ook de inrichting van het gebouw is volledig op Natuurlijk Leren in units aangepast. Dit betekent dat iedere unit beschikt over de voorzieningen om als school te functioneren. Het nieuwe gebouw kan bij uitstek flexibel gebouwd worden voor onderwijs én andere geplande wijkvoorzieningen zoals sport, theater, bibliotheek en een restaurant, zodat het kan ‘mee-ademen’ als de leerlingenaantallen stabiliseren of licht dalen.


Kort nieuws

Column

DGMR LEED Accredited Professional

D

GMR heeft sinds 1 januari 2016 een LEED Accredited Professional in huis en is daarmee geautoriseerd om LEED-projecten te begeleiden. Ook volgens dit Amerikaanse beoordelingssysteem maken we aantoonbaar dat een gebouw duurzaam en kwalitatief hoogstaand is. LEED wordt in Nederland steeds vaker gevraagd als beoordelingsmethodiek. Met name bij internationaal georiënteerde beursgenoteerde bedrijven of bijvoorbeeld bij luchthavens, die internationaal opereren. Met LEED tonen ze aan dat een project daadwerkelijk duurzaam is, meer productiviteit oplevert en de gezondheid bevordert. Als LEED Accredited Professional beschikt DGMR over een brede en diepgaande kennis over duurzaam bouwen en de toepassing van de LEED-systematiek. DGMR deed inmiddels veel ervaring op in het begeleiden van toonaangevende projecten en het realiseren van hoge duurzaamheidsambities met een team van BREEAM-experts en -assessoren. Dit breiden wij nu verder uit door onze kennis over LEED in projecten toe te passen. LEED staat voor Leadership in Energy and Environmental Design en kent vier scores: Certified, Silver, Gold, Platinum. In de Verenigde Staten is LEED dé methode om duurzaamheid van gebouwen te beoordelen. In Nederland zijn tot en met 2015 veertien projecten met LEED beoordeeld. In Nederland kennen we met name de BREEAM-NL systematiek, die als vergelijkbare methode kan worden gezien. DGMR kan u begeleiden bij het certificeringsproces, maar ook helpen bij het opstellen van ambities en eisen in de beginfasen van projecten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Martin Bijleveld, LEED Accredited Professional bij DGMR: 06-50739880, mby@dgmr.nl.

TechniekTrofee 2016

W

etenschap & Techniek staan volop in de belangstelling, ook in het primair onderwijs. Per 2020 moet W&T een vaste plek hebben in het basisonderwijs. Vooruitlopend daarop zijn veel basisscholen al bezig met het verankeren van W&T in hun lesaanbod, of met het ontwikkelen van ideeën daarvoor. Op die scholen richten TechniekTalent.nu en het Ir. W. Maas Geesteranus Fonds de schijnwerpers met de TechniekTrofee 2016. Scholen kunnen vanaf vandaag inzenden via www.techniektalent.nu/techniektrofee.

HELDERE AMBITIES Een regenachtige zondag nodigt uit tot zonnige lectuur, dus ‘Onderwijs2032’ ter hand genomen. Ik ga er vanuit dat de opstellers de volle breedte van onze toekomstige onderwijspopulatie op het netvlies hebben gehad. De vele positieve en bedachtzame reacties zal ik niet aanvullen, wel viel mij op dat toekomst­gericht onderwijs aandacht heeft voor zowel ‘meetbare’, als ‘merkbare’ leeropbrengsten. Naast een boeiende opdracht voor toekomstig onderwijs, ook uitdagend voor degenen die deze opbrengsten mogen meten. Toekomstgericht onderwijs start in het basisonderwijs. Dit geeft de mogelijkheid om aandacht te vragen voor deze onderwijscategorie. Inmiddels wordt ‘werkdruk’ door onderzoek voldoende aangetoond. Mij rest dan ook om verbazing uit te spreken over een ‘bijkomstigheid’ naast deze werkdruk. Een gemiddelde docent in een basisschool heeft nog steeds een opmerkelijk lager salarisuitzicht, dan een gemiddelde docent in een vo-school. Terwijl een docent in het basisonderwijs zonder mopperen op ten minste drie niveaus lesgeeft, dagelijks gesprekken met ouders voert, de grote maatschappelijke diversiteit in zijn klas ervaart, eerste ervaringsdeskundige is van passend onderwijs en ook de opleidingsrichting van twaalf­jarigen bepaalt in ons ‘tweestromen-onder­wijsland’. Daarnaast worden deze docenten, meer dan waar ook, geconfronteerd met regeldruk en administratieve last die onderwijskwaliteit schijnt te verbeteren. Er is hoop: De minister van OCW stuurde weer een Kamerbrief over ‘aanpak regeldruk en bureaucratie’. Is dit perspectief er ook voor onderwijshuisvesting ? De Algemene Rekenkamer meldt in ‘De Praktijk gecheckt’ over schoolgebouwen in po en vo. Uitspraken van leraren, leerlingen en ouders over matige schoolgebouwen (rapportcijfers tussen 5,7 en 6,8) vormen een contrast met de ambities van bewindslieden over moderne gebouwen, die functioneel zijn voor passend onderwijs, ruimte bieden voor differentiatie en geschikt zijn voor digitalisering in het onderwijs. Daarnaast ook een gezond binnenklimaat kennen, duurzaam en energiebesparend zijn. Weet dat 2,5 miljoen leerlingen in deze 10.000 schoolgebouwen gehuisvest zijn, hetgeen jaarlijks rond de e 2,5 miljard kost. Rijksoverheid, gemeentebesturen en schoolbesturen blijken wel dezelfde zorgen te kennen: functionele kwaliteit, dalende leerlingenaantallen, overcapaciteit, renovatie versus nieuwbouw. Voeg daar nog bij de ontoereikende materiële bekostiging, zoals de Rekenkamer al in 2013 rapporteerde. De aanbevelingen zijn dan ook voor alle partijen behartigenswaardig, bijvoorbeeld: Wees helder en reëel in je ambities gezien de huisvesting, zorg voor prikkels die gemeenten en schoolbesturen laten samenwerken en let op ‘life cycle costing’ bij de afweging nieuwbouw of renoveren. Jaap de Kruijf

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

27


Tekst Sibo Arbeek

PEER SUPPORT VERSTERKT EIGENHEID

Goede resultaten Haarlemmermeer Lyceum Een eigen leeromgeving heeft met huisvesting en met onderwijs te maken. Twee brugklasleerlingen, vier Peer Leaders, een teamleider van de onderbouw en twee mensen van Peer Support over de voorwaarden voor een goede leeromgeving. Locatie: het nieuwe Haarlemmermeer Lyceum in Hoofddorp. Thema: elkaar verder helpen in de schoolloopbaan. Wat een enthousiast gesprek was dat!

“Als je niemand kent, is het fijn dat je op iemand af kunt stappen.”

28

SCHOOLDOMEIN

maart 2016


BESTUUR EN BELEID

W

at is een leeromgeving? Een ruimte waarin je leert en ruimte krijgt om te leren. Daar heb je soms wat hulp bij nodig. Aan tafel zitten de Peer Leaders Job, Isis, Jackie en Merel met hun teamleider onderbouw Nicolette Koppelman-van Bokhorst met Melek Usta en Edward van der Zwaag van Peer Support. Edward legt eerst even uit: “Peer Support helpt om kennis, inzichten en samenwerking binnen het onderwijs te vergroten. We trainen docentcoaches die vervolgens weer leerlingen uit de bovenbouw trainen om Peer Leader te worden. Een Peer Leader begeleidt weer kinderen uit de brugklas. Dat werkt heel goed om kinderen zich thuis te laten voelen op school en hun eigen schoolloopbaan in te richten.“ Merel is Peer Leader en legt uit: “In het mentoruur werd verteld wat Peer Support was. Het leek mij leuk en ik kon goed motiveren waarom ik Peer Leader wilde worden; mijn zusje kwam in de brugklas vaak bij mij met vragen en ik merkte dat ik het zelf ook prettig had gevonden om die mogelijkheid gehad te hebben. Als je niemand kent, is het fijn dat je op iemand af kunt stappen.” Isis vult aan: “De training was heel belangrijk, omdat je leert met allerlei situaties en problemen om te gaan. Bijvoorbeeld om niet zomaar iets te beloven dat je niet waar kunt maken. Daar heb je bepaalde technieken voor nodig. Je moet ook niet vergeten dat je met brugklassers te maken hebt. Het is best een pittige training en aan het einde van de rit krijg je een officieel certificaat.” Teamleider Nicolette legt uit: “Het is een train de trainer model. Onze docenten zijn gecertificeerd, trainen alle Peers en doen ook zelf de intervisie met die leerlingen. Dat maakt mede dat je een lerende organisatie bent.”

SAMENWERKEN EN PLANNEN Peer Support staat voor meer individuele aandacht in de huidige grote schoolklassen, aldus Melek Usta, mede-initiator van Peer Support in Nederland. Anouk en Noëlle zitten in zo’n grote brugklas. Ze vertellen over hun ervaring met Peer Leaders: “Elke brugklas heeft twee Peer Leaders die jou met allerlei vragen helpen. Noëlle vult aan: “We werken op school met leerdoelen en onze Peer Leaders helpen ons met tips over samenwerken en plannen. Ze

hebben zelf ook in de brugklas gezeten en begrijpen je beter of ze komen in mentorlessen kijken, zodat je niet gelijk alles aan je mentor hoeft te vragen.” Anouk: “Het zijn een soort vrienden en je stapt makkelijker op hen af dan op de leerkracht. Het is ook cool dat je iemand uit de bovenbouw kent; je ontmoet ze al vanaf de eerste dag dat je op school komt en ze blijven tot het eind van het jaar betrokken. Ze gaan bijvoorbeeld ook mee op kamp en mee met mentoruitjes.” Nicolette vult aan: “Een bovenbouwleerling kan ook bijles geven, bijvoorbeeld in wiskunde; daar hebben zij wel de Peer Tutor opleiding voor gevolgd. Tutoren faciliteren wij in ons zogenaamde daluur, waarin zij één op één met elkaar kunnen werken. Bijvoorbeeld in het openleercentrum of in een vrij lokaal.” Peer Leader Isis: “Voor het daluur in het OLC moet je je vroeg intekenen, want iedereen wil daar zitten; je hebt er goede werkplekken met bankjes en kunt er makkelijker informeel contact maken.” Job: “Als kinderen problemen hebben, zoek je een eigen plek in het gebouw, waar je rustig kunt praten. Er zijn overal zitplekjes.” PEER SUPPORT EN LEEROMGEVING Hoe verhoudt de Peer Leader zich tot een docent? Jackie: “Je zit er net onder, alhoewel het wel een representatieve en verantwoordelijke taak is. Je wilt het goede voorbeeld geven.” Edward van der Zwaag van Peer Support: “Maakt het uit op wat voor school je zit? Dit is bijvoorbeeld een Daltonschool.” Merel: “Bij Dalton is het fijn, omdat je daar snel dingen moet ontdekken en dat helpt wel, maar in principe zou het op elk type school heel goed zijn.” Jackie knikt: “Het heeft ook met eigen te maken. Het is een grote stap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. Als je iemand hebt die je begeleidt, voel je je eerder thuis. Eigen heeft te maken met dit fijne gebouw, de inrichting en ook de positieve sfeer. En dan helpt het extra dat je een Peer Leader hebt.” Isis: “Het is hier ook licht en dat maakt dat mensen positiever zijn, mensen doen hier normaal tegen elkaar. Het oude gebouw was veel donkerder. Je merkt ook dat docenten zich hier thuis voelen; ze zijn blij met hun lokaal en de nieuwe start!”

DE REGELS VAN PEER SUPPORT • Peer Support past binnen de didactische visie van de school; • Er is breed draagvlak vanuit de school (bestuur, docenten, mentoren, decanen, MR) en vanuit de ouders en leerlingen/studenten zelf; • Peer Support is ingebed in de organisatie, door het opstellen en uitvoeren van een implementatieplan (communicatie, doelen, taken en rollen) en een goede organisatie vanuit de school; • Er zijn trainingen voor zowel docentcoaches als leerlingen/ studenten waar voldoende aandacht is voor begeleidingsvaardigheden; • De Peer Leader, Tutor en Buddy en de leerling/student die begeleid wordt hebben intensief contact.

Kijk voor meer informatie op www.peersupport.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

29


Foto: VELUX/Wim Hanenberg (www.wimhanenberg.eu)

INNOVATIELAB:

Eigen en Eigenheid Eigenheid, wat betekent dat eigenlijk in de scholenbouw? Wat kunnen opdrachtgevers en architecten ermee? En hoe eigen kunnen scholen nog zijn als marktwerking terrein wint en kostenbeheersing steeds belangrijker wordt? Daarover gaan de stellingen in ons Innovatielab. Eigen is het thema van deze editie van Schooldomein en daarom legden we drie scherpe stellingen voor aan drie eigenzinnige specialisten.

REMCO BERGHUIS 1 “Eigenheid” is voor mij geen argument, maar is voor mij altijd al een randvoorwaarde geweest voor een project. De identiteit of karakter van een school (gebruiker) en die van een (school)gebouw bepalen de “klik”. Wat maakt dat een gebruiker zich thuis voelt in zijn of haar gebouw? Het contact tussen de gebruiker en een gebouw is een essentiële relatie. Net als in elke andere relatie, is communicatie de sleutel. Een school moet uitspreken wat hij of zij van de relatie verwacht. Een gebouw zal dicteren wat zij van een school verlangt in het gebruik. Vooral bij hergebruik van bestaand vastgoed is dit laatste essentieel. Net als bij een gezonde relatie, is het een zaak van een beetje geven en een beetje nemen, maar niet zonder de eigen identiteit en karakter te verliezen.

Remco Berghuis

30

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

2 Deze angst leeft bij partijen die het nog niet aangedurfd hebben om de marktwerking eens uit te proberen… Ieder plangebied is anders en heeft vanuit het gebied ook zijn of haar “eigenheid”. Als je zorgt dat je “eigenheid” en de verwachtingen die je hebt, goed uitspreekt en aan marktpartijen de ruimte biedt om er ook hun “eigenheid” in te kunnen brengen, dan kun je verrassend uiteenlopende resultaten krijgen. Probeer het eens!


THEMA EIGEN EIGENHEID •

DE STELLINGEN

1. 2. 3. 4.

Eigenheid wordt steeds meer een bepalend argument in scholenbouw Het gevaar van teveel marktwerking is dat gebouwen hun gezicht verliezen

David Meijer – Vitruvius Bouwkostenadvies Marielle Wetzels – ICSadviseurs

‘Eigen’ is een begrip waar opdrachtgevers en architecten niets mee kunnen

DEELNEMERS Remco Berghuis – vastgoedontwikkelaar gemeente Rotterdam

John de Boer – Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA)

Eigen is uit, kostenbeheersing is in!

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

31


3 “ Eigen”, identiteit, karakter, sfeer, zijn begrippen van verwachting en gevoel. Deze begrippen kunnen juist heel goed opgepakt worden door opdrachtgevers en architecten. Het is echter wel een “kunst” om deze zachte begrippen op een objectieve manier op papier te verwoorden. En dat op een zodanige wijze dat deze begrippen niet op meerdere manieren voor uitleg vatbaar kunnen zijn, zonder dat zij daarbij hun waarde verliezen. Laat je daar vooral goed bij ondersteunen. 4 Op basis van “eigen” ervaringen kan ik bevestigen, dat het zeer goed mogelijk is, om een kosten efficiënt schoolgebouw te krijgen, waarbij er voldoende ruimte is voor het “eigen”. Voor een realistisch bouw- en engineeringsbudget en met een uitvraag voor een energiezuinig, onderhoudsarm, Frisse School schoolgebouw kom je al heel ver. Maar durf daarbij vooral gebruik te maken van de expertise en meest actuele en efficiënte oplossingen in de markt. Het vergt wel de “kunst” van een helder “verwachtingsmanagement” en het durven “ruimte geven”. Denk daarbij aan heldere demarcatielijsten. Wie doet wat? Wie betaalt wat? Wie draagt welk risico? Maar ook een helder ruimtelijk, functioneel, (prestatiegericht?) programma van eisen creëren duidelijkheid en scheppen heldere verwachtingen. Zorg er voor dat je daarin je “eigen”, identiteit, karakter, sfeer vastlegt. “Ruimte geven” moet je ook durven.

DAVID MEIJER 1 Als kostenadviseur heb ik daar (te) weinig zicht op maar als vader zie ik hoe belangrijk dit kan zijn. Al kan ik eigenheid TUSSEN scholen zelf niet meten, ik constateer dat de school waar onze oudste nu naar toe gaat hem uitstekend bevalt. En dat lijkt een combinatie van een fijn (docenten-) team EN een leuk/spannend gebouw. In de statistieken over (de kwaliteit van) scholen zie je dan ook steeds meer indrukken van andere zaken dan het curriculum. Als dat eigenheid is dan gaat het succes van een school daar in de toekomst meer en meer van afhangen.

32

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

2 Daar ben ik niet zo bang voor, de bedreiging zit ‘m veel meer in het verschrikkelijk lage budget waarmee ‘we’ scholen willen bouwen.
De kunst voor ontwerpers, en aanbieders, van schoolgebouwen zit ‘m meer in het raken van de gevoelige snaar bij de opdrachtgever. En die opdrachtgever is zelf ook een gevaar; want begrijpt deze wat er gemaakt gaat worden en hoe dat er in de praktijk uit gaat zien? En kan hij/zij de juiste vragen stellen of zijn wens correct definiëren? Met BIM als snel naderend hulpmiddel is daar vast een mouw aan te passen. Maar die betere voorbereiding, die moet leiden tot een betere vraag, moet dan ook wel betaald worden – uit een toch eindelijk eens aan te passen kostennorm. 3 Dat geldt wellicht voor opdrachtgevers meer dan voor architecten. Hoe maak je van je eigenheid iets fysieks in steen en beton. Bouw je voor het eerst in je leven, beschrijf dan maar eens je ideale school! Maar stel dat dit wel lukt, hoe benader je dan het ontwerp. En zijn ‘we’ in Nederland niet teveel met de buitenkant bezig. In de industrie is het niet meer dan gebruikelijk dat het gebouw niet meer dan een jasje is wat om de (vaak dure) machines is gehuld. Zo moeten we de school wellicht ook eens een keer benaderen: eerst het gehele onderwijsproces, 3D, in kaart brengen, en er dan een ‘jas’

David Meijer

omheen hangen. En in ieder geval éérst de interieurarchitect aan het woord, en dan pas een ‘architect van de buitenkant’. 4 Het is altijd een goed idee om kostenbeheersing onderdeel te laten zijn van een ontwikkelproces. Budget = afspraak en daar moeten we elkaar dan ook aan kunnen houden. En natuurlijk zijn er complicerende factoren als marktwerking die roet in het eten kunnen strooien. Maar is het budget ridicuul laag dan verwordt elke nieuwbouw tot een eenheidsworst die we al tig keer gezien hebben. Dat verwijt hoort dan te gaan naar de budgetverstrekker! Er moet een stevige herijking komen van de normkosten en daar mag wat mij betreft 5% nog eens aan worden toegevoegd om gebouwen eigenheid mee te geven.

MARIELLE WETZELS 1 Als eigenheid beschouwd wordt als identiteit denk ik dat eigenheid heel belangrijk is in de scholenbouw. Zowel identiteit in het onderwijs als identiteit van het schoolgebouw. Het maakt een school onderscheidend, herkenbaar en creëert betrokkenheid bij de mensen die zich herkennen in het gebouw en de school. Door deze herkenning ontstaat draagvlak en inzet om van een gemeenschap, die een school ook is, een succes te maken. Bovendien kunnen gebouw en onderwijs elkaar versterken; de identiteit van het onderwijs zou een weerspiegeling moeten hebben in het gebouw, in de inrichting. Streef je bijvoorbeeld als school een integratie met de wijk na, dan is een ligging op een industrieterrein niet passend. Maar een open en welkom gebouw in het hart van een buurt sluit aan bij de visie, zodat gebouw en onderwijs elkaar versterken. 2 Dat geloof ik niet. Eerder het tegenovergestelde. Ik ben geen voorstander van het overal inzetten van ‘marktwerking’, maar zoals je in de retail bijvoorbeeld ziet, kan een merk, een identiteit, mensen prikkelen om zich aan je te binden, om gelijkgestemdheid te creëren. Daarbij blijft het natuurlijk wel belangrijk dat het verband houdt met de inhoud en niet enkel blijft hangen op een leuke vorm, zoals mooie


THEMA EIGEN EIGENHEID •

dat nu eigen(wijs)heid of identiteit is, zegt niets over de kosten. Niet over de investeringskosten en niet over de exploitatiekosten. Wat wel belangrijk is voor het samengaan van eigenheid en het kostenaspect is een integrale aanpak van zowel proces als ontwerp. Op de lange termijn is een uitgesproken eigenheid van een gebouw juist duurzaam en daarmee kostenbesparend omdat deze langer mee gaat.

Marielle Wetzels

ICT-apparatuur of sec een flitsende inrichting. En ‘een gezicht hebben’ betekent ook niet dat ieder schoolgebouw heel opvallend, kleurrijk of uitgesproken dient te zijn. Eenvoud of ingetogenheid kan ook aansprekend zijn. 3 Integendeel! Eigen(heid) en de herkenning daarvan zou zelfs een criterium kunnen zijn bij het aangaan van een samenwerking, zoals het geval bij architectenselecties. Hoe mooi zou het zijn als een schoolbestuur of directie vanuit hun visie, hun ideeën over de eigen identiteit gaan samenwerken met een architect die dit herkent en erkent. ‘Eigen’ als onderwijsvisie, ‘eigen’ als gebouwconcept, het is een goede verbinding in samenwerking en ontwikkelproces en het helpt, als een kapstok, om besluitvorming aan ‘op te hangen’. Het is een begrip dat naast de gewenste m2 meegenomen kan worden in een programma van beleving, waarin de zachte kant van het onderwijsgebouw wordt besproken en beschreven. Een goed gebouw heeft een basis die deze ontwikkelingen kan incorporeren, maar een aanpasbare ‘binnenkant’ die mee kan groeien met deze ontwikkelingen. 4 Deze stelling impliceert dat ‘eigenheid’ geld kost of dat een zogenoemd ‘sober en doelmatig’ gebouw geen eigen gezicht kan hebben. Maar dat het een het ander uitsluit lijkt me overdreven. Eigenheid, of

JOHN DE BOER 1 Leerlingen en docenten vragen meer en meer om eigenheid in hun schoolgebouw. Ze willen zichzelf ‘eigenwijs’ herkennen in een inspirerende leer- werkomgeving, waarin zij elke dag ook verblijven, eten, studeren en overleggen. Gepersonaliseerd leren en ook de 21th Century skills met ontwerpend en makend leren geven aan deze ontwikkeling nog eens extra impact. Dit vraagt bijvoorbeeld om nog meer inrichting dan tot nu toe. Dit roept allerlei vragen op zoals: mogelijkheden om aan de hand van leeropdrachten in Project Based onderwijs zelf als leerling iets toe te voegen aan het gebouw of misschien ook snel recyclen van zelf toegevoegde inrichting? Eigenheid is bovendien: kan ik dit gebouw goed gebruiken? Voelt de omgeving goed en kan ik uit de voeten? 2 Elk schoolgebouw heeft een eigen gezicht. In Amsterdam hebben we schoolgebouwen die uit bijna elk decennium stammen. Scholen zijn gebouwd in perioden dat de overheid uitsluitend aan zet was; nu zijn het vooral besturen die opdrachtgever zijn. Dit heeft tot gevolg, dat er keuzes zijn gemaakt vanuit de vraagzijde en dat scholen ook met hun huisvesting goed aan zet zijn. Ook het aanbod van architecten is een veelvoud in vergelijk met 50 jaar geleden. Gebouwen hebben geen gezicht als er geen keuzes gemaakt zijn of dat er een stedenbouwkundig concept gewerkt is dat weinig tot geen diversiteit toelaat. Marktwerking is juist goed en leidt tot veel verscheidenheid; als er tenminste ruimte wordt gelaten aan kansen. 3 Kleur, contrast, stoer hard, aaibaar, zacht, functioneel of speels; we willen het

allemaal want we hebben dit allemaal nodig om te leren. Onze eisen worden daarom meer divers en misschien weten we nu ook beter wat we willen met een schoolgebouw dan voorheen. Leren is samen maken en ontdekken. Dat willen of kunnen we niet in een grijze onduidelijke en uniforme omgeving. Eigen levert een schoolgebouw op wat je kunt gebruiken, wat je samen met een architect inricht en weer zou ook kunnen teruggeven voor hergebruik door anderen. Eigen kan misschien ook iets tijdelijks zijn en zelfs maar voor een paar jaar.

John de Boer

4 Beiden zijn natuurlijk ‘in’ en zij kunnen nooit echt zonder elkaar. Scholen worden gebouwd en ingericht met geld van de overheid en soms misschien nog een klein beetje van derden. Dit betekent dat er scherpe ambities geformuleerd moeten zijn voor het gebouw. De ambities worden op hun beurt vertaald in haalbare plannen. In vergelijk met andere maatschappelijke spelers, uit de (semi) overheid kent de scholenbouw een zeer krap budget waar zeer economisch mee omgegaan moet worden. Kostenbeheersing is vooral slim met de middelen omgaan maar vooral goede keuzes maken. Misschien moeten we als het kan naar pop up scholen met een inrichting die bijna geheel flexibel is en mee te nemen is? Ook deze manier van scholenbouw en inrichten draagt wellicht bij tot eigenheid en kostenbeheersing?

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

33


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

Eigenheid in de leeromgeving Eigen is het thema van deze Schooldomein. We vroegen drie architecten om te beschrijven en te verbeelden waaraan zij denken bij eigenheid in de leeromgeving.

SIEBOLD NIJENHUIS – SIEBOLD NIJENHUIS ARCHITECT EIGEN Wanneer is iets eigen? Iets is van jou, het voelt van jou. Een goed schoolgebouw moet na oplevering ook eigen worden. Eigen aan de docenten en de leerlingen en passend bij hun manier van leren en werken. Het voelt vertrouwd, je kent de weg en weet hoe het werkt. Er zijn volgens mij twee manieren om te komen tot een eigen gebouw.

Generiek Een andere mogelijkheid is een gebouw als flexibele structuur. Het voegt zich naar zijn gebruikers en is niet star of dwingend. Het laat mogelijkheden toe en kan worden aangepast. Schoolgebouwen moeten kunnen mee-veranderen met de veranderingen in het onderwijs. Traditionele onderwijsgebouwen werden ook vaak zo neergezet. Daarom zijn deze gebouwen ook zo goed te hergebruiken. Het Sweelinck College in Amsterdam is een mooi voorbeeld van een generiek onderwijsgebouw dat opnieuw eigen is gemaakt.

34

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

Foto: Menno Emmink

Specifiek Samen met de gebruikers komt de architect tot een architectuur als goedpassende jas. Het gebouw wordt ontworpen met alle wensen van de gebruikers precies zorgvuldig ingepast. Vaak is dit slechts een momentopname en meer geschikt voor private woonhuizen, waar vaak maar een enkele gebruiker is. Veel scholen zijn hier te complex voor en teveel aan verandering onderhevig.


THEMA EIGEN EIGENHEID •

De eigen aardigheid van het kind ontdekken is de basis van het onderwijzen.

KEES WILLEMS - TENW ARCHITECTEN De eigen aardigheid van het kind ontdekken is de basis van het onderwijzen. Om vervolgens – vrij naar de schilder/dichter William Blake – “de eigen vleugels te ontwikkelen, zodat deze vogel zich hoog verheft”. Ruimtelijk vormgeven is hier sterk aan verwant. Zoals wij deze uitbreiding van de Werkplaats Kees Boeke in Bilthoven hebben ontworpen. De open leeromgeving is voor de Werkplaats vertrouwd, het vertelt wie ze zijn. En vooral geeft het de ruimtelijke mogelijkheden om haar eigen visie op de ontwikkeling van het kind te ontplooien. In een gebouw dat eigen is geworden met zijn prachtige omgeving. Overal zicht, waardoor het onderwijs in het gebouw iedere dag haar eigen betekenis krijgt door de traag veranderende kleur en geur van het jaargetij.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

35


THOMAS VULLINGS - THOMAS ARCHITECTEN Iedere school is uniek! Een duurzame en tot de verbeelding sprekende omgeving voor de leerling, waarin verschillende verblijfsgebieden ontstaan met een sterke eigen identiteit. Een schoolgebouw dient een inspirerende en prikkelende leeromgeving te zijn waar leerlingen worden ‘verleid’ om te leren. Thomas Architecten heeft het Maris Statenkwartier nieuw leven ingeblazen. De belangrijkste ingreep: een nieuwe aanbouw op het schoolplein met in de aula een zestien meter lange bank als schakel tussen ‘oud’ en ‘nieuw’. Het oude gebouw heeft een sterk eigen karakter, dat in de loop der jaren flink is afgezwakt. Door licht, lucht en ruimte in het gebouw te brengen – gecombineerd met een eigentijds interieur – krijgt het monumentale gebouw weer de uitstraling die het verdient.

Mijn school, mijn identiteit, mijn plek!

36

SCHOOLDOMEIN

De abstract glooiende bank tegen de achtergrond van het negentig jaar oude ruwe metselwerk vormen samen een mooi contrast. Zo behoudt het gebouw zijn eigen identiteit. Ook kunnen leerlingen een eigen plek maken, omdat ze zich er thuis voelen. Er ontstaat zo een synergie waarin beide karakters worden versterkt.

maart 2016


ADVERTORIAL

BEELDEN VAN GOGH

Geïnspireerd op kunst, vloeren voor elk schoolgebouw

Zou het niet geweldig zijn als sommige ruimtes in uw schoolgebouw wat extra’s hebben? Wij werden geïnspireerd door de schilderijen van Van Gogh. Een naam die werkelijk iedereen wel wat zegt. Details van zijn schilderijen hebben wij door vertaald naar vloerdessins, deze keer gemaakt van Flotex. Flotex? Dat is een wat minder bekende naam dan Van Gogh, al is het zeker een product dat zeer goed past in leeromgevingen van nu. Actieve en goed vormgegeven leerruimtes verbeteren de leerprestaties. Flotex is een vloerbedekking van Forbo, bekend van Marmoleum, dat de voordelen van een vlakke vloer combineert met de voordelen van een textiele vloer. Vooral voor de akoestiek doet dat wonderen. Docenten en leerlingen ervaren deze aangename akoestische eigenschapVerschillende vloeren voor pen en facilitair managers profiteren verschillende ruimtes? van de voordelen in het onderhoud. Speciaal voor beslissers in En in dit geval zal het werk van Van het onderwijs ontwikkelden Gogh zeker leerlingen inspireren als we een Schoolvloerwijzer ze werken aan kunstopdrachten of die antwoord geeft op de bezig zijn met de IJzeren Eeuw. meest gestelde vragen. Het is al mogelijk om, vanaf 6 vierkante meter, een eigen vloer uit de Deze is op te vragen door Vision bibliotheek te kiezen of aan een e-mail te sturen naar te passen. Het is ook mogelijk om de marketingnl@forbo.com bestaande schoolkleuren of het logo o.v.v. uw gegevens. te gebruiken.

COMMITTED TO THE HEALTH OF ONE Steeds meer wordt bekend over de invloed van de ruimte op de gezondheid van mensen en kinderen. Licht, luchtkwaliteit en akoestiek spelen daarbij een belangrijke rol. Al meer dan honderd jaar ontwerpen en maken wij vloeren voor het onderwijs. Daarbij vinden wij het belangrijk om niet alleen aan het milieu te denken, maar ook aan de gezondheid, het welzijn en comfort van mensen die dagelijks op deze vloeren verblijven en werken. Want wanneer mensen zich prettiger voelen zijn ze productiever, slapen en leren ze beter en zijn ze gezonder. En zo dragen wij een klein steentje bij aan de toekomst van deze kinderen. Meer weten wat Forbo doet om een bijdrage te leveren aan een beter

DE SCHOOL VLOERWIJZER

binnenklimaat, kijk dan eens op www.forbo-flooring.nl/cho.

Alle informatie voor een nieuwe vloer in het onderwijs

vloerwijzer hoofdstuk 1

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

37


Revolutionair Spectaculair Modulair

VELUX helpt u met gratis AutoCAD-tool en BIM-modellen VELUX modulaire lichtstraten zijn gebaseerd op een 100% modulair concept dat uitvoerige werkvoorbereiding compleet overbodig maakt. Daarbij biedt VELUX u simpele, bondige CAD-tools waarmee u snel nauwkeurige en visueel aantrekkelijke tekeningen en presentaties creĂŤert. Met andere woorden, wij hebben de lichtstraat gecompleteerd, zodat u verder kunt met uw project.


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat

VELUX

BIM-objecten Snel, makkelijk en nauwkeurig

Download onze gratis CAD en BIM objecten: www.modulairelichtstraten.velux.nl


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Hans Kroeze

LEREN DOOR TE DOEN

Bijzondere inrichting techlab Corlaer College Nijkerk René Koolhaas is docent technologie aan het Corlaer College in Nijkerk: “Wat ik gaaf vind is met leerlingen projectmatig in groepen werken en daardoor vaardigheden ontwikkelen. Het gaat niet om het doel, maar om het proces daar naar toe, waarbij de ontwikkeling van de leerling centraal staat. Vanuit de projecten zijn ze in een arbeidscontext aan het werk en doen ze opdrachten die met techniek, economie en zorg en welzijn te maken hebben. STALAD was verantwoordelijk voor het ontwerp en richtte het nieuwe techlab in.

R

ené: “Het Corlaer College biedt met een kleine 2.000 leerlingen onderwijs aan voor vmbo, havo en vwo in twee gebouwen. In dit gebouw zit het vmbo voor alle niveaus tot en met de theoretische leerweg. We zijn dit jaar goed begonnen, want RTL nieuws maakte op 1 januari de uitkomsten van het jaarlijkse scholenonderzoek bekend. Het gemiddelde voor ons vmbo ligt op ruim een 8, voor het vwo is het een 9,7. Landelijk leverde dat

40

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

een gedeelde 2e plaats op en onze havo-afdeling behaalde met een 10 landelijk de 1e plaats. Dat leverde het predicaat excellente school op en dat kenmerkt ook de drive die in de beide gebouwen voelbaar is. We werken bijvoorbeeld niet traditioneel maar in domeinen en we zijn een Chrome school en onderdeel van de Chromebook familie van Google. Chromebooks zijn snelle, draagbare computers die leerlingen en stafleden toegang


ONTWERP EN INRICHTING

dat we veel in projecten werken. Technologie is een schakelvak tussen de verschillende praktijkafdelingen, maar wel op het niveau van de theoretische leerweg. Door in projecten te werken ontwikkel je het snelst vakgerichte competenties. We waren aan het nadenken over de herinrichting van het vak technologie in relatie tot de praktijklokalen. Voorheen hadden we twee lokalen aan elkaar gekoppeld, waar het donker en niet inspirerend was. Op deze plek bij een zijentree van het gebouw stond ik met de conrector te praten en ineens zagen we de potentie van deze plek.

“We dachten niet gelijk aan producten maar veel meer aan activiteiten: wat doe je op welk moment, waar sta je voor en wat wil je?”

geven tot de educatieve apps en bronnen die beschikbaar zijn op internet. Met een accu die de hele dag meegaat, ingebouwde virusbescherming en wifi- en 3G-functionaliteit kunnen leerlingen overal leren. We zijn één van de weinige scholen die daarop vooruitlopen. Je werkt aan een hoog niveau door dit soort dingen te doen en dat tekent ook het werkklimaat op deze school; we zijn gretig. Die ontwikkeling en het feit dat we groeien vormden een mooie aanleiding voor het denken over een techlab als doorontwikkeling van het vak technologie.” OUT OF THE BOX Accountmanager Frank Venema van STALAD herkent die drive: “Jullie durven out of the box te denken en dit soort units in te richten, die in niets meer doen denken aan traditionele klaslokalen.” René knikt: “We vinden zelfstandigheid belangrijk en dat betekent

“Wat zou het gaaf zijn om hier een lokaal te plaatsen,” zei ik en de conrector gaf me de ruimte het idee uit te werken. De architect Victor Vizee van Architectenbureau Bos heeft onze visie in een eerste tekening uitgewerkt en toen was de vervolgstap met inrichters te gaan praten. Op de NOT-beurs heb ik verschillende bedrijven bezocht, waar ik vervolgens verder mee in gesprek kwam. Uiteindelijk hebben vier bedrijven eerste ontwerpen ingediend. Die heb ik samen met mijn collega Duits, die ook binnenhuisarchitect is, beoordeeld. STALAD liet met zijn ontwerp zien dat het bedrijf goed had meegedacht over onze wensen, bijvoorbeeld over de groepstafels.” INRICHTING OP MAAT Frank Venema knikt: “Het techlab is een open ruimte en kent twee lagen, die met een open trap verbonden zijn. Hier werken dus veel groepen leerlingen, en dat wil je goed organiseren, zodat het klopt en ook beheersbaar is. We hebben goed geluisterd en hebben de wensenlijst van René zoveel mogelijk vormgegeven vanuit de benadering hoe een leerling in de ruimte zou willen werken. Maar ook hebben we over de plek van de docent nagedacht, die twee verdiepingen moet bedienen. We dachten niet gelijk aan producten maar veel meer aan activiteiten: wat doe je op welk

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

41


Foto René Koolhaas

moment, waar sta je voor en wat wil je? Toen hebben we pas de tafels, stoelen en banken geleverd en de speciale kasten voorzien van whiteboards. Veel meubels zijn specifiek op de ruimte ontworpen waarbij we het stramien van de ruimte volgen, zodat er een visuele eenheid ontstaan. Je ziet werkunits met een technische uitstraling, maar ook loungeplekken met gekleurde banken met een speciale print.”

PROJECTINFORMATIE Project Inrichting techlab Corlaer College Opdrachtgever Corlaer College Nijkerk Architect BOS Architecten

LICHT EN TRANSPARANT René over het gebruik: “Je ziet dat leerlingen hier hun plek vinden; ze gaan aan de slag, soms overleg je

Inrichting en ontwerp STALAD

42

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

even informeel met een groepje in de loungehoeken en daarna gaan ze verder met ontwerpen of uitwerken. Boven zijn leerlingen aan het bedenken en aan het ontwerpen en beneden wordt het uitgewerkt. Kenmerkend zijn de teksten op de meubels, die betrekking hebben op het proces; ontdek en leer, leren door doen, onderzoeken en ontwerpen. Opvallend zijn de 3D-printers in de ruimte. René: “Een groep leerlingen vormt het expertteam 3D-printen. We hebben er hier vijf, omdat deze technologie belangrijk is. Kijk bijvoorbeeld naar 3D geprinte prothesen. Die ontwikkeling gaat snel en daar wil je als school in meegaan. Maar hier zijn leerlingen ook bezig om geluid en licht te onderzoeken. In het lokaal staat ook een hometrainer om testen mee te doen. We zijn heel erg tevreden met ons techlab waarin zo’n 45 leerlingen in groepen bedenken, ontdekken en uitvoeren.” Het lokaal is op 27 november door André Kuipers geopend. André vond de inrichting en het ontwerp van de meubels mooi: “Ik wou dat ik vroeger zo les had gehad” vertelde hij in zijn verhaal. Dat hoor je heel veel van leerlingen en ook ouders. Door de transparantie van het lokaal zijn de activiteiten zowel van binnen als van buiten goed zichtbaar. Je ziet vaak dat mensen van buiten naar binnen kijken en dan zien ze één ruimte die actief benut wordt. Ons idee is nu dat we het techlab ook voor de havo en vwo door ontwikkelen; het concept kan veel breder gebruikt worden, omdat het enorm veel toevoegt aan de ontwikkeling van onze leerlingen.” Kijk voor meer informatie op www.stalad.nl.


ONTWERP EN INRICHTING

ICSINTERIMMER ANNE BOTS BIJ FONTYS HOGESCHOLEN

Zoeken naar de juiste balans F

ontys Hogescholen was op zoek naar een geschikte kandidaat om tijdelijk de organisatie van diverse korte termijn huisvestingstrajecten op zich te nemen. Onderwijs en organisatie zijn immers voortdurend in beweging en wachten niet op realisatie van nieuwbouwplannen. Zo is

bijvoorbeeld de dienst Onderwijs & Onderzoek door diverse organisatieveranderingen toe aan een hernieuwde werkomgeving. Samenwerking, ontmoeting en kennisdeling zijn in toenemende mate belangrijker geworden voor het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden en hierdoor sluit de huidige werkomgeving niet meer aan. Fontys Hogeschool heeft in februari van het vorige jaar Anne Bots van ICSinterim aangesteld om zich te ontfermen over deze huisvestingsproblematiek.

Bas van Gompel en Anne Bots

Foto Kees Rutten

“Als procesmanager ben ik verantwoordelijk voor het gehele traject, van initiatief tot en met realisatie en evaluatie van een huisvestingsproject” licht Anne toe. “Hieronder valt het ontwerpen van het proces, het opstellen van het programma van wensen, het aansturen van de ontwerper en het creëren van betrokkenheid onder alle belanghebbenden.” Anne werkt hierbij nauw samen met de projectleider die verantwoordelijk is voor de kostenbewaking, planning en uitvoering, Daniëlle Pigmans – Van Assen: “Interessant aan het proces dat Anne heeft ingezet is dat de huisvesting gefaseerd verandert, gelijk opgaand met de optredende veranderingen in de organisatie. Zo bieden wij de medewerkers van de dienst tijd om te wennen aan hun nieuwe werkomgeving en kan het projectteam leren van keuzes die in de 1e fase zijn gemaakt.” Bas van Gompel, manager Huisvesting & Onderhoud en opdrachtgever van Anne Bots licht toe dat huisvestingsopgaven binnen Hogescholen complexe opgaven kunnen zijn. “Het is vaak een zoektocht naar de juiste balans tussen de wensen van de eindgebruikers en de mogelijkheden om deze wensen te realiseren. Anne heeft deze rol goed opgepakt en de opgaven met een goede dosis aan creativiteit maar ook realisme tot uitvoering gebracht. Naast de kennis en ervaring die Anne inbrengt, is zij ook een fijne collega, hetgeen goed tot uiting komt in het samenspel met projectleider Daniëlle. Samen zijn zij verantwoordelijk voor een mooi resultaat dat door alle betrokkenen ook als zodanig wordt herkend.”

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

43


Tekst en foto’s: VELUX

Lichtstraten zorgen voor frisse lucht en koeling in klaslokalen en gemeenschappelijke ruimtes.

INSPIRERENDE LEEROMGEVING DOOR MODULAIRE LICHTSTRATEN

Van oude school naar modern onderwijs De oude St. Francis Primary School was zeker niet de beste omgeving voor de jongste groepen leerlingen. Schoolgebouwen uit de jaren ‘50 werden vaak ontworpen voor middelbare scholieren en dat zie je terug in de hoogte van de raampartijen. Gevolg was dat de jongere leerlingen niet goed naar buiten konden kijken en dat er voor deze groep onvoldoende daglichttoetreding was. Maar nu is alles anders.

I

n 2010 keurde de lokale overheid eindelijk de nieuwbouwplannen goed en na drie jaar planning en bouw werden de deuren in februari 2013 geopend. 60 jaar is een lange tijd in het onderwijsdenken. De nieuwe gebouwen in Newport Road zijn niet meer te vergelijken met de oude school. Op alle aspecten is er sprake van een totaal andere leer- en werkomgeving. Hoofdonderwijzer Angela Hewkin was betrokken bij het ontwerpproces en ze is blij met de resultaten: “Het belangrijkste verschil is het licht en de ruimte binnen. De oude gebouwen waren donkerder en minder gastvrij. De met licht gevulde luchtige omgeving is geweldig. De collega’s voelen zich prettig bij het nieuwe binnenklimaat en volgens het schoolhoofd heeft de nieuwe school zelfs een positieve invloed op het kleedgedrag. Nu het binnenklimaat - ongeacht de buitentemperatuur - aangenaam blijft, is de keuze van de werkkleding een stuk eenvoudiger geworden. Angela Hewkin stelt enthousiast dat de nieuwe leeromgeving een sprong naar de toekomst

44

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

is: “We hebben nu echt een 21e eeuw gevoel bij de school.” De sky is the limit bij de nieuwe basisschool in Ventnor op het Isle of Wight.

De verschillende eenheden waren al na drie dagen geïnstalleerd

“De lokale gemeenschap was onder de indruk van de faciliteiten, de inspirerende sfeer en de ruimte, het licht en de kleur in het gebouw: “het creëerde een ‘wow het is geweldig’ factor! We hadden een prachtige reeks van positieve reacties van ouders in het gastenboek. Iemand schreef zelfs: “Een echte transformatie, we willen graag terug naar school! Een tijdige communicatie met ouders en omwonenden is essentieel om tijdig draagvlak te creëren.” TUSSEN LICHT EN SCHADUW Het is bekend dat het activiteitenniveau toeneemt in een omgeving waar de dynamische kwaliteit van daglicht en ventilatie behouden blijft. Het vermogen van een kind om kennis te verzamelen en te verwerken neemt substantieel toe, wanneer het in een lichte en geventileerde omgeving verblijft. Sinds de opening


ONTWERP EN INRICHTING

De leerlingen zelf zijn zich veel meer bewust van hun omgeving

heeft Angela Hewkin haar eigen waarnemingen, die overeenstemmen met dit onderzoek. “De kinderen genieten van de lichte ruimte en het klimaat gecontroleerde effect, ongeacht temperatuur en weercondities. Ik zie het ook terug aan de leerresultaten die duidelijk beter zijn. En de kinderen zijn ook tegen het einde van de dag nog alert, vooral bij warm zomerweer. De lucht lijkt ook een stuk schoner. Wat een nieuwe leeromgeving al niet met het gedrag en welbevinden van de kinderen en docenten kan doen.” Bijkomend effect is ook dat het ziekteverzuim is afgenomen: “minder leerlingen zijn afwezig wegens ziekte sinds het nieuwe gebouw is geopend. Kinderen willen heel graag naar deze school komen. En voel je je ergens goed, dan doe je ook je best om elke dag te komen.” INNOVATIEF PRODUCT Het schoolbestuur had VELUX al geselecteerd voor de lichtstraten in de nieuwe school, maar de nieuwe mogelijkheden van het systeem werden pas duidelijk toen de onderaannemer, Guy Rutherford, in aan­ raking kwam met VELUX Modulaire Lichtstraten: “De modulaire lichtstraten zijn esthetisch, niet omvangrijk en hebben een goede afwerking. Het feit dat de lichtstraten modulair waren betekent een eenvoudige en snelle installatie.” De nieuwe school bevat 33 modules van VELUX Modulaire lichtstraten: licht en lucht genoeg voor een gezond binnenklimaat. De verschillende eenheden waren al na drie dagen geïnstal-

Hoofdonderwijzer Angela Hewkin (links) is samen met Principal Officer van de lokale overheid afdeling planning op het Isle of Wight, Jade Kennett, gedurende het hele proces betrokken geweest.

leerd.” De binnenzonwering beschermt en helpt om een ​​aangename temperatuur te houden - ongeacht het weer buiten. Docenten kunnen makkelijk zelf de dakramen bedienen met de VELUX gebruiksvriendelijke afstandsbediening. “Dankzij de eenvoud van de installatie bleven de arbeidskosten laag. Als gevolg daarvan is het hele project relatief snel en goed binnen het budget afgerond. Het is echt een innovatief product voor de onderwijsmarkt.” Kijk voor meer informatie op www.modulairelichtstraten.velux.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

45


Tekst Guus Klamerek Foto’s Menno Emmink

CASE STUDY ECOPHON ONDERWIJS: MFC OOSTBURG

‘Optimaal communiceren en concentreren voor leerkrachten en leerlingen’ “Het geluid is nu overal goed. Zelfs wanneer er veel kinderen rondrennen en spelen. Ook de andere gebruikers van het centrum zijn tevreden. Het geheel is heel mooi uitgedacht.” Marc van Vlierberghe, directeur basisschool Sint Bavo

46

SCHOOLDOMEIN

maart 2016


ONTWERP EN INRICHTING In het gloednieuwe gebouw van het Multifunctioneel Centrum (MFC) Oostburg in de Zeeuwse gemeente Sluis vinden twee basisscholen, een kinderdagverblijf en de GGD sinds 2015 onderdak. MFC Oostburg is ontworpen door Frencken Scholl Architecten. Huub Frencken koos daarbij voor Ecophon’s nieuwste oplossing, speciaal ontwikkeld voor ruimteakoestiek in het onderwijs: de Gedina A met Extra Bass.

B

ijzonder is dat de twee basisscholen samenwerken in het belang van de kinderen in de regio. Door clustering van functies draagt de accommodatie bij aan de leefbaarheid en toekomstbestendigheid van de krimpregio Zeeuws-Vlaanderen in Zeeland. Huub Frencken: “Vanaf de fase van het Programma van Eisen tot en met de oplevering hebben we voor een optimale vertaling van de wensen van opdrachtgever en gebruikers gezorgd. Dat heeft een uiterst bruikbaar en sfeervol gebouw opgeleverd, inclusief interieur en kleurenschema’s. Uiteindelijk kozen we samen met de gebruikers voor een mooie herkenbare rustige basis, met voor elke gebruiker eigen kleuren inrichtingsaccenten. Het gebouw is multifunctioneel en toekomstbestendig en kan makkelijk reageren op de groei of krimp van de gebruikers.”

PROJECTINFORMATIE Project MFC Oostburg Architect Frencken Scholl Architecten Aannemer Gebroeders Simons Plafonds Afbouwned Product Gedina A met Extra Bass

PROGRAMMA VAN EISEN ‘FRISSE SCHOLEN’ De geformuleerde ambitie met betrekking tot het Programma van Eisen (PvE) ‘Frisse Scholen’ was klasse B. Dit programma helpt scholen bij het formuleren van de juiste eisen voor het bereiken van een aangenaam en gezond binnenklimaat. Sinds 2015 is er een aangescherpte akoestische eis in het PvE, die bij klasse B en A een specifieke insteek voor de plafonds meebrengt in verband met de extra eis voor laagfrequent geluid. Het resultaat: Een optimaal spraakcomfort voor de docent en optimaal luistercomfort voor de leerlingen. KWALITEIT VAN WERKEN EN LEREN: AKOESTISCHE EISEN Huub over de samenwerking met Ecophon: “We hebben samen met Ecophon veel aandacht besteed aan de ruimteakoestiek. Door onze jarenlange ervaring met onderwijsgebouwen weten we als geen ander hoe de kwaliteit van werken en leren wordt beïnvloed door goede ruimteakoestiek. Dat houdt de sfeer rustig en spaart de stem én de energie van leerkrachten.” Omdat het een Frisse School betreft, is de plafondhoogte een stuk hoger dan gebruikelijk. Dat stelde

eisen aan de toe te passen akoestische voorzieningen. Daar heeft Ecophon goed op ingespeeld.” ADVIES ECOPHON FRISSE SCHOOL Ecophon adviseerde al vroeg in het ontwerp de Gedina A met Extra Bass. Koen Smulders van Ecophon: “De Extra Bass is een gesealde glaswoldeken (600 x 1200 mm) die je boven op het systeemplafond legt, in een U-vorm langs de wanden. Hiermee bereik je een bedekking van ongeveer 50% van het plafond­ oppervlak. Dat is voldoende om ervoor te zorgen dat laagfrequent geluid beter wordt geabsorbeerd. Dit komt weer ten goede aan de spraakverstaanbaarheid. In het onderwijs wordt kennis overgedragen door spraak, dit is dus essentieel. Deze oplossing past bovendien binnen de budgetten die in Nederland worden gehanteerd voor plafonds in scholen. ” ALLES IS NU BETER Marc van Vlierberghe, directeur van basisschool Sint Bavo en één van de gebruikers: “Alles in dit gebouw is een verbetering. We werken nu in grotere, hogere lokalen. En er is in het ontwerp veel glas gebruikt, zonder gordijnen. Alles is ruimer en meteen ook hygiënischer. Op de begane grond zijn de vloeren vlak en hard, zonder vloerbedekking. Toch waren de geluidniveaus en de akoestiek meteen al erg goed. Dat is mede te danken aan de plafonds. De fijne akoestiek verhoogt ieders comfort: we voorkomen stemklachten en concentratieproblemen. Het PvE van Frisse Scholen zet daar terecht stevig op in.”

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

47


Tekst Maurice van Delden

REVITALISATIE KANTOREN NETWERKBEHEERDER ALLIANDER TE DUIVEN

Circulaire herhuisvesting op energiepositieve locatie Voor Netwerkbedrijf Alliander wordt op innovatieve wijze voor 1.500 medewerkers duurzame huisvesting gecreëerd op bedrijventerrein Nieuwgraaf in Duiven. Om het projectteam op bouwkundig gebied te ondersteunen is AlphaConsultancy ingeschakeld.

“Meer dan 80% van de materialen, componenten of producten heeft een tweede leven gekregen.”

“H

et was een bijzonder innovatief project”, stelt Maurice van Delden van AlphaConsultancy: “Door middel van ‘co-creatie’ met medewerkers is een definitief ontwerp opgesteld voor een complex van vijf bestaande gebouwen, dat wordt uitgebreid en overkapt door een ‘klimaatkas’ met een zwevend dak. Het gebouwencomplex voorziet in de eigen energiebehoefte en levert bovendien energie aan de omgeving. Bij de bouw van het complex worden grondstoffen en materialen hergebruikt. De innovatieve aanpak en het opwekken van schone energie, sluiten aan bij de wens van de gemeente Duiven om ruimte te bieden aan bedrijven die de transitie naar een

duurzame energiehuishouding stimuleren. In het vestigingsbeleid op de nieuwe bedrijventerreinen zie je dat al terug en Alliander wil zijn duurzame aanpak vertalen in een visie op gebiedsontwikkeling. Alliander en de gemeente Duiven zullen daarom de eerste twee partners worden in een ‘Groene Alliantie’ om bedrijventerrein Nieuwgraaf te verduurzamen. De uitvraag werd vertaald in een DBMO-contract inclusief vijftien jaar onderhoud.” CRADLE TO CRADLE “Meer dan 80% van de materialen, componenten of producten heeft een tweede leven gekregen. Zo zijn alle deuren, al het sanitair en de plafond-


ONTWERP EN INRICHTING

15 INNOVATIES

De circulaire herhuisvesting van Alliander in Duiven barst van de innovaties. Een overzicht:

platen uit de gebouwen gehaald en hergebruikt. Ook is gesloopt beton vermalen en als toeslagstof toegevoegd aan de nieuwe constructies. Wat aan materialen en grondstoffen op de locatie was, is zoveel mogelijk op de locatie gehouden. Zo zijn de plafondplaten schoongespoten en vervolgens wit of in kleur gespoten. De staal­ constructies zijn gedemonteerd en gebruikt voor het optoppen van de daken. Het sanitair is ge­reinigd door de fabrikanten en met nieuwe kranen weer geïnstalleerd. Zelfs de oude werkkleding van werknemers is weer ingezameld om er isolatie­materiaal van te maken.” AlphaConsultancy heeft het toezicht bij de realisatie van deze duurzame huisvesting verzorgd.

1. Circulair: In dit gebouw wordt meer energie opgewekt dan nodig, is 80% van al het materiaal (zoals gebouwen, plafondplaten en toiletpotten) hergebruikt en is oude werkkleding verwerkt tot isolatiemateriaal. 2. Houten gevels: De 2.000 vierkante meter binnengevels zijn bekleed met afvalhout, gevonden bij de naastgelegen afvalcentrale. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt hebben het hout verzameld en gesorteerd. Het hout is demontabel bevestigd, zodat het hergebruikt kan worden. 3. Restaurant: De stoelen in dit restaurant zijn gemaakt van gerecyclede PET-flessen. Het plafond van dit restaurant is gemaakt van afvalhout. 4. Warmtekoudeopslag: In de winter wordt warmte die ‘s zomers is opgeslagen opgepompt om het gebouw te verwarmen. In de zomer gaat het precies andersom. Dan wordt het grondwater uit de koude bronnen opgepompt om het gebouw te koelen. 5. Isolatie: De afgeschreven, beschermende kleding van de monteurs is verwerkt tot spouwmuurisolatie in gebouw Verbinding. 6. Groene gevels: Het Atrium is een samenspel van licht en ruimte. In de groene gevels groeien 20.800 plantjes die bevochtigd worden met hemelwater en die de lucht in de binnenruimte zuiveren. 7. Dak: Het golvende dak, 6.500 vierkante meter groot, heeft 20 lichtkoepels, waarvan de grootste een doorsnede heeft van wel 22 meter. Ze voorzien het gebouw van warmte en daglicht. 8. Laadpalen: Er zijn 32 laadpunten voor elektrische auto’s en 50 oplaadpunten voor elektrische fietsen en scooters op het terrein. Zonnepanelen op de daken boven de parkeerplaatsen en op gebouw Transport circa 6.000 stuks die 1,5 miljoen kWh stroom opwekken. Genoeg om 430 huishoudens een jaar van stroom te voorzien. 9. Bestrating: Oude stenen en puin afkomstig uit de oude panden is ter plekke opgeslagen, vergruisd en verwerkt in de terreininrichting en de bestrating onder de parkeerplaatsen. 10. Buitengevel: Door het 6 uur lang te koken in water van 150 tot 200 graden, te drogen en vervolgens te bakken heeft het vurenhout in de buitengevel de eigenschappen van hardhout gekregen. Door dit proces blijft het jarenlang onderhoudsvrij, zonder gebruik van verf of lak. 11. Sfeerverlichting: De lamphouders zijn gemaakt van isolatoren van hoogspanningsmasten. 12. Grondstof voor de toekomst: Het gebouw is eigenlijk één groot grondstoffen­ depot voor bouwprojecten in de verre toekomst. Alliander streeft naar een ge­ sloten kringloop. Waarbij de huidige grondstoffen nieuwe grondstoffen worden. 13. Afvalscheiding: 85% van het materiaal uit het pand, is per afvalstroom gesorteerd. Wat niet kon worden hergebruikt, zoals het metaal en het glas, is in dertien verschillende afvalstromen verwerkt. De bitumineuze dakbedekking is verwerkt tot nieuwe dakbedekking en weer toegepast op de daken. 14. Constructie: Op enkele gebouwdelen is een verdieping gebouwd. De fundering moest het wel kunnen dragen. Daarom is de gemetselde buitengevel vervangen door hout, dat veel lichter is en is de fundering waar nodig verzwaard. 15. Energiepositief: Er wordt meer energie opgewekt dan verbruikt door: 1) een lichtdoorlatend dak, 2) een vernieuwend klimaatsysteem (BaOpt) door kleine windturbines, zonnepanelen en hoogwaardige isolatie en 3) efficiënt gebruik te maken van fossiele brandstoffen: via warmtekoudeopslag.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

49


Tekst Marleen Kamminga Foto’s Erik Boschman

BRAND!

In zes weken een nieuw schoolgebouw Stel je voor: in de zomervakantie komt ineens het bericht dat de school is afgebrand. Dat overkwam de ruim 300 leerlingen van katholieke basisschool Godfried Bomans in Rijswijk. Na drie maanden met de bus pendelen tussen Rijswijk en Delft konden de kinderen gelukkig weer dichtbij huis naar school. Met hun eigen klasgenootjes.

O

p 24 juli 2015 werd Rijswijk opgeschrikt door een grote brand. Het scholencomplex aan de Wijnand van Elststraat ging in vlammen op. Drie scholen werden getroffen, waaronder basisschool Godfried Bomans. Directeur Karin van den Berg herinnert zich wat er allemaal op haar afkwam na de nacht waarop de politie haar uit bed belde: “Er gebeurt dan van alles tegelijk. Buurtbewoners, verontruste ouders en medewerkers die geïnformeerd moeten worden, verdrietige kinderen. Het was meteen duidelijk dat de gebouwen geheel verloren waren gegaan. Het overleg met de gemeente over vervangende ruimte ging direct van start.”

“Alles werd in sneltreinvaart tot in detail uitgewerkt.”

50

SCHOOLDOMEIN

TIJDELIJK ONDERKOMEN De casus: er waren nog maar drie weken te gaan tot het einde van de zomervakantie. Hoe kan er zo snel voor de dertien groepen een nieuw tijdelijk onder­ komen worden gevonden? Gezien de veelheid aan

maart 2016

(veiligheids)eisen waar een basisschoolgebouw aan moet voldoen, zijn de opties beperkt. Na veel vijven en zessen wordt besloten tijdelijk een leegstaand basisschoolgebouw in Delft te betrekken, waarin voorheen een andere school van de Laurentius Stichting, waar de Bomansschool onder valt, was gehuisvest. In aller­ijl wordt door de gemeente busvervoer van en naar de school geregeld voor alle kinderen. “Je begrijpt dat lang niet alle ouders blij waren met het reizen met de bus, maar er was geen andere oplossing”, vertelt Karin van den Berg. EISEN, MOGELIJKHEDEN EN KOSTEN Ondertussen wordt er door alle betrokkenen hard gewerkt aan een meer permanente oplossing. De gemeente vindt hiervoor een locatie dicht bij de afgebrande school. “Ik moest in allerijl met de facilitair manager, de gemeente en de Laurentius Stichting een Programma van Eisen opstellen voor een nieuw


ONTWERP EN INRICHTING

HUISVESTING BASISSCHOOL GODFRIED BOMANS

schoolgebouw. Dat was voor mij voor het eerst. Er komt veel bij kijken; over elk stopcontact moet worden nagedacht.” Toen het programma klaar was ging het aanbestedingstraject van start. BUKO Huisvesting kon volledig aan de uitvraag voldoen en kreeg de opdracht voor de bouw van de nieuwe school. De samenwerking verliep goed. “BUKO wist mijn vragen te vertalen naar de juiste oplossingen. Alles werd in sneltreinvaart tot in detail uitgewerkt.” De tijdsdruk was groot. “BUKO verzekerde me dat het allemaal goed zou komen. Ze zouden ervoor zorgen dat de kinderen na de kerstvakantie weer in hun eigen buurt naar school konden gaan.” NOODSITUATIES De uitvoerder van BUKO Huisvesting vertelt daarover: “De mensen van de gemeente Rijswijk hadden gezien hoe snel we de J.H. Snijdersschool - één van de twee andere scholen die bij de brand waren betrokken - aan zeven vervangende lokalen hadden geholpen. In oktober konden de kinderen al terecht in de semi-permanente lokalen die we hebben geplaatst op een deel van het sport- en speelterrein. Daarom vroegen ze ons deel te nemen aan de onderhandse aanbesteding voor de bouw van de nieuwe Bomans­ school.” Door een stagnatie in het gemeentelijke vergunningentraject werd de planning nog verder ingekort om het nieuwe gebouw inclusief grondwerk, hekwerken en ingericht schoolplein te realiseren. “Maar we hebben natuurlijk eerder met dit bijltje

gehakt. BUKO Huisvesting wordt vaker ingeschakeld in vergelijkbare noodsituaties met veel druk op het tijdpad”, vertelt de uitvoerder van BUKO. Het plaatsen van het gebouw inclusief het leidingwerk, de installaties maar ook de vloerbedekking en het systeemplafond vraagt om een doordachte aanpak. Dankzij een strakke planning en afstemming met alle betrokken partijen is de deadline gehaald. De school is - aangesloten op nutsvoorzieningen en werkende installaties - in de kerstvakantie door BUKO opgeleverd.

• bouwtijd 6 weken, inclusief graafen grondwerken, aanvragen en aansluiten nutsvoorzieningen • totaal 1700m2 BVO • 14 klaslokalen • een speelzaal • een teamkamer • twee spreekkamers • een directie kamer • MIVA/docenten toilet • vier leerpleinen, met een hoogte tot 4 meter • schoolplein met speeltoestellen • gebruiksperiode 4 tot 10 jaar

PASSEND BIJ ONDERWIJSVISIE Karin van den Berg is erg blij met de nieuwe school. “Het gebouw sluit prima aan bij onze onderwijsvisie, die draait om openheid en samenwerking. Vanuit de klaslokalen is dankzij het plaatsen van kozijnen tussen de gang en de lokalen overal goed zicht op de leerpleinen. De pleinen met een hoogte tot wel vier meter en een goede akoestiek vormen een fijne plek waar kinderen in groepjes kunnen werken en spelen. We hebben een heel vervelende periode achter de rug, maar dit is een prima oplossing voor de komende jaren.” Kijk voor meer informatie op www.bukohuisvesting.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

51


Tekst Peter Huys (HEVO) Beeld Michel Kievits

DE SCHOOL KRIJGEN DIE JE VOOR OGEN HEBT

Nieuwbouw Krimpenerwaard College met risicodragend project­management Een gedateerd schoolgebouw en een flinke groei van het leerlingenaantal vormden de aanleiding voor de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College in Krimpen aan den IJssel. Samen met de gemeente ontwikkelde het schoolbestuur plannen voor het nieuwe gebouw waarin ook een sportaccommodatie werd ondergebracht. Het gebouw werd risicodragend gerealiseerd en inmiddels genieten leerlingen en docenten van hun prachtig vormgegeven, duurzame, nieuwe school.

H

et Krimpenerwaard College in Krimpen aan den IJssel is een school voor voortgezet onderwijs (mavo/havo/vwo) met 1.100 leerlingen. De school was tot voor kort gehuisvest in een sterk verouderd en deels semipermanent gebouw uit de jaren 70 met veel tijdelijke voorzieningen. Fysiek was het gebouw op, onderwijskundig bood het niet al te veel mogelijkheden en de exploitatie was verre van gunstig. Hoewel de school gelegen is in een krimpregio steeg het leerlingenaantal in de periode 1998-2005 erg sterk, van 838 naar 1.220 leerlingen. Redenen genoeg om een nieuwe school te bouwen. ONDERSTEUNING ONDERWIJSCONCEPT Het schoolbestuur trad in overleg met de gemeente en samen ontwikkelden zij plannen voor nieuwbouw in combinatie met een sportaccommodatie, bestaande uit een sporthal en een onderkomen voor de plaatselijke korfbalvereniging. Belangrijk bij het opstellen van het Programma van Eisen was dat het onderwijsconcept beter uitgedragen zou worden en ondersteund door het gebouw. Het onderwijsconcept van het Krimpenerwaard College is beproefd met een docent als regisseur van het leerproces, met ondersteuning van moderne ICT-middelen. Er werd daarom bewust gekozen voor klaslokalen in plaats van leerpleinen, maar wel met de flexibiliteit om ruimtes anders in te richten.

52

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

“Deze werkwijze biedt een maximale ontzorging met behoud van maximale invloed.”

IN HET OOG SPRINGENDE KERN Architectenbureau DP6 vertaalde het onderwijsconcept en de daarvan afgeleide huisvestingsvisie naar een passend ontwerp: een compact gebouw van drie bouwlagen waarbij de sporthal, het verenigings­ gebouw voor de plaatselijke korfbalvereniging en een verdiepte inpandige fietsenstalling in de hoofdmassa zijn geïntegreerd. De kern van het gebouw, waar de aula en de mediatheek zijn gehuisvest, is door het kleurgebruik en de transparantie een in het oog springende ruimte geworden. De opdracht om de opsplitsing in vier afdelingen (brugklas, mavo, havo en vwo) ook ruimtelijk vorm te geven, resulteerde in ‘thuishavens’ voor elke afdeling. Iedere thuishaven is een studiezaal waar leerlingen kunnen werken tijdens tussenuren. Deze ruimtes kunnen eventueel ook ingezet worden als onderwijsruimte. Voor een stuk herkenbaarheid kreeg iedere thuishaven zijn eigen vaste meubilair en prints aan de wand. DUURZAAMHEIDSMAATREGELEN Het schoolbestuur financierde zelf zo’n 10% van de stichtingskosten zodat er geïnvesteerd kon worden in aanvullende duurzame en kwaliteitsverhogende maatregelen waaronder vloerverwarming, onderhoudsarme vloerafwerking en systeemwanden, vaste inrichting en een verhoogde warmteweerstand van gevel en dak. Met financiële steun van de oudervereniging voldoet de kwaliteit van de luchtventilatie


ONTWERP EN INRICHTING

aan klasse B van het Frisse Scholenprogramma, in plaats van het gebruikelijke minimale niveau (Bouwbesluit). RISICODRAGEND PROJECTMANAGEMENT Om er zeker van te zijn dat de gewenste school zou worden opgeleverd voor het beschikbare budget en binnen de afgesproken planning, koos het schoolbestuur voor Risicodragend Projectmanagement (RPM) van HEVO. Deze werkwijze biedt een maximale ontzorging met behoud van maximale invloed en geeft vroegtijdige resultaatgaranties op de kwaliteit, het budget en de planning. Bovendien had het bestuur met deze manier van bouwmanagement met slechts één contractpartij - en dus ook één aanspreekpunt te maken. RISICO- EN KANSENANALYSE Een goede projectaanpak is alleen mogelijk als op de toekomst gerichte organisatorische, bouwkundige en installatietechnische vraagstukken in onderlinge samenhang worden beschouwd. Voorafgaand aan de ontwerpfase is daarom een risico- en kansenanalyse uitgevoerd. Op basis van de geïnventariseerde risico’s stelde HEVO preventieve beheersmaatregelen op in een Plan van Aanpak. Dit beheersplan gaf aan alle betrokkenen inzicht in de wijze waarop de aspecten geld, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit beheerst zouden gaan worden. AFDEKKING RISICO’S Bij Risicodragend Projectmanagement (RPM) worden de ontwerp-, aanbestedings- en uitvoeringsrisico’s en de daarbij behorende financiële risico’s, door bijvoorbeeld een tegenvallende aanbesteding, meerwerk, onvoorziene loon- en prijsstijgingen, faillissementen van ontwerpende en uitvoerende partijen, afgedekt. Terwijl deze zorgen uit handen werden genomen, had het schoolbestuur wel maximale invloed bij het maken van keuzes, zoals de keuze voor de architect, en het nemen van beslissingen tijdens het proces. VEEL BELANGSTELLING Het nieuwe gebouw werd in oktober 2015 officieel geopend. De gebruikers zijn tevreden: zij kregen de school die ze voor ogen hadden. Ook merkte het schoolbestuur dat het nieuwe gebouw, in combinatie met de onderwijskundige vernieuwing en de aangepaste profilering in de vorm van een nieuw logo en een nieuwe huisstijl, een aanzuigende werking lijkt te hebben. De belangstelling tijdens voorlichtingsavonden voor nieuwe leerlingen en hun ouders is enorm. Voor meer informatie kijkt u op www.hevo.nl.

schooldomein

maart 2016

53


Tekst Harry Vedder (M3V, lid Platform Onderwijshuisvesting)

STRATEGISCH ONDERHOUD EN BEHEER: UITBESTEDEN OF NIET?

Platform Onderwijshuisvesting deelt expertise Scholen in het primair en speciaal onderwijs zijn sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor onderhoud en instandhouding van hun huisvesting. De meeste besturen zullen moeten concluderen dat de kosten daarvoor niet passen binnen de daarvoor geldende MI-vergoedingen. Strategisch sturen op de gebouwenportefeuille om binnen die MI-vergoedingen te komen, betekent sturen op leegstand, verduurzaming van gebouwen, verlaging van exploitatiekosten. Platform Onderwijshuisvesting deelt expertise.

W

at voor schoolbesturen in het primair onderwijs nieuw is, is dat de risico’s voor onderhoud en instandhouding nu bij hen liggen. Die expertise is daarvoor niet automatisch bij hen aanwezig, de primaire taken richten zich uiteraard op het onderwijs zelf. De lange termijn risico’s van huisvesting kunnen echter wel effect hebben op dat onderwijs door slechte huisvesting en/of te hoge kosten. Uit onderzoek van VOSABB blijkt bijvoorbeeld dat in het PO de exploitatie­

lasten circa 25 à 30 procent hoger liggen dan de vergoedingen die schoolbesturen vanuit het rijk krijgen. Krimp en daarmee leegstand versterken dit probleem met de bekostiging per leerling in plaats van per m². UITBESTEDEN JA OF NEE? Dit leidt tot de vraag of de onderwijsvastgoedportefeuille wellicht niet slimmer door deskundige derden beheerd, geëxploiteerd en onderhouden kan worden. In principe is het antwoord daarop simpel: ja. Maar met uitbesteden bestaat ook het gevaar dat je de regie kwijt raakt. Als er even geen geld is, wil je bijvoorbeeld tijdelijk je beheer en onderhoud verantwoord kunnen temperen. En het gevaar van tegengestelde belangen: het commerciële belang om een contract winstgevend te houden enerzijds en het kwalitatieve en kwantitatieve belang van goede gebouwen anderzijds. Kun je die belangen maximaal gelijk schakelen en zo ja hoe? Hoe houd je flexibiliteit in het contract en de samenwerking? En als je uitbesteedt, op welke prestatie-indicatoren ga je dan sturen? GELIJKSCHAKELEN VAN BELANGEN Een aanbesteding sturen op het leveren van een vaste prestatie tegen de laagste prijs leidt tot tegengestelde belangen. Aanbieders gaan in de concurrentiestrijd en sturen op een zo goedkoop mogelijke inkoop, waarbij net wordt voldaan aan de gevraagde prestaties. Belangen schakel je gelijk door het beschikbare budget te benoemen en aanbieders uit te dagen de beste kwaliteit en waarde en meest efficiënte aanpak

54

SCHOOLDOMEIN

maart 2016


ONTWERP EN INRICHTING te leveren. Voor een specifiek gebouw dat langjarig in je bezit blijft, kun je uiteraard met een derde partij langjarige vaste afspraken maken voor het onderhoud en de instandhouding. Voor een gebouwenportefeuille lijkt dat minder verstandig. Met ontwikkelingen als passend onderwijs, IKC’s en het recht op doordecentralisatie kunnen omstandigheden snel wijzigen. Door krimp of bezuinigingen kunnen budgetten fluctueren. Als bestuur wil je daar waar-

•D uurzaamheid en frisse scholen (bijvoorbeeld eigen energie opwekking, minimaal klasse C FS); •B eheer en exploitatie binnen/dichtbij de MI-vergoeding voor onderhoud en energie; •K unnen regelen verhuur en/of medegebruik bij leegstand; •F lexibiliteit van gebouwen (functionaliteit, capaciteit).

schijnlijk soepel op kunnen inspelen. Een langjarig contract met vaste financiële verplichtingen lijkt dan bijzonder onhandig. Een uitbesteding van taken zou gericht moeten zijn op het aangaan van een duurzame samenwerking met de meest geschikte partner waarmee je: • samen inhoud geeft aan het strategisch huisvestingsbeleid; • samen vorm geeft aan de functionele en technische verduurzaming van de gebouwen; • samen stuurt op het creëren van maximale waarde (binnenklimaat, energieneutraal, en functieflexibiliteit).

SAMENGEVAT: STUREN OP LEVENSDUURKOSTEN EN MAXIMALE WAARDECREATIE Het geheel van kosten van de bestaande gebouwenportefeuille wordt bepaald door vier elementen; de huidige staat van de bestaande gebouwen en de bestaande exploitatiekosten, de investeringen in benodigde aanpassingen om aan de kwaliteitseisen te voldoen ( Frisse Scholen, ARBO, conditiescore onderhoud, etc.), investeringen in rendabele maat­regelen voor energie en materialisatie en opbrengsten uit verhuur en medegebruik. Dit geheel kan worden vervat in het begrip Total Cost of Ownership (TCO). Wat zijn de regieknoppen bij een uitbesteding van een op TCO gebaseerd contract? Zie onderstaand figuur met toelichting.

Zo’n partner selecteer je in een uitbesteding op basis van hoe deze met het beschikbaar budget samen met het bestuur maximaal inhoud gaat geven aan deze en onderstaande prestatie-indicatoren. En ook aangeeft hoe daarbij ingespeeld gaat worden op wijzigende omstandigheden. Die partij die het meest deskundig en slim met deze materie om gaat en dit in het voordeel van ook het schoolbestuur doet, wint de aanbesteding. Een aanbesteding niet op oplossingselectie, maar partnerselectie: een Best Value aanpak. PRESTATIE-INDICATOREN Het verschilt per bestuur op welke prestatie-indicatoren men hun gebouwenbestand strategisch wil beheren en aansturen. Meest voor de hand liggende prestatie-indicatoren zijn de volgende: • Onderwijs moet tijdens de uitvoering altijd doorgang vinden; • Onderhoudsconditie (kwaliteit gebouwen) volgens NEN 2767;

CONCLUSIES De uitvoering van het huisvestingsbeleid, waar het de instandhouding en exploitatie betreft, is verantwoord uit te besteden aan een externe organisatie. Uitgangspunt hierbij is dat het bestuur wel zelf de strategische regiefunctie houdt en stuurt op zelf benoemde prestatie-indicatoren. Wanneer men daartoe besluit, moeten de prestatie indicatoren op basis van de huidige situatie worden uitgewerkt in een op de markt te zetten business case. Met daarin ook welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot de huisvesting worden uitbesteed, welke taken het schoolbestuur zelf gaat invullen en hoe in te spelen op wijzigende omstandigheden. Die business case kan vervolgens worden uitgewerkt in een (Best Value) aanbestedingsbestek. Kijk voor meer informatie op www.poh.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

55


Tekst Sibo Arbeek

HET MEEST COMPLEXE BOUWPROJECT IN NEDERLAND

Science Campus Leiden draait om creatieve werkprocessen

56

SCHOOLDOMEIN

maart 2016


ONTWERP EN INRICHTING Peter Hamel is senior projectmanager binnen het Vastgoedbedrijf van de Universiteit Leiden. Na 21 jaar ervaring bij atelier PRO als o.a. manager, directievoerder en kwaliteitscoördinator belandde hij bij de Universiteit Leiden: “Ze zochten een interne projectmanager voor de nieuwbouw van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Iemand met feeling voor de organisatie”.

P

eter: “In 2008 moest de nieuwbouw helemaal vanaf scratch opgezet worden. Ik was gewend aan complexe gebouwen waar veel zaken bij elkaar komen. Eerder heb ik de bouw van The International School of The Hague en kantoorgebouw (WTC) Prinsenhof Den Haag begeleid en daarnaast ook veel grote winkelcentra. De universiteit wilde zo snel mogelijk nieuwbouw voor de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, mede omdat

er asbest in de sterk verouderde gebouwen uit 1960 zat. Je praat over een project met een totale omvang van 100.000 m² bvo dat in drie fasen wordt uitgevoerd. Toen we in 2010 met het ontwerpteam startten hebben we eerst een structuurplan bestaande uit drie fasen opgesteld, waarbij je start met de laatste fase en van daaruit de eerste twee fasen gaat plannen. De eerste fase die we in september in gebruik nemen bestaat voor 60% uit laboratoria en onderwijsruimten die generiek en specifiek worden gebruikt, naast diverse vleugels met kantoren. Het gebouw bevat hele specifieke en complexe faciliteiten, zoals een meethal die helemaal trillingvrij is gemaakt ten opzichte van de omgeving.” INZICHT IN PROCESSEN “Voordat je het weet benader je het alleen als een standaard huisvestingopgave, terwijl het ook een veranderopgave is. Inmiddels ronden we de eerste fase af en hebben we het programma van eisen voor de tweede fase vastgesteld, in afstemming met de vertegenwoordigers vanuit de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. In die tweede fase komen minder laboratoria en vooral ruimten voor onderwijs en een restaurant. Voor fase 2 gaan we nu het structuurontwerp maken en fase 2 willen we in 2021 in gebruik nemen.” Naast projectmanager Peter Hamel

Peter Hamel / Universiteit Leiden

Foto: Michael van Oosten

BREEAM-NL is hét instrument om integraal de duurzaamheid van nieuwe gebouwen, bestaande gebouwen, gebieden en sloopprojecten te meten en te beoordelen. BREEAM-NL is afgeleid van het internationale BREEAM en wordt beheerd en ontwikkeld door de Dutch Green Building Council. BriefBuilder is een professioneel hulpmiddel om hoogwaardige programma’s van eisen (PvE’s) te ontwikkelen voor bouw- en huisvestingsprojecten. Het is een online kwaliteitsmanagementsysteem waarin projectspecificaties op systematische wijze vastgelegd, getoetst en beheerd kunnen worden. Autodesk Revit is een Building Information Modeling-programma van Autodesk dat draait op Microsoft Windows. Het programma maakt het mogelijk tekeningen te maken op basis van parametrische modellen.

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

57


Foto Michael van Oosten

zit ICS-adviseur Tanneke Willems aan tafel. Zij heeft het programma van eisen voor de tweede fase van de nieuwbouw van de Science Campus begeleid: “Een complicatie is dat de faculteit zo snel is gegroeid dat niet alle functies die in de eerste fase gepland waren, daadwerkelijk gehuisvest kunnen worden. Sommige instituten zoals bijvoorbeeld het instituut voor geneesmiddelenonderzoek zijn meer dan verdubbeld. De mensen van het primaire proces staan voor de grote uitdaging om met deze groei het onderwijs goed te organiseren en tegelijkertijd, tijd te nemen om na te denken over de nieuwe huisvesting.” Je weet niet al vijf jaar van te voren hoe een laboratorium er uit moet gaan zien. De organisatie binnen een faculteit verandert snel. Er komen onderzoeksgroepen bij en dat heeft impact op het bouwproces. We gingen daarom eerst met de mensen in gesprek om inzicht in de werkprocessen te krijgen en ontwierpen daar vervolgens de juiste vierkante meters bij. Met Tom Westerhof die de belangen van de faculteit behartigt, werk ik intensief samen. Vastgoed en de faculteit zitten zo dichter op de werkprocessen en signaleren dus ook sneller eventuele risico’s én kansen. Dat heeft een sterk projectteam vanuit de universiteit in de ontwerpfase opgeleverd, dat verder bestaat uit Annette Boot en Roderik van Doorn en later is aangevuld met Bert Döpp.”

“In complexe processen nemen we bewust tijd om na te denken en even afstand te nemen.”

OOSTERSE LEER ALS KERN Peter verder: “Vanaf het moment dat ik in 2013 ben geslaagd voor mijn MBA bij de TSM Business School is mijn perceptie van de werkelijkheid en daarmee de visie op het managen van complexe processen veranderd; het is niet allemaal rationeel en planmatig te benaderen. Tijdens een studiereis naar Hongkong kwam ik in aanraking met een oosterse leer die uitgaat van respect voor de tegenstander. De winnaar verliest altijd meer dan dat hij gewonnen heeft. Die wijsheid heeft mij en inmiddels ook het team gevormd tot een eenheid die projectmatig wil creëren. Dat kan alleen door mensen in hun kracht te zetten. Zonder begrip voor cultuurverschillen tussen bedrijven en organisaties kom je in deze processen niet ver. Waar staan mensen voor en wat hebben ze nodig? In complexe processen

58

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

nemen we als projectteam bewust tijd om na te denken en even afstand te nemen.” WERKEN MET BIM “Zo’n complex gebouw moet je eerst driedimensionaal tekenen, waarbij je ziet hoe de disciplines installatietechniek, bouwkunde en constructies zich tot elkaar verhouden. Het hele traject hebben we in het BIM-programma Revit gezet, zodat we alle informatie in 3D beschikbaar hadden. Adviseurs werden verplicht om in Revit te werken, zodat de installatietechnische en bouwkundige informatie in het ontwerp goed op elkaar afgestemd waren. Daarnaast hebben we de 1e fase uitgewerkt in briefbuilder. Dit gebruikten we als een zeef waar het programma van eisen doorheen werd gehaald. Veel programma’s van eisen blijven te algemeen, met begrippen als flexibiliteit, multifunctioneel en ontmoeting. Maak flexibiliteit nu eens smart en formuleer je visie en beleidsuitgangspunten. Ik heb eenduidige modellen en formats nodig waarmee ik het ontwerpteam kan sturen.” Het Programma van Eisen voor de tweede fase is opgesteld door ICSadviseurs en vastgelegd in briefbuilder: “Een goed systeem, maar communicatief moet hier nog een slag in geslagen worden, met name naar de gebruikers. Anders levert dat onderdeel meer werk op dan in een traditioneel proces.” BREEAM VERY GOOD “De universiteit vindt duurzaamheid belangrijk. Dit is een zogenaamd be spoke project en dat maakt het interessant. Dat komt omdat er binnen BREEAM voor dit soort gebouwen nog geen BREEAM-credits zijn. Die hebben we ontwikkeld in samenwerking met de Dutch Green Building Council (DGBC). Het eerst casco bouwen en vervolgens de laboratoria erin plaatsen, hebben we overgenomen uit vergelijkbare projecten in Duitsland. Bij andere universiteiten hebben we goed gekeken hoe ze met laboratoria en meer specifiek, hoe ze met trillingen omgaan. Inmiddels werken we in het kader van de LDE in grote projecten samen met de Erasmus Universiteit Rotterdam en de TU Delft. In Groningen is het definitief ontwerp klaar en is ons gevraagd dit vanuit onze ervaringen te beoordelen. De Science Campus is misschien wel het meest complexe gebouw van Nederland, met 60% aan (bio) chemische en fysische laboratoria, en de risico’s voor de eerste bouwfase waren te groot om het ontwerp- en bouwproces traditioneel in te richten. Dan had het gebouw er nooit gestaan. Op alle aspecten moesten we het proces continue managen: samenwerking, contracten, overleggen met de vele onderzoeksgroepen, de werkprocessen en afstemming met de gebruikers. Voor meer informatie surft u naar http://organisatie. leidenuniv.nl/vastgoed/projecten/fwn.html. Op deze site vindt u ook sfeer­impressies.


Het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samen足 leving. In dit nummer het idee van de Europese Unie.

EU trekt honderden miljoenen uit voor groenten, fruit en melk op school

K

inderen en jongeren meer groenten en fruit doen eten, meer melk doen drinken en aanleren wat gezonde en duurzame voeding is. Dat is de ambitie van het Europees Parlement. Het keurde onlangs een nieuw voedingsprogramma goed dat daarvoor elk jaar 250 miljoen euro ter beschikking stelt. De cijfers zijn alarmerend. Een op de drie kinderen in Europa kampt met overgewicht of is obees. Vooral bij jongeren lijkt het alsof het eten van fruit

en groente niet is ingeburgerd in het dagelijks leven. Met drie op de tien kinderen in de basisschoolleeftijd die wel genoeg fruit eten, eten ze ondermaats. De groep daarboven heeft nog minder op met fruit, want van de 12- tot 16-jarigen voldoet slechts 13 procent aan de richtlijn. Bij groente is hetzelfde patroon naar leeftijd zichtbaar. Ruim drie op de tien 4- tot 12-jarigen eten elke dag voldoende groente. 16- tot 20-jarigen halen het minst vaak de norm: twee op de tien eten dagelijks genoeg groente.

Met de nieuwe richtlijn trekt Europa vanaf 2017 jaarlijks 150 miljoen euro uit voor de verdeling van groenten en fruit op school en 100 miljoen voor de verdeling van melk. De EU-landen verbinden zich ertoe hun kinderen gezonde eetgewoonten aan te leren, maar zetten ook lokale producten, biologische landbouw, duurzame voedselproductie en voedselverspilling in de kijker.

schooldomein

maart 2016

59


STALAD richt VLC Amersfoort in 5 november 2015 was de officiële opening van het grondig verbouwde schoolgebouw van het Van Lodensteincollege in Amersfoort. Het hoofdgebouw van het Reformatorische Van Lodensteincollege in Amersfoort is fors aangepakt en uitgebreid. STALAD heeft de inrichting van A tot Z begeleid en verzorgd. Meer informatie: schooldomein.nl/28-211

Op zoek naar een unieke vloer voor een speciale ruimte? Flotex is een vloerbedekking van Forbo, bekend van Marmoleum, die de voordelen van een harde vloer combineert met de voordelen van een textiele vloer. En met deze vloer kunt u elk dessin kiezen dat u wenst, bijvoorbeeld voor de lerarenkamer of uw expositieruimte. Meer informatie: schooldomein.nl/28-214

Team LIAG wint aanbesteding Tapijn Maastricht Via een Europese aanbesteding is Team LIAG als winnaar uit de selectie gekomen voor de transformatie van de voormalige Tapijnkazerne in Maastricht. Het schetsontwerp is onlangs aan studenten en medewerkers van de Universiteit en bewoners van Maastricht gepresenteerd. Meer informatie: schooldomein.nl/28-212

‘Huren als een eigenaar’

BENG-scholen komen eraan! In 2020 (over 4 jaar!) is het zover! De EPC voor onderwijsfuncties wordt aangescherpt en gaat naar bijna nul. De BENG-scholen (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) worden een feit. Hoe bereiden wij ons daar, als onderwijshuisvesting- en D&B-specialist op voor? Onder meer door kennis te verzamelen en ervaring op te doen. Meer informatie: schooldomein.nl/28-210 Energieneutrale Brede School Culemborg Oost wordt gerealiseerd met een bijzondere financieringsvorm. Pellikaan bouwt het Design & Build project, dat gerealiseerd wordt via de financieringsvorm ‘Huren als een Eigenaar’. Een beheerstichting zal het gebouw verhuren aan de instellingen. Meer informatie: schooldomein.nl/28-218 Met daglicht en frisse lucht doorgoten verkeersruimte! In opdracht van en samen met opdrachtgever ROC van Amsterdam heeft Vink+Veenman b.v. zorggedragen voor de ver- en nieuwbouw van de Tobiasschool in Amsterdam. Architect van het project was RAU bv. Een modulaire lichtstraat van VELUX zorgt voor daglicht en frisse lucht. Meer informatie: schooldomein.nl/28-216 Ahrend lanceert nieuwe website Om u ook online nog beter van dienst te zijn, is de website van Ahrend volledig vernieuwd. Wij nodigen u van harte uit om de website natuurlijk zelf te ervaren en te kijken wat er allemaal veranderd is. Om u een klein beetje op weg te helpen geven wij u graag aan wat de belangrijkste verschillen zijn. Meer informatie: schooldomein.nl/28-213

60

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

Nieuwe zelfklevende vloerbedekking Snel, efficiënt, rendabel: Met nora nTx heeft nora flooring systems een toekomstgerichte en innovatieve legtechnologie op de markt gebracht. Het nieuwe systeem verkort de legtijd tot de helft en kan op alle gangbare ondergronden en zelfs op bestaande vloerbedekkingen worden gelegd. Meer informatie: schooldomein.nl/28-217


Innovatie Uit de Schooldomein-nieuwsbrief: op de volgende pagina’s mooie innovaties van de partners van Schooldomein

Ecophon’s duurzame innovatie Ecophon zet zich al jaren actief in voor het verbeteren van het binnenklimaat en met name de akoestiek. Uiteraard zijn duurzame oplossingen hier onlosmakelijk aan verbonden. Vanaf nu kan Ecophon voor haar zes grootste productfamilies EPD’s overleggen (Environmental Product Declarations). Meer informatie: schooldomein.nl/28-202

Licht en lucht in de binnenstad In Den Haag is het Christelijk Lyceum Zandvliet van start gegaan in haar nieuwe gebouw, ontworpen door DP6 architectuurstudio. Het nieuwe gebouw bevindt zich op een prachtige binnenstedelijke plek: met de voorgevel aan de Bezuidenhoutseweg en de achtergevel aan het Haagse Bos. Meer informatie: schooldomein.nl/28-204 Gispen en Mecanoo lanceren Room to learn

Slim ontwerp met duurzame kwaliteit Deze zomer opent de Pieter van der Plasschool haar deuren. Het nieuwe tweelaagse gebouw omvat een brede school van 3000 m² BVO. In het door RoosRos Architecten ontworpen gebouw, komen een basisschool, een kinderdagverblijf/peuterspeelzaal, een buitenschoolse opvang en een gymzaal. Meer informatie: schooldomein.nl/28-215 VANERUM iMO-LEARN: “Bewegend leren heeft de toekomst” Bewegen helpt ons om beter te leren. Daar zijn onderzoekers het over eens. Want bewegen verfrist naast het lichaam ook de geest. Vanerum is zich hiervan zeer bewust en is daarmee aan de slag gegaan. Het resultaat? Een nieuw bewegend leren concept: de iMO-LEARN. Meer informatie: schooldomein.nl/28-206

‘Room to learn’ is de naam die Gispen en Mecanoo hebben gegeven aan hun zoektocht naar de leeromgeving van de toekomst. Hoe ziet die ideale leeromgeving eruit? Op Roomtolearn.nl delen Gispen en Mecanoo hun visie en gezamenlijke stappen. Meer informatie: schooldomein.nl/28-209 Energielabel voor schoolgebouwen verplicht? Om een impuls te geven aan de uitvoering van het Energieakkoord, wordt de afgifte van een energielabel bij verkoop of verhuur van een pand door de Rijksoverheid gecontroleerd. Ook wordt er nu gesanctioneerd, door middel van soms forse geldboetes, bij het ontbreken ervan. Meer informatie: schooldomein.nl/28-205 Realisatie onderwijs voor vluchtelingen Nijmegen De 565 kinderen van vluchtelingen die tijdelijk verblijven op Heumensoord in Nijmegen, gingen na de kerstvakantie naar een speciaal voor hen ingerichte school. Het tijdelijke schoolgebouw voor basis- en voortgezet onderwijs moest in sneltreinvaart gereed worden gemaakt. Meer informatie: schooldomein.nl/28-207

Upgrade van tijdelijk naar permanent Sluiten en verhuizen? Nieuwbouw? Of verbouwen en tijdelijk verhuizen? Toen het huurcontract van de tijdelijk huisvesting voor een kinderopvangorganisatie afliep, kwamen deze vragen naar boven. Totdat BUKO Huisvesting liet zien hoe deze vragen tot een duurzame oplossing konden leiden. Meer informatie: schooldomein.nl/28-203

Onze opgave: Het welzijn van Friese Poort Waar kan de leeromgeving van Friese Poort slimmer en duurzamer? Vanuit die vraag ging DGMR-adviseur Rolf Drijfhout aan de slag. Het nieuwe gebouw Zorg en Welzijn van ROC Friese Poort moest niet alleen duurzaam, maar ook flexibel zijn. Meer informatie: schooldomein.nl/28-208

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

61


BURGEMEESTER DE VLUGTSCHOOL AMSTERDAM

www.roosros.nl | info@roosros.nl


De etalage Voortgezet Onderwijs Bootcamp in Amsterdam op 7 april 2016 Hoe brengt u de 21st century skills een stap verder en wat vraagt dat van de leeromgeving? Onderwijs vernieuwt en verandert voortdurend, maar een schoolgebouw beweegt niet zomaar mee. Denkt u wel eens: ‘Wat kunnen wij doen met deze ontwikkelingen? Kunnen wij met andere huisvesting nog beter onderwijs geven?’ Een leeromgeving die prikkelt, vragen oproept, interesse wekt en verrast is een omgeving die de ontwikkeling van de leerling stimuleert.

ICSadviseurs organiseert op donderdag 7 april de Voortgezet Onderwijs Bootcamp in het inspirerende B Amsterdam “a city in a building” op de Johan Huizingalaan 763A in Amsterdam. Deze bootcamp biedt u de kans om samen met collega’s en experts actuele onderwijsthema’s te vertalen naar concrete huisvestingsconcepten. Grote plannen voor later en kleine ideeën voor morgen.

U heeft de keuze uit vier boeiende workouts: • Ondernemend leren – met Jos Hardeman van Venture-lab S • Gepersonaliseerd leren volgens Kunskapsskolan – met Willemien Noordhof (educational director Kunskapsskolan Nederland) • De roostervrije school
– met Bert Sterken, onderwijsinnovator en Co-founder Niekée en Agora • Vernieuwd beroepsgericht leren – met Roeland Baaten van Platform VMBO Dienstverlening & Producten Het programma 12.30 – 13.00 uur Inlooplunch 13.00 – 13.30 uur Toelichting en startschot 13.30 – 14.30 uur Workout ronde 1 14.30 – 15.15 uur Energieboost 15.15 – 16.15 uur Workout ronde 2 16.15 – 17.00 uur Cooling down & netwerkborrel Tijdens de middag zorgt ICSadviseurs natuurlijk voor lekkere en gezonde drankjes en hapjes om u van voldoende energie te voorzien. Na afloop van de bijeenkomst ontvangt u de resultaten van de workouts waarmee u direct uw collega’s kunt inspireren. Meer informatie en aanmelden Meer informatie, onder meer over het programma, vindt u op de website van ICSadviseurs. Meld u aan voor 1 april 2016 door een e-mail te sturen aan anouk.nelemans@icsadviseurs.nl. De kosten voor deelname bedragen e 75,- incl. btw. Meer informatie: www.icsadviseurs.nl/bootcamp

Mini-Symposium ‘Scholenbouw in topconditie- kwaliteit als opgave’ In samenwerking met Ruimte-OK organiseert LIAG op 21 april 2016 een mini-symposium in het recent gerenoveerde Alkwin Kollege in Uithoorn. Het werken aan de kwaliteit van onderwijsgebouwen is super actueel. Op dit mini-symposium zal in navolging van het kwaliteitskader huisvesting voor het basisonderwijs de landelijke lancering van het kwaliteitskader voor het VO plaatsvinden. Hoe kan dit kwaliteitskader helpen bij de afwegingen

rondom de (ver)bouw en renovatie van school­ gebouwen? Ook krijgt u gelegenheid het onlangs gedeeltelijk gerenoveerde Alkwin Kollege van binnen te bekijken, in gesprek te gaan met de architect en de school en hoort u welke mogelijkheden de Green Deal Scholen biedt om met verduurzamen van uw scholen aan de slag te gaan. Meer informatie: www.schooldomein.nl/ scholenbouw-in-topconditie

Voor: Voortgezet onderwijs, Primair onderwijs, Gemeenten Door: LIAG en Ruimte-OK Wanneer: donderdag 21 april 2016 14:30 uur Waar: Alkwin Kollege Uithoorn Kosten: Deelname is gratis – vooraf aanmelden is verplicht

Jan Abrahamse en Monique van Bavel

schooldomein

maart 2016

63


Het atelier NEUSHOORN | DELFT

kijken en de levendigheid in het gebouw ziet. Qua materialisering is gekozen voor bestaande en hergebruikte elementen en een rijkdom aan vormen en materialen zoals glas, cortenstaal en verschillende soorten hout. Een deel van de stenen van de gesloopte panden is hergebruikt in de nieuwe gevels. De Weijer: “Doordat de stukken verschillende groottes hadden was netjes metselen onmogelijk en hebben we express gekozen voor ruw metselwerk”.

N

eushoorn in Leeuwarden is poppodiumen-school-in-één. DP6 architectuur­ studio ontwierp i.s.m. 3TO een gebouw dat tegen een stootje kan en uitdaagt tot creativiteit. Een dynamisch gebouw dat aansluit op de stedenbouwkundige context en de functie van het gebouw als poppodium en school. Maandag 8 februari werd het pand officieel geopend door minister Jet Bussemaker en singer-songwriter Jett Rebel. De opzet van Neushoorn voorziet in grootschalige zalen en kleinschalige ruimten, met twee podia, een café, oefen- en culturele productieruimten en ruimten voor workshops plus onderwijsruimten voor D’Drive, de praktijk­ afdeling van het Friesland College. Het hoofdgebouw op de hoek van de Haniasteeg, Ruiterskwartier 41, is grotendeels behouden en biedt op de begane grond plek aan de gedeelde hoofdentree met foyer en

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever Gemeente Leeuwarden Architect DP6 architectuurstudio, Delft i.s.m. 3TO architecten, Den Haag Opening: 8 februari 2016 Foto’s Kristian Hoekman

64

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

garderobe. De trap bij de entree leidt naar de onderwijsruimten van D’drive en kantoorruimtes van Neushoorn en een glazen dak dat daglicht tot diep in het gebouw brengt. Gekoppeld aan de bestaande bebouwing is nieuwbouw gerealiseerd waartussen als het ware een ‘Nieuwe Steeg’ is geïntroduceerd die beiden verbindt. Door deze tussenzone met foyer en studielandschap wordt een goede ruimtelijke en functionele koppeling gemaakt en zijn de looplijnen naar zalen, studio’s, kleedruimten, onderwijsruimten en kantoren kort. De concertzalen zijn achter in het gebouw geplaatst zodat de gevels transparant blijven en de voorbijganger goed naar binnen kan

Een poppodium staat of valt echter met een goede akoestiek. Het oor is het belangrijkste zintuig van de poppodiumgebruiker. De verschillende geluidsproducerende functies van het gebouw zijn daarom ontworpen als vrijstaande ‘dozen’ om te zorgen voor een optimale geluidsisolatie. Akoestiek heeft ook een grote rol gespeeld bij de keuze voor de wanden. Zo is de schuine wand als thema in het gebouw opgenomen en de muur bij de grote trap is tegelijkertijd een speciaal door DP6 ontworpen akoestisch paneel. Artiesten, concertbezoekers en leerlingen zijn positief over het nieuwe poppodium. Neushoorn-baas Jan Pier Brands: “Het ontwerp is een beetje ruig en dat werkt ontzettend goed. Elke avond is een feestje en ook overdag zit er superveel energie in het gebouw”.


Foto: Hannah Antonysz

Column

MAAK VAN BEHOUD EN TRANSFORMATIE DE EERSTE KEUS

SPECIALIST IN EDUCATIEVE COMMUNICATIE Ten Brink Uitgevers is dé uitgeverij voor onderwijsgerelateerde boeken en magazines. Vakkennis voor u! Bekijk ons aanbod op:

www.tenbrinkuitgevers.nl SINDS

1848

Wie een beeld wil krijgen van de school van de toekomst, hoeft niet ver te kijken. De meeste schoolgebouwen van de toekomst bestaan nu al, en zijn volop in gebruik. Nieuwbouw is een uitzondering, het bestaande school­ gebouw is de regel. Zoals de Rijksbouwmeester het uitdrukt: de twintigste eeuw was de eeuw van de expansie. Met de ‘gebouwde voorraad’ van toen kunnen we nog heel lang vooruit. Het is daarom merkwaardig dat er nog altijd zoveel aandacht is voor nieuwe scholen. We kunnen onze inzet, vernuft en geld nuttiger besteden aan een slimme, zorgvuldige en liefdevolle omgang met de bestaande schoolgebouwen. Waarom worden er nog zoveel goede schoolgebouwen uit de sixties en seventies gesloopt? U kent de argumenten vast uit uw omgeving: omdat ze ‘niet meer bij het onderwijs van nu passen’, ‘niet duurzaam’, ‘lelijk’ of ‘te duur’ zouden zijn. Of omdat nieuwbouw voor sommige mensen gelijk staat aan prestige. Het zijn allemaal drogredenen. Vrijwel ieder bestaand schoolgebouw is geschikt te maken voor het onderwijs van de toekomst, zo laat onderzoek van onze stichting Mevrouw Meijer zien. Op voorwaarde dat je goede architecten inzet en eerlijk calculeert. Onderwijskundig is een hoogwaardige renovatie al gauw superieur aan nieuwbouw. Vanuit duurzaamheidsoogpunt is behoud en transformatie ook de beste keus. Technisch kan het en je krijgt de meeste vierkante meters voor je geld. Bovendien hebben deze schoolgebouwen een historische waarde. Ze behoren tot onze identiteit, wat een ander woord is voor ‘eigenheid’. Ze zijn zo vanzelfsprekend, zo eigen, dat we hun kwaliteit gemakkelijk over het hoofd zien en er slordig mee omgaan. Maar daarmee doen we de geschiedenis én de toekomst te kort. Mevrouw Meijer pleit ervoor onze waardering om te keren: beschouw behoud en transformatie als eerste keus, en nieuwbouw alleen in noodgevallen. Zo kunnen we de beproefde kwaliteiten van het bestaande benutten als basis voor een prachtige toekomst. Meer informatie over Mevrouw Meijer vindt u op www.mevrouwmeijer.nu

SCHOOLDOMEIN

maart 2016

65


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. www.schooldomein.nl, facebook.com/schooldomein, twitter.com/schooldomein, linkedin.com/company/schooldomein Uitgever Schooldomein is een uitgave van Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems

5

no.

Slim

Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, Jaap de Kruijf. Redactieraad Henrico ten Brink, Henk Grendel, Guus Klamerek, Ronald Schilt, Harry Vedder, Paul Voogsgerd, Stijn de Wolf en Edward van der Zwaag Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldo-

In mei verschijnt de volgende Schooldomein rond het thema Slim. Slim financieren, duurzaam bouwen en vooral slim nadenken over de bestemming en inrichting van schoolgebouwen. De volgende artikelen staan op stapel:

mein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,-, voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink.

• Groot interview met Wilma Kempinga en Tjeerd Wessel van Mevrouw Meijer: Er bestaan geen slechte schoolgebouwen. • Tapijn Maastricht voorbeeld van slim bouwen: transformatie en nieuwbouw in een afgewogen samenhang. • Nieuwbouw Calland Lyceum klopt! Fraaie architectuur werkt op alle onderdelen. • Skills Lab Thamen nadert voltooiing: een preview op het eindresultaat. • Hoe slim kan een gebouw zijn: vier architecten nemen de handschoen op om slimheid te verbeelden. • Internationale PDO school Muscat: de learning souq als basis voor ontmoeting en kennisdeling. • Slim financieren en exploiteren: wat biedt de markt aan en klopt het allemaal wel?

Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor het plaatsen van advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 088-2350403, brenda.breems@icsadviseurs.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul@communicabel.nl, 06-46337000. De advertentietarieven van Schooldomein zowel als voor de website vindt u op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ ondernemers in marketing & communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: STALAD Onderwijsinrichting, SMT Bouw & Vastgoed, Ecophon, Hevo, DGMR, VELUX, Nora Flooring, Forbo, ICSadviseurs, Pellikaan, LIAG, RoosRos Architecten, BUKO, Gispen, Alpha Consultancy, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement en Platform Onderwijshuis­vesting, Ahrend, DP6, OIII architecten, Vanerum, Frencken Scholl Architecten, M3V, TenW architecten

66

SCHOOLDOMEIN

maart 2016


Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

Creëer uw ideale leeromgeving met HUBB HUBB is een innovatieve en modulaire meubelserie, speciaal ontwikkeld voor het onderwijs door Mecanoo & Gispen. Lesaanbod en lesvormen zijn geen semester hetzelfde. Daarom bestaat HUBB uit een serie bouwstenen waarmee u eindeloos combineert én varieert. Zo wordt een set stoelen met de toevoeging van een overkapping geschikt om te studeren

HUBB EINDELOOS COMBINEREN VAN BOUWSTENEN

of onderzoeken. Aan elkaar geschakeld worden ze een bank. UITNODIGING EVENT

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl

Van ontmoeten en overleggen tot geconcentreerd werken:

Kom HUBB live bekijken! In de nieuwe Gispen showroom in

met HUBB creëert u uw eigen custom made leeromgeving die

Culemborg creëren we een ruime setting van HUBB. Speciaal

jarenlang mee kan. Uniek, toekomstgericht én circulair dankzij

voor u en andere relaties uit het Onderwijs organiseren wij een

de slimme productie en recyclebare materialen’.

event op:

Voor meer informatie over de toepassingsmogelijkheden en onze

Donderdag 26 mei, 14:00- 17:00 uur

visie op de leeromgeving van de toekomst: www.roomtolearn.nl

Kosteloos aanmelden: rsvp@gispen.nl


wilt zien als je aan de slag gaat met het (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • info@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 28, maart 2016

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

4

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing pas het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

SCHOOLDOMEIN

Samen met u maken wij de mooiste scholen

THEMA: EIGEN SPORT IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL van het zijn MAATSCHAPPELIJK VASTGOED bestaat niet! BIJZONDERE INRICHTING Techlab Corlaer College Nijkerk


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.