Schooldomein nr. 5 - mei 2016

Page 1

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

wilt zien als je aan de slag gaat met het (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • info@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 28, mei 2016

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

5

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Johan Friso School te Rijssen

SCHOOLDOMEIN

Samen met u maken wij de mooiste scholen

THEMA: SLIM ELK GEBOUW VERDIENT een tweede kans EXPERTMEETING Honderd jaar scholenbouw HOE EEN PLAFOND kan gaan leven FRIS, ENERGIENEUTRAAL ÉN BETAALBAAR Plein Oost in Haarlem


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

HEVO biedt dÊ oplossing voor alle duurzame vastgoedvraagstukken DUURZAAM PRESTEREN; DAAR WETEN WIJ ALLES VAN! Een ambitieuze, duurzame visie op onderwijs, maar een gebouw dat daar niet echt bij past? Dat kan natuurlijk niet. Dat vraagt om (ver)nieuwbouw en innovatie. Duurzaamheid is en heeft nu eenmaal, net als onderwijs, de toekomst. Bovendien is een duurzaam 'karakter' ook nog eens goed voor het imago van de school. Vanzelfsprekend houd je dan in een vroeg stadium al rekening met verdergaande duurzaamheidsmaatregelen na oplevering. Daarnaast wens je flexibiliteit, zodat het gebouw kan worden aangepast wanneer het onderwijs dit vraagt. En natuurlijk: lage exploitatiekosten. Dat wil elke bestuurder. Net als garanties op het resultaat. O, ja, niet vergeten‌ in de aanbesteding meteen het onderhoud meenemen. Dan ben je echt 'SLIM' bezig. Het is duidelijk: ook met krappe budgetten weten wij steeds weer de gaafste, meest duurzame en meest gebruikersvriendelijke projecten te realiseren. Kies daarom net als het Carmel College Salland voor HEVO. Want wij weten wat duurzaam presteren is!

Meer weten? Kijk snel op www.hevo.nl, bel met 073 6 409 409 of mail naar info@hevo.nl


VAN DE REDACTIE

Slim! Wat is Slim? Daar moest ik aan denken toen ik de aanhef: renovatie, goedkoper, maar niemand is verantwoordelijk las. Deze zin staat in een pleidooi van de PO-Raad en de VNG. Het doel is meer aandacht te vragen voor het renoveren van verouderde schoolgebouwen en dit eenduidig te regelen. Renoveren is een volwaardig alternatief voor nieuwbouw en zou 30% goedkoper zijn, is de redenering. Jaarlijks worden er circa 100 scholen nieuw gebouwd, maar veel meer scholen zouden beter gerenoveerd kunnen worden. Dat lijkt me een slim initiatief, maar tegelijkertijd complex in de uitwerking. In de eerste plaats bestaat nu ook de mogelijkheid om een probleem in onderling overleg tussen gemeenten en het schoolbestuur aan te pakken en op te lossen en gebeurt het ook in veel gevallen. Dat was immers de hele reden dat het rijk in 1997 middelen en taken naar gemeenten en het veld heeft gedecentraliseerd. Het is wel begrijpelijk dat dit probleem nu speelt nadat het groot onderhoud is overgegaan naar de schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs. Eerder lag renovatie logischer op het bordje van de gemeente, nu is er een vaag tussengebied ontstaan tussen een renovatie en (goed uitgevoerd) groot onderhoud. Hoe wordt de bewijslast opgebouwd; vanuit het gebouw of juist vanuit de functionaliteit van het gebouw? Denkend over het soort afspraken dat je zou moeten maken om renovatie meer bindend te regelen, bedenk ik me dat in de beantwoording

ONZE VISIE Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

van de vraag altijd de context moet worden meegewogen; zijn er meer partijen die mee willen denken over adequate of gezamenlijke huisvesting in de omgeving, is er sprake van krimp of juist groei, hoe zien de prognoses er uit, wat is de relatie met andere scholen in de omgeving en is er ook sprake van een onderwijskundige en functionele noodzaak? Wanneer al die vragen in perspectief beantwoord zijn is het gebouw aan de beurt. Dus dat betekent dat de afweging of een renovatie noodzakelijk is altijd context gebonden is en nooit objectafhankelijk. Feit blijft dat renovatie een grijs gebied is en daarom is de discussie actueel. In die zin is een slimme Schooldomein zeker op zijn plaats met een groot artikel van Mevrouw Meijer die beargumenteert dat renovatie eigenlijk transformatie is en gelijkwaardig is aan nieuwbouw. Teun van Wijk laat zien hoe mooi een internationale school in Oman kan zijn. Gastheer Ecophon organiseerde een prachtige expertmeeting in het Onderwijsmuseum in Dordrecht rond het thema: “wat leren we van 100 jaar scholenbouw.” Een aantal architecten gaat weer los, stellingen worden beantwoord en de partners van Schooldomein laten zien dat er ook veel moois en slims te vinden is in huisvestingland. Weer een mooie leeservaring gewenst. Sibo Arbeek Hoofdredacteur

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

3


INHOUD

6

BESTUUR EN BELEID

Elk gebouw verdient een tweede kans Aan tafel met Mevrouw Meijer: kunsthistoricus Wilma Kempinga en architect Tjeerd Wessel van Wessel van Geffen architecten.

10 13

Een zintuiglijke beoordelingstool Kwantitatief sturen op belevingskwaliteit.

OnderwijsLokaal de regio in! Afwegingskader helpt gemeenten en schoolbesturen die in gesprek gaan over hun rolverdeling ten aanzien van onderwijshuisvesting.

ONTWERP EN INRICHTING

16

24

Een visie met toekomstmuziek

28

P lug en Play in ontwerp van architect Maaskant

De indrukwekkende make-over van de Johan Friso School in Rijssen.

Renovatie Technikon Rotterdam bedient

Foto: Erik van Wel

veranderend beroepsonderwijs maximaal.

30

Balans tussen flexibiliteit en veiligheid

32

En waar praat je dan over?

De nieuwe Goudse Scholengemeenschap Leo Vroman werkt op alle gebieden.

Ecophon expertmeeting over honderd jaar scholenbouw in het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht.

36

N ieuw open leer- en recreatie landschap voor Maastricht Team LIAG ontwierp en herstructureerde het monumentale park Tapijn voor de universiteit

THEMA

en de stad.

Slim

39

De internationale PDO School in Oman Boeiende terugblik op de nieuwbouw van de school voor kinderen van expat-werknemers van Petrol Development Oman.

Mooi natuurlijk, al die aandacht voor duurzaamheid in gebouwen, maar zouden we ons niet meer moeten richten op het ontwikkelen van slimme gebouwen? Is dat eigenlijk niet vanzelfsprekend? Omdat leren nu eenmaal beter gaat in een slim gebouw met een helder onderwijsconcept? Slim is het thema van deze editie van Schooldomein en daarom legden we vier scherpe stellingen voor aan drie geslepen specialisten. Daarnaast vroegen we twee architecten om te beschrijven en te verbeelden waaraan zij denken bij een slim gebouw. Ook dat levert weer twee prachtige pagina’s op!

42

E en zintuiglijk gebouw voor kinderen met een geestelijke beperking Onderwijs, zorg en kinderopvang werken maximaal samen op een bijzonder natuurlijke locatie in Rotterdam.

44

E uropese School in Den Haag breidt snel uit Stichting Het Rijnlands Lyceum toe aan volgende fase meubilair.

47

R eadMe bewegwijzert het Krimpenerwaard College Bijzondere bewegwijzering sluit perfect aan bij fraai ontwerp met organisch glooiende vormen.

48

H ouvast bieden, ruimte laten: samen leren Nieuwbouw Krimpenerwaard College: een gebouw waarvan je voelt dat het klopt.

4

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


50

Slim Frankrijk Serre NumĂŠrique (de digitale broeikas) in Valenciennes biedt een blik op de toekomst en internationale samenwerking.

52

S limme combinatie van activiteiten wint ruimte De Sjinskoel is de nieuwe ontmoetingsplek in het Zuid-Limburgse Schinveld.

54

P lein Oost in Haarlem is fris, energieneutraal ĂŠn betaalbaar Schoolbestuur Spaarnesant realiseert een frisse en energieneutrale school tegen lage beheerkosten.

56

K waliteit met beperking, of een verrijkend avontuur Toekomstbestendige gebruikskwaliteit voor de twee rijksmonumenten van het Segbroek College.

58

Hoe een plafond kan gaan leven

60

Het gezondste lokaal in uw school

Ledverlichting en ultradunne plaat geven meerwaarde aan elke ruimte.

DEMOLokaal NU maakt lichte en gezonde ruimten op iedere school mogelijk.

BOUW EN ORGANISATIE

63

Veranderende rollen in het bouwproces

64

Een Brede school van 0 tot 20

Geslaagd symposium van de van Schooldomein-IVVD Academy (SIA) biedt nieuwe inzichten.

Nieuwe brede school Schuttersplein in Gorinchem biedt opvang en onderwijs aan (bijna) alle doelgroepen.

FACILITAIR EN BEHEER

66

A fgewogen inrichting belangrijk voor Leo Kannercollege Een kleurrijke vloer brengt nieuw leven in de school.

RUBRIEKEN

15 15 20 69 69 70

Kort nieuws

Onderwijstrends door Jaap de Kruijf

Architectuur en verbeelding: Slim

De etalage

Column van Irma Thijssen

V ooruitblik naar Schooldomein 6: Samen

10 20 30 43 52


AAN TAFEL MET MEVROUW MEIJER

Elk gebouw verdient een tweede kans

6

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Hannah Anthonysz

BESTUUR EN BELEID

Het was een mooie avond in het Leerhotel het Klooster in Amersfoort, waar betrokken studenten van MBO Amersfoort de verschillende gangen opdienden. En wat een unieke ambiance: een voormalig klooster dat nu een leerhotel, restaurant en vergadercentrum huisvest. Een perfecte plek om met Mevrouw Meijer te praten over haar passies: onderwijs en architectuur. En dat gebeurde tussen de gerechten door.

EEN AMUSE VAN STOOFPEERTJE Mevrouw Meijer bestaat overigens uit kunsthistoricus Wilma Kempinga en architect Tjeerd Wessel van Wessel van Geffen architecten. Wilma legt uit: “Mevrouw Meijer is een ideëel onderzoeksbureau dat de schoolarchitectuur wil verbeteren. Wij vinden schoolgebouwen belangrijk, omdat kinderen er een groot en vormend deel van hun leven doorbrengen. Een school is niet zomaar een bedrijfsgebouw. De kwaliteit van een school is van grote maatschappelijke betekenis en daar hoort goede architectuur bij; een school hoort geen wegwerpgebouw te zijn. Ons onderzoek richt zich vaak op de renovatie, uitbreiding en transformatie van bestaande wederopbouwscholen (1950-1970) of zogenoemde bloemkoolscholen (1970-1985). We laten zien hoeveel toekomst er in het verleden zit. Veel naoorlogse scholen zijn sleets geraakt door het intensieve gebruik en ze worden niet altijd liefdevol behandeld. Maar als je ze afstoft, wordt de schat die eronder ligt weer zichtbaar.” Tjeerd: “Ook doen wij samen met de TU Delft onderzoek naar de transformatie van ambachtsscholen. De TU heeft enkele Europese ambachtsscholen bezocht en nieuwe concepten uitgewerkt, en wij leggen de verbinding met de Nederlandse praktijk. Dit leerhotel hier is echt een bedrijf, waar studenten leren in de praktijk. Onlangs hebben wij in Amersfoort een bijeenkomst georganiseerd in een oude fabriek op een bedrijventerrein, waar BOL 1 en 2 mbo techniek is ondergebracht. Veel jongeren komen daar één dag in de week. En in Veldhoven staat het techniekhuis, een combinatie van

school, congrescentrum en museum. Zo’n combinatie met een gebouw met karakter is volgens ons ook onderwijskundig een verrijking.” GEBAKKEN COQUILLES MET GEROOSTERDE BLOEMKOOL Wilma: “In ons werk komen sommige thema’s telkens terug. Zoals het zorgvuldig omgaan en herwaarderen van bestaande gebouwen, en de school als ‘een wereld op zich’. Die thema’s werken we uit in de vorm van ontwerpend onderzoek aan de hand van een concrete casus. We nodigen talentvolle architecten uit en dragen onze bevindingen uit om kennis en debat te stimuleren. Mevrouw Meijer komt voort uit een project om hoogwaardige noodlokalen te ontwerpen voor Hoogvliet, Rotterdam (2002-2006). Het is een gegeven dat veel kinderen hun schooltijd grotendeels doorbrengen in noodlokalen. Dan moet je daar ook iets goeds van maken. We lieten architecten drie mooie ‘Schoolparasites’ ontwerpen, bedoeld voor muziek en dans, koken en eten, en individuele werkplekken. Ze zijn alle drie gebouwd bij scholen uit de jaren zestig. We hebben ons toen ook verdiept in die wederopbouwscholen zelf. Het is indrukwekkend om te zien hoe flexibel die scholen zijn, ze vangen al vijftig jaar veranderende onderwijskundige inzichten op. Het zijn heel gewone standaardscholen maar met een hoge kwaliteit, die ook voor de toekomst zijn waarde behoudt. Het is daarom onverstandig om alleen naar de economische levensduur te kijken als je over onderwijshuisvesting beslist. Er is een wereld te winnen

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

7


door onderwijs en architectuur samen te brengen.” Tjeerd knikt: “Er wordt te beperkt op kosten gestuurd, terwijl het om de waarde gaat. Opgaven alsmaar vertalen in nieuwbouw was interessant toen de grond nog geld opbracht in combinatie met een goede locatie. Wij zeggen: gun een school een tweede leven. We hebben daarvoor vier argumenten. Een schoolgebouw heeft cultuurhistorische waarde en ook persoonlijke betekenis voor talloze leerlingen, ouders en oud-leerlingen. Deze scholen zijn functioneel gezien alleskunners dankzij hun flexibele ontwerp en hun unieke, ruime lokalen; en ze zijn met beperkte ingrepen ook klaar voor het onderwijs van morgen. Ook vanuit duurzaamheidsoogpunt is behoud beter. Nieuwbouw mag dan energiezuiniger zijn, maar dat weegt niet op tegen de enorme belasting van energie en grondstoffen tijdens sloop en bouw. Tenslotte is er het financiële argument. Wij nemen in ons model alle kosten mee over de periode van dertig tot veertig jaar, dus zowel voor investering als exploitatie. Hoogwaardige renovatie of transformatie blijkt dan 10 tot 30 procent goedkoper dan vergelijkbare nieuwbouw.” SCHARRELHOEN MET GROENE ASPERGES, GEFRITUURD EN EERST GEGRILD EN DAARNA IN DE OVEN GESCHOVEN Wilma: “Ons rekenmodel, ontwikkeld door bouwkostenadviesbureau Winket, geeft inzicht in alle kosten, ongeacht of ze bij de gemeente of het schoolbestuur liggen. Zo kan een reële keuze worden gemaakt tus-

8

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

sen behoud/transformatie en sloop/nieuwbouw, op basis van een volledig beeld van de kosten. Intussen maken we de inhoudelijke keuzemogelijkheden inzichtelijk door drie architecten een studieontwerp te laten maken op basis van hetzelfde programma van eisen. Het zijn slimme en ervaren architecten, die echter nog nooit een school hebben gebouwd. Zo krijg je frisse en verrassende oplossingen waar de school haar voordeel mee kan doen.” Tjeerd knikt: “Zo’n ontwerpend onderzoek is overigens ook zinvol


BESTUUR EN BELEID

als je nieuwbouw wilt. Een onderzoek duurt twee à drie maanden. We laten de school intensief participeren om de eisen en wensen scherp te krijgen, en om op de studieontwerpen te reageren. Zo krijgt de school een stoomcursus in de relatie onderwijsarchitectuur, en de architecten krijgen de kans om zich in deze belangrijke ontwerpopgave te verdiepen. Ze worden voor de studie betaald, zonder de garantie van uitvoering. Ook de buurt en de gemeente doen mee. Het is een vorm van toekomstgericht denken, om de schoolarchitectuur op een hoger peil te brengen. Zodat er betere antwoorden kunnen komen op de wezensvraag: ‘Hoe kan ik het onderwijs van vandaag en morgen zo goed mogelijk in ruimten vertalen?’ Scholen doen zichzelf tekort als ze deze eerste fase, van bezinning op wat je eigenlijk wilt, afraffelen of overslaan. “ TARTE TATIN VAN ANANAS MET VANILLEROOMIJS, KROKANTE ANANAS EN GEL VAN MINT “Een mooi voorbeeld van ons werk vind je in de naoorlogse wijk Schalkwijk in Haarlem, een krachtwijk met een herstructureringsopgave. De gemeente wilde de meeste wijkscholen vervangen door een klein aantal brede scholen. Door de crisis veranderde het beleid. De gemeente vroeg ons de potentie van 14 bestaande schoolgebouwen voor de komende twintig jaar te onderzoeken. Hoe staan zij erbij? Wat is hun betekenis in de wijk? We hebben dat onderzocht samen met studenten van de TU Eindhoven. Wij stelden vast dat de scholen bouwkundig nog lang meekunnen. Ze kunnen bijna allemaal met bescheiden middelen up to date worden gebracht. Bovendien liggen ze prachtig centraal in hun wijk, vaak in een groenstrook. Als je ze sloopt en vervangt door multifunctionele clusters, dan haal je het hart uit de wijk. De nieuwe clusters zouden bovendien verder weg

liggen, zodat veel ouders hun kind met de auto naar school zouden brengen. We hebben de tijd genomen om met de schooldirecteuren te praten, en wat bleek: niemand zat te wachten op een brede school. De scholen hadden een eigen profiel en een vertrouwde plek in de wijk. Ze wilden wel samenwerken, maar niet in één gebouw. Clustering vonden ze niet aanlokkelijk vanuit het oogpunt van het eigen profiel en de onderlinge concurrentie. Bovendien werkt het in de praktijk ook niet goed, zeiden ze, met verwijzing naar een al bestaand voorbeeld in Schalkwijk, een gebouw met woningen, winkels en twee scholen. De gemeente Haarlem heeft de resultaten van ons onderzoek verwerkt in het nieuwe integraal huisvestingplan. Elf van de veertien scholen kunnen met kleine ingrepen weer minstens twintig jaar mee. Voor de resterende drie scholen was de opgave ingewikkelder vanwege sterke groei of krimp; daar hebben we een ontwerpend onderzoek gedaan. Samenwerking hoeft niet in een brede school maar kan in de vorm van een ‘brede groenstrook’, adviseerden we. Een effect van ons onderzoek is dat de gemeente tien miljoen euro extra heeft uitgetrokken voor de scholen van Schalkwijk.” KOFFIEPARFAIT MET VANILLESCHUIM, DAARBIJ GESUIKERDE DONUT EN CHOCOLADEMOUSSE MET TIA MARIA Wilma: “De rol van de architect wordt gemarginaliseerd in aanbestedingsvormen en dat is slecht voor het onderwijs en de architectuur. Wij willen laten zien wat architectuur kan betekenen voor de maatschappelijke opgave, juist in de beginfase. Door ons ontwerpend onderzoek zorgen we ervoor dat mensen – de school, de gemeente, de buurt, de ontwerpers, andere betrokkenen – veel tijd met elkaar doorbrengen. Omdat liefde altijd door de maag gaat, halen we de lekkerste taarten bij de beste banketbakker. Want we merken dat tijdens het eten veel zaken beter worden gedeeld: opeens begrijpt een schooldirecteur wat een rooilijn is en opeens begrijpt de stedenbouwkundige de waarde van een onderwijskundig concept. We zijn niet van de monumentenmaffia en we zijn niet tegen slopen, maar we vinden een gedegen onderzoek vooraf heel belangrijk en bepalend voor de latere keuzen. Terwijl veel maatschappelijk vastgoed zijn functie verliest, zoals kerken en postkantoren, blijven scholen onverminderd bestaan als cruciale plekken in de samenleving. Laten we dus zuinig zijn op onze schoolgebouwen. Ze vormen een belangrijk deel van de geschiedenis en van de toekomst, en dus van de continuïteit in de samenleving. Door concreet met een opgave bezig te zijn, gaan mensen zich bewuster op de toekomst richten. Dat maakt ons werk zinvol.”

“Hoe kan ik het onderwijs van vandaag en morgen zo goed mogelijk in ruimten vertalen.”

Mevrouw Meijer bestaat sinds 2009. Het bureau bestaat uit Wilma Kempinga en Tjeerd Wessel. Voor meer informatie kijkt u op www.mevrouwmeijer.nu.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

9


Tekst Iris Bakker

KWANTITATIEF STUREN OP BELEVINGSKWALITEIT

Een zintuiglijke beoordelingstool De fysieke omgeving heeft een significante invloed op gedrag, welzijn, productiviteit en op het leren. Dit blijkt mede uit de resultaten van het promotie onderzoek dat Iris Bakker aan de TU Delft heeft afgerond. Zij heeft onderzocht wat het effect is van de gebouwde omgeving op kennisproductiviteit en leren. Om effectief en strategisch te kunnen sturen op de belevingskwaliteit van de leeromgeving, heeft zij een effectieve tool ontwikkeld.

D

e rapportcijfers die leraren, leerlingen en ouders aan onderwijsgebouwen geven zijn magertjes: gemiddeld scoort het school­ gebouw een 6,5. Dit blijkt uit het onlangs verschenen rapport van de Algemene Rekenkamer d.d. 4 februari 2016. Opvallend is dat juist de leerkrachten die de spin in het web vormen om met enthousiasme kennis uit te dragen, met een zwakke 5,7 de laagste score geven. Naast functionele zaken zijn in deze beoordeling aspecten meegenomen als schoonmaak, ventilatie, temperatuur en de behoefte aan een opknapbeurt of herstel. Geen link wordt gelegd met de belevingskwaliteit en dat terwijl deze kwaliteit essentieel is voor de optimale leeromgeving. BOUWBESLUIT GEEN GARANTIE Het rapport van de Algemene Rekenkamer vermeldt verder dat het onderwijs huisvestingsstelsel niet vanzelf leidt tot goede scholen. In zijn reactie beaamt Sander Dekker, Staatssecretaris van het Ministerie van OCW, dat een schoolgebouw aanzienlijk bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. Hij verwijst naar het Bouwbesluit waar alle nieuwe schoolgebouwen aan moeten voldoen. Het is echter een feit dat het voldoen aan het Bouwbesluit geen enkele garantie vormt voor een prettige en effectieve leeromgeving. Zo zijn er talrijke voorbeelden van gebouwen die 100 % voldoen aan het Bouwbesluit maar op een of

10

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

andere manier ‘niet goed voelen’ en als onplezierig overkomen. Terwijl het Bouwbesluit primair kwantitatieve richtlijnen geeft, is de belevingskwaliteit het resultaat van ongrijpbare aspecten als vormentaal, kleur, verhoudingen en texturen. Juist deze aspecten ervaren we vooral affectief waarbij het gaat om de gevoelskwaliteit. Het lastige hierbij is dat we moeilijk


BESTUUR EN BELEID

een link kunnen leggen tussen oorzaak en gevolg: als een plek niet goed voelt, kunnen we vaak niet goed duiden waarom dat zo is en waardoor dat onplezierige gevoel wordt veroorzaakt. Sterker nog: als mensen een ruimte betreden, hebben ze onmiddellijk een gevoel: mensen vinden het bijvoorbeeld leuk of ongezellig. Maar als je aan die mensen vraagt hun ogen dicht te doen en te vertellen wat ze exact hebben gezien, weten ze dat niet. Mensen ervaren namelijk hun omgeving vooral onbewust. Onbewust heeft de omgeving echter wel degelijk een grote invloed. Er is dus een probleem: de totale omgeving met zijn totale belevingskwaliteit heeft een bepalend effect terwijl we geen grip krijgen op de oorzaak van dat effect. Exact hetzelfde geldt voor schoolgebouwen: soms voelt een plek zoals een hal, een overblijflokaal of een studieruimte niet goed waarbij het onduidelijk is wat de oorzaak is en dat terwijl juist de belevingskwaliteit een significante invloed heeft op het lerende vermogen. Zo heeft het promotieonderzoek van Iris uitgewezen dat aspecten als psychologische veiligheid en gevoelens van identiteit die deel vormen van de belevingskwaliteit, belangrijk zijn voor het leren. STURINGSINSTRUMENT BELEVINGSKWALITEIT In haar onderzoek heeft Iris gekeken naar de effecten van de omgeving, maar dan in zijn totaliteit. In wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de omgeving, worden gebouwdelen en elementen vaak

“De belevingskwaliteit is het resultaat van ongrijpbare aspecten als vormentaal, kleur, verhoudingen en texturen.”

te geïsoleerd beschouwd terwijl deze juist op elkaar inwerken. Zo toont een groen geschilderde wand in een pauzeruimte met daglicht en uitzicht op een stenig schoolplein aan de noordzijde, heel anders dan een wand met exact dezelfde kleur groen in een inpandige lockerruimte met neonlicht. Het effect van niet alleen kleur, maar ook andere gebouwkenmerken en elementen is afhankelijk van de context; invloeden kunnen nooit geïsoleerd worden beschouwd. Om dit probleem te tackelen, heeft Iris zich samen met collega onderzoeker Jan de Boon toegelegd op de werking van de zintuigen omdat deze het intermediair vormen tussen de mens en zijn omgeving. Deze zintuigen bieden sensorische informatie die de integrale belevingskwaliteit definieert. Over het algemeen vatten we zintuigen op als ’softe materie’, terwijl deze zintuigen heel concrete sensorische informatie aanleveren. Hierop reageren we continu: we zijn permanent in interactie met onze omgeving. Bij het woord ‘zintuigen’ denken de meeste mensen aan de vijf zintuigen zoals Aristoteles deze heeft verwoord (voelen, ruiken, proeven, zien en horen). Er zijn echter meer zintuigen, namelijk twaalf. Zo kennen we de warmtezin, de evenwichtszin en de bewegingszin. In dit kennistijdperk zijn ook de minder bekende zintuigen van belang die te maken hebben met het denken. Deze ‘denkzintuigen’ helpen ons bijvoorbeeld dingen om ons heen te herkennen, of de diepere betekenis

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

11


Hal faculteit Industrieel Ontwerpen TU Delft (2009). Een diversiteit van activiteiten door studenten als houtbewerken en het ontwerpen met metalen en kunststoffen, droeg bij aan de levendigheid in de centrale hal (foto: I.C. Bakker).

te leren begrijpen en ons bovendien helpen anderen te leren begrijpen. Juist dit is essentieel voor ons leervermogen en onze persoonlijke ontwikkeling. We ervaren de totale belevingskwaliteit van de omgeving met al onze zintuigen en elk zintuig draagt op een of andere manier bij aan die totaalervaring. De sensorische informatie die de zintuigen ons aanleveren, kunnen we op een slimme manier vertalen in de vorm van een beoordeling van een aantal zorgvuldig geselecteerde adjectieven die: • de belevingskwaliteit in zijn totaliteit benoemen; • objectief zijn: ze zeggen alleen iets over de om­ geving en niet over de beoordelaar; • te koppelen zijn aan de specifieke zintuigen zodat helder is welk gevoel waar vandaan komt. De belevingskwaliteit wordt op deze manier objectief en in zijn totaliteit benoembaar met een link tussen oorzaak en gevoel. Bovendien is een relatie te leggen tussen de aard van de zintuiglijke informatie en het bouwdeel of het element waardoor juist dit gevoel wordt veroorzaakt. Hierdoor ontstaat inzicht wat er precies gedaan moet worden om dat gevoel te verbeteren. Door aan de beoordeling van de adjectieven een schaal te koppelen (zeven punts schaal) is de kwalitatieve beoordeling ook kwantitatief te maken. COMMUNICATIETOOL Naast het geven van inzicht in oorzaak en gevolg, vormt de tool een praktisch communicatie instrument. Tijdens renovatie-, nieuwbouw- en inrichtings­ trajecten blijkt vaak dat partijen niet exact begrijpen wat men bedoelt. Taal is weerbarstig en het is veelal moeilijk gevoel te verwoorden in argumenten. Door gedurende het bouwproces via de tool te sturen op belevingskwaliteit, wordt inzichtelijk wat verschil-

12

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

lende mensen feitelijk bedoelen. Dit heeft tot gevolg dat het uiteindelijke resultaat scherper kan worden gedefinieerd en de kans dat de resultaten tegenvallen wordt geminimaliseerd. STERDIAGRAM Via een sterdiagram (zie figuur) kunnen de scores per zintuig worden aangegeven en ontstaat een kwantitatief inzicht in de belevingskwaliteit van een bestaande ruimte. Het voorbeeld toont de belevingskwaliteit van een ruimte in een zorginstelling. Men ervaart deze ruimte onder andere als te koud. Er is teveel lichtcontrast en de materialen zijn in hun totaliteit te hard en te vlak. De ruimte vraagt om een meer warme expressie met materialen met meer texturen. De licht-duisterniscontrasten moeten worden teruggebracht. De bijvoeglijke naamwoorden die in dit sterdiagram staan verwoord zijn organisatie specifiek en hebben betrekking op de twaalf zintuigen die de basis vormen bij de beoordeling. Ook van een onderwijsgebouw kan ruimtegewijs een dergelijk sterdiagram worden opgesteld dat concreet aangeeft wat moet worden gedaan om de totale belevingskwaliteit te optimaliseren. Het sterdiagram (en de methode) is overigens zowel toepasbaar voor bestaande gebouwen als nieuwbouw. Het instrument vormt zo een praktisch middel om grip te krijgen op de belevingskwaliteit en deze bovendien communiceerbaar te maken. De faciliteiten kunnen hierdoor maximaal worden benut. Leerling en leerkracht varen hier wel bij. Neem voor meer informatie contact op met dr. ir. Iris Bakker, www.levenswerken.eu.


BESTUUR EN BELEID

Tekst Maarten Groenen, ICSadviseurs

OnderwijsLokaal de regio in! Met bijeenkomsten in Deventer, Venlo, Hoofddorp, Breda en Assen is gestart om OnderwijsLokaal bij u in de regio te presenteren en toe te lichten aan gemeenten en schoolbesturen.

H

et afwegingskader – met de werknaam OnderwijsLokaal – moet gemeenten en schoolbesturen helpen als zij met elkaar in gesprek gaan over hun rolverdeling ten aanzien van onderwijshuisvesting. Zoals ook tijdens de bijeenkomsten werd bevestigd, is de huidige samenwerking helaas niet altijd even goed. Er ligt vaak een grote opgave te wachten door krimp, verouderde schoolgebouwen en IKC- en duurzaamheidsambities. Bijna iedereen concludeert dat de enorme opgave die partijen voelen het meest kansrijk kan worden aangepakt wanneer de samenwerking tussen partijen zo optimaal mogelijk is en ook past bij de lokale situatie. Er wordt in Nederland op verschillende manieren vorm gegeven aan samenwerking op het gebied van onderwijshuisvesting, waarbij de regie meer bij het schoolbestuur of meer bij de gemeente wordt gelegd. Maar zoals Frank Lemmens van de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs het treffend verwoordde: “Er is niet één goede oplossing. We moeten samen het gesprek aangaan en op basis daarvan met een passende vorm komen.”

enerzijds in op de thema’s visie, inzicht en draagvlak. Anderzijds wordt algemene informatie over de schoolgebouwen gevraagd om te zorgen voor een transparant overleg. In Hoofddorp was hierbij de gezamenlijke conclusie dat goede basisinformatie vooraf gaat aan bewustwording en er altijd maatwerk nodig is. De specifieke rapportage die volgt na het invullen van de vragenlijst levert hieraan absoluut een bijdrage. MAATWERKONDERSTEUNING Met ruim 90 aanmeldingen voor de regiobijeenkomsten en de nodige positieve reacties merken we dat het thema actueel is en vaak op de agenda staat. Op www.onderwijslokaal.nl treft u meer informatie en kunt u de vragenlijst downloaden. Ten slotte biedt het ministerie van OCW ook gratis maatwerkondersteuning aan indien u de vragenlijst heeft ingevuld. De ondersteuning is beperkt dus wees er snel bij: maarten.groenen@icsadviseurs.nl of 06-22578557.

VRAGENLIJST Tijdens de bijeenkomsten is door Berenschot/ICSadviseurs toegelicht hoe OnderwijsLokaal kan helpen bij het verkennen van een nieuwe samenwerkingsvorm. Welke thema’s zijn van belang als het gaat om het verkennen van samenwerking en welke vragen moeten gemeenten en schoolbesturen zichzelf en elkaar stellen. De vragenlijst van OnderwijsLokaal gaat

“Er wordt op verschillende manieren vorm gegeven aan samenwerking op het gebied van onderwijs­huisvesting.” SCHOOLDOMEIN

mei 2016

13


Creëer uw ideale leeromgeving met HUBB HUBB is een innovatieve en modulaire meubelserie, speciaal ontwikkeld voor het onderwijs door Mecanoo & Gispen. Lesaanbod en lesvormen zijn geen semester hetzelfde. Daarom bestaat HUBB uit een serie bouwstenen waarmee u eindeloos combineert én varieert. Zo wordt een set stoelen met de toevoeging van een overkapping geschikt om te studeren

HUBB EINDELOOS COMBINEREN VAN BOUWSTENEN

of onderzoeken. Aan elkaar geschakeld worden ze een bank. UITNODIGING EVENT Van ontmoeten en overleggen tot geconcentreerd werken:

Kom HUBB live bekijken! In de nieuwe Gispen showroom in

met HUBB creëert u uw eigen custom made leeromgeving die

Culemborg creëren we een ruime setting van HUBB. Speciaal

jarenlang mee kan. Uniek, toekomstgericht én circulair dankzij

voor u en andere relaties uit het Onderwijs organiseren wij een

de slimme productie en recyclebare materialen’.

event op:

Voor meer informatie over de toepassingsmogelijkheden en onze

Donderdag 26 mei, 14:00- 17:00 uur

visie op de leeromgeving van de toekomst: www.roomtolearn.nl

Kosteloos aanmelden: rsvp@gispen.nl


Kort nieuws

Column

Een ‘vet’ goede schoolkantine

R

OC Midden Nederland heeft als eerste mbo-school de Zilveren Schoolkantine Schaal 2016 van het Voedingscentrum verdiend! Er is hard gewerkt om de kantine gezonder te maken, aan de hand van nieuwe, verbeterde richtlijnen, de Richtlijnen Gezondere Kantines. Deze richtlijnen zijn opgesteld door het Voedingscentrum, in opdracht van het ministerie van VWS. Om een Zilveren Schoolkantine Schaal 2016 te bemachtigen, moet een kantine voldoen aan diverse voorwaarden. Zo biedt de kantine groente of fruit aan en bestaat minstens zestig procent van het aanbod uit betere keuzes. Dit zijn producten die je in een gezond eetpatroon vaak mag eten. Een Gezonde Schoolkantine maakt kiezen voor gezondere producten voor de hand liggend, door ze vooraan te leggen en aantrekkelijk te presenteren. De kantine besteedt ook aandacht aan het stimuleren van het drinken van water. ROC Midden Nederland heeft deze aanpak in het beleid verankerd en komt daarmee tegemoet aan de wens van ouders en leerlingen. Meer informatie: www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine.

Nieuwe hoogleraren lees­ bevordering benoemd

S

tichting Lezen heeft in samenwerking met de Vrije Universiteit en de Universiteit Twente invulling gegeven aan twee nieuwe bijzondere leerstoelen voor onderzoek dat leidt tot meer kennis over leesbevordering. In samenwerking met de Faculteit Geesteswetenschappen is dr. Roel van Steensel benoemd tot bijzonder hoogleraar Leesgedrag aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Hij volgt hiermee prof. dr. Dick Schram op die deze leerstoel tot vorig jaar bekleedde. De leeropdracht behelst onder meer onderzoek naar leessocialisatie en de ontwikkeling van literaire competentie van kinderen, adolescenten en jongvolwassenen. In samenwerking met de Vakgroep Instructietechnologie van de Universiteit Twente is dr. Eliane Segers benoemd tot bijzonder hoogleraar Lezen en Digitale Media. De leeropdracht behelst onder meer onderzoek naar het ontwerp van multimediale omgevingen, de rol van geschreven taal hierbinnen en de vraag hoe lezen in deze context kan worden bevorderd.

STUDIEWAARDE

TRENDS IN ONDERWIJSLAND Kwaliteitsverbetering, aandacht voor de individuele leerling en het beste uit leerlingen halen. Begrippen die al decennia in onderwijsland gevoerd worden. Diverse werkvormen zoals ‘Differentiatie binnen Klassenverband’ en het ‘BHV-model’ herinneren ons hieraan. De aandacht voor ‘kwaliteit’ en ‘individu’ zien we weer terug in recente overheidsbemoeienis met zaken die scholen vanuit de eigen verantwoordelijkheid al (behoren te) doen. Zorg voor de zwakke en/of veel begeleiding vragende leerling is omgevormd tot Passend Onderwijs. Aandacht voor ‘vroeg-‘ of ‘hoog-bloeiers’ noemen we ‘excellentie’. Inspectietoezicht ruimte, eervolle vermelding als excellente school en speciaal aanbod voor toptalenten, zoals in de recente brief van de staatssecretaris, worden met lovende woorden gestimuleerd. Naast deze ‘wortel’, zien we in het MBO de ‘stok’ gehanteerd worden. De OCW brief over voortgang kwaliteitsafspraken mbo maakt nogmaals duidelijk dat onderwijs hier zonder meer moet leveren. Ook een prachtterm als ‘resultaats­ afhankelijke beloning van studiewaarde’ geeft aan dat kwaliteitsverbetering en aandacht voor individuele studenten ook in het beroepsonderwijs geen vrij­blijvendheid meer kent. Het woord ‘studiewaarde’ kan ook letterlijk worden gebruikt voor jongeren die op MBO niveau 1, 2 of 3 een opleiding volgen in de sectoren zorg & welzijn of economie. Zij begonnen enthousiast met een studie in één van deze sectoren, maar studeren nu af met een uiterst beperkt arbeidsmarktperspectief. Op termijn zal bij zorg & welzijn mogelijk weer enige groei ontstaan in de vraag naar mede­ werkers (vooral voor de hogere niveaus). Economie zal dit perspectief nauwelijks kennen. Een brede, gezamenlijke aanpak voor verbetering van arbeidsmarktperspec­ tieven voor de laagopgeleiden laat op zich wachten. Voor dit inmiddels maatschappelijk probleem verwacht je een aanpak op diverse niveaus. Wellicht kunnen ministeries als OCW, SZW, EZ en VWS een eerste stap zetten. Waar de sector techniek in het Techniekpact krachten bundelde om meer toe­ stroom in de technische sector te genereren, zou voor dit probleem een breed Arbeidsmarktpact op zijn plaats zijn. Een opdracht waar niet alleen onderwijs voor staat, maar ook genoemde ministeries, regionale en lokale bestuurders en werkgevers- en werknemersorganisaties.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

15


Foto: Christian Richters

INNOVATIELAB:

Slim

Mooi natuurlijk, al die aandacht voor duurzaamheid in gebouwen, maar zouden we ons niet meer moeten richten op het ontwikkelen van slimme gebouwen? Is dat eigenlijk niet vanzelfsprekend? Omdat leren nu eenmaal beter gaat in een slim gebouw met een helder onderwijsconcept? Slim is het thema van deze editie van Schooldomein en daarom legden we vier scherpe stellingen voor aan drie geslepen specialisten.

16

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


THEMA SLIM

DE STELLINGEN

1. 2. 3. 4.

Na alle aandacht voor duurzame gebouwen wordt het weer tijd voor slimme gebouwen Leren gaat beter in een slim gebouw

Een slim gebouw ontstaat door een helder onderwijsconcept

Slim bouwen is een vanzelfsprekende zaak

DEELNEMERS Richelle de Jong – directeur DP6 Architectuurstudio Wim Lengkeek - beleidsadviseur onderwijshuis­ vesting bij GO|ON, Yvonne de Boer – beleidsadviseur huisvesting Dunamare

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

17


Richelle de Jong

RICHELLE DE JONG

1 Een duurzaam gebouw is bij uitstek ook een slim gebouw, een gebouw dat slim in elkaar zit qua (duurzame) opzet en slim qua (eenvoudige) techniek. Een compact gebouw is bijvoorbeeld in al zijn simpelheid al behoorlijk slim omdat het weinig (gevel-)materialen heeft, weinig onderhoud vergt en weinig energieverliezen heeft. De slimheid of duurzaamheid zit niet per definitie in ‘intelligente’ of hightech technologie. Onze voorouders waren in barre klimaten zonder hightech technologie soms misschien wel slimmer dan wij. Door de wetten van de natuur te volgen en logisch na te denken. Daarbij moeten wij de ogen open houden voor slimme nieuwe technieken om materiaal te besparen (bijvoorbeeld door printtechnieken) of om meer comfort te bereiken met minder materiaal en minder installaties. 2 Luchtkwaliteit, lichtintensiteit, klimaatregeling en akoestiek: je ziet er niets van en pas als er iets niet klopt ga je ze bewust ervaren. Leren gaat inderdaad beter als je voldoende daglicht, frisse lucht, een aangename temperatuur en een aangename akoestiek om je heen hebt. Om een constant en goed binnenklimaat in het schoolgebouw te waarborgen heb je een slim gebouw nodig. Bijvoorbeeld door daglicht diep in het gebouw binnen te halen, niet alleen door grote ramen die hoog in de gevel zijn geplaatst, maar ook door daklichten en veel transparantie tussen

18

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

ruimten onderling. Door ramen open te kunnen zetten zonder dat een ventilatiesysteem ontregeld wordt. Door te werken met serres of atria die meehelpen in de daglichtvoorziening en opwarming of verkoeling van de lucht, én waar groen het gebouw binnen gehaald kan worden. 3 Elke school heeft een eigen onderwijsvisie en elk bedrijf een eigen manier van werken. Een slim gebouw is geënt op deze visie en versterkt deze. Zo is het in de onderwijsvisie van het Krimpenerwaard College belangrijk dat de school een uitnodigende en stimulerende leeromgeving is waar ook plek is voor geborgenheid. Voor deze school hebben we een dynamisch hart ontworpen met op de kop van elke verdieping een rustige eigen plek voor leerlingen. Je merkt als je in het nieuwe gebouw voor het Krimpenerwaard College bent, dat het werkt, het bruist enerzijds en anderzijds zijn er plekken waar kinderen heel geconcentreerd aan het werk zijn. Niet alle scholen hebben een helder onderwijsconcept op het moment dat ze aan de slag gaan met een nieuw gebouw. Een onderwijsvisie kan ook veranderen in de loop van de tijd. Een slim gebouw biedt flexibiliteit en toch eigenheid, aanpassingsvermogen én karakter.

4 Als slim bouwen een vanzelfsprekende zaak zou zijn, zouden er meer of alleen maar slimme gebouwen zijn. Helaas is dat niet het geval. Een slim gebouw is een gebouw dat maximaal inspeelt op het specifieke gebruik, maar ook flexibel is en op eenvoudige wijze aan te passen is. Een slim gebouw is als een passende jas, comfortabel en niet voelbaar aanwezig. Een slim gebouw valt op z’n plek en functioneert als een plant in de natuur, is in balans en anticipeert op zijn omgeving. Heeft zoveel materiaal in zich als er nodig is en niet meer of minder; blijft bruikbaar of wordt aan het einde van de levensduur weer opgenomen in de natuur of in onderdelen hergebruikt.

WIM LENGKEEK 1 Leren gaat beter in een frisse omgeving en ook de mate en hoeveelheid licht is van invloed op (leer)prestaties. Wanneer we als besturen de juiste dingen doen dan

willen we zorgen dat leerlingen zo goed mogelijk kunnen leren. Huisvesting is daarbij ondersteunend. Een goed gebouw dat voldoet aan de huidige kwaliteitseisen (denk aan het KwaliteitsKader onderwijshuisvesting PO en sinds kort ook VO) is dan wat logischerwijs minimaal nodig is. Veel nieuwe gebouwen die op zich voldoen aan de kwaliteitseisen - als je de individuele toepassingen van installaties bekijkt - blijken in de praktijk nog wel eens zwaar tegen te vallen: hoge kosten, te warm, te koud, te licht, etc… Dit is grotendeels te verhelpen door de systemen beter op elkaar af te stemmen en dus ‘slimmer’ te gebruiken. Het vraagt ook dat de installatiebranche geen losse producten verkoopt, maar geïntegreerde systemen die bij het ontwerpproces al slim bij elkaar zijn gebracht. Dat voorkomt een hoop narigheid achteraf wanneer de school allang opgeleverd is.

2 Eén ding is zeker: een slim gebouw ontstaat niet vanzelf… Daar moet je slim bij nadenken… En een tweede ding is ook zeker: hoe beter je hebt nagedacht over je onderwijsconcept en dan vooral wat dat voor consequenties heeft voor je gebouw, hoe slimmer je het gebouw kunt ontwerpen en inrichten. Dat vraagt van teams dus in een vroeg stadium al dat ze goed kunnen aangeven waar ze behoefte aan hebben als het gaat om functionaliteit, flexibiliteit, duurzaamheid en gebruik en toepassing van ruimten. Daarnaast moet

Wim Lengkeek


THEMA SLIM

de installatiebranche die verschillende aspecten afwegen tegenover de oplossingsmogelijkheden op de terreinen van verwarmen, koelen, ventileren, verlichten en verduisteren. Opdrachtgevers hebben daarnaast de verantwoordelijkheid om in de gaten te houden hoe de investeringsen exploitatiekosten zich verhouden en hoe de prestaties van het gebouw zich verhouden tot de duurzaamheidsdoelstellingen.

3 Ik zou zeggen: het zou dat zeker moeten

zijn. Maar het gebeurt nog lang niet overal en altijd en daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Om het positief te stellen draai ik de oorzaken (negatief) om naar voorwaarden (positief): a Opdrachtgevers weten (nog) niet de juiste ‘uitvragen’ te stellen over hoe het gebouw er uit moet komen te zien en hoe het moet presteren. Voorwaarde is dus een goed zicht op de consequenties van goed bouwheerschap en je verdiepen in de professionele kant van het opdrachtgeverschap. b Wanneer het geld leidend is in plaats van kwaliteit krijg je nooit een slim gebouw. Voorwaarde is dus dat je als bestuur bereid bent eerst te denken vanuit kwaliteit en (onderwijskundige) doelen. De financieringsvraag en dus van een andere orde. c Wanneer niet goed is nagedacht over een gebouw vanuit de ‘total cost of ownership’ (TCO) benadering kun je niet spreken van een slim gebouw. Zaken als onderhoud, beheer en energie spelen zeker een rol als het gaat om ‘slim beheren’. d Wanneer een bestuur niet zorgt voor een goede follow-up na installatie krijg je nooit een slim gebouw. Voorwaarde voor een slim gebouw is dus ook dat er een duidelijke visie is op onderhoud, beheer en ook hier: afgestemd op prestaties. Dat kan bijvoorbeeld heel goed via prestatiecontracten, of voldoende gekwalificeerd eigen personeel.

YVONNE DE BOER 1 Wanneer je smart cities hoort, denk je al snel aan zelfrijdende elektrische auto’s, energienetwerken en vele mooie voorbeelden van online tools, maar

over gebouwen hoor je relatief weinig. Natuurlijk worden er zonnepanelen en ledverlichting toegepast als nieuwe technologieën, maar het wordt nog niet slim toegepast. Er wordt namelijk nog geen technologie aan de gebruiker gekoppeld waardoor een gebouw zich aanpast aan haar gebruikers. Gebouwen gebruiken het overgrote deel van ons energieverbruik. Hier valt dus veel winst te behalen. Door de nieuwe ontwikkelingen van mobiele besturingssystemen is het mogelijk dat iedereen met bijvoorbeeld een mobiele telefoon allerlei zaken die energie gebruiken op afstand aansturen. Daarnaast kunnen we door het toevoe-

Yvonne de Boer

gen van sensoren aan gebouwen allerlei gegevens van gebruik van verwarming, verlichting e.d. verzamelen. Door middel van software worden deze gegevens aan elkaar gekoppeld en kunnen we interpreteren wat gebruikers nodig hebben. Daarmee wordt het realiseren van slimme gebouwen een onvermijdelijke vervolgstap in het streven naar een meer duurzame omgeving.

2 Door middel van het plaatsen van sensoren voor beweging en camera’s in een gebouw kan het gedrag van leerlingen in en om het schoolgebouw gemeten worden. Daardoor wordt het zichtbaar hoe leerlingen zich in en rond het gebouw bewegen en welke plekken het meest worden gebruikt en op welk moment.

Door het analyseren van deze gegevens kunnen we de gewenste leeromgeving voor de leerlingen in kaart brengen. En daarmee kunnen vervolgens voor elke leerling de meest optimale condities van een leeromgeving gecreëerd worden. Naast het creëren van een gebouw dat het stimuleren van leren ondersteunt, sluit deze ontwikkeling ook zeer goed aan bij de wens voor een grote groep leerlingen binnen het voortgezet onderwijs naar gepersonaliseerd onderwijs.

3 Ja, een slim gebouw zal eerder ontstaan bij een helder onderwijsconcept omdat naar alle waarschijnlijkheid de gegevens vanuit de diverse systemen die de bewegingen en gedragingen vastleggen bij een helder concept eenvoudiger en dus sneller te analyseren zijn. Daardoor zal het gebouw zich beter afstemmen op zijn gebruikers. Maar daarmee is niet gezegd dat het alleen mogelijk is om een slim gebouw te realiseren met een helder onderwijsconcept. Ten slotte is het binnen elk onderwijsconcept mogelijk om de gegevens van zijn gebruikers te verzamelen, waardoor het voor het schoolgebouw mogelijk is om zich aan te passen aan zijn gebruikers. En daarmee kan het ter ondersteuning dienen om, als dat gewenst is, een helder(der) onderwijsconcept te ontwikkelen.

4 Uiteindelijk is het voor een school van cruciaal belang dat de financiële middelen die zij vanuit de Rijksoverheid ontvangen zo optimaal mogelijk ingezet worden. En met ‘optimaal’ doelt een school op zoveel mogelijk financiële ruimte beschikbaar hebben om voor onderwijs in te zetten. Ja, huisvesting is een belangrijk middel ter ondersteuning van het onderwijsconcept en in een gezond gebouw zullen de leerprestaties verbeteren. Maar wanneer het mogelijk is om de kosten voor deze post te optimaliseren is dat van belang voor het geven van onderwijs. Ten slotte blijft er dan meer financiële ruimte over voor het onderwijs en dat is uiteindelijk van belang voor onze maatschappij. De leerlingen die onderwijs volgen vormen daarvan de basis. En het is dus van belang dat we iedere mogelijkheid die we zien daar ook daadwerkelijk voor inzetten.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

19


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

Slim

Slim is het thema van deze Schooldomein. We vroegen twee architecten om te beschrijven en te verbeelden waaraan zij denken bij een slim gebouw.

ROSANNE JANSEN – FRENCKEN SCHOLL ARCHITECTEN “Meer dan een opeenstapeling van ruimtes” Een gebouw is altijd meer dan alleen maar een aaneenrijging van ruimtes. Achter elk gebouw steekt een gedachte ten aanzien van het beoogde gebruik, de

20

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

gewenste uitstraling, de inbedding in de omgeving, de maatschappelijke betekenis en relevantie. Een gebouw vertelt een verhaal. Een slim gebouw weet deze aspecten tot leven te brengen waarbij het gebruik tot een

meerwaarde leidt. Of belangrijker nog: waarbij het gebouw de gebruiker weet te verleiden! Een slim gebouw huisvest niet alleen het heden maar ook een veelzijdige toekomst.


Foto: Peter de Ruig

THEMA SLIM

KEES JONGELIE – TOPOS ARCHITECTEN Tja…een slim gebouw. Meteen zit je in de bekende groef van smart buildings met technologie die je alles uit handen neemt, zelfvoorzienend zijn en ook nog leverancier van energie. Natuurlijk is dat slim en hip in de architectuur, maar dat is niet mijn associatie bij een slimme school. Het primaire doel van een school is kinderen zich te laten ontplooien, te laten groeien tot zelfstandige jong volwassenen die in

balans zijn en hun talenten kennen. Wat als een gebouw vanzelfsprekend onderwijs faciliteert, zonder zich op te dringen, zonder dat het ego van de architect er tussen zit? Het staat er, is slim, neemt zijn plek in en daar gaat het kind in vol vertrouwen met plezier naar toe. Dan kan je toch niet ontkennen dat een dergelijk gebouw recht doet aan de definitie van slim?

Op www.woorden-boek.nl vind je de volgende synoniemen: diplomatiek, gis, goochem, listig, piechem, uitgekookt, uit­ gerekend, bedachtzaam, bijdehand, clever, gewiekst, handig, kien, leep, listig, pienter, rap, scherpzinnig, uitgeslapen, verstandig. Die passen allemaal bij een slim gebouw met slimme gebruikers. En natuurlijk mag technologie daar best een beetje bij helpen!

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

21


Revolutionair Spectaculair Modulair

VELUX helpt u met gratis AutoCAD-tool en BIM-modellen VELUX modulaire lichtstraten zijn gebaseerd op een 100% modulair concept dat uitvoerige werkvoorbereiding compleet overbodig maakt. Daarbij biedt VELUX u simpele, bondige CAD-tools waarmee u snel nauwkeurige en visueel aantrekkelijke tekeningen en presentaties creĂŤert. Met andere woorden, wij hebben de lichtstraat gecompleteerd, zodat u verder kunt met uw project.


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat

VELUX

BIM-objecten Snel, makkelijk en nauwkeurig

Download onze gratis CAD en BIM objecten: www.modulairelichtstraten.velux.nl


Tekst Linda Smolders Foto’s Hans Kroeze (STALAD)

Een visie met toekomstmuziek PCPO Rijssen is een Protestants Christelijke schoolvereniging met zes basisscholen en een school voor speciaal basisonderwijs onder haar beheer. De Johan Friso School is één van deze scholen die onlangs een indrukwekkende make-over onderging; het gebouw kreeg er twee lokalen en een leerplein bij. Eén van de redenen voor de nieuwbouw was het feit dat de kleuterschool, voorheen Pinkeltje, nog apart van de hogere groepen was gevestigd. Alle 220 leerlingen krijgen nu onder één dak les. Maar, er zijn nog veel meer plannen. AFSPIEGELING VAN DE MAATSCHAPPIJ De school huisvest kinderen uit de buurt. Kinderen met een overwegend Christelijk Protestantse achtergrond waarvan de ouders vaak ook naar de Johan Friso gingen. Directeur Gerrit Schuitemaker: “De meeste kinderen hebben inderdaad een Christelijke achtergrond, maar we hebben hier ook Islamitische kinderen uit Turkije en Syrië. Iedereen die kan instemmen met het beleid van de school is hier welkom. Ik kan met trots zeggen dat onze school een goede afspiegeling van de maatschappij is.” Ook is de

24

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

directeur trots op de recente verbouwing. “De eerdere situatie met de kleuterschool apart, gevestigd aan de overkant van de straat, was behoorlijk gedateerd. Vroeger een hele normale situatie, maar echt niet meer van deze tijd. Het kleutergebouw dat stamt uit 1971 had ook haar beste tijd wel gehad. Fijn dat nu alle kinderen bij elkaar gehuisvest zijn.“ ONTDEKKEND LEREN De school kreeg ook in 2005 al te maken met een forse vernieuwing. Gerrit: “De school groeide in leerling-


ONTWERP EN INRICHTING

aantallen. Vanuit de gemeente werd besloten dat we konden bijbouwen. Eerder bestond de school uit lokalen met smalle gangen en lokalen, een traditionele indeling. Onderwijskundige vernieuwingen vroegen dringend om een aanpassing van het gebouw. De smalle gangen moesten plaatsmaken voor leer/speelpleinen. Plekken waar leerlingen in kleine groepjes met elkaar kunnen werken en waar alle kinderen elkaar kunnen ontmoeten. Toen tien jaar later de kleuters erbij kwamen, kregen we er twee lokalen bij en een gymzaal, het hart van de school, die ook dienst kan doen als een ruimte waar we uitvoeringen organiseren. Beide gebouwaanpassingen komen voort uit onze onderwijskundige visie. We willen dat kinderen al ontdekkend leren, kunnen leren met elkaar en van elkaar, niet noodzakelijkerwijs in een klassikale setting. Uiteindelijk vormen de eigen klas en groep nog wel de basis, maar er wordt dus steeds minder

“We willen dat kinderen al ontdekkend leren, kunnen leren met elkaar en van elkaar.”

klassikaal lesgegeven. Het creëren van de leerpleinen sluit hier perfect op aan. Kinderen moeten in hun eigen tempo kunnen leren en de mogelijkheid krijgen zich af en toe terug te trekken. Op woensdagmorgen gebruiken we bijvoorbeeld het leerplein voor een groepje, dat sneller leert dan hun klasgenootjes. Deze Kangoeroegroep kan dan apart met elkaar, onder leiding van een leerkracht verder gaan. De mogelijkheid hebben om te kunnen differentiëren is zo belangrijk. Het lokaal waar nu de vaste computers staan gaan we ook omtoveren tot een leerplein. De computers zullen dan plaatsmaken voor laptops zodat die ruimte voor meerdere doeleinden gebruikt kan worden.” 21ST CENTURY PROOF Gerrit is blij met de onlangs doorgevoerde vernieuw­ingen die aansluiten op de visie van de school, maar ook steekt de betrokken directeur niet onder stoelen of banken dat er nog een aantal plannen wacht om uitgevoerd te worden. Plannen die zijn school 21st century proof zullen maken: “Klopt,

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

25


heb ik toen gekozen voor de kleur blauw voor de onderbouw en voor rood voor de bovenbouw. Verder schuwen we het gebruik van andere kleuren niet. Zo hebben onze bankjes in de leerpleinen de kleur paars. Erg mooi!”

we zijn op de goede weg, maar we zijn er nog niet. Ik heb nog wel een aantal projecten op mijn verlanglijst staan. Eén daarvan is de aanbouw van nog een aantal lokalen en leerpleinen. Paradoxaal misschien omdat we in deze gemeente, net als in veel gemeenten, te maken hebben met krimp. Maar, vanwege die krimp zullen we als vereniging naar verwachting de komende tien jaren 200 leerlingen minder hebben. Het is dus niet ondenkbaar dat een van onze scholen zal moeten verdwijnen en dat wij dan de leerlingen van die school zullen opvangen. Verder willen we in de toekomst uitgroeien tot een integraal kindcentrum en zorgen voor een brede opvang. Op dit moment doen we al aan voor- en naschoolse kinderopvang, maar die opvang willen we fors gaan uitbreiden met na de zomervakantie ook Christelijke peuteropvang. Deze zaken vragen om een bouwkundige uitbreiding. Gelukkig hebben we nog genoeg ruimte rondom de school.”

PROJECTINFORMATIE Project Make-over PCPO Rijssen Opdrachtgever PCPO Rijssen Architect Kees Jongelie van Topos Architecten, Waddinxveen Bouwer Tijdhof-Hobema Inrichting en ontwerp STALAD Onderwijsinrichting Aantal leerlingen 220

26

SCHOOLDOMEIN

EEN PLEK WAAR JE WILT ZIJN Over de inrichting van de ruimtes is door het team goed nagedacht. Wat het eerste opvalt, zijn de kleuren. Frisse kleuren die de school een vrolijk karakter geven. Gerrit: “Onze visie was inderdaad dat het een kleurrijk geheel moest worden voor de kinderen. Onze school moest aantrekkelijk worden, vrolijkheid en warmte uitstralen, uitnodigend zijn. Een plek waar je graag wilt zijn. Bij één van onze collega-scholen, de Julianaschool zag ik hoe je dit door het gebruik van kleur kunt bereiken. In samenspraak met het team

mei 2016

MEEDENKENDE PARTNER Voor de inrichting heeft de school gekozen voor onderwijsinrichter STALAD. Gerrit: “We hebben ook voorstellen gekregen van andere onderwijs­ inrichters, maar al heel snel kwam STALAD eruit. Zij presenteerden vanaf het eerste moment een uitgewerkt script dat een mooi, ruimtelijk beeld gaf. En wat ook belangrijk was: ze presenteerden meerdere mogelijkheden, dachten mee en konden zo meerdere oplossingen geven op een gegeven casus. STALADS projectmanager Frank Venema vult aan: “Dat meedenken is precies dat wat mijn vak zo interessant maakt. We zijn geen dozenschuivers, we luisteren naar de wensen van onze klanten en we gaan net zo lang door om er achter te komen wat de klant precies wil. Op het moment dat dat voor ons helder is, gaan we aan de slag en komen terug met een aantal voorstellen. Gerrit beaamt dit: “Gaandeweg het proces was Frank altijd bereid om mee te denken en was hij nooit te beroerd om naar de school te komen. Het heeft heel wat koppen koffie gekost voordat wij wisten wat het moest worden. Frank luisterde, dacht mee en zorgde ervoor dat zijn collega, ontwerper Marloes Miltenburg, onze ideeën tot uiting bracht in de ontwerpen van meubelstukken. Uiteindelijk heeft STALAD het leerplein en het speelplein ingericht met tafels, stoelen en zitbanken. Ook onze hoge, op maat gemaakte kasten met onderin voor de kleintjes uitschuifbare bakjes, zijn een succes. HARTSTIKKE TROTS Ook bij de toekomstplannen wordt STALAD betrokken. Gerrit: “In de toekomst zullen de kasten, tafels en stoelen in alle lokalen vernieuwd worden. Vanuit onze goede ervaring zal deze inrichter zeker in beeld blijven. Voor het nieuwe leerplein dat we willen maken zijn de voorstellen al getekend. Frank: “In de leerpleinen leren kinderen uit alle groepen. Het is belangrijk dat je dan de meubels ook in hoogte kunt verstellen. Budget technisch is het slim om dan de tafels in een vaste hoogte te bestellen met daarbij in hoogte verstelbare stoelen. Zo proberen we steeds weer op alle fronten met onze klanten mee te denken. Nu de gemeente nog,” lacht hij. Frank ten slotte: “Het interessante aan dit project in Rijssen is, dat het nog volop in ontwikkeling is. Er is nu een belangrijke fase afgerond waar wij onderdeel van uit mochten maken en daar zijn wij als STALAD, hartstikke trots op.” Kijk voor meer informatie op www.stalad.nl.


Gratis circulair lesprogramma voor uw school

Samen werken aan een duurzame toekomst Kennis delen is nodig om circulaire economie op gang te brengen. We moeten kinderen zo vroeg mogelijk betrekken bij verduurzamen van de wereld, zodat zij hun eigen toekomst kunnen vormgeven. Samen met Stichting Duurzaam Geleerd heeft Ahrend daarom het platform Our Circular Future gelanceerd. Hierin ontwikkelen wij circulaire lesprogramma’s om zoveel mogelijk leerlingen in het voortgezet onderwijs in Nederland les te geven in circulaire economie. De lesprogramma’s zijn als apart vak of verweven in een vak te volgen door uw leerlingen. Dit kan altijd in overleg en op maat gedaan worden, zodat onze lesprogramma’s naadloos aansluiten op het lesaanbod van uw onderwijsinstelling.

Het platform Our Circular Future verbindt het bedrijfsleven en het onderwijs binnen het thema circulaire economie. De bedrijven betalen een klein bedrag waarmee zij een school kunnen adopteren. Scholen die mee willen doen, kunnen zich gratis aanmelden en gebruik maken van het lesmateriaal. Zo komt een circulair Nederland steeds eens stapje dichterbij! Meer informatie of direct aanmelden? Ga naar ourcircularfuture.com

ourcircularfuture.com


Tekst Sibo Arbeek

RENOVATIE TECHNIKON ROTTERDAM

Plug en Play in ontwerp van architect Maaskant Martijn van Leeuwen is architect bij RoosRos Architecten. Hij is betrokken bij de renovatie van het monumentale schoolverzamelgebouw van architect Maaskant. Het Zadkine College is gevestigd in een deel van het gebouw. Zij wilden een programma dat maximaal het veranderend beroepsonderwijs bedient, de student verleidt én met een logisch gebaar de relatie met de stad legt.

“H

et monumentale pand van Maaskant is typisch een gebouw van de wederopbouw. Het is oorspronkelijk opgezet als een schoolverzamelgebouw, waarin zeven scholen gehuisvest konden worden. Het was het grootste schoolgebouw in Nederland dat op een prominente plek in de stad stond. Nu maken drie instanties gebruik van het gebouw: het Grafisch Lyceum, het Zadkine College en een jeugdtheater. Het Grafisch Lyceum is recent gerenoveerd en nu is RoosRos gevraagd voor het Zadkine. De uitvraag betrof het renoveren van het pand met een flexibele invulling zodat het volledig klaargestoomd is voor het ‘nieuwe’ onderwijs.” GROOTSCHALIG MODERNISTISCH “De architect Maaskant heeft een belangrijke rol gespeeld in de wederopbouw van Rotterdam na de Tweede Wereldoorlog. De gebouwen die Maaskant ontwierp verbeelden bij uitstek het optimisme van de naoorlogse welvaartsstaat. De architectuur is grootschalig modernistisch: staal, glas en beton. Dit grootschalige gebouw betekende een ommekeer in denken in een tijd waarin vooral dorpsschooltjes werden gebouwd. Maaskant wilde een groots gebaar maken langs het spoor. Dat is gelukt.”

Conceptmatige doorsnede van de zeven lagen. Met onderop het brui­ sende hart en de praktische indeling van de bovenliggen­ de lagen.

28

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

BLIKVANGER “Het gebouw bestaat in doorsnede uit de begane grond met daar bovenop zeven smalle verdiepingen met lange gangen en aan één zijde lokalen. In totaal realiseren we 30.000 m2 onderwijsruimte. Het pand was onoverzichtelijk en helemaal dicht gebouwd; het was een sluip door kruip door gebouw, met weinig lichtinval. RoosRos wilde het gebouw terugbrengen tot de basis. We ontwierpen een plan waarbij al het overbodige materiaal werd weggehaald zodat de betonstructuur weer zichtbaar werd. De oorspronkelijke drager van het pand wordt nu een echte blikvanger. Met dit plan wint het gebouw aan transparantie, licht en de beleving van ruimtelijkheid.” BELEVINGSBOULEVARD “Voor het Zadkine hebben we één centrale entree gemaakt, die de meerdere oude entrees vervangt. Via de entree kom je in de centrale hal, de ‘beroepsbazar’. Daar worden alle facetten van het beroepsonderwijs getoond: de bakkerij, kappers, restaurants en schoonheidssalons. De hele begane grond heeft een beroepsgerichte uit­ straling met de ‘look and feel’ van de echte wereld. Op de belevingsboulevard wil Zadkine


ONTWERP EN INRICHTING

Bij de sloop werd het betonskelet goed zichtbaar

In het uiteindelijke ontwerp is binnen de maatvoering van het betonskelet het plug and play concept mogelijk gemaakt.

haar werk letterlijk tentoonstellen aan de omgeving. De begane grond is met open trappen verbonden met de tussenverdieping. Daar bevindt zich de kantine, een open en aantrekkelijk geheel, waarmee Zadkine studenten uitnodigt in het gebouw te blijven in plaats van zich in de buurt op te houden. De ruimte wordt geaccentueerd door de betonstructuur met grote gaten te openen. Daardoor gaan de verdiepingen in elkaar over. Het ontwerp nodigt uit tot bedrijvigheid in dit deel van het pand. Zo wordt het gebouw een afspiegeling van de stedelijke structuur, waar alles bruist, waar geleerd, gewerkt en geleefd wordt.”

verschillende opleidingen de kans om hun verdieping naar wens flexibel in te delen. Het werkt als een ‘plug en play’ gebouw. Binnen het maatsysteem kun je een pakket aan programmaonderdelen invullen.”

PLUG AND PLAY “De praktijklokalen bevinden zich op de benedenetage zodat ze zichtbaar zijn van buitenaf. De lokalen waarin voornamelijk theorieles gegeven zal worden, bevinden zich op de overige verdiepingen. We hebben de theorielagen op een duurzame manier ontworpen. Dankzij de generieke basisopzet is het gebouw eenvoudig te transformeren en daarom toekomstbestendig. De opzet bestaat uit een logische grid met stramienen van acht en zestien meter. Daarbinnen kan het leerlandschap variëren. We hebben modulaire theorielokalen, lichte praktijkruimtes, docentenkamers, open leercentra, kantoren en spreekkamers ontwikkeld. We bieden

“Wanneer je kijkt naar de fases in het proces zijn we gestart met de dragende structuur. Daarna volgen de inbouwpakketten. In de laatste fase maken we, in overleg met de gebruikers, de indeling specifiek. De opdrachtgever moet rekening houden met een groot wisselend aanbod. We laten het keuzeproces zo lang mogelijk open. Het ‘inkleuren’ van het gebouw doen we met elkaar als allerlaatste. Voor RoosRos is die samenwerking met de opdrachtgever essentieel. Wij geloven in co-creatie, omdat je samen zoveel meer kunt zijn dan de som der delen. Het streven is om dit prachtige pand in september 2017 op te leveren.”

OPEN KEUZEPROCES “Het is een groot gebouw en de bouw is al in uitvoering. We werken volgens een engineer- en buildproces, met Dura Vermeer. Het voordeel van dit proces is dat we al beginnen met bouwen terwijl we op sommige delen nog aan het ontwerpen zijn. Omdat het een complexe en grootschalige renovatie is, is het prettig om die flexibiliteit te hebben.”

Meer weten over RoosRos? Ga naar www.roosros.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

29


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Broekbakema en Menno Emmink

BALANS TUSSEN FLEXIBILITEIT EN VEILIGHEID

De nieuwe Goudse Scholengemeenschap Leo Vroman werkt op alle gebieden Locatie havo/vwo van de GSG Leo Vroman in Gouda is inmiddels anderhalf jaar in gebruik. Na de oplevering heeft rector Herman van Tongerloo eerst een klein groepje van 200 leerlingen en docenten laten ontdekken hoe het gebouw werkt, totdat het nieuwe schooljaar begon. DGMR kijkt met de school terug op het eerste jaar.

30

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


ONTWERP EN INRICHTING

E

erst even de aanleiding. Herman: “De GSG Leo Vroman heeft een locatie voor de brugklassen, een locatie voor de havo/vwo vanaf leerjaar twee en een mavo. In totaal hebben we 1.600 leerlingen, waarvan dit havo/vwo-gebouw ruim 900 leerlingen huisvest.” De vorm van de school is opvallend; het is een driehoek met afgeronde hoeken. Herman weer: “Op deze locatie stonden twee oude basisscholen, die gesloopt zijn. Dit was de groenvoorziening voor deze wijk, dus de betrokkenheid was groot. We hebben de architect broekbakema uitgedaagd meerdere ontwerpen te maken en we vonden gelijk deze ronde vorm het mooist; het gebouw staat wat gekanteld op een rechthoekig perceel en hangt deels boven het water. Ondanks het genormeerde budget hebben we toch een sjiek gebouw gekregen met een prachtige uitstraling in deze wijk.”

“Leerlingen moeten wennen aan concepten, niet zozeer aan het gebouw.” Ronald Oldengarm heeft vanuit DGMR het proces begeleid en vooral gekeken naar de balans tussen de flexibiliteit en de veiligheid van het gebouw: “Energetisch is het ideale gebouw rond, omdat je dan het minste geveloppervlak per m² hebt. Dat creëert mogelijkheden om het onderwijs goed vorm te geven, maar stelt ook andere eisen aan het gebouw.” PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw GSG Leo Vroman, locatie havo/vwo Opdrachtgever Gemeente Gouda Adviseur bouwfysica en brandveiligheid DGMR Architect Broekbakema architecten Ingebruikname April 2014 Investeringskosten Circa 15 miljoen (inclusief btw en deel sporthal)

DOMEINEN ALS THUISBASIS Herman over het onderwijs: “In samenspraak met een onderwijskundig adviseur hebben we ons onderwijsconcept vertaald naar het gebouw. Waarom heb je nog gangen nodig? Is dat eigenlijk wel effectief? Je bent tien minuten verder tot de kinderen in hun lokaal zijn. In feite is dat lesuitval, terwijl de inspectie op feitelijke onderwijstijd beoordeelt. Dan ga je met alle partners in het bouwproces kijken hoe je onze visie het beste in de inrichting van het gebouw kunt vertalen. Daar hebben DGMR en de architect een goede rol in gespeeld.” Ronald vult aan: “Dit gebouw heeft bijvoorbeeld geen gangen; dus is er meer onderwijsoppervlak per leerling. Dat betekent wel dat je anders moet gaan nadenken over het aspect flexibiliteit en brandveiligheid. Hoe compartimenteer

je het gebouw bijvoorbeeld? Dat hebben we hier goed opgelost bij de verschillende ingangen vanuit de centrale aula naar de domeinen.” Herman legt uit: “Zo’n domein is voor een heel leerjaar, bijvoorbeeld vier 3 havo klassen, een thuisbasis voor een groep leerlingen en hun docenten, waarin ze een groot deel van hun tijd doorbrengen. Het zijn in feite grote pleinen, met een lokaal voor instructie en daaromheen ruimte voor verschillende werkvormen.” DE GOEDE KANT OP DGMR heeft de bouwfysica en de brandveiligheid gedaan en gekeken naar aspecten als voldoende daglicht, de isolatiewaarde, de akoestiek en de ventilatie. Ronald: “We doen alles wat je als mens waar kunt nemen en waar je aan kunt rekenen. Daarom worden we graag zo vroeg mogelijk ingeschakeld om een optimaal resultaat te halen. In een team werk je samen en vul je elkaar vanuit hetzelfde belang aan. Af en toe nemen wij vanuit onze ervaring het initiatief om het gebouwontwerp de goede kant op te leiden. De uitdaging is om alle aandachtspunten logistiek goed te regelen. Je wilt de vrijheid en flexibiliteit respecteren, maar tegelijkertijd ordenen. Vooral de vluchtroutes waren voor de brandweer belangrijk. Daarnaast is goede akoestiek vanwege de open ruimten van belang, want je moet niet de hele dag afgeleid worden omdat het galmt. In het atrium en in de aula hangen baffles die prima werken, zodat je er voorstellingen en bijeenkomsten kunt houden. In de domeinen werken we met plafondeilanden, waardoor je een meer industriële uitstraling krijgt. Dit is een passief gebouw met daardoor verlaagde energielasten en extra isolatie. In alle ruimten waar regelmatig veel mensen verkeren wordt de warmte afgezogen en in de nacht wordt weer koude lucht de school in geblazen. Door de massa van het beton warmt het geleidelijk op en koelt het geleidelijk af. De essentie in dit gebouw is de extreme isolatie, hoewel we wel voor kantelramen hebben gekozen. Je moet de mogelijkheid hebben om frisse lucht van buiten binnen te laten.” Herman ten slotte: “Het nieuwe gebouw bevalt goed. Leerlingen moeten wennen aan concepten, niet zozeer aan het gebouw. Leerlingen en ouders dachten dat het atrium en de kantine te klein zouden zijn, maar het is mooi om te zien hoe ze het gebouw hebben ingenomen en het tot hun verblijfsruimte hebben gemaakt, omdat het een prettige ruimte is die goed werkt. Ze zitten in de kantine, in de trappen­ huizen en buiten als het mooi weer is. Het gebouw werkt dus en dat is zeker te danken aan een goede samenwerking met alle partijen in het bouwproces.” Kijk voor meer informatie op www.dgmr.nl en op www.gsgleovroman.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

31


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Martijn Buskermolen

HONDERD JAAR SCHOLENBOUW

En waar praat je dan over? “Wat hebben we geleerd van 100 jaar scholenbouw?” Wat een krachtig thema voor een debat in het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht. Gastheer was Guus Klamerek van Ecophon. Hij had mondige gasten uitgenodigd, waaronder ook Mie Guldbaek-Broens uit Denemarken. Zo kreeg het debat een internationaal tintje.

A

lle deelnemers zijn vanuit verschillende achtergronden betrokken bij gebouwen en we trappen af met de stelling: “Vroeger was het binnenmilieu geen probleem omdat de gebouwen beter waren.” Tijs van Ruiten van het Onderwijs­museum: “De lokalen waren vroeger te klein, omdat er wel 50 kinderen in zaten. Dus was het binnenmilieu slecht.” Peter Keller van het schoolbestuur H3O reageert: “Gebouwen waren vroeger niet beter, maar wel ruimtelijker en ze hadden zeker geen beter comfort.” Sander Ros knikt: “De logica was echter wel plezierig en gebouwen waren vaak ruim gedimensioneerd, dat zijn we nu vaak kwijt, net als het licht dat in die oude lokalen zo mooi binnenviel.” “Maar ze waren niet energiezuinig, ze tochtten en ze waren niet geschikt voor het digitale tijdperk. Vooral de gebouwen uit de jaren ‘60 en ‘70 waren op velerlei gebieden slecht. Die echt oude gebouwen hebben een soort ambachtelijke charme, waardoor ze je raken. En ze lagen vaak op de juiste plek”, reageert Ruud Marico van het openbaar primair onderwijs Dordrecht (OPOD), “terwijl veel van die latere scholen juist op lastige plekken liggen.” Lennaert: “Nu worden teveel scholen voor te weinig budget met teveel installaties gebouwd. We moeten juist naar minder installaties en meer low tech. We zijn bezig met het Merlet College in Cuijk, waarbij het uitgangspunt een gebouw zonder installaties is, maar wel met een goed binnenklimaat, dat je bovendien kunt zoneren. Denk bijvoorbeeld na over de oriëntatie van het gebouw en natuurlijke ventilatie. BIM maakt het nu al mogelijk om tot 40% minder constructie te bouwen. Dat levert slimme gebouwen op, die ook makkelijk door de conciërge en facilitair manager te beheren zijn, zonder ingewikkelde software, waardoor het weer mis gaat”. Ruud Schook van OMO reageert: “Het zou mooi zijn wanneer je door slimmer aan de voorkant te ontwerpen je aan de

32

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

“Je zult meer evenementgericht moeten ontwerpen en het gebouw moet adaptief zijn.”

maintain-kant voordeliger uit bent.” Onderwijskundig adviseur Mie Guldbaek-Broens: “Op het moment dat je het gebouw overdraagt moet het simpel te gebruiken zijn. Dat geldt ook voor meubels en middelen. Het kost scholen vaak veel tijd om ICT-gerelateerde apparatuur geschikt te maken voor het onderwijs.” Ruud vult aan: “Kijk naar de ontwikkeling van de auto. Die zit nu vol met elektronica en je kiest hem op het uiterlijk en het comfort. Verder hoef je nergens over na te denken. Zo gaat het ook met gebouwen en leeromgevingen.” Sander herkent die ontwikkeling: “Hennes de Ridder heeft het al over adaptive buildings die voor ons denken. Kijk ook naar de ontwikkeling van het 3D printen. Denk je dat het vak van architect over 20 jaar nog bestaat? Dat wordt een soort BIM-manager of 3D modeller.” GOEDE AKOESTIEK De stelling “Een goede akoestiek is een onmiskenbaar onderdeel van een goede school” levert nieuwe standpunten op. Ruud Marico: “Je ziet bij veel gebouwen van ongeveer acht jaar geleden dat er problemen zijn met akoestiek en ventilatie. Peter reageert: “Dat heeft ook te maken met geld. Akoestiek is vaak een sluitpost, terwijl het essentieel is voor een goede beleving. Op een aantal basisscholen hebben we om die reden tapijt teruggebracht, omdat de akoestiek zo slecht was.” Guus wijst op de vergaderruimte, waarin het debat plaatsvindt: “Dit is een hoge ruimte met alleen maar harde afwerkingen en daardoor veel nagalm. Het geluid komt continu terug via reflecties uit alle richtingen. Ons gehoor kan hier niet goed mee omgaan omdat dat ontwikkeld is op het horen van geluid in de vrije natuur, waar je zelden harde parallelle afwerkingen hebt. Door de combinatie van hoogte en de harde afwerkingen zou je om het goed te krijgen zowel iets aan het plafond als aan de wanden moeten doen. We zijn betrokken bij de renovatie van het


EXPERTMEETING

DEELNEMERS: • Lennaert van Capelleveen - Ector Hoogstad • Peter Keller - H3O • Ruud Marico - OPOD • Sander Ros - RoosRos Architecten • Ruud Schook - OMO • Tijs van Ruiten - Nationaal Onderwijsmuseum • Mie Guldbaek-Broens - Loop.bz • Guus Klamerek - Ecophon • Sibo Arbeek - Schooldomein

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

33


Foto: Ronald van den Heerik/Hollandse Hoogte

Onderwijsmuseum en hebben hier ook gesprekken over gevoerd maar in dit geval is de oude sfeer en esthetiek van de commissarissen kamer heel bewust zo gelaten als dat het nu is. Dat is vreemd gezien de functie van de ruimte maar uiteraard begrijpelijk vanuit andere beweegredenen. In een discussie gaf Paul Rosenmöller recent aan dat kennis verloren gaat als de omgeving slecht is. Een goede akoestiek ondersteunt de docent bij het werk.” Mie: “Het grootste probleem is niet het gedrag van de mensen maar de fysieke omgeving. Er wordt gestuurd op gedrag van pubers, terwijl dat gedrag natuurlijk is en tegelijkertijd zijn er geen heldere standaarden voor fysieke leeromgevingen. Neem bijvoorbeeld 60 leerlingen in een open ruimte, die tegelijkertijd praten en toch bijdragen aan het leerproces.” Guus knikt: “Maar een heel klein percentage van de scholen werkt met open plattegronden. Ruim 95% werkt nog traditioneel, waarbij groepswerk in de klaslokalen wordt gedaan en de gangen niet bedoeld

34

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

zijn voor onderwijs. Een diversiteit van learning spaces werkt beter.” Lennaert ziet dat ook: “Wij denken dat de archetypen van scholen niet meer bestaan, daar moet je niet meer op bouwen. Je zult meer evenementgericht moeten ontwerpen en het gebouw moet adaptief zijn. Wat wil je gedurende het hele jaar doen in het gebouw en hoe kun je dat ontwerpen en organiseren. Dan krijg je ook veel interessantere gebouwen. Het gaat om de juiste netwerken en de juiste specialisten en dat kan ook in een fabriekshal georganiseerd worden. Thema’s als flexibiliteit, ontmoeten, veiligheid en geborgenheid gaat over alle gebouwen. De rol van de architect verdwijnt niet; het gaat er om hoe je het met elkaar organiseert en vorm geeft.” Sander ziet in de praktijk ook een keerzijde: “De uitdaging van evenementgericht ontwerpen is dat mensen in het proces meegenomen moeten worden. Ik heb een grote open onderwijshal gemaakt en gedurende het proces werden er steeds meer ruimtes als hokjes in getimmerd.


EXPERTMEETING Je moet in de volle breedte het draagvlak hebben anders werkt het niet. Co-design is essentieel! Je moet wel gebouwen met een ziel maken die passen in de omgeving en ingebed zijn in de maatschappij.” ONDERWIJSVERNIEUWING EN KWALITEIT De stelling “Onderwijsvernieuwing leidt tot een betere kwaliteit van het onderwijs” levert gelijk een stevige reactie op van Tijs: “Dat is niet zo. Van bovenaf opgelegde onderwijsvernieuwingen hebben weinig effect gehad. Kijk naar de ontwikkeling van de Tweede Fase of het VMBO. Kees Boeke is één van de weinigen met een geslaagde vernieuwing en bovendien een goede vertaling naar het gebouw.” Guus vult aan: “Ken je het onderwijsconcept Agora? Dat is echt vernieuwend en Niekée in Roermond werkt er ook mee. Sander: “Wat is vernieuwend; ik ben nu met de Rietveldschool in Badhoevedorp bezig. Daar heb je compacte instructieplekken voor leerlingen, waarna ze over de afdeling uitwaaieren. De docenten zijn daar meer coach.” Tijs weer: “Je kunt ook een beetje vernieuwingsmoe worden. In de onderwijswet van 1801 stond precies hoe het gebouw moest worden ingericht. De

invoering van het klassikale onderwijs was toen de nieuwe leerwijze.” Sander: “Dat systeem hebben we twee eeuwen volgehouden, maar door de digitalisering verandert de leeromgeving snel. De vraag is of gebouwen snel op die verandering kunnen reageren.” Dit is Mie’s jachtterrein: “Het systeem paste goed bij het type samenleving waarin respect, rolmodellen en de docent als alleswetende kenniszender centraal stonden. Onderwijs moet per definitie de veranderende samenleving reflecteren. De school heeft geen monopolie meer op informatie. We moeten kinderen leren sociaal en tolerant te zijn en te leren samenwerken en in de basis samenzijn. Samenwerken moet je ook zichtbaar maken in de wereld van de volwassenen. Laat maar zien hoe docenten in een team samenwerken en onderhandelen: The school as a reflection of real society. De open leeromgeving biedt de leerkracht meer mogelijkheid om bescherming te bieden.” Lennaert reageert als jonge vader: “Een

school moet beginnen met kinderen geborgenheid te geven. Je bent op zoek naar die school uit 1801 die rechtlijnig en statisch was qua maatschappijbeeld en dus veilig, maar die nu vloeiend en uitdagend is en toch geborgenheid biedt.” DE GOEDE LEEROMGEVING Een goede leeromgeving is belangrijker dan een nieuw gebouw, daar is iedereen het over eens. Sander: “Je hebt een basecamp nodig. Dat is een plek waar je maximaal kunt leren en ontmoeten. Door nieuwe virtuele technieken zoals virtual reality en augmented reality, de opkomst van de 3D-bril en hologrammen kun je overal college volgen. Dat kan zelfs in bed zijn, maar dan mis je het sociaal samenzijn. Samenzijn en elkaar ontmoeten zijn essentieel onderdeel van deze samenleving. Dus de leeromgeving moet die aantrekkelijkheid en dat verbindend vermogen in zich hebben.” Lennaert vult aan: “Je kunt op verschillende manieren leren, maar ik merk dat regelmaat en structuur belangrijke waarden zijn en blijven. Kinderen vergelijken hun leerkracht met hun ouders en dat komt omdat de school die zorgende rol op zich

neemt. We creëren een leuke omgeving omdat we te weinig tijd aan onze kinderen kunnen besteden.” Ruud Schook vat samen: “We zoeken naar een soort structuur, maar is dat nog wel een onderwijsgebouw. Vroeger stond het gebouw voor de functie onderwijs, maar nu niet meer?” Mie reageert: “Veranderbaarheid is iets anders dan flexibiliteit, want een flexibel gebouw is slecht voor onderwijskundige ontwikkelingen: diversity is good, flexibility is bad. Lennaert knikt: “Flexibiliteit is een facilitaire afweging geweest, maar zeker geen onderwijskundige.” Sander knikt: “Je ziet de golfbeweging in de samenleving van vasthouden en loslaten; naast een karakteristiek gebouw moet het veranderbaar en flexibel zijn. De vraag is of gebouwen dat bij kunnen benen. Een goed gebouw moet dat kunnen, door adaptief te zijn.” Kijk voor meer informatie over binnenklimaat en akoestiek op www.ecophon.com.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

35


Tekst Sibo Arbeek Beelden LIAG architecten en bouwadviseurs

HERINRICHTING TERREIN VOORMALIGE TAPIJNKAZERNE

Nieuw open leer- en recreatie landschap voor Maastricht Wat een uitdagende opgave voor Team LIAG: het ontwerpen en herstructureren van het monumentale park Tapijn voor de universiteit en de stad. Het programma behelst de renovatie van 9.000 m² bestaande gebouwen en het toevoegen van 7.200 m2.

Ralph Herben, Projectmanager Vastgoed: “Door het ontwikkelen van een flexibel casco en toepassing van duurzaamheidsmaatregelen wordt een toekomstbestendige huisvesting voor onderwijs en onderzoek gerealiseerd”.

36

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


ONTWERP EN INRICHTING

“Door een integrale benadering van de opgave verbinden we oud en nieuw en voegen we waarde toe.”

D

e voormalige militaire Tapijnkazerne ligt op een 6,3 hectare terrein met een aantal historische en monumentale panden en wordt ontwikkeld tot openbaar park met gebouwen voor Universiteit Maastricht. Het ensemble van gebouwen in het park doet denken aan de opzet van een Engels landgoed. Team LIAG maakte een schetsontwerp voor het totale gebied, waarbij overbodige gebouwen gesloopt worden, een prachtig multifunctioneel gebouw met ontmoetingsfuncties wordt toegevoegd en de panden via een verdiepte fassade met elkaar verbonden worden. Een slim doordacht ontwerp, waarbij het onderwijs van de Universiteit Maastricht op een prominente plek in de stad gesitueerd wordt en het park voor alle Maastrichtenaren toegankelijk is. Erik Schotte en Carina Nørregaard van LIAG vertellen met passie over dit bijzondere project dat zij sinds januari van dit jaar mogen begeleiden: “Het terrein was als kazerne in gebruik van 1919 tot 2010 en bevat een aantal monumentale gebouwen en ook het monument van generaal Dibbets. De kazerne was onder andere in gebruik als opleidingscentrum voor de infanterie, troepen voor Indonesië, diverse regimenten en verschillende afdelingen van de NAVO tot 2007. In oktober 2010 verlieten de laatste NAVO-militairen de Tapijnkazerne en sinds 1 oktober 2013 is de kazerne officieel in eigendom gekomen van de Universiteit Maastricht, de Provincie Limburg en de Gemeente Maastricht. De universiteit en provincie zijn (gezamenlijk) eigenaar van de gebouwen. De gemeente is eigenaar van de onbebouwde ruimte en verantwoordelijk voor het beheer ervan.”

kazerne in het landschap versterken en benadrukken. Erik: “Voor de meeste inwoners van Maastricht was de voormalige Tapijnkazerne een enclave in de stad met een groot hek er omheen. Nu verdwijnen de hekken en wordt het terrein openbaar toegankelijk, als onderdeel van het stadspark. Onderdeel daarvan is de aanleg van fiets- en wandelpaden die Tapijn vanaf de Prins Bisschopsingel met het stadspark ter hoogte van de St. Hubertuslaan gaan verbinden. De uitdaging is om het park als open landschap te ontwikkelen, waarbij recreëren en leren overal plaats kan vinden en het hele terrein geactiveerd wordt. Onze eerste opdracht was om een massastudie te doen en we zitten nu in de fase van het schetsontwerp. Naast het ontwerpen van een nieuw gebouw gaat het om het hergebruik van bestaande gebouwen. Een interessante vraag was hoe je een monument technisch gaat verbeteren, zodat je overal een goed comfort krijgt. We hebben alle gebouwen 3d opgemeten zodat we het in een BIM-model kunnen vertalen. We kunnen nu in ons team met alle specialismen integraal bekijken wat we behouden en hoe je het kunt beheren en verduurzamen. Van de te slopen gebouwen kijken we welke materialen we kunnen hergebruiken voor het plan. Jelle de Boer is de restauratie-architect voor de monumentale gebouwen en landschapsarchitect Bosch-Slabbers maakt het ontwerp voor het park. In een integrale samenwerking werken we, met ook VIAC (installatieadvies), DGMR (bouwfysica) en bureau van der Ven (constructie), toe naar een prachtige synergie tussen oud en nieuw wat met nieuwe gebruikers nog generaties lang een belangrijke plek zal zijn in Maastricht.

OPENBAAR GEBIED De uitvraag was simpel, maar ook complex: “We willen de open ruimte van het voormalige kazerne­ terrein tot openbaar park maken; daarbij willen we de structuur van de monumentale gebouwen van de

ZICHTLIJNEN Carina: “De orthogonale structuur en korrelgrootte van gebouwen blijven onveranderd en de zichtlijnen door en tussen de gebouwen komen weer terug, want die waren in de loop van de tijd met verschillende

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

37


PROJECTINFORMATIE Opgave Transformatie van voormalige kazerneterrein naar Universiteit en park. Ontwerp integratie park en gebouwen. 9.000 m² bestaand en 7.200 m2 nieuw toe te voegen. Opdrachtgevers Universiteit Maastricht, Provincie Limburg en Gemeente Maastricht Architect LIAG architecten en bouwadviseurs Installatietechniek

gebouwen dicht gezet. Daar moesten we ingrepen in doen en de opgave was om van al die gebouwen 18.000 m² gebouw terug te laten komen. Dat heeft geleid tot de renovatie van 9.000 m² bestaand en 7.200 m2 nieuw programma (twee gebouwen zijn al gerenoveerd). Wij hebben dit vertaald in een ontwerp voor een nieuw multifunctioneel gebouw. Verder hebben we een verdiepte plint toegevoegd, die de gebouwen verbindt. In dat concept konden we veel kwaliteit vertalen, door er werk- en studielandschappen in te brengen en visueel een verbinding te leggen met het groen van het park. De glooiing in het parklandschap zorgt er voor dat de plint voldoende daglicht krijgt. Daarbij worden er verschillende plekken gecreëerd waar door middel van lichtkoepels en grote puien daglicht wordt toegelaten.”

VIAC Installatie adviseurs, Houten

INTEGRALE BENADERING Erik verder: “Door de integrale benadering van de opgave verbinden we oud en nieuw en voegen we waarde toe. Niet alleen voor de bezoekers van het park, maar ook voor de universiteit. die er een deel van de economische faculteit en de universiteits­ bibliotheek gaat huisvesten. Bewoners van Maastricht en studenten ontmoeten elkaar hier. In het nieuwe park is er ook plek voor de Tapijntuin en de dierenweide. Daarnaast was er de opgave om het parkeren beter te organiseren. Ons uitgangspunt is dat het groen beleefbaar moet zijn van muur tot singel. Dus hebben we het parkeren aan de buitenste hoeken

Bouwfysica DGMR, Den Haag Landschapsarchitect Bosch-Slabbers, Den Haag Renovatiearchitect Jelle de Boer, Den Haag Constructeur Bouwadviesbureau Van der Ven Stedenbouw Frits Bokelman Verwachte oplevering 2019

38

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

georganiseerd, om de groene oase aan de stadsranden te behouden. We zijn nu bezig om met Welstand en diverse gemeentelijke specialisten de kaders verder vast te stellen. Naast het zogenaamde Poortgebouw en de overige monumentale gebouwen doen we voorstellen voor het nieuwe programma van 7.200 m2. Het terrein is nu deels nog een stenen vlakte en het is nog moeilijk voor te stellen dat er over een paar jaar een prachtig park ligt met maximale ruimte voor bezoekers en gebruikers.” “Wij hebben de opdracht gekregen omdat ons ontwerpteam alle vragen het meest integraal heeft opgepakt. Onze aanpak levert het meeste groen en de meeste openbare ruimte en ruimte voor de universiteit en de bezoekers van het park. We verbinden de gebouwen op zo’n slimme manier zodat het ook makkelijker wordt te beheren. Oorspronkelijk bestond de opgave uit twee separate bouwdelen A en B, maar wij hebben alles met een verdiepte passage met elkaar verbonden en de opgave integraal vertaald. Daardoor kan de universiteit naar de toekomst flexibel zijn, ook in het kader van herbestemmen van gebouwdelen. Als architect bundelen we alle krachten om in dialoog tot de beste oplossing te komen. Het in gebruik nemen van de monumentale gebouwen door de Universiteit Maastricht versterkt de positie van de universiteit in de stad. Ook de verbinding tussen universiteit en stad krijgt hiermee een mooie impuls.” Kijk voor meer informatie op www.liag.nl.


Tekst Teun van Wijk

ONTWERP EN INRICHTING

De internationale PDO School in Oman Van 2011 tot 2015 is Teun van Wijk als adviseur nauw betrokken geweest bij de nieuwbouw van een internationale school in Muscat, Oman. De mensen op de school, hun visie op leren, het enthousiasme, de warme hartelijke cultuur van Oman en de schitterende natuur maakten het tot een geweldige ervaring waarover hij graag meer vertelt. Schooldomein heeft de primeur!

“D

e ‘PDO School’ is voor kinderen van expat-werknemers van Petrol Development Oman. Zij is in 1966 met 24 kinderen gestart en was daarmee de eerste basisschool van het land. Het nieuwe schoolgebouw biedt ruimte aan 650 kinderen van 3-11 jaar. De voertaal is Engels, daarnaast zijn er lessen in Arabisch, Nederlands, Duits, Frans, Spaans, Urdu, Tamil, Hindi, Servisch en Russisch. De school is gebouwd als een dorpje aan de voet van de bergen. In de verte zie je de blauwe zee, de golf van Oman, langs de horizon schuiven de tankers langzaam voorbij. Deze ‘Learning Village’ heeft een verbindende marktstraat, met zijstraten richting de bergen voor vijf ‘Learning Families’, elk met zes lokalen plus ruimten voor ondersteuning. Aan de marktstraat liggen ook een bibliotheek/ media centrum; labs voor technologie, koken en

muziek; een multifunctionele sporthal/theater en allerlei ondersteunende stafruimten. Buiten het gebouw een voetbalveld, twee zwembaden en verschillende speelplaatsen. Sportruimten en labs zijn er ook voor de bewoners van de hele wijk Ras Al Hamra. Het is een internationale ‘Brede School’ en ‘IKC’ in Oman.” ONDERWIJSVISIE ‘VAN STOEL TOT STAD’ “In 2010 is door Peter Eisenburger een samenwerkingsverband opgericht (‘LEX’) van bedrijven die graag in de golfregio willen werken. Onze eerste daad was een handelsmissie naar Oman, Qatar en SaoediArabië. In Oman ontmoette ik Peter en Joice Wassink, twee gedreven onderwijsmensen. Als directeur van de PDO School had Peter de ambitie om de leeromgeving volledig aan te laten sluiten bij de onderwijs­visie,

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

39


het ‘International Primary Curriculum’. Daarmee gingen we aan de slag, samen met medewerkers, ouders en kinderen. Wij stelden ons bij alles - Van Stoel tot Stad - de vraag: Hoe draagt dit bij aan het leren van kinderen?” DE STOEL “Bij een internationale school verschillen kinderen sterk in lengte, maar hoogtevariatie in stoelen en tafels geeft een rommelige indruk. Voor kinderen vanaf 8 jaar zijn alle tafels daarom op gelijke hoogte gemaakt. Leerlingen zitten op extra hoge stoelen met voetsteunen die op verschillende hoogtes gezet kunnen worden. Elke stoel heeft een haak voor een speciale schooltas, waarin kinderen hun persoonlijke spullen op kunnen bergen. De gelijke hoogte van de tafels geeft extra rust in de ruimte. De hogere stoelen en tafels maken het voor leerkrachten makkelijker om zelf naar de kinderen toe te gaan, aan te schuiven en op gelijk niveau met elkaar te praten. En daar is het om te doen: de interactie tussen kinderen en leerkrachten. Plus de indrukken vanuit de leeromgeving en de mogelijkheden om creatief te zijn.” ALLES IS LEEROMGEVING “Zo zou je overal wel werkstukken op willen hangen. Zoals getekende portretten van kinderen, docenten, assistenten; de personal goals; grote mindmaps van projecten; boeken, films; landen; natuur; getallen; taal; muziek; kunst; sporten; wat we eten; ons lichaam; dieren; bouwen; projecten over regenwoud, zeepiraten, Olympische Spelen, … jammer dat er nog ramen nodig zijn!” Al die beelden om je heen zijn belangrijk om te zien waar het leren over gaat. Als reflectie, door bij de foto’s terug te denken aan die geslaagde presentatie en als interactieve uitdaging om de volgende stap te zetten. Het ‘IPC’ werkt met projecten, bij de start van een project zijn alle

40

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

wanden leeg, na 3 maanden is alles vol en sluit het project af met een fantastische viering. Daarna begint het proces opnieuw. Als radicale keuze zijn daarom vrijwel alle wanden door de hele school bedekt met modern prikbord materiaal, waarbij verwijderen van nietjes geen gaten achterlaat.” WAAROM HEEFT EEN LOKAAL EIGENLIJK 4 HOEKEN? “De school gaat uit van groepen van 24 leerlingen die leren in afwisselende werkvormen. Zoals samenwerken in tafelgroepen, afgewisseld door kennis delen en ‘vieren’ met de hele groep. Daarnaast ook rustig zelf bezig zijn, in hoeken, verschillend ingericht om ze aan te laten sluiten bij de verschillende soorten interesses van kinderen. IPC hanteert daarvoor het Multiple-Intelligence model van Gardner, dat een onderscheid maakt tussen 8 intelligenties. Vandaar graag 8 werkhoeken.” ORDENING EN RUIMTELIJKHEID “De grote hoeveelheid aan beelden om je heen is ‘te doen’ door daar een sterke ordening en ruimtelijkheid tegenover te zetten. Om te beginnen worden de prikbordwanden met veel smaak en volgens bepaalde afspraken ingericht tot ware kunstwerken. De 8 hoeken in het lokaal hebben allemaal een eigen raam en een kolom. Ten opzichte van de kolommen staan de wanden met prikborden allemaal een stap naar achteren, wat rust in de ruimte geeft. Binnen het lokaal is het middendeel hoger. Dit brengt meer daglicht naar binnen, zorgt voor meer lucht en geeft ook een variatie in hoog en laag. De lokalen voelen hierdoor heel ruim. De oppervlakte is zo groot mogelijk gemaakt, er is bijvoorbeeld bewust niet gekozen voor inloopkasten, maar voor kasten op wielen binnen het lokaal. De ramen in de hoeken geven zicht op de ruimte tussen de lokalen, de ‘family space’, die door de gezamenlijke bewoners wordt ingericht. Doordat


ONTWERP EN INRICHTING

Architectuur Het vieren van verschillen is ook een thema in de architectuur. Het gebouw heeft wat van een collage, een mozaïek, een dorp. De ideeën van de school zijn door KEO International Consultants uitgewerkt tot een ontwerp. Het is de eerste ‘LEED’ (te vergelijken met BREEAM) gecertificeerde school in Oman en heeft verschillende duurzaamheidsprijzen gewonnen.

veel plafonds slechts gedeeltelijk zijn afgesloten, zijn leidingen in het gebouw zichtbaar waardoor de kinderen kunnen zien hoe het gebouw functioneert. Lokalen hebben aan twee kanten brede deuren: naar deze ‘family space’ en naar de door zeilen overdekte buitenruimte.” MATCHING, STRETCHING AND CELEBRATING “De missie van de school luidt: “To foster a Passion for Learning by providing all the children in our care with a nurturing yet challenging environment in which they strive to reach their full potential.” Een verzorgende en tegelijk uitdagende leeromgeving is daarmee uitgangspunt voor het gehele ontwerp. IPC gebruikt Spencer Kagan’s visie op leren: matching (aansluiten), stretching (uitdagen, verbreden) en celebrating (vieren samenwerken). De leeromgeving volgt deze visie: van werken in een hoekje (matching) naar samenwerkend leren rond een tafel (stretching) en dan het gezamenlijk vieren en delen van kennis (celebrating). Op een grotere schaal gaat dit verder: van het eigen lokaal (matching) naar de ‘family space’ (stretching). En van daar nog weer verder naar de Learning Souq, een spectaculaire ruimte die alles verbindt en waar vieringen van de hele school plaatsvinden. In deze ‘Learning Souq’ bevinden zich langs de trappen kleinschalige ruimten: dit zijn kleine biblio­ theken die horen bij een bepaalde taal. Plus een tribunetrap, een typisch Nederlandse uitvinding: nu ook in Oman. Grappig is dat voorstellingen soms juist

op de tribunes plaatsvinden, terwijl de kinderen op de grond zitten. ‘Matching, Stretching, and Celebrating’ geldt zeker ook voor mijzelf. Werken in het buitenland is om veel redenen inspirerend. Het daagt je uit na te denken over wat tot dan toe vanzelfsprekend leek. Het is een feest om samen te werken met mensen uit verschillende culturen, die ‘Passie voor Leren’ met elkaar delen. ICSadviseurs was in dit project betrokken bij de ontwikkeling van de visie op leren en leeromgeving, het programma van eisen, het ruimteconcept, de design reviews en de inrichting. Voor meer informatie en inspiratie: www.icsadviseurs.nl of www.ideal-learning-environment.com.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

41


Tekst Simone Drost Foto’s Roos Aldershoff

NATUUR ALS INSPIRATIE

Een zintuiglijk gebouw voor kinderen met een geestelijke beperking MAXIMAAL – Een centrum waar onderwijs, zorg en kinderopvang op een nauwe manier samenwerken op een bijzonder natuurlijke locatie in Rotterdam. “Het moest een gebouw worden waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis zouden voelen. Waar kinderen een optimale ontwikkeling zouden kunnen doormaken. Deze specifieke groep kinderen heeft dat nodig”, aldus schooldirecteur Geert Jan Reinalda.

M

et een krachtig beeldmerk naar buiten ligt verscholen in het groen, de nieuwe school en dagopvang voor kinderen met een geestelijke beperking tot 20 jaar. De gemeente Rotterdam was opdrachtgever voor Maximaal, waarin, naast de St. Mattheusschool (SO) en het Rotterdam College (VSO), ook Stichting Pameijer (zorg dagbesteding) en kinderopvang BijDeHand (ook voor reguliere kinderen) zijn gevestigd. Gericht op de toekomst is een nauwe inhoudelijke samenwerking gestart, waardoor kinderen zowel deels op school als op de dagopvang tijd kunnen doorbrengen. Geert Jan: “Mijn filosofie is dat de school transparantie moet uitstralen, zichtbaar maakt wat we doen en het potentieel van onze

42

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

leerlingen laat zien. Dat is ook de reden waarom we het primair en voortgezet onderwijs in één gebouw hebben gewild. Alle lokalen zowel in het gebouw als in de tuin zijn nu zichtbaar en vormen een inspiratie voor zowel personeel, leerlingen, ouders als bezoekers. Naast de rust in de school is het voor ons heel belangrijk een levendige ontmoetingsplek te hebben.” HET KIND ALS ONTWERPUITGANGSPUNT Voor deze kinderen is een gebouw met een heldere structuur noodzaak. Dit geeft de kinderen duidelijkheid en daarmee veiligheid. De structuur is tot stand gebracht door middel van vorm, ritme en kleur. De zintuiglijke beleving van het kind (voelen, kleur,


ONTWERP EN INRICHTING

Dolf Broekhuizen (l) en Simone Drost

Fijne vertakkingen vanuit looplijnen naar de verblijfsruimten

Herfstbladeren als inspiratie voor de houten gevel

PROJECTINFORMATIE Project

geluid, sfeer) is de leidraad geweest voor het ontwerp. We hebben het gebouw van binnenuit naar buiten toe ontworpen. Het gebouw heeft een uitgesproken beeldmerk, de hoofdentree, en straalt de boodschap uit: ‘Wij mogen er zijn!’ De plattegrondopzet lijkt op een drie lobbig boomblad. Drie lobben strekken zich uit vanuit het hart van het gebouw, rond diep naar binnen dringende tuinen. De bouwkundige keuze voor staalskelet en betonvloeren in twee verdiepingen bood vrijheid voor raamgrootte en klassenindeling. Elke ruimte kon hierdoor exact de gewenste vorm en omvang krijgen. Vanuit de entree is een duidelijke route ontworpen naar de domeinen. De kolommen in de gang vormen een denkbeeldige lijn die kinderen volgen naar hun lokaal. Vaak doen zij dat door hun hand over de kolom te laten glijden. Binnen een lob is een continue route waardoor je niet kunt verdwalen: je keert altijd weer terug bij het begin.

MAXIMAAL - Centrum voor Kinderopvang, Onderwijs en Zorg Opdrachtgever Gemeente Rotterdam - Stadsontwikkeling Architect Simone Drost Architecture (voorheen Drost+van Veen architecten) Bouwmanagement Stevens van Dijck Adviseur Constructie IMd Adviseur Installaties Volantis Adviseur Akoestiek LBP|Sight Adviseur Verlichting Industrielicht Oppervlakte 7.000 m2 BVO

DIRECT CONTACT Alle lokalen en zorgkamers liggen aan de buitengevel om zo direct contact met de grote tuin te hebben. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met genoeg daglicht en uitzicht beter ontwikkelen, maar voor deze kinderen is deze relatie noodzakelijk om te kunnen aarden. In de binnengebieden, aan de andere zijde van de gang zijn ruimten gepositioneerd waar de kinderen tijdelijk verblijven zoals; snoezelruimten, leskeukens, speellokalen, time-out ruimten, therapieruimten. Deze binnengebieden hebben een eigen, organische, vormentaal, om zo duidelijkheid voor de kinderen te creëren. Realisatie van een (akoestisch) rustige leeromgeving is van groot belang omdat veel kinderen extreem gevoelig zijn. Extra aandacht is besteed aan de geluidisolatie tussen de verschillende ruimten en de ruimteakoestiek in de groepsruimten, het hart en de gymzaal. Gevoeligheid van deze doelgroep geldt ook voor sfeer. Na onderzoek hebben we 12 soorten

wit naast vergrijsde kleuren toegepast. Binnen de drie lobben ligt het hart van het gebouw. Deze open plek is gecreëerd voor samenkomsten, maar is ook een plek voor toevallige ontmoetingen. Op de begane grond bevindt zich in het hart het praktijklokaal; de brasserie, waar de jongeren van het VSO hun eigen bereide maaltijden serveren. Aan het hart zijn ook het muzieklokaal met zijn podium, de speellokalen en de sporthal met hun grote ramen gesitueerd. In het hart op de 1e verdieping is een ware ‘mall’ gecreëerd; praktijklokalen waarin de jongeren leren om te werken: winkel, wasserette, bibliotheek, sportclub, metaalwerkplaats, leskeuken, allen met een grote ‘winkelpui’. Ook deze activiteiten bedienen het gehele gebouw; wassen van het linnengoed, prepareren van de maaltijden voor de brasserie, repareren van fietsen. ELZEN ALS INSPIRATIE VOOR DE GEVEL Het gebouw plooit zich om een tuin met een reeks aan bestaande bomen. Hun ritme, grijze stam en herfstbladeren vormden de inspiratie voor de tactiele houten gevel. De gevel is ontworpen vanuit een zintuiglijke ervaring voor de kinderen. Veel kinderen blijven in het beginstadium zeer dicht bij het gebouw, waardoor ze de herfstkleuren van het reliëf als hoofdkleur ervaren en daarmee hun domein herkennen. Op afstand ervaren de kinderen het gebouw als grijsgroen en de herfstkleuren als een accent waarop ze zich kunnen oriënteren. “Het gebouw straalt een sterke rust uit”, zegt Marian Schenk van Pameijer. “Dat merk ik aan de kinderen. Zij vertonen rustiger gedrag dan op onze oude locaties. Prettig is dat het gebouw een logische route heeft. Er was een zorg dat we kinderen zouden kwijtraken door de grootte van het gebouw, maar dat gebeurt helemaal niet”. Kijk voor meer informatie op www.simonedrost.com.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

43


Tekst Sibo Arbeek

STICHTING HET RIJNLANDS LYCEUM TOE AAN VOLGENDE FASE MEUBILAIR

Europese School in Den Haag breidt snel uit Facility Manager Bert Velthuizen van Stichting Het Rijnlands Lyceum en directeur Frank Straus van Vanerum Nederland delen al een lange geschiedenis samen. “Toen Bert in 2004 aan de poten van onze stoelen begon te trekken zag hij dat het goed was. Niet alleen mooi, maar ook degelijk en functioneel meubilair en dus geschikt voor de scholengroep.” Nu kijken ze samen vooruit op de volgende verbouwing die er mogelijk aan staat te komen in de Europese School in Den Haag.

44

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


ONTWERP EN INRICHTING

B

ert: “Het Rijnlands Lyceum is in 1936 opgericht door een aantal Leidse hoogleraren die ontevreden waren met het bestaande onderwijsaanbod. Het initiatief bleek succesvol. Behalve de oorspronkelijke vestiging in Wassenaar werden nieuwe vestigingen opgezet in Oegstgeest (1956) en Sassenheim (1972). In 1991 werd de International School of The Hague hieraan toegevoegd. Sinds 1 augustus 2011 maakt ook de Eerste Nederlandse Montessorischool (1916) te Den Haag deel uit van de stichting. Op 1 augustus 2012 is de Europese School Den Haag Rijnlands Lyceum van start gegaan. In 2011 vierde de stichting het 75-jarig bestaan. De scholen die binnen de Stichting verenigd zijn, voelen zich nog altijd verbonden met de doelstelling van 75 jaar geleden: het verzorgen van kwaliteitsonderwijs voor hen die geen genoegen nemen met een standaard aanbod. De scholen dragen ‘international mindedness’ uit als één van de belangrijkste kernwaarden. In de jaren 80 raakte de stichting ook internationaal georiënteerd. In Den Haag stond in de jaren negentig al een International School. In 2009 werd het ministerie van OCW door de Europese Commissie benaderd met de vraag aan Nederland om een Europees Baccalaureaat met een breed onderwijs programma mogelijk te maken. De gemeente Den Haag, als stad met veel Europese instellingen, heeft toen de Stichting Het Rijnlands Lyceum benaderd om een Europese School te starten. Het Europees Curriculum omvat van alle 28 lidstaten onderdelen van hun cultuur en eigenheid. De ESH (Europese School Den Haag) kent 5 moedertaal­ stromen: Engels, Duits, Frans, Spaans en Nederlands. De taalsectie is de thuisbasis om van daaruit andere talen te leren en culturen te begrijpen. Vakken als Human Sciences, Mathematics en Physics worden in alle taalstromen op dezelfde manier aangeboden. Wij begonnen met 108 leerlingen en nu hebben we er al meer dan 680 in de Primary. We bieden Europees onderwijs van 4 tot 18 jaar, verdeeld over de afdelingen Nursery, Primary en Secondary. Je vindt hier veel nationaliteiten en de ouders van de kinderen werken bij Europese bedrijven zoals Europol, ESA, EPO of Eurojust.” Het Rijnlands Lyceum staat op de hoek van de Houtrustlaan en de Segbroeklaan en is goed bereikbaar. Bereikbaarheid is belangrijk voor een internationale school. ’s Morgens en ‘s middags rond drie uur staat het hier vol met busjes en moeten verkeersmensen het verkeer regelen. Dit voormalige HBS-gebouw stamt uit de zestiger jaren. In 2012 hebben we het betrokken en overgenomen van het ROC Mondriaan. Het had op de begane grond kantoren en ruimten voor zorg en welzijn. Waar voorheen een overdekte, verdiepte fietsenstalling lag, zijn nu lokalen voor Nursery. Uiteindelijk is de hele school gerenoveerd. Vier jaar later is

Frank Straus en Bert Velthuizen

“Hoe laagdrempeliger je het houdt, hoe makkelijker het te implemen­ teren is.”

dit gebouw al weer te klein; ik heb al tien noodlokalen op het terrein staan en er komen er nog eens vijf bij. We kunnen mogelijk nog wat verder groeien en laten nu een haalbaarheidsstudie uitvoeren of we aan de sportveldkant vanaf de begane grond vier verdiepingen tegen het bestaande pand kunnen bouwen. In de fase van de haalbaarheidsstudie kijken we meer vanuit de onderwijsvisie naar wat we echt nodig hebben. Daar worden zowel de directie, de docenten, maar ook de conciërges bij betrokken, om voldoende draagvlak te creëren. Je moet niet op de stoel van het primaire proces gaan zitten. Elke afdeling heeft een eigen team van leerkrachten die binnen de bestaande en nieuwe ruimtelijke structuur er zorg voor dragen dat de kinderen zich veilig en prettig voelen.” DUURZAME RELATIE “In 2004 moest het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest door leerlingengroei aangepast en gerenoveerd worden en was toe aan nieuw meubilair. Dat werd aanbesteed en één van de partijen was Vanerum. Toen Frank mij bij de Vanerum-vestiging in Houten uitleg gaf over het materiaal vertelde hij mij dat dunnere materialen vaak een grotere stevigheid in het frame hebben dan dikkere materialen. Met het hoofd technische dienst hebben we naar de lasprofielen gekeken en zagen dat het klopte. Dat was het begin van een duurzame relatie. Vervolgens heeft Vanerum twintig lokalen ingericht en 500 tafels en stoelen geleverd en is onze gesprekspartner bij aanpassingen en uitbreidingen.” Frank vult aan: “In het Rijnlands Lyceum in Wassenaar hebben we de volledige uitbreiding inclusief de practicumlokalen verzorgd; daar heeft het interactieve bord zijn intrede gedaan.” “En vervolgens kwam deze school aan de beurt”, vult Bert aan, “een Europese school benader je iets anders dan een standaard school. Ouders leggen nog meer druk op kwaliteit en vooral veiligheid.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

45


Ze verwachten goed onderwijs en een goede leeromgeving. Daarbij moet je denken aan het speelterrein, inrichting van lokalen en de catering, omdat de kinderen hier warm en ook gezond willen eten. Het gebouw moet een visitekaartje zijn. In dat traject heeft Vanerum ook over de binnenhuisarchitectuur meegedacht. Leerkrachten weten veel van onderwijs, maar weinig van maatvoering en inrichting. Vanerum kwam met 3d ontwerpen, waarin onder andere visuals van Europese eyecatchers waren opgenomen. Na de presentatie ging het bij de directie enorm leven. Voor de kantoren en de personeelskamer is een apart ontwerp gemaakt. De verschillende ruimten kennen elk een eigen benadering maar vormen toch een samenhangend geheel.” Frank: “Aantrekkelijk was bovendien dat de Europese school als één van de eerste scholen voor meubilair koos dat geschikt was voor bewegend leren. We hadden vanuit Scandinavië een programma ontwikkeld; dat we door de hele school hebben doorgevoerd. De school is op productniveau vooruitstrevend. Onze eigen studio heeft ook naar de totale inrichting gekeken. Dan praat je over de samenhang tussen meubels, looproute, tegelwerk sanitair, vloeren en de eenheid in de kleurstelling. Zo heeft elke leeftijdsgroep een eigen kleur vloer.” DIGITALISERING IN HET ONDERWIJS Bert: “Scholen willen vaak sneller digitaal ontwikkelen, maar de grote uitgeverijen remmen dat of er zijn geen financiële middelen. En veel middelen zijn eigenlijk al verouderd of onhandig, zoals laptopkarren. Veel handiger is het wanneer leerlingen hun eigen device meenemen, maar hoe regel je dat met verantwoordelijkheid en verzekeringen.” Frank over de mogelijkheden: “Smart boards zijn eigenlijk alweer achterhaald en we gaan veel meer naar een systeem toe waarbij je in de Cloud kunt werken, met je device kunt inloggen en de wand interactief is. Wij leveren hardware producten waarop alle bordsoftware kan draaien. Binnenkort organiseren we een kennisdag rond het thema i3 Upgrade waarbij we ons product i3 learnhub introduceren. i3 is state of the art en het nieuwe meubilair ziet er veel dynamischer uit. Het is verrijdbaar, de vormen zijn organisch en het is in hoogte verstelbaar. Bovendien biedt het de mogelijkheid om bewegend te leren en om AV en IT apparatuur te integreren. Problemen rond het netwerk en stroomvoorzieningen heb je niet meer; omdat het meubel dat levert. Je legt je device op het blad en het wordt vanzelf opgeladen. We zien dat scholen te lang vasthouden aan hun oude middelen. Men is bang om de kennis te verliezen. De apparatuur wordt veel interactiever, waar het belangrijk is dat de software klopt en aansluit op bestaande systemen. Het product moet zowel voor docenten en leerlingen gebruiksvriendelijk en intuïtief zijn. Hoe laagdrempeliger je het houdt, hoe makkelijker het te implementeren is.” Kijk voor meer informatie op www.europeanschoolthehague.nl of www.vanerum.nl.

46

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


Tekst Paolo Bouman Foto’s Jeroen Banga

ONTWERP EN INRICHTING

ReadMe bewegwijzert het Krimpenerwaard College In 2015 kreeg Krimpen a/d IJssel een nieuwe school voor voortgezet onderwijs: het Krimpenerwaard College. Niet zomaar een gebouw, maar een prachtig ontwerp met organisch glooiende vormen, in het groen en gericht op het water. En met een heel bijzondere bewegwijzering.

D

it gebouw verdiende meer dan standaard bordjes voor de bewegwijzering, vond de schoolleiding die vervolgens op zoek ging naar een specialist met oog voor de visie en missie van de school. Na een presentatie werd die spe­ cialist overtuigend gevonden in het bureau ReadMe. De eerste voorstellen sloegen aan en ReadMe kreeg van de school én de architecten van DP6 alle vrijheid om de ingebrachte ideeën uit te voeren. CIRKELS EN IKONEN Carine en Jeroen Banga van ReadMe: “Om aan te sluiten op de ronde vormen en ronde ramen en uitsparingen in de binnenmuren, plaatsten we alle elementen van de bewegwijzering in cirkels. Voor ruimten met een specifieke functie ontwikkelden we heldere iconen. Ook brachten we deze beelden groot aan in het glas van de deuren. Op bepaalde wan-

“Dit gebouw verdiende meer dan standaard bordjes voor de bewegwijzering.” den werden, op ons voorstel, inspirerende teksten aangebracht, die de school zelf uitzocht. Een gedicht van Mies Boshuys plaatsten we in grote duurzame dikke kunststof letters op de brede trapbalustrade annex boekenkast. Het resultaat is een waardevolle verrijking van de moderne, minimalistische architectuur, concluderen de betrokken professionals na afloop. Belangrijker nog; de bewegwijzering sluit goed aan bij de belevingswereld van de gebruikers van het gebouw.” Kijk voor meer informatie op www.readme.nl. U kunt ook bellen of mailen: 010-2210100 of jeroen@readme.nl of carine@readme.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

47


Tekst Sibo Arbeek

NIEUWBOUW KRIMPENERWAARD COLLEGE

Houvast bieden, ruimte laten: samen leren Ad Keller ontvangt me in zijn prachtige kamer met de grote ramen in de ronding van het nieuwe Krimpenerwaard College. Naast rector is hij tevens de bestuurder van de stichting waaronder deze éénpitter valt: “Het is een fantastisch gebouw en je voelt dat de sfeer onder leerlingen en medewerkers goed is. En dat doe ik elke dag weer; door het gebouw lopen en voelen dat het klopt.”

H

et nieuwe gebouw valt op door de rondingen in de vorm, waardoor het met zijn basis en twee lagen een menselijke maat krijgt. Toch is het een monumentaal gebaar, met de slim intern geplaatste fietsenkelder die de leerlingen direct toegang verleent tot de overweldigende open ruimte, waarin de mediatheek is neergelegd en de grote trap uitnodigt om gelijk aan de slag te gaan. Ad Keller:“ Dat het een goed gebouw is merkten we ook al tijdens onze Open Huisdagen: veel ouders gaven ons mee dat het gebouw een goede eerste indruk maakt. DP6 Architectuurstudio heeft een hele mooie prestatie neergezet. Dat het zo goed werkt komt volgens mij door de optelsom van een aantal componenten. Het gebruik van kleuren, de mooie inrichting, de openheid die overal voelbaar is en vooral ook de frisheid van het gebouw. Het ligt ook mooi in de ruimte, aan een water, waarbij de directe omgeving rond het gebouw nog voor een belangrijk deel moet worden ingericht. Zo komen er sportvelden en wordt het plein voor de centrale entree nog aangelegd.”

Foto: Michel Kievits

Ad over de directe omgeving: “ Het gebouw staat in een beetje een seniorenomgeving met veel appartementen, een kinderdagopvang en een gezondheidscentrum. Wanneer je een forse cirkel rond het gebouw trekt heb je ons voedingsgebied te pakken; onze leerlingen komen bijvoorbeeld uit Krimpen, Capelle aan den IJssel en Lekkerkerk. En we groeien. Dit gebouw is gebouwd voor 1.050 leerlingen met een marge van 10% en die marge hebben we ook nodig. Voor volgend jaar hebben zich al weer 246 leerlingen ingeschreven en meer dan 250 erbij kan het gebouw niet aan.” VRIJHEID IN GEBONDENHEID “We zijn een scholengemeenschap die mavo tot en

48

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


ONTWERP EN INRICHTING

met gymnasium aanbiedt. We bieden alle profielen aan en binnen elk profiel is er keuzevrijheid. Onze kernkwaliteit is vrijheid in gebondenheid. Dat wordt goed vertaald in ons motto: houvast bieden, ruimte laten: samen leren. De klassieke lokalen bieden geborgenheid, duidelijkheid en bieden enorm veel rust. Wanneer je tussen de lessen door de school loopt is het stil. Dat komt ook omdat het akoestisch een goed gebouw is. De open ruimten die aan de afdelingen grenzen zorgen voor een mooie combinatie van dynamiek en rust die goed werkt. Na schooltijd is er aanvullend aanbod omdat wij vinden dat de school meer is dan het bieden van onderwijs. Iedere afdeling heeft zijn thuishaven die de mogelijkheid biedt om te werken, ook na schooltijd. Dat zijn semi-open ruimten waar toezicht is en die plekken zijn heel populair. De thuishaven zit vlak bij de kamer van de coördinator en leerlingbegeleider, zodat er toezicht is. We wilden een aantal centrale open ruimten voor ontmoeting en om in te werken. De mediatheek is daar een mooi voorbeeld van; het is een combinatie van werken en gezien worden. Dat is het kennishart van de school waar kinderen al vanaf acht uur zitten.

Ad Keller

“Daar zie je hoe ontmoeting en werken heel erg goed samen kunnen gaan.”

BIJZONDERE TEXTUUR “Het gebouw kent een bijzondere textuur en de rondingen in het gebouw geven het ook een menselijke maat. Dat vertaalt zich in de inrichting; het meubilair is nieuw en heeft een rustige uitstraling; die goed bij het onderwijsklimaat past. DP6 was ook verantwoordelijk voor de vaste inrichting van het ontwerp. Opvallend is ook de gemêleerde troffelvloer van Bolidt, die naadloos en vooral bestendig is. Aan de buitenkant zie je niet dat er een grote NOC NSF sporthal in zit, die dan ook prachtig is opgenomen in

Foto: Michel Kievits

Daar zie je hoe ontmoeting en werken heel erg goed samen kunnen gaan. En datzelfde geldt ook voor de aula, die weer een visuele verbinding heeft met de personeelskamer. Zo staan de open ruimten in verbinding met elkaar en staan docenten voortdurend op een prettige manier in verbinding met de leerlingen. De medewerkers zijn erg tevreden met het gebouw, waarin ze ook meer digitale mogelijkheden hebben, waardoor de digitale wereld beter bereikbaar wordt. De school voert een implementatietraject uit waardoor binnen enige jaren alle leerlingen met een laptop werken. Dit device kunnen ouders huren of kopen bij de Rent Company.” het programma van de school. Rood is een bepalende kleur in het gebouw en accentueert de kleine en natte ruimten in het gebouw en leidt naar de gymzaal. In de gevel zie je een mooie kleur bruin terug, gecombineerd met witte panelen, in het interieur is gewerkt met groen in verschillende schakeringen. Die kleurstelling hebben we ook terug laten komen in ons nieuwe logo en de nieuwe huisstijl; rood, wit en groen. Kortom: dit gebouw past bij wie we zijn en wat we willen uitstralen.”

PROJECTINFORMATIE Nieuwbouw Krimpenerwaard College Opdrachtgever Gemeente Krimpen aan den IJssel Architect DP6 architectuurstudio Vloerafwerking Bolidt Bewegwijzering Readme Signing b.v.

Kijk voor meer informatie op www.dp6.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

49


Tekst Maarten Sanders Foto’s Thea van den Heuvel

“Het internationale karakter van het project is ook te zien aan de architectuur.”

Slim Frankrijk In “Op Zoek Naar Frankrijk”, een documentaire serie van de VPRO op zondagavond, reist Wilfred de Bruijn door alle lagen van de Franse samenleving. Er ontstaat een betrekkelijk somber beeld van een in zichzelf gekeerde natie waarin segregatie, angst voor de toekomst en nostalgie de overhand hebben. Dat er ook een ander Frankrijk bestaat is te zien in Valenciennes. Aan de oever van het Canal d’Escaut staat sinds kort de Serre Numérique (de digitale broeikas), gebouwd voor de ontwikkeling van virtual reality, naar ontwerp van OIII architecten. Hier geen nostalgie maar een blik op de toekomst en internationale samenwerking. 50

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


ONTWERP EN INRICHTING

LANGE TERMIJN VISIE Het project is onderdeel van de lange termijn visie die in de jaren ’80 bestond bij de plaatselijke Kamer van Koophandel. De pijlers van de lokale economie vertoonden toen de eerste scheuren. Door de toenemende concurrentie raakte de kolen- en staalgerelateerde bedrijvigheid, die de regio sinds de industriële revolutie had gedomineerd, in het slop. Nieuwe economische ontwikkeling was noodzakelijk om het tij te keren. Dit keer niet door nieuwe wegen en goedkope bedrijfsterreinen aan te leggen, maar door het stichten van een school. Met het stichten van een opleiding op het gebied van ‘virtual reality’ in 1987 voorzag men de enorme potentie van de opkomst van de computer en werd de kiem gelegd voor het ontstaan van een nieuwe economische sector. INTERNATIONAAL EN TOCH ‘FRANS’ De school is inmiddels een internationaal gerenommeerd instituut. Het bestaat uit drie opleidingen, Supinfocom voor animatie, Institut Superieur de Design voor industrieel ontwerp en Supinfogame voor gamedesign. Er is een unieke pedagogische methode ontwikkeld met een breed perspectief. Naast techniek en creativiteit zijn ook cultuur en filosofie onderdeel van de opleiding. Een typisch Franse invalshoek waarbij de vraag ‘waarom?’ altijd belangrijker is dan de vraag ‘hoe?’ Desondanks is het een internationaal succes gebleken. Alumni van de opleidingen slepen overal ter wereld onderscheidingen in de wacht en het pedagogische concept is overgenomen in nevenvestigingen in India en Canada. Vooral de afdeling voor gamedesign heeft de laatste jaren een enorme groeispurt gemaakt. Het woord ‘game’ wekt de indruk dat het hierbij vooral om de ontwikkeling van vermaak gaat, in werkelijkheid is de toepassing breder en staat virtual reality vooral ten dienste

van serieuze toepassingen als opleidings- en trainingsinstrument. NIEUW TIJDPERK Met de opening van de Serre Numérique is een nieuw tijdperk ingegaan. Tot dan toe waren de verschillende opleidingen her en der verspreid in de stad. Het samenbrengen op één plek moet leiden tot synergie. Geavanceerde faciliteiten werden financieel bereikbaar doordat ze gedeeld worden. Maar de grootste vooruitgang wordt verwacht van de wijze waarop opleiding en bedrijfsleven in het gebouw bij elkaar gebracht zijn. Er is een centrum voor onderzoek en samenwerking met internationale commerciële partijen gemaakt en een ‘broeikas’ voor startende ondernemingen. Hiermee wordt een toenemende economische impact voorzien die de jonge bedrijfstak in de regio een impuls geeft. ARCHITECTUUR Het internationale karakter van het project is ook te zien aan de architectuur, in weerwil van het vermeende Franse chauvinisme is het Nederlandse OIII architecten in 2011 uitgekozen om het ontwerp voor de huisvesting te maken. Het instituut wilde haar visie vertaald zien in een iconisch gebouw dat als uithangbord voor de sector zou dienen. De functie van het gebouw moest in de verschijningsvorm tot uitdrukking worden gebracht. Het proces dat aan de bouw vooraf ging was een zoektocht naar het evenwicht tussen toegankelijkheid en beschutting. Enerzijds zou het gebouw open moeten zijn om als visitekaartje van het instituut te dienen, maar ook beschutting en ruimte voor uitwisseling van industriële geheimen moesten mogelijk gemaakt worden. Het heeft geleid tot een gebouw als een grote werkplaats met in het hart een groot blok, een gebouw in een gebouw, waarin alle speciale voorzieningen zijn ondergebracht.

Er omheen een dynamisch gebied waar mensen uit de verschillende sectoren elkaar ontmoeten, en waar hoeken en nissen zijn gemaakt waar samengewerkt kan worden. Belangrijk zijn ook de binnentuinen die tussen de verschillende afdelingen voorzien in de mogelijkheid beschut buiten te werken en daarbij ook contact te hebben met het omliggende landschap. KATALYSATOR VOOR ONTWIKKELING De functie als katalysator van grensoverschrijdende projecten bleek na de opening in 2015 al gauw vruchten af te werpen. Hoewel het karakter van de verschillende opleidingen sterk van elkaar verschilt, ontstonden er direct vruchtbare initiatieven. Met name de kruisbestuiving tussen industrieel design en gamedesign blijkt veelbelovende resultaten op te leveren. Zo zijn er op het gebied van medische toepassingen en robotica een serie studies gaande met goede toepassingsmogelijkheden. Daarnaast is er een internationaal project op poten gezet voor ‘creative start-ups’, waarin mensen met ideeën over nieuwe toepassingen van Virtual Reality ondersteuning wordt geboden onder de vleugels van het instituut. Een deel van het gebouw is ook ingericht als broedplaats, vanuit de school wordt daarmee het opstarten van een onderneming voor studenten gefaciliteerd. Het past bij de essentie van de Serre Numérique, waarin onderwijs en economische perspectieven aan elkaar gekoppeld zijn. De spin-off van de Serre Numérique zal een bijdrage leveren aan de lokale economie, de vraag is hoe substantieel de impact is. Het project staat daarom niet op zichzelf, maar is onderdeel van een brede aanpak van het vestigingsklimaat. Kijk voor meer informatie op: www.serre-numerique.fr, www.rubika-edu.com en www.o-drie.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

51


Tekst Sibo Arbeek

DE SJINSKOEL ALS NIEUWE ONTMOETINGSPLEK

Slimme combinatie van activiteiten wint ruimte Rosanne Jansen van Frencken Scholl Architecten is samen met haar collega Huub Frencken vanaf begin 2013 betrokken bij de brede maatschappelijke voorziening (BMV) De Sjinskoel in het dorp Schinveld in Zuid-Limburg. Op de locatie van het voormalige klooster is een indrukwekkend programma uitgewerkt.

R

osanne: “Het gebouw is begin 2016 officieel geopend en ligt aan de Kloosterlaan; de eerste uitvalsweg van Schinveld naar de omliggende dorpen. Oorspronkelijk stond op de locatie een kloostercomplex dat in 2012 is afgebrand. Die brand bood een oplossing voor de discussie waar de BMV zou moeten komen; aan de grens van Schinveld, waar het beter bereikbaar zou zijn voor de andere dorpen binnen de gemeente Onderbanken of toch centraal in het dorp? Rond de locatie van het klooster ligt onder meer het gemeentehuis en daarnaast is nu het nieuwe ontmoetingshart van Schinveld ontstaan. Dat maakte de opgave extra uitdagend; het gaat niet alleen om het gebouw, maar ook om de inpassing in de omgeving vol symboliek en herinneringen. De BMV bevat naast de basisschool Schinveld, en de bibliotheek van de gemeente Onderbanken ook een sport- en

52

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

evenementenzaal, die door de gymnastiekvereniging Olympia wordt gebruikt en verder door de overige verenigingen. De naam de Sjinskoel stamt uit de tijd van de bokkenrijders (rond 1700-1800), toen bestond het beroep van de ‘vilders’. Deze mensen ontdeden kadavers van hun huid, een vies en zwaar werk. Dit gebeurde langs de Rode Beek, niet zover van het Gemeentehuis en de BMV vandaan. De overblijfselen en pot- en botresten werden in kuilen begraven. In de BMV zijn deze resten onder een glazen plaat zichtbaar.” HART VAN DE GEMEENSCHAP Schooldirecteur Marion Kleinen: “De fusieschool met circa 350 leerlingen kent vier clusters van drie lokalen met elk een leerplein, waarbij elk onderdeel een aparte ingang kent en uitkomt op het mooie binnenplein dat ruimtelijk aan het gemeentehuis grenst. Als je


ONTWERP EN INRICHTING

Akoestiek Frencken Scholl ziet het grote belang van een goede akoestiek voor leerlingen en docenten. In dit geval is er voor gekozen om de gemeenschappelijke zaal een fraai aanzicht te geven door het aanbrengen van vrijhangende eilanden, de Ecophon Solo. In de lokalen is gekozen voor de Ecophon Gedina A. Hiermee is een goede akoestiek gegarandeerd.

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw BMV De Sjinskoel, met onderwijs-, sport- en welzijnsfuncties Opdrachtgever Gemeente Onderbanken Architect Frencken Scholl Architecten Aannemer BAM in bouwteamverband Akoestiek Ecophon

binnen komt kijk je als in een theater een halve verdieping naar beneden en een halve verdieping naar boven, waar de onder- en bovenbouw van de school is geplaatst. De brede voorgang fungeert als dorpsplein waar iedereen elkaar ontmoet. De architect heeft een mooi contrast aangebracht tussen de relatieve geslotenheid aan de buitenzijde en de lichtheid en openheid aan de binnenzijde. Zo is een architectonisch en stedenbouwkundig programma ontwikkeld, waarbij naar slimme oplossingen en efficiënte verbindingen is gezocht.” Rosanne: “Het feit dat we op deze bijzondere plek zouden bouwen vonden de bewoners spannend. In de ontwerpfase is met alle verenigingen gesproken en dat heeft ook tot aanvullingen in het programma van eisen geleid. Bijvoorbeeld in de evenementenzaal, waarin de school sport, maar die ook wordt gebruikt voor zang, carnaval en andere evenementen. Aan de zaal zit een speellokaal gekoppeld. En zo heeft de bibliotheek ook synergie gezocht met een aantal verenigingen en maakt de school overdag gebruik van de bibliotheek. Voorlopig blijft de kinderopvang en de peuterspeelzaal nog apart gehuisvest naast de school, maar bij krimp van het aantal leerlingen van de school zou ruimte in de BMV benut kunnen worden. Inmiddels wordt het gebouw gedurende de week en in de weekenden van ’s morgens vroeg tot ‘s avonds laat gebruikt.”

E installateur Nikkelen elektrotechniek W installateur Verstappen van Amelsvoort

SLIM EN DUURZAAM “We hebben gezocht naar een vorm die goed in de omgeving past, maar toch eigentijds is. De lange muur aan de straatkant refereert aan de voormalige

“Het klooster fungeerde als het hart van de gemeenschap. Het feit dat we op deze bijzondere plek zouden bouwen vonden de bewoners spannend.” kloosterwand, die op het niveau van de bibliotheek op monumentale wijze is geopend. De hele schil is metselwerk met een wisseling in metselwerkverbanden. De mooie verticaal georiënteerde ramen met een vierdeling in de kozijnen met schuifluiken doen aan kloosterramen denken. Het oude kloosterraam is bewaard gebleven en hangt in de centrale ruimte, die de rol van een nieuw dorpsplein vervult. In de patio opent het gebouw zich en maakt het de relatie met het voorplein, waaraan ook de parkeerplaats grenst. Het is een fors volume, waarbij de onderdelen afleesbaar zijn aan de buitenzijde. Door samen te werken is meer gerealiseerd dan vanuit het eigen programma mogelijk was. Het speellokaal ligt naast de ingang. Daarnaast is er een los podium. De gemeenschappelijke zaal is samengevoegd met de leeszaal van de bibliotheek. Een gedeelte van de m² is vertaald in de ontmoetingsruimte en de entresol aan het dorpsplein om daarmee toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken. Slim is zeker ook duurzaam; op het schuine dak van de sportzaal liggen zonnepanelen en de lokalen hebben decentrale ventilatie. Opvallend is de goede akoestiek in de ruime hal. Dat bepaalt ook of een gebouw werkt.” Kijk voor meer informatie op www.frenckenscholl.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

53


Tekst Albert Hulshoff, AHB Consultancy en Irma Thijssen, RVO.nl

JAN AALBERTS VAN SCHOOLBESTUUR SPAARNESANT OVER DE SUCCESFACTOREN

Plein Oost in Haarlem is fris, energieneutraal én betaalbaar Het is in Haarlem gelukt een frisse en energieneutrale school te realiseren tegen lage beheerkosten. Jan Aalberts van schoolbestuur Spaarnesant vertelt over de succesfactoren van dit goede resultaat: de inzet van een dubo-auditor, de verlate oplevering, en de goede samenwerking met gemeente en bouwpartijen. Plein Oost wordt op alle vlakken beschouwd als een ‘pareltje’.

I

n augustus 2014 is Plein Oost opgeleverd. Het gebouw huisvest twee scholen met buitenruimte en gymzaal, een peuterspeelzaal en een buitenschoolse opvang. In opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO.nl, is de school gedurende een jaar gemonitord. Hieruit blijkt dat bijna alle doelstellingen voor de nieuwbouw van Plein Oost zijn gehaald. De gebruikers zijn positief en het gebouw presteert goed, zowel wat betreft binnenklimaat als energiegebruik. Vandaar de vraag aan Jan Aalberts, directeur bedrijfsvoering bij schoolbestuur Spaarnesant, wat de succesfactoren waren voor dit goede resultaat. Aalberts: “Het begon met een telefoontje van een medewerker van de gemeente Haarlem met de vraag of wij geïnteresseerd waren onze plannen voor de nieuwbouw van een MFC om te zetten naar een energieneutraal schoolgebouw. We hadden de kans om mee te dingen naar de UKP-NESK-subsidie ‘Naar energieneutrale scholen en kantoren’. Het is ons gelukt deze subsidie te verkrijgen, mede dankzij onze financiële bijdrage van twee ton. De inbreng van een dubo-auditor heeft mede bijgedragen aan het uiteindelijke resultaat. De auditor heeft er in iedere fase van het ontwikkel- en realisatietraject op toegezien dat de vereiste duurzaamheidsprestaties werden gehaald. En na ingebruikname van het schoolgebouw heeft de dubo-auditor gedurende twee jaar getoetst of het gebouw aan de eisen bleef voldoen.”

PROJECTINFORMATIE Architect Kristinsson Adviseur en dubo-auditor Merosch Installateur RHDHV Aannemer

ZORGEN OVER BEHEERKOSTEN Aalberts: “Snel nadat we besloten hadden om Plein Oost energieneutraal te maken en het UKP-NESKtraject in te gaan, hoorde ik van collega’s in het land

Huib Bakker Bouw Monitoring Enerdeco

54

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

over energieneutrale scholen, wat nadelen kunnen zijn van dergelijke innovatieve scholen. Wat je aan energiekosten bespaart, ben je meteen weer kwijt aan extra beheerkosten vanwege de complexiteit van de klimaatinstallaties.” Voor de toekomstige exploitatiekosten van Plein Oost pakte het positief uit en de school blijkt zelfs energieleverend te zijn. En de jaarlijkse kosten voor beheer en onderhoud van de energie- en klimaatinstallaties bedragen ca. € 5 per m2. Aalberts: “Dit is gelukt dankzij de kwaliteit van de bouwpartijen. Iedereen die heeft meegewerkt aan de realisatie van Plein Oost, was zich bewust van het feit dat zij met iets heel bijzonders bezig waren. Ook het besef dat het hele gebouw door de dubo-auditor uitvoerig zou worden getest, werkte als een stimulans om goed te presteren. Dit zie je terug in de hoge isolatiewaarde van de gebouwschil. De luchtdichtheid is meer dan twee maal beter geworden dan het ontwep. Wat ook hielp, waren de scherpe prijsdalingen van zonnepanelen, waardoor we meer opwekcapaciteit op Plein Oost hebben kunnen plaatsen dan was begroot en haalbaar was op het (te) kleine dak. Hier heeft de architect voor gezorgd.” VERLATE OPLEVERING De dubo-auditor heeft er de eerste twee jaar na ingebruikname op toegezien dat de afgesproken energieprestaties werden behaald. In deze periode zijn bijvoorbeeld problemen met de WKO-installatie gesignaleerd, die binnen een half jaar zijn verholpen. Alle partijen hebben hieraan bijgedragen, zonder extra kosten voor Spaarnesant. Voorjaar 2016 zullen de aannemer en installateur het gebouw definitief opleveren. Als dan blijkt dat alle gebouwonderdelen nog steeds naar behoren functioneren, ontvangen deze


ONTWERP EN INRICHTING

Duurzame prestaties

Jan Aalberts, directeur bedrijfsvoering bij schoolbestuur Spaarnesant en ambassadeur van de Green Deal Scholen

partijen het laatste deel (5%) van de bouwsom. Daarna wordt het onderhoud van de klimaatinstallaties van Plein Oost ondergebracht in een prestatiecontract voor het onderhoud van de (klimaat)installaties van alle 30 schoollocaties van Spaarnesant. Binnenkort start Spaarnesant hiervoor de aanbesteding. PRESTATIECONTRACT Voor de komende tijd heeft Spaarnesant geen plannen op stapel staan voor de bouw van nog een energieneutraal schoolgebouw. Mocht dit wel zo zijn, dan zal Aalberts sterk overwegen om voor de realisatie en exploitatie te kiezen voor een integraal prestatiecontract. “Wij hebben de expertise niet in huis om een fris en energieneutraal schoolgebouw gedurende lange tijd goed te laten presteren. Tijdens de realisatie van Plein Oost ben ik steeds meer gaan realiseren wat de meerwaarde is van een prestatiecontract, waarbij de partij die verantwoordelijk is voor de bouw ook verantwoordelijk wordt voor de exploitatie. Dan gaat deze partij beter presteren. Dit resulteert in betere schoolgebouwen tegen lagere overall kosten.”

Energieprestatie (E/E) -0,002 Frisse Scholen Klasse B Oppervlakte 2.521 m2 Isolatie R-vloer 7,5; R-gevel 8,0; R-dak 8,0; U-ramen 0,98 Luchtdichtheid 0,099 dm3/(s.m2) Warmtelevering primair WKO (open bron); secundair HR107 ketel Warmteafgifte luchtbehandeling, vloer­ verwarming en stralings­ panelen in de gymzaal Koeling warmtepomp in combinatie met vloerkoeling Warm tapwater primair zonneboiler; secundair HR107 ketel Ventilatie gebalanceerde mechanische ventilatie met warmte­ terugwinning Verlichting T5-verlichting met daglichtregeling en aanwezigheidsdetectie Duurzame energieopwekking 484 zonnepanelen; 121.000 Wp

GREEN DEAL SCHOLEN De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) verzorgt de monitoring en evaluatie van negen energieneutrale scholen. RVO.nl ondersteunt verduurzaming van bestaande scholen en de Green Deal Scholen door middel van instrumenten (www.rvo.nl/frissescholen). Meer over de Green Deal Scholen vindt u op www.greendealscholen.nl. Jan Aalberts is ambassadeur van de Green Deal Scholen. “Ik vind het belangrijk dat wij de door ons opgedane kennis ook inzetten voor andere scholen. Met elkaar kunnen we ervoor zorgen dat we op veel plaatsen in Nederland een gezonde leeromgeving creëren in een betaalbaar schoolgebouw.” Voor meer informatie en het monitoringrapport zie www.rvo.nl/initiatieven/energiezuiniggebouwd/plein-oost.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

55


Tekst Kees Willems Fotografie Thea van den Heuvel

SCHOOL IN EEN RIJKSMONUMENT

Kwaliteit met beperking, of een verrijkend avontuur Het Segbroek College, een school voor VWO, HAVO en VMBO in Den Haag huist in 2 rijksmonumenten. De scholen beperken de ontwikkeling in het onderwijs die de school voorstaat. In beide gebouwen realiseert TenW architecten adviseurs aanpassingen, zodat de gebouwen weer een toekomstbestendige gebruikskwaliteit krijgen voor het onderwijs van het Segbroek College.

De Bèta vleugel is getransformeerd naar een open leeromgeving met een gemeenschappelijk laboratorium als centrum van de instructieruimte.

Door ordening en opschoning wordt de bestaande kwaliteit van de ruimte weer beleefbaar. Deze kunstwerken van Karel Appel zijn na ruim 50 jaar nog in perfecte staat. Het bewijs, dat 56 SCHOOLDOMEIN mei 2016 kwetsbare kwaliteit blijvend respect oproept.

De voormalige garderobe is met witte meubels getransformeerd tot studieruimte.


ONTWERP EN INRICHTING

Het huidige Segbroek College aan de Goudsbloemlaan is in 1956 gerealiseerd door J.J.P. Oud voor het 2e Vrijzinnig Christelijk Lyceum in Den Haag.

I

n het gebouw aan de Goudsbloemlaan van J.J.P. Oud zit de VMBO-richting van de school. Het is in 1956 gerealiseerd en geldt als één van de belangrijkste voorbeelden van de wederopbouw architectuur. Het onderscheidt zich vanwege de bijzondere kwaliteiten van het ontwerp. Martien Korsten, rector van de school, ziet voor- en nadelen: “Op het eerste gezicht heeft zo’n gebouw behoorlijk wat nadelen. Niet eens zozeer door de monumentale status, waardoor je sommige aanpassingen die je zou willen doen niet mag doen. Maar vooral omdat het een uitermate rigide gebouw lijkt. Hedendaags onderwijs verdraagt zich niet goed met rigide gebouwen. Anderzijds is het ontwerp mooi, helder en vooral overzichtelijk. Dat is voor deze groep leerlingen belangrijk. Het is een gebouw waar maximaal 700 leerlingen in kunnen en dat is een heel prettige maat! Maar wat deze leerlingen nodig hebben is transparantie. Ze moeten kunnen zien wat er gebeurt. Ze zijn heel erg nieuwsgierig. Het is de affectieve relatie met elkaar, met de docent en de schoolgemeenschap die ze motiveert om te leren.” ORDENING, SAMENWERKING EN TRANSPARANTIE Ordening, samenwerking en transparantie waren en zijn de uitgangspunten van de architect voor het ontwerp, dat de komende jaren in verschillende fases wordt uitgevoerd. Ordening, omdat het gebouw een versleten indruk had. Het was in de loop der jaren volledig dicht geslibd met praktische aanpassingen en inrichtingen. Daarom was de ontwerpstrategie er op gericht het gebouw weer ‘schoon’ te krijgen, waardoor de ruimtelijke en architectonische kwaliteit

“Maar is zo’n gebouw wel geschikt (te maken) voor het eigentijdse onderwijs, knelt het niet te veel?”

weer zichtbaar wordt, waardoor de ordening die het gebouw in de oorsprong van het ontwerp kent, weer mooi bijdraagt aan de rust en de structuur die het onderwijs nodig heeft. Onderwijskundige wensen, zoals de studiezaal en het creëren van spreekkamers, individuele werkplekken, een mediatheek en een laboratorium als centrum van de Bèta sectie, zijn door de architect vertaald in witte elementen, die als meubilering zijn gesitueerd binnen de structuur van het gebouw van Oud. Zij zorgen voor een nieuwe ordening waardoor de eigentijdse onderwijsvisie van de school ruimte krijgt zich te ontwikkelen. Met zicht­ lijnen en transparantie wordt de nieuwsgierigheid en betrokkenheid van de leerling geprikkeld. EEN NIEUW EVENWICHT Met de zorgvuldige ingrepen zorgt TenW architecten adviseurs voor een nieuw evenwicht tussen de bestaande kwaliteiten van het monument en het actuele onderwijsprogramma. “Het is interessant om dit gebouw te laten groeien naar wat de leerlingen nodig hebben. Dan zie je snel, dat het gebouw grote mogelijkheden biedt”, zegt Martien Korsten over het ontwerpproces. “Maar je moet dan wel leren door de muren heen te kijken. De enorme kwaliteiten van het gebouw, zoals het licht dat zo kenmerkend is voor de wederopbouw architectuur, moet je dan zien uit te buiten. Als je ziet wat de architect heeft bereikt met de Bèta vleugel die kort geleden is opgeleverd, zie je dat de vermeende starheid van het monument geen beperking was en deze vleugel, die eerst hokkerig en gesloten was, tot een open leeromgeving is gemaakt, waar de vakken goed kunnen samenwerken in een feest van licht”. Kijk voor meer informatie op www.tenw.eu.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

57


Tekst Sibo Arbeek

GET IN THE MOOD

Hoe een plafond kan gaan leven De nieuwe basisschool De Klipper in Berkel en Rodenrijs is blij met het Moodpaneel in de ruimte rond de grote tribunetrap. Directeur Maarten van Geldorp over het effect: “Vanmiddag zat de hele trap vol met kinderen. Die zitten onder het plafond en kijken vaak naar boven. Dat zorgt stiekem ook voor rust, omdat ze meer gefocust zijn. Het geeft de trap en de ruimte daaromheen iets extra’s. Je moet het met je eigen ogen zien voordat je het gelooft.”

D

e Klipper is een openbare Daltonschool, met 610 leerlingen in twee gebouwen. Het gebouw aan de Gouden Uillaan staat in de Gouden Griffelbuurt, met veel nieuwbouwwoningen. Het nieuwe gebouw is in november opgeleverd en ontworpen door Frencken Scholl Architecten. Maarten: “Het mooie van dit ontwerp is dat het een groot gebouw is, maar je dat van binnen niet zo voelt. Je hebt het gevoel dat je in een kleine school bent, waarbij de gang het verlengstuk is van het klas­ lokaal en er een mooi dakterras is voor de buitenlessen. De scholengroep Holland heeft ons samen met de ouderraad voor de opening een prachtig moodpaneel cadeau gegeven, dat uit 24 panelen bestaat. Het paneel geeft iets extra’s aan de ruimte en het heeft meerwaarde tijdens de vieringen. Het is daardoor meer een gebruiksplek geworden dan een decoratie in de ruimte. Het paneel wordt niet alleen door medewerkers en kinderen gewaardeerd, maar ook door ouders, omdat het erg opvalt. Ik loop dagelijks meerdere keren de trap op en je blijft er toch naar kijken; het is een onderbreking van de dag, zoals je een wandelingetje in het park maakt. De lerares neemt de klas ermee naar toe, maar leerlingen komen er zelf ook steeds op terug. En kinderen zijn goudeerlijk, als ze het niks vinden zeggen ze het ook. Bij de opening zag je de bezoekers allemaal omhoog kijken, ze vonden het prachtig. Het brengt vrolijkheid, plezier en geeft een gevoel van trots.” ILLUSIE VAN ECHT DAGLICHT Leverancier Maurice Felthuis van Lichthoeve over de moodpanelen: “Het eerste contact werd gelegd met Carl Fikenscher van de Scholengroep Holland. Hij vond het een mooi concept dat voor verschillende typen ruimten geschikt was; voor gangen, open ruimten en ook voor vergaderruimtes. Hij heeft het in zijn

58

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

“Als je er onder ligt heb je het gevoel dat je buiten in het park naar de vliegers kijkt.”

gebouw toegepast en nu ook in een aantal scholen. Het moodpaneel werkt echt goed in de ruimte boven de trap, omdat het een drukke plek is waar veel gebeurt. De print heeft een matte afwerking, waardoor je het goede effect krijgt. Je moet het niet spiegelend maken, anders heb je teveel invloed van het buitenlicht en reflecteert het. De achterliggende kleur die het paneel afgeeft is dezelfde kleur die je ervaart als je buiten in de zon loopt. Het is een 6500 kelvin led kleur, waarmee je de illusie van echt daglicht creëert. Op dit paneel zie je vliegers, wolken en een strakke blauwe lucht. Hoe meer je op de print zet, hoe minder je het ruimtelijk effect hebt. Je kunt vliegers laten zien, of bekende gebouwen of een luchtballon en een zwerm vogels. Een school kan zijn eigen print bepalen en dat maakt het nog leuker.” 3D-EFFECT Maurice: “Ik kom oorspronkelijk uit de ledverlichting. Veel lichttoepassingen in gebouwen vond ik leuk, maar niet perfect. Vaak wordt er een plaat bevestigd waarop een afbeelding werd gedrukt. Dan is het meer promotiemateriaal. We vonden dat het beter moest kunnen. De basis is de kwaliteit van het paneel. Dat moet je goed combineren met de folie die erop wordt geplaatst en dan krijg je het effect alsof je door een dakvenster kijkt. Het houten frame hoog je iets op, zodat het op de sponning van een kozijn lijkt; dat versterkt het 3D-effect. Je hebt het idee dat je echt de lucht in kijkt.” Maarten lacht: “Als je er onder ligt heb je het gevoel dat je buiten in het park naar vliegers kijkt. Het moodpaneel brengt vrolijkheid, ontspannenheid en het brengt extra licht in de ruimte.” KANSEN VOOR INTEGRALE INRICHTING Maurice ten slotte: “Het staat in de kinderschoenen, maar we denken dat het enorm aan kan slaan en


ONTWERP EN INRICHTING

dan vooral in scholen. Het is een combinatie van led verlichting en een ultradunne plaat. Door het dakraameffect en het perspectief wordt het een uniek product, dat bovendien niet onderhoudsgevoelig is. De ledverlichting kan 50.000 branduren mee en kan makkelijk in elk plafondsysteem en op het bestaande lichtnet worden aangesloten. Het geeft geen extra hoog energieverbruik; vier panelen is te vergelijken met de oude gloeilamp. Het is niet een concept om te verlichten, maar om iets extra’s in de ruimte te brengen. Je kunt de compositie zelf samenstellen, van één paneel tot een heel plafond met een samenspel

van panelen. Ook met een beperkt budget kun je zo een ruimte enorm opwaarderen. Ik zie nog veel meer kansen voor een meer integrale inrichting van ruimten, waarin moodpanelen worden gecombineerd met meubels. vloerbedekking en kleuren op de wanden. Ons motto is daarom: ‘get in the mood’.” Kijk voor meer informatie op www.moodpanelen.nl of mail naar info@moodpanelen.nl. U kunt ook bellen: 0252-830224. Maar gaat u vooral zelf kijken voor het WOW-effect.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

59


Tekst Sibo Arbeek

LICHT CENTRAAL IN INNOVATIEF ONTWERP

Het gezondste lokaal in uw school Het gebouw is uit, de leeromgeving is in. Het klaslokaal heeft zijn langste tijd gehad, maar tegelijkertijd is er behoefte aan lichte en gezonde ruimten waar docenten en leerlingen graag willen zijn. Het DEMOLokaal NU, een initiatief van Van den Berg Groep, in samenwerking met VELUX Nederland, zorgt dat dit voor iedere school eenvoudig te realiseren is.

O

ns Onderwijs 2032 stelt de leerling centraal. De leerling van vandaag en morgen ontwikkelt kennis en vaardigheden om zijn creativiteit en nieuwsgierigheid in te zetten, leert de kansen van de digitale wereld te benutten en krijgt betekenisvol onderwijs op maat. Toekomstgericht onderwijs bestaat uit een curriculum waarin leerlingen zich als persoon vormen waar het gaat om de ontwikkeling van hun identiteit, hun creativiteit en een gezonde leefstijl. En daar hoort een goede en duurzame leer- en werkomgeving bij. Uit onderzoek van Energiesprong blijkt dat scholen flinke stappen kunnen zetten als het gaat om energiezuinigheid en een duurzaam binnenklimaat. Zo heeft slechts 7% van de gebouwen een energielabel. Van die 7% heeft 75% een energielabel C of lager en daarnaast voldoet 80% van de schoolgebouwen niet aan de eisen van een gezond binnenklimaat (Branchenieuws, 2016). En dat terwijl uit onderzoek is bewezen dat leerlingen en leraren

60

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

gemiddeld 15% beter presteren als er in de klas een comfortabel binnenklimaat heerst. DEMOLOKAAL NU PRECIES OP TIJD En dan komt het initiatief Het gezondste lokaal van uw school precies op het juiste moment. Raymond van Hattum, architect daglicht en binnenklimaat van VELUX Nederland, legt uit: “Sinds enige tijd zijn wij met architect Winfried van Zeeland van Van den Berg Groep uit Houten (VDBG) bezig met een gezamenlijk initiatief voor het ontwerpen en realiseren van een klaslokaal met de focus op daglicht en frisse lucht. Dat heeft tot het DEMOLokaal NU geleid. Inmiddels hebben wij contact gehad met een aantal schoolbesturen dat enthousiast is over dit concept. Het DEMOLokaal NU heeft tot doel om onze kinderen een gezonde leeromgeving te bieden en daarmee de prestaties van leerlingen te verbeteren. Dit kan met drie eenvoudige aspecten: daglicht, ventilatie en ruimte.� Winfried over de voordelen van een gezond


ONTWERP EN INRICHTING

lokaal: “Het DEMOLokaal NU biedt de school een ademend lokaal zonder ingewikkelde installaties, een functionele ruimte bovendien en daarnaast een zichtbaar en meetbaar duurzamer lokaal. Bovendien krijgt de school met het DEMOLokaal NU een eye-catcher tegen geringe kosten.” HET GEZONDSTE LOKAAL “Het unieke zit hem in de innovatie in het product en tegelijkertijd de toepassing in het ontwerp. In de winter reageert het lokaal door een combinatie van vloerverwarming en toepassing van de unieke zonwering; in de zomer is er vloerkoeling, zonwering en een natuurlijke ventilatie zonder installaties. Het initiatief DEMOLokaal NU is gestart om het gezondste lokaal te realiseren voor (brede) scholen in het primaire en voortgezet onderwijs. Het DEMOLokaal NU is voor alle vakken met een bijzondere functie geschikt, zoals techniek, koken of culturele en kunstzinnige vorming (CKV). Kortom vakken die het profiel en identiteit van de school versterken. Door het specifieke ontwerp en de innovatieve en duurzame uitvoering is het als leeromgeving bijzonder geschikt voor experiment en onderzoek. Het lokaal is volledig opgebouwd uit VELUX lichtstraten in combinatie met VELUX dakramen en vertaald in een spectaculair ontwerp, dat elke (bestaande) school direct sterk profileert. Het DEMOLokaal NU staat door zijn unieke opbouw garant voor voldoende daglicht en ventilatie. De vormgeving wordt in nauwe afstemming met de opdrachtgever uitgewerkt; het betreft een modulair systeem, dus het is op verschillende manieren en plekken toepasbaar. Daarbij zijn bestaande gebouwen met (deels) platte daken het meest geschikt of kan het lokaal op de begane grond worden toegepast. Het kan een permanente voorziening zijn, maar ook een semipermanente of tijdelijke voorziening. Het DEMOLokaal NU is voor een groot deel uit hetzelfde product opgebouwd. Afhankelijk van de positie van het lokaal wordt een nieuw vloerveld ter grootte van het lokaal in geprefabriceerde delen inclusief benodigde voorzieningen aangebracht. Daarop worden de

constructie-, gevel- en dakelementen aangebracht. Deze laatste zijn voorzien van de nodige domotica op het gebied van openen en sluiten, zonwering en zonne-energie door middel van pv-panelen.”

“Het unieke zit hem in de innovatie van het product en tegelijkertijd de toepassing in het ontwerp.”

PROCES OP MAAT Winfried: “Het gaat om een relatief eenvoudig proces dat in samenwerking tussen de ontwerper en de leverancier geïntegreerd kan worden toegepast. Door de samenwerking tussen VELUX Nederland en Van den Berg Groep nemen we de school van A tot Z werkzaamheden uit handen. Juist omdat het om een modulaire toepassing gaat is het eenvoudig te realiseren. Dat betekent dus dat de fasen van initiatief tot en met levering en plaatsing door ons geregeld worden. Hoe ziet zo’n proces eruit: we starten met een locatiescan om te kijken naar de constructie, of er een omgevingvergunning nodig is, maar ook of subsidiëring voor duuzaamheidsmaatregelen mogelijk is. Daarna komen we met een financieringsvoorstel en stellen we het ontwerp in overleg met de opdrachtgever samen. Daarvoor organiseren we twee workshops. Het duurt na een definitieve GO op alle aspecten ongeveer acht weken om het DEMOLokaal NU te realiseren. Daarna kan de inhuizing al snel plaats vinden.” DUURZAAMHEID EN ONDERZOEK Raymond ten slotte: “Het gaat om een prachtig product dat volgens ons enorm kan aanslaan omdat het past bij onderwijskundige ontwikkelingen en de noodzaak om te verduurzamen. Onze insteek is dan ook dat het DEMOLokaal NU selfsupporting wordt, wat betekent dat het lokaal haar energie alleen uit duurzame bronnen haalt. Daarbij sluiten we aan op mogelijkheden van wind- en zonne-energie. Omdat het zo’n innovatief project is, willen we ook onderzoek doen naar de samenhang tussen de kwaliteit van de leeromgeving en de leerprestaties van leerlingen. Dus laat de geïnteresseerde scholen maar komen!” De initiatiefnemers zijn VELUX Nederland en Van den Berg Groep. Kijk verder op www.velux.nl/modulairelichtstraten.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

61


ONDERWIJS HUISVESTING. Leren in een fijne omgeving

Bekijk onze projecten op

scholenvanbuko.nl

O NT W E R P • R E A L I SAT IE • OND ERHOU D

KWALITEIT EN EXPERTISE DOOR PLATFORM ONDERWIJSHUISVESTING De branchevereniging voor adviesbureaus rond onderwijshuisvesting. Die professionalisering van het vakgebied vertalen naar een deskundig klankbord voor overheid en belangenorganisaties voor onderwijs en maatschappelijk vastgoed. Een platform dat professionals met elkaar in contact brengt om de kwaliteit van het maatschappelijk vastgoed naar een hoger niveau te tillen. Dat Platform bestaat: Platform Onderwijshuisvesting; of gewoon POH! www.platformonderwijshuisvesting.nl of info@platformonderwijshuisvesting.nl

62

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

FLEX I BELE OPLOSSI NGEN, COMPLETE DI E N S TV E R LE N I N G


BOUW EN ORGANISATIE

Tekst Sibo Arbeek

UITSTEKEND SYMPOSIUM BIEDT NIEUWE INZICHTEN

Veranderende rollen in het bouwproces Een kleine veertig vertegenwoordigers van gemeenten en schoolbesturen waren op het symposium van Schooldomein-IVVD Academy (SIA) afgekomen. Locatie was het voormalige treinstation in Amersfoort. Met een 4.5 op een schaal van 5 werd een duidelijke pluim gegeven aan de sprekers.

E

igenlijk begon het allemaal met de stelling van professor Hennes de Ridder (zie Schooldomein 2/jaargang 28) rond de digitalisering van het bouwproces: “En dat betekent dat alle huidige rollen in dat bouwproces over enkele decennia fundamenteel veranderd zijn of niet meer bestaan.” Onderwijskunstenaar en directielid van Niekée/ Agora Sjef Drummen opent duidelijk: “Schaf het huidig onderwijs af. Kinderen leren thuis, op straat,

op school en in de virtuele wereld. Het nieuwe model wordt een constante zoektocht met gepersonaliseerd onderwijs en het ontstaan van learning communities met allemaal verschillende leerroutes. Daarvoor zijn adaptieve gebouwen en adaptieve leraren nodig die vertrouwen geven, alles weten van leerprocessen en een turbo geven op het leerproces zelf. Een gebouw moet energetisch duurzaam zijn en dat geldt ook voor het bouwproces.” Alfred Bakker is vastgoedmanager van ICSadviseurs: “De uitdaging is om het bouwproces zodanig in te richten dat er zoveel mogelijk kwaliteit voor het beschikbare budget kan worden gerealiseerd.

Lean in de bouwfase en lean in het ontwerpproces, met zo min mogelijk verspilling van tijd en materiaal. Design & Construct maakt plaats voor Research & Development.” VIRTUAL REALITY Sander Ros van RoosRos architecten ziet zijn beroepsgroep op termijn helemaal verdwijnen: “Robots ontwerpen straks met virtual reality een nieuwe dimensie. Kijk naar de automotive industry. Onze rol wordt overgenomen door BIM en 3D Design. 4D printing is al mogelijk. De architect wordt een BIM-manager en faciliterend onderdeel van een slim productieproces.” Jaap van Bruggen is hoofd facilitair beleid van ROC Friese Poort: “Breeam Excellent is niet zaligmakend. De meest duurzame m² zijn nooit gebouwd. Wij bouwen gemiddeld 20% minder dan andere ROC’s; dat heeft te maken met een slim ruimtemanagement. Technologie in de bouw neemt de rollen over. De next step is een gebouwpaspoort aan de voorkant van een proces. Vergeet niet dat een gebouw een didactisch hulpmiddel blijft.” Directeur Stijn de Wolf van SMT stelt dat de bouwer van vandaag de aannemer van morgen is, die een antwoord moet geven op veranderende vragen: “Geheimen zijn er niet meer, want alle kennis is beschikbaar. De missie: in een goed team bijdragen aan een duurzame en excellente onderwijsontwikkeling.” Is de school van overmorgen een 3D model waarmee je in je eigen gekozen omgeving kennis opdoet? Nee; is de conclusie: de school van morgen blijft de plek waar je elkaar ontmoet en uitdaagt. Voor meer informatie over volgende bijeenkomsten kijkt u op www.ivvd.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

63


Tekst Sibo Arbeek

Een school van 0 tot 20 jaar met verschillende doelgroepen. En dan ook nog eens een combinatie van regulier onderwijs, kinderopvang, zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en lichamelijk en verstandelijk gehandicapte kinderen. Het gebeurt allemaal in de nieuwe brede school Schuttersplein in Gorinchem.

UNIEK BOUWPROJECT IN GORINCHEM

Een Brede school

“De maatschappelijke visie is dat je kinderen met een handicap vooral moet integreren met regulier onderwijs.”

H

et eerste wat opvalt, is dat het gebouw niet groot oogt terwijl er van binnen een enorm volume van 5.500 m² in is gehuisvest met vier hoofdgebruikers. Ferry van der Koelen van de gemeente Gorinchem is verantwoordelijk voor de bouw van dit project; de brede school Schuttersplein: “Een aantal scholen zat in oude gebouwen, die ook functioneel niet meer werkten en het was niet meer verantwoord deze te renoveren; dus kozen we voor nieuwbouw. We bouwen alleen nog maar brede scholen omdat je dan meer faciliteiten kunt leveren en beter in kunt spelen op toekom-

64

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

stige ontwikkelingen. Deze brede school loopt van 0 tot 18 jaar. Naast de basisschool samen onder­ weg en Stichting Kindercentra Gorinchem (SKG) voor kinderopvang zijn hier ook De Cirkel een school voor zmlk en meervoudig gehandicapte kinderen (MG) en Stichting Syndion; een school voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapte kinderen en hun ouders gehuisvest. Volgens mij kennen we deze combinatie nog niet in Nederland. De maatschappelijke visie is dat je kinderen met een handicap vooral moet integreren met regulier onderwijs, waardoor er onderling meer begrip ont-


BOUW EN ORGANISATIE

Jack Hazen (l) en Ferry van der Koelen

van 0 tot 20 staat.” Jack knikt: “Het mooie van het concept is dat alles te combineren valt rond het gemeenschappelijke centrum. Elke gebruiker in Schuttersplein heeft zijn eigen domein, maar kan ook gezamenlijk ruimten gebruiken zoals de aula, de gymzaal en werkplekken voor docenten. De aula kan gecompartimenteerd worden, zodat partijen hun eigen identiteit kunnen bewaken. Zo kan elke groep zichzelf profileren. De kinderen van Syndion hebben bijvoorbeeld ook behoefte aan een prikkelarme omgeving. Opvallend zijn ook de brede gangen, die geschikt zijn voor de rolstoelen. Leuk is ook dat het gebouw een professionele keuken bevat en een muur van één van de patio’s is uitgevoerd als een kruidentuin. Gebruikers kunnen hier dus ook voor vrienden en de buurt koken.” PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw brede school Schuttersplein Opdrachtgever Gemeente Gorinchem in samenwerking met De Cirkel, Samen Onderweg, SKG en Stichting Syndion Design en Build hoofdaannemer Pellikaan Bouwbedrijf b.v. Architect DMV Architecten Kerkrade Begeleiding ABC Nova Omvang 5.500 m² Aanneemsom e 6.500.376,- excl. btw Ingebruikname Start schooljaar 2016/2017

DESIGN, BUILD EN OPERATE Jack Hazen begeleidt de bouw namens Pellikaan: “Het is een functioneel logisch opgezet gebouw met een combinatie van metselwerk en in de gevel western red cedar hout. De verschillende patio’s in het midden trekken het gebouw uit elkaar, zodat het licht en ruimtelijk wordt. Het nieuwe gebouw is omsloten door een oude stadswijk en het Kremlin; monumentale portiekflats die midden jaren vijftig zijn gebouwd naar ontwerp van de Amsterdamse architecten Evers en Sarlemijn. Elke gebruiker heeft zijn eigen domein en de overgang van de ene naar de andere gebruiker is gemarkeerd door een poort, die weer refereert aan de poort van het Kremlin. Daarmee wilde de architect de aansluiting met de wijk maken en de poorten markeren een overgangsfase die ook met kleuren is aangegeven. De hoofdingang is beperkt gehouden voor ouderavonden en sport- en toneelactiviteiten Om het gebouw logistiek beheersbaar te houden heeft elke gebruiker een eigen ingang. Op de openbare ruimte,

dat voor de hele buurt toegankelijk is, komen een Cruijff court en speeltoestellen. Ferry: “We hebben de wijk vanaf het begin in het proces meegenomen. Hier stond al een schoolgebouw en het terrein stond een aantal jaren leeg. DMV architecten uit Kerkrade heeft hier een goede rol in gespeeld, door een aantal schaduwstudies te maken. Dat heeft positief gewerkt in de verschillende terugkoppelingen met de omwonenden. Slim is bijvoorbeeld ook het concept van halen en brengen. Het gebouw ligt aan de doorgaande weg dus het proces van aan- en afvoer is cruciaal. Bureau Kragten heeft ons in de ontwerp fase ondersteund en kwam met het idee van shared space; tot negen uur is het een kiss en ride zone en een komen en gaan van busjes; daarna wordt het terrein met een schuifpoort afgesloten en is het gewoon een schoolplein.” EUROPEES AANBESTEED “In overleg met de partijen heeft de gemeente voor een design en buildproces gekozen. We wilden zoveel mogelijk met de partijen in het voortraject tot keuzen komen, zodat we in het natraject snel konden bouwen. Er lag dus een concreet plan en daar konden de gebruikers en de gemeente voor kiezen.” Jack: “Bijzonder aan het gebouw is ook het duurzame aspect. We hebben een GPR van 8,5 en dat is erg hoog. Dat komt ook terug in de keuzen in de typen binnenwanden en gevelafwerkingen. Onder een steenafwerking en boven veel hout; alles gestuurd vanuit GPR. Er zijn PV panelen op het dak en het gebouw heeft een WKO installatie. Elk lokaal heeft een dynamische verlichting. Het gebouw is constructief uitbreidbaar, bijvoorbeeld bij krimp van andere scholen in Gorinchem. Daar is in de raamstructuren, draagstructuur en de maatvoering ook al rekening mee gehouden.” Ferry ten slotte: “De hele brede school moet het nieuwe schooljaar in gebruik zijn. Dan heb ik weer een maatschappelijk nuttig gebouw voor 50 jaar neergezet.” Jack vult aan: “Dat is ook de passie van Pellikaan en daarom is het bouwen van scholen dankbaarder werk dan het bouwen van kantoren.” Kijk voor meer informatie over de werken van Pellikaan op www.pellikaan.com.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

65


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Erik Poffers

KLEURRIJKE VLOER BRENGT LEVEN IN DE SCHOOL

Afgewogen inrichting belangrijk voor Leo Kannercollege Aan de César Franckstraat in Leiden staat één van de weinige VSO-scholen van Nederland die helemaal voor autistische leerlingen vanaf VMBO TL tot en met VWO is georganiseerd. Het Leo Kannercollege zit in een traditionele gangenschool en bouwt op hetzelfde terrein een nieuw gebouw. Het oude gebouw blijft ook in gebruik en is flink aangepakt. Met een bijzondere nieuwe vloer als gevolg.

P

aul van den Vijver was als coördinator bovenbouw betrokken bij de nieuwbouw en de renovatie in het bestaande gebouw: “Deze school is in 2007 opgericht, omdat een groep van bezorgde ouders uit de regio voor hun kinderen met een vorm van autisme en een hoog intelligentieniveau geen school konden vinden. Toen is deze school gestart als nieuwe loot aan de stam van de Leo Kanner Onderwijsgroep. Dit is een oud gebouw uit de jaren ’60, dat een ZMOK- en een VSO school had gehuisvest. Aanvankelijk wilden we dit gebouw afstoten, maar het leerlingental is sterk toegenomen, zodat we het aanhouden. We zitten nu al op ruim 280 leerlingen.” EEN HELPEND GEBOUW “Mecanoo architecten is verantwoordelijk voor de nieuwbouw, die aan het einde van dit schooljaar wordt opgeleverd. Het idee is dat we een gebouw willen maken dat helpend is voor onze leerlingen. Autisme gaat niet weg en daar moet je in de inrichting en organisatie rekening mee houden. Voorspelbaarheid in gedrag is heel belangrijk bij deze leerlingen; je moet dus goed kunnen observeren en duidelijke instructies geven. Bijvoorbeeld “pak je pen” in plaats

66

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


FACILITAIR EN BEHEER De Allura collecties, vinyl in tegels en stroken, zijn puur Nederlands design en nagenoeg elke strook of tegel is uniek. Hierdoor krijgt u een prachtige vloer zonder zichtbare herhaling. Bovendien biedt het unieke design altijd de perfecte combinatie tussen dessin, kleur, formaat en details (zoals de embossing en v-groef). Allura wordt gemaakt in de Forbo-fabriek in Coevorden en is zeer maatvast door de hoge dimensie­stabiliteit. Dit in combinatie met de lage indrukgevoeligheid maakt Allura een oersterke PVC-vloer. Bovendien is Allura ftalaat-vrij.

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever Gemeente Leiden en de Leo Kanner Onderwijsgroep Architect Mecanoo architecten Vloeren bestaande gebouw Forbo Flooring Aannemer Giesbers Groep Opleverdatum nieuwbouw Juni 2016

van “begin met de opdracht”. Dat betekent dat je niet een omgeving bedenkt met lokalen en een dak erop, maar een gebouw dat past bij deze specifieke leerlingen. Qua inrichting, opstelling en logistiek, hebben we nagedacht hoe onze leerling een dag beleeft en hoe het gebouw kan helpen. Zo zijn er op verschillende plekken toezicht door op de koppen van de gangen kantoren te plaatsten en zitten er geen gekke hoeken in het gebouw. Leerlingen kunnen in de klas overprikkeld raken en die wil je dan even op de gang laten werken. Pedagogisch gezien is dat geen straf, maar het lijkt soms wel zo. Dat hebben we in het nieuwe gebouw opgelost door aan de lokalen een soort treinzitje te verbinden en een rustige werkplek biedt. Verder houden we de lokalen rustig en wit met een houten kastenwand. De leslokalen liggen bewust op de eerste en tweede verdieping zodat de onrust uit de straat niet gelijk de lokalen in knalt. Ze kijken uit op een binnentuin of zien de lucht. We hebben ook een activerend plan voor de buitenruimte. Er komt een plek waar ze rustig met hun device kunnen hangen, maar ook een plek voor activiteiten, samenzijn en samen spelen. Onze leerlingen zijn over het algemeen erg bèta gericht, dus we krijgen een soort rondgang langs het nieuwe gebouw met het getal Pi, dat in zichzelf oneindig is. Die rondgang begint bij de ingang en eindigt bij de ingang. Dat voeren we in asfalt uit, zodat je met bepaalde belijningen kunt werken.”

SPANNENDE VLOER Het bestaande gebouw wordt niet met de nieuwbouw verbonden: “Hier blijven enkele klassen met een eigen schoolplein en een eigen ingang. De leerlingen hier gebruiken het nieuwe gebouw straks wel voor vakken als koken, technieklessen en om te sporten. Ook heeft het oude gebouw geen ontmoetingsruimte en ook geen aula, maar het nieuwe gebouw wel. Dat vinden de leerlingen spannend en daar gaan we goed kijken hoe het in de praktijk werkt. Omdat we uiteindelijk toch beide gebouwen nodig hebben voor onze leerlingen, hebben we dit bestaande gebouw flink opgefrist. Het is geschilderd, de verlichting is vernieuwd en de plafondplaten zijn vervangen. En de inrichting hebben we aangepakt. In de lokalen is het rustig, maar als een leerling naar buiten gaat mag er iets gebeuren. Via Projectstoffering Leiden kwamen we bij Forbo terecht. We hebben bewust voor de ijzersterke en stoere Allura Wood van Forbo Flooring gekozen, met gekleurde geometrische vlakken. Dit is een pvc vloer en het voordeel is dat het onderhoud bijna nihil is en je redelijk droog kunt dweilen. Onze docenten vonden het gelijk mooi. Sommige leerlingen moesten er even aan wennen, maar anderen begonnen te onderzoeken of er bepaalde patronen in de vloer zitten. We zijn er blij mee”, eindigt Paul, “en de vloeren in de lokalen en gangen zien er na een jaar gebruik nog super goed uit.“

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

67


Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl

68

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


Column

De etalage Naar een effectieve aanpak van sociale uitsluiting Werkloosheid, schooluitval, schulden, criminaliteit, gezondheidsproblemen – het zijn vooral de jongeren in de achterstandswijken die moeite hebben aansluiting te vinden bij de maatschappij. De jeugd maar geen toekomst? beschrijft op confronterende wijze de leefwereld van deze jongeren. Aan de hand van verhalen van jongeren, professionals en beleidsmakers maken de auteurs zichtbaar op welke niveaus het proces van sociale in- en uitsluiting plaatsvindt. Welke ervaringen hebben jongeren met school, werk en discriminatie? In hoeverre ondervinden ze steun of juist hinder van hun familie, vrienden of sociaal netwerk? Hoe is hun individuele houding ten opzichte van de situatie? Zijn ze in staat om de eigen situatie te verbeteren? De auteurs hebben een model ontwikkeld dat de leefwereld van de jongeren en de systeemwereld dichter bij elkaar brengt. Dit model moet de kloof tussen ‘wat op papier staat’ en de werkelijkheid verkleinen. De jeugd maar geen toekomst? is interessant voor iedereen die verschil wil maken in het sociale domein, zoals beleidsmakers, professionals, sociaal wetenschappers en studenten. Meer informatie: www.swpbook.com.

IBM en Sesamstraat willen peuters en kleuters beter laten leren IBM en Sesame Workshop, de nonprofit organisatie achter het bekende Sesamstraat, gaan een driejarige overeenkomst aan om voorschools onderwijs voor peuters en kleuters te verbeteren. De samenwerking zal nieuwe onderwijsplatforms en –producten opleveren die met de Watson technologie van IBM gepersonaliseerd onderwijs mogelijk maakt. Enkele toepassingen die beide organisaties in gedachten hebben zijn: Watson als digitale voorleesouder, Watson als docent-assistent en Watson als intelligent speelgoed. Onderzoek wijst uit dat de hersenontwikkeling van kinderen grotendeels plaatsvindt in de eerste vijf levensjaren. Watson technologie kan de rol die ouders en leerkrachten spelen in deze periode ondersteunen. Sesame Workshop doet al 45 jaar onderzoek naar effectieve leermethodes voor jonge kinderen en heeft meer dan 1.000 publicaties op haar naam staan. IBM’s cognitieve Watson technologie wordt nu gekoppeld aan de onderwijstak van Sesamstraat.

SLIMME SCHOLEN ZIJN GEZONDE EN ENERGIEZUINIGE SCHOLEN Als moeder van drie kinderen, nu 18, 17 en 12, heb ik in de zoektocht naar een middelbare school meer dan vijftien VO scholen in Utrecht, Zeist, Nieuwegein en Houten bezocht. En als moeder let je dan op het onderwijssysteem, of er speciale vakken worden gegeven, op de sfeer, en de fietsafstand. En als ze eenmaal op school zitten, is het belangrijk hoe betrokken de docenten zijn, of je kinderen vrienden hebben, hoe wordt omgegaan met pesten, drank of lesuitval. Of een school energiezuinig is? Nou… geen idee eigenlijk. En is de binnenlucht fris genoeg? Tja, niet op gelet… Als adviseur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) ben ik juist wel bezig met aspecten zoals duurzaamheid, energiezuinigheid en gezondheid in schoolgebouwen. En ik vind dat je er als ouder op moet kunnen rekenen dat een gebouw gezond is en dat bestuur en directie zo slim zijn om geen geld te verspillen aan onnodige energiekosten. Vanzelfsprekend, toch? Helaas laat de praktijk vaak een ander beeld zien. Er is veel mis met installaties in schoolgebouwen. Ventilatie-units werken niet of zijn niet goed ingeregeld, filters worden jarenlang niet vervangen, kanalen zijn niet goed aangesloten. Het komt zelfs voor dat verwarming en verlichting aanstaan in de vakanties. Ongelooflijk! Dit alles leidt tot ongezonde binnenlucht, en dus meer ziekteverzuim en lagere leerprestaties, en tot te hoge onderhouds- en energiekosten. Dat moet beter. Sinds januari 2015 zijn in het Primair Onderwijs de schoolbesturen verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van de school. In het VO is dit al langer het geval. Het besef dat goed beheer en onderhoud van installaties belangrijk is en dus tijd en geld kost, dringt langzaam door. Anderzijds heeft de installatiesector ook steken laten vallen. Zij zouden betere kwaliteit moeten leveren. RVO.nl en de Green Deal Scholen bieden komende tijd scholen en installateurs ondersteuning om schoolgebouwen te verbeteren. Dat het ook veel beter kán, zie ik ook. Er zijn gelukkig goede voorbeelden: mooie schoolgebouwen die gezond zijn en waar energie wordt bespaard. Waar beheer en onderhoud goed is geregeld. Ik zoek altijd naar inspirerende voorbeelden om te delen. Werkt u op zo’n mooie voorbeeldschool? Meld u! Anderen kunnen er dan van leren en uw school wordt in het zonnetje gezet. En zo komen gezonde en energiezuinige scholen voor onze kinderen steeds dichterbij.

Irma Thijssen is senior adviseur duurzaam vastgoed bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Irma geeft regelmatig presentaties en lezingen over gezonde scholen. Haar emailadres is: irma.thijssen@rvo.nl. Meer informatie: www.rvo.nl/frissescholen en www.greendealscholen.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2016

69


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Martijn Buskermolen (fotografie), Jaap de Kruijf, Anje

6

no.

Samen

Romein en Kees Rutten (fotografie). Redactieraad De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 088-2350403, brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul.voogsgerd@schooldomein.nl, 06-46337000. De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl. Abonnementen

Samen is alweer het laatste thema van deze jaargang. En wie wil daar niet aan meewerken? Want duidelijk is wel dat een gebouw samenzijn moet stimuleren en faciliteren. Nummer 6 valt begin juli in uw bus.

Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled

Een overzicht:

circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo).

• Team Academy in B. Amsterdam: Michel Arends over het nieuwe leren in een bijzondere omgeving. • Frisse kijk op duurzaam renoveren: boeiende expertmeeting van LIAG in het Alkwin Kollege in Uithoorn. • Een nieuwe start met uitzicht op de Maas: twee locaties gaan samen in het nieuwe Merletcollege in Cuijk. • Kinderrevalidatie en mytylschool Adelante: renovatie maakt samenwerken in Valkenburg logisch. • Kindcentra 2020: experts aan het woord over een noodzakelijke ontwikkeling. • Nieuwbouw Calvijn College klopt: fraaie architectuur werkt op alle onderdelen. • Sparren over IKC IJsselmonde: uitgangspunten voor een IKC nieuwe stijl.

Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,- voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ ondernemers in marketing & communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: Ahrend, Alpha Consultancy, BUKO, DGMR, DP6, Ecophon, Frencken Scholl Architecten, Forbo, Gispen, Hevo, ICSadviseurs, LIAG, M3V, Nora Flooring, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement en Platform Onderwijshuis­vesting, OIII architecten, Pellikaan, README, RoosRos Architecten, STALAD Onderwijsinrichting, SMT Bouw & Vastgoed, TenW architecten adviseurs, Vanerum, VELUX.

70

SCHOOLDOMEIN

mei 2016


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

HEVO biedt dÊ oplossing voor alle duurzame vastgoedvraagstukken DUURZAAM PRESTEREN; DAAR WETEN WIJ ALLES VAN! Een ambitieuze, duurzame visie op onderwijs, maar een gebouw dat daar niet echt bij past? Dat kan natuurlijk niet. Dat vraagt om (ver)nieuwbouw en innovatie. Duurzaamheid is en heeft nu eenmaal, net als onderwijs, de toekomst. Bovendien is een duurzaam 'karakter' ook nog eens goed voor het imago van de school. Vanzelfsprekend houd je dan in een vroeg stadium al rekening met verdergaande duurzaamheidsmaatregelen na oplevering. Daarnaast wens je flexibiliteit, zodat het gebouw kan worden aangepast wanneer het onderwijs dit vraagt. En natuurlijk: lage exploitatiekosten. Dat wil elke bestuurder. Net als garanties op het resultaat. O, ja, niet vergeten‌ in de aanbesteding meteen het onderhoud meenemen. Dan ben je echt 'SLIM' bezig. Het is duidelijk: ook met krappe budgetten weten wij steeds weer de gaafste, meest duurzame en meest gebruikersvriendelijke projecten te realiseren. Kies daarom net als het Carmel College Salland voor HEVO. Want wij weten wat duurzaam presteren is!

Meer weten? Kijk snel op www.hevo.nl, bel met 073 6 409 409 of mail naar info@hevo.nl


Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Allemaal relevante vragen die je beantwoord

wilt zien als je aan de slag gaat met het (her-)inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • info@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 28, mei 2016

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

5

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Johan Friso School te Rijssen

SCHOOLDOMEIN

Samen met u maken wij de mooiste scholen

THEMA: SLIM ELK GEBOUW VERDIENT een tweede kans EXPERTMEETING Honderd jaar scholenbouw HOE EEN PLAFOND kan gaan leven FRIS, ENERGIENEUTRAAL ÉN BETAALBAAR Plein Oost in Haarlem


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.