Schooldomein nr. 6

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein het gr hertzb ote erg interv er iew

Thema: Ontregelen 24 sepember 2015: Onderwijsvastgoed Dag

NOT expertmeeting: Duurzaamheid en de behoefte van morgen Schooldomein faciliteert uniek experiment bij RK SG Thamen

jaargang 27 juli 2015

6 Altijd de laatste updates van Schooldomein?

facebook.com/schooldomein

twitter.com/schooldomein


GOED TE EXPLOITEREN SCHOOLGEBOUW DOOR AANBESTEDEN OP MAAT Een nieuw schoolgebouw jarenlang zorgeloos gebruiken‌ Dat klinkt geweldig, maar hoe is dat in de praktijk te realiseren met krappe onderhoudsbudgetten? En hoe wordt geborgd dat alle betrokken partijen hun expertise zo goed mogelijk inzetten? De oplossing: een flexibele bouworganisatie die een maatpak creÍert waarin samenwerking tussen alle partners centraal staat. Zo regelde HEVO dat tegelijk met de nieuwbouw van het vmbo Stedelijk College Eindhoven het onderhoud en de schoonmaak werden aanbesteed. Bij de aanbesteding is aan de uitvoerende partijen gevraagd om, binnen de omschreven prestaties, optimalisatievoorstellen in te dienen voor de exploitatie. Omdat ze bovendien dienden aan te tonen op welke manier zij een goed te exploiteren gebouw zouden realiseren, is veel scherper gekeken naar de details en keuze van componenten. Hierdoor kreeg het Stedelijk College aantoonbaar een beter gebouw met minder problemen.

Meer info: HEVO B.V. +31 (0)73 6 409 409 info@hevo.nl @HEVO_actueel



Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl

Anz_Education_201x271_NL.indd 1

22.05.13 13:40


VAN DE REDACTIE

Ontregelen Ontregelen is een mooi thema. Zeker in het jaar dat je 25 jaar hoofdredacteur van dit prachtige blad mag zijn. Ik zocht het eerste nummer van de eerste jaargang uit 1988 op. Het openingsartikel betrof een interview met de toenmalige staatsecretaris mevrouw Ginjaar-Maas. De titel was “meer vrijheid, minder regels en circulaires”. Over ontregelen gesproken. Zij stelde toen in 1988: “Wij hoeven niet meer in detail te bedenken wat plaatselijk of regionaal de beste oplossing is. Dat kunnen we ook nooit zo goed als de mensen in en om de school. Gelukkig wordt de rol van de centrale overheid nu kleiner en afstandelijker”. Toen startte het proces rond de decentralisaties naar het primair en voortgezet onderwijs enerzijds en de volledige lumpsum naar het MBO en daar boven. De context waarbinnen deze decentralisaties plaats vinden is die van een voortdurende discussie over de volledige autonomie van het schoolbestuur. Het is een principiële, soms bijna evangelische discussie geworden, die ook leidde tot Kamervragen en een formeel standpunt van de regering. Staatsecretaris Sander Dekker gaf recent aan dat gemeenten de mogelijkheid hebben om volledig door te decentraliseren, maar niet de verplichting en die verplichting komt er ook niet. Voorzitter PO-Raad Rinda den Besten stelde in Schooldomein nummer 3 (januari 2015) over het doordecentraliseren het volgende: “Overigens hoeft doordecentralisatie voor ons niet per se overal het meest geëigende model te zijn. Als beide partijen er een voorstander van zijn biedt het een mogelijkheid om zaken beter te regelen, maar het kan ook anders.” In het interview met Trouw op 25 april stelt Rinda het volgende over de groeiende leegstand: “Wij vinden die 8% gemiddelde leegstand nog aan de voorzichtige kant. In sommige gebieden gaat de leegstand richting 20%. De gebruikelijke marge om schommelingen in het aantal leerlingen op te vangen is 4%. We laten zo een stiekeme bezuiniging toe op het onderwijs, omdat we

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maat-

slecht in staat zijn een antwoord te vinden op krimp. Onze wet- en regelgeving was altijd gericht op groei. Dat geld gaat dus niet naar onderwijs. In plaats van de scholen zelf zouden gemeenten verantwoordelijk moeten zijn voor de huisvesting. Ik snap dat ze daar niet op zitten te wachten, want een leeg lokaal kun je niet zo makkelijk verhuren. In de grote steden lukt dat soms nog wel met kinderopvang, een peuterspeelzaal of werkplekken voor zzp’ers. Maar in krimpgebieden zitten ze ook al met leegkomende bejaardenhuizen en bibliotheken.” En dat vind ik nou mooi, 27 jaar na dato; een beweging waarbij de overheid weer meer verantwoordelijkheid heeft voor de huisvesting. Dat lijkt me in plaats van een decentralisatie een recentralisatie. Op zich past dat wel meer mooi in het pakket van de decentralisaties binnen het sociale domein, waarbij de gemeenten meer verantwoordelijkheid gaan dragen voor de WMO, jeugdzorg en de participatie van (langdurig) werkelozen. Het blijft de eeuwige discussie tussen activiteiten en faciliteiten, of zoals de voorzitter van een voetbalvereniging onlangs tegen me zei: “Wij zijn van het voetbal maar niet van de stenen.” Overigens is Willem Adriaanssen in de expertmeeting rond Ontregelen in deze Schooldomein heel duidelijk, wanneer hij stelt: “Doordecentralisatie zie ik als een vorm van ontregelen. Behandel scholen als volwassen organisaties en geef ze een vergoeding per leerling. Dat je als gemeente een rol wil hebben snap ik, als achtervang en voor de ruimtelijke ontwikkeling, maar daarvoor hoef je dit stelsel van gescheiden verantwoordelijkheden niet in stand te houden.” We blijven goed bezig. En daar heb je Schooldomein als platform voor. Lees ook het prachtige interview met Herman Hertzberger en nog veel meer. Veel leesplezier gewenst! Sibo Arbeek

Hoofdredacteur

schappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties,

advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door:

schooldomein

juli 2015

5


inhoud

BESTUUR EN BELEID

08 Speelruimte bepaalt spelregels

Een gesprek met Herman Hertzberger over ontregelen en architectuur.

voor samenwerking 14 Businessplan voetbalclubs Nieuwegein De opwaardering van het voetbal bij de her­ ontwikkeling van Sportpark Parkhout-Zandveld in Nieuwegein.

16 De Groene Kapstok

Duurzaam denken en doen - door scholen in Haarlemmermeer.

18 Van gebouw naar gebied

Twee betrokken experts over de veranderende rollen in onderwijsland.

NOT

en de behoefte van 22 Duurzaamheid morgen Inspirerende expertmeeting van Schooldomein en Ruimte OK op de NOT 2015.

54

THEMA

Heeft de crisis iets veranderd aan de spel- en speelregels binnen het bouwproces? Wordt er efficiënter gebouwd of hebben de partijen binnen de keten hun wonden gelikt en gaan ze weer op de traditionele wijze het bouwproces inrichten? Meerdere perspectieven op het thema ontregelen.

Coverfoto: VMBO Titaan, onderdeel van het Atlas College in Amsterdam. Een ontwerp van Herman Hertzberger en winnaar van de Scholenbouwprijs 2004. Foto: LOCK IMAGES, Herman H. van Doorn GKf schooldomein

Brede school in Raalte neemt onderwijs­ behoeften van kinderen als uitgangspunt.

31

Klaslokalen aangepast aan toekomstige eisen De verrassende transformatie van de Langebjerg School in het Deense Fredensborg.

34 Ezinge onderwijspark Meppel

Verslag van een boeiend symposium over het onderwijs van de toekomst op een bijzonder onderwijspark.

Ontregelen

6

28

ONTWERP EN INRICHTING Kwintijn en de vijf zintuigen

juli 2015

36 Ontwikkeling als thema

Kleinschaligheid voor 1.600 leerlingen in nieuwe Frits Philips lyceum-mavo Eindhoven.

MFC Atria 40 DDBME-aanbesteding Leusden Duurzame kwaliteit tijdens bouw én exploitatie van een nieuw multifunctioneel centrum.

voor eigen onderwijs­ 42 Ruimte kundig concept Zonnehof scholen zijn vernieuwend in onderwijsconcept, maar totaal verschillend in inrichting en beleving.


huisvestingsplan 45 Integraal onderwijshuisvesting voor gemeente Hilversum ICSinterim begeleidt verschillende nieuwbouw- en renovatie-initiatieven.

46 Respect voor de gebruiker voorop

Verhuizing Bestuursgebouw van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

opent werkplaats Northgo 48 Robot College Nederlands meest fancy en meest innoverende technasiumwerkplaats staat in Noordwijk.

50 Kinderen bezoeken showroom

Kinderen kiezen zelf hun geschikte werkplekken.

richten innovatieve leer52 Bedrijven omgeving RK SG Thamen in Lokalen en gangen getransformeerd in een uniek experiment van Schooldomein.

THEMA: ONTREGELEN

Ontregelen in het 54 Expertmeeting: bouwproces Vier experts geven hun perspectief op het thema ontregelen.

58 Innovatielab: Ontregelen

Drie beroepsontregelaars reageren op vier stellingen.

BOUW EN ORGANISATIE

maanden bouwtijd door 62 Zes innovatieve werkwijze Verslag van een bijzondere renovatie De Zonnewijzer Heerlen.

Rubrieken 13

Het idee van Run4Schools en

64

Het atelier: Barbaraschool in

65 66

ICSadviseurs

Amsterdam Oost Column van Barbara Winkelhuyzen Vooruitblik naar Schooldomein 1: Sterk

17 22 32 42 48


Ontregelen als inspiratie

Speelruimte bepaalt spelregels 8

schooldomein

juli 2015


BESTUUR EN BELEID

“Speelruimte ontstaat dankzij spelregels en niet ondanks spelregels. Je kunt pas schaken nadat je de regels kent. Ik geloof in organisaties, maar organisaties moeten niet alles vast willen leggen. De grote zoektocht als architect is om ruimte te maken door ruimte te laten”. Een gesprek met Herman Hertzberger over ontregelen en architectuur. Tekst Sibo Arbeek

I

n het voorwoord van zijn in 2014 verschenen boek Architectuur en Structuralisme, speelruimte en spelregels schrijft Herman Hertzberger: Vrijheid is een relatief begrip en kan slechts bestaan met betrekking tot de kaders die haar beperken. Zonder spelregels geen spel. Regels beperken de vrijheid niet, maar roepen die juist op. Zo is een open structuur nodig om aan te zetten tot individuele uitingen. Open, omdat structuur op zich behoudend is, als duurzame horizon. Maar in onze dynamische cultuur is om bij de tijd te blijven voortdurend ruimte voor verandering en aanpassing nodig; ruimte voor tijd. Een gesprek met Herman Hertzberger over het thema ontregelen past in zijn eigen gedachtegang; je moet willen ontregelen, maar hebt daar wel een structuur die ruimte biedt bij nodig. En zo begint het gesprek over ontregelen:

Foto: NFP Fotografie

Kun je iets met het thema ontregelen? “Ik kan er goed mee leven. Maar waarom verbind je het met onderwijs, dat toch vooral wil regelen. Onderwijs is regelend, maar zou dat niet altijd moeten zijn. Het mooie verhaal is dat het kind centraal staat, maar het meeste onderwijs richt zich nog steeds op wat men als belangrijke feiten en verbanden ziet, maar dan wel voor zover toetsbaar. Gelukkig word je blijkbaar wanneer je meeloopt in deze consumentenmaatschappij, waarin je een goed consument moet worden, met liefst een goede baan, zodat je voldoende kunt besteden. Om dat allemaal te bereiken moet je goed opletten, leren hoe je correct moet praten en schrijven. In onze maatschappij betekent het goed gebruiken van de grammatica dat je intellectueel ingesteld bent en dus tot de ‘hogere’ stand behoort, in structuren kunt denken. Het is een identificatie voor een soort van klassensysteem, wat niet in naam, maar verkapt toch wel bestaat. Mensen worden door

alle media overspoeld met dromen. Hoe je slim geld kunt verdienen, zonder er bij na te denken. Als ik aan ontregelen denk ga ik naar mijn boekenkast en pak ik Deschooling society van Ivan Illich uit 1971. Illich stelt dat scholen de mensen rijp maken voor het politieke systeem waarin ze leven en brave burgers van ze maakt. Onderwijs civiliseert en moduleert kinderen tot ze doen wat er van ze verlangd wordt. In feite een marxistisch verhaal en het marxisme komt op allerlei manieren in mijn leven terug; de studentenrevolte in Delft, de opkomst van Provo, dat meer anarchistisch was met Roel van Duijn. Nu heb je de occupybeweging tegen sociale en economische ongelijkheid. En laatst werd het Maagdenhuis weer door studenten bezet. Allemaal vormen van ontregeling”.

Wat is leren dan wel? “Je moet duidelijk maken wat je aan leren hebt en niet op een te abstracte manier. Op de school van mijn dochter speelde een lerares viool voor de klas. Dat leverde drie kinderen op die spontaan op vioolles gingen. Dat feit heeft haar leven mede vormgegeven. Mijn vader heeft zich twee keer actief met mijn opleiding bezig gehouden, dat maakte dan ook indruk. Hij nam me mee naar het olympisch stadion waar Blauw Wit tegen Haarlem speelde. Blauw Wit won met 2-0 en ik herinner me de kleur van de shirtjes nog en de namen van veel spelers zelfs. En dat na 75 jaar. En hij heeft me naar het concertgebouw meegenomen. We zaten op het podium zodat ik de dirigent in het gezicht kon kijken en vlakbij het orkest. Dat heeft me op een spoor gezet. Vormen is iets anders dan regelen. De school zou meer moeten vormen en minder moeten willen regelen. Toen ik in Delft les gaf heb ik wel eens de test gedaan door aan studenten te vragen uit welk milieu en stad of regio ze kwamen. Ik ben geen onderzoeker, maar nadat ze een ontwerp had-

schooldomein

juli 2015

9


Foto’s: Herman Hertzberger

Foto 1: Reijnier Vinkeleskade Amsterdam; architect: J.C. van Epen

Foto 2: J.M. Coenenstraat, Amsterdam; architect: J.F. Staal Foto: 3

den gemaakt was duidelijk te zien dat mensen uit een vermoedelijk prikkelarm milieu schralere ontwerpen maakten. Ik ben in de Berlagebuurt in Amsterdam Zuid opgegroeid. Daar heeft elke deur een portiek en is een bouwwerk, elk raam kijkt je aan (foto 1). Elke deur is een plek waar je afscheid kunt nemen. Overal zijn afdakjes waar je op kunt klimmen. En waar je aan de gebouwde dingen, met op zichzelf koele stenen kunt komen, met uitsteeksels; waar overal wat te zien was, wat je irriteerde of boeide, met overal bewuste maatvoering en waar het nergens te groot was (foto 2 en 3). Daar vindt als vanzelf vorming plaats. Overal voelde je je opgenomen terwijl er ook overal uitzichten waren. Dat is regeling en ontregeling en dat was in een perfecte balans. Als ik hier in ons buro in de Pijp naar buiten kijk zie ik aan de overkant een onopgemaakt bed of mensen die me groeten. Kijk nu naar de eerste de beste buitenwijk daar is alles te weids, te afstandelijk en uit zijn natuurlijke verband getrokken, zodat bewoners zich niet op een natuurlijke manier verbonden weten of elkaar ontmoeten. De gebouwde omgeving kan vormen en daardoor op een gezonde manier ontregelen. Kortom, je kunt een arme of een rijke omgeving maken.”

Dus een omgeving kan vormen en ontregelen? “Zeker. Berlage wordt weliswaar om De Beurs geroemd, maar zijn grootste verdiensten waren zijn

10

schooldomein

juli 2015

Foto 4: Churchillan, Amsterdam

stedenbouwkundige inzichten. Hij heeft stedenbouw als een architect vormgegeven (foto 4). Dat is een bijzondere verdienste dat je als architect een prikkelrijke omgeving kunt maken, waarin je wel opgenomen wordt, maar je niet opgesloten voelt. Dat maakt ook het verschil tussen een dorp en een stad. In een stad is het veel anoniemer en dat geeft een groter gevoel van vrijheid. Maar als het te anoniem wordt dan word je niet meer opgenomen. Je ziet nu dat gemeen-

“Onderwijs civiliseert en moduleert kinderen tot ze doen wat er van ze verlangd wordt.” schappelijke voorzieningen verdwijnen. Gemeenschappelijkheid is iets heel anders dan democratie. Democratie is ieder voor zich. Door de sociale media wordt enorm met elkaar gecommuniceerd, maar dat is iets anders dan in de kerk samen zingen. De kerk is een totaal sociaal netwerk, waar muziek gemaakt werd, waar mensen toneel spelen en voor elkaar koken en waar ze in de gaten hielden wie hulp nodig


BESTUUR EN BELEID

Foto 9: Centraal Beheer (foto Aercarto/Aviodrome)

Foto 5: Santa Maria di Trastevere Roma

had (foto 5). Hoe de parochies werkten in Brabant. Ik heb niets met de kerk maar heb wel respect voor die nu verloren gaande samenhang. Gemeenschappelijke dingen worden nu door instituties bekostigd en daar kibbelen we dan over.”

Foto 10: De Drie Hoven (foto Willem Diepraam)

Foto 8: Ceba Schoolgebruik

Ligt daar ook de essentie van architectuur? “Bij het vormen zeker. Het functioneel clusteren van maatschappelijke voorzieningen vanuit overwegingen van kosten en flexibiliteit is terecht voorbij. Als je scholen bij elkaar brengt en elk profileert zich en heeft de nadruk op iets extra’s dan kunnen ze elkaar inspireren. Geïnspireerd worden is de rijke prikkel en niet perse functionele samenhang. Dat vind ik het goede van een brede school, waarbij de samenhang natuurlijk is. Zo heb ik ook altijd gevochten voor open sportlokalen, zodat iedereen van buiten kan zien dat er gesport wordt. Door iets te sluiten ontneem je de mogelijkheid te prikkelen en te inspireren. We hebben een samenleving die rijk is aan mogelijkheden. Daar ligt ook mijn passie voor de Montessori methode. Fundamenteel goed is dat in een montessorilokaal alles open wordt aangeboden (foto 6). “Wat is dat voor een interessant apparaat?” “Pak maar, dan gaan we daar mee werken.” De kinderen kiezen het allemaal zelf uit omdat ze geprikkeld raken. Montessori symboliseert de omgeving waarin mogelijkheden open worden aangeboden. Dat is ook een vorm van

schooldomein

juli 2015

11


ontregelen; dat mensen de mogelijkheid hebben om dingen om zich heen op hun eigen manier te interpreteren. Ik kan het probleem van de moderne tijd niet beter dan via speelgoed duiden. Het speelgoed van deze tijd is nabootsend. Barbiepoppen, de auto van je vader; alle dingen zijn nabootsingen in het klein van wat je in het grote leven te wachten staat. Met die ervaringen word je rijp gemaakt, dat is de groef waarin je terecht komt. Maar geef een kind een doos en het wordt een huis, zelf ingericht. Die doos laat hun hersens anders werken. Als ik een kinderspeelplaats maak dan willen veel scholen dat het er “echt” uitziet. Bijvoorbeeld een boot. Terwijl iets interpreteren als een boot de creativiteit veel meer stimuleert. Dat maakt het leuker voor kinderen, omdat ze zelf verbeelden. Dat deed de kunstenaar Marcel Duchamp die een pisbak in het museum hing met als titel fontaine (foto 7). Het anders kunnen zien van het ding is de kern van het ontregelen”.

Foto 7: Duchamp fountain

Kan de openbare ruimte nog wel verbinden?

“De school van vandaag moet niet alleen taal en rekenen bij­ brengen, maar ook sociale activiteiten aanleren.”

“Zeker. Dus moeten wijken kunnen ontregelen en is de openbare ruimte een plek waar mensen elkaar tegen komen. Ik verbaas me over al die koffietenten die overal opduiken. Elke winkel die failliet gaat wordt een koffieplek en daar zitten al die mensen met hun laptop te werken met de mobiele telefoon op tafel. Het valt me op hoeveel mensen uit hun huizen naar die koffiecorners trekken. Maar samen zingen komt niet voor en ze leren niet meer om met elkaar om te gaan. Daarom moet de school van vandaag niet alleen taal en rekenen bij brengen, maar ook sociale activiteiten aanleren, zoals burgerschap, naar elkaar luisteren, leren overleggen, samen organiseren, leren onderhandelen, leren overtuigen, leren discussiëren, leren troosten, leren opmonteren, moed in te spreken, leren dingen te delen, leren te roddelen, leren mensen te prijzen en bij gelegenheid te misprijzen. Dat zou je allemaal op de moderne school moeten leren. Samen zingen en dan wel in de maat. Alle sociale vaardigheden leer je door samen toneel te spelen. Eigenlijk waren de kerken misschien wel beter dan al de koffiecorners.”

En waar gaat het naar toe? “De architecten ontwerpen minder nieuwe gebouwen, maar zijn bezig om oude gebouwen een nieuw leven te geven (foto 8). Ik ben bezig met na te denken hoe het Centraal Beheer gebouw in Apeldoorn een andere invulling te geven (foto 9). Ik wil laten zien dat je dat gebouw op een volledig andere manier kunt interpreteren. In die zin ben ik een ontregelaar omdat ik de dingen niet wil vastleggen, maar anders wil kunnen interpreteren. Dus werk ik met gebouwen die ooit als kantoorgebouw ontworpen zijn maar mis-

12

schooldomein

juli 2015

Foto 6: Montessorischool De Eilanden, Amsterdam (foto Herman Hertzberger)

schien bijvoorbeeld ook woonomgevingen kunnen zijn. Dan moet een gebouw wel aan een aantal basisprincipes voldoen. Het architectuuronderwijs zal zich veel meer op dit soort basics moeten richten en de interpretatie moeten laten aan de volgende generaties. Mijn sociaal gezien meest interessante gebouw De Drie Hoven is helaas gesloopt (foto 10). Daar zat een prachtig centrum in, met een centrale keuken, een bibliotheek en een winkel. En een café. Dat was een mooi voorbeeld van een sociaal centrum, waar alles en iedereen in samenkwam; een stadsplein. Dat had in deze tijd prachtig gebruikt kunnen worden. Maar het kwam in handen van een projectontwikkelaar die uitsluitend in kosten en directe opbrengsten dacht. Overigens ben ik niet pessimistisch. De betekenis van een plek verandert. Je kunt niet zeggen, dit leg ik voor eeuwig vast, alles verandert door het leven. Ook daar liggen een paar basisprincipes aan ten grondslag. Als vanzelf worden de dingen om ons heen met andere beweegredenen op een andere manier gezien. Dat kun je goed zien aan het oude schoolgebouw in de Amsterdamse ‘Pijp’ die in minder dan twintig jaar van een achterbuurt veranderd is in een hippe buurt. Alles verandert behalve de mensen zelf die zich steeds weer laten ontregelen en in elke situatie weer nieuwe mogelijkheden ontdekken waarop een architect dan weer moet inspelen.”


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Run4Schools en ICSadviseurs.

Run4Schools voor kansarme kinderen Stichting Run4Schools maakt zich sterk voor 4.500 kinderen op vier lagere scholen in Mitchell’s Plain, een vergeten township net buiten Kaapstad - Zuid Afrika. 70% van de bevolking is werkloos en criminaliteit en verslaving voeren de boventoon. De kinderen worden via in- en naschoolse activiteiten uitgedaagd om hun talent op het gebied van sport, dans, muziek en creativiteit te ontwikkelen. Om dit mogelijk te maken loopt Run4Schools elk jaar letterlijk haar jaarbudget bij elkaar. Onder andere door sponsorlopen op scholen te organiseren in het kader van Schools4Schools. Want wat is er mooier dan dat scholieren voor scholieren lopen?

“Lopen met ons betekent sporten voor hen” Of het nu primair of voortgezet onderwijs betreft, de runners van Run4Schools komen graag langs op school om meer te vertellen over de stichting en zo nodig faciliteren zij in de organisatie activiteiten in het kader van Schools4Schools! Ook kan hieraan een educatief lesprogramma over Zuid-Afrika worden gekoppeld. In samenwerking met Alexandra van Veen, leerkracht van de Amsterdamse Montessorischool in Amsterdam Zuid heeft Run4Schools hiervoor een programma ontwikkeld.

Voor de derde keer loopt een team van ICSadviseurs de Dam tot Damloop om sponsorgeld bijeen te brengen voor de kinderen in Mitchell’s Plain. U kunt het team sponsoren door een bijdrage te doneren via https://www.justgiving.nl/nl/team-ics-adviseurs-runs-damloop-2015-voor-run4schools. Voor meer info kunt u contact opnemen met Dennis Coenraad of Paulien Konijnendijk van

Meer informatie over Run4Schools vindt u op

ICSadviseurs via amsterdam@icsadviseurs.nl.

www.run4schools.nl.

schooldomein

juli 2015

13


Businessplan voor samenwerking voetbalclubs Nieuwegein De Nieuwegeinse voetbalclubs SV Geinoord en VSV Vreeswijk liggen naast elkaar op Sportpark Parkhout-Zandveld. De gemeente Nieuwegein werkt samen met de gebruikers aan de herontwikkeling van het sportpark. Onderdeel vormt het proces om verregaand met elkaar samen te werken. Tekst Maarten Groenen

O

nderdeel van de herontwikkeling is de realisatie van woningbouw en de opwaardering tot een modern multifunctioneel sportpark. De opwaardering van het voetbal op het sportpark wordt verkend door het opstellen van een businessplan dat in de eerste helft van 2015 door beide voetbalclubs samen is opgesteld. In het businessplan worden zowel de kansen en mogelijkheden voor samenwerking/fusie als gezamenlijke nieuwe huisvesting onderzocht.

Twee tegenpolen Op het eerste oog lijken de voetbalclubs SV Geinoord en VSV Vreeswijk twee klassieke tegenpolen; de roden en de blauwen, de zaterdag- en zondagamateurs, het prestatievoetbal en de breedtesport, wel en geen meisjesvoetbal. Toch is er veel dat de buren op Sportpark Parkhout-Zandveld verbindt. Zo zijn er de nodige leden met een verleden op beide clubs, beide clubs beschikken over een gedateerde accommoda-

14

schooldomein

juli 2015

tie, vissen in dezelfde vijver voor nieuwe leden en is er de gedeelde passie voor voetbal. Eigenlijk is niets doen op termijn dan ook geen optie. Deze binding heeft ervoor gezorgd dat de clubs een gezamenlijke toekomst in een nieuwe accommodatie willen onderzoeken. De gemeente Nieuwegein heeft de clubs gevraagd om dit toekomstbeeld in de vorm van een businessplan verder uit te werken. ICSadviseurs heeft van de gemeente Nieuwegein opdracht gekregen om de clubs hierbij te faciliteren.


BESTUUR EN BELEID

Vier thema’s Om de kansen en mogelijkheden voor samenwerking zorgvuldig te onderzoeken, zijn de thema’s vereniging, inhoud, ruimte en financiën (op hoofdlijnen) uitgewerkt door aparte werkgroepen. Deze werkgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van de beide clubs en de gemeente. Zo heeft de Werkgroep Verenging nagedacht over een gezamenlijke identiteit en is de Werkgroep Ruimte aan de slag gegaan met het opstellen van een ruimteprogramma. In gezamenlijke sessies hebben de werkgroepen hun resultaten met elkaar gedeeld en bediscussieerd. Het businessplan was tijdens het proces een groeidocument dat door de input van de werkgroepen steeds verder werd aangevuld en aangescherpt. Daardoor ontstond begrip voor elkaars verhaal, werden hardnekkige misverstanden uit de weg geholpen en werd de basis gevonden om constructief samen te werken.

Nieuwe accommodatie Het businessplan is een plan van en door beide verenigingen samen en eindigt met een gezamenlijke conclusie en aanbeveling richting de leden en gemeente. Op basis van het businessplan neemt de gemeente Nieuwegein in september een besluit over een volgende fase, waarin het businessplan verder wordt geconcretiseerd en de verregaande samenwerking/fusie verder wordt ingevuld. De verwachting is dat bij een positief besluit van de beide ALV’s en de gemeenteraad over de herstructurering van het sportpark een proces tot fusievorming kan worden ingezet. Ook willen de beide verenigingen graag aan de slag met hun nieuwe accommodatie op het nieuwe open sportpark.

subsidies. Dat past goed in de ontwikkelingen binnen het sociaal domein, waarbij ontmoeten en vitaal bewegen basisvoorwaarden zijn voor een gezonde samenleving.

Sport en bewegen

Betrokkenheid

Door de voetbalclubs zelf verantwoordelijk te maken voor het opstellen van een businessplan heeft de gemeente Nieuwegein bewust voor een nieuwe rol gekozen. De voetbalclubs moeten met een goed plan komen dat aansluit bij de herontwikkeling van het sportpark en de recent ontwikkelde visie “Sport en bewegen 2015 – 2018”. De gemeente Nieuwegein stelt de kaders en faciliteert de clubs door hen te laten begeleiden door ICSadviseurs. Verantwoordelijk wethouder van de gemeente Nieuwegein Hans Adriani benadrukte deze rol van gemeente tijdens de aftrap van de eerste bijeenkomst met de werkgroepen. “Ik daag de werkgroepen tevens uit om bij het opstellen van het businessplan ook op zoek te gaan naar verbindingen met de wijk, multifunctioneel gebruik en ondernemerschap. Parallel aan dit proces bouwt de gemeente de instandhouding subsidies voor verenigingen af en ontwikkelt handvaten voor activiteiten-

Het zelf kunnen opstellen van een businessplan is voor de verenigingen een kans, maar vraagt tevens inzet en betrokkenheid van de werkgroepleden. De betrokkenheid en inzet heeft zich in dit project nadrukkelijk vertaald in een uitgebreid businessplan, dat een gedragen plan is van beide verenigingen. Het is hun businessplan en niet het plan van een extern bureau of van de gemeente. Deze werkwijze vraagt niet alleen een andere rol van de adviseur, maar vraagt ook om bestuurlijke daadkracht en vertrouwen. Het verkennen van een fusie en het delen van huisvesting ligt vaak gevoelig. Met het opstellen van het businessplan is gezamenlijk en constructief gewerkt aan een gedeeld toekomstperspectief en is de basis voor een fusie of verregaande samenwerking gelegd. Voor verdere informatie neemt u contact op met Maarten Groenen: mgroenen@icsadviseurs.nl of 06 22 57 8557

schooldomein

juli 2015

15


De Groene Kapstok

Duurzaam denken en doen - door scholen in Haarlemmermeer Groene en duurzame scholen doen het goed in de gemeente Haarlemmermeer. Meerdere scholen sluiten zich aan bij het initiatief dat de gemeente graag ondersteunt. Resultaat is de Groene Kapstok; een duurzaam initiatief dat zich als een olievlek verspreidt. Tekst Sibo Arbeek

W

“Iedere steen die we konden optillen hebben we zelf verplaatst.”

endy Dieben werkt als projectleider bij de gemeente: “Duurzaamheid scoort al jaren hoog op alle agenda’s, maar het is altijd de vraag wie de kar trekt. We hebben een aantal scholen benaderd om mee te denken over duurzaamheid op school en de eerste zeven directeuren die we benaderden waren gelijk enthousiast. Ze vonden het leuk om zelf te kiezen wat je aan duurzaamheid kunt doen, bijvoorbeeld op het gebied van water, afval of energie. Daarom hebben we een soort ladekast ontwikkeld waarin allerlei informatie en goede voorbeelden zitten. In vier bijeenkomsten is de idee van de Groene Kapstok ontstaan, een samenwerkingsverband tussen de gemeente Haarlemmermeer, NMCX Centrum voor Duurzaamheid en basisscholen in de gemeente Haarlemmermeer. Scholen kunnen elkaar helpen om creatief aan duurzaamheid te werken. Er is een website als platform om goede ideeën te delen of vragen te stellen, zoals bijvoorbeeld: “Wie heeft er tips om te besparen op water?”

Gewoon doen Carla Mesman is directeur van de Zwanebloem in Zwaanshoek: “Als je middelen wilt krijgen moet je eerst ambities stellen en vooral gewoon doen. Omdat onze school een voorloper voor natuur- en milieueducatie is, wilde ik ook een duurzaam en groen schoolgebouw. We zijn begonnen met het project Vitaal Lokaal. In vier lokalen ligt nu luchtzuiverend tapijt en in drie lokalen hebben we plantenwanden. Het binnenklimaat is goed geregeld en er is gezorgd voor voldoende frisse lucht, minder fijnstof en een

16

schooldomein

juli 2015

betere akoestiek. De leerkrachten waarderen met name de vloerbedekking enorm, vanwege de akoestiek en omdat het voor de kinderen lekker zacht is. Je mag er wiebelen op je stoel en als er iets op de grond valt heeft niemand daar last van. We hebben een groen schoolplein met veel uitdaging voor kinderen om te bewegen, te klauteren en hutten te bouwen. Dat gaat heel simpel; we zetten takken tegen een boom en kinderen begonnen te spelen. We hebben subsidie uit het wijkbudget gekregen, omdat het ook een buurtplein is. Het Schipholfonds had als thema bewegen is gezond, en dat was onze grootste sponsor. De kinderen hebben allerlei acties gevoerd. Iedere steen die we konden optillen hebben we zelf verplaatst. Mijn volgende doel is om met crowd funding een klimaatneutraal gebouw te realiseren, waarbij we door het plaatsen van zonnepanelen in onze eigen elektra voorzien.”

Kippenhok Daniëlle Rodenhuis is sinds twee jaar directeur van de Zevensprong in Rijsenhout: “Je moet vooral je team meekrijgen, want kinderen vinden het altijd leuk. We werken samen met afvalbedrijf Meerlanden en hebben een lessencyclus over afval scheiden. In elke klas staan meerdere afvalbakken en de kinderen weten precies waar wat hoort. De grote leerlingen helpen kleine kinderen om het goed te doen en leren zo ook samen te werken. Wij willen ook een groen schoolplein; er is al een ontwerp en we werken hard om de financiering rond te krijgen. Elke groep is gekoppeld aan een deel van het


BESTUUR EN BELEID

OBS De Zevensprong in Rijsenhout

vlnr: Daniëlle Rodenhuis, Wendy Dieben en Carla Mesman

schoolplein, zoals de vlindertuin, of het kippenhok en beschouwt dat als een eigen project, waarvoor ze ook sponsors zoeken. We hebben de Groene Kapstok 2014 gewonnen, die jaarlijks door de gemeente en NMCX wordt georganiseerd. De prijs was een kippenhok met zes kippen van Kipster, een organisatie die voor particulieren, bedrijven en scholen kippenhokken levert. Wat we per persoon gemiddeld aan etensresten weggooien, is genoeg voor een kip om van te leven en eieren te leggen die wij weer opeten. Door kippen te houden verduurzamen we dus de voedselketen.”

Manier van leven Wendy: “Een duurzame school is meer dan een energiezuinig gebouw met een gezond binnenklimaat. Duurzaamheid gaat over gedrag, samenwerken, leren en het goede voorbeeld geven zodat kinderen weten wat het is en het thuis als een biologische olievlek verder verspreiden.” “En dat werkt”, vult Carla aan, “op mijn school heeft een enthousiaste moeder een project van groene schoolpleinen gemaakt. Samen met NMCX

begeleidt ze nu meerdere scholen en de gemeente financiert die begeleiding. Ze helpt de school een plan te maken, inclusief de fondsenwerving. Mensen denken vaak dat je eerst geld moet hebben, maar dat is niet zo. Bij ons doen de kinderen zelf het onderhoud aan het plein en de tuinen. Dat kun je voor drieduizend euro uitbesteden, maar je kunt het ook onderdeel laten zijn van je lessen. De kinderen leren de werking van de seizoenen en zien hun eigen plantjes groeien.” Daniëlle voegt nog een element toe: “Rijsenhout is een kleine gemeenschap met veel eenzame ouderen. Die willen we betrekken door bijvoorbeeld in de moestuin mee te helpen. En onze groene wanden worden door leerlingen van het Wellant College onderhouden. Alles vanuit het idee van de circulaire samenleving. Duurzaamheid is geen trend, maar een manier van leven. En daar ligt een mooie kans voor scholen omdat die de kinderen kunnen beïnvloeden.” Voor meer informatie kijkt u op www.groenekapstok.nl. Daar vindt u tips en filmpjes over de schoolomgeving, het binnen­ klimaat, energie, water, consumeren en recyclen.

schooldomein

juli 2015

17


Veranderende rollen in onderwijsland

Van gebouw naar Peter Jan Bakker en Erwin Veneklaas Slots zijn twee senior managers binnen ICSadviseurs die met hun teams de gemeentemarkt bedienen. De overheveling van het buitenonderhoud perkt de rol van de gemeente in terwijl aan de andere kant de verantwoordelijkheden binnen het sociale domein toenemen. Tijd voor een brede analyse en een gesprek met twee betrokken experts. Tekst Sibo Arbeek

E

Foto: Communicabel

rwin opent: “Vanaf 1997 hebben we enorm veel Integrale Huisvestingplannen (IHP’s) voor gemeenten gemaakt. De gemeenten werden verantwoordelijk voor de schoolgebouwen en wilden via integrale plannen grip krijgen op deze nieuwe verantwoordelijkheid. Er was toen nog niet echt een relatie met het onderwijs en dat zag je ook aan de eerste plannen, waarbij partijen elkaar vanuit het eigen belang soms grimmig aftastten binnen het op overeenstemming gericht overleg (OOGO). In de loop der jaren werd de sfeer tussen partijen beter, waardoor er meer ruimte ontstond. Het ging in die eerste periode primair om zaken als een goede basisregistratie, de aanwezige

18

schooldomein

juli 2015

capaciteit, normatief en werkelijk, het eigendom en vooral ook de prognoses.” Peter Jan: “De koek moest eerlijk worden verdeeld, je had bijvoorbeeld ook te maken met de regeling financiële gelijkstelling waarbij de gemeente net zoveel middelen in het bijzonder als in het openbaar onderwijs moest stoppen. Dus werd in het openbaar onderwijs geïnvesteerd in vervanging van enkel naar dubbel glas dan kregen alle scholen in het bijzonder onderwijs hetzelfde bedrag.”

Ontwikkeling naar brede scholen “Na de eerste jaren merk je dat gemeenten en schoolbesturen een werkbaar instrumentarium hebben


BESTUUR EN BELEID

Foto: Communicabel

gebied

ingevoerd. Dat schept duidelijkheid ten aanzien van rol- en taakverdeling, wat op zijn beurt weer voor onderling vertrouwen zorgt. In die situatie ontstaat ruimte om meer beleidsrijk naar plannen te kijken”. “Vanaf 2000 zijn binnen die context de eerste brede school initiatieven ontstaan”, vult Erwin aan. “De brede school als oplossing voor ‘dagarrangementen’ en de brede school als mogelijkheid om meer multi­ functioneel gebruik te maken van ruimten. Maar vooral ook als proeftuin voor het verbinden van verschillende maatschappelijke functies. Waar primair de focus lag op de fysieke en financiële voordelen van het ontwikkelen van brede scholen, ontdekte men ook de inhoudelijke meerwaarde van synergie onder één dak”. “Ook hier zie je dat vertrouwen en elkaar de ruimte gunnen voorwaarden zijn om dat inhoudelijk te laten slagen”, reageert Peter Jan. “Duidelijk zichtbaar in ons werk werd dat de IHP’s meer beleidsrijk werden. Gemeenten zagen de brede school of soms nog breder de multifunctionele accommodatie (MFA) als antwoord op verschillende inhoudelijke, financiële en ruimtelijke vraagstukken. Dat werden in feite blauwdrukken voor beleidsrijke planontwikkelingen, met een sterk fysiek en in stenen gedreven karakter”. Erwin: “Aspecten als multifunctionaliteit, samenwerking, brug naar de wijk en doorlopende leerlijnen zijn niet meer weg te denken uit ontwikkelplannen voor onderwijshuisvesting. Een solitaire school wordt

bijna als ouderwets aangezien en legt het al snel af tegen een brede school of MFA in een gemeenteraad. Terwijl die solitaire school voor een bepaalde situatie of gebied misschien wel een veel sterkere toegevoegde waarde kan hebben dan een brede school”.

Van brede school naar IKC’s Peter Jan: “De laatste tijd spreken we veel meer over de ontwikkeling van integrale kindcentra (IKC). Je kunt je natuurlijk afvragen waarom het ‘beestje’ weer een andere naam heeft gekregen, maar het is op zich wel een natuurlijke overgang naar een nieuwe vorm. Een ontwikkeling die veel meer is ingegeven door één integrale visie op de ontwikkeling van het kind van verschillende maatschappelijke organisaties naast onderwijs”. Erwin: “Kern is het bieden van een volwaardig dagarrangement vanuit één pedagogische visie. Het onderscheid tussen schooltijd en buitenschoolse tijd vervaagt, kinderen en ouders worden meer in individuele behoeften voorzien en krijgen meer keuzevrijheid. Natuurlijk heeft dit consequenties voor de huisvestingsbehoefte, maar primair is het een organisatorisch vraagstuk. En schoolbesturen zullen vanuit hun denominatie elk een eigen invulling geven aan deze ontwikkeling. Dit concept staat veel dichter bij de overtuiging en normen en waarden van een schoolbestuur en haar achterban”. “Dat klopt”, neemt Peter Jan over; “op dit moment

schooldomein

“In Enschede lossen we in het strategisch huisvestingsplan 10% leegstand op.”

juli 2015

19


van huurpanden worden opgelost. We ontwikkelen hiervoor een strategisch huisvestingsplan, met een passende oplossing per IKC-gebied. In deze IKC-gebieden, die grotendeels overlappen met de stadsdelen, bieden de scholen en kinderopvangorganisaties een samenhangend IKC-aanbod. Een mooie mix van aanbodgericht en vraaggestuurd en per gebied wordt de best passende samenhang gekozen. De gebouwen blijven zoveel mogelijk in stand maar er wordt wel breed maatschappelijk naar het aanbod gekeken. We nemen met onze exploitatiescan de exploitatie van de panden mee om aan te geven welke gebouwen de meeste toekomstwaarde hebben. Een volgend vraagstuk is wat je met de vrijvallende locaties doet en wat de vastgoedwaarde is.”

Gebiedsgerichte benadering

Erwin Veneklaas Slots (l) en Peter Jan Bakker

“Je moet als adviseur de wijk of het dorp in om te voelen waar de verbindingen liggen.”

20

schooldomein

zijn wij in veel gemeenten betrokken bij de ontwikkeling van IKC’s. Hoewel schoolbesturen deze ontwikkeling veelal onderschrijven, ligt ook hier het gevaar dat gemeenten teveel in blauwdrukken denken alsof er sprake is van hét IKC. Een IKC voorziening in gemeente Zandvoort kun je niet kopiëren naar een achterstandswijk in Rotterdam. Ook binnen gemeenten zelf moet je omgevingsgericht kijken naar wie de doelgroep is, maar ook wie uiteindelijk voor de uitvoering moet zorgen. Voorheen was het gebouw de aanjager om de verbreding op te zoeken, maar stenen praten niet terug. Als je met de verlengde dagarrangementen werkt gaat het veel meer om de visie van de directie op de community als totaal.”

Nieuwe opgave gemeenten De verandering wordt meer gestuurd door een brede maatschappelijke ontwikkeling en dat leidt op een andere manier weer tot een nieuwe bewustwording richting gebouwen. Daarbij komt dat schoolbesturen zich nog meer bewust zijn van hun exploitatie en dat op veel plekken in Nederland, ook binnen groeigemeenten, sprake is van dalende leerlingaantallen. Erwin geeft een voorbeeld van de nieuwe samenwerking tussen gemeenten, schoolbesturen en kinderopvangorganisaties: “Enschede kent 15% leegstand in de basisscholen en veel huurpanden. Circa 5% van de leegstand is verhuurd aan kinderopvang en peuterspeelzalen. De overige 10% moet door herschikking van gebouwen en het afstoten

juli 2015

Je moet inderdaad gebieds- en portefeuillegericht het vraagstuk benaderen en dat werd in het verleden te weinig gedaan. Koppel gebied aan inhoud en zie het gebouw niet meer als een doel op zich. We zien steeds meer dat schoolbesturen zich professionaliseren in portefeuillemanagement om meer grip te krijgen en houden op hun vastgoed. Dat betekent in sommige gevallen dat men ook weer opnieuw moet kijken naar de interne organisatie, hoe zich dat bijvoorbeeld verhoudt tot een model waarin schooldirecties integrale verantwoordelijkheid hebben voor de volledige bedrijfsvoering inclusief huisvesting. Ook de gemeente blijft in dat portefeuillemanagement natuurlijk een belangrijke partner voor de schoolbesturen, individueel maar ook om de samenhang en de gebiedsgerichte benadering te waarborgen.

Rol adviseur verandert Peter Jan: “Wij hebben natuurlijk als adviseur met deze transities te maken. Juist door teveel in blauwdrukken te werken is de echte analyse een beetje naar de achtergrond gedrukt. Wij maken een veel bredere analyse, kijken naar de demografie en economie van de wijk maar ook naar de capaciteit en intrinsieke motivatie van de organisaties die uiteindelijk samen vorm moeten geven aan onderwijs en andere kinden oudergerelateerde voorzieningen. Hoe houden we samen die wijk vitaal en welk aanbod hoort daarbij. Je moet als adviseur dus die wijk of dat dorp in om te voelen waar de verbindingen liggen. Samen met de partijen toewerken naar een haalbare en duurzaam te realiseren businesscase voor die specifieke omgeving. Een integraal huisvestingsplan uit 1997 verdiepte zich niet in de wijkeconomie. Dat is een enorme toegevoegde waarde van ons werk nu.” Voor meer informatie belt of mailt u met Peter Jan Bakker: 06 2226 7891 of peterjan.bakker@icsadviseurs.nl of Erwin Veneklaas Slots: 06 22 60 15 26 of erwin.veneklaasslots@icsadviseurs.nl.


FOCUS WOLK LIJNEN SPEELS Forbo Flooring introduceert Marmoleum Modular, een vloer die uw fantasie alle ruimte geeft. De verschillende tegelmaten in tientallen dessins volgen moeiteloos uw ideeĂŤn. Laat u inspireren op marmoleummodular.nl. Daar leest u ook alles over de ongekende milieuprestaties en de gunstige onderhoudskosten.

Dit is een biobased vloer: www.marmoleummodular.nl.


Duurzaamheid en de behoefte van morgen De expertmeeting duurzaamheid op de NOT 2015 opende met de doelstelling van de onlangs ondertekende landelijke ‘Green deal Verduurzaming Scholen’. Maar wat wordt met deze Green Deal precies beoogd? Marco van Zandwijk geeft antwoord: “Het gaat de ondertekenaars om een versnelling van het proces waarmee schoolgebouwen energiezuiniger, gezonder en toekomstbestendiger worden”. Om die versnelling te gaan bereiken is het van belang te starten bij de behoefte van gemeenten en schoolbesturen om zicht te hebben op de mogelijkheden en belemmeringen die zij momenteel bij de verduurzaming van schoolgebouwen ervaren? Tekst Sibo Arbeek en Marco van Zandwijk

R

obbert Jan Piet van Ronduit Openbaar Onderwijs Alkmaar: “De Green Deal is een volgende stap in de wereld van duurzaamheid. Het integreren van duurzaamheid in beleid staat nog niet op de agenda van alle schoolbesturen. Duurzaamheid is doorgaans duur. Ik merk dat bij de schoolbesturen in Noord-Holland, zij lopen al snel vast door gebrek aan financiële middelen (reserves). Wie wil verduurzamen zal dus op een andere manier naar zijn ‘huisvestingsopgave’ moeten gaan kijken, als ook naar de partijen die daarin een rol spelen. Door de overheveling van het buitenonderhoud krijgen schoolbesturen nu de kans om dingen anders te gaan doen. Nu het mogelijk wordt integraal

22

schooldomein

juli 2015

naar het onderhoud te kijken wordt het zinvol om op zoek te gaan naar partners waarmee je een langdurige relatie kan opbouwen. Dat betekent ook dat je dan budgetten moet willen bundelen en dat er meer vanuit de langere termijn naar de opgave moeten worden gekeken. Dat is een lastige discussie, want besturen zijn gewend op de korte termijn te denken. Daar ligt op dit moment een belangrijke beperking.”

Verduurzaming als kans Bart Droppers van het Wellant College vult aan: “Bij het Wellant College staat duurzaamheid wel degelijk op de agenda, het is één van onze drie speerpunten.


OPBRENGST EXPERTMEETING NOT

Deelnemers expertmeeting Organisatie Naam

Wij wensen onze leerlingen duurzaamheid in hun denken en handelen mee te geven. Duurzaamheid van de vastgoedportefeuille zien we daarbij als randvoorwaardelijk. In onze meerjarenplanning kijken we hoe we zaken slimmer en anders kunnen regelen om daarmee de terugverdientijden gunstig te beïnvloeden.” Droppers ziet het als voordeel dat het Wellant College het vastgoed in eigen beheer heeft en dus voor verduurzamingsmaatregelen niet afhankelijk is van een andere partij. Jan Aalbers van Spaarnesant vindt het belangrijk dat er wordt toegewerkt naar structurele oplossingen. “Om echt effect te sorteren dien je goed zicht te hebben op de gebouwportefeuille en de

• Schoolbestuur BOOR

Frank Leget

• RVO

Bert Meijering

• Merosch

Ronald Schilt

• DWA

Machiel Karels

• HEVO

Willem Adriaanssen

• M3V

Harry Vedder

• AT Osborne

Marc Hopman

• AHB Consultancy

Albert Hulshoff

• Klimaatverbond Nederland

Ruud van Vliet

• Ruimte OK

John Ringens

• Spaarnesant

Jan Aalberts

• SPO Utrecht

Rob van der Westen

• Wellant College

Bart Droppers

• Ronduit Openbaar Onderwijs Alkmaar

Robbert Jan Piet

• Escoplan

Jeroen Nollet

ontwikkelingen van het gebruik van die gebouwen naar de toekomst toe. Verduurzaming moet je daarbij aangrijpen als kans om exploitatiekosten te reduceren binnen de financiële middelen die een schoolbestuur tot zijn beschikking heeft. Om die reden zouden schoolbesturen ook meer vrijheid moeten krijgen om te (voor)investeren in verduurzaming, het huidige investeringsverbod vormt daarin een beperking.”

Life cycle kosten Rob van der Westen van het schoolbestuur SPO Utrecht is met de afronding van het masterplan PO bezig: “Laat ons samen in en met de buurt investeren.

schooldomein

juli 2015

23


Om straks kosten te kunnen besparen moet je nu in onderwijsgebouwen willen investeren. De politiek is hierin verdeeld, de wethouder duurzaamheid is immers niet de wethouder onderwijs en dat maakt dat de afstemming soms lastig is. Duurzaamheid is een mooie ambitie, maar er hangt altijd achter dat het niet meer mag kosten dan wat je nu krijgt. Het aantal over elkaar heen vallende aanbieders is enorm. Daardoor zien schoolbesturen door de bomen het bos niet meer.” Op die uitspraak reageert Ronald Schilt van Merosch: “Duurzaamheid is duur maar op den duur niet.” Hij pleit voor een meer integrale benadering

“De bouwsector is sterk technisch gedreven en verschuilt zich gemakkelijk achter KPI’s en Prestatiecontracten.” van het vraagstuk. “Op het niveau van life cycle kosten is er nog veel winst te behalen. Vertrouwen tussen partijen is heel belangrijk. Men ziet de mogelijkheden wel, maar partijen komen niet met elkaar aan tafel. Daar is nog veel missiewerk te verrichten. Durf te investeren in de gebouwen. De rente staat heel erg laag, dus daar liggen kansen. Bert Meijering van Building Vision uit Breda bevestigt deze stellingname: “Veel scholen hebben al slagen in verduurzaming gemaakt. Het is belangrijk na te gaan hoe zij dat hebben gedaan en wat zij daarbij hebben geleerd. Per saldo zal er niet meer geld bijkomen voor de verduurzaming. Dat betekent dat bestaande middelen dus beter zullen moeten worden ingezet.” Albert Hulshoff van

AHB Consultancy vult aan: “De kennis van personen die al met een verduurzamingsopgave te maken hebben gehad kan veel beter worden benut door deze aan de voorkant van nieuwe projecten opnieuw in te brengen.” Willem Adriaanssen van Hevo wijst op het gevaar van een overload aan beschikbare informatie. “Blijf als schoolbestuur en gemeente ook strategisch naar je gebouwenvoorraad kijken en denk niet gelijk in technische of gebouwlijke oplossingen.”

Duurzaamheid als containerbegrip Harry Vedder van M3V merkt op: “Duurzaamheid dreigt een containerbegrip te worden. De opgave is te zoeken naar een duurzame exploitatie van gebouwen binnen de daarvoor beschikbare rijksvergoeding. Schoolbesturen en-of gemeenten die willen investeren in duurzame huisvesting zijn terughoudend en zitten met de onzekerheid of zij de investeringen in duurzame maatregelen daadwerkelijk wel terug verdienen. Wij merken dat het voor hen nog lastig is om vanuit een ‘Life cycle benadering’, waarbij de budgetten voor bouw en exploitatie worden gebundeld, te sturen.” Voor het project IKC Ulft blijkt dat dit bij elkaar brengen van geldstromen is gelukt en levert het in de exploitatie daadwerkelijk voordelen op.” Op de vraag waarom dit nog niet veel vaker voorkomt, antwoordt Vedder resoluut: “De vraag wordt zo weinig gesteld! Op het moment dat er een uitvraag bij partijen wordt gedaan, vallen partijen gemakkelijk terug in oude patronen en zekerheden.” Voor Machiel Karels van DWA is dit herkenbaar. “De bouwsector is sterk technisch gedreven en verschuilt zich daardoor gemakkelijk achter KPI’s en Prestatiecontracten. De vraag om een open dialoog, om de vraag achter de vraag te kunnen achterhalen, moeten wij niet uit het oog verliezen.” Karels onderstreept daarnaast het belang van monitoring. “Uit onze ervaringen blijkt dat 70% van de scholen niet de prestaties halen die vooraf op papier afgesproken zijn.” Juist op dat vlak ziet Droppers van het Wellant College mogelijkheden. “De Green Deal is ook een kans voor de aanbiedende marktpartijen om zich op dat vlak verder te professionaliseren.”

Verduurzamen bestaande gebouwen De stelling ‘Door bestaande gebouwen te verduurzamen kan de vraag naar nieuwbouw voor een lange duur worden uitgesteld’ krijgt veel bijval. Ruud van Vliet: “Daar ligt een gemeenschappelijk belang van schoolbesturen en gemeenten. Wat nodig is, is dat partijen zich uitgenodigd voelen om met de verduurzamingsopgave aan de slag te gaan. Verduurzaming zit niet in onze genen en maakt (nog) geen onderdeel uit van de bestaande bekostigingsstructuur. Omdat het niet structureel geregeld is, zie je dat er los van

24

schooldomein

juli 2015


OPBRENGST EXPERTMEETING NOT

elkaar, soms dezelfde ontwikkelingen plaatsvinden.” Jeroen Nollet van Escoplan ziet hierin zijn oproep tot meer samenwerking onderstreept worden. “Het belang van samenwerking zorgt er vrijwel automatisch voor dat schoolbesturen ook integraal naar de benodigde investeringen gaan kijken. Hoe financieren zij verduurzaming? In de discussie over verduurzaming zie ik een beweging op gang komen, waarbij schoolbesturen ook op zoek gaan naar andere mogelijkheden van financiering.” Droppers: “Klassieke vormen van financiering die op de bestaande wet- en regelgeving en bekostiging zijn gebaseerd blijken niet altijd toereikend. Ook andere vormen van financiering moet je in overweging durven te nemen. Dit altijd met de vraag ‘Wat is er nodig voor het geven van goed onderwijs’ in het achterhoofd.” Marcel Prijt van de gemeente Utrecht verwacht – mede door de weer aantrekkende markt – problemen met de financiering van de gewenste verduurzamingsmaatregelen. “De praktijk leert dat bij een eenzijdige aanbesteding op investeringskosten als eerste wordt bezuinigd op de ambities ten aanzien van duurzaamheid wanneer de aanbesteding te hoog uitvalt. Het is nog niet gebruikelijk te zoeken naar financieringsmogelijkheden om deze ambities toch mee te nemen vanuit een integrale kostenbenadering. Een benadering waarin naast de bouwkosten ook wordt gekeken naar de exploitatiekosten.”

Gezamenlijke aanpak John Ringens van het Waarborgfonds Kinderopvang doet een nadrukkelijke oproep ook het onderwijs (de vraagzijde) mee te nemen in het proces van verduurzaming. “We moeten er met elkaar voor

waken dat de onderwijssector zich sterk terug trekt. Het is van essentieel belang hen er vanaf het begin bij te betrekken en commitment te verkrijgen. De verduurzamingsopgave vraagt om een gezamenlijke aanpak van partijen. Geen enkele partij is in staat om dit geheel in zijn eentje op te lossen. Daarbij dienen wij ook oog te hebben voor andere ontwikkelingen waarmee de sector te maken heeft. Denk aan krimpende leerlingaantallen, de veranderingen in de jeugdzorg, de IKC-ontwikkeling, ontwikkelingen op het vlak van digitalisering, en de kapitaalmarkt.” “Bouwen is uiteindelijk mensenwerk,” vult van Vliet aan. “We moeten inderdaad zien te voorkomen dat er wordt gedacht in ééndimensionale oplossingen die in de praktijk geen aansluiting blijken te hebben bij de vraag.”

“Duurzaamheid is duur maar op den duur niet.”

Ruimte-OK en Het Klimaatverbond hebben in november 2014 een samenwerkingsovereenkomst gesloten om een zogenaamde ‘Green Deal Verduurzaming Scholen’ tot stand te brengen. Het doel van de beoogde Green Deal is het op grote schaal versnellen van de realisatie van duurzame schoolgebouwen op basis van budget neutrale investeringen. ‘Duurzaam’ wil zeggen toekomst­ bestendig qua leer- en werkklimaat, beheer en onderhoud, en financiering en exploitatie. De deal is geformuleerd in samenspraak met (vertegenwoordigers van) schoolbesturen en gemeenten, en uitgevoerd naar gelang hun ambities, kennis­ niveau, behoeften en mogelijkheden. Deze vraaggestuurde aanpak is uniek vergeleken bij eerdere stimuleringsinitiatieven. Inmiddels is gestart met het consulteren van gemeenten en schoolbesturen over hun duurzaamheidsbehoeften en (ervaren) belemmeringen. Het resultaat zal dienen als input voor het daad­ werkelijk uitvoeren van de Green Deal de komende drie jaar. Voor meer informatie kijkt u op www.ruimte-ok.nl.

schooldomein

juli 2015

25


www.modulairelichtstraten.velux.nl


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat


Onderwijsbehoeften van kinderen als uitgangspunt

Kwintijn en de vijf zintuigen De eerste regel van een Kwintijn – een dichtrijm van vijf regels - begint met ‘Ik zou’ of ‘Ik ben’. Een begin dat heel goed zou kunnen verwijzen naar de ontwikkeling van kinderen. Leren weten wat je wilt en leren wie je bent staat bij de Kwintijn, een nieuwe, brede school die begin dit jaar haar deuren opende, hoog in het vaandel. Ook verwijst de naam naar de buurt van de school, waar meerdere straten vernoemd zijn naar schrijvers en dichters. En of dat nog niet alles was: Kwintijn verwijst ook naar het getal vijf en maakt zo een koppeling naar de vijf zintuigen. Door gebruik te maken van alle zintuigen kunnen kinderen beter presteren en zich evenwichtiger ontwikkelen.

28

schooldomein

juli 2015


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Linda Smolders Foto’s Henk Eertink

Schooldomein praat met directeur Wim Finkers en leerkracht Marita Boschman over het ontstaan van deze nieuwe brede school in het hart van Salland, Raalte. Wim: “De Kwintijn is ontstaan uit de fusie van twee openbare scholen. Twee scholen die al meer dan veertig jaar oud waren en die beiden te kampen hadden met behoorlijke leegloop. Al vanaf 2007 waren er plannen om nieuwbouw te gaan plegen, maar waar en hoe was niet duidelijk. Door die leegloop was het in ieder geval wel het handigst om als eerste actiepunt van twee scholen één te maken. Vervolgens is er, drie jaar geleden, een denktank op bestuursniveau in het leven geroepen die van de gemeente de opdracht kreeg om een nieuwe school te stichten. Eén die zich moest kunnen onderscheiden van andere scholen. Het moest anders, beter en leuker.

Glunderproof Dat het bij de Kwintijn nu al beter, leuker, maar vooral anders is, licht leerkracht Marita Boschman graag toe. “Ons onderschrift is glunderproof. We willen door talentontwikkeling, kinderen laten glunderen. Belangrijk instrument richting die ontwikkeling is het kindgesprek dat we met ieder kind individueel hebben. In dat gesprek met de leerkracht geeft het

kind aan wat het wil gaan leren. Met zo’n vraag waar onze leerlingen 20% van de tijd mee bezig zijn, gaan we dan aan de slag en kan het kind aan het eind van het individuele traject op ons maatgemaakte multifunctionele podium in de centrale hal aan de rest van de klas of zelfs aan de hele school laten zien wat er geleerd is. Het podium is dan het glunderpunt. Het moment om trots te zijn op dat wat je hebt geleerd.”

Groepsoverstijgend werken Ook wijkt de manier waarop hier lesgegeven wordt af van het reguliere onderwijs. Binnen de eigen basisgroepen krijgen de leerlingen in een eigen lokaal een korte instructie over de leerstof. De verwerking van die stof gebeurt in de centrale ruimte waar alle leerlingen uit die betreffende bouw (lage, midden en hoge bouw) samen aan dezelfde leerstof – in verschillende niveaus uiteraard – werken. Tijdens dit groepsoverstijgend werken kunnen bijvoorbeeld de oudere leerlingen, de jongere leerlingen helpen.

Ideale school Bij de bouw van de school is zeer goed rekening gehouden met de eisen die deze manier van lesgeven

schooldomein

juli 2015

29


vlnr: Marita Boschman, Wim Finkers en Frank Venema

“Ons onderschrift is glunderproof. We willen door talentontwikkeling, kinderen laten glunderen.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwe Brede School Kwintijn

Opdrachtgever

Licht, lucht en ruimte

Gemeente Raalte

Architect Kristinsson architecten

Aannemer Dijkstra Draisma

Inrichting en meubilair STALAD onderwijsinrichting B.V.

30

met zich meebrengen. Sleutelwoorden waren: flexibiliteit en transparante zichtlijnen. Wim: “Voor ons was het bijvoorbeeld heel belangrijk dat we geen afgesloten lokalen zouden hebben. De lokalen die er nu zijn, kunnen via een schuifdeur volledig open gemaakt worden om zo weer onderdeel van de centrale ruimte te worden. Zo hadden we nog veel meer eisen. Ik heb bijvoorbeeld zelf twee dagen gediscussieerd over stopcontacten en sta nu bekend als die schooldirecteur met de vele stopcontacten”, lacht hij. Marita vult aan: “ Het is best een heftig traject geweest, van twee openbare scholen naar een nieuwe school om vervolgens te verhuizen naar een compleet nieuwe school. Dat vergt overigens niet alleen iets van leerlingen, maar ook van de leraren hoor. In deze nieuwe school is het uitvoeren van het concept makkelijker omdat daar met de inrichting rekening mee gehouden is. Daardoor is het wel moeilijker om stiekem vast te houden aan oude gewoontes. Hier is het bijvoorbeeld echt niet meer mogelijk om een eigen etui te hebben omdat niemand meer een eigen tafel met la heeft. Gaandeweg raakt iedereen gewend en zijn we ongelofelijk tevreden met het resultaat. Ik ben erg blij dat we binnen een aanzienlijk korte tijd, namelijk drie jaar, onze ideale school hebben kunnen vormgeven.”

schooldomein

Aangeschoven is Frank Venema van STALAD, de inrichter van de school. “Mijn werk begint met goed luisteren naar de wensen van de klant om zo tot het hoogst haalbare te komen. Belangrijk in zo’n traject is dat wij dan helder krijgen wat er voor een onderwijsconcept gehanteerd wordt. Duidelijk in dit geval was dat transparantie en flexibiliteit van levensbelang waren. Maar hoe flexibel en transparant dit precies moest, heb je pas goed in kaart als je je ook

juli 2015

echt verdiept in het concept. De kinderen op deze school hebben bijvoorbeeld geen eigen plek. Eigen tafels met laadjes zijn dan overbodig. Ook belangrijke informatie voor ons was dat leerlingen uit verschillende basisgroepen, regelmatig samenwerken. Dan moet je wel zorgen dat de tafels en stoelen in hoogte verstelbaar zijn. Bovendien vinden veel kinderen het prettig om aan een tafel te staan. In de centrale ruimtes zie je dan ook veel tafels die op stahoogte zijn ingesteld. Een andere vereiste was dat je van het ene punt dwars door de school, naar het andere punt moet kunnen kijken. Dit kan prima, de hoge kasten zijn namelijk aan de bovenzijde open zodat je er doorheen kunt kijken en ze tevens als etalage gebruikt kunnen worden voor de door de leerlingen gemaakte werkjes. De onderzijde van de kasten zijn gesloten, deze worden als reguliere kasten gebruikt. Op deze manier creëer je licht, lucht en rust. Dat zie je pas op het moment dat alles bij elkaar staat.” Wim beaamt dit: “We zijn dik tevreden met de manier waarop STALAD met de inrichting tegemoet gekomen is aan onze wensen. De school is licht, flexibel en transparant, precies zoals we dat in de eerste instantie voor ogen hadden. We zijn met name erg trots op het podium, in de vorm van ons logo. Ook wel, zoals eerder gezegd, het glunderpunt genoemd. Dit podium is multifunctioneel te gebruiken. Als alle delen aan elkaar zitten als bühne en losgekoppeld doen ze dienst als gezellige zitplekken waar de wachtende ouders vaak gebruik van maken. Ouders die net als wij erg tevreden zijn over deze nieuwe leer- en ontwikkelplek. Alles klopt.” Voor meer informatie neemt u contact op met Frank Venema van STALAD: frankvenema@stalad.nl.


ONTWERP EN INRICHTING

Langebjerg School getransformeerd

Klaslokalen aangepast aan toekomstige eisen De Langebjerg School ligt in de gemeente Fredensborg, ongeveer 40 kilometer ten noorden van de Deense hoofdstad Kopenhagen. In 2014 begonnen de school en de gemeente aan een renovatie van zes klaslokalen, een hal, toilet en een gemeenschappelijke ruimte in het Noordenhuis. Het gerenoveerde gebied is nu uitgerust met in totaal 59 dakramen van Velux.

schooldomein

juli 2015

31


Tekst en foto’s VELUX

I “De eerste keer dat we de nieuwe ruimten binnen­ gingen dacht ik: Wow, dit is geweldig!”

32

schooldomein

n vergelijking met meeste schoolgebouwen in Denemarken ziet de Langebjerg school er nog goed uit, met haar laagbouw vleugels en witgekalkte muren. Maar in termen van functionaliteit zijn veel schoolgebouwen al lang toe aan een ingrijpende renovatie en zo ook deze school. Gebouwd in de jaren 80 is het inmiddels functioneel en technisch verouderd, met haar korte generatie vezelcement dakplaten die werden geproduceerd nadat asbest werd verboden. Ook het binnenklimaat liet te wensen over met de toegenomen focus op academische prestaties en daarmee langere schooldagen. Lene Mossin, die geschiedenis, Deens en muziek doceert is één van de gebruikers die bezorgd was over de droge en benauwde lucht in haar lokaal.

Geïnspireerd door daglicht De noodzakelijke renovatie was gericht op het vervangen van het oude dak, het toevoegen van extra isolatie en het installeren van nieuwe dakramen. Het bestuur en de gemeente lieten zich daarbij inspireren door de nabijgelegen Endrup School. Bij deze school heeft de renovatie met nieuwe dakramen een verbetering van de luchtkwaliteit opgeleverd. En niet onbelangrijk; de gebruikers voelden zich een stuk beter in het gebouw. De directeur van de Langebjerg School, Hans Frøslev, bezocht de Endrup School: “Het was duidelijk een betere ruimte in termen van licht- en luchtkwaliteit. Dat vind ik ook belangrijk vanwege de verlengde schooltijden. Daarnaast vormen nieuwe leermiddelen zoals tablets en smart-

juli 2015

boards een uitdaging in ruimten met een inadequate daglichtregeling.” Docent Lene Mossin. “Soms waren we gedwongen om de ramen met zwarte vuilniszakken te bedekken om het scherm te kunnen lezen.”

Een oplossing in het licht van de toekomst Technisch was de renovatie nodig om de problemen met het dak op te lossen en vanuit het belang van goed en modern onderwijs moest de leeromgeving worden verbeterd. “Bij de renovatie van het dak kozen we voor een holistische aanpak op lange termijn,” zegt Fredensborg gemeente architect Peter Sommerfeld, project manager van de Langebjerg renovatie. We hebben de oude betonnen elementen met de niet te openen ramen verwijderd en nieuwe VELUX INTEGRA® dakramen in elke ruimte aangebracht om daarmee optimaal daglicht en natuurlijke ventilatie te creëren. Deze VELUX INTEGRA® ramen worden automatisch bediend, op basis van de CO2niveaus in de ruimte. Docenten kunnen ze ook zelf bedienen met een afstandsbediening.” Directeur Hans Frøslev is ervan overtuigd dat de technologie van het binnenklimaat een gunstig effect heeft op het leerproces: “Daarnaast kun je de gegevens van de CO2 sensoren en monitoring systeem heel goed kunnen analyseren en gebruiken in de sciencelessen. Zo betrek je het gebouw in het onderwijsproces.”

Daglichtfactor De prestaties van daglichttoetreding van de Langebjerg School worden gemeten met het daglicht


ONTWERP EN INRICHTING

(DF) als prestatie-indicator. De daglichtfactor is een veel voorkomende en gemakkelijk te gebruiken parameter voor het beschikbare daglicht in een ruimte. Het drukt het percentage van het daglicht uit in vergelijking met de hoeveelheid daglicht buiten het gebouw bij bewolkte omstandigheden. Hoe hoger de DF, des te meer daglicht is er in de ruimte. Een gemiddelde DF onder de 2% maakt over het algemeen een ruimte saai en donker. Een ruimte ziet er aantrekkelijker uit wanneer de gemiddelde DF boven de 5% ligt. Uit de resultaten blijkt dat de Velux dakramen een positief effect hebben op het daglicht in het gebouw. Het laat zien dat dakramen hoge niveaus van daglicht leveren in vooral het middelste gedeelte van de klaslokalen. Hans over het effect: “Daglicht is van vitaal belang voor ons welzijn en draagt bij aan betere leerprestaties. Bovendien vermindert gecontroleerd daglicht de behoefte aan kunstmatige verlichting en biedt nuttige zonnewinsten tijdens de winterperiode. In dit opzicht kan intelligent gebruik van daglicht een aanzienlijke besparing van het energieverbruik opleveren.”

Oude ruimten, nieuw gevoel De renovatie van de Langebjerg School begon in juni 2014 en werd in oktober van datzelfde jaar afgerond. Tijdens de eerste fase werden de leerlingen tijdelijk verplaatst naar andere klaslokalen, maar ze konden hun lokalen alweer gebruiken terwijl de laatste aanpassing aan het dak plaatsvond. De verbeterde verlichting wordt het meest gewaardeerd door de leerlingen: “Vroeger, toen de ruimte donkerder was, voelde je je soms ingesloten,” legt de 10-jarige Erik uit. Zijn klasgenoot Nasrin stelt: “Nu is het makkelijker om een goede plek te vinden wanneer je moet werken.” Leraar Lene Mossin drukt haar waardering als volgt uit: “De eerste keer dat we de nieuwe ruimten binnengingen dacht ik: Wow, dit is geweldig!”

Binnenklimaat Een goed binnenklimaat, met royale daglicht niveaus en voldoende frisse lucht vormen de basis voor het realiseren van gezonde scholen. De lucht die we inademen en het daglicht waaraan we worden blootgesteld hebben een grote impact op onze gezondheid, welzijn en prestaties. Onderzoek naar mentale prestaties van kinderen op scholen tonen aan dat een slechte luchtkwaliteit mentale prestaties vermindert, terwijl een goede luchtkwaliteit die prestaties juist verbetert. Met andere woorden: leerlingen leren sneller en nauwkeuriger als er voldoende frisse lucht is. Om een goed presterende natuurlijke ventilatie voor een klaslokaal te bereiken zijn de hoeveelheid ramen dat open kan in relatie tot het aantal leerlingen en de oppervlakte van de ruimte de belangrijkste ontwerpparameters. Een combinatie van enkelzijdige ventilatie door gevelramen en dakramen levert het beste resultaat op. In het ontwerp van de Langebjerg School zijn de volgende innovaties toegepast: • Automatische controle realiseert het volledige potentieel van natuurlijke ventilatie. De CO2-sensor controle van het ventilatiesysteem zorgt voor een goede luchtkwaliteit, • De pauzes tussen de lessen worden gebruikt voor luchtverversing. In dat geval kan de maximum vensteropening worden gebruikt om de CO2-concentratie te minimaliseren. Goed ventileren zorgt voor een aangenaam klimaat en helpt de energierekening laag te houden. Droge lucht is immers makke­ lijker te verwarmen dan vochtige lucht. Daarnaast is frisse lucht belangrijk. Het bevat geen bacteriën en allergieën. Dus ventileren is beter voor uw gezondheid. Met VELUX INTEGRA® dakramen kan het ventileren automatisch geregeld worden. Alle elektrisch te bedienen VELUX INTEGRA® dakramen en lichtkoepels zijn standaard voorzien van een regensensor. Deze regensensor sluit het dakraam bij de eerste druppels regen. Kijk voor meer informatie op www.velux.nl.

schooldomein

juli 2015

33


Onderwijs van de toekomst

Ezinge onderwijs­ park Meppel

Ecophon en Atelier PRO organiseerden een mooi symposium op het Onderwijspark Ezinge in Meppel. Zowel het onderwijspark zelf als het onderwijs van de toekomst kwamen hierbij uitgebreid aan bod. De sprekers waren zeer divers, van de directeur bedrijfsvoering tot de architect en van concept developer via creatief strateeg naar onderwijskunstenaar. Tekst Sibo Arbeek

G

astheer Peter de Visser van Stad & Esch leidde bijna een jaar na oplevering een aantrekkelijk pallet aan sprekers in, waaronder ook architect Dorte Kristensen van Atelier PRO. Eén ding is duidelijk: het onderwijspark Ezinge borgt kleinschaligheid binnen een grootschalig onderwijspark. In 2008 nam de gemeente een besluit over de ontwikkeling van het park, een terrein van vier hectare waarop Stad & Esch, de Ambelt, het Drenthe College en de sportaccommodatie hun bestemming hebben gekregen in totaal 29.000 m² gebouwen. Het park ligt op een A-locatie naast het station. De gemeente is eigenaar van de openbare scholen, die weer onderwijsruimte van Woonconcept Vastgoed voor het eigen

34

schooldomein

juli 2015

deel huurt. Directeur bedrijfsvoering van Stad & Esch Hugo van der Vlist benadrukt het belang van een goed programma van eisen: “Wat is de visie op het onderwijs en hoe vertaal je die? Je moet het denken over het onderwijs in een vroeg stadium beginnen en daar breed draagvlak voor organiseren. Veel scholen worden al snel weer verbouwd omdat het programma te genormeerd tot stand komt. Door samenwerking tussen de scholen is bijvoorbeeld het praktijkgebied ontstaan of het hart van Ezinge, dat onze kunstvakken en het theater huisvest. Dat betekent dat je als scholen oude werkwijzen moet durven loslaten om meer in leer- en werkactiviteiten en de relaties tussen functionele gebieden te kunnen denken. Ook op


ONTWERP EN INRICHTING

akoestisch gebied. Kernkwaliteiten zijn flexibiliteit, duurzaamheid, een parkachtig landschap en digitaal onderwijs. Resultaat: een uitdagende leer-, leef- en werkomgeving op menselijke maat met meerwaarde voor de buurt.”

Van potlood naar stad Dorte Kristensen: “Wij ontwerpen van potlood naar stad en altijd vanuit de eindgebruiker, want onderwijs gaat over het vormgeven van sociale processen. Het klaslokaal als heilige koe van 55m² met kasten en rijen stoelen is voorbij. Het programma van onderwijspark Ezinge is van dynamiek naar rust ontworpen, via ruimten voor de gemeenschap naar projectmatig werken, instructie en zelfstudie. Met veel plekken waarin ontmoeten en leren in verscheidenheid samengaan. Ik voorzie dat we in de toekomst verder gaan werken langs de lijnen van gepersonaliseerd leren, met een groeiend besef van plaats onafhankelijkheid. De differentiaties in ruimten gaan steeds verder en dat betekent dat het inrichten steeds meer activiteitgestuurd en daarmee toevallig en flexibel wordt. Daarom gaan we enorm afhankelijk worden van bouwfysici. De rol van de architect blijft daarbij slim, effectief en duurzaam te verbeelden wat de samenleving nodig heeft.”

Identiteitsbewijs Peter de Visser over het creëren van identiteit en eigenaarschap: “Er is altijd een spanningsveld tussen de stip op de horizon en de cultuur en waarden van vandaag. Je moet dus meebuigen, maar ook streng zijn voor de essentiële zaken. De sector die het leren als waarde voert komt als lerende organisatie vaak niet verder. Daarom hebben wij in verschillende fasen docenten en leerlingen betrokken om mee te denken over wie en wat we willen zijn. We hebben in drie dagen samen met Marcel Kampman van Happy Kamping de identiteit van Stad & Esch bepaald met als doel onze leerlingen optimaal voor te bereiden op de uitdagingen van de 21e eeuw. Daarbij moet een school ruimte bieden voor passie, creativiteit, persoonlijke ontwikkeling en lef. Een podium waar je je ontwikkelt vanuit eigen kracht. Dat leidt tot een gemeenschappelijk denken en doen van alle medewerkers. Dat heeft een zogenaamd identiteitsbewijs opgeleverd, waarin alles staat wat wij belangrijk vinden. Het gebouw kan helpen om een in al haar dragers gewenste ontwikkeling vorm te geven. De leerlingen voelen het als een kleinschalige school. Wat in het gebouw verandert moet dus altijd de toets van identiteit doorstaan.”

Wicked learning Sjef Drummen noemt zichzelf onderwijskunstenaar en is local unit leader van Niekée Roermond: “Ik ontwikkel vanuit de Stichting Onderwijs Midden Lim-

Sjef Drummen aan het woord

burg en de Open Universiteit een nieuw onderwijsmodel. De huidige school is vooral geconditioneerde onzin. Het hele leven is object van leren en de ideale leeromgeving van morgen is een mix van heel veel; De Efteling, een boeddhistisch klooster en het atelier. Het is een plek van verbeelding, waar je fouten mag maken omdat je niet weet waar het naar toe gaat. Ik hou van het begrip Wicked learning. We weten het gewoon niet. Mijn school Niekée is een volledig digitaal open leerwarenwarenhuis, waar de leerlingen met vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen zien. Het gebouw moet inspireren en de gebruiker moet zijn eigen leerproces maken en beïnvloeden. De wereld is de content en die is vrij toegankelijk. Daarbij horen begrippen als vertrouwen, inspiratie en begeleiden. De nieuwe leraar is een sherpa die je helpt de berg te beklimmen. Het onderwijs van de toekomst is geheel data gedreven waarbij er geen grenzen meer zijn tussen thuis, de school, de straat en de virtuele wereld.”

“De nieuwe leraar is een sherpa die je helpt de berg te beklimmen.”

Wat volgde was een inspirerende discussie en een rondleiding door het onderwijspark. Met vooral aandacht voor kleinschaligheid, intimiteit en de akoestische kwaliteit van het gebouw. Kijk voor meer informatie op www.ecophon.nl, www.stadenesch.nl en www.atelierpro.nl.

schooldomein

juli 2015

35


Kleinschaligheid in nieuwe Frits Philips lyceum-mavo Eindhoven

Ontwikkeling als thema Een grote school met 1.600 leerlingen die kleinschalig moet aanvoelen en waarin de ontwikkeling van de leerlingen centraal staat. Bovendien een samenvoeging van twee scholen. Een mooie uitdaging die het architectenbureau LIAG graag aanging. Tekst Sibo Arbeek Renders en schets LIAG

A

Foto: Robert Tjalondo

rchitect Thomas Bögl vat het project samen: “Hoe ontwikkelen kinderen zich en hoe vertaal je dat in een gebouw? Dat was de essentie van de nieuwbouw voor het Frits Philips lyceum-mavo in Eindhoven. De beide locaties van het Lyceum Bisschop Bekkers en het Christiaan Huygens College zullen bij de oplevering van de nieuwbouw in augustus 2016 officieel gefuseerd zijn tot één school in één gebouw. De nieuwe naam is niet voor niets gekozen en symboliseert de goede band met Eindhoven en de regio. De nieuwe school wordt gebouwd op de sportvelden van het huidige Lyceum Bisschop Bekkers.

Thomas Bögl

36

schooldomein

Zichtbaar zijn Collega-architect Carina Nørregaard legt uit: “De locatie ligt in een rustige woonwijk, die door het zogenaamde Driehoeksbos, sportvelden en kleine bedrijfsgebouwen wordt begrensd. De school wilde meer zichtbaar zijn vanaf de doorgaande weg Marathonloop en komt op de plek waar nu de sportvelden liggen. De bestaande sporthal wordt getransfor-

juli 2015

meerd en geïntegreerd in de nieuwe school die drie bouwlagen telt. Beide scholen blijven in bedrijf tot de nieuwbouw helemaal gebruiksklaar is. Pas dan wordt het bestaande gebouw afgebroken en op die plek komen later de nieuwe sportvelden. Er komt een laag bouwdeel om de bestaande sporthal, waarin de bestaande kleedkamers en de nieuwe kantine zijn gesitueerd. De sporthal kan ’s avonds door de buurt gebruikt worden.”

Kleinschaligheid Thomas: “Door de fusie van de twee scholen waren de ouders bezorgd dat de geborgenheid die zij gewend zijn verloren zou gaan in een grootschalig gebouw voor 1.650 leerlingen. Een belangrijk vertrekpunt voor het ontwerp was daarom de kleinschaligheid. Het gebouw kent leergebieden met eigen lockers en werkplekken, die als een eigen thuisbasis fungeren. De boven- en onderbouw hebben eigen trappen en blijven gescheiden van elkaar. Zo kunnen de leerlingen van de onderbouw in eigen tempo


vanuit hun thuisbasis goed wennen aan de ‘nieuwe wereld’. De school heeft vier talentenrichtingen: Sport, Cultuur, Ondernemerschap en Exacte wetenschappen met een ‘brainport’ruimte voor onder andere robotica.

Talentenrichtingen Het gebouw heeft één centrale entree waar de kleinschaligheid herkenbaar is. Vanuit daar kunnen de leerlingen de trap naar de eigen thuisbasis nemen of doorlopen naar de aula. De aula heeft verschillende zones met diverse hoogten. Elke zone kent een eigen karakter; van geborgen tot meer open en met interactieve plekken. De aula is de centrale ruimte met een vide over alle verdiepingen. Vanuit de aula zijn de talentenrichtingen als eigen etalages zichtbaar. De grote trap loopt door naar buiten en wordt gescheiden door een glazen gevel. Deze trap kan ook als tribune gebruikt worden bij voorstellingen en lessen aan grotere groepen. Werkplekken voor de docenten liggen verspreid in het gebouw en de twee directeuren zitten aan de vide en zijn goed zichtbaar. Het wordt een gebouw waarin je elkaar makkelijk ontmoet.”

Onderscheidende uitstraling Thomas: “Het gebouw krijgt een onderscheidende uitstraling met een driedimensionale gevel die een steeds veranderend gevelbeeld schept. Elk perspectief biedt een ander verrassend beeld en een fris kleurenschema. Het kleurenschema wordt doorgezet in het interieur die door houten kozijnen en wandafwerkingen een warme en natuurlijke uitstraling krijgt. Een goede akoestiek in de aula wordt bereikt door de wanden te voorzien van akoestisch materiaal met daarop houten latten bevestigd, die ook als borstwe-

ring bij trappen en balustrades worden toegepast. Het schoolplein hebben we als een leer- en ontmoetingslandschap benaderd, waarbij we eilandjes in het groen hebben gemaakt waardoor ook buiten diversiteit en kleinschaligheid ontstaan. Gebouw en terrein zijn bovendien op de zon ontworpen en dat betekent dat de grote buitentrap een fijne zonnige verblijfsplek wordt. Omdat ontwikkeling en ontmoeting belangrijke thema’s waren hebben we in het ontwerpproces veel aandacht besteed aan de gebruikers; er zijn excursies, enquêtes, spreekuren en workshopmiddagen geweest, die we samen met ICSadviseurs hebben gehouden. Zo’n 400 leerlingen en heel veel ouders hebben op de enquête gereageerd. Aspecten als fris en modern sprongen er uit. Verder was de wens om de nieuwbouw niet als een standaard school eruit te laten zien, maar juist aan te sluiten op de belevingswereld van de leerlingen. De huidige schoolgebouwen zijn sterk gedateerd en de activiteiten zijn daar niet zichtbaar. Wat de leerlingen graag wilden behouden was de knusheid van het gebouw.”

Warme uitstraling Carina over duurzaamheid: “Een belangrijk thema was ook dat het een onderhoudsarm gebouw moet zijn. Het wordt daarom ook een compacte school. De gevelmaterialen zijn onderhoudsvriendelijk evenals de rubberen vloer die wat duurder is, maar zich in het onderhoud terugverdient. We hebben gekozen voor houten kozijnen met aan de buitenzijde een aluminium profiel die je niet hoeft te schilderen, maar aan de binnenzijde wel een warme uitstraling geven. Wij zien dat wanneer leerlingen betrokken worden bij het ontwerpproces van hun nieuwe school zij ook met meer liefde en respect omgaan met het nieuwe gebouw. Dat is ook duurzaamheid.”

Foto: Ben Aarts

ONTWERP EN INRICHTING

Carina Nørregaard

“Het gebouw krijgt een onder­ scheidende uit­ straling met een driedimensionale gevel die een steeds veranderend gevelbeeld schept.”

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever SECVO Eindhoven

Project Nieuwbouw Frits Philips lyceum-mavo Eindhoven voor vmbo-t, havo en vwo

Architect LIAG architecten en bouwadviseurs, Den Haag

Projectmanagement ICSadviseurs

Installatie adviseur Nelissen, Eindhoven

Constructeur Bouwadviesbureau Van der Ven, Ridderkerk

Bouwfysica Peutz, Mook

Oplevering Augustus 2016

schooldomein

juli 2015

37


Onderwijsvastgoed Dag 2015 Naar een toekomstbestendige school Datum: 24 september 2015 Tijd: 9.30 – 17.00 uur Locatie: Kasteel de Schaffelaar te Barneveld Voor optimale leerprestaties is een gezond binnenklimaat nodig. Een toekomstbestendig schoolgebouw moet daarbij ook duurzaam, veilig en flexibel zijn zonder dat het onderwijsbudget belast wordt door hoge exploitatielasten of een ondoordacht meerjaren onderhoudsplan. Op de Onderwijsvastgoed Dag 2015 komen stappen aan bod om tot zo’n toekomstbestendige school te komen. Wat is nodig en wat niet? Hoe hebben andere scholen het aangepakt en met welke resultaten? Welke mogelijkheden zijn er voor de financiering? De Onderwijsvastgoed Dag wordt georganiseerd door Schoolfacilities, Schooldomein, Ruimte OK en het Instituut Voor Vastgoed & Duurzaamheid (IVVD). Voorzitter tijdens deze dag is Sibo Arbeek van ICS Adviseurs.

38

schooldomein

mei 2015

PROGRAMMA 9.30 uur ONTVANGST 10.15 uur Inleiding op de dag – Sibo Arbeek, dagvoorzitter (Partner ICSadviseurs en hoofdr­edacteur Schooldomein) 10.30 uur VASTGOEDSTRATEGIE • Van toekomstbeeld naar actie nu – Robbert Jan Piet (Raad van Toezicht Ronduit Openbaar Onderwijs Alkmaar) • Green Deal Verduurzaming Scholen – Marco van Zandwijk (Ruimte-OK) • Nieuw perspectief op strategische onderwijshuisvestingsplanning in tijden van krimp – Onno Damen (ICS Adviseurs) 11.30 uur PAUZE 12.00 uur UIT DE PRAKTIJK • Prestatiegericht en exploitatieneutraal investeren in binnenklimaat en energie (casus 10 basisscholen Amsterdam Zuid) – Albert Duyst (projectleider namens Gemeente Amsterdam) en Machiel Karels (DWA) • Doordecentralisatie - Het Bredase model voor PO en VO – Max Hoefeijzers (Cooperaties Building Breda en Breedsaam) 13.00 uur LUNCH 13.45 uur BREAK-OUT SESSIE 1 – keuze uit 3 onderwerpen 1. Stappenplan: Naar een duurzame school… - Jeroen Nollet (Escoplan) en Barrel Ripper (Matrix Onderwijshuisvesting) 2. Integraal groot onderhoud versus renovatie (casus 37 jaar oude school in Venlo) – Dick van Tulde (Syntegraal) 3. Slim stapelen bij krimp – Henk Jan Kok (Retrain)


Max Hoefeijzers

14.30 uur BREAK-OUT SESSIE 2 – keuze uit 3 onderwerpen 1. Financieringsinstrumenten voor het onderwijs – Martin van Osch (Ruimte-OK) 2. Fris maken 8 basisscholen Veldhoven – Jan van Hout (OVVIA) 3. Keuzes maken in het (duurzaam) meerjaren onderhoud – Fer Gerritzen (OCS Maatschappelijk Vastgoed) 15.00 uur PAUZE 15.30 uur FINANCIERING • De financiële Business Case – Jean Pierre Renard, Ilfa • Huren als een eigenaar – Donald van der Veen (Stichting Maatschappelijk Vastgoed) • Financieringsoplossingen voor verduurzaming van schoolgebouwen – Fleur Eldenhorst (BNG Bank) 17.00 uur NETWERKBORREL Het programma loopt van 9.30 uur tot 17.00 uur met aansluitend een netwerkborrel.

Sibo Arbeek

Onno Damen

Robbert Jan Piet

Jan van Hout

Henk Jan Kok

Donald van der Veen

Marco van Zandwijk

Dick van Tulden

Jeroen Nollet

UW INVESTERING € 295,= excl. BTW en inclusief lunch, koffie, thee en netwerkborrel.

AANMELDEN Ga naar www.onderwijsvastgoeddag.nl en klik op Inschrijven. Martin van Osch

Fleur Elderhorst

Barrel Ripper

schooldomein

juli 2015

Machiel Karels

Fer Gerritzen

Albért Duyst

39


Duurzame kwaliteit tijdens bouw én exploitatie

DDBME-aanbesteding MFC Atria Leusden MFC Atria wordt een nieuw multifunctioneel centrum in Leusden waarin onder andere drie basisscholen, een gymzaal en buitenschoolse opvang zullen worden gehuisvest. De bestaande gebouwen moeten worden gesloopt en de infrastructuur rondom de kavel wordt vernieuwd inclusief een parkeerterrein met kiss & ride-zone. Inmiddels is de Europese DDBME-aanbesteding (Design, Demolish, Build, Maintain & Energy) met een looptijd van 20 jaar na oplevering succesvol verlopen. Tekst Willem Adriaanssen (HEVO) Beeld Pellikaan Bouwbedrijf & Bureau Bos

O

pdrachtgever Stichting Voila heeft de ambitie om de basisscholen De Klimrakker, De Bongerd en De Vallei onder te brengen in een nieuw multifunctioneel complex (MFC) op de locatie waar nu de twee laatstgenoemde scholen zijn gehuisvest. Daarnaast zal het MFC plaats bieden aan een gymzaal en buitenschoolse opvang. Het plan is in nauwe samenwerking met de gemeente Leusden ontwikkeld.

40

schooldomein

juli 2015

Integrale opdracht In dit project is gekozen voor een integrale opdracht voor het ontwerp, de realisatie inclusief sloop, het technisch onderhoud en het energieverbruik voor een periode van 20 jaar na de ontwerp- en bouwfase. De opdrachtgever wenst namelijk kwalitatief hoogstaande duurzame huisvesting en wil ontzorgd worden op de gebouwprestaties, sloop- en bouw­ risico’s en financiële lasten in de exploitatiefase. Hier-


ONTWERP EN INRICHTING bij wordt er effectief gestuurd op de realisatie van de optimale Total Cost of Ownership (TCO), waarbij de opdrachtnemer de verantwoordelijkheid draagt voor de duurzaamheid en prestaties van de ontwikkelde gebouwoplossing.

Integrale vraagspecificatie Om het totale project goed aan te kunnen besteden stelde HEVO een integrale digitale vraagspecificatie op (Programma van Eisen). Hierdoor kon de dialoog over de eisen in de aanbestedingsfase goed worden gevoerd en kan vervolgens de kwaliteit van het project worden beheerst overeenkomstig de UAV GC-overeenkomst. De DBME-opdrachtnemer moet in dit geval aantonen dat de geëiste prestaties worden gerealiseerd.

Lange contractduur Vanwege de lange contractduur was de kwaliteit van de samenwerking tijdens de aanbestedingsfase een van de EMVI-criteria. De aanbesteding is volgens de methode van Best Value Procurement georganiseerd, waarbij de budgetten voor investering, onderhoud en energie bekend werden gemaakt en de selectie van opdrachtnemers gebeurt op basis van kwaliteit van de ingediende plannen, de samenwerking, duurzaamheid en Total Cost of Ownership.

Meerwaarde Het contract heeft een looptijd van bijna 22 jaar, met een exploitatieperiode van 20 jaar. Vier consortia dienden een complete inschrijving in van bijzonder hoge kwaliteit. In een efficiënt proces met goed overleg en afstemming met gebruikers bleken de marktpartijen forse meerwaarde te kunnen realiseren door, op basis van de beschikbare budgetten voor investering, sloop, onderhoud en energieverbruik, te optimaliseren voor de gehele contractperiode. Deze meerwaarde is, zeker gezien de recente forse verhogingen van de eisen in het Bouwbesluit, opvallend.

Profielschets opdrachtnemer

partij juridisch aansprakelijk. Omdat een opdrachtgever niet zit te wachten op een gelegenheidscombinatie die nog geen ervaring heeft in het samenwerken, konden inschrijvers extra punten verdienen op het moment dat zij niet alleen aan de gevraagde competenties voldeden, maar deze ook reeds hadden uitgevoerd met de overige partijen waarmee ze inschreven.

Ontwerpsessies In de gunningsfase is het aspect samenwerking verder uitgewerkt in de competenties samenwerkingsgerichtheid en oplossingsgerichtheid. In een van de overlegronden beoordeelde een onafhankelijke deskundige van Motion Consult deze competenties tijdens een drie uur durende ontwerpsessie met het complete team van de inschrijver en van de opdrachtgever inclusief gebruikers.

Haalbaar plan Het intensieve overleg over de haalbaarheid van de uitvraag leidde tot een constructieve dialoog. In die context kwamen twijfels over de haalbaarheid op tafel die vervolgens open en transparant werden behandeld. Door verduidelijking en bijstelling van bepaalde eisen uit de vraagspecificatie bleek het mogelijk om een haalbaar plan in te schrijven. De aanbesteding is gewonnen door Pellikaan Bouwbedrijf in samenwerking met Bureau Bos, Optisport, BerkhoffBoerboom en Kragten. Deze aanbesteding bewijst dat integrale prestatiecontracten ook toepasbaar zijn voor kleinere projecten.

“Het contract heeft een loop­ tijd van bijna 22 jaar, met een exploitatie­periode van 20 jaar.”

Sterrenpotentie Het toekomstige gebouw zal de naam Atria dragen, een sterrennaam. De gedachte hierachter is dat iedereen in het MFC de potentie heeft een ster te worden. Of diegene nu op school zit, bij de dagopvang komt of actief is als sporter. De bouw gaat in november 2015 van start. Voor meer informatie surft u naar www.hevo.nl.

Een goed begin is het halve werk. Om in de aanbesteding het onderwerp samenwerking de aandacht te geven die vereist is, begonnen de opdrachtgever en de gemeente zelf met het geven van het goede voorbeeld. Stichting Voila gaf duidelijk aan wat haar belangen zijn en was transparant over haar doelen, de kaders en de manier waarop zij een partner selecteert. Al in de selectieleidraad werd een profielschets opgenomen van de opdrachtnemer en de verwachte competenties en kwaliteiten.

Extra punten voor ervaring Vanwege het grote aantal disciplines die onderdeel zijn van dit contract, ligt het voor de hand dat de keuze eerder valt op een consortium dan op een enkele opdrachtnemer, ook al is er uiteindelijk maar één

schooldomein

juli 2015

41


Twee scholen in één gebouw

Ruimte voor eigen onderwijskundig Het leerstijlen model van Dunn en Dunn is gebaseerd op differentiatie. Het model gaat er van uit dat niemand hetzelfde is. Het model houdt rekening met vijf categorieën van in totaal 21 variabelen die het leren en de concentratie beïnvloeden. Uitgangspunt van het leerstijlen-model is dat iedereen kan leren en talenten heeft, gebaseerd op een combinatie van biologische en karakterologische kenmerken. Iedere leerling heeft zijn eigen unieke combinatie van voorkeuren. Als leertaken benaderd worden via deze voorkeuren zijn leerlingen het meest zelfverzekerd en succesvol. De invloed per variabele kan sterk tot matig wisselen. Er zijn ook variabelen die geen invloed hebben op het vermogen van de leerling om zich te concentreren en te leren. De volgende aandachtsgebieden zijn relevant voor de leeromgeving: • Omgeving: sommige leerlingen leren het beste in een koele rustige kamer, anderen hebben muziek nodig en een warme kamer. Er wordt rekening gehouden met aspecten als licht, geluid, temperatuur en type werkplek.

42

schooldomein

juli 2015

• Emotioneel: sommige leerlingen werken het liefst aan meerdere projecten tegelijkertijd, anderen maken het liefst eerst een project af voor ze aan het volgende beginnen. Er wordt rekening gehouden met aspecten als motivatie, doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheid en structuur. • Sociaal: sommige leerlingen leren het best alleen, anderen het liefste samen met medeleerlingen. • Fysiologisch: er wordt rekening gehouden met aspecten als perceptie (auditief, visueel, tactiel en kinesthetisch), energieniveaus (vroege vogel of nachtbraker), eten en drinken (wel of niet tijdens de studie) en mobiliteit (stilzitten of bewegen). • Psychologisch: hemisferisch (welke hersenhelft heeft de voorkeur), impulsief of reflecterend (direct handelen of eerst nadenken), globaal of analytisch (geluid, licht, zithoek, doorzettingsvermogen, sociologische voorkeur, eten en drinken).


ONTWERP EN INRICHTING

Omgeven door hoge flats in Duivendrecht valt het nieuwe, stevige gebouw op, waarin de Zonnehof scholen zijn ondergebracht. Aan de ene kant van het gebouw huist OBS De Grote Beer en aan de andere kant de A. Bekemaschool. Allebei vernieuwend in het onderwijsconcept, maar totaal verschillend in de inrichting en de beleving.

Tekst Sibo Arbeek

H

concept

et gebouw is in samenwerking ontworpen door de architecten Theo Kupers en Jeroen Schipper. Theo Kupers vertelt over de aanleiding van de nieuwbouw: “De openbare en katholieke basisschool zaten in functioneel en technisch slechte gebouwen, waarin bovendien asbest zat. De gemeente had al lang nieuwbouw beloofd en na een lang en complex proces om tot een brede school met aanvullende functies te komen is uiteindelijk besloten om hier een gebouw voor alleen de twee scholen neer te zetten. Nu staat het recent geopende gebouw er. Theo: “Het was uiteindelijk dus een vrij traditionele vraag. Twee scholen op een compacte locatie, die aan een natuurspeelplaats met hoge bomen grenst. Beiden met ongeveer 275 leerlingen en een redelijk stabiele toekomstverwachting. We hebben twee gebouwen ontworpen die met de rug tegen elkaar aan liggen. Van bovenaf zie je een vierkant en een rechthoek, waarbij elk deel zelfstandig ontwikkeld is. Het gebouw heeft een derde verdieping met voor elke school een crealokaal. Dat is de verdieping waarin flexibiliteit tussen scholen onderling mogelijk is, zonder een extra ingreep te plegen. Brand- en constructietechnisch is rekening gehouden met een verdere uitbreiding op de derde verdieping.”

“Sommige kinderen hebben meer licht nodig, anderen willen lopen, hangen of juist liggen.”

Rechthoekige plattegrond Ondanks dat het leerlingtal en de ruimtebehoefte voor beide scholen hetzelfde is, is de uitwerking in het programma totaal verschillend. Theo: “Bij de Grote Beer kom je centraal binnen en ervaar je dat het trappenhuis alles met elkaar verbindt. Het is een rechthoekige plattegrond waarbij het speellokaal ruimtelijk met het trappenhuis is verbonden, waardoor een theateropstelling kan worden gemaakt, met een backstage toegang vanuit de lerarenkamer, die dan als kleedkamer dient. De jongste groepen heb-

schooldomein

juli 2015

43


Theo Kupers

ben een kleinschalig leer- en speelplein en de oudste groepen een veelvormige leeromgeving, waarin overal plekken zijn ingericht om iets te doen.” De mooie lichtkoepels in het blauwe plafond vallen op en zorgen voor directe lichttoevoer. “Stel je voor dat je een leerling bent en op je rug ligt, wat zie je dan?”, vraagt Theo. Na even kijken is de figuur van het sterrenbeeld van De Grote Beer duidelijk zichtbaar. Een prachtig onderdeel van de beleving van deze school.

PROJECTINFORMATIE Project Vervangende nieuwbouw Zonnehof scholen

Opdrachtgever Schoolbesturen Asko en Stichting Openbaar Onderwijs Primair

Bouwmanagement ABC Nova Amsterdam

Aannemer Bouwkundig

Door de rechthoekige vorm, de lichtkoepels en de transparante afscheidingen naar de klaslokalen ontstaat een gevoel van ruimte en licht.” Theo knikt: “De gemeente wilde een frisse school klasse B en op onderdelen zelfs A. Het is op de aspecten energie, lucht en licht een hogere klasse dan wettelijk vereist. De verdiepingen zijn hoger, waardoor de luchthoeveelheid stijgt en het visuele comfort is toegenomen. Dat betekent veel natuurlijk licht en warmte, dat buitengehouden moet worden. De Grote Beer heeft lichtkoepels en de A. Bekemaschool sheddaken, omdat dat deel op het noorden ligt.”

Klaassen Arnhem

Dunn & Dunn

Adviseur Installaties

“De A. Bekemaschool heeft meer een vierkante plattegrond en een totaal andere inrichting. De school hanteert het zogenaamde Dunn & Dunn leerstijlenconcept, waarvan er in Nederland maar één school is en de A. Bekema heeft nu een nieuw gebouw, waarin het concept tot volle wasdom kan komen. Theo: “De essentie van het Dunn & Dunnconcept is dat elk kind anders leert. Sommige kinderen hebben meer licht nodig, anderen willen lopen, hangen, liggen of van aparte meubels gebruik maken. De onderwijskundige indeling kent wel de groepen 1 tot en met 8, maar er zijn geen eigen klassen, maar zogenaamde base camps, van waaruit je de dag begint. Zo’n base camp heeft het formaat van een halve klas en kent geen traditionele opstelling met tafels of stoelen, maar banken en zitzakken, waardoor er ook fysiek minder

De Blaay-van den Bogaard R.I.

Architect Theo Kupers Architecten i.s.m. Jeroen Schipper Architecten

BVO 3.170 m²

Bouwkosten € 3.341.180 excl. btw incl. installaties en schoolpleinen

Oplevering Februari 2015

44

schooldomein

juli 2015

afstand tussen de leraar en de leerlingen is. Na een korte instructie zoeken de leerlingen een plek die voor hen het fijnste is, waar ze hun werkjes mogen doen. Omdat het schoolbestuur toch wat huiverig was, hebben we het gebouw zo ontworpen dat het ook weer naar de normale verhoudingen te transformeren valt. In deze school heeft de onderbouw een aparte ingang. Bij binnenkomst gaan de schoenen uit en de sloffen aan, waardoor het woonkamer­ idee geaccentueerd wordt. In de ruimte zijn overal verschillend vormgegeven plekken waar je wat kunt doen. Ook zijn er aparte stilteplekken voor kinderen, die transparant zijn, maar toch geïsoleerd liggen. Ook deze school kent een meanderende leerpleinvorm met een centraal trappenhuis, die ook als tribune dient, waarop kinderen kunnen zitten en leren. Op het leerplein zijn twee kookeilanden in een huiskamerachtige setting geplaatst.” Directeur Marco Dekker over het concept en de ruimtelijke uitvoering: “In ons oude gebouw kon dit concept niet tot wasdom komen, omdat we daar nog traditionele lokalen hadden. In dit gebouw zie je dat de BSO op een natuurlijke manier van alle ruimten gebruik maakt en dat laat zien dat er eigenlijk geen onderscheid is tussen leren en vrije tijd. Mijn opvatting is ook dat je schoolomgevingen minder schools moet maken om hem voor kinderen interessant te maken. Het speellokaal wordt bijvoorbeeld ook voor het onderwijs gebruikt en niet alleen voor spelen. Dat maakt dus ook dat de hele school plekken biedt waarbij kinderen ontspannen zijn en leren op hun eigen manier kunnen combineren.” Theo knikt: “Het is één gebouw met dezelfde bouwkundige en installatietechnische ingrediënten, maar met verschillende werelden en ook andere kleurschema’s. De Grote Beer heeft veel blauw en de A. Bekemaschool veel natuurlijke kleuren, die je ook in de natuur terug vindt. Voor meer informatie kijkt u op www.theokupers.nl en www.jsa-rotterdam.nl.


ONTWERP EN INRICHTING

Interimmers in beeld

Integraal huisvestingsplan onderwijs­ huisvesting voor ­gemeente Hilversum De gemeente Hilversum voert in samenwerking met de schoolbesturen een integraal huisvestingsplan uit voor de realisatie van nieuwe en verbeterde schoolgebouwen. De beleidsafdeling Maatschappelijke Ontwikkeling kon daar goed aanvullende inzet en expertise bij gebruiken. ICSinterim heeft als resultaat van een meervoudige aanbesteding de opdracht gekregen om deze capaciteitsvraag voor de gemeente in te vullen. Tekst Sherwin Neira Foto Kees Rutten

D

e gemeente Hilversum had een vrij omvangrijk Integraal Huisvestingsplan dat een grote druk legde op de interne organisatie. Een aantal dossiers bleef daardoor liggen. Het helpt op zo’n moment als wij een professional kunnen inzetten die al van de ins en outs weet en na een korte uitleg direct aan de slag kan. De gemeente benaderde ICSinterim die Rens van Hal als interimkandidaat voorstelde. Er was een klik en Rens ging aan de slag.

Belangen en de verantwoordelijkheden “Rens heeft ons goed door een aantal lastige dossiers weten te leiden. Daarnaast is Rens een fijne collega gebleken die goed binnen ons team paste”, zegt Lonneke Kuijers van de gemeente Hilversum. Rens voegt daaraan toe: “De regelgeving en de financiering van onderwijshuisvesting zit ingewikkeld in elkaar, waarbij de belangen en de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen elkaar soms flink in de weg zitten. Dit terwijl zowel de gemeenten als ook de schoolbesturen hetzelfde algemene doel nastreven, namelijk een zo goed mogelijke leer- en werkomgeving te creëren voor de kinderen en voor de teamleden van de school. Ik zet mij daarom voor elk project 100% in om de verschillende deelbelangen te managen in de richting van het algemene, gezamenlijke belang. Het helpt zeker dat ik dat als interimmer soms vanuit een schoolbestuur en soms vanuit een gemeente mag doen. Daardoor ken ik de belangen van beide partijen goed. Samenwerken is en blijft een kwestie van geven en nemen.”

Professionals voor de publieke sector Rens van Hal heeft de afgelopen tweeëneenhalf jaar als interim projectleider onderwijshuisvesting

Rens van Hal en Lonneke Kuijers

“Opdrachtgevers huren een interimmer op maat, maar krijgen daarmee ook toegang tot de expertise van een hele organisatie.”

verschillende nieuwbouw en renovatie initiatieven voor de gemeente Hilversum begeleid. Rens heeft zijn opdracht recent naar tevredenheid van de gemeente Hilversum afgerond. ICSinterim levert professionals voor de publieke sector. Bijkomend voordeel is dat de interimmers van ICSinterim gebruik kunnen maken van de expertise van ICSadviseurs. Opdrachtgevers huren een interimmer op maat, maar krijgen daarmee ook toegang tot de expertise van een hele organisatie. Voor meer informatie of een eerste gesprek neemt u contact op met Sherwin Neira: 06 22569665 of sherwin.neira@icsinterim.nl.

schooldomein

juli 2015

45


Verhuizing Bestuursgebouw van de Radboud Universiteit in Nijmegen

Respect voor de g­ ebruiker voorop

Ferry Soetekouw van de Radboud Universiteit is projectmanager van het Universitair Vastgoed Bedrijf. Hij begeleidt de verhuizing van de ruim 270 medewerkers van de bestuursdienst naar het voormalige bejaardenoord-verzorgingshuis van de Jezuïeten aan de Houtlaan. Zij worden maximaal betrokken bij het meedenken over de toekomstige werkplek. Tekst Sibo Arbeek

F

erry: “Binnen de bestuursdienst fungeren onder andere de staftaken personeel en organisatie, financiën, marketing en communicatie, bestuurlijke en juridische zaken. Dat zijn de mensen die direct gekoppeld zijn aan het College van Bestuur en de dagelijkse bedrijfsvoering. Dat cluster verhuizen we naar een rijksmonument dat de universiteit eind 2013 heeft aangekocht. Het betreft een oud klooster van de Orde van Jezuïeten, waar nu nog 65 bejaarde

46

schooldomein

juli 2015

paters zitten, die daar verzorgd worden. Het park van 7,5 hectare groot waarin het klooster staat wordt ook eigendom van de universiteiten en wordt in de toekomst opengesteld net als de rest van de groene campus. Het betreft een strategische aankoop, die al in de jaren ’80 voorzien was. Het kloostergebouw krijgt deels de bestemming van academiegebouw en daarnaast wordt het de nieuwe plek voor de stafdiensten. De academiefunctie past bij de tradities van de


ONTWERP EN INRICHTING

universiteit. Daar horen thema’s bij als ontmoeten, service en vieren. Het wordt het nieuwe meeting point van de universiteit. Het voormalige bestuursbureau is functioneel en technisch verouderd en wordt herbestemd of gesloopt.”

Ons nieuwe werken Aanleiding om het bestuursbureau naar het voormalige klooster te verhuizen was om de mensen en het werk beter te organiseren. Ferry: “Weliswaar is er een werkgroep ‘ons nieuwe werken’, maar de behoefte van de mensen zelf is leidend. De universiteit geeft geen harde richtlijnen. We kijken waar vernieuwing mogelijk is, maar passen het niet dwingend toe. Een paperless office is geen doel op zich.” “We betrekken de mensen vroeg bij de plannen zodat je achteraf geen weerstand krijgt. Dat leidt tot medewerkers die zich echt voor de universiteit willen inspannen. Door straks de juiste mensen vanuit hun vakgebied bij elkaar te zetten kunnen we de kwaliteit van het werken verbeteren”, vult Barbara Winkelhuyzen van ICSadviseurs aan. Zij begeleidt het proces om de 270 collega’s opnieuw te huisvesten: “Ze zitten nu vaak kriskras door elkaar omdat het toevallig in de loop van de jaren zo gegroeid is. Hoe zitten de afdelingen tegenover elkaar, wie werken er samen en wie niet, wie moeten vooraan. Dat zijn belangrijke vragen om een meer logische werkstructuur aan te brengen.”

Spontaan ontmoeten “Het spontaan ontmoeten ontbreekt nu en dat komt ook door de huidige gebouwvorm met drie verdiepingen, lange gangen en dichte kamers. Sommige mensen werken hier al twintig jaar en zijn op een bepaalde manier gevormd. De wensen gaan dan ook niet verder dan een goed bureau en daglicht. Ik ervaar dat ze heel veel zin hebben om te verhuizen, maar ze geven niet af op het huidige gebouw. Wat me telkens weer opvalt, is de enorme betrokkenheid en loyaliteit van de medewerkers bij de Radboud Universiteit. Dat zit in hun systeem. De Radboud is geen universiteit van poeha. Het moet kwalitatief goed zijn, maar wel degelijk en bescheiden. Persoonlijke betrokkenheid en gaan voor kwaliteit komen steeds terug in de verhalen van de mensen. Toen ik ze vroeg waar ze het meest naar uitkeken riepen ze allemaal ontmoeten. Als je lukraak door een gebouw zit mis je dat natuurlijk.”

Verschillende belevingen “Daarbij hebben we vooraf goed overleg gevoerd over het doel van de bijeenkomsten. We zijn begonnen met een brede workshop om het proces goed uit te leggen en organiseren spreekurensessies om vanuit de afdelingen verdieping te krijgen. Ook laten we mensen digitale vragenlijsten invullen over het aantal uren dat medewerkers bepaalde werkzaamheden

Ferry Soetekouw

uitvoeren en de soort werkplek die ze nodig hebben. Op basis van de beantwoording van de vragenlijsten gaan we per afdeling de behoefte aan het soort werkomgeving analyseren. We zoeken de balans tussen functie gerelateerd en activiteiten georiënteerd. Een afdeling communicatie wil eerder in een kantoortuin dan een juridische afdeling. De secretariaten hebben nu nog een eigen kantoor en bedienen hun eigen directeur. We laten ze ervaren dat je een werkplekconcept op verschillende manieren kunt vormgeven, afhankelijk van de sfeer die bij een afdeling past. Daarmee laten we zien dat je met een werkvorm verschillende belevingen en inrichtingen kunt creëren. Door beelden en alternatieven te geven zie je dat mensen hun werkproces anders gaan invullen. Al die diverse input leidt tot bewustwording en enthousiasme. Aan het einde van het proces organiseren we weer een algemene bijeenkomst om de uitgangspunten te verankeren. Dan pakken we ook de relatie met het academiegebouw weer terug. Het is immers een rijksmonument dat zijn bijzondere waarden, maar ook beperkingen heeft.”

Barbara Winkelhuyzen

“Op tijd klaar zijn binnen de planning levert niet altijd het ­beste resultaat op.”

Ferry ten slotte: “Op basis van dit proces kan de architect een eerste inpassingsstudie doen. De selectie hebben we al gestart, omdat we een programma willen dat ruimtelijk-functioneel past en de werkprocessen goed faciliteert. Mijn visie is dat wat je aan de voorkant goed organiseert je aan de achterkant weer inhaalt. Op tijd sturen hoeft niet altijd tot de beste oplossing te leiden.” Voor meer informatie over het begeleiden van de workshops belt of mailt u met Barbara Winkelhuyzen van ICSadviseurs: 06-30751195 of barbara.winkelhuijzen@icsadviseurs.nl.

schooldomein

juli 2015

47


Meest innoverende technasium

Robot opent werkplaats Northgo College In mei 2014 sprak het Northgo College in Noordwijk de ambitie uit de meest fancy en meest innoverende technasiumwerkplaats van Nederland te willen realiseren. Een jaar later opent een door leerlingen aangestuurde robot een schitterende ruimte die deze – en andere ambities – zeker waarmaakt. Een verslag. Tekst Hidde Benedictus

E

“Ons museum heeft dus alles met onderwijs te maken.”

48

schooldomein

en fancy ruimte die niets meer heeft van de oorspronkelijke onderwijsruimten waar dit nieuwe skillslab, zoals het Northgo College de ruimte noemt, in is gerealiseerd. Een grote tube geeft een bijzondere sfeer aan de ruimte: de beide delen van de ruimte die door het split-level een hoogteverschil hebben zijn op een bijzondere manier met elkaar verbonden. De tube herbergt op een inventieve manier enkele meer afgesloten plekken zoals een machinekamer, een scrap heap en een studio. LED lampen die in vormentaal refereren aan de bijzondere ramen brengen een sfeer in de ruimte die enkele bezoekers bij de opening typeerden als het Noorderlicht. Ziehier wat beleving en techniek voor een leer- en werkomgeving kunnen betekenen. De whiteboardwanden met geïntegreerde iPads en whiteboardtafels leggen een mooie verbinding tussen high-tech en low-tech en ondersteunen het Northgo College in haar ambitie te werken aan verschillende 21st century skills. Het Northgo College spreekt

juli 2015

daarom ook van een highschool technasium en formuleert de volgende visie voor de 21st century skills: •M odern onderwijs beperkt zich niet tot een klaslokaal. Met behulp van de nieuwe communicatiemiddelen is de wereld binnen handbereik. Internationale samenwerking groeit en grenzen vervagen. In die wereld is het Northgo College in Noordwijk de ontmoetingsplek met een eigentijds gebouw en ruime voorzieningen. Samen leren en samen leven wordt ondersteund door een team van betrokken en professionele medewerkers. • Nieuwe communicatiemiddelen maken de wereld tot een global village, waarbij je met iedereen op elk moment contact kunt hebben. • Het Northgo College heeft een voortrekkersrol als het gaat om de inzet van technologie en wil deze voorsprong behouden. • Techniek is ondersteunend, het gaat altijd om mensen. Door nieuwe technologieën en methoden is het onderwijs niet alleen gebonden aan een lokaal,


ONTWERP EN INRICHTING

een leraar, een rooster of een gebouw. • De groeiende inzet van ICT als middel biedt kansen om leerlingen zelf een actieve rol te geven, waarbij ze leren verantwoordelijkheid te nemen voor het leren, voor hun toekomst.

een bedrijf dan ook een mooie kans om leerlingen al vroeg te laten kennismaken met het uitdagende werk dat hun branche te bieden heeft. Het Northgo College werkt onder andere samen met de volgende bedrijven:

Aanjager voor innovaties

• Decos Information Solutions • Imtech Marine • Staatsbosbeheer/Het Zuidhollands Landschap • Gemeente Noordwijk • Politie & Brandweer Hollands Midden • Onderzoeksinstituut Imares

Het Northgo College maakt onderdeel uit van het netwerk Zuid-Holland. Eén van de doelstellingen van het technasium is het realiseren van een werkplaats: een praktische ruimte waarin leerlingen in situaties komen waarin zij intrinsiek onderzoeksvragen formuleren en worden uitgedaagd gebruik te maken van de aanwezige faciliteiten en expertise. Ook heeft de werkplaats tot doel leerlingen mee te nemen in de moderne wereld van bèta en techniek. Voor het Northgo College past de ontwikkeling van het technasium goed bij de ingezette ontwikkeling om schoolbreed aan talenten en vaardigheden / skills te werken en zij ziet het nieuwe skillslab daarom ook als aanjager voor andere innovaties in de school. Iedere technasiumleerling werkt in teamverband aan opdrachten die tot concrete resultaten leiden. Deze opdrachten worden niet geformuleerd door de begeleidende docenten, maar komen vanuit het bedrijfsleven of van een instelling. Zowel tijdens de uitvoering van het project als bij de afronding speelt dat bedrijf een belangrijke rol. Het technasium is voor

Programma van Eisen ICSadviseurs heeft het Northgo College begeleid in het – samen met het team van docenten, technatoren, TOA’s en schoolleiding – formuleren van de ambities en uitgangspunten voor de nieuwe ruimte. Dit heeft geleid tot het Programma van Eisen voor de werkplaats. Ook heeft ICSadviseurs de selectie van de interieurarchitect begeleid. Het ontwerp is gemaakt door Pieter Verbraak van Pjotr Design, de ruimte is ingericht door interieurbouwer Bouwens. Voor meer informatie neemt u contact op met Hidde Benedictus van ICSadviseurs die landelijk geldt als de technasiumexpert: hidde.benedictus@icsadviseurs.nl of even bellen: 06-22573604. Kijk voor algemene informatie op www.technasium.nl.

schooldomein

juli 2015

49


Kinderen bezoeken Tijdens één van de workshops in de showroom van EromesMarko gegeven door Barbara Winkelhuyzen was één van de vragen: ‘Welke leerling past bij welke werkplek?’ Leerkracht Ellen Vos zei heel oprecht: “Ik heb daar wel ideeën bij, maar dat moeten we aan de leerlingen zelf vragen”. Dat was ook de doelstelling van de vraag. Bram Kempkens van EromesMarko pakte door en nodigde de klas van Ellen uit.

Tekst Bram Kempkens en Barbara Winkelhuyzen

D

e showroom die de kinderen bezoeken bestaat uit vele verschillende leerplekken. Het is een mooi voorbeeld voor gedifferentieerd onderwijs. Achterin de showroom is een instructielokaal ingericht. Hier kwamen de kinderen niet. Met hun leesboek in de hand gingen ze als eerste opdracht een geschikt plekje zoeken. Als tweede opdracht kregen ze verschillende rekenspellen mee. Uit onze observaties kunnen we de volgende conclusies trekken.

Rustig aan de slag Op het moment dat de kinderen gaan lopen door de open ruimte en op zoek gaan naar een plek gaan

50

schooldomein

juli 2015

ze rennen, druk bewegen en harder praten. Als ze eenmaal een plek gevonden hebben ontstaat de rust. Vooral de afgesloten kleinere ruimtes waren favoriet. Het gat in de muur waar een soort hut gevoel ontstaat of de caravan (half afgesloten plek in de showroom) waren favoriet. Binnen deze kleinere ruimtes ontstond rust om zich te concentreren ook al zaten er twee groepjes.

Kindermaat en hoog zitten Kinderen gaan dus eigenlijk op zoek naar hun eigen maat. Bij volwassenen hebben we het over de menselijke maat, bij kinderen over de kindermaat. Zij


ONTWERP EN INRICHTING

showroom zoeken beschutting en een dak boven hun hoofd dat past bij hun lengte. Is het plafond te hoog ontstaat er eerder onrust. Daarnaast zochten sommige kinderen juist de hoge plekken op. Op hoge stoelen aan een hoge tafel of op een gestapeld podium klimmen. Dat daagt ze uit en zoeken ze op.

Wat werkt; wat niet? Lezen is een individuele werkvorm. De rekenspellen deden ze in kleine groepjes van 2-4 kinderen. Per spel heb je iets anders nodig, bijvoorbeeld een tafel om de kaarten op te leggen. Sommige spellen kun je gewoon in je handen vasthouden. De kinderen gingen zelf uitproberen wat wel en niet werkt. Dat duurde overigens niet lang.

In gesprek Als je samen een spel gaat doen, moet je met elkaar gaan overleggen waar je dat dan wil doen. Ieder kind heeft zijn eigen behoefte en eigen ideeën. Door een diversiteit aan mogelijkheden te bieden moet je samen overleggen waar je gaat zitten. Dit leverde leuke gesprekken en discussies op. Voor de sociaal emotionele ontwikkeling kan dit een goede bijdrage leveren.

Betrek de leerlingen Kinderen vinden direct hun plek in een gedifferentieerde omgeving. Vooral de kindermaat en een beschermde kleine plek blijkt een behoefte te zijn van deze kinderen. Wat biedt uw huidige leeromgeving

“Kinderen kiezen zelf wel hun geschikte werkplekken, dat hoeven architecten, docenten en inrichters niet te bepalen.” aan? Het blijkt dus dat de kinderen hun plek zelf wel vinden en dat het instructielokaal niet ‘in trek’ is. Betrek de leerlingen, laat ze ervaren wat goed werkt voor welk type opdracht en ga van daaruit het inrichtingsvraagstuk beantwoorden. Voor meer informatie neemt u contact op met Bram Kempkens, onderwijskundig huisvestingsadviseur, 06-532 887 97.

schooldomein

juli 2015

51


Schooldomein faciliteert uniek experiment

Bedrijven richten ­innovatieve leeromgeving RK SG Thamen in Schooldomein start met een aantal partners een uniek experiment. In nauw overleg met de opdrachtgever Ger Jägers, directeur van Thamen, wordt in de verbouwopgave een bestaande clustering van lokalen en gangen getransformeerd tot een vernieuwende leeromgeving. De betrokken partijen werken samen met de nog te selecteren architect en de bouwer aan de transformatie

“Waar vroeger alles plaats vond in gesloten klas­lokalen vinden nu meer leeractivi­teiten plaats in open ontmoetings­ruimten.” 52

schooldomein

juli 2015


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek

D

e betrokken marktpartijen krijgen de mogelijkheid om al aan de voorkant van het proces mee te denken in het ontwerp, om op die manier het effect van hun samenhangende inspanning te vergroten. Daarbij wordt ook gekeken naar aspecten als duurzaamheid, binnenklimaat en vooral de beleving van de ruimte.

Innovatieve leeromgeving Schooldomein hanteert daarbij de stelling dat een leeromgeving innovatiever en effectiever in prestaties wordt, wanneer de betrokken marktpartijen samen nadenken over de inrichting van de leeromgeving en daarmee hun krachten en expertise bundelen. De betrokken partijen Ecophon, STALAD, DGMR, Nora Flooring, ICSadviseurs en VELUX sponsoren voor een deel hun inbreng in het project. Daarbij gaat de in te richten leeromgeving als een dynamische showroom werken, die ook daadwerkelijk bezocht kan worden.

0-meting Het project start met een 0-meting onder docenten en leerlingen, om daarmee de beleving van de huidige ruimte af te kunnen zetten tegenover de beleving in de getransformeerde ruimte. Tijdens het proces van ontwerpen tot en met de realisatie komen de partijen op verschillende momenten bij elkaar. Daarbij worden ook leerlingen en een onderwijskundig adviseur betrokken. Schooldomein documenteert het proces, waarbij aan het einde van het traject een publicatie verschijnt en een expertmeeting wordt gehouden.

Intersectorale leer- en werkomgeving RK SG Thamen is onderdeel van de scholengroep IRIS, waaronder vijf scholen vallen. Thamen gaat de VMBO-locatie in Uithoorn grondig renoveren en wil het oude “lts”-gebouw transformeren tot een intersectorale leer- en werkomgeving, waar jongens en meisjes het beroepsonderwijs van morgen volgen. In de voorbereidende bijeenkomst gaf Ger de deelnemers het boekje “Het leren van morgen, ruimte voor ontwikkeling”, waarin IRIS samen met schoolleiders en leerlingen de lijnen heeft uitgezet. Bij het thema ontmoeten staat het volgende over de kwaliteiten van het schoolgebouw: “Het schoolgebouw blijft ook in de toekomst de belangrijkste ontmoetingsplaats. Door de fysieke ruimte dusdanig in te richten wordt men uitgenodigd om meer en op een andere manier met elkaar in gesprek te gaan. Waar vroeger alles plaats vond in gesloten klaslokalen vinden nu meer leeractiviteiten plaats in open ontmoetingsruimten. Dat betekent dat er muren

Van links naar rechts teamleider techniek Ibrahim Chidi, Guus Klamerek van Ecophon, Marien Ippel van Nora, Remco Leliveld van VELUX, Gertjan Verbaan van DGMR, Janette Berg van STALAD, directeur Ger Jägers, projectleider Thomas Nobel van ICSadviseurs en op de voorgrond twee leerlingen van motorvoertuigentechniek.

verdwijnen en dat we leeromgevingen creëren voor de uiteenlopende typen ontmoetingen, zoals kennis maken, feedback geven, experimenteren, presenteren en inspireren.” In april 2016 starten de verbouwwerkzaamheden met de ambitie om al bij de start van het nieuwe schooljaar 2016-2017 de nieuwe verbouw met haar innovatie leeromgeving in gebruik te nemen. Voor meer informatie over het experiment innovatieve ­leeromgeving mailt of belt u met Sibo Arbeek: sibo.arbeek@icsadviseurs.nl of 06-22267795.

schooldomein

juli 2015

53


Weten waar je naar toe gaat

Ontregelen in het bouwproces

54

schooldomein

juli 2015


THEMA: ONTREGELEN

Heeft de crisis iets veranderd aan de spel- en speelregels binnen het bouwproces? Wordt er efficiënter gebouwd of hebben de partijen binnen de keten hun wonden gelikt en gaan ze weer op de traditionele wijze het bouwproces inrichten? Meerdere perspectieven op het thema ontregelen. Tekst Sibo Arbeek

J

oost Keijzer opent: “Wij kennen verschillende aanbestedingsvormen om uiteindelijk een gebouw op te leveren. Dat noemen wij ontzorgen. Ik denk bij het woord ontregelen aan het nog efficiënter laten verlopen van het bouwproces. Hoe had het beter gekund en hoe had je nog beter de klantvraag kunnen volgen. We laten ons teveel door vaststaande uitgangspunten leiden, bijvoorbeeld waar het gaat om duurzaamheid of energiebeheer met als gevolg dat we zowel aan de voor- als achterkant kansen laten liggen. Als wij een bezuiniging moeten doorvoeren wordt er onvoldoende onderzoek gedaan naar de effecten op de langere termijn. Daarom vind ik de UAV-GC contracten prima, waarbij in een geïntegreerde contractvorm alle taken en verantwoordelijkheden binnen de bouwprocesfuncties bij één te contracteren partij liggen.”

Doordecentralisatie Willem Adriaanssen over ontregelen: “De doordecentralisatie zie ik als een vorm van ontregelen. Dat je als gemeente een rol wil hebben snap ik, als achtervang en voor de ruimtelijke ontwikkeling, maar daarvoor hoef je dit stelsel van gescheiden verantwoordelijkheden niet in stand te houden. Pak dus door en je zult zien dat te kleine scholen in een fusie meegaan, waardoor er een volgende professionaliseringslag volgt. Die vorm van ontregelen leidt tot een andere manier van met elkaar werken, waarschijnlijk met meer geïntegreerde contracten bij huisvestingopgaven. De traditionele manier van werken waarbij ontwerpers het bedenken, het wordt opgeschreven en er vervolgens bouwers komen die het voor de laagste prijs moeten realiseren heeft al veel ellende opgeleverd. Veel bouwers moesten te laag gaan om het werk te krijgen en dan heb je het werk dan volgt de eerste juridische haarkloverij om de gaten in het bestek te zoeken. Toch ben ik bang dat partijen bij een aantrekkende economie toch voor het traditionele model kiezen omdat de kosten van het geïntegreerde contract te hoog zijn.”

Positief kritisch Heeft de crisis geleid tot vormen van ontregelen? Joost: “De crisis associeer ik met de huizenmarkt en dan vooral met het herwaarderen van de eigen woning. De crisis is als elastiek en heeft ons geholpen

Deelnemers Sibo Arbeek Hoofredacteur Schooldomein Alfred Bakker Procesmanager Vastgoed ICSadviseurs Willem Adriaanssen

Partner Hevo

Piet Latta ­ Projectleider Bruil bouw Joost Keijzer Hoofd bouwrealisatie Heddes Bouw & ­Ontwikkeling

in het anders denken. Wanneer de markt verandert moet je de klantvraag anders benaderen. Bijvoorbeeld door het proces rond bouwkosten anders in te richten. Geen ja of nee omdat het niet binnen het budget past, maar je afvragen hoe je het dan wel kan? Ik ben voor werken met een open begroting met de onderaannemers en de klant direct aan tafel. Met hetzelfde doel en vooral positief-kritisch naar elkaar. Dat leidt tot veel minder faalkosten en minder overdaad in de afwerking.” Piet knikt: “Binnen Bruil hanteren we verschillende aanbestedingsvormen en daar hoort ook het ouderwetse inschrijven bij. Dat blijft, omdat opdrachtgevers dan denken dat ze vooraf de scherpste prijs hebben. Maar wij zijn een traject gestart om in een heel vroeg stadium de aannemer als een soort coördinator in te zetten, met de input van de onderaannemers om daarmee de scherpste prijs te krijgen. Sommige onderaannemers zijn huiverig om daar in mee te gaan.” Alfred Bakker vult aan: “Ik heb nooit

schooldomein

juli 2015

55


voorkeur voor een bepaalde contractvorm. Elke opgave heeft een bepaalde dynamiek en al pratende kom je tot een contractvorm. Traditioneel kun je ook prima werken. Ik heb in mijn projecten met veel typen aannemers gewerkt. Mijn ervaring met traditioneel werken bij vooral grote aannemers is dat die strakker vanuit het bestek werken en meerwerk vragen als dat maar even kan. Bij middelgrote en kleine gaat dat anders; daar wil je vooraf de faalkosten beperken en maak je er samen eerder een mooi project van.”

Bonussen in plaats van boetes

“Waarom werken we met boetes in de bouw en niet met bonussen.”

Joost: “Als je het procesmatig benadert kun je bestekken als stiptheidsacties zien, waaraan je je moet houden. Vervolgens gaat het om mensen die in hetzelfde belang weten te denken en die niet over de interpretatie van het bestek van mening verschillen. Eerlijkheid en vertrouwen kun je niet in een contract zetten, maar vormen wel de basiswaarden voor een bouwproces. Mijn beste relaties heb ik overgehouden nadat het mis ging in een proces. Dan blijkt wat je echt waard bent. Waarom werken we met boetes in de bouw en niet met bonussen? Als je met boetes werkt gaat iedereen proberen die boetes te voorkomen. De bonusregeling is een trigger voor mensen om misschien iets duurders te kopen, maar wel met meer rendement. Techniek versus economische haalbaarheid. Laat diegene die de berekening gemaakt heeft maar het risico lopen.” Willem vult aan: “Ik heb het begin van een project meegemaakt waarbij we startten met wat oefeningen met tweetallen. De één moest op elke suggestie steeds een antwoord met ja-maar geven. Aan het einde van de oefening waren ze elkaar in de haren gevlogen. Bij een tweede oefening moest je de ander positief bevestigen. Die mensen zaten al snel in de positieve stand omdat ze mee gingen denken. Zo is het ook in bouwprojecten. Je moet zorgen dat

Joost Keijzer en Alfred Bakker

56

schooldomein

juli 2015

iedereen in de ja-en stand komt te staan en elkaar versterkt. Ik heb laatst de aanbesteding georganiseerd voor een DBME contract voor 20 jaar van een MFA. De samenwerking zelf wilden we in de tender meenemen. De consortia werden daarbij beoordeeld tijdens een live ontwerp sessie, waarbij een deskundige keek naar de competenties om samen te werken. Dat bracht heel goed de verschillen tussen mensen en partijen in beeld en gaf de opdrachtgever zelf ook mooie aanknopingspunten waar die de samenwerking nog kon verbeteren.” Joost knikt: “Ik denk dat we teveel met elkaar vergaderen en te weinig bij elkaar aansluiten. Het hele bouwproces moet je als een lean visie benaderen om slimmer met elkaar samen te werken.” Piet vult aan: “Je moet hetzelfde doel hebben en dat is een mooi project maken. Als er eentje tussen zit die voor de winst gaat werkt het niet. Bij engineering en build zijn de onderaannemers mede verantwoordelijk voor het ontwerp. Daar geloof ik in. Als je dan een uur met elkaar werkt is dat anders dan vergaderen.”

Ontknippen Joost brengt een nieuw element in: “We hebben het te lang over die korte periode van het bouwen die maar anderhalf jaar duurt. Maar het gebouw moet vervolgens wel veertig jaar presteren.” Willem knikt: “Ik ben dus voorstander van het ontknippen, waardoor je als partner in het bouwproces weet dat je er decennialang aan vast zit. Wanneer je verantwoordelijk bent voor al het onderhoud en het energieverbruik zit je anders aan tafel. Dan zet je je expertise in om het slimmer te doen, niet om het sneller of goedkoper op de korte termijn te doen. Ik denk dat de bouwsector zich zo moet ontwikkelen, domweg vanwege de logica en het rentmeesterschap. De knip tussen bouwen en onderhouden is niet logisch. Na de realisatie moet de opdrachtgever het onderhoud organiseren en dan zie je het weer

Willem Adriaanssen en Piet Latta


THEMA: ONTREGELEN

mis gaan.” Alfred voegt toe: “Je gaat inderdaad met iemand een relatie voor twintig jaar aan die je nog niet kent. Ik houd de termijnen het liefst net onder de vijftien jaar, omdat dat vaak een onderhoudsperiode is. Daarboven zijn te lange termijnen lastiger te beredeneren.” “De essentie is dat je waardegedreven handelt in plaats van omzetgedreven”, stelt Willem, “waarbij alle partijen proberen om zoveel mogelijk waarde te genereren voor het budget en de opdrachtgever comfort bieden op de overeengekomen prestaties. Om waardegedreven te denken en te handelen is een vorm van afhankelijkheid nodig, waarbij de opdrachtnemende partij er belang bij heeft om het goed te doen. Ik vind dat (semi) overheidsinstanties ontzorgd moeten worden en niet de technisch inhoudelijke vragen moeten beantwoorden. Als marktpartijen een duurzaam gebouw voorstellen met een goede energieprestatie, dan moeten die markpartijen zelf besluiten of bijvoorbeeld zonnepanelen toepassen een slimme investering is en ook zelf de consequenties dragen als dit in de exploitatiefase anders blijkt te zijn.” Alfred knikt: “Budgetten worden vaak te laag gesteld door gemeenten. Vervolgens kom je in een enorm tijdrovend traject terecht, waarbij je een aantal keren terug moet naar de raad en uiteindelijk blij bent dat het gebouw wordt opgeleverd. Dat zijn allemaal verkeerde prikkels.”

Rol inkoper Willem denkt door: “Zou je dan niet de rol van inkoper moeten veranderen. Als je het gevoel hebt dat partijen je willen belazeren neem je dat wantrouwen op in al je stukken. Dan krijg je dus ook partijen die elkaar niet vertrouwen. Het veranderen van de spelregels van het bouwproces begint dus vaak al bij de inkoper.” Joost vult aan: “Een begroting is niet meer dan een verwachting op basis van een normering. Het zegt nog helemaal niets over de feitelijke ontwikkeling van het bouwproces.” Alfred herkent dat: “Waar kiest een gebruiker voor, een raam dat open gaat of een duurzame houtsoort. Daar moet je van te voren over nadenken. Wat in het klein gebeurt, gebeurt ook in het groot. Vaak is er geen balans tussen doelen, middelen, functionaliteit en prestaties. Het gaat te vaak om esthetiek. Vervolgens ga je aan de verkeerde knoppen draaien en verlies je de balans.” Piet knikt: “Wanneer je elkaar niet wilt kennen ga je meer regelen omdat je elkaar niet vertrouwt. Wanneer je een hecht team hebt als basis van een project en je ook verantwoordelijk wordt voor 15 of 20 jaar onderhoud, zit je er anders in dan wanneer je binnen een jaar klaar moet zijn en een ander jou daarop controleert. Dan wordt het traject heel anders omdat je vooraf over de te leveren prestaties nadenkt. Ik denk dat een opdrachtgever of inkoper dan voordeliger uit is dan wanneer ontwikkeling en beheer strikt gescheiden worden.”

schooldomein

juli 2015

57


Innovatielab:

Ontregelen Ontregelen betekent de regelmaat of goed geregelde werking verstoren, in het bijzonder van systemen. Ontregeld worden voelt vaak onprettig, want verandering geeft veelal ook weerstand. Maar vaak is ontregelen juist heel hard nodig om een nieuwe orde te creëren. In deze editie van Schooldomeins Innovatielab reageren drie beroepsontregelaars op vier stellingen.

DE STELLINGEN

DEELNEMERS -E rik Schotte Architect van LIAG

1. E en beetje architect ontregelt bestaande verhoudingen en creëert op subtiele wijze een nieuwe

architecten en bouwadviseurs

ordening.

-S jef Drummen Vice-principal

2. B ouwprocessen verlopen standaard nooit volgens de regels. Juist door bewust te ontregelen

Niekée Roermond en

ontstaat energie en vaak snelheid in het proces.

onderwijskunstenaar

3. G oede opdrachtgevers nemen zelf de beslissingen over het inrichten van nieuwe

-R op Krist, senior adviseur bij

onderwijsomgevingen, juist om bestaande patronen te ontregelen en daardoor betere

ICSadviseurs

leeromgevingen te creëren. 4. D oor de functiescheiding in de samenleving tussen wonen, werken en recreëren is die samenleving in hoge mate ontregeld, met alle negatieve gevolgen voor de potentie van de wijkeconomie.

Erik Schotte

58

schooldomein

juli 2015

1. Voor nieuwe (onderwijs)gebouwen moeten nieuwe ordeningen ontstaan en om nieuwe ordening te krijgen moet de bestaande ontregeld worden. Met een frisse blik zie je meer en met de ambitie van de opdrachtgever als basis wordt het haast noodzakelijk bestaande verhoudingen te ontregelen om ergens succesvol te kunnen zijn.

3. Inrichting van nieuwe onderwijsomgevingen worden bij voorkeur gedaan door leerlingen en leerkrachten waarbij het uitdagen en aanbieden van allerlei verschillende leeromgevingen noodzakelijk is voor het succes van de ingreep. Zelf de beslissing nemen het uit handen te geven aan de gebruikers is hierbij de beste beslissing.

2. Bouwprocessen geven dynamiek en zijn vaak een bron van zorg voor een opdrachtgever. Deze is gewend aan regels maar ieder bouwproces is weer anders. Door in te gaan op de essentie van het bouwproces en met de opdrachtgever intensief te bespreken wat nu werkelijk belangrijk is, ontstaat vanzelf een ontregelend nieuwe energie waarmee met grote snelheid belangrijke stappen gezet kunnen worden.

4. Het SAMEN-LEVEN is ontregeld door functiescheiding, de samenleving is veel te veel geregeld, in vakjes en lijntjes ingedeeld. MIX-TO-THE MAX is waar we naar toe moeten om dynamiek en nieuwe processen te genereren en kansen te combineren en netwerken te versterken.


THEMA: ONTREGELEN

Sjef Drummen

1. In een steeds dynamischere wereld kan er alleen nog maar toe doen wat bestaande inzichten helemaal ondersteboven gooit. Niet uit anarchisme, maar vanuit de overtuiging dat de zoektocht, die uitgaat van een “wicked way” (Larry Johnssen) iets zal brengen dat er echt toe doet. Wicked betekent een Harry-Potterachtige aanpak, die mislukkingen viert en uitgaat van het onmogelijke. Tevens zal dan het effect ontstaan van serendipiteit, waarbij we dingen ontdekken die we gewoon per toeval gaan vinden. Koppel daaraan de mogelijkheid van een netwerkaanpak, dan leidt de gezamenlijkheid van een team tot een wisdom of the crowd. Samen zijn we meer dan de som der delen. Uitgangspunt moet zijn dat geen idee absurd genoeg kan zijn (Einstein) en dat verbeelding belangrijker is dan kennis.

2. Het uitgangspunt is dat je alles verandert als voortschrijdend inzicht je noopt tot verandering. Dat is wat men in de softwareontwikkeling een Agile Approach noemt. Alle grote bedrijven hanteren op global scale deze agile approach. Wanneer ze dat niet zouden doen hebben ze geen overlevingskans in de dynamiek van de turbo - veranderingen waar we mee te maken hebben. De dagelijkse praktijk moet zijn, ’s morgens beginnen met een korte reflectie (wij noemen dat de daily scrum). “Doen we vandaag nog wat we gisteren hebben bedacht?” Dit lijkt een vorm van ontregelen, die blauwdrukdenkende mensen uit het lood kunnen brengen, maar is de nieuwe regel dat ontregelen de regel zal zijn.

schooldomein

juli 2015

59


3. Goede opdrachtgevers zijn mensen die het absolute bewustzijn hebben, dat ze maar één zekerheid hebben, dat is de onzekerheid van morgen. Wie nu nog een nieuwe school bouwt gaat uit van een oude wereld. We leven niet in een wereld van verandering, maar in een verandering van tijdperk. Dus een goede opdrachtgever zegt met nadruk, dat hij niet weet hoe het moet. Dan blijft namelijk alles open. Dus we bouwen geen school, maar we gaan samen een optimale leeromgeving creëren. Leidraad is daarbij de onzekerheid die we vastberaden tegemoet treden, ons gezonde boerenverstand, onze collectieve intuïtie en wat de wetenschappelijke merites van het natuurlijke leerproces (neurologie, psychologie, pedagogiek en organisatiekunde ) kan doorstaan. Je komt dan in de buurt van de ideale leeromgeving die een mix zal zijn van de Efteling, een Boeddhistisch klooster, Harvard University, een marktplein en een atelier. 4. Die ontregeling komt voort uit het feit dat we vanuit oud-denken denken in afgebakende terreinen. In dat nieuwe tijdperk vervagen die grenzen steeds meer. In het onderwijs is dat heel tekenend. leerlingen leven in 4 milieus. 1. Thuis, 2.Op straat, 3. Op school en 4. In het virtuele milieu. De natuurlijke leerknop van alle kinderen staat normaal op ON. Alleen op school staat de knop op Off. Zo gauw kinderen school verlaten, gaat de knop op On, pakken ze hun mobiel, gaan naar huis en thuis zijn ze niet thuis want ze zitten in het virtuele milieu. Voor de huidige generatie bestaan de grenzen tussen die 4 milieus niet! Als de beleidsbepalers dat nu ook zouden doen met wonen, werken en recreëren, gaan we de goede kant uit. In de praktijk betekent dat voor de leeromgeving dat leren anytime anyplace plaatsvindt. School wordt gelijk aan thuis, de straat en het virtuele milieu. En dat geldt voor alle vier.

60

schooldomein

juli 2015

te team en het beste resultaat. Ook aanbestedingen waarbij het budget als maximaal kader wordt vrijgegeven zorgt ervoor dat de markt zich kan onderscheiden met de beste kwaliteit van de aanbieding. Bij bewuste ontregeling denk ik aan het blijven toetsen van aannames en denkrichtingen. Recent hebben we, door een schaalmodel van een onderwijsgebouw op zijn kop gekeerd op de locatie te zetten gezorgd voor een ander inzicht; ineens vielen stedenbouwkundige en gebouwelijke wensen samen.

Rop Krist 1. Bij huisvesting denken we meestal vanuit ons eigen referentiekader; wat is gebruikelijk, wat kan wel wat kan niet. Zo zal er zelden een schoolgebouw als omgekeerde piramide worden ontworpen. Terwijl dit best past bij een ruimteprogramma met één centrale ingang, de ondersteunende diensten op de 1e bouwlaag, kantine en onderwijsruimten met maximaal daglicht op de hoogste bouwlaag. De architect die dit soort voorstellen doet, zorgt dat je fris nadenkt over wat je wilt. Een beetje ICSadviseur ontregelt ook graag. Een leuk voorbeeld vind ik het effect van een andere tafelsetting op het moment dat het ontwerp- of bouwteam neigt naar vaste; vaak gaan partijen met tegengestelde belangen ook tegenover elkaar zitten. Als je dan ineens naast je ‘opponent’ zit, is het non-verbale ruziemaken een stuk lastiger. 2. Inderdaad, juist die bouwprocessen waarbij we de rek van de regels bewust opzoeken leiden veelal tot meer succes dan de standaard methoden. ICSadviseurs is (mede) de uitvinder van het moodboard, de speeddate, getrapte gunning en het alliantiemodel. Dat zijn andere vormen en invullingen van het selectieproces om te komen tot het bes-

3. Goed opdrachtgeverschap is weten wat je wilt en ook weten wat je niet wilt. Door het maken van keuzes wordt de toekomst een verwachting die je mede zelf vormgeeft. Flipping the Classroom is zo’n voorbeeld; de klassieke klassikale methode draait om klaslokalen. Flipping vraagt om grotere presentatieruimten zoals collegezalen, en project-/werkruimten voor groepsgewijze studieopdrachten en videowerkruimten voor de docenten. 4. Lastig, de ministeriële definitie van wijkeconomie luidt: “Het volledig benutten van de economische potenties van een wijk en haar bewoners, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de economische vitaliteit en de leefbaarheid van een wijk.” Daar kan ik als vastgoedontwikkelaar niet zo veel mee. Het belangrijkste negatieve gevolg van de functiescheiding die ik herken is het moeten reizen. Naast de tijd die het kost om van A naar B naar C te reizen, kost dit ook (meestal) ook nog fossiele energie. Beide zijn zaken die we niet terug krijgen als ze eenmaal verbruikt zijn. Daarbij vermindert door het elders zijn de betrokkenheid bij de buren, de straat en de wijk. Gegeven de noodzaak van de participatiemaatschappij is een economische of andere stimulus meer dan wenselijk. Dus moeten we op zoek naar wat ons (ver)bindt. Dat kan zorgen voor elkaar, plezier maken of ook ondernemerschap zijn. Think global, act local.


RENOVATIE & UITBREIDING ELZENDAALCOLLEGE BOXMEER www.roosros.nl | info@roosros.nl

oud

nieuw

oud

nieuw

oud

Bent u nieuwsgierig? Naar de oplossingen die EromesMarko biedt om een moderne leeromgeving in te richten? Maak dan vrijblijvend een afspraak en kom langs in onze nieuwe showroom in Hoogeveen of Wijchen. Kleurrijk, gevarieerd en inspirerend. Mail naar info@eromesmarko.nl of bel met +31 (0)24 750 23 00


Bijzondere renovatie De Zonnewijzer Heerlen

Zes maanden bouwtijd door innovatieve werkwijze In een voormalig MBO-gebouw aan de Meezenbroekerweg in Heerlen komt de nieuwe VSO-locatie van De Zonnewijzer. Bijzonder is dat het bestaande gebouw van 4.400 m2 volledig is gestript en nu opnieuw wordt ingevuld, waarbij alle disciplines tegelijkertijd aan het gebouw werken onder regie van Pellikaan Bouwbedrijf bv. En met een korte engineeringperiode en een bouwtijd van een half jaar kan de nieuwe school al na de zomervakantie van start gaan. Tekst Sibo Arbeek

A

ls onderwijsinstelling voor orthopedagogisch onderwijs behoort SO/VSO de Zonnewijzer tot het regionale expertise centrum cluster 4- Zuid Limburg. In een bestaand casco gebouw krijgt deze school voor speciaal basisonderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs dertig groepslokalen en praktijkruimten voor metaalbewerking, machinale houtbewerking en koken. Ook worden de nodige time-out ruimten, kantoor- en spreekruimten gerealiseerd en wordt de gehele buiteninrichting op de schop genomen.

Mock-up ruimte Hein Arntz vertelt als commercieel manager van Pellikaan en projectleider van de renovatie hoe het

Hein Arntz in de cockpit

62

schooldomein

juli 2015

proces is ingestoken: “Het bestuur van INNOVO heeft ons in december 2014 de opdracht gegund, nadat we samen met het bedrijf Heton hadden ingeschreven. Het betreft een DBME aanbesteding, waarbij wij bouwen en Heton zich voor tien jaar vastlegt op het meerjarig onderhoud, de schoonmaak en de energie. De outputspecificatie werd in een briefbuilder omschrijving gegeven. Dat is een dialoogplatform op internet waarin de functionele omschrijvingen van een project zijn geformuleerd. Daarnaast vormde een structuurontwerp van architectenbureau Povse en Timmermans onderdeel van de totale vraagspecificatie. Door Heton intensief bij de detaillering te betrekken hebben we het energie- en maintenancedeel goed in het definitief ontwerp kunnen vertalen. Een bouwperiode van een half jaar is erg kort en dat lukt omdat we de leanmethode toepassen. Het is een bestaand betonskelet dat gestript is aangeleverd. Door vroeg in het bouwproces een zogenaamde mock-up ruimte, oftewel een proeflokaal, in te richten konden we met materialen en toepassingen oefenen. Daar hebben we alle partners in het bouwproces inclusief de opdrachtgever bij betrokken. Samen hebben we gezien en ervaren wat wel en niet goed werkte en daardoor het gewenste kwaliteitsniveau bepaald. Zo hebben we de aansluitdetails praktischer gemaakt en de natte afbouw omgezet naar droge afbouw. In plaats van te stuken gebruiken we een systeemwand, die qua afwerking beter aansluit op de binnenwanden en veel onderhoudsvriendelijker is. Die kennis gebruik je ook weer in je planning en dat levert tijdwinst en minder faalkosten op.�


BOUW EN ORGANISATIE

Oude situatie

Ruwbouw buitenzijde en nieuw gevelbeeld

“Het resultaat lijkt buiten soms chaos, maar het is een doordachte chaos.”

Afbouw binnenzijde

Ontzorgen “Het prestatiecontract is gebaseerd op het model van de Rijksgebouwendienst en bevat afspraken over de kwalificaties van ruimten. Voldoe je er als leverancier niet aan dan staan er boetebedingen tegenover. Het spanningsveld bij dit soort prestatiecontracten ligt vaak in de relatie met de gebruiker. In een brede school die we een aantal jaren geleden hebben opgeleverd merkte ik na verloop van tijd dat het gedrag van de gebruiker veranderde omdat ze het gevoel hadden dat ze volledig ontzorgd waren. Maar bij prestatiecontracten hoort dat je met elkaar in gesprek blijft. Meld je schade snel dan is het snel gerepareerd; wacht je te lang dan heb je ook schade aan andere elementen met alle gevolgen van dien. De traditionele rollen worden herverdeeld en dat is een zoektocht voor iedereen. Dat moet je dus ook niet juridisch willen dichttimmeren. De kennis en ervaring die je opdoet kun je in volgende projecten inzetten.

Pullplanning In het traditionele bouwproces ga je van ruwbouw naar wind- en waterdicht maken en vervolgens afbouwen. In dit proces bouwen we op de verdieping al af, terwijl

er op de begane grond nog ruwbouw aan de buitenkant plaats vindt. Dagelijks zitten de voorman en de belangrijkste disciplines in een cockpitoverleg een half uur bij elkaar om de zogenaamde pullplanning te actualiseren. Dat vonden onderaannemers eerst tijdverspilling, omdat men met het eigen werk lekker aan de slag wilde gaan. Maar door een half uur de dagelijkse gang van zaken door te nemen, ontstaat een effectievere manier van werken. Het woord pull zegt al dat je bij de deadlines begint. Vervolgens begin je figuurlijk te trekken om dat doel te halen. Wat je ziet is dat er op ruimteniveau een simulatie plaatsvindt in wat er moet gebeuren en wat de belangen van de partners zijn die in die ruimte gaan functioneren. Daarmee creëer je een verantwoordelijkheid bij de betrokkenen om te doen wat beloofd is. Het klinkt goed en het werkt ook goed. Het resultaat lijkt buiten soms chaos, omdat je met heel veel disciplines tegelijkertijd aan het bouwen bent, maar het is een doordachte chaos. En de uitvoerder moet leren loslaten en meer regisseren in plaats van alles zelf te bepalen.”

PROJECTINFORMATIE Project Renovatie schoolgebouw tot school voor VSO De Zonnewijzer

Opdrachtgever INNOVO

Bouwer Pellikaan Bouwbedrijf bv

Maintenance Heton

Architectenbureau De Zonnewijzer valt onder de katholieke onderwijsorganisatie IN­ NOVO die al sinds 2005 actief is in het primair onderwijs in Zuid- en Midden-Limburg. INNOVO verzorgt onderwijs voor 55 verschillende

Povse en Timmermans

Investeringskosten

scholen in 16 gemeenten: 49 basisscholen, 2 scholen voor speciaal

€ 3.5 mio excl btw

basisonderwijs en 3 scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.

BVO

De scholen voor speciaal onderwijs participeren in REC 2, 3 en 4 verband. Kijk voor meer informatie op www.innovo.nl.

schooldomein

4.400 m²

juli 2015

63


het atelier

Barbaraschool | Amsterdam Oost De renovatie van de Barbaraschool in Amsterdam Oost is de winnaar van de Gulden Feniks 2015 in de categorie ‘Low Budget High Impact’. Het architectenbureau Network of Architects & Planners (NAP) ontving op 3 juni de Nationale Renovatieprijs tijdens de PROVADA in de Amsterdam RAI. NRP Gulden Feniks, is de prijs ter bevordering van en inspiratie voor duurzaam gebruik van de bestaande omgeving. Uit 111 inzendingen zijn 4 winnaars gekozen in de 4 categorieën: Gebiedstransformatie, Renovatie, Transformatie en Low Budget High Impact. De prijs voor dit laatste onderdeel werd uitgereikt door jurylid Pi de Bruijn.

Opdrachtgever Stichting KBA Nieuw-West

Architect Network of Architects & Planners (NAP)

Foto’s

Het winnende project gaat over de bijzondere verbouwing van de katholieke Barbaraschool op het Eikenplein in Amsterdam Oost. Een neoclassicistisch kloostergebouw

Pieter Kers

64

“Volgens de jury is de Barbaraschool een ‘schoolvoorbeeld’ van hoe bevlogen ouders zich opwerpen om de onvervangbare kwaliteit van een buurt niet teloor te laten gaan. Slimme en mooie bouwkundige ingrepen die een verloederde school nieuw cachet geven en indirect de kwaliteit van onderwijs en aanzien verbeteren, dat zijn de noodzakelijke stappen om iets unieks te behouden. (…) Als de jury de zaken op een rij zet, is de volgorde: energie bij ouders = overtuigingskracht (buurtschool moet blijven!) = samen dingen doen = samen klussen = aantonen dat het wel degelijk kan. Het leidt volgens de jury geen twijfel dat we het hier hebben over een navolgenswaardig voorbeeld van Low budget, High impact.”

schooldomein

juli 2015

met een versleten, donker en stoffig interieur uit de jaren ’80. Een doorn in het oog van de ouders die hun kinderen dagelijks naar de school brengen. Met weinig financiële middelen was het voor de school moeilijk om daar verandering in aan te brengen. Hierop bundelden de ouders hun krachten en begonnen zelf aan het opknappen van de school. Onder de indruk van dit ouderinitiatief stelde het schoolbestuur toch een klein budget beschikbaar om een begin te maken met de dringend noodzakelijke renovatie van de school. In samenwerking met de leerlingen, docenten en ouders ontwikkelde NAP een creatief renovatieplan voor de Barbaraschool. De oude kloosterschool werd ingrijpend aangepakt maar met eenvoudige middelen. Lichtgrijze linoleumvloeren, witte wanden en plafonds zorgen in combinatie met enkele kleuraccenten en goede verlichting voor een prettige leeromgeving. De kwaliteit van het monumentale pand wordt daardoor weer zichtbaar. Het rustige interieur laat bewust ruimte over voor toevoegingen van de leerlingen. Om de kosten te spreiden, knipte NAP het plan in stukken om de renovatie stapsgewijs uit te voeren. Stadsdeel Oost ondersteunt het project en prijst de samenwerking en de sociale cohesie die het ‘doe-het-zelf’ initiatief teweeg heeft gebracht op de school en in de buurt. De verbouwing heeft een positief effect op alle betrokkenen en in het bijzonder op de leerkrachten en leerlingen.


column

fizz.nl

Onderwijscommunicatie: een vak apart Meer weten over resultaatgerichte marketingen communicatiestrategieën? Neem contact op met Michiel ten Brink van FIZZ (michiel@fizz.nl of bel 0522 24 61 62).

FIZZ activeert ondernemende merken

FIZZ14_Advertentie_middelpunt.indd 1

20-06-14 08:58

Door het onderzoek van de algemene rekenkamer naar de kwaliteit van schoolgebouwen ‘checkjeschoolgebouw.nl’ ontstaan er weer leuke discussies. Krijgen onze kinderen te weinig frisse lucht in een klaslokaal? Voor veel mensen is dat het belangrijkst, want geen frisse lucht geen optimaal werkende hersenen. Helemaal mee eens natuurlijk. Dus laten we de heren techneuten (en vrouwen, ik ben er zelf ook een) hier een oplossing voor verzinnen. Maar ik denk omwille van onze kinderen, ‘creëer het probleem niet!’ Stop met ophokken van gemiddeld 24 kinderen in een klaslokaal van 42 m2! Dan hoef je er ook geen oplossing te verzinnen. Ga je complete leeromgeving inrichten en gebruiken, binnen en buiten dus. Kinderen kunnen zich beter ontwikkelen als ze meer mogelijkheden en meer verschillende werkplekken hebben. Kijk eens naar jouw schoolgebouw en schoolplein. Wat zijn de plekken die vaak leegstaan? Juist! Een troosteloze aula, fijn voor de sinterklaasviering verder staat hij vaak leeg. Stel jezelf eens de volgende vraag: “Als de leerkrachten en de boeken weg zijn, wat inspireert jou dan in een schoolgebouw om te leren?” Het inspireert tot stilzitten in een veel te vol lokaal. Ik inspireer schoolteams tot 20% meer onderwijswaarde. Laat jouw schoolgebouw voor je werken. Laat zien wat je waar verwacht. Bijvoorbeeld SSsssssstttt op de muur bij de stille werkplekken. Hou hier als team toezicht op. Daag leerlingen uit om te leren door objecten neer te zetten. Objecten waardoor ze spelend leren bijvoorbeeld. Bijvoorbeeld een katrol in de aula. Zorg dat ze zelf op onderzoek uit kunnen gaan. Celebrate learning door werkstukken door de hele school op te hangen, zodat iedereen ze ziet. Niet alleen de eigen klas. Sluit aan bij de individuele leerstijlen en leerbehoeften van kinderen door een diversiteit aan leerplekken aan te bieden. Statafels voor beweeglijke kinderen, overlegplekken voor kinderen die samenwerken, concentratieplekken voor kinderen die stilte nodig hebben. Laat ze ook vooral veel buiten leren. Jas aan, overkapping tegen de regen, moestuin. Kies dus niet voor dure technische installaties om onze kinderen op te hokken. Investeer in meubilair voor binnen en buiten dat recht doet aan de diversiteit van kinderen. Dit zet meteen de deur open voor de inrichting naar passend onderwijs. Managers, directeuren en bestuurders van tegenwoordig zijn ook aan het veranderen en vragen dus ook iets anders. Ze vragen om inspiratie, positieve energie, beweging, beleving en betrokkenheid. Ik kom graag inspireren hoe u met uw team uw onderwijswaarde kunt verhogen. Bel mij voor een afspraak 06-14482202. Ik drink thee.

schooldomein

juli 2015

Barbara Winkelhuyzen | manager bij ICSadviseurs, Barbara.Winkelhuyzen@icsadviseurs.nl, 06-30751195 | Barbara Inspires, www.barbarainspires.nl.

Schoolgebouw: Onderwijswaarde of Ophokken?

65


colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, Team BNA Onderzoek. Redactieraad Henrico ten Brink, Henk Grendel, Tom Haagmans, Guus Klamerek, Marc van Leent, Joris van Leeuwen, Ronald Schilt, Harry Vedder, Paul Voogsgerd, Stijn de Wolf en Edward van der Zwaag Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage

1

van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toege-

Bij het begin van de 28e jaargang alweer een opgefriste lay-out en een nieuwe reeks thema’s. Het eerste thema is Sterk. En dan kan het gaan over het idee, een project, het gebouw of de kracht van de inrichting. Dus gewoon Sterk! •K oning opent MFA Heerde Oost: Sterk onderdak voor scholen, het theater, de bibliotheek, kinderopvang en meer •N ieuwbouw Noorderschool Oostzaan kleinschalig: Piet Boon dacht mee over het ontwerp van misschien wel de kleinste brede school in Nederland •B rede school Tiel-Oost revitaliseert wijk: optimale ontwikkeling kinderen centraal in breed programma • Z org en Welzijn in De Friese Poort: Duurzame ontwikkeling onderwijs in Drachten •D e Energy Academy Groningen is aardbeving bestendig: over BREEAM en de kracht van het proces • S terke vormgeving Erasmus University College in Rotterdam: de verleiding als vertrekpunt voor het ontwerp • S port ontzorgt en verbindt: het grote interview met directeur André de Jeu van de Vereniging Sport en Gemeenten

stuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 64,50, voor losse nummers e 6,95 incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor het plaatsen van advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Joop Slor van Recent BV, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. tel. 020-3308998, fax 020-4204005. Email: joop@recent.nl of info@recent.nl; website: www.recent.nl. Ook voor plaatsing van banners, buttons en overige informatie kunt u bellen met Recent BV. Of stuur een email naar één van de genoemde adressen. De advertentietarieven van Schooldomein zowel als voor de website vindt u op www.recent.nl en www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ ondernemers in marketing & communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: STALAD Onderwijsinrichting, EromesMarko, SMT Bouw & Vastgoed, Ecophon, Hevo, DGMR, VELUX, Nora Flooring, BNA, Forbo, Bolidt, ICSadviseurs, Pellikaan, VRK, LIAG en Casala Meubelen.

66

schooldomein

juli 2015


GOED TE EXPLOITEREN SCHOOLGEBOUW DOOR AANBESTEDEN OP MAAT Een nieuw schoolgebouw jarenlang zorgeloos gebruiken‌ Dat klinkt geweldig, maar hoe is dat in de praktijk te realiseren met krappe onderhoudsbudgetten? En hoe wordt geborgd dat alle betrokken partijen hun expertise zo goed mogelijk inzetten? De oplossing: een flexibele bouworganisatie die een maatpak creÍert waarin samenwerking tussen alle partners centraal staat. Zo regelde HEVO dat tegelijk met de nieuwbouw van het vmbo Stedelijk College Eindhoven het onderhoud en de schoonmaak werden aanbesteed. Bij de aanbesteding is aan de uitvoerende partijen gevraagd om, binnen de omschreven prestaties, optimalisatievoorstellen in te dienen voor de exploitatie. Omdat ze bovendien dienden aan te tonen op welke manier zij een goed te exploiteren gebouw zouden realiseren, is veel scherper gekeken naar de details en keuze van componenten. Hierdoor kreeg het Stedelijk College aantoonbaar een beter gebouw met minder problemen.

Meer info: HEVO B.V. +31 (0)73 6 409 409 info@hevo.nl @HEVO_actueel


magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein het gr hertzb ote erg interv er iew

Thema: Ontregelen 24 sepember 2015: Onderwijsvastgoed Dag

NOT expertmeeting: Duurzaamheid en de behoefte van morgen Schooldomein faciliteert uniek experiment bij RK SG Thamen

jaargang 27 juli 2015

6 Altijd de laatste updates van Schooldomein?

facebook.com/schooldomein

twitter.com/schooldomein


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.