Schooldomein nr 2 november 2009

Page 1

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Thema:

FinanciĂŤn en ruimtegebruik

Onderwijsinstellingen kunnen met minder meters Mogelijkheden om te blijven investeren Marko BV Veendam +31 (0) 598 - 69 87 98 De Meern +31 (0) 30 - 669 69 69

www.marko.nl info@marko.nl

Marko maakt ideeĂŤn werkbaar jaargang 22 november 2009

3048-Adv Schooldomein oktober v1.indd 1

27-10-2009 13:52:02

2


STANK? REKEN DEFINITIEF AF

MET STANK IN UW TOILETTEN! SOLDICOAT: EVENEENS UW PARTNER VOOR DE AANLEG VAN NAADLOZE POLYURETHAAN SPORTVLOEREN EN SPORTVLOERRENOVATIE

Soldicoat Deco SR Kunststofvloeren Aanleg op bestaande (tegel)vloeren • Snel • Géén sloopwerk Naadloos • Geheel gesloten oppervlak • Smaakvol • Slijtvast Hygiënisch • Uitstekend reinigbaar • Optimale hechting Lange levensduur • Groot kleurengamma • Decoratie op maat

Postbus 2035 • 7420 AA DEVENTER • Tel. 0570 - 623 543 Fax 0570 - 623 520 • info@soldicoat.nl • www.soldicoat.nl

Hang maar op!

De toekomst is BPH

Multifunctionele accommodaties, brede school, wisselende instroom? De Meeuw kent de dynamiek in het onderwijs en biedt oplossingen die zich moeiteloos aanpassen aan nieuwe huisvestingseisen.

om ruimte te besparen om het overzicht te houden in uw huidige archiefkast specifieke leerlingdossiers leverbaar bepaal zelf de indeling met kleurcodering en tabbladen

De toekomst is blijvend passende huisvesting®. Gebouwd met het oog op verandering. Op elk gewenst moment. Bijvoorbeeld bij een andere capaciteitsvraag, wijzigende fuctionaliteit of nieuwe regelgeving. Slim met kosten en duurzaam. Maar nog belangrijker; u bouwt met De Meeuw in de helft van de tijd!

Jalema heeft veel ervaring in archiveringssystemen voor het basisonderwijs. Vraag de gratis archiefscan aan. Voor meer informatie bel (077) 476 76 76 of kijk op www.jalema.com

Blijvend passende huisvesting® is vandaag bouwen aan morgen!

Online adverteren bij Schooldomein Bel Buro Recent 020 - 330 8998 en vraag naar Philippine Herkes

T +31 (0)499 57 20 24, Postbus 18, 5688 ZG Oirschot

419.753 Adv schooldomein 225x295_V3.indd 1

www.demeeuw.com

17-09-2009 16:52:04


Van directiekamer tot studieruimte!

Hét schoolvoorbeeld voor flexibele en multifunctionele topklasse(n)

5-2009 16:19:31

Voor de aankleding van ons schoolgebouw is Van Dooren onze vaste partner. En we kunnen nu ook Online bestellen!

Tel.: 073 621 87 71 Fax: 073 621 47 40 Kasteleinenkampweg 13 ’s-Hertogenbosch

www.vdoorenkantoormeubelen.nl

    

Geef kwaliteit de ruimte Verhoog uw onderwijskwaliteit met mobiele vouw-, paneel- of glaswanden van BREEDVELD. Klaslokalen, studeer- of recreatieruimtes zijn er eenvoudig en flexibel mee in te delen. Waar nodig met hoge geluidsisolerende waarden. En ook met praktische afwerkmaterialen, zoals magnetisch whiteboard, glas of fineer. Of denk aan hout, HPL of spiegels. Meer weten? Bel 0487 542 888. Of email: info@breedveld.com.

    

Kijk op www.breedveld.com/impressies.html


Betekenisvol

Eigenlijk is het thema van deze Schooldomeineditie het opnieuw ontdekken van plekken waar mensen willen komen en blijven. Waar mensen de ‘kern van de dingen’ ervaren, zich er thuis voelen en er iets van eigen-waarde aan toevoegen. Daardoor ontstaat een omgeving die betekenisvol is. Ziehier, de Taoïstische benadering van een omgeving en in feite de beste garantie voor een duurzame exploitatie van een accommodatie waarin meerdere gebruikers leren samenwerken en –leven. Of het nu om scholen, ziekenhuizen, wooncomplexen of sportverenigingen gaat. Inmiddels zijn er al meer dan 60 mogelijke combinaties van activiteiten van samenhangende gebouwen in Nederland. Dat aantal neemt verder toe. Tegelijkertijd blijkt uit ervaring en onderzoek dat het heel moeilijk is om mfa’s exploitabel te krijgen. Vaak voelen bewoners zich er niet thuis, omdat ze hun ruimten noodgedwongen met andere partners moeten delen. En dat is wat ze niet gewend waren te doen. Wat helpt is ons te realiseren dat de samenleving zich noodgedwongen anders aan het organiseren is dan de afgelopen decennia het geval was, anders houden we problemen met exploitatie en organisatie. Die analyse is van fundamenteel belang omdat wij en de generaties voor ons hebben geleerd in functies en gebouwen te denken en niet in termen van (te delen) activiteiten en kansrijke omgevingen. Dat sectoraal denken en handelen is volledig overgenomen in beleid, weten regelgeving, CAO’s, bekostiging en type gebouwen. Scheiding van functies in plaats van samenhang. Denken in termen van investeringen in plaats van exploitatie. Je wist immers wie de hoofdgebruiker was en bleef. Die tijd is voorbij en dat betekent een totaal andere manier van denken en kijken naar de ruimte. Laten we eens in termen van outputspecificaties denken; de samenleving heeft behoefte aan uitnodigende en faciliterende gebouwen, waar mensen graag willen komen, waar wat te doen is en waar je gastvrij wordt ontvangen. Heel ruimtelijk vertaald moet een omgeving kloppen, zowel fysiek, sociaal als ook economisch. Dat betekent dat een omgeving in zichzelf exploitabel moet zijn. Zo ontstaat een anders denken over de schil en de drager, maar ook het besef dat ze in samenhang moeten worden ontwikkeld. Het begrip MFA heeft een negatieve connotatie gekregen. Vanuit het goede perspectief benaderd, is het niet alleen een noodzakelijk gebouwlijke opgave, maar eerder een belangrijke voorwaarde om omgevingen betekenisvol te houden. Door activiteiten die er toe doen bij elkaar te brengen. Dat vraagt om ketenregie en een wezenlijk andere invulling van de relatie tussen overheid, burgers en maatschappelijke organisaties. Deze Schooldomein geeft rond dit thema vele interessante doorkijkjes. Veel leesplezier gewenst. Sibo Arbeek Hoofdredacteur

Met bijdragen van:

4

schooldomein

november 2009

Onze visie Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Het netwerk Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 16.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Uw mening Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.


22 THEMA

Financiën en ruimtegebruik De economische crisis is nog niet voorbij. Dat blijkt uit recente marktanalyses. Toch ligt er een enorme behoefte om goede maatschappelijke gebouwen te renoveren en nieuw te bouwen. Hoe kunnen partijen elkaar helpen en stimuleren om slimme oplossingen te bedenken, die het mogelijk maken ‘meer met minder’ te doen? Door te denken vanuit de exploitatie zijn zaken als onderhoud en duurzaamheid beter te koppelen.

Rubrieken 7 De verbeelding: Willem Vermeend 18 Kort nieuws 21 Nota bene: René Paas 34 Architectuur 39 Het idee: de EHBZo-koffer 58 De etalage 64 Het atelier 65 Column: Ed Schüssler

08

Werken vanuit kansen

12

Ontmoeten en leren in Kulturhus dok Zuid

16

Een skûtsje in het Friese landschap

30

Risicomanagement in het onderwijs

32

MFA’s die boeien en binden!

36

Onderwijsinstellingen kunnen met minder meters toe

40

Synergetische samenwerking in Almelo

44

Value for money

48

De motor moet draaien!

52

MFA’s: regels voor samenwerking en ontwikkeling

54

Maatschappelijk vastgoed verantwoord gepositioneerd

56

Is er nog redding? Stelsel op de kop!

Van accommodatieplan tot complete blauwdruk voor vier vitale Korendijkse dorpen.

Een bruisend centrum in de wijk voor 0-100 jarigen.

Brede school Duinterpen biedt onderwijs en uitgebreide kinder- en naschoolse opvang.

Risico’s voorzien om zelf te kunnen sturen en tijdig nadere acties te bepalen.

Weinig dynamiek en onvoldoende aantrekkingskracht. Wat doen we eraan?

Efficiënt ruimtegebruik biedt financiële ruimte om te investeren in goed onderwijs.

Over een school, een architect en een inrichter met één gemeenschappelijk doel.

Ervaringen met PPS voor het primair en voortgezet onderwijs in Engeland.

Investeringen uitstellen is onwenselijk en niet nodig.

Ontwikkelen, realiseren en beheren van een MFA kansrijk bij corporaties.

Een onderzoek naar de meest optimale manier om het vastgoed te positioneren.

PO-raad presenteert een ‘fris alternatief’ voor een meer toekomstbestendig stelsel.

schooldomein

november 2009

5


Interim managers met passie voor maatschappelijk vastgoed Zoekt u een interim-manager of specialist met verstand van maatschappelijk vastgoed en passie voor resultaat? ICSinterim levert geschikte kandidaten. Onze mensen zijn actief bij overheden, in het onderwijs, bij woningcorporaties en in de zorg. Dankzij ons warme netwerk in het vakgebied en de jarenlange ervaring in het selecteren van de juiste kandidaten, kunnen wij gegarandeerd meerdere geschikte kandidaten aan u voorstellen. Permanente invulling kan, maar ook een interim-traject in combinatie met een opleiding op maat is mogelijk. Bel voor een afspraak: 088-2350427 of kijk op www.icsinterim.nl.

Amsterdam, Orlyplein 10, 1043 DP | Zwolle, Grote Voort 207, 8041 BK | (088) 235 04 27 | www.icsinterim.nl

ICS schooldomein 201x271mm 7.indd 1

09-11-2009 13:56:20


In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Ed van Rijswijk

Leonardo da Vinci (1452-1519, Florence, Italië) is een onvoorstelbare bron van inspiratie. Naar mijn mening de meest geniale en veelzijdig getalenteerde mens die ooit heeft geleefd. Het is eigenlijk onvoorstelbaar, maar hij was in alle opzichten briljant en ongelooflijk creatief, was uitvinder, architect, ingenieur, filosoof, schrijver, schilder (o.a. de Mona Lisa), natuurkundige, beeldhouwer, scheikundige en ook nog componist. Bovendien was hij altijd zichzelf, ging zijn eigen gang en was niet bang om tegen de heersende opvattingen in zijn tijd in te gaan. Leonardo, een inspirerender doener en denker bestaat niet.

Willem Vermeend schooldomein

Willem Vermeend (Zuilen, 21 december 1948) begon zijn carrière in 1975 als universitair docent fiscaal recht in Leiden. Tussen 1984 en 1994 was hij lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Van 1994 tot 2000 was hij Staatssecretaris van Financiën en van 2000 tot 2002 Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Sinds 2006 is Vermeend hoogleraar Europees fiscaal recht en fiscale economie aan de Universiteit Maastricht.

november 2009

7


8

schooldomein

november 2009


Vitale gemeente, vitale dorpen

Werken vanuit kansen Toen wethouder Johan van Driel van de gemeente Korendijk de opdracht gaf om het accommodatieplan te actualiseren, had hij niet kunnen denken dat er een jaar later een complete blauwdruk zou liggen om de vier dorpen binnen de gemeente te vitaliseren. “Kansen pakken, daar gaat het om.”

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Kees Rutten

J

ohan van Driel schetst de casus: “Binnen de Hoeksche Waard neemt de gemeente Korendijk een bijzondere plaats in. De vier landelijke dorpen Goudswaard, Piershil, Nieuw-Beijerland en Zuid-Beijerland kunnen nog maar beperkt groeien. Elk dorp heeft een redelijk voorzieningenniveau, dat door de toenemende vergrijzing op termijn onder druk staat. Tegelijkertijd trekken jongeren weg, omdat er onvoldoende betaalbare starterswoningen zijn. Daarnaast zijn twee van de vier dorpen zogenaamde kerkdorpen, waarbij de kerken zelf activiteiten voor de eigen doelgroep organiseren en de gemeentelijke accommodaties nog verder onder druk komen te staan. Aanleiding voor de adviesvraag was dat de gemeente te maken had met ongeveer tachtig specifieke accommodatievragen. Hoe daarin te prioriteren?”

“Het investerings­ vraagstuk is vooral ook een exploitatie­ vraagstuk geworden.”

Projectorganisatie ICSadviseurs kreeg de opdracht dit traject te begeleiden. In overleg met het College werd een stuurgroep ingericht, waarbij naast Johan van Driel met de meer maatschappelijke portefeuille ook wethouder Willem Reijnierse met de portefeuille financiën aanschoof. Essentieel was het instellen van een brede ambtelijke Taskforce die meedacht over integrale oplossingen. In de Taskforce waren ambtenaren van gebouwbeheer, maatschappelijke ontwikkeling, financiën en grondzaken vertegenwoordigd. Johan van Driel: “Het betreft een zeer complex vraagstuk. Het gaat om de vitaliteit en leefbaarheid van je eigen dorpen, maar ook om de noodzaak om vanuit regionaal en gemeen-

telijk perspectief naar de duurzaamheid van voorzieningen te kijken. Daarbij gaat het om maatschappelijk beleid, maar ook om geld en ruimtelijke ordening. De mensen in de dorpen willen het liefst hun eigen accommodaties houden, terwijl er tegelijkertijd een besef is dat we de krachten moeten bundelen. Essentieel is het inzicht dat de kwaliteit en vitaliteit van de omgeving bepalend is of een voorziening in de tijd duurzaam te exploiteren is.”

Draagvlak essentieel Draagvlak is essentieel in de samenhangende proces­ aanpak van ICSadviseurs. Dat vergt een strakke en heldere procesregie, waarin alle partijen en besluitvormingsmomenten naadloos in elkaar overgaan. Zo is samen met de gemeente een communicatietraject ingericht, waarbij op de website van de gemeente alle rapporten, verslagen en brainstormsessies van de dorpen mee te lezen waren. In feite beschikten alle betrokkenen over dezelfde informatie op hetzelfde moment. Daarnaast heeft elk dorp inbreng gehad door middel van zogenaamde meedenkgroepen. ICSadviseurs liet de dorpen eerst nadenken over de kansen die er zijn om activiteiten in de dorpen te versterken door samenwerking en verbinding. Vervolgens werd pas nagedacht over het effect op de accommodaties. Daardoor kwam zoveel energie vrij dat de dorpen zelf actief scenario’s hebben bedacht. Hierbij worden activiteiten geclusterd en vallen locaties vrij, die weer kunnen worden ingezet voor woningbouw voor jongeren en senioren.

schooldomein

november 2009

9


Voor een prettig kontakt. Voor een eerlijke offerte. Voor een zorgeloze voorbereiding. Voor een probleemloze levering. voor een kompleet semi-permanent gebouw. “Voor Anker” met KeiZer Unitbouw!

Keizer Unitbouw B.V. Postbus 151. 4250 DD Werkendam. Tel: 0183-504955. Fax: 0183-503455.


Van Driel: “Het gaat om gebouwen en locaties waarbij mensen al heel lang een gevoel hebben. Op het moment dat je ze meeneemt in de gedachte dat een activiteit niet hetzelfde is als een gebouw zie je dat mensen bereid zijn mee te denken. Die lijn was voor iedereen vanaf het begin duidelijk.”

De gouden regels Geconfronteerd met de vele aanvragen rond accommodaties die functioneel verouderd, onderhoudsgevoelig of inmiddels op de verkeerde plek in de gemeente lagen, schetste het bureau het beeld van het klachtenbeheer: de relatie met de overheid is vaak gerelateerd aan een klacht, aan het eind van een proces. Daarbij vindt de burger of maatschappelijke organisatie dat de overheid te lang wacht om de klacht op te lossen. Gevolg van dat systeem is dat aanvragen via de ambtelijke of politieke kanalen worden ingebracht, in de hoop dat ze eerder geprioriteerd worden. Van Driel: “Wij kiezen nu bewust voor een rol waarin we op alle beleidsaspecten vooraan het traject sturen. Op zo’n manier dat politiek en burgers vanuit dezelfde gedachte werken. ICSadviseurs introduceerde vanaf het begin van het traject de zogenaamde vijf gouden regels: 1. Een voorziening moet in de tijd te exploiteren zijn. 2. We denken niet meer in termen van functies, maar in termen van activiteiten. 3. We denken niet meer in termen van gebouwen, maar van duurzame omgevingen. 4. Exploitatie is het gebruik door mensen; een gebouw of omgeving moet dus aantrekkelijk en gastvrij blijven. 5. Door activiteiten in samenhang te bekijken, ontstaat mogelijk meerwaarde. Met deze spelregels gingen alle partijen aan de slag. Of het nu om de uitbreiding van een basisschool met één lokaal ging, om de levensvatbaarheid van de vier voetbalverenigingen, de plannen van de zorginstelling Heemzicht om samen met de corporatie Union woonzorgvoorzieningen te realiseren of om het welzijnaanbod in de gemeente.

Koppeling beleid aan vastgoedmodel Essentieel is dat de gemeente de dorpen een helder meerjarig perspectief biedt en dat ingrepen in samenhang (op het moment en in de tijd) worden gedaan. Dat betekent dat ICSadviseurs alle nieuwe scenario’s, waarbij de gemeente met de betrokken dorpen op zoek ging naar kansrijke projecten, in de tijd heeft geplaatst. Vervolgens is een contante-waarde-berekening gemaakt, waarbij alle toekomstige uitgaven binnen een periode van 20 tot 30 jaar naar het moment nu zijn teruggerekend naar een gemiddelde jaarlast. Om die gedachte politiek concreter te maken, is ook een berekening gemaakt waarbij

alle huidige accommodaties over dezelfde periode in stand worden gehouden. Los van de ongewenste maatschappelijke effecten van leegstand en exploitatieproblemen blijkt dat het in stand houden van de huidige accommodaties ongeveer evenveel kost als het ontwikkelen van kansrijke scenario’s. Daarbij komt ook nog eens het feit dat in de zogenaamde regiegroep - waarin ook de schoolbesturen, corporatie, welzijnsstichting en de zorggroep aanwezig zijn - over het mogelijk eigendom van de gewenste accommodaties is gesproken. De corporatie gaf aan mogelijk interesse te hebben in het eigenaarschap van nieuwe accommodaties in combinatie met het herontwikkelen van de vrijvallende locaties binnen de contouren. De belangrijke mederegisseurs in de gemeente hebben bovendien een intentieovereenkomst ondertekend, waarin zij aangeven zich gezamenlijk te willen inspannen om een goed voorzieningenniveau in de gemeente te behouden. Johan van Driel: “Kortom; er zijn ineens verschillende knoppen waaraan je met elkaar kunt draaien. De oplossing voor een vraagstuk ligt dan ook niet meer alleen bij de gemeente die een lokaaltje bij zou moeten bouwen of een zangvereniging accommoderen, maar bij het vinden van een scenario waarbij meerdere partijen vanuit investering en exploitatiedenken belang hebben bij het efficiënt en duurzaam huisvesten van een activiteit.”

Het knoppenmodel Willem Reijnierse: “In het algemeen stuurt de gemeente op de aspecten meerjarenonderhoud en boekwaarden. Op basis van klachten wordt bekeken hoe met een gebouw wordt omgegaan. Gebouwbeheer kijkt dan vooral naar de staat van technisch onderhoud aan een gebouw. In het nieuwe knoppenmodel zijn deze twee gegevens weliswaar relevant, maar niet meer dan variabelen. Wanneer door vergrijzing of ontgroening activiteiten dreigen weg te vallen, is het belangrijk om te clusteren om daarmee het aanbod te versterken. Wanneer bovendien de vrijvallende locaties aantrekkelijk zijn voor herontwikkeling, zijn de begrippen boekwaarde en technische staat ineens minder relevant. Daarnaast worden nieuwe scenario’s telkens doorgezaagd op de vraag of er sprake is van een duurzame exploitatie in de tijd. Het investeringsvraagstuk is daarmee vooral ook een exploitatievraagstuk geworden. Immers, we bouwen niet meer dezelfde vierkante meters terug, maar kijken hoe we door clustering meer kwaliteit in efficiënte gebouwen kunnen terugbouwen of – renoveren. Met als doel de gemeente en haar dorpen vitaal te houden door een goed voorzieningenniveau te kunnen blijven aanbieden.”

“De mensen in de dorpen willen het liefst hun eigen accommodatie houden, terwijl er tegelijkertijd een besef is dat we de krachten moeten bundelen.”

Voor meer informatie kunt u bellen met de gemeente Korendijk. Heleen Langerak begeleidt het proces ambtelijk; telefoonnummer (0186) 69 77 97. ICSadviseurs kunt u bellen voor de procesaanpak: 06 22 26 77 95.

schooldomein

november 2009

11


Ontmoeten en leren in Kulturhus dok Zuid Op 10 oktober 2009 is Kulturhus dok Zuid in Apeldoorn geopend met een groot feest voor de wijkbewoners. Dat past precies bij het doel van dok Zuid: hĂŠt bruisend centrum in de wijk voor 0-100 jarigen. Vroegtijdige samenwerking is de sleutel tot het succes! 12

schooldomein

november 2009


I

Tekst Erwin Veneklaas Slots en Huub Frencken Foto’s Frencken Scholl Architecten

n Apeldoorn is – na jaren van voorbereiding - het Kulturhus dok Zuid tot stand gekomen. Michiel Bruins, projectmanager namens de gemeente Apeldoorn: “Apeldoorn Zuid is een aandachtswijk met achterstandsproblemen: lage inkomens; langdurige werkeloosheid en probleemgezinnen. Mede hierdoor is een Masterplan opgesteld om de wijk en het park een nieuwe impuls te geven, waarbij we tevens fysieke en sociale projecten combineren. Het idee is ontstaan aangezien de scholen in de wijk aan het eind van hun levensduur waren. De scholen worden gesloopt en gaan op in een nieuwe MFA.”

Samenwerking en draagvlak De eerste ideeën voor dok Zuid in Apeldoorn ontstonden ruim tien jaar geleden, waarna de partijen met elkaar in gesprek zijn geraakt. Koos Meijerink (Public Relations CODA, Kulturhusmanager): “Tijdens het gehele proces van ontwikkeling tot realisatie van het Kulturhus dok Zuid zijn alle partijen naar elkaar toegegroeid. Het is belangrijk geweest dat we vroegtijdig met alle (eventueel) deelnemende partijen gesprekken voerden. Daardoor konden we structureel werken aan het gezamenlijke doel: een kulturhus voor de wijk en zijn bewoners met allerhande voorzieningen. Samenwerking is het sleutelwoord. Dit komt in dok Zuid naar voren in gezamenlijke ruimten, beheer, programmering en communicatie.” Koos Meijerink toont trots het veelzijdige Jaarpro-

gramma 2009 - 2010. “Door goede samenwerking en duidelijke communicatie is het al klaar voordat dok Zuid officieel is geopend.” Tijdens de voorbereiding en realisatie van dok Zuid is veel aandacht besteed aan communicatie. Michiel Bruins: “In een langdurig traject als dit dreigen partijen af te haken. Daarom is het belangrijk te investeren in de communicatie tussen de partijen, maar ook in de communicatie naar de wijk toe. Dok Zuid heeft nu al naamsbekendheid onder de omwonenden. Belangrijk daarbij is om al in een vroeg stadium een naam te kiezen voor het traject. Tijdens de voortgang van het traject, dat we via nieuwsbrieven en een eigen website communiceren, wordt deze naam veelvuldig gebruikt.”

“De samenwer­ king in dok Zuid komt naar voren in gezamenlijke ruimten, beheer, programmering en communicatie.”

Beheer en exploitatie ACCRES Apeldoorn B.V. is beheerder en exploitant van dok Zuid. ACCRES is ‘preferred supplier’ van de gemeente Apeldoorn als het gaat om beheer en exploitatie van maatschappelijk vastgoed; onder andere wijkcentra, sporthallen, zwembaden, MFA’s, maar ook kinderboerderijen en een natuurpark. De afspraken met de gemeente over subsidie en eisen zijn vastgelegd in een vierjarig prestatiecontract. In dok Zuid betalen de participanten een vergoeding aan ACCRES voor de beheerdiensten; de scholen brengen de ‘Londovergoeding’ in. In overleg met de gemeente zijn met de vaste bewoners huurcontracten gesloten. ACCRES kan de overige ruimten verhuren. Dit ge-

schooldomein

november 2009

13



beurt tegen laagdrempelige tarieven (vanaf € 15,- per dagdeel), waarover met de gemeente afspraken zijn gemaakt. Voor het programmabeheer is een kulturhusmanager aangesteld. Deze is in dienst van CODA. De gemeente heeft hierover al vroeg in het proces afspraken gemaakt met CODA. De provinciale kulturhussubsidie wordt de eerste jaren ingezet ter dekking van de formatiekosten.

Maatschappelijk rendement Koos Meijerink legt uit dat rendement niet altijd in geld uit te drukken is, maar een maatschappelijk benefiet kent: “Dok Zuid heeft typische kulturhuskenmerken met onder meer een open hart bij de ingang. Dit versterkt de openheid en laagdrempeligheid van het gebouw. Bepaalde functies - Centrum voor Jeugd en Gezin, Woonservicepunt en de CODA bibliotheek - liggen in het hart van het gebouw en het is gemakkelijk om hier binnen te stappen. De bibliotheek vervult – naast uiteraard de bibliotheekfunctie - in dok Zuid een gewaardeerde ontmoetingsfunctie. Er is een leestafel, bezoekers kunnen gebruik maken van internet en andere computervoorzieningen. CODA organiseert daarnaast in dok Zuid exposities van en voor bewoners uit Apeldoorn Zuid. Het centrale loket is het ‘gezicht’ van dok Zuid. Het is een op zichzelf staand sociaal project dat mensen achter de balie traint tot receptionist of gastheer. Er wordt gestart met een poule van circa dertig mensen. Uniek aan dok Zuid is daarnaast het activiteitenprogramma. De gemeente investeert in het gezamenlijke activiteitenpakket. De Programmaraad (bestaande uit huurders en wijkbewoners) verzorgt het aanbod. De wijkbewoners bepalen dus mede het aanbod, op basis van behoeften. Er zijn 15.000 programmaboekjes verspreid in de wijk. De gezamenlijke activiteiten zijn al gestart voordat het gebouw werd opgeleverd.”

Gecoördineerd proces Michiel Bruins: “In een project met veel participanten zoals in dok Zuid is het belangrijk in een vroegtijdig stadium gebruikersoverleggen te plannen. Organisaties en mensen moeten elkaar leren kennen en deze ontwikkeling moet groeien vanuit de partijen zelf. De rol van de gemeente moet niet te overheersend worden omdat dit kan leiden tot passiviteit bij de andere partijen. Gedurende het proces krijgen partijen nieuwe inzichten die van invloed zijn op het gebouw, bijvoorbeeld door veranderingen in hun eigen organisatie of doordat ze nieuwe samenwerkingskansen zien. Daarom zijn flexibiliteit in het ontwerp én het proces zo belangrijk. In dok Zuid is tijdens de bouw het ontwerp nog aangepast, zodat ook het Centrum voor Jeugd en Gezin nog een plek kon krijgen. Dit was in een traditioneel proces, waarin alle uitgangspunten voor de start van de bouw vaststaan, onmogelijk geweest.”

Projectinformatie: Opdrachtgevers: Gemeente Apeldoorn/De Goede Woning (appartementen)

Architect: Frencken Scholl Architecten

Projectmanagement: ICSadviseurs

Kernpartners: Basisscholen Het Kompas, De Reiziger en

In het unieke Kulturhus werken zeer verschillende partijen samen: basisscholen Het Kompas, De Reiziger en Seb@stiaanschool; Wijkraad Apeldoorn Zuid; het Centrum voor Jeugd en Gezin; Accres (wijkcentrum en beheerder); CODA Zuid; Kinderopvang OOK en Servicepunt Zuid. Naast het ontmoetings- en educatiecentrum realiseren ontwikkelaars bovendien het GOED, met onder meer huisartsen, een apotheek, zorgwoningen en een centrum voor 24-uurs zorg.

Seb@stiaanschool, Wijkraad Apeldoorn Zuid, Centrum voor Jeugd en Gezin, Accres (wijkcentrum en beheerder), CODA Zuid, Kinderopvang OOK en Servicepunt Zuid, 29 appartementen (woningcorporatie De Goede Woning)

Doorlooptijd: 2004 - 2009

Meer informatie over dok Zuid is te vinden op www.dokzuid.nl. ICSadviseurs is als projectmanager van pril begin tot en met

Stichtingskosten: € 13,3 miljoen (excl. appartementen)

de oplevering betrokken geweest bij dok Zuid. Voor meer

Bruto vloeroppervlakte:

informatie kunt u mailen of bellen met Erwin Veneklaas Slots:

7.680 m2 (excl. appartementen)

eveneklaasslots@icsadviseurs of 06 22 60 15 26.

schooldomein

november 2009

15


Brede school Duinterpen in Sneek

Een skûtsje in het Friese landschap

Vanaf begin 2009 maakt de kinderrijke wijk Duinterpen in Sneek gebruik van de brede school Duinterpen. Het complex biedt een gecombineerd aanbod van onderwijs en uitgebreide kinder- en naschoolse opvang waarbij ouders vanaf zeven uur ‘s morgens hun kinderen kunnen brengen en tot zeven uur ’s avonds weer kunnen ophalen. Een verslag van goede samenwerking en een prachtig gebouw. 16

schooldomein

november 2009


Materiaal: Monique van de Camp, Pellikaan

D

e brede school Duinterpen is ontstaan door de samenvoeging van twee basisscholen, een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang (BSO) en een gemeentelijke sporthal. Het gebouw met 7.632 m² bvo op een perceel van 17.600 m² heeft dus vier hoofdgebruikers. De christelijke basisschool De Wyken heeft 22 lokalen en openbare basisschool De Vuurvlinder 13 lokalen. Flexibiliteit tussen de beide scholen is bereikt door zes wissellokalen te bouwen, die afhankelijk van groei- of krimp door de scholen kunnen worden ingezet.

weerspiegelt vanaf die richting ook een stukje Friese cultuur. De zachte rondingen in de langsgevels, de houten beplating van de gevelbekleding, maar ook de opvallende doorgetrokken spanten die als ribben uit het gekromde dak boven de hoofdbouw steken, refereren aan een skûtsje. In Duinterpen zijn vooral duurzame materialen als hout en baksteen gebruikt. Bij het ontwerp is het entreeplein als rode loper in het plan meegenomen, als uitnodiging aan de omgeving: iedereen is hier welkom.

Treffende locatie

Het ontwerp is niet uitgevoerd als één bouwmassa, maar benadrukt de bereikbaarheid van de verschillende gebruikers, terwijl het toch een samenhangend concept blijft. De verschillende pleinen voor onder-, midden- en bovenbouw grenzen op maaiveld niet aan de lokalen. Alle pleinen liggen gunstig ten opzichte van de bezonning. Het complex heeft een centrale en multifunctionele hal met voor iedere gebruiker een eigen entree. Het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal liggen beiden op de begane grond en de pleinen zijn vanuit de groepsruimte bereikbaar. De multifunctionele ruimten liggen allen aan de centrale hal. De opzet van de plattegronden is speels zonder saaie gangen. De school heeft de beschikking over speelzalen maar ook over een prachtige sporthal van maar liefst 24 x 44,2 m² die opdeelbaar is door scheidingswanden in drie zaaldelen. De sporthal wordt ook gebruikt als speelruimte voor de buitenschoolse opvang en ook de omgeving maakt er ’s avonds intensief gebruik van. Het materiaalgebruik zoals metselwerk, de houten geveldelen, de rondingen aan het gebouw en het kleurgebruik geven het gebouw een unieke en speelse uitstraling. Hiervoor is een natuurlijke en informele architectuur ontwikkeld door het bureau Bos & Partners.

Het project ligt op een stedenbouwkundig interessante locatie. Belangrijk uitgangspunt bij het ontwerp was de zichtbaarheid van het gebouw. Wie vanuit het zuiden Sneek nadert, krijgt voortaan als eerste de brede school Duinterpen in het vizier. Het gebouw

Het gebouw weerspiegelt ook een stukje Friese cultuur.

Samenhangend en bereikbaar

Projectinformatie: Programma: cbs De Wyken, obs De Vuurvlinder, sporthal, kinderopvang

Periode: voorjaar 2007

BVO: 7.632 m²

Bijzonder bouwproces

Perceel:

Pellikaan Bouwbedrijf BV heeft het project Brede School Duinterpen in Sneek op basis van de aanbestedingvorm Design & Build gerealiseerd. Het sterke ontwerp van bureau Bos, de constructieve, installatietechnische, bouwkundige engineering en dynamische calculatie en begrotingstechniek van Pellikaan Bouwbedrijf BV leidden tot een ontwerp en uitvoeringsplan dat als beste en economisch meest voordelig beoordeeld is en voor uitvoering voorgedragen. Belangrijker nog: een heldere stedenbouwkundige en maatschappelijke positionering heeft een gebouw opgeleverd dat tevreden gebruikers kent.

17.600 m²

Kosten: € 7.500.000, - excl. btw

Opdrachtgever: gemeente Sneek

Ontwerp: bureau Bos & Partners

Uitvoering: Pelikaan (hoofdontwerp), MSP Dak en Wand, Heerenveen

Kijk voor meer informatie op www.pellikaan.com.

schooldomein

november 2009

17


Vlaamse en Franstalige architecten uiteen? De Vlaamse architecten willen zich afscheuren van de Nationale Orde van Architecten. Dat is op een vergadering in Leuven beslist, met bijna 90 procent van de stemmen. Volgens de Vlaamse architecten kan de

Nationale Orde niet meer functioneren omdat de architecten uit beide landsdelen te uiteenlopende visies hebben. Bijna alle Vlaamse architecten willen ook dat een nieuwe Vlaamse Orde onder de bevoegdheid

van de Vlaamse Gemeenschap valt, in plaats van onder een federaal minister, omdat ruimtelijke ordening en de architectenopleidingen ook al Vlaamse bevoegdheden zijn. Bron: VRT Nieuws.

geven’, zegt Aedes-voorzitter Marc Calon. ‘Een greep in de kas van woningcorporaties is geen panacee voor de problemen op de woningmarkt. We willen allemaal lekker wonen en dat onze kinderen het beter hebben dan wijzelf. Hiervoor zijn hervormingen nodig die de woningmarkt houdbaar maken voor weer een volgende generatie.’ Aedes spoort het kabinet aan om de stimuleringsplannen voor de bouw uit het crisispakket snel uit te voeren. Met

het Stimuleringsbudget Woningbouw worden op dit moment vooral eenvoudige bouwprojecten gered, die anders op de lange baan geschoven zouden worden. Het risico bestaat dat ingewikkelder herstructureringsprojecten blijven liggen waardoor daarvoor later minder geld beschikbaar is. De corporatie schrijft dat het cruciaal is om de investeringsruimte ook op de langere termijn op peil te houden. Bron: Vastgoedmarkt.

Corporaties willen meer financiële ruimte Willen woningcorporaties kunnen blijven bijdragen aan een gezonde bouwsector, dan zijn meer financiële ruimte en garanties noodzakelijk. Dat stelt Aedes in een eerste reactie op de Rijksbegroting 2010. In een persbericht schrijft de corporatie dat de door het kabinet aangekondigde brede heroverwegingen kans bieden een samenhangende visie te ontwikkelen op de woningmarkt. ‘Dat kun je echter niet louter vanuit het financieel perspectief vorm-

Interieurinrichting beïnvloedt humeur en gedrag De kleuren en het licht in een ruimte hebben invloed op het humeur en zelfs op het gedrag. Er is vooral veel onderzoek gedaan naar de invloed van de inrichting van ruimten in ziekenhuizen, winkels en scholen, maar volgens Karin Dijkstra, universitair docent bij de opleiding psychologie aan de Universiteit Twente, beïnvloedt ook de huiselijke omgeving onze stemming en gedrag. Dijkstra geeft een aantal tips die het beste uit een interieur halen. Zo zijn meubels met rondingen vaak

18

schooldomein

november 2009

fijner om naar te kijken. Mensen associëren scherpe hoeken instinctief met gevaar. Verder heeft de kleur groen een positieve invloed op ons welbevinden. Patiënten met uitzicht op groen herstellen sneller en ook thuis brengt groen rust. Evolutionair gezien voelt de mens zich meer thuis in de natuur dan in betonnen woonblokken. Daarmee hangt de derde tip van Dijkstra samen: hang afbeeldingen van de natuur aan de wand. Een foto of schilderij van planten blijkt net zo rustgevend als echte

planten. De invloed van kleur op de stemming is niet eenduidig. Zo verschillen de meningen over het effect van rood, dat zowel prikkelend kan zijn als stress oproepen. Bij sommige taken is oppassen voor gevaar een gunstige gemoedstoestand, bij andere juist niet. Verder dragen hoge plafonds bij aan vrijer denken en is geluidsoverlast niet alleen irritant, maar ook slecht voor de concentratie. Bron: Profnews 2009, gebaseerd op Psychologie Magazine.


kort nieuws Nieuwbouw ROC Mondriaan/NS Poort van start Op 6 oktober werd het officiële startsein gegeven voor de nieuwbouw van ROC Mondriaan/NS Poort op de spoorstrook aan de Waldorpstraat in Den Haag. Onder aanvoering van de Haagse wethouder Norder van Bouwen en Wonen sloegen ROC-studenten samen met de heer Rutte, directeur ontwikkeling van NS Poort en de heer Geerdink, lid College van Bestuur van ROC Mondriaan, een officiële paal voor de start van de nieuwbouw. Hiermee wordt de samenwerking van NS Poort met de gemeente Den Haag benadrukt, mede doordat het nieuwe gebouw een bijzondere bijdrage levert aan de verlevendiging van de spoorzone en het Laakhavengebied. Zowel ontwikkelaar NS Poort als aannemer Boele & van Eesteren, hebben veel ervaring met het bouwen van een diversiteit aan projecten rondom stations. Architectenbureau LIAG tekent voor het ontwerp. Eigenaar van het gebouw wordt investeerder IVG, Institutional Funds GmbH. Voor NS Poort betekent het ROC Mondriaan al de derde school die het ontwikkelt bij een station. In 2007 werd ROC Nijmegen opgeleverd bij station Nijmegen. Begin 2010 wordt een prachtig gebouw van architectenbureau RAU Amsterdam voor ROC Aventus opgeleverd bij station Zutphen en begin 2011 staat de oplevering gepland voor ROC Mondriaan bij station Den Haag HS. Doel van NS is om, door toevoeging van dergelijke functies, levendige,

aangename en sociaal veilige stationsgebieden te creëren. Door niet alleen kantoren te ontwikkelen, maar ook andere functies als woningen,

winkels én scholen, ontstaat een dynamische mix die op een groot deel van de dag voor leven in het stationsgebied zorgt.

Hogeschool Utrecht en Hogeschool Domstad willen fuseren Hogeschool Utrecht en Hogeschool Domstad (katholieke lerarenopleiding basisonderwijs) hebben het voornemen in december 2009 een intentieverklaring te tekenen die moet leiden tot een fusie in de loop van 2010. Dit fusiebesluit zal goedgekeurd moeten worden door medezeggenschapsorganen en het ministerie van Onderwijs. Het is de bedoeling dat de opleiding van Hogeschool Domstad verhuist

naar Amersfoort. Hogeschool Domstad is tot de conclusie gekomen dat, om haar inhoudelijke ambities te kunnen blijven realiseren, het noodzakelijk is om samenwerking met een andere partner te zoeken. Hogeschool Utrecht wil die partner zijn, omdat zij de kwaliteit van Hogeschool Domstad (h)erkent als een verdieping en verbreding van de expertise die binnen de Faculteit Educatie in het algemeen en bin-

nen het Instituut Theo Thijssen in het bijzonder, aanwezig is. De lerarenopleidingen van Hogeschool Utrecht en Hogeschool Domstad zijn beide onlangs geaccrediteerd. Het bijzondere karakter van Hogeschool Domstad zal gehandhaafd blijven in de vorm van onder andere een nog te ontwikkelen minor levensbeschouwing en de blijvende mogelijkheid om af te studeren met de akte godsdienst/levensbeschouwing.

VNG wil meer samenwerking stimulering bouw De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) komt met een eigen plan om stilgevallen bouwprojecten weer op gang te brengen. De VNG vindt dat gemeenten, provincie en het Rijk voortaan als een team krachtig moeten samenwerken bij de ontwikkeling van een bouwproject. Dat liet de vereniging woensdag weten. De VNG vindt dat er nu te veel na en naast elkaar wordt gewerkt. Daardoor gaat veel tijd en geld

verloren. Ook moet er een einde komen aan de ingewikkelde bezwaarprocedures die bouwprojecten jarenlang kunnen vertragen. De VNG wil dat er voortaan een moment komt waarop iedereen zijn zegje kan doen. ‘Daarna gaat de schop de grond in.’ Vooral door samenwerking tussen de overheden kan er volgens de VNG veel winst worden behaald. De vereniging pleit dan ook voor een gezamenlijk en gelijktijdig overleg,

één keer inspraak en één keer een beroep bij de rechter. Als voorbeeld haalt de VNG de renovatie van het stationsgebied in Utrecht aan. Voor dat project zijn maar liefst 4.200 uitvoeringsbesluiten nodig en die kunnen een voor een worden aangevochten. ‘Enorme vertragingen door allerlei juridische procedures zijn het gevolg. Bovendien brengt dat veel extra kosten met zich mee’, zegt de VNG. Bron: Vastgoedmarkt.

schooldomein

november 2009

19


Kupan-Adv.Education185x130-DEF:Layout 2

04-04-2008

13:57

Pagina 1

To t a a l c o n c e p t v o o r E d u c a t i o n Q U A L I T Y ,

S T Y L E

A N D

P E R F E C T I O N

GARDEROBEKASTEN

ELEKTRONISCHE LOCKERS

DOUCHE- EN TOILETCABINES

WAS- EN OPMAAKTABLEAUS

WATERVASTE DEUREN

BANKEN

GARDEROBESYSTEMEN

Kupan bv Postbus 11 7020 AA Zelhem Nederland T +31(0)314 62 10 41 F +31(0)314 62 38 32 E info@kupan.com I www.kupan.com

185 x 130 mm

Wilt U ook zo’n mooi ingericht Toneel? neem dan geheel vrijblijvend contact op met ons voor advies en uitvoering. Wij richten in van pafond tot en met vloer.

Vele scholen door heel Nederland behoren inmiddels tot onze vaste klantenkring en houden hun uitvoering en presentaties in een

door ons bedrijf professioneel ingerichte ruimte geheel volgens de wettelijk vereiste vlamvrij en veiligheidsnormen .

Ron de Groot Schooltoneelinrichting BV Postbus 172, 2740 AD Waddinxveen Tel : + (0)182‐616310 Fax:+(0)182‐611221 e‐mail: rondegroot@wxs.nl web : www.theatertextiel.com


nota bene

In elke Schooldomein maakt u op een bijzondere manier kennis met een bijzonder mens in een bijzondere functie. In deze editie: René Paas, sinds september 2009 voorzitter van Divosa, de vereniging van managers op het terrein van werk, inkomen en participatie. René Paas (Dordrecht, 16 september 1966) studeerde Bestuurswetenschappen en Nederlands Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij begon zijn loopbaan in 1991 als ambtenaar bestuurszaken bij de Gemeente Roden. In 1992 werd hij organisatieadviseur bij BDO Management Consultants. Daar gaf hij strategische adviezen aan overheden, onderwijs- en zorginstellingen. Na een wethouderschap in Groningen werd hij in 2005 voorzitter van de CNV Vakcentrale. Naast zijn werk voor Divosa, is René Paas voorzitter van de Federatie Opvang, de vereniging van instellingen voor dak- en thuislozen en vrouwenopvang. Daarnaast is hij lid van de raad van toezicht van ROC Friese Poort en de VU Windesheim.

René Paas Auto Een echte kinderwagen: Citroën Picasso.

Eten en drinken

Leukste opleiding

Slechtste eigenschap

De basiscursus van het CDJA. In een Rotterdamse jeugdherberg maakte ik kennis met forumdiscussies, raadsdebatten en omgang met media. Het opende een wereld voor me.

Slecht plannen. Veel moet op het laatste moment. Vaak vijf minuten te laat.

Eerste baan Bollen pellen in de Noordoostpolder. Geen idee meer hoeveel te jong ik toen was.

Doelstelling in nieuwe baan De komende tijd groeit het aantal bijstandsgerechtigden enorm. Dat geeft een geweldige druk bij sociale diensten. Ik hoop dat we er voor kunnen zorgen dat ze desondanks de hulp krijgen die ze verdienen. Zo snel mogelijk weer aan het werk.

Muziek Altijd weer Bach. Vooral zijn cantates. Ongeëvenaard.

Film Forrest Gump. Ik kan sommige delen gewoon opzeggen. Maar pink altijd weer een traantje weg.

Boek Keerpunten van Ian Kershaw. Hij laat zien hoe de Tweede Wereldoorlog steeds weer een dubbeltje op zijn kant is.

Website

Werkweek

Google News. Ik ben een nieuwsjunk.

Ik schrijf geen uren maar probeer te woekeren met mijn tijd. Natuurlijk maak ik royale werkweken, maar ik heb het geluk dat ik prachtig werk mag doen. En ik probeer desondanks voldoende tijd voor mijn kinderen te hebben.

Televisieprogramma

Beste eigenschap

Tijdschrift

Flexibel. Stressbestendig. Ik kan veel op het laatste moment.

Ik ben een grazer. Er komt enorm veel voorbij, maar ik parafeer meer dan dat ik lees.

Ik kijk heel weinig televisie. En als ik het doe, kijk ik vijf programma’s tegelijk.

Krant Thuis Trouw en het Financiëele Dagblad. En verder alles wat los en vast zit.

Iets wat we samen koken. Dit weekend met veel liefde hachee gemaakt. Mijn hele familie met plezier zien bunkeren.

Avond uit Samen met mijn vrouw of met vrienden uit eten. En bijpraten. Heerlijk.

Restaurant Gustok aan de Veilinghaven in Utrecht. We wonen er in de buurt. Ze hebben geen kapsones en ze koken heerlijk mediterraan.

Opmerkelijk Ik houd van zingen en ben voor een roeier verontrustend weinig op het water.

Ergernis Bureaucratie. Nodeloos ingewikkelde overheidsorganisaties. Het doolhof van de jeugdzorg en van de sociale zekerheid is geen natuurverschijnsel. We hebben het zelf gemaakt.

Inspirerende persoonlijkheid Ik ben weer even helemaal weg van Obama. Iedereen zou zijn CIA-toespraak op youtube moeten zien. Zo wijs en zo inspirerend.

Ambitie De wereld een beetje beter maken. Door te doen wat op je weg komt. In dunne plakjes. Ik geloof in het ‘carpacciomodel’.

schooldomein

november 2009

21


22

schooldomein

november 2009


THEMA Financiën en ruimtegebruik

Financiën en ruimtegebruik Het programma van eisen wordt het centrale thema van de komende jaren, om tot een financieel aantrekkelijk en ruimtelijk maximaal faciliterend gebouw te komen. Natuurlijk moet het op het lijf van de gebruiker geschreven zijn en leiden tot een goed gebouw en tevreden gebruikers, maar tegenwoordig is er meer aan de hand.

Foto Mirjam Madiol

G

rofweg is er een onderscheid te maken tussen een programma van eisen voor de schil (drager) en voor de binnenkant (inbouw). In beide gevallen moeten de programma’s leiden tot een aantrekkelijke omgeving die duurzaam te exploiteren is. Dat betekent dat er twee typen programma’s zijn: 1. Drager: er is sprake van een duurzaam en stedenbouwkundig goed ingebed gebouw, in een omgeving die aantrekkelijk en goed bereikbaar blijft, ook voor toekomstige gebruikers. De logistiek in het gebouw is zodanig dat deze ook toekomstige ontwikkelingen kan faciliteren. U moet hierbij denken aan ingangen, ontmoetingsruimte, verkeersruimten, catering en vergaderruimten en een facilitaire opbouw van ruimten; kortom: een gastvrij gebouw op de beste locatie. 2. Inbouw: er is sprake van een gebouw dat de gebruikersgroepen optimaal faciliteert in het primaire proces. Het kader dat in de eerste fase (de drager met ruimtelijke, logistieke en financiële parameters) wordt vastgesteld, is leidend voor de uitwerking van het programma met de eerste groep gebruikers. Uiteraard is er een verschil tussen de positionering van hoofd- en meer tijdelijke gebruikers. Niet zozeer in uitstraling, maar wel als het gaat om de logistieke inbedding in het totale

gebouw. Ook het nadenken over de exploitatie van de inrichting moet uitgedacht worden vanuit beide kaders: welke elementen zijn duurzame dragers en welke moeten snel kunnen worden aangepast, afhankelijk van een mogelijk veranderende vraag?

Krachtig sturingsinstrument In feite wordt het programma van eisen daarmee nog meer een krachtig sturingsinstrument. Juist in deze tijden, waarin steeds meer vanuit de exploitatie wordt gedacht, blijft een duurzaam gebruikersperspectief noodzakelijk. De belangrijkste ontwikkeling is die waarbij ook vanuit een nog niet bekende groep toekomstige gebruikers wordt gedacht. De ‘eerste groep gebruikers’, waarmee normaliter het standaard programma van eisen werd opgesteld, wordt daarmee geprikkeld met de vraag: hoe kan deze omgeving de komende 40 jaren aantrekkelijk blijven en wat betekent dat voor de input (en output) die ik nu moet leveren? Met andere woorden: van vooral een inputsturing verschuift het accent ook naar een output­sturing: aan welke voorwaarden moet het gebouw in de tijd voldoen, om op die plek aantrekkelijk te blijven voor toekomstige gebruikers? Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met ICSKenniscentrum: Merel de Boer: 06 22 26 79 07 of mdeboer@icsadviseurs.nl.

schooldomein

november 2009

23


Creatieve huisvesting in economisch zware tijden loont

“Schoolbesturen moeten ondernemers worden” De economische crisis is nog niet voorbij. Dat blijkt uit recente marktanalyses. Toch ligt er een enorme behoefte om goede maatschappelijke gebouwen te renoveren en nieuw te bouwen. Hoe kunnen partijen elkaar helpen en stimuleren om slimme oplossingen te bedenken, die het mogelijk maken ‘meer met minder’ te doen? Door te denken vanuit de exploitatie zijn zaken als onderhoud en duurzaamheid beter te koppelen.

Tekst Nicole Beaujean Foto’s Raphael Drent

Gespreksleider Sibo Arbeek poneert de eerste stelling: “Zitten afwachten is in deze markt dodelijk. Partijen moeten elkaar gaan opzoeken.” “Afwachten in élke markt is dodelijk,” reageert Johan Stuij, projectmanager Servicecentrum Scholenbouw (SCS), onmiddellijk, “zeker ook voor het Servicecentrum, omdat vanuit de ministeries heel duidelijk gepromoot wordt om DBFMO beter gestalte te geven. Een publiek-private samenwerking is vanwege de complexiteit heel lastig te realiseren. Dat betekent dat je veel hebt uit te leggen en dat is een lastige taak. Lastig en complex; het gaat immers om het vertrouwen van alle partijen. PPS is nog niet zo ingedaald in deze sector.”

24

schooldomein

november 2009

Creativiteit Henk Buma van Royal Haskoning vult Stuij aan: “We moeten de creativiteit van de markten ten volle benutten. Scholen zoeken vaak zelf naar oplossingen voor bouw of huisvesting. Daarom ervaren zij een grote drempel om afstand te doen van hun autonomie als bouwheer. Ze werken met oude rekentechnieken qua investeringsmodellen en zouden eigenlijk vanuit exploitatiekosten naar de vraagstukken moeten kijken, naar de ‘whole life cycle’. Dat ligt nog heel erg moeilijk, net als in de gezondheidszorg overigens.” Gespreksleider Sibo Arbeek nodigt architect Jaap Nieskens uit vanuit zijn professie wat ervaringen te delen op het gebied van PPS/

DBFMO. Nieskens: “Daar sta ik enigszins dualistisch in. Aan de ene kant denk ik dat er heel goede initiatieven kunnen zijn, die zowel voor de bouwer als voor de gebruiker voordelen kunnen hebben, al hebben zij ieder totaal verschillende uitgangspunten. De keerzijde is dat scholen het risico van het ontwerpen en bouwen bij iemand anders neerleggen. Daarmee verleggen ze een belangrijk stuk verantwoordelijkheid. Er zijn inmiddels een paar grote scholenprojecten volgens de DBFMO-methode gerealiseerd en ik hoor daar niet altijd even positieve berichten over van gebruikerszijde. De gebruiker heeft beperkte invloed; hij kan niet meer rechtstreeks met de architect gaan praten. Overigens kan ik me DBFMO wel heel goed voorstellen bij gebouwen als kantoren. Maar een schoolgebouw is natuurlijk absoluut geen kantoorgebouw.”

Niet-core business afkopen Henk Buma is het niet met Nieskens eens: “Ik heb niet gezegd dat een DBFMO-contract betekent dat je de risico’s naar een


THEMA Financiën en ruimtegebruik Vlnr: Willem de Bruin, Robbert van den Akker en Michiel Otto

Deelnemers expertmeeting financiën en ruimtegebruik

andere partij verlegt, want dat is absoluut niet het geval. Je neemt namelijk zelf de meeste risico’s als opdrachtgever, maar wel ándere. Als je het goed doet, koop je je nietcore business af, waardoor je je volledig kunt concentreren op het onderwijs.” Jaap Nieskens vervolgt zijn betoog: “Een schoolgebouw, zeker voor voortgezet onderwijs, is een heel ander type gebouw dan een kantoor. Elk kamertje, elk hokje, elk leidinkje in een schoolgebouw moet worden besproken en overlegd. Voor de scholen is dit al niet eenvoudig, maar het wordt zeker als een probleem ervaren door ontwikkelaars die op die markt niet goed thuis zijn. Aan de ene kant zijn er dus goede DBFMO-initiatieven, waar wij als architecten nog steeds van kunnen leren, omdat we door de ontwikkelende partijen op de vingers worden gekeken. Zo blijven we scherp met betrekking tot de de exploitatiekosten. Laten we liever wat meer investeren in een goede detaillering en materiaalkeuze, dat verdienen we terug in de exploitatie. En dat vind ik een heel positieve ontwikkeling.”

Sibo Arbeek | hoofdredacteur Schooldomein (gespreksleider) Robbert van den Akker | hoofd verkoop De Meeuw Bouwsystemen Willem de Bruin | commercieel adviseur ABO Klimaat Henk Buma | senior consultant huisvesting en facility management Royal Haskoning Bart Joziasse | business developer Onderwijshuisvesting DHV Groep Bert Liefveld | consultant ICS Adviseurs Jaap Nieskens | directeur/architect SP architecten Mike Nusteen | advocaat Nysingh Michiel Otto | partner PRC Advies en Projectmanagement Michel Riksma | account manager Biddle Klimaatsystemen Johan Stuij | projectmanager Servicecentrum Scholenbouw

Gebruiksprojecten Henk Buma van Royal Haskoning: “Wij spreken helemaal niet meer over bouwprojecten als het om DBFMO gaat; wij spreken over gebruiksprojecten. Het gebruik van een gebouw moet uitgangspunt zijn voor alles wat je doet. Het hele bouwproces is niet meer en niet minder dan een inkoopproces. Alle partijen concentreren zich op inkoopprocessen en productie van de inkoop, in plaats van wat echt belangrijk is: het

gebruiksniveau. Dat vergt een totaal andere benadering en een ander soort creativiteit.” Buma vervolgt: “Waar wij tegenaan lopen, is dat scholen het proces sec vanuit hun functie bekijken. De doelstelling van het Rijk is feitelijk niet veel meer dan de kosten per vierkante meter, per functie verlagen. Het is een groot misverstand dat een andere financiering zal leiden tot dingen die voorheen niet konden. Je moet gewoon anders omgaan met de vraag, zaken durven

schooldomein

november 2009

25



THEMA Financiën en ruimtegebruik

Vlnr: Henk Buma, Bart Joziasse, Johan Stuij, Bert Liefveld, Michel Riksma en Jaap Nieskens

delen, dingen samen doen. Dat is meer dan de optelsom van een gemiddelde MFA (multifunctionele accommodatie), waarbij het traditionele schoollokaal deel uitmaakt van een grotere doos. Daar liggen verschrikkelijk veel mogelijkheden. Een goed voorbeeld van een alternatieve oplossing is een school aan wie de gemeente het eigendomsrecht had gegeven. Daarvoor kreeg de school een jaarlijkse vaste vergoeding. Er moest dringend gerenoveerd worden, maar er was geen geld. Wij hebben ze geadviseerd goed te definiëren wat ze met die schoollocaties willen en de markt uit te nodigen concepten te bedenken waarvan de schoolfunctie deel uitmaakt. Dat kan een zorgcentrum zijn of een fitnesscentrum. Zo kun je op een heel slimme manier functies samenvoegen, waarbij scholen gebruik maken van ruimtes die door een ander gebruikt worden en omgekeerd. Ontwerp dus eerst de samenwerking en dan pas het gebouw.”

Koppeling investeren en exploiteren Bart Joziasse, business developer Onderwijshuisvesting DHV Groep, vult aan: “In dat opzicht mag je van een schoolbestuur best meer een ondernemer maken. Laat de school zelf nadenken over dit soort samenwerkingsverbanden.”

Michiel Otto, PRC Advies en Projectmanagement: “Een belangrijke voorwaarde daarvoor is dat je de link tussen investeren en exploiteren kunt leggen. In het basisonderwijs liggen investeren en exploiteren meestal bij twee verschillende partijen. Bij een koppeling tussen investeren en exploiteren krijgt een schoolbestuur een andere rol, haast als een soort onderwijsondernemer. De hoeveelheid geld blijft hetzelfde, maar de wijze waarop je het inzet, verschilt wel degelijk. Ik pleit niet in alle gevallen voor DBFMO, maar in bepaalde gevallen is dat wel een goede manier om financiële kwesties op te lossen.”

“We moeten de creativiteit van de markten ten volle benutten.”

Duurzaamheid Bert Liefveld en Willem de Bruin discussiëren vervolgens over het belang van een goede klimaatinstallatie. Volgens Liefveld zou de overheid de huidige wet- en regelgeving eens goed moeten bekijken. “Wil je voldoen aan de huidige eisen en normen op het gebied van klimaatbeheersing, dan is dat een ongelooflijke aanslag op je investerings- en exploitatiebudget,” aldus Liefveld. “Kun je zo’n dure installatie dan niet beter leasen? Wat mij betreft is daarvoor nog geen unieke oplossing gevonden.” Volgens Willem de Bruin van ABO Koeltechniek & Airconditioning verdient een

schooldomein

november 2009

27


Tilburg • Brussels • Düsseldorf • Londen

Pellikaan Bouwbedrijf bv Dr. Hub van Doorneweg 95 Postbus 551, 5000 AN Tilburg Tel. (013) 465 76 00 E-mail info@pellikaan.com www.pellikaan.com

Op zoek naar

een verantwoord bouwplan? Plannen voor het neerzetten van een brede school? Of wilt u een schoolgebouw moderniseren? In Pellikaan Bouwbedrijf vindt u een partner die u alle zorg uit ui handen neemt. Van ontwikkeling tot na de oplevering!

Kies voor een doordachte investering - voor ieder budget een innovatieve oplossing - controle over financiën en planning

… met tevreden gebruikers - oog voor gebruik en beheer - aandacht voor uw wensen - samenspel tussen ontwerp en bouw Lees de ervaringen van uw collega’s op www.pellikaan.com

Pellikaan: partner in uw ambitie


THEMA Financiën en ruimtegebruik goed systeem zichzelf terug, als je er in een vroegtijdig stadium een goede installatie-adviseur bij betrekt. “Vaak zie je dat scholen een apart ventilatiesysteem, een apart airconditioningsysteem en een losse cv-installatie hebben. Met een alles-inéén systeem bespaar je tweederde op het energieverbruik. Bovendien kent een school met een slecht binnenklimaat veel ziekteverzuim, zowel onder leerlingen als onder docenten en medewerkers. Als je daar een totaalplaatje van maakt, zal die investering nog wel meevallen.” Sibo Arbeek, samenvattend: “Schoolbesturen moeten dus uit de kast komen en maatschappelijk ondernemer worden. Zij moeten zich niet te afhankelijk opstellen van de gemeente en zelf positie kiezen. Verder is het verstandig dat zij kijken naar de duurzaamheid van installaties en niet naar de initiële kosten.”

Ontwerpen op levensduur Hoe tijdelijk is de functie van een schoolgebouw, is de volgende kwestie die ter tafel komt. Henk Buma: “Mensen denken vanuit life cycle, maar dat beperkt zich tot de technische levensduur van systemen. Je zou juist in termen van ‘whole life cycle’ moeten denken. Je moet de functie school zien als een tijdelijk iets, in een groter geheel.” Robbert van den Akker, De Meeuw Bouwsystemen: “Je moet flexibiliteit inbouwen. Bepaalde zaken staan vast, zoals installaties, sanitair en dergelijke, maar maak de rest van de ruimtes vrij indeelbaar. Probeer daarbij, hoe lastig ook, rekening te houden met toekomstige andere functies. Je kunt de school wel zien als een tijdelijk iets, maar wat is tijdelijk? Voor de een is dat vijf, voor de ander vijfentwintig jaar.” Architect Jaap Nieskens: “Wij ontwerpen op dit moment een gebouw dat acht jaar verhuurd wordt als school. Welke functie het daarna krijgt, weet de ontwikkelaar nog niet. Mijns inziens kun je nooit twee perfecte functies in één gebouw realiseren. Je moet de voorkeur geven aan een daarvan, waardoor altijd slechts één van de twee optimaal zal zijn. Technisch zou dat nog wel kunnen, maar niet qua behoeften van opdrachtgever en gebruikers. Ze stellen allemaal hun eigen eisen aan de ruimte(n). Een gebouw, waarin de eerste tien jaar een school is gehuisvest , functioneert daarna

Vlnr: Mike Nusteen, Henk Buma, Bart Joziasse

waarschijnlijk niet optimaal als kantoor als we kijken naar bruto/netto verhoudingen.” Robbert van den Akker: “Dat pleit voor het alternatief van ontwerpen op levensduur. Als de volgende partij zich aandient, vindt een renovatie plaats. Die kosten moet je afzetten tegen de kosten van slopen en nieuwbouw plegen. Eigenlijk pleit ik er dus voor om niet meer te denken in termen van veertig jaar.”

“Ontwerp eerst de samenwerking en dan pas het gebouw.”

Symbiose Tot slot: wat komt er allemaal kijken bij multifunctionele accommodaties? Jaap Nieskens: “Ik zie steeds vaker zes à zeven partijen die onder één dak worden samengebracht. Tegenwoordig stel ik de vraag: ‘wilt u samen of móet u samen?’. Want juffrouw Jannie vindt het prima dat er na schooltijd gefitnesst wordt, maar niet in háár klas. Het is belangrijk dat er afspraken worden gemaakt vóórdat je gaat ontwerpen. Je kunt van de architect niet verwachten dat hij voor alle symbiose zorgt. We hebben scholen gemaakt waarin het handvaardigheidslokaal na vieren wordt gebruikt als naschoolse opvang en het speellokaal als fitnessruimte. Je spreekt dan van dubbel en verlengd gebruik van ruimte en kunt dus ook vierkante meters besparen.” “Dan heb je het over natuurlijke vormen van samenwerken,” meent Sibo Arbeek. Henk Buma: “Ik ben daar niet zo heel optimistisch over. Ik denk echt dat je een basismodel van samenwerking van tevoren goed moet vastleggen.”

PPS en DBFMO Het begrip PPS (publiek-private samenwerking) drukt min of meer een intentie uit; de contractrechtelijke uitwerking van die intentie kan echter verschillen. Een veel voorkomende vorm is die van het DBFMO-contract, een afkorting van Design, Build, Finance, Maintain and Operate.

schooldomein

november 2009

29


Risicomanagement in het onderwijs

Een kwestie van gewoon doen! Risicomanagement is nog geen vast onderdeel van de bedrijfsvoering bij veel onderwijsinstellingen. De toegenomen autonomie en beleidsruimte voor scholen biedt niet alleen kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. Scholen zijn erbij gebaat tijdig de risico’s bij de realisatie van hun beleidsdoelstellingen in beeld te hebben en te houden. Om goed te kunnen afwegen welke maatregelen nodig zijn om deze risico’s te kunnen beheersen. Hoe kan een systeem van risicomanagement worden ingericht? Tekst André van Vliet

R

isicomanagement is een binnen de gehele organisatie ingebed, proactief en continu proces. Daarbij wordt vanuit een gemeenschappelijk referentiekader op gestructureerde wijze omgegaan met het beheersen van risico’s vanuit de organisatie- en/of beleidsdoelstellingen. Het is een belangrijk mechanisme dat de sturing en beheersing van de organisatie – om de gestelde doelstellingen te bereiken - ondersteunt. Belangrijk hierbij is het om risico’s niet alleen te zien als bedreigingen, maar juist ook in te gaan op de kansen. Evenmin draait het bij risicomanagement alleen maar om de euro’s. Het tijdig voorzien van de risico’s zorgt ervoor dat het management aan het stuur zit en tijdig kan bepalen of nadere acties noodzakelijk zijn.

Waarom risicomanagement? Het belang van risicomanagement is de afgelopen jaren toegenomen. De veranderende omgeving waarin onderwijsinstellingen zich bevinden, leidt er onder meer toe dat zij met meer en andere risico’s worden geconfronteerd. Het is natuurlijk niet zo dat scholen nu helemaal niets aan risicobeheer doen. Zo wordt bij het samenstellen van de meerjarenbegroting en het formatiebeheer onder meer gekeken naar de personele risico’s en beschikt elke school over beleid om het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden. Ook worden bij de strategische keuze voor het wel of niet ontwikkelen van private activiteiten de risico’s afgewogen. Bij risicomanagement gaat het echter om het continu beheersen van risico’s als vast onderdeel van de bedrijfsvoering. Het is geen eenmalige meting, maar een ‘continu’ systeem. En daar ligt voor de instelling de uitdaging.

Hoe werkt het? Het proces van risicomanagement kan schematisch als volgt worden weergegeven:

30

schooldomein

november 2009

Bewustwording management

Monitoring

Invertarisatie en analyse van risico’s

Treffen beheersmaatregelen

Figuur 1 schema proces risicomanagement

Stap 1 Bewustwording management Het management geeft vanuit de missie, de doelstellingen en de te leveren prestaties invulling aan de doelen voor risicomanagement. Tegelijkertijd moet er vanuit het management voldoende draagvlak zijn. Draagvlak is cruciaal voor het succesvol invoeren en borgen van risicomanagement. Nog te vaak wordt het belang van risicomanagement onvoldoende onderkend bij besturen van onderwijsinstellingen. Stap 2 Inventarisatie en analyse van risico’s Op basis van de beleidsdoelstellingen worden vervolgens de belangrijkste risico’s in kaart gebracht en geanalyseerd naar (mogelijke) oorzaken. Hierbij wordt zowel naar de omgeving als de eigen organisatie gekeken. Voorbeelden zijn de politiek (bezuinigingen), veiligheid, ontwikkeling leerlingaantallen, onderwijsaanbod, ontwikkeling personeel, huisvesting, ICT, financiële positie en kwaliteit organisatie.


De geïdentificeerde risico’s worden vervolgens geclassificeerd naar grootte op basis van de uitkomst van de kans van optreden en de geschatte impact. Vermenigvuldiging van de kans en de impact levert de omvang van het brutorisico op. Stap 3 Treffen beheersmaatregelen De uitkomst van de risicoanalyse is bepalend voor het treffen van beheersmaatregelen. Het is van belang daar waar dat kan, risico’s te verminderen. Daarom is het noodzakelijk bij elk risico de mogelijke beheersmaatregelen in beeld te brengen. Zijn er al beheersmaatregelen genomen gerelateerd aan dit risico? Is het mogelijk nieuwe beheersmaatregelen te nemen? Zo ja, dan is het belangrijk daarover nadere afspraken te maken: wanneer moet de maatregel genomen zijn? Wie is hiervoor verantwoordelijk? En welke kosten zijn hiermee gemoeid? Maatregelen kunnen divers zijn en bestaan uit bijvoorbeeld het verzekeren van het risico, houden van toezicht, aanscherpen van controle en toezicht (bijvoorbeeld: detectiepoortjes in het gebouw). Ook kan een beheersmaatregel het stoppen van een bepaalde activiteit zijn. Op risico’s van kleine omvang kan worden besloten geen maatregelen te treffen. Deze risico’s worden bewust geaccepteerd. Het treffen van beheersmaatregelen kan als volgt schematisch worden weergegeven:

BRUTO RISICO

BEHEERSMAATREGELEN

van risicomanagement is pas rond als de beheersmaatregelen daadwerkelijk worden geïmplementeerd en gemonitord. Het proces moet vervolgens op gezette tijden worden herhaald, bijvoorbeeld parallel aan de planning- en controlecyclus of wanneer zich incidenten voordoen. Zo wordt ‘risicodenken’ geen eenmalige aangelegenheid, maar een continue cyclus die organisatiebreed is ingebed. En dat is zeker in de huidige markt van belang. Veel betrokken partijen hebben een gevoel bij zogenaamde ‘bruto’ risico’s. Door de risico’s helder en zo mogelijk beheersbaar te maken, ontstaat een beter en samenhangend beeld van de ‘netto’ risico’s.

Tenslotte

NETTO RISICO Stap 4 Monitoring Met de stappen van het identificeren van de risico’s, het analyseren van de oorzaken en het benoemen van beheersmaatregelen is risicomanagement nog niet geborgd in de organisatie. De cirkel

Het proces van risicomanagement is niet eenvoudig. Daar is tijd voor nodig. Het is ook een creatief proces dat dwingt om gestructureerd na te denken over de risico’s die gepaard kunnen gaan met de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Doen we nog de juiste dingen en doen we de dingen goed? Uiteindelijk is het ook een kwestie van ‘gewoon doen’! Drs. Andre van Vliet RA is senior manager Deloitte Accountants B.V., Public Sector. Op 1 december organiseert de Deloitte Academy een cursus over risicomanagement in het onderwijs. Voor meer informatie www.deloitte.nl/academy of (010) 272 50 55.

schooldomein

november 2009

31


MFA Lab is van start gegaan

MFA’s die boeien en binden! Multifunctionele accommodaties (MFA’s) worden doorgaans met veel bombarie gerealiseerd, maar eenmaal in gebruik blijven meer dan eens de bezoekers weg. Weinig dynamiek, onvoldoende aantrekkingskracht. Dat is de constatering van de deelnemers aan het MFA Lab. Een confronterende maar tegelijkertijd zeer uitdagende conclusie. Hoe komt dat en wat kunnen we er aan doen? Tekst Marc van Leent en Martine Atzema

D

e exploitatieformules van veel MFA’s spelen onvoldoende in op de eisen die de huidige generatie aan dit soort voorzieningen stelt. Globalisering en individualisering zijn dominante trends. Maar een plek in de buurt waarmee we ons kunnen identificeren, blijven we fijn vinden. Dat is niet het wijkcentrum van gisteren, maar dat is een ontmoetingsplek die boeit en bindt! De MFA ‘nieuwe stijl’.

Leefstijlen Of we een ontmoetingsplek aantrekkelijk vinden, hangt sterk af van onze leefstijl en een daarmee verbonden waardepatroon. De Smart Agent Company onderscheidt vier verschillende leefstijlen op basis van de psychologische kenmerken introvert en extravert en de sociologische kenmerken individueel georiënteerd en

32

schooldomein

november 2009

groepsgeoriënteerd. Deze kenmerken laten zich combineren tot vier kwadranten. In het gele kwadrant van extraverte, groepsgeoriënteerde personen is harmonie één van de dominante waarde. In het groene kwadrant van introverte, groepsgeoriënteerde personen is geborgenheid van relatief groot belang. In het blauwe kwadrant van de introverte individualisten speelt prestige een belangrijke rol. En in het rode kwadrant, tenslotte, zijn passie en ontplooiing heel wezenlijk.

Archetype MFA’s Hoe maak je nu een MFA die boeit en bindt? Door simpelweg in te spelen op de waarden die je doelgroep belangrijk vindt. Aan de hand van de leefstijlkwadranten zijn binnen het MFA Lab zes archetypes onderscheiden.


Hotspot voor vrijheid blijheid! Een hotspot is een plek waar je spontaan kunt komen en gaan en eigen initiatieven kunt ontplooien. Niets hoeft, alles mag. De omgeving inspireert in de vorm van kleuren, verhalen, theater en de verrassende kunst aan de wand. De loungehoek zorgt voor ontspanning tezamen met de door de ‘barista’ klaargemaakte Latte macchiato. De zitjes met WIFI zorgen dat je onder het genot van een sandwich kunt werken. De hotspot is er voor iedereen, vanuit de wijk en de stad. Denk aan de loungebar, het kleine theater en de (tijdelijke) strandtent. Dorpsplein, hoe meer zielen hoe meer vreugd! Op het dorpsplein komt de wijk samen. Samen met andere mensen, iedereen doet mee en is welkom. Gezelligheid staat voorop. De omgeving zorgt ervoor dat mensen kunnen praten en doen. Inrichting is belangrijk maar samenzijn en samen beleven is belangrijker. Een kan met ranja voor de kinderen en koffie uit een plastic bekertje maken het knus. Brede scholen met een duidelijke ontmoetingsfunctie en een Kulturhus met een rijk verenigingsleven zijn huidige verschijningsvormen van het dorpsplein. Sociëteit, quality for life Ons kent ons is het motto binnen de sociëteit. Hier onderhoud je je netwerk en benut je je vrije tijd optimaal. Een diner, golfevent, hockey, fitness en dansavond zorgen voor vertier. Perfect op elkaar afgestemde en kwalitatief hoogwaardige materialen zorgen voor een sfeervolle entourage. De kinderopvang en de huiswerkbegeleiding zitten naast de sociëteit, dus met de meeneemmaaltijd onder de arm haal je de kinderen van de huiswerkbegeleiding. Voorbeelden van sociëteiten zijn het clubhuis van de hockeyvereniging of het wellnesscenter. Buurthuis, doe maar gewoon Een plek waar je weet waar je aan toe bent. Je mag meedoen maar het hoeft niet. Kaartavonden, biljarten maar ook streetdance voor de kinderen zijn er wekelijks. Samen zorgen we ervoor dat iedereen zich thuis voelt. De inrichting is basic en met natuurtinten. Er wordt koffie geschonken, met een koekje erbij en af en toe een zelfgebakken plak cake. Je ontmoet er je buur en kletst weer even bij over actualiteiten in de buurt. Het kan hier gaan om een jongerencentrum of een verenigingshuis met inloopactiviteiten. Zalencentrum, vieren in de ruimte Het zalencentrum kennen we allemaal, hier kan iedereen een evenement of feest organiseren. Er kan een drankje gedronken worden of gewerkt worden. Het zalencentrum richt zich niet zozeer op een specifieke doelgroep. Hier gaat het om het dorpscafé met zalen en businessformules met een variëteit aan vergaderruimtes en werkplekken.

Dienstencentrum, gemak dient de mens Het dienstencentrum richt zich op informeren, zorgen en faciliteren op uiteenlopende gebieden. Allerlei partijen komen hier samen om het bezoekers gemakkelijk te maken. Een dienstencentrum richt zich eveneens niet zozeer op een specifieke doelgroep. Gedacht kan worden aan Ouderkindcentra, scholen waar volledige dagarrangementen geboden worden en de buurtsuper met koffiecorner en verschillende dienstverleners.

“De lounge­ hoek zorgt voor ontspan­ ning samen met de door de ‘barista’ klaar­ gemaakt Latte macchiato.”

De betekenis van deze archetypes mag duidelijk zijn. Of het nu gaat om de aard en prijs van de koffie, de frequentie van het schoonmaken, de inzet van vrijwilligers, de openingstijden of de opleiding van de beheerder; het zijn allemaal zaken die van archetype tot archetype wezenlijk kunnen verschillen. Denk dus in leefstijlen, en maak het verschil.

Over het MFA Lab MFA Lab (www.mfalab.nl) is een ontwikkelplatform waarop partijen in het veld samen met experts exploitatieformules voor multifunctionele accommodaties ontwikkelen. Deze formules worden getoetst aan concrete casussen die door betrokken partijen worden ingebracht. Centrale uitgangspunten zijn: gastvrijheid, ondernemerschap en verbinding met de wijk. De archetypes, genoemd in dit artikel, worden in het MFA Lab op de volgende thema’s uitgewerkt. 1.Marketing en communicatie 2.Gastvrijheid en horeca 3.Informatietechnologie 4.Personeel en organisatie 5.Financiën (business case)

In de komende nummers van Schooldomein worden de resultaten daarvan gepresenteerd. Het MFA Lab is een initiatief van de Wijkplaats en Tom de Haas Consultancy. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marc van Leent van De Wijkplaats, marc@wijkplaats.nu en met Martine Atzema van Hospitality Consultants, m.atzema@hospitalityconsultants.nl.

schooldomein

november 2009

33


architectuur

Meer of minder lokalen en minder of meer appartementen

Puzzelen binnen het formaat van een postzegel “Een feest”, noemt Lizzy Heistek, directeur van de openbare basisschool De Eendragt in Wormer, de periode waarin zij “bouwdame” was. Naast haar dagelijkse beslommeringen werkte zij met het architectenbureau SVP intensief samen aan de nieuwbouw voor haar school. “Het was voor mij de eerste keer, en ik zou het zo weer doen”. Samen met Jisp, Wijdewormer, het gehucht Spijkerboor en het buurtschap Oostknollendam vormt Wormer de gemeente Wormerland. Dorpen met een goeddeels nog heel landelijke sfeer, waarbij (op enkele bovenmatige kantoorgebouwen na) alleen de oude pakhuizen langs de Zaan contrasteren. Fraaie monumentale gebouwen, met namen die herinneren aan lang vervlogen tijden: Hollandia, Saigon, Batavia.

34

schooldomein

november 2009

Gelijk erachter slingert zich als een al even historisch lint de Zandweg, die de verbinding vormt tussen het oostelijk en westelijk deel van Wormer. Daarlangs vooral arbeidershuisjes; alleen begane grond met daarboven een meestal met oranje pannen bedekte kap, die dan weer langs, dan weer dwars op de weg is geplaatst. Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw werd deze kalme reeks op één plek doorbroken, door

het schoolgebouw van De Eendragt, met aan de voorzijde een rij indrukwekkende bomen. In de daaropvolgende decennia groeide de school langzaam uit haar jas en verrezen her en der noodlokalen. Dat begon gaandeweg op te breken. Besloten werd om op de oude plek een nieuw, groter schoolgebouw neer te zetten, wat alleen mogelijk was in combinatie met een aantal woningen.


Tekst Theo van Oeffelt Foto’s Sjaak Henselmans

Risico’s durven nemen Hiervoor werd door de gemeente een marktpartij betrokken, “omdat zij in staat werden geacht slimme, kwalitatief hoogstaande oplossingen te bereiken, binnen een gegeven budget en met het lef bepaalde risico’s te nemen”, aldus Lizzy Heistek. Vanaf het begin was zij namens het bestuur van de Stichting Spoor betrokken bij de nieuwbouw. Het raadgevend ingenieursbureau DHV werd gevraagd om het Programma van Eisen (PvE) mee op te stellen en de marktpartij te selecteren. Architecten Marjon Mors en Martina de Haan vullen daarbij aan: “Het uitgangspunt was namelijk dat de combinatie school met woningen zou worden uitgevoerd als een ‘Design & Build ontwikkeling’. Daarvoor waren drie marktpartijen uitgenodigd, die zelf een architect in de arm hadden genomen.”Ontwikkelaar BAM Utiliteitsbouw BV Regio Noordwest had daartoe SVP Architectuur en Stedenbouw uitgenodigd. De gesprekken die beide architecten met het opdrachtgevende team voerden, “om meer zicht te krijgen op de ambitie van de school, want dat lees je niet terug in het PvE”, en hun daarop volgende ontwerppresentatie vielen bij het schoolbestuur het meeste in de smaak. “Zij bleken echt te kunnen luisteren”, aldus Lizzy Heistek. “Je wilt flexibiliteit van de architect zien”, voegt ze er aan toe. “Je zit niet te wachten op iemand die stug aan zijn eerste ontwerp

vasthoudt. Want bovenal is me gebleken dat een nieuwbouwtraject er één is waarin je het gevoel moet hebben er samen voor te gaan.”

Oude bomen behouden Zowel Lizzy Heistek als Marjon Mors en Martina de Haan wijzen erop hoe belangrijk het verder was om de omwonenden vanaf het allereerste begin bij de nieuwbouw te betrekken. “Zij wilden bijvoorbeeld de grote oude bomen en het schoolplein behouden zien.” Dat maakte overigens de ontwerpopgave er niet makkelijker op. Marjon Mors: “Om twaalf, uiteindelijk zelfs dertien klaslokalen, vijf schoolwoningen en zeventien appartementen binnen de bestaande ruimte onder te brengen, was puzzelen op het formaat van een postzegel.” Dat er eerst sprake was van twaalf, en later van dertien klaslokalen, plus de nu als lokalen dienende vijf schoolwoningen, kwam eigenlijk door de keuze van de gemeente om de nieuwbouw niet als een ‘brede school’ te kwalificeren. “Wat ik erg jammer vond”, stelt Lizzy Heistek. Tijdens de bouwperiode bleek alsnog behoefte aan een opvangruimte voor buitenschoolse opvang, wat het achttiende lokaal werd. “De verhuur daarvan is een enorm succes.”

Voorzien in krimp Met de vijf lokalen die te zijner tijd op eenvoudige wijze zijn om te bouwen tot appartementen, anticipeert de school op de voorziene krimp van tien procent minder leerlingen. Het is een landelijk gegeven dat ook voor Wormer zal gelden, al zal dat niet voor 2019 het geval zijn. Binnen het schoolgedeelte valt vooral de door veel daglicht beschenen aula op. Een hoge representatieve ruimte die de beide verdiepingen met elkaar verbindt. Kinderen kunnen er in groepjes werken, of toneelvoorstellingen opvoeren. Is voor dit laatste grote belangstelling, dan is het aangrenzende speellokaal

dankzij flexibele vouwwanden aan de aula te koppelen. Elders trekken het ‘zolderbordes’ en verschillende ‘verborgen ruimten’ aandacht, mooie werkplekken boven en onder de trappen. Vloeren en muren zijn vrijwel kleurloos, “om als een terughoudend decor te kunnen dienen voor de kinderen die er kleur geven”, aldus Martina de Haan. Eén van de puzzelstukjes voor de architecten was het scheiden van de verkeersstromen en het creëren van eigen entrees voor zowel de scholieren als de bewoners van de bovengelegen appartementen. De leerlingen kregen aparte ingangen voor de onder- en bovenbouw, de bewoners een eigen trappenhuis. “Zo kunnen we goede buren blijven”, constateert Lizzy Heistek tevreden. Keramische dakpannen en een teruggeplaatste bovenste etage doen het in feite heel grote complex op een volkomen natuurlijke wijze zich voegen naar de omliggende kleinschalige bebouwing.

De Stichting Architecten Research Onderwijsgebouwen (Staro) is een bundeling van circa 110 architectenbureaus die actief zijn op het gebied van de scholenbouw en in dit verband onderzoek doen en kennis en ervaring uitwisselen. Door de verscheidenheid aan activiteiten die de Staro voor de leden organiseert zijn de architecten die zijn aangesloten bij de Staro goed toegeruste gesprekspartners voor opdrachtgevers, gebruikers en overheden. Zij kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan een goede, op de behoeften afgestemde onderwijshuisvesting. De Staro werkt onder auspiciën van de Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, zie www.staro-bna.nl.

schooldomein

november 2009

35


Onderwijsinstellingen kunnen Het is een herkenbaar beeld; op veel scholen kun je aan het eind van de dag een kanon afschieten: legio lokalen staan een belangrijk deel van de dag en de week leeg. Hierdoor wordt ongeveer een derde van de beschikbare meters van onderwijsinstelling­en niet benut. Dit kost met name de mbo- en hbo-instellingen gezamenlijk miljoenen op jaarbasis.

Tekst Eva Hermans Foto Mirjam Madiol

Tegelijkertijd worden veel huisvestingsdiensten van onderwijsinstellingen geconfronteerd met verzoeken vanuit het onderwijs (teams, docenten) om ‘meer ruimte’. Er zouden lokalen, werkplaatsen en werkplekken tekort zijn. De docenten ervaren een ruimtetekort dat het management vaak niet onderschrijft. Als hier niet adequaat op wordt gestuurd, ontstaat een onoverbrugbare paradox.

Structureel probleem Onderzoek heeft aangetoond dat het onderwijs in het mbo en hbo zich concentreert op maandag, dinsdag en donderdag tussen tien uur ’s ochtends en twee uur ‘s middags. Op woensdagmiddagen en vrijdagen wordt nauwelijks geroosterd. Lessen die wel zijn geroosterd, vallen vaak uit. Lokalen zijn regelmatig maar half bezet, ingeroosterde ruimten staan leeg en ruimten die niet zijn ingeroosterd, worden juist wel gebruikt. Veel docenten gaan ervan uit dat deze situatie zich met name aan het eind van het schooljaar voordoet, als veel leerlingen op stage zijn en de examenperiode begint. De geconstateerde problemen blijken zich echter ook aan het begin van het jaar voor te doen, als de klassen verondersteld worden vol te zitten. Er is immers nog weinig uitval en leerlingen zijn nog niet op stage. Er is dus sprake van een structureel probleem.

36

schooldomein

november 2009


n met minder meters toe Bouwen voor leegstand Sinds 1997 dient de OKF (omkering kapitaalfinanciering) als richtlijn om de ruimtebehoefte in het mbo te bepalen. Inmiddels is wel duidelijk dat deze norm te ruim is; als ‘100% OKF’ wordt aangehouden, wordt gebouwd voor de leegstand. Daarom hanteren veel ROC’s 60 tot 70% van de OKF-norm als uitgangspunt voor het aantal meters dat een opleiding toekomt. Op basis van het onderzoek naar efficiënt ruimtegebruik dat wij bij meerdere ROC’s hebben uitgevoerd, kunnen we stellen dat zelfs 60% van de OKF te ruim is. Naar verwachting moeten scholen met 50% van de norm uit de voeten kunnen, mits het onderwijs en de huisvesting daarvan efficiënt zijn georganiseerd.

Overcapaciteit De geschetste situatie wordt onder andere veroorzaakt door een mismatch tussen vraag naar en aanbod van voorzieningen. Bestaande schoolgebouwen met traditionele klaslokalen passen niet meer bij het huidige onderwijs, waarbij in kleinere groepen of individueel wordt gewerkt. Of een school beschikt nog over grote specifieke vaklokalen terwijl het aantal leerlingen van de desbetreffende opleiding al jaren afneemt. Een tweede oorzaak ligt in de fluctuatie van het aanwezige aantal leerlingen gedurende het jaar. Stages worden van oudsher alleen in de hogere leerjaren aangeboden en dan ook pas in de tweede helft van het schooljaar. Scholen zijn niet snel geneigd te bouwen op het minimum en kampen dus de rest van het jaar met overcapaciteit.

Verworven recht De manier waarop de Nederlandse maatschappij is ingericht, is ook van invloed. Het onderwijs kent een relatief groot aandeel parttimers die er de voorkeur aan geven om de woensdagmiddag en/of vrijdag vrij te nemen. Dit sluit immers het beste aan bij de schooltijden van hun kinderen. Ook als de kinderen allang niet meer naar school hoeven te worden gebracht, beschouwen docenten het vaak als een ‘verworven recht’ om pas het tweede uur te hoeven beginnen.

Werkelijk ruimtegebruik Om als bestuurder een juiste afweging te kunnen maken bij de beoordeling van verzoeken om aanpassing of uitbreiding van de huisvesting, is inzicht in

de feitelijke benutting en bezetting van de gebouwen noodzakelijk. Het ontbreekt veel onderwijsinstellingen aan een gedegen huisvestingsanalyse. Door eerst het beschikbare aantal meters, de aantallen en typen lokalen in kaart te brengen en vervolgens gedurende een langere periode steekproefsgewijs het gebruik daarvan te meten, kan het werkelijke ruimtegebruik in kaart worden gebracht. Hieruit kan vervolgens de eigenlijke ruimtebehoefte worden gedestilleerd, die haalbaar is als efficiënt wordt geroosterd/georganiseerd.

Het ontbreekt veel onderwijs­ instellingen aan een gedegen huisvestings­ analyse.

Prikkels Om de organisatie mee te krijgen in deze efficiënte denk- en werkwijze is vaak een cultuurverandering nodig. Het betreft immers een complex probleem dat op meerdere niveaus en in meerdere richtingen moet worden aangepakt. Efficiënte roostering heeft invloed op onder andere het personeelsbeleid en arbeidsvoorwaarden (o.a. werktijden, plaats- en tijdgebonden werken, het ter discussie stellen van verworven rechten). Bepaalde lesstof zoals burgerschapscompetenties of taalonderwijs kan team- of zelfs opleidingsoverstijgend worden aangeboden, waardoor de groepsgrootte beter kan worden afgestemd op de beschikbare ruimten. Stages kunnen beter gespreid worden over het schooljaar en over de verschillende leerjaren, zodat de pieken en dalen in het aantal aanwezige leerlingen door het jaar heen afvlakken. Daarnaast kunnen prikkels worden neergelegd bij de onderwijsteams. Bijvoorbeeld door de besparing in vierkante meters (en dus kosten) in te zetten voor kwaliteitsverbetering, zoals een betere afstemming tussen lokalen en groepsgroottes, goed geoutilleerde algemene ruimten en docentenwerkplekken. Ten slotte kan de vrijgekomen ruimte worden gebruikt om het bedrijfsleven binnen de school te halen. Inefficiënt ruimtegebruik leidt tot hoge kosten; de huisvestingslasten kunnen oplopen tot wel 15% van de totale exploitatie, terwijl deze in een gezonde situatie 9-10% bedragen. Door efficiënt ruimtegebruik (bij voorkeur ook in de avonden en weekenden) worden de beschikbare middelen effectiever aangewend en ontstaat er financiële ruimte om te investeren in de core business: het bieden van goed onderwijs. Eva Hermans is hoofd marktgroep onderwijs bij PRC, een dochteronderneming van ARCADIS.

schooldomein

november 2009

37


Het onderwijs van tegenwoordig vraagt om meesters die bij de les blijven.

Ontwikkelingen in het onderwijs. Nysingh weet er meer van. Door de zich voortdurend opstapelende veranderingen

tendheid van de veranderingen vraagt om integrale

zijn onderwijsinstellingen complexe netwerken van

juridische expertise. Wij hebben daartoe alle kennis

relaties en belangen geworden. Juridisch haast ondoor-

en ervaring in huis. Topjuristen op nagenoeg รกlle

grondelijk. Maar ons gespecialiseerde onderwijs-

rechtsgebieden. Die hecht samenwerken voor een

team houdt het overzicht. De ervaren juristen uit dit

brede blik op mogelijke oplossingen. Daardoor zijn

team weten wat er speelt. Wat er komen gaat. En

we sneller en slagvaardiger. Daardoor weten we er

wat de samenhang is, als die er al is. De veelomvat-

meer van.

www.nysingh.nl


het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van de Stichting Mosaïque.

Een nieuw hulpmiddel; de EHBZo-koffer, biedt uitkomst als een basisschool onvoorbereid te maken krijgt met een chronisch ziek kind. Elke school probeert zich zo goed mogelijk voor te bereiden op calamiteiten. Evacuatieplannen, BHV’ers en een EHBO-doos zijn onmisbaar. Maar wat als de school te maken krijgt met een ernstige, acute ziekte van een leerling? Wat komt er dan allemaal op de school af? Voor een goede afstemming op het emotionele en onderwijskundige gebied ontwikkelde Stichting Mosaïque in nauwe samenwerking met Ziezon (het Landelijk Netwerk Ziek Zijn & Onderwijs) de EHBZokoffer (Eerste Hulp Bij Zieke leerlingen in het Onderwijs). Voor € 95,- zijn scholen daarmee goed voorbereid!

Ook chronisch zieke kinderen gaan het liefst, net als hun klasgenootjes, elke dag naar school. Helaas kan dat niet altijd. Toch blijft de school verantwoordelijk voor de begeleiding van een ziek kind. Dat is niet altijd een eenvoudige opgave omdat leerkrachten hun handen vol hebben aan hun dagelijkse taken en niet voorbereid zijn op de extra belasting die een ziek kind met zich meebrengt. De EHBZo-koffer is een praktisch hulpmiddel voor basisscholen om het onderwijs aan zieke leerlingen beter te organiseren, ongeacht de aandoening van het kind. Scholen kunnen vanaf het eerste moment dat ze met een ernstige ziekte van een kind geconfronteerd worden effectief het onderwijs en de begeleiding van deze leerling en de klas vormgeven. De koffer is ook in latere fasen van het ziekteproces goed bruikbaar. Het hart van de EHBZo-koffer

wordt gevormd door een cd-rom, met daarop een stappenplan, tips voor een constructieve samenwerking tussen school en ouders, een overzicht van kansen en valkuilen, informatie over regels en voorzieningen en lessuggesties. Verder bevat de koffer onder andere een kussen van de klas, een praatplaat voor in de klas, drie voorleesboeken op diverse niveaus en twee vliegers. Al die onderdelen zijn voor de EHBZo-koffer speciaal ontwikkeld en sluiten direct aan op de lessuggesties.

Meer informatie is te vinden op www.ziekmaarnietschoolziek.nl en verkrijgbaar bij Elles van Loenen van Stichting Mosaïque, telefoon (0485) 31 09 20 of e-mail: info@stichtingmosaique.nl.

schooldomein

november 2009

39


Synergetische samenwerking leidt tot prachtige praktijkschool Het praktijkonderwijs in Almelo leek twee jaar geleden geen lange toekomst meer beschoren. Gevestigd in twee te oude en te kleine basisschoolgebouwen leidde het een zieltogend bestaan. De openbare scholengemeenschap Erasmus wilde het praktijkonderwijs nieuw leven inblazen maar stelde ĂŠĂŠn voorwaarde: een mooi nieuw schoolgebouw.

40

schooldomein

november 2009


Tekst Paul Voogsgerd Foto’s Marko BV

D

it is een verhaal over synergie in optima forma. Over hoe eendrachtige samenwerking tot veel meer kon leiden dan op voorhand was verwacht. Over hoe een school, een architect en een inrichter elkaar vonden in één gemeenschappelijk doel: een prachtige praktijkschool in Almelo.

Onderwijs in de praktijk Laat zien wat je kunt! Het motto van OSG Erasmus in Almelo is één op één vertaald in het nieuwe gebouw voor praktijkonderwijs. De praktische lessen vinden absoluut niet alleen in de fraaie praktijklokalen plaats. Vrijwel iedere plek in de school leent zich ervoor. In de keuken wordt gewerkt voor leerlingen die pauzeren in de kantine. Leerlingen dweilen de trap. Het omliggende terrein wordt onderhouden door de ‘groene’ leerlingen. Het zijn maar een paar voorbeelden van hoe het praktijkonderwijs van de OSG Erasmus ook daadwerkelijk in de praktijk plaatsvindt. Het nieuwe schoolgebouw biedt er alle ruimte toe. Het is er op maat voor gemaakt. Schooldomein kreeg een rondleiding van Martin Stroop, verantwoordelijk voor het facility management en gebouwenbeheer bij OSG Erasmus. “Het nieuwe gebouw voor praktijkonderwijs is berekend op maximaal 230 leerlingen”, vertelt Stroop. “We hebben er nu ruim 180; we hebben dus iets ruimte om nog te groeien. De meeste leerlingen van onze scholengemeenschap hebben les in een monumentaal pand, een gebouw uit de jaren twintig. We zijn een oude scholengemeenschap; in november vieren we ons 135 jarig bestaan.” OSG Erasmus heeft in totaal een kleine 1.900 leerlingen, verdeeld over praktijkonderwijs, vmbo en havo/vwo. De brugklassen havo/vmbo-t, vwo/havo en het gymnasium zijn ondergebracht in het sfeervolle, klassieke gebouw. Voor het vmbo was al een nieuw onderkomen gebouwd en het praktijkonderwijs geniet sinds begin dit schooljaar van het nieuwe pand. Op 16 november jl. is het geopend door niemand minder dan staatssecretaris Sharon Dijksma.

Snuffelstage De nieuwe praktijkschool is ontworpen door AGS architekten en planners in Arnhem. Waar in Schooldomein vaak alleen het bureau wordt genoemd, vraagt Martin Stroop nu in het bijzonder aandacht voor architect Roy van Mechelen. “Zijn aanpak was heel betrokken. Hij wilde zich echt inleven en heeft daarvoor een paar dagen op school meegelopen. Hij heeft lessen gevolgd, in de kantine gezeten tussen de leerlingen, met alle docenten gesproken. Hij noemde het een snuffelstage maar het was eigenlijk veel meer dan dat. Voor ons was dat heel belangrijk want we hebben hier te maken met een bijzondere doelgroep. Bij ons staat de leerling altijd centraal; leerlingen in

“De architect heeft lessen gevolgd, in de kantine gezeten tussen de leerlingen en met alle docenten gesproken.” het praktijkonderwijs hebben extra aandacht nodig. De architect moest dus goed weten wat voor leerlingen hier komen en wat voor een soort onderwijs zij nodig hebben. Roy heeft zich daar helemaal in verdiept en dat zien we terug in het ontwerp.” Als voorbeeld noemt Stroop onder meer het vele glas dat niet alleen veel daglicht binnenbrengt maar ook toezicht geeft “zonder dat het een gevangenis wordt; transparantie en controle.”

Steigerhout Martin Stroop vertelt enthousiast over de klik tussen architect, inrichter en hemzelf. Als hij een rondleiding geeft, wordt goed duidelijk wat hij bedoelt. Hij vertelt en laat zien hoe het interieurontwerp van inrichter Marko naadloos aansluit op het ontwerp van de architect. Strakke tafels en stoelen – comfortabel maar niet ‘standaard’ onderwijsmeubilair – die fraai contrasteren met bijzonder maatwerkmeubilair. “We zijn een groene school”, vertelt Stroop. “We hebben een eigen groenafdeling en ons duurzame gebouw staat in een groenstrook van Almelo. Met veel groen aan de buitenkant past het gebouw ook heel goed in die omgeving.” Maar de architect wilde het groen ook naar binnen brengen. En daarom bepaalt authentiek steigerhout mede het interieur van het gebouw. Inrichter Marko kon daarmee goed uit de

schooldomein

november 2009

41


WaVe Totaalinrichting is specialist op het gebied van schoolinrichting. Wij leveren meubelen, leermiddelen en stoffering. We streven naar het beste voor uw school

WWW.WAVETOTAALINRICHTING.NL

MEUBILAIR

HANDVAARDIGHEID

LEERMIDDELEN

SPORT EN SPEL

MUZIEK

VLOEREN

tel: 0252-684368 email: info@wavetotaalinrichting.nl

TIJDELIJKE HUISVESTING IN EEN MOOI JASJE Unilux Flexibele Bouwsystemen* levert maatwerk in tijdelijke huisvesting voor scholen. Of het nu een noodoplossing betreft of een representatief schoolgebouw, ieder Unilux-product kenmerkt zich door het gebruik van hoogwaardig en duurzaam materiaal. Unilux kent als geen ander de wensen en behoeften van scholen op het gebied van tijdelijke huisvesting, ook in financieel opzicht. Vraagt u naar ons gratis informatiepakket of neemt u contact op met de Unilux Specialist voor het maken van een vrijblijvend concept. *Handelsnaam van BUKO Bouwsystemen BV

Unilux Flexibele Bouwsystemen B.V. • Waaldijk 64 • 4214 LB VUREN • Postbus 39 • 5300 AA Zaltbommel • T. 0418-573300 • F. 0418-573334 • info@unilux.nl • www.unilux.nl


“Met steigerhout is op allerlei plaatsen maatwerk gemaakt: kasten, tafels en zelfs vuilnisbakken.” voeten. “Marko had financieel het beste aanbod maar presenteerde ook direct het juiste plaatje. Goed afgestemd met de architect en op onze voorkeuren. Met het steigerhout hebben ze op allerlei plaatsen maatwerk gemaakt: kasten, tafels en zelfs vuilnisbakken.” Het zijn bijzondere elementen die het toch al fraaie gebouw een extra accent geven. “Basic” noemt Stroop het terecht. Dat is de uitstraling maar vooral is het bijzonder origineel. Net zoals de twee boomstammen, die Marko rechtstreeks importeerde vanaf een nabijgelegen landgoed. Aan de bovenkant zijn ze afgevlakt zodat ze kunnen dienen als zitelement; lange banken in de schoolkantine. “We mochten zelf de bomen selecteren”, vertelt Stroop. “Marko heeft er stevige poten onder gezet, zodat ze stevig blijven staan.”

Zelfstandig huishouden De indruk die achterblijft na een rondleiding door de school is vooral dat het helemaal ‘af’ is. De kleuren zijn overal fraai op elkaar afgestemd en consequent doorgevoerd. Grote ramen en dakkoepels zorgen voor veel daglicht in het gebouw. Dankzij de brede gangen is het zelfs bij het wisselen van lokalen opvallend rustig in de school. Er zijn prachtige professionele werkplaatsen voor hout, metaal en groen. Met ook

hier weer de basic uitstraling; onbehandelde beton pijlers en onbehandelde houten platen als bescherming tegen de muren. Er zijn twee fraaie keukens en een prachtige sportzaal. Dankzij een niet-permanente wand kan die eenvoudig bij de kantine worden getrokken zodat een grote centrale ruimte ontstaat. En er is zelfs – heel uniek – een echt huisje midden in het schoolgebouw. Een huisje met een puntdak, belegd met oranje dakpannen. Met een meterkast, een slaapkamer, een badkamer, helemaal compleet. Er is zelfs een opengewerkte spouwmuur zodat de leerlingen kunnen zien hoe het huis is geïsoleerd. “Ook het huis is een idee van de architect”, vertelt Stroop. “Leerlingen kunnen er leren hoe je zelfstandig een huishouden voert. De badkamer schoonmaken, stoppen vervangen, een bed opmaken, dat soort dingen.”

Projectinformatie: Project: Nieuwbouw praktijkonderwijs OSG Erasmus, Almelo

Opdrachtgever: OSG Erasmus, Almelo

Architect: AGS Architekten & Planners, Arnhem

Aannemer: Gebr. Löwik, Almelo

Van twee te oude en te kleine basisschoolgebouwen naar zo’n mooi, groot, nieuw pand kan niet anders dan een feest zijn voor alle betrokkenen. Martin Stroop: “Leerlingen, ouders, docenten, medewerkers; iedereen is trots op het nieuwe gebouw. Voor een enkeling is het nog even wennen maar dat hoort nu eenmaal bij iedere verandering. Het merendeel van de betrokkenen is dolenthousiast!”

Inrichter:

schooldomein

november 2009

Marko BV, Veendam (www.marko.nl)

Bruto vloeroppervlak: 3.800 m2

Ingebruikname: augustus 2009

43


Wat zijn de ervaringen met publiek private samenwerkingen voor het primair en voortgezet onderwijs in Engeland, Duitsland en België? Een interessante studie, uitgevoerd in opdracht van het Service Centrum Scholenbouw (SCS), zet de voor- én nadelen op een rijtje.

Modernisering schoolinfrastructuur

Value for money Tekst Jan Schraven en Daan Vermeer Foto’s Kees Rutten

D

uidelijk is in ieder geval dat de aanleiding voor de PPS-initiatieven lag in een achterstand in de onderwijshuisvesting. Het gaat om stevige impulsen, waarbij in plaats van het ‘pappen en nat houden’ van verouderde gebouwen structureel meer wordt geïnvesteerd in de renovatie en nieuwbouw van de onderwijshuisvesting. Met als hoger doel een tijdige reactie op de veranderende wijze van het onderwijs - nu en in de toekomst - en een bijdrage aan verbetering in de prestaties van leerlingen.

44

schooldomein

november 2009

Andere focus Kenmerkend voor het begrip Value for money is dat de scheiding tussen investering en exploitatie wordt opgeheven. Er is geen sprake van een eenmalige bouwopgave vanuit een partij, terwijl een andere partij het vervolgens uit eigen middelen gaat exploiteren. De focus verschuift vanuit het bouwproces naar het gebruikersproces en van het accent op de input naar het accent op de output. Veronderstelling is dus dat een geïntegreerd partnerschapscontract


(zoals DBM, DBFM of DBFMO) meer waarde kan opleveren. Interessant in het onderzoek in de andere landen is dat de aanleiding zeker niet alleen maar een zakelijke is, met het accent op de financiering- of aanbestedingvorm. Er is een sociaal-maatschappelijke context van waaruit wordt geredeneerd: beter onderwijs en onderwijs voor iedereen zijn uitgangspunten, waarbij de bestaande systemen tekort schieten. In die zin werkt Engeland met een strategisch model als Local Education Partnership en met investeringsprogramma’s als Building Schools for the future (BSF) en Academies. Hierbij wordt op lokaal niveau gezocht naar sterke publiek-private netwerken, die vanuit een gezamenlijk belang opereren. BSF gaat dus niet over het bouwen van nieuwe scholen, maar is gericht op het transformeren van onderwijs, diensten voor kinderen en het leveren van een positieve bijdrage aan de prestatie van kinderen op school. Om deze transformatie en innovatie te bereiken, moet binnen iedere gemeente een eigen onderwijsvisie worden opgesteld. Gedurende de looptijd van 10 tot 15 jaar bevat het programma kapitaal voor de renovatie of vernieuwing van alle 3.500 middelbare scholen in Engeland tot geschikte faciliteiten voor de 21e eeuw voor iedere leerling. Met een kapitaalwaarde van 45 miljard pond is BSF de grootste lange termijn investering van de overheid voor de verbetering van scholen. Bij de ontwikkeling in België en Duitsland gaat het om eenzelfde soort initiatieven. Totaal verschillende politieke structuren, maar in essentie betreft het een macroPPS-programma vanuit een consortium, waarbij naast private partijen ook de overheid betrokken is.

maal mogelijk kan plaatsvinden. Die prestatie wordt vertaald naar een financiële vergoeding en beide partijen hebben vanuit de eigen verantwoordelijkheid een taak en belang om de afspraken zo goed mogelijk na te komen. Juist nu de discussie over duurzame scholen in Nederland duidelijk maakt dat je niet meer alleen vanuit de investering, maar zeker ook vanuit de exploitatie (en de terugverdientijden en te verwachten prestaties) moet denken, levert geïntegreerd en innovatief aanbesteden voordelen. Te denken valt aan het optimaliseren van werkprocessen, een betere ontwerpkwaliteit, duurzame ontwikkeling, persoonsgericht leren en meer focus op ICT.

Kansen en aandachtspunten Het onderzoek is zeer informatief waar het in kaart brengen van kansen en aandachtspunten betreft. Om er een paar te noemen:

Voor de drie landen is het betrekken van de onderwijsactoren een cruciale factor voor het welslagen van innovatieve investeringsinitiatieven; er moet een draagvlak worden gecreëerd binnen het onderwijs zelf met aandacht voor aspecten als autonomie, onderwijsvisie en strategie van gemeente en/ of schoolbestuur. De studie wijst uit dat de meeste onderwijsoverheden in Engeland, België en Duitsland ervan overtuigd zijn dat geïntegreerde PPS-modellen tot een positieve transformatie kunnen leiden op het gebied van huisvesting en prestatie van leerlingen.

Van gebouw naar service Essentie van het model is dat scholen in plaats van een schoolgebouw een dienstverlening van een privaat consortium krijgen, waarvan de huisvesting als service onderdeel vormt. Gedurende 25 of 30 jaar wordt de schoolinfrastructuur ter beschikking gesteld en moet een consortium een bepaalde kwaliteitsstandaard waarborgen voor de diensten die ze levert. Het betreft dus een andere mindsetting van veel schoolbesturen, die nu sterk op de input zijn gericht. In een geïntegreerd model denken ze na over de prestaties die de dienstverlening voor hun organisatie zou moeten leveren, opdat het onderwijsproces zo opti-

schooldomein

november 2009

45



“De focus verschuift vanuit het bouwproces naar het gebruikersproces.”

Kansen: • Lasten schoolmanagement worden overgedragen aan het consortium, waarbij scholen zich kunnen concentreren op hun kerntaak: onderwijs. • Kapitaal en operationele kosten worden gespreid over de levensduur van het contract. • Structurele oplossing onderhoudsachterstand. • Efficiëntere contracten door standaardisering. • Strategisch partnerschap met lokale gemeenten en private sector voor een lange termijn in plaats van steeds weer opnieuw aanbesteden. • Lagere aanbestedingskosten tijdens de levensduur van de samenwerking. • Commercieel voordeel van een geïntegreerde leveranciersketen. • Lagere beschikbaarheidvergoeding wegens lagere financieringskosten. • Stabiele continuïteit van werkzaamheden voor de private partner. Aandachtspunten: • Mogelijk belangenconflict tussen strategische partners publiek en privaat. • Het vertrouwen op succesvol prestatiemanagement moet eerst aangetoond worden. • Contract laat beperkte flexibiliteit toe. • Ontmoediging voor de inzet van alternatieve leveranciers. • Complexiteit contractenmanagement. • Beperkte methoden om de private partij te beïnvloeden bij tegenvallende prestaties.

de vertaalslag plaats in vormen van aanbesteding en financiering. Juist de creatieve en op samenwerking gerichte maatschappelijke markt in Nederland zou tot mooie praktijkvoorbeelden kunnen komen.

Gebruikerservaringen geëvalueerd In het onderzoek stonden de gebruikerservaringen centraal. Opvallend is dat in Engeland de gebruikers van de schoolgebouwen voor het overgrote deel tevreden tot zeer tevreden zijn over de geleverde prestaties door de marktpartijen, zowel wat het gebouw betreft als de geleverde diensten. Uit Duitsland worden nog nadere gegevens verwacht uit een grootschalige evaluatie van ongeveer 50 gerealiseerde scholenbouwprojecten. In Nederland bestaat tot op heden nog maar één voorbeeld van een schoolgebouw dat op basis van een geïntegreerd (DBFMO) contract is gerealiseerd: het Montaigne College. Drie jaar na de ingebruikname zijn de gebruikerservaringen geëvalueerd. Ook deze zijn in het algemeen positief. Binnenkort zullen deze worden gepubliceerd. De onderzoeksresultaten betrekt het SCS bij de begeleiding van nieuwe pilots. De uitdaging is om het contractmodel zo eenvoudig en zo flexibel mogelijk te houden. Inmiddels is een drietal projecten ook daadwerkelijk gestart met een geïntegreerde aanbestedingsvariant. U kunt het onderzoek opvragen bij het Service Centrum Scholenbouw: www.scsb.nl. Voor meer informatie kunt u bellen of mailen

Duidelijk is wel dat geïntegreerd aanbesteden een strategische keuze is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en een heldere ambitie. Van daaruit vindt

met Daan Vermeer, project manager bij Place Group: +44 (0)78 1171 0641 of dmmvermeer@gmail.com en met Jan Schraven, kennismanager SCS: 06 1294 63 51 of j.schraven@scsb.nl.

schooldomein

november 2009

47


De motor moet draaien! Mogelijkheden om te blijven investeren Er is de komende jaren een enorme investeringsbehoefte op het gebied van scholen en andere maatschappelijke voorzieningen. Ontwikkelingen als de toenemende vergrijzing en mobiliteit van mensen maken het noodzakelijk kritisch te blijven kijken naar het bestaande vastgoed en op tijd in te grijpen. Het uitstellen van investeringen is onwenselijk en niet nodig.

I

Tekst Jeroen Tebbens en Sibo Arbeek Foto’s Kees Rutten en Communicabel

s er een economische crisis? Ja. Hebben gemeenten er last van? Ja. Uit onder meer de meicirculaire blijkt immers dat gemeenten fors minder inkomsten krijgen. Vooral na 2010 wordt de kraan dichtgedraaid, maar nu al zien gemeenten de effecten van de crisis. Er moet dus geprioriteerd worden en er is weinig ruimte voor nieuw beleid. In het licht van de komende verkiezingen is het van belang de contouren voor de komende periode te schetsen. De belangrijkste stelregel luidt: gemeenten blijf investeren in de fysieke infrastructuur.

Verzwakking infrastructuur Uitstel van investeringsbeslissingen leidt tot een verdere verzwakking van de maatschappelijke infrastructuur. Bovendien stijgen de exploitatielasten van de monofunctionele voorzieningen, zowel als gevolg van achterstallig onderhoud als door de afname van het aantal gebruikers. Dit doet zich voor bij sportverenigingen, welzijnorganisaties, voor- en naschoolse opvang, zorg- en onderwijsinstellingen. Door het tijdig koppelen van activiteiten ontstaat de mogelijkheid een wijk, buurt of dorp vitaal en exploitabel te houden. Het tijdelijke investeringsprobleem moet dus worden afgezet tegen het duurzame exploitatievraagstuk. Zowel maatschappelijk als financieel.

48

schooldomein

november 2009

Innovatieve financieringsvorm Daarnaast zit de markt te springen om werk en is er dus aanbestedingsvoordeel te halen. Niet als doel op zichzelf, maar als inzet om samen met adviseurs en bouwers tegen gunstige voorwaarden een duurzame en vitale voorziening te realiseren. Het investeren zelf kan tegen aantrekkelijke condities plaatsvinden, zeker wanneer het project vanuit een heldere stedenbouwkundige en maatschappelijke opgave wordt ontwikkeld. Daarnaast is de vraag hoe gemeenten met behulp van andere partijen tot een innovatieve financieringsvorm kunnen komen. Niet investeren in een omgeving die wel aan kwaliteit inboet, levert een veelvoud aan (maatschappelijk) verlies op. De paradox is dus: uitstellen van investeringen kost geld.

Gemeenten kunnen meer! Belangrijke voorwaarde is dat de gemeente ‘beleidsrijk’ en vanuit een meerjarig kader blijft denken. De meer traditionele rollen, waarbij de gemeente zowel eigenaar, gebruiker en beheerder/exploitant is, kunnen worden gescheiden. Om zuiver bedrijfsmatig naar de opgave te kunnen kijken en ondernemerschap te stimuleren. De gemeente zou meer als facilitator kunnen optreden. Ondanks de economische crisis blijft de gemeente haar jaarlijkse inkomsten voor onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds ontvangen en heeft ze


Samenhangende maatregelen: mogelijk gereserveerd voor groot onderhoud (primair onderwijs). Die bedragen zijn min of meer gelabeld en kunnen als duurzame investering worden ingezet. Het probleem kan zijn dat er een gat ontstaat tussen de stichtingskosten van een nieuw of te renoveren gebouw en de beschikbare middelen die de gemeente kan inzetten. Het gevaar is dat de gemeente in de wachtstand gaat, omdat er minder ruimte is voor nieuw beleid. Het is zaak de jaarlijkse inkomsten over een langere periode te beschouwen en deze in te zetten in een vorm van doordecentralisatie of fondsvorming. Een schoolbestuur kan vanuit de eigen bedrijfsvoering ook onderhoudsreserves of –uitgaven naar voren halen en inzetten als dekking van de investering. In een andere variant kan ook de grond ingezet worden, mogelijk in combinatie met een binnenstedelijke herstructureringsopgave. Betreft het duurzame investeringen dan wordt de investering al in een aantal jaren via de exploitatie terugverdiend. Het is zaak dat gemeente en schoolbesturen samenwerken in de opgave. Want de exploitatie is bepalend in de definiëring van een (gebiedsgerichte) ontwikkeling, waarbij een school of andere maatschappelijke voorziening is betrokken, mogelijk in combinatie met een woningopgave. Aan de andere kant kan de corporatie, ontwikkelende aannemer en/of financier aanschuiven om te onderzoeken hoe een project haalbaar kan worden gemaakt.

• Werken met een achtergestelde lening • Mee-aanbesteden onderhoud (DBM) en financiering (DBMF) • Een lening tegen aantrekkelijke voorwaarden • Borging door een gemeentegarantie • Prestatiecontract aannemer en installatieadviseur • Duurzame investering gekoppeld aan rendement op exploitatie • Opzetten vastgoedcorporatie; door projecten te bundelen en daarbij de grondwaarde (WOZ) te betrekken kan een vastgoedfonds worden ingericht • Samenhangend bundelen en aanbesteden van projecten, waardoor meer samenhang en efficiency ontstaat en financiële voordelen te behalen zijn

Prikkel bij de aannemer Private partijen zijn, zeker gezien de huidige marktomstandigheden, graag bereid mee te denken over aantrekkelijke aanbestedings- en financieringsvoorwaarden. Daar ligt een gezamenlijk belang. Te denken valt aan een uitgestelde betaling van rente en/ of aflossing. Een goede vorm kan ook het mee-aanbesteden van het onderhoud zijn, in een aanbestedingsvorm waarin ontwerp en bouw worden gekoppeld aan onderhoud en beheer: DBM of DBMF. Daarbij wordt (een deel van) de materiële exploitatievergoeding van de school betrokken. Voor de aannemer kan dit interessant zijn omdat hij ook in de exploitatiefase werk vanuit het project krijgt. Tegelijkertijd kan de school goede afspraken met de aannemer maken over de te

schooldomein

november 2009

49


bureau bos Wij hebben een ruime er varing in het ontwerpen van gebouwen met diverse functies: wonen, werken, leren en zorgen. In ons werk laten wij graag zien, dat doordachtheid prima is te combineren met boeiende, eigentijdse vormgeving, geavanceerde constructies en innovatieve installatieconcepten. Daarbij stemmen wij zoveel mogelijk af op de wensen van de opdrachtgever.

Wij geven u graag het gevoel van totale ontzorging. Kiezen voor bureau bos is kiezen voor een organisatie die helemaal thuis is in de gebouwde omgeving.

Postadres • Postbus 636 - 3740 AP Baarn T 035 - 541 63 42 | F 035 - 541 35 82 E info@bureaubos.nl | I www.bureaubos.nl

Het verschil tussen ‘huis’ en ‘thuis’

vertrouwen verrASSen verwennen verwAchtinG

onze houdinG in het vAk in viJf beGrippen

Spring architecte n weena-zuid 11 0 postbus 2202 | 3000 ce rotterdam t 010 413 27 90 | f 010 414 37 78 info@spring-architecten.nl www.spring-architecten.nl

JSG Maimonides, Amsterdam

vAnzelfSprekendheid


verrichten prestatie in termen van verwachte output. Meebetrekken van het onderhoud (contant gemaakt over een aantal jaren) kan mogelijk leiden tot een aantrekkelijk arrangement. Dat betekent feitelijk dat daarmee zeker de eerste jaren makkelijker overbrugd kunnen worden. Daar ligt een mogelijke oplossing voor het liquiditeitsprobleem van gemeenten. Door het mee-aanbesteden van het onderhoud en het vertalen daarvan in prestatiecontracten vindt er een garantie plaats voor een duurzame exploitatie. De terugverdientijden van de initiĂŤle investering vormen dan de prikkel voor de aannemer en installatieadviseur. De aannemer staat of valt met tevreden gebruikers. Er bestaat dus geen risico dat een mogelijk aanbestedingsvoordeel aan de andere kant weer wordt inverdiend in minder duurzame materialen. Aan alle kanten zijn dus voordelen te behalen.

Vastgoedcorporatie Interessant is ook om binnen de gemeente na te denken over een soort vastgoedcorporatie om meerdere projecten vanuit een in te stellen fonds in samenhang te kunnen aanpakken. Ook het bundelen van projecten in de uitvoeringsfase kan leiden tot aanbestedingsvoordelen en het realiseren van een planmatige aanpak binnen een strategisch huisvestingskader. Landelijk zijn hier inmiddels goede ervaringen mee opgedaan. Het liquiditeitsprobleem dat gemeenten de komende jaren denken te gaan krijgen, kan in veel gevallen innovatief opgelost worden. Los van het blijvend investeren in vastgoed met een maatschappelijke bestemming, zoals scholen zijn, wordt ook de lokale en regionale economie gestimuleerd. Belangrijker misschien nog:

Het liquiditeitsprobleem dat gemeenten de komende jaren denken te gaan krijgen, kan in veel gevallen innovatief opgelost worden. gemeenten kunnen vanuit maatschappelijk rendement blijven denken. En dat levert over een langere periode verschillende investeringsvoordelen op.

Quick scan Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is bereid om mee te denken over nieuwe investeringsvormen. Dat kan zijn door aantrekkelijke leningen te verstrekken of een brugfunctie te vervullen naar gemeenten. Gemeentegarantie kan namelijk een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van financiering tegen gunstige voorwaarden. Verder kan dit de risico’s beperken. Op basis van de eenvoud en transparantie van de formule is het risico echter beperkt. Door het ontwikkelen van een quick scan voor duurzaam aanbesteden kan ICSadviseurs de aanbesteding goed begeleiden en vormgeven, bijvoorbeeld in de vorm van een gerichte marktconsultatie. Het is van belang dat deze vorm van investeren sterk vanuit de exploitatie van het gebouw in de tijd wordt benaderd. De randvoorwaarden daarvoor ontstaan al bij afwegingen rond locatie, type gebruikers en de flexibiliteit van het gebouw. Voor meer informatie kunt u bellen met Alfred Bakker van ICSadviseurs, 06 22 26 78 47 of Jeroen Tebbens van BNG (070) 375 05 35.

schooldomein

november 2009

51


Multifunctionele Accommodaties Regels voor samenwerking en ontwikkeling Woningcorporaties ontwikkelen, realiseren en beheren steeds vaker zogenoemde multifunctionele accommodaties (MFA’s). Een vak apart, zowel in organisatorische als in juridische zin. De samenwerking tussen de toekomstige gebruikers speelt een cruciale rol en ondertussen mogen aanbestedingsrechtelijke aspecten – bij samenwerking met een gemeente - niet over het hoofd worden gezien.

Tekst Casper Schouten en Elzo Hilgenga

D

e praktijk laat zien dat het succes van een MFA schuilt in een goede start. Die start komt veelal vanuit gemeenten en tegenwoordig ook steeds vaker vanuit woningcorporaties, of als gezamenlijk initiatief. Het creëren van een inhoudelijk concept tijdens de ontwikkeling van een MFA is essentieel voor het

52

schooldomein

november 2009

slagen van de samenwerking tussen alle partijen die bij de MFA betrokken zijn. Hoe organiseer je deze samenwerking zodanig dat er een echt multifunctioneel gebouw tot stand komt en niet een bedrijfsverzamelgebouw waarin de gebruikers – vanuit onderwijs, zorg, sport en welzijn - alleen de voordeur met elkaar delen?


Van intentie tot contract Het is voor het verloop van het ontwikkelproces van groot belang dat de afspraken die partijen in de verschillende fases van het proces met elkaar maken goed worden vastgelegd. En dan bij voorkeur schriftelijk in juridisch bindende documenten. Vrijblijvendheid leidt in de praktijk helaas vaak tot maandenlang (of zelfs jarenlang) overleg met weinig voortgang. Hierdoor slijt het enthousiasme van de deelnemers en gaat het project soms als een nachtkaars uit. 1. Intentieovereenkomst Het begint met een intentie tot samenwerking van een aantal potentiële gebruikers en de initiatiefnemer(s), zoals de woningcorporatie of de gemeente. Een intentieovereenkomst is niet vrijblijvend. Partijen verplichten zich immers om iets te doen: onderzoeken of zij samen zouden kunnen werken bij de ontwikkeling en realisatie van een MFA. De partij die besluit om toch maar niet mee te doen zal dit moeten uitleggen. 2. Samenwerkingsovereenkomst De volgende fase is het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst. Daarin ligt vast dat er samengewerkt gaat worden en welke voorwaarden daarbij gelden, bijvoorbeeld met betrekking tot het eigendom van de MFA, het beheer en de exploitatie. De factoren haalbaar en betaalbaar komen hier steeds meer naar voren. 3. Contracten Alle partijen leggen vervolgens in contracten zaken vast met betrekking tot het gebruik (bijvoorbeeld huur of erfpacht) en de feitelijke ontwikkeling en realisatie van het gebouw. 4. Bijzondere afspraken MFA Gebruikers moeten – omdat ze zowel ruimtelijk als inhoudelijk met elkaar samenwerken - intensief worden betrokken bij de totstandkoming van het ontwerp. Pas na definitieve goedkeuring van de gebruikers van het ontwerp kan een bestek worden gemaakt. Op deze manier is de betrokkenheid van de gebruikers gegarandeerd zonder dat dit ten koste gaat van de flexibiliteit van het ontwerpproces.

Aanbesteden of niet? Nederlandse woningcorporaties zijn geen aanbestedende dienst. Een gemeente is dat wel, maar hoe zit

het nu als die twee partijen het voornemen hebben samen een MFA tot stand te brengen? Uitgangspunt is dat opdrachten van een gemeente voor het ontwerp en de bouw van een MFA aanbestedingsplichtig zijn wanneer de geraamde waarde ervan boven de geldende drempelwaarde komt. In het verleden werd daarom vaak door een gemeente de ontwikkeling en realisatie van een MFA als één opdracht aan een woningcorporatie gegund, met de plicht om het ontwerp, de bouw en eventuele technische adviesdiensten namens de gemeente Europees aan te besteden. Het resterende deel van de opdracht, kort gezegd de ‘ontwikkeldiensten’ bleven bij de woningcorporatie. Men beriep zich daarbij op de zogenaamde percelenregeling: de ontwikkeling en realisatie werden als één opdracht gegund en daarna in percelen verdeeld, waaronder een perceel voor genoemde ontwikkeldiensten. Wanneer dit perceel minder dan 20% van de waarde van de totale opdracht besloeg en bovendien een waarde van minder dan 1 miljoen euro vertegenwoordigde, was men vrijgesteld van aanbestedingsplicht.

Het ontwikkelen, realiseren en beheren van een MFA is een vak apart. Een vak dat bij uitstek bij corporaties thuishoort.

Inmiddels komt uit jurisprudentie en literatuur steeds duidelijker naar voren dat het op deze manier buiten werking stellen van de concurrentie voor de ontwikkeldiensten niet geoorloofd is. Ook in het kader van de realisatie van een MFA moeten dergelijke diensten worden aanbesteed.

Conclusie Het ontwikkelen, realiseren en beheren van een MFA is een vak apart. Een vak waarbij het proces om te komen tot echt gemeenschappelijk gebruik van groot belang is. En een vak ook waarin bijzondere juridische aspecten een rol spelen. Een vak dat bij uitstek bij corporaties, als ‘geboren’ eigenaren van maatschappelijk vastgoed thuishoort. Een vak dat serieuze aandacht verdient en dat als het goed wordt uitgeoefend een voortdurende bron van maatschappelijk rendement kan zijn. Dit artikel betreft een verkorte versie. Het is in zijn geheel te lezen op www.icsadviseurs.nl. Mr. Elzo Hilgenga, sr. jurist vastgoed, is werkzaam bij ICSadviseurs (www.icsadviseurs.nl). Mr. Casper Schouten (advocaat partner) is verbonden aan het kantoor Kennedy Van der Laan advocaten te Amsterdam (www.kvdl.nl). De auteurs danken Rob van der Knaap, ICSadviseurs, die zijn masterthesis vastgoedkunde wijdde aan een onderzoek naar brede scholen, woonzorg- en gemeenschapsaccommodaties, voor zijn bijdrage.

schooldomein

november 2009

53


Maatschappelijk vastgoed Gemeenten beschikken over een grote hoeveelheid vastgoed, dat hoofdzakelijk historisch gegroeid is. Bijna 70% van de totale vastgoedportefeuille bestaat uit maatschappelijk vastgoed, waarvan ongeveer 40% gelieerd is aan onderwijs. Uit onderzoek in opdracht van de Rijksuniversiteit Groningen volgt de meest optimale manier om het vastgoed te positioneren.

Tekst Robbert Jan Sluiter

D

oor ontwikkelingen als de intrede van maatschappelijke partners, veranderende wetgeving, het toegenomen kostenbewustzijn en de kerntakendiscussie krijgen gemeenten frequenter te maken met positioneringsvraagstukken. Dit zijn vraagstukken waarbij gemeenten afwegingen moeten maken over de invulling van taken, rollen en verantwoordelijkheden ten aanzien van het maatschappelijk vastgoed. Daarbij moeten we denken aan: Politiek juridische context Gemeenten zijn ten aanzien van de wijze waarop zij omgaan met hun (maatschappelijk) vastgoed, verplicht om te voldoen aan de beginselen van goed bestuur. De belangrijkste beginselen voor dit onderzoek zijn: doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid. De vastgoedorganisatie De vastgoedorganisatie is in grote lijnen te organiseren binnen drie organisatiestructuren, te weten: secretariemodel, sectorenmodel en directiemodel. Het directiemodel is het model dat op dit moment door de meeste gemeenten wordt toegepast. Het centraal organiseren van het maatschappelijk vastgoed is noodzakelijk om zorgvuldige positioneringsbeslissingen te kunnen nemen. Deze organisatievorm biedt gemeenten de mogelijkheid om vastgoedspecifieke kennis beter in te zetten en te waarborgen. Inhoudelijk beleid Voor gemeenten is een belangrijke taak weggelegd om bepaalde maatschappelijke effecten te bereiken. Om hieraan invulling te geven formuleren gemeenten beleidsdoelen voor hun inhoudelijke beleidsvelden zoals: sport, cultuur, welzijn, onderwijs en opvang. Het inhoudelijk beleid vormt hiermee de basis voor accommodatiebeleid.

54

schooldomein

november 2009

Accommodatiebeleid Gemeenten moeten investeren in hun burgers en hun leef- en werkomgeving. Accommodatiebeleid speelt hierbij een belangrijke rol. Accommodatiebeleid legt de nadruk op de maatschappelijk prestaties van het vastgoed. Door middel van afstemming tussen type, spreiding, bezettingsgraad, omvang, kwaliteit en gebruik van de accommodaties wordt gekeken of de accommodaties wel doeltreffend worden ingezet. Afwegingskaders Als belangrijk onderdeel van het nemen van positioneringsbeslissingen moeten gemeenten beschikken over de juiste afwegingskaders. Door het in beeld hebben van afwegingskaders worden gemeenten in staat gesteld verbanden te leggen tussen bepaalde afwegingen en de mogelijke gevolgen (risico’s) daarvan ten aanzien van de rollen, taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot het maatschappelijk vastgoed. In het volgende model zijn alle afwegingkaders waarmee gemeenten te maken hebben weegegeven:


verantwoord gepositioneerd Vastgoedbeleid Vastgoedbeleid dient meerdere doelen. Het belangrijkste doel van dit beleid is dat het ondersteunend is aan accommodatiebeleid. Maatschappelijk vastgoed moet immers ingezet worden ter ondersteuning van het realiseren van de inhoudelijke beleidsdoelen en de vraag naar maatschappelijke accommodaties. Bij het positioneren van maatschappelijk vastgoed is een belangrijke taak weggelegd voor vastgoedbeleid. Dit beleid biedt inzicht in de financiĂŤle situatie rondom de maatschappelijke accommodaties en maakt inzichtelijk of de accommodaties wel doelmatig worden ingezet.

gemeenten hun maatschappelijk vastgoed het beste centraal kunnen organiseren. Dit biedt de mogelijkheid om vastgoedspecifieke kennis beter in te zetten en te waarborgen. Door toetsing in de praktijk is een actueel vastgoedpositioneringmodel opgesteld. Ten eerste is het formuleren van inhoudelijk beleid een eerste voorwaarde voor vastgoedbeleid. Ook is duidelijk geworden dat aan een vijftal afwegingskaders door de gemeenten extra gewichten zijn toegekend en hierdoor belangrijke afwegingskaders vormen bij het positioneren van maatschappelijk vastgoed. Het gaat hierbij om:

Gemeenten kunnen hun vastgoed het beste centraal positioneren.

1. Formuleren van inhoudelijk beleid voor alle beleidsvelden; 2. Centraliseren van de vastgoedorganisatie; 3. Opstellen van accommodatiebeleid; 4. Opstellen van vastgoedbeleid; 5. Maken van positioneringsbeslissingen met behulp van de afwegingskaders.

Relevante onderdelen Uit een analyse van vier accommodatiebeleidsplannen van een aantal (middel-)grote gemeenten is duidelijk geworden dat een accommodatiebeleidsplan is op te bouwen uit drie onderdelen, namelijk: registratie, strategische visie en meerjarenplan. Accommodatiebeleid is gericht op de afstemming tussen vraag naar en het aanbod van maatschappelijke accommodaties. Hierbij zijn vooral belangrijke rollen weggelegd voor het registreren van gegevens, de strategische visie en meerjaren plannen. Accommodatiebeleid levert een grote bijdrage aan het op een verantwoorde wijze positioneren van maatschappelijk vastgoed. Zo maakt het beleid vooral inzichtelijk of de accommodaties effectief worden ingezet. Hierdoor is het voor gemeenten mogelijk zorgvuldige strategische keuzes te maken. Vastgoedbeleid kan op dezelfde manier worden opgebouwd als accommodatiebeleid en is er vooral op gericht om de beleidsdoelen vanuit het accommodatiebeleid op een efficiĂŤnte wijze te realiseren. Vastgoedbeleid biedt vooral inzicht in de financiĂŤle situatie rondom de maatschappelijke accommodaties en de gehele vastgoedportefeuille.

Vastgoedpositioneringmodel Uit onderzoek blijkt dat steeds meer gemeenten overstappen van het sectorale naar het directiemodel. In relatie tot het directiemodel komt naar voren dat

Met andere woorden: het eerst centraliseren van het vastgoed om vervolgens inhoudelijk beleid te formuleren, leidt niet tot het meeste rendement. Gemeenten die dat model hebben gevolgd komen vaak in de problemen met het maatschappelijk positioneren van het vastgoed. De vijf te volgen stappen leiden tot het volgende vastgoedpositioneringmodel:

Vastgoedpositioneringmodel (Bron: eigen bewerking)

Het onderzoek Maatschappelijk vastgoed verantwoord gepositioneerd is verricht in opdracht van de Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. U kunt het onderzoek opvragen bij Robbert Jan Sluiter van ICSadviseurs: 06 22 57 78 82 of rsluiter@icsadviseurs.nl.

schooldomein

november 2009

55


Het stelsel voor onderwijshuisvesting is langzamerhand niet meer te redden. Veel betrokkenen (en zeker de schoolbesturen) weten dat al lang. Niet voor niets zoeken schoolbesturen en gemeenten vaak naar alternatieven. Verschillende vormen van doordecentralisatie, al dan niet in de huisvestingsverordening vastgelegde convenanten en vele variaties van integrale huisvestingsplannen zijn het gevolg daarvan. Gertjan van Midden van de PO-Raad over de knelpunten van vandaag.

Is er nog redding?

Stelsel op de kop! Tekst Gertjan van Midden Foto Ed van Rijswijk

E

r is een woud van eigendomsverhoudingen, beheersvormen en -constructies ontstaan om brede scholen te kunnen huisvesten. De exploitatie is vaak de sluitpost van het geheel. Er zijn dan ook al verschillende voorbeelden waarbij dit tot forse problemen leidt. Zonder volledig te zijn een aantal knelpunten: • De gescheiden verantwoordelijkheid van bouwnormen (gemeente) en de exploitatiekosten (scholen) leidt tot inefficiënt gebruik van middelen. • De normen zijn inhoudelijk, technisch en financieel gedateerd en sinds 1997 slechts beperkt aangepast. • Wet- en regelgeving zijn gebaseerd op de zogenaamde enkelvoudige school. Inmiddels zijn kinderopvang en bredeschoolconcepten niet meer uit de school weg te denken. Nieuwe ideeën over de indeling van de schooldag zullen ook hun invloed hebben. Het schoolgebouw ontwikkelt zich steeds meer tot een brede maatschappelijke voorziening. • Uitgangspunt in de wet is een jaarprogramma. Vastgestelde meerjarenplannen hebben formeel geen status. De wettelijke regelingen zijn bovendien complex en zeer gedetailleerd. • Steeds toenemende eisen op het gebied van bouwen, brandveiligheid, valbescherming en binnen-

56

schooldomein

november 2009

klimaat, worden niet gevolgd door aanpassing van de bouw- en exploitatienormen. • Inmiddels is daar een economische crisis bijgekomen die gemeenten dwingt te bezuinigen. Er zijn al geluiden bekend van gemeenten die voorgenomen plannen om het binnenklimaat van scholen te verbeteren op de lange baan hebben geschoven. • De normvergoeding is te laag om echt duurzaam te kunnen bouwen. Zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen. Zonder te willen beweren dat de verschillende sectoren uit het onderstaande overzicht één op één te vergelijken zijn, kan wel worden vastgesteld dat het onderwijs in Nederland er bekaaid vanaf komt.

Investeringskosten Euro/m² nieuwbouw bvo Kantoren sober: Rijkskantoren: Verpleeghuizen: Ziekenhuizen: Gevangenissen: Norm VO: Norm PO:

2.000 3.200 2.100 3.300 2.500 1.300 1.400


Ongelukkig advies OCW Sinds het voorjaar wordt het probleem nog eens verergerd door de zeer enge interpretatie van de wettelijke bepalingen van OCW, uitmondend in een advies van de staatssecretaris aan de scholen om voorlopig niet in de eigen huisvesting te investeren. Het ontneemt scholen op de eerste plaats de mogelijkheid door de investering van eigen middelen een betere exploitatie te realiseren. Daarnaast kan niet worden geïnvesteerd in bijvoorbeeld een beter binnenklimaat, waarmee (volgens onderzoeken) betere leerprestaties kunnen worden gehaald. Investeringen van het bestuur in een kwalitatief goede huisvesting leidt namelijk wel degelijk tot een betere onderwijskwaliteit. Investeringen die ten laste worden gebracht van de vergoedingen voor materiële instandhouding (MI) komen dus wel degelijk ten goede aan het primaire proces.

Behoefte aan integrale oplossing Aan de ene kant zijn scholen verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en worden zij daar (terecht) op aangesproken. Aan de andere kant wordt het diezelfde scholen – door een verouderd stelsel en verouderde normen – nagenoeg onmogelijk gemaakt die verantwoordelijkheid naar behoren in te vullen. De hamvraag is dan ook, waarom er niet echt naar een structurele oplossing wordt gezocht. Steeds weer wordt geput uit een scala van tijdelijke maatregelen, deeladviezen en projectorganisaties. Een integrale oplossing wordt echter niet aangedragen. Wellicht wordt het probleem door veel betrokkenen als te complex ervaren. Of bestaat de angst dat een aanpassing van het stelsel leidt tot mogelijke hogere financiële lasten. De onderwijssector wordt immers nog teveel gezien

als een kostenpost, in plaats van een investeringssector. Toch durf ik de stelling aan dat het bestaande onderwijshuisvestingsstelsel langzamerhand niet meer te redden is. De tot nu toe aangereikte oplossingen zijn onvoldoende en vaak ook te versnipperd omdat zij inzoomen op een deelprobleem en de oplossing blijven zoeken binnen het bestaande stelsel. Om dat te doorbreken heeft de PO-Raad het initiatief genomen om een ‘fris alternatief’ te ontwikkelen dat een meer toekomstbestendig stelsel zal moeten opleveren. Bij de ontwikkeling worden nadrukkelijk alle opties open gehouden. Natuurlijk zal het nieuwe stelsel wel rekening moeten houden met de complexiteit en diversiteit van het (primair) onderwijsveld. Daarbij moet dan onder andere gedacht worden aan de verschillen in (bestuurlijke) schaal.

Aanbevelingen Rijksbouwmeester Ook rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol doet in haar advies ‘Gezond en goed, scholenbouw in topconditie’ aanbevelingen voor structurele verbeteringen van de huisvesting van basisscholen. Hoewel zij blij is dat het kabinet op korte termijn € 100 miljoen vrijmaakt voor het binnenklimaat en betere energieprestaties van basisscholen, zegt zij dat voor structurele verbeteringen meer stappen nodig zijn. “De aard, intensiteit en de duur van het gebruik van schoolgebouwen zijn de afgelopen jaren sterk veranderd. De huidige programma’s van eisen leiden tot gebouwen die niet meer voldoen aan de verwachtingen.” Gertjan van Midden is beleidsmedewerker Huisvesting bij de PO-raad. Voor meer informatie kunt u mailen naar g.vanmidden@poraad.nl of bellen naar (030) 310 09 33.

schooldomein

november 2009

57


de etalage Opening playground Breekpunt in Den Haag met andere sporten. De Richard Krajicek Foundation (RKF) maakt zich sterk voor de aanleg van multifunctionele sport- en speelvelden in stadswijken waar niet altijd tijd, geld en ruimte is om kinderen te laten genieten van sport en spel, een belangrijk onderdeel van hun ontwikkeling. Samen met overheden en sponsoren maakt de RKF de aanleg van deze playgrounds mogelijk en samen met bewoners uit de wijk staat zij garant voor het beheer ervan. Vaessen

Op 8 september openden Richard Krajicek en wethouder Marieke Bolle van stadsdeel Segbroek de 55ste playground bij tennisvereniging Breekpunt in Den Haag. Tevens vond de aftrap van het Topjeugd Project plaats. Breekpunt hoopt met dit project de jeugd in de wijk een mooie sportieve tennistoekomst te bieden. De vereniging biedt naast structuur en georganiseerde begeleiding en trainers ook de mogelijkheid om verder te komen met tennis, maar ook •

Algemeen Bouwbedrijf B.V. is een sponsorovereenkomst aangegaan met de RKF omdat de activiteiten van de RKF en Vaessen nauw op elkaar aansluiten. De sponsoring past uitstekend binnen de visie van Vaessen op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het bedrijf investeert door het aangaan van deze overeenkomst in het ontwikkelen van sportactiviteiten (haar corebusiness) voor gemeenten (haar opdrachtgevers) in haar eigen achtertuin (haar ‘speelveld’). •

Breedveld VCA**, ISO 9001 en ISO 14001 gecertificeerd Sinds juli 2009 is Breedveld de eerste speler in de markt van mobiele wandsystemen, die zijn VCA**- en ISO-certificeringen compleet heeft. Het betreft zowel ISO 9001, ISO 14001, als ook het felbegeerde VCA** certificaat. Met het verkrijgen van de certificaten, bewijst Breedveld mobiele wandsystemen letterlijk dat het zijn bedrijfs-, kwaliteits- en milieubeleid op orde heeft. Al sinds de oprichting is kwaliteit het paradepaardje van Breedveld. Dat is tevens de reden waarom het bedrijf tot op heden een constante groei heeft door kunnen maken. Breedveld werkt dan ook continu aan product- en creativiteitsontwikkeling. Het bedrijf produceert •

en levert mobiele paneel- glas- en schuifwandoplossingen voor de utiliteitsbouw, school- en •

hotelsector. Kijk voor meer informatie op www. breedveld.com. Of bel (0487) 54 28 88. •

Lidl van start In tijden van crisis en oplopende werkloosheidscijfers zet supermarktketen Lidl een bijzondere stap: samen met ROC Zadkine, de Hogeschool Utrecht en het Consortium Verkopen in Retail start Lidl in september 2009 met de Lidl Academy. Hiermee laat Lidl haar talent groeien, blijft het bedrijf aantrekkelijk voor bestaande en nieuwe medewerkers en faciliteert •

het de doorstroom naar hogere leidinggevende functies. Daarnaast krijgen medewerkers met de Lidl Academy de kans zich verder te ontwikkelen en een breed maatschappelijk en erkend diploma te behalen variërend van mbo tot master. Voor de mbo-opleidingen binnen de Lidl Academy werkt het bedrijf samen met Zadkine. Voor het hbo met de Hogeschool Utrecht. •

De masteropleidingen volgen. Samen werken Lidl, Zadkine en de Hogeschool Utrecht aan een integraal en volledig op elkaar afgestemd verkort ontwikkelingsprogramma van mbo tot master. Voor de ontwikkeling en uitvoering werken de partijen samen met het consortium Verkopen in Retail (EB management, Retailminds en AMN Insight). •

Marko versterkt positie door overname Sonesto Op 12 oktober 2009 heeft de Marko group alle aandelen van Sonesto, gevestigd te Drachten, overgenomen van Klaas Grootherder, sinds 2000 DGA. Met deze overname versterkt Marko haar positie als inrichter/producent op de Europese Onderwijsmarkt. Sonesto is in Nederland marktleider op het gebied van vandalismebestendige lockers en kluisjes voor verschillende toepassingen. Sonesto is een sterk merk met ei-

58

schooldomein

gen, gepatenteerde producten zoals de READY, de GO-locker en met innovatieve systemen als de locker voor 24-uurs uitgifte van medicijnen en andere producten. De verkoop vindt plaats door een eigen verkooporganisatie. Sonesto zal, met het bestaande management, binnen de Marko group als zelfstandig bedrijf blijven opereren. De overname van Sonesto past in de strategie van Marko, die ook in de huidige eco-

nomische omstandigheden wil blijven groeien. ‘We hebben vertrouwen in de toekomst en de ambitie om onze activiteiten te blijven uitbreiden, vertelt Friso Tammes. Marko is al bijna 65 jaar een deskundige en betrouwbare partner bij het inrichten van onderwijsinstellingen, kantoren, projecten, kerken en multifunctionele gebouwen. Het ontwikkelen en produceren gebeurt in eigen huis.

november 2009

HER


Wacht u tot zij uw buitenbeveiliging komen testen

HERA941-10 Advertentie VKE_BO_225x295_WTv1.indd 1

27-10-2009 11:15:03


de etalage Nieuw ICS-trendbericht: Krachtige MFA’s Multifunctionele accommodaties (MFA’s) schieten als paddestoelen uit de grond. Investeren in deze vorm van maatschappelijk vastgoed kan een geweldig rendement opleveren: op maatschappelijk vlak in de zin dat een wijk of buurt leefbaarder wordt en blijft, en in financiële zin wanneer het omliggende vastgoed in waarde stijgt doordat verpaupering tegen wordt gegaan. Het succesvol ontwikkelen van een MFA is een vak apart. ICSadviseurs is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van meer dan 100 multifunctionele accommodaties door het gehele land. De kennis en ervaring om te komen tot een succesvol MFA heeft zij nu gebundeld in een nieuw trendbericht: ‘Krachtige MFA’s, de multifunctionele accommodatie als parel in de wijk’. Het boekwerk à € 9,95 is te bestellen via info@icsadviseurs.nl.

Nieuwbouw voor Antoniuscollege stapje dichterbij Het gemeentebestuur van Bodegraven en het overkoepelende stichtingsbestuur van het Carmelcollege hebben afspraken gemaakt over de mogelijkheden die de realisatie van nieuwbouw voor het Antoniuscollege binnen afzienbare tijd een stap dichterbij kunnen brengen. Een aantal jaren geleden heeft het Rijk de verantwoordelijkheden voor huisvesting van scholen bij de gemeenten neergelegd. De komende maanden wordt onderzocht of het overdragen van deze verantwoordelijkheden naar het schoolbestuur ervoor zorgt dat de nieuwbouw snel van start kan gaan. Ook de financiële haalbaarheid wordt door beide partijen onderzocht. Beide partijen hebben een positief gevoel over deze nieuwe start. Rector van het Antoniuscollege, Bas Oldemans: “Ik heb duidelijk

60

schooldomein

de intentie bij beide partijen gevoeld om de voorziening voor voortgezet onderwijs in de gemeente Bodegraven te behouden. Wij voelen ons in die zin ook gesteund door het gemeentebestuur. We hebben er alle vertrouwen in dat we er samen voor zullen zorgen dat het Antoniuscollege, en daarmee ook de inwoners van Bodegraven, de beschikking krijgen over een nieuw en aansprekend gebouw, waar modern en kwalitatief goed onderwijs kan plaatsvinden.” Het Antoniuscollege heeft al enige tijd de wens om het bestaande gebouw aan de Willem de Zwijgerstraat 9 te vervangen door nieuwbouw. Het bestaande gebouw dateert van 1957. De school heeft met een nieuw gebouw meer mogelijkheden om het onderwijskundig concept

dat zij hanteert verder uit te bouwen. Op deze manier wil het Antoniuscollege het voortgezet onderwijs binnen de gemeentegrenzen waarborgen en ook in de toekomst een concurrerend aanbod aan voortgezet onderwijs binnen de regio blijven aanbieden. Ook de gemeente Bodegraven onderschrijft deze visie. Wethouder Hans Vroomen: “De gemeente ziet een duidelijke meerwaarde in het lokale aanbod aan voortgezet onderwijs in Bodegraven. Samen met het Antoniuscollege onderzoeken wij of nieuwbouw financieel mogelijk is, zodat ook in de toekomst volwaardig voortgezet onderwijs mogelijk blijft.” ICSadviseurs heeft het Carmelcollege begeleid bij dit traject. Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met Sibo Arbeek, 06 22 26 77 95, sarbeek@icsadviseurs.nl.

november 2009

HER


Of zullen wij dat voor u doen

Wij van Heras testen vrijblijvend uw buitenbeveiliging. En dat is geen overbodige luxe. Sla de kranten er maar op na. Alleen al vandalisme op scholen is met maar liefst 31% gestegen. Dus kijkt u eens op www.heras-test.nl of maak een afspraak met een van onze beveiligingsspecialisten. Wel zo veilig.

HERA941-10 Advertentie VKE_BO_225x295_WTv1.indd 2

27-10-2009 11:15:08


Advertorial

Synmind: productiviteit en kwaliteit in besluitvorming Synmind is een unieke methode waarmee individuen vanuit verschillende locaties, ideeën en meningen kunnen uitwisselen en vergelijken. Synmind wordt ondersteund door een internet- of intranetapplicatie. Zo kan iedere deelnemer, vanuit elke locatie, op ieder moment, 24/7, meedoen.

Tekst Chris Haveman

S

ynmind versterkt de productiviteit en kwaliteit van besluitvorming. Uw organisatie wint waardevolle tijd omdat de voortgang van discussies minder afhankelijk is van reistijd en het afstemmen van agenda’s. Bestuurders en managers krijgen meer inzicht in individuele meningen en de bijbehorende argumen­ten. Hierdoor kunnen zij bij het nemen en uitvoeren van beslissing­ en ieders opvattingen, inzichten en kennis beter benutten. Beslissingen kunnen beter worden beoordeeld (en herzien) omdat Synmind de onderliggende ideeën, oordelen en commentaren helder zichtbaar maakt.

Essentie Synmind is een effectieve en efficiënte methode om inzicht te krijgen in individuele meningen over complexe problemen. Dit inzicht komt tot stand in Synmindsessies die als volgt verlopen: • Op grond van een systematische probleemanalyse formuleert een moderator effectieve uitspraken. • Stakeholders en/of experts geven via internet of intranet, 24/7, waar ook ter wereld een mening over deze uitspraken en de bijbehorende argumenten. • De deelnemers zien in één oogopslag de samenhang en verschillen van meningen en de bijbehorende argumenten. • Zij kunnen vervolgens op elkaars meningen reageren en hun eigen mening aanpassen. • Het eindresultaat van de discussie wordt in een overzichtelijk rapport verwerkt.

Toepassingen U kunt Synmind effectief toepassen bij grootschalige veranderingen in uw organisatie waarbij vele belanghebbenden betrokken zijn, zoals bij: • Beoordeling en selectie: Synmind kan ondersteunen bij het beoordelen en selecteren van ideeën voor productontwikkeling of het verbeteren van processen. • Scans of audits: Met Synmind kunnen bij korte analyses van specifieke situaties in uw organisatie veel

62

schooldomein

november 2009

meer medewerkers worden betrokken dan anders het geval is. •S tudies: Synmind draagt bij aan de snelheid en kwaliteit van grootschalige studies met uitgebreide, multidisciplinaire, teams van experts en stakeholders.

Gebruik Om aan Synmindsessies deel te nemen, hebben gebruikers slechts een standaard internetbrowser, een gebruikersnaam en een wachtwoord nodig. Zij kiezen zelf het tijdstip waarop en de locatie waar zij willen meedoen aan een sessie. Vanuit het hoofd­scherm kunnen zij direct doorklikken naar: • informatie over de sessie van hun keuze, • het formulier om opinies en argumenten in te voeren, • de opinies, argumenten of commentaren van andere deelnemers.

Verdere info Uw organisatie kan via internet gebruik maken van een eigen Synmind-applicatie die echter volledig draait op de Synmind-ASP server. De user-interface van deze ASP-applicatie kan worden afgestemd op de huisstijl van uw organisatie. Synmind kan op uw eigen ICT-netwerk worden geïmplementeerd en ondersteunt desgewenst de integratie met andere applicaties. Voor meer informatie: Synmind BV, Leidsevaart 594, 2014 HT Haarlem, (023) 711 44 43, info@Synmind.com. Kijk ook op www.synmind.com.


Advertorial

Speciale aandacht gewenst

Kijk eens goed om je heen! “Kijk eens goed om je heen! Luister en voel! Wanneer heb je een gebouw gezien dat mensenkinderen (met een beperking) stimuleert en hen vrolijk maakt? Hoe ziet dat eruit? Is het knus? Overzichtelijk? Saai of kleurig? Bedenk eens dit: wanneer ga je graag naar school en kan het je niet schelen dat je uren in de bus of in de taxi zit om er te komen, elke dag opnieuw?”

Tekst Onno Damen

H

et onderwerp ‘huisvesting van speciaal onderwijs’ wordt niet tot nauwelijks gevonden als de zoekterm wordt ingegeven op een willekeurige zoekmachine op het internet. Terwijl voor juist deze groep kinderen het van wezenlijk belang is dat hun leeromgeving zo goed mogelijk is afgestemd op hun beperking. Daarnaast is het voor mensen die werken in het speciaal onderwijs belangrijk dat zij les kunnen geven in een omgeving waar hun leerlingen zich prettig in voelen. Kinderen in het speciaal onderwijs zijn erg gevoelig voor prikkels en veranderingen. Bovendien komen ze vaak van ver en zijn zij al lange tijd onderweg om op school te komen. Na zo’n vermoeiende reis, is het noodzakelijk dat de leeromgeving rust geeft. Het goed

kunnen inrichten van zo’n gebouw, vergt een gedegen kennis van de problematiek van de diverse handicaps, stoornissen of andere beperkingen. Die kennis is nu gebundeld in het nieuwste trendbericht van ICSadviseurs: Speciaal Onderwijs, Kijk eens goed om je heen. Met dit boekwerk als leidraad komt het succesvol ontwikkelen of aanpassen van een speciaal onderwijsgebouw een flinke stap dichterbij. Een onderwijsgebouw met een prettige leer- en werkomgeving en goed onderwijs. Dat gunnen we onze kinderen allemaal, of ze nu wel of geen speciaal onderwijs volgen. Wilt u ook in het bezit komen van het trendbericht ‘Speciaal Onderwijs’, dan kunt u contact opnemen met ICSadviseurs, Onno Damen, telefoon: 06 22 57 52 01, e-mail: odamen@icsadviseurs.nl.

schooldomein

november 2009

63


RSG Lingecollege | Tiel

Opdrachtgever RSG Lingecollege Tiel

Architect Topos Architecten Waddinxveen

Bruto vloeroppervlak 2.100 m² renovatie

Bouwkosten x 1.500.000,-

De langgerekte plattegrond met lange gangen en eenzijdig lokalen, de decentrale onopvallende entrees werden als negatief en onwerkzaam voor het type onderwijs ervaren. Vanuit een gestructureerd vlekken-

Realisatie 2009

64

De afdeling praktijkonderwijs van het RSG Lingecollege is een kleine overzichtelijke school. Een belangrijk voordeel want dat geeft de school de ruimte om zorg op maat te bieden. Alles op deze locatie is erop gericht de leerlingen zodanig te begeleiden en toe te rusten dat zij, na het verlaten van de school, in staat zijn zo zelfstandig mogelijk in de maatschappij te functioneren. Het creĂŤren van overzicht was ook een belangrijke doelstelling bij de volledige renovatie van het schoolgebouw voor de onderbouw van het vmbo-praktijkonderwijs.

schooldomein

november 2009

plan, afgestemd op de verschillende praktijkgebieden, is de school heringedeeld. De oude gangenstructuur is maximaal doorbroken en heringericht en er zijn nieuwe entrees gemaakt. Hierdoor zijn er nu kortere looplijnen, is er overzicht en duidelijkheid. De centrale aula is als centrale, multifunctionele ruimte vormgegeven. Voor het uitoefenen van restaurantpraktijken vormt de aula een leerwerkplein. Als vloerafwerking zijn afwisselende kleurbanen in dwarsrichting van de gangrichting ontworpen. Dit reduceert de lengtewerking en vergroot de breedtewerking. Tegelijkertijd krijgt de school een nieuwe en eigen identiteit. Aan de buitenzijde zijn alle kozijnen vervangen en is een nieuwe hoofdentree aan de Rozenstraat gemaakt die de school een eigen expressie naar buiten geeft.


de Jong Gortemaker Algra is een landelijk opererend architecten- en ingenieursbureau, gevestigd in Rotterdam. Wij geven op innovatieve wijze vorm aan gebouwen voor zowel de maatschappelijke sector (gezondheidszorg, onderwijs, sport en recreatie) als de commerciële sector (kantoren, bedrijfsgebouwen, beursgebouwen). Onze 120 medewerkers bieden een zeer breed dienstenpakket aan rondom ontwerp en uitvoering vanuit de disciplines architectuur, interieurarchitectuur, bouwkunde, constructie en projectmanagement.

Vmbo bestaat tien jaar. Dus is er feest en roemt de staatssecretaris het vmbo nogal oneigenlijk als ‘hofleverancier van vakmensen’. Die dag is er geen plek voor een kritische terugblik. Jammer, want het gaat niet goed met het vmbo. Grootste probleem is het gat tussen vmbo en mbo, waardoor bijna alle aansluiting mislukt, toch het grote doel achter vmbo. Na tien jaar staat mavo ook nog steeds met de rug naar het vbo. En steeds meer leerlingen met giga-achterstanden stromen binnen, halve en hele analfabeten. Dit alles heeft van vmbo een slecht merk gemaakt, een school die je moet ontlopen, als het even kan. Een school die met name in de Randstad niet langer op aansluiting maar op overleven mikt. Nu met 258 opleidingen, onvoorstelbaar. Er zijn 450 vmbo-varianten in 450 scholen. Chaos regeert. En dan laat ik de sores in het mbo bij het competentiegerichte leren maar weg. Dat alles had ik willen horen. En de aanpak daarvan. Maar het ontbreekt de beleidsmakers aan visie en regie om het tij te keren. Ze noemen het ‘doorontwikkeling’. Jezelf uit het moeras trekken. Den Haag kiest voor nog meer projecten, nog meer geld en weer regelaanpassing, de weg van symptoombestrijding. Er is mijns inziens maar één oplossing die werkt. Het gat tussen vbo en mbo moet eruit. Herstel de systeemfout van twee halve scholen die samen een startdiploma moeten waarmaken. Haal de basisberoepsopleidingen (gefaseerd) bij het roc/mbo weg, geef ze terug aan het vbo en maak van die school een vijfen zesjarige beroepsopleiding voor de startkwalificatie. Geef mavo weer de status van school in het midden, wellicht samen met het havo. Natuurlijk zal het roc een stevig aantal leerlingen kwijtraken, maar daarmee ook een geweldig motivatie- en uitvalprobleem. Mijn oplossing vergt stelselwijziging, al twintig jaar taboe. Maar wie het kwaliteitsverlies van het beroepsonderwijs analyseert, zal het vmbo en het mbo op de schop moeten nemen. Mavo en vbo hebben een nieuwe horizon nodig. Een perspectief waarop elke school zich bij de eigen ontwikkeling kan richten. Wie bouwt de eerste school voor primair beroepsonderwijs?

Ed Schüssler | schoolleider/projectleider middenschool/basisvorming, beleids- en onderwijsadviseur v.o. en onderwijspublicist (vmbo-volger)

Kort leve dit vmbo

postbus 51113 - 3007 gc rotterdam t 010 297 30 30 - f 010 297 30 31 www.djga.nl - info@djga.nl

schooldomein

november 2009

65


3 Van programma naar ontwerp In januari van het volgend jaar valt Schooldomein 3 in uw bus. Het thema is dan: Schoonheid en functionaliteit: van programma naar ontwerp. Architectuur voert de boventoon, maar ook inrichting en bouwproces. Een kleurig nummer vol inspiratie en praktische tools. Onderwerpen zijn: • Vijftig jaar scholen: Herman Hertzberger als sociaal architect, • Brede school Bussum als stedenbouwkundige opgave: Gemeenten, corporatie en bouwer werken eensgezind samen in complexe ruimtelijke opgave, • Vernieuwend programma CSG Schagen: programma van eisen als ijkpunt voor duurzame nieuwbouw, • Sobere periode voor de boeg? De kansen voor architectuur in deze barre tijden, • Vernieuwend accommodatiebeleid Veghel: helder kader bepaalt omgevinggerichte keuzen scholen.

Extra Sportkatern! In Schooldomein 3 een speciaal katern volledig gewijd aan de ontwikkeling van sportvoorzieningen. Met onder meer: • Olympisch plan stimuleert: uitdagende ambitie als kapstok voor ROC Noorderpoort College. • Het betaalbare zwembad: innovatieve vormen van zwemmen, leisure en maatschappelijke functies, gericht op een duurzame exploitatie. • Trends binnen omnisportverenigingen: de eerste resultaten van een studie naar de ontwikkelingen van samenhangende sportfuncties.

66

schooldomein

november 2009

Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1985. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever ICSadviseurs. Ruim 50 jaar werkt ICSadviseurs aan stimulerende leer-, leef- en werkomgevingen. Ruimte en draagvlak voor verandering, integratie van activiteiten, multifunctionaliteit en een professionele exploitatie zijn daarbij belangrijke thema’s. ICSadviseurs heeft twee vestigingen. Amsterdam: Orlyplein 10, Postbus 59112, 1040 KC. Zwolle: Grote Voort 207, Postbus 652, 8000 AR. Tel. 088 235 04 27. Schooldomein wordt uitgegeven in nauwe samenwerking met drukkerij Ten Brink, Meppel. Redactie Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95. E-mail: info@schooldomein.nl. Schooldomein wordt gemaakt door Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Dagmar Blaauw, Cora Dierx, Theo van Oeffelt, Ed Schüssler, Ronald de Rooij, Onno Damen, Chris Haveman, Gertjan van Midden, Robbert Jan Sluiter, Casper Schouten, Elzo Hilgenga, Jeroen Tebbens, Jan Schraven, Daan Vermeer, Eva Hermans, Marc van Leent, Martine Atzema, André van Vliet, Nicole Beaujean, Monique van de Camp, Erwin Veneklaas Slots, Huub Frencken. Illustraties Kees Rutten, Communicabel, Ed van Rijswijk, Raphaël Drent, Frencken School Architecten, Pellikaan, Sjaak Henselmans, Marko BV, Topos Architecten. Redactieraad Marcel Fränzel, René Boone, Wik Jansen, Peter Overgaauw, Ronald Wilcke, Edward van der Zwaag Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 15.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de STARO en alle woningcorporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het magazine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met Fizz new media solutions, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Website: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Deze uitgave van Schooldomein werd mede mogelijk gemaakt door ICSadviseurs, Deloitte, Marko, Staro en door de adverteerders van Schooldomein.


STANK? REKEN DEFINITIEF AF

MET STANK IN UW TOILETTEN! SOLDICOAT: EVENEENS UW PARTNER VOOR DE AANLEG VAN NAADLOZE POLYURETHAAN SPORTVLOEREN EN SPORTVLOERRENOVATIE

Soldicoat Deco SR Kunststofvloeren Aanleg op bestaande (tegel)vloeren • Snel • Géén sloopwerk Naadloos • Geheel gesloten oppervlak • Smaakvol • Slijtvast Hygiënisch • Uitstekend reinigbaar • Optimale hechting Lange levensduur • Groot kleurengamma • Decoratie op maat

Postbus 2035 • 7420 AA DEVENTER • Tel. 0570 - 623 543 Fax 0570 - 623 520 • info@soldicoat.nl • www.soldicoat.nl

Hang maar op!

De toekomst is BPH

Multifunctionele accommodaties, brede school, wisselende instroom? De Meeuw kent de dynamiek in het onderwijs en biedt oplossingen die zich moeiteloos aanpassen aan nieuwe huisvestingseisen.

om ruimte te besparen om het overzicht te houden in uw huidige archiefkast specifieke leerlingdossiers leverbaar bepaal zelf de indeling met kleurcodering en tabbladen

De toekomst is blijvend passende huisvesting®. Gebouwd met het oog op verandering. Op elk gewenst moment. Bijvoorbeeld bij een andere capaciteitsvraag, wijzigende fuctionaliteit of nieuwe regelgeving. Slim met kosten en duurzaam. Maar nog belangrijker; u bouwt met De Meeuw in de helft van de tijd!

Jalema heeft veel ervaring in archiveringssystemen voor het basisonderwijs. Vraag de gratis archiefscan aan. Voor meer informatie bel (077) 476 76 76 of kijk op www.jalema.com

Blijvend passende huisvesting® is vandaag bouwen aan morgen!

Online adverteren bij Schooldomein Bel Buro Recent 020 - 330 8998 en vraag naar Philippine Herkes

T +31 (0)499 57 20 24, Postbus 18, 5688 ZG Oirschot

419.753 Adv schooldomein 225x295_V3.indd 1

www.demeeuw.com

17-09-2009 16:52:04


magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

sportdomein zorgdomein wijkdomein

Thema:

FinanciĂŤn en ruimtegebruik

Onderwijsinstellingen kunnen met minder meters Mogelijkheden om te blijven investeren Marko BV Veendam +31 (0) 598 - 69 87 98 De Meern +31 (0) 30 - 669 69 69

www.marko.nl info@marko.nl

Marko maakt ideeĂŤn werkbaar jaargang 22 november 2009

3048-Adv Schooldomein oktober v1.indd 1

27-10-2009 13:52:02

2


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.