Schooldomein nr 3 Jan 2012

Page 1

BAS

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

Het comfort

&

sportdomein zorgdomein wijkdomein

van armleggers

het gemak

van geen armleggers

Nieuwe Raad vo voorzitter Joop Daor Cultuur a

lmeijer

Thema: Creatief faciliteren Schoonmaak in eigen beheer Een Frisse School in tien weken

Met de BAS haalt u een duurzame en tijdloze designstoel in huis die multi inzetbaar is. Door de Markogrip biedt hij het comfort van armleggers en het gemak van handvatten. Deze lichte stoel laat zich makkelijk oppakken en compact stapelen. Voor geschakelde

opstellingen is hij leverbaar met een slimme kop peling. Standaard wordt de BAS uitgevoerd in gelakt beukenhout of met een krasvaste (CPL) zitting en rug - waarbij u kunt kiezen uit 6 kleuren - of met een gestoffeerde zitting en/of rug. Meer informatie: www.marko.nl

Een leven lang Marko Marko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl

Het schoolgebouw als decor

jaargang 24 januari 2012

3


Waarom lesgeven als u kunt

Hoe groen wilt u zijn?

INSPIREREN

advertentie

Zo groen als het kan binnen uw huidige energiebudget

Essent regelt het voor u Verduurzamen zonder extra kosten. Essent zorgt dat u uw groene doelstellingen haalt zonder budgetoverschrijding. Dat begint met energiebesparing. Zo brengt onze EnergieScan uw

Een hogere standaard in leren.

besparingspotentieel in kaart en helpt onze EnergieCoach deze besparing te realiseren. Een aanpak waar Essent mee voorop loopt. Begin met besparen op essent.nl/onderwijs.

Essent levert. VANERUM Nederland BV | Duwboot 89 NL-3991 CG Houten | E info@vanerum.nl | T +31 30 212 20 10 | F +31 30 212 20 11


MAAK RUIMTE

FUNCTIONEEL CREËER, IMPONEER, INSPIREER, VA R I E E R EN CO M B I N EER !

DOELGERICHT INDELEN Met de mobiele wandsystemen van BREEDVELD bieden we u een prachtig pallet aan speelmogelijkheden met licht, ruimtelijke effecten en efficiency. De vouw-, paneel en glaswanden hebben alles in zich om elke gewenste ruimte-indeling tot een succes te maken. Onderwijsinstituten, overheid en bedrijfsleven plukken de vruchten van efficiënt ruimtegebruik en optimale flexibiliteit.

PANEELWANDEN / VOUW WANDEN / GL ASWANDEN / SCHUIFWANDEN / SPECIALS

T: +31 (0)487 542 888 of E: info@breedveld.com

www.breedveld.com


Kiest Nederland voor Zweeds?

Zweden heeft rondom brede scholen en kinderopvang een aantal keuzen gemaakt die verschillen van Nederland. Zo heeft het land een uitgebreide regeling voor zwangerschapsverlof en maakt 80% van de kinderen in de leeftijd van 1-5 jaar gebruik van de kinderopvang. Daarnaast maakt driekwart van de kinderen gebruik van buitenschoolse opvang. Zweden heeft sterk ingezet op de kwaliteit van de kinderopvang. Leidsters hebben vaak een HBO-opleiding en de groepsgewijze benadering van de kinderen is gericht op de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Inhoudelijk is sprake van doorgaande ontwikkelingslijnen voor kinderen en duidelijke afspraken hierover tussen de kinderopvang en de scholen. De leidsters van de kinderopvang ondersteunen de leraar in de klas en de leraar ondersteunt bij naschoolse activiteiten. Er is in de doorgaande lijn sprake van één eindverantwoordelijke of coördinator. De ruimte in het klaslokaal wordt gedeeld zodat grotere lokalen ontstaan met eigen werkplekken voor leerkrachten. In deze lokalen is veel openheid en in de schoolgebouwen ontstaan speciale ruimten voor extra activiteiten zoals koken, handvaardigheid etc.

Nederlandse vertaling! Wil Nederland ook Zweedse keuzes maken? Doorgaande lijnen en integratie worden hier steeds meer gewoon en dagarrangementen dringen aan op meer samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Financieel kent Zweden hoge belastingtarieven om onder andere dit systeem mogelijk te maken. Echter in Nederland werken gescheiden financieringsstromen, ‘heilige klaslokalen’ en discussies over verantwoordelijkheden tegen. Toch biedt het inzetten van leidsters in de schooluren en leraren, themagewijs bij de naschoolse activiteiten, mogelijkheden. Vooral in de discussie rondom passend onderwijs en de werkdruk bij leerkrachten worden deze kansen zichtbaar. Ook het delen van de klaslokalen creëert ruimte in de onderbouwlokalen en de werkplekken voor leerkrachten geven overzicht over de ‘eigen’ klas.

Andersoortige samenwerking Wel vraagt het proces van samenwerken, de visie op doorgaande ontwikkelingslijn en de pedagogische visie in het Zweeds Model extra aandacht, maar dat is juist een mooie uitdaging. Je krijgt er iets bijzonders voor terug. Partners gaan klaslokalen delen en daarmee intensief visies op elkaar afstemmen. Deze visies vragen een ruimtelijke en bouwkundig vertaalslag met als uitgangspunt dat stenen een middel zijn om de visie vorm te geven en het Zweedse model één van de keuzes is. Grontmij biedt trajectadvies van concept tot realisatie, waarbij concepten en visies worden vertaald in praktische, haalbare en gedragen huisvestingsoplossingen. Ook als Zweedse keuzes in het spel zijn.

Contact Eke Schins-Derksen Senior adviseur maatschappelijke voorzieningen www.grontmij.nl/bouwenvastgoed


VAN DE REDACTIE

Creatief faciliteren Welkom in 2012. Voor u ligt alweer het derde nummer van de 24e jaargang van Schooldomein, met als thema Creatief faciliteren. Wat gaat dit jaar brengen? De vooruitzichten zijn somber, maar tegelijkertijd valt er verschrikkelijk veel te doen en dat kan niet wachten. Tegen de achtergrond van een veranderend Nederland blijkt uit onderzoek dat we enorm veel technisch en functioneel verouderd maatschappelijk vastgoed hebben. Terwijl behoefte en vraag naar activiteiten veranderen. En daar moeten gemeenten iets mee, maar wel vanuit een helder beleidskader, anders wordt het wel heel erg somber. Er wordt bezuinigd op de bibliotheek, het buurthuis, cultuur en sport, terwijl iedereen weet dat deze activiteiten enorm belangrijk zijn voor de gebruiker. Dus wordt het zoeken naar slimme combinaties, zoals het aanhaken van zwakke bij sterke exploitaties. 2012 wordt dan ook het jaar van het afstoten of vervreemden van veel maatschappelijk vastgoed, het herbestemmen van gebouwen die functioneel aantrekkelijk zijn en het zoeken naar combinaties met bijvoorbeeld zorg en wonen. Op alle niveaus binnen het onderwijs blijven veranderingen noodzakelijk. Ik denk dat de MFA het moeilijk gaat krijgen, zeker wanneer de samengestelde gebouwen niet vanuit een slimme exploitatie zijn ontwikkeld. Op het moment dat de gemeente de stekker uit activiteiten trekt, dreigt leegstand. Dat betekent niet het einde, maar stimuleert wel tot het zoeken naar maatschappelijk ondernemerschap, zonder al te ingewikkelde beheerconstructies. De relatie tussen overheid, maatschappelijke organisaties en burgers verandert komend jaar fundamenteel. De overheid kan niet meer alles zelf in stand houden, maar moet wel vanuit een helder kader samenhangende keuzen maken en daar schort het nog wel eens aan. De samenleving moet het deels

overnemen. Of zoals een welzijnsdirecteur, bedreigd met het korten op haar subsidies, zei: “er zit zoveel potentieel en geld bij de burgers, zij moeten nu van consument producent worden.� Zelf activiteiten mee-organiseren, of activiteiten afnemen. Of het nu het broodje van de buurtbakker is of cultureel aanbod. De burger is aan zet, dan kan de overheid toch een regierol blijven spelen. Deze Schooldomein laat het onderscheid zien tussen slim en creatief faciliteren. Juist in deze tijd zijn gevoel en verbeelding nodig. Het zoeken naar onconventionele oplossingen, het beter benutten van de ruimte, door deze te optimaliseren. Het zoeken naar nieuwe organisatievormen, waardoor de kwaliteit toeneemt. Het rake artikel van het bestuur van SCOPE illustreert dit; het schoolbestuur organiseert de schoonmaak in een eigen BV, waarbij ook het onderwijsproces zelf wordt betrokken. Of het voorbeeld van de Schoolschakelaar, waarbij BSO en onderwijs op een verbeeldende wijze in elkaar worden geschoven. De evaluatie van SG de Lingeborgh laat zien dat een gebouw door nieuwe onderwijskundige inzichten weer aantrekkelijk wordt. Het onderzoek van Deloitte toont aan dat in alle gremia de broekriem moet worden aangetrokken. Harry Vedder gaat op zoek naar een nieuwe kwaliteitsstandaard voor duurzaam bouwen. Tegen al die ontwikkelingen in werkt Schooldomein naar haar 25-jarig bestaan in september. En vanuit dat positieve gegeven spreken we de verwachting uit dat de tiende Scholenbouwprijs ook in 2012 wordt georganiseerd. Want de noodzaak om professioneel opdrachtgeverschap te stimuleren neemt alleen maar toe! Veel leesplezier gewenst! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

Onze visie

Het netwerk

Uw mening

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar info@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

Internet Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

schooldomein

januari 2012

5


inhoud 10

BESTUUR EN BELEID Schoonmaak door eigen schoonmaakbedrijf De kwaliteit kan omhoog dankzij een duurzame investering.

in financieel 14 Onderwijsinstellingen zwaar weer Benchmark onderwijs Deloitte: steeds minder scholen krijgen hun exploitatie sluitend.

16 Een frisse school in tien weken

Een modulair schoolgebouw van 1.500 m2 voor

de Blauwe Avonturijn.

ONTWERP EN INRICHTING

Meerwaarde maakt naam meer 26 De dan waar Fraaie nieuwbouw in Barneveld geïnspireerd op Zuid-Spaans Alhambra.

30 Het schoolgebouw als decor

Scholenbouwprijswinnaar SG De Lingeborgh onder de loep.

BOUW EN ORGANISATIE

32 Kwaliteit is leidend bij renovatie

Het Clusius College in Schagen verbouwt duurzaam.

STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

20

THEMA

Willen we binnen het onderwijs betere resultaten behalen, dan moeten we sommige zaken écht anders aanpakken. Slim en creatief faciliteren van onderwijsprocessen helpt daarbij. Bij ‘Slim’ doelen we op efficiency, rendementen en handig gebruik maken van techniek. ‘Creatief’ zorgt voor een extra dimensie: beelden, visie en vernieuwend durven denken. Slim en creatief horen bij elkaar als yin en yang. Hoe bereiken we hiermee andere gebouwen, andere ruimtes of zelfs een andere houding van de docent? schooldomein

REC Haagwinde ontwikkelt twee VSOscholen met gymzalen in Den Haag.

op kwaliteit bij 40 Sturen schoolgebouwen Haalbaarheidsonderzoek naar een kwaliteitsstandaard voor onderwijshuisvesting.

44 Praktijkschool de Brug

Geborgenheid staat centraal in bijzonder ontwerp voor opvallend gebouw.

Slim en creatief faciliteren

6

ruimtelijke organisatie 37 Optimale basis voor verbinding

januari 2012

kan een schoolgebouw het 46 Hoe Nieuwe Leren faciliteren? Inventievere schoolgebouwen met meer flexibiliteit en diversiteit.


48

FINANCIERING EN EXPLOITATIE Zeven dagen en zestien uur sporten per dag Een samenscholinggebod en Gouden Regels bij Zwaluwen Utrecht 1911.

50 Exploitatieopzet Schoolschakelaar Exploitatiewinst dankzij een efficiënter ruimtegebruik.

binask-vleugel bij nieuw53 Inrichting bouw vereist vroege verkenning Praktische tips voor een professionele practicuminrichting.

totale klimaatoplossing voor 57 De scholen Het Scholenconcept: een totaal klimaatsysteem voor het onderwijs.

61

Alles staat of valt met pragmatische aanpak In tien weken 24 scholen voorzien van ventilatie.

en zakelijk ontmoeten in 64 Werken MFA’s MFA-Lab start ontwikkeltraject ‘MFA’s & Het Nieuwe Werken’.

67 Vijf MFA’s op Aruba

Arubaanse minister-president vraagt ICSadviseurs vijf MFA’s te ontwikkelen.

Rubrieken 9 De verbeelding: Randy d’Hollosy 19 Kort nieuws 35 Nota bene: Joop Daalmeijer 68 Faculteit Educatie, Nijmegen 69 Column: Ton Bavinck 70 Vooruitblik naar Schooldomein 4

10 26 34 44 48


Van Kinsbergen College

‘leren met uitzicht’

‘Kenmerkend voor onze school is de aandacht voor creativiteit en kunstzinnigheid. Daarnaast bieden wij onze leerlingen keuzemogelijkheden.’

Locatie: Paterijstraat 17 8081 TA Elburg

BRTArchitecten W A T VOND JIJ NOU ZO LEUK OP SCHOOL? De kleur van het gebouw refereert aan een cyclaam. Elke knol van de cyclaam heeft een talent. Het talent om te bloeien. Het gaat er om dat wij dat talent herkennen en waarderen.

Koelmalaan 350 Postbus 415, 1800 AK Alkmaar T 072 5 122 420 F 072 5 150 246 E info@brta.nl www.brta.nl


de verbeelding In de rubriek de verbeelding vertellen bijzondere mensen over hun inspiratiebronnen. Foto Kees Rutten

Randy d’Hollosy

Ter voorbereiding op de vierdaagse van Nijmegen maak ik lange wandelingen door heel Nederland. Voor mij het ultieme middel om afstand te nemen van mijn drukke baan. Letterlijk en figuurlijk het hoofd leeg lopen en ruimte maken voor creatieve ideeën en andere perspectieven. Via inspanning naar ontspanning op een duurzame manier. Het zorgt voor een evenwichtige balans tussen privé en zakelijk. En: we zijn het haast vergeten, ons Nederland is zo mooi!

Randy d’Hollosy studeerde Economie en Recht aan de Hogeschool van Utrecht en werkte onder meer voor het Ministerie van Justitie voor hij terecht kwam bij energiebedrijf Eneco waar hij een groot aantal functies vervulde. Inmiddels is d’Hollosy Programma Manager bij Stedin, regionale netbeheerder van gas en elektriciteit en 100% dochteronderneming van Eneco.

schooldomein

januari 2012

9


Schoonmaak door eigen schoonmaakbedrijf

Kwaliteit omhoog door duurzame investering

10

schooldomein

januari 2012


BESTUUR EN BELEID

Na jarenlange slechte ervaringen met de kosten en de kwaliteit van het schoonmaakbeheer besloot de scholengroep SCOPE het beheer anders te organiseren. Ruim twee jaar geleden werd SCOPE Facilitair BV opgericht. Een eigen schoonmaakbedrijf waarvan het schoolbestuur 100% eigenaar is. Gevolg: de kwaliteit is sterk gestegen evenals de betrokkenheid van de schoonmakers. Het verslag van een geslaagd avontuur.

Tekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten

O

p het bestuursbureau van SCOPE praat ik met concerncontroller Ronald Kollen van de scholengroep SCOPE en Marcel Beisiegel, directeur van SCOPE Facilitair BV en tevens directeur van het bedrijf Facility Cost Control (FCC). Ronald Kollen schetst de startsituatie en de aanleiding: “SCOPE is een scholengroep in de regio Alphen aan den Rijn met twaalf scholen voor primair onderwijs, één school voor voortgezet onderwijs met vier vestigingen, een ZML-school en een school voor praktijkonderwijs. Wij verzorgen onderwijs voor zo’n 6.000 leerlingen, hebben een jaarlijkse omzet van € 33 miljoen en geven ruim € 700.000,- per jaar uit aan schoonmaak. Na een fusie in 2003 deden we zaken met twee verschillende schoonmaakbedrijven, waarbij we uiteindelijk met één bedrijf doorgingen. We zaten weer aan de vooravond van een Europese aanbesteding en vroegen ons af: willen we het nog wel zo doen of kan het ook anders en beter? Daarbij kwam ook dat we van de vermenging onderwijsondersteunend en onderwijsgevend personeel af wilden. We wilden de schoonmaak professionaliseren, maar toch zelf de kwaliteit kunnen bewaken. Dichtbij de school, als prominent onderdeel van onze dienstverlening richting het onderwijs. Schoonmaak is het visitekaartje van de school en toch gaat er heel veel niet goed op dat gebied.”

Kosten onder druk Dus besloot SCOPE een eigen bv op te richten, geholpen door Marcel Beisiegel: “Overal zie je dat de kosten onder druk staan en dat er problemen zijn met de kwaliteit. Het concept van een eigen BV is niet nieuw en bestaat al langer in de gezondheidszorg. Voor onderwijs is het relatief nieuw. SCOPE richtte 2½ jaar geleden ook een eigen schoonmaakbedrijf op. Het bestuur van SCOPE is 100% eigenaar van SCOPE Facilitair BV en heeft er een schoonmaakcontract mee. Daarmee zet je de schoonmaak op afstand en houd je het toch in eigen huis. Voordeel is ook dat je niet meer Europees hoeft aan te besteden omdat het een eigen juridisch onderdeel vormt. Alle schoonmakers, ook de zittende die zijn overgegaan conform de CAO schoon-

“Voor mij is de mate van vervuiling veel interessanter dan een schoon gebouw.” maak, zijn nu in dienst van SCOPE Facilitair BV. De 50 werknemers van SCOPE Facilitair hebben een arbeidsovereenkomst voor gemiddeld drie uur per dag omdat de werkzaamheden na schooltijd starten. De relatie tussen SCOPE Scholengroep en SCOPE Facilitair is in principe langdurig waardoor SCOPE Facilitair ook kan investeren in personeel en machines.” Ronald reageert: “Eén van de grote nadelen van Europees aanbesteden is dat een contract maximaal vier jaar mag duren. SCOPE Facilitair biedt haar personeel de vakopleiding schoonmaker aan. Dat is niet gebruikelijk voor schoonmakers van scholen. Daarnaast heeft SCOPE Facilitair geïnvesteerd in schrobmachines op

schooldomein

januari 2012

11


vanwege het fiscale voordeel dat loonkosten niet meer belast zijn. Je betaalt alleen belasting op inkoop en management. Als we nu winst maken, wordt die geïnvesteerd in de kwaliteit van het schoonmaken. Het wekelijks moppen van harde vloeren was nog niet standaard op basisscholen en dat is nu zonder kostenverhoging doorgevoerd.” Ronald geeft aan hoe hij de dienstverlening nog verder wil verhogen: “Binnen onze ICT-omgeving hebben we speciale software ontwikkeld, waarmee we het oplossen van de klacht en de tijd die dat kost kunnen monitoren. Dat is interessante managementinformatie. Bij schoonmaakbeheer zijn regelmatige controles door de managers van belang. SCOPE Facilitair BV overweegt nu ook om haar personeel te voorzien van mobiele telefoons voor aanwezigheidsregistratie, tijdregistratie en communicatie. Als we dat in zo’n programma kunnen krijgen, wordt de kwaliteit van de dienstverlening nog transparanter.”

“Je ziet dat als je niet zelf opruimt, een ander dat moet doen.”

diverse grote locaties waardoor veel vloeren wekelijks machinaal worden geschrobd.” Marcel vult aan: “Wij werken met dezelfde medewerkers als normale schoonmaakbedrijven en met dezelfde kosten. Waar wij ons in onderscheiden, is in het management. Schoolschoonmaak is niet gemakkelijk: scholen vervuilen sterk, scholen hebben een jaarprogramma met vakanties, ouderavonden en vieringen. Dat vraagt de nodige flexibiliteit en de beschikbare vergoedingen voor de schoonmaak zijn beperkt. Dit vraagt veel van ons management. Dat is goed opgeleid – minimaal hbo-niveau – en dus een goede gesprekspartner voor de locatieverantwoordelijken. Daarnaast kunnen de managers zelf veel beslissen zodat we flexibel kunnen optreden en problemen snel kunnen verhelpen.”

Grotere binding Ronald: “Je ziet nu al dat de binding van onze schoonmakers groter is geworden en dat komt de kwaliteit ten goede. Wij laten onze schoolleiders regelmatig een cijfer geven over de kwaliteit van de schoonmaak en dat is in twee jaar van een 6 een 8 geworden. Het is bekend dat scholen ontzettend snel vervuilen, dat gebruikers kritisch en veeleisend zijn en de middelen beperkt. Dat betekent dat je heel flexibel moet kunnen opereren. Zo haalden wij in het verleden eens per maand een extra schoonmaakbedrijf in huis om de vloeren te schrobben. Dat doen we nu zelf. Voordeel is ook dat je nu zelf de kwaliteit bepaalt, omdat je de programma’s van eisen zelf opstelt. Met een schoonmaakbedrijf zit je altijd aan de verkeerde kant van de discussie. Jij drukt ergens op en dat gaat weer ten koste van de dienstverlening.” Marcel: “SCOPE Facilitair BV is begonnen met het huidige werkprogramma en het huidige aantal uren. Tevens hebben wij direct 15% bespaard op de bestaande kosten, onder meer

12

schooldomein

januari 2012

Duurzaam investeren Tenslotte geeft Marcel aan dat SCOPE Facilitair BV ook in duurzaamheid investeert: “We investeren in microvezel. Dat wil zeggen dat we schoonmaakdoekjes niet weggooien, maar hergebruiken. De afdeling verzorging binnen het speciaal onderwijs zorgt voor het wassen, drogen en vouwen van de doekjes en de moppen. Dus hebben we het samen met de school onderdeel van het onderwijsprogramma gemaakt. Een win-win situatie dus, want de kosten die we besparen investeren we weer in de kwaliteit van het onderwijs. Bovendien worden de doekjes om de twee dagen gewassen, dus dat komt ten goede aan de kwaliteit van de schoonmaak.” Ronald vult aan: “We denken erover na met ZLM en Praktijkonderwijs stagebedrijven te beginnen.” En SCOPE Facilitair BV denkt ook na over het duurzaam binden van medewerkers: “Daar horen variabele werktijden bij,” stelt Marcel. “Nu vindt het schoonmaken meestal aan het eind van de middag, ’s avonds of ’s morgens vroeg plaats. We gaan nu ook experimenteren met schoonmaken overdag.” Ronald vult aan: “We denken dat er daardoor meer respect voor de schoonmaker en het schoonmaken ontstaat. Je ziet dat als je niet zelf opruimt, een ander dat moet doen. Daardoor ontstaat op een natuurlijke manier meer inzicht en dus meer zelfdiscipline.” Maar is het dan niet zo dat het nooit écht schoon is, zoals nu vaak aan het eind van de dag? Marcel: “Een gebouw is nooit echt schoon, dat is een illusie. Schoonmaken en –houden is een continu proces, waarbij gedrag van mensen bepalend is.” Ronald is duidelijk: “Voor mij is de mate van vervuiling veel interessanter. Dan kan ik beter sturen op het gedrag van gebruikers.” Voor meer informatie mailt u naar scopefacilitair@scopescholen.nl.


De slimste wanden voor

[geluidsisolatie]

Waarom? Omdat een FAAY-wand aan elke geluidsisolatie-eis uit het Bouwbesluit kan voldoen. De wandpanelen hebben een hoge dichtheid, dankzij een geperste vlasvezelkern die aan weerskanten is afgewerkt met gipsplaten. Met de keuze uit verschillende paneeldikten bereikt u de geluidsisolatie die uw project nodig heeft. FAAY is gewoon de bĂŠste wand als het gaat om geluidsisolatie. Meer weten? Kijk op www.faay.nl of bel met (0347) 376624.


Onderwijsinstellingen in financieel zwaar weer Uit de recent verschenen benchmark onderwijs van Deloitte blijkt dat onderwijsinstellingen in toenemende mate moeite hebben hun exploitatie sluitend te krijgen. In dit artikel gaan we nader in op de achtergronden, maar zien we tegelijkertijd dat achter de financiële problemen van nu een breed maatschappelijk vraagstuk schuilgaat en dat de komende jaren nog geen verbetering in zicht is.

Tekst Elbert Dijkgraaf en Erik Vriesen

D

e benchmark toont aan dat de financiële situatie van schoolbesturen snel achteruit holt. De afgelopen jaren heeft een trits aan maatregelen gezorgd voor krapper wordende marges, zeker in het primair onderwijs. De bezuiniging op de VBMbudgetten, de korting op ambulante begeleiding en het actieplan LeerKracht (de functiemix) zorgen ervoor dat schoolbesturen de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. De verschillen in financiële resultaten tussen de sectoren primair, voortgezet en speciaal onderwijs zijn opvallend groot maar de trend wijst steeds in de richting van financieel zware tijden. Uit de benchmark blijkt dat 57% van de instellingen in 2010 verlies maakte, de begrotingcijfers voor 2011 wijzen erop dat dit op zal lopen tot 62%.

Innovatieve kenniseconomie De verhouding tussen het aantal personeelsleden en het aantal leerlingen ligt ongeveer op 10,6 leerlingen per fte. Dat klinkt inefficiënt, ‘de groepen kunnen groter’, maar dit cijfer heeft, los van zaken als overhead en ondersteuning, een aspect van kwaliteit in zich. Kleinere groepen zijn in de afgelopen jaren neergezet als een teken van hogere onderwijskwaliteit. De samenleving wil dat het vormend onderwijs (PO en VO) een goede basis levert voor het vervolgonderwijs, zodat Nederland een innovatieve kenniseconomie blijft. Dat vraagt van de samenleving de bereidheid voldoende geld te investeren. Structureel is dat een belangrijke vraag maar op korte termijn is de vraag of schoolbesturen niet ook zelf een bijdrage kunnen leveren.

14

schooldomein

januari 2012

Gevarenzone De benchmark van Deloitte toont aan dat een derde van de schoolbesturen, naar de normen van de commissie Don, financieel in de gevarenzone zit, maar tegelijkertijd geldt voor 57% dat ze nog altijd ‘te rijk’ zijn. In dat opzicht doen de normen van de commissie Don hun werk: meer geld uit de reserves besteden aan het onderwijs. Tegelijk is het aantal besturen dat in gevaar is te groot om achterover te leunen, zeker gelet op de noodgrepen die lokaal al zijn uitgevoerd om het onderwijs overeind te houden. Belangrijker dan de feitelijke vermogenspositie binnen het onderwijs is in onze ogen de bedrijfsvoering van de scholen en de mogelijkheden om daarin op tijd te schakelen. De tijd die PO- en VO-scholen hebben tussen het telmoment en de aanpassing van de bekostiging is met enkele maanden veel korter dan de tijd die nodig is om, met inachtneming van alle regels, het kostenniveau aan te passen. Dat gaat in eerste instantie over personeel, goed voor 80% van de kosten. De strakke regels in de cao staan een verantwoord financieel beleid steeds nadrukkelijker in de weg. Gevolg: teveel personeel en daardoor te hoge kosten. Flexibilisering van het personeelsbestand is een optie, maar eentje die op dit moment nog erg duur uitpakt. Bovendien moet eerst de huidige overcapaciteit, die op diverse plekken is ontstaan door de teruggang in leerlingenaantal, worden opgelost.

Op tijd beginnen Dat een schoolbestuur aandacht heeft voor een kwalitatief hoogstaande meerjarenbegroting is iets van de


BESTUUR EN BELEID

laatste tijd, waardoor nu een achterstand ingehaald moet worden. Hetzelfde geldt voor leerlingprognoses. In tijden dat de bekostiging de werkelijke lasten volgt en de leerlingpopulatie tamelijk stabiel blijft, kan er ook niet zoveel mis gaan. De heftige effecten die op dit moment optreden, geven aan dat een combinatie van achterblijvende bekostiging, dalende leerlingenaantallen en onvoldoende scherpte in formatiebeheer een gevaarlijke cocktail vormen voor de financiële prestaties in het onderwijs. Een situatie die wel even kan duren maar structureel niet kan voortbestaan. Deze combinatie van factoren treedt nu nog hoofdzakelijk op in de periferie van Nederland, waar vrije keuze tussen onderwijsinstellingen onder druk staat door de kleinere scholen en samenvoegingsdiscussies. De komende jaren zal dit beeld gaan veranderen en krijgen ook andere delen van het land met krimp te maken. Op tijd beginnen met het proces van flexibilisering en afbouw van formatie is daarom het devies. Tot slot: ook huisvesting is een belangrijke kostenpost voor onderwijsinstellingen. Door de verdeling van taken tussen gemeente en schoolbestuur op het gebied van onderwijshuisvesting worden niet altijd

“Belangrijker dan de feitelijke vermogenspositie binnen het onderwijs is de bedrijfsvoering van de scholen” de optimale keuzes gemaakt bij nieuw- en verbouw en onderhoud. Met name het verbod op besteding van lumpsum aan onderwijshuisvesting in het PO zorgt voor discussies, maar ook achterhaalde huisvestingsprogramma’s zijn een bron van mismatches. Als gevolg daarvan wordt onvoldoende strategisch nagedacht over slimme investeringen in bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen of kwalitatieve verbeteringen of moderniseringen in de vorm van digiborden. Investeringen die op langere termijn rendement opleveren voor de scholen. Kortom, scholen staan voor de uitdaging om op korte termijn verliezen te beperken en tegelijkertijd aan een langetermijnstrategie te werken om renderend te worden. Elbert Dijkgraaf en Erik Vriesen zijn respectievelijk partner en senior manager binnen de onderwijsgroep van Deloitte. Voor meer informatie: www.deloitte.nl.

schooldomein

januari 2012

15


Titel

De gemeente Utrecht en het schoolbestuur stichting Protestants Christelijk Onderwijs Utrecht (PCOU) hebben een bijzonder nieuwbouwtraject afgerond. Met een voorbereidingstijd van in totaal zeven maanden en een uitvoeringstijd van slechts tien weken werd een modulair schoolgebouw inclusief de BSO ruimtes voor Ludens van circa 1.500 vierkante meter gerealiseerd.

De Blauwe Aventurijn

Een Frisse school in tien weken Tekst Sherwin Neira Foto’s Edwin van Zuijlen

S

amen met de aannemer Jan Snel B.V. en architect JHK Architecten is de nieuwbouw van de Blauwe Aventurijn gerealiseerd. Binnen planning, binnen budget en binnen de gestelde kwaliteitsnormen. Het initiatief om te kiezen voor een modulair schoolgebouw kwam van Remco Demmer, projectleider van de PCOU. Met een achtergrond in modulair bouwen, overtuigde hij het schoolbestuur en de gemeente van de meerwaarde die dit bouwsysteem kan hebben voor het realiseren van onderwijshuisvesting binnen de gemeente Utrecht. “Dat ging in het begin niet gemakkelijk,” licht Remco toe. “Je merkt dat veel mensen een bepaald beeld hebben bij modulair bouwen en het vergelijken met tijdelijke oplossingen, zoals unit bouw.” Remco benadrukt

16

schooldomein

januari 2012

hierbij dat het gebouw dat er nu staat, aan alle kwaliteitseisen voldoet die de school en de gemeente hieraan stellen en dat het zeker niet onder doet voor een traditioneel gebouwde school die 40 jaar mee moet gaan: “De school voldoet aan klimaatklasse B van de handreiking Frisse Scholen voor binnenklimaat en thermisch comfort. Daarbij is er een reductie gerealiseerd van 25% op de EPC-eis van 1,3 die is opgenomen in het bouwbesluit.”

Tijd en risicobeheersing De argumenten waarmee Remco zijn eigen achterban maar ook de gemeente Utrecht over de streep trok, lagen in de aspecten tijd en risicobeheersing. “De mogelijkheid die dit systeem biedt om snel te


BESTUUR EN BELEID

Prijszekerheid Ook voor de school en het schoolbestuur is de snelle realisatie van het gebouw een groot voordeel. Niet alleen beschikt de school snel over haar nieuwe huisvesting, maar ook worden de risico’s op faalkosten van het project tot een minimum beperkt. Het Design & Build contract dat met Jan Snel B.V. is aangegaan, bood het schoolbestuur in een vroeg stadium prijszekerheid. Daarnaast maken de hoge mate van prefabricatie de bouwwerkzaamheden weinig gevoelig voor negatieve invloeden van bijvoorbeeld het weer. “Ook vanuit de buurt en vanuit mijn team is er positief gereageerd op de gehele bouw van de school,” licht Connie van de Bruinhorst, directeur van de school, toe. “Het mooie resultaat, dat wij vanuit de aanbesteding in de vorm van impressies konden laten zien, droeg bij aan een groot draagvlak. En natuurlijk ook het feit dat alles in een korte periode plaatsvond.”

“De snelle bouw leidde ertoe dat er haast geen tijdelijke huisvesting nodig was.”

De succesfactoren

bouwen biedt alle partijen alleen maar voordelen”, legt Remco uit. De gemeente Utrecht werkt binnen haar Masterplan Onderwijshuisvesting hard aan het realiseren van goede schoolgebouwen. De realisatie van de Blauwe Aventurijn, is een mooi voorbeeld van hoe een kwalitatief goed schoolgebouw in een korte periode tot stand kan komen. Daarnaast was de gemeente Utrecht erg geïnteresseerd in het voordeel van tijdelijke huisvesting. Remco licht toe dat de snelle bouw ertoe leidde dat er haast geen tijdelijke huisvesting nodig was. Helaas leverde de aanwezigheid van asbest in het oude gebouw vertraging op. “Als dat er niet was geweest, had het gebouw gerealiseerd kunnen worden in een verlengde schoolvakantie. Dat was ook onze ambitie.”

Eind november 2010 besloten de PCOU en de gemeente Utrecht definitief tot het uitvoeren van de pilot. “Vanaf dat moment kwam alles in een stroomversnelling,” zegt Remco. “In december maakten we samen met ICSadviseurs en installatie-adviseur Van Toorenburg de ruimtelijk-functionele en technische programma’s van eisen, in januari voerde ABC Bouwmanagement de aanbesteding uit, vanaf februari ging Jan Snel B.V. aan de slag met de engineering van het gebouw, waarna in juli de sloopwerkzaamheden en de bouw begonnen waar Boag voor ons toezicht op hield.” Wanneer we Remco vragen naar de succesfactoren van dit project, hoeft hij niet lang na te denken. Direct benoemt hij de samenwerking met zijn ‘team’ en de gemeente Utrecht. “Naast alle kennis en producten die kwalitatief op en top moeten zijn in zo’n proces, komt het toch voor 90% aan op commitment en samenwerking. De gemeente Utrecht stelde kennis en capaciteit beschikbaar en alle partijen trokken door hun proactieve inzet samen aan de spreekwoordelijke kar. Alleen dan kun je op zo’n korte termijn dit resultaat bereiken.” De gemeente Utrecht en de PCOU zullen eerdaags het project formeel evalueren. “Hieruit komen hopelijk veel punten die weer een verbetering opleveren voor de volgende school die we modulair zullen bouwen,” zegt Remco. Want zowel het schoolbestuur als de gemeente Utrecht geven aan dat een positieve evaluatie waarschijnlijk zal leiden tot het vaker uitvoeren van vergelijkbare projecten in Utrecht.

PROjECTINFORmATIE Project Nieuwbouw basisschool De blauwe Aventurijn

Opdrachtgever PCOU

Adviseur ICSadviseurs

Aannemer Jan Snel B.V.

Productietijd 10 weken

Voor meer informatie mailt u naar sneira@icsadviseurs.nl.

schooldomein

januari 2012

17


Een schoolvoorbeeld van flexibel bouwen? Volwaardige faciliteiten: • 8 klaslokalen • 2 BSO lokalen • 1 gym-/speelzaal • 4 groepen sanitaire ruimtes • totale oppervlakte 1.520 m2 • voldoet aan handreiking “Nieuwe Frisse Scholen” Bouwtijd: 10 weken Verwachte gebruikstijd: 40 jaar

In slechts 10 weken een schoolgebouw neerzetten dat 40 jaar meegaat? Dat is de perfecte uitdaging voor Jan Snel. Voor de stichting Protestants Christelijk Onderwijs Utrecht hebben we binnen planning en budget een schoolgebouw gerealiseerd dat aan de hoogste eisen voldoet op het gebied van onderhoud, energiegebruik en leefklimaat. Een flexibel en duurzaam gebouw dat in alle opzichten is gebouwd voor de toekomst.

Meer weten? Ga meteen naar jansnel.nl of bel: 0800 348 0 348. Tot Snel!

Blauwe Aventurijn te Utrecht


kort nieuws Drempelbijdragen aanbestedingen 2012-2013 Op 2 december 2012 heeft de Europese Commissie de drempelbedragen voor 20122013 gepubliceerd. De drempelbedragen worden iedere twee jaar in Europees verband vastgesteld aan de hand van de gemiddelde dagwaarde van de euro. Voor de periode 20122013 gelden de hiernaast genoemde drempelbedragen. Deze bedragen zijn exclusief btw.

Richtlijn 2004/18/EG Werken Leveringen Diensten Overheidsopdrachten op het gebied van onderzoeks- en ontwikkelingsopdrachten en telecommunicatiediensten, en diensten vallend onder bijlage IIB Prijsvragen algemeen (artikel 67) Voor meer dan 50% door aanbestedende diensten gesubsidieerde werken (artikel 8a) Voor meer dan 50% door aanbestedende diensten gesubsidieerde diensten die verband houden met werken (artikel 8b) Concessie voor openbare werken (artikel 56) * Voor de centrale overheid is dit bedrag 130.000 Richtlijn 2004/17/EG Opdrachten voor leveringen en diensten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten Opdrachten voor werken in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten

5.000.000 200.000* 200.000* 200.000 200.000* 5.000.000 200.000 5.000.000

400.000 5.000.000

SBO de Griffel wint For Schools ontwerpwedstrijd SBO de Griffel uit Heerlen heeft de For Schools ontwerpwedstrijd 2011 van Forbo gewonnen. Het ontwerp van de school uit Limburg beeldt de vier seizoenen uit. Als hoofdprijs kreeg De Griffel een gratis aulavloer van het superduurzame Marmoleum, die afgelopen herfstvakantie al is gelegd. De tweede en derde prijs gingen naar respectievelijk OBS de Duizendpoot uit Geleen en CBS de Rank uit Deinum. De belangstelling voor de ontwerpwedstrijd oversteeg de verwachtingen; de ontwerpen kwamen uit alle windstreken van Nederland. De inzendingen waren zeer divers; van futuristische ontwerpen uit de ruimte tot doolhoven en wereldbollen. Dit jaar speelde de meegestuurde motivatie een grote rol bij de beoordeling. Bij het winnende ontwerp van

SBO de Griffel bleek dat alle leerlingen van groep 4b een bijdrage hadden geleverd aan het uiteindelijke resultaat. Elke leerling had onder leiding van juf Hélène Ninnin een tekening gemaakt waarvan details – of zelfs hele

gedeeltes – terugkwamen in het gefiguurzaagde vloerontwerp. Het ontwerp van SBO de Griffel beeldt de vier seizoenen uit in vier verschillende vlakken. Hierdoor is het heel goed mogelijk om dit kunstwerk door te vertalen naar een mooie vloer in de aula van deze school. Het kinderhandschrift is – ondanks de samenvoeging van de tekeningen – nog goed te zien en het kleurgebruik is prachtig. Het is een origineel en abstract ontwerp dat beweging uitstraalt. Perfect voor een opvallende vloer, aldus de jury. Meer informatie: www. forbo-flooring.nl/ontwerpwedstrijd.

Energiezuinige scholen Nieuwe onderwijsgebouwen zijn gemiddeld 25% energiezuiniger dan minimaal is vereist in het Bouwbesluit. Dit blijkt uit een analyse van de bouwaanvragen uit 2010. Een aantal scholen levert zelfs een energieprestatie die bijna twee keer beter is dan vereist. En bovendien is er ook extra aandacht voor een gezond binnenklimaat. Deze ontwikkeling is zeer opmerkelijk, de energie-eisen voor gebouwen in het Bouwbesluit zijn namelijk per 1 januari 2010 aangescherpt. Bovendien is het in de bouw nu niet bepaald traditie om zoveel ambitieuzer te bouwen dan de norm, en zeker in niet in de scholenbouw. Agentschap NL heeft een landelijke steekproef van bouwvergunningen uit

2010 voor 300 utiliteitsgebouwen laten uitvoeren. De categorie onderwijsgebouwen valt binnen de negen gebouwcategorieën positief op. Sinds ruim vijf jaar vraagt Agentschap NL via het programma Frisse Scholen aandacht voor energiebesparing en de kwaliteit van het binnenmilieu van scholen. De steekproef toont aan dat in de nieuwbouwplannen een grote stap voorwaarts is gezet. Gelet op de beperkt beschikbare budgetten is dit een prestatie van formaat. De volgende stap zal zijn het goed uitvoeren van de maatregelen tijdens de bouw en daarna een goed gebruik en beheer. Zodat kinderen optimaal kunnen leren in een Frisse School.

Rectificatie Bij het artikel van Armand Paardekooper Overman over de Hogeschool van Amsterdam in de vorige editie van Schooldomein (november) is per abuis de architect van het exterieur niet genoemd: TIB Architecten uit Capelle a/d IJssel. Ook de teamleden die tekenden voor het interieur zijn niet bij het artikel vermeld. Dat zetten we bij deze graag recht: Yves Sellam, Anouk Dekker, Armand Paardekooper Overman, Ernst-Jan Schouten, Peter Evers, Martin Vinkestijn. Kijk voor meer informatie op www.tibarchitecten.nl en www.o-drie.nl.

schooldomein

januari 2012

19


20

schooldomein

januari 2012


THEMA SLIm EN CREATIEF FACILITEREN

Slim Faciliteren H

et denken over facilitaire processen verandert heel snel. Eigenlijk op alle niveaus van organisatie en uitvoering. In de eerste plaats verandert de definitie van het facilitaire proces ten opzichte van het primaire proces: traditioneel faciliteert en ondersteunt het primaire proces het facilitaire proces op zo’n manier, dat de kernactiviteit optimaal kan plaatsvinden. Maar de tijden zijn veranderd evenals de interpretatie van de begrippen: het primaire proces en het secundaire proces gaan elkaar overlappen of vallen soms zelfs samen. Dat interessante gegeven vormt de basis van de expertmeeting, waar de begrippen slim faciliteren en creatief faciliteren naast en tegenover elkaar werden gezet. De uitleg is als volgt: bij ‘Slim’ denken we aan efficiency, goede afspraken en handig gebruik maken van techniek. Dus gebaseerd op praktisch inzicht en voortschrijdende technieken. Iets wat zich vanuit de ratio beter laat organiseren. Zo zal het begrip duurzaamheid binnen niet al te lange tijd integraal onderdeel vormen van de gebouwde omgeving en zal de techniek binnen een gegeven ruimte ervoor zorgen dat de gebruiker maximaal en tijdafhankelijk wordt gefaciliteerd. Wil je een gebouw dat tien jaar meegaat of een gebouw dat 100 jaar blijft staan en welke kwaliteitseisen stel je eraan? Daar horen verschillende facilitaire oplossingen bij. Rond alle thema’s die binnen het facilitaire proces te benoemen

zijn speelt dit. Daarnaast staat het begrip creatief faciliteren. ‘Creatief’ zorgt voor een extra dimensie: beelden, visie en vernieuwend durven denken. Slim en creatief horen bij elkaar als yin en yang, je hebt ze allebei nodig. Dat vraagt om een andere houding van de primaire gebruikers en daarmee het facilitaire proces. In zijn algemeenheid wordt de consument van de gebouwde omgeving steeds meer producent en mederegisseur van de kwaliteit ervan. Het facilitaire proces vormt steeds meer onderdeel van het primaire proces en de directe verantwoordelijkheid ligt bij de gebruikers. Deels ook weer omdat de techniek voortschrijdt en we tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen werken; deels ook omdat de functionele plekken met specifieke omschrijvingen zoals kantoor of school of theater, steeds meer aantrekkelijke omgevingen worden waar mensen elkaar graag ontmoeten, zonder dat aan het gebouw een specifieke functie is toegekend. Of zoals op de gevel van een nieuw kantoorgebouw stond: ‘werken doe je maar thuis.’ Voortschrijdende techniek, veranderende taken en verantwoordelijkheden van gebruikers en de noodzaak om creatief mee te denken over duurzame oplossingen hebben invloed op het paradigma. Voor meer informatie mailt u naar sarbeek@icsadviseurs.nl of belt u naar 0622267795.

schooldomein

januari 2012

21


Slim en creatief faciliteren

Geen wauw zonder au Willen we binnen het onderwijs betere resultaten behalen, dan moeten we sommige zaken écht anders aanpakken. Slim en creatief faciliteren van onderwijsprocessen helpt daarbij. Bij ‘Slim’ doelen we op efficiency, rendementen en handig gebruik maken van techniek. ‘Creatief’ zorgt voor een extra dimensie: beelden, visie en vernieuwend durven denken. Slim en creatief horen bij elkaar als yin en yang. Hoe bereiken we hiermee andere gebouwen, andere ruimtes of zelfs een andere houding van de docent?

Tekst Anje Romein Foto’s Raphaël Drent

Stelling 1. Het gaat bij slim/creatief niet om de inhoud, maar de vorm waarin het wordt gebracht Als er op één moment slim en creatief gedacht moet worden, is het wel bij nieuwbouw. Het management van een school moet daarbij inzien dat het niet gaat om aantallen vierkante meters en lokalen, maar om visie op onderwijs én efficiency. Hoe krijg je dat voor elkaar? Ron Kuin: “In de beginfase van een opdracht moet je je kritisch opstellen. Dát is het moment om het programma van eisen goed te bevragen.” Joost van Pelt probeert ook altijd voor hij aan de slag gaat de visie van de onderwijsorganisatie helder te krijgen. Hoe denkt de school jongeren voor te bereiden op de toekomst? En wie is straks de gebruiker? “Inrichting is meer dan een kostenpost. Het is een belangrijk onderdeel van het hele onderwijssysteem.” Mooi, maar hoe komt je écht achter de juiste vraag van de opdrachtgever? Hoe ga je zo’n gesprek aan? Welke creatieve vormen

22

schooldomein

januari 2012

kies je? Kuin kiest voor een beproefde en populaire methode: de excursie. “We nemen het schoolbestuur en gebruikers mee langs projecten en vragen wat zij er goed en niet goed aan vinden. Door de ontspannen manier raak je in gesprek en hoor je tussen de regels door belangrijke informatie.” Voor Michal Kolmas ligt zo’n excursie minder voor de hand. Van zijn projecten zijn weinig voorbeelden die hij kan laten zien. “Wij werken veel met beelden, schetsen of maquettes”, legt hij uit. “We laten zien hoeveel mogelijkheden er zijn om in een gebouw met verschillende gebruikers bijvoorbeeld naast primair onderwijs ook kinderopvang en avondonderwijs - echt ruimte te kunnen delen.” Nog meer suggesties hoe je ‘onvoorstelbare’ beelden toch goed voor het voetlicht brengt? Meijers houdt inspiratiesessies met het management over visie en doel. “Schoolbesturen weten vaak niet goed waar het ze echt omgaat. Voor de hand liggen

doelen als kennis delen, ontmoeten en samenwerken. Wij proberen die uitgangspunten beter op tafel te krijgen. Daaruit vloeit welke werkomgeving, faciliteiten en aansturing je nodig hebt.” Hans Terhürne zit hier zelfs nog een stap voor. Voordat opdrachtgevers gaan denken in termen van locatie en vierkante meters brengt hij zekerheden en vooral onzekerheden ter sprake. “Hebben we in de toekomst überhaupt nog wel gebouwen nodig? Kennis delen en vaardigheden leren kan via internet. Laat je opdrachtgevers daar eens bij stilstaan.” Leerlingen en docenten moeten elkaar toch ontmoeten, klinkt steevast het tegenargument. Voor ontmoeting heb je geen traditionele school nodig, zegt Peter van Loon: “Het onderwijs is over tien jaar heel anders. Leerlingen ontmoeten elkaar dan niet meer in een klas. We moeten ons dan wel afvragen hoe we leerlingen zaken als democratisch burgerschap bijbrengen.”


THEMA SLIm EN CREATIEF FACILITEREN Vlnr: Onno Damen, Sibo Arbeek en Joost van Pelt

DEELNEmERS EXPERTmEETING Sibo Arbeek hoofdredacteur Schooldomein

Marcel Beisiegel directeur Scope Facilitair en directeur Facility Cost Control

Judith Chin Kwie Joe interim manager onderwijs (gespreksleider)

Onno Damen adviseur ICSadviseurs

Michal Kolmas Een gebouw blijft altijd nodig in het onderwijs, verwacht Judith Chin Kwie Joe. “Je kunt zes keer een filmpje op YouTube draaien met de kennisstof, de school leert wat je ermee kan en zorgt voor reflectie.” Bovendien, vult Van Pelt aan, is lang niet iedere leerling in staat zelfstandig kennis te verwerven via internet. “Dat ligt aan het puberbrein. De hersencellen van een 15-jarige zijn nog niet zo ontwikkeld dat ze die verantwoordelijkheid aankunnen. Ze hebben een school en een leraar nodig die het ze vertelt.”

Aanbevelingen • Zoek creatieve manieren om de juiste vraag boven tafel te krijgen. Excursies, beelden of inspiratiesessies zetten opdrachtgevers aan het denken. • Gebouwen blijven nodig, maar krijgen een andere functie. Houd daar bij nieuwbouw rekening mee.

Stelling 2. Creatief faciliteren is niet voor iedereen weggelegd. Al heb je de tools dan nog vraagt het andere competenties.

STOOM Architectuur

Ron Kuin Kuin & Kuin architecten

Peter van Loon strategy consultant IDBB

Creativiteit is dringend gewenst als het gaat om bouwen voor verschillende typen gebruikers. Hoe creatief je methode daarbij ook is, het blijft lastig om opdrachtgevers te overtuigen, ervaart Kolmas: “Wij kunnen enthousiast zijn en beelden laten zien, maar toch sneuvelen er ideeën. Bijvoorbeeld omdat één partij, vaak de school, in z’n eentje doorgaat of iets tegenhoudt. Beter is een onafhankelijk manager die alle deelnemende partijen op één lijn brengt.” Alle partijen op één lijn, dat lukt volgens Onno Damen alleen als er oprechte ontmoeting plaatsvindt. “Als partijen echt in elkaar zijn geïnteresseerd. Zodat je inziet wat de ander doet en welke verbindingen je onderling kunt leggen. Met oprechte interesse heb je al een wereld gewonnen.”

Annelies Meijers adviseur AM Kwadraat

Joost van Pelt projectadviseur Projectum

Hans Terhürne CreaMatics

Fred Traxel Dynatherm

Niet bij het gebouw beginnen, maar bij een visie. Je eigen belang ondergeschikt maken aan het grote belang. Open staan voor de ander. Kan iedereen dit wel, of heb je voor een geslaagd project een bepaald type mens nodig? Annelies Meijers aarzelt. “Creativiteit en over je grenzen heen denken kan

schooldomein

januari 2012

23


Vlnr: Peter van Loon, Michal Kolmas, Marcel Beisiegel, Judith Chin Kwie Joe

van de schoolleiding. Zij moeten verbinding zoeken.” Fred Traxel zoomt in op het uiteindelijke resultaat van een gebouw waar zoveel partijen bij betrokken zijn. “Ik vraag me af of je door de optelsom van veel verschillende partijen uiteindelijk wel de juiste pedagogische omgeving creëert. Elke gebruikersgroep stelt weer andere eisen aan bijvoorbeeld temperatuur, licht en kleur. Als je niet uitkijkt, is het resultaat voor niemand optimaal.”

Aanbevelingen

“Je kunt zes keer een filmpje op YouTube draaien met de kennisstof, de school leert wat je ermee kan en zorgt voor reflectie.”

iedereen, je moet het alleen aanboren en stimuleren.” Sommige creatieve ideeën sneuvelen omdat ouders en docenten nog niet toe zijn aan het nieuwe leren, weet Van Pelt uit ervaring. “Ouders hebben bijvoorbeeld vragen over de combinatie met speciaal onderwijs in hetzelfde gebouw. Of docenten zien hun domein verloren gaan en stribbelen tegen. Het uiteindelijke resultaat is vaak een aangepaste versie van je creatieve idee.” Dan ben je als school niet goed begonnen, werpt Meijers hier tegenin. “Vanaf het startpunt moet je docenten, zeker bij ingewikkelde vraagstukken, meenemen. Je moet ze daarin goed begeleiden.” Peter van Loon herkent het beeld van Van Pelt wel. Hij merkt in de praktijk dat opdrachtgevers vaak niet het achterste van hun tong laten zien. “Het komt toch neer op een goed begin en de juiste competenties

• Zorg bij multifunctionele accommodaties of brede scholen voor één onafhankelijk manager die alle partijen bij elkaar houdt • Betrek vanaf het startpunt alle partijen bij je plannen. Dus ook docenten en ouders.

Stelling 3. Veel facilitaire organisaties zijn log en inefficiënt ingericht en dat leidt nu tot grote problemen. Slimme en creatieve oplossingen zijn ook dringend gewenst als het gaat om schoonmaak, een bron van klachten en vaak een hoge kostenpost. Waar veel scholen de schoonmaak net hebben uitbesteed, is volgens Marcel Beisiegel een eigen schoonmaakbedrijf een betere oplossing. “Dit interne ondernemerschap vraagt overredingskracht, maar in de praktijk loopt het vanzelf. Groot voordeel is de communicatie. Onze mensen zijn altijd zichtbaar, ook overdag. Zij zijn betrokken bij de organisatie. Dat heeft een positief effect op leerlingen, die minder de neiging hebben rotzooi te maken.”

Vlnr: Judith Chin Kwie Joe, Annelies Meijers, Hans Terhürne

24

schooldomein

januari 2012


THEMA SLIm EN CREATIEF FACILITEREN Van Loon herkent dit in een situatie waarbij de schoonmaak is uitbesteed aan medewerkers van de werkvoorziening. “De schoonmakers lopen de hele dag rond. Zichtbaar voor de kinderen. Soms wordt de kinderen gevraagd mee te helpen. De kwaliteit werd vele malen beter, bijvoorbeeld doordat de toiletten soms wel vier keer per dag worden schoongemaakt.” Volgens Van Loon is er maar één vertrekpunt mogelijk: wat kan ertoe bijdragen dat de leerresultaten van mijn leerlingen verbeteren? “Een kwalitatief goede, schone omgeving draagt bij aan prestaties. Daar gaan veel scholen aan voorbij, dat besef is er te weinig.” In- of outsourcing, het is Meijers om het even. Voor haar staat het doel voorop: goed onderwijs geven. Dat bereik je alleen als je de controle durft los te laten. “Je moet niet alleen sturen op de kosten, dan is er geen ruimte om slim of creatief te zijn. Helaas zie ik nu vaak economische verschraling. Jammer, want pas als je ruimte geeft ontstaat kwaliteit.” Ook Chin Kwie Joe breekt een lans voor de interne schoonmaker. Het Zadkine College in Rotterdam had bijvoorbeeld een conciërge in dienst met een Wajong-uitkering. “Leerlingen misten hem echt als hij ziek was. De man had de gave om de leerlingen aan te spreken, een dolletje te maken. Hij bracht een extra sociale waarde die leraren vaak laten liggen.”

Aanbevelingen • Stuur op kwaliteit, niet alleen op prijs. Uiteindelijk betekent dit winst voor de school • Haal een conciërge of vaste schoonmaker terug in de school. Deze is vaak van onschatbare waarde voor de leerlingen.

Stelling 4. Creatief of slim faciliteren gaat over het aanboren van drijfveren van medewerkers: passie aanwakkeren. Hoe boor je die passie aan? Hoe enthousiasmeer je mensen die helemaal geen verandering willen? Van Loon heeft een voorbeeld. Hij introduceerde vier jaar geleden de klas van de toekomst, waarin moderne techniek was verwerkt. De essentie was een gastheer/gastvrouw die het lokaal door en door kende. Een klas kreeg gedurende zes weken les in het lokaal. “De gastheer/vrouw legde leraren en leerlingen uit hoe het werkte. Na zes weken kon

Ron Kuin, Fred Traxel

de leraar er zelfstandig mee uit de voeten. Verandering vinden docenten vaak eng, dit hielp ze over een drempel. Ze bedachten zelf wat ze in hun eigen lesomgeving konden toepassen.” Wat ook helpt in de zoektocht naar meer creativiteit is de huidige economische crisis en noodzaak tot bezuiniging. Kolmas: “Vroeger konden de mensen makkelijk zeggen: doe ons maar extra ruimte. Dat kan niet meer. De discussie die je met je opdrachtgever voert moet zo lang mogelijk niet over ruimte gaan. Al komt dat moment natuurlijk wel een keer.” Een beetje druk op de ketel wil ook wel helpen, meent Van Loon. “Onder druk komen zaken in beweging. Ik heb eens tegen drie mensen gezegd: jullie gaan samenwerken en ik verwacht over drie maanden het resultaat. Na drie maanden liep het als een trein.” Terhürne kent dit uit de praktijk: “Mensen worden vaak pas creatief als ze een probleem als probleem ervaren. Crisis en frustratie zijn soms nodig voor creativiteit.” Meijers citeert de schrijver Hans Heijnen in een mooie oneliner: “Geen wauw zonder au.”

“Een kwalitatief goede, schone omgeving draagt bij aan prestaties. Daar gaan veel scholen aan voorbij, dat besef is er te weinig.”

Aanbevelingen • Praat zo lang mogelijk over visies en beelden. Vul dit pas later in met vierkante meters en indeling • Maak creativiteit niet te vrijblijvend. Een beetje druk op de ketel kan geen kwaad.

Lees meer over innovatie en creativiteit in het onderwijs in Edushock, breinoptimizer voor leren in de toekomst. Zie www.edushock.be.

schooldomein

januari 2012

25


De Meerwaarde maakt naam meer dan waar Maar liefst vier hectare heeft vmbo-school De Meerwaarde in Barneveld tot haar beschikking. Een indrukwekkend terrein en de nieuwbouw die de school daarop heeft neergezet is op z’n zachtst gezegd imposant te noemen. Een verslag uit een school waar ‘Geloof in elk talent’ centraal staat en waar letterlijk alle ruimte is voor sport en bewegen.

Tekst Paul Voogsgerd Foto’s Marko B.V. Ruim twee uur trekt projectleider Jan Marskamp uit om Schooldomein rond te leiden over het terrein en door de gebouwen waarmee hij de afgelopen jaren zo intensief bezig is geweest. “Het is ook heel leuk om het allemaal te laten zien,” zegt hij met gepaste trots.

Center court De rondleiding begint in het sportcomplex, recht tegenover de school. Inderdaad, geen gymzaal maar een sportcomplex. De Meerwaarde heeft het zelf gebouwd en is er ook de eigenaar van. Beneden zien we zes gymzalen en in iedere zaal is een klas actief aan het sporten. “We hebben twee grote sportzalen die we met behulp van flexibele wanden snel en eenvoudig in zes gymzalen kunnen splitsen,” legt Marskamp uit. “Een van de twee zalen hebben we samen met SSS, de Barneveldse volleybalvereniging, ontwikkeld.

26

schooldomein

januari 2012

Zij spelen in de hoofdklasse en dan stelt de Nederlandse Volleybal Bond Nevobo specifieke eisen, onder meer aan de hoogte en aan de vloer van de zaal. In overleg met SSS hebben wij in ons gebouw zo’n zaal ontwikkeld en zij huren die ruimte nu van ons.” Op de eerste etage zien we een sfeervol ingerichte kantine met, dankzij veel glas, uitzicht op de grootste sportzaal. “Met in het midden, voor het center court, een tribune. “SSS heeft ook nog mobiele tribunes die ze desgewenst in de zaal kunnen plaatsen,” weet Marskamp. “Ze kunnen wel zo’n vier à vijfhonderd man publiek een plek geven.” We lopen door en zien achter de sportzaal nog een fraai kunstgrasveld voor onder meer voetbal, handbal en hockey. Ook hier is weer een trap annex tribune. “Verderop hebben we nog een kleiner sportveld, een beachvolleybalveld en een pannakooi,” vertelt Marskamp. “Overigens is het


ONTWERP EN INRICHTING

buitenterrein ook open voor de jeugd van Barneveld. We kijken nog hoe we hiermee om moeten gaan want met name de tribune dreigt een hangplek te worden en dat willen we niet. Hierover zijn we ook in gesprek met de gemeente.”

“De inspiratie vond de architect in het Alhambra, het middeleeuwse paleis in Andalusië, Zuid-Spanje. Verwijzingen daarnaar vind je door het hele gebouw.” Alhambra Naast de sporthal staat een belangrijk domein voor de vmbo-afdeling Groen: een flinke kas met een warme en een koude ruimte voor de plantenteelt, een ruimte waar aankomend stratenmakers hun vaardigheden kunnen beproeven en een ruim dierenverblijf met onder meer professionele aquaria, volières en verblijven voor konijnen. “Daarnaast overwegen we een stuk grond, dat grenst aan ons terrein, aan te kopen om daar een kinderboerderij te beginnen,” vertelt Marskamp. “Mooi voor onze leerlingen en natuurlijk ook voor de buurt. In de hele ontwikkeling van onze nieuwbouw hebben we sowieso de buurt heel nadrukkelijk willen betrekken en daarin zijn we goed geslaagd.” We steken het fietspad over dat de kas en de sporthal scheidt van het grote schoolgebouw. Het is een vierkant gebouw met vier atria die met de verbindende bouwdelen een fraaie binnentuin omsluiten. “De inspiratie hiervoor vond de architect in het Alhambra, het middeleeuwse paleis in Andalusië, Zuid-Spanje. Verwijzingen daarnaar vind je door het hele gebouw.” Rondlopend wijst Marskamp onder meer op de grote pilaren, de banen in de vloer die die pilaren verbinden, de bijzondere mozaïek-achtige vloer, de binnentuin met specifieke beplanting en een omgang zoals die ook in het Alhambra te zien is. Het is allemaal even fraai.

Nieuw onderwijsconcept Bij het hele proces van ideevorming tot oplevering liet De Meerwaarde zich begeleiden door ICSadviseurs. Marskamp: “Ze hebben onder meer meegedacht over een indeling in ruimten die het meest recht doet aan de leerlingen en de lessen. Ze hebben met ons het programma van eisen ontwikkeld, de

schooldomein

januari 2012

27


“We overwegen nog een stuk grond aan te kopen om daar een kinderboerderij te beginnen. Mooi voor onze leerlingen en natuurlijk ook voor de buurt.” architectenselectie gedaan, heel veel rekenkundig werk en uiteindelijk de bouwbegeleiding. De wensen en ideeën zijn vervolgens door architect Jan Decker van AGS perfect vertaald in het ontwerp.” De Meerwaarde wilde starten met een nieuw onderwijsconcept en het nieuwe gebouw faciliteert dit optimaal. “We werken nu met 15 teams die ieder een eigen

28

schooldomein

januari 2012

plek in het gebouw hebben,” legt Marskamp uit. “Alle vakken behalve sport en kunst en cultuur volgen ze in dit eigen gebouwdeel. In het oude gebouw hebben we met dit concept geëxperimenteerd om de nieuwbouw er vervolgens volledig op te kunnen inrichten.” Rondlopend door het gebouw valt onder meer de rust op die dat geeft; er is weinig verkeer van leerlingen in de gangen. Ieder teamdomein is licht en open en combineert praktijk- en theorieruimten. Marskamp: “Zelfs om naar het toilet te gaan, hoeven leerlingen de ruimte niet uit; ieder domein heeft een eigen toiletgroep.”

Wauw! De rondleiding voert verder langs prachtige praktijkruimten, stuk voor stuk uitstekend geoutilleerd.


ONTWERP EN INRICHTING

Projectinformatie: Project Nieuwbouw vmbo-school De Meerwaarde, Barneveld

Opdrachtgever De Meerwaarde

Adviseur ICSadviseurs, Zwolle

Professionele hout- en metaalbewerkingsmachines, een heuse autogarage, grote moderne keukens, fraaie ruimtes waar elektro- en installatietechniek in de praktijk geoefend kunnen worden. Het is letterlijk teveel om op te noemen. Wie een vak wil leren, moet op De Meerwaarde zijn, dat is het beeld dat blijft hangen. Het gebouw heeft drie kantines voor leerlingen, ieder op een andere creatieve en vrolijke manier ingericht. “De hele inrichting van het gebouw, inclusief de kantine van het sportcomplex, is verzorgd door inrichter Marko,” vertelt Jan Marskamp. “Na een voorselectie hebben we vijf partijen uitgenodigd een presentatie te verzorgen. Na de presentatie van Marko had de hele commissie iets van ‘Wauw!’. En dat is prachtig maar dan moeten de andere voorwaarden ook kloppen natuurlijk. De kwaliteit moet goed zijn en

de prijs eveneens. Bij Marko klopte het allemaal. Met name voor de kantines maar ook op andere plaatsen hebben ze bovendien prachtig en origineel maatwerk geleverd. En hun binnenhuisarchitect heeft op veel punten heel goed met ons meegedacht. Ook dat heeft tot mooie resultaten geleid.”

Architect AGS Architekten & Planners, Heerlen

Inrichter Marko BV, Veendam (www.marko.nl)

Bruto vloeroppervlak 17.500 m² onderwijsgebouw en

Het enthousiaste verhaal van Jan Marskamp en alle indrukken van twee uur rondleiding zijn in een artikel van 1.000 woorden niet te vatten. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog. En zegt één beeld niet meer dan 1.000 woorden? Barneveld is een school rijker die zijn naam eer aan doet. Een absolute meerwaarde voor leerlingen en medewerkers van de school maar evenzo voor de buurt, voor het dorp en voor een wijde regio.

schooldomein

4.000 m² sportgebouw

Investeringskosten € 36.250.000,- (inclusief inrichting en terrein

Ingebruikname 15 augustus 2011

januari 2012

29


Het schoolgebouw

als decor

Evaluatie SG De Lingeborgh In 2002 was SG De Lingeborgh uit Geldermalsen winnaar van de Scholenbouwprijs. Het ruimtelijk opgezette vmbo-gebouw van architect Kristinsson sprak tot de verbeelding van de jury. Vooral omdat het gebouw onderwijskundige ontwikkelingen kon faciliteren. Daarnaast viel het ondernemerschap van de directie op, waarbij het gebouw nadrukkelijk de dialoog met de samenleving van Geldermalsen aanging. Hoe is de situatie na ruim tien jaar in gebruik?

Tekst Sibo Arbeek

I

k tref een oude bekende in de Centrale Directie: André Viets. André was ten tijde van de nieuwbouw ook al betrokken bij de school. Dat geldt niet voor de voorzitter van de CD, Ronald van der Vlies, die nu anderhalf jaar bij de school werkt. De eerste echte vraag luidt natuurlijk: hoe bevalt de school na al die jaren? Ronald trapt af: “Ik heb in mijn vorige baan zelf een nieuwe school mogen bouwen. Daar

30

schooldomein

januari 2012

paste het onderwijskundige concept perfect op het gebouw. Dat viel me hier wat tegen, omdat ik dit gebouw onderwijstechnisch wat minder duurzaam vind.” André Viets reageert: “Het gebouw faciliteerde de veranderende onderwijsomgeving toen heel erg. Eigenlijk waren we voorloper. Maar het vmbo was net in ontwikkeling en we liepen er toch snel tegenaan dat het gebouw minder flexibel was, dat je niet


ONTWERP EN INRICHTING

zomaar een wandje kon wegnemen en dat het niet gebouwd was voor een werkplekkenstructuur. De nadruk lag op ‘trots zijn op het vak’, op aparte lokalen en dus meer op het curriculum en minder op de ruimtelijke samenhang. Daarom moesten we fors investeren in een open leercentrum.”

Optelsom Het onderwerp komt op professioneel opdrachtgeverschap. Ronald bevestigt dat het proces complex is: “Je moet een architect hebben die jou de juiste vragen stelt en die over voldoende expertise beschikt.” André ziet dat anders: “Deskundigheid kun je inhuren. Als je je onderwijskundige visie maar goed kunt vertalen in een programma van eisen en je uitgangspunten bewaakt.” Dat beaamt Ronald: “Je moet heel erg oppassen dat een nieuw gebouw niet een optelsom is van de wensen van de secties.” André vat samen: “Dat bewijst dat fundamentele keuzen over onderwijs en gebouw door een professionele opdrachtgever gemaakt moeten worden. Immers, dat gebouw moet wel kunnen meegroeien met een veranderende vraag. En je zult altijd ingrepen in de ruimte moeten blijven doen.”

Veranderende visie Ronald signaleert een belangrijke ontwikkeling: “Elke zeven jaar verandert een onderwijsvisie en wordt daarmee het gebouw op de proef gesteld. En wat nu zo bijzonder is, is dat dit gebouw nu juist weer functioneler lijkt te worden. En dat heeft alles met onderwijsvisie te maken. Nu ligt de nadruk weer minder op het nieuwe leren, vraaggestuurd onderwijs en projectonderwijs, maar juist weer meer op rekentoetsen, op taalonderwijs en de rol van de docent. Daarnaast hebben we in 2006 en 2009 de school fors uitgebreid met een nieuwe vleugel, waarin een werkplekkenstructuur voor Zorg en Welzijn en Consumptiefbreed is geplaatst. En dat is in dezelfde stijl ook door dezelfde architect gebeurd.” André: “Het is een gebouw voor de leerlingen, dat merk je aan alles. Elke twee jaar gaan we met een bus vol leerlingen naar de Kunstuitleen Amsterdam waar ze kunst mogen uitkiezen. De kunst die je overal ziet hangen is door leerlingen zelf uitgezocht. Ook leuk; afgelopen jaar hebben de leerlingen het gebouw zelf als decor genomen voor het jaarlijks toneelstuk. Alle ouders zaten in de centrale entree en het toneelstuk werd vanaf de verdiepingen opgevoerd.”

Forse kostenposten Ronald: “Ik merk dat de hele gemeenschap trots is op het gebouw. Er is net een nieuwe burgemeester geïnstalleerd, die gelijk wist dat wij de Scholen-

“Mooi is niet altijd praktisch, maar het is het wel waard.” bouwprijs hadden gewonnen. Dat leeft nog steeds enorm. Het gebouw scoort onderwijskundig goed. Dat merken we aan de tevredenheid onder ouders en leerlingen. Ook functioneel werkt het goed. De architect heeft het primaat bij de ruimtelijke werking gelegd. Vanuit de centrale as met twee ingangen kom je op het plein van waaruit je de hele structuur kunt doorgronden. Dat werkt! Overigens hebben we wel al wat aan het gebouw verspijkerd. Op het gebied van klimaatbeheersing en schoonmaak is het een relatief duur gebouw, hoewel we de materiële exploitatie uit de lumpsum kunnen bekostigen. Zo hebben we recent weer € 100.000, - in klimaatbeheersing geïnvesteerd. Daarnaast is het kostbaar en lastig om het glas op het dak schoon te maken. Ook moeten we met het gebouw meebewegen met onderwijskundige veranderingen; een stuk van het gebouwdeel groen hebben we ingericht als tuincentrum binnen groenbreed. De vide moest vervangen worden, want het was klimaattechnisch een probleem en we moesten dubbel glas aanbrengen. Dat zijn forse kostenposten. Maar ja; mooi is niet altijd praktisch, maar het is het wel waard.”

Aspect Onderwijskundige kwaliteit Functionaliteit Flexibiliteit/logistiek Duurzaamheid Leerlingbeleving

Beoordeling 8 7 7 6 8

Voor meer informatie kunt u mailen met Ronald van der Vlies: vli@lingeborgh.nl of André Viets: vie@lingeborgh.nl.

schooldomein

januari 2012

31


Kwaliteit is leidend Duurzame verbouwing Clusius College Het Clusius College verzorgt vanuit acht vestigingen groene vmbo- en mboopleidingen. Voor de vestiging Schagen is in de afgelopen jaren in diverse fasen een ingrijpende huisvestingsoperatie uitgevoerd. Een schoolvoorbeeld van duurzaam hergebruik van een bestaande gebouwenvoorraad. Tekst Michel Bosveld Beelden Hanneke Kamphuis, Binnenbuiten

V

estigingsdirecteur Adrie Lugtig-Ouweltjes: “Onze vestiging in Schagen is van oudsher gevestigd aan de Boomgaard 9. Een gebouw dat in de jaren tachtig gebouwd is voor 260 leerlingen. In de loop der jaren zijn wij gegroeid naar zo’n 600 leerlingen. We hadden onder meer ruimte in gebruik van het naastgelegen pand van het Regius College. Toen deze school naar een nieuwbouwlocatie vertrok, konden we de grond en het gebouw overnemen. We hadden toen twee typische jaren zeventig gebouwen die bouwkundig gedateerd waren en voor ons toekomstig onderwijs niet meer geschikt. Het waren twee verrommelde gebouwen met een traditionele opzet met een gang met aan twee zijden lokalen. We zaten ook met een dubbeling in functies, zo hadden we bijvoorbeeld twee aula’s en twee verspreide kantoorzones. In 2007 zijn we begonnen om op het

32

schooldomein

januari 2012

buitenterrein een nieuw dierenverblijf neer te zetten en in 2008 is ‘de Verbinding’ opgeleverd, een koppeling tussen beide gebouwen, waarin de hoofdentree is ondergebracht en op de verdieping de personeelsruimte. De laatste fase betrof de grondige renovatie van de beide gebouwdelen. Die verbouwing heeft het afgelopen schooljaar zijn beslag gekregen. Nu hebben we weer een gebouw dat ons onderwijs voor de komende vijftien à twintig jaar kan faciliteren.”

Vier kernbegrippen De huisvestingsvisie voor Clusius College Schagen is geformuleerd rond vier kernbegrippen: structuur, contact, identiteit en verbinding; aansluitend op de onderwijsvisie van de school. In de ontwikkeling van de verbouwingsplannen is gestart met het aanbrengen van een duidelijke structuur en ordening van de


BOUW EN ORGANISATIE

bij renovatie ruimten. Er is een heldere clustering gemaakt van ruimten in leergebieden (zoals het leergebied Mens en Natuur) en de bijhorende faciliteiten. Het huidige en toekomstig onderwijs vraagt naast instructielokalen ook kleinschalige projectruimten waarin in kleine groepen aan thema’s gewerkt kan worden. Dit is vertaald in de gebouwen door in de leergebieden ruimten te maken waarin zelfstandig kan worden gewerkt. In elk van de gangen is een open studieruimte gecreëerd door lokalen open te breken. Aan iedere studieruimte in elk leergebied is een transparante docentenwerkplek gekoppeld. In deze opzet is er dus veel en laagdrempelig contact tussen leerlingen en docenten en tussen leerlingen onderling. In het gebouw is in ruimtetypes gedacht: van publiek naar besloten, met een eigen kleurstelling en mate van transparantie. Verder zijn de doodlopende gangen open gemaakt en zichtlijnen hersteld, met zicht naar buiten en licht dat veelvuldig naar binnen komt.

Goed voor milieu en energierekening Als groen-school neemt Clusius College ook nadrukkelijk de verantwoordelijkheid om het belang van duurzaamheid bij de leerlingen duidelijk te maken. Niet alleen in de onderwijsvisie, maar ook in de huisvesting: “Het gebruik van steeds schaarser wordende grondstoffen is bij een renovatie, in vergelijking tot nieuwbouwsituaties, natuurlijk veel beperkter en daarmee duurzamer. We hebben echter ook bewust een aantal energiebesparende maatregelen doorgevoerd. Zo zijn de kozijnen voorzien van dubbele beglazing, wordt de verlichting geschakeld op aanwezigheid en is er

bewust gekeken naar het energieverbruik van armaturen en lampen. Allemaal vrij eenvoudige ingrepen die goed zijn voor het milieu en onze energierekening.”

Verwachtingen overtroffen In de zomer van 2010 is de aannemer begonnen met de gefaseerde aanpak van de verbouwing. Een hele klus omdat het onderwijs gedurende de verbouwing gewoon moest doorgaan. Het bouwproces is op hoofdlijnen opgeknipt in zes fasen. Telkens werd het onderwijs in een bouwfase vrijgeroosterd, verbouwd en ingericht, waarna een volgende fase werd aangepakt. Een ingewikkeld schuifplan waarin de flexibiliteit van de medewerkers, leerlingen, aannemers en adviseurs, behoorlijk op de proef is gesteld. Bouwen zonder geluid te maken is niet mogelijk, materialen moeten worden aan- en afgevoerd en de veiligheid van leerlingen mag natuurlijk nooit in het geding komen. Er is bijvoorbeeld gekeken wanneer de 4e jaars op stage zijn, waardoor ruimte ontstond, en we dat in de bouwplanning konden opnemen. Een flinke klus maar op deze manier is het toch gelukt om zonder noemenswaardige problemen de gehele verbouwing gereed te hebben voor het nieuwe schooljaar 2011-2012. Het eindresultaat heeft de verwachtingen overtroffen. Lugtig-Ouweltjes: “De verbouwing is een succes geworden omdat we de grondgedachten van het concept qua structuur, transparantie, kleinschaligheid, kleurstelling en dergelijke vanaf het begin hebben vastgehouden. We zijn dan ook vast van plan dat ook in het beheer en het onderhoud te doen.”

schooldomein

PROjECTINFORmATIE Opdrachtgever Clusius College

Projectmanagement BOAG te Rotterdam

Architectuur / Bouwkunde Binnenbuiten te Rotterdam

Ontwerp ‘de Verbinding’ DHV (eerder uitgevoerd)

Directievoering en toezicht BBA te Heemskerk

Aannemer De Geus Bouw te Broek op Langedijk

Bruto vloeroppervlak 5.234 m²

Bouwkosten verbouwing € 1.766.000,- exclusief BTW (exclusief de Verbinding)

Bouwperiode verbouwing augustus 2010 t/m juli 2011 (verbouwing Boomgaard en Binnenhof)

januari 2012

33


34

schooldomein

januari 2012


nota bene In elke Schooldomein maakt u op een bijzondere manier kennis met een bijzonder mens in een bijzondere functie. In deze editie: Joop Daalmeijer, sinds 15 november 2011 de nieuwe voorzitter van de Raad voor Cultuur.

Joop Daalmeijer

(Schiedam, 24 april 1946) begon zijn loopbaan als dagbladjournalist in de regio Rotterdam.

Daarna was hij radioverslaggever, presentator en TV-verslaggever bij de VARA, eindredacteur bij Nieuwslijn, directeur van Veronica, netmanager bij de publieke omroep, hoofdredacteur bij de Wereldomroep en bestuurder bij de NPS.

Leukste opleiding Master management in Arts.

Eerste baan Dagbladjournalist met een ’salaris’ van 212 gulden per week. Doelstelling in deze baan Het mede mogelijk maken van goede adviezen aan de regering op het gebied van kunst en cultuur. Het sterker maken van de culturele sector. Het zoeken naar nieuwe wegen om de bezuinigingen van de subsidie af te vlakken. Werkweek Maximaal 30 uur, want met pensioen. Beste eigenschap Samenbinden. Kameraadschappelijk. Mensenmanager. Slechtste eigenschap Te graag aanschuiven aan de dinertafel. Muziek Bach. Dan Bach. En dan verder met Bach.

Film Milou en Mai van regisseur Louis Malle. Boek Congo van David van Reybrouck. Website www.nos.nl. Televisieprogramma Nieuwsuur. Krant Volkskrant, Trouw, NRC, de Standaard, de Morgen. Tijdschrift Elsevier, Knack. Auto Ik rijd in een Audi A6. Geweldig! Eten en drinken Vis, oesters, véél oesters, mosselen, haasbiefstuk, Belgische frieten. Rode wijn uit de Ribera del Duero. Witte wijn uit Umbrië. Avond uit Moderne dans, klassieke muziek, opera. Restaurant Restaurant Lakes in Hilversum en Dome sur mer in Antwerpen. Opmerkelijk Energie te over. Dus ben ik na mijn pensioen niet achter de geraniums

gaan zitten, maar weer aan het werk gegaan. Ergernis Individualisme. Aan ‘alles voor ikke’. Aan niet willen delen. Aan knalharde standpunten en doofheid voor argumenten van anderen. Inspirerende persoonlijkheid Ernst Hirsch Ballin. Ambitie Genoeg tijd voor mijn vrouw. Voor onze vrienden. Voor de familie. Voor af en toe een goed boek. En, tussen dit alles door wil ik graag theorbe leren spelen. Ik heb les bij Fred Jacobs, de beste theorbist van het westelijk halfrond. Na drie jaar hard studeren op dit snaarinstrument met 14 snaren wil ik graag een concert kunnen geven. Alleen voor de familie.

schooldomein

januari 2012

35


De Ron de Groot Groep is al jaren gespecialiseerd in de inrichting van theater gerelateerde ruimtes. We hebben inmiddels ook vele scholen ingericht. Specifieke theater scholen, maar ook reguliere scholen hebben we mogen voorzien van ons uitgebreide assortiment. Ook zo’n mooi toneel voor uw school? Bel ons!

• Toneelgordijnen • Grid en Rails • Verduisteringsgordijnen (SCHOOL)TONEELINRICHTING

• Balletvloeren • Podium-elementen • Hoogwerkers

Voor ons assortiment en meer informatie kunt u kijken op:

www.theatertextiel.com Voor een vrijblijvende afspraak kunt u ons bellen op:

0182-61 63 10

• Horizondoeken • Filmschermen • Vlamvrij preparaat • En nog veel meer!


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

Twee VSO-scholen met gymzalen in Den Haag

Optimale ruimtelijke organisatie basis voor verbinding In 1998 zijn scholen voor kinderen met een verstandelijke en lichamelijke beperking intensief gaan samenwerken binnen een Regionaal Expertise Centrum (REC), als gevolg van de invoering van de leerlinggebonden financiering. Binnen Den Haag ontstond het REC Haagwinde waarin onder andere de Bernardusschool en Inspecteur S. de Vriesschool intensief samenwerkten. Het is tot nu toe normaal dat ZMLK leerlingen van vier tot twintig jaar bij elkaar in één gebouw hun onderwijs volgen. Vanwege deze ongewenste situatie is bij de oprichting van REC Haagwinde de ambitie geformuleerd een apart VSO voor Zeer Moeilijk Lerende jongeren te formeren.

Tekst Theo Kupers Foto’s Roos Aldershoff

H

et net opgeleverde schoolgebouw in Duinzigt is resultaat van deze ambitie en gaat gespecialiseerde hulp aan kinderen van 13 tot en met 19 jaar bieden. Het gebouw herbergt voor twee verschillende scholen de onderwijsruimten. Het is gepland op de locatie van de voormalige Internatio-

nale school, ingeklemd tussen de ‘American Protestant Church’ en het ‘Meester Visserhuis’, een recent opgeleverd verzorgingstehuis met kinderdagverblijf. Het aardige van de locatie is dat het zowel aan de west- als de oostzijde aan een straat ligt, waardoor elke school een eigen hoofdentree krijgt. De sport-

schooldomein

januari 2012

37


BOAG CREËERT RUIMTE

Ruimte om in te werken en te wonen. Ruimte om in te leven en te creëren. Ruimte voor zorg en onderwijs. Niet door zelf te ontwerpen of te bouwen, maar door deskundig advies en integraal management van het totale huisvestingstraject vanaf de initiatieffase tot en met de exploitatie van het vastgoed. BOAG creëert ruimte door concrete huisvestingsadviezen te verstrekken. Bij de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van uw huisvesting wilt u een gesprekspartner met kennis van de markt, die de consequenties van de uiteenlopende scenario’s kan overzien. In nauw overleg analyseert BOAG vroegtijdig locaties, programmatische uitgangspunten, bestuurlijke kaders, financiële haalbaarheid en risico’s bij ruimtelijke vraagstukken. Onze expertisevelden zijn:

     

Vastgoedadvies Huisvestingsadvies Facility Management Projectmanagement Bouwkostenadvies Onderhoudsadvies

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer F.J.N. de Gier tel. 010 - 209 35 35, e-mail freddegier@boag.com, of kijk op www.boag.com

“Mijn vriendje Daan is ziek.

hij ligt al lang in het ziekenhuis. Gelukkig logeren zijn ouders in het Ronald McDonald Huis en zijn ze altijd dichtbij. Dat vindt Daan heel fijn!”

Voor €5,- per maand brengt u zieke kinderen en hun ouders dicht bij elkaar. Word nu donateur van het Ronald McDonald Kinderfonds.

www.kinderfondsknuffels.nl


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

accommodatie heeft een eigen ingang en is intern verbonden met de rest van het gebouw. De activiteiten in het sportgedeelte zijn vooral bedoeld voor het onderwijsprogramma maar zijn deels ook te gebruiken door bewoners in de omliggende wijk. Dit draagt bij aan het vergroten van de functionele betekenis van het complex voor de directe omgeving.

Lantaarn Het gebouw verankert zich met haar vorm en lichte tint in de omgeving. De opvallend natuurlijke omkadering van het schoolterrein en horizontale gevelpuien dragen verder bij aan deze verankering. Aluminium luifels markeren de verschillende entrees en verwelkomen de bezoekers. De translucente gevelbeplating van de bovenste gymzaal laat het gebouw ’s avonds werken als een lantaarn. Architectuur is meer dan het gebouw alleen. Ook de manier zoals het gebouw in haar omgeving ligt en de wijze waarop het ruimtelijk programma intern georganiseerd is, draagt belangrijk bij aan de beleving binnen een project door kinderen, leerkrachten en ouders.

Optimale ruimtelijke organisatie N2 Architekten heeft zich bij het ontwerp voor de ZMLK scholen in Duinzigt Den Haag allereerst goed verdiept in het specifieke functionele programma van eisen. Een goed werkend gebouw staat of valt immers bij een optimale ruimtelijke organisatie. Verder waren de bouwlocatie en het bestemmingsplan heel dwingend; gelegen op een relatief klein terrein en met een beperkte toegestane bouwhoogte. Het gebouw voegt zich zodanig op de locatie tussen de ‘American Protestant Church’ en het ‘Meester Visserhuis’, dat de speelpleinen zich optimaal kunnen richten op de zon en het groene uitzicht. Om een redelijk speelpleinoppervlak te garanderen, is het programma gestapeld in drie bouwlagen. De twee gymzalen zijn om redenen van efficiency gestapeld in de noordoosthoek van het bouwvolume, met puien om de zalen van daglicht te voorzien.

Gezamenlijk gebruik De meerwaarde van het samengaan van de twee scholen in één gebouw is vooral zichtbaar door een gezamenlijk gebruik van de begane grond. Hier zijn de vaklokalen thematisch ingericht als hout- en metaalwerkplaats, grootkeuken en kleinkeuken. Ook de vergaderruimte is voor gezamenlijk gebruik en de aula’s kunnen door een flexibele wand geschakeld worden tot één grote ruimte. Op de eerste en tweede verdieping bevinden zich de afzonderlijke domeinen van de verschillende scholen, ontworpen op de specifieke onderwijsconcepten. In eerste oogopslag valt de compacte en efficiënte plattegrond van het gebouw op. Bijkomend voordeel van deze compacte

plattegrond is de optimale verhouding tussen inhoud en geveloppervlak waarmee energieverliezen worden geminimaliseerd. Door het op doordachte plekken weglaten van vloervelden kent het gebouw in haar beleving een grote ruimtelijke rijkdom met

“Een goed werkend gebouw staat of valt immers bij een optimale ruimtelijke organisatie.”

PROjECTINFORmATIE Project ZMLK Scholen Duinzigt

Opdrachtgever Bernardusschool (Lucas Onderwijs) & Inspecteur S. de Vriesschool (De Haagse Scholen)

Architectuur N2 Architekten, Rotterdam

ver invallend daglicht en mooie zichtlijnen. In het interieur is zeer beheerst gebruik gemaakt van verschillende kleuren en materialen. Door dit materiaal- en kleurgebruik, de hele zorgvuldige detaillering en door het op het eerste gezicht ontbreken van systeemplafonds, doet het interieur ondanks het sobere materiaalgebruik luxueus aan. De toepassing van de kleur groen in verschillende gedaanten is kenmerkend. Vloervelden zijn op specifieke plekken verbijzonderd door deze kleurvlakken. Een gekleurde houten wand begeleidt op de begane grond de route naar de centraal gelegen aula die op haar beurt opent naar de speelpleinen. De aula is ook vanuit verschillende plekken op de verdiepingen zichtbaar waardoor het als een oriëntatiepunt voor het interieur werkt. De circulatieruimten worden begeleid door lambriseringen van witte geglazuurde tegels die verder bijdragen aan de heldere sfeer binnen het gebouw.

Management Ceres projecten Den Haag

Constructeur Van der Vorm Engineering Delft

Adviseur installaties I.O.C. Ridderkerk

Adviseur akoestiek Buro Nieman

Hoofdaannemer Vinkbouw Nieuwkoop

Installateur Groen & Aldenkamp, Woerden

Ontwerp-oplevering juni 2008 – december 2011

Bruto vloeroppervlak 3.400 m²

Bouwkosten: € 3.600.000,- excl. btw, incl. installaties en pleinen

Kijk voor meer informatie op www.n2architekten.nl.

schooldomein

januari 2012

39


Sturen op kwaliteit bij schoolgebouwen In de media is veel aandacht voor de kwaliteit van onderwijshuisvesting. Vaak zijn dit negatieve berichten over functionele en technische tekortkomingen van scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Hoe komt de kwaliteit van een schoolgebouw tot stand? Is dit een toevallige resultante van de financiële ruimte en keuzes tijdens het ontwikkelproces? Of moet de kwaliteit van tevoren bepaald worden met een kwaliteitsstandaard? In opdracht van de VNG heeft M3V de haalbaarheid van zo’n standaard onderzocht. Tekst Lieske Nuyens en Niels Delemarre Foto’s Kees Rutten

B

ij de bouw van nieuwe en bij de uitbreiding van bestaande schoolgebouwen vormen de normbedragen uit de verordening voor onderwijshuisvesting meestal het uitgangspunt. Vaak is er aan het begin van een bouwproces geen gezamenlijk beeld bij de betrokkenen over de kwaliteit die gerealiseerd moet worden. Natuurlijk is er een aantal minimale eisen vanuit de wet waaraan een schoolgebouw moet voldoen,

40

schooldomein

januari 2012

zoals de eisen uit het Bouwbesluit en de Arbo-wet. Het aantal eisen is echter beperkt en het niveau van deze eisen is veelal laag. De uiteindelijke kwaliteit van een schoolgebouw wordt dan ook grotendeels bepaald door de manier waarop de betrokkenen het beschikbare normbedrag besteden. Dit zorgt ervoor dat de kwaliteit van de Nederlandse onderwijsgebouwen erg uiteenloopt. In de media is veel aandacht voor de gebrekkige kwaliteit van schoolgebouwen.


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR Kwaliteitsaspecten Natuurlijk is een makkelijke conclusie dat de normbedragen tekort schieten. Maar verdwijnen de negatieve berichten op termijn als de normbedragen worden verhoogd? Dat is maar de vraag. De kwaliteit van een onderwijsgebouw hangt namelijk wel gedeeltelijk af van de beschikbare financiële middelen, maar de keuzes die gemaakt worden in een project zijn zeker zo belangrijk. Het bouwen van een nieuwe school in de carrière van een schooldirecteur is meestal een eenmalige kans. Daarom is het de plicht van de betrokken professionals op dit gebied om samen met de opdrachtgever te verkennen wat wordt verstaan onder kwaliteit en hoe het beschikbare budget het beste verdeeld kan worden over de verschillende kwaliteitsaspecten. De betrokken professionals moeten de keuzes van de opdrachtgever hierin begeleiden. Hierbij wordt er wel van uitgegaan dat het beschikbare budget het mogelijk maakt om keuzes te maken in plaats van dat niet eens de minimale geldende eisen gehaald kunnen worden.

Gezamenlijk beeld Door het ontbreken van een uniform kader voor de kwaliteit van schoolgebouwen gaan discussies meestal over het budget, in plaats van over de beoogde kwaliteit. Critici geven aan dat het beschrijven van de gewenste kwaliteit van schoolgebouwen leidt tot hogere bouwkosten dan de normvergoeding. Gemeenten zouden extra middelen ter beschikking moeten stellen zonder dat zij hiervoor door het Rijk gecompenseerd worden. Echter, deze stelling is niet helemaal juist. Een kwaliteitsstandaard maakt kwaliteit bespreekbaar. In tijden van hoog conjunctuur bediscussiëren schoolbesturen en gemeenten bezuinigingen op bouwplannen zonder een helder kader of een meetlat.

De normvergoeding In 1985 is door de commissie Londo een referentie programma van eisen ontwikkeld om de hoogte van de normvergoedingen te bepalen. Dit referentie programma van eisen was gebaseerd op het kwaliteitsniveau uit het Bouwbesluit en een kwaliteitsniveau aangeduid als ‘sober en doelmatig’ met de volgende uitgangspunten: • simpele gebouwvorm; • standaard funderingsopzet; • eenvoudige opzet draagstructuur; • dragende binnenwanden met kanaalplaatvloeren; • houten gevelkozijnen; • metselwerk/betonsteen gebakken; • eenvoudige afbouw; • natuurlijke ventilatie; • mechanische afvoer. Door ontwikkelingen in de loop der jaren zijn allerlei nieuwe, algemeen geaccepteerde waarden ontstaan, die ervoor zorgen dat de oplossingsrichtingen die ‘vroeger’ invulling gaven aan het kwaliteitsniveau ‘sober en doelmatig’, niet meer voldoen. Sinds 1985 heeft er geen evaluatie van de normvergoeding plaatsgevonden. De vergoeding wordt jaarlijks op basis van prijsontwikkelingen bijgesteld. Er heeft nooit een inhoudelijke bijstelling op landelijk niveau plaatsgevonden. Er is wel veel onderzoek gedaan naar de toereikendheid van de normvergoeding op lokaalniveau. Geconcludeerd werd steeds dat dit in een overspannen bouwmarkt niet het geval is. In een laagconjunctuur vallen de aanbestedingen vaak anders uit en kan veel meer gerealiseerd worden binnen het normbedrag. Via een benchmark kan bepaald worden wat voor kwaliteit gerealiseerd kan worden binnen de normvergoedingen binnen verschillende marktsituaties.

Vaak worden extra budgetten ter beschikking gesteld voor specifieke projecten. Het is hierbij niet duidelijk of deze nodig zijn omdat er extra functionele of technische kwaliteit wordt gerealiseerd, of dat er sprake is van specifieke locatiegebonden meerkosten, bijvoorbeeld als gevolg van stedenbouwkundige eisen, of marktomstandigheden. Processen lijken onbeheersbaar doordat

Argumenten voor het vergoeden van meerkosten boven op de normvergoeding • Materialisatie; bijvoorbeeld het toepassen van duurzame materialen • Extra installaties en voorzieningen voor een beter binnenklimaat; bijvoorbeeld het voldoen aan klasse B van het programma van eisen Frisse Scholen • Architectonische kwaliteit; bijvoorbeeld een betekenisvol schoolgebouw als landmark in de wijk • Transparantie; bijvoorbeeld het toepassen van veel glaswanden • Flexibiliteit; bijvoorbeeld het toepassen van flexibele scheidingswanden • Marktwerking; in tijden van krapte op de bouwmarkt zijn de bouwkosten voor schoolgebouwen hoog • Brandveiligheid; bijvoorbeeld extra eisen vanuit de brandweer • ARBO; bijvoorbeeld het realiseren van extra voorzieningen om te voldoen aan ARBO voorschriften • Multifunctionaliteit; bijvoorbeeld het realiseren van een gebouwbeheersysteem of het toepassen van duurzame materialen i.v.m. het intensiever gebruik van het gebouw • Installaties; in een modern schoolgebouw worden installaties toegepast die niet in normbedragen zijn opgenomen omdat deze in het verleden niet werden toegepast/bestonden • Algemene kosten; bijvoorbeeld de kosten van het opstellen van een programma van eisen en bouwprojectmanagement zijn hoger dan in de onderbouw van de norm opgenomen • Terreininrichting; bijvoorbeeld de kosten van een uitdagende terreininrichting in plaats van betontegels • Goede werkomgeving; bijvoorbeeld de realisatie van werkruimten voor leraren • Modern onderwijs; bijvoorbeeld de kosten van een open, ruim opgezet gebouw • Duurzaamheid; bijvoorbeeld kosten die moeten worden gemaakt om te voldoen aan de GPR-eisen van de gemeente • Toegankelijkheid; bijvoorbeeld kosten van liften bij verdiepingsbouw

schooldomein

januari 2012

41


Turn-key oplossing voor uw project

KOOP = one-stop-shop Uw specialist op het gebied van: - vergader- en lerarenkamers - kantine of lunchruimte - hal of ontvangstruimte - computerruimtes

Compleet voor u ingericht en opgeleverd, inclusief (bureau)stoelen, bureau’s en tafels, ergonomische accessoires, kasten, (akoestische) scheidingswanden, verlichting en vloerbedekking. Precies zoals we dat vooraf met u afgesproken hebben. Kwaliteit op tijd! Dat is KOOP. Huis ter Heideweg 24, 3705 LZ Zeist Telefoon 030 657 20 68 Of kijk op www.koopbv.nl


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR de primaire besluitvorming plaatsvindt op basis van normbedragen, zonder dat vooraf een gezamenlijk beeld bestaat over de kwaliteit die gerealiseerd moet worden. Ook is vooraf vaak onduidelijk welke bijzondere maatregelen nodig zijn vanwege een specifieke situatie.

Keuzemogelijkheden Kwaliteit is op zichzelf een breed begrip. Bovendien is de perceptie van kwaliteit ook afhankelijk van de persoon die de kwaliteit beoordeelt. Gelukkig wordt steeds meer aandacht besteed aan het beschrijven van de verschillende elementen die samen de kwaliteit van een onderwijsgebouw bepalen en welke niveaus hierbinnen gekozen kunnen worden. Het programma van eisen Frisse Scholen is hier een heel duidelijk voorbeeld van. Op het gebied van energie, luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort beschrijft dit programma eisen op een drietal niveaus. M3V onderzocht in opdracht van de VNG of het mogelijk is om een kwaliteitsstandaard voor onderwijshuisvesting te ontwikkelen. In sommige gemeenten wordt al gewerkt met kwaliteitstandaarden waarin keuzemogelijkheden zijn aangebracht, zoals in de gemeente Veghel. Hierin is voor de meer technische kwaliteitsaspecten van een gebouw een drietal niveaus bepaald. Naast de meer technische eisen zoals ook beschreven in het programma van eisen Frisse Scholen, kunnen ook eisen op het gebied van gebruik en beleving worden beschreven. Ook voor deze onderdelen kunnen bijvoorbeeld aan de hand van referenties drie niveaus worden gedefinieerd. M3V heeft geadviseerd onderstaande kwaliteitseisen onderdeel te laten zijn van de kwaliteitsstandaard voor het primair onderwijs. Deze kwaliteitseisen zouden verder uitgewerkt kunnen worden naar verschillende niveaus. De kwaliteitsstandaard kan op hoofdlijnen ingedeeld worden in aspecten die bijdragen aan het gebruik, de beleving en de techniek. Daaronder kunnen allerlei onderdelen worden gehangen, zoals toegankelijkheid, voorzieningenniveau, multifunctionaliteit etc. Voor bepaalde onderdelen geldt dat deze niet kostenverhogend zijn, voor andere onderdelen zal gelden dat een hoger kwaliteitsniveau duurder is. Voor kostenneutrale onderdelen hoeft geen onderscheid gemaakt te worden in verschillende niveaus, voor de andere wel. Vervolgens kunnen gemeenten en schoolbesturen per onderdeel voor de hele gemeente of voor een specifiek project een bepaald niveau kiezen.

Uniforme kwaliteitsstandaard De conclusie van het onderzoek van M3V is dat het technisch mogelijk is om een gedifferentieerde kwaliteitsstandaard te ontwikkelen. Voor het werken met een kwaliteitsstandaard geldt wel een aantal randvoorwaarden. De PO-raad is op dit moment bezig deze kwaliteitsstandaard verder uit te werken. Een kwaliteitsstandaard brengt lijn in de discussie over de kwaliteit

Verzameling kwaliteitseisen (voorstel m3V in onderzoek VNG) Gebruik 1. Bereikbaarheid 2. Toegankelijkheid 3. Fysieke veiligheid 4. Aansluiten bij onderwijsvisie, onderwijsconcept en onderwijsactiviteiten 5. Indeling (ruimterelaties) 6. Verkeersveiligheid 7. Parkeervoorzieningen 8. Buitenruimte (terrein, afstemming (onderwijs) activiteiten) 9. Voorzieningenniveau 10. Inrichting 11. Capaciteit 12. Multifunctionaliteit (o.a. ruimteclustering) 13. Flexibiliteit 14. Inpassing in de omgeving 15. Uitstraling/beleving exterieur (schaal en vormgeving, kleur/materiaalgebruik, entree) 16. Uitstraling/beleving interieur (sfeer, ruimtelijkheid, sociale veiligheid)

Binnenmilieu/gezondheid 17. Geluid 18. Licht 19. Lucht 20. Warmte

Duurzaamheid/milieu 21. Energie(zuinigheid) 22. Flexibiliteit toekomst 23. Milieubelasting

Onderhoud/schoonmaak 24. Onderhoud (materialen, detaillering) 25. Schoonmaak (materialen, detaillering) van onderwijsgebouwen in Nederland. Kwaliteit wordt daarmee meer dan een toevallige resultante van financiĂŤle ruimte en het bestedingsproces. Een uniforme kwaliteitsstandaard, waarin op verschillende niveaus alle aspecten zijn beschreven die samen de kwaliteit van een onderwijsgebouw bepalen, kan een goede bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de onderwijsgebouwen. De auteurs van dit artikel zijn beide werkzaam voor M3V adviespartners. Kijk voor meer informatie op www.m3v.nl.

Locatiegebonden kosten Naast de kwaliteit van het gebouw zelf worden de investeringskosten bepaald door de inpassing van het gebouw in haar omgeving. Om te voldoen aan allerlei ruimtelijke, stedenbouwkundige, architectonische en verkeerstechnische voorwaarden moeten veelal onvermijdelijke aanvullende kosten worden gemaakt. Bij vrijwel ieder (groot) bouwproject is er sprake van specifieke locatiegebonden kosten. Om deze extra kosten te kunnen beoordelen en te vergoeden moet wel duidelijk zijn welke kosten wel en niet in de normering zijn opgenomen.

schooldomein

januari 2012

43


Praktijkschool de Brug In Assendelft staat een opvallend geel gebouw, midden in een woonwijk. Met een ronde vorm en omringd door water. Het is praktijkschool De Brug, een ontwerp van Liesbeth van der Pol van Dok architecten. De school opende in april 2010 haar deuren en is volop in gebruik. Tekst Else Wissink Foto’s Arjen Schmitz

P

raktijkschool De Brug in Assendelft is een school voor leerlingen met leerproblemen of problemen met sociaal-emotioneel functioneren. De leerlingen hebben behoefte aan onderwijs dat is georganiseerd in kleine groepen, met een duidelijke structuur en veel begeleiding. Het programma is onderverdeeld in een onderbouw en een bovenbouw. De onderbouw bestaat uit zes mentorklassen. In het tweede leerjaar doen leerlingen interne stages, in het derde jaar de maatschappelijke stage. De leerlingen in de bovenbouw lopen twee dagen per week stages buiten de school. Praktijkvakken maken een belangrijk deel uit van het onderwijsprogramma en er wordt gezamenlijk gezocht naar een arbeidsplaats.

44

schooldomein

januari 2012

Geborgen vorm, warme constructie Praktijkschool de Brug is omringd door groen en water, met alle mogelijkheden om vakken te leren en buiten in praktijk te brengen. In het ontwerp staat het gevoel van geborgenheid centraal. Dit komt tot uiting in de karakteristieke ronde vorm. Samen met de zichtbare, houten constructie geeft dat ook binnen een veilig en geborgen gevoel, zonder kinderachtig te zijn. In deze school kennen alle leerlingen en leraren elkaar goed en is het meteen duidelijk wanneer de stap naar de maatschappij genomen kan worden. Wie binnenkomt, loopt langs de dubbelhoge aula met een traptribune naar een lichte centrale hal. Dit is het hart van het gebouw, waar het daglicht prachtig door het daklicht schijnt. Vanuit hier zijn


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

niet alleen alle lokalen te bereiken, maar deze hal fungeert tevens als verzamelplaats. Op het centrale bord kun je zien hoe het met je medeleerlingen gaat, bijvoorbeeld wie er waar een baan heeft. Met een brug staat het schoolterrein letterlijk in verbinding met de maatschappij.

Praktisch en duurzaam Het schoolgebouw heeft twee lagen en staat op een eiland met een brug ernaartoe. De beheerder heeft goed overzicht en kan meteen zien wie er over de brug komt. De school is op een eenvoudige manier gebouwd, met houten kolommen en liggers. Zo kon het gebouw snel worden opgetrokken en had de omgeving geen last van trillingsgeluiden. De gevels

“De beheerder heeft goed overzicht en kan meteen zien wie er over de brug komt.” zijn gemaakt van houtskeletbouw, waar aan de buitenkant gepoedercoate aluminium beplating op is aangebracht. Om praktische redenen zijn functies die gebruik maken van zwaar materieel, zoals de fietsenwerkplaats en het houtbewerkingslokaal, op de begane grond geplaatst. Daarbij zijn de programma’s die wat meer geluid produceren niet aan de kant van de woonwijk gesitueerd. De wat ‘lichtere

functies’, zoals de theorielokalen, kregen een plek op de verdieping. Het gebruik van hout met een FCSkeurmerk maakt het gebouw duurzaam en dat geldt ook voor het dubbele grondgebruik. Het dak van de directievleugel is ook de tribune van de filmzaal en de dubbelhoge aula kan dienst doen als kantine. Directeur Jannet Koomen is heel blij met het nieuwe schoolgebouw: “Wij zijn goed terecht gekomen! Een schot in de roos is de grote tribune in de openbare ruimte, die dienst doet als zitplek voor de leerlingen.”

Opvallende kleur Opvallend aan het gebouw is niet alleen de vorm, maar ook de kleur. Waarom is hier voor gekozen? Liesbeth van der Pol: “De Brug ligt aan de rand van het dorp, vlak tegen de spoorlijn en grotendeels omringd door een waterpartij. Een plek waar het mogelijk is om het gebouw een autonome vorm te geven en een opvallende kleur. Een schoolgebouw bepaalt immers in grote mate de herinnering van mensen. Naast de leerkrachten en vrienden is er het beeld van de klas. De gang, de centrale hal, de speelplaats en het gebouw zelf. Dit zal altijd in herinnering blijven. Hier, op een plek waar dat ook kon, hebben wij dan ook bewust gekozen voor een stevige kleur die samen met de gevelproducent ontwikkeld is. Brandend geel in een kraag van groen. Een kleur die zorgt voor een ‘wow’-effect en van De Brug een schoolgebouw maakt om nooit meer te vergeten.”

PROjECTINFORmATIE Project nieuwbouw De Brug

Locatie Assendelft

Type onderwijs Praktijkschool

Architect Liesbeth van der Pol/ Dok Architecten

Realisatiefase 2005 – 2009

Opdrachtgever OVO Zaanstad

Voor meer informatie kunt u surfen naar www.dokarchitecten.nl.

schooldomein

januari 2012

45


Hoe kan een schoolgebouw het Nieuwe Leren faciliteren? Betekent het Nieuwe Leren het einde van het schoolgebouw? Rest hiervoor enkel nog de functie als sociale ontmoetingsplek? Leren kinderen straks hun tentamens thuis, in cafés of onder de zon in een park?

De vertrekken lopen naadloos in elkaar over. Foto: Kees Willems

Tekst Theo van Oeffelt

D

at scholieren van het onderwijs gaan genieten in Seats2meet-achtige omgevingen, betwijfelen Twan van de Vijfeijken en Ruud Schook. Zij zijn verbonden aan het in Tilburg gevestigde OMO, dat zo’n 35 middelbare scholen in de regio Noord-Brabant bestuurt. Van de Vijfeijken, beleidsmedewerker huisvesting, en Schook,

46

schooldomein

januari 2012

projectmanager huisvesting, benadrukken dat het nog altijd gaat om kinderen. “Die kun je niet maar een dag per week naar school laten komen, en de overige dagen zelfstandig het onderwijs laten volgen.” Het samen leren, met fysieke begeleiding van een docent, blijft voor hen vooralsnog voorop staan. “Maar wel met een groeiende mate

van zelfstandigheid,” zegt Van de Vijfeijken. “Meer in groepsverband en meer gebruikmakend van de grote variëteit aan bronnen. Het internet natuurlijk, maar ook de openbare bibliotheek.” “En”, vult Schook aan, “zeker binnen het vmbo-onderwijs wordt de kennis gehaald bij de samenwerkende bedrijven.” Beiden hechten met name aan


STEDENBOUW EN ARCHITECTUUR

de multifunctionele kanten die het Nieuwe Leren biedt. Schook: “De device technologie, met de laptops, de smartphones en de iPads maakt het mogelijk overal, binnen en buiten een schoolgebouw, te werken aan een project of een tentamen voor te bereiden. Dat vergt een gebouw dat veel flexibeler moet kunnen worden ingedeeld, afhankelijk van de vraag van het onderwijs.” “Want het is de onderwijskundige visie, die de eisen aan het schoolgebouw stelt, en zal blijven stellen,” beklemtoont Van de Vijfeijken.

Grotere flexibiliteit Dat stelt ook architect Marjolein Bosscher vast, samen met Jaap Nieskens (van SP Architecten) ontwerper van een van de OMO-scholen, het Sondervick College in Veldhoven. “Het Nieuwe Leren kan pas zijn beslag krijgen, wanneer daarvoor eerst een onderwijskundige visie op tafel ligt, vervolgens het gehele schoolteam daarin mee kan gaan, en pas dan kunnen de eisen worden geformuleerd ten aanzien van het gebouw.” Waarbij Bosscher als architect wel veel kansen ziet: “Was vroeger de regelmaat van klaslokalen dwingend, en kwam daarna de opdracht ook computerlokalen een plek te geven, het Nieuwe Leren maakt een grotere flexibiliteit mogelijk, vergt meer diversiteit aan concentratieruimten, variërend van pauzeplekken en stilteruimten, tot aan projectruimten en instructieruimten. Dat vergroot de duurzaamheid van een schoolgebouw, want het kan langere tijd beantwoorden aan nieuwe onderwijsvormen.”

Zelf kennis opdoen Hoezeer een nieuwe onderwijsvisie tot een geheel nieuwe schoolgebouwvorm kan leiden en het Nieuwe Leren kan visualiseren, bewijst basisschool de Wittering.nl in Rosmalen. Hier geen klaslokalen, gevuld met leerlingen van dezelfde leeftijd. De Wittering.nl kent vier units: een voor kinderen van 0 tot 4 jaar, een voor 4 tot 6 jaar, een voor 6 tot 9 jarigen en een voor kinderen van 9 tot 12 jaar. Elke unit bestaat uit een groep van ongeveer honderd leerlingen, die zijn verdeeld in kleinere pedagogische eenheden of basisgroepen. “Kinderen leren

De pauzeplek in het Havo/Vwogebouw van het Sondervick College. Een eigen stek met eigen dynamiek van de leerlingen. Foto: Norbert van Onna

meer, wanneer ze ook in de gelegenheid zijn om zelf kennis te construeren, dus zelf ervaring en vaardigheden op te doen,” licht directeur Ton van Rijn toe. “Een kind leert beter door het mee te maken, door het te zien en te voelen, dus door de zintuigen optimaal te benutten. Kinderen maken een eigen ontwikkeling door. Daarvoor bieden we hen de ruimte en richten ons op de individuele mogelijkheden. Als kinderen alleen leren omdat ‘het moet’, stoppen zij daarmee zo gauw dat niet meer hoeft. Maar wanneer je kinderen uitdaagt, hun leeromgeving zo inricht dat ze enthousiast worden, dan zullen ze meer willen weten, uitproberen en onderzoeken.” “Het Nieuwe Leren,” definieert Van Rijn, “is de zelfverantwoordelijkheid van de jeugd.” Dat bewijst de tienjarige Merlijn, die een rekenblad uit de printer haalt. “Ik wil deze week meer doen aan rekenen,” stelt hij zelfbewust.

Puzzelen met vierkante meters Architect Kees Willems was vanaf het allereerste begin, bij de allereerste ideevorming over het onderwijsconcept, betrokken: “We hebben vier jaar lang aan de voorbereiding besteed”. Willems noemt het een spel, waarbij Ton van Rijn, daarbij bijgestaan door het KPC, ideeën formuleerde, die hij vervolgens toetste op haalbaarheid. “Bijvoorbeeld de wens naar een volledig open school, zonder

klaslokalen. Hoe creëer je daarin de looplijnen, hoe temper je de geluidsoverlast? Het inspirerende van deze opgave was dat je niet moet puzzelen met vierkante meters, maar dat je betekenis kunt gaan geven aan de ruimte. Dat je groeperingen logisch gaat maken, dat je de schaal en de sfeer van het kind gaat opzoeken. Als architect kun je net zo vraaggericht gaan werken, gericht op de behoeften van de leerlingen, als de docenten.” Hij sluit aan bij de constatering van Marjolein Bosscher: “Het Nieuwe Leren kan tot inventievere schoolgebouwen leiden, wat ten goede komt aan hun duurzaamheid.”

BNA Onderzoek BNA Onderzoek bundelt de studie- en onderzoeksactiviteiten van de Bond van Nederlandse Architecten. BNA Onderzoek is een platform voor verdieping en collegiale kennisuitwisseling van alle BNA-leden, waar verschillende expertises worden samengebracht en kruisbestuiving mogelijk wordt gemaakt. De redactieraad, verantwoordelijk voor de Schooldomeinrubriek Architectuur, wordt gevormd door Kees Willems, Marjolein Bosscher, Michaela Stegerwald, Michiel Snelder, Carla Roos, Theo van Oeffelt en Jutta Hinterleitner. Meer informatie: www.bna-onderzoek.nl.

schooldomein

januari 2012

47


Samenscholinggebod bij Zwaluwen Utrecht 1911

Zeven dagen sporten per week

Het bijzondere verenigingsgebouw van Zwaluwen Utrecht 1911

In het onderzoek naar het functioneren van sportclubs na een fusietraject springt de omnisportvereniging Zwaluwen Utrecht 1911 er uit door haar succesvolle performance en impact op de wijk Kanaleneiland en de stad. Behalve dat de vereniging het voorbeeld is van creatief faciliteren, werkt het bestuur dagelijks aan het bewaken van normen en waarden: de gouden regels van de club. Tekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten

T

ijdens een laatste bijeenkomst van de Vereniging Sport en Gemeenten gaf hoogleraar Paul Verweel het al aan: “Bij geslaagde voorbeelden van een nieuw type sportverenigingen gaat het vooral om de mensen die het doen.” Dat geldt zeker voor de omnisportvereniging Zwaluwen Utrecht 1911, waar onder leiding van een energieke voorzitter Cor Jansen een ploeg van sterke vrijwilligers de vereniging steeds meer structuur geeft. Maar dat gaat niet vanzelf. Cor:

48

schooldomein

januari 2012

“Het begon allemaal met de fusie van de kwijnende voetbalclubs Zwaluwen Vooruit en VV Utrecht 1911, in 2005 aan de rand van de lastige wijk Kanaleneiland. De gemeente wilde het gebied grootschalig herstructureren, met nieuwbouw voor onderwijs- en sportvoorzieningen. Ik behoorde bij een groep ouders uit de aangrenzende wijk Oog in Al die hun kinderen hier op voetbal hadden zitten. Ik begreep al snel dat je zelf betrokkenheid moet tonen, wil je een club helpen.


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Bovendien zag ik enorme kansen om hier een nieuw sporthart in de wijk te creëren en had ideeën over de maatschappelijke en stedenbouwkundige invulling. Het gevolg is dat ik nu al een paar jaar voorzitter van de omnisportvereniging ben.

Nieuwe situatie De situatie nu is niet meer vergelijkbaar met de situatie een aantal jaren geleden. Vier jaar geleden is het nieuwe clubgebouw opgeleverd, aan de overkant is het onderwijs-sportgebouw Welgelegen gerealiseerd en is de nieuwe turnhal bijna klaar. Inmiddels biedt Zwaluwen Utrecht 1911 ook hockey en straks tennis aan. Cor Jansen: “Ik zag veel ouders naar hun voetballend kind staan kijken, terwijl een broertje of zusje erbij liep. Er was behoefte aan hockey en wij hebben het opgepakt. Inmiddels hebben we een bloeiende hockeyafdeling met 500 leden. En dat heeft er weer toe geleid dat we een nieuwe hoofdtribune hebben

Gouden Regels Bij Zwaluwen Utrecht 1911 • • • • • • • • •

Cor Jansen: “Honderd meter verderop is een samenscholingsverbod, bij ons is een samenscholinggebod.”

We tonen Respect, We luisteren, We spreken Nederlands, Ouders zijn supporters, Onze ouders zijn betrokken, We sporten gezond en geweldloos, We zijn op tijd, We douchen en we ruimen op, Als we ons niet houden aan de Gouden Regels wijzen we elkaar daarop.

gebouwd met daaronder meer kleedaccommodaties. Dat leidt er dus toe dat er nu in het weekend allerlei soorten sporters in de kantine te vinden zijn, dames hockey, jeugdspelers voetbal met hun ouders, heren 1. En dat bevordert niet alleen de integratie tussen sporters, maar ook de rol van de sportvereniging in de samenleving. De omnisportvereniging telt ruim 1500 leden, waarvan 100 tennissers, 900 voetballers, 500 hockeyers, 75 biljarters en 50 kaartspelers. Volgens Jansen kan de vereniging tot 2000 leden doorgroeien.

Vechtlust en discipline Succes komt niet vanzelf en moet steeds afgedwongen worden: ”We krijgen hier natuurlijk relatief meer kinderen met een problematische achtergrond. Die moet je dus ook een stuk opvoeding geven en soms lukt dat niet. Dat betekent een intensieve relatie met

de politie, maar ook een lik op stuk beleid. Afspraak is afspraak en daar moet je dus heel strikt mee omgaan. Gebeurt er iets met een speler en herhaalt zich dat, dan schromen we niet om, na een gesprek met de ouders, een kind te schorsen of te verwijderen. Om die reden hebben we dus ook onze gouden regels opgesteld. In feite een set aan afspraken voor iedereen om de waarden en normen die wij belangrijk en bepalend vinden overeind te houden. En dat heb je nodig om in een stedelijke omgeving een bloeiende vereniging op te bouwen.”

maatschappelijke sponsoring In het dagelijks leven is Cor Jansen directeur communicatie en marketing van de Universiteit Utrecht: “Ik denk dat je maatschappelijke inzet deel van je totale inzet moet zijn. Zonder netwerken en maatschappelijke sponsors kom je er niet. Je kunt het niet meer hebben van de traditionele vrijwilligersschil en exploitatie door leden en vanuit de kantine-inkomsten alleen. Toch is die kantine wel de spilfunctie van waaruit je moet denken. Daar moet je ontmoeting faciliteren en versterken. En je moet de samenleving en het bedrijfsleven erbij betrekken. Mijn netwerk met de gemeente Utrecht is sterk, omdat het voor de gemeente enorm belangrijk is dat deze club het goed doet. Het ROC ASA met de afdeling Sport en Bewegen ligt op ons terrein. Studenten leren hier trainen, scheidsrechter te worden of iets in de bedrijfsvoering te doen. De Rabobank is hoofdsponsor van onze hockeyafdeling en we staan prominent in hun jaarverslag. En ROC ASA en de hogeschool Utrecht zijn partners met wie we gericht werken om het pedagogisch klimaat in de vereniging te versterken. Zwaluwen Utrecht 1911 is één groot leerwerkbedrijf voor het beroepsonderwijs. Kortom: We bestaan bijna 100 jaar en liggen goed op koers.” Voor meer informatie surft u naar de site www.zwaluwenutrecht1911.nl.

Ambitie gemeente Utrecht in Sportnota 2011-2016 De professionalisering van verenigingen is doorontwikkeld en de verschillende vormen (verenigingsondersteuning, verenigingsmanagers en combinatiefunctionarissen) zijn op elkaar afgestemd. Verenigingen die een extra bijdrage leveren aan de Utrechtse maatschappelijke ambities worden voor hun betrokkenheid en creativiteit beloond.

schooldomein

januari 2012

49


Exploitatieopzet Schoolschakelaar Het concept Schoolschakelaar gaat uit van het dubbel ruimtegebruik van een klaslokaal voor onderwijs en (buitenschoolse) opvang). Hierdoor worden dezelfde vierkante meters twee keer gebruikt door verschillende partijen. Naast de ruimtewinst is ook sprake van ‘exploitatiewinst’ doordat efficiënter met ruimte wordt omgegaan en niet voor buitenschoolse opvang (BSO) een aparte omgeving gerealiseerd hoeft te worden. Tekst Onno Damen en Jan Boer Dit artikel geeft inzicht in het concept Schoolschakelaar en de daaraan gekoppelde exploitatie. Uitgangspunt is dat met gelijkblijvende of meer kwaliteit toch behoorlijke efficiencyslagen in het ruimtegebruik te maken zijn. De methode loopt niet via abstracte berekeningen, maar door samen met partijen naar beeldende oplossingen te zoeken. Het bureau STOOM architectuur doet ruimtelijk onderzoek naar dubbelgebruik binnen brede scholen. Sfeer, kleur en ruimte worden binnen korte tijd ‘geschakeld’. Van schoolstand naar een aantrekkelijke buitenschoolse

50

schooldomein

januari 2012

opvang en terug. Met behulp van duw, trek en schuifelementen. In Utrecht is op basisschool De Klimroos het eerste pilotproject opgeleverd. “We beginnen vaak met een snelle schets en een kostenschatting,” zegt architect Michal Kolmas. “Zo zien we wat er kan. Als het klikt dan werken we stapsgewijs naar de realisatie toe. Liefst met een beetje druk op de ketel.” Het schakelprincipe is ook prima te gebruiken voor ruimtedeling tussen en met andere maatschappelijke instellingen en onderwijs, zoals verenigingen,


FINANCIERING EN EXPLOITATIE welzijnsorganisaties en overige deelnemers. Per project/vraagstuk is de exploitatieopzet maatwerk vanwege de: • specifieke invulling van het Schoolschakelaar-concept qua vierkante meters en ruimtegebruik; • betrokkenheid van steeds wisselende partijen met eigen uitgangspunten qua exploitatie; • verschillende situaties qua realisatie van projecten (zoals tijdstip en eigendomsverhoudingen).

Ruimte 1

gang

Ruimte 2

gang

Voorbeeld De Klimroos In De Klimroos zijn twee bestaande lokalen omgebouwd naar het concept, beide met een voorvertrek/ gang (verwerkingsruimte). Zowel de lokalen als deze ruimten worden door de school en de opvangorganisatie gebruikt. In de lokalen zijn ‘klapmeubels’, ‘klapwanden’ en een ‘klappodium’ aanwezig die door schakeling de beleving ‘omtoveren’ naar lokaal of opvangomgeving. De illustratie bij dit artikel geeft een beeld van de bestaande situatie. Voor de Schoolschakelaar wordt gebruikt gemaakt van 53 plus 50 plus 50 is 153 functioneel nuttige vierkante meters. Voor de berekening van de bruto vierkante meters (BVO) - ten behoeve van de exploitatie/ huurberekeningen - gaan we in deze opzet uit van een bruto/nuttig verhouding van 1,1 (toeslag voor constructie en wandruimte). Dit is circa 170 m². Voor dit project was sprake van bouwkundige ingrepen en investeringen in het schakelmeubilair. Daarnaast is extra geïnvesteerd in mobiele inventaris waardoor de opstelling eenvoudig aangepast kan worden. De investeringskosten voor dit project bedroegen € 91.630,- exclusief btw en bijkomende kosten. Hiervan is circa € 70.000,- exclusief btw voor de inventaris en de overige kosten zijn voor de bouwkundige ingrepen en begeleiding.

Exploitatiemodel Het exploitatiemodel gaat er vanuit dat de investering voor het concept gedragen wordt door beide partijen: de school en de opvangorganisatie. Daarbij is een aantal uitgangspunten gehanteerd: • De onderwijsorganisatie draagt zorg voor de realisatie (als eigenaar of via de gemeentelijke route); • Verrekening van de investering vindt plaats via een huurvergoeding; • Het meubilair wordt in 10 jaar afgeschreven; • Er wordt uitgegaan van nieuwbouw waardoor minder bouwkundige ingrepen nodig zijn en de inrichtingselementen als scheidingswanden worden ingezet conform het gedachtegoed binnen het Schoolschakelaar concept; • Voor de huurprijs van de ruimte (vierkante meters) wordt uitgegaan van een richthuurprijs van € 120,per bruto vierkante meter; • Voor de servicelasten wordt uitgegaan van € 40,per bruto vierkante meter (exclusief beheer).

Doorrekening Hieronder zijn twee varianten doorgerekend: (1) verdeling kosten interieur 50% school en 50% opvang en (2) 100% opvang en 0% school. De vierkante meters zijn ter indicatie gebaseerd op de omvang en opzet van De Klimroos en gaat uit van twee groepen.

Voorbeeld exploitatatie Schoolschakelaar Huurprijs Ruimtelast Servicelast Interieur Totaal

Kengetal per m2 BVO 120 40 60

Huurprijs per jaar € 20.400 € 6.800 € 10.200 € 37.400

School € 14.280 € 4.760 € 5.100 € 24.140

Opvang € 6.120 € 2.040 € 5.100 € 13.260

Opmerking verdeling 70%-30% verdeling 70%-30% verdeling 50%-50%

School € 14.280 € 4.760 €0 € 19.040

Opvang € 6.120 € 2.040 € 10.200 € 18.360

Opmerking verdeling 70%-30% verdeling 70%-30% verdeling 0%-100%

Voorbeeld exploitatatie Schoolschakelaar Huurprijs Ruimtelast Servicelast Interieur Totaal

Kengetal per m2 BVO 120 40 60

Huurprijs per jaar € 20.400 € 6.800 € 10.200 € 37.400

NB: Voor de school is huurvergoeding niet aan de orde (fictief in bovenstaande), de gemeente draagt zorg voor voorziening ruimte. Zoals we al aangaven, kan als vuistregel worden gehanteerd dat één groep buitenschoolse opvang een huurlast kan ‘dragen’ van € 10.000,- tot € 12.000,- per jaar en twee groepen € 20.000,- tot € 24.000,- per jaar, uitgaande van een goed gevulde groep en bij voorkeur meerdere groepen. Hiermee is het concept te realiseren en zijn zelfs kleinere groepen haalbaar, al is elk project natuurlijk maatwerk. Bij meer projecten zal de kostprijs van de inrichting ook dalen omdat deze steeds vaker geproduceerd wordt en daarmee de ontwikkelkosten lager worden. Om ‘het schakelen’ in de praktijk te kunnen bekijken zonder een bezoek te brengen aan een voorbeeld. volstaat het intikken van de zoekterm ‘schoolschakelaar’ bij YouTube. U kunt mailen naar Stoom: post@stoomsite.nl. Voor meer informatie over de exploitatiedoorrekening kunt u mailen naar jboer@icsadviseurs.nl.

schooldomein

januari 2012

51


UITBREIDEN, INKRIMPEN OF VERPLAATSEN?

STERK STAALTJE DUURZAAMHEID Vrijwel 100% van de oorspronkelijke bouwmaterialen van een voormalige kinderkunsthal is voor basisschool De Notenkraker in Hoogvliet hergebruikt. Alleen de opvallende rode gevel is nieuw. De school wordt breed gebruikt en vormt het maatschappelijk middelpunt van de buurt. Een mooi voorbeeld van duurzaam en flexibel bouwen.

MET PREFAB BOUW INVESTEERT U SLIM IN DE TOEKOMST VAN UW SCHOOL. In het onderwijs zijn veranderingen aan de orde van de dag. En daarom is het vak van systeembouwer zo mooi. Want systeembouw blinkt uit in flexibiliteit en kwaliteit. Hebt u een plotselinge leerlingentoestroom, dan is het gebouw met weinig moeite en kosten razendsnel uit te breiden. Inkrimpen gaat al net zo makkelijk. Het gebouw is zelfs in zijn geheel te verplaatsen. Voeg daarbij de ruimte die er is voor maatwerk en architectuur en het is duidelijk dat de mogelijkheden vrijwel onbeperkt zijn. Prefab bouw is duurzaam, mooi, flexibel en comfortabel. En de kosten? Benader die met een exploitatiegerichte bril op en de voordelen zijn glashelder. Er zijn eigenlijk geen redenen te bedenken om niet voor deze toekomstbestendige manier van bouwen te kiezen.

• Van noodlokaal tot permanente school • Perfect voor het ontwikkelen van brede scholen • Doordachte bouwconcepten • Met gezond en prettig binnenklimaat • Flexibel in vorm, functie en capaciteit • Extreem korte bouwtijd, weinig overlast • Maatwerk en architectonische vrijheid • Duurzaam en toekomstbestendig • Lage exploitatiekosten • Prefab bouwspecialist sinds 1955


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Inrichting binask-vleugel bij nieuwbouw vereist vroege verkenning Bij de realisatie van nieuwbouw is de practicuminrichting vaak een van de eerste aandachtgebieden. Een moderne practicuminrichting gaat verder dan inventief meubilair alleen. Het begint met een visie hoe les moet worden gegeven de komende 20 à 25 jaar. Vaak is deze visie in het begintraject niet aan de orde en wordt het bestaande één op één gekopieerd naar de nieuwe situatie. Wanneer dan in een later stadium van de bouw de demarcatie voor de elektrotechnische en werkbouwkundige leidingen wordt gevraagd en het nadenken daarover dan pas start, is het vaak al te laat. Wijzigingen kunnen dan veel kosten voor meerwerk met zich meebrengen en kansen worden gemist. Tekst Edward de Vette Begin je in de VO-fase van de bouw al met de inrichting van de practicumlokalen dan is alles nog mogelijk. Een Science lab, gecombineerde toa-ruimtes en goed uitgeruste theorie-/practicumlokalen. Haal een specialist in huis die gespecialiseerd is in de inrichting van practicumlokalen en gebruik die kennis om tot een verrassende en eigentijdse inrichting te komen. De routing

van dergelijke lokalen bepaalt in hoge mate hoe er wordt lesgegeven. Juist door die routing vast te leggen, zet je de visie neer die je als schoolleiding nastreeft.

Bovengevoed mediasysteem Tegenwoordig zijn er twee hoofdconcepten voor de inrichting van practicumlokalen. Een bovengevoed

Interactief Science lab in gebruik op OSG Sevenwolden in Heerenveen

schooldomein

januari 2012

53


NIEUWS!

SAMEN BOUWEN WIJ VERDER AAN UW MAATSCHAPPELIJK VASTGOED M3V adviespartners en Coresta Group werken sinds kort samen aan uw maatschappelijk vastgoed. Deze strategische samenwerking betekent een belangrijke versterking en verbreding van onze dienstverlening. Coresta heeft net als M3V een jarenlange ervaring met maatschappelijk vastgoed. Daarbij voegt Coresta specifieke kennis toe op de terreinen Zorg, Onderwijs, Sport, Legal, Finance, Fundmanagement en Energy. Hiermee kunnen wij u over de gehele vastgoedcyclus van dienst zijn: van strategie, realisatie tot en met beheer en exploitatie.

m3v adviespartners 026 - 482 25 20 — www.m3v.nl l coresta group bv 040 - 235 22 77 — www.corestagroup.com l fotografie DigiDaan


FINANCIERING EN EXPLOITATIE mediasysteem en een systeem waarbij de voedingen uit de vloer komen. Voor beide systemen valt wat te zeggen maar in de aanschaf en aanleg zitten grote verschillen. Zo is het bovengoed mediasysteem erg kostbaar in aanschaf. Er moeten tenslotte twee systemen worden aangeschaft. De practicumtafels, lerarentafels, voorbereidingstafels met de watervoorzieningen en de voorzieningen uit het plafond. De voorzieningen uit het plafond kunnen op twee manieren worden aangelegd. Er kan een complete ringleiding worden aangelegd onder het verlaagd plafond waaraan naar keuze beweegbare armen gemonteerd kunnen worden. Deze systemen worden prefab voorbereid en veelal overcompleet geleverd met functionaliteiten die je zelden nodig hebt. Daarnaast zijn er meerdere e/winstallateurs aan het werk wat vaak als complex wordt beschouwd. Veel eenvoudiger en goedkoper is het om de installateur, die de nieuwbouw voor zijn rekening neemt, ook de voorzieningen te laten aanleggen. Hierbij worden de leidingen boven het verlaagd plafond aangelegd en de beweegbare armen op het bouwkundig plafond. De installateur kent alle ins en outs van het leidingwerk en elektrotechnische installatie en kan eenvoudig alles combineren in vaak één centrale schakelkast op de desbetreffende verdieping. De school wordt ook ontzorgd omdat de verantwoordelijkheid bij de hoofdaannemer komt te liggen. Als alles in de DO-fase bekend is, kan het worden opgenomen in het bestek en worden leidingwerk en elektra opgenomen in de totale aanbieding van de hoofdaannemer. Dit is voordeliger zodat er meer budget overblijft voor de daadwerkelijke inrichting.

Interactief Science lab Het tweede inrichtingsconcept wordt vanaf de vloer gevoed. Deze manier van inrichting zorgt ervoor dat je iedere gewenste inrichting kunt creëeren die mogelijk is. De laatste tien jaar zien we een duidelijke transformatie van een klassikale indeling naar een stimulerende, interactieve en motiverende leeromgeving. Er kunnen verschillende vormen/ontwerpen van practicumtafels worden geplaatst en de school kan op deze manier practicumlokalen verschillende functies laten vervullen. Een goed voorbeeld is het science lab (zie grote foto) dat steeds meer zijn intrede doet. Door tafels zo te positioneren, wordt de leraar gestimuleerd om groepsgewijs te gaan werken en veel meer practicum te doen. Dit concept is al op meer dan 140 scholen voor voortgezet onderwijs ingevoerd en heeft aangetoond dat dit soort nieuwe leeromgevingen goed functioneren en aansluiten op de behoefte van het toekomstige onderwijs.

Boorzone De leidingen worden aangelegd in de afwerkvloer of vanuit de verdieping eronder. Voor de afvoer moet er altijd een sparing gemaakt worden in de vloer omdat naar boven stromend water nog steeds niet uitgevon-

Bovengevoed mediasysteem in het Northgo College in Noordwijk

den is. Bij deze afvoer worden meteen de leidingen naar boven gevoerd zodat alles netjes op een punt naar boven komt. Hierop wordt het meubilair aangesloten en de gas-, water- en elektrapunten worden in het meubel gekoppeld. Daarnaast wordt vaak meubilair vastgezet op de vloer. Als je in de DO-fase al weet wat er moet komen, kun je aangeven waar geboord mag worden en waar niet. Deze boorzone voorkomt dat je straks in leidingen boort zoals in die van de vloerverwarming of cv.

Kosten besparen Andere belangrijke punten zijn de nood-/oogdouches en de noodstopvoorzienig voor gas en eventueel elektra. Voor de nood-/oogdouches geldt dat ze doorstromend moeten worden aangesloten op het drinkwaternet. In een practicumlokaal is het een eis dat er proceswater is. Hier moet in de installatie rekening mee worden gehouden. Doe je dit pas in een laat stadium dan zijn daaraan extra kosten verbonden. De noodstopvoorziening voor gas kan ook het beste al in de DO-fase bekend zijn. De installateur kan dan in zijn schakelkast al de relais aanbrengen en de w-installateur kan direct na de hoofdafsluiter van het lokaal de Bklep en de magneetklep aanbrengen. Voor elektra hoeft in een practicumlokaal waar biologie, natuurkunde en scheikunde wordt gegeven geen noodstop voor elektra te worden aangebracht. In een lokaal waar techniek wordt gegeven natuurlijk wel omdat je hier bewegende onderdelen gebruikt (zaag, boor en dergelijke). Het inschakelen van een specialist op het gebied van inrichten van practicumlokalen in een vroeg stadium van het proces kan een heleboel verrassingen en kosten besparen. S+B is gespecialiseerd in practicuminrichtingen en laboratoriummeubilair voor scholen en de industrie. Neem voor meer informatie contact op met Mark van ‘t Zelfde of Sandra Diederen op telefoonnummer (010) 258 25 80 of kijk op www.splusb.nl.

schooldomein

januari 2012

55


I n n o v a t i e b e g i n t b i j K U PA N C A B I N E S , K A S T E N , TA B L E A U S , B A N K E N E N D E U R E N • NIEUW - Onzichtbare scharnieren in gesloten toestand • NIEUW - Profielloze wanden • Stijlvol design en hoogwaardige kwaliteit • 1 miljoen sluitingen zonder smering. • Constructies zijn mechanisch getest op sterkte • Sluitingen zijn getest op dynamische bewegingen • Tekenwerk voor u ook in 3-D beschikbaar • KUPAN als het echt mooi moet zijn • KUPAN als het echt goed moet zijn • KUPAN als u waarde hecht aan een goede organisatie Kijk op www.kupan.nl, vraag naar onze brochures of neem contact op voor een voorstel op maat.

Kupan bv Postbus 11 7020 AA Zelhem T +31(0)314 62 10 41 E info@kupan.com I www.kupan.com MEETBARE KWALITEIT


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Het Scholenconcept

De totale klimaatoplossing voor scholen

In 2005 kwam met het Scholenconcept voor het eerst een speciaal en totaal klimaatsysteem voor scholen op de markt. De lancering van dit alles-in-een klimaatsysteem vormde de start voor een geheel nieuwe denkwijze op het gebied van schoolklimatisering. Door de continue doorontwikkeling van het systeem is het Scholenconcept nog altijd uniek in zijn soort. Het Scholenconcept van Klimaatgroep Holland is speciaal ontwikkeld voor en met medewerking van scholen. De uitgebreide expertise van de klimaatarchitect is binnen dit concept verenigd met de kennis en ervaring van verschillende partijen uit het onderwijs. Dit heeft geleid tot een zeer energiezuinige totaaloplossing, die – naast het verzorgen van een

gezond en comfortabel binnenklimaat – ook nog eens de leerkracht en de organisatie ontzorgt.

Energiezuinig ventileren De manier van ventileren is erg bepalend voor het energieverbruik. Daarom wordt de ventilatie in het Scholenconcept geregeld door een ingebouwd en

schooldomein

januari 2012

57


Wij gaan al ruim 40 jaar naar school Goed onderwijs is maatwerk. Het onderwijs in Nederland wordt dan wel aangeboden van uit een algemene structuur, maar het echte resultaat wordt geboekt door in te spelen op de behoeften van een individuele leerling. Bij het schoonmaken van panden is dat niet anders. Gom is al meer dan 40 jaar gespecialiseerd in goed en efficiĂŤnt schoonhouden maar zal altijd haar vakkennis inzetten het onderhoud toe te snijden op het specifieke pand. Dus ook uw basisschool. Zo komen we tot een schoonmaakproject waarmee we exact de kwaliteit realiseren die u wenst. Wilt u weten wat Gom voor u kan betekenen? Kijk voor meer informatie op www.gom.nl of bel (010) 298 11 44. Wij zijn u graag van dienst.

Gom. Schoonmakers die vooruitdenken.

De juiste mensen op de juiste plek


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

Slimme energiemodule Het Scholenconcept voorziet elk lokaal van een eigen, zelfstandig werkende, unit. De warmte (of koude) wordt echter op een centrale plaats opgewekt. Dit door bijvoorbeeld een CV installatie of warmtepomp. Om energieverspilling te voorkomen moet deze op de juiste manier worden aangestuurd. Het Scholenconcept maakt daarom gebruik van een slimme energiemodule die alle informatie van de afzonderlijke units verzamelt. Op basis van deze informatie wordt het centrale opwekkingssysteem bijgestuurd of geschakeld.

gepatenteerd hybride ventilatiesysteem. Dit systeem zorgt ervoor dat er constant energiezuinig en op maat wordt geventileerd op basis van CO2. Als het lokaal geventileerd moet worden, haalt het systeem frisse lucht van buiten en verwarmt dit, indien gewenst, met de warmte die vrijkomt van (kosteloze) interne warmtebronnen zoals computers, verlichting, aanwezige personen, etc. Dynamische – warmteterugwinning (D-WTW) noemen we dit. Het rendement kan hierbij oplopen tot wel 89%.

Energiezuinig werken - aanwezigheidsdetectie Als er niemand in het lokaal aanwezig is, hoeft de kachel en verlichting uiteraard niet volop te branden. Het Scholenconcept is daarom standaard voorzien van aanwezigheidsdetectie en een vakantieplanner. Hierdoor branden verwarming en verlichting alleen als het echt nodig is. De ingebouwde controller fungeert hierbij als hart van het systeem en onderneemt

Energiekosten voor 10 lokalen Gasverbruik Basis verwarmen Naverwarmen Elektrakosten Ventileren Verlichting zonder detectie Verlichting met detectie

automatisch de juiste acties om het binnenklimaat continu op het juiste niveau te houden. Hierdoor kan het systeem zeer snel reageren op (onverwachte) wisselingen in de bezetting. Daardoor is de gebruiker niet alleen altijd verzekerd van een aangenaam binnenklimaat, maar wordt ook nog eens veel energie bespaard. Zo verbruikt de verlichting, samen met de ventilator, maar liefst 12% minder energie en wordt per lokaal 8% minder verwarmingsenergie verbruikt.

Energiezuinig verwarmen Het Scholenconcept is uitgerust met een ultramoderne warmtewisselaar. Deze warmtewisselaar heeft minder (warm) water nodig voor de basisverwarming van een schoolgebouw. Dankzij dit zogeheten ‘LowH2O-systeem’ bespaart de gebruiker minimaal 13% aan primaire energie. De unieke gradiëntregeling zorgt er vervolgens voor dat er geen temperatuurverschillen ontstaan in het lokaal en de vloer altijd lekker warm blijft. Dit levert nog eens 10% energiebesparing op.

Gratis koelen

Traditioneel

WTW

Scholenconcept

€ 6.076 € 3.943

€ 6.076 € 789

€ 4.071 € 1.025

Niets fijner dan een fris begin van de dag. Het Scholenconcept maakt daarom gebruik van gratis zomernachtkoeling. Dit houdt in dat het lokaal tijdens een koele zomernacht automatisch wordt (voor)gekoeld met maar liefst 1.500 m³ koele buitenlucht per uur. Hierdoor start de dag altijd lekker koel en fris. Om te voorkomen dat de vroege ochtendzon roet in het eten gooit, wordt de zonwering automatisch geactiveerd zodra de zon begint te schijnen. Dat leert (en werkt) niet alleen heel prettig, maar bespaart ook heel veel (koel)energie.

785

€ 1.574

€ 512

Klimaatgroep Holland is specialist op het gebied van klimaat-

€ 2.756

€ 2.756

beheersing op scholen dankzij veel eigen onderzoek en jarenlange ervaring. In een actieve samenwerking met opdrachtgevers zoekt het bedrijf naar praktische oplossingen die aansluiten bij

Totale kosten Besparing per jaar

€ 13.560

€ 11.195 € 2.365

Energiebesparing per jaar in een gemiddeld schoolgebouw met 10 lokalen

€ 2.177 € 7.785 € 5.775

de specifieke wensen van de opdrachtgever. Zodoende wordt er samen gewerkt aan het perfecte binnenklimaat. Kijk voor meer informatie op www.klimaatgroepholland.nl of mail naar: info@klimaatgroepholland.nl.

schooldomein

januari 2012

59


Balanced Earth uniek concept voor wko De energietarieven stijgen. De wereld om ons heen vraagt om een duurzamer energiebeleid. Kies je voor het systeem van warmte-koude-opslag, dan is het essentieel om dit systeem in balans te brengen en te houden. Want hierbij kan veel misgaan. Met Balaced Earth bewaken en besturen de specialisten van Kuijpers het systeem. Zo heeft u er geen omkijken naar en behaalt u maximaal rendement! Kuijpers exploiteert uw wko! De investering in een wko-installatie is groter dan in een conventionele installatie. De exploitatiekosten zijn echter vele male lager. Kuijpers kan de duurdere duurzame installaties ook financieren of leasen. Of zelfs alle kosten en risico’s voor eigen rekening nemen. U betaalt dan alleen de afgenomen energie. U hoeft niets te doen, wij doen het graag voor u. Kuijpers ontzorgt! Meer weten? Kijk op www.bentuklaarvoordewinter.nl.

Kuijpers is een professionele technisch dienstverlener met 800 medewerkers. Kuijpers verzorgt alle technische installaties in gebouwen en industrie- evenals het onderhoud daarvan – zodat zij jarenlang voldoen aan de gestelde eisen. De onderneming profileert zich middels klantgerichtheid, milieuvriendelijke en energiezuinige oplossingen, innovatie en beveiligings- en communicatieconcepten alsmede door de aandacht voor de belangen en ontwikkeling van haar medewerkers. Kuijpers heeft vestigingen in Arnhem, Den Haag, Helmond, ‘s-Hertogenbosch, Roosendaal, Tilburg en Utrecht.

www.kuijpers.nl

Schooldomein 201 x 135 mm liggend FC.indd 1

8-12-2011 14:02:55


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

In tien weken 24 scholen voorzien van ventilatie

Alles staat of valt met pragmatische aanpak

De Haagse Scholen heeft een huzarenstukje geleverd. In tien vakantieweken zijn 24 scholen van nieuwe ventilatiesystemen voorzien. Door een pragmatische aanpak, duidelijke afspraken en korte lijnen wist iedereen precies wat er moest gebeuren. Bovendien had de bouwkundig facilitair adviseur van De Haagse Scholen een meesterzet geplaatst, door ruim op tijd voldoende ventilatietoestellen te reserveren.

Tekst: Rob van Mil, Stijlmeesters Nadat in 2009 de resultaten van de Energie Binnenmilieu Adviezen (EBA’s) binnen waren, bleek dat de stichting De Haagse Scholen voor 30 scholen subsidie kon krijgen voor het opknappen van de ventilatiesystemen. Het Rijk subsidieerde 60 procent van de kosten en de gemeente Den Haag vergoedde de overige 40 procent. De uitdaging lag vooral bij de praktische uitvoering. “In 2010 zijn we gestart met een pilot op zes scholen, vooral om te zien wat er nodig was om de scholen te renoveren. Begin 2011 hadden we er nog 24 te gaan. En de subsidieregeling zou in september 2011 aflopen. Dat vroeg om een onorthodoxe aanpak,” vertelt Francesco De Stefano, facilitair adviseur van De Haagse Scholen.

Pragmatische stappen “We hebben toen een zeer pragmatisch besluit genomen. Projectbegeleider Leo Ruijgrok inventariseerde in enkele weken alle scholen en stelde de bestekken op. We nodigden vijf installatiebedrijven uit om een aanbieding te doen. Dat uiteindelijk Kuijpers de aanbesteding voor het hele project won, was wel verrassend. Wij hadden de intentie om de opdracht in

schooldomein

januari 2012

61


De adviseur betrok haar overal bij

Mathilde Arends is vier jaar jong en heeft spondylo epiphysaire dysplasie. Dat is een grote naam voor een ziekte waar je klein van blijft; bij Mathilde blijven met name de botten in bovenarmen en -benen achter in de groei. Dat is lastig als je gewoon op een stoel wilt zitten en ook nog met je voeten bij de grond wilt kunnen. Maar sinds een paar maanden heeft ze een stoel van Maatwerk.

SD.001

Maatwerk maakt modulaire systemen voor nu en straks met veel vakmanschap en door productie in huis sterk servicegericht

Lydia Arends is de moeder van Mathilde. Ze vertelt: ‘Toen ze naar de basisschool ging, zijn we via de ergotherapeut bij Maatwerk terecht gekomen. We hebben eerst op de site van Maatwerk rondgekeken en het was duidelijk dat zij als geen ander meubilair voor dit soort kinderen konden leveren. Er kwam een adviseur op school om de stoel precies passend te maken. Hij had veel verstand van zijn werk en bleek ook zelf ervaring te hebben in het onderwijs voor kinderen met beperkingen; dat kon je merken aan alles. Hij wist echt waarover hij sprak en was niet tevreden voordat alles precies goed zat. Maar het mooiste was eigenlijk hoe hij omging met Mathilde. Niet alleen maar zakelijk, hij betrok haar overal in en legde haar steeds uit wat hij deed. Dat was echt mooi om te zien.’ Voor Mathilde was die ‘opvallende’ stoel eerst wel lastig; ze moest echt even wennen. Lydia: ‘Maar al na een paar dagen was het gewoon geworden, ze ging er zelfs ondeugend mee spelen, met het stoeltje. Er zitten natuurlijk allemaal interessante knopjes op, dus wat is er nou leuker dan omhoog en omlaag te zweven terwijl je zit te luisteren naar de juf? Voor de kinderen in haar klas is het inmiddels heel normaal geworden. O ja, wat ook helpt: dat de stoel in de huiskleuren van de school gespoten is, zodat hij past bij al het andere meubilair. Het lijkt een detail, maar dat is het niet. Het zegt alles over het niveau van Maatwerk.’

Maatwerk maakt modulaire systemen voor nu en straks met veel vakmanschap en door productie in huis sterk servicegericht Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, f. 026-4437950, info@kindermeubilair.nl, www.kindermeubilair.nl Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, f. 026-4437950, info@kindermeubilair.nl, www.kindermeubilair.nl


FINANCIERING EN EXPLOITATIE

meerdere plukjes op te knippen, omdat we dachten dat dit nodig zou zijn vanwege de omvang. Maar Kuijpers had de capaciteit en dacht mee in onze pragmatische aanpak.” “Wij zijn in de aanbestedingsfase op elk school gaan kijken. Zo hadden wij een duidelijk beeld van de werkzaamheden en konden we een scherpe aanbieding opstellen”, vertelt Arend Jan Hermsen, commercieel medewerker van Kuijpers. “Door onze opgedane ervaring in eerdere projecten en ons concept ‘Fris bij de Les’ zagen wij meteen dat deze opdracht een logistiek hoogstandje vereiste. Alleen in de meivakantie en de zomervakantie konden we de bijna 300 ventilatie-units met warmte terug winnen installeren. We formeerden teams die elk een specifieke taak uitvoerden. Een groepje verhuizers zorgde dat de ventilatie-units ‘just-in-time’ op de juiste school werden afgeleverd. Een tweede team monteerde de units tegen het plafond. Een aannemer zorgde voor de bouwkundige aanpassingen. De installateurs installeerden de ventilatiekanalen en de elektriciens regelde de elektrische aansluiting. Zo gingen we school na school te werk. In april kregen we de opdracht en in de meivakantie hadden we al 80 units opgehangen. De overige 200 zijn in de zomervakantie geplaatst en aangesloten.”

Onnodig ingewikkeld Hermsen prijst de beslissing van De Stefano om begin 2011 een reservering voor 300 units bij Itho te plaatsen: “Dit was cruciaal in dit project. Naarmate het jaar vorderde en de subsidiedeadline naderde, plaatsten nog veel scholen orders voor ventilatie-units. Zonder de reservering hadden wij nooit alle benodigde units op tijd kunnen afnemen.” De Stefano zegt dat het in zekere zin een gok was, maar in zijn optiek ook de enige mogelijkheid om dit project succesvol te realiseren. “Een praktische aanpak en een goede partner met voldoende capaciteit zijn alle ingrediënten voor succes. Ik hoor dat er elders veel subsidie is blijven liggen, omdat men de projecten gewoon niet op tijd van de grond kreeg. Zonde en naar mijn idee onnodig.”

Prettiger klimaat “Het totale klimaat in de school voelt echt een stuk prettiger”, zegt Michiel Strengers, directeur van basisschool De Voorsprong. “Mijn teamleden merken duidelijk dat er minder behoefte is om de ramen te openen. In het begin was er zeker enige scepsis. Je ziet de enorme bakken de school inkomen, die aan het plafond worden gehangen. Bovendien ben ik echt allergisch voor geluidoverlast. Maar daarvan is helemaal geen sprake. Je moet in een leeg lokaal goed luisteren, om ze te kunnen horen. De leerkrachten merken nu dat, als zij even uit het lokaal zijn geweest en terugkomen, er niet meer een lucht hangt waartegen je kunt leunen, zoals vroeger. Ventilatie blijkt echt een kwaliteit die je kunt benoemen.”

Francesco de Stefano (l) en Arend Jan Hermsen

Prima communicatie Margreeth Alta, directeur van basisschool Het Volle Leven, noemt de renovatie een ‘missie geslaagd’. “Het klimaat in de klassen is behaaglijker, leerkrachten en leerlingen zitten op koude dagen niet meer de hele dag in oude lucht.” Volgens Alta verliep de renovatie voorspoedig. “Ik ben in de vakantie drie keer gaan kijken, om in de gaten te houden of alles goed verliep. Over de werkwijze van Kuijpers en de samenwerking met de facilitair adviseur van De Haagse Scholen ben ik zeer tevreden. De communicatie was prima. Als ik ergens een opmerking over plaatste, werd daar meteen op gereageerd. Je moet natuurlijk wel een oogje in het zeil houden. Logisch, naar mijn idee, want dat doe je toch ook als iemand in je huis aan het verbouwen is?”

“Ventilatie is kwaliteit die je kunt benoemen.”

Meer weten? Kijk op: www.dehaagsescholen.nl en www.kuijpers.nl.

schooldomein

januari 2012

63


Werken en zakelijk ontmoeten in MFA’s 64

schooldomein

januari 2012


FINANCIERING EN EXPLOITATIE We werken tegenwoordig op een andere manier en op andere plaatsen. Het aantal flexwerkplekken in organisaties neemt gestaag toe en voor de groeiende groep zelfstandige professionals worden nieuwe voorzieningen zoals netwerkkantoren gerealiseerd. Tegelijkertijd staan er in buurten en wijken diverse voorzieningen als wijkcentra, brede scholen en verenigingsgebouwen. Zou je ook in deze maatschappelijke voorzieningen kunnen werken? En zo ja, wat is daar dan voor nodig? Met deze vragen is het MFA-Lab gestart met het ontwikkeltraject ‘MFA’s & Het Nieuwe Werken (HNW)’.

Tekst Mark Verhijde Om een beter begrip te krijgen over HNW en de Nieuwe Werkers zijn de deelnemers van de ontwikkelgroep op werkbezoek geweest bij Seats2Meet (S2M) in Hoog Catharijne Utrecht. Vincent Ariëns (strategische communicatie S2M Holding) maakt duidelijk dat zijn bedrijf gericht is op de Knowmad: A nomadic knowledge worker, that is a creative, imaginative and innovative person who can work with almost anybody, anytime and anywhere.” Meer specifiek mikt S2M op de zelfstandige professional, om het even of deze nu in loondienst werkt of een eigen bedrijf heeft. De trends laten volgens S2M zien dat deze groep de komende jaren fors gaat groeien. Zij hebben werkruimte en ontmoetingsruimte nodig. Het businessmodel van S2M is relatief eenvoudig: zij verhuren stoelen per zaal. Het online verhuursysteem bepaalt hoeveel dat per uur kost, waarbij gebruik wordt gemaakt van ongeveer 35 indicatoren; het is een dynamisch agendasysteem. Grofweg betekent het dat het huren van een grote zaal voor weinig mensen en kort op de bijeenkomst zelf erg prijzig is. Het agendasysteem laat overigens ook alternatieven zien waaruit dan gekozen kan worden.

Zakelijk ontmoeten De kracht van S2M zit in het (zakelijk) ontmoeten. In de Meetingspace kan iedereen gratis werken en elkaar ontmoeten, ook drinken en lunch is gratis. Maar voor wat hoort wat: van de bezoekers wordt verwacht dat zij onderling contact maken, informatie uitwisselen en tot co-creatie komen. Een groot deel van de S2M community neemt die boodschap serieus. In feite gaat het om iets terug doen richting S2M en de gemeenschap van zelfstandige professionals. S2M heeft aan de andere kant geen apart budget voor communicatie en marketing, dat wordt uitsluitend gedaan door de S2M gemeenschap zelf, die hiervoor gebruik maakt van sociale media als Twitter, Facebook en LinkedIn. De website van S2M bestaat voor 90% uit sociale informatie, met een klein stukje agendasysteem. Het bedrijf wil in de nabije toekomst zijn dynamische agendasysteem gratis aanbieden voor alle bedrijven, organisaties en instellingen die gratis werkplekken beschikbaar stellen. Het doel van deze uitbreiding van het Workspace instrument is

om meer zicht te krijgen op het aantal zelfstandige professionals en hun werklocaties. Om vervolgens deze meer mogelijkheden te bieden tot co-working en co-creatie.

Iets2meet De komende maanden gaat de ontwikkelgroep ‘MFA’s & HNW’ met de volgende vragen aan de slag: • De groep van Nieuwe Werkers is ook voor MFA’s interessant, bijvoorbeeld vanwege exploitatie overwegingen, maar wat weten we op dit moment van hen? Zijn er Nieuwe Werkers in de buurt of wijk met een ruimtevraag waar maatschappelijk vastgoed op in kan gaan? De ontwikkelgroep ontwikkelt een omgevingsscan en gebruikt die om daar achter te komen. • Voor de MFA’s zelf is het belangrijk om te achterhalen wat zij de Nieuwe Werkers eigenlijk te bieden hebben. Is de MFA er klaar voor? Welke soorten werkplekken zijn mogelijk, wat voor faciliteiten (bijvoorbeeld WIFI en koffie en thee)? Maar ook aspecten over bereikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid worden onderzocht. • Een andere relevante vraag is die van de ‘magic mix’: iedere MFA heeft al bestaande huurders en bezoekers, hoe matcht dat met de Nieuwe Werkers? Is zakelijk ontmoeten te vergelijken met sociale cohesie van zzp-ers en traditionele gebruikers? Of gaat men voor co-creatie in de vorm van ´iets2Meet´ in de MFA, ondersteund door sociale media en eigen agendasysteem? De aanpak van de ontwikkelgroep is praktisch, een aantal deelnemers is al gestart met het aanbieden van flexwerkplekken. Leren gebeurt ook door gewoon te doen. Ook deze ervaringen worden onderdeel van het eindresultaat, dat eind voorjaar 2012 gereed is.

Over het mFA Lab Het MFA Lab is een platform voor het ontwikkelen van formules en instrumenten voor de exploitatie van multifunctionele centra. Kernwaarden zijn gastvrijheid, ondernemerschap en verbinding met de wijk. Het lab is in 2009 gestart door Tom de Haas en Marc van Leent. Zie voor meer informatie: www.mfa-lab.nl. In Schooldomein wordt periodiek van de ontwikkelingen in het lab verslag gedaan.

schooldomein

januari 2012

65


Betrokken ondernemend! Zoeken naar fysieke oplossingen voor maatschappelijke vragen. Met oog voor een duurzaam rendement. ICSadviseurs vertaalt samen met u een brede visie in samenhangende plannen, integrale ontwerpen en een innovatief architecten- en aanbestedingtraject. Waarbij we op zoek gaan naar partijen die kansrijke plannen helpen realiseren. Onafhankelijk, kritisch en slim. Maar altijd samen met u! ICSadviseurs: uw partner van visie tot beheer, van planvorming tot en met bouw en realisatie!

Amsterdam, Orlyplein 10, 1043 DP | Zwolle, Grote Voort 207, 8041 BK | (088) 235 04 27 | www.icsadviseurs.nl

ICS schooldomein 201x271mm 8.indd 1

17-12-2009 11:26:25


Vijf MFA’s op Aruba Tijdens de bijeenkomst rond de Koninkrijkrelaties recent in Den Haag heeft Minister President Mike Eman van Aruba ICSadviseurs opdracht gegeven vijf multifunctionele accommodaties op Aruba te ontwikkelen en te adviseren over een adequate beheerorganisatie. De programma’s van eisen worden komend half jaar gemaakt. Eind 2012 moet de eerste schop de grond in.

Tekst Sibo Arbeek De ontwikkeling van deze vijf MFA’s door de regering Mike Eman, past binnen het integrale beleid om Aruba sociaal, fysiek en economisch weer op een kwalitatief goed niveau te brengen. De minister-president heeft daarbij aangegeven dat de vijf programma’s van eisen voor deze MFA’s in 2012 gereed moeten zijn met snel daarop volgend de bouw en realisatie van de eerste MFA’s. In juli was ICSadviseurs al op Aruba om de locaties te bekijken en met de betrokken partijen te spreken. In januari richt de regering met ICSadviseurs de projectorganisatie verder in. Daarbij heeft de regering met de Stichting Onroerend Goed Aruba (SOGA) afspraken gemaakt over het eigendom en het beheer van de accommodaties. De regering zal de vijf accommodaties leasen en het directe aanspreekpunt vormen voor de gebruikers van de voorzieningen.

als een bibliotheek, studieruimte, serviceloketten en ontmoetingsruimten voor jong en oud. Daarbij wordt nadrukkelijk de relatie gelegd met de ontwikkeling in het onderwijs en de ontwikkeling van de Centro di Barios. Laatstgenoemde zijn vooral opgericht als centrum voor sport en vrijetijdsbesteding. Juist vanwege een gezonde exploitatie en een duurzaam gebruik is het efficiënt om voorzieningen waar mogelijk te clusteren. Het effect van deze nieuwe community centers is dat de woongebieden weer herkenbare en beeldbepalende plekken krijgen en de gemeenschapszin voor jong en oud wordt versterkt.

“De MFA’s zijn bedoeld om de functie van de vijf Hulpbestuurskantoren te versterken.”

Voor meer informatie kunt u mailen met Jan Remijnse van ICSadviseurs: jremijnse@icsadviseurs.nl.

Relatie met Hulpbestuurskantoren Aruba is een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden en heeft een bevolking van ruim 100.000 inwoners op een oppervlakte van 180 km². Het eiland staat onder meer bekend als toeristische trekpleister. Er is verhoudingsgewijs veel autoverkeer en het is niet echt gebruikelijk om per fiets, openbaar vervoer of lopend te reizen. Dat heeft natuurlijk ook effect op de wijze waarop burgers gebruik maken van de bestaande voorzieningen. De vijf MFA’s zijn bedoeld om de functie van de huidige vijf Hulpbestuurskantoren (HBK’s) te versterken en uit te bouwen. De HBK’s leveren in vijf dorpen diensten aan burgers en innen bijvoorbeeld de belastingen. De idee is om de HBK’s uit te breiden tot community centers met een bredere invulling voor de samenleving, Hierbij worden functies toegevoegd

Vlnr: Sibo Arbeek (ICSadviseurs), Harm van de Seijp (Programmamanager Aruba Government, Jan Remijnse (ICSadviseurs), Mike Eman (minister-president Aruba).

schooldomein

januari 2012

67


het atelier

Faculteit Educatie | Nijmegen Op 10 november jl. is de bouw gestart van het meest duurzame onderwijsgebouw van Nederland: Faculteit Educatie in Nijmegen ontworpen door LIAG architecten en bouwadviseurs. Het zal onderdak bieden aan de lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs, Opleidingskunde en Pabo Groenewoud Nijmegen. Project Faculteit Educatie

Architect LIAG architecten en bouwadviseurs

Opdrachtgever Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)

Oplevering 2013

Beeldmateriaal LIAG architecten en bouwadviseurs

De nieuwbouw van de Faculteit Educatie biedt uitstekende voorzieningen voor circa 3.500 studenten en heeft een omvang van zo’n 15.000 vierkante meter voor onderwijsdoeleinden. Onder het gebouw bevindt zich ook nog een parkeergarage van drie lagen. De uiterlijke verschijningsvorm van de Faculteit Educatie is bepaald onder invloed van omgevingsfactoren zoals omliggende bebouwing, geluid, zoninstraling, windrichting en verkeersroutes. Het gaat om een eigenzinnig ontwerp met veel niveauverschillen en overwegend witte gevels in combinatie met glas. Er is een atrium ontworpen dat de twee vleugels van het gebouw met elkaar verbindt. De totale structuur is hierdoor in één oogopslag te overzien én er komt extra veel daglicht naar binnen wat voor een aangenaam binnenklimaat zorgt. Op tal van creatieve manieren wordt de duurzaamheid van het gebouw bevorderd. Zo zorgt de algehele constructie ervoor dat alle in het gebouw aanwezige energie wordt vastgehouden. Het ventilatie- en conditioneringsysteem van de nieuwbouw zijn op innovatieve

68

schooldomein

januari 2012

wijze geïntegreerd, wat een aanzienlijke energiebesparing oplevert. Ook wat betreft waterverbruik, materiaalverbruik, luchtkwaliteit, akoestiek en visueel comfort zijn duurzame oplossingen toegepast. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zonne- en windenergie, betonkernactivering, goede isolatie, WKO-opslag en het Cradle to Cradle principe. LIAG laat met de Faculteit Educatie zien, dat zij duurzaamheid op verschillende manieren benadert waarbij de gebruiker altijd centraal staat. Naast de flexibele indeling van het gebouw die het in de toekomst geschikt maakt voor veranderende eisen, worden ook de belevingswaarde en esthetiek als integraal onderdeel van duurzaamheid meegenomen. Altijd met het doel een veilige, gezonde en uitdagende leefomgeving te creëren, zodat de gebruiker zich optimaal gelukkig voelt! De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is in 2009 met een ambitieus programma begonnen voor geïntegreerde duurzame ontwikkeling van onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Doel is de HAN te profileren als duurzame hogeschool en om samen met andere instellingen en het bedrijfsleven in de regio slimmer en duurzamer uit de economische crisis te komen. De Faculteit Educatie vormt hiermee een toonaangevend voorbeeld en LIAG een uitstekende samenwerkingspartner: naast de bouw ondersteunen zij de HAN ook onderwijskundig door het geven van lezingen en het begeleiden van stagiaires.


column

Ruimte voor goed onderwijs flexibele huisvestingsoplossingen op maat

Heeft u tijdelijk extra lokalen nodig of behoefte aan een compleet nieuw schoolgebouw? De Meeuw biedt veilige en functionele oplossingen voor kinderdagverblijven, scholen en buitenschoolse opvang.

De grote kennis van de sector garandeert u kindvriendelijke huisvesting die voldoet aan alle normeringen en actuele wet- en regelgeving. Samen met De Meeuw werkt u aan de toekomst van uw onderwijsinstelling!

www.demeeuw.com/onderwijs

T +31 (0)499 57 20 24

Postbus 18

5688 ZG Oirschot

Roeien tegen de stroom in. U kent dat gezegde wel. En dat is het gevoel dat menig schoolbestuurder en schoolleider vandaag de dag bekruipt. Zeker in een scenario waar krimp op sommige plekken al aan de orde is en op andere plekken als een donkere wolk boven de scholen hangt, draaien steeds meer scholen met verlies als gevolg van directe en indirecte bezuinigingen. Het wegvallen van het budget voor bestuur en management betekent niets meer of minder dan dat scholen vanuit hun lumpsum de kosten voor de bestuurlijke organisatie moeten ophoesten en zeker voor kleinere scholen zijn dit soort bedragen niet ‘zo maar’ te vinden vanuit begrotingen die sowieso al fors onder druk staan. Recente berekeningen geven aan dat een werknemer wel tot vijf procent meer kost dan er aan bekostiging binnenkomt en we weten allemaal dat we werkelijke bezuinigingen niet kunnen vinden aan de materiële kant van de begroting als er 85% (of meer) aan de personele kant zit. En dan heb ik het nog maar niet over de steeds maar stijgende energiekosten (in vaak slecht geïsoleerde schoolgebouwen) en achterblijvend onderhoud. Er moet dus bezuinigd worden maar waar haal je het vandaan? Binnen onze organisatie (Stichting LOGOS voor Protestants Christelijk Onderwijs in Gorinchem, Leerdam en Lingewaal) hebben we de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de kwaliteit van ons onderwijs; directeuren zijn schoolleiders die moeten kunnen sturen op de onderwijskundige ontwikkeling van hun scholen en dus hebben ze, ook op de kleinere scholen, zo min mogelijk lesgevende taken. We hebben heel veel aandacht besteed aan het neerzetten van een goede zorgstructuur en zorgen voortdurend voor scholing en begeleiding op hoog niveau. We werken met veel inzet en enthousiasme aan het steeds verder verbeteren van ons onderwijs en vinden het bovendien van groot belang dat onze scholen zich profileren, dat ze zich onderscheiden en dat ze op basis van onze identiteit en van onze kwaliteit een plek zijn waar ouders vertrouwen in hebben en waar ze graag hun kinderen naar toe laten gaan. Het is een spagaat; we willen blijven investeren maar we moeten bezuinigen! En waar moeten we die noodzakelijke bezuinigingen dan vandaan halen? Moeten we alles wat we met zorg aan het opbouwen zijn nu weer gaan afbreken? Moeten we stoppen met investeren in de ontwikkeling van onze schoolteams terwijl we allemaal weten dat de kwaliteit van de leerkrachten in belangrijke mate bepalend is voor de kwaliteit van het onderwijs? Moeten we snijden in teams op scholen waar we al met gecombineerde groepen werken? Welke keuzes moeten we maken? We moeten roeien met de riemen van de bekostiging die we hebben maar zijn die riemen nog wel toereikend om tegen de stroom in roeiend toch vooruit te blijven gaan? schooldomein

januari 2012

Ton Bavinck | Bestuursmanager Stichting LOGOS, Leerdam | tonbavinck@stichting-logos.nl

Roeien

69


volgende nummer

colofon Schooldomein Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Uitgeverij School BV Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker, Jos Martens, Team BNA Onderzoek, Jan Schraven, Elly Zee, Marc van Leent Redactieraad Henrico ten Brink, Peter Reijers, Ronald Schilt, Jan Schraven, Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag, Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter Overgaauw, Marc van Leent Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink, Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel, tel (0522) 85 51 75. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage

4

van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling

Thema Living Cities

Het volgende nummer verschijnt de eerste week van maart met weer een boeiend thema: Living Cities. Steeds meer gaan we op zoek naar betekenisvolle omgevingen, waarin maatschappelijke activiteiten op elkaar worden afgestemd, samen met wonen, werken en commerciële voorzieningen. Een trend is dat we niet meer alleen naar de investering en exploitatie van één gebouw kijken, maar dat gebouw in een omgeving betrekken die aantrekkelijk en exploitabel is en blijft, terwijl de vraag verandert.

krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woningcorporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties

Een greep uit de artikelen:

Voor plaatsing van advertenties of advertorials in het magazine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229,

• Burgemeester als maatschappelijk ondernemer: Loes van Ruijven-van Leeuwen gebruikt het Manifest om ondernemerschap binnen de gemeente te stimuleren. • Kiezen voor nieuwbouw Spoorzoeker: het schoolbestuur INOS kiest voor nieuwbouw, omdat renovatie onvoldoende tot een duurzame toekomstige exploitatie binnen de wijk leidt.

1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40 05, e-mail info@recent.nl, website www.recent.nl. Voor plaatsing van banners en overige informatie op de website kunt u bellen met FIZZ reclame + communicatie, tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel

70

• Campus Groningen levende stad: de laatste ingrepen zijn vanuit een samenhangende visie gepleegd, waardoor er slimme inhoudelijke verbindingen ontstaan.

Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal

• Vitale gemeente, vitale dorpen: in verschillende gemeenten moeten duidelijke keuzen gemaakt worden om het voorzieningenaanbod in stand te houden.

BNA, Servicecentrum Scholenbouw en de adverteerders in

schooldomein

januari 2012

Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko BV, Schooldomein


Waarom lesgeven als u kunt

Hoe groen wilt u zijn?

INSPIREREN

advertentie

Zo groen als het kan binnen uw huidige energiebudget

Essent regelt het voor u Verduurzamen zonder extra kosten. Essent zorgt dat u uw groene doelstellingen haalt zonder budgetoverschrijding. Dat begint met energiebesparing. Zo brengt onze EnergieScan uw

Een hogere standaard in leren.

besparingspotentieel in kaart en helpt onze EnergieCoach deze besparing te realiseren. Een aanpak waar Essent mee voorop loopt. Begin met besparen op essent.nl/onderwijs.

Essent levert. VANERUM Nederland BV | Duwboot 89 NL-3991 CG Houten | E info@vanerum.nl | T +31 30 212 20 10 | F +31 30 212 20 11


BAS

magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

Het comfort

&

sportdomein zorgdomein wijkdomein

van armleggers

het gemak

van geen armleggers

Nieuwe Raad vo voorzitter Joop Daor Cultuur a

lmeijer

Thema: Creatief faciliteren Schoonmaak in eigen beheer Een Frisse School in tien weken

Met de BAS haalt u een duurzame en tijdloze designstoel in huis die multi inzetbaar is. Door de Markogrip biedt hij het comfort van armleggers en het gemak van handvatten. Deze lichte stoel laat zich makkelijk oppakken en compact stapelen. Voor geschakelde

opstellingen is hij leverbaar met een slimme kop peling. Standaard wordt de BAS uitgevoerd in gelakt beukenhout of met een krasvaste (CPL) zitting en rug - waarbij u kunt kiezen uit 6 kleuren - of met een gestoffeerde zitting en/of rug. Meer informatie: www.marko.nl

Een leven lang Marko Marko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 info@marko.nl www.marko.nl

Het schoolgebouw als decor

jaargang 24 januari 2012

3


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.