2 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
Colofon
10: Met spoed van de pijn af
Vakblad V&VN Ambulancezorg Is het officieel orgaan van V&VN Ambulancezorg en is inbegrepen bij het lidmaatschap
In Nederland voeren ambulances ruim 220.000 spoedritten per jaar uit voor traumapatiënten. In bijna driekwart van deze spoedritten is er pijn in het spel en kan de pijnbehandeling beter. Om de pijnbehandeling in de spoedzorg te verbeteren is een landelijke richtlijn voor de keten ontwikkeld. Daarvan wordt in dit artikel verslag gedaan.
Jaargang 8, Nummer 4 December 2011-11 Hoofdredacteur Gerard Pijnenburg Redactieteam Gerard Pijnenburg Thijs Gras Piet Hoving Vaste medewerkers Vakgroepen V&VN Ambulancezorg Afd. communicatie V&VN Uitgever Sdu Uitgevers: Roel W. Roos, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT
drs. Karel Frijters, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl
16: “Mensen begeleiden is een hele dankbare taak” Sinds 2010 rijden er ook in het werkgebied van de RAV Brabant Midden-West-Noord zogenoemde zorgambulances. Het betekent ook de komst van een ander soort collega’s dan tot nu toe in de reguliere ambulancezorg. Eén van die collega’s is Kim Valkestijn, werkzaam in de regio Brabant-Noord.
Aanleveren kopij en Opgave van advertenties Zie www.hulpdienstenonline.nl/Ambu Of volg deze QR-code:
Abonnementen: (Ere)leden V&VN Ambulancezorg: gratis Opgave en adreswijziging leden: ledenservice@venvn.nl Overig: 30 euro Opgave en adreswijziging abonnement: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. © Sdu Uitgevers 2011 Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl . Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 2212 – 1714
26: Investering in bekwaamheid centralisten De MKA van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM) kiest voor het investeren in de aanwezige kwaliteit en competenties van de centralist met een ondersteunend systeem op de achtergrond om de juiste zorg te indiceren. De combinatie van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) met de door Gelderland Midden ontwikkelde bekwaamheidsverklaring moet de kwaliteit op de MKA borgen.
En verder in dit nummer: 4. 6. 6. 7. 15. 17. 18. 20. 22. 23. 24. 25. 30. 31. 32. 36. 38. 41. 42. 42. 43. 46. 44.
Kort nieuws V&VN Ambulancezorg Bestuur en Bureau Nieuws Vakgroep Ambulanceverpleegkundigen Vragen voor de toekomst en ervan leren? Fotowedstrijd Patiëntveiligheid Ambulancechauffeur wint Zilveren Zeepkist 2011 Rijsimulator ambulance veiliger voor patiënt en chauffeur Kennisuitwisseling MKA en Verloskunde MKA Noord-Nederland lanceert slimme App voor smartphones Open deur? Nieuwe ambulances RAVU: veilig en zuinig Interview met Patricia Cuelenaere Oefenen in Rijswijk Werkbezoek in Houston en Amsterdam Wat mij nou overkomen is….!? Afscheid Bruce Farr, Chief Toronto EMS Canada Gezamenlijke oefening politie en ambulancedienst Nieuw alarmsysteem Burgernet-Harthulp Mart op de politieke ‘Tour’ ‘Een glimlach is voldoende’ De begeestering tussen de wielen Kort nieuws
3 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, decmember 2011 3
Vijf keer nieuw Derde keer Corpuls RAV IJsselland
Op 3 oktober werd door Klaas Kamphuis (Corpuls Benelux), de eerste van 31 Corpuls3 patiëntenmonitoren overhandigd aan Frans Hollak, namens de ambulancedienst RAV IJsselland. Daarmee is de eerste ambulancedienst binnen de Axira samenwerking overgestapt op de nieuwe Corpuls3, voortvloeiende uit de raamovereenkomst tussen Corpuls en de Axira-partners. Voor de RAV IJsselland is het de derde generatie Corpuls en heeft zij besloten om de samenwerking, met name op het gebied van service, voor de komende jaren te continueren. RAV IJsselland is de eerste ambulancedienst met een rechtstreekse, interactieve draadloze koppeling tussen het ERF (Citygis) en de Corpuls3 patiëntmonitor, de Corpuls3. Frans Hollak, ambulanceverpleegkundige bij RAV IJsselland, was al in een vroeg stadium betrokken bij de ontwikkeling van de Corpuls3 en kwam ondanks zijn ziek zijn speciaal voor de overdracht naar de ambulancedienst.
Bart Faasen (rechts), Centraal wagenparkbeheerder RAV Brabant-Zuidoost, ontvangt van Gerard Buring van Visser de sleutels van een Mercedes-Benz Sprinter 319 CDI ambulance. In totaal werden in juli en september vijf nieuwe MB Sprinter Visser ambulances afgeleverd aan RAV Brabant Zuidoost. De inrichting van deze ambulances is uitgevoerd met voorgevormde ABS panelen conform de nieuwe Otaris ambulance van Visser. Op het dak is een conventionele lichtbalk toegepast conform het huidige wagenpark.
Medaille
De RAV Brabant Midden-West-Noord steekt kinderen, die op welke manier dan ook betrokken zijn geweest bij een hulpverlening, graag een hart onder de riem. Ze hebben tenslotte iets indrukwekkends meegemaakt. Tot nu toe kregen kinderen een Goodbear of een dapperheidsdiploma. Het diploma is verouderd en tijdrovend, en was dus nodig aan vervanging toe. De RAV Brabant Midden-West-Noord heeft daarom een nieuw weggevertje ontwikkeld: een medaille. Op de voorkant van de medaille staat de nieuwe ambulance. Op de achterkant de tekst: ‘Je bent een Kanjer!’ en het RAV-logo. In principe zijn de medailles geschikt voor kinderen tussen 4 en 12 jaar. De ambulanceberen worden daarnaast ook nog steeds uitgedeeld. De eerste reacties op de medaille zijn al positief. De RAV denkt dan ook dat dit cadeautje goed aansluit bij de belevingswereld van kinderen. Voor meer info: Linda Toet, communicatieadviseur RAV Brabant MiddenWest-Noord (073-6404029). 4 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
AutoPulse® voor Kijlstra
De complete 22 voertuigen tellende ambulancevloot van Kijlstra Ambulancegroep is aangepast voor de berging van de AutoPulse® voor het uitvoeren van mechanische thoraxcompressies. Kijlstra was sinds 2009 reeds uitgerust met twee van deze apparaten, op de rapid responders, maar heeft onlangs gekozen om de gehele ambulancevloot te voorzien van de AutoPulse®. “Het was ons al snel duidelijk dat de AutoPulse® superieur was aan manuele hartmassage. De kracht waarmee de AutoPulse® de thorax indrukt is met eigen handen simpelweg niet te evenaren. Laat staan wanneer we op transport gaan richting het ziekenhuis”, zegt de initiator en coördinator van het project, Erwin de Vos. Kijlstra heeft voorafgaande aan de keuze tot aanschaf van de AutoPulse® marktonderzoek gedaan. Hierbij speelde de CIRC-Trial waarbij manuele compressies met die van de AutoPulse worden vergeleken, een belangrijke rol. De ingebruikneming van de apparaten ging gepaard met een training door fabrikant Zoll.
Sinds de zomer rijden alle ambulancediensten in de regio Haaglanden met de LIFEPAK 15, als opvolger van de LIFEPAK 12. Belangrijke overwegingen daarbij waren de patiëntenveiligheid inzake het zenden van privacygevoelige gegevens over het beveiligde LIFENET alsmede een toekomstige koppeling met een digitaal ritformulier. Op de foto Frank van Duin (Medtronic Physio Control) en Harry van Schendelen (rechts), zorgmanager Ambulancedienst Zoetermeer, met een van de zes apparaten van deze dienst.
Primeur UMCG Ambulancezorg
In november nam UMCG Ambulancezorg het eerste voertuig uit de tweede serie Tigis ambulances in ontvangst. De Tigis is een integraalcontainer waarbij de cabine en de containeropbouw duurzaam verbonden zijn en één stroomlijndak beide delen overbrugt. Als primeur zijn de ramen van dit voertuig uitgerust met zogenoemde Magic Foil. Via het CANBUS bedieningspaneel nabij de verpleegkundigen zitplaats kan met één druk op de knop de heldere ramen omgezet worden in ondoorzichtig melkglas. Harry Meijer van UMCG Ambulancezorg: “Deze innovatie lost een structureel probleem in het patiëntenvervoer op. Enerzijds willen wij maximale privacy voor onze patiënten, anderzijds bestaat vanuit de medewerkers en patiënten de uitdrukkelijke behoefte naar buiten te kijken tijdens het vervoer. Op voorhand zijn we zeer enthousiast. We gaan het systeem nu in de praktijk testen waarna we het project evalueren met de techneuten van Visser.”
Frisse start
Schaatsambulance
Om gemakkelijker hulp te kunnen bieden bij schaatstochten op natuurijs beschikt de ijsclub ‘Ons Belang’ in het Overijsselse Dwarsgracht sinds kort over drie speciaal geconstrueerde aanhangwagentjes. De plaatselijk constructeur Henk Petter maakte deze aluminium karren in samenwerking met Stephan ten Have, werkzaam bij de RAV IJsselland. Weliswaar werden al eerder aanhangwagentjes bij de club gebruikt, maar dit waren platte wagens waarbij het nodige kunst en vliegwerk te pas kwam om het slachtoffer op de kar te houden. Van de speciale ambulancekarren dreigt men niet af te glijden: ze bieden plaats aan de ambulancebrancard en bovendien aan een hulpverlener en medische uitrusting. Inmiddels tonen ook andere ijsclubs belangstelling voor aanschaf van de ‘schaatsambulance’.
Een frisse start voor het aanstaande winterseizoen bij VZA International. Met twee nieuwe Mercedes-Benz E-klasse ambulances van Miesen, een andere huisvesting (Waalwijk) en een nieuw logo. Hiermee denkt VZA International met (nog meer) tevredenheid van zowel patiënt als opdrachtgever en medewerkers medische repatriëringen uit te kunnen voeren vanuit de wintersport gebieden.
Prestatie
Op zondag 6 november heeft Gerard Pijnenburg, hoofdredacteur van Vakblad V&VN Ambulancezorg in New York een geweldige prestatie geleverd. In 3 uur, 36 minuten en 42 seconden wist hij de 42,195 km van de marathon onder de marathons uit te lopen. Dit alles voor het goede doel KIKa. Samen met zijn 132 ploeggenoten wisten zij ruim 1 miljoen euro aan sponsorgelden te verzamelen. Gerard nam van dit bedrag ruim 17.000 euro voor zijn rekening. Dit alles onder het motto: Kinderen horen niet kaal, geradbraakt, gesloopt en gebroken te zijn door kinderkanker.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 5
Mededelingen van
Bestuur en Bureau
Albert van Eldik
In december kijken we graag even terug naar het afgelopen jaar. Het was een bewogen jaar voor V&VN Ambulancezorg. Belangrijke piketpalen werden geslagen. Hiervoor is een belangrijke hoeveelheid werk verzet door het bestuur en de vakgroepen. In dit voorwoord wil ik in het bijzonder de activiteiten noemen van onze secretaris, Ina Bolt. Na mijn noodgedwongen uitval heeft zij vele dossiers behandeld en de vakgroepen ondersteund. Dit verdient een groot compliment. Waar staan de piketpalen voor: 1. Kwaliteitsregister V&V staat in de steigers en is hét register voor ambulanceverpleegkundigen en in 2012 waarschijnlijk ook voor ambulancechauffeurs. 2. Samenwerkingsovereenkomst met AZN is vastgelegd. 3. Vakgroepen zijn ingericht voor ambulancechauffeurs, ambulanceverpleegkundigen, meldkamercentralisten, verpleegkundig specialisten acute zorg, zorgambulanceverpleegkundigen of begeleiders en regionaal opleidingscoördinatoren. 4. Patiëntveiligheidsproject is gestart en de bijdragen van V&VN zijn geborgd. 5. PHTLS bestuur is ingericht en maakt afspraken met Academie voor Ambulancezorg over de verzorging van deze landelijke standaard cursus voor ambulancezorgprofessionals 6. Themadag bekwaam en bevoegdheid samen met NVMMA en juristen zet thema hoog op agenda bij Ambulancezorg Nederland. 7. V&VN heeft meegewerkt aan richtlijnen voor de ketenbrede landelijke protocollen spoedzorg. Voor 2012 gaan we voort op de ingeslagen weg. We proberen de nieuwe thema’s zorgvuldig op hun waarde voor de professionals te beoordelen. Immers de mankracht binnen de afdeling V&VN Ambulancezorg is beperkt. Met het bestuur van Ambulancezorg Nederland is afgesproken dat deelname aan bestuursfuncties en projecten zoveel mogelijk door organisaties wordt gefaciliteerd. Het is voor ambulanceorganisaties belangrijk om de professionals in de gelegenheid te stellen actief te worden of te blijven in de beroepsvereniging. Immers
Ere wie ere toekomt: Onze ereleden A.M. Alblas (Aad), A.H.A. Bax (Jos), A.F.J. van Bekhoven (Ad), C.Ph. van Buuren (Carel), R. Draaisma (Ruud), J.M.H. ten Have (Jan), W.H. Hilberts (Willem), P.G. Hoving (Piet), G. de Rover (Gerrit), Joh. Schraa (Hans), J.T. Sijbrand (Jan), J.H.G. Tamboer (Jan), K. Unk (Karel), P. Wieringa (Piet).
In dankbare herinnering: C.G. Hendriks (Cor), H.A. Leerkes (Bertus) 6 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
Dagelijks bestuur
Voorzitter Albert van Eldik Secretaris Ina Bolt Penningmeester Vacant (tijdelijk door V&VN) Communicatie en PR Gerard Pijnenburg vanuit deze professionele input kan de organisatie zijn bijdrage leveren aan de professionele ontwikkeling van zijn werknemers en de ontwikkeling van de sector. In het vakblad vind je een diversiteit aan inhoudelijke artikelen. De redactie en het bestuur van V&VN Ambulancezorg dagen jou uit om zelf een bijdrage te leveren aan de inhoud van het vakblad. Dus doe jij onderzoek in de acute zorg, heb jij een bijdrage geleverd aan een project binnen jouw RAV, wil je een interessante casus beschrijven, gebruik dan dit vakblad als platform om de professionals hierover te informeren. Het bestuur van V&VN Ambulancezorg wenst jullie een goed 2012 met tijd voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Albert van Eldik Voorzitter V&VN Ambulancezorg
Nieuws vanuit de vakgroep ambulanceverpleegkundigen V&VN Op 11 november is de vakgroep ambulanceverpleegkundigen bij elkaar geweest. Tijdens deze vergadering hebben wij een aantal zaken besproken. De conceptberoepsprofielen voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten zijn bekeken. Deze worden begin volgend jaar gepresenteerd door V&VN. De vertaalslag naar de deskundigheidsgebieden van ambulancezorg moet nog gemaakt worden. De vakgroep ziet er een uitdaging in om de ambulanceverpleegkundige juist te positioneren met alle toegenomen bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Het kwaliteitsregister wordt verder ontwikkeld. De eerste ICT koppeling is een feit waardoor aanbieders van scholingsactiviteiten rechtstreeks hun punten in het register kunnen plaatsen. De vakgroep heeft de vraag aan de onderwijscommissie gesteld om na te denken over het pakket aan scholing dat de ambulanceverpleegkun-
dige nodig heeft en om na te gaan of naast verdieping van het vak, ook het bijhouden onder het deskundigheidsgebied moet vallen. De vakgroep verwacht dat in de toekomst de puntenverdeling hierop zal worden aangepast.
Stand van zaken
De stand van zaken met betrekking tot: de oprichting van een ethische commissie, patiëntveiligheid, afvaarding van onze vakgroep naar de vakgroep ambulancechauffeurs voor het project Optische en Geluidssignalen, de verenigingsconferentie V&VN, de komende landelijke ambulancewedstrijden en de vakbeurs Ambulancezorg zijn aan de orde geweest. Er is een brief van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ter kennisgeving aan de vakgroep gestuurd. Daarin wordt de werkgevers gevraagd naar landelijke criteria voor zorgambulances. IGZ geeft ook aan dat als je op de ALS ambulance wilt werken je minimaal verpleegkundige moet zijn met een afgeronde en erkende (SOSA) opleiding. De vakgroep herkent en deelt de zorg van de inspectie en is als beroepsgroep bereid samen te werken. Wij zijn betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe protocollen. De vakgroep heeft feedback gegeven over de nieuwe concept richtlijnen voor acuut coronair syndroom, septische shock en inzetcriteria MMT. Er wordt door onze leden gesignaleerd dat veel RAV-en hun eigen protocollen aan het ontwikkelen zijn, vooral op gebied van kinderen. De vakgroep vindt landelijke uniformiteit en gebruiksvriendelijke protocollen belangrijk. Begin volgend jaar valt een landelijke conferentie te verwachten over de ontwikkeling van protocollen.
Vragen voor de toekomst en ervan leren? Conceptberoepsprofielen Verpleegkundige en Verpleegkundig Specialist gepresenteerd Hoe ziet ons vak er over 10 jaar uit door verwachte vergrijzing en ontgroening, veranderingen van mens, maatschappij en zorg? Hebben meer mensen verschillende chronische en acute aandoeningen, is er meer aandacht voor preventie dan genezing? Hoe maken we in ons vakgebied slim gebruik van ICT, techniek en wetenschap en hoe werken we aan de dreigende tekorten van verpleegkundigen en verzorgenden. Hoe verbeteren we het imago van het vakgebied? Waar begint het niveau van verzorgende en/of verpleegkundige (V&V) en waar eindigt de verantwoordelijkheid van een verpleegkundig specialist (VS)?
Waarschijnlijk zullen de onderwerpen zijn: moeten de protocollen een stap voor stap instructie zijn, zoals in een kookboek? Gaat het om de beste zorg? Wie gaat welke zorg uitvoeren? Voor de volgende vergadering willen wij graag de projectleider van V&VN Verpleegkundige Zorg Informatica (VZI) uitnodigen om een presentatie te geven over ICT in de zorg.
Studiedag
V&VN Ambulancezorg heeft op 16 september een scholing georganiseerd met als thema: Bevoegd en bekwaam professioneel bezien, de patiënt bij ons in veilige handen voor nu en in de toekomst? De V&VN vakgroepen van ambulancechauffeurs, ambulanceverpleegkundigen, centralisten, ROC-en, NP’s, zorgambulance, alsmede de NVMMA hebben samen het onderwerp uitgediept. De leden van onze vakgroep vonden deze dag zeer geslaagd en zouden graag eenmaal in de twee jaar een gezamenlijke studiedag willen houden over belangrijke thema’s. Mocht je geïnteresseerd zijn mee te denken over de ontwikkelingen van het vak van ambulanceverpleegkundige en betrokken willen worden bij het maken van beleid, dan raden wij je aan om lid te worden van onze vakgroep. Via mail word je als eerste op de hoogte gehouden en kun je meepraten over alle nieuwe ontwikkelingen. Wij zoeken nog een secretaris voor onze vakgroep en contactpersonen van RAVen. Hans de Vries, voorzitter vakgroep ambulanceverpleegkundigen V&VN (Email: h.vries@ravbrabantmwn.nl) korte aanvullingen van specifieke deskundigheidsgebieden (zoals ambulancezorg) waarop opleiding, dus ook opleidingseisen en eindtermen kunnen worden benoemd en aansluiten.
‘Bottom up’
Het project van V&V 2020 krijgt financiële steun van het ministerie van VWS. Zij is feitelijk de opdrachtgever. Er is door de stuur– en projectgroep (voor wie daar in zitten zie de website V&VN ) gekozen voor een volledige buttom up procedure, dus men bedenkt niet de ant-
Onder andere voor deze vragen is het project Verpleegkundigen en Verzorgenden 2020 bedoeld. (Zie website V&VN.) In het project V&V 2020, dat vorig jaar van start ging, wordt op al deze vragen een antwoord gezocht. Het project zal resulteren in de herijking van het V&V- en VS vakgebied met nieuwe toekomstbestendige beroepsprofielen, bijbehorende competentieprofielen en Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 7
woorden en oplossingen van deze vraagstukken achter het bureau, maar de zorgprofessionals in heel Nederland zijn zelf aan zet. Daarnaast voert het NIVEL twee studies uit voor V&V 2020, en worden nog tal van andere, reeds beschikbare data gebruikt. Het einddoel van het project is een heldere toekomstvisie op het vakgebied (en uiteraard ook op die van de ambulancezorg). Op 15 november werden in Utrecht bij V&VN de eerste conceptberoepsprofielen van ‘Verpleegkundige’ en ‘Verpleegkundig Specialist ‘ gepresenteerd. Hierbij waren afvaardigingen van V&VN Ambulancezorg en andere gespecialiseerde verpleegkundigen aanwezig. De eerste ervaringen die uit het project V&V 2020 naar voren komen zijn dat er veel overeenkomsten zijn bij de uitoefening van het vak en dat dezelfde dilemma’s en uitdagingen worden ervaren (zie: www.venvn.nl verslaglegging ronde tafel bijeenkomsten), meer dan men van te voren had gedacht. Ook verzorgenden zijn betrokken bij de gespreksrondes
Beste leden, Met trots bieden wij u het boek ‘Pijn bij trauma’. Gids voor pijnbestrijding in de spoedzorg’ aan. Dit boek is geschreven voor de praktijk van ambulance- en spoedeisende hulp verpleegkundigen. Acuut met een ambulance worden afgevoerd of na een ongeval op de spoedeisende hulp belanden zijn acute situaties die vaak gepaard gaan met pijn bij de patient. Dat wil echter niet zeggen dat de patiënt adequaat behandeld wordt. Het promotieonderzoek van Sivera Berben liet zien hoe vaak het in de spoedzorg misgaat. Gelukkig lieten de onderzoekers het er niet bij zitten. In een richtlijn zetten zij op een rij wat de internationale wetenschap ons leert over adequate pijnbestrijding. Ook V&VN Ambulancezorg was nauw bij dit project betrokken. In deze uitgave van V&VN Ambulancezorg vindt u een artikel over deze richtlijn. Maar wie leest zo’n richtlijn zelf? Inderdaad, daar strandt het vaak. Het boek ‘Pijn bij trauma’ bundelt wetenschappelijke kennis uit de richtlijn en het proefschrift op een toegankelijke manier. De gids beschrijft alle aspecten van de zorg voor pijn en is geïllustreerd met casuïstiek en uitspraken van patiënten, verpleegkundigen en artsen. Alle leden van V&VN ambulancezorg en de Nederlandse Vereniging voor Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen krijgen een gratis exemplaar van dit boek toegestuurd. Dit is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van: • ZonMw, Gezondheidonderzoek en zorginnovatie, • Acute Zorgregio Oost, UMC St Radboud, • Lectoraat Acute Intensieve Zorg, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Verbetering van de ambulancezorg vraagt om een kritische beoordeling van ons werk en het ter discussie stellen van vanzelfsprekendheden. Waarom doe ik wat, op deze manier, op dit moment, met deze middelen? Wat is het effect? Kan het beter? Kan het efficiënter? Kan het met minder bijwerkingen? Wat is wetenschappelijk bewezen? Natuurlijk, niet alle patiënten en niet alle situaties passen in een evidence based richtlijn. Maar dat kan geen reden zij om de kennis uit deze praktijkgids niet tot u te nemen. Van harte aanbevolen! Namens het bestuur V&VN Ambulancezorg, Albert van Eldik 8 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
in het project. De verslaglegging van hun bijdrage is in een afrondende fase en zal straks ook op de website te vinden zijn. Een verschuiving van specifieke zorgtaken is zeker zichtbaar. Dit wordt verder tastbaar gemaakt door een ordening aan te brengen met behulp van zeven beroepsrollen zoals die worden onderscheiden in een Canadees model voor de beschrijving van medisch specialisten (CANMEDS). De projectgroep V&V 2020 zal, na aanpassing van de concept beroepsprofielen, uitgebreid het land in gaan om met diverse betrokkenen zoals ziektekostenverzekeraars, werkgevers- en vakorganisaties, de resultaten van het project te delen.
Ambulancezorg
Wat doen ambulanceverpleegkundigen anders of meer dan andere gespecialiseerde verpleegkundigen? De eerste reacties konden op de bovengemelde bijeenkomst in Utrecht worden gedeeld met andere aanwezigen. De conceptberoepsprofielen zullen hierop weer aangepast en verder ontwikkeld worden. V&VN Ambulancezorg zal zich straks gaan buigen over eventuele aanpassingen voor ons deskundigheidsgebied. Het is de bedoeling dat bij de beroepsprofielen nog een toelichting komt. Deze moet kort zijn (half A4-tje), zich bepalen tot de wezenlijke zaken en niet uitdijen tot de 120 pagina’s die er nu zijn voor bijvoorbeeld een IC/CCU/SEH verpleegkundige. Hiervoor hebben zich al belangstellenden gemeld maar uiteraard mag ieder lid meedenken en meelezen. Wil je dit, stuur dan een email naar info@ beroepsvereningingambulancezorg.nl Uiteraard worden onze ambulancechauffeurs in dit traject niet vergeten want ook de beroepsuitoefening van de chauffeur zal er in de toekomst anders uit gaan zien. De vakgroep Ambulancechauffeurs is actief betrokken en zal voor de verdere ontwikkeling van het vakgebied ook gebruik maken van de kennis die met dit project wordt opgedaan. De verwachte complexere zorgverlening in de toekomst lijkt dus een investering te eisen in kennis en vaardigheden. De taakherschikking en hogere opleidingseisen hoeven niet per definitie duurder uit te pakken, al lijkt dat misschien nu wel zo. Het is maar net hoever we met elkaar de toekomst in durven te kijken, hoe creatief we zijn en hoe we als ambulancezorg ook in staat zijn ons aan te passen. In maart 2012 staat de presentatie van het eindresultaat van het project V&V 2020 aan de minister van VWS op de agenda: een toekomstbestendige visie op het vakgebied en de opleiding van V&V zorgprofessionals. Door nu mee te denken over ons eigen vakgebied zijn we als zorgprofessionals op de toekomst voorbereid ! Voor meer informatie verwijs ik naar de website van V&VN www.venvn.nl/dossiers/V&V 2020 Dit artikel werd geschreven door Ina Bolt, bestuurslid V&VN Ambulancezorg, met gebruikmaking van beschikbare informatie vanuit V&VN.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 9
Met
spoed pijn af van de
Nieuwe inzichten in prehospitale pijnbehandeling bij volwassen traumapatiënten In Nederland voeren ambulances ruim 220.000 spoedritten per jaar uit voor traumapatiënten. In bijna driekwart van deze spoedritten is er pijn in het spel en kan de pijnbehandeling beter. Om de pijnbehandeling in de spoedzorg te verbeteren is een landelijke richtlijn voor de keten ontwikkeld. Daarvan wordt in dit artikel verslag gedaan. We beschrijven nieuwe inzichten in de pijnbehandeling voor volwassen traumapatiënten, die aanspreekbaar en evalueerbaar zijn. Het pijnprotocol voor de ambulancezorg in dit artikel is gebaseerd op aanbevelingen uit die nieuwe multidisciplinaire richtlijn. Dit protocol is uitgetest door de RAV-en Hulpverlening GelderlandMidden en Veiligheidsregio GelderlandZuid. De richtlijn is te vinden op de website van het CBO. Alle RAV-en hebben een exemplaar toegestuurd gekregen. De nieuwe richtlijn, het bijbehorende pijnprotocol en de ervaringen van de proefregio’s zijn input voor de protocollencommissie van het Landelijke Protocol Ambulancezorg om het huidige pijnprotocol voor traumapatiënten in het LPA 7.2 te gaan herzien. Casus, letsel en alcoholgebruik Een 45-jarige man is in Café ‘Het Bolwerk’ op een barkruk gaan staan voor een weddenschap. Hij is van de kruk gevallen. U krijgt de melding dat zijn voet ‘er af ligt’. Dat blijkt bij aankomst wel mee te vallen, maar u ziet wel een man met een enkelluxatie die duidelijk een forse hoeveelheid alcohol heeft gebruikt. Hij schreeuwt het uit van de pijn en wil iets sterks hebben. Bij navraag blijkt hij minstens 12 biertjes gedronken te hebben. Wat is je pijnbeleid bij deze patiënt? Beïnvloedt de wetenschap dat hij alcohol gedronken heeft je behandeling? Bij de beschrijving van de aanbevelingen komen we hierop terug.
van de pijndrempel bij toekomstige pijnervaringen. Daarnaast kan pijn een toename van angst, slaapproblemen en controleverlies tot gevolg hebben. Vanuit humaan oogpunt heeft iedere patiënt recht op pijnstilling. In Nederland voeren ambulances jaarlijks zo’n 663.500 spoedritten uit, waarvan een derde (ongeveer 220.000) voor trauma’s. Bijna 75% van de traumapatiënten in de ambulance, geeft pijn aan en maar 30% van alle patiënten krijgt pijnstilling toegediend. Uit literatuuronderzoek blijkt dat het niet onderkennen en behandelen van pijn in de ambulance leidt tot vertraging van pijnbehandeling op de spoedeisende hulp (SEH). Andere studies laten zien dat wanneer zorgverleners in de Pijn, volgens de definitie van de In- ambulance (en op de SEH) menen ternational Association for the Study dat patiënten hun pijn overdrijven, of Pain, hangt direct samen met patiënten minder pijnmedicatie lichamelijk letsel1. Vooral ernstige krijgen. Ook op de SEH wordt pijn of langdurige pijn kan een nadelig onderbehandeld. Jaarlijks bezoeken effect hebben op de uitkomst van de 870.000 patiënten de SEH voor behandeling en leiden tot vertraagde behandeling van een trauma. 91% wondgenezing en een langduriger van deze patiënten heeft pijn bij herstelperiode. Onvoldoende behan- binnenkomst op de SEH en 85% delde pijn veroorzaakt een verlaging van de ongevalpatiënten verlaat de SEH met pijn. Patiënten met geringe letsels beschrijven na het ontslag 1. Alle informatie in dit artikel is afkomstig uit de richtlijn, hierin vanaf de SEH een aanhoudende staan ook de referenties naar oorspronkelijke bronnen vermeld. 10 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
matige pijn en ze bezoeken daarvoor vaak een huisarts. 63% procent van de polytraumapatiënten rapporteert zelfs chronische pijn één jaar na het ongeval. Samenvattend geven diverse Nederlandse studies aan dat verpleegkundigen en artsen pijn bij traumapatiënten onvoldoende onderkennen en dat pijn in de keten onderbehandeld wordt. Ook andere knelpunten worden gesignaleerd, zoals het (te) laat starten van objectieve pijnbeoordeling en niet handelen op basis van wetenschappelijk bewijs. Breeman (2008) bestudeerde protocolopvolging in de ambulancezorg en constateerde dat ambulanceverpleegkundigen met regelmaat afwijken van het protocol pijnbestrijding bij traumapatiënten. Deze knelpunten waren aanleiding om een nieuwe richtlijn voor de keten te ontwikkelen om vroegtijdige pijnbehandeling bij traumapatiënten te verbeteren. De richtlijn is bestemd voor de hele spoedzorgketen huisartsenpost (HAP), ambulancezorg, Mobiel Medisch Team (MMT) en de afdeling spoedeisende hulp (SEH). In dit artikel gaan we vooral in op belangrijke onderwerpen voor de ambulancezorg.
Verschil richtlijn en protocol
Wij zien de nieuwe pijnrichtlijn voor de keten als een belangrijk middel om de pijnbehandeling in de praktijk van de spoedzorg te verbeteren. Wat is nu het verschil tussen een richtlijn en een protocol? Veel verpleegkundigen menen dat deze begrippen synoniem zijn, maar dat is niet zo. Een richtlijn is een document met systematisch ontwikkelde aanbevelingen om zorgverleners en patiënten te helpen bij beslissingen over passende zorg in specifieke situaties. De aanbevelingen zijn ontwikkeld
(mede) op basis van wetenschappelijk bewijs. Bij de aanbevelingen gaat het om een advies. De aanbevelingen helpen verpleegkundigen en artsen juiste beslissingen te nemen en zo tot kwalitatief goede en verantwoorde zorg te komen. Een richtlijn is een hulpmiddel bij het slaan van een brug tussen de theorie en de praktijk. Een protocol geeft aan hoe een handeling uitgevoerd moet worden, soms stap voor stap. De vrijheid van handelen bij een protocol is beperkt, in tegenstelling tot een richtlijn. Richtlijnen zijn richtinggevend. Richtlijnen geven aan wat er gedaan kan worden. Een protocol geeft stap voor stap aan hoe iets gedaan moet worden. Een protocol is een voorschrift om tot kwalitatief goede en verantwoorde zorg te komen.
ter op elkaar aansluit. We zochten relevante artikelen in PubMed, CINAHL en Embase en van de 1819 unieke publicaties werd uit 71 wetenschappelijke artikelen bewijs toegepast om tot conclusies te komen. We gebruikten wetenschappelijk bewijs uit een viertal richtlijnen over acute pijnbehandeling voor ‘overige overwegingen’ om aanbevelingen te kunnen formuleren en gingen uit van de aanname dat acute postoperatieve pijn vergelijkbaar is met trauma pijn. We interviewden 22 traumapatiënten om te vragen naar hun ervaringen met pijn en pijnbehandeling in de spoedzorgketen (ambulance – SEH). Deze ervaringen namen we ook mee bij ‘overige overwegingen’. WITREGEL De ontwikkeling van de nieuwe pijnrichtlijn voor de keten is mede Het ontwikkelen van de pijn- mogelijk gemaakt door een subsidie vanuit het ZonMw Spoedzorg richtlijn Een multidisciplinaire werkgroep, programma (dossiernummer: met afgevaardigden van 13 nationale 82712002). (wetenschappelijke) beroepsverenigingen, heeft de nieuwe richtlijn Casus, roltrap ontwikkeld. De werkgroepleden Een dame van 45 jaar heeft zich vergaven input namens hun beroepsver- stapt op de roltrap van de Bijenkorf. eniging. Vier auteurs van dit artikel Ze is enkele treden naar beneden vertegenwoordigden de ambulance- gegleden en is daarbij ‘door haar zorg. Wim Breeman en Reinald Bak- enkel gegaan’ volgens de aanwezige ker spraken namens Verpleegkunbedrijfshulpverlener. Bij onderzoek digen & Verzorgenden Nederland zie je een gezwollen en duidelijk ge(V&VN), Ed Ariëns participeerde dislokeerde rechter enkel. Mevrouw vanuit Ambulancezorg Nederland heeft veel pijn. De perifere pulsaties (AZN), Fred van Eenennaam verdistaal van de dislocatie zijn goed te tegenwoordigde de Nederlandse voelen. De AMPLE laat tijdens de Vereniging voor Medisch Managers anamnese niets bijzonders zien. Ambulancezorg (NVMMA) en tot Welk pijnbeleid start je als ambulanslot participeerde Pierre van Gruns- ceverpleegkundige en in hoeverre ven als mede initiatiefnemer van beïnvloedt de keuze van de behandehet project op persoonlijke titel. De ling (wel of niet reponeren) de keuze werkgroep werd methodologisch voor de hoeveelheid en soort pijnondersteund door het Kwaliteitsmedicatie? Bij de beschrijving van instituut voor de Gezondheidszorg de aanbevelingen komen we hierop (CBO) en het Landelijk Expertise terug. Centrum Verpleging en Verzorging (LEVV). De onderzoekers gebruikAanbevelingen richtlijn ten de EBRO-methode voor Eviden- In totaal hebben we 81 aanbevece Based Richtlijn Ontwikkeling en lingen over pijnbehandeling geforschreven de teksten voor de richtlijn. muleerd. Deze aanbevelingen zijn Vijf vragen waren het uitgangspunt samengevat in een overzicht en per voor de nieuwe pijnrichtlijn in de hoofdstuk verder onderbouwd en keten (zie kader). Deze vragen uitgeschreven aan de hand van de moesten beantwoord worden voor uitgangsvragen. De multidisciplialle ketenpartners, bijvoorbeeld naire werkgroep selecteerde negen zowel voor de huisartsenzorg als de kernaanbevelingen en ontwikkelde ambulancezorg, met als doel dat de bijbehorende indicatoren. Hieronder pijnbehandeling in de toekomst bestaan per uitgangsvraag de aanbeve-
1. Wat is de meest betrouwbare, valide en bruikbare methode voor pijnmeting? 2. In hoeverre moet er anders gehandeld worden bij pijn bij patiënten met angst of stress, onder invloed van alcohol en/of drugs, of op basis van factoren als etniciteit, geslacht of leeftijd? 3. Welke non-farmacologische behandelingen zijn effectief? 4. Welke farmacologische behandelingen zijn effectief? 5. Hoe moet de organisatie en opzet van pijnbehandeling er uit zien binnen schakels van de spoedzorgketen en aan welke voorwaarde moet de communicatie voldoen? lingen met betrekking tot de ambulancezorg. Vraag 1: pijnbeoordeling Hoewel het in de ambulancezorg bij traumapatiënten nog geen dagelijkse routine is om te werken met een standaard pijnbeoordeling, is het vaststellen van pijn fundamenteel voor de keuze en evaluatie van de pijnbehandeling. Daarnaast is de intensiteit van pijn een belangrijke parameter voor het bewaken van de ernst en het verloop van de toestand van de patiënt. De literatuur geeft dan ook aan dat het systematisch meten van pijn kan leiden tot een verbetering van pijnbehandeling. De richtlijn beveelt aan zoveel mogelijk gebruik te maken van zelfrapportage van pijn door de patiënt, aangezien pijn een subjectieve ervaring is. Verder is het goed hiervoor valide en betrouwbare hulpmiddelen (meetinstrumenten) te gebruiken. De Numeric Rating Scale (NRS, waarbij een rapportcijfer wordt gegeven voor de pijn, de ‘0’ staat voor helemaal geen pijn en ’10’ voor de ergst denkbare pijn) voldoet aan deze criteria en is, omdat het een verbaal meetinstrument is, het meest bruikbaar in de ambulancezorg. De Verbal Rating Scale (VRS) voldoet het beste bij oudere patiënten. Een van de aanbevelingen luidt dat pijn bij traumapatiënten drie maal gemeten dient te worden: bij aankomst ter plaatse, na initiële behandeling ter plaatse en bij aankomst op de SEH.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 11
pijnbehandeling. De mogelijke veronderstelling dat deze patiënt zelf al genoeg pijnstilling heeft gehad door zijn alcoholgebruik, is achterhaald als de patiënt een hoge pijnscore aangeeft. Belangrijk is (het effect van) pijn(stilling) te toetsen bij de patiënt zelf. Je titreert de fentanyl op geleide van effect en bijwerkingen (misselijkheid).
Figuur 1. Pijnprotocol voor volwassen traumapatiënten in de ambulancezorg op basis van de richtlijn.
Vraag 3: niet farmacologische behandeling Behalve farmacologische maatregelen kunnen er ook andere interventies (niet farmacologische behandelingen) toegepast worden om pijn te verminderen. In de literatuur wordt een scala aan maatregelen beschreven: informeren, koelen, actief opwarmen, immobiliseren, muziek, acupressuur, acupunctuur, hypnose, ontspanningsoefeningen en Transcutane Elektrische NeuroStimulatie (TENS). De werkgroep heeft niet alleen gekeken naar de werkzaamheid van deze maatregelen onder spoedeisende omstandigheden, maar ook naar de toepasbaarheid ervan. Actief opwarmen bij lage rugklachten, acupressuur en TENS zijn redelijk effectieve niet farmacologische pijnbehandelingen, zo blijkt uit Oostenrijks onderzoek in de ambulancezorg. Toch beveelt de werkgroep deze mogelijkheden niet pijnstillend effect bereikt wordt. Het aan als interventies voor de NederVraag 2: alcohol, drugs en andere ambulanceprotocol, dat ontwikkeld landse ambulancezorg. beïnvloedende factoren is op basis van de aanbevelingen, Verrassend genoeg vonden we geen Er zijn verschillende factoren die geeft in het bijzonder de ruimte instudies die het effect van koelen op de ervaring van pijn kunnen beïntraveneuze pijnstilling te titreren op pijn hebben onderzocht bij traumavloeden. Hierbij kun je denken aan patiënten met contusies, luxaties en etniciteit, geslacht, angst en stress en effect. In principe is er vooraf geen alcohol- en drugsgebruik. In alle ge- plafond vastgesteld ten aanzien van fracturen. Wel keken deze studies naar zwelling als primaire uitkomstvallen beveelt de werkgroep aan bij de hoeveelheid medicatie die toegediend kan worden. Wel blijft de maat. De conclusie was dat koelen de beoordeling van pijn uit te gaan bewaking van de patiënt en het inde zwelling reduceert. Op basis van het perspectief en de beleving schatten en monitoren van werking, van de literatuur kan de werkgroep van de patiënt. Iedere patiënt, ongeechter geen aanbeveling over koeacht zijn achtergrond of overtuiging, bijwerkingen en risico’s essentieel. len geven. Daarmee bedoelen we te verdient adequate pijnbehandeling. Bij aanwezigheid van angst en stress In de casus letsel en alcoholgebruik zeggen dat we koelen niet ontraden start je de pijnbehandeling met het of aanbevelen op basis van wetenverdient het aanbeveling patiënten uitvragen van een pijnscore. Bij schappelijk bewijs om pijn te verte informeren over hun situatie en een pijnscore van hoger of gelijk minderen. Specifieke aanbevelingen behandeling, om daarmee angst of aan 7 begin je met het titreren van voor het koelen bij brandwonden stress te verminderen. Bij gebruik fentanyl intraveneus en laat je 1000 hebben wij niet beschreven, de bevan alcohol of drugs is het relevant mg paracetamol IV inlopen (zie handeling van brandwonden valt in een (hetero)anamnese te achterpijnprotocol behorend bij de richtbuiten het bereik van deze richtlijn. halen welke middelen (stimulerend lijn). Daarnaast is het belangrijk Hoewel er geen literatuur gevonof juist dempend) de patiënt heeft een (hetero)anamnese af te nemen den is over het effect van het geven gebruikt. In geval van frequent alvan informatie op angst en pijn in cohol- of drugsgebruik, kan het zijn omtrent het alcohol- (of drugs)gebruik. Op basis hiervan kun je een de spoedzorg is de werkgroep van dat de patiënt een hogere dosering inschatting maken van het effect van mening dat het aanbeveling verdient opioïden nodig heeft voordat een 12 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
om de patiënt te informeren over zijn situatie en de te verwachten (pijn)behandeling. Patiënten geven aan dat zij communicatie en gelijkwaardig overleg belangrijk vinden om controle te houden over hun eigen situatie. Patiënteninterviews lieten zien dat humor van de ambulanceverpleegkundigen zeer gewaardeerd wordt in het kader van vertrouwen in de ambulanceverpleegkundigen en tevens verminderde het de pijn bij traumapatiënten. Vraag 4: farmacologische pijnbehandeling We hebben de meeste literatuur gevonden over farmacologische pijnbehandeling in de spoedzorg. Er zijn weinig artikelen die medicamenten onderling vergelijken op effectiviteit en veelal is onderzoek uitgevoerd binnen een onderdeel van de keten, bijvoorbeeld in de ambulancezorg of op een SEH. Paracetamol De werkgroep is van mening dat paracetamol het middel van eerste keus is voor behandeling van matige en ernstige pijn in alle schakels van de spoedzorgketen. Paracetamol is een veilig middel met weinig contraindicaties. Vanwege het bewezen opioïde sparend effect is paracetamol intraveneus (Perfalgan®) ook aanbevolen bij ernstige pijn, aangevuld met opioïden of overige middelen. In het huidige ambulanceprotocol voor pijnbehandeling van traumapatiënten (pijnbestrijding trauma) bestaat alleen de mogelijkheid voor intraveneuze toediening van fentanyl of esketamine. De werkgroep beveelt aan paracetamol hier aan toe te voegen. Paracetamol kan ook oraal gegeven worden bij matige pijn, als de orale route niet gecontraïndiceerd is. Rectale toediening van paracetamol wordt niet geadviseerd vanwege de variabele absorptie en biologische beschikbaarheid van het middel bij rectale toediening. SAID’s De werkgroep adviseert in de ambulance geen NSAID’s (zoals ibuprofen en diclofenac) te gebruiken. Vanwege de bijwerkingen van NSAID’s moeten de mogelijke contra-indicaties zorgvuldig in kaart worden gebracht en daarvoor is er te
Toelichting pijnbehandeling bij volwassenen, evalueerbare traumapatiënten in de ambulancezorg NRS (of VRS) De richtlijn beveelt aan bij iedere volwassen evalueerbare traumapatiënt de pijn te meten met de NRS (Numeric Rating Scale – cijfer tussen 0 – 10), bij de oudere patiënt eventueel met de VRS (Verbal Rating Scale – beschrijving van pijn: geen, mild, matig, ernstig, ondraaglijk). Bij een discrepantie tussen de mate van pijn die de patiënt aangeeft en de aard van het letsel is een uitgebreide pijnbeoordeling nodig, waarbij criteria, zoals aard van het letsel, emotionele en cognitieve toestand, alcohol- en/of drugsgebruik dienen te worden meegenomen. De pijn wordt minimaal 3x (monitoren) gemeten: aankomst ter plaatse, na behandeling en bij afsluiting. Route 1 (NRS < 4) MONITOREN • Bij NRS<4 én als de pijn voor de patiënt acceptabel is, is pijnbehandeling niet nodig. Pijn monitoren. Route 2 (NRS 4 – 6), medicatie zo snel mogelijk starten PARACETAMOL • Paracetamol is over het algemeen het middel van 1e keuze vanwege effectiviteit, veiligheid, weinig contraindicaties en relatief lage kosten. • Toediening paracetamol IV wanneer snel effect gewenst is en de enterale route niet geschikt of niet mogelijk is. • Paracetamol rectaal werkt langzamer en is minder doeltreffend dan paracetamol tablet en wordt daarom niet aanbevolen. • Evaluatie effect paracetamol oraal na 20 – 30 minuten, paracetamol intraveneus na 10 – 15 minuten. Route 3 (NRS > 7), medicatie zo snel mogelijk starten FENTANYL • Als er geen sprake is van hypovolemie of ademhalingsbedreiging kan fentanyl IV in combinatie met paracetamol IV worden toegediend. Fentanyl IV is een opioid van eerste keuze omdat in de ambulance veelal een korte pijnstillende werking gewenst is. KETANEST • Ketanest kan toegediend worden wanneer sprake is van hypovolemie of bedreigdende ademhaling en geen neurotrauma, onder voorwaarden van adequaat opgeleide professionals met voldoende ervaring. MIDAZOLAM • Esketamine kan dissociatieverschijnselen geven. Deze kunnen worden verminderd door gelijktijdig toedienen van midazolam. PARACETAMOL • Paracetamol IV aanvullende op fentanyl en ketanest: paracetamol werkt opioid sparend en geeft een langdurig beter pijnstillende effect. Dit geldt ook bij de toediening van ketanest. CONSULT MMT kan worden ingeroepen NSAID Het gebruik van NSAID’s wordt voor de prehospitale setting niet aanbevolen vanwege de beperkte tijd voor het in kaart brengen van de contra indicaties, de langere inwerktijd en de risico’s op bijwerkingen. Lokaal Anesthesie Lokaal anesthesie door ambulanceverpleegkundigen (niet artsen) wordt niet aanbevolen omdat als gevolg daarvan sensibiliteit en motoriek niet meer controleerbaar zijn. Reposities fracturen / luxaties Bij reposities van fracturen / luxaties kan afgeweken worden van het protocol en direct ketanest in combinatie met paracetamol IV gegeven worden. Misselijkheid ten gevolge van opioiden Bij misselijkheid ten gevolge van fentanyl kunnen anti-emetica gegeven worden volgens regionaal protocol.
weinig tijd in de ambulance. Opioïden (morfine en fentanyl) De toepassing van opioïden is beschreven voor de prehospitale hulpverlening én de SEH. Zowel fentanyl als morfine zijn effectief voor behandeling van ernstige pijn in de spoedzorg. De werkgroep adviseert deze middelen intraveneus toe te dienen en te titreren op effect en bijwerkingen. Fentanyl is in de ambulance, bij matige tot ernstige pijn, middel van eerste keus uit de groep opioïden,
tenzij er sprake is van hypovolemie of de ademhaling en luchtweg niet kan worden ondersteund of veilig gesteld. Toediening van paracetamol alleen is bij ernstige pijn namelijk vaak onvoldoende. Morfine is vooral aanbevolen op de SEH of bij behandeling door het MMT, als het traject van de patiënt al duidelijk is of de patiënt gedurende langere tijd pijnstilling nodig heeft, bijvoorbeeld in verband met bevrijding uit een autowrak. In het protocol is de intraveneuze dosering van de fentanyl bijgesteld naar boven. Ook is er geen
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 13
absoluut plafond aan de hoeveelheid fentanyl die prehospitaal kan worden toegediend, zolang de juiste dosering gehanteerd wordt en de patiënt nauwlettend bewaakt wordt op effect en bijwerkingen van de pijnstilling. Intranasale fentanyl is voor volwassen patiënten met acute pijn niet beschikbaar in Nederland. Wel is het middel intranasaal vrijgegeven voor gebruik bij kinderen. De literatuur geeft voor deze doelgroep positieve effecten aan. Deze richtlijn is echter niet ontwikkeld voor volwassen patiënten, daarom heeft intranasale toediening van fentanyl (nu nog) geen plaats gekregen in het nieuwe ambulanceprotocol. De werkgroep is van mening dat met aanvullende scholing en begeleiding, effec¬tieve en veilige titratie van fentanyl beter toegepast kan worden. Overige Middelen Esketamine is in het huidige Landelijke Protocol Ambulancezorg (LPA) opgenomen voor pijn in combinatie met hypovolemie. Toediening van esketamine vraagt wel om adequaat opgeleide professionals met voldoende ervaring. De werkgroep ziet een veelbelovende plaats voor esketamine in de prehospitale pijnbehandeling, er is echter nog weinig onderzoek naar verricht. Op basis van de spoedzorg literatuur kan geen aanbeveling gegeven worden voor het gebruik van entonox. De studies waren van matige kwaliteit en het was niet duidelijk hoeveel traumapatiënten participeerden en wat de uitkomstmaten waren. In specifieke situaties bij pijn en/of repositie van fracturen en luxaties (buiten de ambulance) en ook bij kinderen, kan entonox een alternatief zijn bij pijnbehandeling in de ambulancezorg. In het pijnprotocol behorend bij de richtlijn is entonox niet opgenomen. De werkgroep adviseert lidocaïne niet te gebruiken in de ambulance, ook weer vanwege de beperkte tijd voor het in kaart brengen van mogelijke contra-indica¬ties, de gewenste snelle pijnstilling, de bijwerkingen en de geruime tijd dat sensibiliteit en motoriek van de patiënt niet meer evalueerbaar zijn (bijvoorbeeld na aankomst op de SEH). WITREGEL
In de casus roltrap en enkelluxatie start de pijnbehandeling van de patiënt eveneens met het uitvragen van een pijnscore. Is de pijnscore onder de 7 dan kan overwogen worden alleen paracetamol toe te dienen (volgens protocol behorend bij de richtlijn). Indien je besluit ter plaatse te reponeren dan zal waarschijnlijk de paracetamol zonder toevoeging van opioïden onvoldoende werken. Wanneer de vitale functies van de patiënt niet bedreigd zijn is het middel van eerste keuze het titreren van fentanyl op effect en bijwerkingen. Wanneer je vooraf kiest voor toediening van esketamine bij repositie omdat fentanyltitratie onvoldoende effectief is bij een piekintensie van pijn, dan vermeld je dit in de rapportage. Als je afwijkt van de adviezen uit de richtlijn (en het protocol) op basis van de individuele patiëntensituatie dan dien je dat met argumenten te onderbouwen. Vraag 5: KETEN gerichte benadering van pijnbehandeling en organisatie van zorg. In het verleden was het beleid van pijnbehandeling binnen organisaties in de spoedzorg (huisartsenpost (HAP), ambulancedienst, SEH) erop gericht de traumapatiënt zo ‘neutraal’ mogelijk over te dragen aan de volgende schakel in de ke¬ten. Vandaar dat op de HAP of in de ambulance voor kortwerkende pijnstillen¬de medicamenten werd gekozen. De werkgroep is echter van mening dat het in de ketengerichte benadering de voorkeur heeft om de pijnbehandeling in de spoedzorg voort te zetten. Het is beter de keuze voor een bepaald medicament af te stemmen op continuering van pijnbehandeling in de volgende schakel van de spoedzorgketen. In het pijnprotocol (figuur 1) is bijvoorbeeld voor de ambulancezorg de toediening van paracetamol toegevoegd, omdat dit opioïde sparend werkt en tevens de duur van de pijnstilling verlengt. Opioïde sparend wil zeggen dat de patiënt minder opioïden krijgt toegediend met hetzelfde pijnstillend effect en met minder kans op bijwerkingen. Daarnaast werkt het pijnstillend effect langer door, door gecombineerde toediening van een opioïde met paracetamol. Wij zijn van mening dat
14 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
pijnstilling een vast onderdeel dient te vormen van een mondelinge en schriftelijke overdracht in de keten. Ook is de ontwikkeling van protocollen voor de keten een belangrijke manier om de pijnbehandeling in de keten beter op elkaar af te stemmen. De richtlijn beveelt bijvoorbeeld aan dat het intramusculair toedienen van opiaten door huisartsen vervangen dient te worden door het intraveneus titreren van opiaten. Op deze wijze kan de pijnbehandeling van de patiënt door de ambulanceverpleegkundige gecontinueerd en geëvalueerd worden tijdens behandeling en vervoer van de patiënt naar de SEH.
Specifiek pijnprotocol voor de ambulance
Vanuit de richtlijn zijn er nieuwe pijnprotocollen ontwikkeld, voor de HAP, ambulancezorg, Mobiel Medisch Team en de SEH. Twee RAV-en, te weten de Hulpverleningsregio GelderlandMidden en de Veiligheidsregio GelderlandZuid, toetsten de bruikbaarheid van dit pijnprotocol (figuur 1) voor de ambulancezorg in de praktijk. Dit heeft geleid tot belangrijke inhoudelijke aanpassingen. Het specifieke pijnprotocol voor de ambulancezorg bleek goed werkbaar te zijn. De volgende stap is dat nieuwe inzichten en aanbevelingen uit de richtlijn en het specifieke pijnprotocol voor de ambulancezorg input leveren voor de aanpassing van het huidige pijnprotocol voor volwassen traumapatiënten in een volgende versie van het LPA. Zowel de NVMMA als V&VN Ambulancezorg hebben toegezegd zich hiervoor in te zetten.
Tot slot
Wij willen iedere ambulanceverpleegkundige uitdagen de pijnbehandeling te verbeteren met behulp van de inzichten uit de nieuwe richtlijn. De richtlijn is geen kookboekgeneeskunde of -verpleegkunde. Iedere patiënt is uniek en beargumenteerd afwijken van een advies of voorschrift is op deze voorwaarde mogelijk. Dit artikel werd geschreven door Hennie Kemps, Sivera Berben, Wim Breeman, Fred van Eenennaam, Ed Ariëns en Pierre van Grunsven.
De auteurs danken drs. Boukje Dijkstra, drs. Juliette Cruijsberg en dr. Getty Huisman-de Waal van de onderzoeksgroep voor ondersteuning bij de richtlijnontwikkeling en dr. Lisette Schoonhoven en prof. dr. Arie van Vugt als projectleiders.
onderzoeker van de SEH-afdeling van het UMC St Radboud en Acute Zorgregio Oost aan dit richtlijnproject. Ze is tevens onderzoekscoördinator van Acute Zorgregio Oost en lid van de kenniskring van het Lectoraat Acute Intensieve Zorg aan de Hogeschool van Arnhem en NijmeReferenties gen. Sivera zal in 2011 promoveren Alle informatie in dit artikel is afop het onderwerp van pijnbehandekomstig uit de richtlijn, hierin staan ling in de spoedzorg. ook de referenties naar oorspronke- Wim Breeman, M-ANP is Verpleeglijke bronnen vermeld. kundig Specialist Acute Zorg en werkt bij de AmbulanceZorg RotVoor meer informatie kunt u contact terdam-Rijnmond. Wim is eveneens opnemen met Sivera Berben, e-mail: verpleegkundige bij het Mobiel MeS.Berben@azo.umcn.nl . disch Team van het Traumacentrum Zuid West Nederland. Hij was als Over de auteurs vertegenwoordiger van V&VN AmHennie Kemps MScN is als opleibulancezorg betrokken bij de richtder en adviseur werkzaam voor de lijnontwikkeling en presenteerde Master Advanced Nursing Practice hierover op diverse verpleegkundige aan de Hogeschool van Arnhem en congressen voor de ambulancezorg. Nijmegen. Ze is lid van de kennisDrs. Fred van Eenennaam is als kring van het Lectoraat Acute Inten- anesthesioloog verbonden aan Ziesieve Zorg aan de Hogeschool van kenhuis Groep Twente en is tevens Arnhem en Nijmegen en werkte als medisch manager van Ambulance onderzoeker aan dit richtlijnproject. Oost. Fred nam namens de NederDrs. Sivera Berben is verpleegkunlandse Vereniging voor Medisch dige en werkte als wetenschappelijk Managers Ambulancezorg (NVM-
Verspreiding De richtlijn is digitaal beschikbaar op de website van de NVSHV (www.nvshv.nl) en het CBO http://www.cbo.nl/ Downloads/1307/Richtlijn%20Pijnbehandeling%20bij%20 traumapatienten%20in%20de%20spoedzorgketen.pdf. Ook hebben alle huisartsenposten, ambulancediensten en SEH-afdelingen een gedrukt exemplaar van de richtlijn toegestuurd gekregen, evenals de eerder genoemde beroepsverenigingen en Ambulancezorg Nederland.
MA) deel aan de richtlijnontwikkeling. Drs. Ed Ariëns is medisch manager van de RAV Brabant Midden-WestNoord. Ed nam als wetenschappelijk medewerker namens Ambulancezorg Nederland (AZN) deel aan de ontwikkeling van de richtlijn. Dr. Pierre van Grunsven is medisch manager van de RAV GelderlandZuid. Hij was mede initiatiefnemer van eerdere studies naar pijnbehandeling bij traumapatiënten in de ambulancezorg. Pierre was als expertlid betrokken bij de richtlijnontwikkeling.
Fotowedstrijd
De RAV IJsselland kiest voor de aankleding van een deel van het interieur van haar nieuwe ambulances motieven uit de eigen regio. In samenwerking met dagblad De Stentor is hiervoor een fotowedstrijd uitgeschreven onder de inwoners van de regio. De RAV IJsselland heeft besloten om het wagenpark gefaseerd te vervangen door een ander merk en type ambulance. Gekozen is voor de Mercedes-Benz Sprinter ‘Otaris’ van Visser Leeuwarden. De eerste tien nieuwe voertuigen zullen in het eerste kwartaal van 2012 in gebruik worden genomen.
Uitstraling
Bij een nieuw, modern voertuig hoort ook een nieuw interieur. De voertuigcommissie heeft in samenwerking met Visser dit nieuwe interieur ontworpen. Een belangrijk kenmerk is dat het interieur een relatief kale, rustige, haast klinische
uitstraling zal krijgen. Patiënten die weinig of geen medische interventies hoeven ondergaan zullen ook niet met medische inventaris geconfronteerd worden. Op de wand naast de brancard worden geen kasten geplaatst. Hierdoor hoeven er nooit materialen over de patiënt heen gepakt te worden. Dat levert echter een hele grote, kale, witte wand op. Een wand die vraagt om een verhaal, om kleur, een boodschap. De voertuigcommissie heeft bedacht om op deze wand een levensgroot fotobehang aan te brengen. En dan geen foto van een anoniem bos of rivier, maar een foto direct gerelateerd aan het verzorgingsgebied van die ambulance. Dus een herkenbaar beeld uit elk van onze standplaatsen. De verwachting is dat onze patiënten ‘hun’ woongebied herkennen, of minimaal geprikkeld worden tot het voeren van een prettig, afleidend gesprek.
Een ‘artist impression’ van het nieuwe interieur zoals het eindresultaat er ongeveer uit zal gaan zien. In samenwerking met dagblad De Stentor is een fotowedstrijd uitgeschreven onder alle inwoners van de regio IJsselland. Een fotowedstrijd waarin de inwoners gevraagd worden hun mooiste foto’s van het werkgebied in te sturen. Een heuse fotocommissie zal als jury optreden en de mooiste foto’s selecteren, voor elk van de 28 ambulances een andere. De winnaars worden uitgenodigd om tijdens de ingebruikname van de ambulance de foto in de ambulance te komen signeren. Daarnaast zal de Stentor een overall winnaar uitroepen, welke nog een mooie extra prijs zal ontvangen. Roger Weimar, voorzitter voertuigcommissie RAV IJsselland.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 15
verpleegkundige handelingen verricht. En het gaat om ingeplande ritten. In Brabant-Noord worden we aangestuurd door het GMC. In Midden- en West-Brabant werken ze met een elektronisch planbord vanuit de GMK. Ook al zijn de ritten ingepland, van tevoren weet je vaak niet wat je gaat doen. Wij hebben pas een rit gehad naar Den Helder, dan ben je al gauw 4 tot 5 uur van huis. Ook vervoeren we vaak mensen die voor een korte behandeling, zoals een bestraling, naar het ziekenhuis moeten. Wij zijn vooral begeleidend bezig. Dit is het mooiste aspect van deze baan. Je fungeert daarbij ook vaak als luisterend oor. Mensen willen vaak hun verhaal aan je kwijt.
“Mensen begeleiden is een hele
dankbare taak”
Interview Kim Valkestijn, zorgambulancebegeleider Sinds 2010 rijden er ook in het werkgebied van de RAV Brabant Midden-West-Noord zogenoemde zorgambulances. Een ambulance voor gepland vervoer, zonder medische toeters en bellen, die de patiënt begeleidt van deur tot deur. Het betekent ook de komst van een ander soort collega’s dan tot nu toe in de reguliere ambulancezorg. Eén van die collega’s is Kim Valkestijn, werkzaam in de regio BrabantNoord. Welke functie heb je en wat is je achtergrond? Ik heb een opleiding tot verpleegkundige gevolgd. Daarna heb ik in het ziekenhuis gewerkt op de verloskamer. Sinds 2010 werk ik bij de RAV. Ik ben toen aangenomen als ambulanceverpleegkundige voor BLS-vervoer met oncologische ervaring. Omdat ik geen ervaring heb met SEH en IC, ben ik een paar maanden geleden gaan werken op de zorgambulance. Mijn officiële functiebenaming is zorgambulancebegeleider. Ik heb een contract van 27 uur per week; ik werk altijd overdag. De zorgambulance rijdt namelijk van maandag tot en met
zaterdag tussen 8.00 en 17.00 uur. Ik Mis je je verpleegkundige rol af werk altijd in een vast team zorgbe- en toe? geleiders. Soms vind ik het jammer dat ik geen verpleegkundige handelingen meer Je hebt dus ervaring met beide verricht. Maar ik heb de keuze om soorten vervoer. Wat zijn de verop de zorgambulance te werken schillen? bewust gemaakt. Om mijn BIGHet grootste verschil is natuurlijk registratie te houden en om feeling dat je op de zorgambulance geen te houden met de verpleegkundige
Zomaar een dag op de zorgambulance … • Een vrouw thuis opgehaald voor een bestraling in het Elisabeth ziekenhuis in Tilburg. Daarna weer thuisgebracht. • Man met een hernia thuis opgehaald om zich in het Elisabeth ziekenhuis te laten behandelen voor blijvende pijnklachten. Er bleek een zenuw geraakt te zijn. We hebben deze man al een paar keer eerder vervoerd; we kennen elkaar nog. • Ontslagvervoer uit het ziekenhuis. Deze man kan niet met de auto of taxi naar huis omdat hij niet mobiel en erg verzwakt is. Dus wordt de Zorgambulance ingezet. • Een vrouw met een enkelfractuur moet voor een gipscontrole naar het ziekenhuis, waar zij een afspraak heeft met de chirurg. We halen haar op en brengen haar weer terug. • Een man moet voor een nucleair onderzoek naar het Jeroen Bosch ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch. ’s Avonds halen wij hem daar weer op voor de rit terug naar huis.
16 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
handelingen, werk ik trouwens nog steeds via een 0-urencontract op de verloskamer. Wie vervoeren jullie met de zorgambulance? We vervoeren mensen van alle leeftijden. Onlangs hebben we een te vroeg geboren baby’tje vervoerd. Haar tweelingzusje ging met de reguliere ambulance mee. Omdat dit kindje het het meest moeilijk had, zaten de ouders in die ambulance. In de zorgambulance heb ik toen alleen achterin gezeten, met de maxi-cosi op de brancard. Het is dus niet zo dat er altijd een familielid meegaat. Ook als mensen vaak bestraald moeten worden, gaan ze vaak alleen mee. Dit duurt vaak maar een paar minuten, dus dan wachten we tot ze klaar zijn voor het vervoer terug. Omdat we daardoor regelmatig dezelfde mensen vervoeren, schept dit vanzelf een band. Klinkt als een dankbaar maar ook zwaar beroep … Klopt, het is fijn om zo met mensen bezig te zijn en iets voor ze te kunnen betekenen. Maar je moet er ook sterk voor in je schoenen staan. We vervoeren bijvoorbeeld ook mensen die voor het laatst thuis zijn en vervoerd worden naar een hospice om daar te sterven. Je weet dat die mensen nooit meer terugkomen in hun
Folder Zorgambulance voor zorgaanvragers De RAV Brabant Midden-West-Noord heeft een folder over de zorgambulance ontwikkeld, bestemd voor zorgaanvragers. De folder is verstuurd aan alle huisartsen, ziekenhuis en verpleeg- en verzorgingshuizen in het werkgebied. De folder is te lezen op de website www.ravbrabantmwn.nl. U kunt een gedrukt exemplaar opvragen bij het secretariaat van de RAV Brabant MiddenWest-Noord: info@ravbrabantmwn.nl of (073) 680 40 50.
huis. Ook hebben we een patiënt met terminale longkanker even naar het ziekenhuis gebracht, omdat hij zijn behandelend arts nog één keer wilde zien om hem te bedanken en afscheid te nemen. Het is mooi om dit als zorgambulancebegeleider van dichtbij te mogen meemaken.
hebben en nog steeds meemaken. Tijdens ALS-vervoer gaat het vooral om ophalen en behandelen, vaak korte contactmomenten met patiënten die soms ook niet aanspreekbaar zijn. Terwijl bij de zorgambulance de contacten meestal intensief en lang zijn.
Welke reacties krijg je van je RAV-collega’s op dit relatief nieuwe beroep? Zij zien in hoe belangrijk de begeleiding van patiënten is en hoeveel voldoening dit ons geeft. Collega’s die, als dat nodig is, een dag op de zorgambulance werken, geven vaak aan dat ze het toch wel vermoeiend vinden. Je krijgt natuurlijk ook veel zieke mensen in je auto, jong en oud, die al veel ellende meegemaakt
Hoe ziet je nabije toekomst eruit? Eerst maar eens mijn rijbewijs C halen! Dan kan ik afwisselend de zorgambulance besturen en patiënten begeleiden.
Patiëntveiligheid In het kader van het programma Patiëntveiligheid Ambulancezorg wordt een Toolkit gemaakt. Die is op 7 december gepresenteerd en aangeboden aan alle ambulanceorganisaties. Ruim twintig RAV-en hebben professionals geleverd om in pilots en expertgroepen tools te ontwikkelen, risico’s in het ambulancezorgproces te analyseren en oplossingen uit te denken. Dat heeft geresulteerd in een reeks van producten waarmee anderen - zoals HRM-managers of kwaliteitsfunctionarissen - direct aan de slag kunnen. Daarbij gaat het
onder andere om: • Een format voor een beleidsplan patiëntveiligheid. • Tips & tricks voor het ontwikkelen van een veiligheidsmanagementsysteem binnen de RAV. • Een handleiding veilig incidenten melden. • Een film waarmee patiëntveiligheid en de impact daarvan bespreekbaar wordt gemaakt. • Checklists (voor ambulanceorganisatie en MKA) om in kaart te brengen waar de organisatie en de medewerker staat als het gaat om patiëntveiligheid. • Een patiëntveiligheidskaart, met
Dit artikel werd geschreven door Linda Toet, Communicatieadviseur RAV Brabant Midden-West-Noord Foto’s: Photo Prestige.
concrete tips voor patiënten om aan hun eigen veiligheid te kunnen bijdragen. Het programma Patiëntveiligheid Ambulancezorg rust op twee pijlers: 1. Een instrumentele pijler waarin thema´s centraal staan als beleid en strategie, veilig incidenten melden, prospectieve risico-analyse, patiëntenparticipatie, cultuur en continu verbeteren. 2. Een inhoudelijke pijler waarbij zes patiëntencategorieën in beeld zijn, namelijk: de patiënt met hartfalen, kinderen, de psychiatrische patiënt, de kwetsbare oudere, de multitrauma patiënt en GHOR.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 17
Ambulancechauffeur wint Zilveren Zeepkist 2011 Ambulancechauffeur Erik van Engelen, werkzaam bij de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden-WestNoord, heeft de Zilveren Zeepkist 2011 gewonnen. Hij nam de prijs op 26 september in ontvangst voor zijn spraakmakende artikel in het tijdschrift Medisch Contact. Dit artikel met de titel ‘Gun patiënt zijn einde’ heeft in Nederland een discussie op gang gebracht over het dilemma van wel of niet reanimeren. Foto: Erik van Engelen (rechts) ontvangt de sculptuur behorende bij de Zilveren Zeepkist 2011 uit handen van de toenmalig hoofdredacteur van Medisch Contact, Ben Crul.
Erik van Engelen, die werkt op de ambulancepost in Waalwijk, beschrijft in zijn artikel een probleem waarmee hij al langer kampt. Van Engelen: “De medische wetenschap is tot steeds meer in staat. Maar het voelt voor mij niet goed om mee te werken aan het verlengen van een leven dat zéér waarschijnlijk voltooid is. Zo kreeg ik er steeds meer moeite mee om mensen naar het ziekenhuis te vervoeren, terwijl zij dat zelf niet willen. Volgens protocol zijn wij verplicht mensen te reanimeren, tenzij men aangeeft dat niet te willen. Maar vaak zijn patiënten daartoe helemaal niet meer in staat. Bij mensen van hoge leeftijd of terminaal zieken kan reanimatie ook extra schade aanrichten aan het lichaam. Ik vind dat mensen de mogelijkheid moeten krijgen om te overlijden. Waarom moeten we een patiënt reanimeren als hij daarna misschien nog slechter af is? Ik heb mijn gevoelens hierover op papier gezet en de tekst verstuurd naar Medisch Contact.” Discussie op gang gebracht Het artikel bracht veel reacties te weeg. Van Engelen kreeg veel bijval uit de medische wereld op zijn noodkreet. Onder andere het televisieprogramma Zembla wijdde aan dit onderwerp een uitzending. Peter-Hans Vierhoven, teamleider van ambulancepost Waalwijk zegt hierover: “Dit onderwerp is toch min of meer taboe. We zijn er dan ook
trots op dat een van onze medewerkers dit onderwerp uit de taboesfeer heeft gehaald en op heel eerlijke en indringende wijze zijn gevoelens heeft verwoord.” Publiek had beslissende stem Er waren dit jaar vijf genomineerde artikelen voor de Zilveren Zeepkist.
De jury had het dit jaar niet eenvoudig en kwam na telling uit op een gedeelde eerste plaats. Het publiek gaf tenslotte de doorslag door massaal te stemmen op het artikel van Erik van Engelen, waarvan u hieronder de oorspronkelijke versie aantreft.
Nood / note van ambulancehulpverlener Ruim elf jaar ervaring op de ambulance en meer en meer last krijgen van: hulp verlenen. Dat is apart zullen de meesten zeggen. Klopt. Het is niet zo eenvoudig als het hier gesteld wordt. Ik zal het uitleggen. Waar ik steeds meer last van krijg is het volgende: de medische wetenschap is tot steeds méér in staat. Het resultaat van deze voortschrijding is dat wij als ambulancehulpverlener
18 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
steeds vaker te maken krijgen met mensen van (vaak) hoge leeftijd, die in een terminaal stadium van hun leven verkeren, bij wie het kaarsje langzaam maar zeker, dan wel plotseling uit zou kunnen gaan. Concreet heb ik het hier over mensen die ondraaglijk (psychisch of lichamelijk) lijden of reanimatie bij mensen op (zeer) hoge leeftijd. Voor de terminale patiënt die ondraaglijk lijdt,
levert de gang naar het ziekenhuis louter uitstel op van iets wat hij/ zij binnen afzienbare tijd tóch moet ondergaan. De hoogbejaarde die wij door reanimatie in leven houden, ontnemen wij een mooie dood. Wat hij/zij ervoor terugkrijgt is ongewis. In slechts weinig gevallen kan deze patiënt het ziekenhuis zonder enig restverschijnsel verlaten. Door onze hoog ontwikkelde medische standaard zal de kwantiteit van hun bestaan verbeteren. De keerzijde van de medaille is dat door het stijgen der jaren de kwaliteit op de langere termijn sterk zal verminderen. De ouderdom komt met gebreken! Hoe langer de periode van ouderdom, hoe meer gebreken. In ons dagelijks werk komen we steeds meer mensen tegen die lijden onder de ouderdom. Fysieke pijn, benauwdheidsklachten en dan nog een belangrijke: eenzaamheid. Het gevolg van onze tussenkomst is verergering van deze pijn omdat we daadwerkelijk meewerken aan het verlengen van hun leven. Dat raakt mij meer en meer, ik krijg er last van. In dit geval heb ik het natuurlijk niet over de bejaarden onder ons die nog fit, vitaal en levenslustig/gelukkig zijn. Er is niets in het leven dat zo onherroepelijk bij het leven hoort als de dood. We zijn het er allemaal over eens dat dit proces zo humaan mogelijk moet verlopen. Pijn en benauwdheid moeten te allen tijde bestreden worden. Dat staat buiten kijf! Maar het levenseinde heeft ook iets bijzonders, iets mystieks. Om te sterven kun je je toch geen betere plaats voorstellen dan je eigen vertrouwde omgeving met je naasten in de buurt. De kilte van de kliniek is bij de meerderheid van de bevolking niet de voorkeursplek om te sterven. Dan heb ik het nog niet over de extra fysieke belasting voor de patiënt die ambulancevervoer moet ondergaan. Mij bekruipt steeds vaker het gevoel dat wij tegen beter weten in met dergelijke patiënten naar het ziekenhuis worden gestuurd, terwijl abstinerend beleid in dit soort gevallen het meest humaan zou zijn. Een dergelijke beslissing van de dienstdoende huisarts blijft meer en meer uit, omdat de visitearts tegenwoordig slechts bij toeval de eigen huisarts is. De dienstdoende huisartsen op de diverse huisartsenposten
‘Niet reanimeren a.u.b.’ De op 23 september uitgezonde aflevering ‘Niet reanimeren a.u.b.’ van Zembla is te bekijken op http://zembla.vara.nl en op ‘uitzending gemist’. Erik van Engelen: “De mensen van Zembla hebben er hun uiterste best gedaan om dit moeilijke onderwerp op een nette en objectieve manier onder de aandacht te brengen! Ze zijn daar naar mijn bescheiden mening buitengewoon in geslaagd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik er best een beetje trots op ben daar de aanstichter van te zijn. Ik ben van mening dat zoveel mogelijk mensen deze uitzending moeten zien.” durven deze beslissingen niet te nemen omdat men de patiënt onvoldoende kent. Ook de juridische aansprakelijkheid is hier een belangrijke oorzaak van. De makkelijkste weg is dan: breng maar naar het ziekenhuis. Wat wij in deze tijd missen is een stervensbegeleider (de rol van meneer pastoor van weleer) van wie geen medisch ingrijpen wordt verwacht, die mensen het vertrouwen kan geven de dood gerust tegemoet te treden. In mijn dagelijks werk ben ik steeds vaker, en steeds sterker geneigd om mensen (patiënten én familie) te doordringen van het feit dat men moet accepteren dat het leven eindig is en daarin te berusten. Het valt helaas buiten mijn verantwoordelijkheid om daadwerkelijk tot deze actie over te gaan en ik zal dat dus ook niet doen. Wat ik wél kan doen is een discussie op gang brengen over dit onderwerp met als doel méér respect voor mensen die op basis van hun leeftijd of omstandig-
heid de regie voor hun levenseinde zélf in de hand willen houden. Ook het handelen van huisartsen zou naar mijn idee meer gericht moeten zijn op het geven van steun bij het inzetten van de laatste fase, het begeleiden naar de dood, als een patiënt aangeeft niet verder te willen. Een recent praktijkvoorbeeld van een hulpverlening waarbij een collega in goed overleg het besluit nam om niet verder te handelen vervulde mij met trots! Dit schrijven is mijn eerste aanzet om dit onderwerp weer eens onder de aandacht te brengen, in dit geval vanuit het perspectief van de ambulancehulpverlener. Graag reactie… Erik van Engelen e.engelen@ravbrabantmwn.nl
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 19
ACM opleidingen
heeft primeur in Nederland
Rijsimulator ambulance veiliger voor patiënt en chauffeur Een lang vervulde wens in de ambulancesector is in vervulling gegaan, zo lijkt het. In een rijsimulator kunnen de chauffeurs alle verkeersomstandigheden oefenen die ze in de praktijk ook tegen komen. Tijdens een training van een dagdeel rijden ze door een woonwijk met spelende kinderen, op een drukke snelweg of moeten ze extra opletten voor de gladheid vanwege de sneeuw. Behendig stuurt chauffeur Theo van Donkersgoed de denkbeeldige ambulance met de sirene aan, over een virtuele provinciale weg. “Kijk, je mag hier 80 rijden, maar ik moet opletten dat ik niet harder dan 120 ga, anders houd ik me niet aan de ambulancerichtlijnen.” Even later haalt hij met een snelheid van 160 km in op
de snelweg. “Toch wel bijzonder, je hoort de sirene, voelt de trilling in de stoel, je hebt een echt stuur in de handen; binnen de kortste keren ben je echt vergeten dat het een computer is.” Enigszins onwennig stapte Van Donkersgoed een kwartiertje daarvoor nog in de simulator. Sinds 1984 is hij ambulancechauffeur in het gebied van Connexxion Ambulancezorg in Noord- en Oost-Gelderland. Inmiddels is hij daarnaast ook OVDG en werkbegeleider van de chauffeurs. Ook Theo had zo zijn vooroordelen toen hij over de simulator hoorde. Want tja, zo’n ijzeren kast is toch wel heel wat anders dan die grote Sprinter waar hij normaal in rijdt. En: het is toch een computer, die denkt en doet toch niet als een mens?
Kijktechnieken
Maar al vrij snel merkt Theo dat hij helemaal opgaat in de beelden op de drie schermen voor hem. Er zijn inderdaad geen echte voor- en zijruiten, maar de drie grote schermen geven het vrijwel complete beeld, inclusief de zijspiegels. Dat er een Theo van Donkersgoed: “Binnen de kortste keren ben je webcam voor hem is gemonteerd die registreert of hij wel voldoende echt vergeten dat het een computer is.” 20 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
de kijktechnieken toepast, daar merkt hij helemaal niets van. Alle handelingen worden geregistreerd en zowel de docent als de chauffeur kunnen na afloop de beelden bekijken. Op de laptop is dan vanuit een ‘helikopterview’ te zien hoe het voertuig rijdt, hoe vaak hij remt, wat het blikveld van de chauffeur is en of die wel voldoende anticipeert op verkeerssituaties. Op de schermen zie je behalve de weg ook de hele omgeving. In de spiegel nadert een auto die je ook hoort en ziet inhalen, de verkeersborden geven aan dat er een gevaarlijke kruising nadert, en de bomen en de huizen langs de weg maken het plaatje compleet. En uiteraard is de hele Sprinter nagebootst. Vanuit de branche wordt door veel ambulancechauffeurs geklaagd dat er te weinig aandacht is voor het onderhouden van hun rijvaardigheden. Gemiddeld krijgen zij jaarlijks 4,5 dag scholing over medische zaken, en slechts 1,5 dag voor het chauffeuren. Met de simulator kan dit ondervangen worden. Het scheelt enorm in de kosten en alle verkeerssituaties kunnen worden nagebootst en – indien nodig - keer op keer worden herhaald als oefensessie. Daarom
en het nemen van beslissingen? Als je in de ambulance rijdt moet je op meerdere zaken tegelijk letten. Als de chauffeur het op die momenten lastig vindt een beslissing te nemen, kan hij hier veel gerichter op getraind worden.
gitaal. Aan de hand daarvan wordt tijdens de praktijkdag zeer gericht op bepaalde competenties getraind.
Nieuwe inzichten
De afgelopen jaren zijn de opvattingen over praktijkscholing voor ambulanchechauffeurs veranderd. Uit Bedreigend onderzoek blijkt dat naast het trainen Is het niet heel bedreigend voor van de vaardigheden ook vooral inde chauffeur als alles zwart op wit gezet moet worden op het verhogen staat? “Nee”, zegt docent René Alvan het kennis- en inzichtniveau. dewereld, specialistisch rijdocent Dus niet alleen richten op goed kunbij ACM. “De chauffeur krijgt de nen remmen, slippen en uitwijken in resultaten in zijn eigen mailbox, en kritieke situaties, maar ook hoever dit gaat niet naar de leidinggevende. kijkt de chauffeur al vooruit op situDaarnaast ziet de rijinstructeur de aties die kunnen gebeuren. uitslagen. Wanneer de chauffeur Daarnaast speelt mee dat door de voor de jaarlijkse rijvaardigheidstechnische vooruitgang van de voertraining de weg op gaat, kan de tuigen, denk aan ABS, BAS, ASR, wordt de simulator vanaf 2012 stan- docent veel gerichter instructies ESP, de bestuurder steeds meer en geven. Want uit de simulator bleek daard ingezet voor de bijscholing beter wordt geholpen om de controle van alle chauffeurs van Connexxion bijvoorbeeld al dat de bochten goed over het voertuig te houden. De Ambulancezorg. Het gaat daarbij om gaan maar het timen bij het inhalen training op dergelijke vaardigheden nog problemen oplevert, dan kun je is daardoor minder van belang gede regio’s Haaglanden, Kennemerland, Noord-Holland Noord, Noord- je daar op focussen op de weg. En worden. daarnaast kan de chauffeur, als hij en Oost-Gelderland en Zeeland. Bij de trainingen op de openbare tijdens een dienst toch moet wachweg ligt daarom steeds meer de naten, zelf ook in de simulator op die Patiënt druk op kijktechniek, communicatie drempels gaan oefenen.” “Ideaal voor de beginnende ambumet overige weggebruikers, risicoACM heeft toestemming van het lancechauffeur”, aldus Theo. “Die perceptie, voorbeeldfunctie, sociaal hoeft nu niet meer voor de leeuwen ministerie van Verkeer en Waterstaat en veilig rijgedrag. Feitelijk leer je gekregen om ook op de openbare te worden gegooid als hij op de de bestuurder daarmee bewuster te openbare weg gaat.” Maar ook bij de weg te mogen trainen. Vooral de rijden en leert hij zijn kwetsbaarheid chauffeurs zijn erg blij met deze ervaren chauffeurs sluipen er soms en die van andere in het verkeer juist toestemming. Groot voordeel voor gewoontes in die nu boven water in te schatten. hen is dat wanneer ze in het verlezullen komen, denkt Theo. “Stel den werden geflitst ze deze boetes dat iemand te hard remt met een Dit artikel werd geschreven door zelf moesten betalen, nu worden patiënt achter in de auto. Als colMariël van Dam, communicatieaddeze bekeuringen standaard kwijtge- viseur Connexxion Ambulancezorg. lega’s elkaar daar op wijzen, wordt dit vaak afgedaan als onzin. Nu staat scholden. Foto’s: Martin Snijder. het gewoon zwart op wit; kijk, in Onderdeel die bocht of bij die drempel had je ACM trainingsprogramma eerder het gas moeten loslaten en opleidingen heeft de patiënt last gehad van jouw De rijsimulator voor de ambulance ACM opleidingen is onrijgedrag. Ook de patiënt wordt hier kan zowel worden ingezet voor de derdeel van Connexxion beginnende chauffeur als voor de dus beter van!” Ambulancezorg en biedt bij- en nascholing van de al ervaren Maar de competenties waar tijdens bestuurder. De bij- en nascholing de simulatorrit op wordt gelet gaan praktijkgericht onderwijs bestaat uit theorie via e-learning, nog veel verder. Wat te denken van op het gebied van hulpverlening en veiligheid voor inditripleren, of te wel het rijden midden competentiebeoordeling van de viduen en organisaties. De onderwijsproducten worden chauffeurs met de rijsimulator en op de weg, tussen de tegemoetkovoortdurend ontwikkeld. De trainingen worden verzorgd mende auto en de auto op het eigen een gerichte praktijktraining op de door praktijkervaren docenten. Tot de productgroepen rijvak. Uit de simulator zal heel dui- openbare weg. Na het afronden van delijk naar voren komen dat dit vaak de toetsen over de theorie moeten behoren rijopleidingen waaronder voor ambulance, huisook voorkomen had kunnen worden de chauffeurs verschillende comartsenchauffeur en motorambulance; eerste hulp opleidinwanneer de chauffeur eerder zijn gas petenties in de simulator uitvoeren, gen, ALS-opleidingen, anti-agressietraining en meldmaker had losgelaten. Of waarom kiest hij bijvoorbeeld: stuurtechniek, bochtspecialist. Daarnaast levert ACM ook maatwerk. Zo tijdens het spoedrijden niet de juiste techniek, inhalen, rijden met O&G, krijgen 32 ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs op positie op de weg en voorkomt daar- multitasking, beslissingsvaardigheid etc. Na afloop ontvangen de cursist mee het onnodig remmen? En hoe Curaçao de komende maanden (na)scholing. en de praktijkdocent de uitslag diis de chauffeur in het multitasken Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 21
MKA Verloskunde
Kennisuitwisseling
‘112 in de verloskunde’ was het thema van het jaarlijkse symposium van het Traumacentrum Limburg en de beide RAV-en en GHOR-bureau’s in Limburg. Hierbij werd samengewerkt met de vakgroep gynaecologie Maastricht UMC en de Academie Verloskunde Maastricht (AVM). Met als vervolg een scholingsdag.
Docent Meike Windhausen illustreert een
Het symposium richtte zich op de zorgverleners in de regio Limburg die betrokken zijn bij de acute verloskunde en had tot doel het versterken van de ketenzorg en protocollen en methodische handelwijzen van de verschillende zorgverleners beter op elkaar te laten aansluiten. De deelnemers waren verloskundigen, verpleegkundigen afdelingen Obstetrie en Spoedeisende Hulp en ambulancezorgverleners. Vooral de actieve workshops , waarin methodisch samenwerken in zorg voor moeder en pasgeborene, structuur in
gegevensoverdracht en telefonische triage gezamenlijk beoefend werden, waren erg succesvol. Doordat zo een goed beeld ontstond van de behoefte aan scholing en kennisuitwisseling, heeft RAV Limburg Noord het initiatief genomen om met de AVM, een regionale scholingsdag voor centralisten van de MKA) te organiseren. De verloskundig vakdocent van de AVM stelde de lesinhoud samen met een tweeledig doel. Enerzijds het verdiepen van de verloskundige kennis van centralisten door te oefenen met casuïstiek, maar anderzijds ook kennis opdoen van het werk van de centralisten om dit weer mee te kunnen nemen naar de studenten van de AVM. Voor de verloskundige als ketenpartner was het meldkamerdomein redelijk onbekend. Het uitwisselen van ervaringen liep dan ook als een rode draad door deze scholingsdag.
22 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
en
Communicatie
Na een welkomstwoord en voorstelronde maakten de centralisten een instaptoets om te kijken hoe het met de parate kennis gesteld was. De vragen uit de toets kwamen gedurende de dag allemaal aan bod. Communicatie is natuurlijk een hot item op de meldkamer. Tijdens dit onderwerp was er veel interactie tussen de groep en docent. Want wat is nu voor de centralist belangrijk om te vragen en hoe zou de verloskundige het beste een melding kunnen doen? Het bleek dat ieder een eigen methodiek hanteert. Op de meldkamer houdt men vooralsnog vast aan de Landelijke Standaard Meldkamer Ambulancezorg (LSMA) en voor de overdracht aan de MIST (Mechanism of injury, Injuries found and suspected, Signs en Treatment given) en in de verloskunde wordt steeds meer gewerkt met de ISBARR (Introduction, Situation, Background, Assessment, Respons en Repeat . De verdere dag werd besteed aan theorie afgewisseld met meldingsgesprekken waarin het geleerde meteen toegepast kon worden. De onderwerpen betroffen: 1. De baring en telefonische begeleiding van de baring. Een casus werd gespeeld door de partner van een barende en in de andere casus kwam de melding van de barende zelf. 2. Uitdieping van de klacht buikpijn. Was de buikpijn afkomstig van de zwangerschap of was er iets anders aan de hand? Nu werd een casus uitgevoerd vroeg in de zwangerschap. Een dame die over tijd was belde 112 met hevige buikpijnklachten (Extra Uteriene Graviditeit). In de tweede casus had een 30 weken zwangere dame zeurende pijn in de bovenbuik en voelde zich niet lekker.
3. Uitdieping klacht bloedverlies. Ook nu werden twee casussen uitgevoerd. Het betrof een melding gedaan door de echtgenoot van een buitenlandse dame met vermoedelijk een partiële solutio. In de tweede melding ging het om een dame met een fluxus post partum. WITREGEL Ter afronding van de dag werd de toets nogmaals doorgelopen. De vragen en antwoorden waren nu volledig inzichtelijk. Met name het
stellen van verdiepingsvragen en het relateren van specifieke klachten aan pathologie en daaraan gekoppeld de medische urgentie, gaf de centralisten nieuwe inzichten. Ook het oefenen van casuïstiek werd als zeer waardevol ervaren. Al met al was het een zeer zinvolle dag met een goede mix van theorie en praktijk. Zowel de centralisten als de docenten verloskunde waren enthousiast over het behaalde resultaat. Inmiddels is de kennis en ervaring van de centralisten verwerkt in de
presentatie en wordt dezelfde scholing en casuïstiek aangeboden aan 4e jaars studenten van de AVM, zodat zij na hun opleiding het werkveld in kunnen met meer kennis over communicatie in de Acute Verloskunde. Een vruchtbare kruisbestuiving! Angelique Hesen, verpleegkundig centralist en werkbegeleider. Riky Wilbers, Regionaal opleidingscoördinator RAV Limburg Noord. Meike Windhausen, docent verloskunde AVM/ verloskundige.
MKA Noord-Nederland lanceert slimme App voor smartphones Nooit meer twijfelen over de plaats waar men is wanneer met spoed een ambulance nodig is. Eén druk op de ambulanceapp van de smartphone en de melder ziet binnen enkele seconden tot op enkele meters nauwkeurig waar hij is. Met een druk op de grote rode knop belt de telefoon direct 112. Het is één van de bijzondere mogelijkheden van de App die de nieuwe Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland in Drachten heeft laten ontwikkelen. Binnen de meldkamer werken de vier Noordelijke ambulancediensten uit Groningen, Friesland en Drenthe samen voor 1,7 miljoen inwoners. De App is gratis te downloaden in zowel de App-store van Apple als op de site met Android Apps, via de zoekterm ambulance.
Huisartsen
Een tweede toepassing van de App is het vinden van en telefoneren met de dichtstbijzijnde huisartsenpost voor spoedeisende huisartsenzorg buiten de gewone praktijktijden in Friesland, Groningen of Drenthe.
Aan de hand van de locatie bepaalt de App automatisch wat de dichtstbijzijnde huisartsenpost is en geeft daarvan direct het nummer. Het aanraken van de knop is vervolgens voldoende om de verbinding tot stand te brengen. In de App kan ook het nummer van de eigen huisarts worden ingegeven, zodat daar ook nooit meer naar gezocht hoeft te worden. Gebruikers van de App krijgen via enkele veel gestelde vragen inzicht in wat gevraagd wordt wanneer ze bellen met het alarmnummer 112. Verder wordt uitleg gegeven over de ambulancezorg en de meldkamer. De 112 functie werkt in het hele land en geeft uiteraard ook toegang tot politie en brandweer. De huisartsenfunctie is regionaal ingevuld en verbindt dus altijd met een huisartsenpost in het Noorden.
de huisartsen in Noord-Nederland, de verloskundigen en andere professionele zorgverleners die regelmatig contact hebben met de meldkamer en ambulancepersoneel. De App is ontwikkeld door het Heerenveense bedrijf Speak.
Alarmnummer, locatiegegevens, huisarts, huisartsenpost onder de knop
Professioneel deel
Achter het publieke deel van de gratis App voor Apple en Android toestellen, bevindt zich een professioneel deel, dat alleen toegankelijk is voor zorgprofessionals en dat werkt via een inlogcode. De App biedt de meldkamer ambulancezorg de mogelijkheid om snel de nieuwste informatie, regelingen en afspraken te verspreiden onder bijvoorbeeld
Voor iphone: http://itunes.apple.com/ us/app/ambulance-noord-nederland/ id468021518 Voor Android: https://market.android. com/details?id=nl.speak.meldkamer
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 23
Open deur?
Sinds medio 2011 heeft de inspectie een aanvang gemaakt met het hervatten van jaargesprekken met ambulancediensten. Doel van deze gesprekken is om zicht te krijgen en toezicht te houden op een branche die volop in ontwikkeling is. Bij het toezicht door de inspectie staat, evenals bij de veldpartijen, de patiëntveiligheid hoog in het vaandel. Aandachtspunten daarbij zijn het melden van calamiteiten en het uitvoeren van calamiteitenonderzoek.
kunnen worden gebruikt, zoals de Seips, Sire en Prisma. Met name in de ziekenhuiswereld en bij huisartsenposten zijn deze methodieken als onderdeel van het VeiligheidsManagement-Systeem (VMS) al langere tijd in gebruik. De kunst is om niet de open deuren in te lopen. Niet de voor de hand liggende redenen meteen als basisoorzaak aanwijzen. Stel eens voor dat je een calamiteit analyseert waarbij in nachtelijke uren bij een kind met een insult een veel te hoge dosering Midazolam is gegeven. Je kunt dan direct stellen dat de ambulanceverpleegkundige een (reken)fout heeft gemaakt en daarmee de zaak afdoen. Maar, waarom is de (reken)fout gemaakt? Gaf de dosering op het etiket op de ampul aanleiding hiertoe? Was het etiket wel te lezen ’s nachts? Hoe is de berekening gemaakt? Was het LPA duidelijk genoeg hierin? Zijn er andere factoren die meespelen? Uit de ritopdracht blijkt het om een 12 jarig kind te gaan, daarop had de bemanning besloten om de kinderkoffer niet mee te nemen. Bij aankomst op de 7e etage in een flat treft de bemanning echter een gehandicapt
De Kwaliteitswet Zorginstellingen en de Leidraad Meldingen geven aan wanneer er bij de Inspectie voor Gezondheidzorg gemeld moet worden. In veel gevallen zal het verzoek dan zijn om als zorginstelling eerst zelf een calamiteitenonderzoek uit te voeren. Al dan niet samen met de ketenzorgpartners. Calamiteitenonderzoek binnen de ambulancezorg is nog geen standaardprocedure. Met een deugdelijk calamiteitenonderzoek kun je zicht krijgen op basisoorzaken, die hebben geleid tot het incident. Maar dat is niet eenvoudig. Gelukkig zijn er verschillende analysemethodieken die hierin
kind aan, met een gewicht dat eerder bij een 5 jarig kind hoort. De grootouders waar het kind logeert, zijn daarbij dusdanig in paniek om reden dat het kind bij een vorig insult allergisch reageerde op de medicatie. Welke medicatie dat was, weten ze niet. De situatie ter plaatse maakt het daarmee niet eenvoudiger. Door al deze factoren ligt een incident of een calamiteit op de loer. Over wanneer je spreekt van een calamiteit zegt de Kwaliteitswet artikel 4a het volgende, een calamiteit is ‘een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de
Altijd makkelijk: een open deur als je op een 112-melding rijdt en ter plaatse komt. Je kunt zo naar binnen sprinten om aan de slag te gaan. Maar je zult echt niet de eerste zijn, die er dan achter komt dat de buurman van de 112-beller toevallig gewoon zijn deur open had staan. En dat het slachtoffer zich in het huis ernaast bevindt. Een open deur kan je verleiden om niet verder na te denken, onder tijdsdruk of welke reden dan ook. Zo ook bij triagegesprekken op de meldkamer en bij calamiteitenonderzoek. Over dit laatste onderwerp willen wij, vanuit de Inspectie voor de Gezondheidszorg, ieders aandacht vragen.
Meerdere factoren tegelijk leiden tot het ontstaan van een incident
24 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt of cliënt van de instelling heeft geleid’.
Gatenkaas model
Het is onze ervaring dat er vaak meerdere factoren tegelijk spelen die leiden tot het ontstaan van een incident. Kijk hiervoor eens naar het Zwitserse gatenkaas model. Pas als alle vangnetten of controlemomenten niet werken, zitten alle gaten op een rij en glippen er fouten doorheen. Bij het analyseren van een calamiteit of incident moet je daarom je analyse onbevangen uitvoeren zodat je erachter komt welke vangnetten of controlemomenten er hebben gefaald. Een training in het methodisch analyseren zal je hierin ondersteunen. Het opzetten van een zogenoemde oorzakenboom krijg je pas echt goed in de vingers door deze bij verschillende soorten meldingen op te bouwen. Zorg daarbij voor een Veilig Incident Meld (VIM) systeem in de organisatie. Zorgverleners moeten durven te melden, opdat er van (bijna) incidenten geleerd kan worden. Cultuuraspecten als risicobewustzijn en professionele verantwoordelijkheid spelen daarin een rol. Het gaat er niet om een schuldige aan te wijzen, maar om het (bijna) incident bespreekbaar te maken om herhaling te voorkomen. Aanpassing van ampulstickers zodat die ook ’s nachts in een minder verlichte omgeving goed leesbaar zijn, is hier een praktisch en simpel voorbeeld van. Daarbij is het goed te weten dat als een VIM melding rechtstreeks wordt ingestuurd naar de inspectie, deze niet door de inspectie wordt behandeld. Immers, dit brengt de broodnodige veiligmeld-cultuur aan het wankelen. En aan deze cultuur moet juist gebouwd worden, al lijkt deze opmerking wel weer een open deur! Binnen de spoedzorg speelt mee dat je betrokken kunt worden bij een calamiteit waarvan de basisoorzaken ogenschijnlijk bij de ketenpartner ligt. Steeds meer blijkt dat de basisoorzaken door de ketenzorg heen zijn verweven. Zoals bij een huisartsenpost die achteraf gezien een onvolledige triage heeft uitgevoerd en de gecollabeerde patiënt tot tweemaal toe een zelfzorg advies heeft gegeven, omdat de eigen huis-
van start en vinden nog de nodige barrières op de weg. Hier ligt nog een uitdaging voor de ambulancesector: zorg voor structurele afspraken over deze afstemming met de ketenzorgpartners. Tot slot, voor vragen en opmerkingen staat de deur van de inspectie altijd open!
arts had genoteerd dat de patiënt met spierpijn linkerschouder naar de fysiotherapie moest. Als bij een derde collaps de ambulance ter plaatse komt, geven de vlaggen op het ECG echter aan dat het wel een hele bijzondere spier betreft ... Maar
Ontstaan van een incident in de zorg volgens het Gatenkaas model van Reason.
Dit artikel werd geschreven door Trudie van Duin en Pieter-Paul wie geeft in deze casus nu aan dat Vermeulen, inspecteurs bij de Inhet een calamiteit betreft? Spreken spectie voor de Gezondheidszorg. ketenzorgpartners elkaar hierop aan? Binnen het programma EersteDaar waar de inspectie meekijkt, lijnszorg zijn zij gezamenlijk porzien wij soms RAV’s waar dat deze tefeuillehouder Ambulancezorg. afstemming al zeer soepel verloopt. E-mailadressen: t.v.duin@igz.nl en Andere RAV’s gaan schoorvoetend pp.vermeulen@igz.nl zonder laag eigen gewicht door het gebruik van composietmaterialen. Tevens is het de veiligste in Nederland rijdende spoedambulance door de toepassing van een reeks aan passieve en actieve veiligheidsfactoren. Enkele voorbeelden: airbags rond het gehele lichaam voor chauffeur en passagier; actief veiligheidssysteem voor ber werd het eerste exemplaar bij de bescherming van voetgangers; noodremsystemen; RAVU afgeleverd. crash-actieve veiligheidsgordels en hoofdsteunen. De nieuwste uitvoering van de Om optimale patiëntveiligheid te waarborgen is het Mercedes-Benz E–klasse ambulance ambulance-interieur succesvol aan de voorgeschreven heeft een aantal opmerkelijke novi- dynamische testen onderworpen. teiten. Zo is het de milieuvriendeDe nieuwe aanwinst is voorzien van een ergonomisch lijkste ambulance die in Nederland interieur dat voor patiënt en ambulancepersoneel het en Europa in gebruik is voor spoed- vervoer zo comfortabel en gebruikersvriendelijk moeisend vervoer. Het voertuig voldoet gelijk maakt. Zo zijn wanden en kasten vervaardigd aan de Euro 5 milieunorm en kent uit zachte, stootvriendelijke materialen met afgeronde een brandstofverbruik dat een factor hoeken. Ramen in wanden en plafond zorgen voor een twee (!) lager is dan de reguliere ruimtelijk en licht intespoedambulances in Nederland. rieur. De voornaamste Dit wordt veroorzaakt door de gemedische materialen zijn stroomlijnde vormgeving waardoor vanuit de verpleegkuneen uniek lage luchtweerstand digenstoel bedienbaar; ontstaat. Daarnaast zware medische materiis sprake alen zijn zowel van binvan een nenuit als van buitenaf bijbereikbaar.
Nieuwe ambulances RAVU:
veilig en zuinig Sinds 1 november rijdt in de provincie Utrecht een ambulance die kan worden omschreven als de veiligste en milieuvriendelijkste van Nederland. Naast het laagste brandstofverbruik en de laagste kostprijs per kilometer, beschikt de nieuwe ambulance over de laatste noviteiten op het gebied van patiëntencomfort en veiligheid. De RAVU (Regionale Ambulancevoorziening Utrecht) heeft het nieuwe model ontwikkeld in nauwe samenwerking met Visser uit Leeuwarden. Op 26 okto-
Foto’s: Rob Jastrzebski.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 25
MKA VGGM investeert in bekwaamheid centralisten
NTS HAAK een sterke combinatie en
De aanvragen voor ambulancezorg stijgen jaarlijks en daarmee stijgt ook de werkdruk op de meldkamer ambulancezorg (MKA). De bewaking van de kwaliteit van het meldkamerproces wordt daardoor des te belangrijker. Er zijn voorstanders van een strak geprotocolleerd en verplichtend uitvraagsysteem of zelfs een ‘one call, one go’ systeem: elke aanvraag voor een ambulance honoreren. De keuze voor dit systeem wordt ondermeer ingegeven door krapte op de arbeidsmarkt en het niet goed weten hoe de kwaliteit te borgen. De MKA van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM) heeft daar een manier voor gevonden en kiest juist voor het investeren in de aanwezige kwaliteit en competenties van de centralist met een ondersteunend systeem op de achtergrond om de juiste zorg te indiceren. De combinatie van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) in combinatie met de door Gelderland Midden ontwikkelde bekwaamheidsverklaring moet de kwaliteit op de MKA te borgen.
+
teitsverbetering en efficiencywinst van de afzonderlijke meldkamers adequaat te borgen zal men mogelijk adviseren om te komen tot één landelijke organisatie en een schaalvergroting van het aantal meldkamers waarbij tien meldkamers een mogelijk richtgetal is. Het werkgebied van een meldkamer zal dan meerdere veiligheidsregio’s omvatten.
Witte kolom
Het management van de meldkamer ambulancezorg van de veiligheidsregio Gelderland Midden maakt inhoudelijk geen afwachtende pas op de plaats nu landelijk vooral de bezuinigingsmaatregelen in de meld- organisatiestructuur van de meldkaIn ons land wordt per jaar ruim één mers ter discussie staat. Piet Hein miljoen keer een ambulance ingezet kamers: 50 miljoen euro in 2020. Sommige veiligheidsregio’s hebben ten Hacken, manager van de MKA door de 24 meldkamers ambulanGelderland Midden: “Wij gaan zelf initiatieven genomen om tot cezorg. In bijna 700.000 gevallen niet zitten wachten tot er landelijk gaat het om spoedvervoer, de zoge- een bundeling van meldkamers te uiteindelijk iets uit komt rollen, noemde A1 en A2 ritten. De branche komen. De meldkamers van ambuheeft afgesproken dat bij A1 vervoer lancezorg, politie en brandweer van welke richting we uitgaan, weten we voorlopig niet. Er zijn ook nieuwe de veiligheidsregio’s IJsselland en binnen vijftien minuten na de start geluiden dat men vooral wil inzetten Noord Oost Gelderland zijn sinds van de melding een ambulance ter plaatse moet zijn. Bij A2 vervoer is kort samengevoegd tot één gemeen- op versterking van de witte keten. Hoe dan ook, we willen niet stil dat binnen dertig minuten. Alle aan- schappelijke meldkamer. Datzelfde blijven staan en gaan verder met vragen voor ambulancevervoer wor- gaat gebeuren met de meldkamers het streven naar het leveren van den 7 x 24 uur beoordeeld door één van Friesland, Groningen en Drenkwalitatief hoogwaardige meldkathe. Zij gaan als Meldkamer Noord van de 440 centralisten die werkmerzorg. Daarbij gaan we uit van de Nederland samenwerken op één zaam zijn in één van de 24 MKA’s kwaliteit en competenties van onze meldkamer in Drachten. die ons land telt. Bijna alle centraverpleegkundig centralisten. Mensen listen hebben een verpleegkundige met kennis en ervaring. Sturen op Toekomst achtergrond, een aantal centralisten uniformiteit is belangrijk en daarom zijn niet-verpleegkundig en aanvul- Een stuurgroep ‘Meldkamer van is een traject ingezet waarbij iedere de Toekomst’, met leden vanuit lend opgeleid voor zeer specifieke, centralist jaarlijks wordt getoetst op de ministeries van VenJ, VWS en vaak logistieke, werkzaamheden in onderdelen die leiden tot de afgifte Defensie en leden vanuit het Veide MKA. van een bekwaamheidsverklaring en ligheidsberaad, veiligheidsregio’s, het geldig houden daarvan. Ik ben politie, brandweer, ambulancezorg Ontwikkelingen en GHOR, gaat de gewenste richting geen voorstander van uitvraagsysteDe MKA’s zijn volop in beweging. van de Meldkamer van de Toekomst matiek die de centralist dwingt tot Enerzijds vanuit de wens van de het consequent en verplicht volgen branche om te komen tot kwaliteits- formuleren inclusief een plan van van voorgeschreven vragen, het neverbetering en vergroting van de ef- aanpak. Hierbij gaat het niet alleen men van beslissingen en het geven om de meldkamers ambulancezorg ficiency en effectiviteit. Anderzijds maar ook om de meldkamers van de van adviezen volgens vastgelegde is het de politiek die de noodzaak tot efficiencyverbetering oplegt door politie en de brandweer. Om kwali- scripts. ProQA is een voorbeeld
26 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
van zo’n systeem. Er hoeft dan nog nauwelijks te worden nagedacht en of dat zo efficiënt is en of er dan nog sprake is van kwalitatief hoogwaardige zorg betwijfel ik. Daarnaast zie ik het als uitholling van het vak van verpleegkundig centralist. Zo’n systeem zal mogelijk ook leiden tot veel meer ambulanceritten en daarmee de ambulancezorg onnodig duur maken. Dat de verpleegkundig centralist als meldkamerspecialist gebruik maakt van een landelijke standaard, zoals de huidige Landelijke Standaard Meldkamer Ambulancezorg (LSMA), of in de toekomst met NTS is prima en draagt bij aan uniform werken. Begin 2012 gaan wij een pilot draaien met het triagesysteem NTS. Samen met de door ons ontwikkelde bekwaamheidsverklaring wordt dat een sterke combinatie om de kwaliteit op de MKA te borgen. Door gebruik van het ondersteunende uitvraagprotocol NTS wordt de uitvraagmethodiek en de urgentiebepaling geborgd en door de jaarlijkse afgifte van een bekwaamheidsverklaring wordt de specialistische kennis van de centralist getoetst en bewaakt.”
naar de prijs-kwaliteit verhouding welke in overeenstemming moet zijn binnen het gehele proces van de ambulancehulpverlening en waarbij rekening wordt gehouden met bezuinigingen en beschikbare middelen. De bekwaamheidsverklaring voor de centralisten van de MKA van Gelderland Midden wordt afgegeven door de medisch manager ambulancezorg (MMA) wanneer aan een zestal onderdelen is voldaan of een Bekwaamheidsverklaring voldoende is behaald. Het gaat om De bekwaamheidsverklaring is door verplichte scholingen, de HAAK+ de MKA Gelderland Midden ontprocedure, een lotustoets, de jaarwikkeld om kwaliteit te borgen, de lijkse theorietoets, de individuele verpleegkundig centralisten bevoegd managementrapportage en als laatste en bekwaam te houden, kwaliteit het jaargesprek. Wanneer op een van meetbaar te maken en uniform te de onderdelen onvoldoende wordt werken. Daarbij wordt ook gekeken gescoord kan de MMA de bekwaam-
heidsverklaring intrekken en in gezamenlijkheid met de opleider, het bureauhoofd MKA en de betreffende centralist een individueel scholingstraject bepalen en afstemmen. 1. De verplichte landelijke en regionale scholingen dienen allen bijgewoond te zijn om aan het verplichte aantal scholingspunten te voldoen. Dat zijn de SOSA bijscholingen, regionale trainingen en opleidingen, opschalingsoefeningen en multidisciplinaire scholingen en trainingen. 2. HAAK+ staat voor Huisartsen Ambulance Acute zorg Kwaliteitssysteem, een professioneel toetsmiddel om op objectieve wijze meldingsgesprekken te beoordelen
(vlnr) Frank Berg, dagvoorzitter, Piet Hein ten Hacken, hoofd MKA VGGM en Tessa Postuma,centralist en ROC MKA VGGM. Presentatie van de bekwaamheidsverklaring van en door de MKA VGGM tijdens Windkracht 12 Bft., het symposium voor MKA centralisten. (Foto: Gertjan Koster.)
Overzichtsfoto GMK Gelderland Midden. Fotograaf: Gerard Pijnenburg Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 27
Een deel van de scorelijst HAAK+.
op gebied van vakkennis, communicatie en werken volgens protocollen en procedures. Daarnaast wordt bij HAAK+ ook gekeken naar het wel of niet aanwezig zijn van voor de MKA verpleegkundige belangrijke competenties. De procedure van HAAK+ bestaat uit een maandelijkse audit van vijf gesprekken met behulp van een vastgestelde scorelijst. De beoordeling wordt gedaan door intern opgeleide MKA-centralisten. Per jaar zijn er vier coachgesprekken tussen de centralist en de ROC van de MKA welke schriftelijk worden vastgelegd en na goedkeuring naar het hoofd van de MKA gaan. De verpleegkundig centralist, de ROC en het hoofd MKA geven gezamenlijk uitvoering aan gemaakte afspraken. 3. De jaarlijkse lotustoets bestaat uit het aannemen van een fictieve 1-12 melding met melderinstructie. In een andere ruimte bevindt zich een lotus slachtoffer en de melder en wordt precies gehandeld volgens de instructies van de centralist. 4. De jaarlijkse theorietoets vindt plaats via een open boek procedure en bestaat uit een vijftigtal vragen waarbij de werkprocedures, het gebruik van de LSMA en medische kennis getoetst worden. 5. De individuele managementrapportage bestaat uit coachgesprekken die minimaal vier maal per jaar worden gehouden tussen de kwaliteitscoach en de centralist. Het coachgesprek is een gestructureerd gesprek met als doel het functioneren en ontwikkelen van de kwaliteiten en competenties van de centralist en de onderlinge samenwerking te bespreken. Het huidige en het voor de toekomst gewenste functioneren staat centraal. 6. Het jaargesprek is een gestructureerd gesprek tussen de centralist
en de leidinggevende om het functioneren en de ontwikkeling van de centralist en de onderlinge samenwerking te bespreken. Het huidige en voor de toekomst gewenste functioneren staat daarin centraal.
NTS
De Nederlandse Vereniging Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen (NVSHV), Ambulancezorg Nederland (AZN) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) werkten sinds 2005 samen aan de ontwikkeling van één standaard voor triage in de keten voor acute zorg, dus ook voor de ambulancezorg. Ondertussen is voor het NHG de fase van testen voorbij en heeft het NHG de NTS-ketenstandaard verwerkt in de NHG-TriageWijzer. Wat betreft de ambulancezorg starten een aantal regio’s, waaronder Gelderland Midden, op korte termijn met een pilot. De ervaring leert dat de komst van de NTS in een applicatie een behoorlijke impact heeft op de denken werkwijze van de triagist op de HAP. Met behulp van een goede voorbereiding en ondersteuning tijdens de eerste gebruiksperiode kan men het gebruik van de NTSapplicatie snel onder de knie krijgen. De ervaring, na de pilot, is dat de triagist na een korte en intensieve gebruiksperiode de NTS-applicatie als ondersteunend ervaart en dat de eigen ervaringen en inzichten cruciaal zijn.
Conclusie
De visie van de meldkamer ambulancezorg Gelderland Midden is dat centralisten professionals zijn die binnen de kaders van de landelijke protocollen volledig zelfstandig opereren en zelf verantwoordelijk zijn voor de indicatiestelling en de uiteindelijke zorgtoewijzing. Daar kan het NTS, als uitvraagprotocol, een steunende rol in spelen. Ook omdat het NTS beter aansluit bij de keten van de acute zorg dan andere
28 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
systemen. In veel regio’s wordt samen met de huisartsen(posten) gekeken naar het samen versterken van de keten. Het zou logisch zijn om dan via het NTS ook het protocollair werken op elkaar af te stemmen zodat de acute zorg ‘dezelfde taal’ spreekt. De genoemde verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat de MKA centralisten, buiten de verplicht aangeboden scholingsactiviteiten, ook zelf verantwoordelijk zijn voor het op peil houden van het niveau van kennis en vaardigheden. Het scholingsplan biedt de centralist genoeg mogelijkheden om aan die professionele standaard te voldoen of om daar te komen. Vanuit andere meldkamers ambulancezorg is al belangstelling getoond voor de wijze waarop de MKA Gelderland Midden het traject bekwaamheidsverklaring organiseert. Met name de presentatie van de bekwaamheidsverklaring van Gelderland Midden op het symposium voor meldkamercentralisten, Windkracht 12 Bft., door Tessa Postuma (ROC MKA) op 28 september heeft ervoor gezorgd dat een aantal MKA’s een afspraak met Gelderland Midden hebben gemaakt om zich nader te laten informeren over de bekwaamheidstoets en HAAK+. De MKA van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) gaat uit van de eigen kracht en zorgt voor kwaliteit op de meldkamer. Discussie over nieuwe triagesystemen wordt niet uit de weg gegaan maar er moet een duidelijke meerwaarde zijn. VGGM kiest voor ‘wit’ op de MKA waarbij basiskennis, getoetst via HAAK+, samen met een ondersteunend protocol in de vorm van de LSMA of het NTS noodzakelijk zijn voor een goede triage. Piet Hein Ten Hacken: “Beter een goede bol, dan teveel protocol …” Dit artikel werd geschreven door Gerard Pijnenburg, hoofdredacteur en verpleegkundig centralist.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 29
Interview met Patricia Cuelenare, adviseur Registers V&V
Bestuurlijke
duizendpoot
met het hart op de werkvloer Patricia Cuelenaere (47) is getrouwd met Freek en trotse tante van vijf neefjes en nichtjes. In 1958 strijkt het gezin Cuelenaere neer in Oostelijk Flevoland als ‘polderpioniers’. In het jaar 2000 komt Patricia in de wereld van de ambulancezorg terecht. Niet op de ambulance maar als manager/secretaris van de BVA (beroepsvereniging ambulancezorg), nu de beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg (AZ). Meelopen en meekijken op de werkvloer zijn voor Patricia voorwaarden om adequaat te kunnen besturen en goed beleid te maken. Dit jaar is Patricia gestopt met haar werkzaamheden voor V&VN AZ en is zij voor V&VN werkzaam als adviseur Registers V&V. Reden om samen met haar terug te blikken en vooruit te kijken.
Patricia deed de lerarenopleiding Engels/Geografie, studeerde Engelse taal en letterkunde aan de Universiteit van Nijmegen, volgde het Masters Programma Procesmanagement, Spoedzorg en Gezondheidsrecht en mag zich ‘doctorandus’ noemen. Voor zij begon als bestuurder bij de BVA werkte Patricia binnen het onderwijs, uitgeverij, consultancy en KPN International. “In 2000 kwam ik een advertentie in de Volkskrant tegen waarin de Beroeps Vereniging Ambulancezorg op zoek was naar een manager/secretaris. Op dat moment was ik bijna rond met een multinational voor een nieuwe baan. Maar de advertentie van de BVA triggerde mij, werken met mensen trok mij veel meer dan werken met geld. Ik solliciteerde en werd uitgenodigd. De sollicitatiecommissie leek met tien mensen wel een tribunaal. Een commissie van bestuurders maar ook met mensen van de werkvloer: een ambulanceverpleegkundige, ambulancechauffeur, ROC-er en een meldkamercentralist. Ik werd gegrepen door de verhalen over hun werk.” Hoewel er meerdere kandidaten waren en het gesprek over een aantal rondes zou
gaan, werd Patricia op weg naar huis al gebeld met de mededeling dat ze was aangenomen. Duizendpoot, generalist, spin-inhet-web, pionier, bouwer, een echt mensenmens … Het zijn kwalificaties die vaak genoemd worden als je collega’s van Patricia vraagt om haar te typeren. Kwalificaties waar Patricia zichzelf ook wel in herkent. “Dat komt omdat ik werk doe waarin ik mij thuis voel, waarin het om mensen gaat en waarin ik mijn expertise kwijt kan.” Patricia
vak dat om mensen gaat moet je zelf ook de werkvloer opgaan, vind ik. Begrijpen wat er speelt waardoor je de bestuurlijke en operationele kant kunt integreren, dat is belangrijk. Ik moet zeggen dat ik altijd, waar ik ook kwam, met grote openheid ben ontvangen. En wat ik zo mooi vind aan de ambulancezorg: wat er binnen een organisatie ook speelt, de patiënt staat overal centraal.” In 2006, na de fusie van de BVA naar de landelijke beroepsvereniging van Verpleegkundigen en Verzorgen-
“de patiënt staat overal centraal” blijkt geen bestuurder en beleidsmaker vanachter een bureau te zijn. “In de jaren dat ik als bestuurder in de sector werkte, heb ik tientallen ritten op ambulances in verschillende regio’s meegereden. Ik heb de meeste MKA’s bezocht en daar aan de meldtafel meegeluisterd en gekeken en ook een dag meegevlogen op de traumahelikopter. In een
30 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
den Nederland (V&VN) werkte Patricia bij V&VN in een combifunctie van contactpersoon bij de V&VN afdelingen Acute Zorg en als trekker van deskundigheidsgebieden in het Kwaliteitsregister V&V. Daardoor was zij op de achtergrond, als adviseur, nog steeds betrokken bij de beroepsvereniging. Sinds 1 januari van dit jaar is Patricia adviseur Registers
V&V. Zij is verantwoordelijk voor registratie, herregistratie en erkenningen binnen het Kwaliteitsregister V&V, het Verpleegkundig Specialisten Register en het toekomstige Register Zorgprofessionals. Daarnaast is zij trekker van de ontwikkelingen binnen de deskundigheidsgebieden
Er liggen belangrijke ontwikkelingen in het verschiet met betrekking tot de Registers V&V. “Op 8 maart 2012 worden de nieuwe beroepsprofielen gepresenteerd op basis van CanMED’s rollen en ook zal in 2012 gestart worden met PE-online, een digitale portfolio- en herregistratie-
“altijd met grote openheid ontvangen” en trekker van juridische vraagstukken met betrekking tot Registers V&V en ook nog secretaris van het College Kwaliteitsregister i.o. en de Commissie van Beroep.
De beroepsvereniging V&VN AZ zal de directe betrokkenheid en inzet van Patricia zeker missen. Maar de lijntjes blijven kort. “Ik ben aanspreekbaar als er vragen zijn of als er om mijn mening gevraagd wordt. De ambulancezorg en de beroepsvereniging hebben een vaste plaats in mijn hart. Het feit dat zij vanaf het begin het Kwaliteitsregister zo positief omarmen, dat de diverse vakgroepen groeien en actief zijn en ook dat zij zich als beroepsvereniging niet isoleren maar contacten onderhouden en samenwerken met andere organisaties binnen de acute zorg, dat zijn hele sterke kanten van V&VN AZ.”
systematiek. PE staat voor PermaDit artikel werd geschreven door nente Educatie en is bedoeld voor de Gerard Pijnenburg, hoofdredacteur professional, de beroepsgroep en de en verpleegkundig centralist. opleidingsinstituten. (Zie ook www. pe-online.org, red.).”
Oefenen in Rijswijk Op 1 en 8 oktober namen geneeskundige hulpdiensten uit de regio Haaglanden deel aan een realistische rampenoefening in Rijswijk. De oefening richtte zich op de samenwerking en communicatie tussen de verschillende geneeskundige hulpdiensten tijdens een incident. Voor de oefening werd een incident geënsceneerd, waarbij zich een gasexplosie voordeed in een gebouw. Door de gasexplosie raakte het gebouw zwaar beschadigd en vielen er diverse gewonden zowel binnen als buiten het pand. Voor een zo realistisch mogelijke oefening werd er met Lotusslachtoffers ge-
werkt. De oefeningen vonden plaats op de oefenlocatie Overvoorde in Rijswijk. Aan de oefening hebben ambulancediensten uit Haaglanden en Hollands-Midden, de meldkamer, verschillende GHOR-sleutelfunctionarissen (waaronder een Officier van Dienst Geneeskundig, Hoofd Gewondennest en een Coördinator gewondenvervoer) en een SIGMAteam deelgenomen. Ondersteund door één tankautospuit van de brandweer. Voor het eerst namen ook tien huisartsen van de Huisartsenkring Haaglanden deel aan de oefening en vier ziekenhuizen in de regio: het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft en de Haagse zieken-
huizen MCH Westeinde, Bronovo en het HAGA Leyenburg. De oefening werd georganiseerd door GHOR Haaglanden. Volgens Marianne Barendrecht (beleidsmedewerker opleiden, trainen en oefenen), kan er terug gekeken worden op twee leerzame dagen: “Oefenen baart zeker kunst. Deze oefendagen bieden de mogelijkheid om de puntjes op de i te zetten en om nieuwe procedures en functionarissen te beoefenen. Uniek was dat de huisartsen mee oefenden op de incidentlocatie. Dergelijke oefeningen dragen zeker bij aan het nog sterker maken van de geneeskundige keten.”
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 31
Houston, we have a medical
Nederlandse ambulanceverpleegkundigen op werkbezoek in Houston en Amerika hospitale zorg in Houston aan den lijve ondervonden door een bezoek te brengen aan de Emergency Medical Service (EMS) van Houston.
huis. De paramedics bemannen met één of twee collega-paramedics een voertuig, de ‘ALS-squads’. Daarin rijden ze, gelijkertijd met een ambulance (BLS-squads), naar spoedmelOp bezoek in Houston dingen. We hebben twee avonddiensten In Houston worden spoedeisende meegewerkt met de paramedics hulpverleningen (zeg maar onze van het Houston Fire Department A1- en A2-ritten) en het vervoer van (HFD). Veel ambulancediensten deze patiënten uitgevoerd door pain de Verenigde Staten maken deel ramedics/EMT`s van de HFD. Partiuit van de brandweer. Elke brandculiere ambulancediensten en ambuweerman is ook emergency medical lances van de ziekenhuizen nemen technician (EMT, vergelijkbaar het poliklinische en interklinische met EHBO-niveau in Nederland) vervoer voor hun rekening. en heeft zowel dienst op de brandAls de meldkamer in Houston een weerwagen als op de ambulance, die 911-melding heeft gekregen, sturen De reis naar Houston is een ondezelfde standplaats hebben. Elke derdeel van de opleiding tot verze een ambulance én een ALS-squad ambulance heeft twee EMT`s, die pleegkundig specialist (VS) aan de naar het betreffende adres. De meldHogeschool Rotterdam, met het doel afwisselend chauffeur en patiënten- kamer is verplicht bij iedere melding om de rol van de nurse practitioners begeleider zijn. Ook maakt men in een ambulance te sturen (‘one call Houston gebruik van paramedics. (NP`s) in de Verenigde Staten te one run’). De paramedics van het vergelijken met die van de verpleeg- Dit zijn brandweermannen/EMT`s ALS-squad nemen de zorg voor de die de prehospitale spoedeisende kundig specialisten in Nederland. patiënt voor hun rekening. Afhanhulp interessant vinden en ervoor Het programma bestaat uit het obkelijk van de melding (bijvoorbeeld serveren van de NP`s van de afdelin- kiezen deze opleiding te volgen. bij een onwelwording) wordt ook Daarin leren zij omgaan met protogen ‘intensive care’, ‘spoedeisende nog een brandweerwagen (autospuit hulp’ en ‘forensische geneeskunde’, collen en specifieke verpleegtechmet 4 EMT`s, de standaardbezetnische handelingen. De opleiding maar ook uit het geven van presenting) meegestuurd voor hand- en vindt grotendeels plaats op de taties in de ziekenhuizen. Rogier, spandiensten. Tijdens ons bezoek Juliette en Petra hebben ook de pre- spoedeisende hulp van een ziekenaan Houston stonden we in een slaapkamer waar een patiënt op bed lag met (waarschijnlijk) een psyOpleidingen chogeen beeld. Hierbij waren acht (!) personen van de EMS aanwezig. EMT: Bij incidenten op straat is het nog Amerikaanse ‘colleges’ (zeg maar onze ROC`s) en sommige ziekenhuizen, bieveel drukker, want dan rijden er ook den deze opleiding aan. De opleiding duurt drie maanden en maakt vaak deel uit van een groter curriculum (bijvoorbeeld een opleiding tot paramedic). Indien afge- nog politie-eenheden mee. Wetende dat alle hulpverleningsdiensten hun sloten, dan is de cursist EMT-Basic. zwaailampen aan laten staan op de plaats van de hulpverlening (ook als Paramedic: ze binnen zijn), kun je je voorstelOok de opleiding tot paramedic is een combinatie van werken en leren en is een len wat een circus dat geweest is: voortzetting op de opleiding tot EMT. Colleges bieden, in samenwerking met niet alleen keurig blauw licht, zoals ziekenhuizen, deze opleiding aan. De opleiding vergt een investering van 750in Nederland, maar ook rood, wit 1500 uur (dus een ½ tot bijna 1 jaar, als ze fulltime werken). In deze uren worden en oranje licht behoort tot de stantheorie en praktijkonderwijs aangeboden. Eenmaal afgesloten, is de cursist EMTdaardkleuren. De paramedics rijden Paramedic. De cursist doet de opleiding als hij of zij in dienst is van de HFD. niet altijd mee naar het ziekenhuis. Wanneer geen verpleegtechnische http://www.firemanemtparamedic.com handelingen zijn verricht en deze
Ambulanceverpleegkundigen Rogier Evenhuis en Juliette Hereijgers van de RAV Brabant Midden-West-Noord namen in november 2010, samen met Petra Frankhuizen van Artsen zonder Grenzen, deel aan een studiereis naar Houston, USA. Vier maanden later kwamen vijf Amerikaanse Nurse Practitioner-studenten uit Houston over naar Nederland. Zij reden een dag mee met een rapid responder van de RAV Brabant Midden-West-Noord. Hoe de Nederlanders het Amerikaanse systeem ervaren hebben en vice versa, leest u in dit verslag.
32 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
problem …
aanse NP’s in Nederland De stad Houston heeft 2,2 miljoen inwoners. In 2009 heeft de EMS Houston op 229.004 meldingen gereageerd. De drukste ambulance had dat jaar 5057 inzetten (gemiddeld 14 ritten per 24 uur). De drukste ALS-squad heeft in 2009 op 5780 meldingen gereden. De drukste ambulance supervisor heeft dat jaar meegereden met 2646 meldingen (gemiddeld 7 per dag).
Zij hebben, zoals in Nederland de rapid responders, alles bij zich om spoedeisende hulp op te starten. Tijdens de dienst heeft de senior de radio open staan om mee te luisteren Het streven van de HFD is om met alle voertuigen en meldingen een BLS-voertuig (ambulance van de HFD in de betreffende regio. met EMT`s) of een first responder Ook krijgt de senior de elektroni(autospuit met 4 EMT`s) binnen 4 sche communicatie in beeld: statusminuten ter plaatse te hebben en sen en elektronisch berichtenverkeer een ALS-squad binnen 8 minuten. (vergelijkbaar met ons CityGis). De senior kan besluiten om mee te 24 uur per dag (paramedics/EMT`s rijden met een bepaalde melding om in Houston werken 24 uurs-diensten) ter plaatse de EMT`s en paramedics staan er 88 EMS-voertuigen klaar. te begeleiden en te observeren. WanDit zijn 37 ALS-squads en 51 BLSneer de patiënt in het ziekenhuis is voertuigen. Gemiddeld reageert elke gebracht, geeft de senior feedback 3 minuten een EMS-eenheid op een op het handelen van de EMT`s en 911-melding. paramedics. Door te observeren krijgt de senior een beeld van de 1)http://www.houstontx.gov/fire/# werkwijze van de EMT`s en paramedics en kan hij of zij de eventuele scholingsbehoefte bepalen. Deze ook niet in de lijn der verwachting scholingsbehoefte werkt de senior liggen, wordt een patiënt door het uit in een cyclisch scholingsproEMT-team met de ambulance vergramma, omdat de senior ook na de voerd. Als een patiënt wel bedreigde scholing de EMT`s en de parameof verstoorde vitale functies heeft, dics observeert. Soms concentreert nemen de paramedics de ambulance de aandacht van de senior zich op over. bepaalde personen, zoals nieuwelingen of EMT`s/paramedics waarvan Senior paramedic bekend is dat ze onder niveau presNaast de ambulances, brandweerteren. Tenslotte fungeert de senior wagens en ALS-squads rijdt er als supervisor tijdens incidenten met in elke regio in Houston ook een meerdere slachtoffers (vergelijkbaar senior-paramedic rond in een squad- met onze OVDG). Leuk detail is dat car. Deze senior heeft de rang van de cultuur van de paramedics op de ‘captain’ en heeft zijn of haar sporen standplaatsen vrijwel gelijk is aan verdiend binnen de HFD. De functie die van de ambulancehulpverleners van captain is erg breed. Hij of zij in Nederland: heel relaxed! kan meerijden met hulpverleningen, De paramedics werken net als wij om met een hulpverlening te starten. met protocollen. De protocollen die
zij gebruiken lijken ook erg op die van ons, zoals het protocol ACS. Wel valt op dat de protocollen heel letterlijk worden afgewerkt en dat er geen ruimte is om hiervan af te wijken. Weinig ruimte is er ook in de beslissing om de patiënt mee te nemen. Elke patiënt die mee wil naar het ziekenhuis, móet vervoerd worden. Alleen als de patiënt vervoer weigert, mag de paramedic de patiënt thuis laten. Dat gaat wel gepaard met formulieren waarin ondertekend wordt dat de patiënt, tegen advies in, niet mee wil naar het ziekenhuis. Voor een aantal zaken is de senior nodig, zoals het geven van (extra) pijnstilling of sedatie. Alleen de senior mag opioïden zoals fentanyl toedienen. Voor vervoer naar een specifiek ziekenhuis moet contact worden opgenomen met de leidinggevende SEH-arts van dat ziekenhuis. In de ziekenhuizen viel ons op dat de verpleegkundigen en NP`s een zeer hoog kennisniveau hebben van anatomie en fysiologie en heel erg trots zijn op hun vak. In de ziekenhuizen en ook prehospitaal verloopt alles zeer efficiënt en snel. Een hulpverlening van meer dan twintig minuten bij de mensen thuis is een uitzondering voor de paramedics en de EMT`s. Ook een verblijf van meer dan een half uur op de spoedeisende hulp komt niet snel voor. Opvallend hierbij, en misschien wel een reden voor de snelle hulpverleningen, is dat er in de acute hulpverlening weinig aandacht wordt besteed aan psychosociale zorg.
Twee bezoekende NP`s in opleiding samen met twee rapid responders van de RAV Brabant MWN. V.l.n.r.: Desiree Quinn, Paul Goeyers, Tami Brown, Rogier Evenhuis.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 33
Rechts: VS in opleiding Rogier Evenhuis krijgt uitleg van de piloot Mac Garrison van één van de vier (trauma) helikopters van Harris County.
VS in opleiding Rogier Evenhuis samen met paramedics Jim Turner (linker foto) en Juan Delgado van het ALS-squad ,voor de squadcars, waarmee ze hebben gereden tijdens een avonddienst.
titioner-studenten van de ‘Houston Woman University’ over naar Nederland met hetzelfde doel: de rol van de Amerikaanse NP vergelijken met die van de Nederlandse VS. De Amerikaanse NP`s hebben in de zeven dagen dat ze in Nederland waren, verschillende Nederlandse VS bezocht op hun werkplek. Zo waren bijvoorbeeld kinderafdelingen, poliklinieken, spoedeisende hulp en IC`s onderdeel van hun studietour. Meerijden Naast hun bezoeken aan de VS in de Nederlandse gezondheidszorg, reden ze allen een dag mee met de rapid responders van de RAV Brabant Midden-West-Noord. De reden dat hiervoor is gekozen, is dat de rapid responders konden meerijden met hulpverleningen van de ambulances. Daarnaast konden de rapid responders in leeglooptijd langs huisartsenposten en SEH`s. Op die manier konden de NP`s een zo compleet mogelijk beeld krijgen van de Nederlandse prehospitale zorg. Op vier van de vijf stagedagen was de rapid responder een VS in opleiding; één Voor een Nederlandse ambulancevan hun tijd ook bezig met vluchten dag was dit een ervaren ambulanceverpleegkundige die aanwezig is bij die wij B-ritten zouden noemen: verpleegkundige. De Amerikaanse een Amerikaanse hulpverlening is overplaatsingen en ambulancevluch- NP`s hebben diensten meegewerkt dat wel even wennen, als je ziet dat ten tussen ziekenhuizen in verschil- in Roosendaal en Breda. De Ameride patiënt psychosociale zorg nodig lende staten van de USA. De dienst kaanse NP`s hadden zich een aantal heeft maar dit niet krijgt. die we meemaakten was rustig: doelen gesteld. De eerste was het een ongeval met beknelling buiten ‘ontdekken’ van de prehospitale zorg Helikopters Houston en twee ‘proefvluchten’ in Nederland. Het tweede was het Ten slotte hebben we een dienst boven downtown Houston. Bovenop ervaren van de Nederlandse cultuur, meegevlogen met de (trauma)helihet Hermann Memorial Hospital in de gezondheidszorg, maar ook kopter van Houston. Vier helikopters (één van de twee traumaziekenvan de Nederlandse burgers en hun rondom Houston dekken de County huizen) zijn vier landingsplaatsen. huishoudens. Beide doelen hebben of Harris, dit is ‘de gemeente’ waar- Opvallend detail: de helikopters ze behaald, gaven zij aan. toe Houston behoort. Harris County worden primair ingezet, dus nooit De prehospitale zorg was de NP`s heeft bijna 3,5 miljoen inwoners. ter assistentie van ambulancehulpnatuurlijk niet onbekend: bijna alDeze helikopters vliegen alleen bui- verleners, zoals in Nederland. Zoals lemaal hebben ze ervaring in de ten de stad, in de stad zelf mogen ze gezegd werken ze soms samen met acute zorg in het ziekenhuis en daarniet landen. Ze worden bemand door paramedics ‘op de grond’ (zoals bij bij kwamen ze vaak in aanraking een piloot, een verpleegkundige en grote ongevallen). Meestal worden met de paramedics. Er was echter een paramedic. Deze mensen werze echter (naast de ‘B-vluchten’) niemand bij die een dienst had meeken allemaal fulltime op de helikop- ingezet voor een ‘normale’ hulpver- gewerkt op de ambulance. Dat komt ter. Er worden verschillende soorten lening waarbij geen ambulance of omdat de prehospitale spoedeisende vluchten uitgevoerd. Net zoals in ALS-squad ter plaatse is. Meestal zorg een taak is van de brandweer Nederland zijn ze inzetbaar bij gro- gaat het hier om plattelandsgebieden (de ‘rode kolom’) in plaats van de tere incidenten, zoals ongevallen in Harris County, waar de lokale gezondheidszorg (de ‘witte kolom’) buiten de stad. Maar meestal doen brandweer of de dorpsdokter als en omdat de prehospitale zorg ze ‘normale’ hulpverleningen zoals eerste ter plaatse is. (afgezien van de helikopters) geen bij patiënten met cardiale klachten verpleegkundige invulling kent of epileptische insulten (het ‘geBezoek van Amerikaanse zoals in Nederland. Ze waren erg wone’ ambulancewerk dus), waarbij NP’s onder de indruk van wat de invulling afstand een issue is. De helikopters Vier maanden na ons bezoek aan van de Nederlandse ambulancevervan Houston zijn een groot gedeelte Houston, kwamen vijf nurse pracpleegkundige inhoudt. Zij spraken
34 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
uit dat onze prehospitale zorg mogelijk beter voor de patiënt is door de inzet van verpleegkundigen, die veel meer mogen op het gebied van bijvoorbeeld pijnbestrijding en meer beslissingsbevoegdheid hebben dan de paramedics in de USA. Volgens de Amerikaanse bezoekers zijn onze hulpverleningen een stuk patiëntvriendelijker door de aandacht voor psychosociale zorg. Het thuislaten van de patiënt is iets waar zij zich zeer over verbaasden. Zoals eerder gezegd is dit in Amerika een ondenkbare situatie. Iets anders wat hen opviel was de houding waarmee de Nederlandse ambulanceverpleegkundigen en –chauffeurs hun werk doen: zeer relaxed en met veel aandacht voor de patiënt. Veel waardering werd uitgesproken over de tijd die we nemen om de patiënt gerust te stellen, te informeren en (bij geen vervoer) verder op weg proberen te helpen: iets waar we heel trots op kunnen zijn. Niet alleen de tevredenheid van de patiënt is hiermee gediend, ook de kosten van de hulpverlening zullen aanzienlijk lager zijn: het scheelt nogal of je een hulpverlening met 2 man (NL) of met 4-8 man (USA) doet. Huisartsen Ook het Nederlandse huisartsensysteem en de rol binnen de prehospitale zorg was een eye-opener voor de NP’s. De SEH`s in Houston puilen vaak uit van de patiënten. Om 10.00 uur zit er gerust 80 man in de wachtkamer, soms loopt de wachttijd (in het bijzonder voor onverzekerden) op tot meer dan 24 uur! Een huisartsensysteem zoals in Nederland zou hierin een heleboel verlichting bieden. De trend dat steeds meer huisartsenposten zich huisvesten naast SEH`s zou zeer welkom zijn in Houston, aldus één van de NP`s. Het thuiskomen bij de mensen is een gemeenschappelijk voorrecht van de ambulancezorg, huisartsendiensten en EMT/paramedics. De bezoekende Amerikaanse NP`s werken alleen in het ziekenhuis en voor hun was het een hele ervaring om een kijkje binnen de Nederlandse huishoudens te nemen. Tijdens de hulpverleningen van de rapid responders hebben zij kunnen ervaring hoe ‘de Nederlander’ eigenlijk leeft. Dat heeft grote
waren er ook verschillende aspecten van de Nederlandse gezondheidszorg waar de bezoekende NP`s zeer positief over waren. Ook leverde de uitwisseling kritische vragen op over de beide systemen. Een studietour Een leerzame ervaring De Amerikaanse prehospitale acute naar een ander land, dat aan de ene kant voorop loopt in de gezondzorg is anders georganiseerd dan in Nederland. Veel meer hulpverleners heidszorg, maar aan de andere kant zijn bezig met een patiënt. Daardoor nog heel wat haken en ogen heeft zitten aan het gezondheidszorgzijn de ambulancehulpverleners in Houston veel minder lang ter plaat- systeem, is erg leerzaam en ‘eyeopening’ geweest voor mij en mijn se, vergeleken met de Nederlandse situatie. Ondanks dat er veel mensen studiegenoten. ter plaatse zijn, wordt er weinig aandacht besteed aan psychosociale zorg. Volgens de Amerikaanse NP`s Dit artikel werd geschreven door wordt hier in de Nederlandse acute zorg veel meer aandacht aan besteed Rogier Evenhuis, ambulanceverpleegkundige, verpleegkundig speen unaniem vinden zij dit een zeer goede eigenschap van de Nederland- cialist in opleiding, RAV Brabant Midden-West-Noord. se manier van hulpverlenen. r.evenhuis@ravbrabantmwn.nl De senior-paramedic die in Houston meerijdt met de hulpverleningen van Met dank aan: Petra Frankhuizen, ambulanceparamedics/EMT`s heeft een grote verpleegkundige, verpleegkundig meerwaarde voor de prehospitale specialist in opleiding Artsen zonder zorg in Houston, door het geven van feedback en het bepalen van de Grenzen; Juliette Hereijgers, ambulancescholingsbehoefte. Op die manier verpleegkundige, verpleegkundig wordt de werkelijke praktijk geobspecialist in opleiding, RAV Brabant serveerd, in plaats van het toetsen Midden-West-Noord; op basis van profchecks zoals in Paul Goeyers, ambulanceverpleegNederland. kundige RAV Brabant MiddenZoals wij bewondering hadden voor West-Noord; Linda Toet, communicatieadviseur sommige aspecten van het Amerikaanse gezondheidszorgsysteem, zo RAV Brabant MWN. indruk op ze gemaakt en achteraf noemden zij dit een van de waardevolste ervaringen die ze in Nederland hebben opgedaan.
De (trauma) helikopter waarmee Rogier, Juliette en Petra zijn meegevlogen. V.l.n.r.: Rogier Evenhuis, NP Tonya Page, Juliette Hereijgers, Petra Frankhuizen, verpleegkundige Chivas Guillote en piloot Mark Dekker. Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 35
Wat mij nou
overkomen is….!?
Sterke verhalen doorspekt met humor. Op elke ambulancepost in Nederland zijn ze dagelijks te horen. Het ene verhaal nog mooier dan het andere waarbij collega’s aan de lippen van de verteller hangen. Ambulanceverpleegkundige Sjarrel Vrakking is zo’n verteller. Als vaste cartoonist van het tijdschrift Kritiek en van het bedrijfsnieuws van de RAVU toont hij al jaren zijn humor in vaak hilarische tekeningen. Omdat de verzameling tekeningen en de bijpassende verhalen wel erg omvangrijk werden heeft hij besloten die verhalen te bundelen in een boekje. De gehele clientèle passeert in 49 verhalen de revue: daklozen, prostituees, bankdirecteuren, huisvrouwen, bouwvakkers etc. Om een indruk te geven van zijn avonturen, onderstaand een verhaal dat eerder verscheen in de RAVU-uitgave ‘Synaps’.
‘Soms sla je een flatus ...’
Zo moesten we onlangs als laatste rit van de nachtdienst naar een niet wekbare man met snurkende ademhaling. Het adres was in een klein villawijkje. De echtgenote van het slachtoffer was in paniek de parkeerplaats opgerend. In een peignoir huppelde ze met de handen opgeheven voor de ambu uit. De haastig aangeschoten herenschoenen waren veel te groot, haar sprint werd hierdoor een clownesk galopje.
Binnen ging ze ons voor, de trap op naar de slaapkamer. Naast het echtelijk bed lag een naakte, zwaar behaarde vent van een jaar of zestig. Goed van kleur, royaal snurkend en inderdaad niet wekbaar. De pijnprikkels die ik her en der toediende gaven geen enkele reactie bij de man die volgens de huilende echtgenote een half uur hiervoor nog volledig in orde was. Een blanco voorgeschiedenis, een normale bloedsuiker en een hoge bloeddruk. Na enig vermenigvuldigen, aftrekken en optellen werd 'een verse beroerte' de werkdiagnose. Om de man een kans op herstel te geven moest hij zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Maar hoe? Het inzetten van een hoogwerker was niet mogelijk door de ligging van het pand, til-asistentie vragen vonden we vanwege de draaitrap weinig zinvol. We kozen voor de Rautek-tilmethode, pure heldendom want 'vader' was geen vedergewicht. Aan zijn voeten trokken we de man de vrije ruimte in. Hier kon de Rautek beginnen. Mijn armen pasten maar net om de harige torso. Met uiterste inspanning lukte het de last omhoog te krijgen en richting overloop te sjouwen. Plots trok de man zijn rug hol en strekte met kracht de benen. Door deze inspanning liet de man een scheet met het geluid van een scheepstoeter. Een Zeeuws trekpaard zou zich er niet voor schamen. We raakten in onbalans en maakten slagzij. Een angstig ogenblik was het stil ... Het bleef gelukkig bij lucht! De arm- en beenbewegingen die onze naakte gorilla maakte waren onwillekeurig. Zijn hand die de trapleuning omklemde was niet van plan om los te laten. Met een judobeweging trapte ik zijn zwalkende benen onderuit en ving het gewicht op. Op zijn blote kont gezeten wisten we met uiterste inspanningen de man de trap af de brancard op te vechten, slingerend van links naar rechts. De 'mama del casa' bleef
36 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
tijdens de actie, zonder dat wij hier aandacht aan schonken, onverstaanbaar gillen. Eindelijk, uitgeput maar opgelucht schoven we de naakte mastodont in knie-elleboog houding onze ambu binnen. Later op de SEH sprak de enigszins gekalmeerde echtgenote de legendarische woorden: “Mooi werk heeft u, ik zou het niet kunnen.” “Dat hoeft ook niet”, zei ik, “want voor u is er een boekje. Gele Ritten!” Wim Blommaert, kwaliteitsadviseur RAVU. Het boekje ‘Gele Ritten’ kost 16,95 euro en is onder andere verkrijgbaar via sjarrelvrakking.nl of freemusketeers.nl
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 37
deel van de provincie Ontario. Ontario heeft ca. 13,2 miljoen inwoners en een oppervlakte van 1.076.395 vierkante kilometer (ter vergelijking; Nederland 16,7 miljoen inwoners op 41.284 km2). Ottawa is de hoofdstad van Canada en hier zetelt ook de Canadese regering. Het regeringsgebouw behoort tot de bekendste gebouwen van Canada. In tegenstelling tot Nederland groeit de bevolking van Ottawa tot 2016 met
Afscheid
Bruce Farr , Chief Toronto EMS Canada
bouw, de meldkamer en het logistieke proces. Wij zijn ontvangen door de enthousiaste en inspirerende Chief Antony del Monte die ons heeft rondgeleid. Hij en leden van zijn staf hebben allerlei onderdelen van de organisatie uitgelegd. Ottawa Paramedic Services heeft ongeveer 600 medewerkers in dienst, geen parttimers, dat is het beleid. Er worden ca. 110.000 opdrachten per jaar uitgevoerd. Huisartsenzorg zoals in Nederland kent Een studiereis in 2006 leidde tot men in Ottawa niet. De EMS vangt uitwisselingen tussen Nederland dit grotendeels op; elke melding en Canada. Vooral de warme perwordt gehonoreerd. Volle wachtsoonlijkheid van Bruce Farr en zijn kamers en lange wachttijden op de betrokkenheid bij de ambulancezorg SEH van ziekenhuizen zijn daarvan hebben eraan bijgedragen dat er het gevolg. Ook wordt er wel eens intensieve contacten zijn ontstaan en oneigenlijk gebruik gemaakt van gebleven. De reden om hem destijds deze dienst. Het kan voorkomen dat als spreker voor het ambulancebijvoorbeeld vereenzaamde oude symposium naar Nederland te halen mensen door de EMS doorverwezen was onder andere zijn kennis van de moeten worden naar andere zorginstrijd tegen de SARS waar Toronto stellingen, en dat de EMS wel eens EMS als eerste mee te maken kreeg boodschappen doet voor iemand (zie Vakblad V&VN Ambulancedie dat zelf niet meer kan. Naast de zorg 9/07 of via http://archief.vchv. acute zorg functioneert de Ottawa nl). Een team van Toronto EMS dat Paramedic Services soms ook als door Bruce Farr begeleid werd, was een maatschappelijk vangnet. Dit in oktober 2010 de winnaar van de geeft de EMS een heel sterke maatinternationale ambulancewedstrijd schappelijke positie die zich zeker in Harderwijk. met politie en brandweer kan meten. Het electieve vervoer van patiĂŤnten Ottawa Paramedic Services van en naar een ziekenhuis wordt Op advies van een van de deelnedoor private organisaties gedaan. mers is een bezoek gebracht aan De EMS wordt uit de algemene midOttawa Emergency Medical Service delen van voornamelijk de provincie (EMS). De reden was de locatie, Ontario bekostigd. De meldkamer opzet en indeling van het hoofdgeheeft als werkgebied het oostelijk
Op initiatief van het stichtingsbestuur VCHV (bekend als organisator van het ambulancesymposium en de vakbeurs) werd eind maart 2011 een korte reis georganiseerd om aanwezig te zijn bij de â&#x20AC;&#x2DC;retirement partyâ&#x20AC;&#x2122;van Chief Bruce Farr van Toronto EMS. Veel mensen uit de Nederlandse ambulancesector hebben met hem de afgelopen jaren een band opgebouwd . De deelnemers aan de reis hebben voorts een fabriek, een ambulancedienst en een ziekenhuis bezocht. Hieronder volgt een verkort verslag. Ambulances en paramedic voertuigen klaar voor gebruik in de garage van Ottawa Paramedic Services.
38 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
ongeveer 14 % per jaar. Er is veel toeloop naar de stad. Bij de ambulancediensten in Canada loopt iedereen in uniform. Het maakt niet uit of je chief, logistiek medewerker, centralist of paramedic bent. De functie is herkenbaar aan de uitmonstering op het uniform. Alle rangen en functies hebben als basis de paramedic opleiding. Dus haast iedereen heeft praktijkervaring met het ambulancewerk.
Centraal logistiek systeem
Ottawa Paramedic Services heeft een centraal logistiek proces, ondersteunend aan de ambulancezorg. Dit vindt plaats op de hoofdlocatie op een goed bereikbaar industrieterrein aan de rand van de binnenstad. Op dit industrieterrein hebben ze op een groot stuk grond twee gloednieuwe gebouwen neergezet. Een gebouw voor de meldkamer en een als hoofdgebouw van de Ottawa Paramedic Services. Bijna alle diensten starten en eindigen op de centrale hoofdvestiging. Dat lukt niet helemaal vanwege het grote verzorgingsgebied. Daarom heeft Ottawa Paramedic Services ook nog een paar buitenposten. Het personeel op de buitenposten rouleert met het personeel op de hoofdpost om te voorkomen dat er verschillende culturen ontstaan. Naast het opleiden en bijscholen van de eigen mensen verzorgt Ottawa Paramedic Services ook lekencursussen. Iedere burger kan zich aanmelden voor een reani-
matiecursus. De opleidingsactiviteiten worden door het eigen personeel verzorgd; uiteraard ook weer in het hoofdgebouw. Voor aanvang van de dienst worden de paramedics groepsgewijs ‘gebriefd’ door de chief van dienst. Dan verzamelt iedereen zijn uitrusting en vertrekt met het toegewezen voertuig naar de standplaats. Aan het einde van de dienst wordt de ambulance een groot bewaakt terrein opgereden. De bemanning gaat naar huis en een ploeg logistieke medewerkers neemt de ambulance over. Bij het eigen tankstation wordt de auto volgetankt en vervolgens naar binnen gereden en van binnen en buiten schoongemaakt. Alle tassen en koffers zijn verzegeld; als een zegel verbroken is wordt er een nieuwe verzegelde tas of koffer ingezet. De patiëntenapparatuur en de technische staat van de auto worden gecontroleerd en vervolgens in een grote hal klaar gezet voor een volgende ploeg. Dit gebeurt ook met de voertuigen voor de rapid responder en de chiefs (OvdG) op straat. Om de 43 dagen wordt ieder voertuig speciaal onder handen genomen voor een grote boenbeurt inclusief de stoelen en het dashboard. De paramedics hebben allemaal een persoonlijke kit met opiaten. Deze kit mag niet mee naar huis maar wordt opgeborgen in een persoonlijke metalen kluis in de centrale hal. De inkoop van alle benodigde mid-
delen, medicijnen, apparatuur en ambulances gebeurt centraal. Ook de medische artikelen die de politie en brandweer gebruiken zoals handschoenen en bijvoorbeeld AED’s worden door Ottawa Paramedic Services ingekocht.
Decontaminatie
De eerder genoemde procedure is afwijkend als er vervoer heeft plaatsgevonden van (vermoedelijk) een biologisch (B) of chemisch (C) besmette patiënt. Denk bij B-patiënten ook aan bijvoorbeeld TBC of meningitis. Bij C-patiënten betreft het meestal auto-intoxicaties en bedrijfsongevallen uit de chemische industrie, maar ook sterk vervuilde slachtoffers of slachtoffers van brand e.d. De ploegen komen terug naar de hoofdpost. Men rijdt dan een aparte decontaminatiestraat in. Vervolgens stapt men uit en via een sluizen systeem komt men in een uitkleedruimte, dames en heren apart. Vervolgens stopt men de kleding in een plastic zak en wordt er gedoucht. In een volgende ruimte ligt nieuwe (dienst)kleding klaar, inclusief ondergoed en sokken. Daarna krijgt men een schone ambulance en wordt de dienst vervolgd. Ook de politie kan van deze voorziening gebruik maken evenals patiënten. Het besmette voertuig wordt gedesinfecteerd in een aparte box met een speciaal soort gas.
Grootschalig optreden
De diensten zijn volledig voorbereid op grootschalige incidenten. Dit is geïntegreerd in het dagelijkse werk. Men is zich in Ottawa er goed van bewust dat dit elk moment kan plaatsvinden. Gemiddeld een keer per dag gaat de ‘mass casualtiesbus’ de deur uit en anticipeert op meldingen met mogelijk veel slachtoffers. De extra gebruiksartikelen voor de grote incidenten rouleren gewoon mee in het logistieke systeem. Ook zijn er grote hoeveelheden extra antidota, kits voor mogelijk chemische intoxicaties. De major incident afdeling is onderdeel van Ottawa Paramedic Services; dit geldt ook voor de planvorming en special forces. Er gaat bij de politie geen arrestatieteam de deur uit zonder twee speciaal getrainde paramedics in het team. Veilig voor politiemensen en mogelijke slachtoffers bij dit gevaarlijke werk. Het management voor grootschalig optreden en de reguliere zorg ligt in één hand.
De Nederlandse delegatie op bezoek bij Ottawa Paramedic Services. (vlnr) Ronald Melieste, René Ton, Jos Bax, Adrie Henkes, xxxxxxx (OPS), Leo van der Moolen, Hans Schraa, Theo Vullers.
Er is in Canada geen sprake van een apart GHOR bureau. De reguliere St. Michaels Hospital en opgeschaalde zorg gaan naadNa Ottawa reisden wij naar Toronto loos in elkaar over. Dit geldt ook voor een bezoek aan het St. Mivoor de preparatie op evenementen. chaels Hospital. St. Michaels is
Linksboven: Materiaalwagen van Ottawa Paramedic Services voor grootschalige inzetten. Links: Het wisselen van aangebroken tassen etc. tegen nieuwe bij Ottawa Paramedic Services. Daarnaast: De wasstraat van Ottawa Paramedic Services. Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 39
het traumacentrum in het centrum van de stad met een capaciteit van ongeveer 800 bedden. Dit ziekenhuis kijkt o.a. samen met Toronto EMS naar de toegevoegde waarde van mechanische compressie (AutoPulse) bij circulatie stilstand. Hiertoe worden data geanalyseerd uit de Zoll-monitoren die bij de ambulancedienst in gebruik zijn. Dit internationale onderzoek staat bekend als de CIRC Trial (Circulation Improving Resuscitation Care) en werd door Zoll Medical gesponsord. In Nederland werkte de RAV Gelderland Zuid hieraan mee. Op 11 januari 2011 werd de CIRC Trial succesvol afgesloten en behaalde een statistisch significant eindresultaat. De voorlopige conclusie is dat de AutoPulse minimaal gelijk is aan de allerbeste manuele thoraxcompressies ooit uitgevoerd in een reanimatiestudie. Studies hebben aangetoond dat de manuele thoraxcompressies (volgens ERC/ AHA richtlijnen) veelal ondermaats worden uitgevoerd. In de CIRC Trial hebben kwaliteitsmedewerkers elke patiënt die manueel werd gereanimeerd van seconde tot seconde gemonitord en waar nodig werd scholing aangeboden. Een dergelijke monitoring en het daarbijpassende trainingstraject is iets wat nauwelijks waar dan ook in de wereld wordt bereikt. In de vakliteratuur zal uitgebreid over deze trial worden gepubliceerd. De artsen Lauri Morrison en Paul Dorian van het St. Michaels Hospital, tevens aangesloten bij het ROC ( Resuscitation Outcome Consortium) gaven hierover een presentatie. Het masseren van de AutoPulse geeft een duidelijke verbetering van de circulatie en perfusie van de reanimatie patiënt, waardoor deze een veel hogere kans heeft om in goede neurologische conditie het ziekenhuis te bereiken en uiteindelijk te verlaten. Het is bekend dat naar aanleiding van manueel uitgevoerde reanimaDe Nederlandse ties complicaties ontstaan, zoals rib delegatie tijdens en sternumfracturen. In een Clinical de afscheidscere- overview van 11 gepubliseerde monie. Vooraan studies (2194 patiënten) uitgevoerd Brenda en Bruce door H. Michaels, M.D. in 2006 Farr. Rechts: bleek dat ribfracturen (tot 75%) en ‘Onze’ Canade- sternumfracturen (tot 26%) voorse liaison Maud kwamen. Paradis NA et al. publiHuiskamp. ceerde in 2009 in Circulation ‘The
270 gasten gevraagd stil te zijn en te gaan staan. Vervolgens werden door paramedics de deuren geopend en kwam het Ontario Paramedic doedelzakkenkorps binnen, gevolgd door de vertrekkende Chief Bruce Farr, de nieuwe Chief Paul Raftis Afscheidsceremonie en hun echtgenotes. Nadat zij achter Op donderdag 31 maart was het hun stoel stonden werd het volkslied afscheidsfeest gepland van Chief gespeeld en een toast uitgebracht Bruce Farr van Toronto EMS. De op ‘the Queen’. Aansluitend werd familie Farr was niet op de hoogte door de ‘Aalmoezenier’ van Toronto van de aanwezigheid van NederEMS een ‘blessing’ gegeven aan de landse gasten. Tijdens het voorproChief en alle aanwezigen, waarna gramma voor genodigden werden enkele dvd boodschappen gepresen- het feest kon beginnen. Tijdens de speeches is verschillende teerd gericht aan Bruce Farr. Deze keren de goede samenwerking met dvd boodschappen kwamen onder andere vanuit Toronto, Ontario, Ca- de Nederlandse ambulancediensten nada, Verenigde Staten, Australië en gememoreerd. Al met al een waardige manier om afscheid te nemen van het Verenigd Koninkrijk, maar ook uit Nederland. Onze dvd boodschap collega’s en relaties in en rondom was opgenomen en gemonteerd door de ambulancezorg. Met de nieuwe Chief Paul Raftis van Toronto EMS de broers van A3chem van de RAV zijn goede contacten gelegd voor de Gooi en Vechtstreek. continuering van de samenwerking. In de dvd boodschap werd Bruce Farr bedankt voor de samenwerking Tussen de officiële momenten door met de ambulancezorg in Nederland was er voldoende tijd voor informeel overleg. Onder andere zijn er en kreeg aansluitend de groeten contacten gelegd en uitwisselingen vanuit Nederland, begeleid met de muziek van ‘Tulpen uit Amsterdam’. in gang gezet met de Emergency Medical Services Chiefs of Canada. Tijdens het afspelen van deze tune Voor de Nederlandse delegatie was kwam de Nederlandse delegatie in het een geslaagde reis, waarbij naast oud Hollandse klederdracht en op het afscheid van Bruce Farr, kennis klompen binnen. Daarna is Bruce is gemaakt met veelbelovende ontnamens de Nederlandse delegatie wikkelingen voor patiënt en ambutoegesproken en bedankt voor de lancezorg! prettige samenwerking en vriendWij danken een ieder die deze inteschappelijke omgang. Het resultaat ressante en leerzame reis mogelijk was overweldigend voor Bruce en Brenda Farr en de aanwezige gasten. heeft gemaakt. De Nederlandse delegatie was onder Dit artikel werd geschreven door de indruk hoe het afscheid plaatsAdrie Henkes, bestuurslid stichting vond, ceremonieel en doorspekt met tradities. Aan het begin van het VCHV, en Theo Vullers, lid managementgroep VCHV. ceremoniële diner werd de ruim California AutoPulse quality Assurance registry’. In deze klinische review (1024 patienten) werd bij slechts 0,8% complicaties aangetroffen.
40 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
Gezamenlijke oefening politie en ambulancedienst Een oefenavond voor politievrijwilligers bood aan de Regionale Ambulance Dienst (RAD) Hollands Midden de mogelijkheid te oefenen in een aantal situaties met (dreigend) geweld tegen hulpverleners. De oefenavond maakte deel uit van een opleiding van de vrijwilligers binnen het team Noordwijk - Teylingen van de Politie Hollands Midden. Zij leren sinds kort de afhandeling van zogenoemde b-meldingen. Vanwege de diversiteit van b-meldingen en de mogelijkheid dat een b-melding een a-melding kan zijn of worden, werden er diverse oefeningen gedraaid. De doelstelling van de avond was de geoefendheid van de vrijwilligers te toetsen. Er werd gekeken of zij de juiste handelingen verrichten tijdens meldingen die achteraf zwaarder bleken dan dat men aanvankelijk had doorgekregen. In principe worden vrijwilligers van de politie niet naar a-meldingen gestuurd. Bij de vier verschillende casuïstieken werden de politievrijwilligers beoordeeld of er aan zaken werd gedacht, zoals het waarschuwen van de Hulpofficier van Justitie, Jeugd- en Zeden, De technische- en tactische recherche, etc.
ving werd geobserveerd in verband met geweldsmiddelen die voorhanden lagen. De RAD Hollands Midden zette twee ambulances in om de medewerkers te laten oefenen in het omgaan van geweld tegen hulpverleners en dreigende escalatie. Beide partijen raakten betrokken bij een reanimatiesetting, waarna bij het beëindigen van de reanimatie de familie door het lint ging. Korte tijd later ontmoetten de twee diensten elkaar in een hotelkamer. Daarin was een ruzie gaande geweest en was een van de betrokkenen neergestoken. De oefenavond werd afgesloten met een agressieve patiënt die in de ambulance werd behandeld nadat hij was gebeten door een politiehond. De patiënt werd in de ambulance agressief en bedreigde het ambulancepersoneel met een crashschaar. Een politiehond moest er aan te pas komen om de ‘verdachte van inbraak’ te overmeesteren en aan te houden. Foto’s: Arie van Dijk
Crashschaar
Voor het personeel van de ambulancedienst was het de uitdaging om goed om te gaan met dreigende escalatie. Er werd met name gekeken hoe men reageerde en of de omgeVakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 41
Nieuw alarmsysteem
Burgernet-Harthulp de directe omgeving van een patiënt zijn en opgeroepen kunnen worden. Deze krijgen dan een bericht om zo spoedig mogelijk naar de betreffende locatie te gaan of een AED op te halen. Deze vrijwilligers zijn (vrijwel) altijd sneller ter plaatse dan de ambulance en kunnen de noodzakelijke levensreddende hulp alvast in gang zetten. Vrijwilligers die (nog) niet in het bezit van een smartphone zijn worden per sms gealarmeerd . Bij een 112-melding van een hartDe nieuwe wijze van alarmeren is stilstand, stuurt de meldkamer amontwikkeld door Hartveilig wonen bulancezorg direct een ambulance. en wordt al in diverse delen van Op hetzelfde moment gaat er ook Nederland succesvol in de praktijk een melding naar getrainde vrijtoegepast. In deze regio’s is de willigers van Burgernet-Harthulp, overlevingskans gestegen van vijfdie in de omgeving van de patiënt tien naar ongeveer veertig procent. wonen of werken. Nog voordat de De meldkamer ambulancezorg in ambulance arriveert kunnen daarAmsterdam bedient de gemeenten door vrijwilligers al beginnen met reanimatie. Na aankomst neemt het Amsterdam, Amstelveen, Aalsmeer, Beemster, Diemen, Edam-Volenambulancepersoneel de reanimatie dam, Landsmeer en Ouderkerk van de vrijwilligers over. aan de Amstel (regio AmsterdamTot nu toe gebeurde het alarmeren Amstelland), Purmerend, Uithoorn, van de vrijwilligers met een pieWaterland, Wormerland, Zaanstad persysteem. De RAVAA gebruikt daarnaast nu ook een speciale app op en Zeevang (regio Zaanstreek-Wade smartphone. Via deze app spoort terland). Met de ingebruikname van het systeem op welke vrijwilligers in het nieuwe alarmeringssysteem stelt
Goedopgeleide vrijwilligers kunnen in de regio’s Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland nu nog sneller ter plaatse zijn om iemand na een hartstilstand te reanimeren. Dat is te danken aan een nieuw alarmeringssysteem, dat de meldkamer ambulancezorg van de RAV Agglomeratie Amsterdam (RAVAA) in gebruik heeft genomen. Door het nieuwe systeem zal het aantal geslaagde reanimaties toenemen, verwacht de RAVAA.
Elke week worden in Nederland zo’n 300 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand. Voor de regio’s Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland zijn dit er zo’n 25 slachtoffers per week. De kans op overleven is groter wanneer de hulpverlening binnen zes minuten is gestart. De reanimatietaken worden in dit gebied uitgevoerd door lokale brandweerkorpsen, geschoolde vrijwilligers van burgerhulporganisaties, bedrijfshulpverleners, maar ook door vrijwilligers van het Rode Kruis en politie. Burgernet-Harthulp is georganiseerde burenhulp waarmee het aantal sterfgevallen door een hartstilstand vermindert. Het maakt deel uit van het landelijke Hartveilig wonen en is vrijwillige hulp aanvullend op ambulancezorg. Inwoners uit deze regio die vrijwilliger willen worden kunnen zich aanmelden via hun lokale AED/ Burgerhulpverleningsorganisatie. de RAVAA zich open voor nieuwe initiatieven in de regio. Gemeenten en bestaande AED/burgerhulporganisaties die al AED’s hebben verspreid en vrijwilligers hebben opgeleid maar nog niet worden gealarmeerd, kunnen spoedig op het nieuwe systeem worden aangesloten.
Mart op de politieke ‘Tour’ Namens de mobiele sportgeneeskundige groep Stichting Service Médical overhandigde hij aan VWS commissievoorzitter Pauline Smeets (PvdA) de lange lijst met namen van vrijwilligers van de stichting, Nederland telt 7,5 miljoen sportbeoefenaren. als petitie. Op deze wijze hopen de En hun aantal groeit. Steeds meer vrijwilligers vrijwilligers de belangstelling van in ons land zijn druk doende met medische politiek Den Haag te behouden, ook na 1 januari 2013. pechhulp bij sportevenementen. “De Tweede Kamer moet hun een gezicht geven Op 30 september vierde Service Médical overigens zijn 25- jubileum. en daarmee uit de anonimiteit halen”, aldus De rijdende brigade ontstond een Mart Smeets op 1 november in het politieke kwart eeuw geleden na een bezoek centrum van ons land, de Tweede Kamer. door haar latere oprichter Jos Ben42 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
ders aan de Tour de France. Hij ‘importeerde’ het medium van in rondes meerijdende dokters in Nederland. Vandaar ook de naam ‘Service Médical’. “Een knipoog naar onze Franse collega’s en vrienden”, aldus een tevreden Benders die uit handen van certificeerder KIWA het ISO- keurmerk voor kwaliteit ontving. Service Médical is een Zorginstelling die tevens beschikt over het Goede Doelen keurmerk van CBF. Voor 2012 staan weer 150 sportwedstrijden geprogrammeerd, waarbij acute hulpverlening de leidraad vormt.
(vlnr) Edith Leerkes, Herman van Veen, Riny en Gerrit de Graaf. (Foto: Jean Nieuwenhuis)
‘Een glimlach is
werkers. Herman en Edith gaven 's avonds een uniek verrassingconcert. Prachtige nummers kwamen voorbij met natuurlijk in de nabijheid van de rivier De IJssel ook het lied ‘onderaan de dijk’. Na afloop begrepen Herman en Edith nog beter wat Riny bedoelde met ‘een glimlach is voldoende’. Tijdens het optreden zagen ze van nabij het intens genieten van de gasten en realiseerden ze zich dat ‘we vergeten’ synoniem kan zijn aan een ‘toekomstige herinnering’.
‘Stukje bij beetje’, een blijvende herinnering
Herman en Edith trekken verder, volle zalen in Carré, een Nederlands tournee in 2012, optredens in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk. Soms meer dan 2000 bezoekers. Het contrast met het optreden bij de Al jaren had Gerrit de Graaf, manager heugenprobleem. Alles waar ze de Herbergier kan bijna niet groter zijn, afgelopen jaren aan hadden gewerkt, ambulancezorg bij Ambulance Oost, maar de beleving was des te intenviel op zijn plek. Met enige schroom plannen om samen met zijn vrouw Riny kwamen ze na afloop achter de cou- ser. Voor Gerrit, Riny en de gasten een kleinschalige woonvoorziening voor komt er een blijvende herinnering lissen in contact met Edith en Herouderen te starten. Gerrit en Riny zijn beiden man. Edith, met haar belangstelling aan hun optreden met een schilderij van Herman van Veen. De ‘herinneverpleegkundigen met ruime ervaring in de voor (ambulance)zorg, was geraakt door het verhaal van Gerrit en Riny. ring van het moment’ gaat Herman zorg, zowel in uitvoerende als leidinggevende verwerken in een schilderij dat de functies. Gedreven door een jarenlange ambitie Riny liet haar schroom varen en begon vanuit haar hart te vertellen over titel ‘stukje bij beetje’ meekrijgt. en motivatie werd de knoop doorgehakt: hun motivatie om een eigen zorgonop weg naar een eigen kleinschalige www.edithleerkes.nl derneming te starten. Daarmee was www.hermanvanveen.com woonvoorziening, Herbergier Heerde. Na het ijs gebroken. Op de vraag van www.herbergier.nl Herman “wat drijft jullie om dit te veel voorbereiding liep de verbouw van een karakteristieke villa in Heerde volgens schema. doen” antwoordde ze: “een glimlach van onze gasten is voldoende”. Hierop zegden Herman en Edith toe Gerrit en Riny waren klaar om een bijdrage te willen leveren bij de gasten met een geheugenprobleem opening van de Herbergier. een fijn thuis te bieden. Maar eerst een moment voor ontspanning door Een glimlach bij een bezoek aan een theatervoorstel‘onderaan de dijk’ Herbergier Heerde is een ling van Herman van Veen en Edith Op 1 februari 2011 was het zo ver. kleinschalige woonvoorziening voor Leerkes in Maaseik. Niet toevallig, De 16 appartementen zijn bewoond mensen met geheugenproblemen, want de wereld van ambulancezorg door gasten en nieuwe medewerkers is klein. Edith is van jongs af aan aangetrokken. Gerrit en Riny, die zoals dementie en Alzheimer. met de ambulancezorg bekend. Haar in het pand wonen, zijn dagelijks In een Herbergier vindt u geen vader was hoofd van de Ambulance- intensief betrokken bij hun gasten en dienst Enschede en haar broer werkt in altijd bereikbaar. Een telefoontje bureaucratie, verplichte activiteiten, bij Ambulance Oost. naar Edith en Herman was voldoenverschillende aanspreekpunten, de om een afspraak te maken over Achter de coulissen de officiële opening. maar een ‘zorgondernemerstel’ die Het optreden maakte veel indruk De opening vond plaats op 12 sepmet de bewoners in de Herbergier op hen en in het bijzonder het lied tember 2011. Na een formeel deel ‘we vergeten’. Hoe toepasselijk kon ’s avonds volgde een informeel deel woont. het zijn voor de gasten met een gemet de gasten, familie en mede-
voldoende’
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 43
Samenwerking
Op 31 oktober zijn twee nieuwe Mercedes-Benz Sprinter 319 CDI Visser Otaris afgeleverd aan GGD Flevoland. Het zijn de eerste Mercedes-Benz Sprinter ambulances in hun wagenpark. De opbouw en inrichting van deze nieuwe Visser Otaris ambulances is in samenspraak met RAV Gooi en Vechtstreek tot stand gekomen. GGD Flevoland en RAV Gooi en Vechtstreek gaan op diverse vlakken intensief samenwerken. De aanschaf van de nieuwe ambulances is hier een voorbeeld van. Op de foto (vlnr) Gerard Buring (Visser) Leeuwarden, Hendrik Groen (wagenparkbeheerder GGD Flevoland), Hilbrand Trampé (wagenparkbeheerder RAV Gooi en Vechtstreek), Rob Balt (technisch functionaris/assistent wagenparkbeheerder GGD Flevoland) en Peter Jurriaans (manager ambulancezorg RAV Gooi en Vechtstreek).
Bain Capital verwerft Physio-Control Bain Capital neemt Physio-Control over van Medtronic. PhysioControl is wereldwijd actief met producten en diensten voor ambulances en ziekenhuizen. Het heeft circa 1000 medewerkers in ruim 100 landen. Brian Webster, al 20 jaar werkzaam bij PhysioControl, zal het bedrijf blijven leiden en wordt benoemd tot Chief Executive Officer. Hij verwacht dat de overname veel voordelen zal bieden die verdere krachtige innovatie en sterke groei mogelijk maken. Bain Capital is een wereldwijd opererende investeringsmaatschappij met een beheerd vermogen van 65 miljard Amerikaanse dollar, waaronder investeringen in meer dan 50 bedrijven in de gezondheidssector. Bain Capital werkt vanuit kantoren in zeven landen en heeft ruim 800 medewerkers. Meer info: www.physio-control.com
Nieuwe ambulancevloot
De Academie voor Ambulancezorg heeft recentelijk z'n wagenpark gemoderniseerd en aangepast aan de huidige trainingsdoelstellingen. Zo is in overleg met Visser Leeuwarden een wagenpark samengesteld die een afspiegeling is van het rijdend materieel binnen de Nederlandse ambulancezorg: drie Mercedes-Benz Sprinters, twee Volkswagen T5's en één Mercedes-Benz E-klasse ambulance. De gewichtsverhoudingen in de voertuigen zijn zodanig aangepast dat ze een realistische benadering vormen van een beladen spoedambulance. Twee voertuigen, een Sprinter 318 CDI (niet op foto) en een Volkswagen T5, zijn uitgerust met een tweede zitrij voor medecursisten en dubbele bediening voor de rijinstructeur.
Nieuwe naam
De ambulancezorg in de regio’s Amsterdam-Amstelland, Zaanstreek-Waterland en deels in Kennemerland zal vanaf 1 januari 2012 worden uitgevoerd onder de naam ‘Ambulance Amsterdam’. De nieuwe naam maakt deel uit van de afspraken tussen VZA Ambulancedienst Amsterdam BV en de gemeente Amsterdam, die de activiteiten van de GGD met betrekking tot ambulancedienst en meldkamer per die datum overdraagt aan VZA. Beide partijen hebben zich met deze overdracht naar één rechtspersoon ten doel gesteld om als zodanig te kunnen worden aangewezen als Regionale ambulancevoorziening in het kader van de op komst zijnde 44 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
Aanbesteding
Op 10 november vond de ondertekening plaats van de Europese aanbesteding van Otaris ambulances voor de GGD Zuid Limburg. Het is de derde keer dat Visser Leeuwarden de aanbesteding in de wacht sleept. Huub Gubbels, hoofd RAV: “Als RAV Zuid Limburg zijn we daar zeer tevreden over. De ondersteuning heeft plaatsgevonden door het NIC. De RAV Zuid Limburg heeft aan de wieg gestaan van de ontwikkeling van de Otaris en was de eerste dienst in Nederland die daadwerkelijk met de Otaris de weg op ging.” Op de foto (vlnr) Hans Wortelboer van Visser Leeuwarden, Frank Klaassen, voorzitter van de directie van de GGD/RAV Zuid Limburg en Luc Kessels van het NIC.
Nieuwe voertuigen doktersdienst
Opening ZOLL Medical Center
Op 11 juni heeft Prins Pieter Christiaan de officiële opening verricht van het ZOLL Medical Center op Circuit Park Zandvoort. Het medisch centrum heeft een behoorlijke metamorfose ondergaan. De capaciteit van de medische ruimte is verdubbeld en er kunnen nu vier patiënten gemonitord worden. Met behulp van geleverde apparatuur door sponsor ZOLL voldoet het centrum aan de meest actuele FIA-normen. Het ZOLL Medical Center is gesitueerd aan het begin van het pitcomplex, wat resulteert in een goede bereikbaarheid in noodsituaties. Niet alleen in het centrum maar ook daar buiten kan accuraat hulp geleverd worden. De nieuwe ambulance is tevens uitgerust met het AutoPulse® niet-invassief hartmassage-apparaat van ZOLL. Een team van ongeveer dertig hulpverleners staat meerdere dagen per jaar stand-by. De medewerkers van de Medische Dienst Zandvoort zijn in het dagelijks leven actief als ambulancechauffeur, verpleegkundige, chirurg of anesthesist. Foto: Chris Schotanus.
De RAV Groningen en de Doktersdienst Groningen ontvingen in november een tweede serie van drie doktersdienstvoertuigen op basis van de MercedesBenz Viano. De voertuigen zijn uitgerust met een uitschuifbaar bureaublad en een ruime materiaalkast in het achtercompartiment. Om een zo veilig mogelijk en ergonomische werkplek voor de arts te creëren, is in het dashboard op de bijrijderpositie een 12’’ touchscreen geïntegreerd. Op de foto, vertegenwoordigers van de Doktersdienst Groningen (de gebruikers), de RAV Groningen (voertuigbeheer) en Visser Leeuwarden.
12e RETTmobil
Voor het twaalfde opeenvolgende jaar wordt in het Duitse Fulda de beurs voor spoedeisende medische hulpverlening en ziekenvervoer ‘RETTmobil’ gehouden. De voorbereidingen voor deze toonaangevende Europese beurs lopen al weer op volle toeren. Opnieuw worden meer dan 20.000 hulpverleners uit diverse landen verwacht om de 70.000 vierkante meter beslaande beurs met ruim 300 standhouders uit tenminste 16 landen te bezoeken. Naast de 17 beurshallen is er een buitenterrein, een testbaan en een offroad parcours. Gedurende de beursdagen zijn er bovendien lezingen en workshops. RETTmobil wordt gehouden van 9 tot en met 11 mei 2012 en is geopend van 09.00-17.00 uur. Er zijn 2000 gratis parkeerplaatsen en er is een gratis busdienst vanaf het station. Toegang tot de beurs kost 10 euro. Het programma aan lezingen etc. is te zijner tijd met prijzen en aanmeldingsformulier te vinden op www.rettmobil.org
Modellennieuws
Van modellenfabrikant Rietze zijn in schaal 1/87 twee ambulances naar Nederlands voorbeeld verschenen. In de standaardserie is dat de Mercedes-Benz Sprinter met Tigis opbouw van UMCG Ambulancezorg in Drenthe. Speciaal voor Nederland stak importeur De Kleine de Delfis ambulance op Mercedes-Benz Sprinter in het jasje van AmbulanceZorg Groningen. De beide voorbeelden zijn van Ambulanz Mobile in combinatie met Visser Leeuwarden.
De serie ambulancemodellen van de Nederlandse fabrikant Neo krijgt een vervolg in de vorm van de Volkswagen T5 van Kijlstra Ambulancegroep die op ‘groen gas’ rijdt. Het zeer gedetailleerde model is per direct te koop bij de gespecialiseerde modelwinkels. Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 45
Foto’s: Cor Vos.
De
begeestering
tussen de wielen
Op zondag 26 juni 2011 werd het Nederlands Kampioenschap wielrennen verreden in ‘ons’ Twentse Ootmarsum. Wij stonden als medewerkers van de RAV vanaf de vroege ochtend paraat langs het parcours met een ambulance van Ambulance Oost, waar ik als ambulance-verpleegkundige werkzaam ben.
Daar zou dit weekend verandering in komen ...
Kennismaking
Voordat de koers van start ging, kwam het rijdende medisch team van Service Médical langs om kennis te maken. En om te overleggen over eventuele medische hulp die Onze locatie was de brandweerkawij zouden kunnen verlenen. Het zerne in Ootmarsum. Voor de wedeerste contact verliep erg plezierig strijdbegeleiding waren de collega’s en mijn belangstelling voor deze van de Stichting Service Médical uit organisatie was direct gewekt. Maastricht actief. Mijn collega en ik werden uitgenoAangezien ik zelf een fervent wieldigd om al de eerste dag een rondje renliefhebber ben, was dit voor mij mee te rijden op het parcours. Ik een weekend waar ik erg naar had dacht, dit is niet het laatste rondje uitgekeken. Het kostte me dan ook achter het peloton! geen moeite dienst te draaien. Ik Ook dag twee werden wij opgepikt kom uit de streek en heb hier al heel door de collega’s van de sportieve wat kilometers gefietst. Het parcours brigade. Ik bleef enthousiast. De is zogezegd voor mij bekend terrein. combinatie van je medische werk Maar niet vanuit een volgwagen! doen en onderwijl genieten van de sport ervoer ik als heel bijzonder.
Aangemeld
Sport in het algemeen heeft al mijn hele leven mijn interesse. Van amateurvoetbal tot basketbal, van 46 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011
schaatsen tot wielrennen en alles wat daar tussenin zit. Mij als vrijwilliger aanmelden voor Service Médical was na deze mooie ervaring vanzelfsprekend. De volgende dag heb ik meteen Jos Benders gebeld. Hij is de algemeen coördinator. Inmiddels ben ik op het kantoor in Maastricht geweest waar ik hartelijk ben ontvangen. Ik heb er een rondleiding gehad en het wagenpark bewonderd. Het gevoel was helemaal oké. Intussen heb ik mij ingeschreven voor een paar evenementen waaronder schaatsen en op 29 december maak ik mijn ‘eerste’. Ook voor een basketbaltoernooi ben ik ingeroosterd . Ik heb er ontzettend veel zin in en zie uit naar de wisseling van het jaargetijde als de fietsen weer uit de berging komen. Meerijden in een koers is, zo heb ik gemerkt, echt iets voor mij: sport in combinatie met je beroep, het houdt de vaart in je leven. Wat mij betreft tot ziens tussen de sporters! Harry Spaaij, ambulanceverpleegkundige.
Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011 47
48 Vakblad V&VN Ambulancezorg, nummer 4, december 2011