Brand & Brandweer oktober 2019

Page 1

OKTOBER 2019

• Goed onderhoud portieren TS is cruciaal • Terugblik op de vaardigheidstoetsen • Brandveiligheid moet proactiever vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Zeer grote brand rijksmonument Haaren lastig te stoppen

B&B Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl

10 JAARGANG 43


ONTDEK UW SPRAAK-COMMUNICATIEOPLOSSING VOOR GALLET F1XF,

UW VEILIGHEIDSAANWINST! Voor meer informatie: https://msane.ws/F1XF-Coms-NL

www.MSAsafety.com


INHOUD

nummer 10 oktober 2019

COVERSTORY

26

22 Veiligheid groot aandachtspunt bij grote brand

Steeds meer regio’s stellen een wijkbrandweerman of -vrouw aan, vaak eerst bij wijze van proef. Bewustwording via persoonlijk en laagdrempelig contact is het doel. Door aanwezig en zichtbaar te zijn in de wijk kan de brandveiligheid worden verbeterd.

rijksmonument Als brand uitbreekt in het dak van landgoed Haarendael in Haaren staan brandweerlieden voor een grote uitdaging. Het is een complex gebouw met veel vuurlast. De brand breidt snel uit. Hoewel er tijdens de inzet veel aandacht is voor de eigen veiligheid, kunnen enkele hachelijke situaties niet worden voorkomen. 30

ARTIKELEN

32 14 Lange zoektocht naar mogelijke slachtoffers brand Leger des

Heils

Jan van Amerongen neemt afscheid: van wedstrijd naar vaardigheidstoets Het seizoen van de vaardigheidstoetsen zit er na de spannende finales weer op. Scheidend voorzitter Jan van Amerongen noemt de kampioenen ‘top of the bill.’ Maar ook andere deelnemers leren iedere keer weer.

Er zijn nog twee personen binnen. Dat is de boodschap die brandweerlieden uit Beekbergen meekrijgen als ze worden gealarmeerd voor een brand bij het Leger des Heils. Ruim een uur zoeken ze naar de slachtoffers. Binnen is het heet en de rooklaag is ontzettend dicht. 36

Watervoorziening Twintig regio’s krijgen de komende jaren een nieuw WTS dat twee keer meer water kan leveren dan het oude. Projectleider René Rieken licht alle functionaliteiten van de nieuwe WTS toe.

Gezamenlijke Brandweer Amsterdam, van A tot Z volledig nieuw In de haven van Amsterdam wordt een volledig nieuwe brandweerorganisatie opgezet. Ilone Blaauw, vertelt over de inrichting van de nieuwe organisatie, het werven van collega’s, de nieuwe roosteropzet en het materieel.

20 ‘Brandveiligheid moet proactiever’ Welke maatschappelijke en technische ontwikkelingen zijn de komende jaren van invloed op brandveiligheid? Die vraag beantwoordt Clemon Tonnaer in zijn rapport Toekomstverkenning brandveiligheid. Daarnaast heeft hij risicogroepen in kaart gebracht.

Op de cover: De vlammen slaan al uit het dak van landgoed Haarendael als de eerste

Nieuw hulpmiddel bij toetsen tijdige ontruiming zorggebouwen Hoeveel ontruimers heb je nodig om een zorg­instelling te ontruimen? Het is de vraag die tot voor kort niet te beantwoorden was. De handreiking Ontruiming bij zorgfuncties helpt hierbij.

6 Gedrag en onderhoud leidend bij incidenten met portieren TS In verschillende regio’s zijn het afgelopen jaar incidenten geweest met deuren van een TS die tijdens het rijden openen. De oorzaken wisselen, maar één ding is duidelijk: door goed onderhoud van de sloten en het dragen van de gordel kunnen ongelukken worden voorkomen.

16 Dubbel zoveel water met nieuwe Grootschalige

Rood is het nieuwe blauw: brandweer gaat de wijk in

RUBRIEKEN 5 10 35

Van de redactie Actueel Onder de Helm

eenheden ter plaatse komen. Fotografie: Toby de Kort

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

3


Port of Amsterdam scoort op veiligheid voor alle werknemers.

Eric van der Steen Arbo-coördinator Port of Amsterdam.

Sdu HSE

“De AI-bladen triggeren mij om het nóg beter te doen.” Eric van der Steen is Arbo-coördinator bij Port of Amsterdam. Als veiligheidsadviseur is hij getraind in het opsporen en voorkomen van onveilige werksituaties. De actuele regels en normen die worden gesteld aan werkgevers raadpleegt hij graag in de AI-bladen van Sdu: “Over ieder denkbaar onderwerp is een uitgebreid AI-blad beschikbaar. Daardoor kom ik makkelijk nieuwe aanknopingspunten op het spoor en raak ik getriggerd om het nóg beter te doen. Alle informatie is praktisch en helder geschreven. De kern haal je er zo uit. Dat helpt me enorm iedereen te laten inzien dat we de regels moeten volgen zodat we veilig werken.”

Sdu HSE uitproberen? Kijk op hse.sdu.nl

0179-Adv klantgroep Port of Amst_185x126.indd 1

05-06-18 09:21


VAN DE REDACTI E

Leren van elkaar

A

fgelopen week kreeg ik samen met een aantal andere (H)OvD’s uit onze regio les van iemand die jarenlang heeft gewerkt en lesgegeven bij Defensie. Het onderwerp: leiderschap en opdrachtgerichte commandovoering. Hierbij werd een relatie gelegd met team resource management en het wisselen in commandostijlen dat we binnen de brandweer ook kennen vanuit situationele commandovoering.

Zelf werk ik voor brandweer Flevoland en brandweer Gooi en Vechtstreek, twee buurregio’s die steeds meer samenwerken. Dat samenwerken gaat verder dan het samen aanbesteden of het gezamenlijk schrijven en uitvoeren van beleid of projecten. Sinds ongeveer een jaar delen we een commandant, vergaderen onze besturen regelmatig samen en steeds meer teams gaan intensief samenwerken.

In de voorbereiding was ons gevraagd een tekst te lezen over de oorsprong van deze opdrachtgerichte commandovoering. Deze ‘auftragstaktik’ stamt uit het Pruisische leger. In de negentiende eeuw zorgden ontwikkelingen binnen dit leger voor een verschuiving naar een nieuw besturingsconcept. Van de traditionele ‘befehlstaktik’ waarbij plannen en bevelen van hogerhand werden doorgegeven, werd overgestapt op een nieuw concept. In dat nieuwe concept lag de nadruk op de missie en het doel dat daarmee bereikt moest worden. Officieren kregen van hun leidinggevende een doelopdracht en binnen de kaders konden ze zelf verantwoordelijkheid nemen om het zo in te vullen dat het doel bereikt zou worden. Binnen Defensie is dit concept verder doorontwikkeld tot ‘opdracht gerichte commandovoering’, ook wel ‘mission command’. Met als basis: helder oogmerk, vrijheid van handelen en vertrouwen.

Dat klinkt eenvoudiger dan het is, want samenwerken willen we allemaal, maar dan wel het liefst op onze eigen manier. We doen het niet voor niets al jaren zo en als we dan de werkwijze van de buren overnemen, dan willen we er toch graag ons eigen sausje overheen gooien. Het is ook best moeilijk om onze eigen werkwijze los te laten. Misschien moeten we afscheid nemen van een werkwijze of aanpak die eigenlijk ook goed is. Soms zullen we ook samen een hele nieuwe werkwijze ontwikkelen. Het is mooi om te zien dat collega’s uit beide regio’s trots zijn op hun eigen producten en werkwijzen en tegelijk ook bereid zijn dingen van elkaar te leren en over te nemen of samen op zoek te gaan naar nieuwe manieren. We gaan een interessante periode tegemoet! Hildemarie Schippers

Zonder nu verslag te doen van de hele dag en de mooie onderlinge discussie die dit opleverde, wil ik vooral het gevoel van herkenbaarheid benoemen. Defensie kent een besluitvorming- en planningsproces. De termen en stappen zijn een beetje anders, maar eigenlijk is het gewoon FAB-CM1 wat we binnen de brandweer ook leren tijdens bijvoorbeeld de OvD opleiding. Ook het geven van doelcommando’s zonder precies te zeggen hoe het doel bereikt moet worden, zien we in onze opleidingen terug. Dat gevoel of nog beter de wetenschap dat we veel van elkaar kunnen leren als we daar wat meer de tijd voor nemen en open staan voor elkaar, overvalt me de laatste tijd vaker. Dan gaat het natuurlijk niet alleen over de brandweer en andere organisaties die van elkaar kunnen leren. Ook binnen en tussen de brandweer kunnen we van elkaar leren. Binnen vakgroepen en netwerken wordt volop informatie tussen regio’s gedeeld en samengewerkt. We schrijven samen handreikingen of gebruiken elkaars beleidsdocumenten en passen deze zo aan dat het ook in onze regio past of toepasbaar is. Ik gebruik graag beleidsstukken en handreikingen waar collega’s van een andere regio goed over hebben nagedacht. Andersom stel ik ook producten uit mijn afdeling beschikbaar. Terwijl ik dit schrijf schiet me te binnen dat dat dit jaar het thema van het brandweerevent is: Van delen word je rijk!

1

Voor wie het niet kent: FAB-CM is een proces dat leidinggevenden tijdens een incident gebruiken om te komen tot goede beeld- en besluitvorming. FAB-CM staat voor Feiten verzamelen, Analyse, Besluiten, Communicatie en Monitoring.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

5


Materi eel

Sluit de deuren van de TS’en die in de kazerne staan gestald. Dit voorkomt dat portieren doorzakken en sloten sneller slijten.

Gedrag en onderhoud leidend bij incidenten met portieren TS Als begin augustus in het Duitse Hagen aanrijdend een portier van een brandweervoertuig opengaat, wordt een brandweerman eruit geslingerd. Hij overlijdt aan zijn verwondingen. Hoewel het type voertuig in Nederland niet rondrijdt, rijst wel de vraag of het hier ook kan gebeuren. Het antwoord: ja. ‘We hebben meerdere incidenten in verschillende regio’s gezien. Gelukkig geen dodelijke incidenten, maar wel enkele met letsel’, begint Ellen Buskens, voorzitter van de vakgroep Arbeidsveiligheid van Brandweer Nederland. Door JILDOU VISSER

M

et de vakgroep heeft Buskens de incidenten geïnventariseerd. ‘Eigenlijk kunnen we er geen rode draad in ontdekken. Het komt bij alle merken en typen opbouw voor en ook de oorzaken zijn verschillend. Zo zien we bij een paar incidenten dat we de oorzaak niet kunnen vinden, maar daarnaast ook dat deuren niet goed zijn dichtgedaan of dat er een defect is. Die verschillen maken het lastig een eenduidig advies te geven’, aldus Buskens. ‘Wat we wel zien is dat overal gedrag een rol speelt. De eerste regel is dat iedereen in de TS z’n gordel om moet doen. Als je dat doet, kan er niets gebeuren. Dat doe je niet alleen omdat het wettelijk verplicht is, maar ook voor je eigen veiligheid. De tweede regel is dat als een chauffeur ziet dat er een lampje op het dashboard brandt dat een deur niet goed dichtzit, hij moet stoppen en pas verder mag als de deur goed is gesloten. Daarnaast moet je een defect melden op het moment dat je het constateert. Als die regels worden nageleefd, is de veiligheid optimaal geborgd.’ 6

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

Deel de incidenten In Veiligheidsregio Flevoland zijn recent ook incidenten gemeld waarbij een deur van een TS tijdens het rijden is geopend. Geluk-

Rosenbauer: ‘Alles valt of staat met goed onderhoud’ Voertuigen die goed worden onderhouden, vertonen geen problemen met de deuren, stelt Remco Niks van DRV / Rosenbauer. ‘Controleer alle onderdelen van de voertuigen periodiek goed, dus ook de sloten. Weet daarbij waar je op moet letten. Daarnaast adviseren we om de sloten regelmatig te smeren.’ Het bedrijf houdt volgens Niks in het ontwerp rekening met de veiligheid. ‘Wij voeren onze TS’en bewust uit met mechanische vergrendeling met een klink die is verzonken in de deur. Je hebt ook systemen met een ontgrendelingsknop op de deur, maar die passen wij bewust niet toe omdat die nog weleens onbewust kunnen worden ingedrukt. De huidige voertuigen worden bovendien uitgevoerd met een signaal waarmee de chauffeur kan zien of de deur goed is gesloten.’

Brand&Brandweer


kig zonder ernstige gevolgen. Om te leren van deze situaties worden de bekende onveilige situaties altijd onderzocht, vertelt Gijs Cretier van Brandweer Flevoland. ‘Het is jammer dat niet alle onveilige situaties worden gemeld. Vaak worden ze alleen aan de koffietafel besproken. Als incidenten niet worden gedeeld, kunnen we er ook niet van leren. Gelukkig zien we dat regio’s onderling Veilig & Gezond werken wel steeds meer incidenten met elkaar delen.’ Omdat het niet dragen van de autogordel als prioritair risico is aangemerkt in de warme RIE is in Flevoland op 1 april een bewustwordingscampagne gestart waarmee brandweerlieden worden gewezen op het dragen van de gordel. ‘Het is in de eerste plaats wettelijk verplicht om je gordel te dragen, maar het kan ook je leven redden als een brandweervoertuig betrokken raakt bij een ongeval. Hier en daar zie ik dat collega’s er wel mee bezig zijn. Of de campagne echt effect heeft, weten we nu nog niet. We proberen er vooral bewustzijn mee te creëren’, aldus Cretier. Verder vindt hij dat tijdens opleidingen en oefeningen het dragen van de gordel meer aandacht zou mogen krijgen. Naast de campagne heeft Veiligheidsregio Flevoland ook bij aanschaf van nieuwe voertuigen nadrukkelijk aandacht voor de autogordel. Draagcomfort en ergonomisch ontwerp zijn twee belangrijke criteria. Als voorbeeld noemt Cretier de aanschaf van de TS voor het uitrukken met vier De campagne van Veiligheidsregio Flevoland waarmee brandweerlieden worden gewezen op het belang van het dragen personen. ‘De manschappencavan de gordel. bine hebben we nu zo ingericht dat manschappen nog steeds bij alle benodigde spullen kunnen als Dit onderzoek loopt nog. Toch zijn al wel enkele noodmaatregelen ze hun gordel dragen. We moeten het voor de gebruiker natuurlijk getroffen. ‘We inspecteren de deuren regelmatig of deze goed sluiwel mogelijk maken om de gordel te dragen terwijl ze zich voorten. Een definitieve oplossing is er nog niet, omdat het onderzoek bereiden op de inzet die gaat komen.’ nog loopt. We hebben het vermoeden dat het plotseling openen van de deur iets te maken zou kunnen hebben met de slotplaten. Noodmaatregelen Preventief hebben we daarom alle slotplaten met kunststof demIn Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid is in april een incident ping vervangen door nieuwe exemplaren. We willen hiermee het geweest waarbij na het plotseling openen van de deur tijdens het zekere voor het onzekere nemen. Daarnaast zijn de deuren door de rijden, iemand bijna uit het voertuig is uitgevallen. ‘Gelukkig niet leverancier opnieuw afgesteld. Zodra het onderzoek is afgerond, helemaal’, aldus Martin Kolders, bureauhoofd materieel en logiskunnen we wellicht nog meer lessen trekken. Tot die tijd wijzen tiek van Brandweer Zuid-Holland Zuid. Na het bijna-ongeval is hij we onze operationele medewerkers nog een keer extra op het samen met de leverancier een onderzoek gestart naar de oorzaak. belang van het dragen van de gordels.’

Fotografie: Ginopress

Draag altijd je gordel, ook achterin

Ik ga voorop... Voor veilig rijden!

Naamloos-7 1

Brand&Brandweer

27-09-19 09:16

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

7

Fotografie: Veiligheidsregio Flevoland

Materi eel


FIRE & RESCUE

BOOTS

HA

®– IX

MADE IN 100 % EU RO PE

MADE

IN

Contact en verdere informatie: Gabriel Duifs Tel.: +31 (0) 615 62 02 52, E-Mail: g.duifs@haix.com

www.haix.com


Fotografie: Brandweer Hollands Midden

Fotografie: Brandweer Hollands Midden

Materi eel

De opgestuikte afdekplaat aan de bovenkant van het slot. Ook bij een ingebouwd slot is de beschadiging zichtbaar en voelbaar.

Concrete adviezen Veiligheidsregio Hollands Midden heeft het onderzoek naar een incident in november vorig jaar afgerond. Eén van de manschappen is toen in een bocht tijdens het korte moment van het omhangen van zijn ademluchttoestel waarbij hij de gordel niet droeg, uit het voertuig gevallen. Uit het onderzoek blijkt dat de eerste sluitstand van de deur defect was. ‘In principe was de deur niet goed dichtgedaan, maar hij zou wel dicht moeten blijven zitten. Dat dat niet is gebeurd, heeft te maken met een beschadigde afdekplaat. Dit heeft invloed op het palletje dat ervoor moet zorgen dat de deur in de eerste sluitstand dicht blijft’, legt Paul Vogel van de afdeling plannen, procedures en ontwikkeling uit. ‘Normaal gesproken valt het palletje achter de afdekplaat in het slot en kan deze niet door de slotpen, die vastzit aan de cabine, omhoog worden gedrukt. Doordat de plaat beschadigd was, is het palletje zichtbaar geworden en kon de slotpen het palletje indrukken en de deur openen. De beschadiging van de afdekplaat kan komen doordat de portieren zijn doorgezakt of door de beweging van de cabine tijdens het rijden.’ Na het ongeval heeft de regio diverse maatregelen getroffen. In de eerste plaats is het hele wagenpark gecontroleerd. Bij enkele oudere voertuigen zijn vergelijkbare problemen geconstateerd en direct verholpen. Daarnaast heeft de regio een advies uitgebracht waarmee beschadiging van de afdekplaat voorkomen moet worden. Vogel: ‘Om snel te kunnen uitrukken lieten we de TS altijd met openstaande deuren in de kazerne staan. Hierdoor kunnen de portieren in de loop der jaren doorzakken. Dat heeft invloed op het slot. De instructie is nu om de deuren van de gestalde TS’en altijd te sluiten. En bij de aanbesteding

Brand&Brandweer

Aan de rechter bovenzijde van het slot zie je het palletje licht uitsteken. Dit palletje hoort bij een onbeschadigd slot beschermd te zijn tegen indrukken door de afdekplaat. Zodra het palletje omhoog beweegt, laat de eerste sluitstand los en gaat de deur open.

Ziegler: ‘Slotpennen oude voertuigen slijten’ Hans Westrik van Ziegler beaamt dat goed onderhoud cruciaal is. ‘Met name cabines van tien jaar en ouder bewegen door torsie tijdens het rijden, daardoor kunnen de slotpennen slijten. Vervolgens gaat de deur wat hangen, waardoor je deze steeds harder moet dichtgooien. Als daar niets aan wordt gedaan, kan het een keer misgaan. Stel tijdig de scharnieren en onderhoud de sloten goed’, is zijn advies. Hij laat weten dat dit bij de nieuwe voertuigen niet meer kan voorkomen. ‘Die zijn opgebouwd met een totaal andere constructie. Ze worden in één geheel geleverd, waardoor je geen beweging in de cabine meer hebt tijdens het rijden en de slotpennen dus minder slijten.’

van nieuwe voertuigen nemen we eisen mee als het gaat om de torsiestijfheid van de cabine. Beweging van de cabine kan in de loop der jaren ervoor zorgen dat het slot slijt.’ Daarnaast beschikken nieuwe voertuigen standaard over een signalering bij niet goed gesloten portieren. Een ander leerpunt zit in het onderhoud van de voertuigen. Vogel legt uit dat de driemaandelijkse controles zijn aangescherpt. ‘We maakten gebruik van controlelijsten waarop stond dat we de deuren moesten controleren, daarbij stond niet vermeld waar specifiek op gelet moest worden. Dat wisten we ook niet. Nu hebben we toegevoegd dat het slot moet worden gecontroleerd op opgestuikte randen en beschadigingen. Op die manier hopen we dit soort ongevallen in de toekomst te voorkomen. Daarnaast blijven we natuurlijk hameren op het dragen van de gordel.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

9


actu e el

‘Brandweer zoekt speurneuzen’ thema van de Brandpreventieweken

In de campagne is volop aandacht voor branden die ontstaan door (defecte) elektrische apparaten of foutief oplaadgedrag. ‘We zien een toename van branden in hoverboards, elektrische steps en telefoonopladers. Het is nu nog niet de grootste brandoorzaak, maar voordat het dat gaat worden willen we erop inspelen. We willen met de jeugd aan de gang gaan om te zorgen dat we die risico’s verkleinen. We willen ze leren veilig om te gaan met het aanschaffen van de apparatuur, het gebruik en onderhoud ervan. Dat doen we niet alleen door ze te wijzen op de risico’s en wat ze moeten doen, maar ook door ze te laten zien hoe branden in apparaten ontstaan’, aldus René Hagen, voorzitter van de Adviescommissie Brandreventieweken en lector Brandpreventie. ‘Als je als kind begrijpt welke factoren ervoor zorgen dat brand ontstaat, leren we ze dus ook hoe ze brand kunnen voorkomen. We willen ze fout gedrag afleren en goed gedrag aanleren’,

uitvinden en onderzoeken. We vragen de kinderen daarom uit te zoeken hoe de brand is ontstaan.’ De speurneuzen kunnen in een online game in een aantal stappen terug naar de bron, waardoor ze zelf kunnen verklaren welke factoren uit de branddriehoek verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de brand. Deze kennis kunnen ze vervolgens ook naar andere brandoorzaken vertalen. De game kan zowel klassikaal als individueel worden gespeeld. Daarnaast zijn er stickervellen die uitgedeeld kunnen worden aan de kinderen.

Fotografie: Nationale Brandpreventieweken

Traditiegetrouw staat de maand oktober in het teken van de Brandpreventieweken. Dit jaar is de publiekscampagne met het thema Brandweer zoekt speurneuzen gericht op kinderen in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar.

Het thema De brandweer zoekt speurneuzen sluit aan bij de belevingswereld van een kind. ‘Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen dingen zelf

Virtuele assistent benut informatie tijdens crisis efficiënter Een virtuele assistent kan helpen om tijdens een crisis sneller en beter informatie uit open en gesloten bronnen te benutten. Dat blijkt uit een eerste test van Veiligheidsregio Fryslân met het prototype van de virtuele assistent. De regio heeft deze tool samen met Pandora Intelligence ontwikkeld om te onderzoeken hoe alle voor een crisis relevante informatie slim kan worden gebruikt. Dan kun je denken aan bijvoorbeeld livestreams, GEO-informatie, evaluaties, actuele verkeersinformatie of simulatiesoftware. Die informatie wordt nu niet altijd benut, onder andere omdat vaak de tijd ontbreekt om al deze bronnen te doorzoeken. De snelheid waarmee de virtuele assistent tijdens de test bijvoorbeeld kwetsbare objecten in de directe omgeving,

10

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

incidenten in het verleden op dezelfde locatie, telefoonnummers van betrokken organisaties, weers- en reizigersinformatie tevoorschijn wist te toveren sprak de deelnemers erg aan. ‘Hiermee hebben we relevante informatie veel sneller gevonden, dat is een enorme winst voor een crisisteam!’ Veiligheidsregio Fryslân wil in de volgende stap de virtuele assistent in de praktijk testen. ‘Dan zullen we vast de nodige verbeterpunten tegenkomen, dat is ook nodig om het prototype naar een hoger niveau te tillen’, aldus Johan Haasjes, programmaleider innovatie en informatie bij Veiligheidsregio Fryslân. ‘We gaan nu kijken of we de financiering kunnen vinden om de virtuele assistent een stap verder te brengen.’

Brand&Brandweer


Fotografie: TNO

actu eel

Regionale meldkamers zeer kwetsbaar Regionale meldkamers zijn nog steeds zeer kwetsbaar. Zij hebben te weinig personeel, hun ICT is verouderd en zij hebben niet de mogelijkheid om elkaars taken volledig over te nemen als zij door een calamiteit worden getroffen. Het afhandelen van noodmeldingen kan daardoor vertraging oplopen. Dit blijkt uit onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid (JenV) en Agentschap Telecom (AT). De Inspectie JenV en AT concludeerden in 2015 al dat de regionale meldkamers en de landelijke centrale in Driebergen kwetsbaar waren. Vier jaar later heeft alleen de landelijke 112-centrale risico’s geïnventariseerd en maatregelen genomen om de continuïteit ten aanzien van het personeel, de techniek en locatie te verbeteren. Regionale meldkamers hebben knelpunten op deze terreinen nauwelijks opgepakt, zo blijkt uit het onderzoek. Krappe bezetting Alle onderzochte meldkamers, ook de landelijke 112-centrale, kampen met een krappe personele bezetting. Daardoor is het moeilijk en lukt het niet altijd om de minimale gewenste bezetting te halen. Als gevolg van de krappe bezetting wordt een enorme wissel getrokken op de aanwezige werknemers, met alle risico’s van dien. Meldkamers kunnen elkaars taken slechts gedeeltelijk overnemen als een van hen door een calamiteit wordt getroffen. Dat betekent dat de afhandeling van een noodmelding soms lastig is en vertraging oploopt.

Brand&Brandweer

ICT verouderd Technisch gezien staan de meeste onderzochte regionale meldkamers stil. Hun ICT is verouderd en innovatie is niet of nauwelijks aan de orde. Er wordt gewacht met vernieuwen van apparatuur tot diverse meldkamers zijn samengevoegd. Die samenvoeging is vertraagd. Het beheer van de ICT is divers georganiseerd. Landelijke Meldkamer Samenwerking Al jarenlang loopt een traject om de meldkamerorganisatie te hervormen. Dat moet leiden tot snellere en efficiëntere hulp aan burgers in nood. De hervorming moet een robuuste meldkamerorganisatie opleveren, met tien regionale meldkamers die elkaars taken volledig kunnen overnemen. Tot op heden hebben de ontwikkelingen nog niet tot voldoende verbeteringen geleid. De Inspectie en AT constateren dat het draagvlak voor de hervorming groot is, maar dat deze ambitieus, complex en van veel zaken afhankelijk is. Dit is risicovol. Aanbevelingen Om de burger altijd snel en adequaat te kunnen helpen, bevelen de Inspectie en AT de minister van Justitie en Veiligheid onder meer aan ervoor te zorgen dat voldoende wordt geïnvesteerd in personeel en techniek. Ook dient de minister ervoor te zorgen dat de meldkamers noodmeldingen volledig van elkaar kunnen overnemen. Meldkamers dienen risico’s voor hun functioneren te inventariseren en de Inspectie en AT daarover te informeren. Inspectie en AT willen jaarlijks van de meldkamers vernemen welke stappen zij zetten om te komen tot de nieuwe landelijke meldkamerorganisatie.

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

11


actu e el

Rotterdam-Rijnmond presenteert een alarmeringscomputer

De aanrijtijdenserver maakt het makkelijk om in de alarmering rekening te houden met wegafsluitingen of evenementen die leiden tot afsluiting van een groot gebied. Met het tekenen van een aantal lijnen, wordt de rijrouteberekening direct live aangepast. Er hoeven dan geen aparte, vaak tijdelijke KVT’s meer gemaakt te worden.

locatie van een eenheid en de specifieke kennis van een eenheid of ploeg die op een vast moment in de week een oefenavond heeft. Met behulp van de aanrijtijdenserver kan waarschijnlijk nog in 2019 via een interne alarmeringsserver bij elk incident de best passende eenheid worden gealarmeerd. Er staat als back-up altijd een KVT in GMS, waar op terug kan worden gevallen als een storing optreedt. Fotografie: Ginopress

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft eind augustus aan het IFV en vijftien veiligheidsregio’s de alarmeringscomputer gepresenteerd. Met deze aanrijtijdenserver kan de regio afstappen van het alarmeren via de Kazerne Volgorde Tabel (KVT) en dynamisch alarmeren.

De intentie is uitgesproken om in de verdere toekomst dynamisch te alarmeren, door veel variabelen mee te nemen in de alarmering. Hierbij kan worden gedacht aan een open brug, filevorming, de gps-

Brandweer Nederland onderzoekt mogelijkheden fluorvrij blusschuim Fotografie: Ginopress

Een projectgroep van Brandweer Nederland is een onderzoek gestart naar fluorvrij blusschuim. Fluor wordt sinds de jaren zestig in blusschuim toegepast. Het geeft het schuim een aantal unieke eigenschappen voor het bestrijden van met name vloei-

stofbranden. ‘We willen vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid kijken of het mogelijk is zoveel mogelijk fluorvrij te werken’, aldus Marcel Verspeek, portefeuillehouder Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen (IBGS) van Brandweer Nederland. ‘Het is ingewikkelde materie. Niet alle schuimen kunnen op alle stoffen even goed uit de voeten. Fluorvrij schuim heeft over het algemeen een andere werking dan fluorhoudend schuim’, licht Verspeek het onderzoek toe. ‘Daar komt bij dat niet alle voertuigen en blusinstallaties er nu goed op zijn ingericht. Hier is tijd voor nodig.’ Vanuit de Programmaraad Incidentbestrijding is een handelingsperspectief ontwikkeld met een aantal quick wins waarmee nu al stappen kunnen worden gezet in het gebruik van minder fluorhoudend blusschuim. Vooruitlopend op de resultaten van het onderzoek heeft Verspeek de regio’s meegegeven terughoudend te zijn met het inzetten van fluorhoudend blusschuim. ‘Als het wordt toegepast, is het advies om het schuim netjes op te ruimen. Ons uitgangspunt is fluorvrij schuim waar het kan, fluorhoudend schuim waar het moet.’

12

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


actu eel

Meer flexibiliteit in herziene leergang Instructeur De leergang Instructeur is herzien. In de vernieuwde leergang is meer aandacht voor flexibiliteit van de opleiding en toetsing, het vakbekwaam blijven en moderne didactiek. Vanaf oktober 2019 kunnen alle regionale opleidingsinstituten starten met de herziene leergang. De instructeur heeft een andere rol bij de examinering dan voorheen. Instructeurs hebben nu vaker de rol van beoordelaar. Deze nieuwe rol is verwerkt in de vernieuwde leergang. Daarnaast is uit een onderzoek onder gebruikers gebleken dat er behoefte is aan een leergang waarin instructeurs worden opgeleid met meer aandacht voor flexibiliteit in opleiding en toetsing, vakbekwaam blijven en digitale didactiek.

Landelijke expert- en ontwikkelgroep Voor het ontwikkelen van de herziene leergang is een landelijke expert- en ontwikkelgroep samengesteld door de programmaraad Vakbekwaamheid en Kennis van Brandweer Nederland. Ervaren docenten, medewerkers van regionale opleidingsinstituten, examinatoren, hoofden en medewerkers vakbekwaamheid, afgevaardigden van het platform vakbekwaam blijven en onderwijskundigen hebben samen met een projectteam van het IFV de nieuwe leergang en de proeve van bekwaamheid ontworpen en ontwikkeld.

Ontwerp NEN 6068 gepubliceerd Het ontwerp van de gewijzigde norm voor de bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten is gepubliceerd. Tot 1 december 2019 kan commentaar op het ontwerp worden ingediend. Het nieuwe normontwerp van NEN 6068 heeft enkele nieuwe teksten die in kaders zijn toegevoegd. Daarnaast zijn er enkele wijzigingen. Zo zijn de verwijzingen voor brandwerendheid van gesloten geveldelen en openingen aangepast aan de meest recente versie van de NEN 6069. De vlamvorm voor hellende en niethellende gevels zijn beter op elkaar afgestemd en de vlamvorm voor gevelopeningen met een balkon is uniform gemaakt voor balkons en overstekken met een diepte van 20Â cm. Daarnaast is de voorwaarde dat een balkon aan weerszijden van een gevelopening uit moet steken om brandoverslag te voorkomen, vervallen. Tot slot is de norm aangepast in lijn met het nog te bekrachtigen Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL). Voor nieuw te bouwen gebouwen wordt geeist dat ten minste de helft van de eventueel benodigde brandwerendheid van gevels op eigen terrein wordt gerealiseerd, dus van binnen naar buiten.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

13


repressi e

Lange zoektocht naar mogelijke slachtoffers brand Leger des Heils ‘Het was een lastige en lange zoektocht. Op de betreffende verdieping was het heet en de rooklaag was ontzettend dicht’, blikken Arno Tromp en Gerard Zoetbrood van de aanvalsploeg van de eerste Ts uit Beekbergen terug. De ploeg is eind augustus ingezet bij een grote brand bij het Leger des Heils in het dorp. Uit de eerste berichten van omstanders blijkt dat er nog twee personen binnen zijn terwijl de brand zich snel ontwikkelt.

door JILDOu VISSer fotografie WILLIAM HArtHOOrn

H

et is 19.22 uur als de eerste TS wordt gealarmeerd. ‘Onze kazerne zit ongeveer tweehonderd meter van het Leger des Heils. Er was een grote markt in het centrum. Toen we aankwamen was de weg al vrij, dus we waren ontzettend snel ter plaatse. Aanrijdend heb ik nauwelijks 14

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

informatie bij de meldkamer kunnen inwinnen. Het enige dat ik wist was dat er twee mensen waren vermist. Dat heb ik gedeeld met de ploeg en ik heb ze verteld dat ze alle vier moesten omhangen’, aldus eerste bevelvoerder René Vos. Ter plaatse wordt hij opgevangen door een Officier van Dienst (OvD) uit Friesland die toevallig in het dorp op vakantie is. Hij deelt zijn waarneming met Vos. ‘De brandruimte was volgens hem aan de rechter achterkant van het pand, maar daar zagen we niets. Aan de linker voorkant

Brand&Brandweer


repressi e

een indruk van de indeling van de verdieping. Het was één grote vide waar de appartementen rondom op uitkwamen.’ Zodra de waterploeg boven is, betreden de manschappen de ruimte. De waterploeg stoot direct door naar de brandruimte. De deur van de brandruimte is dan al deels weggebrand. De aanvalsploeg start de zoektocht. Eerst in de centrale hal van ongeveer tien bij zes meter, daarna in de appartementen aan de achterkant. ‘Met de hoge drukstraal kon de waterploeg net de scherpe kantjes van de brand afhalen, maar het koelend vermogen was veruit onvoldoende om echt iets te kunnen uithalen. Nadat we een paar kamers hadden doorzocht werd de druk op mijn straal minder. Gerard wees me erop dat onze straal was geknapt. We moesten terugtrekken’, vertelt Tromp.

‘onze straaL Was geKnaPt, We Moesten terUgtreKKen’

Met behulp van de extra opgekomen manschappen uit Beekbergen worden de ademluchtflessen verwisseld, zodat de zoektocht naar de slachtoffers zo snel mogelijk kan worden hervat.

kwam lichtbruine rook uit een raam op de eerste verdieping. Dat raam stond open. De rook steeg direct goed op, dat gaf mij het teken dat het heet was en we waarschijnlijk te maken hadden met een redelijk ontwikkelde brand.’ Hij deelt de locatie van de brandruimte met zijn aanvalsploeg die dan klaar is om naar binnen te gaan. Nog geen minuut later ziet de tweede TS dat de brand uit de brandruimte aan de achterkant uitslaand is. De manschappen van de eerste TS krijgen de opdracht om de eerste verdieping te doorzoeken. De ploeg van de tweede TS doorzoekt de begane grond. InZet BInnen Direct na aankomst zijn de manschappen opgevangen door de eigenaar van een naastgelegen café. Hij is na de melding al binnen geweest, maar moest bij de trap naar de eerste verdieping rechtsomkeert maken. Het werd te heet en er hing te veel rook. Vanuit de hal laat hij de manschappen zien waar de trap naar de eerste verdieping is. ‘Waardevolle informatie. We hadden direct een goed beeld van de situatie’, aldus Zoetbrood. Na kort bericht van Vos gaat de ploeg met een straal HD naar binnen. ‘Beneden hing wat lichte rook. Hoe hoger we kwamen, des te dichter werd de rook. Aan het einde van de trap naar de eerste verdieping zat een deur. Er hing veel rook en het was er ontzettend heet’, vertelt Tromp. ‘We hebben een paar keer de deurprocedure herhaald, zodat we de situatie onder controle konden houden tot de waterploeg met een tweede straal HD ook binnen was. We hadden meer koelend vermogen nodig. Tijdens die deurprocedure kregen we al

Brand&Brandweer

Op dat moment is ook de derde TS ter plaatse gekomen. Zij hebben o-bundels op het voertuig. In overleg met OvD Wilco Westhuis wordt besloten de manschappen van de derde TS met de o-bundels in te zetten op de brand. De aanvalsploeg assisteert de manschappen van de derde TS met de o-bundel naar de brandruimte. ‘De brand woedde toen al een tijd. Binnen was het heet en de rooklaag was erg dicht. De kans dat de slachtoffers nog zouden leven was nihil. Ik wilde dat de brand zo snel mogelijk zou worden geblust, zodat we daarna in een veiligere omgeving konden zoeken naar de slachtoffers. Buiten heb ik met de bewoners van het pand geprobeerd te achterhalen waar de vermiste personen konden zijn,’ aldus Westhuis. Binnen dringen de manschappen van de derde TS met de o-bundels de vuurhaard terug. Tromp en Zoetbrood zoeken verder naar de mogelijke slachtoffers. ‘De brand was toen al uitslaand uit het dak, waardoor de hitte wegtrok. Toen onze fluit ging hadden

De plattegrond van de tweede verdieping met aan de achterkant de brandruimte.

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

15


Nieuwe inzichten in brandbestrijding?

Lees het

editie 2018

Handboek Brandverloop. Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 40267 5

Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018


repressi e

Direct na de eerste melding heeft de markt zoveel mogelijk plaatsgemaakt voor de hulpdiensten.

we alle kamers doorzocht, maar niemand gevonden. We moesten terug’, baalt Zoetbrood. ‘Je vraagt je steeds af of je niets over het hoofd hebt gezien.’ De zoektocht van de aanvalsploeg wordt overgenomen door een nieuwe ploeg.

‘Je vraagt je steeds af of je niets over het hoofd hebt gezien’ Vanaf de buitenkant lopend rondom het gebouw filosoferen Tromp, Zoetbrood en Vos in welke ruimte de slachtoffers mogelijk nog kunnen zitten. ‘Van de buitenkant zagen we alleen nog wat zoldertjes, maar die kon je van binnenuit niet zien. Het was dus onmogelijk dat daar iemand kon zitten. Onze conclusie was dat we alles hadden gehad.’ Op het moment dat ze die conclusie trekken komt ook Westhuis met het nieuws dat hij enkele bewoners heeft gesproken die de vermiste personen hebben getraceerd. ‘Een grote opluchting’, laat hij weten. Zodra bekend is dat er geen slachtoffers meer zijn geeft Westhuis de opdracht om vanuit de hoogwerker het dak los te halen om zo de resterende brandhaarden op de zolder te kunnen afblussen.

Brand&Brandweer

Leerpunten ‘Voor zo’n inzet wordt je brandweerman’, blikt Zoetbrood terug. ‘Je kunt jaren praten over je eigen veiligheid tijdens een inzet, maar als er mogelijk slachtoffers zijn sta je voor een keuze. Ik denk dat we hier snel en zo veilig mogelijk hebben gewerkt. De o-bundels van de derde TS hebben hun meerwaarde bewezen.’ Vos heeft voor zichzelf nog wel een leerpunt. Tijdens de inzet zijn vier vrijwilligers nagekomen die hand- en spandiensten hebben verricht. ‘Die extra handjes waren erg fijn. Tijdens de nablusfase wilde ik iedereen even bij elkaar roepen om de laatste taken te verdelen. Ik zag zoveel mensen, waardoor ik dacht dat ik iedereen had. Ik heb op dat moment geen koppen geteld. Als ik dat wel had gedaan, had ik gemerkt dat er twee manschappen misten. Op dat moment was het niet erg, maar ik moet er wel scherp op blijven dat ik altijd even tel of iedereen er is.’ Westhuis geeft vooral de eerste twee bevelvoerders een groot compliment. ‘In de beginfase van de inzet heb ik bewust vanuit het principe van situationele commandovoering de leiding aan hen gelaten. Zij communiceerden en coördineerden de inzet onderling zo goed, dat gaf mij de tijd om rustig een beeld te vormen. Leerpunt voor mij is wel dat ik een tweede OvD laat alarmeren. Je merkt dat je bij dit soort incidenten monodisciplinair beschikbaar wilt blijven, terwijl je wel steeds weg moet voor het CoPI. Het heeft de inzet niet gehinderd, maar het was voor mijn eigen gevoel wel beter geweest. Je wilt er zijn voor je eenheden.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

17


materi eel

Dubbel zoveel water met nieuwe Grootschalige Watervoorziening Branden in met name grote industriële panden vragen om meer water dan de huidige Groot Water Transport Systemen (WTS) kunnen leveren. Twintig regio’s krijgen daarom de komende jaren nieuwe WTS’en die twee keer meer water kunnen leveren dan het oude. Het eerste exemplaar wordt 12 oktober overhandigd aan Veiligheidsregio Flevoland. Wat zijn de kenmerken van het nieuwe WTS? En waarom is hiervoor gekozen? Projectleider René Rieken legt het uit. Door JILDOU VISSER

D

e huidige WTS’en zijn dertig jaar oud. Ze zijn destijds door de Rijksoverheid aangeschaft en drie jaar geleden overgedragen aan de veiligheidsregio’s. ‘De regio’s zijn vanaf dat moment zelf verantwoordelijk voor hun eigen WTS en dus ook voor de vervanging van de systemen’, begint Rieken. Samen met een projectgroep is hij landelijk de wensen voor een nieuw WTS gaan inventariseren. ‘De capaciteit van het oude systeem was gebaseerd op een berekening van de Engelsen in de Tweede Wereldoorlog. Voor het blussen van een grote brand in een stad hadden ze vierduizend liter water per minuut nodig. Daarbij was rekening gehouden met een afstand tot 1500 meter van het open water. Sinds de vuurwerkramp in Enschede hebben

we eigenlijk niet meer van dat soort grote stadsbranden gezien. Bovendien zijn de branden veranderd. Tegenwoordig hebben we vaker te maken met branden in grote industriële panden. Daar hebben we meer water voor nodig.’ Capaciteit In het landelijke project is gekeken naar de veel voorkomende grote branden en de hoeveelheid vuurlast die daarmee gepaard gaat. Op basis daarvan concludeert de projectgroep dat de nieuwe WTS’en twee keer meer water moeten kunnen leveren. Ook de nieuwe generatie TS’en vraagt om een grotere hoeveelheid water, een pomp van een nieuwe TS heeft al snel een capaciteit van 3000 tot 3500 liter per minuut. ‘Dat betekent dat we als eis in de aanbesteding hebben meegenomen dat de systemen achtduizend

De nieuwe Grootschalige Watervoorziening wordt in de komende jaren in twintig regio’s geleverd.

18

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


materi eel

liter water per minuut moeten kunnen leveren over een afstand van 1500 meter’, aldus Rieken. De operationele uitgangspunten sluiten daarmee ook aan bij het landelijke project Grootschalig en Specialistisch Optreden (GBO-SO). ‘Hierin is vastgelegd dat regio’s elkaar wederzijdse bijstand moeten kunnen leveren. Als het gaat om het WTS liggen de normen hier ook op achtduizend liter water per minuut over een afstand van 1500 meter. Ook regio’s die niet meedoen met de aanbesteding moeten deze bijstand aan hun buurregio’s kunnen leveren als dat nodig is. Dat betekent dat ze twee keer zoveel WTS’en beschikbaar moeten hebben voor de bijstand.’ Met de realisering van de vervanging van de systemen en om aansluiting te hebben binnen het GBO wordt vanaf nu gesproken over de Grootschalige Watervoorziening (GW). Met de dubbele hoeveelheid water, verandert het hele systeem. De pompen hebben een grotere capaciteit en het systeem is voorzien van acht duims (200 mm) slangen in plaats van zes duims (150 mm). Hoewel de dompelpomp een grotere capaciteit heeft, is deze wel lichter van gewicht, vertelt de projectleider. ‘De oude pompen wogen honderd kilo, de nieuwe maar 56. Daarnaast is het nieuwe systeem voorzien van een lier waarmee je de pomp uit het water kunt trekken. Dat scheelt veel trekwerk bij het opruimen.’ De projectleider legt uit dat juist omdat de slangen groter zijn geworden, ook de zichtbaarheid steeds belangrijker wordt. ‘Uit een studie die we hiernaar hebben gedaan is gebleken dat gele slangen het beste zichtbaar zijn. Rood verkleurt na een tijd. Daarnaast zijn de slangen die bij dit systeem worden geleverd voorzien van een reflecterende strook bij iedere koppeling. Verder zijn de slangenbruggen makkelijker aan te brengen en een stuk lichter.’

systemen moesten we met de kraan van een HV dat apparaat op de container tillen. Bij het nieuwe systeem zit deze in de container zelf geïntegreerd, dat scheelt veel gedoe. Ook hebben we voor de regio’s die dat willen, een optie op een AutoFlaker in de aanbesteding opgenomen. Dit is een hydraulisch systeem op de container dat de slangen automatisch invouwt. Je moet het je zo voorstellen dat je met de container op het haakarmvoertuig langs de slang rijdt waarbij deze automatisch wordt ingevouwen. Deze optie biedt vooral veel gemak. Na een lange inzet is het fijn als je zo snel mogelijk de spullen kunt opruimen en kunt terugkeren naar de kazerne.’ Het eerste GW wordt op 12 oktober op Urk overhandigd aan Brandweer Flevoland. Ook de containers en pompaanhangers voor Gelderland-Zuid en Zaanstreek Waterland worden nog dit jaar geleverd. De containers voor de overige regio’s die meedoen met de aanbesteding volgen later. Rieken: ‘De overeenkomst loopt voor vier jaar. Regio’s hebben dus vier jaar de tijd om hun nieuwe GW te bestellen.’ ■

Deelnemende regio’s Van de 25 regio’s doen er twintig mee met de aanbesteding. Vijf regio’s hebben om verschillende redenen besloten niet mee te doen, laat Rieken weten. ‘Omdat wij de capaciteit in dit project hebben vastgesteld op achtduizend liter, doen de regio’s Zeeland, AmsterdamAmstelland en Midden- en West-Brabant niet mee met de landelijke

Automatische drukbepaling Het nieuwe GW is in tegenstelling tot de oude voorzien van een veiligheidsmechanisme met automatische drukbepaling. ‘In principe houdt het systeem zelf continu de druk op 10 bar. Als meerdere TS’en hun toevoer dichtgooien, loopt de druk in de slangen op. In het oude systeem moest de druk handmatig worden afgeschakeld. In het nieuwe systeem gaat dit automatisch.’

aanbesteding. Vanwege de risico’s in hun gebied, willen zij een WTS met een nog grotere capaciteit.’ Ook Kennemerland doet niet mee. Rieken: ‘Vanwege het duingebied gaven zij aan dat ze het WTS niet op een haakarmvoertuig maar op een vrachtwagen gebouwd willen hebben. Dat paste daarmee niet in onze aanbesteding. En Brabant-Noord gaf aan dat ze het huidige systeem net hadden opgeknapt en daarom niet meedoen. Dat geldt overigens ook voor Gelderland-Midden. Zij hebben een nuloptie genomen in de aanbesteding. Zij maken eerst

AutoFlaker Het nieuwe GW is voorzien van een opneemapparaat met daarbij een optie op een AutoFlaker, laat Rieken weten. ‘Bij de oude

Brand&Brandweer

gebruik van hun opgeknapte systeem en kunnen, als de wens er is, later alsnog via de aanbesteding nieuwe WTS’en bestellen.

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

19


risicobeh eersi ng

‘Brandveiligheid moet proactiever’ In 2040 ziet de samenleving er wezenlijk anders uit dan nu. Als het gaat om brandveiligheid lukt het de brandweer tot nu toe nog onvoldoende om te anticiperen op alle ontwikkelingen die op ons afkomen, stelt Clemon Tonnaer, onderzoeker bij het IFV. ‘Dat is jammer. Veel zaken die ons te wachten staan kunnen we vooraf al in kaart brengen, zodat we er proactiever op kunnen handelen.’ In zijn Toekomstverkenning Brandveiligheid schetst hij de maatschappelijke en technische ontwikkelingen die de komende jaren van invloed gaan zijn op brandveiligheid. Daarnaast heeft hij de risicogroepen in kaart gebracht. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Brandweer Nederland.

Door JILDOU VISSER

D

Fotografie: Brandweer Haaglanden

e energietransitie, de groeiende kloof tussen arm en rijk, het stijgende aantal eenpersoonshuishoudens en ouderen die langer zelfstandig thuiswonen. Het zijn zomaar enkele ontwikkelingen die nu al zijn ingezet en die de komende jaren alleen nog maar meer zichtbaar worden, blijkt uit de toekomstverkenning die Tonnaer heeft opgesteld. Al deze ontwikkelingen hebben invloed op de brandveiligheid. ‘Natuurlijk kunnen we niet met honderd procent zekerheid voorspellen dat de ontwikkelingen daadwerkelijk doorzetten. Dit is ook afhankelijk van hoe de economie zich ontwikkelt en van het beleid van de overheid. We zien nu een steeds meer terugtrekkende overheid die van burgers verwacht dat ze zelf verantwoordelijk zijn. Dat kan over een aantal jaar anders zijn. De ontwikkelingen zijn al wel in gang gezet en zetten naar alle verwachting door. We moeten erover nadenken en kijken hoe we erop in kunnen spelen, zodat Nederland brandveiliger wordt en niet onveiliger. Dat doen we nu nog te weinig’, aldus de onderzoeker. ‘Daarnaast zien we een erg divers beeld met ontwikkelingen die een rol kunnen spelen. Eigenlijk is het geheel niet goed samen te vatten. De toekomst en het geheel van de ontwikkelingen is complex, maar het is niet vaag,

abstract en ver weg. De toekomst is nu al begonnen. Juist daarom moeten we er nu goed over nadenken. Als we dat doen, zijn we klaar voor wat ons te wachten staat.’ Leeftijd en gezondheid Hoewel voor enkele ontwikkelingen uit de toekomstverkenning, zoals de toenemende vergrijzing en de energietransitie al enkele jaren aandacht is, zijn daarbinnen ook ontwikkelingen zichtbaar waarop ingespeeld kan worden. Zo blijkt uit de toekomstverkenning dat het aantal personen met dementie de komende decennia sterk gaat stijgen. Het RIVM verwacht daarbij zelfs een stijging van 115% in 2040 ten opzichte van 2015. Daarnaast kan de gezondheid van mensen in de toekomst steeds vaker op afstand worden gemonitord en gaan ook behandelingen vaker thuis plaatsvinden. Dat geldt voor zowel lichamelijke aandoeningen als bij mentale en psychische problemen. Tonnaer: ‘Je kunt je voorstellen dat dit gevolgen heeft voor de brandveiligheid. Deze categorie heeft wellicht een groter risico op brand, maar is ook minder of soms zelfs niet in staat veilig zelfstandig te vluchten. Als we dit nu al kunnen zien aankomen, kunnen we ook al nadenken hoe we daarop in kunnen spelen. Op die manier zijn we voorbereid als de ontwikkelingen daadwerkelijk worden ingezet en zichtbaar worden.’ Daarnaast constateert Tonnaer in de Toekomstverkenning Brandveiligheid ook maatschappelijke ontwikkelingen waar nog niet veel aandacht voor is. Eén van de voorbeelden die hij daarbij noemt is het stijgende aantal eenpersoonshuishoudens. ‘Ongeacht in welke lagen van de samenleving deze mensen zich bevinden, alleen wonen heeft gevolgen voor de brandveiligheid. In geval van brand zijn deze mensen op zichzelf aangewezen. Ze moeten de brand zelf signaleren en zelf vluchten. Voor deze groep in onze samenleving is het dus extra belangrijk dat ze een rookmelder hebben, de vluchtroute toegankelijk houden en bijvoorbeeld hun sleutels op een vaste plek bij de deur bewaren.’ Positief en negatief Zowel de maatschappelijke als de technische ontwikkelingen zijn volgens de onderzoeker niet alleen maar negatief. ‘Alle ontwikkelingen hebben twee kanten. Neem de energietransitie. Aan de ene kant zorgt het beter isoleren van woningen ervoor dat brand zich minder snel ontwikkelt, er is immers minder zuurstof. Aan de andere kant zorgt het ook voor gevaarlijkere branden. Als er zuur-

20

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


Fotografie: Lilian van Rooij

risicobeh eersi ng

stof bijkomt, kan de situatie plotseling escaleren. Daarnaast zien we in de energietransitie dat het toenemende aantal en de steeds groter wordende accu’s in bijvoorbeeld hoverboards, steps, fietsen en auto’s, zorgt voor meer branden.’ Risicogroepen Naast het onderzoek naar de maatschappelijke en technische ontwikkelingen, heeft Tonnaer ook onderzoek gedaan naar risicogroepen. ‘Hierbij gaat het niet alleen over groepen in de samenleving die een grotere kans hebben op brand, maar ook om groepen mensen die vaker slachtoffer worden van brand. Dat kan samengaan, maar hoeft niet’, aldus Tonnaer. Als voorbeeld noemt hij een gezin met puberende kinderen. ‘In deze huishoudens zien we vaker brand, maar dit leidt nauwelijks tot slachtoffers. Dit is een redelijk zelfredzame groep. Ze kunnen zelfstandig vluchten en soms zelf de brand blussen. Wat de oorzaken zijn van de grotere kans op brand bij deze groep, weten we niet. Dit kan te maken hebben met het gedrag van pubers, maar ook met het toenemende aantal en het type elektrische apparaten. Denk bijvoorbeeld aan hoverboards en elektrische steps.’ Hoewel in het rapport veel groepen worden genoemd die een verhoogde kans op brand hebben, zit er volgens Tonnaer wel een rode draad in. ‘Groepen die toch al in de hoek zitten waar de grootste klappen vallen, hebben het grootste risico op brand en ook het grootste risico om daar slachtoffer van te worden. Denk daarbij aan mensen met een lage sociale status en mensen met een beperking’, vertelt hij. ‘Daarnaast zien we dat iemand zowel tegelijkertijd als op verschillende momenten in het leven kan behoren tot meerdere risicogroepen. Zo kan een huishouden behoren tot de groep jonge gezinnen, maar tegelijkertijd ook tot de groep mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Of dat iemand behoort tot de groep mannen, maar tegelijkertijd ook tot de groep alleenstaanden en de groep mensen met een lage sociaaleconomische status.’ Hoe de verschillende risicogroepen op de meest effectieve manier kunnen worden bereikt, is niet in het onderzoek meegenomen.

Brand&Brandweer

Tonnaer: ‘Dat is een onderzoek op zich. Eén van mijn collega’s is nu bezig met een vier jaar durend onderzoek naar het bevorderen van brandveiligheid onder ouderen. Dat zijn complexe vraagstukken. In het algemeen denk ik dat we kunnen stellen dat alleen het verstrekken van informatie niet genoeg is, mensen moeten de urgentie voelen dat ze iets moeten doen.’ Houd data bij Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de cijfers van het CBS, buitenlandse literatuur en onderzoeken van de veiligheids­regio’s Amsterdam-Amstelland en Flevoland. ‘Daarmee houden de Nederlandse bronnen wel zo’n beetje op. Dat is jammer’, vindt Tonnaer. ‘Het zou goed zijn als we in Nederland niet alleen vaker onderzoek doen naar woningbranden, maar vooral ook deze gegevens centraal opslaan. Als we dat structureler en landelijk bijhouden, kunnen we nog gerichter conclusies trekken, maar ook nog beter de brandveiligheidsacties richten op een specifieke doelgroep.’ ■

Risicogroepen Deze groepen lopen volgens het rapport Risicogroepen en brandveiligheid het grootste risico op brand: • personen met een lichamelijke beperking; • verstandelijk beperkten; • verwarde personen; • ouderen; • bewoners van zorginstellingen; • kinderen; • mannen; • mensen met een lage sociaaleconomische status; • mensen met een niet-westerse migratieachtergrond; • jonge gezinnen; • alleenstaanden; • studenten.

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

21


bran d van de maan d

veiligheid groot aandachtspunt bij grote brand rijksmonument brandweerlieden uit veiligheidsregio brabant-noord staan 31 augustus voor een enorme uitdaging als in het dak van landgoed Haarendael in Haaren brand uitbreekt. Het rijksmonument stamt uit 1836. Het is een complex en groot gebouw met veel vuurlast en op het terrein is slechts een beperkte watervoorziening aanwezig. Tijdens de inzet is veel aandacht voor de eigen veiligheid, maar toch kunnen enkele hachelijke situaties niet worden voorkomen.

22

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

brand&brandweer


bran d van de maan d

De vlammen slaan al uit het dak op het moment dat de eerste eenheden ter plaatse komen.

brand&brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

23


bran d van de maan d

Vanuit redvoertuigen wordt geprobeerd om op het dak stoplijnen te creëren.

Door Jildou Visser Fotografie Toby de Kort

O

fficier van Dienst (OvD) Corné Rosenbrand wordt die middag om 17.43 uur gealarmeerd voor een middelbrand. ‘Ik kende het landgoed alleen van het voorbijrijden, maar wist direct dat het een complex pand is. Aanrijdend vertelde de centralist dat er vanaf een behoorlijke afstand meldingen binnenkwamen. Tegelijkertijd hoorde ik de eerste bevelvoerder opschalen naar grote en zeer grote brand. Dan weet je dat je aan de bak moet.’ Rosenbrand laat een tweede redvoertuig, een tweede waterwagen en het groot watertransport alarmeren. Via zijn portofoon hoort hij de bevelvoerder zeggen dat de brand woedt in het hoofdgebouw en dat de brand snel uitbreidt. Als Rosenbrand na ongeveer acht minuten ter plaatse komt, zijn de eerste eenheden net ingezet. De eerste TS is bezig met een binneninzet in het hoofdgebouw en de tweede TS is ingezet bij een van de vleugels die haaks op het hoofdgebouw staat. Het doel van die eerste inzet is om daar een stoplijn te creëren. ‘Ik zag dat de brand woedde op de zolder en in het dak en dat er veel vuurlast aanwezig was. Via mijn iPad en de regionale app Database Operationele Informatievoorziening (Doiv) had ik toegang tot een plattegrond. Daarop kon ik de complexiteit en grootte van het gebouw goed zien. Het was een hectisch moment. Je wilt je beeld rondkrijgen. Vanuit veiligheidsoogpunt heb ik overgeschakeld van een offensieve binnen- naar een defensieve buiteninzet. Kort erna stortte aan de voorkant bij het hoofdgebouw een torentje van het dak naar beneden. Op datzelfde moment raakte de bevelvoerder het contact met één van zijn manschappen 24

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

kwijt, die hij net met een opdracht had weggestuurd. Hij vreesde dat hij op de locatie van de instorting was. We hebben toen direct de procedure vermissing eigen personeel opgestart. Op dat moment gaat je volledige aandacht naar het schakelen met de bevelvoerders en het in beeld laten brengen waar alle manschappen op dat moment zijn. Gelukkig kregen we niet veel later het bericht dat de vermiste collega zich weer bij zijn bevelvoerder had gemeld. Een enorme opluchting. Achteraf bleek er niets aan de hand te zijn. Er was sprake van een miscommunicatie, de manschap was elders op het terrein.’ Defensief buiten Rosenbrand laat iedereen terugtrekken uit het gebouw en bespreekt zijn inzetplan met de bevelvoerders ter plaatse. ‘De brand in het dak ontwikkelde zich zo snel. Toen ik ter plaatse kwam brandde ongeveer een kwart van de voorkant van het dak. Binnen een paar minuten stond het dak over de volledige breedte van het pand in brand. De vlammen sloegen zeker vier meter hoog de lucht in. Ik wilde niemand meer binnen hebben. We hadden te weinig capaciteit om binnen iets te kunnen uitrichten. Bovendien vond ik het te onveilig om nog naar binnen te gaan.’ Het inzetplan wordt bijgesteld. De OvD besluit om de eenheden te koppelen aan de redvoertuigen die dan net ter plaatse komen. De redvoertuigen moeten een stoplijn creëren naar de achterliggende vleugels. In overleg met de veiligheidsadviseur laat Rosenbrand een veiligheidslint spannen, zodat alle brandweerlieden weten dat ze niet de valschaduw mogen betreden. En het groot watertransport wordt opgebouwd. Op vier kilometer afstand kan voldoende water worden gewonnen. ‘Er waren diverse waterpunten op het terrein, maar die waren

Brand&Brandweer


bran d van de maan d

Aan beide zijden is de doorgang tussen het landgoed en de kerk gesloopt, zodat de brand daar kon worden gestopt en de kerk kon worden behouden.

slechts toereikend voor twee eenheden. Om de eerste periode te overbruggen hebben we waterwagens laten pendelen om de derde TS en een redvoertuig van water te voorzien.’ Stoplijn niet te houden Al vrij snel blijkt dat met de inzet van de hoogwerkers de stoplijnen niet te handhaven zijn. ‘Op dat moment moesten we het grootste deel van het monument als verloren beschouwen en moest ik overschakelen op het plan plus. In de U-vorm van het gebouw waren twee doorsteken naar de kapel van de kerk. Dat deel wilde ik behouden. Ik had daarvoor eerder in de inzet al twee kranen laten alarmeren. De eerste was op dat moment al ter plaatse. Met die kraan zijn we begonnen de gangen tussen het hoofdgebouw en de kapel te slopen.’ Na ongeveer twintig minuten moet ook die inzet even worden gestaakt. De kraan is te klein en beschikt niet over een overdrukcabine. ‘Gelukkig kwam op dat moment de grotere kraan ter plaatse, die was voorzien van rupsbanden en een overdrukcabine. Daarmee hebben we de beide doorgangen kunnen slopen, zodat de brand niet verder kon uitbreiden naar de kapel en de kerk. Dat werkte. Vervolgens hebben we het pand gecontroleerd laten uitbranden.’ In de nablusfase is er overleg met de gemeente, de eigenaar, de verzekeraar en met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Met hen worden afspraken gemaakt over de nabluswerkzaamheden. Er wordt afgesproken dat het pand niet wordt gesloopt om het nabussen te versnellen, zodat later kan worden bekeken in hoeverre het gebouw kan worden gerestaureerd. Rosenbrand: ‘We hebben het dus echt laten uitbranden. In totaal hebben we 36 uur bij de brand ingezet. Zelfs een week later zijn we nog gealarmeerd voor diverse brandjes.’

Brand&Brandweer

Afzetlint Terugkijkend op de inzet heeft Rosenbrand één groot leerpunt. ‘Nog strenger toezien en handhaven op een veilige inzet. We hadden afgesproken dat niemand voorbij het afzetlint zou gaan, omdat delen van het pand naar beneden konden vallen. Hoewel de afspraken duidelijk waren, zie je soms collega’s in hun enthousiasme voorbij het lint gaan. Ik denk dat dat voor veel collega’s in het land herkenbaar is. Toch is het afzetlint er niet voor niets. Bij deze inzet is het maar net goed afgelopen. Met de beste bedoelingen en enthousiasme zijn er werkzaamheden binnen het afgezette gebied uitgevoerd waarbij één collega maar net op tijd opzij kon springen toen delen van het gebouw naar beneden vielen. Hij is gelukkig slechts lichtgewond geraakt, maar dit had anders af kunnen lopen. Binnen Brabant-Noord pakken we dit op als leerpunt, maar laat het ook een waarschuwing zijn aan alle collega’s in het land.’

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

25


Risicobeh eersi ng

Rood is het nieuwe blauw: brandweer gaat de wijk in Wijkbrandweerzorg bestaat sinds een jaar of vijf. Steeds meer regio’s stellen een wijkbrandweerman of -vrouw aan, vaak eerst bij wijze van proef. Bewustwording via persoonlijk en laagdrempelig contact is het doel, door bijvoorbeeld presentaties te geven in ouderen­complexen. Aanwezig en zichtbaar zijn in de wijk is ook vaak al genoeg. Wijkbrandweerman René Wollaars: ‘Als ik ergens ga staan, komen mensen vanzelf met vragen.’

Door Ellen Schat

I

n 2013 is de eerste wijkbrandweerman van Nederland aangesteld, in de wijk IJsselmonde in Rotterdam-Rijnmond. ‘We hadden behoefte aan meer specialisme op het gebied van bewustwording in de wijken’, vertelt Peter Schuurmans, hoofd Veilig Leven van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. In deze wijk wonen veel ouderen in hoogbouw, een kwetsbare groep in risicovolle bebouwing. Brochures in de brievenbus en andere voorlichtingscampagnes om de bewustwording over brandveiligheid te verhogen hadden te weinig effect. ‘We wilden persoonlijk contact met mensen en zichtbaar zijn in de wijk, om brandveiligheid echt tussen de oren te krijgen’, aldus Schuurmans.

‘Laagdrempeligheid is erg belangrijk’ Intussen heeft de regio een wijkbrandweerman in Schiedam en (voorlopig) een in Capelle aan den IJssel. Ook in andere regio’s, zoals Limburg, zijn wijkbrandweermensen aangesteld. In Groningen is al ongeveer vijf jaar een brandweervrouw actief in de gemeente Vlagtwedde. Een wijkbrandweerman neemt twee Groningse wijken met oudere bebouwing onder zijn hoede. In Hilversum in Gooi en Vechtstreek is René Wollaars sinds 2016 wijkbrandweerman. Binnenkort krijgt hij er elf collega’s in de regio bij. ‘De toenemende groep ouderen die langer zelfstandig woont is de belangrijkste aanleiding’, vertelt Wollaars. ‘Elke wijk en plaats heeft bij ons straks een eigen wijkbrandweerman of -vrouw.’ Bewustwording Hoe bereikt de wijkbrandweer haar doelgroep? Bijvoorbeeld door naar seniorencomplexen, verzorgingshuizen en wooncomplexen van verenigingen van eigenaars te gaan om voorlichting en presentaties te geven. Ouderen kunnen vervolgens in de meeste regio’s aangeven of ze ook persoonlijk bezoek willen van de brandweer om de brandveiligheid in de woning te bespreken. De presentaties triggeren volgens Wollaars altijd. ‘Mensen komen later altijd naar me toe met vragen, of willen graag een woning26

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

René Wollaars: ‘Als ik ergens ga staan, komen mensen vanzelf met vragen.’

check.’ In die woningcheck wordt op basis van een aantal punten de brandveiligheid van de woning doorgenomen. De wijkbrandweer in Rotterdam-Rijnmond hangt als dat nodig is meteen een rookmelder op. Ook op tal van andere manieren is de wijkbrandweer actief. Zo houden ze spreekuren in bibliotheken. De wijkbrandweer van Gooi en Vechtstreek loopt gerust binnen bij een kaartavond in het wijkcentrum. ‘Laagdrempeligheid is erg belangrijk’, stelt Wollaars. ‘Als ik in mijn uniform ergens ben, dan komen de mensen vanzelf met vragen op me af.’ Dat is ook de ervaring van Mike de Laat, teamleider Brandveilig Leven en Toezicht van Veiligheidsregio Groningen. Hij is de teamleider van twee medewerkers buurtbrandweerzorg, zoals hij de wijkbrandweer noemt. ‘Met een klaptafel ergens gaan staan werkt al. Vragen zijn er genoeg.’ Vaak genoeg zijn het volgens Wollaars vragen waarvan de brandweer

Brand&Brandweer


Risicobeh eersi ng

De wijkbrandweer geeft onder andere voorlichting over brandveiligheid in seniorencomplexen.

misschien denkt: is dat nog niet bekend? Ook Schuurmans is weleens verbaasd over de onwetendheid. ‘Het gaat vaak om eenvoudige zaken. Een vlam in de pan niet met water blussen, dat soort dingen. Het bevestigt eigenlijk het idee dat er nog veel werk te doen is. Met kennis en gedragsverandering kun je veel leed voorkomen.’

ties, gemeenten en woningbouwcorporaties. Deze organisaties komen vaak bij de mensen thuis en weten wat er speelt. In Gooi en Vechtstreek overlegt de wijkbrandweer eens per maand met thuiszorg- en welzijnsorganisaties. ‘Daar komt veel werk uit. Ook is er een beweging de andere kant op. Als wij tijdens een woningbezoek duidelijk merken dat iemand eenzaam is, geven we dat door aan de welzijnsorganisatie. Zo is het win-win.’ De buurtbus

‘ouderen zijn vaak gevoelig voor autoriteit’ Rotterdam-Rijnmond nodigt ouderen ook uit op de kazerne, voor een lunch genaamd Broodje Brandweer. ‘Ook de commandant en burgemeester komen. Dat doen we bewust, ouderen zijn vaak gevoelig voor autoriteit’, zegt Schuurmans lachend. Er is een presentatie en tijdens de lunch gaat een brandweerman aan elke tafel het gesprek aan via pictogrammen op een placemat. Het persoonlijk contact maakt dat gedragsverandering ook daadwerkelijk op gang komt. Schuurmans noemt een voorbeeld. ‘Toen we het een keer over wasdrogers hadden, klonk er geroezemoes in de zaal. Een vrouw had de droger op dat moment aanstaan. Ze bloosde. Ik denk dat alle aanwezigen hun eventuele risicovolle gedrag vanaf dat moment hebben veranderd.’ Om in de haarvaten van de wijk te komen, vormt de brandweer netwerken met allerlei partijen die deels overeenkomstige belangen hebben, zoals thuiszorgorganisaties, welzijnsorganisa-

Brand&Brandweer

Wijkbrandweerman Olov Waltmann uit Rotterdam in gesprek met enkele inwoners. ‘Met een klaptafel ergens gaan staan werkt al. Vragen zijn er genoeg.’

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

27


Voorkom een zoektocht naar de juiste kengetallen Zorg dat u op de hoogte bent!

Heeft u als deskundige in uw dagelijkse praktijk regelmatig comptabele gegevens nodig op het gebied van sociale zekerheid, maatschappelijke dienstverlening, gezondheid, belastingen, huurtoeslag en arbeidsmarktmaatregelen? Of bijvoorbeeld op het gebied van de wet WOZ, loonbelasting, premieheffingen en zorgverzekering. Met deze nieuwe actuele wettenbundels van Sdu wordt u optimaal geĂŻnformeerd.

Meer informatie: sdu.nl


Risicobeh eersi ng

te meten zijn. De Laat van de Veiligheidsregio Groningen spreekt van een positief verhaal. ‘De evaluatie is nog niet helemaal afgerond. Maar buurtbrandweerzorg zorgt absoluut voor bewustwording op het gebied van brandveilig leven. Ook helpt het voor de verbinding en versterking van de sociale samenhang.’ Wollaars ziet iedere dag het resultaat van zijn werk. Zoals laatst, toen er brand uitbrak in een ouderencomplex met een atrium. ‘Een paar weken eerder had ik daar een presentatie gegeven en verteld dat het atrium bij brand vol met rook zou komen te staan. Toen er daadwerkelijk brand uitbrak, stonden mensen dus op het balkon zoals ik had geadviseerd, en probeerden ze niet via het atrium te vluchten. De brandweer redde hen van het balkon.’

‘persoonlijk contact maakt dat gedragsverandering op gang komt’

Elise Pastoor, buurtbrandweervrouw in Vlagtwedde, Groningen, heeft het initiatief genomen voor de kennisuitwisselingsdag tussen wijkbrandweerlieden.

is een ander voorbeeld van zo’n multidisciplinaire aanpak. De bus rijdt door de buurt en de wijkbrandweerman, de wijkagent, een Wmo-medewerker en welzijnsmedewerker beantwoorden samen de vragen. Ook de wijkbrandweermensen zelf wisselen kennis en ervaring uit. Alle Nederlandse wijkbrandweermensen zoeken elkaar één keer per jaar op, om van elkaar te leren. ‘Ideeën opdoen’, vertelt Wollaars. ‘Soms heel eenvoudig.’

Stelt iedere regio wijkbrandweermensen aan de komende jaren? Dat de wijkbrandweer de toekomst heeft, staat voor Schuurmans vast. ‘Het zou fantastisch zijn als al onze tien kazernes een eigen wijkbrandweerman krijgen. Maar er hangt natuurlijk wel een kostenplaatje aan.’ De Laat ziet de aanstelling van meer wijkbrandweermensen in Groningen om deze reden nog niet zo snel gebeuren. Eventueel zouden toezichthouders van de veiligheidsregio, die nu bijvoorbeeld ook met woningcorporaties in gesprek gaan over brandveiligheid, deze rol nog meer op zich kunnen nemen. ‘Maar zij werken vooral regionaal, lokaal en persoonlijk is natuurlijk echt anders’, erkent De Laat. ‘Op basis van het brandrisicoprofiel kun je als regio keuzes maken, een optie is ook de buurtbrandweerzorg van wijk naar wijk verplaatsen.’ ■

Zichtbaar Om bewoners te bereiken moeten de wijkbrandweermensen duidelijk herkenbaar en zichtbaar zijn. Ze dragen vanzelfsprekend hun uniform. In Rotterdam rijden de wijkbrandweermannen op een rode scooter, in Groningen in een rode auto. Ook is het volgens Schuurmans belangrijk dat ze actief zijn op sociale media, om zo mensen aan zich te binden en de zichtbaarheid te vergroten. Wollaars facebookt en twittert en schrijft regelmatig in de wijkkrant. De meeste wijkbrandweermensen hebben ervaring in de repressieve dienst en weten dus hoe een brand zich gedraagt. Degenen zonder die ervaring weten snel informatie binnen de eigen organisatie te halen als dat nodig is. In Rotterdam gaat de wijkbrandweerman bijna elke ochtend even aan tafel bij de kazerne waar hij aan is gekoppeld. ‘Om even te horen wat er speelt’, aldus Schuurmans. Als er een brand is geweest, is de wijkbrandweerman meteen de volgende dag in de buurt, spreekt mensen aan en belt ook bij omwonenden aan om over de brand te praten. Ook in Gooi en Vechtstreek werkt dit net zo. Flyers worden uitgedeeld, of er kan een voorlichtingsbijeenkomst worden georganiseerd. Effecten De aanwezigheid van de wijkbrandweer helpt mensen bewuster te maken van brandrisico’s, hoewel de effecten niet zo eenvoudig

Brand&Brandweer

Luc Oldenhof, wijkbrandweerman in Groningen

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

29


RISICOBEH EERSI NG

Nieuw hulpmiddel helpt bij toetsen tijdige ontruiming zorggebouwen Hoeveel ontruimers heb je nodig om een gebouw met een zorgfunctie te ontruimen? Het is de vraag die tot voor kort niet te beantwoorden was. Met de handreiking Ontruiming bij zorgfuncties komt daar een eind aan. Met het document kan een medewerker risicobeheersing in enkele simpele stappen bepalen of een ontruiming snel genoeg kan verlopen en dus voldoet aan artikel 7.11a van het Bouwbesluit. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de bouwkundige staat van het gebouw, de hulp die bewoners nodig hebben bij het verlaten van het pand en het aantal ontruimers dat beschikbaar is. DOOR JILDOU VISSER

D

e handreiking is ontwikkeld door Geregeld BV en Nieman Raadgevende Ingenieurs in opdracht van de veiligheidsregio’s Rotterdam-Rijnmond en ZuidHolland Zuid. ‘Bij het toezicht op en de advisering over brandveiligheid in gebouwen met een zorgfunctie liepen we er keer op keer tegenaan dat we eigenlijk niet goed wisten wanneer de brandveiligheid voldoende is’, begint Goos Janssen, teamleider Risicobeheersing van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. ‘Het Bouwbesluit uit 2012 eist dat er zowel overdag als ‘s nachts voldoende ontruimers moeten zijn om in geval van brand mensen in veiligheid te brengen. Maar wanneer is voldoende voldoende? Dat wisten we niet. Aan het betreffende artikel uit het Bouwbesluit is nooit echt invulling gegeven terwijl het wel van wezenlijk belang is dat een instelling zich de eerste periode zelf kan redden. Het duurt immers een aantal minuten voordat wij, nadat een melding is gedaan, ter plaatse zijn.’ Samen met zijn collega Hartrijk Timmers, bureauhoofd Risicobeheersing uit Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, besluit Janssen er onderzoek naar te laten doen. ‘We wilden inzichtelijk krijgen hoe we instellingen moeten beoordelen met daarbij ook een goede onderbouwing. Dat is lastig, daarom hebben we het opstellen van 30

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

de handreiking uitbesteed aan Geregeld BV en Nieman Raadgevende Ingenieurs. Zij hadden eerder al een eerste aanzet voor de handreiking gemaakt voor Veiligheidsregio Kennemerland, maar daar is vervolgens niet veel mee gedaan’, vertelt Janssen. MEER DAN ONTRUIMERS In de handreiking Ontruiming bij zorgfuncties wordt niet alleen gekeken naar het aantal ontruimers dat aanwezig moet zijn. Janssen: ‘Het aantal vereiste ontruimers wordt gebaseerd op een aantal gebouw-, mens-, brand- en omgevingskenmerken. Het is een wisselwerking. Dat betekent ook dat we in de advisering meerdere knoppen hebben waaraan we kunnen draaien om de brandveiligheid en het aantal ontruimers als voldoende te kunnen beoordelen.’ In het document is daarom ook aandacht voor de kenmerken van de instelling, de brandcompartimenten, de mogelijke brandscenario’s, de brandwerende scheidingen, de verspreiding van rook en de noodzakelijke begeleiding van de bewoners. ‘Met de stappen uit de handreiking kun je die gegevens goed in kaart brengen. Vervolgens kun je aan de hand van de tabellen uit het document makkelijk aflezen hoeveel minuten je nodig hebt om een aantal bewoners te evacueren. In die tabellen zijn de mate van begeleiding, de afstand tot een veilige ruimte en de opkomsttijd van de ontruimers meegenomen. Op die manier kun je snel en makkelijk inzichtelijk maken of een

Brand&Brandweer


Fotografie: Ginopress

RISICOBEH EERSI NG

instelling aan de benodigde ontruimingstijd voldoet. Blijkt daaruit dat een instelling niet het aantal benodigde ontruimers kan leveren dat benodigd is, dan kun je ook kijken naar bijvoorbeeld bouwkundige maatregelen. Als je immers zelfsluitende deuren in een gang plaatst of een extra brandcompartiment maakt, verkort dat de afstand tot de veilige ruimte en heb je minder ontruimers nodig.’

toetsingsinstrument is, is deze volgens Janssen wel goed bruikbaar. ‘Het is op dit moment de enige manier waarmee we richting de gemeente als handhavende partij onderbouwd aan kunnen geven waarom wij de brandveiligheid voldoende of onvoldoende vinden. Een betere invulling en onderbouwing van het woord ‘voldoende’ uit het Bouwbesluit is er op dit moment niet.’ ■

IN BEWEGING KRIJGEN De veiligheidsregio’s Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid hebben het document gedeeld in verschillende vakgroepen en de programmaraad risicobeheersing. ‘Ik weet niet wat andere regio’s ermee gaan doen, maar wij gaan deze methode zeker gebruiken’, vertelt Janssen. ‘Het is een simpele tool die ons helpt toezicht te houden of instellingen met een zorgfunctie voldoen aan het Bouwbesluit. Ik weet zeker dat we zorginstellingen hiermee brandveiliger kunnen maken. We kunnen immers met een onderbouwing beter aangeven of een instelling de brandveiligheid op orde heeft. Als dat niet zo is, kunnen we met deze tool in de hand eisen gaan stellen.’ Overigens is de handreiking ook bruikbaar bij andere gebruiksfuncties, zoals cellencomplexen. Het artikel 7.11a uit het Bouwbesluit heeft namelijk betrekking op alle gebouwen met een gebruiksfunctie. Hoewel de methode uit de handreiking geen wettelijk geldend

V.l.n.r.: Jacco Huijzer (Nieman Raadgevende Ingenieurs), Hartrijk Timmers, Goos Janssen en Hajé van Egmond (Geregeld BV).

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

31


Vakbekwaamh ei d

Jan van Amerongen neemt afscheid: van wedstrijd naar vaardigheidstoets De directe feedback, het competitie-element en de vrijwillige deelname maken de vaardigheidstoetsen van het Algemeen Brandweer Wedstrijd Comité (ABWC) geliefd. Dit jaar hebben 650 ploegen meegedaan aan de provinciale, regionale en landelijke rondes. Alleen de allerbeste brandweerploegen halen de finales in september. Scheidend voorzitter Jan van Amerongen noemt de kampioenen ‘top of the bill.’ Maar ook andere deelnemers leren volgens hem iedere keer weer. ‘Ik zie voortdurend mensen groeien.’

Door Ellen Schat

J

an van Amerongen, Hoofdofficier van Dienst (HOvD) en Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) bij Veiligheidsregio Gelderland-Zuid is al 37 jaar betrokken bij de vaardigheidstoetsen. Eerst als deelnemer, in klassen die nu niet meer bestaan: lage druk en technische hulpverlening (THV). ‘We hebben nooit gewonnen helaas, maar kwamen af en toe tot de hogere regionen.’ Later was hij organisator van de wedstrijden, provinciaal coördinator van Gelderland en Flevoland, secretaris en tenslotte voorzitter. Van Amerongen stopt als voorzitter, omdat hij meer tijd met zijn kleinkinderen wil doorbrengen. Toen Van Amerongen in 2004 voorzitter werd, bedacht hij wat hij de brandweer zou willen meegeven. Een nieuw uitgangspunt ontstond: de brandweerwedstrijden werden vaardigheidstoetsen. Een vaardigheidstoets moet realistisch zijn geënsceneerd, oftewel: het incident zou vanavond bij jou thuis kunnen gebeuren. De scenario’s zijn nu realistisch en dynamisch, ze ‘bewegen’ dus mee met de inzet van de ploeg. In de periode dat Van Amerongen actief was bij het ABWC zijn de wedstrijden meer en meer een toets ter bevordering van de vakbekwaamheid geworden. Maar ook waren er andere ontwikkelingen. De toetsen hadden regelmatig positieve beleidsveranderingen tot gevolg, weet Van Amerongen. ‘Als een bestuurder kwam kijken, vielen zaken op z’n plaats, zoals de meerwaarde van ademluchtflessen met 300 bar druk in plaats van 200 bar druk.’ Een praktische verandering was de digitalisering, waardoor het werk van de wedstrijdleider een stuk eenvoudiger en minder stressvol werd. ‘Bij de puntentelling die met de hand werd gedaan, werd weleens een foutje gemaakt. Dat kwam dan uit tijdens de prijsuitreiking, helemaal niet leuk natuurlijk.’ En in de toekomst zullen ontwikkelingen verder gaan. De klasse oppervlakteredding is dit jaar voor het laatst georganiseerd omdat er te weinig deelnemers zijn. En de klasse TS-HD wordt hoogstwaarschijnlijk omgevormd tot klasse brandbestrijding. Dat betekent dat deelnemers een inzet doen met de blustechnieken die ze tot hun beschikking hebben, bijvoorbeeld drukluchtschuim, hoge druk of o-bundels. Een pilot in maart om naar de mogelijkheden te

kijken, leverde een positief beeld. Een plan voor de organisatie van de klasse en de bijscholing van de juryleden/beoordelaars moet nog worden gemaakt. Een definitief besluit tot omvorming van de klasse is bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet genomen.

De ploeg uit Barendrecht tijdens de laatste finale van de klasse oppervlakteredding.

32

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


Vakbekwaamh ei d

Barendrecht laatste winnaar klasse oppervlakteredding De ploeg Barendrecht van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is landskampioen in de klasse oppervlakteredding. Daarmee is een wens van het team in vervulling gegaan. De oppervlaktereddingtoets is afgelopen september voor het laatst georganiseerd.

Slechts zes ploegen Barendrecht streed in de vaardigheidstoets oppervlakteredding in de provinciale en regionale voorrondes tegen slechts vijf andere ploegen: Balk, Naarden, Nieuw-Lekkerland, Maurik en Opheusden. De meeste daarvan zijn ieder jaar van de partij. Vorig jaar waren er nog iets meer deelnemers, maar het aantal is te laag. Het ABWC heeft in het voorjaar daarom ‘met pijn in het hart’ besloten de klasse op te heffen. Muilwijk en zijn team vinden het jammer dat de klasse stopt. ‘Ze hebben er alles aan gedaan, maar helaas. Er is hiervoor gewoon te weinig animo onder oppervlakte­ reddingteams in Nederland. We zijn het ABWC en wedstrijdleider Jos Delpeut dankbaar voor hun jarenlange inzet.’ Mogelijk organiseren de fanatieke oppervlaktereddingsteams samen zelf in de toekomst een soortgelijke oppervlaktereddingtoets, vertelt Muilwijk. ‘We hebben wat contacten gelegd met de andere ploegen en die zijn positief.’ De vaardigheidstoetsen zijn voor hem waardevol. ‘Het zijn in wezen oefeningen voor de inzetten van het Water Oppervlakte Reddingsteam (WOR) waar ik in zit. Ons WOR-team wordt zo’n 20-25 keer per jaar opgeroepen.’ De scenario’s zijn meestal veel eenvoudiger dan die in de vaardigheidsFotografie: Marcel Kleijburg

Een paar keer eerder eindigde Barendrecht al hoog in het klassement. ‘We hebben ons de laatste jaren constant ontwikkeld en gewerkt aan de tips en tops die we kregen’, vertelt bevelvoerder Sander Muilwijk van de post Barendrecht. ‘Vanaf het begin dat de klasse bestaat, doen we al mee. Sinds een paar jaar met een vaste ploeg van een man of acht. We zijn goed op elkaar ingespeeld.’ Op elkaar ingespeeld zijn, is geen overbodige luxe met het scenario dat brandweer Vianen van Veiligheidsregio Utrecht had bedacht. Een melding caravan te water: twee personen op het dak. Als twee Poolse medewerkers van een schip willen helpen komen zij zelf in de problemen: een hangt aan een kraan, de ander valt in het water. Intussen is de auto van de caravan op de kant in brand gevlogen en moet de ploeg het inzetplan aanpassen. De bevelvoerder van de eenheid wordt onwel en valt ook in het water. ‘Het belangrijkst is om een compleet beeld van het incident te krijgen, zodat je bijvoorbeeld niet het slachtoffer mist dat net achter de

boot ligt. Dat was één van de dingen die we ons dit keer hadden voorgenomen’, aldus Muilwijk.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

33


Fotografie: William Harthoorn

Vakbekwaamh ei d

Tijdens de finale TS-HD redt de ploeg uit Zutphen de slachtoffers/verdachten uit het gebouw.

toetsen, denk aan een auto of fiets te water. Maar de stress die bij de toetsen komt kijken is net als in het echt, je wilt het goed doen.’ Zutphen wint klasse TS-HD ‘Zou je de inzet morgen weer zo doen?’, vroeg een waarnemer na afloop van de vaardigheidstoets TS-HD aan de ploeg Zutphen op 14 september. Bevelvoerder Martijn van der Linde kon hierop alleen maar ‘ja’ zeggen. De jury gaf de ploeg de meeste punten en daarmee is Zutphen kampioen in deze klasse. Toen de vaardigheidstoets op de Veluwe in Harskamp begon, hadden de zes ploegleden volgens bevelvoerder Martijn van der Linde, ploegchef in Zutphen, last van een gezonde spanning. ‘Negentig procent van de inzet draait voor mijn gevoel om de praktijkervaring die je hebt als team. De rest is een dosis geluk: heb je alles écht goed gezien? Bovendien waren ook de andere ploegen goed. Alle negen deelnemers stonden natuurlijk niet voor niks in de finale. Onze grootste concurrent was de brandweer van het Artillerie Schiet Kamp (ASK) uit ‘t Harde. Tijdens de voorrondes waren we steeds stuivertje aan het wisselen met hen, ze eindigden als tweede in de finale. Wij wonnen in 2010 voor de laatste keer. Ik deed toen mee als manschap.’ Brand in gereedschapsfabriek Het scenario, bedacht door de organiserende brandweerploeg Harskamp, was behoorlijk uitdagend. Er is een inbraakmelding in een gereedschappenfabriek. Drie inbrekers zijn met een auto in een hoek van het pand gereden. Eén zit nog in het voertuig en wordt door de politie overmeesterd. De twee andere inbrekers zijn binnen. Intussen is op de eerste etage een forse brand uitgebroken in een voorraadkast met een doorslag naar de kantine. Ook zit er een vuurhaard boven het systeemplafond, zichtbaar met de 34

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

warmtebeeldcamera. Na twintig minuten breidt de vuurhaard uit, terwijl buiten een scooter vlam vat. Van der Linde vertrouwt zoals altijd op zijn manschappen en vraagt hen na de buitenverkenning waar ze het beste naar binnen kunnen gaan. Ook voert hij multidisciplinair overleg met de politie, waaruit blijkt dat de twee brandstichters niet vuurgevaarlijk zijn. De ploeg gaat dus naar binnen, gebruikt de warmtebeeldcamera, blust meerdere vuurhaarden en brengt de twee slachtoffers/verdachten naar buiten. ‘We oordeelden niet over de verdachten, dat is niet onze taak. Ik vertelde hen dat we kwamen helpen.’ Teamprestatie Naderhand had de ploeg een goed gevoel over de inzet. ‘Een van de juryleden zei later dat ze hadden genoten van ons optreden’, vertelt Van der Linde. ‘Dat is fantastisch om te horen. De waardering die eruit spreekt doet ons erg goed.’ Ook werden de mannen ‘schitterend’ ontvangen toen ze die zaterdag in het donker terugkwamen op de kazerne. De 24-uurs ploeg had alle brandweerwagens als welkomstcomité buiten gezet, met de blauwe lichten aan. Dagen na de overwinning volgden veel felicitaties. ‘Ik ben zo trots op de ploeg. Het is echt een teamprestatie. Onze rugzak zit nu nog voller met ervaring, en die nemen we weer mee naar de dagelijkse praktijk.’ Van der Linde heeft in de achttien jaar dat hij meedoet aan de vaardigheidstoetsen veel veranderingen gezien. ‘De directe feedback is een van de belangrijkste. Het werkt erg goed. Je wordt meteen gedwongen om over je inzet na te denken. De waarnemer van Harskamp stelde allerlei vragen, ook of we de inzet morgen weer zo zouden doen. Er was eigenlijk maar één aandachtspunt, dat had te maken met een redding, of die wel veilig en verantwoord was. Wij vonden van wel, maar dat punt neem ik mee.’ ■

Brand&Brandweer


On der de H elm

‘Oei, en nu? Dat was het eerste wat ik dacht’ Als eerste bevelvoerder Christiaan Blaakmeer uit Rutten, Veiligheidsregio Flevoland, wordt gealarmeerd voor een ongeval met beknelling op de A6, heeft hij in eerste instantie nog het idee dat er ‘vast niet zoveel aan de hand is’, zoals hij zelf zegt. Pas als hij aanrijdend de kladblokregels op z’n tablet leest, kantelt dat beeld en stapelen de vragen zich op. ‘Ik zag dat het ging om een ongeval met een vrachtwagen en een Tesla. Oei, en nu? Dat was het eerste wat ik dacht. Zo bekend zijn we nog niet met elektrische voertuigen.’

Door JILDOU VISSER

I

n de TS kijkt Blaakmeer achterom naar zijn manschappen in de cabine. Ook zij hebben de kladblokregels gelezen. ‘De uitdrukking op hun gezicht, vertelde me dat ze hetzelfde dachten als ik. Je hoort en leest veel over elektrische voertuigen, maar dat zijn ook veel verschillende verhalen. Voor mij stond voorop dat ik deze inzet veilig wilde doen. Maar hoe? Wat is de situatie? Hoe beschadigd is het voertuig? Zijn er slachtoffers? Is er risico op brand? Het waren zomaar enkele vragen die door mijn hoofd spookten. Het lastige was ook dat de meldkamer onbereikbaar was.’ Pas vlak voordat de TS de snelweg op draait lukt het hem contact met de meldkamer te krijgen. ‘Maar daar schoot ik dit keer helaas niet veel mee op. Bij de meldkamer waren ze druk bezig met de melding, maar ze konden me door de vele verschillende meldingen die ze kregen niet echt duidelijk maken wat er precies aan de hand was.’ Wel hoort Blaakmeer dat een tweede en derde TS, een hulverleningswagen en een Officier van Dienst zijn gealarmeerd. ‘De derde TS uit Lemmer kon me aanrijdend een perfect beeld schetsen van het ongeval. Zij reden er via de andere rijbaan langs. De bevelvoerder liet me weten dat de vrachtwagen op de vluchtstrook stond en dat even verderop een Tesla zwaar gehavend midden op de snelweg stond. Erachter stond een lange file. Dan heb je een beter beeld, maar de vragen bleven. Of eigenlijk gingen de alarmbellen in m’n hoofd steeds harder rinkelen. Een zwaar gehavende Tesla, hoe zit dat met onze veiligheid? Ik heb er bij mijn manschappen op gehamerd dat onze veiligheid voorop moest staan en dat ze het voertuig niet zomaar aan mochten raken tot we zeker wisten dat er geen spanning meer op zou staan.’ Vreemd beeld Ter plaatse komt Blaakmeer in een bijzondere scène terecht. ‘Eigenlijk was het een bizar beeld. De Tesla stond zwaar gehavend, maar gewoon op vier wielen midden op de weg. Uit de radio kwam harde muziek. De auto was nog redelijk in tact, alleen het voorraam was volledig weg en een groot deel van het glazen dak. De bestuurder zat onder het bloed rechtop in zijn stoel. Hij bewoog nog. Dat was zo’n bizarre aanblik, die vergeet ik nooit meer.’ Blaakmeer geeft de bemanning van de tweede TS de opdracht om in het Crash Recovery System (CRS) de aandachtspunten van het voertuig op te zoeken. Zijn eigen ploeg stabiliseert de auto met een

Brand&Brandweer

Christiaan Blaakmeer

paar blokken. Daarna knipt de ploeg, met behulp van de gegevens uit het CRS, één van de noodkabels door, zodat de spanning eraf is. ‘En toen begon het geharrewar’, vertelt Blaakmeer. ‘De ambulanceverpleegkundigen riepen continu dat het slachtoffer direct uit de auto moest. De ploeg uit Lemmer riep dat het veilig genoeg was, omdat de airbags waren geklapt. Iedereen stond op een kluitje om me heen en riep iets. Op een gegeven moment zag ik zelfs dat iemand begon de deur open te knippen, zonder dat ik daar opdracht toe had gegeven. Dat is het moment geweest waarop ik riep: “Stop, en nu iedereen weg.” In eerste instantie sprak mijn ploeg me tegen dat het slachtoffer uit de auto moest, maar toen ik nogmaals het bevel gaf om te stoppen hebben we kort overlegd. Ik wilde zeker weten dat het veilig genoeg was. Toen we de redding hervatten, was het slachtoffer snel bevrijd.’ Als de bevelvoerder terugkijkt op de inzet, is hij blij dat hij heeft ingegrepen. ‘Doordat iedereen iets vond en deed, had ik de regie niet meer. Veiligheid was voor mij de grootste prioriteit, ik wilde dat zeker weten voor we verder zouden gaan. Mede door die ingreep hoef ik nu niet te zeggen dat het goed is gegaan. In die formulering zit voor mij een toevalsfactor waardoor het net zo goed fout had kunnen gaan. Ik kan nu zeggen: deze inzet ging goed.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

35


preparati e

Gezamenlijke Brandweer Amsterdam, van A tot Z volledig nieuw In de haven van Amsterdam wordt een nieuwe brandweerorganisatie opgezet. De organisatie ontstaat uit een samenwerking van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, het bedrijfsleven in het Westelijk Havengebied en Port of Amsterdam en moet vanaf 1 april volgend jaar operationeel zijn. De Gezamenlijke Brandweer Amsterdam (GBA) verzorgt vanaf dat moment de industriële en de basisbrandweerzorg in het Westelijk Havengebied.

Fotografie: Rob Jastrzebski

Door JILDOU VISSER

D

at de komst van de Gezamenlijke Brandweer Amsterdam nodig is, blijkt uit eerder onderzoek naar de brandweerzorg in Amsterdam. De normen voor opkomsttijden worden in het Westelijk Havengebied niet gehaald en de vakbekwaamheid van de brandweerlieden is te weinig gericht op de specifieke risico’s van de bedrijven in de haven. ‘Er moest iets gebeuren’, vertelt Ilone Blaauw, ad interim manager GBA. Mark van Barreveld gebiedsmanager haven van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland is met diverse bedrijven en Port of Amsterdam in gesprek gegaan om de mogelijkheden van een publiek-private organisatie te verkennen. Vervolgens is een projectteam opgezet met projectleiders vanuit Port of Amsterdam en Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, adviseurs van Kappetijn Safety Specialists en BoeijinkHRM. Nu, twee jaar later, ontstaat daaruit de GBA die Blaauw volledig mag opbouwen. De GBA moet zich vanaf de opening in april volgend jaar ontwikkelen tot een veiligheidscentrum waar naast de brandweer ook de politie en ambulance in zijn vertegenwoordigd. ‘Daarnaast kijken we of ook de omgevingsdienst, het havenbedrijf en bijvoorbeeld de douane in het centrum een plek kunnen krijgen, zodat we voor bedrijven echt een laagdrempelig informatiepunt zijn waar de verschillende diensten elkaar kunnen versterken.’ Kennis halen Het opzetten van een volledig nieuwe organisatie is een uitdaging, laat Blaauw weten. ‘Van verzekeringen en bankzaken tot het werven en opleiding van nieuw personeel, het opzetten van ict-systemen, het bouwen en inrichten van het veiligheidscentrum en het aanschaffen van kleding en materieel, we moeten alles nieuw opzetten, met een kleine club. Je loopt tegen veel dingen aan.’ Om gebruik te maken van de kennis die elders in het land beschikbaar is, heeft Blaauw diverse andere industriële publiek-private brandweerorganisaties bezocht. ‘Ik ben bijvoorbeeld op bezoek geweest bij de bedrijfsbrandweer van Falck in Delfzijl. Zij hebben een nieuwe locatie opgezet en kunnen me tips en adviezen meegeven van zaken waar zij tegenaan gelopen zijn. Daarnaast hebben we een convenant gesloten met de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam. Zij runnen al twintig jaar een organisatie met een vergelijkbare taakstelling als dat wij aan het opzetten zijn. Daar kunnen we alleen maar van leren.’ Uit het convenant vloeit voort dat twee bevelvoerders van de Gezamenlijke 36

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

Fotobijschrift: Ilone Blaauw met de teamleiders van de GBA. Boven v.l.n.r.: Raymond Pikee, Christian Nieuwenhuize en Jimi Korst. Midden v.l.n.r.: Carlo Thuring, Bart-Jan van Barneveld en Ilone Blaauw. Onder: Edwin van Ieperen.

Brandweer Rotterdam worden gedetacheerd in Amsterdam, dat er een industriële autospuit wordt gehuurd en dat werkinstructies en vakbekwaamheidsprogramma’s kunnen worden gedeeld. Naast het convenant met de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam gaat de GBA ook een dienstverleningsovereenkomst sluiten met Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland voor onder andere logistieke dienstverlening. Blaauw: ‘Wij huren de kazerne van hen en zij gaan bijvoorbeeld onze pakken wassen en het onderhoud van de ademluchttoestellen verzorgen.’ Werving volledig korps Sinds haar aanstelling op 1 april is Blaauw, samen met het projectteam, aan de slag gegaan met de werving van zowel teamleiders als manschappen. ‘Een grote klus’, erkent ze. ‘We hadden in één keer 29 vacatures, zes voor de functie van teamleider/bevelvoerder en 23 incidentbestrijders. We zijn eerst de teamleiders gaan

Brand&Brandweer


Fotografie: Sineth

preparati e

mpressie - uitrit

Een impressie van het Veiligheidscentrum, waarin naast de Gezamenlijke Brandweer Amsterdam, in ieder geval ook de politie en ambulance een plaats moeten krijgen.

werven, zij vervullen straks een spilfunctie in het nieuwe bedrijf. Onze eis daarvoor was dat ze al bij de brandweer zitten, ervaring hebben als bevelvoerder, affiniteit hebben met de industrie en het een uitdaging vinden vinden om te pionieren en hun kennis en vaardigheden breder in te zetten.’ Op die vacature hebben brandweerlieden met hele wisselende achtergronden gesolliciteerd, constateert Blaauw. ‘Dat zie je ook terug in ons team. We hebben twee bevelvoerders van de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam. Verder zijn het vrijwillige bevelvoerders met daarnaast een andere baan, die van hun hobby hun beroep willen maken. Zij werken nu bijvoorbeeld nog bij een industrieel bedrijf, de afdeling risicobeheersing in Amsterdam, bij de gemeente en iemand heeft een eigen bedrijf. Juist die verschillende achtergronden, maken dat we denk ik een ontzettend leuk team kunnen bouwen en ook een sterk team. Ieder brengt vanuit een andere hoek, andere kennis in. Samen weten we erg veel.’ De teamleiders starten officieel per 1 oktober. ‘Ik heb geen geld om ze eerder in dienst te nemen, maar had ze eigenlijk de afgelopen periode ook al nodig. Ik heb ze daarom zo gek gekregen dat ze de afgelopen drie maanden naast hun baan ook al voor de GBA aan de slag zijn gegaan. Echt fantastisch.’ Zo zijn de teamleiders ook betrokken in de werving en selectie van de 23 manschappen. Hiervoor zijn eerst vijf informatiemiddagen georganiseerd. Blaauw: ‘We wilden de verwachtingen managen en mensen behoeden voor een teleursteling. Veel zaken zijn hier nog niet geregeld, we vragen dus veel flexibiliteit. Wij vonden het belangrijk dat ze dat weten, zodat ze met die kennis zelf de afweging kunnen maken of het iets voor ze is. Daarnaast zochten we nadrukkelijk mensen die al minimaal manschap zijn.’ In totaal kwamen tachtig geïnteresseerden op de informatiebijeenkomsten af. Uiteindelijk hebben daarvan veertig gesolliciteerd. ‘Ik had gehoopt dat er iets meer beroeps op de functie af zouden komen’, erkent de ad interim manager. ‘Het zijn nu voornamelijk vrijwilligers. Dat snap ik ook wel, want we kunnen geen fors salaris bieden en stellen als eis dat je er geen nevenactiviteiten naast doet.’ De selectie van de veertig sollicitanten bestond uit een sporttest, een speeddate en een teamopdracht. Na die ronde bleven 35 kandidaten over, waarmee een diepgaander individueel gesprek is gevoerd. ‘Daarin hebben we ze doorgezaagd over hun

Brand&Brandweer

kwaliteiten en minder goede kanten. Ik vind het belangrijk dat mijn medewerkers ook een goede zelfreflectie hebben. Aan de hand van de resultaten van de drie rondes hebben we 23 manschappen geselecteerd. Een groep met veel diversiteit. Ze komen uit verschillende regio’s, zowel uit de stad als van het platteland en uit diverse branches. In oktober komt het team bij elkaar om kleding te passen en nader kennis te maken.’ T 020 - 3484185 E info@sineth.nl

W www.sineth.nl Vakbekwaamheid De incidentbestrijders treden op 1 december inschaal: dienst, zodat datum: ze in projectnummer: 2018-08 de periode tot april in dagdienst wegwijs kunnen worden in 17-04-2019 het formaat: fase: paginanummer: DOlaat weten DO-06-01 havengebied en bijgeschoold kunnen worden. A3 Blaauw dat twee teamleiders bezig zijn met het opleidingsplan. ‘We willen de incidentbestrijders in ieder geval de opleidingen industriële brandbestrijding, scheepsbrandbestrijding en hoogteredding en redding uit besloten ruimten geven. Daarbij willen we ook kijken naar wat mensen al kunnen. Als iemand een bepaalde opleiding al heeft gevolgd, hoeft dat niet nog eens. Bovendien maken we graag gebruik van de kennis die we al in huis hebben. Er zitten bijvoorbeeld instructeurs tussen, van die kwaliteiten kunnen we gebruik maken.’ Daarnaast moeten alle manschappen de bedrijven en de specifieke risico’s in het havengebied leren kennen en wil Blaauw ze, net als de teamleiders, meenemen in de opzet van de eigen organisatie. ‘Ik doe graag een beroep op aanwezige preparatie- en preventiekennis, maar het is ook mogelijk dat medewerkers veel weten van bijvoorbeeld administratie of social media. Zij kunnen helpen om het bedrijf op te zetten. Het worden vier erg intensieve maanden. We willen er zoveel mogelijk in stoppen en uit halen, zodat we op 1 april echt een professionele organisatie hebben neergezet. Ik heb niet de illusie dat ze daarna al volledig klaar zijn. Na april gaat de ontwikkeling door.’

Rooster Nadat het veiligheidscentrum op 1 april volgend jaar opent, is de GBA operationeel. Vanaf dat moment werken de teamleiders en incidentbestrijders in een ploegendienst. ‘Wij werken niet met een 24-uursrooster’, aldus Blaauw. ‘Wij hebben gezocht naar een rooster waarin we meer werkbare uren kwijt kunnen, zodat we

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

37


DOWNLOADT CHECKLIST

GEBRUIKT STAPPENPLAN

KRIJGT OVERZICHT VAN WETGEVING MET COMMENTAREN ZOEKT BINNEN ALLE ARBO INFORMATIEBLADEN

PRINT GEVONDEN INFORMATIE

BEDENKT OPLOSSING EN BORGT DEZE IN DE ORGANISATIE

GAAT NAAR HSE.SDU.NL

WIL DAT IEDEREEN ’S AVONDS WEER VEILIG THUIS IS

ANALYSEERT SITUATIE EN RISICO’S

WIL DAT ALLE MEDEWERKERS VEILIG KUNNEN WERKEN

Als het om ondersteuning van de HSE expert draait Met behulp van Sdu HSE beantwoordt u vragen vanaf de werkvloer én vanuit het management snel en accuraat. U speelt makkelijk in op veranderende omstandigheden en weet zeker wat de volgende stap is. Met Sdu HSE heeft u altijd en overal toegang tot alle noodzakelijke bronnen. En kunt u aan de slag met innovatieve tools voor de praktijk.

Neem een proefabonnement en ervaar Sdu HSE zelf. Ga naar hse.sdu.nl

 Arbo Informatiebladen  Safety! Magazine artikelen  Arbocatalogi  Wetgeving met toelichting

en commentaar  Jurisprudentie  Updates over regelgeving  Tools voor de dagelijkse praktijk (checklists, vragenlijsten en stappenplannen)


Fotografie: M. Kraan, Ziegler Brandweertechniek

preparati e

De industriële TS die de GBA van de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam huurt.

er meer uit kunnen halen. We zijn nu uitgekomen op een rooster waarbij er in een etmaal een dienst is van negen uur en een dienst van vijftien uur. Dat geldt ook voor de weekenden. Op deze manier kunnen we zo goed mogelijk invulling geven aan ons uitgebreide takenpakket. Daarnaast gaan we niet werken met vaste ploegen. We gaan rouleren. De incidentbestrijders mogen zelf aangeven wanneer ze willen werken, zolang we de diensten maar gevuld krijgen. Ze worden ook zelf verantwoordelijk voor het up-to-date houden van hun eigen vakbekwaamheid. Ik ben benieuwd hoe dat uitpakt. Over een jaar weten we of onze opzet werkt. Zo niet, dan sturen we bij onder het motto: goed genoeg voor nu, veilig genoeg om te proberen.’ Middelen en materieel De brandweerlieden van de GBA krijgen dezelfde uitrukkleding als die van Brandweer Amsterdam en gaan meedoen met een proef voor nieuwe kazernekleding. Ze hebben in de eerste periode de beschikking over een normale TS voorzien van een Cobra Coldcutter en een TS gericht op industriële brandbestrijding. Die laatste wordt gehuurd van de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam, laat Blaauw weten. ‘Daar zijn we erg blij mee. Hiermee zijn we voorzien van slagkracht en een grote hoeveelheid schuim die we nodig hebben voor grote industriële branden. Een industriële TS heeft een levertijd van ongeveer twee jaar, dus die hadden we anders nooit op tijd beschikbaar kunnen hebben. Bovendien geeft dit ons de mogelijkheid om eerst te ontdekken aan welke detaileisen onze eigen specialistische voertuigen moeten voldoen.’ Lidmaatschap De Gezamenlijke Brandweer Amsterdam is een coöperatie en wordt gefinancierd door Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland,

Brand&Brandweer

Port of Amsterdam en de coöperatie bedrijfsleven in het Westelijk Havengebied. Blaauw legt uit dat alle drie partijen een miljoen inleggen. De bedrijvencoöperatie brengt onder andere de lidmaatschapsgelden van de individuele bedrijven samen. Er zijn drie typen lidmaatschap mogelijk. Bedrijven met een enkelvoudig industrieel scenario vallen onder module 1 en betalen de laagste bijdrage. Bedrijven met een meervoudige industriële scenario’s vallen onder module 2 waaraan een hoger bedrag is verbonden.

‘We gaan niet werken met vaste ploegen, maar rouleren de diensten’ De hoogste bijdrage wordt gevraagd van bedrijven die naast meervoudige industriële scenario’s zijn aangewezen voor het in stand houden van een bedrijfsbrandweer. ‘Wij leveren in het hele gebied de basisbrandweerzorg. Wordt een bedrijf lid, dan vullen we dat aan met diverse preparatietaken. Zo gaan we bij leden op bezoek, verdiepen we ons in hun risico en de bedrijfsvoering, gaan we bij hen oefenen en kunnen we hen ondersteunen op het gebied van preventie.’ Volgens Blaauw reageren de bedrijven erg positief op de oprichting van de nieuwe organisatie, maar kijken ze ook de kat uit de boom. ‘Aan de ene kant staan ze te trappelen om de GBA te ontvangen. Aan de andere kant is het een grote stap om lid te worden. Het is nu aan ons om veel zichtbaar te zijn in het gebied en de meerwaarde voor de continuïteit van de bedrijven aan te tonen.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

39


Vliegveld Twenthe 22 & 23 april 2020

‘Dé beurs voor de veiligheidssector’

www.exporic.nl


B&B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

Alarmeringsystemen

Brandveiligheid

P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15 5571 MZ Bergeijk Postbus 15 5563 ZG Westerhoven Tel. 013 2134104 / 0497 712170 Fax 013 7113018 info@p2000shop.nl www.p2000shop.nl

P&G Safety Rondgang 26 5311 PB Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl

Bedrijfskleding HAIX-Schuhe Produktionsund Vertriebs GmbH Auhofstrasse 10 84048 Mainburg Deutschland Tel. +49 (0) 8751/8625-0 Fax +49 (0) 8751/8625-25 info@haix.de www.haix.de

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in ĂŠĂŠn rubriek opgenomen voor een heel jaar.

MSA Nederland B.V. De Factorij 33 1689 AK Zwaag Tel. 0229 25030 info.nl@msasafety.com www.nl.msasafety.com

Detachering RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl

Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl

Energieleverancier Benegas Zuiderzeestraatweg 1 3882 NC Putten KvK: 08024005 Tel. +31 (0)341 72 33 50 info@benegas.com www.benegas.com

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Geboorde brandputten

Stickerservice

Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

Letas Stickerservice Charles Frehenstraat 53 6374 EK Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700 info@letas.nl www.letas.nl

Hulpverleningsgereedschappen Brigade Electronics bv Ambachtstraat 8 7587 BW De Lutte Tel. 0541 53 18 01 info@brigade-electronics.nl brigade-electronics.com/nl

Verhuur brandweermaterialen RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl

Aerialtronics DV B.V. Wassenaarseweg 75 1e Mientlaan 2223 LA Katwijk Tel. 070 322 3224 www.aerialtronics.com sales@aerialtronics.com

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Ook online en op smartphone

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 10 oktober 2019

41


Brandweer bevrijdt vrouw uit kinderzitje Brandweerlieden uit Appingedam hebben half september wellicht twee keer met hun ogen moeten knipperen voordat ze beseften dat ze daadwerkelijk een vrouw uit een kinderzitje moesten redden. Bij een filiaal van een grote fastfoodketen was een jonge vrouw op het terras in een kinderzitje gaan zitten, maar kwam daar niet meer uit. Brandweerlieden moesten eraan te pas komen om haar te bevrijden uit de stoel. Bron: fitm.nl

Pauselijke redding voor brandweer Vaticaan Brandweerlieden uit het Vaticaan hebben begin september ongetwijfeld de meest bekende persoon uit hun carrière gered. De paus was onderweg naar het gebed vast komen te zitten in een lift en moest door brandweerlieden worden bevrijd. ‘Ik moet me excuseren omdat ik te laat ben. Ik zat 25 minuten vast in een lift, er was een elektriciteitsstoring, maar toen kwam de brandweer’, vertelde de lachende 82-jarige paus. Bron: linda.nl

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. oktober 2019 - nummer 10 jaargang 43 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Hildemarie Schippers, Brandweer ­Flevoland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE

Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Hildemarie Schippers, Toby de Kort, Ginopress, Veiligheidsregio Flevoland, Brandweer Hollands Midden, Nationale Brandpreventieweken, TNO, Patrick van Gerner, William Harthoorn, Brandweer Haaglanden, Lilian van Rooij, Ellen Schat, Marcel Kleijburg, Rob Jastrzebski, Sineth en M. Kraan, Ziegler Brandweertechniek. ONTWERP EN OPMAAK

Imago Mediabuilders, Amersfoort DRUK

Wilco BV - Amersfoort UITGEVER

Sdu Uitgevers: Elise Dokter Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: e.dokter@sdu.nl BLADMANAGEMENT

Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl

Lijst van adverteerders Haix Shuhe 8 Laundry BV 4 Letas Stickerservice 4 Master of Gloves 4 MSA The Safety Company C2 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 41 Sdu Uitgevers 4, 16, 28, 38, 40, C3, C4

ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl TERMIJN VAN ANNULERING:

6 weken voor verschijningsdatum

ABONNEMENTEN

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers, prijspeil 2019) kost 101 euro excl. BTW (110,09 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 12 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal en het archief van B&B via www.brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 84 euro excl. BTW (101,64 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2019 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs­ rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redac­teuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvol­komenheden. ISSN 01656-4675

Termijn van inzending:

3 weken voor verschijningsdatum

42

nummer 10 oktober 2019 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


nieuwe editie

ai-blad 44: De preventiemedewerker ai-blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie

Een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die voorbereid wil zijn op noodsituaties! Met het AI-Blad 44: De preventiemedewerker heeft u een uitstekend hulpmiddel om uw preventiebeleid effectief en efficiÍnt te organiseren. Het biedt een duidelijk overzicht van de functie, taken en positie van de preventiemedewerker. Deze uitgave besteedt uitgebreid aandacht aan de arbocatalogus, de branchegerichte risico-inventarisatie en -evaluatie-instrumenten en de nieuwe richtlijnen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het AI-Blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie stelt u in staat, afhankelijk van de risico’s en processen in het bedrijf of de organisatie, te beslissen welk niveau van bhv- of noodorganisatie nodig is. In dit AI-blad vindt u diverse checklisten, stappenplannen en voorbeelden waarmee u zelf aan de slag kunt gaan.

Meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/preventie-en-hulpverlening


Jaarcongres Evenementenveiligheid

donderdag 31 oktober 2019 | apenheul apeldoorn

De laatste actualiteiten en ontwikkelingen Vergroot uw kennis over veiligheid op evenementen door te leren van praktijkervaringen en inzichten van topexperts. Bij evenementen lijken steeds meer veiligheidsmaatregelen te worden genomen. Eerdere incidenten, nieuwe veiligheidsnormen en de ongrijpbare dreiging van terrorisme lijken daarbij mee te spelen, maar: > Hoe effectief zijn die maatregelen? > Zijn het golfbewegingen, verslapt de aandacht na verloop van tijd? > Wordt het mogelijk onveiliger door alle maatregelen? Met dit congres is uw kennis en inzicht weer up to date. Neem de handvatten en opgedane inspiratie direct mee om de veiligheid van de evenementen in uw gemeente te vergroten!

www.gemeente.nu/events-veiligheid/evenementenveiligheid


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.