NOVEMBER 2019
• Wervelingen verergeren vliegvuur • Gamen en vloggen voor veiligheid
11 JAARGANG 43
• Brandweer in de vuurlinie
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Uitzonderlijk snelle uitbreiding zeer grote brand Tilburg
B&B Brand&Brandweer
www.brandenbrandweer.nl
Jouw paraatheid geborgd Om ervoor te zorgen dat de brandweer in Nederland altijd paraat is, is er de Flexkazerne. Vanuit de Flexkazerne kan flexibel brandweerpersoneel in heel Nederland worden in gezet bij de brandweer, waar op dat moment een tekort is.
24/7 paraat
Flexibel
Flexibel brandweerpersoneel inhuren • Voor een lange of korte periode • Als aanvulling op een brandweerploeg • Als mobiele kazerne op een strategische locatie
Alle specialisaties
Rijksgediplomeerd brandweerpersoneel • Manschappen • Voertuig- en pompbedieners • Bevelvoerders
Landelijke dekking
Vakbekwaam personeel
Grote groep vast personeel
DIRECT BRANDWEERPERSONEEL INHUREN? Je hebt een tekort in jouw bezetting en daardoor is de paraatheid niet geborgd? Je hebt versterking nodig!
Bel 088 - 112 0300
www.flexkazerne.nl
INHOUD
nummer 11 november 2019
COVERSTORY
30
22 Uitzonderlijk snelle branduitbreiding bij zeer grote brand
Van delen word je rijk, dat was het thema van het Brandweerevent op 3 en 4 oktober in Nijkerk. Het event kende dit jaar een andere opzet, met meer deelsessies waar je in en uit kon lopen. Bij alle sessies stond het delen van kennis en ervaring centraal.
Tilburg De brand in het vrieshuis bij Maître Paul in Tilburg wordt binnen drie minuten opgeschaald naar zeer grote brand. En dat is hoognodig. Ter plaatse zien de eerste eenheden al een enorme uitslaande brand die niet veel later overslaat naar een naastgelegen handelsbedrijf en een olieopslagbedrijf.
ARTIKELEN
36
6 Vliegvuur op Scheveningen: toeval of voorspelbaar? Het regende vuur in de Nieuwjaarsnacht op de boulevard van Scheveningen. Waardoor ontstond het vliegvuur op deze grote schaal? Hoe ontstonden de vuurkolken bij het vreugdevuur? 12 Presentatie brandveilige stallen eye-opener voor veel agrariërs Brandweer Nederland geeft de komende jaren 75 voorlichtingsbijeenkomsten aan agrariërs. In die presentaties wordt onder andere ingegaan op brandonderzoek, de brandoorzaken, mogelijke oplossingen en wat de brandweer voor agrariërs kan betekenen.
Inzet bij kleinschalige radioactieve incidenten: houd het simpel Hoe moet je bij kleinschalige radioactieve incidenten? Wat moet je wel en wat moet je juist niet doen? Thorsten Hackl adviseert de inzet vooral zo simpel mogelijk te houden.
38
Scenarioboek helpt bij betere vakbekwaamheid Met het scenarioboek wil Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid oefenleiders meer handvatten meegeven om met goede oefeningen in te spelen op nieuwe risico’s en incidenttypen.
16 Duiken, kennis delen en meer samenwerken Duikers, zowel beroeps als recreatieve duikers, kunnen meer van elkaar leren door meer kennis uit te wisselen en meer samen te werken. Dat is de rode draad van het eerste Wij Duiken Veilig congres. 19 Brandweer in de vuurlinie De brandweer die midden in de vuurlinie brand blust: geen ongewoon verschijnsel aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland tussen september 1944 en mei 1945. Brandweerhistoricus Gerard Koppers vertelt over de rol van de brandweer in het bevrijdingsjaar.
Brandweerevent: kennis delen, ontmoeten en inspireren
RUBRIEKEN 5 8 35 40
Van de redactie Actueel Onder de Helm Gespot in de Markt
26 Gamen en vloggen voor meer brandveiligheid De Brandpreventieweken richt zich dit jaar op kinderen van negen tot en met twaalf jaar, met de campagne Brandweer zoekt speurneuzen. Een online game, vlogs en regionale activiteiten moeten jongeren leren hoe ze elektrische apparaten veilig kunnen opladen. Op de cover: Een zeer grote brand in het vrieshuis van Maître Paul slaat in de nacht van 20 september al snel over naar een naastgelegen handelsbedrijf en een olieopslagbedrijf. Fotografie: Toby de Kort / De Kort Media.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
3
Backeye®360° Camerasystemen Backeye®360 systemen zijn intelligente camera-/monitorsystemen als ondersteuning bij het manoeuvreren op lage snelheid, door de bestuurder in real time een overzicht van de volledige omgeving van het voertuig te geven in één enkel beeld.
• Elimineert dode hoeken, verbetert de veiligheid • Uitgebreid overzicht van de omgeving in één beeld • Reduceert kans op botsingen met personen en objecten
+31 541 53 18 01 brigade-electronics.nl
Port of Amsterdam scoort op veiligheid voor alle werknemers.
Eric van der Steen Arbo-coördinator Port of Amsterdam.
Sdu HSE
“De AI-bladen triggeren mij om het nóg beter te doen.” Eric van der Steen is Arbo-coördinator bij Port of Amsterdam. Als veiligheidsadviseur is hij getraind in het opsporen en voorkomen van onveilige werksituaties. De actuele regels en normen die worden gesteld aan werkgevers raadpleegt hij graag in de AI-bladen van Sdu: “Over ieder denkbaar onderwerp is een uitgebreid AI-blad beschikbaar. Daardoor kom ik makkelijk nieuwe aanknopingspunten op het spoor en raak ik getriggerd om het nóg beter te doen. Alle informatie is praktisch en helder geschreven. De kern haal je er zo uit. Dat helpt me enorm iedereen te laten inzien dat we de regels moeten volgen zodat we veilig werken.”
Sdu HSE uitproberen? Kijk op hse.sdu.nl
0179-Adv klantgroep Port of Amst_185x126.indd 1
05-06-18 09:21
VAN DE REDACTI E
Ook van problemen delen word je rijk
H
et Brandweerevent was fijn. Ontmoeten, bijpraten, nieuwe verhalen en oude bekenden allemaal in een nieuwe, frisse vorm. Met dank aan de organisatie was het voormalige congres een mooie gelegenheid om het thema Van delen word je rijk in de praktijk te brengen en ons Brandweer Nederland te voelen. Een mooie plek om dat te doen waren de deelsessies. Het was deze keer de bedoeling dat je vrij kon in- en uitlopen, dat lukt mij goed door alle gesprekken met collega’s. Maar gelukkig heb ik de deelsessie over de energietransitie van het begin tot eind kunnen volgen. Dit onderwerp is niet te missen, wekelijks in het nieuws door alle ontwikkelingen en discussie. Het onderwerp veiligheid is daarbij niet vanzelfsprekend en dat houdt ons als brandweer dan weer bezig. Door onze veiligheidsbril bekeken zien we een veranderende samenleving met telkens nieuwe uitdagingen. Collega en brandonderzoeker Robert van den Ende gaf in die deelsessie daar een mooi voorbeeld van. Een uitdagende situatie waarbij een brandend voertuig is aangesloten op een laadpaal. Dat is voor de eerste TS een verrassende uitdaging. Op het gevoel kiest iedereen ervoor om de stekker eruit te trekken. Helaas, dat gaat natuurlijk niet want die is stevig vergrendeld. Het liep gelukkig goed af en de ervaring van deze brand is breed gedeeld. Het delen van het probleem maakte de weg vrij voor het leggen van een nieuw contact, met ElaadNL. Dit kennis- en innovatiecentrum werkt namens de beheerders van het elektriciteitsnet aan de mogelijkheden om elektrische auto’s betrouwbaar en duurzaam op te laden. Dat lijkt simpel, de laadpaal plaatsen, aansluiten en laden maar. Maar wat als we over een paar jaar allemaal rond zes uur in de avond onze auto aan de laadpaal stekkeren en tegelijkertijd elektrisch gaan koken? Een fascinerende vraag waar deze organisatie nu al volop over nadenkt, zo vertelde Rob Cillessen van ELaad. Ook fijn is dat deze organisatie daarmee voor onze vraagstukken een betrokken partner is. Onze vragen over laadpalen, op afstand uitschakelen (ja, dat kan!) en veiligheidssystemen zijn hier aan het juiste adres.
Deze drie sprekers gaven een mooi overzicht van de woeligheid van de energietransistie. Gelukkig hebben we ook rotsen in de branding. Nils Rosmuller is als lector energie- en transportveiligheid ook volop actief op dit onderwerp. Hij vatte het onderwerp energietransitie samen als gevarieerd en snel. De variatie zie je aan de veelheid aan onderwerpen, zoals de verduurzaming, de hernieuwbare brandstoffen en de opslag van energie. Op ieder van die thema’s zijn veel verschillende energievormen met hun eigen ontwikkeling, zoals voertuigen op LNG, elektriciteit of waterstof. Vooral de snelheid van de energietransitie is overweldigend. Van idee naar concept, naar proof-of-concept naar pilot die bij gebleken succes overgaat in een verdere uitrol. Voordat iemand het doorheeft is een goed idee al een bestaande techniek en uitgerold in het land. De technologie verandert sneller dan ooit. Wat de beste aanpak voor de brandweer is, weet nog niemand. Wel is duidelijk dat nieuwe uitdagingen vragen om nieuwe manieren van oplossen. Het thema van het Brandweerevent Van delen word je rijk kwam in de deelsessie over de energietransitie goed naar voren, het delen van de brandweer, energieleveranciers en ministerie was waardevol. Deze deelsessie was voor mij een voorbeeld dat je ook van problemen delen rijk wordt. Wanneer wij als brandweer de goede verhalen vertellen en onze problemen delen, komen we samen met anderen veel verder. Wordt ongetwijfeld vervolgd. Tot die tijd veel leesplezier! Lucas de Lange
We hopen natuurlijk op duidelijke regels, maar ook dat valt niet mee. Er wordt hard gewerkt aan wet- en regelgeving bij het Ministerie van Infrastructuur, Hans de Waal van het ministerie ging daarop in. Regelgeving loopt altijd achter bij technologische ontwikkelingen, ook op dit onderwerp. Het opstellen van de regelgeving is niet makkelijk, alle factoren moeten tegen elkaar worden afgewogen met de betrokken partijen. Duurzaamheid, kosten, leefbaarheid, veiligheid. Als ik goed luisterde is dat soms ook een voordeel. Als het wat langer duurt, is er meer tijd voor ons om onze ervaringen en problemen te delen die we tegenkomen in het voorkomen en bestrijden van de moderne incidenten.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
5
ON DERZOEK
Vliegvuur op Scheveningen: toeval of voorspelbaar?
Het regende vuur in de Nieuwjaarsnacht op de boulevard van Scheveningen. Het vliegvuur was afkomstig van de vreugdevuren op het strand. Het richtte aanzienlijke schade aan en veroorzaakte diverse brandjes. Hoe kon het zo uit de hand lopen? Waardoor ontstond het vliegvuur op deze grote schaal? Hoe ontstonden de vuurkolken bij het vreugdevuur? En hadden de bouwers, de gemeente en de brandweer vooraf vliegvuur van deze omvang kunnen voorspellen? 6
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Het vreugdevuur tijdens de jaarwisseling op Scheveningen zorgde voor een heuse vonkenregen.
Brand&Brandweer
ON DERZOEK
DOOR JILDOU VISSER FOTOGRAFIE REGIO 15
H
et fenomeen vliegvuur wordt door veel factoren beïnvloed. Of bij een brand vliegvuur ontstaat en op wat voor schaal dit gebeurt, wordt volgens het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid bepaald door een opeenstapeling van toevalligheden. Er is bij het ontstaan van vliegvuur geen sprake van een voorspelbare dominante factor. Wel zijn een aantal factoren aan te wijzen die van invloed zijn op het ontstaan van vliegvuur. Zo concludeert de Onderzoeksraad uit literatuuronderzoek dat hoe intenser de brand is, hoe meer vermogen de brand levert, waardoor er meer thermiek en turbulentie ontstaat. Dit zorgt ervoor dat deeltjes losgetrokken kunnen worden en in de lucht omhoog kunnen worden gestuwd. Een grotere thermiek en turbulentie zorgt ervoor dat er én meer én grotere stukken brandend hout verder omhoog gestuwd worden, waar ze vervolgens door de wind opgepakt en meegenomen worden. ‘Bij het vreugdevuur in Scheveningen speelt mee dat de stapel pallets aan de bovenkant is aangestoken. Je hebt dan al vrij snel gloeiende kooltjes die bovenop de stapel liggen en die zodra er thermiek ontstaat, makkelijk los kunnen komen. Al vrij snel na de ontsteking is een van de vaten met diesel van de bovenkant van de stapel naar beneden gevallen. Hierdoor ontstond onderaan de stapel een grote steekvlam waarna de brand zich zowel van bovenaf als van onderaf uitbreidde en al snel de hele stapel in brand stond. Door die snelle uitbreiding en de intensiteit van de brand, zijn veel luchtstromen ontstaan die de losse deeltjes van de bovenkant van de stapel hebben opgetild en mee gevoerd’, vertelt René de Feijter, brandonderzoeker bij Efectis. Hij is als een van de experts door de Onderzoeksraad voor Veiligheid tijdens het onderzoek geïnterviewd. Ook het gebruikte materiaal speelt volgens het rapport een rol in de intensiteit van de brand. Vurenhouten pallets ontbranden relatief makkelijk en verbranden snel in vergelijking met andere houtsoorten. Hierdoor leveren ze in korte tijd veel vermogen, wat weer meer thermiek tot gevolg heeft. Bovendien breken ze makkelijker na verhitting, waardoor er sneller meer en grotere delen door de luchtstromen uit de stapel zijn losgetrokken. VERSPREIDING VLIEGVUUR Bij het verspreiden van het vliegvuur speelt volgens de Feijter ook de hoogte van de stapel een rol. Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid was de stapel pallets in Scheveningen tussen de 45,2 en 47 meter hoog. Naarmate de stapel hoger en smaller is, mengt minder omgevingslucht in de rookpluim. Dit zorgt ervoor dat de rookpluim niet afkoelt en een sterkere thermiek en grotere turbulentie ontstaat. ‘De thermiek kan dan zo sterk worden dat de brandende palletdelen tot een hoogte van twee keer de originele stapel worden gestuwd. Hoe hoger ze komen, hoe krachtiger de wind. Dit zorgt ervoor dat de delen vliegvuur bij een hogere stapel verder kunnen worden verspreid’, legt De Feijter uit. ‘In hoeverre de delen vliegvuur door de gebruikte brandversnellers langer zijn blijven branden, weet ik niet.’
vanaf zee in de richting van Scheveningen. De wind is om de brandende stapels heen gegaan en heeft aan de achterkant van de stapels gezorgd voor wervelingen. Die wervelingen zorgden samen met de hete opstijgende verbrandingsgassen voor het ontstaan van de vuurkolken. Ook hierbij zie je dat hoe hoger de stapel is, des te sterker de vuurkolk. De vuurkolk kan zich verspreiden tot vijftien keer de hoogte van de stapel’, aldus De Feijter. ‘Die sterke opwaartse windstroom heeft ook weer extra brandende delen losgetrokken uit de brandende stapels en dus gezorgd voor meer vliegvuur.’ VOORSPELLEN In hoeverre kun je het ontstaan van vliegvuur voorspellen? ‘Lastig’, erkent De Feijter. ‘Het is afhankelijk van verschillende factoren. We zien dat afgelopen jaarwisseling met name de hoogte van de stapel en de wijze van aansteken een belangrijke rol hebben gespeeld. We hebben in 2015 ook al eens onderzoek gedaan naar de vreugdevuren. Dat onderzoek was met name gericht op omvalgevaar en warmtestraling, maar vliegvuur speelde die jaarwisseling geen rol. De stapel was toen lager en werd van onderaf aangestoken.’ Desalniettemin heeft Efectis in november vorig jaar de gemeente wel gewaarschuwd voor het ontstaan van grote hoeveelheden vliegvuur bij de vreugdevuren. ‘We hebben aangegeven dat het goed zou zijn daar verder onderzoek naar te doen. Op de beelden van de jaarwisseling ervoor, zagen we namelijk al grote hoeveelheden vliegvuur. Het enige verschil was dat de windrichting bij de jaarwisseling van 2017 op 2018 langs de boulevard ging en niet richting de stad. Hoe hoog de stapel toen was en op welke manier die toen is aangestoken, weet ik niet omdat het onderzoek er nooit is gekomen.’ ■
Aanbevelingen Onderzoeksraad voor Veiligheid Het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid richtte zich naast de reconstructie van het vliegvuur ook op de gemaakte afspraken over de risicobeheersing en veiligheid. In het rapport Vliegvuur op Scheveningen wordt een aantal aanbevelingen gedaan. Aan de burgemeester van Den Haag: 1. Stel bij de organisatie van vreugdevuren proportionele eisen aan de veiligheidsorganisatie van dit grootschalige publieksevenement. Aan de toekomstige organisatoren van vreugdevuren: 2. Maak de veiligheidsrisico’s voor bouwers, omwonenden en publiek van de vreugdevuren inzichtelijk en zorg voor een adequate veiligheidsaanpak ter beheersing van de risico’s. Aan Brandweer Haaglanden en Politie Den Haag: 3. Adviseer op autonome wijze over de veiligheidsrisico’s bij de vreugdevuren, gevraagd en ongevraagd. Aan Brandweer Nederland: 4. Organiseer dat kennis over de risico’s van georganiseerde vuren (zoals vreugdevuren en paasvuren) wordt verzameld en gedeeld in de brandweerorganisatie. Betrek hierbij ook internationale exper-
VUURKOLK Ook de vuurkolken die tijdens de vreugdevuren in Scheveningen zijn ontstaan, hebben een bijdrage geleverd aan de verspreiding van het vliegvuur. Vuurkolken ontstaan doordat de warme opstijgende verbrandingsgassen in een draaiende beweging gebracht worden door de wind. ‘De wind waaide tijdens de vreugdevuren
Brand&Brandweer
tise. Veiligheidsregio Haaglanden en de Gemeente Den Haag wilden nog niet inhoudelijk reageren op de conclusies en aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
7
Actu e el
Aantal brandclaims gedaald, wel zorgen om lithium-ionbatterijen Het aantal brandclaims is vorig jaar met elf procent gedaald. Dat blijkt uit de nieuwe Risicomonitor Woningbranden die is opgesteld door het Verbond van Verzekeraars, Brandweer Nederland en Stichting Salvage. In 2018 is 80.582 keer een beroep gedaan op de verzekering na brandschade. Een jaar eerder was dat aantal nog 90.607. Wel maken de partijen zich zorgen om het stijgend aantal branden dat is ontstaan door accu’s en batterijen.
Fotografie: Verbond van Verzekeraars
Stichting Salvage, die namens verzekeraars eerste hulp biedt aan gedupeerden van een grote brand, kwam vorig jaar honderd keer in actie naar aanleiding van een woningbrand ontstaan door een
accu of batterij. In 2017 was dat 72 keer het geval. Ook Brandweer Nederland ziet steeds meer branden ontstaan door lithium-ionbatterijen in bijvoorbeeld elektrische fietsen, speelgoed, smartphones en tablets. Verzekeraars ontvingen afgelopen jaar de meeste brandclaims uit provincie Limburg. Daar zijn vorig jaar veertien claims per duizend huishoudens ingediend. In Noord-Holland is met zeven brandclaims per duizend huishoudens het minst een beroep gedaan op de verzekering.
Aantal brandclaims per jaar 120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0 2015
2016
2017
2018
Percentage accubranden vastgesteld door Salvage uitgesplitst per apparaat (2017-2018) Losse accu/batterij/oplader Mobiel Speelgoed Computer Werkmaterieel/gereedschap E-bike Electrische auto Overige electronische voertuigen (monowheel, etc.)
Aantal brandclaims per provincie in 2018 Brandclaims per 1.000 huishoudens, 2018
6
8
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
8
10 12 14 16
Brand&Brandweer
Actu eel
Eerste Brandweerkerndata gepubliceerd Het IFV heeft in opdracht van het Veiligheidsberaad gegevens van brandweerkazernes, personeel, opkomsttijden en arbeidsomstandigheden verzameld en gepubliceerd in de Brandweerkerndata 2018. Het gaat om een nulmeting die ieder jaar wordt herhaald. Uit de cijfers van het IFV blijkt dat er vorig jaar 973 brandweerkazernes waren, waarvan 111 beroeps en 862 vrijwillig. Vorig jaar zijn er vier uitrukposten verplaatst waarvan twee zijn samengevoegd. Eind vorig jaar werkten er in totaal 23.345 personen in de repressieve dienst, waarvan 22.054 mannen (94 procent) en 1.291 vrouwen (zes procent). Deze verhouding is gelijk aan een jaar eerder. In totaal waren er in 2018 4.424 beroeps brandweerlieden (19 procent) en 19.452 vrijwilligers (81 procent) in de repressieve
dienst. Ook deze verhouding is gelijk aan een jaar eerder. Dat het totale aantal repressieve functies hoger is dan het aantal personen dat bij de brandweer werkt, kan komen doordat beroeps brandweerlieden ook vrijwilliger kunnen zijn. Van alle repressieve personen is 31 procent tussen de 45 en 54 jaar, 28 procent is tussen de 35 en 44 jaar en 24 procent is tussen de 25 en 34 jaar oud. De leeftijdsgroepen ouder dan 54 jaar en jonger dan 25 jaar waren met respectievelijk elf procent en zes procent het minst vertegenwoordigd. Het IFV heeft het bijhouden van de statistiek Brandweerpersoneel van het CBS overgenomen. Eind juni heeft het CBS voor het laatst de statistiek Brandweerpersoneel gepubliceerd. Omdat het CBS andere onderzoeksvragen stelde en andere definities hanteerde is op onderdelen een vergelijking van de Brandweerkerndata met de gegevens van het CBS niet mogelijk.
Arbocatalogus aangevuld met persoonlijke bescherming bij motorkettingzaag Fotografie: Ginopress
De Handreiking persoonlijke bescherming bij motorkettingzaag of redzaag is toegevoegd aan de Arbocatalogus. Dit document vervangt het advies uit 2010. Deze handreiking geeft adviezen voor de persoonlijke bescherming van de gebruiker, de helper en de overige brandweerlieden. Daarnaast gaat het document ook in op de aanpak van de bron. Denk daarbij aan de afschermingsmiddelen van de zaagketting. Het document is te downloaden via www.ifv.nl.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
9
Actu e el
C2000-spraaknetwerk begin volgend jaar vernieuwd Fotografie: Jeffrey Koper
Het spraaknetwerk van C2000 wordt in het eerste kwartaal van volgend jaar vernieuwd. Dat heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid de Tweede Kamer laten weten. In juni vorig jaar is het alarmeringsnetwerk P2000 al vernieuwd. Grapperhaus benadrukt in zijn brief dat ook na een succesvolle implementatie van een groot ICT-project als de vernieuwing van C2000, enige tijd nodig is om aan alle verwachtingen te voldoen.
Nieuwe editie Trends om van te leren verschenen Teams Brandonderzoek en kennisregisseurs uit de regio’s hebben samen met de Brandweeracademie en Brandweer Nederland een tweede editie van het casuïstiekboek Trends om van te leren uitgebracht. In de publicatie ligt de focus op de toepassing van basisprincipes voor brandbestrijding. Net als in de vorige publicatie begint iedere casus met een verslag van de brandweerlieden die bij het incident aanwezig waren. De casus besluit met een duiding van de Brandweeracademie en een paar vragen om met de eigen ploeg te bespreken. Op basis van alle casussen samen is een rode draad opgesteld. ‘De casussen in dit boek zijn bedoeld om tijdens een oefenavond te bespreken. Of nog mooier, te ensceneren en te beoefenen’, aldus Ricardo Weewer, lector Brandweerkunde. ‘We zijn ervan overtuigd dat het naspelen van echte branden en het gebruik van foto’s en filmpjes van deze branden, met een goede nabespreking aan de hand van de basisprincipes van brandbestrijding, een van de meest realistische oefenmethoden is. Dit omdat het brandverloop is gebaseerd op feiten. Daarom zou het mooi zijn als deze casussen worden omgezet naar oefenscenario’s en scenario’s voor bijvoorbeeld de vaardigheidstoetsen van de ABWC. Dat is de volgende stap.’ 10
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Actu eel
Brandweeracademie in gesprek met vrijwilligers uit alle regio’s In opdracht van het landelijke Programma Vrijwilligheid bezoekt de Brandweeracademie alle 25 veiligheidsregio’s en gaat daar in gesprek met zowel vrijwilligers als het management. Aan de hand van de gesprekken wil de Brandweeracademie inzicht krijgen in de ervaren problematiek rondom vrijwilligheid en in de mogelijke richtingen om vrijwilligheid in de toekomst voor de brandweer te behouden. ‘De gesprekken gaan over ervaringen met betrekking tot positieve punten en knelpunten rondom het vinden, binden en boeien van (toekomstige) vrijwilligers’, vertelt Karin Dangermond, een van de onderzoekers van de Brandweeracademie. ‘Ook willen we graag weten hoe er wordt gedacht over mogelijke oplossingen voor de knelpunten. We voeren in iedere regio meerdere groepsgesprek-
ken met alleen vrijwilligers en een groepsgesprek met alleen het management.’ Uit de eerste groepsgesprekken die Dangermond heeft gevoerd blijkt dat de ervaringen met het vinden, binden en boeien van vrijwilligers per post flink kunnen verschillen. ‘Daarnaast heb ik gemerkt dat het vaak niet bij dit ene groepsgesprek blijft. Vrijwilligers nemen de onderwerpen mee naar hun post om die ook onderling te bespreken. De gesprekken met het management vormen een mooie aanvulling op de gesprekken met de vrijwilligers. Zo bespreken we onder andere wat de veiligheidsregio’s op dit moment doen om hun knelpunten en uitdagingen op te lossen. Als alles volgens plan verloopt, dan zijn we in de eerste helft van 2020 in alle regio’s geweest en leveren we in de zomer ons onderzoeksrapport op.’
Studenten bedenken oplossingen voor veiligheidsvraagstukken Wat zijn de veiligheidsrisico’s bij de ontwikkelingen van de energietransitie? Hoe kunnen technologische innovaties worden toegepast in de hulpverleningssector? En wat is de meest optimale manier om kennis te delen tussen veiligheidsregio’s? In het project Jong talent aan het woord gaan zestig studenten aan de slag met het bedenken van innovatieve oplossingen of oplossingsrichtingen voor deze drie vragen. Het project is een initiatief van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het doel van het project is om studenten uit te dagen om, samen met opdrachtgevende organisaties, oplossingsrichtingen te vinden. Innovatief denken, creativiteit en out of the box denken staan hierbij centraal. Eind november presenteren de studenten hun ideeën.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
11
risicobeheersing
Presentatie brandveilige stallen eye-opener voor veel agrariërs Voortkomend uit het Actieplan brandveilige veestallen 2018-2022 is een aantal regio’s samen met Brandweer Nederland na de zomer gestart met het geven van voorlichtingsbijeenkomsten aan veeboeren. In die presentaties wordt onder andere ingegaan op brandonderzoek, de brandoorzaken, mogelijke oplossingen en wat de brandweer voor agrariërs kan betekenen. ‘Ze weten meestal niet dat wij bij een stalbrand vaak niet veel meer kunnen doen en het is bij agrariërs in veel gevallen onbekend dat we aan de voorkant bij verbouw of nieuwbouw kunnen adviseren’, vertelt Edwin Oosterom, specialist brandveiligheidszorg bij Veiligheidsregio Gelderland-Midden. Hij heeft samen met vertegenwoordigers uit verschillende regio’s en de verzekeraars de presentatie opgesteld.
Door JILDOU VISSER Fotografie Ginopress
W
aar voorheen iedere regio op haar eigen manier voorlichting gaf, is nu één landelijke presentatie gemaakt. ‘Het voordeel hiervan is dat we landelijk alle kennis hebben gebundeld, zodat we in één presentatie de meest belangrijke aspecten behandelen’, aldus Oosterom. De boerenbijeenkomsten worden in veel gevallen georganiseerd door LTO, die ook partner is in het actieplan. In dat actieplan is vastgelegd dat de komende drie jaar verspreid over
12
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
het land 75 bijeenkomsten worden georganiseerd. ‘Indien dit in een regio is die nog niet participeert in ons project, dan kunnen we ervoor zorgen dat een andere regio de presentatie komt geven.’ De voorlichtingsbijeenkomst begint met de vraag wie van de aanwezige boeren weleens brand in zijn of haar stal heeft meegemaakt. ‘Er zitten er altijd wel een paar in de zaal die het hebben meegemaakt. Door hen te laten vertellen wat dit met hen heeft gedaan, heb je direct de aandacht. Het raakt ze. Soms is het zelfs emotioneel. Daar moet je dan de tijd en ruimte voor geven. Eén ding is zeker: het maakt dat onze boodschap extra goed tussen de oren blijft zitten.’
Brand&Brandweer
risicobeheersing
Aangesloten regio’s Bij het project zijn op dit moment elf regio’s aangesloten. Oosterom: ‘Het liefst zien we natuurlijk een landelijke dekking. Regio’s die ook presentaties willen geven, roepen we op zich aan te sluiten. Zij kunnen zich melden bij Brandweer Nederland. Een voorwaarde is wel dat de brandweerman of -vrouw die de presentatie geeft affiniteit heeft met agrariërs.’ De aangesloten regio’s: • Veiligheidsregio Brabant-Noord • Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost • Veiligheidsregio Drenthe • Veiligheidsregio Fryslân • Veiligheidsregio Gelderland-Midden • Veiligheidsregio Gelderland Zuid • Veiligheidsregio Groningen • Veiligheidsregio Hollands Midden • Veiligheidsregio Limburg-Noord • Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland • Veiligheidsregio Twente
Natuurlijk zijn er uitzonderingen en kunnen we ons wel richten op het voorkomen van overslag naar omliggende bebouwing’, aldus Oosterom. Daarnaast komt het vooroverleg bij nieuwbouw en verbouw uitgebreid aan bod. ‘Voor veel agrariërs is het een eye-opener dat ze ons kunnen benaderen om mee te denken over de brandveiligheid in hun stal. Dat doen we het liefst niet alleen met de bouwadviseur, maar ook met de boer zelf erbij. Dat is waar we naartoe willen. Voor ons is het winst als we hen vaker risicogericht kunnen adviseren, want op die manier kunnen we echt zorgen voor minder branden en minder dierlijke slachtoffers.’
Wat kan de brandweer? Na een korte introductie over de inhoud van het Actieplan brandveilige veestallen 2018-2022, gaat de presentatie in op wat de brandweer kan doen, zowel bij stalbranden als aan de voorkant. ‘Veel boeren hebben niet in de gaten dat wij zodra wij bij een stalbrand ter plaatse komen, vaak al niet veel meer kunnen redden. Veel stalbranden breiden zich razendsnel uit. Voordat wij ter plaatse zijn en de waterwinning hebben opgebouwd, staat de hele stal in brand en zijn de dieren al dood. Als boeren weten dat ze in het geval van brand niet veel van ons hoeven te verwachten, weten ze dat ze zelf aan de voorkant maatregelen moeten treffen.
Brand&Brandweer
Oorzaken In het tweede deel van de presentatie wordt aan de hand van voorbeelden ingegaan op brandonderzoek en brandoorzaken. ‘De twee meest voorkomende oorzaken zijn elektra en werkzaamheden. Bij branden die ontstaan in de elektra zien we wisselende oorzaken. Het kan bijvoorbeeld gaan om overbelasting van de installatie, verschillende overgangsweerstanden of schade door knaagdieren. Om het aantal branden dat hierdoor wordt veroorzaakt terug te brengen, zijn een aantal verzekeraars bezig met het invoeren van verplichte periodieke keuringen van de elektrische installaties’, vertelt Oosterom. ‘Bij de werkzaamheden gaat het vaak om het slijpen en lassen in de stal. We proberen hier vooral meer bewustwording te creëren. Boeren moeten zelf inzien dat het niet verstandig is dat ze gaan lassen en slijpen naast droge strobalen of wanneer er mestgassen in de stal hangen. Nu staan ze daar vaak niet bewust bij stil, de werkzaamheden worden vaak in de meestal uitgevoerd. Men is dan gefocust op het lassen en niet op het brandrisico.’ Daarnaast wordt in dit deel van de presentatie ook ingegaan op de onbekende oorzaken. Het komt volgens Oosterom vaak voor dat stallen volledig zijn uitgebrand en daardoor de brandoorzaak niet meer met zekerheid is vast te stellen. ‘Bij varkensstallen en pluimveebedrijven kan de oorzaak bijvoorbeeld liggen in de luchtwasser. Door de verplaatsing van lucht, breiden die branden ontzettend snel uit. Uit het verhaal van de boer kunnen we, als hij of zij erbij was, wel een en ander herleiden, maar we kunnen de
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
13
DOWNLOADT CHECKLIST
GEBRUIKT STAPPENPLAN
KRIJGT OVERZICHT VAN WETGEVING MET COMMENTAREN ZOEKT BINNEN ALLE ARBO INFORMATIEBLADEN
PRINT GEVONDEN INFORMATIE
BEDENKT OPLOSSING EN BORGT DEZE IN DE ORGANISATIE
GAAT NAAR HSE.SDU.NL
WIL DAT IEDEREEN ’S AVONDS WEER VEILIG THUIS IS
ANALYSEERT SITUATIE EN RISICO’S
WIL DAT ALLE MEDEWERKERS VEILIG KUNNEN WERKEN
Als het om ondersteuning van de HSE expert draait Met behulp van Sdu HSE beantwoordt u vragen vanaf de werkvloer én vanuit het management snel en accuraat. U speelt makkelijk in op veranderende omstandigheden en weet zeker wat de volgende stap is. Met Sdu HSE heeft u altijd en overal toegang tot alle noodzakelijke bronnen. En kunt u aan de slag met innovatieve tools voor de praktijk.
Neem een proefabonnement en ervaar Sdu HSE zelf. Ga naar hse.sdu.nl
Arbo Informatiebladen Safety! Magazine artikelen Arbocatalogi Wetgeving met toelichting
en commentaar Jurisprudentie Updates over regelgeving Tools voor de dagelijkse praktijk (checklists, vragenlijsten en stappenplannen)
risicobeheersing
oorzaak nooit met zekerheid vaststellen. Door die snelle branduitbreiding hebben we ook nog niet veel gegevens van branden met luchtwassers. Tot slot heb je nog een categorie oorzaken die minder vaak voorkomt, bijvoorbeeld blikseminslag. De bliksem kan in ieder gebouw inslaan, ook in stallen. Het nadeel voor boeren is echter dat als blikseminslag een stalbrand veroorzaakt, dit direct onder een vergrootglas ligt. Stalbranden zijn altijd groot nieuws, omdat het meestal gaat om dierenleed of de verspreiding van asbest.’ Zonnepanelen Hoewel volgens Oosterom branden met zonnepaneelinstallaties op veestallen nog niet in de meest voorkomende brandoorzaken voorkomen, is dit wel in de presentatie meegenomen. ‘Dit zijn de branden van de toekomst. We leggen de boeren uit waar ze op moeten letten bij de installatie. Zorg voor goede bekabeling, connectoren die bij elkaar passen, zorg dat de omvormer buiten de stal zit en laat de installatie regelmatig keuren. Bij dit onderdeel merken we dat een deel van de agrariërs hier wel goed over na heeft gedacht omdat dit vaker in het nieuws is, maar ook enkelen niet.’ Voorkomen en beperken In het tweede deel van de presentatie wordt ingegaan op alle maatregelen die boeren kunnen nemen om brand te voorkomen en branduitbreiding te beperken. Zo komen bijvoorbeeld het gebruik van kabelgoten voor alle elektrische bedrading aan bod en wordt ingegaan op het onderhoud van de elektrische installaties en de brandbaarheid van mestgassen. ‘Een vonkje bij een schakelaar kan soms al voldoende zijn om de boel te onsteken’, aldus Oosterom. ‘Daarnaast hebben we het niet alleen over het
Brand&Brandweer
voorkomen van brand, maar ook over het gevaar van rook. In veel gevallen sterven de dieren niet door de brand, maar door rookverspreiding. Dan is het goed dat een agrariër brandkleppen in de luchtafzuigingsinstallatie heeft toegepast, maar vaak wordt vergeten dat die kleppen pas sluiten bij zeventig graden. Tot die tijd zorgt die afzuiginginstallatie voor een snelle rookverspreiding. Ook gaan we in op brandcompartimentering en de brandbaarheid van isolatiematerialen. We zien dat in veel stallen nog brandbare isolatiematerialen, zoals EPS en PIR, aanwezig zijn of worden toegepast. Dat zijn tevens brandbare materialen. Wij adviseren de boeren om bij nieuwbouw en verbouw moeilijk of niet brandbare isolatiematerialen te gebruiken. Hoe langzamer de brand uitbreidt, des te meer wij als brandweer voor de boer kunnen betekenen. Ook als we maar een deel van de stal kunnen redden, kan dit betekenen dat de boer zijn bedrijf veel sneller weer heeft opgestart. Dat levert de agrariër geld op. Al is het voorkomen van brand en rook natuurlijk altijd het beste.’ Voorlichtingsmateriaal Brandweer Nederland werkt momenteel samen met een aantal veiligheidsregio’s aan het opstellen van een voorlichtingsfolder over brandveilige veestallen. Deze is naar verwachting in het eerste kwartaal van volgend jaar gereed. Vervolgens wordt ook gewerkt aan een voorlichtingspagina voor agrariërs op de website van Brandweer Nederland. Oosterom: ‘Dit zijn mooie ontwikkelingen om het bewustzijn bij agrariërs te vergroten en stallen brandveiliger te maken. De voorlichtingsbijeenkomsten zijn mooie avonden. Samen werk je aan het vergroten van de brandveiligheid waarbij iedere partij zijn of haar eigen verantwoordelijkheid heeft. Er zit meer winst in dan bijvoorbeeld het uitsluitend toepassen van de regels van het Bouwbesluit.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
15
repressi e
Duiken, kennis delen en meer samenwerken Duikers, zowel beroeps als recreatieve duikers, kunnen meer van elkaar leren door meer kennis uit te wisselen en meer samen te werken. Dat is de rode draad van het eerste Wij Duiken Veilig congres dat op 27 september is georganiseerd. Tijdens deze dag staan onder andere mentaliteit, gedrag en systemen centraal en wordt geprobeerd de recreatieve sector en de beroepsduikers dichterbij elkaar te brengen en met elkaar te verbinden. 16
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
repressi e
heden. De situational awareness kan volgens Lock worden verbeterd door bijvoorbeeld de gewoonte in te bouwen iedere vijf minuten erbij stil te staan. ‘Na vijf minuten verslapt de concentratie en let je minder goed op. Door dan een veiligheidscheck te doen, blijf je alert.’ Daarnaast draagt ook een goede debriefing bij aan veiliger duiken, zo laat hij weten. ‘Stel jezelf en je collega’s de vraag hoe het kan dat de duik is goed gegaan. Of vraag ze of ze hebben opgemerkt hoe vol de gasfles nog zat. We moeten met z’n allen een omgeving creëren waarin het geaccepteerd wordt dat we fouten maken en ook durven toegeven dat we signalen over het hoofd hebben gezien. Alleen in een veilige omgeving worden zaken gemeld en kunnen we ervan leren. Kijk ook niet naar het resultaat, maar naar hoe het heeft kunnen gebeuren, dat is veel belangrijker.’ Weg met de verzuiling In de tweede presentatie gaan Sander Kool, marineduiker en commandant van mijnenjager Zijner Majesteits Willemstad, en Cees den Toom, eigenaar van duikcentrum Scuba-Academie, met elkaar in gesprek over hoe beide werelden van elkaar kunnen leren. Ze zijn het erover eens dat kennis tussen de verschillende duikdisciplines te weinig wordt gedeeld. Den Toom: ‘We veroordelen soms zelfs wat een ander doet. Er is een gebrek aan respect. We gaan de discussie daarover niet met elkaar aan. Het wordt tijd dat we dat veranderen.’ Kool is het daarmee eens. ‘Bij Defensie hebben we een kenniscentrum gericht op het duiken. De kennis die we daar hebben, kunnen we best breder delen. Tegelijkertijd weten jullie wellicht ook zaken waar wij ons voordeel mee kunnen doen. Waarom pakken we niet veel meer zaken gezamenlijk op? Ik zou het fantastisch vinden als we uiteindelijk kunnen komen tot een gezamenlijke certificering, niet alleen met Defensieduikers en de recreatieve sector, maar bijvoorbeeld ook met de brandweer en andere disciplines.’
Door JILDOU VISSER
‘I
k ben anders, dus ik maak die fout niet. Dat horen we vaak binnen het duiken. Het staat het leren van elkaar in de weg’, zo begint Gareth Lock, duiker en oud-instructeur bij de Royal Air Force. ‘Iedereen maakt fouten en we moeten altijd tijdens de duik compromissen sluiten, bewust en onbewust. We kunnen maar op één ding tegelijk focussen en één prioriteit tegelijk stellen. Daarnaast beoordelen we een duik op hoe het is gegaan. Is het goed gegaan, dan zeggen we dat het door ons handelen komt. Is het fout gegaan, dan wijten we dat vaak aan technische mankementen. We weten daardoor niet hoe incompetent we eigenlijk zijn.’ Daarnaast wordt volgens Lock duikers niet geleerd om te letten op dingen die ze niet gewend zijn, op ongewone signalen en omstandig-
Brand&Brandweer
Ongevallen Guy Thomas, directeur veiligheidsprogramma’s bij Divers Alert Network (DAN) Europe, gaat in zijn presentatie in op de drie verschillende typen duikers en hoe zij omgaan met veiligheid. ‘Duikers die net beginnen horen vaak tot de safety first group. Ze hebben nog niet veel zelfvertrouwen en zorgen ervoor dat alles is gecheckt voordat ze het water ingaan. Als mensen langer en vaker duiken kan het zijn dat ze wat meer risico gaan nemen. We hebben dan de nothing ever happens group. Zij hebben nog nooit een ongeval gehad en denken dat het hen ook niet gaat gebeuren. Bij die groep gaat het weleens mis, omdat ze te veel risico’s gaan nemen. In dat geval belanden ze in de shit happened group.’ DAN registreert het aantal ongevallen in de recreatieve sector. Volgens Thomas gaat het om vijftien tot twintig ongevallen per honderdduizend duikers. 41 procent van die ongevallen wordt veroorzaakt doordat duikers zonder lucht komen te zitten.
Cijfers brandweer 54 duikteams 82 oppervlakteredteams 749 duikers 490 duikploegleiders 2234 waterongevallen per jaar 127 overleden personen per jaar
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
17
repressi e
ongeval. We zoeken naar bevestiging en naar wat we verwachten en geloven. Hierdoor zien we vaak over het hoofd wat we niet weten en dat komen we daardoor ook niet te weten.’ Daarnaast pleit Blokland voor het samenbrengen van de registratie van alle disciplines. ‘Als we één gezamenlijke database kunnen ontwikkelen, kunnen we sneller een rode draad ontdekken en beter van elkaar leren. En laat instructeurs bij elkaar in de keuken kijken. Laat ze ook meedenken bij onderzoek naar ongevallen. Laten we open staan voor elkaar en gegevens uitwisselen.’
‘We zien dat een buddy check te vaak wordt overgeslagen en duikers daardoor in de problemen komen. Daarnaast moeten we onszelf afvragen of we altijd voldoende kennis hebben om de risico’s in te schatten. Soms herkennen we de risico’s niet, dan kun je er ook niet naar handelen. En we zien dat mensen hun medische problemen onderschatten. Bij 21% van de ongevallen zien we dat duikers een hartprobleem hadden en bij zestig procent van de ongevallen hadden duikers voor de duik al symptomen die een risico vormden. We geven het niet aan, omdat we weten dat we dan niet mogen duiken.’ Betere registratie Leo Blokland, advocaat en Legal Advisor van DAN Europe, pleit voor een betere registratie van ongelukken en bijna-ongelukken en een koppeling met de gegevens van verschillende duikdisciplines. ‘Een betere registratie is nodig om meer inzicht te krijgen in wat er precies is gebeurd. Nu weten we het vaak niet. We hebben bovendien de neiging om na een ongeval onmiddellijk maatregelen te nemen en nieuwe regels op te stellen, maar vergeten daarbij te zoeken naar de zaken die we niet weten. Wellicht zijn er meerdere factoren geweest die een rol spelen bij een
Regeldruk Jur van Kasteren, duik en EOD-officier van de Koninklijke Marine, gaat in zijn presentatie in op de risico-regelreflex. Vaak worden na incidenten nieuwe regels toegevoegd die de veiligheid moeten verbeteren. Van Kasteren pleit ervoor om daar voorzichtig mee om te gaan, omdat met een te grote hoeveelheid het onmogelijk wordt om aan de regels te voldoen. Hier gebruikt hij de 10-100-1000 regel voor. ‘Tien jaar geleden hadden we tien regels voor het uitvoeren van een duik. Per regel heb je 99 procent kans dat je die naleeft. Bij tien regels is dat dus negentig procent. Vandaag hebben we honderd regels. De kans dat je ze alle honderd kunt naleven zakt dan al naar 37%. Bij duizend regels blijkt het praktisch onmogelijk ze allemaal na te leven.’ Van Kasteren legt deze bevinding naast het Compliance Paradox Model. ‘Dan zien we dat als we erop gericht zijn dat we alle regels moeten volgen, we de omgeving uit het oog verliezen en we onveiliger gaan werken. We moeten onze mensen de ruimte geven om te doen wat ze moeten doen. Dat betekent ook dat je soms dingen doet die volgens de regels niet zijn voorgeschreven. Zorg dat de regels aansluiten op de praktijk en dat je een omgeving creëert waarin het veilig is om onveilige situaties te rapporteren. Dat helpt veel beter bij het echt veiliger maken van ons werk dan een nieuwe set regels.’
‘Als we alle regels moeten volgen, verliezen we de omgeving uit het oog’
Geslaagde reddingsacties Brandweer Nederland houdt sinds 2010 de registratie bij van het aantal geslaagde reddingsacties bij waterongevallen. Dit zijn zowel reddingsacties door de TS, door oppervlakteredteams als door duikers. ‘We registreren iets als een geslaagde reddingsactie als een persoon met ritme naar het ziekenhuis wordt vervoerd. Het is wrang als iemand soms later alsnog overlijdt’, aldus Mark Bokdam van het IFV. Aantal geslaagde reddingsacties: 2010 20 2011 52 2012 27 2013 30 2014 41 2015 50 2016 20 2017 45 2018 37
18
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Kennis delen Ook in de forumdiscussie met Stephan Wevers, voorzitter van Brandweer Nederland, Edwin Hofma, commandant van de Defensie Duikgroep en bestuurslid van de Stichting Werken Onder Overdruk, Erik van Vessem, voorzitter van de Nederlandse Onderwatersport Bond en Rob van Hulst, bijzonder hoogleraar Anesthesiologie aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam, wordt ingegaan op het delen van kennis en ervaring tussen de verschillende disciplines. ‘Bij ons is het duiken één van de taken die we als brandweer hebben. We handelen en reageren op basis van hoe we geoefend en getraind zijn. Maar getraind zijn voor echte noodsituaties is lastig. We trainen onder geconditioneerde omstandigheden en dat is niet altijd realistisch’, vertelt Wevers. ‘Wellicht kunnen we op dat gebied nog wat leren van een van de andere disciplines die hier aanwezig zijn.’ Van Vessem sluit daarbij aan: ‘We moeten elkaars kennis durven te gebruiken en elkaar het eerlijke verhaal durven te vertellen. Daar ligt een uitdaging voor de komende periode.’ ■
Brand&Brandweer
gesch i eden is
Brandweer in de vuurlinie De brandweer die midden in de vuurlinie brand blust: geen ongewoon verschijnsel aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland tussen september 1944 en mei 1945. Soms faciliteert de brandweer de bevrijding door te helpen met de voedselvoorziening en het gewondentransport. En in het zuiden van het land ontstaan vlak na de bevrijding zogenaamde brandweercolonnes, die met de geallieerde legers mee naar het noorden trekken.
Door Ellen Schat Fotografie Nationaal Brandweer-documentatiecentrum
Als de brandweerlieden van Nijmegen in september 1944 horen dat de bevrijding in aantocht is, zijn de mannen doordrongen van de gevaren die op hen afkomen: geweld en vuur. Toch besluiten ze samen koste wat het kost de ‘brandweer en de brandweertaak’ hoog te houden, zo staat in het verslag dat na de bevrijding is geschreven. De vrij beknopte feitelijke opsomming van gebeurtenissen van die dagen doen brandweerhistoricus Gerard Koppers de rillingen over de rug lopen. Hetzelfde geldt in wezen voor de kale feiten die Koppers zelf precies 75 jaar later op Twitter deelt. Een greep uit de berichten: Op 18 september 1944 wordt postcommandant E.J. Pieren van Brandweer Heerlen tijdens de blussing van een brandend pakhuis aan de Bokstraat getroffen door een granaatscherf. Hij overlijdt later op de avond. Op 18 september 1944 holt brandwacht J.B. Koppen met twee collega’s door de Beekstraat in Arnhem naar een brand in het klooster Insula Deï. Ze komen terecht in een vuurgevecht, waarbij Koppen dodelijk getroffen wordt. Op 28 september 1944 wordt de auto met motorspuit van de hulpbrandweer op weg naar de brandweerpost Graafscheweg in Nijmegen getroffen door een granaat. Hulpbrandwacht G.A. Hax raakt dodelijk gewond. Op 2 oktober 1944 wordt plaatsvervangend brandweercommandant Th.P.J. Bodewes op zijn post in het centrum van Huissen dodelijk getroffen bij een luchtaanval. Op 4 oktober 1944 wordt blokbrandweerman van de Luchtbeschermingsdienst
Binnenlandse strijdkrachten op de brandweerauto in 1944
Brand&Brandweer
Bombardement op Bezuidenhout op 3 maart 1945.
B.G.M. Nieuwkamp tijdens het blussen van een brand aan de Graafscheweg in Nijmegen gedood door een granaatinslag. In totaal overlijden voor zover bekend 41 Nederlandse brandweermensen tussen Dolle Dinsdag 5 september 1944 en de capitulatie op 5 mei 1945. Ze komen om door gevechtshandelingen en luchtaanvallen. Zes van de 41 doden vallen in Nijmegen. In Den Haag komen op 4 maart 1945 tien brandweermensen tegelijk om het leven door een Duitse raket. Ze zijn dan branden aan het blussen die zijn ontstaan na het grote bombardement op de wijk Bezuidenhout een dag eerder. De wijk ligt in puin en er vallen meer dan vijfhonderd slachtoffers. Het bombardement is een gruwelijke vergissing van de geallieerden, die hopen een V2-installatie van de Duitsers in het Haagse bos te vernietigen. Brandweer doet wat moet Om midden in de chaos van bommen, granaten en gevechten uit te rukken bij een brandmelding is vanzelfsprekend levensgevaarlijk. Toch aarzelen brandweerlieden meestal geen moment om hun plicht te vervullen, om, zoals de brandweer Nijmegen later beschrijft ‘voor hun stad te behouden wat er te behouden valt.’ Deze overtuiging heeft volgens Koppers te maken met het vak van de brandweer. ‘Het is vaak een roeping. Je kunt als brandweer niet toekijken met je handen op de rug. Bij brand doe je wat moet gebeuren.’ Ook speelt mee dat de brandweer in die jaren veel Nederlandse gedemobiliseerde militairen telt, die bij de brandweer hebben gesolliciteerd. ‘Zij waren gewend aan gevechtssituaties en niet bang’, aldus Koppers. Het aantal beroepsbrandweerlieden groeide in de oorlogsjaren door de komst van die gedemobiliseerde beroepsmilitairen enorm. In 1945 zijn er in de grotere gemeenten in totaal 4.200, terwijl het in 1939 nog maar
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
19
gesch i eden is
384 waren, in Amsterdam en Groningen. Na de oorlog zijn de meesten overigens ook weer wegbezuinigd. In de vuurlinie De brandweer rukt dus ook tijdens de gevechten uit zodra hulp nodig is. Met man en macht proberen de brandweerlieden het vuur in te dammen terwijl ze worden beschoten vanuit vliegtuigen en de granaten hen om de oren vliegen. Ze doen hun werk letterlijk in de vuurlinie. Zo staat het Nijmeegse korps op 18 september het ene moment tussen de Amerikanen ‘met wie men voor het eerst en met ontroering kennismaakt’, het volgende moment zijn de Duitsers er weer. Maar het werk is zinvol, branduitbreiding wordt voorkomen. Zo behouden de Nijmeegse brandweerlieden de kunstzijdefabriek en een dag later de Betouwstraat, waar enkele panden in brand staan. Offers vragen de inzetten wel. Bij de laatstgenoemde brand komt (zo blijkt later) een brandwacht (een ordonnans) om het leven, die op straat wordt doodgeschoten. ‘Dat was het einde van de meest emotievolle brandblussing in de ganse brandweerloopbaan van allen’, staat in het verslag. Maar even later worden de zenuwen nog meer op de proef gesteld. Bewoners komen hulp halen bij de kazerne. Huizen in de buurt staan in brand. Tot blussen komt het niet, want losgeslagen Duitsers zijn de stad moedwillig aan het vernietigen en proberen zelfs mensen terug in de brandende woningen te dwingen. Terug op de post wordt de brandweer gesommeerd om de wagens richting het Duitse Kleef te rijden. De brandweerlieden rijden echter de andere kant op, de stad uit, waar ze plots tussen de Amerikaanse patrouilles terechtkomen.
De brandweerzegel op het persoonsbewijs.
Verzet en hulp De brandweer maakt dus vaak dappere keuzes op cruciale momenten. Tijdens de bezettingsjaren waren veel korpsen verzetshaarden, zoals de brandweer van Nijmegen, Arnhem, Rotterdam en Groningen. ‘De brandweer was hier qua organisatie en mentaliteit ook ideaal voor. Het waren groepjes kameraden die elkaar blindelings moesten kunnen vertrouwen. Dat vertrouwen is belangrijk bij brand, maar ook bij geheime activiteiten.’ ‘Bovendien hadden de brandweerlieden ook de mogelijkheden
Hulp van Britse brandweervoertuigen bij de bevrijding van Nijmegen in 1945.
20
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
gesch i eden is
Eén van de 124 Britse bellenwagens die naar Nederland zijn gekomen.
tot verzet, want ze hadden vrijstelling van de dienstplicht in Duitsland, mochten in sperrtijd op straat zijn en hadden in tegenstelling tot burgers voertuigen tot hun beschikking’, vertelt Koppers. In Arnhem en Nijmegen worden tijdens de bezetting padvinders ingezet als ‘ordonnansen’ of boodschappers bij de brandweer. Koppers: ‘Zij waren werkelijke verkenners en hebben menig geallieerde eenheid op het goede pad weten te gidsen. Ook zorgde de brandweer regelmatig voor gewondenvervoer en voedseltransport.’ In de bezette gebieden wordt zelfs een aantal brandweervoertuigen gepantserd en bij de bevrijding ingezet bij gevechten. De zogenaamde brandweercolonnes worden gevormd, die zich aansluiten bij de geallieerde legermacht. Die legermacht heeft zelf
ook brandweerkorpsen met materieel bij zich. De brandweercolonnes helpen het noorden te bevrijden. Zo helpt de brandweercolonne uit Nijmegen bij de bevrijding van Groningen. Over hoe dat precies in zijn werk ging, is weinig bekend en geschreven. Volgens Koppers is in de oude gedenkboeken van de afzonderlijke brandweerkorpsen vaak wel iets te vinden. ‘Dus daar ligt nog een mooie taak voor een brandweerhistoricus.’ ■
Geroofde voertuigen en bellenwagens Toen de Duitsers de aftocht bliezen, namen ze zoveel mogelijk brandweervoertuigen mee, net als brandstof. De Nederlandse korpsen probeerden met trucjes hun geliefde autospuiten, motorspuiten en ander materieel te behouden, door ze onklaar te maken of in het hooi te verstoppen. Toch verdwenen veel voertuigen uit de kazernes. Met de geallieerden kwamen er voorraden Brits brandweermaterieel mee voor de korpsen die door de Duitsers waren beroofd van hun voertuigen. Daar waren ook 124 trekkers bij, die om de grote bel op het dak de naam bellenwagens kregen. In diverse musea zijn ze nog te zien. In 1946 ondernam Nederland een poging zoveel mogelijk brandweermateriaal terug te halen. Het meeste was overgeschilderd in camouflagekleuren en niet ingezet als blusmiddel wegens gebrek aan benzine, waarna terugtrekkende militairen en burgers de inventaris meenamen. Ook was een flink aantal verwoest bij bombardementen. Ongeveer dertig voertuigen werden teruggebracht naar Nederland, plus nog wat materieel zoals slangen, ladders, straalpijpen en zuurstofapparaten.
Een in Duitsland teruggevonden brandweerauto in 1946.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
21
bran d van de maan d
Uitzonderlijk snelle branduitbreiding bij zeer grote brand Tilburg brand gebouw, middelbrand, grote brand en zeer grote brand binnen drie minuten. de opschaling na de alarmering van de eerste eenheden voor de brand bij maĂŽtre Paul in de nacht van 20 september op het industrieterrein in Tilburg gaat razendsnel. en dat is hoognodig, zo blijkt als de eerste eenheden ter plaatse komen. Het dak van het vrieshuis met een oppervlakte van 4500 m2 staat dan al volledig in brand. niet veel later slaat de brand over naar een naastgelegen handelsbedrijf en een olieopslagbedrijf. de ingezette brandweerlieden moeten alle zeilen bijzetten om verdere escalatie te voorkomen.
22
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
brand&brandweer
bran d van de maan d
Het middenterrein met links het afgebrande vrieshuis, in het midden het brandende olieopslagbedrijf en rechts de behouden loods met voertuigen.
brand&brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
23
bran d van de maan d
Brandweerlieden doen er alles aan om brandoverslag van het handelsbedrijf en het olieopslagbedrijf naar de naastgelegen loods te voorkomen. Door Jildou Visser Fotografie Toby de Kort / De Kort Media
H
et is 3.15 uur als de eerste TS wordt gealarmeerd voor de melding brand gebouw. De melding is gedaan door de politie die een oranje gloed boven het industrieterrein heeft waargenomen. Op basis van die melding vraagt de eerste bevelvoerder een extra redvoertuig aan en schaalt de meldkamer binnen een minuut op naar middelbrand. Tijdens het aanrijden schaalt de bevelvoerder verder op naar grote brand en niet veel later zeer grote brand. Binnen een minuut na de eerste alarmering wordt Alfred Hamers, eerste Officier van Dienst (OvD) gealarmeerd. ‘Ik woon relatief dichtbij het industrieterrein en was nog voor de tweede TS ter plaatse. Tijdens het aanrijden heb ik vooral meegeluisterd met het berichtenverkeer tussen de eerste TS en de meldkamer. Verder ben ik alvast gaan nadenken over het kenmerkenschema. Wat zijn de mens-, gebouw- en omgevingskenmerken? Zijn er preventieve voorzieningen aanwezig? Is er in de omgeving voldoende water beschikbaar?’ Hamers rijdt in eerste instantie aan op het adres van Maître Paul. Daar verkent hij de situatie aan de oostzijde van het gebouw. ‘In LiveOP zag ik dat de eerste TS een straat verder stond. In tweede instatie ben ik daarheen gereden. Samen met de eerste bevelvoerder heb ik met verbazing gekeken naar de omvang van de brand en de snelheid waarmee die zich ontwikkelde. Het volledige vrieshuis van 4500 m2 stond toen al in brand. Toen ik ter plaatse was, was de dakrand al volledig opgebrand en weggezakt.’ Verdere uitbreiding Terwijl Hamers samen met de eerste en tweede bevelvoerder het beeld probeert rond te krijgen en de eenheden gasflessen aan het verplaatsen zijn, slaat de brand al over naar een naastgelegen handelsbedrijf. ‘We wisten dat in hetzelfde pand ook een olie24
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
opslagbedrijf zat met IBC’s, drums en zes tanks met 250.000 liter olie. Bovendien stond er een vrachtwagen in de loods en stond er een lege tankwagen direct naast.’ Hamers besluit om in te zetten op het voorkomen van verdere uitbreiding naar naastliggende loodsen. Het vrieshuis van Maître Paul en het handelsbedrijf worden dan al als verloren beschouwd. ‘Naast het olieopslagbedrijf stond nog een loods met auto’s en containers met autobanden. Die wilden we behouden. Daar had ik veel handjes en middelen voor nodig. Ik heb daarom de centralist gebeld met een boodschappenlijstje: vier WTS’en, vijf redvoertuigen, twee schuimblusvoertuigen een tweede peloton, een berger voor het verplaatsen van voertuigen en een vrachtwagen met zand voor het geval de olie zou gaan lopen en we die moesten indammen. In alle hectiek was het fijn om het benodigde materieel via de telefoon met de centralist kort te sluiten. Dat geeft meer rust dan wanneer je dit via de portofoon doet.’ Daarnaast besluit hij het gebied op te delen in vakken. Tweede OvD Johan van Zuijlen wordt verantwoordelijk voor de oostzijde van het gebouw aan de Kraaivenstraat. Hamers neemt de westzijde aan de Kroonstraat voor zijn rekening. Hier staan ook de loodsen van het handelsbedrijf en het olieopslagbedrijf waarnaar de brand al is overgeslagen. Productiehal De eerste inzet van Van Zuijlen is gericht op het voorkomen van overslag van het vrieshuis van Maître Paul naar de productiehallen. ‘Beide delen van het gebouw zaten met een laaddok aan elkaar vast. In eerste instantie hebben we de medewerkers nog uit de fabriek moeten halen. Dat was een bizar beeld. Zij waren binnen nog gewoon aan het werk, terwijl wij buiten te maken hadden met een inferno aan vuur.’ Zodra de medewerkers veilig buiten staan, slaat de tweede bevelvoerder de sprinklerkoppen in de fabriekshal kapot. ‘Deze zaten bij de doorgang naar het laaddok. Op die manier hadden we van binnenuit simpel een stoplijn
Brand&Brandweer
bran d van de maan d
De dag na de brand. Van het vrieshuis, het handelsbedrijf en het olieopslagbedrijf is weinig meer over. De tanks van het olieopslagbedrijf zijn wel behouden.
gecreëerd. Aan de buitenkant hebben we dat met redvoertuigen op het dak gedaan. Eigenlijk hadden we de brand aan die kant daarmee direct onder controle.’ Olieopslag en tankwagen Terwijl Van Zuijlen met zijn eenheden de brand aan de kant van de fabriekshal onder controle probeert te krijgen, loopt hij naar het middenterrein waar hij beter zicht krijgt op het brandende vrieshuis aan de ene kant en de brandende loodsen van het handelsbedrijf en de olieopslag aan de andere kant. ‘De muren van de loods van het olieopslagbedrijf waren al omgevallen. Die brand was niet te controleren.’ Hamers vult aan: ‘Je bent continu bezig met het bijstellen van je plan en het organiseren van nieuwe stoplijnen. Op dat moment had ik de nieuwe stoplijn vastgesteld op de scheiding tussen de olieopslag en de hal met auto’s en autobanden. Tussen beide gebouwen stond ook een tankwagen. In eerste instantie wilde ik die laten wegrijden, maar door de enorm snelle branduitbreiding kon dat niet meer. De druk in de tank was al behoorlijk opgebouwd, want hij stond al een tijdje af te blazen. Met twee hoogwerkers en een schuimblusvoertuig hebben we die zo goed mogelijk geprobeerd te koelen en aan die kant overslag te voorkomen.’ In de naastliggende loods is een takelateur op dat moment bezig met het wegrijden van de auto’s en containers uit die loods. ‘Mochten we de brand daar niet kunnen houden, dan waren die in ieder geval veilig.’ Vanaf het middenplein houdt Van Zuijlen zich met zijn eenheden vooral bezig met het koelen van de naastliggende loods en de olieopslagtanks die naast de brandende loods staan. ‘Die stonden op het punt om te gaan scheuren. Dat wilden we koste wat kost voorkomen, omdat we dan ook nog eens te maken zouden krijgen met een enorme vloeistofbrand. Uiteindelijk is één tank gescheurd, de rest hebben we kunnen behouden.’
Brand&Brandweer
Met de drone wordt vanuit de lucht de situatie continu in de gaten gehouden. ‘Die drone heeft ons enorm geholpen. Het complex was ontzettend groot. Met de luchtbeelden konden we in één oogopslag zien waar nog hotspots zaten, dat scheelt veel tijd’, vertelt Hamers. Uiteindelijk weten de brandweerlieden met een enorme inzet en hard werken te voorkomen dat de brand overslaat naar de loods met de auto’s en containers met autobanden. ‘Het pand heeft aan de buitenkant brandschade, maar meer niet.’ Beide OvD’s worden om half tien die ochtend afgelost. De brand is dan redelijk onder controle. Hamers: ‘Het is ontzettend fijn dat nadat ik GRIP2 heb gegeven niet alleen het effectgebied, maar ook de aflossing volledig vanuit het actiecentrum is geregeld. We zijn op een zeker moment gebeld met het tijdstip dat we zouden worden afgelost. Dat geeft rust. Bovendien voorkomt deze manier van werken ook dat je denkt dat je de klus nog wel even kunt afmaken. Het duurt altijd langer dan je denkt.’ Nog niet eerder meegemaakt Als Hamers en Van Zuijlen terugkijken op de brand en de inzet, concluderen ze één ding. ‘Zo’n brand hebben we nog nooit eerder meegemaakt. Dit is de eerste keer dat ik vanaf de melding tot het moment dat we om half tien in de ochtend zijn afgelost, continu keihard heb moeten strijden om de brand te houden. Met wat kunst- en vliegwerk en flexibiliteit van alle eenheden is dat gelukt. Daarnaast heeft de eerste bevelvoerder echt goed werk geleverd door razendsnel op te schalen’, aldus Hamers. ‘De tweede bevelvoerder aan de andere kant heeft mij continu scherp gehouden’, vult Van Zuijlen aan. ‘Het is ontzettend fijn als in zo’n hectische situatie een bevelvoerder en de ploegen meedenken en kritische vragen blijven stellen. Alleen dan kom je tot de beste aanpak en blijf je continu scherp. Dat was bij deze brand echt nodig, anders was nog veel meer in vlammen opgegaan.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
25
risicobeh eersi ng
Gamen en vloggen voor meer brandveiligheid Kapotte elektrische apparaten en onjuist oplaadgedrag van accu’s en batterijen veroorzaken zoals bekend regelmatig brand. Jongeren gebruiken veel elektrische apparaten en het aantal zal alleen maar toenemen. Het Netwerk Nationale Brandpreventieweken richt zich daarom dit keer tijdens de Brandpreventieweken op kinderen van negen tot en met twaalf jaar, met de campagne Brandweer zoekt speurneuzen. Een online game, vlogs en regionale activiteiten moeten jongeren leren hoe ze elektrische apparaten veilig kunnen opladen.
De boodschap blijft het beste hangen als kinderen iets zelf ontdekken. Door Ellen Schat
M
et de campagne Brandweer zoekt Speurneuzen wil het Netwerk Nationale Brandpreventieweken, een samenwerking van onder andere Brandweer Nederland, het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) en de Nederlandse Brandwonden Stichting, zich richten op het voorkomen van problemen in de toekomst. Defecte elektrische apparaten of foutief oplaadgedrag van accu’s en batterijen zijn op dit moment niet de belangrijkste oorzaak van brand, maar
26
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
de verzekeraars zien wel een stijging. In de top tien van meest voorkomende oorzaken van brand door menselijk handelen staat oververhitting bijvoorbeeld op nummer zes. ‘Het gebruik van elektrische apparaten neemt toe’, vertelt Christel von Reeken, coördinator preventie van de Nederlandse Brandwonden Stichting en verantwoordelijk voor de coördinatie van de Nationale Brandpreventieweken. ‘Zeker onder jongeren. We richten ons met deze campagne dan ook op deze jongeren. We willen dat brandveiligheid voor deze generatie vanzelfsprekend wordt. En dat we daarmee problemen die in toekomst onherroepelijk
Brand&Brandweer
risicobeh eersi ng
Met het proefje ‘alles kan branden’ ervaren kinderen hoe brandbaar materialen zijn.
zullen ontstaan voor kunnen zijn. Eerder liepen we vaak achter de feiten aan. De veranderende brandveiligheidsrisico’s als gevolg van vergrijzing en langer thuis wonen van ouderen, een van de grootste risicogroepen, en de brandrisico’s als gevolg van de energietransitie zijn vrij laat opgepakt.’ René Hagen, voorzitter van de Adviescommissie Brandpreventieweken en lector Brandpreventie, stelt dit ook in een videoboodschap in aanloop naar de campagne. Game en branddriehoek Om de doelgroep van kinderen in de bovenbouw van het basisonderwijs te bereiken is een online game ontwikkeld. Hierin worden de kinderen aangesproken op hun nieuwsgierigheid. ‘Kinderen gaan graag op onderzoek uit. Als je het zelf ontdekt, blijft de boodschap het beste hangen’, weet Von Reeken. In de game gaan de spelers op zoek naar de oorzaken van een woningbrand. Ze leren brandgevaarlijke situaties herkennen en hoe ze apparaten veilig kunnen opladen. ‘De branddriehoek (brandbare stof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur) is de basis van de game. Als kinderen weten hoe brand ontstaat, weten ze ook hoe ze brand kunnen voorkomen.’ Von Reeken: ‘De game is individueel te spelen, maar ook met de klas. Dat heeft nog meer effect, omdat er dan onderling over wordt gesproken. De leerlingen kunnen als klas ook een prijs winnen, dat zorgt voor een extra stimulans.’ Het Netwerk Nationale Brandpreventieweken heeft veel leerkrachten rechtstreeks benaderd over de campagne en de game, maar ook bekendheid gezocht via intermediairs en organisaties die een lesprogramma maken voor scholen. Ook veiligheidsregio’s benaderen de eigen scholen in hun eigen gemeentes, vaak met hun eigen invulling van de campagne. De regio’s die via Brandweer op School of een soortge-
Brand&Brandweer
lijk programma al structureel op bezoek gaan bij scholen, besteden vanzelfsprekend in oktober (extra) aandacht aan veilig laadgedrag en elektrische apparaten. Vlogs Daarnaast zijn vloggers gevraagd op het thema aan te sluiten. ‘Tim Tygran, Defvivan van Seekrz en Dylan Peys doen dat op een spannende en leuke manier. Beide hebben meer dan 200.000 volgers op YouTube, waarvan een flink deel in onze doelgroep past.’ In de Risk Factory in Enschede zoeken de jongens in hun vlogs onder toeziend oog van de brandweer naar brandgevaarlijke situaties. Ook is te zien hoe snel het vuur verspreidt door een mobiele telefoon die op de bank in brand vliegt. De jongens van Seekrz moeten ontsnappen uit een met rook gevulde woning, waarbij ze een zwarte bril gebruiken om het effect van rook en duister te versterken. Met het bereiken van de jonge generatie sijpelt de kennis en bewustwording ook door naar de ouders, zo is de bedoeling. De ervaring uit eerdere campagnes leert volgens Von Reeken ook dat als iets bij jongeren écht binnenkomt, ze het mee naar huis nemen. ‘Dan vragen ze bijvoorbeeld: waarom hebben wij eigenlijk geen rookmelder?’ Ook op andere manieren komen de ouders via de kinderen in aanraking met het onderwerp. Zo krijgen veel kinderen van school een placemat met spelletjes en tips voor brandveiligheid mee naar huis. En via de veiligheidsregio’s worden stickervellen verspreid. Er is volgens Von Reeken veel vraag naar vanuit de regio’s. De stickers stemmen tot nadenken, met teksten als: Laad me niet alleen. Of: Deze lader is van...
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
27
PreCom
Next Generation Pagers
Met PreCom kan eerder actie worden ondernomen, is de betrouwbaarheid van directe inzet van vrijwilligers beter gegarandeerd en wordt de efficiëntie van een alarmering verhoogd. PreCom Pager Next Generation is sneller en efficiënter én heeft meer functies dan de huidige generatie alarm ontvangers. Met een druk op de knop bevestigt de ontvanger na een alarm direct zijn beschikbaarheid. Het systeem waarschuwt bij onderbezetting en schaalt automatisch op waar nodig. Bovendien geeft PreCom een helder overzicht wie wanneer beschikbaar is. Dankzij de ingebouwde kalender met aan- en afwezigheidsfunctie kan onderbezetting tijdig worden voorkomen. PreCom als totaal oplossing heeft zich reeds over meerdere jaren succesvol bewezen.
rdeel onde 00 m o C P20 Pre nging verva
• Realtime terugkoppelen van beschikbaarheid; • via agenda op pager beschikbaarheid opgeven; • mobiele applicaties voor Android / iPhone / Windows Phone • door een druk op de knop ad-hoc beschikbaarheid afmelden; • beschikbaarheidsinformatie op IP67 pager via PreCom berichtgeving; • LCD kazerne bezetting en opkomst display; • meldkamer applicatie; • gevanceerd beschikbaarheid systeem. Wilt u meer informatie? Kijk op onze website www.p2000shop.nl of bel 013-21 34 104. We helpen u graag.
P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15, Postbus 15, 5571MZ Bergeijk 5563ZG Westerhoven Nederland Tel : +31 13 2134104
www.p2000shop.nl E-mail: info@p2000shop.nl Fax: +31 13 7113018
risicobeh eersi ng
gewoed. Ze moeten daarbij zelf op zoek naar de brandoorzaak. Deze is te vinden onder het kussen, waar een mobiele telefoon aan de lader ligt. We hopen dat kinderen hierdoor bewust worden van fout oplaadgedrag en dat het ook effect heeft op ouders.’ oP dE maatSchaPPEliJkE aGEnda Ook Groningen hoopt dat kinderen ambassadeurs op het gebied van Brandveilig Leven worden, zo laat vakspecialist Brandveilig Leven Katja van Ederen van Veiligheidsregio Groningen weten. ‘Kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Kinderen uit de bovenbouw van de basisschool weten ook al best veel. Op deze leeftijd betrek je ook nog vaak je ouders in je interesses.’ Het onderwerp brandveiligheid van elektrische apparaten moet op de maatschappelijke agenda komen, stelt Van Ederen. ‘Daarom hebben we de landelijke campagne een regionaal tintje gegeven.’ Deze koelste speurneus-challenge borduurt voort op de landelijke online game, maar komt volgens Van Ederen op deze manier nog meer binnen bij mensen in de omgeving. In alle twaalf gemeenten die de regio telt wordt gezocht naar de koelste speurneus. In de challenge moeten kinderen tien brandende vragen beantwoorden en een leuke naam bedenken voor de koelste speurneus. De winnaars krijgen een VIP-dag in een kazerne met de brandweercommandant en burgemeester, plus een brandveilige prijs. ‘En zeg nou zelf, welke jongere wil dat nou niet?’ ■ in dE rEGio: PErSoonliJk En dichtbiJ De veiligheidsregio’s geven aandacht aan de campagne via de voorkom brand met deze stickers! eigen communicatie-uitingen op bijvoorbeeld social media en de Bra nd we er zo ekt spe urn euz en website. De meeste regio’s geven bovendien een eigen invulling of tintje aan de campagne. Dat zorgt voor nóg meer bekendheid, zeker ook als beleidsmedewerkers van de gemeenten en eigen collega’s worden ingezet om de activiteiten in de regio te promoten. Ook aansluiten bij bestaande campagnes of activiteiten is een optie, zoals in Midden- en West Brabant, die aandacht voor het onderwerp meeneemt in de Brabant Veilig week, waarbij in brede zin veiligheid onder de aandacht wordt gebracht. Veiligheidsregio Twente heeft in de herfstvakantie het kader van Brandweer zoekt speurneuzen onder andere een speurtocht in Museumfabriek in Enschede en het Oyfo Techniekmuseum in Hengelo georganiseerd. In de speurtocht zitten vragen en proefjes die te maken hebben met Totdat je telefoon ! allemaal héél leuk een gram en gamen... Wist jij dat er de gevaren van verkeerd YouTube, Insta Super irritant! . den en opla t moe e in brand kan vlieg leeg is en je dez zit, die zomaar je telefoon erij in je telefoon batt rdat are doo adb eld laadgedrag en het onjuist opla erij is? Bijvoorbe batt foon de tele aan een er als je als er schade o op brand grot snoertje Ook is het risic al lang vol is, het gevallen is. gebruik van apparaten. als de batterij tact laat zitten adt op een plek in het stopcon de telefoon opla je als of is der beschadigd opla de ! van dus n ‘Met proefjes als Alles kan . Oppasse d kan ontstaan waar snel bran ig! branden laten we kinderen ft jouw hulp nod hee er Het is natuurlijk dwe De bran d is. Super fijn! sen als er bran dweer komt blus bran De jij mee? Help ervaren hoe brandbaar d te voorkomen. l de game. bran spee een en om r bete tspeurneuzen.nl plak de .brandweerzoek er speuren en Ga naar www jou thuis verd materialen zijn,’ vertelt deze kennis bij hun telefoon zij met r rna waa daa huis Ga reen bij jou in iede ook t wee Zo stickers. Myrthe Grob van het team Aan de slag! veilig opladen. Brandveilig Leven van Veiligheidsregio Twente. Ook kts peu rne uze n.n l leren ze wat er gebeurt als je ww w.b ran dw eer zoe een van de drie factoren van de branddriehoek weghaalt. Ga na ar ww w. br an ‘Aan het eind van de speurdw ee rz oe kt sp eu rn eu ze n. nl en sp ee l de tocht komen de kinderen bij ga me ! De stickers zetten aan tot nadenken. een bed waarin brand heeft Deze actie van
brand&brandweer
reventieweken
de Nationale Brandp
wordt mogelijk
gemaakt door:
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
29
congres
Brandweerevent: kennis delen, ontmoeten en inspireren
Fotografie: Rob Jastrzebski
Van delen word je rijk, dat was het thema van het Brandweerevent op 3 en 4 oktober in Nijkerk. Het event kende dit jaar een andere opzet, met meer deelsessies waar je in en uit kon lopen. Of het nou ging om arbeidsveiligheid, specialistische brandbestrijding, mentale veerkracht of het optreden bij zonnepanelen, bij alle sessies stond het delen van kennis en ervaring centraal.
Stephan Wevers: ‘We moeten durven fouten te maken. Als het de eerste keer niet lukt, probeer het dan gewoon nog een keer.’ Door JILDOU VISSER
S
tephan Wevers, voorzitter van Brandweer Nederland, trapt het congres af met zijn gevoel voor de brandweer. ‘Brandweer is emotie. Het is een gevoel van spanning en adrenaline als de pieper gaat en het is een enorme betrokkenheid voor ons vak. Dat zie je overal in onze organisatie. Maar ons werk kan ook enorme littekens achterlaten, mentaal met bijvoorbeeld PTSS, door beroepsziekten en ongevallen. Het ergste wat kan gebeuren is dat we na een inzet met een onvolledig team terug moeten keren. Daarnaast gaan we het deze twee dagen ook hebben over hoe de wereld verandert en hoe we daarin mee moeten veranderen.’ De uitdagingen van de veranderende wereld betekenen volgens Wevers ook dat nieuwe dingen moeten worden uitgeprobeerd en dat vraagt een veilige omgeving. ‘We moeten durven om fouten te maken. Als het 30
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
de eerste keer niet lukt, probeer het dan gewoon nog een keer. En probeer dingen samen, want van delen word je rijk. Kennis en ervaringen delen gaan we hier ook doen. Laat je raken en inspireren.’ Briljante mislukkingen Na de opening van het Brandweerevent is het woord aan Paul Iske, hoogleraar Open Innovation & Business Venturing en Chief Failure Officer van het Instituut voor Briljante Mislukkingen. Een briljante mislukking is volgens hem een mislukking die goed is voorbereid, een poging om wat te creëren, maar met een andere uitkomst dan gepland en met een leereffect. ‘Samen leren is ook samen risico nemen en samen fouten maken’, begint hij zijn betoog. Hij lanceert in zijn presentatie de formule NT+OO=DOO, oftewel nieuwe technologie in een oude organisatie is een dure oude organisatie. ‘In een veranderende wereld moeten we ook
Brand&Brandweer
Fotografie: Rob Jastrzebski
congres
open op te stellen, niet bang zijn voor het onbekende en durven te werken aan echte verandering. We hadden een stip op de horizon, maar de weg ernaartoe was nog volledig onduidelijk’, aldus Huls. De ploeg is in januari vorig jaar gestart met een bijscholing. ‘In het eerste jaar zijn we alleen maar bezig geweest met theorie en kennis opdoen, over bijvoorbeeld brandscheidingen, het kwadrantenmodel, brandfenomen en de brandkromme. We willen dat deze ploeg alles weet over brand. Pas daarna gaan we kijken naar de materialen. Daar zijn we nu pas aangekomen.’ Het specialisme heeft onder andere een coldcutter, fognails en de Luv robot tot hun beschikking. Daarnaast kan het bij incidenten ondersteunen in de beeldvorming en adviseren. ‘Wij gaan ter plaatse niet ineens een andere strategie bepalen, maar kunnen misschien wel helpen met een andere manier van inzet’, aldus Huls. Het team is vanaf maart volgend jaar operationeel en komt dan op aanvraag en bij zeer grote brand ter plaatse.
investeren in sociale innovatie. Briljante mislukkingen zijn daarbij geen optie, maar een noodzaak.’ Van delen wordt het veiliger In de eerste serie deelsessies gaan Kees Koning van Veiligheidsregio Groningen en Gert Bouw van Veiligheidsregio GelderlandMidden in op het delen van ongevallen en bijna-ongevallen. Ze beginnen met een shovelbrand waar bij de exploderende banden ook de velgringen wegschieten. ‘Wees erop bedacht dat dat kan gebeuren. Ga altijd achter een shovel staan als deze in het open veld brandt, nooit ervoor of ernaast. Staat de shovel tussen de bebouwing, houd dan ruime afstand. We hebben voorbeelden gezien waarbij een velgring door een overheaddeur een gebouw is ingeschoten en daar als een soort van flipperkast alle kanten op is geschoten. Het is onvoorstelbaar hoeveel kracht erachter zit’, vertelt Koning. Dat ongevallen niet zelden voorkomen, onderstreept Bouw. ‘Vorig jaar hebben we in totaal in achttien regio’s 678 ongevallen geregistreerd. De vier meest voorkomende ongevallen komen door extreme belasting van lichaamsdelen, brand, vallen op gelijke hoogte of door wegschietende voorwerpen. Zodra we meer ervaringen centraal delen en van elkaar leren, kunnen we dit aantal omlaag brengen.’ Brandbestrijding Als Specialisme ‘Ons huidige antwoord op complexe incidenten is opschalen. We krijgen steeds meer van hetzelfde en hebben daardoor niet altijd het goede antwoord om de brand effectief aan te pakken’, begint Paul Huls van Veiligheidsregio Haaglanden. In die regio is het project Brandbestrijding Als Specialisme (BAS) opgezet. Uit een visiedocument over brandbestrijding kwam het schillenmodel, waarbij in de eerste schil een basiseenheid wordt gealarmeerd. In de tweede schil wordt de inzet gecontinueerd met meer materieel en in de derde schil komt de specialisatie om de hoek kijken. Na dit visiedocument is het programma BAS opgezet en bij de kazerne in Rijswijk geïntroduceerd. ‘Iedereen die hieraan mee wilde doen, moest solliciteren op een plek in de groep. Dat hebben we bewust zo gedaan, omdat we een groep brandweerlieden wilden met een sterke intrinsieke motivatie, die het durven om zich
Brand&Brandweer
Fotografie: Rob Jastrzebski
Paul Huls vertelt over het project Brandbestrijding Als Specialisme.
Toekomst van de 24-uursdienst Is er een toekomst voor de 24-uursdienst als organisatievorm? Die vraag behandelen Karin Dangermond en Ron Berkhout van het IFV in hun deelsessie. Dangermond is bezig met een onderzoek naar de brandweercultuur. Berkhout heeft onderzoek gedaan naar de repressieve beroepsorganisatie. ‘Sinds de regionalisering worden steeds meer kritische vragen gesteld over de 24-uursdienst. Efficiency, zichtbaarheid en de personeels- en arbeidsvoorwaarden spelen daarbij een rol. Een landelijk model ontbrak, daarom zijn we een inventarisatie gaan uitvoeren’, aldus Berkhout. In zijn onderzoek ontdekte hij dat de klassieke 24-uursdienst verreweg het meeste voorkomt, namelijk bij 91 van de honderd onderzochte posten. Bij 67 posten wordt gebruikgemaakt van aanvullende inzet van vrijwilligers. Verreweg de meeste posten houden een TS6 bezetting aan en het werken met vaste ploegen op vaste posten volgens een vast rooster blijft voor de meeste regio’s de standaard. ‘Daarnaast zagen we dat aanpassingen eerder in de provincie werden gedaan dan in de Randstad. Aanpassingen vragen durf en draagvlak. Je kunt het niet zomaar van bovenaf opleggen’, aldus Berkhout. ‘En we constateerden dat de 24-uurscultuur
Ron Berkhout vertelt over de toekomst van de 24-uursdienst.
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
31
Fotografie: Pieter Maes
congres
Met het programma Brandweer In Nood (BIN) leren brandweerlieden onder andere hoe ze zichzelf in noodsituaties moeten bevrijden.
beginnen met het demoframe van BIN. De bouwtekening en de bijbehorende oefenkaart zijn te downloaden via het menu Zelf BINnen op www.brandweermaninnood.be.
Brandweer In Nood In een van de laatste deelsessies op donderdag vertellen Pieter Maes en Ralph van Daal over hun programma Brandweer In Nood (BIN). In hun programma willen ze brandweerlieden leren omgaan met ongevallen. ‘We moeten collega’s de kans geven om intensief stress te ervaren met ademlucht op. Het is bijna misdadig dat we dat niet in onze opleiding kunnen ervaren, want als het in het echt eens gebeurt moet je erop voorbereid zijn’, aldus Pieter Maes, oprichter van BIN. ‘Leer mensen met een ABCD localisatie hoe ze aan kunnen geven waar ze in een gebouw zijn. Dat kun je niet doen met rechts en links, want als je andersom staat klopt dat niet meer.’ Daarnaast is in België de training Fire Ground Survival verplicht. In deze training leren brandweerlieden in houten oefenobjecten zichzelf te bevrijden als ze vast komen te zitten. Van Daal: ‘Je leert hierin bijvoorbeeld hoe het voelt als je vast komt te zitten in gevallen kabels en hoe je je daaruit kunt bevrijden. In de training proberen we stress uit te lokken en collega’s te leren hoe ze in die stressvolle situatie tot rust kunnen komen, lucht kunnen sparen en zichzelf kunnen bevrijden. We laten ze ook voelen wat een gevoel van verdrukking mentaal met je doet, zodat als het ooit eens in het echt gebeurt je erop voorbereid bent. Ongevallen gebeuren, maar we moeten zorgen dat we er zo goed mogelijk op zijn voorbereid en dat als ze gebeuren we ze ook melden en er samen van leren.’ Maes en Van Daal laten weten dat alle posten ook zelf kunnen
Het roer om De vrijdag van het Brandweerevent begint met een indrukwekkend verhaal. De Nederlander Feike van Dijk is 26 jaar geleden naar Amerika verhuisd en is daar bij een woningbrand twee kinderen verloren. ‘Binnen twee tot vier minuten stond ons hele
32
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Fotografie: Rob Jastrzebski
bijna nergens negatief wordt ervaren. De pluspunten overheersen. Maar welke organisatievorm waar en wanneer het beste werkt, weten we nog niet. Daar is nog verder onderzoek voor nodig.’
Arjen Littooij over de lancering van de website basisprincipes voor brandbestrijding.
Brand&Brandweer
Fotografie: Patrick van Gerner
congres
In een proefopstelling testen de aanwezigen vanaf welk punt een gebonden straal geen elektriciteit meer kan geleiden.
Feike van Dijk vertelt zijn indrukwekkende verhaal.
huis in brand. Ik moest kiezen welke van mijn vier kinderen ik wilde redden. Logischerwijs kies je dan voor de jongsten, de tweeling van negen maanden, omdat zij nog niet kunnen lopen en je hoopt dat de twee oudsten zelfstandig achter je aan komen. Dat gebeurde niet. Eenmaal buiten heb ik nog meerdere keren geprobeerd naar binnen te gaan om mijn jongens te zoeken en redden, maar dat lukte niet. Ik werd steeds teruggedrukt door de hitte. Uiteindelijk zijn ze op vier meter afstand van de achterdeur gevonden. Ze zijn gestikt door de rook’, vertelt Van Dijk zijn verhaal. ‘Ik dacht dat het een nachtmerrie was.’ Eén van de twee kinderen van negen maanden loopt bij het incident ernstige brandwonden op. ‘Ondanks alle pijn die hij had, bleef hij lachen. Dat is voor mij wel een levensles. Het positieve geeft kracht om door te gaan.’ Door de ervaring die Van Dijk heeft opgedaan, is hij brandweerman geworden. ‘Het werkt helend en genezend dat ik nu iets kan betekenen voor mensen die hetzelfde meemaken. Ik vertel m’n verhaal ook op scholen en vertel de kinderen over brandveiligheid en het belang van vluchtroutes.’ Daarnaast bezoekt Van Dijk iedere zomer met zijn kinderen een brandwondenkamp. ‘Het is prachtig dat je als brandweerman en als vader daar onderdeel van kunt zijn. In ons werk zien we vaak alleen de momenten van de redding, daarna horen we niets meer. In zo’n kamp zie je hoe de mensen die wij redden nu leven, dat is voor mij een goede afsluiting van heftige incidenten. Het geeft kracht.’
trouwen spelen een belangrijke rol in je mentale kracht.’ Schuijers legt uit hoe je met behulp van enkele vaardigheden de focus kunt verleggen van bijvoorbeeld de gevolgen van het al dan niet volbrengen van een taak naar de taak zelf. ‘Met je ademhaling of het bijstellen van doelen kun je zorgen dat je rustiger wordt, waardoor je meer focus kunt aanbrengen. Maar je kunt ook denken aan taalgebruik. Het woord ‘moeten’ geeft druk, dat mag niet mislukken. ‘Proberen’ is vrijblijvend en een soort van excuus vooraf. In het woord ‘als’ zit al een soort van twijfel, onzekerheid en angst. Met ‘kunnen’, ‘durven’ en ‘doen’ of ‘gaan’ straal je meer zekerheid uit zonder jezelf iets op te leggen. Als je deze woorden gebruikt, voel je je zekerder en is de kans groter dat iets lukt. Durven gaat trouwens ook over het durven bespreken en afspreken. Het aanspreken van iemand kan ook erg stressvol zijn, maar wel erg belangrijk als je in een team goed wilt kunnen presteren.’
Brandweerwerk is topsport Na het indrukwekkende verhaal van Feike van Dijk vertelt sportpsycholoog Rico Schuijers over de gevolgen van een incident met impact. Want hoe je het ook wendt of keert, de brandweer is een beroep waarbij je op stressvolle momenten een topprestatie moet leveren. ‘Mentale kracht is daarbij ontzettend belangrijk. Mentale kracht bestaat uit het kunnen omgaan met fouten, het kunnen omgaan met druk, blijven vechten in een verloren positie, het kunnen omgaan met vermoeidheid en het hebben van doorzettingsvermogen. Daarnaast gaat het ook over het kunnen omgaan met vernederingen door leidinggevenden of collega’s, het kunnen omgaan met faalangst, veranderingen en onzekerheid’, aldus Schuijers. ‘Motivatie, spanningsregulatie, concentratie en zelfver-
Brand&Brandweer
Effecten bluswater op elektriciteit Jaap Molenaar, onderzoeker bij de Brandweeracademie, werkt aan een handelingsperspectief bij zonnepanelen voor zowel risicobeheersing als incidentbestrijding. ‘Deze hadden we voor de zomer al willen publiceren, maar de ontwikkelingen gaan zo snel. In eerste instantie wilden we die erin meenemen, maar er blijven steeds nieuwe zaken bijkomen. We gaan daarom deze maand eerst een voorlopig handelingsperspectief publiceren en die later updaten naar de nieuwste ontwikkelingen.’ Vervolgens worden op basis van de nieuwe handelingsperspectieven ook e-modules ontwikkeld. Daarna wordt in de deelsessie met een proef ingegaan op het effect van een gebonden straal en een sproeistraal op elektriciteit. ‘Alleen als druppels elkaar raken, kunnen ze stroom doorgeven. Het zal je verbazen hoe snel een gebonden straal uit elkaar valt’, aldus Michael Bertels. In een testopstelling in een opblaaszwembad kunnen de aanwezigen zelf testen tot welk punt in de gebonden straal elektriciteit wordt doorgegeven. Ze ontdekken dat de straal al veel eerder is onderbroken dan ze hadden verwacht. Bertels: ‘Wat mij betreft kunnen we afstappen van de standaard zeven meter regel bij zonnepanelen. We overschatten het risico. Zodra een straal niet meer volledig gebonden is geleidt het geen elektriciteit, ook geen hoogspanning.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
33
Vliegveld Twenthe 22 & 23 april 2020
‘Dé beurs voor de veiligheidssector’
www.exporic.nl
on der de h elm
‘Zo’n harde knal op de snelweg, dan schrik je flink’ Als een vrouw in Den Helder dreigt om van het balkon van haar flat te springen, worden Martijn Visser en zijn collega van Brandweer Amsterdam-Amstelland gealarmeerd. Het specialistische team beschikt over een sprongredder en wordt met enige regelmaat gealarmeerd voor dergelijke meldingen. ‘Het is bijna routine. We keken er niet raar van op. We rijden wel met prio 1, maar hebben vanuit Amsterdam een lange aanrijtijd en dus alle tijd om de informatie tot ons te nemen. Eerst maar zien dat we ter plaatse komen, dacht ik nog.’
Door JILDOU VISSER
D
at die gedachte tijdens het aanrijden een hele andere dimensie krijgt, kan hij op dat moment nog niet vermoeden. Visser en zijn collega rijden in de ladderwagen over de A7 naar Den Helder als ze bij Middenmeer ineens een harde knal aan de linker voorzijde van het voertuig horen. ‘We schrokken en begonnen wat te slingeren. Je rijdt toch 100 km/u met een vrachtwagen, een zwaar voertuig waarvan je dan hoopt dat je ‘m onder controle kunt houden. In eerste instantie dachten we aan een klapband, maar we zagen ook al snel wat stoom en lichte rook. Mijn collega heeft de wagen toen op de vluchtstrook stil kunnen zetten. Terwijl hij uitstapte om de situatie te bekijken, heb ik contact gezocht met de meldkamer. Ineens hoorde ik mijn collega zeggen: “De band is nog heel.” Hij zag kleine vlammetjes. Binnen een paar seconden begon het zo hard te branden, dat ik halsoverkop ook de cabine uit moest. Die stond ineens vol rook. Tijd om de brandblusser te pakken, had ik niet meer. Als je eigen voertuig in brand vliegt, voel je je wel machteloos’, vertelt Visser. ‘Binnen een paar minuten veranderde de rookpluim van licht naar zwart. Het begon heel fel te branden. Op een gegeven moment scheurde er ook iets, waardoor ineens een steekvlam van twee meter opzij schoot.’
‘Als je eigen voertuig in brand vliegt, voel je je wel machteloos’ In eerste instantie proberen Visser en zijn collega het verkeer naar één baan te leiden, dat lukt. ‘Met die brand wilden we ze niet langs onze auto hebben rijden. Je weet nooit wat er gebeurt. Niet veel later hebben we het hele verkeer stilgezet, het brandde zo hard. Gelukkig kwam de politie er toen ook al aan en niet veel later onze collega’s uit Medemblik. Ik heb ze snel bijgepraat over de gevaren. Mijn ademluchttoestel lag nog in de cabine, die kon ontploffen. Daarnaast heb je de hydrauliektank voor de ladder. Die hebben ze gekoeld. De brand was snel onder controle.’
Brand&Brandweer
Martijn Visser
Alsnog ter plaatse Nadat de brand is geblust worden Visser en zijn collega met een busje uit Middenmeer opgehaald om alsnog naar de incidentlocatie te worden gebracht. ‘In het busje konden we de sprongredder meenemen. We zijn dus ter plaatse gekomen, maar het duurde wel wat langer.’ Eenmaal ter plaatse overleggen de twee brandweerlieden met de aanwezige agenten. Ze besluiten de sprongredder op te blazen, maar op het moment dat ze daarmee willen beginnen, staat de vrouw weer binnen in haar huis en is het gevaar geweken. ‘We hebben dus eigenlijk niks hoeven doen, maar een bijzondere inzet was het wel’, blikt Visser terug. ‘Dit hoop ik niet nog een keer mee te maken, want dit had ook anders af kunnen lopen. Achteraf bleek dat bij de motor een bout van de cilinder is geknapt. We hebben zelfs motoronderdelen op de snelweg gevonden. Het heeft ons een voertuig gekost, maar gelukkig geen persoonlijk leed.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
35
Repressi e
Inzet bij kleinschalige radioactieve incidenten: houd het simpel
Fotografie: Jeroen Stuve
Kleinschalige radioactieve incidenten komen nauwelijks voor, maar behoren wel tot de taken van de basisbrandweereenheid. Hoe moet je inzetten? Wat moet je wel en wat moet je juist niet doen? ‘We leren het allemaal in de opleiding, maar doen er eigenlijk geen ervaring mee op. Dat baart mij weleens zorgen, omdat we mogelijk door onzekerheid kostbare tijd verliezen die levens kan kosten. In vrijwel alle gevallen kunnen we binnen de normen levensreddend optreden’, begint Thorsten Hackl, Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) en stralingsdeskundige van Brandweer Midden- en West-Brabant.
36
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Repressi e
Door JILDOU VISSER
N
aast de drie kernreactoren in Nederland, in Borssele, Petten en Delft, zijn in Nederland nog duizenden andere radioactieve bronnen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om medische toepassingen, röntgenapparatuur en industriële radioactieve stoffen voor diktemetingen en het controleren van lasnaden. ‘Grofweg kun je incidenten met radioactieve bronnen opdelen in transportincidenten en incidenten bij vergunninghouders als industriële bedrijven, ziekenhuizen en tandartsen. Bij die laatste categorie gebeurt eigenlijk nooit iets’, laat Hackl weten. ‘Bij bedrijven die werken met radioactieve bronnen zijn veel veiligheidsmaatregelen getroffen en het personeel is opgeleid ermee te werken. Als er in Nederland incidenten zijn waarbij radioactieve bronnen zijn betrokken, dan is die kans het grootst in het transport. Er rijden honderden wagens met radioactieve bronnen in Nederland rond. Vaak gaat het om kortlevende radioactieve stoffen voor gebruik in ziekenhuizen. Je herkent ze aan de gevaarsborden die worden gevoerd. De radioactieve stoffen die worden vervoerd, zijn overigens volgens de hoogste veiligheidsstandaarden verpakt. Er moet wel sprake zijn van een zeer ernstig ongeval voordat die dusdanig beschadigd zijn dat er radioactiviteit uit kan ontsnappen.’
‘In veel gevallen is de mentale impact groter dan de lichamelijke’ Stralingsnormen en effecten Als het gaat om een inzet bij kleinschalige radioactieve incidenten pleit Hackl ervoor de inzet zo simpel mogelijk te houden. Hij is ook in internationaal verband betrokken geweest bij het aanpassen van het handelingsprotocol van het internationaal atoomagentschap IAEA. ‘Hoe eenvoudiger je het houdt, des te minder fouten je maakt. Eigenlijk is het ook helemaal niet ingewikkeld. Je doet je uitrukkleding aan, je ademlucht op en je zet de stralingsmeter aan. Zo lang je binnen de norm van 2 millisievert (mSv) blijft, is er niks aan de hand en kun je gewoon je werk doen. Die dosis is in principe verwaarloosbaar. Je kunt het vergelijken met de jaardosis die de gemiddelde Nederlander ieder jaar oploopt.’ Voor langduriger brandweerinzetten bij kleinschalige incidenten geldt volgens Hackl een Arbonorm van 20 mSv voor werknemers. Indien sprake is van een noodsituatie mag de dosis oplopen tot 100 mSv. ‘In nog uitzonderlijkere gevallen geldt een hogere aanvaardbare dosis van 250 mSv voor het redden van uitermate belangrijke materiële belangen en 500 mSv voor het levensreddend optreden, het voorkomen van ernstige gezondheidseffecten door straling of om de ontwikkeling van catastrofale omstandigheden te voorkomen. Bij deze laatste drie normdoses gaat het om grootschalige kernongevallen met reactoren.’
Thorsten Hackl
kunnen mensen eventueel misselijk worden en neemt het aantal witte bloedlichaampjes af. De lange termijneffecten van die dosis zijn niet met zekerheid vast te stellen. Voor een hoge dosis geldt een vuistregel dat per 1000 mSv de kans op kanker met vijf procent toeneemt. Bij lagere doses is dat effect nog niet vastgesteld.’ Ontsmetten Ook als het gaat om de ontsmetting pleit Hackl ervoor om het zo simpel mogelijk te houden. ‘Eventuele radioactieve besmetting kun je met de stralingsmeter goed opsporen. Begin na een inzet dus met het controleren van je uitrukkleding met de stralingsmeter. Is een laars besmet? Trek die uit en verzamel het apart. In bijna alle gevallen kun je beter de besmette kledingstukken uittrekken, apart schoonmaken en daarna opnieuw controleren, dan dat je volledig ontsmet met water en zeep. Losse radioactieve deeltjes zijn makkelijk te verwijderen. Als je in een vlek gaat wrijven, wordt die alleen maar groter. Bovendien zit je dan ook met besmet water. Pas als iemand volledig onder de radioactieve stoffen zit, is volledige ontsmetting een goed idee.’ Nazorg Tot slot benadrukt Hackl dat nazorg bij radioactieve incidenten van groot belang is. ‘Radioactiviteit is nou eenmaal erg beladen. We hebben vaak het idee dat het erg gevaarlijk is, terwijl dat best meevalt, maar we moeten wel aandacht hebben voor de mentale effecten direct na het incident, maar ook in latere stadia. Het kan immers zijn dat de ingezette brandweerlieden later vragen vanuit de omgeving krijgen, waarna ze onzeker worden. We moeten onze mensen na een incident de kans geven de vragen te stellen die ze hebben. Alleen op die manier kunnen we eventuele onrust wegnemen.’ ■
Volgens Hackl valt de lichamelijke impact van dergelijke doses radioactieve straling mee. ‘In veel gevallen zal de mentale impact groter zijn dan de lichamelijke. We weten uit wetenschappelijk onderzoek dat bij een stralingsdosis onder de 200 mSv de lichamelijke effecten niet zijn aan te tonen. Tussen de 200 en 1000 mSv
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
37
vakbekwaamh ei d
Scenarioboek helpt bij betere vakbekwaamheid Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid heeft begin oktober een scenarioboek gepresenteerd, een map met daarin actuele scenariokaarten voor de oefenavonden. ‘We waren op zoek naar een manier waarop we de oefenleiders op de posten meer handvatten konden geven om makkelijker in te spelen op actuele thema’s’, vertelt Gerben van den Boom van Brandweer Zuid-Holland Zuid. ‘Het is een levend document. De map kunnen we continu aanvullen met nieuwe kaarten.’
Door JILDOU VISSER Fotografie Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
H
et idee voor een scenarioboek is een aantal jaar geleden geopperd door Sjaak Haasnoot uit Veiligheidsregio Utrecht. ‘Wij vonden het een goed idee. Toen bleek dat hij daar in zijn regio niet verder mee kwam, hebben we geopperd het in onze regio op te pakken. Zo gezegd, zo gedaan’, aldus Robert Noteboom, specialist incidentbestrijding bij Brandweer Zuid-Holland Zuid. ‘Voorheen zagen we een groot verschil tussen de posten in hoe zij de vrije ploegoefeningen vormgaven’, vult Van den Boom aan. ‘Bij deze oefeningen mogen ze zelf kiezen wat ze willen oefenen. De ene post ontwikkelde hiervoor zelf echt uitdagende oefeningen, terwijl een andere op het laatste moment nog iets moest bedenken. Met het scenarioboek geven we ze kant en klare oefeningen, waarbij goed is nagedacht over het oefendoel en de leeraspecten. Hiermee kunnen we het oefenen eenduidiger inrichten en de vakbekwaamheid vergroten, terwijl de posten aan de andere kant wel de vrijheid houden zelf te kiezen wat ze willen oefenen.’ Van den Boom en Noteboom hebben samen met een projectgroep twaalf scenariokaarten ontwikkeld. Deze zijn gebundeld in een map en de eerste zes zijn ter beschikking gesteld aan alle posten in de regio. Noteboom: ‘We hebben ze bewust in een map gedaan,
dat geeft ons de mogelijkheid om het scenarioboek in de loop der tijd verder uit te breiden met actuele oefenscenario’s. Bovendien kunnen we, zodra uit incidenten of onderzoeken nieuwe leerpunten komen die toevoegen aan de scenariokaarten. Zo blijft de kennis altijd actueel.’ Twaalf actuele thema’s De scenario’s op de eerste twaalf kaarten zijn volgens Van den Boom vastgesteld met hulp vanuit de posten. ‘We hebben bijvoorbeeld tijdens een aantal pizzasessies hen gevraagd welke onderwerpen zij belangrijk vinden en waar zij behoefte aan hebben. Die onderwerpen hebben we terug laten komen in de scenariokaarten.’ Daarnaast is gekeken naar de nieuwe risico’s en incidenttypen uit bijvoorbeeld de energietransitie in combinatie met incidenten die in de regio vaak voorkomen. ‘Zo hebben we bijvoorbeeld een oefenkaart met schoorsteenbranden erin gedaan, omdat we in de regio een aantal schoorsteenbranden hebben gehad die zich snel ontwikkelden tot grote brand. Daarnaast zien we, doordat ouderen langer zelfstandig thuis blijven wonen, meer branden met verminderd zelfredzamen en zien we vaker branden in grotere batterijen, zoals bij fietsen. Bovendien zijn de scenario’s voor alle posten van belang. We hebben er bewust nog geen scenariokaarten voor specialismen tussen gedaan, zoals schuimblussing. Wellicht volgt dat in de toekomst nog, maar we willen eerst
Scenario’s twaalf oefenkaarten Met de eerste twaalf oefenkaarten wordt ingegaan op de volgende scenario’s: - Autobrand tegen een gevel - Brand in een bedrijfsverzamelgebouw - Stalbrand - Woningbrand met rookverspreiding - Brand met verminderd zelfredzamen - Gaslekkages - Grof en extreem geweld - Brand in een fietsenwinkel met batterijen - Brand in een parkeergarage - Schoorsteenbrand - Agrarisch incident met mestgassen - Drugs, vreemde lucht
38
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
vakbekwaamh ei d
Met behulp van een van de oefenscenario’s uit het scenarioboek oefenen de brandweerlieden een IBGS inzet.
focussen op scenariokaarten waar alle posten hun voordeel mee kunnen doen. Zo denken we nu al na over de volgende serie scenariokaarten. Ik kan me voorstellen dat daarin bijvoorbeeld ook een scenario met technische hulpverlening bij elektrische voertuigen in terugkomt.’ Op de scenariokaarten is bij iedere casus ook een theoriedeel opgenomen, ensceneringstips en een stuk casuïstiek. Hierbij wordt bijvoorbeeld ingegaan op vergelijkbare incidenten en de leerpunten daaruit. ‘We kunnen alleen maar leren van incidenten uit de eigen regio, maar ook van elders uit het land. Met QR-codes op de kaarten hebben we foto- en videomateriaal opgenomen, zodat oefenleiders die bij de oefening ook kunnen gebruiken’, vertelt Noteboom.
ven en uitgaan van de behoefte van de lokale brandweerposten. Van den Boom: ‘Posten en wij als organisatie hadden de wens om het oefenen efficiënter in te richten en soms meer te richten op de risico’s in het eigen verzorgingsgebied, zodat ze er meer van leren en meer aan hebben. Met het scenarioboek hebben we dat nu voor de ploegoefeningen vormgegeven.’ ‘Daarnaast is in het programma postgericht oefenen ook een menukaart opgenomen’, vult Noteboom aan. ‘Dit is een kaart met een groot aantal onderwerpen, zoals rieten kapbranden, de coldcutter, zonnepanelen en elektrische voertuigen. Uit alle onderwerpen mogen de posten ieder jaar twee kiezen, daarover organiseren we dan een avondvullend programma met verdiepende informatie en bijvoorbeeld een spreker over het onderwerp.’
Postgericht oefenen Het scenarioboek is onderdeel van het programma postgericht oefenen in Veiligheidsregio Zuid-Holland zuid. Met dit programma wil de regio het oefenen eenduidiger en doelgerichter vormge-
De kaarten uit het scenarioboek zijn tijdens het Brandweerevent met de regio’s gedeeld. Kazernes die ook interesse hebben, kunnen de kaarten opvragen bij de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid via vakbekwaamblijven@brw.vrzhz.nl. ■
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
39
Gespot i n de Markt
Overname verhuur brandblussers door RegioSafe RegioSafe heeft per 1 oktober de activiteiten op het gebied van huur-brandblussers van Smeba overgenomen. RegioSafe verzorgde al op een groot aantal evenementen de inzet van brandwachten. Door de overname van de verhuuractiviteiten kan RegioSafe nu voor ieder evenement de complete brandveiligheid verzorgen.
S
meba heeft de afgelopen 25 jaar een naam opgebouwd in de evenementenwereld door het verzorgen van de brandveiligheid op toonaangevende evenementen. RegioSafe zet zich graag in om deze goede naam in brandveiligheid voort te zetten. Over RegioSafe RegioSafe Fire & Rescue B.V. is sinds 2006 specialist in brand- en calamiteiten bestrijding. Met een team van ruim
honderdvijftig brandweermensen en een uitgebreide verhuurvloot verzorgt RegioSafe op diverse locaties de brandveiligheid. Over Smeba Smeba Brandbeveiliging B.V. is onderdeel van de Moyne Roberts groep. Sinds 1971 verzorgt Smeba voor de zakelijke markt de nieuw levering van blusmiddelen, EHBO & BHV, BMI’s en blusgasinstallaties, noodverlichting en zo ook het volledige onderhoud hiervan. ■
Inzet Hytrans Systemen Whaley Bridge Dam (UK) Na hevige regenval ontstond donderdag 1 augustus een gedeeltelijke breuk in de dam tussen Whaley Bridge en het Tollbrook reservoir in het Verenigd Koninkrijk. De breuk kon leiden tot het breken van de dam en zorgde zodoende voor angst onder de bevolking. De Whaley Bridge dam zorgt er al 180 jaar voor dat de bewoners van het plaatsje Whaley Bridge droge voeten hebben.
O
m een ramp te voorkomen gingen verschillende instanties aan de slag om de druk op de dam te verlagen en zodoende de dam voor doorbraak te behoeden. Voor een snelle interventie is het HVP (high volume pump) Capability Team opgeroepen. Het HVP Capability Team zette in zeer korte tijd tien HydroSub® 150 units in om het water uit het reservoir te pompen. Elk van deze Hydrosub® 150 units is in staat om achtduizend liter water per minuut te pompen (in totaal komt dit neer op 4800 m³/h). Na een aantal dagen non-stop pompen was het waterniveau van het reservoir zo’n tien meter gedaald en konden de bewoners van Whaley Bridge weer veilig terug keren. ■ 40
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Deze pagina is tot stand gekomen met bijdragen vanuit de markt.
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Alarmeringsystemen
P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15 5571 MZ Bergeijk Postbus 15 5563 ZG Westerhoven Tel. 013 2134104 / 0497 712170 Fax 013 7113018 info@p2000shop.nl www.p2000shop.nl
Bedrijfskleding HAIX-Schuhe Produktionsund Vertriebs GmbH Auhofstrasse 10 84048 Mainburg Deutschland Tel. +49 (0) 8751/8625-0 Fax +49 (0) 8751/8625-25 info@haix.de www.haix.de
Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Master of Gloves Driekerkenstraat 23A B-8501 Kortrijk (België) Tel. 0032494414243 Email: jasper@masterofgloves.eu www.masterofgloves.eu
Detachering
Geboorde brandputten
RegioSafe Fire & Rescue B.V. Wilgenkade 11/A 3992 LL Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl
Brandveiligheid
Droogkasten & reinigingsmachines
Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
P&G Safety Rondgang 26 5311 PB Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl MSA Nederland B.V. De Factorij 33 1689 AK Zwaag Tel. 0229 25030 info.nl@msasafety.com www.nl.msasafety.com
Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl
Energieleverancier
Hulpverleningsgereedschappen Brigade Electronics bv Ambachtstraat 8 7587 BW De Lutte Tel. 0541 53 18 01 info@brigade-electronics.nl brigade-electronics.com/nl
Benegas Zuiderzeestraatweg 1 3882 NC Putten KvK: 08024005 Tel. +31 (0)341 72 33 50 info@benegas.com www.benegas.com
Aerialtronics DV B.V. Wassenaarseweg 75 1e Mientlaan 2223 LA Katwijk Tel. 070 322 3224 www.aerialtronics.com sales@aerialtronics.com
Stickerservice Letas Stickerservice Charles Frehenstraat 53 6374 EK Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700 info@letas.nl www.letas.nl
Verhuur brandweermaterialen RegioSafe Fire & Rescue B.V. Wilgenkade 11/A 3992 LL Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
B&B Brand&Brandweer
U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2019
41
Brandweer rukt uit voor ontploft rot ei Brandweerlieden uit Schoonhoven zijn half oktober gealarmeerd voor een wel erg bijzondere gaslucht. Meetinstrumenten sloten snel uit dat het ging om gas. Na even zoeken werd een rot ei gevonden dat uit elkaar was geklapt. Ondanks de enorm vieze geur, konden de brandweerlieden er wel om lachen.
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. november 2019 - nummer 11 jaargang 43 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Bron: hartvannederland.nl
Brandweer redt kind uit spijlen balkon Brandweerlieden uit China hebben begin oktober een wel erg bijzondere redding op hoogte moeten uitvoeren. Een vierjarig kind was met zijn hoofd vast komen te zitten tussen de spijlen van een balkon. De jongen was uit het raam gestapt terwijl zijn opa een dutje lag te doen. Hij was te klein voor de tralies van het balkon, waardoor hij weggleed en met zijn hoofd tussen de spijlen vast kwam te zitten. Brandweerlieden zekerden het kind met een touw, waarna met een krik de afstand tussen de spijlen werd vergroot en het kind kon worden bevrijd. Bron: nos.nl
Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Hildemarie Schippers, Brandweer Flevoland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE
Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Lucas de Lange, Toby de Kort, Regio 15, Ginopress, Jeffrey Koper, Patrick van Gerner, Nationaal Brandweerdocumentatiecentrum, Ellen Schat, Nationale Brandpreventieweken, Veiligheidsregio Groningen, Veiligheidsregio Twente, Rob Jastrzebski, Jeroen Stuve en Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. ONTWERP EN OPMAAK
Imago Mediabuilders, Amersfoort DRUK
Wilco BV - Amersfoort UITGEVER
Sdu Uitgevers: Elise Dokter Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: e.dokter@sdu.nl BLADMANAGEMENT
Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl
Lijst van adverteerders ABWC C3 Brigade Electronics 4 Flexkazerne - S2N BV C2 Laundry BV 4 P2000 Alarmeringssystemen 28 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 4 Sdu 4, 34, 14, C4
ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl TERMIJN VAN ANNULERING:
6 weken voor verschijningsdatum
ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers, prijspeil 2019) kost 101 euro excl. BTW (110,09 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 12 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal en het archief van B&B via www.brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 84 euro excl. BTW (101,64 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2019 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
Termijn van inzending:
3 weken voor verschijningsdatum
42
nummer 11 november 2019 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Vacatures ABWC
Dé
aamheid! kbekw n va t va h c kra
ABWC
Algemeen B Al Brandweer d Wedstrijd Comité
Het Algemeen Brandweer Wedstrijd Comité (ABWC) is een stichting en organiseert bijna 100 brandweervaardigheidstoetsen per jaar in de klassen TS-HD, 112 en Hoofdklasse. Voor deze toetsen schrijven zich jaarlijks ongeveer 5.000 deelnemers in. Het ABWC wordt gezien als een waardevol onderdeel van Brandweer Nederland. Datgene wat het ABWC doet is van meerwaarde voor de brandweercollega’s: de vaardigheidstoetsen vormen mede het fundament onder de geoefendheid van de brandweer. De regionale brandweercommandanten ondersteunen dit dan ook.
voorzitter
bestuurslid, portefeuille Kwaliteit & Innovatie
Wat houdt de functie in? Als voorzitter geef je leiding aan het bestuur en coördinatoren. Je vertegenwoordigt het ABWC binnen Brandweer Nederland, de Raad van Brandweercommandanten (RBC) en bent aanspreekpunt voor de veiligheidsregio’s.
Wat houdt de functie in? Het bestuurslid met de portefeuille Kwaliteit / Innovatie is een nieuwe functie binnen het ABWC. Van je wordt verwacht dat je onderzoekt hoe we de huidige kwaliteitssystemen kunnen verbeteren, nieuwe werkwijzen onderzoekt, hoe we het waarnemen en feedback geven harmoniseren etc.
Wat verwachten we van je? Je hebt een duidelijke affiniteit met het ABWC en natuurlijk met brandweervrijwilligers. Je hebt een visie over vakbekwaamheid in relatie met vaardigheidstoetsen. Je hebt aantoonbare bestuurlijke ervaring en bent sterk in communicatie. Kernkwaliteiten zijn: leiderschap, verbinder en netwerker.
Wat verwachten we van je? Je hebt een duidelijke affiniteit met de ABWC en natuurlijk met brandweervrijwilligers. Je hebt een visie over kwaliteitsverbeteringen binnen vakbekwaamheid in relatie met vaardigheidstoetsen. Je hebt ervaring met onderzoeken zoals audits, het opstellen van adviezen tot kwaliteitsverbetering, implementatie trajecten en monitoren. Kernkwaliteiten zijn: innovator, communicatie, verbinder en kwaliteitsgericht.
Wat bieden we je? Wij bieden jou een unieke kans om binnen een enthousiaste en gedreven omgeving van het ABWC op te treden. Je levert onder andere een belangrijke bijdrage aan het verhogen van het kwaliteitsniveau van de vaardigheidstoetsen binnen vakbekwaamheid van Brandweer Nederland. Wil je meer weten en heb je interesse? Voor meer informatie of vragen kun je contact opnemen met één van de bestuursleden. Nadere informatie vind je op de website: www.vaardigheidstoetsen.nl Ga jij deze uitdaging niet uit de weg en wil jij jouw interesse kenbaar maken? Stuur dan jouw motivatie vóór 15 november 2019 naar: secretariaat@abwc.nl
Nieuwe inzichten in brandbestrijding?
Lees het
editie 2018
Handboek Brandverloop. Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 40267 5
Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018