Ambu201402

Page 1

LE A I C IE E P S IT

ED

VA K B LA D V & V N A M B U LA N C EZO R G

JAARGANG 35 JUNI 2014

Vakblad

Ambulancezorg

Ambulancezorg en psychiatrie Game voor kwaliteitscontrole: Meldkamer Control Ambulances in Laos Het ECG in de acute prehospitale setting CPAP in de ambulancezorg Rescue Vlissingen 2014 w w w.a m bula ncezo r g.venvn.nl


X Series Xtreem Klein, Licht en Krachtig ®

X X X X X X

X X

X X X

X X

Klein Licht 4 kanalen Real-time CPR Feedback NIBD Volwassenen, pediatrische en neonatale toepassingen Microstream ® etCO 2 Volledig 12 kanaals ECG op scherm: statisch en dynamisch WiFi Bluetooth ® Masimo ® rainbow ® SET Sp0 2 /SpCO ®/SpMet ® 3 Invasieve (bloed) drukken 2 Temperatuurkanalen

Scan de QR Reader & bekijk de X Series demo video. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen. ZOLL Benelux, telefoon : +31 (0) 481 366 410 E-mail: info.benelux@zoll.com

Scan de QR Reader op uw iPhone, iPad of Android toestel.

Iris van Beem, EMS Territory Manager Netherlands, telefoon : +31 (0) 6 24 341 313 E-mail: ivbeem@zoll.com Bezoek onze Website : www.zoll.nl of www.zoll.be

© 2013 ZOLL Medical Corporation. All rights reserved. X Series and ZOLL are trademarks or registered trademarks of ZOLL Medical Corporation in the United States and/or other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. Masimo, Rainbow, SET, SpCO, and SpMet are trademarks or registered trademarks of Masimo Corporation. Microstream is a registered trademark of Oridion Medical 1987 Ltd.


Colofon

Introview

Vakblad V&VN Ambulancezorg Is het officieel orgaan van V&VN Ambulancezorg en is inbegrepen bij het lidmaatschap

Is het u opgevallen dat een oubollig, in vergetelheid geraakt spreekwoord, met name op een aantal meldkamers ambulancezorg, ineens immens populair geworden is? ‘Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht’! Als er een iTunes Top 10 voor spreekwoorden bestond dan zou dit spreekwoord voorlopig nog wel even op de eerste plaats staan. En pas op hè, waag het niet om dit spreekwoord niet goed na te zeggen als daarom gevraagd wordt! Als je bijvoorbeeld in Helden woont en je zegt het na in je eigen dialect ‘Baeter ein mus in de hangk, dan tien in de lôch’ dan ben je mooi de Sjaak en wordt je verdacht van een CVA en onder OGS aan de neuroloog op de SEH gepresenteerd. Gelukkig zijn gezegdes als ‘De krolse kat krabt de krullen van de trap’ of ‘Als apen apen na-apen, dan apen apen apen na’ stukken minder populair, anders zou het wel héél druk worden op de spoed. Ikzelf hou wat meer van professionele vrijheid en zou wat anders bedacht hebben. Bijvoorbeeld ‘Beter tien vogels in de lucht dan één in de hand’. Of: ‘Bezint eer ge begint’. Verrassend te zien dat bij de ‘rijdende dienst’ met de introductie van de nieuwe protocollen voor ambulanceverpleegkundigen, LPA 8.0, de rigide systematiek wordt losgelaten en er juist meer wordt ingestoken op klinisch redeneren. Geen strakke stroomschema’s die je leiden, maar handelen naar bevinden.

Jaargang 34, Nummer 2, Juni 2014 Hoofdredacteur Gerard Pijnenburg Redactieteam Gerard Pijnenburg Thijs Gras Vaste medewerkers Vakgroepen V&VN Ambulancezorg Afd. communicatie V&VN Aanleveren kopij Zie voor voorwaarden en aanleverinstructies de website www.hulpdienstenonline.nl/ambu Uitgever Sdu Uitgevers: Roel W. Roos, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl Bladmanagement drs. Karel Frijters, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl Servicepagina bij dit nummer Met onder meer informatie over advertentietarieven. Aanleveren kopij, en doorlinkservice naar de in de artikelen genoemde websites en contactadressen. Voor dit nummer zie: www.hulpdienstenonline.nl/Ambu1402 Of volg deze QR-code:

Abonnementen: (Ere)leden V&VN Ambulancezorg: gratis Opgave en adreswijziging leden: ledenservice@venvn.nl Overig: € 32,50 (excl. 6% BTW, inclusief verzendkosten) Opgave en adreswijziging abonnement: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/catlogus/tsambu Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Opgave van advertenties Voor opgave van advertenties, voor vragen over combinatiekortingen bij multimediaal adverteren en voor overig mediakeuzeadvies kunt u zich wenden tot: I.S. Acquisitie tel.: 06-237 003 23 E-mail: info@is-acquisitie.com Internet: www.is-acquisitie.com © Sdu Uitgevers 2014 Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl. Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.

Wie zich heel goed bezonnen heeft voor hij begon is Jan Fens, een mooi mens. Op 2 juni is Jan Fens, 53 jaar en vader van twee kinderen, in Frankrijk van start gegaan voor zijn 750 kilometer lange wandeling naar Santiago de Compostella. Jan onderneemt

Gerard Pijnenburg Hoofdredacteur

Inhoudsopgave 4

V&VN Ambulancezorg

6 Venticare 2014

7 HEROES leren van elkaar

8 Juiste informatie wegwerkzaamheden van levensbelang

9 Pilot Psycholance in Amsterdam

11 Kinderboek over ambulancezorg

12 Ambulancezorg en Psychiatrie

16 Meldkamer Control

18 Uitschuifbaar serverrack in de strijd

tegen rugpijn en stilstand ambulances

ISSN 2212 – 1714

de reis, wetende dat hij met de nog relatief onbekende hersenziekte CAA met een tikkende tijdbom in zijn hoofd aan de tocht begint. De ongeneeslijke ziekte zorgt voor eiwitophopingen in de hersenen, waardoor ieder moment een hersenbloeding kan ontstaan. Met de veertig dagen durende wandeltocht wil Jan geld ophalen voor onderzoek. “We gaan door tot er een medicijn is gevonden en mensen kunnen de gehele Wandeling, en daarna, blijven doneren!”, aldus een strijdvaardige Jan. Via de website JansWandeling.nl en op social media vertelt Jan dagelijks over zijn ervaringen. Iedere dag stelt hij een levensvraag, die hij na zijn dag wandelen ook zelf zal proberen te beantwoorden in zijn videodagboek. Op de site kun je Jan sponsoren. Het geld komt ten goede aan de Dutch CAA Foundation, die een onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad laat beslissen over de besteding van het onderzoeksgeld. www.janswandeling.nl Voor wie in de zomermaanden een langere break houdt: geniet en hou je veilig,

22 Nederlands geel op Duitse beurs

24 Afscheid van het hyperventilatiesyndroom 26 Ambulances in Laos 30 Het ECG in de acute prehospitale setting

34 CPAP in de ambulancezorg

38 Rescue Vlissingen

Coverfoto: Ambulanceteam Flevoland wint ‘zilver’ in finale Nederlandse Reanimatie Competitie. Foto beschikbaar gesteld door Venticare

AMBULANCEZORG 3


Mededelingen van Bestuur en Bureau

Voorwoord Te laat Tijdens het afgelopen Venticare congres op 15 en 16 mei, waar V&VN Ambulancezorg een gedeelte van het programma verzorgde, vroeg de eindredacteur waar mijn voorwoord bleef: “Dit weekend moet het binnen zijn.” Twee collega’s vertelden in de stand dat het voorwoord van de voorzitter in de laatste uitgave echt veel te lang was. Oeps! Nu, met de zon hoog in de lucht, dan toch maar een niet te lang voorwoord schrijven. Hoe doe je dat met alle onderwerpen die we er als beroepsvereniging ‘even’ bij doen?

Te laat De landelijke meldkamerorganisatie (LMO) staat in de steigers. De landelijk kwartiermaker bezoekt de ambulancevoorzieningen en meldkamers. De kwartiermaker van de witte kolom is benoemd. Inmiddels is afgesproken dat V&VN Ambulancezorg eens per zes weken overleg zal voeren met de kwartiermaker van de witte kolom. Onderwerpen die wij ter sprake zullen brengen zijn: systemen moeten centralisten helpen hun werk beter te doen en niet tegenwerken, een verpleegkundige achtergrond is noodzakelijk bij goede triage en triage is meer dan het sturen van een ambulance. Op dit dossier zijn we niet te laat.

4 AMBULANCEZORG

Te laat

Te laat

De aanrijdtijden zijn altijd onderwerp van gesprek met directies, ministeries en zorgverzekeraars. Echter de kwaliteit van zorg is meer dan de 15 minutengrens. Te laat komen bij een spoedrit is vervelend voor de rijtijdennorm maar zegt niets over patiëntenzorg en outcome. Samen met AZN en het CBO proberen we prestatie-indicatoren te formuleren die meer zeggen over de kwaliteit van onze zorg. Geen eenvoudige taak.

De publiekscampagne “De Mensen Van De Ambulance” is van start gegaan. Precies op tijd zou ik zeggen. We nemen samen met AZN het initiatief om de bevolking van Nederland te informeren over ons werk. Met spotjes, een website, PR campagnes, filmpjes, facebook en twitter. We zien betrokken professionals die enthousiast vertellen over hun werk. Wil jij reageren, meeschrijven of een verhaal vertellen? Hiervoor is het nog niet te laat, want de campagne duurt nog meer dan vier jaar.

Te laat De onderzoeksagenda Ambulancezorg, op 11 juni gepresenteerd is op tijd en het is tijd dat we ons ook wetenschappelijk bezighouden met onze zorg.

Te laat De LPA8 is klaar. Op tijd of toch te laat? We hebben er lang op moeten wachten. Nu ligt er een document waar we als beroepsgroep met recht trots op mogen zijn. Meer verantwoordelijkheid en minder rigide instructies. Klinisch redeneren is de achtergrond waarbij een beroep gedaan wordt op kennis, kunde, vaardigheid en professionaliteit.

Voor het laatst Nog één vakblad te gaan waar ik het voorwoord voor zal schrijven. We hebben een beoogd voorzitter om het stokje over te nemen. Hij heet Tim van der Poppe. Een ambulanceverpleegkundige van huis uit die daarna bestuurskunde en politicologie heeft gestudeerd. Terug naar zijn roots. Nooit te laat om zijn kennis en ervaring in te zetten voor de beroepsgroep. Hij zal zich in een volgende editie voorstellen.

Albert van Eldik voorzitter V&VN Ambulancezorg

Sdu Uitgevers


Ambulancezorg

Dagelijks bestuur Voorzitter Albert van Eldik Secretaris Ina Bolt Penningmeester Vacant (tijdelijk door V&VN) Communicatie en PR Gerard Pijnenburg

Landelijke Onderzoeksagenda voor de Ambulancezorg In opdracht van Ambulancezorg Nederland (AZN) en in samenwerking met de NVMMA en V&VN Ambulancezorg werkt het Lectoraat Acute Intensieve Zorg van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ( HAN ) aan de ontwikkeling van een onderzoeksagenda voor de ambulancezorg ( 2014-2018). Op 11 juni 2014 presenteren we de resultaten tijdens de Invitational Conference ‘Onderzoek in de lift’. DELPHI-studie Voor de ontwikkeling van de agenda gebruiken we het design van een DELPHI studie. Een panel van experts geeft systematische antwoord in herhaalde vragenrondes. Nog niet eerder is er binnen de Nederlandse ambulancezorg gebruik gemaakt van deze onderzoeksmethodiek. De samenstelling van het panel (n=62) is zeer divers: o.a. ambulancechauffeurs, ambulanceverpleegkundigen, medisch managers, beleidsmedewerkers, verpleegkundig specialisten/ PA-ers, directieleden, kwaliteitsmanagers en leden uit (wetenschappelijke) beroepsverenigingen. Het panel krijgt gedurende het onderzoek vier keer een vragenlijst via de e-mail. In iedere ronde geven we inzicht in de resultaten uit de voorgaande ronde en leggen we nieuwe vragen voor. In de eerste drie rondes is het aantal onderzoeksonderwerpen gereduceerd van 49 naar 12 op basis van inhoudelijke argumenten. In de vierde en laatste ronde vragen we naar draagvlak voor de laatste 12 onderwerpen, waarbij de onderwerpen die breed gedragen worden door het panel uiteindelijk een plek op de onderzoeksagenda krijgen.

Juni 2014

Het resultaat De landelijke onderzoeksagenda beschrijft onderzoeksthema’s voor de ambulancezorg voor een periode van vijf jaar. Met behulp van deze agenda kan in de toekomst een duidelijke focus en meer massa ontstaan in kennisontwikkeling, geïnitieerd vanuit de ambulancezorg. Op dit moment is het panel nog bezig om de laatste vragenlijst in te vullen. Welke onderzoeksonderwerpen er op de agenda staan, is nu dus nog niet bekend. In de volgende editie van het Vakblad V&VN Ambulancezorg (september) zal uitgebreid aandacht worden besteed aan de DELPHI-methode, het panel en de Invitational Conference. Uiteraard presenteren we dan ook de onderwerpen van onderzoeksagenda.

AMBULANCEZORG 5


VENTICARE 2014 in beeld… ‘Zilver’ voor RAV Flevoland post Lelystad MKA onder hoogspanning Door de razendsnelle ontwikkelingen zoals schaalvergroting, invoering telefonische triagesystemen, DIA (Directe Inzet Ambulance), generalist of specialist, staat de MKA onder hoogspanning. In een ‘Lagerhuis-debat’ maakten de deelnemers aan de hand van prikkelende stellingen keuzes. Men moest partij kiezen voor de ene of de andere kant en die keuze ook verdedigen. Dat betekende: verhit debat, stemmen met de voeten, veel plezier en dat alles met respect voor ieders mening.

Het ‘zilverwinnende’ team: vlnr rechts, boven: Dennis Thuis, Mengalvio Sleeswijk , Emiel Verschuur en Erwin Eijgenbrood. Voorgrond: Gaby Moons (Foto: Venticare).

Vangnet psychiatrie Ambulance Amsterdam is gestart met een pilot met de ‘psycholance’. De pilot is opgezet door partners in de crisisketen: GGD Vangnet en Advies, Politie, Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam (SPA) en Ambulance Amsterdam. De ‘psycholance’ is een zorgambulance, bemenst door een sociaal psychiatrisch verpleegkundige van de SPA en een zorgambulance chauffeur. Een uniek project in de sectoren in de crisisketen. Antibiotica in de ambulancezorg Welke winst is er voor de patiënt te behalen bij vroegtijdige herkenning en behandeling van sepsis met antibiotica in de préhospitale setting? Het project Toediening antibiotica bij sepsis in de RAV Zuid Holland-Zuid werd gepresenteerd: trajectverloop, problemen, resultaten. Klinisch redeneren Hoe moet klinisch redeneren in de ambulancezorg eruit zien, bijvoorbeeld op basis van een sepsis? Dat kwam aan de orde tijdens een boeiende presentatie over dit onderwerp.

6 AMBULANCEZORG

LPA8.0 Het Landelijk Ambulance Protocol is “de bijbel binnen de Ambulancezorg”. Op basis van gewijzigde wetenschappelijke inzichten (evidence-based/bestpractice) werden de protocollen waar nodig aangepast. De bezoekers van deze presentatie werden meegenomen in de nieuwste ontwikkelingen en er werd stil gestaan bij de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen, motivatie en toepassing. MMT Drie boeiende onderwerpen kwamen aan bod: ‘Prehospitale pijnbestrijding bij kinderen’, ‘Van A naar Beter of Slechter? Ofwel wat voor invloed heeft transport op de toestand van de patiënt?’ en ‘De verpleegkundige als teamlid van het Mobiel Medisch Team: inhoud, opleiding en ervaring, met een helikopterview’. Videofeedback De toepasbaarheid en het effect van videofeedback in de prehospitale situatie. Aan bod kwamen ‘TRM, waar hebben we het over ?’, ‘Checklist voor -, en debriefing na een casus”, “Closed Loop Communicatie’, ‘Overdracht van zorg middels gevalideerde en betrouwbare overdrachtsmethoden’.

Sdu Uitgevers


Ambulancemedewerkers die in brandweerpak een auto open knippen, politiemedewerkers die ‘boodschappen doen’ in een ambulance en brandweermensen die leren welk verschil een druppel bloed kan maken in een politieonderzoek. Dat was donderdag 15 mei het toneel van de tweede editie van HEROES. Een jaarlijkse bijeenkomst voor medewerkers van de drie hulpdiensten in Deventer.

HEROES leren van elkaar

Tijdens de afsluiting van de avond gaf een politiehond nog een korte demonstratie van zijn kunsten.

Met behulp van de brandweer kon iedereen zelf ervaren hoe het is om te knippen of een ruit in te slaan.

‘Boodschappenspel’: Zo snel mogelijk tien voorwerpen uit de ambulance halen.

Door Thijm Willemse, ambulance-

shops gevolgd. De groepen, bestaande uit medewerkers van alle drie de disciplines, kregen bij de brandweer eerst een uitleg over hoe een verongelukte auto gestabiliseerd wordt. Vooral de gevaarsetting voor de andere hulpverleners kwam daarbij aan het bod. Na de uitleg konden de aanwezige ambulanceen politiemensen, met behulp van de brandweermensen uit hun groep, zelf ervaren hoe het is om een autospijl door te knippen of een ruit in te slaan.

Bloed De workshop van de politie werd gegeven door een forensisch rechercheur. Voor de andere hulpverleners is het immers niet altijd te begrijpen waarom politiemensen soms zo moeilijk doen over het al dan niet vernietigen van sporen op de plaats van het incident. Door uitleg te geven over het sporenonderzoek en door te laten zien wat een rechercheur al kan doen met een klein druppeltje bloed werd geprobeerd hier meer begrip voor te krijgen.

Boodschappenspel De workshop van de ambulancedienst begon met het ‘boodschappenspel’. De brandweer en politiecollega’s moesten (dit keer zonder hulp van hun ambulance-teamgenoten) zo snel mogelijk tien voorwerpen uit de ambulance halen. Dat dat niet al te makkelijk is bleek al gauw. Waar gevraagd werd naar een zuurstoffles kwam een van de groepen terugrennen met een fles met lachgas. Na het spel konden de collega’s aan den lijve ervaren hoe het is om geplankt te worden. Daarbij was er ruimte voor uitleg over de inhoud van de spoedkoffer en de ambulance zelf.

Herinneringen De avond werd afgesloten met een hapje en een drankje waarbij een politiehond nog een korte demonstratie van zijn kunsten gaf. Het succes van de avond weerklonk in de vele anekdotes over incidenten die over tafel gingen. De passie voor het vak was vooral merkbaar bij de workshops van de eigen dienst. Vol trots werden collega’s van de andere diensten geholpen met het ervaren van het werk. Daardoor was het niet alleen een gezellige, maar ook vooral een leerzame avond voor alle aanwezigen!

verpleegkundige RAV IJsselland

Politie, brandweer en ambulancedienst werken vaak samen aan veiligheid. Dit is meestal een professionele samenwerking, maar vaak ook een ‘koude’. Want hoe goed ken je als politieman of –vrouw die andere hulpverlener nou en wat weet je van zijn of haar werk? Wat doe je als bij een ongeval een ambulancebroeder je vraagt om de brancard te pakken of een brandweerman te assisteren van de gecrashte auto? Om van elkaar te leren, elkaar te leren kennen en vooral om elkaars werk te ervaren werd in de ambiance van voetbalstadion de Adelaarshorst in Deventer HEROES gehouden. Workshops Een kleine 100 hulpverleners kwamen naar deze tweede editie van de bijeenkomst, een initiatief van de personeelsverenigingen van de drie diensten. Na een plenair en vooral gezellig welkom in de horecagelegenheid van de Adelaarshorst werd de groep in drieën gesplitst en werden in carrouselvorm drie work-

Juni 2014

Foto’s beschikbaar gesteld door de auteur.

AMBULANCEZORG 7


Zo snel mogelijk bij de patiënt zijn: cruciaal voor ambulancediensten. Zeker in een kritische situatie waarbij elke seconde telt. Het uitbannen van onnodige vertragingen in aanrijtijd is daarom een belangrijk doel van Regionale Ambulance Voorziening (RAV) IJsselland.

Juiste informatie wegwerkzaamheden van levensbelang Initiatief RAV IJsselland: navigatiesysteem berekent de snelste alternatieve route

Gerson van Zwieten is werkzaam op de ambulance bij RAV IJsselland

Actuele informatie over wegwerkzaamheden op websites als bijvoorbeeld www.bereikbaaroverijssel.nl is daarbij van wezenlijk belang. Met de juiste informatie kunnen de navigatiesystemen van de ambulances namelijk real time worden ingesteld. De huidige navigatiesystemen houden dan automatisch rekening met de stremming, waardoor de ambulance zo snel mogelijk bij de patiënt is. Daarom wil RAV IJsselland betrokken partijen bewust maken van het belang van het actief gebruiken van de website www.bereikbaaroverijssel. nl. De gemeente Zwolle en de Provincie Overijssel zijn nauw betrokken bij het initiatief van RAV IJsselland. Het kan net díe rit zijn Gerson van Zwieten en Marc de Vries, beiden werkzaam op de ambulance bij RAV IJsselland, staat het nog helder voor de geest. Een spannend moment door vervroegde werkzaamheden aan een brug: “We kregen een A1 (spoedrit) van Zwartsluis naar Sintjansklooster. Bij de Blauwe Hand (Giethoorn) stond een bord dat er op korte termijn werkzaamheden uitgevoerd zouden gaan

8 AMBULANCEZORG

worden aan de brug van Ronduite. Wij hebben onze weg dus vervolgd. Tot onze verbazing stonden we voor een dichte brug! Dat betekende in dit geval dat we terug moesten rijden naar Zwartsluis, en vervolgens via een enorme omweg Sintjansklooster bereikten. Het resultaat? Een flinke overschrijding van de aanrijtijd. Gelukkig was de patiënt niet kritiek, anders was deze wegafzetting funest geweest! Het is dus ontzettend belangrijk dat werkzaamheden tijdig worden doorgegeven. Het kan net díe rit zijn!” ‘Bewust van belang goede informatieverstrekking’ Alwine Allon is werkzaam bij de Provincie Overijssel. Ze geeft aan dat het voor de Provincie ook heel belangrijk is om hulpdiensten zo goed mogelijk te kunnen faciliteren in hun werk. “We zijn ons heel bewust van het belang van goede en vooral tijdige informatieverstrekking aan hulpdiensten. Hulpdiensten schuiven regelmatig aan bij de bouwvergaderingen. Daar zijn we heel blij mee, omdat we op die manier al zo vroeg mogelijk met hen kunnen overleggen.”

Voor veel partijen een echte eye opener Gerard Berendschot, projectleider bij RAV IJsselland, is ook heel positief: “Wij merken dat het heel nuttig is om vroeg in het traject betrokken te zijn en contact te hebben met alle partijen. Een werkgroep van vier chauffeurs verzorgt het invoeren van de wegafsluitingen in de centrale computer die verbonden is met de navigatiesystemen in de ambulances. Onze navigatiesystemen ontvangen de informatie dus realtime. Door zowel de projectleiders als de uitvoerders bewust te maken van het nut van goede informatie voor ons als ambulancedienst winnen we veel. We merken dat het voor veel partijen echt een eye opener is dat wij realtime gebruik maken van de beschikbare informatie in ons navigatiesysteem. Waarbij enkele minuten soms letterlijk het verschil kunnen zijn tussen leven en dood.” Het onderwerp leeft ook bij de Zwolse burgers, stelt Wilma Hekman van de gemeente Zwolle: ”Als mensen bijvoorbeeld in een buurt gaan wonen die nog in ontwikkeling is krijgen we wel vragen over de toegankelijkheid voor ambulances. Dat nemen we altijd heel serieus.” Patiëntveiligheidprijs voor Ambulancezorg Het bewuster maken van projectleiders en wegbeheerders van het belang van het goed en tijdig invoeren van werkzaamheden is onderdeel van ‘Speuren naar deuren’. Daarmee won RAV IJsselland in 2013 de prestigieuze nationale Patiëntveiligheidsprijs voor Ambulancezorg.

Sdu Uitgevers


Pilot Psycholance in Amsterdam Sinds 14 april 2014 rijdt er in Amsterdam een zogenaamde Psycholance rond. Deze is onderdeel van een veranderde aanpak van het vervoer van psychiatrische patiënten waarbij de nadruk ligt op het verlenen van zorg aan een kwetsbare doelgroep.

Door: Thijs Gras

Tot medio april was het gebruikelijk dat de politie het vervoer verzorgde van psychiatrische patiënten die vanuit een politiebureau, een thuissituatie of de openbare ruimte naar een onderzoeksruimte van de psychiatrie moesten worden gebracht om daar verder beoordeeld en eventueel behandeld te worden. Omdat dit vervoer duidelijk gezondheidszorg betreft en patiënten bijna altijd geboeid werden vervoerd, wat vanuit de Inspectie voor de Gezondheidszorg niet gewenst werd geacht, ontstond de gedachte om hiervoor een apart team in te zetten bestaande uit een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige, te leveren door de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam (SPA) en een zorgambulancechauffeur van Ambulance Amsterdam (AA).

Noors model Het idee Psycholance werd mede gevoed door ervaringen die men in Noorwegen heeft opgedaan met een dergelijke constructie. Een delegatie van AA is hier op bezoek geweest om van de Noren te horen hoe ze dit hebben georganiseerd en of dit model voor de opzet in Amsterdam te gebruiken was. Inmiddels draait de pilot, die bestaat uit twee diensten per dag: een van 8-16 uur en een van 16-24 uur. Werkwijze Al het vervoer van psychiatrische patiënten zonder somatische problematiek kan door de Psycholance gedaan worden. Tijdens de pilot ligt de nadruk op het vervoer vanaf de diverse politiebureaus en vanaf de thuissituatie of openbare ruimte. Voor het transport met de Psycholance wordt de patiënt eerst door Vangnet & Advies getrieerd.

De zorgambulance 13-406 doet dienst als psycholance. Wat de uitrusting betreft is er geen verschil met een zorgambulance.

Juni 2014

Daarnaast rijdt de Psycholance ook de regionale ritten (B-vervoer) binnen Amsterdam, bijvoorbeeld van mensen met een IBS of RM die overgeplaatst moeten worden. Komt een vervoersaanvraag in de nachtelijke uren of is de psycholance al met een rit bezig, dan wordt het vervoer verzorgd door een ALS-ambulanceteam, zoals dat voorheen deels ook al gebruikelijk was. De politie zal op verzoek assistentie leveren om het vervoer voor alle partijen zo veilig mogelijk te maken. Voor de zorgambulancechauffeurs en de SPV-ers van de SPA is een apart scholingstraject opgezet. Als voertuig wordt een ‘normale’ zorgambulance gebruikt. De pilot duurt een jaar en zal uitgebreid met alle betrokkenen worden geëvalueerd.

Interieur van de ambulance die gebruikt wordt als psycholance.

AMBULANCEZORG 9


Losse diensten, topsalaris en unieke spaaractie! Een 0-urencontract afsluiten bij TMI is nu nog aantrekkelijker. Naast een uitstekend salaris profiteer je deze zomer van onze HartenSparen zomeractie! Per gewerkte dienst spaar je in de maanden juli en augustus 10x zo snel voor leuke cadeaus! Schrijf je dus vandaag nog in op www.tmi-interim.nl/0-uren en start gelijk met sparen. Een 0-urencontract bij TMI

Een vast contract bij TMI

Contact

Bij een 0-urencontract is er sprake van een dienst-verband waarin je op afroep werkt, dus zonder urenverplichting. Je ontvangt een bijzonder aantrekkelijk salaris (CAO++), een uitstekende reiskostenvergoeding en werkt alleen wanneer jij wilt. Wij betalen per week uit, dus je hoeft nooit lang te wachten op je salaris.

TMI is ook altijd op zoek naar nieuwe vaste collega’s. Heb jij de opleiding via SOSA afgerond en minimaal 2 jaar werkervaring in de ambulancezorg? Dan kan TMI jou het volgende bieden: • Uitzicht op een vast contract • Zelf je rooster samenstellen op basis van beschikbaarheid • 8 roostervrije dagen per maand welke je zelf in kunt plannen • Uitstekende arbeidsvoorwaarden, het salaris is CAO++ • Een bedrijfsauto vanaf 28 uur per week • Een goed gevulde bijscholingskalender • Gezellige uitjes met andere TMI’ers

Ben je geïnteresseerd of wil jij graag meer informatie? Neem dan contact op met onze recruiters Marina van Kuik of Martine Israël: T 020 - 717 35 27 E werving@tmi-interim.nl www.tmi-interim.nl

HartenSparen zomeractie Bij iedere dienst die je werkt ontvang je normaal gesproken één hart. Dit hart staat gelijk aan € 1,-. Vanaf 5 juli tot en met 31 augustus spaar je 10x zo snel voor leuke cadeaus. • Vanaf 5 juli t/m 31 augustus ontvang je voor een gewerkte doordeweekse dienst 10 harten. • Vanaf 5 juli t/m 31 augustus ontvang je voor een gewerkte weekenddienst 20 harten. Bezoek onze speciaal ingericht webshop https://tmiflex.wensbon.nl om alle cadeaus te bekijken.


Kinderboek over ambulancezorg Het eerste en unieke kinderboek boordevol informatie over ambulancezorg is verkrijgbaar! Samen met Bureau Meteau, specialist in kinderzorgcommunicatie, hebben RAV IJsselland en Ambulance Oost een boek ontwikkeld waarin specifieke uitleg wordt gegeven over ambulancezorg. Het boek is bedoeld voor alle kinderen in de leeftijd van ca. 4-12 jaar. Waar te verkrijgen In principe is het boek bedoeld voor kinderen die met de ambulance worden vervoerd. Vandaar dat de eerste pagina is opgemaakt met het dapperheidsdiploma (zie foto). Deze kinderen krijgen naast het boek ook een medaille. Voor kinderen die het boek willen gebruiken bij hun spreekbeurt is het boek digitaal beschikbaar op de sites van ravijsselland.nl of ambulanceoost.nl.

Een eerste exemplaar is inmiddels uitgereikt aan de trotse Lotte (links op de foto) en Chiara (midden), twee scholieren uit Almelo, naar aanleiding van hun spreekbeurt en onder toeziend oog van Arjan Hosmar, ambulanceverpleegkundige bij Ambulance Oost.

Inhoud van het boek Aan de hand van een realistisch verhaal met Rik, Isa, hondje Bogus en ambulanceverpleegkundige oom David leren kinderen meer over de ambulance. Hoe werkt het precies met zo’n ambulance? Wanneer gaan de sirene en het zwaailicht aan? Waarom is hij geel? Hoe weet de chauffeur waar hij naartoe moet? Welke spullen zitten er in een ambulance? En hoe ging het vroeger eigenlijk, toen er nog geen ambulances waren? In het boekje over de ambulance leren kinderen er, met behulp van diverse spelelementen, alles over.

Juni 2014

Waarom Een ambulancevervoer is een ingrijpende gebeurtenis. Er gebeurt vaak veel in korte tijd. Het boek kan wellicht emoties bespreekbaar maken en angst en onzekerheid wegnemen. Door het boek ook beschikbaar te stellen voor gebruik bij een spreekbeurt heeft het ook een zekere voorlichtingswaarde. Het sluit daarmee goed aan op de landelijke huidige publiekscampagne De Mensen Van De Ambulance van Ambulancezorg Nederland in samenwerking met beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg en de Regionale Ambulance Voorzieningen.

AMBULANCEZORG 11


Ambulancezorg en Psychiatrie Veilig vervoer psychiatrisch patiënt, een bijzondere deskundigheid Het vervoer van een onrustige psychiatrische patiënt vraagt specifieke deskundigheid. Het is van belang dat het op veilige wijze gebeurt voor zowel de patiënt als de ambulancebemanning. In LPA8 is een protocol ‘veilig vervoer psychiatrisch patiënt’ opgenomen met algemene aandachtspunten. In dit artikel wordt nader ingegaan op enkele psychiatrische ziektebeelden met praktische aanbevelingen om dit vervoer voor zowel patiënt als hulpverlener zo prettig en veilig mogelijk te laten plaatsvinden.

12 AMBULANCEZORG

Sdu Uitgevers


Door: Renate De Feo en Pieternel van Exter (co-auteur)

Beoordeling Bij een eerste beoordeling is zorgvuldig somatisch onderzoek noodzakelijk. Vele somatische aandoeningen kunnen zich uiten in verwardheid of psychotisch gedrag. Denk hierbij aan: hypoxie, intoxicatie, neurotrauma, neurologische ziektebeelden, ontregelde diabetes mellitus. Met name het ‘excited delirium syndrome’ moet snel herkend en direct behandeld worden. Wanneer mogelijk sprake is van een somatische aandoening volg dan de specifieke protocollen voor behandeling en vervoer naar de SEH. Vraag of de patiënt een crisiskaart bij zich heeft en win informatie in bij familie of directe omgeving om het beeld te verhelderen. Ook kan het zinvol zijn te overleggen met de eigen behandelaar of begeleider van de patiënt vanuit de GGZ instelling waar hij of zij bekend is. Wanneer een patiënt verwezen wordt zorg dan dat je een zorgvuldige mondelinge en schriftelijke overdracht krijgt en neem daar de tijd voor. Voorbereiding Een opname binnen de psychiatrie en zeker een gedwongen opname, is voor de patiënt heel ingrijpend en kan ook traumatiserend zijn. Voor de patiënt is het daarom van groot belang dat het vervoer zo comfortabel en rustig mogelijk verloopt. Maak vooraf aan het vervoer van een psychiatrische patiënt, een inschatting van het gedrag van de patiënt en van het te verwachten gedrag onderweg. Voor elke psychiatrische patiënt geldt dat zij het recht hebben te weten wat er gaat gebeuren en waar zij naartoe gaan. Geef hier vooraf altijd eerlijke informatie over, en bedenk dat het soms beter is de situatie vooraf te laten escaleren en in te grijpen, dan met een zeer geladen patiënt in de auto te stappen en onderweg voor problemen komen te staan. Onduidelijkheid over bijvoorbeeld de bestemming maakt de patiënt nog wantrouwiger of verwarder. Agressie, boosheid en verzet komen eigenlijk altijd voort uit angst, soms extreme angst, vanuit een verstoorde realiteitszin bij bijvoorbeeld een ernstige psychose. Vergeet nooit dat deze patiënten ook echt ziek zijn, hier zelf niet om hebben gevraagd en recht hebben op goede en deskundige verpleegkundige zorg en begeleiding. Neem te allen tijde de eigen veiligheid in acht en schakel gerust politiebegeleiding in wanneer je een patiënt niet goed kunt inschatten of wanneer je denkt dat het gedrag onderweg kan escaleren. Leg dit ook altijd aan de patiënt uit: je kent hem of haar niet goed en je doet dit uit voorzorg, niet omdat hij of zij bijvoorbeeld boos doet. Probeer altijd aan de kant van de patiënt te blijven, hiermee win je vaak diens vertrouwen en creëer je rust. Psychiatrische ziektebeelden Psychiatrie is een breed vakgebied en kent een grote diversiteit aan ziektebeelden. Alle psychiatrische diagnosen worden omschreven in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Het gedrag van de patiënt is gerelateerd aan het psychiatrisch ziektebeeld. De psychiatrische ziektebeelden die we in de ambulancezorg

Juni 2014

het meeste tegenkomen zijn: depressies (suïcidaliteit), bipolaire stoornissen (manisch depressieve patiënten), schizofrenie, paranoïde psychosen en persoonlijkheidsproblematiek waarvan de borderline persoonlijkheid voor de meesten de bekendste is. Onderscheid in deze ziektebeelden is belangrijk omdat de benaderingswijze van de psychiatrische patiënt per beeld verschilt. Suïcidaal Voor suïcidale patiënten of patiënten met suïcidale uitlatingen is het van belang dat zij nooit alleen achter worden gelaten. Er zijn diverse gevallen bekend waarbij de patiënt goede afspraken leek te maken, het mee leek te vallen, of de uitlatingen als theatraal werden gezien, maar waarbij het toch goed mis ging. Ditzelfde geldt voor de Tentamen Suïcide (TS) met medicatie, waarbij er twijfel is of de medicijnen al of niet ingenomen zijn. Deze patiënten dienen gepresenteerd te worden op de SEH om dit met zekerheid vast te stellen. Ook bij borderline patiënten die vervallen in herhaaldelijk automutilerend gedrag, of waarbij een TS theatraal over kan komen, is er een verhoogd risico dat zij over de grens gaan en het mis gaat. Manisch Een manische patiënt moet begrensd worden in bijvoorbeeld wat we voor het vervoer nog gaan pakken en doen. Wees hierin kort en duidelijk omdat een patiënt je anders zomaar twee uur bezig kan houden voordat je weg kunt. Probeer niet mee te gaan in de drukke stemming of teveel in te gaan op opmerkingen bij ontremd gedrag. Vaak kunnen manische patiënten een geagiteerde ondertoon hebben en ook plotseling wat boos reageren. Ga hier niet al teveel op in en blijf rustig en duidelijk. Zorg dat de logistiek soepel loopt. Haperingen brengen onrust met zich mee en kunnen de stemming laten omslaan. Zorg dus dat de brancard opgemaakt klaarstaat, spullen (persoonlijke eigendommen) zijn gepakt en meteen meekunnen, papieren zijn geregeld en de overdracht is afgerond. Psychotisch De psychotische patiënt is vaak heel erg angstig en kan vanuit deze angst agressief zijn. Boos worden geeft nog veel meer angst. Mensen met een ernstige psychose (zoals patiënten met schizofrenie) kunnen met hele bizarre thema’s bezig zijn of stemmen horen waarvan zij opdrachten krijgen. Bedenk altijd dat jij heel bedreigend kunt zijn vanuit de patiënt gezien. Wees rustig, spreek op zachte toon en probeer altijd goed te benoemen wat er gaat gebeuren. Vraag eerst of je iemand een hand mag geven, in plaats van op iemand af te stuiven. De angst reduceer je misschien al iets door bij binnenkomst aan te geven dat je hem of haar geen kwaad doet en hij of zij voor jou niet bang hoeft te zijn. Meestal kun je ook gewoon rechtstreeks aan de patiënt vragen of hij stemmen hoort en zeggen dat je je voor kunt stellen dat het heel beangstigend is. Soms kunnen psychotische patiënten voor ons erg oninvoelbaar zijn. Oninvoelbaar gedrag kenmerkt zich bijvoorbeeld door weigeren iets te zeggen of inadequaat grinniken, waardoor je niet goed kunt schatten wat er in een patiënt omgaat en zijn stemming niet goed kunt peilen. Houd wanneer de patiënt voor jou oninvoelbaar is altijd rekening met impulsief gedrag

AMBULANCEZORG 13


omdat de patiënt onderliggend erg geladen en angstig kan zijn. Neem hiervoor de nodige voorzorgsmaatregelen voor het veilig vervoeren van de patiënt. De hallucinaties en wanen van psychotische patiënten zijn niet op te lossen zonder anti psychotische medicatie (antipsychotica). Een patiënt heeft vaak lange tijd nodig om van zijn psychose te herstellen. Pogingen om te overtuigen van de realiteit hebben geen zin. Blijf niet aandringen om te praten als iemand dit weigert, maar laat hem of haar met rust. Binnen de ambulancezorg hebben deze patiënten behoefte aan een vriendelijke rustige benadering, duidelijkheid en vooral ook veiligheid. Noodmaatregelen Soms kan het nodig zijn om noodmaatregelen toe te passen voor het vervoer van psychiatrische patiënten, om onze veiligheid en die van de patiënt te waarborgen. Dit kan zijn in de vorm van sedatie of fixatie. Het toepassen van noodmaatregelen is voor de patiënt heel ingrijpend. Probeer dit zo rustig mogelijk te doen en blijf uitleg geven aan de patiënt. Het is van belang de noodzaak van dwang en drang altijd goed te overwegen en te kiezen voor de minst ingrijpende noodmaatregel voor de patiënt. Een patiënt en zijn familie moeten worden geïnformeerd over de noodmaatregel. Het is heel belangrijk om alles zorgvuldig en concreet te documenteren op het ritformulier om het achteraf te kunnen verantwoorden. Overweeg vervoer met politie assistentie wanneer de situatie niet veilig kan worden geacht. Dit geldt zeker voor patiënten die oninvoelbaar en stil zijn (patiënten die schreeuwen ontladen vaak al voor een groot deel). Controleer altijd op gevaarlijke voorwerpen in de buurt van de patiënt voordat je overgaat tot vervoer. Spreek duidelijk vooraf met de betrokken hulpverleners af wie wat doet en hoe. Als mensen door elkaar gaan schreeuwen of wanneer meerdere personen tegelijk op een patiënt gaan inpraten, maakt dit de situatie nog hectischer en voor de patiënt nog meer verwarrend en beangstigend.

tie. In LPA8 is een protocol overdracht GGZ opgenomen met enkele aanwijzingen hiervoor. Neem de tijd voor je patiënt, ook wanneer je kiest voor rustgevende medicatie. Geef het de tijd om te werken. Dit voorkomt vaak een hoop onnodig beetpakken en getrek aan de patiënt. Maak gebruik van informatie over de benaderingswijze voor de patiënt wanneer deze aanwezig is. Soms kan dit gegeven worden door familie en soms hebben patiënten zelf ook een crisiskaart voor acute situaties. Conclusie Psychiatrie is een breed vakgebied. Binnen de ambulancezorg zal je de psychiatrische patiënt altijd tegen blijven komen, of het vak je nu ligt of niet. Net als alle andere vakgebieden die er zijn binnen de ambulancezorg, vereist de zorg aan deze patiënten professionaliteit. Goede ketenzorg zonder traumatiserend transport kan de ernst en de duur van de crisis verminderen. Je hoopt te bereiken dat de patiënt, die er zelf ook niet om gevraagd heeft, achteraf tevreden en met een goed gevoel terug kan kijken op de ambulancezorg! Daarmee help je niet alleen op dat moment de patiënt, maar zorg je ervoor dat in de toekomst je collega’s veiliger bij psychiatrische patiënten kunnen optreden omdat ze met goede zorg geassocieerd worden. Over de auteurs: Renate De Feo is ambulanceverpleegkundige in Rotterdam Rijnmond en lid van het expertteam psychiatrie van de landelijke protocollencommissie. Pieternel van Exter (co-auteur) is MMA Ambulance Amsterdam en voorzitter van het Expertteam Psychiatrie en lid van de Landelijke Protocollencommissie. Literatuurlijst: 1. Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen DSM-5

ISBN 9789461059598

2. Dwang en drang in de psychiatrie. T.Abma, Guy. Widdershoven, B. Lendemeijer. ISBN 9789059313309 3. Psychiatrie voor verpleegkundigen. M.Clijssen, W. Garenfeld, E. van Loenen,

Bij de geplande opname, IBS of RM gaat voorbereiding op veilig vervoer in overleg met de verwijzend psychiater. Naast sedatie kan gekozen worden voor begeleiding tijdens de overplaatsing door een GGZ medewerker, al dan niet in combinatie met fixa-

14 AMBULANCEZORG

G. Kuipers. ISBN 9789035228603 4. Wet: BOPZ

Sdu Uitgevers


KORT NIEUWS

Denken over triage onder leiding van de Argumentenfabriek AZN heeft De Argumentenfabriek gevraagd de sector te ondersteunen bij het krijgen van inzicht en overzicht rond het thema triage (ProQA en NTS). De Argumentenfabriek zal de opties en argumenten overzichtelijk in beeld brengen in informatie- en argumentenkaarten, zodat een ieder het gesprek binnen de sector en met extern betrokken partijen beter kan voeren. Het doel is niet om conclusies te trekken, het gaat om het objectief vaststellen van de feiten en argumenten. Informatie- en argumentenkaarten Het project startte met het maken van (objectieve) informatiekaarten over NTS en ProQA. Hiertoe werden interviews met deskundigen gearrangeerd en deed de Argumentenfabriek literatuuronderzoek. Vervolgens werden argumentenkaarten gemaakt, waarop opties en argumenten inzichtelijk gemaakt werden. Om deze kaarten te kunnen maken werden op drie dagen, 21 mei, 28 mei en 4 juni, denksessies georganiseerd. Denksessies Op één dag vonden voor één groep van maximaal tien deelnemers twee sessies plaats van ieder 2,5 uur over twee verschillende (wel met elkaar samenhangende) onderwerpen. Een en ander betekende dat in totaal dertig mensen konden

deelnemen aan de sessies. De sessies werden begeleid door de Argumentenfabriek. Medewerkers van het bureau van AZN waren ook aanwezig. Deelnemers denksessies Directeuren RAV, MMA’s en centralisten MKA werden uitgenodigd om, evenredig verdeeld over de data, aan de denksessies deel te nemen. Tijdens de sessies werd informatie verzameld om te verwerken in de informatie- en argumententaken. Naast een evenredige verdeling over de groepen van directeuren, MMA’s en centralisten, wilde men tijdens de denksessies de onderstaande drie stromingen ook vertegenwoordigd zien. Binnen de sector zien we drie ‘stromingen’ in de discussie over triagesystemen: NTS-gebruikers en ProQA-gebruikers. Deze laatste groep (ProQA) valt uiteen in een groep die verpleegkundig centralisten inzetten en een groep die niet kiest voor een verpleegkundig centralist. Ter afronding van het project wordt begin juli een eindbijeenkomst met alle deelnemers aan de denksessies en andere geïnteresseerden georganiseerd om de kaarten te presenteren. Het vakblad V&VN Ambulancezorg zal daar in het septembernummer aandacht aan besteden.


Meldkamer ontwikkelt game voor kwaliteitscontrole op uitgifteproces

Meldkamer Control

De speler krijgt steeds nieuwe levels om uit te spelen, is dat gelukt dan ontsluiten de volgende levels.

Mensen leren sneller, zijn gemotiveerder, kunnen makkelijker informatie verwerken, zijn meer betrokken en hebben bovenal meer plezier als ze spelen. Want spelen is leuk. Daarom gaat Gelderland Midden haar meldkamer centralisten na de zomer opleiden en n贸g beter in hun werk maken door middel van de game: Meldkamer Control. Auteur: Piet Hein ten Hacken

De kwaliteitseisen, welke gesteld worden aan de competenties van de meldkamercentralist, worden steeds hoger. Ook de controle op kwaliteit is de laatste jaren sterk toegenomen en heeft op onze meldkamer geleid tot een aantal vaste criteria waaraan de centralist moet voldoen om in het bezit te komen van zijn of haar bekwaamheidsverklaring. Genereren van rapportages is bij ons vooral belangrijk om te kunnen sturen op verbetertrajecten en uniformiteit in de uitvoering van de werkzaamheden van de meldkamercentralist. Hoog kwaliteitsniveau De directie van de Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden is trots op haar meldkamermedewerkers en de kwaliteit die door hen wordt geleverd. Er is veel ge茂nvesteerd om dit hoge kwaliteitsniveau te bereiken. Een goed voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de audit tool HAAK+ waarmee de centralist gestuurd kan worden op competenties van logistieke vaardigheden, medische kennis en communicatie. De komst van het Nederlandse Triage Systeem

16 AMBULANCEZORG

(NTS) is een prima aanvulling hierop en zal uiteindelijk leiden tot een uniforme triage vergezeld van een gestructureerd gespreksmodel. Hiermee is het proces van aanname en triage voldoende geborgd. Monitoren Op het uitgifteproces is veel minder controle dan op het aannameproces. Een goed hulpmiddel waarmee de prestaties gemeten kunnen worden is landelijk niet voorhanden. Er zijn veel lopende, logistieke processen die het werk van de uitgiftecentralist zeer complex maken. De tijd van alleen een ambulance wegsturen ligt ver achter ons. Krapte van beschikbare ambulances, het invoeren van het Dynamisch Ambulance Management, differentiatie van vervoer en de ontwikkelingen in de keten van acute zorg zijn allemaal van invloed op het werk van de uitgiftecentralist. De steeds veranderende omstandigheden maken een uitgifte centralist competent als hij zich flexibel kan opstellen, snel kan schakelen, stressbestendig is en beschikt over goede logistieke vaardigheden. Het feit dat veel beginnende centralisten moeten afhaken bij het inwerken op dit proces, maakt duidelijk dat we deze skills niet moeten onderschatten.

Sdu Uitgevers


De trainer krijgt in de examentool de mogelijkheid om het de kandidaat extra moeilijk te maken door bijvoorbeeld een sneeuwstorm toe te voegen.

Op het leaderboard kunnen spelers zien op welke positie in de high score lijst ze staan.

Gelderland Midden had de wens om een hulpmiddel te ontwikkelen dat ons kan helpen bij het monitoren, verbeteren en het uniform uitvoeren van het uitgifteproces op de MKA.

een competitief element waardoor centralisten zichzelf maar ook elkaar kunnen uitdagen om prestaties te verbeteren. De schermen waarop gespeeld wordt zullen voor de centralist heel herkenbaar zijn. Ze bestaan uit de regiokaarten zoals centralisten deze kennen vanuit CityGis. Bedieningsknoppen zijn herkenbaar gemaakt door GMS als voorbeeld te nemen. De spelomgeving lijkt op de werkomgeving waarin de centralist dagelijks zijn/haar werkzaamheden doet. De examenmodule is bedoeld om centralisten te toetsen. De module bestaat uit een deel voor de centralist en een deel voor de trainer. De centralist wordt geconfronteerd met verschillende scenario’s die afgehandeld moeten worden, terwijl de trainer direct meekijkt. De trainer kan achteraf informatie of gebeurtenissen aan een gespeeld scenario toevoegen. Op deze manier kunnen incidentscenario’s worden gemaakt waarin de individuele leerdoelen van een centralist verwerkt kunnen worden.

Gamify the world In 2012 zijn we in contact gekomen met Flavour. Flavour is een bedrijf dat sinds 2008 bestaat. Een team dat gericht is op speelse interactie. Hun visie is dat mensen sneller leren, beter gemotiveerd zijn, makkelijker iets opnemen en meer betrokken zijn als ze intrinsiek gemotiveerd worden, oftewel als iets leuk is. Flavour maakt games met een doelstelling. Ze zetten spelmechanieken in om mensen te motiveren, om kennis op te nemen en principes te snappen. Hun missie: “Gamify the world”. Hun professionele uitstraling, enthousiasme en kennis prikkelden ons om te onderzoeken of er niet een meldkamerspel ontwikkeld zou kunnen worden dat centralisten ondersteunt bij het proces van uitgifte. En zo geschiedde!! Toepassingen De belangrijkste toepassingen van het spel, dat bestaat uit een trainingsmodule en een examenmodule, zijn: - Opleiden en trainen van centralisten. Nieuwe centralisten in een virtuele omgeving kunnen opleiden en vertrouwd maken met regionale procedures en afspraken met betrekking tot het logistieke uitgifteproces. Tijdens de training kan met het spel geoefend worden. Er kan gekozen worden voor verschillende levels, scenario’s kunnen worden ingevoerd en nagespeeld. - Monitoren van prestaties. Het gaat dan vooral om onderling vergelijken en het benoemen van verbeterpunten, met name gericht op het uniform uitvoeren van procedures en afspraken door alle centralisten. - Medewerkers motiveren. Dit vooral door ze uit te dagen om te oefenen en ze spelenderwijs bekend te maken met (vernieuwde) procedures. - Medewerkers selecteren. Het spel is geschikt om logistieke vaardigheden bij nieuwe medewerkers te testen. Spelenderwijs toetsen Streven is om in dit onderdeel alle benodigde competenties, procedures en handelingen die nodig zijn voor een goede uitgifte aan bod te laten komen. In het spel kunnen centralisten verschillende levels spelen en daarbij beloningen zoals sterren, badges en achievements behalen. Het spel heeft ook

Juni 2014

Groeimogelijkheden Het spel bestaat op dit moment uit een basisversie, maar kan in een later stadium uitgebreid worden met diverse extra modules zoals: opschaling en multidisciplinaire hulpverlening. De opschalingsmodule zal diverse levels bevatten met o.a. schaarstescenario’s, grootschalige ongevallen, GRIP scenario’s en grensoverschrijdende assistentie. Naar verwachting zal het spel in juli van dit jaar gereed zijn voor gebruik. Dan kunnen de uitdagingen beginnen! De MKA van de VGGM hoopt met het introduceren van deze game een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van de competenties van de meldkamercentralist. Interesse? Hebben we uw interesse gewekt? Neem gerust contact met ons op voor een verdere uitleg en demo van dit nieuwe meldkamerspel. Wellicht is “gaming” ook voor uw meldkamer interessant om gewenste kwaliteitsverbeteringen door te voeren. Het spel kan voor elke regio worden aangepast qua kaart en regionale afspraken. Tot zo ver de introductie van Meldkamer Control. GAME OVER! Over de auteur: Piet Hein ten Hacken is Bureauhoofd Meldkamer Ambulancezorg van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden

AMBULANCEZORG 17


Bestuurder Tjerk Hiddes van UMCG Ambulancezorg en Ambulancezorg Fryslân laat zelf zien hoe het werkt: In de nieuwe ambulances van UMCG Ambulancezorg en Ambulancezorg Fryslân is een centraal uitschuifbaar serverrack ingebouwd. Het scheelt veel tijd bij storing en service en levert geen pijnlijke rug en spieren meer op voor de technici.

“Ambulances staan tegenwoordig vaker stil door problemen met de ICT of mobiele verbindingen dan door problemen met de auto zelf.” Dat zegt Harry Meijer, hoofd bedrijfsbureau van UMCG Ambulancezorg / Ambulancezorg Fryslân. Zijn afdeling beheert zo’n vijftig ambulances. “En die ‘downtime’ wilden we naar beneden hebben.”

Uitschuifbaar serverrack in de strijd tegen rugpijn en stilstand ambulances “Er komen steeds meer digitale systemen en mobiele verbindingen op allerlei plaatsen in de ambulance. Een zendertje hier, een uitleesapparaat daar, GPS, CityGis, C2000, verkeerswaarschuwing, een draadloos netwerk voor de monitor, ga maar door. Overal moet een plekje voor gevonden worden. Achter een schot, boven een hemeltje, onder een stoel. En is er iets defect, dan is het voor de ICT-ers of verbindingsmensen zoeken. Vaak in erg ongelukkige lichaamshoudingen. Dat levert dan weer klachten op over pijn in de rug of de spieren,” aldus Harry Meijer. “En dat gezoek kost tijd.” Moederbord Met deze twee gegevens: steeds meer kastjes verspreid over het voertuig

18 AMBULANCEZORG

en de lichamelijke klachten bij het verhelpen van storingen of bij onderhoud, is UMCG Ambulancezorg samen met ambulancebouwer Visser gaan nadenken over een oplossing. Het werd uiteindelijk een centraal, uitschuifbaar serverrack. Het blijkt het ei van Columbus. Een soort uitschuifbaar moederbord tegen het tussenschot van de ambulance waarop alle elektronische apparatuur gemonteerd is. Harry Meijer demonstreert hoe snel het gaat: losklikken, uitschuiven en allerlei apparatuur is direct onder handbereik op een prettige werkhoogte.

de praktijk direct door een reserveapparaat. Onderzoek doen we wel in de technische ruimte in Tynaarlo. Op zo’n manier is een voertuig in een mum van tijd weer beschikbaar en is het voor de mensen die het werk uitvoeren niet meer nodig om soms letterlijk op de kop in een auto te kruipen of zich tussen kastjes door te wringen. Natuurlijk, het kost extra euro’s bij de bouw van het voertuig, maar wanneer ik dat bedrag afzet tegen de tijdwinst bij een storing en de gezondheidswinst die we boeken voor onze mensen, dan is het die extra kosten meer dan waard.”

Winst “Wat ook niet meer hoeft is lang zoeken naar de storing bij een apparaat. Is het defect, dan vervangen we het in

Sdu Uitgevers


De passie van Lex maakt onze ambulances onderscheidend... Kwaliteit, afwerking en duurzaamheid staan bij Visser Leeuwarden op een hoog niveau. Maar ook de gedrevenheid van onze medewerkers maken Visser-ambulances onderscheidend.

“ Ik v i nd h et e e n u i td a g i n g o m een i nte ri e u r i n te b o uwe n , dat h e l e m a a l l d o et a a n d de vo ld e we n s e n d e k l a nt � van de

Bij Visser Leeuwarden werken mannen en vrouwen met passie voor ambulances. Neem nou Lex, interieurbouwer. In zijn vrije tijd ontwerpt Lex graag meubels en interieurelementen. Die hobby kan hij toepassen in zijn dagelijkse praktijk. Hoe ingewikkelder het werk, hoe meer hij geniet. Die passie ziet u terug in elk Visser-product...

www.visser-leeuwarden.nl Edisonstraat 16, 8912 AW Leeuwarden T +31 (0)58 - 213 45 55 F +31 (0)58 - 215 01 57 I info@visser-leeuwarden.nl


Defibrillator Monitor Systems

corPatch CPR - Vertrouw op de ondersteuning van corpuls3 en corPatch CPR

focus-on-patients

Een mensenleven staat op het spel. Een reanimatie vereist uw maximale prestatie. Laat u ondersteunen door corpuls3 en corPatch CPR. • Zeer efficiënte CPR door constante ondersteuning gedurende de gehele casus. • Verbeterde outcome door directe terugkoppeling van compressiediepte en compressiefrequentie. • Zeer flexibel, zowel hard paddles als corPatch disposable therapie-elektroden kunnen toegepast worden. • Evaluatie van de reanimatie middels corView2 voor optimale debriefing.

Corpuls® Nederland BV Chr.Huygensweg 25a 3225 LD Hellevoetsluis Postbus 403 3220 AK Hellevoetsluis

Tel. +31 (0)181 - 390 963 Fax +31 (0)181 - 390 970 E-mail: info@corpuls.nl www.corpuls.nl

Corpuls® Belgium BVBA/SPRL Chemin de Herbiéval 2 6983 La Roche-En-Ardenne Postbus 8 6980 La-Roche-En-Ardenne

Tel. +32 (0)2 - 757 69 05 Fax +32 (0)2 - 757 69 07 E-mail: info@corpuls.be www.corpuls.be

Lid van:


KORT NIEUWS Nieuwe Coördinatievoertuigen GHOR voor de VRU

Nieuwe Rapid Responders voor RAV IJsselland en Ambulance Oost In maart en april jl. hebben Ambulance Oost en RAV IJsselland vier nieuwe Rapid Responders in gebruik genomen. De door Visser Leeuwarden vervaardigde RRA’s zijn gebaseerd op een Volkswagen Sharan. De voertuigen zijn voorzien van een modulair opgebouwd achtercompartiment, waardoor ze eenvoudig aangepast kunnen worden aan een veranderende medische bepakking. Onderin bevindt zich een uitschuifbaar plateau voor het ergonomisch uitnemen van de zwaardere medische materialen. Boven dit plateau is een ladekast gemonteerd voor onder meer een Tablet PC. De aankoop van deze vier voertuigen is een gezamenlijk project tussen RAV IJsselland en Ambulance Oost. De voertuigen zijn in de basis gelijk, maar zijn op detailniveau regiospecifiek ingericht.

Nieuwe serie Visser VF 212 ambulance voor de RAVU

Op 7 mei 2014 heeft de Veiligheidsregio Utrecht haar twee nieuwe Coördinatievoertuigen voor de GHOR in ontvangst genomen bij Visser Leeuwarden. De Coördinatievoertuigen zijn opgebouwd op basis van een Volkswagen Touran. De Touran is voorzien van optische en akoestische signalering conform de wetgeving en wordt aangestuurd met het Visser Minitronic CANBUS bediensysteem. Het achtercompartiment is voorzien van een klantspecifieke driedelige inrichting met in het midden een uitschuifbaar whiteboard. Visser Leeuwarden heeft in de zomer van 2013 een gelijkwaardig voertuig opgebouwd. Deze twee voertuigen zijn een vervolgorder op het eerder geleverde voertuig.

Nieuwe Hornis Silverline ambulances voor Limburg Noord In april en mei 2014 heeft AmbulanceZorg Limburg-Noord drie nieuwe Volkswagen T5 Hornis Silverline ambulances in gebruik genomen. De drie nieuwe ambulances zijn de vervangende voertuigen voor de Mercedes Benz Sprinter Delfis ambulances. AmbulanceZorg Limburg-Noord heeft hierdoor geen Sprinter ambulances meer in haar ALS wagenpark rijden.

In mei heeft de Regionale Ambulance Voorziening Utrecht haar eerste nieuwe Mercedes-Benz VF 212 ALS ambulance uit een serie van negen stuks voor 2014 in ontvangst genomen. De nieuwe ambulances worden vanaf mei tot en met september aan de RAVU afgeleverd. De RAVU vervangt hiermee haar laatste twee Zorgvervoerambulances en zeven stuks Visser Type 4 ALS ambulances uit 2008. Veel van deze voertuigen zijn inmiddels de kilometerstand van 400.000 ruimschoots gepasseerd. Het wagenpark van de RAVU is hierdoor bijna geheel vervangen door de nieuwe Visser VF 212 ambulance. In het eerste kwartaal van 2015 worden de laatste twee Visser Type 4 ambulances vervangen.

Juni 2014

AMBULANCEZORG 21


Oud en nieuw bij Miesen.

Otaris van Visser voor Kennemerland.

Beursverslag

Nederlands geel op Duitse beurs Op de Duitse autosnelwegen waren in de tweede volle week van mei veel dienstauto’s van Nederlandse ambulancediensten te zien. Doel: de 14e editie van de vakbeurs RETTmobil in Fulda, waar zo’n beetje alles te zien is wat met ambulancezorg en geneeskundige hulp bij grote ongevallen en rampen te maken heeft. Daarbij veel voertuigen, waaronder veel Nederlands geel. Tekst en foto’s: Piet Hoving

Trok de eerste RETTmobil in 2001 nog enkele duizenden bezoekers, dit jaar waren het er ruim 25.000. Ook het aantal exposanten is in de loop der jaren fors toegenomen van enkele tientallen tot nu 482 uit 19 landen. Zij presenteerden zich op het 70.000 vierkante meter grote terrein zowel in de 20 hallen als buiten. Met al deze getallen is dit jaarlijkse evenement de grootste in zijn soort in Europa. Nieuw Bij de ambulances overheerste de nog in 2013 gefacelifte Mercedes-Benz Sprinter, die op het gebied van veiligheid, milieu en onderhoud een aantal verbeteringen kent. Voor Nederland toonde WAS een Sprinter voor de RAV Brabant Midden-West-Noord. Visser, die gewoontegetrouw bij partner Ambulanz-Mobile staat, had een Sprinter met Otaris-opbouw van Kennemerland meegebracht. Een primeur op de stand van Ambulanz-Mobile was een verder ontwikkelde Delfis: de Delfis Europa. Onder andere werd in het interieur meer ruimte gecreëerd, terwijl het voertuig op zich iets lager is geworden. Aan de buitenkant valt een nog grotere hoeveelheid en oppervlak aan blauwe LED-verlichting op. Bij de crashtest doorstond het interieur een hogere belasting dan

22 AMBULANCEZORG

in de nu geldende norm vereist is: de Delfis Europa kon bij een frontale aanrijding tot 25 g belast worden, aan de achterkant met 20 g en zijwaarts met 15 g. Bij WAS werden twee nieuwtjes gepresenteerd die voor minder belasting van de bemanning en stress bij de patiënt moeten zorgen. Het WAS Multi-Load Assist systeem trekt de brancard met patiënt geleidelijk en zonder schokken naar binnen. Het is toepasbaar op alle soorten brancards. Het tweede systeem is ontwikkeld voor de containeropbouw van WAS: de WAS Door Assist. Dit zorgt voor een zacht sluiten van de deuren: nadat de deur de sluiting raakt, trekt het systeem de deur zacht en zonder schokken in het slot. Oud én nieuw De Duitse ambulancefabrikanten Binz en Miesen toonden niet alleen hun huidige producten, maar vestigden met behulp van foto’s de aandacht op hun lange geschiedenis. Bij Miesen waren op fotowanden ook oude Nederlandse ambulances te zien en in het echt stond er een Mercedes-Benz 170V ambulance uit de beginjaren vijftig. Een heel verschil met het daarnaast getoonde prototype op de nieuwe Mercedes-Benz E-klasse. Binz had als nieuwtje een nieuwe containerambulance op de MercedesBenz Sprinter: de Rescube, te realiseren in twee verschillende lengtes en zowel op 3,5 als 5 tons chassis.

Sdu Uitgevers


Nissan Navara 4x4 (CTS).

Delfis Europa (Ambulanz-Mobile/Visser).

Naast de vele Mercedes-Benz Sprinters waren als ambulance onder andere de Renault Master, Volkswagen Crafter en Ford Transit Custom te zien. Bijzonder waren de 4x4 ambulances op Volkswagen Amarok van het Finse Tamlans en op Nissan Navara van CTS uit Litouen. Van nog wat verder uit de buurt was de stand van de Samotlor groep uit Rusland, die echter op de eerste dag nog geen van haar ambulances op GAZelle, GAZelle Next met container en Sobol 4x4 kon tonen omdat deze Fulda nog niet bereikt hadden.

soorten diensten hechten aan hun eigen kleuren en ontwerpen. Tevens kan een brandweer- of Rode Kruisambulance er in Duitsland in de ene deelstaat weer anders uitzien als in een andere. In Frankrijk houdt men het redelijk eenvoudig: een ambulance is wit met beperkte blauwe striping, behalve als het een ambulance van de brandweer is: die is rood. Het Finse Profile maakte het wat minder bont met een in een decente donkere kleur gespoten VIP-ambulance. Overigens geldt de variatie aan kleuren ook voor de patiëntenruimtes: van de simpele toepassing van twee neutrale kleuren tot kakelbont en alles wat daar tussenin zit.

Van wit naar zwart Zijn wij in Nederland gewend aan de eenduidige herkenbaarheid van ambulances en andere medische voertuigen, in veel andere landen is sprake van een veelheid aan kleuren en patronen. Dat levert bijvoorbeeld verschillen op tussen regio’s of deelstaten, maar ook binnen regio’s doordat de verschillende

Er zijn ruim 100.000 100 veteranen. In civiel herken je ze niet zo snel. Let daarom op hun veteranenspeld. En vraag eens naar het ‘waarom’ daarvan. VETERANENDAG.NL

Wie het de volgende keer zelf wil gaan bekijken: 6 t/m 8 mei 2015. Niet alleen de beurs maar ook de omgeving is de moeite waard. Meer info: www.rettmobil.org


Afscheid van het hyperventilatiesyndroom In het vakblad Ambulancezorg van april 2014 stond het artikel ’Hyperventilatiesyndroom’, van Nancy Beekink, met een voorstel voor wijziging van het protocol hyperventilatie LPA7.2. Inmiddels is duidelijk dat in LPA8 geen protocol Hyperventilatie meer voorkomt. Pieternel van Exter, MMA bij Ambulance Amsterdam, liet weten dat de inspectie heeft aangegeven dat de diagnose hyperventilatiesyndroom bij Eerste Hulp Geen Vervoer tot calamiteiten geleid heeft. Hyperventilatie als zelfstandig syndroom bestaat niet, maar is altijd onderdeel van een somatische ziekte of van een angst- of paniekstoornis. In deze reactie op het artikel van Beekink licht van Exter de beslissing om het protocol hyperventilatie te schrappen toe en maakt zij duidelijk hoe daarmee om te gaan.

Door: Pieternel van Exter, MMA Ambulance Amsterdam

Primaire hyperventilatie of Hyperventilatiesyndroom (HVS) is een verouderde term voor aanvallen met velerlei lichamelijke klachten. Hierbij was de veronderstelling dat de verkeerde ademhaling een verstoring van het koolzuur-zuurstofevenwicht in het bloed teweegbracht en daarmee rechtstreeks verantwoordelijk was voor alle klachten op zowel somatisch als psychisch gebied. Uit onderzoek in de jaren ‘90 is al gebleken dat hyperventilatie, overademen en verlaging van de CO2-spanning in het bloed niet de klachten verklaren die voorkomen bij patiënten met een hyperventilatie-aanval. Met het verdwijnen van het wetenschappelijk bewijs voor de onderliggende pathogenese van het hyperventilatiesyndroom is de diagnose ‘paniekaanval’ meer naar de voorgrond gekomen. Omdat angstklachten samengaan met veel somatische klachten kan het moeilijk zijn de diagnose paniekaanval te stellen. Andersom kunnen vrijwel alle somatische ziekten angst en paniek veroorzaken. Bij een paniekaanval moet allereerst uitgesloten worden dat een somatische aandoening verantwoordelijk is voor de angstklachten. Angst Angst is een normale reactie op een angstopwekkende prikkel. Angst is een gevoel dat verwijst naar dreigend gevaar en gaat gepaard met lichamelijke verschijnselen door activatie van het autonome zenuwstelsel. Het lichaam wordt daardoor geprepareerd voor een fight or flight reactie, met versnelde hartslag en ademhaling, verhoogde spierspanning, specifieke gedachten zoals ‘ik ga dood’ of ‘er overkomt me iets vreselijks’ en gedragingen, zoals verstijven (freeze) of wegvluchten. ‘Normale’ angst past bij de situatie. Paniekaanval Een paniekaanval is een begrensde periode van intense angst of

24 AMBULANCEZORG

gevoel van onbehagen, waarbij vier [of meer] van de volgende symptomen plotseling ontstaan, die binnen tien minuten een maximum bereiken: 1. Hartkloppingen, bonzend hart of versnelde hartactie. 2. Transpireren 3. Trillen of beven 4. Gevoel van ademnood of verstikking 5. Naar adem snakken 6. Pijn of onaangenaam gevoel op de borst 7. Misselijkheid of buikklachten 8. Gevoel van duizeligheid, onvastheid, licht in het hoofd of flauwte 9. Derealisatie [gevoel van onwerkelijkheid] of depersonalisatie [gevoel los van zichzelf te staan] 10. Angst de zelfbeheersing te verliezen of gek te worden 11. Angst om dood te gaan 12. Paresthesieën [verdoofde of tintelende gevoelens] 13. Opvliegers of koude rillingen Een paniekaanval bereikt binnen tien minuten een hoogtepunt, en neemt daarna geleidelijk in heftigheid af. Soms blijft na een aanval een onbestemd gevoel van gespannenheid bestaan. Een paniekaanval is op zich nog geen angststoornis, maar kan bij verschillende angststoornissen voorkomen. Bij een paniekaanval doen zich dezelfde lichamelijke en psychische symptomen voor als bij een echte panieksituatie. Het verschil is dat er geen aanleiding voor is. Onderzoek In de primary survey zijn de meetwaarden belangrijk. De ademfrequentie moet exact geteld worden. Een verhoogde ademfrequentie met een zuurstofsaturatie minder of gelijk aan 95 moet behandeld worden als respiratoire insufficiëntie met tachypnoe. Aangezien ook een Acuut Coronair Syndroom een paniekaanval kan veroorzaken wordt bij vermoeden van een paniekaanval standaard een 12 afleidingen ECG beoordeeld.

Sdu Uitgevers


Een zorgvuldige anamnese zal erop gericht zijn te beoordelen of de paniekaanval veroorzaakt kan zijn door een somatische aandoening. Vraag naar Aard, Lokalisatie, Tijdsverloop, Invloeden en Samenhang (ALTIS) van de klachten. Denk vooral aan risicofactoren voor een ACS of voor een longembolie. Voorgeschiedenis en medicijngebruik kunnen een aanwijzing geven voor een somatische oorzaak van de aanval. Lichamelijk onderzoek is gericht op de aard van de klachten. Inspectie van ademarbeid en thoraxbewegingen en nauwkeurige auscultatie van de longen kunnen aanwijzingen geven voor de oorzaak van tachypnoe. Bij oudere patiënten (> 65 jaar) is nader onderzoek eerder nodig, omdat bij hen het risico op een somatische aandoening – zoals een ritmestoornis – toeneemt, terwijl het risico van een eerste manifestatie van een angststoornis op latere leeftijd kleiner is. Therapie tijdens de paniekaanval Na het zorgvuldig en rustig onderzoeken van de patiënt zijn de klachten vaak al grotendeels verdwenen. Vertel wat je bevindingen zijn en dat je denkt dat de klachten door de spanning komen. Vraag of de patiënt zich daarin kan vinden. Afleiding kan helpen de klachten te verminderen. Rebreathing is zinloos. Als de klachten niet helemaal weg zijn binnen 15 minuten, dan is controle op Eerste Hulp Afdeling nodig. Bronnen: 1. Hornsveld HK, Garssen B et all.Double-blind placebo-controlled study of the hyperventilation provocation

test and the validity of the hyperventilation syndrome. Lancet 1996 Jul 20;348(9021):154-8

2. C. Bass,hyperventilation syndrome: a chimera? Journal of Psychosomatic Research, Vol. 42, No. 5, pp. 421426. 1997 3. Van Vliet IM, Van Balkom AJLM, Schruers KRJ. Klinische les ‘Hyperventilatiesyndroom’: veelal goed behandelbare paniekstoornis. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1369-72 4. Garssen B, Buikhuisen M, Dyck R van. Hyperventilation and panic attacks. Am J Psychiatry 1996;153:513-8. 5. Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, de DSM-5 6. Hornsveld H, Garssen B, Fiedeldij Dop M, Spiegel P van.Symptom reporting during voluntary hyperventilation and mental load:implications for diagnosing hyperventilation syndrome. J Psychosom Res1990;34:687-97. 7. Hornsveld H, Garssen B. Hyperventilation syndrome: an elegant but scientifically untenable concept. Neth J Med1997;50:13-20. 8. Spinhoven Ph, Onstein EJ, Sterk PJ. Hyperventilatie: geen oorzaak van paniekaanvallen. NedTijdschr Geneeskd 1993;137:2315-8.

Reactie Nancy Beekink, auteur van het artikel ‘Hyperventilatiesyndroom’ in het vakblad Ambulancezorg van april 2014 is blij met deze nieuwe ontwikkeling: “Het onderzoek dat ik in april publiceerde is vorig jaar gestart, waarbij de RAVU een aangepast protocol hyperventilatie heeft gebruikt. De bevindingen en resultaten zijn toen ook met de commissie LPA8 gedeeld. Mijn intentie was om te komen tot een nieuw protocol bij het behandelen van deze patiëntencategorie. Met de implementatie van de nieuwe LPA8 is het protocol Hyperventilatie dus komen te vervallen. Het hyperventilatieprotocol zoals vermeld in mijn artikel is alleen voor het onderzoek gebruikt. Wij waren uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen in LPA8 en hoopte dat een gewijzigd protocol zou ontstaan. Dat dit nu de uitkomst is vind ik prachtig: het onderzoeksprotocol is aanleiding geweest tot verandering en de RAVU conformeert zich daar ook aan.”

9. Van Dyck R. Hyperventilatie: geen oorzaak van paniekaanvallen. Ned TijdschrGeneeskd 1993;137:2295-6. 10. Nederlands Huisartsen Genootschap. NHG- Standaard M62 Angst. 11. E. de Wolf paniekaanval met hyperventileren, InHolland Amsterdam, maart 2013 12. N. Beekink, hyperventilatie-syndroom, vakblad V&VN ambulancezorg, april 2014

Realtime medische data delen De browser-based telemetrie applicatie corpuls.web maakt het voor ambulance hulpverleners mogelijk om realtime medische data te delen vanuit de corpuls3 met specialisten in het ziekenhuis. Op deze manier is het mogelijk belangrijke informatie te delen, zodat men in het ziekenhuis alle noodzakelijke voorbereidingen kan treffen om de patiënt optimaal te ontvangen. Het on-site consulteren van een specialist en de intra-hospitale voorbereiding, helpen tevens om besparingen te kunnen realiseren. Therapeutische adviezen kunnen direct worden gedeeld, zonder verdere vertraging kan dus direct optimale zorg verleend worden.

Juni 2014

KORT NIEUWS

Highlights: • Gebruik van de browser-based applicatie, functioneel op iedere computer met internettoegang • Omvangrijke alarmeringsmogelijkheden • Belangrijk kortere ‘door-to-balloon’ tijden • Besparing van kosten door therapeutische adviezen voor directe behandeling • Live data transmissie (realtime) van alle curven en parameters • Vertonen en delen van patiëntgegevens • Presentatie, analyse en transmissie van het 12 afleidingen ECG in diverse formaten (PDF, SCP en Datamed FT) • Systeem is gecertificeerd als Medical Device

AMBULANCEZORG 25


1990 Isuzu Fargo 4WD kinderambulance in Vientiane, geschonken door een Japanse stichting.

Ambulances in Laos Laos behoort tot de armste landen van Azië. Het is voor een groot deel afhankelijk van ontwikkelingshulp. Al ruim dertig jaar helpen internationale organisaties om de medische voorzieningen in het land te verbeteren, waaronder de ambulancezorg. De auteur van dit artikel, Peter Gutter, werkt sinds juli 2012 in Laos als vrijwilliger voor diverse projecten om de gezondheidszorg in het land te verbeteren. Een van die projecten beoogt de verbetering van de ambulancezorg dat loopt via het Laotiaanse National Institute of Public Health.

Tekst en foto’s: Peter Grutter

Ondanks alle hulp uit het buitenland behoren de ziekenhuizen in Laos nog steeds tot de slechtste ter wereld. Toen de Laotiaanse overheid in 2011 een plan presenteerde om de ambulancediensten te verbeteren, reageerden veel Laotianen dan ook sceptisch. “Het verbeteren van de ambulancezorg in Laos heeft pas zin als eerst de ziekenhuizen verbeterd worden”, volgens een arts in de hoofdstad Vientiane. “Als je de overlevingskans van zieken en gewonden wilt vergroten, kun je ze beter niet naar een Laotiaans ziekenhuis brengen.” Toch heeft de overheid het verbeterplan voor de ambulances nog niet opgegeven. Het organiseren van eerste hulptrainingen en rijopleidingen voor ambulancepersoneel is er een belangrijk onderdeel van.

26 AMBULANCEZORG

Respons- en meldtijd De verbetering van de responstijd van ambulances maakt eveneens deel uit van het plan. Dat klinkt goed, maar in de praktijk is er in Laos nog nauwelijks sprake van een responstijd. Ondanks het feit dat er steeds meer ziekenhuizen beschikken over ambulances, rukken die maar zelden uit. De responstijd is de meld-, uitruk- en aanrijtijd bij elkaar opgeteld, en deze factoren hebben in Laos ieder hun eigen problemen. In een poging de meldtijd te verbeteren had de Laotiaanse overheid al eerder een landelijk alarmnummer (195) voor de ambulance in het leven geroepen. Tot dusver heeft er nog vrijwel niemand iets aan gehad, omdat er geen ambulancediensten of ziekenhuizen op zijn aangesloten. Volgens een Franse diplomaat in Vientiane is dit alarmnummer – net als dat voor de brandweer – slechts een prestige-façade van de Laotiaanse overheid. Wie een

Sdu Uitgevers


Ambulance van het 5 April Hospital op basis van een Kia Bongo II. De opbouw is van de AUTECH Corporation uit Gyeoungju, Zuid-Korea.

ambulance nodig heeft moet dus het telefoonnummer weten van het dichtstbijzijnde ziekenhuis, maar zelfs dan is het nog lang niet zeker dat er ook hulp komt. Uitruktijd en aanrijtijd Wil men de uitruktijd van Laotiaanse ambulances verbeteren, dan komen weer andere problemen om de hoek kijken, zoals gebrek aan getraind personeel, gebrek aan brandstof en de verantwoordelijkheid voor het materieel. Verantwoordelijkheden zijn in de Laotiaanse cultuur zeer rigide geregeld. Bij de provinciale gezondheidsdienst van Savannakhet bijvoorbeeld, was de chef van de technische dienst verantwoordelijk gemaakt voor de ambulance. Uit angst dat er materieel of brandstof uit de ambulance gestolen zou worden, stond dit voertuig achter een hek dat afgesloten was met een hangslot, waar alleen de chef een sleutel van had. Hij woonde ruim 7 kilometer van het ziekenhuis en moest daar telkens op de fiets naartoe komen. Dit kwam de uitruktijd van de ambulance niet bepaald ten goede. Op aandringen van Japanse artsen staat de ambulance sindsdien niet langer achter een afgesloten hek. De wagen is echter leeg, want alle materialen (inclusief de brancard) zijn opgeborgen in een kast in het ziekenhuis. De enige die een sleutel van die kast heeft is de chef. Deze werkwijze is kenmerkend voor Laotiaanse ziekenhuizen. En dan is er nog de aanrijtijd. In de hoofdstad Vientiane zijn de wegen redelijk maar daarbuiten zijn het meestal niet meer dan karrensporen, waar in de regentijd alleen vierwielaangedreven auto’s nog een kans maken om vooruit te komen. Ambulancechauffeurs zijn in Laos over het algemeen niet getraind om met optische en geluidssignalen te rijden, en hun rijvaardigheid laat dikwijls te wensen over. Maar zelfs als de wegen en de rijvaardigheid goed zijn, gaat de aanrijtijd nog vaak de mist in. In Laos is een ambulance bijvoorbeeld geen voorrangsvoertuig als er een militaire colonne of een ere-escorte nadert. Hoge ambtenaren

Juni 2014

worden standaard door de politie geëscorteerd, waardoor het in Vientiane dagelijks wemelt van de ere-escortes. Daarbij wordt al het andere verkeer door de politie tegengehouden, inclusief ambulances, ook al zijn die op weg met optische en geluidssignalen. Verschillende diensten De ambulancezorg is in Laos sterk versnipperd. Er is geen sprake van coördinatie of samenwerking tussen de diverse ambulancediensten. Ieder van de 16 provinciale ziekenhuizen heeft één of meer ambulances, al dan niet in bruikbare staat. Van de kleinere ziekenhuizen in de districten heeft ongeveer een derde deel de beschikking over een ambulance. In de hoofdstad is er het Vientiane Ambulance Center, een gemeentelijke ambulancedienst die los staat van de ziekenhuizen en daar nauwelijks mee communiceert. Deze dienst is niet erg effectief. De politie beschikt over een aantal ambulances via het 5 April Hospital, het politieziekenhuis van Vientiane. Het leger heeft zijn eigen ambulances, die gestationeerd zijn bij de militaire hospitalen. Daarnaast heeft het ministerie van volksgezondheid nog een Ford Transit ambulance voor hoogwaardigheidsbekleders, die paraat staat bij staatsbezoeken en conferenties in Vientiane – dit is de enige ambulance in Laos die een arts aan boord heeft. In 2011 werd door een paar Franse verpleegkundigen het Vientiane Rescue Team (VRT) opgericht. Het VRT heeft één ambulance, die vooral hulp verleent bij verkeersongevallen in en om de hoofdstad. Dit team, dat gesponsord wordt door de Franse EXO Foundation, rukt gemiddeld zo’n 700 keer per jaar uit en werkt samen met diverse ziekenhuizen, waardoor dit verreweg de meest effectieve ambulancedienst is in Laos. Het Laotiaanse Rode Kruis heeft sinds 2012 eveneens een ambulance in Vientiane voor verkeersongevallen. Deze is momenteel alleen overdag oproepbaar, omdat er niet voldoende vrijwilligers zijn om er een 24-uursdienst van te maken.

AMBULANCEZORG 27


Interieur van de Nissan Caravan E24 3000 Super Ambulance uit 1997 van het Mahosot Hospital in Vientiane.

1981 Peugeot J9 VSAB (‘Voiture de Secours d’urgence aux Asphyxiés et Blessés’) met opbouw van Picot. Voorheen in dienst bij een Frans brandweerkorps en thans bij het provinciaal ziekenhuis van Luang Prabang.

Van Tuk-Tuk tot heli In Laos worden vaak tuk-tuks (driewielige motortaxi’s) gebruikt voor het vervoer bij acute ziekte of letsel. Overigens is in Laos, zoals in zoveel ontwikkelingslanden, de kloof tussen arm en rijk zeer groot. De rijken laten zich niet in een tuk-tuk naar een Laotiaans ziekenhuis vervoeren maar bellen een helikopterambulance die ze naar het buurland Thailand brengt waar de medische voorzieningen aanzienlijk beter zijn. Het ziekenhuis van de Thaise stad Udon Thani heeft een helikopter die regelmatig naar Laos vliegt om daar zieken en gewonden op te halen. Sinds 1991 is in Laos de firma Lao Westcoast Helicopter actief, die in geval van nood ook patiënten kan vervoeren. Omdat de piloten van dit bedrijf uit Nieuw-Zeeland en Australië komen, moet elke vlucht een Laotiaanse militaire waarnemer aan boord hebben. Dierenambulance In 2006 werd de eerste dierenambulance in Laos geïntroduceerd door de Franse stichting ElefantAsia. Het is een Ford Ranger 4x4 MVU (Mobile Veterinary Unit), bijgenaamd Jumbo Ambulance, speciaal bedoeld voor hulp aan olifanten. In Laos, dat ooit het Land van een Miljoen Olifanten werd genoemd, zijn nog relatief veel van deze dieren te vinden. De Jumbo Ambulance is nog steeds de enige dierenambulance in heel Laos, en is vooral actief in de provincie Sayabouli. Daarmee is de olifant qua ambulancezorg in deze provincie beter af dan de mens. Voertuigen De eerste ambulances in Laos deden na de Tweede Wereldoorlog hun intrede. Dit waren varianten van de Dodge T214 legerwagen, zoals de WC54 en de WC64. In de jaren ’50 en ’60 kwamen er nog ambulances bij zoals de Dodge M43, Peugeot 403 en de Renault R2065. In 1975 werd Laos een communistische volksrepubliek, die door de Sovjet-Unie werd gesteund. Als gevolg daarvan kwamen er in de jaren ’80 en ’90 veel Oosteuropese ambulances naar Laos, zoals de Latvia RAF-22031 uit de Sovjet-Unie, de Nysa 522S uit Polen en de Barkas B1000 uit Oost-Duitsland. Het Laotiaanse leger heeft nog steeds een aantal Russische UAZ-452A ambulances in dienst. De afgelopen tien jaar zijn veel Oosteuropese ambulances vervangen door Japanse en Zuid-Koreaanse merken. De meeste provinciale ziekenhuizen hebben tegenwoordig de Toyota Hiace of Nissan Caravan als ambulance. Terreinwagens

28 AMBULANCEZORG

Toyota LandCruiser HZJ78 4x4 ambulance uit 2012. Dit type is veel in gebruik bij ziekenhuizen in afgelegen districten, waar de wegen vaak slecht zijn.

zoals de Nissan Patrol, Toyota LandCruiser en Ford Ranger zijn populair bij districtsziekenhuizen. Weinig animo Er is in Laos niet veel animo voor het werken op een ambulance. Volgens dokter Phathakone van het Setthathirath Hospital in Vientiane zijn daar zowel juridische als culturele redenen voor. De Laotiaanse wet stelt medisch personeel vrijwel automatisch aansprakelijk voor de dood van een patiënt die aan hun zorgen is toevertrouwd, ook al staat het overlijden los van de verleende hulp. Dit maakt het personeel huiverig voor het helpen van mensen die zwaar gewond of stervende zijn. Een andere belangrijke reden is het volksgeloof: “Veel Laotianen geloven dat het ongeluk brengt als een vreemdeling sterft in hun huis of auto”, volgens dokter Phathakone. “Dat geldt ook als iemand overlijdt in een ziekenhuis of ambulance. Daarom is personeel zo lastig te vinden.” Wil men de ambulancezorg in Laos verbeteren dan is er niet alleen veel geld nodig maar ook een omslag in het Laotiaanse denken. Dokter Boun Xou uit Savannakhet: “Zoiets is niet gemakkelijk te realiseren. Hoe hier gedacht wordt over thema’s als verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid, ziekte en dood is cultureel bepaald. En een cultuur verander je niet zomaar…”

Sdu Uitgevers


COMPLETE ICT-OPLOSSINGEN VOOR DE RAV

1| AMBU iForms. Het Ambulance EPD op de tablet

2| AMBU Flow. Administratieve workflow en medisch dossier

3| AMBU View. Vooraankondiging en overdracht aan SEH en EHH

4| AMBU Data. Managementinformatie

ENTERPRISE MOBILITY

Hoofdstraat 244 NL-3972 LK Driebergen-Rijsenburg +31 343 44 56 78 navara.nl hans.heising@navara.nl


Auteur Annelijn Meeder is coassistent Geneeskunde, aan de Universiteit Utrecht.

Het ECG in de acute prehospitale setting

Sinds de komst van draagbare ECG-apparatuur in de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt de diagnostische waarde van het elektrocardiogram (ECG) in de acute prehospitale setting steeds groter.1 Het is gebleken dat vroege opsporing van acute cardiale problematiek, met name het myocardinfarct, van groot belang is. Het adagium luidt daarbij ‘Time is muscle’. Immers, wanneer een myocardinfarct sneller behandeld wordt, zal minder schade optreden aan de hartspier met een positief effect op de mortaliteit en morbiditeit. Door: Annelijn Meeder

Tegenwoordig bestaan er mogelijkheden om een patiënt met een vermoedelijk myocardinfarct te behandelen door middel van percutane coronaire interventie (PCI) bij een van de dertig gespecialiseerde centra die Nederland nu telt.2 In het geval van een STelevatie myocardinfarct (STEMI) kan het tijdsinterval tussen aankomst bij het ziekenhuis en PCI, de zogenaamde ‘deur-tot-ballon tijd’, belangrijk worden verkort als er nog vóór de patiënt in het ziekenhuis komt, een catheterisatie team wordt gemobiliseerd. Directe verwijzing naar een van de PCI centra, zonder tussenstop

op een SEH of een dichterbij gelegen niet-interventieziekenhuis, is hierbij essentieel.3 Kwetsbaar Voor de communicatie vanuit de prehospitale setting met het interventiecentrum kan gebruik worden gemaakt van draagbare ECG-zendapparatuur. Tegenwoordig bieden alle in Nederland gangbare typen monitor-defibrillator een verzendoptie. Een dienstdoende cardioloog of een gespecialiseerde verpleegkundige kan het ECG beoordelen en vervolgens beslissen of er een indicatie bestaat voor een primaire PCI.4 Om dit te bewerkstelli-

Ritme op monitor defibrilator

30 AMBULANCEZORG

Sdu Uitgevers


gen moet er een goede communicatielijn zijn met een ziekenhuis en altijd een ECG-beoordelaar paraat staan. Dit is een kwetsbare situatie. De vraag luidt of paramedisch ambulancepersoneel in de acute prehospitale setting in staat is, zonder hulp van een ECG-beoordeling in het ziekenhuis, tot het juist stellen van de diagnose ‘acuut myocardinfarct’ aan de hand van een ECG.

Onderzoeksvraag

Wat is de nauwkeurigheid van het identificeren van een STEMI door ambulancepersoneel in de acute prehospitale setting? Methode Met behulp van zoeksysteem PubMed is gezocht naar studies die rapporteren over de nauwkeurigheid van beoordeling van ECG’s door paramedics in de acute prehospitale setting. De zoekstrategie is als volgt gedefinieerd: accuracy + prehospital electrocardiogram + paramedics. Hierbij is de zoekopdracht gelimiteerd tot Engelse en Nederlandse artikelen. De zoekopdracht leverde 13 treffers op. Na screening zijn 5 relevante artikelen geselecteerd. Deze artikelen zijn geanalyseerd en verwerkt tot een korte literatuurstudie. Resultaten Een Britse studie uit 2002 evalueerde de nauwkeurigheid betreffende het herkennen van ST elevatie op prehospitale ECG’s door paramedics. Zeven paramedics werden gevraagd 100 prehospitale ECG’s te beoordelen in 100 minuten, twaalf maanden nadat ze een tweedaagse cursus hadden gehad. De studie rapporteerde een mediane nauwkeurigheid van 95% (95% CI 88-98%), een specificiteit van 91% (95% CI 53-100%), een sensitiviteit van 97% (95% CI 94-99%), een negatief voorspellende waarde van 77% (95% CI 62-92%) en een positief voorspellende waarde van 99% (95% CI 92-100%). Geconcludeerd werd dat Britse paramedics een hoge nauwkeurigheid behaalden in het beoordelen van prehospitale ECG’s en dat transmissie voor beoordeling door een arts niet van toegevoegde waarde zou zijn.8 Een studie van Le May et al. uit 2006 rapporteerde tevens over de nauwkeurigheid van paramedics wat betreft het identificeren van STEMI in de prehospitale setting, zonder tussenkomst van artsen of transmissie van ECG’s naar een ziekenhuis. Uit de resultaten bleek een sensitiviteit van 95% (CI 86%–99%), een specificiteit van 96% (95% CI 94%–98%), een positief voorspellende waarde van 82% (95% CI 71%–90%) en een negatief voorspellende waarde van 99% (95% CI 97%–100%). De onderzoekers concludeerden dat paramedics met adequate scholing goed in staat zijn om de diagnose STEMI te stellen aan de hand van prehospitale ECG’s.9 Een Amerikaanse studie uit 2009 onderzocht de nauwkeurigheid van STEMI-identificatie op een prehospitale ECG door paramedici. Een steekproef van 103 paramedics werd gevraagd om vijf op-papier-gebaseerde scenario’s van pijn op de borst, aangevuld met een prehospitale ECG, te beoordelen. Deze vijf scenario’s omvatten drie STEMI cases waarbij mobilisatie van het catheterisatie team geïndiceerd is en twee non-STEMI cases. Wat betreft het correct identificeren van STEMI werd er een sensitiviteit van 92% (95%CI 88.9-95.1) en een specificiteit van 85.4% (79.7-89.8) gerapporteerd. Vals-positieve mobilisatie van het catheterisatie team kwam voor bij 8.1% (5.4-12.0). In 94.1% van de gevallen van

Juni 2014

Defibrilator

de STEMI cases werd de correcte diagnose gesteld, waarbij 91.0% terecht het catheterisatie team in huis zou halen. Bij de nonSTEMI cases werd er bij 14.9% een onjuiste diagnose gesteld en bij 12.0% zou onterecht het catheterisatie team gemobiliseerd worden. Er werd geconcludeerd dat er sprake is van een hoge graad van accuraatheid bij identificeren van STEMI door paramedics in de acute prehospitale setting.5 Een Canadese studie van Ducas et al. uit 2012 onderzocht de voorspellende waarde van prehospitale ECG’s beoordeeld door paramedici bij patiënten met pijn op de borst. Er werden 380 prehospitale ECG’s geëvalueerd waarbij volgens de paramedici in de acute setting sprake was STEMI. Daarnaast werden 323 ECG’s beoordeeld waar volgens de paramedics geen sprake was van een STEMI. Resultaten lieten een sensitiviteit en specificiteit voor correcte STEMI-identificatie van respectievelijk 99.6% en 67.6% zien. De positief en negatief voorspellende waarden werden gesteld op 59.5% en 99.7%.7 Een beschrijvende cohort studie uit 2013 onderzocht de accuraatheid van het herkennen van STEMI door paramedics in de prehospitale setting. Onder 472 paramedics werden vragenlijsten afgenomen waarbij er gevraagd werd naar scholing, ervaring en zelfvertrouwen wat betreft het beoordelen van ECG’s. Daarbij werden tien ECG’s voorgelegd ter beoordeling. Hiervan lieten drie ECG’s een STEMI zien (inferior, anterior en lateraal), twee lieten normale resultaten zien en vijf ECG’s vertoonden andere afwijkingen, namelijk linker ventrikel hypertrofie, ventriculaire pacing, linker en rechter bundeltakblok en supraventriculaire tachycardie. 39% van de paramedics wist alle drie de ECG’s met STEMI te herkennen. De sensitiviteit en specificiteit van het correct identificeren van een STEMI werd gesteld op respectievelijk 75% en 53%. Slechts 3% wist op alle tien ECG’s de juiste afwijkingen te benoemen. Er bleek geen correlatie te bestaan tussen scholing, ervaring of zelfvertrouwen en het correct identificeren van afwijkingen op een ECG. In tegenstelling tot eerdere onderzoeken werd in deze studie geconcludeerd dat er niet volledig mag worden afgegaan op de interpretatie van ECG’s door paramedics in de acute prehospitale setting. Tussenkomst van een arts of gespecialiseerd verpleegkundige zou gewenst zijn.6 Discussie Vroege infarctdiagnostiek is van groot belang voor de prognose van STEMI-patiënten. Op basis van de gevonden literatuur kan worden gesteld dat paramedics en ambulancepersoneel over het algemeen goed in staat zijn STEMI op een prehospitale ECG te identificeren. De besproken studies rapporteren een hoge sen-

AMBULANCEZORG 31


Ritmestrook laat een acuut STEMI zien.

sitiviteit van 75-99.5%. Vier van de vijf besproken onderzoeken concludeerden dat paramedisch ambulancepersoneel zelfstandig een correcte diagnose kunnen stellen op prehospitale ECG’s.5,7-9 Uitzondering hierop was een recente studie uit 2013 welke tot de conclusie kwam dat er niet kan worden vertrouwd op de beoordeling van prehospitale ECG’s door paramedics. Zij adviseerden ECG transmissie naar een PCI centrum ter beoordeling en diagnose stelling bij alle patiënten met pijn op de borst klachten. Dit ter voorkoming van vals-positieve mobilisatie of gemiste mobilisatie van het catheterisatie team.6

lancepersoneel. Gezien het feit dat het gaat om buitenlandse onderzoeken, kunnen er geen uitspraken worden gedaan over de Nederlandse situatie. Dit behoeft verder onderzoek. Over de auteur: A.M. Meeder is co-assistent Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht. Deze literatuurstudie is geschreven in het kader van het coschap Sociale Geneeskunde, gedurende het 5e jaar van de studie Geneeskunde. Literatuur 1 Davis MT, Dukelow A, McLeod S, Rodriguez S, Lewell M. The utility of pre-

Om de onderzoeksvraag naar de nauwkeurigheid van het beoordelen van prehospitale ECG’s door paramedics en ambulancepersoneel te kunnen beantwoorden is er gekeken naar verschillende artikelen. Deze studies hebben met name de nauwkeurigheid van het identificeren van STEMI op prehospitale ECG’s onderzocht en in mindere mate gekeken naar andere mogelijke ECG afwijkingen. Daar kunnen dan ook geen uitspraken over worden gedaan. Bij de onderzoekingen is ook geen rekening gehouden met het feit dat in de preklinische setting de diagnose acuut myocard infarct gebaseerd is op een trias van anamnese, lichamelijk onderzoek, en ECG.

hospital electocardiogram. CJEM. 2011 Nov;13(6):372-7. 2 Croonen H. Dotterkwaliteit lastig te vergelijken. Medisch Contact. 2014; 13: 639-641. 3 Morrison LJ, Brooks S, Sawadsky B, et al. Prehospital 12-lead electrocardiogram impact on acute myocardial infarction treatment times and mortality: a systematic review. Acad Emerg Med. 2006; 13:84-9. 4 Adams R1, Appelman Y, Bronzwaer JG, Slagboom T, Amoroso G, van Exter P, Tijssen GP, de Winter RJ. Implementation of a prehospital triage system for patients with chest pain and logistics for primary percutaneous coronary intervention in the region of Amsterdam, the Netherlands. Am J Cardiol. 2010 Oct 1;106(7):931-5. 5 Le May MR, Dionne R, Maloney J, Trickett J, Watpool I, Ruest M, Stiell I,

Een tekortkoming van de verschillende studies is het feit dat de onderzoeksgroep van de studies niet groot zijn, variërend van n=7 tot n=472. Hierdoor moet men voorzichtig zijn met het generaliseren van de bevindingen naar de onderzoekspopulatie van paramedisch ambulancepersoneel.

Ryan S, Davies RF. Diagnostic performance and potential clinical impact of advanced care paramedic interpretation of ST-segment elevation myocardial infarction in the field. CJEM. 2006 Nov;8(6):401-7. 6 Whitbread M, Leah V, Bell T, Coats TJ. Recognition of ST elevation by paramedics. Emerg Med J. 2002 Jan;19(1):66-7. 7 Trivedi K, Schuur JD, Cone DC. Can paramedics read ST-segment elevation

Een laatste kanttekening die moet worden geplaatst, is dat de besproken onderzoeken allen in het buitenland zijn uitgevoerd. In andere landen bestaat er veelal een ander systeem van opleiding en medische achtergrond van ambulancepersoneel. Men moet zich daarom afvragen of de bevindingen van deze studies ook in Nederland toepasbaar zijn. Om hier verdere uitspraken over te kunnen doen, zou onderzoek uitgevoerd moeten worden onder Nederlandse ambulancemedewerkers.

myocardial infarction on prehospital 12-lead electrocardiograms? Prehosp Emerg Care. 2009; 13:207-14. 8 Ducas RA, Wassef AW, Jassal DS, Weldon E, Schmidt C, Grierson R, Tam JW. To transmit or not to transmit: how good are emergency medical personnel in detecting STEMI in patients with chest pain? Can J Cardiol. 2012 JulAug;28(4):432-7. 9 Mencl F, Wilber S, Frey J, Zalewski J, Maiers JF, Bhalla MC. Paramedic ability to recognize ST-segment elevation myocardial infarction on prehospital electrocardiograms. Prehosp Emerg Care. 2013 Apr-Jun;17(2):203-10.

Conclusie Op basis van de bestudeerde literatuur kan er worden gesteld dat er een hoge mate van nauwkeurigheid bestaat in het identificeren van STEMI op prehospitale ECG’s door paramedisch ambu-

32 AMBULANCEZORG

Sdu Uitgevers


KORT NIEUWS

Subsidie VCHV 2015 De stichting VCHV (Vereniging Hoofdverpleegkundigen) stelt voor 2015 een subsidie van in totaal maximaal 5000 euro beschikbaar voor activiteiten binnen de ambulancezorg in de ruimste zin van het woord. Daarbij kan het gaan om onderzoek, studies, bijeenkomsten, PR activiteiten en dergelijke. De subsidieregeling is in overeenstemming met de nieuwe doelstelling van de stichting, die is ontstaan vanuit de voormalige vereniging van hoofdverpleegkundigen. De VCHV organiseerde tot en met 2010 het tweejaarlijkse ambulancesymposium en de beurs ambulancehulpverlening. Zoals bekend heeft de huidige beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg zich aangesloten bij het jaarlijks congres en beurs van Venticare in Utrecht. Criteria De aanvraag voor subsidie dient te voldoen aan de volgende criteria: 1. De aanvraag voor subsidie moet een concreet project betreffen dat de ontwikkeling en kwaliteit van de ambulancezorg in Nederland in de ruimste zin van het woord ondersteunt. 2. De aanvrager kan een natuurlijk of rechtspersoon zijn. Lopende projecten worden niet gesubsidieerd. 3. Er wordt geen bijdrage verstrekt voor de exploitatie van een organisatie.

4. Per kalenderjaar is er maximaal € 5.000 beschikbaar. 5. De bijdrage aan een onderzoek, studie of symposium kan worden verstrekt als elders geen subsidie kan worden verkregen. 6. De subsidie bedraagt maximaal 25% van de kosten per jaar, met een maximum van € 5.000,--. 7. Het bestuur kan hiervan afwijken. Van het toegekende bedrag wordt maximaal 50% als voorschot beschikbaar gesteld. Het resterende bedrag wordt overgemaakt na inhoudelijke en financiële verantwoording van het project. 8. Het bestuur van de stichting beslist over de toekenning. Over het besluit wordt niet gecorrespondeerd. 9. Aanvragen worden voor 1 september ingediend voor een project dat plaatsvindt in het daarop volgende kalenderjaar. Het bestuur kan hiervan afwijken bij een urgente aanvraag. 10. Het bestuur neemt voor 1 november een besluit. 11. De aanvraag bevat minimaal de volgende gegevens: Naam; adres; telefoonnummer; projectomschrijving; financieel dekkingsplan; vermelding van andere subsidieaanvragen. Een rechtspersoon vermeldt het inschrijfnummer van de KvK. De aanvraag wordt schriftelijk ingediend bij de stichting VCHV t.a.v. Dhr. A.M. Alblas, (secretaris), H.v.d.Brulestraat 139, 3065 PG Rotterdam. Zie ook www.vchv.nl

SLUIPEND GEVAAR (CO) Een koolstofmonoxidevergiftiging komt vaak voor. En er bestaat niet alleen gevaar voor het slachtoffer. Ook hulpverleners komen bloot te staan aan het ‘sluipende gevaar.’ En zonder het te weten. Koolstofmonoxide is immers giftig, kleurloos en reukloos. Onze draagbare gasdetectoren zijn modern, klein, lichtgewicht, eenvoudig in gebruik en goedkoop in aanschaf en onderhoud. Laat je niet verrassen! Meer informatie? Bel 0412 69 55 55 of kijk op www.vtn.nl

T +31 (0)412 69 55 55

*

E INFO@VTN.NL

*

WWW.VTN.NL


CPAP in de ambulancezorg

Melek Hüyük

ARF (acuut respiratoir falen) is een vaak voorkomend probleem bij de spoedeisende medische zorg en was in 13% van de gevallen de oorzaak voor een noodoproep in de VS(1). ARF kan door verschillende aandoeningen veroorzaakt worden zoals hartfalen of COPD. In het ziekenhuis en op de intensive care wordt non invasieve ventilatie door middel van CPAP (continous positive airway pressure) vaak gebruikt voor deze patiënten (2). Volgens het nieuwe landelijke protocol (LPA8), is de eerste keuze behandeling van een insufficiënte ademhaling toediening van zuurstof via verschillende toedieningswegen, op geleide van de saturatie (3). Bij onvoldoende reactie wordt aanbevolen om, afhankelijk van de onderliggende oorzaak, over te gaan op CPAP en als dit laatste ontoereikend is wordt overgegaan op beademing. Het is tot op heden in geval van ARF nog niet helemaal uitgekristalliseerd bij welke onderliggende aandoeningen CPAP zorgt voor betere uitkomsten. Ook is het niet helemaal duidelijk of prehospitale toediening effect heeft. De ervaringen zijn dat het wel verbeterde saturaties en verminderde ademhalingsarbeid geeft, al is de instructie soms lastig en accepteert niet iedereen meteen het nauwsluitende masker. In het nieuwe landelijke protocol wordt CPAP bij astma cardiale en exacerbatie COPD/astma bronchiale aanbevolen (3). In dit artikel zal kort geëvalueerd worden bij welke onderliggende aandoeningen CPAP gebruikt kan worden en wat het effect daarvan is op de korte en lange termijn.

Door: Melek Hüyük

Onderzoeksvraag

Wat zegt de recente medische literatuur over de effecten van het prehospitaal gebruik van CPAP bij mensen met acuut respiratoir falen?

34 AMBULANCEZORG

Methode In april 2014 werd in pubmed en cochrane gezocht met de volgende zoekterm: “ ((cpap) OR (continuous positive airway pressure)) AND ((acute respiratory failure) OR (hypercapnic respiratory failure) OR (hypoxemic respiratory failure) OR (prehospital)).” Dit leverde 534 resultaten op. Na selectie o.b.v. titel en abstract werden elf artikelen geselecteerd. Na analyse van inhoud kwamen vijf artikelen het meest met de onderzoeksvraag overeen. Drie betroffen praktijkonderzoeken, twee waren reviews. De gevonden artikelen worden hier kort besproken.

Sdu Uitgevers


Resultaten De belangrijkste resultaten van alle studies in dit artikel zijn samengevat in tabel 1. Eerste studie De eerste studie van Thompson et al. is een gerandomiseerde niet geblindeerde gecontroleerde trial uit 2008 (4). In deze Canadese studie zijn in totaal 71 patiënten boven de 16 jaar met acuut respiratoir falen geïncludeerd die prehospitaal in de ambulance door paramedics gerandomiseerd zijn in twee groepen. De oorzaak van respiratoir falen werd benoemd als astma, COPD of hartfalen en werd gebaseerd op de indruk van paramedics. De eerste groep kreeg CPAP met standaardmedicatie en de andere groep werd met standaard therapie volgens hun protocol behandeld. Dit kon bestaan uit zuurstof via neusbril of non-rebreathing masker met zonodig furosemide of vernevelingen met ipratropium of salbutamol. Als primaire uitkomst werd er gekeken naar prehospitale intubatie. Als secundaire uitkomst werd er gekeken naar het aantal opgenomen dagen op IC of op de afdeling en mortaliteit. Uit de resultaten bleek dat het aantal intubaties in de CPAP groep significant lager was in vergelijking met de standaard therapie groep, 20% resp. 50%, ook de mortaliteit in de CPAP groep was significant lager, 14,3% resp. 35,3%. Er was geen significant verschil in aantal opgenomen dagen in beide groepen. Thompson en de zijnen concludeerden dat het prehospitaal gebruik van de CPAP het aantal intubaties en daarmee de nadelige gevolgen daarvan en de mortaliteit t.g.v. respiratoir falen vermindert.

Juni 2014

Tweede studie De tweede studie van Aguilar et al. is een retrospectieve cohort studie uit VS uit 2012 (5). In deze studie waren in totaal 410 patiënten geïncludeerd. Voor inclusie moest iemand ouder zijn dan 15 jaar, bekend zijn met astma, COPD, hartfalen, gebruik maken van de hulpademhalingsspieren en een ademhalingsfrequentie boven de 25/min of een saturatie onder de 94% hebben. Patiënten met CPAP en standaardtherapie werd vergeleken met alleen standaardtherapie volgens het protocol op dat moment. Als primaire uitkomstmaat werd gekeken naar directe fysiologische verbeteringen van de patiënt (ademhalingsfrequentie en hartfrequentie). Als secundaire uitkomstmaat werd er gekeken naar prehospitale intubatie, aantal opgenomen dagen en mortaliteit. De conclusie was dat de directe fysiologische effecten met standaardtherapie alleen, significant beter waren dan bij gebruik van de CPAP in combinatie met standaardtherapie. Er werden geen significante verschillen gezien in prehospitale intubatie, aantal opgenomen dagen en mortaliteit. Wel zag men in de groep patiënten, waarbij CPAP in het ziekenhuis werd voortgezet, dat er significant minder intubaties (19% resp. 28%) en kortere opnames (mediaan 2 resp. 3,5 dagen) nodig waren in vergelijking met patiënten, waarbij CPAP bij aankomst in het ziekenhuis gestaakt werd (40% van de initiële CPAP’s werden niet gecontinueerd). Derde studie De derde studie, een Canadese studie van Cheskes et al. is een observationele studie uit 2013 (6). Patiënten werden 12 maanden voor de invoering van de CPAP in de standaard protocol voor ambulances en 12 maanden na de invoering geobserveerd. De

AMBULANCEZORG 35


inclusiecriteria waren een leeftijd boven de 12 jaar, GCS boven de 11, ademhalingsfrequentie boven de 24, systolische bloeddruk boven de 90, saturatie onder de 90% en afwijkende tonen bij auscultatie van de longen zoals piepen. Patiënten werden o.b.v. deze criteria ingedeeld in groepen naar oorzaak van falen als cardiaal, respiratoir, CVA/TIA, hypertensie en diabetes. In totaal werden 442 patiënten geobserveerd. Als uitkomstmaat werd er gekeken naar mortaliteit in het ziekenhuis en aantal intubaties in het ziekenhuis in beide groepen. Er werden geen significante verschillen gevonden in het aantal intubaties in het ziekenhuis in de groep met CPAP of zonder CPAP (12,7% resp. 14,5%). Ook de mortaliteit was niet significant verschillend (7,5% resp. 7,9%). Wel was er iets meer mortaliteit in de CPAP groep bij patiënten met COPD of hartfalen als oorzaak van respiratoir falen, maar dit was ook niet significant verschillend (2,2% resp. 5,9%). De conclusie was dat de invoering van prehospitale CPAP voor acuut respiratoir falen geen effect heeft op de mortaliteit en aantal intubaties in het ziekenhuis. Vierde studie De vierde studie van Berg et al. is een review uit 2012(7). In deze review werd per oorzaak van acuut respiratoir falen gekeken wat de effecten van CPAP waren. De conclusie van dit onderzoek was dat de meeste evidence bestaat voor gunstige effecten bij acute exacerbaties van COPD. Zowel de mortaliteit als het aantal intubaties en het aantal opnamedagen gaan omlaag bij gebruik van CPAP. Ook bij astma cardiale worden minder intubaties en minder mortaliteit gezien als CPAP gebruikt wordt. De conclusie bij alle andere oorzaken van acuut respiratoir falen was dat het effect controversieel was. Deels kwam dit omdat er weinig trials en onderzoeken zijn gedaan, maar ook omdat de CPAP veel vaker faalde. Bij astma bronchiale was de conclusie dat er minder intubaties en minder opnames nodig waren, maar de evidence is beperkt door weinig studies. Bij hypoxemisch respiratoir falen

36 AMBULANCEZORG

(ARDS) luidde de conclusie dat door de CPAP mogelijk minder intubaties nodig waren, maar de evidence hiervoor was zeer tegenstrijdig en onduidelijk. Naast de effecten van CPAP per oorzaak van ARF werd in deze review ook gekeken naar of de timing ook uitmaakt. Uit drie studies werd geconcludeerd dat wanneer CPAP eerder wordt gestart de patiënten (COPD en astma cardiale) sneller stabiliseren, minder vaak geïntubeerd worden en minder vaak opgenomen worden op de IC. Vijfde studie De vijfde studie van Hess is een review uit 2013(8). Ook in deze studie werd per oorzaak van acuut respiratoir falen aangegeven wat de effecten van CPAP in de acute setting waren. Er zijn verschillende studies met verschillende levels of evidence geïncludeerd, waaronder trials. De conclusie luidde dat bij COPD en astma cardiale de effecten het meest gunstig en ook het meest onderzocht zijn. Bij COPD zorgde CPAP voor minder intubaties (RR 0,41 95% CI 0,33-0,53) met een NNT van 4 en voor minder mortaliteit (RR 0,52 95%CI 0,35-0,76) met een NNT van 10. Daarnaast werd geconcludeerd dat het gebruik van CPAP bij COPD voor meer opnames zorgde, maar dat de gemiddelde opnameduur korter was, vergeleken met patiënten die zonder CPAP werden behandeld. Bij alle andere oorzaken van acuut respiratoir falen werden de uitkomsten samengevat als controversieel. Naar acute astma bronchiale aanvallen zijn weinig onderzoeken gedaan over de effecten van de CPAP. Uit de kleinere studies bleek wel dat de longfuncties sneller vooruitgingen met de CPAP en dat patiënten hierdoor minder vaak werden opgenomen. Er is weinig bekend over de effecten op de lange termijn zoals op de mortaliteit, omdat dit niet voorkwam in de studies. De effecten van CPAP op community aquired pneumonie is alleen in ziekenhuissetting onderzocht. Uit die studies komt naar voren dat CPAP therapie vaak faalt bij deze patiënten. Het kli-

Sdu Uitgevers


nisch beeld ging soms in wel de helft van de gevallen achteruit en men zag ook verslechtering op de thoraxfoto’s. Ook bij patiënten met ARDS is het faalpercentage van de CPAP hoog en wordt zelfs in geval van klinische tekenen van shock en hypoxemie ontraden, omdat dit in de onderzochte studies hogere mortaliteitspercentages liet zien. Oorzaak ARF

Voordelen

Nadelen

Excacerbatie COPD

minder intubaties minder mortaliteit kortere opnameduur

Soms meer opnames

Astma cardiale

minder intubaties minder mortaliteit

Astma bronchiale

sneller verbetering longfunctie minder opnames

Weinig bekend over effecten op lange termijn en mortaliteit

Pneumonie

Weinig bekend

Veel therapiefalen

ARDS

Sommige studies minder intubaties en minder complicaties

Sommige studies ontraden i.v.m. hogere mortaliteit in geval van tekenen van hypoxemie en shock

Tabel 1: Overzicht van de belangrijkste voor- en nadelen van CPAP per oorzaak van ARF

Discussie In deze korte literatuurstudie zijn de effecten van CPAP in de prehospitale setting op acuut respiratoir falen bij verschillenden oorzaken geëvalueerd. Geen van de bovenstaande studies hebben dezelfde onderzoeksvraag als in deze literatuurstudie. Drie studies concluderen dat het gebruik van de CPAP in de acute fase zorgt voor minder intubaties en minder mortaliteit. Twee studies concluderen dat de opnameduur verkort wordt. De directe effecten zijn alleen in één studie meegenomen en die concludeert dat deze juist slechter zijn bij gebruik van CPAP. De eerste drie studies zijn in de prehospitale setting verricht, waarbij ook astma cardiale patiënten zijn meegenomen in de studiepopulatie. Wat opvalt, is dat het in die setting moeilijk is om patiënten met astma cardiale te onderscheiden van alle andere oorzaken, omdat er minder middelen beschikbaar zijn zoals een X-thorax of bloedonderzoek. De eerste studie van Thomson et al. is een trial die de situatie in Nederland het dichtst benadert, omdat deze volledig door paramedics is uitgevoerd. Er zijn een aantal methodologische tekortkomingen aan deze studie. De studiepopulatie is klein en er is niet geblindeerd zodat de auteurs bias niet kunnen uitsluiten. Daarnaast was het niet duidelijk o.b.v. welke criteria patiënten preklinisch geïntubeerd werden. Ook de andere studies hebben een aantal tekortkomingen. In de tweede studie valt op dat de controlegroep die geen CPAP heeft ontvangen een factor twee vaker een medicament (bronchodilator, furosemide e.d.) werd gebruikt t.o.v. de CPAP groep. De CPAP cohort kreeg in vergelijking met de controlegroep een onderbehandeling. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat er geen verschil tussen de CPAP cohort en de controlegroep zat. De tekortkoming van de derde studie is de observationele opzet, hierdoor is het moeilijker om hier evidence based conclusies aan te verbinden. De laatste twee studies zijn reviews die het gebruik van de CPAP in acuut respiratoir falen evalueren. In deze studies zijn meerdere studies van verschillende level of evidence opgenomen die vooral uitgaan van de acute situatie in een klinische setting (dus niet een prehospitale setting).

Juni 2014

Op basis van de huidige literatuur lijkt het gebruik van de CPAP als non-invasieve behandeling vooral bij COPD exacerbaties en astma cardiale als oorzaak van respiratoir falen een gunstig en evidence based effect te hebben op het aantal intubaties, mortaliteit en opnameduur. Bij alle andere oorzaken van acuut respiratoir falen zijn nog veel verschillende uitkomsten tussen verschillende studies en deze oorzaken zijn ook minder goed onderzocht met trials. Wel komt uit één review naar voren dat snel starten van CPAP mogelijk het aantal intubaties vermindert en dat minder IC opnames bij patiënten nodig zijn. Dit zou een reden kunnen zijn prehospitaal te starten met CPAP. Echter het effect van prehospitaal gebruik van CPAP is, omdat de onderliggende oorzaak niet altijd duidelijk is, moeizaam en heeft hierdoor mogelijk een hoger kans voor falen. Wat vaak herhaald wordt is dat er uitgekeken moet worden als men de CPAP gebruikt, omdat hierdoor een delay voor intubatie kan ontstaan voor iemand die intubatie nodig heeft. Conclusie Op basis van de huidige literatuur is het gebruik van CPAP het meest gunstig bij COPD, astma cardiale en mogelijk astma bronchiale. Bij alle andere oorzaken van acuut respiratoir falen is het gebruik van CPAP weinig onderzocht en soms controversieel. Er zou meer onderzoek gedaan moeten worden om te zien wat de effecten van CPAP zijn. Over de auteur: Melek Hüyük is 5e jaars student aan faculteit geneeskunde van de Universiteit van Utrecht. In het kader van een stage bij de RAV Hollands Midden deed zij literatuuronderzoek naar het gebruik van CPAP in de ambulancezorg. Literatuur 1) Ronald FM, Herbert GG, Daniel WS et al. Emergency Medical Services Outcomes Project I (EMSOPI): prioritizing conditions for outcomes research. Annals of Emergency Medicine 1999;33:423–32. 2) Williams TA, Finn J, Perkins GD et al. Prehospital Continuous Positive Airway Pressure for Acute Respiratory Failure: A Systematic Review and Meta-Analysis. Prehospital Emergency Care 2013;17(2):261-73. 3) Landelijk Protocol Ambulancezorg 8.0. Conceptversie 02-2014. Breathing. 2014;1;17,29,49. 4) Thompson J, Petrie DA, Ackroyd-Stolarz S et al. Out-of-Hospital Continuous Positive Airway Pressure Ventilation Versus Usual Care in Acute Respiratory Failure: A Randomized Controlled Trial. Annals of Emergency Medicine. 2008;52(3):242-3. 5) Aguilar SA, Lee J, Castillo E et al. Assessment of the addition of prehospital continuous positive airway pressure (CPAP) to an urban emergency medical services (EMS) system in persons with severe respiratory distress. The Journal of Emergency Medicine 2013;45(2):210-9. 6) Cheskes S, Turner L, Thomsom S et al. The impact of prehospital continuous positive airway pressure on the rate of intubation and mortality from acute out-of-hospital respiratory emergencies. Prehospital Emergency Care 2013;17(4):435-41. 7) Berg KM, Clardy P, Donnino MW. Noninvasive ventilation for acute respiratory failure: a review of the literature and current guidelines. Internal and Emergency Medicine 2012;7(6):539-45. 8) Hess DR. Noninvasive ventilation for acute respiratory failure. Respiratory Care 2013;58(6):950-72.

AMBULANCEZORG 37


Deze zomer vindt op 16 juli de negende editie plaats van het hulpverleningsevenement Rescue Vlissingen. Dit multidisciplinaire evenement is uniek in zijn soort: vrijwel ieder type hulpverlening, op het water, het land of vanuit de lucht wordt middels demonstraties of staticshows aan het publiek getoond.

Rescue Vlissingen

Meer dan 75.000 bezoekers verwacht bij Rescue Vlissingen op 16 juli. Foto: Ruben Oreel

De traumahelikopter trekt altijd veel bekijks. Foto: Ruben Oreel

Jong geleerd…

Auteurs: Jeroen de Smit en Maarten Janssens

de meer dan twintig vrijwilligers die vanuit diverse werkgroepen hard werken om iedere editie tot een groot succes te maken. Deze werkgroepleden hebben allemaal hun eigen expertise, en zijn meestal zelf werkzaam in of verbonden aan hulpverlening. Zo steunt de stichting op ervaring vanuit de brandweer, ambulance en politie, diverse defensieonderdelen, lucht- en scheepvaart. De werkgroepen hebben ook eigen verantwoordelijkheidsgebieden. Twee air-display directors zorgen ervoor dat alle vliegbewegingen soepel verlopen, de werkgroep Logistiek en Veiligheid bewaakt de terreinindeling en veiligheid, en de werkgroep financiën brengt de broodnodige sponsor- en subsidiegelden bij elkaar.

de mogelijkheid zelf ervaring op te doen met hulpverlening, zodat mensen beleven wat er allemaal gebeurt als er een incident heeft plaatsgevonden.

De eerste editie van Rescue Vlissingen werd gehouden in 1998. De Vereniging Vrienden van de Vlissingse Boulevards verzocht de Strandbewaking van de gemeente Vlissingen een reddingsdemonstratie te organiseren. Vanaf de eerste editie bleken de boulevards en het badstrand in Vlissingen een ideale locatie. Er is voldoende ruimte voor hulpverleningsdiensten om zichzelf door demonstraties aan het publiek te presenteren. Maar ook organisaties die door middel van static-shows en stands het publiek een kijkje in hun keuken willen geven hebben alle mogelijkheden aspecten van hedendaagse hulpverlening te laten zien. Sindsdien is het evenement uitgegroeid tot het grootste en meest diverse hulpverleningsevenement van Nederland. De laatste edities trokken meer dan 75.000 bezoekers. Door deze groei werd het evenement snel volwassen. Dit leidde tot oprichting van een stichting in 2007. Middels de stichting is het makkelijker om vergunningen aan te vragen, verzekeringen af te sluiten en afspraken met leveranciers te maken. Vrijwilligers met expertise Het evenement kan alleen bestaan door

38 AMBULANCEZORG

Multi Door het aanbieden van een grootschalig, gevarieerd en spectaculair programma laat Rescue Vlissingen een groot publiek kennismaken met de diverse facetten van hulpverlening in de breedste zin van het woord. Niet alleen door het verstrekken van informatie, maar ook door het vertonen van verschillende multidisciplinaire demonstraties. Een van de doelstellingen van de stichting is het vergroten van het begrip voor hulpverleners tijdens echte incidenten. Om dat te bereiken krijgt het publiek

Gratis Sinds de start van Rescue Vlissingen is de toegang gratis. De stichting vindt dit van groot belang om de drempel voor iedere bezoeker zo laag mogelijk te houden. Dat vertaalt zich dan ook in grote bezoekersaantallen uit heel Nederland en zelfs ver daarbuiten. Het evenement kan dan ook met recht ‘internationaal’ worden genoemd. Momenteel wordt hard gewerkt om ook van Rescue Vlissingen 2014 weer een fantastische dag te maken. Inmiddels hebben zich ruim 100 deelnemende organisaties aangemeld, waaronder diverse Regionale Ambulance Voorzieningen en GHOR onderdelen. Ambulances uit binnen- en buitenland zullen acte de présence geven. Ook Mobiel Medische Teams uit Nederland en België zijn aanwezig. Daarnaast is een aantal historische hulpverleningsvoertuigen publiekstrekker. Een volledig overzicht van alle deelnemende instanties, contactgegevens en inschrijvingsmogelijkheden vindt u op de website www.rescuevlissingen.nl

Sdu Uitgevers


167: Bijzondere eigenschappen, die onze voertuigen typeren.

Elk ambulancevoertuig, elk voertuig voor de rampenbestrijding of elk brandweervoertuig beschikt over bijzondere eigenschappen, hiervan zijn er 167. Bij elkaar vormen zij een buitengewoon voertuig – een voertuig Made in Germany – van het merk WAS. Dit merk weerspiegelt de ideeën en de onvermoeibare drang van onze specialisten, dingen continue te verbeteren. Daarom is het zeer waarschijnlijk dat het getal 167 binnenkort weer zal wijzigen. Maar dat is ook goed.

Wietmarscher Ambulanz- und Sonderfahrzeug GmbH | info@was-vehicles.com | www.was-vehicles.com


CPR innovaties die écht werken Kwalitatief goede CPR vereist: maximale massage tijd minimale pauze tijd coaching en feedback

U verdient evidence-based, op richtlijnen gebaseerde, hulpmiddelen die helpen om reanimaties zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren.

LUCAS® Thoraxcompressiesysteem Conform de richtlijnen—minimaal 100 compressies/minuut Conform de richtlijnen—diepte minimaal 5cm Snel aan te brengen (in minder dan 20 seconden) om CPR interrupties te minimaliseren LIFEPAK® 15 Monitor/defibrillator met metronoom De metronoom in de 15 gebruikt hoorbare prompts voor begeleiding zonder storende gesproken stemmeldingen

Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke vertegenwordiger van Physio-Control of bezoek onze website www.physio-control.com

De metronoom helpt professionals bij het uitvoeren van compressies en ventilaties binnen de 2010 CPR richtlijnen4 CODE-STAT™ Data Review Software Evalueer, door eenvoudige toegang tot data, uw reanimaties Evaluaties van reanimatiedata kunnen effectief zijn in het verbeteren van de CPR kwaliteit1,2,3 Verzend de data direct naar de CODE- STAT database voor snelle review voor CPR statistieken en feedback Physio-Control Operations Netherlands B.V. Galjoenweg 68 6222 NV Maastricht tel: 043-3620008

1. Edelson DP, Litzinger B, Arora V, et al. Improving in-hospital cardiac arrest process and outcomes with performance debriefing. Arch Intern Med. 2008;168:1063-1069. 2. Olasveengen TM, Wik L, Kramer-Johansen J, et al. Is CPR quality improving? A retrospective study of out-of-hospital cardiac arrest. Resuscitation. 2007;75:260-266. 3. Fletcher D, Galloway R, Chamberlain D, et al. Basics in advanced life support: A role for download audit and metronome. Resuscitation. 2008;78:127-134. 4. Kern KB, et al. Metronome improves compression and ventilation rates during CPR on a manikin in a randomized trial. Resuscitation. 2010;81:206-210 ©2013 Physio-Control, Inc. Redmond, WA 98052 USA.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.