VAKBLAD V & V N A MB U LA N C EZO R G
J A A R G A N G 3 5 S E P T E M BER 2 0 1 4
Vakblad
Ambulancezorg
SBAR: Minder ongelukken door goede communicatie Deep Democracy SOS Toegang geeft ambulances vrij baan De kracht van QR-codes in de ambulancezorg Vitaal bedreigde pasgeborenen buiten het ziekenhuis Landelijke scholingsdagen 2014 MkANN maatstaf voor vervolgprogramma
w w w.a m bula ncezo r g.venvn.nl
X Series Xtreem Klein, Licht en Krachtig ®
X X X X X X
X X
X X X
X X
Klein Licht 4 kanalen Real-time CPR Feedback NIBD Volwassenen, pediatrische en neonatale toepassingen Microstream ® etCO 2 Volledig 12 kanaals ECG op scherm: statisch en dynamisch WiFi Bluetooth ® Masimo ® rainbow ® SET Sp0 2 /SpCO ®/SpMet ® 3 Invasieve (bloed) drukken 2 Temperatuurkanalen
Bekijk de X Series demo video
Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen. ZOLL Benelux, telefoon : +31 (0) 481 366 410 E-mail: info.benelux@zoll.com
Iris van Beem, EMS Territory Manager Netherlands, telefoon : +31 (0) 6 24 341 313 E-mail: ivbeem@zoll.com Bezoek onze Website : www.zoll.nl of www.zoll.be
© 2014 ZOLL Medical Corporation. All rights reserved. X Series and ZOLL are trademarks or registered trademarks of ZOLL Medical Corporation in the United States and/or other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. Masimo, Rainbow, SET, SpCO, and SpMet are trademarks or registered trademarks of Masimo Corporation. Microstream is a registered trademark of Oridion Medical 1987 Ltd.
Colofon
Introview
Vakblad V&VN Ambulancezorg Is het officieel orgaan van V&VN Ambulancezorg en is inbegrepen bij het lidmaatschap
Terug van vakantie? Hopelijk lekker uitgerust en weer opgeladen om de draad van alle dag weer op te pakken. De zomer loopt op zijn eind, de eerste herfstachtige dagen liggen alweer achter ons. Ik realiseer mij dat er sinds het laatste vakblad in juni, veel gebeurd is in de wereld om ons heen. Gaza, MH17, Ebola, Syrië, IS, Oekraïne, Schilderswijk... Lastig om het een plek te geven allemaal en in dit virtuele tijdperk van menselijke communicatie komt alles in alle hevigheid op ons af. Geen mening hebben lijkt tegenwoordig geen optie meer, maar zijn we als mens nog wel in staat om dit allemaal te handlen?
Jaargang 35, Nummer 3, September 2014 Hoofdredacteur Gerard Pijnenburg Redactieteam Gerard Pijnenburg Thijs Gras Vaste medewerkers Vakgroepen V&VN Ambulancezorg Afd. communicatie V&VN Aanleveren kopij Zie voor voorwaarden en aanleverinstructies de website www.hulpdienstenonline.nl/ambu Uitgever Sdu Uitgevers: Roel W. Roos, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl Bladmanagement drs. Karel Frijters, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl Servicepagina bij dit nummer Met onder meer informatie over advertentietarieven. Aanleveren kopij, en doorlinkservice naar de in de artikelen genoemde websites en contactadressen. Voor dit nummer zie: www.hulpdienstenonline.nl/Ambu1403 Of volg deze QR-code:
Abonnementen: (Ere)leden V&VN Ambulancezorg: gratis Opgave en adreswijziging leden: ledenservice@venvn.nl Overig: € 32,50 (excl. 6% BTW, inclusief verzendkosten) Opgave en adreswijziging abonnement: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/catlogus/tsambu Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Opgave van advertenties Voor opgave van advertenties, voor vragen over combinatiekortingen bij multimediaal adverteren en voor overig mediakeuzeadvies kunt u zich wenden tot: I.S. Acquisitie tel.: 06-237 003 23 E-mail: info@is-acquisitie.com Internet: www.is-acquisitie.com © Sdu Uitgevers 2014 Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl. Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.
Dichterbij, in de wereld van de ambulancezorg, gebeurt ook van alles, al is dat een stuk overzichtelijker. Zo werd bijvoorbeeld op 18 augustus in veel regionale dagbladen groot uitgepakt met een artikel over de introductie van de zogenaamde SOS Alarmcard. Een ‘gegevensdrager’ die ‘op de man’ gedragen wordt en het werk voor hulpverleners makkelijker zou moeten maken. Ik vond mijzelf terug in dat artikel waarin ik werd geciteerd: Tijdverlies na aankomst bij een ernstig zieke patiënt kan fataal zijn. Het kan een kwestie van seconden zijn, zegt bestuurder Gerard Pijnenburg van de afdeling ambulancezorg van de vakorganisatie voor zorgprofessionals V&VN. Pijnenburg, zelf werkzaam op de ambulance: “Een patiënt die buiten kennis is en volgens een erbij staand familielid niet gereanimeerd wil worden, gaan we toch reanimeren. Zelfs als een patiënt in verwarde toestand zegt dat hij niet gereanimeerd wil worden, en hij raakt even later buiten bewustzijn, zullen we hulp verlenen. Want wat iemand in verwarde toestand zegt, kan afwijken van zijn daadwerkelijk wens.”
4
V&VN Ambulancezorg
6 Reguliere ambulancezorg moet altijd duidelijk herkenbaar zijn
8 De mensen van de ambulance 10 SBAR: Minder ongelukken door geode communicatie
14 Deep Democracy
16 Ambulancezorg en KNRM: de goed
Gerard Pijnenburg Hoofdredacteur
26 Vitaal bedreigde pasgeborenen buiten het ziekenhuis 30 Plasma nieuw wapen tegen infecties bij brandwonden?
31 Biketeam UMCG
32 Landelijke scholingsdagen 2014 MkANN maatstaf voor vervolgprogramma
geoliede machine van Ameland
17 SOS Toegang geeft ambulances vrij baan
22 De kracht van QR-codes in de ambulancezorg
Tot het decembernummer, hou je veilig!
Inhoudsopgave
ISSN 2212 – 1714
Buiten het feit dat ik niet werkzaam ben op de ambulance maar op de meldkamer ambulancezorg, is dit artikel een sterk staaltje van journalistiek gegoochel. V&VN Ambulancezorg maakt zich juist NIET sterk voor dit initiatief. In het artikel wordt bewust een relatie gelegd tussen mijn op zichzelf staand betoog en het feit dat ik bestuurslid ben van V&VN Ambulancezorg. Door dit te benoemen wordt de schijn gewekt dat ik namens de beroepsvereniging spreek. Wat betreft de feitelijke inhoud van mijn verhaal klopt dit, maar binnen de context van het artikel wordt gesuggereerd, zonder dat het er letterlijk staat, dat V&VN AZ dit initiatief toejuicht: dat is dus geenszins het geval. Daarbij: ik wist niets van een artikel af en heb het artikel dus ook niet van tevoren gelezen. Ik sta achter de door mij feitelijk geciteerde inhoud maar vindt de wijze waarop deze in het artikel verwerkt is erg tendentieus. Het lijkt erop dat dit gebruikt is om het initiatief van de SOS Alarmcard een schijn van professioneel draagvlak mee te geven, jammer!
Coverfoto: Rico Vogels www.fotorico.nl
AMBULANCEZORG 3
Mededelingen van Bestuur en Bureau Mededeling van het bestuur
Voorwoord Laatste voorwoord Albert van Eldik Dit is het laatste voorwoord van mij als voorzitter van V&VN Ambulancezorg. Een korte terugblik en vooruitblik zoals dat misschien wel hoort. Inmiddels ben ik 5 jaar voorzitter geweest. Met veel plezier heb ik de beroepsgroep vertegenwoordigd in landelijke overleggen met ministerie van VWS, beroepsorganisaties, Ambulancezorg Nederland en de NVMMA. Daarnaast ben ik betrokken geweest bij allerlei projecten en ontwikkelingen in de acute zorg. Inmiddels worden we als beroepsvereniging gevraagd om mee te denken en zitten we veelal aan de voorkant bij de veranderingen in de sector aan tafel.
Passie Ik heb dit alles met veel plezier gedaan. Het geeft energie als je het beroep van verpleegkundige en onze deskundigheid kunt vertalen en borgen bij ontwikkelingen in de sector. Dat kan echter alleen met de steun van iedereen binnen de vereniging, vakgroepen en bestuurders. Zij verrichten veelal het meeste werk achter de schermen zoals stukken voorbereiden en punten inbrengen. Ook hebben ze mij altijd van goede feedback voorzien. Een constructieve samenwerking. Ik hoop dat de nieuwe voorzitter van deze groep enthousiaste mensen gebruik kan blijven maken.
4 AMBULANCEZORG
Groei In mijn zittingsperiodezijn we als afdeling gegroeid van ruim 700 leden naar bijna 1500 leden. Een mooi resultaat. Dit is noodzakelijk om ook in de toekomst het werk van de vereniging te kunnen blijven doen. Een vereniging die zichtbaar is door het vakblad “Ambulance”, het kwaliteitsregister V&V, licentiebeheerder van scholingen in de ambulancezorg zoals PHTLS (Prehospital Trauma Life Support) en AMLS (Advanced Medic Life Support), invloed en betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek, het landelijk protocol Ambulancezorg, wetgeving, onderwijsontwikkelingen en niet als laatste de beschrijving van ons eigen expertisegebied.
Betrokken Uiteraard blijf ik betrokken bij V&VN Ambulancezorg. Ik zal het voorzitterschap van PHTLS en AMLS Nederland blijven doen. Daarnaast blijf ik opleidingscoördinator van Ambulance Oost en RAV IJsselland. Niet onbelangrijk, een werkgever die mij in staat heeft gesteld dit werk te doen. Ik wil iedereen bedanken met wie ik heb samengewerkt, overlegd en gediscussieerd. Ik wil alle professionals een goede toekomst wensen waarin de zorg voor mensen centraal kan blijven staan. Mijn opvolger wens ik veel wijsheid bij het op de kaart zetten van de deskundigheid van de ambulanceprofessionals. Albert van Eldik Vertrekkend voorzitter V&VN Ambulancezorg
De minister van de Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft besloten om de Bachelor Medische Hulpverlening (BMH) op te nemen in Wet Big onder toepassing van de experimenteerbepaling zoals dit is vastgelegd in artikel 36a. Om het experiment voor te bereiden wordt een werkgroep ingesteld. Hierin zullen naast vertegenwoordigers van VWS ook vertegenwoordigers van het Landelijk Platform BMH, Ambulancezorg Nederland (AZN) en de NAPA (beroepsvereniging van Physician Assistants) zitting nemen. V&VN Ambulancezorg heeft in het begin een bijdrage geleverd aan de opleiding omdat wij niet per definitie tegen nieuwe ontwikkelingen zijn. Na onze input is er niet meer geparticipeerd in de uiteindelijke formalisering en zijn wij op dit moment niet betrokken bij de verdere implementatie van de opleiding. Tot onze verbazing heeft de minister nu besloten om te experimenteren met de toelating van afgestudeerden in het regiem van de Wet Big zonder daar met onze afdeling over te hebben gecommuniceerd. Terwijl het hier een nieuwe beroepsgroep binnen het domein van de ambulancezorg betreft. Daarbij komt ook dat onze afdeling niet wordt genoemd als participant in de voorbereidingscommissie. Als grootste beroepsorganisatie bevreemd ons dat. Wij zijn dan ook voornemens om nadere stappen te ondernemen tegen het besluit van de minister. Jullie horen van ons.
Sdu Uitgevers
Ambulancezorg
Dagelijks bestuur Voorzitter Albert van Eldik Secretaris Ina Bolt Penningmeester Vacant (tijdelijk door V&VN) Communicatie en PR Gerard Pijnenburg
Voorwoord Eerste voorwoord Tim van de Poppe Terug In 1996 nam ik na 16 jaar afscheid van de ambulancehulpverlening omdat er geen mogelijkheden waren om de studie ambtelijke bestuurskunde (HBDO) te combineren met het werk van ambulanceverpleegkundige. Deze studie had mijn belangstelling, onder andere opgeroepen door vragen over de organisatie van de ambulancezorg. Waarom was de verdeling van de voertuigen en de bemensing daarvan zo geregeld dat er ongelijkheid was voor inwoners per locatie?
Fileren De mogelijkheid om te switchen naar een ander onderdeel van de gemeente waar ik werkte kwam spoedig. Dit betekende: geen sirenes meer en blauw licht om de werkplek, maar een computer en wetboeken. Alleen de gedachte aan ambulancevluchten met de PH-BDV, de Babylance, de sociale onrust in Amsterdam, de gigantische ongevallen in Haarlemmermeer, het repatriëren van patiënten over de hele wereld en de gesprekken met ernstig zieken bleven terugkomen in mijn gedachten. Onderwerpen juridisch fileren en de overheid vertegenwoordigen in allerlei hoedanigheden werd een deel van mijn
September 2014
dagvulling. Leuk om te doen omdat het anders was dan tot nu toe. Ook de universitaire wereld stond niet stil. Veel grote plaatsen, Amsterdam, Leiden, Rotterdam enz. hebben een universiteit. Den Haag echter niet. Voor de universiteit Leiden was dat aanleiding om een vestiging in Den Haag te openen. Aan deze vestiging kon men rechten of politieke wetenschappen studeren. Voor mij werd dat het laatste. Het bleek een goede aanvulling op voorgaande studies.
Aantrekkingskracht De ambulancehulpverlening bleef echter altijd mijn interesse houden. Hulp verlenen aan mensen in nood op allerlei plaatsen bleef trekken. De mogelijkheid om mijn werkervaring en opleidingen te combineren kwam plotseling. Ambulancezorg van V&VN zocht een voorzitter. De combinatie tussen ambulancezorg en besturen was snel gemaakt. Voorzitter worden betekende ook dat ik de ambulancezorg in zijn geheel opnieuw wilde zien en meemaken. Het veld moest opnieuw worden verkend.
Kijken in de keuken Om opnieuw een indruk te krijgen van het werkveld heb ik bij nemen van de verschillende schakels in de keten een “kijkje” de keuken genomen. In deze noem ik de meldkamer, de ambulancediensten en de onderwijsinstituten. Met twee ambulancediensten ben ik een paar dagen meegereden. Op
de meldkamers heb ik mee mogen luisteren. En zoals al eerder gezegd, trok ook het onderwijs mijn belangstelling. Om hier een beeld van te krijgen ben ik op een zomerse dag afgereisd naar de Academie voor Ambulancezorg in Harderwijk. Lang gezocht naar de locatie, maar met behulp van een Audi-monteur gevonden. Een goede week later het Mets Center in Bilthoven bezocht. Hier gaven medewerkers een uitleg over de bijscholingsmogelijkheden. Vervolgens een paar dagen later naar de Hogeschool Utrecht alwaar een uitleg werd gegeven over het onderwijs op Hbo-niveau.
Gedrevenheid Minstens net zo belangrijk waren de gesprekken met de medewerkers van ambulancediensten, ook die van zorgambulances. Hieruit bleek dat dezelfde gedrevenheid als uit mijn tijd er nog is om ambulancezorg goed aan te bieden. Chauffeurs en verpleegkundigen vormen een team waardoor de patiënt goede zorg krijgt. Dit gecombineerd met een complexe organisatie, die ik als independent betitel, waarbinnen de ambulanceprofessionals werken, maakt dat er weer een uitdaging op mijn pad is gekomen. Samen met de andere bestuursleden en de leden is het mijn doel om de positie van de ambulancezorgprofessionals binnen het complexe kader te versterken. De patiënt/cliënt heeft er recht op. Tim van de Poppe Arriverend voorzitter V&VN Ambulancezorg
AMBULANCEZORG 5
Foto: Rico Vogels www.fotorico.nl
Reguliere ambulancezorg moet altijd duidelijk herkenbaar zijn
Ambulancezorg is hoogwaardige professionele (acute) zorg die verleend wordt door gekwalificeerde professionals. Het is belangrijk dat het grote publiek ambulancehulpverleners snel en goed kan herkennen aan hun kleding, de Star of Life en de striping op de ambulances. Mensen moeten er immers op kunnen vertrouwen dat zij de juiste zorg krijgen, verleend door de juiste en daartoe gekwalificeerde hulpverleners.
symbolen niet mogen gebruiken als zij hiervoor geen toestemming hebben. Het Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV) is verantwoordelijk voor de handhaving van de ambulancestriping. Het IFV voert een zogenaamd passief handhavingsbeleid. Dit betekent dat zij in actie komen als zij een melding krijgen vanuit de hulpdiensten en/of als zij formele meldingen ontvangen van particulieren. Het IFV neemt naar verwachting in de nabije toekomst ook de handhaving van de Star of Life op zich.
Verwarring voorkomen De sector ambulancezorg vindt het van groot belang dat op geen enkele wijze verwarring kan ontstaan tussen reguliere ambulancezorg enerzijds en ander ambulancevervoer (‘bijzondere ambulancezorg’ genoemd in de Tijdelijke Wet Ambulancezorg) en evenementenhulpverlening anderzijds.
Burgerhulpverlening & medische informatiedragers Momenteel worden in Nederland diverse initiatieven ontplooid op het gebied van burgerhulpverlening (anders dan reanimatie). Dit geldt ook voor de zogenaamde ‘informatiedragers’ waarop mensen hun medische gegevens kunnen zetten. Het idee hierachter is dat hulpverleners door een informatiedrager snel over de medische gegevens van een patiënt kunnen beschikken. Er zijn allerlei vormen in omloop zoals armbanden, kettingen en geplastificeerde kaartjes. Los van de vraag of hulpverleners deze informatiedragers daadwerkelijk gebruiken en op de informatie kunnen vertrouwen, dreigt een wildgroei aan informatiedragers te ontstaan. Duidelijkheid over burgerhulpverlening en informatiedragers is voor ambulancehulpverleners en burgers een must. Het ministerie van VWS is inmiddels gevraagd om nadere regulering.
Kwaliteitskaders voor regulering Daarom heeft de ambulancesector het ministerie van VWS gevraagd nadere regels op te stellen voor aanbieders van ‘bijzondere ambulancezorg’ en evenementenhulpverlening. Hierin moet in elk geval een duidelijke definitie komen over de inhoud van het begrip ‘verantwoorde zorg’. Tevens moet worden opgenomen dat aanbieders van ‘bijzondere ambulancezorg’ en evenementenhulpverlening niet de uiterlijke kenmerken van de reguliere ambulancezorg mogen gebruiken. Het moet voor iedereen direct duidelijk zijn wie professionele ambulancehulpverleners zijn en wie niet. Bescherming en handhaving striping en Star of Life Een aantal huisstijlelementen van de ambulancesector is auteurs- en merkenrechterlijk beschermd, te weten de ambulancestriping en de Star of Life. Dit betekent dat derden deze
6 AMBULANCEZORG
Sdu Uitgevers
Vereniging van Nederlandse Gemeenten T.a.v.mevrouw A. Jorritsma Postbus 30435 2500 GK Den Haag Onderwerp Aandacht voor kwaliteit bijzondere ambulancezorg
Kenmerk
Datum
V&VN/AvE
25-8-2014
Geachte mevrouw Jorritsma, De laatste tijd wordt er veel aandacht geschonken door de media en burgerhulpverleningsinstanties aan het niet of nauwelijks te maken onderscheid tussen reguliere ambulancezorg, evenementenhulpverlening en burgerhulpverlening. De media maakt melding van ondeskundige ambulancezorg dat wordt gecamoufleerd door o.a. dezelfde huisstijl als de reguliere ambulancezorg. Dit veroorzaakt verwarring bij het grote publiek omdat deze uiterlijke kenmerken niets zeggen over de professionaliteit van de hulpverleners. Over bovenstaand vermelde maken wij ons zorgen. Met deze brief willen wij u attenderen op de verschillen. De professionele ambulancezorg stelt heel wat eisen aan haar ambulancebemanningen. Te denken valt aan de verplichte inschrijving in de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Big) de verplichte nascholingen en het bijhouden van de deskundigheid door het, IGZ erkende, Kwaliteitsregister V&V. Daarbij moet ook worden opgemerkt dat de hulpverlening is geprotocolleerd. V&VN Ambulancezorg zet zich in voor het bevorderen van de kwaliteit van zorg en de professionalisering van het beroep. Als belangenbehartiger van o.a. ambulanceverpleegkundigen gaat de kwaliteit van de hulpverlening ons ter harte. Daarom wil ik u erop attenderen dat gemeenten wel degelijk invloed kunnen hebben op het wel of niet kiezen voor professionele hulpverlening. Te denken valt aan het stellen van voorwaarden opgenomen in de evenementenvergunningen. Zo kan als voorwaarde worden gesteld dat ingezette ambulancebemanningen voldoende zijn geschoold en dat de verpleegkundige is ingeschreven in het door de Wet Big voorgeschreven register. Dit alles is verifieerbaar in het Kwaliteitsregister V&V. Met deze brief maak ik u attent op de mogelijkheid dat gemeenten de kwaliteit van ambulancezorg kunnen voorschrijven en bewaken. Ik vraag u dan ook of u de leden van VNG op deze mogelijkheid wil attenderen. Dit omdat er binnen onze vereniging zorgen zijn over de kwaliteit van de bijzondere ambulancezorg. Deze zorgen delen wij met Ambulancezorg Nederland die ook actie onderneemt. Met vriendelijke groet, A.J. van Eldik, Voorzitter V&VN Ambulancezorg
September 2014
AMBULANCEZORG 7
Campagne
Ruimte voor ‘de mensen van de ambulance’ Voorlichtingscampagne maakt verhaal van ambulanceprofessionals steeds zichtbaarder Binnen de campagne ‘De mensen van de ambulance’ is in de zomermaanden het thema ‘in het verkeer’ belicht. Uitgelegd werd wat verkeersdeelnemers het beste kunnen doen (of laten) als er een ambulance met spoed aankomt. Ook het werk van de ambulancechauffeur kwam voor het voetlicht. In de stijl van de campagne gaven professionals tijdens dit thema weer zelf uitleg en tips. Camera op de voorruit Voor thema ‘in het verkeer’ is een aantal nieuwe voorlichtingsfilmpjes gemaakt met daarin aandacht voor de rol van de ambulancechauffeur. Verder zijn twee filmpjes ontwikkeld waarbij met een kleine camera op de voorruit van de ambulance is vastgelegd wat de ambulancechauffeur tijdens spoedritten ziet. In Utrecht en Amsterdam hebben ambulancechauffeurs een dag rondgereden met deze camera´s. Een ambulancechauffeur/rijinstructeur heeft de beelden van toelichting voorzien. Alle filmpjes zijn verspreid via social media (Facebook.com/demensenvandeambulance, Twitter: @ vandeambulance en YouTube), net als de tekstuele tips, info en zgn. Facebooktegeltjes. Alles is terug te vinden op de campagnesite demensenvandeambulance.nl. Veel RAV’s en ketenpartners hebben (o.a.) de filmpjes inmiddels ook ingezet in de eigen voorlichting. Activiteiten in de regio’s Het campagnethema ‘in het verkeer’ sloeg goed aan. De informatie voorziet duidelijk in een behoefte. De filmpjes, tips en informatie zijn veelvuldig gedeeld op Facebook en Twitter en kregen veel ‘likes’. Doordat in de campagne aandacht was voor thema ‘in het verkeer’, hebben ook de media het opgepakt. Zo was bij radioprogramma ‘De Nationale Autoshow’ op BNR nieuwsradio ambulancechauffeur Jeroen van Oudenallen van Ambulance Amsterdam te gast in de studio. Hij vertelde live in de uitzending over zijn werk en ervaringen en gaf tips over hoe automobilisten het beste ruimte kunnen maken voor een ambulance met spoed. Ambulanceverpleegkundige Jeroen Verhaaf en -chauffeur Nicole Coetzee van RAV Brabant Midden-West-Noord zijn geïnterviewd voor een mooi artikel in het relatiemagazine van een grote zorginstelling. Ook ambulancechauffeur Berry Croezen van RAV IJsselland deed een interview voor de nieuwskrant van Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen. RAV Groningen heeft publicaties gerealiseerd in diverse kranten en magazines, onder meer in het relatiemagazine van een groot ziekenhuis. Ook hebben zij een ludieke actie gedaan waarbij ambulanceverpleegkundige Martine Mesman en -chauffeur Jan Warners met de Groningse promotieam-
8 AMBULANCEZORG
bulance informatiemateriaal uit de campagne op een drukbezocht tankstation hebben uitgedeeld. Vanaf deze plek gingen zij steeds het gesprek aan met tankende automobilisten. Dat leverde veel leuke en zinvolle gesprekken op. De actie trok de aandacht van RTV Noord die hen interviewde met speciale aandacht voor campagnethema ‘in het verkeer’. Wat kunnen RAV’s verder met de campagne? Inmiddels is een breed scala aan voorlichtingsmiddelen ontwikkeld, zowel digitaal als in print. RAV’s kunnen deze middelen inzetten bij de eigen voorlichting. De informatiefoldertjes, ansichtkaarten en stickers zijn kosteloos te bestellen bij Ambulancezorg Nederland via secretariaatazn@ambulancezorg.nl Vervolg campagne De campagne ‘De mensen van de ambulance’ werd dit jaar in maart gelanceerd en loopt door tot medio 2016. In de campagne vertellen meldkamercentralisten ambulancezorg, ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs zelf over hun werk. Ze geven onder het motto ‘Help ons beter helpen’ aan wat het publiek het beste kan doen (of beter kan laten) als ze te maken krijgt met ambulancezorg. Begin dit jaar werd thema ‘als je 112 belt’ belicht. Onlangs is thema ‘in het verkeer’ afgerond. In oktober dit jaar start thema ‘bij zorgverlening’. De campagne is een initiatief van Ambulancezorg Nederland in samenwerking met V&VN Ambulancezorg en de Regionale Ambulance Voorzieningen. Meer weten? Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen of wil je meer weten? Mail dan naar Nadiene Toby, Ambulancezorg Nederland: n.toby@ambulancezorg.nl
Sdu Uitgevers
Detacheren in de ambulancezorg iets voor jou? “Geen dag is hetzelfde” TMI is inmiddels ruim twee jaar actief binnen de Ambulancezorg. Naast de groep vaste medewerkers heeft TMI een grote pool oproepmedewerkers in haar bestand staan. TMI detacheert ambulance-verpleegkundigen, ambulancechauffeurs en meldkamercentralisten. Marcel Eggink (44) is ambulancechauffeur bij TMI en detacheert al zes jaar met veel plezier. Na een carrière als postbode was Marcel veertien jaar geleden toe aan een nieuwe uit-daging. Hij kwam in contact met de VZA waar hij naast de SOSA opleiding direct aan het werk ging. Afwisseling was wat hem direct goed beviel. “Elke melding is anders waardoor je nooit van tevoren weet wat je te wachten staat,” vertelt Marcel enthousiast. Na een aantal jaren in vaste dienst kwam Marcel in aanraking met een detacheringbureau dat hem een vast contract aanbood. “Ik twijfelde geen moment. Ik ben niet iemand die lang op één plek blijft zitten en wil voorkomen vast te roesten in gewoontes.” De diversiteit in werkomgeving, collega’s en regio’s vindt hij fantas-tisch. Bovendien is het erg leerzaam om een kijkje te kunnen nemen in andermans keuken. “De samenwerking met TMI bevalt erg goed”, aldus Marcel. “Ik heb veel contact met mijn accountmanager, Frits Simonis.” Het flexbureau van TMI zorgt voor de planning van de diensten. “De dames van het flexbureau kennen mij persoonlijk waardoor ze altijd rekening houden met mijn wensen.” Het is mogelijk om per maand vrije dagen en voorkeurdiensten door te geven. “Je bepaalt dus zelf wanneer je werkt. Hoe flexibeler je bent, hoe makkelijker je aan je uren komt.” Is detacheren voor iedereen weggelegd? Marcel: “Wanneer je van veel afwisseling houdt, een flexibele houding hebt en je wilt blijven ontwikkelen dan zit je goed bij TMI. Voor mij is de gunstige beloning geen spe specifieke drijfveer, maar ik kan me voorstellen dat dit veel mensen aanspreekt.”
TMI is altijd op zoek naar nieuwe collega’s. Heb jij de SOSA opleiding afgerond en minimaal 2 jaar werkervaring in de ambulancezorg? Dan kan TMI jou het volgende bieden: s s s s s s s s
Uitzicht op een vast contract Uitstekende arbeidsvoorwaarden, het salaris is CAO++ Een flinke dosis ervaring door afwisselend werk Een bedrijfsauto vanaf 24 uur per week Een goed gevulde bijscholingskalender Gezellige uitjes met andere TMI’ers 8 roostervrije dagen per maand welke je zelf kunt plannen P ersoonlijk en direct contact met je accountmanager
Losse diensten Het is ook mogelijk om je in te schrijven bij ons Flexbureau. Hier werk je op afroep, zonder urenverplichting en ontvang je salaris over de gewerkte uren. Je hebt zelf de regie over de hoeveelheid diensten die je wilt werken, maar ook over je werktijden, werkdagen en locaties. Contact Ben je geïnteresseerd of wil jij graag meer informatie? Neem dan contact op met senior accountmanager Frits Simonis: T E
06 - 15 95 80 22 frit frits@tmi-interim.nl ww www.tmi-interim.nl
SBAR: Minder ongelukken door goede communicatie Wetenschappelijke studies hebben laten zien dat overdrachten tussen zorgverleners zowel intramuraal, bijvoorbeeld overplaatsing van een patiënt van de IC naar een verpleegafdeling, als extramuraal, bijvoorbeeld de vooraankondiging en overdracht vanuit de ambulancezorg naar de SEH, gepaard gaan met risico’s voor de patiënt. Het gaat hierbij vaak om een onderbreking van de zorg en het verdwijnen van informatie resulterend in schade voor de patiënt. Dit artikel gaat over de kwaliteit van de communicatie tussen ambulancemedewerkers en ketenpartners in de acute zorg. Deze is van belang bij patiëntveiligheid.
Auteurs: Renate Bongaards (Ambulanceverpleegkundige Ambulance Amsterdam) en Carol Timmer (Opleidingscoördinator Ambulance Amsterdam)
Risico’s voor de patiëntveiligheid ontstaan door verstoringen zoals afleiding, verschillen in beschikbare tijd, complexiteit, werkdruk, kennisniveau en het doorgeven van irrelevante of foute informatie. Ook het niet ‘dezelfde taal spreken’ is een belangrijke factor. Het verbeteren van de samenwerking in de zorgketen betekent dat ketenpartners anticiperen op elkaars zorg. Daarvoor gaan ze actief op zoek naar de bijdrage die zij in hun eigen werkproces kunnen leveren aan de zorg van ketenpartners en de resultaten van de gehele zorgketen. Dit betekent bijvoorbeeld kijken welke medische- en andere informatie vanuit de ambulancezorg relevant is voor bijvoorbeeld de SEH, of door de patiënt in de ambulance te informeren en voor te bereiden op de zorg bij volgende ketenpartners zoals huisarts, SEH of Coronary Care Unit (CCU). Door de communicatie tijdens de vooraankondiging en overdracht van een patiënt door de ambulanceverpleegkundige naar de SEH-afdeling te verbeteren, willen we een bijdrage leven aan versterking van de zorgketen en verhoging van de patiëntveiligheid. Vooraankondiging en overdracht als communicatie Er zijn verschillende methoden ontwikkeld om de communicatie tijdens een vooraankondiging of een overdracht te structureren en de kwaliteit van de communicatie en transfer van de patiëntenzorg zo te verbeteren. In Nederland gebruiken we
10 AMBULANCEZORG
Een voorbeeld van externe ruis: de ambulanceverpleegkundige belt met een mobieltje, krijgt een bericht over de porto en zijn collega wil hem wat vertellen…
begrippen als SBAR, SOEP en MIST. Hoewel qua opzet en doel vergelijkbaar, blijft de basis een heldere communicatie tussen zorgverleners tijdens de transfer van de patiënt van de ene zorgsituatie naar de andere zorgsituatie. De ambulancezorg hanteert nu voor een groot deel de MISTmethode. Dit gaat in LPA8 de SBAR-methode worden. Dit ezelsbruggetje staat voor de eerste letters van de woorden Situation, Back-ground, Assessment en Recommendation. De gekozen methodiek biedt een raamwerk voor communicatie in de trauma- en acute zorg en zorgt voor een korte, bondige en gestructureerde manier om informatie over te dragen. Hoe duidelijker een vooraankondiging of overdracht door de ambulanceverpleegkundige is, des te adequater kan het personeel van de ontvangende afdeling SEH starten met het voorbereiden en inzetten van de noodzakelijke medische behandeling. Nu blijken veel vooraankondigingen en overdrachten niet altijd goed te verlopen zonder dat precies duidelijk is wat de oorzaak
Sdu Uitgevers
Zender
Boodschap
Ontvanger
hiervan is. Om na te gaan welke verbeteringen er kunnen worden aangebracht analyseren we eerst de communicatie aan de hand van een tamelijk eenvoudig communicatiemodel¹. Hiermee kunnen we: • De vooraankondiging en overdracht van de AVP aan de SEH analyseren; • De ‘storingen’ in de communicatie tussen het ambulancepersoneel en het personeel van de SEH doorzien; • Structuur aanbrengen in de communicatie.
Encoderen Zender
Encoderen Boodschap
Ontvanger
Storingen Tijdens het communiceren kunnen storingen in de communicatie ontstaan. Dit heet ‘ruis’. Er zijn twee soorten: interne en externe ruis. Interne ruis houdt in dat een ontvanger (medewerker SEH of de meldkamer centralist) een andere betekenis geeft aan de informatie dan de zender (ambulanceverpleegkundige) gebruikt en bedoelt. Een bekend voorbeeld is: “de patiënt heeft een kater”. Bedoelt de ambulanceverpleegkundige hier de gevolgen van overmatig alcoholgebruik of komt hij straks de SEH binnen met een patiënt en een kat? Er kan in de communicatie tussen de ambulanceverpleegkundige en de medewerker van de SEH een vervorming van de boodschap ontstaan zodat de laatste iets anders begrijpt dan de verpleegkundige bedoelt. Hoe groter de vervormingshoek hoe groter het misverstand en de mogelijke nadelige gevolgen voor de patiënt. Externe ruis houdt in dat op het moment van communiceren de boodschap verstoord wordt door bijvoorbeeld omgevingslawaai, waardoor de ontvanger bepaalde delen van de boodschap mist. Verder kan ruis opzettelijk (intentioneel) of niet opzettelijk (non-intentioneel) zijn. Bij dit laatste valt te denken aan het onbewust gebruik van termen die de ontvanger niet goed begrijpt. Zakelijk aspect
Communicatie bij de vooraankondiging In de communicatie tussen mensen is sprake van een boodschap, een zender en een ontvanger. De zender is in ons geval de ambulanceverpleegkundige die een boodschap (vooraankondiging of een overdracht) uitzendt naar een ander, de ontvanger, in dit geval de medewerker van de afdeling SEH van een ziekenhuis. Middels encoderen wordt een boodschap door de zender in een bepaalde vorm of code verpakt en via een medium verzonden. In de ambulancezorg kan dit in de vorm van een digitale vooraankondiging via Digistroom of een verbale vooraankondiging via de mobiele telefoon of via C2000.
t Wa
ld oe ed nb o P AV
Ambulance verpleegkundige
rt ee nic mu m co
vervormingshoek Wa tA VP be do elt te
co mm un ice ren
SEH-medewerker feitelijk waarnemen
Zo klein mogelijk houden om misverstand te voorkomen
SEH-medewerker zou kunnen waarnemen
De boodschap door de ontvanger wordt ‘uitgepakt’. Dat heet decoderen. Hierbij zet de medewerker van de SEH-afdeling de ontvangen informatie om naar de veronderstelde betekenis.
September 2014
Zender
Expressieve aspect
Boodschap
Appelerende aspect
Ontvanger
Relationele aspect
Er is meer… We richten ons vaak op wat er feitelijk wordt gezegd, maar communicatie bestaat uit meer. Bij iedere boodschap worden vier aspecten onderscheiden: 1. het zakelijke aspect (informatie over de zaak/de feitelijke inhoud van de boodschap); 2. het expressieve aspect (informatie over de zender van de boodschap); 3. het relationele aspect (informatie over hoe de zender tegenover de ontvanger staat, wat hij van hem vindt en hoe hij hem ziet); 4. het appellerende aspect (informatie over de invloed die de zender wil uitoefenen op de ontvanger/het doel dat hij wil bereiken). Hieronder worden deze vier aspecten van de menselijke communicatie kort toegelicht: Het zakelijke aspect van de boodschap Elke boodschap bestaat uit zakelijke, oftewel de feitelijke informatie die wordt gegeven door de ambulanceverpleegkundige. Er zijn vier middelen om de begrijpelijkheid van de boodschap te bevorderen: 1. eenvoud van stijl (begrijpelijke gangbare woorden en heldere
AMBULANCEZORG 11
stijl van formuleren); 2. structuur (duidelijk en overzichtelijk betoog, logische ordening van de tekst); 3. bondigheid (korte zinnen, zo min mogelijk bijzinnen/uitweidingen); 4. aantrekkelijkheid (alles wat de aandacht van de ontvanger vasthoudt, intonatie). De onderdelen van de SBAR-methode bepalen voor het grootste deel de inhoud van de vooraankondiging en overdracht van een patiënt. In een eerder artikel in dit vakblad getiteld ‘Gestructureerde overdrachtsmethoden voor ambulancezorgverleners’² wezen de auteurs op het toenemend gebruik van de SBAR in de zorg in het algemeen en de goede toepasbaarheid ervan in de ambulancezorg. Vanwege enkele extra onderdelen zoals beoordeling en aanbeveling, prefereerden zij de SBAR boven de nu vaak gebruikte MIST. De SBAR-methode is in Amerika ontworpen om het aantal ‘vermijdbare fouten’ te verminderen en tegelijk de patiëntveiligheid en efficiëntie te verbeteren. Het is een makkelijk toepasbare methodiek. Het maakt vooral in kritische situaties de communicatie voorspelbaar en georganiseerd, wat goed bruikbaar is in de acute zorg. Tevens kan het verschillen in interdisciplinaire communicatie overbruggen.
SBAR-structuur Situation: • Identificatie en reden van het contact; • Geslacht en leeftijd van de patiënt; • Trauma: ongevalsmechanisme/letsel Non trauma: Toestandsbeeld; • A B C D E. Background: • Relevante voorgeschiedenis; • Allergie; • Infectierisico; • Medicatie; • Bijzonderheden. Assessment: • Bevindingen/behandeling; • Werkdiagnose. Recommendation: • Verwachting/gewenste opvang; • Repeat: bevestigen afspraak. Voorbeeld SBAR toegepast bij vooraankondiging. S: Ambulance 162: 66 jarige man, na val van 8 meter. Hoofd/hersenletsel en letsel thorax. A: De ademweg is vrij, B: Ademfrequentie: 10, SpO2: 95%, C: Bloeddruk: 180/110, pols: 52, D: EMV: 13, wisselend bewustzijn. B: overslaan bij vooraankondiging A: overslaan bij vooraankondiging R: Graag opvang op de shockroom. Aanrijtijd 8 minuten.
Het expressieve aspect van de boodschap Naast het zakelijke aspect van de boodschap, laat de zender iets van zichzelf zien, hij geeft iets van zijn persoonlijkheid en gemoedstoestand bloot. Dat kan gaan over waarden, bepaalde uitgangspunten of wat hij belangrijk vindt in de acute zorgverlening. Stel dat de ambulanceverpleegkundige zou zeggen: “Ik probeer al vier en een halve minuut via dit telefoonnummer contact met jullie op de SEH te krijgen”. Hij laat zo merken dat hij verwacht dat het personeel van de SEH-afdeling snel de telefoon beantwoordt. Of het kan uiting zijn van zijn streven dat de zaken ‘tip-top’ in orde moeten zijn in de acute zorg. Maar misschien is hij ook wel angstig of gehumeurd. Hierbij is intonatie heel belangrijk. Het expressieve aspect verschaft ons informatie over de persoon van de zender, maar dat betekent niet dat hij zich daar altijd bewust van is. Ieder mens zendt voortdurend boodschappen uit naar zijn omgeving en wil daarmee een bepaald beeld van zichzelf neerzetten. Hij kan dit proces deels manipuleren door gebruik te maken van bepaalde technieken, zoals imponeer- en façadetechnieken. Een imponeertechniek is bijvoorbeeld het gebruik van veel vakjargon/medische termen waardoor de zender zichzelf neerzet als een zeer deskundige ambulanceverpleegkundige: “Het zou wel eens een sepsis kunnen zijn bij deze patiënt want ik las in ons vakblad in een artikel over de PHANTASi trial dat er sprake is van sepsis bij een bewezen infectie of sterke verdenking hierop in combinatie met het systemische inflammatoire respons syndroom.”. Of het gebruik van archaïsch taalgebruik waarmee de zender een elitaire en geleerde indruk probeert te wekken: “Daar mijn aanvankelijke werkhypothese een septische shock was welke uiteindelijk niet correct blijkt, ben ik voornemens om op basis van recent nieuw verkregen parameters dienaangaande gaarne een correctie toe te passen op mijn oorspronkelijke werkdiagnose welke nu luidt…” Een andere vorm is het gesprek op een onderwerp brengen waar men veel meer kennis over heeft om te verdoezelen dat iets niet gedaan is of de zender iets niet weet. Voor het afschermen van de eigen persoonlijkheid of de gemoedstoestand, kunnen façadetechnieken worden ingezet zoals glimlachen of juist boos kijken. Communicatie verloopt effectiever als de zender congruent is, dat wil zeggen zich bewust is van zijn gemoedstoestand en gevoelens, deze erkent en tot uiting laat komen in zijn gedrag. Incongruent is bijvoorbeeld iets liefs zeggen met een boze gezichtsuitdrukking. Hoe congruenter de ambulanceverpleegkundige communiceert, des te eenduidiger is de boodschap voor de medewerker van de SEH-afdeling. Dit verhoogt de kwaliteit van de vooraankondiging en de overdracht van de patiënt en verbetert de patiëntveiligheid. Het relationele aspect van de boodschap Uit de verzonden boodschap kunnen we opmaken hoe de zender tegenover de ontvanger staat. Dit blijkt meestal uit nonverbale signalen. Onderzoek heeft uitgewezen dat zeker 70% van onze communicatie non-verbaal is en dat de ontvanger bijzonder gevoelig is voor de wijze waarop we dingen zeggen (bijvoorbeeld met intonatie en woordkeus). Dit aspect van de communicatie zegt iets over hoe de zender de ontvanger ziet. Niet wat de zender zegt, maar hoe hij zegt is van doorslaggevend belang in de communicatie.
Waarde van feedback Tijdens de vooraankondiging of overdracht zal de medewerker van de SEH-afdeling als ontvanger kijken of hij de ambulanceverpleegkundige als zender begrijpt en goed verstaat wat er wordt gezegd. Hij humt, past zijn toon en volume aan en stelt zo nodig vragen. Feedback over de aankondiging of de overdracht kan het handelen van de ambulanceverpleegkundige verbeteren. Het is daarom goed om dit na afloop nog even met elkaar te bespreken: was de vooraankondiging/overdracht duidelijk? Compleet? Wat ging goed en wat kon er beter (tops en tips)?
Een SEH verpleegkundige ontvangt een voormelding van een ambulanceverpleegkundige.
Er zijn twee dimensies in het relationele aspect: 1. emotionele dimensie: waardering versus geringschatting; 2. stuurdimensie: sturen of bevoogden versus vrijlaten. In het geval van een ambulanceverpleegkundige die een vooraankondiging doet en begint met: “AMC en VUmc hadden geen plaats voor dit benauwde kind, daarom moet ik van de meldkamer naar jullie toe rijden. Ik hoop dat er nu wel een kinderarts klaar staat als wij over vijf minuten arriveren…” is het duidelijk dat de relatie met de medewerker van de afdeling SEH meteen al flink onder druk komt te staan. Het appellerende aspect van de boodschap Iedere boodschapper oefent invloed op een ander uit teneinde een bepaald doel te bereiken. Ambulanceverpleegkundige: “Dit kind van drie jaar dat we komen brengen, is behoorlijk ziek.” Deze mededeling van de ambulanceverpleegkundige dat hij een ernstig ziek kind in de ambulance naar de SEH vervoert, kan betekenen dat hij graag wil dat er een kinderarts wordt opgeroepen naar de SEH. Het appellerende aspect gaat over: ‘Wat probeert de ambulanceverpleegkundige te bereiken?’ in tegenstelling tot het relationele aspect, wat zich meer richt op: ‘Hoe probeert hij dat te bereiken?’ Feedback Communiceren is vrijwel nooit eenrichtingsverkeer. Zender en ontvanger verkeren in een constante wisselwerking. Ook de ontvanger stuurt signalen/boodschappen terug naar de zender, daarmee draaien de rollen even om. Dit proces van permanente terugkoppeling is essentieel voor effectieve communicatie. Wordt er niet geluisterd, dan heeft het doen van een vooraankondiging geen enkele zin. De kwaliteit van de overdracht of de vooraankondiging hangt mede af van de feedback van de medewerker van de SEH-afdeling.
ontslagdiagnose. Indien er met betrekking tot communicatie of medisch-inhoudelijk zaken nog beter kunnen, wordt hier feedback op gegeven. De ambulanceverpleegkundige krijgt deze feedback op persoonsniveau terug in zijn eigen backoffice account. De Teammanager en Medisch Manager Ambulancezorg ontvangen tweewekelijks een overzicht op teamniveau met hierin de bijzonderheden. Zij kunnen op basis van de door de ziekenhuizen gegeven feedback in gesprek gaan met hun ambulancemedewerkers. Middels het gebruik en bespreken van de feedback bewerkstelligen we dat er een open cultuur ontstaat waarin zaken bespreekbaar worden gemaakt en ruimte ontstaat voor groei van de vakbekwaamheid van de ambulanceverpleegkundige. Tenslotte In dit artikel wordt er voor gepleit om bij het gebruik van de SBAR-methode bij een overdracht of vooraankondiging van een patiënt aandacht te besteden aan professioneel communiceren volgens de SBAR-structuur en oog te hebben voor de algemene aspecten van de menselijke communicatie. SBAR is ontwikkeld om naast zakelijke informatie in de Situation en de Background in de Assessment specifiek aandacht te besteden aan het expressieve aspect, de eigen mening van de zender: ’ik denk dat het ernstig is’ Bovendien wordt in de Recommendation expliciet ruimte gemaakt voor het appellerende aspect, de verwachting naar de ander: ‘ ik wil graag dat jij…’ Een overdracht van een patiënt waarbij de SBAR-methode juist is toegepast en de ambulanceverpleegkundige tevens congruent is in zijn communicatie komt de patiëntveiligheid ten goede. SEH-medewerkers die structureel feedback geven op de werkhypothese, de vooraankondiging of de overdracht van een patiënt leveren een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van de patiëntenzorg door ambulanceverpleegkundigen. Het is aan de ambulanceverpleegkundige om wel of niet iets met dit gratis advies van de SEH-medewerker te doen.
Literatuur
Digitale feedback Binnen Ambulance Amsterdam hebben we samen met de ziekenhuizen uit onze regio via een web-applicatie een mogelijkheid gecreëerd om hier uitvoering aan te geven. Acht van de tien SEH-afdelingen geven terugkoppeling van de opname-/
September 2014
Schultz von Thun, F., Hoe bedoelt u? Een psychologische analyse van menselijke communicatie. 3e druk, Houten 2010 Baggen, V.J.M., Exter, P. van, Steeg, G.J. van der, Gestructureerde overdrachtsmethoden voor ambulancezorgverleners. In: Vakblad Ambulancezorg. Jaargang 34, Nummer 1 (maart 2013) 30-33.
AMBULANCEZORG 13
Een methode voor zelfmanagement in de gezondheidszorg:
Deep Democracy
Helaas worden tegenwoordig de professionals in de zorg regelmatig belemmerd in de aandacht die ze cliënten willen geven. Door bureaucratie, complexe besluitvorming binnen zorgorganisaties en toenemende kloof tussen management en werkvloer, wordt de focus verlegd van de mens naar de regels. Sandra Bouckaert en Gertjan Lieftinck zijn trainers en procesbegeleiders en verzorgen teamtrajecten in de zorgsector. “Wij geloven in mensen. Wij geloven in professionals. Professionals zijn de kracht van de organisatie. Wij vinden het bijzonder als mensen en teams hun potentieel optimaal benutten. Wij vinden het nog mooier als wij daarbij kunnen helpen en daar getuige van kunnen zijn. Wij houden ons bezig met het scheppen van een klimaat waarin de professional kan gedijen. De professional wil namelijk niets liever dan zijn werk goed doen. En wij zijn ervan overtuigd dat het management de professional de ruimte daarvoor moet geven. Watze Hepkema, schrijver van ‘Stoppen met leidinggeven’, stelt dat hoe meer de leidinggevende zich – met de beste bedoelingen – met de professional bemoeit, hoe meer dit leidt tot afhankelijkheid en demotivatie aan de kant van de professional.”
Groepsproces: besluitvorming in vier stappen
Sandra en Gertjan bieden methodes aan om groepen en individuen te ondersteunen in zelfmanagement. De denkwijze van waaruit zij werken heet Deep Democracy: een visie en methode die het vertrouwen en de veiligheid beoogt te vergroten zodat professionals gemakkelijker hun mening geven en tot kwalitatieve en duurzame besluitvorming komen. Deep Democracy als uitgangspunt om zelfsturing in teams mogelijk te maken. Zij zetten de methode in voor teams die vanuit autonomie hun werk willen doen, vinden dat ze zelf het beste in staat zijn beslissingen te nemen omdat zij expert zijn in hun vakgebied. “Kenmerkend aan de Deep Democracy methodiek
14 AMBULANCEZORG
is dat met een kleine investering een groot effect wordt bereikt. De methodieken kunnen gemakkelijk worden toegepast in de dagelijkse praktijk.” Geschiedenis en kern Deep Democracy is in de jaren negentig ontwikkeld in het bedrijfsleven van Zuid-Afrika in de post-apartheidsperiode en wordt sindsdien succesvol toegepast als instrument voor besluitvorming en zelfmanagement. Het wordt toegepast in 20 landen in diverse werkvelden waaronder de gezondheidszorg en het onderwijs. Dit zegt veel over het resultaat van de methodiek: teams die volgens de methodiek overleggen winnen aan effectiviteit. Leiders die zijn geïnspireerd door Deep Democracy zijn Hillary Clinton, Nelson Mandela en Al Gore. De kern van Deep Democracy is dat het, naast de meerderheidsstem, ook de invalshoeken van de minderheid meeneemt in de besluitvorming. Zo wordt het potentieel van het team optimaal benut. Het grote voordeel van Deep Democracy is dat iedere werknemer een essentiële bijdrage levert aan het geheel. In tegenstelling tot andere methoden, waarbij uitgegaan wordt van consensus of het meerderheidsbesluit, gaat Deep Democracy ervan uit dat er wijsheid schuil gaat in de minderheidsstem. Als de wijsheid van de minderheid wordt meegenomen in de besluitvorming worden besluiten van een hogere kwaliteit. De minderheid gaat niet protesteren, tegenwerken of voortgang saboteren omdat zij wordt gehoord. Deep Democracy stelt een inclusieve werkcultuur voor waarin iedereen tot zijn recht komt. In een inclusieve werkcultuur worden verschillen gewaardeerd en benut. Tegenstellingen worden niet uit de weg gegaan. Deep Democracy gebruikt de ijsberg als metafoor. De top van de ijsberg is het bewustzijn van het team, onder de waterlijn ligt het onbewuste van het team. In het bewustzijn van een team zijn zaken waar iedereen van op de hoogte is. In het onbewuste van de groep weet niet iedereen wat er speelt. In het onbewuste schuilt de groepswijsheid; de gecombineerde kennis van het team. De meeste groepen gebruiken maar een klein deel van hun potentieel.
Sdu Uitgevers
afgesproken. Dat bespaart veel tijd en ergernis. Omdat iedereen inspraak heeft en zijn stem kan laten horen, worden de besluiten nageleefd en houdt men zich aan de afspraken.
Actuele ontwikkelingen Veranderingen voor de professional volgen elkaar snel op: er wordt een hoger opleidingsniveau verwacht, meer expertiseontwikkeling, inzetbaar zijn op verschillende plekken, het toepassen van technologie, het kijken over de grenzen van je vakgebied, het om kunnen gaan met mantelzorgers en vrijwilligers en met de groeiende autonomie van cliënten. Kortom de professional moet steeds flexibeler worden, van alle markten thuis zijn en de problemen die moeten worden opgelost zijn steeds complexer. Een vorm van samenwerking, waarbij alle partijen invloed hebben op het proces en het resultaat van dit proces wordt steeds belangrijker. Dialoog, goed luisteren naar elkaar, het verhelderen van standpunten en belangen, kortom het creëren van een klimaat waarin samenhang en verbinding mogelijk is, is daarbij onontbeerlijk. Deep Democracy biedt handvatten om deze manier van samenwerken op een gestructureerde manier vorm te geven. Zo ontstaat ruimte voor creativiteit en synergie. Voor het management betekent dit dat besluiten niet meer altijd voor de medewerker genomen worden maar samen met de medewerker, gebruik makend van de aanwezige expertise, informatie, ervaring en wijsheid. Het management maakt van te voren helder waarover het team zelfstandig kan besluiten. Dit is op diverse gebieden met het team af te stemmen. Budgettering is bijvoorbeeld een zaak waar het management kan besluiten dat het team daar niet zelfstandig over beslist.
Resultaten van het trainingstraject: Medewerkers worden gehoord De expertise van de werkvloer wordt optimaal ingezet Er is meer betrokkenheid en engagement met de taken en de organisatievisie Onderlinge werkrelaties worden versterkt De interne communicatie verbetert De interne samenwerking verbetert Informatieoverdracht optimaliseert Prettige werksfeer Meer zelfstandigheid bij medewerkers Beter presteren
Uitspraak van een leidinggevende: “Al na de eerste Deep Democracy training starten we elke vergadering standaard met een CheckIn en eindigen we met een CheckUit (Deep Democracy technieken). Mijn medewerkers hebben geleerd om onuitgesproken zaken te benoemen en dit op een respectvolle manier een plek te geven zodat de teamleden meer veiligheid ervaren. Hierdoor durven teamleden meer uit te spreken en worden vergaderingen constructiever.”
Sandra Bouckaert (teamcoach en trainer) en Gertjan Lieftinck Opleidingskundige en interventiekundige) verzorgen trajecten in de gezondheidszorg voor teams met samenwerkingsvraagstukken. Het
Praktijkvoorbeeld Een woonzorgcentrum wil graag meer zelfmanagement op de werkvloer. De teamleden nemen na een training Deep Democracy zelf besluiten, zitten zelf vergaderingen voor en maken zelf roosters. Als zij het onderwerp van de vergadering niet belangrijk vinden komen zij niet en worden zij later geïnformeerd over de besluiten die genomen zijn. Zo hebben zij dit
doel is: het bevorderen van inspraak, zelfregie en zelfstandigheid van professionals. En het benutten van talent, potentieel en zelfoplossend vermogen van professionals. Resultaat is dat de communicatie, de informatieoverdracht en de samenwerking verbetert en de effectiviteit van teams toeneemt. Voor meer informatie neemt u contact op met Sandra Bouckaert via info@bouckaert.nu of Gertjan Lieftinck: gj.lieftinck@gmail.com
Literatuur Inside the No, Myrna Lewis. Five Steps to Decisions That Last. Mindell, A (1992). Leadership as a Martial Arts: Techniques and strategies for resolving conflict and creating community. Lao Tse Press: Portland OR Van conflict naar creativiteit, Dominique Haijtema, november 2011 Deep Democracy in Healthcare - Foundations for a culture of safety, Georgina Veldhorst
September 2014
AMBULANCEZORG 15
Ambulancezorg en KNRM: de goed geoliede machine van Ameland Soms gaan ze wel drie keer op een dag op en neer naar de vaste wal om een patiënt weg te brengen. Nergens worden reddingboten van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij zo vaak ingezet voor patiëntenvervoer als op Ameland, waar opstappers en ambulancemedewerkers samen een geoliede machine vormen. Tekst: KNRM en Floris Dogterom
De ambulance komt tot stilstand voor de loopbrug naar de steiger van reddingboot Anna Margaretha op Ameland. Voorzichtig tillen de ambulancemedewerkers en brancard met patiënt uit de auto. Bemanning van de reddingboot assisteert bij het transport over de loopbrug en tillen een brancard door een van de twee luiken aan weerszijden van de deur van de reddingboot. Binnen is een constructie boven een van de twee zijbanken naar beneden geklapt, waar de brancard op wordt bevestigd. De vrijwilligers brengen ook de medische apparatuur aan boord, waarvan ze pre-
De reddingboten van de KNRM zijn uitgerust om beperkt medische zorg te kunnen verlenen. Standaard aan boord zijn EHBO-kist, AED en zuurstof. Voor de Friese waddeneilanden is vanuit RAV extra zuurstof beschikbaar. Op verzoek van RAV is enkele jaren geleden het luik van de reddingboten vergroot zodat ook half zittende patiënten vervoerd kunnen worden. Naast patiëntenvervoer wordt de KNRM ook ingezet bij medevac’s: medische evacuaties vanaf schepen. Dan vaart eventueel, afhankelijk van de aard van de verwondingen, ambulancepersoneel mee. Op dit moment wordt door de KNRM en Ambulancezorg Nederland een instructiefilm gemaakt over het meevaren van ambulanceteams op de reddingboot. In Sneek liggen twee waterambulances. Die zijn beschikbaar op het Friese binnenwater en deze hebben eenzelfde apparatuur beschikbaar als een rijdende ambulance.
16 AMBULANCEZORG
cies weten hoe het ambulanceteam die opgesteld willen hebben. De patiënt, de veertienjarige Wouter, ligt aan de hartbewakingsapparatuur en op zijn vinger zit een saturatiemeter geklemd, waarmee het zuurstofgehalte van zijn bloed wordt gemonitord. Dagelijkse kost Wouter, zoon van ambulancechauffeur en ex-opstapper Eduard, ondergaat het allemaal lachend. Niet zo gek, want het gaat hier om een oefening. En zonder heilige huisjes om te willen trappen: patiëntenvervoer oefenen is voor de Amelandse crew van opstappers en ambulancemedewerkers eigenlijk overbodig. Van de 120 acties die station Ballumerbocht elk jaar doet, gaat het honderd keer om een patiënt die naar het Friese Holwerd vervoerd moet worden,
waar dan een ambulance klaarstaat voor verder vervoer naar Leeuwarden. “Ik zie het patiëntenvervoer met de Anna Margaretha als een verlengde ambulancerit”, zegt verpleegkundige Tineke Kooiker, die eraan toevoegt dat de vrijwilligers van de KNRM – onder aanvoering van beroepsschipper Theo Nobel – en het ambulanceteam volledig op elkaar zijn ingespeeld. “Tijdens de overtocht bemoeien de opstappers zich niet met ons en ons werk en respecteren ze de privacy van de patiënt. Maar ze zullen meteen bijspringen als er bijvoorbeeld gereanimeerd moet worden. Ik vertrouw ze blindelings.” Foto’s: Marijke Kodden Dit artikel verscheen eerder in een aangepaste vorm in de uitgave ‘De Reddingboot’ van de KNRM
De patiënt wordt vanuit de ambulance op het eiland aan boord gebracht van de reddingboot Anna Margaretha
De KNRM redt en helpt mensen snel, professioneel en kosteloos op zee en het ruime binnenwater in Nederland. Dat gebeurt al 190 jaar, ongeacht de weersomstandigheden, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. De 45 reddingstations met 75 reddingboten komen jaarlijks ongeveer 2.100 keer in actie, waarbij ruim 3.600 mensen worden geholpen of gered. De KNRM doet haar werk zelfstandig en (bijna) zonder subsidie, maar ondersteund door 1.300 vrijwilligers en 80.000 donateurs. <kader>
Sdu Uitgevers
SOS Toegang geeft ambulances vrij baan Zo snel mogelijk bij de patiënt zijn, in alle gevallen. Want verantwoorde zorg op tijd, dát is het motto. Bijvoorbeeld met SOS Toegang, waarmee terreinen met een simpel gecodeerd openingssysteem goed toegankelijk worden voor ambulances. SOS Toegang, door RAV IJsselland bedacht, wordt inmiddels door steeds meer ambulancediensten in Nederland gebruikt. Door Gerard Berendschot, projectleider bij RAV IJsselland
SOS Toegang: automatisch openen Vanuit de dagelijkse praktijk merkte RAV IJsselland dat er vaak obstakels zijn die een snelle hulpverlening in de weg staan. Daarom hebben terreineigenaren nu de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij SOS Toegang. Met SOS Toegang kan door een speciale zender de ambulance zelf bijvoorbeeld slagbomen, roldeuren en verzinkbare paaltjes openen. Kostbare tijd Ambulancemedewerkers zijn enthousiast. Door SOS Toegang kunnen ze terreinen makkelijk op- en af rijden. Dat scheelt kostbare tijd. Tijd die de patiëntveiligheid en de kwaliteit van zorg ten goede komt! “Een veilig gevoel voor ons, en voor onze gasten” Je moet er niet aan denken: er is spoedeisende hulp nodig en de ambulance staat vast bij de slagboom. Het overkwam een gast op vakantiepark Gerner. Elwin Klappe, coördinator van Buitenplaats Gerner vertelt: “Door een simpel toeval kwamen we in een hele benarde situatie terecht. De ambulance moest snel ter plaatse zijn en daarom hadden we de slagboom op afstand open gemaakt. Een nietsvermoedende gast reed echter eerder door de slagboom. Daardoor ging deze automatisch weer dicht en pas na enkele telefoontjes konden we de slagboom weer op afstand openen. In zo’n situatie kost dat heel veel tijd. Dat was eens, maar nooit weer! Nu maken we gebruik van SOS Toegang, zo zijn we verzekerd van vrij baan voor de ambulancediensten. Een veilig gevoel voor ons, en voor onze gasten”. “Meer verantwoorde zorg op tijd bereikt” Gerard Berendschot, projectleider SOS Toegang vanuit RAV IJsselland, herkent veel in het voorbeeld van Elwin Klappe: “Steeds vaker zullen bijvoorbeeld ouderen die onze hulp nodig hebben zich bevinden op bungalowparken. Het accepteren van sleutels of pasjes om toegang tot bungalowparken en terreinen te krijgen is echter geen oplossing. Er zijn teveel objecten in de regio om dit beheersbaar te houden. Om eigenaren een oplossing te kunnen bieden, is SOS Toegang gestart vanuit RAV IJsselland. We werken proactief aan verbetering, omdat we vinden dat de burger dat van ons kan verwachten. Onze lijfspreuk is dan ook: ‘meer verantwoorde zorg op tijd bereikt’!”
September 2014
De voordelen van SOS Toegang: • Vrij baan voor ambulances op terreinen met SOS Toegang; • Steeds meer ambulanceregio’s sluiten zich aan bij SOS Toegang; • Ambulances uit buurregio’s hebben ook snel toegang; • SOS Toegang heeft nu al meer dan 400 gebruikers; • SOS Toegang is toepasbaar op elk type elektrische afsluitingen bij bedrijven, vakantieparken, winkelcentra, ziekenhuizen, zorginstellingen, parkeerterreinen en appartementencomplexen met een afgesloten terrein; • Merkonafhankelijk; toepasbaar bij elk merk afsluiting.
Meer informatie over SOS Toegang is te vinden op www.sostoegang.nl
Patiëntveiligheidprijs SOS Toegang is onderdeel van ‘Speuren naar deuren’ waarmee RAV IJsselland de prestigieuze Nationale Patiëntveiligheidsprijs Ambulancezorg 2013 won.
Elwin Klappe, coördinator van Buitenplaats Gerner: ‘SOS Toegang, een veilig gevoel voor ons en onze gasten’ (Fotograaf: Marcel van Saltbommel)
AMBULANCEZORG 17
KORT NIEUWS ‘Ambulancezorg app’ beschikbaar Ambulancemedewerkers kunnen gebruik maken van de ‘Ambulancezorg app’. Deze app biedt ambulancemedewerkers op een eenvoudige wijze toegang tot het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA), C2000 verbindingsschema’s, nieuws- en pushberichten. Over de Ambulancezorg app De app informeert ambulancemedewerkers direct over actuele zaken. Ook kan de gebruiker de app persoonlijk maken door eigen notities toe te voegen, een lijst met favorieten te maken en de eigen regio in te stellen voor regiospecifieke informatie. Altijd actuele protocollen De app bevat ook de nieuwste versie van LPA (versie 8). LPA8 is als landelijke standaard met ingang van 1 januari 2015 van kracht.
26 november 2014: Het veertiende nationale Spoedzorg Congres Dit jaar kent het spoedzorgcongres een gevarieerd programma met actuele en interessante thema’s uit de acute en opgeschaalde zorg, waaronder de laatste ontwikkelingen in de spoedzorg, lessen uit recente crisissituaties en de ontwikkeling van de spoedzorg in de komende jaren. Ook moet de vraag worden beantwoord of de reorganisatie (krimp) in de spoedzorg wel is afgestemd op het patiënten-aanbod tijdens rampen en crisissituaties en wordt de Nederlandse aanpak vergeleken met de aanpak in Denemarken. Het ochtendprogramma is gevuld met plenaire presentaties en in het middagprogramma kunt u twee van de tien aangeboden deelsessies volgen. Ideeën voor een powerpitch presentatie kunnen weer ingestuurd worden, vijf hiervan worden plenair gepresenteerd tijdens het congres. Voor meer informatie: www.juliusacademy.nl
18 AMBULANCEZORG
De vorige LPA versies waren tot nu toe enkel als boek beschikbaar, nu kan LPA8 zowel via het bekende boekje als via de Ambulancezorg app geraadpleegd worden. De Ambulancezorg app is beschikbaar in de appstores voor Android en iOS. Totstandkoming en beheer De Ambulancezorg app is ontwikkeld in opdracht van sectororganisatie Ambulancezorg Nederland, in nauwe samenwerking met het veld. AZN draagt ook zorg voor de verdere ontwikkeling en het actueel houden van de app. Meer informatie? Wilt u naar aanleiding van dit artikel meer weten over de Ambulancezorg app? Neem dan contact op met Wim ten Wolde, programmamanager Ambulancezorg Nederland via w.tenwolde@ ambulancezorg.nl
Online jaarverslag De Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Brabant MiddenWest-Noord kijkt terug op een goed jaar. Het jaar 2013 stond volop in het teken van verdere verbetering van de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. In 2012 voerden de RAV ProQA in als triagesysteem op onze meldkamers in Tilburg en ‘s-Hertogenbosch om de veiligheid van melder en centralist maximaal te verhogen. Het afgelopen jaar werd met name gebruikt om de prestaties van de centralisten met ProQA verder te verbeteren.
het aantal overschrijdingen van de spoedritten verder terug te dringen. Daarnaast stak RAV Brabant Midden-West-Noord in 2013 veel energie in het verder uitbreiden en versterken van het medisch stafbureau dat bestaat uit verpleegkundig specialisten, medisch managers ambulancezorg en verpleegkundig specialisten in opleiding. In 2013 werd tevens een directeur zorg benoemd met als aandachtsgebied medisch en scholingsbeleid en patiëntveiligheid.
Ook startte de RAV met een nieuwe werkwijze: Directe Inzet Ambulance. Hierbij wordt een ziekenauto meteen uitgestuurd zodra het adres van de patiënt bekend is. Hiermee beoogt de RAV een tijdswinst te boeken van ongeveer anderhalve minuut en
Deze en andere ontwikkelingen bij RAV Brabant Midden-WestNoord zijn te lezen in het online jaarverslag 2013: www.ravbrabantmwn-jaarverslag.nl.
Sdu Uitgevers
De passie van Lex maakt onze ambulances onderscheidend... Kwaliteit, afwerking en duurzaamheid staan bij Visser Leeuwarden op een hoog niveau. Maar ook de gedrevenheid van onze medewerkers maken Visser-ambulances onderscheidend.
â&#x20AC;&#x153; I k v i nd h et e e n u i tda g i n g o m een i nte ri e u r i n te b o uwen , d at h e l e ma a l vo l d o et a a n de we n s e n van d e k l a nt â&#x20AC;?
Bij Visser Leeuwarden werken mannen en vrouwen met passie voor ambulances. Neem nou Lex, interieurbouwer. In zijn vrije tijd ontwerpt Lex graag meubels en interieurelementen. Die hobby kan hij toepassen in zijn dagelijkse praktijk. Hoe ingewikkelder het werk, hoe meer hij geniet. Die passie ziet u terug in elk Visser-product...
www.visser-leeuwarden.nl Edisonstraat 16, 8912 AW Leeuwarden T +31 (0)58 - 213 45 55 F +31 (0)58 - 215 01 57 I info@visser-leeuwarden.nl
Defibrillator Monitor Systems
corPatch CPR - Vertrouw op de ondersteuning van corpuls3 en corPatch CPR
focus-on-patients
Een mensenleven staat op het spel. Een reanimatie vereist uw maximale prestatie. Laat u ondersteunen door corpuls3 en corPatch CPR. • Zeer efficiënte CPR door constante ondersteuning gedurende de gehele casus. • Verbeterde outcome door directe terugkoppeling van compressiediepte en compressiefrequentie. • Zeer flexibel, zowel hard paddles als corPatch disposable therapie-elektroden kunnen toegepast worden. • Evaluatie van de reanimatie middels corView2 voor optimale debriefing.
Corpuls® Nederland BV Chr.Huygensweg 25a 3225 LD Hellevoetsluis Postbus 403 3220 AK Hellevoetsluis
Tel. +31 (0)181 - 390 963 Fax +31 (0)181 - 390 970 E-mail: info@corpuls.nl www.corpuls.nl
Corpuls® Belgium BVBA/SPRL Chemin de Herbiéval 2 6983 La Roche-En-Ardenne Postbus 8 6980 La-Roche-En-Ardenne
Tel. +32 (0)2 - 757 69 05 Fax +32 (0)2 - 757 69 07 E-mail: info@corpuls.be www.corpuls.be
Lid van:
KORT NIEUWS Ambulance Amsterdam opent post West Op 18 juli jl. verhuisde het in januari 2014 gevormde team West van Ambulance Amsterdam naar een eigen onderkomen op het terrein van het Sint Lucas Andreasziekenhuis. Het is een eerste zichtbare verandering van enkele grote hervormingen die zich binnen de dienst hebben afgespeeld. De post is gebouwd door het ziekenhuis en wordt aan Ambulance Amsterdam verhuurd. Er is plaats voor zeven voertuigen. Verder heeft de post een dagverblijf met open keuken, een binnenplaatsje, kleedkamers, een vergaderruimte waar ook twee computers in staan, een kamer voor de leidinggevende, een ruimte met computer voor bijvoorbeeld instructeurs of stafmedewerkers en natuurlijk een magazijn, een schoonmaakruimte en sanitair. Het team van 20 chauffeurs en 22 verpleegkundigen levert door de week vijf tot zes dagdiensten, drie tot vier avonddiensten en een nachtdienst, in het weekeinde wordt een tweede nachtdienst geleverd en zijn er wat minder dagen late diensten. Er zijn geen speciale voertuigen aan het team verbonden: al het speciale vervoer zoals MICU, PICU en NICU wordt uitgevoerd door het team op de post Zuid vanuit het hoofdgebouw aan de Karperweg. Dat team verzorgt ook de rapid responders. In de nabije toekomst krijgen ook de teams van Oost en Noord een eigen post: voor Oost is die voorzien bij het OLVG-ziekenhuis, terwijl voor Noord aan een post op het terrein van het BovenIJ ziekenhuis gedacht wordt. Tot die klaar is gaat het team tijdelijk naar de brandweerkazerne bij de IJtunnel. Team West heeft dus nu de spits afgebeten. De officiële opening is gepland op 11 september 2014.
Foutje! In de vorige editie van het Vakblad V&VN Ambulancezorg (juni 2014) is een spelfoutje geslopen in de naam van de auteur van het artikel over ambulancezorg in Laos. De juist gespelde naam van de auteur is Peter Gutter en niet, zoals abusievelijk vermeld ‘Grutter’. Peter Gutter werkt sinds juli 2012 in Laos als vrijwilliger voor diverse projecten om de gezondheidszorg in het land te verbeteren. Een van die projecten beoogt de verbetering van de ambulancezorg dat loopt via het Laotiaanse National Institute of Public Health.
September 2014
Nieuwe piketauto’s voor RAV Brabant Midden-West-Noord Op dinsdag 15 april vond op de ambulancepost in ’s-Hertogenbosch de officiële aflevering plaats van zeventien nieuwe, bestickerde dienstauto’s van RAV Brabant Midden-West-Noord: de Volkswagen up! Autobedrijf Van den Udenhout in ’s-Hertogenbosch heeft de auto’s afgeleverd. De RAV en Van den Udenhout hebben al jarenlang een intensief partnership. Door deze gerichte samenwerking konden de auto’s in korte tijd de weg op. De RAV heeft gekozen voor de Volkswagen up! vanwege de uitstraling, betrouwbaarheid en degelijkheid. Ook is de Up! het zuinigste model in zijn klasse. Een zeer milieuvriendelijke en duurzame auto dus. Herman Schlepers, manager RAV: “De nieuwe Up’s! vervangen de huidige lijn piketvoertuigen bij de RAV. De akoestische en optische signalering voldeden door gewijzigde weten regelgeving niet meer aan de regels. De drietoonsirene is tweetonig geworden en de striping is veranderd. De Up’s! zijn beschikbaar bij noodoproepen , als dienstvoertuig voor ambulancemedewerkers op diverse posten in Brabant en voor scholingsdoeleinden.” De firma Trim-line heeft de Volkswagens geheel in gele folie ingepakt en voorzien van de hulpdienststriping. De firma On-Route installeerde de apparatuur voor radiocommunicatie via C2000. Deze samenwerking heeft geresulteerd in een betrouwbaar product waarmee de RAV nog vele jaren kan werken onder soms moeilijke omstandigheden.
AMBULANCEZORG 21
De kracht van QR-codes in de ambulancezorg “Ik moet wel 12 verschillende stappen doorlopen om bij een filmpje of instructie te komen. Eenmaal gevonden, dient de volgende rit zich alweer aan.” Deze opmerking vormde de aanleiding om binnen de Regionale Ambulancevoorziening Utrecht (RAVU) na te denken over een manier om instructiemateriaal in de vorm van teksten, afbeeldingen en filmpjes ‘just in time and place’ beschikbaar te maken. In het gebruiken van een Quick Response (QR) code werden mogelijkheden gezien. Door: Arjan Bruintjes
Van theorie… Het positieve effect van multimedia voor educatieve doeleinden wordt in diverse onderzoeken onderstreept. Multimedia is met name geschikt voor het aanbieden van instructie1. Een belangrijke voorwaarde daarin is dat de informatie of instructie kort moet zijn. Dit vergroot de leeropbrengst op de langere termijn. In termen vanuit de cognitieve theorie van multimedia leren wordt ook de beperking aangeven. Mayer (2009) geeft in zijn onderzoek aan dat de opnamecapaciteit van een kanaal (zien, horen, voelen, doen) niet oneindig is en slechts een gelimiteerde hoeveelheid informatie kan verwerken. Door afwisselend gebruik te maken van verschillende kanalen associeert de lerende de informatie die gezien en gehoord is te koppelen aan een eerdere ervaring. Tenslotte stelt Mayer dat een grotere leeropbrengst wordt gerealiseerd op het moment dat de lerende bekend is met het concept. Dit houdt in dat het leereffect
22 AMBULANCEZORG
Illustratie: Sjarrel Vrakking
De uitdaging Binnen de RAVU is er een online platform beschikbaar waar medewerkers informatie kunnen vinden over bepaalde handelingen en procedures zoals een filmpje over het uitvoeren van een thoracosynthese en het toepassen van het reanimatie-algoritme. In deze online kennisbank wordt op diverse manieren kennis aangeboden die medewerkers vervolgens kunnen testen via een formatieve toets. De informatie en filmpjes op de kennisbank worden door medewerkers met name gebruikt om hun kennis op te frissen op het moment dat handelingen langere tijd niet uitgevoerd zijn of bepaalde kennis in de praktijk al geruime tijd niet toegepast is. Medewerkers geven aan dat de weg om deze informatie te bereiken omslachtig en uit veel stappen bestaat. Dit werkt demotiverend en stimuleert het gebruik van de online kennisbank niet. Binnen de RAVU is men vervolgens een manier gaan bedenken om deze multimediale informatie laagdrempeliger, eenvoudiger en sneller beschikbaar te maken. Een echte uitdaging.
van het bekijken van een filmpje groter is als mensen bekend zijn met de termen die worden gebruikt. Dit wordt onderschreven door Merrienboer et al2. Zij geven wel als kanttekening mee dat je moet voorkomen dat door het gebruik van multimedia het werkgeheugen overbelast wordt door bijvoorbeeld: • De aandacht van de leerling te richten • De complexiteit van het leermateriaal te verkleinen • Ondersteuning te bieden • Irrelevante informatie weg te houden • Een beroep te doen op zowel het visuele als het auditieve kanaal … naar de dagelijkse praktijk Ambulancezorgverleners zijn vaak onderweg waardoor we de
Sdu Uitgevers
ambulance kunnen zien als kantoor, kantine, werkplaats en vervoersmiddel. Een computer is uitsluitend beschikbaar op de ambulanceposten. De praktijk wijst uit dat veel van de ambulancezorgverleners de beschikking hebben over een smartphone. Deze wordt met name gebruikt om contact te houden met anderen en/of op de hoogte te blijven van hetgeen zich in de wereld afspeelt. Op de meeste smartphones is het mogelijk om apps te installeren. EĂŠn van de apps waarin binnen de RAVU nu mogelijkheden worden gezien om instructiemateriaal eenvoudig te ontsluiten is een QR-Reader. Met een dergelijke app kun je via de camera op je smartphone een QR-code scannen die je vervolgens direct naar bepaalde online content leidt. Oorspronkelijk is de QR-code ontwikkeld door een automerk om via de QR-code de onderdelen van een auto te labelen en te kunnen identificeren. Een QR-code kan verschillende soorten informatie bezitten: een telefoonnummer, een link naar een website of een visitekaartje3. Door gebruik te maken van QR-codes direct op of bij de materialen in de ambulance, wordt tegemoet gekomen aan de wens om instructiemateriaal eenvoudig en snel beschikbaar te maken op het moment dat men het nodig heeft of er tijd voor kan maken. Het beheer van het instructiemateriaal is relatief eenvoudig, het is overal toepasbaar en de moderne technieken, zoals de beschikbaarheid van internet en het in het bezit hebben van een smartphone worden steeds meer gemeengoed. De QR-codes bevatten een link naar een instructiefilm of infor-
September 2014
matie over het materiaal of de handeling. Aan de tas van de Fasttrach is een sleutelhanger geplaatst met een QR-code waardoor medewerkers direct naar de instructiematerialen behorend bij de Fasttrach kunnen. In de voorbereidingen op de introductie van de QR-code om online leermiddelen eenvoudig en snel beschikbaar te hebben, reageerden veel collegaâ&#x20AC;&#x2122;s erg enthousiast. Inmiddels heeft het plan concretere vormen aangenomen en zijn er op de ambulance diverse QR-codes te vinden. Hopelijk maken de ambulancezorgverleners er veel gebruik van en draagt het bij aan het op een relatief eenvoudige manier op peil houden van kennis en vaardigheden op de werkvloer. Over de auteur: Arjan Bruintjes is docent en ambulanceverpleegkundige bij de RAVU 1. Mayer, R.,(2009) Multi-media learning, 2nd Ed. Cambridge University Press, New York 2. Merrienboer, J. Effectief leren van multimediale leerbronnen 3. QR-codes in het onderwijs en onderzoek (www.surfkennisnet.nl)
Tip van de redactie: Doorlinken vanuit dit vakblad naar een link, literatuurverwijzing of naar de website van een adverteerder? Gebruik de QR-code uit het colofon!
AMBULANCEZORG 23
KORT NIEUWS Tweede congres over voorrangsvoertuigen Na het succesvolle congres in 2012 wordt door het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen dit jaar weer een congres georganiseerd rondom het thema ‘Voorrangsvoertuigen’. Tijdens dit congres worden de resultaten van enkele onderzoeken, waaronder de pilot ‘Oefenen op de openbare weg’, gepresenteerd. Het programma is ook deze keer interactief, en interessant voor hulpverleningsdisciplines, verkeersveiligheidsorganisaties, rijopleiders, kennisinstituten en overige belangstellenden. Het congresprogramma wordt later dit jaar bekend gemaakt, maar noteer 9 december 2014 alvast in uw agenda! Oproep ideeën congres Hebt u ideeën voor het congresprogramma? Bijvoorbeeld de presentatie van een interessant onderzoek of project, een nieuwe ontwikkeling op dit vakgebied, een discussiethema, een idee voor een spreker? Geef het door aan het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen via voorrangsvoertuigen@ifv.nl
RAVU kiest voor de Lifepak 15 monitor/defibrillator Adrie Duizendstra, manager bedrijfsvoering facilitaire zaken van de RAVU en Frank van Duin, Physio-Control, houden een van de 68 LIFEPAK 15 monitor/defibrillator toestellen vast, die de huidige LIFEPAK® 12 defibrillator/monitor toestellen in het najaar zullen gaan vervangen in de regio Utrecht. Ook het Medisch Training en Simulatie (METS) Center zal de LIFEPAK 15 monitor/defibrillator gaan gebruiken in haar activiteiten. Na een langdurig vergelijk met andere merken monitoren, viel de keuze op de LIFEPAK 15 monitor/defibrillator. Adrie Duizendstra noemt een goede prijs/kwaliteits verhouding, een vertrouwde gebruikersinterface waardoor scholing minimaal is maar ook functionaliteiten zoals de zeer uitgebreide koppeling met Siren, het digitale zorgdossier van de RAVU, de betrouwbaarheid van LIFEPAK® en de goede aftersales van Physio-Control als belangrijkste redenen voor hun keuze.
NAVARA genomineerd voor Computable Awards 2014 NAVARA is genomineerd in de categorie “Beste ICT project in de publieke sector” met het project AMBU iForms: het meest moderne en geïntegreerde product voor de ambulancezorg. Nadat een melding binnen komt in de meldkamer wordt deze doorgestuurd naar de tablet van de ambulance verpleegkundige. De verpleegkundige vult de informatie aan met gegevens van de patiënt, zoals de verzekeringsgegevens, de bevindingen van een primary en secondary survey en de toegediende medicatie. Alle informatie wordt vanuit de ambulance doorgestuurd naar het ziekenhuis. Op de Spoedeisende Hulp worden de medewerkers gealarmeerd, kan men zien wanneer de ambulance verwacht wordt en kan het team zich al voorbereiden op de komst van de patiënt. Door deze samenwerking wordt bij de overdracht van de patiënt waardevolle tijd bespaard. Alle gegevens worden bovendien doorgestuurd naar AMBU Flow (backoffice van Navara). Hierin worden alle medische gegevens van de patiënt bewaard en de declaraties naar de zorgverzekeraar verstuurd.
24 AMBULANCEZORG
Doordat AMBU iForms (het digitale ritformulier), AMBU View (digitale vooraankondiging) en AMBU Flow (back-office systeem) exact op elkaar zijn afgestemd, heeft de Ambulancedienst met dit project een perfecte oplossing voor het optimaliseren van de zorg voor de patiënt. Het Navara platform is een App platform, ontwikkeld met het oog op privacy en beveiliging. Het Navara platform biedt de Ambulancedienst een eigen Appstore en een beveiligde “Workspace”. Hiermee kunnen we eenvoudig nieuwe innovatieve apps aan de ambulanceverpleegkundigen ter beschikking stellen in dezelfde beveiligde omgeving. Stem op AMBU iForms Met dit project laten we zien dat de ambulance sector voorop loopt in het gebruik van moderne en innovatieve technologie. Stem voor AMBU (Navara) op http://www2.computable. nl/computableawards/stem/.
Sdu Uitgevers
Als er hoge eisen worden gesteld.
navara.
de Ambulance software van nAVArA is de meest ge誰ntegreerde, innovatieve en complete software suite voor de rAV. Ritregistratie op de tablet, CE gecertificeerd rAV Appstore en beveiligde workspace Voor vooraankondigingen, overdracht en feedback op seh en ehh Backoffice met Ambulance EPD en geavanceerd automatisch declaratiesysteem Managementinformatie over de gehele keten
NAVARA sluit naadloos aan op de diverse landelijke servers en meldkamersystemen, alles uiteraard volgens de laatste privacy- en beveiligingseisen.
We make it Work.
ENTERPRISE MOBILITY
Hoofdstraat 244 NL-3972 LK Driebergen-Rijsenburg +31 343 44 56 78 navara.nl hans.heising@navara.nl
Vitaal bedreigde pasgeborenen buiten het ziekenhuis Fundamentele veranderingen in denken en doen Het eerste Peristat-rapport, een Europese studie naar perinatale zorg, dat uitkwam in 2008, heeft nogal wat stof doen opwaaien. Terwijl de kwaliteit van de gezondheidszorg als geheel in Nederland universeel tot de top van de wereld gerekend wordt, bleek de perinatale mortaliteit in Nederland onverwacht tot de Europese middenmoot te behoren. Er is al veel gespeculeerd over de mogelijke oorzaken maar tot op heden is het niet duidelijk wat nu precies de oorzaak is van de onverwacht hoge perinatale mortaliteit in Nederland. Mede vanuit het ministerie van VROM werden vele initiatieven ontplooid om de perinatale zorg beter in kaart te brengen en waar mogelijk te verbeteren.
dr. R. van der Lee, kinderarts-neonatoloog
drs. A.A.J. Majoor, ambulanceverpleegkundige
Door: dr. R. van der Lee, kinderarts-neonatoloog, Emma Kinderziekenhuis AMC te Amsterdam en drs. A.A.J. Majoor, ambulanceverpleegkundige RAV Kennemerland
Focusgroep Eind 2011 werd de focusgroep Acute Verwijzingen Verloskunde binnen het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) AMC opgericht met deze doelstellingen voor de regio Noord-Holland en Flevoland. Het gaat hier om ketenzorg: het samenhangend geheel van zorginspanningen dat door verschillende zorgaanbieders onder een herkenbare regiefunctie wordt geleverd, waarbij het cliĂŤntproces centraal staat en waarbij zoveel mogelijk aansluiting
26 AMBULANCEZORG
wordt gezocht met diens omgeving. Door gebruik te maken van parallelle actievoering kunnen verwijsprocessen worden geoptimaliseerd en versneld, waarbij overdracht van zowel de patiĂŤnt als de begeleidende informatie wordt verbeterd. Nog belangrijker is dat de zorg ook kwalitatief hiermee verbeterd kan worden. Deze focusgroep richt zich in eerste instantie vooral op de acute problematiek van de zwangere (dreigende partus prematurus, fluxus). Al snel werd duidelijk dat hulpverlening rondom de vitaal bedreigde pasgeborene buiten het ziekenhuis nogal verschilt van de hulpverlening rondom de acute zwangere. Hierop werd besloten voor deze specifieke situatie een apart protocol te schrijven. Heden De logistiek rondom de opvang van onverwacht vitaal bedreigde pasgeborenen buiten het ziekenhuis gaat doorgaans als volgt: Door de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) van de desbetreffende regio worden twee ambulances (reanimatie inzet) en het MMT (kinderreanimatie inzet) gealarmeerd. Na stabilisatie volgt vervoer naar de dichtstbijzijnde NICU. Wat auteur R. van der Lee als neonatoloog opvalt is dat bij aankomst het overgrote deel van de kinderen ernstig onderkoeld is en veelal niet vitaal bedreigd. Slechts een klein deel heeft IC-zorg nodig en dit zijn vooral de onverwacht prematuren en de kinderen die een ernstige asfyxie hebben doorgemaakt). De niet-bedreigde kinderen worden opgewarmd in de couveuse en
Sdu Uitgevers
Oefenen op non-invasief airwaymanagement bij neonaten onder vergelijkbare omstandigheden in de ambulance
zo spoedig mogelijk herenigd met hun ouders op de kraamafdeling. Het beeld wat hieruit naar voren komt is dat de boven geschetste logistiek in het merendeel van de gevallen niet nodig is (en gezien de soms forse hypothermie zelfs schadelijk kan zijn). Daarnaast is het nodeloos traumatiserend voor ouders en hulpverleners. Transitie Het allerbelangrijkste punt in deze situatie is dat een bevalling die thuis wordt ingezet doorgaans een laag-risico bevalling is waarbij de zwangerschap tot aan de bevalling ongecompliceerd was verlopen. Dit impliceert dat de foetus intra-uterien gezond is. Bij geboorte maken neonaten een transitie door: zij moeten in zeer korte tijd omschakelen van een water- naar een luchtmilieu. Er vinden in deze korte tijd grote veranderingen plaats in long- en hartfunctie. Deze transitie kost tijd en dit verklaart dan ook dat neonaten zelden direct roze zijn bij geboorte en dat het even kan duren (2-3 minuten) voordat de hartactie boven de 100/ minuut is. Het overgrote deel van de kinderen dat nu vanuit een thuissetting wordt (of die worden) gepresenteerd aan de NICU heeft transitieproblemen doorgemaakt die grotendeels opgelost zijn bij aankomst in het ziekenhuis. Dit wil niet zeggen dat deze kinderen geen hulp nodig hadden bij geboorte (transitiebegeleiding) maar wel dat het zelden een echte reanimatie betreft. Wat deze kinderen (maar ook de daadwerkelijk vitaal bedreigde kinderen) wel zo spoedig mogelijk nodig hebben is warmte, een vrije luchtweg met luchthoudende longen en de hulp van de dichtstbijzijnde kinderarts. Uitgangspunten Het nieuw ontwikkelde protocol heeft dan ook als uitgangspunt dat (mogelijk) vitaal bedreigde neonaten adequaat en niet-invasief worden opgevangen en zo snel mogelijk vervoerd worden
September 2014
naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De kinderarts en kinderverpleegkundige staan klaar in een warme kamer met warmtetafel om het kind daar op te vangen en eventuele verdere noodzakelijke handelingen te verrichten (zie het stroomdiagram). Om dit te bereiken moet proactief gewerkt worden: parallel worden bij een melding van een (mogelijk) vitaal bedreigde pasgeborene niet alleen de twee ambulances en MMT gealarmeerd maar ook het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Alle deelnemende ziekenhuizen garanderen dat de kinderarts binnen 15 minuten aanwezig is op de plek waar presentatie plaats zal vinden. Voordat er een patiĂŤnt is gezien, is de gehele zorgketen al opgestart! Hierdoor kan de hulpverlening ter plaatse zich focussen op temperatuurmanagement en een niet-invasieve vrije luchtweg en kan er kort na aankomst overgegaan worden tot vervoer. Door zowel de opstarttijd van de zorgketen te comprimeren als de aanrijtijd naar het ziekenhuis zo kort mogelijk te houden, wordt veel tijd gewonnen. Deze benadering heeft dus verschillende voordelen: 1. Het kind wordt sneller vervoerd naar een plek waar warmte gegarandeerd is waarmee verdere afkoeling wordt voorkomen; 2. Eventueel noodzakelijke invasieve handelingen kunnen in een gecontroleerde setting plaatsvinden door de kinderarts; bedenk dat iedere kinderarts in ieder ziekenhuis deze opvang kan doen omdat een dergelijke situatie ook in het ziekenhuis kan voorkomen! 3. De kinderarts ter plaatse beslist of doorverwijzing naar een NICU geĂŻndiceerd is; de verwachting is dat dit zal leiden tot een reductie van het aantal NICU-presentaties van deze kinderen; 4. Niet-invasief handelen voorkomt onbedoelde schade (denk aan een botnaald in de groeischijf ).
AMBULANCEZORG 27
Goed geoutilleerde opvangruimte voor neonaten
Oefenen op non-invasief airwaymanagement bij neonaten
Controlepaneel in een ambulance waarmee ook de tempratuur geregeld kan worden
Transport-couveuse voor snel en veilig verplaatsen van een pasgeborene (Foto: Thijs Gras)
De meest gestelde vragen zijn of dit protocol ook moet toegepast worden bij een onverwachte prematuur buiten het ziekenhuis en wat nu als er zich onverhoopt toch een neonaat presenteert met een persisterende bradycardie ondanks adequaat niet-invasief luchtwegmanagement en kortdurend hartmassage? Moet er in die gevallen juist wel doorgereden worden naar de NICU? Het antwoord is volmondig NEE. Zelfs de meest premature kinderen (24-26 weken zwangerschapsduur) reageren prima op niet-invasieve opvang bij geboorte. Daarbij geldt dat temperatuurmanagement nog belangrijker is omdat prematuren door de dunne huid nog sneller afkoelen dan a terme neonaten. Korte transporttijden betekenen in dit geval dus winst. Zodra duidelijk is dat de melding een prematuur betreft met een zwangerschapsduur onder de 32 weken, wordt in de parallelle actievoering ook het NICU-transportteam gealarmeerd en komt alle hulpverlening samen in het voor de patiĂŤnt dichtstbijzijnde ziekenhuis (dit is de enige indicatie waarbij het NICU-transportteam parallel wordt opgestart, in alle overige gevallen alleen op aanvraag van de kinderarts ter plaatse).
een slechte prognose. Ook deze kinderen zien wij het liefst zo snel mogelijk in het dichtstbijzijnde ziekenhuis waar de kinderarts in een warme omgeving meerwaarde kan bieden in praktische zin (bijv. intraveneuze toegang via de navelvene en invasief luchtwegmanagement in gecontroleerde setting) en in diagnostischtherapeutische zin (bijv. bij verdenking op een hartafwijking kan in het ziekenhuis gestart worden met alprostadil iv.).
Reanimatie Neonatale reanimaties zijn uiterst zeldzaam en hebben doorgaans
28 AMBULANCEZORG
Veranderingsprocessen Deze verandering in de logistiek en werkwijze gaat niet vanzelf. Ambulancemensen en MMT-artsen in de regioâ&#x20AC;&#x2122;s Noord-Holland en Flevoland zijn grotendeels geschoold in zowel de theoretische aspecten van neonatale transitie als de vaardigheden die succesvolle transitiebegeleiding mogelijk kunnen maken. Hieronder vallen temperatuurmanagement, de CE-methode voor maskeren ballonbeademing en het gebruik van guedel en nasofaryngeale tube als kapbeademing moeilijk is of als langdurig niet-invasief beademd moet worden. Het LPA ten aanzien van de opvang van de pasgeborene is aangepast met als uitgangspunt dat transitie een fysiologisch proces is. Eerst worden alle normale acties genomen om het kind door de transitie te begeleiden. Pas als dit niet voldoende blijkt omdat de hartactie niet boven de 60/minuut
Sdu Uitgevers
komt (ondanks adequaat niet-invasief luchtwegmanagement en 1 minuut thoraxcompressies), gaat transitiebegeleiding over in reanimatie. In de regionale ziekenhuizen is hard gewerkt om neonatale opvang op de SEH mogelijk te maken, ook in de ANW-uren. De raden van bestuur hebben hiervoor in de regionale vergaderingen van het ROAZ (met VUMC en AMC) bestuurlijk akkoord gegeven. Het allerbelangrijkst bij een dergelijke werkwijze is full-proof coördinatie door de MKA. Cruciaal hierbij is dat het meldkamersysteem altijd dezelfde werkinstructie laat zien bij een dergelijke melding, of deze nu binnenkomt via 112 of een spoedlijn voor verloskundigen. Door samen te werken hebben de MKA’s deze werkinstructie ontwikkeld en is deze in werking gesteld op 1 juli 2014, de datum waarop het protocol officieel van start is gegaan in de regio’s Noord-Holland en Flevoland. Nationale implementatie De presentatie van pasgeborenen vanuit de thuissituatie op de NICU is niet een fenomeen dat alleen in de regio’s Noord-Holland en Flevoland plaatsvindt. Vanuit alle NICU’s is de vraag gekomen om de werkwijze zoals hierboven beschreven verder uit te werken voor een nationale implementatie. Inmiddels zijn alle regio’s hiermee bezig en worden per regio de omstandigheden in kaart gebracht die van belang zijn voor een succesvolle implementatie. De uitgangspunten van het protocol blijven uiteraard leidend in dit proces. Van het grootste belang is dat de MKA’s allemaal dezelfde werkinstructie in het meldkamersysteem gebruiken
omdat er nu eenmaal regio-overschrijdend gewerkt wordt. Het regio-overschrijdend werken is tegelijkertijd ook een lastig punt bij de implementatie van het protocol in de regio Noord-Holland en Flevoland. De randgebieden hebben soms een ziekenhuis in de aangrenzende regio dat dichterbij is dan het dichtstbijzijnde in de eigen regio. Aangezien op dit moment alleen de ziekenhuizen binnen de eigen regio betrokken zijn bij dit protocol wordt de pasgeborene vervoerd naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis in de eigen regio. Als de nationale implementatie voortschrijdt zullen meer en meer regio’s aan elkaar gekoppeld raken en kan er in steeds meer gevallen gebruik gemaakt worden van het daadwerkelijk dichtstbijzijnde ziekenhuis. Het doel van deze verandering in zowel denken (een pasgeborene in de problemen heeft primair warmte en eventueel een kinderarts nodig, geen IC) en doen (van reactief naar proactief organiseren en focus op niet-invasief handelen) is een doelmatiger zorg voor deze categorie patiënten. Door alle informatieve en educatieve presentaties die de eerste auteur heeft gegeven tijdens de ontwikkeling en implementatie van dit protocol werd duidelijk dat de behoefte aan doelmatiger zorg niet alleen bij kinderartsen leefde. Het benadrukken van de neonatale transitie als fysiologisch proces bracht direct rust en ruimte in de hoofden van zowel ambulancemensen als MMT-artsen. Wij hopen dan ook dat deze verandering van denken en doen een bijdrage gaat leveren aan het welbevinden van allen die betrokken raken bij de zorg van (mogelijk) vitaal bedreigde pasgeborenen.
www.skysuite.nl Dé modulaire oplossing voor de ambulancezorg Sky is de webbased oplossing om via één ingang diverse onderdelen van uw organisatie te ondersteunen en te beheren. De onderliggende applicaties kunnen uitstekend stand-alone draaien, maar zijn, door middel van Sky, ook op elkaar aan te sluiten. Sky en de applicaties eronder zijn ontwikkeld samen met de eindgebruikers, voor de eindgebruikers.
Ì Ì Ì Ì Ì
Nic: Nieuws, informatie en communicatie Doc: Documentbeheer Bob: Facility management / Bedrijfsbureau
Vraag een demo aan: 0342 - 40 44 80
Eva: Vakbekwaamheid Koppelingen met externe applicaties mogelijk
September 2014
AMBULANCEZORG 29
Plasma nieuw wapen tegen infecties bij brandwonden? ZonMw (het instituut dat gezondheidsonderzoek en zorginnovatie stimuleert) geeft samen met zeven gezondheidsfondsen, waaronder de Brandwonden Stichting, een flinke financiële impuls aan wetenschappelijk onderzoek. Achttien onderzoeken die mogelijk een belangrijke doorbraak voor patiënten betekenen, krijgen elk een subsidie van 300.000 euro. De Brandwonden Stichting en ZonMw beoordeelden het onderzoek naar de bestrijding van bacteriën met plasma als alternatief voor antibiotica als haalbaar en zéér relevant. Want gezien de wereldwijd toenemende antibiotica-resistentie, zou dit onderzoek een enorme impact kunnen hebben.
Door Marieke Stegenga, Nederlandse Brandwonden Stichting
Wetenschappelijk onderzoek blijft nogal eens – om uiteenlopende redenen – in de laboratoriumfase hangen. En dat is zonde, aldus ZonMw en SGF (Samenwerkende Gezondheidsfondsen). Want veelbelovende behandelmethoden Bouke Boekema verdienen het om bij patiënten terecht te komen. ‘Translationeel onderzoek’ is de term voor het overbrengen van onderzoek uit het lab richting de kliniek. Door het bundelen van de (financiële) krachten is het voor 18 veelbelovende onderzoeken nu eenvoudiger om daadwerkelijk die stap te maken. Bacteriën in brandwonden bestrijden met plasma De Brandwonden Stichting is verheugd te melden dat via het Programma Translationeel Onderzoek een subsidie van 300.000 euro is toegekend aan het kansrijke onderzoek naar de bestrijding van bacteriën in brandwonden. Dit is namelijk niet alleen voor brandwondenpatiënten goed nieuws, maar voor alle patiënten die met lastige infecties kampen. Nieuwe behandeling van infecties Als onderzoeker bij de Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland (VSBN), zoekt Bouke Boekema naar nieuwe manieren om bacteriën te bestrijden zónder daarbij de genezing van brandwonden te belemmeren. Plasma, legt hij uit, is het nieuwste wapen in de strijd tegen bacteriën. Voor steeds meer bacteriën geldt namelijk dat antibiotica ze niet meer kunnen bestrijden. De bacteriën hebben zich zo aangepast dat ze ongevoelig zijn geworden voor de werking ervan. In de hele wereld hebben we dus steeds meer moeite om schadelijke bacteriën te bestrijden, waardoor steeds meer patiënten overlijden of ernstig ziek worden door infecties. De bestrijding van bacteriën met plasma is daarmee een belangrijk wapen tegen die antibioticaresistentie.
30 AMBULANCEZORG
Wat is plasma? Alles in de natuur kent vier gedaantes: vast, vloeibaar, gas en plasma. Denk bijvoorbeeld aan ijs, water en waterdamp. Dat is hetzelfde, maar dan steeds in een ander jasje. Plasma is simpel gezegd een tijdelijke, maar zeer spectaculaire fase van gas. Want als gas in plasma verandert, is het alsof het alledaagse jasje tijdelijk wordt verruild voor een heel flitsend exemplaar. De superkleine deeltjes waar gas uit bestaat, trekken elkaar aan als magneten. In de plasma-fase worden die deeltjes uit elkaar getrokken. En dat levert naast een natuurlijke vorm van vuurwerk (bliksem), heel wat moois op: uv-straling, warmte, elektronen, elektriciteit, licht en radicalen. En radicalen zijn de ‘onderdelen’ uit plasma die schadelijke bacteriën kunnen doden. Infecties & brandwonden: een gevaarlijke combinatie Niet langer de brandwonden zelf, maar de infecties eraan vormen tegenwoordig het grootste probleem in de brandwondenzorg. Door een infectie worden de wondheling en de acceptatie van de huidtransplantaten ernstig geremd, ontstaan er grotere littekens en is bovendien het risico om te overlijden groter. Hoe het werkt Met behulp van zogenaamd argongas wekt Bouke in het lab plasma op. Uit een slang van een apparaat dat wat wegheeft van een supergrote versterker, komt een heel klein lichtgevend druppeltje tevoorschijn. Dat is plasma. Onder dat plasma legt Bouke schaaltjes met vloeistoffen waarin stukjes huid dobberen waarop bacteriën zitten. Als de vloeistof en het plasma contact maken, ontstaat er een reactie waarbij sterk bacteriedodende stoffen worden aangemaakt. Bouke meet of het aantal bacteriën na blootstelling aan het plasma is afgenomen. Maar tegelijk houdt hij ook nauwlettend in de gaten of het plasma niet de huidcellen aantast. Voor het onderzoek in de praktijk ziet Bouke een apparaat voor zich dat op een zaklamp lijkt. Hiermee blaas je als het ware plasma op de wond en worden alle micro-organismen gedood. Resultaat: de brandwond is vrij van schadelijke bacteriën en het genezingsproces kan ongestoord doorgaan.
Sdu Uitgevers
Biketeam UMCG: nieuw materieel en groeiend aantal inzetten Het bike-team van UMCG Ambulancezorg is deze zomer overal in Noord-Nederland actief geweest. Foto beschikbaar gesteld door UMCG Ambulancezorg.
Dertig versnellingen, beluchte schijfremmen voor en achter, 27 inch wielen, zelf reparerende, terreinvaardige banden, een blauwe tassenset voor de A+B en een rode tassenset voor de C+D. Pedalen voor zowel clips als gewone schoenen. Een blauwe flitslamp en sirene, een oprolbaar afzetlint aan de zadelpen. Het fietslicht kan ook als werklamp worden gebruikt. En, o ja, er zit ook een gewone bel op. Het zijn opvallende verschijningen, de twee nieuwe Cube- ambulancebikes die vlak voor de zomervakantie in gebruik zijn genomen door het biketeam van UMCG Ambulancezorg. Ze zijn op maat gemaakt door ATB-specialist Egbert Egberts in het Drentse Borger. In de nieuwe fietsen zijn de ervaringen verwerkt van inmiddels alweer een aantal jaren fietsende hulpverlening in Drenthe en omgeving. De TT-nacht in Witten werd eind juni de eerste echte inzet voor het nieuwe materieel, met als roepnummer voor de meldkamer 03-347.
Door Roel Barkhof, woordvoerder UMCG Ambulancezorg en Ambulancezorg Fryslân
Onderdeel reguliere ambulancezorg Het bike-team van UMCG Ambulancezorg is deze zomer overal in Noord-Nederland actief geweest. De fietsende ambulancezorg uit Drenthe wordt ter ondersteuning van de lokale teams namelijk steeds vaker ingezet bij grotere publieksevenementen in de drie provincies. Dus zowel bij bijvoorbeeld de TT van Assen als de Run van Winschoten, de feesten in het centrum van Emmen of tijdens de Zuidlaarder Markt en bij de Havendagen in Harlingen samen met de Friese collega’s. “Het bike-team is een volwassen onderdeel van onze ambulancezorg geworden,” zegt Roelof Schoonbeek, hoofd van de Drentse ambulancezorg. “En het nieuwe materieel sluit daar nu goed bij aan.” Compacte EDAZ-terminal Het biketeam krijgt naast nieuwe fietsen verder de beschikking over een speciale, compacte EDAZ-terminal, een kleinere uitvoering van de laptopcomputer zoals ook in de ambulances aanwezig, met onder andere het elektronisch inzetformulier, zodat men zich ook op dat vlak kan meten met de ingeblikte gemotoriseerde collega’s. “Met het bike-team zijn we niet alleen sneller ter plaatse wanneer er veel mensen zijn, we kunnen vaak rustiger werken,
September 2014
zeker wanneer het om het behandelen van kleinere letsels gaat. Zo´n grote gele bus trekt toch direct weer allerlei mensen aan die allemaal ‘goede raad’ hebben. Met de fietsen hebben we daar veel minder last van. Dat komt de hulpverlening beslist ten goede,” vertelt teamcoördinator Elrik Rotman die samen met Ellen Nijenboer een drijvende kracht achter het zes mensen sterke fietsende zorgteam is. Hij benadrukt dat het vooral gaat om een snelle aanwezigheid en een directe aanpak van zorg. “Wanneer we ter plaatse uitgebreidere zorg dan bijvoorbeeld wondbehandeling moeten geven, willen we wel zo snel mogelijk een voertuig erbij hebben. Dat wel.” Groei aantal inzetten verwacht Roelof Schoonbeek verwacht dat het aantal inzetten van het biketeam de komende jaren verder groeit. “De regels voor evenementen worden steeds strenger, de eisen aan de zorgverlening gaan omhoog. Met ons bike-team kunnen we daar soepel op inspelen. Het is vanuit een soort hobbyactiviteit van een aantal gedreven medewerkers uitgegroeid tot een absoluut volwaardig onderdeel van ons zorgpakket. En het past helemaal in ons streven om zoveel mogelijk maatwerk in ambulancezorg te leveren. Vaak is dat een auto, regelmatig een motor, maar ook steeds vaker het bike-team.”
AMBULANCEZORG 31
Team Opleidingen Meldkamer Ambulance Noord-Nederland (MkANN) geeft zelf invulling aan vakgerichte scholingsdagen Scholingsdagen specifiek gericht op de praktijk van de centralisten van de meldkamer ambulancezorg en dan ook nog specifiek daarvoor ontwikkelde lesstof en thema’s, komen steeds meer in de belangstelling te staan en klimmen naar een steeds hoger niveau. Ze worden ook steeds nadrukkelijker praktijkgericht. Scholing gebeurde bijna altijd vanuit stof en casussen ontwikkeld voor de rijdende dienst, aangepast aan de werkwijze van de meldkamers. Niet zo gek dat daar de basis lag, immers, daar ligt het zwaartepunt van de ambulancezorg en werken veruit de meeste mensen. Met de komst van nieuwe meldkamers en nieuwe triagesystemen, zoals ProQA en NTS en het snel professionaliseren van de functie van Meldkamercentralist Ambulancezorg, groeide achter de meldtafels de behoefte aan meer op maat gesneden scholingsmogelijkheden en meer scholingsdagen. De eisen gesteld aan centralisten worden steeds hoger, het toezicht vanuit de overheid wordt steeds intensiever. Niet gek, want de meldkamercentralist is in feite virtueel de eerste hulpverlener ter plaatse. Meldkamercentralist Ambulancezorg is een intensief vak met speciaal opgeleide professionals. En dat moet ook in de nieuwe scholingsdagen tot uiting komen. Dat vonden ook de centralisten van de Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland. Eigen opleidingsteam De Meldkamer Noord-Nederland heeft in 2012 vanuit de drie deelnemende RAV-en (Friesland, Drenthe, Groningen) een eigen team opleidingen geformeerd. Het was praktisch gezien een voortzetting van een aantal opleidingsactiviteiten die al eerder in gang waren gezet in het kader van het samengaan van de drie meldkamers van Leeuwarden, Groningen en Assen in de gezamenlijke Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland. Daarvoor moesten heel wat afspraken, regelingen werkwijzen en protocollen op elkaar worden afgestemd. Een formalisering van een gezamenlijk Team Opleidingen was daardoor in feite een kleine stap. Het afgelopen jaar is gewerkt aan het vormgeven van de inhoud van landelijke scholingsdagen, met op de achtergrond het denken vanuit ProQA. Opleiden en praktisch actief Het opleidingsteam van de Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland bestaat uit een fulltime regionale opleidingscoördinator/opleidingsadviseur (multi- en monodisciplinair actief binnen de meldkamer), twee opleidingscoördinatoren voor ieder 50% in combinatie met een 50% functie als Centralist Ambulancezorg, plus drie werkbegeleiders. Binnen de MkANN werken 44 centralisten ambulancezorg.
32 AMBULANCEZORG
Landelijke scholing voor vervolgprogra
De Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland in Drachten, organiseerde na een jaar van voorbereiding in mei van dit jaar voor het eerst landelijke scholingsdagen voor centralisten van meldkamers die werken vanuit AMPDS/ProQA. Thema: “Het Kind in Nood”. Een thema dat voor de centralist vele facetten kent en om diverse vaardigheden vraagt. Doelstelling van deze eerste landelijke scholingsdagen was vooral om lesstof te ontwikkelen vanuit het perspectief van de meldkamerprofessional die werkt met het triagesysteem ProQA. Het systeem mocht echter nadrukkelijk niet leidend zijn in de lesstof, maar is wel de basis om op terug te vallen bij vragen. Die lesstof moet voor centralisten algemeen zijn. Door: Rob van Meer en Roel Barkhof
De belangstelling voor de specifiek op centralisten gerichte scholingsdagen was zodanig, dat er twee dagen werden belegd in het auditorium van de Meldkamer Noord-Nederland. Er was deelname van in totaal 52 centralisten, externe deelnemers kwamen van Kennemerland, NoordHolland Noord en Zuid-Holland Zuid. Op 24 april en 14 mei kwamen ze naar Drachten om er hun kennis op te frissen en bij te spijkeren en onderling ervaringen uit te wisselen. Bijdragen tijdens deze eerste landelijke scholingsdag van de Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland waren onder andere afkomstig van de MMA Meldkamer Noord-Nederland, het Mobiel Medisch Team Noord-Nederland, de aandachtsfunctionaris kindermishandeling van UMCG Ambulancezorg en een verloskundige. Ze gingen over bijzondere transportvormen voor (zeer)jonge kinderen, maar
Sdu Uitgevers
sdagen 2014 MkANN maatstaf mma
ook over de communicatie met kinderen die meldingen doen via 112. En er waren live demonstraties met videoverbindingen.
telefoon op konden reageren en waarvan ze direct op het scherm zagen wat de zaal er van dacht.
In vogelvlucht door het programma van de dag “Het Kind in Nood”, een verslag van een deelnemende centralist
Van MMT naar AMK Van het Mobiel Medisch Team en specifieke ziektebeelden, ging het naar het tweede thema: kindermishandeling. De tweede spreker behandelde vanuit zijn rol als aandachtsfunctionaris de rol van het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK) binnen de ambulancehulpverlening. Aan het eind van de presentatie werd er met de aanwezigen gesproken over de rol van de centralist bij het melden van (vermeende) kindermishandeling. Dat leidde tot de nodige discussie. De meningen liepen hierover uiteen, maar over het algemeen was er consensus over de optie om bij “een vermoeden van” toch een ambulance te sturen. Bij de vakgroep centralisten van de beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg staat dit onderwerp overigens ook op de agenda, zo verklaarde onze eigen vertegenwoordigster binnen de beroepsorganisatie.
Na het inschrijven, de ontvangst met koffie en uitdelen van de schrijfmap en de badge, werd klokslag negen gestart door organisator Rob van Meer en de Medisch Manager Ambulancezorg, drs. Ronald de Vos. De vliegende dokter en het kind Begonnen werd met een inleiding vanuit het Mobiel Medisch Team Noord-Nederland (UMCG). De specialist van het MMT ging in op de toegevoegde waarde hiervan bij kindercasussen. Ook besprak hij een aantal specifieke ziektebeelden zoals pseudokroep en epiglottitis. Tijdens de inleiding werd een aantal stellingen aan de zaal getoond, waar de aanwezigen via de mobiele
Kindertransporten: maatwerk Na de koffiebreak kwam het transport van kinderen voor het voetlicht. Daarvoor zijn tal van speciale middelen en voertuigen beschikbaar: het ging over PICU, NICU en MICU… en de specifieke verschillen hierbij. Ook werden persisterende pulmonale hypertensie, ECMO en Assist Devices behandeld en was er aandacht voor nieuwe ontwikkelingen zoals het inzetten van een ambulance bij een thuisbevalling, nog voordat er sprake is van mogelijke complicaties. Dat dit nogal wat reuring gaf in de zaal zal duidelijk zijn: je bent immers een ambulance kwijt gedurende de bevalling. Het laatste onderdeel van de ochtend, bestond uit een inleiding over de communicatie met kinderen die een melding doen via 112. Er werd een aantal duidelijke tips gegeven om
September 2014
AMBULANCEZORG 33
die communicatie beter te laten verlopen en er werden door de centralisten ervaringen gedeeld betreffende dit onderwerp.
van de stichting). Tijd om onder het genot van een verfrissing en een hapje nog even met elkaar na te praten en ervaringen uit te wisselen.
Live: Verloskunde en stuitligging Na de lunch werd iedereen bij de les gehouden door een zeer enthousiaste verloskundige die een presentatie gaf over verloskunde gerelateerd aan de meldkamerpraktijk. In een boeiende sfeer kwamen er verschillende onderwerpen voorbij die binnen de samenwerking tussen verloskundige en meldkamer een rol spelen. Tegelijkertijd werd ook de voor velen ver weggezakte kennis over verloskunde opgehaald. Ik weet nu weer wat een stuitligging is en wat G2P1 inhoudt. Iets wat de communicatie met de verloskundige alleen maar verder verbetert. Na de enthousiaste presentatie was er bewegend beeld: via een video-opstelling kon de zaal live meekijken naar wat er ter plaatse gebeurt bij een bevalling aan de hand van de door een centralist met behulp van ProQA gegeven instructies. Het begon eenvoudig: in de eerste instantie een ongecompliceerde partus, later gevolgd door een echt gecompliceerde partus (stuit bevalling, voetligging). Na het zien van de video-opname werd er met de centralist ambulancezorg, de melder, de verloskundige en de aanwezigen in de zaal over de ervaringen en gerezen vragen geëvalueerd. Iets wat bijzonder leerzaam was. ‘Plakkende’ suggesties Aansluitend op deze bijzondere middag was er ruimte voor een algemene evaluatie van de scholingsdag. Alle deelnemers konden op drie post-its hun opmerkingen en tips kwijt. Het verzoek was om ze bij het verlaten van de zaal op de deur te plakken. Voor iedereen was er een deelnamebewijs –om te laten zien dat ze er echt geweest zijn- en iedereen kreeg een KIKA beer als presentje. (KiKa staat voor Kinderen Kankervrij, de beer Kika is de mascotte
Vervolg staat al vast Vanuit het team opleiders en organisatoren luidt de conclusie van de twee opleidingsdagen: “Aan de hand van de evaluatie en de complimenten op de dag zelf en de dagen erna, mogen we concluderen dat de scholingsdagen in deze opzet een groot succes zijn geweest. De volgende dagen worden aan het eind van het jaar gepland, de data zijn op dit moment nog niet bekend maar zullen zo snel mogelijk bekend worden gemaakt,” aldus Rob van Meer. Mocht uw interesse zijn gewekt kunt u uiteraard op voorhand al contact opnemen. Contactpersoon voor het opleidingsteam is Rob van Meer, mail rob.van.meer@mknn.nl Over de auteurs: Rob van Meer is opleidingscoördinator en Roel Barkhof is communicatieadviseur Meldkamer Noord-Nederland. Foto’s beschikbaar gesteld door MkNN.
34 AMBULANCEZORG
Sdu Uitgevers
167: Bijzondere eigenschappen, die onze voertuigen typeren.
Elk ambulancevoertuig, elk voertuig voor de rampenbestrijding of elk brandweervoertuig beschikt over bijzondere eigenschappen, hiervan zijn er 167. Bij elkaar vormen zij een buitengewoon voertuig – een voertuig Made in Germany – van het merk WAS. Dit merk weerspiegelt de ideeën en de onvermoeibare drang van onze specialisten, dingen continue te verbeteren. Daarom is het zeer waarschijnlijk dat het getal 167 binnenkort weer zal wijzigen. Maar dat is ook goed.
Wietmarscher Ambulanz- und Sonderfahrzeug GmbH | info@was-vehicles.com | www.was-vehicles.com
Ketenzorg! LIFENET System 5.0 is een veelomvattend platform dat moeiteloos gegevens mobiliseert voor meer efficiëntie in het zorgproces. Het levert kritieke informatie met de snelheid die uw teams nodig hebben om de tijd tot de behandeling te verkorten.
Veelomvattend LIFENET doet veel meer dan het eenvoudig, betrouwbaar en veilig verzenden van gegevens. De software komt met een hele suite van hulpprogramma’s die helpen de pre-en hospitale omgeving met elkaar te verbinden. Veilig Door een hosted data centrum, met hoge beveiliging en backup worden de IT-afdeling van het ziekenhuis en ambulancedienst ontlast. Mobiel De nieuwe functie LIFENET Consult is een mobiele oplossing waarmee bijvoorbeeld een cardioloog op afstand kan worden geconsulteerd en aan beslissingen kan bijdragen. Efficiënt Verzamel en verzend additionele elektronische verslagen van ambulancediensten tezamen met de gegevens van een 12-lead ECG Betrouwbaar Bewezen en vertrouwde technologie van Physio-Control
System Meer informatie vindt u op www.physio-control.com Neem contact op met uw Physio-Control-vertegenwoordiger: infobenelux@physio-control.com Physio-Control Operations Netherlands B.V. Galjoenweg 68 6222 NV Maastricht Nederland
©2012 Physio-Control, Inc. Redmond, WA 98052 VS.