17 minute read
PEEP bij drenkelingen in de prehospi tale fase
PEEP bij drenkelingen in de prehospitale fase
Nederland en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ruim achttien procent van het
Advertisement
oppervlak van ons land bestaat uit water 2 , zowel zoet als zout. De mogelijke oorzaken voor de
toename van het aantal drenkelingen zijn niet onderzocht. Wetenschappers vermoeden dat dit onder meer komt door de steeds warmere temperaturen in ons land, waardoor mensen vaker verkoeling zoeken in het water. Daarnaast is er een toename van immigranten, die niet gewend zijn aan een waterrijke omgeving en vaak geen zwemdiploma hebben. De behandeling van drenkelingen riep vragen bij ons op en bij navraag bleek in den lande hierover verschillend te worden gedacht. LPA 8.1 vermeldt duidelijk dat na intubatie, 5-8 cm H2O PEEP dient te worden gegeven. Er is echter discussie over endotracheaal intuberen door de ambulanceverpleegkundigen. Om niet in discussies te belanden, gingen wij terug naar de basis en deden we een literatuuronderzoek, om onze vragen objectief beantwoord te krijgen.
Door Tamara Eisenga-ten Hove en Jacolien Grootkarzijn Foto’s: Marcel van Zeist, collega ambulancechauffeur van de auteurs
Wat is PEEP en wat betekent dit voor een drenkeling? Als de verdronken persoon uit het water is gehaald en reanimatiebehoeftig blijkt, dient de reanimatie direct gestart te worden. Door ambulancepersoneel wordt de patiënt voorzien van een endotracheale tube waar 5 – 8 cm H2O PEEP op gegeven wordt. PEEP mag gezien worden als een krachtig werkend
Voor het eerst in bijna twintig jaar is het aantal verdrinkingsdoden in Nederland fors gestegen. In 2017 waren dat er nog 108, vorig jaar 138 en voor 2019 lijkt dit getal wederom hoger, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek 1 . Tijdens onze opleiding aan de Ambulance Academie in Harderwijk leren wij drenkelingen die reanimatiebehoeftig zijn, volgens protocol na intubatie te beademen met 5-8 cm H2O PEEP (positive end-expiratory pressure). Echter vroegen wij ons af, wat is het belang van PEEP in de prehospitale fase en is hiervoor endotracheale intubatie een vereiste? medicament en wordt gebruikt om te voorkomen dat de alveoli aan het eind van de uitademing samenvallen 7,9,11 . Met het geven van PEEP neemt in de eerste plaats het longvolume toe, met name de FRC (= functionele residu capaciteit). De belangrijkste functie van FRC is onder andere zuurstofbuffer. Toename van de FRC komt tot stand door het verwijden van de luchtwegen, het weer openen van gecollabeerde alveoli en het voorkomen van het collaberen van alveoli tijdens de expiratie. Door het openen van de alveoli neemt de compliantie (=mate van rekbaarheid) van de longen toe. Het belangrijkste nadelige effect van PEEP, is de daling van de cardiac output die ermee gepaard gaat. Deze cardiac output daling komt door de afname van de veneuze terugvloed van bloed naar de rechter harthelft. De belangrijkste indicatie voor PEEP is hypoxemie door niet cardiaal longoedeem bij ARDS. Prehospitaal wordt er 5-8 cm H2O PEEP gegeven conform protocol LPA 8.1. Spontaan braken / aspiratie komt bij meer dan 50 % van de drenkelingen voor 6 . De Airway2 studie van januari 2019 16 toont aan dat er geen significant verschil is aangetoond in regurgitatie en aspiratie tussen patiënten die een i-gel kregen óf patiënten die een endotracheale tube kregen. Echter betreft dit onderzoek geen drenkelingen. De beademing van een drenkeling wordt bemoeilijkt door bronchospasme ten
gevolge van aspiratie en koude. Door de soms hoge beademingsdrukken, kan veel lucht in de maag terechtkomen. De kans op braken wordt hierdoor nog groter. De late gevolgen van aspiratie van maagzuur veroorzaken een deel van de ziekenhuissterfte. Aspiratie behoort tot de pathofysiologie van de drenkeling, echter, na intubatie en geven van PEEP moet men aandacht besteden aan maagontlediging met een maagsonde.
Wat is ARDS? ARDS, Acute Repiratory Distress Syndrome, is een ernstige longaandoening die een heftige ontstekingsreactie in de longen geeft 7,8 . Dit kan komen door sepsis, pneumonie, transfusie van bloedproducten, maar ook door aspiratie zoals bij drenkelingen. ARDS is een bekende complicatie van verdrinking, zowel bij volwassenen als bij kinderen. Dit kan komen door zowel hypoxie en aspiratie van water als het afnemen van surfactans en het toenemen van doorlaatbaarheid van het capillaire alveolaire membraan. Men verwacht bij verdrinking een ARDS-beeld na 24 uur. ARDS wordt gekenmerkt door een acute respiratoire insufficiëntie met niet-cardiaal longoedeem, waarbij de compliantie van de long stijgt en de behandeling met PEEP essentieel is. De eerste verandering bij patiënten met ARDS wordt gezien bij hypoxemie. Deze wordt veroorzaakt door atelectase en longoedeem. Door hypoxemie wordt het ademhalingscentrum geactiveerd en treedt meestal een geringe hypocapnie op. Daarop volgend treedt de ventilatie perfusie stoornis op en ontstaat naast shunting een toename van dode ruimte ventilatie. Shunting is een verschijnsel waarbij bloed door de long stroomt zonder zuurstof op te nemen. Shunting reageert op PEEP en niet op het toedienen van zuurstof zoals bij longoedeem en ARDS. Dode ruimte ventilatie is een verschijnsel waarbij een gedeelte van de long niet deelneemt aan de gasuitwisseling. Hierbij heb je wel ventilatie maar geen perfusie. In de prehospitale setting zie je bij patiënten die ondergedompeld zijn dan wel slachtoffer van niet fatale verdrinking, als zij niet gereanimeerd hoeven te worden, een toename van dyspnoe ten gevolge van hypoxie die niet of slecht reageert op zuurstof. Bij auscultatie zullen crepitaties hoorbaar zijn.
Resultaten Literatuurstudie naar het geven van PEEP op een i-gel toont aan dat een drenkeling niet adequaat geventileerd kan worden
met een i-gel 3,6 . Het falen hiervan wordt toegeschreven aan veranderingen in de longfysiologie na onderdompeling en inademing van water, waarvoor soms een ventilatiedruk tot 40 cm H2O vereist was om de hypoxemie van het slachtoffer te behandelen. Hoge PEEP-drukken kunnen met de i-gel gewoonweg niet veilig gegeven worden 15 . Het gebruiksgemak en de snelle plaatsing van SAD’s (supraglottic airway device) zonder de hartcompressie te onderbreken hebben geleid tot aanbevelingen voor het gebruik ervan tijdens reanimaties. De relatief lage drukken die via vele SAD’s kunnen worden bereikt (i-gel 2-5 PEEP 15 ), kunnen echter onvoldoende longventilatie bewerkstelligen bij drenkelingen. De extreem hoge drukken die nodig kunnen zijn om deze patiënten op een adequate manier te beademen, zullen bij een drenkeling zorgen voor forse maagdilatatie ten gevolge van lucht en aspiratie en leiden zo tot een extremere daling van de veneuze return wanneer men dit niet via een gecuffte endotracheale tube doet 3,15,6 . Bij de behandeling van een drenkeling is een vroege behandeling van hypoxemie essentieel. Dit kan gewoonweg niet gerealiseerd worden zonder PEEP en hiervoor is een gecuffte endotracheale tube nodig 3,15 . Vroege beademing in combinatie met PEEP, verhoogt de overlevingskans. In het geval van een cardiopulmonaal arrest bij drenkelingen is de richtlijn van de Europese reanimatieraad nog altijd een gecuffte endotracheale tube. De richtlijn wijst hiermee ook op de beperkingen van SAD’s vanwege de verminderde longcompliance. De fabrikant van i-gel 15 geeft om bovengenoemde redenen dan ook het advies nooit meer dan 5 PEEP op een i-gel te gebruiken. Een drenkeling zal met een i-gel dus altijd worden onderbehandeld, doordat niet voldoende PEEP kan worden gegeven.
Conclusie In de prehospitale wereld is veel discussie over het endotracheaal intuberen door ambulanceverpleegkundigen. Dat merken wij zowel op school als op de werkvloer. De supraglottische airway devices (SAD’s) hebben de laatste jaren hun intrede gedaan en zijn steeds vaker eerste keuze bij het vrijstellen van de ademweg. In veel regio’s zijn de endotracheale tubes voor kinderen inmiddels geheel van de ambulance verdwenen, vanwege te weinig exposure en bekwaamheid van de ambulanceverpleegkundige ten opzichte van het intuberen van kinderen. Driekwart van de verdrinkingen die in de media worden gerapporteerd, betreft verdrinkingen met dodelijke afloop 1 . Wanneer de media rapporteren over nietdodelijke verdrinkingen (33% van de berichten in 2015-2018) gaat het met name over jongens/mannen en kinderen in de leeftijd van 0-9 jaar 4 . Gezien de literatuurstudie die wij hebben gedaan is onze conclusie dat drenkelingen in de prehospitale fase worden onderbehandeld wanneer de ademweg wordt veiliggesteld met een i-gel. De hoeveelheid PEEP die gegeven kan worden is immers veel te weinig 3,5,6,15 , waardoor onvoldoende ventilatie en dus oxygenatie verkregen kúnnen worden. In Nederland hebben we beschikking over vier MMT’s (Mobiel Medisch Team), we mogen er echter niet vanuit gaan dat deze altijd tot onze beschikking zijn. Vaak zijn ze door een andere inzet bezet, is de afstand te groot of kennen ze vliegbeperkingen door bijvoorbeeld weersinvloeden. Gezien de pathofysiologie en hoge drukken die benodigd zijn bij de beademing van een drenkeling 3,6,15 , is de endotracheale gecuffte tube de enige juiste behandelmethode.
Discussie en aanbevelingen Gezien de onderzoeksresultaten is onze aanbeveling een gedegen vervolgonderzoek, specifiek gericht op de beademing van drenkelingen. Drenkeling zijn zegt niets over je leeftijd, maar juist kinderen verdrinken vaak (zo blijkt uit cijfers van het CBS) en juist bij kinderen kunnen wij op de ambulance een significant verschil maken. Zij kunnen door het verdwijnen van de endotracheale tubes op de ambulance, in sommige regio’s niet adequaat geventileerd worden en zijn hiervoor volledig afhankelijk van het MMT. Gevoelsmatig zetten we deze kinderen nu volledig buitenspel. Een vervolgonderzoek staat los van de discussie die er in den lande gevoerd wordt over SAD versus endotracheale intubatie. Hierbij wordt de drenkeling namelijk niet in ogenschouw genomen 1,3 . De noodzaak van intuberen door de ambulanceverpleegkundige lijkt ons dan ook nog steeds van belang. Zouden we niet juist moeten investeren in onszelf door middel van scholing en/of stages? Mogelijk dat de videolaryngoscoop hierin ook in ons voordeel kan zijn.
Over de auteurs Tamara Eisenga-ten Hove (ambulanceverpleegkundige, op de foto’s links) en Jacolien Grootkarzijn (ambulancechauffeur, op de foto’s rechts) zijn beiden werkzaam als ambulancezorgverleners bij Witte Kruis Noord Oost Gelderland in Apeldoorn.
Literatuurlijst (1) De stentor, voorpagina, maandag 22 Juli 2019 & Centraal Bureau voor de Statistiek. (2) Wikipedia > Nederland, wateroppervlak. (3) P.A Baker, J.B Webber,Failure to ventilate with supraglottic airways after drowning, Anesth, Intensive Care, 2011: 39;675-677. (4) Muller Instituut, Risicofactoren van verdrinking. Utrecht, mei 2019.
(5) Y. B.Kim, Y. J. Chang, Application of PEEP using the i-gel during volume-controlled ventilation in anesthetized, paralyzed patients, maart 2013. (6) J.J.L.M. Bierens, M. van Berkel en J.J. van Zanten, De drenkeling onderkoeld en onderbehandeld, Ned. Tijdschrift geneeskunde, 1990, 134 nr. 8. (7) G.T.W.J. van den Brink, Leerboek Intensive-care-verpleegkunde. Maarssen, 2007 deel II. (8) L. Veenhuizen, K. Haasnoot, A.J. van Vught, J.J.L.M. Bierens, B.T.M.J. Thunnissen en R.J.B.J. Gemke, Submersie bij kinderen; rol van hypothermie en ontstaan van adult respiratory distress syndroom, Ned. Tijdschrift geneeskunde, 1994, 30 April; 138 nr. 18. (9) D. Gommers en J. van Rosmalen, Venticare beademing, praktische handleiding, 2014. (10) https://www.uptodate.com/contents/drowning-submersion-injuries/ - geraadpleegd 21 mei 2019. (11) M.J. Schultz, A.R.H. van Zanten, A.M.G.A. de Smet en J. Kesecioglu, Mechanische beademing bij acuut respiratory distress syndroom (ARDS); longbeschermende strategieën voor betere alveolaire rekruitering, Ned. Tijdschrift geneeskunde, 2003, 22 februari 147 (8). (12) http://www.mulierinstituut.nl/actueel/verdrinkingen-innederland-kinderen-risicogroep-ongevallen-vaak-in-en-omhet-huis/ (13) http://www.ecg-clopedia.nl/page23.html (14) Nederlandse Reanimatie Raad NRR, Richtlijnen reanimatie 2015 in Nederland. (15) Intersurgical Nederland B.V, nl.intersurgical.com (16) R. Tolsma en B. Goossellink, Airways-2 eerst intubatie of toch een larynxmasker bij OHCA, 15 januari 2019. (+) Readers van de Ambulance Academie: mechanische beademing, lichaamstemperatuur.
TECC-LEO
V&VN Ambulancezorg heeft de licentie voor de TECC LEO, Tactical Emergency Casualty Care for Law Enforcement Officers naar Nederland gehaald. Deze cursus is bedoeld voor (wapendragende) medewerkers in het publieke domein zoals politieagenten, buitengewoon opsporingsambtenaren, brandweer en douane. Deze cursus sluit nauw aan op de binnen de Academie voor Ambulancezorg gegeven TECC cursus, en de landelijke afspraken rondom hulpverlening bij incidenten met extreem geweld. The Triangular Group (https://triangulargroup.com/) is het eerste geaccrediteerde opleidingscentrum dat deze cursus mag uitvoeren onder de vlag van V&VN Ambulancezorg en de NAEMT. V&VN Ambulancezorg beoogd met deze licentie om uniformiteit binnen de eerste hulp-verlening door ketenpartners te bevorderen.
Triangular Group Academy
Triangular Group Academy (TGA) ondersteunt de overheid en de private sector op het gebied van veiligheid en weerbaarheid. Met onze ruime ervaring binnen Nederlandse Special Forces, inlichtingendiensten en speciale politieeenheden ontzorgen wij onze klanten door middel van opleiden, trainen, advies en begeleiding.
In januari 2020 is TGA, naast de Academie voor Ambulancezorg, een erkende NAEMT opleidings- en trainingsfaciliteit geworden. Onder de vlag van V&VN Ambulancezorg gaan wij de Tactical Emergency Casualty Care opleiding voor Law Enforcement Officers and first responders (TECC-Leo) uitdragen. Deze opleiding levert een bijdrage aan verlenging van de medische zorgketen en verbetering van multidisciplinaire zorgverlening. Wij verzorgen de opleiding voor politie, brandweer en beveiligingsmedewerkers zodat de nietmedisch opgeleide first responders in staat zijn om direct levensbedreigende verwondingen te stabiliseren tot de overdracht aan een ambulancedienst.
Door de erkenning vanuit NAEMT, het evidence based protocol en de samenwerking met de V&VN committeren wij ons aan de gestelde kwaliteitseisen. In samenwerking met de Academie voor Ambulancezorg en de V&VN streven wij naar een eenduidig, gecertificeerde opleiding voor alle nationale hulpdiensten en first responders.
Over TECC-LEO Wanneer een veiligheidsprofessional tijdens de uitvoering van zijn/haar taak wordt geconfronteerd met een medische casus ontstaat een spanningsveld tussen de uitvoering van de initiële opdracht én het verlenen van noodzakelijke medische
zorg. Met andere woorden: een nietmedisch opgeleide veiligheidsprofessional wordt blootgesteld aan keuzes tussen tactisch en medisch handelen. Het juist inschatten van de situatie is hierin van groot belang omdat de persoonlijke veiligheid van de professional én die van het slachtoffer bepaalt welke handelingen passen binnen het risicobeeld van de ontstane situatie. Ook kan de professional zelf slachtoffer zijn van een trauma of zijn er meerdere slachtoffers te betreuren. De eerste schakel in de medische zorgketen is in dit geval de medewerker ter plaatse.
In situaties met een hoog dreigingsniveau, zoals bijvoorbeeld een terroristische aanslag, wordt het gebied rondom de aanslag (‘hot zone’) vaak afgesloten voor medische hulpverleners omdat de veiligheid niet gegarandeerd kan worden. Het is in deze situatie voor medische hulpdiensten niet mogelijk om slachtoffers te behandelen waardoor veiligheidsprofessionals ter plaatse de gewonden zelf moeten stabiliseren of moeten zorgdragen voor een snelle afvoer van de gewonden. In de TECC-LEO opleiding van TGA worden veiligheidsprofessionals volgens een evidence based protocol getraind hoe te handelen in een dergelijke situatie. De opleiding duurt één dag en kan worden uitgebreid met extra opleidingsdagen waarin, ter verdieping, verschillende scenario’s afgestemd op de beroepscontext worden aangeboden. De opleiding wordt afgesloten met een door NAEMT erkend certificaat. Dit certificaat is vier jaar geldig.
De Escape-Mattress® Vacuüm is een evacuatie- en brancardmatras met vier functies: het is zowel een brancardmatras, sleepmatras, draagmatras als een vacuümmatras in één. Hiermee wordt het vervoer voor de patiënt nog veiliger en comfortabeler met minder manipulatie. Voor de professionele hulpverlener wordt het vervoer eenvoudiger en ergonomisch verantwoorder. Joep Cuijpers van Escape Mobility International: “Met deze matras kun je vooral een traumapatiënt optimaal immobiliseren met aandacht voor comfort van de patiënt.”
Aan de ontwikkeling van het EscapeMattress® Vacuum is jarenlang gewerkt. Daarvoor werkte Escape Mobility Company samen met Nederlandse Ambulancediensten, zoals het Witte Kruis en RAV IJsselland. Marketing- en productspecialist Joep Cuijpers legt uit: “We zagen de
mogelijkheden voor zo’n multi-inzetbaar matras. Daarbij vroegen hulpdiensten ons om de bestaande brancardmatrassen te voorzien van extra functionaliteiten, zodat deze dynamisch inzetbaar konden worden. Ook wilden we hiermee voorkomen dat door de komst van vacuümmatrassen ruimtegebrek in een voertuig zou ontstaan.”
Geen extra ruimte, comfortabeler en te splitsen Het Limburgse bedrijf ging op zoek naar een geïntegreerde vacuümoplossing op basis van het bestaande EscapeMattress® model Brancard. Daarbij moest ook rekening worden gehouden met de veranderende wetgeving, zoals de protocollen voor Spineboards en wervelplanken en de introductie van LPA 8.1. “Een extra vacuümmatras zou nog meer ruimte in de ambulance innemen. Tegelijkertijd wilden we het vervoer van een patiënt nog comfortabeler maken.” En alsof de uitdaging nog niet groot genoeg was, kwam daarbij de vraag of het matras ook nog in de lengte gesplitst kon worden. Op die manier zou de transfer van patiënten op de eerste hulp comfortabeler worden, zodat er tijdens transfer van brancard naar traumatafel nog minder manipulaties plaatsvinden. Ook moest het mogelijk
worden om met grote fixatieflappen een onrustige patiënt beter te immobiliseren.
De Escape-Mattress® Vacuum is tot stand gekomen in samenwerking met ambulancediensten. Zij hebben het matras uitgebreid getest, het voldoet dan ook aan de eisen van de professionele hulpverlener.
Met al die wensen en uitgangspunten ging de leverancier van hoogwaardige evacuatie- en brancardmatrassen aan de slag. Cuijpers: “We onderhouden zeer goede contacten met partijen in de markt. Daardoor krijgen we waardevolle input van hulpverleners, zoals ambulancemedewerkers, verpleegkundigen, chauffeurs en vanuit ziekenhuizen. De Escape-Mattress® Vacuum is ontwikkeld in nauwe samenwerking met deze ambulancediensten. Zij hebben verschillende proefversies uitgebreid kunnen testen, waardoor het product is aangepast aan de eisen van de professionele hulpverlener. Hierbij stond de hulpverle
ning aan de patiënt centraal, waarbij er zo min mogelijk wordt gemanipuleerd aan bijvoorbeeld een traumapatiënt.” “Omdat Escape Mobility beschikt over eigen productiefaciliteiten, konden we direct reageren op de reacties en bevindingen in de testfase”, legt Cuijpers uit. “Inmiddels zijn we zover dat we het gepatenteerde Escape-Mattress® Vacuum een paar maanden geleden op de markt hebben gebracht.” ning aan de patiënt centraal, waarbij er
Brancardmatras, sleepmatras, draagmatras en vacuümmatras in één De unieke Escape-Mattress® Vacuum is een evacuatie- en brancardmatras met vier functies in één: het is zowel een brancardmatras, sleepmatras, draagmatras als een vacuümmatras. Daarnaast kan het Escape-Mattress® Vacuum in zijn totale lengte gesplitst worden, waardoor het vervoer voor de patiënt nog veiliger en comfortabeler wordt, met minder manipulatie.
“De transfer van brancard naar traumatafel geeft minimale manipulatie en handelingen. Nu is nog maar één matras noodzakelijk.”
Voor de professionele hulpverlener wordt het eenvoudiger en ergonomisch verantwoord om een persoon te vervoeren. Bovendien zijn de kosten voor het onderhoud lager, omdat nu één multifunctioneel matras volstaat. Cuijpers ziet dat het nieuw ontwikkelde multifunctionele matras ook in de praktijk werkt. “De ambulance hulpverleners kunnen met een Escape-Mattress® Vacuum nu ook op moeilijke plaatsen komen, vooral waar de inzet van een gewone brancard niet mogelijk is. Bijvoorbeeld bij obstakels als trappen, op grindpaden of bij een zachte ondergrond.” voorbeeld bij obstakels als trappen, op grindpaden of bij een zachte ondergrond.”
In de praktijk Paul de Haans, ambulanceverpleegkundige: “De wervelplank was in de ambulancewereld niet meer als patiëntvervoer wenselijk. Een vacuümmatras was tot nu toe het enige alternatief, maar deze heeft veel opbergruimte nodig. Het bestaande Escape-Mattress® Vacuum is nu zo aangepast dat er naast gewoon transport ook de mogelijkheid is van een goede stabiele immobilisatie. Kortom: in samenwerking met Escape Mobility zijn we gekomen tot een multifunctioneel matras. De mogelijkheden van het matras zijn divers. Wat met name een belangrijk toegevoegd punt is, is dat een traumapatiënt nu zeer goed, stabiel en comfortabel kan worden geïmmobiliseerd. Daarbij kan de transfer naar een traumatafel in zijn geheel worden uitgevoerd, dus met matras. De vele handvatten aan de zijkant van het matras vergroten zowel de stabiliteit van de patiënt als de ergonomie van de hulpverleners. Daarnaast kan het matras in twee delen gecontroleerd onder de patiënt worden verwijderd. Dat gebeurt met de rits aan het voeteneind, met zo min mogelijke verstoring van de stabiliteit. Het is al met al een win-win situatie.” de patiënt als de ergonomie van de verwijderd. Dat gebeurt met de rits aan het voeteneind, met zo min mogelijke verstoring van de stabiliteit. Het is al met al een win-win situatie.”
Drie verschillende varianten De Escape-Mattress® Vacuüm is verkrijgbaar in drie verschillende varianten. Alle modellen zijn TÜV getest en CE gecertificeerd en hebben twee jaar garantie. 1. Escape-Mattress® Vacuüm (Artikelnummer: 21060) 2. Uitvoering zonder vacuüm maar wel splitsbaar (Artikelnummer 21100-03) 3. De welbekende Escape-Mattress®
Brancard (21100-02). Deze wordt al jaren door diverse hulpdiensten in binnen- en buitenland gebruikt. Drie verschillende varianten De Escape-Mattress® Vacuüm is verkrijgbaar in drie verschillende varianten. Alle modellen zijn TÜV getest en CE gecertificeerd en hebben twee jaar
Demonstratie Heeft u interesse in dit unieke, gepatenteerde matras? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvende demonstratie bij ambulancediensten in Nederland en Vlaanderen. U kunt de Escape-Mattress® Vacuüm ook in actie zien op de beurs Interschutz Hanover, van 15 - 20 juni 2020.
Escape Mobility Company t. 045 572 70 31 www.escape-mobility.com/nl
Escape-Mattress® Vacuum
• Unieke 4-in-1 oplossing voor professionele hulpverlener • Inventief ingebouwd en splitsbaar vacuüm systeem • Binnen enkele seconden gebruiksklaar • Geen overbodige transfers meer nodig • Ruimtebesparend in ambulance • Vacuümsysteem geschikt voor manuele pomp en LSU • Samengesteld uit hitte- en vlamvertragend materiaal • Bloed-, urine-, zuur- en loogbestendig
Specifi caties • Vier body flaps (twee aan iedere zijde) • Eén grote en één kleine sleepband aan zowel hoofd- als voeteneinde • Verstelbare hoofdsteun met fixatieband • In lengte verstelbare voetenzak met ritssluiting • Doorluspunten voor de veiligheidsgordel van de brancard • Afmetingen: ca. 180 x 47cm • Matrasdikte: ca. 8cm • Maximale draaglast: 150 kg • Gewicht: ca. 11 kg