13 minute read

11

Voorwoord

Sinds januari mag ik me kandidaat-voorzitter noemen van V&VN Ambulancezorg. Uiteraard ben ik het zittende bestuur erg dankbaar voor het vertrouwen dat in mij is gesteld. Op dit moment ben ik de enige kandidaat, op 3 april vindt de officiële ledenvergadering plaats waarin de verkiezing van een nieuwe voorzitter geagendeerd staat. Kortom: het is nog even spannend…

Advertisement

Wie ben ik Mijn naam is Jan Hoefnagel, 33 jaar oud, getrouwd met Lisa en wonende in het Land van Maas en Waal. Een gebied waar we gewend zijn om zowel letterlijk als figuurlijk bruggen te bouwen en te zoeken naar aansluitingen met regio’s: “Alleen kun je niks, samen kun je alles”. Sinds 2016 werk ik als ambulanceverpleegkundige bij de RAV Brabant Midden West Noord, waar ik ook zorgevaluatiebegeleider, trainer en OvD-G ben. De agenda is al behoorlijk vol, maar de uitdaging van V&VN Ambulancezorg kon ik niet laten liggen. Het is een mooi instituut dat de beroepsgroep ambulancezorg vertegenwoordigt. Immers, het bestuur en de vakgroepen zijn er voor de mensen op de werkvloer en de inhoud van hun vak.

Veel dossiers Momenteel zijn er veel zaken die spelen in V&VN Ambulancezorg: het kwaliteitskader krijgt steeds meer vorm en implementatie, de visie op midden- en laagcomplexe zorg krijgt steeds meer vaste grond en we zijn natuurlijk benieuwd naar nieuwe ontwikkelingen die nog gaan komen. Het is echt belangrijk om als beroepsvereniging zicht te hebben op zowel wat er besloten wordt op landelijk niveau, als wat er speelt in de regio’s. Regio’s hebben soms goede initiatieven, die eigenlijk landelijk interessant zijn en waar regio’s van elkaar kunnen leren. Sterker nog, minister Bruins heeft vorig jaar in zijn brief aan de Tweede Kamer diverse regionale initiatieven omarmd en stimuleert een landelijke toekomst.

Uitdaging Het bestuur van V&VN Ambulancezorg probeert nauw samen te werken met de vakgroepen en vakgroep-voorzitters. Immers, bij de vergaderingen checken zij wat er speelt in de vakgroepen aan de hand van de agenda en koppelen zij dit terug aan het bestuur. Andersom gebeurt ook: het bestuur krijgt informatie en stukken en legt dit juist voor aan de vakgroep om zo de leden te informeren. Dit geoliede systeem ziet er op papier prachtig uit, maar ik zie het ook echt als uitdaging om dit te stimuleren. Immers, lang niet iedere zorgprofessional (van centralist tot MMT-verpleegkundige en van ambulancechauffeur tot verpleegkundig specialist) voelt zich altijd thuis en gehoord bij V&VN Ambulancezorg. Dat is jammer en eigenlijk onnodig. Ik wil die betrokkenheid heel graag stimuleren. Alleen dan is onze beroepsvereniging daadwerkelijk de stem van de beroepsgroep. Een prachtig nobel doel, maar ook meteen aan jou en je collega’s de uitnodiging om aanwezig te zijn bij de vergaderingen en jullie stem te laten horen. Waar loop je tegenaan in je werk? Wat kunnen we landelijk samenvatten en terugkoppelen aan AZN? Wat kunnen we leren van elkaar? Ik hoop steeds meer collega’s te mogen ontmoeten bij een van de vier landelijke vergaderingen.

Ambulance is een mobiele zorginstelling

Feitelijk is ambulancezorg een prachtig vak: het is op alle vlakken ‘zorg’: van acuut tot sociaal. Ik ben er trots op om daarin te werken en velen met mij. Ik was ook echt trots op de zin van AZN op hun website: “moderne state-ofthe-art-voorziening” en “een mobiele zorginstelling”. En zo mogen we het ook bekijken. Ambulancezorg is een mobiele zorginstelling waar personeel werkt dat verstand heeft van een breed scala problemen. Niet alleen op acute zorg gericht, maar ook op sociaal vlak. De zorgambulance en de meldkamer zijn daar ook mooie voorbeelden van, want sociale zorg is een belangrijk kenmerk van de inhoud van hun vak. Een huisarts zei ooit tegen mij dat de helft van zijn vak bestaat uit geruststellen en empathie tonen. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook geldt voor de ambulance. Naast het sociale vak, is de inhoud van even groot belang. Steeds meer geluiden hoor je van de jongere ambulanceprofessionals dat zij zoeken naar een weg hoe zij beter kunnen zorgen voor de patiënt, die vraagt om ambulancezorg die nauw

grenst aan huisartsenzorg. Ik hoop dat er steeds meer mogelijkheden komen om hier goed op te anticiperen. De regio’s hebben hierbij ook een groot belang en ik hoop dat scholingen en afspraken met huisartsen hier positief aan bijdragen. Immers, het gaat ons erom: “Wat is de beste zorg voor deze patiënt?” Het is daarbij van belang dat wij goed weten waar onze verantwoordelijkheid ligt en wanneer we deze kunnen verlangen van een huisarts of specialist. We willen allemaal dat dit de komende jaren steeds beter gefundeerd wordt. Want, hoe duidelijker we afbakenen wat ambulancezorg is en kan zijn, hoe beter dit ook voor onze ketenpartners duidelijk wordt. Daarmee wordt de zorg in ons land steeds beter. Beste collega’s, 2020 belooft ons nog een flinke berg ontwikkelingen. Nogmaals, ik hoop je te mogen ontmoeten in de vergaderingen. Want, zonder jouw stem kunnen wij jou niet goed vertegenwoordigen, en dat is wel wat wij graag willen doen.

Hartelijke en collegiale groet, Jan Hoefnagel, (kandidaat-) voorzitter V&VN Ambulancezorg

Ambulancezorg

Bestuur V&VN Ambulancezorg

VoorzitterNico Tönjes Kandidaat-voorzitter Jan Hoefnagel Secretaris Vacant Penningmeester Albert van Eldik Algemeen bestuurslid Karel van der Klis Communicatie en PR Gerard Pijnenburg

Beste collega's, Corona speelt een belangrijke rol op dit moment in onze ambulancezorgverlening. Het brengt onzekerheid met zich mee omdat we risico's lopen en we gaan anders om met onze patiënten. We trekken isolatiekleding aan en vormen een extra barrière naar onze patiënt en de familie. Ondanks dat dit hard nodig is, is dit ook lastig omdat persoonlijk contact een charme is van ons vak. We zien nu veel zieke patiënten die erg veel zorg nodig hebben en die veel van ons verlangen. Juist nu laten we zien dat we hulpverleners zijn die in tijden van crisis het hoofd boven water kunnen houden. We weten niet hoe lang het gaat duren, maar wat momenteel in het land verzet wordt is iets waar je trots op mag zijn. Ongelooflijk dankbaar zijn we met de ambulanceteams die patiënten ophalen in Brabant. Trots zijn we op de ambulanceteams die al weken geïsoleerd patiënten zorg bieden en er iedere keer vol voor gaan om zorg te bieden aan de meest kwetsbare patiënten van dit moment.

Het zijn bijzondere tijden waar we nu deel van uit maken. Er wordt een enorm beroep gedaan op onze ambulancezorg en we weten: samen kunnen we dit! Zorg ligt in ons hart en juist nu laten we zien dat we dat hart op de juiste plek hebben. We kunnen dit samen aan voor ons land. Het bestuur van de V&VN Ambulancezorg is trots op jullie en wenst jullie nog veel sterkte en succes in deze onzekere en zorgbehoevende tijd.

Bestuur van V&VN Ambulancezorg

Vakgroep Ambulanceverpleegkundigen Nieuws uit de vakgroep ambulanceverpleegkundigen van V&VN Ambulancezorg

Op 10 januari 2020 vergaderde de vakgroep ambulanceverpleegkundigen in het V&VNgebouw in Utrecht. Er was een vrij goede opkomst met collega’s uit verschillende regio’s in het land.

BIG II Het eerste onderwerp was de Wet BIG II. Nellie Kolk, beleidsmedewerkster van V&VN schetste nog even kort de historie: er is in 2012 al uitgebreid over gepraat, maar toen heeft een voorstel van V&VN het niet gehaald, daarop zijn in 2015 nieuwe voorstellen gekomen. De Wet BIG II is niet van de baan, alleen het onderscheid tussen verpleegkundige en regie-verpleegkundige.

De voortgang is nog niet helemaal duidelijk. De vakgroep heeft ooit gepleit voor opening van niveau 5 om de overgang tussen 4 en 6 beter te laten verlopen. Hoewel wij qua complexiteit van de patiëntenzorg duidelijk in 6 zitten, is onduidelijk hoe men gaat herregistreren na vijf jaar: kijkt men vooral naar de inhoud van de werkzaamheden of worden daarbij ook geëist dat men beroep overstijgende activiteiten kan aantonen? Dat wij nu in FWG 60 komen is daarbij wel een steun in de rug (al is dit nog niet definitief ).

Er wordt een pleidooi gehouden voor de BMH’ers. Daar zitten toppers bij. Verder wordt vastgesteld dat de inhoud van het vak verandert: we doen minder ongevallen, komen meer in psychosociaal complexe situaties. We zijn nu bezig met noodverbanden vooral door de personeelstekorten. Als V&VN moeten wij gaan voor kwaliteit en het belang van de patiënt centraal stellen.

Zelfstandige bevoegdheid Het volgende onderwerp is de zelfstandige bevoegdheid. Als vakgroep ambulanceverpleegkundigen willen wij dat deze wordt toegekend aan de ambulanceverpleegkundigen. Ook andere gremia zoals de Nationale Raad voor de Volksgezondheid raden dit aan. De BMH’ers hebben nu een zelfstandige bevoegdheid. Op grond van het experimenteerartikel zijn zij tijdelijk wettelijk bevoegd om zelfstandig te handelen, zonder tussenkomst van een arts. Ook mogen zij handelingen delegeren aan bijvoorbeeld een ambulanceverpleegkundige.

De ambulanceverpleegkundige heeft nu een functionele zelfstandigheid. Dat houdt in dat hij/zij zelfstandig handelt, maar in opdracht van een MMA. Volgens de vakgroep is dit achterhaald en klopt het niet meer met de huidige praktijk en ontwikkelingen. De MMA’s daarentegen vinden nog steeds dat zij verantwoordelijk zijn voor de preklinisch uitgevoerde medische handelingen (dus ook die van de BMH’ers). Iedereen is het erover eens dat het niet wenselijk is dat in hetzelfde werkveld verschillende bevoegdheden zijn. Voor de gewone werker in het veld en voor de dagelijkse praktijk lijkt het overigens weinig uit te maken: de handelingen die gedaan moeten worden, worden gedaan. Belangrijk is dat wij als verpleegkundigen onze stem laten horen en ons uitspreken over ontwikkelingen. Zo werd gewezen op de suggestie van justitie om ambulanceverpleegkundigen in te zetten voor het justitieel bloed afnemen bij hun patiënten (ter bepaling van bijvoorbeeld de alcoholspiegel). Dit moeten wij niet willen, want dan ga je op een andere stoel zitten en dat is niet goed voor je neutraliteit en vertrouwen van de patiënt.

Wat betreft de nieuwe Wet ambulancezorg. Daarvoor ligt de bal nu bij de beleidsmakers van VWS, die de wet moeten gaan maken. Zij hebben de nodige stakeholders gehoord en schriftelijke inbreng gekregen (V&VN Ambulancezorg heeft ook met VWS gesproken en schriftelijk punten ingediend). Het is afwachten wat er van onze punten in de wet terecht komt.

Differentiatie Onlangs presenteerde AZN een nieuwe indeling van de ambulancezorg met daarin ook de plaats van bijvoorbeeld Medium Care en zorgambulances. Dat was een erg organisatorische benadering. Alle vakgroepen konden hierop reageren. Wij waren het met het dagelijks bestuur van V&VN ambulancezorg eens om het in deze vorm niet goed te keuren. Ten eerste hebben wij er bezwaar tegen dat men hierin zaken heeft opgenomen die nog in een experimenteer- of pilotfase zitten en waarvan de evaluatie nog niet heeft plaats gevonden. Verder is men niet uitgegaan van de patiënt. De vergadering betuigde instemming met deze opstelling.

Voorts wordt opgemerkt dat de Medium Care ambulance geen officiële titel is. Medium Care verpleegkundige is een officiële opleiding die verder gaat dan de twee maanden die men er nu op de Ambulance Academie aan besteedt. Deze opleiding is nog niet door het CZO bekeken en het geeft verwarring. Er worden vraagtekens gezet bij de kwaliteit en ervaring van de MC-ambulanceploegen en patiëntveiligheid. Ook al doe je soms niets, voor een goede beoordeling en verdere verzorging is soms wel ALSniveau nodig. In sommige regio’s wordt die beoordeling dan gedaan door Rapids waarna MC-ambulances vervoeren. Daarmee versnipper je de zorg.

Mede door de differentiatie maar ook door de spreiding, die erg gekoppeld is aan het halen van het kwartier, signaleren sommige regio’s dat er flinke ervaringsverdunning plaatsvindt. Daarbij komt ook de kwaliteit van het opleidingen onder druk te staan: cursisten doen te weinig ritten. De oplossing is niet altijd meer auto’s.

Verslag werkgroepen Omdat er veel te doen is over het kwartier en de ontwikkelingen op dat gebied, doet Thijs verslag van wat er binnen de taskforce urgenties gebeurd is waar hij namens V&VN in zit. Men is het daar wel over een ding eens: het kwartier moet van tafel, zeker als afrekennorm. In het buitenland zie je dat versoepeling betere resultaten geeft zoals minder ritten en efficiëntere inzet van units. De kunst is nu de politiek, de pers en het publiek mee te krijgen. Voor hen was het kwartier erg aantrekkelijk als afrekennorm al zegt deze weinig over de kwaliteit van zorgverlening.

Digitale vereniging Het is zeer te hopen dat V&VN er op korte termijn in slaagt de Digitale Vereniging op te tuigen zodat de leden makkelijker met elkaar in contact kunnen komen en kennis en ervaringen kunnen delen.

Uit dit overleg blijkt, dat er nog veel zaken zorgvuldig inhoudelijk uitgewerkt moet worden o.a. het kwaliteitskader laag en midden complexe ambulancezorg. Omdat de digitale vereniging voorlopig nog niet in de lucht is, vragen wij alle leden hun commentaar en suggesties via onderstaande mail aan ons te sturen. Dan gaan wij ermee aan de slag voor jou. Mocht je nog behoefte hebben aan informatie of je willen inzetten, laat het ons weten per mail. Zo gauw de digitale vereniging actief is, gaan wij dan dit medium voor gespreksgroepen gebruiken. Wij hebben jullie input nodig om jullie mening te verwoorden. Mail naar: ambuverpleegkundigen@gmail.com

Vakgroep Physician Assistants en Verpleegkundig Specialisten Nieuws uit de vakgroep PA/VS van V&VN Ambulancezorg

De Vakgroep PA/VS is een vakgroep van V&VN Ambulancezorg, waarin de master opgeleide ambulanceverpleegkundigen met een opleiding tot PA (Physician Assistant) of VS (Verpleegkundig Specialist) acute zorg (of nog in opleiding) zijn georganiseerd. De PA’s hebben vooral te maken met de NAPA (Nederlandse Associatie Physician Assistants) en de VS-en hebben V&VN als beroepsvereniging. De vakgroep PA/ VS ambulancezorg vindt het belangrijk om input te leveren op zowel de huidige uitvoering van ambulancezorg, de wetenschappelijke basis en de toekomst van het acute zorgconsult. Daarom nemen we deel als vakgroep aan V&VN Ambulancezorg. Zij behartigen immers de uitvoering van de patiëntenzorg en vertegenwoordigen het grootste deel van de professionals die werkzaam zijn binnen de sector.

Commissies Leden van de vakgroep hebben zitting in verschillende commissies in het land. Er is regelmatig onderling overleg en er wordt geparticipeerd in, en overlegd met, andere netwerken

Ontwikkelingen Er zijn op dit moment verschillende initiatieven om de PA/VS een plaats te geven in de uitvoering van de acute zorg. Het kwaliteitskader PA/VS nadert zijn definitieve versie. In de praktijk worden

op dit moment in verschillende regio’s pilots uitgevoerd. In een aantal regio’s, zoals Utrecht en Hollands Midden worden voorbereidingen getroffen om Physician Assistents en Verpleegkundig Specialisten in te gaan zetten binnen de ambulancezorg. Zo krijgt, naast de komst van het kader laag- en midden complex ambulancezorg, functiedifferentiatie in de ambulancezorg steeds meer vorm.

De vakgroep staat vooral voor samenwerking met alle collega’s. Op dit moment verandert er veel binnen de ambulancesector. We hebben elkaar nodig om de ontwikkelingen zo goed mogelijk te volgen en mee te denken. Met name door de komst van verschillende soorten professionals zoals de IG verzorgende, verpleegkundigen, BMH, PA en VS is het van belang vooral samen te werken en de verbinding te zoeken.

Leden van de vakgroep zijn onder andere betrokken in de volgende commissies: • AZN commissie Zorgzaken • Onderwijs • Onderzoek • Patiëntenzorg • Kennisplatform Onderzoek Ambulancezorg AZN • Landelijke protocollencommissie • V&VN VS • Diverse expertgroepen LPA Huidige speerpunten van de vakgroep zijn: • investeren in samenwerking tussen verschillende professionals; • advies geven aan bestuur V&VN Ambulancezorg; • deelnemen aan de bestaande en nieuwe netwerken; • monitoren landelijke ontwikkelingen vanuit de beroepsverenigingen NAPA en V&VN VS; • profileren PA/VS zonder polarisatie van beide professionals PA en VS. Wil je de vakgroep benaderen omdat je ook graag wilt deelnemen of voor een vraag, dan kan dat via: Voorzitter: Rogier Evenhuis VS Brabant MWN (r.evenhuis@ravbrabantmwn.nl) Secretariaat: Arjan Bruintjes MSc. RAV Utrecht (a.bruintjes@ravu.nl)

This article is from: