Voorwoord Sinds januari mag ik me kandidaat-voorzitter noemen van V&VN Ambulancezorg. Uiteraard ben ik het zittende bestuur erg dankbaar voor het vertrouwen dat in mij is gesteld. Op dit moment ben ik de enige kandidaat, op 3 april vindt de officiële ledenvergadering plaats waarin de verkiezing van een nieuwe voorzitter geagendeerd staat. Kortom: het is nog even spannend… Wie ben ik Mijn naam is Jan Hoefnagel, 33 jaar oud, getrouwd met Lisa en wonende in het Land van Maas en Waal. Een gebied waar we gewend zijn om zowel letterlijk als figuurlijk bruggen te bouwen en te zoeken naar aansluitingen met regio’s: “Alleen kun je niks, samen kun je alles”. Sinds 2016 werk ik als ambulanceverpleegkundige bij de RAV Brabant Midden West Noord, waar ik ook zorgevaluatiebegeleider, trainer en OvD-G ben. De agenda is al behoorlijk vol, maar de uitdaging van V&VN Ambulancezorg kon ik niet laten liggen. Het is een mooi instituut dat de beroepsgroep ambulancezorg vertegenwoordigt. Immers, het bestuur en de vakgroepen zijn er voor de mensen op de werkvloer en de inhoud van hun vak.
6 AMBULANCEZORG
Veel dossiers Momenteel zijn er veel zaken die spelen in V&VN Ambulancezorg: het kwaliteitskader krijgt steeds meer vorm en implementatie, de visie op midden- en laagcomplexe zorg krijgt steeds meer vaste grond en we zijn natuurlijk benieuwd naar nieuwe ontwikkelingen die nog gaan komen. Het is echt belangrijk om als beroepsvereniging zicht te hebben op zowel wat er besloten wordt op landelijk niveau, als wat er speelt in de regio’s. Regio’s hebben soms goede initiatieven, die eigenlijk landelijk interessant zijn en waar regio’s van elkaar kunnen leren. Sterker nog, minister Bruins heeft vorig jaar in zijn brief aan de Tweede Kamer diverse regionale initiatieven omarmd en stimuleert een landelijke toekomst.
Uitdaging Het bestuur van V&VN Ambulancezorg probeert nauw samen te werken met de vakgroepen en vakgroep-voorzitters. Immers, bij de vergaderingen checken zij wat er speelt in de vakgroepen aan de hand van de agenda en koppelen zij dit terug aan het bestuur. Andersom gebeurt ook: het bestuur krijgt informatie en stukken en legt dit juist voor aan de vakgroep om zo de leden te informeren. Dit geoliede systeem ziet er op papier prachtig uit, maar ik zie het ook echt als uitdaging om dit te stimuleren. Immers, lang niet iedere zorgprofessional (van centralist tot MMT-verpleegkundige en van ambulancechauffeur tot verpleegkundig specialist) voelt zich altijd thuis en gehoord bij V&VN Ambulancezorg. Dat is jammer en eigenlijk onnodig. Ik wil die betrokkenheid heel graag stimuleren. Alleen dan is onze beroeps-
vereniging daadwerkelijk de stem van de beroepsgroep. Een prachtig nobel doel, maar ook meteen aan jou en je collega’s de uitnodiging om aanwezig te zijn bij de vergaderingen en jullie stem te laten horen. Waar loop je tegenaan in je werk? Wat kunnen we landelijk samenvatten en terugkoppelen aan AZN? Wat kunnen we leren van elkaar? Ik hoop steeds meer collega’s te mogen ontmoeten bij een van de vier landelijke vergaderingen.
Ambulance is een mobiele zorginstelling Feitelijk is ambulancezorg een prachtig vak: het is op alle vlakken ‘zorg’: van acuut tot sociaal. Ik ben er trots op om daarin te werken en velen met mij. Ik was ook echt trots op de zin van AZN op hun website: “moderne state-ofthe-art-voorziening” en “een mobiele zorginstelling”. En zo mogen we het ook bekijken. Ambulancezorg is een mobiele zorginstelling waar personeel werkt dat verstand heeft van een breed scala problemen. Niet alleen op acute zorg gericht, maar ook op sociaal vlak. De zorgambulance en de meldkamer zijn daar ook mooie voorbeelden van, want sociale zorg is een belangrijk kenmerk van de inhoud van hun vak. Een huisarts zei ooit tegen mij dat de helft van zijn vak bestaat uit geruststellen en empathie tonen. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook geldt voor de ambulance. Naast het sociale vak, is de inhoud van even groot belang. Steeds meer geluiden hoor je van de jongere ambulanceprofessionals dat zij zoeken naar een weg hoe zij beter kunnen zorgen voor de patiënt, die vraagt om ambulancezorg die nauw
Sdu Uitgevers