" " "RAND "RANDWEER
7/8 juLi/augustus 2008
• Dood brandweerlieden ‘De Punt’ vermijdbaar • Brand binnenstad Utrecht • Oefenrubriek: verwijderen deur na beknelling
jaargang 32
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Van TS-6 naar TS-4?
Special
Applicom Zeker in brandveiligheid!
UÊ UÊ UÊ UÊ
`Û ÃiÀ } *À `ÕVÌi Ì>}i " `iÀ Õ`
BOUWKUNDIGE BRANDPREVENTIE
Hulzenseweg 10-20 UÊNijmegen UÊT: +31 (0)24 35 22 571
www.applicom.nl
j Êi ÌÀiiÊi Êjj Ê>> ëÀii «Õ ÌÊ ÊLÀ> `«ÀiÛi Ì i
INHOUD
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Gaan we nu met z'n vieren of niet?
402
‘De TS-4 in de praktijk’ Delft en Leeuwarden
Erik van Veen vertelt over het kleine blusvoertuig van de brandweer Delft en Paul Huls van de brandweer Leeuwarden heeft een scriptie geschreven over de TS-4
Coverstory 374
404
Gertjan van Yperen van de brandweer Delft/Rijswijk heeft een notitie geschreven over de TS bezetting.
Van TS-6 naar TS-4?
Er wordt volop gediscussieerd over dit onderwerp. Er zijn korpsen die op dit moment een pilot draaien met een TS-4. Anderen rukken eigenlijk uit nood al met vier man uit vanwege personeelsgebrek. Verschillende praktijkverhalen komen aan bod evenals onderzoeken en discussieavonden.
406
‘De TS-4 in de praktijk’ Utrecht en Amersfoort
De vrijwilligers van beide korpsen draaien momenteel een pilot met een TS-4. Hoewel ze nog niet veel uitrukken hebben gehad zijn ze positief. 378
410
Het opleidingssysteem en de TS-4
414
Discussieavonden over de TS-4
416
Vijf avonden wordt er gediscussieerd over de TS-4. Een verslag van een bijeenkomst in Groningen. 386
‘De TS-4 in de praktijk’ Oostzaan en Amsterdam
Van TS-6 naar Fire Intervention Teams
TNO denkt dat de TS-6 zoals we die nu kennen over een aantal jaar niet meer bestaat. Dus ook geen TS-4 maar Fire Intervention Teams. 394
‘De TS-6 moet blijven want’… of ‘De TS-4 heeft toekomst omdat’
De oproep in het juninummer op deze stelling leverde vier reacties op.
Negen brandweerlieden gedood in Charleston Sofa Super Store brand
Tom Jansen volgde het onderzoek naar de dood van negen brandweerlieden in Amerika bij een zeer grote brand.
Oostzaan rukt al een aantal jaar met vier mensen uit. Amsterdam daarentegen stapt met zeven man in. Een verhaal van beide korpsen. 390
Leiderschap in de kuil
De brandweer van Lelystad stuurt haar mensen naar ‘de kuil’ nadat het kazerneringsysteem is ingevoerd. Wat is ‘de kuil’?
Stel dat de TS-4 landelijk wordt ingevoerd. Deze beslissing heeft dan ook gevolgen voor het brandweeronderwijs. 382
Dood brandweerlieden De Punt was 'een te vermijden incident'
De commissie Helsloot komt op 23 juni met de resultaten van het eerste verkennend onderzoek.
Onderzoek naar de TS-4
Gerrit Kromhof van de brandweer Almelo heeft onderzoek gedaan naar de TS-4. Brand&Brandweer zet de conclusie voor u op een rij 380
Brand Oudegracht: spuiten vanuit de keuken van de buurvrouw
Een zeer grote brand in de binnenstad van Utrecht legt op 7 juni verschillende panden in de as. Richard Kraai vertelt hoe de inzet verliep.
Artikelen 376
Innovatie en slimme combinatie
RUBRIEKEN 373 385 389 392 412 419 421
Van de redactie punt Edu vraag antwoord dubbelinterview oefenrubriek kazerne / voertuig de website van
Fotografie cover: FBF.NL
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 371
Interfir e Als u aan vervanging toe bent, willen wij graag een bod op uw gebruikte brandweervoertuig en uitrusting uitbrengen. Tel. 023- 5632641 Mob. 0627265305 E-mail danica@interďŹ re.nl In- en verkoop van gebruikte brandweervoertuigen en uitrusting.
b&b-interfire 080515.indd 1
372
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Naamloos-7 1
16-05-2008 11:11:45
09-10-2007 11:03:20
Sdu Uitgevers
l a i c e p S
VAN DE REDACTIE
Tsja wat is veiliger vier TS6 of zes TS4 ?
Het juli-augustus nummer staat meestal in teken van licht verteerbare tekst voor onze trouwe lezers. De vakanties staan voor de deur. Velen maken zich echter geen zorgen over de veiligheid! Men zou bij een reisbureau wel vreemd reageren als ik zou vragen of men uitrukt met een TS-4 op Kreta of Thailand! Is de uitruk met een TS-5 in Marokko wel bestuurlijk geregeld? Weet U zeker dat er een TS-8 komt als mijn hotel in de Algarve in brand staat? Het staat niet in de reisbrochures! Helaas lezers, mijn ‘Van de Redactie’ noopt mij door de incidenten van de laatste maanden toch weer tot andere stof tot nadenken dan de magische getallen van de TS, uitruktijden, oefenuren, etc..
I
n onze grote ‘brandweerclub’ hebben wij te maken met een aantal aspecten die een zekere clubcultuur vormen. Het gaat natuurlijk om de brandweer en dat is vaak ook nog hobby. Soms wordt die hobby ook nog ons beroep. Dat wil nog niet zeggen dat wij echte vaklieden zijn. Jawel, wij volgen cursussen, heel veel cursussen. Maar een vak leert men echt alleen in de praktijk. Er zijn brandweermensen die maar vijf keer per jaar een ‘echte brand’ meemaken. Zijn dat vaklieden? Zo ook met innovatie en veranderingen, of dat nu op bestuurlijk of technisch vlak is, het loopt bij ons vaak moeilijk. Iets van elkaar leren of overnemen ligt ook moeilijk. Wij vinden steeds weer opnieuw het wiel uit. Dat is onze cultuur. Zelfs lokaal, regionaal en landelijk kunnen zaken daardoor mis gaan. Van Drenthe tot Zeeland komen wij een keer aan de beurt. Het is slechts een kwestie van tijd! Dan volgen er uiteraard tal van onderzoeken door deskundigen. Rapporten worden opgesteld over de oorzaken, de gevolgen en met aanbevelingen. Vervolgens worden de procedures aangepast en protocollen opgesteld. Maar wat doet brandweer Nederland nu werkelijk met deze lessen uit de praktijk. Stoppen wij met de binnenaanval? Kunnen wij ons personeel nog wel een gebouw insturen waarvan wij niet weten hoe dat gebouw zich bij brand gedraagt. Zijn de gebouwen met de huidige regelgeving nog wel betrouwbaar en hebben wij genoeg kennis om dit te beoordelen? Of nemen wij continue een gok dat ons niets overkomt? Laat maar afbranden als er geen personen binnen zijn is een veel gehoorde kreet. Maar met die instelling worden ook de bouwregels opgesteld en de vraag is of die Brand&Brandweer
situatie niet steeds slechter wordt. Tijd voor een diepgaande studie naar de gevaren die het personeel bedreigen bij branden in gebouwen. Het gedrag van bouwmaterialen en constructies zou beter moeten worden geëvalueerd om praktijk en theorie af te stemmen en de kennis bij de brandweer te verhogen. Noodgedwongen proberen wij ons aan regeltjes te houden, maar willen er ook graag vanaf wijken. Bij brandweerwedstrijden is dat maar zelden toegestaan. Eigen initiatief in gevaarlijke omstandigheden zoals bij branden, duiken en hulpverleningen is tegen het protocol. Wij hebben onze oefenstof , cursussen en andere opleidingen maar toch ontbreek er iets. Worden fouten niet te vaak met de mantel der liefde bedekt? Mogen wij wel kritisch zijn of is de cultuur zo dat dit niet wordt gewaardeerd. In dat geval zou ik zeggen kies voor een TS1 en laat de leider zelf zijn problemen oplossen. Waar gaat het om in de praktijk? Dat wij efficiënt en adequaat optreden bij brand en hulpverlening. Het is alleen het resultaat wat telt. Of dat met een TS-1, TS-4, of TS-6 bereikt wordt en of die uit Arcen of Elburg komt en hoeveel mensen er in het voertuig zitten zal de burger en de bestuurder worst wezen. De klus moet geklaard en liefst zonder problemen. Uit ervaring weet ik dat veel klussen met vier mensen te klaren zijn. Wat is daar mis mee? De hoofdzaak is dat de organisatie goed op orde is en de ommunicatie soepel verloopt. Laten wij na de vakantie eens frisse start maken en met de ogen van een vreemde naar onze branche te kijken. Het zou best een tijd kunnen zijn om in het belang van ieders veiligheid de cultuur aan te passen. Cees de Raadt
nummer 7/8 juli/augustus 2008 373
special
Specia l
Special: de toekomst van de TS-6
Dit nummer van Brand&Brandweer staat voor het overgrote deel in het teken van de discussie rond de TS. Er wordt al een aantal jaar gesproken over de mogelijkheden om met een TS-4 uit te rukken. Om verschillende redenen. Het ene korps moet noodgedwongen met vier man uitrukken vanwege personeelstekort en het andere korps draait een pilot om te bekijken of de uitruktijden verlaagd kunnen worden. In de special van Brand&Brandweer besteden we uitgebreid aandacht aan de TS. Een overzicht van de verhalen. Door Jolanda Haven
Z
es korpsen vertellen over de TS in de praktijk. Zo draait er in Utrecht en Amersfoort een pilot met vier mensen op een TS. Aanleiding voor Utrecht om met een TS-4 te experimenteren zijn de opkomsttijden. Het werd voor de vrijwilligers steeds lastiger om snel naar de kazerne te komen. Een TS-4 moest uitkomst bieden. Amersfoort onderzoekt of de uitruktijden verlaagd kunnen worden. Tot nu toe hebben zij twee TS-4 uitrukken gedaan waarbij één uitruk een tijdswinst van maar liefst drie minuten opleverde. Van Utrecht en Amersfoort gaan we naar Oostzaan en Amsterdam. Het korps van Oostzaan bestaat volledig uit vrijwilligers. In de dagsituatie leverde het vaak problemen op om met zes man uit te rukken. Noodgedwongen moesten zij dus met vier man op pad. Begin 2007 heeft Oostzaan dit bestuurlijk vastgelegd. ‘De veiligheid is wel degelijk gewaarborgd met de TS-4, zo is de ervaring’, aldus commandant Abel Zwart van Oostzaan. ‘Kijkend naar het risicoprofiel in deze gemeente is het verantwoord. Bij de meeste branden kan de TS-4 het gemakkelijk af. Denk aan een automatische brandmelding of een containerbrand. Bij een grote brand moet er echter snel opgeschaald worden.’ Op zes van de twaalf Amsterdamse kazernes rukt een zevende man uit. ‘Dat zijn de kazernes in de oude binnenstad want daar bevinden zich veel oude panden bestaande uit meerdere etages’, zo vertelt plaatsvervangend commandant Ricardo Weewer van de brandweer Amsterdam-Amstelland. ‘De branduitbreiding gaat hier veel sneller dan bij nieuwbouwpanden. Uit experimenten blijkt dat het qua redtijd voor personen die zich op etages boven de brand bevinden enkele minuten kan schelen of er zes of zeven man uitrukken.’ Als laatste twee korpsen vertellen Delft en Leeuwarden over hun ervaringen. In Delft rijdt al een aantal jaar naast de TS-6 een kleinere auto met 4 mensen. Hoewel veel korpsen denken dat dit een TS-4 is, mag volgens Delft dit voertuig niet vergeleken worden met een TS. Paul Huls teamleider van de brandweer Leeuwarden heeft een scriptie geschreven over de TS. In zijn scriptie ‘Van 6 naar 4’ onderbouwt hij waarom je met vier man uit kan rukken zonder dat het een bezuinigingsmaatregel is. Het verdelen van het huidige potentieel over meerdere kleinere eenheden kan volgens Huls een korps 374
nummer 7/8 juli/augustus 2008
veel slagvaardiger maken. ‘Een korps met een minimum bezetting van veertien personen kan in plaats van 2 TS en een redvoertuig nu drie kleinere eenheden inzetten met een redvoertuig. Dit geeft meer slagkracht en efficiëntie van de in te zetten teams.’ Naast de praktijkverhalen duiken we ook in de theorie. Wat voor gevolgen heeft de TS voor het opleidingssysteem? Het opleidingssysteem is er namelijk op gericht dat korpsen met zes man in de auto zitten. Op dit moment is de discussie over de TS-4 nog niet het onderwerp van gesprek bij de onderwijsinstellingen. Pas als brandweer Nederland besluit de TS-4 in te voeren wordt het onderwerp ook voor het onderwijs interessant. In dat geval moet het onderwijssysteem, uitrukvoorstellen, procedures en het materiaal waar nodig aangepast worden. De NVBR heeft in juni, 5 bijeenkomsten georganiseerd verspreid over heel Nederland om te praten over de bezetting van de TS. Zowel Utrecht als Apeldoorn gaf tijdens deze bijeenkomsten een presentatie over de pilot die in beide steden draait. Wat zijn de voordelen, hoe hebben zij het georganiseerd en tegen welke knelpunten lopen ze aan? Daarnaast werden er acht stelling ingebracht door zowel mensen uit het brandweerveld als van buitenaf. Een verslag van de bijeenkomst in Groningen. In vraag antwoord krijgen we van Gerard Koppers van het NBDC antwoord op de vraag waarom de brandweer eigenlijk met zes man uitrukt. TNO Defensie en Veiligheid houdt zich voortdurend bezig met het ontwikkelen van nieuwe technieken voor de brandweer. Volgens Eric Mol en Ronald Heus bestaat de TS zoals we die nu kennen over een aantal jaar niet meer. ‘We gaan straks meer naar een paarse organisatie toe. En dat wil zeggen een multidisciplinair interventieteam dat snel ter plekke is om de situatie te analyseren en een eerste slag te kunnen slaan’, aldus Mol. In het dubbelinterview staat twee vrijwillige bevelvoerders tegenover elkaar. De één voor een TS-4 en de ander is tegen. Jesse van Weezel van de brandweer Apeldoorn is voorstander en Eric van Weiland, brandweer Zuidwolde is tegenstander. Ze vertellen beide waarom. Gertjan van Yperen van de brandweer Delft /Rijswijk heeft op Sdu Uitgevers
special
eigen titel een notitie geschreven over de TS. Van zes naar vier, of misschien zelfs wel twee personen op een tankautospuit? De meningen, standpunten en stellingen in zijn notitie hebben als doel de discussie omtrent de TS bemanning meer invalshoeken en voeding te geven. Voor de korpsen die te weinig vrijwilligers overdag beschikbaar hebben is de TS-4 een uitkomst. Korpsen die in het verleden niet uit konden rukken omdat de vijfde en/of zesde man niet op kwam dagen kunnen nu wel weg. Korpsen die echter geen personeelstekort hebben en altijd de auto met zes vrijwilligers op tijd de weg op hebben, vrezen nu dat ze vrijwilligers kwijt raken. Degene die het dichtst bij de kazerne wonen of werken zullen altijd als eerste in de auto zitten. De brandweerlieden die standaard iets later komen omdat ze verder weg wonen, vissen op deze manier achter het net Brand&Brandweer
volgens een aantal vrijwillige bevelvoerders. ‘Dat vrijwilligers massaal weglopen mag absoluut niet de bedoeling zijn van de TS-4’, aldus regionaal commandant Thomas Faber. Faber heeft wel een idee hoe je de TS bezetting eventueel invulling kan geven. ‘Veel korpsen worstelen overdag met onderbezetting van de vrijwilligers. Nu kunnen korpsen overdag vaak niet uitrukken omdat ze niet binnen de gestelde tijd zes man op de auto krijgen. Als je in de dagsituatie de TS-4 laat rijden kan dat vaak wel. Faber stelt daarbij wel als voorwaarde dat je tegelijkertijd een TS-4 of TS-6 van een buurkorps alarmeert. ’s Avonds zijn de korpsen vaak wel op volledige sterkte en kun je gewoon met zes man op pad. Volgens Faber is het sowiso verstandig om ’s avonds met een TS-6 uit te rukken. ‘Branden die ’s avonds en ’s nachts uitbreken, zijn meestal verder ontwikkeld, en dus heb je die zes man hard nodig.’ ■
nummer 7/8 juli/augustus 2008 375
de TS-4 i n de praktijk
Special Opkomsttijden Utrecht knelpunt
Op een flink aantal plaatsen in Nederland wordt al geëxperimenteerd met de TS-4. Een aantal korpsen heeft gereageerd op de oproep in de vorige edities van Brand&Brandweer naar hun ervaringen. In dit nummer kunt u in de rubriek ‘de TS-4 in de praktijk’ lezen hoe dat gaat. Zowel in Utrecht als in Amersfoort draait op dit moment een pilot met een TS-4. De vrijwilligers in Utrecht zijn in december gestart, die van Amersfoort in april. De eerste reacties zijn positief. Door Jolanda Haven
A
anleiding voor Utrecht om met een TS-4 te experimenteren zijn de opkomsttijden. Het werd voor de vrijwilligers steeds lastiger om snel naar de kazerne te komen. Een TS-4 moest uitkomst bieden. In 2006 is een sterktezwakte analyse opgesteld en zijn de voor- en nadelen tegen elkaar afgewogen. Voordat met de pilot is gestart kregen de bevelvoerders training door middel van een beeldcasus. Op basis daarvan moeten ze beslissen of ze met een TS-4 of TS-6 uitrukken. ‘In principe kun je overal met een TS-4 op uitrukken als eerste eenheid’, zo vertelt plaatsvervangend Hoofd Repressie Jan Hazeleger van de brandweer Utrecht. ‘Behalve bij een grote brand, omdat je daar juist slagkracht nodig hebt. Met een TS-4 kun je namelijk maar één klus klaren en dat is of blussen of redden.
Utrecht heeft 90 vrijwilligers, verdeeld over drie posten. Eén van de posten is De Meern. Van de zestig uitrukken tijdens de pilot zijn we drie keer uitgerukt met vier man’, zo vertelt postcommandant Anco van Weverwijk. Drie uitrukken is niet veel, maar de postcommandant benadrukt dat met vier man uitrukken een uitwijkmogelijkheid is, het is geen moeten. In totaal heeft Utrecht circa tien TS-4 uitrukken gehad van de 200 inzetten. Hoewel het hier om 5% van de inzetten gaat, vindt Hazeleger het representatief genoeg. ‘Alle TS-4 inzetten worden geëvalueerd en ze zijn alle tien goed verlopen. We willen het rustig opbouwen. Met vier man uitrukken is prima, maar als we met vier man op pad gaan wil ik ook met vier man weer terug komen.’ Maar waarom dan alleen een pilot voor vrijwilligers? Volgens Van Weverwijk win je er niets mee om ook de beroeps met een TS-4 te rijden, zij zitten op de kazerne en dus zal het qua opkomsttijden niets uitmaken. ‘Het gaat puur om de vrijwilligers. Je hebt de auto sneller vol waardoor je eerder uit kan rukken en dus een snelle interventie en eerste beeldvorming hebt. Alleen de eerste auto is een TS-4 de volgende auto is altijd een TS-6.’ In het verleden heeft Utrecht problemen gehad door op de vijfde en/of zesde man te wachten. ‘Er gingen soms minuten verloren en dat is zeer kostbaar’, zo gaat Van Weverwijk verder. ‘Is het niet spoedeisend dan kun je gerust wachten op de vijfde en zesde man. Het is ook niet zo dat als er vier man in de auto zitten, de auto wegrijdt als de vijfde er net aan komt. Als ze allemaal tegelijk aan komen dat gaan ze ook allemaal mee. ‘Wij constateren dat het motiverend werkt voor de vrijwilligers’, aldus Hazeleger. ‘Daar waar ze voorheen te laat of zelfs niet konden uitrukken, zijn ze nu in gelegenheid snel en adequaat hulp te verlenen. En als hulpverlener 376
nummer 7/8 juli/augustus 2008
wil je natuurlijk wat betekenen voor de hulpbehoevende, dat motiveert! ‘Als je kiest om met een TS-4 uit te rukken dan moet je intern iets aanvullends doen, het vergt meer van het proactief denken van de bevelvoerder’, aldus Hazeleger. ‘Je moet bijvoorbeeld eerder nadenken over opschaling.’ Het incidenttype laten afhangen of je met een TS-4 of TS-6 uitrukt, is volgens Hazeleger niet verstandig. Ook moet je de centralisten niet de keus laten maken met hoeveel man je op pad gaat. Het vergt namelijk inhoudelijke kennis, over de lokale omstandigheden, om een beslissing te kunnen nemen. En een bevelvoerder kent zijn verzorgingsgebied. De TS-4 zal voor de bevelvoerder de meeste gevolgen hebben omdat hij degene is die de beslissing neemt en de mensen op zijn voertuig aan moet sturen. Het uitrukken met een TS-4 is absoluut geen bezuinigingskwestie. Het gaat puur om sneller hulp bieden. Hazeleger: ‘Je moet met de tijd mee gaan en vooral ook naar de toekomst kijken. Alles wordt veiliger, er is meer preventie en controle. Branden blijven steeds vaker beperkt tot het compartiment.’ Sommigen zien een TS-4 als bedreiging, wat toch wel gek is volgens Hazeleger. ‘Bij een incident is de brandweer zeer flexibel. Kan een brand niet linksom geblust worden dan doen we het rechtsom. We zijn zo creatief en flexibel maar organisatorisch zijn we behoudend, we gooien open deuren dicht, en dat is best wel zonde.’ Sdu Uitgevers
de TS-4 i n de praktijk
l a i c e p S
Doel Amersfoort: verlagen uitruktijden
Amersfoort is in april gestart met de pilot en loopt nog door in de zomer. Daarna zal er uitgebreid geëvalueerd worden. Tot nu toe hebben zij twee TS-4 uitrukken gedaan waarbij één uitruk een tijdswinst van maar liefst drie minuten opleverde. Ook hier geldt een TS-4 uitruk alleen voor vrijwilligers
‘W
ij onderzoeken of de uitruktijden verlaagd kunnen worden door met vier man en aanvullend personeel uit te rukken’, aldus Leo Stapelbroek. ‘In eerste instantie wordt dit alleen bij uitrukken op brandmeldingen getoetst. Dit omdat anders de inzetprocedures voor HV en OGS moeten worden aangepast.’
Aan een dergelijke uitruk worden wel een aantal voorwaarden gesteld. Ten eerste moet de TS uitgerust zijn met CityGIS. Dit systeem omvat onder meer een navigatiesysteem, digitale informatie over bereikbaarheidskaarten en waterwinning. Zo kunnen taken van het tweede team overgenomen worden. Ten tweede moet er aandacht geschonken worden aan het risicobewustzijn van het uitrukpersoneel. ‘Als het risicobewustzijn geïntegreerd is in de werkwijze van de brandweer kan naar onze mening een inzet met vier man verantwoord uitgevoerd worden’, aldus Stapelbroek. Tijdens de operationele weken in Zweden en bij de behandeling van de Toolbox wordt daarom aandacht geschonken aan de persoonlijke risico’s als je wordt ingezet bij een brand. De bevelvoerder zal daarnaast bij het maken van zijn voorlopig inzetplan en plan+ rekening moeten houden met het feit dat de slagkracht met vier man kleiner is; hij/zij zal dan tijdig moeten opschalen. Met behulp van casussen is aan deze bewustwording gewerkt. foto: FBF.NL
‘Het voordeel van een lagere uitruktijd is uiteraard het feit dat we sneller hulp kunnen verlenen’, aldus Stapelbroek. ‘Een ander voordeel is een beperktere ontwikkeling van de brand bij het ter plaatse komen. Dat is gunstig voor de veiligheid van het uitrukpersoneel. Een kleine(re) brand is immers over het algemeen met minder risi-
co te bestrijden dan een grote(re) brand.’ Bij een viermansuitruk mag een bevelvoerder met vier man uitrukken en hoeft dus niet te wachten op nummer vijf en zes. De bevelvoerder kan tijdens het aanrijden vragen om extra personeel om ter plaatse de bemensing op de TS aan te vullen.
Het uitrukken met vier man vereist verder nog een aanpassing van het huidige inzetsysteem: waterwinning moet in sommige gevallen door de TS2 gedaan worden. ‘Gelukkig hebben we bij aankomst van de eerste TS 2500 liter ter plaatse waarmee we een goede eerste slag kunnen slaan’, aldus Stapelbroek. Naast ervaring opdoen met het viermansuitrukstysteem moeten de uitrukken goed geëvalueerd worden. Stapelbroek: ‘Hiervoor maken we gebruik van het ‘First Impression Report’. Of het systeem definitief ingevoerd wordt, is afhankelijk van het feit of er voldoende tijdwinst gehaald wordt in de opkomsttijd en of het risicobewustzijn van het uitrukpersoneel voldoende ontwikkeld is om het werk veilig uit te voeren.’ ■
De TS-4 zorgt voor de nodige discussie in brandweer Nederland. Jaag je de vrijwilligers weg of is het juist motiverend voor de vrijwilliger?
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 377
On derzoek
l Specia
Onderzoek naar de TS-4 Gaan we nu met z'n vieren of niet?
Het ene korps gaat gewoon aan de slag met een TS-4 en ziet wel waar het schip strandt, het andere korps experimenteert eigenlijk al jaren met een kleinere bezetting en weer een ander korps doet eerst gedegen onderzoek. Zo ook Almelo. Teamleider veiligheid en paraatheid, Gerrit Kromhof, 26 jaar werkzaam bij de brandweer heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden of de bezetting van de reguliere TS van zes personen terug te brengen is naar vier personen. Door Jolanda Haven
A
anleiding voor dit onderzoek waren de opkomsttijden. ‘Weekends en in de avonduren redt het brandweerpersoneel in Almelo het niet binnen de gestelde norm ter plaatse te zijn’, aldus Kromhof. ‘Door met vier man uit te rukken zou er tijdswinst te behalen zijn.’ Na een gedegen en uitgebreid onderzoek, verwerkt in een verslag van 106 pagina’s is het voor Almelo mogelijk om met vier man uit te rukken. Voorwaarde is wel dat de brandweer een efficiënte organisatie blijft of wordt, voldoet aan 90% van de brandweerzorgnorm en dat de veiligheid van het personeel is gewaarborgd. Ook moet er rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat bij die calamiteiten waar zes personen nodig zijn, ook met zes personen met de TS uitgerukt kan worden.
378
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Diepte-interviews en enquêtes ‘Een jaar lang heb ik alle uitrukken geanalyseerd die we hebben gehad in Almelo en ik ben tot de conclusie gekomen dat je circa 80% tot 90% van de uitrukken met een TS-4 afkan’, aldus Kromhof. ‘Daarbij gaat het om kleine incidenten zoals prullenbakbrandjes, bermbrandjes en schoorsteenbrandjes. Incidenten waarbij je genoeg hebt aan een TS bezetting van vier personen. Voor het onderzoek heb ik een enquête verspreid over verschillende korpsen in Nederland en heb ik een aantal interviews gehouden met commandanten, centralisten officieren en bevelvoerders. Opvallend is dat alle geïnterviewden het eens zijn met de stelling dat je 80% van de uitrukken af kan met een TS-4. Maar wel onder bepaalde voorwaarden. De veiligheid en de back-up, de aanvulling tot zes of met een 2e TS, moet dan wel Sdu Uitgevers
ON DERZOEK
geregeld zijn. Uit de enquête blijkt echter dat niet iedereen daar zo over denkt. Vooral de brandwachten en hoofd brandwachten zijn het daar niet mee eens. Zo reageerde 61% van de brandwachten negatief op de vraag. De reden zou volgens Kromhof kunnen zijn dat ze refereren aan de praktijk, en dan specifiek aan die klussen waar ze mee te maken hadden waarbij er eigenlijk te weinig personeel was. ‘Ook vanuit het onderbuikgevoel is er negatief gereageerd omdat er nog te weinig praktijk ervaring is met een TS-4. De officieren en onderofficieren zijn iets minder negatief. Toch overweegt slechts 18 % van de officieren die de enquête hebben ingevuld om uit te rukken met een TS-4. 45 % zegt niet uit te willen rukken met een TS-4 en 32% zegt misschien.’ Voordelen versus nadelen Een TS-4 heeft zowel voorals nadelen. Enkele voordelen van een TS-4 zijn, sneller uit kunnen rukken, minder belasting voor personeel, minder werkonderbrekingen, mogelijk minder kosten, mogelijk gebruik maken van kleiner (goedkoper) voertuig, aansturing van kleinere groep door bevelvoerder (veiliger) en minder personeel. Dat laatste wordt echter niet door ieder korps gezien als voordeel want korpsen die wel voldoende vrijwilligers hebben moeten dus mensen ontslaan die zich altijd vol overgave voor de brandweer hebben ingezet. Naast voordelen kleven er aan een TS-4 ook nadelen. De risico’s en kwetsbaarheid van het personeel bijvoorbeeld, het aanpassen van de inzetprocedures, afwijking van huidige procedures wat weer voor verwarring kan zorgen, veiligheid personeel, aanpassen opleidingen en oefeningen, beperkte slagkracht en geen uniformiteit. Liverpool Naast interviews en enquêtes in Nederland heeft Kromhof ook contact gehad met het buitenland. In Liverpool rukt de brandweer, net als in de rest van Groot-Brittanië, met vier personen uit. De ervaring is er, en er zijn geen onoverkomelijkheden om er vanaf te stappen. De kleine branden zoals een containerbrand, autobrand rukt één TS met vier personen uit. Daar waar de brand maar enigszins groter is dan klein worden er meerdere voertuigen TS-4 gealarmeerd. Door de training die de Britse brandweer heeft gehad zijn er in die zin ook geen bijzondere gevaren. Bij een binnenaanval, hierbij gaat een brandweerploeg met ademlucht een brandend huis in, wordt gebruik gemaakt van telemetrie en een monitor om de ingezette ploegen te kunnen volgen. Ook is er een strikt registratiesysteem om de inzettijd van de ploegen bij te houden opdat de kans op ongelukken zo klein mogelijk wordt gemaakt. Uit het onderzoek is gebleken dat de keuze mede bepaald wordt omdat een TS-4 goedkoper is dan een TS-6 Zweden In Zweden geeft de richtlijn aan dat de brandweer met vijf personen op de TS uit moet rukken. De bezetting bestaat dan uit 1 chauffeur, 1 bevelvoerder, 2 smoke-divers (aanvalsploeg) en 1 leader smoke-diver (leider van de aanvalsploeg). Deze leader smoke-diver is degene die direct achter de aanvalsploeg werkt en zorg draagt voor de veiligheid van de aanvalsploeg. In afwijking van de Nederlandse bevelvoerder hangt de bevelvoerder in Zweden geen ademlucht om, om zijn aanvalsploeg te kunnen volgen. De Zweedse bevelvoerder blijft ten allen tijde buiten om het bevel te voeren. Daarom is voor Zweedse begrippen de leader smoke-diver van groot belang voor de veiligheid van de aanvalsploeg. In Nederland draagt de bevelvoerder zorg voor de veiligheid van zijn ploegen. Hiervoor is hij getraind en heeft hij de communicatiemiddelen. De leader smoke-diver heeft in het Zweedse systeem een belangrijke functie voor de veiligheid van de aanvalsploeg. Bij een inzetdiepBrand&Brandweer
te van meer dan 40 meter komt er ook een 2e ploeg bij waaraan hij dan ook leiding geeft en zorgt voor een veilige inzet. Bij een inzet van meerdere ploegen wordt er een officier ademluchtploegen verantwoordelijk gesteld voor de registratie en de veiligheid van de personen die in het gebouw zitten. Er is dan ook een speciale standby ploeg die centraal staat opgesteld om overal als rescue ploeg ingezet te worden. In het onderzoek naar de mogelijkheden om met een andere bezetting uit te rukken dan je normaal gewend bent, loop je er tegen aan dat alle systemen, opleidingen en oefeningen bepalend zijn hoe er vervolgens wordt uitgerukt. Met betrekking tot het aantal TS’en wordt per incident maatwerk geleverd. Is één TS voldoende komt deze. Mocht uit de melding of het aantal automatische melders blijken dat het incident meer is dan alleen maar klein wordt er direct opgeschaald en komen er meerdere voertuigen bij, afhankelijk van de behoefte.
‘Opvallend is dat alle geïnterviewden het eens zijn met de stelling dat je 80% van de uitrukken af kan met een TS-4. Uit de enquête blijkt echter dat niet iedereen daar zo over denkt’ Maatwerk Als besloten wordt om van een TS-6 terug te gaan naar een TS-4, moet helder zijn hoe je dit in gaat vullen. Alleen de eerste auto een TS-4, alle auto’s of bepaald de bevelvoerder hoeveel man uitrukken? ‘Mijn mening is dat je het beste alle auto’s bemand met vier man. Dan kan daar nooit verwarring over ontstaan. Ook uit de enquête kwam dit naar voren’, aldus Kromhof. De conclusie is dus dat er mogelijkheden zijn voor een TS-4. Er is wel maatwerk nodig. De bedreiging van te weinig personeel voor bepaalde calamiteiten en de veiligheid bij het repressief optreden spelen hierbij een grote rol. Dit kan volgens Kromhof weggenomen worden door maatregelen te nemen in de zin van aanpassen van procedures en oefeningen en opleidingen. ‘Invoering van de TS-4 in het brandweerveld kan daarmee een substantieel voordeel opleveren. Voor brandweer Almelo geldt een winst van 1600 uur bij 1000 uitrukken. Daarnaast zijn er minder werkonderbrekingen waardoor er meer efficiency ontstaat. Verder kan er buiten kantoortijd een snellere uitruktijd gehaald worden door uit te rukken met een TS-4. De winst loopt op tot 1min.15 seconden. Hierdoor wordt de norm (4 minuten) van post Noord (3min.15sec.) ruimschoots gehaald en voor post Zuid (4min.14sec.)wordt de norm bijna gehaald.’ Aangezien er nog weinig ervaring is met een TS-4 is de aanbeveling om tijdens kantooruren een pilot te starten voor de duur van één jaar om ervaring op te doen met uitrukken met alleen TS-4. Een 2e aanbeveling is om buiten kantooruren over te gaan tot inzet van een TS-4 waarbij deze, in die gevallen waar nodig, aanvulling krijgt van een tankwagen voor waterwinning en personele aanvulling tot zes personen op de TS. Voor Almelo is een projectplan geschreven. Vanaf 1 januari 2009 draait een jaar lang een pilot om te bekijken in hoeverre de theorie met de praktijk overeenkomt. ■ nummer 7/8 juli/augustus 2008 379
EXTRA VEILIG De revolutie in brandbestrijding
DRY SPRINKLER POWDER AEROSOL DE MARKTLEIDER OP HET GEBIED VAN KLEURNALICHTENDE VEILIGHEIDSSIGNALERING.
T 024 3789581 - INFO@SYSTEMTEXT.NL
W W W. S Y S T E M T E X T. N L
380
nummer 7/8 juli/augustus 2008
HĂŠt volumetrisch blusmiddel voor beginnende en gevorderde binnenbranden. De stof aerosol werkt vlamafbrekend, dus geen herontsteking. De DSPA-5 voorkomt zelfs backdrafts en flashovers. Alles over dit unieke systeem op DSPA.nl
DSPA .nl T 024 3522573 E info@dspa.nl
Sdu Uitgevers
competenti e
Opleiding en TS-4?
Special
Is de TS-4 een kwaliteitsmaatregel of juist een verkapte bezuinigingsmaatregel? De meningen zijn nog steeds wat verdeeld. Maar stel dat de TS-4 er komt en landelijk wordt ingevoerd. Deze beslissing heeft dan ook gevolgen voor het brandweeronderwijs. Want hoe ga je dit in het onderwijs invoeren? Door Neeltsje Marije de Boer
‘O
p dit moment is de discussie over de TS 4 nog niet het onderwerp van gesprek bij de onderwijsinstellingen’, aldus Dennis van Zanten, plaatsvervangend commandant van brandweer Tilburg en instructeur aan het NIFV-Nibra. Pas als brandweer Nederland besluit de TS-4 massaal in te voeren wordt het onderwerp ook voor het onderwijs interessant. ‘In dat geval moet het onderwijssysteem, uitrukvoorstellen, procedures en het materiaal waar nodig aangepast worden.’ Dat vraagt wel om een consistent en éénduidig beeld en zover zijn we in het land nog niet. De discussie wordt onder de regie van het NVBR nu breed met de achterban gevoerd. ‘Een positieve ontwikkeling en een eerste stap om te komen tot een goede afweging of een TS-4 kwalitatief meerwaarde biedt voor onze burgers. En zeker net zo belangrijk: blijft onze veiligheid gewaarborgd!’
‘Bij de TS-4 komt er veel verantwoordelijkheid bij de bevelvoerder te liggen’ Systeem Een goede tweede stap zou volgens Van Zanten zijn om de TS-4 in de praktijk verder uit te testen in pilots. Er is al een aantal korpsen dat ervaring heeft met de TS-4, van deze informatie kunnen wij dankbaar gebruik maken. Er moeten nog wel veel meer ‘speeltuinen’ bijkomen in Nederland. Deze korpsen, allen verschillend in hun organisatievorm, vormen een representatieve afspiegeling van ons land. Deze korpsen moeten uitgebreid de voor- en nadelen van de TS-4 kunnen testen. ‘Het zou namelijk zonde zijn dat je achteraf nog tegen allerlei zaken aanloopt.’ Tijdens de pilot worden de korpsen begeleid door expertteams (bijv. NVBR in samenwerking met het lectoraat brandweerkunde). Aandachtsgebieden kunnen dan zijn: flexibiliteit, functionaliteit, veiligheid en kwaliteit. Er moet immers wel een aantoonbare meerwaarde zijn. Om niet opnieuw het wiel te moeten uit vinden, denkt Van Zanten dat het ook erg belangrijk is om te kijken naar de ervaringen van tankautobezettingen in het buitenland. Na de keuze of de TS-4 landelijk wel dan niet wordt ingevoerd is de tijd pas rijp om met de onderwijsdeskundigen en het veld rond de tafel te gaan zitten om te praten over aanpassingen in de lesstof. Dit zal zich dan niet beperken tot de scholing van nieuw personeel maar ook tot bijscholing van het huidige personeel. ‘Naast verplichBrand&Brandweer
te bijscholing is ook trainen en oefenen met de TS-4 erg belangrijk. De brandweerlieden moeten dan ervaren hoe het is om in een andere formatie dan de TS 6-te werken.’ Taken Nu zitten de brandweerlieden in de meeste gevallen met zes mensen op de tankautospuit. Hoe moet het straks als er maar vier mensen in het voertuig zitten? ‘De takenpakketten van de mensen moeten worden afgestemd op een TS-6 of een TS-4. Wat moet een brandwacht kennen en kunnen in een 4 mansformatie en welke taken lenen zich ervoor om met minder dan 6 (veilig) te worden uitgevoerd.’ De TS-4 betekent niet het einde voor de TS-6. ‘De TS-4 kan goed ingezet worden bij taken als wegdekreiniging, wateroverlast, containerbrand. Echter bij een binnenbrand kent de TS-4 haar beperkingen. Veiligheid is hierbij prioriteit nummer 1.’ Back up dient dan geregeld te zijn door misschien wel meerdere voertuigen sneller tegelijk te alarmeren. De TS-6 is dus niet zomaar helemaal vervangbaar. Bij de TS-4 komt er veel verantwoordelijkheid bij de bevelvoerder te liggen. ‘De bevelvoerder moet straks beslissen of de klus veilig en efficiënt met minder mensen kan worden geklaard.’ Naast een goed inschattingsvermogen moet hij dan kunnen beschikken over ondersteunende inzet en alarmeringsprocedures.
‘Naast verplichte bijscholing is ook trainen en oefenen met een TS-4 erg belangrijk’ Van Zanten pleit er voor dat deze ontwikkelingen niet benaderd worden als een capaciteitsvraagstuk maar als een kwaliteitsvraagstuk met de veiligheid als belangrijkste randvoorwaarde. Capaciteit als uitgangspunt kan in deze fase zorgen voor een vertroebelde beeldvorming. ‘TS-4 zegt nog niet dat we alles met minder mensen afkunnen en mag geen verkapte bezuiniging gaan worden. Maar ook kwalitatief moet je de meerwaarde kunnen aantonen. Je kan met 4 man er misschien eerder zijn maar als je dan langer, inefficiënt onveiliger bezig bent, moeten wij ons afvragen wat de winst is.’ ■
nummer 7/8 juli/augustus 2008 381
de TS-4 i n de praktijk
Discussieavonden over De bezetting van de TS leeft in brandweer Nederland. Reden genoeg voor de NVBR om vijf vakbijeenkomsten te organiseren verdeeld over Nederland om te discussiëren over dit onderwerp. Wat zijn de consequenties, wat betekent het voor de veiligheid van het repressieve personeel en wat betekent het voor de taakverdeling in de auto’s? Een verslag van de bijeenkomst in Groningen. Door Jolanda Haven
P
laatsvervangend commandant in de regio Haaglanden Martin Evers heeft de voorzittersrol op de bijeenkomst in Groningen. Evers is lid van het netwerk Repressie van de NVBR. De voorzitter weet met de nodige humor een luchtige draai aan het geheel te geven. Er zitten opvallend veel beroeps in de zaal hoewel de TS-4 in eerste instantie op de vrijwilligers van toepassing is. Naast presentaties van Apeldoorn en Utrecht over de TS-4 pilot, worden op de bijeenkomst stellingen geponeerd. De stellingen, niet allemaal even sterk, worden via een video ingebracht door mensen binnen de brandweer, maar komen ook van buiten af. Stelling 1, ingebracht door Marcel Siliakus, regionaal commandant brandweer Fryslân: ‘Veiligheid staat voorop en daarom mag je nooit met minder dan zes personen op een TS een binnenaanval doen.’ Siliakus nuanceert zijn stelling op het videoscherm direct. ‘De bevelvoerder ter plaatse maakt altijd de eerste afweging en in samenspraak met zijn mensen kijkt hij of het verantwoord is om wel of niet naar binnen te gaan.’ De meeste mensen in de zaal zien het probleem van Siliakus minder. Volgens hen is het niet uitgesloten ook met vier een binnenaanval uit te voeren. Op een enkeling na die als argument geeft dat je geen back-up hebt en dat dus de veiligheid in het geding komt. Regionaal commandant Thomas Faber is het niet eens met de stelling want volgens hem is het dodelijk voor je organisatie als je met vier man ter plekke bent en de bevelvoerder besluit dan dat je niet naar binnen kan. ‘Je moet het zo organiseren dat de mogelijkheid voor een binnenaanval er wel is als je met vier man uitrukt.’ Stelling 2, ingebracht door Caroline van de Wiel, regionaal commandant van de brandweer Amsterdam-Amstelland en voorzitter van de NVBR: ‘De NVBR moet een leidende rol vervullen bij innovaties binnen de brandweer.’ ‘Een leidende rol voor de NVBR bij innovaties kan hier en daar ook tot gefronste wenkbrauwen leiden. Want waarom zou je niet als korps of als regio kunnen innoveren. Landelijk kunnen we winst halen door te streven naar uniformiteit. Zodat we op 1 lijn komen en meer vanuit het kader redenen. Dan worden we sterker en de samenwerking nog soepeler wordt dan hij al is en dat we veel effectiever en efficiënter te werk gaan. De korpsen kunnen dat niet zelf doen dus zou de NVBR daar het initiatief 382
nummer 7/8 juli/augustus 2008
in moeten en kunnen nemen’, aldus Van de Wiel. Iedereen is voor. De NVBR is het podium om na te denken over strategisch denken. De uitwerking ervan zou je aan het veld over moeten laten. Stelling 3, ingebracht door Martin Slot, bureauhoofd preventie en proactie van de brandweer Nijmegen: ‘90% van de uitrukken kan met twee personen, het is een belediging van de professionaliteit van de brandweermens om standaard met vier man teveel uit te rukken’ Sdu Uitgevers
de TS-4 i n de praktijk
de TS-4
Specia l
‘Onderzoek en praktijkervaring wijst uit dat we in 90% van de gevallen de klus kunnen klaren met twee mensen, beetje water en wat materieel. Bij professioneel brandweeroptreden hoort daarom proportioneel optreden. Het is wel zaak dat we voor die incidenten zoals binnenbrand, gevaarlijke stoffen, beknelling en grootschalig optreden wel kunnen rekenen op een basiseenheid die dat aan kan en dat is de TS-6. De uitdaging voor de toekomst is dat we de basisbrandweerzorg zo in kunnen richten dat we snel en flexibel kunnen zijn als die paraatheid kunnen leveren voor de incidenten waar het echt om gaat,’ zo vindt Slot.
Wijsheid achteraf wordt er geroepen vanuit de zaal, hij onderbouwt zijn stelling niet en in de argumentatie lult hij zich er goed uit, zo klinkt het vanuit de andere hoek. De meeste aanwezigen zijn het dus niet met Slot eens. De vakkundigheid van de verschillende mensen heb je nodig. Stelling 4, ingebracht door Ton Hol, hoogleraar Encyclopedie van het Recht en Rechtsfilosofie: ‘Door met minder dan zes personen op een TS uit te rukken, loopt de brandweer het risico Brand&Brandweer
aansprakelijk te worden gesteld als er iets mis gaat als gevolg van te kort aan manschappen’. Hol zegt daarmee ook dat je dat dus beslist niet moet doen. Dat onze rechtstaat gecompliceerd is blijkt maar weer als Hol zijn argumentatie geeft. Het komt er eigenlijk op neer dat als je de viermansuitruk juridisch binnen je organisatie hebt vastgelegd dat het dan wel kan. En zo denkt de zaal er ook over. Stelling 5, ingebracht door Esther Lieben, plaatsvervangend commandant Waterland: ‘Als we in Nederland niet van die achterlijke zorgnormen hadden, was de hele discussie over 2, 4 of 6 op een tankautospuit niet nodig geweest’. ‘Zorgnormen; het kan wel een tandje minder. We moeten binnen vijf minuten ter plaatse zijn maar het zegt niets over de kwaliteit van de mensen. We zouden meer tijd moeten besteden aan de kwaliteit van het operationele optreden dat is wat anders dan snel voor de deur staan. Vier man op een TS kan maar ook twee of zes kan, als je je procedures maar aanpast.’ De meeste mensen zijn het niet met Lieben eens. De eensluidende reactie in de zaal: ‘Als we geen zorgnormen hadden dan was er geen prestatiedruk. En als we geen druk krijgen zal er niet voldoende nagedacht worden en kunnen we vervolgens onvoldoende innoveren.’ Stelling 6, ingebracht door Taco van Someren, Strategisch Innovatie deskundige:‘Over 10 jaar bestaat er geen tankautospuit meer.’ ‘Dat klinkt niet reëel, maar het is een denkbare optie. Denk maar aan de toepassing van sprinklers in kamers en woningen in Nederland. Dan is het dus niet meer noodzakelijk om met een TS op pad te gaan. Wellicht zijn er andere auto’s ter beschikking met andere hulpstukken en dan is het een andere brandweer geworden,’ zo ligt Van Someren zijn stelling toen. ‘We hebben net een nieuwe TS en die gaat nog twaalf jaar mee’, wordt er gekscherend vanuit de zaal geroepen. De meningen zijn verdeeld want er wordt gezegd dat je een TS nodig hebt voor wat betreft de water toevoer. Plaatsvervangend commandant Hans Tuithof, een man met ambitie, hij stelde zichzelf per abuis al voor als commandant van de regio Groningen, zegt dat we in de toekomst meer naar een kameleon hulpverlening gaan. De multifunctionele hulpverlener zal straks meer zijn intrede doen. Volgens de zaal is dat tien jaar te vroeg. De brandweer kan op dit moment haar eigen taken soms nog niet eens naar behoren uitvoeren. Ook Thomas Faber is het ermee eens dat tien jaar te snel is. De NVBR werkt op dit moment hard aan een evaluatie van alle bijeenkomsten. De rapporten zijn te lezen op www.nvbr.nl. Daar staan ook de verslagen met reacties van de verschillende bijeenkomsten. ■
nummer 7/8 juli/augustus 2008 383
Weerbaarheid voor Reddingswerkers
In het beroep van reddingswerker word je geconfronteerd met ingrijpende situaties en menselijk lijden. Wat is de impact hiervan en wat doet dit met de persoon en zijn functioneren in privé- en werkleven? Dit boek biedt handvatten om weerbaar
d Inclusief dv van n e g n met ervari erkers! reddingsw
te staan in emotioneel veeleisend werk. Hoe kun je schokkende gebeurtenissen
Bestelcode: 978 90 12 12522 2
verwerken en hoe kun je dit bespreekbaar
Prijs (inclusief btw, exclusief verzenden administratiekosten): � 25,50
maken? Kortom, hét hulpmiddel voor professionals die zich inzetten voor orde, gezondheid en veiligheid!
384
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Kijk voor meer informatie en bestellingen op www.sdu.nl/brandweer of neem contact op met de Sdu Klantenservice; (070) 378 98 80
Sdu Uitgevers
PU NT EDU
Ed Oomes is de nieuwe columnist van Brand&Brandweer. Veel brandweermensen kennen hem als ome Ed. Maar in B&B maakt hij een nieuwe start onder de naam Punt Edu. Waarom hij voor die naam heeft gekozen en wat u van hem kunt verwachten, leest u in zijn eerste stuk: Punt Edu
TS 4=6?
Special
In mijn boekenkast staat een oude handleiding van de brandweer Amsterdam. Het is een kloeke uitgave, volgens de kaft van de afdeling Algemene Zaken, Sectie Onderwijs. Het controlestempel vermeldt 1971. Eén van de hoofdstukken handelt over ‘voorschriften voor de bezetting van één of meer Autospuiten ten aanzien van het afleggen’. De standaard spuit bestond in die tijd uit acht personen. ‘De bezetting van een autospuit bestaat als regel uit de bevelvoerder en zeven manschappen. Teneinde de bestrijding van brand met behulp van slangenmaterieel snel te kunnen aanvangen, is aan elk der manschappen een taak toebedeeld, welke door een nummer is aangegeven’.
H
et specifieke van dit aflegsysteem was dat de nrs. 1 en 2 voor de redding gaan, waar nr.6 de straalpijpvoerder is en 4 en 5 de waterwinning opbouwen. Nr.3 ging met de bevelvoerder mee: hij was voor de nadere berichten en werd ook wel de ordonnans genoemd. Toen later de ordonnans werd vervangen door portofoons bleef Amsterdam draaien met zeven man voor de binnenstad. De kern van het aflegsysteem bleef gelijk tot op de dag van vandaag, hoewel nr.6 officieel is hernummerd tot nr.3. In het land is dit Amsterdamse aflegsysteem altijd met licht afgrijzen bezien. ‘Ze gaan voorbij de vuurhaard, veel te gevaarlijk’, is de standaardopvatting. Toch is de inzetmethodiek minder lichtzinnig dan het lijkt. Er werd namelijk altijd met twee autospuiten en een redvoertuig uitgerukt, die vlak na elkaar arriveren. ‘Het merendeel van de branden zal met behulp van één pomp kunnen worden geblust (..) De manschappen van de tweede autospuit zullen daarom als regel het personeel van de eerste autospuit versterken’. In termen van paraatheid en slagkracht (zie de column ‘Toekomstmuziek’) scoort dit aflegsysteem hoog: in korte tijd zijn er zestien man ter plaatse, die een flinke klap kunnen uitdelen. Let wel, we hebben het dan nog over kleine brand. Bij middelbrand kwam er een autospuit bij, hetgeen de totale bezetting op 24 man brengt. Daar hebben we tegenwoordig vier autospuiten voor nodig, en we noemen het dan zeer grote brand. En het is tegelijkertijd ook nog eens een peloton, de kleinste formatieve brandweereenheid in de rampenbestrijding. Het Amsterdamse model was natuurlijk niet voor niets zo opgebouwd. De omvang en frequentie van branden was van dien aard, dat een stevige en snelle inzet noodzakelijk was om slachtoffers en schade op aanvaardbaar nivo te houden. In de loop van de jaren nam de kwaliteit van de preventie steeds meer toe, waardoor het aantal en de omvang van branden afnam.
Brand&Brandweer
Terwijl de paraatheid gelijk bleef, bleek het mogelijk de slagkracht terug te brengen tot een TS-7 en zelfs een TS-6. En nu loopt er een discussie over de TS-4. Zou dat kunnen, een TS-4? Ik denk het wel, als je de taak maar aanpast aan de slagkracht. Oftewel, gezien de ontwikkeling in de taakstelling van de brandweer kan ik me voorstellen dat we een deel paraatheid willen behouden voor kleine incidenten, en dat we daar slagkracht voor inleveren. Die slagkracht is er uiteindelijk wel, maar komt wat later, is dus minder paraat. Tussen deze twee variabelen kan je, op basis van de frequentie en omvang van de incidenten in een verzorgingsgebied, je eerste uitruk variabeler maken dan een standaard TS6. Maar daar horen wel goede afspraken bij. Hoe snel is de back-up beschikbaar? Gaan we nog voor redding met een TS-4? Is middelbrand 2 x TS-6 erbij, of één keer? Of vult de TS-4 het redvoertuig aan tot een eenheid? Is 2 x TS-4 kleine brand of middel brand? En 3 x TS-4? Schalen we op om mensen, of om water? Moet de tankinhoud van de TS omhoog, moet er wellicht een dakmonitor op? Wat is de maximale span of control van een bevelvoerder? Hoe gaan we om met vrije instroom, laten we die de TS-4 aanvullen? En gaan we dan door tot TS-7, of TS-8, met die aanvulling? Want dat gebeurt ook in de praktijk, zoals wij allen weten. Wat mij betreft is de gouden regel dat er in een korps afspraken worden gemaakt over de werkwijze en dat er ook geoefend wordt met de formatieve eenheden zoals die in de praktijk bij dat korps voorkomen. In dat geval is elke invulling mogelijk, voor mijn part van TS-2 t/m TS-8. Er is namelijk best begrip voor een doelmatiger besteding van gelden, maar het moet in verband met de eigen veiligheid allemaal wel goed geregeld worden. Niet alleen maar op de kleintjes letten, een louter kruideniersoplossing is uit den boze. TS-4 OK, maar geen TS4=6. ■
nummer 7/8 juli/augustus 2008 385
de TS-4 i n de praktijk
l a i c e p S
Oostzaan heeft TS-4 bestuurlijk vastgelegd
De vrijwillige brandweer van de gemeente Oostzaan rukt al enkele jaren wegens personeelsschaarste uit met vier mensen op de TS. Dit komt voornamelijk voor in de dagsituatie. Tijdens avond, nacht en weekend zijn er doorgaans voldoende vrijwilligers. Sinds anderhalf jaar is dit ook bestuurlijk vastgelegd. Volgens commandant Abel Zwart is dit van groot belang. ‘Het bestuur is verantwoordelijk. Zij is op de hoogte, er zijn heldere afspraken gemaakt.’ Door ELLEN SCHAT
V
ermoedelijk rukken in meerdere Nederlandse gemeentes regelmatig TS-en met minder dan zes vrijwilligers uit. Zodra vier of vijf vrijwilligers ter plaatse zijn, en dat is op sommige plaatsen al moeilijk genoeg, vertrekt de TS naar de melding. Vaak is deze situatie niet bestuurlijk afgekaart. Dat betekent dat de commandant het bestuur niet op de hoogte stelt omdat hij hoopt dat de situatie tijdelijk is. Het bestuur gaat ervan uit dat de brandweer de zaakjes op orde heeft. In de gemeente Oostzaan speelde het personeelstekort, met name in de dagsituatie (kantooruren), al jaren. ‘We hebben twee kazernes met in totaal ongeveer 35 vrijwilligers. Veel mensen werken buiten het dorp en dus konden we soms op kritische momenten de TS overdag niet volledig vullen’, vertelt commandant Abel Zwart. Enkele jaren geleden werd daarom noodgedwongen overgeschakeld op de TS4. Voortaan rukt de brandweer Oostzaan tweezijdig aan met een TS4. ‘Anderhalf jaar geleden is dat ook bestuurlijk vastgelegd. Het was en is echter wel de situatie waar we met zijn allen mee te maken hebben.’
Oefenen Het uitrukken met een verminderde tankautospuit bemanning vereist ook oefening. Het systeem 2 x 4 is daarom opgenomen in het oefenrooster. Dit is erg belangrijk voor het veilig repressief optreden als je met minder personeel ter plaatste komt. Door dit te oefenen leert men de beperkingen van het repressieve optreden van een tijdelijk tekort aan personeel, dat snel wordt aangevuld zodra de 2e TS ter plaatse komt. Groot voordeel hierbij is dat beide voertuigen tijdens het aanrijden al via de portofoon contact met elkaar onderhouden. De veiligheid is wel degelijk gewaarborgd met de TS4, zo is zijn ervaring. ‘Kijkend naar het risicoprofiel in deze gemeente vind ik het verantwoord.’ Bij de meeste branden kan de TS4 het gemakkelijk af. ‘Denk aan een automatische brandmelding of een containerbrand.’ Bij een grote brand moet snel opgeschaald worden. ‘Bij de politie gaan ook in eerste instantie twee agenten ter plaatse. Pas als de situatie uit de hand loopt, wordt assistentie gevraagd.’ Zwart is wel voorstander van uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de voor- en nadelen van de TS4. ‘Daarin kunnen ook ervaringen in het buitenland worden meegenomen.’ Geen binnenaanval Een dergelijke verandering van zes naar vier man op de TS heeft natuurlijk gevolgen voor de taken van de 386 nummer 7/8 juli/augustus 2008 Sdu Uitgevers
brandweermensen. ‘Vier mensen hebben ineens veel meer taken. De pompbediende heeft bijvoorbeeld geen assistentie bij de opbouw van het watertransport, om maar een voorbeeld te noemen.’ Daarnaast is een binnenaanval door de eerst aangekomen TS niet toegestaan. ‘Dat is niet verantwoord. Deze moet dan wachten tot de tweede TS ter plaatse is, voor de eigen veiligheid. Ik wil het absoluut niet hebben dat de mensen een brandend pand binnengaan zonder back-up.’ In theorie kan dit nog wel eens lastige situaties opleveren. ‘Stel je bij een brandende woning bent en je vermoedt dat er nog iemand binnen is. Als iemand voor de ramen om hulp staat te zwaaien, is het nog wat anders. Maar ik wil niet dat ze binnen op verkenning gaan’, aldus Zwart. Ook is er een strenge regel dat absoluut niet met drie mensen uitgerukt mag worden. ‘Ook dat is natuurlijk moeilijk. De betrokkenheid van de vrijwilligers is erg groot. Gelukkig hebben we maar één keer gehad dat we niet mochten uitrukken omdat er maar drie mensen kwamen opdagen. Dat was in de zomerperiode, die we gekscherend ook wel eens de crepeersterkte noemen. Veel korpsen hebben vermoedelijk dan te maken met onderbezetting.’ Als Oostzaan uitrukt in het kader van operationele grenzen, dat is ’s avonds, ’s nachts en in het weekend, rijdt zij wel gewoon met zes man. ■
de TS-4 i n de praktijk
Zevende man in Amsterdam voorlopig noodzakelijk Special Van oudsher rukken niet zes, maar zeven mensen uit bij een brand in de Amsterdamse binnenstad. Dat heeft te maken met de moeilijke toegankelijkheid van de binnenstad en de oude bebouwing. ‘De zevende man zorgt voor een paar minuten extra redtijd.’
O
welkom. En: dit soort branden komt regelmatig voor,’ aldus Weewer. Weewer baseert zijn uitspraken niet alleen op ervaringen, maar vooral ook op experimenten die begin jaren negentig en enkele jaren geleden zijn gehouden. ‘Die experimenten zijn gedaan om te kijken of het nodig was de van oudsher bestaande zevende man te behouden.’ Uit het onderzoek begin jaren negentig bleek dat de redtijd bij dergelijke branden een paar minuten scheelt, bij een vergelijking tussen zes of zeven man op de TS. Wel is toen besloten de zevende man alleen in de binnenstad mee te nemen. In het meest recente onderzoek is ook het aantal branden in oude binnenstadspanden vergeleken met andere steden als Utrecht, Rotterdam, Haarlem en Den Bosch. ‘Dit om te zien of Amsterdam inderdaad zo uitzonderlijk is als wij dachten. Het aantal van dit soort branden bleek significant hoger te liggen.’ Ook is toen een vergelijking met andere landen gemaakt. In Engeland wordt volgens Weewer dan wel met vier of vijf man uitgerukt, maar dan rukken wel gelijktijdig meerdere voertuigen vanuit één kazerne uit. ‘Per saldo komen daae dan net zo veel, of zelfs wel meer mensen ter plaatse.’ Uit de vergelijking met andere steden kwam wel naar voren dat op zes van de twaalf kazernes geen extra zevende man nodig was. ‘De redtijd die je wint bestaat namelijk al als één van de twee aanrijdende TS-en een zevende man heeft.’ Op termijn zal de zevende man volgens Weewer wellicht niet meer nodig zijn. ‘Nu zijn we daar nog niet aan toe, maar het is wel mogelijk als er een grote preventieslag kan worden gemaakt. Renovatie van de binnenstad valt daar onder, net als een goed rookmelderbeleid of de toepassing van woningsprinklers. Met dit laatste bedoel ik niet alleen het uitdelen van rookmelders, want dan weet je nog niet of mensen ze ook ophangen en onderhouden. Daar is dus meer voor nodig. Community saftey, of zoals we het nu nog noemen ‘meer rood op straat’ geeft aardige aanknopingspunten om hier mee aan de slag te gaan.’ ■ foto: FBF.NL
p zes van de twaalf Amsterdamse kazernes rukt een extra zevende man uit. Dat zijn de kazernes in de oude binnenstad. Die zevende man heeft volgens plaatsvervangend commandant Ricardo Weewer van het hoofdstedelijke korps nog steeds meerwaarde ‘In de oude binnenstad bevinden zich veel oude panden bestaande uit meerdere etages. De branduitbreiding gaat hier veel sneller dan bij nieuwbouwpanden. Uit experimenten blijkt dat het qua redtijd voor personen die zich op etages boven de brand bevinden enkele minuten kan schelen of er zes of zeven man uitrukken. Als je iemand moet redden die boven de brand zit heb je dekking van een straal nodig en wordt er vaker met lage druk afgelegd, waardoor waterwinning sneller tot stand moet worden gebracht. Daarnaast is de praktijkervaring dat juist in de binnenstad veel extra obstakels als paaltjes en dubbel geparkeerde auto’s zijn, maar ook grotere problemen met de toegangsverschaffing, zoals complexe lay-out en inpandige bouwsels, fietsen en andere spullen in trapportalen etc. Het extra paar handen is dus meer dan
Volgens Oostzaan is de veiligheid gewaarborgd als met vier man wordt uitgerukt. Amsterdam doet liever een schepje bovenop de TS-6. De zevende man heeft nog steeds meerwaarde in de binnenstad
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 387
Altijd paraat. Altijd power. DĂŠ 230 V AC Generator set:
www.eljapower.com brandweeradvertentie.indd 1
388
nummer 7/8 juli/augustus 2008
09-04-2008 09:22:46
Sdu Uitgevers
l a i c e p S
VRAAG & ANTWOORD
Waarom zitten er zes mensen op een TS? Dat is de vraag die deze maand centraal staat in onze rubriek ‘vraag antwoord’. Gerard Koppers van het NBDC legt uit waarom.
D
e bemanning van een tankautospuit bestaat uit zes mensen, omdat dit gebaseerd is op het landelijke aflegsysteem, dat in het najaar van 1982 is ingevoerd. Het aflegsysteem is de indeling in functies op de tankautospuit, die met nummers worden aangegeven. De gedachte was dat er twee ploegen van twee man nodig waren, naast een chauffeur-pompbediener en een bevelvoerder. Eén van de ploegen zorgt na aankomst bij een brand, want daarover gaat het; hulpverlening was toen nog niet algemeen, voor de redding en eerste aanval met één straal en de andere ploeg voor de bluswatervoorziening. De verbinding tussen brandkraan of open water en de tankautospuit. Als de bluswatervoorziening is voltooid, wijden die twee man zich ook aan de blusaanval met een tweede straal. In Amsterdam hield men vast aan een aflegsysteem met zeven man, dat nu nog gehanteerd wordt voor de kazernes in de binnenstad. Die zevende man is nodig, omdat de afstand tussen de tankautospuit en de (binnen)brand vaak te lang is om met twee man te overbruggen. Het aflegsysteem wordt eigenlijk al eeuwen gehanteerd, hoewel men de functies bij een brandspuit vaak op naam uitoefende. Bij elke spuit waren één of twee bevelvoerders (brandmeesters, spuitmeesters, commandeurs of andere klinkende namen), twee straalpijpvoerders en een aantal pompers. Daarnaast benoemde men vaak lantaarndragers, lapzakkendragers (voor reparatie van de vaak lekkende slangen), waterscheppers, enz. Dat verschilde nogal per gemeente. Die functieverdeling kwam meestal na de aflevering van een handbrandspuit, iets wat vanaf ca. 1677 langzaamaan in Nederland gebeurde.
Brand&Brandweer
Bij de komst van de motorspuiten waren er lang niet zoveel mensen meer nodig en werden de functies verdeeld over degenen die op het alarm afgekomen waren. Bij de beroepsbrandweer werkte men al vanaf het begin met vaste functies, die aan het begin van de dienst werden vastgesteld. Gemakshalve werden die functies dan genummerd. Het nummersysteem van de beroepsbrandweer werd vaak ook bij andere korpsen overgenomen. In de Tweede Wereldoorlog kwam er een (concept) landelijk aflegsysteem, dat uitging van negen man per bluseenheid. Door dat systeem over te nemen konden veel korpsen hun aantal brandweerlieden vaststellen, die dan vervolgens meestal konden worden vrijgesteld van uitzending naar Duitsland e.d. Op www.nbdc.nl onder ‘geschiedenis’, en vervolgens ‘historische documenten’, kunt u doorklikken naar ‘brandweerorganisatie voor 1940’ en ‘Tweede Wereldoorlog’ waar u enkele voorbeelden van terugvinden. Na de oorlog werd het aflegsysteem gewoon in de les- en leerstof opgenomen en in de landelijke wedstrijden en examens doorgevoerd. Door de vooruitgang van de techniek en het feit dat in Nederland veel hogedrukblussing gebruikt werd, had men begin tachtiger jaren van de vorige eeuw bedacht dat een minimale bezetting van zes man op een tankautospuit voldoende was. Bij de introductie van de min of meer verplichte vorming van brandweercompagnieën in het kader van de rampenbestrijdingstaak die de brandweer ging overnemen, was het belangrijk dat de tankautospuiten qua vermogen, uitrusting en bezetting, in Nederland overal hetzelfde zouden kunnen werken. Vandaar dat opleiding en uitrusting gebaseerd is op de eenheidsbezetting van de tankautospuit, zes personen. ■
nummer 7/8 juli/augustus 2008 389
repressi e
Van TS-6 naar Fire Inte Hoe ziet de brandweer organisatie er over tien à twintig jaar uit? Tsja, als we dat eens wisten. Het blijft natuurlijk koffiedik kijken. Het is onmogelijk om een betrouwbaar toekomstbeeld te schetsen. Maar op basis van lessen uit het verleden, ervaringen en ontwikkelingen is het goed om na te denken over toekomstscenario’s. TNO denkt dat de brandweer zoals we die nu kennen straks niet meer bestaat. Door Jolanda Haven
H
oewel er op dit moment druk gediscussieerd wordt over een TS-4 is TNO Defensie en Veiligheid alweer een stap verder. Volgens Eric Mol en Ronald Heus bestaat de TS zoals we die nu kennen over een aantal jaar niet meer. ‘We gaan straks meer naar een paarse organisatie toe. En dat wil zeggen een multidisciplinair interventieteam dat snel ter plekke is om de situatie te analyseren en een eerste slag te kunnen slaan’, aldus Mol. Drie scenario’s TNO is het veld ingegaan en met behulp van focusgroepen is nagedacht over de toekomst. Wat voor inci-
denten krijgen we in de toekomst, wat zijn de knelpunten, hoe ziet het optreden eruit en hoe kunnen we ons daarop voorbereiden? Daar zijn vervolgens drie incidentscenario’s uitgekomen. Als eerste incidenten die zich ondergronds voordoen. Door een toename in ondergrondse bebouwing. Bijvoorbeeld bij een tunnelincident heb je slecht overzicht, het is donker en je hebt te maken met extreem hoge temperaturen als er brand uitbreekt. De gevolgen zullen enorm zijn. Dit vergt een andere kijk op rampenbestrijding. Daarnaast krijgen we volgens TNO in de toekomst meer te maken met grootschalige incidenten in de infrastructuur, zoals een treinontsporing. Het treinverkeer wordt steeds drukker en het vervoer van gevaarlijke stoffen neemt toe. Als er een incident gebeurt zijn er veel slachtoffers, vaak in een stedelijke omgeving, uitgestrekt over een groot gebied. Als derde scenario noemt TNO incidenten in een dichtbebouwde, complexe omgeving, zoals oude binnensteden, die snel om zich heen grijpen. Zo’n omgeving is vaak moeilijk bereikbaar en het gaat vaak om monumentale panden. Neem als voorbeeld de grote brand op 7 juni in het centrum van Utrecht. Verschillende panden gaan in vlammen op doordat het vuur gemakkelijk over kon slaan.
‘Over een aantal jaar bestaat de TS zoals we die nu kennen niet meer’ Fire Intervention Teams Als we kijken naar deze drie scenario’s dan is snel overzicht krijgen geboden. Volgens Mol en Heus hoort daar een andere aanpak bij. ‘Dus geen TS-6 maar Fire Intervention Teams. Dit is een team dat bestaat uit vier man. Twee brandwachten, één bevelvoerder en één paramedicus. Zij moeten zo snel mogelijk ter plekke zijn om een eerste indruk te krijgen van de situatie en om een eerste slag te kunnen slaan.’ Bij een zeer grote brand of een groot incident kan het team dus een eerste slag slaan en direct inschatten wat voor bijstand ze nodig hebben. Gaspakteam, duikers, ME, traumaheli of extra brandweerlieden. Het één gaat niet zonder het ander. Als je 390
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
Special
repressi e
rvention Teams
continu bezig met het ontwikkelen van nieuwe technieken. Zoals eerder gezegd staat het één namelijk niet los van het ander’, aldus Mol. Zo is TNO bezig met het ontwikkelen van een trilriem. De bevelvoerder buiten kan de man binnen op deze manier aansturen. Het lijkt allemaal nog een ‘ver van je bed show’ maar het is dichterbij dan veel mensen denken. Met een in uitrukkleding geïntegreerde trilriem zijn de eerste experimenten inmiddels succesvol uitgevoerd. Om dit in de toekomst ook in de praktijk te realiseren moeten panden voorzien worden van sensoren. En dan ga je dus terug naar het begin. Nieuwe gebouwen zullen dan opgeleverd moeten worden met deze techniek. En bij bestaande gebouwen zouden deze sensoren aangebracht moeten worden.
‘Als je met vier man uitrukt, zou dat betekenen dat je eigenlijk alleen een brandend pand in moet. Dat is nu een ondenkbare situatie, maar als het aan TNO ligt kan dat straks wel’
besluit de rampenbestrijding om te gooien heeft dat gevolgen voor de hele keten. Door deze interventieteams zullen er meer posten moeten komen verspreid over een gebied, met minder mensen. Het is dus maar de vraag of we in de toekomst nog wel vrijwilligers nodig hebben. Want volgens TNO zullen we in de toekomst terug gaan naar ploegendiensten. Mol: ‘Een hoop veranderingen dus. Maar het belangrijkste doel blijft uiteraard effectief en veilig optreden en het reduceren van de schade.’ Paramedici? En hoe zit het bij kleine bermbrandjes, containerbrandjes en automatische brandmeldingen? Heb je daar een paramedicus voor nodig? ‘Nee, maar het gaat erom dat je met Fire Intervention Teams een eerste slag kan slaan’, aldus Heus. ‘Mochten er wel slachtoffers zijn dan kun je die eerste hulp bieden. Maar dat wil dus niet altijd zeggen dat je die ook nodig hebt. Het idee is eigenlijk dat de hulpverleners van het interventieteams bekend zijn met alle vlakken van de rampenbestrijding.’ Trilriem Als je met vier man uitrukt zou dat betekenen dat je eigenlijk alleen een brandend pand in moet. Dat is nu een ondenkbare situatie maar als het aan TNO ligt kan dat straks wel. ‘Wij zijn Brand&Brandweer
Betrouwbaarheidslag Op dit moment is er een hoop technologie beschikbaar. Naast de trilriem is TNO al enige tijd bezig met het ontwikkelen van een brandweerpak met sensoren die de fysieke toestand van een brandweerman in de gaten houden tijdens een inzet. Het doel is als een brandweerman te warm wordt hij terug kan worden geroepen. Maar wat als de techniek de mens in de steek laat? ‘We zijn continu aan het doorontwikkelen’, aldus Mol. ‘Alles wordt uitvoerig getest voordat het in gebruik wordt genomen. Al deze technieken moeten een betrouwbaarheidsslag ondergaan en moeten net zo lang doorontwikkeld worden, totdat ze betrouwbaar genoeg zijn om in de praktijk mee te werken. De techniek kan falen maar menselijk handelen ook. Je zult dan een afweging moeten maken, waar je op wil en kan vertrouwen.’ Vragen uit het veld Het is wel leuk allemaal, een beetje filosoferen over de toekomst maar heeft brandweer Nederland daar behoefte aan? Heus: ‘Wij spelen in op vragen die er in het veld leven. De regie van deze onderzoeken ligt bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarbij worden wij uiteraard gevoed door het veld. De wereld verandert dus moet je daar in mee gaan. En dat geldt voor alles. Of mensen het nu leuk vinden of niet. We kunnen onze ogen niet sluiten voor nieuwe dingen.’ ■
nummer 7/8 juli/augustus 2008 391
dubbelINtervi ew
TS-4 of de De één ziet de TS-4 als een verkapte bezuinigingsmaatregel en een ander vindt het juist een logisch gevolg van de vooruitgang. Twee vrijwillige bevelvoerders geven hun mening over dit onderwerp.
Jesse van Weezel, 38 jaar, vrijwillig bevelvoerder brandweer Apeldoorn van post Hoog Soeren en lid van de werkgroep ‘zes or less’. Van Weezel is voorstander van een TS-4 Wat houdt de werkgroep ‘zes or less’ precies in? ‘Wij onderzoeken of een uitruk op een TS ook met minder dan zes mensen mogelijk is. Het project is in maart van start gegaan. Op dit moment doen we onderzoek naar korpsen in binnen- en buitenland die werken met een TS-4. We kijken dan onder andere naar de wetgeving, opleiding, werkwijze etc. In de zomer gaan we in Apeldoorn de uitkomsten van het onderzoek in de praktijk uittesten.’ Waarom bent u voorstander van de TS-4? ‘De huidige maatschappij vereist maatwerk en flexibiliteit en binnen elk bedrijf is innovatie belangrijk. Als innovatie binnen het ‘brandweerbedrijf’ biedt de TS-4 wellicht een grote kans. Als je overdag moet uitrukken met vrijwilligers kan het erg moeilijk zijn om een TS-6 vol te krijgen. Als je met een TS-4 uitrukt sla je twee vliegen in een klap. Je hebt minder vrijwilligers nodig om de auto vol te krijgen en je opkomsttijd wordt in de meeste gevallen korter. Bovendien kun je in de meeste gevallen de klus wel met z’n vieren klaren. Als je met z’n zessen naar bijvoorbeeld een autobrand gaat, staan er waarschijnlijk twee brandweerlieden toe te kijken. Door gebruik te maken van nieuwe technieken en zeer goed getrainde mensen moet het uitrukken met vier man in de toekomst geen probleem meer zijn.’ En hoe het met jullie korps? ‘In Hoog Soeren rukken wij soms met vier man uit. Maar dat ook omdat wij een uitzondering zijn. Wij hebben namelijk geen TS maar een Unimog. Dit terreinvoertuig is gebouwd voor een schuiminzet en bosbranden, maar we gebruiken haar natuurlijk ook voor andere branden. We hebben geen HV gereedschap en we mogen uitrukken met minder dan zes.Wij gaan er overdag vaak uit met vier man. Als ik moet wachten tot er zes mensen aanwezig zijn, denk ik dat we overdag soms helemaal niet kunnen uitrukken. Om de doodeenvoudige reden dat veel vrijwilligers niet dicht bij de brandweerkazerne werkzaam zijn.’
392
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
TS-6?
dubbeli ntervi ew
Special
Eric Weiland, 47 jaar, vrijwillige bevelvoerder bij de brandweer Zuidwolde, bijna 25 jaar werkzaam bij de brandweer en tegenstander van de TS-4 Dus u bent tegenstander van de TS-4? ‘Ja, klopt. Waarom moeten we met vier man uitrukken? Het gaat toch prima zoals het nu gaat. Volgens mij wordt er met vier man uitgerukt omdat sommige korpsen niet genoeg vrijwilligers hebben. Als we dit in ons korps doorvoeren dan ben ik bang dat we juist vrijwilligers kwijtraken. De discussie omtrent de TS-4 gaat ook een beetje langs de vrijwilligers heen, heb ik het idee. Bij de discussieavond van de NVBR over de TS-4 in Groningen waren weinig tot geen vrijwillige brandweerlieden aanwezig. Ik denk dat brandweer Nederland beter kan investeren in de vrijwilliger. Zorg ervoor dat het voor de mensen aantrekkelijk is om vrijwilliger te worden en te blijven.’ Wat zijn de nadelen als je met minder mensen uitrukt? ‘Wij zijn een plattelandsgemeente. Als wij met vier mensen uitrukken naar een woningbrand kan ik geen binnenaanval doen. Als ik dan om bijstand vraag duurt het ruim twintig minuten voor het buurkorps ons kan assisteren. En dat is het verschil met een grote stad als Utrecht. Als daar een TS-4 om bijstand vraagt, hebben zij vaak binnen een paar minuten een extra TS. In Utrecht krijgen bevelvoerders vooraf een oefening door op basis van een beeldcasus te bepalen of ze met een TS-4 uitrukken. Toch vind ik het lastig om op basis daarvan te bepalen met hoeveel man je in de auto stapt. Wij spreken vaak over een K.W.W. inzet ofwel ‘we kieken wel wat het wordt’. In praktijk lopen dingen vaak anders dan gepland en daarom pleit ik voor een TS-6 uitruk.’ Stel dat uw commandant besluit om met een TS-4 te gaan rijden, wat dan? ‘Als we vrijwilligers willen wegjagen moeten we vooral met een TS-4 gaan rijden. Dan blijven er bij elke uitruk twaalf man achter in de kazerne. De mensen die het dichtst bij de kazerne wonen zitten dan altijd in de TS. Ik denk dat veel vrijwillige brandweerlieden dan voor de brandweer bedanken.’ ■
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 393
reacti es u it h et veld
De TS-4 heeft toekomst, omdat… of l a i c e p S De TS-6 moet blijven, want… De redactie van Brand&Brandweer kreeg vier reacties op de stelling in het juninummer. Drie voorstanders van een TS-4 en één tegenstander.
De TS-4 heeft toekomst, omdat…
De TS-4 heeft toekomst, omdat…
1. De laatste jaren is er fors geïnvesteerd in de schakels van pro-actie en preventie. Hierdoor worden gebouwen, het gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen veiliger. Tevens zorgt de kennis van pro-actie en preventie voor de nodige input voor de volgende schakels preparatie en repressie. Er is dus meer informatie beschikbaar voor de incident bestrijding. 2. In 80% van alle incidenten waarvoor de brandweer wordt gealarmeerd kunnen worden afgewerkt door een TS-4. Voor de overige incidenten waarbij de inzet van 4 perso- nen niet voldoende blijkt kan worden opgeschaald, zodat er in plaats van 6 personen, nu 8 personen beschikbaar zijn (voer tevens een kerntakendiscussie van welke taken wel en niet bij de repressieve dienst behoren). 3. Door het toepassen van nieuwe technieken in voertuigen, pompen, ict en incidentbestrijdingsmethoden is het mogelijk om gebruik te maken van minder personeel. Minder personeel hoeft te worden gealarmeerd. Dit betekent bij opkomst naar de kazerne minder (verkeers) risico’s. 4. Voorts staan de opkomst- en uitruktijden behoorlijk onder druk, met name door de beschikbaarheid van vrijwilligers. Het behoeft geen betoog dat een TS-4 sneller kan uitruk ken dan een TS-6. Een TS-4 kan een compact, wendbaar en snel voertuig zijn. Positieve ontwikkeling ten aanzien van de tijden. 5. De financiële kant van het verhaal niet moet worden vergeten, hoewel veiligheid zich moeilijk laat uitdrukken in geld. Uiteindelijk wegen de financiën ten alle tijden mee (= bestuurlijke afweging). Het gaat erom dat de burger tegen een redelijke prijs een kwalitatieve hulpver leningsdienst mag verwachten. Bij een TS-4 zullen de kosten aanzienlijk minder zijn ten aanzien van personeel (opleiding, kleding, oefenen) en materieel.
… het werkbaar is. Er zijn korpsen waar het gebruik van een TS-4 al voor het jaar 2000 zijn intrede deed. Ook in buitenland gebruikt de brandweer steeds vaker een inzetsysteem waarbij met minder mensen uitgerukt wordt. De voertuigkeuze voor de TS-4 verschilt. Een standaard TS kan als TS-4 ingezet worden. Als er bij een alarmering minder dan zes (maar in ieder geval vier) personen opkomen, is het mogelijk dat zij toch uitrukken. Dat komt de motivatie ten goede. Als vrijwilligers met minder mensen mogen uitrukken kunnen zij ook hun opkomsttijd verkleinen omdat er op minder mensen gewacht hoeft te worden. Daarmee kan eenvoudig aan de normeisen worden voldaan. Ook kan er uitgerukt worden met een speciaal kleiner voertuig dat geschikt is om bijvoorbeeld een incident in een binnenstad te bestrijden. Een dergelijk voertuig kan zich beter verplaatsen op een rijdroute waar veel verkeersremmende maatregelen voorkomen. Het is mogelijk om de TS-4 alleen voor bepaalde meldingen te laten uitrukken. Hier moeten afspraken over gemaakt worden. De TS-4 kan als ‘First Responder’ naar bepaalde incidenten uitrukken om de eerste slag te leveren. Daarbij wordt er direct een TS-6 ter ondersteuning gestuurd die een langere opkomsttijd mag hebben. Bij het inzetten van de TS-4 zal een duidelijke keuze gemaakt moeten worden tussen redding, blussing of hulpverlening. De bemanning beschikt immers over minder mankracht en kan zich maar concentreren op één taak en daar komt bij dat er in veel gevallen eerder moet worden opgeschaald. De TS-4 is waardevol voor de brandweer en kan goed samen gaan met de TS-6. De TS-4 zal de TS-6 niet volledig kunnen vervangen. Waar op gelet moet worden is de vorm waarin de TS-4 voorkomt, het takenpakket en de opschaling. Brian Smits, brandweer Buren - Culemborg
Gert Castelijn
394
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
reacti es u it h et veld
De TS-6 moet blijven want‌
De TS-4 heeft toekomst, omdat..
Anders komt de veiligheid in gevaar. Ik vind het onverantwoordelijk. Veiligheid is toch zo belangrijk in Nederland? Dat wordt nu teniet gedaan. Laat Nederland op andere dingen bezuinigen en niet op de hulpdiensten.
... het een aanvulling kan betekenen op locaties waar de beschikbaarheid van vrijwilligers een probleem kan vormen. De TS-4 dient te zijn uitgerust met het One Seven blussysteem om een snelle eerste inzet te kunnen doen. Gelijktijdig met de alarmering bovendien een TS-6 ,van mogelijk een buurkorps alarmeren om voor een back-up te kunnen zorgen. In met name platteland gebieden, met lokaal een beschikbaarheids probleem, kan middels een dergelijke vorm van burenhulp brandweerzorg op maat worden verleend. Reeds tijdens het aanrijden kan overleg plaatsvinden tussen de eenheden en de OvD om een veilig optreden te kunnen realiseren. Omreden de opkomst van 4 mensen redelijkerwijs korter zal duren dan 6 mensen zal een TS-4 in meerdere mate de zorgnorm kunnen halen. Het doelmatig inzetten van het One Seven systeem levert nogmaals tijdwinst en bovendien schadebeperking op. De TS-6 verzorgt waterwinning en houdt een aanvalsploeg paraat voor de noodzakelijke veiligheid en ondersteuning van het ingezette personeel. Tenslotte is een TS-4 een overweging waard!
Wilfred Mennegat
Sj. van der Ploeg, Brandweer Kollum
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 395
Vakblad GRIP4... ...volgt het multidisciplinair incidentmanagement op de voet
GRIP4 bevat zeer gerichte informatie rondom het multidisciplinair optreden bij incidentmanagement en crisisbestrijding. Iedere hulpverleningsinstantie is het aan toekomstige slachtoffers verplicht om goed en georganiseerd informatie te vergaren. GRIP4 is hierin een ideaal handvat. Wat biedt GRIP4 u: • Actuele beleidsinformatie; u bent altijd als eerste op de hoogte van het
laatste nieuws. • Noodzakelijke en betrouwbare achtergrondinformatie; vakkundige
GRIP4 verschijnt 11 maal per jaar. Artikelcode: TSGRIP4 Prijs voor Brand & Brandweer abonnees: � 27,50
toelichtingen op belangrijke thema’s door een deskundige redactie. • Interessante ‘how to’ informatie waar iedere hulpverleningsinstantie en andere belanghebbende organisaties direct mee aan de slag kunnen. • Relevante signalering; de belangrijkste thema’s rond gecoördineerd optreden worden gegarandeerd behandeld.
Prijs ‘los’ abonnement: � 48,50 Prijzen zijn excl. btw Dit vakblad is van de uitgever van Brand & Brandweer
Kortom, GRIP4 is een must voor iedereen die te maken heeft met incidentmanagement, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Speciaal aanbod Brand & Brandweer abonnees Speciaal voor abonnees van Brand & Brandweer is GRIP4 zeer aantrekkelijk geprijsd. Voor slechts � 27,50 breidt u uw abonnement al uit met GRIP4.
Bestel via www.sdu.nl/brandweer of bel (070) 378 98 80
396
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026)3552455 F (026)3515051 E info@nvbr.nl www.nvbr.nl
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Om de fysieke veiligheid van onze samenleving te vergroten, wil de NVBR de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met alle partners in veiligheid.
Nieuw BrandweerKennisNet beschikbaar
Project primaire bluswatervoorziening
Het vernieuwde BrandweerKennisNet (BKN) is online. Naast een nieuwe en frisse uitstraling en sterk verbteterde zoekfunctionaliteit, biedt Brandweerkennisnet nu nog meer interactieve mogelijkheden om voor nu en in de toekomst kennis, informatie en meningen uit te wisselen.
Bluswater is voor de brandweer niet meer vanzelfsprekend. Omdat drinkwaterbedrijven tegenwoordig de diameter van de leidingen verkleinen, zijn veel korpsen begonnen met het opstellen van een visie op bluswater. De NVBR heeft alle problemen geĂŻnventariseerd en komt met een handreiking Bluswater, die in oktober klaar is.
Maandenlang is er door medewerkers van de NVBR hard gewerkt om van het oude systeem over te stappen naar de nieuwe website. Deze is wat betreft uitstraling en uiterlijk gelijk aan de publiekswebsite brandweer.nl. Hierdoor krijgt de brandweer in Nederland een uniform internetplatform waarop kennis gedeeld en gehaald kan worden. Op het vernieuwde BrandweerKennisNet (BKN) staan niet alleen veel documenten over alle aspecten van het brandweervak en de -organisatie, maar ook handige toepassingen om de kwaliteit van de brandweer (-organisatie) te verbeteren. Ook levert BKN een bijdrage aan de inhoudelijke vakdagen die de NVBR organiseert voor medewerkers van de korpsen, wordt via de site de brandweerbeeldbank ontsloten en zijn er links naar andere relevante websites en organisaties. Medewerkers van de brandweer kunnen niet alleen kennis halen op de website, maar zeker ook brengen: alle informatie waar collega's iets aan kunnen hebben voor de uitoefening van hun vak verdient een plaats op BKN. Heb je interessante informatie om te delen? Stuur het dan naar info@brandweerkennisnet.nl Want door kennis te delen help je mee aan de vakontwikkeling van de brandweerbranche.
In de zomer van 2007 heeft de NVBR in het land gesprekken gevoerd om te kijken hoe wij de korpsen hierbij kunnen ondersteunen. Dit heeft geleid tot het programma Bluswater dat in maart 2008 is vastgesteld door de Raad Regionaal Commandanten. Omdat er al veel goede initiatieven in het land zijn ontplooid, ligt de nadruk in het programma op kennisbundeling en kennisuitwisseling. Het programma bestaat uit zes deelprojecten, die de komende twee jaar zullen worden uitgevoerd: 1. Primaire bluswatervoorzieningen 2. HeroriĂŤntatie kengetallen bluswater 3. Uitwisseling best practices 4. Instrumenten bluswaterdekking 5. Borging gemeentelijk beleidsproces 6. Innovatieve blusmiddelen
Brand&Brandweer
Voor de uitvoering van het project Primaire bluswatervoorzieningen is door de NVBR een opdracht gegeven aan het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid Nibra. Het doel van het project is korpsen een handvat te bieden bij het maken van een afweging tussen verschillende primaire (en eventueel secundaire en tertiaire) bluswatervoorzieningen. Hiervoor zullen verschillende alternatieven in kaart worden gebracht en beoordeeld worden op verschillende criteria, zoals capaciteit, leveringsduur, kosten, onderhoud en consequenties voor de repressieve inzet. Terugkoppeling over het project zal vooral plaatsvinden via de NVBR netwerken, die zijn vertegenwoordigd in de projectgroep: Proactie (LNP), Brandpreventie (LNB), OGS, Repressie, Finance & control. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gerda Bouma, bouma@rbogv.nl
nummer 7/8 juli/augustus 2008 397
De brandweer gaat over grenzen Het congres van de NVBR staat helemaal in de steigers. Eind juni zijn de uitnodigingen verstuurd. Hans Varkevisser, voorzitter van de congrescommissie, is ontzettend blij met het programma van het congres. ‘We hebben het congres breed en actief opgezet. Zodat het voor iedereen binnen de brandweer genoeg te bieden heeft. Ik hoop dan ook heel veel nieuwe gezichten te verwelkomen op het congres.’ Het thema van het congres is ‘De brandweer gaat over grenzen’. En dat thema kan breed uitgelegd worden. ‘Het gaat over waar je als persoon, team of organisatie je grenzen legt, hoe je er mee om gaat en hoe je er zo nu en dan over heen moet of kunt gaan.’ Het congres begint op donderdag 2 oktober met een journalistiek theaterprogramma onder leiding van Fons de Poel met de titel ‘Op zoek naar ’t heilige vuur.’ Later in de middag beginnen de workshops en er zijn twee masterclasses. Deze masterclasses gaan over de grenzen van professionalisering en de grensverleggende brandweerorganisatie. De vrijdag is vooral gericht op de repressieve dienst. ‘We hebben commandanten gevraagd om het hun repressieve mensen mogelijk te maken naar het congres te komen. We willen onze doelgroepen voor het congres verbreden en daar hoort ook de repressieve dienst bij.’ Het programma begint vrijdag met een fysieke warmingup. Daarna volgt een plenaire opening onder de noemer ‘In de ban van de ring’. Verschillende (ex-)topsporters vertellen over het verkennen, aangeven en verleggen van grenzen. In ieder geval zal Erica Terpstra hierbij aanwezig zijn. Daarna is het tijd voor workshops, in totaal zijn er veertien verschillende workshops. De thema’s lopen uitĂŠĂŠn van een hindernisbaan, natuurbrandbestrijding, Aikido tot leidinggeven onder zware omstandigheden. Het zijn niet allemaal puur gerichte brandweerworkshops. Sommige workshops worden door andere partijen, waaronder Defensie en Penitentiaire Inrichting De Berg verzorgd. ‘En ook dat hoort weer bij ons thema,’ zo vult Varkevisser aan, ‘we kijken ook over onze grenzen en niet alleen naar ons zelf.’
34!24
!!.-%,$%. '! .!!2 777 .6"2 ., #/.'2%3
6%2+%. *% '2%.:%. /0 (%4 .6"2 *!!2#/.'2%3
Voor meer informatie kijk op www.nvbr.nl/congres
Nieuwsgierig? Kom je grenzen verleggen en meld je aan via www.nvbr.nl/congres! Je kunt kiezen of je ĂŠĂŠn of twee dagen komt.
398
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
Programma donderdag Op donderdag zijn er tien verschillende workshops. En allemaal gaan ze over grenzen. Met uitéénlopende onderwerpen. Een kort overzicht. Over de grens van een bezwarende functie: 2e loopbaanbeleid Brandweermensen in de uitrukdienst moeten volgens de CAO 2005-2007 na uiterlijk twintig jaar doorstromen naar een ‘niet-bezwarende’ functie. Maar hoe werkt dat in de praktijk? De mobiliteit binnen de brandweer is niet zo groot, dus waar moeten deze mensen heen? Is het een probleem of zien we ook kansen? Diversity Challenge Zoek wat mensen verbindt, tracht weg te nemen wat hen verdeelt, streef naar continuïteit.
Programma vrijdag Vrijdag zijn er maar liefst veertien verschillende workshops. Een heel actief programma! Een greep uit de workshops.
De hindernisbaan Het doel van een hindernisbaan is eenvoudig; je verplaatst je zo snel mogelijk van A naar B, waarbij je de hindernissen die je tegenkomt, overwint. Je ervaart in deze workshop wat nodig is om dat doel, samen met andere teamleden, te bereiken. Zoek in deze workshop je fysieke en mentale grenzen op. Natuurbrandbestrijding Bij het bestrijden van een natuurbrand komt de brandweer voor twee uitdagingen te staan. Ten eerste moet je overzicht krijgen én houden in een groot gebied met veel voertuigen en mensen. De andere uitdaging is om voldoende bluswater in het gebied te krijgen.
*% '2%.:%. 6%2+%.$ /0 (%4 .6"2 *!!2#/.'2%3
&).)3(
Brand&Brandweer
Dat is het antwoord op de ingrijpend veranderende arbeidsmarkt, door vergrijzing en de toenemende diversiteit in Nederland. Er is een enorme behoefte aan talentvol, creatief en innovatief personeel. Managers en leidinggevenden moeten daarom, meer dan voorheen, in staat zijn de verscheidenheid aan talenten te herkennen en deze optimaal in te zetten. Heb jij het talent dat daarvoor nodig is? Hilfe für den Nächsten Leren kun je altijd en overal. Soms is het heel verhelderend om eens een blik over de grens te werpen bij de buren. Zo werken de Regio Twente en de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland in het grensgebied van Oost-Nederland steeds intensiever samen met de Duitse Technische Hilfswerke (THW). Een korte film laat zien hoe de brandweersamenwerking verloopt. Effectief leiderschap in de complexe brandweercultuur Ieder mens heeft zijn eigen drijfveren. Ook jij. Vanuit deze unieke combinatie van drijfveren geef je betekenis aan alles wat je ziet en ervaart. Dit bepaalt je doen en laten en ook je persoonlijke grenzen. Profcheck; een grenzeloze kwaliteitsmeter Meting van competenties, competentiegericht beoordelen, portfolio vakbekwaamheid en profcheck; allemaal ontwikkelingen waar je in de toekomst mee te maken kan krijgen in je werk. In deze workshop nodigen we je uit om deel te nemen aan een interactieve en dynamische simulatie, waarin je jouw en/of andermans
Incidentbestrijding achter de tralies In de nasleep van de Schipholbrand kwamen vragen naar boven over de brandveiligheid in andere justitiële instellingen. Hoe moet de brandweer optreden in deze instellingen en hoe is de verantwoordelijkheid geregeld? Voor welke dilemma's komt de brandweer te staan als het aankomt op de veiligheid van de gedetineerden versus de veiligheid van de samenleving? Stilstaan bij de grens, het paard als coach Om te overleven is het voor paarden essentieel dat zij goed leiderschap van een afstand herkennen. Ervaren ze oprecht, duidelijk en betrokken leiderschap, dan volgen ze vanzelfsprekend. In deze workshop nodigen we je uit om je eigen en andermans grenzen te ervaren, te herkennen en te ontdekken. Aikido zelfverdedigingskunst voor jong en oud Aikido is een verdedigingskunst puur sang en dus géén vechtsport. Aikido staat voor 'in harmonie' (ai) 'de weg' (do) naar 'innerlijke kracht' (ki). Het enige 'gevecht' dat je hebt in Aikido, is het gevecht met jezelf. De effectiviteit van Aikido is gebaseerd op het gebruik van de (aanvals)beweging(en) en de kracht van de tegenstander. Het is een training van je eigen wil(skracht), door het constant testen van je fysieke en mentale grenzen en het proberen deze grenzen te verleggen.
vaardigheden meet, grenzen verkent en de toetsingsmethode toepast. Effectief informatie delen bij rampen Weet jij welke informatie je nodig hebt bij een ramp of crisis? Van wie krijg je die informatie, of waar kun je de informatie halen? Het project IASV van de Raad voor de Multidisciplinaire Informatievoorziening Veiligheid (Raad MIV) helpt bij het beantwoorden van deze vragen en brengt structuur aan in de informatieuitwisseling tussen veiligheidspartners tijdens rampenbestrijding en crisis. Grenzen aan groei Wat heb jij als leidinggevende nodig om te zorgen dat jouw organisatie in beweging komt? Wat heeft de ontwikkeling van de organisatie te maken met jouw eigen ontwikkeling? Tijdens de workshop Grenzen aan Groei kijk je naar de ontwikkelingen in jouw organisatie in relatie tot je jezelf. Aan de hand van een prikkelend model over organisatieontwikkeling en leiderschap, kun je toetsen hoe jij en je organisatie er voor staan. Grenzen aan het verandervermogen? De brandweer is volop in beweging. de komende jaren zal de brandweer te maken krijgen met nieuwe eisen en wensen van burgers en bestuur. De vraag is welke eisen deze veranderende omgeving stelt aan het vermogen van de brandweermens en -organisatie om hier op in te spelen. En natuurlijk ook de vraag of er een grens is aan het verandervermogen van brandweermens en -organisatie. Waar ligt jouw grens?
De grenzen van het doek Gebruik je creatieve inspiratie en breng jezelf op kunstzinnige wijze in kaart binnen de dynamische brandweerorganisatie. Met welke persoonlijke en organisatorische grenzen heb je te maken? Deze workshop is voor iedereen. Ook als je nog nooit een kwast in handen hebt gehad. Belastbaarheid van brandweermensen De repressieve dienst van de brandweer heeft te maken met een grote belasting. Dit heeft onder andere te maken met de toenemende kwaliteitseisen, de uitbreiding van de taken van de brandweer en de voortdurende discussie over de arbeidsvoorwaarden. En dan hebben we het niet eens over de emotionele belasting, door ongelukken en branden waarbij slachtoffers vallen? Leidinggeven onder verzwarende omstandigheden In deze workshop deelt Majoor Jan van der Werf zijn ervaringen als leidinggevende in Uruzgan. Als compagniecommandant van de luchtmobiele infanterie compagnie gaf hij van juli tot en met december 2007 leiding aan diverse gevechtsoperaties. Operaties in een complexe omgeving en onder zware omstandigheden. In amper vijf maanden incasseerde zijn team grote tegenslagen. Een militair verloor het leven en veertien andere collega's raakten gewond. Hoe reageren groepen onder extreme druk en welke rol spelen de (onder)offcieren om de groep bij elkaar te houden na een traumatische ervaring?
nummer 7/8 juli/augustus 2008 399
NVBR verbaasd over artikel Trouw
Agenda 10 juli
De NVBR is verbaasd over de ongenuanceerde berichtgeving in dagblad Trouw van 3 juni. In het artikel 'Massale uitstroom dreigt bij vrijwillige brandweer' schetst de krant een beeld dat door de regionalisering van de brandweer vrijwilligers zouden afhaken. De NVBR komt daarom met de volgende reactie. ‘Wij betreuren de suggestie in het artikel, dat brandweermensen alleen in hun eigen stad of dorp hulp willen bieden. Brandweermensen, vrijwilliger en beroeps, helpen burgers waar zij kunnen', zegt voorzitter Caroline van de Wiel van de NVBR. 'Dat doen zij met een enorme passie en inzet, elke dag weer en waar dan ook.' De regionalisering van de brandweer zou volgens het dagblad Trouw voorbij gaan aan cultuurverschillen cultuurverschillen en de traditie van de vrijwillige brandweer. Iemand wordt vrijwilliger bij de brandweer om bran-
den te blussen in de eigen stad of in het eigen dorp en niet om elders hulp te verlenen. Dit beeld klopt volgens de NVBR niet. De regionalisering is onmogelijk als er geen rekening wordt gehouden met cultuurverschillen. Dat brandweerlieden niet meer verbonden zouden zijn aan hun eigen omgeving is onjuist. In de visie van de NVBR moet de brandweer vooral lokaal verankerd zijn. Vanuit de lokale brandweerpost wordt al sinds jaar en dag samengewerkt met andere (buur-)korpsen om grotere incidenten te bestrijden. Dat de brandweerzorg bij de gemeentegrens stopt is allang niet meer van deze tijd. 'Onze brandweertaken veranderen niet door regionalisering. Door regionalisering kunnen we wel onze bedrijfsvoering robuuster aansturen en kunnen we daadkrachtiger optreden bij crisisbeheersing en inhoud geven aan een goede advisering aan onze besturen.'
• Vergadering BBP-overleg • Vergadering DPG3: Kwaliteitsinstrumenten • Vergadering Hoofden Meldkamer Brandweer 15 juli Vergadering Portfoliomanagement 16 juli Vergadering Congrescommissie 7 augustus • Vergadering LNB Utrecht • Vergadering BBP-overleg • Vergadering DPG3: Kwaliteitsinstrumenten 20 augustus Vergadering Congrescommissie
Expertise gebundeld in Landelijk Dregteam
26 augustus • Vergadering ontwikkelgroep Medewerker Brandpreventie (BBP/deelprojectgroep 3) • Vergadering Agendacommissie LOBO 28 augustus Vergadering Kernteam F&C
Bij ongelukken, misdrijven of zelfdodingen op het water ontstaat een water-pd (plaats delict). Maar het bepalen van de exacte locatie van het pd, het bergen van het slachtoffer en het veiligstellen van sporen, vereisen op het water een andere expertise dan gewoonlijk. Deze expertise is nu gebundeld in het Landelijk Dregteam. Eén telefoontje is voldoende om een professionele zoek- en bergingsoperatie in gang te zetten. Het Landelijk Dregteam (LDT) is bereikbaar via de meldkamer van het Korps landelijke politiediensten (KLPD). Het KLPD wil de nformatie graag delen met de brandweer. Het team van de Dienst Waterpolitie is bereikbaar via de meldkamer van het KLPD.
400
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
bran dweer overzee
Deze maand in GRIP4 Net als Brand&Brandweer staat ook GRIP 4 deze maand in het teken van een special. Het onderwerp is: Grootschalige evenementen. Het aantal evenementen is de afgelopen jaren gestegen, ook in omvang. Sommigen evenementen zijn klein begonnen maar zijn inmiddels zo uit hun jasje gegroeid dat er complete draaiboeken en een grote organisatie aan vooraf gaat. Dat een evenement niet altijd vlekkeloos verloopt, weten we inmiddels ook. Zo ging het een aantal jaar geleden helemaal mis na afloop van het dance-event Dance Valley. Verschillende bezoekers raakten onderkoeld. Maar er zijn ook genoeg evenementen die wel goed verlopen. GRIP 4 duikt in een aantal evenementen om te kijken wat er allemaal aan vooraf gaat voordat het feest losbarst. Daarnaast hebben we vijf verschillende portretten van verschillende ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid. En hoe zit het met de overvolle stranden in de zomer? Hoe bereiden hulpdiensten zich daar op voor? Als heel Nederland vakantie viert, gaat ook een deel van alle hulpverleners met vakantie. Hoe zit het met de zomerroosters? Zorg ervoor dat u GRIP 4 niet mist!
Oproep Brandweer overzee Gaat u binnenkort stage lopen of werken bij een brandweerkorps in het buitenland? En vindt u het leuk om voor een aantal maand een column bij te houden voor uw collega’s in Nederland in Brand&Brandweer? Geef u dan nu op voor onze rubriek brandweer overzee. Stuur een mail naar b&b@sdu.nl en wij nemen contact met u op. Marco Heusden vanuit Sint Maarten, Harry. V vanuit Afghanistan, Stephen Huisman vanuit Curaçao en Lex de Wit vanuit Amerika gingen u voor.
Marco Heusdens
Stephen Huisman
Harry V.
Lex de Wit
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 401
de TS-4 i n de praktijk
Specia l
Het kleine blusvoertuig van Delft
Een TS-4 in Delft? Nee, dat klopt niet helemaal. Hoewel de meeste brandweerkorpsen dat wel denken rukt Delft gewoon met een TS-6 uit. Zij beschikken echter wel over een klein blusvoertuig met vier brandweerlieden maar zij rukken niet zelfstandig uit. Het kleine blusvoertuig is alleen ter ondersteuning van de TS-6. Hoofd Repressie van de brandweer Delft-Rijswijk Erik van Veen vertelt hoe het kleine blusvoertuig is ontstaan. Door Jolanda Haven
S
inds 1999 rijdt Delft al met een kleiner voertuig. ‘Gezien de oude binnenstad met smalle straten en de parkeerproblematiek wilde de gemeente Delft beschikken over een snel en wendbaar voertuig’, aldus Van Veen. ‘Daar kwam bij dat het verzorgingsgebied van de gemeente Delft over een tweede eerstelijns blusvoertuig moest kunnen beschikken om aan de zorgnormen te kunnen voldoen. Een klein blusvoertuig met vierkoppige bemanning moest uitkomst bieden.’
Het kleine voertuig is dus geen vervanging van een TS-6. Het voertuig is extra. Dat wil zeggen een extra aanvalsploeg met een bevelvoerder. Deze bevelvoerder kan met zijn ploeg mee naar binnen en dat komt volgens Van Veen de veiligheid ten goede. ‘In de eerste lijn heb je dus meer potentieel beschikbaar. Met andere woorden: klein + groot + ladder is in Delft het uitrukpotentieel bij binnenbrand. In de praktijk kunnen we met dit potentieel 80 tot 90 % van onze woningbranden aan, zonder bijstand van andere korpsen die, gezien de geografische ligging van Delft, meer tijd nodig hebben.’
Van Veen: ‘De kracht van het kleine blusvoertuig is gelegen in zijn snelheid, wendbaarheid en in het feit dat hij een eerste klap kan uitdelen met een straal drukluchtschuim. Bij grote branden, waar je behoefte hebt aan veel water, speelt het kleine blusvoertuig geen rol van betekenis.’ Het voertuig is gestationeerd in Delft en rukt ook alleen in dit gebied uit. Als er brand is in een buurtgemeente en Delft moet bijstand verlenen dan komt Delft met een TS-6 want zij verwachten een auto met zes mensen erop.
foto: brandweer Delft
Vanwege de beperkte tankinhoud (500 liter) moest Delft op zoek naar een geschikt blusmiddel voor het kleine blusvoertuig. Gekozen is voor drukluchtschuim. De ervaringen met schuim waren zo goed dat het inmiddels ook toegepast wordt op andere TS-6-en in de regio Haaglanden. In de afgelopen tien jaar heeft het kleine blusvoertuig zich bewezen als een goede aanvulling op een TS-6 en een redvoertuig bij woningbranden. De reeks hotelbranden in de oude binnenstad hebben dat weer uitgewezen. ‘We hebben snel een eerste slag kunnen slaan met extra potentieel. Door de komst van het kleine voertuig ging er niet iets af maar kwam er juist wat bij’, aldus Van Veen.
Een TS-4 in plaats van een TS-6? ‘Nee, daar ben ik geen voorstander van’, aldus Van Veen. ‘Bij brand, en dus ook bij automatische meldingen, heb je zes man hard nodig. Dan loop je met een TS-4 achter de feiten aan. Ik ben erg benieuwd naar de ‘best practices’ van de landen waar de TS-4 met succes wordt toegepast.’ ■
Het kleine blusvoertuig van de brandweer Delft is geen TS-4
402
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
de TS-4 i n de praktijk
l a i c e p SPaul Huls, brandweer Leeuwarden,
‘Van 6 naar 4’
De TS4 is geen bezuinigingsmaatregel, helaas is dit wel het beeld van brandweer Nederland. Dit zijn de woorden van Paul Huls, teamleider bij brandweer Leeuwarden. Huls is ook auteur van de scriptie ‘Van 6 naar 4’ die geheel gewijd is aan de discussie rondom de TS-4. Door Neeltsje Marije de Boer
D
e reden om te werken met een TS-4 is volgens Huls ingegeven vanuit de perceptie dat de zaken te conservatief zijn opgepakt en er nog veel verbeterslagen te maken zijn. ‘Want waarom rijden we eigenlijk met zes mensen in de TS? Er is niet echt een reden voor, maar door tijd ontstaan.’ Het verdelen van het huidige potentieel over meerdere kleinere eenheden kan een korps veel slagvaardiger maken. ‘Een korps met een minimum bezetting van veertien personen kan in plaats van 2 TS en een redvoertuig nu drie kleinere eenheden inzetten met een redvoertuig. Dit geeft meer slagkracht en efficiëntie van de in te zetten teams. Deze oplossing is dus niet per definitie een bezuiniging maar een andere verdeling van het potentieel. De TS-4 kan voor zowel de vrijwilligers- als de beroepskorpsen ’ De TS-4 kan ook een oplossing zijn voor kleine gemeenten met slechts één beroepsbrandweerman. ‘Als verschillende gemeenten
met één beroepsbrandweerman hun krachten bundelen en een post neerzetten waar deze beroepsbrandweerlieden gezamenlijk zitten. Dan kan vanaf die post een TS-4 uitrukken. De beroeps kunnen binnen één minuut uitrukken. Als ze op vrijwilligers moeten wachten zijn ze minimaal zes minuten kwijt.’ Deze oplossing kan ervoor zorgen dat de opkomsttijd in kleine gemeenten omlaag gaat. Niet in alle gevallen zal een TS-4 voor een korps uitkomst bieden. ‘Ik denk dan ook dat de korpsen zelf de overweging moeten maken om te kiezen voor de TS-6 of een TS-4. Bovendien kunnen ze er ook voor kiezen om bijvoorbeeld eerst met een TS 4 uit te rukken en als tweede voertuig uit te rukken met een TS-6.’ In Leeuwarden rukt de brandweer standaard uit met een TS-6. In 80 % van de gevallen met teveel materieel en mensen. ‘Toch ligt de nadruk op de 10 % van de incidenten waar er te weinig materieel en brandweerliedenaanwezig waren. Terwijl er juist bij deze 80 % van de incidenten valt de winst te halen. ‘Als je deze 80 % van de incidenten anders durft te organiseren zal er potentieel overblijven en gebruikt kunnen worden voor andere incidenten of bijvoorbeeld oefeningen.’ Het huidige opleidingssysteem is gebaseerd op zes personen. Bij het doorvoeren van de TS-4 betekent dit dat de opleidingen aangepast moeten worden. Huls vind dit een groot voordeel. ‘We hebben dan eindelijk de kans om brandweermensen op te leiden met procedures die in de praktijk zijn uitgetest.’ Het laatste punt van Huls is de opkomsttijd. ‘De afweging die veel korpsen volgens mij moeten maken is trage veiligheid versus verantwoorde snelheid. Oftewel gaan wij met zes personen later starten met de redding of kunnen wij met een team van vier personen een verantwoorde snelle eerste inzet doen. Dat het laatste zeer goed mogelijk is bewijst de brandweer Delft volgens mij dagelijks. Zij kiezen ervoor een snelle eenheid op pad te sturen welke een snelle inzet kan doen waarbij de ‘gewone eenheid’een tijd ( variërend van enkele seconden tot minuten) later komt.’ Om van de TS-4 een succes te maken is discussie nodig vanuit het brandweerveld. De TS-4 doet veel stof opwaaien. Er is veel weerstand vanuit de brandweer. ‘Wil je de TS-4 doorvoeren dan heb je een managementteam nodig met lef. En brandweerlieden die achter de ideeën van de TS-4 staan. Het zijn uiteindelijk de brandweerlieden die met het nieuwe systeem moeten werken. Daarom hoop ik dat nu de discussie vanuit het veld eindelijk los komt.’ ■ Heeft u belangstelling voor de scriptie van Paul Huls. Dan kunt u het bij hem opvragen via phuls@leeuwarden.nl
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 403
I ngezon den
Innovatie en slimme Van zes naar vier, of misschien zelfs wel twee personen op een tankautospuit? Gertjan van Yperen schreef op eigen titel een notitie over dit onderwerp. Alle daarin verwerkte meningen, standpunten en stellingen hebben als doel de discussie omtrent tankautospuit bemensing meer invalshoeken en voeding te geven. Hieronder volgt een samenvatting van zijn notitie. Door Gertjan van Yperen
I
n de Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg staat omschreven waaraan een basiseenheid moet voldoen in relatie tot de te verwachten prestaties van deze eenheid. Deze operationele uitgangspunten zijn in de Leidraad beschreven waarbij een maatgevende inzet per thema (brandbestrijding, hulpverlening, OGS en waterongevallen) wordt aangegeven. De bezetting van een gestandaardiseerde tankautospuit is vastgelegd op zes personen, te weten 1 chauffeur, 1 bevelvoerder en 2 ploegen van 2 personen elk. Bijlage 6 van deze Leidraad spreekt over ontwikkelingen en innovatie. Hier wordt aangegeven dat er landelijk twee stromingen zijn waar te nemen. Het aanschaffen van een kleiner voertuig met minder materieel en dus minder slagkracht dan de gestandaardiseerde tankautospuit, waarop maximaal vier personen zitplaats hebben. Als tweede ontwikkeling is het uitrukken naar een incident met een gestandaardiseerde tankautospuit, waarbij de bezetting van het voertuig beperkt is tot vier personen, waarneembaar. De Leidraad is in de bijlage redelijk duidelijk in het beoordelen van deze ontwikkelingen. Een aangepaste kleine tankautospuit met vier personen zal slechts voor een beperkt aantal gemeenten interessant blijken. Immers, het merendeel van de inzetten vraagt om de inzet van een ploeg van zes personen. Beiden ontwikkelingen zullen onderzocht moeten worden naar mogelijke consequenties voor grootschalig optreden en rampenbestrijding. Slimme combinatie Gebaseerd op innovaties dient brandweer Nederland te zoeken naar slimme combinaties, al dan niet met de gestandaardiseerde tankautospuit als basis. Een voorbeeld hiervan is de uitrukprocedure van de brandweer Delft-Rijswijk (zie ook pagina 402). Vanuit de kazerne Delft wordt voor binnenbrandmeldingen1 uitgerukt met een kleine tankautospuit met daarop vier personen, een tankautospuit en een redvoertuig. Deze combinatie is ontstaan doordat er minimaal twaalf personen op de kazerne van Delft zijn gekazerneerd. De brandweerzorg in Delft dient volgens de normen te voldoen aan twee tankautospuiten en een redvoertuig. Omdat de naastgelegen vrijwillige brandweerkorpsen, die de tweede tankautospuit leveren, de voorgeschreven opkomsttijd niet kunnen realiseren wordt van404
nummer 7/8 juli/augustus 2008
uit de kazerne Delft de combinatie van klein, groot en redvoertuig gehanteerd. Hiermee voldoet brandweer Delft-Rijswijk, voor het overgrote deel, aan de norm en beschikt het daarbij over een snel en wendbaar voertuig wat in de nauwe straten van de binnenstad uitstekend van pas komt. Naast het reageren op binnenbrandmelding verzorgt de kleine tankautospuit tevens een aantal taken, veelal niet-spoedeisende meldingen, bijvoorbeeld een wateroverlast of een liftinsluiting. Het voordeel hiervan is dat op de kazerne Delft er acht personen achterblijven waarmee overige (spoed)meldingen en de daaruit mogelijk voortkomende springfuncties2 gegarandeerd blijven. Vanuit de kazerne Delft worden meerdere specialismen verzorgd zoals duiken en OGS. De gevaarlijke stoffen eenheid3 vraagt om een bezetting van acht personen, voor duiken4 zijn dit minimaal zes personen. Innovatie Naast het maken van slimme combinaties is het wenselijk om in meerdere opzichten innoverend naar het repressieve brandweerwerk te kijken. Hiervoor zijn meerdere aanleidingen te noemen. De andere kijk op brandbestrijding, de daardoor veranderende inzichten in bestrijdingstechnieken en de verandering van het type branden in Nederland kan gezien worden als aanleiding om de huidige procedures nauwkeurig en vooral kritisch onder de loep te nemen. Het boek “Fog attackâ€? van Paul Grimwood uit 1992 heeft wereldwijd geleidt tot een andere kijk op brandbestrijding. Begrippen als Flashover, backdraft, 3D-blussing en geforceerde overdrukventilatie hebben inmiddels binnen brandweer Nederland hun eerste intrede gedaan. Definitieve borging binnen (landelijke)inzetprocedures dient nog plaats te vinden. Het drukluchtschuim blusmiddel, onder andere in gebruik op meerdere tankautospuiten van het korps Delft-Rijswijk, biedt in meerdere opzichten kansen om innovatief te kijken naar nieuwe inzetprocedures en technieken bij brandbestrijding. Hier is in relatie tot de primaire bluswatervoorziening en de toenemende druk vanuit de drinkwatermaatschappijen, om steeds minder brandkranen en watercapaciteit beschikbaar te stellen, mogelijk een win-win situatie te behalen. Het toepassen van drukluchtschuim blusmiddelen en het gaan werken met tankwagens biedt in meerdere opzichten mogelijkheden. De ontwikkelingen van brandweer Aalst in BelgiĂŤ zijn hierin innoverend en interessant te noemen. Het korps heeft een combinatie voertuig ontSdu Uitgevers
I ngezon den
combinatie wikkeld waar de tankautospuit en de hoogwerker zijn gecombineerd. Digitaal tijdperk De ontwikkelingen binnen Brandweer Nederland op het gebied van ICT en informatie-uitwisseling zijn de afgelopen jaren in een stroomversnelling geraakt. Door verbetering van technieken en bewustwording binnen de brandweer zijn door diverse korpsen in Nederland systemen opgezet. Daarbij is er een nieuw draadloos informatietijdperk ontstaan waarop de brandweer zal moeten inspelen. De intrede van de mobiele data terminal (MDT) binnen de tankautospuit heeft inmiddels plaatsgevonden. Eind negentiende eeuw verschenen de eerste rollende brandweervoertuigen waarop brandweerlieden plaats konden nemen. Veelal betrof het hier de bevelhebber die een voorname plaats voorop de bok innam. Anno 2008 zit de bevelvoerder van de tankautospuit nog steeds voorin op de bok. Kijken we iets nadrukkelijker naar de positie van de hedendaagse bevelvoerder dan kan geconstateerd worden dat deze functionaris, ten opzichte van de velen taken en handelingen die hij/zij moet verrichten, behoorlijk geïsoleerd van de overige bemensing zit. Geen van de overige personen kan assisteren bij zijn/haar taken als bevelvoerder. En juist de bevelvoerder heeft vooral de afgelopen jaren er meerdere taken bij gekregen. Naast de positie van de bevelvoerder is het goed om ook naar de posities van de overige bemensing te kijken. Geconcludeerd kan worden dat de hoeveelheid informatie die momenteel in de MDT is opgenomen, mede door de huidige posities van de verschillende functionarissen binnen de tankautospuit, niet of nauwelijks efficiënt gebruikt wordt/kan worden. Gezien de ontwikkelingen op informatie gebied een onwenselijke situatie. De komende jaren zal de brandweer de beschikking krijgen over geavanceerde apparatuur, waarop gedetailleerde informatie beschikbaar zal zijn die bij kan dragen tot het veiliger en efficiënter bestrijden van incidenten. De hoeveelheid informatie zal sterk toenemen en het gebruik en toepassen steeds meer gewenst zijn. De brandweer zal hier, voor wat betreft organisatie en procedures, op moeten inspelen. Een manier om in de toekomst efficiënter met beschikbare informatie om te gaan is het opnieuw indelen5 van de zitplaatsen binnen de tankautospuit. Daarbij ontstaat niet alleen de mogelijkheid om efficiënter met de MDT te werken.
Specia l Daarnaast zijn er meerdere argumenten te noemen waarom het niet wenselijk is om het aantal inzetbare ploegen van een standaard brandweerbasiszorg eenheid terug te brengen van twee naar één. Uiteindelijk is het brandweerwerk risicovol en met regelmaat onvoorspelbaar. Hier moet de (repressieve) brandweerorganisatie op voorbereid zijn zodat er ten alle tijden geanticipeerd kan worden op plotselinge escalatie. Een tweede ploeg beschikbaar hebben kan hierin voor een bevelvoerder van cruciaal belang zijn. De core-business van de brandweer is paraat zijn. Als eenheid snel en adequaat kunnen reageren, in teamverband op een verantwoorde wijze incidenten tot een goed einde brengen. De vraag kan gesteld worden of juist door het terugbrengen van de tankautospuit bemensing hierdoor deze paraatheid niet eerder verstoord wordt dan dat het efficiëntie realiseert. Ten slotte is een tankautospuit die uitrukt met zes personen, bijvoorbeeld om een klein brandje in een container te blussen, direct inzetbaar voor een ernstiger incident waarbij wel direct zes personen noodzakelijk zijn. ■
Noten 1 Standaard wordt binnen de regio Haaglanden voor een binnenbrandmelding uitgerukt met 2 tankautospuit en een redvoertuig 2 Springfuncties zijn meerdere functies die door één functionaris wordt ingevuld. Zo kan de chauffeur van het redvoertuig daarnaast chauffeur worden van bijvoorbeeld het haakarmvoertuig, indien dit vanuit de alarmering noodzakelijk is. 3 Haaglanden werkt met 3 gevaarlijke stoffen eenheden verspreidt in de regio die ieder voor zich bestaan uit een gevaarlijke stoffen eenheid (GS) waarop zes personen plaatsnemen en een haakarmvoertuig (GSH) waarop twee personen plaatsnemen. Beiden eenheden te samen vormen de gevaarlijke stoffen eenheid (GSE). 4 Delft rukt voor waterongevallen uit met een duikvoertuig waarop 4 personen plaatsnemen. Daarnaast worden de HV1 met kraan en een tankautospuit mee gealarmeerd. 5 Notitie “9-8-6-4-2 waar ligt de grens” juni 2008 Gertjan van Yperen brandweer Delft-Rijswijk, www.brandweerdelft-rijswijk.nl
Indien er gekozen wordt om de bevelvoerder plaats te laten nemen achterin het voertuig ontstaan er drie teams van twee personen die ieder voor zich een duidelijk afgebakende taak krijgen. Deze andere voertuigindeling, en het anders verdelen van taken tijdens het aanrijden naar het incident, is daarmee direct een tegenargument om de bemensing van de tankautospuit niet terug te brengen van zes naar vier. Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 405
Bran d va n de maan d
fotobijschrift
406
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
foto: FBF.nl
Bran d va n de maan d
Brand Oudegracht: spuiten vanuit de keuken van de buurvrouw De Utrechtse brandweer is tevreden over de bestrijding van de brand van zaterdag 7 juni aan de Oudegracht. ‘De brand was hevig, de schade aanzienlijk en de risico’s voor de hulpverleners groot. Maar er waren geen persoonlijke ongelukken. Niet bij de bewoners en niet bij de hulpverleners, zegt officier van dienst Richard Kraai. Door Marco van der Leest
D
e brand ontstond op zaterdagmiddag in kringloopwinkel De Arm, nabij poppodium Tivoli. Het was druk op straat met winkelend publiek, dat het vuur al snel in de gaten had. De Utrechtse brandweer kreeg om 17.12 uur een melding. Een minuut later rukten twee tankautospuiten en een ladderwagen uit. ‘Vier minuten daarop waren we ter plaatse’, vertelt Kraai. ‘Heel snel inderdaad. We hebben een kazerne op 2 of 3 kilometer afstand. Kort daarop volgde ik zelf.’ Binnenaanval niet mogelijk Kraai constateerde dat de brand zich niet meer in de beginfase bevond. Het vuur was zich flink aan het ontwikkelen. ‘Ik heb toen opgeschaald naar grote brand, zeer grote brand, GRIP 1 en heb een tweede OvD gewaarschuwd. Daardoor kon ik me volledig richten op de bestrijding van de brand. De ambtenaar rampenbestrijding van de gemeente nam de opvang van de bewoners van mij over. We wisten toen al dat er niemand meer in het gebouw was. Een bewoonster van de bovenverdieping had haar huisgenoten gewaarschuwd. En mensen in de buurt.’
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 407
foto: FBF.nl
Bran d va n de maan d
De brandweer bevond zich in een complexe situatie. De kringloopwinkel staat midden in de historische binnenstad, waar de pandjes dicht tegen elkaar staan. Erg lastig, weet tweede officier van dienst Charles van Nimwegen. ‘Je kan nergens goed bij. Bovendien lag er in de Kringloopwinkel een hoop textiel te branden, waardoor de vuurbelasting erg hoog was. Aan de voorkant van het pand hebben we even geprobeerd een binnenaanval uit de voeren, maar dat bleek niet veilig. Doordat de deur open moest kwam er zuurstof bij het vuur. Gevolg: de temperatuur steeg verder en er ontstond een flash over.’
‘Doordat de deur open moest, kwam er zuurstof bij het vuur. Gevolg: de temperatuur steeg verder en er ontstond een flash over.’ Mannen teruggetrokken, dak ingestort Met hulp van de politie werd een andere aanpak ingezet. Twee tankauto’s stelden zich op aan de voorkant. Twee TS-en blusten vanaf de achterkant, via de Lange Smeestraat. Een buitenaanval dus. Kraai: ‘Dat klinkt simpeler dan het is. Het gebouwenblok is gesloten, 408
nummer 7/8 juli/augustus 2008
alleen de voorkanten van de huizen zijn toegankelijk. We moesten dus door de panden in de Lange Smeestraat heen, door tuinen, over schuttingen, bergingen en bijgebouwen. Uiteindelijk stonden we in de keuken van een buurvrouw door een open raam te blussen. Via twee laddervoertuigen aan de Oudegracht en de Lange Smeestraat werd de brand van boven bestreden.’ Even had de brandweer mensen op het dak van één van aangrenzende panden, maar dat bleek te gevaarlijk. Kraai: ‘We kregen ondersteuning van een helikopter van de KLPD met aan boord een warmtebeeldcamera. Die is van grote meerwaarde geweest. De politie kon van bovenaf zien hoe de brand zich ontwikkelde en gaf daarover informatie aan ons door. Vanaf de begane grond trok het vuur snel naar boven en de aangrenzende panden. Op een gegeven moment kreeg ik een seintje van de politie dat het vuur uitbreidde naar een naastgelegen gebouw. Precies op dat dak stonden wij te blussen. Daarop hebben we onze mensen daar teruggetrokken. Later is het dak ingestort.’ Schade beperkt Het pand van de kringloopwinkel bleek uiteindelijk niet meer te redden. Binnen een mum van tijd sloegen de vlammen door de pannen, zo zullen veel toeschouwers die op afstand toekeken kunnen bevestigen. ‘Dit soort oude panden hebben allemaal houten daken en vloeren’, legt Van Nimwegen uit. ‘Dat is een nadeel. Voordeel is dat de muren dik zijn, waardoor de brand weer minder snel overslaat. Alleen nr 275 is helemaal afgebrand. Nr 273 vatte rond 19 uur vlam, maar hier hebben we het vuur kunnen bedwingen. Het pand is deels afgebrand. Een Sdu Uitgevers
foto: FBF.nl
Bran d va n de maan d
aantal andere gebouwen heeft alleen waterschade.’ Om 22.15 uur was het sein brand meester en kon het nablussen beginnen. De volgende ochtend bleken er nog enkele kleine brandhaardjes te zijn, herinnert Van Nimwegen, die op zondag de rol van OvD had. ‘En om 12.30 uur en 17.30 uur hebben we ook nog kleine haardjes moeten blussen. Daarna is er geen rook en brand meer geweest.’ Nieuw: nazorg voor gedupeerden De bewoners boven de kringloopwinkel en van enkele andere gebouwen zijn op de avond van de brand opgevangen in poptempel Tivoli, even verderop aan de Oudegracht. Zo’n veertig mensen, vermoedt Van Nimwegen. Het concert van metalband After Forever dat die avond gepland stond werd enkele uren uitgesteld. ‘Uiteindelijk heeft bijna iedereen zelf onderdak kunnen regelen bij vrienden of familie’, vertelt Kraai. ‘Eén stel is ondergebracht in een hotel. Op 24 juni wordt er in Tivoli een soort nazorgavond gehouden voor gedupeerden en omwonenden. Dat is naar mijn weten nooit eerder gebeurd. Nazorg is erg belangrijk. Vaak zie je dat na een brand van deze omvang en met deze impact de vreemdste verhalen de ronde doen.’
brandweerlieden bij betrokken, zes tankautospuiten, twee redvoertuigen en hoofdofficier en twee ovd’s. Het korps Utrecht kreeg hulp van korpsen uit Nieuwegein, Maarssen, IJsselstein, De Bilt en Kockengen. ‘We hebben de brand nu kunnen beperken tot twee panden’, stelt Kraai. ‘Met de middelen en kennis van honderd jaar geleden was een heel stuk oude stad weggevaagd.’ Ook de multidisciplinaire aanpak verliep uitstekend. En dat is in het verleden wel eens anders geweest. Van Nimwegen: ‘Verbeterpunten? Ik zou het niet weten. Met name de samenwerking met de politie en de gemeente was goed.’ ■
Brandweer veilig dankzij moderne technieken Dankzij twee moderne technieken liepen de Utrechtse brandweerlieden maar beperkt risico: de RSTV-scan (Rook, Stroming, Temperatuur en Vuur) en de 3d-blustechniek. Kraai: ‘Bij aankomst konden we dankzij de scan zien dat het geen beginnende brand meer was. We zijn nog wel naar binnen gegaan, maar daar namen we donkere rook waar. Dat duidt op een hoge vuurbelasting. Met de 3d-blustechniek hebben we de gassen nog enigszins kunnen koelen, maar op een gegeven moment gaven de indicatoren aan dat het niet meer veilig was. Toen hebben we de binnenaanval gestaakt.’
De oorzaak van de brand is naar alle waarschijnlijkheid niet meer te achterhalen. De brandweer kan het pand wegens instortingsgevaar niet meer in. Vermoedelijk zijn de vlammen op de begane grond begonnen. Wel is duidelijk dat beide heren tevreden zijn over de aanpak van de brand. Daar waren uiteindelijk zestig Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 409
Dood drie brandweerlieden De Punt De dood van drie brandweervrijwilligers bij een zeer grote brand in het Drentse De Punt was 'een te vermijden incident'. Dat stelt de commissie Helsloot die een eerste verkennend onderzoek deed naar de brand op de scheepswerf. Maandag 23 juni zijn de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. De drie brandweerlieden wordt echter niets verweten. Elke brandweerman zou in een dergelijk geval gelijk gehandeld hebben en daarmee een dodelijke val zijn binnengelopen, zo is te lezen in het rapport. Door Jolanda haven
H foto: FBF.nl
et rapport bevat scherpe aanbevelingen. Er zijn harde lessen uit te trekken voor brandweer Nederland. Volgens de onderzoekscommissie vormen de sandwichpanelen waaruit het dak was opgebouwd een groot gevaar. Bij verhitting zal het isolatiemateriaal, in dit geval polyurethaan, gaan uitgassen en dat kan tot een onverwacht snelle branduitbreiding leiden. Branden in industriepanden zouden door de brandweer altijd defensief moeten worden benaderd, stelt de commissie Helsloot. De sandwichpanelen voldoen aan de voor dergelijk materialen wettelijk vereiste brandbaarheids en/of brandvoortplantingseisen. Hoewel de gevaren van dergelijke sandwichconstructies eerder bij brandproeven en bij praktijkbranden zichtbaar zijn geweest, is dit niet binnen brandweer Nederland bekend. ‘En daar moet verande-
ring in komen. Vanaf nu moet er anders worden opgetreden bij branden in grote loodsen en bedrijfsverzamelgebouwen’, aldus onderzoeker Ira Helsloot, eveneens hoogleraar crisisbeheersing en fysieke veiligheid. De commissie pleit niet voor het verbieden van deze constructies. ‘De regelgeving luidt dat in geval van brand mensen deze gebouwen gauw kunnen ontvluchten. Zodra er niemand in het gebouw is of als er geen nood aan de man is, moet je het gebouw niet in en dus van buitenaf de brand bestrijden. Een mensenleven wagen om materiele schade te beperken is het niet waard uiteraard. Want, zo blijkt maar weer, het is te gevaarlijk. De loods stond binnen enkele seconden van voor naar achter in brand. Een defensieve inzet is echter ook niet zonder gevaar. Daarom moet bij verkenningen expliciet het gebruikte isolatiemateriaal in de gevaarsaspecten worden meegenomen.
De drie brandweerlieden wordt niets verweten. Elke brandweerman zou in een dergelijk geval gelijk gehandeld hebben en daarmee een dodelijke val zijn binnengelopen.
410
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
was ‘een te vermijden incident’ De brand Op het moment van aankomen van de eerste brandweereenheid uit Eelde om ongeveer 14:18 uur was de brand aan de achterzijde van de loods al zo ver ontwikkeld dat de polyurethaan sandwichpanelen die het dak vormden al fors aan het uitgassen waren. De onderzoekscommissie acht het aannemelijk dat er al een rook- en damplaag in de hal heeft gehangen tegen het plafond. Bij ontsteking van die laag zal een plotselinge branduitbreiding plaatsvinden met een fors drukeffect. Gedurende de eerste minuten is het polyurethaan uit de dakconstructie vermoedelijk de voornaamste brandstof geweest. Nadat een korte periode, waarin vooral het polyurethaan verbrandt, vliegen ook objecten in de loods zoals een caravan en polyesterboten in brand. De brand is dan min of meer ‘onblusbaar’ geworden: een binnenaanval is niet mogelijk en stralen van buiten zullen altijd alleen maar één zijde van de brandende objecten raken.
haar kerntaak, namelijk het brandtechnisch vakmanschap. Hier was immers geen sprake van ‘het risico van het vak’, maar van een te vermijden incident. De betrokken brandweerfunctionarissen valt naar de mening van de onderzoekscommissie niets te verwijten; zij handelden grosso modo volgens de bestaande procedures en hen was het risico onbekend. Er dient daarom volgens de onderzoekscommissie versterkt te worden geïnvesteerd in brandtechnische kennis en in aanpassing van procedures, leerstof, opleiding en oefening aan de resultaten daarvan. ■
Reactie NVBR De NVBR vindt het rapport enerzijds een geruststelling en anderzijds zorgwekkend. Zij gaat aan de slag met de aanbevelingen van het verkennend onderzoek naar de brand met dodelijke afloop in De Punt. Samen met ministeries, bedrijfsleven en andere belanghebbenden wil de NVBR investe-
Conclusies omtrent het optreden van de brandweer De onderzoekscommissie acht het waarschijnlijk dat de rooklaag tegen het plafond niet heet genoeg was om op de warmtebeeldcamera van de eerste brandweereenheid een herkenbaar of verontrustend beeld te geven. De warmte van de verlichtingsarmaturen zal verstorend hebben gewerkt. Op deze warme dag zijn het plafond en de muren sowieso al warm, zodat het contrast op voorhand al beperkter zal zijn geweest. Staande bij de ingang zal de overheaddeur verder het zicht hebben beperkt. De onderzoekscommissie ziet de groepsbesluitvorming om naar binnen te gaan als een van belangrijkste vragen die het ongeval oproepen. In de wetenschappelijke literatuur is veel bekend over besluitvorming onder tijdsdruk door experts. De defensieve buitenaanval zal in eerste instantie slechts gekozen worden als er sprake is van een duidelijk onbeheersbare en in de praktijk dus uitslaande brand. Of als de situatie anderszins duidelijk onveilig is. Brandweermensen zijn daarmee getraind om altijd een binnenaanval uit te voeren tenzij er duidelijke signalen zijn dat het onveilig is. Slechts in die gevallen wordt er defensief opgetreden. De feiten maken duidelijk dat de ingesloten brandweermensen op geen enkele wijze nog te redden waren: hun ademlucht was op voordat voldoende materieel ter plaatse kon zijn om hen te redden. De betrokken bevelvoerders hebben in alle hectiek hun uiterste best gedaan en vaak meer verantwoordelijkheid genomen dan van hen verwacht mocht worden, maar hadden geen goed zicht op de brandsituatie die zich contra-intuïtief heeft ontwikkeld. De onderzoekscommissie concludeert daarnaast dat de reddingsen bergingspogingen onvoldoende gecoördineerd hebben plaatsgevonden. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de afwezigheid van een goede en beoefende procedure ‘vermissing eigen personeel’ en het feit dat brandweerofficieren niet geselecteerd, opgeleid en geoefend zijn om juist in een dergelijke situatie als ‘brandtechnisch manager’ het verschil te maken.
ren in innovaties om brandbestrijding veiliger en effectiever te maken.
Fred Heerink: Samen verantwoordelijk voor de veiligheid van onze brandweermensen. ‘De dood van onze collega’s was een dramatische samenloop van omstandigheden, zo blijkt uit het verkennend onderzoek. Hun dood is een pijnlijk harde les voor ons allemaal. De uitkomsten van het verkennend onderzoek bevestigen voor mij de complexiteit van ons vak en de ingewikkelde organisatievorm van de Brandweer in Nederland. Het rapport stelt dat we, met de kennis van nu, in staat zijn om een dergelijk incident in de toekomst te vermijden. Dat vraagt een enorme inspanning van veel partijen. Om dat te bereiken moeten bestuur, management en de uitvoeringsorganisatie nu op zowel lokaal als regionaal niveau de handen ineenslaan. In de laatste 20 jaar zijn in Nederland té veel brandweermensen om het leven gekomen, gemiddeld twee mensen per jaar. Die prijs is hoog. Véél te hoog voor de inzet van de brandweer. Met name als je bedenkt dat veel brandweermensen zijn omgekomen terwijl hun inzet niet de bedoeling had om anderen te redden. De inzet was om materiële schade te beperken. Ook de inzet in De Punt op 9 mei ging niet om de redding van mensen maar om het beperken van materiële schade. Wij moeten niet nóg eens die hoogste prijs voor een brandweermens willen betalen. Omdat de conclusies van het rapport aangeven dat vrijwel iedere brandweermens in Nederland gelijk zou hebben gehandeld als de collega’s uit Eelde, moeten we dus iets fundamenteels veranderen. Dat kost veel inspanning en wilskracht. ‘Ja maar…’ past niet langer! Sámen verantwoordelijk zijn en ons sámen verantwoordelijk voelen voor de veiligheid van alle brandweermensen in Nederland, dat is wat er vanaf nu moet gebeuren. Ook al hebben wij een ingewikkeld systeem van besluitvorming, we moeten accepteren dat we anders gaan optreden, oefenen, selecteren en gewoon doen wat we afspreken. Ik nodig iedereen hierbij uit de schouders eronder te zetten.’
Samenvattend stelt de onderzoekscommissie dat de noodlottige brand in De Punt van 9 mei 2008 voor de Nederlandse brandweer de opgave in zich houdt om opnieuw en blijvend te investeren in Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 411
De oe fen rubri ek
Deze maand staat het verwijderen met beknelling centraal in de oefe De oefenrubriek is gemaakt in samenwerking met oefencentrum Noord BV locatie Wijster. Fotografie: Jolanda Haven, PS-Produkties
➋
➊ Het voertuig wordt gestabiliseerd door middel van stabilisatieblokken, vervolgens laat de brandweerman de banden leeg lopen.
➍
Er is een aanrijding gebeurd en de bijrijder zit bekneld. De brandweer moet de deur van het voertuig verwijderen om hem te bevrijden. Allereerst wordt de werkomgeving veilig gesteld.
➌
Voordat je de auto open kan knippen moet het raam aan de bijrijderkant eruit. Het slachtoffer wordt daarom afgedekt met gewapend folie en er wordt een beschermplaat geplaatst om de persoon niet te verwonden. 412
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Door een centerpoint op de linkeronderkant van het raam te plaatsen laat je het raam knappen. Het heeft geen zin om dat midden op het raam te doen want zelfs met een hamer krijg je het raam dan niet kapot. Sdu Uitgevers
De oef en r ubri ek
van een deur na een aanrijding nrubriek ➎
Zodra het raam eruit is, wordt er een bescherm/afdekhoes overheen gehangen zodat de bijrijder en de brandweer zich hier niet aan kunnen verwonden.
➐
Wanneer er voldoende ruimte is gecreëerd kan men beginnen met het verwijderen van de deur, te beginnen bij de scharnieren.
➒
Samenwerking is erg belangrijk om de deur er goed en veilig uit te krijgen. Brand&Brandweer
➏
De basis is gelegd, nu kan de deur worden verwijderd. Te beginnen bij het spatbord. Deze wordt samengeknepen om zo ruimte te creëren om bij de scharnieren te komen.
➑
Nu alle scharnieren los zijn wordt de andere kant van de deur onder handen genomen. Het is belangrijk dat een brandweerman ‘de losse kant’ tegenhoudt zodat er veilig gewerkt kan worden.
➓
De deur is eruit, voordat de passagier eruit kan stappen of uit het voertuig geholpen moet worden, wordt eerst het glas aangeveegd. nummer 7/8 juli/augustus 2008 413
competenti e
Leiderschap in de kuil Toen commandant Michiel Verlinden van brandweer Lelystad drie jaar geleden het kazerneringsysteem invoerde, was dat een grote omslag voor de organisatie. Wisten mensen in een ‘warme’ situatie precies wat er van hen verwacht werd, in de ‘koude’ situatie lag dat anders. Met name voor de leidinggevenden was de omslag groot. Ze moesten nu ook leiding geven tijdens de uren op de kazerne. Om ze daar beter op voor te bereiden, stuurde Verlinden zijn mensen en zichzelf naar de kuil in Westelbeers. Door Ingrid Spijkers
‘J
a, het zijn ook echt twee kuilen waar je de trainingen krijgt. Een met en één zonder water’, zo reageert Michiel Verlinden als hij vol enthousiasme vertelt over de trainingen die hij zelf en alle leidinggevenden binnen de brandweer Lelystad hebben gevolgd. Verlinden was op zoek naar een geschikte training voor zijn leidinggevenden en zocht iets wat niet al te theoretisch was. ‘Brandweermensen zijn doeners.
414
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Bovendien blijft het door de ervaring beter hangen. We halen nu vaak nog trainingssituaties boven.’ De KUIL is een methode die er voor zorgt dat authentiek gedrag zichtbaar wordt. Mensen hoeven dus geen rollenspel te doen, maar ze krijgen van de trainers een opdracht die in de kuil uitgevoerd moet worden. Het gaat bij die oefeningen niet om goed of fout, maar om hoe iemand zich gedraagt. ‘Je hoeft dus niet te speSdu Uitgevers
competenti e
len of je angstig bent, iets moeilijk vindt of niet leuk vindt, door de situaties wordt dat wel duidelijk. En ook hoe je in zo’n geval reageert. Want daar gaat het om’, zo legt Verlinden uit. Zoals al eerder genoemd, werd door de invoering van het kazerneringmodel duidelijk dat er behoefte was aan duidelijk leiderschap. Verlinden: ‘Iemand die tijdens een uitruk leiding geeft, moet dat ook kunnen tijdens een dag op de kazerne. Hij moet zijn mensen aan kunnen spreken op het moment dat iemand niet meedoet aan een oefening, zijn taak niet goed uitvoert etc. Dat was voor de bevelvoerders en officieren enorm wennen. In de opleiding is heel veel aandacht voor het leidinggeven tijdens een uitruk. Hoe je leiding geeft in een ‘werksituatie’ is heel anders. Tijdens een uitruk is het normaal om commando’s te geven die bovendien ook opgevolgd worden, maar op de kazerne ligt dat anders. Toch vinden wij als brandweer Lelystad dat ook tijdens de dagen op de kazerne de bevelvoerder of officier de leiding moet nemen. Daarom zijn we allemaal op cursus gegaan.’
‘De kuil is een methode die er voor zorgt dat authentiek gedrag zichtbaar wordt’ De leidinggevenden van de brandweer gingen in groepjes van acht naar Westelbeers voor een training van twee dagen. ‘Alleen al het feit dat de groep twee keer twee dagen en dus ook twee keer twee nachten bij elkaar zat, was een winstpunt. In die dagen is ook enorm gelachen en hebben mensen elkaar beter leren kennen,’ vertelt Verlinden. Vervolgens is er twee dagen hard getraind in de kuilen. ‘Je krijgt soms opdrachten waarvan je niet gelooft dat je ze uit kunt voeren. Je moet als groep echt nadenken over oplossingen. We konden de opdrachten uiteindelijk als groep wel oplossen, maar lang niet altijd binnen de opgegeven tijd.’
den elkaar ergens op aan te spreken. Je valt elkaar immers niet af. Bovendien moet je je dan ook kwetsbaar op kunnen stellen. Je moet aan durven geven dat je ergens niet tevreden over bent, of dat je ergens mee zit. Dat kwam wel snel naar voren.’ Alle deelnemers kregen na de training een persoonlijk rapport. Als ze dat aan hun partner gaven reageerden die heel vaak niet verrast, terwijl ze soms zelf wel verrast waren over de uitkomsten. ‘Dat geeft aan dat mensen vaak niet weten hoe ze zich zelf gedragen, terwijl anderen dat feilloos zien.’ Resultaten Terugblikkend is Michiel Verlinden tevreden over het resultaat. ‘Natuurlijk krijg je door zo’n tweedaagse training niet ineens een compleet andere organisatie. Maar het helpt wel. Je hebt een startpunt. Ook al onze nieuwe mensen gaan naar de cursus.’ Voor Verlinden was het met name belangrijk dat de leidinggevenden hun verantwoordelijkheid op zouden pakken. En ook dat er iets van een eenduidige vorm van leiderschap zou ontstaan. ‘Iedereen is natuurlijk anders, maar omdat we allemaal dezelfde ervaring hebben kunnen we zaken wel afstemmen.’ Ook alle vrijwillige bevelvoerders zijn naar de training gevraagd. Verlinden is heel gelukkig met de inzet van die groep. ‘Ze moesten er soms wel twee dagen vrij voor vragen van hun werk. Maar de motivatie om te gaan was ook bij deze groep heel hoog. Dat is natuurlijk bijzonder.’ In Lelystad is de regel dat wanneer de vrijwillige bevelvoerder tegelijkertijd met de beroepsbevelvoerder is gekazerneerd, de vrijwillige bevelvoerder de leiding heeft. ‘Daar is met opzet voor gekozen. De vrijwillige bevelvoerder draait relatief minder diensten en moet dus wel goed geoefend blijven. De beroepsbevelvoerder moet de leiding dus accepteren en de vrijwilliger moet het op zich durven en willen nemen. Daarmee is het ook zo goed dat ze zelf die tijd in de training wilde investeren.’
Over de KUIL-methodiek De beginselen van de KUIL-methodiek werden eind 19e eeuw gelegd, toen het ervaringsleren in opkomst kwam. Later zijn elementen ervan geadopteerd door het Amerikaanse leger. Toen tijdens de Tweede Wereldoorlog
KUIL methode De KUIL-methodiek is ontwikkeld door Otto Lolkema. Jaren geleden gaf hij deze training aan de bedrijfsbrandweer van Philips. En nu dus weer aan de brandweer Lelystad. ‘We beheersen de oefeningen tot in de finesses. Dus kunnen we ons als trainer helemaal richten op het observeren van de deelnemers. Want het gaat hier ook niet om wie je bent, maar om hoe je doet,’ zo legt Lolkema uit. Volgens Lolkema gaat het puur om het observeren van het gedrag. ‘We gaan dus het gedrag niet interpreteren. Maar constateren bijvoorbeeld dat iemand het moeilijk vindt om dichtbij een ander te komen, gewoon fysiek. Dat zie je bijvoorbeeld als mensen samen over een plank moeten.’ Maar met de KUIL-methodiek kunnen ook stressvolle momenten worden opgeroepen. Ook dan wordt authentiek gedrag zichtbaar. ‘En echt, na een paar keer, kunnen collega’s die aan de kant staan dat ook benoemen. Omdat het gewoon zichtbaar is. Je kunt zien wanneer iemand angstig is en hoe diegene zich dan gedraagt.’ Lolkema gaf de trainingen aan de brandweer Lelystad met Bettina de Jong. Zij geeft in het hele land leiding aan veranderprocessen. Voor De Jong was het een eerste ervaring met de brandweer. ‘Wat me direct opviel is dat er veel saamhorigheid in de groep zit. Dat moet ook wel, want bij een uitruk moeten ze blind op elkaar kunnen vertrouwen. Wat je ook zag is dat mensen het moeilijk vinBrand&Brandweer
voor de landing in Normandië goede leiders gezocht werden, is de KUILmethodiek toegepast. Via die methodiek werden de officieren uitgezocht die de landing op de Normandische stranden moesten leiden. Vervolgens waaierde de methode uit over Europa. Otto Lolkema heeft de methodiek uiteindelijk aan de hedendaagse cultuur aangepast. Voor meer informatie kijk op www.lolkemamassop.nl
nummer 7/8 juli/augustus 2008 415
i ngezon den
Negen brandweerlieden gedood in Charleston Sofa Super Store brand De redactie van Brand&Brandweer kreeg onderstaand artikel ingestuurd door Tom Jansen. Ruim een jaar geleden kwamen negen brandweerlieden in Amerika om bij een zeer grote brand. Jansen is zelf niet werkzaam bij de brandweer maar volgt al 35 jaar de ontwikkelingen op het gebied van brand en brandonderzoek. Zo ook de brand in Amerika vorig jaar. Jansen heeft een samenvatting gemaakt van het laatst verschenen rapport.
A
an het begin van de avond van 18 juni 2007 wordt de brandweer van de Amerikaanse stad Charleston in de staat South Carolina gealarmeerd voor een brand bij de Sofa Super Store. De brand woedt op dat moment in een, naar later blijkt, zonder bouwvergunning gebouwde laadruimte voor vrachtauto's. De brand breidt zich snel uit en veertig minuten na aankomst van de eerste brandweervoertuigen komen negen brandweerlieden om het leven als ze in het pand de brand bestrijden. Wat ging er mis?
en 2005 is de ruimte rondom de gang tussen hoofdgebouw en magazijn zonder bouwvergunning uitgebreid met vier ruimtes: twee werkplaatsen en twee laadruimtes voor vrachtauto's. De vier illegaal gebouwde ruimtes zijn nauwelijks voorzien van een brandwerende constructie. De laatste inspectie door de brandweer vond plaats in 1998, waarbij diverse onregelmatigheden werden geconstateerd. In 2001 werd de jaarlijkse verplichte brandweerkeuring voor gebouwen met een handelsbestemming door de stad Charleston afgeschaft.
Direct na de brand heeft het gemeentebestuur van de stad Charleston een onafhankelijke onderzoekscommissie geïnstalleerd: 'the post incident assessment and review team'. In oktober 2007 werd het zogenaamde fase 1 rapport uitgebracht. In dit rapport staan aanbevelingen voor de brandweer van Charleston die direct zonder vertraging kunnen worden geïmplementeerd. In de tussentijd kon worden gewerkt aan het fase 2 rapport waarin het verloop van de brand uitvoerig zou worden beschreven. Het fase 2 rapport is in mei 2008 gepubliceerd. In het fase 3 rapport zal een strategisch plan voor de komende vijf tot tien jaar worden gepubliceerd, waarin alle aanbevelingen van de eerste twee rapporten zijn verwerkt. Het Amerikaanse NIOSH instituut (het instituut voor arbo-omstandigheden) bracht in mei 2008 haar voorlopige rapport uit over deze brand, echter nog zonder aanbevelingen.
De brand Om 19.08 uur ontvangt de alarmcentrale een telefonische melding van een brand aan de achterzijde van de Sofa Super Store. Tussen 19.10 uur en 19.15 uur zijn drie tankautospuiten, een autoladder en twee officieren van dienst ter plaatse. Korte tijd hierna volgen meer eenheden. Na aankomst van de eerste brandweervoertuigen zet een tankautospuit aan de westzijde van het pand een straal lagedruk aan de zijde van de vrachtauto laadruimte. Een tweede tankautospuit zet eveneens een straal lagedruk in, die via de hoofdingang diep naar de achterzijde van de winkel gaat vlakbij de laadruimte. De brand breidt zich snel uit naar diverse richtingen en vult het pand met een dichte zwarte rook. Om 19.27 uur wordt de eerste oproep uitgezonden door een brandweerman die in problemen verkeert. In de minuten hierna volgen zestien fragmentarische of volledige oproepen van brandweerlieden die de weg kwijt zijn of gedesoriënteerd zijn. Niemand ter plaatse hoort deze oproepen. De eerste persoon die deze oproepen wel hoort, is een brandweerofficier die vrij is en met spoed onderweg is naar de brand. Hij probeert via de mobilofoon contact te krijgen met een brandweerofficier ter plaatse, maar dat lukt niet. Eenmaal ter plaatse wordt de noodsituatie duidelijk en worden twee teams het pand ingestuurd om de in nood verkerende brandweerlieden op te sporen. Beide teams worden geconfronteerd met enorme hitte en vuur en moeten hun reddingsactie staken. Beide teams lopen hierbij, ondanks beschermende kleding en adembescherming, eerste en tweedegraads brandwonden op. De binnenaanval wordt gestaakt en de brand wordt uiteindelijk via een buitenaanval bedwongen.
Het gebouw De Sofa super store, een winkel met huishoudelijke artikelen, bestaat uit een hoofdgebouw met aan elke zijkant een later aangebouwde zijvleugel. Het gebouw heeft slechts één bouwlaag, een metalen dak met verlaagd plafond en heeft een totale breedte van 80 meter en een diepte van 40 meter. Aan de achterzijde bevindt zich een groot magazijn, dat door middel van een smalle gang is verbonden aan het hoofdgebouw. De diverse ruimtes onderling zijn voorzien van zeven brandwerende rolluiken, waardoor, ondanks de grootte, in het gebouw geen sprinklerinstallatie nodig is. Het hoofdgebouw is tussen 1950 en 1960 gebouwd, de zijvleugels en het magazijn tussen 1994 en 1996. Ergens tussen 1996 416
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
i ngezon den
Tijdens de brand kon een ingesloten medewerker aan de achterzijde van het pand door de brandweer uit zijn benauwde positie worden bevrijd door een opening in een wand te maken. Omgekomen brandweerlieden De locatie van de omgekomen brandweerlieden doet vermoeden, dat ze een weg naar buiten zochten en een tekort kregen aan ademlucht van de adembescherming of werden overvallen door de zich snel uitbreidende brand. Alle negen omgekomen brandweerlieden stierven door een combinatie van rook inhalatie en/of verbrandingen. Alle omgekomen brandweerlieden droegen de voorgeschreven brandweeruitrusting en waren, op één brandweerman na, allen voorzien van portofoons. Het instorten van het stalen dak, ruim 20 minuten nadat de brand op haar hoogtepunt was, heeft niet bijgedragen aan de dood van de negen brandweerlieden. Nabeschouwing De fase 1 en 2 rapporten brengen een hele serie fouten en tekortkomingen aan het licht die specifiek voor het brandweerkorps van Charleston gelden. Bouwen door de Sofa Super Store zonder bouwvergunning. In de werkplaatsen waren, deels, lege blikken aanwezig met vluchtige stoffen die niet waren opgeslagen in brandwerende kasten. Uitgangen waren met sloten afgesloten, geblokkeerd of door illegale verbouwing onbruikbaar geworden. De brandwerende rolluiken hebben niet goed gefunctioneerd. Het afschaffen van de jaarlijkse brandweercontrole. Rond 19.35 uur werden de ramen aan de voorzijde van het hoofdgebouw ingeslagen. De toevoer van zuurstof resulteerde in een plotselinge snelle uitbreiding van de brand en heeft vermoedelijk ook bijgedragen aan de flashover in het hoofdgebouw. Ventilatie door gaten in het dak te maken was niet mogelijk door een gebrek aan materieel en manschappen. Daarnaast werd een dakoperatie op dat moment ook te gevaarlijk beschouwd. Er werd diep in het gebouw gewerkt, met een hoge vuurbelasting, smalle paden, één uitgang, zeer dichte rook en te weinig water beschikbaar op de lagedruk stralen. Hoewel ter plaatse zichtbaar, zag niemand dat de brand zich ook via het verlaagde plafond snel uitbreidde. Een ter plaatse aanwezige warmtebeeldcamera werd niet gebruikt. Er was slechte communicatie tussen twee officieren. Zowel de radiocommunicatie op het brandterrein als alle verbindingen tussen voertuigen en alarmcentrale vonden plaats op een enkel zeer druk radiokanaal. En er ontbrak een veiligheidsofficier bij de brand. De persluchtcilinders van de adembescherming op de tankautospuiten waren niet allemaal volledig gevuld (NFPA richtlijn). De watervoorziening bij de eerste inzet en later de lagedruk inzet was ontoereikend voor de grootte van de brand. Stralen lagedruk die het via de hoofdingang het pand in gingen werden te laat of nooit met water gevuld. Vrijwel alle tankautospuiten waren onderbezet. Het fase 2 rapport is opgedragen aan de negen omgekomen brandweerlieden, hun familie, vrienden en collega brandweerlieden. Hopelijk kunnen de lessen uit de rapporten toekomstige tragedies voorkomen. De genoemde zeer uitgebreide rapporten en meer informatie over deze brand is via internet op te vragen. ■ Tom Jansen
Brand&Brandweer
Onderzoek duikongevallen Naar aanleiding van het artikel over duikongevallen bij de brandweer in het juninummer van Brand&Brandweer deelt de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid het volgende mee. Het artikel in Brand&Brandweer was gebaseerd op informatie van de Arbeidsinspectie en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid over eerdere onderzoeken naar duikongevallen bij de brandweer in Utrecht en Urk. Daarnaast op de eerste bevindingen van de lopende onderzoeken naar het duikongeval in Terneuzen. Op 6 juni heeft de Inspectie OOV de gemeentebesturen en regionale brandweren met brandweerduikers een brief gestuurd waarin wordt aangekondigd dat de Inspectie OOV, in samenwerking met de NVBR, na de zomer een beschouwing over veilig brandweerduiken zal gaan uitbrengen. Vooruitlopend op die beschouwing wordt al een aantal aanbevelingen gedaan. Doel van de brief van de Inspectie OOV en het artikel in Brand&Brandweer is het zo snel en duidelijk mogelijk onder de aandacht brengen van mogelijke knelpunten die zich bij het duiken kunnen voordoen. Dit om ongevallen en mogelijk zelfs slachtoffers in de toekomst te voorkomen. De toedracht van het ongeval in Terneuzen is in het artikel in Brand&Brandweer uitgebreid beschreven. Na publicatie van het artikel ontstond het inzicht dat om het doel van de Inspectie OOV te bereiken, met een beschrijving van de toedracht in algemene termen in deze fase van het onderzoek had kunnen worden volstaan omdat de feiten en omstandigheden nog niet ten volle met de gemeente Terneuzen waren doorgenomen door de betrokken instanties. De Inspectie betreurt de gang van zaken en heeft hier lering uit getrokken. De interne werkwijze en procedures zijn inmiddels aangepast.
Rectificatie artikel Fire Safety Engineering juninummer Brand&Brandweer In het juninummer van Brand&Brandweer staat een artikel over Fire Safety Engeneering op pagina 348,349. In de aanhef van het artikel wordt de indruk gewekt dat er een nieuwe opleiding voor bouwkundigen en architecten wordt gestart bij de Hanzehogeschool. Hier wordt echter met een nieuw uitstroomprofiel Fire Safety Engineering gestart bij de deeltijdopleiding Engineering.
nummer 7/8 juli/augustus 2008 417
OPROEP
Oproep vakantiefoto’s Reisje geboekt naar Japan, Griekenland, Bulgarije, Brazilië of een ander prachtig land? Waar u ook naar toe gaat, neem uw fototoestel mee! De redactie van Brand&Brandweer is weer op zoek naar de mooiste brandweer vakantiefoto’s. Maak een kiekje van uw collega’s in het buitenland, of van bijzondere brandweervoertuigen of andere opvallende brandweerzaken. Foto goed gelukt en minimaal 250 kb? Stuur deze dan voor 22 augustus naar b&b@sdu.nl. Vermeld waar en door wie de foto genomen is. In het septembernummer van Brand&Brandweer kunt u het resultaat bewonderen.
418
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
DE KAZERNE / h et vo ertu ig
De kazerne van Geldermalsen
De brandweer van Geldermalsen heeft sinds 13 mei een nieuwe kazerne. De oude brandweerkazerne was letterlijk uit zijn jasje gegroeid. De nieuwe kazerne is op 30 mei officieel in gebruik genomen. Een dag later konden de bewoners tijdens de open dag het nieuwe onderkomen van het brandweerkorps bewonderen. De nieuwe kazerne was geen overbodige luxe. ‘We hadden te weinig ruimte voor ons materieel. We moesten een aantal wagens stallen bij gemeentewerken en onze beroepskrachten waren ondergebracht bij het gemeentehuis’, vertelt brandweercommandant Ivan van Hemert. De nieuwe kazerne is niet te vergelijken met de oude. ‘We
hebben nu geen vier, maar negen poorten. Dus genoeg ruimte voor het eigen materieel. Ook de ambulance die in de oude kazerne onder een carport stond, heeft nu een eigen plek in de nieuwe kazerne’, vervolgt Van Hemert. De kazerne is gevestigd op een centrale zichtbare plek aan de Rijksstraatweg in Geldermalsen. Aan de rand van het dorp en aan de zuidkant van een Provinciale weg. De commandant hoopt dat deze nieuwe accommodatie een aantrekkende werking zal hebben voor nieuwe brandweermensen uit het naburige nieuwbouwwijk. De kazerne is ontworpen door het architectenbureau Bonnemayer uit Uden. De kazerne is als volgt ingedeeld. Op de begane grond is een grote glazen remise met ruimte voor twee tankautospuiten, een hulpverleningsvoertuig, een busje met aanhanger voor een boot en het voertuig voor de jeugdbrandweer. Voor de regio zijn containers voor het commando, ademlucht en gevaarlijke stoffen aanwezig. Er is ook plaats voor twee ambulances. Naast de remise is er op de begane grond een ademluchtwerkplaats, instructieruimte en was- en kleedruimte. Op de eerste verdieping bevindt zich een schitterende (huiselijke) kantine, vergaderruimte en twee samen te voegen instructielokalen. Op de tweede verdieping is het onderkomen van de twaalf beroepskrachten. Bij de kazerne is ook een ruim oefenterrein aangelegd met een oefentoren. ‘Dit is in eerste instantie het noodtrappenhuis, maar hier hebben we twee niveaus bovenop gemaakt, waardoor hij ook als oefentoren voor werken op hoogte en training hoogwerker gebruikt kan worden’, besluit de trotse commandant. ■
Het voertuig van brandweer Olst-Wijhe De brandweer van Olst Wyhe rijdt sinds 29 mei rond in een nieuwe tankwagen. De wagen met de naam TW721 heeft maar liefst 14.000 liter water aan boord. De tankwagen is aangeschaft voor de brandbestrijding voor het buitengebied. Op 29 mei is de tankwagen officieel aan het brandweerkorps overgedragen door burgemeester Ton Strien. De aanschaf van de wagen hoort bij het operationele deel van het bluswaterplan van de gemeente. ‘In het buitengebied is er voor de brandweer weinig bluswater beschikbaar. Het bluswater moet dan van grote afstanden worden aangevoerd. Hierdoor is er bij een incident niet altijd voldoende bluswater beschikbaar en moet het blussen soms worden onderbroken’, aldus commandant Marcel Kluin,. De nieuwe tankwagen is door de gemeente aangeschaft om dit bluswaterprobleem op te lossen. Het voertuig heeft ruimte voor 14.000 liter water. ‘Dit
Brand&Brandweer
wagen goed te kunnen besturen hebben de chauffeurs een speciale rijtraining gevolgd. De tankwagen staat op uitruk en is al meerdere malen uitgerukt. ‘De auto is breed inzetbaar en we zijn er erg tevreden mee.’ Het voertuig is voorlopig gestationeerd in Wijhe. Als de kazerne in Olst daarvoor is ingericht wordt de wagen naar Olst verplaatst.
betekent dat we ongeveer 16 minuten extra tijd hebben om de aanvoer van water goed op te bouwen.’ Naast de tankwagen zijn er nog een aantal maatregelen getroffen om de bluswatervoorziening op peil te houden. ‘We hebben de beschikking over vier motorspuitaanhangers en er worden in de toekomst extra brandkranen geplaatst.’ De nieuwe tankwagen is een modern voertuig dat beschikt over een aantal voorzieningen zoals een achteruitcamera, meesturende achteras en luchtvering. Om de
Voertuig: Mercedes Actros Opbouw: Siegler Gewicht: rond 25 ton Bouwjaar: 2007 PK’s: 320 PK Brandstof: (bio) diesel Hoogte: 3,9 meter Lengte:7, 73 meter Breedte: 2,50 meter Zitplaatsen: 2 Topsnelheid: ongeveer 100 km per uur Doel voertuig: Tankwagen Tevredenheid korps: Een dikke negen ■
nummer 7/8 juli/augustus 2008 419
STRAALPIJPEN VAN HET BEKENDE MERK
ELKHART BRASS PHANTOM Lagedruk straalpijp Opbrengst bij 6 BAR instelbaar op 115/340/475/570/760 l/min. Kenmerkend voor deze straalpijp is de grote worplengte in combinatie met de gebonden straal waarbij een penetrerend vermogen ontstaat.
SELECT-O-MATIC Hogedruk straalpijp
or uw KT vo de N A BED ek aan n! bezo r Vakdage e e dw Bran
Uitgerust met het Elkhart Brass SELECT-O-MATIC zelfregulatiesysteem. Bij het terugvallen in pompdruk blijft hierdoor het sproeibeeld en worplengte constant gelijk. De Nozzle is voorzien van Sproeistraal, Volstraal en Spoelstand. Opbrengst bij 7 - 40 BAR 38 l/min. - 284 l/min.
Meer info? Bel 0344-663344 of kijk op onze website www.hobrand.nl
Morsestraat 17 • 4004 JP Tiel • T. +31 (0)344-663344 • F. +31 (0)344-630640 Hobrand Advertentie def.indd 1
18-06-2008 10:54:44
brandwachten.com Brandwachten voor: • Brandweerkorpsen • Bedrijven • Particulieren • Industriële objecten • Overheidsinstellingen • Detentiecentra • Evenementen • Schouwburgen • Theaters • Vliegvelden
24 uur per dag door heel Nederland Tel: 072 - 540 52 16
info@brandwachten.com www.brandwachten.com
420
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
de website van
www.derodehaan.com Webadres:www.derodehaan.com Beheerder: Marco van Dam Eigenaar website: Leo Tillmans Startjaar: 2004 Aantal unieke hits per maand: ongeveer 400 Server: Servage Kosten per jaar: 100 euro op jaarbasis Foto’s www.derodehaan.com is een fotografie website. De website wordt beheerd door de vrijwillige brandweerman Marco van Dam uit Heemskerk. Op de site zijn foto’s van incidenten te vinden uit heel NoordHolland. In 2004 is de site opgezet door Leo Tillmans. ‘Hij is fotograaf bij brandweer Heemskerk en wilde de foto’s van incidenten graag zelf publiceren op het internet’, aldus webbeheerder van Dam. In 2004 begint de website kleinschalig met als werkgebied Heemskerk en omstreken. Nu vier jaar later zijn er al zes fotografen actief voor de website en is het werkgebied uitgebreid tot heel Noord-Holland. Inmiddels staan er al ruim 30.000 foto’s op de website. Webbeheerder De website is gebouwd door de webbeheerder Marco van Dam. ‘Het bouwen van websites is begonnen als hobby, maar tegenwoordig verdien ik er ook een aardig zakcentje mee’, vertelt Van Dam. Naast zijn fulltime baan als supervisor in de beveiliging heeft de beheerder dus ook een eigen webdesignbureau. ‘En onze fotowebsite is een mooi visitekaartje voor mijn bedrijf.’ Van Dam is per week ongeBrand&Brandweer
veer tien uren zoet met het bijhouden van de fotosite. ‘Dat moet ook wel, want ik krijg ongeveer per week vijftig nieuwe foto’s van incidenten binnen.’ Bezoekers van de website kunnen zich ook aanmelden voor een mailinglijst. ‘Zodra er nieuwe foto’s op de website komen, krijgen ze een mailtje.’ In 2004 begon de website met 200 unieke bezoekers per maand. Nu zijn het er al 450. In totaal hebben in deze vier jaar meer dan 120.000 mensen de website bezocht. De Rode haan De naam van de website wijkt af van de gemiddelde brandweersite. Waar komt de naam de rode haan eigenlijk vandaan? Van Dam: ‘De Rode Haan is het logo van brandweer Heemstede. Omdat we zelf bij de vrijwillige brandweer in Heemskerk zitten, vonden we het een passende naam.’ Elk jaar krijgt de website weer een nieuw fris uiterlijk. ‘Dit jaar heb ik naast de lay-out ook het foto-album aangepakt. Dit is nu allemaal opgebouwd in het programma flash. Bij de foto’s op de website zijn weinig tot geen teksten te vinden. De eigenaar van de website heeft hier bewust voor gekozen. ‘Als je bij elk incident uit de regio een kort berichtje plaatst, is de kans groot dat er onjuiste informatie op de website komt te staan. En dat willen wij zoveel mogelijk voorkomen.’ Wel kunnen de bezoekers op de website de meldingen van de scanner bekijken.
laatste updates van de laatst geplaatste foto’s. Boven aan de website staat een menubalk met kopjes als: de gallerij, scanner, extra en contact. In de gallerij zijn alle foto’s van de website te vinden. De foto’s zijn ingedeeld per hulpdienst, regio, plaats en jaartal. Wil een bezoeker foto’s zien van brandweerincidenten dan klikt hij of zij op het kopje brandweer. Er verschijnt dan een nieuwe pagina waarop de bezoeker kan kiezen uit verschillende regio’s. Hierbij kan worden gekozen uit verschillende jaartallen. Helemaal bovenaan de website staan een drietal tellers. Deze tellers houden bij hoelang de website precies online is, hoeveel bezoekers er op de website zijn en hoeveel mensen zich hebben ingeschreven voor de mailinglijst. Feest Wat opvalt aan de website is de aankondiging van De Rode Haan Party 2008. De website organiseert op 1 november in Beverwijk een groot disco, glitter en glamourfeest met muziek uit de jaren zeventig en tachtig. ‘Het is niet de eerste keer dat we zo’n feest organiseren’, vertelt Van Dam. ‘In 2006 hebben we ook een groot feest gehouden. Dat was een groot succes. Helaas ging het feest vorig jaar niet door. Mensen die interesse hebben voor het feest kunnen zich op de website inschrijven.’ Kent u een websitebeheerder? Meld hem of haar dan aan bij de redactie om in aanmer-
Website De website heeft een strakke lay-out. Aan de linkerkant staat een balk met daarin de
king te komen voor de rubriek De Website van. Mail naar B&B@sdu.nl
nummer 7/8 juli/augustus 2008 421
Opnieuw verkrijgbaar CATALOGUS HULPDIENSTEN 2008/2009 Op welk deelgebied van Brandweer, Politie of overige Hulpverlening u ook werkzaam bent, uw vakinformatie komt van Sdu Uitgevers!
Catalogus 2008/2009 In de Catalogus Hulpdiensten vindt u een breed scala aan uitgaven gericht op de hulpverlener, in het bijzonder de brandweer en politie. De informatie in de uitgaven biedt een degelijke ondersteuning in uw beroepsuitoefening. De veelzijdige en hoogwaardige uitgaven sluiten naadloos aan op zowel opleiding als praktijk. Op zoek naar een tijdschrift, praktisch naslagwerk, agenda of boek? U vindt het gegarandeerd! De Catalogus Hulpdiensten 2008/2009 vraagt u gratis aan via www.sdu.nl.
Bestel via www.sdu.nl of bel (070) 378 98 80
422
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Sdu Uitgevers
Collega
gezocht
Nijmegen is een stad met een rijk verleden. Nijmegen is trots en zuinig op de historische schatten maar is vooral ook een stad in ontwikkeling. Nijmegen zoekt collega’s die aan die ontwikkeling kunnen bijdragen.
Adviseur Proactie
bij Brandweer Nijmegen 36 uur per week, salarisindicatie schaal 10 max. bruto â‚Ź 3.800 ovd-piket behoort tot de mogelijkheden Informatie: Martin Slot, Hoofd Proactie & Preparatie, (024) 329 75 10 Sluitingsdatum twee weken na verschijning. Acquisitie wordt niet op prijs gesteld.
nieuwsgierig? www.nijmegen.nl GemNijm_BNB_WK24_08.indd 1
08-06-2008 17:47:25
paraat veiligheidsdiensten B.V.
Snel tijdelijk
personeel
nodig?
Wij beschikken over gediplomeerde: Brandwachten - Bevelvoerders - Preventisten Ook voor: Brandweerchauffeurs - Controlefunctionaris brandpreventie - Duikers Duikploegleiders - Gaspakdragers - Vliegtuigbrandbestrijders - WVD-ers.
Tel. 0297-230590 - www.paraatveiligheidsdiensten.nl veiligheidsdiensten.indd 1
Brand&Brandweer
07-02-2008 15:06:35
nummer 7/8 juli/augustus 2008 423
B&B REGISTER
" " "RAND "RANDWEER
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Adembescherming Interspiro B.V. Televisieweg 113 1322 BD Almere Tel. 036-5363103 Fax 036-5384809
Adviesbureau Artesis Postbus 371 4100 AJ Culemborg Tel. 0345 687000 Fax 0345 687001 Adviesbureau Nieman Postbus 40217 3504 AA Utrecht Tel. 030-2413427 Fax 030-3410266 E-mail: info@nieman.nl www.nieman.nl
Adviesbureau brandpreventie Altavilla Brandveiligheid Postbus 1026 5602 BA Eindhoven Tel. 040-2902570 Fax 040-2902571 E-mail: info@altavilla.nl www.altavilla.nl Van Hooft Adviesburo B.V. Fire&life Safety Engineers Hoogeindsestraat 4 5447 PD Rijkevoort Tel. 048-5371890 Fax 048-5372134 E-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl Bartels Ingenieursbureau Postbus 10217 7301 GE Apeldoorn Tel. 055-3680540 Fax 055-3664598 E-mail: apeldoorn@bartels.nl www.bartels.nl MVH Adviseurs BV Brandpreventie, Bouwplantoetsing brandveiligheid, Handhaving & Detachering brandpreventie specialisten Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 06-54310052 E-mail: info@mvhadviseurs.nl www.mvhadviseurs.nl Peutz B.V. Postbus 66 6585 ZH Mook Tel: 024 3570707 E-mail: info@mook.peutz.nl www.peutz.nl
424
Vaste adverteerders (contract houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418-573800 Fax 0418-573801 E-mail: info@floriaan.nl www.floriaan.nl
Blusmiddelen
Adviesbureau Dijkoraad Viavesta bv Gotlandstraat 50 7418 AX Deventer Tel. 0570-519555 E-mail: brandpreventie@dijkoraad.nl www.dijkoraad.nl/brandpreventie
DSPA Postbus 6572 6503 GB NIJMEGEN Tel. 024-3789581 Fax024-378583
DGMR Postbus 153 6800 AD Arnhem Tel. 026 351 21 41 Fax 026 443 58 36 E-mail: info@dgmr.nl www.dgmr.nl Ingenieursbureau Te Riele B.V. Postbus 72 7390 AB Twello Tel. 055-3231181 Fax 055-3231095 E-mail: info@terielebv.nl www.terielebv.nl
Amigo Safety Nederland Postbus 6001 2702 AA Zoetermeer Tel. 079-3315363 Fax 079-3315025
Bouwbedrijf Vaessen Algemeen Bouwbedrijf Postbus 239 4940 AE Raamsdonkveer Tel. 0162-522120 Fax 0162-520274
Brandweerhandboek STP Veiligheid & Techniek Tunnelstraat 7a 6114 AS Susteren Tel. 046-4859849 Fax 084-7273924 E-mail: info@brandweerhandboek.nl www.brandweerhandboek.nl
Alarmontvangers
Brandweermaterialen & brandweervoertuigen
P2000shop Postbus 15 5563 ZG Westerhoven Tel. 013-2134104 Fax 013 7113018 www.p2000shop.nl
Kenbri Fire Fighting BV Postbus 85 3250 AB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com
Alu/RVS Bewerkingen Machinefabriek Het Stempel B.V. Postbus 191 3330 AD Zwijndrecht Tel. 078-6104055 Fax 078-6104010 E-mail: info@het-stempel.nl www.het-stempel.nl
Beveiliging Tyco Fire & Integrated Solutions Trasmolenlaan 5 3447 GZ Woerden Postbus 283 3440 AG Woerden Tel: 0348 494294 Fax 0348431318 E-mail: tfisnl@tycoint.com www.tycofis.nl
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Hobrand Holugt bv Postbus 6129 4000 HC Tiel Tel. 0345 682544 Fax 0345 683364 www.hobrand.nl
Brandkranen AVK Nederland B.V. Postbus 73 8170 AB Vaassen Tel. 0578-574490 Fax 0578-574459 www.avknederland.nl
Brandwerend glas Vetrotech Saint Gobain Europe Postbus 15 6000 AA Weert Tel. 0495-574435 Fax 0495-574436
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau Van Vliet Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680
Brandwerende Utiliteitsdeuren
Limburgia Utiliteitsdeuren Postbus 4004 6080 AA Haelen Tel. 0475 592727 www.limburgia.nl
Brandweerkleding Carhartt EMEA B.V. Het Poortgebouw Beech Avenue 54-80 1119 PW Schiphol-Rijk Klantenservices Tel. 0529-469910 Tel. 020-6586100 Fax. 020-6586111 E-mail: info@carhartt.com www.carhartt.com MEKKEY Industriestraat 191 7553 CN Hengelo OV Tel. 074 2782266 Fax 074 2780517 E-mail: info@mekkey.nl www.mekkey.nl Nijhof Safety BV Sloetsweg 100 7552 HP Hengelo Nederland Tel. +31 74 291 40 85 Fax: +31 74 242 32 54 E-mail: info@nijhofsafety.nl www.nijhofsafety.nl De Brandweerwinkel Van der Takstraat 70 3071 LM Rotterdam Tel. 010-4863201 Fax 010-4233056 E-mail: info@brandweerwinkel.nl www.brandweerwinkel.nl
Brandwacht & Beveiliging BBN Brand Beveiliging Nederland BV HVD Beveiliging BV Alexander Flemingstraat 37 Postbus 484 1800 AL ALKMAAR Tel. 072-5405216 Fax 072-540 4792 E-mail: info@brandwachten.com www.brandwachten.com
Brandbeveiliging Applicom Hulzenseweg 10-20 6534 AN Nijmegen Tel.024 3522571 Fax 024 3522579 welkom@applicom.nl www.applicom.nl
Brandwerende ventilatieroosters Van Hillo luchttechnische apparaten Kievitweg 5 ‘Industrieterrein Moerdijk’ Havennr. 491, 4791 RW Klundert Tel. 0168 382600 Fax 0168 382610 E-mail: info@vanhillo.nl www.vanhillo.nl
Certificatie & Inspectie Kiwa Certificatie en Keuringen Postbus 70 2280 AB Rijswijk Sir W.Churchill-laan 273 2288 EA Rijswijk Tel. 070 4144400 Fax 070 4144420 E-mail: info@kiwa.nl www.1kiwa.com/brand
Droogkasten & reinigingsmachines Harstra Instruments Postbus 186 3890 AD Zeewolde Tel. 036-5222142 Fax 036-5222152 Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 E-mail: laundry@laundry.nl www.laundry.nl Miele Professional De Limiet 2 4131 NR Vianen Tel. 0347-378883 Fax 0347-378429 E-mail: professional@miele.nl www.miele-professional.nl
Detachering brandweerpersoneel Paraat Brandbeveiliging Turfstekerstraat 30 1431 GE Aalsmeer Tel:0297 230590 Fax 0297 230591 www.paraat.nl
Geboorde brandputten AquaNed Watertechniek Postbus 85 4715 ZH Rucphen Tel. 016-5313350 www.aquaned.com
Sdu Uitgevers
B&B REGISTER
Beemsterboer B.V. De Veken 10 1716 KE Opmeer Tel. 022-6351860 Fax 022-6351092 Grondbooronderneming J. Hörmann B.V. Rollecate 61 Postbus 28 7710 AA Nieuwleusen Tel. 0529-480910 Fax 0529-485460 Verhey Toldijk B.V. Zutphen Emmerikseweg 9 7227 DE Toldijk Tel. 0575-452041 Fax 0575-452051 Mos Grondwatertechniek Boonsweg 11 3274 LH Heinenoord Tel 0186 607100 www.mos.nl Grondboringen IJsselmuiden Spoorstraat 37 8271 RG IJsselmuiden Tel. 038-3336099 Fax 038-3336098 E-mail: info@brakergrondboringen.nl www.brakergrondboringen.nl Verhoeve Watertechniek bv Industrieweg 23 4762 AE Zevenbergen Tel. 016 8336030 Fax 065 1210209 E-mail: info@verhoevewt.com www.verhoevewt.com
Generatoren Elja Power bv Baanhoek 144 3361 GM Sliedrecht Postbus 278 3360 AG Sliedrecht Tel. 018 4490740 Fax 018 4490750 E-mail: info@eljapower.nl www.eljapower.nl
Handlampen Safety-Lux Nederland B.V. Nijverheidswerf 37 1402 BV BUSSUM Tel. 035-6914476 Fax 035-6915474 E-mail: info@safety-lux.nl www.safety-lux.nl
Hulpreddingsgereedschappen Weber Rescue Nederland Exclusief dealer voor de verkoop en service van Weber-Hydraulik producten in Nederland. Delta Industrieweg 15 3251 LX Stellendam Tel. 0187493588 Fax 0187493066 E-mail: Info@weber-rescue.nl www.weber-rescue.nl
Klantgerichte bedrijfsvoering Van Pinxteren Interim & Advies Postbus 75 2060 AB Bloemendaal Tel. 023-5254044 www.vanpinxteren.net
Brand&Brandweer
Oefenmaterialen VDK B.V. Handels onderneming Langenakker 22 5731 JS Mierlo Tel. 0492-667357 Fax 0492-667735 Haagen Fire Training Products Industrieweg 5 5111 ND Baarle-Nassau Tel. 013 5076800 Fax 013 5076808
Olie- en calamiteitenbestrijding VanDoClean B.V. Stevenshof 21 5109 TX ‘s Gravenmoer Tel. 0162-370390 Fax 0162-370392 Mobiel: 06-53706000 E-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
Opl. Verkeersveiligheid Brandweerchauffeur Antislip & Rijvaardigheids centrum DIBO K. Doormanstraat 15 7825 VS Emmen Tel. 0591-767571 Fax 0591-615908 www.dibo-emmen.nl Slipstream Consultancy Verzetsraat 76 7671 GL Vriezenveen Tel. 0546-567792 Fax 0546-565489 VZN Pastoorsmast 5 5673 TC Nuenen Tel. 040 2838388 www.vzn.nl
Opslagsystemen gevaarlijke stoffen VanDoClean B.V. Stevenshof 21 5109 TX ‘s Gravenmoer Tel. 0162-370390 Fax 0162-370392 Mobiel: 06-53706000 E-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
Organistatieadviesbureau Vonk Competentie Expertise Assiesstraat 2F 8011 XT ZWOLLE Tel. 038-4227888 www.vonkcompetentie.nl
Persoonlijke beschermingsmiddelen MSA Nederland Postbus 39 1620 AA Hoorn Tel. 022-9250303 Fax 022-9211340
Reddingsgereedschappen Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162-589200 Fax 0162-522482 www.holmatro.com
Schuimvormende middelen
Uniformen en bluskleding
VanDoClean B.V. Stevenshof 21 5109 TX ’s Gravenmoer Tel. 0162-370390 Fax 0162-370392 Mobiel: 06-53706000 E-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
J. Zwart en Zoon B.V. Postbus 32 1906 ZG Limmen Tel. 072-5051638 E-mail: info@uniformkleding.nl www.uniformkleding.nl
Solberg Scandinavian AS p/a Bisschopshoeve 17 4817 PR Breda Tel. 06-46738567 joop@articfoam.com www.articfoam.com
Software Cebes Administratieve Automatisering C.V. Postbus 281 6000 AG Weert Tel. 0495-543211 Fax 0495-543174 E-mail: info@cebes.nl www.cebes.nl
Waterkanonnen
Smit en Van Rijsbergen Zijlweg 148c 2015 BJ Haarlem www.uniformspecialisten.nl
Verhuur & verkoop van voertuigen en brandweermaterialen Agterhuis en Fien Hanzeweg 13 8061 RC Hasselt Tel. 038 3636518 E-mail: agterhuis@infracom. info
Vluchtdeurbeveiliging
Regi Star B.V. De Mulderij 4a 3831 NV Leusden Tel. 033-4953381 www.regi-star.nl
PMG Safety for Doors Postbus 316 2200 AH Noordwijk Tel. 071-3611628 Fax 071-3611869 E-mail: info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl
Stickers
Vluchtwegaanduiding
Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045-5312580 Fax 045-5691700
Betalight B.V. Drosteweg 20 3881 PG Putten Tel. 0341-491231 Fax 0341-492066 E-mail: info@betalight.nl www.betalight.nl
Uitlaatgasafzuiging Overlander BV Morseweg 2 3899 BP Zeewolde Tel. 036-5219200 Fax 036-5234430
Holleman B.V. Postbus 64 1500 EB Zaandam Tel. 075-6123272 Fax 075-6123409 www.hollemanmachine.nl
Werken op hoogte en/ hoogteredding Ascent Safety BV Siliciumweg 61A 3812 SW Amersfoort Tel. 033-4480680 Fax 033-4480490 info@ascent.nl www.hoogwerk.nl
Werving en selectie Leeuwendaal Postbus 1255 2280 CG Rijswijk Tel. 070-4142700 Fax 070-4142600 E-mail: wens@leeuwendaal.nl www.leeuwendaal.nl
Vluchtwegen Amigo Safety Nederland Postbus 6001 2702 AA Zoetermeer Tel. 079-3315363 Fax 079-3315025
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave d 42,50,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 335,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
" " "RAND "RANDWEER
U kunt deze bon sturen of faxen naar: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.
nummer 7/8 juli/augustus 2008 425
Gedwongen om te blussen Inwoners van het Duitse List zijn boos omdat zij een oproep hebben gekregen voor ‘verplichte dienst in de brandweer’. De inwoners worden opgeroepen voor een brandweeropleiding om vervolgens bereikbaar te zijn in geval van brand. Ze zijn daar echter niet van gediend, zo meldt weekblad Der Spiegel. De gemeente probeert op deze manier het probleem op te lossen dat steeds minder mensen zich opgeven voor de vrijwillige brandweer. Burgers bedenken allerlei excuses om niet bij de brandweer te hoeven. Zo is er een Duitse die binnenkort zwanger worden. Volgens brandweercommandant Ulrich Mumm vinden sommige mensen die er eerst geen zin in hadden, het later alsnog leuk bij de brandweer. Vooral op het platteland hebben de brandweerkorpsen ook een sociale functie: er wordt niet alleen samen geblust en gered, maar ook samen gebarbecued, bier gedronken en gedanst. De Duitse brandweerkorpsen kunnen rekenen op in totaal meer dan 1 miljoen vrijwilligers. Slechts 101 grotere steden permitteren zich de luxe van een beroepsbrandweer. Bron: ANP
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) Mei 2008 - nummer 4 Jaargang 32 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Ing. S.J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente Drs. J.J.L.M. Janssen, burgemeester van Zeist Drs. A.J. van Maren, brandweer Ede Ing. C.A. de Raadt, Rockwool Benelux bv. Mr. J.B.M. Tilman, directeur NVBR F. van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek EINDREDACTIE
PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail: info@ps-produkties.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Cees de Raadt, Oefencentrum Noord BV locatie Wijster, FBF.NL, Patrick van Gerner, Berend Vonk, PS-Produkties, Ed Oomes, Gerard Koppers, Gertjan van Yperen, Tom Jansen. ONTWERP EN OPMAAK
Dupuis Communicatie bv, Rotterdam UITGEVER
Sdu Uitgevers: R.W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Lijst van adverteerders
Pagina
Applicom
C2
AquaNed watertechniek
372
BBN
418
Brandweer Nijmegen
423
DSPA.nl
384
Elja power
372
Grondboringen IJsselmuiden
372
Hale Products Europe
C2
Hobrand
418
J. Hormann BV
388
Interfire
388
Laundry bv
384
MSA
C4
Paraat brandbeveiliging
423
P2000 shop
384
SDU
396, 422 C3
Solberg Scandinavian
372
Vandoclean
388
Van Hillo Luchttechnisch
388
Verhoeve watertechniek
418
426
nummer 7/8 juli/augustus 2008
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet.com, www.bureauvanvliet.com Informeer ook naar de mogelijkheden voor combinatieadvertenties in Brand&Brandweer, GRIP4, Brandweeralmanak en/of Brandweeragenda! Sluitingsdata advertenties en bijsluiters 2008
September Oktober November December
12 augustus 9 september 7 oktober 11 november
ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 55,95 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 29,50, Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn inclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2008 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
Sdu Uitgevers
Opnieuw verkrijgbaar
Aflegsysteem Brandslangen
Bij brand is tijd een belangrijke l k ffactor, er moet immers snel gewerkt kunnen worden. Om geen kostbare tijd te verliezen, werken alle Nederlandse brandweerkorpsen met hetzelfde aflegsysteem.
Een systeem op zakformaat De kaart Aflegsysteem Brandslangen, helpt u
Prijs: € 19,95 per set (10 kaarten) Bestelcode: 651425 Bestel via www.sdu.nl/brandweer of bel (070) 378 98 80
fouten te voorkomen en verzekert u altijd en overal van een vlotte blusopstelling! Deze kaart is ontworpen op zakformaat zodat u hem altijd paraat heeft. De kaarten worden geleverd per set van 10 kaarten. Bestel vandaag nog uw set via: www.sdu.nl/brandweer.
Brand&Brandweer
nummer 7/8 juli/augustus 2008 427
MSA-TecBOS.solutions software oplossingen [ De totaal oplossing voor hulpverleningsdiensten ] Incident management
Materiaal management
Administratie management
MSA Nederland B.V. Tel. +31 [0229] 25 03 03 info@msaned.nl www.msaned.nl ďż˝
ďż˝