Bb200901

Page 1

" " "RAND "RANDWEER

1 januari 2009

• Caroline van de Wiel trots op brandweer • Voor- en nadelen van regionalisering • Regio’s moeten CBS vervangen

vakblad v akblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Derde keer brand bij houtafvalverwerking Moerdijk

jaargang 33


U

B IL E

E

5e

D

Vliegbasis Valkenburg, Katwijk (ZH) Woensdag 13 mei t/m zaterdag 16 mei 2009 Met o.a. de volgende workshops, activiteiten en demonstraties: • Technische hulpverlening • Speciale voertuigen • Blusdemonstraties • Defensie • Technische Hilfswerke Duitsland • Werken op hoogte • Reddingshondenbrigades • Rijvaardigheidstrainingen • Explosieven Opruiming en Detectie • Workshops AED • Rvarium • Terrorismebestrijding • Leidraad Oefenen • Workshops reanimatie • Diverse speciale jubileumactiviteiten • Iedere beursdag spectaculaire slotdemonstratie

www.ivic.nl

M U

J

Internationale Vakbeurs Incidentmanagement Crisisbeheersing & Rampenbestrijding

IT I E


INHOUD

nummer 1 januari 2009

42

Als er brand uitbreekt in een museum gaat het er met name om hoe het publiek zo veilig mogelijk het gebouw kan verlaten. De brandpreventie van het Nederlandse culturele erfgoed wordt in vele gevallen vergeten.

Coverstory 10

Grote brand Moerdijk

44

Op 6 december woedt een zeer grote brand bij houtverwerkingsbedrijf Labee in Moerdijk. Het bedrijf verwerkt houtafval tot korrels en een kleine brand kan al leiden tot grote stofexplosies. In het verleden is Labee tot tweemaal toe uitgebrand, waarbij drie doden zijn gevallen. Brandweer Moerdijk rukt daarom meteen groot uit.

De uitdagingen voor 2009

46

Caroline van de Wiel blikt vooruit naar 2009 en kijkt terug op 2008. 18

22

Twintig gemeentelijke korpsen fuseerden tot een grote regionaal aangestuurde organisatie. Een hectisch gebeuren. Regionaal commandant Elie van Strien vertelt, evenals twee vrijwillige brandweerlieden.

NBBE zet ramen open

Rubrieken

Van buitenaf: Defensie

Aan het woord is Kolonel Willem van den Bos, commandant van het Regionaal Militair Commando West. Brandweer en Defensie zijn niet zo verschillend als het lijkt. 40

Marinebrandweer: één team, verschillende taken

De Marinebrandweer van Den Helder is een uniek korps. Nergens in Nederland is een korps waar ze te maken hebben met scheepsbrandbestrijding en vliegtuigbrandbestrijding

Eén jaar regionalisering brandweer Rotterdam-Rijnmond

Het Nbbe is al jaren het examenbureau van de brandweer. Inmiddels verzorgt het bureau ook examens voor de GHOR. 34

Praktijktest met blusbom succesvol bij brand Noordwijkerhout

De brandweer van Noordwijkerhout werd op 21 oktober 2008 om 20.08 uur gealarmeerd voor een brand in een woning aan de Randweg. Toen bluswater een probleem bleek, zette de OvD een blusbom in. Met succes.

ARTIKELEN 14

Cultureel erfgoed ook aandacht nodig van de brandweer

Een systeem voor repressierapportages

De Hulpverleningsdienst Regio Twente heeft een nieuw managementinformatiesysteem ontwikkeld waarmee ze de mogelijkheid heeft elk korps te voorzien van repressiegegevens.

5 6 17 21 24 26 29 33 37 51 58

Van de redactie Actueel Punt edu Vraag-antwoord Dubbelinterview Oefenrubriek NVBR-katern Brandweer over zee De website van Kazerne/voertuig Colofon en lijst van adverteerders

Op de voorpagina: Grote brand Moerdijk Fotografie: Erald van der Aa Brand&Brandweer

nummer 1 januari 2009 3


%FUBDIFSJOH WBO #SBOEXFFSQFSTPOFFM 3FHJP4BGF IFFGU FSWBSFO CSBOEXFFSQFSTPOFFM NFU WFSTDIJMMFOEF DPNQFUFOUJFT CFTDIJLCBBS WPPS [PXFM LPSUF BMT MBOHF UFSNJKO

met Grondboringen IJsselmuiden B.V. De grondbooronderneming voor uw te projecteren brandputten!

t #SBOEXFFSEJFOTUFO

Ook voor inspecties en het jaarlijks onderhoud.

Spoorstraat 37, 8271 RG IJsselmuiden Telefoon 038 - 33 36 099 Fax 038 - 33 36 098 Mobiel 06 - 303 355 35 www.grondboringen.eu

Naamloos-7 1

4

nummer 1 januari 2009

09-10-2007 11:03:20

FO QFSTPOFFM t #SBOEXBDIUUPF[JDIU t &)#0 EJFOTUFO t /BCMVTXFSL[BBNIFEFO t *OUFSWFOUJFUFBN t 7FSIVVS CSBOEXFFSNBUFSJFFM

3FHJP4BGF JT VVS QFS EBH CFSFJLCBBS FO CFTDIJLCBBS

XXX CSBOEXBDIUFO OM

Sdu Uitgevers


VAN  DE  REDACTI E

2009! het jaar van de “wet op de Veiligheidsregio” Voor u ligt alweer het 1e nummer van het jaar 2009. De jaarwisseling, voor ons traditioneel een drukke periode, is weer achter de rug. Er wordt zo hier en daar nog wat teruggekeken naar wat 2008 ons gebracht heeft. Toch is zo’n jaarwisseling met name een moment om eens naar de toekomst te kijken. Vragen borrelen dan spontaan op. Wat gaat het jaar 2009 ons brengen? Hoe zal de veiligheidsregio zich ontwikkelen? Krijgen we het komende jaar nog te maken met grote calamiteiten? Wat heeft de politiek nog voor ons in petto? Zomaar een aantal vragen waar we over een jaar antwoord op kunnen geven. Nu moeten we nog volstaan met ‘toekomstgokken’. Als we echt ‘op safe’ gaan dan valt er voor 2009 wel een trend te ontdekken, 2009 zal naar alle waarschijnlijkheid in het teken staan van de regionalisering. De nieuwe wet op de Veiligheidsregio (vervanger van o.a. de huidige brandweerwet 1985) zal dit jaar de kamer moeten passeren. 2009 zal voor de brandweer dus een ‘legendarisch’ jaar worden, 24 jaar na de vaststelling van de huidige brandweerwet gaan we onze organisatie weer fors veranderen! Invoering in 2010?........25 jaar na de invoering van de brandweerwet 1985? Er zijn wat mij betreft drie onderwerpen die het slagen van de ‘nieuwe’ brandweerorganisatie bepalen; de zogenaamde succesfactoren! Als 1e onze eigen ‘brandweermensen’. In de nieuwe opzet moeten we vanuit onze professie insteken op een brandweerorganisatie die voor met name het repressief optreden als één club functioneert. 95% van de brandweer moet immers gewoon goed opgeleid en geoefend de repressieve taak kunnen uitvoeren in hun eigen vertrouwde omgeving. Deze omgeving is de wijk, het dorp of de stad waar we zo dicht mogelijk vanuit de lokale binding bij onze risico’s de brandweer moeten organiseren. De lokale binding komt voort uit het feit dat we als grote beroeps- en vrijwilligersorganisatie midden in de samenleving staan en dat wij onze repressieve taak kwalitatief waar kunnen maken in onze eigen woon- en leefomgeving. Als 2e is de verbinding met onze partners essentieel voor ons. De verbinding met de gemeenten, met andere operationele organisaties en met allerlei andere partners in de veiligheidswereld. We moeten goede werkafspraken maken met deze zogenaamde VIP-klanten. Een goed ‘herkenbaar’ product tegen een betaalbare prijs. En natuurlijk hoor ik ook wel vaak mensen roepen dat we ons werk niet meer goed kunnen doen als we niet vervlochten zijn in de gemeentelijke organisatie. Dat geld dan met name voor de vakgebieBrand&Brandweer

den Pro-actie en Preventie. Als we ambtelijke zijn ‘losgeknipt’ dan komen we niet meer ‘aan tafel’. Ik geloof niet in dat soort scenario’s; volgens mij kunnen we alleen ‘aan tafel’ komen als we vanuit onze kennis en expertise een toegevoegde waarde hebben en niet omdat we ook in dienst zijn van…………….. Als 3e en laatste succesfactor is daar natuurlijk het geld. Op dit moment hebben we twee verschillende financieringsbronnen, de gemeenten (ca. 70%) en het rijk (ca. 30%). De huidige dagkoers van het aantal gemeenten in Nederland is 443 en dat betekent dat we inclusief het rijk 443 financiers hebben voor onze brandweer. Al deze organisaties hanteren voor de hoogte van het bedrag andere spelregels waardoor de financiering van de rode kolom niet echt transparant is. En toch is het niet zo moeilijk, een rekensommetje op basis van de huidige taken: Als we voor onze begroting nu eens per inwoner € 50 rekenen dan kunnen we met een landelijke begroting van € 820 mljn. voor de brandweer volstaan (16,4 mljn. inwoners). Als we dat hier en daar opplussen met bovenregionale risico’s en landelijke taken dan kunnen we mikken op een begroting die we gemakshalve afronden op circa € 1 miljard. Gemiddeld zo’n € 40 mljn. per regio! Het zou mooi zijn als daarvoor dan één financieringsbron is met uniforme speregels. Met deze regels kunnen we dan, op basis van tevoren vastgestelde risicoprofielen, in heel Nederland elke burger een gelijkwaardige basisbrandweerzorg bieden. Helder, transparant en uit te leggen aan de burger! Natuurlijk ligt het niet overal zo simpel als hierboven omschreven maar als we goed ‘verbinding houden’ met onze eigen mensen en bestuurders, samen optrekken in Nederland en een duidelijke ‘stip aan de horizon’ neerzetten voor onze organisatie dan moet het gaan lukken. Ik wens u een uitdagend en vooral veilig 2009! Stephan Wevers Hoofdredacteur

nummer 1 januari 2009 5


ACTU EEL

fotografie: Peter Hofman

Brandweer Zoetermeer verrast door grote brand

Een bedrijfsverzamelgebouw in Zoetermeer is op 10 december volledig in de as gelegd. De brandweer werd kort na aankomst verrast door de snelle ontwikkeling van de brand. De lichte rookontwikkeling maakte al snel plaats voor grote dikke rookwolken. De brandweer was op dat moment al bezig met een binnenaanval. ‘Die hebben we meteen afgebroken. Het risico op een flash over vond ik te groot. En maar goed ook, want vijf minuten later stond het gebouwencomplex al in lichterlaaie’, aldus Officier van Dienst Mark Knaapen. Bij de brandweer van Zoetermeer komt rond 18.26 uur een melding binnen van binnenbrand in een bedrijfsverzamelgebouw. Binnen Haaglanden, waar brandweer Zoetermeer onder valt, wordt daarop standaard uitgerukt met twee TS’en, een redvoertuig en een Officier van Dienst. Als Knaapen kort na de melding bij het bedrijfsverzamelgebouw arriveert, lijkt de brand in eerste instantie mee te vallen. ‘Er was alleen lichte rookontwikkeling zichtbaar, voornamelijk uit een schoorsteen in het midden van het pand. 6

nummer 1 januari 2009

Daarnaast was er een beetje rook zichtbaar rondom de daklijsten’, aldus de OvD. Vanwege het tijdstip van de brand is er niemand in het gebouw aanwezig. De brandweer moest daarom de toegangsdeur van het pand openbreken. ‘Hierbij hebben we gebruik gemaakt van een heftruck van een nabijgelegen bedrijf.’ Op dat moment is het ook nog niet duidelijk op welke plek in het gebouw de brand woedt en welke bedrijven in het pand zijn gevestigd. ‘Daarom hebben de eerste TS ingezet bij een bedrijf op huisnummer 1 en de tweede TS ingezet op het naastgelegen bedrijf op nummer 3.’ Binnenaanval Al snel blijkt dat de brand woedt op het bedrijf op nummer 3. Een bevelvoerder is dan al gestart met een binnenaanval. Knaapen maakt een rondom verkenning om te kijken naar de stand van zaken. De brandweerman wordt verrast door de enorme ontwikkeling van de brand. ‘Op dat moment zag ik dat de rookontwikkeling in korte tijd ontzettend toenam en heb ik besloten om de binnenaanval te staken.’

De brandweerlieden die de binnenaanval hebben uitgevoerd, zijn net vijf minuten buiten als er een flash over plaatsvindt. ‘De binnenaanval staken was dan ook een goede beslissing. Maar daarbij moet wel gezegd worden dat het uitvoeren van een binnenaanval in eerste instantie wel verantwoord leek. Op dat moment waren de signalen dat het ging om een kleine beheersbare brand’, aldus Knaapen. Unit 3 is al snel uitslaand en ondanks de pogingen van de brandweer om de overige units te redden, slaat de brand toch binnen tien minuten over. ‘We wisten eerst niets over de bedrijven die gevestigd waren in het pand.’ Al snel werd duidelijk dat de brand was overgeslagen naar een technische groothandel in filters. ‘Er lagen allemaal papieren en kartonnen filters, en dan gaat de brand hard.’ Rook Een kwartier na de flashover komen de vlammen al uit het dak van de aangrenzende bedrijven en niet veel later stort dit deel van het gebouw in. Bij de brand komen grote zwarte rookwolken vrij. ‘Daarom zijn er vier meetploegen ingezet, om de concentratie gevaarlijke stoffen te meten. Er zijn wel gevaarlijke stoffen vrijgekomen, maar in zo’n lage concentratie dat er geen aanvullende maatregelen moesten worden genomen.’ De brandweer geeft rond 22.15 uur het sein brandmeester. In het heetst van de strijd zijn twee pelotons bezig met brandbestrijding. ’s Nachts zijn de pelotons tweemaal afgelost door een ‘vers’ peloton, inclusief commando. ‘We zijn daarna tot zeven uur ‘s ochtends bezig geweest met nablussen.’ De oorzaak van de brand is nog onbekend. De politie is nog bezig met een technisch onderzoek.

Sdu Uitgevers


ACTU EEL

Bouwmarkt niet altijd brandveilig Bouwmarkten zijn lang niet altijd brandveilig. Daarom moeten de brandveiligheidseisen voor deze gebouwen door het ministerie van VROM opnieuw onder de loep worden genomen. Dat stelt het Team Brandweer Onderzoek (TBO) naar aanleiding van een brand in een filiaal van Gamma in Doetinchem, afgelopen februari.

Grote brand Leiderdorp en Aalsmeer Op zondag 21 december heeft een zeer grote brand in Aalsmeer een opslag voor keukens en oldtimers in de as gelegd. En in de nacht van zondag op maandag 22 december ging een filiaal van C1000 in Leiderdorp in vlammen op. In Aalsmeer brak het vuur brak tegen drie uur ‘s middags uit. Rond kwart over zes gaf de brandweer het sein brand meester. De brandweer is echter de hele avond nog bezig geweest met nablussen. Het vuur veroorzaakte veel rookontwikkeling, waardoor het luchtalarm afging om bewoners te waarschuwen ramen en deuren gesloten te houden. De brandweer van Leiderdorp moest ‘s nachts in actie komen nadat er bij de alarmcentrale een automatische brandmelding binnen kwam. Kort daarop volgden diverse telefoontjes van omwonenden. Er werd opgeschaald naar middelbrand. Toen de eerste TS ter plaatse kwam heeft de bevelvoeder direct opgeschaald naar grote brand. Uiteindelijk is er opgeschaald naar zeer grote brand en GRIP 3. Er zijn circa 125 mensen geëvacueerd. De ambulancedienst heeft standby gestaan tijdens de inzet. De Leiderdorpse brandweer kreeg ondersteuning van diverse korpsen uit de regio.

Brand&Brandweer

Branden in winkelbedrijven met een grote oppervlakte kunnen zich veel sneller ontwikkelen dan de brandweer tot voor kort voor mogelijk had gehouden. Dat heeft de grote brand in een Gammavestiging in Doetinchem afgelopen februari bewezen. Uit het rapport van het Team Brandweer Onderzoek naar de Gammabrand blijkt dat de landelijke normen voor een Rooken Warmteafvoerinstallatie (RWA) niet afdoende zijn voor een winkelbedrijf met een groot vloeroppervlak. De RWA zorgt er voor dat er voldoende rook en warmte via speciale luiken het pand uit verdwijnt. Door de afvoer van warmte en rook kan de brandweer een pand binnen om de brand van binnenuit te bestrijden. In de bouwmarkt in Doetinchem was ook zo'n installatie aanwezig. Hoewel de

Gamma in kwestie aan alle wettelijke brandveiligheid eisen voldeed, waren de licht ontvlambare stoffen in de winkel onvoldoende beveiligd tegen brand. De brand en rook bij de bouwmarkt verspreidden zich namelijk veel sneller dan op grond van landelijke berekeningen was verwacht. Uit onderzoek van het TBO blijkt dat mogelijke effecten van licht ontvlambare stoffen zoals wasbenzine of terpentine bij een brand niet in de berekening van een RWA-installatie zijn meegenomen. Het brandonderzoeksteam wenst dat deze stoffen in een aparte brandveilige ruimte worden opgeslagen. Het rapport van de Gammabrand is met een begeleidende brief naar de ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken gestuurd.

Cartoon

nummer 1 januari 2009 7


ACTU EEL

Twee kinderen komen om bij brand Workum fotografie: Jaring Rispens

De brandweer krijgt meer ruimte bij het vaststellen van opkomsttijden bij incidenten. Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft hierbij wel een limiet vastgesteld. De brandweer moet in maximaal 18 minuten bij een incident ter plaatse zijn. Dit schrijft minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) aan de Tweede Kamer in haar Nota naar aanleiding van het nader verslag en een bijbehorende Nota van wijziging op het wetsvoorstel Veiligheidsregio's.

Bij een woningbrand in een huis in Workum zijn 14 december twee zusjes van 7 en 9 jaar oud om het leven gekomen. De ouders en twee andere kinderen wisten aan de brand te ontkomen. Pogingen van familieleden en buurtbewoners om de twee kinderen het huis uit te halen, zijn mislukt. De brand was te fel. De brand brak rond 23.00 uur in de houten vrijstaande woning in Workum. De woning brandde volledig af. Als de brandweer arriveert is de brand al uitslaand. ‘In eerste instantie zijn we wel naar binnen gegaan, maar doordat de leiding van de gasmeter was afgebroken, moesten we ons wel terugtrekken’, aldus Frans Stabel, commandant van brandweer Gaasterlân-Sleat. Als het gaslek in de woning onder controle is, gaat de brandweer alsnog de woning in om de twee zusjes te zoeken. De brandweer zocht in een slaapkamer op de eerste verdieping naar de meisjes, maar zonder resultaat. De temperatuur in de woning is dan al opgelopen tot ruim vijfhonderd graden Celsius en de brandweer wordt gedwongen om het zoeken te staken. Het duurt uren voor de brandweer het houten huis heeft geblust. Rond 5.00 uur ‘s ochtends is het vuur gedoofd en kan de brandweer het huis weer in om de lichamen van de beide kinderen te bergen. De gemeente Nijefurd heeft maandag 15 december een speciale informatiebijeenkomst gehouden voor de buurtbewoners. Op deze bijeenkomst wordt door de brandweer kort samengevat hoe de brand is verlopen. Volgens de brandweercommandant hebben de buurtbewoners echt alles gedaan wat mogelijk was om de twee kinderen uit het huis te halen. ‘Maar de meisjes waren echt niet meer te redden’, aldus Sabel. Onder de 120 bezoekers zaten ook enkele buurtkinderen. ‘Voor deze kinderen is de brand een behoorlijke traumatische ervaring. We hebben daarom met de school afgesproken dat we na de kerstvakantie aan de kinderen voorlichting gaan geven’, aldus Stabel. Over de oorzaak van de brand is nog niets bekend. ‘Het enige wat we zeker weten is dat de brand is ontstaan in de bijkeuken waar ook een droogtrommel, wasmachine en verwarmingsketel stonden.’

8

Brandweer binnen 18 minuten ter plaatse

nummer 1 januari 2009

De brandweer moet standaard binnen een vast aantal minuten bij een brand of ander incident ter plaatse kunnen zijn. In veel gevallen is dat binnen acht minuten na uitrukken, maar dat verschilt per soort gebouw. In dunbevolkte gebieden of bij bepaalde omstandigheden kan de brandweer ervoor kiezen om de maximale aanrijtijd langer te maken. Bijvoorbeeld in dunbevolkte gebieden waar de afstanden lang zijn en de hoge kosten niet opwegen tegen de risico’s. De verplichte aanrijtijden mogen op regionaal niveau worden afgesproken.

Advies voor defensieve inzet bij industrieel pand De bestuurscommissie Regionale Brandweer&GHOR Groningen heeft alle gemeenten in de regio Groningen geadviseerd om bij brand in een industriepand te kiezen voor een defensieve inzet. De bestuurscommissie komt met dit besluit naar aanleiding van het rapport van de commissie Helsloot over de brand in De Punt. Hierin staat dat de meeste dodelijke slachtoffers onder brandweermensen vallen bij binnenaanvallen in industriële gebouwen. Ook staat er in het rapport van de commissie Helsloot te lezen dat er in de meeste situaties vaak geen sprake was van een redding of een succesvolle schadebeperkende inzet. In Groningen wil de bestuurscommissie van de Regionale Brandweer en de GHOR Groningen daarom dat er gekozen wordt voor een defensieve inzet. Dit houdt in dat de brand alleen van buitenaf wordt bestreden. Als het besluit wordt opgevolgd heeft dit consequenties voor de korpsen. De brandweerkorpsen mogen dan alleen bij industriële gebouwen naar binnen gaan als er directe aanleiding voor is. Bijvoorbeeld als er slachtoffers in het gebouw aanwezig zijn of als de veiligheid van de brandweerlieden niet in het geding is.

Sdu Uitgevers


ACTU EEL

Samenwerkingsverband BOGO en Brandweertrainingen Nederland B.V.

fotografie: Brandweertrainingen.nl

De gemeente Haarlemmermeer telt 5300 woningen die mogelijk brandgevaarlijk zijn. Dat blijkt uit een eerste inventarisatie van de gemeente. De gemeente neemt deze stap na de brand afgelopen zomer, waarbij acht woningen in Hoofddorp in vlammen opgingen. De bewoners van de 5300 huizen zijn per brief op de hoogte gesteld.

Hans de Nas, links, Directeur Brandweertrainingen Nederland B.V. en Herry Ester (Directeur BOGO) elkaar met de nieuwe samenwerking.

De Stichting Brandweer Opleidingen Gelderland Overijssel (BOGO) en Brandweertrainingen Nederland B.V. (Brandweertrainingen.nl) gaan samenwerken. Het doel van deze samenwerking is de kwaliteit van het opleiden en oefenen van de brandweer te verbeteren. De beide partijen zullen vooral gebruik maken van elkaars expertise. Als opleidingsinstituut heeft BOGO veel ervaring in huis die in de oefencentra, die zijn

aangesloten bij Brandweertrainingen.nl, toegepast kan worden. Voor de praktijklessen van diverse opleidingen kan BOGO weer gebruik maken van de oefencentra van Brandweertrainingen.nl. Doordat beide partijen ook een samenwerking hebben met VeiligheidsPaspoort.nl ontstaat de mogelijkheid de registratie voor zowel opleiden als oefenen met elkaar te integreren.

Ed Oomes legt functie als Lector Brandweerkunde neer Ed Oomes heeft per 1 januari 2009 zijn functie als lector Brandweerkunde neergelegd. De reden hiervoor is dat Oomes niet langer zijn baan als commandant van brandweer Schiphol kan combineren met zijn werkzaamheden voor het lectoraat. Oomes was sinds 2006 als lector Brandweerkunde aan de Brandweeracademie verbonden. Het lectoraat Brandweerkunde was destijds het eerste van de inmiddels drie lectoraten van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra. Als lector Brand&Brandweer

5300 risicovolle gebouwen in Haarlemmermeer

Brandweerkunde heeft Ed Oomes zich gericht op het ontwikkelen van een conceptueel model voor brandbestrijding (de sturingsdriehoek). Brandgedrag vormde daarvoor de basis. Bij het bouwen van het conceptuele model stond het operationaliseren van de belangrijkste doelen van brandbestrijding -redding en schadebeperking- centraal. Naast de branddriehoek is nu ook de sturingsdriehoek een algemeen geaccepteerd model. Sinds 2008 heeft Oomes een column in Brand&Brandweer.

Het gaat om twaalfhonderd huur- en koopwoningen met platte daken en 4100 huurwoningen met zadeldaken. Deze huizen zijn gebouwd voor 1980 en hebben tussenmuren die niet tot het dak zijn doorgebouwd. Het is nog onduidelijk of deze woningen hetzelfde risico op branddoorslag hebben als de acht afgebrande woningen in Hoofddorp. Door onderzoek naar de bouwtekeningen en inspectie ter plekke moet duidelijk worden welke woningen wel en welke niet brandgevaarlijk zijn. De gemeente verwacht daarover begin april duidelijkheid te hebben. Als de inventarisatie en het verdere onderzoek zijn afgerond, wordt per complex van daadwerkelijke risicowoningen een technisch plan van aanpak gemaakt. De gemeente doet dit in samenwerking met woningbouwcorporatie Ymere. Vergelijkbare particuliere woningen in de omgeving worden meegenomen in het plan van aanpak.

nummer 1 januari 2009 9


Brand van de maand

10

nummer 1 januari 2009

Sdu Uitgevers


foto: Erald van der Aa

Brand van de maand

Grote brand in Moerdijk treft opnieuw bedrijf Labee Er wordt direct groot alarm geslagen als op 6 december in het houtverwerkingsbedrijf Labee in Moerdijk een brand wordt ontdekt. Het bedrijf verwerkt houtafval tot korrels en een kleine brand kan al leiden tot grote stofexplosies. In het verleden is Labee tot tweemaal toe uitgebrand, waarbij drie doden zijn gevallen. Brandweer Moerdijk rukt daarom meteen groot uit. Ondanks de vele voorzorgsmaatregelen brandt de loods toch volledig af. De verwachte en gevreesde stofexplosies blijven uit.

Brand&Brandweer

nummer 1 januari 2009 11


Brand van de maand

foto: Erald van der Aa

H

door Neeltsje Marije de Boer

et is iets voor half zeven s’avonds als er bij brandweer Moerdijk een automatische melding binnenkomt van Energy Pellets, een fabriekshal waar houtsnippers tot stof worden vermalen. Dat stof wordt vervolgens in een ander bedrijf van de Labee groep weer samengeperst tot korrels die gebruikt worden als brandstof voor (groene)energiecentrales. Energy Pellets is een van de vier bedrijfsonderdelen van het houtverwerkingsbedrijf Labee. ‘Bij deze firma komen altijd bepaalde gevoelens los. Als we er heen moeten voor een automatische melding is het negen van de tien keer ook raak’, aldus Sjoerd de Jonge, Officier van Dienst bij brandweer Moerdijk. Het is niet de eerste keer dat er bij de firma Labee een brand woedt. In 1996 is de net gevestigde fabriek in Moerdijk ook tot de grond toe afgebrand. In 1993 zat het bedrijf nog in Langerak en toen zijn er bij een brand in de houtverwerkingsfabriek drie mensen om het leven gekomen, waaronder twee brandweerlieden. ‘Dat hou je wel in je achterhoofd als je naar het bedrijf toegaat. Het bedrijf staat onder strenge toezicht van de provincie en wordt jaarlijks diverse malen gecontroleerd op veiligheid. Dat is niet voor niets. Er hoeft in het proces maar een vonkje bij de productielijn te komen en er ontstaat een brand.’ Om brand tegen te gaan is er bewaking in de productstroming. Er zitten ingebouwde blussystemen in de productielijn die bij brand de productielijn

12

nummer 1 januari 2009

volspuiten met water. Labee probeert alle bedrijfsonderdelen zo goed mogelijk te beveiligen. ‘Het is voor het bedrijf belangrijk om het brandrisico zo laag mogelijk te houden.’ Op het moment van de brand zijn er twee werknemers van Labee aanwezig. ‘Zodra ze doorhadden dat er brand was, hebben ze groot alarm geslagen en ze zijn er verder zonder kleerscheuren vanaf gekomen.’

Een voordeur en drie panelen waren uit het gebouw gedrukt, vermoedelijk als gevolg van een stofexplosie. Eerste melding Bij de eerste melding rukken meteen twee TS’en uit van posten Moerdijk en Klundert. Bij het aanrijden in zijn dienstauto ziet de OvD al grote rookwolken boven het industrieterrein verschijnen. Het wordt direct duidelijk dat het om een grote brand gaat. ‘Toen we aankwamen bij Labee was het vuur in een stuk van de loods al uitslaand. Een voordeur en drie panelen waren uit het gebouw gedrukt, vermoedelijk als gevolg van een stofexplosie. Het was wel duidelijk dat we niet meer naar binnen konden.’ Er Sdu Uitgevers


wordt opgeschaald naar ‘grote brand’, het is dan ongeveer 18.44 uur, een kwartier na de eerste melding. Er wordt een derde TS gevraagd van de blusgroep Zevenbergen. Vanwege het gevaar voor een stofexplosie wordt besloten om geen binnenaanval te doen. Twee TS’en worden ingezet om te zorgen dat het vuur niet overslaat naar de buurbedrijven. De derde TS is links voor bij de loods geplaatst bij de afzuiginstallatie, waar de brand woedt. Waterkannonnen Met waterkannonnen wordt de achterkant van de loods nat gehouden. Deze grenst weer aan een andere loods van hetzelfde bedrijf. Na de brand van 1996 is het bedrijf opgesplitst in vier onderdelen, die ook elk in een aparte fabriekshal zitten. Dit om te voorkomen dat bij een volgende brand opnieuw het hele bedrijf verwoest zou worden. Naast de loodsen staan bovendien silo’s vol met producten van hout. Om de overige loodsen van Labee en de silo’s te redden, wordt besloten om de derde TS daar op in te zetten. Er ligt bij de loods een geboorde put van het bedrijf. ‘We wisten niet hoeveel water hierin zat, dus hebben we om een 4e TS gevraagd uit Standaardbuiten. Die moest voor watervoorziening zorgen.’ Rond 18.53 uur schaalt De Jonge daarom op naar ‘Zeer grote brand’. Dan blijkt de buurman gasflessen te hebben. ‘Een gevaarlijke situatie die extra aandacht verdiende. Daarom hebben we rond 18.56 uur een hoogwerker uit Roosendaal laten komen en deze met waterkanonnen op dit punt neergezet.’

We zijn uiterst voorzichtig te werk gegaan, want er lag maar liefst 400 ton grondstof in de loods. Vuur en vlam Rond 19.15 uur staat de loods volledig in brand. De loods is dan niet meer te redden. Binnen tien minuten is de loods volledig uitgebrand. De constructie blijft staan, maar de gevel en dakbeplating zakken in. Dat verbaasde De Jonge totaal. ‘Ik had verwacht dat de constructie door de hitte zijn mechanische sterkte zou verliezen.’ Doordat de zijbeplating en de dakbedekking nog steeds op de loods zitten, heeft de brandweer weinig tot geen zicht op de binnenkant van de loods. ‘Alleen door enkele gaten in het dak en van de deur konden we naar binnen kijken en spuiten.’ De Jonge moest toen een keuze maken tussen alsnog een binnenaanval uitvoeren of alleen nablussen en nathouden? ‘We hadden het dodelijk ongeval van 1993 nog duidelijk op ons netvlies staan. In de loods loop je extra risico op explosies dus wilden we geen gekke dingen doen. Ik besloot daarom in overleg met de HOvD om niet naar binnen te gaan, maar om de loods gecontroleerd te laten uitbranden.’ Het bedrijf Labee bestelt via de verzekering een kraan die de zijbeplating van de loods afhaalt. Zodat de eenheden zicht kregen op wat er aan de binnenkant van het gebouw afspeelde. Het is 22.00 uur als de brandweer het sein brandmeester geeft. De blusploeg van Standaardbuiten gaat dan terug naar huis. ‘Zij kwaBrand&Brandweer

foto: ruud pruyssers

Brand van de maand

men, samen met een extra blusploeg van Zevenbergen om 3.00 uur s’nachts terug om de eenheden van Klundert, Moerdijk en Zevenbergen af te lossen.’ Binnen Na de aflossing besluit de brandweer toch een kijkje te nemen in de loods. ‘We hadden in de tussentijd alles goed natgehouden. En hadden van te voren gekeken met warmtebeeldcamera’s waar de brandhaarden zich bevonden. We zijn uiterst voorzichtig te werk gegaan, want er lag maar liefst vierhonderd ton grondstof in de loods’, vervolgt de OvD. De Jonge was wel bang voor een herhaling van de brand in 1993. ‘Overal in het bedrijf liggen stofdeeltjes en houtsnippers. Een erg gevaarlijke situatie. De tactiek was dan ook om de loods zo nat mogelijk houden en zo wervelingen en het ontstaan van stofexplosies te voorkomen.’ Grote stofexplosies zijn dan ook verder uitgebleven. ‘In het begin hebben we een paar grote klappen gehoord, maar we denken dat het de banden van de oplegger, die in de loods stond, zijn geweest.’ Zondagmiddag om 17.00 uur is het blussen gestaakt. Terugkijkend naar de brand zou de OvD een paar besluiten misschien anders doen. ‘We hebben heel lang lopen nablussen, terwijl er eigenlijk geen gevaar meer was. We hadden achteraf gezien, misschien wel eerder moeten stoppen en het werk over moeten dragen aan een bedrijf. Nu hebben we zeven uur met twee vrijwillige posten moeten blussen. Als de pieper dan vlak daarna nog een keer gaat, komen ze echt niet allemaal meer uit bed voor een oproep. Het houdt een keer op.’ Oorzaak De oorzaak van de brand is op het moment van ter perse gaan van dit nummer nog onbekend. De Jonge heeft echter wel een idee hoe de loods is de brand is geraakt. ‘De twee aanwezige werknemers hadden net een grote bak hout door de shredder gedaan. Ik vermoed dat er een groot stuk metaal in de bak hout terecht is gekomen, die gezorgd heeft voor een vonk. Waarschijnlijk stond het hout in de productielijn al in brand voor het door de hamermolen is geweest. Er is wel een blussysteem, maar die is bevestigd na de hamermolen en bedoeld voor beginnende brandjes. Een hele brandende productielijn is teveel voor het systeem’, besluit De Jonge. De schade voor het bedrijf ligt tussen de twee en de drie miljoen euro. De eigenaar is van plan om de loods weer op te bouwen. ■ nummer 1 januari 2009 13


bestuur en organisati e

De uitdagingen van Een jaar voorzitterschap van de NVBR zit erop voor Caroline van de Wiel. Hoewel ze het werk erg leuk vindt, kijkt ze ook een beetje met een gemengd gevoel terug op het eerste jaar. Brand&Brandweer ging in gesprek met de vrouw die soms een pas op de plaats moet maken omdat ze met twee petten op zit. En de vrouw die energie krijgt door de grote bereidheid van veel brandweerlieden. Met haar bespreken we de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar en blikken vooruit. Wat gaat 2009 ons brengen?

Z

Door Jolanda Haven

aken bewerkstelligen die het vak aangaan en de brandweer in Nederland beter positioneren. Dat zijn nog altijd grote uitdagingen voor Caroline van de Wiel. Hoewel ze sinds 2006 bij de brandweer zit, stapte ze redelijk blanco in het vak als voorzitter van de NVBR. ‘Ik ben daarom ook een andere voorzitter dan mijn voorganger, zeker qua deskundigheid’, aldus Van de Wiel. ‘Taken binnen de NVBR zijn nu anders verdeeld. De betrokkenheid van de Raad van Regionale Commandanten is vergroot. Zij zitten meer op de inhoud en ik begeleid het proces.’ En dat doet ze nog met veel plezier. ‘Wat niet altijd gemakkelijk is, is dat je als voorzitter boven de partijen staat. Ik ben voorzitter van de NVBR maar ik ben ook Regionaal Commandant van Amsterdam-Amstelland. Als de mening van mijn eigen korps afwijkt van die van de NVBR zit ik met twee petten op. En dan merk ik, dat ik mij wel eens inhoud als er zaken worden besproken, omdat ik ook aan het belang van anderen moet denken.’ Naast haar baan als Regionaal Commandant kost het voorzitterschap veel tijd. Anderhalf tot twee dagen is ze per week kwijt als voorzitter. ‘Dat weet je als je eraan begint maar als je dan echt in het werk zit, valt het soms tegen. Gelukkig vang ik vaak twee vliegen in één klap, want zaken die binnen de NVBR spelen, spelen ook in mijn korps. Wat ik geleerd heb binnen de brandweer is dat je geduld moet hebben als je iets wilt bereiken. Elk project, elke stap, elke verandering. Alles kost tijd. Neem als voorbeeld het project Kwaliteit Brandweerpersoneel’, zucht Van de Wiel. ‘En dat is wel eens frustrerend. Gelukkig krijg ik veel energie door het overweldigende enthousiasme van veel brandweerlieden. Nog steeds kijk ik met bewondering naar de betrokkenheid van deze mensen. Mensen die welwillend zijn en dat geeft mij energie.’ Hoogte en dieptepunten 2008 kent zowel ups als downs. De dood van vier brandweerlieden in één jaar tijd als dieptepunt. En de start van de Strategische Reis als hoogtepunt. Het duikongeval in Terneuzen en de drie brandweermannen die bij De Punt om het leven kwamen, heeft veel impact gehad op de direct betrokken korpsen maar ook op de brandweer als organisatie. ‘Ik heb achting voor

14

nummer 1 januari 2009

de mensen die nauw betrokken zijn geweest bij de uitvaart. Er is zoveel verdriet en het heeft zoveel impact op een korps. Het is indrukwekkend om te zien hoe er wordt omgegaan met het verlies van een directe collega’, aldus Van de Wiel. ‘We slaan ons zelf niet graag op de borst maar er zijn genoeg zaken waar we best trots op mogen zijn. Waar ik bijvoorbeeld trots op ben ik dat de brandweer een eerlijke organisatie is. We houden niet de schijn op. We hebben het over zaken die er toe doen. Hoewel we niet altijd veranderingsgezind zijn, zijn we wel welwillend en open. Misschien staan we wel teveel open voor impulsen van buitenaf waardoor dat effect kan hebben op je organisatie die je eigenlijk niet wil.’

Samen met de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers wil de NVBR in gesprek gaan om de stem van de vrijwilligers invloed te geven. De Strategische Reis ‘Het hoogtepunt van het afgelopen jaar is voor mij de start van de Strategische Reis’, zo gaat Van de Wiel verder. ‘Dit is een project waarbij door verschillende deskundigen uit het veld gekeken wordt naar de toekomst. Hoe ziet de brandweer er over een aantal jaar uit? Het huidige bedrijfsmodel van de brandweer loopt tegen zijn grenzen aan. Hoe kunnen we de toenemende complexiteit in de samenleving blijven beheersen en bedienen? Denk aan de bouw van steeds ingewikkeldere tunnels, hogere gebouwen die als paddestoelen uit de grond schieten en nieuwe gevaarlijke stoffen. Als organisatie moet je mee veranderen.’ Het betekent niet dat de brandweer er over vijf jaar al heel anders uitziet. Nee, het is een proces wat geleidelijk verloopt. Er liggen nu vier extreme toekomstbeelden. Als eerste strategie: De nachtwaker. Door technologieën zoals rookmelders, sprinklers en Sdu Uitgevers


bestuur en organisati e

ingebouwde veiligheidssystemen zullen kleine brandjes in de toekomst tot het verleden behoren. De grootste bedreiging wordt dan grootschalige ontwrichting van de maatschappij in het geval dat het toch uit de hand loopt of dreigt te lopen. Voor dit geval is een organisatie nodig die als laatste redmiddel kan fungeren. Haar taak is dan deëscalerend op te treden en domino-effecten te voorkomen. De tweede optie is dat de brandweer een mantelorganisatie wordt. Met andere woorden, ga je de brandweer breder inzetten? Ga je je pijlen ook richten op sociale veiligheid en de medische wereld. Het derde beeld is dat de brandweer meer aan de voorkant gaat zitten. Dus aan de pro-actie kant en dus meer de regie gaat voeren. Of trekt de brandweer zich terug. Dat is de vierde optie. En zorgt zij ervoor dat de samenleving door kan gaan als er een grote crisis is. Ofwel zorgt zij dat de continuïteit wordt gewaarborgd. Bij een grieppandemie, een enorm verkeersinfarct waardoor veel hoofdwegen onbegaanbaar zijn. ‘Dit zijn vier extreme beelden, waar we nu mee verder moeten’, aldus de voorzitter. ‘Het is niet zo dat één van die beelden het toekomstplaatje van de brandweer weergeeft. Maar filosoferen over de toekomst geeft veel inspiratie hoe je je organisatie in zou moeten richten.’ In mei dit jaar komt het Veiligheidsberaad en de RRC bij elkaar en wordt besproken wat er verder gaat gebeuren.

foto: brandweer Amsterdam-Amstelland

2009

‘We slaan ons zelf niet graag op de borst maar er zijn genoeg zaken waar we best trots op mogen zijn. Speerpunten voor 2009 Naast de Strategische Reis zijn ook de vrijwilligers een belangrijk punt in 2009. Daarom heeft de NVBR de taskforce vrijwilligers opgericht. Samen met de vakvereniging brandweervrijwilligers wil de NVBR in gesprek gaan om de stem van de vrijwilligers invloed te geven. Van de Wiel: ‘Ik vind het mooi om te zien hoe Cees van Beek de stem van de vrijwilliger kleur en kracht geeft. Ik ken veel vrijwilligers die leven voor de brandweer en er elk vrij uurtje aan besteden.’ De brandweer heeft steeds meer vrijwilligers nodig. Eigenlijk zou elke Nederlander vrijwilliger moeten zijn. ‘Dat is uiteraard een utopie maar de reden waarom ik dit zeg is, hoe meer vrijwilligers er zijn, hoe groter de bewustwording en hoe groter de zelfredzaamheid wordt. Mensen moeten er niet zonder meer vanuit gaan dat de overheid hen te allen tijde kan helpen.’ Daarnaast speelt de regionalisering die voor veel regio’s de nodige tijd en energie kost en het FLO akkoord waarvan de uitvoerbaarheid nog steeds ter discussie staat. ‘De uitvoerbaarheid van het FLO is in de uitvoering erg complex gemaakt, en daar zal aan Brand&Brandweer

‘Waar ik bijvoorbeeld trots op ben ik dat de brandweer een eerlijke organisatie is. We houden niet de schijn op. We hebben het over zaken die er toe doen.’

gesleuteld moeten worden’, aldus Van de Wiel. Hoewel het NVBR congres nog maar net achter de rug is, is het thema voor het volgende congres al bekend. Het wordt ‘Kiezen en Delen’ en zal in Eindhoven gehouden worden. Van de Wiel: ‘Er is voor dit thema gekozen om eens naar externe partijen te kijken en te leren van andere partijen. Defensie bijvoorbeeld of de luchtmacht. En als we specifiek naar Eindhoven kijken dan zit daar grote bedrijven als Philips en DAF waar wij als brandweer veel van kunnen leren.’ ■

nummer 1 januari 2009 15


Applicom Zeker in brandveiligheid!

UÊ UÊ UÊ UÊ

`Û ÃiÀ } *À `ÕVÌi Ì>}i " `iÀ Õ`

BOUWKUNDIGE BRANDPREVENTIE

Hulzenseweg 10-20 UÊNijmegen UÊT: +31 (0)24 35 22 571

www.applicom.nl

j Êi ÌÀiiÊi Êjj Ê>> ëÀii «Õ ÌÊ ÊLÀ> `«ÀiÛi Ì i

16

nummer 1 januari 2009

Sdu Uitgevers


PU NT EDU

Ed Oomes is de nieuwe columnist van Brand&Brandweer. Veel brandweermensen kennen hem als ome Ed. Maar in B&B maakt hij een nieuwe start onder de naam Punt Edu. Waarom hij voor die naam heeft gekozen en wat u van hem kunt verwachten, leest u in zijn eerste stuk: Punt Edu

Automaat ‘U roept en wij komen’. Dat is in het kort het adagium van de brandweer. Een heel mooi adagium, al zeg ik het zelf. Opkomen voor de burger in nood, bij nacht en ontij, door weer en wind en te allen tijde. En dat voor gemiddeld €56 per inwoner per jaar, een koopje. Zelfs het lidmaatschap van de ANWB (inclusief woonplaatsservice) is hoger: €70 per jaar.

N

ou vertekenen gemiddelden wel altijd een beetje. Als u in een jaar geen brandweer bestelt, betaalt u toch 56 euro. Dat is een hoop geld voor niets. Als u echter dagelijks brandweerzorg nodig heeft, betaalt u nog steeds die 56 euro. Te goedkoop voor woorden, voor dat bedrag komt de loodgieter slechts voorrijden en doet hij verder niets. Overigens geldt dat voor de brandweer eigenlijk ook. In 2007 kwamen er 108.000 brandmeldingen binnen, waarvan er bijna 61.000 (56%) loos waren. Stel je eens voor dat meer dan de helft van de mensen die in de rij bij de bakker staat, geen brood koopt. Daar wordt de bakker niet blij van, zo kan je geen zaak runnen. Toch doet de brandweer dat wel. Wij blijven met volle bak rijden, elke keer weer. Als je per uitruk variabele kosten maakt, zoals bij veel vrijwillige korpsen, dan ben je snel door je euro’s heen. Nog wat gegevens om het vraagstuk scherper te krijgen. Van de 61.000 loze meldingen kwam 86% binnen via een BMI, een brandmeldinstallatie. In de praktijk zijn de BMI meldingen niet netjes verdeeld over alle aansluitingen. Elk verzorgingsgebied kent zijn veelgebruikers waar het loze meldingen betreft. Dat is in het buitenland net zo. In Engeland is onlangs een onderzoek afgerond naar loze meldingen. De vraag was of men niet moest stoppen met het rijden op automaten, gezien het grote aantal loze uitrukken. Het bleek dat de voorkomen schade in die gevallen dat er wel degelijk brand was, ruimschoots op weegt tegen de neppers. Wel werd aanbevolen om de eerste uitruksterkte naar beneden bij te stellen: minder wielen naar de automaat. Dat verhoogt ook nog eens de verkeersveiligheid. ‘U roept en wij komen met minder auto’s’.

Brand&Brandweer

Volgens mij kunnen we meer doen. In de Brandweerzorgnorm werd tot nu toe uitgegaan van klussen met een minimum voorgeschreven aantal voertuigen en mensen. Een klus is de beschrijving van een brand in een bepaald type gebouw, met de daarvoor benodigde mensen en middelen. Bijvoorbeeld: ‘redden van aanwezigen in brandcompartiment, snelle redding van andere hotelgasten, beheersen brand in 1 uur met hoge druk. Benodigde uitruk is 2 TS en 1 RV’. De zorgnorm gaat er daarbij van uit dat er daadwerkelijke een klus is: een gekwalificeerde brand. Loos alarm wordt niet meegenomen in het systeem. Met het toenemende aantal BMI’s en het feit dat 86% van de automatische meldingen loos is, zou je een BMI melding als separate klus in de brandweerzorgnorm kunnen opnemen. Je zou dan zelfs rekening kunnen houden met de risico’s van gebouwtypen, met de preventieve toestand van een gebouw, of er een BHV is, met de kans op overslag en de opkomsttijd van een tweede voertuig, enzovoorts. Dat zou er toe kunnen leiden dat je bijvoorbeeld een BMI melding als klus definieert met een TS4, of met één TS6 bij hoog risico. ‘U roept en wij komen met minder auto’s en mensen’. Een nog verstrekkender maatregel is om niet meer direct uit te rukken naar panden die (te) veel loze meldingen genereren. Als het aantal loze meldingen in een bepaald object zo hoog is dat de kans groot is dat elke alarmering een nieuwe loze uitruk oplevert, heb je een goed argument om niet direct te gaan rijden en eerst de betreffende instelling zelf een onderzoek te laten instellen. Daarmee maak je de uitruk dus risico-gestuurd. Je neemt de kans op een loze melding mee in de beslissing of je gaat rijden en met hoeveel je gaat rijden. Vanzelfsprekend zijn betrouwbare data dan van belang, en ook het risico van het pand moet je in je overweging betrekken. Waarbij de exploitant trouwens ook een eigen verantwoordelijkheid heeft voor een veilige bedrijfsvoering. Maar een hotel met goede preventieve voorzieningen en een BHV, die twee keer per dag loos alarmeert, kan best zelf zijn eigen boontjes doppen, zeker overdag. ‘U roept en wij komen als er echt iets is’. ■ Ed Oomes

nummer 1 januari 2009 17


bestuur en organisati e

De regionale brandweer RotterdamRijnmond heeft een hectisch jaar achter de rug. Door de regionalisering fuseerden twintig gemeentelijke korpsen tot een grote regionaal aangestuurde organisatie. Inmiddels zijn we alweer een jaar verder. Brand&Brandweer sprak met regionaal commandant Elie van Strien over zijn ervaringen met de regionalisering.

fotografie: Regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond

Eén jaar regionalisering brandweer Rotterdam-Rijnmond

O

Door Neeltsje Marije de Boer

p 1 januari 2008 ging brandweer RotterdamRijnmond van start als regionale brandweerorganisatie. ‘Een enorme stap, waaraan twee jaar voorbereiding voorafging’, aldus Elie van Strien, regionaal commandant van het korps Rotterdam-Rijnmond. ‘We hebben maar liefst achttienhonderd vrijwillige en beroepsbrandweerlieden op 45 verschillende locaties. Om hiervan een gestroomlijnde organisatie te maken, is een enorme klus die nog lang niet af is.’ Het eerste jaar was Van Strien voornamelijk bezig om de reorganisatie vorm te geven. ‘Dit is best moeilijk. Ik heb besloten om de informatie zelf te verstrekken. Ik heb tachtig keer op de zeepkist gestaan om alle brandweerlieden zoveel mogelijk persoonlijk toe te spreken.’ Voor de komst van de regionalisering hadden alle postcommandanten al met het personeel over de regionalisering gesproken. ‘Natuurlijk zijn er altijd mensen die kritiek hebben op veranderingen. Nu is het beeld dat alle beslissingen worden genomen vanuit een grote toren. Dat is niet waar, en dat moet je dan ook uitleggen aan de mensen. Je kunt het alleen niet altijd iedereen naar de zin maken.’ Elke dag een spreekuur houden voor achttienhonderd werknemers is niet te doen. Daarom organiseert Van Strien elke twee maanden een ‘ronde tafel gesprek’ waarvoor iedereen in de brandweerorganisatie zich kan opgeven. ‘Ik wil niet de onbekende commandant zijn van de 23ste verdieping. Ik wil rechtstreeks contact hebben met mijn mensen.’ Tijdens deze ronde tafelgesprekken kunnen brandweerlieden vragen stellen en onderwerpen bespreken. ‘Alle opmerkingen en vragen die tijdens deze gesprekken aan de orde komen, behandel ik serieus. We proberen altijd tot een oplossing te komen. In het begin kreeg ik veel vragen en kritiek op de regionalisering, maar dat is nu redelijk voorbij.’

18

nummer 1 januari 2009

Elie van Stien, regionaal commandant van het korps Rotterdam-Rijnmond

‘Ik wil niet de onbekende ­commandant zijn van de 23ste verdieping.’ Regionalisering Slechts in een paar andere regio’s is de regionalisering een feit. Toch wilde Rotterdam-Rijnmond regionaliseren.‘Er waren voor ons twee redenen voor de regionalisering. Ten eerste: kwaliteit en ten tweede het feit dat de vrijblijvendheid weg moet. Een lokaal korps kan tegenwoordig niet meer alleen functioneren in de wereld van nu. Veel burgemeesters en commandanten die dat wel van mening zijn, kijken niet verder dan een brand in een prullenmand. Maar als er een groot incident is, ben je afhankeSdu Uitgevers


bestuur en organisati e

‘De keerzijde is dat je als post je eigen identiteit verliest’ De regionalisering is niet aan Marleen Kouwijzer voorbij gegaan. Zij is al elf jaar vrijwilliger bij brandweer Hellevoetsluis en daarnaast sinds 2001 beroeps bij brandweer Spijkenisse. ‘Als beroeps merk je weinig van de regionalisering, maar voor de vrijwilligers zijn er sindsdien wel veel dingen veranderd. Alles is groter opgezet en dat is ook wel goed, want dan kun je de brandweerorganisatie naar een hoger niveau brengen. De keerzijde is dat je op die manier als brandweerpost wel snel je eigen identiteit verliest. Vroeger regelden we in Hellevoetsluis veel zaken zelfstandig of met de gemeente. Nu komt alles van de veiligheidsregio, de lijnen zijn een stuk langer geworden en het apparaat groter en logger. Als je wat wilt, duurt het ook langer. Sinds de regionalisering zijn ook de regels voor de brandweer aangescherpt, vooral voor het duiken. Deze professionalisering van de brandweer betekent ook extra werkdruk voor de vrijwilligers. We moeten extra oefenen vanwege dit specialisme, meer studeren etc. en dat is vrij zwaar. Vergeet niet dat vrijwilligers het werk van de brandweer vaak combineren met een fulltime baan en een gezin. Dat wordt steeds moeilijker. Er zitten ook wel goede kanten aan de regionalisering. Bijvoorbeeld het feit dat iedereen op dezelfde manier oefent en taken uitvoert, is voor de samenwerking tussen verschillende korpsen erg belangrijk. De vrijwilligers mogen dan nog niet helemaal achter de regionalisering staan, maar we zijn en blijven allemaal erg gedreven en willen graag ons vak blijven uitoefenen.’

lijk van je buurgemeente(n) voor assistentie. Dan is het heel belangrijk dat zij dezelfde werkwijze hebben en dat de kwaliteit van de hulpverlening goed is.’ Om als regio stappen vooruit te komen in de kwaliteit moet de vrijblijvendheid worden uitgebannen. Als regionaal commandant liep Van Strien voor de regionalisering al tegen de consequenties van deze vrijblijvendheid aan bij het nemen van regionale besluiten. De gemeente had uiteindelijk het laatste woord. Met als resultaat dat lang niet alle gemeenten het besluit van de regio overnamen. ‘Zo kom je dus geen stap verder.’ Een voorbeeld hiervan is het AED-apparaat op de TS. De regio Rotterdam-Rijnmond wilde graag dat alle TS-en in de regio werden uitgerust met een AED-apparaat. ‘Zeven korpsen in de regio besloten niet mee te doen.’ Een keuze waar Van Stien niet bepaald achter stond. ‘Hoe kun je de burgers uitleggen dat het ene deel van de regio wel een AED-apparaat op de TS heeft zitten en de ander niet? Kortom dat het ene korps meer hulp kan bieden dan de andere?’ De inkt van het regionaliseringscontract was nog maar net droog toen er door de regio werd besloten om iedere auto te voorzien met een AED. ‘Inmiddels heeft de regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond zestig mensen met het AED- apparaat geholpen. Uit onderzoek is gebleken dat deze slachtoffers het zonder de AED van de brandweer niet hadden gered.’ De grote organisatie heeft ook veel voordelen. Per jaar worden er Brand&Brandweer

De regio Rotterdam-Rijnmond heeft achttienhonderd vrijwillige en beroepsbrandweerlieden op 45 verschillende locaties.

‘De kazerne staat er niet voor het personeel, maar voor de burgers en dat vergeten ­sommige brandweerlieden wel eens.’

tien tot vijftien brandweervoertuigen besteld voor de regio. De regio kan nu groot inkopen en krijgt nu veel korting. ‘Een commissie van dertig brandweerlieden beslist mee over de aanschaf van de voertuigen. We kunnen helaas niet achttienhonderd mensen om de mening van een voertuig vragen.’ Om de kwaliteit van het brandweerpersoneel gelijk te houden krijgt iedereen dezelfde trainingen en werkwijzen. ‘Dat was in het verleden wel anders. Lang niet alle korpsen lieten hun mensen realistisch oefenen. Nu geldt dit standaard voor alle achttienhonderd brandweerlieden in de regio.’ Vrijwilligers Toch is niet iedereen zo tevreden met de regionalisering in Rotterdam-Rijnmond. Een geïnterviewde vrijwilliger geeft bijvoorbeeld aan dat de vrijwilligers het gevoel hebben dat ze hun identiteit verliezen in het grote geheel. Van Strien: ‘Daar heeft deze vrijwilliger wel een punt. Vrijwilligers zijn belangrijk en hun identiteit ook. Daarom moeten de postnaam en postcommandant behouden blijven. Als een post een lokale actie wil houden bijvoorbeeld tijdens kerst of sinterklaas moet dit kunnen, zonder dat er van hoger af toestemming om moet worden gevraagd.’ Ook wordt er geklaagd over de toegenomen werkdruk. ‘We moeten voldoen aan de eisen van de leidraad. Dat deze eisen zijn verhoogd, heeft niks met de regionalisering te maken. Dit was uiteindelijk toch wel gebeurd.’ nummer 1 januari 2009 19


bestuur en organisati e

‘Vrijwilligers hebben een keuze’ Peter Vrij is niet zozeer voor of tegen de regionalisering. Vrij is al drie jaar vrijwilliger bij brandweer Rotterdam en in het dagelijks leven consultant. Zelf heeft Vrij weinig ‘last’ van de regionalisering. ‘Ik was al vrijwilliger van een gecombineerd korps. Maar er zijn ook kleine vrijwilligerskorpsen die ineens geconfronteerd worden met een ‘derde partij’ die op afstand beslist over ‘hun’ korps. Ik kan me voorstellen dat ze dan de kat uit de boom kijken.’ De vrijwilliger van brandweer Rotterdam is ervan overtuigd dat de regio prima in staat is om een professionele organisatie op te zetten. ‘Er zitten veel goede kanten aan de regionalisering, maar

waar je voor moet waken is dat de betrokkenheid van je mensen achteruit gaat.’ Door de extra lagen in de organisatie, voelen de vrijwilligers zich sneller minder verbonden met het korps. ‘Vrijwilligers hebben altijd een keuze of ze bij het korps willen blijven of niet. In tegenstelling tot beroepsbrandweerlieden die met het brandweerwerk hun brood moeten verdienen. De regio kan niet zonder zijn vrijwilligers. Daarom is het ook belangrijk dat de regio naar de vrijwilligers luistert.’ De regio probeert op haar manier de vrijwilliger bij de regionalisering te betrekken. ‘Zo is er dit jaar in Spijkenisse voor het eerst de dag van de vrijwilligheid georganiseerd, waarbij de vrijwilligers konden meedenken over het vrijwilligersbeleid van de regio.’ Er is ook een klankbordgroep vrijwilligers

De regionalisering is ook een hot topic op internet. Er worden op diverse brandweerfora felle discussies gevoerd over de regionalisering. De regionaal commandant heeft zelf op het forum van de brandweervrijwilligers ook verschillende negatieve berichten over de regionalisering gelezen. ‘Bijvoorbeeld dat kazernes door de regionalisering zouden worden gesloten. Dit is volstrekt flauwekul. Als je dat beweert, weet je duidelijk niet waar je het over hebt’, verzucht Van Strien. Als er kazernes worden gesloten, heeft dat volgens Van Strien te maken met een operationele keuze en niet met de regionalisering. ‘De kazerne staat er niet voor het personeel, maar voor de burgers en dat vergeten sommige brandweerlieden wel eens.’ Van Strien vindt dat de mensen te gemakkelijk zaken roepen. ‘Als je zelf geen regionalisering hebt meegemaakt, kun je ook niet zomaar dingen roepen. Mensen die al die negatieve zaken over de regionalisering beweren moeten gewoon de telefoon pakken en me opbellen en vragen hoe het nu precies zit. Maar dat doet niemand.’ Harmonisering procedures Terugkijkend op het startjaar zijn er wel een aantal punten die Van Strien nu anders zou aanpakken. Bijvoorbeeld de harmonisering van de procedures. ‘Elk korps heeft zijn eigen regels. Hierin zitten toch meer verschillen dan we van te voren hadden gedacht. Om al deze procedures om te vormen tot één geheel kost meer tijd dan gedacht.’ De harmonisering van de procedures is nog steeds niet af. ‘Als we dit van te voren hadden geweten, waren we eerder met de klus begonnen.’ Het tweede en heel belangrijk punt zijn de financiën. ‘De financiële systematiek moet in de toekomst anders worden geregeld. Nu moeten we toch nog steeds naar de gemeenteraad om geld te krijgen voor het regionale korps.’ In de toekomst wil Van Strien output financiering toepassen. ‘Dan betaalt de gemeente een vast bedrag per jaar aan de regio voor de brandweerzorg.’ Hoe groot dit bedrag wordt, verschilt per gemeente. ‘De output 20

nummer 1 januari 2009

opgezet, die een adviserende rol heeft voor de veiligheidsregio. ‘In de tweede helft van 2008 heeft de klankbordgroep, waar ik zelf ook deel van uitmaak, een beleidsnota uitgewerkt met ideeën over het vrijwilligersbeleid in de komende jaren.’ Onderwerpen uit deze nota zijn de gelijkheid van beloning, de rechtspositie van de vrijwilliger en de mogelijkheden om na je 55ste bij de vrijwillige brandweer te blijven. ‘De vraag is natuurlijk wat de regio met de beleidsnota van de klankbordgroep gaat doen. Worden de ideeën ook daadwerkelijk omgezet in daden? En als men de ideeën gaat uitwerken, op welke termijn gaat dit dan gebeuren?’ Volgens Vrij zullen de eerste uitkomsten bepalend zijn voor hoe de vrijwilligers in de regio de komende jaren tegen de regionalisering aankijken.’

financiering is een belangrijke randvoorwaarde voor de regionalisering. Het algemeen bestuur van regio Rotterdam-Rijnmond heeft dan ook besloten om in 2010 over te gaan op output financiering. Dit is een mooie kroon op mijn werk.’ Voor 2009 staan de beleidsdoelen op het programma. ‘De kwaliteit van de organisatie kan nog veel beter. We kunnen bijvoorbeeld op een nog slimmere manier het geld besteden. Nu krijgt de repressie vaak 80 % van het budget. Maar brandweer is maatwerk dus je kunt je bijvoorbeeld afvragen of de 24-uurs dienst overal wel nodig is. Moeten we meer en op een andere manier aan preventie doen? En zo zijn er nog veel meer vragen. De regionalisering is dan ook maar een eerste stap om nu verder te bouwen aan een slim georganiseerde veiligheidsorganisatie binnen de veiligheidsregio. Advies Op dit moment zijn er slechts drie regio’s die de regionalisering hebben doorgevoerd. ‘De regionalisering staat niet in de wet, en veranderingen doorvoeren vinden de brandweerkorpsen en besturen in het algemeen erg moeilijk.’ Het feit dat de minister subsidie geeft aan regio’s die regionaliseren, kan volgens Van Stien wel helpen om een knoop door te hakken. ‘Ik hoop dat er een keerpunt komt. Met als resultaat dat er over twee jaar tien tot vijftien regio’s zijn geregionaliseerd. Dan moeten de overige regio’s wel van goeden huize komen om niet overstag te gaan.’ Van Strien heeft wel een paar adviezen voor regio’s die binnenkort willen regionaliseren. ‘Ten eerste moet je open en eerlijk met je mensen over de regionalisering communiceren. Blijf hierbij vooral dicht bij de kern. Maak duidelijk wat de regionalisering voor de menigte betekent.’ Doorzettingskracht is ook belangrijk. ‘Want een brandweerorganisatie veranderen is best moeilijk. Om stappen vooruit zetten moet je ook kunnen doorzetten. Want de regionalisering heeft nu eenmaal niet alleen maar voorstanders.’ ■ Sdu Uitgevers


VRAAG & ANTWOORD

Heeft de brandweer ook beschermheiligen? In Duitsland tref je praktisch in alle brandweerkazernes afbeeldingen aan van Sint Floriaan, de patroonheilige van de brandweer. De brandweerkorpsen in België en Frankrijk hebben in de kazernes beelden staan van Sint Barbara. En hoe staat het in Nederland? Wie helpt de Nederlandse brandweer een handje vanuit de hemel?

fotografie: NBDC

veertig jongemannen opgepakt om als voorbeeld te dienen. Floriaan hoorde dit en hoopte dat hij, vanwege de hoge functie in het verleden, de mannen kon redden. Floriaan ging op weg naar de stad en kwam al snel militairen tegen die op zoek waren naar christenen. Floriaan maakte zich bekend en werd meegenomen naar zijn voormalige werkgever, de stadhouder Aqualinus. Deze stadhouder probeerde Floriaan over te halen om af te zien van het christelijk geloof. Floriaan weigerde en sprak volgens de legende de volgende woorden: ‘Over mijn lichaam heeft u de macht, maar mijn ziel kan alleen God beroeren. Ik heb als soldaat altijd gehoorzaamd, maar ik weiger hersenspinsels te aanbidden.’ De stadhouder werd woedend en liet Floriaan diverse keren martelen. Op 4 mei 304 vond Floriaan de dood. Hij werd met een zware molensteen om de hals gehangen en vanaf de brug over de Enns in het water geworpen.

I

Twee afbeeldingen van de heilige Sint Floriaan

n Nederland is de bekendste beschermheilige toch wel Sint Floriaan. In diverse kazernes in Nederland kun je afbeeldingen tegenkomen van deze beschermheilige. In de nieuwe kazerne van brandweer Meerssen staat bijvoorbeeld een beeld van deze beschermheilige.Het verhaal van Floriaan is als volgt. Floriaan of Florianus was een hoge Romeinse soldaat die, tussen 284 en 305 na Christus, in dienst was van de stadhouder Aquilinus in de Romeinse provincie Ufernoricum. Op dat moment regeerde keizer Diokletianus die de aanstichter was van de laatste en de grootste christenvervolging ten noorden van de Alpen. Offers Van de keizer Diokletianus mochten de mensen op een gegeven moment alleen maar offers brengen aan de Romeinse keizer en aan de door de overheid erkende goden. Wie dit weigerde kon geen ambt uitoefenen en dus werd Floriaan, die katholiek was, ontslagen. Floriaan trok zich terug in de provincie. Een jaar later werd de hele bevolking door de keizer verplicht om in het openbaar het Romeinse geloof aan te nemen. Wie dit niet deed, zou gevangen worden genomen en gemarteld. Al snel werden er

Brand&Brandweer

Visioen Naderhand kreeg een vouw een visioen over Floriaan, waarin hij aanwijzingen gaf over waar zijn dode lichaam lag en vertelde waar hij precies begraven wilde worden. De vrouw spande twee ossen in en ging op weg om het lichaam van Floriaan te zoeken. Na verloop van tijd waren de dieren door de warmte enorm uitgeput, en konden ze niet verder. De vrouw bad tot God om hulp en direct ontsprong er op die plaats een bron. De vrouw vond het lichaam van Florianus en ze bracht hem naar zijn rustplaats.

Op afbeeldingen wordt Sint Floriaan vaak voorgesteld als een Romeins soldaat, die in de ene hand een vaan vasthoudt (vaak voorzien van een kruis) en in de andere hand een klein watervat. Met dit vat giet hij water uit over een brandend kasteel, huis of een (gedeelte van) een stad. ■

Met dank aan Gerard Koppers, www.nbdc.nl

nummer 1 januari 2009 21


comp etenti es

Nbbe zet ramen ‘Het Nbbe moet het bureau worden voor gegarandeerde vakbekwaamheid voor veiligheidspersoneel, dát is onze ambitie.’ Aan het woord is Marie-Louise van Muijen, sinds juni interimdirecteur van het examenbureau. Het Nbbe is al jaren het examenbureau van de brandweer. Inmiddels verzorgt het bureau ook examens voor de GHOR. Met alle veranderingen die zich in de veiligheidswereld hebben voorgedaan en die er nog aan komen, wil het Nbbe zich meer en meer ontwikkelen als multidisciplinair examenbureau, voor de veiligheidsregio’s en de Koninkrijkseilanden.

V

Door Ingrid Spijkers

Een situatie tijdens een brandweerexamen voor manschap-A

22

nummer 1 januari 2009

Foto: Nbbe

olgens Van Muijen staat het Nbbe de komende tijd voor een aantal veranderingen. ‘Niet alleen de organisatie van de veiligheid verandert. Maar ook de manier van examineren zal, onder invloed van de zogenaamde Leven lang leren-cyclus, die in nieuwe wet en regelgeving wordt vastgesteld, veranderen: de cursist doorloopt een functiegerichte opleiding. Na afloop is hij beginnend beroepsbeoefenaar. Daarna krijgen oefenen, werken en bijscholen een plaats om volleerd beroepsbeoefenaar te worden en te blijven. Van oudsher toetsten we als Nbbe aan de hand van een examen achteraf. Steeds meer vindt toetsing op verschillende momenten en niveau’s plaats. Denk aan het erkennen van eerder verworven competenties (via het EVC bureau brandweer van de Nbbe), dat kan leiden tot een verkorte opleiding. Of denk aan de Toets blijvende vakbekwaamheid, een diagnostische toets waarbij de uitslag gericht is op het geven van feedback en het vaststellen van verbeterpunten.’ Om dat allemaal voor elkaar te krijgen, maakt het Nbbe nu een professionaliseringsslag. Een van de dingen waar Van Muijen mee is begonnen is het nog beter in beeld krijgen van de wensen van het veld. De ramen en deuren bij het Nbbe zijn verder opengezet. Van Muijen maakt op dit moment een ronde door het land en heeft net een aantal organisatorendagen gehouden voor opleiders. ‘We willen weten wat de klanten willen, waar zijn ze tevreden over en wat zou beter kunnen. Dat is voor beide partijen heel nuttig. Enerzijds kun je misverstanden uit de weg ruimen, anderzijds geeft het je ook handvatten om zaken op te pakken.’ Openstaan voor kritiek Het Nbbe is zich bewust van de kritiek die partijen soms hebben. Zo is er veel kritiek geweest op het examen voor brandweerchauffeurs. Van Muijen begrijpt de kritiek, maar soms is een bepaalde manier van toetsing onvermijdelijk. De directeur is desondanks wel blij met de kritiek. ‘Niet alleen de brandweer is Sdu Uitgevers


open

Interim-directeur Marie-Louise Muijen heeft de deuren en ramen van het Nbbe verder opengezet.

Niet alleen de brandweer is een lerende organisatie, dat zijn wij ook. een lerende organisatie, dat zijn wij ook. Wij moeten openstaan voor kritiek en verbetering en waar mogelijk dat toepassen. Dat kunnen we meer doen dan we voorheen hebben gedaan.’ Van Muijen geeft in de gesprekken ook aan dat het bureau soms ook worstelt met nieuwe ontwikkelingen. Als voorbeeld haalt de directeur het duiken aan. ‘De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid heeft net een rapport uitgebracht over veiligheid en duiken naar aanleiding van de duikongevallen. De vraag is wel, hoe we daar op in moeten spelen. De sector is zelf nog zoekende. Maar je moet wel iets doen met die uitkomsten; de veiligheid van de duikers moet geborgd zijn –daarin speelt examinering een belangrijke rol. Dat zijn zaken die je echt met het hele veld moet bespreken en bepalen. Wat is veilig duiken? Wat wil je getoetst zien? Hoe moet iedereen bijgeschoold worden? Dat willen we als Nbbe heel graag met het veld doen. Met een toets aan het eind van een duikopleiding ben je er overigens niet. Wat mij betreft zou ook goed nagedacht moeten worden over een ingangstoets vooraf. En over de vraag hoe je vakbekwaam blijft. Brand&Brandweer

competenti es

organisatie Nbbe Bij het Nbbe, Nederlands bureau brandweer examens, werken 25 mensen. Dat zijn naast inhoudsdeskundigen ook onderwijskundigen. Het Nbbe toetst de vakbekwaamheid met een zgn proeve van bekwaamheid. De proeve voor een functie wordt, samen met deskundigen uit het veld, ontwikkeld op basis van de kerntaken uit het kwalificatieprofiel van de betreffende functie. Bekwaamheidseisen uit de beroepspraktijk zijn daarbij bepalend voor de competentiebeoordeling. Bij de proeves wordt gebruik gemaakt van een combinatie van meerdere toetsmethoden. Naast de ontwikkeling en afname van examens doet het bureau ook onderzoek naar examinering en toetsmethodieken. Die expertise wordt gebruikt bij de ontwikkeling van nieuwe producten, maar wordt ook beschikbaar gesteld binnen het netwerk. Alle informatie over geplande en afgelegde examens wordt in een on line toetsreservering- en registratiesysteem (‘mijnNbbe’) opgenomen. De resultaten worden daar voor kandidaten, opleiders en werkgevers op toegankelijke wijze opgeslagen door servicedesk medewerkers. In mijnNbbe staan op dit moment gegevens van zo’n 90.000 personen geregistreerd.

Enfin, we willen meedenken over het verder professionaliseren als het gaat om veiligheid.’ Na een inventarisatie van wensen volgt ook intern een verdere professionalisering. ‘We gaan hier nog meer doen aan kwaliteitsborging. Daarnaast gaan we onze examinatoren intensief begeleiden. Ook voor hen geldt dat ze een leven lang vakbekwaam moeten zijn en blijven. Zij zullen in de toekomst ook een proeve van bekwaamheid af moeten leggen.’ Virtueel Bij het toetsen van vakbekwaamheid wordt een mix aan examenvormen gebruikt. Naast online examens met verschillende vraagvormen gebruiken wij praktijkopdrachten. Het Nbbe loopt voorop met het gebruik van virtual reality computer simulatieprogramma’s, zo ervaart Van Muijen. Van Muijen is in principe voor een jaar aangesteld als interimdirecteur. Hiervoor werkte ze bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ze is enthousiast over de betrokkenheid die ze tegenkomt in het veld. ‘Er zit ontzettend veel passie in deze wereld. Mensen zijn echt met hun vak bezig. Dat is fantastisch. Al staat dat soms wel een frisse blik en ontkokering in de weg. Ik zie het als taak van de Nbbe om daar op een constructieve manier aan bij te dragen. Daar gaan we de komende jaren mee aan de slag.’ Voor meer informatie over het Nederlands bureau brandweerexamens, kijk op www.nbbe.nl ■ nummer 1 januari 2009 23


dubbelI Ntervi ew

Het lerend vermogen De brandweer leert niet voldoende van eigen fouten en al helemaal niet van ervaringen van anderen, aldus de Arbeidsinspectie en Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Hoe kan dat? Waarom leren we niet of niet voldoende van elkaar. Huib Fransen van brandweer Rotterdam-Rijnmond en Ricardo Weewer van brandweer Amsterdam-Amstelland in het dubbelinterview.

Ricardo Weewer, plaatsvervangend commandant in de regio Amsterdam-Amstelland, is projectleider van het project brandonderzoek van de NVBR. En wat vindt u van het lerend vermogen van de brandweer? ‘Er wordt best veel geleerd, bel maar met een paar korpsen en vraag wat zij het afgelopen jaar geleerd hebben, dan kun je gerust een aantal A4’tjes vol schrijven. Het probleem is echter dat leren nog teveel lokaal gebeurt, iedereen zit teveel op een eigen eilandje. Er moeten verbindingen worden gemaakt om de informatie die beschikbaar is ook landelijk met elkaar te delen. Er zijn boeken volgeschreven over wat een lerende organisatie is. We kunnen dus nog veel tijd besteden aan het nadenken over wat een lerende organisatie nu precies moet zijn voor de brandweer. Maar ik vind het belangrijk om nu te starten met wat er al is. Er zijn al verschillende initiatieven; zo gaan we onder andere vakdagen organiseren voor leeragenten. Waar we naar toe willen is dat elke regio een leeragent krijgt. Er zijn inmiddels verschillende regio’s die al een leeragent hebben aangewezen. Deze leeragenten moeten ervoor zorgen dat de informatie doorgevoerd wordt in de regio. Begin februari wordt de eerste vakdag georganiseerd voor leeragenten. Daar wordt het incident in De Punt van vorig jaar onder de aandacht gebracht. Daarnaast starten we met denktanks waar brandweermensen uit verschillende regio’s met elkaar nadenken over een bepaald thema.’

z o e k s -

24

nummer 1 januari 2009

Wat heeft brandonderzoek te maken met het lerend vermogen van de brandweer? ‘Brandonderzoek is een onderdeel van een lerende organisatie. Kennis heb je nodig voordat je kunt leren. Brandonderzoek verschaft ons de informatie die nodig is om te kunnen leren. Informatie over hoe is een brand ontstaan? En hoe heeft de brand zich verder ontwikkeld? Daar bestaat op dit moment nog onvoldoende informatie over. Door meer onderzoek te doen kunnen we betere voorlichting geven aan burgers en daarmee nog beter branden voorkomen. Ook onderzoekt een brandonderzoekteam of de brand zich heeft gedragen zoals we denken dat een brand zich gedraagt. We zeggen nu dat mensen de televisie niet op stand-by moet laten staan maar misschien komen we straks tot de conclusie dat de stekkerdoos een grote rol speelt in brandoorzaak. Ook kunnen we bepalen of preventieve eisen gewerkt hebben. Bijvoorbeeld of de brandwerende scheidingen het hebben gehouden. Door meer inzicht te krijgen in brandoorzaak en brandverloop kunnen we in de toekomst onze repressieve en preventieve activiteiten veiliger en efficiënter maken. Er wordt straks een database ingericht die het mogelijk maakt om informatie te delen. Apeldoorn heeft het brandonderzoek inmiddels geïmplementeerd. Nog eens zes regio’s starten binnenkort met een pilot brandonderteam.’

Sdu Uitgevers


dubbelintervi ew

van de brandweer Huib Fransen, als programmamanager werkzaam in de regio Rotterdam-Rijnmond, houdt zich vanaf dit jaar binnen de NVBR bezig met leren van incidenten. Daarvoor ondersteunde hij het evaluatieproces van het korps in Terneuzen nadat daar vorig jaar een duiker om het leven kwam.

Wat valt u op als u specifiek naar leren binnen de brandweer kijkt? ‘Toen ik me ging verdiepen in het leerproces binnen de brandweer en in dit geval specifiek bij het korps Terneuzen liep ik tegen een aantal zaken over leren aan. Eén van de door de Arbeidsinspectie geconstateerde overtredingen was dat het korps Terneuzen niets geleerd had van het duikongeval in Urk. En het is toch opmerkelijk dat we een jaar na dato niet in staat zijn om van een ongeval te leren. Aan de andere kant is het misschien niet zo raar als het lijkt. Er zijn zóveel instanties die zich met een ongeval bezighouden en hier lustig over rapporteren. Er is zóveel informatie beschikbaar dat het voor een normaal mens bijna niet te doen is om dit allemaal tijdig te verwerken en toe te passen in de praktijk. In de onderzoeksrapporten is vaak niet goed belegd door wie en hoe vooral de vervolgacties worden geborgd waardoor er onvoldoende geleerd wordt. Zijn er meer belemmeringen? ‘De informatie, nodig om te leren van incidenten, is niet zonder meer voor korpsen toegankelijk. Antwoord op vragen als: waar en wanneer vallen de meeste slachtoffers, oorzaken brand en trends in brandverloop ontbreken veelal. Uitrukgegevens bijvoorbeeld vallen onder het meldkamerdomein en zitten letterlijk besloten in GMS. Het structureel evalueren van incidenten is geen gemeengoed en krijgt te weinig prioriteit.’ Wat doet de NVBR op dit moment om het lerend vermogen binnen de brandweer te versterken? ‘De NVBR heeft een plan van aanpak geschreven genaamd ‘beter leren van incidenten bij brandweeroptreden’. Dit bevat een voorstel voor een leerprogramma waarin enerzijds gerichte acties ter verbetering komen en anderzijds verder onderzoek hoe het leren van nu werkt in de praktijk. De NVBR wil een leerteam van jonge brandweerhonden samenstellen die met een frisse blik en als nieuwkomer naar het lerend vermogen binnen en buiten de brandweer kijken.’Leren, hoe doe je dat?’ Samen met rapporten van andere incidenten zal er een leerprogramma binnen de NVBR worden ontwikkeld om het leren van incidenten beter te borgen binnen de brandweer. Binnen dit leerprogramma vallen ook gerichte activiteiten zoals vakwerkdagen over bv. De Punt, regionale leeragentschappen stimuleren, verder doorvoeren van brandonderzoek en inbedden van het evaluatieproces. Bij dit alles zal gericht gezocht gaan worden naar het optimaal ontsluiten en aanbieden van geleerde lessen met als doel te komen tot een meer zichzelf onderhoudend proces. Hiertoe is het van essentieel belang meer verbinding tussen de koude en de warme brandweerorganisatie aan te brengen. Dit volgens de zogenaamde leercirkel plan-do-check en act cyclus. Waar regionale leeragenten een plek in verdienen.’ ■

Brand&Brandweer

de

nummer 1 januari 2009 25


De oefenrubri ek

Ademlucht vervangen Deze maand in de oefenrubriek, het vervangen van een ademluchtcilinder en het op de rug plaatsen van het ademluchttoestel. De oefenrubriek is gemaakt in samenwerking met oefencentrum Noord BV locatie Wijster.Fotografie: Jolanda Haven, PS-Produkties

2

1

De ademluchtcilinder is gevuld. Dat kun je zien aan de verzegeling op de fles. De verzegeling wordt verwijderd evenals de dop, zodat de cilinder aangesloten kan worden

3

4

De cilinder wordt geplaatst op het ademluchttoestel en handvast aangedraaid. Dit is belangrijk omdat de cilinder eventueel door een collega weer vervangen moet kunnen worden.

26

Controleer of het schroefdraad van de wartel niet beschadigd is en of de O-ring aanwezig is.

nummer 1 januari 2009

Wanneer de wartel is aangedraaid kan het klittenband vast worden gemaakt. Nu zit de cilinder op het toestel vast. Diverse toestellen zijn uitgerust met een borging op de wartel, deze dient ook teruggeplaatst te worden.

5

Allereerst moet getest worden of er geen lekkages zijn in de aansluitingen. Dit gaat als volgt: De ademluchtautomaat moet worden gesloten door het hendeltje (automaat afhankelijk, er zijn ook drukknoppen) over te halen. De afsluiter van de cilinder wordt geopend. Controleer de druk en onthoud deze. (Deze moet tussen de 270 en 330 bar zijn bij een 300 bar cilinder) De afsluiter wordt weer gesloten en dan moet je een minuut wachten. In deze minuut mag de druk niet meer dan 10 bar zakken. Als de druk niet meer dan 10 bar zakt zijn aansluitingen niet of niet noemenswaardig lek.

Sdu Uitgevers


De oefenrubri ek

6

Vervolgens wordt gekeken of de reservedruksignalering goed werkt. Dit doe je door de ademautomaat in de hand te nemen en de opening in de handpalm te leggen. Hierdoor wordt de opening afgesloten. Nu wordt de afsluiter van de ademautomaat geopend door op het midden van de ademautomaat te drukken. Als je een ‘klikje’ hoort, is hij open en kun je voorzichtig de lucht laten ontsnappen. Doe dit rustig zodat de wijzer van de manometer langzaam terug loopt. Als de druk 55 bar wordt moet de reservedruksignalering hoorbaar zijn. Dit betekent dat de signalering goed werkt. Plaats de ademluchtautomaat in de houder.

9

Zodra je het toestel op je rug hebt, kom je langzaam omhoog. Blijf wel gebogen staan. Om je middel maak je de buikband vast. Strak trekken en rechtop gaan staan. Tijdens het rechtop staan trek je de schouderbanden aan.

Brand&Brandweer

7

Leg het ademluchttoestel op de rug, zodat deze gemakkelijk op je rug geplaatst kan worden. Zorg er wel voor dat alle banden (schouderbanden en buikband) op de ruimste stand staan en dat de afsluiter van je af ligt.

10

Het losmaken en opruimen van het ademluchttoestel gaat als volgt. Maak eerst de buikband los. Nu kan de schouderband aan de kant van de ademluchtautomaat los gemaakt worden. Het geheel kan nu als een rugzak afgedaan worden.

8

Je tilt het ademluchttoestel aan de zijkant op en je plaatst het geheel over je hoofd op je rug. De schouderbanden ‘vallen’ nu over je armen. Je kunt dan je armen erdoor steken. De afsluiter van de cilinder zit nu onder aan het toestel.

11

Leg een knoop in de schouderbanden, zodat anderen weten dat het ademluchttoestel niet meer inzetbaar is. Denk ook aan het drukloos maken van het toestel.

nummer 1 januari 2009 27


Brandweerzorg op maat ! Artesis Consulting: Organisatieadvies, projectmanagement (pro-actie, preparatie, preventie), crisismanagement, interim management, detachering brandweerpersoneel midden- en hoger kader

Artesis Academy: CoPi en ROT oefeningen, training OVD en bevelvoerders, lezingen, presentaties en workshops, persoonlijkheidstrainingen

Artesis Virtual Training: Virtueel trainen a.d.h.v Leidraad Oefenen, bouwen specifieke scenario’s, beoordelingssysteem o.a. met behulp van competentiemeting

Artesis Firefighting: Opzetten en/of begeleiden (bedrijfs)brandweer, uitvoeren repressieve brandweertaken

Artesis Plantijnweg 22, postbus 371 4101 XC Culemborg

T +31 (0)345 687000 F +31 (0)345 687001

E info@artesis.nl W www.artesis.nl

ba-artesis 070726.indd 1

EXTRA VEILIG De revolutie in brandbestrijding

DRY SPRINKLER POWDER AEROSOL DE MARKTLEIDER OP HET GEBIED VAN KLEURNALICHTENDE VEILIGHEIDSSIGNALERING.

T 024 3789581 - INFO@SYSTEMTEXT.NL

W W W. S Y S T E M T E X T. N L

28

nummer 1 januari 2009

HĂŠt volumetrisch blusmiddel voor beginnende en gevorderde binnenbranden. De stof aerosol werkt vlamafbrekend, dus geen herontsteking. De DSPA-5 voorkomt zelfs backdrafts en flashovers. Alles over dit unieke systeem op DSPA.nl

DSPA .nl

T 024 3522573 E info@dspa.nl

Sdu Uitgevers


Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026)3552455 F (026)3515051 E info@nvbr.nl www.nvbr.nl

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Om de fysieke veiligheid van onze samenleving te vergroten, wil de NVBR de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met alle partners in veiligheid.

Afwijken van normtijden mogelijk Het kabinet is van mening dat het mogelijk moet zijn om gemotiveerd af te wijken van de vastgelegde opkomsttijden voor de brandweer. Dat stelt Minister ter Horst in een nota die zij namens het kabinet aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. NVBRvoorzitter Caroline van de Wiel is hier zeer gelukkig mee. ‘We hebben veel discussie gehad over dit onderwerp. Binnen de Raad van Regionaal Commandanten is hier veel over gesproken. Ons verhaal is daarna door het Veiligheidsberaad goed vertaald naar de

minister. Je moet de verantwoordelijkheid over opkomsttijden bij het lokaal en regionaal bestuur houden. Die kennen de lokale situatie en kunnen overzien welke consequenties het al dan niet oprekken van opkomsttijden heeft.’ De conceptwet Veiligheidsregio's wordt momenteel schriftelijk behandeld door de Tweede Kamer en het kabinet. De vragen van de kamerleden zijn maandag door minister Ter Horst beantwoord door middel van de Nota Nader Verslag.

NVBR Minicongres Digitale Bereikbaarheidskaart & Basisregistraties De NVBR organiseert 22 januari ’s middags in Arnhem (Papendal) een minicongres rondom het thema Basisregistraties en de Digitale BereikbaarheidsKaart (DBK). Op het congres, onder voorzitterschap van Arre Zuurmond, laten vertegenwoordigers van gemeenten en brandweerkorpsen zien hoe via ketendenken slim gebruik gemaakt kan worden van gegevens die al bij andere ketenpartners zijn vastgelegd. Onder het motto ‘met één muisklik’ benut de brandweer ten behoeve van het samenstellen van bereikbaarheidskaarten gegevens uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), de WABO Omgevingsverguning, Risicokaart en BRON (Diepere ondergrond). Ook worden gegevens over bluswatervoorBrand&Brandweer

zieningen met waterdistributiebedrijven (VEWIN) uitgewisseld. De NVBR heeft daartoe samen met het werkveld een Programma van Eisen (PvE) opgesteld, bedoeld om als één gezicht vanuit gemeenten en haar brandweerkorpsen naar de markt op te treden. Niet met de bedoeling nu één applicatie te gaan selecteren en centraal aan te schaffen, maar om naadloze organisatiegrensoverschrijdende gegevensuitwisseling en hergebruik van gegevens uit de basisregistraties mogelijk te maken. In het traject is dankbaar gebruik gemaakt van de kennis en ervaring die in proeven inmiddels is opgedaan met soortgelijke oplossingen. Het minicongres markeert ook het begin van de “Proof of Concept”-fase waarin meerdere softwareleveranciers laten zien dat het DBK-

concept echt werkt. Proeven zullen in Zwolle, Venlo en Roermond worden gehouden, waar gemeenten en brandweerkorpsen zich bereid hebben verklaard deel te nemen in de proef. Tegelijk is een zogeheten DBK-scan gemaakt, die gemeenten en brandweerkorpsen in staat stelt door het invullen van een korte elektronische vragenlijst, een beeld te vormen van haar eigen positie op het DBK-groeipad. Het minicongres is bedoeld voor professionals op het gebied van preparatie, informatiemanagement en basisregistraties uit de brandweer en gemeentelijke wereld. Deelnemers aan het congres zullen na afloop het PvE DBK en een stappenplan behorende bij hun eigen DBKprofiel ontvangen. Een DBK-profiel dat men door het invullen van de DBK-scan kan verkrijgen. Er zijn geen kosten verbonden aan deelname aan dit congres. U kunt zich aanmelden bij Angéla van de Kamp akq@tg.nl telefoon 0334-677375.

nummer 1 januari 2009 29


Vrouwennetwerk krijgt nieuwe impuls Het vrouwennetwerk van de NVBR krijgt een nieuwe impuls. Sinds september heeft het netwerk een nieuw bestuur. Het nieuwe bestuur wil de komende tijd de leden actiever bij het netwerk betrekken. ‘Als er goed idee bestaat voor een workshop, moet dat direct worden opgepakt. Wij kunnen het als netwerk faciliteren en de leden kunnen het zelf organiseren’, zo legt de nieuwe voorzitter van het vrouwennetwerk Korine Wit uit. Korine Wit werkt al bijna twintig jaar bij de brandweer. Op dit moment bij de brandweer Zwolle. Volgens Wit is er nog altijd behoefte aan een vrouwennetwerk. ‘Vrouwen bij de brandweer zijn inmiddels geaccepteerd. Daar hoeven we op zich niet meer voor te strijden.’ Er valt nog wel veel terrein te winnen in de doorstroming van vrouwen naar hogere functies. ‘Vrouwen zijn in een sollicitatiegesprek geneigd om duidelijk aan te geven wat hun minder goede punten zijn. Mannen kunnen zichzelf beter verkopen. Terwijl ze wellicht net zoveel ‘zwakke’ punten hebben. Dat is iets wat we in trainingen van het vrouwennetwerk op willen pakken.’ Een ander punt waar het vrouwennetwerk zich mee bezig wil gaan houden, zijn de sporttesten. Sporttesten die volgens Wit zijn overgenomen vanuit Defensie. ‘Maar van twintig keer opdrukken gaat een brand echt niet uit. Voor veel vrouwen is de sporttest een struikelblok, dus wij willen daar als netwerk goed naar kijken en met een eventueel alternatief komen.’ Wit gelooft in het grote belang dat vrouwen hebben voor de brandweerorganisatie. Toen ze twintig jaar geleden zelf begon in het vak, waren de blushandschoenen groot. ‘Dat was niet veilig, je had soms helemaal geen grip. Maar niet alleen ik had er last van, ook mannen met normale handen. Maar die begonnen daar niet over. Vrouwen melden dit soort dingen gewoon eerder.’ Het volledige nieuwe bestuur bestaat uit: Korine Wit – voorzitter, Betsie DekkerWaninge – vice-voorzitter, Ellen Killian – secretaris, Gerranda van Putten - ledenadministratie, Nellie Ras - website Wie vragen heeft of een idee heeft voor een workshop kan een mail sturen naar: brandweervrouwen@gmail.com 30

nummer 1 januari 2009

Uitgangspuntennotitie Risicobeheersing uitgereikt Elie van Strien heeft tijdens de laatste vergadering van de Raad van Regionaal Commandanten van vorig jaar de Uitgangspuntennotitie Risicobeheersing uitgereikt aan NVBR-voorzitter Caroline van de Wiel en Sandor Gaastra van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met de Uitgangspuntennotitie wil de NVBR richting geven aan de toekomstige inspanningen op het gebied van risicobeheersing. Vier doelen staan hierbij centraal: een scherpe verantwoordelijkheidverdeling en een verhoogd veiligheidsbewustzijn, brandveiligheid als maatschappelijke afweging, de wet- en regelgeving en totslot toezicht, controle en handhaving. In het kader van deze Uitgangspuntennotitie zal de brandweer veel actiever de wijken in moeten gaan trekken. De brandweer zal zich met name in brandgevaarlijke wijken laten zien. Controleurs komen aan de deur voor advies , controle en helpen bij het plaatsen van rookmelders. Er is al een proef gedaan in Amersfoort. En dat is goed bevallen. Daarom wil de NVBR dit experiment uitbreiden. Een rookmelder biedt een twee keer zo grote kans om een brand te overleven. Dit blijkt uit Engels onderzoek. In Liverpool is het aantal branden en het aantal slachtoffers van woningbranden meer dan gehalveerd.

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord HKZ/ISO-gecertificeerd De Veiligheidsregio Noord-Holland Noord mag zich als eerste van de 25 regio's in Nederland volledig gecertificeerd noemen. De Ambulancezorg, Meldkamer en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen(GHOR) haalden dit voorjaar al het certificaat. De regionale brandweer NoordHolland Noord en het veiligheidsbureau van dezelfde Veiligheidsregio gaan sinds eind december als ISO 9001: 2008 gecertificeerd door het leven. Daarmee lopen beide bedrijfsonderdelen voor op de rest van Nederland. De Veiligheidsregio werkt voor 26 gemeenten in Noord-Holland Noord. In tegenstelling tot Ambulancezorg, Meldkamer en GHOR, geldt er in Nederland geen verplichte certificering voor Regionale brandweren en/of Veiligheidsbureaus. Toch

heeft de directie van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord bewust gekozen voor de toetsing. Omdat Brandweer en Veiligheidsbureau volgens dezelfde bedrijfsvoering werken, lag het voor de hand dat ook deze organisatieonderdelen werden gecertificeerd. Met de toekenning van het certificaat bewijzen de Regionale Brandweer en het Veiligheidsbureau dat zij in staat zijn de producten af te stemmen op de behoeften van gemeenten en burgers. Daarnaast bewijst het certificaat dat de bedrijfsonderdelen beschikken over het vermogen en de drive om continu te leren en verbeteren. Planmatigheid, gestructureerdheid en afstemming met 'de klant' zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.

Sdu Uitgevers


De strategische reis in volle gang

In opdracht van het Veiligheidsberaad en de NVBR is een projectgroep ingesteld om de brandweer in 2040 onder de loep te nemen. In de eerste fase is nadrukkelijk gekeken naar de trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op de brandweer alsook naar de kernvaardigheden en kernwaarden waarover de brandweer beschikt. Dit waren de bouwstenen voor de doorkijk naar de toekomst. De strategische reis heeft als doel dat er een nieuw ‘bedrijfsmodel’ voor de brandweer komt. Een bedrijfsmodel beschrijft de wijze waarop de brandweer wordt aangestuurd, gefinancierd, hoe de brandweer wordt georganiseerd, welke klanten we hebben, welke activiteiten we verrichten en welke producten en diensten we verlenen. Ook de rol van de NVBR, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en lokale besturen wordt omschreven in een bedrijfsmodel. De tweede fase van de reis is afgesloten met een bestuurlijke conferentie, waarin door de bestuurders richting gegeven is in een discussie over een viertal opties die in deze fase ontwikkeld zijn en waarin nieuwe bedrijfsmodellen voor de brandweer zijn beschreven. Het eerste model heeft als naam de nachtwaker. Door technologieën zoals rookmelders, sprinklers en ingebouwde veiligheidssystemen zullen kleine brandjes in de toekomst tot het verleden behoren. De grootste bedreiging wordt dan grootschalige ontwrichting van de maatschappij in het geval dat het toch uit de hand loopt of dreigt te lopen. Voor dit geval is een organisatie nodig die als laatste redmiddel kan fungeren. Haar taak is dan deëscalerend op te treden en Brand&Brandweer

domino-effecten te voorkomen. De tweede optie is dat de brandweer een duidelijke, regisserende rol krijgt op het totale veld van fysieke veiligheid (incl. risicobeheersing en crisisbeheersing) met een landelijke aansturing. In de derde optie is er sprake van een verbreding van het takenpakket naar een soort mantelorganisatie met ook hulptaken op het vlak van sociale veiligheid en de medische wereld, waarbij de brandweer in het middelpunt van de samenleving komt te staan. Tenslotte is er de vierde optie, waarin het niet primair draait om veiligheid, maar er gekeken wordt naar continuiteit van de samenleving. Een grieppandemie of verkeersinfarct is vanuit die invalshoek een groot risico. Fase 3 De projectgroep gaat nu in de derde fase, de zogenaamde transitiefase, verder met het ontwikkelen van een bedrijfsmodel dat een samenstel zal zijn van aspecten en prioriteiten uit de bovengenoemde bedrijfsmodellen, zoals in de bestuurlijke conferentie besproken. In deze derde fase zullen ook andere partijen, nadrukkelijker dan in de vorige fasen, gevraagd worden input te leveren bij de uitwerking van het uiteindelijke bedrijfsmodel. Ook zal in deze fase vanuit het nieuwe bedrijfsmodel voor 2040 teruggewerkt worden naar de periode 2010 – 2015, resulterend in een visie en strategie voor de middellange termijn. De illusie is er niet dat alle inzichten, toekomstbeelden etc. gelijk zullen blijven. Er zal gekeken blijven worden naar trends en ontwikkelingen. De maatschappij blijft immers veranderen en de positie die de brandweer daarin inneemt ook. nummer 1 januari 2009 31


Subsidie loopbaanregeling verlengd Voor brandweermensen in een verzwarende functie, zoals de repressieve dienst, kan een loopbaanbeleid worden ontwikkeld. Om dit te stimuleren, verstrekt het A&O Fonds Gemeenten een subsidie. Deze regeling wordt verlengd en korpsen kunnen hierdoor tot 1 juli

2009 nog een aanvraag indienen. Korpsen hebben tot 1 november 2009 de tijd om projecten in het kader van het Tweede Loopbaanbeleid uit te voeren en te verantwoorden. Maar de regeling is niet alleen lan-

Handen af-campagne van start

nummer 1 januari 2009

Agenda

6 januari vergadering Ontwikkelgroep Manschap B 8 januari vergadering LNB Utrecht 12 januari vergadering Strategische Reis 13 januari vergadering Kerngroep Kwaliteitszorg

Vertrek: Ada Kraft

32

Meer informatie over de subsidieregeling staat op de website van het A&O Fonds <http:// www.aeno.nl/index.php?id=1084>.

5 januari vergadering Strategische Reis

Eind december is de landelijke campagne 'Handen af van onze helpers' van start gegaan, waarmee opgeroepen wordt om meer respect te hebben voor mensen in een publieke functie. Ook de NVBR is betrokken bij deze campagne, die vooral agressief gedrag tegen moet gaan. 'Vindt u dit normaal?? is de slogan die terugkeert in de landelijke campagne om agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak te verminderen. De campagne gaat vandaag van start en wil mensen ervan te doordringen dat agressie en geweld tegen deze werknemers onacceptabel is.

Communicatie-adviseur Ada Kraft vertrekt per 1 januari bij de NVBR. Ze heeft ruim anderhalf jaar voor de vereniging gewerkt. Bij haar start in mei 2007, was het brandweervak nieuw voor haar. Inmiddels is ze volledig ingevoerd in de wereld van brandweer, crisis en rampenbestrijding.

ger van kracht, ook zijn de mogelijkheden uitgebreid: ook voor het toepassen van bestaande instrumenten kunnen korpsen een aanvraag doen.

‘Het is een ongelooflijk boeiende wereld om in te werken. Mensen zijn heel gedreven met hun werk bezig,’ aldus Kraft. Tijdens haar periode als communicatie-adviseur speelden een aantal zaken die veel aandacht van de pers trokken. De brand in De Punt, waarbij drie brandweervrijwilligers om het leven kwamen en het duikincident in Terneuzen waarbij een duiker . ‘Daar heb ik ook de kracht gezien van een branche-organisatie. Juist dan is het zo belangrijk om als brandweer met één stem te spreken. Ada Kraft gaat vanaf 1 januari aan de slag als free lancer. Mogelijk is een van haar eerste opdrachtgevers BZK die verschillende communicatiemiddelen over de vorming van de veiligheidsregio’s, wil ontwikkelen.

13 januari vergadering LNP Commissievergadering 15 januari vergadering Programmaraad Brandweerzorg vergadering Programmaraad Informatiemanagement vergadering Programmaraad Management & Bedrijfsvoering vergadering Programmaraad Risicobeheersing 19 januari vergadering Strategische Reis 20 januari vergadering Congrescommissie NVBR 21 januari vergadering Stuurgroep Brandonderzoek 22 januari vergadering Kwaliteitszorg, werkgroep normenboek 26 januari vergadering Strategische Reis

Sdu Uitgevers


brandweer overzee

Brandweer over zee

‘Life is in the details’ ‘Hoor ik nu het luchtalarm afgaan?’ Ja hoor, zonder twijfel als ik even later na een werkdiner het ‘Cinnamon Grant’ hotel uitloop. Het lokale hotelpersoneel verzekert me dat het om een ‘proefalarm’ gaat. Mijn neus, proefalarm om 22.30 uur, dat gebeurt zelfs hier niet. ‘Snel naar huis’, is dan ook mijn eerste gedachte. En ‘mijn huis’ is voorlopig een appartement in Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka. Ik ben Clemens Kamp werkzaam bij de Brandweer Midden- en West-Brabant als afdelingshoofd Logistiek Materieel en Verbindingen. Voor de geïnteresseerden, de 38ste voltijds OO was mijn lichting. Ik ben voor een half jaar gedetacheerd bij ICET en werkzaam in Sri Lanka. ICET heeft hier een project met Nederlandse en Sri Lankaanse overheidsfinanciering opgezet om de ‘hulpverleningsorganisatie’ in Sri Lanka te versterken. Achttien brandweerkorpsen door heel het land zijn voorzien van nieuw materieel. Tankautospuiten, hoogwerkers en ambulances. Er worden brandweerkazernes gebouwd, nieuwe brandweermannen gerekruteerd die voor een groot deel ook nog getraind moeten worden. Daarnaast zijn er 33 brandweermannen van de Colombo Fire Brigade opgeleid (ook in Nederland) om deel uit te gaan maken van een specialistische eenheid, de zogenaamde ‘Special Response Unit’. Deze eenheid heeft extra materieel en trainingen ontvangen om te kunnen worden ingezet bij de ‘grotere rampen’ en incidenten waarbij bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Maar ook bij waterongevallen, het redden op hoogte en USAR krijgt de SRU in de toekomst een taak te vervullen. En ‘last, but-not-least’, de SRU krijgt een eigen trainingscentrum van waaruit hun operationele activiteiten zullen plaatsvinden, maar ook hun trainingsactiviteiten. De SRU mag namelijk in ieder geval de rest van de brandweerkorpsen in Sri Lanka gaan trainen. Ik mag me samen met twee ICET collega’s, enkele internationale ICET instructeurs en de Brandweer zonder Grenzen bezighouden met het verder implementeren en operationaliseren van dit alles. Kijk maar eens op www.icet.nl wat ICET hier nog meer onderneemt. Waarom de brandweer zonder grenzen? Van deze stichting ben ik mede oprichter, op www.brandweerzondergrenzen.nl is meer te vinden waarom we hier zijn, wie er verder bij de stichting betrokken zijn en waar we nog meer actief zijn. Mijn werkplek is op de Colombo Fire Brigade. Mijn voornaamste taak is het ‘operationaliseren’ van de SRU. En hier werken is dagelijks dealen met gebrek aan printpapier, een airco van 25 jaar oud met kuren, een voor mij soms zinloze hiërarchie en het te laat (of zelfs niet) komen op afspraken. Nou lijkt het misschien net alsof ik in een dorp in Afrika zit maar dat is echt niet zo. Sri Lanka en daarmee Colombo is veel meer ontwikkeld dan ik dacht, met als gevolg dat ons project stevige vorderingen kan maken al zijn we er voorlopig nog niet. En ondanks de altijd en overal aanwezige signalen dat hier een burgeroorlog woedt, is het voor mij prima vertoeven. Kortom, ik zit er midden in en ik vind het prachtig. Ik moet rekening houden met zaken die in Nederland vanzelfsprekend zijn. En die dingen bepalen nu voor een groot gedeelte mijn leven hier, niet alleen op het werk maar ook daarbuiten. Tot en met juni mag ik jullie hiervan in Brand & Brandweer mede deelgenoot maken. Als je in de tussentijd reactie wilt geven op deze blog, wat foto’s wilt bekijken en mij een beetje wilt volgen dan kan dat wederom op www.brandweerzondergrenzen.nl En het luchtalarm was echt. Althans, het officiële verhaal is dat de Tamil Tijgers die avond een luchtaanval op een energiecentrale hebben uitgevoerd. Net toen ik thuiskwam hoorde ik allerlei ‘vuurwerk’, voor de duidelijkheid de variant die niet tijdens oud&nieuw wordt gebruikt. Ik voelde de spanning die deze variant met zich meebrengt toen ik op het dakterras, beschut achter een muurtje, zat te kijken. Alles een beetje in me opnemend. Maar goed, het resultaat van deze Tamil Tijger actie waren lichte beschadigingen aan de energiecentrale en een dode. Een donker Colombo, niet vanwege de beschadigingen, maar vanuit voorzorg. En ik dus op het dakterras. ‘Life is in the details’. Clemens Kamp

Deze maand in GRIP4 Het Elektronisch Patiënten Dossier

De invoering van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) is inmiddels een feit. Op dit moment zit het EPD nog in een ‘startfase’ en is het uitsluitend bedoeld voor apothekers, huisartsen en specialisten. In de toekomst worden ook de ambulancemedewerkers aan dit rijtje toegevoegd. Maar wat betekent dit precies voor de ambulancezorg? Een verhaal in GRIP 4.

Brand&Brandweer

Overstromingsoefening Hulpverleningsdienst Regio Groningen

Meer dan 1200 mensen hebben meegewerkt aan een grote overstromingsoefening op 9 december in regio Groningen. Misschien wel de grootste ooit gehouden in de regio. Het was een koude natte dag, wat een zeer realistisch beeld gaf. Er werd samengewerkt met veel verschillende partijen. Deze oefening bewees wederom dat het kennen van je ketenpartners wederom erg belangrijk was. Weten wie wat doet tijdens een crisis. Een fotoreportage in GRIP 4.

nummer 1 januari 2009 33


van buitenaf

Brandweer en Defensie niet zo verschillend als het lijkt Sommigen kijken vreemd op bij het zien van een militair uniform binnen de brandweer. ‘Toch is dit zo vreemd nog niet. In het verleden is Defensie altijd een structurele veiligheidspartner geweest,’ meent kolonel Willem van den Bos. Als commandant van het Regionaal Militair Commando West is hij verantwoordelijk voor de inzet van militairen in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. Aan hem het woord in deze Van Buitenaf.

‘N

a de bevrijding van Zuid-Nederland in september 1944 nemen militairen tijdelijk het gezag waar. Met het rapport ‘luchtbescherming en brandweer uit 1945, aangeboden door Hoofd sectie IV (Luchtbescherming en brandweer), Staf Militair Gezag te ’s-Gravenhage aan den Minister van Binnenlandsche Zaken’ zetten ze allerlei nieuwe ontwikkelingen in gang. In 1949 wordt met de leidraad voor de opbouw van een burgerlijke organisatie tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen begonnen met de formering van een nieuwe organisatie: de Bescherming Burgerbevolking (BB). Deze organisatie functioneert tot de afronding van de reorganisatie van de rampenbestrijding in Nederland en de invoering van de bijbehorende wetgeving van o.a. de Rampenwet en Brandweerwet 1985 en wordt formeel in 1986 opgeheven. Met de intrekkingwet BB komt een einde aan een tijdperk van voorbereiding op (oorlogs) rampen. In 1955 wordt een start gemaakt met de oprichting van het Rijks Mobiele Colonnes als aanvulling op de Bescherming Bevolking. De bedoeling was om deze colonnes te bemannen met vrijwilligers, maar onder de burgerbevolking was weinig animo. Daarom heeft de ministerraad op 14 maart 1955 het besluit genomen om de geplande colonnes met militairen te bemannen. De sterkte van het contingent, dat voor deze colonnes in opleiding kon worden genomen was 4.000 man per jaar. De opleiding van deze militairen verliep conform richtlijnen van de Minister van Binnenlandse Zaken. Het Korps Mobiele Colonnes (KMC) was oorspronkelijk een apart krijgsmachtonderdeel, maar werd later opgenomen in de Koninklijke Landmacht. Uiteindelijk wordt het KMC in 1993 opgeheven, waarmee een einde komt aan een grote capaciteit voor de rampenbestrijding. Het legergroene materieel gaat voor een deel over naar de brandweer, maar daarvoor moet het wel eerst rood gespoten worden. Nieuwe doorstart Gedurende een periode van 58 jaar volgen de ontwikkelingen in Nederland op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding elkaar snel op. In het najaar van 2002 vinden de Ministeries van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BiZa) en Defensie elkaar opnieuw met de oprichting van de interdepartementale projectgroep Civiel-Militaire 34

nummer 1 januari 2009

Bestuursafspraken (CMBA) in het kader van de openbare orde en de rampenbestrijding. Deze samenwerking wordt bekrachtigd met de uitgifte van de praktische catalogus Civiel-Militaire Samenwerking. Naast deze afspraken zijn de Regionaal Militaire Commando’s Noord, Zuid en West binnen alle veiligheidsregio’s in Nederland vertegenwoordigt door een Officier Veiligheidsregio (OVR). Dit kunnen zowel beroepsmilitairen als reservisten zijn. De weg naar een hernieuwde structurele samenwerking van Defensie als partner in de veiligheidsregio’s is ingeslagen. Voor medewerkers van Defensie is het niet eenvoudig een gemeenschappelijk beeld te krijgen van brandweer Nederland. Maar bestaat dat wel? Gemeenten gaan vaak anders om met de brandweer en zowel locaal als regionaal wordt druk geanticipeerd op het concept van de nieuwe Wet op de Veiligheidsregio’s. Voor Defensie is het zoeken naar de juiste positie in de nieuwe samenwerkingsvorm. ‘Dienstbaar opstellen’ is het credo en niet optreden als een olifant in een porseleinkast is de opdracht. Gelukkig worden de medewerkers van Defensie steeds meer meegenomen in de stroomversnelling binnen de nieuw ontwikkelende veiligheidsregio’s en betrokken bij tal van processen binnen de “veiligheidsketen” van pro-actie en preventie tot preparatie, repressie en nazorg. Overeenkomsten en verschillen Brandweer en Defensie zijn niet zo verschillend als het misschien lijkt. Beide organisaties werken in professioneel teamverband. Dienstbaarheid en kwaliteit staan hoog in het vaandel en er wordt altijd rekening gehouden met het onverwachte. Belangrijk voor brandweer en Defensie is het hebben van een breed scala aan specialistische disciplines om in (gevaarlijke) situaties goed op te kunnen treden. Een belangrijk verschil is dat Defensie indien nodig geweld kan gebruiken. Daarvoor zijn haar mensen opgeleid en toegerust. In bepaalde crisisvormen kan dat een wezenlijke factor van belang zijn. Leren van elkaar in de rampenbestrijding Het is belangrijk dat de organisatie open staat om van haar fouten te leren. Zo kunnen wederzijds ervaringen worden uitgewisseld en kunnen brandweer en Defensie gezamenlijk oefenen en trainen om van elkaar te leren. Bij de landelijke oefening Sdu Uitgevers


bron: rmc

van buitenaf

Brandweer en Defensie zijn niet zo verschillend als het misschien lijkt. Dienstbaarheid en kwaliteit staan hoog in het vaandel en er wordt altijd rekening gehouden met het onverwachte.

Waterproef in november 2008 is dit al gebleken. Verder is leiding geven en afstemming in de rampenbestrijding niet altijd eenvoudig. In situaties dat het er echt op aan komt kunnen eigen belangen wel eens prevaleren. Deze problemen doen zich binnen Defensie wat minder voor omdat er een heldere hiërarchische structuur is, omdat dus duidelijk is wie de baas is, de bevelvoering eenduidig is en een strakke uitvoering wordt gehanteerd. Hoe kunnen we elkaar aanvullen Er zijn verschillende aanknopingspunten om elkaar aan te kunnen vullen. De eenvoudigste manier is het doorlezen van de Catalogus Civiel-Militaire Samenwerking. Deze geeft een goed Brand&Brandweer

beeld wat de toegevoegde waarde van Defensie is in de ondersteuning met specialistische en unieke capaciteiten. Want voor bijna alle deelprocessen in de crisis- en rampenbestrijding van de civiele hulpverleningsorganisaties en gemeenten kan Defensie bijstand of steun verlenen. Andersom kunnen defensiemedewerkers eigen vaardigheden toespitsen en verwerven door het omgaan met burgers en civiele organisaties in vredestijd. Hierbij komen andere aanvullende competenties kijken dan een bij optreden in oorlogsgebied. Verder is het beleid over ’Nationale veiligheid en Defensie’ erop gericht dat in 2012 opleidingsmodules met het NIFV, Politieacademie en Defensieacademie worden ontwikkeld. Er komt een gezamenlijke NBC-opleidingscapaciteit, waar oefenen een onderdeel van is. Een mooi voorbeeld is de gezamenlijke oefening (AMC, GHOR en Defensie) in april 2008 waarbij decontaminatie van slachtoffers op grote schaal werd beoefend. Nu is Defensie nog inzetbaar op basis van beschikbaarheid, maar in 2012 is een snel responsteam (binnen 2 uur) en capaciteit op het gebied van ontsmetten gegarandeerd. De officier veiligheidsregio (OVR) en militaire bijstand/steunaanvraag Om de veiligheidsregio’s goed te kunnen adviseren en faciliteren vanuit Defensie is het belangrijk dat de militaire Officieren Veiligheidsregio’s (OVR’en) goed gepositioneerd zijn binnen de veiligheidsregio’s. Dit betekent zoveel mogelijk gezamenlijk optrekken in bijvoorbeeld de preparatieve en repressieve fase, waarin alle processen worden meegenomen. Voor de preparatieve fase kan dit eventueel vanuit het veiligheidsbureau waar onder andere uitvoering wordt gegeven aan multi-opleiden en oefenen. Voor de repressieve fase zit de OVR als adviseur in het Regionaal Operationeel Team. Deze defensiefunctionaris denkt in teamverband mee en adviseert de operationele leider over militaire middelen en kennis. Indien zulke steun nodig is, kan de OVR de aanvraag mee invullen, waarna hij getekend door het veiligheidsbestuur via de Koninklijke weg richting de Commissaris van de Koningin gaat. Gelijktijdig zal de OVR de militaire organisatie op de hoogte brengen van de aanvraag die gaat komen. Defensie kan alvast voorbereidingen treffen om kostbare tijd te besparen. Een ramp is immers niet van te voren te plannen. Of de aanvraag daadwerkelijk wordt gehonoreerd, ligt in beginsel bij Binnenlandse Zaken (BZK) en daarna bij het Ministerie van Defensie. Van vangnet naar structurele veiligheids­ partner Defensie is altijd al een veiligheidspartner geweest, eerst als eerste verantwoordelijke, later als vangnet en nu steeds meer structurele en volwaardige partner. Door de huidige insteek, via de RMC’n en een OVR in elke veiligheidsregio, kan Defensie in samenwerking met BZK een structurele bijdrage leveren aan de crisisbeheersing en rampenbestrijding in Nederland. Dat gebeurt altijd vanuit het perspectief van de burgers, voor wie wij gezamenlijk de overheid vormen. En zij moeten kunnen rekenen op een professionele overheid tijdens crisis en rampenbestrijding. Belangrijke randvoorwaarden en focus voor de toekomst hierbij zijn en blijven dat de verantwoordelijken bij Defensie en civiele partners elkaar kennen en dat er (meer) gezamenlijk geoefend wordt.’ ■ nummer 1 januari 2009 35


xxxx

36

nummer 1 januari 2009

Sdu Uitgevers


de website van

De website van brandweer Moordrecht Webadres: www.moordrecht.brandweer.net Beheerder: Leon van der Zwaluw Eigenaar website: brandweer Moordrecht Startjaar: maart 2004 Redacteuren: alle korpsleden Aantal unieke bezoekers per dag: ongeveer veertig Server: xs4all Kosten per jaar: 0 euro De droom van bijna iedere jongen is om later brandweerman te worden. Leon van der Zwaluw uit Moordrecht is daarop geen uitzondering. In 1998 is Leon van der Zwaluw vrijwilliger geworden bij korps Moordrecht. ‘Omdat ik in Den Haag studeerde ben ik pas op mijn 25ste vrijwilliger geworden bij brandweer Moordrecht.’ Van der Zwaluw is in het dagelijks leven software engineer bij een Amerikaans databaseconcern. www.moordrecht. brandweer.net In 2004 wil de voormalige regio MiddenHollands, waar Moordrecht onder valt, een brandweerwebsite maken voor de hele regio. ‘Uiteindelijk is er van dit idee niks terechtgekomen en ben ik zelf een eigen site voor ons korps begonnen.’ De brandweer site heeft waarschijnlijk als enige brandweerkorps in Nederland een ‘groene’ website. ‘Om de website een officieel karakter te geven hebben we dezelfde lay-out als de website van gemeente Moordrecht.’ Inmiddels heeft de gemeente de lay-out aangepast. ‘Wij hebben de oude aangehouden, aangezien wij deze lay-out stukken mooier vinden.’ De website beschikt over een overzichtelijk Brand&Brandweer

menu. ‘Ik maak nooit gebruik van een submenu, door al dat bladeren zie je door de bomen het bos niet meer. Op onze website zie je alle informatie meteen op het scherm’, vervolgt Van der Zwaluw. Homepage Bij het openen van de website, is het eerste wat de bezoeker ziet het welkomstwoordje van brandweercommandant Marco Bos. De webbeheerder houdt wel van een grapje op zijn tijd. Dit wordt duidelijk als de bezoeker toevallig op de foto van de commandant klikt. ‘Dan verschijnt er een grappige foto van de commandant. Hoe vaker je doorklikt, hoe grappiger de afbeelding van de commandant wordt.’ Opvallend is het bericht ‘korpslid van de dag’. De database haalt iedere dag een persoon uit het personeelsbestand. ‘Om de brandweer een gezicht te geven in het dorp, is er iedere dag een brandweerman of vrouw ‘korpslid van de dag’. Zo zien de dorpelingen meteen wie er nu bij de brandweer zit. En wat die persoon precies doet. Op de beginpagina vindt de bezoeker ook in een oogopslag het laatste nieuws over de brandweer en informatie over de laatste uitruk. Deze twee zaken zijn bewust op de voorpagina gezet. ‘Veel mensen kijken op de website voor informatie over de uitrukken. Zodra de brandweersirene gaat, schieten de bezoekcijfers omhoog.’ PDA Ook op de mobiele telefoon is de website van Moordrecht te volgen.De URL is onder het kopje ‘PDA website’ te downloaden. ‘Zo kunnen de mensen de laatste uitrukken op hun mobiel bekijken.’ Of dit ook

door veel mensen wordt gedaan is ook voor de webmaster een vraag. ‘Geen idee, ik wil in ieder geval wel graag op de hoogte zijn.’ Naast de gebruikelijke veiligheidstips voor de burger en informatie over het korps en de brandweerregio kan de bezoeker op de website ook alles lezen over de geschiedenis van het dorp Moordrecht. Onderaan de pagina staat een link naar een plattegrond van Moordrecht. Op deze plattegrond staan allerlei gebouwen aangegeven. Als je op een gebouw klikt, verschijnt er een foto van dit gebouw groot in je beeldscherm. Ook de brandweerwagen is in de plattegrond te vinden. ‘Ik ben speciaal een middag met de camera op pad geweest om al deze gebouwen op de foto te zetten.’ Interne website De interne website is alleen toegankelijk voor korpsleden. Met behulp van een wachtwoord en bijpassende inlogcode kunnen de brandweerlieden op de interne website inloggen. Daar aangekomen kan de bezoeker in het uitgebreide menu kiezen uit verschillende kopjes zoals ‘uitrukprocedures’, ‘intern nieuws’ en ‘theorie hoofdbrandwacht’ en ‘korps ledenlijst’ en een Smoelenboek. Ook de verslagen van uitrukken tussen 1983-2003 zijn op de interne website te vinden. ‘Op de website heb ik alle uitrukken staan tot vier jaar terug. De rest zet ik allemaal op de interne website. Af en toe schoon ik de boel op.’ De reacties van de bezoekers zijn positief over de prachtige website. ‘Dat moet ook want de website is het visitekaartje van ons brandweerkorps’, besluit de trotse webbeheerder. nummer 1 januari 2009 37


Het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken Nu verkrijgbaar! Per 1 november is het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, oftewel het Gebruiksbesluit in werking getreden.

Weet ú welke grenzen dit besluit stelt? Zoals wanneer een gebouw een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie en vluchtrouteaanduidingen moet hebben? Welke eisen er gelden voor deuren in vluchtroutes? Of wanneer een gebruiksvergunning of een gebruiksmelding nodig? De antwoorden plus het complete Besluit vindt u terug in deze uitgave.

ISBN: 978 90 12 12917 6 Aantal pagina’s: 155 Prijs: € 21,20 Onder redactie van: ing. R.H.G.M. Rasch, drs. ing. M.P.M. Schoonderwoerd MCDm en ing. K.J. Wouda

Bestel via www.sdu.nl/brandweer, mail naar sdu@sdu.nl of bel (070) 378 98 80

38

nummer 1 januari 2009

Sdu Uitgevers


intervi ew

Het hele land door voor kazernefoto’s

Foto: Hielke Weening

Keimpe Annema heeft altijd zijn fototoestel bij zich als hij op pad gaat

Een uit de hand gelopen hobby. Zo noemt oud-brandweerlid Keimpe Annema van het korps Heerenveen zijn website kazernesnederland.nl. Alle kazernes van Nederland staan erop, zoveel mogelijk met bijbehorende uitrukvoertuigen. Hij maakte de meeste foto’s zelf en wil de andere uiteindelijk ook vervangen door eigengemaakte foto’s.

E

Door Ellen Schat

en van de mooiste Nederlandse kazernes vindt Annema die van Barneveld. ‘Het is een vrij nieuw gebouw met veel licht waarin niet alleen de brandweer is gevestigd, maar ook de ambulancedienst, politie en dokterswacht’, vertelt Annema. En hij kan het weten, want hij heeft een groot deel van de meer dan duizend Nederlandse kazernes gezien. ‘Ik heb de helft ervan zelf op de foto gezet, de andere helft heb ik toegestuurd gekregen. Of ik heb foto’s van de website gehaald’, aldus Annema. Het plan is om de kazernes in het zuiden van Nederland alsnog zelf te fotograferen. ‘Dat doen mijn vrouw en ik als de dagen weer wat langer worden. Dan kunnen we meer plaatsjes op één dag schieten. Het moet immers wel licht zijn. Het wordt nog een flinke klus, want alleen in Zeeland staan er al 74’, aldus Annema. Annema maakt de site omdat hij het leuk vindt, en om de vrijwilligers een plezier te doen. ‘Ik krijg heel veel positieve reacties.’ Sinds de zomer hebben Annema en zijn vrouw al heel wat kilometers gemaakt. Het begon met het idee alle Friese kazernes op de foto te zetten. Maar al snel leek Groningen en Flevoland ook niet zo ver. Overijssel en Gelderland volgden. Ten slotte ontstond de drang om het hele land te doen. ‘Het is een uit de hand gelopen hobby.’ De adresgegevens haalt Annema van de website van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het

Brand&Brandweer

Brandweerwezen (VBB). ‘Niet alle gegevens kloppen, maar dat geeft niet. We komen met behulp van de routeplanner wel eens op een industrieterrein terecht. Er heeft vermoedelijke ooit een kazerne gestaan, zo luidt dan onze conclusie.’ Annema heeft zijn hart en ziel aan de brandweer verpand, zo lijkt het. Hij was 25 jaar lang vrijwilliger van het Heerenveense korps, waaronder twintig jaar bevelvoerder. Daarnaast is hij nog steeds instructeur van de Brandweer Opleidingen Nederland (BON). En hij maakt het Heerenveense brandweerblad en houdt de website van het korps up to date. ‘Daar ben ik in 1999 mee begonnen, als een van de eersten in Nederland.’ Voertuigen Annema plaatst zoveel mogelijk de voertuigen bij de kazernes op de website, met bijbehorend roepnummer. ‘Het moet wel uitrukmaterieel zijn dat nog gebruikt wordt, anders is het einde zoek. Heel soms heb ik iets heel aparts wel op de foto gezet. Bijvoorbeeld een bushaltehokje in brandweerkleuren bij de kazerne van Oosterbeek.’ Niet alle voertuigen staan vanzelfsprekend op de oprit als Annema komt. ‘Bij de beroepskazernes krijgen we vaak een uitgebreide rondleiding, maar bij de kleine vrijwilligerskazernes is er meestal niemand aanwezig. Soms zien we onderweg toevallig een van de voertuigen ergens langs de kant van de weg staan, en dan knippen we die snel even.’ Naast grote moderne gebouwen komt hij veel kleine oude bouwsels tegen. ‘Er past een auto in en dan houdt het op’. Die in het Friese Stavoren en Parrega zijn bijvoorbeeld erg klein en oud. Berkel en Rodenrijs vindt hij erg charmant, gelegen aan het water. Het aantal kazernes is aan het uitdunnen, merkt Annema. ‘Een gevolg van de regionalisering. Ik wil de website graag up to date houden, en die gegevens zijn lastig te vinden. Het wordt dus veel googelen.’ ■ nummer 1 januari 2009 39


inn ovati e

Eén systeem voor repres De Hulpverleningsdienst Regio Twente heeft een nieuw managementinformatiesysteem ontwikkeld waarmee ze de mogelijkheid heeft elk korps te voorzien van repressiegegevens. Een nieuw computerprogramma zorgt ervoor dat alle meldkamergegevens kunnen worden gekoppeld en gerapporteerd. Gegevens over bijvoorbeeld hoe vaak in een gemeente uitgerukt is voor brand en hoe snel de eenheden ter plaatse zijn, worden weergegeven in een periodieke repressierapportage.

V

door Jolanda Haven

anaf eind 2006 maakt de Hulpverleningsdienst Regio Twente periodieke repressierapportages van alle uitrukken in elke gemeente in de regio. ‘Dat gebeurt door middel van een softwareprogramma dat gegevens uit de verschillende databases op de meldkamer (zoals GMS, openbaar meldsysteem en Arbi) in de Regionale Meldkamer koppelt’, aldus Ron de Wit van de Hulpverleningsdienst Regio Twente. Elke handeling die bij een uitruk komt kijken wordt geregistreerd. Hoe laat er gebeld wordt naar de meldkamer en de tijd tot alarmering. Het moment waarop de bevelvoerder met zijn mensen de kazerne uitrijdt, hoe laat hij ter plekke is, opschalingen en hoe laat de brandweerlieden inrukken etc. Deze gegevens zijn verdeeld over verschillende databases in de meldkamer en bij de regionale brandweer. ‘Het nieuwe systeem, een zogenoemde ‘ETL-tool’, zorgt ervoor dat alle gegevens gekoppeld worden. Je kunt analyseren en rapporteren waardoor je in één oogopslag alle gegevens voorhanden hebt’, aldus De Wit. De brandweer in Twente bestaat uit veertien gemeentelijke korpsen en de regio. Gemeenten die elk op hun eigen manier bijhouden hoe vaak ze uitrukken, naar welk object en of ze op tijd zijn bijvoorbeeld. Elke gemeente doet het echter op haar eigen manier. De ene gemeente houdt netjes een factsheet bij, een andere gemeente voert de gegevens in een Excelbestand in en weer andere hebben specifieke software. De meldkamer in de regio registreert via GMS ook alle uitrukken van alle gemeenten in de regio. Een dubbele boekhouding dus. ‘Als regio leverden wij nooit actief de gegevens die de meldkamer registreerde aan de gemeente. Terwijl dit eigenlijk het bronbestand is. Dat doen we vanaf 2007 wel. Dit kost geen extra werk of mankracht. Per kwartaal worden de gegevens vanuit de meldkamer automatisch digitaal naar de korpsen gestuurd’, zo vertelt De Wit.

40

nummer 1 januari 2009

Consequent handelen Alle gegevens die de Regionale Meldkamer verzamelt en de gegevens van de korpsen zelf, zouden dus gelijk moeten zijn. De Wit: ‘Dat verliep niet direct goed. Soms had de regio meer meldingen geregistreerd dan de korpsen. Hoe dat kon? Elke melding die bij de meldkamer binnenkwam, betekende niet automatisch dat de brandweer ook uit moest rukken.’ Soms kan de centralist de melding telefonisch afhandelen. Elk telefoontje wordt echter in het systeem geregistreerd als melding, ook als er geen inzet van de brandweer nodig is geweest. Dan klopt aan het eind van de maand de telling niet meer. De Wit: ‘Als je het er aan de voorkant niet goed in stopt, is de rapportage ook niet goed.’ Stel: de centralist krijgt melding van een keukenbrand en de brandweerlieden rukken met prio 1 uit. Onderweg krijgen ze te horen dat het toch wel meevalt en dat de prio 1 uitruk een prio 2 wordt. De brand is al geblust maar de brandweer gaat toch naar het huis toe voor controle. Zij doet echter rustig aan en hoeft niet binnen de gestelde tijdsnorm van acht minuten te arriveren. Als de centralist niet in het systeem verwerkt dat het een prio 2 is geworden, lijkt het dus of ze te laat waren bij een prio 1 uitruk. Terwijl dat dus niet het geval is. Als dat te vaak zou gebeuren zou je je onnodig zorgen maken waarom de brandweer ‘te laat’ komt. En datzelfde geldt voor een bevelvoerder die vergeet op de statusknop ‘uitruk’ te drukken als ze de kazerne uitrijden. Consequent handelen is daarom essentieel. ‘Door het systeem steeds verder door te ontwikkelen en de ervaring die je ermee krijgt haal je de kinderziektes er gauw uit’, aldus De Wit. ‘Zo is een werkgroep in het leven geroepen om de ervaringen van elke gemeente te bespreken en wensen te verzamelen. Een verandering die wij vanaf dit jaar doorvoeren is dat gemeenten in plaats van per kwartaal, een maandelijkse rapportage krijgen. Dit bleek beter aan te sluiten op de gemeentelijke planning- en controlcyclus.’

De gemeenten hoeven door de periodieke rapportages van de regio zelf niet meer hun eigen uitrukken bij te houden.

Doorontwikkelen Het streven is rapporten te maken voor vier doelgroepen. Het bestuur, de commandanten, de brandweerlieden zelf en de burger. Zo wil de burger weten hoe vaak en waar er brand is geweest maar heeft zij minder aan opschalingclassificaties. Voor het bestuur is het juist relevant om te weten wat de oorzaken zijn bij structureel te laat komen, zodat zij gericht kan zoeken naar oplossingen. De Wit: ‘Het voordeel van dit systeem is dat je er veel meer kanten mee op kunt. We willen straks per ploeg of functie registreren wie er wanneer is uitgerukt. Zodat bijvoorSdu Uitgevers


innovati e

sierapportages

beeld de uitbetalingen daar ook aan gekoppeld kunnen worden. Het systeem kent dus veel mogelijkheden. Er kan bekeken worden of er in een bepaalde wijk vaak brandjes uitbreken, en om wat voor branden dat gaat.’ De problematiek van loze meldingen kan beter in beeld worden gebracht: waar zijn de meeste OMSmeldingen, met welke oorzaak en in relatie tot welk tijdstip? Of gebieden waar de brandweer veel tijd nodig heeft om ter plaatse te komen etc. Voor de brandweerzorg in de regio is er een theoretisch dekkingsplan opgesteld waarin is berekend hoe lang het duurt voordat eenheden ter plaatse kunnen zijn als er brand uitbreekt. ‘Met de repressierapportages kunnen we op basis van echte uitrukken checken of de prognoses en uitgangspunten van het model kloppen. Realiseert een post bijvoorbeeld de uitruktijd die is opgenomen in de modelberekening? Haalt de meldkamer de verwerkingstijd in het model? Zo niet, dan kunnen we het dekkingplan aanpassen’, aldus De Wit. De software koppelt dus ook data uit het theoretisch dekkingsplan met de GMSgegevens. Dit resulteert in plaatjes waarop in een bepaald gebied elke uitruk met een gekleurde stip wordt weergegeven. De kleur (rood/groen) geeft aan of de uitruk binnen de zorgnorm viel. Door het systeem voor steeds meer doeleinden te gebruiken creëer je ook een valkuil. ‘Je moet het oorspronkelijke doel niet voorbij gaan omdat je het zo nodig wil doorontwikkelen. En daarom zorgen wij er op dit moment voor dat de basis van het programma goed is. Het leveren van betrouwbare gegevens is nu essentieel.’ Brand&Brandweer

Geen dubbele boekhouding meer De gemeenten hoeven door de periodieke rapportages van de regio zelf niet meer hun eigen uitrukken bij te houden. En dat scheelt enorm veel werk en tijd. Op dit moment wordt er nog met een dubbele boekhouding gewerkt omdat de regionale repressierapportage zich nog ‘moet bewijzen’. Op den duur is het de bedoeling dat de database van de regio volstaat. ‘De meeste gemeenten hebben te kennen gegeven dat zij straks van hun eigen registratie af willen en gaan werken met de gegevens die zij krijgen van de regio’, aldus De Wit. ‘Door als regio te luisteren naar de gebruikers van de gegevens en de betrouwbaarheid steeds te verhogen, groeit het vertrouwen in de rapportages. Als dat vertrouwen voldoende groot is, zullen de ‘dubbele boekhoudingen’ pas verdwijnen. Een mooie uitdaging.’ Belangrijk is ook dat de regio voor de korpsen geen conclusies trekken op basis van de uitrukgegevens die zij in de database hebben. De Wit: ‘Wij leveren deze basisgegevens aan om de gemeenten een duidelijk overzicht te geven. De gemeenten kunnen zelf op basis van deze gegevens bekijken of ze te laat waren en wat daar eventueel de oorzaak van is. Op die manier kan ieder korps zijn eigen specifieke rapportages samenstellen. Voor de regionale taken krijgt de regionaal commandant een specifieke rapportage.’ ■ Voor vragen over dit systeem kunt u contact opnemen met Ron de Wit van de Hulpverleningsregio Twente.

nummer 1 januari 2009 41


pro-acti e

Cultureel erfgoed ook aandacht nodig brandweer

Foto: SXC.HU

Er hangt voor miljoenen aan de muur in de vele musea in Nederland. Maar als er brand uitbreekt gaat het er met name om hoe het publiek zo veilig mogelijk het gebouw kan verlaten. De brandpreventie van het Nederlandse culturele erfgoed wordt in vele gevallen vergeten. Het symposium ‘Bescherming Cultureel Erfgoed bij Calamiteiten’ op 21 januari bij het NIFV moet een einde maken aan onwetendheid en verschillende disciplines bij elkaar brengen.

Ook Windsor Castle is ten prooi gevallen aan een verwoestende brand waarbij heel veel kunstschatten verloren dreigden te gaan.

De brand in het Armando Museum, waarbij een groot deel van de collectie verloren ging, ligt nog vers in het geheugen. Evenals de brand bij de TU Delft waar veel studiemateriaal verloren is gegaan. De tentoonstelling bij de TU Delft met onder andere een bijzondere collectie maquettes is gered, evenals de stoelencollectie. Ook de bibliotheek van veertigduizend, vaak zeldzame en kostbare boeken is zonder veel schade twee weken na de brand uit het pand gehaald. Een goed moment dus, om aandacht te besteden aan dit belangrijke onderwerp. René Hagen, lector brandpreventie is één van de initiatiefnemers van het symposium.

42

nummer 1 januari 2009

Hoe is het in Nederland gesteld met de bescherming van het Cultureel Erfgoed? ‘Een onvoldoende , een viertje, er zijn een paar uitzonderingen zoals het Kröller-Möller-museum. Daar zijn maatregelen genomen om het gebouw te beschermen bij een bosbrand. Maar ook daar hangt de meest waardevolle kunst, zoals in de meeste musea, in het midden van het gebouw. Uit oogpunt van brandveiligheid is dat niet in orde. Natuurlijk wel vanuit het oogpunt van het museum want die wil het publiek het gebouw door trekken. En bij de TU Delft had helemaal niemand nagedacht over brandveiligheid van de collectie. Wel over het gebouw en de brandveiligheid van de mensen, door bijvoorbeeld evacuatieroutes aan te Sdu Uitgevers


pro-acti e

1992: Blaze rages in Windsor Castle

Foto: ton groenhuizen

Ondanks de recente brand in het Armandomuseum zijn er weinig grote branden in Nederlandse musea geweest. Eén uitzondering daargelaten. Bij een brand in 1864 in het museum Boymans van Beuningen in Rotterdam ging een deel van de kunstcollectie verloren.

Bij de brand in het Amersfoortse Armandomuseum in het najaar van 2007 ging de voormalige kerk volledig in vlammen op. Vele kunstschatten van de kunstschilder Armando gingen verloren.

geven. Bij het Rijksmuseum in Amsterdam hebben ze, ondanks verbouwingen gekozen om geen sprinklers aan te brengen. Enerzijds is het natuurlijk een financiële kwestie, maar anderzijds ook onkunde. Men denkt dat sprinklers water schade kan veroorzaken aan de schilderijen, terwijl je ook daar wat aan kan doen. En wat heb je liever? Drie natte schilderijen of driehonderd verwoeste schilderijen.’ Hoe zou het beter kunnen? ‘Dat moeten we met zijn allen gaan uitzoeken. Het onderwerp krijgt steeds meer aandacht. Brandveiligheid van het cultureel erfgoed is toch wel het ondergeschoven kindje. Verzekeraars en collectiebeheerders zijn meer gericht op diefstal, en het voorkomen ervan. Omdat dat nu eenmaal vaker voorkomt. En er is ook veel onwetendheid over preventieve maatregelen. Niet alleen de museumwereld heeft daar last van, ook de brandweer.’ Hoe staat de brandweer er dan in? ‘De brandweer heeft meerdere wettelijke taken die betrekking hebben op het voorkomen en beperken van de gevolgen van een brand en andere ongevallen zoals gevaarlijke stoffen. Natuurlijk gaat het ten eerste om de veiligheid van mensen. Vervolgens moeten branden en ongevallen niet te groot zijn of worden. Wie heeft er dan ten slotte aandacht voor de brandpreventie van cultureel (roerende) erfgoed en wat kan er gedaan worden? Het is geen rampentype, er zijn geen rampscenario’s voor. Het wordt gezien als een gebouw waar mensen verblijven. Het culturele erfgoed is altijd de tweede zorg of soms helemaal geen zorg.’

In Engeland vond in 1992 een grote brand plaats waarbij vele kunstschatten bedreigd werden. Honderd kamers én de noordtoren werden door de brand vernietigd. De brand werd waarschijnlijk veroorzaakt door een lamp die in een gordijn brandde in het oostelijke deel van het gebouw. De brand hield 250 brandweermannen 15 uur aan het werk en zorgde voor een schadepost van 55 miljoen euro. Een menselijke keten, waar ook leden van de koninklijke familie onderdeel van waren, zorgde ervoor dat de onschatbare kunstcollectie uit het gebouw werd getransporteerd. Pas in november 1997 was alles gerestaureerd.

vergunning geeft. Maar dat betekent dat mensen redelijkerwijs veilig uit een gebouw kunnen komen. Niet of kunstschatten gered worden. De verzekeraar kijkt wel of de schilderijen vergoed kunnen worden in geval van brand. We willen de museumwereld bewust maken zodat ze zelf het voortouw nemen in overleg met het ministerie.’

Men denkt dat sprinklers water schade kan veroorzaken aan de schilderijen, terwijl je ook daar wat aan kan doen. Wat is het doel ervan? ‘We willen een mythe weghalen, nu worden vaak keuzes uit onwetendheid gemaakt en dan zijn het geen bewuste keuzes. En als het ergens in de toekomst misgaat heb je je dan voorbereidt, heb je bijvoorbeeld vervoer geregeld om spullen af te voeren en weer snel geconditioneerd op te slaan. We merken dat de wil er wel is in de museumwereld, en zij hebben uiteraard een groot belang bij bescherming van collecties. En schilderijen zijn niet alleen eigendom van musea, het is algemeen cultureel eigendom.’ Het symposium vindt plaats op woensdag 21 januari bij het NIFV in Arnhem. Het is bestemd voor directeuren, collectiebeheerders, facilitair managers, conservatoren en beveiligingsmedewerkers van collectiebeherende instellingen, commandanten, medewerkers preparatie, preventie en repressie van de regionale en gemeentelijke brandweer, bestuurders, beleidsmedewerkers Integrale Veiligheid en Crisisbeheersing en andere geïnteresseerden. ■

Wat is de aanleiding voor dit symposium? ‘We roepen het al een tijdje, en het is wel versterkt door de actuele branden bij het Armandomuseum en de TU Delft. Het blijft wel bij roepen want er is veel onwetendheid en onkunde. Als ik bijvoorbeeld naar de museumwereld kijk, die roepen dat de overheid een Brand&Brandweer

nummer 1 januari 2009 43


repressi e

Praktijktest met Blusbom succesvol bij brand in Noordwijkerhout De brandweer van Noordwijkerhout werd op 21 oktober 2008 om 20.08 uur gealarmeerd voor een brand in een woning aan de Randweg. Binnen 7 minuten was de eerste bluseenheid ter plaatse en gaf een nader bericht door dat het een grote brand betrof in een woonhuis met daarachter een tuincentrum bestaande uit een bedrijfshal en een kas. Kort daarna arriveerden de tweede bluseenheid en de ladderwagen. De brand woedde op de eerste verdieping waar de vlammen uit de ramen sloegen en breidde zich snel uit naar de zolder en het dak. Daardoor vormde de brand een directe bedreiging voor de overige onderdelen van het complex.

D

Door Cees de Raadt

e commandant van Noordwijkerhout, Henk van Luinen, was op dat moment commandant van dienst en toen hij arriveerde sloegen de vlammen al uit het dak. Direct werd ook de bluswatervoorziening in orde gemaakt. Hierbij bleek al snel dat de dichtstbijzijnde brandkraan onvoldoende capaciteit had om de brand ook effectief te kunnen bestrijden. De druk was onvoldoende om ook via de ladderwagen de brand in de kap aan te pakken. Het brandende complex ligt in een wat afgelegen gebied tussen de duinen en de Noordzee. Een tweede waterwinplaats was pas op 2,5 kilometer van de brand te vinden. Om brandoverslag naar de rest van het complex te voorkomen werd aan de alarmcentrale verzocht om ondersteuning met een unit voor de bluswatervoorziening. Die alarmeerde het korps Rijnsburg voor de haakarmbak met dompelpomp en 750 meter slanglengte. Dat was echter onvoldoende en daarom werd ook een tweede slangenunit gealarmeerd. Die tweede unit moest uit Alphen aan de Rijn komen en dat zou wel enige tijd duren. Daarmee zag de commandant zich voor een moeilijk dilemma gesteld. Het enige wat hij kon doen was wachten met blussen van de brand en alle beschikbare bluswater gebruiken om overslag naar het tuincentrum te voorkomen. Iets anders zat er niet op. Het toeval wil dat er op de oefenavond voor de brand instructie was gegeven over de toepassing en het gebruik van de ‘blusbom’. Sinds kort waren er op het voertuig twee ‘blusbommen’ aanwezig. Het was dus een logische suggestie van de bevelvoerder om een die te gebruiken. Henk van Luinen besloot om deze suggestie over te nemen. Het kon een goede test zijn om het 44

nummer 1 januari 2009

Onder het mom van ‘baat het niet, dan schaadt het niet is de blusbom ingezet.

effect van de ‘blusbom’ bij een dergelijke brand te zien. Onder het mom van ‘baat het niet, dan schaadt het ook niet’ is de blusbom ingezet. Zonder voldoende bluswater was het woonhuis toch verloren. Dus werd de beslissing genomen om een ‘blusbom’ in te zetten om de brand neer te slaan en zo de eerste blusploeg de mogelijkheid te bieden om de brand sneller onder controle te krijgen. Inzet blusbom Deze blusbom zoals die in brandweerkringen wordt genoemd, is een DSPA-5 unit die bestaat uit een metalen container waarin een aerosol blusstof zit opgeslagen die door een kleine explosieve lading vrijkomt als aan het ontstekingsmechanisme wordt getrokken. Dit gebeurt door aan een koord te trekken. De unit wordt in de brandende ruimte gegooid waar de blusstof vrij komt en zich in de gehele ruimte verspreidt. Door de koelende werking van de blusstof worden de vlammen direct neergeslagen en daalt de temperatuur in de ruimte heel snel. Het gevolg is dat de brandweerlieden makkelijker de vuurhaard kunnen bereiken. Sdu Uitgevers


repressi e

vóór de blusbom

na de blusbom

De blusbom is in principe toepasbaar bij branden in een redelijk besloten ruimte. Vooral in ruimtes waar een flashover dreigt kan het de vlammen neerslaan en de hitte terugdringen. Hier ging het echter om een uitslaande brand op de verdiepingen en de kans was aanwezig dat de blusstof via de kap naar buiten werd afgevoerd waardoor de concentratie te gering zou worden. Maar het liep anders. Zodra de blusbom op de begane grond in de hal was geschoven, zagen de brandweerlieden direct effect op de vlammen van de eerste verdieping en de zolder. Het vuur was praktisch verdwenen vertelde Henk van Luinen. De blusbom deed zijn werk goed want via de hal, die in open verbinding stond met de verdieping, bereikte de blusstof de brandhaarden tot zelfs op de zolder en verdwenen ook daar de vlammen. Direct werden via de ladderwagen de Brand&Brandweer

brandhaarden op de zolder gericht bestreden. Nu was er wel voldoende bluswater om te blussen en de dreiging voor brandoverslag naar de bedrijfshal te voorkomen. Alles wat de brandweer Noordwijk nog moest doen na het gebruik van de DSPA-5 was het afblussen van de smeulende brandnesten. Dit kon nu met een minimale watercapaciteit. De inzet van de twee units voor een tweede bluswatervoorziening was niet meer nodig. De brand was om 22.00 uur onder controle. Niet alleen de blusbom heeft zijn werk goed gedaan. Volgens Henk van Luinen was ook een het een goede training voor het personeel om te zien hoe de blusbom moet worden gebruikt en welk effect het heeft op een brand. Bovendien heeft het enorm veel tijd en materieel bespaard omdat de tweede bluswatertoevoer niet meer noodzakelijk was. En het uitleggen en opruimen van 2,5 km slangen is een tijdrovend werk. ■ nummer 1 januari 2009 45


repressi e

De Marinebrandweer: één team, Het Korps Marine Brandweer (KMB) in Den Helder is een uniek korps in Nederland. Naast scheepsbrandbestrijding is het korps ook gespecialiseerd in vliegtuigbrandbestrijding en moet zij anticiperen op industriële brandgevaren. Nergens in Nederland is een soortgelijk korps te vinden dat te maken heeft met deze facetten. Rob van Wingerden vertelt over dit specialisme.

‘E

Door Jolanda Haven

en scheepsbrand is te vergelijken met een brand in een complex gebouw in de vorm van een kelder van staal in het water. Grote lange, en heel kleine ruimtes die zeer ingewikkeld te bestrijden zijn als er brand uitbreekt’, aldus Rob van Wingerden van het Korps Marinebrandweer in Den Helder. ‘Een specialisme waar je als brandweerman ook veel kennis van schepen voor moet hebben’, De marinebrandweer bestaat uit honderd beroepsbrandweerlieden. Naast de veiligheid in de marinehaven staan de brandweerlieden ook garant voor de veiligheid van het vliegverkeer op vliegveld De Kooy. Twee totaal verschillende specialismen. Op het vliegveld De Kooy zijn minimaal zeven brandweerlieden aanwezig. En de Nieuwe Haven is dag en nacht voorzien van minimaal zeventien brandweerlieden. Brandweerlieden die opgeleid zijn voor zowel de luchtvaart als scheepsbrandbestrijding. Rob van Wingerden is hoofd preparatie bij het Korps Marinebrandweer sinds 2001. Hij houdt zich voornamelijk bezig met opleiding, oefenen en de voorbereiding op calamiteiten. Daarnaast is hij adviseur radioactieve stoffen en is hij verantwoordelijk voor C2000 binnen de marine. Voordat hij bij het Korps Marinebrandweer kwam, is hij werkzaam geweest bij de Luchtmacht brandweer en het ECN(kerncentrale) in Petten. De eerste minuten zijn cruciaal De marine beschikt over circa 25 schepen waaronder mijnenjagers, fregatten, bevoorradingsschepen en LPD schepen, Landing Platform Dock. ‘Marineschepen zijn uiteraard anders dan ple-

46

nummer 1 januari 2009

‘Als er brand uitbreekt in de haven van de marine dan moet de eerste TS van het KMB binnen vijf minuten ter plaatse zijn.’

zierjachten. Zij hebben diverse gevaarlijke stoffen aan boord zoals brandstof, munitie, radioactieve en drukhouders’, aldus Van Wingerden. ‘Als er brand uitbreekt in de haven van de marine dan moet de eerste TS van het KMB binnen vijf minuten ter Sdu Uitgevers


repressi e

fotografie: KMB

verschillende taken ‘Als je de eerste tien minuten niet goed aanpakt, heb je al snel te maken met een onbeheersbare brand’

bij brandgevaarlijke werkzaamheden aan gebouwen, schepen, vliegtuigen en installaties van de Koninklijke Marine. Maar ook het vervaardigen van bereikbaarheidskaarten en calamiteiten plannen. Personele assistentie bij de uitvoering van sneeuw- en ijsbestrijdingsmaatregelen op het vliegkamp De Kooy en het verlenen van assistentie of hulp bij berging van voertuigen, vliegtuigen of schepen na brand en calamiteiten op het terrein van de Koninklijke Marine behoren tot de taken. Van Wingerden: ‘Het aantal branden waarvoor de brandweer moet uitrukken, valt bij de marine erg mee. Dit komt mede omdat iedereen bij de marine een korte of langere brandweeropleiding heeft gehad. Dit is ook wel logisch, want eenmaal op zee moeten ze zelf branden kunnen blussen. Er varen geen brandweerlieden mee. In de praktijk komt het voor, dat het personeel op een schip dat aan de wal ligt, de brand al heeft geblust nog voor de marinebrandweer ter plaatse is.’

plaatse zijn. De bemanning van het schip probeert eerst zelf de brand te blussen nadat ze melding hebben gedaan van de brand. De eerste ploeg gaat naar het schip en de tweede ploeg maakt de waterwinning in orde.’ Bij een scheepsbrand is het belangrijk om de omgeving zo snel mogelijk te koelen en de temperatuur naar beneden te krijgen aangezien alle schepen van staal zijn gemaakt. Als je de eerste tien minuten niet goed aanpakt heb je al snel te maken met een onbeheersbare brand. Een voorbeeld daarvan is de scheepsbrand in Velsen Noord twee jaar geleden. Veel meer dan brandbestrijding De primaire taak van het Korps Marinebrandweer is het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, waterongevallen en andere calamiteiten in gebouwen, voertuigen, schepen en vliegtuigen van de Koninklijke Marine. Daarnaast heeft de Marinebrandweer als taak het verzorgen van brandpreventie, geven van adviezen, beveiligingen en verzorgen van metingen Brand&Brandweer

Opleiding De opleidingen van het Korps Marinebrandweer zijn ongeveer hetzelfde als bij andere brandweerkorpsen in Nederland. ‘De opleiding wordt echter aangevuld met specialistische cursussen op het gebied van onder andere vliegtuig- en scheepsbrandbestrijding’, aldus Van Wingerden. ‘Doordat het korps een behoorlijk aantal nieuwe medewerkers krijgt, is besloten om in 2009 een heel bijzondere opleiding te organiseren. De leergang brandwacht KMB. Deze zal bijna vier maanden in dagdienst gaan lopen. Hierin worden manschap, brandwacht 1, gaspakdrager, verkenner gevaarlijke stoffen, gas meten, scheeps- en vliegtuigbrandbestrijding samengevoegd, ook zal er een operationele week, groepsvorming en leidinggeven in opgenomen worden. De inhoud zal model staan voor de toekomst. De Marinebrandweer heeft ook een duikteam. De duikers van het korps ontvangen de eerste opleiding bij de Koninklijke Marine Duik en Demonteerschool op het speciaal hiervoor ingerichte duikopleidingsvaartuig, de Thetis. De opleiding is zwaar en streng. De duikers in opleiding oefenen gemiddeld 180 minuten per maand tegen 300 minuten per jaar bij de gemeentelijke brandweer. Duiken bij de marine staat echter op losse schroeven. Dit komt omdat door de nieuwe arbeidstijdenwet de organisatie aangepast gaat worden naar een vier ploegendienst. Verschuiving van taken zijn daardoor onontkoombaar. Het is onder andere de bedoeling dat de Marinebrandweer per 1 jan 2010 een gaspakken team stand-by zal hebben dat ook in de regio optreedt. ■ nummer 1 januari 2009 47


pro-acti e

Duurzame bouwmaterialen branden, maar zijn brandveilig Zijn duurzame bouwmaterialen wel brandveilig? Drie mensen aan het woord over de bouwstoffen van de toekomst. Belangrijkste conclusie: duurzame bouwproducten mogen branden, dat mag van de overheid. Tegelijk wordt er geïnvesteerd in het brandveilig maken van bijvoorbeeld hout.

D

Door Marco van der Leest

uurzame bouwmaterialen moeten net als traditionele bouwmaterialen voldoen aan het Bouwbesluit, opgesteld door de overheid. Aanvullend zijn er allerlei eisen. Voor hout zijn de regels voor brandwerendheid en rookontwikkeling vastgelegd in de NEN 6065- en de NEN 6066-normen. ‘Maar in de praktijk zien we dat de regels per gemeente verschillen’, vertelt Dennis Leegwater van Leegwater Houtbereiding, dat hout brandwerend maakt. ‘Erg verwarrend. Tegelijk zijn er de Europese normen, die nu naast de Nederlandse worden gebruikt. Op termijn blijven alleen de Europese normen over.’ Risico vooral bij experimenten Veel duurzame bouwmaterialen zijn wel degelijk brandbaar, weet Rudolf van Mierlo, coördinator brandveiligheid bij TNOdochter Efectis. ‘Neem de isolatiematerialen van de afgelopen jaren, zoals vlas of papiervezels. Die isoleren prima, besparen dus energie, maar zijn goed brandbaar. Hetzelfde geldt voor 48

nummer 1 januari 2009

Er is dan wel aandacht voor de duurzame eigenschappen van de innovatie, maar niet of nauwelijks voor brandveiligheid.

polystyreen, oftewel piepschuim. Uitstekend voor isolatie, maar ook brandbaar. Of strobalen. Die zien we steeds vaker, met een laagje cement afgedekt. Brandbaar natuurlijk. De vraag is alleen: is dat erg? Nee, bouwmaterialen mogen brandbaar zijn. Uitsluitend rond plekken met een verhoogd risico gelden scherpere regels, bijvoorbeeld rond de openhaard of de stookketel. Voor de rest geldt: als het maar goed wordt ‘ingepakt’ en let goed op de detailleringen.’ Sdu Uitgevers


pro-acti e

Ook veel traditionele bouw- en isolatiematerialen zijn brandbaar, gaat Van Mierlo verder. ‘Dat hoeft helemaal niet tot gevaarlijke situaties te leiden. We hebben het Bouwbesluit en het Gebruiksbesluit met uitgebreide richtlijnen. Vanuit de overheid en de brandweer is er vervolgens toezicht. In de praktijk zie je dat brandgevaarlijke situaties zich vooral bij ‘experimenten’ met duurzame bouwmaterialen voordoen. Er is dan wel aandacht voor de duurzame eigenschappen van de innovatie, maar niet of nauwelijks voor brandveiligheid. En dan komt het moment dat er echt mee gebouwd moet worden en komen de gemeente en brandweer om de hoek voor onder meer de bouwvergunning. Nee, we hoeven ons geen zorgen te maken. Nieuwe duurzame bouwmaterialen worden in de praktijk niet of bijna niet brandgevaarlijk gebruikt. Ja, hier en daar zal wel een gebouwtje staan dat op experimentele basis is gebouwd, maar daar blijft het dan bij.’ Mislukte experimenten In Nederland zijn verschillende partijen bezig aan het brandwerend maken van duurzame bouwmaterialen. Er wordt veel geëxperimenteerd. En niet altijd met succes. ‘Wij hebben enkele jaren geleden met een aantal partijen, waaronder de Wageningen Universiteit, de Universiteit van Amsterdam en de industrie, het project Duurzame, Bandvertragende Bouwmaterialen gedaan’, vertelt Marina van der Zee van Stichting Hout Research. ‘Dat was is opdracht van Center Novem. We keken daarbij of we duurzame materialen konden ontwikkelen die ook nog eens brandwerend en brandvertragend waren. Het ging met name om hout. Het project is uiteindelijk niet gelukt. De doelstelling was 60 minuten brandvertraging. We kwamen op 58 minuten. Op zich geen slecht resultaat. Maar met de resultaten van het onderzoek is uiteindelijk heel weinig gedaan. Bovendien was de industrie vooral geïnteresseerd in de brandwerende eigenschappen. Het bedrijf Mill Panel is nu heel enthousiast bezig met plaatmateriaal voor deuren. Wij helpen daarbij. Mill Panel werkt met een soort lijm. Wij gebruikten chemicaliën, die niet geschikt bleken.’ Geslaagd: Leegwater hout Ondertussen is Leegwater Houtbereiding in Heerhugowaard het eerste Nederlandse bedrijf met een KOMO-certificaat voor het brandvertragend maken van hout. ‘Wij kunnen hout brandwerend maken volgens Eurobrandklasse B en de Europese rookklasse S2. Dat betekent dat het een heel beperkte brandbijdrage heeft en moeilijk brandbaar is. Ook de rookproductie is hooguit gemiddeld. Wij doen dit voor meerdere soorten, waaronder vuren, grenen, western red cedar, douglas, larix en hardhout, zoals louro gamela.’ Leegwater werkt met de zogenaamde ‘vacuüm en druk methode’. ‘Een treintje rijdt het hout in de autoclaaf, een grote cilindervormige ketel. Daar creëren we kunstmatig een vacuüm van 80 procent, een half uur lang. Vervolgens gaat het vacuüm eraf en laten we de tank vol lopen met een brandvertragende vloeistof, Flame Delay PT, waarna de druk wordt verhoogd tot 12 bar. Is de vloeistof voldoende opgenomen, dan loopt de tank leeg en creëren we nogmaals een vacuüm. Het hele proces duurt drie uur. Het hout komt nat uit de tank. Om het snel te drogen hebben we een droogkamer. Na 1,5 week is het hout gereed voor verwerking. Flame Delay PT is niet giftig en niet schadelijk voor het milieu.’ Brand&Brandweer

Hout in gebouwen mag goed brandbaar zijn De overheid stelt in het Bouwbesluit eisen aan de brandbaarheid van bouwmaterialen. De keuring vindt plaats aan de hand van Nederlandse en vooral Europese normen. Europa hanteert zeven brandklassen. De meeste houten vloeren vallen in de categorie D, de vijfde hoogste eurobrandklasse. Ze zijn goed brandbaar en hebben een hoge brandbijdrage. Vloeren van zwaardere houtsoorten, zoals eiken en beuken, zijn iets veiliger. Deze zitten in categorie C, zijn brandbaar en leveren een gemiddelde brandbijdrage. De rookontwikkeling van alle vloeren is gering tot gemiddeld, oftewel rookklassen S1 en S2. Volgens de Europese norm mogen vloeren in afgesloten ruimten maximaal brandklasse B zijn en rookklasse S1. Bij vluchtwegen mag niet snel brand ontwikkelen, maximaal klasse C. Net als vloeren mogen ook houten gevelconstructies maximaal in klasse D vallen. Bij hoogbouw boven 13 meter gelden strengere regels voor buitengevels: klasse B. Dit komt doordat de brandweer vanaf een bepaalde hoogte moeilijker kan blussen. Dezelfde eurobrandklasse is van toepassing op het onderste deel van de gevel van woongebouwen met meer dan twee bouwlagen. Hier speelt het risico van vuurtje stoken. Via het Bouwbesluit worden nog aanvullende eisen gesteld, onder meer over brandoverslag. Langs de wanden van vluchtroutes mag, net als bij vloeren, niet snel brand ontwikkelen. Ze moeten voldoen aan strengere eisen. Een besloten ruimte moet klasse B zijn. Voor niet-besloten ruimten, zoals open galerijen, zijn de eisen minder streng: brandklasse C. Bij gevangenissen gelden juist weer zwaardere eisen, omdat evacuatie relatief lang duurt. Voor deuren, ramen en kozijnen zijn de regels juist weer soepeler: klasse D.

Voor de toekomst verwacht Leegwater nog betere resultaten. ‘De ontwikkelingen gaan steeds sneller, dat hebben we de laatste jaren al gezien. Het milieu is voor iedereen een belangrijk thema: voor de Nederlandse overheid en de EU, maar ook voor consumenten en producenten. Het onderzoek gaat door en dat zal gevolgen hebben. Hout zal nog meer brandvertragend en brandwerend worden, de rookontwikkeling zal nog minder zijn. Tegelijk worden het productieproces en de –middelen nog milieuvriendelijker. Maar ik denk niet dat we boven de Eurobrandklasse B kunnen halen. Dat kom je in de klasse van natuursteen en tegels. Maar aan de andere kant: soms lijkt alles wel mogelijk.’ ■

nummer 1 januari 2009 49


Opnieuw verkrijgbaar

Aflegsysteem Brandslangen

Bij brand is tijd een belangrijke l k ffactor, er moet immers snel gewerkt kunnen worden. Om geen kostbare tijd te verliezen, werken alle Nederlandse brandweerkorpsen met hetzelfde aflegsysteem.

Een systeem op zakformaat De kaart Aflegsysteem Brandslangen, helpt u

Prijs: € 19,95 per set (10 kaarten) Bestelcode: 651425 Bestel via www.sdu.nl/brandweer of bel (070) 378 98 80

fouten te voorkomen en verzekert u altijd en overal van een vlotte blusopstelling! Deze kaart is ontworpen op zakformaat zodat u hem altijd paraat heeft. De kaarten worden geleverd per set van 10 kaarten. Bestel vandaag nog uw set via: www.sdu.nl/brandweer.

50

nummer 1 januari 2009

Sdu Uitgevers


DE KAZERN E / h et voertuig

De kazerne van brandweer Meerssen Wie op de A2 rijdt richting Maastricht heeft het gebouw waarschijnlijk al zien staan. De nieuwe kazerne van brandweer Meerssen, gelegen aan de A2, is een echte blikvanger. Het ovalen gebouw met bijzondere glasprofielen is ontworpen door de HKL architecten uit Sittard. Sinds september is de nieuwe kazerne geopend. Ook brandweerbeschermheilige Floriaan heeft in het gebouw een mooi plekje gekregen. De brandweerlieden zijn begin september in colonne naar de nieuwe kazerne gereden. Voorop in de stoet reed commandant Van Raak op een skelter. De oude kazerne van Meersen was een voormalig fruitveilinggebouw en niet ingericht als brandweerkazerne. Het gebouw had slechts een toilet en geen douche, zat vol asbest en had hoge stookkosten. Tijd voor een nieuwe kazerne. De vrijwillige brandweer is daarom trots op het nieuwe onderkomen dat voldoet aan alle eisen van deze tijd. De brandweer deelt het gebouw met openbare werken van de gemeente. Het nieuwe gebouw is in de avonduren helemaal verlicht van binnen en buiten. ‘Het gebouw is dan een lichtparadijs en valt ontzettend op’, aldus Commandant Kees van Raak. Het gebouw telt drie verdiepingen. Op de begane grond zijn de werkplekken en de garage. Op de eerste verdieping zijn de douches/ toiletten, vergaderruimte, instructielokaal/kantine en de keuken te vinden. Op de tweede verdieping zijn de kantoorwerkplekken ingericht. beschermheilige De nieuwe kazerne heeft een eigen beschermheilige. ‘Het is een

houten beeld van de patroonheilige Floriaan. Hij is de beschermheer van water en vuur’, vertelt Van Raak. In Duitsland heeft bijna ieder brandweerkorps een eigen beschermheilige. ‘In Nederland komt het weinig voor.’ De commandant heeft het beeld cadeau gekregen van het gemeentebestuur, dat hiermee tot uitdrukking wil brengen hoeveel waardering er van de zijde van de gemeente bestaat voor de professionaliteit van de brandweerorganisatie en de inzet van de vele vrijwilligers. Het idee van deze schenking is afkomstig van vrijwilliger Math Frenken. ‘Het beeld is ingezegend door de pastoor en heeft een mooi plekje gekregen in onze kazerne.’ Van Raak is erg blij met zijn nieuwe onderkomen. ‘We waren gewend om in de oude troep te zitten en nu zitten we in een prachtig nieuw gebouw.’

Het voertuig van Noordwijkerhout De brandweerlieden van Noordwijkerhout hebben maar liefst twee nieuwe voertuigen in de garage staan. Naast een nieuwe dienstauto, een Mercedes Vito, heeft het korps ook een nieuwe tankautospuit gekregen. De TS is uitgerust met de allernieuwste snufjes. De nieuwe tankautospuit vervangt de oude Rosenbauwer. ‘Deze tankautospuit was inmiddels al 15 jaar oud en aan vervanging toe’, aldus Ed Duivenvoorde van brandweer Noordwijkerhout. Bijzonder aan de nieuwe TS is de digitale pompbediening. Dit is uniek voor Nederland. Heeft de TS een storing dan kan er direct worden over gegaan op handbediening. Met de digitale pompbediening kan ook alle verlichting en het arborek bediend worden. De TS heeft een 3300 liter pomp en een ingebouwde generator van 220 volt. De auto is inmiddels al een paar maan-

Brand&Brandweer

den in het bezit van brandweer Noordwijkerhout. ‘De auto is al goed uitgetest. Het was eerst wel even wennen voor de mannen, aangezien deze auto voorzien is van veel nieuwe snufjes’, vertelt Ed Duiven van brandweer Noordwijkerhout. De oude TS blijft in de garage van brandweer Noordwijkerhout staan. ‘De auto is in gebruik genomen door de jongeren van jeugdbrandweer Noordwijkerhout.’ ■

Voertuig; Mercedes Opbouw:Ziegler Voertuignummer:638 Gewicht:ongeveer 12 ton Bouwjaar:2008 PK’s: 240 Brandstof:Diesel Hoogte:ongeveer 3,4 meter Lengte:ongeveer 8 meter Zitplaatsen:acht zitplaatsen Topsnelheid:100 km per uur Doel voertuig: Brandbestrijding Tevredenheid korps: Super, een negen!

De redactie van Brand&Brandweer is weer op zoek naar korpsen die een nieuwe kazerne krijgen, én korpsen die nieuwe voertuig(en) hebben aangekocht. Uw reacties kunt u sturen aan: brandenbrandweer@sdu.nl

nummer 1 januari 2009 51


Opnieuw verkrijgbaar CATALOGUS HULPDIENSTEN 2008/2009 Op welk deelgebied van Brandweer, Politie of overige Hulpverlening u ook werkzaam bent, uw vakinformatie komt van Sdu Uitgevers!

Catalogus 2008/2009 In de Catalogus Hulpdiensten vindt u een breed scala aan uitgaven gericht op de hulpverlener, in het bijzonder de brandweer en politie. De informatie in de uitgaven biedt een degelijke ondersteuning in uw beroepsuitoefening. De veelzijdige en hoogwaardige uitgaven sluiten naadloos aan op zowel opleiding als praktijk. Op zoek naar een tijdschrift, praktisch naslagwerk, agenda of boek? U vindt het gegarandeerd! De Catalogus Hulpdiensten 2008/2009 vraagt u gratis aan via www.sdu.nl.

Bestel via www.sdu.nl of bel (070) 378 98 80 52

nummer 1 januari 2009

Sdu Uitgevers


OEFENCOÖRDINATOR BRANDWEER (36 UUR) De gemeente Westland telt bijna 100.000 inwoners en hoort daarmee tot de dertig grootste gemeenten in Nederland. Met haar glastuinbouw en 50.000 arbeidsplaatsen is de gemeente Westland, na de Rotterdamse havens en luchthaven Schiphol, de derde economische motor van het land. De gemeente Westland bestaat uit elf dorpskernen en ligt tussen Den Haag, Delft en Rotterdam aan de ene kant en de kust aan de andere kant. Een krachtige economie en een bloeiend verenigingsleven zorgen voor een dynamische en actieve gemeente. Bij de gemeente Westland werken 850 mensen. We zijn ambitieus en vinden openheid, integriteit, samenwerking en het nemen van verantwoordelijkheid belangrijk. In onze lerende organisatie staat persoonlijke ontwikkeling hoog in het vaandel en zijn er volop kansen om eigen ambities waar te maken. De afdeling Veiligheid, Handhaving & Brandweerzorg, team Brandweer zoekt een: Oefencoördinator Brandweer Team Brandweer bestaat uit 24 medewerkers en is onderverdeeld in een aantal clusters, te weten Opleiden & Oefenen, Materieel & Logistiek, Planvorming & Repressie en Proactie & Preventie. Daarnaast is er een bedrijfsbureau. De uitrukdienst van Brandweer Westland bestaat uit 200 vrijwilligers die vanuit 7 posten in het Westland via vrije instroom ingezet worden.

In t e r f ir e Als u aan vervanging toe bent, willen wij graag een bod op uw gebruikte brandweervoertuig en uitrusting uitbrengen. Tel. 023- 5632641 Mob. 0627265305 E-mail danica@interfire.nl

Wij verwachten een HBO werk- en denkniveau, inclusief het diploma Onderbrandmeester/instructeur. Je hebt (goede) kennis van automatisering(programma’s) zoals MS Office of je bent bereid deze kennis te verwerven. Je hebt ervaring in het opstellen van oefen(jaar)plannen. Wij zoeken een persoon met goede communicatieve vaardigheden, verantwoordelijkheidsgevoel, die besluitvaardig is, accuraat en zowel zelfstandig als in een team functioneert.

In- en verkoop van gebruikte brandweervoertuigen en uitrusting.

b&b-interfire 080515.indd 1

Als oefencoördinator ben je samen met twee collega’s werkzaam bij het team Brandweer binnen het cluster Opleiden & Oefenen. Je maakt oefenplanningen voor de 7 posten, per halfjaar, in een oefencyclus van 18 maanden voor monodisciplinaire oefeningen. Je ontwikkelt en bereidt oefeningen voor inclusief de oefendoelstellingen, het schrijven van oefenscenario’s en draaiboeken evenals het begeleiden en aansturen van de oefeningen. Je levert input voor het opstellen van de jaarlijkse oefenbegroting. Je bewaakt de voortgang in het oefenbeleid door het opstellen van periodieke rapportages. Je bewaakt de kwaliteit van de oefenleiders en in te zetten docenten. Je coördineert de werkzaamheden van de oefenleiders. Je bent verantwoordelijk voor de planning, registratie en analyse van oefeningen. Je selecteert de oefenkaarten en stelt deze vast. Je beheert het oefen- en ensceneringmateriaal.

16-05-2008 11:11:45

Brandveilige keuzes maken een must?

Kies dan voor de Brandveiligheidsindex

Wij bieden: Aan de functie is vooralsnog de indicatieve functieschaal 9 (max. � 3.418,00 bruto per maand) verbonden. De gemeente Westland heeft een goed pakket secundaire arbeidsvoorwaarden. Wil je meer informatie, dan kun je contact opnemen met Marcel Zwinkels, Hoofd Opleiden & Oefenen, tel. 06-511 62 348 of Otto Visscher, Commandant, tel. (0174) 672 151. Ben je geïnteresseerd in deze functie, solliciteer voor 17 januari 2009 onder vermelding van vacaturenummer 200809009/VHB 6.13 via vacatures@gemeentewestland.nl. Acquisitie n.a.v. deze advertentie is niet gewenst.

Voor meer informatie en bestellingen kijkt u op www.sdu.nl/brandweer Postbus 150, 2670 AD Naaldwijk. T (0174) 673 673.

Brand&Brandweer

nummer 1 januari 2009 53


Vakblad GRIP4... ...volgt het multidisciplinair incidentmanagement op de voet

GRIP4 bevat zeer gerichte informatie rondom het multidisciplinair optreden bij incidentmanagement en crisisbestrijding. Iedere hulpverleningsinstantie is het aan toekomstige slachtoffers verplicht om goed en georganiseerd informatie te vergaren. GRIP4 is hierin een ideaal handvat.

GRIP4 verschijnt 11 maal per jaar. Artikelcode: TSGRIP4 Prijs voor Brand & Brandweer abonnees: � 31,65

Wat biedt GRIP4 u: • Actuele beleidsinformatie; u bent altijd als eerste op de hoogte van het laatste nieuws. • Noodzakelijke en betrouwbare achtergrondinformatie; vakkundige toelichtingen op belangrijke thema’s door een deskundige redactie. • Interessante ‘how to’ informatie waar iedere hulpverleningsinstantie en andere belanghebbende organisaties direct mee aan de slag kunnen. • Relevante signalering; de belangrijkste thema’s rond gecoördineerd optreden worden gegarandeerd behandeld.

Prijs ‘los’ abonnement: � 52,75 Prijzen zijn excl. btw Dit vakblad is van de uitgever van Brand & Brandweer

Kortom, GRIP4 is een must voor iedereen die te maken heeft met incidentmanagement, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Speciaal aanbod Brand & Brandweer abonnees Speciaal voor abonnees van Brand & Brandweer is GRIP4 zeer aantrekkelijk geprijsd. Voor slechts � 27,50 breidt u uw abonnement al uit met GRIP4.

Bestel via www.sdu.nl/brandweer of bel (070) 378 98 80

54

nummer 1 januari 2009

Sdu Uitgevers


Behulpzaam, enthousiast en worstelaar, Charif

Sylvana Emin

Odette

Sifra

wij zijn de Ook brandweer zijn? Versterk ons team! Brandweer Utrecht zoekt beroeps en vrijwilligers.

www.brandweerutrecht.nl Brand&Brandweer

info@brandweerutrecht.nl

030 286 78 78 nummer 1 januari 2009 55


B&B ReGISteR

" " "RAND "RANDWEER

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Adembescherming interspiro B.v. Televisieweg 113 1322 BD almere Tel. 036-5363103 Fax 036-5384809

Adviesbureau artesis Postbus 371 4100 aj Culemborg Tel. 0345 687000 Fax 0345 687001 adviesbureau Nieman Postbus 40217 3504 aa utrecht Tel. 030-2413427 Fax 030-3410266 E-mail: info@nieman.nl www.nieman.nl

Adviesbureau brandpreventie altavilla Brandveiligheid Postbus 1026 5602 Ba Eindhoven Tel. 040-2902570 Fax 040-2902571 E-mail: info@altavilla.nl www.altavilla.nl adviesbureau van dijke De Waal 24-28 5684 PH Best Tel. 049 9328400 Fax 049 9328401 E-mail: avd@avd.nu www.avd.nu van Hooft adviesburo B.v. Fire&life safety engineers Hoogeindsestraat 4 5447 PD rijkevoort Tel. 048-5371890 Fax 048-5372134 E-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl Bartels ingenieursbureau Postbus 10217 7301 gE apeldoorn Tel. 055-3680540 Fax 055-3664598 E-mail: apeldoorn@bartels.nl www.bartels.nl

56

nummer 1 januari 2009

Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

MvH adviseurs Bv Brandpreventie, Bouwplantoetsing brandveiligheid, Handhaving & Detachering brandpreventie specialisten Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 06-54310052 E-mail: info@mvhadviseurs.nl www.mvhadviseurs.nl peutz B.v. Postbus 66 6585 ZH Mook Tel: 024 3570707 E-mail: info@mook.peutz.nl www.peutz.nl Floriaan B.v. Postbus 220 5300 aE Zaltbommel Tel. 0418-573800 Fax 0418-573801 E-mail: info@floriaan.nl www.floriaan.nl adviesbureau dijkoraad viavesta bv gotlandstraat 50 7418 aX Deventer Tel. 0570-519555 E-mail: brandpreventie@dijkoraad.nl www.dijkoraad.nl/brandpreventie

ingenieursbureau te riele B.v. Postbus 72 7390 aB Twello Tel. 055-3231181 Fax 055-3231095 E-mail: info@terielebv.nl www.terielebv.nl

Alu/RVS Bewerkingen Machinefabriek Het stempel B.v. Postbus 191 3330 aD Zwijndrecht Tel. 078-6104055 Fax 078-6104010 E-mail: info@het-stempel.nl www.het-stempel.nl

Beveiliging adt Fire & security Vlierbaan 6-12 2908 Lr Capelle aan den ijssel Postbus 285 2900 ag Capelle aan den ijssel Tel. 010 258 48 48 Fax 010 442 32 50 e-mail:adt.nl@tycoint.com www.adtfireandsecurity.nl

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau Van Vliet Postbus 20, 2040 AA zandvoort telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680

Blusmiddelen

Brandweerkleding

amigo safety Nederland Postbus 6001 2702 aa Zoetermeer Tel. 079-3315363 Fax 079-3315025

MekkeY industriestraat 191 7553 Cn Hengelo OV Tel. 074 2782266 Fax 074 2780517 E-mail: info@mekkey.nl www.mekkey.nl

dspa Postbus 6572 6503 gB nijMEgEn Tel. 024-3789581 Fax024-378583

Bouwbedrijf vaessen algemeen Bouwbedrijf Postbus 239 4940 aE raamsdonkveer Tel. 0162-522120 Fax 0162-520274

Brandweerhandboek stp veiligheid & techniek Tunnelstraat 7a 6114 aS Susteren Tel. 046-4859849 Fax 084-7273924 E-mail: info@brandweerhandboek.nl www.brandweerhandboek.nl

Brandweermaterialen & brandweervoertuigen kenbri Fire Fighting Bv Postbus 85 3250 aB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com Hobrand Holugt bv Postbus 6129 4000 HC Tiel Tel. 0345 682544 Fax 0345 683364 www.hobrand.nl

Nijhof safety Bv Sloetsweg 100 7552 HP Hengelo nederland Tel. +31 74 291 40 85 Fax: +31 74 242 32 54 E-mail: info@nijhofsafety.nl www.nijhofsafety.nl de Brandweerwinkel Van der Takstraat 70 3071 LM rotterdam Tel. 010-4863201 Fax 010-4233056 E-mail: info@brandweerwinkel.nl www.brandweerwinkel.nl

laundry b.v. industrieweg 10 Postbus 7015 3286 Zg Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 E-mail: laundry@laundry.nl www.laundry.nl Miele professional De Limiet 2 4131 nr Vianen Tel. 0347-378883 Fax 0347-378429 E-mail: professional@miele.nl www.miele-professional.nl

Detachering brandweerpersoneel paraat Brandbeveiliging Turfstekerstraat 30 1431 gE aalsmeer Tel:0297 230590 Fax 0297 230591 www.paraat.nl

Brandbeveiliging

Geboorde brandputten

applicom Hulzenseweg 10-20 6534 an nijmegen Tel.024 3522571 Fax 024 3522579 welkom@applicom.nl www.applicom.nl

aquaNed Watertechniek Postbus 85 4715 ZH rucphen Tel. 016-5313350 www.aquaned.com

Certificatie & Inspectie kiwa certificatie en keuringen Postbus 70 2280 aB rijswijk Sir W.Churchill-laan 273 2288 Ea rijswijk Tel. 070 4144400 Fax 070 4144420 E-mail: info@kiwa.nl www.1kiwa.com/brand

Brandkranen

Detachering brandweerpersoneel

avk Nederland B.v. Postbus 73 8170 aB Vaassen Tel. 0578-574490 Fax 0578-574459 www.avknederland.nl

regiosafe Postbus 481 3990 gg Houten Tel: 030 6704816 E-mail: info@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Brandwerende Utiliteitsdeuren

Droogkasten & reinigingsmachines

limburgia Utiliteitsdeuren Postbus 4004 6080 aa Haelen Tel. 0475 592727 www.limburgia.nl

Harstra instruments Postbus 186 3890 aD Zeewolde Tel. 036-5222142 Fax 036-5222152

grondbooronderneming j. Hörmann B.v. rollecate 61 Postbus 28 7710 aa nieuwleusen Tel. 0529-480910 Fax 0529-485460 verhey toldijk B.v. Zutphen Emmerikseweg 13b 7227 DE Toldijk Tel. 0575-452041 Fax 0575-452051 Mos grondwatertechniek Boonsweg 11 3274 LH Heinenoord Tel 0186 607100 www.mos.nl grondboringen ijsselmuiden Spoorstraat 37 8271 rg ijsselmuiden Tel. 038-3336099 Fax 038-3336098 E-mail: info@grondboringen.eu www.grondboringen.eu verhoeve Watertechniek bv industrieweg 23 4762 aE Zevenbergen Tel. 016 8336030 Fax 065 1210209 E-mail: info@verhoevewt.com www.verhoevewt.com

Sdu Uitgevers


B&B ReGISteR

Generatoren elja power bv Baanhoek 144 3361 gM Sliedrecht Postbus 278 3360 ag Sliedrecht Tel. 018 4490740 Fax 018 4490750 E-mail: info@eljapower.nl www.eljapower.nl

Hulpverleningsgereedschappen kenbri Fire Fighting Bv Postbus 85 3250 aB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com

In & verkoop van gebruikte brandweervoertuigen en uitrusting interfire Bunderbos 115 2134 HP Hoofddorp Tel. 023 5632641 E-mail: Danica@interfire.nl

Isolatie

olie- en calamiteitenbestrijding vandoclean B.v. Stevenshof 21 5109 TX ‘s gravenmoer Tel. 0162-370390 Fax 0162-370392 Mobiel: 06-53706000 E-mail: info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl

opl. Verkeersveiligheid Brandweerchauffeur antislip & rijvaardigheids­ centrum diBo K. Doormanstraat 15 7825 VS Emmen Tel. 0591-767571 Fax 0591-615908 www.dibo-emmen.nl slipstream consultancy Verzetsraat 76 7671 gL Vriezenveen Tel. 0546-567792 Fax 0546-565489

opslagsystemen gevaarlijke stoffen

recticel insulation Postbus 1 4040 Da Kesteren Tel: 0488 4894000 E-mail: insulationinfo@recticel.com www.recticelinsulation.nl

vandoclean B.v. Stevenshof 21 5109 TX ‘s gravenmoer Tel. 0162-370390 Fax 0162-370392 Mobiel: 06-53706000 E-mail: info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl

Klantgerichte bedrijfsvoering

Persoonlijke beschermingsmiddelen

van pinxteren interim & advies Postbus 75 2060 aB Bloemendaal Tel. 023-5254044 www.vanpinxteren.net

Msa Nederland Postbus 39 1620 aa Hoorn Tel. 022-9250303 Fax 022-9211340

Noodaggregaten Brinkmann & Niemeijer Motoren Bv Engelenburgstraat 26 7391 aM Twello Tel. 057 1276900 Fax 057 1276800 E-mail: info@bnmotoren.nl www.bnmotoren.nl

oefenmaterialen

Reddingsgereedschappen Holmatro rescue equipment Postbus 33 4940 aa raamsdonkveer Tel. 0162-589200 Fax 0162-522482 www.holmatro.com

Software cebes administratieve automatisering c.v. Postbus 281 6000 ag Weert Tel. 0495-543211 Fax 0495-543174 E-mail: info@cebes.nl www.cebes.nl regi star B.v. De Mulderij 4a 3831 nV Leusden Tel. 033-4953381 www.regi-star.nl

Stickers letas stickerservice Postbus 32016 6370 ja Landgraaf Tel. 045-5312580 Fax 045-5691700

Uitlaatgasafzuiging overlander Bv Morseweg 2 3899 BP Zeewolde Tel. 036-5219200 Fax 036-5234430

Uniformen en bluskleding j. Zwart en Zoon B.v. Postbus 32 1906 Zg Limmen Tel. 072-5051638 E-mail: info@uniformkleding.nl www.uniformkleding.nl smit en van rijsbergen Zijlweg 148c 2015 Bj Haarlem www.uniformspecialisten.nl

Verhuur brandweermaterialen regiosafe Postbus 481 3990 gg Houten Tel: 030 6704816 E-mail: info@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Verhuur & verkoop van voertuigen en brandweermaterialen agterhuis en Fien Hanzeweg 13 8061 rC Hasselt Tel. 038 3636518 agterhuis@infracom.info

Vluchtdeurbeveiliging

Werving en selectie leeuwendaal Postbus 1255 2280 Cg rijswijk Tel. 070-4142700 Fax 070-4142600 E-mail: wens@leeuwendaal.nl www.leeuwendaal.nl

pMg safety for doors Postbus 316 2200 aH noordwijk Tel. 071-3611628 Fax 071-3611869 E-mail: info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl

Vluchtwegaanduiding Betalight B.v. Drosteweg 20 3881 Pg Putten Tel. 0341-491231 Fax 0341-492066 E-mail: info@betalight.nl www.betalight.nl

Vluchtwegen amigo safety Nederland Postbus 6001 2702 aa Zoetermeer Tel. 079-3315363 Fax 079-3315025

Waterkanonnen Holleman B.v. Postbus 64 1500 EB Zaandam Tel. 075-6123272 Fax 075-6123409 www.hollemanmachine.nl

Werken op hoogte en/ hoogteredding ascent safety Bv Siliciumweg 61a 3812 SW amersfoort Tel. 033-4480680 Fax 033-4480490 info@ascent.nl www.hoogwerk.nl

Schuimvormende middelen

vdk B.v. Handels­ onderneming Langenakker 22 5731 jS Mierlo Tel. 0492-667357 Fax 0492-667735

vandoclean B.v. Stevenshof 21 5109 TX ’s gravenmoer Tel. 0162-370390 Fax 0162-370392 Mobiel: 06-53706000 E-mail: info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl

Haagen Fire training products industrieweg 5 5111 nD Baarle-nassau Tel. 013 5076800 Fax 013 5076808

solberg scandinavian as p/a Bisschopshoeve 17 4817 Pr Breda Tel. 06-46738567 joop@articfoam.com www.articfoam.com

Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer gewenste rubrieken

o per rubriek, per uitgave d 42,50,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 335,Prijzen exclusief BTW Datum

Handtekening

" " "RAND "RANDWEER

u kunt deze bon sturen of faxen naar: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 aa Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.

Brand&Brandweer

nummer 1 januari 2009 57


Man zit met arm vast in treintoilet SURGÈRES - De Franse brandweer heeft een 26-jarige passagier van een hogesnelheidstrein moeten bevrijden uit een zeer hachelijke positie... De man zat met zijn arm klem in het treintoilet, omdat hij zijn telefoon daarin had laten vallen... Om de man uit de trein te krijgen, moest de complete toiletpot uitgezaagd worden. Op die manier lukte het om de man, met zijn arm nog aan de losgezaagde pot, te bevrijden. Hij is gewond geraakt aan zijn elleboog, zegt de brandweer. Door het incident stond de TGV van La Rochelle naar Parijs twee uur lang stil op het station van Surgères, meldt Het Laatste Nieuws. Bron: telegraaf, 27 oktober 2008

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) Januari 2009 - nummer 1 Jaargang 33 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Ing. S.J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente Drs. A.J. van Maren, brandweer Ede Ing. C.A. de Raadt, voorzitter Brandveilig Bouwen Nederland Mr. J.B.M. Tilman, directeur NVBR F. van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek EINDREDACTIE

PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail: info@ps-produkties.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Lijst van adverteerders Pagina

Applicom Artesis

16 28, C3

AquaNed Watertechniek

36

Bodyshape

4

Cebes Administrative

36

DSPA.nl

28

Gemeente Utrecht

55

Gemeente Westland

52

Grondboringen

4

Het Stempel BV

38

Interfire

38

IVIC beurs

C2

Laundry

28

Letas stickerservice

38

Marelko Benelux

36

Regiosafe

4

Safety Lux SDU

ONTWERP EN OPMAAK

Dupuis Communicatie bv, Rotterdam UITGEVER

Sdu Uitgevers: R.W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet.com, www.bureauvanvliet.com Informeer ook naar de mogelijkheden voor combinatieadvertenties in Brand&Brandweer, GRIP4, Brandweeralmanak en/of Brandweeragenda!

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 55,95 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 29,50, Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn ­inclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2008 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs­ rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redac­teuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvol­komenheden. ISSN 01656-4675

16 38, 50, 52, 54

Solberg Scandinavian TLO Deen

58

Peter Hofman, FBF.NL, Stephan Wevers, Jaring Rispens, Erald van der Aa, Ruud Pruyssers, Ed Oomes, Clemens Kamp, Regionale brandweer RotterdamRijnmond, Gerard Koppers NBDC, Oefencentrum WIjster, kolonel Willem van den Bos RMC, brandweer Moordrecht, Hielke Weening, Hulpverleningsdienst Regio Twente, Ton Groenhuizen, Cees de Raadt, Marco van de Leest, Brandweer Meersen, Brandweer Noordwijkerhout en PS-Produkties.

ABONNEMENTEN

nummer 1 januari 2009

4 C4

Sdu Uitgevers


Werken bij Artesis = werken voor de brandweer maar dan anders

Artesis zoekt gedreven brandweerofficieren die het brandweervak vanuit een andere invalshoek willen leren kennen.

Meer informatie over Artesis en deze vacatures is te vinden op onze site www.artesis.nl


BRANDWEEROEFENCENTRUM in

SKÖVDE Dé trainingslokatie (1,25 km2) in Zweden met een reistijd van ± 3 uur en 3 kwartier van Amsterdam Schiphol naar Skövde Tussen de grote meren Vänern en Vättern ligt het Swedish Rescue Training Centre. Dit trainingcentrum was tot vorig jaar eigendom van Räddnings Verket. Per 1 januari 2009 is Autokaross Groep, gevestigd in Floby, Zweden, de nieuwe eigenaar. Sinds 3 jaar is T.L.O. Deen brandweeropleidingen- en trainingen actief op dit trainingscentrum. Intensieve samenwerking tussen T.L.O. Deen en SRTC is per 1 januari van dit jaar een feit. De centrale loketfunctie voor alle aanvragen van Nederlandse en Belgische organisaties voor realistische trainingen bij RSTC wordt verzorgd door T.L.O. Deen.

Mogelijkheden

Individuele inschrijvingen voor OvD-trainingen, Bevelvoerdertrainingen, Manschappentrainingen, OGS-trainingen, Combinatie van trainingen, Groepstrainingen.

Oefenprogramma op maat

T.L.O. Deen kan voor uw brandweerkorps, -regio of bedrijf een operationele training op maat verzorgen. Het oefenprogramma wordt in overleg samengesteld en afgestemd op uw wensen. Swedish Rescue Training Centre en T.L.O. Deen staan garant voor de kwaliteit van realistische trainingen, materiaal en objecten, de reis, de accommodatie (hotels midden in de stad) alsmede het gehele verblijf in Zweden. Door de nauwe samenwerking kan een zeer concurrerend tarief worden geboden voor zowel grote als kleine groepen.

Gedurende de jaren dat we actief zijn, is een betrouwbare relatie opgebouwd met opdrachtgevers in Nederland en met partners in het buitenland. Dit heeft geresulteerd in diverse realistische trainingsdagen en -weken. Wij realiseren ons terdege dat elke training een investering van zowel uw organisatie als van uw medewerkers is. Het uitgangspunt is dat deze investering optimaal moet renderen. Door de intensieve samenwerking met SRTC zijn we in staat om in te spelen op uw wensen, uw aanvraag snel met u te bespreken, voor onze huidige opdrachtgevers de service te blijven bieden zoals u van ons gewend bent en voor nieuwe opdrachtgevers te laten zien dat we staan voor hetgeen we bieden. Meer over ons kunt u vinden op www.tlodeen.nl (contactformulier of (0031)(0)611647578). Wij verwelkomen u graag.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.