" " "RAND "RANDWEER
4 april 2009
• Spectaculaire reddingen brand Zaandam • Gezocht: alternatief voor de binnenaanval • Startregio positief over opleiding manschap A
vakblad v akblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Interviews direct betrokkenen poldercrash
jaargang 33
INHOUD
nummer 4 april 2009
Coverstory Poldercrash: vuurdoop voor de Veiligheidsregio Kennemerland
Regio Kennemerland is sinds begin 2008 verantwoordelijk voor incidenten bij Schiphol. De vliegtuigcrash is de vuurdoop voor de hulpdiensten uit de regio. Vijf hoofdrolspelers vertellen vanuit hun perspectief over de poldercrash.
218
Sinds het incident De Punt vorig jaar wordt er nagedacht over een alternatief voor de binnenaanval in bedrijfspanden. Het NIFV is in samenwerking met de NVBR bezig met het ontwikkelen van een offensieve buitenaanval.
Artikelen 194
Spectaculaire reddingen bij brand winkelcentrum Zaandam
Bij de brand in winkelcentrum De Bloemkorf in Zaandam redt de eerste uitrukploeg op spectaculaire wijze een gezin met drie kinderen uit een flat. Vanwege de enorme rookontwikkeling worden verschillende flats in de nabije omgeving ontruimd. 208
221
Explosie uitlokken om omgeving veilig te stellen
Hulpdiensten van de hulpverleningdienst Groningen krijgen eind vorig jaar met een bizarre inzet te maken. Als gevolg van een explosie, moeten ze een tweede explosie uitlokken. 217
Nieuwe voorzitter netwerk Repressie: Dennis van Zanten
Dennis van Zanten, plaats vervangend commandant van Tilburg, is sinds februari de nieuwe voorzitter van het netwerk Repressie. Brand&Brandweer stelt Van Zanten enkele vragen over zijn nieuwe functie.
Brandweer Emmen helpt na val Annabel
De olifant Annabel valt na een stoeipartij met soortgenoten in een droge gracht en kan niet op eigen kracht overeind komen. Twee brandweerlieden van het korps Emmen helpen de dierentuinmedewerkers om de publiekslieveling te redden.
Startregio’s positief over opleiding Manschap A
Vorig jaar heeft het project Kwaliteit Brandweerpersoneel een pilot gehouden voor de nieuwe ‘werken-leren’ opleiding manschap A. De proef liet te wensen over, dus is de opleiding aangepast. Vier regio’s zijn inmiddels met de aangepaste opleiding gestart. De reacties zijn positief. 214
De offensieve buitenaanval; een alternatief voor de binnenaanval?
Rubrieken 181 182 193 198 200 203 207 211 213 223 230
Van de redactie Kort nieuws Punt Edu Dubbelinterview De oefenrubriek NVBR katern Brandweer overzee De website van Vraag & Antwoord De Kazerne/Het voertuig Colofon en lijst van adverteerders
Op de voorpagina: grootschalige inzet van hulpverleners bij de poldercrash Fotografie: Jeffrey Koper
Brand&Brandweer
nummer 4 april 2009 179
Applicom Zeker in brandveiligheid!
UĂŠ UĂŠ UĂŠ UĂŠ
`Ă›ÂˆĂƒiĂ€ÂˆÂ˜} *Ă€Âœ`Ă•VĂŒi˜ ÂœÂ˜ĂŒ>}i "˜`iĂ€Â…ÂœĂ•`
BOUWKUNDIGE BRANDPREVENTIE
Hulzenseweg 10-20 UĂŠNijmegen UĂŠT: +31 (0)24 35 22 571
www.applicom.nl
jÂ˜ĂŠiÂ˜ĂŒĂ€iiĂŠiÂ˜ĂŠjjÂ˜ĂŠ>>Â˜ĂƒÂŤĂ€iiÂŽÂŤĂ•Â˜ĂŒĂŠÂˆÂ˜ĂŠLĂ€>˜`ÂŤĂ€iĂ›iÂ˜ĂŒÂˆi
%FUBDIFSJOH WBO #SBOEXFFSQFSTPOFFM 3FHJP4BGF IFFGU FSWBSFO CSBOEXFFSQFSTPOFFM NFU WFSTDIJMMFOEF DPNQFUFOUJFT CFTDIJLCBBS WPPS [PXFM LPSUF BMT MBOHF UFSNJKO
met Grondboringen IJsselmuiden B.V. De grondbooronderneming voor uw te projecteren brandputten!
t #SBOEXFFSEJFOTUFO
Ook voor inspecties en het jaarlijks onderhoud.
FO QFSTPOFFM t #SBOEXBDIUUPF[JDIU t &)#0 EJFOTUFO t /BCMVTXFSL[BBNIFEFO t *OUFSWFOUJFUFBN t 7FSIVVS CSBOEXFFSNBUFSJFFM
3FHJP4BGF JT VVS QFS EBH CFSFJLCBBS FO CFTDIJLCBBS
180 nummer 4 april 2009
Spoorstraat 37, 8271 RG IJsselmuiden Telefoon 038 - 33 36 099 Fax 038 - 33 36 098 Mobiel 06 - 303 355 35 www.grondboringen.eu
XXX CSBOEXBDIUFO OM
Naamloos-7 1
Sdu Uitgevers 09-10-2007 11:03:20
VAN DE REDACTI E
Ta-Tu, Ta-Ta......Ta-tu, Ta-ta! Vanaf 1 maart klinken de sirenes van politieauto's, brandweervoertuigen, ambulances en andere hulpverleningsdiensten anders dan tot nu toe. Ze zijn vervangen door een nieuwe tweetonige hoorn. De sirenes van de hulpverleningsvoertuigen zullen nu uniformer klinken en het geluid zal beter hoorbaar zijn. Niet alleen het geluid van de hulpverleningsvoertuigen zal vanaf nu anders klinken, ook de zwaailichten worden opvallender. Zo mag een hulpverleningsvoertuig blauwe lichten aan de voorkant hebben en extra richtingaanwijzers gebruiken. De veranderingen moeten ertoe leiden dat de voertuigen meer bij andere weggebruikers in het oog springen en dat de veiligheid van alle verkeersdeelnemers hierdoor verbetert. Een aantal veranderingen was hier en daar al toegepast. Niet alle auto's zijn al uitgerust met de nieuwe sirenes en andere voorzieningen. Nieuwe wagens die vanaf september worden aangeschaft, moeten ze wel hebben. Bestaande voertuigen krijgen de tijd tot 1 januari 2014. We hebben dus vanaf 1 maart 2009 een nieuwe sirene! Voor mij is dit eigenlijk zonder veel ‘geluid’ ingevoerd. Een nieuwe sirene……….. dus niet meer de oude ta-tu ta-ta! Maar vind ik dit eigenlijk wel OK? Hadden we niet gewoon het geluidsniveau wat op kunnen schroeven (en de frequentie iets verlagen)? Wat door mijn gedachten flitst is ook Europa! Doen we het weer op zijn Nederlands of is er op Europees niveau iets vast te stellen? Hebben onze buurlanden hier ook mee te maken of is het een Nederlands probleem? En welke verschillende systemen zijn er eigenlijk en welk systeem is nu het meest effectief? Ik ben daarvoor eens gaan spitten in de dierenwereld, want dieren zijn immers als geen andere in staat om met geluiden (of geuren) over gevaar te communiceren. En op voorhand kan ik al wel zeggen dat de dierenwereld geen twee-toon kent. Dieren gebruiken tientallen verschillende geluiden om met elkaar en anderen te communiceren en de betekenis van het geluid hangt vaak af van de context waarin het gebruikt wordt. De geluiden voor gevaar/angst/noodroep/waarschuwing zijn o.a . de Squeak (zeer hoog en kort schril geluid), de Bark (kort blafgeluid), de Yelp (hoog, abrupt en scherp geluid, lijkt op squeak), de Wail (een hoog aanhoudend geluid met verschillende snelheid en intensiteit) en de Chitter (hoog hakkelend geluid in verschillende intensiteiten). Het zijn geluiden die in geval van gevaar en waarschuwing al duizenden jaren zeer effectief werken. Het zijn geluiden die nodig zijn om te waarschuwen en te overleven, het is hun enige manier van communicatie, want ze kennen immers geen anders systeem, ze kennen geen C2000. En als de nood echt aan de man/ vrouw is kunnen ze ook nog een z.g. ‘badchat’ gebruiken; dit is een kakofonie van verschillende ‘waarschuwingsgeluiden’ om alle aandacht op te eisen. Een soort cocktail op het gebied van alarmeringsgeluiden .
Brand&Brandweer
Als ik dit vertaal naar onze sirenes en ‘global’ ga dan zie ik in zo’n 80% - 90% van de landen dat het principe van ‘badchat’ gebruikt wordt. Vooral in Engeland en Amerika gebruiken ze de bekende Wail en de Yelp in combinatie met een Phaser (een vervormer). Het zijn uitstekend hoorbare en herkenbare geluiden die ook nog eens jarenlang doorgetest zijn. Ik heb ze nog eens beluisterd op verschillende youtube fragmentjes (Wail en Yelp) en ze spreken mij erg aan. Zelfs de Duitse politie is overgegaan op de Yelp! Dan komt bij mij toch een beetje de gedachte op dat we in Nederland een kans hebben laten lopen. We hebben nu een aparte twee-toon ontwikkeld (die in de dierenwereld dus niet voorkomt) terwijl de rest van de wereld steeds vaker overstapt naar sirenes die hun effectiviteit al hebben bewezen; de Wail, Yelp en Phaser. Deze bereiken alle frequentie die de meeste mensen kunnen horen en kunnen moeilijk worden verward met muziek van de radio. I Rest my case! Ik heb ook nog even op verschillende ‘ringtone sites’ gekeken voor mijn mobiele telefoon maar de nieuwe sirene is nog niet echt een hit. Op de site www.ringtonesvoornoppes.nl staat wel de ringtone voor het luchtalarm met een hoge rating, en zo te horen was deze trouwens ook een goede optie geweest voor een luide en herkenbare sirene op onze auto’s. En als laatste, met de invoering van de nieuwe sirene mogen we ook blauwe alarmverlichting aan de voor- achter- en zijkanten voeren en mag het grootlicht van het voertuig ritmisch knipperen (de z.g. ‘wig-wag’) maar deden we dat niet al lang? We moeten meer naar de natuur luisteren en ‘global’ gaan……………….woef, woef! Stephan Wevers Voorzitter redactie
nummer 4 april 2009 181
ACTU EEL
GRIP3 bij brand chemisch bedrijf Klundert foto: Carlos van Beek
niet na ontvangst van de lijsten. Er waren ontzettend veel stoffen aanwezig.’ Wel waren er leermomenten volgens de OvD. ‘Een volgende keer willen we onze inzet beter met de politie afstemmen. Nu werden de slangen kapot gereden door het verkeer. En het afleggen van het Groot Watertransport (WTS) leverde verkeersproblemen op.’
‘de binnenaanval resulteerde in een snelle afname van het vuur’
Brandweerkorpsen uit heel West-Brabant bestreden in februari de brand bij het chemisch bedrijf Schütz Benelux op industrieterrein Moerdijk aan de Westelijke Randweg bij Klundert. De brand ontstond door een chemische reactie met de stof salpeterzuur. De reactie vond plaats op de eerste verdieping, in de productiehal waar het bedrijf de met chemicaliën gevulde vaten en kleine opslagtanks schoonmaakt. De zeer grote brand begon woensdagochtend 25 februari om 9.21 uur. ‘Onze Hoofdofficier van Dienst (HovD) reed op het moment van uitbreken toevallig op de A17, waar hij zicht had op het incident. Daardoor is er in een vroeg stadium opgeschaald naar zeer grote brand en hebben we al snel GRIP gemaakt’, vertelt Officier van Dienst (OvD) Ronald de Roos. ‘Om te voorkomen dat de brand zou uitbreiden naar het naastgelegen pand – een opslagplaats voor chemische stoffen – of nog verder de loods in, naar de overige twee compartimenten. En dat is gelukt, met inzet van veel materiaal.’ De brand ging gepaard met veel rookontwikkeling, die in de gehele omtrek goed was te zien. Vanwege deze hevige rookontwikkeling en het wellicht vrijkomen van schadelijke stoffen, kreeg de brand 182 nummer 4 april 2009
in korte tijd een GRIP3-status. Hoewel de loods uit drie brandwerende compartimenten bestond, bleek één brandwerende scheiding toch open. ‘Hierdoor hebben we de prioriteit naar dat gedeelte van de loods gelegd, vanwege mogelijke uitbreiding’, aldus De Roos. Doordat het dak verwoest was, hadden de brandweermannen in feite te maken met een open brand. ‘In eerste instantie hebben we daarom een onbemande waterstraal ingezet als afscheiding naar de andere compartimenten. Toen er geen gevaar meer bestond, is deze op het brandende gedeelte ingezet.’ Deze binnenaanval resulteerde in een snelle afname van het vuur. De brandweerlieden bestreden het vuur ook met hoogwerkers. ‘Hiermee hebben we tussen de twee loodsen ingezet. Om van boven de brand te bestrijden’, zegt de OvD. De brandweer liet uiteindelijk het vuur gecontroleerd uitbranden. Rond 11.40 uur gaf zij het sein ‘brand meester’. Aandachtspunten De brand bij Schütz was volgens De Roos niet complex. ‘De grootste eer gaat naar de brandwerende compartimenten, zij hebben goed werk geleverd. Spannend was nog wel dat we niet wisten met welke stoffen we te maken hadden. Ook
Tweede verbeterpunt is de snelle opschaling van het incident. ‘Door de multidisciplinaire aanpak – er moesten allerlei procedures worden opgestart – kwam het monodisciplinair overleg in de verdrukking. De brandbestrijding gaat namelijk gewoon door. Voortaan willen we na het CoPI-overleg meteen terugkoppelen naar de brandweerofficieren ter plaatse. Die overlegmomenten wil ik houden. Zodat ook zij kunnen inschatten welke invloed de CoPI-besprekingen hebben op hun werk.’ Informatievoorziening Tot slot geeft de OvD aan dat de omliggende bedrijven beter geïnformeerd hadden kunnen worden over de brand. ‘Niet alleen met een waarschuwingsmail, maar ook door een telefoontje of persoonlijk contact.’ Bij aankomst bij de brand bleek de ontruiming van het pand overigens goed verlopen. ‘Toen wij ter plaatse kwamen, waren alle medewerkers al buiten. Bovendien werden we meteen opgevangen door de BHV en werden we direct gekoppeld aan een bedrijfsdeskundige. Hij was daadwerkelijk van alle informatie voorzien. Een compliment waard,’ aldus De Roos. Niemand raakte gewond. Ook zijn er in de omgeving geen schadelijke concentraties gevaarlijke stoffen gemeten. Het is onbekend waardoor de chemische reactie met het salpeterzuur ontstond.
Sdu Uitgevers
ACTU EEL
Veiligheidsregio’s maken inhaalslag rampenbestrijding en crisisbeheersing De veiligheidsregio’s maken een forse inhaalslag bij het verbeteren van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Dat zegt de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) in de 'Tussenrapportage Rampenbestrijding op orde'. De regio’s zijn daardoor in staat om de rampenbestrijding en crisisbeheersing eind 2009 op de meeste punten op orde te hebben.
zijn. Zo moeten de crisispartners (zoals waterschappen en energieleveranciers) beter betrokken worden bij het opstellen van de veiligheidsplannen. Ook vergen het verbeteren van de bovenregionale samenwerking en het actualiseren van risicoprofielen nog de nodige inspanningen van de regio’s. De grootste winst valt te behalen op het gebied van informatievoorziening. De Inspectie OOV verwacht dat slechts een aantal regio’s eind 2009
In de tussenrapportage constateert de Inspectie OOV dat de veiligheidsregio’s de rampenbestrijding en crisisbeheersing in versneld tempo aan het verbeteren zijn. Daarmee is gehoor gegeven aan de oproep die minister Ter Horst deed in maart 2008. De effecten van de convenanten die de minister met negentien regio’s heeft gesloten beginnen zichtbaar te worden. De regio’s steken veel tijd in het actueel maken van de rampenplannen en werken soms al toe naar de komst van een regionaal crisisplan en opschalingmodel, zoals het wetsvoorstel Veiligheidsregio’s dat voorschrijft.
kan voldoen aan de eisen die hieraan gesteld worden. De NVBR is blij met de inhaalslag, maar pleit er wel voor dat er snel duidelijkheid komt over de Wet Veiligheidsregio’s en de daarbij behorende kwaliteitseisen. De behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is uitgesteld in verband met de bespreking van de aanpak van de financiële crisis.
Cartoon
foto: IOOV
Minister Ter Horst stelt op basis van het rapport en de rapportages van Commissarissen van de Koningin vast dat er nog wel verdere verbeteringen nodig
Brand&Brandweer
nummer 4 april 2009 183
ACTU EEL
Oefening natuurbrandbestrijding op Dwingelderveld
In het Nationaal Park brak zogenaamd op twee plaatsen brand uit die zaterdag. Een pyromaan zou de brandjes hebben aangestoken. Dat was het scenario voor de natuurbrandbestrijdingsoefening. De korpsen van Dwingelo en Ruinen bestreden het vuur op het heideveld, terwijl een vuur achter een camping werd aangepakt door Havelte, Vledder en De Wijk Koekange. Met behulp van vuurtonnen werd echt vuur nagebootst. Het plan was in eerste instantie om echte vuurtjes te maken. ‘Dat is mogelijk als de grond nog wat vorstig is. De reptielen en adders zitten dan onder de grond en hebben er daardoor geen last van’, vertelt commandant Anne Kemkers. ‘Nu was het echter al te warm. Daarom hebben we uiteindelijk voor de vuurtonnen gekozen’. Het belang van samenwerking tussen de brandweer en de natuurbeheerders wordt hier duidelijk. De natuurbeheerders, en dat zijn er nog al wat, kennen de natuurgebieden en de flora en fauna heel goed. ‘Het is van
Foto: Henk Brunink, brandweer Hoogeveen
De brandweer in Zuidwest Drenthe oefende zaterdag 28 februari natuurbrandbestrijding in het Nationaal Park Dwingelderveld. De brandweerposten Dwingeloo, Ruinen, Havelte, Vledder en De Wijk-Koekange oefenden het nieuwe natuurbrandbestrijdingsplan en de waterwinning
belang dat we elkaar kennen en weten te vinden. Daarom doen zij ook mee aan de oefening’, stelt Kemkers. De brandweer Zuidwest Drenthe oefent ieder jaar een natuurbrand. Dit keer was met name het natuurbrandbestrijdingsplan aandachtspunt. Dit plan is in 2008 geactualiseerd. ‘Het stamt al uit 2000, maar het kaartmateriaal is vorig jaar bijvoorbeeld aangepast’, vertelt Kemkers. Het plan geeft op snelle wijze informatie over bijvoorbeeld waterwinning en de wegen in het gebied. De waterwinning
was een speciaal punt van aandacht. ‘Waterwinning is altijd problematisch in een natuurgebied. De mogelijkheden van giertanks moesten dus worden benut’. Kemkers spreekt van een nuttige oefening. Volgend jaar gaat de brandweer de oefening op een onverwachts moment doen. ‘Dan weten de deelnemers wel dat er een oefening aankomt, maar niet precies wanneer. Ook kunnen we dan beter rekening houden met koude grond, waardoor we écht vuur kunnen maken.’
Buschauffeurs kunnen brandweervrijwilliger blijven Buschauffeurs in de regio Zaanstreek-Waterland (VrZW) mogen brandweervrijwilliger blijven. De VrZW en vervoersmaatschappij Connexxion hebben dat in een convenant vastgelegd. Door een wijziging in de Arbeidstijdenwet dreigden problemen te ontstaan. Het blijven werken als brandweervrijwilliger is wel onder voorwaarden. Vrijwilliger Edwin Stutje van de brandweer Purmerend nam het initiatief om de beide partijen tot elkaar te brengen. ‘Wij kunnen buschauffeurs goed gebruiken, ze hebben veel rijervaring en werken niet alleen tijdens kantooruren,’ zegt regionaal commandant Gerrie Ruijs. ‘Connexxion zorgt er nu samen met de VrZW voor dat de chauffeurs niet met hun rijtijden in de knel komen.’ De overeenkomst kan een
184 nummer 4 april 2009
voorbeeldfunctie vormen voor andere veiligheidsregio’s en vervoersmaatschappijen. In de regio Zaanstreek-Waterland werken zeshonderd brandweervrijwilligers. De regio zegt veel waarde te hechten aan de inzet van deze vrijwilligers. Ruijs: ‘Zij staan met hun specifieke (gebieds)kennis letterlijk dag en nacht klaar.’
Sdu Uitgevers
ACTU EEL
Groningen: brand in bulkopslagen lastig te bestrijden Voor de brandweer is het lastig brand in bulkopslagen te bestrijden. Dat stelt de regionale brandweer Groningen als één van de conclusies na een onderzoek in elf bedrijven in de provincie. Aanleiding voor het onderzoek was de brand in Eemshaven in juli 2007 en andere recente papier- en kunststofbranden. Het korps vraagt via een brief aandacht voor hiaten in de regelgeving bij het ministerie van VROM en het Veiligheidsberaad. Brand in bulkopslagen vergen vanwege hun omvang een grote inzet van mens en materieel. ‘Wat zijn de risico’s van dit soort bulkopslagen?, vroeg de brandweer zich met name na de grote brand in Eemshaven in juli 2007 af. Bij die brand gingen loodsen vol met gerecycled afval in rook op. ‘We hebben er dagen gestaan en de rookontwikkeling was enorm’, vertelt Wout Blink van de Hulpverleningsdienst Groningen. Ook milieutechnisch had de brand een lange nasleep. Daarbij waren ook andere branden in bulkopslagen aanleiding voor het onderzoek. Bijvoorbeeld de brand van 6 augustus 2006 bij een Groninger bedrijf waar luiers werden gerecycled tot dakbedekkingmateriaal. Het gevaar van broei is in bulkopslagen aanwezig. ‘Broei is eigenlijk iets heel ongrijpbaars. Overigens was het bij de brand in Eemshaven niet 100% duidelijk dat broei de oorzaak is’, aldus Blink.
Onvoldoende bepalingen Het korps bezocht elf bedrijven waar brand in massaopslag door broei kan ontstaan. Als conclusie uit het onderzoek komt naar voren dat voor ieder bedrijf verbeterpunten zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om de grootte van brandcompartimenten, de maximale opslagcapaciteit en de verpakkingswijze van producten. ‘De brandwerendheid van compartimenten biedt niet de nodige bescherming om brandoverslag te voorkomen. In de bouwregelgeving zijn hier onvoldoende bepalingen opgenomen’, aldus Blink. De brandweer gaat daarom een brief schrijven naar het ministerie van VROM en het landelijke Veiligheidsberaad. ‘Wij kunnen de bedrijven immers geen regels opleggen, we kunnen hooguit goede afspraken maken. En dat doen we ook. Door het onderzoek hebben we in ieder geval de bulkopslagen in kaart gebracht.’ Ook heeft de brandweer wel ideeën hoe de veiligheid verbeterd kan worden. Via milieuvergunningen zou vastgelegd kunnen worden dat periodiek temperatuurmetingen worden uitgevoerd. Zo is het verstandig dat de brandweer voor dit soort bedrijven bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen heeft. Verder adviseert de brandweer een defensieve inzet bij dergelijke branden. Het rapport is op te vragen via Wout.blink@hvd.groningen.nl
De posten Stadskanaal en Ter Apel van de brandweer Zuid-Groningen en de posten Tweede Exloërmond en Emmen van Zuid-Oost Drenthe hebben voor het redden van twee poezen een oorkonde gekregen van de Partij voor de Dieren.
Foto: Joop Tervoort
Oorkonde voor redden poezen in Musselkanaal
De katten werden gered tijdens een uitslaande brand in Musselkanaal afgelopen januari. Deze brand verwoestte meerdere winkelpanden en appartementen. De brandweer redde één van de poezen uit de dakgoot van het brandende pand. Zij dirigeerde de kat met behulp van een waterstraal richting de hoogwerker, waar een brandweerman het dier kon vastgrijpen. De brandweer stuitte tijdens een nacontrole op de andere kat. Beide dieren werden overhandigd aan de eigenaren. De Partij voor de Dieren is van mening dat de brandweer met compassie en daadkracht heeft gehandeld. Anja Hazekamp, statenlid voor de Partij voor de Dieren, reikte daarom maandag 16 maart de oorkonde uit in Stadskanaal. Commandant Wout Peterse van de brandweer Zuid-Groningen is vereerd met de oorkonde, maar stelt dat het redden van mens en dier een verplichte taak is van de brandweer. ‘Wel is het natuurlijk leuk dat anderen waarderen wat je doet.’
Brand&Brandweer
nummer 4 april 2009 185
repressi e
Poldercrash: vuurdoop voor de Veiligheidsregio Kennemerland De vliegtuigcrash van 25 februari is meteen ook de vuurdoop voor de hulpdiensten van de Veiligheidsregio Kennemerland. De regio Kennemerland is nog maar sinds begin vorig jaar verantwoordelijk voor de hulpverlening bij incidenten op Schiphol. Maandenland hebben ze geoefend met de luchthavenbrandweer. ‘Gelukkig maar’, zeggen de direct betrokkenen in hun verhaal. Brand&Brandweer spreekt met de Officieren van Dienst van de brandweer Schiphol en van de brandweer Kennemerland, de leider CoPI, de Operationeel Leider en de brandweercommandant van de regio Kennemerland. door Jolanda Haven
Fotografie: Jeffrey Koper
In totaal worden er maar liefst 750 hulpverleners ingezet.
186 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
repressi e
Airport Fire Officer / Officier van Dienst Ger Raven brandweer Schiphol ‘Tijdens een vergadering met officieren kwam via de verkeerstoren van Schiphol de melding dat er een vliegtuig van de radar was verdwenen ter hoogte van de polderbaan’, zo begint Officier van Dienst Ger Raven van de brandweer Schiphol. Raven haast zich naar de polderbaan. ‘Tijdens het aanrijden hoorde ik via de mobilofoon dat het toestel niet op de polderbaan lag, maar vermoedelijk ter hoogte van het Rottepolderplein. Ik ben daarom via een hek langs de landingsbaan het vliegveld afgegaan. Op aangeven van de Crashtenders die inmiddels op de A9 reden, reed ik rechtstreeks op het land af waar het vliegtuig was neergestort. ‘Verdorie, daar ligt ‘ie, dacht ik.’ De drie crashtenders van Schiphol arriveren kort nadat Raven ter plekke is. ‘Het was een grote opluchting dat er geen brand was’, zo gaat Raven verder. ‘Tijdens het aanrijden had ik al te horen gekregen dat er circa 135 inzittenden waren. Maar waar zijn dan al die mensen? Veel inzittenden hadden zichzelf al in veiligheid weten te brengen en waren naar één van de twee dichtstbijzijnde boerderijen gegaan. Raven geeft de eerste bevelvoerder van Schiphol de opdracht om een verkenning te doen, in en om het vliegtuig. Het wordt al snel duidelijk dat er circa zeven mensen bekneld zitten. ‘Het was één
Brand&Brandweer
grote chaos’, zo gaat Raven verder. ‘Overal lag bagage, zowel in als om het wrak en mensen zaten bekneld. Velen van hen waren zwaargewond en moesten uit het vliegtuig geknipt worden. Terwijl de bevelvoerder op verkenning was, had ik al ladders om over een sloot te kunnen komen, hulpverleningsgereedschap en veel medische personeel aangevraagd. Even voelde ik me ontzettend machteloos. Wij waren als één van de eersten ter plaatse, maar konden nog niet veel voor de zwaargewonde passagiers doen, omdat we moesten wachten op de juiste mensen en middelen.’ Om de zwaargewonden uit het weiland te vervoeren wordt het rupsvoertuig van de luchthaven ingezet. Dat voertuig is in 1994 aangeschaft nadat een KLM Cityhopper crasht en 500 meter naast de baan terechtkomt in een drassig gebied. De crashtenders van Schiphol zijn overigens ook gemaakt om in moeilijk begaanbaar terrein te werken. ‘Hoewel het erg genoeg is als er een vliegtuig in het weiland neerstort, hadden we te maken met gunstige omstandigheden. Het vliegtuig is niet in brand gevlogen, het regende niet, het gebeurde bij daglicht en het vliegtuig is niet op de snelweg terecht gekomen. Het had allemaal veel erger kunnen aflopen. Leerpunten? Ja, die zijn er altijd. Maar als ik terugkijk naar de inzet, dan ben ik heel tevreden. En dat is wat ik graag wil benadrukken. Wij hebben het afgelopen jaar veel geoefend en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Met Amsterdam-Amstelland stond alles op de rails toen de hulpverlening op Schiphol onder de regie kwam van de regio Kennemerland. Deze crash heeft bewezen dat deze regio er ook klaar voor is.
nummer 4 april 2009 187
Repressi e
Officier van Dienst, Sharon Wünsch, brandweer Kennemerland ‘Ik zag VOS 6 staan op mijn pieper en schrok’, vertelt Officier van Dienst Sharon Wünsch. ‘Even had ik de stille hoop dat het om een oefening zou gaan. Maar nee. Ik zat op de kazerne in Hoofddorp en rende de trap af naar beneden. Zodra ik steeds meer collega’s in beweging zag komen, besefte ik dat het serieus was. Tijdens het aanrijden schakelde ik over op incidentkanalen negen en negentien van Schiphol en ben naar uitgangsstelling A gereden.’ Schiphol telt drie uitgangsstellingen A, B en C. Tijdens de alarmering van luchtvaartincidenten krijgen de hulpdiensten van de alarmcentrale te horen naar welke uitgangsstellingen ze moeten. ‘Via de incidentkanalen kreeg ik meer informatie over de crash’, zo vervolgt Wünsch. ‘Het was inmiddels bekend dat het vliegtuig buiten het terrein van Schiphol was neergekomen. Ik zat even met een dilemma. Volg je de procedure door eerst naar de uitgangsstelling te rijden of rijd je meteen door naar de plek van de crash? Ik zag verschillende voertuigen een andere kant op rijden waardoor ik in tweestrijd zat. Toch heb ik besloten om naar de opgegeven uitgangstelling te gaan en mij daar gereed voor inzet te melden. Achteraf een goede beslissing omdat je dan vanaf het begin gestructureerd in kunt zetten. ‘Ik verwachtte een grote chaos aan te treffen’, aldus de OvD. ‘Maar toen ik aankwam waren veel zaken al geregeld. Lichtgewonden hadden het vliegtuig al verlaten, de AGS had al metingen verricht en geconstateerd dat wij vrij baan hadden om veilig te werken. En een boer had zijn loods beschikbaar gesteld als gewondennest. Het incident werd daardoor overzichtelijk.’ Wünsch overlegt met de HOvD van de regio Kennemerland en de Officier van Dienst Schiphol over hoe de zaken ervoor staan. ‘Ik had de regie in handen voor wat betreft de inzet van het peloton in het veld.’ Naast het peloton van Kennemerland komt later ook een peloton uit de regio Amsterdam-Amstelland ter plekke. Manschappen van de ondersteunende voertuigen gaan aan de slag met het bouwen van bruggen over sloten. De overige brandweerlieden gaan met het benodigde hydraulisch redgereedschap het land in om de slachtoffers, die bekneld zitten, te bevrijden en weer andere brandweerlieden assisteren het ambulancepersoneel bij het vervoer van de slachtoffers naar het gewondennest en de gereedstaande ambulances. In twee delen ‘Voor de inzet van de brandweerlieden direct in en om het vliegtuig had ik voor mezelf het vliegtuig opgedeeld in twee delen, met de vleugels als middenstuk’, aldus Wünsch. Na anderhalf uur zijn alle gewonden uit het vliegtuig gehaald. Ook zijn de overleden personen dan geborgen. Alleen de drie overleden piloten zitten nog in de cockpit. In verband met het onderzoek duurt het even voordat zij eruit gehaald mogen worden. Wünsch: ‘In die anderhalf uur dat de slachtoffers uit het vliegtuig werden bevrijd, was het adrenalinegehalte hoog. Er werd keihard gewerkt. Zodra deze klus van redding geklaard was, zakte de adrenaline weg.’ Er wordt afgeschaald en overlegd hoe de berging van de lichamen in de cockpit geregeld moet worden. De ploeg die al ingezet is, aflossen? Of samen ook die klus klaren. In goed over188 nummer 4 april 2009
De hulpdiensten van de Veiligheidsregio Kennemerland en de brandweer van Schiphol hebben de afgelopen maanden intensief geoefend. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen.
leg wordt besloten de berging te doen met de TS bemanning die als eerste ter plaatse is. Gezien de belasting wordt er geruild met manschappen uit ondersteunende voertuigen. ‘De berging was een heftige klus en die wilden we het liefst op vrijwillige basis klaren. Er waren drie vrijwilligers die de klus voor hun rekening wilden nemen’, aldus Wünsch. ‘De brandweer kreeg een andere rol zodra we van redding naar berging gingen in de incidentfase. We faciliteerden anderen in hun proces en hadden minder grip op het verloop. We hadden bijvoorbeeld afgesproken voor zes uur, dus bij daglicht, klaar te zijn. Op die tijd baseerden we onze overwegingen. Aflossen of niet?’ Dan blijkt dat de brandweer langer moet wachten, omdat er onder andere drie dimensionale fotografie van het vliegtuig plaats moet vinden. Een patholooganatoom komt om de lichamen in de cockpit te schouwen en elk metertje in de cockpit wordt gefotografeerd. ‘Achteraf gezien duurde de inzet dan voor de brandweer toch lang’, aldus Wünsch. ‘Steeds weer overwogen we om toch af te lossen. Uiteindelijk hadden we dat niet gedaan. Rond 20.00 uur verlieten de laatste eenheden het veld. De zware klus was geklaard. Moe maar tevreden over de samenwerking en de totale inzet zijn we teruggegaan naar de kazerne waar de eerste debriefing volgde. Het was een indrukwekkende dag waar we in ons handelen gevolgd werden door de hele wereld. Langzaam begon het tot ons door te dringen waar we gezamenlijk voor hebben gestaan. Fysiek was het een zware dag, maar geestelijk is de belasting ook enorm geweest.’
Sdu Uitgevers
Repressi e
De crash is gekwalificeerd als een VOS 6. VOS 6 staat voor Vliegtuig Ongeval Schiphol met een toestel waarbij het aantal passagiers aan boord min. 50 en max 250 personen is . Een VOS 1 melding wordt gemaakt uit voorzorg. Als de piloot inschat dat er geen grote problemen ontstaan tijdens de landing. De luchthaven brandweer staat paraat aan de baan in afwachting van het vliegtuig als deze nog in de lucht is. Als het toestel op de grond staat wordt er door de brandweer, indien nodig, een inspectie uitgevoerd. Bij een VOS 2, 3 of 4 gaat het om serieuzere problemen, de kans dat het mis gaat, is groter. Bij dit alarm gaat de luchthavenbrandweer met meer voertuigen aan de baan, en er komt bijstand in de vorm van een peloton brandweer en ambulances uit de regio naar de luchthaven. Bij een VOS 5, 6 of 7 is er sprake van een crash. Bij een VOS 2 en een VOS 5 gaat het om een toestel tot 50 personen. Bij een VOS 3 en VOS 6, zitten er tot en met 250 mensen aan boord en een VOS 4 en VOS 7 is een toestel met meer dan 250 mensen.
Leider CoPI Frank van Herpen brandweer Kennemerland ‘Toevallig was ik al op Schiphol’, zo vertelt Van Herpen. ‘Ik was daar voor mijn periodieke brandweerkeuring toen mijn pieper ging. De opkomstplaats voor het CoPI tijdens vliegtuigincidenten is Post Sloten op Schiphol. Toen ik daar aankwam, werd duidelijk dat het vliegtuig niet op Schiphol was neergekomen maar daar buiten. Ik ben daarom meteen doorgereden richting A9. Ter hoogte van het Rottepolderplein zag ik het wrak liggen in het weiland. Het was een onwerkelijke situatie, een vliegtuig in de klei, in drie stukken gebroken, mensen lopend, zittend en liggend eromheen.’ Op het moment dat Van Herpen ter plaatse komt, zijn hulpverleners en omstanders druk bezig om mensen uit het vliegtuig te halen. Ook mensen die de crash overleefd hebben, helpen mee om hun medepassagiers in veiligheid te brengen. ‘Wat me opviel is dat er totaal geen paniek was. Rust overheerste van begin tot eind, zowel bij de hulpverleners als bij de slachtoffers.’ Tweede HoVD Het CoPI wordt ingericht aan de Kromme Spieringweg, een smal weggetje langs het weiland waar het vliegtuig ligt. ‘Ik heb als eerste contact gehad met de Airport Fire Officer van de luchthavenbrandweer en de OvD brandweer hoe de zaken ervoor stonBrand&Brandweer
den. De brandweerlieden van Schiphol en de OvD van de regio namen de directe hulpverlening in en om het toestel voor hun rekening. Als leider CoPI zorgde ik voor alle (multidisciplinaire) coördinatie buiten het weiland. Ik heb een tweede Hoofd Officier van Dienst ter plaatse laten komen die zich met alle brandweertaken bezig heeft gehouden. De eerste twee CoPI overleggen waren op het erf van een boer. Bij dat overleg waren alle officieren van de verschillende disciplines aanwezig. Brandweer, politie en geneeskundige kolom, Koninklijke Marechaussee, Commandant van Dienst van de brandweer Schiphol, Luchtvaartpolitie, een vertegenwoordiger van het Rampen Identificatie Team en het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO).’ ‘De hulpverlening kwam massaal op gang. Op een gegeven moment waren er zo veel ambulances ter plekke dat sommige politie- en brandweerauto’s er niet meer langs konden’, zo gaat de leider CoPI verder. ‘Deze ambulances hebben we naar de loodsposten gestuurd en opgeroepen wanneer we ze nodig hadden.’ De samenwerking met alle disciplines verliep volgens Van Herpen bijzonder goed. ‘Politieagenten liepen met infuuszakken, brandweerlieden sjouwden met brancards en andersom. Iedereen hielp mee, er was geen competentiestrijd. Ook burgers hielpen massaal mee. We zijn soms geneigd om burgers weg te sturen. Dat hebben we nu gelukkig niet gedaan en gezamenlijk hebben we hulp verleend.’ Debriefing Rond 12.30 uur zijn alle slachtoffers bevrijd en om 14.30 uur zijn alle gewonden vanuit de gewondennesten naar ziekenhuizen vervoerd. Rond 19.00 uur zijn ook de lichamen van de drie piloten uit de cockpit geborgen. Daar was veel kritiek op, omdat het te lang zou hebben geduurd. Van Herpen: ‘Eerder op de dag was al geconstateerd dat de piloten waren omgekomen als gevolg van de crash. Het bergen van de lichamen verliep hand in hand met het onderzoek en dat nam veel tijd in beslag. Elk brokstuk dat weggeknipt werd, moest gefotografeerd worden. In verband met het onderzoek naar de oorzaak en andere belangrijke feiten, was het belangrijk dat er nauwkeurig te werk werd gegaan.’ Om 19.30 uur zit het werk voor de hulpverleners erop en wordt het CoPI opgeheven. nummer 4 april 2009 189
Repressi e
‘Dezelfde avond is er in twee brandweerkazernes een debriefing gehouden voor de brandweerlieden’, zo besluit Van Herpen. ‘Een moment om even stoom af te blazen, het incident te bespreken, vragen te beantwoorden en toelichting te geven op bepaalde zaken.’ Dit is door de andere disciplines eveneens gedaan. De verwerking van het incident zal de komende tijd nog het nodige werk met zich meebrengen. Zowel voor de slachtoffers als voor de betrokken hulpverleners. Het BOT (bedrijfsopvangteam) is direct ingezet en daar is ook gebruik van gemaakt. Van Herpen: ‘De hulpverleners die gewonden of doden uit een wrak geknipt hebben, moeten we scherp in de gaten houden. Maar ook de mensen die op afstand bij het incident betrokken waren, zoals centralisten, medewerkers psychosociale opvang, contactpersonen vanuit de gemeenten voor de families, voorlichters etc. Ook hulpverleners die niet zijn ingezet, moeten in de gaten gehouden worden omdat ze graag hulp hadden willen verlenen.’ Tot vrijdag 27 februari is GRIP 3 gehandhaafd. Maandag 2 maart is er afgeschaald naar GRIP 0 en heeft een projectorganisatie van de gemeente Haarlemmermeer de nafase verder opgepakt.
Operationeel Leider Martin Rensen brandweer Kennemerland Foto: Arno de Kock
‘Ik zat op kantoor aan de Zijlweg in Haarlem toen mijn pieper ging. ‘Luchtvaartongeval Schiphol’ zag ik in het scherm verschijnen. Ik scrollde naar beneden om de complete melding te lezen.’ Het dringt nog niet helemaal tot Martin Rensen door en hij leest de melding opnieuw. ‘Ik zat eigenlijk te wachten tot de melding ‘het betreft een oefening’ in beeld zou komen, maar die kwam niet. ‘Het is een VOS 6’, zei ik tegen mijn collega, en toen drong het tot me door dat het vliegtuig met 50 tot 250 passagiers dus echt was neergestort. Het was een rare gewaarwording’, zo vertelt Rensen. Het Operationeel Team (OT) en Beleidsteam (BT) verzamelen zich in Triport 2 op Schiphol. Dat is het gebouwencomplex van de Marechaussee. Alle betrokken partijen zijn snel ter plaatse. Het eerste overleg gaat over waar het vliegtuig ligt en welk crisisbestrijdingsplan van toepassing is (Schiphol of Luchtvaartongevallen) en welke scenario. Het verschil tussen deze twee plannen is of het vliegtuig binnen of buiten het verwerkingsgebied van het crisisbestrijdingsplan Schiphol is neergekomen. Er zijn dan andere bestuurlijke verantwoordelijkheden en procedures die in werking gesteld worden. In dit geval wordt het crisisbestrijdingsplan Luchtvaartongevallen van kracht, maar ook onderdelen van het crisisbestrijdingsplan Schiphol worden gebruikt. Waar het vliegtuig ligt is dan niet alleen van belang voor de hulpdiensten, maar de locatie bepaalt ook welke burgemeester de verantwoordelijkheid krijgt in het BT. Informatie verzamelen uit het veld Als Operationeel Leider staat Rensen niet in het veld. ‘Ik ben eigenlijk de generaal van de inzet die aan de achterkant op tactisch niveau de zaken coördineert.’ Rensen heeft fysiek contact met het Beleidsteam omdat zij in hetzelfde gebouw zitten. Met de leider CoPI, Frank van Herpen, heeft hij vrijwel continu telefo190 nummer 4 april 2009
‘Politieagenten liepen met infuuszakken, brandweerlieden sjouwden met brancards en andersom. Iedereen hielp mee’
nisch contact over hoe de zaken ervoor staan. Het verzamelen van informatie uit het veld en dat vervolgens doorspelen van en naar het Beleidsteam verloopt volgens Rensen gestructureerd en in een zeer hoog tempo. ‘We hadden duidelijke afspraken wanneer we contact met elkaar hadden zodat we elkaar niet stoorden tijdens overleggen.’ Zodra de eerste gegevens over de crash bekend zijn, richt het overleg zich op de inzittenden van het vliegtuig. Hoeveel doden en gewonden zijn er? Niet alleen de ogen van de landelijke media staan op Schiphol gericht, maar de hele wereldpers kijkt mee. Rensen: ‘Het kostte veel tijd om helder te krijgen hoeveel mensen er in het vliegtuig zaten en het achterhalen van de identiteit van de gewonden en doden. Door onvolledige gegevens werden enkele processen vertraagd. We moesten 100% zeker zijn van onze zaak voordat we gegevens naar buiten communiceerden.’ Rensen kijkt met een goed gevoel terug op de eerste dag. Om 18.30 uur wordt hij afgelost. ‘Het was een zware dag. Aan het eind van je dienst ben je kapot en dat geldt voor iedereen.’ De volgende dag is de druk van de ketel. Voor de hulpverlening in het veld zit het werk erop. Er zijn echter nog veel zaken die geregeld moeten worden. ‘Alle gewonden moeten we blijven volgen in verband met de schadeafhandeling en psychosociale hulpverlening. En dat is een proces wat nog maanden gaat duren.’ De gemeente Haarlemmermeer heeft de regie in handen. Voor de regio Kennemerland is het incident inmiddels afgeschaald. Leerpunten? Die zijn er altijd, maar daar wil Rensen zich in verband met de evaluatie nog niet over uitlaten. Wat de Operationeel Leider echter wel wil benadrukken als positief punt, zijn de zaken die buiten het incident om geregeld moeten worden. ‘Ik heb met verbazing gekeken hoe snel zaken geregeld waren op Schiphol. Het doorvliegen van vliegtuigen of het uitwijken naar andere luchthavens, familieleden die op Schiphol staan te wachten die geïnformeerd moeten worden. Tijdens een oefening Sdu Uitgevers
Repressi e
zijn die zaken altijd ‘geregeld’. In de praktijk is dat ook zo gegaan en dan heb je absoluut een zorg minder.’
Regionaal brandweercommandant Kennemerland Frans Schippers Brandweercommandant Frans Schippers is op de brandweerkazerne aan de Zijlweg in Haarlem als hij het nieuws over de vliegtuigcrash hoort. ‘Ik heb contact opgenomen met de commandant van de brandweer Schiphol, Ed Oomes. Hij bevestigde de melding, maar Oomes had zelf ook weinig informatie over de crash’, aldus Schippers. Schippers vertrekt naar Schiphol om in het beleidsteam te gaan zitten dat rond 11.00 uur operationeel is. De brandweercommandant heeft in de Veiligheidsregio Kennemerland de taak om als lid van het beleidsteam de burgemeester te adviseren. In de eerste vergaderingen moet het beleidsteam zoveel mogelijk informatie verzamelen. ‘Als team probeer je eerst een goed beeld te krijgen van de stand van zaken’, aldus Schippers. ‘Waar ligt het toestel? Hoeveel gewonden zijn er? En zijn er ook doden gevallen? We werken nog niet netcentrisch in Kennemerland, dus het duurde even voor we alle informatie voorhanden hadden. Pas tijdens de tweede vergadering van het beleidsteam, rond 12.30 uur, werd het duidelijk dat er ook doden waren gevallen. Maar hoeveel doden was nog niet bekend.’ Als Schippers gezamenlijk met de andere leden van het beleidsteam, onder leiding van locoburgemeester Michel Bezuijen van Haarlemmermeer, aanschuift bij de eerste persconferentie, ziet hij pas hoe groot de impact is van de ramp. ‘Ik stapte de kleine ruimte binnen en er stonden een Brand&Brandweer
zestigtal camera’s op me gericht. De hele wereld keek mee. Toen besefte ik dat het serieus was.’ De uren daarna volgen vergaderingen en persconferenties elkaar in rap tempo op. Zelf komt de brandweercommandant niet aan het woord. ‘Mijn voornaamste rol in het beleidsteam was het adviseren van de loco-burgemeester. Hij is voorzitter van het team en doet de woordvoering. De vragen van de media gingen meer over het aantal gewonden, doden en de nationaliteiten en niet over de hulpverlening.’ Tevreden In totaal komen er meer dan 750 hulpverleners in actie uit dertien verschillende regio’s. ‘Iedereen die paraat was, heeft geholpen’, aldus de Regionaal brandweercommandant. Schippers beseft dat ze geluk hebben gehad. ‘Als de Boeing 737 op de snelweg was gecrasht, dan was de ravage en het aantal slachtoffers veel groter geweest. En dan heb ik het niet eens over het uitbreken van brand. Veel slachtoffers in het vliegtuig hadden dan waarschijnlijk geen enkele kans gehad.’ Terugkijkend is Schippers tevreden over de inzet. ‘De officieren van de verschillende hulpdiensten hebben goede besluiten genomen. Er was geen discussie en er werd goed samengewerkt.’ Pas sinds 1 januari 2008 is de Veiligheidsregio Kennemerland verantwoordelijk voor de rampenbestrijding op de luchthaven. ‘In 2006 kregen we nog een dikke onvoldoende van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV). We zijn daarna hard aan de slag gegaan’, aldus Schippers. ‘We hebben een kwaliteitsslag gemaakt en met dit incident hebben we als regio aan de buitenwereld laten zien dat we een grote ramp aankunnen. Zelfs de premier heeft alle vertegenwoordigers van de hulpdiensten met hun werk gecomplimenteerd. Zelf wil ik graag mijn bewondering uitspreken over het bestuur. De loco-burgemeester en de burgemeester hebben het hoofd koel gehouden en de zaak naar mijn inziens goed afgehandeld.’ ■ nummer 4 april 2009 191
Height Safety & rescue www.kenniscentrumwerkenophoogte.nl
Veilig werken en redden op hoogte t Advisering: veilige werkoplossingen en procedures t Uitrusting: van harnasgordel tot reddings-equipment t Opleiding: van valbeveiliging tot rope access (IRATA) t Keuring: Persoonlijke Beschermings Materialen Ascent Safety BV - Height Safety & Rescue - Siliciumweg 61A - NL 3812 SW Amersfoort T +31 (0)33 4480680 - F +31 (0)33 4480490 - E info@hoogwerk.nl 5006/OT
192 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
PU NT EDU
Dilemma’s Het valt meestal niet zo op, maar soms kent incidentbestrijding een groot aantal dilemma’s. Vooral bij incidenten die nauwelijks voorkomen en waar in het begin weinig informatie voor handen is, dienen zich lastige keuzes aan. Keuzes die in een split second gemaakt moeten worden en waar nauwelijks routine in is, dus terugvallen op herkenning is er even niet bij. Dan komt het aan op koppie koel houden. En op goede opleiding en oefening. Onlangs was er in de regio Kennemerland zo’n incident. Een korte impressie. Alarmering Op grond van de luchtvaartwet is Schiphol verplicht een eigen alarmeringscentrale te hebben, Regiecentrum (RC) genaamd. De RC is via de alarmtelefoon verbonden met de Luchtverkeersleiding (LVNL), de drie brandweerkazernes en het havendienstkantoor. Zodra één van de partijen de alarmtelefoon trekt, kan de rest via de omroep in het gebouw meeluisteren. En zo zaten wij op 25 februari in overleg toen opeens de alarmtelefoon ging. Het overleg stokte om mee te luisteren, onderstaande conversatie is niet letterlijk zo gegaan maar een weergave uit de geheugenresten van uw columnist: ‘Toren hier, we zijn er één kwijt’. Regiecentrum antwoordt:‘wat zijn jullie kwijt’? ‘Hij is van de radar’. ‘Van de radar’? ‘Ja, hij is weg’. En toen brak de Airside Operational Manager (AOM, de operationele manager van de havendienst) op het gesprek in: ‘AOM hier, het is VOS 6, Uitgangsstelling Alfa en het vliegverkeer is bevroren’. In één klap was de werkelijkheid veranderd. We hadden een vliegtuigcrash, we wisten alleen nog niet waar. Uitruk Buiten was niets te zien. Geen rookkolom, geen vuurhaard, niets. Groep Vijfhuizen, één van de drie brandweerkazernes met drie crashtenders op Schiphol, reed de Polderbaan af. Nog steeds was er geen teken van een vliegtuig, waarop Vijfhuizen besloot het terrein af te gaan. Richting de aanvliegroute, misschien zou hij ergens voor de baan liggen, maar waar? Voor de ringvaart of er achter? Uiteindelijk besloot Vijfhuizen aan te rijden via de A9, daarmee konden beide zijden van de ringvaart benaderd worden. Ondertussen was de tweede groep, van Post Sloten, bij het geopende hek aangekomen. Daar besloten ze te blijven staan. Misschien zou het vliegtuig nog terug komen, dan was er dekking nodig op de luchthaven. Maar misschien zou Vijfhuizen zich vast rijden, dan konden zij een andere route nemen. Op dat moment kwam er bericht van Vijfhuizen. ‘Hij ligt aan deze kant van de ringvaart, vanuit Alkmaar gezien links naast de A9, geen brand, er lopen mensen om heen’. De crash was bevestigd.
Brand&Brandweer
Ter plaatse Drie crashtenders is drie keer 40 ton en drie keer 13 meter. Op maaiveld is het dan goed opletten wat je doet, hoe je aanrijdt, dat je er niemand onder krijgt. Vijfhuizen komt als eerste brandweereenheid aan. Nog steeds geen brand, wel veel mensen in het veld. Ze besluiten één crashtender de bagger in te sturen. Zonder veel problemen nadert het voertuig de crashsite. Onmiddellijk starten ze de verkenning, naar kerosinelekkages, mogelijke ontstekingsbronnen, gevaarlijke stoffen uit de lading. Het veilig stellen van de site heeft absolute prioriteit. En dat brengt ze in een groot dilemma. Ze moeten de slachtoffers die hen aanspreken negeren, ze mogen niet ingaan op individuele lopende gevallen als er 135 mensen bij het incident betrokken zijn. Want de regel is: overleefbare situatie creëren, zelfredzaamheid ondersteunen en daarna bevrijden. Maar het betekent wel dat ze tegen hun menselijke intuïtie in moeten gaan: niet in gesprek met slachtoffers die om hulp vragen, maar ze vriendelijk doch vastberaden opzij zetten. Bevrijding Nadat de site gestabiliseerd was, kon de bevrijding van beknelde slachtoffers in het vliegtuig beginnen. Inmiddels was ook brandweer Hoofddorp gearriveerd met meer dan voldoende redgereedschap. En daar deed zich een nieuw dilemma voor: op grond van opleiding en oefening zou er nu een triage moeten plaatsvinden die de prioritering van de bevrijding stuurt. Maar dat bleek onbegonnen werk. Er was één grote berg met inventaris, slachtoffers en bagage ontstaan, die slechts tot één manier van werken kon leiden, ongeacht de uitkomst van de triage: boven op beginnen om onder aan te eindigen. Deze praktische manier van werken tekende uiteindelijk ook de samenwerking tussen alle disciplines. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Met respect voor elkaars kunde en expertise kon de weg worden gekozen van de snelste oplossing. We waren toen pas een dikke 15 minuten op weg. Evaluatie Uiteindelijk bleef er nog één dilemma over. Schrijf ik er een column over of niet? ■
nummer 4 april 2009 193
Bran d van de maan d
fotograaf: Ron Swart
Spectaculaire reddingen bij brand winkelcentrum Zaandam
194 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
Bran d van de maan d
De brandweer heeft goed gehandeld bij de brand in winkelcentrum De Bloemkorf in Zaandam. Dat zegt Jan Schouten, tijdens het incident Hoofd Officier van Dienst (HOvD) van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. Op spectaculaire wijze ‘plukte’ de eerste uitrukploeg een gezin met drie kinderen uit één van de flats. Het redden van mensen uit het complex had de hoogste prioriteit.
Het winkelcentrum staat al snel in lichterlaaie. Met behulp van onder andere een hoogwerker probeert de brandweer water in het winkelcentrum te krijgen.
H
Door Marco van der Leest
et incident werd breed uitgemeten in de pers. Met name de steentjes- en muntjesgooiende jeugd kreeg meer aandacht dan ze verdiende, vindt Schouten, die o o k commandant is van de Brandweer Purmerend. Waar het echt om ging, was het redden van bewoners en het bestrijden van de brand. Hoe ging dat dan? ‘De meldkamer van de brandweer kreeg op woensdag 4 maart om 16.35 uur een melding van een brand in een tapijtzaak in winkelcentrum De Bloemkorf. De Brandweer Zaanstad stuurde direct twee T S ’ e n en een hoogwerker op pad. Nog tijdens het aanrijden is er opgeschaald naar middelalarm en werd nog een TS ingezet.’ In paniek naar beneden gesprongen De eerste TS en de hoogwerker zetten ter plaatse direct een redding in. ‘In één van de flats waren een vader, moeder, twee kleine kinderen en een baby vast komen te zitten. Ze konden geen kant op. De hoogwerker van de Brandweer Zaandam plukte hen eruit. Redding was onze eerste prioriteit. Behalve dit gezin hebben we nog verschillende mensen uit de flats gehaald. Veel mensen hadden zichzelf al in veiligheid gebracht. Er waren ook gewonden bij: vijf mensen met rookvergiftiging en drie met rugklachten. Die waren in paniek van enkele verdiepingen naar beneden gesprongen. De eerste ambulance had snel bij een apotheek in de buurt een ‘gewondennest’ ingericht. Daar werden de gewonden in eerste instantie opgevangen. De mensen met rookvergiftiging gingen vervolgens naar het Zaans Medisch Centrum, de rest naar het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam-West, dat gespecialiseerd is in rugletsel.’ De eerste en een aangesnelde vierde TS controleerden alle
Brand&Brandweer
nummer 4 april 2009 195
Bran d van de maan d
Vanwege de enorme rookontwikkeling en de hoge vuurbelasting is een binnenaanval niet meer mogelijk. Aan de voor- en achterzijde worden waterstralen op het complex gezet.
woningen aan de noordkant van het complex op achterblijvers, gaat Schouten verder. De politie en de bemanning van de tweede TS deden hetzelfde aan de zuidkant. Na deze verkenning werd duidelijk dat er niemand meer in het pand was. ‘Omdat de rookontwikkeling heftig was, moest een 100 meter verderop gelegen gebouw met zestig flats ook worden ontruimd. De derde officier en eenheden van het bijstandspeloton hielden zich hier mee bezig. De bewoners van beide gebouwen werden opgevangen in het Pascal College, een paar straten verderop. Hier was ook Slachtofferhulp aanwezig. Uiteindelijk hebben de meeste mensen zelf een slaapplaats kunnen regelen, een enkeling werd ondergebracht in een hotel. Veel mensen konden niet terug naar hun woning omdat deze was uitgebrand, maar ook omdat het onrustig was op straat. Er waren nogal wat ramptoeristen en we kregen veel rookklachten, zelfs van mensen uit de buurt van de A8. In overleg met de politie en de GHOR is daarop besloten om op te schalen naar GRIP 3 en we hebben een flink deel van de omgeving afgezet.’ Grijpkraan hapt baan naar centrum gebouw Tweede prioriteit was het bestrijden van de brand. Direct nadat de flats boven het winkelcentrum waren ontruimd zette de 196 nummer 4 april 2009
Een COPI-overleg
Officier van Dienst (OvD) daarop in. Schouten kreeg om 16.45 uur een melding en was een half uur later ter plaatse. ‘Je moet je voorstellen: het gebouw bestaat uit een rechthoek van één bouwlaag met zestien winkels. Aan beide korte zijden bevinden zich twaalf flats, opgetrokken in twee verdiepingen. Midden door het winkelcentrum loopt een lichtstraat. Daar hebben we met behulp van een hoogwerker en een autoladder geprobeerd water in het winkelcentrum te krijgen. Aan de voor- en achterzijde zijn waterstralen op het complex gezet. Een binnenaanval behoorde niet tot de mogelijkheden, vanwege de hoge vuurbelasting en de extreme rookontwikkeling. Bovendien waren we Sdu Uitgevers
Bran d van de maan d
Door de extreme rookontwikkeling moet ook een 100 meter verderop gelegen gebouw met zestig flats ook worden ontruimd.
niet zeker van de constructie van het gebouw. De brand breidde zich snel uit van de tapijtzaak aan de noordzijde, via de doe-hetzelfzaak in het midden, naar het magazijn van de supermarkt aan de zuidzijde. In korte tijd stond het hele winkelcentrum in lichterlaaie.’ ‘Uit metingen bleek dat er lage concentraties koolmonoxide in de lucht zaten, maar het gebied was toen al ontruimd’, weet Schouten. Geen gevaar voor de volksgezondheid dus. ‘Rond 22.00 uur kregen we de brand onder controle. Toch konden we nog steeds niet goed in het gebouw komen. Daarop is een grijpkraan met overdrukcabine ingezet, die zich een weg naar de lichtstraat heeft gevreten. Van daaruit werd het centrum van het gebouw geblust. In de avond kwam nog een peloton uit Kennemerland met externe officieren voor de aflossing. Het nablussen heeft nog tot ongeveer 05.00 uur de volgende ochtend geduurd. Om 06.00 uur werd het CoPI opgeheven.’ In totaal heeft Brandweer Zaanstad met hulp van korpsen uit de regio negen TS’en, vier redvoertuigen en drie dompelpompen ingezet. Allemaal met bemanning. Over het verloop van de brandbestrijding en hulpverlening is Schouten zeer te spreken. ‘We moeten de evaluatie afwachten, maar in grote lijnen verliep het goed. De inschatting van de melding was goed. Daarna schaalden de eerste bevelvoerder en de Officier van Dienst (OvD) snel op naar grote en vervolgens zeer grote brand. Er waren relatief Brand&Brandweer
weinig gewonden. Het brandweermaterieel werd slagvaardig ingezet. Verder was de samenwerking met de andere hulpdiensten goed. Er werden snel de juiste beslissingen genomen, onder meer wat betreft de opwaardering naar GRIP 1, GRIP 2 en GRIP 3. De coördinatie vanuit het ROT en het CoPI verliep ook prima, waardoor we snel een helder beeld kregen van de situatie en de te nemen stappen. De prioriteiten waren voor alle deelnemers duidelijk en de sfeer op het CoPI voelde uitstekend. De neuzen stonden allemaal dezelfde kant op.’ Stoerdoenerij schaadde inzet niet Eén minpuntje was er wel. De baldadige jeugd die met steentjes en muntjes de hulpverleners bekogelde. ‘De politie vooral’, zegt Schouten. ‘Maar het is allemaal wel opgeklopt in de media. Een groepje pubers gooide met kiezels, maar dat heeft de brandbestrijding en verdere hulpverlening niet echt bemoeilijkt. De politie heeft van een groepje jongeren dat zich vervelend gedroeg de identiteit vastgesteld. Verder bespuugde één jongeman een brandweerman. Hij is ter plekke door de politie aangehouden en verhoord. In overleg met de officier van justitie wordt nu bekeken wat er verder met hen moet gebeuren. Nogmaals, dit soort stoerdoenerij heeft onze inzet niet in gevaar gebracht, maar vervelend is het wel. Het is een probleem van maatschappelijke verloedering.’ ■ nummer 4 april 2009 197
dubbelI Ntervi ew
Zijn brandweerchauffeurs De politie kwam eind maart in het nieuws vanwege de slechte rijprestaties van politieagenten. Volgens cijfers vinden er relatief veel ongelukken plaats met politiewagens. Veel agenten hebben geen aanvullende rijopleiding gevolgd. Maar hoe is het nu eigenlijk gesteld met de opleiding brandweerchauffeur? Maakt de brandweer ook veel brokken? Twee deskundigen, Peter Butter van BOCAS en Leo Opstal van het Nbbe, geven hun mening. Peter Butter, zes jaar ervaring als brandweerchauffeur en werkzaam voor BOCAS als hoofd Ondersteuning, Planning & Beheer Zelf wel eens brokken gemaakt? ‘In de zes jaar dat ik brandweerchauffeur was heb ik nog nooit een ongeluk veroorzaakt. Ik ben wel een keer aangereden door een automobilist die van een parkeerplek afreed en mijn TS blijkbaar niet zag aankomen. Hij reed tegen mijn achterwiel aan.’ Moeten er ook punten veranderen in de opleiding brandweerchauffeur? ‘Ja, het is eigenlijk heel raar dat je tijdens een examen afrijdt in een TS met een gesimuleerde prio melding, maar vervolgens niet van je vrijstellingen gebruik mag maken. Om klaar te zijn voor de praktijk is het goed als je tijdens je opleiding ervaring opdoet met het rijden met toeters en bellen. Het bekende artikel 5 verbiedt dit omdat we hierdoor het overig verkeer in gevaar zouden brengen. Maar we leiden mensen op om een ‘gevaarlijke’ taak uit te voeren en vervolgens mogen we dit niet onderwijzen, leg mij dat maar uit. Hoewel ik groot voorstander ben van het gebruik van een hoogwaardige rijsimulator zoals op de Politieacademie is dit geen wondermiddel. Training in je eigen verzorgingsgebied is ook absoluut noodzakelijk en ik ben benieuwd hoeveel brandweerchauffeurs dit niet met mij eens zullen zijn.’ Is er bij de korpsen genoeg aandacht voor de opleiding van brandweerchauffeur? ‘Ik denk het niet, de rijopleiding is vaak een ondergeschoven kindje en het praktijkgedeelte van het brandweer chauffeursexamen werkt hier niet echt aan mee om het de status te geven die deze functie verdient. Wat mij ook tegenstaat is dat veel korpsen hun chauffeursopleiding hebben uitbesteed aan particuliere rijscholen, waar de instructie gegeven wordt door zeer ervaren rijinstructeurs maar waar in de meeste gevallen de brancherichtlijn slechts uit een boekje bekend is. Deze instructeurs weten dus niet hoe het is om te rijden met een vrijstelling. En het rijdt nu eenmaal iets anders met een autospuit onder tijdsdruk dan met een 16 meter combinatie en ‘alle tijd’. Het is me de afgelopen jaren ook opgevallen dat veel instructie uren in relatief gemakkelijk gebied worden uitgevoerd. Jammer, juist in de stad vliegen de leermomenten je om de oren. Een brandweerchauffeur heeft best veel verantwoordelijkheid. Van mij mag de opleiding dus wel een stuk zwaarder worden. Met het vaststellen van een verplicht aantal contacturen tijdens de opleiding en een prominentere plaats in de oefenkalender denk ik dat we de collega’s beter begeleiden in deze functie. En daar hebben zij recht op!’ 198 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
dubbeli ntervi ew
ook brokkenpiloten? Leo Opstal, beleidsmedewerker bij het Nbbe. hij Heeft onder andere brandweerchauffeur en brandweerduiken in zijn portefeuille. Is er veel verschil tussen de politie en brandweer chauffeursopleiding? ‘De twee opleidingen zijn deels te vergelijken. De politie moet zich net als de brandweer houden aan de brancherichtlijn voor optische en geluidssignalen die vorig jaar verplicht is gesteld voor hulpdiensten. Toch zijn er ook verschillen.’ Vertel, wat zijn die verschillen? ‘De politie heeft bijvoorbeeld over het algemeen kleinere en snellere wagens. Deze voertuigeigenschappen hebben gevolgen voor bepaalde verkeersmanoeuvres en daaraan moet je in de opleiding aandacht besteden. Door zijn afmeting wordt een brandweervoertuig sneller opgemerkt door andere weggebruikers in vergelijking tot een politievoertuig. Met een brandweervoertuig van 10 ton kun je niet met hoge snelheid wegrijden of snel tot stilstand komen. Ook heeft de brandweerchauffeur sneller overzicht over het verkeer, doordat zijn voertuig een stuk hoger is, terwijl de politiechauffeur dit overzicht letterlijk moet ‘halen’. Tijdens spoedeisende ritten is het hebben van overzicht belangrijk om te kunnen anticiperen op allerlei ontwikkelingen. Een brandweerchauffeur heeft voorsprong vanwege zijn ‘hoge’ zitpositie, de politie moet dat op een andere manier creëren, door bijvoorbeeld naar de vluchtstrook of andere plekken uit te wijken. Dat zijn specifieke aandachtspunten in de opleiding voor de politie.’ Speelt ervaring nog een rol? ‘Een ander groot verschil met de politie is het feit dat je als brandweerman of -vrouw over het algemeen pas met de chauffeursopleiding begint als je ca 24 jaar oud bent. Dan ben je niet meer echt een ‘jonge hond’ en dan heb je als manschap al redelijk wat ervaring. Je bent niet meer onbekend met de risico’s. Bij de politie begin je over het algemeen al op een jongere leeftijd aan de basisopleiding en na het tweede blok mag je al spoedeisende ritten rijden.’ Is de opleiding brandweerchauffeur de laatste jaren nog veranderd? ‘De opleiding brandweerchauffeurs staat op het punt om te worden aangepast. De brandweer werkt momenteel aan een functiegericht onderwijssysteem en deze vorm van onderwijs moet dit jaar of volgend jaar ook bij de opleiding brandweerchauffeur doorgevoerd worden. Mogelijk krijgt hierin ook de toets blijvende vakbekwaamheid een plaats. Kunnen de brandweerchauffeurs ook aanvullende opleidingen volgen? ‘Specifieke aanvullende rijopleidingen worden vaak intern door een brandweerkorps gegeven. Of er worden specialisten van buiten de brandweer voor ingehuurd. Bijvoorbeeld voor het rijden in een bosrijke omgeving of duingebied. De basis daarvan is wel opgenomen in de huidige opleiding. Misschien dat deze aanvullende cursussen in de toekomst landelijk worden gegeven.’ ■
Brand&Brandweer
nummer 4 april 2009 199
De oefen rubri ek
Buitenomverkennen Deze maand in de oefenrubriek: buitenomverkenning. Bij de buitenomverkenning gaat het erom dat je zo snel mogelijk relevante informatie krijgt over een pand. Vooral bij grote complexe gebouwen is dat van belang. Waar zijn ingangen? Zijn de deuren open, dicht of zitten ze wellicht op slot? Zijn er slachtoffers, waar is rook en / of vuur waar te nemen? De oefenrubriek is gemaakt in samenwerking met oefencentrum Noord BV locatie Wijster. Fotografie: Jolanda Haven, PS-Produkties
1
r is een brandmelding in dit pand, maar waar is niet duidelijk. E Het meldadres is Hoofdstraat 17. Er zijn veel ingangen en ramen. De bevelvoerder geeft opdracht om een buitenomverkenning uit te voeren. Je begint de verkenning altijd bij het nummer van het meldadres. In dit geval dus huisnummer 17.
200 nummer 4 april 2009
2
De 111 en de 112 krijgen de opdracht om rechtsom het gebouw te verkennen. De 111 voelt of de deur warm is en of deze op slot zit (deurprocedure). De 112 staat op afstand van het pand om eventuele vlammen, rook, openstaande ramen en deuren, of slachtoffers waar te kunnen nemen op de hogere gelegen verdiepingen. Ook kan de 112 zo zien of het aantal bouwlagen aan elke kant van het pand gelijk is.
Sdu Uitgevers
De oefen rubri ek
3
De verkenning gaat verder. De 111 kijkt door het raam of hij slachtoffers, vlammen of rook ziet. De 112, die op de weg staat, neemt rook waar op de tweede verdieping. Op deze wijze worden alle zijden van het pand verkend in een zo kort mogelijke tijd. De bevelvoerder heeft intussen de gelegenheid om vragen te stellen aan de eigenaar en of omstanders voor aanvullende informatie over de situatie.
5
De 111 en de 112 geven in de tekening aan waar de in en uitgangen zijn en waar ze rook uit het pand hebben zien komen.
Brand&Brandweer
4
Als de 111 en de 112 hun verkenning hebben uitgevoerd komen ze terug bij de bevelvoerder. Om meer overzicht te krijgen vraagt de bevelvoerder of ze hun bevindingen uit willen tekenen. Dit kan op papier maar ook op een iets primitievere manier met een krijtje op de grond.
6
De bevelvoerder kan nu met de informatie van de 111 en de 112 en de informatie van de eigenaar/omstanders de inzet bepalen. Hiervoor kan ook de tekening gebruikt worden die de 111 en de 112 hebben gemaakt.
nummer 4 april 2009 201
- klasse kazernebouw
Ontwikkeling
Bouw
Exploitatie
ECO - Opwaardering
vaessenduurzaambouwen.nl
202 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026)3552455 F (026)3515051 E info@nvbr.nl www.nvbr.nl
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Om de fysieke veiligheid van onze samenleving te vergroten, wil de NVBR de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met alle partners in veiligheid.
NVBR en NIFV werken samen aan verbetering brandonderzoek De NVBR en het NIFV willen samen verder werken aan de verbetering van het brandonderzoek. Half maart ondertekende de beide partijen hiervoor een intentieverklaring voor de uitvoering van een landelijk pilotproject Brandonderzoek. Dit gebeurde tijdens de uitreiking van de certificaten aan de vijftien deelnemers van de leergang Medewerker brandonderzoek. Tien van de deelnemers van deze eerste leergang zijn al gestart met de vervolgopleiding tot Specialist brandonderzoek. Het NIFV en de NVBR willen een gezamenlijk pilotproject Brandonderzoek uitvoeren. Hierin worden zowel inhoudelijke aspecten van brandonderzoek als ook organisatorische en juridische aspecten meegenomen. Een van de deelprojecten is een inventarisatie voor een mogelijke opzet van een landelijke database. Daarnaast is het de bedoeling gezamenlijk een handboek brandonderzoek te ontwikkelen. Met brandonderzoek kan de brandweer de effectiviteit van preventieve en preparatieve voorzieningen en de kwaliteit van het repressieve optreden continu evalueren. Daarmee vergroot de brandweerorganisatie haar lerend vermogen. Leergang Medewerker brandonderzoek Eind maart 2008 startten de eerste deelnemers aan de leergang voor brandonderzoeker (mbo-niveau). De kerntaken van deze functionaris zijn het voorbereiden en uitvoe-
ren van brandonderzoek, het analyseren van de bevindingen en het rapporteren hierover. De deelnemers volgden wekelijks lessen en voerden praktijkopdrachten uit. De leergang omvatte ook een praktijkweek in Engeland. In april 2009 start een nieuwe leergang brandonderzoeker bij de Brandweeracademie.
gang Brandonderzoeker volgen inmiddels ook de leergang Specialist brandonderzoek of senior brandonderzoeker (hbo-niveau). Deze functionaris houdt zich bezig met complexe en grootschalige onderzoeken, het coรถrdineren van brandonderzoek en beleidstaken. De eerste deelnemers ronden deze leergang eind mei 2009 af.
Leergang Specialist brandonderzoek Tien van de vijftien deelnemers aan de leer-
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van NVBR
nummer 4 APRIL 2009 203
Brandweer Vraagorganisatie Informatiemanagement
Jeugdbrandweer viert 40-jarig jubileum
De brandweerkorpsen in Nederland gebruiken allerlei verschillende ICT systemen waardoor het voor de korpsen moeilijk wordt om onderling gegevens te koppelen en te delen. De Brandweer Vraagorganisatie Informatiemanagement (BVIM) gaat de behoefte aan ICTfunctionaliteit voor de brandweerkorpsen bundelen. Dit leidt tot meer standaardisatie in ICT en forse kostenbesparingen. De BVIM is sinds 2008 actief. Het eerste product is in ontwikkeling: de digitale bereikbaarheidskaart. In de praktijk bepalen vooral de ICTleveranciers welke functionaliteit de ICT heeft. De systemen die de brandweerkorpsen gebruiken zijn daardoor erg verschillend en voldoen niet aan alle eisen van de brandweerkorpsen’, aldus Sjoerd van der Schuit, regionaal commandant Limburg-Noord. De BVIM is opgericht om de ICT-behoefte landelijk te bundelen en standaardisatie te bevorderen. Bij een project worden de vijfentwintig regio’s allemaal gevraagd naar hun eisenpakket. ‘Aan de hand van dit ‘eisenpakket’ nodigen we verschillende leveranciers uit om over de mogelijkheden te praten. De brandweer gaat zo georganiseerd de markt op.’ Het eerste project wat de BVIM heeft aangepakt is de digitale bereikbaarheidskaart. ‘Het project heeft landelijke uitstraling. Alle partijen zijn samengebracht om te brainstormen over goede ideeën en daaruit is een concept naar voren gekomen.’ De geluiden zijn zeer positief. De bereikbaarheidkaart is inmiddels uitgewerkt. Drie pilotregio’s testen nu de mogelijkheden. De BVIM staat intussen niet stil. ‘We kijken nu naar de behoefte aan ICT in het meldkamerdomein. Dit in het licht van de actuele discussie over de vervanging van het geïntegreerde meldkamersysteem.’ BVIM is de voorbereidende partij. De besluitvorming loopt via de Raad van Regionaal Commandanten (RRC).
De minister is uitgenodigd voor de finale van de jeugdbrandweerwedstrijden en voor de juryleden is eind september een boottocht georganiseerd. Daarmee wil de Stichting Jeugdbrandweer Nederland (SJBN) haar veertigjarig jubileum vieren. Maar naast deze feestelijkheden doet de SJBN dit jaar meer. Zo zal er dit jaar een uitgebreide enquête plaatsvinden onder de Nederlandse jeugdbrandweerkorpsen. Cor Bos, al tien jaar voorzitter van de SJBN, hoopt dat de minister op 10 oktober tijdens de finales van de jeugdbrandweer in Veldhoven is. ‘We hebben in ieder geval alle wedstrijden op één dag gepland. Normaalgesproken zijn we twee dagen bezig. Als de minister komt, krijgen alle prijswinnaars de bokaal overhandigd door de minister. Dat zou prachtig zijn.’ Ook organiseert de SJBN dit jaar een boottocht voor al die mensen die al jaren betrokken zijn bij de organisatie van de wedstrijden. Naast de feestelijkheden is er ook aandacht voor de positie van de jeugdbrandweer. Nederland heeft 131 gemeenten met in totaal 146 jeugdbrandweerkorpsen, met ongeveer tweeduizend jeugdleden. Er is net een enquête gehouden, waaruit deze getallen naar voren zijn gekomen. Uit deze enquête is al duidelijk geworden dat 11 % van de jeugdbrandweerleden een meisje
204 Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van NVBR
is. ‘Dat is een betere verhouding dan bij de volwassen brandweer. Daar zijn nog minder vrouwen. Misschien is de jeugdbrandweer voor meisjes wel een goede opstap voor de brandweer.’ In de loop van dit jaar komt er een meer uitgebreide enquête, om dit soort zaken ook te kunnen onderzoeken. De SJBN wil ook in beeld krijgen hoeveel leden van de jeugdbrandweer sowieso doorstromen naar de ‘echte’ brandweer. ‘We zijn natuurlijk benieuwd naar de uitkomsten. Als blijkt dat er veel jongeren doorstromen, geeft dat het belang aan van de jeugdbrandweer en zullen wellicht meer gemeentes er mee starten.’ Dit jaar start ook een projectgroep van het examenbureau Nbbe met de SJBN. Bos: ‘We gaan onderzoeken of het mogelijk is dat jongeren die de jeugdopleiding hebben gedaan en doorstromen, vrijstellingen kunnen krijgen voor het diploma Manschap A.’ Bij de jongerenbrandweer wordt gewerkt met twee lesboeken. Het boek voor junioren en voor aspiranten. De boeken en het lesmateriaal zijn afgestemd op de realiteit. De laatste jaren is er ook fors geïnvesteerd in het realistisch oefenen. Ook wordt er nu met hoge druk geoefend. Meer informatie over de jubileumactiviteiten van de SJBN, kijk op www.jeugdbrandweer.nl Sdu Uitgevers
Nieuwe voorzitter Repressie Dennis van Zanten
Agenda 6 april - vergadering Kernteam Finance & Control - vergadering Strategische Reis 7 april - vergadering Stuurgroep Brandonderzoek - Netwerkdag Kwaliteitszorg 13 april - vergadering Strategische Reis 16 april - vergadering Programmaraad Brandweerzorg - vergadering Programmaraad Informatiemanagement - vergadering Programmaraad Informatiemanagement - vergadering Programmaraad Management & Bedrijfsvoering - vergadering Programmaraad Risicobeheersing
Het netwerk Repressie heeft sinds februari een nieuwe voorzitter. Martin Evers heeft het stokje doorgegeven aan Dennis van Zanten, de plaatsvervangend commandant van brandweer Tilburg. Een paar vragen voor de nieuwe voorzitter. Heeft u grote plannen voor de netwerk repressie? ‘Natuurlijk heb ik plannen. Of ze groot worden hangt helemaal af van het feit of het mij lukt mijn omgeving betrokken en gemotiveerd te krijgen bij deze plannen. Het moet óns plan worden. Vervolgens heb ik de nobele taak om deze motivatie en betrokkenheid voor de toekomst vast te houden en de ambities met daarbij behorende verwachtingen te managen.’ Welke onderwerpen komen er aan bod bij het netwerk repressie? ‘Er is een aantal onderwerpen die reeds op de agenda stonden zoals C2000, grootschalig optreden, duiken en TS4. Een nieuwe voorzitter betekent niet dat deze onderwerpen daarmee de aandacht niet meer verdienen. Daarnaast zal er de komende tijd genoeg ruimte zijn voor mijn collegae in het land om de agenda verder te bepalen.’
Wilt u ook gaan samenwerken met andere netwerken? ‘Voor mij is dit een vanzelfsprekendheid. Het product veiligheid is een optelsom. Repressie is erg belangrijk maar blijft een onderdeel van de totale veiligheidsketen. Om werkelijk stappen te zetten is samenwerking met andere netwerken van essentieel belang. Ik mag hopen dat mijn collegae in de netwerken en platforms hier net zo over denken.’ Wat wilt u uiteindelijk met het netwerk bereiken? ‘Dat wanneer je ergens in het land aan een willekeurige brandweerman/vrouw vraagt wat het netwerk doet hij of zij daar een inhoudelijk goed en positief beeld bij heeft. Dat leden van het netwerk met plezier en betrokkenheid samenwerken en er meerwaarde aan ervaren. Dat er vanuit andere netwerken, de programmaraad en de raad regionaal commandanten het vertrouwen is dat wij met de juiste zaken bezig zijn en de dingen goed doen. En tot slot, dat onze omgeving ons ziet als een serieuze partner in het veilig voorkomen en bestrijden van incidenten.’
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van NVBR
20 april - vergadering Strategische Reis 21 april - vergadering LNP Commissievergadering 22 april - vergadering Strategische klankbordgroep Risicoprofiel - vergadering kernteam Finance & Control - vergadering Coördinatiecommissie Kwaliteitszorg 27 april - vergadering Strategische Reis
nummer 4 APRIL 2009 205
NVBR Jaarcongres 2009: ‘Kiezen en Delen’ onze eigen expertise en vooral ook uit de externe netwerken. Waar kan dit beter dan in de lichtstad Eindhoven, in een van oudsher innovatief deel van ons land? De gloeilamp, de variomatic, de bakermat voor Olympische zwemrecords, een veelvoudig landskampioen voetbal, een militair en internationaal vliegveld, grote defensiecomplexen. En dat allemaal in een prachtig congrescentrum met ongekende mogelijkheden en accommodatie in het centrum van een verzorgingsgebied van ruim 700.000 inwoners.
‘Kiezen en Delen’ is het thema voor het NVBR jaarcongres dat op 1 en 2 oktober 2009 wordt gehouden. Het congres vindt plaats in hotel Koningshof te Veldhoven. Maakt de brandweer de goede keuzes? Dat is de centrale vraag in het komende jaarcongres. Hoe kunnen we elkaar daarbij ondersteunen door niet alleen onze krachten, maar ook kennis en expertise te bundelen en te delen? Hoe kunnen we bovendien de kennis en ervaring van buiten de brandweer daarbij laten helpen? Niet alleen complexe professionele vraagstukken, maar ook politiek- bestuurlijke en ambtelijk gedreven argumentaties bepalen de agen-
da’s. Vele branches en bedrijven gaan ons voor of worstelen met vergelijkbare vraagstukken. Dit jaar willen we dat gaan ontdekken. Vanuit
Jubilerende brandweer Veldhoven gastheer NVBR congres
2009 staat bij brandweer Veldhoven in het teken van het dubbele jubileum. ‘De festiviteiten zijn begonnen tijdens de carnavalsoptocht. We hebben als brandweer samen met de Vereniging Voormalig Brandweerleden een themawagen gemaakt met als rode lijn de geschiedenis van de brandweer’, aldus brandweercommandant Ben van Otterdijk. In de bibliotheek van Veldhoven kunnen de burgers in april een fototentoonstelling bekijken met foto’s van de plaatselijke ( jeugd) brandweer door de jaren heen. Er worden ook vier demomiddagen georganiseerd in de woonwijken van Veldhoven. ‘ We gaan dan multidisciplinaire oefenscenario’s midden op straat naspelen.’ Van Otterdijk pakt ook groot uit tijdens de open dag op 20 september. ‘De jeugdbrandweer houdt een demonstratie en we hebben allerlei hulpdiensten uitgenodigd, waarmee we veel samenwerken zoals defensie, politie en de GHOR.’ Vanwege het vijftigjarig jubileum organiseert brandweer Veldhoven op 10 oktober de landelijke finale van de jeugdbrandweer wedstrijden. Brandweer Veldhoven speelt ook een rol bij
foto : brandweer Veldhoven
Brandweer Veldhoven viert dit jaar een dubbeljubileum. Het korps bestaat 75 jaar en de jeugdbrandweer viert haar 50 jarig bestaan. Om dit te vieren worden er verschillende activiteiten georganiseerd. Een van deze hoogtepunten is het NVBR-congres dat op 1 en 2 oktober in Veldhoven plaatsvindt.
het congres van 2009. ‘Het is toevallig dat de NVBR net tijdens ons jubileum een congres houdt in Veldhoven. Maar natuurlijk willen we dit niet aan ons voorbij laten gaan.’ Van Otterdijk is lid van het congrescomité en hij houdt zich samen met anderen bezig met de invulling van de workshops. ‘Ik benader verschillende bedrijven en instellingen of ze een bijdrage willen leveren aan het congres, in de vorm van een workshop. Ook houden we ons bezig met het bedenken van interessante the-
206 Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van NVBR
ma’s voor deze workshops.’ De bezoekers van het congres krijgen volgens Van Otterdijk zeker iets mee van het jubileum. ‘Waarschijnlijk wordt de fototentoonstelling op het congres vertoond, zijn de vrijwilligers van de partij op het congres en laat de jeugdbrandweer een demonstratie zien. In welke vorm dit precies wordt gegoten, staat nog niet helemaal vast’, besluit de commandant.
Sdu Uitgevers
bran dweer overzee
Spoorloos (letterlijk) gerommeld, het is dus enigszins begrijpelijk en legitiem dat de overheid nu wat voorzichtiger is. Dat geldt ook als er een “Dutchman” aan de deur staat die, voor Sri Lankaanse begrippen, soms net op een iets te vrijpostige manier om informatie vraagt. Maar goed, samen met onze toenmalige Sri Lankaanse chauffeur en zijn oom ben ik gaan zoeken. Op zoek naar het laatst bekende woonadres. Ook dit gaat niet zo makkelijk als in Nederland. In sommige gedeeltes van Colombo zijn er geen straatnamen (of niet zichtbaar) en of nummers. Gelukkig is er wel de Sri Lankaanse hulpvaardigheid. Dankzij de deze hulpvaardigheid van (soms net iets te nieuwsgierige) “buurtbewoners” konden we uiteindelijk het juiste huisje traceren. En..zoals een goede Derk Bolt betaamt bleef ik bij het eerste “aanbelrondje” een beetje op de achtergrond en liet de eerste conversaties over aan de Sri Lankanen. Het is best confronterend als een westerling plotseling op de stoep staat en vraagt of hier de biologische moeder van een eind 1981 geadopteerd Sri Lankaans meisje woont. Haar moeder was destijds 17 jaar oud en niet getrouwd. En dat ligt gevoelig hier.
Clemens Kamp is werkzaam bij de Brandweer Midden- en West-Brabant als afdelingshoofd Logistiek Materieel en Verbindingen. Hij is voor een half jaar gedetacheerd bij IECT in en werkzaam in Sri Lanka. ICET heeft in Sri Lanka een project met Nederlandse en Sri Lankaanse overheidsfinanciering opgezet om de ‘hulpverleningsorganisatie’ in Sri Lanka te versterken. Vlak voordat ik vorig jaar naar Sri Lanka vertrok is me gevraagd wat speurwerk te verrichten. Speurwerk naar de biologische moeder van een in Nederland wonend geadopteerd Sri Lankaans meisje, Merel genaamd. Dit hele adoptie gebeuren vond begin jaren 80 plaats. Enige tijd geleden dus en naast de naam van de biologische moeder, haar toenmalige adres en de naam van het ziekenhuis (beide gelukkig in Colombo) waar Merel ter wereld kwam had ik niet veel meer om mijn Derk Bolt activiteiten te beginnen. Na wat navraag te hebben gedaan bij Sri Lankaanse collega’s ben ik gaan zoeken. Het ziekenhuis viel al redelijk snel af. Persoonsregistratie gebeurt hier anders dan in Nederland en daarnaast zouden ze mij vanuit privacy oogpunt niet zo snel informatie geven. Door de ontelbare regels en procedures zou ik veel brieven moeten schrijven, documenten moeten overleggen eindeloos aan balies moeten staan en vooral veel geduld hebben. Om dit bureaucratische beeld enigszins te nuanceren, in het verleden is er met adoptieprocedures en de bijbehorende kinderen
Brand&Brandweer
Gelukkig verliep onze eerste ontmoeting prima. De oma van Merel bleek nog steeds op het opgegeven adres te wonen en was erg verast met mijn (onze) komst. Uiteraard, hoe kan het anders. Merel haar moeder was inmiddels getrouwd (niet met de biologische vader) en woonde op een ander adres in Colombo. We maakten een nieuwe afspraak, waarbij de moeder van Merel ook aanwezig zou zijn. Spannend, toch wel. Een paar dagen later was het zover. Terug naar het oude dametje en ja hoor, ze was er. Ik begon wat vragen te stellen om na te gaan of dit inderdaad de gezochte persoon bleek te zijn. Ze beantwoorde niet al mijn vragen juist en gezien haar, in mijn ogen toch enigszins “koele” reactie begon ik een beetje te twijfelen. Tot het moment dat er een man binnenkwam. Tot mijn grote verassing bleek dat Merel haar biologische vader te zijn, die zelfs schuin tegenover woonde. Ik liet hem een foto zien van Merel nu en hij begon hardop te huilen. Tja, dat zegt in ieder geval wat meer. Vervolgens haalde hij zijn dochter van een jaar of 17 tevoorschijn en toen zij binnenkwam zag ik duidelijk de overeenkomsten tussen haar en Merel. Dat moest van hetzelfde mannelijke genenpakket afkomstig zijn. Het einde van deze spoorloos actie is dat er tussen de beide zijde van de Indische Oceaan contactgegevens en presentjes uitgewisseld zijn. En dat ik hier een bescheiden rol in mocht spelen is een mooie bijkomstigheid. En hier op de kazerne in het veel te warme Colombo is mijn gevoel dat onze aanwezigheid er in ieder geval voor zorgt dat de brandweer wat minder “spoorloos” acteert. En het hele ICET team doet er veel aan om ervoor te zorgen dat dit zo blijft zodra we hier weg zijn. Clemens
nummer 4 april 2009 207
comp etenti es
Startregio’s positief over opleiding
fotografie: PS-Produkties
De nieuwe brandweeropleidingen voor Manschap A is flink aangepast. De verbeteringen zijn doorgevoerd naar aanleiding van de proef in de vier pilotgebieden. Toen liet de organisatie te wensen over en de druk op de vrijwilligers bleek te groot. Inmiddels zijn vier zogenaamde startregio’s met de aangepaste opleidingen begonnen. En duidelijk is dat het programma nu veel beter loopt en aansluit. ‘Het is geweldig,veel leuker dan verwacht’, zegt Carel Kral van het korps Middenmeer.
Leven lang leren, dat houdt de nieuwe manschap A opleiding in. De brandweerlieden moeten voortaan hun hele leven in de schoolbanken blijven door middel van praktijkgerichte bijscholing en oefeningen.
V
Door Marco van der Leest
akbekwaam zijn en blijven door het volgen van een eenmalige opleiding is onmogelijk. Daarom willen het ministerie van BZK , de VNG, NVBR, Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra, het Nbbe het huidige onderwijssysteem van de brandweer veranderen. De opleidingen worden praktijkgericht en gekoppeld aan een functie. Het gaat niet langer om vakbekwaam worden, maar ook om het te blijven. Dat wordt in regelgeving verankerd. De brandweerlieden moeten ook na de opleiding hun kennis en vaardigheden op peil houden. Dit betekent dat de brandweerlieden voortaan hun hele leven in de schoolbanken moeten blijven door middel van praktijkgerichte bijscholing en oefeningen. Het project kwaliteit brandweerpersoneel gaat daar voor zorgen. De opleidingen op officiersniveau werken al een paar jaar met de ‘werken-leren’ combinatie. Het werkend leren wordt nu ook toegepast in de operationele functies. Dit is begin 2008 door het project kwaliteit brandweerpersoneel voor het eerst uitgetest in een pilot
208 nummer 4 april 2009
voor de leergang manschap A. Bij vier Nederlandse brandweerregio’s ging in februari 2008 een pilot manschap A van start: ZuidHolland-Zuid, Zuidoost-Brabant, Haaglanden en Twente.
Pilot: inhoud goed, organisatie matig De pilot was niet een onverdeeld succes. Eduard van Tulden van het korps Someren en Patrick Geven van het korps Eindhoven volgen de opleiding in de regio ZuidoostBrabant. Beiden zijn vrijwilliger. Geven heeft in het dagelijks leven een eigen cateringbedrijf. De opleiding doet hij in zijn vrije tijd. Van Tulden is vijf dagen per week verkoper bij een rijwielgroothandel in Valkenswaard. De mannen zijn positief over de inhoud van de opleiding, maar uiten kritiek op de uitvoering. Van Tulden: ‘We hebben wekelijks één oefenavond binnen het korps, één avond les op het ROC en nog een avond op de leerwerkplek. Daar komt de thuisstudie nog bij. Ik denk dat ik gemiddeld zo’n tien uur per week aan de opleiding besteed. Dat is wel erg veel. Ik heb een fulltime baan en een vrouw en twee kinderen thuis waar ik ook aandacht aan wil besteden.’ Geven bevestigt het verhaal. ‘Voorheen was de opleiding één avond in de week, nu twee. De belasting voor de deelnemers is groot. Er wordt erg veel van je verwacht.’ Van Tulden vond de lesstof ook niet geweldig. ‘Nog niet goed uitgewerkt. Geen plaatjes en de hoofdstukken stonden in een onlogische volgorde. Het boek was nog niet helemaal af.’ Klopt, zegt Geven. ‘Er stonden fouten in de boeken. En we merkten dat de docenten ook niet alles weten.’ Met de leerwerkplekopdrachten liep het in het begin ook niet lekker, weet Van Tulden. ‘Binnen het korps moeten mensen tijd vrijmaken om ons te begeleiden. Daar lukt niet altijd. Deze manier van werken is nieuw en de begeleiders hebben ook hun eigen oefeningen en verantwoordelijkheden.’
Sdu Uitgevers
competenti es
Manschap A
Leren van de pilot: startregio’s succes De Raad van Regionaal Commandanten (RRC) heeft in september gezegd dat de opleiding nog niet rijp is voor implementatie, vertelt Paul Joosten, lid van de stuurgroep Project kwaliteit brandweerpersoneel. ‘Er moet eerst een groter draagvlak zijn. De pilot is in te korte tijd uit de grond gestampt. Organisatorisch was het een lastig verhaal. We hebben er veel van geleerd en na de evaluatie de opleiding fors aangepast. Nu is al het lesmateriaal op orde. De leerwerkplekopdrachten zijn vereenvoudigd en in aantal verminderd. Ook is er meer tijd om het in te plannen op de oefenavonden. We gaan bovendien meer naar realistische oefencentra in de opleiding. De opleiding is nu echt praktijkgericht en dat geldt ook voor het examen. Inmiddels zijn we met een aantal regio’s in een nieuwe opzet begonnen: Zuid-LimburgZuid, Noord-Holland-Noord, Utrecht en opnieuw Haaglanden. Deze zogenaamde startregio’s zijn beter voorbereid, de instructeurs zijn beter opgeleid. De eerste ervaringen zijn positief. Zo hebben we 200 procent meer praktijk kunnen realiseren. Ook zijn alle 25 regio’s bezocht en zijn alle overgebleven zorgen geïnventariseerd. De RRC vergadert binnen kort over de definitieve implementatie.’ Veel praktijk weinig theorie Carolien van der Woude van het korps Langedijk in de regio Noord-Holland-Noord is in ieder geval zeer te spreken over de opleiding. ‘Ik werk drie dagen in de week bij een verzekeringskantoor en ben moeder en huisvrouw, maar dat is allemaal zeer goed te combineren met de opleiding. Gemiddeld ben ik hieraan zo’n acht uur per week kwijt. Ik vind de opleiding erg leuk. Het is veel praktijk en relatief weinig theorie. Dat spreekt me wel aan. De organisatie verloopt vlekkeloos. De docenten geven steeds aan dat alles nog in ontwikkeling is, maar daar merken wij als cursisten niets van. Het theoriegedeelte is thuisstudie. Verder krijgen we iedere week een avond praktijkles en oefenen we iedere maandag op de kazerne. Inmiddels hebben we eerste deel van de opleiding achter de rug: levensreddende handelingen binnen de module brand. Alle vijftien deelnemers zijn geslaagd.’ Van der Woude begon in november vorig jaar als vrijwilliger aan het eerste deel van het programma Manschap A. Wat ze heeft geleerd? ‘We zijn begonnen met een oriëntatie op de brandweer. Hoe ziet een TS eruit, hoe is je eigen organisatie opgebouwd, wie Brand&Brandweer
is de commandant? Daarna hebben we vier lessen gehad over persoonlijke bescherming: hoe werkt een ademluchtmasker, een bluspak, helm. Dat soort dingen. In januari hebben we levenreddende handelingen gehad, oftewel eerste hulp. Dat ging onder andere over reanimeren, drukpunten en slagaderlijke bloedingen. Ook kregen we vier lessen ademlucht. Moesten we met een blinddoek om een oefenruimte in. Ja, bij een echte brand in een gesloten ruimte zie vaak ook niets. Verder hebben we geleerd hoe we moeten watermaken en afleggen. Waar je ondergrondse kranen moet zoeken en hoe je deze moet aansluiten.’ Meest enthousiast over de opleiding is Carel Kral, vrijwilligers bij van de brandweer Wieringerwerf. Hij wilde altijd al vuur bestrijden, maar dacht met een drukke baan niet van waarde te kunnen zijn. Dat bleek niet het geval. ‘Ik ben operationeel directeur bij een logistiek bedrijf. Overdag kan ik nooit, maar dat is geen probleem volgens de brandweer. Ze hebben een tekort aan vrijwilligers, dus wilden graag dat ik kwam. Zij hebben mij benaderd. Voor mij is een droom uitgekomen. Achteraf gezien had ik tien jaar eerder moeten gaan. De opleiding is ook geweldig! Heel spectaculair en allemaal nieuw voor mij. Overdag zit ik vaak achter een computerscherm. Dit is precies het tegenovergestelde. Geen droge stof. De docenten zijn ook erg goed en betrokken. Het is echt veel leuker dan ik had gedacht.’ ■
‘Leren en oefenen’ wordt het nieuwe uitgangspunt bij de opleidingen. De cursisten moeten in de praktijk brengen wat ze in theorie hebben geleerd. Zo moet het gat tussen de praktijk in het korps en de opleiding worden verkleind. De vrijwilligers en de beroepsbrandweerlieden moeten aan dezelfde eisen voldoen. Deze nieuwe vorm van opleiden heeft ook gevolgen voor de korpsen. De cursisten komen op de drie oefenavonden met een leeropdracht. De oefencoördinatoren passen dat in, in het oefenrooster. Er zijn collega’s die de cursisten helpen met hun opdracht. Die noemen we leerwerkplekbegeleiders. Deze ‘mentoren’ moeten natuurlijk op de hoogte zijn van eventuele nieuwe leerstof. Ook voor de leraren wordt het niet meer een ABC’tje dat je mensen zo even aanreikt. De techniek is voortdurend in ontwikkeling en dit dwingt de docenten om bij te blijven en de laatste trends ook meteen in de opleiding te verwerken.
nummer 4 april 2009 209
U
B IL E
E
5e
D
Vliegbasis Valkenburg, Katwijk (ZH) Woensdag 13 mei t/m zaterdag 16 mei 2009 Met o.a. de volgende workshops, activiteiten en demonstraties: • Technische hulpverlening • Speciale voertuigen • Blusdemonstraties • Defensie • Technische Hilfswerke Duitsland • Werken op hoogte • Reddingshondenbrigades • Rijvaardigheidstrainingen • Explosieven Opruiming en Detectie • Workshops AED • Rvarium • Terrorismebestrijding • Leidraad Oefenen • Workshops reanimatie • Diverse speciale jubileumactiviteiten • Iedere beursdag spectaculaire slotdemonstratie
www.ivic.nl
M U
J
Internationale Vakbeurs Incidentmanagement Crisisbeheersing & Rampenbestrijding
IT I E
de website van
De website van Brandweer zonder Grenzen Beheerder: Maarten de Haas Redacteur: Thorsten Hackl Eigenaar: Stichting Brandweer zonder Grenzen Startjaar: 2007 Aantal bezoekers: 2500 per maand (stijgt nog elke maand met 20 procent) Kosten per jaar: 600 euro
zonder grenzen kennen en bedachten dat Nederland dat nog niet kende. ‘Vervolgens hebben we een jaar vergaderd en konden we in 2007 eindelijk naar de notaris om de papieren voor de stichting te tekenen.’
De boodschap van de stichting is duidelijk. ‘De stichting geeft training en stelt materieel beschikbaar voor brandweerorganisaties in ontwikkelingslanden.’ Hackl is de man die bepaalt wat op de website komt. ‘Ik plaats het niet zelf, want ik heb niet zo heel veel verstand van techniek’, aldus Hackl.
BZG heeft voornamelijk drie doelen. ‘Allereerst geven wij trainingen. Mensen in het buitenland willen net zoals in Nederland een fatsoenlijke brandweer. Vaak weten ze alleen niet hoe. De kosten voor die trainingen worden dan door ons vergoed.’ Het geld voor de instructeurs komt van sponsors. Materiaal dat in Nederland is afgeschreven komt terecht in het buitenland. BZG zorgt ervoor dat dit materiaal bij de behoevende landen terecht komt. Het laatste en misschien wel meest creatieve doel van de stichting is het clusteren van alle goede dan wel mindere goede initiatieven die door Jan en alleman worden geopperd. ‘Iedereen kent wel iemand die een idee heeft of bedenkt zelf iets. Vaak komt van deze ideeën niets terecht. Wij proberen een goede selectie te maken en bepalen dan van welke plannen wij een project maken.’
De Stichting Brandweer zonder Grenzen werd in 2006 door drie brandweerofficieren bedacht. Hackl hoort daarbij. ‘Het begon eigenlijk met een vrij eenvoudig project. We moesten een auto naar Matagalpa in Nicaragua brengen.’ De drie leerden het begrip brandweer
De brandweermannen hadden onmiddellijk door dat internet voor hun stichting enorm belangrijk is. ‘Je kunt niet meer zonder internet, helemaal niet als je internationaal opereert.’ Om te weten wat er allemaal speelt in de internationale brandweerwereld hebben we een
De website van Stichting Brandweer zonder Grenzen (BZG) is waarschijnlijk de enige site van een brandweer in Nederland die in vijf talen te bekijken is. Dat moet ook wel want de stichting opereert internationaal. Volgens directeur Thorsten Hackl van BZG is tachtig procent van de bezoekers afkomstig uit het buitenland.
Brand&Brandweer
netwerk. ‘Mensen tippen ons via internet over wat er gaande is, welke wagens gezocht worden, over wagens die te vergeven zijn en dergelijke.’ Een van de projecten van BZG is het ‘Guatemala project.’ Begin 2008 kwam BZG met het brandweerkorps van Puerto Barios in contact. Een havenstad met risico’s die volgens Hackl vergelijkbaar zijn met die van Rotterdam. Het brandweerkorps daar was slecht uitgerust en beschikte niet over voldoende materiaal om incidenten te bestrijden. BZG heeft toen gaspakken, explosiemeters en helmen verzameld. Daarnaast hebben twee instructeurs trainingen gegeven. Het project loopt nog en blijft BZG trainingen geven. Het is slechts een kleine greep uit de projecten die BZG doet. Andere projecten zijn onder meer in Sri Lanka, Gambia, Kyrgyzstan en Bosnië. Het toont aan dat internet inderdaad zeer belangrijk is voor BZG. Op de website staan alle verhalen van deze projecten. Het zijn bondige verhalen met vaak mooie foto’s van de plaatselijke, vaak armoedige, situaties. Onder het kopje Uw Hulp en Wat zoeken Wij vermeldt BZG wat de brandweer nodig heeft. Daar is ook de mogelijkheid om geld te doneren, want om geld zit elke ‘goede doelen’ stichting natuurlijk altijd verlegen. ■ nummer 4 april 2009 211
EXTRA VEILIG
BLUSBOM
De revolutie in brandbestrijding
DRY SPRINKLER POWDER AEROSOL Hét volumetrisch blusmiddel voor beginnende en gevorderde binnenbranden. De stof aerosol werkt vlamafbrekend, dus geen herontsteking. De DSPA-5 voorkomt zelfs backdrafts en flashovers. Alles over dit unieke systeem op DSPA.nl DE MARKTLEIDER OP HET GEBIED VAN KLEURNALICHTENDE VEILIGHEIDSSIGNALERING.
DSPA.nl
T 024 3789581 - INFO@SYSTEMTEXT.NL
+ 31 (0)24 352 25 73 info@dspa.nl
W W W. S Y S T E M T E X T. N L
oproep aan partners van brandweervrouwen en brandweermannen Het Nationaal Brandweer Museum in Hellevoetsluis wil graag in contact komen met partners van brandweervrouwen en brandweermannen.
Interfir e Als u aan vervanging toe bent, willen wij graag een bod op uw gebruikte brandweervoertuig en uitrusting uitbrengen. Tel. 023- 5632641 Mob. 0627265305 E-mail danica@interfire.nl
Partners die op onze oproep reageren zullen In- en verkoop van gebruikte worden uitgenodigd voor een bezoek aan het brandweervoertuigen en uitrusting. museum, waar u ervaringen kunt uitwisselen met mensen die in dezelfde situatie verkeren. Het museum is ook geïnteresseerd in uw ver- b&b-interfire 080515.indd 1 halen, misschien heeft u daarvan iets opgeschreven of heeft u plakboeken bijgehouden.
16-05-2008 11:11:45
Reacties en vragen om meer informatie naar Kees Plaisier per e-mail brwmuseum-plaisier@kpnmail.nl of per telefoon 0629011009.
www.nationaalbrandweermuseum.nl b&b-nat.brandweer museum 090303.indd 1
212 nummer 4 april 2009
17-03-2009 13:29:02
Sdu Uitgevers
VRAAG & ANTWOORD
Hoe bracht de brandweer vroeger commando’s en boodschappen over? Tegenwoordig maakt iedereen gebruik van digitale communicatie. Maar hoe communiceerde de brandweer onderling voor de mobilofoon was uitgevonden? Gerard Koppers van het NBDC geeft het antwoord op deze vraag.
I
Signaalhoorns Bij de grotere korpsen gebruikte men vanaf het einde van de negentiende eeuw signaalhoorns of fluiten, naar het voorbeeld van de marine. Met de komst van de brandmelders en telefoons werden die ingezet voor het contact met de centrales. In de jaren twintig van de vorige eeuw kwam de veldtelefoon in gebruik, die bij grote incidenten voor rechtstreeks contact kon zorgen, al dan niet via een stafwagen of commandowagen. In Amsterdam gebruikte men daarvoor al vanaf 1924 een T-Ford met een verbindingsruimte, die zelfs voorzien was van een grote draadloze radio-zend/ontvangstinstallatie. Vlak voor de tweede wereldoorlog hadden enkele korpsen al radioverbindingen, maar echt algemeen gebruik van de mobilofoon kwam pas in de jaren zestig goed op gang. Het aantal frequenties was beperkt, maar het aantal gebruikers gelukkig ook. Bij bijzondere weersomstandigheden konden de korpsen van Rotterdam en Amsterdam nog wel eens met elkaar meeluisteren, of de taxi’s waren plotseling te horen op de frequentie. Portofoons Voor onderling contact maakten sommige korpsen vanaf de jaren zestig gebruik van de portofoon in plaats van een ‘ordannance’. Deze portofoons bestonden uit zware kasten die op een fiets gemonteerd konden worden of op de rug gedragen moesten worden. Pas vanaf de jaren zeventig werden de nieuwe frequenties voor de brandweer gereserveerd. Er kwamen sindsdien ook steeds kleinere verbindingsmiddelen op de markt, zodat de portofoon, die in de hand gedragen kon worden, ook vrij snel overal werd ingevoerd. De ‘ordonnance’ werd overbodig en in 1982 afgeschaft in het aflegsysteem. ■ Met dank aan Gerard Koppers, www.nbdc.nl
Brand&Brandweer
fotografie: NBDC
n de tijd van vóór de mobilofoon was het met de communicatie op het brandterrein en tussen de bevelvoerder en brandweercentrale natuurlijk behelpen. In de hele oude tijden van de brandemmers en handspuiten moesten de brandmeesters hun commando’s overbrengen via rennende boodschappers. In de Franse tijd werd die functie vertaald naar ‘ordonnance’ en bij de brandweer bleef die uitdrukking tot op de dag van vandaag in gebruik. In het oude aflegsysteem, dat tot in het begin van de tachtiger jaren van de vorige eeuw werd gehanteerd, was nummer 3 de ‘ordonnance’, de link tussen de bevelvoerder en de alarmcentrale.
Een portofoon betekende in de jaren 60 dat het op de fiets paste.
De achterkant van een stafwagen
Heeft u ook een vraag over de brandweer of over zaken die met de brandweer te maken hebben? Dan kunt u dit mailen naar b&b@sdu.nl onder vermelding van de rubriek vraag en antwoord. Wie weet ziet u dan uw vraag terug in deze rubriek.
nummer 4 april 2009 213
repressi e
Explosie uitlokken om omgeving
N
Door Jolanda Haven
iets is wat het lijkt op donderdag 20 november vorig jaar. Eenheden van de Hulpverleningsdienst Groningen rukken uit voor een explosie in een schei- en natuurkunde lokaal van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Eén medewerker loopt tweedegraads brandwonden op en wordt door collega’s naar het ziekenhuis gebracht als de brandweer arriveert. Als gevolg van de explosie breken er verschillende kleine brandjes uit die door de Bedrijfs Hulpverlening (BHV) van de RUG worden geblust. Als de brandweer ter plaatse komt, zijn de brandjes geblust. Toch gaat de brandweer nog wel samen met de BVH van de RUG op verkenning uit en nemen daarbij een explosiemeter mee. De explosiemeter neemt geen gevaarssetting waar en de bedrijfsdeskundige zegt dat alles veilig is. Besloten wordt dat de drie uitgerukte eenheden terug gaan naar hun posten. Achteraf gezien geen verstandige keus. Naast de twee TS’en, een hoogwerker en een OvD wordt er ook een Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (ROGS) gealarmeerd. Op het moment dat de melding binnenkomt, is er net een wisseling van de dienst en daarom besluiten beide ROGS’en uit te rukken. Zodra zij ter plaatse komen, zijn de twee TS’en en de hoogwerker al weg. De OvD informeert de ROGS’en over de waarnemingen van de eerste bevelvoerder en zij besluiten om toch even poolshoogte te nemen. ‘De explosie deed zich voor in een zuurkast waar diverse stoffen zoals ether, natrium, kalium en Tetrahydrofuraan (THF) stonden opgesteld in proefopstelling’, aldus Koos Poelma. De zuurkast bevindt zich in een lokaal achter glas, een soort etalageruimte. ‘Het was een heftige explosie, zelfs de deur met veiligheidsglas was behoorlijk beschadigd. En ook het afzuigsysteem was ontwricht.’ Zodra de 214 nummer 4 april 2009
fotografie: BHV Rijksuniversiteit Groningen (RUG)
Een vestiging van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) wordt in november 2008 opgeschrikt door een explosie in een laboratorium. Een medewerker raakt daarbij ernstig gewond. Officier van Dienst Koos Poelma en Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen Marion Latour spreken van een bizar maar leerzaam incident. ‘Gezien het gevaar hebben we een tweede explosie moeten uitlokken.’ Er wordt opgeschaald naar GRIP 1 en het Explosieven Opruimingscommando komt ter plaatse.
Er staan nog twee kolven met Tetrahydrofuraan (THF). Rechts stond een kolf die geëxplodeerd is. Eén van de twee kolven wordt op eigen initiatief door een medewerker van de RUG verwijderd. Een gevaarlijke actie. De andere kolf wordt door het Explosieven Opruimingscommando geruimd.
OvD en ROGS’en poolshoogte gaan nemen is de BHV bezig om de ruimte te ventileren. De ROGS’en bekijken de ruimte wanneer hun oog valt op nog twee proefopstellingen in dezelfde zuurkast als waar al een explosie heeft plaatsgevonden. Deze twee proefopstellingen bevatten dezelfde stoffen als de installatie waar de explosie zich heeft voorgedaan. Bedrijfsblindheid ‘Ik heb een deskundige van de RUG gevraagd om de risico’s te inventariseren van deze twee stellingen’, aldus ROGS Marion Latour. ‘De deskundige van de RUG haalde zijn wenkbrauwen op en kwam tot de conclusie dat ook deze opstelling ieder moment kon exploderen doordat de opstelling niet meer onder stikstof stond. Het probleem was namelijk dat de stikstofleidingen beschadigd waren door de eerste explosie.’ Zodra er lucht bij komt, kan het materiaal gaan reageren en exploderen. Latour: ‘We hebSdu Uitgevers
repressi e
veilig te stellen Het lokaal waar de explosie zich voordeed
verdere actie. Besloten wordt dat iemand van het EOC in bompak naar binnen gaat om een tweede explosie uit te lokken, door de opstelling omver te trekken. ‘Een ongewone situatie’, aldus Latour. ‘Een explosie uitlokken om de situatie veilig te stellen, dat maken we niet vaak mee. In dit geval moesten we wel.’
ben daarom de hele verdieping onmiddellijk laten ontruimen. We moesten in dit geval uitgaan van een ‘worst case’ scenario.’ De deskundige van de RUG vraagt een tweede deskundige te assisteren bij de te nemen maatregelen. Deze man ziet echter niet veel gevaar en koppelt op eigen initiatief één van de twee proefopstellingen af en brengt het naar een veilige omgeving. Ook niet verstandig, zo blijkt later. Want in het eerste gecoördineerde overleg worden de risico’s besproken om ook de derde proefopstelling met ether, natrium, kalium en THF, te verwijderen. ‘Dit risico was zo groot, dat het onverantwoord was om deze verplaatsen’, aldus Latour. We hebben toen de hele verdieping hermetisch afgesloten, zodat er geen ongewenste eigen initiatieven genomen konden worden.’ Een TS, ambulance en politie zijn gealarmeerd om opnieuw ter plaatse te komen. Daarnaast zijn een OVD-Geneeskundig en OVD-Politie gealarmeerd, waarna er een GRIP 1 werd afgekondigd. Ook de rest van het gebouw wordt ontruimd en er wordt contact opgenomen met het Explosieven Opruimingscommando (EOC) of zij ons konden assisteren. Zij hebben een robot en mogelijk kon op die manier de opstelling afgebroken worden. Het is inmiddels 16.30 uur als in het CoPI-overleg samen met de EOC een aantal opties wordt besproken voor Brand&Brandweer
Extra eenheden De leider CoPI neemt contact op met de bestuurder om alles te overleggen en laat vervolgens via de alarmcentrale eenheden ter plaatse te laten komen. Zij staan stand-by voor het geval er, tijdens het omvertrekken van de opstelling, een explosie en / of brand uitbreekt of als er zich andere onvoorziene zaken voordoen. Even na 19.00 uur gaat de actie van start. De EOC gaat naar binnen en maakt een constructie om de opstelling omver te kunnen trekken zodat de kolf, waar de stoffen in zitten, op de grond kapot valt en er dus een explosie kan ontstaan. Het is inmiddels 19.45 uur als de eerste poging plaatsvindt. Na vier pogingen valt de kolf kapot op de grond, maar er gebeurt niets. Er wordt gewacht, maar er gebeurt nog steeds niets. Met een CO2-blusser gaat de bevelvoerder en twee manschappen van de 1e TS het lab binnen. De vloeistof ligt op de grond, maar er is niets mee gebeurd. Met een warmtebeeldcamera wordt gecheckt of het opwarmt maar ook dat gebeurt niet. De explosieve stof is inmiddels uitgereageerd, zo blijkt later uit onderzoek. Leerpunten? ‘Ja, het vroegtijdig laten vertrekken van de aanwezige 1e TS was achteraf gezien niet verstandig’, aldus Poelma. ‘Na vertrek is deze een half uur later weer gealarmeerd en met prio 1 ter plaatse gekomen.’ Daarnaast was het op eigen initiatief weghalen van één proefopstelling door een deskundig van RUG onverantwoord. Er is al snel bedrijfsblindheid bij medewerkers die dagelijks met deze stoffen omgaan. Het alarmeren van de EOC is een goede keus geweest. Latour: ‘Door hun expertise konden zij als het ware ‘out of the box’ denken en met ons een gezamenlijke aanpak ontwikkelen. Zo zie je maar dat multidisciplinair niet alleen brandweer, politie en ambulance is, maar ook met de EOC.’ ■
nummer 4 april 2009 215
Vakblad GRIP4... ...volgt het multidisciplinair incidentmanagement op de voet
GRIP4 bevat zeer gerichte informatie rondom het multidisciplinair optreden bij incidentmanagement en crisisbestrijding. Iedere hulpverleningsinstantie is het aan toekomstige slachtoffers verplicht om goed en georganiseerd informatie te vergaren. GRIP4 is hierin een ideaal handvat. Wat biedt GRIP4 u: • Actuele beleidsinformatie; u bent altijd als eerste op de hoogte van het
laatste nieuws. • Noodzakelijke en betrouwbare achtergrondinformatie; vakkundige
GRIP4 verschijnt 11 maal per jaar. Artikelcode: TSGRIP4 Prijs voor Brand & Brandweer abonnees: � 31,65
toelichtingen op belangrijke thema’s door een deskundige redactie. • Interessante ‘how to’ informatie waar iedere hulpverleningsinstantie en andere belanghebbende organisaties direct mee aan de slag kunnen. • Relevante signalering; de belangrijkste thema’s rond gecoördineerd optreden worden gegarandeerd behandeld.
Prijs ‘los’ abonnement: � 52,75 Prijzen zijn excl. btw Dit vakblad is van de uitgever van Brand & Brandweer
Kortom, GRIP4 is een must voor iedereen die te maken heeft met incidentmanagement, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Speciaal aanbod Brand & Brandweer abonnees Speciaal voor abonnees van Brand & Brandweer is GRIP4 zeer aantrekkelijk geprijsd. Voor slechts � 27,50 breidt u uw abonnement al uit met GRIP4.
Bestel via www.sdu.nl/brandweer of bel (070) 378 98 80
216 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
I ntervi ew
Nieuwe voorzitter netwerk Repressie: Dennis van Zanten Sinds februari is Dennis van Zanten, plaats vervangend commandant van Tilburg, voorzitter van het netwerk Repressie. Zijn speerpunt wordt: samenwerken met andere organisaties en netwerken. Brand&Brandweer stelt de nieuwe voorzitter een paar vragen over zijn functie. Welke nieuwe onderwerpen komen er aan bod bij het netwerk? ‘Er wordt op dit moment onder andere druk gewerkt aan de volgende onderwerpen. Bijvoorbeeld de binnen/ of buitenaanval, C2000, duiken, het grootschalig optreden en de TS 4 discussie. Ook de doctrines worden behandeld in het netwerk. We moeten een doctrine voor repressief optreden ontwikkelen. Nu zijn het vooral de les en leerstof die bepalen, terwijl een vastgestelde doctrine de basis dient te zijn voor onze les en leerstof. Naast de al lopende zaken is er ook ruimte voor nieuwe onderwerpen. Collega’s in het land kunnen altijd nieuwe onderwerpen aandragen voor de agenda.’
Door Neeltsje marije de boer
U maakt zich sterk voor de discussie TS4? ‘TS4 zorgt voor een nieuwe kijk op brandbestrijding waar het land duidelijk te kennen geeft hier meer over te willen weten. Mijn voorganger heeft al zijn best gedaan gedachten, ideeën en initiatieven over dit onderwerp te kanaliseren. De gevoerde discussies in het land waren zeer waardevol. Het is nu alleen nog zaak een gedegen advies/standpunt met het land te communiceren om zo onder goede regie vervolgstappen te kunnen maken.’
Waarom bent u voorzitter geworden van dit nieuwe netwerk? ‘Ik ben al geruime tijd lid van het netwerk Repressie en begin dit jaar werd ik door de voorzitter van de programmaraad brandweerzorg Stephan Wevers gevraagd of ik bereid zou zijn het voorzitterschap op mij te nemen. Dat betekende meer druk op mijn huidige werkpakket. Het gestelde vertrouwen en het belang van het netwerk wogen echter zwaarder. En daarnaast is het gewoon een leuke klus!’
Wat kan er allemaal nog beter qua repressie? ‘Het voegt weinig toe om als voorzitter van dit netwerk hier even een opsomming te geven van wat allemaal beter zou kunnen. Allereerst hoef ik dat niet te doen, want dat is bij mijn vakbroeders wel bekend. Daarnaast zie ik mijn rol niet als belerend maar als bindend. Het doel moet zijn te leren van onze collegae die het goed doen (best practices) en hoe ervoor gezorgd kan worden dat deze best practices bij anderen bekend raken en gebruikt gaan worden.’
U wilt het netwerk nieuwe elan geven? ‘Daar wil ik zeker mijn best voor gaan doen. Dat kan ik niet alleen, daarvoor heb ik mijn collegae in het land hard nodig. De afgelopen jaren is het best zwaar weer geweest voor onze brandweerorganisaties. Vernieuwing en veranderingen zijn goed maar soms kan het ook wel eens teveel worden. Het was dan ook alle hens aan dek binnen de eigen organisatie waarbij tijd voor netwerken er niet was dan wel niet werd gevoeld. Geheel begrijpelijk maar wel jammer. In gezamenlijkheid staan we immers veel sterker om de aanwezige problematiek het hoofd te bieden. Landelijk samenwerken is lokaal winst behalen en daar wil ik graag mijn bijdrage aan leveren. Met welke partijen we als netwerk allemaal gaan samenwerken, ligt aan de problematiek die op dat moment speelt.’
Wat kan het netwerk Repressie betekenen voor brandweer Nederland? ‘Ik zou liever willen stellen dat het netwerk brandweer Nederland is én vertegenwoordigt. Alleen op basis van een goede interactie met het veld kan het netwerk wat betekenen. Dan kan zij een spreekbuis zijn voor haar achterban, kan nieuw beleid getoetst worden op werk- en haalbaarheid. Op die manier is het netwerk een serieuze partner richting ministeries, inspecties en andere instituten met voldoende kritische massa om nieuwe ontwikkelingen positief te beïnvloeden en kennis te delen met het veld.’ ■
Brand&Brandweer
nummer 4 april 2009 217
i n novati e
De offensieve buitenaanval; een alternatief voor de binnenaanval?
fotografie: Bastiaan Kelderman
Sinds het incident vorig jaar mei bij De Punt wordt er nagedacht over alternatieven voor de binnenaanval met name in bedrijfspanden. Het NIFV is in samenwerking met de NVBR bezig met het ontwikkelen van een offensieve buitenaanval; een buitenaanval waarbij de brandweerlieden de brand effectief en veilig bestrijden. Hiervoor moeten niet alleen nieuwe systemen, procedures en les- en leerstof worden aangepast, maar dit vraagt ook om een cultuurverandering binnen de brandweer.
Bij de brand in een Gamma-filiaal in Doetinchem, februari 2008, was een binnenaanval niet meer mogelijk.
218 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
i n novati e
I
Door Neeltsje Marije de Boer
n mei vorig jaar kwamen drie brandweerlieden om bij een brand in een bedrijfspand bij De Punt in Drenthe. De Commissie Helsloot onderzocht de brand en schreef naar aanleiding daarvan een rapport waarin zij scherpe aanbevelingen deed. Eén van die aanbevelingen was dat branden in industriepanden altijd defensief benaderd moeten worden. De Raad van Regionale Commandanten heeft de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van de commissie Helsloot in een bijeenkomst besproken. ‘Want hoe vanzelfsprekend is het om als brandweerman of vrouw een pand binnen te gaan en je leven op het spel te zetten. Zeker als er geen slachtoffers in het pand aanwezig zijn’, aldus Ricardo Weewer, lid van de onderzoekscommissie van het verkennend onderzoek De Punt. De regionaal commandanten kregen tijdens deze bijeenkomst een presentatie te zien van Ed Oomes, de toenmalige lector brandweerkunde en net als Weewer één van de onderzoekers naar het ongeluk in De Punt. In deze presentatie komt Oomes tot de conclusie dat ‘een systeemaanpak’ nodig is. Veel brandweerlieden komen om bij branden in bedrijfspanden waar geen slachtoffers aanwezig zijn. Gemiddeld valt er ieder jaar één dode op twintigduizend brandweerlieden. Bij de burgers ligt dit aantal een stuk lager. Gemiddeld veertig doden op zestien miljoen inwoners. Bovendien zijn de bedrijfspanden na de reddingsacties van de brandweer vaak toch nog helemaal total loss; de schadebeperking door de inzet van de brandweer is dus weinig succesvol. Oomes geeft de Regionale Commandanten daarom alternatieven voor de binnenaanval in bedrijfspanden. Het gaat om de aanbevelingen die voort zijn gekomen uit het onderzoek van De Punt. Weewer: ‘ We moeten de werkwijzen en procedures bij branden in bedrijfspanden aanpassen. De buitenaanval moet bij de brandweerlieden een automatisme worden. Nu is de binnenaanval dat. Kortom, er moet gekeken worden naar alternatieven voor de binnenaanval.’ Het NIFV en het brandweerveld werken via de NVBR samen om een ‘oplossing’ te zoeken voor dit probleem.
‘Een binnenaanval wordt er bij de brandweer met de paplepel ingegoten’ Binnenaanval ‘Een binnenaanval wordt er bij de brandweer met de paplepel ingegoten. Iedereen is ermee grootgebracht. De strategie is om altijd naar binnen te gaan tenzij het niet anders kan.’ Als de brandweer besluit om toch geen binnenaanval in een industriepand uit te voeren is er op dit moment eigenlijk geen alternatief. ‘De buitenaanval is defensief. Het wordt gebruikt om het pand gecontroleerd te laten uitbranden en ervoor te zorgen dat de brand niet verder uitbreidt. ‘Dit geeft de brandweerlieden een onbevredigend gevoel. Je zit bij de brandweer om een brand te bestrijden en niet om aan de zijkant toe te kijken hoe iets afbrandt’, vertelt Weewer, die via de NVBR meewerkt aan het project. ‘Dit moet anders. Daarom moet er een inzetstrategie komen die wel veilig is, en net zo effectief als een binnenaanval.’ Voor de NVBR en het Brand&Brandweer
NIFV een grote uitdaging om die te ontwikkelen. ‘We zijn begonnen met het bedenken van een naam. Een defensieve buitenaanval heeft naar ons idee nogal een negatieve klank. We vonden het daarom tijd om een nieuwe term te bedenken. In januari zijn we als denktank bij elkaar gekomen en hebben we ‘de offensieve buitenaanval’ bedacht’, vervolgt Weewer. ‘Het is nog een werktitel, dus misschien dat dit in de toekomst verandert.’ Term Op dit moment is de offensieve buitenaanval alleen nog maar een term. ‘Samen met het NIFV zijn we bezig met het schrijven van een voorstel. Het wordt naar alle waarschijnlijkheid een combinatie van nieuwe technieken met een andere manier van werken. Als het voorstel af is, we willen het voor de zomer presenteren, dan kunnen we pas echt aan de slag met het ontwikkelen van les- en leerstof, een strategie, systemen en vrijwel zeker ook met nieuwe technische blusmethoden. Ook moet de offensieve buitenaanval inslijten bij oefeningen en opgenomen worden in brandweerwedstrijden.’ De projectgroep is nu al bezig met het verzamelen van innovatieve ontwikkelingen. ‘Qua techniek is er al veel mogelijk, alleen wordt het lang niet altijd breed toegepast. Neem bijvoorbeeld de blusbom, die is geïmporteerd door Nijmegen. Zo'n blusbom kan tijdens een brand de warmte wegnemen, waardoor het vuur minder wordt’, vervolgt Weewer. ‘Een ander initiatief is de blusrobot. Deze op afstand bestuurbare robot kan in gevaarlijke situaties, zoals bij De Punt, de verkenning overnemen van de brandweerlieden.’ Ook de ‘waterzaag’ is een product waarmee verschillende brandweerkorpsen her en der in het land experimenteren. ‘Met de zaag maak je een gat in de muur, waardoor de rook naar buiten kan. Met de zaag kun je ook met hogedruk water naar binnen spuiten. Of het werkt? Geen idee. Dat moeten verschillende experimenten uitwijzen.’ De projectgroep wil alle innovatieve initiatieven in brandweerland bundelen en landelijk uitrollen. ‘Vaak weten we niet van elkaar wat we precies aan het doen zijn. Door de initiatieven te bundelen kun je van elkaar leren en ervaringen delen.’ De denktank kijkt ook naar de ontwikkelingen in het buitenland. ‘Met name in Zweden en Engeland zijn ze al erg ver met nieuwe technieken, hiervan kunnen we veel leren.’ Een binnenaanval blijft een standaard inzet voor woningbranden. ‘Maar als er niemand meer binnen is of het is te gevaarlijk, dan kun je ook beter kiezen voor een buitenaanval, want veiligheid gaat voor alles.’ Het voorstel van de denktank moet in april/ mei af zijn. ‘Dan kunnen we met het echte werk beginnen en de plannen uitwerken.’ Voor brandweer Nederland betekent dit ook een cultuuromslag. ‘Hier ligt nog een grote klus voor de leeragentschappen. Zij moeten richting de regio’s de discussie over de buitenaanval in industriepanden aanwakkeren. Er moet discussie worden gevoerd op de werkvloer over de buitenaanval. Het zal nog wel even duren voor brandweer Nederland om is.’ Toch heeft het incident bij De Punt het veiligheidsbewustzijn bij brandweerpersoneel wel aangewakkerd. ‘Bij bedrijfspanden wordt in gevaarlijke situaties toch sneller gekozen voor een buitenaanval, om incidenten te voorkomen.’ ■
nummer 4 april 2009 219
iÌ>V iiÀÌ veiligheidspersoneel! *>À>>ÌÊ6i } i `Ã` i ÃÌi Ê 6Ê`iÌ>V iiÀÌÊ LÀ> `ÜiiÀ«iÀà ii ]ÊLiÛi } }ëiÀà ii ]Ê " iÀÃÊi Ê 6 iÀð
Engelenburgstraat 45, 7391 AM Twello Tel: 0571-276900, Fax: 0571-276800 Email: info@bnmotoren www.bnmotoren.nl
Wij beschikken over: Ê Ê Ê Ê Ê Ê Ê Ê Ê Ê
UÊ À> `Ü>V Ìi Ê iÌÊ` ÛiÀÃiÊëiV > à i \ Ê À> `ÜiiÀV >ÕvviÕÀÃ]Ê Õ iÀÃ]Ê Õ « i} i `iÀÃ] Ê >ë> `À>}iÀÃ]Ê6 i}ÌÕ }LÀ> `LiÃÌÀ `iÀÃ]Ê76 iÀî UÊ iÛi Û iÀ`iÀà UÊ*ÀiÛi Ì ÃÌi UÊ ÌÀ ivÕ VÌ >À ÃÃi ÊLÀ> `«ÀiÛi Ì i UÊ ÃÌÀÕVÌiÕÀà UÊ iÛi } }ëiÀà ii \Ê"L iVÌLiÛi }iÀ]Ê Ûi i i Ìi Ê LiÛi }iÀÊi Ê ÀiV>« ÀÌ iÀ UÊ "ÊÉÊ 6 «iÀà ii
7 Êâ Ê6 Ê}iViÀÌ wÊViiÀ`Êi Ê iLLi Ê iiÀÊ`> ÊÓäÊ >>ÀÊiÀ Û>À }Ê «Ê iÌÊ}iL i`ÊÛ> Ê iÛiÀi ÊÛ> ÊÛi } i `ëiÀà ii ° /i °ÊäÓ Ç ÓÎäx äÊUÊÜÜÜ°«>À>>Ì°
0108_Adv_B&B_Veiligheidsdiensten_V2.indd 1
220 nummer 4 april 2009
12-1-09 15:11:42
Sdu Uitgevers
repressi e
Brandweer Emmen helpt na val Annabel
foto: Newspower
Heel Nederland hoorde vorige maand het nieuws over Annabel uit Dierenpark Emmen. Terwijl de Aziatische olifant zondag 1 maart voor haar leven vocht, deden twee brandweerlieden van korps Emmen een buitengewone inspanning om de publiekslieveling te redden. ‘Het is heel verdrietig dat het dier het niet heeft gered.’
De brandweer probeert olifant Annabel overeind te krijgen met behulp van een luchtkussen
A
Door Doortje van der Molen
l 24 jaar zit onderbrandmeester Bert Sijbom in het vak. Maar nooit eerder heeft hij een inzet als deze meegemaakt. Het was zelfs voor het brandweerkorps Emmen de eerste keer dat haar hulp werd ingeroepen bij een olifant. Sijbom: ‘We hebben wel vaker kleine klusjes gedaan in de dierentuin, maar nog nooit een karwei als dit.’ Toch kende de Drentenaar het terrein al redelijk goed. ‘Minimaal één keer per jaar doen onze drie ploegen een inzetoefening in het park. Met een ontruimingsoefening of een kijkje achter de schermen – vanwege de vluchtwegen. Nooit eerder hadden we met een dergelijk beest te maken.’ De Aziatische olifant viel ’s middags tijdens een stoeipartij met soortgenoten in de droge gracht van het buitenverblijf. Daar lag ze met haar poten tegen de rand. Ze kon uit eigen kracht niet meer overeind komen. Het dierentuinpersoneel probeerde aanvankelijk met man en macht om Annabel met balken op te krikken, maar dat lukte niet. Rond vier uur kreeg brandweer Emmen het eerste telefoontje van de dierentuin, met de vraag of de brandweer hen eventueel kon ondersteunen met het liften van Brand&Brandweer
de olifant. ‘Wij hebben toen aangegeven dat Annabel eerst uit de gracht moest, omdat het anders niet veilig werken was voor ons. De gracht gaf ons te weinig ruimte.’ Later in de avond kwam het tweede telefoontje van het Noorder Dierenpark. ‘Annabel was inmiddels uit de gracht getakeld. De vraag was of we haar toch een zetje konden geven, om haar in de benen te krijgen.’ Rond 21 uur waren Sijbom en collega Michel Rolleman ter plaatse. Ze probeerden het beest rechtop te krijgen. Dat lukte met behulp van luchtkussens en banden die om haar buik waren bevestigd. ‘Doordat de kraanmachinist het dier omhoog takelde, konden wij haar buik ondersteunen met het luchtkussen. Bij deze werkzaamheden werden wij trouwens erg goed beschermd door de dierenverzorgers. Ze hadden ons werkterrein afgebakend met strobalen, waarachter wij de bediening konden doen. Zo’n groot dier dat in gevaar verkeert, blijft ontoerekeningsvatbaar.’
Zorgwekkend Dankzij dit soort maatregelen verliep de procedure perfect, vertelt Sijbom. ‘Het dier kwam goed in de hijsbanden te hangen, maar strekte nog steeds haar benen niet.’ Toen werd duidelijk dat Annabels toestand zorgwekkend was. De olifant was in shock, kon niet meer staan en bleef liggen op haar rechterzij. Hierop besloten de dierenartsen om de ruim drie ton wegende olifant in te laten slapen. De val in de gracht was Annabel fataal geworden. Sectie wees later uit dat de kuddeleidster een gebroken nekwervel en slijtage aan haar gewrichten had. ‘We hadden Annabel dus niet kunnen redden. Toch gaf het dierenpark aan onze procedure mee te nemen bij een volgend incident. Al hoop ik dan wel dat ze ons dan eerder inschakelen. Nu is er tijd verloren gegaan omdat Annabel eerst uit de gracht moest Verder is de samenwerking met het personeel en de kraanmachinist – een kraanleider die al vaker met olifanten gewerkt heeft – erg goed verlopen. Toch is het wel even slikken dat ze het niet heeft overleefd. Daar doe je het tenslotte voor.’ ■
nummer 4 april 2009 221
Het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken Nu verkrijgbaar! Per 1 november is het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, oftewel het Gebruiksbesluit in werking getreden. Weet ú welke grenzen dit besluit stelt? Zoals wanneer een gebouw een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie en vluchtrouteaanduidingen moet hebben? Welke eisen er gelden voor deuren in vluchtroutes? Of wanneer een gebruiksvergunning of een gebruiksmelding nodig? De antwoorden plus het complete Besluit vindt u terug in deze uitgave.
ISBN: 978 90 12 12917 6 Aantal pagina’s: 155 Prijs: € 21,20 Onder redactie van: ing. R.H.G.M. Rasch, drs. ing. M.P.M. Schoonderwoerd MCDm en ing. K.J. Wouda
Bestel via www.sdu.nl/brandweer, mail naar sdu@sdu.nl of bel (070) 378 98 80
222 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
DE KAZERNE / h et voertuig
De kazerne van brandweer Hattem Niet alleen de voorbijgangers, ook de brandweerwagens hebben het beter. In de oude kazerne stonden de wagens de hele dag in de kou. Bij de verbouwing kreeg de remise vloerverwarming. Riezeweide zegt dat de auto’s zo langer meegaan. ‘Als je een koude wagen start en dan meteen volop het gas erop zet, dan slijt de motor eerder.’
De brandweerkazerne van Hattem was oud, gevaarlijk onhandig en vooral ook onvriendelijk. Toenmalig burgemeester Piet Zoon zag de gebreken. Op zijn initiatief werd het gebouw compleet vernieuwd. Daarnaast werd een aantal extra ruimtes aan het gebouw toegevoegd. Bart Riezeweide van brandweer Hattem vertelt dat de openingsdeuren een bruine kleur hadden. ‘Mensen die langs het gebouw liepen kregen een naargeestig gevoel.’ De deuren zijn nu transparant geworden. ‘Nu denken mensen die langslopen ‘Hé daar staat een brandweerauto!’, en dat is veel prettiger.
Met het oog op de veiligheid en de Arbo regels móest een aantal aanpassingen worden gedaan. ‘Wanneer we voorheen een wagen hadden gestart en de motor stond te draaien, dan kregen de brandweermannen die door de garage liepen vieze uitlaatgassen in hun gezicht.’ Nu zitten aan de uitlaten slangen gekoppeld. De slangen, die met een magneet aan de uitlaat zitten, zuigen de uitlaatgassen op. Zodra je langs een deur rijdt wordt de magneet losgekoppeld. Voor de veiligheid en gemak heeft de kazerne nu ook een aparte kleedruimte. ‘Dat is een stuk veiliger. We moesten ons altijd in de wagenloods omkleden. Als een wagen dan ineens naar achteren rijdt, kun je worden aangereden.’ Behalve een aparte kleedruimte kwam er ook een ademucht ruimte. ‘Voorheen moest iemand van ons of van de gemeente luchtflessen bij een naburige kazerne ophalen. Nu kunnen we de flessen zelf vullen.’
Het voertuig van brandweer Wijchen-Heumen Een mooie glimmende wagen, daar was brandweer Wijchen-Heumen wel aan toe. Plaatsvervangend commandant Theo Bindels van brandweer Wijchen-Heumen noemt de wagen niet zo bijzonder. ‘We hadden gewoon een nieuwe wagen nodig. De oude was al achttien jaar oud en voldeed aan geen enkele eis meer.’ In januari werd de wagen afgeleverd. In de derde week van maart is hij in gebruik genomen. De aankoop van de wagen staat niet op zichzelf. ‘In totaal hebben we in de regio Gelderland-Zuid tien nieuwe wagens gekregen. Het zijn allemaal bijna dezelfde TS’en.’ Voor alle brandweerkorpsen gold hetzelfde probleem. De oude wagens waren veel te oud. Brandweer Wijchen-Heumen had voorheen een Mercedes. Nu is daarvoor een MAN-wagen in de plaats gekomen. De Mercedes begon veel last te krijgen van technische problemen. ‘De TS was oud en vertoonde technische gebreken.’ Behalve de technische problemen voldeed de Mercedes niet meer aan de Brand&Brandweer
voorwaarden omtrent de bepakking. ‘De vorige was bijvoorbeeld niet voorzien van hulpverleningsgereedschap.’ Bindels weet niet precies wat er met de oude wagen gaat gebeuren. ‘We hebben de oude wagen ingeruild. Ongetwijfeld zal hij gestript zijn.’ Volgens Bindels gaan oude wagens meestal naar het buitenland. ‘Vaak worden ze daar nog als brandweerwagen gebruikt.’
Voertuig Voertuignummer Gewicht Bouwjaar Vermogen Brandstof Hoogte Lengte Zitplaatsen Topsnelheid
: : : : : : : : : :
Fiat Ducato PM-692 2085 kg 2009 116 kW Diesel 2.52 mtr 5.41 mtr 9 zitplaatsen 130 km/u
nummer 4 april 2009 223
De organisatie De gemeenten Bolsward, Littenseradiel en Wûnseradiel dragen gezamenlijk de zorg voor de
De drie gemeenten beschikken over 6 uitrijdposten, waar 100 vrijwilligers werken. Het commando van de gezamenlijke brandweer bestaat uit een commandant, een plaatsvervangend commandant, twee preventiemedewerkers en een administratief medewerker. Ze zijn allen in beroepsdienst werkzaam, aangesteld bij de gemeente Littenseradiel. De standplaats is nu nog Wommels en zal aan het eind van dit jaar Bolsward worden.
brandweer.
De vacature In verband met het vertrek van één van onze preventiemedewerkers is de volgende functie vacant:
De gemeente Bolsward
Preventiemedewerker V/M
bestaat voornamelijk uit stedelijk gebied en telt circa 10.000 inwoners. De gemeenten Littenseradiel en Wûnseradiel zijn overwegend plattelandsgemeenten. De gemeente Littenseradiel bestaat uit 29 woonkernen met 10.800 inwoners en de gemeente Wûnseradiel heeft 27 woonkernen en 11.800 inwoners.
voor 36 uren per week Functie-inhoud De Preventiemedewerker: • Stelt gebruikersvergunningen op en controleert de naleving ervan. • Adviseert in het toepassen van brandpreventieve voorzieningen. • Adviseert inzake bestemmingsplannen. • Controleert instellingen, gebouwen en evenementen. • Geeft in- en extern voorlichting m.b.t. brandpreventie. • Zorgt voor het opstellen, controleren en actualiseren van aanvalsplannen. • Controleert en actualiseert bluswatervoorzieningen. • Beoordeelt en toetst ontruimingsplannen. • Voert de administratieve werkzaamheden uit die bij de functie horen. Functie-eisen • Een op de functie gerichte MBO, bijvoorbeeld Bouwkunde. • Bij voorkeur de module Specialist Brandpreventie (de oude module Preventie) afgerond. • Ruime ervaring met de genoemde werkzaamheden. • Flexibel, accuraat en zelfstandig kunnen werken. • Goede sociale en communicatieve vaardigheden. • Bezit van het rijbewijs B. • Bezit van het diploma Brandwacht is een pre. Wij bieden Afhankelijk van in hoeverre aan de functie-eisen wordt voldaan, kan inpassing plaatsvinden in salarisschaal 8, maximaal � 3.027,-- bruto per maand. Een uitloop naar het maximum van salarisschaal 9, � 3.418,-- bruto per maand, is mogelijk. Verder kent de gemeente goede secundaire arbeidsvoorwaarden: goede pensioenvoorzieningen bij het ABP, een ziektekostenverzekering bij het IZA, financiële en verloffaciliteiten voor de deelname aan studies, een fiscaal aantrekkelijk fietsproject en met het cafetariamodel kan verlof gekocht en verkocht worden. Informatie Informatie over de vacature kunt u krijgen bij de heer G. Priem, Brandweercommandant, telefoon 0515-331193. Informatie over de gemeenten kunt u vinden op:
www.bolsward.nl www.littenseradiel.nl
www.wûnseradiel.nl
Sollicitatie U kunt uw sollicitatie tot 20 april a.s. sturen naar Burgemeester en wethouders van Littenseradiel, Postbus 1, 8730 AA Wommels. Via de e-mail kunt u uw sollicitatie sturen aan: t.knol@littenseradiel.nl.
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie stellen wij niet op prijs.
224 nummer 4 april 2009
Gemeente
Littenseradiel Sdu Uitgevers
189x271 mm
Samen werken aan veiligheid De Veiligheidsregio Noorden Oost-Gelderland(VNOG) bestaat uit de regionale brandweer en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Ook het Regionaal Veiligheidsbureau en de Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn vallen onder het bestuur van de VNOG. Aan de Veiligheidsregio Noorden Oost-Gelderland nemen 22 gemeenten deel. De brandweer van de Veiligheidsregio is onderverdeeld in een concern met zes sectoren en zes intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (clusters): Epe/Apeldoorn/ Voorst, Veluwe Noord, Veluwe West, Achterhoek Oost, Achterhoek West en IJsselstreek. De taken van de clusters zijn o.a. het waarborgen van de samenwerking tussen de verschillende brandweerkorpsen in de gemeenten van de cluster. Het is daarbij de bedoeling om tussen de korpsen en de gemeenten in de cluster een samenhang te organiseren van waaruit de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing vorm en inhoud kunnen krijgen. Het cluster Veluwe Noord bestaat uit de gemeenten Elburg, Hattem, Heerde en Oldebroek. Het cluster heeft in totaal ruim 75.000 inwoners. De gemeente Elburg is een veelzijdige en goed bereikbare gemeente aan het Veluwemeer met historie, natuurschoon en recreatie op de Veluwe. De gemeente Elburg wil voor haar 22.000 inwoners een doelmatige en dienstverlenende instelling zijn. De organisatie van de gemeente bestaat uit een tweehoofdige directie en zeven afdelingen. De brandweer Elburg bestaat uit een korps van 4,5 fte en ruim 30 vrijwilligers.
Voor de gemeente Elburg en het cluster Veluwe Noord is de VNOG op zoek naar een
Brandweercommandant (M/V)
Je bent besluitvaardig, waarbij je je analytisch
(1,0 fte)
denkvermogen inzet en oog hebt voor de mogelijke consequenties. Voor de operationele
Het werk
functie verwachten wij dat je tenminste vijf jaar
Je bent een brandweerman of -vrouw in hart en
ervaring hebt als Officier van Dienst of de module
nieren met een, op organisatorisch en strategisch
Hoofdofficier van Dienst hebt doorlopen.
gebied, praktische en oplossingsgerichte instelling. Met deze instelling geef je (in)direct leiding
Ons aanbod
aan de medewerkers (inclusief vrijwilligers) van
Aanstelling vindt plaats in algemene dienst bij
de brandweer Elburg, en in een later stadium
de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland.
mogelijk ook aan de overige medewerkers in het
Je wordt gedetacheerd bij de gemeente Elburg.
cluster. Je ontwikkelt, bepaalt en bewaakt het
Afhankelijk van opleiding en ervaring bieden wij
beleid van de brandweer in de gehele breedte
een salaris van maximaal â‚Ź 4.980,- bruto per
inclusief de integratie naar andere disciplines.
maand (schaal 12) bij een fulltime dienstverband.
Je draagt zorg voor alle aspecten die te maken
Bij doorontwikkeling naar de functie van
hebben met het brandweerbeleid en de uitvoering
clustercommandant behoort schaal 13 (maximaal
van beleid op cluster-, gemeentelijk en regionaal
â‚Ź 5.403,-) in de toekomst tot de mogelijkheden.
niveau. Daarnaast stuur je veranderingsprocessen aan ter verbetering en ontwikkeling van
Nadere informatie
het cluster.
Voor meer informatie over deze functie kun je bellen met:
De commandant van Elburg is de primus inter
Astrid Dijkstra, Afdelingshoofd Maatschappelijke
pares voor het cluster Veluwe Noord. In die
Ontwikkeling, Gemeente Elburg (0525) 688751;
hoedanigheid participeer je in het Regionaal
Koos Scherjon, Directeur Brandweer VNOG,
Managementteam van de Veiligheidsregio. In de
telefoon (055) 5483001;
toekomst behoort verdere doorontwikkeling tot
Esmeralda Heskens, P&O-adviseur VNOG,
clustercommandant tot de mogelijkheden.
telefoon (055) 5483107.
Een operationele functie in het kader van de
Sollicitatie
Regionale Regeling Operationele Leiding behoort
Je sollicitatiebrief kun je tot uiterlijk 20 april 2009
eventueel tot de mogelijkheden.
richten aan de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, t.a.v. P&O, Postbus 234,
De functie-eisen
7300 AE Apeldoorn.
Voor deze functie verwachten wij een HBO/
De gemeenten en het brandweerpersoneel vanuit
Academisch werk- en denkniveau, en bij voor-
het cluster Veluwe Noord zullen bij de sollicitatie-
keur het diploma commandeur. Je beschikt
procedure worden betrokken.
daarnaast over ruime managementervaring en
Een assessment maakt deel uit van de procedure.
hebt gevoel voor bestuurlijke en interactieve processen. Bovendien ben je communicatief
De sollicitatiegesprekken zullen op 27 en 29 april
uiterst vaardig, zowel mondeling als schriftelijk.
2009 in Elburg worden gehouden.
Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
49719 189x271.indd 1
Brand&Brandweer
09-03-2009 14:08:51
nummer 4 april 2009 225
Brandweer Amsterdam-Amstelland, Behulpzaam, Deskundig, Daadkrachtig
Brandweer Amsterdam-Amstelland zoekt een
Manager Duikzaken (v/m) voor 36 uur per week.
Samen met de gemeenten, de politie en de geneeskundige hulpverleners bevordert en bewaakt Brandweer AmsterdamAmstelland de veiligheid in de regio. Een korps van zo’n 1.250 mensen dat effectief optreedt bij branden en ongelukken, maar ook bij het bestrijden van rampen en het beheersen van grootschalige crisissituaties. Brandweer Amsterdam-Amstelland, onderdeel van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstel land, bestaat uit de zes gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. De regio heeft één miljoen inwoners, met vele duizenden mensen die iedere dag komen werken, met elk jaar twee miljoen toeristen. Dat vraagt om slagkracht, om de bundeling van kennis en kunde en een professionele aansturing.
Algemene informatie Binnen de Brandweer Amsterdam-Amstelland zijn twee duikteams operationeel; één in Amsterdam en één in Amstelveen. De duikteams moeten na het ontvangen van de melding van een waterongeval binnen 15 minuten ter plaatse zijn. Het ontvangen van meldingen van een waterongeval en het inzetten van de duikploegen is geprotocolleerd en garandeert een snelle inzet.
Personeel en opleidingen Is verantwoordelijk voor de uitvoering van het personeelsbeleid. Ziet toe op een juiste inzet van personeel. Draagt zorg voor de selectie van het per soneel en het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Materieel en financiën Verzorgt de materiaalverwerving en het onderhoud daarvan. Is verantwoordelijk voor de financiële planning van de afdeling duiken qua personeel en materieel. Met als resultaat dat er efficiënt en kostenbewust gehandeld wordt. Overige taken Is verantwoordelijk voor een juiste PR betreffende de duikafdeling. Draa gt zorg voor het via de juiste kanalen bekendheid geven aan de werkzaamheden van de duikploeg zowel binnen Brandweer Amsterdam-Amstelland als daarbuiten. Draagt zorg voor overleg binnen en buiten de eigen afdeling en neemt deel aan diverse overleggen binnen Brandweer Amsterdam-Amstelland. Neemt deel aan diverse externe overlegvormen binnen de regio. Onderhoudt contacten met diverse ondersteunende i nstanties zoals de NVBR.
Functie-eisen:
Vanuit de algemene taakstelling van de brandweer, zoals aangegeven in de brandweerwet en nader uitgewer kt in de Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Amsterdam kunnen de duikploegen van de brandweer Amsterdam-Amstelland voor de volgende taken worden ingezet: het redden van te water geraakte personen; het redden van personen uit te water geraakte voertuigen; het redden van dieren in nood, in en op het water; het opsporen en bergen van verdrinkingsslachtoffers; het opsporen van te water geraakte voertuigen en assistentie bij de berging, indien deze een gevaar vormen voor de scheepvaart of een onmiddellijke bedreiging vormen voor het milieu; het opsporen en bergen van voorwerpen ten behoeve van justitie. Op termijn moeten de beide duikteams worden samengevoegd tot één regiodekkend team.
Functie-inhoud
minimaal hbo werk- en denkniveau; affiniteit met duikzaken, waarbij het bezit van de certificaten duikploegleider en duikmedisch begeleider een pre zijn; ervaring met het opstellen en toepassen van kwaliteitssystemen; leidinggevende ervaring en ervaring met het ontwikkelen en implementeren van beleid.
Salaris De functie is in dagdienst. Het salaris zal in overeenstemming zijn met de zwaarte van de functie. De aanstelling vindt plaats volgens de nieuwe rechtspositieregeling van de gemeente Amsterdam.
Inlichtingen Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer drs. S.H. van Dullemen, clustermanager operationele dienst, telefoon 020 555 6711.
Heeft u belangstelling?
Kwaliteitssysteem en wet & regelgeving Opstellen, bijhouden, bewaken en controleren van een kwaliteitssysteem met kwaliteitseisen en prestatie-indicatoren.
Stuur dan een sollicitatiebrief met curriculum vitae vóór 26 april 2009 aan: Brandweer Amsterdam-Amstelland, afdeling P&O, Weesperzijde 99, 1091 EL Amsterdam of per e-mail: solliciteren@brandweeraa.nl.
Beleid Ontwikkelt beleid ten aanzien van juiste organisatie van de afdeling qua inrichting, functioneren en vakinhoudelijk nu en in de toekomst.
Brandweer Amsterdam-Amstelland voert diversiteitbeleid en wil dat het personeelsbestand in o.a. leeftijd, geslacht, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en opleiding een afspiegeling is van de beroepsbevolking van Amsterdam en omstreken. Elke vacature staat open voor zowel mannen als vrouwen, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld.
226 nummer 4 april 2009
Sdu Uitgevers
De Brandweer Bommelerwaard is een van de acht clusters in de veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Het aantal inwoners in de Bommelerwaard is bijna 50.000. In de Bommelerwaard heeft een samenbundeling plaatsgevonden van kennis en ervaring van de beroepskrachten van de brandweer van de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel. Het stafbureau bestaat uit 10 medewerkers en is gehuisvest in de gemeente Maasdriel. De intergemeentelijke brandweercommandant houdt zich voornamelijk bezig met de centrale aansturing van de beroepskrachten en vrijwilligers. Vanuit de zes uitruk-
De gemeenten Maasdriel en Zaltbommel zijn voor de brandweer Bommelerwaard op zoek naar:
ADVISEUR RISICOBEHEERSING Hbo, functieschaal 10, 36 uur per week
posten worden de burgers geholpen door 150 vrijwilligers. Elke post wordt geleid door een postcommandant. De beheerstaken worden vanuit het stafbureau gerealiseerd. Dit geldt ook voor alle onderdelen van de veiligheidsketen zoals proactie, preventie en preparatie. Zo wordt
MEDEWERKER RISICOBEHEERSING / PREVENTIE B Mbo+, functieschaal 8, 36 uur per week
gestreefd naar het verbeteren van de kwaliteit en verdere professionalisering van de brandweer waarbij de vrijwilligers centraal staan voor de repressieve taken. Hierbij wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij regionale en landelijke ontwikkelingen en de partners.
MEDEWERKER OPLEIDING EN OEFENEN / PREPARATIE Mbo+, functieschaal 8, 36 uur per week
Kijk voor meer informatie over de vacatures op de website van de gemeente Maasdriel, www.maasdriel.nl, onder vacatures. De sluitingstermijn voor sollicitaties is 19 april 2009.
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie stellen wij niet op prijs.
Opnieuw verkrijgbaar CATALOGUS HULPDIENSTEN 2008/2009 Op welk deelgebied van Brandweer, Politie of overige Hulpverlening u ook werkzaam bent, uw vakinformatie komt van Sdu Uitgevers!
Catalogus 2008/2009 In de Catalogus Hulpdiensten vindt u een breed scala aan uitgaven gericht op de hulpverlener, in het bijzonder de brandweer en politie. De informatie in de uitgaven biedt een degelijke ondersteuning in uw beroepsuitoefening. De veelzijdige en hoogwaardige uitgaven sluiten naadloos aan op zowel opleiding als praktijk. Op zoek naar een tijdschrift, praktisch naslagwerk, agenda of boek? U vindt het gegarandeerd! De Catalogus Hulpdiensten 2008/2009 vraagt u gratis aan via www.sdu.nl.
Bestel via www.sdu.nl of bel (070) 378 98 80 Brand&Brandweer
nummer 4 april 2009 227
B&B reGISter
" " "RAND "RANDWEER
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Adviesbureau
Artesis postbus 371 4100 aj Culemborg Tel. 0345 687000 Fax 0345 687001
Adviesbureau Nieman postbus 40217 3504 aa Utrecht Tel. 030-2413427 Fax 030-3410266 E-mail: info@nieman.nl www.nieman.nl Van Pinxteren Interim & Advies postbus 75 2060 aB Bloemendaal Tel. 023 5254044 www.vanpinxteren.net
Adviesbureau brandpreventie Altavilla Brandveiligheid postbus 1026 5602 Ba Eindhoven Tel. 040-2902570 Fax 040-2902571 E-mail: info@altavilla.nl www.altavilla.nl Adviesbureau Van Dijke De Waal 24-28 5684 pH Best Tel. 049 9328400 Fax 049 9328401 E-mail: avd@avd.nu www.avd.nu BOS Consultancy B.V. Braambrugse Zuwe 127 3645 aD Vinkeveen Tel. 029 7266456 Fax 029 7266421 Van Hooft Adviesburo B.V. Fire & Life Safety Engineers Hoogeindsestraat 4 5447 pD rijkevoort Tel. 0485 37 18 90 Fax 0485 37 21 34 E-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl Bartels Ingenieursbureau postbus 10217 7301 gE apeldoorn Tel. 055-3680540 Fax 055-3664598 E-mail: apeldoorn@bartels.nl www.bartels.nl
228 nummer 4 april 2009
vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
MVH Adviseurs BV Brandpreventie, Bouwplantoetsing brandveiligheid, Handhaving & Detachering brandpreventie specialisten Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 06-54310052 E-mail: info@mvhadviseurs.nl www.mvhadviseurs.nl Peutz B.V. postbus 66 6585 ZH Mook Tel: 024 3570707 E-mail: info@mook.peutz.nl www.peutz.nl Floriaan B.V. postbus 220 5300 aE Zaltbommel Tel. 0418-573800 Fax 0418-573801 E-mail: info@floriaan.nl www.floriaan.nl Adviesbureau Dijkoraad Viavesta bv gotlandstraat 50 7418 aX Deventer Tel. 0570-519555 E-mail: brandpreventie@dijkoraad.nl www.dijkoraad.nl/brandpreventie Ingenieursbureau Te Riele B.V. postbus 72 7390 aB Twello Tel. 055-3231181 Fax 055-3231095 E-mail: info@terielebv.nl www.terielebv.nl
Alu/rvS Bewerkingen Machinefabriek Het Stempel B.V. postbus 191 3330 aD Zwijndrecht Tel. 078-6104055 Fax 078-6104010 E-mail: info@het-stempel.nl www.het-stempel.nl
Beveiliging ADT Fire & Security Vlierbaan 6-12 2908 lr Capelle aan den ijssel postbus 285 2900 ag Capelle aan den ijssel Tel. 010 258 48 48 Fax 010 442 32 50 e-mail:adt.nl@tycoint.com www.adtfireandsecurity.nl
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau van vliet Postbus 20, 2040 AA Zandvoort telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680
Blusmiddelen
Certificatie & Inspectie
DSPA postbus 6572 6503 gB nijMEgEn Tel. 024-3789581 Fax024-378583
Kiwa Nederland B.V. postbus 70 2280 aB rijswijk Sir W.Churchill-laan 273 2288 Ea rijswijk Tel. 070 4144400 Fax 070 4144420 E-mail: info@kiwa.nl www.1kiwa.com/brand
Bouwbedrijf Vaessen Algemeen Bouwbedrijf postbus 239 4940 aE raamsdonkveer Tel. 0162-522120 Fax 0162-520274
Brandweermaterialen & brandweervoertuigen Kenbri Fire Fighting BV postbus 85 3250 aB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com Hobrand Holugt bv postbus 6129 4000 HC Tiel Tel. 0344 663344 Fax 0344 630640 www.hobrand.nl
Brandwerende Utiliteitsdeuren Limburgia Utiliteitsdeuren postbus 4004 6080 aa Haelen Tel. 0475 592727 www.limburgia.nl
Brandweerkleding MEKKEY industriestraat 191 7553 Cn Hengelo OV Tel. 074 2782266 Fax 074 2780517 E-mail: info@mekkey.nl www.mekkey.nl Nijhof Safety BV Sloetsweg 100 7552 Hp Hengelo nederland Tel. +31 74 291 40 85 Fax: +31 74 242 32 54 E-mail: info@nijhofsafety.nl www.nijhofsafety.nl
Droogkasten & reinigingsmachines Harstra Instruments postbus 186 3890 aD Zeewolde Tel. 036-5222142 Fax 036-5222152 E-mail: info@harstra.nl www.harstra.nl Laundry b.v. industrieweg 10 postbus 7015 3286 Zg Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 E-mail: laundry@laundry.nl www.laundry.nl Miele Professional De limiet 2 4131 nr Vianen Tel. 0347-378883 Fax 0347-378429 E-mail: professional@miele.nl www.miele-professional.nl
Detachering brandweerpersoneel Paraat Veiligheidsdiensten Turfstekerstraat 30 1431 gE aalsmeer Tel:0297 230590 Fax 0297 230591 info@paraat.nl www.paraat.nl RegioSafe postbus 481 3990 gg Houten Tel: 030 6704816 E-mail: info@regiosafe.nl www.regiosafe.com
Geboorde brandputten AquaNed Watertechniek postbus 85 4715 ZH rucphen Tel. 016-5313350 www.aquaned.com
Beemsterboer B.V. De Veken 10 1716 KE Opmeer Tel. 022-6351860 Fax 022-6351092 Grondbooronderneming J. Hörmann B.V. rollecate 61 postbus 28 7710 aa nieuwleusen Tel. 0529-480910 Fax 0529-485460 Verhey Toldijk B.V. Zutphen Emmerikseweg 13b 7227 DE Toldijk Tel. 0575-452041 Fax 0575-452051 Mos Grondwatertechniek Boonsweg 11 3274 lH Heinenoord Tel 0186 607100 www.mos.nl Grondboringen IJsselmuiden Spoorstraat 20 8271 rg ijsselmuiden Tel. 038-3336099 Fax 038-3336098 info@grondboringen.eu www.grondboringen.eu Verhoeve Watertechniek bv industrieweg 23 4762 aE Zevenbergen Tel. 016 8336030 Fax 016 8336603 E-mail: info@verhoevewt.com www.verhoevewt.com
Generatoren Elja Power bv Baanhoek 144 3361 gM Sliedrecht postbus 278 3360 ag Sliedrecht Tel. 018 4490740 Fax 018 4490750 E-mail: info@eljapower.nl www.eljapower.nl
Handlampen Safety-Lux Nederland B.V. nijverheidswerf 37 1402 BV Bussum Tel. 035-6914476 Fax 035-6915474 info@safety-lux.nl www.safety-lux.nl
Sdu Uitgevers
B&B reGISter
Hulpverleningsgereedschappen
opl. verkeersveiligheid Brandweerchauffeur
Weber Rescue Nederland Exclusief dealer voor de verkoop en service van Weber-Hydraulik producten in nederland. Delta industrieweg 15 3251 lX Stellendam Tel.018 7493588 Fax 018 7493066 info@weber-rescue.nl www.weber-rescue.nl
Antislip & Rijvaardigheidscentrum DIBO K. Doormanstraat 15 7825 VS Emmen Tel. 0591-767571 Fax 0591-615908 www.dibo-emmen.nl
In & verkoop van gebruikte brandweervoertuigen en uitrusting Interfire Bunderbos 115 2134 Hp Hoofddorp Tel. 023 5632641 E-mail: Danica@interfire.nl
Isolatie Recticel Insulation postbus 1 4040 Da Kesteren Tel: 0488 4894000 E-mail: insulationinfo@recticel.com www.recticelinsulation.nl
Kenniscentrum voor de woning-en utiliteitsbouw SBR Stationsplein 45 a6.016, 3013 aK rotterdam postbus 1819 3000 BV rotterdam Tel. 010-2065959 Fax 010-4130175 sbr@sbr.nl www.sbr.nl
noodaggregaten Brinkmann & Niemeijer Motoren BV Engelenburgstraat 45 7391 aM Twello postbus 50 7390 aB Twello Tel. 057 1276900 Fax 057 1276800 E-mail: info@bnmotoren.nl www.bnmotoren.nl
oefenmaterialen VDK B.V. Handelsonderneming langenakker 22 5731 jS Mierlo Tel. 0492-667357 Fax 0492-667735
olie- en calamiteitenbestrijding VanDoClean B.V. Stevenshof 21 5109 TX ‘s gravenmoer Tel. 0162-370390 Fax 0162-370392 Mobiel: 06-53706000 E-mail: info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
Slipstream Consultancy Verzetsraat 76 7671 gl Vriezenveen Tel. 0546-567792 Fax 0546-565489
opleidingen & trainingen TLO Deen Koningin Emmalaan 2B 4141 EC leerdam Tel. 06-11647578 www.tlodeen.nl <http://www. tlodeen.nl> theo@tlodeen.nl
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Signalering Marelko Benelux b.v. rondven 4 6026 pX Maarheeze postbus 2674 6026 ZH Maarheeze Tel.0495 592290 Fax 0495 591014 info@marelkobenelux.nl www.marelkobenelux.nl
Software Cebes Administratieve Automatisering C.V. postbus 281 6000 ag Weert Tel. 0495-543211 Fax 0495-543174 E-mail: info@cebes.nl www.cebes.nl
Stickers Letas Stickerservice postbus 32016 6370 ja landgraaf Tel. 045-5312580 Fax 045-5691700
Dräger Safety Nederland B.V. postbus 310 2700 aa Zoetermeer Tel. 079-3444777 Fax 079-3444790 info@draeger-safety.nl www.draeger-safety.nl
Uitlaatgasafzuiging
MSA Nederland postbus 39 1620 aa Hoorn Tel. 022-9250303 Fax 022-9211340
Uniformen en bluskleding
reddingsgereedschappen Holmatro Rescue Equipment postbus 33 4940 aa raamsdonkveer Tel. 0162-589200 Fax 0162-522482 www.holmatro.com
Smit en Van Rijsbergen Zijlweg 148c 2015 Bj Haarlem www.uniformspecialisten.nl
verhuur brandweermaterialen RegioSafe postbus 481 3990 gg Houten Tel: 030 6704816 E-mail: info@regiosafe.nl www.regiosafe.com
versnellingsbakken/ transmissies/voertuigbouwers Allison Transmission Europe B.V. Baanhoek 188 3361 gn Sliedrecht Tel. 078 6422100 Fax 078 6422164 E-mail: edgar.lips@allisontransmission.com www.allisontransmission.com
Overlander BV Morseweg 2 3899 Bp Zeewolde Tel. 036-5219200 Fax 036-5234430
J. Zwart en Zoon B.V. postbus 32 1906 Zg limmen Tel. 072-5051638 E-mail: info@uniformkleding.nl www.uniformkleding.nl
redvoertuig trainingen Van Asten rescue trainingen Dudokstraat 1 6041 VM roermond Tel. 06 54725300 Fax 084 2259281 E-mail: jvasten@vanastentrainingen.nl www.vanasten-trainingen.nl
Schuimvormende middelen VanDoClean B.V. Stevenshof 21 5109 TX ’s gravenmoer Tel. 0162-370390 Fax 0162-370392 Mobiel: 06-53706000 E-mail: info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl Solberg Scandinavian AS p/a Bisschopshoeve 17 4817 pr Breda Tel. 06-46738567 joop@articfoam.com www.articfoam.com
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie postadres postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave d 45,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 355,prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
U kunt deze bon sturen of faxen naar: Bureau Van Vliet, postbus 20, 2040 aa Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.
Brand&Brandweer
" " "RAND "RANDWEER
nummer 4 april 2009 229
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR)
Paard veroorzaakt overbodige uitrukken De brandweer van het Engelse Southampton wordt er gestoord van. Tot vier maal toe moest de brandweer uitrukken voor een pony die met zijn voeten vast zat in de modder. Voorbijgangers zagen het zielige diertje staan, belden de brandweer en het paard werd gered. Maar wat bleek elke keer weer opnieuw, het paard heeft zulke korte benen dat het lijkt alsof het beestje in de grond vast zit. Het is de tekkel onder de paarden. De brandweer in Southampton kan wel door de grond zakken; de acties kostten volgens The Sun ruim 8.600 euro. De eigenaars van het paard zouden al hebben overwogen een bord om de nek te hangen met daarop: ‘Deze pony zit niet vast in de modder.’ Maar misschien kunnen ze beter vier stelten voor hem kopen.
APRIL 2009 - nummer 4 Jaargang 33 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Ing. S.J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente Drs. A.J. van Maren, brandweer Ede Mr. J.B.M. Tilman, directeur NVBR F. van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek A. van Gulik, veiligheidsregio VNOG
Bron: www.waarmaarraar.nl
EINDREDACTIE
PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail: info@ps-produkties.nl
Australische brandweer redt halfnaakte man uit boom
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Jeffrey Koper, PS-Produkties, oefencentrum Wijster, Stephan Wevers, FBF.NL, IOOV, Clemens Kamp, Ed Oomes, Carlos van Beek, Patrick van Gerner, Henk Brunink, Joop Tervoort, Ron Swart, Marco van der Leest, Doortje van der Molen, Gerard Koppers, Bastiaan Kelderman, Newspower
In het Australische Queensland heeft de brandweer een man in onderbroek uit een eucalyptusboom moeten redden. De houtkapper zat hoog in de boom toen zijn veiligheidsharnas het begaf. De man moest zich snel vastklampen aan de stam om niet uit de boom te vallen. Een ongeluk komt echter nooit alleen en daarom zorgde de zwaartekracht er ook nog voor dat de broek van de man afzakte. Omdat hij de boom niet kon loslaten, moest het slachtoffer gekleed in slechts alleen een onderbroek wachten op hulp van de spuitgasten.
ONTWERP EN OPMAAK
Dupuis Communicatie bv, Rotterdam UITGEVER
Sdu Uitgevers: R.W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet.com, www.bureauvanvliet.com Informeer ook naar de mogelijkheden voor combinatieadvertenties in Brand&Brandweer, GRIP4, Brandweeralmanak en/of Brandweeragenda!
Bron www.waarmaarraar.nl
Lijst van adverteerders
Pagina
Pagina
Applicom
180
Nationaal brandweermuseum
212
Ascent safety
192
Nijhof Safety
C2
Brandweer Amsterdam-Amstelland 226
Paraat Veiligheidsdiensten
218
Brinkmann & Niemeijer
218
Regiosafe
180
DSPA.nl
212
R&B Organisatie en Advies
210
Drager Safety Nederland BV
C4
Safety Lux Nederland
Gemeente Littenseradiel
192
224
SDU
Gemeente Maasdriel
227
Vaessen Algemeen Bouw
202
Grondboringen IJsselmuiden
180
Veiligheidsregio Noord Oost
225
Haagen Fire Training Products
202
Zwart Uniformkleding
218
Het stempel bv
212
Interfire
212
Inspiro
nummer 4 5 6 7/8 9 10 11 12 1
verschijning reservering 04-04-2009 09-03-2009 02-05-2009 03-04-2009 06-06-2009 12-05-2009 04-07-2009 09-06-2009 05-09-2009 11-08-2009 03-10-2009 08-09-2009 07-11-2009 13-10-2009 05-12-2009 10-11-2009 02-01-2010 04-12-2010
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 60,26 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 29,50. Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn i nclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2009 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
Termijn van annulering: 6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending: 3 weken voor verschijningsdatum
C3
J. Hormann
218
Laundry BV
202
Mos Grondwatertechniek
222
230 nummer 4 april 2009
216, 222, 227
Sluitingsdata advertenties en bijsluiters 2009
ABONNEMENTEN
Sdu Uitgevers
VEILIGHEID
BETEKENT JEZELF
CONCENTREREN OP DE ESSENTIE.
DE NIEUWE S-KLASSE EN SPIROGUIDE. Met het masker en de ademhalingsautomaat, naar keuze uitgerust met normaaldruk of overdruk, uit de nieuwe S-klasse en het SPIROGUIDE-bewakingssysteem kiest u voor zekerheid. Beide componenten worden gekenmerkt door de nieuwste technologie en een perfecte precisie en worden aan uw individuele toepassingsbehoeften aangepast.
www.interspiro.nl
Wereldwijd vertrouwen meer dan een half miljoen gebruikers op
Dr채gerSensoren.
Moeten we nog meer zeggen?
Wilt u de derde sensor voor de Dr채ger X-am 5000 gratis? Wij ontwikkelen al jaren de beste sensoren. Met de nieuwe 5-jaars garantie* garanderen we dit ook. Alleen de gasdetectie van Dr채ger beschikt over volledig zelf ontwikkelde sensortechnologie. Dit onderscheidt ons van alle andere aanbieders op de markt.
BEL TIJDENS K ANTOORUREN 079-3444888 OF MAIL 5JA ARGARANTIE@DRAEGER.COM * 5 jaar garantie geldt uitsluitend voor het instrument en de XXS 5Y O2, H2S en CO sensoren en niet in combinatie met andere kortingsregelingen