" " "RAND "RANDWEER
11 november 2009
• Onderwijsraad voor brandweer • 2010 totaalvisie duiken • Studentenhuizen onveilig
vakblad v akblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Een week nablussen bij bedrijfsbrand Barneveld
jaargang 33
Een zwarte bladzijde voorkomen is onze hoofdzaak.
PWG, marktleider in brandweerkleding. PWG BEDRIJFSVEILIGE KLEDING B.V. 1045#64 t "$ (0&4 5&- t '"9 */'0!18( /- t 888 18( /-
INHOUD
nummer 11 november 2009
COVERSTORY 536
Bedrijfspand Barneveld niet meer te redden
Een bedrijfspand in Barneveld brandt begin oktober tot de grond toe af. De brand woedt zo hevig dat een binnenaanval is uitgesloten. De brandweer zet daarom alles op alles om uitbreiding van de brand naar andere panden te voorkomen. Uiteindelijk is de brandweer bijna een week bezig met nabluswerkzaamheden.
ARTIKELEN 540
Brandweeronderwijsraad krijgt regie op onderwijs
562
Nieuwe ontwikkelingen binnen brandweer Nederland moeten straks binnen twee maanden doorgevoerd worden in de opleidingen. Dat is het streven van de NVBR en het NIFV. 542
2010: landelijke visie brandweerduiken
Twee kazernes in de regio Rotterdam-Rijnmond zullen vanaf medio 2010 gespecialiseerd zijn in scheepsbrandbestrijding. 566
Levensreddend duiken staat op gespannen voet met de veiligheid van brandweerduikers. Dit concludeert de Onderzoeksraad voor de Veiligheid na het fatale duikongeval in Terneuzen vorig jaar. 546
Studentenwoningen nog steeds brandonveilig
Het Landelijk Netwerk Brandpreventie van de NVBR is van mening dat het Gebruiksbesluit aangescherpt moet worden, aangezien studentenwoningen nog steeds onveilig zijn. 548
570
Een drastische reorganisatie bij de haakarmbakken. Vroeger waren er 180, nu zijn er nog maar 75 containers verspreid over Nederland.
Op de voorpagina: Een bedrijfspand in Barneveld met daarin vier bedrijven brandt begin oktober tot de grond toe af. Fotografie: Hans Verhorst
Brand&Brandweer
NVBR-congres 2009
De belangrijkste vraag tijdens het NVBR congres: hoe ziet de brandweer er in de toekomst uit?
Tasforce Vrijwilligheid wordt netwerk
Interim oplossing: drie haakarmbakken per regio
Conditie: zelfde eisen, anders testen Vroeger waren er vrijwel geen conditietesten. Dat is nu wel anders. De brandweerkeuringen zijn tegenwoordig een hot issue.
De Taskforce Vrijwilligheid heet vanaf nu het Netwerk Vrijwilligheid. Speerpunt van 2010: het verminderen van regeldruk. 552
Specialistische teams scheepsbrandbestrijding medio 2010 actief
RUBRIEKEN 531 532 545 554 557 561 569 575 577 588
VAN DE REDACTIE ACTUEEL PUNT EDU OEFENRUBRIEK NVBR-KATERN BRANDWEER OVER ZEE VRAAG EN ANTWOORD DE WEBSITE VAN KAZERNE/VOERTUIG COLOFON
nummer 11 november 2009 529
- klasse kazernebouw
Ontwikkeling
‡
Bouw
‡
Exploitatie
‡
ECO - Opwaardering
vaessenduurzaambouwen.nl
%FUBDIFSJOH WBO #SBOEXFFSQFSTPOFFM
vriendendienst 1
3FHJP4BGF IFFGU FSWBSFO CSBOEXFFSQFSTPOFFM NFU WFSTDIJMMFOEF DPNQFUFOUJFT CFTDIJLCBBS WPPS [PXFM LPSUF BMT MBOHF UFSNJKO
wachtlijst bemiddeling
t #SBOEXFFSEJFOTUFO FO QFSTPOFFM
t #SBOEXBDIUUPF[JDIU t &)#0 EJFOTUFO t /BCMVTXFSL[BBNIFEFO t *OUFSWFOUJFUFBN t 7FSIVVS
CSBOEXFFSNBUFSJFFM
Niets zo vervelend als onnodig wachten op een medisch consult. IZA zoekt de snelste
3FHJP4BGF JT VVS QFS EBH CFSFJLCBBS FO CFTDIJLCBBS
weg naar de juiste hulp. | goed voor elkaar |
XXX CSBOEXBDIUFO OM
Sdu Uitgevers
530 nummer 11 november 2009 WHDVHUV [ LQGG
VAN DE REDACTI E
De ideale brandweer
Een mix van Zweden, Engeland, Duitsland en Nederland Ik vraag me wel eens af of er zoiets bestaat als een ‘ideale brandweer’. Een brandweerorganisatie die alle kneepjes en kennis van het brandweervak beheerst, een brandweer die midden in de samenleving staat en verbinding maakt met de burgers en een brandweer die goed gemanaged wordt. Een brandweer die alles weet van brandverloop, brandoorzaken en bestrijdingstechnieken…een brandweer die middels wijk- en buurtbezoeken al haar kennis over kan brengen aan de inwoners van de stad/het dorp en… een brandweer die goed georganiseerd is en veel lerend vermogen heeft! Ik geloof in zo’n brandweer en ik heb hem ook gezien. In de laatste tien jaar ben ik veel in Zweden en Duitsland geweest, iets minder in Engeland en uiteraard ook genoeg in Nederland. En als ik zeg dat ik zo’n brandweer gezien heb dan bedoel ik dat ik zo’n brandweer in mijn gedachten heb samengesteld uit het beste wat de landen om ons heen te bieden hebben. Zweden heeft veel vakmanschap, Engeland weet veel van ‘Meer Rood op Straat / community Safety’, Duitsland heeft zijn ‘gründlichkeit en uniformiteit’ en Nederland het organiserende en bindende vermogen. Zweden Ik kom zeker tweemaal per jaar in Zweden en ik ben nog altijd onder de indruk van hun leergierigheid. Zweden weten veel van brandoorzaken en brandverloop en de samenwerking tussen onderzoek/universiteiten brengt dit vakmanschap steeds op een hoger niveau. Ik heb zelf hier bijvoorbeeld samen met hen getraind in het gebruik van ventilatietechnieken om bij brand snel zicht te krijgen, rookgassen te verdrijven en werkbare temperaturen te creëren. Technieken die bestudeerd, geprobeerd en verbeterd worden door mensen die het vakmanschap op een hoger niveau willen tillen! Een plezier om mee te werken en zeker een mooie ‘leercultuur’ om hier te introduceren. Ik ben overtuigd van een aantal van hun nieuwe technieken, en vooral van ‘ventileren bij brand’. Engeland Het is mooi om te zien hoe in delen van Engeland de verbinding tussen de brandweer en de inwoners gelegd wordt. Zeker, geboren vanuit noodzaak, maar inmiddels doorontwikkeld tot een type brandweerorganisatie die er op uit trekt; de ophaalbrug laat zakken en in de directe omgeving van de bewoners van de wijk, het dorp of de stad de veiligheid organiseert. Voorlichting, bewustwording en ook weten aan welke informatie mensen behoefte hebben. Niet nog meer vergunningen maar in direct contact met de burgers praten over brandpreventie, over het blussen van een beginnende brand of rookmelders. Hoe makkelijk kan het zijn… en vooral met onze eigen vrijwilligersorganisatie moet dit makBrand&Brandweer
kelijk te organiseren zijn. Eigenlijk hebben we goud in handen maar zien we het nog niet! Duitsland Tja, mijn buren vanuit Twente. Eerlijk gezegd kunnen we op het gebied van ons vak of de doorontwikkeling ervan hier niet zoveel ‘halen’. Waar ik echter wel altijd van onder de indruk ben is de Duitse ‘gründlichkeit en uniformiteit’. Daar hoor je niet zoveel bij de korpsen van: ‘ja maar bij ons doen we dat toch anders’… of ‘dat geldt voor hen maar niet voor ons’. Nee, in Duitsland is het niet moeilijk om een unité de doctrine (eenheid in visie) en/of een eenheid van werkwijze in te voeren. Dat zit daar in de cultuur. Nederland En dan Nederland, een land met de VOC-mentaliteit, dat vooral goed is om het beste van andere landen samen te brengen. Een brandweerorganisatie die goed is in ‘organiseren’, een organisatie die deskundigheid, daadkracht en behulpzaamheid als ‘leid-motief’ heeft. Ook een organisatie die zoekende is naar de toekomst, die wil transformeren naar een lerende organisatie; een brandweer met een hoge mate van vakmanschap, verbinding met de bevolking, een eenheid van werken en vooral veel lerend vermogen. Klinkt goed, klinkt als de ideale brandweer… Nu, ik zou zeggen zoek niet verder maar combineer het beste van Zweden, Engeland, Duitsland en Nederland en je hebt de ‘organisatie van de toekomst’. En vanuit onze VOC-tijd moet het ook zo: de wereld afschuimen en het beste mee terug nemen. Alle hens aan dek en zet koers Caroline! Uiteraard winnen we met voetbal van alle drie… Beter een goede buur dan een verre vriend, tijd voor een internationaal congresje lijkt me! Stephan Wevers Voorzitter redactie
nummer 11 november 2009 531
ACTU E EL
Picrinezuur zorgt opnieuw voor beroering
Foto: Rob de Jong
De Leeuw adviseert in dergelijke gevallen dat de ROGS geïnformeerd wordt en eventueel ter plaatse gaat. Een potje moet achter slot en grendel staan, waarna het Explosieve Opruimingscommando(EOC) het kan afvoeren en tot ontploffing kan brengen. Ook 24 september werd het EOC van de Landmacht opgeroepen, via de teamleider van de explosievenverkenning van de politie. Het team kwam het potje vijf dagen later halen en bracht het tot ontploffing.
In Leiden wordt naar GRIP1 opgeschaald als op het Bonaventuracollege ingedroogd picrinezuur wordt gevonden
Op een aantal middelbare scholen is in september ingedroogd picrinezuur aangetroffen. Afgelopen zomer waarschuwde de brandweer Amsterdam-Amstelland al voor het mogelijk explosieve goedje. De stof kan gevaarlijk zijn als het jaren ingedroogd in de kast staat, en dat gebeurt nogal eens. In Leiden ontstond op 24 september commotie op het Bonaventuracollege, toen een medewerker alarm sloeg over een gevonden potje picrinezuur. De stof werd vroeger voor preparaatvorming tijdens scheikunde- en biologielessen gebruikt.‘Een medewerker had na het lezen van een mail de brandweer gebeld’, vertelt Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (ROGS) en Hoofdofficier van Dienst (HOvD) Bastiaan de Leeuw van de brandweer Hollands- Midden. ‘Achteraf bleek dat een collega al met de afvalverwerking had overlegd over het laten afvoeren van het potje, maar de medewerker zelf had dit niet goed begrepen.’ Voordat hij uitrukte las De Leeuw nog snel het artikel over picrine-
zuur in het septembernummer van Brand&Brandweer. ‘Ik was wel bekend met de stof, maar hoe het precies zat wist ik niet meer uit mijn hoofd’, aldus De Leeuw. Ter plaatse bleek het incident al een grote schaal aan te hebben genomen. De meldkamer had, tegen advies van mensen in het veld, zelfs naar GRIP1 opgeschaald. De school was ontruimd en de eerste bevelvoerder had een gaspakkenteam besteld. ‘Achteraf gezien was dit een hoop toestanden voor niks. Picrinezuur kan wel gevaarlijk zijn, maar alleen als het ingedroogd is en je het potje openmaakt. Als je eraf blijft, is er niets aan de hand. Paniek is dus niet nodig, je moet wel voorzichtig zijn.’
Hulp bij brandveiligheidsvoorschriften Onduidelijkheden over brandveiligheidsvoorschriften kunnen worden voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie praktijktoepassing brand- en veiligheidsvoorschriften. Deze is ingesteld door minister Van der Laan voor Wonen, Wijken en Integratie. Particulieren, ondernemers, provincie en gemeente kunnen vanaf 1 oktober hier terecht als er verschil van mening bestaat over de interpretatie van brandveiligheidsvoorschriften. De com-
532 nummer 11 november 2009
Heerenveen In andere plaatsen ontstond minder beroering. Zo belde een amanuensis van een school in Heerenveen naar aanleiding van het voorval in Leiden de brandweer met de mededeling dat ook daar een potje picrinezuur in een kast was gevonden. ‘Het potje stond er al dertig jaar en ze vroegen zich af wat ze ermee moesten’, vertelt commandant George Kuntz van het korps Heerenveen. De ROGS adviseerde het potje gewoon te laten staan, en schakelde het EOC in. Deze bracht het twee dagen later buiten tot ontploffing, net als een gevonden potje picrinezuur op een school in Drachten. De brandweer Amsterdam-Amstelland trok afgelopen zomer al aan de bel. Op twee middelbare scholen werd picrinezuur gevonden. Het hoofdstedelijke korps wees de ministeries van VROM en OCW op het potentiële gevaar van picrinezuur. Door het verschijnen van berichten in de media over de inzetten van brandweer en EOC gingen veel scholen ook zelf op onderzoek uit. Zo werd in Hengelo en Apeldoorn picrinezuur gevonden. Ook in apotheken doken oude potjes picrinezuur op.
missie adviseert in concrete gevallen over de praktijktoepassing van de brandveiligheidsvoorschriften uit de bouwregelgeving (Woningwet, Bouwbesluit en Gebruiksbesluit). De commissie geeft een (niet bindend) onafhankelijk, technisch-inhoudelijk oordeel of advies. De adviescommissie is aangekondigd bij de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit. Kijk op www.vrom.nl/gebruiksbesluit of www.allesoverbrandveiligheid.nl voor meer informatie.
Sdu Uitgevers
ACTU EEL
Bezuinigingen bij brandweer nog onduidelijk Staatssecretaris Ank Bijleveld (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) kondigde vorige maand aan in het ‘meest vergaande scenario’ vanaf 2011 drie miljard euro te gaan bezuinigen op lokale overheden. De 441 gemeenten die Nederland telt zullen dus minder geld krijgen. Wat betekent dat voor de brandweer? Een rondgang langs de twaalf provinciale hoofdsteden toont aan dat de gemeenten nog geen flauw idee hebben of ook de brandweer gaat lijden onder de bezuinigingen. Een aantal gemeenten weet in een eerste reactie niet eens dat er bezuinigd moet gaan worden. Groningen, Assen, Zwolle en Middelburg zeggen allemaal bezig te zijn met het voorzichtig bekijken van eventuele bezuinigingsplannen. In hoofdlijnen kunnen ze weinig zeggen over de bezuinigingsposten. Specifieke informatie over bezuinigingen bij de brandweer gaat daarom nog veel te ver, zeggen de gemeenten. Eerdergenoemde gemeenten zeggen, op Middelburg na, hun plannen voor de verkiezingen in maart in hoofdlijnen klaar te
hebben liggen. De kiezer blijft op die manier betrokken bij de grootscheepse veranderingen in hun gemeenten. Middelburg zegt misschien nog wel langer nodig te hebben. Assen kampt momenteel ook al met een ander probleem. ‘We moeten eerst een achterstand van twaalf miljoen goed zien te maken, een gevolg van eerdere beslissingen’, aldus een woordvoerder van gemeente Assen. Waar die twaalf miljoen vandaan moet komen weet hij nog niet. Vanuit Leeuwarden laat een woordvoerder weten dat burgemeester Ferd Crone niet van plan is op de brandweer te bezuinigen. ‘We zijn intensief bezig met de bouw van een nieuwe kazerne’, licht de woordvoerder de stelligheid van de burgemeester toe. Verder vindt hij het evenals eerder genoemde gemeenten nog te vroeg om iets zinnigs te zeggen over het doemscenario. De meeste gemeenten geven wel een duidelijke verklaring over de vaagheid van hun bezuinigingsplannen. ‘We weten het nog maar kort en wat het bedrag precies zal zijn is ook nog onbekend.’ Wordt vervolgd…
Brandweer sneller ter plaatse De brandweer is bij binnenbrand en schoorsteenbrand sneller ter plaatse. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
foto: Jos Schuurman
De brandweer is sneller doordat de verwerkingstijd in de meldkamers is ge-
daald. Dat is de tijd tussen het ontvangen van een alarmering en het uitrukken van de brandweer. Schoorsteen- en binnenbranden zijn in 2008 in gemiddeld 1,6 minuten doorgegeven, tegen 1,7 minuten in 2007. De verwerkingstijd is daarmee terug op het niveau van 2006.
Brand&Brandweer
De tijd tussen alarmering en uitruk is voor dit type branden voor het tweede opeenvolgende jaar afgenomen: in 2008 rukte de brandweer in gemiddeld 3,1 minuten uit na ontvangst van een alarmering. In 2007 was dat nog 3,2 minuten en in 2006 3,4 minuten. De rijtijden bij schoorsteen- en binnenbranden zijn onveranderd. In 2008 had de brandweer, net als in 2007, gemiddeld 4,6 minuten nodig om vanuit de uitrukpost de brand te bereiken. De totale tijd die de brandweer in 2008 nodig had om na een brandmelding bij de brand aan te komen bedroeg gemiddeld 9,3 minuten. Dat is 0,2 minuten sneller dan in 2007 en even snel als in 2006. Het aantal vrijwilligers in de operationele dienst is op 1 januari 2009 ten opzichte van 2005 gedaald met 600. Het aantal beroepskrachten is in deze periode toegenomen met ruim 200.
nummer 11 november 2009 533
ACTU E EL
Nieuwe meldtekst voor alarmnummer De alarmcentrale zal gaan opnemen met: ‘Alarmcentrale 112, wilt u politie, brandweer of ambulance?’ in plaats van ‘Alarmcentrale 112, wie wilt u spreken?’ De wijziging is een gevolg van een onderzoek van studenten van de Universiteit Utrecht. Zij onderzochten in opdracht van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) hoe de gesprekken met alarmcentrale 112 zo kort mogelijk gehouden kunnen. Hoe korter mensen bellen met 112, hoe sneller hulp kan worden geboden. Volgens de studenten begrijpen de bellers niet altijd dat de 112centrale bedoeld is om door te verbinden met een hulpdienst als politie, brandweer of ambulance. Mensen die het alarmnummer bellen, willen vaak te veel inhoudelijke informatie doorgeven. De landelijke norm is dat een beller binnen 10 seconden een 112-centralist aan de lijn krijgt en dat het gesprek binnen 20 seconden wordt afgerond. Het KLPD wil het aantal gesprekken
foto: Roel Dijkstra
Het alarmnummer 112 krijgt een nieuwe meldtekst. Deze is bedoeld om misverstanden en langere gesprekken te voorkomen.
verminderen dat boven deze norm uitkomt. Daarom werden 120 gesprekken geanalyseerd die langer duurden dan 30 seconden (wachttijd en gesprekstijd).
Avontuurlijk paard uit zwembad gered foto: Toon van der Poel
zwembad gezakt’. De brandweer krijgt een melding van een paard te water. ‘Het gebeurt regelmatig dat wij een dier uit het water moeten halen, maar dan gaat het meestal om een sloot.’ De brandweer en de eigenaar weten niet hoe lang het dier al in het zwembad staat. ‘We konden wel zien dat het paard aan het onderkoelen was, want hij rilde’, aldus Van der Kraats. De dierenarts is inmiddels ter plaatse, ook hij constateert dat het dier onderkoeld is. Het zwembad leegpompen zou te lang gaan duren, vooral omdat het paard uitgeput is. Van der Kraats laat voor de zekerheid een duikploeg komen uit Alphen aan de Rijn. ‘Als hij zou bezwijken, konden we hem De brandweer redt het onderkoelde paard proberen te redden.’ Ook laat hij een HV komen. Met de HV, touwen en De brandweer van Boskoop krijgt regelmatig een melding een beugel die Boskoop standaard op de TS draagt, wordt het ‘dier te water’. Meestal gaat het dan om een koe, paard of paard uit het zwembad getakeld. Het dier wordt op het terras in schaap die in een sloot terecht is gekomen. Op Dierendag redhet hooi gelegd. De dierenarts stelt vast dat het paard het goed den Boskoopse brandweermannen een paard uit een zwemmaakt. bad. Een leermoment is dat niet alle brandweermensen hun helm dragen. ‘Dat realiseerden we ons vooral toen we achteraf de ‘De eigenaar wist niet wat hem overkwam’, vertelt bevelvoerfoto’s bekeken. De kans dat er iets gebeurt is klein en het was der Gertjan van der Kraats van het korps Boskoop. ‘Zijn paard geen prio1-inzet, maar een paard kan toch onverwachte bewewas op een of andere manier uit het weiland gebroken, aan de gingen maken.’ wandel gegaan en door de lamellen-achtige afdekking van het
534 nummer 11 november 2009
Sdu Uitgevers
ACTU EEL
Het aantal vrijwilligers bij de brandweer is niet drastisch gedaald. Eerdere foutieve cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wezen op een uittocht van 1000 brandweervrijwilligers in drie jaar. Uit gecorrigeerde cijfers blijkt dat het gaat om 543 vrijwilligers in drie jaar tijd. Daarbij is de trend positief : steeds minder vrijwilligers verlaten de brandweer. Bovendien is het aantal beroepskrachten de afgelopen drie jaar gegroeid. Dat schrijft minister Ter Horst in antwoord op vragen van Tweede Kamerleden. In totaal (vrijwilligers en beroepskrachten) is het aantal brandweermensen de afgelopen drie jaar met 207 mensen gedaald, een afname van gemiddeld 0,2 procent per jaar. Op 1 januari 2009 waren er in Nederland 21.417 vrijwilligers en 5.468 beroepskrachten bij de brandweer. De regionalisering heeft dus geen massale uittocht van vrijwilligers tot gevolg. In de in 2008 geregionaliseerde regio Rotterdam-Rijnmond zijn er dat jaar juist 68 vrijwilligers bijgekomen.
Agenda 25 november: Congres veiligheidsbewustzijn Thema van het congres van de Inspectie OOV en het NIFV is: Hoe is op dit moment het lerend vermogen van de brandweer ontwikkeld en georganiseerd?
Opnieuw duinbrand in Schoorl foto: Brandweer Bergen, unit Schoorl
Vrijwilligers vertrekken niet massaal
Cartoon
Het duingebied van Schoorl is 21 oktober opnieuw getroffen door brand. De brand woedde in een gebied van 300 bij 300 meter in het natuurgebied De Kerf. Eind augustus werd de brandweer bijna ingesloten door een natuurbrand bij Schoorl. Ook half september en half oktober was het raak. Het vuur ontstond in een gebied met bos en sloeg over naar een gedeelte met helmgras en heide. Meerdere brandweerkorpsen blusten de brand in De Kerf. De oorzaak van de brand is nog onbekend. De politie vroeg wel alle aanwezigen in het gebied om legitimatie. Bij de brand in augustus ging 150 hectare natuurgebied in vlammen op. 550 mensen moesten worden geĂŤvacueerd.
Heeft u een nieuwtje voor de rubriek Actueel? Mail het dan naar brandenbrandweer@ ps-produkties.nl
Brand&Brandweer
nummer 11 november 2009 535
Brand van de maand
Bedrijfspand Barneveld Een bedrijfspand met daarin vier bedrijven in Barneveld wordt op donderdag 8 oktober getroffen door brand. Meteen is duidelijk dat het complex niet meer te redden is. De brandweer zet daarom fors in op het voorkomen van uitbreiding naar een woning, schuur en bedrijven in de buurt. Dat lukt, met de inzet van zeven stralen. Een week later is nablussen nog nodig.
536 nummer 11 november 2009
foto: Hans Verhorst/Barneveldse Krant
Sdu Uitgevers
Brand van de maand
fotografie: FBF.NL
niet meer te redden
Brand&Brandweer
nummer 11 november 2009 537
Foto: Aneo Koning
Brand van de maand
‘E
Houtvezel wordt uit elkaar getrokken.
Door Ellen Schat
en zich snel ontwikkelende brand’, zo noemt hoofd repressie Chris Lems de brand die donderdag 8 oktober op industrieterrein Harselaar van Barneveld woedt. De opschaling volgt de snelheid van de vlammen. Om 19.05 geeft de alarmcentrale middelbrand, vier minuten later schaalt de eerste Officier van Dienst (OvD) Martien Broekhuizen na overleg met de onderweg zijnde bevelvoerder al op naar zeer grote brand. Broekhuizen zelf is rond 19.15 ter plaatse. Commandant van Dienst Olsder schaalt om 19.23 op naar GRIP1. In het CoPI worden de multidisciplinaire zaken afgestemd. Lems, die uit Ede moet komen en rond half acht ter plaatse is, ziet vanaf de snelweg al grote rookpluimen. ‘Ik dacht: hier ben ik wel een poosje mee bezig.’ Hij schaalt na overleg met de eerste OvD op met een tweede peloton. ‘Toen ik ter plaatse was, zag ik dat de brand woedde in vier bedrijven die in één gebouw waren gevestigd: een houtvezelfabriek, een caravanbouwer, een transportbedrijf en een verfgroothandel. Bij de melding was al gebleken dat de brand begonnen was in het houtvezelbedrijf.’
het gebouw aan het ontwikkelen was’, aldus Lems. Er is veel rookontwikkeling. Enorme hittestraling heeft tot gevolg dat ruiten van het veertig meter verderop gelegen bedrijf barsten. Een bovenwinds gelegen woning met aangebouwde bedrijfshal op vijftien meter afstand loopt eveneens gevaar. Ook het naastgelegen bandencentrum begint aan de achterzijde al te branden. De brandweer zet daarom in op voorkoming van uitbreiding van de brand. Een hoogwerker en een mobiele kraan worden onder meer hiervoor ingezet. Deze verwijderen de dakplaten, zodat er water onder gespoten kan worden. Ook de instabiele buitengevels worden omgedrukt zodat geen instortingsgevaar meer dreigt. ‘De vuurlast in de houtvezel was ontzettend groot. Houtvezel wordt gebruikt als strooisel voor onder andere konijnenhokken. Ook lag hier een grote hoeveelheid plastic waarin de houtvezel werd verpakt’,vertelt Lems. Naast het bedrijf staat een dieseltank die voor driekwart gevuld is met dieselolie waar Lems in eerste instantie voor vreest. ‘Deze stond achter een muurtje. Een TS zorgde ervoor dat het vuur de tank niet direct kon aanstralen. Ook een vrachtwagen werd weggereden met minimale brandschade. ’
Binnenaanval uitgesloten Het industrieterrein van 300 hectare groot is bekend bij de brandweer en bestaat uit oude en nieuwe bedrijfspanden, waaronder diverse chemische bedrijven. Het brandende pand waar de vier bedrijven in zitten, staat er ongeveer 25 jaar. Het bestaat uit vijf hallen met een totale oppervlakte van 4500 vierkante meter. ‘Ik had heel snel een beeld van het pand, mede door het brandkranenboek. En ik wist dat het één gebouw betrof’, aldus Lems. De brand woedt hevig. Zo hevig dat een binnenaanval uitgesloten is. ‘Ik zag bij aankomst dat de brand zich heel snel door
Publiek De brand is van verre te herkennen aan een gigantische rookwolk. Veel inwoners van Barneveld gaan een kijkje nemen. ‘Het publiek, naar schatting ongeveer drieduizend mensen, is sneller dan de politie kon opschalen’, stelt Lems. De politie is met enkele eenheden ter plaatse en kan weinig beginnen om de grote massa op afstand te houden. ‘Mensen liepen in de weg en overal tussendoor. Dat is niet alleen lastig voor ons, het was voor henzelf een onveilige plek. Toen we dat meldden, zeiden de meesten dat wij ons er niet mee moeten bemoeien en moesten gaan blussen’,
538 nummer 11 november 2009
Sdu Uitgevers
Foto: Hans Lukas Zuurman/Barneveldse Krant
Brand van de maand
Het bedrijfspand brandt helemaal af.
aldus Lems. Het plaatsen van afzetlinten blijkt slechts beperkt te werken. Met hulp van de zich spontaan meldende studenten van de Politieacademie en medewerkers van de Marechaussee weet de politie het publiek toch terug te dringen. De gemeente zorgt voor afzetting van de wegen rondom door het plaatsen van borden en drankhekken. Het eerder voor elkaar krijgen van de afzetting is volgens Lems een leermoment van de brand. ‘In de multidisciplinaire evaluatie van de brand zal duidelijk moeten worden hoe dit vorm gegeven moet worden.’ Enkele explosies als gevolg van vuurwerk klinken om 20.10 uur. ‘Het was een kleine hoeveelheid vuurwerk, maar de mannen die aan deze kant aan het blussen waren, schrokken er wel van’, vertelt Lems. Het gaat vermoedelijk om een hoeveelheid van minder dan tien kilo. Een andere zorg zijn de dakplaten van het pand. Bij een eerste verkenning had de brandweer een aantal dakplaten gezien die er asbestverdacht uitzagen. ‘De eigenaar had ons echter verzekerd dat het hele dak was gesaneerd. Dat bleek de volgende dag echter bij één hal van 300 vierkante meter nog niet te zijn afgerond.’ Ook dit is volgens Lems een leerpunt. ‘Onze inzet is niet anders geweest en de manschappen hebben niet gevaar gelopen omdat de asbest gewoon nat werd gehouden en er geen direct contact was met de dakplaten, maar toch hadden we het moeten weten.’ De meetploeg meet onder leiding van de Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (ROGS) geen verhoging van gevaarlijke stoffen. De verbrande verven en thinners van de
Enorme hittestraling heeft tot
gevolg dat ruiten van het veertig meter verderop gelegen
verfgroothandel leveren geen gevaar op. In overleg met de ROGS wordt besloten om ook dit deel van het pand gecontroleerd uit te laten branden voor een zo volledig mogelijke verbranding.
bandencentrum springen.
Brand&Brandweer
Lang nablussen Het sein ‘brand meester’ kan iets na half elf ’s avond worden gegeven. Rond deze tijd worden ook een tweede mobiele kraan en hoogwerker ingezet. Alle muren worden omver gehaald. Eén peloton en twee hoogwerkers blijven nog hun werk doen, en halverwege de nacht wordt afgeschaald naar twee TS’en en twee hoogwerkers. Een aantal dagen erna moet de brandweer nog terugkeren om na te blussen. Zelfs een week later krijgt de brandweer nog opnieuw melding van oplaaiend vuur. ‘Het houtvezel was zo dik verpakt dat we niet in de kern konden blussen. Ergens zitten dan nog smeulende delen. De wind wakkert het vuur weer aan’, verklaart Lems. Iets dergelijks is volgens de OvD alleen te voorkomen als al het materiaal uit elkaar wordt getrokken. Dit is niet gedaan vanwege het asbestgevaar in de dakplaten. Het oorspronkelijke plan om de woning, de schuur en andere panden niet vlam te laten vatten, lukt. ‘De woning was wel een beetje zwart geblakerd aan de buitenkant. De bewoners waren niet thuis, maar bekenden van de familie haalden vroeg in de avond de hond uit het huis, en later brachten ze huisraad naar buiten. ‘De mensen waren niet verzekerd, dus ze hebben geluk gehad.’ De brandweer is al met al tevreden over de inzet. Lems: ‘De brand was groot, maar niet superingewikkeld te bestrijden.’ ■ nummer 11 november 2009 539
Onderwijs
Brandweeronderwijsraad
fotografie: Jos Schuurman
Binnen maximaal twee maanden moeten nieuwe ontwikkelingen die van belang zijn voor het brandweervak doorgevoerd worden in opleidingen. Dat is het streven van de NVBR. Incidenten als in De Punt en het duikongeval in Terneuzen laten zien dat het van belang is dat praktijkervaringen tijdig worden vertaald in onderwijs en bijscholing. Om dit mogelijk te maken moet er meer regie komen op het brandweeronderwijs. En daarom heeft de NVBR samen met het NIFV het initiatief genomen om te komen tot een brandweeronderwijsraad.
D
Door Jolanda Haven
e besluitvorming is nog niet helemaal afgerond maar het moet mogelijk zijn om in januari 2010 al te starten met de brandweeronderwijsraad. Deze raad krijgt de regie over lesen leerstof en de toetsing van brandweer Nederland. ‘Dit is een grote en belangrijke stap die gezet gaat worden’, aldus Stephan Wevers namens de NVBR. Modernisering van het onderwijssysteem is noodzakelijk om kennis, veiligheid en effectiviteit van de brandweer te waarborgen. Op dit moment ontbreekt het aan regie en een duidelijke borging van het onderwijs. Als gevolg daarvan worden opleidingen niet altijd tijdig aangepast aan nieuwe inzichten. Er is geen centraal orgaan dat de verantwoordelijkheid kan nemen voor het verwerken van ervaringen van eerdere incidenten. Wevers: ‘Recente ongevallen als in De Punt laten zien dat het van groot belang is dat praktijkervaringen van de korpsen tijdig worden gesignaleerd en verwerkt in onderwijs en bijscholing. Wij willen meer regie over het onderwijs, het staat nu te ver van ons af. Procedures, leerstof, opleiding en oefening moeten nog beter op de praktijk worden afgestemd. Deze kwaliteitsslag is noodzakelijk om goed voorbereid te blijven op grote incidenten. De brandweer heeft te maken met een toenemende complexiteit van de samenleving, die van invloed is op het vak. De wereld om ons heen verandert snel. En dat betekent dat ook de brandweer moet veranderen en zich aan moet passen.’ In de De brandweerlieden die vorig jaar bij De Punt om het leven kwamen, zijn overvallen door een rookgasexplosie. Dat is de conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
540 nummer 11 november 2009
Sdu Uitgevers
Onderwijs
krijgt regie op onderwijs brandweeronderwijsraad komen vertegenwoordigers van onder andere brandweer, vakbonden, werkgevers, NIFV, NBBe en het ministerie van BZK. Onderzoek OVV Een goed voorbeeld van een onbekende complicatie binnen het onderwijs van brandweer Nederland is een rookgasexplosie. Dit is een explosieve verbranding van brandbare rookgassen. Een rookgasexplosie is volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid de oorzaak geweest dat drie brandweerlieden vorig jaar bij een loodsbrand in De Punt om het leven zijn gekomen. Ze werden plotseling overvallen door een enorme branduitbreiding die ze van te voren niet aan hebben zien komen. Onder het dak van het gebouw hadden zich rookgassen verzameld die plotseling ontbrandden. De brandweer heeft de gevaarsituatie vooraf niet herkend, omdat ze niet op de hoogte is van de gevaren van een rookgasexplosie. En daar moet verandering in komen. De Onderzoeksraad beveelt aan om de kennis over een rookgasexplosie op te nemen in de les- en leerstof. En dat onderschrijft de NVBR. ‘De kennis over rookgasexplosies zal binnen korte tijd doorgevoerd moeten worden in het onderwijssysteem’, aldus Wevers. ‘Dit signaal kunnen en mogen we niet negeren.’ In de ene regio is er meer kennis over dit nieuwe fenomeen dan in de andere regio. ‘Deze informatie hebben ze niet uit de les- en leerstof gehaald maar uit internationale literatuur en bij buitenlandse oefencentra’, aldus Wevers. ‘De kennis die er in het land is moeten we zo snel mogelijk bij elkaar zien te krijgen.’ Wel kennis Wim Beckmann van het NIFV spreekt echter tegen dat er in de les- en leerstof niets vermeld staat over rookgasexplosies. ‘In de afgelopen jaren is de les- en leerstof aangepast en daar is ook het fenomeen rookgasexplosie in verwerkt.’ Toch zijn veel brandweerlieden hier niet van op de hoogte en ook wordt het kennen en herkennen van een rookgasexplosie niet standaard getoetst. ‘Het is onmogelijk alle mogelijke gevaarlijke verschijnsels in examens te toetsen. Een rookgasexplosie komt in de regel weinig voor, bovendien is het fenomeen nieuw in Nederland. Maar de aanbevelingen van de Raad, dat er meer aandacht voor rookgasexplosies moet komen, onderschrijven wij.’ De omgekomen brandweerlieden waren in het bezit van een diploma en waren dus in staat hun taak als brandweerman uit te voeren. Beckmann: ‘Als je eenmaal je diploma behaald hebt, dan is dat diploma in principe een leven lang geldig. Je bent niet verplicht om bijscholingscursussen te volgen. In de loop der jaren is de leer- en lesstof echter wel ingrijpend veranderd.’ Op dit moment is het aan de werkgever om ervoor te kiezen of hij zijn brandweerlieden regelmatig op cursus stuurt. Bijscholing kost veel geld en brandweerlieden zijn veel tijd kwijt om die scholing te volgen. Met name voor vrijwilligers kan deze belasting te groot worden. Gezien de vrijblijvendheid zal een deel van de brandweerlieden de updates in het onderwijssysteem missen. Binnen de brandweer wordt op dit moment wel gesproken om een ‘leven lang leren’ cyclus in te voeren. Dat betekent dus dat je Brand&Brandweer
altijd de schoolbanken in moet om vakbekwaam te blijven. Een focus op blijvend vakmanschap. Volgens Beckmann zal het altijd voorkomen dat er bepaalde zaken zijn die niet (tijdig) opgenomen kunnen worden in de lesen leerstof. ‘Herzien gebeurt wel, maar niet zeer frequent. En ook wij vinden dat teleurstellend omdat wij ook graag een betere borging van de les- en leerstof willen’, aldus Beckmann. ‘Maar de financiële middelen zijn te beperkt om regelmatig de studieboeken te herzien. Wij moeten uit eigen middelen financieren in tegenstelling tot politie en defensie. Ontwikkeling van les- en leerstof wordt voor deze sectoren wel structureel gefinancierd door de overheid.’ Initiatieven Na het noodlottige incident in De Punt heeft de NVBR de afgelopen maanden verschillende initiatieven genomen om het vakmanschap van de brandweer naar een hoger plan te tillen. Het project Lerend Vermogen binnen de brandweer bijvoorbeeld. Daarbij wordt de focus gelegd op het leren van incidenten door o.a. het landelijk leeragentschap (delen van kennis) en het project brandonderzoek. Elke regio heeft zijn eigen leeragent die diverse lokale en regionale initiatieven verbindt. Maar ook worden er alternatieven bedacht voor de binnenaanval. Wevers: ‘Dat wil niet zeggen dat we de binnenaanval laten voor wat het is, maar in bepaalde gevallen zul je op basis van je risico-inschatting besluiten dat je niet meer naar binnen kunt. En dus moet een buitenaanval uitkomst bieden. Op dat gebied is brandweer Nederland druk aan het innoveren, denk aan het gebruik van alternatieve blussystemen of ventilatietechnieken. Het is belangrijk om alle kennis bij elkaar te krijgen. Want er is veel kennis binnen brandweer Nederland.’ Het netwerk Repressie is op dit moment druk bezig zich te richten op vakmanschap. Er is een kerngroep opgesteld die zich bezighoudt met de alternatieven voor de binnenaanval. Binnen de verschillende netwerken zijn er veel zaken die elkaar overlappen. En daarom wordt er nauw met elkaar samengewerkt. ‘Daarnaast is het belangrijk om je kennis niet alleen te halen binnen je eigen organisatie. We moeten over de brandweergrens heen kijken. Denk aan het bedrijfsleven qua technische ontwikkelingen of het onderwijs. Waar zit de kennis en waar moeten en kunnen we gebruik van maken? Onze samenleving wordt steeds complexer en als gevolg hiervan zijn de eisen die aan de brandweer worden gesteld de afgelopen jaren sterk toegenomen’, aldus Wevers. De noodzaak tot het continu verbeteren van doctrines en van het brandtechnische vakmanschap wordt onderkend. De NVBR is van mening dat er een stap in de goede richting is gezet maar er kan nog veel meer geleerd worden. ‘Het is daarom belangrijk om de ingeslagen weg te volgen.’ ■
nummer 11 november 2009 541
duiken
Zomer 2010: visie op waterongevallen De Onderzoeksraad voor Veiligheid presenteerde half oktober haar rapport over het fatale duikongeval in Terneuzen vorig jaar. De Raad keek niet alleen wat er mis ging in Terneuzen, maar velt een oordeel over het brandweerduiken in het algemeen. De Raad vraagt zich af of de brandweer een veilige situatie kan garanderen voor haar duikers. En stelt daarmee het uitvoeren van een levensreddende duik door de brandweer ter discussie. De NVBR heeft parallel aan het onderzoek een stappenplan opgezet om zo tot een nieuwe visie op het brandweerduiken te komen. Uitgangspunt daarbij is veiligheid.
D
Door Jolanda Haven
e brandweer is de enige organisatie in Nederland die op ieder tijdstip duikers ter plaatse kan hebben om levensreddend op te treden. Dat heeft minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aangegeven in het rapport van de Onderzoeksraad. Dat staat echter op gespannen voet met het garanderen van een veilige context voor de brandweerduikers, zo concludeert de Raad. En dus staat levensreddend optreden door brandweerduikers onder druk. Anderhalf jaar na het fatale onge542 nummer 11 november 2009
val in Terneuzen is er veel veranderd. De NVBR voerde na het ongeluk samen met de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) een systeembeschouwing uit. Conclusie: er waren veel meer korpsen die verbeteringen aan moesten brengen om veilig te kunnen blijven duiken. Dit kwam nog eens duidelijk naar voren tijdens het symposium over brandweerduiken vorig jaar. De systeembeschouwing heeft geleid tot een aantal belangrijke verbeteringen. Brancherichtlijnen zijn aangepast, lesprogramma’s en examens zijn verbeterd en er is meer aandacht gekomen voor nood- en panieksituaties. Het ontwikkelen van de landelijke visie waterongevallen is de volgende stap. De NVBR heeft inmiddels Sdu Uitgevers
duiken
een meerjarenperspectief neergelegd bestaande uit drie stappen. Als eerste moeten de aanbevelingen uit de systeembeschouwing worden uitgevoerd. Hiervoor heeft het platform Bestrijding Waterongevallen een plan opgezet om dat samen met de regionale duikcoördinatoren op te pakken. Als tweede wordt door middel van het auditen van de ‘duikkorpsen’ informatie opgehaald op technisch, organisatorisch en cultureel gebied dat als basis moet dienen voor een nieuwe visie op Waterongevallen. Tot slot zal er dus een nieuwe visie op Waterongevallen ontwikkeld moeten worden. Deze moet voor de zomer van 2010 klaar zijn. Stephan Wevers, voorzitter programmaraad Brandweerzorg van de NVBR, benadrukt dat het auditen van de duikteams beslist geen inspectieronde is. ‘We willen alleen beter inzicht krijgen. Wij gaan in principe bij alle duikteams/regio’s langs om zo de aanwezige kennis te bundelen en de regio’s volgend jaar een keuzepakket aan te bieden.’ Keuzepakket Hoewel de brancherichtlijnen, leer- en lestof en examens voor elke brandweerduiker gelijk zijn, wil de NVBR met de landelijke visie op waterongevallen maatwerk leveren. Het is dus uitdrukkelijk niet een vooropgezet plan dat alle regio’s levensreddend blijven duiken. Wellicht is voor sommige regio’s die taak niet haalbaar. Regio’s kunnen een keuze maken, uitgangspunt blijft veiligheid. Wevers: ‘Met het keuzepakket bedoelen we dat de regio´s een keuze moeten kunnen maken uit verschillende taken die betrekking hebben op waterongevallen. Van levensreddend duiken tot oppervlakteredding.’ Op dit moment moeten alle korpsen vakbekwaam zijn om een levensreddende duik uit te voeren. Gezien de lokale risicoprofielen en de tijd die gemoeid gaat met de voorbereidingen voor het verantwoord uitvoeren van duiken, moeten regio’s zich afvragen welk pakket ze willen uitvoeren op het gebied van Waterongevallen. En dus gaat er verandering komen in het huidige systeem. ‘Regio’s met veel water kunnen voor een totaal pakket kiezen. Dat bestaat uit zowel levensreddend duiken, bergen en oppervlakteredding. Maar regio’s of korpsen met minder water of waar het onmogelijk is om nog een levensreddende duik uit te voeren, zullen dan bijvoorbeeld alleen nog in actie komen voor berging of oppervlakteredding’, aldus Wevers. ‘Het is belangrijk dat elk duikteam onder ogen ziet wat de reële mogelijkheden zijn.’ Terneuzen Na het fatale duikongeval vorig jaar in Terneuzen werd al vrij snel duidelijk dat de gemeente haar zaken voor wat betreft duiken niet op orde had. Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid, die half oktober met haar rapport naar buiten kwam, trok deze conclusie. Het duikteam van Terneuzen heeft onvoldoende rekening gehouden met de specifieke weersomstandigheden van de duik en de daarmee gepaard gaande risico’s. Er zijn tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van risico aanpak en geoefendheid. Deze tekortkoming hebben ook een rol gespeeld bij eerdere duikongevallen met fatale afloop in Utrecht (2001) en Urk (2007), zo staat in het rapport. De stekker is uit het duikteam getrokken,op verzoek van de brandweer en op besluit van het college van B&W. En pas wanneer alle onderzoeken zijn afgerond gaat het team weer operationeel. ‘Die beslissing om dan weer operationeel te gaan, hebben we zelf genomen’, aldus Jeroen Meijering brandweercommandant van Terneuzen. Hoewel het duikteam van Terneuzen het afgelopen anderhalf jaar veel voor haar kiezen heeft gekregen, ziet het de toekomst positief in. Meijering: ‘Wij hebben nooit de focus Brand&Brandweer
gelegd op wat er is gebeurd, maar hebben er vanaf het incident onze schouders onder gezet om door te gaan.’ Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid brengt volgens Meijering geen nieuwe feitelijkheden aan het licht. ‘De oorzaak en wat er mis is gegaan, was al vrij snel duidelijk. Toch is het onderzoek van de Raad niet overbodig. Het rapport gaat namelijk niet alleen in op het duikongeval in Terneuzen maar houdt brandweerduiken in het algemeen tegen het licht. En daar ben ik blij om.’ Uit het rapport blijkt onder andere ook dat gemeenten en veiligheidsregio’s moeite hebben om te voldoen aan de eisen die gelden voor de hercertificering van de brandweerduikers. En daarnaast hebben duikteams moeite met het uitvoeren van adviezen die door landelijk betrokken partijen worden gegeven. ‘De ontwikkelingen en verbeteringen ten aanzien van brandweerduiken moeten doorgetrokken worden naar het korps’, aldus Meijering. ‘Maar snappen de mensen die ermee moeten werken waar het over gaat? Het is belangrijk om dat helder te krijgen. En daar hebben wij een goede stap vooruit gezet. Daarnaast is het relevant om het korps op alle fronten op scherp te krijgen, maar vooral ook te houden.’ Na het incident vorig jaar, hebben de duikers van Terneuzen een half jaar niet gedoken. Meijering: ‘We wilden eerst zeker weten of er niets mis was met het materiaal. Pas toen dat uitgesloten was, zijn we weer begonnen met oefenen. En die oefeningen hebben we uitgevoerd op basis van aangepaste procedures en nieuwe richtlijnen. We hebben daarvoor gesprekken gevoerd met de Arbeidsinspectie en het examenbureau van de NBBe. Er zijn trainingen, programma’s en examens ontwikkeld. En met de duikinspectie hebben we technische verbeteringen doorgevoerd.’ De duikers spreken elkaar aan volgens Meijering en ze zijn niet bang om vragen te stellen als er onduidelijkheden zijn. De duikers van Terneuzen zijn op duikstages geweest bij andere korpsen. Zij hebben dagen achter elkaar geoefend, zowel in de praktijk maar ook werd theoretische kennis getraind. ‘Dat hebben de duikers als zeer positief ervaren’, aldus de brandweercommandant. ‘Dagen achter elkaar trainen is beter dan elke week een paar uurtjes.’ Meijering: ‘We duiken nu volgens het boekje. Hoewel je het uiteraard goed wilt doen, is het soms wel lastig. Wat er allemaal geschreven en geroepen wordt over brandweerduiken, moeten we voor waar aannemen. Ruimte voor je eigen ideeën of invullingen is er vrijwel niet. Er zijn bepaalde zaken waar wij onze eigen mening over hebben, denk aan technische aspecten bijvoorbeeld. Zo duikt het ene korps met een zinkende seinlijn en het andere korps met een drijvende seinlijn. Wat wij prettiger vinden is nu niet belangrijk. Het gaat erom wat veiliger is. Maar wat is veiliger?’ Dat wordt volgens Meijering nog te weinig onderbouwd. ‘Of het maken van een noodopstijging. Hoe vaak moet je dat getraind hebben, om te zeggen dat je ervaring genoeg hebt?’ Meijering pleit dan ook voor meer onderzoek. ‘Denk bijvoorbeeld aan buitenlandse rapporten, literatuur en kennis van externe partijen.’ Hoewel Meijering nog genoeg ideeën heeft, is hij bovenal tevreden over de stappen die al gezet zijn, en de stappen die nog gezet gaan worden. Anderhalf jaar na het ongeluk duikt het korps van Terneuzen volgens het laatste veiligheidsprotocol. Andere duikteams wordt zelfs geadviseerd om bij het duikteam van Terneuzen te kijken. Meijering: ‘Hoe wij duiken, willen wij graag uitdragen naar andere regio’s dus iedereen is van harte welkom.’ ■
nummer 11 november 2009 543
RICAS, specialist in risico-advisering en veiligheidsopleidingen, heet voortaan G4S. Sinds 2004 is RICAS al onderdeel van G4S, wereldmarktleider op het gebied van beveiliging en veiligheid. En daar zijn we trots op. Vooral omdat G4S kwaliteit en service hoog in het vaandel heeft staan. Maar ook omdat G4S met 585.000 medewerkers actief is in meer dan 110 landen. RICAS en G4S hebben samen één doel: Securing Your World. Dat doen we door de kennis en expertise van beide organisaties in te zetten om uw leef- en werkomgeving veilig te maken. De dienstverlening van RICAS vormt hierbij een onmisbare schakel in het dienstenaanbod van G4S. En om dit te onderstrepen gaan G4S en RICAS verder onder één naam.
Voor meer informatie kijkt u op www.ricas.nl
PU NT EDU
Verhaleren Kun je je met terugwerkende kracht ergeren aan een onderzoeksrapport? Toegegeven, het is een vraag die ik eergisteren niet gesteld zou hebben, maar toen was ik ook nog niet bezig met het schrijven van een column over de lerende organisatie. Vandaag wel, en het maakt wat bij me los. Laat ik mij nader verklaren. In december 2004 verscheen het IOOV rapport ‘Veiligheidsbewustzijn bij brandweerpersoneel’. Een op zichzelf goed ontvangen rapport. In een deel van dat rapport worden de leeragenten gepresenteerd, als hoeder en beheerder van het organisatorisch geheugen van de organisatie. Met als doel beter te leren van ongevallen. Hetwelk wij slechts kunnen toejuichen, nietwaar? Doch dan is daar paragraaf 3.1.6.3, blz 72: ‘In de meeste gevallen is de interactie tussen leeragentschap en organisatorisch geheugen afwezig.’ Punt. Ik lees de enige zin van betreffende paragraaf nog maar eens: ‘In de meeste gevallen is de interactie tussen leeragentschap en organisatorisch geheugen afwezig.’ Is u daar nog? Of kijkt u nu net als ik wat Mister Beanig in de ruimte? Helaas blijft het niet bij deze ene zin. Er zijn nog veel meer van dit soort raadsels in de tekst terug te vinden. Vooruit, het is dierendag, ik trakteer: ‘Indien het leeragentschap (..) is ingesteld door de commandant, dan is de commandant het relevant management. Indien de commandant deel uit maakt van het leeragentschap of indien het leeragentschap is ingesteld door het gemeentebestuur dan is het relevant management het gemeentebestuur.’ ‘Indien een andere organisatie het incidentonderzoek heeft verricht, is er wel altijd sprake van een incidentrapportage.’ ‘Met name in de focusgroepbijeenkomsten is gebleken dat risicobeoordeling door de eerste uitrukploeg ook tijdens de reguliere les- en oefenavonden binnen het eigen verzorgingsgebied wordt beoefend.’ Enzovoorts, enzovoorts en etcetera. Waarom ergert me dit zo, vraagt u zich wellicht af? U las namelijk wel verschrikkelijker zinsnedes, in geschriften die u niet direct te binnen schieten, maar toch. Zou ik zo’n vijf jaar oud rapport niet gewoon beter in de kast laten staan, heb ik er ook geen last meer van? Maar ik heb er wel degelijk last van. Bij de NVBR zijn we bezig met een omvangrijk programma dat de lerende organisatie centraal heeft gezet. Er is geld voor beschikbaar, en er zijn mensen aangesteld die er zich voor een aanzienlijk deel van hun tijd voor kunnen vrijmaken. En die mensen moeten, met de beste bedoelingen, dit soort teksten gebruiken als basis voor hun programma. Teksten die bol staan van algemeen theoretische uitgangspunten, maar Brand&Brandweer
niet het verschil of overeenkomst tussen oefenen, opleiden en leeragentschappen uitleggen. Teksten die mopperen dat de netwerken van de NVBR geen duidelijke bijdrage leveren, maar verzuimen te beschrijven wat dan wel een goede rol voor de netwerken is. En die zulke algemene aanbevelingen opleveren (‘veranker leerprocessen’, ‘borg dat leerprocessen landen’) dat je er nog niks mee kunt. Dat is ergerlijk: een realistisch probleem kapot analyseren en vervolgens voorzien van gratuite containeraanbevelingen. Want het kan anders: verhaleren. Laten we beginnen met de constatering dat de gemiddelde brandweermens niet van lezen houdt. Dat hij een hekel heeft aan lange teksten met rijtjes opsommingen. Brandweermensen leren van verhalen: verhaleren. Verhalen uit de oude doos, na het eten met elkaar om tafel. Anekdotes over grote branden en incidenten. Foto’s en films van explosies en instortingen. Van actie en oefening. Deze actiegerichtheid staat in schril contrast met de teksten die gebruikt worden om een lerende organisatie op te richten. Dit is de kern van mijn stelling: als de brandweer organisatorisch wil leren, moet ze structureel verhalen gaan vertellen. Tijd uittrekken om in de ploeg, op de post, iets te vertellen uit de buitenwereld. En gezamenlijk na te gaan wat dat betekent voor de eigen club. Let wel goed op wie er wat komt vertellen: het waarheidsgehalte van een verhaal wordt bij de brandweer mede bepaald door de acceptatie van de verteller. Niet iedereen kan alles vertellen. ‘Verkeerde’ vertellers worden niet serieus genomen en dan is het leren mislukt. Leeragenten moeten dus ook vooral niet alles zelf willen overbrengen. Maar ze spelen wel een rol in de verdeling van de verhalen over de juiste vertellers in hun regio. En ze kunnen bij elkaar hun licht opsteken over succes en faalfactoren van bepaalde vormen van verhalen vertellen. Dan is daar nog het netwerk repressie. Wiens rol eigenlijk heel simpel is: ze schrijft het Grote Boek van de Brandweerverhalen: de Brandweerdoctrine. Een boek dat nooit af is en steeds nieuwe hoofdstukken toevoegt aan de geschiedschrijving van ons mooie vak. Maar zoals zo vaak zijn simpele dingen het moeilijkst en vergen dus iets meer uitleg. Bovendien is de column al helemaal vol, en is er op 15 oktober een netwerkdag repressie waarin we dieper ingaan op wat ik hier al beschreven heb. Waarover ik u dan in de volgende column meer kan verhaleren. ■
nummer 11 november 2009 545
preventie
Studentenwoningen nog
S
Door Ellen Schat
De brandveiligheid in studentenwoningen is onvoldoende.
Studenten weten onvoldoende over de brandveiligheid van hun huisvesting. En particuliere verhuurders zijn slechter op de hoogte van regels dan woningcorporaties. Dat concludeert de VROM-inspectie in een recent onderzoek. Het Landelijk Netwerk Brandpreventie van de NVBR vindt dat het Gebruiksbesluit aangescherpt moet worden. Studentenstad Groningen voert ondertussen twee van de drie aanbevelingen uit het rapport al uit. ‘Ik heb het idee dat brandveiligheid maar langzaam bij veel particuliere verhuurders doordringt’, aldus Michael de Laat.
546 nummer 11 november 2009
tudenten weten weinig van brandveiligheid. Dat blijkt uit de enquête die in opdracht van de Inspectie VROM is gehouden. Zo weet 55% van de studenten niet waar de brandblusser hangt. 76% van de studenten geeft aan bij het wonen op kamers nooit enige voorlichting over brandveiligheid gekregen te hebben. Ook is steekproefsgewijs geïnspecteerd op 95 locaties. Daarbij zijn vluchtwegen, apparaten en brandmelders en -blussers onderzocht. De brandveiligheidssituatie in de studentenpanden is matig tot onvoldoende, zo luidt de conclusie. Ruim de helft van de panden voldoet niet aan de belangrijkste technische brandveiligheidseisen. In een derde van de panden is de vluchtweg niet volgens de regels. Het gaat dan om het gebruik, om de aanwezigheid van een tweede vluchtweg of doorgekoppelde rookmelders. Het onderzoek geeft aan dat vooral particuliere studentenhuizen onveilig zijn, terwijl studentenhuizen van woningcorporaties juist veiliger zijn. Tweederde van de onderzochte studentenhuizen is in particuliere handen. Gemeenten moeten woningen waar meer dan vier studenten wonen die geen gezamenlijke huishouding voeren, controleren op brandveiligheid. De Inspectie VROM stelt in haar conclusies dat er onduidelijkheid is over het begrip gezamenlijke huishouding. Het voeren van een gezamenlijke huishouding is geen relevant criterium voor brandveiligheid. Ook wordt onder meer aanbevolen particulieren en studenten voor te lichten over brandveiligheid. Een jaarlijkse oefendag zou kunnen helpen, en gemeenten moeten kamergewijze verhuur in beeld brengen. Op basis daarvan kunnen controles gericht worden gepland en uitgevoerd. Ten slotte wordt een vervolgonderzoek aangekondigd in 2011. Geen verrassing De uitkomsten van het onderzoek verrassen het landelijk netwerk brandpreventie (LNB) van de NVBR niet. ‘Het bevestigt het beeld dat we al een tijd hebben’, vertelt Charles Meijer van het netwerk. Het LNB gaf in 2008, bij de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit, al aan dat zij zich zorgen maakte over deze problematiek. ‘Het Gebruiksbesluit is bedoeld om meer uniformiteit in de regelgeving te krijgen, maar dat is niet altijd het geval. De ene gemeente controleert namelijk wel studentenhuisvesting, maar een andere niet.’ Ook in het rapport wordt geconcludeerd dat het Gebruiksbesluit ruimte overlaat voor eigen interpretatie van gemeentes, waardoor in de praktijk toch weer verschillen kunnen ontstaan. ‘Ik durf wel te beweren dat in veel gemeenten de brandveiligheid van studentenwoningen sinds de komst van het Gebruiksbesluit achteruit is gegaan’, aldus Meijer. Het netwerk vindt dat het Gebruiksbesluit aangepast moet worden. ‘Zowel ten aanzien van de begripsbepaling als ten aanzien van de bouwkundige- en installatietechnische aspecten. Ook moeten gemeenten een systematisch controlesysteem hanteren voor alle bestaande gebouwen. Dus niet alleen voor kamerverhuur en ongeacht of het gebruik van het gebouw vergunningSdu Uitgevers
preventie
foto: hulpverleningsdienst Groningen
steeds brandonveilig
Een geblokkeerde brandtrap in Groningen.
plichtig of meldingplichtig is.’ Op het gebied van voorlichting kan volgens Meijer veel worden gewonnen. ‘Voorlichting moet een continu proces worden. Studentenhuisvesting kenmerkt zich door een snelle doorstroming, elk jaar komt er een nieuwe lichting studenten. VROM heeft dat onderschat.’ De brandweer speelt een cruciale rol in voorlichting. Voorlichting is vooral belangrijk omdat het Gebruiksbesluit is bedoeld om meer veiligheidsbewustzijn en eigen verantwoordelijkheid te creëren bij gebruikers en eigenaren. Dat is volgens Meijer een mooi streven. ‘Maar het gaat hier om gebouwen waarin mensen wonen die minder oog hebben voor veiligheid, dat blijkt ook maar weer eens uit dit onderzoek.’ Groningen De situatie zoals in het onderzoek beschreven herkent hoofd van de afdeling preventie Michael de Laat van de brandweer Groningen deels. Bij veel studenten zit brandveiligheid niet tussen de oren, zo merkt ook de brandweer Groningen tijdens de controles. ‘Fietsen staan in de gangen. De brandweer wijst hen erop, maar het jaar erop staan ze er weer. Vaak krijgen we telefoontjes van ouders die vragen hebben.’ De Laat heeft echter het idee dat bij particuliere verhuurders al heel wat gewonnen is. ‘We zijn hier ook al sinds 1995 heel actief mee bezig. Twee man van de afdeling houden zich fulltime bezig Brand&Brandweer
met controle van kamerverhuurpanden. Ik heb het idee dat het langzaam begint door te dringen.’ Het is volgens De Laat niet eenvoudig om de kamergewijze verhuur in beeld te brengen, zoals in het rapport aan gemeenten wordt aanbevolen. ‘Wij hebben het voor een groot gedeelte in beeld, maar het is zaak om dit voortdurend bij te houden. Bovendien geldt het Gebruiksbesluit voor panden vanaf vijf personen. Er is dus geen zicht op de kamers waar minder studenten wonen. In het verleden was dit wel zo.’ Toch probeert de brandweer via voorlichting wel tot studenten die met minder mensen samenwonen, door te dringen. ‘Zo zijn we altijd aanwezig tijdens de introductieweek van studenten en bezoeken we dan ook de studentenverenigingen.’ Ook wordt de brandveiligheid van kamerverhuurpanden opgenomen in het jaarlijkse handhavingsbeleid. ‘Daarin staat globaal hoeveel studentenpanden er zijn die binnen het Gebruiksbesluit vallen, en dat we die jaarlijks controleren. Het gaat om ongeveer tweeduizend panden.’ Een jaarlijkse brandoefendag, een derde aanbeveling aan de gemeenten in het Inspectierapport, zou volgens De Laat een goed idee zijn. ‘Dat wordt ook richting de politiek aangegeven.’ ■ Het rapport Brandveiligheid studentenhuisvesting is te downloaden via www.vrominspectie.nl nummer 11 november 2009 547
bestuur en organisatie
Tasforce Vrijwilligheid wordt netwerk ‘De tijd is er rijp voor, dus pak de kansen die er liggen’, aldus Robin Burgering, netwerkvoorzitter Vrijwilligheid en regionaal commandant van de regio Noord-Holland Noord. Er is veel gaande binnen de brandweer en dat gaat niet zonder slag of stoot. De regionalisering bijvoorbeeld. ‘Hoewel niet iedereen achter dat besluit staat moeten veel korpsen er wel aan geloven. En dan kun je elkaar maar beter bij de arm pakken om samen vooruit te kijken naar een sterke brandweerorganisatie.’
Tientallen vrijwilligers van alle brandweerkorpsen in het werkgebied van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord waren in juni present tijdens een discussiebijeenkomst waarin de uitkomst van de enquête werd besproken.
E
Door Jolanda Haven
en belangrijke boodschap van Burgering aan het veld. Kansen grijpen en ontwikkelingen van de positieve kant bekijken. Dat is uiteraard makkelijker gezegd dan gedaan. En daarom is het belangrijk dat er geluisterd wordt naar de signalen uit het veld. Signalen van onvrede moe-
548 nummer 11 november 2009
ten op een goede manier opgelost worden en daar maakt het netwerk Vrijwilligheid zich hard voor. De brandweer is de vrijwilliger. Zonder vrijwilliger geen brandweer. Daarom is het noodzakelijk de vrijwilliger aan je organisatie te binden en vooral ook verbonden te houden. Eind 2007 werd de taskforce Vrijwilligheid opgericht. Vanaf september 2009 is de taskforce overgegaan in het netwerk vrijwilligheid binnen de NVBR. ‘Als Sdu Uitgevers
bestuur en organisatie
taskforce Vrijwilligheid was het erg zoeken naar goede verbinding met het veld. In elke regio speelt weer net andere problematiek en daarom is er voor gekozen om er een netwerk van te maken’, aldus voorzitter Robin Burgering. ‘In de bestaande netwerken zitten vertegenwoordigers van de brandweer uit alle regio’s in het land.’ Luisteren naar signalen ‘Met de taskforce Vrijwilligheid is de eerste stap gezet en aan het netwerk de schone taak om het verder uit te bouwen’, aldus de voorzitter. ‘De belangrijkste zaken waar we ons op dit moment en ook volgend jaar op richten zijn het bestendigen of verhogen van de beschikbaarheid en het verminderen van belasting en regeldruk.’ Regeldruk verminderen is een ruim begrip, het omvat vele zaken. Zoals opleidingen en het volgen van bijscholing, examinering, keuringen, oefenen, procedures bij repressieve inzetten etc. Het netwerk probeert dat op allerlei manieren aan te pakken. Burgering: ‘Dat begint bij het luisteren naar de signalen die we krijgen uit het veld. Daarnaast zijn veel regio’s op hun eigen manier bezig met het verminderen van regeldruk en de aandacht voor de belastbaarheid van vrijwilligers. Naast het luisteren naar de signalen is het van belang dat we de ervaringen van regio’s bundelen zodat andere korpsen en regio’s daar hun voordeel mee kunnen doen.’ Zaken praktisch regelen De NVBR heeft programmaraden en netwerken die ervoor zorgen dat zaken binnen brandweer Nederland goed geregeld worden. Dat gaat dus ook de vrijwilliger aan. Het netwerk Vrijwilligheid kijkt onder andere naar de gevolgen van (beleids)ontwikkelingen vanuit deze clubs voor de vrijwilliger. ‘En daarom is het belangrijk dat we goed communiceren met de andere netwerken en relevante ‘externe’ partijen. De initiatieven van andere netwerken moeten we niet doorkruisen door als eigen netwerk het wiel opnieuw uit te vinden. Het is belangrijk dat we onze rol goed oppakken door te investeren in bijvoorbeeld de relatie tussen de brandweer en de werkgever van de vrijwilligers. Als we kijken naar het oefenen dan worden de mogelijkheden bekeken of oefenavonden niet anders ingericht kunnen worden of ze deels te vervangen door dagen realistisch oefenen bijvoorbeeld. Overleggen met het NIFV en het NBBe over omvang van lesstof en reële en goede examinering moeten gestimuleerd worden. We willen de vrijwilliger zoveel mogelijk ontlasten door zaken praktisch te regelen. Er wordt al zoveel van de vrijwilliger verlangd.’ Helder communiceren Naast het zo goed mogelijk willen organiseren van zaken is communicatie minstens zo belangrijk. ‘De NVBR verspreidt nieuwsbrieven, organiseert bijeenkomsten en congressen. Maar om elke vrijwilliger te bereiken is het wellicht belangrijker dat elk regio een vertegenwoordiger heeft die rechtstreeks in contact staat met de vrijwilliger. Het begint dus al in de eigen regio en zelfs lokaal moeten gemeenten goed georganiseerd hebben waar vrijwilligers terecht kunnen. En ik merk in mijn eigen regio dat daar nog grote verschillen in zijn. De vrijwilliger moet zichtbaar zijn en zij moeten op hun beurt weten waar ze terecht kunnen.’ Hoewel zichtbaarheid van het netwerk zeker niet het primaire doel is, wil Burgering wel dat het netwerk een vraagbaak is waar de vrijwilliger altijd terecht kan. ‘Wij willen een bescheiden rol op de achtergrond spelen. Maar op die achtergrond zijn wij Brand&Brandweer
Robin Burgering
wel druk bezig om alle ontwikkelingen te volgen en daar op in te spelen. Ook het contact met de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) is daarbij van belang. Voor 80-90% streven we hetzelfde doel na als de VBV. Het zou goed zijn de krachten meer te bundelen.’ Belastbaarheid Zoals Stephan Wevers ook al aangaf in zijn reactie naar aanleiding van het rapport over De Punt (zie pagina 540,541 van dit nummer), is het belangrijk is om te investeren in blijvend vakmanschap. ‘Er moet een kwaliteitsslag gemaakt worden, maar we moeten ook borgen dat de vrijwilligers in de toekomst de kennis houden zonder dat ze teveel belast worden’, aldus Burgering. ‘Vroeger kwam de brandweer vaak op de eerste plek van de vrijwilliger. In veel gevallen is dat nog wel zo maar er is meer dan de brandweer. Elke vrijwilliger heeft ook een gezinsleven en moet op zaterdag naar voetbaltraining bijvoorbeeld. De beschikbaarheid van de vrijwillig neemt af en daar zullen we op de juiste manier op in moeten spelen. Bovendien wordt de motivatie er niet groter op als ze vaak voor niets moeten uitrukken voor automatische brandmeldingen.’ Burgering ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. ‘Maar zie niet elke ontwikkeling als een bedreiging, maar als een kans. We zitten op dit moment in de fase dat we van lokaal naar regionaal gaan. We moeten het ijzer smeden als het heet is en dus moeten we nu de kansen grijpen. Pak elkaar bij de hand en kijk over de gemeentegrens heen. Leer van elkaar en kijk hoe een ander korps zaken aanpakt waar je wat van kan leren.’ Daar is volgens de voorzitter iedereen bij gebaat. Haal wat er te halen valt. En kijk ook naar de ontwikkelingen in het bedrijfsleven. En bovendien zal er geïnvesteerd moeten worden in leiderschap. Er is behoefte aan leiders die vrijwilligers kunnen managen en daarbij gevoel hebben voor de maatschappelijke en bestuurlijke omgeving. Burgering: ‘Hoewel de brandweer erg conservatief is, heb ik er alle vertrouwen is dat we de komende jaren naar een bepaalde visie en nieuwe concepten toewerken. De bewustwording dat we moeten veranderen wordt steeds groter. En ik heb de stille hoop dat er in de toekomst gebroken gaat worden met de conservatieve lijn. De tijd dat we brand alleen met water blussen is voorbij. Maar hulpverlening en brandbestrijding zal altijd blijven. En dus zullen we altijd vrijwilligers nodig hebben.’ ■ nummer 11 november 2009 549
HulpdienstenOnline biedt dagelijks nieuws en professionele informatie voor hulpverleners! Onafhankelijk, actueel én informerend per vakgebied: brandweer, ambulance, politie, veiligheidsregio’s en overige hulpdiensten. HulpdienstenOnline speelt in op de toenemende multidisciplinaire samenwerking van de hulpdiensten.
HulpdienstenOnline biedt u:
• Een volledig én duidelijk overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van alle hulpdiensten.
• De laatste actualiteiten gerangschikt aan de hand van de verschillende deelgebieden binnen de hulpdienstverlening geselecteerd door een kundige redactie.
• De verdieping op het gewenste deelgebied aan de hand van de uitgebreide dossiers.
• Een online platform met contactmogelijkheden met uw collega’s.
• Een vacaturebank. • Het digitale archief van onze vakbladen: Brand&Brandweer,
HullpdiensttenO Onlline: hét brandpunt voor alle hulpdiensten
GRIP4, Incident en Recht, Bestuur en Organisatie van Hulpdiensten.
Voor wie? HulpdienstenOnline is ontwikkeld voor professionals werkzaam bij alle hulpdiensten. Maar is daarnaast natuurlijk ook toegankelijk voor alle personen die interesse hebben in de actualiteiten en ontwikkelingen omtrent de hulpdiensten.
Grati e-mailnie s Hulpdien uwsbrief stenOnlin e
Nieuwsgierig? Surf dan naar: www.hulpdienstenonline.nl
550 nummer 11 november 2009
Sdu Uitgevers
BRANDWEEROPLEIDINGEN B.V.
REALISTISCH OEFENEN IN DE USA BRAYTON FIRE TRAINING FIELD IN TEXAS Het Brayton Fire Training Field is met een oppervlakte van bijna 50 hectare het grootste oefencentrum ter wereld. International Fire and Safety Training (I-Fast) en H2K Brandweeropleidingen bieden u de mogelijkheid om in een nieuwe omgeving met unieke oefenfaciliteiten en tegen concurrerende
tarieven te trainen onder leiding van Nederlandstalige instructeurs. Op het trainingscentrum kunnen bijna alle denkbare incidenten in zowel de publieke sector als de industrie nagebootst worden.
Meer informatie kunt u vinden op
I-Fast en H2K verzorgen voor de Benelux en Duitsland de trainingsaanvragen voor het Brayton Fire Training Field.
Voor telefonisch contact belt u met
www.i-fast.nl of www.h2kbrandweeropleidingen.nl
0181-470464
vriendendienst 16
schade verzekering
Het leven is vol risico’s. Daartegen kan niemand u beschermen. Maar voor de financiële gevolgen kunt u zich bij IZA uitstekend verzekeren. | goed voor elkaar |
Brand&Brandweer
nummer 11 november 2009 551 WHDVHUV [ LQGG
materieel
Interim oplossing: drie haakarm Een paar jaar geleden telde Nederland nog 180 haakarmbakken met technische hulpverlenings uitrusting (THU), die verspreid waren over de zestig brandweercompagnieën. Nu zijn er nog maar 75 haakarmbakken: drie containers per veiligheidsregio. Deze drastische reorganisatie is het werk van het brandweerveld zelf. De eigenaar van de haakarmbakken, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft de NVBR-netwerken Materieel en Repressie namelijk gevraagd met een interim oplossing te komen. ‘Wij wilden minder bakken, maar wel vol nuttig gereedschap’, aldus Ritchie Trompert, voorzitter van het NVBRnetwerk Materieel.
De ombouw van de containers is door de LFR gedaan in een grote hangar op vliegbasis Soesterberg.
N
Door Neeltsje Marije de Boer
a meer dan vijftien jaar dienst was de inhoud van de THU-haakarmbakken aan vervanging toe. ‘Sommige materialen waren zo verouderd, zoals de hydraulische slangen, dat de leverancier deze niet meer wilde goedkeuren’, aldus Trompert. Aan de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR), die verantwoordelijk is voor de aanschaf en het beheer van het rijksmaterieel, de taak om de nieuwe inhoud van de haakarmbakken samen te stellen. ‘De LFR was van plan om al het materieel dat over de expiratiedatum was, één op één te vervangen. Wij, het brandweerveld, waren het daar niet mee eens. Veel spullen die in de bakken zaten 552 nummer 11 november 2009
waren al verouderd of overbodig geworden. Tegenwoordig hebben veel TS’en standaard al zwaar gereedschap op de wagen zitten. Daarnaast beschikken de hulpverleningsvoertuigen in het algemeen over het zwaarste gereedschap dat op de markt verkrijgbaar is. Dit gereedschap wordt gemiddeld elke zeven jaar vervangen. Dus het gereedschap van de korpsen was vaak zwaarder en moderner dan het gereedschap uit de vijftien jaar oude containers’, vervolgt Trompert. De bakken worden bovendien weinig gebruikt, alleen bij grote rampen. ‘De laatste keer dat wij in Amsterdam-Amstelland op grote schaal de THUhaakarmbakken hebben gebruikt, was in 1992 bij de Bijlmerramp. Toen hadden we nog veel aan bijvoorbeeld kruiwagens en puinmanden om het puin mee af te voeren. Sdu Uitgevers
Fotograaf: Ruud van Eeden
materieel
bakken per regio Tegenwoordig worden er andere bouwmaterialen gebruikt en is de bouwwijze veranderd. Wanneer een modern gebouw zoals de Amsterdam-Arena instort hebben we echt specialistisch gereedschap nodig.’ Advies Voordat BZK daadwerkelijk overgaat tot de uitvoering van het advies van de LFR, besluit het ministerie om eerst naar de ideeën van het brandweerveld te luisteren via de NVBR- netwerken Materieel en Repressie. ‘Wij zijn uiteindelijk degenen die met de spullen moeten werken. Daarom waren we ook blij dat wij namens het veld advies konden geven. Dat betekent dat BZK ons serieus neemt.’ Na dit gesprek met de netwerken besluit het ministerie om de containers niet één op één te vervangen. De netwerken mogen hun ideeën voor de haakarmbakken verder uitwerken en uiteindelijk ook uitvoeren. ‘Wel als interim oplossing, dus van tijdelijke aard, maar het blijft een behoorlijke verbetering.’ Idee De belangrijkste verandering in de interim oplossing is het loskoppelen van de haakarmbakken van de brandweercompagniestructuur. ‘We zijn teruggegaan van 180 bakken naar 75 bakken. We geven nu elke veiligheidsregio drie containers. Een container met reddingsuitrusting, een container met verlichtingsuitrusting en een container met stempel- en stutmateriaal ten behoeve van instortingen.’ In de interim-oplossing wordt het nog ‘bruikbare’ gereedschap uit de 180 bakken verzameld en verdeeld over een kleiner aantal containers. ‘Vroeger zaten er twee verlichtingsets in één container en als je een rampenterrein moet verlichten, heb je al snel een stuk of tien sets nodig. Dan moesten er dus vijf containers aangerukt worden en dit kost veel tijd’, vervolgt Trompert. ‘Wij hebben daarom alle verlichting uit de 180 bakken gehaald, en nu heeft iedere regio een container verlichtingsuitrusting met daarin zeven verlichtingssets van de ‘oude’ bakken.’ De brandweerlieden vinden zeven sets per regio eigenlijk te weinig. ‘Daarom hebben we BZK gevraagd om te investeren in extra verlichtingssets. En dat hebben ze gedaan. Per bak zijn er nog twee verlichtingsets bijgekomen. Dus nu zitten er in alle verlichtingsbakken negen verlichtingssets. Daar kun je een heel voetbalveld mee verlichten.’ Apparatuur De haakarmbakken zijn voor elke regio gelijk. Trompert: ‘In Amsterdam-Amstelland hebben we zelf zware vijzels om een tram of trein op te tillen op de HV’s. Daarom hadden de vijzels voor ons wel mogen verdwijnen. Maar niet elke regio beschikt over dezelfde apparatuur. De interim oplossing is een compromis geworden, waarbij ook naar regio’s gekeken is die minder zwaar materieel ter beschikking hebben.’ De elektronische zoekapparatuur is ook gebleven. ‘Eigenlijk hadden we dit af willen voeren. Wanneer we slachtoffers onder puin willen lokaliseren heb je echt specialistisch materieel en kennis nodig, wat niet in iedere regio aanwezig is.’ Daarom pleit Trompert voor specialistische interregionale teams die bepaalde werkzaamheden overneBrand&Brandweer
men. Denk bijvoorbeeld aan interregionale USAR-teams, die bij instortingen door het hele land ingezet kunnen worden en als enige beschikken over speciaal hiervoor bestemd gereedschap. Sommige specialismen worden al interregionaal uitgevoerd. Zoals de NBC-teams die in zes regio’s in Nederland zijn gestationeerd en verantwoordelijk zijn voor de dekking in Nederland. ‘Je zou ook andere specialismen kunnen interregionaliseren en elke regio een eigen specialisme kunnen toekennen.’ In het voorstel richting BZK is deze aanbeveling meegenomen. ‘Voor de toekomst is dit zeker één van de onderwerpen. Daarom hebben we deze aanbeveling ook gedaan voor de nieuwe Leidraad Grootschalig Optreden, de opvolger van de interim oplossing, waar nu hard aan wordt gewerkt.’ In deze leidraad Operationeel Optreden wordt vastgelegd hoe de haakarmbakken definitief moeten worden geïmplementeerd. En welke middelen er ter vervanging van de interim oplossing aangeschaft moeten worden.
‘We waren blij dat we namens het veld advies mochten geven. Dat betekent dat BZK ons serieus neemt.’ Goedkeuring De interim oplossing is door BZK goedgekeurd en inmiddels doorgevoerd in alle regio’s. Het veld is blij met de nieuwe en efficiënte containers. Toch kun je niet iedereen tevreden stellen. ‘Nu staan de bakken opgesteld op een centrale plek. Vroeger stonden de bakken ook gestationeerd bij kleinere korpsen. Zulke korpsen zijn nu hun bakken kwijtgeraakt. Ze deden speciale oefeningen met containers en volgden speciale opleidingen. Dat is nu voorbij. Ze hadden het gevoel dat ze iets speciaals konden, en dat is ze nu ontnomen.’ Ook is de oude opleidingsmodule ‘Rampenbestrijding’ die nodig was om met de bakken te kunnen werken, komen te vervallen. ‘Voor de nieuwe bakken heb je geen extra opleiding nodig, een instructie voor het gebruik van sommige apparatuur is voldoende.’ De ombouw van de containers is door de LFR gedaan in een grote hangar op vliegbasis Soesterberg. ‘Het is voor de LFR een behoorlijke klus geweest om 180 containers in te nemen en weer over 75 containers te verdelen. Alles moest daarbij goed geregistreerd worden. Achteraf bezien is de ombouw vlekkeloos verlopen, complimenten voor de collega’s van de LFR.’ Terugkijkend is Trompert positief over de gang van zaken. Het is een project voor en door het veld uitgedacht. ‘Hoewel onze interim oplossing van tijdelijke aard is, hebben we natuurlijk wel naar de toekomst gekeken. We hebben ervoor gezorgd dat onze aanpassingen aansluiten bij de toekomstige ontwikkelingen. Verlichtingsbakken zijn over tien jaar ook nog handig en de haakarmbak reddingsmiddelen vol dekens, brancards etc. is ook nooit weg.’ ■ nummer 11 november 2009 553
De oefenrubriek
Het onder druk zetten van een afdichtingskussen Vorige maand in de oefenrubriek zijn de stappen uitgelegd om een lek in een tankwagen te dichten. Dat gebeurt door het plaatsen en onder druk zetten van een afdichtingskussen. Deze maand behandelen we de stappen voor het onder druk zetten van het afdichtingskussen. De oefenrubriek is gemaakt in samenwerking met oefencentrum Noord BV locatie Wijster. Fotografie: Jolanda Haven, PS-Produkties
1
Voor het onder druk zetten van een afdichtingskussen heb je nodig: een ademluchtcilinder, een afdichtingskussen, luchtslangen, een luchtventielblok en een luchtreduceer. Allereerst wordt de luchtreduceer aan de ademluchtcilinder bevestigd.
3
Beide manometers staan op nul. Nu kan de ademluchtcilinder opengedraaid worden.
5
Op het afdichtingskussen is te lezen dat de werkdruk maximaal 1,5 bar is. De zwarte knop onderaan de luchtrecudeer draai je zo ver open, zodat hij op 1,5 bar komt te staan. (Er zijn ook ventielblokken van 8 bar. Uit veiligheidsoogpunt is het daarom wel belangrijk de juiste ventielblok te gebruiken voor het afdichtingskussen.) 554 nummer 11 november 2009
2
De zwarte knop aan de onderkant draai je dicht tegen de klok in. De reduceer moet op het nulpunt staan zodat er nog geen lucht naar het afdichtingskussen loopt.
4
Door de ademluchtcilinder open te draaien kun je op de manometer links zien hoeveel druk er in de ademluchtfles zit. Een volle ademluchtfles is goed voor ongeveer 300 bar.
6
Dit is de afsluiter op het ventielblok. De lucht gaat via de groene slang van de luchtreduceer eerst naar de afsluiter. Voordat de lucht door de slang gaat, wordt de afsluiter eerst dicht gezet en het ontluchtingsventiel boven op het ventielblok moet dicht gedraaid zijn. Sdu Uitgevers
De oefenrubriek
7
Zodra de afsluiter op het ventielblok dicht is, kan de afsluiter aan de rechterkant van het luchtreduceer opengedraaid worden. Via de groene slang loopt de lucht dus eerst naar de afsluiter en vervolgens loopt de lucht via de afsluiter door de rode slang naar het afdichtingskussen.
9
Zodra je collega stopt zegt, draai je de afsluiter weer dicht. De druk blijft in het kussen.
11
Vervolgens draai je de afsluiter bij het ventielblok open, zodat de lucht in de groene slang, die naar de luchtreduceer loopt, kan ontsnappen. Daarna draai je de afsluiter bij het reduceer weer dicht.
Brand&Brandweer
8
De afsluiter wordt voorzichtig opengedraaid zodat het afdichtingskussen langzaam onder druk wordt gezet.
10
Wanneer je het kussen weer leeg wil laten lopen, draai je eerst de ademluchtcilinder dicht. Vervolgens laat je de lucht uit het afdichtingskussen ontsnappen door het ontluchtingsventiel aan de bovenkant van het ventielblok te openen.
12
Alle waardes op de manometers moeten nu weer op nul staan en dan kun je de ademluchtcilinder afkoppelen.
nummer 11 november 2009 555
Wer v ing & s elec tie D etac her ing Inter im M anag em ent
,,
Artesis FiRe! is gespecialiseerd in het bemiddelen van middelbaar en hoger opgeleid brandweerpersoneel.
,,
FiRe! is hét adres voor brandweerpersoneel dat op zoek is naar een nieuwe uitdaging! FiRe! is dé partner voor brandweerkorpsen, overheden en andere hulpverleningsdiensten op het gebied van vaste en/of tijdelijke invulling van vacatures in het midden- en hoogkader.
iRe!
FiRe!
Geïnteresseerd? Neem dan contact op of schrijf je in bij
ghting Recruitment
Artesis FiRe!
Firefighting Recruitment
iRe!
efighting cruitment
FiRe! Firefighting Recruitment
FiRe!
FiRe!
FiRe! Firefighting Recruitment Plantijnweg 22 s 4104 BB Culemborg Firefighting T +31 (0)345-687 000 s F +31 (0)345-687 001 Recruitment E info@artesis.nl s www.artesis.nl
FiRe! is onderdeel van de Artesis Groep Artesis biedt de volgende diensten: Consultancy - Academy - Firefighting Kijk voor meer info op www.artesis.nl
Firefighting Recruitment
vriendendienst 7
BBN Brandwachten
internet consult
Razendsnel en anoniem advies vragen aan een medisch specialist via de website van IZA.
| goed voor elkaar |
De specialist in het (ad-hoc) leveren van rijksgediplomeerd brandweerpersoneel voor: • Brandweerkorpsen • Industrie • Overheidsinstellingen
24 uur per dag door heel Nederland Tel: 072 - 540 52 16 info@bbnbrandwachten.nl www.bbnbrandwachten.nl
uw collega’s zijn onze referenties Sdu Uitgevers
556 nummer 11 november 2009
WHDVHUV [ LQGG
Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026)3552455 F (026)3515051 E info@nvbr.nl www.nvbr.nl
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Om de fysieke veiligheid van onze samenleving te vergroten, wil de NVBR de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met alle partners in veiligheid.
Opkomsttijden: steun voor veiligheidsregio’s In het Besluit Veiligheidsregio’s worden normtijden voor de opkomst van de eerste basisbrandweereenheid vastgelegd. Tevens biedt het Besluit de mogelijkheid om beargumenteerd van de betreffende normtijden af te wijken. De wetgever beoogt hiermee het lokale bestuur aan te zetten tot een bewuste afweging van brandveiligheid, waarbij risicobeheersing en preparatie/repressie integraal worden beschouwd. De NVBR wil een project opstarten waarmee de veiligheidsregio’s bij dit proces worden ondersteund. Kennisuitwisseling over dekkingsplannen en communicatie naar de burger over de opkomsttijden zijn belangrijke resultaten die de NVBR met het project voor ogen heeft. Momenteel wordt gezocht naar financiële middelen, zodat zo snel mogelijk met de uitvoering van het project gestart kan worden.
Netwerk Meldkamerdomein richt portefeuilles in Het netwerk Meldkamerdomein (MKD) is dit voorjaar van start gegaan als opvolger van het ‘overleg hoofden meldkamer’. Het netwerk heeft als taak om kennis te delen en belangen te bundelen voor de brandweer in de meldkamer. De onderwerpen van het netwerk zijn verdeeld over vier portefeuilles: GMS/NMS, C2000, alarmeren en basisregistratie & geo-informatie. Inmiddels is het netwerk voor de tweede keer samengekomen en zijn er verschillende onderwerpen besproken waaronder C2000 en locatiegegevens mobiele 112 bellers. De vier portefeuilles van MKD hebben allemaal een coördinator die actief aan het werk gaat om kennis te bundelen en de brandweerbelangen te behartigen in multidisciplinaire overlegstructuren. Deze ‘portefeuillecoördinatoren’ vormen samen met de voorzitter van het netwerk de ‘Kerngroep Meldkamerdomein’. De overige leden van het netwerk worden verdeeld over de portefeuilles, zodat er expertgroepen ontstaan op deze onderwerpen. Het netwerk heeft op 24 september de tweede bijeenkomst gehouden. Een van de onderwerpen die aan bod kwam was ‘locatiegegevens mobiele 112 bellers’. Nederland is net als de andere lidstaten van de EU verplicht om de gegevens van mobiele 112 bellers beschikbaar te krijgen in meldkamers. De NVBR heeft bij BZK
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van NVBR
het verzoek ingediend om die locatiegegevens vanuit de KLPDcentrale (waar de mobiele 112 gesprekken binnenkomen) door te zetten naar de regionale meldkamers. Momenteel moet er vanuit de meldkamer worden teruggebeld naar het KLPD als de locatie van de mobiele 112 beller onduidelijk is. Als deze direct met het gesprek meegezonden kan worden zal de alarmeringstijd in de meldkamer aanzienlijk verkort worden. Een ander belangrijk onderwerp van deze bijeenkomst was C2000. Er was aandacht voor het project Renatus (technische update van het C2000 netwerk) en er is uitgebreid stil gestaan bij de ervaringen van de beheerder van C2000, de Unit Meldkamer Systemen van vtsPN, tijdens de Poldercrash. De portefeuillecoördinator C2000 is namens het netwerk MKD direct betrokken bij het onderzoek naar de DMO problemen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het netwerk MKD gaat ook aan de slag met de decentrale uitgifte om tijdens topdrukte (stormnacht, jaarwisseling) de meldkamer te ontlasten van prio 2 meldingen. In de regio’s Utrecht en RotterdamRijnmond zijn hier stappen voor gezet. Onder regie van de portefeuillecoördinator Alarmeren worden deze ervaringen gebundeld en zal de kennis beschikbaar gesteld worden aan de andere regio’s.
nummer 11 november 2009 557
NVBR congres 2009 trekt meer bezoekers Ruim zeshonderd mensen hebben begin oktober het NVBR-congres in Veldhoven bezocht. Dit is een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar. Onder het motto ‘Kiezen of Delen’ hebben de congresgangers gekeken naar onderwerpen die bij de brandweer spelen zoals de toekomst van de brandweer en leiderschap. Naast de grote openingsshow werden er op de twee congresdagen verschillende masterclasses en workshops gegeven. En voor de tweede maal in de geschiedenis werd de Jan van der Heyden innovatieprijs uitgereikt. Een korte impressie van het congres.
Het congres begon met de algemene ledenvergadering
Smokey de rookmelder van brandweer Drenthe stond de bezoeker bij de ingang op te wachten.
Prof. dr. Willem Vermeend, oud staatssecretaris van Financiën gaf de eerste dag van het NVBR-congres een masterclass over de kredietcrisis.
zijn Tijdens de openingsshow interviewt dagvoorzitter Fons de Poel Caroline r oorzitte NVBR-v en Lieben Esther Graaf, de Thom gasten van de Wiel over verschillende actuele brandweerthema’s.
Na het officiële congresgedeelte van dag 1 gaan de brandweerlieden gezellig met elkaar borrelen. 558 Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van NVBR
Haagse rockformatie Golden Cesar Zuiderwijk, drummer van de angers de tweede congresEarring zorgt ervoor dat de congresg dag muzikaal beginnen. Sdu Uitgevers
m op een djembe, Tien congresgangers trommelen op het podiu het publiek krijgt van deel een Ook onder leiding van Zuiderwijk. n. een instrument in de hande
De brandweer is niet de enige die waterslacht offers redt. Een workshop van verschillende instanties die op het water actief zijn.
Hans Varkevisser neemt na drie jaar afscheid als voorzitter van de congrescommissie.
Een workshop waarbij samenwerken centraal staat.
BHV-project Zeist wint Jan van der Heydenprijs
De brandweer van Zeist heeft op het NVBRcongres de Jan van der Heydenprijs gewonnen met een BHV-project voor vmbo’ers. Dit is een project waarin leerlingen van het vmbo worden opgeleid tot BHV’er. De brandweer van Zeist was met de brandweerkorpsen in Amersfoort (huisbezoek) en Rotterdam (blussen door muren) genomineerd. Naast eeuwige roem won de brandweer ook een geldbedrag van tienduizend euro om het project verder te ontwikkelen.
Supertrots is commandant Frank Slob van brandweer Zeist met het behalen van deze innovatieprijs. ‘Het is een mooie opsteker voor ons korps. Door het winnen van de prijs krijgt ons project een landelijke uitrol. We gaan daarom met steun van het ministerie een pakket ontwikkelen voor brandweerkorpsen die ook een BHV-project voor vmbo’ers willen opstarten.’ Zeist is het project in 2008 begonnen. ‘In ons beleidsplan staat dat we de samenleving actief moeten opzoeken in het kader van community safety. De gemeenteraad van Zeist deed toen een oproep om eens iets extra’s voor vmbo’ers te doen, omdat deze scholieren vaak negatief in de publiciteit staan’, vertelt Slob. ‘En wij zijn toen gaan kijken wat we voor deze doelgroep konden betekenen.’ De brandweer nam contact op met vmbo-school Schoonoord en ontwikkelde een plan om vmbo-studenten op te leiden tot BHV’er. ‘Wij denken dat een BHV-diploma voor schoolverlaters extra kansen biedt op de arbeidsmarkt. Bovendien snijdt het mes aan twee kanten. Deze jongeren zijn een
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van NVBR
potentiële doelgroep voor nieuwe brandweervrijwilligers.’ Het project is gestart met twintig vmbo-scholieren, waarvan 70 % een BHVdiploma heeft gehaald. Eind november gaat de brandweer Zeist met veel plezier weer van start met een nieuwe lichting scholieren; in totaal 29 vmbo’ers. Nieuwe vrijwilligers heeft Slob nog niet aan het project overgehouden. ‘De jongens zijn 15 à 16 jaar, dus net iets te jong voor de brandweer, maar wellicht in de toekomst. Vmbo-scholieren zijn praktisch ingestelde mensen, en die kunnen we bij de brandweer goed gebruiken.’ Dit jaar is er een geldprijs van 10.000 euro verbonden aan de prijs. Geld dat het project zeker ten goede komt. Jac Rooijmans bood de prijs aan namens de NVBR. Hij beloofde daarnaast steun voor dit project en de andere twee genomineerden: ‘Het zijn alle drie ideeën die passen binnen de strategische visie die we nu met elkaar ontwikkelen en wij zullen de korpsen helpen om hun idee verder landelijk uit te rollen.’ nummer 11 november 2009 559
Nieuwe commandant Brandweer Leeuwarden
Agenda 9 november • Strategische Reis 11 november • Hoofden Risicobeheersing 12 november
• Programmaraad Brandweerzorg • Programmaraad Crisisbeheersing&Rampen bestrijding • Programmaraad Informatiemanagement • Programmaraad Management en Bedrijfsvoering • Programmaraad Risicobeheersing 16 november • Strategische Reis
Nettie Karelse is sinds 1 november de nieuwe commandant van brandweer Leeuwarden. Karelse was al waarnemend commandant sinds 1 januari. Toen vertrok haar voorganger Johan Postma die regionaal commandant van de Hulpverleningsdienst Fryslân is geworden. Karelse heeft bewust voor Leeuwarden gekozen. ‘Het is een aangename werk- en woonomgeving en ook de samenstelling van het korps sprak me heel erg aan; zowel beroeps als vrijwilligers. De nieuwe commandant is al sinds augustus 2008 werkzaam voor brandweer Leeuwar-
den. Daarvoor was Karelse werkzaam bij verschillende brandweerkorpsen. ‘Ik ben zowel commandant geweest bij brandweer Marum als brandweer Zuidhorn’, vertelt Karelse. Ook heeft de nieuwe commandant van Leeuwarden van 2002 tot 2007 in het bestuur van de NVBR gezeten. Karelse heeft verschillende doelen op haar lijstje staan verspreid over de korte en lange termijn. ‘Zo ben ik nu hard bezig met de reorganisatie van brandweer Leeuwarden, het tweede loopbaanbeleid en het vormgeven van de veiligheidsregio.’ Ook het realiseren van een nieuwe kazerne voor de brandweer staat hoog op het verlanglijstje.
NVBR start met nieuw project Maatlat adviseur De brandweer heeft sinds de inwerkingtreding van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een adviesrol bij de verantwoording van het groepsrisico. Ook het bevoegd gezag (gemeente of provincie) heeft een belangrijke rol bij deze verantwoording. Om inzicht te krijgen in de benodigde kritische massa heeft het Ministerie van VROM een maatlat opgesteld voor het bevoegd gezag. De NVBR is bij de totstandkoming van deze maatlat betrokken. De brandweer is bezig met het professionaliseren van haar taken. Uit onderzoek blijkt dat de noodzaak hiervoor groot is. Daarom wil de brandweer met behulp van een maatlat voor haar eigen adviesrol een verbetertraject inzetten gericht op uniformering en kwaliteitsborging. Het opstellen van de maatlat externe veiligheid adviseur is geen doel op zich, maar moet bijdragen aan het versterken van de uitvoering van de adviestaak. In het project wordt de relatie met andere lopende projecten op het gebied van externe veiligheid nadrukkelijk meegenomen.
560 Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van NVBR
17 november • LNP ledenvergadering • LOBO • Netwerk Opleiden en Oefenen (NOO) 23 november • Strategische Reis 26 november • Cobra • Netwerk Meldkamerdomein • Netwerkbijeenkomst Informatiemanagement • Platform 24 27 november • Cobra 2 december • Functionele Gebruikersgroep GMS Brandweer 3 december • Brandweermonument • Portefeuillehoudersoverleg Meldkamerdomein • LNB Veenendaal 4 december • Portefeuillehouders Crisisbeheersing (POC) 9 december • Slotconferentie Strategische Reis
Sdu Uitgevers
brandweer overzee
Gevalletje stormschade: orkaan Omar Mijn naam is Frans van Nieuwenhoven en sinds ruim een jaar ben ik werkzaam bij de brandweer van Sint Maarten als senior officier. Nu weet u allen natuurlijk waar Sint Maarten ligt. Nee, het is niet dat plaatsje in Noord Holland, maar een ander stukje van het Koninkrijk der Nederlanden, namelijk een deel van de Nederlandse Antillen. Vorig jaar, op maandag 13 oktober zagen we dat er een tropische depressie, op dat moment bij de Benedenwindse Eilanden gelegen, koers zette naar Sint Maarten. Dinsdag verwachtte de Meteodienst dat deze depressie uit zou kunnen groeien tot een orkaan van de tweede categorie en dat hij Sint Maarten in de nacht van woensdag op donderdag zou bereiken. Normaal gesproken zie je orkanen ruim van te voren aankomen en komen ze uit de richting van de Atlantische Oceaan en niet van de andere kant. Maar ja, op Sint Maarten is alles mogelijk. Ik had nog nooit een orkaan meegemaakt en wist dan ook niet wat ik kon verwachten. Uiteraard heb ik verslagen gelezen en foto’s gezien van schade na eerdere orkanen, dat zette mij op scherp. Gelukkig zijn we op Sint Maarten goed voorbereid. Op maandagavond hadden we al de eerste EOC (rampenstaf) bijeenkomst gehad. We hadden de rampencontainers op veilige en logische locaties neergezet, en mogelijke gevaren zoveel mogelijk getackeld door bijvoorbeeld bomen die een gevaar konden vormen alvast te kappen. Wat nog belangrijker was, was ervoor zorgen dat onze mensen de mogelijkheid kregen om bij hen thuis de boel dicht te spijkeren. De orkaan werd om 02.00 uur verwacht. Tijdens de rampenstafvergadering werd besloten om mariniers in te vliegen vanaf Curaçao en het vliegveld vanaf 15.00 uur te sluiten. Alle winkels moesten om 13.00 uur de deuren sluiten om de werknemers ook de mogelijkheid te geven om hun huis stormklaar te maken. Veel boten werden ‘veilig’ in de Lagoon neergelegd. In alle haast werd er een duwbak tegen het brugwachtershuisje aangedrukt, waardoor de brug niet meer dicht kon en de enige verbinding tussen twee delen van het eiland weg was. Gelukkig kon de brug met wat kunst en vliegwerk gerepareerd worden en ging hij na een tijdje weer dicht en was de weg weer open.
dat ik de lager gelegen wegen al niet meer kon gebruiken en de weg die ik dagelijks reed niet eens meer als zodanig herkende. Op de steile weg naar mijn huis kwamen met de stroom water ook enorme rotsblokken mee naar beneden. Het was een slalom om bewegende obstakels. Eenmaal thuisgekomen begon de orkaan pas echt. Toen kreeg ik een telefoontje van de meteo, dat de orkaan was toegenomen in kracht. Omar was een categorie 3 orkaan geworden en er werd ook een extra hoge waterstand verwacht met nog hogere golven. We hebben op Sint Maarten veel huizen, winkels en hotels aan de kust en die liepen daardoor een groot risico. Deze informatie maakte mij niet gerust, wetende dat het ergste nog moest komen. Tot overmaat van ramp ging het C2000 netwerk ook nog kuren vertonen, waardoor de inventiviteit op het gebied van contact leggen ernstig op de proef gesteld werd. De brandweer had vanaf toen de opdracht om vooral niet uit te rukken omdat dit veel te gevaarlijk was. Om ongeveer 02.15uur minuten brak de hoogspanningsleiding bij mijn huis en werd de ene wijk na de ander donker, terwijl de orkaan om het huis raasde. Nee, een orkaan is geen gewone storm, ik weet het nu zeker. Volgende keer ‘Als de wind gaat liggen’, het vervolg van de orkaan.
Om 18.00 uur waren wij klaar voor de orkaan. Er werd een uitgaansverbod ingesteld. Tegen middernacht begon het al aardig te waaien en kwamen de eerste meldingen binnen van omgewaaide bomen. Dit was voor mij het startsein om voor overleg naar de mariniers te gaan. Toen ik rond 01.00 uur weer huiswaarts ging, begon het net hevig te regenen. Binnen een paar minuten stroomde het water door de straten alsof het wildwaterbanen waren. Gelukkig is mijn dienstauto een 4x4, want anders was ik nooit thuisgekomen. Het regende zo hard
Brand&Brandweer
nummer 11 november 2009 561
repressie
Specialistische teams scheepsbrandbestrijding medio 2010 actief De Gezamenlijke Brandweer en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond komen in 2010 met specialistische scheepsbrandbestrijdingsteams. Deze teams komen niet alleen in actie in de regio Rotterdam-Rijnmond, maar worden op verzoek van de kustwacht ook ingezet op de Noordzee bij branden op passagiersschepen. Het nieuwe specialisme wordt op twee kazernes ingevoerd en de mensen worden in eigen beheer opgeleid. De overige brandweerlieden van Rotterdam-Rijnmond krijgen een basiscursus scheepsbrandbestrijding.
R
Door Neeltsje Marije de Boer
otterdam is in Nederland de havenstad bij uitstek. Met al die diversiteit aan (grote) zeeschepen is het niet vreemd dat juist op deze plek in Nederland specialistische scheepsbrandbestrijdings teams worden opgezet. ‘We willen met dit project de kennis en ervaring met scheepsbrandbestrijding voor Nederland borgen’, aldus de commandant van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Elie van Strien. En aan voldoende kennis en ervaring met scheepsbranden ontbreekt het bij brandweer Nederland. Scheepsbranden komen tegenwoordig maar weinig voor. ‘Dit komt grotendeels door de ontwikkelingen van de veiligheidsvoorzieningen op schepen. Wereldwijd zijn de veiligheidsregels voor de scheepvaart verscherpt en zijn de mensen aan boord beter opgeleid’, aldus Guido van den Broek Humphrey, hoofd Preparatie Gezamenlijke Brandweer. Deze positieve ontwikkeling heeft ook een keerzijde. Door de verminderde hoeveelheid inzetten neemt de kennis en expertise met betrekking tot scheepsbranden in rap tempo af. ‘Dat zag je bijvoorbeeld ook in augustus toen een replica VOCschip in Den Helder is afgebrand. Ook door gebrek aan expertise’, vervolgt Van Strien. Scheepsbrandbestrijding zit wel in het basispakket voor de opleiding onderbrandmeester, maar dan krijgen de brandweerlieden alleen te maken met standaard binnenvaartschepen. ‘En dat is niet te vergelijken met een inzet op een olietanker van 300 meter lang’, aldus Van den Broek Humphrey. ‘Als je bij een scheepsbrand niet vanaf het eerste stadium de juiste tactiek toepast, dan wordt zo’n brand al snel oncontroleerbaar.’ De Gezamenlijke Brandweer kan hier over mee praten. In 2004 breekt tijdens een dokbeurt een grote brand uit in de machinekamer van het schip Smit Hunter. Het schip brandt volledig uit en de brandweerlieden hebben moeite met het blussen van de brand. Naar aanleiding van dit incident 562 nummer 11 november 2009
besluit de Gezamenlijke Brandweer om samen met het Havenbedrijf Rotterdam een specialistische opleiding voor scheepsbrandbestrijding op te zetten. Met als doel scheepsbrandbestrijding als specialisme op één kazerne van de Gezamenlijke Brandweer in te voeren. Nergens ter wereld zijn kant en klare opleidingen te vinden voor dit specialisme. Daarom wordt er over de hele wereld gezocht naar kennis over scheepsbrandbestrijding. Brandweer Op de Noordzee De Gezamenlijke Brandweer komt hierdoor ook in contact met Rijkswaterstaat, de directie Noordzee (RWS-NZ) en de Kustwacht over het project Brandweer op de Noordzee pre SAR ( afkorting: BroNS). RWS –NZ en de Kustwacht hebben vanuit het Ministerie van Verkeer&Waterstaat de opdracht gekregen de inzet van gespecialiseerde brandweerteams op passagierschepen op de Noordzee te gaan organiseren. Er varen namelijk steeds meer grote passagiersschepen op de Noordzee en de bemanning is, ondanks de verplichte opleidingen, niet altijd in staat om de brand te bestrijden. Met als gevolg dat de passagiers door de kustwacht worden geëvacueerd. Een speciaal brandweerteam, dat op afroep beschikbaar is, moet de bemanning van het schip assisteren met als doel om een evacuatie van het schip op open zee te voorkomen. RWS-NZ kijkt met verschillende partijen, waaronder de Marine, brandweer Terneuzen en de Gezamenlijke Brandweer hoe het project BroNS verder moet worden ontwikkeld. ‘Wij hebben toen als Gezamenlijke Brandweer aangegeven dat we in een vergevorderd stadium waren met het opleiden van een gespecialiseerd scheepsbrandbestrijdingsteam en dat we als Gezamenlijke Brandweer mogelijkheden zagen om in het project te participeren’, vervolgt Van den Broek Humphrey. ‘En uiteindelijk hebben we het project BroNS ook toegewezen gekregen. In 2010, als de scheepsbrandbestrijdingsteams daadwerkelijk operationeel zijn, gaat de taakstelling en het beheer van het Sdu Uitgevers
fotograaf: brian visser, stc. bv
repressie
project over naar de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Zij zijn in 2007 in ons project scheepsbrandbestrijding gestapt.’ De Gezamenlijke Brandweer en de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond gaan samen aan de gang om de scheepsbrandbestrijding opleiding verder uit te werken. Dit wordt gedaan in samenwerking met onder andere het Havenbedrijf Rotterdam, het Scheepvaart en Transport college; die veel ervaring hebben met maritieme veiligheid en het NIFV. De opleiding wordt in company, dus in eigen huis gegeven door instructeurs van het Havenbedrijf. ‘We hebben ervoor gekozen om eerst een aantal instructeurs op te leiden voor de basiscursus. Deze basiscursus scheepsbrandbestrijding krijgen alle brandweerlieden in Rotterdam-Rijnmond. Een paar instructeurs zijn verder opgeleid voor de gespecialiseerde cursus voor scheepsbrandbestrijding’, aldus Sjaak Seen, Hoofd veiligheid Operaties en bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond verantwoordelijk voor het specialisme scheepsbrandbestrijding. Zo’n zeventig brandweerlieden van twee kazernes, de kazerne Coloradoweg (Gezamenlijke Brandweer) en de kazerne Bosland (Rotterdam-Rijnmond), en de Officieren van Dienst in de regio worden opgeleid voor de specialistische teams scheepsbrandbe strijding.‘Hierdoor hebben we voldoende slagkracht om twee teams, bestaande uit minimaal zes man, tegelijkertijd te laten uitrukken.’ Er is bewust gekozen om niet alle brandweerlieden van de regio op te leiden tot specialisten. ‘Iedereen opleiden was geen optie. Dan zou je het korps teveel belasten. Nu krijgt iedereen een basiscursus en weten de brandweerlieden, die als eerste bij de brand aanwezig zijn, wat ze moeten doen in geval van een scheepsbrand. Ze leren ook een inschatting te maken wanneer de specialistische teams moeten worden ingeschakeld’, vervolgt Seen. Het nieuwe specialisme wordt ook doorgevoerd in de alarmering. ‘Dat er in een geval vanaf middelbrand op een schip in de haven er automatisch een specialistisch scheepsbrandbestrijdingsteam uitrukt’, vertelt Van den Broek Humphrey. Opleiding De opleiding bestaat uit een grondplan met modules. De theorie en praktijk nemen ca 120 uur in beslag. De teams worden zo breed mogelijk opgeleid, zodat ze op allerlei verschillende schepen kunnen worden ingezet. Van binnenvaartschepen tot zeetankers. ‘Het theoretische deel bestaat onder andere uit kennis van het maritieme deel, weten waar de risico’s liggen en hoe te handelen. Want hoe ontwikkelen branden zich op schepen? Wat zijn precies de do’s en de dont’s? Welke voorzieningen zijn er aan Brand&Brandweer
De brandweerlieden van Rotterdam Rijnmond zijn op dit moment druk aan het oefenen. Vanaf volgend jaar gaat het scheepsbrandbestrijdingsteam operationeel.
boord etc.’, vervolgt Seen. Ook wordt er veel geoefend op verschillende soorten schepen en krijgen de brandweerlieden helikopter training en sea-survivaltrainingen voor de uitrukken op de Noordzee. Seen: ‘In november gaan de brandweerlieden bijvoorbeeld met de ferry mee naar Engeland om op de ferry gedurende 24 uur verschillende zaken te oefenen. Er wordt onder andere gekeken naar de procedures en verschillende oefenscenario’s afgewerkt.’ MIRG Voor het BroNS project wordt aangesloten bij de werkwijze van de Maritime Incident Response Group (MIRG), de Engelse collega’s die ook bij brand op zee uitrukken. ‘Op deze wijze kunnen we in de toekomst ook met elkaar samenwerken’, vertelt Van den Broek Humphrey. Voor de uitrukken op zee heeft de brandweer slechts beperkte uitrusting mee, aangezien er maar weinig spullen mee kunnen in de helikopter. ‘In de havens hebben we de beschikking over vaartuigen van het Havenbedrijf en natuurlijk onze eigen middelen op de kade’, vertelt Seen. ‘Op zee gebruik je de uitrusting van het schip, maar dat moet je niet onderschatten. De boten van de Holland America line hebben vaak meer ademlucht en blusapparatuur in huis dan menig brandweerkorps.’ Wel hebben de teams speciale ademluchttoestellen waarmee je langer door kunt werken. ‘We zijn wel aan het kijken hoe we bijvoorbeeld het Cobra-systeem kunnen gebruiken voor scheepsbrandbestrijding’, vertelt Van den Broek Humprey. Op dit moment gaat BroNS alleen nog maar over passagiersschepen. ‘Maar in de toekomst wordt het misschien wel uitgebreid met andere type schepen, maar daar kunnen we nu nog geen concrete uitspraken overdoen’, vertelt Van den Broek Humprey. In mei 2010 gaan de scheepsbrandbestrijdingsteams officieel van start. Elie van Strien is ondertussen druk bezig om andere Europese collega’s van grote havensteden zoals Hamburg, Londen en Antwerpen warm te maken voor een samenwerking wat betreft scheepsbrandbestrijding. ‘Waarom opnieuw het wiel uitvinden, als ergens anders al voor dat probleem een oplossing is gevonden. We zijn nu gesprekken aan het voeren met internationale collega’s. We willen een soort van virtueel netwerk opstellen en een expertisecentrum oprichten. Maar dit is allemaal nog in ontwikkeling’, besluit de commandant. ■
nummer 11 november 2009 563
Weerbaarheid voor Reddingswerkers
In het beroep van reddingswerker word je geconfronteerd met ingrijpende situaties en menselijk lijden. Wat is de impact hiervan en wat doet dit met de persoon en zijn functioneren in privé- en werkleven? Dit boek biedt handvatten om weerbaar
d Inclusief dv van n e g n ri a rv e met rkers! reddingswe
te staan in emotioneel veeleisend werk. Hoe kun je schokkende gebeurtenissen
Bestelcode: 978 90 12 12522 2
verwerken en hoe kun je dit bespreekbaar
Prijs (inclusief btw, exclusief verzenden administratiekosten): � 25,50
maken? Kortom, hét hulpmiddel voor professionals die zich inzetten voor orde, gezondheid en veiligheid!
564 nummer 11 november 2009
Kijk voor meer informatie en bestellingen op www.sdu.nl/brandweer of neem contact op met de Sdu Klantenservice; (070) 378 98 80
Sdu Uitgevers
Stationsplein 14 2907 MJ Capelle aan den IJssel
Postbus 752 2900 AT Capelle aan den IJssel
telefoon 010 - 258 62 00 fax 010 - 442 28 40
‘Vakmanschap is meesterschap’
www.evcbureaubrandweer.nl
Een bekende leuze uit een oude reclame van een Nederlands biermerk. Vakmanschap is iets om mee te pronken. Je draagt het uit in je campagne, want je bent trots op zoveel professionaliteit! Dat zijn we bij de brandweer toch ook? Vakmanschap verkrijg je niet alleen door je diploma te halen. Vakbekwaam worden én blijven. Als je de proeve van bekwaamheid haalt, ben je vakbekwaam. Een beginnend beroepsbeoefenaar. Je gaat werken, doet ervaring op, oefent en houdt je vakkennis bij. Ja , toch? Maar word je vakbekwaamheid nog een keer gemeten? Nee? Het is wel de nabije toekomst. Het Nbbe gaat er voor! De eerste ervaringen zijn positief. De eerste toets blijvende vakbekwaamheid hebben we afgenomen. Voor functie OvD. En met succes. Met de veiligheidsregio
Twente kijken we terug op een goed verlopen pilot. Veel werk is gestoken in de opzet van het beoordelingsformulier. Heldere beoordelingspunten, goed gerubriceerd en duidelijk toegelicht. De beoordelaars konden er goed mee uit de voeten. Het ingevulde beoordelingsformulier is verwerkt in het bevindingenrapport. Dit rapport is een houvast voor de deelnemer, waarin hij duidelijke toelichting op zijn beoordeling krijgt. Wat voor hem nog ontwikkelpunten zijn. Ook het proces van blijvende vakbekwaamheid hebben we in kaart gebracht. In een mooi schema, gemaakt door Twente. Het beoordelingsformulier en de procesbeschrijving zijn een officieel kwaliteitsinstrument geworden! Uiteraard hebben ze daarvoor eerst de Koninklijke weg afgelegd via het project Kwaliteit brandweerpersoneel. Portfolio is web van informatie Het portfolio is het web van informatie. Het is een van de kwaliteitsinstrumenten in het proces blijvende vakbekwaamheid. Maar het
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van Nbbe
is meer dan dat. Het is een ook een instrument met gegevens voor de persoonlijke ontwikkeling van u als brandweerman. Het is een spin in het web van levenlangleren. In dat web komt informatie samen, op een slimme manier, met slimme koppelingen. Het Nbbe ontwikkelt een informatiestrategie. In nauwe samenspraak met de eindgebruikers. Waarom? Om onze ketenpartners te ondersteunen bij het vormgeven van de levenlanglerencyclus. Als brandweerman wil je bijvoorbeeld overzicht houden over je ervaring, kennis en diploma’s. De commandant wil op zijn beurt weten welke competenties wel en welke niet worden beheerst in zijn korps. En voor een veiligheidsregio zou het weer interessant kunnen zijn om een actueel overzicht van de NAW-gegevens te hebben. Welke mogelijkheden zijn er voor een slimme informatie-uitwisseling? Aan zo’n systeem werken we.
nummer 11 november 2009 565
operationele voorbereiding
Conditie: zelfde eisen, anders testen Geen overgewicht en minimaal twee keer per week sporten. Als je vroeger aan deze eis voldeed dan had je een goede conditie en was je prima geschikt als brandweerman. Het afleggen van een conditietest gebeurde vrijwel niet. Dat is nu wel anders. Een goede conditie is van groot belang. Een medische keuring en een fitheidtest zijn verplicht. Worden de eisen steeds strenger? Moeten brandweerlieden een conditie hebben van een paard? Van touwtje springen tot het slepen van een slachtoffer van 80 kilo: de conditietesten door de jaren heen.
H
door Jolanda Haven
oewel er nu meer aandacht is voor een goede conditie, zijn de eisen nog vrijwel gelijk als twintig jaar geleden. Twintig jaar geleden moest je ook al sportief zijn aangelegd en alle delen van het lichaam moesten goed functioneren. ‘Alleen werd het toen vrijwel niet getest. Als het al getest werd, dan was een minuut lang touwtje springen bij wijze van spreken al voldoende’, aldus Arbo Unie bedrijfsarts Jes van Putten. ‘Vroeger was er eigenlijk niemand die je op de vingers tikte. Bovendien was het ook vroeger een probleem om vrijwilligers te krijgen. En als ze dan eenmaal vrijwilligers hadden gevonden, dan wilde je als werkgever niet dat hij of zij ook nog eens afgekeurd werd.’ Nu is er een leidraad en wordt er strenger op toegekeken. De keuringen zijn verder doorontwikkeld en bovendien moeten brandweerlieden examens afleggen. Tegenwoordig staat veiligheid voorop. Eigen veiligheid en de veiligheid van collega’s. Vanuit de korpsen zelf kwam het initiatief om strenger toe te zien op de conditie van een brandweerman. In de loop der jaren zijn de brandweerkeuringen uitgegroeid tot een belangrijk vast onderdeel. Van Putten is twintig jaar bedrijfsarts en keurt daarnaast ook brandweerduikers. Elke bedrijfsarts mag brandweerkeuringen uitvoeren. Maar hij of zij mag niet zonder meer duikers keuren. Bedrijfsartsen moeten daarvoor een speciale opleiding volgen en bovendien zijn er eisen waar ze aan moet voldoen, zoals het volgen van nascholing en het afleggen van een bepaald aantal keuringen. Het is volgens Van Putten betrokkenheid en eigen discipline om specifieke cursussen te volgen over het functioneren van lichaamsfuncties die onmisbaar zijn voor een brandweerman. ‘Een goede conditie is zeer belangrijk, maar een goed gehoor is misschien nog wel belangrijker. En het functioneren van je hart en longen bijvoorbeeld. Daar wordt extra op gelet bij brandweerlieden die de vijftig gepasseerd zijn. Bij oudere brandweerlieden merken we vaak dat zij meer problemen krijgen met hart en longfuncties. Dat heeft met de leeftijd te maken.’ Brandweerlieden tot veertig jaar worden om de vier jaar gekeurd. Van
566 nummer 11 november 2009
De begane grond van de NVBR / NIFV werd vroeger gebruikt als sportzaal en remise
je veertigste tot je vijftigste om de twee jaar en vanaf je vijftigste elk jaar. Van Putten: ‘Het valt mij mee hoeveel brandweerlieden worden afgekeurd. Als je eenmaal goed gekeurd bent, kom je vaak ook door een herkeuring heen. Vaak pik je mensen met ‘constructiefouten’ bij de aanstellingskeuring er al uit.’ Dan gaat het om mensen die suikerziekte hebben, of een afwijking aan het gehoor. En bovendien weten brandweerlieden van zichzelf meestal wel of ze lichamelijk iets mankeren, dat is vaak al door de eigen huisarts vastgesteld. Dat wil volgens Van Putten niet zeggen dat een medische keuring door een bedrijfsarts overbodig is. ‘Het gebeurt namelijk wel eens dat bij een keuring medische mankementen geconstateerd worden waar brandweerlieden in het dagelijks leven geen hinder van ondervinden, maar die voor het uitvoeren van je werk als brandweerman wel gevolgen heeft. Dat hoeft niet per definitie te betekenen dat je afgekeurd wordt, Sdu Uitgevers
Fotografie: NBDC
operationele voorbereiding
Een oefening in de zeventiger jaren. Amsterdamse brandweerlieden hangen ondersteboven in het klimrek.
want als je met medicijnen de ziekte onder controle kunt krijgen, is afkeuring niet aan de orde.’ Fit naar de keuring Brandweerlieden krijgen een oproep voor een medische keuring. In deze oproep worden ze verzocht om fit naar de keuring te komen. ‘Drink geen alcohol de avond van te voren, slaap voldoende, eet niet teveel voorafgaand en drink niet teveel koffie,’zo staat in de uitnodigingsbrief. Maar als je als brandweerman wordt opgeroepen, gebeurt dat altijd onverwachts en ben je ook niet altijd even uitgerust. En heb je misschien net gegeten of veel koffie gedronken. Van waar deze eisen? ‘Het doel van de conditietest is om vast te stellen hoe de conditie van brandweerlieden is in een normale situatie’, zo gaat Van Putten verder. ‘Tijdens deze keuring zetten brandweerlieden dan een minder goede prestatie neer en het gevolg zou kunnen zijn dat ze afgekeurd worden. Terwijl als ze een dag later dezelfde test zouden doen, wel door de keuring heen komen. Als brandweerlieden een avond op stap zijn geweest en met een kater op het werk komen, dan denk ik niet dat zijn leidinggevende hem of haar uit laat rukken naar een grote brand. Bovendien heeft het ook met eigen verantwoordelijkheid te maken.’ TSC In 2007 is de regio Rotterdam Rijnmond gestart met een Taakspecifieke Conditietest (TSC) Dit is een test die bestaat uit brandweerspecifieke taken zoals lopen met een slang en het beklimmen van een ladder. Ook het slepen van een 80 kilo zware pop is onderdeel van het parcours. Dat leverde nogal wat weerstand op. Van Putten is wel een voorstander van een praktijktest. ‘Het geeft nog beter je conditie weer. Bovendien kun je door het uitvoeren van een praktijktest goed vaststellen wie meer ademlucht verbruikt bij het verslepen van een slachtoffer of in benauwde ruimtes bijvoorbeeld. Want ook al heb je een uitstekende conditie, als je snel een verhoogde hartslag hebt in benauwde ruimtes, dan ben je eerder door je ademlucht heen. De bevelvoerder kan besluiten iemand in te zetten die een minder Brand&Brandweer
goede conditie heeft, maar die wel rustig blijft in elke situatie en dus de klus nog beter kan klaren dan degene met de beste conditie.’ Na twee jaar ervaring en doorontwikkeling was het de bedoeling dat de (TSC) begin dit jaar regionaal ingevoerd zou worden. Dat is niet gelukt. ‘Begin 2009 is niet gelukt en dus is het streven dat het begin 2010 regionaal ingevoerd gaat worden’, aldus sportinstructeur Mart van Blitterswijk van de regio Rotterdam-Rijnmond. ‘Zoals veel veranderingen binnen de brandweer, verliep ook de invoering van de Taakspecifieke Conditietest moeizaam.’ Brandweerlieden van negen beroepsposten in Rotterdam hebben de afgelopen twee jaar de TSC afgelegd. ‘Omdat onbekend ontbemind maakt, zijn wij op dit moment druk bezig de brandweerlieden in de rest van de regio kennis te laten maken met de TSC om zo meer draagvlak te creëren. We willen dat iedereen goed op de hoogte is van wat de TSC precies inhoudt en waarom voor deze test gekozen wordt. Het is geen afrekenmoment, zoals de test aan het begin van de pilot nog wel eens genoemd werd. Je lichaam moet dusdanig getraind zijn dat het geschikt is voor brandweer gerelateerde taken en dan kun je op deze manier het beste testen.’ Het begin van de TSC was vrijblijvend. Brandweerlieden mochten op vrijwillige basis deelnemen aan de test. Eenmaal de test doorlopen, viel het allemaal wel mee. Er werd draagvlak gecreëerd en dat probeert de regio ook bij de overige korpsen. De TSC is zeer kostbaar. Een teststation kost ongeveer 30.000 euro. Dat is voor veel korpsen onbetaalbaar. Een oplossing zou kunnen zijn dat er per regio een station wordt aangeschaft. ‘Waar we uiteindelijk naar toe willen is dat er een landelijke organisatie is die de TSC onder haar hoede neemt en de brandweerlieden deze test uit laat voeren’, aldus Van Blitterswijk. Ze krijgen een oproep, voeren de test uit en de werkgever krijgt de testresultaten opgestuurd. ■
nummer 11 november 2009 567
VRAAG & ANTWOORD
Hoe werd vroeger brand gemeld? Burgers bellen tegenwoordig 112 om een brand te melden. De meldkamer van de regio of het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) schakelt door met het juiste korps. Hoe werd vóór de uitvinding van de telefoon brand gemeld?
Campagne uit 1960 die valse meldingen moest voorkomen.
Een logische manier om brand kenbaar te maken is roepen dat er brand is. Dat werd dan ook lange tijd gedaan. In 1413 bepaalde Amsterdam dat haar inwoners luidkeels ‘Brand!’ moesten roepen als ze een brand constateerden. Deden ze dat niet, dan riskeerden ze een boete. Het is vermoedelijk de eerste bepaling over het melden van brand. Amsterdam had overigens in die tijd meer dan twaalfduizend emmers tot haar beschikking om een brand te blussen. Het luiden van torenklokken en het gebruik van ratels, kleppers en hoorns werd niet zozeer gedaan om de brand bij de brandweer te melden, maar was vooral bedoeld om de brandweerlieden te alarmeren. Telegraaf In de grote steden werd in de negentiende eeuw een brandweertelegraaf aangelegd. De meldingen kwamen hierdoor sneller binnen. In belangrijke openbare gebouwen en andere plaatsen in de stad werd een brandmelder neergezet. Deze waren aangesloten op de centrale seinzaal in de hoofdkazerne. Brand&Brandweer
Als er brand was, sloeg iemand het ruitje van de melder in of trok hij aan een touwtje. Door die handeling seinde de melder automatisch een serie morsetekens naar de brandweerkazerne. In dat morseteken was ook de locatie van de melder verwerkt. Op deze manier wist de brandwachttelegrafist op de hoofdkazerne meteen waar de brand was. Hij waarschuwde dan de dichtstbijzijnde kazerne via datzelfde telegraafnet. Het telegraafsysteem was vrij kostbaar en werd alleen in grote steden aangeschaft. Ook andere brandmeldmanieren waren duur. In 1901 werd in Amsterdam een proef gestart met huismelders, waarbij elk bewoond pand in een aantal straten werd aangesloten op de dichtstbijzijnde brandschel, oftewel brandmelder. In 1905 waren er 554 huismelders, maar door het kostbare onderhoud eindigde de proef vijf jaar later. Het openbaar meldsysteem met brandmelders in risicovolle objecten bestaat nog steeds en zorgt ook nu voor discussie. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werden de melders van straat gehaald wegens de vele loze meldingen. Telefoon en meldkamer Eind negentiende eeuw kwam ook een ander nieuw systeem op: de telefoon. In eerste instantie hadden alleen enkele welgestelde burgers een telefoonverbinding, maar al snel kwamen er vaste adressen waar je naartoe kon om brand te melden. Ook kwam het vaak voor dat de commandant thuis werd gebeld. Ook de telefonische brandmelding had nadelen. Zo stelt J. Meier in 1913 dat regelmatig adressen verkeerd worden verstaan. ‘Dat iemand de brandweer opschelt, mededeelt dat er brand bij hem in huis is zonder zijn adres op te geven en daarna van het toestel wegloopt, komt inderdaad voor’, schrijft hij. Met de hedendaagse nummerherkenning is ook dat euvel verholpen. Luchtbeschermingsorganisaties legden vanaf 1936 overal in het land centrale
Straatbrandmelders werden vanaf 1927 geplaatst en verdwenen weer in de jaren zeventig.
meldposten aan, van waar uit de coördinatie van de hulpverlening bij bombardementen en oorlogshandelingen kon plaatsvinden. In feite zijn dat de eerste multidisciplinaire meldkamers. Breda en Tilburg begonnen als eerste met een landelijk meldnummer. De uitbreiding van de proef met het alarmnummer ‘0011’ stopte in 1978 als gevolg van bezuinigingen. Tien jaar later werd het project opnieuw voortgezet. De bedoeling ervan was de oproep voor dringende hulpverlening te centraliseren. In 1990 werd het nummer landelijk ingevoerd, waarna het veranderde in 0611 en in 1997 in 112. Tegenwoordig is dit hét alarmnummer in het grootste deel van Europa. ■
Heeft u ook een leuke vraag voor de rubriek vraag&antwoord? Stuur deze dan in via brandenbrandweer@ps-produkties.nl en wie weet ziet u volgende maand uw vraag in de rubriek beantwoord.
nummer 11 november 2009 569
congres
NVBR CONGRES 2009: Kijken naar de toekomst Hoe ziet de brandweer van de toekomst eruit? Deze vraag kwam uitgebreid aan bod tijdens het NVBR-congres 2009 op 1 en 2 oktober in Veldhoven. Belangrijk is dat de nadruk komt te liggen op de voorkant: op proactie en community safety; oftewel op het voorkomen van de brand, in plaats van het bestrijden. Dit betekent ook een andere inrichting van de brandweer.
H
Openingsshow NVBR-congres
et NVBR-congres begon ook dit jaar met een grote openingsshow met als host KRO-boegbeeld Fons de Poel. Bij de start wordt een filmpje gedraaid waarin bekende en onbekende Nederlanders vertellen over de brandweer. Hieruit blijkt dat brandweerlieden ontzettend populair zijn; de brandweer heeft een sterk imago, maar hierin schuilt volgens NVBR-voorzitter Caroline van de Wiel ook gevaar. ‘Het is nu tijd om van koers te veranderen. We moeten belangrijke keuzes maken en met andere, nieuwe partijen een nieuwe koers gaan varen.’ Een van de gasten van de openingsshow is bioloog Marcel Roede. Hij heeft een biologische kijk op de zaak. ‘In de evolutie is stilstand achteruitgang. Kijk maar naar de dodo. Die is uitgestorven omdat hij geen natuurlijke vijanden had en toen hij het kreeg, was het te laat. Kortom, je redt het ook niet in de natuur als je te comfortabel bent, en niet innoveert.’ Maar om te kunnen ‘groeien’ is er volgens Esther Lieben, districtscommandant in de regio Rotterdam-Rijnmond meer diversiteit nodig in de brandweer. ‘Nu zijn er vooral veel mannen, de brandweer kan wel meer vrouwelijke elan gebruiken.’ Toekomst Maar hoe zou de brandweer eruit zien over dertig jaar? In de strategische reis, een project van de NVBR, heeft de top van brand-
570 nummer 11 november 2009
Foto: NVBR
Door Neeltsje Marije de Boer
Hans Varkevisser krijgt bij zijn afscheid gouden manchetknopen kado van NVBR voorzitter Caroline van de Wiel.
weer Nederland hierover nagedacht. Wat moet anders? Van de Wiel, een van de deelnemers van de strategische reis: ‘80 % van het geld dat bij de brandweer binnenkomt, gaat naar de repressie. Maar is er nog veel verbetering te behalen in de repressie? Het aantal branden neemt niet toe. Door veel te investeren aan Sdu Uitgevers
congres
Voorzitter congrescommissie Hans Varkevisser stopt er mee Drie jaar geleden begon Hans Varkevisser met frisse moed aan een nieuwe uitdaging: voorzitter van de congrescommissie. Na drie NVBR-congressen geeft Varkevisser het stokje door aan Albert-Jan van Maren. ‘Ik heb van te voren gezegd, dat ik het drie jaar zou doen. En ik heb me aan die belofte gehouden’, aldus Varkevisser. Een paar vragen voor de inmiddels oud-voorzitter van het NVBRcongres. Hoe kijkt u op het laatste congres terug? Het NVBR-congres 2009 was het sluitstuk van mijn driejarige carrière als congresvoorzitter. Jammer dat ik afscheid moet nemen, maar het is goed dat er weer een frisse wind door de commissie waait. Als ik terugkijk ben ik erg trots op het feit dat we verschillende thema’s aan de orde hebben gesteld zoals de Veiligheidsregio, de Strategische Reis en het Veiligheidsberaad. Bovendien hebben we er dit jaar voor gezorgd dat het congres niet alleen van de NVBR maar ook door de NVBR is georganiseerd. Alle NVBR-netwerken hebben aan het congres meegedaan door een workshop en/of een masterclass te organiseren. Het resultaat is dan ook dat alle belangrijke onderwerpen in de volle breedte aan bod zijn gekomen. Van personeelsvraagstukken tot brandonderzoek en brandweerduiken. En niet te vergeten de Jan van der Heijdenprijs voor het meest innovatieve idee uit de brandweerwereld.’ Wat waren uw doelstellingen voor het congres toen u aan deze ‘job’ begon? ‘Op het NVBR-congres komen en kwamen vooral veel leidinggevenden en beleidsmensen. Maar iedere brandweerman en -vrouw is via de veiligheidsregio lid van de NVBR. We willen al deze brandweerlieden bereiken. Het NVBR-congres is tenslotte bedoeld voor alle NVBR-leden. Daarom heb ik vanaf mijn eerste jaar als congresvoorzitter samen met de commissie geprobeerd om iedereen, dus ook de vrijwilligers en de mensen van de uitruk, naar het congres te krijgen. We hebben het congres toegankelijker gemaakt door het op te splitsen in twee dagen: de eerste dag van het congres is meer beleidsmatig en bestuurlijk. De tweede dag van het congres is door het grote assortiment aan actieve workshops wat concreter en tastbaarder gemaakt, en voor iedereen toegankelijk. Het kledingadvies voor die dag is dan ook een kazernetenue of gemakkelijke kleding.’ Is het gelukt om meer vrijwilligers naar het congres te krijgen? ‘Het eerste jaar dat ik voorzitter was waren er weinig tot geen vrijwilligers. Het jaar daarop een stuk of vijftien. En dit jaar liepen er tientallen rond. Vrijwilligers zijn een lastige doelgroep om te bereiken. Aanschrijven of adverteren heeft weinig zin. Je moet het hebben van mond tot mond reclame en het rechtstreeks benaderen en uitnodigen. De vrijwilligers die inmiddels ons congres hebben bezocht, zijn erg enthousiast en nemen andere vrijwilligers mee. Ik hoop dat we de lijn door kunnen zetten. Het congres gaat niet alleen om kennis te vergaren, het is ook een grote reünie waar brandweerlieden, beroeps en vrijwilligers, vanuit heel Nederland elkaar kunnen treffen.’ Heeft u ook een tip voor de volgende congresvoorzitter? ‘Verandering van spijs doet eten, met andere woorden: nieuwe voorzitter ga vooral door met het zoeken en uitvoeren van nieuwe ideeën. En maak er vooral iets leuks van.’ Zien we u volgend jaar ook terug op het NVBR-congres? ‘Toen ik als congresvoorzitter begon, was ik eigenlijk allesbehalve een congresbezoeker, maar dat is nu veranderd. Natuurlijk ben ik volgend jaar weer van de partij.’
de voorkant (preventie) ben je ook minder kwijt aan de achterkant (repressie).’ Met andere woorden: betere preventie zorgt voor minder (grote) branden. ‘De nadruk moet komen te liggen op het voorkomen van de brand in plaats van het bestrijden ervan. Deze informatie moeten we nu terugvertalen naar het moment van morgen, en het voor de komende jaren uitrollen.’ Deze toekomstplannen hebben ook effect op alle (vrijwillige) brandweerlieden. Thom de Graaf, burgemeester Nijmegen en voorzitter Veiligheidsberaad: ‘Veel vrijwilligers zitten bij de brandweer om branden te blussen. We zullen dan toch tegen deze mensen moeten zeggen dat dit in de toekomst gaat veranderen.’ ‘Dit vraagt om een cultuuromslag bij de brandweer zelf’, aldus Minister Ter Horst, via een live verbinding uit Wassenaar. ‘Brandweerlieden die een brand blussen zijn grote helden, we moeten nu de slag maken dat brandweerlieden diezelfde trots ook voelen als ze bezig zijn met preventie.’ Lieben denkt niet dat de investering in preventie het einde gaat betekenen voor de Brand&Brandweer
repressieve dienst. ‘Er zullen in de toekomst ook branden zijn, en die moeten geblust worden.’ Het voorkomen van branden kan de brandweer niet alleen. In Engeland is de stad Liverpool met een community safety project gestart; de burgers zijn daar gedeeltelijk verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid, en dit is een groot succes. ‘Maar hoe krijg je mensen nu zover?’ vraagt De Poel aan Van de Wiel. ‘Veel mensen hebben niet eens een rookmelder in huis.’ Van de Wiel: ‘Dit is moeilijk en vraagt ook om een cultuurverandering bij de burgers. De mensen worden niet vanzelf veiligheidsbewuster. Je zult naar de burgers toe moeten; bijvoorbeeld een huisbezoek, naar scholen en verzorgingstehuizen. Dit kan een taak worden van een nieuw soort vrijwilliger.’ ■
nummer 11 november 2009 571
ingezonden
De brandweer zet een nieuwe Twee jaar lang kwamen ze elke maandag bij elkaar. Mensen uit de brandweerorganisatie om samen de toekomst te verkennen. Het werd een strategische reis met als centrale vragen hoe Nederland er in 2040 uit zou kunnen zien en hoe de brandweer. Caroline van de Wiel, voorzitter van de NVBR, over de toekomst van de brandweer in Nederland. ‘Wij verwachten bijna het onmogelijke van onze beroepsgroep. In de toekomst zal de burger zelf veel meer verantwoordelijkheid moeten nemen.’
E
Door Bureau NVBR / Afdeling communicatie
r komt veel op de brandweer af. Vakinhoudelijk wordt het werkgebied steeds ingewikkelder, regelgeving wordt strenger en risico´s voor brandweermensen nemen toe. Bovendien worden er steeds hogere eisen
572 nummer 11 november 2009
aan de kwaliteit van de dienstverlening gesteld. Naast grote maatschappelijke ontwikkelingen staat de brandweerorganisatie zelf ook voor grote veranderingen. Kosten versus resultaat Met al deze ontwikkelingen is de brandweer continu bezig met Sdu Uitgevers
ingezonden
koers uit kleine en grote verbeteringen om aan al die eisen en wensen te voldoen. In de praktijk blijkt echter dat deze verbeteringen in de meeste gevallen gepaard gaan met een enorme verhoging van de kosten en extra druk op de eigen mensen. Sinds 1990 zijn de kosten van de brandweer twee keer zo hoog geworden. Toch blijkt Nederland niet veiliger te zijn dan twee decennia terug. Uit de statistieken van het CBS blijkt dat kostenstijgingen niet leiden tot een afname van het aantal branden, het aantal slachtoffers en de schade. Nu kun je zeggen: misschien is dat wel dankzij die kostenverhoging. We weten het niet. Hoe dan ook, het is tijd om te kijken hoe de brandweer er toch voor kan zorgen dat het aantal branden, slachtoffers en de schade echt kan dalen. Strategische reis Voor de Raad van Regionaal Commandanten (RRC) is het duidelijk dat de brandweer er niet komt met alleen het verbeteren van de huidige praktijk. Wil de brandweer in de toekomst blijvend bijdragen aan een grotere veiligheid, dan moet de brandweer vernieuwen. Dit was de reden om het project strategische reis te starten. Het projectteam kreeg de opdracht om een beeld te schetsen van de brandweer in 2040, los van de huidige organisatie en de waan van de dag. Zo ver in de toekomst kijken is lastig, maar de projectgroep ontdekte wel een aantal duidelijke trends. Op basis van die trends omschreven zij een aantal toekomstbeelden en mogelijke bedrijfsmodellen voor de Nederlandse brandweer en legde deze voor aan de RRC en aan het bestuur. Dat leidde uiteindelijk tot een uitgewerkt toekomstscenario voor de Nederlandse brandweer op basis van het ‘continuïteitsconcept’. De gedachte hierachter is dat verstoring van de continuïteit van de samenleving zoveel mogelijk voorkomen dient te worden. Fysieke veiligheid vormt in dit streven een belangrijk deelgebied. Nadruk op preventie De nadruk zal in de toekomst steeds meer komen te liggen op het voorkómen van brand. Brandweerauto’s helpen niet om branden te voorkomen, branden tijdig te ontdekken of om snel te kunnen vluchten. Daarin spelen burgers en bedrijven zelf een belangrijke rol. Dat sluit ook aan bij de visie van de ministeries van BZK en VROM, waarin de eigen verantwoordelijkheid van de burger en bedrijven centraal staat. De brandweer zal hierin een belangrijke, nieuwe, rol hebben, vooral als het gaat om voorlichting, advisering, brandonderzoek en innovatie. Daarnaast zal de brandweer beter moeten aantonen wat het maatschappelijk rendement is van alle activiteiten. Dit alles vraagt om vakinhoudelijke kennis en een beter inzicht in kosten en baten. Naar een netwerkorganisatie De organisatie zal veranderen, maar juist in die nieuwe rol is de lokale inbedding van de brandweer van groot belang, en daarmee de inzet van onze vrijwilligers. Vrijwilligers blijven dus de basis vormen, maar in de nieuwe rol opent het ook de mogelijkheid voor andere soorten vrijwilligers. Uitgangspunt is dat de positie van vrijwilligers als bestaand onderdeel van de maatschappij nog beter benut moet worden. De basisbrandweerzorg blijft op lokaal niveau, maar voor speBrand&Brandweer
cialismen zullen interregionale steunpunten worden ingericht. Samenwerken dus. Een landelijke ondersteunende organisatie moet de specialistische repressieve taken vanuit de steunpunten coördineren en is ook verantwoordelijk voor zaken als brandonderzoek, materieel en innovatie, kenniscentra en leeragentschappen. Verder heeft zij een adviserende rol bij wet- en regelgeving. Ook is de landelijke organisatie verantwoordelijk voor opleiden, bijscholen en oefenen. Hier vindt de voorbereiding op crisisbeheersing plaats, maar ook research & development, strategie en beleid. De landelijke organisatie is het gezicht van de Nederlandse brandweer, want in de nieuwe rol wordt ook meer samengewerkt met landelijk opererende partners. In de komende jaren wordt die organisatie verder vorm gegeven. Eén brandweer, maar in verscheidenheid Hoewel de Brandweer in de toekomst dus meer als één organisatie zal opereren, kan deze ook beter worden afgestemd op de lokale situatie. Waar eerder juist gestreefd werd naar meer uniformiteit binnen de brandweer, is differentiatie naar de lokale risico’s een belangrijke pijler in de toekomstvisie voor de komende vijf jaar. De risico’s verschillen per plaats (industrie/agrarisch), per tijdstip (dag/nacht), maar bijvoorbeeld ook demografisch (bevolkingsgroepen). Maak de tijd tot je vriend Het gaat natuurlijk niet alleen om harde cijfers. Het gevoel en de beleving van brandweermensen speelt een belangrijke rol. ‘Het is niet realistisch om te verwachten dat we van de ene op de andere dag veranderen. Je moet tijd tot je vriend maken en de tijd nemen om de organisatie klaar te maken voor de toekomst’, zo verwoordde Caroline van de Wiel tijdens het NVBR congres de tijdspanne van het proces. ‘Ik zie de uitdagingen met vertrouwen tegemoet. Het huidige beeld van die repressieve organisatie die zonder problemen bij nacht en ontij beschikbaar is, is niet realistisch meer. We hebben dat beeld wel jarenlang zelf in stand gehouden. Het is nu aan ons om bestuurders en burgers duidelijk te maken dat dit een illusie is. Er is een andere koers nodig. Bestuurders moeten keuzes maken en burgers moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Dat heeft tijd nodig. Zie het als een mammoettanker: Je kunt nog zo hard aan het roer draaien, het duurt even voordat het schip daadwerkelijk begint te draaien. Maar het is aan ons - als brandweer - om die draai in gang te zetten.’ ■ nummer 11 november 2009 573
Fraude op de loer? De reeks Fraude & Integriteit biedt uitkomst!
Vrijwel iedere onderneming heeft te maken met fraude en integriteit. De meeste ondernemingen staan er liever niet bij stil, maar fraude kan altijd op de loer liggen. Hoe reageert u als er daadwerkelijk iets aan de hand is? En hoe voorkomt u dit alles en handelt u hierbij?
Serie Fraude & Integriteit De handboeken uit de Serie Fraude & Integriteit bieden uitkomst! De volgende vijf delen zijn inmiddels verschenen: • Handboek Fraude & Onderzoek • Handboek Integriteit & Ambtenaar • Handboek Integriteit & Werknemer • Handboek Fraude & Accountant • Handboek Fraude & Preventie
Ontvang direct 15% korting! Indien u alle vijf de delen bestelt, profiteert u van 15% korting. Daarnaast ontvangt u tevens een luxe opbergcassette inclusief unieke cd-rom voorzien van een jurisprudentie- en wetgevingregister op het gebied van Fraude & Integriteit, IRIS en GISA.
Auteur: mr. M.H.G. Scharenborg AA Prijs los per deel: € 42,40* Prijs complete set inclusief cd-rom en luxe cassette: € 185,–* *Prijzen zijn incl. btw, excl. verzenden administratiekosten. Onze uitgaven zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel.
Bestel via www.sdu.nl mail naar sdu@sdu.nl of bel (070) 378 98 80
574 nummer 11 november 2009
Sdu Uitgevers
de website van
Website van brandweer Veghel Webadres: www.brandweer-veghel.nl Beheerder: Theo Gevers Redacteur: Theo Gevers Eigenaar: gemeente Veghel Startjaar 1996 Bezoekers per maand: 1380 Kosten per jaar: € 360
De website van brandweer Veghel is een van de eerste brandweerwebsites van Nederland. Bedoeld om de brandweer te informeren en ook om gewone mensen een kijkje te geven in de keuken van de Veghelse brandweer. De man die sinds jaar en dag de site bijhoudt, is Theo Gevers. Gevers is hoofdbrandwacht bij de vrijwillige brandweer. ‘Ik heb ook een opleiding gehad tot onderbrandmeester en ik ben opgeleid tot instructeur’, aldus Brand&Brandweer
Gevers. Naast zijn werk bij de brandweer werkt hij als assistent-manager technisch onderhoud bij een groot bouwbedrijf in de buurtgemeente Geffen. ‘Daar staan driehonderd computers die onderhouden moeten worden.’ Door zijn werkplek buiten de gemeente Veghel kan Gevers niet zo snel bij een eventuele brand zijn. ‘Daarom vervangt iemand mijn diensten bij een uitruk als ik op mijn werk ben.’ Het maakt niet uit, want juist door zijn werk heeft Gevers verstand van computers en dus kennis voor het maken en onderhouden van een website. www.brandweer-veghel.nl wordt door hem alleen beheerd. ‘Ik ben er gemiddeld twee uur in de week mee bezig.’ De site kwam in 1996 van de grond en diende daardoor als voorbeeld voor een aantal andere sites. ‘Af en toe zag ik dat er dingen van mijn site geknipt en geplakt werden. Die kwamen dan weer terecht in nieuwe sites, die in de loop van de tijd ook op gang kwamen.’ Begin dit jaar gooide Gevers in een klap de hele site om. ‘Ik heb de lay-out veranderd en de menu’s en submenu’s overzichtelijker gemaakt.’ Voor de site veranderde stonden de menu’s aan de linkerkant van de homepage onder el-
kaar. ‘Nu heb ik ze naar boven verplaatst en hebben ze submenu’s gekregen. Verplaats je de muis bijvoorbeeld naar uitrukken dan verschijnt eronder ‘actueel’, ‘algemeen’, ‘fotoboek’ en ‘historie’. Dat zijn dan de submenu’s waarmee je naar een andere pagina kunt gaan.’ Ook nieuw is het log-in gedeelte voor de brandweermensen van Veghel. Door in te loggen kunnen de brandweerlieden hun oefenrooster bekijken en de contactgegevens van hun collega’s bekijken. Ze zijn ingedeeld in vier ploegen. ‘Per ploeg kun je zien wie er in zit.’ De grote verandering is volgens Gevers een hele verbetering. ‘Ik wil nog één ding veranderen. De brandweermensen moeten zelf hun persoonlijke gegevens kunnen aanpassen’, vindt Gevers. Wat Gevers probeert te bereiken met zijn site is duidelijk. ‘Het primaire doel is informatie geven over de brandweer Veghel voor de eigen leden, de collegae door het land en over de hele wereld, supporters van de brandweer en alle overige geïnteresseerden. Dit alles vrijwillig opgezet en zonder commerciële achtergronden. Derhalve vindt u hier weinig reclame en links naar ander sites, tenzij het gaat om specifieke bronnen met vermelding’, zo meldt hij op de site. En het is zo. ■
nummer 11 november 2009 575
576 nummer 11 november 2009
Sdu Uitgevers
DE KAZERN E / het voertuig
Kazerne van brandweer Rijnwoude
Benthuizen kreeg naast een nieuw gebouw ook een nieuwe plaats toegewezen. ‘De brandweermensen van Benthuizen hadden het dus makkelijk. Eén verhuizing en de klus was geklaard.
Voor Koudekerk was het wat vervelender. Zij bleven op dezelfde plek zitten, dus moest het gebouw worden gesloopt. En dat betekende dat de mannen en vrouwen tijdelijk in een pand van een aannemersbedrijf moesten bivakkeren. De nieuwe kazernes lijken erg op elkaar. ‘Ze hebben dezelfde uitstraling. Het grootste verschil is dat de kazerne van Koudekerk van bakstenen is, omdat die in een woongebied zit. De kazerne van Benthuizen heeft een meer industrieel karakter.’ Van binnen zijn de verschillen zichtbaar groter. ‘De beide korpsen hadden inspraak in de inrichting.’ Het leverde op dat Benthuizen nu een eigen sportruimte heeft en Koudekerk niet. ‘In Benthuizen is geen sportschool en de mensen wilden toch wel graag sporten.’ Verheggen toont zich erg tevreden met de nieuwe gebouwen. ‘Iedereen is volgens mij blij. In beide kazernes zijn nu goede instructieruimtes en ze zijn van alle gemakken voorzien.’ En nu? ‘De mensen moeten er weer veertig jaar mee vooruit.’ fotograaf: Leen van Mourik
Brandweer Rijnwoude kent drie posten: Koudekerk, Benthuizen en Hazerswoude. Alledrie hadden ze kazernes die echt aan vernieuwing toe waren. Er werd een projectgroep gestart en nu, ruim een jaar verder, zijn twee kazernes vervangen. In september openden Koudekerk en Benthuizen de deuren. ‘Voor de laatste post zijn we nu grond aan het verwerven, daarna kan er pas gebouwd worden’, kazerne Benthuizen zegt Henri Verheggen van brandweer Rijnwoude. Hij vertelt dat de oude kazernes al geruime tijd echt helemaal op waren. ‘We hadden geen gescheiden wc’s en douches voor mannen en vrouwen en de laatste jaren gingen we al van een nieuw pand uit, dus toen verwaarloosde de boel wel een beetje.’
Voertuig van brandweer Herkingen Op het voormalige eiland GoereeOverflakkee heeft brandweer Herkingen sinds juli een nieuwe tankautospuit. De wagen vervangt het oude exemplaar dat al ruim twintig jaar rondreed. ‘Het was tijd voor een nieuwe’, zegt postcommandant Martin Lugtenburg van Dirksland, waar Herkingen onder valt.
dingen op de wagen gezet.’ De rookventilator wordt volgens Lugtenburg steeds vaker op wagens gezet. ‘Vooralsnog met name voor defensieve ventilatie.’ Een van de dingen waarmee het korps zelf de wagen verbeterde is een drijvende zuigkorf. ‘We hebben hier in de buurt veel laag water, dan is zo’n ding handig’
De nieuwe tankautospuit is een 4x2 Volvo voorzien van een standaard Biza bepakking en een aantal extra’s. ‘We hebben ook een rookventilator op de wagen en het korps heeft zelf nog een aantal
Officieel werd de Volvo op zaterdag 26 september in gebruik genomen. Het was een feestelijke bijeenkomst van brandweer Herkingen, waar alle wagens in de afgelopen eeuw nog even ter sprake kwamen. De eerste uitruk maakte de wagen al twee maanden eerder. ‘Op 24 juli kwam de wagen bij ons in dienst. Een dag later lag er een paard in de sloot, die moest gered worden.’ De wagen maakte voor zijn beëdiging ook al twee middelbranden mee. ‘De officiële overdracht liet langer op zich wachten, omdat in de zomervakantie
Brand&Brandweer
de leidinggevenden en de burgemeester niet allemaal tegelijk beschikbaar konden zijn.’ ‘Op het hele eiland Goeree-Overflakkee zijn dertien posten. Die hebben allemaal een TS.’ En langzaam aan worden die allemaal vervangen. ‘Er is al weer een aantal posten bezig met vervangingen.’ Sinds 2008 zitten alle posten bij veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. ‘Omdat we de nieuwe wagen al in 2007 in de begroting hadden opgenomen zijn we de laatste post die zelfstandig een wagen heeft kunnen aanschaffen.’ Voortaan zal dat via mantelovereenkomsten gaan.
Voertuig: Volvo FL280 4x2, 176 Kw (280 pk) Opbouw: Rosenbauer ES Gewicht: max 14.000 kg Bouwjaar: 2008 Max. snelheid: begrensd op 80 km/u Hoogte: 2910 Lengte: 7035 mm Zitplaatsen: 8 (2+2+4 zit opstelling)
nummer 11 november 2009 577
EXTRA VEILIG
BLUSBOM
De revolutie in brandbestrijding
DRY SPRINKLER POWDER AEROSOL HĂŠt volumetrisch blusmiddel voor beginnende en gevorderde binnenbranden. De stof aerosol werkt vlamafbrekend, dus geen herontsteking. De DSPA-5 voorkomt zelfs backdrafts en flashovers. Alles over dit unieke systeem op DSPA.nl DE MARKTLEIDER OP HET GEBIED VAN KLEURNALICHTENDE VEILIGHEIDSSIGNALERING.
T 024 3789581 - INFO@SYSTEMTEXT.NL
W W W. S Y S T E M T E X T. N L
578 nummer 11 november 2009
DSPA.nl + 31 (0)24 352 25 73 info@dspa.nl
Sdu Uitgevers
Rescue equipment
New Car Technology de kracht van innovatie
Holmatro’s sterkste New Car Technology schaar ooit: CU 4055 C NCT™ II Speciaal voor het knippen van sterkere, bredere constructies in moderne voertuigen. r Knipkracht boven 103 ton r (SPUF NFTPQFOJOH WBO 202 mm omsluit bredere A-, B- en C-stijlen r U -vormige messen trekken materiaal naar knipholte waar meeste kracht zit r i-Bolt, platte centraalboutconstructie r CORE™ één-slangsysteem r LED verlichting in draaggreep Holmatro ontwikkelt redgereedschappen waarmee u sneller, veiliger en gemakkelijker kunt werken. www.holmatro.com
Brand&Brandweer
nummer 11 november 2009 579
In één keer ruim 10.000 hulpverleners bereiken? Dat kan! Wij bieden u de voordelen van een multimediale campagne:
• HulpdienstenOnline biedt u effectieve online advertentiemogelijkheden waarmee u direct onder de aandacht komt van duizenden potentiële klanten binnen hulpverlenende instanties zoals de Brandweer, Ambulance, Politie, Veiligheidsregio’s en overige Hulpdiensten.
• Natuurlijk aangevuld met de advertentiemogelijkheden in de vakbladen Brand&Brandweer, GRIP4 en Incident. Meer informatie of direct reserveren? Neem contact met ons op: Remco Wijnhout, 023 - 571 47 45 of r.wijnhout@bureauvanvliet.com
Handboeken voor de Brandweer
Het complete naslagwerk voor uw dagelijkse praktijk De Handboeken voor de Brandweer vormen een perfecte informatiebron voor een ieder die werkzaam is in het brandweervak. De uitgave bestaat momenteel uit zo’n 30 losse delen met duidelijke en toepasbare informatie over onderwerpen die u bezig houden. De indeling van de reeks volgt de veiligheidsketen proactie/preventie, preparatie, repressie en nazorg. U vindt in de Handboeken voor de Brandweer informatie over onderwerpen als: • Brandveiligheid en Bouwbesluit • Rookbeheersingssystemen • Rijden in voorrangsvoertuigen (Hulpdiensten in het verkeer) • Weerbaarheid voor reddingswerkers • Integraal kwaliteitsmanagement bij de brandweer • En veel meer. Helder, praktisch en specialistisch De Handboeken voor de Brandweer kenmerken zich door de heldere schrijfwijze, de vele praktijkvoorbeelden, duidelijke illustraties en handige checklists!
580 nummer 11 november 2009
Op de hoogte van de totale veiligheidsketen! Met een abonnement op de Handboeken voor de Brandweer ontvangt u automatisch de nieuwe of herziene delen binnen de reeks met circa 15% tot 20% korting. Geïnteresseerd in een specifiek onderwerp? U kunt de afzonderlijke delen ook los bestellen. Voor meer informatie en om direct te bestellen, surft u naar: www.sdu.nl
Titel: Handboeken voor de Brandweer er Kernredactie: Ing. R.H.G.M. Rasch, drs. Ing. M.P.M. Schoonderwoerd MCDm en mr. M.J. Röttgering Bestelcode abonnement: B25 Prijs: € 253,–, u ontvangt automatisch de geactualiseerde delen [B25HW, B25]
Sdu Uitgevers
iÌ>V iiÀÌ veiligheidspersoneel!
met Grondboringen IJsselmuiden B.V. De grondbooronderneming voor uw te projecteren brandputten!
*>À>>ÌÊ6i } i `Ã` i ÃÌi Ê 6Ê`iÌ>V iiÀÌÊ LÀ> `ÜiiÀ«iÀà ii ]ÊLiÛi } }ëiÀà ii ]Ê " iÀÃÊi Ê 6 iÀð
Ook voor inspecties en het jaarlijks onderhoud.
Wij beschikken over: Ê Ê Ê Ê Ê Ê Ê Ê Ê Ê
7 Êâ Ê6 Ê}iViÀÌ wÊViiÀ`Êi Ê iLLi Ê iiÀÊ`> ÊÓäÊ >>ÀÊiÀ Û>À }Ê «Ê iÌÊ}iL i`ÊÛ> Ê iÛiÀi ÊÛ> ÊÛi } i `ëiÀà ii °
Spoorstraat 20, 8271 RH IJsselmuiden Telefoon 038 - 33 36 099 Fax 038 - 33 36 098 Mobiel 06 - 303 355 35 www.grondboringen.eu
Naamloos-7 1
UÊ À> `Ü>V Ìi Ê iÌÊ` ÛiÀÃiÊëiV > à i \ Ê À> `ÜiiÀV >ÕvviÕÀÃ]Ê Õ iÀÃ]Ê Õ « i} i `iÀÃ] Ê >ë> `À>}iÀÃ]Ê6 i}ÌÕ }LÀ> `LiÃÌÀ `iÀÃ]Ê76 iÀî UÊ iÛi Û iÀ`iÀà UÊ*ÀiÛi Ì ÃÌi UÊ ÌÀ ivÕ VÌ >À ÃÃi ÊLÀ> `«ÀiÛi Ì i UÊ ÃÌÀÕVÌiÕÀà UÊ iÛi } }ëiÀà ii \Ê"L iVÌLiÛi }iÀ]Ê Ûi i i Ìi Ê LiÛi }iÀÊi Ê ÀiV>« ÀÌ iÀ UÊ "ÊÉÊ 6 «iÀà ii
/i °ÊäÓ Ç ÓÎäx äÊUÊÜÜÜ°«>À>>Ì°
09-10-2007 11:03:20 090108_Adv_B&B_Veiligheidsdiensten_V2.indd 1
12-1-09 15:11:4
NIJKERK
5PQRLYR PZ LLU YVI\\Z[L NLTLLU[L YHUKQL 9HUKZ[HK LU WHS HHU KL =LS\^L +L IPQUH PU^VULYZ ^VULU ^LYRLU LU YLJYLwYLU PU MYHHPL ^VVURLYULU LU LLU WYHJO[PN I\P[LUNLIPLK =PH KL ( LU WLY VWLUIHHY ]LY]VLY PZ 5PQRLYR WYPTH ILYLPRIHHY +L IYHUK^LLY PZ NLWVZP[PVULLYK HSZ LLUOLPK IPUULU KL [V[HSL NLTLLU[LSPQRL VYNHUPZH[PL LU OLLM[ PU VWLYH[PVULSL ZP[\H[PLZ LU IYHUK^LLYaHRLU LLU KPYLJ[L SPQU TL[ KL I\YNLTLLZ[LY =LYKLY ^LYR[ KL IYHUK^LLY VUKLY ]LYHU[^VVYKLSPQROLPK ]HU KL KPYLJ[PL >PQ aPQU VW aVLR UHHY LLU!
*VTTHUKHU[ )YHUK^LLY +L JVTTHUKHU[ PZ ]LYHU[^VVYKLSPQR ]VVY KL NVLKL NHUN ]HU aHRLU IPUULU KL IYHUK^LLYVYNHUPZH[PL /PQ HK]PZLLY[ OL[ ILZ[\\Y V]LY IYHUK^LLYaHRLU LU M`ZPLRL ]LPSPNOLPK 0U OL[ RHKLY ]HU KL YLNPVUHSPZH[PL PZ UVN LLU ÅPURL RS\Z [L RSHYLU (SZ OVVMK ]HU LLU NLTLLU[LSPQRL HMKLSPUN OLLM[ KL JVTTHUKHU[ [HRLU VW OL[ ]SHR ]HU KL ILSLPKZ I\KNL[ LU PUMVYTH[PLJ`JS\Z ,LU HU[LUUL ]VVY ILZ[\\YSPQRL HHUNLSLNLUOLKLU RLUUPZ ]HU NLTLLU[LSPQRL aHRLU JVTT\UPJH[PL]L ]HHYKPNOLKLU PU ^VVYK LU NLZJOYPM[ aPQU LURLSL UVVKaHRLSPQRL JVTWL[LU[PLZ 6W ^^^ ZLHYJOWVZN US ]PUK[ \ TLLY PUMV V]LY KLaL ]HJH[\YL < R\U[ VVR ILSSLU TL[ .LYHYK =YPU[L OVVMKRHU[VVY :LHYJO 76:. PU /LKLS [LSLMVVU! 9LHNLYLU RHU VVR ]PH ^^^ ZLHYJOWVZN US
:LHYJO 76:. SL]LY[ THH[^LYR HHU V]LYOLKLU KL aVYNZLJ[VY LU HUKLYL UVU WYVÄ[ VYNHUPZH[PLZ IPQ KL ZLHYJO LU KL ^LY]PUN LU ZLSLJ[PL ]HU ILZ[\\YKLYZ THUHNLYZ LU ZWLJPHSPZ[LU :LHYJO 76:. THHR[ KLLS \P[ ]HU KL 7 6 :LY]PJLZ .YVLW LU OLLM[ ]LZ[PNPUNLU PU +LU /HHN /LKLS 4HHZ[YPJO[ 4LWWLS ;PSI\YN LU >HNLUPUNLU
Brand&Brandweer
nummer 11 november 2009 581
vriendendiensten schade verzekering
alarmcentrale
luier service
reis verzekering
internet consult
gezond iza.nl kraamzorg wachtlijst bemiddeling IZA heeft al jaren uw vertrouwen als het gaat om uw zorgverzekering. Daar zijn we trots op. Maar we kunnen en willen nog veel meer voor u doen. Zo bieden we naast reis- en schadeverzekeringen tegen de beste condities ook praktische diensten. Kijk voor meer informatie op www.iza.nl/vriendendiensten
| goed voor elkaar |
Brandpreventie op Texel
Bij de gemeente Texel, onderdeel brandweer, zijn we door uitbreiding op zoek naar een
MEDEWERKER OPLEIDEN, OEFENEN EN PREPARATIE Van historische VOC stad tot dynamisch eiland met een hoog voorzieningenniveau waar het voor zijn inwoners en bezoekers goed vertoeven is. Bij de gemeente werken we hard aan het behoud en de versterking van een aangenaam woon-, werk- en leefklimaat. We profileren Texel als duurzame en levendige gemeente in zowel sociaal, economisch, ecologisch als cultureel opzicht. Onze dienstverlening aan burgers, bezoekers en ondernemers staat in het teken van efficiëntie en klantgerichtheid. Dit alles vraagt om medewerkers met ambitie, betrokkenheid en een actieve instelling die graag aan de slag gaan bij een innovatieve en moderne werkgever waar talent de kans krijgt zich te ontwikkelen.
MBO werk- en denkniveau, voor 36 uur per week die zich bezig houdt met het (mede) ontwikkelen, implementeren en toetsen van het opleiding- en oefenbeleid voor het vrijwillige brandweerkorps. Momenteel loopt een onderzoek om de brandweerkorpsen Den Helder en Texel samen te voegen tot één korps. Standplaats voor deze functie blijft Texel. Aanstelling zal plaatsvinden bij de gemeente Texel bij de afdeling Vergunningen, Toezicht en Belastingen. Op termijn zou het een aanstelling in beroepsdienst kunnen worden, dit is vooralsnog niet het geval. De functie bestaat voor het grootste gedeelte uit het organiseren, begeleiden en evalueren van oefeningen. Incidenteel zult u ook instructie geven. Het overige werk bestaat uit preparatie zoals het onderhouden, repareren en registreren van materieel en apparatuur. Daarnaast zult u een repressieve (bevelvoerders) functie binnen het vrijwillige brandweerkorps moeten bekleden. Er geldt voor deze functie een woonverplichting op Texel. De volledige inhoud van deze vacature is terug te vinden op www.texel.nl of www.gemeentebanen.nl. Meer informatie via tel. 0222-362249 (personeelszaken) of personeelszaken@texel.nl.
Acquisitie wordt niet op prijs gesteld.
Gemeente Texel. Brand&Brandweer
Voor een baan met uitzicht nummer 11 november 2009 583
Flexibele teamspeler? De gemeente Sliedrecht zoekt een ervaren
LOKAAL COMMANDANT BRANDWEER
m/v (full-time)
JOUW KWALITEITEN Als ervaren professional ben je verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het Sliedrechtse brandweerkorps, dat wil zeggen dat je – naast je rol als aanspreekpunt van het korps – de stuwende kracht bent achter efficiënte en effectieve inzet, instructie, sturing en kwaliteit van het vrijwilligerskorps en van de taakgroep risicobeheersing. Je hebt een HBO werk- en denkniveau en specifieke opleiding leergang ‘specialist preventie’ of gelijkwaardig (minimaal het officiersdiploma Adjunct Hoofdbrandmeester of het diploma leergang OvD). Besluitvaardigheid en creativiteit gaan bij jou hand in hand en je communicatie laat aan helderheid niets te wensen over. Door je goed ontwikkelde gevoel voor bestuurlijke en operationele verhoudingen heb jij een prima interactie met het bestuur en de gemeentelijke organisatie. Naast de invulling van voornoemde lokale taken wordt verwacht dat je beschikbaarheiddiensten als OvD Brandweer meedraait. In verband met het ontwikkeltraject in het samenwerkingsverband kunnen taakelementen uit de functie op termijn gewijzigd worden. De brandweer van Sliedrecht maakt onderdeel uit van Drechtsteden Noord (de brandweerkorpsen van Papendrecht, Sliedrecht en Alblasserdam rapporteren aan een algemeen commandant). Het Sliedrechtse brandweerteam heeft de specialisatie risicobeheersing (pro-actie en preventie). In totaal bestaat deze lokale brandweerunit uit een beroepsonderdeel van 5,5 formatieplaatsen, circa 40 vrijwilligers en een jeugdbrandweerkorps.
adv_hardlopers_corr:Layout 1
W AT B I E D E N W I J ? Een werkkring die getypeerd wordt door daadkracht en klantgerichtheid. Een boeiende en gevarieerde functie binnen een enthousiast team in een dynamische regio. Daarnaast bieden wij gunstige secundaire arbeidsvoorwaarden. Deze functie is ingedeeld in schaal 11 (maximaal € 4.378. Piketvergoeding conform de 10/16 regeling). NADERE INLICHTINGEN Nadere inlichtingen kunnen desgewenst worden ingewonnen bij de heer Piet Aantjes, beoogd algemeen commandant Brandweer Drechtsteden Noord, telefoon 078-6915631 of de heer Casper Dollekamp,
19-10-2009
12:58
interim commandant Brandweer Sliedrecht, telefoon 06-53756942. SOLLICITEREN? Uitsluitend via het internet: stuur vóór 21 november a.s. een brief met c.v. via www.werkenbijdrechtsteden.nl
"EN JIJ HET TYPE VOOR 3LIEDRECHT
Pagina 1
brandweersportbond.nl �
�
Loop de komende maanden hard met de Brandweersportbond (30 januari NK Cross / 24 april NK 10 km) Zie onze website voor meer informatie over deze en andere evenementen
584 nummer 11 november 2009
Sdu Uitgevers
Het resultaat 7bc[h[ '/--
7bc[h[ (&&-
7bc[h[ (&'-
van 30 jaar ambitie en lef... dus begrijp dat we veel van je verwachten 7bc[h[ _i X_dd[d )& `WWh c[j c[[h ZWd '.-$&&& _dmed[hi k_j][]he[_Z jej [[d ab[khh_`a[ [d \WiY_d[h[dZ[ ijWZ$ ;[d WWdjh[aa[b_`a[ ijWZ leeh _[Z[h[[d Z_[ ef ^[j ][X_[Z lWd med[d e\ edZ[hd[c[d p_`d ]h[dp[d m_b l[hb[]][d" [[d ijWZ mWWh `[ lWdm[][ Z[ ]hej[ Z_l[hi_j[_j [d Z[ k_jij[a[dZ[ X[h[_aXWWh^[_Z `[ m[di[d akdj h[Wb_i[h[d Ec ij[[Zi edp[ WcX_j_[i mWWh j[ cWa[d" ijWWd Z[ a[hdmWWhZ[d b[\" id[b^[_Z ร [n_X_b_j[_j" ec][l_d]i][h_Y^j^[_Z" h[ikbjWWj][h_Y^j^[_Z [d iWc[dm[ha[d Y[djhWWb$ Cec[dj[[b pe[a[d m_` leeh ^[j j[Wc >WdZ^Wl_d] [[d
>WdZ^Wl[h 8hWdZl[_b_]^[_Z
?dj[h[ii[5 Kijk op www.almere.nl/vacatures voor meer informatie. Via een digitaal formulier kun je solliciteren. Of stuur een brief naar de gemeente Almere, team Arbeidsmarktcommunicatie, Postbus 200, 1300 AE Almere. Vermeld s.v.p. het vacaturenummer. De sluitingsdatum van deze vacatures is 21 november 2009. Het kรกn in Almere.
I[d_eh >WdZ^Wl[h 8[XekmZ[ Ec][l_d]%8ekmh[][b][l_d]
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
lWY$dh$ &/$&,. Je treedt op als handhavingspecialist op het vakgebied brandveiligheid. In deze functie verricht je voornamelijk controle- en handhavingwerkzaamheden bij bedrijven, instellingen en scholen. Ervaring met bestuursrechtelijke handhaving is een pre. Je salaris bedraagt maximaal 3.027 bruto per maand (schaal 8).
lWY$dh$ &/$'+( Je handelt complexe handhavingsvraagstukken op het gebied van ruimtelijke ordening, bouwregelgeving, brandveiligheid en milieu af. Je weet wat er speelt in je eigen vakgebied, en weet een brug te slaan naar de wet- en regelgeving. Je hebt hbo werk- en denkniveau. Je salaris bedraagt maximaal 3.800 bruto per maand (schaal 10).
Brand&Brandweer
nummer 11 november 2009 585
B&B REGISTER
" " "RAND "RANDWEER
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Adembescherming Interspiro Televisieweg 113 1322 bD almere Tel. 036 5363103 Fax 036 5384809
Adviesbureau Artesis Postbus 371 4100 aj Culemborg Tel. 0345 687000 Fax 0345 687001 Dijkoraad Viavesta bv gotlandstraat 50 7418 aX Deventer Tel. 0570 519555 e-mail: brandpreventie@dijkoraad.nl www.dijkoraad.nl/brandpreventie Adviesbureau Nieman Postbus 40217 3504 aa Utrecht Tel. 030 2413427 Fax 030 2410266 e-mail: info@nieman.nl www.nieman.nl Van Pinxteren Interim & Advies Postbus 75 2060 ab bloemendaal Tel. 023 5254044 www.vanpinxteren.net
Adviesbureau brandpreventie Altavilla Brandveiligheid Postbus 1026 5602 ba eindhoven Tel. 040 2902570 Fax 040 2902571 e-mail: info@altavilla.nl www.altavilla.nl Adviesbureau Van Dijke De Waal 24-28 5684 PH best Tel. 049 9328400 Fax 049 9328401 e-mail: avd@avd.nu www.avd.nu Van Hooft Adviesburo B.V. Fire & Life Safety Engineers Hoogeindsestraat 4 5447 PD rijkevoort Tel. 0485 37 18 90 Fax 0485 37 21 34 e-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl
Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Bartels Ingenieursbureau Postbus 10217 7301 ge apeldoorn Tel. 055 3680540 Fax 055 3664598 e-mail: brandveiligheid@bartels.nl www.bartels.nl
Bouwbedrijf
MVH Adviseurs BV brandpreventie, bouwplantoetsing brandveiligheid, Handhaving & Detachering brandpreventie specialisten Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 06 54310052 Tel. 033-2586334 e-mail: info@mvhadviseurs.nl www.mvhadviseurs.nl
Brandweermaterialen & brandweervoertuigen
Peutz B.V. Postbus 66 6585 ZH mook Tel: 024 3570707 e-mail: info@mook.peutz.nl www.peutz.nl
Kiwa Nederland B.V. Postbus 70 2280 ab rijswijk Sir W.Churchilllaan 273 2288 ea rijswijk Tel. 070 4144400 Fax 070 4144420 e-mail: info@kiwa.nl www.1kiwa.com/brand
Floriaan B.V. Postbus 220 5300 ae Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 e-mail: info@floriaan.nl www.floriaan.nl Ingenieursbureau Te Riele B.V. Postbus 72 7390 ab Twello Tel. 055 3231181 Fax 055 3231095 e-mail: info@terielebv.nl www.terielebv.nl IFsM – Noord De Wanne 39 7908 nm Hoogeveen Tel. 06 36542600 ifsm@home.nl
Alu/RVS Bewerkingen Machinefabriek Het Stempel B.V. Postbus 191 3330 aD Zwijndrecht Tel. 078 6104055 Fax 078 6104010 e-mail: info@het-stempel.nl www.het-stempel.nl
Blusmiddelen DSPA Postbus 6572 6503 gb nIjmegen Tel. 024 3789581 Fax024 378583
586 nummer 11 november 2009
Vaessen Algemeen bouwbedrijf Postbus 239 4940 ae raamsdonkveer Tel. 0162 522120 Fax 0162 520274
Kenbri Fire Fighting BV Postbus 85 3250 ab Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com
Certificatie & Inspectie
Droogkasten & reinigingsmachines Harstra Instruments Postbus 186 3890 aD Zeewolde Tel. 036 5222142 Fax 036 5222152 e-mail: info@harstra.nl www.harstra.nl Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 Zg Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 e-mail: laundry@laundry.nl www.laundry.nl Miele Professional De Limiet 2 4131 nr vianen Tel. 0347 378883 Fax 0347 378429 e-mail: professional@miele.nl www.miele-professional.nl
Detachering brandweerpersoneel Paraat Veiligheidsdiensten Turfstekerstraat 30 1431 ge aalsmeer Tel:0297 230590 Fax 0297 230591 e-mail: info@paraat.nl www.paraat.nl
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau Van Vliet Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680 BBN brandwachten edisonweg 6 1821 bn alkmaar Tel. 072 5405216 Fax 072 5404792 e-mail: info@bbnbrandwachten.nl www.bbnbrandwachten.nl
Geboorde brandputten AquaNed Watertechniek Postbus 85 4715 ZH rucphen Tel. 016 5313350 www.aquaned.com Beemsterboer B.V. De veken 10 1716 Ke opmeer Tel. 022 6351860 Fax 022 6351092 Grondbooronderneming J. Hörmann B.V. rollecate 61 Postbus 28 7710 aa nieuwleusen Tel. 0529 480910 Fax 0529 485460 Verhey Toldijk B.V. Zutphen emmerikseweg 13b 7227 De Toldijk Tel. 0575 452041 Fax 0575 452051 Mos Grondwatertechniek boonsweg 11 3274 LH Heinenoord Tel 0186 607100 www.mos.nl Grondboringen IJsselmuiden Spoorstraat 20 8271 rH Ijsselmuiden Tel. 038 3336099 Fax 038 3336098 e-mail: info@grondboringen.eu www.grondboringen.eu Verhoeve Watertechniek bv Industrieweg 23 4762 ae Zevenbergen Tel. 016 8336030 Fax 016 8336603 e-mail: info@verhoevewt.com www.verhoevewt.com Raaijmakers Bronbemaling Liessentstraat 18c 5408 Sb volkel Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 e-mail: info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
Handlampen Safety-Lux Nederland B.V. nijverheidswerf 37 1402 bv bussum Tel. 035 6914476 Fax 035 6915474 e-mail: info@safety-lux.nl www.safety-lux.nl
Hulpverleningsgereedschappen Weber Rescue Nederland exclusief dealer voor de verkoop en service van Weber-Hydraulik producten In nederland. Delta Industrieweg 15 3251 LX Stellendam Tel.018 7493588 Fax 018 7493066 e-mail: info@weber-rescue.nl www.weber-rescue.nl
Kenniscentrum voor de woning- en utiliteitsbouw SBR Stationsplein 45 a6.016, 3013 aK rotterdam Postbus 1819 3000 bv rotterdam Tel. 010 2065959 Fax 010 4130175 e-mail: sbr@sbr.nl www.sbr.nl
Noodaggregaten Brinkmann & Niemeijer Motoren BV engelenburgstraat 45 7391 am Twello Postbus 50 7390 ab Twello Tel. 057 1276900 Fax 057 1276800 e-mail: info@bnmotoren.nl www.bnmotoren.nl
Oefenmaterialen VDK B.V. Handelsonderneming Langenakker 22 5731 jS mierlo Tel. 0492 667357 Fax 0492 667735
Olie- en calamiteitenbestrijding VanDoClean B.V. Stevenshof 21 5109 TX ‘s gravenmoer Tel. 0162 370390 Fax 0162 370392 mobiel: 06 53706000 e-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
Sdu Uitgevers
B&B REGISTER
Opl. Verkeersveiligheid Brandweerchauffeur Antislip & Rijvaardigheidscentrum DIBO K. Doormanstraat 15 7825 vS emmen Tel. 0591 767571 Fax 0591 615908 www.dibo-emmen.nl Stichting KLPE St. Walburg 6 6671 aS Zetten Tel. 06 53315625 Fax 084 7415485 e-mail: info@klpe.nl www.klpe.nl Slipstream Consultancy verzetsraat 76 7671 gL vriezenveen Tel. 0546 567792 Fax 0546 565489
Opleidingen & Trainingen TLO Deen Koningin emmalaan 2b 4141 eC Leerdam Tel. 06 11647578 e-mail: theo@tlodeen.nl www.tlodeen.nl
Persoonlijke beschermingsmiddelen Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 aa Zoetermeer Tel. 079 3444777 Fax 079 3444790 e-mail: info@draeger-safety.nl www.draeger-safety.nl MSA Nederland Postbus 39 1620 aa Hoorn Tel. 022 9250303 Fax 022 9211340
Reddingsgereedschappen Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 aa raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com
Redvoertuig trainingen Van Asten rescue trainingen Dudokstraat 1 6041 vm roermond Tel. 06 54725300 Fax 084 2259281 e-mail: jvasten@vanasten-trainingen.nl www.vanasten-trainingen.nl
Schuimvormende middelen VanDoClean B.V. Stevenshof 21 5109 TX â&#x20AC;&#x2122;s gravenmoer Tel. 0162 370390 Fax 0162 370392 mobiel: 06 53706000 e-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
Signalering
Vluchtwegaanduiding
Marelko Benelux b.v. rondven 4 6026 PX maarheeze Postbus 2674 6026 ZH maarheeze Tel.0495 592290 Fax 0495 591014 e-mail: info@marelkobenelux.nl www.marelkobenelux.nl
Betalight B.V. Drosteweg 20 3881 Pg Putten Tel. 0341 491231 Fax 0341 492066 e-mail: info@betalight.nl www.betalight.nl
Software Cebes Administratieve Automatisering C.V. Postbus 281 6000 ag Weert Tel. 0495 543211 Fax 0495 543174 e-mail: info@cebes.nl www.cebes.nl
Sprinklers NOVB (Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid) Hogeweg 39a 5301 Lj Zaltbommel Tel. 0418 518828 e-mail: info@novb.nl www.novb.nl
Stickers Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 ja Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700
Waterkanonnen Holleman B.V. Postbus 64 1500 eb Zaandam Tel. 075 6123272 Fax 075 6123409 www.hollemanmachine.nl
Werken op hoogte en/ hoogteredding Ascent Safety BV Siliciumweg 61a 3812 SW amersfoort Tel. 033 4480680 Fax 033 4480490 e-mail: info@ascent.nl www.hoogwerk.nl
Werving en selectie Leeuwendaal Postbus 1255 2280 Cg rijswijk Tel. 070 4142700 Fax 070 4142600 e-mail: wens@leeuwendaal.nl www.leeuwendaal.nl
Uitlaatgasafzuiging Overlander BV morseweg 2 3899 bP Zeewolde Tel. 036 5219200 Fax 036 5234430 Lebon & Gimbrair Postbus 225 3750 ge bunschoten Tel. 033-2988122 Fax 033-2988024 www.lebon.nl
Uniformen en bluskleding Zwart Uniformkleding Postbus 32 1906 Zg Limmen Tel. 072 5051638 e-mail: info@uniformkleding.nl www.uniformkleding.nl
Versnellingsbakken/ Transmissies/Voertuigbouwers Allison Transmission Europe B.V. baanhoek 188 3361 gn Sliedrecht Tel. 078 6422100 Fax 078 6422164 e-mail: edgar.lips@allisontransmission.com www.allisontransmission.com
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave d 45,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 355,Prijzen exclusief bTW Datum
Handtekening
U kunt deze bon sturen of faxen naar: bureau van vliet, Postbus 20, 2040 aa Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.
Brand&Brandweer
" " "RAND "RANDWEER
nummer 11 november 2009 587
Brandweer bevrijdt man van ring aan penis De brandweer van Florida hielp in september een man die een ring aan zijn penis niet meer kon loskrijgen. De man had deze ring met gewicht aan zijn geslachtsdeel gehangen in de hoop deze te verlengen. De vijftigjarige man durfde pas na een aantal dagen het ziekenhuis te bellen. Zijn geslachtsdeel was inmiddels erg opgezwollen en zwart. De artsen hadden geen beschikking over de juiste gereedschappen en schakelden de brandweer in. Deze bevrijdde de man van de ring.
Natuurbrand door liefdesbrieven Een Spaanse man werd afgelopen oktober tot anderhalf jaar celstraf veroordeeld wegens brandstichting. De man ontketende een grote bosbrand toen hij in maart 2006 liefdesbrieven verbrandde. De man verbrandde de liefdesbrieven in de buurt van Valencia, voor de woning van zijn vroegere geliefde. Hij gooide ze in een afvalbak en reed boos weg. Een sterke wind verspreidde het vuur en had een van de ergste bosbranden in de regio tot gevolg. Een aantal woonwijken werd geëvacueerd en de haven van het nabijgelegen Gandía moest tijdelijk dicht. Bijna 2000 hectare bos ging in vlammen op. De brandweer was drie dagen bezig met blussen. De man wacht niet alleen celstraf boven zijn hoofd, maar ook enorme schadeclaims. De regionale overheden eisen bijna 200.000 euro voor het blussen en een miljoen voor herbebossing.
Agterhuis en Fien V.O.F
Pagina
578
584 C4
DSPA.nl
578
G4S Beveiliging B.V.
544
Gemeente Texel
583
Grondboringen IJsselmuiden
578
585 581
Het Stempel B.V.
579
I-Fast
551
Holmatro Rescue Equipment Interspiro B.V Laundry B.V.
Lebon & Gimbrair B.V.
579 C3
551
579
Loyalis
568
P&O Services Groep B.V.
581
MOS grondwatertechniek Paraat Veiligheidsdiensten
PWG Bedrijfsveilige Kleding Raaijmakers Bronbemaling RegioSafe Fire en Rescue
Safety Lux Nederland BV SDU
UVIT, Univé VGZ IZA Trias Vaessen Algemeen Bouw
588 nummer 11 november 2009
EINDREDACTIE
PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail: info@ps-produkties.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Stephan Wevers, Rob de Jong, Jos Schuurman, Roel Dijkstra, Toon van der Poel, Patrick van Gerner, brandweer Schoorl, FBF. NL, Aneo Koning, Hans Lucas Zuurman, Ed Oomes, HVD Groningen, NBDC, Theo Gevers, Leen van Mourik, PS-Produkties. ONTWERP EN OPMAAK
SD Communicatie, Rotterdam
UITGEVER
BLADMANAGEMENT
Cebes Administrative
Gemeente Almere
Ing. Stephan J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Ede Mr. J. Bernard M. Tilman, directeur NVBR Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek drs. Allard T.W. van Gulik, veiligheidsregio VNOG
556
584
Dynastart Tools
REDACTIE
Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl
Brandweer Sliedrecht
Dräger Safety Nederland
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl
579
556
Brandweer Sportbond Nederland
REDACTIE-ADRES
Drukkerij ten Brink - Meppel
Artesis
BBN Brand Beveiliging Nederland
november 2009 - nummer 11 Jaargang 33
Druk
Lijst van adverteerders
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR)
576 581
C2
579
530 576
550,574,576,580
530, 551, 556, 582 530
drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet.com, www.bureauvanvliet.com Informeer ook naar de mogelijkheden voor combinatieadvertenties in Brand&Brandweer, GRIP4, Brandweeralmanak en/of Brandweeragenda! Sluitingsdata advertenties en bijsluiters 2009
nummer 12 1 2 3 4 5
verschijning reservering 05-12-2009 10-11-2009 02-01-2010 04-12-2010 01-02-2010 01-01-2010 01-03-2010 05-02-2010 03-04-2010 08-03-2010 01-05-2010 02-04-2010
ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 69,45 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 38,70. Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn i nclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement op GRIP4 geeft tevens toegang tot GRIP4-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van GRIP4 via www.hulpdienstenonline.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2009 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
Termijn van annulering: 6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending: 3 weken voor verschijningsdatum
Sdu Uitgevers
VEILIGHEID
BETEKENT JEZELF
CONCENTREREN OP DE ESSENTIE.
DE NIEUWE S-KLASSE EN SPIROGUIDE. Met het masker en de ademhalingsautomaat, naar keuze uitgerust met normaaldruk of overdruk, uit de nieuwe S-klasse en het SPIROGUIDE-bewakingssysteem kiest u voor zekerheid. Beide componenten worden gekenmerkt door de nieuwste technologie en een perfecte precisie en worden aan uw individuele toepassingsbehoeften aangepast.
www.interspiro.nl