B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
9
september 2010
• Commissie Mans: brandweer kan 185 miljoen bezuinigen • Veendam: ongeval en onderzoeken • Testen met nieuwe kleding www.hulpdienstenonline.nl
Duitse hulp welkom bij hevige brand
jaargang 34
INHOUD
nummer 9 september 2010
Coverstory 402
Duitse hulp welkom bij hevige brand
Een brand in het arbeidscentrum voor mensen met een verstandelijke beperking in de gemeente Echt-Susteren (Limburg) verwoest op 3 augustus een groot deel van het gebouw. Het blijkt geen eenvoudige klus om de brand te blussen. Een Duitse eenheid ondersteunt de Limburgse brandweerlieden.
Artikelen 406
Commissie Mans: 185 miljoen bezuinigingen mogelijk
434
De commissie Mans stelt in haar rapport Inzet Gereed dat er tot 2020 185 miljoen euro op de brandweer kan worden bezuinigd. Hiervoor zijn echter wel 100 miljoen euro aan investeringen noodzakelijk. 410
413
Uit diverse onderzoeken blijkt dat een ontruimingssignaal niet wordt gezien als een duidelijke aanwijzing voor daadwerkelijk gevaar en dat mensen het ontruimingssignaal niet herkennen. Het ontruimingsalarmsysteem met een gesproken mededeling is een oplossing.
Specifieke kleding voor verschillende taken
Met het dragen van de huidige uitrukkleding is de brandweer vaak overbeschermd. Dit stelt TNO Defensie en Veiligheid. In januari 2009 begon het kennisinstituut met de ontwikkeling van taakspecifieke kleding.
444
Stap vooruit met Manschap A opleiding
De pilot Manschap A opleiding is inmiddels afgerond. De deelnemende zeven regio’s deden de nodige ervaring op. Voor de ene regio verliep de pilot soepeler dan voor de ander. 432
Nieuw rangenstelsel over een jaar ingevoerd
Het nieuwe rangenstelsel, waarin de rangen zijn gekoppeld aan functies, krijgt steeds meer vorm. In oktober 2011 moet het nieuwe rangenstelsel zijn ingevoerd.
Vakantiefoto’s
Een selectie van ingestuurde foto’s van de brandweer in het buitenland
Hoe gaat Veendam om met ongeval en onderzoeken?
Hulpverleningsdienst Groningen zette voor de begeleiding van de onderzoeken van de Arbeidsinspectie en de Inspectie OOV naar het ongeval in Veendam een evaluatieteam in om zo het korps te ontlasten. 428
Een ontruimingsinstallatie met gesproken woord
Rubrieken 398 418 421 425 426 441 443 450
Actueel Dubbelinterview NVBR-katern De week van Oefenrubriek De fotograaf van Zo vader, zo dochter Colofon en lijst van adverteerders
Op de voorpagina: De brandweer bestrijdt de hevige brand in het arbeidscentrum van Echt-Susteren. Fotografie: S&G Imaging
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 395
Rescue equipment
De kracht van innovatie
Nieuw van Holmatro: De Extendo ram Deze ram bespaart kostbare tijd dankzij een combinatie van handmatige en hydraulische verlenging. U trekt hem simpelweg uit en begint direct met spreiden. Overbrug openingen sneller en nauwkeuriger dan ooit tevoren! De kracht van innovatie Voor meer informatie over de Extendo ram en andere nieuwe Holmatro producten, zie www.holmatro.com/rescue
www.holmatro.com
Holmatro Rescue Equipment BV | Raamsdonksveer T 0162-589200 | F 0162-522482 | E rescue@holmatro.com
MARELKO, DAN ZWAAIT ER WAT! Optische en geluidsignalering op maat, Totale voertuig oplossingen, Ademanalyseapparatuur zoals alcoholslot, Camera-systemen, ECE65 producten met certificaat.
0495-592290 • info@marelkobenelux.nl • www.marelkobenelux.nl
VAN DE REDACTIE
Loco Soms krijg ik het schaamrood op de kaken als ik hoor wat voor gekke redeneringen collega gemeentebestuurders volgen. Neem nu de wethouders die na de verkiezingen van fulltime, parttime zijn gaan werken om zo hun steentje bij te dragen aan de bezuinigingen. Volgens het AD van 9 augustus jl vullen sommige van deze wethouders hun parttime salaris aan met wachtgeld over het deel dat ze minder zijn gaan werken. ‘We hebben daar recht op’, zou één van de wethouders hebben gezegd. Dat mag zo zijn maar daar is het wachtgeld niet voor bedoeld. Zeker niet als je ook nog eens de schijn ophoudt dat je door vrijwillig salaris in te leveren meehelpt aan de bezuinigingen. Feitelijk gaan deze wethouders er in financiële zin nauwelijks op achteruit en het vermeende voordeel voor de gemeentekas blijft uit. Door dit soort trucjes (die overigens niet verboden zijn) is het niet gek dat gemeentebestuurders als zakkenvullers worden gezien. Het is te loco voor woorden. Maar ik wil het graag met u hebben over de echte loco’s en dan in het bijzonder de loco-burgemeesters. In de afgelopen vakantieperiode (bestuurlijk spreken we dan over reces) hebben vele loco’s de burgmeesters weer prima vervangen. Zo ook in de mooie stad IJsselstein: Rob bedankt! Het is voor een burgemeester goed te weten dat hij of zij een wethouder heeft die in staat is tijdelijk alle rechten en plichten van de burgemeester over te nemen. Een aantal zaken gaat immers gewoon door. En een ramp of crisis trekt zich over het algemeen ook niets aan van de zomervakantie. Sterker nog, het valt mij op hoe vaak bij grotere rampen of incidenten de loco-burgemeester in eerste instantie aan het roer staat.
Dit examen zou moeten bestaan uit een praktijk en een theorie gedeelte. Het examen moet toetsen of je voldoende kennis, kunde en vaardigheden bezit. Haal je het examen niet dan mag je het beleidsteam niet meer voorzitten in casu geen opperbevel voeren. Bijkomend voordeel is dat eenduidig wordt aan welke vereisten burgemeesters en loco’s minimaal moeten voldoen. Voor zover ik weet is dat nu niet het geval. Dit impliceert ook dat bij de benoemingsprocedure voor burgemeesters meer dan nu het geval is gekeken dient te worden naar de capaciteiten van de kandidaten op dit punt. Ik weet dat er collega’s zijn die een landelijk verplicht examen niet zien zitten. Soms wordt dan het argument genoemd ‘maar wat doe je dan als de burgemeester zakt?’. Dat is inderdaad een probleem. Maar ik heb liever dat een burgemeester zakt voor een examen dan dat in de praktijk blijkt dat het opperbevel te hoog gegrepen was. Wees gerust. Burgemeester en loco’s zijn over het algemeen goed geoefend en zich bewust van hun verantwoordelijkheden. Voor hen zal het examen daarom slechts bevestigen dat het goed zit met hun kennis en kunde. En mocht u als brandweerman of -vrouw twijfelen aan deze kennis en kunde van uw burgemeester bespreek het dan met hem of haar. Een goede burgemeester zal dit zeker waarderen. Patrick van den Brink
Het moge duidelijk zijn: loco zijn brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Loco’s moeten daarom net als burgemeesters goed getraind en geoefend zijn zodat wanneer de nood aan de man is ze weten wat ze moeten doen en laten. Want het hebben van het opperbevel bij een crisissituatie vraagt om kennis en kunde en vooral ook weten dat je heel goed moet luisteren naar de professionals om je heen. Nog te vaak is na de verkiezingen de vraag wie loco wordt slechts een politieke. Het zou goed zijn als er meer gekeken wordt naar de kwaliteiten die verschillende wethouders hebben. Bij het kiezen van de loco is het kunnen voeren van het opperbevel van groot belang. In noodsituaties gaat het niet over politiek en is het proces niet democratisch vormgegeven. Je moet keuzes durven en kunnen maken en staan voor je besluiten. Het is niet zo dat de meeste stemmen gelden. Er is maar één stem die uiteindelijk telt en dat is die van de burgemeester of de loco. Dat gezegd hebbende komt mijn volgende oproep niet geheel uit de lucht vallen. Er dient een verplicht landelijk examen voor burgemeesters en loco’s te komen met betrekking tot hun specifieke taken en verantwoordelijkheden bij een ramp of een crisis. Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 397
ACT U EEL
Toren Rabobankgebouw Utrecht in brand
Officier van Dienst Marco Lettinck krijgt om 02.05 uur de eerste melding binnen. ‘Toen ik ter plaatse kwam, was de eerste eenheid al op verkenning in de toren waar geen rook uit ontsnapte. Op zo’n moment sta je voor twee enorme torens van elk 27 etages en niemand weet nog waar de brand exact is.’ Als de eerst aangekomen collega’s van Lettinck op de bovenste verdieping staan, zien ze dat de 26e en de 27e etages van de andere toren al volledig in brand staan. ‘De eerste indruk was dat de blusleiding niet intact was omdat het om nieuwbouw ging. Mede daarom heb ik GRIP 1 afgekondigd. Er moest een WTS 1000 komen met een dompelpomp en een grootvermogenpomp om tweehonderd meter verderop water uit het Merwedekanaal te halen. In de ‘veilige’ toren hebben we de bluswatervoorziening met de hand opgebouwd.’ Lettinck bleef beneden voor de coördinatie op de grond, een collega Officier van Dienst ging naar boven. ‘Naderhand bleek dat de blusleiding wel intact was. Daar hebben we ook gebruik van gemaakt’, vertelt Lettinck. Explosie Nog geen twee uur na de eerste melding vindt er een enorme explosie plaats. Lettinck sommeert iedereen naar beneden te
foto: Aneo Koning
Het nieuwe hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht raakte zondag 27 juni zwaar beschadigd door brand. De bovenste etages van een van de twee torens stonden die nacht in lichterlaaie.
De constructie van de toren was bestand tegen een dergelijke brand.
komen en het blussen tijdelijk te staken. ‘Natuurlijk wilde ik eerst alle koppen tellen, er zeker van zijn dat er geen gewonden waren gevallen en dat de constructie geen schade had opgelopen. Toen hebben we opgeschaald naar GRIP 2. We hadden geen idee of er nog meerdere ontploffingen zouden komen. Misschien moest de omgeving ontruimd worden. We hebben een helikopter van het KLPD laten komen om de schade te inspecteren.’ De explosie is vermoedelijk veroorzaakt doordat een gasfles vlam vatte. Op het dak van het gebouw stonden manshoge gasflessen voor dakdekkers en andere werklieden die met de bouw van de torens bezig waren.
‘Toen iedereen veilig was, hadden we inmiddels contact met de projectleider van het Rabobankgebouw’, vertelt Lettinck. ‘Hij heeft ons de tekeningen en informatie gegeven over de bouwkundige staat van het gebouw. We kregen te horen dat de constructie tegen een dergelijke brand bestand is.’ Lettinck besluit na een korte verkenning dat het veilig is om het blussen voort te zetten. Rond halfzeven is de brand onder controle. Een tijdlang werd gevreesd dat vloeren door de hitte zouden instorten, maar na inspectie blijkt dat de situatie veilig is. Hoe de brand is ontstaan, is nog onduidelijk.
Wet Veiligheidsregio’s vanaf 1 oktober in werking De Wet Veiligheidsregio’s treedt op 1 oktober in werking. Deze wet moet ertoe leiden dat onder andere het brandweerpersoneel landelijk gezien over dezelfde basiskwaliteiten beschikt en dat er uniformer gehandeld wordt, zodat grotere ongevallen en rampen makkelijker bestreden kunnen worden. Met ingang van deze nieuwe wet heeft het bestuur van de Wet Veiligheidsregio’s de mogelijkheid om beargumenteerd af te wijken van de standaardbezetting van de brandweervoertuigen. Met de Wet Veiligheidsregio’s is Nederland onderverdeeld in 25 veiligheidsregio’s, waarin wordt samengewerkt op de terreinen van de brandweerzorg, de rampenbeheersing, crisisbeheersing, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen en handhaving van de openbare orde en veiligheid.
398
nummer 9 september 2010
Sdu Uitgevers
ACTU EEL
Controle van alle bluswatervoorzieningen in Bronckhorst Vrijwilligers van de brandweer van de regio Bronckhorst hebben afgelopen zomer alle bluswatervoorzieningen in de regio preventief gecontroleerd. Waar nodig zijn ze hersteld of beter bereikbaar gemaakt. Volgens Bennie Hekkelman, postcommandant in Vorden, is deze actie Wichelroede belangrijk en zeer nuttig. ‘In de vakantiemaanden is het voor ons lastig oefenen vanwege de minimale bezetting, vandaar dat we de preventieve controles in plaats van de normale oefeningen uitvoeren. We komen er liever nu achter dat putten en kranen niet meer bestaan of verstopt zijn dan op het moment dat we ze echt nodig hebben.’ In totaal hebben de brandweerlieden al zeker tien bluswaterlocaties gevonden die niet meer blijken te bestaan of lastig te vinden zijn. ‘We treffen bijvoorbeeld plaatsen aan waar een brandweerput of kraan zou moeten zitten, maar die door een nieuwe asfaltlaag plotseling is verdwenen. Ook komen we brandweerkranen tegen die verstopt zitten in de bosjes en dus beter toegankelijk moeten worden gemaakt.’ Voordat de brandweer uit Bronckhorst met de actie begon deed het via de media een beroep op de kennis van haar inwoners. Hekkelman: ‘We hebben inwoners opgeroepen om aan te geven of zij weten waar de brandkranen verzakt, slecht aangegeven of stuk gereden zijn. Hier hebben we veel respons op gekregen.
Alle brandweerputten worden gecontroleerd en makkelijk toegankelijk gemaakt.
Agrariërs bellen ons bijvoorbeeld dat ze een waterpuls hebben, waar we met een kleine aanpassing gebruik van kunnen maken. En inwoners van stedelijke gebieden lieten ons weten dat er een aanwijsbordje ontbrak of er vaak een auto op de brandkraan geparkeerd stond.’
Twee nieuwe voertuigen voor Oefencentrum Noord Als één van de weinige oefencentra in Nederland beschikt Oefencentrum Noord in Wijster en Zuidbroek over twee splinternieuwe tankautospuiten. De oude exemplaren voldeden niet meer aan de eisen van deze tijd en de pompen waren zo goed als versleten. Met de komst van de nieuwe exemplaren kan er op het oefencentrum weer realistisch geoefend worden met nieuw materieel. Om de uitruk te kunnen blijven garanderen en de reistijd in te korten kunnen korpsen de nieuwe voertuigen huren. Brandweerkorpsen die kwamen oefenen bij Oefencentrum Noord namen tot voor kort vaak hun eigen tankautospuiten mee. De aanschaf van de voertuigen is mogelijk gemaakt door de samenwerking met Dutch Rescue Vehicles, de bouwer van de voertuigen. Desondanks was het nog een enorme investering voor het oefencentrum. ‘Om de kosten enigszins te dekken kunnen de korpsen tegen een aantrekkelijk tarief met de nieuwe tankautospuiten oefenen. Zonder dit verhuursysteem Brand&Brandweer
De twee nieuwe voertuigen van Oefencentrum Noord.
hadden we financieel gezien de nieuwe exemplaren nooit kunnen aanschaffen’, vertelt coördinator Beheer en Logistiek Harold Beijering van Oefencentrum Noord. ‘Met deze nieuwe voertuigen wordt er realistisch geoefend, conform de eisen van deze tijd.’ Alle korpsen die bij Oefencentrum Noord
oefenen, hebben positief gereageerd op de nieuwe voertuigen. ‘Ze vinden het geweldig en een hele verbetering dat ze hun eigen voertuigen nu op de post achter kunnen laten. Al met al hebben we hiermee een enorme kwaliteitsslag gemaakt’, aldus Beijering.
nummer 9 september 2010 399
ACT U EEL
Oude brandweerpakken naar Polen De brandweer in Echt-Susteren heeft haar oude pakken geschonken aan de Poolse gemeente Pszczew. Het korps kreeg zelf begin juli nieuwe brandweerpakken. ‘We vonden het zonde om onze oude brandweerpakken zomaar weg te gooien. Omdat we ieder jaar Poolse kinderen in de kazerne op bezoek krijgen, kwamen we op het idee om onze oude pakken aan Polen te schenken’, vertelt brandweercommandant Luc Hanssen van Echt-Susteren. ‘De Stichting Werkgroep Polen Echt organiseert ieder jaar vakanties voor Poolse kinderen naar Nederland en zodoende waren de contacten snel gelegd.’ Christien Dekkers van de Stichting Werkgroep Polen Echt heeft de uniformen inmiddels overhandigd aan de burgemeester van Pszczew. Polen reageerde enthousiast op de brandweerpakken. Hanssen: ‘Ze waren er zo blij mee dat we zelfs een oorkonde voor de schenking hebben gekregen.’
Burgemeester Akkermans en brandweercommandant Hanssen dragen de brandweerpakken over aan Christien Dekkers van de Stichting Werkgroep Polen Echt.
Venlo glijdt via baan in plaats van paal
In de nieuwe kazerne van de brandweer in Venlo is een nieuwe oplossing bedacht ter vervanging van de ouderwetse glijpaal: een glijbaan. Vanwege veiligheidsredenen was een glijpaal niet toegestaan en daarom moest er naar een alternatief worden gezocht.
400
nummer 9 september 2010
De slaapvertrekken in de nieuwe kazerne bevinden zich op de tweede verdieping. ‘Omdat een glijpaal niet uit één stuk over twee verdiepingen mag worden geïnstalleerd was dat voor ons gebouw geen goede oplossing en moesten we iets anders bedenken’, vertelt teamleider proactie en preventie Hans van der Linden. Proeven met stroeve trappen waren al uitgevoerd toen spontaan het idee van een glijbaan werd geopperd. Dit idee is vervolgens verder uitgewerkt. Al snel kwam het brandweerkorps tot de ontdekking dat in het vlakbij Venlo gelegen attractiepark Toverland een vergelijkbare glijbaan stond. ‘Een afvaardiging van ons brandweerkorps is daar vervolgens naartoe gegaan om die glijbaan te testen. Ze waren razendsnel beneden. Dat was dus de oplossing, aldus Van der Linden. Het korps heeft de nieuwe kazerne met glijbaan nu enige tijd in gebruik. Het bevalt uitstekend. ‘De glijbaan is sneller en veiliger dan de glijpaal en daarmee een absolute aanrader.’
Sdu Uitgevers
ACTU EEL
Samenwerking brandweer Harlingen en Maritieme Academie De brandweer en de Maritieme Academie in Harlingen zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan over het gebruik van de brandweeroefenplaat in de havenstad. Cursisten van de Maritieme Academie mogen hier noodsituaties oefenen die zij op een schip tegen kunnen komen. De samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen is officieel in juli van start gegaan, maar afgelopen winter maakte de opleiding al vier maal gebruik van de oefenplaat. Op de oefenplaat kunnen de cursisten van de Maritieme Academie onder begeleiding van de brandweer realistische warmte- en rookoefeningen doen. De realisatie van de oefenplaat in 2009 is tot stand gekomen door een grote inzet van de brandweervrijwilligers in Harlingen. Zonder hen zou de realisatie financieel niet haalbaar zijn geweest.
Cartoon
Voordat de oefenplaat in Harlingen in gebruik werd genomen, oefende de Maritieme Academie al jaren op de oefenplaat van brandweer Velsen. ‘Van beide kanten bevalt deze samenwerking heel goed. We hebben de overeenkomst dan ook met een grote smile ondertekend’, vertelt teamleider brandweer Noordwest Fryslân Siemen Scheffer. ‘De Maritieme Academie hoeft een stuk minder ver te reizen en wij als brandweer hebben er een leuke uitdagende nieuwe taak erbij gekregen.’ De Maritieme Academie zal naar schatting acht keer per jaar gebruik gaan maken van de oefenplaat. Naast de Maritieme Academie zullen ook de brandweerkorpsen van Menaldum, Marssum en Franeker oefeningen op de oefenplaat van de brandweer Harlingen houden. Ook andere korpsen binnen het district Noordwest Fryslân kunnen van de oefenplaat gebruik maken.
Nationaal Brandweermonument in Arnhem Het Nationaal Brandweermonument komt in Arnhem. Het NIFV stelt een terrein van zo’n 3000 m2 beschikbaar. Op 1 september heeft de Stichting Nationaal Brandweermonument hiervoor een convenant met het NIFV getekend. Volgens Peter den Oudsten, voorzitter van de Stichting Nationaal Brandweermonument, is het bestuur bijzonder tevreden met de locatie. Nu de locatie eindelijk bekend is, kan er worden gestart met de zoektocht naar een kunstenaar die het monument gaat vormgeven. ‘Momenteel maken drie kunstenaars een schetsontwerp die in het najaar aan ons, het bestuur van de stichting, worden voorgelegd. Hieruit zullen wij een keuze maken, zodat de kunstenaar van het uitgekozen ontwerp aan de slag kan’, vertelt Den Oudsten. Nadat er de wens was ontstaan voor een monument voor omgekomen brandweerlieden is de Stichting Nationaal Brandweermonument opgericht. Allereerst is de stichting aan de slag gegaan met de financiële basis. Nu ook de locatie rond is, verwacht de stichting dat begin 2011 de vergunningen rond zijn en dat in de loop van volgend jaar de eerste herdenking kan plaatsvinden.
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 401
Bran d van de maan d
Duitse hulp welkom bij hevige
402
nummer 9 september 2010
Sdu Uitgevers
Bran d va n de maan d
e brand Een brand in het arbeidscentrum voor mensen met een verstandelijke beperking in de gemeente Echt-Susteren (Limburg) verwoest op 3 augustus een groot gedeelte van het gebouw. Het blijkt geen eenvoudige klus om de brand te blussen. Het kost de brandweer veel moeite om voldoende water te krijgen en een enorme gasleiding op het terrein houdt de brandweermensen zeer alert en vooral lang bezig. Een Duitse eenheid ondersteunt de Limburgers. Officier van Dienst (OvD) Geert van Pol is desondanks ‘absoluut tevreden’ over de brandbestrijding.
V fotografie: S&G Imaging / www.sg-imaging.nl
DOOR ZANDER LAMME
Brand&Brandweer
an Pol is postcommandant van de post Echt en OvD voor het district Roermond. Hij was thuis toen om even voor half negen ’s avonds de melding bij de meldkamer binnenkwam. Een paar minuten later kwam hij aan bij de brand. ‘Ik zag tijdens het aanrijden al een enorme rookpluim, dus wist ik voldoende: hier zal verder opgeschaald moeten worden.’ Van Pol kreeg gelijk. De brand was binnengekomen bij de meldkamer via het automatische brand alarm. Personeel van het gebouw belde vervolgens zelf nog eens naar de meldkamer om te zeggen dat het om een uitslaande brand ging. De meldkamer stuurde naast de tankautospuit (TS) die al was vertrokken, nog een extra TS en OvD Van Pol op de brand af. Toen Van Pol aankwam, schaalde hij verder op van ‘grote brand’ naar ‘zeer grote brand’. Later heeft de OvDG nog opgeschaald naar een GRIP1 omdat er in eerste instantie werd uitgegaan van slachtoffers.’ Gerucht over mensen binnen Het brandende gebouw van stichting Pergamijn was ongeveer dertig bij vijftig meter groot. De stichting begeleidt mensen met een verstandelijke handicap. Op het terrein wonen zo'n tweehonderd gehandicapten in losse woningen. Het is gelegen in het Limburgse Echt, het smalle stukje Limburg tussen het noorden en zuiden van de provincie. In het arbeidscentrum konden de nummer 9 september 2010 403
fotografie: S&G Imaging / www.sg-imaging.nl
Bran d van de maan d
De samenwerking met de Duitse eenheid was succesvol
gehandicapten schilderen, houtbewerken en meer van dat soort dingen. ’s Avonds was het centrum in het algemeen leeg. Toch kreeg van Pol in eerste instantie te horen dat er meerdere personen in het gebouw aanwezig zouden zijn. ‘Dat was een hardnekkig gerucht dat daar rondging.’ Van Pol besloot om een ladderwagen bij het pand te zetten, voor een eventuele redding van de personen en voor blussing vanaf hoogte. Terwijl de wagen daar stond, kwam de dienstdoende hoofdwacht van Pergamijn. Hij vertelde de OvD dat er zeker weten niemand meer binnen was. Het gebouw was een aantal uren eerder al op slot gedraaid, dus kon er absoluut niet iemand in het gebouw zijn. De hoofdwacht had verder een plattegrond van het gebouw en het terrein meegenomen en legde Van Pol uit hoe het gebouw in elkaar zat. In het voorste gedeelte zat een kantine, daar woedde de brand. In het achterste gedeelte zat de werkplaats met een keramiekoven en de winkel. Bijgebouwen Het gebouw was omringd door panden die beter niet konden gaan branden: voor het gebouw stond een gas verdeelstation, ernaast het schoolgebouw van het naastgelegen asielzoekerscentrum (azc) en achter het arbeidscentrum stond op drie meter afstand een houten kantoorgebouw. Bij het gasstation begonnen al dingen als lampen en regenwaterafvoeren te vervormen door de brand, zag Van Pol. Om te voorkomen dat het daar nog warmer werd, zette de bevelvoerder die met de eerste TS was gekomen de spuit op het gas verdeelstation. Hij maakte een waterscherm. De TS werd ook ingezet op uitbreiding van de brand naar de overige gedeelten. Vervolgens werd een tweede TS ingezet op het naast404
nummer 9 september 2010
gelegen houten kantoorgebouw. Toen om kwart voor negen een derde TS aankwam, zette Van Pol die op het azc. De hoogwerker en een vierde TS hebben de brand zelf bestreden. ‘Ik weet nu dat er een brandscheiding in het gebouw zat, dat wisten we toen nog niet. Dus zetten we de waterstralen op beide gedeelten.’ De hoogwerker werd gevoed door de waterwagen die inmiddels was gealarmeerd. ‘We waren van te voren niet op de hoogte of de capaciteit van de brandkranen op het terrein voldoende was, dus hebben we een waterwagen (officieel een waterhaakarmbak) laten aanrukken.’ In de waterwagen zat tien kuub water, goed voor ongeveer tien minuten blussen met lage druk. De overige TS-en haalden water van de brandkranen op het terrein. Dat ging goed, totdat de twee andere TS-en water haalden van de hoofdleiding van buiten het Pergamijnterrein. ‘Daardoor viel de druk weg bij de brandkranen op het terrein zelf.’ De brandweer zat ineens zonder haar belangrijkste bestrijdingsmiddel: water. ‘Ik stuurde de waterwagen op pad om te pendelen. Maar dat was niet genoeg.’ Het toeval wil dat de brandweer Selfkant, post Schalbruch, uit Duitsland uitrukte omdat zij diverse meldingen kregen van rookoverlast uit een bosgebied bij de landsgrens. Het was een heldere avond en bijna windstil, dus in de wijde omgeving was de rook te zien. ‘De Duitse brandweermensen besloten door te rijden om te kijken of wij assistentie nodig hadden.’ De hulp was, gezien het gebrek aan water, hard nodig. Niet ver van het Pergamijnterrein ligt de abdij Lilbosch. Bij deze abdij ligt een grote bluswatervijver met zo’n 400 kuub water. Daar werd de TS van de Duitse brandweer opgesteld om als haler te functioneren voor de overige blusvoertuigen. Die werd weer gekoppeld aan een Nederlandse TS. Op die manier had de brandweer genoeg Sdu Uitgevers
Fotografie: Brandweer Echt-Susteren
Bran d va n de maan d
De brand slaat volledig uit.
slanglengte om vanaf de Abdij bij Pergamijn te komen. Zowel op de Duitse tankautospuiten als op de Nederlandse tankautospuiten zitten verloopkoppelingen om dingen op elkaar te laten aansluiten. In een Euromosaoefening, een samenwerkingsverband tussen de Belgische, Duitse en Nederlandse gemeenten in de grensstreek, was een dergelijke situatie al eens beoefend. Gasleiding Dan wordt een nieuw probleem zichtbaar. Onder het terrein ligt een twee kilometer lange gasleiding, die precies onder het gebouw was geknapt. Daardoor werd de brand in het gebouw voortdurend hevig aangewakkerd en herontstoken. Dat werd pas zichtbaar toen het voorste gedeelte begon in te storten en het niet lukte om de brand te blussen. Omdat de gebouwaansluiting niet afgesloten kon worden werd besloten om de hoofdgasafsluiter in het gas verdeelstation af te sluiten. De leiding bleek nog goed gevuld te zijn en bleef het vuur daardoor continu voeden. De gasafsluiter bij het gebouw zelf kon de brandweer niet bereiken, dus moesten de brandweermensen het gas gecontroleerd op laten branden. ‘Dat duurde zo’n twee en een half uur’, zegt Van Pol. Om half twaalf werd gaf Van Pol het sein ‘brand meester’. Het nablussen duurde nog ongeveer twee uur. De brand deed het pand geen goed. Het achterste gedeelte staat weliswaar nog overeind, maar heeft veel schade ondervonden door het water en de rook. Het voorste gedeelte, waar de kantine zat, is ingestort. De drie objecten die moesten worden beschermd, het gas verdeelstation, het houten kantoorgebouw en het azc, overleefden de brand. Van Pol is dan ook erg tevreden: ‘Binnen enkele minuten hadden we een goed beeld over hoe we de brand Brand&Brandweer
Ingezette eenheden twee tankautospuiten van de post Echt, twee tankautospuiten van de post Susteren, een waterwagen van post Susteren, een hoogwerker, een tankautospuit en het schuimblusvoertuig van post Roermond, een tankautospuit van brandweer Selfkant post Schalbruch-Havert (Duitsland). Voor het ongeval zijn een hulpverleningsvoertuig van post Echt en de tankautospuit van post Montfort uitgerukt.
het beste konden bestrijden. Het water was even een probleem en ook de meldkamer kreeg het heel druk, maar in het algemeen verliep alles goed.’ De brandbestrijding kreeg tijdens het blussen bijna nog een bijzondere wending. ‘Een van mijn opkomende brandweermannen was betrokken bij een aanrijding tijdens zijn rit naar de kazerne. Een aantal voertuigen die naar de brand moesten uitrukken kwam daardoor later. De wagens moesten naar de brand bij Pergamijn langs de plaats van de aanrijding. De bevelvoerder van de passerende TS besloot om twee mensen bij deze aanrijding achter te laten en heeft vervolgens voor deze aanrijding verder opgeschaald. Niemand raakte verder gewond. De samenwerking met de Duitsers was een succes. Volgens van Pol komt dat voor een gedeelte omdat zijn post minimaal twee keer per jaar met de landsburen samenwerkt. ‘Eigenlijk verliep de samenwerking tussen alle ingezette eenheden zeer goed.’ Ook over de samenwerking met de directie van Pergamijn is hij tevreden. ‘De stichting Pergamijn heeft er zelfs voor gezorgd dat we voldoende drinken en eten hadden.’ ■ nummer 9 september 2010 405
on d erzoek
Commissie Mans: verstandig ombuigen of lukraak bezuinigen?
fotografie: Brandweer zuid-limburg
Halverwege juni bracht de commissie Mans haar rapport Inzet Gereed uit, waarin gesteld wordt dat er tot 2020 185 miljoen euro op de brandweer kan worden bezuinigd. Hiervoor zijn echter wel 100 miljoen euro aan investeringen noodzakelijk. In het rapport kijkt de commissie met name naar de kerntaken en prioriteiten van de brandweer en hoe dit op een andere manier gerealiseerd kan worden. Het rapport is wisselend ontvangen.
Een van de voorstellen die de Commissie Mans doet is om vaker met een snel interventievoertuig te werken. In Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Limburg gebeurt dat al, maar niet uit oogpunt van bezuiniging.
D
Door Jildou Visser
e opdracht voor de commissie Mans vanuit de Raad van Regionaal Commandanten was om op basis van de Strategische Reis die in 2008 door de NVBR uiteen is gezet, de lineaire kostenstijgingen van de afgelopen tien jaar structureel om te buigen. ‘Bij het uitvoeren van het onderzoek hebben wij een duidelijke insteek gekozen waarbij we hebben gekeken naar de taken van de brandweer en vooral hoe dit in de toekomst anders kan. Wij wilden absoluut geen kaasschaafmethode hanteren waarbij lukraak op elk
406
nummer 9 september 2010
onderdeel hetzelfde percentage wordt bezuinigd’, vertelt Jan Mans, voorzitter van de commissie Mans. ‘We willen met de maatregelen die we in het rapport aan de orde stellen vooral een andere kijk op de prioriteiten van de brandweer realiseren. Daarnaast is het erg belangrijk om de discussie over dit onderwerp uit te lokken.’ Eén van de belangrijkste lijnen waar volgens de commissie Mans efficiënter en effectiever kan worden gewerkt is de werkwijze van de brandweer. De commissie stelt dat de brandweer meer zou kunnen investeren in het brandveiligheidbewustzijn en de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven en daardoor meer op het voorkomen van brand. Hierdoor kan volgens Mans de controletaak van de brandweer afgestoten worden en hoeven de aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten minder gedetailleerd te zijn.
Overhead Het rapport gaat voornamelijk over de operationele kant van de brandweer. Een veel gehoord kritiekpunt op het rapport is dan ook dat er niet gekeken is naar de overhead. ‘In het begin is hier wel over gesproken, maar eigenlijk is dat in de loop van het onderzoek blijven liggen. De brandweerkorpsen die deze kritiek aandragen, hebben dus best een punt, maar vergeet niet dat het rapport ook voor een deel is bedoeld om discussie over het onderwerp uit te lokken’, aldus Mans. ‘Naast dit punt zijn er nog tal van andere zaken die zowel brandweerkorpsen, maar ook veiligheidsregio’s mij hebben laten weten. Deze variëren Sdu Uitgevers
on derzoek
Aanbevelingen commissie Mans: De commissie Mans stelt de volgende maatregelen voor: - Afstoten van de controletaak, waardoor de brandveiligheid weer een verantwoordelijkheid wordt van de eigenaar en gebruiker van het gebouw; - Invoeren meerdere standaard voertuigbezettingen; - Risicodifferentiatie kan plaatsvinden waarbij verschillen in opkomsttijden mogelijk zijn; - Anders inrichten van opleiden en oefenen door het weglaten van zaken op de tankautospuit die nauwelijks gebruikt worden; - Geen drinkwater meer inzetten als blusmiddel; - Verminderen van het aantal voertuigen; - Anders organiseren of afstoten van de specialismen duiken, OGS en CBRN; - Organiseren van een centrale landelijke inkoop; - Aantal meldkamers terugbrengen naar drie tot vijf; - Heroverwegingen in de financieringstructuur, de hybride financiering leidt tot teveel onduidelijkheid.
van zaken die vergeten zijn of bezuinigingen die wel of juist niet gedaan kunnen worden. In z’n totaliteit zijn ze zo verschillend dat er geen lijn in te ontdekken valt. Eigenlijk heeft iedereen wel een mening over ons rapport.’ Ongelukkig moment Districtscommandant Ike Kortleven van de brandweer Zuidwest Drenthe is het in grote lijnen eens met de maatregelen die de commissie Mans voorstelt. Voornamelijk omdat het rapport goed aansluit op de Strategische Reis van de brandweer. ‘Ik sta achter de toekomstvisie van de brandweer en heb zelf onderdeel uitgemaakt van de projectgroep Strategische Reis Brandweer. Een punt waar ik mij wel aan stoor is het zeer ongelukkige moment waarop het rapport is uitgebracht’, vertelt Kortleven. ‘De Strategische Reis is net uitgezet en nu komt dit rapport. Ik ben bang dat de discussie over geld en bezuinigingen nu de boventoon gaat voeren.’ Het doel van de Strategische Reis was onder meer om de geldstromen te verplaatsen en aan de voorkant van de veiligheidsketen te benutten, niet om zomaar te bezuinigen. In de maatregel om de controletaak van de brandweer af te stoten kan Kortleven zich goed vinden. ‘Allereerst moet je je afvragen of het controleren van gebouwen wel een taak van de brandweer is. Zeker moet wel zijn dat de brandweer zijn adviserende functie behoudt.’ Ook in het principe dat een gebouw nooit in orde is kan Kortleven zich vinden. ‘In de praktijk zijn zaken altijd anders dan dat ze op papier zijn beschreven en in dat geval moet onze veiligheid voorop staan.’
'De brandweer zou meer kunnen investeren in brandveiligheidsbewustzijn en zelfredzaamheid van burgers en bedrijven.'
Brand&Brandweer
Roepen zonder onderzoeken onverstandig In tegenstelling tot Kortleven heeft Aat Brobbel, voorzitter van de ondernemingsraad van de brandweer Rotterdam-Rijnmond, vol verbazing kennis genomen van het rapport van de commissie Mans. ‘In de media, bij de brandweerkorpsen en de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers was de discussie over het rapport al in alle hevigheid losgebarsten toen ik terug kwam van vakantie’, vertelt Brobbel. ‘Het meest verbaasde me dat de commissie Mans meerdere standaard voertuigbezettingen in wil voeren. In het rapport dat is verschenen na de vuurwerkramp in Enschede is destijds aangetoond dat er te weinig bemanning op de TS’en aanwezig was. De conclusies uit het rapport van de vuurwerkramp worden door de commissie Mans dus niet meegenomen.’ De snelle interventievoertuigen (SIV) waarmee momenteel in Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond een proef wordt gehouden, staan volgens Brobbel los van de maatregelen van de commissie Mans. ‘Deze SIV’s zijn niet ingesteld om te bezuinigen. Het is geen vervanging van een TS, maar puur bedoeld om in buitengebieden sneller ter plaatse te zijn. De TS komt er dan vervolgens gewoon achteraan en het gaat dus niet om een of/of situatie, maar om een en/en situatie.’ Daarnaast is de veiligheidsregio eerst goed aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Brobbel: ‘Een team afgevaardigden van onze brandweer is naar Denemarken gegaan om kennis te nemen van de SIV’s. Nu wordt na lang onderzoeken een pilot gehouden, maar van vandaag op morgen dit soort dingen veranderen is onverantwoord en onmogelijk. De heer Mans had veel beter onderzoek moeten uitvoeren voordat hij deze maatregelen lukraak ging roepen.’ Een ander opmerkelijk punt vindt Brobbel het afstoten van de brandveiligheidscontroles van de brandweer. ‘Het komt er dan op neer dat je als overheid brandveiligheidsmaatregelen voorschrijft, maar deze niet controleert. Ook hierbij heb ik geen gedegen onderzoek van de commissie gezien en wordt er dus zomaar iets geroepen.’ Het verschuiven van de brandveiligheidscontroles naar een ander overheidsorgaan behoort volgens Brobbel wel tot de mogelijkheden. Kostentoename Een grote tegenvaller in het rapport is volgens Brobbel dat er niet is gekeken naar de onderdelen die in de afgelopen jaren meer geld zijn gaan kosten. ‘Tien jaar geleden werkten wij met een commandant, een aantal officieren en een aantal brandwachten. Nu zijn er, zeker sinds de komst van de veiligheidsregio’s, veel stafafdelingen bij gekomen. Natuurlijk is de brandweer duurder geworden, daar kunnen we niet omheen. Maar hier in Rijnmond bijvoorbeeld zijn veel functies die eerder onder de gemeente vielen verplaatst naar de veiligheidsregio. Dat valt nu allemaal onder het kopje brandweerkosten.’ Brobbel vindt het dan ook logisch dat de brandweer duurder is geworden, terwijl er aan de operationele kant veel efficiënter wordt gewerkt. Bezuinigingen op het aantal meldkamers zijn volgens Brobbel wel reëel. ‘In Londen bijvoorbeeld, een stedelijk gebied met acht miljoen inwoners, is er maar één meldkamer en hier in Nederland hebben we soms zelfs één meldkamer per half miljoen mensen. Dat kan best wat minder.’ Ook denkt Brobbel dat er grote bezuinigingen te halen zijn door landelijke centrale inkoop en een andere financiering van de brandweer. ‘Elk brandweerkorps moet nu als het ware gaan collecteren bij de gemeente, terwijl een landelijke financiering veel discussie en geld zou besparen.’ ■ nummer 9 september 2010 407
Veilig ingepakt
5-voudige bescherming bij extreme gevaren.
De nieuwe Dräger CPS 7900
2504
Of u nu met cryogene stoffen of in een brandgevaarlijke omgeving werkt, op uw Dräger CPS 7900 kunt u bij ongevallen met gevaarlijke stoffen altijd vertrouwen. Het innovatieve D-mextm materiaal is samengesteld uit vijf lagen en biedt een extreem goede resistentie tegen industriële chemicaliën, strijdmiddelen en andere gevaarlijke stoffen. Het pak beschermt u ook bij zware mechanische belasting, bij contact met vloeibaar gemaakte gassen en bij steekvlammen. Ook bij de accessoires gaat u op zeker: door o.a. de manometerhouder en de lengteverstelling is het pak als op maat gemaakt. www.draeger.com
PU NT EDU
Fireground Field Experiments Als je wilt kun je op internet ook best van alles legaal downloaden. Zo kan ik u van harte een NIST rapport aanbevelen: ‘Fireground Field Experiments’. Gewoon even googelen en gelijk de eerste hit raak. Het rapport zit dik in zijn megabytes vanwege alle foto’s die er in staan, maar met een beetje geduld heeft Adobe alles binnen voor de koffie klaar is. Mocht u van plan zijn dat rapport ook daadwerkelijk te gaan doornemen, kunt u nu ophouden met lezen. Ik zou uw meningsvorming maar in de weg staan met mijn interpretaties en het scheelt toch weer een bladzij, nietwaar? Als u dan toch bezig bent: haal ook even ‘Safe Fire Fighter Staffing’ van de International Association of Fire Fighters IAFF binnen. Is al iets ouder, uit 1995, maar het bevat noodzakelijke informatie om de Field Experiments goed te begrijpen. En nee, ik geef geen downloadlinkjes meer na wat kritische opmerkingen over mijn column ‘Vakantiebril’. Enfin. Voertuigbezetting is niet een louter Nederlands probleem, zoals u waarschijnlijk ook niet had verwacht. Met onze ruime internationale blik scannen we immers welke problemen en oplossingen er in het buitenland wel niet gevonden worden voor onze polderkleiproblemen. Zo niet de Amerikanen, die verzinnen alles zelf. Begin jaren negentig werd daar pijnlijk duidelijk dat er wel heel veel slachtoffers tijdens repressie vielen. Nader onderzoek wees uit dat het Amerikaanse brandweersysteem een ratjetoe was van allerlei plaatselijk gebruiken en systemen, en dat door budgettaire problemen er ook nog eens stevig bezuinigd werd op de voertuigbezetting. Hetgeen de veiligheid van zowel de burgers als de brandweer bedreigde, zo was de conclusie van het rapport. En hoewel onderkend werd dat budgettaire toedeling een bestuurlijke verantwoordelijkheid was, vond de IAFF ook dat gereduceerde staffing onvermijdelijk moest leiden tot gereduceerde service levels (Ja, ik gooi er gelijk wat Amerikaanse termen tussendoor). Eén en ander werd onderbouwd met metingen uit Dallas naar de effectiviteit van brandweerploegen (overigens metingen uit 1984). Gesteld werd dat een volle spuit met vijf man voor 100% effectief was. Dan bleek een ploeg van vier man voor 84,7% effectief, en een ploeg met drie man scoorde een mooie 71,3%. Dit roept twee vragen op, althans bij mij (ik zei al, als je zelf leest staat mijn interpretatie niet in de weg). Ten eerste: hoe komen ze aan dat cijfer achter de komma? En ten tweede vraag ik me af wat een spuit met drie man kan doen, althans vanuit het licht van het Nederlandse aflegsysteem met een bevelvoerder en een pompbediener. Ik bedoel maar, met één brandwacht een Brand&Brandweer
effectiviteit behalen van 71,3% is zo slecht nog niet. Een deel van het antwoord komt uit de NFPA 167 ‘Training Standard for Initial Fire Attack’ uit 1967. Daarin wordt de standaard bezetting voor een binnenaanval in een standaard Amerikaans huis beschreven: Twee aanvalsploegen van twee man, een back up ploeg van twee man, een redploeg van twee man, een ondersteuningsploeg van twee man, twee man op de ventilators, twee pompbedieners en een bevelvoerder. Maakt vijftien in totaal, te verdelen over twee spuiten met vier man, een ladder met vier man, een HV met zijn twee en één commandovoertuig. Overigens bestaan er voor brand in andere gebouwtypen andere standaards, gebaseerd op het brandrisico. Daar ga ik nu niet verder op in, hoewel het bere-interessant is. The big idea achter het aflegsysteem is dat het eerste voertuig met vier man alvast gaat beginnen zonder dat er sprake is van bevelvoering: de standaard bepaalt de handelingen en het team zet zichzelf in, na zo’n vier minuten aangevuld met de tweede spuit en de ladder, tot de bevelvoerder ter plekke komt. Dat is dus een heel ander aflegsysteem dan wij hanteren. Want onze TS4 is bij hen een TS2, om en nabij. En dan wordt het Field Experiment rapport interessant. Dat is uitgekomen in april 2010 en is een wetenschappelijk onderzoek naar de slagkracht van variabele voertuigbezetting. Daartoe werd de standaardinzet zoals ik hierboven kort beschreef, onder diverse controleerbare omstandigheden gemeten. Hoe snel ligt de eerste straal er, hoe snel kon de redding beginnen, hoe snel werd er geventileerd, enzovoorts. Gewoon met een stopwatch, vaststellen wat de slagkracht van ploegen is op een standaardscenario. Hoofdconclusie: een bezetting van vier man op zijn Amerikaans is 25% sneller dan drie man en 30% sneller dan een ploeg van twee. Ik zeg: dat zouden we hier nou ook eens moeten doen: een standaardinzet bedenken, huisje in de fik, er op af met zijn zessen en meten maar: hoe snel zijn we, wij Hollanders? Wat is onze slagkracht? En op welke punten kunnen we sneller, bijvoorbeeld door innovatie? En ik zeg ook: dat zou een mooie eerste stap zijn op weg naar een nieuwe doctrine. En tot slot zeg ik dat we de draad na de vakantie maar weer eens moesten oppakken met een werkgroet: Stay Safe. ■
nummer 9 september 2010 409
i n novati e
Specifieke kleding voor Met het dragen van de huidige uitrukkleding is de brandweer vaak overbeschermd. Dit stelt TNO Defensie en Veiligheid. In januari 2009 begon het kennisinstituut met de ontwikkeling van taakspecifieke kleding. Welke mate van bescherming is nodig voor welke situatie? Eind juni 2010 testte TNO een lichtgewicht pak op BOCAS. De kleding moet zorgen voor een betere balans tussen beschermingsgraad en taakuitvoering. Met geënsceneerde inzetten wordt de relatie tussen beschermingsgraad en taakuitvoering onderzocht.
Door Casper Ferwerda
Taakspecifiek Bij tien procent van de brandweerinzetten is het dragen van de huidige uitrukkleding wenselijk en bij slechts drie procent daadwerkelijk nodig. In de overige gevallen blijken brandweerlieden ‘te goed’ beschermd. De kleding kan dan juist een belemmering vormen voor de taken die ze moeten uitvoeren. Hierbij kan worden gedacht aan toegenomen warmteopbouw en verminderde bewegingsvrijheid. 'Met deze cijfers moest iets worden gedaan', aldus Koen Tan. Hij is namens TNO Defensie en Veiligheid als projectleider bij experimenten rondom taakspecifieke uitrukkleding betrokken. ‘De huidige uitrukkleding is zeer goed en de bescherming optimaal. Het gaat TNO dan ook niet zozeer om het ontwikkelen van een lichter pak an sich, maar om de specifieke repressieve taken van de brandweer en welke kleding daar het beste voor is te gebruiken.’ Het experiment met de taakspecifieke kleding valt onder het project First Responders Operationele Bescherming van TNO. Het team dat aan de kleding van de brandweer werkt, bestaat uit acht onderzoekers. In het eigen laboratorium werd aanvankelijk gekeken naar drie verschillende pakken: het huidige, een lichtere variant en een zwaardere. Van de laatste variant werd in een vroeg stadium afgestapt. Tan: ‘We wilden inzicht krijgen in de fysiologische waarden om zo de reikwijdte van het huidige pak vast te stellen.’ Onlangs testte het team twee kledingpakketten van de brandweer met een groep proefpersonen. Het eerste pakket is de huidige EN469 brandweerkleding met ademluchttoestel en fles. Daar tegenover wordt een vlamwerend EN531 overall met een lichtgewicht ademluchttoestel en fles gezet. ‘De verwachting was dat brandweerlieden zich beter kunnen bewegen in de dunnere overall’, aldus Tan. ‘Dit komt de snelheid van het optreden ten goede. Aan de andere kant dachten we dat het pak minder goed zou beschermen. Daarbij kan het zo zijn dat brandweerlieden zich niet veilig voelen in het dunnere pak, wat ook van invloed kan zijn op de snelheid van hun handelen.’ Wattenstaafje De tweedaagse proef met de pakken, die is toegespitst op de verken- en redtaken van de brandweer, vindt plaats op BOCAS, het Brandweer Opleidingscentrum Amsterdam-Amstelland 410
nummer 9 september 2010
Voorafgaand aan de proef ondergaan de deelnemers een inspanningstest.
Schiphol. Er worden twee identieke inzetten gedaan met beide kledingpakketten. In totaal hebben elf deelnemers vrijwillig meegedaan aan het experiment. Het gaat om vijf brandweerlieden van de voltijds officierenopleiding van de Brandweeracademie, drie brandwachten, twee hoofdbrandwachten en een bevelvoerder. Ook Tan is er bij en volgt de verrichtingen op de voet. Hij is redelijk tevreden over de opkomst. ‘Acht deelnemers was echt het minimum geweest. Anders wordt het moeilijk om conclusies te trekken. Sdu Uitgevers
i n novati e
verschillende taken Fotografie: TNO
uiteindelijk door iedereen goed uitgevoerd. Ondanks dat de verschillen tussen beide kledingpakketten minder groot waren dan verwacht, liet de lichtere overall betere resultaten zien ten aanzien van o.a. handelingssnelheid en draagcomfort. Ook tonen de metingen volgens TNO aan dat het huidige uitrukpak voor een hogere fysieke en warmtebelasting zorgt. Opmerkelijk genoeg ervoeren de deelnemers dat niet zo duidelijk. ‘De deelnemers moesten voor en na de test vragenlijsten invullen met schaalverdelingen over de zwaarte van de oefening’, aldus Tan. ‘Ze gaven aan dat de belasting niet anders is voor beide kledingpakketten. Wel vonden ze het huidige pak wat zwaarder in gewicht. Dit De eerste uitslagen wijzen uit dat het dunnere pak volstaat qua brandveiligheid. De huidtemperatuur is dan wel hoger ten zien we ook duidelijk terug in de opzichte van het huidige pak, maar er worden geen gevaarlijke huidtemperaturen bereikt. metingen van hartslagfrequentie en kerntemperatuur.’ De deelnemers zijn vooraf uitgebreid geïnformeerd over de twee De eerste uitslagen wijzen uit dat het dunnere pak volstaat testdagen. Met elk kledingpakket wordt een eenvoudig en idenqua brandveiligheid. De huidtemperatuur is dan wel hoger ten tiek scenario uitgevoerd. Drie dummypoppen moeten uit een opzichte van het huidige pak, maar er worden geen gevaarlijke brandende keuken worden gered, door ze naar een brandvrije huidtemperaturen bereikt. De deelnemers hebben ook weinig ruimte op dezelfde verdieping te brengen. Daarbij is het aan de tot geen angst ervaren tijdens het uitvoeren van het experiment, deelnemers om te bepalen of alle drie moeten worden wegzo blijkt uit de vragenlijsten. Daarbij hebben ze volgens Tan wel gehaald en of dit veilig kan gebeuren. De oefening wordt door aangegeven dat het lichtgewicht pak vooral geschikt is voor alle TNO zo puur mogelijk gehouden. Er zijn geen obstakels, zoals een werkzaamheden die niet te maken hebben met een ontwikkelde verminderd zicht of in de wegstaande voorwerpen. Tan: ‘Op die of een zich snel ontwikkelende brand. manier zijn er geen factoren die de metingen kunnen beïnDe proefpersonen zelf hebben het experiment niet als een lastige vloeden. De verschillen tussen de twee pakken kun je dan goed opgave ervaren. Tan: ‘Wat ik van ze heb gehoord, is dat ze het terugzien in de data. En het is tenslotte ook nog een verkennend heel erg mee vonden vallen. Het was niet superspannend. Het experiment, we moeten eenvoudig beginnen. Bij de volgende ging om een klein brandje en ze hadden ook geen enkel mogebruiken we wel obstakels.’ ment last van angst, zowel met het huidige pak niet als met het Voorafgaand aan de proef, die ongeveer een half uur duurt, lichtere pak.’ Dat er geen angstige momenten waren, had ook te worden de hartslag en de huidtemperatuur van de deelnemers maken met de opzet van de proef door TNO, vertelt Tan. ‘Onze gemeten. Verder wordt de kerntemperatuur vastgesteld door veiligheidsmaatregelen waren zeer uitgebreid. Zo waren in het middel van een temperatuurpil. ‘En we hebben de deelnemers op gebouw steeds twee brandweerlieden aanwezig die de veiligheid een wattenstaafje laten kauwen’, zegt Tan. ‘In het speeksel zitten van de deelnemers in de gaten hielden.’ namelijk hormonen waaruit we de inspanning en stress van De gegevens van de proef worden de komende weken verzaiemand kunnen afleiden. We hebben dergelijke metingen eerder meld en geanalyseerd. In het najaar volgt een showcase voor toegepast bij andere, vergelijkbare experimenten. Het is een de deelnemers, waarna TNO allerhande data van het First beproefde methode die ook in de literatuur is terug te vinden.’ Responders Operationele Bescherming bij elkaar gaat leggen. Tan: ‘Momenteel wordt er nagedacht over vervolgexperimenten Geen grote verschillen met de taakspecifieke uitrukkleding. In de tussentijd zullen er De resultaten van de speekselmeting zijn eind juli nog niet waarschijnlijk pakken worden getest in het veld. Maar dit hangt bekend. ‘De monsters liggen nog in de vriezer van het ziekenaf van verschillende factoren, zoals de interesse van de kazernes huis in Utrecht’, aldus Tan. Enkele algemene uitkomsten van en of er nog aanvullende testen nodig zijn.’ ■ het experiment zijn er dan al wel. Tan: ‘Het gehele scenario is Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 411
on derzoek
‘Maak gebruik van kennis en expertise van andere regio’s’ Wat komt er op een korps af als ze te maken krijgt met een dodelijk ongeval onder het eigen personeel? Veel. Dat ervoer ook het korps Veendam na het ongeluk in maart waarbij een brandweerman om het leven kwam. Hulpverleningsdienst Groningen zette voor de begeleiding van de onderzoeken van de Arbeidsinspectie en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid een evaluatieteam in om zo het korps van Veendam te ontlasten en zocht contact met regio’s die in de afgelopen jaren hetzelfde meemaakten.
fotografie: Jos Schuurman
Volgens de inspecties bevonden de twee brandweerlieden die getroffen zijn door de vallende muur zich op een risicovolle plaats.
B
Door Jolanda Haven
egin maart kwam brandweerman Wiebe de Vries van het korps Veendam om het leven door een noodlottig ongeval. In de nazorg van het ongeval kwam er veel tegelijk op het korps Veendam en op de gemeente Veendam af. Zo ook externe onderzoeken. De Arbeidsinspectie (AI) ging onderzoek doen naar de oorzaak van het ongeval en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) deed onderzoek naar hoe de branche kan leren van dit ongeval. Beide inspecties wilden snel aan de slag om hun onderzoeken goed te kunnen uitvoeren. Om ervoor te zorgen dat het korps Veendam zich de eerste week niet bezig hoefde te houden met deze onderzoeken is een evaluatieteam geformeerd dat alle contacten met de inspecties onderhield. Dit evaluatieteam bestond uit vertegen-
Brand&Brandweer
woordigers van verschillende afdelingen van de Hulpverleningsdienst Groningen. Omdat de regio Groningen geen ervaring had met dodelijke ongevallen met eigen personeel, is er direct na het incident contact gezocht met de Hulpverleningsdienst Drenthe en de Brandweer Terneuzen. Deze beide organisaties hebben recent helaas ook te maken gehad met brandweerlieden die omkwamen tijdens hun werk. ‘Wij hebben ze gevraagd ons tips te geven hoe om te gaan met een dergelijke situatie’, aldus Sietse Smit, één van de leden van het evaluatieteam. ‘Wij wilden graag gebruik maken van hun ervaringen om de nazorg en alles wat er bij komt kijken in goede banen te leiden. Van beide regio’s hebben wij direct veel handvatten gekregen die ons zeer goed geholpen hebben.’ Smit is Arbo-coördinator Operationeel Optreden bij de Regionale Brandweer Groningen. ‘Eén van de tips die wij kregen is om alle nummer 9 september 2010 413
on d erzoek
Belangrijkste uitkomsten onderzoeken Veendam Het incident Brandweer Veendam rukt op 8 maart uit voor een brand in het filiaal van Scheer en Foppen. Bij aankomst blijkt de brand uitslaand te zijn in het magazijn van de winkel en de bevelvoerder kiest voor een defensieve inzet. Hij schaalt zeer snel op naar ‘grote brand’. Ruim een kwartier na aankomst valt de topgevel van een buitenmuur van het magazijn om waardoor Wiebe de Vries om het leven komt en de bevelvoerder gewond raakt. Volgens de inspecties waren de brandweermensen voldoende opgeleid en geoefend volgens de huidige richtlijnen. Ook heeft de brandweer zich aan de geldende veiligheidsinstructies gehouden. Het instorten van de muur werd echter niet voorzien. Smit: ‘Hoewel je de zaken goed geregeld denkt te hebben door geen binnenaanval uit te voeren, gaat het toch mis. Betrokken brandweerlieden hebben elkaar meerdere malen gewezen op de gevaren van de scheuren in de buitenmuur. Dat De Vries en zijn collega worden getroffen door een omvallende muur, komt als een grote verrassing die zij ondanks hun grote alertheid niet aan hebben zien komen.’ Dat er voorzichtiger met een binnenaanval omgegaan wordt, komt mede door het noodlottige ongeval bij De Punt in mei 2008. De commissie Helsloot, die dat ongeval onderzocht, stelde in haar onderzoeksrapport naar het ongeval de binnenaanval al ter discussie. ‘Mede daardoor zitten de gevaren van een binnenaanval inmiddels bij iedereen goed tussen de oren’, aldus Smit. ‘Maar er zou binnen de branche nog beter nagedacht moeten worden hoe je een defensieve buitenaanval aanpakt.’
Veiligheid voorop Volgens de inspecties is het verkleinen van de kans op instorting tijdens een incident vrijwel onmogelijk, maar zijn wel maatregelen nodig om te vermijden dat brandweermensen hiervan het slachtoffer worden. Dat betekent volgens de inspecties dat de denkrichting bij de brandbestrijding fundamenteel moet veranderen. In een situatie waarin geen sprake is van gevaar voor personen moet de veiligheid van brandweermensen nog duidelijker voorop staan. De inspecties bevelen aan om met het oog op deze koerswijziging de nodige maatregelen te nemen op het gebied van opleiden, oefenen en bijscholen van brandweermensen. Een tweede advies is om de richtlijnen voor het veilig optreden bij brandbestrijding aan te passen, zodat risico’s van instorting, maar ook van explosies, vallende voorwerpen en schadelijke stoffen expliciet de aandacht krijgen. ‘In plaats van het bestrijden van een brand op een zo veilig mogelijke manier moet het bij branden, waarbij geen personen in gevaar zijn, primair gaan om veilig optreden en zien wat er dan nog aan brandbestrijding te doen is’, aldus het rapport. De Regionale Brandweer Groningen reageert na de publicatie van het rapport met een officiële verklaring: ‘Wij kunnen ons volledig vinden in de hoofdaanbeveling die de inspecties doen, namelijk om bij een buitenaanval de focus te verleggen van brandbestrijding naar veilig optreden. Wij willen ons samen met de branche, via de NVBR, inzetten om dit verder uit te werken en door te voeren.’
contacten via één persoon te laten lopen.’ Smit wordt aangewezen als contactpersoon. ‘Alle contacten met de Arbeidsinspectie (AI) en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) liepen via mij.’ Door de coördinatie bij één persoon neer te leggen werd het korps niet continu belast met vragen van inspecties, pers en andere partijen die als gevolg van het ongeval informatie willen. Eén contactpersoon moet ervoor zorgen dat informatie en vragen op de juiste plek terechtkomen. ‘Dat is de basis van het hele proces’, aldus Smit. Afspraken Op de dag van het ongeval was er meteen een gesprek in het gemeentehuis van Veendam waarbij alle betrokken partijen, zoals de gemeente, brandweer, politie, Openbaar Ministerie, AI en IOOV samen om tafel hebben gezeten. Daar is door alle partijen uitgesproken om zo veel mogelijk samen te werken en ervoor te zorgen dat de betrokkenen zo min mogelijk zouden worden belast. Zo hebben de inspecties afgesproken om samen op te trekken bij het schrijven van het rapport en ook samen de interviews daarvoor te houden. Dit betekende dat de brandweermannen minder belast zouden worden en het werkte ook efficiënt voor de inspecties zelf. Smit: ‘De inspecties hebben een lijst aangeleverd met welke informatie ze voor de onderzoeken nodig hadden. Met hulp van diverse collega’s is alle beschikbare informatie binnen een week boven tafel gekomen.’ Binnen 10 dagen na het ongeval 414
nummer 9 september 2010
Vlakbij de plek waar De Vries om het leven kwam wordt stilgestaan bij het drama.
beschikken de inspecties over een dossier met onder andere het incidentverslag van de OvD’en en HOvD, meldkamergegevens, de vergunning met betrekking tot de bouw van het pand en personeelsgegevens in verband met opleiding en geoefendheid. ‘Het korps had veel informatie digitaal beschikbaar en bovendien goed op orde. Dat was een groot voordeel. Op de uitvraag van deze informatie na, hoefde het korps van Veendam zich de eerste week niet bezig te houden met het onderzoek. Dat werd Sdu Uitgevers
on derzoek
Oorzaak instorten muur De hitte van de brand in combinatie met het begeven van een deel van de dakconstructie (de brand veroorzaakte een gat in het dak) is volgens de inspecties waarschijnlijk de oorzaak geweest dat de muur plotseling instortte. Hoewel dit meestal gebeurt op een later tijdstip van een brand, is het zeer waarschijnlijk dat dit nu in een vroeg stadium heeft plaatsgevonden. De bouwkundige toestand van de gevel kan hierin ook nog een rol gespeeld hebben. De VROM-Inspectie heeft onlangs een onderzoek uitgevoerd naar de bouwkundige staat van gevels in Nederland. Daaruit blijkt dat de kwaliteit van vele gevels en overkappingen onvoldoende is, waardoor ze dreigen in te storten als eigenaren niet snel renoveren. Een brand zal op een dergelijke ‘slechte’ gevel een extra negatief effect hebben. Dit pleit des te meer voor een permanente aandacht van de brandweer op het gevaar van instortingen. Geen eenduidigheid en versnippering De inspecties vinden dat de les- en leerstof brandweermensen onvoldoende voorbereidt op de gevaren en omstandigheden zoals aanwezig bij dit incident, het plotseling instorten van een buitenmuur. Er bestaat in de les- en leerstof geen eenduidigheid in de veiligheidsafstanden die gehanteerd moeten worden bij dreigende instortingen en er is grote versnippering van aandacht voor de risico’s van gevolgen van instortingen en in de manier waarop dit wordt beschreven. De benoemde indicatoren die kunnen wijzen op instortingsgevaar kunnen de indruk wekken dat instortingen altijd vooraf te herkennen zijn, terwijl dat beslist niet zo is. Op andere plaatsen in de lesen leerstof wordt het, zonder waarschuwing vooraf, in kunnen storten van muren weliswaar benoemd, maar vooral gekoppeld
zeer op prijs gesteld door de direct betrokken brandweerlieden’, aldus Smit. Het Begrafenis Bijstandsteam (BBT) ondersteunt het korps met betrekking tot het regelen van een uitvaart met korpseer. Na de uitvaart zit hun taak erop. Voor het korps beginnen dan de onderzoeken. Wat is er gebeurd die nacht? ‘Laat brandweerlieden één keer hun verhaal doen, was ook een advies dat we kregen. In de week na de uitvaart zijn alle direct betrokken brandweerlieden geïnterviewd door leden van de inspecties’, aldus Smit. Bij de interviews van de AI en IOOV was ook een vertrouwenspersoon namens de regio aanwezig. Bedrijfsopvangteam Na dit gesprek werden de brandweerlieden opgevangen door iemand van het Bedrijfs Opvangteam (BOT) om even na te praten over het interview. ‘Voor de één was alleen een bakje koffie voldoende, maar er waren ook brandweerlieden bij die behoefte hadden om er langer over door te praten’, zo gaat Smit verder. ‘Het BOT paraat hebben en een veilige omgeving creëren, zoals het openstellen van de kazerne van Veendam, waren ook tips die we kregen van beide regio’s. Je moet mensen niet dwingen om te praten, maar ze wel de mogelijkheid bieden om over hun gevoelens te kunnen praten.’ In de kazerne van Veendam zijn daarom de week na het ongeval twee personen van het BOT-team van de brandweer Groningen aanwezig. ‘Laat de ploeg opschrijven hoe ze het incident hebben beleefd en wat er is gebeurd’ , is ook een Brand&Brandweer
aan de nablusfase van een brand, terwijl dit ook in eerdere stadia voor blijkt te komen. Het NIFV zegt zich maar voor een deel te vinden in de conclusies van het IOOV. ‘In de les- en leerstof voor manschappen en bevelvoerders wordt uitgebreid stil gestaan bij de gevaren van instorting en de indicatoren van instortingsgevaar’, aldus Wim Beckmann van het NIFV. ‘Wij hebben niet het idee dat met de beschrijving van deze indicatoren de indruk wordt gewekt dat instortingen altijd vooraf te herkennen zijn. In een volgende druk van de genoemde methodes zullen we echter aangeven dat er, ook al zijn genoemde indicatoren niet aanwezig, toch instortingsgevaar bestaat.’ Ook de genoemde versnippering herkent het NIFV niet. Instortingsgevaar is volgens Beckmann in de methodes manschap A en bevelvoerder duidelijk en overzichtelijk als deelonderwerp weergegeven. Wel deelt het NIFV de constatering dat ten aanzien van de te hanteren veiligheidsafstanden te weinig eenduidigheid bestaat. Beckmann: ‘Wij zullen de gebruikers van ons lesmateriaal via onze site duidelijk één veiligheidsafstand aangeven en in een volgende druk onduidelijkheid wegnemen. Ten aanzien van de uitgebreidheid waarmee een onderwerp in de les- en leerstof wordt behandeld dient nog te worden opgemerkt dat wij voortdurend moeten zoeken naar de juiste balans tussen het geven van de benodigde (achtergrond)kennis en de door het veld bepaalde maximale studiebelasting.’ Het is daarnaast volgens Beckmann onmogelijk maar ook onwenselijk om per specifiek deelonderwerp zeer gedetailleerd en met alle mogelijke nuances voorziene les- en leerstof aan te bieden. ‘Juist dan zal de essentie van hetgeen dat moet worden geleerd verloren gaan en zal de studiebelasting onacceptabel toenemen.’
tip die de regio kreeg. ’Iedereen beleeft het incident op zijn of haar eigen manier en door er samen over te praten en het op te schrijven ontstaat er een gezamenlijk beeld.’ Leerpunten De adviezen van Drenthe en Zeeland hebben de regio Groningen goed geholpen. Smit: ‘Wij hebben gemerkt dat het maken van goede afspraken met de inspecties en de contacten structureel te laten verlopen een grote meerwaarde hebben gehad voor het hele proces. Bovendien kun je op die manier het korps zoveel mogelijk werk uit handen nemen. Emotioneel gezien is het namelijk een zware tijd.’ Uiteraard heeft de regio zelf ook de nodige leermomenten. Smit: ‘Het opzetten van het evaluatieteam werkte goed. Wel liepen we er tegenaan dat het goed zou zijn geweest om in het evaluatieteam een vertegenwoordiger van de gemeente of iemand van het brandweerkorps deel te laten nemen. Als regio zit je toch op afstand. Tegen de tijd dat het rapport uitkwam, moest er bijvoorbeeld van alles geregeld worden met betrekking tot de presentatie in Veendam. Dan is het wel prettig om een direct betrokken vertegenwoordiger te hebben. Een ander leerpunt dat daar op aansluit is dat hulp pas hulp is, als het ook zo ervaren wordt. Hier moet je steeds scherp op blijven.’ ■
nummer 9 september 2010 415
Subworx Paniekhtaak
Safety Connec ak Snellosneembare ha ellosneembare De Safety Connect Sn duiker veilig haak is een tool om de nlijn. sei te bevestigen aan een aal eci sp Daarnaast is de haak nood n va al ontworpen om in gev jging) sti op od (bijvoorbeeld een no r en de ike du de de verbinding tussen n. ele pp seinlijn snel te ontko
et ig aan het eisenpakk De haak voldoet volled ak Ha . 2.0 sie NVBR ver vastgesteld door het dleiding, fabrikantenwordt geleverd met han ief eitscertificaat inclus verklaring en kwalit trekproef.
e en dowloads van
Voor meer informati haak kijkt u op; deze unieke paniek
www.sbwrx.com
t +31 (0) 111 - 671288 Elkerzeeseweg 34 f +31 (0) 111 - 671225 4322 NB Scharendijke e hello@sbwrx.com The Netherlands
it's a way of life
Offshore Services Kraantechniek
Teksten dichter op elkaar Hijs/heftechniek Special Products
Offshore Services Kraantechniek
Hijs/heftechniek Special Products
Offshore Services Kraantechniek
Brandweer keuring
Hijs/heftechniek Special Products
416
nummer 9 september 2010
Sdu Uitgevers
De zorg en verantwoording voor een duurzaam veilige werkomgeving reikt verder dan de wettelijke richtlijnen voorschrijven. G4S Training & Safety Solutions ontzorgt bedrijven en organisaties op het gebied van risico-advisering en veiligheidsopleidingen. G4S heeft een zeer uiteenlopend opleidingsaanbod van bedrijfshulpverlening tot brandweertrainingen, van agressietrainingen tot maritieme opleidingen. Om bij te dragen aan de verhoging van het kennisniveau van uw organisatie onderhoudt G4S samenwerkingsverbanden met verschillende vooraanstaande specialisten uit alle vakgebieden. Alle instructeurs worden voortdurend didactisch en vakinhoudelijk getraind, zodat we altijd inspelen op actuele ontwikkelingen. Met vestigingen door heel het land is er altijd een trainingscentrum bij u in de buurt. G4S kan tevens incompany trainingen verzorgen. Zo zorgt G4S voor uw veiligheid.
Voor meer informatie over al onze opleidingen kijkt u op www.g4s.nl
du bbelINtervi ew
Flashover training: Flashover trainingen worden al enige tijd gegeven in ons land. Toch is een dergelijke training niet vergelijkbaar met de werkelijkheid. Hoe realistisch zijn deze trainingen en wordt het doel bereikt waar deze training eigenlijk voor zijn bedoeld? Jaap Molenaar, Vakgroep Decaan Incidentmanagement bij de Brandweeracademie sinds 2004. Flashover trainingen in containers, wat is het gevaar? ‘Flashover trainingen zijn eigenlijk geen trainingen maar demonstraties. Brandweerlieden worden in flashover containers getriggerd om zich bewust te worden van het fenomeen flashover. Het is dus een bewustwordingsstrategie. In dergelijke containers wordt namelijk op schaal onder geconditioneerde en gecontroleerde omstandigheden een flashover nagebootst. Het doel is om het brandverloop van begin brand tot de flashover waar te nemen. Dat houdt in dat brandweerlieden dit fenomeen leren herkennen in de praktijk. Alleen een flashover in een container is niet te vergelijken met een flashover in bijvoorbeeld een huiskamer. In de container wordt met circa 40 kilo hout gestookt. In een woning heeft alleen een toilet of badkamer een lagere vuurbelasting. In werkelijkheid zal een flashover veel heftiger zijn. Je kunt een flashover in een woonkamer niet nabootsen. Dat is ten eerste veel te gevaarlijk en ten tweede, laat een oefening een oefening zijn. Maar we moeten ons wel bewust zijn van de beperking van de oefening. Het gaat erom dat er meer nadruk gelegd wordt op bewustwording. Wat zie ik en wat betekent dat? En niet dit is wat je in de praktijk gaat meemaken.’
418
nummer 9 september 2010
fotografie: fbf.nl
Is er onvoldoende bewustwording? ‘Brandweerlieden die voor het eerst aan een flashover training gaan deelnemen, vinden dit vaak spannend. Zij hebben vaak allerlei verhalen gehoord. Maar hebben ze, aan het einde van de oefening nu begrepen wat er gebeurde in de container? Het zien, voelen en herkennen van een flashover en vervolgens hoe te handelen moet één geheel zijn. Door vooraf de theorie uitgebreid te behandelen en vervolgens de koppeling met praktijktraining in de container te maken, vergroot je het bewustzijn. Wat ga je meemaken, zien, voelen en in welke volgorde. Dat kan ook door middel van een filmpje vooraf. Het is in ieder geval van groot belang om brandweerlieden goed voor te bereiden op de training. Maar minstens zo belangrijk is de debriefing na de oefening. Wat heb je gezien? In de opleiding Manschappen zit in het opleidingsplan een flashover-oefening maar het is belangrijk om het minimaal twee keer meegemaakt te hebben. De tweede keer zullen de deelnemers veel bewuster letten op de signalen, ze weten immers wat er gaat komen. ’ Waarom wordt er niet meer hout gestookt in de container? Dan krijg je een heftiger effect. ‘Er zijn korpsen die vragen om meer brandbaar materiaal in de container, maar ik hoop niet dat oefencentra dat in overweging nemen. We zijn niet in de Efteling, het is geen spelletje. We moeten ‘to the point’ blijven, als je gaat experimenteren ben je de controle kwijt en dan wordt het gevaarlijk. Een echte situatie kun je ook niet nabootsen, dus moet je het tijdens oefeningen controleerbaar houden. Het gaat om bewustwording en dat kan prima op de manier waarop het nu geoefend wordt.’
Sdu Uitgevers
du bbeli ntervi e w
nuttig of gevaarlijk? Roelof Vos, bevelvoerder en instructeur bij de brandweer Almelo. Wat is het nut van flashover trainingen? Of ziet u ook een gevaar? ‘Flashover trainingen zijn een must. Brandweermensen voelen de hitte en het gevaar. Toch sta ik er erg kritisch tegenover. Ten eerste is het eigenlijk geen flashover, maar slechts het begin ervan: een roll-over. De training is bedoeld om een aankomende flashover te herkennen, maar we geven de brandweermensen ondertussen volgens mij veel te veel de indruk dat ze een flashover aankunnen. Dat is onzin. Een flashover overleef je niet. Onze pakken zijn niet bestand tegen een langdurige belasting van temperaturen van honderden graden. In dit soort omstandigheden verliezen ze al na enkele seconden hun beschermende werking. Ook ontbreekt de voorafgaande theorie naar mijn mening teveel. De kennis en training moet veel meer ingebed worden in kennis over brandgedrag en brandontwikkeling. Daar schieten we nu echt tekort. Instructeurs volgen hun eigen lijn. De ene besteed veel aandacht aan de theorie en de ander niet. Daar zit nog weinig structuur in. De gevaren van een flashover worden door veel brandweermensen niet gezien. Een gebrek aan bewustzijn, oftewel een ‘lack of awareness’, is sowieso een punt bij de brandweer.’
Brand&Brandweer
fotograf
n ie: Christia
Hoe kan op een andere manier kennis over flashovers worden geleerd? ‘Ik denk dat een combinatie van een flashover-training, goede theorie over brandgedrag en meer bewustwording nodig is. De laatste punten zou je bijvoorbeeld met miniaturen kunnen aanpakken. Samen met een student van de Saxion Hogeschool heb ik miniaturen ontwikkeld waarin te zien is hoe brand zich ontwikkelt. Ze zijn 50 bij 50 bij 50 centimeter en kosten aan materiaal ongeveer vijf euro. Ik kwam erop toen ik zag dat ze in Zweden worden gebruikt, waar onze regio regelmatig oefent. Het idee is afkomstig van een instructeur in Engeland. Ik heb de huisjes nu ongeveer twintig keer gebruikt in oefeningen en de reacties zijn heel positief. De brandweermensen geven zelf ook aan dat ze grote behoefte hebben aan meer kennis op het gebied van brandgedrag. Als je brand leert lezen, volgt de logica over bijvoorbeeld ventileren vanzelf. In Twente zijn we bezig met het ontwikkelen van een bijscholingstraject. In het oefenprogramma gaan we gebruik maken van nationale en internationale kennis.’ ■
ij van der Me
Is er in het buitenland meer kennis? ‘Absoluut. In Engeland, Zweden en de Verenigde Staten is heel veel onderzoek gedaan. Ik zou een half jaar vooruit kunnen als ik alles zou lezen. Dus er is genoeg kennis waar wij gebruik van kunnen maken. Ik heb me na het ongeval in De Punt in brandgedrag en plotselinge branduitbreiding verdiept. Drie brandweermensen liepen in een val die niet voorkomen kon worden, is een van de conclusies in het rapport. Dat vind ik wel schokkend. De binnenaanval komt als gevolg van dit dodelijke ongeval ter discussie, maar ik vind dat we dan voorbij gaan aan de kern van de zaak. De binnenaanval dooft nog steeds de meeste branden. Als er meer kennis is over het gedrag van brand, kun je leren signalen te herkennen. Ik las onlangs in een onderzoek uit Engeland waaruit blijkt dat de brandweermensen daar een verkeerd gevoel van veiligheid hebben. Als gevolg van de vele ’realistische’ flash-over trainingen. Ook zij denken daardoor dat je een flashover kunt overleven, maar dat is dus niet zo.’
nummer 9 september 2010 419
brandweersportbond.nl Ook de komende tijd weer diverse sporten te beoefenen door brandweercollega’s: 11 september Triathlon (Spijkenisse) 11&12 september WaterskiÍn en Wakeboarden (Gemert) 2 oktober Zaalvoetbal (Arnhem) 24 oktober Survivalrun (Neede) Zie onze website voor meer informatie over deze en andere evenementen!
420
nummer 9 september 2010
Sdu Uitgevers
Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026) 355 24 55 F (026) 351 50 51 E info@nvbr.nl www.nvbr.nl
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Om de fysieke veiligheid van onze samenleving te vergroten, wil de NVBR de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met alle partners in veiligheid.
Richtlijn incidentmanagement voor wegen met tweezijdig aanrijdgevaar
Het opstellen van eerste veiligheidsmaatregelen is een initiatief van RWS, waarbij alle partners die met incidenten op wegen te maken hebben zijn betrokken. Namens de brandweer zit Meindert Louwsma van de Veiligheidsregio Haaglanden in de werkgroep. ‘We hebben eerst een richtlijn gemaakt voor incidentmanagement op autosnelwegen. Toen kwam al snel uit het veld de vraag om een richtlijn voor het onderliggende wegennet’, vertelt Louwsma. De term onderliggend wegennet of provinciaal wegennet, bleek de lading niet te dekken. Louwsma: ‘Al snel bleek dat er verschil gemaakt moet worden tussen wegen met fysiek gescheiden rijbanen (autosnelwegen) en fysiek niet-gescheiden rijbanen (overigen). Het grote verschil is dat bij de laatste het gevaar van twee kanten komt.’ Verkeer stilleggen De veiligheidsmaatregelen zijn gericht op de veiligheid van de eerste hulpverlener die ter plaatse komt, uitgaand van een minimumscenario: één hulpverlener met een auto, die het verkeer aan beide kanten stil moet leggen. ‘Dat is echt het eerste dat diegene moet doen. Voor de ene richting gebruikt hij de eigen auto, voor de andere richting die van de eerste automobilist,’ zo legt Louwsma uit. Op welke afstand van het incident dat moet, hangt af van de maximum snelheid die ter plaatse geldt.
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
fotografie: FBF.nl
De richtlijn voor veiligheidsmaatregelen bij incidenten op wegen met fysiek niet-gescheiden rijbanen is klaar. Deze richtlijn komt naast de al eerder door Rijkswaterstaat (RWS) uitgegeven richtlijn Incidentmanagement Autosnelwegen. De belangrijkste en eerste veiligheidsmaatregel bij een incident op dit type wegen is het verkeer van beide kanten stil te leggen. Bij snelwegen is juist het advies de doorstroming van het verkeer zo veel mogelijk op gang te houden. De richtlijn is gepubliceerd in de Staatscourant. Dat geeft aan dat de toepassing niet vrijblijvend is, maar verplicht voor alle partijen die betrokken zijn bij incidentmanagement.
Als vuistregel geldt: de maximumsnelheid is het aantal meters te houden afstand, dus voor 70 km/u geldt 70 m als veilige afstand. ‘We hebben getest wat er gebeurt als iemand op de eerste stilstaande auto botst en gelanceerd wordt. In geen geval mag het incidentterrein bereikt worden.’ Volgens Louwsma moet de richtlijn nog echt tussen de oren bij hulpverleners. ‘De neiging is heel groot om je direct bezig te gaan houden met de slachtoffers, maar het is belangrijk om eerst te zorgen dat je in een veilige omgeving kunt werken. Dat is een absolute vereiste.’ Bij de richtlijn hoort een lespakket met instructie-dvd en een schouwkaart die gebruikt kan worden voor de berichtgeving naar de meldkamer. Deze zijn gratis op te vragen via Rijkswaterstaat. Meer informatie over de Richtlijn Incidentmanagement vindt u op: www.incidentmanagement.nl.
nummer 9 september 2010 421
NVBR doet mee aan praktijktoets Bouwbesluit 2011 Het ministerie VROM/WWI werkt aan een nieuwe AMvB, waarin regels op het gebied van (ver)bouwen (Bouwbesluit), brandveilig gebruik (Gebruiksbesluit) en sloop worden geïntegreerd. De NVBR is nauw betrokken bij de totstandkoming van dit nieuwe besluit. Het nieuwe besluit vervangt de huidige versie van het Bouwbesluit uit 2003 en de eerste fase van het Gebruiksbesluit uit 2008. Gelijktijdig wordt het laatste stukje uit de gemeentelijke bouwverordeningen overgenomen en worden aanvullende regels gesteld aan veiligheid voor wegtunnels. Het uiteindelijke doel van dit besluit is de bouwregelgeving minder complex te maken door betere begrijpelijkheid, toepasbaarheid en consistentie.
‘Wij maken ons als NVBR uiteraard hard voor de brandveiligheidsbelangen en zitten daarom al een aantal jaren samen met experts en maatschappelijke partijen bij het ministerie van VROM/WWI aan tafe ’, zegt Marcel Koene die vanuit de NVBR een coördinerende rol heeft. ‘Maar het is een lang proces, waarbij ik overigens wel het gevoel heb dat behoorlijke stappen zijn gezet. De vertrouwensband tussen NVBR en VROM is enorm gegroeid en het gaat steeds beter, de laatste fase van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is in zicht.’ Vertraging De invoering van de nieuwe AMvB vindt toch iets later plaats dan de minister had beoogd. Na Kamervragen vraagt de minister advies aan het Overlegplatform
Samenwerking topografische diensten Door een nieuwe samenwerking tussen het Kadaster en de topografische diensten van Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen wordt het mogelijk om rampen en calamiteiten zoals bosbranden en overstromingen over de grens sneller te traceren en te bestrijden. Hulpdiensten zijn daardoor in deze Nederlands-Duitse grensregio’s sneller ter plaatse. Voorheen gebruikte Duitsland een andere projectie voor kaarten dan Nederland. Voor hulpdiensten die snel ter plaatse moeten zijn, is dat heel verwarrend. Het delen van topografische kennis kan nu met behulp van een ontwikkelde webservice. Deze webservice combineert data van de Nederlandse en Duitse gebieden in een gemeenschappelijk coördinatenstelsel. Hierdoor kunnen kaartbestanden van Nederland en Duitsland in één kaartbeeld worden weergegeven. Het Kadaster en de topografische diensten van Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen zijn de eerste in heel Europa die dit mogelijk maken. ‘Het is een grote stap voorwaarts in het snel en effectief bestrijden van mogelij-
422
ke calamiteiten of rampen. Door kennis te hebben van elkaars gebied met mogelijke objecten en obstakels kunnen bijvoorbeeld toegangsroutes veel preciezer worden bepaald. Ook kunnen nu zogenaamde risicogebieden als benzinestations en gevaarlijke objecten als opslagtanks en vuurwerkdepots over de grens in beeld worden gebracht,’ zo vertelt Ko van Raamsdonk van het Kadaster op de website www. kadaster.nl. NVBR: ‘positieve ontwikkeling’. ‘De Brandweer Vraagorganisatie Informatiemanagement (BVIM) van de NVBR is in gesprek met het Kadaster en het ministerie van VROM voor het om niet verkrijgen van kaartmateriaal. Voor de topografische TOP10NL-kaarten is daarover begin van dit jaar een convenant afgesloten’, aldus Guus Zijlstra, programmacoördinator van de NVBR. ‘Wij zijn positief over deze ontwikkeling en juichen dit soort verbeteringen van harte toe. Goede geografische informatievoorziening is de basis voor het project Digitale Bereikbaarheidskaart waar de NVBR momenteel aan werkt.’
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
Bouwregelgeving (OPB), het hoogste adviesorgaan binnen VROM waar alle branchepartijen uit ons land in deelnemen. Ook de NVBR is hierin vertegenwoordigd. Vanuit het OPB is het initiatief gekomen om met de nieuwe AMvB een praktijktoets te houden. Betrokken partijen zijn gevraagd bouwplannen aan te leveren en door te rekenen en te toetsen op de verschillen tussen het vigerende Bouwbesluit en het concept van het nieuwe Bouwbesluit. Op deze wijze wordt de nieuwe regelgeving toegepast door die partijen die daar na invoering ook mee aan de slag gaan. Een dergelijke praktijktoets draagt bovendien bij aan het benodigde draagvlak. De NVBR doet mee aan deze praktijktoets Bouwbesluit 2011. Door deze maatregel verschuift de inwerkingtreding van de AMvB naar 1 juli 2011.
Er is nog plaats op het i-DBK Congres! Wie volledig op de hoogte wil zijn over de ontwikkelingen rond de Digitale Bereikbaarheidskaart kan zich nog aanmelden voor het congres op 16 september in Hotel Vianen. Dit congres markeert de belangrijke stap van ontwikkeling naar invoering van de DBK. Hiervoor is een nieuw project opgezet, i-DBK. De projectleider van dit nieuwe project zal zichzelf en zijn ‘plan van aanpak’ tijdens het congres presenteren. ‘Tijdens dit congres is veel ruimte voor het beantwoorden van vragen vanuit de regio’s, door middel van een uitgebreide paneldiscussie. Zo wordt duidelijk wat er tot nu toe is gebeurd, wat er gaat gebeuren, welke rol regio’s zelf gaan spelen en wat de rol is van het landelijke project’, aldus Sjoerd van der Schuit, portefeuillehouder Informatiemanagement. Het oude project wordt tijdens het congres afgesloten en het nieuwe project i-DBK krijgt zijn ‘kick-off’. Aanmelden graag via www.nvbr.nl/dbk
Sdu Uitgevers
‘Maatschappelijke discussie belangrijk voor toekomst brandweer’
Bent u verrast door de vele reacties naar aanleiding van de presentatie van het rapport Mans? ‘Toch wel. Het rapport heeft niet alleen veel media-aandacht gekregen, maar het heeft ook reacties losgemaakt binnen onze brandweerorganisatie. Deze reacties liepen uiteen van herkenning van de bevindingen van de commissie tot aan kritische en zelfs verontwaardigde reacties. Het geeft aan dat veranderingen binnen de brandweer gevoelig liggen en dat wij daarover zorgvuldig met elkaar in gesprek moeten blijven gaan. De komende periode benutten wij om deze discussie te voeren, zodat wij later dit jaar een standpunt kunnen vormen over de aanbevelingen uit het rapport. Ik vind het overigens goed dat er een maatschappelijk debat over de brandweer plaatsvindt. Logisch ook, want veranderingen hebben maatschappelijke consequenties. Kritiek mag worden gehoord en het uitwisselen van meningen biedt zelfs kansen. Dat de brandweer vaker onderwerp van gesprek is in opiniestukken en columns is wellicht nieuw, maar daar moeten wij mee leren omgaan. Maatschappelijke discussies zijn belangrijk om stappen te kunnen zetten en om richting te geven aan onze vernieuwing.’ Wat vindt u van de kritieken op het rapport? ‘Het is goed dat ze tot ons komen, maar het is wel jammer dat er een beeld is gevormd dat niet helemaal recht doet aan de uiteindelijke doelstelling van het rapport. Uitgangspunt was om kritisch naar onze financiën te kijken, omdat de kosten van de brandweer sterk zullen blijven toenemen als we op dezelfde weg doorgaan. Dus draaien wij het om. Dat heeft de commissie ook gedaan en zij heeft geconcludeerd dat met hetzelfde geld meer resultaat is te bereiken.’ Waarom is eigenlijk opdracht gegeven de financiën van de brandweer te laten onderzoeken? ‘De brandweer heeft de afgelopen twee jaar een intensief traject doorlopen dat heeft geleid tot een toekomstvisie (De Brandweer over morgen). Deze visie geeft richting aan de ontwikkeling van de brandweer. Om out of the box te kunnen denken zijn hierbij in eerste instantie bewust de financiën achterwege gelaten. Aan de commissie Mans is gevraagd dit wel te doen. De financiële kant van de brandweer is weliswaar minder sexy, maar wel belangrijk. Tijdens onze presentaties aan bestuurders werd gezegd: ‘Mooi die nieuwe visie, maar hoe gaan jullie al die plannen financieren? Het gaat toch niet weer meer geld kosten hè?’. Wij waren van mening dat vernieuwing door het anders besteden van middelen binnen
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
fotografie: NVBR
Op 14 juli heeft de Commissie Mans het rapport ‘Inzet gereed’ aan de voorzitter van de Raad van Regionaal Commandanten (RRC) overhandigd. De commissie, onder leiding van burgemeester Jan Mans, heeft in opdracht van de RRC de financiën van de brandweer onderzocht. De brandweer kan met de aanbevelingen uit het rapport haar voordeel doen, al vragen de verschillende onderdelen uit het advies nog wel een zorgvuldige uitwerking en bespreking. Het rapport heeft veel publiciteit gebracht. Reden genoeg om NVBR-voorzitter Caroline van de Wiel een aantal vragen over het rapport voor te leggen.
de huidige budgetten zou moeten kunnen. Daar was de opdracht aan de commissie Mans ook voor bedoeld: Aantonen dat dit mogelijk is. Daarnaast benoemt het rapport de noodzakelijke investeringen die nodig zijn voor nieuw beleid. Dat betekent dus ombuigen. We doen iets nieuws en daarvoor moet iets ‘ouds’ worden gestopt of anders worden georganiseerd. De brandweer moet keuzes maken, maar nooit ten koste van de veiligheid van onze mensen of van burgers. Eigenlijk is het allemaal heel mooi: er worden dingen anders gedaan en de veiligheid voor burgers wordt juist beter. Natuurlijk realiseer ik mij dat het maken van keuzes altijd veel discussie oproept. Brandweermensen voelen zich immers erg verantwoordelijk voor veiligheid. Maar soms kunnen dingen anders worden benaderd. Dat is wat wij nu doen en dat past ook bij onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om kritisch te blijven kijken naar de brandweer en haar bestedingen.’ Is het rapport Mans een bezuinigingsvoorstel? ‘Ik zou het met de critici eens zijn als het om bezuinigingen ging. Maar daarvan is geen sprake. Het rapport spreekt over ombuigingen en dat is maar goed ook. Ons geld wordt anders ingezet om te kunnen vernieuwen. Wij denken dat dit zal leiden tot een efficiëntere en zeker ook effectievere brandweer. Daarmee is iedereen gebaat.’ Wat gaan wij nu met het rapport doen? ‘Het rapport biedt concrete aanknopingspunten om binnen de brandweerorganisatie en met de stakeholders de discussie aan te gaan. Er wordt daarom een brede consultatieronde georganiseerd. De Adviesraad en Programmaraden worden gevraagd een reactie op het rapport te geven en een advies uit te brengen aan de Raad van Regionale Commandanten (RRC). De NVBR zal het rapport ook voor reactie voorleggen aan en bespreken met verschillende partijen, zoals het ministerie van BZK, de VNG en de Vereniging voor Gemeentesecretarissen. Ook worden de vakbonden om hun opinie gevraagd. De reacties worden in de RRC besproken en vertaald in een advies, waarbij wij voornemens zijn dit in het najaar aan het Veiligheidsberaad voor te leggen.’
nummer 9 september 2010 423
Brandweer helemaal bij de tijd op NVBR-jaarcongres Tijdens het NVBR-congres op 23 en 24 september maken we ruim baan voor vernieuwing. En dan kijken we niet alleen naar de brandweerorganisatie, maar ook naar de wereld om ons heen. Zo hebben we de social media-expert van Nederland - Erwin Blom - gestrikt om ons bij te praten over de ontwikkelingen op dit gebied, en vooral ook over de manier waarop mensen hiermee omgaan. We verwachten dat zijn kennis ons goed van pas komt bij de veranderingen die we met z’n allen momenteel doormaken.
23 september een Twitteraccount aan via https://twitter.com/signup en twitter actief mee tijdens het congres, stel vragen aan gastsprekers en geef je mening over de standpunten. Natuurlijk is er ook dit jaar weer tijd voor ontspanning op de spetterende feestavond met optredens van de 9-koppige band van de Idols-sterren Dewi en Joël. Vrijdag 24 september staat in het teken van de wereld van de brandweerinnovaties: de uitreiking van de Jan van der Heydenprijs 2010 en een innovatiemarkt.
Twitter 'Ruimte voor vernieuwen' betekent met je tijd meegaan en twitteren hoort daar ook bij. Het NVBR-congres in een modern jasje: maak voor
Bent u niet in staat om twee dagen aanwezig te zijn? Geen probleem, inschrijven voor één dag is ook mogelijk. Kijk voor meer informatie op www.nvbr.nl/congres.
Agenda
Project verbeteren veiligheid waterongevallenbeheersing:
7 september Vergadering agendacommissie LOBO Vergadering congrescommissie
fotografie: FBF.nl
Naar aanleiding van de reacties van de NVBR en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op het inspectierapport van de Arbeidsinspectie van maart 2010, vond een gesprek plaats op ministerieel niveau tussen de ministeries van BZK en SZW over de brandweerduiktaak.
424
9 september Vergadering Coördinatiegroep Kwaliteitszorg Vergadering Netwerk Risicobeheersing Vergadering Programmaraad Brandweerzorg Vergadering Programmaraad Crisisbeheersing & Rampenbestrijding Vergadering Programmaraad Informatiemanagement Vergadering Programmaraad Management & bedrijfsvoering Vergadering Programmaraad Risicobeheersing 10 september Vergadering RRC
In dit overleg is gesproken over de huidige wet - en regelgeving die van toepassing is op het brandweerduiken. Afgesproken is dat de branche aan zet is om een eigen branchespecifieke referentiekader te ontwikkelen. Concreet gaat het over het actualiseren van de huidige ‘Leidraad Bestrijding Waterongevallen door de Brandweer’ uit 2004. Totdat deze is geactualiseerd zal de Arbeidsinspectie handhaven op basis van de leidraad uit 2004, met als aanvulling de systeembeschouwing naar de veiligheid van het brandweerduiken uit 2008.
14 september Vergadering Netwerk Crisisbeheersing & Rampenbestrijding
De NVBR is tevreden met deze uitkomst. ‘We kunnen nu gaan bouwen aan een nieuw fundament voor het brandweerduiken’, aldus Stephan Wevers namens de NVBR. In juli 2010 heeft het ministerie van BZK de subsidieaanvraag voor de uitvoering van het project ‘Verbeteren veiligheid BWB’ toegekend. De NVBR gaat nu actief aan de slag met de verdere uitvoering van Fase 1 van dit project. Een aantal punten uit deze fase is inmiddels opgepakt en deels al uitgevoerd. Ook met het bijscholen van duikinstructeurs en duikploegleiders kan begonnen worden. Wilt u ook de nieuwsbrief waterongevallenbeheersing ontvangen? Meldt u dan aan voor NVBRactueel via www.nvbr.nl.
28 september Vergadering Netwerk LOBO Vergadering Netwerk Meldkamerdomein Vergadering Netwerk Opleiden en Oefenen
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
15 september Vergadering Gebruikersplatform Regionaal Risicoprofiel Bijeenkomst IBDB-projectleiders 22 september Vergadering portefeuillehouders Crisisbeheersing
30 september Vergadering Netwerk MOTO Netwerkdag Kwaliteitszorg
Sdu Uitgevers
de week van
Martin Jansen is nu drie jaar actief als vrijwillige brandwacht in de gemeente Montferland, post Bergh. In zijn dagelijks leven werkt hij fulltime als projecttechnicus op een kantoor bij een kunststoftechniekbedrijf. Een baan die prima te combineren valt met de vrijwillige brandweer. ‘Het brandweerwerk heeft me altijd al getrokken, maar eigenlijk is het balletje pas gaan rollen toen een kennis mij drie jaar geleden attendeerde op een vacature. Direct heb ik gesolliciteerd en het bevalt prima!’
Naam: Martin Jansen Leeftijd: 38 jaar Functie: vrijwillige brandwacht Montferland Sinds: 2007
Het is voor Jansen iedere week weer een verrassing wanneer zijn brandweertaken beginnen, maar op maandagavond komt het hele brandweerteam altijd bijeen. In principe zit hij van maandag tot en met vrijdag gewoon op kantoor bij zijn werkgever, maar opgepiept worden kan altijd. ‘Hierover heb ik vooraf wel goede afspraken met mijn werkgever gemaakt. De uren die ik overdag door mijn brandweerwerk niet op kantoor ben, haal ik ’s avonds bijvoorbeeld weer in’, vertelt Jansen. Bij een prio 1 melding laat Jansen direct al zijn kantoorwerk liggen en gaat hij als een speer naar de kazerne. Of hij naar een prio 2 gaat hangt af van de situatie. ‘Als ik bij een belangrijke klant zit en het is niet van levensbelang dan kan ik daar niet altijd zomaar weg.’ Het brandweerkorps Montferland beschikt over een prima bezetting, dus problemen daarin zijn er eigenlijk nooit. Het brandweerwerk begint deze week voor Jansen op maandagmiddag met een melding van wateroverlast. Daarna volgen twee meldingen in de nacht van maandag op dinsdag. Eén melding voor een onderzoek en de ander was een automatische melding. Dan woensdagavond. ‘Er was noodweer op komst, dus veel collega’s zaten al op de kazerne. Ik was druk bezig met het opruimen van een omgewaaide boom die bovenop mijn schuur lag toen mijn pieper ging.’ In eerste instantie was het een melding voor het opruimen van afgewaaide takken en omgewaaide bomen, maar toen kwam er een melding van een noodsituatie in Vethuizen binnen. Tijdens het aanrijden werd het team gewaarschuwd voor omgewaaide hoogspanningsmasten in de buurt. Daarnaast liepen er voor de camping koeien op de weg. Hierop verzocht de bevelvoerder de alarmcentrale om de aanrijdende hulpdiensten alleen optische signalen te laten gebruiken. ‘De toeters en bellen moesten achterwege worden gelaten’, vertelt Jansen. Op de camping in Vethuizen trof hij een enorme ravage aan. ‘Op het achterste deel van de camping waar het normaal vol staat met caravans stond nu niks meer. Alle caravans waren in stukken of in het geheel het water in gewaaid. Dit heeft op mij echt een hele grote indruk gemaakt.’ Ter plaatse hebben Jansen en zijn collega’s zich voornamelijk om de slachtoffers bekommerd. Alle campinggasten zijn naar een gezamenlijke plaats begeleid en in het water is gezocht of er nog meer slachtoffers waren. Om 02.30 uur lag hij eindelijk in zijn bed.
Brand&Brandweer
Donderdagochtend nam Jansen vrij van zijn ‘echte baan’ om met de brandweerploeg, een gemeenteteam en een kraan de meest gevaarlijke situaties weg te nemen. ‘Alle toegangswegen moesten weer vrij gemaakt worden van bomen en takken. Om 13.00 uur hadden we de meest spoedeisende gevallen weggenomen en kon de gemeente het alleen af. Tijd voor mij om me op te frissen en naar kantoor te gaan’, aldus Jansen. De rest van de week kwamen er in Montferland geen brandweermeldingen meer binnen en heeft het brandweerteam nog goed over de indrukwekkende gebeurtenissen in Vethuizen gesproken. ‘Op onze post krijgen we jaarlijks bijna honderdvijftig meldingen binnen, maar nog nooit eerder had ik zoiets massaals meegemaakt. Dan is het wel fijn als je het er nog eens goed met je collega’s over kunt hebben. Al met al was het een drukke en indrukwekkende week die ik niet snel zal vergeten. Maandag op de kazerne zullen we het er vast nog wel eens over hebben’, besluit Jansen. ■
nummer 9 september 2010 425
De oefen ru bri ek
Inzet met hefkussen In de oefenrubriek dit keer aandacht voor een inzet waarbij gebruik gemaakt wordt van hefkussens. Natuurlijk zijn bij deze inzetten technische hulpverlening ook andere middelen te gebruiken. Toch willen we graag de mogelijkheden van de hefkussens laten zien. De oefenrubriek is gemaakt in samenwerking met oefencentrum Noord BV locatie Wijster. Fotografie: Jolanda Haven, PS-Produkties
1
2
De beginsituatie. Onder een gekantelde bedrijfsbus ligt een persoon, oefenpop, bekneld. In de praktijk zet de brandweer na aankomst eerst de ongevalsplek af om een veilige werkomgeving te creĂŤren. Hierna wordt het incident verkend. Te denken valt aan gewonde personen, uitstromende vloeistoffen, eventuele lading , accu, enz. In dit geval zijn er behalve het beknelde slachtoffer geen bijzonderheden. Na verkenning en overleg met het ambulancepersoneel wordt besloten om met behulp van hefkussens het busje iets op te tillen.
Materialen die minimaal nodig zijn voor de inzet. De zaken die nodig zijn voor het gebruik van de hefkussens zijn klaargelegd op een schoon kleed, op de vijf-meter lijn. Achteraan is het stabilisatiemateriaal te zien.
4
3
Allereerst wordt het voertuig rondom gestabiliseerd. Ook wordt er extra stophout klaargelegd. 426
nummer 9 september 2010
Aan de te heffen zijde van het voertuig worden de hefkussens en bijhorende materialen in gereedheid gebracht. Ook is er aandacht voor het slachtoffer. Hij of zij is tegen de kou afgedekt met een deken. De twee kleuren luchtslang hebben te maken met het bedienpaneel en de bediener. Hier komen we de volgende keer op terug. Ook wordt hier extra stophout klaargelegd. Dit wordt later gebruikt voor het opvullen van de ruimte die door het heffen ontstaat. Sdu Uitgevers
De oefen r u bri ek
5
Op de kussens staat veel informatie die van belang is voor de gebruiker. Dit kussen heeft een uitslag van maximaal 285 mm, een inhoud van 21 liter en kan maximaal 196 kN heffen (196 kN = 20 ton). Ook de maximale werk(lucht)druk van 8 Bar staat vermeld. Bij scherpe delen moet een tussenplaat worden gebruikt tegen het lekprikken van het kussen. Ook andere zaken zijn met stickers aangegeven. Niet onbelangrijk is een keuringssticker, die aanwezig moet zijn. Op dit kussen zit deze in de andere hoek.
6
De hefkussens worden geplaatst. Van tevoren is er nagedacht over de juiste plaats. Het is van belang dat er voldoende stevigheid in de carrosserie van de bus aanwezig is om de bus te kunnen heffen. Ook is gekeken naar het gewicht van de bus en wat een hefkussen maximaal kan heffen.
7
Wanneer er nog veel ruimte is tussen het wegdek en het busje, wordt dit eerst opgevuld met stabilisatiehout. Dit doen wordt gedaan om maximaal gebruik te kunnen maken van de uitbolling van het kussen. In het volgende nummer wordt de inzet vervolgd.
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 427
competenti es
Stap vooruit met Manschap A opleiding De pilot Manschap A opleiding is inmiddels afgerond. De deelnemende zeven regio’s deden de nodige ervaring op. Voor de ene regio verliep de pilot soepeler dan voor de ander. ZuidoostBrabant had een moeizame start. Voor Haaglanden was de pilot juist een aanvulling op het huidige opleidingsstelsel.
Z
Door Jolanda Haven
even regio’s draaiden een pilot. Zuid-Holland Zuid, Zuidoost-Brabant, Twente en Haaglanden tijdens de eerste ronde in 2008 en Zuid-Limburg Zuid, NoordHolland Noord, Utrecht en opnieuw Haaglanden vanaf 2009. De regio Haaglanden nam dus als enige regio beide keren deel aan de pilot. Op één lijn zitten, veel overleg voeren, brainstormen en bijstellen. De meeste pilotregio’s Manschap A kijken terug op een geslaagde pilot die inmiddels landelijk gevolg heeft gekregen. Hoewel de inhoud van de opleiding in grote lijnen qua kennis voor brandwachten in principe niet is veranderd, moest alles van de grond af opgebouwd worden. Het uitgangspunt van de nieuwe Manschap A opleiding was duaal leren, oftewel meer praktijkgericht.
Haaglanden: Kennis, ervaring en competenties ‘De uitgangspunten van de opleiding Manschap A spraken ons aan. Bovendien sloot het goed aan op de invulling die wij gaven aan de bestaande opleiding’, zo begint teamhoofd vakbekwaamheid Ron van der Harst van de regio Haaglanden. ‘Het voormalige opleidingsstelsel was summier. De meeste grotere steden in ons land met een beroepskorps hadden zelf het oude opleidingsstelsel al uitgebreid. Je ging bijvoorbeeld maar één keer naar een oefencentrum. In onze regio gingen brandwachten minimaal vijf keer.’ Voordat brandwachten definitief geplaatst werden, hadden ze verschillende trajecten doorlopen die officieel niet in de opleiding zaten. Van der Harst: ‘Vijftien jaar geleden waren wij, en vele met ons, tot de conclusie gekomen dat kennis en vaardigheden hebben met betrekking tot het brandweervak niet genoeg is. Beroepsbrandweerlieden zitten 24 uur bij elkaar op de lip. Ze slapen, eten en sporten samen. Doordat je zoveel met elkaar te maken hebt, moet je over sociale vaardigheden beschikken. Competenties als samenwerken en doorzettingsvermogen zijn zeer belangrijk. Een vast onderdeel bij ons is bijvoorbeeld dat nieuwe brandwachten drie dagen naar de Ardennen gaan. Competentiegericht opleiden, wat nu meer naar voren komt in de nieuwe Manschap A opleiding, hadden wij al langere tijd in zowel de oude opleiding als het examen geïntegreerd.’
428
nummer 9 september 2010
Structureel onderdeel Voordat de Haagse brandweerlieden op de eerste TS zitten, hebben zij dus meer bagage dan de opleiding officieel voorschrijft. Dat gebeurt volgens Van der Harst niet alleen in grotere korpsen. ‘Elk korps gooit nieuwe brandwachten niet meteen voor de leeuwen. Ze draaien vaak eerst op de achtergrond mee voordat ze voor het echte werk komen te staan. Het grote verschil is alleen dat wat voorheen na de opleiding gebeurde, nu in het opleidingsstelsel verwerkt is. Ieder korps heeft zijn eigen manier van werken en bij elk korps worden brandwachten anders voorbereid op de praktijk. Het is nu niet meer vrijblijvend, maar een structureel onderdeel van het nieuwe onderwijs.’ Hoewel elk korps zijn eigen manier had om brandweerlieden in te laten stromen, waren de verschillen tussen nieuwe brandwachten van een klein vrijwillig korps en een groot beroepskorps erg groot. Dat verschil wordt nu aanzienlijk verkleind. De basis wordt meer gelijk getrokken en daardoor zijn brandwachten beter uitwisselbaar naar andere korpsen. Dat maakt de doorstroom van vrijwillig naar beroeps gemakkelijker. Pilot beroeps Het draaien van de pilot verliep voor Haaglanden zonder veel problemen. ‘Wij hebben beide pilots gedraaid met beroepsbrandwachten’, aldus Van der Harst. ‘Voor ons was het eenvoudiger dan voor de regio’s die met vrijwilligers de pilot draaiden. Haaglanden is een regio met veel grote steden en veel beroepskorpsen. Dat biedt ruimere mogelijkheden voor een leerwerkplek.’ Dat betekent niet dat de pilot voor Haaglanden helemaal vlekkeloos verliep. Enkele zaken moesten aangepast en verbeterd worden. Van der Harst: ‘Hoewel ik zeer kritisch ben, ben ik tevreden over de nieuwe Manschap A en bevelvoerdersopleiding. Het is absoluut beter dan de voormalige opleiding. Het zijn volwassen opleidingen waarvan de basis naar een hoger plan is getild. Iedereen die nu de Manschap A opleiding afrondt, is beter voorbereid op de praktijk.’ Zuidoost-Brabant: belasting korpsen minimaal De regio Zuidoost- Brabant zat naast Haaglanden in de ontwikkelgroep zat van de Manschap A opleiding en is ook pilotregio. ‘De basis ligt er’, aldus Noud van Erp van de regio Zuidoost-Brabant. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. Voorheen kregen Sdu Uitgevers
fotografie: PS-Produkties, Jolanda Haven
competenti es
Regio Twente nam deel aan de pilot Manschap A opleiding. Vorig jaar september is de eerste groep gestart volgens de nieuwe opleiding. Afgelopen april oefenden de aspiranten in het Zweedse Revingeby. Ze krijgen hier uitleg over de flashover container.
korpsen een brandwacht met diploma ‘afgeleverd’. Nu wordt er meer van de korpsen zelf verwacht, namelijk door brandwachten een leerwerkplek aan te bieden. En dat vergt de nodige organisatie. Zeker voor regio’s met veel vrijwillige korpsen zoals ZuidoostBrabant is het lastiger om iedere brandwacht een leerwerkplek te bieden. Van Erp: ‘In het begin was er daarom enige weerstand. Door de leerwerkplekopdrachten werd gedacht dat er veel werk bij de korpsen kwam te liggen. Dat is niet zo, zo blijkt uit de pilot. Als het vanuit de korpsen goed georganiseerd en voorbereid wordt, dan is de belasting minimaal.’ Moeizame start In januari 2008 ging de pilot, kerntaak 1 Manschap A, van start. ‘De start van de pilot verliep niet vlekkeloos’, vervolgt Van Erp. ‘We hadden te weinig tijd om alles goed voor te bereiden. Voorbereiden was ook lastig omdat we samen met de vier regio’s de lessen zelf moesten ontwikkelen. Het was een kwestie van starten en zien wat we tegenkwamen.’ Met de oude opleiding tussen de oren ging de regio van start. In het begin was de pilot nog veel te theoretisch. Door gebrek aan ervaring was het lastig om de koppeling te maken van zelfstudie als voorbereiding op de les naar het praktijkgedeelte. ‘Gedurende de pilot zijn we continu aan het bijstellen geweest. Mede door veel overleg te voeren met de andere pilotregio’s zijn knelpunten besproken en opgelost.’ Na zes maanden is de pilot afgerond en hebben de eerste cursisBrand&Brandweer
ten, nieuwe stijl, examen gedaan. ‘We hebben veel geleerd van deze pilot. Samen met de andere drie regio’s is er veel kennis en ervaring opgedaan om zo verder uit te kunnen bouwen’, aldus van Erp. In principe zat de pilot er voor Zuidoost-Brabant op. Drie nieuwe regio’s en opnieuw Haaglanden voerden het tweede deel van de pilot uit die in 2009 van start ging. Toch wilden alle pilotregio’s van de eerste ronde ook invulling geven aan de andere drie kerntaken van de Manschap A opleiding: technische hulpverlening, ongeval gevaarlijke stoffen en waterongevallen. Een jaar later zijn ook deze taken afgerond en geëxamineerd. Van Erp: ‘Om definitief te kunnen beginnen aan de nieuwe opleidingen is het van belang dat er trajectbegeleiders aangesteld worden die leerwerkplekopdrachten bij de korpsen begeleiden. Tijdens de pilot merkten we dat daar behoefte aan was. Regio’s zijn vrij om zelf invulling te geven aan de uitvoering van de opleiding qua organisatie en coördinatie. Het aantal korpsen en posten, vrijwillig of beroeps, bepalen welke functies van belang zijn om de opleiding goed uit te voeren. Ook bij de eerste vier pilotregio’s zijn er verschillen. Eigen ervaringen zijn vertaald. Zo heeft de regio Zuidoost-Brabant docenten, instructeurs en trajectbegeleiders. Andere regio's hebben sommige functies gecombineerd of coördinatoren aangesteld met andere of meerdere taken.’ ■
nummer 9 september 2010 429
SpiroCom Innovatie in veiligheidstechniek
SpiroCom Teamtalk Communicatie geeft zekerheid
www.interspiro.nl
Handelsonderneming GALJOEN • Producent Galjoen waadpak • Inzet waterongevallen
1,25 km² trainingsoppervlakte 46 realistische trainingsobjecten 10 tankautospuiten, 1 redvoertuig Dräger en Interspiro Holmatro en Weber Overnachtingen in hotel Flexibiliteit en gastvrijheid Swedish Rescue Training Centre Skövde, Zweden
Trainingen: Bevelvoerder, OvD, Manschap, Gaspak, 4 op een TAS, Combinatietrainingen. Wij verstrekken u graag informatie: info@tlodeen.nl 00316 11647578
Ook geschikt om mee te zwemmen bij oppervlakte reddingen. Importeur: HAIX Brandweerlaarzen, Holik brandweerhandschoenen, Cromwell Rescue & brandweerhelm,Fuchhuber nomex comfort onderkleding en balaclava’s. Dealer: Helly Hansen, Gerba, Peli lampen en koffers, MagLite, Inova, diverse merken Rescue Knives. Handelsonderneming GALJOEN Tel:
+31(0)223 669951
E-mail:
galjoen@quicknet.nl
Website: www.galjoen.nl
[de beste tooLs voor een
b&b-galjoen 100126.indd 1
reaListiscHe training
16-02-2010 14:30:08
Haagen LicHt–, geLuid– en beeLdsimuLatie Creëer realistische oefenscenario’s met HAAGEN’s licht-, geluid- en beeldsimulatie producten. Van Smoke Generators en Incident Simulation tot Rescue Manikins, met deze en vele andere HAAGEN producten, kunt u eenvoudig ieder mogelijk scenario trainen.
www.Haagen.eu
Brand&Brandweer
013–507 68 00
nummer 9 september 2010 431
bestuu r en organ isati e
Zeven rangen voor 32 functies Het nieuwe rangenstelsel, waarin de rangen zijn gekoppeld aan functies, krijgt steeds meer vorm. In oktober 2011 moet de invoering van het nieuwe rangenstelsel zijn voltooid. Dan zijn er zeven van de vijftien rangen over en is de tweede ster verleden tijd.
H
Door Ellen Schat
et nieuwe rangenstelsel is een gevolg van het Besluit personeel Veiligheidsregio’s, dat met de Wet Veiligheidsregio’s dit najaar in werking treedt. Het Besluit richt zich op vakbekwaamheid van het personeel. De brandweer is de laatste jaren al bezig met de omschakeling van een ranggericht systeem naar een functiegericht systeem, hoewel de rangen wel blijven bestaan. Het aantal rangen wordt teruggebracht van vijftien naar zeven: brandwacht, hoofdbrandwacht, brandmeester, hoofdbrandmeester, commandeur, adjunct-hoofdcommandeur en hoofdcommandeur (zie kader voor een overzicht van functies en bijbehorende rangen.) Rechtspositionele gevolgen De functies die in het Besluit zijn genoemd, zijn geen functies in rechtspositionele zin. Het zijn in feite takenpakketten. Gemeenten maken lokaal hun eigen functiebeschrijvingen voor brandweerpersoneel. Dit blijft nog steeds zo na 1 oktober 2010. Deze lokale functiebeschrijvingen kunnen takenpakketten bevatten die ook genoemd zijn in het Besluit. Het verschilt per gemeente of brandweerpersoneel is aangesteld in een rang of in een functie. Voor de korpsen waar het personeel al is aangesteld in een functie, verandert er niets aan de aanstelling. Wel moet door de werkgever bekeken worden of de lokale functiebeschrijving aansluit op het takenpakket. Voor het brandweerpersoneel dat nu nog is aangesteld in een rang gaat er wel wat veranderen: hun aanstelling moet gewijzigd worden in een functiegerichte aanstelling. De VNG brengt in september 2010 een Ledenbrief uit, waarin de rechtpositionele gevolgen van de inwerkingtreding van wet- en regelgeving voor het brandweerpersoneel in overheidsdienst worden beschreven. Kijk voor rechtspositionele vragen op: www. vrijwilligebrandweer.nl Rangen In het nieuwe stelstel kunnen rangen toegekend worden aan repressieve en beheersmatige functies of een combinatie daarvan. Daarin is te zien welke rang bij welke functie hoort. Voor repressieve functies geldt dat de bijbehorende rang automatisch wordt toegekend. Voor beheersmatige functies geldt een maximale rang waar de werkgever van kan afwijken. De werkgever bepaalt ook of dragen van een uniform voor deze
432
nummer 9 september 2010
categorie verplicht is. Het behalen van de opleiding valt niet meer samen met het verkrijgen van de rang. Het aangesteld zijn in de functie is bepalend. De NVBR heeft de ‘Leidraad conversie rangen’ ontwikkeld die gebruikt kan worden bij het aanstellen van medewerkers in één van de functies en het bepalen van de bijbehorende rang. Deze leidraad verschijnt in september 2010. ■
32 functies met bijbehorende zeven rangen Beheersmatige functies Functie Controleur brandpreventie Medewerker operationele voorbereiding Medewerker brandpreventie Medewerker opleiden en oefenen Instructeur Oefencoördinator Ploegchef Centralist meldkamer Specialist brandpreventie Specialist opleiden en oefenen Operationeel manager Tactisch manager Adviseur beleid en bestuur Specialist risico’s en veiligheid Specialist operationele voorbereiding Strategisch manager Manager veiligheid Regionaal commandant Operationele functies Functie Manschap a Chauffeur Voertuigbediener Gaspakdrager Brandweerduiker Verkenner gevaarlijke stoffen Manschap b Duikploegleider Bevelvoerder Officier van Dienst Hoofdofficier van Dienst Adviseur Gevaarlijke Stoffen Commandant van Dienst Regionaal Commandant
Maximale rang Hoofdbrandwacht Brandmeester Brandmeester Brandmeester Brandmeester Brandmeester Brandmeester Brandmeester Hoofdbrandmeester Hoofdbrandmeester Hoofdbrandmeester Commandeur Commandeur Commandeur Commandeur Adjunct-hoofdcommandeur Adjunct-hoofdcommandeur Hoofdcommandeur
Rang Brandwacht of Hoofdbrandwacht Brandwacht of Hoofdbrandwacht Brandwacht of Hoofdbrandwacht Brandwacht of Hoofdbrandwacht Brandwacht of Hoofdbrandwacht Brandwacht of Hoofdbrandwacht Hoofdbrandwacht Hoofdbrandwacht Brandmeester Hoofdbrandmeester Commandeur Commandeur Adjunct-Hoofdcommandeur Hoofdcommandeur
Sdu Uitgevers
bestuu r en organ isati e
Rangen brandweer
e
Brandwacht
e
Adjunct Hoofdbrandmeester 1 klas
Adjunct Hoofdcommandeur 1 klas
Brandwacht 1 klas
Hoofdbrandmeester
Hoofdcommandeur
Hoofdbrandwacht
Hoofdbrandmeester 1 klas
Onderbrandmeester
Commandeur
Brandmeester
Commandeur 1 klas
Adjunct Hoofdbrandmeester
Adjunct Hoofdcommandeur
e
e
e
Hoofdcommandeur 1 klas
e
De vijftien rangen worden teruggebracht tot zeven. Hierboven de oude rangtekens. De eerste klas rangen zullen komen te vervallen.
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 433
preventi e
Gesproken ontruimingsinstallatie De eisen die worden gesteld aan ontruimingsalarminstallaties bij brand sluiten niet aan bij het menselijk gedrag. Uit diverse onderzoeken blijkt dat een ontruimingssignaal niet wordt gezien als een duidelijke aanwijzing voor daadwerkelijk gevaar en dat mensen het ontruimingssignaal niet herkennen. Het ontruimingsalarmsysteem met een gesproken mededeling, het zogenoemde A-systeem, zou in combinatie met andere dynamische ontruimingssystemen de meest effectieve oplossing zijn.
D
Door Jildou Visser
e regelgeving over ontruimingsalarminstallaties heeft volgens Kees van Toer, divisiemanager bij Protec Brandbeveiliging lange tijd stil gestaan. De criteria waaraan een ontruimingsinstallatie moet voldoen sluiten hierdoor niet aan op het gedrag dat mensen vertonen in brandsituaties. ‘De criteria waaraan ontruimingsalarminstallaties vandaag de dag moeten voldoen zijn in 1993 op basis van toenmalige praktijkervaringen vastgesteld. Deze zijn gebaseerd op de oppervlakte van het gebouw en het aantal mensen dat zich erin bevindt’, aldus Van Toer. Doordat de regelgeving al die tijd heeft stilgestaan beschikt op dit moment slechts 16% van alle gebouwen over een A-systeem. ‘Tegenwoordig zou er meer gedacht moeten worden op basis van een risicoanalyse. Belangrijk daarbij is vooral waar het gebouw voor wordt gebruikt en niet hoeveel, maar wat voor type mensen zich erin bevinden. Een hotel kan bijvoorbeeld erg klein zijn, maar wel heel risicovol doordat de mensen die daar overnachten niet alert zijn en niet bekend zijn met de omgeving. Als je dan bedenkt dat slechts 16% van alle gebouwen in Nederland beschikt over een A-systeem is dat echt een fractioneel getal.’ Doordat de regelgeving een A-systeem in de meeste gebouwen niet vereist wordt het vaak niet toegepast. Dit systeem brengt namelijk meer kosten met zich mee, maar kan door de snellere reactie van mensen op een gesproken mededeling wel degelijk mensenlevens redden. Menselijk gedrag bij brand Het menselijk gedrag bij brand kan volgens Margrethe Kobes, senior onderzoekster bij het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid, worden opgesplitst in drie fases. In de eerste fase, de fase van bewustwording van het gevaar, kan de meeste tijdswinst worden geboekt. ‘Dit heeft deels te maken met de geoefendheid en de sociale aspecten. Mensen zijn in het gebouw met een doel. Het reageren op een ontruimingsalarmsignaal past daar niet in en mede daardoor duurt het ook langer voordat mensen in de gaten hebben dat er daadwerkelijk gevaar heerst’, vertelt Kobes. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat in groepen vaak wordt afgewacht totdat iemand de leiding neemt en dan nog wordt er vaak eerst overlegd of er wel echt geëvacueerd moet worden. Naast de geoefendheid en de sociale aspecten speelt ook de herkenning van het ontruimingssignaal een grote rol. ‘We leven in een wereld waar overal signalen en geluiden voor zijn. Het is
434
nummer 9 september 2010
al lastig genoeg om de drie verschillende tonen van de hulpverleningsdiensten van elkaar te onderscheiden en dan heb je er nog een beeld bij ook’, aldus Van Toer. Ook zijn de ontruimingssignalen niet uniform. Alleen al in Europa worden er zeven verschillende toonsignalen gebruikt om gebouwen bij brand te ontruimen. Volgens Van Toer herkent slechts 6-9% van de bevolking een brandalarm als zodanig en dat zijn dan vaak ook nog de mensen die in die sector werken of er anderszins in geïnteresseerd zijn. Een uniform ontruimingssignaal zou veel verbetering opleveren, maar alleen al in Europa is dat een illusie. ‘Een wereldwijd signaal is zelfs een complete utopie, waar we alleen maar van kunnen dromen. Internationaal gezien zijn we wel in staat uniforme Europese regels voor brandmelders en systemen op te stellen, maar op het gebied van toonsignalen voor ontruimingsalarmering schijnt het vrij lastig te zijn iets voor elkaar te krijgen.’ Uit onderzoek is gebleken dat mensen veel informatie nodig hebben voordat er daadwerkelijk gereageerd wordt op een ontruimingssignaal. ‘Zelfs het zien van een daadwerkelijke brand is voor veel mensen geen directe reden om te vluchten. Daarnaast vinden mensen de gevaren van rook en brand moeilijk in te schatten’, aldus Kobes. ‘Ik kan mij nog goed herinneren dat er in een voetbalstadion in Nederland brand uitbrak en iedereen er in de rook naar stond te kijken. Ze hadden er geen idee van hoe gevaarlijk dat is.’ Daarnaast kan het doordringende geluid van een B-alarmsysteem tot een verhoogd stressniveau leiden, wat een negatief effect heeft op de besluitvorming. In het ontruimingssignaal moet daarom duidelijkheid gecreëerd worden, mensen moeten gestuurd worden om het gebouw te verlaten. Effectiviteit van een ontruimingssignaal Om een ontruimingssignaal effectief te laten zijn moet het voldoen aan verschillende criteria. Allereerst moet het signaal duidelijke informatie bevatten en alleen afgaan bij een echte brandsituatie. ‘Daarnaast is het belangrijk dat er informatie over de locatie van de brand wordt gegeven, zodat men weet via welke route het best gevlucht kan worden. Ook informatie over de gewenste actie en de beschikbare vluchtroutes moet worden gegeven voor een effectieve ontruiming’, vertelt Kobes. De praktijk wijst volgens Van Toer uit dat een gesproken mededeling hiervoor het beste werkt. Zelfs bij gesproken mededelingen in een ontruimingssignaal moet er voor een optimale herkenbaarheid internationale uniSdu Uitgevers
preventi e
voor effectief ontruimen
Het nieuwe gesproken ontruimingsalarmsysteem van Protec Brandbeveiliging.
formiteit zijn. ‘In Engeland onderscheiden ze in de ontruiming drie verschillende fases’, vertelt Van Toer. De fase waarin mensen attent worden gemaakt op een mogelijke ontruiming, de fase waarin mensen direct het gebouw moeten verlaten en de fase waarin alles weer veilig is. ‘Deze Engelse leidraad zou wel eens de internationale standaard kunnen worden, maar er is nog een lange weg te gaan voordat we zo ver zijn.’ Kobes: ‘Eerst is het noodzakelijk dat er nog meer onderzoek wordt uitgevoerd. Er moet bijvoorbeeld nog worden gekeken naar welke teksten het best in het ontruimingssignaal kunnen worden aangeboden en ook hoe gefaseerd de informatie moet worden aangeboden.’ De techniek is volgens beide onderzoekers al een heel eind, maar in de toekomst moeten er nog meer stappen in de ontwikkeling van ontruimingssignalen worden genomen. Zo zouden de gesproken ontruimingssignalen per verdieping of per vleugel aangestuurd kunnen worden, afhankelijk van waar de brandhaard zich bevindt. Verder is in de aanwijzing van de vluchtrichting nog veel ontwikkeling mogelijk. Naar verwachting bieden gesproken ontruimingssignalen in combinatie met andere dynamische aanwijzingssystemen de meest veilige vluchtsituaties. ‘Stel nou dat de brandhaard op één van de vluchtroutes ontstaat. Zoals de ontruimingssystemen nu zijn worden mensen via groene nooduitgang bordjes in het ongunstigste geval regelrecht de brandhaard in geleid’, vertelt Van Toer. ‘Als het via één van de vluchtroutes niet veilig is om te vluchten zouden de Brand&Brandweer
nooduitgangbordjes bijvoorbeeld rood kunnen kleuren. Iedereen kan dan zien dat van die vluchtroute geen gebruik kan worden gemaakt.’ Door middel van dit soort ontwikkelingen en onderzoek naar de effectiviteit van deze ontwikkelingen kunnen de veiligheidsmaatregelen in gebouwen beter aansluitend worden gemaakt op het gedrag van mensen. Kostprijs effectieve ontruimingssystemen Waar doelmatige A-ontruimingssystemen eerder vanwege hoge kostenposten niet werden geïnstalleerd hoeft dat tegenwoordig niet langer het geval te zijn. De conclusies van de gedane onderzoeken waren voor Protec Brandbeveiliging de reden om niet verder te ontwikkelen in ingewikkelde centrale technieken, maar te investeren in de ontwikkeling van brandmeldsystemen met een hogere doelmatigheid. ‘Na twee jaar is het ons gelukt om een automatische brandmelder te ontwikkelen die naast het toonsignaal ook een gesproken mededeling af kan geven en waarbij de kostprijs een fractie is van de huidige A-systemen’, aldus Van Toer. ‘De prijs hoeft nu niet langer de reden zijn om veiligheid niet voorop te stellen. Het zal nog wel een tijd duren voordat dit nieuwe systeem is opgenomen in de NEN 2575. De regelgever loopt eigenlijk altijd iets achter op de technische ontwikkelingen, maar dat hoeft geen belemmering te zijn voor de installatie van dit nieuwe systeem.’ ■
nummer 9 september 2010 435
In memoriam:
Ben Vossenaar Ben Vossenaar, oud Commandant Brandweer Rotterdam, Regionale Brandweer Rozenburg en Regionale Brandweer Noordelijke Delta, oud President International Association of Fire Chiefs en Officier in de Orde van OranjeNassau, is op 16 juni 2010 op 77-jarige leeftijd overleden. Vrienden en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond hebben gemeend hierbij stil te moeten staan. Na een militaire loopbaan werd Vossenaar op 1 januari 1969 door het College van B&W van Rotterdam aangesteld als Adjunct-Hoofdman bij de Rotterdamse brandweer, waarmee hem de leiding in handen werd gegeven. Met Vossenaar stelde het College een man met visie aan, een trendsetter met een groot probleemoplossend vermogen, die zowel zijn eigen korps als de gehele Nederlandse brandweer internationaal op de kaart heeft gezet. Hij was onuitputtelijk in geest en handelen, niet altijd even geduldig, maar had voor goede argumenten altijd een luisterend oor. Op een eenmaal uitgesproken geschil kwam hij nooit meer terug. Hij was erg op resultaten en efficiency gericht in een tijd dat dit nog onbekend was bij de overheid. Hierbij koos hij nooit de makkelijkste weg. Hij was geen allemansvriend, maar stond wel voor, tussen en achter zijn mensen. Charmant als hij was, was hij velen tot voorbeeld; uniformdracht werd door hem stipt nageleefd en waar nodig afgedwongen. Had nog op de leeftijd van zijn functioneel ontslag een conditie van een jonge vent. Hij was in alle opzichten een eervol mens. Kort na de aanstelling van Vossenaar werd een reorganisatie doorgevoerd. Het beleid van het korps was tot dat moment in handen van het vrijwillige College van Hoofdlieden. Op 1 januari 1972 werd Brandweer Rotterdam een zelfstandige dienst en onder het commando van Vossenaar gesteld. Daarmee werd door hem, zowel voor het vrijwilligals beroepsgedeelte van de brandweer, de weg naar professionalisering ingeslagen, -“vrijwillige of beroepsbranden kennen wij niet” was zijn standaarduitdrukking- een weg die leidde tot een korps dat repressief, preparatief en ook preventief toonaangevend was. Een andere zaak waar hij voortdurende op terug kwam was dat hij kort na zijn aantreden het Groothandelsgebouw bij het Centraal Station heeft zien branden en dat hij zoiets niet meer wilde meemaken. Vossenaar zorgde ervoor dat het (toen) hoogste gebouw van Nederland in Rotterdam, geheel werd voorzien van een sprinklerinstallatie; en dat in een tijd dat dit nog niet werd voorgeschreven. Hij trok zeker niet alle zaken naar zich toe. Met Bouw- en Woningtoezicht formaliseerde hij de afspraken over de advisering van de brandweer bij bouwzaken en de uitvoering van de brandbeveiligingsverordening. Op de kennis en expertise van de Milieudienst DCMR haakte hij in door afspraken te maken over de vergunningverlening en de inzet van de chemische adviseurs van deze dienst voor de taken van de brandweer bij de ongevalbestrijding met gevaarlijke stoffen. Op gemeentelijk niveau werd de Havenverordening aangepast om de samenwerking tussen het Havenbedrijf en Brandweer te regelen en daarmee de blusvaartuigen in de Rotterdamse haven onder leiding van de brandweer te laten inzetten. Samen met de toenmalige Hoofdinspecteur voor het Brandweerwezen heeft Vossenaar vele instituties van de grond gekregen. Als vurig pleitbezorger van schaalvergroting en tegenstander van kostenafwenteling (door bedrijven naar de overheid) heeft hij met zijn pleidooien bereikt dat regionalisering van de brandweer een van de doelen werd van de
Brandweerwet 1985. In de Brandweerwet 1985 werd door zijn toedoen ook opgenomen dat bepaalde bedrijven verplicht waren een brandweerkorps in stand te houden. Mede door zijn inspanningen werd in die tijd ook in de wet vastgelegd dat de brandweer de operationele leiding heeft bij rampenbestrijding. Om via de brandweeropleidingen de brandweer voor te bereiden op die nieuwe taak klopte hij aan bij zijn vorige broodheer, Defensie. De Hogere Krijgsschool en het Korps Mobiele Colonnes traden op als leermeesters om het grootschalige optreden bij de brandweer te laten beklijven. Hij verkeerde onder meer in de positie om dit soort initiatieven te ontplooien, omdat hij sinds jaar en dag voorzitter was van het College van Commandanten van Grotere Gemeenten (CCGG), het latere College van Commandanten van Regionale Brandweren (CCRB). Vanuit die rol wist hij ook bij de Hoofdinspecteur te bereiken dat de destijds in oprichting verkerende Rijksbrandweeracademie werd uitgebreid met een afdeling bijzondere opleidingen, die er voor moest zorgen dat de hiervoor genoemde gigantische opleidingsinspanning voor de Nederlandse brandweer in goede banen werd geleid. Voor zijn eigen korps had hij dit al doorgevoerd. Mede met het oog op de bijzondere risico’s in de (toen nog) grootste haven ter wereld was in Rotterdam al geregeld dat de brandweer de operationele leiding bij grootschalige incidenten had en dat een hoofdofficier van de brandweer leiding gaf aan het Commando Plaats Incident (COPI). De Rotterdamse COPI trainingen waren een rijke bron van inspiratie voor de trainingen die op dit vlak in Nederland geëntameerd werden. In de jaren ´80 was Vossenaar met Gemeente Rotterdam en het bedrijfsleven de initiatiefnemer van het (inter)nationaal gewaardeerde opleidingscentrum RISC op de Maasvlakte, waarbij Vossenaar de wereldvermaarde afdeling scheepsbrandbestrijding van zijn korps overdroeg aan dit centrum. Een ander product van zijn strategische visie is de Gezamenlijke Brandweer, een publiek private samenwerking tussen Rotterdam en het bedrijfsleven in het Europoort Botlek gebied. Voordat de hiervoor genoemde Brandweerwet 1985 tot stand kwam had Vossenaar met de petrochemische industrie de afspraak dat zij elk incident moesten melden, maar dat zij het eerste kwartier de kans kregen om het incident zelf te neutraliseren. Uit dat samenwerkingsverband werd op basis van de nieuwe Brandweerwet 1985 een nieuw regiem ontwikkeld dat ook nu nog uniek is in West Europa, misschien wel in de hele wereld. Vanwege het door zijn optreden gegroeide vertrouwen bij de petrochemische industrie hebben de bedrijven en de gemeente de Gezamenlijke Brandweer kunnen vormen. Vossenaar heeft met dit concept de basis gelegd voor een organisatie, die door de volgende generatie succesvol is uitgewerkt. Ook internationaal sloeg Vossenaar zijn vleugels uit. Zo was hij in 1985/86 President of the International Association of Firechiefs (IAFC), een functie die tot dat moment alleen door Amerikanen en Canadezen werd bekleed. Veelal werd hij, ook na het neerleggen van zijn commandofunctie, door gemeentebesturen en instanties, zoals de Europese Commissie, gevraagd om lezingen te geven op brandweer– en veiligheidsgebied. Onder de korpsleden van zowel het beroeps- als van het vrijwillige gedeelte ondervond hij waardering voor zijn duidelijke standpunten en zijn initiatieven om het korps op hoog niveau te brengen. Dat is hem gelukt, zodat hij bij zijn FLO op 1 mei 1993 een goed georganiseerd en uitgerust korps achterliet, een korps dat klaar was om op nieuwe ontwikkelingen in het verzorgingsgebied en de maatschappij in te spelen. Wij wensen zijn vrouw Lenny en zijn kinderen en kleinkinderen de kracht toe dit grote verlies te dragen. Hij ruste in vrede.
Stationsplein 14 2907 MJ Capelle aan den IJssel
Postbus 752 2900 AT Capelle aan den IJssel
telefoon 010 - 258 62 00 fax 010 - 442 28 40
Brandweerduiken is een bloedserieuze zaak Leo Opstal is niet meer operationeel bij het Nbbe. Na een indrukwekkende carrière bij brandweer Den Haag van waaruit hij zitting nam in diverse expertgroepen, begint Leo in 2001 bij het Nbbe als beleidsmedewerker. Hij ontpopt zich als geestelijk vader van de opleiding tot brandweerchauffeur. Nu neemt hij afscheid en gaat met FLO. Tijd voor een interview met Leo als duikspecialist, zijn belangrijkste dossier van de laatste jaren.
‘I
k rust niet voor 50% binnen het Nbbe bezig is met duiken’ verkondigd Leo Opstal al kort na zijn aanstelling. ‘De vakbekwaamheid moet op een hoger plan gebracht worden, want als het misgaat, vloeit er direct bloed uit´, benadrukt Leo met zijn alom bekende uitspraak. Met passie voor het vak, gedrevenheid en deskundigheid heeft hij bijgedragen aan die vakbekwaamheid. Altijd met te weinig mankracht, wat hem betreft. Samenwerken ‘Wat me nog steeds verbaast, is dat deelnemers zich zo slecht voorbereiden op de duiktaak. De duiktaak is een bloedserieuze zaak, de omgeving waarin de taak wordt uitgevoerd is immers direct dodelijk’. Volgens Leo moet er meer structuur komen; ‘strategische beleidsmakers hebben lange tijd te weinig oog en visie gehad voor het specialisme duiken. In hoge mate worden er plaatselijk
oplossingen bedacht voor het brandweerduiken, omdat de branche geen landelijke regie voert. Ondanks de vele nota’s en rapportages resulteren de inspanningen nog niet in de gewenste veiligheidscultuur bij het brandweerduiken. De komst van de Stichting Werken Onder Overdruk (SWOD), het intensief samenwerken met de Koninklijke Marine en het platvorm duiken van de NVBR ervaart Leo als positieve ontwikkelingen. ‘Dit stimuleert om informatie en kennis, structuur en visie met elkaar te delen. In het bijzonder hebben deze contacten en de kruisbestuiving daarvan geleid tot een vakbekwaamheidskader waar elke partij beter van wordt en waarvan de effecten nu al bij de diverse partijen waarneembaar zijn. Dat was nodig, gelet op de complexiteit van het beroepsduiken zoals verwoord in de rapportages van IOOV, de Arbeidsinspectie en de Onderzoeksraad voor Veiligheid.’ In het licht van de samenwerking zou Leo ook graag zien dat jongere generaties actiever gaan deelnemen als deskundigen in klankbord- en expertgroepen. In zijn ogen is de vakbekwaamheid van brandweermensen ermee gediend naast je basisfunctie slecht 1 specialisme in stand te houden. Bezuinigingen In recente rapporten en discussies worden voorstellen gedaan om structureel op de brandweer te besparen. Zelfs ligt de kerntaak van brandweerduiken onder vuur. In reactie daarop vind Leo dat we niet exclusief kunnen vertrouwen op de zelfredzaamheid van burgers bij incidenten. ‘De brandweer moet de verantwoordelijkheid blijven nemen.’ Maatregelen om met vier man op één tankautospuit uit te rukken zal de veiligheid, volgends Leo niet ten goede komen. De veiligheidsploeg van de
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van Nbbe
tankautospuit wordt daarmee volgens Leo als het ware geofferd. Daarnaast leid dit tot kosten verhoging, omdat dan vaker twee tankautospuiten ingezet moeten worden. ‘We proberen juist het veiligheidsbewustzijn te vergroten en hebben daar de taakgebieden brandbestrijding en hulpverlening op ingericht, maar door de voorstellen bereiken we het tegendeel. Bovendien, kijk eens wat verzekeringspartijen jaarlijks aan uitkeringen besparen door het adequate en medischtechnisch optreden van de brandweer bij brand en hulpverlening. Dat is pas bezuinigen! ‘Overigens verkondig ik hiermee wel nadrukkelijk mijn eigen mening’, voegt Leo hier nog aan toe, ‘en niet per se die van het Nbbe. Natuurlijk heb ik oog en begrip voor de nuances, maar op de valreep van mijn vertrek mag ik mij die felheid vast nog wel één maal permitteren...’ Toekomstperspectief En als je dacht dat Leo nu met zijn benen omhoog ging zitten, dan heb je het mis. ‘Ik kom tijd tekort!’ Over het zwarte gat wil hij dan ook niets weten: ‘er dient zicht altijd wel weer iets aan waar ik een bijdrage aan kan leveren.’ Spijt heeft hij geen seconde van zijn bewogen periode bij het Nbbe. ‘Ik heb dit als een uitdagende en bevredigende baan ervaren en wens mijn opvolger dan ook veel succes!’ Laatste oproep van Leo: Verlengingsaanvragen Duikers en Duikploegleiders dienen voor 1 november gedaan te zijn.
nummer 9 september 2010 437
Nieuws
van de Brandweeracademie
Stateoftheart begeleidingssysteem praktijktrainingen Brandweeracademie Vanaf september 2010 biedt de Brandweeracademie bij haar praktijktrainingen voor officieren van dienst en bevelvoerders een nieuw state-of-the-art begeleidingssysteem aan.
Opzet begeleidingssysteem Vóór de praktijktraining: Aanlevering ingevulde competentiescan en leerdoelen door deelnemer aan Brandweeracademie. Voorbereidingsbijeenkomst deelnemers en docenten: informatie over de praktijktraining, een workshop leerdoelen en koppeling deelnemers aan docenten.
Bij het ontwerp van dit systeem zijn een aantal uitgangspunten leidend geweest: • aansluiting op kwalificatiedossiers en landelijke instrumenten • de deelnemer is bewust en actief met zijn leerproces bezig • duidelijke relatie tussen competenties en concreet gedrag • veel aandacht voor vakinhoudelijke beheersing • toepasbare ontwikkeladviezen gericht op transfer van het geleerde op de werkplek.
De Brandweeracademie verwerkt de resultaten digitaal. Indien nodig: zelfstudie door deelnemers gericht op vakinhoudelijke kennis. Tijdens de praktijktraining: Deelnemer neemt deel aan oefeningen. Begeleiding van docent in voorgesprek, waarneming tijdens oefening en nagesprek. Per oefening worden de bevindingen vastgelegd in het observatieformulier. De docenten vullen aan het einde van de praktijktraining voor elke deelnemer de competentiescan in en formuleren een ontwikkeladvies voor elke deelnemer. De docenten bespreken de eindrapportage met het ontwikkeladvies met de deelnemers (eindgesprek). Na de praktijktraining: Terugkoppeling Brandweeracademie aan deelnemer (en eventueel opdrachtgever). Gesprek persoonlijke ontwikkeling tussen deelnemer en leidinggevende, planning en invulling door henzelf te bepalen.
Opzet begeleidingssysteem Voorafgaand aan de praktijktraining vult de deelnemer een scan in waarmee hij zichzelf ‘scoort’ op de diverse kennis- en gedragscriteria. Dit helpt hem om in kaart te brengen waar hij goed in is en waar hij tijdens de praktijktraining aan wil werken; zijn leerdoelen. Tijdens een voorbereidingsbijeenkomst die enkele weken voor de praktijktraining plaatsvindt, scherpen deelnemers en docenten deze leerdoelen gezamenlijk aan. Tijdens de praktijktraining bespreekt de docent voor en na elke oefening de leerdoelen met de deelnemer. De deelnemer krijgt per oefening gerichte feedback van de docent op zijn optreden tijdens de oefening. Deze feedback gaat over zijn leerdoelen, zijn gedrag en zijn vakinhoudelijke beheersing. Aan het einde van de praktijktraining bespreekt Resultatenweb
Aanvullende leeractiviteiten (training, oefeningen, bijscholingen) gericht op persoonlijke of vakinhoudelijke ontwikkeling.
de docent met elke deelnemer het totaalbeeld. De competentieontwikkeling van de deelnemer gedurende de week wordt grafisch weergegeven met een ‘resultatenweb’ (zie onder aan deze pagina). Vakinhoudelijke beheersing
Naast de competenties, kent elke oefening ook zijn eigen specifieke vaktechnische doelen die worden beoordeeld en teruggekoppeld aan de deelnemer. Ontwikkeladvies
De docent geeft de deelnemer een ontwikkeladvies mee. Dit ontwikkeladvies bevat suggesties om na afloop van de
100% 90% 80%
plannen, organiseren en coördineren
samenwerken
probleem oplossen 0%
communiceren
leiderschap
oefening oefening
inleven
daadkracht
Begeleiding docenten Uit het voorgaande komt de sleutelrol van de docenten in deze vorm van begeleiding al sterk naar voren. De docenten worden tijdens een praktijktraining gecoacht en geadviseerd door een hoofddocent. De hoofddocent volgt en begeleidt het leerproces van deelnemers in afstemming met de andere docenten. De Brandweeracademie investeert in toenemende mate in verdere professionalisering van docenten en hoofddocenten, zodat zij aan hun rol optimaal invulling kunnen geven. Zo worden er bijscholingen georganiseerd en zijn er hulpmiddelen voor hen ontwikkeld, zoals handleidingen en op hun taak afgestemde observatieformulieren.
analyseren
politiek en bestuurlijk inzicht
praktijktraining verder te werken aan persoonlijke ontwikkeling of vakinhoudelijke beheersing. Na afloop van deze praktijktraining ontvangt de deelnemer deze informatie nog een keer, maar nu in de vorm van een rapport.
resultaten deelnemer
Opbrengsten begeleidingssysteem De reacties op de eerste pilots die met het systeem zijn gehouden zijn uiterst positief. Zowel deelnemers, docenten als
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de Brandweeracademie van het NIFV www.brandweeracademie.nl
opdrachtgevers zijn zeer te spreken over het nieuwe begeleidingssysteem. De focus op leerdoelen en concreet gedrag helpt de deelnemer en de docent om meer uit de praktijktraining te halen. De opdrachtgever krijgt meer inzicht in het niveau van vakbekwaamheid van zijn medewerkers. Dit stelt hem in staat om gerichte acties te ondernemen op het gebied van coaching, aanvullende scholing of andere activiteiten gericht op het verder ontwikkelen van de vakbekwaamheid van zijn personeel. Desgewenst levert de Brandweeracademie een advies op maat om hier concreet vorm aan te geven.
Nieuwe bijscholingen voor de brandweer
Meer informatie Hans Frentz of Fred Vorenkamp, trainers-adviseurs, telefoon 026 355 23 18 operationeletrainingen@nifv.nl Op www.brandweeracademie.nl » vakbekwaam blijven » oefenen vindt u uitgebreide informatie over onze praktijktrainingen.
Opleiding Fire Safety Engineering Dit najaar start bij de Brandweeracademie de opleiding Fire Safety Engineering (FSE). De Brandweeracademie organiseert deze opleiding in samenwerking met Adviesburo Nieman. In de opleiding leert u om op een nieuwe, innovatieve manier de brandveiligheid van gebouwen te beoordelen en hierover te adviseren. De opleiding is bedoeld voor toetsers van brandweer en Bouwtoezicht, maar ook andere belangstellenden, zoals technisch adviseurs en architecten, zijn van harte welkom. Als toelatingseisen gelden een hbo-werk- en denkniveau en kennis van brandpreventie op het niveau Specialist brandpreventie of (Adjunct-)Hoofdbrandmeester Preventie.
Meer informatie Sabine Kok, opleidingscoördinator, sabine.kok@nifv.nl www.brandweeracademie.nl » vakbekwaam blijven
Vanaf dit najaar kunt u bij de Brandweeracademie vier nieuwe bijscholingscursussen volgen.
Instructeurscursus Warmtebeeld camera Hoe werkt een warmtebeeldcamera, wat kunt u er wel en wat kunt u er niet mee ‘lezen’ en hoe gebruikt u dit instrument tijdens een binnenaanval? Deze vragen staan centraal in de Instructeurscursus Warmtebeeldcamera. Tijdens deze eendaagse cursus krijgt u volop gelegenheid om zelf diverse typen camera’s uit te proberen en de vertaalslag te maken naar de praktijk, in uw rol als docent, instructeur of oefenleider. Instructeurscursus Optreden bij binnenvaartincidenten Een aanvaring, lekkage of scheepsbrand: een incident in de binnenvaart vergt een specifieke aanpak, die rekening houdt met de bijzondere omstandigheden op het binnenwater. In deze tweedaagse cursus leert u in theorie en praktijk hoe u als docent, instructeur of oefenleider deze aanpak kunt overdragen aan uw cursisten.
gevend voor het leerproces. Deze training van tien dagdelen staat open voor personen die een leidinggevende functie vervullen bij een brandweerkorps of veiligheidsregio. Voorafgaand aan de cursus vindt er een intake plaats, waarin uw eigen leerdoelen worden vastgesteld.
Bijscholing Brandpreventie Een vakinhoudelijke update voor iedereen met een brandpreventieve functie bij de overheid of in het bedrijfsleven. Dat is het doel van de jaarlijks terugkerende bijscholing Brandpreventie, die dit najaar voor het eerst wordt aangeboden. Thema’s die tijdens de tweedaagse cursus aan bod komen, zijn onder meer brandontwikkeling, beproevingsmethoden en brandbeveiligingsinstallaties. Meer informatie Rijk Hofman, projectleider Innovatie na- en bijscholing, rijk.hofman@nifv.nl Kijk voor meer informatie over deze en andere cursussen op www.brandweeracademie.nl » vakbekwaam blijven.
Persoonlijk leiderschap Bent u leidinggevende en wilt u zich ontwikkelen op het gebied van persoonlijk leiderschap? Volg dan de training Persoonlijk leiderschap. Uw persoonlijke leerdoelen zijn tijdens deze cursus maat-
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de Brandweeracademie van het NIFV www.brandweeracademie.nl
RegioSafe
personeel en materieel RegioSafe biedt veiligheid en ondersteuning op brandweer- en hulpverleningsgebied. Met een deskundig team van brandweermensen en een uitgebreide verhuurvloot is RegioSafe een toonaangevende specialist voor detachering van brandweerpersoneel en inhuur van materieel.
■ Brandweerdiensten ■ Brandwachten ■ Nabluswerkzaamheden ■ Specialistische brandbestrijding ■ Duik- en bergingswerkzaamheden ■ Interventieteam ■ Emergency Response Team 24/7 ■ Onderhoud materieel ■ Logistieke ondersteuning ■ Verhuur brandweermaterieel
RegioSafe Fire & Rescue B.V., Pakketboot 13/C, 3991 CH Houten, P.O. Box 481, 3990 GG Houten T +31 (0)30 670 48 14, F +31 (0)30 670 48 17, E fire@regiosafe.nl, I www.regiosafe.com FIRE & RESCUE
RegioSafe werkt in elke regio. 24/7: + 31 (0)30 670 48 15
- klasse kazernebouw
Ontwikkeling
•
Bouw
•
Exploitatie
•
ECO - Opwaardering
vaessenduurzaambouwen.nl 440
nummer 9 september 2010
Sdu Uitgevers
de fotograaf van
'Een uit de hand gelopen hobby'
Het winkelcentrum van Stein ging volledig in vlammen op’
Naam: Raoul Lamberiks Leeftijd: 25 Korps: Zuid-Limburg Aantal uitrukken: Gemiddeld drie tot vijf keer per week, maar soms ook een paar weken niet. Camera: Nikon D300 Website: www.brandweerzuidlimburg.nl Beroep: Kozijnmonteur Brandweerfotograaf sinds: Officieel in dienst sinds mei 2008. Als kleine jongen is Raoul Lamberiks al gefascineerd door alles wat met hulpdiensten en hulpverlening te maken heeft. Toch is er altijd een duidelijke voorkeur geweest: de brandweer. ‘Zodra ik de sirenes hoorde, stond ik bij wijze van spreken al vooraan bij de brand te kijken. Ik heb het altijd zo interessant gevonden en ik heb altijd al iets met brand en de brandweer gehad.’ Alleen het geluid van de sirenes was niet genoeg voor de nieuwsgierige Lamberiks, dus zodra hij genoeg geld gespaard had, kocht hij een scanner om zo alle berichten uit de omgeving op te kunnen vangen. ‘De goede oude scannertijd… Ik luisterde in mijn vrije tijd altijd naar de scanner en zodra een melding binnenkwam, reed ik op de brand of het ongeval af.’ Na verloop van tijd begint Lamberiks foto’s te maken van verschillende uitrukken. Met zijn digitale Sonycamera schiet hij steeds meer plaatjes. De aanwezigheid van Lamberiks begint meerdere mensen op te vallen en ook zijn foto’s blijven niet ongezien. ‘Mijn foto’s werden af en toe geplaatst door lokale nieuwssites en op een dag ben ik benaderd door een officieuze brandweerfotograaf van Brandweer Parkstad-Limburg. De afdeling communicatie en voorlichting was op zoek naar een collega in verband met de aankomende regiovorming. Sinds mei 2008 zijn wij het officiële Foto- en videoteam van de regionale brandweer Zuid-Limburg.’ De auto van Lamberiks is inmiddels ook uitgerust met uitrukkleding. ‘In verband met de veiligheid is dat wel nodig. Het is ook belangrijk dat je herkenbaar bent in alle hectiek.’ De foto’s die Lamberiks maakt Brand&Brandweer
worden niet alleen geplaatst op de site www.fvt-brandweerlimburg.nl, maar ze worden ook gebruikt bij brandonderzoek, evaluatie en oefeningen. ‘Je zou het wel een uit de hand gelopen hobby kunnen noemen. Ik heb mijn oude cameraatje inmiddels ingewisseld voor een semiprofessionele Nikon D300 en per uitruk maak ik gemiddeld 200 à 300 foto's.’ Mooiste foto ‘Ik heb niet mijn mooiste foto uitgekozen, maar juist een foto met een verhaal. Deze foto is gemaakt tijdens een brand in het winkelcentrum van Stein in oktober 2009. Een compleet winkelcentrum platgelegd door brand. Echt verschrikkelijk. De schade liep in de miljoenen. Gelukkig is er niemand gewond geraakt. Toen ik ter plaatse kwam was de melding middelgrote brand. Maar al snel is opgeschaald naar zeer grote brand. De vlammen sloegen uit het gebouw en de rookwolken waren enorm. Door verschillende explosies breidde de brand zeer snel uit en kreeg de brandweer het vuur niet snel onder controle. Ik weet niet precies wat de oorzaak was van de explosies, maar er kunnen genoeg redenen zijn. Denk maar aan de voorraden sterke drank of een supermarkt vol met deodorantbussen. Bij zulke hoge temperaturen kunnen veel dingen de lucht in gaan. Mede door explosiegevaar was het voor de brandweer ook gevaarlijk om naar binnen te gaan. Pal naast het winkelcentrum is een bejaardenflat geëvacueerd, want ze waren bang dat deze ook ten prooi zou vallen aan de vlammen. Gelukkig is dat niet gebeurd, maar het winkelcentrum was helaas niet meer te redden. De brandweerlieden zijn nog dagen bezig geweest met nablussen. Het was een van de grootste branden die we in jaren hebben gehad in Zuid-Limburg.’ ■
Heeft uw korps ook een eigen fotograaf? Geef hem of haar dan op voor de rubriek De fotograaf van. Stuur een mail naar brandenbrandweer@ps-produkties.nl
nummer 9 september 2010 441
DNM International b.v. voor Brandweer Nederland
VERHUISAANBIEDING
DNM biedt u, naast een compleet assortiment bepakkingsmateriaal voor uw TS en HV, o.a.: Service en onderhoud aan uw voertuigen en brandweermaterieel Keuring van de bepakking van uw TS, HV en MS Neemt u gerust contact met ons op voor een gepast advies of een scherpe, concurrerende aanbieding. DNM International b.v. Postbus 7 3250 AA Stellendam tel. 0187 - 484 488 fax. 0187 - 486 244 info@dnmfire.com www.dnmfire.com ww
de revolutionaire oplaadbare
STINGER LED HP
met gratis luxe holster ĂŠn een STYLUS PRO! w w w . s a fe t y - l u x . n l vanaf juni 2010 is ons nieuwe adres: Safety-Lux Nederland B.V. Rokerijweg 8 Postbus 326 NL 1271 AH Huizen NL 1270 AH Huizen
T +31 (0) 35 691 44 76 F +31 (0) 35 691 54 74 E info@safety-lux.nl
442
nummer 9 september 2010
Sdu Uitgevers
zo vad er, zo do chter
Zo vader, zo dochter Het brandweervak zit vaak in de genen. Vaders geven hun passie voor blussen en redden door aan hun zoon of dochter. In deze nieuwe rubriek vertellen vaders en zonen of dochters over hun werk en het vuur dat hen bindt. Vader Kees en dochter Dyonne Jansen uit Zuidlaren werken bij dezelfde post en wonen in hetzelfde huis. ‘Soms is zij eerder beneden dan ik.’
Richard van der Woude
Dyonne Jansen (21): Wat is je functie? ‘Ik ben bezig met het laatste jaar van de opleiding. Straks ben ik hoofdbrandwacht. Vorig jaar heb ik het onderdeel brandbestrijding gehaald, dus ik mag al wel mee op uitruk. De functie is vrijwillig en ik ben vier dagen in de week beschikbaar. De drie overige dagen werk ik in een bloemenwinkel in Groningen.’ Is het brandweervak je met de paplepel ingegoten? ‘Ik wilde niet van kinds af aan al bij de brandweer. Wel vond ik het spannend om een vader bij de brandweer te hebben. Al heel vroeg wisten wij van een brand in het dorp, en fietsten er dan naartoe. Toen de postchef bij ons thuis was en vroeg of ik vrijwilliger wilde worden, ben ik er over na gaan denken en heb ik ja gezegd. Het brandweervak past bij me. Ik hou ervan om de handen uit de mouwen te steken.’ Wat heb je van je vader geleerd? ‘Ik woon nog thuis, en dat betekent dat ik mijn vader regelmatig iets kan vragen. Wij groentjes, ik ben samen met vier anderen als aspirant in dienst gekomen, kunnen veel van de oude garde leren. Zij hebben ongelooflijk veel ervaring.’ Rukken jullie wel eens tegelijkertijd uit? ‘Dat is al een aantal keer voorgekomen ja. Een mooi moment vind ik als onze piepers gelijktijdig afgaan en we ons dan gezamenlijk naar de kazerne haasten.’
Kees Jansen (51): Wat is je functie? ‘Ik ben bevelvoerder, chauffeur en manschap. Ik zit sinds 1992 bij de brandweer. In tegenstelling tot Dyonne heb ik het niet van huis uit mee gekregen. Destijds werkten een aantal vrienden bij de brandweer, en daardoor raakte ik enthousiast. Het is een mooie hobby, of eigenlijk zou je het wel teamsport kunnen noemen.’ Wat vind je ervan dat je dochter bij de brandweer werkt? ‘Fantastisch! De grap is dat mijn dochter vaak eerder beneden is. ‘Heb je je sokken nou nog niet aan?, plaagt ze dan. Het hele gezin leeft trouwens mee. Als we ‘s nachts uit bed moeten, Brand&Brandweer
Kees en Dyonne Jansen.
doet mijn vrouw de deur voor ons los.’ ‘We hebben wel duidelijke afspraken gemaakt over hoe we bij de brandweer met elkaar omgaan. Op het werk zijn we collega’s en thuis zijn we familie. Bij de brandweer noemt Dyonne me dus Kees, en thuis ben ik papa.’ Rukken jullie wel eens samen uit? ‘Ja laatst moesten we samen naar een brand bij een restaurant in Midlaren. Zij zat op de eerste TS, en ik was manschap op de tweede.’
Werkt je vader, moeder, zoon of dochter bij de brandweer? En wil je ook in deze rubriek? Laat het ons weten via brandenbrandweer@ps-produkties.nl
nummer 9 september 2010 443
Brandweer op reis U waaierde deze zomer weer uit over de hele wereld. Van Shanghai, AustraliĂŤ en NamibiĂŤ tot iets dichter bij huis zoals Kos en Kopenhagen. En daar kwam u ze tegen, deze bijzondere brandweervoertuigen. En gelukkig legde u ze vast op uw camera en heeft u ze ons toegestuurd. Door het grote aantal toegestuurde foto's kunnen we ze niet allemaal plaatsen. De redactie wil iedereen die een foto heeft gestuurd hartelijk danken.
Paul van Veghel legde dit voertuig vast
in Shanghai.
Dit voertuig zet de Italiaanse brandweer aan het Lago Maggiore in voor ongedierte bestrijding. Gemaakt door Peter Rikkin k.
Tijdens hun vakantie op Kos
444
maakte Bianca van Ee deze
nummer 9 september 2010
Op Sint Maarten maakte Jan van Randwijk
deze foto.
foto van Marc van Schaik.
Sdu Uitgevers
Op het Griekse eiland Samos spotte Christien Wiggerts dit voertuig.
De voertuigen van de Franse brandweer uit Sarlat zijn aangepast op de nauwe straten. William Bosschaart maakte de foto.
Dennis Hamburger bij een noodverzame lpunt in Kolmanskop, Nami biĂŤ. Kolmanskop is al tientallen jaren verlaten stad, aangez een ien de diamantmijn is gesloten. Een zogenaamde spooks tad dus. Het bordje is uiteraard bedoel voor toeristen en gid d sen, aangezien je in het gebied niet op eigen gelegenheid mag rondlopen.
pton krijgt Sietse Leffring In het Australische Rockham eriaal. mat en tuig voer uitleg over het
van de Jaco van den Hardenberg maakte deze foto twee Oostenrijkse hulpdiensten. In de bergen waren en. gekom men mensen in de proble
Dit glimmende voertuig kwam Kare lien Offenga tegen in San Jose op Costa Rica.
Anke Margryt Jacobs fotografeerde dit voertuig in Kopenhagen.
Een brandweerman uit Auckland, Nieuw Zeelan d, wilde wel even samen met Ineke den Otter op de foto.
,
het Noorse korps Trondheim Deze gele brandweerwagen is van . Jonge de Ellen door gemaakt
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 445
SAVE & SAFE
BLUSBOM AFGGROUP.NL
Kwaliteitshuis in brandpreventie
De revolutie in brandbestrijding
DRY SPRINKLER POWDER AEROSOL HĂŠt volumetrisch blusmiddel voor beginnende en gevorderde binnenbranden. De stof aerosol werkt vlamafbrekend, dus geen herontsteking. De DSPA-5 voorkomt zelfs backdrafts en flashovers. Alles over dit unieke systeem op DSPA.nl
MEMBERS OF
DSPA.nl + 31 (0)24 352 25 73 info@dspa.nl
installatie van afdichtingen | productie en verkoop van bouwkundige brandpreventie | installatie van staalbescherming | vluchtveiligheid | vluchtplannen en logboeken
Brandveilige keuzes maken een must?
Kies dan voor de Brandveiligheidsindex
Voor meer informatie en bestellingen kijkt u op www.sdu.nl/brandweer
446
nummer 9 september 2010
Sdu Uitgevers
Sinds 2009 is er in Zuid-Limburg één
Voor het district Maastricht zijn wij op zoek naar een
Teamleider B risicoBeheersing (m/v) Met lef en inzet van eigen vakmanschap ontwikkelt de organisatie zich in hoog tempo tot een slagvaardig en innovatief korps dat de brandweerzorg kan leveren waar burgers en bedrijven in de negentien Zuid-Limburgse gemeenten recht op hebben. Om aan steeds hogere kwaliteitseisen te voldoen, is en blijft de organisatie in beweging. Er wordt volop geïnnoveerd en geïnvesteerd in mensen en in middelen. Met 900 medewerkers in centrale diensten en drie districten, is deze lerende organisatie een uitdagende en plezierige werkomgeving. Mannen en vrouwen die alert, open en ondernemend willen bijdragen aan de fysieke veiligheid in deze bijzondere regio, vinden bij de Brandweer Zuid-Limburg talloze aantrekkelijke perspectieven.
Brandweer Zuid-LimBurg uw veiLigheid voorop
Gemiddeld 36 uur per week (maximaal salaris € 4980,- per maand, schaal 12) We zoeken een enthousiasmerende teamleider met een ‘bruggenbouwers mentaliteit’. Die bruggen moeten niet alleen worden gebouwd tussen uw team en andere afdelingen binnen het brandweerkorps, maar ook naar gemeente, ondernemers en burgers worden gelegd. Het behalen van goede resultaten is voor u een welkome en misschien zelfs een noodzakelijke uitdaging. Uw vakkennis en ervaring met risicobeheersing zijn vanzelfsprekend aantoonbaar en op het vereiste hbo niveau. U vindt het belangrijk om u verder te ontwikkelen in het vakgebied. Een brandweerachtergrond is niet per se noodzakelijk; de functie kan evenwel ook een repressieve component omvatten. U heeft een hbo diploma of aantoonbaar hbo werk- en denkniveau en zeer ruime ervaring. U bezit de gedragscompetenties: leidinggevende capaciteiten, plannen en organiseren, coachen, sturen op resultaten, delegeren, communiceren, klantgerichtheid en goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden. geïnteresseerd? Surf voor meer informatie over de organisatie, functie(eisen), selectieprocedure, contactpersonen en arbeidsvoorwaarden, naar onze website: www.brandweer.nl/zuid-limburg Acquisitie naar aanleiding van deze vacature wordt niet op prijs gesteld.
Wij zijn op zoek naar een:
Commandant Brandweer m/v Een inspirerende manager met gevoel voor bestuurlijke verhoudingen De gemeenten Menterwolde, Pekela en Veendam werken op het gebied van brandweerzorg en rampenbestrijding nauw samen. Als commandant geeft u leiding aan de samenwerkende brandweerorganisatie, bestaande uit 9 medewerkers, waaronder 3 postcommandanten en circa 85 vrijwilligers. U heeft een brugfunctie tussen de brandweer, de gemeentelijke organisaties en de betreffende besturen. U levert een bijdrage aan de verdere realisatie van de bestuurlijke ambities en het kwaliteitsniveau van de samenwerkende brandweer. Het onlangs gehouden kwaliteitsaudit dient hierbij mede als uitgangspunt, waarin beleidsontwikkeling en implementatie de aandacht heeft. U bent gericht op samenwerking en resultaat en in staat zowel de vrijwillige als de beroepsmedewerkers te motiveren, ontwikkelen en te binden. Een uitgebreid profiel van de functie kunt u vinden op www.veendam.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer A. Meijerman, burgemeester van de gemeente Veendam, telefoon 0598 - 652500 en/of de heer H. Hulzebos, waarnemend Commandant Brandweer MPV, telefoon 0597 - 617555.
Geïnteresseerd? Stuur uw sollicitatiebrief met curriculum vitae uiterlijk 17 september 2010 tot 12.00 uur aan het college van burgemeester en wethouders van Veendam naar info@veendam.nl onder vermelding van vacaturenummer P 10-10.
Acquisitie naar aanleiding van de advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 447
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Adembescherming Interspiro Televisieweg 113 1322 BD Almere Tel. 036 5363103 Fax 036 5384809
Adviesbureau Artesis Postbus 371 4100 AJ Culemborg Tel. 0345 687000 Fax 0345 687001 Dijkoraad Viavesta bv Gotlandstraat 50 7418 AX Deventer Tel. 0570 519555 E-mail: brandpreventie@dijkoraad.nl www.dijkoraad.nl/brandpreventie Adviesburo Nieman Postbus 40217 3504 AA Utrecht Tel. 030 2413427 Fax 030 2410266 E-mail: info@nieman.nl www.nieman.nl JMW Adviesbureau Verwerving en begeleiding aanschaf brandweermaterieel Beukenlaan 1 7642 EM Wierden Tel. 06 23822389 Fax. 0546 570612 www.jmw-adviesbureau.nl jan.muller-jmw@planet.nl Van Pinxteren Interim & Advies Postbus 75 2060 AB Bloemendaal Tel. 023 5254044 www.vanpinxteren.net
Adviesbureau brandpreventie Altavilla Brandveiligheid Postbus 1026 5602 BA Eindhoven Tel. 040 2902570 Fax 040 2902571 E-mail: info@altavilla.nl www.altavilla.nl Van Hooft Adviesburo B.V. Fire & Life Safety Engineers Hoogeindsestraat 4 5447 PD Rijkevoort Tel. 0485 37 18 90 Fax 0485 37 21 34 E-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl
448
Vaste adverteerders (contract houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Bartels Ingenieursbureau Postbus 10217 7301 GE Apeldoorn Tel. 055 3680540 Fax 055 3664598 E-mail: brandveiligheid@bartels.nl www.bartels.nl MVH Adviseurs BV Brandpreventie, Bouwplantoetsing brandveiligheid, Handhaving & Detachering brandpreventie specialisten Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 033-2586334 E-mail: info@mvhadviseurs.nl www.mvhadviseurs.nl Peutz B.V. Postbus 66 6585 ZH Mook Tel: 024 3570707 E-mail: info@mook.peutz.nl www.peutz.nl Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 E-mail: info@floriaan.nl www.floriaan.nl
Alu/RVS Bewerkingen Machinefabriek Het Stempel B.V. Postbus 191 3330 AD Zwijndrecht Tel. 078 6104055 Fax 078 6104010 E-mail: info@het-stempel.nl www.het-stempel.nl
Bouwbedrijf Vaessen Algemeen Bouwbedrijf Postbus 239 4940 AE Raamsdonkveer Tel. 0162 522120 Fax 0162 520274
Brandweerhandboek STP Veiligheid & Techniek Tunnelstraat 7 A 6114 AS Susteren Tel. 046 4859849 Fax 084 7273924 info@brandweerhandboek.nl www.brandweerhandboek.nl
nummer 9 september 2010
Brandweermaterialen DNM International b.v. Postbus 7 – 3250 AA Stellendam Delta Industrieweg 9 – 3251 LX Stellendam Tel. 0187-484488 Fax 0187-486244 info@dnmfire.com www.dnmfire.com
Brandweermaterialen & brandweervoertuigen Kenbri Fire Fighting BV Postbus 85 3250 AB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com
Brandweer & Sport Brandweer Sportbond Nederland Postbus 3154 3502 GD Utrecht Tel. 030 2404400 Fax 030 2404516 www.brandweersportbond.nl
Certificatie & Inspectie Kiwa Nederland B.V. Postbus 70 2280 AB Rijswijk Sir W.Churchilllaan 273 2288 EA Rijswijk Tel. 070 4144400 Fax 070 4144420 E-mail: info@kiwa.nl www.1kiwa.com/brand
Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 E-mail: laundry@laundry.nl www.laundry.nl Miele Professional De Limiet 2 4131 NR Vianen Tel. 0347 378883 Fax 0347 378429 E-mail: professional@miele.nl www.miele-professional.nl
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau Van Vliet Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680 Detachering brandweerpersoneel BBN brandwachten Edisonweg 6 1821 BN Alkmaar Tel. 072 5405216 Fax 072 5404792 E-mail: info@bbnbrandwachten.nl www.bbnbrandwachten.nl RegioSafe Fire & Rescue B.V. Pakketboot 13/C 3991 CH Houten Tel. 030 6704815 Fax 030 6704817 E-mail: fire@regiosafe.nl www.regiosafe.com
Raaijmakers Bronbemaling Liessentstraat 18c 5408 SB Volkel Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 E-mail: info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
Handlampen Safety-Lux Nederland B.V. Rokerijweg 8 1271 AH Huizen Tel. 035 6914476 Fax 035 6915474 E-mail: info@safety-lux.nl www.safety-lux.nl
Duikmaterialen
Helmsteunen
Subworx for professional diving Elkerzeeseweg 34 4322 BN Scharendijke Tel. 0111-671288 Fax 0111-671225 E-mail: hello@sbwrx.com
Slaats Fijnmechanische Techniek Schepengraaf 6A 6035 PV Ospel Tel. 0495 641794 Fax 0495 641976
Geboorde brandputten Beemsterboer B.V. De Veken 10 1716 KE Opmeer Tel. 022 6351860 Fax 022 6351092 Grondbooronderneming J. Hörmann B.V. Rollecate 61 Postbus 28 7710 AA Nieuwleusen Tel. 0529 480910 Fax 0529 485460 Installatiebedrijf VerhoevenDrunen BV Postbus 35 5150 AA Drunen Thomas Edisonweg 47 5151 DH Drunen Tel. 0416 372378 Fax 0416 373659 info@verhoeven-drunen www.verhoeven-drunen.nl Verhey Toldijk B.V. Zutphen Emmerikseweg 13b 7227 DE Toldijk Tel. 0575 452041 Fax 0575 452051
Hulpverlenings gereedschappen Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com Weber Rescue Nederland Exclusief dealer voor de verkoop en service van Weber-Hydraulik producten In Nederland. Delta Industrieweg 15 3251 LX Stellendam Tel.018 7493588 Fax 018 7493066 E-mail: info@weber-rescue.nl www.weber-rescue.nl
Inspecties
Rusch Hijs en Hefttechniek B.V. Postbus 4128 1620 HC Hoorn Tel. 022 9212698 Fax 022 9211439 www.rusch.to rhh@rusch.to
Sdu Uitgevers
B&B REGISTER
Keuring cilinders Verhaaf BV Corridor 2d 5466 RC Veghel Tel. 0413 366579 Fax 0413 3638619 www.verhaagveghel.nl info@verhaafveghel.nl
Oefenmaterialen VDK B.V. Handels onderneming Langenakker 22 5731 JS Mierlo Tel. 0492 667357 Fax 0492 667735 Haagen Fire Training Products Industrieweg 5 5111 ND Baarle-Nassau Tel. 013 5076800 Fax 031 5076808 www.haagen.eu
Olie- en calamiteitenbestrijding VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Fax 0416 668065 Tel direct 0162 370390
Opl. Verkeersveiligheid Brandweerchauffeur Antislip & Rijvaardigheids centrum DIBO K. Doormanstraat 15 7825 VS Emmen Tel. 0591 767571 Fax 0591 615908 www.dibo-emmen.nl Slipstream Consultancy Verzetsraat 76 7671 GL Vriezenveen Tel. 0546 567792 Fax 0546 565489
Opleidingen & Trainingen TLO Deen Koningin Emmalaan 2B 4141 EC Leerdam Tel. 06 11647578 E-mail: theo@tlodeen.nl www.tlodeen.nl
Persoonlijke beschermingsmiddelen Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 AA Zoetermeer Tel. 079 3444777 Fax 079 3444790 info@draeger-safety.nl www.draeger-safety.nl MSA Nederland Postbus 39 1620 AA Hoorn Tel. 022 9250303 Fax 022 9211340
Schuimvormende middelen VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Fax 0416 668065 Tel direct 0162 370390 E-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
Signalering Marelko Benelux b.v. Rondven 4 6026 PX Maarheeze Postbus 2674 6026 ZH Maarheeze Tel.0495 592290 Fax 0495 591014 E-mail: info@marelkobenelux.nl www.marelkobenelux.nl
Software AG 5 Wllem Fenengastraat 4C 1096 BN Amsterdam Tel. 020 4630942 E-mail: info@ag5.nl www.ag5.nl
Stickers Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700
Uitlaatgasafzuiging Overlander BV Morseweg 2 3899 BP Zeewolde Tel. 036 5219200 Fax 036 5234430 Lebon & Gimbrair Postbus 225 3750 GE Bunschoten Tel. 033-2988122 Fax 033-2988024 www.lebon.nl
Uniformen en bluskleding Zwart Uniformkleding Postbus 32 1906 ZG Limmen Tel. 072 5051638 E-mail: info@uniformkleding.nl www.uniformkleding.nl
Vluchtwegaanduiding Betalight B.V. Drosteweg 20 3881 PG Putten Tel. 0341 491231 Fax 0341 492066 E-mail: info@betalight.nl www.betalight.nl
Vluchtdeurbeveiliging PMG Safety for Doors Doezastraat 37 2311 HA Leiden Tel. 071 3611628 Fax 071 3611869 info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl
Waadpak Handelsonderneming Galjoen Molenstraat 69 1781 NK Den Helder Tel.022 3669951 Fax 022 3669952
Waterkanonnen Holleman B.V. Postbus 64 1500 EB Zaandam Tel. 075 6123272 Fax 075 6123409 www.hollemanmachine.nl
Werving en selectie Leeuwendaal Postbus 1255 2280 CG Rijswijk Tel. 070 4142700 Fax 070 4142600 E-mail: wens@leeuwendaal.nl www.leeuwendaal.nl
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats
Verhuur brandweermaterialen
Telefoonnummer
RegioSafe Fire & Rescue B.V. Pakketboot 13/C 3991 CH Houten Tel. 030 6704815 Fax 030 6704817 E-mail: fire@regiosafe.nl www.regiosafe.com
Gewenste rubrieken
Faxnummer
o per rubriek, per uitgave d 45,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 355,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
B&B Brand&Brandweer
U kunt deze bon sturen of faxen naar: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2010 449
Pyromaan sticht branden om bij brandweer te komen Een pyromaan op het Griekse eiland Corfu heeft bekend dat hij negen bosbranden heeft aangestoken omdat hij wilde laten zien hoe goed hij kon blussen. De werkloze pyromaan had al gesolliciteerd bij de brandweer, maar werd hiervoor afgewezen. Om toch aan de brandweer te kunnen laten zien hoeveel moed en inzet hij heeft, stak hij de bosbranden aan. Bron: nos.nl
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) september 2010 - nummer 9 Jaargang 34 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Ing. Stephan J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Ede Mr. J. Bernard M. Tilman, directeur NVBR Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek drs. Allard T.W. van Gulik, veiligheidsregio VNOG drs. Patrick van den Brink, burgemeester IJsselstein EINDREDACTIE
PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail: info@ps-produkties.nl
Lijst van adverteerders
Pagina
AG 5 C2 Brandweersportbond Nede Brandweer Zuid Limburg DNM International BV
Dräger Safety Nederland
DSPA.nl
Duikcentrum De Greveling
Falck AVD
G4S Beveiliging B.V.
Galjoen Handelsonderneming
Gemeente Veendam
Haagen Fire Training Product
420
447
442
408 446 416
406
417
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Ed Oomes, FBF.NL, Patrick van Gerner, Patrick van den Brink, S&G Imaging, Brandweer Echt-Susteren, TNO, Jos Schuurman, Oefencentrum Noord, PS Produkties, Brandweer Zuid-Limburg, Richard van der Woude. ONTWERP EN OPMAAK
SD Communicatie (IZI-publish), Rotterdam Druk
Drukkerij ten Brink - Meppel UITGEVER
431
Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl
431
BLADMANAGEMENT
447
Het Stempel B.V.
446
drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl
Interspiro B.V.
430
ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Holmatro Rescue Equipment Laundry B.V.
Lebon & Gimbrair B.V. Marelko Benelux
396
442
420 396
MSA Nederland BV C4 NOVB
420
Raaijmakers Bronbemaling
420
PWG Bedrijfsveilige Kleding C3
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet.com, www.bureauvanvliet.com Informeer ook naar de mogelijkheden voor combinatieadvertenties in Brand&Brandweer, GRIP4, Brandweeralmanak en/of Brandweeragenda!
RegioSafe Fire & Rescue
440
Sluitingsdata advertenties en bijsluiters 2010
Safety Lux Nederland BV
442
nummer verschijning reservering 10 02-10-2010 09-09-2010
Rusch hijs en hefttechniek SDU
Slaats Fijnmechanische Techniek TLO Deen
Vaessen Algemeen Bouwbedrijf VanDoClean B.V.
Zwart Uniformkleding
450
nummer 9 september 2010
416
446
420 431
440
Termijn van annulering: 6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending: 3 weken voor verschijningsdatum
ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 69,45 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 38,70. Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn i nclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement op GRIP4 geeft tevens toegang tot GRIP4-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van GRIP4 via www.hulpdienstenonline.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2010 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
446 431
Sdu Uitgevers
Een zwarte bladzijde voorkomen is onze hoofdzaak.
PWG, marktleider in brandweerkleding. PWG BEDRIJFSVEILIGE KLEDING B.V. POSTBUS 103 • 4460 AC GOES TEL: 0113 213440 • FAX: 0113 232675 INFO@PWG.NL • WWW.PWG.NL
Veiligheidsoplossingen voor brandbestrijding Overal ter wereld vertrouwt de brandweer op MSA voor hun bescherming tijdens brandbestrijding. Hun vertrouwen en onze continue betrokkenheid om de meest geperfectioneerde
persoonlijke bescherming te ontwikkelen, die voldoet aan de hoogste eisen, heeft MSA wereldwijd tot marktleider gemaakt.
Hoofdbescherming
Afhankelijke adembescherming
Onafhankelijke adembescherming
Warmtebeeldcamera
Bewakingssystemen
Service & werkplaatsoplossingen
MSA Nederland B.V. n Telefoon: +31 (229) 25 03 03 n E-mail: info@msaned.nl n Internet: www.msaned.nl
Draagbare gasdetectie