Bb201010

Page 1

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

10 oktober 2010

• O pnieuw zorgen over DMO-functie portofoons • Nieuwe Ploegbijscholing Brandbestrijding • G emeentegrenzen verdwijnen www.hulpdienstenonline.nl

Marine schiet Bonaire te hulp

jaargang 34


00:00:00

00:00:03

De nieuwe Dräger HPS 6200 met Q-fix: dé snelle en zekere helm/masker combinatie. Met gepatenteerde borging. Bescherm uzelf met een simpele klik: verbinden van masker met de Dräger HPS 6200 helm kost een paar seconden. Één simpele handbeweging is al wat nodig is om de Q-fix verbinding te maken. Ontworpen door Dräger om u te beschermen. De Dräger HPS 6200 is de lichtste EN 443:2008 goedgekeurde ‘full-shell’ helm. Ontworpen in nauwe samenwerking met onze klanten en geproduceerd op onze eigen productielocatie. De voordelen zijn duidelijk: een hedendaags design dat de grootst mogelijke veiligheid en comfort biedt. www.draeger.nl/HPS6200


INHOUD

nummer 10 oktober 2010

Coverstory 462

Brandweer Bonaire krijgt militaire bijstand

De Hr. Ms. Zuiderkruis assisteert begin september bij de aanpak van de brand op een olieraffinaderij op Bonaire. Luitenant-ter-zee der eerste klasse Rob Pulles, eerste officier van Hr.Ms. Zuiderkruis, vertelt aan Brand&Brandweer over de militaire bijstand.

Artikelen 466

Vakbonden en VBV in actie voor portofoons

492

De binnenhuisdekking van de digitale C2000 portofoons is onbetrouwbaar. Daar is iedereen het wel over eens, zeker ook na het uitgebreide rapport dat voor de zomer verscheen. 472

Beschadigde zonnepanelen en beschadigde installaties van zonnepanelen kunnen gevaarlijk zijn voor de brandweer. Dat is binnen de brandweer al langer bekend.

Gemeentegrenzen definitief vaarwel

De meeste regio’s hebben de gemeentegrenzen vervangen door operationele grenzen, zoals Drenthe. Een enkeling, zoals Utrecht, rukt vooralsnog uit volgens de gemeentegrenzen. 484

Verbeterde kwaliteit brandweerpersoneel

Met de projecten Kwaliteit Brandweerpersoneel (KBP) en Implementatie en communicatie KBP wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling en invoering van een nieuw kwaliteitstelsel. Het functiegericht stelsel richt zich op vakbekwaam worden en blijven. 486

Nieuwe lesmethode voor ploegbijscholing

De Brandweeracademie van het NIFV heeft een nieuwe lesmethode, de Ploegbijscholing Brandbestrijding, ontwikkeld. Deze is bedoeld om zittende manschappen en bevelvoerders bij te scholen met nieuwe kennis en vaardigheden op het gebied van brandbestrijding. 490

Multidisciplinaire voertuigen: idee voor de toekomst?

In landen als Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten bestaan multidisciplinaire snelle inzetteams, die ter plaatse verschillende rode en witte taken kunnen uitvoeren. Is dit ook een idee voor Nederland?

Gevaar van zonnepanelen niet nieuw

Rubrieken 458 469 471 474 476 479 483 495 496 497 499 501 506

Actueel Punt edu innovatie Dubbelinterview Oefenrubriek NVBR katern De week van brandweer op reis innovatie onderzoek De fotograaf van Zo vader, zo zoon Colofon en lijst van adverteerders

Op de voorpagina: 8 september breekt brand uit op een olieraffinaderij op Bonaire. De kustwachthelikopter AS355 van Bonaire voert patrouilles uit om een goede ‘situational awareness’ te krijgen van het rampgebied.

Brand&Brandweer

nummer 10 oktober 2010 455


Rescue equipment

e i t a v o n n i n a v t h c a r k e D

Holmatro ontwikkelt redgereedschappen op basis van de nieuwste technologieën, waarmee u sneller, veiliger en gemakkelijker kunt werken.

www.holmatro.com

Holmatro Rescue Equipment BV | Raamsdonksveer T 0162-589200 | F 0162-522482 | E rescue@holmatro.com

MARELKO, DAN ZWAAIT ER WAT! Optische en geluidsignalering op maat, Totale voertuig oplossingen, Ademanalyseapparatuur zoals alcoholslot, Camera-systemen, ECE65 producten met certificaat.

0495-592290 • info@marelkobenelux.nl • www.marelkobenelux.nl


VAN  DE  REDACTIE

De media: aanvallen of verdedigen? Ik kwam in augustus terug van vakantie en één van de dingen die ik dan de eerste dagen even doe is ‘de kranten doornemen’. Je wilt immers lezen wat er zoal gebeurd is in de drie weken dat je het land uit was. Wat me opviel bij het bekijken van al deze kranten was de aandacht die de brandweer wederom kreeg in deze vakantieperiode. Ik kwam artikelen tegen over de brandweer en geld ombuigen (cie.Mans), over geweld tegen vrijwillige brandweermannen, over een nieuwe theorie over het ontstaan van de vuurwerkramp, over brandveiligheid van zonnepanelen en hoe deze te blussen. Met enige verbazing constateer ik dat er veel over ons gepubliceerd wordt, maar ook dat er veel artikelen ‘zonder last en ruggespraak’ geschreven worden. De brandweer is ‘hot’ en de journalisten hebben ons gevonden. Het is een trend die zich de laatste tien jaar stevig heeft doorontwikkeld. Ik kan me nog herinneren dat ik eind jaren tachtig begon bij de brandweer en verantwoordelijk was voor de voorlichting. Zo af en toe belde een journalist over een brandje en ‘that was it’. De brandweer was alleen bekend van de uitrukken. Nu, anno 2010, zijn we eigenlijk permanent in het nieuws. We hebben te maken met onderzoeken van allerlei inspecties naar onze manier van werken, alle incidenten vanaf grote brand worden onderzocht en hier moet publiekelijk verantwoording over worden afgelegd. Journalisten van diverse media (woord en beeld) zijn op zoek naar verhalen over onze inzetten. En, last but not least; we zoeken zelf ook vaker de media op. We hebben voorlichters in dienst, doen 24/7 aan operationele voorlichting en onze leidinggevenden krijgen speciale mediatraining.

We leven in een tijd dat we als brandweerorganisatie vaker in de media-aandacht staan. Daar moet je niet wakker van liggen maar professioneel mee om gaan. Daar staat tegenover dat we natuurlijk ook zelf wel eens wat vaker in de spiegel mogen kijken. En als ik dan in die spiegel kijk dan constateer ik dat we als brandweerorganisatie veel vaker zelf het initiatief moeten nemen om thematisch de media op te zoeken. Dit is iets dat niet in onze ‘oude genen’ zit maar misschien wel in onze ‘nieuwe genen’ moet zitten. De weg van de aanval is altijd beter dan de verdediging zou Louis van Gaal dan zeggen. Een goede media strategie om op gezette tijden de ‘zin’ en de ‘onzin’ van ons vak naar buiten brengen. Dit past ook mooi in onze visie op de toekomst van de brandweer; de strategische reis, waarbij we veel vaker via campagnes de burgers moeten gaan bereiken om ze iets te vertellen over brandveiligheid. Volgens mij is het dus geen keuze tussen verdedigen of aanvallen. De verdediging moet goed staan, oftewel we moeten met een heldere strategie reageren op artikelen. Maar ook de aanval moet georganiseerd worden, anders kunnen we niet scoren. We moeten meer met brandweerthema’s naar buiten treden om ‘het goede nieuws te vertellen’.

Stephan Wevers Voorzitter redactie

En toch verbaas ik me over de toename van de aandacht, maar ook over de ‘slordigheid’ waar soms mee geschreven wordt. Een tendentieus artikel over ons vak en onze organisatie went nooit. Toch is het onderdeel van deze tijd en moet je daar als organisatie en als leidinggevenden mee om leren gaan. Je kunt niet op elk bericht en op elk verhaal blijven reageren. Voor mezelf heb ik wel een strategie ontwikkeld. Op het moment dat een verhaal overal verschijnt en er negatief over een individu van onze organisatie wordt geschreven, besluit ik te reageren. Dat is ook het geval wanneer de brandweer als collectief wordt verdeeld of wanneer de brandweer onterecht de zwarte piet krijgt toegespeeld. Wanneer een van deze drie zaken aan de orde is, vind ik het belangrijk om als organisatie en/of als leidinggevende te reageren. Dat betekent dus ook dat we als organisatie af en toe niet reageren op ‘tendentieuze artikelen’ die niet aan deze criteria voldoen en dat geeft af en toe best lastige vragen van de buren. Maar daar moeten we mee leren leven. Zoals we ook moeten wennen aan kritiek van buitenaf op onze organisatie. Daar kunnen we soms ook ons voordeel mee doen.

Brand&Brandweer

nummer 10 oktober 2010 457


ACT U EEL

Commandanten akkoord met nieuw rangenstelsel

Op dit moment verschilt het nog per gemeente of brandweerpersoneel is aangesteld in een rang of in een functie. ‘Voor de korpsen waar het personeel is aangesteld in een functie moet worden gekeken of de functie die vervuld wordt nog aansluit op het takenpakket, maar verder verandert er voor hen niets. Voor het brandweerpersoneel dat nu nog is aangesteld in een rang verandert er meer en moet de aanstelling in rang worden omgezet in een functiegerichte aanstelling’, aldus Paul Joosten namens de Raad van Regionaal Commandanten (RRC). Volgens Joosten is de basisafspraak binnen het nieuwe rangenstelsel dat een functionaris voor het krijgen van een rang zal moeten voldoen aan alle functie-eisen die gesteld worden. Dit betekent dat een functionaris de rang krijgt waarvoor hij of zij de opleiding heeft afgerond. Aanvullende functieonderdelen hebben hierop geen invloed. Voor een aantal functies en specialisaties is de keuze uit de rang brandwacht of hoofdbrandwacht. Dit betreft de functie manschap A met de specialisaties chauffeur, voertuigbediener, gaspakdrager, brandweerduiker en verkenner gevaarlijke stoffen. De keuze uit de twee rangen is bedoeld om lokaal maatwerk te kunnen maken. Om toch landelijk hierin kaders aan te brengen geldt het volgende: Brandwacht: functie manschap A, chauffeur, voertuigbediener, gaspakdrager brandweerduiker, verkenner gevaarlijke stoffen. Hoofdbrandwacht: manschap B, duikploegleider, langer dan 5 jaar manschap A. Voor een groot aantal brandweerfunctionarissen zal het niet meer noodzakelijk zijn om het diploma manschap B te behalen. In manschap A zit nu alle noodzakelijke basiskennis. Ook voor

Fotocredit: nvbr.nl

De Raad van Regionaal Commandanten (RRC) is begin september akkoord gegaan met de leidraad voor het nieuwe rangenstelsel. Deze leidraad conversie rangen kan worden gebruikt bij het aanstellen van medewerkers in één van de functies en het bepalen van de bijbehorende rang. In dit nieuwe rangenstelsel worden de rangen teruggebracht van vijftien naar zeven. De overgang naar het nieuwe rangenstelsel moet voor 1 oktober 2011 voltooid zijn.

De rangen uit het nieuwe rangenstelsel.

het doorstromen naar de bevelvoerdersopleiding is het behalen van manschap B niet meer noodzakelijk. De rang hoofdbrandwacht kan daarom ook op basis van vijf jaar ervaring behaald worden. De nieuwe rang hoofdcommandeur wordt altijd ingevuld door de regionaal commandant. In dit nieuwe rangenstelsel zijn de rangen losgekoppeld van de vergoeding. De vergoeding is gebaseerd op de functie zoals die door de werkgever is beschreven. Nieuw repressief personeel krijgt geen rang totdat het diploma manschap A is behaald en ze in deze of een vergelijkbare functie zijn aangesteld. Zij mogen het algemene epaulet met het brandweerlogo dragen. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld administratieve of secretariële functies.

IOOV: Onderzoek naar natuurbranden De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) gaat op verzoek van staatssecretaris Bijleveld–Schouten (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) onderzoek doen naar de operationele voorbereiding op en de bestrijding van natuurbranden. De IOOV onderzoekt de aard en omvang van de problematiek en kijkt naar de wijze waarop brandweerkorpsen de preventie, preparatie en repressie rond

458

nummer 10 oktober 2010

natuurbranden hebben georganiseerd. De inzet van Defensie en vrijwilligers bij natuurbranden wordt daarin meegenomen. Ook de recente brand op de Brabantse Strabrechtse Heide en het eerder verschenen onderzoek naar de bestrijding van de duin- en bosbrand rond Bergen/Schoorl worden bij dit onderzoek betrokken. De Inspectie verwacht het onderzoek in het najaar van 2010 af te ronden.

Bestrijding van een heidebrand.

Foto: FBF.NL

Sdu Uitgevers


ACTU EEL

Nieuwe kazerne Lieshout Drie vuurspuwende brandweermannen openden op 11 september de nieuwe kazerne van Lieshout. Ze spuwden een papieren banner waarop de oude kazerne, de opening en de nieuwe kazerne waren afgebeeld, in brand. De sleutel die hierbij vrij kwam werd door wethouder Theodoor Biermans overgedragen aan commandant Merno Scharloo. De nieuwe kazerne in Lieshout is ontworpen door Versleeuwen B.V. en heeft een centrale functie voor de drie brandweerposten in Laarbeek. Hierdoor beschikt de kazerne over een grote opslagruimte, een grote oefenplaat, een ademluchtruimte, wasvoorzieningen en een centraal magazijn. Ook de jeugdbrandweer is in het pand ondergebracht. ‘Wij zijn erg blij mee met de nieuwe kazerne, maar het is nog wel even wennen dat zaken nu centraal geregeld zijn. Om optimaal gebruik te maken van alle mogelijkheden moeten we het gebruik van de centrale zaken nog wel wat stimuleren’, vertelt Erwin Baron, beleidsmedewerker brandweer Laarbeek. ‘Daarnaast zijn we erg blij met de wasvoorziening die we erbij hebben gekregen. Eerder moest alle kleding van de 55 vrijwilligers naar de stomerij worden gebracht, wat veel logistiek geregel met zich mee bracht. Nu kunnen we dat gelukkig zelf. Ook de grote oefenplaat die erbij is gekomen is helemaal super.’

De nieuwe kazerne in Lieshout wordt op spectaculaire wijze geopend.

De dag na de officiële opening was er een open dag in de kazerne. Baron: ‘Hoewel de dag helemaal verregende, was het zeer geslaagd. De ongeveer achthonderd bezoekers deden enthousiast mee aan de activiteiten die we hadden georganiseerd.’

Nominaties Jan van der Heyden innovatieprijs Om innovatieve ideeën binnen de brandweer een kans te geven, wordt dit jaar wederom de Jan van der Heyden innovatieprijs uitgereikt. De regiegroep Innovatie Moed onder leiding van Gerard van Klaveren heeft hiervoor drie projecten genomineerd. Eén van deze projecten is Firefly van de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland. Firefly is een onbemand vliegend platform met daaronder een sensor, zoals een camera of een stoffendetectieapparaat. De sensor kan bij incidenten vanuit de lucht beelden maken of een overzicht van de stoffen die vrij komen. Bedoeling is dat de luchtwaarnemingen direct kunnen worden gedeeld met de bevelvoerders op de grond, zodat zij hun tactiek er direct op aan kunnen passen. Daarnaast kan de informatie gedeeld worden met het CoPI, het ROT en het BT. Projectleider Gerben Seevinck is erg blij met de nominatie. ‘Nadat we ons op dit project hadden ingeschreven, hoopten we natuurlijk dat we genomineerd zouden Brand&Brandweer

Firefly is genomineerd voor de Jan van der Heyden innovatieprijs.

worden. Dit hadden we zeker niet verwacht. Des te blijer zijn we met de waardering voor dit project.’ De andere genomineerden voor de Jan van der Heyden innovatieprijs zijn het benutten en versterken van de zelfredzaamheid van brandweer Amsterdam-Amstelland en het lespakket Brááánd!!! Jij, de brand-

weer en veiligheid van brandweer Brabant Zuidoost. De winnaar is op 24 september tijdens het NVBR-congres gekozen. Bij het ter perse gaan van dit nummer is de winnaar nog niet bekend.

nummer 10 oktober 2010 459


ACT U EEL

Veel belangstelling voor SIE

De demonstratie van de SIE van Zuid-Limburg.

De Snel Inzetbare Eenheid (SIE), ook wel Fast Suppression Unit (FSU) genoemd, staat in de belangstelling. Een symposium over het onderwerp op 9 september werd maar liefst door 180 brandweermensen bezocht. Het symposium werd georganiseerd door het in hulpverlening gespecialiseerde bedrijf Falck, die de Brandweer Zuid-Limburg hielp met de invoering van hun Snel Inzetbare Eenheid. In Rotterdam-Rijnmond start binnenkort ook een snel interventieteam. Naast workshops over onder meer dekking, opleiding en training waren tijdens de dag in Dordrecht ook praktijkinzetten te zien. Zuid-Limburg gaf een demonstratie van haar snelle

interventievoertuig. De aanwezigen reageerde volgens projectleider Xavier Canisius van de regio Zuid-Limburg enthousiast op de demonstratie. ‘Veel mensen wilden alles weten.’ Een aantal vroeg ook of Canisius het verhaal bij hun korps wilde vertellen. ‘Het is duidelijk een onderwerp dat leeft’, aldus de projectleider. De eenheid bestaat uit een bevelvoerder en een chauffeur. Het voertuig is centraal gestationeerd tussen vijf posten en wordt gevolgd door een regulier blusvoertuig met daarin nog eens vier brandweermensen. Uit de evaluatie van de SIE in de regio blijkt volgens Canisius dat het doel bereikt is. ‘We hebben de problemen met de dagbezetting in de zuidoosthoek van de regio opgelost.’

Pilot Rotterdam-Rijnmond: twee personen voor OMS-melding Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond voerde twee maanden een test uit waarbij in plaats van de gebruikelijke zes personen op een TS slechts twee personen in een normaal voertuig op een OMS-melding afgingen. De test is gedaan omdat een groot deel van de automatische brandmeldingen onnodig uitrukken tot gevolg heeft. De Veiligheidsregio is zeer tevreden over de resultaten van deze test. Uit de pilot blijkt dat in 80% van de 120 automatische meldingen geen TS nodig was, omdat de twee personen in de dienstauto de melding zelf af konden handelen. OMS-meldingen van panden waarbij het risico bij brand groter is, werden niet meegenomen in de pilot. ‘Het is natuurlijk niet verantwoord om bij een automatische melding van een ziekenhuis er vanuit te gaan dat er toch geen brand is. Daarom hebben we bij de beslissing om er wel of niet twee personen zonder blusmateriaal op af

460

nummer 10 oktober 2010

te sturen een duidelijk onderscheid gemaakt in panden waarbij het wél en panden waarbij het niet verantwoord was’, vertelt Robert Merkx van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. ‘Dit hing onder andere af van het type pand en de gevaarzetting. Tijdens de pilot is dit zeker niet altijd zwart-wit gehanteerd en kon de bevelvoerder altijd beslissen om alsnog met een volledige TS uit te rukken.’ De pilot wordt opgevolgd door een tweede pilot in Ridderkerk waar slechts één persoon op een motor op een OMS-melding afgaat. Merkx: ‘Een motor kan naar verwachting sneller door het verkeer, zodat meer tijdswinst te behalen valt.’ Wat met de resultaten van beide pilots gebeurt, is in eerste instantie nog even afwachten. ‘Het terugdringen van automatische brandmeldingen speelt ook landelijk. Het meest ideale is natuurlijk om dit op een andere manier terug te dringen, maar mocht dat niet slagen dan is dit een bruikbare mogelijkheid.’

Sdu Uitgevers


ACTU EEL

Eerste jeugdpreventieteam in Veldhoven Het korps Veldhoven heeft het eerste jeugdpreventieteam in Nederland opgezet. Onder begeleiding van brandweermannen gaat het team dertig gezinnen langs om hun te adviseren over brandveiligheid. Ook staan ze met een stand op een wijkdag om mensen over het onderwerp te informeren. Beleidsadviseur brandweerzorg Saskia Terwindt van brandweer Veldhoven is vorig jaar op het NVBR-congres op het idee gekomen voor het jeugdpreventieteam. Brandweer Zeist won toen de Jan van der Heyden innovatieprijs met een project waarbij vmbo-leerlingen werden opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Amersfoort was genomineerd met een project waarbij rook-

Cartoon

melders werden uitgedeeld. Terwindt: ‘In het jeugdpreventieteam combineren we eigenlijk die twee projecten. Het team bestaat uit een groep van twaalf maatschappelijke stagiairs die wij eerst een BHV-opleiding hebben gegeven. Daarnaast hebben we hun geïnformeerd over brandveiligheid en hoe ze dit over kunnen brengen. Samen met een begeleider zijn ze vervolgens langs de deuren gegaan om de boodschap over te brengen.’ Volgens Terwindt is het jeugdpreventieteam een groot succes. ‘Wij hebben net de evaluatie van deze eerste ronde afgerond en ze scoren op alle vlakken heel hoog. De jongeren zelf waren ook heel tevreden en vonden het erg leuk.’ Op 9 oktober, tijdens

Het jeugdpreventieteam in actie op de wijkdag in Veldhoven.

de Brand Preventieweek, staan ze bij stands op bouwmarkten. Volgend jaar wil Veldhoven twee groepen inzetten.

Brandweer maakt overuren door wateroverlast Zowel burgers als bedrijven hebben tijdens de extreme regenval eind augustus massaal beroep gedaan op de brandweer. In de omgeving van Den Haag liepen veel kelders en woningen vol. Op sommige plaatsen moesten zandzakken uitkomst bieden. In Twente werd de A1 tijdelijk gesloten omdat de weg onderstroomde na een dijkdoorbraak. Veiligheidsregio Haaglanden riep op 27 augustus zelfs mensen op thuis te blijven. Door de enorme hoeveelheid water, stonden tunnels en afritten onder water. Lange files waren het gevolg. Ook voor fietsers ontstonden gevaarlijke situaties. Op veel plekken kwamen putdeksels omhoog nadat de riolering grote hoeveelheden water te verwerken kreeg.

Brand&Brandweer

nummer 10 oktober 2010 461


Bran d van de maan d

Brandweer Bonaire krijgt

EĂŠn van de twee tanks gevuld met ruwe olie was ondertussen geblust, deze rookte alleen nog wat na.

462

nummer 10 oktober 2010

Sdu Uitgevers


Bran d van de maan d

fotografie: Hr.Ms. Zuiderkruis

militaire bijstand

Brand&Brandweer

‘Luister uit, hier de commandant. Op Bonaire is brand ontstaan op een olieraffinaderij. Wij zullen nu vaart maken en erheen gaan om zo nodig hulp te kunnen bieden.’ Met die woorden zet Hr. Ms. Zuiderkruis op 8 september koers richting Bonaire. Zo schrijft scheepsarts Everhard Hofstra in zijn blog. Hij is één van de bemanningsleden aan boord. Dertig militairen, verdeeld over twee groepen, worden aangewezen om de lokale brandweer te ondersteunen. Ook luitenant-ter-zee der eerste klasse Rob Pulles, eerste officier van Hr.Ms. Zuiderkruis, vertelt over de Nederlandse militaire bijstand op Bonaire. nummer 10 oktober 2010 463


fotografie: Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba

Bran d van de maan d

De lokale brandweer besluit om het vuur gecontroleerd uit te laten branden. Er is onvoldoende bluscapaciteit.

O

Door Jolanda Haven

p woensdag 8 september breekt brand uit in een opslagtank van de Bonaire Petrolium Cooperation (BOPEC). Vermoedelijke oorzaak is blikseminslag. Hr. Ms. Zuiderkruis wordt door lokale autoriteiten gevraagd om bijstand te verlenen. Op het terrein van BOPEC aan de Noordoostkant van Bonaire woedt in twee van de twaalf tanks brand. In één van de twee tanks zit ruwe olie en de andere tank bevat nafta, een lichte dieselsoort. In de tank zitten 150 duizend vaten wat neerkomt op maar liefst één miljoen liter. Het komt niet vaak voor dat de marine bijstand verleent bij een brand van dergelijke omvang. Het mag in het Caribische gebied redelijk uniek worden genoemd. ‘In plaats van met rustige vaart richting Aruba, werd de tweede hoofdmotor bijgezet en stoomden we op naar Bonaire. De rookpluim in de verte was ons doel. Anderhalf uur later lagen we vlak voor de kust van Bonaire’, zo schrijft Hofstra. Patrouilles uitvoeren Half augustus is Hr.Ms. Zuiderkruis vertrokken uit de haven van Den Helder om voor de kust van Curaçao patrouilles uit te voeren voor de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba. Daarnaast beschikt het schip over alle faciliteiten om tijdens het orkaanseizoen ondersteuning te verlenen bij mogelijke humanitaire hulpoperaties. In een geval als dit, waarbij de lokale autoriteiten onvoldoende capaciteit hebben, kunnen ze vragen om militaire bijstand. Via de Nederlandse overheid, en CZM CARIB (Commandant der Zeemacht in het Caribische gebied) doet

464

nummer 10 oktober 2010

de gouverneur van de Nederlandse Antillen een verzoek aan het schip voor ondersteunende taken bij het bestrijden van de brand. ‘Op dat moment lagen we voor de kust van Curaçao, circa vijfendertig kilometer van Bonaire’, aldus de eerste officier van Hr. Ms. Zuiderkruis Rob Pulles. ‘Zodra de militaire bijstand wordt toegezegd, bereiden de militairen zich voor. Het gebied wordt in kaart gebracht en er worden twee groepen geformeerd. Naast een aanvalsploeg gaan ook technici en een verpleegkundige de wal op. We zijn een klein drijvend dorp op zee en dus op ons zelf aangewezen. Daarom hebben we veel verschillende specialisten aan boord. We moeten op alles voorbereid zijn. Vanaf de wal is er continue contact met het schip.’

‘In één van de twee tanks zitten 150 duizend vaten gevuld met nafta wat neerkomt op maar liefst één miljoen liter.’ Drijvend dak Pulles: ‘Met twee sleepboten meerden we af aan de steiger waar normaal gesproken de olietankers aanleggen. Eén van de twee tanks die gevuld was met ruwe olie was ondertussen geblust, die rookte alleen nog wat na. De andere tank stond nog in brand.’ De tanks hebben een doorsnee van honderd meter en bovenop een Sdu Uitgevers


fotografie: Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba

Bran d van de maan d

De brandende tank heeft een doorsnee van honderd meter.

drijvend dak. De vlammen komen aanvankelijk langs de rand omhoog. Zodra de vijftien bemanningsleden aan wal gaan, is de brand nog niet uitslaand. Nadat Pulles overleg heeft met de lokale autoriteiten, gaan ze aan de slag. Slangen worden uitgerold, schuimvaten worden aan wal gebracht en bluskanonnen worden bediend. Daarnaast heeft Hr.Ms. Zuiderkruis haar eigen brandblussysteem gebruikt om het lokale brandblussysteem van BOPEC op druk te houden. Pulles: ‘Bovendien wordt er alles aan gedaan om overslag naar de andere tanks te voorkomen. Dat is gelukt. Onze hulp is alleen bijstand. De lokale brandweerlieden hebben de leiding.’ Op het eiland was op het moment ook een kwartiermaker van de Nederlandse brandweer aanwezig die alle ins en outs van de lokale brandweer en het gebied kende. ‘Met hem hebben we eveneens nauw contact gehad’, aldus de eerste officier. BOPEC ligt in een natuurgebied dus er is geen direct gevaar voor de volksgezondheid geweest. Heviger Ondanks de inzet van de lokale autoriteiten en de marine lukt het niet om de brand in de tweede tank onder controle te krijgen. Langzaam wordt de brand heviger. Wanneer het drijvende deksel het door de hitte begeeft, worden de vlammen heviger en hoger en moet het schip ontmeren en op het water op veilige afstand stand-by blijven. Op dat moment is het tweede team nog op de wal. Dit team is eveneens genoodzaakt om zich op het eiland met de lokale brandweer terug te trekken. Zij zijn niet in gevaar geweest. ‘Vanaf het water zagen we de brand steeds verder toenemen. De tank werd steeds roder en heter’, zo schrijft de scheepsarts. ‘De verdere nacht konden we slechts toekijken hoe het vuur bleef woeden. Het team op de wal kon de volgende ochtend na een doorwaakte nacht weer aan boord stappen.’ Gecontroleerd uitbranden De lokale brandweer besluit om het vuur gecontroleerd uit te laten branden. Er is onvoldoende bluscapaciteit. Pulles: ‘Hoewel de brandweer noodgedwongen de brand gecontroleerd uit laat branden, hebben we toch nuttig werk geleverd. Het gereed maken van blussystemen en het assisteren van de lokale en Brand&Brandweer

‘Zodra de militaire bijstand wordt toegezegd, bereiden de marine militairen zich voor. Het gebied wordt in kaart gebracht en er worden twee groepen geformeerd.’ bedrijfsbrandweer heeft voldoening gegeven. Bovendien was de inzet bijzonder indrukwekkend.’ Ook de samenwerking tussen de lokale autoriteiten verliep volgens Pulles naar wens. Wie de leiding had, wat er moest gebeuren en wie welke taken uitvoerde was helder gecommuniceerd. Donderdag 9 september aan het einde van de middag wordt duidelijk dat de lokale brandweer het vuur, wat uit moest branden, onder controle had. Het verzoek tot militaire bijstand wordt ingetrokken. 24 uur na de komst van de marine zet Hr.Ms. Zuiderkruis, een dag later dan gepland koers richting Aruba. Hofstra sluit zijn blog af met: ‘Achter ons woedde de brand nog steeds, met donkere rookwolken, beschenen door de zon. Het leverde een welhaast idyllisch plaatje op van een verre van idyllische gebeurtenis. Vóór ons een vrijwel blauwe hemel met de ondergaande zon.’ Onderzoek Op vrijdag 10 september, veertig uur na het uitbreken van de brand is deze zo goed als uit. De Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat onderzoek doen naar de brand. Het onderzoek moet uitwijzen of blikseminslag inderdaad de oorzaak was van de brand. Bovendien willen de lokale autoriteiten een analyse van het optreden van de betrokken hulpdiensten en aanbevelingen voor de toekomst. ■ nummer 10 oktober 2010 465


best uu r & orga n isati e

DMO-problemen blijven gemoederen bezig houden De binnenhuisdekking van de digitale C2000 portofoons is onbetrouwbaar. Daar is iedereen het wel over eens, zeker ook na het uitgebreide rapport dat voor de zomer verscheen. Vakbonden en de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) vinden de aangedragen oplossingen niet snel en goed genoeg. Ze schreven daarom begin september een brandbrief naar de gemeenten. Ook de Arbeidsinspectie is op de hoogte gebracht. Ondertussen nemen BZK en NVBR allerlei maatregelen om de problemen aan te pakken.

Aanbesteding nieuw systeem voor binnen

fotografie: M&I/partners

Het ministerie van BZK is een aanbestedingsprocedure gestart voor een nieuw systeem voor communicatie in gebouwen. Een innovatief budget veiligheid geeft daar de mogelijkheid voor.

Testmetingen door de brandweer Ede in een parkeergarage.

D

Door Ellen Schat

e problemen en mogelijke verbeteringen op het gebied van de onderlinge communicatie tussen digitale portofoons zijn voor de zomer op een rij gezet in C2000 DMO problemen en C2000 DMO verbeteringen. Het is in opdracht van het ministerie van BZK en de NVBR gedaan. DMO staat voor Direct Mode of Operations, de stand die gebruikt wordt voor de man tot man communicatie en waarbij geen gebruik wordt gemaakt van het C2000 systeem. Belangrijkste conclusie was dat veel brandweerkorpsen inderdaad problemen hadden met de portofoons. Daarnaast is gekeken hoe de DMO verbeterd kan worden. (zie kaders voor een samenvatting). Het geduld van de bij de vakorganisaties aangesloten brandweermensen is echter op. Ronald Kraan van de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) stelt dat de problemen al jaren spelen. ‘In 2008 waren er al kritische geluiden te horen. Wij zijn het zat.’ Een 466

nummer 10 oktober 2010

De oplossingsrichting van het ontwerp mag niet gebaseerd zijn op C2000. Het resultaat van het onderzoek dient innovatief te zijn,wat wil zeggen dat het niet gebaseerd mag zijn op bestaande systemen. Dat de aanbesteding is gedaan wil niet zeggen dat BZK geen vertrouwen meer heeft in C2000, zo benadrukt Frank Wassenaar van het ministerie. ‘De vraag is of er innovaties mogelijk zijn op dit gebied. De techniek staat niet stil. Er is een innovatiebudget en het lijkt ons goed om te kijken of er wellicht alternatieven zijn.’ Het onderzoek was al geïnitieerd voor het rapport was verschenen. ‘Maar de binnenhuisdekking is een bekend probleem, dat niet uit de lucht komt vallen’, aldus Wassenaar. Het systeem moet in elk geval werken in grote gebouwen, tunnels en parkeergarages omdat zich daar de meeste problemen in de binnenhuisdekking voordoen vanwege grote hoeveelheden beton en staal.

quick-scan onder de regio’s wees voor de zomer van 2009 inderdaad al uit dat zestien van de 25 regio’s problemen hebben met de digitale portofoons binnen gebouwen. Een aantal korpsen stapte uit ontevredenheid zelfs weer over op analoge portofoons. Het DMO-onderzoek focust zich volgens Kraan alleen op de verbetering van de DMO-functie van de C2000 portofoons. ‘Wij vinden dat breder gekeken moet worden. Wellicht is een ander communicatiemiddel beter of goedkoper? We willen bij voorbaat niets uitsluiten’, aldus Kraan. Ook stelt hij dat de NVBR niet goed naar het werkveld luistert. ‘Enerzijds door de werkvloer niet te betrekken bij de invoering van het systeem, anderzijds door de vele klachten niet serieus te nemen.’ Sdu Uitgevers


bestuu r & orga n is ati e

DMO-problemen Er zijn veel oorzaken voor de DMOproblemen. Op het gebied van techniek, gebruik, opleidingen, beheer en onderhoud is de problematische situatie in beeld gebracht. Werkprocessen Portofoons worden in het gebruik niet altijd op de goede wijze ingesteld. Er zijn soms problemen met de instellingen (modus, kanaal, accessoires) en de noodknop-procedure. De etherdiscipline lijkt voldoende maar procedures bij gebiedoverstijgende (regio) uitrukken zijn niet eenduidig. Opleiding, training, instructie Over het algemeen wordt er weinig aandacht besteed aan de opleiding, training en instructie in het gebruik van de portofoon. In de opleiding is de aandacht voor het gebruik van de portofoon per korps zeer wisselend. Er is geen landelijk vastgesteld opleidingsprogramma en geen toets voor het gebruik van de portofoons in DMO. Het is geen onderdeel van de leidraad Oefenen en geen verplicht examenonderdeel. De bediening van de portofoons Deze wordt als te complex ervaren. Er zijn verschillende typen portofoons (analoog/ digitaal) en bijbehorende accessoires in omloop. De bestaande portofoons hebben veel, slecht te bedienen, kleine knoppen en toetsen en de mededelingen op het display zijn in gebruik niet of slecht te lezen. De toetsen en knoppen op de por-

tofoons zijn eenvoudig per ongeluk in te drukken. Deze moeten daarom eenvoudig ver-/ontgrendeld kunnen worden. Het is niet praktisch in ergonomische en (indirect) radiotechnische zin dat de accessoireaansluiting (connector) aan de onderkant in plaats van aan de zijkant van de portofoon zit. Het bedieningsgemak van sommige portofoons wordt niet als intuïtief en gebruiksvriendelijk ervaren. De TETRA-portofoons hebben vele programmeerbare instellingen Enerzijds kan men daarmee optimale instellingen configureren maar de kans op problemen is daarbij ook groot. Er is geen uniforme aanpak om de vele parameters van de portofoons in te stellen. Nog geen duidelijkheid over problemen in TETRA en DMO Het DMO TETRA-protocol is waar mogelijk geënt op TMO. Het kent echter geen controlemechanisme. Daarnaast maakt het gebruik van een – per definitie – niet gegarandeerde radiotransmissie. Er zijn weinig testen uitgevoerd met het gebruik van repeaters. DMO heeft een digitaal karakter. Dat betekent dat er of goede ontvangst is of helemaal geen ontvangst. Er zijn veel testen door het veld uitgevoerd naar de spraakverbinding onder DMO. Helaas zijn de testen niet dusdanig opgezet dat ze kunnen worden gereproduceerd en de resultaten daarvan geanalyseerd. Radiotechniek De kwaliteit van radioverbindingen voor

Veiligheid Vakbonden AbvaKabo, FNV, CNV Publieke Zaak, CMHF/LO en de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) trekken daarom gezamenlijk aan de bel en stuurden begin september een brandbrief naar de gemeenten. Een belangrijke achterliggende reden voor het ongeduld is de veiligheid van brandweermensen. Dat de portofoons feilloos moeten functioneren, is voor de brandweer van groot belang. Als de onderlinge communicatie in een (brandend) gebouw niet werkt, kunnen brandweermensen immers in levensgevaarlijke situaties terecht komen. ‘Als nu de pieper gaat, staan er mensenlevens op het spel. Je moet kunnen vertrouwen op een communicatiemiddel. Nu is dat niet het geval. Wie gaat het uitleggen als er nu een dodelijk ongeval gebeurt?’, aldus Kraan. Breder gekeken De brandbrief is begin september naar de brandweercommandanten en colleges van Burgemeesters en Wethouders gestuurd. In de brief staat dat er naar hun overtuiging ‘landelijk sprake is van potentieel levensgevaarlijke situaties tijdens het dagelijks Brand&Brandweer

transmissie van berichten en spraak kan nooit 100% gegarandeerd worden. Inkoop, beheer en organisatie Er zijn grote verschillen geconstateerd in de wijze waarop aanschaf, inrichting en exploitatie van de portofoons is georganiseerd. De meeste regio’s kopen hun randapparatuur in via het mantelcontract van LARA. Dat is echter niet vanzelfsprekend. De brandweer heeft geen specifieke eisen geformuleerd waaraan (object)communicatie op zich en afgeleid hiervan de TETRA-portofoon moet voldoen. In het brandweerveld bestaat niet het gevoel dat bij de aanbesteding van LARA rekening is gehouden met de voor hen branche specifieke wensen. Het beheer is zeer verschillend ingericht bij en binnen de afzonderlijke regio’s. De verschillend ingerichte regionale fleetmapping draagt niet bij aan het gebruiksgemak bij deelname aan bovenregionale samenwerking. In Nederland is geen gebruikersplatform of loket ingericht waar de klachten en ervaringen over het gebruik van apparatuur in DMO centraal worden bijgehouden en gebundeld. Gebruikersperspectief Gebruikers (de manschappen) verwachten dat DMO altijd functioneert, omdat hun leven er van af kan hangen. Uit: C2000 DMO problemen. Problemen nu gedocumenteerd. (2010) De rapporten zijn te downloaden via brandweerkennisnet.nl

werk van brandweerlieden, veroorzaakt door onbetrouwbare communicatiemiddelen.’ Ze adviseren een aantal korte termijn oplossingen, vooruitlopend op eventueel lange termijn oplossingen. Een van deze is het overschakelen op analoge portofoons. Minstens vijf korpsen deden dat, en zijn daar erg tevreden over. Ook wordt geadviseerd een risico-inventarisatie te maken van de locaties waar de dekking slecht of onmogelijk is. Ook de Arbeidsinspectie is verzocht te handhaven. De Arbeidsinspectie gaat volgens woordvoerster Magda de Vetten serieus naar de kwestie kijken. ‘Het onderwerp houdt duidelijk verband met veilig en gezond werken.’ Verbijsterd De NVBR is volgens Johan Postma, portefeuillehouder C2000 van de NVBR, verbijsterd over de actie van de vakbonden en de VBV. ‘We zijn bezig met allerlei maatregelen. Uit het DMO-rapport is duidelijk gebleken dat de huidige portofoons in de DMO-functie kunnen falen. We hebben daarom een aantal landelijke verbeter­ acties opgestart. Eén ervan is het opstellen van een programma van eisen voor nieuwe portofoons’, aldus Postma, die regionaal nummer 10 oktober 2010 467


best uu r & orga n isati e

Fotografie: M&I/partners

DMO-verbeteringen

Bediening met de handschoen is moeilijk.

commandant in Friesland is. Een andere verbetering is het maken van oefenkaarten voor C2000, zodat het gebruik van het systeem geoptimaliseerd kan worden. In het rapport over DMO worden volgens hem ook allerlei opties gegeven die de regio zelf kan oppakken. Een van de opties is volgens Postma ook het tijdelijk terugvallen op analoge portofoons. De regio’s zijn als werkgever immers zelf verantwoordelijk. ‘Iedere regio kan en moet zelf kijken naar de problemen. Die verschillen nogal per regio. De ene heeft veel klachten over de binnenhuisdekking, terwijl het in de andere regio redelijk goed gaat. Hier in Friesland zijn we momenteel bezig met het testen van nieuwe digitale portofoons.’ De verbeteringen op het gebied van DMO zijn overigens onderdeel van een groot traject om het communicatiesysteem C2000 te verbeteren. Het vertrouwen van hulpverleners in het systeem bleek begin dit jaar erg laag. Het algehele functioneren van C2000 is daarom onderzocht door een expertgroep onder leiding van Don Berghuijs. Directe aanleiding daarvoor waren de problemen die hulpverleners ondervonden tijdens een aantal crises, zoals de schipholcrash. De minister kondigde rond het verschijnen van het rapport een aantal maatregelen af, zoals het bijplaatsen van masten. Immense verbetering De urgentie van de DMO-kwestie is duidelijk, maar Postma bestrijdt het beeld dat er onveilige situaties bestaan. ‘We zijn druk bezig, en de korpsen zijn zich bewust van de problemen die kunnen optreden. Maar de complexe problematiek vergt een grondige aanpak.’ In de Raad van Regionaal Commandanten is volgens hem onlangs ook gesproken over de vraag: wat als er in de tussentijd iets gebeurt? Voordat de verbeteracties allemaal doorgevoerd zijn? ‘Een landelijk projectleider is aangesteld die zich over deze vraag buigt.’ Sommige brandweermensen wijzen volgens Postma graag naar vroeger, toen de techniek beter zou zijn geweest. ‘Maar dat is niet waar. En daarbij: Dertig jaar geleden bestonden er geen portofoons. C2000 is een immense verbetering in de communicatie en we hebben majeure stappen gezet. Maar het blijft techniek, je kunt er nooit vanuit gaan dat een portofoon het altijd doet.’ ■

468

nummer 10 oktober 2010

Vertrouwen is cruciaal Bij alle te maken keuzen voor portofoongebruik dienen de wensen en mogelijkheden van de gebruiker voorop te staan. Betrek de gebruiker nadrukkelijk bij de specificatie van de communicatieapparatuur. Zorg dat de brandweerorganisatie in staat is om de taken die samenhangen met selectie, aanschaf, uitrol, gebruik en beheer aan te pakken. Hoe eenvoudiger de bediening van de portofoon, hoe beter. Verbetering communicatie is mogelijk De kans dat er verbeteringen worden aangebracht in de nu gebruikte randapparatuur is klein. De verbeteringen moeten worden gezocht in het verkennen van de mogelijkheden van de nieuwe types portofoons en het gebruik van de repeaterfunctie. Tijdens het testen is geconstateerd dat nieuwe randapparatuur van de huidige drie geselecteerde merken, onder de gehanteerde testcondities, beter functioneert dan de nu gebruikte portofoons. De repeaterfunctionaliteit maakt het mogelijk dat een portofoon detecteert of deze ‘binnen bereik’ van de repeater is. Daarmee is de kans groot dat, mits goed geïmplementeerd, een belangrijke klacht van de brandweer kan worden opgelost. Gebiedsoverschrijdende inzet vereist dat alle korpsen dezelfde procedures gebruiken. De huidige zestien DMO-kanalen zijn voor regulier optreden ruim voldoende, maar volstaan wellicht niet bij grootschalig optreden. Specificatie en aanbesteding Specificeer bij volgende aanbestedingen helder de eisen die door de brandweer worden gesteld aan haar communicatieapparatuur (randapparatuur en accessoires) en zorg dat de te leveren apparatuur daar in operationele condities aan voldoet. Verbetering ingebruikname en exploitatie Na de selectie en bestelling van de communicatieapparatuur moet deze uitgerold worden. Vooruitlopend op en tijdens de uitrol moeten taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden vastgesteld, lesmateriaal ontwikkeld worden, werk- en beheerprocessen worden opgesteld en portofooninstellingen worden bepaald. Ontwikkeld lesmateriaal moet regelmatig worden herzien. Beleving en geld Techniek kan falen, maar maak duidelijk dat in het geval de techniek faalt leidinggevenden tot op het hoogste niveau de uitvoerenden serieus nemen. De onzekerheid over de toekomstige kosten van het gebruik van C2000 DMO moet worden weggenomen Uit: C2000 DMO verbeteringen. Verbeteringen binnen handbereik. (2010). De rapporten zijn te downloaden via brandweerkennisnet.nl

Sdu Uitgevers


PU NT EDU

Nieuwlichterij Het was een stralende dag, ergens in het jaar. De schaduwen begonnen alweer te lengen. Knirf, de meester mammoetjager, had al drie keer de hoorn geblazen maar er was nog steeds niets gebeurd. ‘Moet ik hier soms alles zelf doen of hoe zit het’, mopperde hij en sjokte naar de verzameling speren in de hoek van de kraal. ‘Straks gaan de mammoeten op trek en dan zullen de speren geslepen en gepoetst moeten zijn.’ Knirf pakte een paar vuurstenen punten en een nieuw slagsteen. Puffend zakte hij door zijn knieën naast het aambeeld en begon omzichtig de vuurstenen punten te bewerken. Al gauw vlogen de splinters in het rond en was Knirf verzonken in zijn werk. Daar kwam Knarf. Giechelend en wel. 'Knirf, moet je horen, Knirf. Hé Knirf, luister dan: Knorf zijn moeder heeft drie kinderen: Kwik, Kwek en? Nou? Wie?’ ‘Kwak’, zei Knirf. ‘Nee natuurlijk niet’, proestte Knarf het uit, ‘Gewoon Knorf, ik zei het je net voor, man. Hahaha, het verbaast me nog wie er allemaal Kwak zegt, tjongejonge.’ Knarf veegde een traantje uit zijn ooghoek weg. ‘Maar goed’, zei Knarf, ‘jij had de hoorn geblazen.’ ‘Al drie keer ja’, snauwde Knirf, ‘en nul reactie van jou tot nu toe. Moet ik soms zelf alle speren opknappen of zo? Wie is hier eigenlijk de meester mammoetjager?’ ‘Jaja, jaja, sorry hoor’, zei Knarf, ‘sinds iedereen over zo’n mobiele hoorn beschikt sjouw ik me een slag in de rondte. Dan weer hier een speer maken, dan is er daar weer een bijl gebroken, kan ik vervolgens over de heuvels heen om de nieuwe trapval van Knerf te bekijken. Je blijft bezig. En toen kon ik pas hierheen.’ Het was even stil. ‘Trapval?’, vroeg Knirf. ‘Ja, één of andere nieuwe uitvinding van Knerf’, zei Knarf. ‘Hoe zal ik het zeggen, het is een soort gat met een ding erin en een dingetje eraan. En het konijn dat er dan aankomt krijgt dan dat ding door z’n kont geschoten en met het dingetje haal je het ding er weer af en kan je het konijn opeten. Snap je?’ ‘Mannen eten geen konijn’, bitste Knirf. ‘Dat is voor kinderen. Mannen eten mammoet.’ ‘Ja, jij zegt het’, zei Knarf, ‘maar door de opwarming van de aarde is er wel steeds minder mammoet te vinden. Ik heb af en toe gewoon honger en dan is zo’n konijnenboutje helemaal zo slecht nog niet. Los daarvan is mammoetjacht gewoon gevaarlijk, we verliezen jaarlijks jagers.’ Knarf keek even in de verte. ‘Samen uit, samen thuis, Knirf, weet je niet? Dat hadden we afgesproken, toch, met elkaar?’ Knirf zei niets en sloeg nog wat splinters van een punt.

Brand&Brandweer

‘Waarom zou je je leven wagen voor een mammoet als je een konijn zowat gratis kunt vangen met zo’n trapval’, ging Knarf door. ‘We lijken wel gek.’ ‘Omdat er ook nog zoiets is als eergevoel, als strijd om beloning’, riep Knirf verontwaardigd. ‘Het vakmanschap van de mammoetjager, overgedragen van vader op zoon, van meester op gezel. Vakmanschap met de nadruk op man; zijn vak, zijn kunde. Kunst bijna.’ Knirf keek nu heel plechtig. ‘Nou ja, daar zit misschien wel wat in, in dat vakmanschap’, zei Knarf, ‘maar je hoeft je toch niet te beperken tot een speer, tot één wapen. Je kan toch ook andere wapens proberen?’ ‘Zoals die pijl en boog zeker? Ik kan horen dat je weer bij Knerf bent geweest, die gekke uitvinder. Hoe vaak moet ik nog zeggen, Knarf, dat Knerf uit een andere clan komt? Waar ze veel minder ervaring hebben met jagen dan wij. Wij vangen echt de meeste mammoets hier. Wij, zoals ik hier voor je sta. Wegwezen met die nieuwlichters, dat zeg ik.’ ‘Toch vind ik die pijl en boog een goed idee’, zei Knarf. ‘Veel lichter, veel goedkoper. Je kan op afstand blijven van de mammoet en het is veel minder gevaarlijk. Je put hem eerst uit met je boog, van afstand, en dan maak je het van dichtbij af met de speer.’ ‘Hoor je wat je zegt’, viel Knirf hem in de rede, ‘dat is niet alleen een nieuw wapen, dat is een hele nieuwe werkwijze. Je denkt toch niet dat ik daar nog aan ga beginnen, hé? Op mijn leeftijd? Ben je helemaal gek geworden? Straks zegt die Knerf nog dat ie een manier weet om zelf vuur te maken. Nou dan zijn de rapen gaar. Dan moet je voor je het weet een organisatie oprichten om dat vuur weer te blussen en wat je daar allemaal mee overhoop haalt, dat wil jij niet meemaken.’ ■

nummer 10 oktober 2010 469


is e i t ica n u m ie t m a o s i C al i c e p s onze

Unieke inruilactie Herkent u dit probleem ? Met regelmaat wordt helmcommunicatie tijdens bluswerkzaamheden getroffen door hitte of vuur, vaak is het resultaat uitgetrokken krulsnoeren. Hierdoor belandt veel van deze apparatuur in de kast omdat het onbruikbaar is geworden. Reparatie is kostbaar. Dikmans Telecom Service biedt u een unieke mogelijkheid dit probleem voordelig op te lossen. Bij inlevering van een defecte helmcommunicatie, ook als deze niet bij ons is aangekocht, krijgt u voor slechts â‚Ź 75,= een nieuwe set geleverd. Een voordeel van toch al gauw â‚Ź 65,= per set !!! Stuur uw defecte sets naar onderstaand adres en wij zorgen er voor dat de nieuwe apparatuur bij u wordt afgeleverd. Heeft u verdere vragen mail of bel ons.

Deze unieke actie is geldig tot 31 december 2010.

Ook voor reparatie van alle communicatieapparatuur goeD DIKMANS TELECOM SERVICE Industriestraat 6H 3371 XD Hardinxveld-Giessendam TEL.: 0184 630111 FAX.: 0184 630022 Email: info@dikmans.nl www.dikmans.nl

DEALER VAN:


i n novati e

Eerste voertuig voor reddingen op grote hoogte en diepte Het hoogte- en dieptereddingsteam van de Gezamenlijke Brandweer in Rotterdam heeft een primeur op de weg. Sinds 18 augustus is het reddingsteam van kazerne Elbeweg in het bezit van een voertuig dat speciaal op hun behoeften is ingericht. De op het eerste oog ‘gewone bus’ is van alle gemakken voorzien en is het eerste hoogte- en dieptereddingsvoertuig op de Nederlandse wegen.

D

e extra lange en hoge Mercedes Sprinter vervoert hulpverleners niet alleen snel, maar ook efficiënt naar incidenten. Het klimmateriaal dat voorheen onoverzichtelijk werd vervoerd in het zware industriële brandweervoertuig, ligt in de Sprinter grijpklaar en overzichtelijk in kisten. ‘We hebben ons door de jaren heen steeds meer ontwikkeld als reddingsteam en we zijn met al ons materiaal letterlijk uit de TS gegroeid’, vertelt bevelvoerder Ron Bahnerth. ‘Natuurlijk wil je alles meenemen als je uitrukt, maar daar was soms geen plek meer voor.’ De inrichting van de nieuwe bus is bijzonder innovatief; er is geen lasnaad aan te pas gekomen om de bus in te delen. Bahnerth: ‘We kunnen de bus helemaal inrichten naar onze smaak en onze behoefte. Toen we de bus lieten maken hebben we al gezegd dat alles schroefbaar moest zijn. Mochten we nog iets willen veranderen, dan moet dat mogelijk zijn. Ook als we nog uitbreiden moet die mogelijkheid er zijn zonder dat er weer een nieuwe bus aangeschaft moet worden.’ Woensdag 1 september is het hoogte- dieptereddingsvoertuig voor het eerst ingezet. ‘Bij een glazenwassersbakje was een kabel geknapt’, vertelt Bahnerth. ‘Al het materiaal lag klaar in de Sprinter en het team kon zich onderweg in het voertuig verkleden. Daar win je ook veel tijd mee. De ploeg was snel ter plaatse en in samenwerking met het korps is de glazenwasser veilig naar beneden gebracht.’ Bahnerth was zelf niet bij de eerste uitruk aanwezig, maar de berichten waren vooral positief over de nieuwe aanwinst. De kazerne Elbeweg is gestationeerd midden in het Europoort gebied van Rotterdam. In dit gebied bevinden zich de meeste olie-opslagbedrijven en raffinaderijen van het verzorgingsgebied van de Gezamenlijke Brandweer. Juist op dit terrein krijgt de brandweer veel te maken met mensen die op hoogte vast komen te zitten of juist bekneld raken in diepe, kleine ruimtes. ‘We hebben te maken met de ontwikkeling van de Maasvlakte, er staan windmolens in de omgeving en het gebeurt ook wel dat we worden gevraagd om te assisteren bij hulpverleningen op vrachtschepen. We hebben al iemand uit een machinekamer moeten bevrijden’, aldus Bahnerth. Het hoogte- en dieptereddingsteam is gespecialiseerd in reddingen hoger dan 30 meter, dieper dan 5 meter en op moeilijk bereikbare plekken waar een redvoertuig niet bij kan. Dit jaar heeft de ploeg al zeven mensen uit hun benarde positie gered. ■

Brand&Brandweer

Het hoogte- dieptereddingsvoertuig is speciaal naar behoeften van het reddingsteam gebouwd.

‘In de Sprinter kan het team zich staand omkleden.’

nummer 10 oktober 2010 471


best uu r en organ isati e

Gemeentegrenzen definitief De burger de snelste hulp bieden. Met dat uitgangspunt hebben de meeste regio’s in Nederland de gemeentegrenzen vervangen door operationele grenzen. Voor de ene regio is dat al jaren een feit, zoals in Drenthe. Maar er zijn ook regio’s in ons land die nog volgens de gemeentegrenzen uitrukken, Utrecht bijvoorbeeld. De regio is op dit moment wel druk bezig om de dekkingsplannen te actualiseren en hoopt zo snel mogelijk over te gaan naar operationele grenzen, maar zover is het nog niet. Beide regio’s vertellen.

F

Door Jolanda Haven

riesland, Zeeland, Noord-Holland Noord, Midden- en WestBrabant, een paar regio’s waar het de normaalste zaak is.: uitrukken volgens operationele grenzen. Welke kazerne het snelst in een bepaald gebied ter plaatse is, wordt gealarmeerd. Logisch. Maar dat geldt niet voor elke regio. Utrecht: ‘Actualisatie dekkingsplannen’ In de regio Utrecht rukken nog niet alle korpsen uit volgens operationele grenzen, maar de regio wil dit wel zo snel mogelijk realiseren. ‘Eind dit jaar willen we de operationele grenzen toepassen, maar voordat het zover is moet er nog het een en ander gebeuren’,aldus projectleider Actualisatie Dekkingsplan Piet van der Vlist. ‘De brandweer zit op dit moment in een grote reorganisatie. Eerst de regionalisering en straks ook het wegvallen van de gemeentegrenzen. Maar we kunnen er niet omheen, het gaat erom dat de burger zo goed en zo snel mogelijk wordt geholpen.’ Onderzoek In 2005 is er onderzoek gedaan naar operationele grenzen. Het advies was dat alle kazernes die meer dan één minuut sneller ter plaatse kunnen zijn, gealarmeerd worden. Dat betekent dus dat het kan gebeuren dat korpsen uit een andere gemeente uitrukken naar een buurgemeente. ‘Vooral in de buitenwijken van de grote steden was dat het geval. Vrijwilligers van sommige posten waren bang dat ze niet meer of veel minder uit hoeven te rukken als er overgegaan wordt naar operationele grenzen. Aan de andere kant kan het ook zo zijn dat door het wegvallen van de gemeentegrenzen bepaalde posten juist vaker uit moeten rukken’, aldus de projectleider.

472

nummer 10 oktober 2010

De meeste regio’s in ons land rukken volgens de operationele grenzen uit. Dat betekent dat korpsen in sommige gevallen uitrukken naar andere gemeentes, als eerste TS of als assistentie. Bij een grote brand hier in Weesp krijgt het korps bijstand van twee andere gemeentes.

Hoewel vijf jaar geleden al onderzoek is gedaan naar operationele grenzen, rukken verschillende posten nog steeds uit volgens gemeentegrenzen. ‘Zodra het advies er ligt en de regio met de gemeentes om tafel wil, komt de regionalisering om de hoek kijken. Als gevolg daarvan is het overgaan van gemeentegrenzen naar operationele grenzen naar de achtergrond gedreven.’ Er is veel tijd en energie in de regionalisering gestoken. Binnenkort zijn zowel alle beroeps als vrijwilligers uit de 29 gemeenten in dienst van de Veiligheidsregio Utrecht. Opkomsttijden kazernes inzichtelijk maken Van der Vlist: ‘Nu de regionalisering zo goed als rond is, pakken we de dekkingsplannen weer op. Op dit moment zijn we druk bezig met de actualisatie van deze plannen. Dat houdt in dat we opkomsttijden van alle kazernes in de regio inzichtelijk maken.’ Net als de regio Drenthe heeft ook Utrecht gebruik gemaakt van het computerprogramma CARE. De uitrukgegevens van alle posten van Sdu Uitgevers


bestuu r en organ isati e

vaarwel

fotografie: FBF.Nl

Drenthe: ‘geautomatiseerde berekening’ Hoewel Hulpverleningsdienst Regio Drenthe officieel niet is geregionaliseerd, wordt er in regio wel gedacht in de geest van de Wet Veiligheidsregio’s. Al jaren rukken de posten in de regio volgens operationele grenzen uit. ‘Het gaat erom dat de burger de snelste hulp krijgt en daarom hebben we de gemeentegrenzen al heel veel jaren geleden losgelaten’, aldus beleidsmedewerker operationele voorbereiding Vincent van de Griendt. ‘Welke post het snelst ter plaatse is, werd tot enkele jaren geleden uitgerekend door onderzoeksbureau SAVE. De gebruikte parameters waren gebaseerd op schattingen.’

'Korpsen moeten zich preparen op nieuwe objecten en dat kost de nodige tijd en inspanning'

de afgelopen twee jaar zijn geautomatiseerd. Daarbij gaat het om serieuze meldingen en geen loze OMS. ‘Met dit systeem zien we al een bepaalde trend ontstaan. In de dagdienst zou het voor kunnen komen dat bepaalde beroepsposten sneller ter plaatse zijn in de buurgemeente waar een vrijwillige post zit’, aldus Van der Vlist. Voordat de regio eind dit jaar overgaat naar operationele grenzen moet er nog een aantal besluiten worden genomen. Van der Vlist: ‘Houden we vast aan de één minuut zoals het advies of gaan we te allen tijde voor de snelste post, ook al is een post binnen de gestelde norm van acht minuten? Zodra we dat helder hebben, weten we ook wat voor gevolgen dit heeft voor de korpsen.’ Brand&Brandweer

Verschuiving grensgebieden Sinds een aantal jaar vindt de berekening nauwkeuriger plaats op basis van geregistreerde uitruktijden en een routeplansysteem. Voor de uitruktijd per post wordt de tijd die de post in 80% van de prio 1 uitrukken realiseert aangehouden. De berekening van de grenzen van de verzorgingsgebieden gebeurt met behulp van de softwareapplicatie CARE. Van de Griendt: ‘De meer nauwkeurige manier van berekenen leidde tot enige verschuivingen in de grensgebieden, wat voor een aantal posten consequenties had. Elke post prepareert zich namelijk op incidenten die kunnen voorkomen in het eigen verzorgingsgebied. Denk aan kwetsbare objecten, zoals een zorgcentrum of een risico object, zoals een fabriek. Brandweerlieden moeten de objecten kennen en de korpsen moeten beschikken over een bereikbaarheidskaart of aanvalsplan.’ Korpsen moesten zich dus prepareren op nieuwe objecten en dat heeft de nodige tijd en inspanning gekost. Maar het kan ook emotionele consequenties hebben als een post het verzorgingsgebied ziet inkrimpen of verschuiven. ‘Bijvoorbeeld een vrijwilliger die niet meer uitrukt naar zijn eigen dorp’, aldus Van de Griendt. ‘Of de consequentie dat een post minder uitrukken krijgt omdat voor een aantal incidenten in het oude verzorgingsgebied nu de buurpost wordt gealarmeerd. Anderzijds is het vaker uitrukken voor de buurpost geen leuke aanvulling op het huidige gebied als het objecten zijn die veel loze ‘automatische meldingen’ kennen.’ Nuancering Sinds de geautomatiseerde berekening is er ook een nuancering aangebracht. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie doordeweeks overdag en de situatie in de avonden, nachten en weekends. Dit betekent dat de operationele grenzen gedurende de dag, afhankelijk van het soort dag en het tijdstip, enigszins kunnen variëren. Het systeem rekent dus uit welke post waar het snelst ter plekke is, het gaat dan om de eerste TS waarmee 90 % van de incidenten wordt afgehandeld. De regio is opgedeeld in enkele duizenden vakken. Per vak berekent CARE welke post als eerste, tweede, derde etc. ter plaatse zal zijn. Hiermee ligt ook de opschaling vast. Van de Griendt: ‘De uitkomsten van de berekening worden automatisch overgezet in het geïntegreerd meldkamersysteem en daarmee in de alarmering. Overigens wordt de berekening tweejaarlijks geactualiseerd op basis van de recent gerealiseerde uitruktijden.’ ■

nummer 10 oktober 2010 473


dubb elINtervi ew

Operationele versus De meeste regio’s rukken inmiddels uit volgens de operationele grenzen. Toch zijn er nog enkele die deze werkwijze nog niet doorgevoerd hebben. Gelderland-Zuid bijvoorbeeld. De regio is er echter wel mee bezig. Brandweer Midden- en West-Brabant heeft de gemeentegrenzen vier jaar geleden losgelaten.

Ceriel Thissen, Adviseur incidentbestrijding Brandweer Midden- en West-Brabant. Wat is de achterliggende gedachte om volgens operationele grenzen uit te rukken? ‘Sinds 2006 rukt de regio Midden- en West-Brabant uit volgens operationele grenzen. Deze werkwijze komt indirect voort uit de samenvoeging van de drie brandweerregio’s die ieder hun eigen alarmeringsmethoden kenden. In de nieuwe regio ontstond al snel behoefte aan een eenduidige werkwijze, waarna het project Kazerne Volgorde Tabel (KVT) is gestart. Eén van de eerste uitgangspunten was dat de burger altijd zo spoedig mogelijk van professionele hulp moet worden voorzien. Gemeentegrenzen mogen hierbij niet leidend zijn. Dit uitgangspunt heeft op zichzelf nooit ter discussie gestaan, toch heeft de uitwerking ervan wel de nodige investering gekost.’ Kunt u een paar voorbeelden noemen? ‘Een aantal gemeenten was al gewend aan de werkwijze van operationele grenzen, maar voor een groot deel van de korpsen was het een nieuw fenomeen. Dat vraagt om een goede begeleiding bij de implementatie. Over de uitkomsten van de nieuwe verzorgingsgebieden hebben we altijd open en helder gecommuniceerd. De uitrukgebieden zijn in kaart gebracht en besproken met de commandanten. Voor enkele situaties leverde het volledig overgaan naar operationele grenzen knelpunten op, die niet binnen het algemene uitgangspunt konden worden opgelost. Vanuit preparatie-oogpunt hebben we bijvoorbeeld gekozen om kleinere industriegebieden niet op te splitsen over twee verschillende korpsen. Het voorbereiden van twee brandweerkorpsen op deze specifieke locaties weegt niet op tegen de tijdswinst die geboekt zou worden. Ook is gekeken naar natuurgebieden waar de inzet van een 4x4 voertuig meer van belang was dan het feit dat een normaal voertuig eerder ter plaatse is maar vervolgens het gebied niet in kan.’ Heeft de invoering van operationele grenzen nadelige gevolgen gehad? ‘Nee, het heeft niet geleid tot het sluiten van kazernes. Voor veel korpsen is een gebied waar ze gewend waren naar uit te rukken, vervangen door een ‘nieuw’ uitrukgebied in de buurgemeente omdat bleek dat zij daar wel als eerste ter plaatse kunnen zijn. Dit heeft voor draagvlak gezorgd onder de brandweerlieden. Dit bleek ook uit de evaluatie die we hebben gehouden in 2008. We hebben toen de KVT geactualiseerd aan de hand van de ervaringen die we in die twee jaar met de operationele grenzen hadden opgedaan. De evaluatie heeft nauwelijks tot echte knelpunten geleid omdat iedereen inmiddels was gewend aan de nieuwe situatie. Dat de operationele grenzen in de regio Midden- en West-Brabant inmiddels volledig zijn geaccepteerd, blijkt ook uit het feit dat brandweerlieden 474

nummer 10 oktober 2010

Sdu Uitgevers


dubbeli ntervi e w

gemeentegrenzen zelf beginnen te vragen of grenzen ook interregionaal kunnen worden meegenomen. Dat is ook één van de belangrijkste aandachtspunten in een volgende evaluatie. Onze brandweerzorg houdt immers niet op bij de grens van de veiligheidsregio. Daarbij is het wel van belang dat de meldkamers onderling vlot kunnen communiceren om de geboekte tijdswinst niet te laten wegvloeien.’

Peter van Ommen, commandant bij de brandweer Tiel & Neder-betuwe. Rukken jullie uit volgens operationele grenzen of gemeentegrenzen? ‘In Gelderland-Zuid, dat bestaat uit achttien gemeenten, rukken we deels uit volgens operationele grenzen. Ik geef leiding aan de projectgroep van zeven mannen en een vrouw die zich bezig houdt met het vraagstuk over de operationele grenzen en gemeentegrenzen. De groepsleden zijn medewerkers van de regionale brandweer en clustercommandanten.’ Waarom zijn jullie deels overgegaan op operationele grenzen? ‘Rond 2000 is een dekkingsplan voor de toenmalige twee regio’s opgesteld. Daarbij zijn de opkomsttijden bepaald. In 2004 waren de dekkingsplannen te oud geworden omdat de brandweerregio’s, Nijmegen en Rivierenland, samen gingen. Het bureau AVD heeft in 2006 een nieuw onderzoek uitgevoerd en in 2008 afgerond. Het bestuur was daar nauw bij betrokken. Ze ging de confrontatie niet uit de weg en stemde vooraf in met het onderzoek, ook als de uitkomsten van het onderzoek niet positief waren. Het regionaal bestuur heeft de ambitie uitgesproken om in 2014 een duidelijke verbeterslag te hebben gemaakt. De uitkomst was overigens dat de opkomsttijd in slechts vijf gemeenten kan worden gerealiseerd.' Wat is met die informatie gedaan? ‘Er is besloten om de gebieden te gaan herindelen op basis van het nieuwe dekkingsplan. Het uitgangspunt was dat wie van de korpsen het snelst bij het incident is, moest uitrukken. Dit moet overigens niet geforceerd zijn en voor twintig jaar zijn dichtgetimmerd. Een operationeel plan moet praktisch en dynamisch blijven. Je moet steeds goed naar de effecten kijken. Om de kazernevolgorde te bepalen, is gewerkt met de praktisch gerealiseerde tijden, want de berekende tijden volgens het dekkingsplan waren al twee jaar oud. We hebben tussen januari 2009 en juli van dit jaar daarom ook de werkelijke tijden vastgesteld. Een vrij lange periode, maar we hadden minimaal twintig uitrukken nodig om een goede uitruktijd te kunnen vaststellen. Wat bleek: voor bijna vijftig procent was de uitkomst nog slechter dan de berekende cijfers.’ Langzamerhand gaan jullie dus toe naar operationele grenzen? ‘Ja. Het team werkt de nieuwe gebieden nu uit en communiceert dit met de clustercommandanten. We hopen dat nog dit jaar af te ronden. Voor de korpsen kunnen de uitkomsten gevoelig zijn; ze moeten soms een deel van hun verzorgingsgebied inleveren. Maar het belang is voor iedereen duidelijk. Het gaat uiteindelijk om de burger. Die is gebaat bij snelle hulp. Ik besef trouwens dat er veel andere ontwikkelingen zijn met betrekking tot de opkomsttijden, zoals de komst van een TS-4 en een afwegingskader voor de opkomsttijden. Maar deze slag kunnen en moeten we nu in ieder geval maken.’ ■ Brand&Brandweer

nummer 10 oktober 2010 475


De oe fen rubri ek

Inzet met hefkussen In het septembernummer van Brand&Brandweer kon u de eerste stappen van de inzet met hefkussen lezen. Deze maand benoemen we de stappen van het heffen van de kussens. De oefenrubriek is gemaakt in samenwerking met oefencentrum Noord BV locatie Wijster. Fotografie: Jolanda Haven, PS-Produkties

1

2

Bij het klaarleggen van alle benodigde spullen voor het heffen, wordt er ook voldoende materiaal klaargelegd voor het onderstoppen van het busje. Dit is nodig om de ruimte die ontstaat tijdens het heffen op te vullen. Mocht een hefkussen onverhoopt lek raken, dan kan het busje niet op het slachtoffer terug vallen.

3

4

De hefkussens worden op druk gebracht door middel van een bedienpaneel. Met dit paneel kunnen de hefkussens afzonderlijk worden bediend. Bij het op druk brengen wordt goed gekeken of de kussens op de juiste plaats zitten en blijven zitten. Wanneer de kussens op druk zijn gebracht, wordt er eerst weer gecontroleerd of alle stabilisatiematerialen nog op de goede plaatsen zitten.

476

De werkdruk wordt ingesteld met een drukregelaar die aangesloten is op een ademluchtcilinder. De linker meter geeft de vuldruk van de ademluchtcilinder aan, de rechter meter geeft de werkdruk voor de hefkussens aan. Op deze foto is te zien dat de werkdruk te hoog is ingesteld en moet worden bijgesteld. De maximale werkdruk is namelijk 8 Bar.

nummer 10 oktober 2010

Controle van stabilisatiemateriaal. Tijdens de controlemomenten wordt het heffen even gestaakt. Wanneer alles veilig is kan het heffen hervat worden. Duidelijke communicatie is erg belangrijk.

Sdu Uitgevers


De oefen r ubri ek

5

Wanneer er voldoende ruimte is ontstaan door het heffen, wordt de ontstane ruimte opgevuld met stophout.

6

Op deze foto is te zien dat de beide hefkussens hun werk doen. Er is ruimte ontstaan tussen het gekantelde busje en het slachtoffer. In overleg met ambulancepersoneel zal er worden bekeken of er voldoende ruimte is om het slachtoffer veilig onder het busje vandaan te halen.

7

Er is voldoende ruimte ontstaan om het slachtoffer te verplaatsen. Het slachtoffer wordt gerust gesteld en op de hoogte gehouden van de dingen die gebeuren en gaan gebeuren. In dit geval wordt het slachtoffer op een redplank verplaatst en daarna overgebracht naar een ziekenhuis. Na het commando inpakken worden alle gebruikte materialen weer schoon afgeleverd bij de pompbediener. Bij het drukloos maken van de hefkussens moet eerst het stophout worden verwijderd. Dus een omgekeerde werkwijze. De hefkussens moeten gecontroleerd worden op eventuele beschadigingen door bijvoorbeeld scherpe steentjes. Wanneer er schade aan de kussens is ontstaan, dan moeten ze gerepareerd en herkeurd worden.

Brand&Brandweer

nummer 10 oktober 2010 477


Houd brand eenvoudig in de hand!

Elke seconde telt als er brand uitbreekt. Een gegarandeerd brandwerende oplossing is dus noodzaak. Zeker bij holle wanden en plafonds met elektradozen. Plaatsen waar elke kier kan zorgen voor brandoverslag naar andere ruimtes. ABB presenteert met de brandwerende hollewand- en centraaldozen de eenvoudigste oplossing om dit te voorkomen. Deze contactdozen zijn 30, 60 of 120 minuten brandwerend, dankzij het ge誰ntegreerde brandwerend materiaal dat expandeert zodra het te heet wordt. Zo houdt u brand eenvoudig in de hand. De brandwerende dozen zijn getest door Efectis en zijn onderdeel van het FlameBlockerSystem van ABB, Gerco en Knauf. Meer informatie vindt u op www.flameblockersystem.nl.

ABB b.v. Low Voltage Products Tel: +31 (0)318 66 92 26 Fax: +31 (0)318 69 01 44 E-mail: info.lowvoltageproducts@nl.abb.com


Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026) 355 24 55 F (026) 351 50 51 E info@nvbr.nl www.nvbr.nl

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Om de fysieke veiligheid van onze samenleving te vergroten, wil de NVBR de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met alle partners in veiligheid.

DMO-functie in C2000-apparatuur aangepakt C2000 is in de afgelopen periode weer veel in de publiciteit geweest. De NVBR neemt afstand van de stelling van de vakorganisaties dat er sprake zou zijn van een gevaarlijke situatie voor brandweermensen. In alle regio’s zijn tijdelijke oplossingen voor de DMO-problemen voorhanden, variërend van instructies voor een ander gebruik van de portofoons tot bijvoorbeeld het tijdelijk in stand houden van analoge communicatiefrequenties. De veiligheid van brandweermensen en burgers staat hierbij uiteraard voorop. De problemen met de DMO-functie binnen de C2000-apparatuur van de brandweer worden voortvarend en structureel aangepakt. In maart 2009 heeft de NVBR een ‘quick scan’ opgeleverd, die de problemen met DMO bij 16 van de 25 regio’s heeft geïnventariseerd. Op basis van deze informatie heeft de NVBR het ministerie van BZK verzocht om nader onderzoek naar de oorzaken en mogelijke oplossingen van de problemen. Dit onderzoek is door M&I/ Partners uitgevoerd en is aan de NVBR gepresenteerd. De RRC heeft de rapporten en de consequenties daarvan nog voor de zomer besproken. De NVBR heeft actief bijgedragen aan het onderzoek en de lange termijn acties worden nu gepland. Er is een brede klankbordgroep gevormd, met mensen vanuit ­verschillende NVBR-groepen: de NVBR-netwerken ‘Meldkamer­ domein’, ‘Informatiemanagement’, ‘Repressie’, ‘Materieel & verwerving’, de Adviesraad van de NVBR en de vorig jaar opgerichte ‘Gebruikersgroep C2000’. Deze groepen leveren ook op andere C2000-onderwerpen een bijdrage namens de NVBR. Zo is er een vertegenwoordiging van de

Informatie over leidraad conversie rangen In navolging op het Besluit personeel veiligheidsregio’s wordt brandweerpersoneel voortaan aangesteld in een functie en niet meer in een rang. Ook wordt het aantal rangen teruggebracht van vijftien naar zeven: brandwacht, hoofdbrandwacht, brandmeester, hoofdbrandmeester, commandeur, adjunct-hoofdcommandeur en hoofdcommandeur.

Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR

brandweer in het klantenpanel van de landelijke aanbesteding randapparatuur, LARA vanuit de Gebruikersgroep C2000 en het Netwerk Materieel & Verwerving en is het Netwerk Meldkamerdomein vertegenwoordigd in de multidisciplinaire Adviescommissie C2000 en in de Commissie voor de Landelijke Kader Fleetmap. Voor afstemming op het operationele niveau kent de NVBR de Gebruikersgroep C2000 met voorzitter Peter Woestenberg. Op tactisch niveau is dat het Netwerk Meldkamerdomein, met Bart van Rosmalen als voorzitter, en op strategisch niveau vindt de afstemming plaats in de PRIM en de RRC door portefeuillehouder Informatiemanagement Johan Postma.

De RRC is akkoord gegaan met de leidraad conversie rangen, die gebruikt kan worden bij het aanstellen van medewerkers in één van de functies en het bepalen van de bijbehorende rang. ‘De functies die in het Besluit zijn genoemd, zijn geen functies in rechtspositionele zin. Het zijn in feite takenpakketten. Gemeenten maken lokaal hun eigen functiebeschrijvingen voor brandweerpersoneel’, aldus Paul Joosten namens de Raad van Regionaal Commandanten. Op de internetsite www.nvbr.nl staat meer informatie over rangen. nummer 10 oktober 2010 479


i-DBK gestart met nieuwe projectleider Per 1 september heeft de NVBR de invoering van de digitale bereikbaarheidskaart (i-DBK) gestart. Projectleider Arend de Jong trekt de kar van dit omvangrijke project. Het is de bedoeling dat de DBK in twee jaar tijd zowel landelijk als regionaal geïmplementeerd wordt. Op 16 september, tijdens het i-DBK congres, presenteerde Arend zichzelf en presenteerde hij het plan van aanpak. De aanwezigen werden in de gelegenheid gesteld hierop te reageren.

‘De DBK biedt veel voordelen. Het systeem biedt het brandweerpersoneel de mogelijkheid om bij de uitruk naar incidenten met één druk op de knop alle belangrijke informatie beschikbaar te hebben. Deze informatie komt zowel beschikbaar in de brandweerwagens, op de kazernes als in de meldkamers. Doordat de gegevens uit verschillende bronnen worden gehaald, zijn ze betrouwbaar, up-to-date en actueel’, aldus Arend de Jong. ‘De invoering van de DBK is omvangrijk en zal niet vanzelf

‘Waterongevallenbeheersing is brandweertaak’ De Raad van Regionale Commandanten, de RRC, heeft in de bijeenkomst van september de visie op ‘Wateronge­vallen­be­heersing brandweer 2010-2014’ vastgesteld. In deze visie ligt de nadruk op het realiseren van meer veiligheid voor burgers en brandweermensen. De visie is het eindproduct van de herbezinning op het brandweerduiken en de waterongevallenbestrijding in het algemeen en is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het Veiligheidsberaad en het College van Arbeidszaken van de VNG. De NVBR kwam tot de herbezinning op het brandweerduiken nadat de laatste jaren de brandweer werd geconfronteerd met een aantal ernstige duikongevallen. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, de Arbeidsinspectie en de Onderzoeksraad voor Veiligheid hebben naar aanleiding hiervan diverse onderzoeken uitgevoerd. Deze hebben onder andere geleid tot een set van 38 ‘urgente maatregelen’ waarmee de brandweerkorpsen vanaf 2008 aan de slag zijn gegaan om de veiligheid van het brandweerduiken te verbeteren. Een fors aantal maatregelen is inmiddels gerealiseerd. Bij de herbezinning stond de vraag of de brandweer een taak heeft bij ‘natte’ risico’s centraal. Geconcludeerd wordt dat de brandweer zich vanuit wettelijk en maatschappelijk oogpunt blijvend verantwoordelijk acht voor de uitvoering van ‘natte’ reddings- en hulpverleningstaken. De duiktaak staat momenteel dus niet ter discussie. Wel wordt een risicobenadering geïntroduceerd, waarbij transparant met het bestuur de discussie wordt gevoerd over de mate van taakinvulling in relatie tot het risicoprofiel binnen het verzorgingsgebied. Dit leidt tot vragen als ‘wat doen we preventief en wat repressief, waar passen we de grijpredding, oppervlakteredding en het reddingsduiken toe en met welk ambitieniveau?’ Tegelijkertijd wordt door middel van invoering van de ‘urgente maatregelen’, maar ook het vakbekwaamheids- en veiligheidsbeleid, ingezet op meer veiligheid bij de repressieve taken bij waterongevallen. De Visie op Waterongevallenbeheersing gaat vergezeld van een marsroute, waarin concreet wordt gemaakt welke stappen de komende jaren nodig zijn voor de invoering van de visie. In het najaar van 2010 zal de visie ter besluitvorming worden voorgelegd aan bestuurders, verenigd in het Veiligheidsberaad, waarna deze beschikbaar komt voor alle veiligheidsregio’s.

480

Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR

gaan. Ik zie er naar uit om daar de komende twee jaar samen met de regio’s een succes van te maken. Ons doel is het leveren van maatwerk in goede samenwerking met de regio’s.’

Brandweeradvies tunnels zorgvuldig Tunnelveiligheid: een onderwerp dat afgelopen maand in de media verscheen. Het had betrekking op vertraging van tunnelprojecten, de oorzaken hiervan en de rol van brandweeradviseurs daarbij. Naar aanleiding van deze berichten heeft de NVBR de rol van de brandweer aan de media en aan leden van de Tweede Kamer nader toegelicht. In het dichtbevolkte Nederland wordt steeds vaker gekozen voor tunnels en ondergronds bouwen, waardoor tunnelveiligheid een steeds belangrijker thema wordt. De brandweer is adviseur van het bevoegd gezag (meestal het College van B&W) bij veiligheidsvraagstukken. Voor tunnelprojecten is die adviestaak wettelijk vastgelegd. ‘De wet- en regelgeving op tunnelgebied bepaalt dat elke tunnel moet zijn uitgerust met een basispakket veiligheidsvoorzieningen’, aldus NVBR-bestuurslid en portefeuillehouder Risicobeheersing Elie van Strien. ‘Dit pakket voorziet in een basisniveau van veiligheid voor weggebruikers en hulpverleners. De eventuele noodzaak van extra veiligheidsvoorzieningen wordt beoordeeld op basis van risicoanalyses.’ De brandweer kijkt daarbij vooral of mensen wel op tijd kunnen vluchten en of de hulpdiensten wel adequaat kunnen optreden. Als er een reële kans bestaat dat mensen niet tijdig kunnen vluchten of de brandweer niet goed bij de brand kan komen, worden er aanvullende maatregelen geadviseerd. ‘Het gaat hier dus nadrukkelijk niet om allerlei vergezochte scenario’s met een minimale kans dat het zich voordoet. Of die maatregelen vervolgens worden overgenomen, is een bestuurlijke keuze. De hulpdiensten adviseren over veiligheid, het bevoegd gezag besluit over de aanvaardbaarheid´, aldus bestuurslid Van Strien.

Sdu Uitgevers


Kennis van brandweer wereldwijd ingezet Sinds 2005 levert de Nederlandse Brandweer (NVBR) met haar expertise een belangrijke bijdrage aan het BOT-mi. Deze beleidsondersteuningsorganisatie adviseert de AGS-/GAGS-en binnen de brandweer en de ambtenaren van openbare orde en veiligheid (AOV) bij ongevallen met gevaarlijke stoffen en milieu-incidenten. De NVBR toetst of de adviezen vanuit het BOT-mi in Nederland praktisch haalbaar zijn. Maar daarbij blijft het niet. Back-office voor missies De kennis (en vaardigheden) van het BOT-mi komt namelijk niet alleen binnen Nederland van pas. In geval van grote rampen en crises, zelfs wereldwijd, die onmiddellijk ingrijpen vereisen – of bij dreiging hiervan – kan door de Verenigde Naties en via het ministerie van Buitenlandse Zaken een verzoek om assistentie worden ingediend bij het ministerie van VROM CM (crisismanagement). Via verschillende kanalen kan een beroep worden gedaan op de experts uit het BOT-mi. Zij fungeren als back-office voor diverse buitenlandse missies, zoals in de grote tankbrand in Bonaire, de grootschalige overstroming in Pakistan en de problemen met pesticiden in de Oekraïne. Zo hebben de experts bijvoorbeeld in Bonaire met een tijdige ingreep op de gekozen brandbestrijdingswijze, voorkomen dat de brand naar andere tanks kon overslaan en daarmee ook een grotere schade aan het milieu voorkomen.

Opleiding, training en uitzending De brandweerexperts die een bijdrage leveren aan het BOT-mi hebben deelgenomen aan de ‘Technical Expert Course’, gefaciliteerd door het LOCC, en kunnen daardoor naar het buitenland worden uitgezonden. Dit zijn vaak technisch experts/specialisten bijvoorbeeld op het gebied van watervervuiling, gevaarlijke stoffen, infrastructuur, milieu, logistiek en bouwkunde. Meer informatie over de Technical Expert Course (TEC) van de Europese Unie, zie de website: http://ec.europa.eu/echo/civil_protection/civil/ prote/mechanism.htm

Project Leeragentschap: leren in de frontlinie

Het Project Leeragentschap begint vruchten af te werpen. Het project is opgezet in het kader van het programma ‘Verbeteren lerend vermogen brandweer’. Het leeragentschap wordt momenteel omgezet in leerarena’s. Dat zijn omgevingen waarin leerprocessen geïnitieerd en gecoördineerd worden. Eind 2008 ontstond binnen de NVBR de wens om meer aandacht te besteden aan het terugdringen van ongevallen met eigen personeel. De doelstelling zoals deze in mei 2009 bepaald werd in de opdrachtverstrekking door de RRC luidde: terugdringen ongevallen eigen personeel. Gedurende de uitvoering van het project blijkt echter dat de doelstelling al snel breder gaat: ‘Verbeteren lerend vermogen brandweer’. Dit raakt de organisatie en cultuur van de brandweer. Directe aanleiding waren ongevallen met

dodelijke afloop bij het brandweerduiken en de loodsbrand in Tynaarlo (De Punt). Na inventarisatie en analyse werd een aantal nauw gelieerde en soms reeds lopende deelprojecten geformuleerd en ondergebracht in één programma ‘Verbeteren lerend vermogen brandweer’. In 2008 is in iedere regio minimaal één leeragent aangesteld en het landelijke netwerk gestart. Ook zijn in de regio’s allerlei initiatieven ontplooid, zoals de ‘pilots’ Lerend Vermogen in Drenthe, de samenwerking met de Universiteit Twente, de leeractiviteiten in Amsterdam-Amstelland en de organisatorische inbedding van Lerend Vermogen in Limburg-Noord. Hulpverleningsdienst Groningen deelde de lessen van De Punt tot op ‘postniveau’ in de eigen regio. Landelijk is ook op het gebied van scholing veel vooruitgang geboekt. Een van de grootste successen, volgens NVBR-boegbeeld Albert-Jan van Maren, commandant van de brandweer Rijn-IJssel, is de vorming van een netwerk door de pioniers uit verschillende regio’s. ‘Zij

Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR

hebben elkaar echt gevonden. Het opbouwen van een netwerk in de eigen regio heeft voor de leeragenten veel voeten in de aarde, maar lijkt succesvol te worden.’ Leerarena’s Momenteel worden de leeragentschappen omgevormd tot leerarena’s; deze term past beter bij onze ambities: ‘De leeragenten zijn de aanjagers en stimulatoren die zich buigen over de vraag: hoe krijg je mensen zo ver dat ze willen leren? De leerarena’s zijn hiervan een doorvertaling. Een leerarena is een ontmoetingsplek voor het proces van leren. Leerarena’s ontstaan op landelijk en op regionaal niveau.’ Van Maren zou graag zien dat aan het einde van het project de aandacht op lerend vermogen gevestigd blijft. ‘Het is daarom van belang te zorgen dat het lerend vermogen een vast onderdeel wordt binnen de brandweerorganisatie.’ Voor meer informatie Huib Fransen (NVBR): h.fransen@nvbr.nl, tel (026) 355 24 01 (b.g.g. 355 23 03).

nummer 10 oktober 2010 481


NVBR Tussenbericht gepubliceerd De NVBR informeert haar leden jaarlijks via een zogenaamd Tussenbericht. Het Tussenbericht vermeldt de geboekte resultaten en activiteiten van de NVBR. In lijn met de Meerjarenbegroting 2011-2014 is het Tussenbericht dit jaar thematisch opgebouwd. Aan de hand van de thema’s Besturing en leiderschap, (Brand)veilige samenleving, Lerende organisatie en Optimale bedrijfsvoering worden projecten en dossiers - waaraan door de NVBR in de eerste helft van 2010 is gewerkt - nader toegelicht. Tevens schetst het Tussenbericht de resultaten die de NVBR geboekt heeft in het kader van haar platformfunctie en in haar rol als dienstverlener aan de brandweer. Het Tussenbericht is op het NVBRjaarcongres uitgegeven en in digitale vorm te downloaden op www.nvbr.nl. Boek innovaties 2009 en 2010 De NVBR heeft een boek gemaakt waarin brandweermensen aan het woord komen die in 2009 en 2010 brandweerinnovaties hebben ingezonden voor de Jan van der Heydenprijs. Deze praktische bundeling van brandweerinnovaties in Nederland krijgt jaarlijks een vervolg. Voorzitter van de projectgroep Innovatie Moed, Gerard van Klaveren: ‘Met dit boekje delen we kennis met elkaar en kunnen we van elkaar leren. We mogen het behoudende beeld dan van ons hebben afgeschud, het kan geen kwaad de voortdurende vernieuwing binnen onze organisatie geregeld voor het voetlicht te brengen. Met deze uitgave vereeuwigen we deze ideeën en hopen we te bewerkstelligen dat met een flink aantal ideeën daadwerkelijk iets wordt gedaan. Iets waar ik alle vertrouwen in heb.' Folder BHV Ook is een folder gemaakt over BHV voor VMBO, de winnaar van de Jan van der Heydenprijs 2009. Deze folder is te downloaden via de www.nvbr.nl. NVBR Jaarverslag beschikbaar Het jaar 2009 was bijzonder. Er zijn veel dingen om bij stil te staan, maar dit jaarverslag wordt gewijd aan de ‘Strategische Reis’ van de brandweer. ‘Wij hebben dit project met toekomstverkenningen inmiddels afgesloten en kunnen nu samen met onze partners in fysieke veiligheid verder op reis’, zo stelt de NVBR. ‘Je kunt er een boek over schrijven, en dat hebben we dan ook gedaan.’ De digitale versie van het jaarverslag vindt u op www.nvbr.nl.

482

Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR

Aanpak agressie tegen brandweerpersoneel Elke regio zou een aanspreekpunt moeten krijgen voor agressie tegen brandweerpersoneel, bij voorkeur zou dat een P&O of ARBO-adviseur moeten zijn. Daarnaast wordt gekeken of het mogelijk is medewerkers meer en beter voor te lichten en te trainen in het herkennen van en omgaan met agressie en geweld op straat. Bovendien zal dit thema met regelmaat op de agenda van de Raad van Regionaal Commandanten terugkeren. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het overleg van de RRC in september, waarin speciale aandacht was voor de aanpak van agressie en geweld tegen brandweerpersoneel in het kader van het project ‘Veilige Publieke Taak' van het ministerie van BZK. De Raad heeft zich uitvoerig laten informeren over de lopende activiteiten binnen dit project en over de middelen en instrumenten die beschikbaar zijn. De aanleiding, doelstelling en resultaten van het project Veilige Publieke Taak werd nog eens helder neergezet. De projectleider Helpdesk Veilige Publieke Taak gaf concrete informatie aan de regionaal commandanten over een pakket aan maatregelen en ondersteuning, onder andere bij het doen van aangifte en het verhalen van de schade op de daders. De overzichtelijke internetsite www.helpdeskvpt.nl biedt meer informatie. Het thema werd afgesloten met een discussie over wat de brandweerbranche gezamenlijk kan, wil en moet doen om agressie tegen eigen medewerkers verder aan te pakken.

Agenda 7 oktober vergadering Programmaraad Brandweerzorg Vergadering Programmaraad Informatiemanagement Vergadering Programmaraad Management & Bedrijfsvoering 11 oktober Vergadering Coördinatiegroep Kwaliteitszorg Vergadering IBDB 13 oktober Vergadering kernteam Finance & Control 21 oktober Vergadering netwerk Informatiemanagement 26 oktober Vergadering Kerngroep Meldkamerdomein 27 oktober Vergadering Netwerk Repressie 2 november Vergadering Agendacommissie LOBO 3 november Vergadering BVIM

Sdu Uitgevers


de week van

Hoe ziet de werkweek van een bevelvoerder eruit? Of van een brandwacht eerste klas? En een commandant van een kleine of grote gemeente? Hoe ziet zijn agenda er uit en welke taken horen bij zijn of haar werk? Enig idee wat een instructeur of hoofd preparatie doet? De week van… is een rubriek die u meeneemt in het leven van een brandweerman of -vrouw.

Naam: Lon Langenkamp Leeftijd: 22 jaar Functie: beroeps brandwacht eerste klas met als specialisme duiken Sinds: 2006

fotografie: Le Giesen

Hondje Beppie gered

Lon Langenkamp is beroepsbrandwacht eerste klas en duiker bij brandweer Venlo. Een taak die veel tijd en inzet vergt maar volgens Langenkamp zeker uitdagend en verrassend is. Een functie die altijd in 24-uurs diensten wordt uitgevoerd. Van 30 augustus tot en met 5 september geldt het vakantierooster nog, waardoor Langenkamp die week vier 24-uurs diensten draait. Iedere werkdag begint voor Langenkamp om 8.00 uur met het appèl. Tijdens het appèl wordt besproken wat de dag ervoor is gebeurd en of er nog belangrijk nieuws is. ‘Na het appèl voeren we de voertuigcontrole uit en maken wij als duikers onze spullen klaar voor een mogelijke uitruk. Op maandagochtend waren er geen uitrukken en hebben wij met de duikploeg een zwembadtraining afgewerkt. Deze keer hebben we de noodprocedure geoefend. Eigenlijk was maandag een heel kort dagje, want om 14.00 uur had ik verlof.’ Dinsdagochtend omstreeks half 11 krijgt het korps de melding dat er een aanvaring op de Maas is waarbij meerdere drenkelingen zijn. Langenkamp heeft op dat moment dienst en moet als duiker direct in actie komen. ‘Toen we aan kwamen rijden bij de Maas kregen we via de meldkamer te horen dat we aan de Venlose kant van de Maas moesten zijn. Eenmaal aan deze kant van de Maas aangekomen duwde het vrachtschip dat bij de aanvaring te hulp schoot, de omgeslagen boot naar de Venlose walkant om bij het incident te kunnen komen.’ De twee drenkelingen hielden zich toen nog steeds vast aan de boot. Als beide personen weer veilig op de wal staan wordt al snel duidelijk dat hondje Beppie nog wel aan boord is. ‘Als eerste duiker ben ik toen direct onder de boot naar Beppie gaan zoeken, maar veel kon ik niet zien omdat het zicht onder water zeer slecht was. Het vrachtschip heeft me toen geassisteerd door met hun kraan een strop aan de kikker van de plezierboot vast te maken en de boot iets te kantelen. Toen kwam het raampje van de boot boven water en zag ik dat het hondje in de boot opgesloten zat. Hij had mazzel dat hij nog in een luchtbel zat, waardoor ik hem door het ruitje heen levend uit de boot kon halen.’ Nadat beide personen door de ambulance en het hondje door de dierenambulance waren behandeld konden Langenkamp en zijn collega’s weer terug naar de kazerne. Brand&Brandweer

Lon Langenkamp redt hondje Beppie

Donderdagochtend kreeg het brandweerkorps in eerste instantie de opdracht enkele bomen om te zagen, maar door een communicatiefout van de opdrachtgever wist eigenlijk niemand welke bomen precies omgezaagd moesten worden. ‘Daarom kwam’s ochtends tijd vrij om aan de Maasboulevard te kijken naar alle nieuwe bouwplannen die daar uitgevoerd worden. We hebben goed gekeken naar wat er precies op welke plaats gebouwd wordt en hoe voor ons de aanrijroutes in dat gebied gaan lopen. Om ongeveer twaalf uur waren we weer terug op de kazerne en hebben we met de hele ploeg een hapje gegeten.’ Donderdagmiddag zijn er geen inzetten en sport het team zoals op elke donderdagmiddag twee uren. De week eindigt met een uitzonderlijke drukte voor de Venlose brandweer. Zaterdagmiddag moet Langenkamp uitrukken voor een verkeersongeval, maar eigenlijk begint de drukte pas tegen de avond. ‘De nacht van zaterdag op zondag was echt uitzonderlijk druk. Allereerst kregen we het verzoek van de ambulance om tilassistentie te verlenen voor een zwaarlijvige patiënt. Daarna was er een dodelijk ongeval op de A67, waarbij ik na het sporenonderzoek de weg moest schoonspuiten. Dan ben je net weer terug op de kazerne en dan is er nog een verkeersongeval waarbij een man buiten kennis raakte nadat hij een verkeersbord had aangereden. Deze nacht eindigde met een melding van een buitenbrand waarbij enkele coniferen geblust moesten worden. Al met al heb ik deze nacht misschien twee uren geslapen, dus een kort en hectisch nachtje was het zeker.’ ■

nummer 10 oktober 2010 483


I n gezon d en

Nieuw stelsel brengt verbeterde kwaliteit brandweerpersoneel Kwaliteitsverbetering is een continu proces. Ook de Nederlandse brandweer doet er alles aan om haar kwaliteitsniveau te optimaliseren. Om dit doel te realiseren wordt sinds 2005 met de projecten Kwaliteit Brandweer­ personeel (KBP) en Implementatie en communicatie KBP hard gewerkt aan de ­ontwikkeling en invoering van een nieuw kwaliteitstelsel. Een functiegericht stelsel dat zich richt op het vakbekwaam worden én vakbekwaam blijven van de Nederlandse brandweer in overheidsdienst. Dit nieuwe kwaliteitsstelsel vindt zijn wettelijke verankering in de Wet veiligheidsregio’s, het Besluit personeel veiligheidsregio’s en de Regeling personeel veiligheidsregio’s. Op 1 oktober 2010 treden deze in werking.

Door Mariëlle van der Wijngaard,

D

Voorbeelden uit de praktijk Afhankelijk van de aanstelling en de functie, onderneemt de afdeling P&O acties. Er zijn vier denkbare situaties die elk om een andere actie vragen. Situatie 1: De brandweerfunctionaris is in een functie aangesteld. Er verandert niets aan de aanstelling. De werkgever past de opleidingseisen in de functiebeschrijvingen, indien van toepassing, aan aan die van het Besluit. Situatie 2: De brandweerfunctionaris is in een rang aangesteld. De functionaris wordt aangesteld in een functie. In het Besluit staan veel voorbeeldfuncties genoemd. Daar kan echter van worden afgeweken voor plaatselijk maatwerk. Situatie 3: De brandweerfunctionaris beschikt (nog) niet over de juiste diploma’s om een brandweerfunctie uit te oefenen. De functionaris kan dan nog niet in een operationele functie worden aangesteld. Uitzondering is dat bij de functie manschap A er al wel uitgerukt mag worden voor branden als de kerntaak brandbestrijding met succes is afgesloten. Voor de beheersmatige functies bekijken werkgever en functionaris welke taken in afwachting van het behalen van het diploma als aspirant uitgevoerd kunnen worden. Situatie 4: De brandweerfunctionaris is in een rang aangesteld, waarbij een taakbeschrijving hoort die niet aansluit bij de takenpakketten uit het besluit. Hiervoor geldt hetzelfde als in de derde situatie. Het enige verschil is dat op het moment dat de juiste diploma’s zijn behaald, de functionaris wordt aangesteld in de functie van … (hier wordt het takenpakket uit het besluit genoemd).

projectorganisatie Implementatie en communicatie KBP

e Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het stellen van landelijke kaders ten aanzien van de kwaliteit van het brandweerpersoneel in Nederland. In het project KBP wordt sinds 2005 intensief samengewerkt met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampen­ bestrijding (NVBR), het Nederlands bureau brandweerexamens (Nbbe) en het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (NIFV) om de kwaliteit van het Nederlands brandweeronderwijs te verbeteren en te borgen. Gedeelde verantwoordelijkheid Voor opdrachtgevers Caroline van den Brekel (VNG) en Paul Joosten (NVBR) is de kwaliteit van het brandweerpersoneel en de aangeboden brandweeropleidingen van groot belang. Volgens Van den Brekel is het voor ieder gemeentebestuur belangrijk dat

484

nummer 10 oktober 2010

personeel goed is opgeleid en geoefend. ‘In dit project hebben we dan ook een grote stap voorwaarts gemaakt met de inhoudelijke kwaliteit van de opleidingen’, vult Joosten aan. ‘We leiden immers op voor de praktijk, niet voor het examen.’ Functies uit het besluit Het project KBP leidt tot invoering van een nieuw kwaliteitstelsel voor brandweerpersoneel in overheidsdienst, dat gericht is op behoud van vrijwilligheid. Aan de vrijwilligers worden dezelfde eisen gesteld als aan het beroepspersoneel. Joosten: ‘De 32 functies die in het Besluit zijn genoemd, zijn geen functies in rechtspositionele zin. Het zijn in feite takenpakketten waarvoor verschillende opleidingen, competenties en vaardigheden nodig zijn.’ Volgens Van den Brekel maken gemeenten lokaal hun eigen functiebeschrijvingen voor het brandweerpersoneel. ‘Dit blijft ook zo na 1 oktober 2010. De inwerkingtreding van het besluit verplicht gemeenten dus niet om lokaal een functiewaarderingsSdu Uitgevers


I ngezo n den

In het project Implementatie en Communicatie KBP wordt in opdracht van de VNG en NVBR gewerkt aan de landelijke invoering van een nieuw, functiegericht kwaliteitstelsel voor brandweerpersoneel. Dit project ondersteunt tot eind 2010 alle brandweer- en veiligheidsregio’s bij de implementatie van het nieuwe stelsel. • De invoering van het kwaliteitstelsel resulteert in een aantal nieuwe rollen en functies, die in de leerorganisatie samenwerken. • De consequentie van het functiegerichte kwaliteitstelsel is dat onderwijs via een duaal stelsel met werkend leren wordt aangeboden. • Vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven voor het brandweervak maken beide deel uit van invoering van het nieuwe kwaliteitstelsel.

systeem in te voeren of het bestaande systeem aan te passen. Wel is het verstandig om in de lokale functiebeschrijvingen aan te sluiten bij taken zoals die worden beschreven in het besluit.’ Welke acties zijn nodig? Het verschilt per gemeente of personeel is aangesteld in een rang of in een functie. Welke acties zijn hiervoor nodig? Voor de korpsen waar het personeel al is aangesteld in een functie, verandert er niets aan de aanstelling. Wel moeten deze korpsen kijken of de lokale functiebeschrijvingen aanpassingen behoeven, bijvoorbeeld met de nieuwe opleidingseisen. De takenpakketten zijn namelijk gekoppeld aan wettelijke vakbekwaamheidseisen. De korpsen die op dit moment hun personeel aanstellen in een rang, moeten een nieuw aanstellingsbesluit nemen en hun personeel aanstellen in een functie gelijk aan één of meerdere takenpakketten. Vakbekwaam worden én blijven Het nieuwe kwaliteitstelsel richt zich zowel op het vakbekwaam worden als op het vakbekwaam blijven en vindt zijn wettelijke verankering in de Wet veiligheidsregio’s, het Besluit personeel veiligheidsregio’s en de Regeling personeel veiligheidsregio’s. Van den Brekel: ‘Vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven is een verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur. Juist in onze verantwoordelijkheid naar de burger toe is dit van groot belang.’ Kerntaken, competenties en beoordelingscriteria zijn in de regeling voor iedere brandweerfunctie beschreven. Deze vormen de uitgangspunten voor het bekwaam worden én blijven. ‘Ook voor bestuurders biedt het betere handvatten en meer duidelijkheid.’ Opleiden voor de praktijk Kenmerkend voor het stelsel is dat het opleiden, examineren, oefenen en bijscholen geen losse onderdelen zijn, maar één geheel vormen. Alle medewerkers van de brandweer worden dus voortaan opgeleid, geoefend en bijgeschoold voor de functie die zij daadwerkelijk uitoefenen. De praktijk is het uitgangspunt. Voor de 32 functies voor de brandweer in overheidsdienst zijn kwalificatiedossiers opgesteld (voor een uitgebreide omschrijving zie www.infopuntveiligheid.nl). De verandering heeft de grootste impact op de vorm van het leren (werkend leren in een duaal stelsel) en daarmee op alle medewerkers die in het leren een rol vervullen. Brand&Brandweer

‘Het project KBP leidt tot invoering van een nieuw kwaliteitsstelsel voor brandweerpersoneel in overheidsdienst, dat gericht is op behoud van vrijwilligheid.’

De stelselwijziging heeft consequenties voor de regionale organisatie, voor het gemeentelijke/lokale korps en voor het (boven) regionale opleidingsinstituut (ROI). Korps en opleidingsinstituut worden anders dan voorheen nadrukkelijk partner in het leerproces, waarin de cursist centraal staat. Volgens Joosten is het een goede ontwikkeling dat het veld in dit proces een grotere rol toebedeeld heeft gekregen in het ontwikkelen van nieuwe opleidingen en examens. ‘Eén van de gevolgen hiervan is dat we veel meer praktijk terugzien in de opleidingen. De kloof tussen opleiding en praktijk is daardoor kleiner. Door duaal leren tijdens oefenavonden worden opleiding en praktijk in korpsen veel dichter bij elkaar gebracht.’ Maar ook op het gebied van examinering zijn grote stappen genomen. ‘De examens sluiten veel beter aan bij de beleving van de cursisten. Dus ook meer praktijkgericht.’ Succesvolle eindfase project Caroline van den Brekel en Paul Joosten, gezamenlijke opdrachtgevers voor het project, kijken met tevredenheid terug op hetgeen is gerealiseerd in de afgelopen jaren. Joosten: ‘De aanvankelijke terughoudendheid is inmiddels omgebogen tot enthousiasme. Iedereen is nu blij met de kwaliteit en inhoud van de opleidingen.’ Beide opdrachtgevers realiseren zich dat het nog even kan duren voordat het nieuwe stelsel in alle regio’s is geïmplementeerd. In de laatste fase – tot 1 januari 2011 – wordt de projectorganisatie dan ook nog volledig ingezet om de regio’s te ondersteunen bij de invoering. ‘Een belangrijke stap is gezet nu. Voor de borging van het stelsel is een onderwijsraad ingesteld, de BOR. Ook heeft de NVBR voor de verdere ontwikkeling het project lerend vermogen opgestart.’ ■ Meer informatie · Website Infopuntveiligheid: www.infopuntveiligheid.nl · Gezamenlijk dossier kwaliteit brandweerpersoneel: www.bkbp.nl · De ledenbrief vindt u op: http://www.vng.nl/eCache/DEF/1/00/450.html

nummer 10 oktober 2010 485


competenti es

Nieuwe lesmethode voor ploegbijscholing brandbestrijding

fotografie: nIFV

De Brandweeracademie van het NIFV heeft een nieuwe lesmethode, de Ploegbijscholing Brandbestrijding, ontwikkeld. Deze is bedoeld om zittende manschappen en bevelvoerders bij te scholen met nieuwe kennis en vaardigheden op het gebied van brandbestrijding. In deze nieuwe lesmethode komen veel nieuwe ontwikkelingen, zoals onder andere het RSTV-model, brandgaskoeling, nieuwe straalpijpvoeringstechnieken en repressieve ventilatie, aan bod.

De nieuwe lesmethode is bedoeld om manschappen en bevelvoerders bij te scholen met nieuwe kennis en vaardigheden.

H

Door Jildou Visser

et vakgebied van de tactische binnenbrandbestrijding is de laatste jaren volop in beweging. Zo wordt er in Nederland steeds vaker gebruik gemaakt van nieuwe inzichten uit het buitenland. Het kan daarbij gaan om nieuwe tactieken en technieken, zoals brandgaskoeling en repressieve ventilatie. Met de komst van de nieuwe leergangen Manschap A en Bevelvoerder worden nieuwe brandweerlieden en bevelvoerders al opgeleid in deze nieuwe ontwikkelingen. ‘Deze verse krachten stromen met hun nieuwe kennis en vaardigheden de korpsen in, waar zij hun zittende collega’s 486

nummer 10 oktober 2010

confronteren met een compleet nieuwe tactiek en techniek van binnenbrandbestrijding. Al bij het leren op de werkplek, als onderdeel van de leergangen, bleek dit bij leerwerkplekbegeleiders en andere collega’s nogal wat vragen op te roepen’, aldus projectleider innovatie en bijscholing Rijk Hofman van het NIFV. ‘Zowel vanuit de opleidingsinstituten als vanuit het werkveld kwam bij ons dan ook de vraag terecht of wij een lespakket brandbestrijding voor bestaande ploegen konden ontwikkelen.’ Inhoud ploegbijscholing brandbestrijding Brandweeracademie In de nieuwe Ploegbijscholing Brandbestrijding van het NIFV komen nieuwe innovaties in de brandgaskoeling, straalpijpvoering en repressieve ventilatie aan bod, maar ook wordt het brandverloop door middel van het RSTV-model, de nieuwe deurprocedure en de risicoherkenning bij brandbestrijding behandeld. ‘In de nieuwe lesmethode zijn theorie en praktijk ongeveer gelijk verdeeld. Sommige onderwerpen zijn meer theoretisch, maar onderwerpen zoals de nieuwe straalpijpvoeringstechnieken kun je alleen met behulp van praktijkoefeningen onder de knie krijgen.’ Eén onderwerp is nog niet in de nieuwe lesmethode opgenomen. Dit is de warmtebeeldcamera. Hofman: ‘De warmtebeeldcamera hebben we op dit moment bewust laten liggen, omdat dit ook nog niet in de nieuwe leergangen Manschap A en Bevelvoerder is verwerkt. We weten dat sommige Regionale Opleidingsinstituten (ROI’s) hier al wel les in geven, maar in het nationale lespakket is de warmtebeeldcamera dus nog niet verwerkt.’ Bijscholing op alle nieuwe onderwerpen In sommige korpsen kan het zijn dat de zittende brandweerlieden al wel zijn bijgeschoold op bepaalde onderwerpen. ‘Ik weet van diverse korpsen en veiligheidsregio’s dat zij actief bezig zijn met bijscholing op enkele thema’s die ook in de nieuwe lesmeSdu Uitgevers


competenti es

Stichting Brandweeropleidingen BOGO. Hofman: ‘Zij gebruiken hiervoor hun eigen variant die wel is gebaseerd op onze ploegbijscholing brandbestrijding. Deze variant is korter en behandelt een deel van de onderwerpen uit de lesmethode.’ Aan de BOGO-variant is meegewerkt door de BON en Brandweertrainingen Nederland (BTN); zij bieden deze variant aan in hun eigen verzorgingsgebied. In de variant van BOGO, BON en BTN komen drie onderwerpen aan bod die ook in de ploegbijscholing brandbestrijding van het NIFV. ‘Wij wilden de tijdsbelasting van de bijscholing binnen de korpsen zo minimaal mogelijk houden en hebben hiervoor vooraf geïnventariseerd waaraan binnen de korpsen behoefte is en wat daar financieel voor beschikbaar is. Ieder korps moet tegenwoordig bezuinigen en een duurdere, maar volledige ploegbijscholing brandbestrijding kan dan net een te grote stap zijn. Op basis van deze inventarisatie is een afweging gemaakt met welk programma de verhouding tussen prijs en kwaliteit zo optimaal mogelijk is. Onze bijscholing duurt twee volledige dagen’, vertelt opleidingsontwikkelaar Natasja Scheinhardt van de Stichting Brandweeropleidingen BOGO. ‘Daarom hebben wij samen met de BON en Brandweertrainingen.nl gekozen voor het behandelen van in eerste instantie drie onderwerpen; het RSTVmodel, de nieuwe straalpijpvoeringstechnieken en de deurprocedure. Deze spelen volgens ons het meest binnen de leergangen Manschap A en Bevelvoerder.’ De bijscholing van de BOGO bestaat uit één dagdeel theorie en drie dagdelen praktijk. De ontwikkelde lesplannen hiervoor zijn gebaseerd op de lesstof die het NIFV heeft ontwikkeld. De cursisten krijgen ook de beschikking over het lesboek van het NIFV.

thode terugkomen, maar met deze ploegbijscholing brandbestrijding zijn alle nieuwe ontwikkelingen samengebracht in één lesmethode’, aldus Hofman. Van het merendeel van de andere korpsen is onbekend wat er aan bijscholing wordt gedaan. ‘Zij kunnen nu met de nieuwe lesmethode makkelijk op alle onderwerpen hun manschappen bijscholen.’ Op dit moment worden eerst de instructeurs bijgeschoold door het NIFV in samenwerking met Brandweeropleidingen Noord (BON), de Stichting Brandweeropleidingen BOGO en Brandweertrainingen.nl met het nieuwe bijscholingsprogramma voor instructeurs. Vervolgens kunnen zij alle manschappen bijscholen. ‘Als blijkt dat deze ploegbijscholing een succes wordt, kunnen we er een langlopende bijscholing van maken en de lesmethode in de toekomst uitbreiden met andere onderwerpen zoals bijvoorbeeld de warmtebeeldcamera’, vertelt Hofman. ‘Tot nu toe ontvangen we vooral erg positieve reacties. Vanuit het werkveld krijgen we nu regelmatig de vraag hoe de lesmethode handig geïmplementeerd kan worden in het oefenprogramma. Daar denken wij natuurlijk graag over mee, bijvoorbeeld door in de lesplannen de bijbehorende oefenkaarten aan te geven.’ Hofman benadrukt dat de Brandweeracademie de ploegbijscholing niet zelf verzorgt, maar met het uitgeven van de lesmethode de uitvoering daarvan voor opleidingsaanbieders zoals ROI’s en oefencentra wil ondersteunen.

Puntjes op de i Voordat de bijscholing bij de BOGO wordt gegeven is deze eerst uitgebreid getest met een try out. ‘De mensen die de cursus straks moeten geven hebben de try out als cursist gevolgd en daar is eigenlijk uitgekomen dat ze meer moeten toewerken naar het inzicht van de deelnemers. Het is erg belangrijk dat de brandweerlieden na afloop van de cursus ook snappen waarom ze bepaalde keuzes wel of niet moeten maken en dat kwam nog onvoldoende tot uiting’, aldus Scheinhardt. Op dit moment worden bij de Stichting Brandweeropleidingen BOGO de spreekwoordelijke puntjes op de i gezet. ‘Eind september is alles klaar en starten we met de bijscholing. De eerste groepen staan al gepland. Gelderland Zuid komt met maar liefst honderd manschappen dus dat wordt een ware vuurdoop.’ Ook de Stichting Brandweeropleidingen BOGO is erg benieuwd naar de mate van succes van de bijscholing. Scheinhardt: ‘Wij weten wel dat er binnen de regio’s veel over wordt gesproken dus het leeft zeker, maar veel korpsen zijn op dit moment nog aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Ze moeten toch de financiële middelen vrij kunnen maken om de cursus te kunnen volgen.’ In de toekomst wil de BOGO hun bijscholing uitbreiden met de resterende onderwerpen die ook in de ploegbijscholing brandbestrijding van het NIFV aan bod komen, maar of dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren is afhankelijk van de behoefte die er voor de bijscholing is. ■

Variant ploegbijscholing brandbestrijding Een instituut dat de bijscholing wel gaat geven, zij het met een eigen variant van de ploegbijscholing brandbestrijding, is de Brand&Brandweer

nummer 10 oktober 2010 487


SAVE & SAFE

BLUSBOM AFGGROUP.NL

Kwaliteitshuis in brandpreventie

De revolutie in brandbestrijding

DRY SPRINKLER POWDER AEROSOL HĂŠt volumetrisch blusmiddel voor beginnende en gevorderde binnenbranden. De stof aerosol werkt vlamafbrekend, dus geen herontsteking. De DSPA-5 voorkomt zelfs backdrafts en flashovers. Alles over dit unieke systeem op DSPA.nl

MEMBERS OF

DSPA.nl + 31 (0)24 352 25 73 info@dspa.nl

488

nummer 10 oktober 2010

installatie van afdichtingen | productie en verkoop van bouwkundige brandpreventie | installatie van staalbescherming | vluchtveiligheid | vluchtplannen en logboeken

Sdu Uitgevers


De zorg en verantwoording voor een duurzaam veilige werkomgeving reikt verder dan de wettelijke richtlijnen voorschrijven. G4S Training & Safety Solutions ontzorgt bedrijven en organisaties op het gebied van risico-advisering en veiligheidsopleidingen. G4S heeft een zeer uiteenlopend opleidingsaanbod van bedrijfshulpverlening tot brandweertrainingen, van agressietrainingen tot maritieme opleidingen. Om bij te dragen aan de verhoging van het kennisniveau van uw organisatie onderhoudt G4S samenwerkingsverbanden met verschillende vooraanstaande specialisten uit alle vakgebieden. Alle instructeurs worden voortdurend didactisch en vakinhoudelijk getraind, zodat we altijd inspelen op actuele ontwikkelingen. Met vestigingen door heel het land is er altijd een trainingscentrum bij u in de buurt. G4S kan tevens incompany trainingen verzorgen. Zo zorgt G4S voor uw veiligheid.

Voor meer informatie over al onze opleidingen kijkt u op www.g4s.nl


i n n ovati e

Multidisciplinaire voertuigen: In landen als Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten bestaan multidisciplinaire snelle interventieteams, die ter plaatse verschillende rode en witte taken kunnen uitvoeren. Een rode ambulance als het ware, of een ‘brambulance’, eventueel met ook nog politie-expertise aan boord. Is dit ook een idee voor Nederland? Lector crisisbeheersing Menno van Duin vindt het een discussie waard en Rotterdamse commandant Elie van Strien is ronduit enthousiast.

M

Door Ellen Schat

ultidisciplinaire interventieteams zouden als een soort eerste vooruitschuifpost kunnen fungeren bij allerhande meldingen als brand, ongevallen of vechtpartijtjes. Dat in andere landen multidisciplinaire snelle inzetteams bestaan, zegt op zichzelf niets over het niveau van veiligheid dat daarmee gecreëerd wordt. Deze teams bestaan vooral in grotere landen als de VS en Frankrijk, waar de hulp door de grootte van het land verder van de burger verwijderd is. ‘Het wordt dus sneller geaccepteerd dat die hulp dan iets minder goed is’, stelt lector crisisbeheersing Menno van Duin van het NIFV. De hulp die de multidisciplinaire teams bieden is volgens hem breed, maar niet extreem specialistisch. In Frankrijk maakte Van Duin zelf eens een inzet van een zogenaamde rode ambulance mee, toen zijn vrouw tijdens een vakantie met een dergelijk voertuig naar het ziekenhuis werd vervoerd. ‘Dat verliep allemaal prima.’ Discussie over multidisciplinaire interventieteams begint volgens Van Duin dan ook met de vraag hoe hoogwaardig de hulp in Nederland moet zijn.’De kwaliteit van de hulpverlening in Nederland is nu hoog, ook al rukken de kolommen apart van elkaar uit. De brandweermensen zijn bijvoorbeeld in vergelijking met het buitenland heel goed opgeleid, ook de vrijwilligers.’ Tendens tot meer samenwerken Toch is de lector een voorstander om eens te kijken naar voor- en nadelen van dergelijke teams. ‘Wat zou het je opleveren? Ik denk dat het praktisch gezien veel kan bieden. Het is logisch om daar eens een blik op te werpen. Je kunt een euro maar één keer uitgeven, en het is ook in het kader daarvan zinvol.’ De klassieke hulptaak staat volgens de lector onder druk. ‘De bestaande tendens om meer op elkaars terrein te opereren en vergaand samen te werken, zal voortzetten.’ Een van deze ontwikkelingen is bijvoorbeeld de geïntegreerde meldkamers. Ook de aanwezigheid van een AED op alle tankautospuiten en brandblussertje in politiewagens zijn daar uitingen van. Rotterdam-Rijnmond Brandweercommandant Elie van Strien van RotterdamRijnmond en bestuurslid van de NVBR is enthousiast over de multidisciplinaire snelle interventieteams. Hij liet jaren geleden al eens een cartoon maken van een dergelijk voertuig: een brandweermotor met twee zijspannen, één voor een politieman en één voor een ambulancemedewerker. De visie achter de

490

nummer 10 oktober 2010

tekening gaat zelfs nog verder. ‘In mijn beeld hebben we het in de toekomst niet meer over een brandweerman die politie- of medische taken uitvoert, maar over een soort integrale hulpverlener. Hij of zij is van alle markten thuis zijn en heeft meerdere competenties.’ Het Rotterdamse korps maakt in Nederland heel voorzichtig bewegingen in de richting van snelle multidisciplinaire interventieteams. Er is een pilot opgestart met brandweergerichte teams, die later ook basale medische handelingen en politietaken kunnen uitvoeren. Er is momenteel overleg gaande met de politie, die volgens Van Strien enthousiast is over het plan. ‘De politie moet bijvoorbeeld een meting verrichten of een foto maken van een plaats ongeval. Dat zou zo’n integrale hulpverlener van het snelle interventieteam ook best kunnen mits daarvoor goed opgeleid. Dat bespaart een hoop tijd en geld.’ Van Strien suggereert dat een dergelijk systeem waarschijnlijk ook nog eens goedkoper is dan het laten uitrukken van iedere kolom apart. ‘Dergelijke teams kunnen ongeveer 80% van alle meldingen afhandelen. De back-up moet je dan natuurlijk nog steeds goed regelen.’ Haken en ogen Aan een daadwerkelijke uitvoering van dergelijke teams zitten in Nederland nogal wat haken en ogen. In hoeverre de traditionele kolommen er taken bij willen krijgen, is de vraag. ‘Nu houdt een brandweerman wel eens een infuus vast als er een ongeval heeft plaatsgevonden. Maar als een voertuig twee of drie disciplines aan boord heeft, dan zal de opleiding er anders uit gaan zien. Het is de vraag in hoeverre je bijvoorbeeld vrijwillige brandweermensen zou kunnen belasten met nóg meer taken. Zij staan al behoorlijk onder druk’, vindt Van Duin. Een ander lastig punt is het juridische verhaal.‘Wie mag wat doen? De Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) schrijft nauwkeurig voor welke discipline wat mag doen. Zo is een ambulancemedewerker bevoegd tot het geven van een infuus, maar een brandweerman niet.’ Ook Van Strien ziet moeilijkheden. De snelle brandweerteams die nu worden opgestart zullen volgens hem ook allerlei juridische obstakels tegenkomen als er medische en politietaken worden uitgevoerd. ‘We hebben nog niet gekeken naar deze juridische gevolgen.’ Van Strien heeft er echter alle vertrouwen in dat de regels zich zullen aanpassen. Toen hij als commandant in Eindhoven de AED op brandweervoertuigen wilde plaatsen, kreeg het korps een brief van de Inspectie van VWS dat dit niet mocht. ‘De bestaande regels zorgden ervoor dat mensen dood Sdu Uitgevers


i n novati e

idee voor de toekomst?

De cartoon die Elie van Strien van een multidisciplinair snel interventieteam liet maken.

gingen die wij nog konden redden. De regels moeten niet leidend zijn. Na goede gesprekken is dat veranderd. Inmiddels wordt de AED op veel plaatsen in het land op brandweerwagens geïnstalleerd.’ Politie De politie heeft geen concrete ideeën en plannen op het gebied van multidisciplinaire voertuigen, maar vindt dat de kolommen zich in de toekomst wel meer moeten afvragen waar hun raakvlakken liggen. ‘En belangrijk daarbij is om de burger centraal te stellen. Leveren multidisciplinaire uitrukvoertuigen echt meerwaarde op? Het is zeker een discussie waard’, zegt woordvoerder Jelle Egas van de Raad van Hoofdcommissarissen. Kleine overlappende taken worden volgens Egas al wel uitgevoerd. Zo hebben alle politieauto’s die op 112 meldingen afgaan een AED aan boord. In de noodhulpauto is standaard naast de typische politievoorwerpen een blusdeken en een beademingsmasker te vinden. Ook gaan er tijdens evenementen als de jaarwisseling wel eens brandweermensen mee op politie-uitruk. Echte multidisciplinaire voertuigen heeft Egas wel eens in het Brand&Brandweer

buitenland gezien, in New York bijvoorbeeld. ‘Ze stellen sporen veilig en verlenen eerste hulp.’ De komende jaren is de Nederlandse politie met name bezig met de standaardisatie van eigen voertuigen en uitrusting. ‘Pas vanuit die basis kun je eventueel verder werken aan uitbreiding.’ Witte kolom Ambulancezorg Nederland en GHOR Nederland willen niets zeggen over de multidisciplinaire voertuigen. De eerste wil als sectororganisatie geen mening geven over een voertuig of team dat in Nederland niet bestaat. Om een mening te kunnen geven, zou er bovendien eerst afstemming binnen de sector moeten plaatsvinden. GHOR Nederland stelt dat zij niet echt een mening heeft over het onderwerp. ‘Een punt daarbij is dat de GHOR alleen betrokken is bij grootschalig optreden en daar zijn die multidisciplinaire interventieteams volgens ons niet specifiek voor bedoeld. Grootschalig optreden is eigenlijk per definitie multidisciplinair’, aldus een woordvoerder. ■

nummer 10 oktober 2010 491


re pressi eve voorberei d i ng

Gevaar van zonnepanelen Beschadigde zonnepanelen en beschadigde installaties van zonnepanelen kunnen gevaarlijk zijn voor de brandweer, maar dit is niet per definitie het geval zo stelt Huib Fransen, kennismakelaar bij de NVBR. ‘De huis, tuin en keuken zonnepaneeltjes zijn eigenlijk helemaal niet gevaarlijk. Pas wanneer grote series panelen aan elkaar geschakeld en beschadigd zijn levert dit gevaar op voor de brandweer. Eigenlijk is dit helemaal geen nieuws en was dat binnen de brandweer al langer bekend.’

Veel huizen in Nederland zijn voorzien van zonnepanelen op het dak. De gevaren bij brand veroorzaakt door de aanwezigheid van zonnecollectoren zijn niet anders dan de gevaren bij een brand waar geen zonnecollectoren aanwezig zijn..

Z

Door Jildou Visser

onnepanelen maken gebruik van gelijkstroom en omdat uit de lichtval steeds nieuwe elektriciteit wordt verkregen is er ook wanneer het elektriciteitsnet wordt uitgeschakeld, nog steeds elektriciteit aanwezig. Dit kan in combinatie met water of aanraking voor gevaarlijke situaties zorgen. ‘Op huis, tuin en keuken zonnepaneeltjes staat ongeveer 5 Volt, dus dat is niet erg schokkend. Gevaarlijk wordt

492

nummer 10 oktober 2010

het pas bij grote series aaneen geschakelde zonnepanelen, omdat het voltage hierbij snel op kan lopen’, vertelt Fransen. ‘Brandweerlieden zijn ervan op de hoogte dat ze de zonnepanelen niet moeten aanraken en bij het blussen met een verbonden straal een afstand van minimaal vijf meter moeten houden. Het blussen met schuim is minder gevaarlijk doordat de luchtdeeltjes in het schuim de geleiding van elektriciteit verminderen, maar ook hierbij moet afstand gehouden worden.’

Sdu Uitgevers


repressi eve voorberei di ng

niet nieuw ‘Brandweerlieden zijn ervan op de hoogte dat ze de zonnepanelen niet moeten aanraken en bij het blussen met een verbonden straal een afstand van minimaal vijf meter moeten houden.’

fotografie: ANP

Dossier zonnepanelen Omdat het gevaar van zonnepanelen dus eigenlijk helemaal niet nieuw is vraagt Fransen zich af waarom er in augustus in de media zo’n ophef over is ontstaan. Een Belgische brandweerman zou om het leven zijn gekomen als gevolg van brand bij/met zonnepanelen. Dit verhaal is uit zijn verband getrokken. Het blijkt namelijk om een monteur te gaan die bij het installeren van zonnepanelen van het dak is gevallen en overleden. De monteur was daarnaast vrijwillig brandweerman. Naar aanleiding van alle berichten in de media heeft de NVBR in samenwerking met het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) voor het Infopunt Veiligheid een dossier over het handelen bij beschadigde zonnepanelen opgesteld. Fransen: ‘Hierin zitten allerlei documenten met voorbeelden van situaties met zonnepanelen in bijvoorbeeld België, Duitsland en Amerika. Deze landen zijn veel verder in de ontwikkelingen met zonne-energie. Ook documenten over elementaire elektriciteitsleer komen in dit dossier terug.’ In het najaar organiseert de NVBR in samenwerking met het NIFV een symposium over zonnepanelen en het gevaar ervan. ‘Voor dit symposium willen we ook installateurs uitnodigen, zodat zij aan alle brandweerlieden de techniek achter de zonnepanelen kunnen toelichten.’ Advies Santon Holland B.V. claimt dat zij de mogelijke oplossing hebben voor het gevaar van gelijkstroom bij zonnepanelen. Zij zijn gespecialiseerd in de productie van schakelaars voor wissel- en gelijkstroom en hebben voor het gevaar van gelijkstroom bij zonnepanelen een oplossing ontwikkeld die het mogelijk maakt om vanaf veilige afstand de complete installatie uit te schakelen. Fransen heeft weinig vertrouwen in deze oplossing. ‘Wij denken dat niemand kan garanderen dat de zender op afstand een beschadigde zonnepaneleninstallatie kan uitschakelen. Vooraf is namelijk niet te voorspellen hoe en waar de zonnepanelen beschadigd zijn en of de zender in die specifieke situatie nog werkt. Ons advies aan alle brandweermensen is dan ook om afstand te houden bij het blussen van de brand en de panelen zeker niet aan te raken.’ ■

Brand&Brandweer

De gevaren zijn niet anders De gevaren bij brand veroorzaakt door de aanwezigheid van zonnecollectoren zijn niet anders dan de gevaren waar geen zonnecollectoren aanwezig zijn. Vallende componenten, inademen van giftige stoffen en de kans op een elektrische schok is namelijk bij elke brand een risicofactor. Desalniettemin is het belangrijk om alert te zijn op de gevaren die kunnen ontstaan door zonnepanelen die betrokken zijn bij brand. De meeste zonnepanelen bevinden zich op daken van gebouwen. Tijdens een brand in een gebouw met een schuin dak, kunnen onderdelen van het dak glijden, wat een gevaar voor de repressieve dienst kan vormen. Het maakt niet uit welk materiaal er in brand staat of dat een brand binnen of buiten is, bij iedere brand komen er giftige gassen vrij. Dat geldt ook voor zonnecollectoren. Deze bevatten gevaarlijke stoffen zoals boor, cadmium, telluride, gallium, arsenide en fosfor die schadelijk zijn voor het menselijk lichaam. Kans op een elektrische schok tijdens het blussen is wellicht de grootste zorg met betrekking tot de veiligheid van brandweermensen wanneer er brand ontstaat in een object met zonnecollectoren. De zonnecel, ook al is de hoofdstroom uitgeschakeld, blijft spanning genereren tot aan de omvormer. De kans op een elektrische schok is echter tijdens veel branden aanwezig. Het afschakelen van de spanning in de meterkast is geen garantie dat er geen spanningsvoerende delen meer in een pand aanwezig zijn. Diverse brandpreventieve installaties zoals brandblusinstallatie, overdrukinstallatie, rook- en warmte afvoerinstallatie kunnen aangesloten zijn op een noodstroomvoorziening. In de praktijk blijkt dat dit in voorkomende gevallen door een noodstroomaggregaat zal gebeuren. Wanneer de spanning in de meterkast is afgesloten blijven deze installaties onder spanning staan. De stroomkabels tussen de noodstroomvoorziening en de installaties kunnen tijdens brand beschadigd raken waardoor er onderdelen onder spanning komen te staan. Ook een centraal noodverlichtingsysteem kan een gevaar vormen. Hierbij zijn centraal in een gebouw de voedingsbron (accu’s) opgesteld. Vanuit deze noodverlichtingeenheid worden door middel van een separaat leidingsysteem de noodverlichtingarmaturen van spanning voorzien. Bij brand kunnen de kabels van de noodverlichting defect raken waardoor er ook onderdelen onder spanning kunnen raken. Bedrijven die gebruik maken van warmtekracht koppeling produceren zelf stroom. Door het afschakelen van de spanning in de meterkast is het niet gegarandeerd dat in het pand geen spanningsvoerende onderdelen meer aanwezig zijn. Conclusie Het toepassen van extra voorzieningen bij het toepassen van zonnecollectoren leidt niet tot het wegnemen van alle gevaren zoals vallende componenten, ontstaan van giftige stoffen en de kans op een elektrische schok. Bij het toepassen van extra voorzieningen voor zonnecollectoren kan dit leiden tot schijnveiligheid. De gevaren die blijven bestaan worden niet alleen door de aanwezigheid van zonnecollectoren veroorzaakt, maar ook door bouwdelen en/of installaties die in gebouwen aanwezig zijn waar geen zonnecollectoren zijn toegepast.

nummer 10 oktober 2010 493


Met de serie …

Handboeken voor de hulpdiensten

... heeft u alle informatie bij de hand.

Prijs: € 50,35 incl. btw ISBN: 978 90 12 12940 4

Abonnement: U ontvangt de al verschenen boeken voor de onderstaande prijs, en automatisch de nieuwe of herziene delen binnen de reeks met 15% tot 20% korting. Prijs: € 265,– incl. btw Bestelcode: B25HW Onze uitgaven zijn ook verkrijgbaar via de boekhandel

Nieuw in de serie: “Functiegebouw veiligheidsregio’s” In dit nieuwste handboek vindt u de Wet veiligheidsregio’s artikel 18, het Besluit personeel veiligheidsregio’s en de Regeling personeel veiligheidsregio’s. Het Besluit personeel veiligheidsregio’s stelt regels ten aanzien van opleiden, examineren, bijscholen en oefenen met betrekking tot de functies van brandweer. Tevens legt het besluit vast welke rang er aan een functie van brandweer is gekoppeld. In de Regeling personeel veiligheidsregio’s zijn opgenomen: •

de taken die behoren tot de functies die binnen de veiligheidsregio’s vallen;

de competenties die vereist zijn om deze taken te vervullen;

en het daarvoor vereiste competentieniveau ofwel de functiebeschrijvingen.

Snel een antwoord op uw vraag over hulpverlening De serie bestaat momenteel uit circa 30 handzame boeken met thema’s als organisatie en bestuur, preventie, repressie en nazorg. Onze gespecialiseerde auteurs maken de informatie helder met praktijkvoorbeelden en handige checklists. Kijk voor meer informatie over de delen op onze website.

494

nummer 10 oktober 2010

Voor meer informatie en bestellingen kijkt u op www.sdu.nl/brandweer

Sdu Uitgevers


Brandweer op reis De mailbox van de redactie stroomde afgelopen zomer vol met vakantiefoto’s. Uit alle hoeken van de wereld werden brandweervoertuigen gefotografeerd. In het septembernummer hebben we een selectie gemaakt. Het was helaas niet mogelijk om ze allemaal te publiceren. Daarom deze maand nog een kleine en laatste selectie vakantiefoto’s.

Sandra Bestman spotte Indonesie.

h, dit voertuig in Nanga Pino

De uitrusting van een brandvoertuig uit Umag, Kroatie. Gemaakt door de heer Kuipers.

Marcel de Man stuurde de redactie verschillende foto’s van voertuigen uit Welton, California.

René Vergouwen fotografeerde afgelopen zomer in Xian

Brand&Brandweer

(China) dit voertuig.

In het Spaanse Castello zette Jef Oostvogels dit voertuig op de foto.

(voorDit voertuig is van de brandweerlieden uit Nonthaburi . stad van Bangkok) Gemaakt door: Gerard van Schagen

Peter Boomsma en Marcel Zandberg zijn afgelopen zomer met vakantie geweest naar Fortaleza in Brazilië.

nummer 10 oktober 2010 495


i n n ovati e

Flister voorlopig van de baan Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ziet af van de invoering van de Flister. Dit laat staatssecretaris Ank Bijleveld op 15 september per brief aan de Tweede Kamer weten. Het systeem dat automobilisten via de autoradio waarschuwt voor nadere hulpdiensten heeft te weinig voordelen. Tweede Kamerlid, en initiatiefnemer van Flister, Sander de Rouwe (CDA) is verbaasd. Hij wil zo snel mogelijk in debat met de staatssecretaris. Bij Flister BV wachten ze in spanning af.

Fotograaf: Jos Schuurman

BV waren ze verbijsterd. ‘Hoe kun je nou stellen dat het effect gering is, wanneer voornamelijk naar de verkeersveiligheid is gekeken’, aldus directeur Eric Geelhuysen. ‘Door de kleinschaligheid van het onderzoek en de korte duur was er geen tijd om ook goed naar het effect te kijken.’

Hoewel het ministerie van BZK afziet van de invoering van Flister, geeft 85% van de professionele hulpverleners de voorkeur aan het rijden met het systeem.

D

Pilot Brandweer Utrecht was één van de deelnemers aan de pilot en herkent de woorden van de staatssecretaris. Volgens een woordvoerder was het effect van Flister niet goed zichtbaar. ‘Het huidige systeem heeft niet direct meerwaarde. We hebben dan ook begrip voor het besluit van mevrouw Bijleveld.’ Volgens Flister BV moet de reactie van de Brandweer Utrecht in een juist perspectief worden gezien. Geelhuysen: ‘De brandweer rukt veel minder vaak uit dan ambulances en de politie. Het is lastiger om dan het voordeel te bepalen. Daarbij zal Flister in de zware brandweerauto’s minder voordeel bieden dan bij andere hulpdiensten. Bij de ambulances konden ze goed merken wanneer ze met de Flister reden. Uiteindelijk gaf 85% van de professionele hulpverleners de voorkeur aan het rijden met het systeem.’

Door Casper Ferwerda

e brief van staatssecretaris Bijleveld overrompelde De Rouwe. ‘Ik was zeer verbaasd. Ik begrijp het besluit en de motivatie niet. De brief roept veel vragen op. Aanvankelijk wilde ik Kamervragen stellen, maar ik denk dat we in debat met de staatssecretaris moeten gaan.’ In de brief maakt Bijleveld duidelijk dat de Flister te weinig voordelen heeft. Ze baseert zich op een proef die, in opdracht door het ministerie van Verkeer en Waterstaat, vorig jaar werd uitgevoerd. ‘Wat mij betreft is daarin onvoldoende gebleken wat de voordelen van de Flister zijn. Zo is in de pilot nauwelijks effect vastgesteld op de mate waarin voorrangsvoertuigen sneller door het verkeer kunnen manoeuvreren.’

Maatschappelijk belang Volgens de staatssecretaris moet Flister doorontwikkeld worden: een ‘betere installatie’ en een ‘meer gericht en situatieafhankelijk bereik’. Zo wordt de overlast voor omwonenden verminderd. Want het radio-ontvangst van niet alleen weggebruikers wordt gehinderd, ook dat van niet-weggebruikers. Een onbegrijpelijke motivatie, vindt De Rouwe. ‘Bij de pilot waren er maar heel weinig klachten. Bijna iedereen zag het maatschappelijk belang in.’ Volgens het Kamerlid zijn ook twee andere motivaties, de storing bij radiofrequenties en de hoge kosten, niet relevant. ‘Ik heb van verschillende radiostations begrepen dat ook zij het maatschappelijk belang inzien. En de hoge kosten in crisistijd is een gelegenheidsargument. Het was allang bekend dat de overheid er zelf geen geld in zou steken.’ ■

Kleinschalig proef De Rouwe: ‘Ik kan er niet bij dat de pilot is aangedragen als motivatie. De proef was kleinschalig en had alleen als doel om te kijken of de Filster niet verkeersonveilig is. Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat was namelijk vóór het systeem, maar wilde eerst zeker weten of het echt verkeersveilig is. De uitkomst in mei was positief. Maar datzelfde onderzoek grijpt de staatssecretaris nu aan om te zeggen dat de Flister niet sneller is. Maar dat was helemaal niet de opdracht van de pilot. Er mogen dan ook geen grote conclusies aan worden verbonden.’ Ook bij Flister 496

nummer 10 oktober 2010

Sdu Uitgevers


on derzo ek

Eigenaar scheepswerf in De Punt veroordeeld Eigenaar Wessel B. van de scheepswerf in De Punt, waar op 9 mei 2008 tijdens een brand drie brandweermannen om het leven kwamen, is op 16 september door het gerechtshof in Leeuwarden veroordeeld tot een jaar cel. ‘Drie maanden, per brandweerman’, zo reageerde de oom en naamgenoot van een van de omgekomen brandweermannen, Anne Kregel, op de straf die de eigenaar kreeg opgelegd. Hij hoeft nog maar negen maanden uit te zitten in verband met zijn voorarrest. ‘Ik geloof wel dat hij niet had gewild dat de brandweermannen omkwamen. Maar hij had zijn verantwoordelijkheid moeten nemen’, aldus Kregel.

B

DOOR ZANDER LAMME

Gemanipuleerde zekeringen De drie brandweermannen kwamen om het leven toen ze tijdens een verkenning van het gebouw verrast werden door een rookgasexplosie. B. is veroordeeld wegens het plaatsen van gemanipuleerde zekeringen in de stoppenkast. Of daardoor ook daadwerkelijk de fatale brand is ontstaan, laat het gerechtshof in het midden. Volgens de rechters is het niet duidelijk of kort voor de brand ook een compressor heeft aangestaan. Als dat zo was geweest dan zou de brand hoogstwaarschijnlijk inderdaad door de gemanipuleerde zekeringen zijn ontstaan in verband met overbelasting van het elektriciteitsnetwerk. ‘De oorzaak van deze brand is voor het hof niet komen vast te staan’, aldus de rechters. Het gerechtshof merkte op dat de brand grote gevolgen voor de nabestaanden heeft gehad, maar dat B. niet als schuldige aan te wijzen is. De scheepswerfeigenaar werd eerder veroordeeld door de rechtbank in Assen tot een celstraf van drie maanden. Daartegen gingen zowel hij als het Openbaar Ministerie (OM) in hoger beroep. B. heeft zelf altijd ontkend de zekeringen te hebben geplaatst. Het OM had voor de rechtbank vijf jaar cel geëist. Eerder brand Op 7 mei, twee dagen voor de brand, was de zoon van de scheepswerfeigenaar aan het werk geweest in de loods. Tijdens het lassen van een onderdeel voor zijn crossauto, sloegen de stoppen door en vloog de meterkast in de brand. De zoon en vrienden blusten de brand met een schuimbrandblusser. Volgens de rechters heeft B. toen de gemanipuleerde zekeringen weggehaald. De volgende dag kwam een installatiebedrijf langs om naar de kast te kijken, zekeringen had de installateur niet bij zich en dus Brand&Brandweer

Fotografie: Jos Schuurman

ij de uitspraak waren drie nabestaanden van de mannen aanwezig. Anne Kregel, de moeder van Raymond Soyer, de jongste omgekomen brandweerman, en de vierde man die naar binnenging. Hij overleefde de brand ternauwernood, omdat zijn brandslang vast zat en hij terug moest.

De oorzaak van de brand is voor het Gerechtshof niet vast komen te staan.

bleven drie stoppengaten leeg. B.’s zoon verstopte de drie zekeringen in zijn aanhangwagen. Dat mocht niet baten, want op 8 mei stopte B. opnieuw de zekeringen in de meterkast, nadat een vriend van zijn zoon had verteld waar die zekeringen lagen. Uiteindelijk brak de volgende dag de fatale brand uit. Het hof neemt het B. zeer kwalijk dat hij ondanks een eerdere brand opnieuw de gemanipuleerde zekeringen in de kast stopte. Zaak nog steeds niet afgesloten Eigenlijk wilde het gerechtshof B. een celstraf van anderhalf jaar opleggen. Toch deden de rechters dat niet: ‘Verdachte moet het gegeven dat er drie mensen bij de brand in zijn loods zijn omgekomen, zijn leven lang met zich meedragen.’ Elke dag wordt hij er aan herinnerd, zo zei hij eerder tegen de rechters. Hoe het de komende tijd verder gaat is niet duidelijk. B. is vast van plan om het hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, een nieuwe blik te laten werpen op de zaak en ook het OM overweegt cassatie. In dat geval kan het allemaal nog maanden, mogelijk jaren duren en zal de zaak nog steeds niet kunnen worden afgesloten. ■ nummer 10 oktober 2010 497


DE BESTE DEMONSTREER EXPLOSIEVE VERBRANDINGEN Stofexplosies vormen een groot gevaar voor iedere brandweerman.

TOOLS

VOOR EEN REALISTISCHE

DEMONSTRATIE

De explosieve verbranding en drukgolf, kenmerkend voor een stofexplosie, zijn nu met de HAAGEN Dust Blast uitstekend te demonstreren. Wilt u meer informatie? Bekijk de Dust Blast video op www.haagen.eu of neem contact met ons op.

www.haagen.eu

T: 013-5076800 1,25 km² trainingsoppervlakte 46 realistische trainingsobjecten 10 tankautospuiten, 1 redvoertuig Dräger en Interspiro Holmatro en Weber Overnachtingen in hotel Flexibiliteit en gastvrijheid

Swedish Rescue Training Centre Skövde, Zweden

Trainingen: Bevelvoerder, OvD, Manschap, Gaspak, 4 op een TAS, Combinatietrainingen. Wij verstrekken u graag informatie: info@tlodeen.nl 00316 11647578

Nieuw op HulpdienstenOnline is de Infotheek: uw kennislink naar uw vakgebied en dat van uw collega’s

498

nummer 10 oktober 2010

Sdu Uitgevers


de fotograaf van

‘Soms mis ik de charme van de scanner’ Leeftijd:55 Camera: Canon G5 en de Canon Eos 300D Korps: Zaanstad Aantal uitrukken: 1 tot 2 keer per week Website: www.brandbriefonline.nl Beroep: Onderhoudsmedewerker scholengemeenschap Brandweerfotograaf sinds: Officieel in dienst sinds 2001

Loek Keuter maakt al vanaf zijn tiende af en toe foto’s van branden en incidenten. ‘Mijn vader zat bij de brandweer, mijn opa was brandweerman en een oom van mijn moeder bestreed het vuur ook al in die tijd’, verklaart Keuter. ‘Bij onze familie is de vlam letterlijk in de pan geslagen.’ Op jonge leeftijd luistert de kleine Loek Keuter al naar de scanner of naar de ‘pieper van pa’. Als het incident groot is, gaat hij er ook op af. ‘Ik stond dan op een afstandje te kijken en mocht soms met zo’n AFGA-cameraatje foto’s maken. Daar zaten van die filmrollen in van zes à twaalf foto’s. Toen kreeg ik de smaak al te pakken.’ Eind jaren zeventig gaat Keuter serieuzer fotograferen. ‘Ik kwam bij het jeugdkorps en kreeg de kans om tijdens het uitrukken de branden op gevoelige plaat vast te leggen. Thuis hield ik de scanner ook nog steeds nauwlettend in de gaten. Het mooie aan die tijd was dat ik aan de melding al kon horen of er iets groots gaande was. Er was letterlijk een soort ‘paniek’ in de stem van de centralist te horen en op de achtergrond gingen constant telefoons over. Dan wist ik meteen dat het raak was’, vertelt Keuter. ‘De charme van de scanner mis ik nog wel eens.’ In de jaren tachtig gaat Keuter op de brommer met zijn foto’s langs de garages van verschillende korpsen. ‘Ik verkocht de foto’s aan collega-brandweermannen. Veel mensen wilden graag plakboeken bijhouden of een mooi kaartje van zichzelf voor kerst versturen. Zo kon ik mijn prijzige hobby bekostigen.’ Tegenwoordig is daar geen sprake meer van. ‘Iedereen heeft wel een digitale camera of een camera op zijn mobiele telefoon. En ik hoef zelf ook geen dure filmrolletjes meer te betalen.’ In 2001 treed Keuter in dienst als brandweerfotograaf en later ook als medewerker van de onderhouds- en verzorgingsgroep. Naast brandweerfotograaf is hij secretaris van blusboot de Weer in Zaanstad. ‘Aangezien dit allemaal om vrijwilligerswerk gaat, ben ik voor de kost onderhoudsmedewerker bij een scholengemeenschap. Ik kan daar niet zomaar mijn werk neerleggen als er een melding binnenkomt van een grote brand. Maar als er een serieuze melding binnenkomt van middelbrand en groter mag ik mijn werk wel verlaten. Voor mij is het toch echt een hobby. Inmiddels heb ik mijn rolletjestoestel ingeruild voor een Canon G5 en de EOS 300D. De foto’s die ik maak staan op mijn site www. brandbriefonline.nl.’ Ook gebruikt brandweer Zaanstad de foto’s wel eens voor folders of de website.

Brand&Brandweer

Loek Keuter legde de cacaobrand in West-Knollendam in 1996 met een analoge camera vast.

Mooiste foto ‘Mijn mooiste foto is met kop en schouders deze analoge foto van de cacaobrand van 1996 in West-Knollendam. Ik zat thuis toen de melding binnenkwam op de scanner. Het was echt zo’n paniekmelding waarbij de centralist nauwelijks de emoties kon onderdrukken. Toen wist ik meteen dat ik er op af moest. Ik was als een van de eerste fotografen ter plaatse. Op de foto zie je hoe een brandweerman zijn helm opzet terwijl hij richting een enorme vuurzee loopt. Ik ben nog langs de loodsen aan de overkant gerend om de temperatuur te controleren, maar toen ik zag ik dat de dakgoten er vanaf smolten, heb ik de benen genomen. Alles zou snel in vlammen opgaan. Er is 13.000 ton cacao de lucht in gegaan. De brandweer is bijna een week bezig geweest met het nablussen. Er was voor 35 miljoen gulden schade.’ ■

Heeft uw korps ook een eigen fotograaf? Geef hem of haar dan op voor de rubriek De fotograaf van. Stuur een mail naar brandenbrandweer@ps-produkties.nl

nummer 10 oktober 2010 499



zo vad er, zo zoo n

‘We zitten samen voorin de TS’ Zoon Aaron Verboom (24): Wat is je functie? ‘Ik ben bevelvoerder. Ongeveer zeven jaar geleden vroeg mijn vader of ik mee ging naar een oefenavond. Hij zat er over te denken bij de brandweer te gaan. Ik had niets beters te doen, dus ging mee. Sindsdien ben ik helemaal om.’

fotografie: FBF.NL

Vader Anne en zoon Aaron Verboom werken ongeveer zeven jaar als vrijwilliger bij de brandweer Zuidplas, post Moordrecht. Ze rukken bijna altijd samen uit. Eén keer was dat niet het geval, toen zoon Aaron ’s nachts een ongeluk kreeg. ‘Toen ik kwam aanrijden, zag ik zijn auto in de sloot liggen.’

Jullie hebben samen de opleiding gevolgd? ‘Ja, we hebben samen manschap en manschap 1e klas gedaan. Dat was geweldig. Ik ben nu bevelvoerder en mijn vader is pompbediende en chauffeur. Regelmatig zitten we tijdens uitrukken samen voorin de TS.’ Dus je vader moet jouw bevelen opvolgen? ‘Ja, hij moet mij inderdaad gehoorzamen, daar komt het eigenlijk op neer. Eerst was het wennen voor ons beide, maar we hebben er eigenlijk nooit over gesproken. We kunnen werk en privé goed gescheiden houden. Thuis praten we ook niet voortdurend over de brandweer. Tijdens inzetten roep ik in het heetst van de strijd wel eens ‘pa’ in plaats van Anne. Andere ploegleden moeten daar soms wel om lachen.’

Vader Anne Verboom (53): Hoe lang zit je al bij de brandweer? ‘Ik ben ongeveer zeven jaar geleden begonnen als vrijwilliger. Ik kende de commandant, en rolde zo in het vak. Vroeger had ik wel een oom bij de brandweer, maar verder zit het niet in onze familie.’ ‘Ik ben chauffeur en pompbediende. Ik werk in het dagelijks leven ook als chauffeur en ben dus ’s avonds en in weekend beschikbaar voor de uitrukdienst.’ Is het vreemd om bevelen op te volgen van je zoon? ‘Nee, eigenlijk niet. Ik heb er geen last van. We gaan sowieso heel vriendschappelijk met elkaar om. En bovendien zijn we op dat soort momenten bezig met redden of brand blussen. We doen het voor de gemeenschap.’ Brand&Brandweer

Anne en Aaron Verboom

Dus jullie rukken vaak samen uit? ‘Ja, bijna altijd. We zijn beide even snel en willen nog wel eens tegelijkertijd door één deur lopen. Er is in de haast ook wel een eens een traphekje gesneuveld.’ ‘Eén nacht in 2007 was hij niet thuis toen de pieper ging. Dat vond ik raar. We moesten uitrukken voor een auto te water. Toen we aan kwamen rijden, zag ik dat het mijn zoon en twee vrienden waren. Dat was enorm schrikken. Een ander korps nam de taak over, maar ik bleef om te ondersteunen. Hij is er gelukkig goed vanaf gekomen.’ ■

Werkt je vader, moeder, zoon of dochter bij de brandweer? En wil je ook in deze rubriek? Laat het ons weten via brandenbrandweer@ps-produkties.nl

nummer 10 oktober 2010 501


Wilt u leidinggeven aan innovatieve projecten ten behoeve van de veiligheid? Hebt u kennis van structuren en werkwijzen binnen de organisatie van de veiligheidssector? Bent u een netwerker, een teamspeler én hebt u een sterk analytisch vermogen met een visie op de inhoud? Dan is de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) op zoek naar u!

Senior projectleider Operationele voorbereiding en bijstandsteams 36 uur per week

De afdeling Operationele voorbereiding en bijstandsteams van de LFR is belast met het formuleren van de wijze van optreden van de operationele diensten, waarbij de interactie tussen mensen en middelen centraal staat. Het beheer, de instandhouding en de ontwikkeling van bijstandsteams behoren ook tot de verantwoordelijkheden. Daarnaast faciliteert en stimuleert de afdeling innovatieprocessen voor de hulpverlenings­ organisatie(s). Als senior projectleider bent u verantwoordelijk voor het initiëren en leiden van omvangrijke en/of complexe, doorgaans multidisciplinaire projecten, met verschillende aandachtsgebieden, van planning tot implementatie. Per 1 oktober 2010 maakt de LFR deel uit van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (NIFV). De standplaats is Zoetermeer. Interesse? Kijk voor de volledige vacaturetekst en meer informatie over de procedure op www.lfr.nl en www.nifv.nl Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.

BB sept. 2010.indd 1

502

nummer 10 oktober 2010

03-09-2010 15:52:45

Sdu Uitgevers


(male/female)

Manager, email: a.versteeg@holmatro.com).

to Holmatro Rescue Equipment B.V., for attention of Alfred Versteeg (Human Resources

hours. If you want to apply, please send your motivational letter and curriculum vitae by mail or email

For more information about this position you may call Bert Willems (Commercial Director) during office

excellent training possibilities.

appropriate salary there are good fringe benefits, such as a thirteenth’s month pay, a lease car and

Holmatro offers a varied, independent function with enough room for your own initiative. Next to an

Our offer

and that you are willing to travel abroad frequently for which a driver’s licence is required.

familiar with audiovisual presentation techniques. It is important that you do not have a 9-5 mentality

and in writing, and also (have the will to) master Dutch. German is an advantage. Furthermore, you are

Technical affinity with and knowledge of hydraulics is a plus. You are proficient in English, both verbally

hands-on technical rescue skills. In addition, you have excellent training and communication skills.

relevant professional experience. You have a combined solid medical background with extensive

You are an interesting candidate if you have a bachelor’s degree, followed by minimal 5 years of

Your profile

position would report directly to the Commercial Director.

international rescue magazines. For the greater part, your activities would take place abroad (60%). This

materials, product and market information would also be a part of your job, as well as writing articles for

would develop new rescue concepts including ways to introduce these to the market. Compiling training

industry, rescue training centres and related organisations on both national and international levels. You

and technical support to the Sales departments. Furthermore you would keep close contact with the car

and support rescue seminars worldwide. In addition, you would be responsible for providing product

and other parties relevant to Holmatro, in both The Netherlands and abroad. You would also organise

You would be responsible for giving product demonstrations and presentations to important end users

The job

Rescue Consultant

To further strengthen our organisation we are currently looking for a fulltime:

Holmatro Rescue Equipment | Zalmweg 30 - Postbus 33 | 4940 AA Raamsdonkveer T + 31 (0) 162 58 92 00 | F + 31 (0) 162 51 87 18

Holmatro Rescue Equipment is the world leader in the development, production, sales and service of hydraulic rescue equipment for fire brigades and other rescue organisations. Our products are known for their high quality and innovative character. They are rated among the best available rescue equipment in the market. Approximately 200 employees working in the Netherlands. Next to our world headquarters in The Netherlands we have offices in the UK, Poland, China and USA. An extensive dealer network looks after the worldwide sales and service of our products. Holmatro Rescue Equipment is part of NV Holmatro, to which the other Holmatro business units Industrial Equipment and Marine Equipment also belong.

www.holmatro.com

For more information, please refer to our Holmatro site:


B&B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Adembescherming Interspiro Televisieweg 113 1322 BD Almere Tel. 036 5363103 Fax 036 5384809

Adviesbureau

Vaste adverteerders (contract­ houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

Bartels Ingenieursbureau Postbus 10217 7301 GE Apeldoorn Tel. 055 3680540 Fax 055 3664598 E-mail: brandveiligheid@bartels.nl www.bartels.nl

Dijkoraad Viavesta bv Gotlandstraat 50 7418 AX Deventer Tel. 0570 519555 E-mail: brandpreventie@dijkoraad.nl www.dijkoraad.nl/brandpreventie

MVH Adviseurs BV Brandpreventie, Bouwplantoetsing brandveiligheid, Handhaving & Detachering brandpreventie specialisten Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 033-2586334 E-mail: info@mvhadviseurs.nl www.mvhadviseurs.nl

Adviesburo Nieman Postbus 40217 3504 AA Utrecht Tel. 030 2413427 Fax 030 2410266 E-mail: info@nieman.nl www.nieman.nl

Peutz B.V. Postbus 66 6585 ZH Mook Tel: 024 3570707 E-mail: info@mook.peutz.nl www.peutz.nl

JMW Adviesbureau Verwerving en begeleiding aanschaf brandweermaterieel Beukenlaan 1 7642 EM Wierden Tel. 06 23822389 Fax. 0546 570612 www.jmw-adviesbureau.nl jan.muller-jmw@planet.nl Van Pinxteren Interim & Advies Postbus 75 2060 AB Bloemendaal Tel. 023 5254044 www.vanpinxteren.net

Adviesbureau brandpreventie Altavilla Brandveiligheid Postbus 1026 5602 BA Eindhoven Tel. 040 2902570 Fax 040 2902571 E-mail: info@altavilla.nl www.altavilla.nl Van Hooft Adviesburo B.V. Fire & Life Safety Engineers Hoogeindsestraat 4 5447 PD Rijkevoort Tel. 0485 37 18 90 Fax 0485 37 21 34 E-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl

504

nummer 10 oktober 2010

Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 E-mail: info@floriaan.nl www.floriaan.nl

Alu/RVS Bewerkingen Machinefabriek Het Stempel B.V. Postbus 191 3330 AD Zwijndrecht Tel. 078 6104055 Fax 078 6104010 E-mail: info@het-stempel.nl www.het-stempel.nl

Blusmiddelen DSPA Postbus 6572 6503 GB NIJMEGEN Tel. 024 3789581 Fax 024 3787583Bouwbed-

rijf

Vaessen Algemeen Bouw­bedrijf Postbus 239 4940 AE Raamsdonkveer Tel. 0162 522120 Fax 0162 520274

Brandweerhandboek STP Veiligheid & Techniek Tunnelstraat 7 A 6114 AS Susteren Tel. 046 4859849 Fax 084 7273924 info@brandweerhandboek.nl www.brandweerhandboek.nl

Brandweermaterialen DNM International b.v. Postbus 7 – 3250 AA Stellendam Delta Industrieweg 9 – 3251 LX Stellendam Tel. 0187-484488 Fax 0187-486244 info@dnmfire.com www.dnmfire.com

Brandweermaterialen & brandweervoertuigen Kenbri Fire Fighting BV Postbus 85 3250 AB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com

Brandweer & Sport Brandweer Sportbond Nederland Postbus 3154 3502 GD Utrecht Tel. 030 2404400 Fax 030 2404516 www.brandweersportbond.nl

Certificatie & Inspectie Kiwa Nederland B.V. Postbus 70 2280 AB Rijswijk Sir W.Churchilllaan 273 2288 EA Rijswijk Tel. 070 4144400 Fax 070 4144420 E-mail: info@kiwa.nl www.1kiwa.com/brand

Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal  Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 E-mail: laundry@laundry.nl www.laundry.nl

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau Van Vliet Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680 Miele Professional De Limiet 2 4131 NR Vianen Tel. 0347 378883 Fax 0347 378429 E-mail: professional@miele.nl www.miele-professional.nl

Detachering brandweerpersoneel RegioSafe Fire & Rescue B.V. Pakketboot 13/C 3991 CH Houten Tel. 030 6704815 Fax 030 6704817 E-mail: fire@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Duikmaterialen

Raaijmakers Bronbemaling Liessentstraat 18c 5408 SB Volkel Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 E-mail: info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

Handlampen Safety-Lux Nederland B.V. Rokerijweg 8 1271 AH Huizen Tel. 035 6914476 Fax 035 6915474 E-mail: info@safety-lux.nl www.safety-lux.nl

Helmsteunen

Subworx for professional diving Elkerzeeseweg 34 4322 BN Scharendijke Tel. 0111-671288 Fax 0111-671225 E-mail: hello@sbwrx.com

Slaats Fijnmechanische Techniek Schepengraaf 6A 6035 PV Ospel Tel. 0495 641794 Fax 0495 641976

Geboorde brandputten

Hulpverlenings­ gereedschappen

Beemsterboer B.V. De Veken 10 1716 KE Opmeer Tel. 022 6351860 Fax 022 6351092 Grondbooronderneming J. Hörmann B.V. Rollecate 61 Postbus 28 7710 AA Nieuwleusen Tel. 0529 480910 Fax 0529 485460 Installatiebedrijf VerhoevenDrunen BV Postbus 35 5150 AA Drunen Thomas Edisonweg 47 5151 DH Drunen Tel. 0416 372378 Fax 0416 373659 info@verhoeven-drunen www.verhoeven-drunen.nl Verhey Toldijk B.V. Zutphen Emmerikseweg 13b 7227 DE Toldijk Tel. 0575 452041 Fax 0575 452051

Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com Weber Rescue Nederland Exclusief dealer voor de verkoop en service van Weber-Hydraulik producten In Nederland. Delta Industrieweg 15 3251 LX Stellendam Tel.018 7493588 Fax 018 7493066 E-mail: info@weber-rescue.nl www.weber-rescue.nl

Inspecties

Rusch Hijs en Hefttechniek B.V. Postbus 4128 1620 HC Hoorn Tel. 022 9212698 Fax 022 9211439 www.rusch.to rhh@rusch.to

Sdu Uitgevers


B&B REGISTER

Keuring cilinders Verhaaf BV Corridor 2d 5466 RC Veghel Tel. 0413 366579 Fax 0413 3638619 www.verhaafveghel.nl info@verhaafveghel.nl

Medische ondersteuning Ambulance Service Nederland Industrieweg 72/74 2712 LC Zoetermeer Tel. 079 3300530 Fax 079 3300531

Oefenmaterialen VDK B.V. Handels­ onderneming Langenakker 22 5731 JS Mierlo Tel. 0492 667357 Fax 0492 667735 Haagen Fire Training ­Products Industrieweg 5 5111 ND Baarle-Nassau Tel. 013 5076800 Fax 031 5076808 www.haagen.eu

Olie- en calamiteitenbestrijding VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Fax 0416 668065 Tel direct 0162 370390

Opl. Verkeersveiligheid Brandweerchauffeur Antislip & Rijvaardigheids­ centrum DIBO K. Doormanstraat 15 7825 VS Emmen Tel. 0591 767571 Fax 0591 615908 www.dibo-emmen.nl Slipstream Consultancy Verzetsraat 76 7671 GL Vriezenveen Tel. 0546 567792 Fax 0546 565489

Opleidingen & Trainingen TLO Deen Koningin Emmalaan 2B 4141 EC Leerdam Tel. 06 11647578 E-mail: theo@tlodeen.nl www.tlodeen.nl

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Uniformen en bluskleding

Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 AA Zoetermeer Tel. 079 3444777 Fax 079 3444790 info@draeger-safety.nl www.draeger-safety.nl

Zwart Uniformkleding Postbus 32 1906 ZG Limmen Tel. 072 5051638 E-mail: info@uniformkleding.nl www.uniformkleding.nl

PMG Safety for Doors Doezastraat 37 2311 HA Leiden Tel. 071 3611628 Fax 071 3611869 info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl

Vaar opleidingen

Waadpak

Wenink Vaar Opleidingen en Nautische Diensten Paulusweg 31 3341 CS Hendrik-Ido-Ambacht Tel. 06 22113726 info@weninkvaaropleidingen.nl

Handelsonderneming Galjoen Molenstraat 69 1781 NK Den Helder Tel.022 3669951 Fax 022 3669952

MSA Nederland Postbus 39 1620 AA Hoorn Tel. 022 9250303 Fax 022 9211340

Schuimvormende middelen VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Fax 0416 668065 Tel direct 0162 370390 E-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl

Signalering Marelko Benelux b.v. Rondven 4 6026 PX Maarheeze Postbus 2674 6026 ZH Maarheeze Tel.0495 592290 Fax 0495 591014 E-mail: info@marelkobenelux.nl www.marelkobenelux.nl

Software

Verhuur brandweermaterialen RegioSafe Fire & Rescue B.V. Pakketboot 13/C 3991 CH Houten Tel. 030 6704815 Fax 030 6704817 E-mail: fire@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Vluchtwegaanduiding Betalight B.V. Drosteweg 20 3881 PG Putten Tel. 0341 491231 Fax 0341 492066 E-mail: info@betalight.nl www.betalight.nl

Vluchtdeurbeveiliging

Waterkanonnen Holleman B.V. Postbus 64 1500 EB Zaandam Tel. 075 6123272 Fax 075 6123409 www.hollemanmachine.nl

Werving en selectie Leeuwendaal Postbus 1255 2280 CG Rijswijk Tel. 070 4142700 Fax 070 4142600 E-mail: wens@leeuwendaal.nl www.leeuwendaal.nl

AG 5 Wllem Fenengastraat 4C 1096 BN Amsterdam Tel. 020 4630942 E-mail: info@ag5.nl www.ag5.nl

Stickers Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700

Uitlaatgasafzuiging Overlander BV Morseweg 2 3899 BP Zeewolde Tel. 036 5219200 Fax 036 5234430 Lebon & Gimbrair Postbus 225 3750 GE Bunschoten Tel. 033-2988122 Fax 033-2988024 www.lebon.nl

Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken

o per rubriek, per uitgave d 45,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 355,Prijzen exclusief BTW Datum

Handtekening

B&B Brand&Brandweer

U kunt deze bon sturen of faxen naar: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.

Brand&Brandweer

nummer 10 oktober 2010 505


Veertienjarige belt 700 keer naar brandweer Een veertienjarige jongen uit Cateau-Cambrésis, in het noorden van Frankrijk, heeft in een paar dagen tijd maar liefst zevenhonderd keer naar de brandweer van Cambrai gebeld. Hij zegt dat hij graag luisterde naar de wachtmuziek van de noodnummers, zo staat in de krant La Voix du Nord. De jongeman, die belde met de telefoon van zijn oom, zal voor de jeugdrechter moeten verschijnen. Bron: www.echtwaar.web-log.nl

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) oktober 2010 - nummer 10 Jaargang 34 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Brandweer rukt uit voor deodorantdampen Een sterke parfumlucht heeft er in het Duitse Korbach voor gezorgd dat de brandweer uitrukte. Een groep meisjes was zich in een jeugdherberg aan het optutten, toen door het overmatig gebruik van deodorant het brandalarm afging. Omdat de brandweerlieden die avond gelukkig geen andere meldingen hadden, lieten ze het bij een vaderlijke vermaning aan het adres van de pubermeisjes. Ze adviseerden de dames minder deodorant te gebruiken. Bron: www.fok.nl

Ing. Stephan J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Rijn-IJssel Mr. J. Bernard M. Tilman, directeur NVBR Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek drs. Allard T.W. van Gulik, veiligheidsregio VNOG drs. Patrick van den Brink, burgemeester IJsselstein EINDREDACTIE

PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail: info@ps-produkties.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Ed Oomes, FBF.NL, NIFV, Patrick van Gerner, Stephan Wevers, PS Produkties, Oefencentrum Noord, Gezamenlijke Brandweer Rotterdam, M&I/Partners , ANP, Jos Schuurman, Mariëlle van der Wijngaard, de Marine. ONTWERP EN OPMAAK

SD Communicatie (IZI-publish), Rotterdam Druk

Lijst van adverteerders

Drukkerij ten Brink - Meppel UITGEVER

Pagina

ABB

478

AG5

Dräger Safety Nederland Dikmans Telecom Service DSPA

C3

C2

470

488

G4S Beveiliging

489

J. Hormann

500

Laundry BV

488

Letas stickerservice

498

Haagen

Holmatro Rescue Equipment Lebon & Gimbriair Marelko Benelux MSA Nederland NIFV

Raaijmakers bronbemaling

SDU

TLO Deen

Zwart Uniformkleding

506

nummer 10 oktober 2010

498 503

488 456

C4

502

498

494, 498, 500, 502

498 488

Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT

drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet.com, www.bureauvanvliet.com Informeer ook naar de mogelijkheden voor combinatieadvertenties in Brand&Brandweer, GRIP4, Brandweeralmanak en/of Brandweeragenda! Sluitingsdata advertenties en bijsluiters 2010

nummer 11 12 01

verschijning 06-11-2010 04-12-2010 02-01-2011

sluitingsdatum 14-10-2010 11-11-2010 09-12-2010

ABONNEMENTEN

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 69,45 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 38,70. Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn i­ nclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement op GRIP4 geeft tevens toegang tot GRIP4-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van GRIP4 via www.hulpdienstenonline.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2010 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs­ rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redac­teuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvol­komenheden. ISSN 01656-4675

Termijn van annulering: 6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending: 3 weken voor verschijningsdatum

Sdu Uitgevers


www.ag5.nl


Veiligheidsoplossingen voor brandbestrijding Overal ter wereld vertrouwt de brandweer op MSA voor hun bescherming tijdens brandbestrijding. Hun vertrouwen en onze continue betrokkenheid om de meest geperfectioneerde

persoonlijke bescherming te ontwikkelen, die voldoet aan de hoogste eisen, heeft MSA wereldwijd tot marktleider gemaakt.

Hoofdbescherming

Afhankelijke adembescherming

Onafhankelijke adembescherming

Warmtebeeldcamera

Bewakingssystemen

Service & werkplaatsoplossingen

MSA Nederland B.V. n Telefoon: +31 (229) 25 03 03 n E-mail: info@msaned.nl n Internet: www.msaned.nl

Draagbare gasdetectie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.