Bb201011

Page 1

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

11 november 2010

• T witter kan brandweer helpen • W et veiligheidsregio nader verklaard • B randweer onderschat gevaren rook www.hulpdienstenonline.nl

Brandweer voorkomt overslag

jaargang 34


00:00:00

00:00:03

De nieuwe Dräger HPS 6200 met Q-fix: dé snelle en zekere helm/masker combinatie. Met gepatenteerde borging. Bescherm uzelf met een simpele klik: verbinden van masker met de Dräger HPS 6200 helm kost een paar seconden. Één simpele handbeweging is al wat nodig is om de Q-fix verbinding te maken. Ontworpen door Dräger om u te beschermen. De Dräger HPS 6200 is de lichtste EN 443:2008 goedgekeurde ‘full-shell’ helm. Ontworpen in nauwe samenwerking met onze klanten en geproduceerd op onze eigen productielocatie. De voordelen zijn duidelijk: een hedendaags design dat de grootst mogelijke veiligheid en comfort biedt. www.draeger.nl/HPS6200


INHOUD

nummer 11 november 2010

Coverstory 518

Geslaagde inzet brand kippenstal Dreumel

Bij een uitslaande brand in een kippenstal komen 45 duizend kippen om het leven. De meldkamer schaalt op naar grote brand en het grootwatertransport komt ter plaatse.

Artikelen 522

Twitter heeft brandweer veel te bieden

551

NVBR Congres

552

De mogelijkheden van Twitter zijn legio voor de brandweer, zowel aan de warme als koude kant. Toch wordt er nog maar mondjesmaat gebruik van gemaakt. 528

De Nationale Brandpreventieweken richtte zich op vier thema’s. Een van die thema’s was het brandveilig maken van woningen.

De brandweer moet vernieuwen, maar hoe? Dat is de grote vraag tijdens het jaarlijkse NVBR congres. Een verslag van de eerste congresdag. 530

Wet veiligheidsregio; de punten op een rij

Brandweer onvoldoende bewust van gevaren rook

Rubrieken

Recent onderzoek wijst uit dat hulpverleners een verhoogde kans hebben op luchtwegproblemen door het inademen van rook bij een brand. 542

Brandveiligheid onvoldoende bij opslagen gevaarlijke stoffen Bij meer dan de helft van de grote opslagen van verpakte gevaarlijke stoffen is de brandveiligheid onvoldoende gewaarborgd. Vooral de naleving van vergunningen schiet tekort.

546

Nieuw onderwijsstelsel vraagt om betere instructeurs en docenten

Het nieuwe kwaliteitstelsel brengt voor alle 32 functies uit het Besluit personeel veiligheidsregio’s veranderingen met zich mee.

Inzet brand Maastricht mogelijk nieuwe strategie

De brandweer moet noodgedwongen een berg afval aan de oppervlakte koelen omdat wegens ruimtegebrek de eerste dagen geen mogelijkheden zijn om de afvalberg uit elkaar te trekken.

De Wet veiligheidsregio’s is per 1 oktober in werking getreden. Een overzicht van de belangrijkste punten voor de brandweer 540

Brandpreventieweken

513 514 527 532 535 545 549 555 557 562

Van de redactie Actueel Punt Edu Oefenrubriek NVBR-katern de week van NBBE De fotograaf van Zo vader, zo zoon Colofon en lijst van adverteerders

Op de voorpagina: Bij een grote brand in Dreummel komen 45.000 kippen om het leven. Fotografie: Jan Rikken

Brand&Brandweer

nummer 11 november 2010 511


Rescue equipment

CORE™ Technologie is sneller, veiliger en gemakkelijker: • Gereedschapswissel bij ononderbroken olietoevoer • Beschermde kracht - hogedruk binnenslang beschermd door lagedruk buitenslang • Met para-aramide vezel versterkte slang - knikt niet - lichtgewicht - snel uit en op te rollen • ‘Flat face’ auto-lock koppelingen - geen vuil binnenin koppeling - koppelen en borgen in één duwende beweging

De kracht van innovatie

www.holmatro.com

Holmatro Rescue Equipment BV | Raamsdonksveer T 0162-589200 | F 0162-522482 | E rescue@holmatro.com

MARELKO, DAN ZWAAIT ER WAT! Optische en geluidsignalering op maat, Totale voertuig oplossingen, Ademanalyseapparatuur zoals alcoholslot, Camera-systemen, ECE65 producten met certificaat.

0495-592290 • info@marelkobenelux.nl • www.marelkobenelux.nl


VAN  DE  REDACTIE

Welke brandweer? Er zijn momenten die je bij blijven. Soms klein, soms iets groter. Soms hebben die momenten betrekking op mijn eigen functio­ neren, soms op die van anderen, soms op ‘ons’ functioneren als beroepsgroep. Zo’n laatste moment had ik ook op het congres van de NVBR. ‘Ons’ congres. Dat was het moment dat ‘onze’ (toen nog bijna-) premier Rutte met een hogedruk-straalpijp (zou hij de term kennen?) in zijn handen, met een grote grijns op zijn gezicht zich verheugd liet ontvallen dat ‘..het maar goed is dat de brandweer niet in het regeerakkoord genoemd wordt..’ en dat we ‘..gewoon brandjes moeten blijven blussen..’ Waarom liet die uitspraak mij nou in lichtelijke verbijstering dieper in mijn stoel wegzinken? Waarom kon ik mij niet juichend in een staande ovatie op de voorste rij zien staan? We hebben een ijzersterk imago als beroepsgroep. De brandweer wordt gezien als uitermate betrouwbaar, een vak om trots op te zijn. Da’s mooi, maar over welke brandweer hebben we het dan? Waarschijnlijk over de mannen en vrouwen die, ongeacht tijdstip, weersomstandigheden, reorganisatieperikelen of financiële heroriëntatie de bezetting van de tankautospuit garanderen. En begrijp me niet verkeerd, dit zeg ik zonder enige ironie, maar met gepaste trots. Tegelijkertijd hebben we een tweede categorie mensen binnen onze organisatie die, in alle hiërarchische lagen, met eenzelfde bevlogenheid en inspiratie, ook de brandweer zijn. En daar past diezelfde trots bij. Met de Strategische Reis wordt duidelijk waar we in de toekomst naar toe willen, namelijk naar een brandweer die meer ingericht is op het voorkomen van incidenten, zonder daarbij de repressieve kant uit het oog te verliezen. Risicobeheersing staat centraal, en de mensen die hier met hart en ziel hun werk verrichten doen dit iets meer verstopt voor de buitenwereld. Dit is die tweede categorie waar ik het over heb.

Brand&Brandweer

Je zou verwachten dat ook in de landelijke politiek zo langzamerhand duidelijk wordt dat we ons meer en meer gaan profileren als een branche die gaat over het beheersen van risico’s. Soms met het uiterste middel, de repressieve inzet, maar als het goed is ook steeds vaker door inzet van alle instrumenten die hieraan vooraf gaan. Nee, we beperken ons liever niet tot het ‘gewoon brandjes blijven blussen’. We gaan op zoek naar het maximaliseren van ons rendement als totale organisatie. Daar hoort brandjes blussen bij, maar alleen als het niet anders kan. Noblesse oblige, dus we moeten wel zelf die handschoen oppakken en laten zien dat we ook de experts zijn in de proactieve en preventieve kant van ons werk. Zodat onze premier op het volgende congres met dezelfde grijns kan zeggen dat hij blij is dat we niet alleen brandjes blussen. Allard van Gulik

nummer 11 november 2010 513


ACTUEEL

Vakorganisaties onderzoeken haalbaarheid nieuwe vakvereniging De vakorganisaties van de brandweer, Abvakabo FNV, CNV pu­ blieke zaak, Vakvereniging Brandweervrijwilligers onderzoe­ ken de mogelijkheid om een nieuwe branchevereniging voor de brandweer op te richten. Zij vinden dat de huidige branche­ vereniging de NVBR, de brandweerlieden op de werkvloer te weinig betrekken bij ontwikkelingen en veranderingen binnen de brandweer. Het rapport van de Commissie Mans lijkt de druppel. De wijze waarop de NVBR dit rapport lijkt te omarmen stoort de vakorganisaties, zo is te lezen in een brief aan het Veiligheidsberaad eind oktober. De NVBR herkent zich niet in de kritiek. Het Veiligheidsberaad laat in een persbericht weten dat zij de NVBR ziet als dé branchevereniging. De Commissie Mans doet in haar rapport verschillende voorstellen om het budget voor de brandweer anders te verdelen. Zo moet er meer geld beschikbaar komen voor preventie. Maar dat betekent dat er voor andere brandweerzaken minder geld is. Vol ongeloof hebben de vakorganisatie kennis genomen van het rapport. ‘Elke vorm van vakinhoudelijke, financiële en juridische analyse ontbreekt’, zo is te lezen in de brief van de vakorganisaties. Ze vinden dat met de plannen in het rapport de achterkant van de veiligheidsketen, de eerste uitruk van de brandweer, wordt afgebroken. De vakorganisaties zijn tegen het terugbrengen van het aantal brandweerlieden op een TS. De NVBR is bezig met het project variabele voertuigbezetting.

Daarnaast zeggen de vakorganisaties de afgelopen drie jaar ultieme pogingen te hebben ondernomen om inhoudelijke aansluiting te vinden bij de NVBR op gezamenlijk vorm en inhoud te geven aan de innovatie van het brandweervak; tot nu toe zonder enig positief resultaat. Bovendien vinden de vakorganisaties dat de NVBR in haar rol als branchevereniging steeds meer de werkgeversbelangen behartigt. De NVBR herkent zich niet in de kritiek van de vakbonden. Vice-voorzitter Jac Rooijmans benadrukt dat de NVBR er voor het gehele brandweerveld is, en juist vanuit alle lokale korpsen is ontstaan. De veiligheid van burgers en brandweerpersoneel staat bij de projecten van de NVBR centraal. ‘Wij zijn er als branchevereniging voor het totale brandweerveld en hebben te maken met duizenden enthousiaste betrokken brandweermensen. Zij spannen zich - met veel resultaat - gezamenlijk in op de vele belangrijke brandweerdossiers. Het is juist de veiligheid van brandweerpersoneel en burgers die hierbij altijd centraal staat’, aldus Rooijmans. ‘Alle brandweerkorpsen, ook vrijwillige, zijn nauw betrokken bij de projecten en dossiers die de NVBR onder haar hoede heeft. Het zijn de korpsen die vorm, inhoud en richting geven aan deze projecten en dossiers.’ Rooijmans weerlegt ook de kritiek dat de NVBR het rapport van de commissie Mans heeft omarmd. ‘We hebben slechts kennisgenomen van het rapport. Wat er verder mee gaat gebeuren is niet duidelijk.’

Brandweer Urk blijft toch bij brandweer Flevoland

In juni benaderden enkele korpsleden van de post Urk een aantal leden van de gemeenteraad van Urk om de mogelijkheden te bekijken om uit de regionale brandweer te stappen. Volgens regionaal commandant Gerrit Spruit werd dit verzoek gedaan omdat er in het Urker korps op basis van een korpsmededeling geluiden rondgingen dat de regionale brandweer in het kader van de bezuinigingstaakstellingen juist extra wilde bezuinigen op de lokale brandweertaken en brandweerspecialismen op Urk. ‘Binnen het Urker brandweerkorps zijn er zaken uitgehaald die echter helemaal niet zo bedoeld waren. Men had de indruk gekregen dat Urk meer moest bezuinigen dan bijvoorbeeld Lelystad en Almere, met als gevolg het verzoek van de raad aan het college om de mogelijkheden van uittreden uit de regionale brandweer te onderzoeken.’

514

nummer 11 november 2010

fotografie: www.brandopurk.nl

Het besluit dat de brandweer op Urk uit de geregionaliseerde brandweer Flevoland zou stappen is op donderdagavond 30 september teruggedraaid. Een zelfstandige lokale brandweer bleek na verder onderzoek niet de gewenste effecten te heb­ ben.

Lokale brandweer op Urk blust een grote brand

Daarnaast leefde op Urk al langer het gevoel dat men min of meer eigen baas wil zijn over de extra taken die zij uitvoeren en had een aantal raadsleden op Urk bij de besluitvorming over de regionalisering in 2009 al bedenkingen bij een geregionaliseerde brandweer.

Sdu Uitgevers


ACTUEEL

Brandweer Drenthe oefent met minder zelfredzamen

Volgens adviseur risicobeheersing Jurjen Timmerman van Veiligheidsregio Drenthe was deze dag een ware eyeopener. ‘Eigenlijk kwamen wij er achter dat er veel meer handicaps zijn dan we dachten. Dat mensen blind of doof kunnen zijn of niet kunnen lopen weet je. Maar ook schizofrenie is een vorm van handicap waarbij het lastig kan zijn om tijdens een calamiteit het huis uit te vluchten.’ De dag bestond uit meerdere gesprekken met minder zelfredzamen, gevolgd door enkele oefeningen. ‘Onze brandweermensen hebben op die manier kunnen ervaren hoe het is om minder zelfredzaam te zijn en dan kom je al snel tot de ontdekking dat er niet één standaardregel bestaat voor mensen met een beperking. Zo was er bijvoorbeeld iemand in een rolstoel die ons vertelde dat hij al lang de trap af zou zijn gelopen en buiten zou zijn voordat wij arriveren. Dat hadden we natuurlijk niet verwacht.’ Maar ook zijn er personen die meer hulp nodig hebben dan de brandweer hen kan bieden. ‘Samen met hen gaan wij nu bedenken en adviseren op wat voor manier zij toch veilig het huis uit kunnen komen bij een calamiteit. Denk bijvoorbeeld

Fotografie: Marcel J. de Jong

Ongeveer vijftig brandweerlieden uit Drenthe hebben een dag lang ervaren hoe het is om minder zelfredzaam te zijn. De dag werd georganiseerd door Hulpverleningsdienst Drenthe in samenwerking met de Drentse gehandicaptenplatforms en de taakgroep Handicap in de lokale samenleving.

Brandweerlieden uit Drenthe ervaren hoe het is om blind te zijn.

aan buren die moeten helpen of maatregelen in eigen huis’, vertelt Timmerman. ‘Via de belangenorganisaties kunnen we de minder zelfredzamen nu beter adviseren over wat er voor hen mogelijk is op het gebied van brandveiligheid. Ook willen we brandweermensen meer bewust maken van de capaciteit van minder zelfredzamen.’

Grootschalige bevelvoerdersoefeningen in Groningen

Ruim duizend brandweerlieden oefenen in Groningen.

Voor de elfde keer organiseerde Veiligheidsregio Groningen van 27 september tot en met 16 oktober de bevelvoerdersoefe­ ningen. Aan deze oefeningen deden ruim duizend brandweer­ lieden mee, waarvan 650 bevelvoerders uit Friesland, Gronin­ gen, Drenthe en Overijssel.

Brand&Brandweer

De bevelvoerdersoefeningen werden in carrouselvorm gehouden, waardoor iedere dag 36 oefeningen plaats konden vinden. ‘Per uur werden er twee brandoefeningen, twee ongevallenoefeningen met gevaarlijke stoffen en twee hulpverleningsoefeningen uitgevoerd’, vertelt oefenleider Koos Poelma. ‘Bij iedere oefengroep hebben wij als oefenleiding gemeten in hoeverre de brandweerlieden voldeden aan de gestelde competenties.’ Sommige korpsen kwamen voor het elfde jaar op rij. ‘Eerder waren zij nog bevreesd voor ongevallen met gevaarlijke stoffen, nu is die vrees deels weggenomen. Daarin zien we dus echt een stijgende lijn’, aldus Poelma. ‘Omdat brandweerlieden in hun normale oefeningen al veel aandacht besteden aan brand en hulpverlening proberen we hier zoveel mogelijk zaken te combineren. Bij de hulpverleningsoefeningen laten we ook zoveel mogelijk nieuwe technieken aan bod komen. Maar ook proberen we de bevelvoerders te trainen in het snel schakelen tussen de verschillende disciplines.’ Zo was er bijvoorbeeld een oefening waarbij de bevelvoerders weg werden gestuurd voor brand in een garage, maar uiteindelijk bleek het alleen om technische hulpverlening te gaan.

nummer 11 november 2010 515


ACTUEEL

Leidschendam-Voorburg op bezoek in Temecula Vier leden van de brandweer in Leidschendam-Voorburg hebben in het kader van een uitwisseling een bezoek gebracht aan de Amerikaanse collega’s in Temecula, een stad tussen San Diego en Los Angeles. Hier namen zij een kijkje in de keuken van de Amerikaanse collega’s en draaiden ze diensten mee. Temecula is één van de zustersteden van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Volgens brandweercommandant Camille Michel is in het kader daarvan de uitwisseling georganiseerd. ‘Om de kosten zoveel mogelijk te drukken, sliepen we tijdens de diensten op de kazerne en daarbuiten bij brandweerlieden thuis. Het was natuurlijk een fantastische en leerzame ervaring om bij collega’s in Amerika te kijken. Het opent de ogen over bijvoorbeeld de TS-4.’ Om de discussie bij terugkomst in Nederland zoveel mogelijk te laten leven nam Michel bij de uitwisseling ook brandweerlieden uit de operationele diensten mee. ‘In Temecula rukt de brandweer al vele jaren standaard uit met een viermansbezetting. Zij schalen bij grotere incidenten sneller op. In dichtbevolkte gebieden hebben zij wel de TS-6’, aldus Michel. De regio van Temecula is dunbevolkt en in vergelijking met de regio Haaglanden twintig keer zo groot. Temecula beslaat daarmee half Nederland. Michel: ‘Naast de viermansbezetting zijn ook andere zaken heel anders geregeld dan in Nederland. Zo is het daar normaal dat operationele eenheden voor het onderzoek naar brandstichting nog uren na de bluswerkzaamheden aanwezig blijven. Wij gaan hier veel efficiënter mee om en daarover zijn we de discussie ook aan

Brandweerlieden van Leidschendam-Voorburg op bezoek in het Amerikaanse Temecula.

gegaan. Eigenlijk vonden ze wel dat wij daarin gelijk hebben.’ Waar in Nederland de discussie gaande is over medische hulpverlening op de TS is dat in Amerika al normaal. ‘Zij hebben ons daarin de mogelijkheden laten zien. Op de meeste TS’en zit één brandweerman die ook medisch deskundig is. Deze brandweerlieden hebben een jaar lang medische bijscholing gehad, zodat zij de basishandelingen uit kunnen voeren. Bij ernstige ongevallen komt de ambulance er achteraan. Op deze manier maak je optimaal gebruik van de kortere aanrijdtijd van de brandweer.’ Bosbrandspecialisme en arbeidstijden Een ander groot verschil is volgens Michel dat bosbrandbestrijding in Amerika een groot specialisme is. ‘In Nederland hebben we een paar eenheden die daarvoor uitgerust zijn, maar zij hebben een

ware vliegbasis met blusvliegtuigen om de bosbranden te lijf te gaan. De inzet is voornamelijk gericht op het voorkomen van uitbreiding. De bosbranden daar zijn van een hele andere orde en te groot om te blussen.’ Een ander opvallend verschil is volgens Michel de discussie over arbeidstijden. ‘Een reguliere dienst duurt 72 uur. Dat is in Nederland totaal ondenkbaar. In extreme gevallen draaien ze vijf 24-uursdiensten achter elkaar. Ook is het bij het verlenen van bijstand normaal dat zowel materieel als mankracht drie volle weken weg is. Dat komt bij bosbrandbestrijding regelmatig voor.’ Al met al zijn er dus nogal wat verschillen tussen de Nederlandse en de Amerikaanse brandweer en kunnen beide veel van elkaar leren. In het voorjaar bezoekt de brandweer uit Temecula de brandweer in Leidschendam-Voorburg.

Driekwart Nederlanders onderschat kans op brand Uit een recente steekproef van de Brand­ wonden Stichting blijkt dat 74 % van de Nederlanders de kans dat er in de eigen woning brand uitbreekt onderschat. Hoewel het merendeel van de ondervraagden wel zegt veel te kunnen doen om de brandveiligheid te verbeteren, neemt men over het algemeen nog

516

nummer 11 november 2010

onvoldoende maatregelen om brand te voorkomen, brand te melden en veilig te kunnen vluchten bij brand. Adviseur van de Brandpreventieweken Ricardo Weever verbaast zich niet over de uitkomst van de steekproef. ‘Het brandveiligheidsbewustzijn is nog steeds onvoldoende ontwikkeld. Mensen denken nog te vaak: brand overkomt

mij toch niet. Gevolg is dat ze minder eigen verantwoordelijkheid nemen bij het treffen van maatregelen om brand te voorkomen, brand te ontdekken en snel te kunnen vluchten.’ Tijdens de Brandpreventieweken wil Weever proberen om daar verandering in te brengen.

Sdu Uitgevers


ACTUEEL

Onderzoek vuurwerkramp krijgt vervolg Fotografie: FBF.nl

Het onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede wordt verder voortgezet. Getuigen van de aanloop naar de vuurwerkramp hebben nieuwe informatie verstrekt waarop het Openbaar Ministerie in Zwolle en de politie IJsselland kunnen voortborduren. Zij nemen het vervolgonderzoek voor hun rekening. Het kan volgens het OM in Almelo nog minimaal een half jaar duren voordat er meer bekend is. De vuurwerkramp in Enschede op 13 mei 2000 kostte 23 mensen het leven. Bijna duizend mensen raakten die dag gewond en de wijk Roombeek in Enschede werd bijna compleet verwoest. Na ruim tien jaar is nog steeds niet bekend wat de oorzaak van de ramp is geweest.

De wijk Roombeek werd tijdens de vuurwerkramp in Enschede bijna helemaal verwoest.

Cartoon

Inzamelingsactie gasflessen K5 gemeenten succesvol De inzamelingsactie voor oude en lege gasflessen van de brandweerkorpsen in de K5 gemeenten (een samenwerkingsverband van gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist) op 9 oktober was voor het tweede jaar een groot succes. Volgens plaatsvervangend comman­ dant Corné Broere van de regionale brand­ weer van de K5 gemeenten is dit succes ook zorgwekkend. ‘We hebben een kleine tweehonderd gasflessen ingezameld. Vorig jaar waren dat al meer dan honderd, maar dit jaar zijn het er dus nog meer. Het feit dat er nog zoveel mensen en bedrijven zijn die oude en lege gasflessen thuis hebben liggen, baart mij wel zorgen. Het succes van deze actie is dus heel dubbel’, aldus Broere. Inwoners en bedrijven konden de gasflessen inleveren bij de acht posten in de K5 gemeenten. ‘Speciaal voor oude mensen die geen bekenden of buren hebben die de gasflessen konden brengen was er wel de mogelijkheid om deze op te laten halen.’ De K5 gemeenten kwamen vorig jaar in het kader van de Brandpreventieweken op het idee voor de inzameling. Meerdere keren moesten bluswerkzaamheden gestaakt worden wegens ontploffingsgevaar. 'Deze flessen zijn niet alleen bij brand gevaarlijk voor ons, maar ook voor de bewoners’, aldus Broere.

Brand&Brandweer

nummer 11 november 2010 517


Bran d van de maan d

Geslaagde inzet brand

De brandweer zet groot materieel tijdens de brand in een kippenschuur in Dreumel.

518

nummer 11 november 2010

Sdu Uitgevers


Bran d van de maan d

Fotografie: Jan Rikken

kippenstal Dreumel

Een boer in Dreumel belt zondag 17 oktober zijn buurman op met de melding dat er verdacht veel rook uit het dak van één van zijn kippenstallen komt. De kippenboer gaat direct op onderzoek uit en even later meldt hij de brand in de kippen­ schuur aan de meldkamer. De brandweer is snel ter plaatse, maar voor de 45 duizend kippen in de betreffende stal is het te laat. De vlammen slaan al over de volle breedte uit. Brand&Brandweer

nummer 11 november 2010 519


fotografie: Gemeente West Maas en Waal

Bran d van de maan d

Het groot watertransport.

O

Tijdens de brand werd ook de WTS-fiets ingezet.

Door Jildou Visser

m 16.46 uur komt bij de meldkamer een melding van een brand in een kippenschuur binnen. Twee minuten later is de brandweer in Dreumel al gealarmeerd voor een binnenbrand bij een bijzonder object. ‘Diezelfde minuut schaalt de meldkamer gelukkig al op naar middelbrand, want nadat zij doorvroegen op de boer bleek dat er zeker meer dan één TS nodig was om de brand te lijf te gaan’, vertelt Officier van Dienst (OvD) Berrie Verhaaf. Nog een minuut later schaalt de meldkamer opnieuw op, ditmaal naar grote brand. Tijdens het aanrijden zag de brandweer al een grote brede rookkolom en veel mensen die daar op afkwamen. Het toegestroomde publiek zorgde voor hinder bij het aanrijden. ‘Ik heb op dat moment direct de politie gealarmeerd, zodat zij het publiek op afstand kon houden’, aldus Verhaaf. Tegelijkertijd met de opschalingen van de meldkamer is ook het groot watertransport (WTS 1000) gealarmeerd. ‘We wisten dat de brand in een landelijke omgeving was en de brandkranen in de omgeving niet voldoende water konden geven voor drie TS’en. De WTS heeft tijdens het aanrijden denk ik nog de meeste hinder ondervonden van het publiek. Het zijn in die buurt allemaal smalle wegen. De bermen stonden vol met auto’s waardoor de WTS er niet langs kon en om heeft moeten rijden.’ Overslaan voorkomen Op het moment dat de eerste TS uit Dreumel aan kwam rijden, sloegen de vlammen al aan weerszijden uit. Verhaaf: ‘Mijn eerste vraag was of er personen binnen waren, maar dat bleek gelukkig niet het geval. De kippen waren bij het aanrijden al verloren, dus hebben we ingezet op het voorkomen van overslag naar de voedersilo’s die tegen de stal aan stonden. Ook bij de garage die een paar meter van de stal af stond was er gevaar voor overslaan.’ De tweede kippenstal op het terrein stond iets verderop. Met de inzet van een watergordijn zorgden de korpsen uit Dreumel en Maasbommel ervoor dat de brand niet kon overslaan en de heftige rook hier niet zou binnendringen. ‘Mede doordat de luchtaanvoer in die stal van de andere zijde kwam, waren deze kippen nog kerngezond.’

520

nummer 11 november 2010

‘Maatregelen nodig om brandveiligheid ­stallen te verbeteren’ De Dierenbescherming en LTO Nederland vinden dat er (politieke) maatregelen nodig zijn om de brandveiligheid van veestallen te verbeteren. De huidige wet- en regelgeving stelt op dit moment namelijk geen eisen aan de brandveiligheid van dierenverblijven. Door 763 branden kwamen er de afgelopen vijf jaar 737.080 dieren om het leven, zo blijkt uit onderzoek dat in opdracht van de twee organisaties is uitgevoerd. De branden werden meestal door ondeugdelijke elektrische installaties veroorzaakt. Volgens de onderzoekers kunnen stalbranden onder meer worden voorkomen door het gebruik van brandmuren en het verbieden van brandbare isolatiematerialen. Hiervoor moet het nieuwe Bouwbesluit een apart hoofdstuk bevatten over specifieke brandveiligheidseisen voor veestallen. Ook zouden verzekeraars strengere eisen moeten stellen aan de controle van elektrische apparatuur en zouden veehouders uitgebreider moeten worden voorgelicht over preventie- en bestrijdingsmogelijkheden. Voor eind dit jaar komen de Dierenbescherming en LTO Nederland met concreet uitgewerkte plannen om de brandveiligheid van veestallen te verbeteren.

GRIP1 en zeer grote brand In overleg met de Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (ROGS) schaalde Verhaaf vlak na aankomst van de assisterende bluseenheden op naar GRIP1 en zeer grote brand. ‘Dat heb ik vooral gedaan vanwege de gigantische rookwolk en de stroomstoring die door de brand was veroorzaakt. De rook was in eerste instantie zo heftig dat we daar bij de beeldvorming last van hadden. Korte tijd konden we de andere kippenstal en de garage namelijk niet eens zien. Zelfs zestig kilometer verderop in Utrecht was de rookwolk zichtbaar’, vertelt Verhaaf. Door de opschaling naar GRIP1 was ook de geneeskundige dienst aanwezig. ‘Zij hebben een bezoek gebracht aan de bewoners van omliggende woonboerderijen. De mensen die thuis waren hadden nog geen last van de rook.’ Ook is samen met de burgemeester en de ambtenaar rampenbestrijding van de gemeente gesproken met de boer. ‘Hij was Sdu Uitgevers


Bran d van de maan d

Nablussen in de stal.

natuurlijk totaal uit het veld geslagen. Wat hij in de afgelopen twee jaar heeft opgebouwd, was in één klap verwoest.’ Na een half uur schaalde Verhaaf af naar GRIPO en grote brand. De grootste zorg van Verhaaf was de watervoorziening. ‘Het water moest uit één van de weteringen in de buurt komen en moest dus worden aangelegd door het WTS. Binnen een half uur was dit aangesloten en kon de derde TS in actie komen. Pas toen zijn we echt toegekomen aan het blussen van de brand.’ WTS-fiets Voor het inspecteren van de slangen van de WTS werd de WTSfiets gebruikt die de brandweer Leeuwen uitgevonden heeft. Deze fiets staat altijd in de container van de WTS. ‘Normaal deden we de inspectie van de uitgerolde slangen altijd lopend, maar nu konden we de inspectie fietsend doen.’ Het levert, behalve bij een lekkage, niet erg veel tijdswinst op, maar wel veel gemak. ‘Met de fiets kan bijvoorbeeld ook een bakje koffie worden gehaald. Die is dan nog warm bij aankomst’, grapt Verhaaf. Het sein brand meester geeft Verhaaf om 18.22 uur. ‘Op dat moment was de heftigheid van de brand voorbij en hoefden we alleen nog maar af te blussen. Ruim tweeëneenhalf uur later heb ik de korpsen van Maasbommel en Leeuwen teruggestuurd en heeft de brandweer Dreumel alles nog nageblust’, vertelt Verhaaf. Geslaagde inzet met kleine verbeterpunten Als Verhaaf en zijn collega’s om half 1 terug zijn op de kazerne Brand&Brandweer

kunnen ze terugkijken op een zeer geslaagde inzet. ‘Je hebt soms van die branden waar je achteraf op terugkijkt en denkt: er zijn veel dingen die beter hadden gekund of gemoeten. Dat was nu absoluut niet het geval’, aldus Verhaaf. ‘De meldkamer heeft heel goed ingeschat dat de brand zich zo snel ontwikkelde en de eerste inzet tegen het overslaan van de brand ging ook goed. Naast de afgebrande kippenstal zijn er geen andere ruimten beschadigd.’ Volgens Verhaaf ging de opschaling ook goed, wellicht iets te goed. ‘Achteraf gezien had ik helemaal niet op hoeven schalen naar GRIP1 en zeer grote brand. De vierde TS hebben we namelijk niet hoeven gebruiken. Ik wilde alleen op dat moment geen risico nemen, want ik wist dat de aanrijdtijd van de vierde TS twintig minuten was. Als ik langer af had gewacht had het dus in een ander scenario te laat kunnen zijn.’ De opbouw van de verlichting had achteraf gezien eerder gemoeten. ‘In de schemering werd de verlichting opgebouwd, waardoor het zicht tijdens de opbouw slecht was.’ Tijdens de evaluatie werd er één kritiekpunt aangemerkt. Verhaaf: ‘Bij de positionering van het groot watertransport had ik de keuze uit twee weteringen. Daarbij heb ik de keus gemaakt voor de verst liggende, omdat we dan geen weg hoefden af te sluiten. Als dat wel had gemoeten, hadden de aanrijdende eenheden moeten omrijden.’ Al met al denkt Verhaaf dat het niet veel had uitgemaakt als hij de andere wetering voor het watertransport had gebruikt. ‘Als ik het nu nog een keer zou moeten doen had ik waarschijnlijk dezelfde keuzes gemaakt.’ ■ nummer 11 november 2010 521


i n novat i e

De brandweer maakt slechts mondjesmaat gebruik van social media als Twitter. De NVBR, enkele korpsen en individuele brand­ weermensen twitteren over inzetten of nieuw beleid. De mogelijkheden van Twitter zijn echter legio, aan de warme én aan de koude kant. ‘We staan nog maar aan het begin’, aldus projectleider informatie Martin Meijer van de regio Twente.

fotografie: FBF.NL

Twitter heeft brandweer

H

Door Ellen Schat

et gebruik van Twitter (zie kader voor uitleg) staat bij de brandweer nog in de kinderschoenen, zeker in vergelijking met het bedrijfsleven en ook de politie. De brandweer zou er nog veel meer haar voordeel mee kunnen doen, net als met andere social media (zie kader). Dat vindt onder andere kennismakelaar Huib Fransen van de NVBR. Hij twittert persoonlijk en namens de NVBR en signaleert een ingrijpende verandering in wijze en snelheid waarop informatie op ons af komt. Tijdens een treinincident in de regio Midden- en West Brabant, waar hij als piketofficier in actie was, merkte hij opnieuw hoeveel meerwaarde Twitter kan hebben. ‘Er was een verkeerd treinscenario afgekondigd. Alle alarmbellen gingen intern af, maar door Twitter konden we binnen vijf minuten de collega’s, meeluisterende media en burgers op de hoogte van de juiste status brengen. Daarmee werd de hitte uit de lucht gehaald’, vertelt Fransen terwijl de Twittertoon op de achtergrond hoorbaar is. Hij vindt dat de brandweer actiever Twitter en andere social media zou kunnen inzetten. ‘Laat het voor je werken. Via LinkedIn en Twitter heb ik een uitgebreid netwerk in de hulpverleningswereld en daarbuiten. Ook ben ik razendsnel op de hoogte van zaken die me interesseren en voor mijn professie van belang zijn. Zo kun je via groepen bijvoorbeeld heel gericht op zoek naar bepaalde informatie, vragen stellen of iemand wijzen op een publicatie.’ Snel communiceren Een aantal regio’s gebruikt Twitter als aanvulling op de bestaande communicatiemiddelen. De brandweer Groningen linkt de nieuwsberichten op de website automatisch aan Twitter. ‘De kop wordt automatisch op Twitter geplaatst’, vertelt Hans Coenraads

522

nummer 11 november 2010

Twitter kan een goede aanvulling zijn op de communicatie. Bijvoorbeeld als burgers de ramen en deuren moeten sluiten. Hier een asbestbrand in een bungalowpark in het Drentse Doldersum afgelopen februari.

van de Hulpverleningsdienst Groningen. Vanaf een middelbrand worden berichten door de brandweer geplaatst. Er is momenteel een discussie gaande of dat uitgebreid gaat worden. ‘Je zou ook kunnen twitteren tijdens een inzet. Het is de vraag of je daarmee media bedient, of dat je juist nog meer gebeld wordt’, aldus Coenraads. De brandweer is ook in overleg met de politie, die veel actiever twittert en de bevolking inschakelt bij haar werk. Amsterdam- Amstelland startte tijdens de Brandpreventieweken om te kijken of het meerwaarde heeft. ‘Ik ben enthousiast, want je kunt heel snel communiceren, maar we moeten nog kijken of we het in de crisiscommunicatie gaan toepassen. Je kan via Twitter snel je berichten bij media en burger krijgen en verkeerde berichtgeving ontkrachten. Maar eerst gaan we ons netwerk opbouwen’, vertelt communicatieadviseur en twitteraar Lotte Dijkstra. De brandweer in Zeeland twittert niet intensief via het brandSdu Uitgevers


i n novati e

veel te bieden Wat is Twitter? Twitter is een dienst die mensen in staat stelt korte berichten (tot 140 karakters) met elkaar te delen. Een gebruiker plaatst een bericht (Tweet) met als thema: ‘wat gebeurt er nu?’. Tweets kunnen uitgewisseld worden via een groot aantal verschillende media, waaronder: email, sms, instant messaging, internet en mobiele applicaties. Alle tweets samen vormen de Twitterstroom: een continue reeks berichten die zonder vertraging gepubliceerd wordt. Twitter is, in tegenstelling tot sms, niet een directe lijn van persoon a naar persoon b. De ontvanger bepaalt zelf van wie hij berichten wil krijgen. De zender plaatst zijn omgeving, de ontvanger bepaalt wat hij wil lezen. Met behulp van een hashtag, het teken #, valt een eigen informatieomgeving in te richten. Wat zijn Social Media? Twitter valt onder de social media, een verzamelterm voor internetapplicaties en internetdiensten die interactief zijn, waarin gebruikers centraal staan en er door middel van gezamenlijke activiteiten nieuwe informatie en kennis wordt opgebouwd. Weblogs, sociale netwerken als Facebook, Hyves, LinkedIn en de samenwerkingsomgevingen als Wikipedia vallen er onder.

weeraccount, maar wel via de Twitter van de Veiligheidsregio. De communicatieadviseur die piketdienst heeft, twittert dan ook over inzetten vanaf middelbrand. ‘Bij kleinere incidenten is het voordeel wat minder groot, maar je krijgt wel volgers. En als het dan echt spannend wordt, en mensen bijvoorbeeld deuren en ramen moeten sluiten, heeft het enorme meerwaarde’, vertelt communicatieadviseur Dianne Deurloo. Ook het wegnemen van eventuele ongerustheid is een optie. ‘Tijdens een gaslekkage hebben we bijvoorbeeld getwitterd dat er veel brandweer uit voorzorg aanwezig was.’ Onjuiste berichtgeving corrigeren De regio Twente is één van de koplopers en gebruikt haar account actief. Afgelopen augustus gebruikte de regio het medium intensief, toen er veel wateroverlast ontstond na overstroming van de Dinkel. ‘Het brengt ons iets, dat hebben we gemerkt. De informatie komt snel bij burger en media’ vertelt projectleider informatie Martin Meijer van de regio Twente. Hij is erg enthousiast over social media en somt moeiteloos alle voordelen op. ‘Je kunt snel communiceren met je collega’s én met de burger. Brand&Brandweer

Tweets van Brandweer Amsterdam-Amstelland.

Daarbij kun je onjuiste berichtgeving corrigeren. Dat was ook het geval tijdens de wateroverlast. Het verschijnen van foutieve informatie op internet was reden om te gaan twitteren. De media kennen ons en weten dus dat de informatie betrouwbaar is.’ Aan de andere kant wordt de brandweer ook door de burger geïnformeerd, door middel van filmpjes die op internet worden gezet bijvoorbeeld. ‘We hoeven die niet als bedreiging te zien, maar nummer 11 november 2010 523


De zorg en verantwoording voor een duurzaam veilige werkomgeving reikt verder dan de wettelijke richtlijnen voorschrijven. G4S Training & Safety Solutions ontzorgt bedrijven en organisaties op het gebied van risico-advisering en veiligheidsopleidingen. G4S heeft een zeer uiteenlopend opleidingsaanbod van bedrijfshulpverlening tot brandweertrainingen, van agressietrainingen tot maritieme opleidingen. Om bij te dragen aan de verhoging van het kennisniveau van uw organisatie onderhoudt G4S samenwerkingsverbanden met verschillende vooraanstaande specialisten uit alle vakgebieden. Alle instructeurs worden voortdurend didactisch en vakinhoudelijk getraind, zodat we altijd inspelen op actuele ontwikkelingen. Met vestigingen door heel het land is er altijd een trainingscentrum bij u in de buurt. G4S kan tevens incompany trainingen verzorgen. Zo zorgt G4S voor uw veiligheid.

Voor meer informatie over al onze opleidingen kijkt u op www.g4s.nl


i n novati e

Twitter geschikt voor crisiscommunicatie Twitter is een geschikt crisiscommunicatie-instrument voor de overheid. Dat concludeert het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement COT op basis van onderzoek. Twitter kan bijdragen aan openheid in het proces van crisiscommunicatie. Via Twitter kan de overheid zijn acties en handelingen realtime inzichtelijk maken voor burgers. Twitter legt geen beperking op voor het eerlijk communiceren tijdens crises. Het kan bijdragen aan de snelheid waarmee berichten gedeeld kunnen worden met burgers. Er zijn geen doelgroepen die alleen door Twitter worden bereikt. Twitter is dus een aanvulling op het huidige instrumentarium voor crisiscommunicatie. Ook concludeert het COT dat het bereik van Twitter kan worden vergroot. Bron: Twitter in crisiscommunicatie. Een onderzoek naar de mogelijkheden van het gebruik van Twitter tijdens crises. (Den Haag, 2010)

Tweets van Brandweer Twente

De uitwisseling van informatie via Twitter past volgens Meijer en Fransen ook in de visie van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de burger, die de brandweer ook met de Strategische Reis is ingeslagen. Geen hype Er is nog weinig beleid op dit gebied binnen de brandweer. ‘Het komt van onderaf, uit het veld. Bottom-up dus. En het verspreidt zich als een olievlek. Twitter is geen hype zoals sommige mensen roepen. Bij veel mensen leeft het beeld dat op Twitter alleen gemeld wordt waar iemand van minuut tot minuut mee bezig is. Dat is onjuist, het gaat om kennis brengen en kennis halen.’ Officieel beleid is er ook in Twente niet, maar dat kan volgens Meijer niet lang meer duren. ‘Het is nu tijd om de boel te gaan stroomlijnen. Wie doet wat? Het beste kun je een social mediawatcher aanstellen die kijkt naar alle informatie op internet.’ Naast de officiële Twitters bestaan er in veel regio’s niet-officiële accounts met ongeveer dezelfde namen. Dat is lastig, maar niet te voorkomen. Belangrijk is dan om als brandweer duidelijk te maken dat het een officieel account betreft van de organisatie.

Tweets van de Brandweer Groningen.

kunnen de informatie juist gebruiken om een beter beeld te krijgen van de situatie.’ Brandweermensen vinden het soms storend als ze gefilmd en bekeken worden tijdens hun werk. ‘Maar het is wél de situatie. Het heeft geen zin om hiertegen te vechten, want het gebeurt toch. Je kunt er beter gebruik van maken. Misschien moet je medewerkers voorbereiden op dit soort zaken, dat ze weten hoe je ermee om moet gaan.’ Nadelen van Twitter ziet Meijer niet. ‘Als wij de burger niet via nieuwe media informeren, krijgen ze het op een andere manier. We moeten zorgen dat we erbij zijn. We staan nog in de Middeleeuwen van de nieuwe media.’ Fransen: ‘In een minuut wordt 24 uur aan video op You Tube geplaatst, over een paar jaar heeft 80 tot 90% van de mensen mobiel internet en de informatie op internet groeit gigantisch, dat noemen we Data Explosie.’ Brand&Brandweer

Werk en privé Schrijft de brandweermedewerker alleen over brandweergerelateerde zaken of worden ook privézaken in de tweets gemeld? De Rotterdamse commandant Elie van Strien, een van de twee regionaal commandanten die twittert, kiest ervoor om alleen brandweergerelateerde boodschappen uit te wisselen. De meeste twitteraars combineren werk en privé. Protocollen of richtlijnen voor gedrag van medewerkers op social media bestaan in de regio’s niet. Wel denken korpsen na over hoe de organisatie moet omgaan met collega’s die op persoonlijke titel zakelijke berichten op internet zetten.‘Door het zelf te doen en de reacties van medetwitteraars hierop, leer je vanzelf wat wel en niet kan’, stelt Fransen. Zeeland wijst mensen mondeling op de valkuilen. Lastige situaties kunnen ontstaan. Zo moest een postcommandant in het Gelderse Hengelo opstappen nadat hij seksueel getinte opmerkingen op zijn Hyvespagina had gezet. Bezorgde ouders attendeerden de gemeente Bronckhorst op de site, en deze sprak de commandant aan op zijn internetgedrag en voorbeeldfunctie. ■ www.twitter.com/BrandweerAA www.twitter.com/BRWGroningen www.twitter.com/NVBRbrandweer www.twitter.com/ BrandweerTwente www.twitter.com/vrz nummer 11 november 2010 525


[ NON-stOp rOOkprOductie Overal eN altijd

DE ROOKONTWIKKELING BIJ BRAND KENT GEEN PAUZE. OOK EEN ROOKGENERATOR VAN HAAGEN STOPT NIET! HAAGEN rookgeneratoren zijn ontworpen om snel een grote hoeveelheid realistische rook te kunnen genereren. De Vesuvius en Etna produceren continue een dikke, zware rook zonder tussendoor op ongewenste tijden te stoppen. Of je nu bezig bent met een oriëntatieoefening, opsporingstraining of ventilatietraining, rookgeneratoren van HAAGEN zullen zolang als gewenst is, rook produceren. Wilt u de Vesuvius en Etna in actie zien? Bekijk dan de video op www.haagen.eu of bel ons voor een demonstratie.

WWW.HAAGEN.EU

- klasse kazernebouw

Ontwikkeling

Bouw

Exploitatie

ECO - Opwaardering

vaessenduurzaambouwen.nl

T: +32 (0)14 - 699 820


PUNT EDU

Vakmanschap We zien de tegelzetter, de vioolbouwer, de koetsmaker. Beelden van de vakman aan het werk. Stukken hout die worden bewerkt, het blijken assen. Assen van een wiel, een wiel dat onderdeel is van een koets, nog een lamp erop. En dan, het werkstuk is af. De ambachtsman pakt zijn gereedschap, richt zich tot de camera. Tevredenheid kijkt recht in de lens, er verschijnt een naam op het beeldscherm. J. van Peets, wie kent hem niet? De violen zwellen, het beeld wordt wit en gaat over in de schuimkraag van een glas bier. Een vage dorst maakt zich van de kijker meester. Brandmeester? Is vakmanschap brand-meesterschap? De afgelopen maanden raakte ik verzeild in diverse discussies over vakmanschap bij de brandweer. Zowel intern als extern. Mijn bevinding: wat hebben we toch een prachtig vak, maar wat verkopen we het beroerd. En ook: wat zijn we intern verdeeld. Zou het zo zijn dat we bij gebrek aan concurrenten elkaar te lijf gaan? Zo maar wat observaties, over de trots op het vak en de groei van het vak. Trots • Stel, je wilt gaan werken bij de brandweer. Je schrijft een brief en mag op gesprek. Vol vuur leg je uit waarom je ‘erbij wilt’, wat je drijft, wat je kan bijdragen. En dan is daar toch, tot verbijstering, altijd weer die vraag van de P&O-er: wat je nog meer kan? Hoezo, nog meer? Is brandweer niet genoeg om brandweer te worden? • Stel, je werkt bij de brandweer. Maar niet voor altijd. Want na twintig jaar moet je weer weg. Een ander vak doen, want je bent te oud, niet fit genoeg. Maar brandweer is toch meer dan spierballen, meer dan piekbelasting alleen? Er is toch wel iets creatiefs te verzinnen om ook ervaring een plaats te geven, door op een andere manier te gaan inzetten? Zoals ik bijvoorbeeld beschreef in de column ‘Kantelen’, maart 2010? • Stel, je wilt promoveren bij de brandweer. Dan strekt kennis van de brandweer niet tot aanbeveling. Nee, multidisciplinariteit, dat is het toverwoord om carrière te maken. Weet vooral niet wat je zelf kan, weet wat anderen kunnen. Daar kom je pas verder mee. • Stel, je wilt commandant worden. Wees dan bestuurlijk sensitief. Voelhorend er op los in het ambtelijk circuit, leg oren te luister en antwoord op verzoek. Maar breng het bevoegd gezag niet in ongerief; de brandweer is zo al lastig genoeg. • Stel, je doet een onderzoek naar het meest betrouwbare beroep van Nederland. Blijkt het toch de brandweer te zijn: 96% van de Nederlanders vertrouwt de brandweer het meest, Brand&Brandweer

gevolgd door apothekers en piloten. “Unique Selling Point”, roept de marketeer. “Trots”, roept Edu. Maar adel verplicht, dus naast trots ook groei. Groei • Stel, sinds jaar en dag identificeer je de brandweer met de binnenaanval. En dan, na diverse ongevallen met dodelijke afloop onder eigen personeel, groeit langzaam het besef dat in sommige situaties die binnenaanval toch niet zo’n goed instrument is. Dat een ander, aanvullend gereedschap noodzakelijk is, zoals een offensieve buitenaanval. Een soort van nijptang erbij, naast de hamer. Dan neemt het vakmanschap toch toe, niet af? • Stel, er wordt ook brand geblust in een gemeente een stukje verderop. Daar heeft men een merkwaardige brand, die wordt geëvalueerd en er komen aanbevelingen uit die verder strekken dan het eigen korps. Als je die aanbevelingen in je eigen korps zou toepassen, dan neemt het vakmanschap toch toe, niet af? • Stel, men doet onderzoek in Amerika naar de relatie tussen brandweer en longkanker. Er wordt ontdekt dat de blootstelling aan kleine stofdeeltjes na de brandbestrijding elke norm overtreft en daarmee de kans op kanker vergroot. Omdat na de blussing de ademlucht wordt afgezet en we zonder beschermingsmiddelen door de brandresten lopen. Als we dergelijk onderzoek vertalen naar Nederlandse procedures, dan neemt het vakmanschap toch toe, niet af? • Stel, er is een lector brandweerkunde die onderzoek doet aan de brandweeracademie naar de brandkromme. En hij ontdekt dat de brandweer eigenlijk een rookweer zou moeten zijn: brandverspreiding is ook rookverspreiding, andere werkwijzen zijn noodzakelijk. Dan neemt het vakmanschap toch toe, niet af? Ik zei al, het zijn zomaar wat observaties. Geordend naar trots en groei, twee pijlers van vakmanschap. Conclusie, met aanzwellende violen: Trots moet je zijn en groei moet je doen. Vakmanschap is brand-meesterschap. ■

nummer 11 november 2010 527


nvbr congres

De brandweer moet vernieuwen,

fotografie: Liselotte Bretveld

‘Wie heeft er een Twitter-account? En wie volgt de NVBR op Twitter? Op deze vraag van dagvoor­ zitter Joost Karhof, gaan slechts enkele handen de lucht in. Ruimte om te vernieuwen op het gebied van nieuwe media is er weinig in de zaal. Toch moet de brandweer, met de Strategische Reis in het achterhoofd, vernieuwen. Wat houdt vernieuwing in? En wat betekent dat voor men­ sen en organisatie? Daar gaan de gesprekken, masterclasses en workshops over tijdens het NVBR congres op 23 en 24 september in Nieuwegein. Een verslag van de eerste congresdag.

De masterclasses werden gegeven door (vlnr) Hans van Grieken, Jaap Smit en Esther Mollema. Rechts dagvoorzitter Joost Karhof.

V

Door Jolanda Haven

ernieuwen is geen thema van de laatste jaren. Ook vroeger werd er vernieuwd. Denk aan de komst van de brandslang. Toch is dat uiteraard iets anders dan een complete vernieuwing van een organisatie. De samenleving verandert en dus moet de brandweer mee veranderen. Ook schaarste dwingt tot vernieuwen. Overal in het land moet bezuinigd worden en dus ook bij de brandweer. De organisatie moet op de schop zonder dat het afbreuk doet aan de veiligheid van brandweerlieden en burgers. Maar hoe moet dat? Dat is de grote vraag tijdens het NVBR congres met het thema ‘Ruimte voor vernieuwen.’ De Strategische Reis biedt verschillende scenario’s hoe de brandweer er over een aantal jaar uit komt te zien. De kern ervan is dat meer energie gestoken wordt in het voorkomen van branden. Aan tafel bij Joost Karhof spreekt NVBR-voorzitter Caroline van de Wiel met burgemeester Aleid Wolfsen van Utrecht over

528

nummer 11 november 2010

de brandweer in 2040. Welke van de geschetste scenario’s het wordt, of een combinatie van de scenario’s, zal de tijd uitwijzen. Zeker is dat de brandweer meer aan de voorkant gaat werken de komende jaren. Preventie bestaat nu eigenlijk uit het beperken van brand door het aanbrengen van compartimentering en het plaatsen van rookmelders en sprinklers. ‘We moeten een stap terug, naar het voorkomen van brand. Daar ligt een belangrijke taak voor de brandweer, maar ook voor de samenleving’, aldus Van de Wiel. Hoewel sommige korpsen al actief werken aan community safety, het bezoeken van burgers en het geven van brandveiligheidadviezen dus, is daar volgens Wolfsen nog een wereld te winnen. Politieke agenda In het regeerakkoord wordt de brandweer niet één keer genoemd. Hoe moet de brandweer vernieuwen als er vanuit de politiek geen aandacht is? Is de brandweer niet belangrijk voor politiek Den Haag? De NVBR stuurde eerder een verslaggever Sdu Uitgevers


nvbr congres

maar hoe? ‘Congresbezoekers willen vooral netwerken en nieuwe ontwikkelingen volgen’ Albert-Jan van Maren kijkt met een tevreden gevoel terug op het eerste congres dat onder zijn voorzitterschap tot stand is gekomen. ‘We zijn in staat geweest twee verschillende dagen neer te zetten, zowel qua vorm als inhoud. En dat voor een record aantal bezoekers. Beide dagen stonden in het teken van het thema ‘Ruimte voor vernieuwen’. Donderdag kwamen vooral vragen aan bod over wat innoveren van ons vraagt als branche. En wat vergt het van ons als individu, als groep en van onze leiders? Een leuke, relativerende knipoog naar onze ontwikkeling was het filmpje vanuit het Binnenhof, waarin toen nog beoogd premier Rutte ons vooral aanraadt om niet op de politieke agenda te willen komen.' Op vrijdag zette Dolf Jansen een perfecte sfeer neer waarbinnen hij kritische vragen kon stellen, maar ook veel ruimte bood om te lachen. 'We hebben vanuit de deelnemersenquête positieve feedback ontvangen op de workshops, al is het soms wel lastig kiezen in het groeiende aanbod.’ Bezoekers komen volgens Van Maren vooral om elkaar te spreken en te netwerken, maar ook om nieuwe ontwikkelingen te blijven volgen. Wat voor van Maren tot slot een hele belangrijke factor is, is de tevredenheid van de sponsoren. ‘Zij vormen een belangrijke groep voor ons. Het NVBR congres heeft inmiddels een hoge standaard: een snel, spetterend programma, voorzien van de juiste techniek die ervoor zorgt dat het aangenaam is om naar te kijken en luisteren. Als we dat willen vasthouden en de deelnemersbijdrage niet te veel willen verhogen, is sponsoring belangrijk. Het is goed dat deelnemers zich dat realiseren en tijd maken om in die twee dagen diverse stands te bezoeken. Volgens onze sponsoren is dat dit jaar meer het geval geweest dan andere jaren en dat juich ik van harte toe.’

naar het Binnenhof en toonde het antwoord in een filmpje. Als je niet op de politieke agenda staat, betekent dat volgens Alexander Pechtold dat het goed gaat met een organisatie. ‘We zijn blij met de brandweer.’ Toch vindt hij dat de brandweerorganisatie te gesloten is en meer zou moeten lobbyen. Bovendien vindt hij dat een vernieuwingsslag goed zou zijn voor de brandweer. Ook premier Mark Rutte is van mening dat je niet de ambitie moet hebben om op de politieke agenda te komen. ‘We moet voorkomen dat we beleid gaan maken voor de brandweer.’ Masterclasses Welke impact heeft vernieuwing op een organisatie en op medewerkers? In dat kader nodigde de NVBR op de eerste dag van het congres drie sprekers uit om hun visie te geven. Hans van Grieken, vice-president van Capgemini consulting, technology en outsourcing, vraagt de congresbezoekers hoeveel technische veranderingen zij op het werk en privé hebben doorgevoerd. Daarnaast wil hij weten hoe lang men in de zaal gemiddeld bij de brandweer werkt. Conclusie is dat er veel oudgedienden in de Brand&Brandweer

Welke innovatie verdient volgens u een prijs? Voor de derde keer werd de Jan van der Heydenprijs uitgereikt tijdens het congres. Het project ‘Brááánd!!! Jij, de brandweer en veiligheid' van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost won. Welk project verdient volgens u de innovatieprijs? Breng uw stem uit op www.hulpdienstenonline.nl. Op deze site vindt u alle genomineerde projecten. Brand & Brandweer besteed in een artikel aandacht aan het winnende project.

zaal zitten, met als gevolg dat ze minder oog hebben voor vernieuwing. Een prikkelend statement dat veel congresbezoekers naar zijn masterclass lokt. Esther Mollema, directeur van Direction, een organisatie die zich richt op training en leiderschap, noemt in haar masterclass redenen voor het mislukken van vernieuwing. ‘Mensen en organisaties willen wel vernieuwen, maar dat wil niet zeggen dat het altijd lukt. Op managementniveau, kijkend naar leiderschap, houden wij mensen een spiegel voor. De basis voor vernieuwing is dat mensen teruggaan naar de eigen ‘ik’. Wat is mijn aandeel in het mislukken van vernieuwing? Om te vernieuwen hoef je volgens voormalig directeur van Slachtofferhulp Jaap Smit niet te streven naar een nog veiligere samenleving. Veiligheid is volgens hem een opgeblazen thema. ‘Er is bijna niemand in Nederland die ‘ja’ antwoord op de vraag of hij of zij zich onveilig voelt. Incidenten worden snel een ramp genoemd en mensen noemen zich snel een slachtoffer’, aldus een prikkelende Smit. ‘Pech is een onrecht geworden. We moeten de burger niet meer voeden dat er altijd iemand klaar staat. Shit happens alive.’ De weerbaarheid van burgers is volgens hem soms ver te zoeken en dat vindt hij zorgelijk. ‘We leven in de illusie dat alles steeds veiliger moet. We moeten durven improviseren. Ook dat is vernieuwen.’ Grote opgave Met de masterclasses en de uitreiking van de rode brandweersjaal aan regionaal commandant van Zaanstreek-Waterland Gerrie Ruijs, eveneens voorzitter van het vrouwennetwerk, wordt de eerste congresdag afgesloten. Het grote scherm op de bedrijven- en innovatiemarkt begint inmiddels vol te lopen met uiteenlopende twitterberichten. De dag vol met innovatieve ideeën en projecten biedt genoeg triggers om over na te denken. Van flexibele voertuigbezetting tot het lespakket voor middelbare scholen, iedereen heeft zo zijn eigen ideeën bij vernieuwing. De grote vraag volgens Caroline van de Wiel is: ‘Hoe gaan we op een verstandige manier om met minder geld, zonder dat we de brandveiligheid afbreken en zonder dat de veiligheid van onze eigen mensen in het geding komt? Dat is de grote opgave waar het veld voor staat.’ ■

nummer 11 november 2010 529


best uu r en organ isati e

De punten uit de Wet veiligheidsregio’s op een rij Een efficiënte en hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, rampenbestrijding en cri­ sisbeheersing onder een regionaal bestuur. Dat regelt de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) onder meer, die per 1 oktober in werking is getreden. De brandweertaken voor de regio en de gemeente zijn daarmee onder andere officieel vastgelegd. Het nieuwe rangenstelsel is ook een uitvloeisel ervan. Brand & Brandweer zet de belangrijkste punten voor de brandweer uit de wet nog eens op een rij.

D

Door Ellen Schat

e Wet veiligheidsregio’s (Wvr) heeft als doel een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. In de Wvr zijn onder meer de bestuurlijke inbedding en de basisvereisten voor de organisatie van de hulpverleningsdiensten opgenomen, welke taken het bestuur van een veiligheidsregio heeft en wat de minimumeisen zijn voor de hulpverleningsdiensten als de regionale brandweer en het materieel dat wordt gebruikt. De nieuwe wet vervangt de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) en de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). Eenhoofdig gezag In de wet wordt een kader voor de bevoegdheden gegeven voor de bestrijding van rampen en crises, vooral van belang als die meer dan één gemeente treffen. In lokale crisissituaties heeft de burgemeester ten aanzien van de drie disciplines, brandweer, politie en GHOR het gezag over de meldkamer. Bij een bovenlokale ramp of crisis krijgt de korpsbeheerder deze bevoegdheid. Dit eenhoofdige gezag is tot stand gekomen omdat het juist bij bovenlokale rampen en crises zo belangrijk is dat de hiërarchische verhoudingen helder zijn. Hoe ingewikkelder de situatie, des te groter het belang van een eenvoudige bevelsstructuur. De voorzitter van de veiligheidsregio is eveneens voorzitter van het Regionaal Beleidsteam (RBT). Regionalisering brandweer In de Brandweerwet uit 1985 werd de komst van een regio al verplicht gesteld. In de Wvr wordt hierop voortgeborduurd. Gemeenten zijn wel toegestaan hun gemeentelijke brandweer in stand te houden voor de basis brandweerzorg. Dat houdt in: ‘Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, alsmede het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand.’ De gemeenten kunnen de basistaken zelf organiseren, maar moeten daarbij wel voldoen aan de kwaliteitseisen die de minister stelt. Alle andere taken worden

530

nummer 11 november 2010

Cartoon: Patrick van Gerner

De gemeenten kunnen de basistaken zelf organiseren, maar moeten wel voldoen aan de kwaliteitseisen

verplicht overgedragen aan de veiligheidsregio. Dat zijn het adviseren van andere overheden op het gebied van brandweerzorg en brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen, het waarschuwen van de bevolking en het verkennen van gevaarlijke stoffen en ontsmetting. Ook voert de regio taken uit in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Als gemeenten niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen kan de minister een aanwijzing geven aan de betrokken gemeente. Als de gemeente dan nog in gebreke Sdu Uitgevers


bestuu r en organ isati e

blijft, kan de minister het college van burgemeester en wethouders opdragen de gemeentelijke brandweer op te heffen. De gemeentelijke brandweer gaat dan op in de regionale brandweer. De genoemde minister is vanaf oktober niet langer de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De beleidsthema’s brandweer en veiligheidsregio’s zijn met de komst van het nieuwe kabinet overgeheveld van BZK naar het nieuwe ministerie Veiligheid en Justitie van minister Ivo Opstelten. In een aantal regio’s is de brandweer al volledig geregionaliseerd, zoals in Limburg-Zuid, Midden- en West- Brabant, AmsterdamAmstelland en Rotterdam-Rijnmond. Andere zijn bezig. Een aantal, zoals Groningen, heeft de basisbrandweerzorg lokaal georganiseerd. Hier wordt met een convenant gewerkt waarin de samenwerking geregeld is tussen de gemeente Groningen en de andere gemeenten van de regio.

Functies en rangen

Functie

Rang

Commandant

Hoofdcommandeur

Commandant van Dienst

Adjunct-Hoofdcommandeur

Hoofdofficier van Dienst

Commandeur

Adviseur Gevaarlijke Stoffen

Commandeur

Officier van Dienst

Hoofdbrandmeester

Bevelvoerder

Brandmeester

Duikploegleider

Hoofdbrandwacht

Manschap b

Hoofdbrandwacht

Chauffeur

Brandwacht of Hoofdbrandwacht

Voertuigbediener

Een belangrijk verschil is dat

Brandwacht of Hoofdbrandwacht

Gaspakdrager

een aantal zaken nu wettelijk is

Brandwacht of Hoofdbrandwacht

Brandweerduiker

Brandwacht of Hoofdbrandwacht

Verkenner gevaarlijke stoffen

Brandwacht of Hoofdbrandwacht

Manschap a

Brandwacht of Hoofdbrandwacht

vastgelegd, waarvoor eerder alleen richtlijnen bestonden Plannen en risicoprofiel Als gevolg van de wet moet iedere regio een aantal documenten vaststellen. In het regionaal risicoprofiel wordt een inventarisatie en analyse gedaan van aanwezige risico’s, inclusief relevante risico’s uit de aangrenzende gebieden. Dit profiel moet binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de wet af zijn. Met het risicoprofiel kunnen de veiligheidsbesturen strategische besluiten nemen over het gezamenlijke beleid van de veiligheidsregio en haar partners. Er is een landelijke handreiking ontwikkeld om de regio’s te ondersteunen. In het beleidsplan staat hoe de veiligheidsregio haar bestuurlijke taken uitvoert. Het regionaal risicoprofiel vormt de basis hiervoor. In het crisisplan staat de algemene aanpak van rampen en crises in de regio en in het rampbestrijdingsplan de aanpak van rampen op speciale locaties, zoals een vliegveld, of BRZObedrijven. Opkomsttijden en voertuigbezetting Een belangrijk verschil met de vorige wetgeving voor de brandweer is dat een aantal zaken nu wettelijk is vastgelegd, waarvoor eerder alleen richtlijnen bestonden. De opkomsttijden bijvoorbeeld. Deze staan niet in de wet zelf, maar in het bij de wet horende Besluit veiligheidsregio’s. Dit is een uitwerking van de wet die onder meer de kwaliteitseisen van de hulpdiensten bevat. De opkomsttijden zijn met de inwerkingtreding wettelijke normen geworden. Eerder bestond er een branchenorm die als richtlijn gold. Voor een winkel geldt tijdens openingstijden bijvoorbeeld een normtijd van vijf minuten, voor een woning acht minuten en voor een autobrand vijftien minuten. Belangrijke toevoeging in de wet is dat van deze normtijden beargumenteerd afgeweken mag worden. De NVBR helpt in het project Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB) de regio’s een afwegingskader op te stellen. In enkele gemeenBrand&Brandweer

ten en in de provincie Drenthe zijn voor de komst van de wet alternatieve normtijden bestuurlijk vastgelegd. Drenthe legde de nieuwe zorgnorm vast op vijftien minuten (voor woningen). Ook de voertuigbezetting wordt specifiek in het Besluit genoemd. De normale bezetting is zes man, maar ook hiervan mag de veiligheidsregio afwijken. Het bestuur van de veiligheidsregio moet beslissen of eventuele afwijking van de standaard bezetting veilig genoeg is. In nauwe binnensteden kan bijvoorbeeld een eerste inzet met een klein voertuig met twee of vier man handig zijn. In Limburg-Zuid wordt nu al een zogeheten snelle interventie-eenheid (SIE) met twee man aan boord ingezet voor snelle eerste acties. Het personeelstekort overdag is hiermee getackeld. Bij een fikse binnenbrand of uitslaande brand staan nog steeds één of twee TS’en klaar. Nieuw rangenstelsel De kwaliteit van het brandweerpersoneel is wettelijk vastgelegd in het Besluit personeel veiligheidsregio, dat ook per 1 oktober van kracht is. Ook met dit thema is de brandweer al jaren bezig. Eén van de gevolgen is dat het aantal rangen met de komst van de wet teruggebracht is van vijftien naar zeven. Het stelsel gaat over van een ranggericht naar een functiegericht stelsel, omdat dat meer aansluit bij de praktijk (zie kader voor de functies en rangen). Voor een aantal functies en specialisaties moet een keuze gemaakt worden uit de rang brandwacht of hoofdbrandwacht. Als landelijk kader brengt de NVBR hierin aan: Brandwacht: functie manschap a, chauffeur, voertuigbediener, gaspakdrager brandweerduiker, verkenner gevaarlijke stoffen. Hoofdbrandwacht: manschap b, duikploegleider, langer dan vijf jaar manschap a. ■

nummer 11 november 2010 531


De oefen ru b ri ek

Deurprocedure In de oefenrubriek van deze maand de deurprocedure. Bij een uitruk naar een brand zal in principe bij aankomst het RSTV-model worden gebruikt. Op basis van een aantal signalen die de rook afgeeft, kan worden besloten om over te gaan tot een binnenaanval. Ook binnen een brandend pand blijft de RSTV-scan van kracht. De situatie kan immers elk moment verande­ ren. Deze deurprocedure maakt het mogelijk om erachter te komen of een deur écht warm/ heet is. Wanneer er ook nog eens rook (lees brandgas) door de naden en kieren van een deur en/of kozijn komt, is het door middel van de deurprocedure mogelijk om deze deur redelijk veilig te openen. Het doel is uit te zoeken wat er aan de hand is in de ruimte achter deze deur. Maar zoals altijd blijft de eigen veiligheid voorop staan. Voor de duidelijkheid zijn sommige foto’s bij een deur zonder rook gemaakt. De oefenrubriek is gemaakt in samenwerking met oefencentrum Noord BV locatie Wijster. Fotografie: Jolanda Haven, PS-Produkties

1

2

Bij deze deur is twijfel over het feit of de deur warm/heet is of niet. Soms is dit voor brandweermensen moeilijk in te schatten met vrij dikke handschoenen aan. Niet twijfelen maar een shot water op de deur. De straal is ingesteld op een sproeistraal met een kegelhoek van 30o . Loopt het water van de deur af, dan is deze niet warm. Maar wanneer het water verdampt, is de deur wel warm/heet en is er achter de deur meer aan de hand.

532

nummer 11 november 2010

Wanneer de deur warm/heet is en rook (brandgas) langs deur en kozijn is te zien, wordt eerst een dampbrug boven de deur in de brandgassen aangebracht, voordat de deur wordt geopend. Dit doen we door middel van twee korte shots van elk een halve seconde. Dit moet voorkomen dat als de deur opengetrokken wordt brandgas ontsteekt. Op deze foto het tweede shot. Wanneer duidelijk is waar de scharnieren van de deur zitten, is het handig om aan de scharnierzijde te beginnen. Zo ontstaat een vloeiende beweging naar de te openen zijde van de deur. Direct na het tweede shot, wordt de deur +/- 40 cm geopend door de tweede man/vrouw. Door deze opening geeft de straalpijpvoerder een shot naar binnen onder een hoek van +/- 45 graden en voor de duur van een halve seconde. De straalpijpvoerder probeert tijdens deze actie een beeld te vormen van de situatie in de ruimte achter de deur. Na deze actie wordt de deur weer gesloten en wordt er overlegd. Op deze foto is de tweede persoon nog steeds bezig om de straal aan te voeren. De straalpijpvoerder zou beter kunnen wachten totdat de tweede persoon gereed zit bij de deur.

Sdu Uitgevers


De oefen ru bri ek

3

4

Wanneer besloten wordt om toch verder te gaan, is het van belang om te weten of de brandgassen in de volgende ruimte heet of warm zijn. Dit kan door middel van een temperatuurcheck. Eerst weer de dampbrug aanbrengen door twee korte shots boven de deur. Dan gaat de deur verder open dan 40 cm. De straalpijpvoerder komt met zijn bovenlichaam naar voren en doet een shot van één seconde bijna recht omhoog zodat de straalpijp in de ruimte komt, en richting het plafond spuit. Dit is op de foto goed te zien. Het is van belang om nu even kort de tijd te nemen om te luisteren. Bij betrekkelijk koud brandgas zal het water niet of nauwelijks verdampen en op de vloer terug vallen. Dit ‘watergekletter’ is te horen. Wanneer er geen water naar beneden valt en het dus verdampt, is er sprake van hete brandgassen. De deur wordt onmiddellijk gesloten. Door middel van de deurprocedure zal dan eerst het brandgas in die ruimte achter de deur voldoende worden gekoeld.

5

De tweede persoon zit gereed bij de deur om deze te openen. De straalpijpvoerder heeft een defensieve houding aangenomen en is gereed om tot actie over te gaan. Er worden twee shots boven de deur gedaan om een dampbrug aan te brengen. Op de foto is te zien dat de straalpijpvoerder nog bijna rechtop staat. Dit heeft als doel om in geval van een onverwachte ontwikkeling snel weg te kunnen komen. De tweede persoon zit betrekkelijk veilig achter de deur.

7

Op deze foto is de vraag of het wel of niet heet is niet meer aan de orde. Duidelijk is te zien dat er tot halverwege de deur brandgas langs de deur wordt geperst. In deze situatie zijn de brandweerlieden al koelend tot aan deze deur gekomen. Om verder te kunnen, moet ook hier de deurprocedure weer worden toegepast.

6

Op deze foto is te zien dat de straalpijpvoerder met zijn lichaam naar voren komt wanneer de deur +/- 40cm geopend wordt. Wanneer de straalpijpvoerder dit niet doet, is de kans groot dat te weinig water in de brandruimte komt. De kegelhoek is immers ingesteld op 30o . Bij een te grote afstand van de deur komt er waarschijnlijk veel water tegen de deur en het kozijn. Dit moet vermeden worden om een zo groot mogelijk rendement te halen van het water dat in de ruimte van de brandhaard wordt gespoten. De shots in de ruimte duren een halve seconde. Per keer worden één of twee shots gedaan, afhankelijk van de grootte van de ruimte. Zolang er nog brandgas verbrandt in de brandruimte, wordt deze procedure herhaald. Met andere woorden: blijf energie halen uit het brandgas tot het vlamfront is afgebroken. Daarna kan door middel van ‘tekenen’ worden afgeblust.

Op deze foto de situatie wanneer de brandweerlieden de deur helemaal zouden hebben geopend. Het verbranden van brandgassen boven in de ruimte en onderin de brandhaard zelf is duidelijk te zien. Brand&Brandweer

nummer 11 november 2010 533


SpiroCom Innovatie in veiligheidstechniek

SpiroCom Teamtalk Communicatie geeft zekerheid

www.interspiro.nl


Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026) 355 24 55 F (026) 351 50 51 E info@nvbr.nl www.nvbr.nl

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Om de fysieke veiligheid van onze samenleving te vergroten, wil de NVBR de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met alle partners in veiligheid.

Brandweerkorpsen zoeken steeds vaker naar nieuwe mogelijkheden om ook in de toekomst over voldoende brandweerlieden te kunnen beschikken. Daarom is fors in de jeugdbrandweer geïnvesteerd. De jeugdbrandweer is in de afgelopen jaren flink gegroeid. Begin oktober heeft de jeugdbrandweer in de gemeente Oost-Gelre zich als 150ste lid aangemeld bij het NVBRnetwerk Stichting Jeugdbrandweer Nederland. Volgens voorzitter Marcel Jonkman is er dit jaar elke maand wel een nieuw jeugdteam dat zich aanmeldt of een korps dat informatie over de oprichting hiervan vraagt. Ondanks de sterke groei die de jeugdbrandweer doormaakt, is er volgens Jonkman nog te weinig aandacht voor jeugdbrandweer bij de (regionale) korpsleiding om meer rendement uit de kweekvijver te halen. ‘Daardoor is de lokale inbedding van jeugdbrandweer nog erg versnipperd en wordt ze vaak nog te weinig betrokken bij de regionalisering van de brandweer. Zo is de ene jeugdbrandweer

een afdeling van een brandweerkorps, de ander een zelfstandige vereniging en weer een andere jeugdbrandweer is een stichting of onderdeel van een personeelsvereniging. Dat heeft vaak ook gevolgen voor de manier waarop de financiering is geregeld’, vertelt Jonkman. Toch zijn er in de regio’s al veel initiatieven genomen en die willen de NVBR en de Stichting Jeugdbrandweer Nederland graag stimuleren. ‘Een goed voorbeeld hiervan is de jeugdbrandweer van Veiligheidsregio Utrecht. De regionalisering van de jeugdbrandweer verloopt daar erg goed en dat versterkt de jeugdkorpsen in die regio merkbaar. Ook de daar ontwikkelde opleiding voor jeugdleider is een groot succes. In het algemeen zijn de jeugdleiders zwaar belast. Met overkoepelende ondersteuning vanuit de regio kun je nieuwe producten ontwikkelen, die je direct bij alle jeugdbrandweerkorpsen kunt wegzetten om de jeugdleiders te ontlasten’, aldus Jonkman. ‘Mede door de Strategische Reis waaraan de brandweer is begonnen, hopen wij dat de jeugdbrandweer nog beter op de

NVBR spreekt koepelorganisaties over (Brand)veilig Leven De NVBR heeft een verkennend gesprek gehad met ACTIZ, de organisatie voor zorgverzekeraars, de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC) en de Brandwondenstichting. Tijdens dit gesprek kwam naar voren dat deze koepels meerdere interesses delen op het thema (Brand)veilig Leven.

Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR

Fotografie: Frank Tijdink

Jeugdbrandweer is booming business

agenda gezet wordt. Doel is dat op den duur meer eenheid tussen de jeugdbrandweerkorpsen zal ontstaan. Ook moeten we zorgen voor een betere aansluiting van doorstromende jeugd. En proberen we herhaling van reeds verworven vaardigheden in de opleiding manschap te voorkomen. Zo zullen we op de langere termijn de vruchten kunnen plukken van onze investeringen in deze waardevolle kweekvijver.’ Meer info: www.jeugdbrandweernederland.nl

‘Er worden al veel activiteiten op het gebied van (Brand)veilig Leven georganiseerd, maar er zijn nog meer mogelijkheden om elkaar te versterken. Zorginstellingen zijn en blijven voor alle partijen een aandachtspunt, daarom moeten wij samen blijven optrekken’, aldus de NVBR. In het vierde kwartaal wordt een vervolgoverleg gepland. Ook zijn er met ACTIZ en de Brandwondenstichting gezamenlijke acties ten aanzien van de Brandpreventieweek opgestart.

nummer 11 november 2010 535


Proefdraaien met variabele voertuigbezetting

Een indicatieve steekproef, onder bezoekers van het NVBR-jaarcongres op 23 en 24 september jl., wijst uit dat professionals uit vrijwel alle regio’s veel van de regionale initiatieven verwachten. Men is ervan overtuigd dat een nieuwe kijk op incidentbestrijding noodzakelijk is en dat de toenemende diversiteit in brandweerinzetten om een efficiëntere inzet van mensen en middelen vraagt. Een ander, maar zeker zo belangrijk aspect is het behoud van onze duizenden vrijwilligers. Variabele voertuigbezetting kan bijdragen aan het terugdringen van de (soms) nodeloze inzet van brandweervrijwilligers, waardoor werkgevers de noodzaak blijven inzien van het beroep dat op hun personeel wordt gedaan. Tenslotte vindt een ruime meerderheid van de ondervraagden dat variabele voertuigbezetting veilig kan plaatsvinden en dat de beoogde wijziging in de brandweerdoctrine zeker ook in het belang van de burgers is. Inmiddels denken 21 veiligheidsregio’s serieus na over de mogelijkheden van variabele voertuigbezetting en zijn er in een aantal regio’s al pilots gestart. Jan Hazeleger (hoofd repressie van de gemeentelijke brandweer Utrecht) en Marcel Verspeek (clustercommandant van de gemeentelijke brandweer Breda) geven hun visie op het landelijke project Variabele voertuigbezetting en de bevindingen in hun regio’s. TS-‘anders’ Volgens Hazeleger is de pilot in Utrecht goed bevallen. ‘Eerder konden wij op de vrijwilligersposten niet altijd tijdig en soms zelfs helemaal niet uitrukken, omdat er te weinig mankracht was. Dat gaat nu beter. De burger is gegarandeerd van hulp en ook de vrij536

fotografie: Rob Jastrebski

In het Besluit veiligheidsregio’s heeft het ministerie van BZK een aantal kwaliteitseisen voor de brandweer vastgesteld. Daarnaast bereidt de brandweer zich met haar visie ‘De Brandweer over morgen’ voor op een nieuwe branddoctrine, waarbij doordachte repressie en meer aandacht voor risicobeheersing centraal staat. Door flexibeler om te gaan met bezettingen van brandweervoertuigen kunnen incidenten effectiever en efficiënter worden behandeld. Het Besluit veiligheidsregio’s stelt de brandweer hiertoe ook wettelijk in de gelegenheid.

willigers zijn tevreden. Je kunt je voorstellen dat er niets frustrerender is dan op de kazerne te komen en dan wegens een gebrek aan mankracht de burger niet kunnen helpen, omdat je niet mag uitrukken. In de praktijk blijkt nu dat een groot deel van onze klussen ook prima met een andere bezetting uitgevoerd kan worden.’ Hazeleger hamert er op dat de bewustwording in de mindere bezetting erg belangrijk is en het veiligheidsaspect niet uit het oog moet worden verloren. ‘Wij hebben ervoor gekozen dat zodra de bevelvoerder signaleert dat zijn eenheid meer dan één taak gelijktijdig uit moet voeren, er moet worden opgeschaald.' Hij realiseert zich dat het succes van een viermansbezetting wel afhankelijk is van de omstandigheden. 'Wij hebben hier in Utrecht een grote kazernedichtheid, waardoor we de zekerheid hebben dat er snel hulp arriveert wanneer we opschalen.’ Tips voor andere regio’s die een andere bezetting willen invoeren heeft Hazeleger ook. ‘Ik denk dat het erg belangrijk is om de risico’s in kaart te brengen en vooraf te weten hoe snel je een opschaling kunt realiseren. Investeer daarnaast ook veel tijd en energie in het bewustwordingsproces van zowel de brandwachten als de bevelvoerders. Iedereen moet zich realiseren wat de beperkingen zijn. Met vier man kun je nu eenmaal niet hetzelfde als met zes man. Als aan deze punten genoeg aandacht wordt besteed, kun je er zeker van zijn dat de veiligheid gewaarborgd is. Niet alleen met een TS-6, maar ook met een TS-anders.’

Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR

'Leren van succesvolle pilots in andere regio’s' Verspeek: ‘Ik denk dat een variabele voertuigbezetting een must is als we in de toekomst nog geloofwaardig willen zijn. Het is een kwaliteitsverbetering en absoluut noodzakelijk als we effectief en efficiënt willen blijven handelen. Maar tijdens een workshop die ik in Eindhoven over dit onderwerp leidde, bleken er een aantal mitsen en maren aan vast te zitten.’ Er kwamen onder andere procedures voor een variabele voertuigbezetting, de valkuilen, het opleiden en oefenen en de kansen aan de orde. ‘Je bent gewoon sneller als je flexibel bent en tijdens die workshop en op het NVBR-jaarcongres wilden we graag laten zien dat er al heel veel gebeurt op dit gebied. Wel vind ik dat de variabele voertuigbezetting niet mag worden ingevoerd als een simpele bezuinigingsmaatregel. Het is niet iets dat je tussen neus en lippen door invoert. Er moet heel goed over worden nagedacht wat het precies gaat betekenen en het personeel moet er goed bij betrokken worden. Daarnaast is het slim om vooraf goed om je heen te kijken, want er zijn korpsen die hiermee een succesvolle pilot hebben gedraaid en daar kun je alleen maar van leren.’ Project Variabele voertuigbezetting BZK heeft subsidie ter beschikking gesteld om de brandweer te helpen invulling te geven aan de gewenste ‘slimme repressie’ en de NVBR te ondersteunen bij het uitwerken en implementeren van de bepaling over voertuigbezetting in het Besluit veiligheidsSdu Uitgevers


regio’s. Het doel van het project is onderbouwde uitspraken te doen over de effectiviteit van de variabele voertuigbezetting in een aantal representatieve scenario’s. In het project staan het onderzoeken, onderbouwen en uitwerken van een maatgestuurde aanpak voor incidentbestrijding centraal. De NVBR voert het project uit in samenwerking met het onafhankelijke onderzoeksinstituut NIFV. De brandweeracademie levert een bijdrage vanuit haar verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van onderwijscontent. Het project wordt binnen de NVBRorganisatie ondergebracht onder het Programma Lerend Vermogen vanwege de overeenkomsten met de doelstellingen van andere projecten binnen dat Programma (kennis genereren, verzamelen, interpreteren/ valideren, verspreiden en borgen).

Het eindresultaat van het project is een rapport met onder meer: - Onderbouwde uitspraken over de veiligheid en effectiviteit van de variabele voertuigbezetting in een aantal scenario’s. De uitspraken zijn gebaseerd op empirische gegevens uit pilots die in het land plaatsvinden. - Aanbevelingen voor de aanpassing van de brandweerdoctrine en uitrukprocedures ten behoeve van aanpassing van lesen leerstof en oefeninstructies. Deze aanbevelingen komen voort uit de binnen dit project te ontwikkelen onderwijscontent. - Aanbevelingen voor het operationaliseren van de variabele voertuigbezetting en aanpassing van de wet- en regelgeving. – Indien noodzakelijk een vergelijkende analyse van variabele voertuigbezetting in het buitenland.

Eerste bevindingen en uitkomsten positief Inmiddels verkennen diverse brandweerkorpsen de mogelijkheden om met een flexibele bezetting efficiënter en effectiever te opereren. Zij constateren echter dat de huidige manier van werken -met de huidige afspraken en protocollen- hiertoe nauwelijks mogelijkheden biedt. De korpsen onderzoeken daarom of ze nieuwe uitrukprocedures, protocollen en randvoorwaarden kunnen hanteren, zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de veiligheid van burgers en brandweerpersoneel. Het landelijk project ‘Variabele voertuigbezetting’ is bedoeld om de bevindingen en resultaten van regionale initiatieven te bundelen, op onafhankelijke wijze te laten onderzoeken en er lering uit te trekken.

Symposium brandweervrouwen groot succes

Vrijdag Het symposium begon op vrijdagochtend met een forumdiscussie over diversiteit bij de brandweer. Lieke Sievers (regionaal commandant veiligheidsregio IJsselland), Eric Pattiselanno (diversiteit Politie Noord-Oost Nederland), San Peeters (diversiteitsbeleid Brandweer Utrecht) en Steve Kuils (hoofd Repressie Brandweer Nijmegen) gingen met elkaar en de aanwezigen in gesprek over hoe het zit met de traditionele man-vrouw-verhouding binnen brandweerland en hoe we hiermee omgaan. Ook tijdens de pauzes werden ervaringen uitgewisseld en ideeën met elkaar besproken. De vrijdag werd afgesloten in de Goffertboerderij. Ook op deze avond werd in de wandelgangen volop van de gelegenheid gebruik gemaakt om van elkaar te horen hoe binnen Brandweer Nederland de term diversiteit wordt gehanteerd. Zaterdag De tweede dag vond plaats op post centrum van Brandweer Nijmegen. Op deze dag konden de deelnemers kiezen uit een keur van workshops, onder andere: abseilen (van de twintig meter hoge slangentoren), brandonderzoek, persoonlijke ontwikkeling, woedemanagement, ‘community safety’ (in samenwerking met Brandweer Amersfoort), percussie en uitleg over de ‘mobiele Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR

Fotografie: Henk Baron

‘Ontketen jezelf’. Onder die titel vond op vrijdag 8 en zaterdag 9 oktober het symposium voor brandweervrouwen plaats in Nijmegen. De workshops waren een groot succes. Zo’n zestig tot tachtig vrouwen èn mannen(!) hebben zich op allerlei verschillende manieren kunnen ontwikkelen en uitleven. Er was op zowel de vrijdagmiddag als de zaterdag voldoende keus; en vooral druk!

data terminal’ (MDT). De gezamenlijke percussiesessie vormde uiteindelijk een waardige afsluiting van twee leuke, gezellige en vooral zinvolle dagen. Het Netwerk Brandweervrouwen van de NVBR organiseert eens in de twee jaar een symposium. Brandweer Nijmegen koos ervoor om er vooral een ‘inspirerende en leuke bijeenkomst van te maken die mensen bij blijft’, aldus Steve Kuils, hoofd Repressie. ‘En gezien de reacties is dat goed gelukt!’ Als dank voor al het werk dat binnen Brandweer Nijmegen is verricht heeft het bestuur van het Netwerk Brandweervrouwen een kunstwerk aangeboden. Dit werk is gemaakt door één van de bestuursleden van het netwerk, Jetty van der Vegt. Zij heeft hierbij uitsluitend gebruik gemaakt van brandweer(pak)-materialen. Het symboliseert het werk dat vrouwen binnen de brandweer hebben verricht en nog zullen verrichten.

nummer 11 november 2010 537


Maatlat externe veiligheid brandweer vastgesteld Tijdens de vergadering van de Raad van Regionaal Commandanten (RRC) in oktober is de maatlat externe veiligheid brandweer vastgesteld. Deze maatlat is opgesteld om de wettelijke adviestaak op het gebied van externe veiligheid verder te professionaliseren. Zowel de NVBR als het ministerie van VROM waren van mening dat het belangrijk was om de adviestaak te verbeteren en deze uniformer vorm te geven. De maatlat is bedoeld om een aantal objectieve kwaliteitscriteria vast te stellen waaraan de uitvoering van de wettelijke adviestaak op het gebied van externe veiligheid binnen de veiligheidsregio’s, getoetst kan worden. ‘Voor het opstellen van deze criteria hebben we een projectgroep samengesteld met medewerkers uit acht regio’s, de ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken en diverse gemeenten en provincies, zodat de maatlat over een breed draagvlak beschikt’, vertelt projectleider Jeanine Mesters.

Landelijke visie voor naleving ­brandveiligheidsregels De Raad van Regionaal Commandanten (RRC) heeft de visie naleving brandveiligheidsregels vastgesteld. De NVBR heeft het initiatief genomen tot deze visie, omdat er wel veel gebeurde op het gebied van naleving van de brandveiligheidsregels, maar dit gebeurde zonder eenduidig beleid. Met deze visie heeft de projectgroep onder leiding van Petro van Bergen dit beleid vormgegeven. De visie is volgens Van Bergen gebaseerd op een negental onderwerpen. Eén daarvan is dat de naleving van de brandveiligheidsregels door meerdere instrumenten moet worden gehandhaafd. ‘We willen met deze visie met name ook voorlichting gebruiken voor de naleving van de brandveiligheidsregels. Dat is een veel positievere insteek dan dat er een boete wordt uitgeschreven.’ Om de voorlichting effectief vorm te geven is er echter nog wel onderzoek nodig. ‘We moeten bijvoorbeeld duidelijk hebben waarom personen of instanties de brandveiligheidsregels niet naleven. Daarnaast is het noodzakelijk om een landelijke registratie en evaluatie van toezichtsinformatie te organiseren, zodat we er hier ook landelijk van kunnen leren.’ De eerste stap na het vormgeven van de visie bestaat uit de productie van een brochure over de visie. ‘Deze brochure gaan we landelijk onder de aandacht brengen door het organiseren van een dag in het teken van de visie naleving brandveiligheidsregels. Aansluitend willen we een implementatietraject starten waarmee we ondersteuning verlenen aan de verschillende regio’s. Naar verwachting zal dit begin 2011 van start gaan’, aldus Van Bergen.

538

Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR

‘Daarnaast hebben we een adviesbureau erbij betrokken dat ons door het gehele project leidt.’ Nu de maatlat externe veiligheid brandweer is vastgesteld, wordt in alle regio’s een ontwikkelassessment uitgevoerd. Dit assessment is bedoeld om te toetsen hoe alle regio’s er organisatorisch voor staan op het gebied van deze adviestaken. ‘Tijdens dit assessment nemen we onder andere de opleiding, ervaring en kennis onder de loep. Ook wordt gekeken naar de minimale frequentie dat een advies wordt uitgevoerd en naar het minimale aantal medewerkers dat deze taak kan uitvoeren’, aldus Mesters. ‘Dit assessment is een momentopname. De resultaten hiervan hopen we eind dit jaar geanonimiseerd voor te leggen aan de Programmaraad Risicobeheersing.’ Hoe het vervolgtraject er verder uit komt te zien is afhankelijk van de resultaten van het ontwikkelassessment.

Agenda 08 - 11: IBDB overleg Vergadering Netwerk Informatiemanagement 09 - 11: Themadag Brand Veilig Leven 11 - 11: Vergadering Coördinatiegroep Kwaliteitszorg Vergadering Programmaraad Crisisbeheersing & Rampenbestrijding Vergadering Programmaraad Informatiemanagement Vergadering Programmaraad Management & Bedrijfsvoering Vergadering Programmaraad Risicobeheersing 16 – 11: Vergadering Netwerk Crisisbeheersing & Rampenbestrijding Vergadering Netwerk Meldkamerdomein 18 - 11: Vergadering Netwerk Informatiemanagement Vergadering Netwerk Risicobeheersing 23 – 11: Vergadering Netwerk LOBO Vergadering Netwerk Opleiden en Oefenen 24 – 11: Vergadering OGS 25 – 11: Vergadering Netwerk MOTO 01 – 12: Vergadering Functionele Gebruikersgroep GMS

Sdu Uitgevers


RegioSafe

personeel en materieel RegioSafe biedt veiligheid en ondersteuning op brandweer- en hulpverleningsgebied. Met een deskundig team van brandweermensen en een uitgebreide verhuurvloot is RegioSafe een toonaangevende specialist voor detachering van brandweerpersoneel en inhuur van materieel.

■ Brandweerdiensten ■ Brandwachten ■ Nabluswerkzaamheden ■ Specialistische brandbestrijding ■ Duik- en bergingswerkzaamheden ■ Interventieteam ■ Emergency Response Team 24/7 ■ Onderhoud materieel ■ Logistieke ondersteuning ■ Verhuur brandweermaterieel

RegioSafe Fire & Rescue B.V., Pakketboot 13/C, 3991 CH Houten, P.O. Box 481, 3990 GG Houten T +31 (0)30 670 48 14, F +31 (0)30 670 48 17, E fire@regiosafe.nl, I www.regiosafe.com FIRE & RESCUE

Brand&Brandweer

RegioSafe werkt in elke regio. 24/7: + 31 (0)30 670 48 15

nummer 11 november 2010 539


on d erzoek

Brandweer onvoldoende bewust Hulpverleners hebben een verhoogde kans op luchtwegproblemen door het inademen van rook bij een brand. Dit blijkt uit recent onderzoek onder hulpverleners van GGD Groningen in de drie noordelijke provincies. Het risico bestaat ook bij een korte blootstelling aan rook en ‘schone’ branden zoals een natuurbrand. Het gaat onder andere om RADS, een vorm van astma. Onderzoeker Frans Greven hoopt dat het onderzoek voor bewustwording zorgt bij de brandweer.

V

Door Casper Ferwerda

eel brandweerlieden onderschatten de blootstelling aan rook en zijn zich niet altijd goed bewust van de risico’s. Dit stelt onderzoeker Frans Greven van GGD Groningen en de Academische Werkplaats Medische Milieukunde. Hij onderzocht de afgelopen vier jaar, samen met het Institute for Risk Assesment Sciences (IRAS) van de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Groningen, de effecten van het inhaleren van rook op de luchtwegen. Ruim 1300 brandweerlieden uit Noord-Nederland zijn in het onderzoek opgenomen. Uit de studie blijkt dat brandweerlieden tijdens inzetten regelmatig rook inademen. Niet alleen een grote hoeveelheid rook maar ook het herhaald inademen van relatief kleine hoeveelheden heeft een negatief effect op de longen. Het verhoogt de kans op astma. Onderzoeker Greven benadrukt dat de uitkomsten een voorlopige status hebben. Zijn onderzoeksproject is in het voorjaar van 2011 afgerond. Greven: ‘Tot die tijd ben ik nog bezig met enkele statistische analyses. Ik kijk onder andere naar het aantal keer dat een brandweerman is blootgesteld aan rook bij het bestrijden van een brand en of daarbij een relatie bestaat met de longfunctie. Maar ik zie nu al welke kant het op gaat.’ Voor de brandweerkorpsen in Groningen zijn de voorlopige uitkomsten aanleiding om de huidige voorzorgsmaatregelen onder de loep te nemen. ‘Het onderzoek is een eyeopener’, laat regionaal commandant Thomas Faber van Brandweer Stad en Regio Groningen weten. ‘Heel kleine hoeveelheden rook kunnen al schadelijk zijn. Voor ons is dat reden om weer eens goed naar onszelf te kijken. Nemen we bijvoorbeeld voldoende afstand bij veel rookontwikkeling? En wat hebben we qua ademluchtbescherming beschikbaar?’ RADS Greven begon met zijn onderzoek onder 1300 brandweerlieden in de zomer van 2008. Daarvoor had hij een tweejarige studie over de effecten van rook, naar aanleiding van de ATF-brand in Drachten in 2000, afgerond. Bij die brand kwam verontreinigde lucht vrij en veel mensen hadden daarna gezondheidsklachten. Greven en zijn collega’s van GGD’en Fryslân en Groningen werden geconfronteerd met aanhoudende gezondheidsklachten. ‘Jaren na de brand kwamen er nog luchtwegklachten binnen. We hebben verschillende onderzoeken uitgevoerd, maar er bleef een zwart gat bestaan: we wisten niet wat de samenstelling van de rook was tijdens de eerste uren van de brand en in welke mate de mensen de rook hadden ingeademd.’

540

nummer 11 november 2010

Literatuuronderzoek had Greven ondertussen wel op het spoor van RADS (Reactive Airways Dysfunction Syndrome) gebracht, een niet-allergische vorm van astma wat lijkt op bronchitis. Het ontstaat na inademing van een hoge concentratie irriterende stoffen. Greven: ‘De eerste epidemiologische artikelen over rook of stof en RADS verschenen rond 2003 naar aanleiding van de aanslag op de Twin Towers. De aandoening bleek voor te komen onder New Yorkse brandweermannen die tijdens de ramp langdurig rook hadden ingeademd. Ik vroeg me af of RADS ook bij lagere blootstelling zou kunnen optreden.’ Om hierover duidelijkheid te krijgen, stelde Greven in 2005 een groot onderzoek in. In het eerste gedeelte stond de ATF-brand centraal. In het tweede deel werden brandweerlieden en politieagenten in de drie noordelijke provincies onderzocht om te kijken wat rook met de longen van hulpverleners doet. ATF-brand Voor het onderzoek naar de ATF-brand vroeg Greven in 2006 samen met de GGD Fryslân, omwonenden, ATF-medewerkers en hulpverleners om deel te nemen. De resultaten moesten aantonen wat de gevolgen voor de luchtwegen zijn na het inademen van rook bij een dergelijke brand. Greven interviewde 140 mensen telefonisch. ‘Ik bepaalde de mate van blootstelling aan rook en of er sinds de brand sprake was van gezondheidsklachten. Wanneer het laatste het geval was, stelde ik vast of het om RADS ging.’ Bij 25 personen was daar mogelijk sprake van. Steekproefsgewijs werden naast deze 25 een groep van 50 controlepersonen via een steekproef uitgenodigd voor een vervolgonderzoek in het Nij Smellinghe Ziekenhuis in Drachten. Daar werd de longfunctie en de gevoeligheid van de luchtwegen gemeten door middel van een histamineprovocatietest. Een afname van de longfunctie van meer dan twintig procent duidde op overgevoeligheid van de luchtwegen, één van de kenmerken van RADS. ‘Het bleek dat degenen die meer rook hadden ingeademd, significant gevoeliger luchtwegen hadden dan degenen die weinig of niets hadden ingeademd’, aldus Greven. ‘Daarnaast hadden we van drie personen medische gegevens van onmiddellijk na de brand. Eén had zes jaar later nog steeds overgevoelige luchtwegen. Ook twee hulpverleners hadden direct na de brand last van overgevoelige longen. Maar de ernst was al wat afgenomen. De luchtwegklachten waren overigens nog steeds aanwezig. Hoe het kan dat RADS in de jaren is afgenomen, is vooralsnog niet bekend.’

Sdu Uitgevers


on derzoek

fotografie: Frans Greven, Hulpverleningsdienst Groningen

van gevaren rook

Voor het onderzoek van Frans Greven werd de longfunctie van brandweerlieden uitgebreid getest.

Bloed en slijm Grevens tweede onderzoek moest duidelijk maken of de korte maar frequente blootstelling van brandweerlieden ook een verhoogde kans op astmatische longaandoeningen met zich mee zou brengen. ‘De brandweer komt in verhouding met burgers veel vaker met rook in aanraking’, aldus Greven. ‘Hierdoor is de kans op gevolgen groter. Aan de andere kant is de kans lager omdat de brandweer goed getraind is en voorzorgsmaatregelen neemt.’ Alle brandweerlieden in Friesland, Groningen en Drenthe die repressief worden ingezet, werden verzocht om een vragenlijst in te vullen. Ruim 1500 hulpverleners, inclusief de politie, vulden de lijst van Greven in. Op de vraag of ze ook mee wilden werken aan een medisch vervolgonderzoek, reageerden 800 positief. ‘We moesten er 400 hebben voor het onderzoek’, aldus Greven. Zij werden via een steekproef aangewezen. Hun longfunctie en de gevoeligheid van de luchtwegen werd opgemeten en er is bloed geprikt. ‘Deze gegevens vormden de nulmeting. 'Wanneer de brandweerlieden weer waren blootgesteld aan rook, moesten ze zo snel mogelijk contact opnemen voor een vergelijkende meting. Ik kwam met een assistent binnen 24 uur op de kazerne of bij iemand thuis om bloed te prikken.’ Een week na de blootstelling werd het onderzoek herhaald en tussendoor werd een sputuminductie verricht in het Universitair Medisch Centrum Groningen. ‘Ze moesten slijm ophoesten na het inademen van zoute lucht’, legt Greven uit. ‘Ik heb het slijm gecontroleerd op rookdeeltjes en ontstekingscellen’. Na drie maanden werd opnieuw bloed geprikt om te kijken of er verandering was opgetreden. Brand&Brandweer

Resultaten De allerlaatste meetresultaten ontving Greven afgelopen zomer. De uitkomsten sluiten aan bij de verwachtingen van de onderzoeker, die ook werkzaam is als GAGS (Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen) bij de Veiligheidsregio’s Groningen, Friesland en Drenthe. ‘Elke rookwolk bevat een hoeveelheid gevaarlijke stoffen, of het nu om een chemische brand of een natuurbrand gaat. Ik verwachtte dus wel dat er gevolgen voor de luchtwegen zouden voorkomen.’ Vooraf was minder duidelijk wat de kans op RADS is bij lagere blootstelling. Greven merkte dat dit bij de brandweer sterk wordt onderschat. ‘Ik had voor het ophoesten van slijm minimaal 50 brandweerlieden nodig. Een commandant vertelde me dat dit nooit zou lukken omdat zijn mensen bijna niet in aanraking komen met rook. Ik trok anderhalf jaar uit om ze te vinden en slaagde binnen vijf maanden.’ Greven hoopt dat zijn onderzoek bijdraagt aan meer bewustwording. ‘Mogelijk zouden de risico’s van rook vaker in opleidingstrajecten en trainingen aan bod kunnen komen. We zullen de definitieve uitkomsten in ieder geval naar de landelijke organisaties sturen.’ Tot die tijd wacht de brandweer Groningen met het doorvoeren van nieuwe procedures. ‘Het onderwerp moet er nog inslijpen’, aldus Faber. ‘Het gaat om gedragsverandering, dat is een geleidelijk proces. Maar tot een landelijke actie zullen we zogezegd wel goed naar onszelf en onze middelen kijken.’ ■

nummer 11 november 2010 541


preventi e

Brandveiligheid onvoldoende bij 200 opslagen met gevaarlijke stoffen Bij meer dan de helft van de grote opslagen van verpakte gevaarlijke stoffen is de brandveiligheid onvoldoende gewaarborgd. Vooral de naleving van vergunningen schiet tekort. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de VROM-Inspectie (VI). De VI onderzocht de afgelopen maanden op verzoek van voormalig VROM-minister Jacqueline Cramer de situatie bij 340 opslagen in Nederland. De bewindsvrouw was niet te spreken over de zorgwekkende uitkom­ sten van het vorige onderzoeksrapport Geen garantie op brandveiligheid (2009) en wilde een landelijk beeld. De uitkomsten van het VI-onderzoek komen voor Geerlof Bijsterbosch van de NVBR (cluster Milieu & Industrie) niet als een grote verrassing. ‘Het sluit aan bij het beeld dat ik had.’

I

Door Casper Ferwerda

n februari tot en met juni zijn door het bevoegd gezag in Nederland 350 grote opslagen met gevaarlijke stoffen gemeld voor het onderzoek. Het gaat om PGS 15-loodsen, een verwijzing naar de richtlijn waarin de voorschriften voor de brandveiligheid zijn opgenomen. Minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) vroeg gemeenten en provincies in februari om deze opslagen bij de VI bekend te maken. Daarbij moest ook een beeld van de huidige situatie worden gegeven. De actie van de minister was naar aanleiding van het VI-rapport Geen garantie op brandveiligheid uit 2009. Uit deze steekproef bleek dat het bevoegd gezag van bedrijven met grote opslagen voor gevaarlijke goederen de vergunningen vaak niet op orde hebben. Verder schoot de handhaving door het bevoegd gezag tekort en pasten bedrijven de PGS-richtlijn niet (goed) toe. Minister Cramer wilde dat er snel iets ging gebeuren. In november van vorig jaar liet ze weten: ‘De zorgwekkende situatie dwingt mij te dreigen met verregaande maatregelen. Zeker als het gaat om zulke grote risico’s.’ In de zomer van dit jaar moest er een landelijk beeld bij de VI bekend zijn, aldus de minister. Bij tegenvallende uitkomsten zou een harde aanpak volgen. Cramer: ‘In het uiterste geval maken we namen en rugnummers bekend.’ De VI heeft de aangedragen informatie inmiddels verwerkt. Van de 350 gemelde opslagen vielen tien af voor het onderzoek omdat ze beschikken over een bedrijfsbrandweer. De informatie over de resterende 340 opslagen was verontrustend. In 58% van de gevallen is de milieuvergunning niet adequaat of kan er geen recent inspectierapport worden overlegd. ‘Dat bij 58% van de opslagen, 197 in totaal, de brandveiligheid onvoldoende is gewaarborgd, komt voor mij niet als een grote verassing’, zegt Stan Smeulders. Hij is landelijk projectleider externe veiligheid bij de VI. ‘Het cijfer komt overeen met onze eerdere steekproeven uit 2007 en 2009. Maar de VI hoopte dat de uitkomst deze keer iets gunstiger zou zijn. We zijn toch alweer een paar jaar verder.’ Ook voor Bijsterbosch van het NVBR-cluster Milieu & Industrie is het

542

nummer 11 november 2010

geen grote schok: ‘De uitkomsten komen niet als een donderslag bij heldere hemel. Het sluit aan bij het beeld wat ik had.’ Op 27 mei kreeg de NVBR namelijk al een vooruitblik van de VI. De VI was op dat moment nog bezig met de inventarisatie maar had al wat voorlopige uitkomsten. Bijsterbosch: ‘Toen was de trend al zichtbaar.’ Verbeterpunten De VI doet in haar eindverslag verschillende aanbevelingen. Zo moet het bevoegd gezag meer prioriteit geven aan de brandveiligheid bij grote opslagen van verpakte gevaarlijke stoffen. Hun voorgenomen verbeteracties, vooral ten aanzien van de handhaving, moeten dan ook zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Verder adviseert de VI dat het inspectierapport van een gecrediteerde inspectie-instelling over de brandbeveiligingsinstallatie standaard door het bevoegd gezag moet worden opgevraagd. Het bedrijfsleven moet daarnaast meer verantwoordelijkheid nemen voor de naleving van de vergunningen. En door het ministerie van VROM dient onderzocht te worden of centrale registratie en/ of openbaarmaking van rapporten van inspectie-instellingen kan bijdragen aan het verantwoordelijkheidsbesef. De VI heeft de uitkomsten van het onderzoeken en haar aanbevelingen in september naar het ministerie van VROM gestuurd. Smeulders verwacht dat het rapport wel wat in beweging zal zetten. ‘Het rapport is gebaseerd op de informatie die we tot half juli hebben ontvangen. We kunnen nu gebruik maken van het momentum om de gemeenten, provincies en het bedrijfsleven in actie te krijgen.’ Smeulders constateert dat veel gemeenten en provincies inmiddels al zelf tot actie zijn overgegaan. ‘Bij meer dan de helft van de 58% waarbij de brandveiligheid onvoldoende is gewaarborgd, zijn ze begonnen met het actualiseren van de vergunning en handhaving. Maar we houden een vinger aan de pols.’ Ook na de vorige twee VI-onderzoeken hebben gemeenten en provincies gewerkt aan verbeteringen. Smeulders: ‘In vrijwel alle gevallen die in 2007 en 2009 zijn aangeschreven, is de kwaliteit van de vergunning en de naleving verbeterd. Maar veel andere, vergeSdu Uitgevers


Fotografie: Kevin Schreuder, 112harderwijk.nl

preventi e

Een grote brand verwoestte op 28 augustus een loods in Wapenveld met reinigingstabletten voor zwembaden. Er kwamen geen gevaarlijke stoffen vrij.

lijkbare dossiers bleven gewoon liggen. Er is geen automatisme waardoor de brandveiligheid bij alle opslagen gewaarborgd is en blijft. Ik hoop dat dit onderzoek de noodzaak onderstreept.’ Bijsterbosch snapt dat zaken blijven liggen. ‘De vorige onderzoeken waren een signaal voor het bevoegd gezag om aan de slag te gaan. Ze pakten vooral de minder goede gevallen aan. Dat begrijp ik wel, je moet prioriteiten stellen. Daarbij is het complexe materie waar specifieke kennis voor nodig is en het bevoegd gezag moet een verantwoorde afweging maken.’ In 54 gevallen zegt het bevoegd gezag dat ze geen actie zal nemen. ‘Omdat in bijna al deze gevallen geen verdere toelichting is gegeven, hebben we aanvullende informatie opgevraagd’, aldus Smeulders. ‘We willen precies weten wat er aan de hand is. Er kunnen verschillende zaken spelen. Misschien verwacht een gemeente dat een bedrijf op korte termijn ophoudt te bestaan. Of ze gaan uitbreiden of verplaatsen. Maar daar willen we wel bewijs van zien. Bijvoorbeeld door een afschrift van de correspondentie van een bevoegd gezag met het bedrijf.’ Bijsterbosch: ‘Van de 54 gemeenten die aangaven niets te zullen doen, denk ik dat er een aantal zullen zijn met een goede reden. Zo niet, dan vind ik het onbegrijpelijk.’ De VI is in augustus begonnen met het vervolgonderzoek naar de 54 gevallen. ‘Ik verwacht dat we uiteindelijk bij twintig gevallen maatregelen moeten nemen’, zegt Smeulders. ‘Het gaat dan om een juridische procedure. We zullen dan tot het gaatje gaan, mede om een signaal af te geven naar andere bedrijven en het bevoegd gezag die nog twijfelen over het overgaan tot actie.’

stand omtrent de brandveiligheid van grote opslagen, benaderde de VI begin 2009 diverse betrokken partijen. Daarbij inspectieinstellingen, de Raad voor Accreditatie, handhavers, verzekeringsmaatschappijen, vergunningsverleners en het bedrijfsleven. Ook de NVBR was bij de expertmeetings aanwezig. ‘De meetings zijn belangrijk voor de brandweer’, zegt Bijsterbosch. ‘We vragen ons bijvoorbeeld af wat onze taken precies zijn. Dit wordt dankzij deze meetings meer duidelijk. Ik koppel de informatie terug naar de brandweerorganisatie via de clusters en netwerkdagen. Er is inmiddels veel gebeurd. De PGS 15 is geactualiseerd/verduidelijkt en er is een model voor een uitgangspuntendocument (UPD) op basis van het model Integrale Brandveiligheid Bouwwerken (IBB). Maar er moet nog wel meer gebeuren, zoals het actualiseren van de PGS 14 en verspreiden van kennis hierover.’ De partijen wisselden tijdens de twee expertmeetings intensief kennis uit en kwamen verschillende acties overeen. Tijdens de derde meeting zullen de resultaten worden doorgenomen. Ook wordt het recente onderzoek van de VI behandeld. Bijsterbosch: ‘Namens de NVBR zal ik weer aanwezig zijn. Er is dankzij de vorige twee meetings veel in beweging gekomen. Probleempunten zijn duidelijk geworden. Onder andere het bedrijfsleven worstelt nog met de PGS-regelgeving.’ Smeulders: ‘We gaan terugblikken op wat bereikt is en de resterende actiepunten daar neerleggen waar ze het beste kunnen worden opgepakt. Inmiddels zijn er goede instrumenten ontwikkeld waar het bevoegd gezag en de bedrijven verder mee aan de slag kunnen. Dan wordt het ook tijd om als VI de verantwoordelijkheden meer bij het bevoegd gezag neer te leggen. De bereidheid daartoe is zeker bij hen aanwezig.’ ■

Derde expertmeeting De VI organiseert daarnaast op 30 november een derde expertmeeting. Om oplossingen te vinden voor de zorgwekkende toeBrand&Brandweer

nummer 11 november 2010 543


brandweersportbond.nl

29 augustus - 5 september 2011 World Police & Fire Games New York

10 jaar na ‘9/11’ komen de hulpdiensten samen voor een sportieve strijd. Meedoen namens Nederland? Informatie en aanmelden: www.wpfg.nl

16 december landelijke 112-schaatsdag Flevonice

19 december ATB-toertocht brandweer Veendam Voor data en overige informatie: zie website

RX ® SBWSe Rvice pick-up

service bent u Met onze gratis pick-up ratie en repa e kort verzekerd van uw duikmateriaal. onderhoudstijden van

X® SBWo R SeRie the pR

-

-

+

-

-

+

rmatie en dowloads

voor meer info

www.sbwrx.com

• pak op maat a leverbaar • in rubber en cordur NeN14225 form con en d • ce gekeur s aan wen r naa ig led vol ies • opt te passen

it's a way of life t +31 (0) 111 - 67 12 88 / e hello@sbwrx.com

adv.sbwrx.cordura.adnl.indd 1

544

nummer 11 november 2010

23-08-10 15:03

Sdu Uitgevers


de week van

Naast beroepsbrandweerman is Pieter Corell ook actief als vrijwillige brandweerman, beide in Zaanstad. De week van 27 september tot en met 3 oktober is voor Corell en zijn collega’s zeer druk. Naast zaken als loze automatische brandmeldingen en een klein buitenbrandje, zakt een paard door een brug en redt hij een vastzittende elektricien uit een plafond.

Drukke week met bijzondere incidenten voor Pieter Corell Naam: Pieter Corell Leeftijd: 46 jaar Functie: kazernechef Zaanstad-Noord en vrijwillige bevelvoerder en instructeur Sinds: 2007

Een normale werkdag begint voor Corell om half 8 met de voertuigcontrole en een briefing met de operationele groep. Als er geen meldingen zijn, is hij op kantoor bezig met de aansturing van medewerkers uit de uitrukdienst en beheersmatige werkzaamheden. Maandag is hij daar niet lang mee bezig, want om 11.55 uur komt een melding binnen die achteraf bekeken zo’n twee en een half uur in beslag neemt. Corell: ‘De melding die wij via de ambulance binnenkregen was dat er een man bij verbouwingswerkzaamheden in een winkelpand naar beneden was gevallen.’ Bij de kledingwinkel aangekomen vertelt de melder dat de elektricien met z’n schouder uit de kom nog vastzat boven het plafond. ‘Ik ben direct met mijn collega via een heel smal gangetje naar boven gegaan om contact te leggen met het slachtoffer. Ik dacht dat het ambulancepersoneel de schouder wel weer in de kom zou zetten, zodat we hem op dezelfde manier uit het plafond konden halen als dat hij erin vast was komen te zitten. Dat bleek valse hoop’, vertelt Corell. De man kreeg steeds meer pijn dus diende het ambulancepersoneel meer medicatie toe en werd uiteindelijk de traumahelikopter opgeroepen. ‘Na een uur lag de man nog steeds boven het plafond van een super de luxe kledingzaak die over twee dagen open moest. Op dat moment begreep ik dat ik geen andere optie had dan de elektricien uit het plafond te zagen. Ik adviseerde de winkeleigenaar om een gedeelte van zijn nieuwe winkelvoorraad weg te halen. Hij reageerde in eerste instantie verontwaardigd. Maar ja, een winkelopening met een elektricien in het plafond kan natuurlijk niet’, grapt Corell. Het gezaagde gat werd uiteindelijk twee bij twee en een halve meter, omdat de elektricien door de toegediende narcose er liggend uit moest worden gehaald. ‘Ik zit nu al bijna 29 jaar bij de brandweer, maar heb dit nog nooit meegemaakt. Toen ik later naar huis ging ben ik er even langs gefietst. Het plafond zat er alweer in en de eigenaar vertelde mij dat hij geen betere publiciteitsstunt had kunnen hebben.’ Op dinsdag zijn er drie meldingen en de rest van de dag zit Corell op kantoor. ‘De eerste twee meldingen waren niet erg interessant, een kleine buitenbrand en een loze automatische brandmelding. De derde was voor een woningbrand met slachtoffer. De brand was op wat smeulende restjes na al uit toen we Brand&Brandweer

aankwamen en het slachtoffer stond bij de buren al onder de koude douche. Ter plaatse hebben we de eerste opvang voor het slachtoffer en omwonenden verzorgd.’ Woensdagochtend oefenen Corell en zijn collega’s de technische hulpverlening met onder andere ramsteun. Die middag krijgt hij weer een bijzondere melding. ‘Een paard was met zijn achterbenen door een houten brug gezakt en zat vast. Dieren uit het water halen is voor ons inmiddels normaal geworden, maar een paard bevrijden uit een brug terwijl het bloedingen heeft en in paniek is, is wel een grotere uitdaging.’ Gelukkig is één van de vrijwillige brandweerlieden van het korps dierdeskundige en kon hij assisteren. Het paard is heel voorzichtig met een kraanwagen uit de brug getild. Om 5.30 uur op donderdagochtend haalt Corell zijn collega’s op voor een lezing over het one seven blussysteem in Oss. ‘Binnenkort krijgen we in Zaanstad drie nieuwe blusvoertuigen met zo’n blussysteem, dus deze dag was zeker nuttig.’ Half tien ’s avonds was Corell weer thuis. Midden in de nacht van donderdag op vrijdag krijgt Corell als vrijwillige brandweerman nog de melding dat er een auto te water is geraakt, waarbij de duikers van het korps twee overleden personen hebben moeten bevrijden. Vrijdag is zijn roostervrije dag en kan er worden teruggekeken op een bijzondere brandweerweek. ■

nummer 11 november 2010 545


competenti es

Nieuw onderwijsstelsel vraagt om betere instructeurs en docenten Het nieuwe kwaliteitstelsel brengt voor alle 32 functies uit het Besluit personeel veiligheids­ regio’s, veranderingen met zich mee. Een aantal functies uit het besluit vraagt in het bijzon­ der aandacht, omdat deze een bepalende rol spelen bij het realiseren van het nieuwe functieen competentiegerichte brandweeronderwijs en het vakbekwaam worden en blijven van brandweerfunctionarissen. Het gaat hier vooral om instructeurs en docenten. Voor deze func­ ties zijn nieuwe opleidingen (leergangen) en nieuwe examens (proeven van bekwaamheid) ontwikkeld. De leergang Docent is eind 2008 gestart, de leergang Instructeur is vanaf eind dit jaar beschikbaar.

opleiding De nieuwe leergang Docent is door het NIFV in samenwerking met Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) ontwikkeld en wordt sinds november 2008 door verschillende deelnemers bij het NIFV gevolgd. De docent houdt zich bezig met het opleiden en bijscholen van functionarissen tot en met het functieniveau mbo. Hij is hierin een uitvoerend didactisch specialist en verantwoordelijk voor een of meer leergangen. Hij of zij is actief op het vlak van het aanbrengen, onderhouden en doorontwikkelen van vakbekwaamheid van cursisten, in lijn met de leven-lang-lerencyclus en het opleidingsbeleid in het korps of de regio. De docent krijgt hierin ondersteuning van instructeurs. De instructeur verzorgt theorie- en praktijkonderwijs over bepaalde onderdelen van de leergang, daar waar zijn of haar expertise ligt. Ook assisteert de instructeur oefenleiders bij het uitvoeren van oefeningen. Patrick Escherich: ‘Een kunstje leren, zoals voorheen mogelijk was, is nu niet meer aan de orde.’ Door Mariëlle van der Wijngaard, projectorganisatie Implementatie en

W communicatie KBP

erkend leren, beoordelen van deelnemers, coachen en begeleiden. Een aantal onbekende componenten in de oude module Instructeur, maar voortaan wel behandeld in de nieuwe leergangen Docent en Instructeur. Vincent de Laat, specialist risicobeheersing en instructeur bij regionale brandweer Hollands Midden, weet daar alles van. ‘De nieuwe leergangen hebben meer aandacht voor de onderwijskundige kant, je krijgt een betere basis vanuit het onderwijs zelf.’ De aandacht voor leerwerkplekbegeleiding in het nieuwe stelsel, een rol die De Laat naast het instructeurschap vervult, is een goede aanvulling. ‘Ik heb een OvD gedurende zijn opleiding begeleid. Om de week hadden we een uur contact, waarin we bekeken waar de struikel- en verbeterpunten in de opleiding zaten. Een belangrijk onderdeel van de activiteiten als docent/instructeur in onze regio.’ 546

nummer 11 november 2010

Instructeur legt de basis Ook zijn collega Mark Lamers, ploegchef en instructeur, ervaart de nieuwe leergangen als positief. ‘Vroeger was de docent degene die de voordracht deed en de cursisten de toehoorders. Nu zijn de mensen er meer bij betrokken. Dit vraagt een hoge mate van input. Niet iets klakkeloos aannemen, maar meedenken en bewust worden. Er wordt dan ook iets anders verwacht van de cursist, in vergelijking met de opleiding die ik volgde. Dat is ook voor mij een grote verandering.’ Volgens Lamers is het binnen de brandweer belangrijk je continu te realiseren dat je met een risicovol vak bezig bent. ‘Ik probeer input te geven aan dat risicobewustzijn. Dat is wel eens lastig in de hectiek van de klus maar het is wel belangrijk om ongelukken te voorkomen.’ Naast de leergang Docent komt eind dit jaar de leergang Instructeur beschikbaar die verzorgd gaat worden door de regionale opleidingsinstituten. Deze leergang vervangt de huidige module Instructeur en bestaat uit een didactisch opleidingstraject. De leergang is bedoeld voor nieuw op te leiden instructeurs en Sdu Uitgevers


competenti es

toolbox kbp In het Besluit personeel veiligheidsregio’s zijn 32 brandweerfuncties opgenomen. De projectorganisatie Implementatie en communicatie KBP ondersteunt de 25 veiligheidsregio’s bij de implementatie van een nieuw kwaliteitstelsel voor deze functies. De invoering van het nieuwe stelsel heeft gevolgen voor het opleiden, examineren, oefenen en bijscholen van het personeel van de overheidsbrandweer. Dit gebeurt vanaf nu op een functiegerichte manier. In december 2010 levert de projectorganisatie Implementatie en communicatie KBP een Toolbox op die naast de rollen van instructeur en docent ook ingaat op de rollen van de functionarissen bij de invoering van het stelsel. Denk hierbij aan: leerwerkplekbegeleider, trajectbegeleider, leidinggevende van de cursist, opleidingscoördinator, het opleidingsinstituut en medewerkers van de afdeling opleiden en oefenen of afdeling vakbekwaamheid. Mark Lamers: ‘Vroeger was de docent degene die de voordracht deed en de cursisten de toehoorders. Nu zijn de mensen er meer bij betrokken.’

tevens bruikbaar voor het bijscholen van huidige instructeurs. Bijscholing maakt het voor huidige instructeurs mogelijk om hun kennis en vaardigheden aan te vullen met de nieuwste inzichten, in het bijzonder over functie- en competentiegericht onderwijs. Overigens is het diploma dat de huidige instructeurs hebben behaald gelijkgesteld aan het nieuwe diploma instructeur. Verbondenheid met het vak De doelstelling van zowel de leergang Instructeur als de leergang Docent is om docenten en instructeurs zodanig pedagogisch-didactisch toe te rusten dat zij in staat zijn om vanuit hun specifieke rol functie- en competentiegericht onderwijs te verzorgen, te begeleiden en te toetsen. Voor de verbondenheid met het vak en het op de hoogte blijven van laatste nieuws en technieken is aanvullende vakinhoudelijke bijscholing voor docenten en instructeurs volgens De Laat erg zinvol. ‘De bijscholingscursus die ik nu volg bij het NIFV is puur vaktechnisch maar ik krijg automatisch nieuwe werkvormen mee. Het zijn immers nieuwe technieken. Je krijgt inzicht in de manier waarop je de les overbrengt, en je leert deze te verbeteren.’ Over het niveau zijn de instructeurs tevreden. De Laat is verrast: ‘Je komt nu thuis met interessante bagage, je hebt echt iets geleerd. Nou, dat wil in de instructeurswereld wat zeggen. De instructeurs hebben immers doorgaans veel kennis vanuit opleiding en ervaring.’ Ook Lamers had baat bij bijscholing. ‘Het houdt je scherp. Waarom doen we dingen zoals we die doen? Moeten we sommige zaken niet anders aanpakken? Zeker als instructeur wil je op de hoogte zijn van de laatste stand van zaken in het brandweeronderwijs. De bijscholing stelt je in de gelegenheid om op de hoogte te zijn van de nieuwste manier van lesgeven waar het vakinhoudelijke aspecten betreft.’ Vakinhoudelijk is de lesstof grotendeels hetzelfde gebleven. Lamers: ‘Een ademluchttoestel is nog steeds een ademluchttoestel. Een helm is nog steeds een helm. Het is de manier waarop je zaken overbrengt.’

Brand&Brandweer

Vincent de Laat: 'Je krijgt inzicht in de manier waarop je de les overbrengt, en je leert deze te verbeteren.’

Mes snijdt aan twee kanten Ook docent Patrick Escherich, de eerste die bij regionale brandweer Hollands Midden de nieuwe leergang Docent met goed gevolg heeft afgerond, ziet de verschillen. ‘In de nieuwe leergang worden minimale handvatten aangereikt. Je moet alles zelf doen. Dat is pittig maar enorm leerzaam. Je leert als docent handvatten te geven waarmee de cursist zelflerend is. Een kunstje leren, zoals voorheen mogelijk was, is nu niet meer aan de orde.’ De verschillende werkvormen die gehanteerd worden, vormen een nieuwe uitdaging. Escherich houdt als docent meer rekening met de plaats waar cursisten staan in de cursus. ‘Om daar op in te spelen, gebruik ik de leercirkel van Kolb. Daarin zitten verschillende posities, waarin een cursist kan zitten.’ Escherich: ‘De docent, die ons de cursus gaf, gebruikte iedere keer een andere werkvorm, zodat je dat ook gaat ervaren. Die ervaring is belangrijk om het zelf toe te kunnen passen. Immers, wat van de cursist in de toekomst wordt verwacht, wordt nu ook van de docenten verlangd.’ ■ Meer informatie: Het kwalificatieprofiel Instructeur is door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) opgenomen in het kwalificatiedossier Instructeur. Dit dossier is te downloaden via www.bkbp.nl of www.infopuntveiligheid.nl nummer 11 november 2010 547


Met de serie …

Handboeken voor de hulpdiensten

... heeft u alle informatie bij de hand.

Prijs: € 50,35 incl. btw ISBN: 978 90 12 12940 4

Abonnement: U ontvangt de al verschenen boeken voor de onderstaande prijs, en automatisch de nieuwe of herziene delen binnen de reeks met 15% tot 20% korting. Prijs: € 265,– incl. btw Bestelcode: B25HW Onze uitgaven zijn ook verkrijgbaar via de boekhandel

Nieuw in de serie: “Functiegebouw veiligheidsregio’s” In dit nieuwste handboek vindt u de Wet veiligheidsregio’s artikel 18, het Besluit personeel veiligheidsregio’s en de Regeling personeel veiligheidsregio’s. Het Besluit personeel veiligheidsregio’s stelt regels ten aanzien van opleiden, examineren, bijscholen en oefenen met betrekking tot de functies van brandweer. Tevens legt het besluit vast welke rang er aan een functie van brandweer is gekoppeld. In de Regeling personeel veiligheidsregio’s zijn opgenomen: •

de taken die behoren tot de functies die binnen de veiligheidsregio’s vallen;

de competenties die vereist zijn om deze taken te vervullen;

en het daarvoor vereiste competentieniveau ofwel de functiebeschrijvingen.

Snel een antwoord op uw vraag over hulpverlening De serie bestaat momenteel uit circa 30 handzame boeken met thema’s als organisatie en bestuur, preventie, repressie en nazorg. Onze gespecialiseerde auteurs maken de informatie helder met praktijkvoorbeelden en handige checklists. Kijk voor meer informatie over de delen op onze website.

548

nummer 11 november 2010

Voor meer informatie en bestellingen kijkt u op www.sdu.nl/brandweer

Sdu Uitgevers


Stationsplein 14 2907 MJ Capelle aan den IJssel

Postbus 752 2900 AT Capelle aan den IJssel

telefoon 010 - 258 62 00 fax 010 - 442 28 40

Nieuw functiehuis voor brandweercollega’s Caribisch Nederland

Parallel aan de ontwikkelingen in Nederland wordt –onder regie van het Nbbe- hard gewerkt aan een nieuw functiehuis voor Caribisch Nederland. Daartoe behoren per 10-10-2010 de eilanden Bonaire, St-Eustatius en Saba (de zogenaamde BES-eilanden). De startbijeenkomst was op 27, 28 en 29 september jl op Bonaire. Samen met vertegenwoordigers van alle BES-eilanden, van Curaçao, Aruba en St-Maarten en van de Jumelagepartner Haaglanden, het Nifv en de kwartiermaker brandweer en rampenbestrijding BES zijn de kerntaken en taakgebieden van de repressieve functies doorgenomen. Waar dat kan worden de Nederlandse kwalificatieprofielen gevolgd, waar nodig worden deze aangepast aan de Caribische situatie. De profielen Manschap A, Bevelvoerder en Vakofficier van Dienst, zijn met de taakgebieden brandbestrijding, technische hulpverlening, ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen en vliegtuigbrandbestrijding (algemeen) in concept gereed gekomen. Toegevoegd zijn onderdelen op het gebied van scheepvaart- (bijvoorbeeld cruiseschepen), industriële incidenten en het optreden bij natuurgeweld. De repressieve kolom van het Caribisch functiehuis is aangevuld met Manschap B op de taakgebieden leidinggeven aan bijzondere voertuigen en leidinggeven aan buitenbrand incidenten. Omdat op vier van de zes eilanden (Bonaire, St-Eustatius, Saba en Aruba) de vliegtuigbrandbestrijding een wettelijke taak is, kan men optioneel de specialisatie vliegtuigbrandbestrijding (zwaar) als taakgebied aan enige functies toevoegen. In een tweede bijeenkomst worden de beheersmatige functies doorgelicht en uitgewerkt. Volgens planning zijn alle kwalificatieprofielen uiterlijk per 31-12-2010 gereed. Als de kwalificatieprofielen klaar zijn kunnen de proeve van bekwaamheid, les- en leerstof en portfolio blijvende bekwaamheid worden ontwikkeld. www.caribische-brandweerexamens.nl

Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van Nbbe Brand&Brandweer

Hoe? Zo! V(r)aag! Op dit moment is het Nbbe bezig om toetsvragen te ontwikkelen voor de nieuwe functies benoemd in het Besluit Personeel Veiligheidsregio’s. Het ontwikkelen van deze toetsvragen is een groot onderwijskundig project binnen het Nbbe. Dit doen we samen met inhoudelijke experts uit het land. Voordat een toetsvraag in de zogenaamde ‘ itembank’ terecht komt, worden verschillende stappen doorlopen. De experts leveren op twee momenten een bijdrage in dit proces. Eerst bij de opzet van de vragen en later bij de controle van de vragen. De onderwijskundigen zorgen voor de kwaliteitsbewaking van de toetstechnische eisen. Wij gaan onze itembank aanvullen met ongeveer 1000 vragen, opdat er een kwalitatief en kwantitatief goed en breed aanbod van examens beschikbaar komt.

nummer 11 11 november november 2010 2010 549 549 nummer


550

nummer 11 november 2010

Sdu Uitgevers


Preventi e

Vier thema’s tijdens Brandpreventieweken

‘W Door Ilona Vergonet

at doe JIJ bij brand?' is ontstaan tijdens een brainstormsessie’, vertelt Marieke van Daal, projectcoördinator Nationale Brandpreventieweken van de Nederlandse Brandwonden Stichting. Samen met de NVBR, het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid en Consument en Veiligheid nam de stichting het initiatief voor de Brandpreventieweken. ‘Een groot deel van de bevolking denkt dat brand hen toch niet overkomt of dat de brandweer ze wel komt redden, maar soms lukt dat niet.’ Uit een steekproef blijkt dat het merendeel van de Nederlanders de kans dat er in hun woning brand uitbreekt kleiner acht dan één op tienduizend. Maar volgens de organisatie is die kans één op duizend. Van Daal: ‘Mede daarom is het van groot belang dat we Nederland blijven voorlichten.’ Het thema ‘Wat doe JIJ bij brand?’ richtte zich op het brandveilig maken van de woning en brandveiligheidsbewustzijn, het plaatsen van rookmelders, vluchtgedrag en ontruimingsoefeningen in de zorg. ‘Wij verzorgen de materialen, televisiespots enzovoort. De korpsen en gemeenten krijgen een pakket met folders, vlaggen, pennen en stickers’, aldus Van Daal. 133 ontruimingen op een dag Een mooi voorbeeld van creativiteit is een actie van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. De regio organiseerde op één dag 133 ontruimingen bij (basis)scholen in alle gemeentes van de regio. Met deze ludieke actie heeft de veiligheidsregio meteen een Gouden Rookmelder binnengesleept. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt tijdens de kick-off van de Nationale Brandpreventieweken. Brandweerkorpsen die de meest opvallende en effectieve brandpreventieactie organiseren, worden op deze manier in het zonnetje gezet. Gemeente Horst aan de Maas maakte van paviljoenbeurs de Hiltho gebruik om aandacht te vragen voor de Brandpreventieweken. Tijdens dit huishoud, industrie en land -en tuinbouwevenement werd zes dagen via een grote stand regionaal invulling gegeven aan het thema. Bezoekers konden in een als woonkamer ingerichte woonunit ervaren hoe het is om je in rook te oriënteren.

Brand&Brandweer

Fotografie: Brandweer Niedorp

De kans dat er brand ontstaat in een woning is vele malen groter dan de kans op de hoofd­ prijs in een loterij. Toch weten mensen vaak wel wat ze zouden doen met het gewonnen geld, terwijl het merendeel van de Nederlandse bevolking zich niet bezighoudt met brandveilig­ heid in eigen huis. Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Brandwonden Stichting. De Nationale Brandpreventieweken richtte zich afgelopen oktober onder andere op het brandveilig maken van woningen.

In de gemeente Niedorp deden zeven scholen en een kinderdagverblijf mee aan de ontruimingsacties van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord.

Vorige jaren De afgelopen elf jaar werd altijd voor één thema gekozen. ‘Sommige thema’s waren zo succesvol dat ze het jaar daarop weer zijn gebruikt. Rookmelder is drie keer thema geweest. Na evaluatie bleek dat de campagne enorm was aangeslagen. Steeds meer mensen, bedrijven en instellingen kochten rookmelders, maar zagen ook het belang van onderhoud in. Natuurlijk komen tijdens deze acties veel verbeterpunten naar voren. De vraag was dan ook of het thema herhaald kon worden’, aldus Van Daal. Het thema van vorig jaar was ‘Ontruimen moet je oefenen’. Uit onderzoek van de Brandwonden Stichting blijkt dat ziekenhuizen en zorgcentra wel een ontruimingsplan hebben, maar dat de helft van de instellingen dit niet oefent. Na de brandpreventieweken van vorig jaar is het aantal instellingen dat ontruimingen oefent zichtbaar gestegen. ‘Vanuit het veld kregen we veel feedback dat ook deze campagne succesvol bleek te zijn’, vertelt Van Daal. ‘De korpsen en gemeenten wilden de oefeningen graag verder uitwerken in de komende preventieweken, maar toen hadden we het huidige thema al bedacht. Vandaar dat we het dit jaar allemaal wat breder hebben getrokken.’ ■ nummer 11 november 2010 551


re pressi e

Een relatief kleine brand zorgt eind september voor dagen werk. In een afvalberg van onge­ veer vijfduizend tot tienduizend kuub met houtsnippers, plastic afval en matrassen is brand uitgebroken. Hoewel de brand aan de oppervlakte was geblust, smeulde het van binnen. De berg uit elkaar trekken, de klassieke strategie om zo tot de kern te blussen, was wegens ruim­ tegebrek geen optie. ‘Noodgedwongen moesten we de afvalberg koelen totdat er na twee dagen voldoende ruimte was om het afval uit elkaar te trekken’, aldus HovD brandweer Guido Zoomers. Deze situatie biedt volgens hem wellicht een andere kijk op het blussen van grote bergen afvalopslag.

Inzet brand Maastricht mogelijk nieuwe strategie?

M

Door Jolanda Haven

aandag 20 september breekt ’s middags brand uit in een enorme berg afval buiten op het terrein van afvalverwerker Peters Recycling op industrieterrein Beatrixhaven in Maastricht. Vermoedelijke oorzaak is brand in een houtvermaler. Enorme rookwolken hangen binnen korte tijd boven het gebied en de vlammen grijpen om zich heen. Er wordt al snel opgeschaald naar zeer grote brand en GRIP1. Het vuur wordt te lijf gegaan, de omgeving wordt veilig gesteld en meetploegen worden ingezet. Zoomers: ‘Bij de bron kwamen er veel schadelijke stoffen vrij maar die leverden voor de directe omgeving geen gevaar op, aangezien het terrein inmiddels was ontruimd. Ook in het effectgebied zijn metingen verricht maar daar werden geen gevaarlijke concentraties waargenomen. Wel hebben we omwonenden meteen geadviseerd om ramen en deuren te sluiten in verband met stank- en rookoverlast.’ GRIP1 Hoewel de politie en GHOR relatief weinig taken zouden hebben, besluit Zoomers toch op te schalen naar GRIP1. ‘Het was wel van belang om het CoPI op te starten en overleg te voeren. Ook gezien de bijkomende gevaren voor de omgeving en het effectgebied van de rook.’ Naast de normale bezetting schuiven ook vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, de gemeente, provincie, het waterschap en netbeheerder Tennet aan in de CoPI container. Ook de eigenaar neemt op enige momenten deel aan het overleg. ‘De berg afval stond midden op het terrein omringd door nog twee andere bergen afval’, zo gaat Zoomers verder. ‘Onze eerste prioriteit was zorgen dat de brand niet over zou slaan naar de andere afvalbergen. Dan hadden we waarschijnlijk een onbeheersbare situatie gekregen. Naast de andere twee bergen afval waren er nog meer hete hangijzers. In het naastliggende pand lagen brandbare vloeistoffen opgeslagen en in een ander nabij gelegen pand lagen landbouwbestrijdingsmiddelen. Daarnaast liep boven het terrein een hoogspanningskabel.’ Netbeheerder Tennet heeft zo snel mogelijk de zes kabels stroomloos gemaakt en om552

nummer 11 november 2010

geleid. Een groot deel van de huishoudens in Zuid-Limburg, circa 550.000, wordt via deze kabels voorzien van stroom. Met het omleiden van de stroom is het gevaar nog niet geweken. Door de hittestraling van de brand bestaat het risico dat de stroomkabels breken. Brandweerlieden moeten dus van een afstand de brand blussen door middel van bluskanonnen en hoogwerkers. Effectgebied ‘Door de rookontwikkeling hadden we te maken met een enorm effectgebied’, aldus de HovD. Naast de nabijgelegen woonwijken met bejaarden- en verzorgingshuizen, liggen ook Maastricht Aachen Airport, de spoorlijn van Maastricht naar Eindhoven en de snelweg A2 in het gebied.’ Gezien al deze extra factoren wordt er opgeschaald naar GRIP2. Zodra in het CoPI alle taken zijn weggezet voor de omgeving, kan Zoomers zich richten op de brandbestrijding. ‘De vlammen waren gedoofd maar de kern van de afvalberg smeulde nog. Normaal gesproken worden direct shovels ingezet om de berg uit elkaar te trekken om zo tot de kern te kunnen blussen. Die mogelijkheden hadden we helaas niet. Er was te weinig ruimte op het terrein om shovels in te zetten. Met onze eigen blusvoertuigen was het al lastig manoeuvreren.’ Noodgedwongen moet de brandweer de afvalberg laten liggen. Het enige wat ze op dat moment kunnen doen is ervoor zorgen dat het vuur niet oplaait door te koelen. Zoomers: ‘Er zijn verschillende scenario’s besproken, maar de enige optie was om één van de andere bergen afval op het terrein te verschepen. De berg bestond uit houtpulp dat klaar lag voor transport naar Duitsland. Het enige nadeel was dat er op zijn vroegst dinsdagsmiddag één binnenvaartschip beschikbaar zou zijn. We hadden minimaal twee, wellicht drie schepen nodig. Een tweede schip zou pas woensdag beschikbaar zijn. Even na middernacht vindt het laatste CoPI overleg van de eerste dag plaats en wordt afgeschaald naar GRIP1. De naastgelegen panden zijn veilig gesteld dus kan de brandweer zich helemaal richten op de smeulende berg afval. De brandweer blijft de hele nacht bezig om de afvalberg te koelen. Maar liefst drieduizend liter water per minuut wordt uit de Beatrixhaven gepompt. Sdu Uitgevers


fotografie: FVT brandweer Zuid-Limburg

rep ressi e

De brand aan de oppervlakte is snel geblust, alleen de kern smeulde nog lang na. Voordat het sein brand meester kan worden gegeven moet de brandweer de hele berg uit elkaar trekken om zo tot de kern te blussen.

Shovels Dinsdagmiddag arriveert het eerste vrachtschip om het pulphout te verschepen. Het inladen duurt uren. Ondertussen gaat het koelen van de smeulende berg gewoon door. ‘De wind was inmiddels gedraaid met als gevolg dat naastgelegen bedrijven in de rook zaten’, zo vertelt Zoomers. ‘Het gebied werd afgezet en dus konden de medewerkers niet aan het werk. De ondernemers op het terrein zijn bij elkaar geroepen en de laatste stand van zaken is medegedeeld. Dat is een goede zet geweest om op deze manier direct met elkaar te communiceren en niet via andere kanalen.’ Het advies aan omwonenden om ramen en deuren gesloten te houden blijft gehandhaafd. Het is inmiddels woensdagavond als het tweede schip is gearriveerd en volgeladen. De enorme berg afval is van het terrein. Toch kunnen de shovels pas de volgende ochtend ingezet worden om de smeulende berg uit elkaar te trekken. Zoomers: ‘Het was donker en daarom te gevaarlijk. Eventuele vuurresten konden het vuur doen oplaaien en dan konden we weer van voren af aan beginnen. Bovendien hadden we dan snel heel veel handjes nodig. Vanaf maandagavond konden we met twee hoogwerkers, een bluskanon, twee Dompel Pomp Units (DPU) en vier brandwachten de boel onder controle houden.’ Nieuwe strategie Donderdagochtend kan eindelijk een begin worden gemaakt met het uit elkaar trekken van de brandende berg. GRIP1 wordt nog steeds gehandhaafd en de brandweerlieden zijn nog steeds bezig om met drieduizend liter water per minuut de berg koel te houden. ‘Het uit elkaar trekken van het afval verliep snel’, aldus de HovD. ‘Doordat we bijna drie dagen lang een enorme hoeveel Brand&Brandweer

water op de afvalberg hebben gespoten, was veel water tot de kern doorgedrongen.’ Normaal gesproken worden direct shovels ingezet om de brandende massa te blussen. Dan is er heel veel mankracht nodig. Nu moest de brandweer noodgedwongen wachten, het enige wat ze konden doen was blussen om de berg koel te houden. Zoomers: ‘Mogelijk hebben we daarmee een nieuwe strategie ontwikkeld. Eerst dagen koelen en dan pas uit elkaar trekken. Dat scheelt een hele hoop mankracht. Hoewel we nu vier dagen continu hebben moeten blussen denk ik niet dat we eerder klaar waren geweest als we direct de afvalberg uit elkaar hadden getrokken.’ Dode vissen niet het gevolg van de brand Naast de brandweer verricht ook het RIVM metingen en neemt het monsters af van water en gewassen. Zoomers: ‘De luchtmetingen van het RIVM bevestigden direct onze bevindingen. De water- en gewasmonsters lieten echter een week op zich wachten. Dat is lastig omdat je op die manier geen duidelijkheid hebt met betrekking tot de gevaren en eventuele bijkomende risico’s. In je communicatie houd je zo altijd een open einde.’ Als vrijdagochtend de brand helemaal is gedoofd en er wordt afgeschaald naar GRIPO, drijven er honderden dode vissen in de Beatrixhaven. ‘Op dat moment dacht ik weer wat ik al vaker dacht die week: heb ik dat? We hebben iedereen weer bij elkaar geroepen, want de brand kreeg nog een staartje, zo leek het.’ Na onderzoek van gemeente en brandweer bleek dat door een enorme hoosbui een soort vliesje op het stilstaand water was ontstaan. Zuurstofgebrek heeft uiteindelijk geleid tot de vissterfte. De brand had dus niets met de dode vissen te maken. ■

nummer 11 november 2010 553


Offshore Services Kraantechniek

Teksten dichter op elkaar Hijs/heftechniek Special Products

Offshore Services Kraantechniek

Hijs/heftechniek Special Products

Offshore Services Kraantechniek

Brandweer keuring

Hijs/heftechniek Special Products

554

nummer 11 november 2010

Sdu Uitgevers


de fotograaf van

‘Een bijzonder moment vastleggen in een fractie van een seconde’ Leeftijd: 29 Camera: Cannon eos 450d Korps: Krimpen aan den IJssel Aantal uitrukken: afhankelijk van het aantal incidenten, maar soms twee keer per week Website: www.112krimpen.nl Beroep: brandwacht Brandweerfotograaf sinds: eind 2008

Het brandweerleven is Jeroen van Zomeren met de paplepel ingegoten. ‘Mijn vader was brandweerman bij het korps Capelle aan den IJssel. Als er een melding binnenkwam, ging ik er als achtjarig jongetje op de fiets achteraan. Ik stond dan op een afstandje te kijken hoe mijn vader samen met zijn collega’s het vuur te lijf ging en vond dat toen al fantastisch.’

Brandweerfotograaf Jeroen van Zomeren.

Later is Van Zomeren bij de Capelse Jeugdbrandweer beland. ‘Ik heb daar zes jaar gezeten en daarna heb ik nog een brandwachtopleiding gevolgd bij de brandweer Rotterdam. Daar heb ik mijn diploma gehaald, maar helaas ben ik niet doorgegaan naar de uitruk.’ Via een brandwachtbedrijf werkt Van Zomeren vervolgens op diverse plekken op de haven. Ook maakt hij steeds vaker filmpjes van verschillende uitrukken. ‘Op een gegeven moment heb ik besloten om al het brandweerwerk wat op een lager pitje te zetten’, vertelt Van Zomeren. ‘Ik heb me in die tijd even op mijn eigen leven gefocust in plaats van op dat van anderen.’ Fascinatie Na een paar jaar komt een vriend van Van Zomeren op bezoek met de vraag of hij geen zin heeft om af en toe de camera weer eens op te pakken. ‘Ik woon elf hoog en naast een belangrijke verbindingsweg. Als er ook maar iets op het gebied van politie, ambulance of brandweer gebeurt in de buurt, heb ik daar letterlijk zicht op. Zo begon ik af en toe weer te filmen en kreeg de smaak al snel te pakken. Via 112krimpen.nl ben ik benaderd om de filmpjes op te sturen en al snel ging het balletje rollen.’ Terwijl Van Zomeren zich weer op het filmen stort, krijgt hij steeds meer fascinatie voor fotografie. ‘Ik maak graag bewegende beelden van een incident, maar de stille plaatjes kunnen ook zo veel vertellen. Je legt dan echt een bijzonder moment vast in een fractie van een seconde.’ Al snel legt Van Zomeren geld opzij en eind 2008 heeft hij genoeg geld voor een Canon 450d. ‘Toen ben ik gaan fotograferen en dat bevalt me prima. Maar ik maak ook nog steeds video’s, die passie blijft altijd bestaan.’ Mooiste foto 'Op 22 januari komt rond half twaalf ‘s avonds een melding binnen op mijn pager. Al snel wordt opgeschaald naar grote brand, dus ik ga er op af. Als ik ter plekke kom, zie ik een enorme loods van begin tot einde in lichterlaaie staan. Het leek te gaan om een chemische wasserette, dus er was misschien kans op explosiegevaar. De tweede TS was ook net ter plekke en vanuit een hoogwerker werd geprobeerd de brand te blussen. Toen heb Brand&Brandweer

Tijdens deze brand bij een chemische wasserette in Capelle aan den IJssel ging 2500 vierkante meter in vlammen op.

ik deze foto gemaakt. Door de hitte waren de stalen constructies omgebogen, waardoor de brandweer moeilijk bij de vuurhaarden kon komen. De brand was uitgebroken aan de voorzijde van het pand, maar binnen korte tijd stond 2500 vierkante meter in lichterlaaie. Hoewel het om een wasserij ging, waren er geen chemische stoffen vrijgekomen. Er waren wel gevaarlijke stoffen aanwezig, maar die stonden in een kluis. Het was een van de grootste branden die ik ooit heb gezien en ik was er behoorlijk van onder de indruk.’ ■

Heeft uw korps ook een eigen fotograaf? Geef hem of haar dan op voor de rubriek De fotograaf van. Stuur een mail naar brandenbrandweer@ps-produkties.nl

nummer 11 november 2010 555


SAVE & SAFE

BLUSBOM AFGGROUP.NL

Kwaliteitshuis in brandpreventie

De revolutie in brandbestrijding

DRY SPRINKLER POWDER AEROSOL HĂŠt volumetrisch blusmiddel voor beginnende en gevorderde binnenbranden. De stof aerosol werkt vlamafbrekend, dus geen herontsteking. De DSPA-5 voorkomt zelfs backdrafts en flashovers. Alles over dit unieke systeem op DSPA.nl

MEMBERS OF

DSPA.nl + 31 (0)24 352 25 73 info@dspa.nl

556

nummer 11 november 2010

installatie van afdichtingen | productie en verkoop van bouwkundige brandpreventie | installatie van staalbescherming | vluchtveiligheid | vluchtplannen en logboeken

Sdu Uitgevers


zo vad er, zo zoon

‘Mijn zoon is net zo snel als ik toen’

Vader Jos Heestermans (58): Hoe lang zit u al bij de brandweer? ‘Al 35 jaar. Ik ben er eigenlijk ingerold en heb er absoluut geen spijt van. Sinds 1975 ben ik als beroepskracht bij Breda en Tilburg actief. Tegenwoordig hou ik me met preventie bezig in de regio Midden- en West- Brabant. Daarnaast ben ik sinds 1981 vrijwilliger bij Ulvenhout, momenteel als bevelvoerder en chauffeur. Ik ben nu 58 en heb onlangs uitstel van leeftijdontslag aangevraagd. Mijn vlam laaide namelijk weer op sinds mijn zoon vrijwilliger is bij dezelfde post. Ik hoop de sporttest en de medische keuring door te komen.’ Dus jullie rukken samen uit? ‘Ja. Mijn zoon woont nog thuis, dus ’s nachts staat het huis op stelten als de pieper gaat. Hij zit dan in de auto op me te wachten. In 1975, toen ik begon bij de brandweer, was ik net zo snel als hij nu. Samen rijden is trouwens wel veiliger dan alleen. Ik geef hem regelmatig aanwijzingen als de ramen nog beslagen of bevroren zijn.’ Is er veel veranderd in de loop der jaren? ‘Ja, heel veel. Op het gebied van materieel bijvoorbeeld. Wij reden vroeger in een voertuig dat niet automatisch schakelde. En er waren ook aparte voertuigen voor hoge druk en lage druk. Ook de opleiding is veranderd. Het was destijds pittig hoor. Ik moest zelfs nog marcheren om het diploma hoofdbrandwacht te halen. Ik ben wel een beetje van de oude stempel en zie het mooie wel in van die goeie ouwe tijd.’

Zoon Roy Heestermans (21): Wat doe je bij de brandweer? ‘Ik ben bezig met de opleiding brandwacht 1e klas. Sinds vorig jaar april ben ik actief als vrijwillige brandwacht. Ik volg verder de opleiding commerciële economie, maar sluit niet uit dat ik een aantal jaar als beroeps ga werken. Ik ben best fanatiek en vind het mooi om iets voor de samenleving te doen en mensen te helpen.’

Brand&Brandweer

fotografie: FBF.NL

Vader Jos (58) en zoon Roy Heestermans (21) werken beide als vrijwilliger bij de Brabantse post Ulvenhout. Ze genieten van hun werk. Jos besloot zelfs langer te blijven toen zijn zoon bij dezelfde post vrijwilliger werd. ‘Als de pieper gaat, staat het huis op stelten.’

Jos en Roy Heestermans

Hoe is het om samen te werken? ‘Dat gaat prima. Het is een kwestie van de knop omzetten tijdens uitrukken. Als hij vlak naast me staat, zeg ik wel eens ‘pa’, maar meestal is het gewoon Jos. De post is sowieso een heel hecht team.’ Heb je iets van je vader geleerd? ‘Absoluut. Ik denk wel dat ik een voorsprong heb ten opzichte van iemand die niet uit een brandweernest komt. Ik ging vroeger wel eens mee als hij uitrukte en pikte thuis via hem ook allerlei kennis op. Het is ook erg fijn dat mijn vader precies weet wat ik meemaak. Ons dorp ligt op een kruispunt van snelwegen, waardoor we meer uitrukken voor ongevallen dan voor branden. Vorige zomer moest ik voor het eerst uitrukken voor een zwaar ongeval met twee doden. Ik belde hem daarna, en hij snapte precies hoe ik me voelde.’ ■

nummer 11 november 2010 557


1,25 km² trainingsoppervlakte 46 realistische trainingsobjecten 10 tankautospuiten, 1 redvoertuig Dräger en Interspiro Holmatro en Weber Overnachtingen in hotel Flexibiliteit en gastvrijheid Swedish Rescue Training Centre Skövde, Zweden

Trainingen: Bevelvoerder, OvD, Manschap, Gaspak, 4 op een TAS, Combinatietrainingen. Wij verstrekken u graag informatie: info@tlodeen.nl 00316 11647578

Industrieweg 30A, NL-4283 GZ Giessen

Arbode Maritiem BV zoekt ter uitbreiding van haar instructeursteam een Ervaren Ademluchtinstructeur (freelance) met een zeer goede Duitse taalbeheersing en bij voorkeur maritieme werkervaring Geïnteresseerden dienen in het bezit te zijn van de juiste vakdiploma’s, een auto en rijbewijs BE. Reacties met actuele CV mailen naar: mail@arbodemaritiem.nl

558

nummer 11 november 2010

VERHUISAANBIEDING

de revolutionaire oplaadbare

STINGER LED HP

met gratis luxe holster én een STYLUS PRO! w w w . s a fe t y - l u x . n l vanaf juni 2010 is ons nieuwe adres: Safety-Lux Nederland B.V. Rokerijweg 8 Postbus 326 NL 1271 AH Huizen NL 1270 AH Huizen

T +31 (0) 35 691 44 76 F +31 (0) 35 691 54 74 E info@safety-lux.nl

Sdu Uitgevers


TSA is gespecialiseerd op het gebied van (brand)preventie en bestaat uit vijf verschilllende onderdelen: Brandpreventie, Detachering, Training & Advies, Shutdown Management en Consultancy. Door de afzonderlijke afdelingen zijn wij als bedrijf in staat om als specialist te fungeren op alle fronten. Voor TSA Brandpreventie zoeken wij een

Voor TSA Detachering zoeken wij

Servicemedewerker kleine blusmiddelen (m/v)

Brandwachten (m/v)

De werkzaamheden bestaan onder andere uit het uitvoeren van onderhoud aan brandblusapparatuur, noodverlichting, veiligheidsmiddelen en het verzorgen van brandwacht- en veiligheidsdiensten.

Ben je op zoek naar een nieuwe uitdaging? Zet jij je graag in om de veiligheid van je collega’s te waarborgen, ben je ondernemend en daadkrachtig? Dan is de functie Brandwacht iets voor jou!

Je beschikt over minimaal LTS-E, aangevuld met REOB-, VCA- en Brandweerdiploma’s. Je hebt enige ervaring met servicewerkzaamheden bij klanten, bent woonachtig in de regio Utrecht en in het bezit van het rijbewijs B.

Als Brandwacht houd je toezicht op collega’s die hoogrisico werkzaamheden uitvoeren. Je neemt maatregelen en volgt instructies op, zoals die voorgeschreven zijn binnen het werkgebied, ter voorkoming van brand en calamiteiten. Je beschikt minimaal over het diploma Brandwacht/ Manschap Nbbe.

Ben je geïnteresseerd en wil je meer weten over deze functie, kijk dan voor de uitgebreide vacaturetekst op onze website: www.tsa-bv.nl

Ben je geïnteresseerd en wil je meer weten over deze functie, kijk dan voor de uitgebreide vacaturetekst op onze website: www.tsa-bv.nl

TSA... wij bewaken úw veiligheid!

Solliciteren

Stuur je sollicitatiebrief inclusief CV naar: TSA Groep, t.a.v. Personeelszaken, Albert Plesmanweg 4, 4462 GC Goes. U kunt ook een mail sturen naar: personeelszaken@tsa-bv.nl. Vermeldt hierbij duidelijk om welke vacature het gaat. Brand&Brandweer-halve pagina-zw.indd 1

11-10-2010 13:06:02

De Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid maakt onderdeel uit van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. De Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid ontwikkelt zich tot een hecht verband van samenwerking van verlengd lokaal bestuur met vooruitstrevende en belangrijke veiligheidsambities. Wetsvorming begeleidt deze ontwikkeling primair in het streven naar verbetering en professionalisering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Voor de afdeling Regionale Brandweerzorg zijn we op zoek naar:

Adviseur expertise en advies Brandweer m/v vacaturenummer 2010VE139, schaal 10 (36 uur)

Senior medewerker operationele preparatie m/v

vacaturenummer 2010VE153, schaal 11 (36 uur)

Senior medewerker operationeel oefenen m/v

vacaturenummer 2010VR153, schaal 10 (36 uur)

}

voor meer informatie kunt u terecht op www.werkenbijdrechtsteden.nl

Bij de Regionale Brandweer zal menigeen denken aan het blussen van branden. Toch doet de brandweer veel meer. Ook brandpreventie, het voorkomen en beperken van ongevallen en de bevordering van goede hulpverlening horen bij ons werk. Eerst redden, dan blussen!

Het waarborgen van een vei lige regio

Brand&Brandweer

nummer 11 november 2010 559


B&B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Adembescherming Interspiro Televisieweg 113 1322 BD Almere Tel. 036 5363103 Fax 036 5384809

Adviesbureau

Vaste adverteerders (contract­ houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

Bartels Ingenieursbureau Postbus 10217 7301 GE Apeldoorn Tel. 055 3680540 Fax 055 3664598 E-mail: brandveiligheid@bartels.nl www.bartels.nl

Dijkoraad Viavesta bv Gotlandstraat 50 7418 AX Deventer Tel. 0570 519555 E-mail: brandpreventie@dijkoraad.nl www.dijkoraad.nl/brandpreventie

MVH Adviseurs BV Brandpreventie, Bouwplantoetsing brandveiligheid, Handhaving & Detachering brandpreventie specialisten Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 033-2586334 E-mail: info@mvhadviseurs.nl www.mvhadviseurs.nl

Adviesburo Nieman Postbus 40217 3504 AA Utrecht Tel. 030 2413427 Fax 030 2410266 E-mail: info@nieman.nl www.nieman.nl

Peutz B.V. Postbus 66 6585 ZH Mook Tel: 024 3570707 E-mail: info@mook.peutz.nl www.peutz.nl

JMW Adviesbureau Verwerving en begeleiding aanschaf brandweermaterieel Beukenlaan 1 7642 EM Wierden Tel. 06 23822389 Fax. 0546 570612 www.jmw-adviesbureau.nl jan.muller-jmw@planet.nl Van Pinxteren Interim & Advies Postbus 75 2060 AB Bloemendaal Tel. 023 5254044 www.vanpinxteren.net

Adviesbureau brandpreventie Altavilla Brandveiligheid Postbus 1026 5602 BA Eindhoven Tel. 040 2902570 Fax 040 2902571 E-mail: info@altavilla.nl www.altavilla.nl Van Hooft Adviesburo B.V. Fire & Life Safety Engineers Hoogeindsestraat 4 5447 PD Rijkevoort Tel. 0485 37 18 90 Fax 0485 37 21 34 E-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl

560

Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 E-mail: info@floriaan.nl www.floriaan.nl

Alu/RVS Bewerkingen Machinefabriek Het Stempel B.V. Postbus 191 3330 AD Zwijndrecht Tel. 078 6104055 Fax 078 6104010 E-mail: info@het-stempel.nl www.het-stempel.nl

Blusmiddelen DSPA Postbus 6572 6503 GB NIJMEGEN Tel. 024 3789581 Fax 024 3787583

Bouwbedrijf Vaessen Algemeen Bouw­bedrijf Postbus 239 4940 AE Raamsdonkveer Tel. 0162 522120 Fax 0162 520274

nummer 11 november 2010

Brandweerhandboek STP Veiligheid & Techniek Tunnelstraat 7 A 6114 AS Susteren Tel. 046 4859849 Fax 084 7273924 info@brandweerhandboek.nl www.brandweerhandboek.nl

Brandweermaterialen DNM International b.v. Postbus 7 – 3250 AA Stellendam Delta Industrieweg 9 – 3251 LX Stellendam Tel. 0187-484488 Fax 0187-486244 info@dnmfire.com www.dnmfire.com

Brandweermaterialen & brandweervoertuigen Kenbri Fire Fighting BV Postbus 85 3250 AB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com

Brandweer & Sport Brandweer Sportbond Nederland Postbus 3154 3502 GD Utrecht Tel. 030 2404400 Fax 030 2404516 www.brandweersportbond.nl

Certificatie & Inspectie Kiwa Nederland B.V. Postbus 70 2280 AB Rijswijk Sir W.Churchilllaan 273 2288 EA Rijswijk Tel. 070 4144400 Fax 070 4144420 E-mail: info@kiwa.nl www.1kiwa.com/brand

Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal  Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 E-mail: laundry@laundry.nl www.laundry.nl

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau Van Vliet Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680 Miele Professional De Limiet 2 4131 NR Vianen Tel. 0347 378883 Fax 0347 378429 E-mail: professional@miele.nl www.miele-professional.nl

Detachering brandweerpersoneel RegioSafe Fire & Rescue B.V. Pakketboot 13/C 3991 CH Houten Tel. 030 6704815 Fax 030 6704817 E-mail: fire@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Duikmaterialen

Raaijmakers Bronbemaling Liessentstraat 18c 5408 SB Volkel Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 E-mail: info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

Handlampen Safety-Lux Nederland B.V. Rokerijweg 8 1271 AH Huizen Tel. 035 6914476 Fax 035 6915474 E-mail: info@safety-lux.nl www.safety-lux.nl

Helmsteunen

Subworx for professional diving Elkerzeeseweg 34 4322 BN Scharendijke Tel. 0111-671288 Fax 0111-671225 E-mail: hello@sbwrx.com

Slaats Fijnmechanische Techniek Schepengraaf 6A 6035 PV Ospel Tel. 0495 641794 Fax 0495 641976

Geboorde brandputten

Hulpverlenings­ gereedschappen

Beemsterboer B.V. De Veken 10 1716 KE Opmeer Tel. 022 6351860 Fax 022 6351092 Grondbooronderneming J. Hörmann B.V. Rollecate 61 Postbus 28 7710 AA Nieuwleusen Tel. 0529 480910 Fax 0529 485460 Installatiebedrijf VerhoevenDrunen BV Postbus 35 5150 AA Drunen Thomas Edisonweg 47 5151 DH Drunen Tel. 0416 372378 Fax 0416 373659 info@verhoeven-drunen www.verhoeven-drunen.nl Verhey Toldijk B.V. Zutphen Emmerikseweg 13b 7227 DE Toldijk Tel. 0575 452041 Fax 0575 452051

Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com Weber Rescue Nederland Exclusief dealer voor de verkoop en service van Weber-Hydraulik producten In Nederland. Delta Industrieweg 15 3251 LX Stellendam Tel.018 7493588 Fax 018 7493066 E-mail: info@weber-rescue.nl www.weber-rescue.nl

Inspecties

Rusch Hijs en Hefttechniek B.V. Postbus 4128 1620 HC Hoorn Tel. 022 9212698 Fax 022 9211439 www.rusch.to rhh@rusch.to

Sdu Uitgevers


B&B REGISTER

Keuring cilinders Verhaaf BV Corridor 2d 5466 RC Veghel Tel. 0413 366579 Fax 0413 3638619 www.verhaafveghel.nl info@verhaafveghel.nl

Medische ondersteuning Ambulance Service Nederland Industrieweg 72/74 2712 LC Zoetermeer Tel. 079 3300530 Fax 079 3300531

Oefenmaterialen VDK B.V. Handels­ onderneming Langenakker 22 5731 JS Mierlo Tel. 0492 667357 Fax 0492 667735 Haagen Fire Training ­Products Industrieweg 5 5111 ND Baarle-Nassau Tel. 013 5076800 Fax 031 5076808 www.haagen.eu

Olie- en calamiteitenbestrijding VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Fax 0416 668065 Tel direct 0162 370390

Opl. Verkeersveiligheid Brandweerchauffeur Antislip & Rijvaardigheids­ centrum DIBO K. Doormanstraat 15 7825 VS Emmen Tel. 0591 767571 Fax 0591 615908 www.dibo-emmen.nl Slipstream Consultancy Verzetsraat 76 7671 GL Vriezenveen Tel. 0546 567792 Fax 0546 565489

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Uniformen en bluskleding

Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 AA Zoetermeer Tel. 079 3444777 Fax 079 3444790 info@draeger-safety.nl www.draeger-safety.nl

Zwart Uniformkleding Postbus 32 1906 ZG Limmen Tel. 072 5051638 E-mail: info@uniformkleding.nl www.uniformkleding.nl

PMG Safety for Doors Doezastraat 37 2311 HA Leiden Tel. 071 3611628 Fax 071 3611869 info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl

Vaar opleidingen

Waadpak

Wenink Vaar Opleidingen en Nautische Diensten Paulusweg 31 3341 CS Hendrik-Ido-Ambacht Tel. 06 22113726 info@weninkvaaropleidingen.nl

Handelsonderneming Galjoen Molenstraat 69 1781 NK Den Helder Tel.022 3669951 Fax 022 3669952

MSA Nederland Postbus 39 1620 AA Hoorn Tel. 022 9250303 Fax 022 9211340

Schuimvormende middelen VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Fax 0416 668065 Tel direct 0162 370390 E-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl

Signalering Marelko Benelux b.v. Rondven 4 6026 PX Maarheeze Postbus 2674 6026 ZH Maarheeze Tel.0495 592290 Fax 0495 591014 E-mail: info@marelkobenelux.nl www.marelkobenelux.nl

Software

Verhuur brandweermaterialen RegioSafe Fire & Rescue B.V. Pakketboot 13/C 3991 CH Houten Tel. 030 6704815 Fax 030 6704817 E-mail: fire@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Vluchtwegaanduiding Betalight B.V. Drosteweg 20 3881 PG Putten Tel. 0341 491231 Fax 0341 492066 E-mail: info@betalight.nl www.betalight.nl

Vluchtdeurbeveiliging

Waterkanonnen Holleman B.V. Postbus 64 1500 EB Zaandam Tel. 075 6123272 Fax 075 6123409 www.hollemanmachine.nl

Werving en selectie Leeuwendaal Postbus 1255 2280 CG Rijswijk Tel. 070 4142700 Fax 070 4142600 E-mail: wens@leeuwendaal.nl www.leeuwendaal.nl

AG 5 Wllem Fenengastraat 4C 1096 BN Amsterdam Tel. 020 4630942 E-mail: info@ag5.nl www.ag5.nl

Stickers Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700

Uitlaatgasafzuiging

Opleidingen & Trainingen

Overlander BV Morseweg 2 3899 BP Zeewolde Tel. 036 5219200 Fax 036 5234430

TLO Deen Koningin Emmalaan 2B 4141 EC Leerdam Tel. 06 11647578 E-mail: theo@tlodeen.nl www.tlodeen.nl

Lebon & Gimbrair Postbus 225 3750 GE Bunschoten Tel. 033-2988122 Fax 033-2988024 www.lebon.nl

Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken

o per rubriek, per uitgave d 45,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 355,Prijzen exclusief BTW Datum

Handtekening

B&B Brand&Brandweer

U kunt deze bon sturen of faxen naar: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.

Brand&Brandweer

nummer 11 november 2010 561


Brandweer laat huis met opzet afbranden Brandweerlieden in de Amerikaanse staat Tennessee hebben opzettelijk een huis in vlammen laten opgaan. De bewoners hadden hun bijdrage aan het plaatselijke brandweerkorps niet voldaan en daardoor weigerde de brandweer de brand te blussen. Pas toen de vlammen oversloegen naar de buren greep de brandweer in. Bron: www.nu.nl

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) november 2010 - nummer 11 Jaargang 34 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Ing. Stephan J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Rijn-IJssel Mr. J. Bernard M. Tilman, directeur NVBR Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek drs. Allard T.W. van Gulik, veiligheidsregio VNOG drs. Patrick van den Brink, burgemeester IJsselstein EINDREDACTIE

PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail: info@ps-produkties.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Lijst van adverteerders

Pagina

AG 5 C4 Arbode maritiem BV

Agterhuis en Fien VOF

Brandweersportbond Nederland

Cebes administratie

558

556

544 545

Drager Safety Nederland BV C2

DNM International BV DSPA.nl

545

556

Duikcentrum De Greveling

544

Haagen Fire Training Products

526

Holmatro Rescue Equipment

512

G4S Beveiliging Het stempel BV Interspiro BV

Lebon en Gimbrair BV Marelko Benelux

524

545

534

556 512

PWG bedrijfsveilige kleding C3

Raaijmakers bronbemaling

556

Rusch hijs en heftechniek

554

RegioSafe Fire & Rescue

Safety Lux Nederland BV

Slaats Fijnmechanische Techniek SDU

TLO Deen TSA BV

Vaessen Algemeen Bouwbedrijf Veiligheidsregio Zuid Holland

562

nummer 11 november 2010

554

558

545

550, 558 558

559

526 559

Allard van Gulik, FBF.NL, Patrick van Gerner, Jan Rikken, PS-Produkties, Marcel J. de Jong, Ed Oomes, Liselotte Bretveld, FVT Brandweer Zuid-Limburg, Jeroen van Zomeren, Mariëlle van den Wijngaarde, Gemeente West Maas en Waal, Brandweer Oefencentrum Noord (BON), Frans Greven, Kevin Schreuder, brandweer Niedorp. ONTWERP EN OPMAAK

SD Communicatie (IZI-publish), Rotterdam Druk

Drukkerij ten Brink - Meppel UITGEVER

Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT

ABONNEMENTEN

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 69,45 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 38,70. Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn i­ nclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement op GRIP4 geeft tevens toegang tot GRIP4-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van GRIP4 via www.hulpdienstenonline.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2010 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs­ rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl

Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl

ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice.

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet.com, www.bureauvanvliet.com Informeer ook naar de mogelijkheden voor combinatieadvertenties in Brand&Brandweer, GRIP4, Brandweeralmanak en/of Brandweeragenda! Sluitingsdata advertenties en bijsluiters 2010

nummer verschijning sluitingsdatum 12 04-12-2010 11-11-2010 01 02-01-2011 09-12-2010

Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redac­teuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvol­komenheden. ISSN 01656-4675

Termijn van annulering: 6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending: 3 weken voor verschijningsdatum

Sdu Uitgevers


Een zwarte bladzijde voorkomen is onze hoofdzaak.

PWG, marktleider in brandweerkleding. PWG BEDRIJFSVEILIGE KLEDING B.V. POSTBUS 103 • 4460 AC GOES TEL: 0113 213440 • FAX: 0113 232675 INFO@PWG.NL • WWW.PWG.NL



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.