B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
12 december 2010
• B randweer bereidt zich voor op feestdagen • A dviesfunctie belangrijk bij komst RUD
jaargang 34
• T wente onderzoekt mogelijkheden iPad www.hulpdienstenonline.nl
Defensieve inzet parkeergarage Haarlem
www.ag5.nl
INHOUD
nummer 12 december 2010
Coverstory 574
Onbeheersbare brand parkeergarage
Een brand in een parkeergarage zorgt eind oktober voor gefronste wenkbrauwen. Zodra de brandweer ter plaatse komt, is de brand dusdanig ontwikkeld dat een offensieve inzet gestaakt moet worden en de brandweer over moet gaan tot een defensieve inzet.
Artikelen 578
Blussen met behulp van iPad en twitter
600
Het Team Informatie van de brandweer Twente houdt zich al langere tijd intensief bezig met diverse ICT-vernieuwingen. Zoals het Veiligheidsnet en de implementatie van de procedure decentrale afhandeling van de meldkamer. 582
In Rotterdam raken eind oktober vijf bouwvakkers ernstig gewond na het instorten van een vloer tijdens het betonstorten. Onduidelijk is of er meer op instorten staat. Toch gaan de brandweerlieden aan de slag om de slachtoffers uit het puin te halen.
Strategische keuzes bij vorming RUD’s
Om de kwaliteit van de uitvoering en de handhaving van de Wabo te waarborgen, wordt in steeds meer regio’s gewerkt aan de vorming van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Welke taak is weggelegd voor de brandweer in de RUD’s? 584
Feestdagen voor de deur: brandweer in actie
De brandweer bereidt zich op dit moment voor op de naderende feestdagen. Controle van horeca op kerstversiering bijvoorbeeld. Dit jaar wijkt de focus in de regio Rotterdam-Rijnmond voor het eerst af naar de minder zelfredzame doelgroep. 586
Visie naleving brandveiligheid
Met de visie Naleving Brandveiligheidsregels van de NVBR moet er meer eenduidigheid komen in de toezicht en naleving van brandveiligheidsregels. De visie beschrijft welke organisatie welke taken uit moet voeren en welke middelen beschikbaar zijn om personen en bedrijven te bewegen tot naleving van deze regels. 594
Complexe inzet na instorten woontoren
Eindfase project Kwaliteit Brandweerpersoneel
Het project Implementatie en communicatie Kwaliteit brandweerpersoneel gaat de laatste fase in.
569 570 581 586 589 599 602 605 607 611 616
Rubrieken
Van de redactie Actueel Punt Edu Oefenrubriek NVBR Katern De week van Zo vader, zo zoon De fotograaf van Brandweeracademie/NIFV Kleurplaat Colofon en lijst van adverteerders
Op de voorpagina: Brand in een Haarlemse parkeergarage wordt defensief bestreden. Fotografie: Jeffrey Koper
Brand&Brandweer
nummer 12 december 2010 567
- klasse kazernebouw
Ontwikkeling
•
Bouw
•
Exploitatie
•
ECO - Opwaardering
vaessenduurzaambouwen.nl
MARELKO, DAN ZWAAIT ER WAT! Optische en geluidsignalering op maat, Totale voertuig oplossingen, Ademanalyseapparatuur zoals alcoholslot, Camera-systemen, ECE65 producten met certificaat.
0495-592290 • info@marelkobenelux.nl • www.marelkobenelux.nl
VAN DE REDACTIE
Topsport en ontspanning Pfff, ik weet niet hoe het de lezer vergaat, maar ik ervaar deze laatste maanden van het jaar altijd als een grote uitputtingsslag. Net terug van de zomervakantie begint het vaak al; de eindspurt om ‘alles wat we nog willen doen’ af te ronden. En als het nu alleen gaat om wat je zelf hebt bedacht om dit jaar nog te doen, dan is het nog tot daar aan toe. Dan kan je hooguit jezelf verwijten dat je er tot op dat moment nog niet veel aan hebt gedaan. Maar omdat iedereen dit gevoel heeft (en het zelden gaat over werk wat je alleen kan doen), ontstaat er een enorm agendavullende wervelstorm aan afspraken en acties. De handel in uren is groot want, ik heb jou nodig en jij mij, maar wiens project is nu eerst? Meestal is de conclusie van het verhaal; het kan allemaal niet meer tegelijk...... maar we doen het toch. Gevolg is dat we met z’n allen druk rennen om toch maar de gestelde deadlines te halen. Ik moest hier even aan denken toen het schaatsseizoen weer begon. Sven Kramer had afgezien van deelname aan het Nederlands Kampioenschap. Waarom? Omdat hij rust nodig had. Nu weten we inmiddels dat hij dit seizoen helemaal niet meer aan de startlijn zal verschijnen door een blessure, maar dat terzijde. Topsport bestaat bij de gratie van een enorme piek tijdens wedstrijden, maar daarnaast ook geregelde ontspanning en rust voor het lijf. Topsporters en dan helemaal de duursporters kennen uiteindelijk twee grote standen in hun lijf; inspanning of ontspanning.
In de vorige Brand en Brandweer schreef Alard van Gulik al over de ontwikkeling van de brandweer naar een organisatie die gaat voor het maximaliseren van het rendement als totale organisatie. Met aandacht voor zowel het bestrijden van de gevolgen van incidenten als ook het voorkomen en beperken daarvan. De afgelopen jaren is daarvoor ook al veel in gang gezet: modernisering van het brandweeronderwijs, Brand Veilig Leven, variabele bezettingen, terugdringen van nodeloze uitrukken, het verbeteren van het Lerend Vermogen en niet te vergeten de Brandweer ‘over morgen’. Er is een koers uitgezet waarin veel moet en kan gebeuren. Ook hiermee zijn enthousiaste mensen aan de slag gegaan en vullen agenda’s zich met overleg, brainstorm en voorlichtingsmomenten. De meeste van de lezers weten, soms wijs geworden door ervaring, dat ontspanning zeker zo belangrijk is als inspanning. Dat het ook de prestaties verbetert. Dat ontspanning in de vorm van sport zelfs op nog veel manieren bijdraagt aan je energie in het werk. Maar kan een organisatie hier wat mee? Wèl volgens alle topsporters die zich graag laten inhuren om hier wat over te vertellen. Misschien is de truc van een goed presterende organisatie wel dat we elkaar afwisselen in momenten van rust en actie. Een teamprestatie dus! En daar zijn we als brandweer goed in thuis. Met elkaar, samen de schouders eronder en aanpakken. Met die wetenschap èn ervaring wordt het najaar toch weer leuk. Succes allemaal. Albert-Jan van Maren
Brand&Brandweer
nummer 12 december 2010 569
ACTUEEL
Fotografie: Brandweer Eindhoven
Brandweer Helmond en Eindhoven gaan reanimeren
In Eindhoven en Helmond wordt de brandweer vanaf 1 december standaard mee gealarmeerd bij meldingen van hartinfarcten. Al langer werkt de brandweer in de plattelandsgebieden van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost met First Responder Teams. Deze teams rukken ook uit bij onwelwordingen en trauma-incidenten.
‘Tien jaar geleden ontstond bij ons het idee dat wij de ambulance bij ernstige incidenten kunnen ondersteunen. Iedere seconde telt bij hartinfarcten, onwelwordingen en trauma-incidenten. Door ons dichte netwerk van kazernes kunnen we in plattelandsgebieden sneller aanrijden dan de ambulance’, vertelt projectleider Paul van Dooren van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Deze test is zeer goed
uitgepakt en de teams vormen grote meerwaarde voor de kwaliteit van de hulpverlening in de regio. ‘Hoewel de ambulance in stedelijke gebieden vrij vlot kan aanrijden, denken we dat het een meerwaarde is wanneer wij bij hartinfarcten ook worden gealarmeerd’, aldus Van Dooren. Alle brandweermensen in Helmond en Eindhoven zijn inmiddels door de ambulancebroeders opgeleid in het werken met de AED en het uitvoeren van reanimatie. Vanaf 1 december kiest de bevelvoerder ’s ochtends twee personen voor deze taak. Bij een alarmering rukt het korps wel standaard met een TS-6 uit, maar gaan ter plaatse alleen de twee aangewezen personen naar binnen. ‘Nadat de ambulance ter plaatse is, hoeven we geen ondersteuning meer te geven. Zo kunnen we toch borgen dat we weer snel voor andere incidenten inzetbaar zijn.’ Tijdens dit project evalueert de brandweer periodiek met de ambulancemedewerkers. Van Dooren: ‘Omdat we ervan uitgaan dat het een meerwaarde heeft gaan deze evaluaties met name over de werkprocessen. Daarbij kun je denken aan of wij ons aan de afspraken houden en of onze werkmethode in de praktijk goed aansluit bij die van de ambulancecollega’s.’
Vervolgonderzoek verklaart uitval portofoons Technische fouten blijken de oorzaak te zijn van de DMO-problemen bij C2000 portofoons waar voornamelijk brandweerlieden te maken hebben. Dat blijkt uit een vervolgonderzoek van Motorola dat is uitgevoerd op verzoek van de NVBR en in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Eerder dit jaar bleek dat uit onderzoek dat de nieuwe portofoons beter presteerden. Uit het vervolgonderzoek blijkt dat dit verschil te verklaren is door technische problemen. Bij de nieuwe portofoons van het type MTP850 zijn verbeteringen doorgevoerd, waardoor de knelpunten in de randapparatuur moeten zijn opgelost. Daarnaast werkt het ministerie van Veiligheid en Justitie samen met de NVBR aan een snelle structurele oplossing om ook de organisatorische verbetervoorstellen uit het onderzoek in te voeren. ‘Het is goed dat er nu meer inzicht is verkregen in de problemen die onze brandweermensen al eerder hebben geconsta-
570
nummer 12 december 2010
teerd’, vertelt portefeuillehouder Johan Postma van de NVBR. ‘Het is zaak dat de DMO-problemen snel en ook structureel de wereld uit worden geholpen.’
Sdu Uitgevers
ACTUEEL
Nederlands Brandweer Elftal zoekt enthousiaste voetballers
Het elftal traint eerst één en later twee keer per maand bij VV Nieuwerkerk. ‘Meestal spelen we mee in de top vijf, maar om dat te realiseren hebben we wel een echt team nodig’, vertelt secretaris Aad van Tol van het Nederlands Brandweer Elftal. ‘Daarom gaan we in mei voor een stageweekend naar Engeland. Daar trainen we hard en spelen we oefenwedstrijden, maar er is natuurlijk ook genoeg tijd voor een lolletje. Zo kunnen we elkaar beter leren kennen zodat we een hecht team worden.’ Volgens Van Tol is iedereen die het leuk vindt om een balletje te trappen welkom bij de selectiedagen. ‘We zullen daar achttien spelers selecteren die vanaf eind
Fotografie: Nederlands Brandweer Elftal
Het Nederlands Brandweer Elftal is op zoek naar nieuwe enthousiaste voetballers voor deelname aan de World Polic & Fire Games in New York volgend jaar. Voor dit wereldkampioenschap wordt een compleet nieuw voetbalelftal samengesteld.
augustus volgend jaar op het WK in New York de Nederlandse brandweer vertegenwoordigen. Maar natuurlijk is iedereen eerder al welkom om een aantal keer mee te trainen. Als ze bij een club spelen zullen
Nadenken over ander oefenschema vrijwilligers De vrijwillige brandweer heeft al snel dertig oefenavonden per jaar. Dat vormt een forse oefenbelasting, zo vindt regionaal commandant Peter van Dijk van de Veiligheidsregio Zeeland. ‘Daarom vind ik dat erover nagedacht moet worden om het oefenen anders in te richten.’ Van Dijk is op het idee gekomen om anders met vrijwillige brandweerlieden te oefenen na de goede ervaringen met de jaarlijkse oefenweek in Engeland. ‘Met Officieren van Dienst (OvD-en), bevelvoerders en chauffeurs oefenen we daar hele dagen. Dat levert veel meer rendement op. Je hoeft maar één keer iets op te starten en kunt dan een hele dag door’, aldus Van Dijk. Hij vindt dan ook dat een oefendag in plaats van drie avonden veel efficiënter is. ‘Deze mogelijkheid is nog wel toekomstmuziek. Als we daar nu mee beginnen, moeten individuen veel inleveren. Zij moeten dan speciaal voor een oefendag vrije dagen bij hun werkgever opnemen. Daar moet die werkgever natuurlijk ook mee akkoord gaan’, vertelt Van Dijk. Hij vindt dat hiervoor een landelijke regeling moet worden ingevoerd. ‘Net zoals deze er vroeger was met de dienstplicht. Als zij werden opgeroepen werd iedereen schadeloos gesteld. Dat moeten we nu ook hebben voor de vrijwillige brandweer.’ Op dit moment zit brandweer Zeeland nog volop in de regionalisering. Pas als die is voltooid, gaat Van Dijk de mogelijkheden voor een ander oefenschema onderzoeken.
Brand&Brandweer
we daar ook een scoutingbezoek brengen.’ Aanmelden als voetballer of sponsor voor het Nederlands Brandweer Elftal kan via info@nederlandsbrandweerelftal.nl.
Brandweer en politie organiseren 112-schaatsdag De brandweer en politie van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en de politie Fryslân organiseren voor alle hulpdiensten een 112-schaatsdag op donderdag 16 december. Afstanden van vijf tot tweehonderd kilometer kunnen op de kunstijsbaan Flevonice in Biddinghuizen worden afgelegd. Kosten bedragen € 27,50 p.p. Kijk voor meer informatie en opgave op www.112schaatsdag.nl
nummer 12 december 2010 571
ACTUEEL
Nieuwe kazerne Barendrecht: duurzaamste gebouw? Fotografie: Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
De nieuw te bouwen kazerne in Barendrecht is aangemeld voor de verkiezing van het duurzaamste gebouw van Nederland. Deze verkiezing is uitgeschreven door het VARA-programma Vroege Vogels. Projectleider Han Meijer van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond denkt dat de kazerne zeker kans maakt op de titel. In het gebouw worden zoveel mogelijk duurzame technieken en materialen toegepast. Zo wordt de kazerne voorzien van zonneenergie en een warmtepomp voor warmte- en koude opslag. Regenwater wordt hergebruikt als bluswater, voor het schoonhouden van het wagenpark en het doorspoelen van de toiletten. Daarnaast wordt er vlaswol toegepast in plaats van traditioneel isolatiemateriaal. Daarnaast wordt het gebouw volledig opgebouwd uit gerecyclede stenen en wordt zink toegepast dat voor 96% recyclebaar is. De score in het GPR-programma, waarmee de duurzaamheid van een gebouw wordt aangegeven, is van grote invloed bij de uiteindelijke keuze van de jury. Hierin wordt onder andere de EPC-waarde (Energie Prestatie Coëfficient) meegenomen. ‘Onze EPC-waarde is erg laag, dus we zitten zeker goed. Een gebouw met Energielabel A mag maximaal een EPC-waarde van 0,8 hebben. Bij onze kazerne is dit straks slechts 0,1’, aldus Meijer. Het enige nadeel van het gebouw is volgens Meijer de mechani-
sche ventilatie voor het binnenklimaat. ‘Zonder deze mechanische ventilatie hadden we een EPC-waarde van 0 gehad, maar een goed binnenklimaat is wel noodzakelijk. Ik denk wel dat 99% van de bedrijfsgebouwen in de verkiezing hier last van heeft. Dus een echte belemmering voor de titel is het niet.’ De nieuwe kazerne is ontworpen door architectenbureau DeRoon/VanEs en wordt in het najaar van 2011 opgeleverd. De winnaar wordt vermoedelijk in maart in het televisieprogramma bekend gemaakt.
Eerste resultaten brandpreventieweken
Vluchtdeur beste idee van Nederland
De eerste resultaten van de brandpreventieweken die dit jaar in het teken stonden van de campagne 'Wat doe jij bij brand?' zijn bekend. De acties in het kader van deze campagne hebben er onder andere toe geleid dat 6.376 personen een brandveiligheidsadvies op maat hebben ontvangen en 13.000 mensen een rookmelder hebben besteld.
In het televisieprogramma 'Het Beste Idee van Nederland' is de vluchtdeur van Desmond van Dobschutz verkozen tot het beste idee. Obstakels voor vluchtdeuren zijn volgens de jury een veel voorkomend probleem bij calamiteiten. Het winnende idee zou hiervoor de oplossing zijn, omdat deze deur op meerdere manieren geopend kan worden.
Tijdens de brandpreventieweken verspreidden brandweerlieden 245.000 testen waarmee het brandveiligheidstype kan worden bepaald en deelden zij 415.000 actiekaartjes uit. Hierop staan de drie stappen naar een brandveiliger leven, inclusief de belangrijkste vluchtregels. Ook oefenden 55 ziekenhuizen en zorgcentra met de brandweer en fietsten 409 brandweermannen om geld op te halen voor de Nederlandse Brandwonden Stichting.
Van Dobschutz bedacht de vluchtdeur toen hij op zijn werk een vluchtdeur tegen kwam waarvan hij vond dat het beter kon. 'Zijn' deur kan zowel naar binnen- als naar buiten draaiend, schuivend naar de zijkant of dubbelgeklapt over de lengte of de hoogte worden geopend. Kortom, obstakels of niet, hij is altijd te openen. Volgens de jury van het televisieprogramma is er echter nog wel een lange weg te gaan voordat het product kan worden ontwikkeld.
De brandpreventieweken zijn een initiatief van de Nederlandse Brandwonden Stichting, de NVBR, het NIFV en Consument en Veiligheid.
572
nummer 12 december 2010
Sdu Uitgevers
ACTUEEL
Klaas de Graaff schreef het boek 'Branden in Brabant' over de sociaalhistorische studie die hij deed naar branden in die provincie. Ontwikkelingen vanaf de late middeleeuwen tot heden komen erin aan de orde. Er wordt onder andere een aantal grote branden beschreven, waarbij soms hele dorpen werden verwoest.
Brandweer NoordoostFryslân leert nieuwe blustechniek Fotografie: Brandweer Noordoost-Fryslân
Branden in Brabant, over branden van toen en nu
Ook de ontwikkeling in de preventie en de organisatie van brandbestrijding hebben een plaats in het boek. Brandkuilen voor de deur en een verbod om smeulend as in de buurt van brandbaar materiaal te storten als preventieve maatregelen. Brandbestrijding als ontwikkeling van het hollen met emmers om het vuur te doven tot de tankautospuiten van tegenwoordig. Ook is er aandacht voor de slachtoffers van de branden. Vorig jaar verscheen het boek De fik erin van zijn hand. Dit boek gaat over brandstichting in Noord-Brabant.
Cartoon
De afgelopen maanden is de brandweer in Noordoost-Friesland bijgeschoold in de 3Dblustechniek brandgaskoeling en de nieuwe deurprocedure. Door een goed ingestelde flashover straalpijp met een fijne waternevel kunnenn onder hoge druk brandgassen worden gekoeld. Herkenning van RSTV is relevant. Bij blussing is het belangrijk om niet meer water te gebruiken dan de brandgassen kunnen opnemen. Hierdoor kunnen de brandweerlieden met brandgaskoeling de brandhaard relatief veilig benaderen en kan met weinig water een blussing worden gerealiseerd. De centrale vraag van deze procedure is ‘moet ik het risico nemen om naar binnen te gaan?’ Volgens projectleider Leffert van der Meer van de brandweer in Noordoost-Fryslân waren de bijgeschoolde brandweerlieden erg enthousiast over de voor hun nieuwe blustechniek. ‘Het is een belangrijke techniek en daarop moet dus ook zeker regelmatig worden getraind. Met twee of drie keer oefenen is nog niet gegarandeerd dat je het in de praktijk ook goed tot uitvoer kunt brengen.’ Na een instructie in de eigen regio op een container die hiervoor speciaal is geprepareerd, zijn de brandweerkorpsen naar het oefencentrum in Wijster gegaan om de techniek daar in een realistische omgeving te oefenen.
Brand&Brandweer
nummer 12 december 2010 573
Bran d van de maan d
Onbeheersbare brand
Zodra de brandweer ter plaatse komt, is er al een onbeheersbare situatie ontstaan. Na een korte verkenning besluit de OvD Sander Boon over te gaan tot een defensieve inzet
574
nummer 12 december 2010
Sdu Uitgevers
Bran d van de maan d
fotografie: Jeffrey Koper
parkeergarage
Hoe is het mogelijk dat een autobrand in een parkeergarage, die snel wordt ontdekt en waar de brandweer snel ter plaatse is, verandert in een inferno dat niet meer met een offensieve blussing onder controle is te krijgen? Op basis van het standaardscenario ‘autobrand parkeergarage’ zou dat niet mogen. Toch krijgen de brandweerlieden van Kennemerland te maken met dit scenario als eind oktober brand uitbreekt in parkeergarage de Appelaar in Haarlem. De preventieve regelgeving met betrekking tot parkeergarages is sterk verouderd en niet landelijk uniform. Herziening is dan ook geen overbodige luxe. OvD Sander Boon en HOvD/leider CoPI Jur van Lieshout over deze brand. Brand&Brandweer
nummer 12 december 2010 575
Bran d van de maan d
De brandweer gaat via het trappenhuis op verkenning uit. Dikke zwarte rookwolken worden naar buiten geperst. Het zicht is niet meer dan tien centimeter met als gevolg dat er geen duidelijk beeld is waar de brand precies woedt.
B
Door Jolanda Haven
ij de meldkamer komt op dinsdag 26 oktober rond 19.50 uur een OMS binnen van parkeergarage De Appelaar in Haarlem. ‘Aangezien dit een risico-object is, worden standaard twee TS’en en een Officier van Dienst (OvD) gealarmeerd’, zo begint Boon. ‘Onderweg krijgen de brandweerlieden van de TS’en al te horen dat er daadwerkelijk een auto in brand staat. Met dit gegeven is het niet noodzakelijk om verder op te schalen. Een autobrand moet met het beschikbare potentieel van twee TS’en te bestrijden zijn.’ Zodra Boon ter plekke komt, is het verdacht stil buiten. ‘En dat voelde niet goed. Al vrij snel werd ik aangesproken door een medewerker van het naastgelegen concertgebouw, of ze moesten ontruimen. Ik was enigszins verbaasd want het gebouw ligt op tweehonderd meter afstand.’ Een sterke brandlucht en rookontwikkeling hebben zich volgens de theatermedewerker in razend tempo verspreid. De blik in zijn ogen stelt de OvD niet gerust. Om een beter beeld te krijgen van de situatie maakt Boon een ronde en spreekt met de bevelvoerders van beide TS’en. De parkeergarage staat nagenoeg vol, in totaal staan er 275 auto’s geparkeerd. De brandweerlieden van de eerste twee TS’en gaan op verkenning in de parkeergarage. Dikke zwarte rookwolken belemmeren direct het zicht met als gevolg dat de brandweerlieden geen duidelijk beeld krijgen waar de brand woedt. Ook de extreem hoge temperaturen van achthonderd à duizend graden beperken de inzet. Brandweerlieden komen als Zwarte Pieten naar buiten. ‘Het beeld in mijn hoofd van een autobrand in een parkeergarage, klopte totaal niet met wat ik ter plekke aantrof’, zo vervolgt Boon. ‘Het was zeer bizar hoe snel en explosief deze brand zich voortzette. In de standaardprotocollen wordt uitgegaan dat wanneer de brandweer binnen de gestelde tijd ter plaatse komt, er genoeg mogelijkheden zijn om de brand onder controle te krijgen.’ In de regel wordt uitgegaan van maximale
576
nummer 12 december 2010
uitbreiding naar drie brandende auto’s tussen de ontdekkingstijd en ter plaatse komen van de brandweer. Hoewel de brandweer snel ter plaatse is, blijkt de situatie al onbeheersbaar. Boon schaalt op naar zeer grote brand en meerdere voertuigen komen ter plaatse. ‘Ik wist meteen dat het een zware klus ging worden.’ Defensief Goede bereikbaarheidskaarten zorgen ervoor dat de teams gericht ingezet kunnen worden. De brand woedt op de tweede parkeerlaag aan de linkerkant, de precieze locatie is echter onduidelijk. Brandweerkoppels worden geformeerd die via de droge stijgleiding met lage druk afleggen, vanuit het trappenhuis en de hoofdingang. Er wordt geprobeerd de temperatuur in de garage naar beneden te brengen, maar dat verloopt moeizaam. Op een gegeven moment besluit Boon de offensieve inzet te staken. ‘Er waren geen mensen meer in de parkeergarage. Natuurlijk zet je alles op alles om ook materiële schade zoveel mogelijk te beperken, maar het was te gevaarlijk geworden.’ Boon besluit om over te gaan tot defensieve blussing door het inzetten van oscillerende waterkanonnen. De snelheid van de brand, de enorme rookontwikkeling in de garage en ook de rookontwikkeling in naastgelegen gebouwen maakte deze brand zeer complex. Er zijn verschillende processen die tegelijk gaan lopen. Boon krijgt bijstand van een compagniescommandant om de brandbestrijding in goede banen te lijden. GRIP 3 Er wordt uiteindelijk opgeschaald naar GRIP3. Het concertgebouw, een theater, een vijftal restaurants, een hotel en enkele appartementen in de omgeving worden ontruimd door de politie. Er wordt een publieksinformatiepunt ingericht voor mensen met vragen. Met name voor de mensen die hun voertuig in de garage hadden geparkeerd. Jur van Lieshout van Brandweer Kennemerland komt ter plaatse als HOvD, maar door de GRIP-opschaling Sdu Uitgevers
Bran d van de maan d
Aan de vieze zwarte helmen is duidelijk te zien hoe het beneden in de garage is..
wordt hij leider copi en krijgt een multidisciplinaire functie. ‘Ik moest de monodisciplinaire inzet loslaten, dat is even een omschakeling. Gezien de onverwachte ontwikkeling had ik me graag meer willen bezighouden met de brandweerinzet. Ik vroeg me steeds af waarom we geen grip kregen op deze brand.’ In het eerste copi-overleg, bij de GRIP 1-opschaling, zijn direct vertegenwoordigers van gemeente, bouw- en woningtoezicht en de parkeergarage aangeschoven. Een belangrijk punt van aandacht is de constructie van de garage. Bouw- en woningtoezicht en de beheerder van de parkeergarage geven onafhankelijk van elkaar aan twijfels te hebben over de constructie van de garage bij deze vuurlast. Door de inzet van extra overdrukventilatoren is de temperatuur drie uur na de melding dusdanig gezakt en de rookontwikkeling afgenomen dat de brandweer de garage weer in kan. Met handstralen wordt de brand afgeblust. ‘Verbazingwekkend om 26 compleet uitgebrande auto’s te zien, het was één grote ravage’, zo vervolgt Boon. ‘Het bizarre was echter dat niet één blok aaneengesloten auto’s in vlammen is opgegaan. Het vuur is alle kanten opgegaan en heeft soms een aantal auto’s overgeslagen. Sommige auto’s zijn uit zichzelf gaan rijden. Aan het plafond was duidelijk te zien hoe heet het in de garage is geweest, stukken gewapend beton waren compleet verwoest.’ Technisch onderzoek moet uitwijzen hoe de brand heeft kunnen escaleren. Dan zal ook duidelijk worden hoe in een paar minuten tijd een onbeheersbare situatie is ontstaan. Dat opent ook deuren met betrekking tot de huidige protocollen voor brand in parkeergarages. Sprinkler Net als veel parkeergarages in ons land had ook de Appelaar geen sprinklerinstallatie. Een preventieve maatregel die niet verplicht is. ‘Een sprinkler had de brand niet kunnen blussen. Maar waarschijnlijk kon het wel voorkomen dat de brand zo snel escaleerde’, zo vervolgt Boon. ‘Het had de temperatuur in de gaBrand&Brandweer
rage naar beneden kunnen brengen. De protocollen voor brand in parkeergarages zijn gebaseerd op aannames die niet meer kloppen in de praktijk. De methodiek is gericht op een ander type auto. Veel auto’s bestaan tegenwoordig voor een groot deel uit kunststof, terwijl de verouderde richtlijnen zijn gebaseerd op oudere type auto’s met veel minder kunststof en veel meer staal. Nieuw onderzoek naar brand in parkeergarages is gewenst.’ De grote zelfredzaamheid van burgers en bedrijven tijdens dit incident is opvallend volgens Van Lieshout. 'Van de 275 autobezitters hebben zich maar een beperkt aantal gemeld met vragen bij het ingerichte publieksinformatiepunt. Veel mensen hebben zelf alternatief vervoer geregeld.' De gasten van het ontruimde hotel werden opgevangen in een ander naastgelegen hotel. Beide eigenaren hebben afspraken met elkaar gemaakt dat ze bij calamiteiten de deur voor elkaar openzetten. Nader bestuderen Boon: ‘Terugkijkend ben ik tevreden over de inzet. We hebben gedaan wat we konden doen. Van een offensieve naar een defensieve inzet vond ik een lastig moment. Het maken van de keus is punt één, maar wanneer je de keus maakt, is punt twee. In dit geval ging het alleen om materieel en stonden geen mensenlevens op het spel. De keus is dan sneller gemaakt.’ Van Lieshout: ‘Na afloop van het incident ben ik in de parkeergarage gaan kijken. Ik besefte meteen waarom we geen grip op deze brand konden krijgen, het was een intensieve brand. Op dit moment wordt de brand uitgebreid onderzocht, maar dat de regelgeving en protocollen voor parkeergarages nader bestudeerd moet worden, is wel duidelijk.’ ■
nummer 12 december 2010 577
i n novat i e
Branden blussen met hulp van iPad en Twitter Kennis is macht. Ook bij het bestrijden van branden. Het is dan ook van groot belang dat informatie wordt gedeeld door de verschillende schakels in de veiligheidsketen, koud en warm. Team Informatie van de brandweer Twente houdt zich daar al langere tijd intensief mee bezig. De afgelopen jaren zijn met succes diverse ICT-vernieuwingen doorgevoerd. Zoals het Veiligheidsnet en de implementatie van de procedure decentrale afhandeling van de meldkamer. Op dit moment bekijkt het team of de splinternieuwe iPad van Apple van dienst kan zijn. en de organisatie. Wanneer er een informatiebehoefte binnen de veiligheidsregio bestaat, bijvoorbeeld met betrekking tot de communicatie naar buiten, gaan Meijer en Spaling eerst met de ‘klant’ om tafel om de wensen te bespreken. ‘Onze functie is niet eenvoudig in een hokje te plaatsen’, aldus Spaling. ‘Je zou kunnen zeggen dat we de samenhang bewaken, een soort intermediairs. Het gaat erom dat de informatiebehoefte wordt vertaald in een concreet product. Wij geven tijdens het gesprek aan wat de mogelijkheden zijn. Deze afstemming is veel efficiënter dan eerst een ontwikkeltraject ingaan en vervolgens concluderen dat het niets wordt.’ Team Informatie hanteert daarbij korte doorlooptijden. ‘Binnen vier tot acht weken na het gesprek komen we bij de klant terug met een werkend concept’, aldus Meijer. Bevelvoerders kunnen de iPad gebruiken voor real time incident- en objectinformatie.
‘B
Door Casper Ferwerda
ij de hulpverlening is informatiemanagement essentieel’, aldus Martin Meijer. Hij is projectleider operationele informatievoorziening bij de brandweer Twente. ‘Het gaat bij informatiemanagement om het delen van informatie. Er dienen niet alleen relaties te worden gelegd tussen individuele brandweerprocessen. Gegevens moeten op de juiste plek en tijd zijn, ook bij de politie, de gemeente en de GHOR.’ Een goed informatiemanagementsysteem levert de brandweer Twente en haar partners veel voordeel op. Zoals het sneller kunnen reageren en communiceren bij een calamiteit en het kunnen uitvoeren van een gecoördineerde inzet. Informatiemanagement kan dus levens redden. Bij de brandweer Twente zorgt Team Informatie ervoor dat informatiewensen mogelijk worden gemaakt. De groep bestaat uit ICTspecialisten en inhoudsdeskundigen. Meijer: ‘We zorgen ervoor dat de primaire processen goed blijven lopen. We creëren een basisinfrastructuur waarmee het mogelijk wordt om gegevens uit verschillende databases te delen en diensten af te nemen van de regio, gemeenten en derden’ Team Informatie staat los van de inhoud en houdt zich alleen bezig met het technische deel. Meijer zorgt samen met informatiemanager Gerke Spaling voor de verbinding tussen de techniek 578
nummer 12 december 2010
Succes De afgelopen jaren heeft Team Informatie de nodige successen geboekt. Zo zag in 2001 het Veiligheidsnet het levenslicht. Zowel brandweer Twente als de andere partners in de veiligheidsregio maken gebruik van het informatieplatform. Ook voeden ze allemaal de met elkaar verbonden databases en zijn daarvoor verantwoordelijk. ‘Hierdoor is het mogelijk dat er overal en altijd betrouwbare en actuele informatie beschikbaar is’, aldus Meijer. Het gaat om allerhande waardevolle gegevens. Zo is op het Veiligheidsnet informatie te vinden over vergunningen, rampenplannen, risico-objecten, operationele plannen en landelijke regelingen. Spaling: ‘Wanneer de GHOR bijvoorbeeld bezig is om alle zorginstellingen in kaart te brengen, dan kan dat ook interessant zijn voor de brandweer die er vanuit een ander perspectief naar kijkt.’ Meijer spreekt van een win-win-situatie. ‘Elke partner voert gegevens in die voor anderen beschikbaar wordt, zowel aan de warme als koude kant. Voorheen deed ieder dat voor zichzelf, waarna de informatie per e-mail werd verstuurd naar relevante partners. Het Veiligheidsnet bespaart veel extra invoerwerk. Informatie wordt één keer vastgelegd. Bovendien worden er minder fouten gemaakt.’ Dankzij Mobiele Data Terminals (MDT), zijn al deze gegevens tijdens het aanrijden en op de plek van de calamiteit op te vragen. ‘Op dit moment zijn er bij ons tussen de zeventig en tachtig voertuigen uitgerust met een MDT’, vertelt Spaling. ‘Het gaat daarbij om de derde generatie. Deze zit in ieder geval in alle eerSdu Uitgevers
fotografie: brandweer Twente
I n novati e
Bij de brandweer Twente wordt momenteel druk gewerkt aan de uitbreiding van het draadloze netwerk.
stelijnsvoertuigen.’ Een ander succes van het team is de decentrale afhandeling bij de meldkamer. Wanneer sprake is van grote drukte in de meldkamer, bijvoorbeeld tijdens een storm, worden de niet-spoedeisende gevallen meteen weggezet naar de clusters. Die kunnen gerichter aan de slag en de centralist wordt flink ontlast. Brandweer Twente werkt sinds 2005 met de decentralisatie. Spaling: ‘Volgend jaar staat een update op de agenda. We willen onder andere de geografische mogelijkheden uitbreiden.’ Toekomst Team Informatie is altijd op zoek naar de nieuwste snufjes die de brandweer Twente en andere hulpverleners van dienst kunnen zijn. Daarbij wordt regelmatig over de schutting gekeken. ‘Je kunt en hoeft niet alles zelf uit te vinden’, vindt Spaling. ‘Je moet je neus buiten de deur steken. Wat is er al op de markt verkrijgbaar? Wat zijn de trends? Vervolgens kun je bedenken of en hoe je de nieuwe technieken kunt toepassen binnen de brandweerorganisatie.’ Zo maakt de brandweer Twente inmiddels intensief gebruik van Twitter en staat het houden van videoconferenties in de steigers. Eind november werd binnen het veiligheidsnet een ticker-tape met relevante p2000 meldingen geïntroduceerd. ‘Het gaat om een banner met informatie over calamiteiten en meldingen’, legt Meijer uit. ‘Dit zie je bijvoorbeeld ook bij RTL Z, waar de beurskoersen onderin voorbij komen. Doordat het om actuele informatie gaat, wordt het voor hulpverleners extra interessant om het Veiligheidsnet te gebruiken.’ Team Informatie neemt ondertussen geen afwachtende houding aan. Zo wordt druk gewerkt aan het uitbreiden van het draadloze netwerk waar de 31 kazernes van brandweer Twente gebruik van kunnen maken. Meijer: ‘We gaan naar een volledig draadloos netwerk voor alle locaties. Medewerkers moeten overal hun laptop kunnen openslaan en draadloos kunnen werken. Op dit moment heeft ongeveer de helft van de locaties een WIFIverbinding met het regionale netwerk. In de eerste helft van 2011 moeten ze allemaal daarover beschikken.’ Meijer laat weten dat er ook wordt gekeken naar de toepasBrand&Brandweer
Netwerk helpt bij kennisvergaring Het Netwerk Informatiemanagement (IM) van de NVBR is bij het toepassen van nieuwe technologieën erg belangrijk volgens Spaling. Hij is zelf één van de leden. ‘Het netwerk speelt een cruciale rol. Je ontmoet vakgenoten en doet ideeën op. Je weet zo meer over wat er in de wereld valt te verkrijgen.’ Als goed voorbeeld van kennisvergaring noemt Spaling een recent bezoek van de informatiemanager van Rabobank Nederland. Hij was op initiatief van het netwerk uitgenodigd om hun ervaringen met de brandweerlieden te delen. Het bezoek was geslaagd, vindt Spaling: ‘De inhoud van de informatie waar een bank mee werkt, is natuurlijk wezenlijk anders dan dat van de brandweer. Maar de problematiek blijft gelijk. Het gaat in beide gevallen om het verbinden van individuele processen. Wij waren nieuwsgierig hoe zij hun informatiestroom managen. We hebben daarover goed gediscussieerd en dingen meegenomen die we in ons eigen werkveld kunnen gebruiken’
singsmogelijkheden van de iPad. ‘Bevelvoerders kunnen de iPad gebruiken voor real time incident- en objectinformatie. We gebruiken daarvoor al langer de MDT en hebben gekeken naar pda’s. Het nadeel van deze apparaten is het kleine scherm; het lezen van geografische kaarten is niet eenvoudig. Een iPad heeft een veel groter scherm.’ De hoge prijs van een iPad weerhoudt Team Informatie niet om na te denken over de toepassing. Meijer: ‘Het is inderdaad een flinke investering, maar deze verdient zich terug. Op dit moment zitten er MDT’s in de voertuigen. Het gaat daarbij vaak om drie beeldschermen, voor de chauffeur, de bevelvoerder en de manschappen. MDT’s zijn daarmee veel duurder dan een iPad.’ In plaats van een iPad kan het overigens ook om een vergelijkbare tablet gaan, dat werkt onder Windows of een ander besturingssysteem. Meijer: ‘De concurrenten van Apple staan niet stil. We gaan voor de software HTML 5 gebruiken. Dit is universeel en de informatie kan daarmee op nagenoeg elk apparaat worden ontsloten. In februari 2011 kunnen we meer vertellen over hoe de pilot is verlopen’ ■
nummer 12 december 2010 579
SAVE & SAFE
BLUSBOM AFGGROUP.NL
Kwaliteitshuis in brandpreventie
De revolutie in brandbestrijding
DRY SPRINKLER POWDER AEROSOL Hét volumetrisch blusmiddel voor beginnende en gevorderde binnenbranden. De stof aerosol werkt vlamafbrekend, dus geen herontsteking. De DSPA-5 voorkomt zelfs backdrafts en flashovers. Alles over dit unieke systeem op DSPA.nl
MEMBERS OF
DSPA.nl
installatie van afdichtingen | productie en verkoop van bouwkundige brandpreventie | installatie van staalbescherming | vluchtveiligheid | vluchtplannen en logboeken
+ 31 (0)24 352 25 73 info@dspa.nl
RX ® SBWSe Rvice pick-up
X® SBWo R SeRie the pR
service bent u Met onze gratis pick-up ratie en verzekerd van korte repa duikmateriaal. uw van ijden udst onderho
-
-
+
-
-
+
en dowloads voor meer informatie
www.sbwrx.com
• pak op maat a leverbaar • in rubber en cordur NeN14225 • ce gekeurd en conform s aan wen r naa • opties volledig te passen
it's a way of life t +31 (0) 111 - 67 12 88 / e hello@sbwrx.com
adv.sbwrx.cordura.adnl.indd 1
580
nummer 12 december 2010
23-08-10 15:03
Sdu Uitgevers
PUNT EDU
Columnonderwerp Het was, eerlijk gezegd, geen jeugddroom om ooit columnist voor de brandweer te worden. Eigenlijk wilde ik dierenarts worden, vroeger, zo rond de vijfde klas van de lagere school. Groep zeven heet dat tegenwoordig. Ik hield die wens enkele jaren vol, en geheel tegen mijn natuur in was ik daar ook zeer open over. Ik vond het een mooi beroep en zag mij in gedachten al met een Volvo door de heuvels rijden op weg naar zieke dieren, wachtend op hun redder. Op mij. Totdat bleek dat Dorien van plan was dierenartsassistente te worden, daarbij guitig naar mij knipogend in het bijzijn van zo veel mogelijk klasgenoten. Vooral die knipoog ging mijn kleine jongetjesbegrip ver te boven. Wat was daar nu weer de diepere gedachte achter? Had ik iets gemist? Moest ik naar iets raden, iets wat de logica van het zonlicht niet kon verdragen en zich daarom via veelbetekenende blikken razendsnel door de klas verspreidde? Het leek mij hoe dan ook beter om de beroepskeuze voorlopig uit te stellen, hetgeen uiteindelijk leidde tot het spreekwoordelijke afstel. Ik was vervolgens enkele jaren beroepskeuzeloos, totdat ik via een omweg waar ik u verder niet mee zal vermoeien, op de faculteit van de psychologische wetenschappen in Utrecht terecht kwam. Om parapsycholoog te worden. Dit nu bleek geen gelukkige keus. Niet alleen kon je helemaal niet afstuderen in parapsychologie, het was er bovendien mudvol met vrouw. Maar liefst 80% van de studenten was van het andere geslacht. Een aantal waarbij sommige mannen zich zouden voelen als een vastgebonden kat op het spek, maar waarbij ik mij eerder in een vreemd pakhuis waande. Ik begreep er hoegenaamd geen reet van, de wijze waarop de vrouwelijke medemens zich placht te uiten. Zou er naast dyslexie en dyscalculie ook een vorm van dysfemilogie bestaan, zo vroeg ik mij af, een aangeboren stoornis die het begrijpen van de vrouwelijke communicatie ernstig belemmert? Enfin, lang verhaal kort, toen kwam ik bij de brandweer en ging stukjes schrijven en dat bleef maar doorgaan, er kwam geen eind aan en mensen vroegen wel eens: ‘hoe kom je toch steeds aan nieuwe onderwerpen’ en dan zei ik: ‘nou, gewoon verzinnen’. Dat is één categorie onderwerpen. Een tweede categorie onderwerpen haal ik uit het nieuws. Bizarre berichtjes en fantastische feiten spaar ik op tot ze van pas komen in een column. Sommige berichten zijn echter zo ongeloofwaardig dat ik er meestal niets mee kan. Zo las ik laatst in de krant dat president Clinton tot twee keer toe de codes is kwijtgeraakt waarmee hij de Amerikaanse kernraketten zou moeten afschieten. Moet je toch voorstellen. ‘Ja, ze zaten gisteBrand&Brandweer
renochtend nog in mijn binnenzak, maar toen ik bij Hajenius vandaan kwam was ik ze opeens kwijt.’ Nog zo’n voorbeeld. Tijdens een binnenlandse vlucht ergens in Afrika ontsnapte een krokodil uit de handbagage van een reiziger. Dit leidde tot zo’n paniek in het toestel dat het uiteindelijk crashte. Slechts één passagier overleefde de ramp, alsmede de krokodil die later alsnog werd afgemaakt toen de andere overlevende verklapte dat het allemaal de schuld van de krokodil was. Zo, kon ik deze berichtjes toch nog kwijt. Een derde categorie onderwerpen pik ik van internet. Ik volg diverse Amerikaanse sites en haal die informatie eruit die me raakt, of waarvan ik verwacht dat we er in Nederland nog mee te maken gaan krijgen. Een soort van early warning dus. Soms schrijf ik er tussen neus en lippen over, zoals in de vorige column over vakmanschap. Daar meldde ik dat er in Amerika steeds meer verband wordt gevonden tussen brandweerwerk en longkanker. Deze maand viel me een bericht op van de brandweer in Phoenix. In de laatste zeven maanden pleegden er vier brandweermannen zelfmoord. Aanleiding voor een programma over zelfmoordpreventie aldaar. Het riep bij mij de vraag op hoe we daar in Nederland mee omgaan, of er sowieso beeld is van het aantal zelfmoorden onder collega’s. Ik heb geen idee, kom ik vast nog eens op terug. Een vierde categorie onderwerpen baseer ik op ontwikkelingen in het vak. Zo schreef ik dit jaar al over wind driven fires, over opkomsttijden en over de fireground field experiments. De volgende vier columns wil ik wijden aan de offensieve en defensieve binnenaanval en buitenaanval. Het onderwerp staat sterk in de belangstelling op dit moment. Tegelijkertijd ervaar ik een soort patstelling. Niemand weet echt goed wat de volgende stap moet zijn. Ik doe hierbij dan ook een beroep op de lezers. Stuur uw mening, procedure, werkinstructie, ervaring, technieken en wat al dies meer zij gaarne naar puntedu@live.nl Dan kan ik dat meenemen in de komende verhaaltjes en op mijn manier de discussie een beetje aanwakkeren. En niet onbelangrijk, heb ik ook nog eens een columnonderwerp geregeld. ■
nummer 12 december 2010 581
best uu r en organ isati e
Strategische keuzes bij Sinds oktober dit jaar is de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. De Wabo moet voor een betere en snellere dienstverlening zorgen van de overheid aan burger en bedrijven. 26 vergunningen zijn ondergebracht in één vergunning, de zogenoemde Omgevingsvergunning. Om de kwaliteit van de uitvoering en de handhaving van deze regeling te waarborgen, wordt in steeds meer regio's gewerkt aan de vorming van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's). Belangrijke vraag is welke taak is weggelegd voor de brandweer in de RUD's. De werkgroep Standpuntbepaling van de NVBR heeft een rapport opgesteld over de taakopvatting van de brandweer bij de uitvoering van het omgevingsrecht. Verschillende scenario´s zijn mogelijk.
H
DOOR ILONA VERGONET
et vormen van de RUD's komt voort uit het advies van Commissie Mans. Onder leiding van de oudburgemeester van Enschede stelde deze onderzoekscommissie in 2008 voor gemeentelijke en provinciale milieuhandhaving onder te brengen bij omgevingsdiensten op regionaal niveau. Deze stelselwijziging moet leiden tot minder bestuurlijke spelers, betere samenwerking en professionelere en efficiëntere uitvoering. De NVBR en de Veiligheidsraad zijn tot begin dit jaar nauwelijks betrokken bij het proces. De Raad van Regionaal Commandanten (RRC) is nu met een gezamenlijk standpunt gekomen over de taken en rollen van de brandweer bij vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van de omgevingsvergunning. ‘Als brandweer wilden we een landelijk geluid laten horen’, vertelt Sjaak Offermans, voorzitter werkgroep standpuntbepaling RUD van de NVBR. Drie van de 26 vergunningen die in de Omgevingsvergunning zijn ondergebracht hebben betrekking op brandveiligheid: bouwvergunningen, milieu- en gebruiksvergunningen. De brandweer is een partner voor die drie vergunningen. Offermans: ‘Als je kijkt naar de kerntaken van de brandweer heeft ze op het gebied van adviseren en toezicht een zeer belangrijke rol als het gaat om deze drie vergunningen. Het is voor ons belangrijk dat deze taken goed worden uitgevoerd.’ Anderhalf jaar geleden is de brandweer begonnen met een nieuwe aanpak die ‘De Strategische Reis’ genoemd wordt. Het is de ambitie om meer aan de voorkant te investeren. ‘Als we alleen blijven investeren in het bestrijden van incidenten dan lijkt dat op dweilen met de kraan open. We willen ons richten op voorlichting, advisering, toezicht, brandonderzoek en het bewust maken van de burger’, vertelt Offermans. Door de vorming van veiligheidsregio’s en nu met de komst van de RUD’s is het voor de brandweer een unieke kans om dat ook uit te voeren. ’Onze doelstelling is dat de brandweer betrouwbare en gekwalificeerde partners worden van de RUD’s. Het document dat is opgesteld met de werkgroep kan de regio’s helpen bij de positionering van de Brandweer. De brandweer is niet alleen betrokken als advi-
582
nummer 12 december 2010
seur, maar ook als toezichthouder. Het is niet van belang dat de brandweer op alle objecten toezicht blijft houden. De werkgroep heeft onderscheid gemaakt tussen risicovolle objecten en niet risicovolle objecten. Om het toezicht zoveel mogelijk te optimaliseren moet er dus samengewerkt worden.’ Dit kan op basis van het integraal toezichtsprotocol. Volgens Offermans is toezicht houden geen schraplijstje dat je even snel afwerkt. ‘Er zijn minder risicovolle objecten waarbij dat prima kan. De risicovolle objecten moeten echter geïnspecteerd worden door specialisten en voor de minder risicovolle objecten zou de brandweer mensen van de RUD’s kunnen opleiden om inspecties uit te voeren. Samenwerking is enorm belangrijk in dit soort gevallen.’ Volgens Offermans kan het voor de brandweer van levensbelang zijn om te weten in welke staat de objecten zijn voor het geval er wel een incident plaatsvindt. ‘Maar de ambitie is dat de brandweer niet meer elke (boeren)schuur of kantoorpand hoeft te inspecteren. Dan kunnen we onze aandacht vestigen op de risicovolle objecten. Het netwerk risicobeheersing start binnenkort een project om te komen tot een nadere definitie van de categorie risicovol en minder risicovol.’ De werkgroep standpuntbepaling RUD’s heeft drie scenario’s beschreven die volgens de werkgroep relevant zijn om te komen tot een standpunt voor de taak van de brandweer bij de RUD’s: Scenario 1: Advisering en toezicht door brandweer (op basis van risicobenadering) De brandweer maakt op basis van een risicobenadering een keuze tussen risicovolle objecten en minder risicovolle objecten. Zij adviseert ten aanzien van vergunningverlening en is betrokken bij de uitvoering van het toezicht van de omgevingsvergunning. Daar waar zij adviseert houdt zij ook toezicht, waarbij vooral ook wordt ingestoken op het verhogen van het veiligheidsbewustzijn als onderdeel van het toezicht. De brandweer zal daarbij steeds meer haar kennis en ervaring aanbieden aan actoren die daadwerkelijk invloed hebben op het ontstaan van risico’s. De brandweer rapporteert de bevindingen aan het gemeentebestuur (of aan de RUD indien de gemeente deze taak mandateert aan een Sdu Uitgevers
bestuu r en organ isati e
vorming RUD
RUD) en adviseert over de te nemen handhavingsmiddelen. De juridische handhaving van de brandveiligheidsregels is geen taak die bij de brandweer thuishoort. De brandweer is hiertoe niet ingericht en het is geen kernkwaliteit van de brandweer. Bovendien is handhaving een verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur. Scenario 2: Advisering door de brandweer en geen toezicht Bij deze ‘tussenvariant’ adviseert de brandweer ten aanzien van zowel vergunningverlening (op basis van risicobenadering) als handhaving op het terrein van brandveiligheid conform het vastgestelde ‘brandveiligheidspakket’. Zij voert geen daadwerkelijk toezicht uit in het kader van de omgevingsvergunning. Scenario 3: Geen advisering en geen toezicht door brandweer Dit betreft het ‘minimale’ scenario. De RUD voert alle taken uit op het gebied van vergunningverlening en handhaving, inclusief brandveiligheid. De brandweer heeft met de RUD geregeld dat haar informatiepositie ten aanzien van repressief optreden is geborgd. De brandweer heeft geen inbreng meer aan de voorkant van de veiligheidsketen en biedt geen meerwaarde. Zowel de werkgroep en de raad van regionaal commandanten hebben gekozen voor het Scenario 1. Scenario 1 en 2 zijn voor de brandweer geen acceptabele keuzes. Brand&Brandweer
Om de advisering en het toezicht te laten voldoen aan de kwaliteitscriteria zal ook de brandweer het kwaliteitsniveau moeten verbeteren. Ook de samenwerking en vooral de uitwisseling van informatie met andere diensten, zoals de RUD, moet versterkt worden zodat de brandweer haar verantwoordelijkheid kan blijven dragen en een betrouwbare partner kan blijven. Handhaving is door de werkgroep niet genoemd als kern van het takenpakket van de brandweer. Volgens Offermans heeft de brandweer niet de cultuur van de harde kant van handhaving. ‘Vandaar dat ook de keuze is gemaakt om deze taak door de RUD te laten uitvoeren, De brandweer ondersteunt en een RUD voert uit. Dus wij gaan mee op inspectie en het juridische traject zou dan voor de RUD uitgevoerd kunnen worden, waarbij de brandweer uiteraard een inhoudelijke bedrage kan leveren.’ Er zal bij de brandweer een cultuurverandering moeten plaatsvinden om deze plannen te realiseren. ‘Wat we altijd angstvallig bij ons hielden kunnen we in de toekomst doorschuiven naar de RUD’s, zoals de advisering op en de controle over minder complexe objecten.’ Waardoor er voor de brandweer ruimte ontstaat om invulling te geven aan bijvoorbeeld brandveilig leven. Ook van de objecten die niet meer door de brandweer geïnspecteerd zouden worden, moet de brandweer kennis houden over de toestand van deze objecten. Offermans: ‘Zijn er sprinklers en werken ze ook, wat is de staat van de brandwerende muren in het object enzovoort. Ons personeel komt in gevaar als ze niet op de hoogte is van deze aspecten.’ Het grootste belang van de brandweer is dat de veiligheidsketen niet wordt doorbroken. Zodat de kennis en informatie die in iedere schakel aanwezig is, input biedt voor de volgende schakel waardoor deze elkaar versterken. Hoe nu verder De brandweer heeft een landelijk standpunt ingenomen en aangeboden. De partijen moeten nu samen om tafel om over de toekomst te praten. De RUD’s moeten openbare lichamen worden met als sterke voorkeur werkgebieden op de schaal van de veiligheidsregio’s. Offermans: ‘Daarbij moeten we proberen om de band met de gemeente te behouden.’ Vanuit de ervaring die is opgedaan bij de vorming van de Veiligheidsregio’s en de regionalisering kan de brandweer haar ervaring gebruiken om dit te realiseren. Omdat in veel regio’s de RUD’s nog niet gevormd zijn is er gelegenheid om mee te denken met de provincie, gemeenten en milieudiensten bij de vorming van de RUD’s met als uiteindelijke doel de fysieke veiligheid in Nederland te verhogen. Offermans: ‘We hebben daarbij nog veel werk te doen.’ ■
nummer 12 december 2010 583
preventi e
Feestdagen voor de deur: brandweer in actie De brandweer bereidt zich op dit moment voor op de naderende feestdagen. Veel brandweerkorpsen controleren deze maand horeca en andere gebouwen waar veel mensen samenkomen op kerstversiering en andere eventuele gevaarlijke situaties. Ook de agressie die mogelijk tijdens de jaarwisseling weer in aantocht is, is een punt van aandacht.
‘H
Door Ilona Vergonet en Ellen Schat
Brandveilige kerstversiering Het thema brandveiligheid rond de feestdagen staat al heel lang op de agenda. Ongeveer tien jaar geleden is de discussie ontstaan over het impregneren van bomen en brandvrije kerstversiering. De Graaf merkt dat er de laatste tijd een soort trend zichtbaar is. ‘Niet alleen fabrikanten hebben het aanbod van brandveilige versieringen en materialen enorm uitgebreid, ook de mensen zelf worden steeds bewuster van de gevaren van brand en versiering. Ik kan me niet voorstellen dat er nog mensen zijn die echte 584
nummer 12 december 2010
fotografie: ANP
et leuke van kerst is dat het elk jaar weer terugkomt.’ Deze nuchtere constatering heeft voor Jos de Graaf, Regionaal projectleider Brandveilig Leven van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, een groot voordeel. ‘Dus we hoeven niet ineens te bedenken hoe we de controles aan gaan pakken rond de feestdagen. Daarnaast zijn de richtlijnen die gehanteerd worden niet anders dan de rest van het jaar. We kijken ook of de vluchtwegen vrij zijn, of de lampjes van de nooduitgangen branden en of de versiering niet overmatig aanwezig is.’ Twee weken voor kerst gaat de brandweer aan de slag met het controleren van objecten op brandveiligheid in verband met kerstversiering. ‘In Nederland moet eerst de Sint het land uit zijn voordat de kerstgekte losbarst, aldus De Graaf. ‘Dat geeft ons twee weken om op specifieke kerstaspecten te controleren in de regio. We stappen natuurlijk niet overal elke dag naar binnen, we werken steekproefsgewijs.’ Voorgaande jaren heeft de regio zich met name gefocust op de horeca. Dit jaar wijkt de focus voor het eerst af naar de minder zelfredzame doelgroep. En dan met name het basisonderwijs. ‘De kerstvakantie begint dit jaar het weekend van Kerst en dat betekent dat we tot die tijd bij scholen langs kunnen gaan om informatie te verstrekken en controles uit te voeren. Natuurlijk laten we de horeca niet voor wat het is. We richten de controles anders in. We werken meer vraaggericht en reageren ook op tips die binnenkomen. Het kan gebeuren dat we melding krijgen van een persoon die zich afvraagt of de versiering in een bepaalde kroeg wel aan de wettelijke voorschriften voldoet. Daar gaat de brandweer dan een kijkje nemen.’
Tijdens de jaarwisseling krijgen brandweerlieden steeds vaker te maken met agressie. In sommige regio's gaat de politie daarom mee op pad.
kaarsen in hun kersboom zouden zetten ter versiering. Er is voldoende aanbod van brandveilige versiering en de burger maakt daar dankbaar gebruik van.’ Deze aanpak past ook bij de nieuwe weg die de brandweer is ingeslagen. ‘We moeten meer aan de voorkant werken. Mensen bewuster maken van de gevaren in plaats van repressie en achteraf de vuren bestrijden.’ Ook in de aanloop naar Oud&Nieuw is er een preventieve taak Sdu Uitgevers
preventi e
Agressie tijdens vorige jaarwisseling Tijdens de vorige jaarwisseling werd 21 keer geweld gepleegd tegen brandweerpersoneel. In totaal werden er 303 incidenten tegen werknemers met een publieke taak gemeld. In vijf gevallen werd de brandweer geconfronteerd met belediging, twee keer werden brandweermensen bedreigd en twee keer mishandeld. In twaalf gevallen kregen ze te maken met openlijke geweldpleging.
voor de brandweer weggelegd. ‘We gaan bij kinderen van groep 7 en 8 langs om te praten over de gevaren van vuurwerk. Het maakt nog steeds wel indruk als er een brandweerman in uniform voor de klas staat’, zegt De Graaf. ‘Het betekent helaas niet dat alle kinderen in de klas braaf zullen gehoorzamen, maar ik hoop dat ze er in ieder geval even bij stilstaan als ze met vuurwerk spelen.’ Vorig jaar heeft de brandweer afspraken gemaakt
met de gemeentelijke reinigingsdienst in Rotterdam over de huisvuilcontainers. De dag voor de jaarwisseling zijn alle containers geleegd of is een groot deel dichtgelast. Op die manier zijn tijdens de jaarwisseling van 2009 aanzienlijk minder brandjes ontstaan en hoefde de brandweer minder vaak met groot materieel uit te rukken voor een containerbrand. De Graaf: ’Ik kan je vertellen dat er op die manier veel ergernis bespaard is gebleven.’ Brand&Brandweer
Prijsvraag geweldspreventie van Arbeidsinspectie De Arbeidsinspectie heeft een prijsvraag uitgeschreven voor een product of dienst waarmee ondernemingsraden agressieen geweldspreventie tot prioriteit kunnen maken bij werkgevers en werknemers in publieke organisaties. De winnaar wordt in december bekendgemaakt. De Arbeidsinspectie spoort via het programma Agressie en Geweld werkgevers met een publieke taak aan de aanpak van agressie en geweld te verbeteren. In de periode 2010 tot 2013 voert ze gerichte inspecties uit en geeft voorlichting over een goede aanpak.
Agressie tijdens jaarwisseling De brandweer is naast controles van versieringen deze maand ook bezig met voorbereiden op de jaarwisseling. Het voorkomen van agressie en geweld is de laatste jaren een punt van aandacht. ‘Een aantal jaar geleden deed de Politieacademie onderzoek naar het verloop van de jaarwisseling. Vaak werd op 2 januari gezegd dat de jaarwisseling rustig was verlopen. Maar wat is rustig? Van het ware beeld dat in het rapport werd geschetst, schrok je je lam’, vertelt Ron Berkhout van de regio GelderlandZuid en het netwerk P&O van de NVBR. ‘Hulpverleners werden uitgescholden en bekogeld en spullen werden vernield.’ Het beeld en de werkelijkheid strookten dus niet met elkaar. ‘De grens lag blijkbaar zo hoog, dat we sommige dingen als normaal waren gaan beschouwen’, aldus Berkhout. Wat wel en niet kan wordt nog steeds door iedereen anders ervaren. Tijdens het NVBR congres van afgelopen september, waar Berkhout een presentatie hield, bleek ook dat de ene duwen en trekken wel acceptabel vindt, en de ander absoluut niet. Het is volgens hem daarom van belang binnen het korps over de grenzen van het tolerabele te spreken. ‘Wat pikken we wel, en wat pikken we niet?’ Landelijk gezien is er veel aandacht gekomen voor het voorkomen en aanpakken van agressie en geweld tegen mensen met een publieke taak. Ook bij de brandweer. In sommige korpsen gaan agenten mee op pad tijdens de jaarwisseling of wordt een agressietraining gegeven. Hier en daar wordt een camera op de brandweerauto of helm ingezet, zoals in Nijmegen. Helaas was het tijdens de vorige jaarwisseling erg lastig om door alle vuurwerkdampen en lichtflitsen, goede camerabeelden te krijgen. Een jaar eerder werd een molotovcocktail naar de brandweermensen gegooid. ‘Belangrijk is om agressie te herkennen én ermee om te gaan. Je moet ook voorkomen dat brandweermensen te sterk reageren en zelf in het beklaagdenbankje terecht komen.’ Naast trainingen is volgens Berkhout belangrijk incidenten te melden, te registeren en aangifte te doen bij de politie. Registratie is belangrijk omdat bij de brandweer niet echt duidelijk is hoe vaak geweld voorkomt en in welke vorm. De overheid hamert met name op het doen van aangifte, maar in kleine plaatsen ligt dat soms gevoelig. ‘Mensen kennen elkaar en aarzelen dan om hun naam te geven. In sommige plaatsen gaan brandweermensen achteraf bij de daders langs. ‘Dat helpt om weer goede verhoudingen te krijgen. Ook gaan steeds meer korpsen vooraf met de potentiële raddraaiers in gesprek.’ ■
nummer 12 december 2010 585
De oefen ru b ri ek
Brandverloop De voorlopig laatste oefenrubriek gaat over brandverloop. Bij de opleiding manschap A, kerntaak 1, brandbestrijding, komt deze sessie terug tijdens de praktijkdagen op een oefencentrum. Het doel is om de manschappen te laten zien en ervaren wat er bij het ontstaan van brand gebeurt voor de brandweer ter plaatse is. De ontwikkeling van een brand tot het brandstadium wordt uitvoerig uitgelegd en inzichtelijk gemaakt. Speciaal voor de foto’s zijn er twee stoelen bijgeplaatst om de situatie zo realistisch mogelijk te maken. De oefenrubriek is gemaakt in samenwerking met oefencentrum Noord BV locatie Wijster.
1
2
Op de foto is de opstelling van het brandverloop te zien. Tegen de wanden zijn zachtboard en spaanplaten geplaatst. In het midden staan een tafel, vuurkorf met materiaal en een paar stoelen. Later worden er nog papierbekers bijgezet.
Hier is duidelijk een verschil te zien met de vorige foto. Er zijn, door pyrolyse, meer gassen die bijdragen aan de verbranding. Door de steeds verder oplopende temperatuur (energie), wordt het gebied dat aan het uitgassen is groter.
3
586
De vuurkorf wordt ontstoken en de opbouw van de temperatuur begint. Deze temperatuur is nodig voor het uitgassen van de omgeving (pyrolyse).
nummer 12 december 2010
Sdu Uitgevers
De oefen ru bri ek
4
De productie van brandgas neemt steeds verder toe. Ook de omgeving van de brand doet op een gegeven moment mee aan dat proces door de oplopende temperatuur en gaat uitgassen. Wanneer de temperatuur hoog genoeg is, gaan ook deze gassen verbranden. Het gevolg is dat de brand steeds heftiger wordt.
6
5
Hier is te zien dat de temperatuur nog meer stijgt omdat de kleur van de vlammen steeds lichter wordt. Door hittestraling is ook de tafel aan het uitgassen.
7
Het brandstadium is bereikt. Het tafelblad is zover verbrand dat het op de vloer is gevallen. De brandbare materialen op de vloer doen ook mee aan het brandproces. Het uitgassen van de stoel links is duidelijk te zien. De tijd tussen foto 1 en foto 7 is ongeveer twaalf minuten. In die betrekkelijk korte tijd wordt genoeg heet brandgas geproduceerd zodat de brandweer bij aankomst, ongeveer vijftien minuten na het ontstaan van de brand, te maken krijgt met een roll-over of flash-over.
De ruimte (kamer) wordt steeds verder gevuld met heter wordende brandgassen (rook). Als gevolg daarvan gaat ook ĂŠĂŠn van de stoelen mee in het proces van pyrolyse.
Brand&Brandweer
nummer 12 december 2010 587
Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026) 355 24 55 F (026) 351 50 51 E info@nvbr.nl www.nvbr.nl
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Om de fysieke veiligheid van onze samenleving te vergroten, wil de NVBR de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding bevorderen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met alle partners in veiligheid.
De rol van Repressie in het project Lerend Vermogen
Het project Leeragentschap is bedoeld om een landelijk leeragentschap op te richten en regionale leeragenten (ook wel ‘kennisregisseurs’ genoemd) aan te stellen om de geleerde lessen binnen de brandweer beter te delen. De afgelopen jaren is veel bereikt. Naast de inzet van regionale leeragenten is het Platform Leeragentschap ingericht en een databank ingesteld. Wensen zijn er ook nog: er is behoefte aan een gestandaardiseerde evaluatiesystematiek, die in de doorontwikkeling van de leerarena’s aandacht moet krijgen. Er is bewust voor gekozen het Platform Leeragentschap bij het netwerk Repressie onder te brengen. 'We hebben gemerkt dat de afstand tussen repressie en preparatie te groot is', legt Gerard Kors van het netwerk Repressie uit. in oktober kwam het onderwerp in een bijeenkomst van het leeragentschap en het Landelijk Platform Oefencoördinatoren (LPO) uitgebreid aan bod. 'De afstemming tussen de preparatie (opleiding, bijscholen en oefenen) is veelal aanbodgericht vanuit preparatie, terwijl de repressie concreter zou moeten aangeven waar de behoefte ligt. Is er bijvoorbeeld behoefte aan een oefening met de motorkettingzaag, of heeft men dat juist wel onder de knie? Te vaak bestaat nu een afvinkcultuur in het oefenen. Je hebt voldaan aan de eisen, maar hoe zit het met het werkelijke lerend vermogen?' Leerpunten van een incident of oefening van jaren geleden zijn snel uit de organisatie verdwenen. 'We vergeten nog wel eens dat nieuwe mensen de leerpunten van een incident van negen jaar geleden niet hebben meegekregen. Het is dus belangrijk dat de geleerde lessen regelmatig herhaald worden.’
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
fotografie:fbf.nl
Het project Leeragentschap loopt medio 2011 formeel ten einde. Het fundament voor landelijke en regionale leerarena’s is dan weliswaar gelegd, maar het landelijk leeragentschap en de regionale leerarena’s zijn nog volop in ontwikkeling. In de komende tijd wordt het lerend vermogen van de brandweer daarom doorontwikkeld. Eén van de vervolgstappen is een betere inbedding van het netwerk Repressie en het netwerk Opleiden en Oefenen.
Een regiefunctie is van groot belang De repressieve dienst zou veel meer dan nu aan moeten geven wát zij wil oefenen. 'Ze moeten veel meer de boer op en een regiefunctie innemen', aldus Kors. 'De afdelingen Oefenen kunnen dan maatwerk leveren.' De positie van de kennisregisseur, die nogal verschilt per regio, is hierin volgens het landelijk netwerk Repressie erg belangrijk. 'Hij fungeert als het ware als een spil in de leerarena. Hij krijgt op meerdere plekken informatie en deelt deze.' Op basis van recente incidenten en nieuwe ontwikkelingen worden oefenbehoeften in kaart gebracht. Werken de procedures werkelijk? Ook belangrijk is te checken of er, na het aanbieden van de lesstof en -middelen, werkelijk geleerd is. Vanuit repressie is er bijvoorbeeld behoefte aan een procedure voor de offensieve buitenaanval. Vervolgens kan samen met preparatie gewerkt worden aan het implementatietraject. Naast technologische ontwikkelingen gaat het ook om risicobewustzijn van brandweermensen. Dat vraagt niet alleen om goed leiderschap, maar ook om een actieve houding van de mensen zelf. ‘Meer de regie voeren over je eigen vak, en zelf verantwoordelijkheid nemen voor je ‘oefenpaspoort.’
nummer 12 december 2010 589
Project NUT: het begint met goed meten en registreren Het is de ambitie van de NVBR om het aantal nodeloze uitrukken drastisch te verminderen. Het project Nodeloze Uitrukken Terugdringen (NUT) wil hiervoor een zorgvuldige onderbouwing bieden. Daarmee ontstaat een gefundeerd beeld van de consequenties van financiële, juridische en organisatorische aard voor de brandweer. Het is een gevolg van de voorgenomen wijziging in de regelgeving, die inhoudt dat de verplichte doormelding wordt afgeschaft. Het aantal loze meldingen kan minstens met de helft worden teruggebracht. Dat is een belangrijke conclusie van het project. ‘Het gaat om 54%. Dan hou je nog 46% over, die je met conventionele methodes verder kunt verminderen’, licht Charles Meijer van Brandweer Midden- en West- Brabant toe. De onconventionele methode (conform het voorstel van VROM/WWI) is het project NUT. De conventionele methode behelst onder meer de huidige, reeds toegepaste methodes, samengevat in de best practices. Volgens Meijer registreert en meet de brandweer onvoldoende met betrekking tot loze meldingen. ‘Dat betekent dat op dit moment nog niet alle informatie voorhanden is om een eindconclusie te kunnen formuleren. Wel blijkt dat de terugdringing technisch gezien geen probleem is, maar de brandweer nog goed wil kijken naar financiële en juridische gevolgen. Met dit laatste zijn we komende tijd druk bezig.’ Deelprojecten binnen NUT In het deelproject reductie is op basis van cijfers berekend dat een reductie van 54% van het aantal nodeloze meldingen haalbaar is. De deelprojecten preventie en repressie geven aan dat er consequenties zijn voor logiesgebouwen zonder 24-uurs bemensing en sommige opslaggebouwen. Belangrijk is dat de verwachtingen van zowel burger, ondernemer, bevoegd gezagen en brandweer gemanaged zullen moeten worden. Bezien wordt of de NVBR aanbevelingen gaat doen tot heroverweging en alternatieven voor de voorgestelde wijzigingen in de bouwregelgeving. Het deelproject Best Practices moet aan de hand van best practices in zeven gemeenten
590
in beeld brengen waarop de huidige conventionele methoden berusten en wat daarvan de effecten zijn. Het blijkt moeilijk om de uiteindelijke effecten ten aanzien van de reductie van de nodeloze meldingen en de financiële effecten in beeld te brengen. In het deelproject juridische consequenties is vooral gekeken naar de civiele aansprakelijkheid van de brandweer als gebruik gemaakt zal worden van een verificatieprocedure. Uit het onderzoek blijkt dat daarvoor ruimte is, mits deze bestuursrechtelijk wordt geborgd. Verder zal het noodzakelijk zijn om naar aard van het object te differentiëren. Het deelproject financiële consequenties richt zich op de maatschappelijke en financiële kosten/baten-analyse van de brandweer. Ook zal een overzicht worden gemaakt van de frictiekosten en de kosten van eventuele contractbreuk bij de regio’s. In het deelproject overige knelpunten kwam naar voren dat de PAC’s als grootste knelpunt wordt beschouwd. Er wordt een grote toeloop tot deze PAC’s verwacht, waarbij de zorg bestaat dat de nodeloze meldingen alsnog bij de brandweer terechtkomen. Gedacht wordt aan een systeem van kwaliteitsborging van PAC’s en de invoering van een verificatiesysteem. Het ministerie van BZK (nu Veiligheid & Justitie) heeft voor project NUT een subsidie beschikbaar gesteld. Voor de financiering van het op 18 maart 2010 gehouden symposium heeft het ministerie van VROM een bijdrage geleverd. Achtergronden Het ministerie van VROM/WWI houdt in het kader van deregulering de brandpreventieve eisen in het Gebruiksbesluit tegen het licht. In de zomer van 2009 is daarom een voorstel ontwikkeld om bij een aantal gebruiksfuncties de verplichte doormelding bij brandmeldinstallaties af te schaffen. Dit houdt in dat de verplichte doormelding wordt afgeschaft, met uitzondering van wonen met zorg, kinderopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar, cellengebouwen en gezondheidszorggebouwen.
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
De NVBR heeft zich in het najaar van 2009 achter het voorstel geschaard, maar wil nog wel nagaan of de uitvoering van dit voorstel niet tot problemen leidt in financieel, juridisch, preventief en repressief opzicht. Parallel aan het bovenstaande was de NVBR al bezig met het ontwikkelen van voorstellen om het aantal nodeloze uitrukken, veroorzaakt door de doormelding van de brandmeldinstallaties, terug te dringen via de conventionele methodes zoals boetes en certificering. Ook werd nagedacht hoe dit op onconventionele wijze kan worden vormgegeven, namelijk door het aantal verplichte doormeldingen terug te dringen. Vragen over de tussenliggende periode Tot de regelgeving van kracht wordt, moet de vigerende regelgeving worden gevolgd. Bij contractonderhandelingen kan worden gekozen voor kortlopende contracten. Ook dienen de korpsen er rekening mee te houden dat de tussentijdse ontbinding van een overeenkomst alleen met wederzijdse instemming kan plaatsvinden. Dat betekent dat de brandweer niet eenzijdig de aansluiting op een RAC kan opheffen. Hierover zal de projectorganisatie binnenkort met de achterban communiceren.
Sdu Uitgevers
Drukbezochte Netwerkdag in teken van Brandveilig Leven Een vol programma en een volle zaal. In Duiven werden op 9 november tijdens de Netwerkdag Brandveilig Leven ervaringen van de korpsen uitgewisseld en initiatieven gedeeld. Ook werd de landelijke aanpak van de NVBR - om op basis van pilots doelgroepgericht en gestructureerd te werken aan Brandveilig Leven - toegelicht. Dit alles onder leiding van dagvoorzitter René van Santvoort, hoofd Risicobeheersing van de brandweer in Den Bosch. ‘We gaan kennis overdragen en we worden kennissen van elkaar.’ Het verhaal van de ‘Brandweer Over morgen’ werd nog eens helder door gastspreker Paul van Dooren verteld. Van Dooren is in het dagelijks leven sectorhoofd Brandweerzorg bij de Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant, maar kroop tijdens de bijeenkomst weer even in de rol van kwartiermaker en ‘storyteller’ van de Strategische Reis. Van Dooren ging in op de achtergrond van de Strategische Reis, de ontwikkelingen en trends in onze maatschappij, het bedrijfsmodel van de brandweer en de vraag hoe wij als brandweer moeten omgaan met veranderingen. ‘Wat betekent dit voor ons als brandweer? Gaan we door op de oude voet of gaan we springen?
De brandweer - en ook burgers en bedrijven - zullen meer moeten investeren in het verkleinen van de kans op brand’, aldus Van Dooren. De presentatie werd afgesloten met bruikbare praktijkvoorbeelden en denkrichtingen uit Liverpool, vastgelegd in de film Merseysite. Tevens werden uitdagingen en zorgen eerlijk en open met elkaar besproken. Want er is al veel gedaan, maar er is ook nog veel nodig om (Brand) veilig leven van de grond te krijgen. Wordt onze droom werkelijkheid? Bijna de helft van onze branden wordt veroorzaakt door het gedrag van mensen, 28% door techniek en 26% van de branden wordt aangestoken. ‘Acties gericht op gedragsverandering van burgers en het bewust maken van risico’s zijn dus hard nodig, waaronder ook het gebruik van social media.’ Dat stelde Marcel van Galen, hoofd afdeling Risicobeheersing van de Brandweer Flevoland en landelijk projectleider van (Brand)veilig Leven ‘smal’. Van Gaalen ging nader in op de studie naar Brandveilig Leven, de doelgroepen, de vele initiatieven, campagnes en regionale pilots die er al zijn. Ook werd gesproken over de wijze waarop dit allemaal door Brandweer Nederland moet
Paul van Dooren
worden georganiseerd. Van Galen bracht voor de brandweerkorpsen vijf concrete aanbevelingen uit het rapport Evolutie of Revolutie naar voren: - - - - -
werk aan bewustwording werk aan ontwikkeling en ondersteuning werk aan meetbaarheid zoek de samenwerking werk met doelgroepbenadering
Van Galen sloot zijn betoog af met concrete cijfers uit andere landen waar goede resultaten op het gebied van (Brand)Veilig Leven zijn geboekt. ‘Om onze droom werkelijkheid te laten worden, dienen brandweermensen en brandweerkorpsen urgentiebesef te creëren, te experimenteren en aandacht te besteden aan de organisatie.’ De middag stond in het teken van een viertal workshops over de vraaggerichte organisatie, samenwerken met partners, klein beginnen en nieuwe vrijwilligers.
Groepsdiscussie
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
nummer 12 december 2010 591
otografie: hvd groningen
‘Studenten moet je confronteren’ Agenda 10 januari - Overleg IBDB Ontwikkelgroep Brandrisicoprofiel - Overleg IBDB Ontwikkelgroep Rekenen en Meten - Bijeenkomst projectleiders IBDB 18 januari - Vergadering Portefeuillehouders Crisisbeheersing (POC)
Leerpunten over vluchtroutes en vluchtgedrag kwamen naar voren.
Confronterende filmpjes, mooie discussies en een gevarieerd gezelschap. Op 2 november ging het in Duiven om brandveiligheid van studentenhuisvesting en veiligheidsbewustzijn van studenten. Er werden ervaringen uitgewisseld en niet onbelangrijk: de vraag werd beantwoord hoe de student anno 2010 moet worden bereikt als het gaat om brandveilig leven. Onder leiding van portefeuillehouder Rob Frek organiseerde de NVBR een nuttige netwerkdag voor iedereen die betrokken is bij studenten en studentenhuisvesting. Aanwezig waren vertegenwoordigers van de brandweer, particuliere verhuurders, woningcorporaties, het Verbond van Verzekeraars, hogescholen, universiteiten en studentenverenigingen. Tjitske de Haas van het ministerie van BZK sprak haar zorg uit over de brandveiligheid van studentenhuisvesting. Zij vertelde over de wijze waarop de overheid probeert verbeteringen aan te brengen. Dat gebeurt onder andere via het landelijke Rookmelderproject en de landelijke studentencampagne. Zij stelde dat brand discrimineert en ging verder in op de wijze waarop studenten moeten worden benaderd. Ook sprak zij over kamergewijze verhuur in het Bouwbesluit. Social media Marloes Soer was tot voor kort student in Utrecht. Zij weet alles over het gedrag van studenten en adviseerde de brandweerkorpsen dan ook als volgt: ‘Benader studenten confronterend en juist niet belerend, maak gebruik van social media als Facebook, Youtube en Twitter en organiseer demonstraties en wedstrijdjes. Dat werkt echt.’ Joost Nijenhuis van de brandweer in Enschede presenteerde de wijze waarop zijn brandweerkorps studenten benadert. Daarvoor is een campagne ‘Ken je vluchtplan’ ingezet. Niet eerder gebruikte communicatiemiddelen zijn met succes toegepast. Daarbij is samenwerking gezocht met de Hogeschool en de Universiteit van 592
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
20 januari - Vergadering Programmaraad Brandweerzorg - Vergadering Programmaraad Crisisbeheersing en Rampenbestrijding (C&R) - Vergadering Programmaraad Management en Bedrijfsvoering (M&B) - Vergadering Programmaraad Risicobeheersing - Vergadering Netwerk 10 februari - Vergadering Netwerk MOTO
de stad. Diverse communicatiemidden zijn ingezet, waaronder Hyves, internet en een E-flyer die is verspreid onder 30.000 studenten. Maar er gebeurde meer: er zijn 180 kamerbezoeken door de brandweer gedaan en er werd zelfs een competitie onder studenten georganiseerd voor het meest spraakmakende filmpje over vluchten. Test met skibrillen Ook zijn inspecteurs woningen binnengegaan en hebben studenten aangespoord met geblindeerde skibrillen hun eigen woning zo snel mogelijk te verlaten. Hierbij kwamen diverse leerpunten over vluchtroutes en vluchtgedrag naar voren en is er vooral ook aandacht gekomen voor veiligheidsbewustzijn bij deze studenten. Dit alles leverde veel publiciteit in de regio op. Joost Ebus van de Hulpverleningsdienst Gelderland-Midden - hij is ook werkzaam als brandweervrijwilliger in Nijmegen - liet in een video zien wat brand doet met mensen. Centraal in zijn betoog stond de vraag wat mensen weten van hun eigen woonomgeving. Maar uiteraard kwam ook hier de rookmelder aan bod.
Sdu Uitgevers
Veilig ingepakt
5-voudige bescherming bij extreme gevaren.
De nieuwe Dräger CPS 7900
2504
Of u nu met cryogene stoffen of in een brandgevaarlijke omgeving werkt, op uw Dräger CPS 7900 kunt u bij ongevallen met gevaarlijke stoffen altijd vertrouwen. Het innovatieve D-mextm materiaal is samengesteld uit vijf lagen en biedt een extreem goede resistentie tegen industriële chemicaliën, strijdmiddelen en andere gevaarlijke stoffen. Het pak beschermt u ook bij zware mechanische belasting, bij contact met vloeibaar gemaakte gassen en bij steekvlammen. Ook bij de accessoires gaat u op zeker: door o.a. de manometerhouder en de lengteverstelling is het pak als op maat gemaakt. www.draeger.com
competenti es
Eindfase project Implementatie en communicatie Kwaliteit brandweerpersoneel Annemarie Breur, projectleider Implementatie en communicatie Kwaliteit brandweerpersoneel, gaat met haar team de laatste fase in. Op 31 december 2010 eindigt het project en wordt het landelijke begeleidingstraject voor de invoering van het kwaliteitstelsel afgerond. In alle veiligheidsregio’s zijn inmiddels regionale en lokale implementatietrajecten gestart. Deze zelfstandige trajecten zijn in verschillende stadia van afronding en lopen in veel gevallen ook nog in 2011 en 2012 door. De landelijke begeleiding in de vorm van een apart project stopt echter eind 2010.
Door Mariëlle van der Wijngaard, projectorganisatie Implementatie en
H
communicatie KBP
et project is in 2009 gestart om sturing, begeleiding en ondersteuning te geven aan de implementatie van het kwaliteitstelsel bij de Nederlandse brandweer. Hierin heeft de projectorganisatie, binnen de mogelijkheden, beschikbare tijd en scope, de regio’s zoveel als mogelijk ondersteund. Annemarie Breur: ‘Vanaf het begin is de insteek geweest dat we landelijk faciliteren in implementatietools zoals handvatten, modelplannen en een nulmeting. Wij geven de handvatten, maar de regio is verantwoordelijk voor de implementatie. Vanuit de projectorganisatie is landelijk dus veel gefaciliteerd, maar de voortgang in de regio’s verschilt.’ Breur vult aan dat ook het afronden van het deelproject drie uit het eerdere project KBP ‘het ontwikkelen van de (resterende) kwaliteitsinstrumenten’, een van de doelstellingen was. ‘Voor alle 32 brandweerfuncties zijn de kwalificatiedossiers gereed. Voor 28 brandweerfuncties hebben we kwaliteitsinstrumenten voor vakbekwaam worden en blijven ontwikkeld. Dit alles was op 1 september gereed, mede dankzij de inspanningen van Jan van Kimmenade die hiervoor als manager kwaliteitsinstrumenten namens de NVBR optrad.’ Hiermee ligt dus een mooie basis voor het vakbekwaam worden en blijven waarmee het brandweeronderwijs de komende jaren verder kan. Toekomstmuziek De toekomst ligt in handen van de regio’s. Breur: ‘Wij hebben in de afgelopen jaren op het gebied van communicatie en implementatie, een vraagbaakfunctie en adviesrol vervuld en zijn een schakel tussen regio’s geweest, maar nu zijn kwartiermakers en portefeuillehouders aan zet, in de regio’s zelf moet het immers gerealiseerd worden.’ De voortgang in de regio’s is verschillend. Inmiddels zijn 21 re-
594
nummer 12 december 2010
gio’s gestart met het functiegericht opleiden van manschappen en bevelvoerders, de overige vier regio’s starten na de afronding van het project. Breur maakt zich geen zorgen dat deze regio’s starten na eind 2010. ‘Er is inmiddels veel materiaal voorhanden en veel ervaring is opgedaan met bijvoorbeeld roosters, casuïstiek en opleidingsvoorbeelden.’ Realisatie Volgens Breur heeft de projectorganisatie iets teweeg gebracht. ‘We hebben een steen verlegd in de rivier. In de manier waarop brandweerpersoneel wordt opgeleid is een duidelijke verandering doorgevoerd. Kijk bijvoorbeeld naar het leren in het eigen korps, de inzet van een leerwerkplekbegeleider, de aandacht voor de praktijk en het realistisch oefenen.’ Daarnaast ziet Breur dat regio’s elkaar veel beter dan voorheen weten te vinden. De bereidheid met elkaar te delen, elkaar te helpen is groter. Dit is ook terug te zien in de samenwerking in de rest van het brandweerveld, zoals bijvoorbeeld bij het NIFV en het Nbbe. De kwaliteit van het brandweeronderwijs is hiermee duidelijk een gedeelde verantwoordelijkheid. Deze gedeelde verantwoordelijkheid is belangrijk voor de toekomst. Breur: ‘De echte implementatie is gestart maar nog niet afgerond. Regio’s zullen dus in de komende jaren goed moeten investeren in deze vernieuwing. Daarnaast moet een kwaliteitslag worden gemaakt in de doorontwikkeling van vakbekwaam blijven. Er wordt nu weliswaar geoefend maar het Besluit vraagt om een kwaliteitslag op het gebied van functiegericht en competentiegericht oefenen en bijscholen. Daarin zie ik voor de NVBR nog een belangrijke rol weggelegd.’ Ook moeten de regio’s volgens Breur de link gaan leggen met het HR-beleid. ‘Meer zicht op zaken als instroom, doorstroom, uitstroom, selectie-eisen en opleidingsbehoefte is belangrijk. Deze twee gescheiden werelden moeten dichter bij elkaar worden gebracht. Ik denk dat het veld hier behoefte aan heeft.’ Sdu Uitgevers
fotografie: kbp
competenti es
Annemarie Breur: ‘‘Wij hebben in de afgelopen jaren op het gebied van communicatie en implementatie een vraagbaakfunctie en adviesrol vervuld en zijn een schakel tussen regio’s geweest, maar nu zijn kwartiermakers en portefeuillehouders aan zet, in de regio’s zelf moet het immers gerealiseerd worden.’
Annemarie Breur Sinds 2005 is Annemarie Breur betrokken bij de vernieuwing van het brandweeronderwijs. Eerst in het project Competentiegericht Opleiden op Officiersniveau (COO), waarin ze zich bij het Nbbe bezighield met de omslag van ranggericht naar functiegericht examineren voor brandweerofficieren. Daarna was ze namens de NVBR als implementatiemanager bij het project Implementatie en communicatie Kwaliteit brandweerpersoneel betrokken. Sinds april 2010 is ze projectleider van dit project. Borging in 2011 Breur gaf al eerder te kennen dat de verantwoordelijkheid rondom vakbekwaamheid bij de regio’s ligt. “Maar om landelijk te blijven monitoren op de implementatie, evaluaties door te voeren en les- en leerstof aan te passen, is een borgingsnotitie gemaakt die deze verschillende rollen toebedeelt aan bijvoorbeeld de NVBR, NIFV, brandweeronderwijsraad. Deze zal in januari door de raad van regionaal commandanten worden vastgesteld.” Met de komst van de Brandweeronderwijsraad (BOR) is de bestuurlijke borging een feit. Een van de taken van de BOR wordt het onderhouden en beheren van de kwalificatiedossiers en kwaliteitsinstrumenten. Ook ziet Breur de totstandkoming van een Ondersteuningsorganisatie Fysieke Veiligheid (OFV) als meerwaarde voor het brandweerveld: ‘De ontwikkelingen rondom de komst van een ondersteuningsorganisatie en ook de wens te komen tot een landelijk kennis- en opleidingsinstituut kunnen een belangrijke bijdrage leveren.’
Brand&Brandweer
Alles naar wens? Terugblikkend ziet Breur de successen die het land heeft behaald met dit project. Breur: ‘Ik ben trots dat ik een bijdrage heb kunnen en mogen leveren aan deze grote vernieuwing. Daarnaast ben ik trots op het brandweerveld. De invoering van het nieuwe kwaliteitstelsel is uiteraard nog niet af en perfect maar in elke regio is er met veel betrokkenheid, gedrevenheid en enthousiasme gewerkt aan daar waar we nu staan. Compliment aan de regio’s dat die bereidheid er is geweest.’ Achteraf zijn er altijd zaken te benoemen die anders of beter hadden gekund. Zo ook aan het einde van dit project. Voor Breur zit ‘m dat met name in het zoeken in afstemming in de verschillende projecten die werken of gewerkt hebben aan de invoering van het Besluit personeel veiligheidsregio’s , zoals de bedrijfsbrandweer en de GHOR, en de ontwikkeling van les- en leerstof voor de 32 brandweerfuncties. ‘Ook al stond dit laatste onderdeel buiten de scope of verantwoordelijkheid van het project, het is wel een belangrijk vervolg van de vernieuwing die in gang is gezet.’ Breur heeft de hoop dat over vijf jaar de kwaliteitsslag daadwerkelijk is gemaakt: ‘Maar ook, dat de kwaliteitsslag niet is opgehouden bij de vernieuwing van het brandweeronderwijs en er ook een slag is gemaakt in het vakbekwaam blijven.’ Vanaf januari 2011 kan het veld nog steeds het dossier KBP raadplegen op www.infopuntveiligheid.nl en op www.nvbr.nl. ■
nummer 12 december 2010 595
risicobeh eersi ng
Eenduidigheid met visie naleving brandveiligheidsregels Het toezicht op de naleving van de brandveiligheidsregels is te versplinterd. Er gebeuren veel verschillende dingen op verschillende niveaus en door verschillende organisaties. Met de Visie Naleving Brandveiligheidsregels van de NVBR moet daar verandering in komen. De visie beschrijft welke organisatie welke taken uit moet voeren en welke middelen beschikbaar zijn om personen en bedrijven te bewegen tot de naleving van de brandveiligheidsregels.
H
Door Jildou Visser
et toezicht op de naleving van de brandveiligheidsregels is erg versplinterd. Enkele gemeenten besteden daar erg veel aandacht aan terwijl anderen niet altijd goed in de gaten hebben wat zij nou moeten doen. Uit eerdere onderzoeken naar branden blijkt ook dat het hier en daar schort aan toezicht, waardoor gevaarlijke situaties ontstaan. Soms zelfs met desastreuze afloop. ‘Dit waren voor ons eigenlijk de grootste triggers om te komen tot een eenduidige landelijke visie. In deze visie geven wij als brandweer Nederland aan wat er minimaal moet gebeuren op het gebied van de naleving van de brandveiligheidsregels. Wij zijn toch de deskundige organisatie op dit gebied’, vertelt projectleider Petro van Bergen van de projectgroep naleving brandveiligheidsregels. Daarnaast is in de visie opgenomen wie voor welke taken verantwoordelijk is. Adviserende rol van de brandweer In de visie is voor de brandweer een grote adviserende rol weggelegd. Van de brandweer wordt verwacht dat zij een professioneel advies naar de gemeenten toe formuleren. Hierbij gaat het niet alleen om het neerleggen van het advies, maar ook het motiveren ervan. Daarnaast moet de brandweer er zorg voor dragen dat het advies wordt meegenomen in de besluitvorming binnen de gemeente. Van Bergen: ‘De regionalisering heeft voor een deel de lokale verbondenheid met de gemeente teniet gedaan. Juist in het adviseren van de gemeente op het gebied van de naleving van de brandveiligheidsregels is deze lokale verbondenheid erg belangrijk.’ Eén van de onderdelen waarbij de brandweer de gemeente moet adviseren zijn de brandveiligheidsrisico’s in de gemeente. Daarbij moet de brandweer ook de bijbehorende doelgroepen in kaart
596
nummer 12 december 2010
'De regionalisering heeft voor een deel de lokale verbondenheid met de gemeente teniet gedaan.'
brengen. ‘Op basis van deze gegevens kan de brandweer een advies uitbrengen over de gewenste mate van toezicht’, aldus Van Bergen. Ook moet er gekeken worden naar het rendement van de controles. Dit hangt samen met de beleidsdoelen die er binnen de betreffende gemeente zijn gesteld. Het gemeentebestuur bepaalt uiteindelijk op basis van het advies van de brandweer en de gestelde beleidsdoelen waar de brandweer haar nadruk moet leggen bij de uitvoering van de brandveiligheidscontroles en hoe frequent deze moeten worden uitgevoerd. De tweede adviserende taak van de brandweer vindt volgens Van Bergen plaats nadat de brandweer de brandveiligheidscontrole heeft uitgevoerd. Tijdens deze controle constateert de brandweer of een persoon of bedrijf juist heel brandveilig handelt of dat er nog het nodige moet gebeuren voordat het minimaal vereiste niveau van brandveiligheid is bereikt. ‘Deze visie hangt erg nauw samen met het stimuleren van brandveilig leven. In het eerste geval dat een bedrijf de brandveiligheidsregels goed naleeft is het denkbaar dat de brandweer na enkele controles de gemeente adviseert dat er minder toezicht nodig is.’ Aan de andere kant kan de brandweer bij de constatering dat een bedrijf structureel niet handelt volgens de brandveiligheidsregels, de gemeente het advies geven dat zij over moet gaan tot handhaving. Sdu Uitgevers
Fotograaf: FBF.nl
risico beh eersi ng
Naleving van de brandveiligheidsregels kan grote branden voorkomen. De visie voorziet de brandweer en gemeenten in richtlijnen om de naleving van die regels te stimuleren.
Middelen naleven stimuleren De middelen die de gemeente tot haar beschikking heeft voor de naleving van de brandveiligheidsregels zijn gebaseerd op de Tafel van Elf van de VROM-Inspectie. Uitgangspunt bij de Tafel van Elf is dat de brandveiligheidsregels eerst bekend moeten zijn bij de doelgroep, voordat zij hier naar kunnen handelen. Randvoorwaarden hierbij zijn dat de doelgroepen het gewenste gedrag kunnen en willen vertonen. ‘Uit controles kan bijvoorbeeld blijken dat studenten niet of onvoldoende op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving over brandveiligheid. In zo’n geval is het verstrekken van informatie door middel van voorlichting een efficiënt middel.’ Een ander middel dat de gemeente tot haar beschikking heeft is handhaving. Volgens de visie is dit geen kerntaak van de brandweer. Wel moet de brandweer de gemeente hierover adviseren. ‘Handhaving van de wet- en regelgeving is de taak van de gemeente, maar de gemeente heeft hiervoor wel de inhoudelijke onderbouwing van de brandweer nodig.’ Belangrijk winstpunt Belangrijk winstpunt van de visie is, volgens Van Bergen, dat de intentie is uitgesproken om een landelijk informatiesysteem te ontwikkelen. ‘Alle constateringen die de brandweer doet tijdens de brandveiligheidscontroles worden nu opgeslagen in dossiers. Veel belangrijker is het om alle informatie uit alle dossiers met elkaar te linken. Pas dan heb je een totaalbeeld waar je echt iets mee kunt. Door zo’n landelijke database te analyseren kun je Brand&Brandweer
het effect van bepaalde regels vaststellen. Op basis van de uitkomsten is het mogelijk om de wetgever te adviseren en kun je uiteindelijk veel effectiever handelen.’ De concrete ontwikkeling van een landelijk informatiesysteem met database is er echter nog niet. Nu de visie is vastgesteld is de volgende stap dat alle gemeenten en veiligheidsregio’s de visie gaan implementeren. Dit gebeurt niet zomaar, beseft Van Bergen zich. ‘Op dit moment zijn wij druk bezig met de productie van een brochure over de visie. Naar verwachting wordt deze eind dit jaar geïntroduceerd.’ Voor deze introductie worden landelijk één of twee startbijeenkomsten gehouden voor zowel de brandweer als de gemeenten. Tijdens deze bijeenkomsten wil de projectgroep ook informeren in hoeverre er behoefte is aan ondersteuning voor de implementatie van de visie per regio. Van Bergen: ‘Nu al bekijken we voorzichtig wat hiervoor de mogelijkheden zijn, maar een projectvoorstel moet nog worden gemaakt. Als de regio’s daar suggesties voor hebben, werkt dat een stuk effectiever. Al met al ligt er nu een heldere en eenduidige visie waarbinnen de gemeenten en de veiligheidsregio’s nog voldoende ruimte hebben om er in hun eigen tempo en ontwikkeling invulling aan te geven.’ ■
nummer 12 december 2010 597
De zorg en verantwoording voor een duurzaam veilige werkomgeving reikt verder dan de wettelijke richtlijnen voorschrijven. G4S Training & Safety Solutions ontzorgt bedrijven en organisaties op het gebied van risico-advisering en veiligheidsopleidingen. G4S heeft een zeer uiteenlopend opleidingsaanbod van bedrijfshulpverlening tot brandweertrainingen, van agressietrainingen tot maritieme opleidingen. Om bij te dragen aan de verhoging van het kennisniveau van uw organisatie onderhoudt G4S samenwerkingsverbanden met verschillende vooraanstaande specialisten uit alle vakgebieden. Alle instructeurs worden voortdurend didactisch en vakinhoudelijk getraind, zodat we altijd inspelen op actuele ontwikkelingen. Met vestigingen door heel het land is er altijd een trainingscentrum bij u in de buurt. G4S kan tevens incompany trainingen verzorgen. Zo zorgt G4S voor uw veiligheid.
Voor meer informatie over al onze opleidingen kijkt u op www.g4s.nl
de week van
Tjerk Elzinga is verantwoordelijk voor de algemene bedrijfsvoering binnen de brandweer Winsum en De Marne. Zijn dagen bestaan uit veel werkoverleggen en hij geeft leiding aan vier blusgroepen in deze regio. Zijn gemeenten hebben een laag risicoprofiel en er is weinig industrie. Toch is er in de week van 8 tot en met 14 november één groot industrieel incident waarbij Elzinga als Officier van Dienst (OvD) aanwezig is.
Naam: Tjerk Elzinga Leeftijd: 42 jaar Functie: commandant Winsum - De Marne en Officier van Dienst (OvD) rayon west Groningen Sinds: 2003
Maandag 8 november gaat de pieper om 7.50 uur voor een prio1 brand bij de affakkelinstallatie van de NAM op het industrieterrein in Grijpskerk. ‘Onderweg in de auto heb ik mijn afspraak van die ochtend afgezegd. Mijn onderbuikgevoel vertelt mij dat dit incident langer gaat duren dan een uur. De ROGS was ook al onderweg’, vertelt Elzinga. Bij aankomst is opgeschaald naar middelbrand en wordt de omgeving in een ruime straal afgezet. ‘Bij zo’n incident heb ik hulp nodig van de drie H’s: hulpmiddelen, handjes en hersenen. Ter plaatse moesten de bedrijfsdeskundige van de NAM en de ROGS, mij voorzien van de benodigde inhoudelijke kennis van het bedrijfsproces en de risico’s.’ Al snel wordt duidelijk dat de brand is ontstaan in een bijzonder procesonderdeel. Het is het fornuis waar ruw aardgascondensaat wordt opgewarmd en gestabiliseerd wordt voor verder transport. De toevoer wordt stopgezet en het crisiscentrum van de NAM in Assen neemt op afstand de besturing over. ‘Toch zit er dan nog 5 kuub ruw aardgascondensaat in de leiding. Als brandweer ben je geneigd direct veel te willen doen, maar nu moesten we juist besluiten af te wachten. Veel meer dan inzetten op koeling en het laten uitbranden was er niet bij.’ Rond 14.00 uur rukken de hulpdiensten weer in. Het resterende deel van deze dag zit Elzinga op kantoor. Daar bereidt hij de kadervergadering van die avond voor. ‘Als je werkt met parttime professionals die overdag bij hun hoofdwerkgever aan de slag zijn, werk je al snel twee of drie avonden per week.’ Daar staat tegenover dat Elzinga op vrijdag vaak vrij is. Dinsdag zit Elzinga op kantoor. Het voortraject voor een nieuwe stallinggarage in Winsum verloopt zeer moeizaam. Begin dit jaar ging een buurtbewoner in beroep tegen het vastgestelde bestemmingsplan en diende de zaak bij de Raad van State. Deze week loopt Elzinga tegen een tegenvallende aanbesteding aan en moet hij het voorstel voor het college en de gemeenteraad aanpassen. ‘Op 14 december beslist de gemeenteraad over onze plannen, dus tot die tijd is er nog geen groen licht voor de bouw.’ Woensdag Het gemeentelijke beleidsteam oefent regelmatig in het kader van de gemeentelijke rampenbestrijding. Vandaag oefenen Elzinga en zijn collega’s de besluitvormingsprocessen Brand&Brandweer
Fotograaf: Jos Schuurman
Tjerk Elzinga: ‘Geen moment van verveling’
aan de hand van een watersnoodrampscenario met een mogelijke dijkdoorbraak beoefend. De dijkgraaf wilde graag een keer mee oefenen en zijn aanwezigheid was leidend. ‘Afhankelijk van informatie die wij van hem en van de waterschappen kregen, moesten wij de inzet bepalen. Dat ging prima.’ Na afloop van de oefening heeft Elzinga nog een afspraak met de gemeentelijke beleidsadviseur voor de digitalisering van de brandweerwetten en verordeningen. Donderdag is in principe de laatste werkdag voor Elzinga. Het grootste deel van de dag werkt hij aan het voorstel voor de nieuwe kazerne. Daarnaast heeft hij enkele overleggen met de afdeling bouw– en woningtoezicht over brandpreventie en handhaving. Deze werkdag is kort, want hij heeft een belofte gemaakt aan zijn dochters. ‘Door weer en wind zou ik ’s avonds met hen voor Sint Maarten langs de deuren.’ Zondag moet Elzinga in actie komen bij een grote brand in de voertuigenberging van een boerderij. ‘Mijn collega had OvDdienst, dus ik stond er met mijn commandantpet op. Naast overleg met de burgemeester en het regelen van nazorg voor de bewoners heb ik de brandstof voor de inwendige mens geregeld. Iedereen was uit bed weg gepiept en al vanaf 7.30 uur druk bezig. Dan is het wel fijn als er koffie en een broodje is.’ Overslag naar de naastliggende stal met zestig koeien wordt voorkomen en om 12 uur kan Elzinga weer naar huis. Ditmaal zit zijn werkweek er echt op. ■
nummer 12 december 2010 599
re pressi e
Fotografie: FBF.nl
Complexe inzet na instorten
De vloer van het gebouw stortte in nadat bouwvakkers beton hadden gestort. Onbekend is hoeveel slachtoffers er nog onder het puin liggen.
Donderdag 21 oktober schrikt het centrum van Rotterdam op door een bulderend lawaai. Tijdens het betonstorten begeeft de vloer van een woontoren het. Al snel wordt gevreesd voor de levens van de aanwezige bouwvakkers. Uiteindelijk raken vijf bouwvakkers zwaar gewond. Onduidelijk is of er meer op instorten staat. Toch gaan de aanwezige brandweerlieden aan de slag om de slachtoffers uit het puin te halen.
B
Door Ilona Vergonet en Jildou Visser
innen enkele minuten na de melding wordt Officier van Dienst (OvD) Emil van Schie van de brandweer gealarmeerd. Bij aankomst ziet hij dat de vloer op ongeveer tien meter hoogte naar beneden is gevallen. ‘Hoewel we op dat moment nog geen compleet beeld hadden van de staat van het pand aan de binnenkant, zijn we wel naar binnen gegaan om te verkennen. Dat zijn best spannende momenten die je dan doormaakt, maar gelukkig hoorden we snel dat het resterende deel van het pand wel veilig was’, vertelt Van Schie. ‘Boven was een veilige plek waar we konden werken. De bouwvakkers hadden al vier van hun collega’s bevrijd en de vijfde persoon hebben wij overgenomen. Met een slijptol hebben we hem losgezaagd van al het puin en staal waar hij in vast zat.’
600
nummer 12 december 2010
Beneden staat Leider Commando Plaats Incident (CoPI) Leen van den Ouden van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Prioriteit tijdens het eerste CoPI-overleg is het in kaart brengen van de hoeveelheid slachtoffers en of er nog mensen vermist worden. ‘De politie kijkt naar onveilige situaties in de omgeving en naar welke plekken afgezet moeten worden’, aldus Van den Ouden. ‘Meters hoog hingen nog brokstukken te bungelen die naar beneden konden vallen. Als dat zou gebeuren terwijl er iemand onder liep, zou diegene dat waarschijnlijk niet na kunnen vertellen.’ Tegen de tijd dat het eerste CoPI-overleg plaatsvindt, zijn de eerste slachtoffers onder het puin vandaan gehaald. Van den Ouden: ‘Tijdens het tweede CoPI-overleg kregen we een lijst van het bouwbedrijf met de aanwezigen. Toen wisten we pas zeker dat er niet meer mensen onder het puin lagen. De mannen hebben geluk gehad dat ze òp de gestorte vloer stonden en niet er onder. Anders was het heel anders voor ze afgelopen. Mijn grootste zorg Sdu Uitgevers
rep ressi e
woontoren Leerpunten In de tussentijd zijn Van Schie en zijn collega’s druk bezig met het weghalen van de slachtoffers. In overleg met de kraanmachinist hebben ze stuk voor stuk de slachtoffers in een schepbrancard naar beneden getransporteerd. ‘Het eerste slachtoffer ging heel lastig. We hadden geen wervelplank waar we hem op konden leggen en met alle botbreuken was het voor de ambulancecollega’s beneden erg lastig om hem weer uit de schepbrancard te krijgen’, vertelt Van Schie. Dit was voor de brandweer één van de leerpunten die direct is opgepakt. De resterende vier slachtoffers werden met behulp van een wervelplank in de schepbrancard gelegd en zo snel mogelijk naar beneden gebracht. Al met al heeft de evacuatie van de slachtoffers 55 minuten geduurd. Hoewel de hulpverlening volgens Van den Ouden zeer gestructureerd verliep heeft ook hij een leerpunt. ‘We zijn een grote regio en kennen elkaar goed, ook vanwege de jaarlijkse CoPI-trainingen. Buiten het CoPI om heb ik geleerd ook nauw contact te houden met in dit geval de Ongevallenraad, de Arbeidsinspectie en het Openbaar Ministerie. Er zijn veel partijen betrokken bij een gebeurtenis als deze. Goede communicatie is van groot belang.’ Er moeten bijvoorbeeld op veel verschillende momenten foto’s worden gemaakt van de plaats van het incident voor onderzoek en evaluatie. Als er een blok beton wordt weggehaald, moeten opnieuw foto’s worden gemaakt van dezelfde plek om het verloop vast te leggen. ‘Als je niet goed met alle partijen overlegt kan het zo zijn dat je handelingen pleegt zonder dat er vooraf foto’s worden gemaakt, om de essentie vast te leggen. Voor het onderzoek zou dat desastreus kunnen zijn’, aldus Van den Ouden. Communicatie is in alle lagen verschrikkelijk belangrijk. Geslaagde inzet Na afloop is er tussen het ambulance- en brandweerpersoneel direct een korte evaluatie over de inzet. Daar kan Van Schie de ambulancemedewerkers uitleggen waarom hij hen niet boven wilde hebben. ‘Onze inzet was erop gericht om zo snel mogelijk de slachtoffers op veilige wijze weg te halen. Daarbij besloot ik dat er zo weinig mogelijk mensen boven moesten zijn. Hoe minder mensen er boven zijn, des te kleiner de kans dat één van hen een instabiele situatie zou veroorzaken.’ Al met al konden alle hulpverleners terugkijken op een geslaagde inzet met een goede samenwerking. Toch zijn er ook leerpunten. Zo moeten andere hulpverleners volgens Van Schie nog beter letten op hun eigen veiligheid. ‘Op last van ons waren er bepaalde gebieden afgesloten. Hierover waren met leidinggevenden van andere diensten goede afspraken, maar toch betraden enkele hulpverleners zo’n gebied. Dat besef van veiligheid is er blijkbaar toch nog niet bij iedereen voldoende. Voor ons de taak om dat nog duidelijker te maken. Niet alleen op een plaats incident, maar ook vooraf tijdens instructies.’
Brand&Brandweer
fotografie: FBF.NL
werd vanaf toen veroorzaakt door die loshangende betonnen platen en of de situatie veilig was qua instortingsgevaar. We besloten de tram stil te leggen, vijf winkels te sluiten en het gebied nog verder af te zetten.’
Brancards worden aan een bouwkraan bevestigd om gewonde bouwvakkers aan het medisch personeel over te dragen.
Slag om de arm Nadat de slachtoffers uit het puin zijn gehaald heeft het bouwbedrijf het idee om een kraan te halen om het puin te ruimen. Van den Ouden leert daarvan vooral dat hij een slag om de arm moet houden wanneer hij afhankelijk is van andere instanties. De inschatting was optimistischer dan de realiteit. ‘Wij zijn getraind om een dergelijke crisisinschatting voor onze eigen processen goed te kunnen maken. Een bouwbedrijf is ingesteld om de bouw zo efficiënt en effectief mogelijk te laten verlopen, maar dit is iets wat niemand kan voorzien. Wij kunnen ons proces tijdens een crisis op de minuut afstemmen. Laat ik daar wel bij zeggen dat de samenwerking met het bouwbedrijf goed verliep. Ik heb nu geleerd om er rekening mee te houden dat het anders kan lopen als je afhankelijk bent van andere instanties.’ Dat het ongeluk midden in het centrum plaatsvond heeft volgens Van den Ouden geen problemen opgeleverd qua bereikbaarheid. ‘Misschien was het juist wel een voordeel. Onze kazerne is slechts enkele minuten verwijderd van het gebouw. De verkeerssituatie is de laatste jaren niet echt verbeterd voor de hulpverleners in Rotterdam. Stoepen en trambanen zijn zo verhoogd dat je er met een normaal voertuig niet meer op kunt. Soms staat het in de stad zo vast dat je een stuk over de stoep moet rijden, maar dat is bijna niet mogelijk. Je moet goede lokale kennis hebben, anders kom je vast te zitten en raak je kostbare minuten kwijt.’ Engeltje op de schouder Een bijzonder leerpunt dat Van Schie ervaart is specifiek van toepassing op dit incident. Achteraf hoort Van Schie dat de betonmolen die op de ingestorte werkvloer stond bestuurd wordt met een afstandsbediening. De bouwvakker die daarover beschikte was zelf ook slachtoffer van het incident en dus lag ook de afstandsbediening tussen het puin. ‘Als iemand daarop was gaan staan had alles heel anders af kunnen lopen. De betonmolen heeft een lange arm die met die afstandsbediening kan gaan zwaaien. Als die arm tegen andere gebouwdelen aan was gaan zwaaien had er meer puin naar beneden kunnen komen. Ons voorzichtig optreden had misschien zelfs dat niet kunnen voorkomen’, vertelt Van Schie. Met die kennis beseft ook Van Schie dat zij een engeltje op hun schouder hebben gehad. ■
nummer 12 december 2010 601
zo vader, zo zoo n
‘We stáán voor elkaar’ De zes vaders en zoons die bij allemaal bij het korps Werkendam werken zijn een ultiem voorbeeld van de spreekwoordelijke paplepel. Ook de andere zes leden van het twintig leden tellend korps zijn door familie of bedrijf met elkaar verbonden. Bij wijze van uitzondering daarom in dit nummer een extra uitgebreide versie van de rubriek zo vader, zo zoon. ‘We zijn een heel hecht team.’ Aan het woord drie vaders en drie zonen.
De twaalf vaders en zonen van Werkendam. Van links naar rechts: Henk van Rosmalen, Theo van Rosmalen, Jan van der Stelt, Jan-Pieter van der Stelt, Anne van Wijgerden, Gerard van Wijgerden, Jaap Vink, Laurens Vink, Gerard van de Heuvel, Cees van de Heuvel, Jan Snoei Sr., Jan Snoei Jr.
Door Ellen Schat
Vader Jaap Vink (51) werkt in de unitbouw en is al meer dan dertig jaar hoofdbrandwacht. Hoe vindt u het dat u zoon bij de brandweer zit? ‘Erg leuk. We praten thuis vaak nog even na over inzetten. Hij noemt me tijdens uitrukken regelmatig gewoon pa. We hebben nooit miscommunicatie gehad doordat andere zoons ook hun pa riepen.’ ‘Mijn zoon is geen rouwdouwer, dus ik ben wel gerust op zijn veiligheid. Toch voel ik ook wel vaderlijke zorg. Zoals laatst, toen hij zich opwierp om in de hoogwerker naar boven te gaan tijdens een schoorsteenbrand. Sowieso letten we in het korps erg op elkaar. We stáán voor elkaar.’ 602
nummer 12 december 2010
Leren jullie van elkaar? ‘Ja. Ik leer nieuwe dingen van hem. En ik geef hem mijn ervaring mee. Zo zeg ik bijvoorbeeld altijd dat hij de kleren die hij het eerst aantrekt bij een alarm bovenop de stapel moet leggen.’
Zoon Laurens Vink (23) werkt als loodgieter en is brandwacht eerste klas sinds augustus 2008. Is het vak je met de paplepel ingegoten? ‘Ja, zeker weten. Ik ken mijn vader alleen maar als brandweerman. Ik ben 23 en hij zit er al 32 jaar bij. Vroeger ging ik mee met oefeningen en wedstrijden en op mijn achttiende wilde ik al graag bij het korps. Toen was er geen plek. Twee jaar geleden ben ik er tegelijk met drie andere ‘zonen’ bij gekomen.’ Sdu Uitgevers
zo vad er, zo zoon
Zoon Jan-Pieter van der Stelt (27) is bedrijfsleider en sinds 2008 brandwacht eerste klas:
Hoe is het om met je vader samen te werken? ‘Fantastisch. Het team is sowieso erg hecht. De gezelligheid en de spanning van het vak spreken me aan. Het uitrukken samen gaat ook prima, meestal nemen we mijn auto. Ik heb veel van mijn vader geleerd. Juist omdat hij mijn vader is, kan ik veel van hem aannemen.’
Wilde je altijd al bij de brandweer? ‘De interesse was er altijd al, maar ik wilde eigenlijk pas later bij de brandweer. Na een avond in de kroeg besloten een aantal van ons de stap te wagen. Eén van de ouderen had ons gevraagd. We hadden wel een zetje nodig, maar gingen er daarna helemaal voor. Dat moet ook wel trouwens. Het brandweervak kun je niet half doen. We zijn behoorlijk fanatiek.’
fotografie: FBF.NL
Vader Jan van der Stelt (52) is magazijnmedewerker en sinds 2003 één van de vaste chauffeurs:
Hoe is het om met je vader te werken? ‘Erg mooi. Als we een melding krijgen zijn we ongeveer tegelijk klaar. Hij slaapt wat lichter, maar ik ben sneller Bij de laatste uitruk waren mijn vader en ik nummer 1 en 2. We zijn een goed team.’ ‘Het is ook een aparte ervaring om met vijf andere vaders en zoons te werken. Wij hebben als jonge honden veel van de oude garde geleerd.’
Vader Gerard van den Heuvel (48) is slager en werkt 22 jaar bij de brandweer, onder meer als bevelvoerder: Is het leuk om een zoon bij de brandweer te hebben? ‘Ja, ik ben erg trots op hem. Toen ie achttien was heb ik hem een keer gepolst, maar toen wilde hij niet. Een paar jaar later is hij tegelijk samen met twee andere ‘zoons’ bij ons korps gekomen. Hij werkt ook bij mij in de slagerij, dus we hebben al een werkgever-werknemer verhouding. Dat is wel handig, want ik ben ook bevelvoerder.’ Rukken jullie regelmatig samen uit? ‘Ja, onze laatste gezamenlijke uitruk was een schoorsteenbrand. Ik heb in de slagerij gelukkig genoeg personeel om weg te kunnen.’ ‘Ik merk dat mijn zoon net als de andere jonge jongens erg fanatiek is. Ik denk trouwens dat het aantal vader-zoonstellen bij ons korps uniek is in Europa, misschien zelfs wel in de wereld.’
Hoe vindt u het om samen met u zoon bij brandweer te werken? ‘Heel leuk. Tijdens een melding is er plots beweging uit alle hoeken van de kamer. Eigenlijk is mijn hele gezin bij de brandweer. Ook voor mijn vrouw houdt het best wat in. Ik werk sinds een tijdje overdag in een dorp verderop, dus ik kan in die uren helaas niet meer mee op uitruk. Het komt dus wel voor dat mijn zoon op pad is en ik niet. Dan wil ik ’s avonds alles weten.’ Hoe is de samenwerking? ‘Erg goed. Ik vind het een groot voordeel dat we samen over inzetten kunnen praten, vooral als die spannend zijn geweest. We hebben maar een half woord nodig.’ ‘De laatste uitruk was tijdens een gaslek in een woonhuis. We gingen samen op verkenning uit en moesten de boel forceren. Ik ben professional, maar blijf ook vader. Ik let toch wat extra op hem.’
Brand&Brandweer
Zoon Cees van den Heuvel (22) is slager en sinds 2008 brandwacht eerste klas: Is het vak je met de paplepel in gegoten? ‘Eigenlijk wel ja. Ik ging vroeger vaak mee naar een brand in het dorp. Ik ging er bij toen een aantal andere jongens ook wilden, dan konden we gezamenlijk op cursus. Het vak heb ik niet specifiek van mijn vader geleerd, dat leer je toch vooral op cursussen, oefeningen en van anderen. Wel praten we achteraf natuurlijk wel eens over inzetten of oefeningen.’ Is het niet vreemd dat je vader ook bij het korps zit? ‘Nee. We kunnen dat heel goed scheiden. Bij een melding stappen we vanuit de slagerij samen op de scooter. Als mensen in het dorp ons zien rijden met een wit slagersschort, gaan ze al aan de kant.’ ‘Tijdens inzetten zijn we serieus, maar op oefenavonden ontstaat er natuurlijk wel eens onderling een dolletje. Ik plaag hem wel eens als hij iets fout heeft gedaan.’ ■ nummer 12 december 2010 603
604
nummer 12 december 2010
Sdu Uitgevers
de fotograaf van
Brandweerfotograaf van Groningen ‘Brand maakt altijd weer indruk’ Leeftijd: 35 Camera: Nikon D90 Korps: Alle korpsen in Groningen Aantal uitrukken: aantal keer per dag, ook voor beknellingen en politiezaken Website: www.112groningen.nl www.112nederland.nl Beroep: eigenaar website 112groningen Brandweerfotograaf sinds: 2003 de site opgericht, maar verkoopt al sinds zijn 20ste foto’s
‘Als er iets is, ben ik er bij’, vertelt Martin Nuver, oprichter van de site 112groningen.nl. Nuver is van jongs af aan al geïnteresseerd in alles wat met brandweer, politie en hulpverlening te maken heeft. ‘Op mijn twaalfde zat ik regelmatig bij de buurman naar zijn scanner te luisteren. Later heb ik er zelf een gekocht. Eerst ging ik alleen naar de incidenten in de buurt, later pakte ik de fiets om ook iets verder weg te gaan kijken, toen kwam de brommer voor nog langere afstanden en tegenwoordig vlieg ik overal naar toe in mijn auto.’
Fotograaf en cameraman Martin Nuver.
In 2003 begint Nuver met zijn site. ‘Ik was één van de eersten in Nederland met een 112-site. In het begin zette ik er alleen foto’s op van incidenten. Af en toe vulde ik de foto’s aan met een stukje tekst. Tegenwoordig heb ik een team met collega’s die zowel in video als in foto sterk vertegenwoordigd zijn.’ De eerste dag trekt de site tweehonderd unieke bezoekers. Na een paar dagen loopt dat getal op naar duizend. ‘Toen begreep ik dat er veel vraag was naar informatie over incidenten in de omgeving.’ In augustus 2008 zegt Nuver zijn deeltijdbaan als kok op om zich volledig op zijn site te storten. ‘Altijd als ik naar mijn werk ging, deed ik mijn pager uit, omdat ik anders baalde als er een melding binnen kwam waar ik niet heen kon. Het liefst ben ik zelf overal bij.’ Nuver krijgt inmiddels van ongeveer 25 personen foto’s aangeleverd en er zijn zes videoteams aan het werk voor de website. ‘112Groningen is een soort persbureau. De foto’s en video’s die ik binnenkrijg, lever ik weer aan verschillende media. Opdrachtgevers zijn onder meer SBS6, RTV Noord, Dagblad van het Noorden.’ Nuver krijgt ook regelmatig de vraag vanuit verschillende korpsen of ze zijn foto’s kunnen gebruiken voor evaluatie. Hij probeert ook bij zo veel mogelijk incidenten aanwezig te zijn. ‘Mijn werk zou een stuk moeilijker zijn geweest als ik geen tips binnenkreeg van oplettende burgers. Ik denk dat minstens duizend Groningers mijn telefoonnummer hebben. Als er wat gebeurt, ben ik dag en nacht bereikbaar. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik getipt wordt door een getuige van een incident voordat de melding op mijn pager verschijnt. Laatst kreeg ik een telefoontje van een ongeluk en twee minuten later werd de brandweer gepiept. Het is wel vreemd als je dan als eerste op de plek des onheils aankomt.’
Brand&Brandweer
‘Binnen drie uur tijd is de school volledig afgebrand’.
Favoriete foto In oktober van dit jaar heeft een zeer grote uitslaande brand een schoolgebouw in Groningen volledig verwoest. In het gebouw waren twee basisscholen gevestigd, die samen aan bijna duizend leerlingen lesgeven. Niemand is gewond geraakt. Nuver: ‘Deze foto maakt veel indruk op me. Zo veel vuur en door de harde wind was er geen redden meer aan. Binnen drie uur tijd is de school tot de grond toe afgebrand. Er stonden allemaal mensen toe te kijken hoe het gebouw in vlammen op ging en de emoties liepen hoog op. Voor je ogen verdwijnt alles en je kunt er niets aan doen. Elke brand heeft iets bijzonders. Vlammen grijpen snel om zich heen en dat maakt altijd weer indruk. Het is zeker geen sensatiezucht, het willen overbrengen van nieuws op grote groepen mensen via de media. Het is informatievoorziening en je zorgt er voor dat mensen de feiten snel kunnen vinden en bekijken. Inmiddels heeft de website ongeveer twingtigduizend unieke bezoekers per dag. ‘Ik ben een gelukkig man’, vertelt Nuver. ‘Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt.’ ■
Dit is de laatste editie van de brandweerfotograaf.
nummer 12 december 2010 605
[ NON-stOp rOOkprOductie Overal eN altijd
ROOKONTWIKKELING BIJ BRAND KENT GEEN PAUZE. OOK DE ROOKGENERATOREN VAN HAAGEN STOPPEN NIET! HAAGEN rookgeneratoren zijn ontworpen om snel een grote hoeveelheid realistische rook te kunnen genereren. De Vesuvius en Etna produceren continue een dikke, zware rook zonder tussendoor op ongewenste tijden te stoppen. Of je nu bezig bent met een oriëntatieoefening, opsporingstraining of ventilatietraining, rookgeneratoren van HAAGEN zullen zolang als gewenst is, rook produceren. Wilt u de Vesuvius en Etna in actie zien? Bekijk dan de video op www.haagen.eu of bel ons voor een demonstratie.
WWW.HAAGEN.EU
+31 (0)13-5076800
1,25 km² trainingsoppervlakte 46 realistische trainingsobjecten 10 tankautospuiten, 1 redvoertuig Dräger en Interspiro Holmatro en Weber Overnachtingen in hotel Flexibiliteit en gastvrijheid Swedish Rescue Training Centre Skövde, Zweden
Trainingen: Bevelvoerder, OvD, Manschap, Gaspak, 4 op een TAS, Combinatietrainingen. Wij verstrekken u graag informatie: info@tlodeen.nl 00316 11647578
606
nummer 12 december 2010
Sdu Uitgevers
Nieuws
van de Brandweeracademie
Scholingsprogramma voor docenten Brandweeracademie De Brandweeracademie heeft voor haar eigen docenten een didactisch bijscholingstraject ontwikkeld. Twee jaar geleden heeft de Brandweeracademie samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) een leergang ontwikkeld voor de functie Docent. De leergang leidt op tot het rijksdiploma Docent en geeft tegelijkertijd recht op civiele certificering (pedagogisch-didactische aantekening, PDA-certificaat). Omdat de Brandweeracademie ook de kwaliteit van haar eigen docentenkorps continu wil verbeteren, heeft zij samen met de HAN een speciaal scholingsprogramma voor deze groep opgezet. Uitgangspunt hiervan is dat het nauw aansluit bij de al aanwezige kennis en ervaring van de docenten en dat het ook leidt tot het diploma Docent, in combinatie met een PDA-certificering. De eerste groep van tien ervaren docenten is in maart 2010 van start gegaan. De docenten hebben inmiddels een aantal themabijeenkomsten afgerond. Momenteel werken ze hard aan het opbouwen van hun portfolio. De verwachting is dat
zij begin 2011 de afsluitende proeve van bekwaamheid zullen afleggen.
Leerrendement verhogen De deelnemende docenten zijn tot nu toe zijn zeer positief over het programma. Maikel Lenssen, hoofd Executieve Ondersteuning bij Brandweer Rotterdam-Rijnmond en docent bij de Brandweeracademie, vertelt: “Het is een intensieve opleiding waarbij theorie en praktijk met elkaar worden verbonden. Vaak deden we als docenten al de goede dingen en hanteerden we al de juiste werkwijzen, maar nu weten we ook waarom het goed werkt!
Niet iedereen heeft dezelfde leerstijl en dus is niet elke manier van lesgeven voor elke cursist even interessant en inspirerend. Dankzij deze opleiding kan ik nog doelbewuster technieken en middelen inzetten om het leerrendement te verhogen. Verder kun je als docent verschillende rollen vervullen: die van expert, trainer, begeleider, assessor of coach. Wat deze opleiding me heeft geleerd, is dat elke rol om een andere houding en een bijpassende set vaardigheden vraagt. Wat dat betreft is er een wereld voor me opengegaan.”
BHV-project voor Dienst Justitiële Inrichtingen Het NIFV voert samen met het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening (NIBHV) een grootschalig BHV-project uit voor de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Het project richt zich op de ontwikkeling en kwaliteitsborging van de BHV-opleidingen. Eerder ontwikkelde het NIFV een visie en een operationeel handboek voor de BHV-organisatie van DJI. De bedoeling van dit project is om o.a. deze kennis te vertalen naar de opleidingen, herhalingscursussen en oefeningen van alle BHV’ers van DJI. Het NIFV ontwikkelt de lesmethoden en de les- en leerstof voor het per opleiding benodigde maatwerk. Dit maatwerk komt boven op de basisopleidingen, waarvoor het NIBHV de lesboeken uitgeeft. Het NIBHV zorgt ook voor de certificering en examinering van de opleidingen. Het project voorziet verder in de kwaliteitsborging van BHV-docenten
en de afhandeling van vragen uit de BHV-organisatie.
Uitdagend en complex “Maatwerk ontwikkelen voor maar liefst zeven BHV-functies bij een organisatie met specifieke risico’s zoals DJI is een even uitdagend als complex project”, aldus Rijk Hofman, projectleider namens het NIFV. Volgens hem is het de kunst om de wetenschappelijk onderbouwde inzichten uit de visie en het handboek te vertalen naar begrijpelijke les- en leerstof: “Er worden bij DJI immers geen brandweermensen of veiligheidskundigen opgeleid, maar BHV’ers. Het accent ligt op procedures en werkwijzen die in de praktijk moeten worden toegepast. En die dus ook beoefend moeten worden.” Ook moet er rekening worden gehouden met de diverse inrichtingstypen van DJI. Een justitiële jeugdinrichting ziet er
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de Brandweeracademie van het NIFV
anders uit dan een penitentiaire inrichting voor volwassenen. “Een belangrijke vraag is in hoeverre er bij de opleidingen rekening kan en moet worden gehouden met deze verschillen in inrichtingen en de bijbehorende gebouwen. Een deel van het maatwerk moet dan ook locatiespecifiek worden ingevuld”, aldus Hofman.
Kwaliteitsborging Het resultaat van de opleidingen in de praktijk zal sterk afhangen van de lessen zoals die door de docenten worden uitgevoerd. Het overdragen van de lesmethoden aan de docenten is daarom een onlosmakelijk onderdeel van het project. Hofman: “Het belang van een goede implementatie van opleidingen kennen we ook in het brandweeronderwijs. Wat dat betreft komt de ervaring van het NIFV met de ontwikkeling en overdracht van lesmethoden en leermiddelen in dit project goed van pas.”
www.brandweeracademie.nl
VERHUISAANBIEDING
de revolutionaire oplaadbare
STINGER LED HP
met gratis luxe holster ĂŠn een STYLUS PRO! w w w . s a fe t y - l u x . n l vanaf juni 2010 is ons nieuwe adres: Safety-Lux Nederland B.V. Rokerijweg 8 Postbus 326 NL 1271 AH Huizen NL 1270 AH Huizen
T +31 (0) 35 691 44 76 F +31 (0) 35 691 54 74 E info@safety-lux.nl
608
nummer 12 december 2010
Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
nummer 12 december 2010 609
one for all • one seven® blustechniek • nieuwbouw en renovatie • natuurbrandblussYstemen • decontaminatiesYstemen • haakarmcontainers • alu trolleYs • ogs materiaal / haZmat
de nieuwe bullard magma too hot to handle * voldoet aan en443:2008 * de lichtste helm op de markt * opgebouwd uit slechts 29 componenten * geschikt voor masker-helm combinatie * grote variëteit aan opties * diverse kleuren en kleurencombinaties
t +31 (0)412 69 55 55
*
e info@vtn.nl
*
www.vtn.nl
De feestdagen en het einde van het jaar naderen. Tijd voor vakantie. Met de kleurplaat kunnen uw kinderen zich wel even vermaken. De leukste inzender krijgt een attentie thuis gestuurd. Stuur de kleurplaat voor 17 januari naar:
Brand&Brandweer
Redactie Brand&Brandweer T.a.v. Ingrid Spijkers Postbus 2649 8901 AC Leeuwarden
nummer 12 december 2010 611
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Adembescherming Interspiro Televisieweg 113 1322 BD Almere Tel. 036 5363103 Fax 036 5384809
Adviesbureau Dijkoraad Viavesta bv Gotlandstraat 50 7418 AX Deventer Tel. 0570 519555 E-mail: brandpreventie@dijkoraad.nl www.dijkoraad.nl/brandpreventie Adviesburo Nieman Postbus 40217 3504 AA Utrecht Tel. 038 4670030 JMW Adviesbureau Verwerving en begeleiding aanschaf brandweermaterieel Beukenlaan 1 7642 EM Wierden Tel. 06 23822389 Fax. 0546 570612 www.jmw-adviesbureau.nl jan.muller-jmw@planet.nl Van Pinxteren Interim & Advies Postbus 75 2060 AB Bloemendaal Tel. 023 5254044 www.vanpinxteren.net
Adviesbureau brandpreventie Altavilla Brandveiligheid Postbus 1026 5602 BA Eindhoven Tel. 040 2902570 Fax 040 2902571 E-mail: info@altavilla.nl www.altavilla.nl Van Hooft Adviesburo B.V. Fire & Life Safety Engineers Hoogeindsestraat 4 5447 PD Rijkevoort Tel. 0485 37 18 90 Fax 0485 37 21 34 E-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl
612
Vaste adverteerders (contract houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Bartels Ingenieursbureau Postbus 10217 7301 GE Apeldoorn Tel. 055 3680540 Fax 055 3664598 E-mail: brandveiligheid@bartels.nl www.bartels.nl MVH Adviseurs BV Brandpreventie, Bouwplantoetsing brandveiligheid, Handhaving & Detachering brandpreventie specialisten Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 033-2586334 E-mail: info@mvhadviseurs.nl www.mvhadviseurs.nl Peutz B.V. Postbus 66 6585 ZH Mook Tel: 024 3570707 E-mail: info@mook.peutz.nl www.peutz.nl Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 E-mail: info@floriaan.nl www.floriaan.nl
Alu/RVS Bewerkingen Machinefabriek Het Stempel B.V. Postbus 191 3330 AD Zwijndrecht Tel. 078 6104055 Fax 078 6104010 E-mail: info@het-stempel.nl www.het-stempel.nl
Blusmiddelen DSPA Postbus 6572 6503 GB NIJMEGEN Tel. 024 3789581 Fax 024 3787583
Bouwbedrijf Vaessen Algemeen Bouwbedrijf Postbus 239 4940 AE Raamsdonkveer Tel. 0162 522120 Fax 0162 520274
nummer 12 december 2010
Brandweerhandboek STP Veiligheid & Techniek Tunnelstraat 7 A 6114 AS Susteren Tel. 046 4859849 Fax 084 7273924 info@brandweerhandboek.nl www.brandweerhandboek.nl
Brandweermaterialen DNM International b.v. Postbus 7 – 3250 AA Stellendam Delta Industrieweg 9 – 3251 LX Stellendam Tel. 0187-484488 Fax 0187-486244 info@dnmfire.com www.dnmfire.com
Brandweermaterialen & brandweervoertuigen Kenbri Fire Fighting BV Postbus 85 3250 AB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com
Brandweer & Sport Brandweer Sportbond Nederland Postbus 3154 3502 GD Utrecht Tel. 030 2404400 Fax 030 2404516 www.brandweersportbond.nl
Certificatie & Inspectie Kiwa Nederland B.V. Postbus 70 2280 AB Rijswijk Sir W.Churchilllaan 273 2288 EA Rijswijk Tel. 070 4144400 Fax 070 4144420 E-mail: info@kiwa.nl www.1kiwa.com/brand
Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 E-mail: laundry@laundry.nl www.laundry.nl
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau Van Vliet Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680 Miele Professional De Limiet 2 4131 NR Vianen Tel. 0347 378883 Fax 0347 378429 E-mail: professional@miele.nl www.miele-professional.nl
Detachering brandweerpersoneel RegioSafe Fire & Rescue B.V. Pakketboot 13/C 3991 CH Houten Tel. 030 6704815 Fax 030 6704817 E-mail: fire@regiosafe.nl www.regiosafe.com
Duikmaterialen
Raaijmakers Bronbemaling Liessentstraat 18c 5408 SB Volkel Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 E-mail: info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
Handlampen Safety-Lux Nederland B.V. Rokerijweg 8 1271 AH Huizen Tel. 035 6914476 Fax 035 6915474 E-mail: info@safety-lux.nl www.safety-lux.nl
Helmsteunen
Subworx for professional diving Elkerzeeseweg 34 4322 BN Scharendijke Tel. 0111-671288 Fax 0111-671225 E-mail: hello@sbwrx.com
Slaats Fijnmechanische Techniek Schepengraaf 6A 6035 PV Ospel Tel. 0495 641794 Fax 0495 641976
Geboorde brandputten
Hulpverlenings gereedschappen
Beemsterboer B.V. De Veken 10 1716 KE Opmeer Tel. 022 6351860 Fax 022 6351092 Grondbooronderneming J. Hörmann B.V. Rollecate 61 Postbus 28 7710 AA Nieuwleusen Tel. 0529 480910 Fax 0529 485460 Installatiebedrijf VerhoevenDrunen BV Postbus 35 5150 AA Drunen Thomas Edisonweg 47 5151 DH Drunen Tel. 0416 372378 Fax 0416 373659 info@verhoeven-drunen www.verhoeven-drunen.nl Verhey Toldijk B.V. Zutphen Emmerikseweg 13b 7227 DE Toldijk Tel. 0575 452041 Fax 0575 452051
Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com Weber Rescue Nederland Exclusief dealer voor de verkoop en service van Weber-Hydraulik producten In Nederland. Delta Industrieweg 15 3251 LX Stellendam Tel.018 7493588 Fax 018 7493066 E-mail: info@weber-rescue.nl www.weber-rescue.nl
Inspecties
Rusch Hijs en Hefttechniek B.V. Postbus 4128 1620 HC Hoorn Tel. 022 9212698 Fax 022 9211439 www.rusch.to rhh@rusch.to
Sdu Uitgevers
B&B REGISTER
Keuring cilinders Verhaaf BV Corridor 2d 5466 RC Veghel Tel. 0413 366579 Fax 0413 3638619 www.verhaafveghel.nl info@verhaafveghel.nl
Medische ondersteuning Ambulance Service Nederland Industrieweg 72/74 2712 LC Zoetermeer Tel. 079 3300530 Fax 079 3300531
Oefenmaterialen VDK B.V. Handels onderneming Langenakker 22 5731 JS Mierlo Tel. 0492 667357 Fax 0492 667735 Haagen Fire Training Products Industrieweg 5 5111 ND Baarle-Nassau Tel. 013 5076800 Fax 031 5076808 www.haagen.eu
Olie- en calamiteitenbestrijding VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Fax 0416 668065 Tel direct 0162 370390
Opl. Verkeersveiligheid Brandweerchauffeur Antislip & Rijvaardigheids centrum DIBO K. Doormanstraat 15 7825 VS Emmen Tel. 0591 767571 Fax 0591 615908 www.dibo-emmen.nl Slipstream Consultancy Verzetsraat 76 7671 GL Vriezenveen Tel. 0546 567792 Fax 0546 565489
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Uniformen en bluskleding
Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 AA Zoetermeer Tel. 079 3444777 Fax 079 3444790 info@draeger-safety.nl www.draeger-safety.nl
Zwart Uniformkleding Postbus 32 1906 ZG Limmen Tel. 072 5051638 E-mail: info@uniformkleding.nl www.uniformkleding.nl
PMG Safety for Doors Doezastraat 37 2311 HA Leiden Tel. 071 3611628 Fax 071 3611869 info@nooduitgang.nl www.nooduitgang.nl
Vaar opleidingen
Waadpak
Wenink Vaar Opleidingen en Nautische Diensten Paulusweg 31 3341 CS Hendrik-Ido-Ambacht Tel. 06 22113726 info@weninkvaaropleidingen.nl
Handelsonderneming Galjoen Molenstraat 69 1781 NK Den Helder Tel.022 3669951 Fax 022 3669952
MSA Nederland Postbus 39 1620 AA Hoorn Tel. 022 9250303 Fax 022 9211340
Schuimvormende middelen VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Fax 0416 668065 Tel direct 0162 370390 E-mail: Info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
Signalering Marelko Benelux b.v. Rondven 4 6026 PX Maarheeze Postbus 2674 6026 ZH Maarheeze Tel.0495 592290 Fax 0495 591014 E-mail: info@marelkobenelux.nl www.marelkobenelux.nl
Software
Verhuur brandweermaterialen RegioSafe Fire & Rescue B.V. Pakketboot 13/C 3991 CH Houten Tel. 030 6704815 Fax 030 6704817 E-mail: fire@regiosafe.nl www.regiosafe.com
Vluchtwegaanduiding Betalight B.V. Drosteweg 20 3881 PG Putten Tel. 0341 491231 Fax 0341 492066 E-mail: info@betalight.nl www.betalight.nl
Vluchtdeurbeveiliging
Waterkanonnen Holleman B.V. Postbus 64 1500 EB Zaandam Tel. 075 6123272 Fax 075 6123409 www.hollemanmachine.nl
Werving en selectie Leeuwendaal Postbus 1255 2280 CG Rijswijk Tel. 070 4142700 Fax 070 4142600 E-mail: wens@leeuwendaal.nl www.leeuwendaal.nl
AG 5 Wllem Fenengastraat 4C 1096 BN Amsterdam Tel. 020 4630942 E-mail: info@ag5.nl www.ag5.nl
Stickers Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700
Uitlaatgasafzuiging
Opleidingen & Trainingen
Overlander BV Morseweg 2 3899 BP Zeewolde Tel. 036 5219200 Fax 036 5234430
TLO Deen Koningin Emmalaan 2B 4141 EC Leerdam Tel. 06 11647578 E-mail: theo@tlodeen.nl www.tlodeen.nl
Lebon & Gimbrair Postbus 225 3750 GE Bunschoten Tel. 033-2988122 Fax 033-2988024 www.lebon.nl
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave d 45,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 355,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
B&B Brand&Brandweer
U kunt deze bon sturen of faxen naar: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.
Brand&Brandweer
nummer 12 december 2010 613
Brandweer bevrijdt tiener uit basketbalring De brandweer in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen moest begin november een twaalfjarige jongen bevrijden. Hij was na een weddenschap vast komen te zitten in een basketbalring en moest door de brandweer worden losgeknipt. Eén week eerder werd al een Oostenrijkse tiener na een mislukte Halloweenstunt met tweedegraads brandwonden afgevoerd. Hij besmeurde een glijbaan met benzine en stak deze in de brand. De bedoeling was de brand te blussen door van de glijbaan te glijden, maar daarbij vatten zijn broek en onderbroek vlam. Bron: www.ad.nl
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) december 2010 - nummer 12 Jaargang 34 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Ing. Stephan J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Rijn-IJssel Mr. J. Bernard M. Tilman, directeur NVBR Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek drs. Allard T.W. van Gulik, veiligheidsregio VNOG drs. Patrick van den Brink, burgemeester IJsselstein EINDREDACTIE
PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail: info@ps-produkties.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Lijst van adverteerders AG5
C1
Agterhuis en Fien VOF
609
DSPA
580
Coach Mediator Rob de Bruin Dräger Safety Nederland
608 593
Duikcentrum de Greveling
580
Haagen Fire Training Products
606
Laundry BV
606
Marelko Benelux
568
G4S Beveiliging J. Hormann BV
Letas Stickerservice MSA Nederland
Raaijmakers Bronbemaling Safety Lux Nederland
SDU
Sitech Service
Slaats Fijnmechanisme TLO Deen
Vaessen
VTN Veiligheidstechniek Zoll International
Zwart Uniformkleding
598
608
608 C4
606 608
588, 604 609
615
606
568 610
C3
609
Albert Jan van Maren, FBF.NL, Patrick van Gerner, PS-Produkties, Ed Oomes, brandweer Twente, Jeffrey Koper, Mariëlle van der Wijngaard, Brandweer Oefencentrum Noord (BON), Jos Schuurman, ANP, Martin Nuver. ONTWERP EN OPMAAK
SD Communicatie (IZI-publish), Rotterdam Druk
Drukkerij ten Brink - Meppel UITGEVER
Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT
drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet.com, www.bureauvanvliet.com Informeer ook naar de mogelijkheden voor combinatieadvertenties in Brand&Brandweer, GRIP4, Brandweeralmanak en/of Brandweeragenda! Sluitingsdata advertenties en bijsluiters 2011
nummer verschijning sluitingsdatum 01 02-01-2011 09-12-2010 02 05-02-2011 08-01-2011 Termijn van annulering: 6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending: 3 weken voor verschijningsdatum
614
nummer 12 december 2010
ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 69,45 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 38,70. Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn i nclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement op GRIP4 geeft tevens toegang tot GRIP4-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van GRIP4 via www.hulpdienstenonline.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2010 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
Sdu Uitgevers
Als pionier op het gebied van reanimatie, kent ZOLL® als geen ander de kritieke rol die de brandweer en andere eerste hulpverleners vervullen als het gaat om het redden van mensenlevens.
• Uiterst robuust (1,5 meter valproef) • ECG bewaking • Automatische/manuele functie • Diverse batterij typen • Real CPR help® • See-thru CPR® • Data opslag via USB Voor meer info over de ZOLL AED Pro: www.zoll.nl | info@zoll.nl | 0481-366410
Veiligheidsoplossingen voor brandbestrijding Overal ter wereld vertrouwt de brandweer op MSA voor hun bescherming tijdens brandbestrijding. Hun vertrouwen en onze continue betrokkenheid om de meest geperfectioneerde
persoonlijke bescherming te ontwikkelen, die voldoet aan de hoogste eisen, heeft MSA wereldwijd tot marktleider gemaakt.
Hoofdbescherming
Afhankelijke adembescherming
Onafhankelijke adembescherming
Warmtebeeldcamera
Bewakingssystemen
Service & werkplaatsoplossingen
MSA Nederland B.V. n Telefoon: +31 (229) 25 03 03 n E-mail: info@msaned.nl n Internet: www.msaned.nl
Draagbare gasdetectie