NOVEMBER 2018
• Drugsincidenten: de risico’s en aandachtspunten • Leren van Tsjechische brandonderzoekers • Een greep uit de projecten van de Brandpreventieweken vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Veel aandachtspunten bij zeer grote brand Dongen
B&B Brand&Brandweer
www.brandenbrandweer.nl
11 JAARGANG 42
UW SCBA-PLATFORM VOOR DE TOEKOMST De nieuwe M1 is MSA’s meest geavanceerde, ergonomische en modulaire SCBA. Ontworpen met u in gedachten, biedt de M1 u: Grotere modulariteit Upgrade in het veld mogelijk Verbeterde hygiëne Verbeterde ergonomische eigenschappen Lagere exploitatiekosten Ultramoderne communicatie
INTERESSE IN EEN DEMO? Ga naar MSAsafety.com/M1
G
Bezoek ons op facebook.com/MSAsafetyFire om altijd op de hoogte te zijn van onze laatste product vernieuwingen.
10 JA
AR G
ANTIE AR
TOGETHER AS ONE
ANTIE AR
INHOUD
nummer 11 november 2018
Coverstory
31
22 GRIP3 om focus op brand te houden bij zeer grote brand TUF
Brandweer Twente heeft een wiskundig model laten ontwikkelen dat schoorsteenbranden kan voorspellen. Met de bijbehorende tool kunnen inwoners zelf zien hoeveel schoorsteenbranden in een bepaalde gemeente of wijk gaan uitbreken. Daarmee hoopt de regio het bewustzijn te vergroten.
Recycling Als bij TUF Recycling in Dongen brand uitbreekt, zorgt de grote vuurlast voor een snelle brandontwikkeling. Het is een heftige brand en de kans op overslag naar de rollen kunststof grasmatten buiten is groot. Daarnaast ligt het incident op bestuurlijk vlak gevoelig. Dat is de reden dat wordt opgeschaald naar GRIP3.
Artikelen
32
10 Drugsincidenten: zie je afwijkingen, wees alert en houd
36
14 Amerikaans onderzoek levert bruikbare conclusies op De transistional attack is een effectieve en veilige inzetmethode en rookgaskoeling is niet effectief in grote ruimtes. Het zijn enkele conclusies uit Amerikaans onderzoek naar de binnen- en buitenaanval. Ricardo Weewer en Hans Hazebroek vertellen waarom dit onderzoek ook voor de Nederlandse situatie van belang is.
doelgroep De campagnes tijdens de Brandpreventieweken zijn dit jaar gericht op jonge ouders. Hoewel het thema landelijk is vastgelegd, vullen regio’s de campagnes op hun eigen manier in. Een greep uit de activiteiten.
Nederlandse eilanden in Caribisch gebied gaan intensief samenwerken De Nederlandse eilanden in het Caribisch gebied gaan allemaal werken volgens hetzelfde functiehuis. Dat brengt grote veranderingen met zich mee. Jair Tromp, Clive Richardson en Elvin Regina vertellen over de gevolgen die het heeft voor hun korps.
16 Grote groep gestart met 51e voltijdopleiding Brandweerofficier 21 studenten zijn gestart met de 51e voltijdopleiding Brandweerofficier. Wat zijn de verschillen ten opzichte van de 50e voltijdopleiding? Hoe hebben studenten dat jaar ervaren? En wat verwachten de studenten nu? 27 Brandpreventieweken: nieuwe projecten gericht op nieuwe
Brandweercongres, de kracht van het verschil Verschillen binnen de brandweer zijn een kracht en daar kan meer gebruik van worden gemaakt. Dat is de boodschap van het Brandweercongres op 11 en 12 oktober.
afstand In ruim een week tijd zijn er meerdere grote drugsgerelateerde incidenten waarbij de brandweer voor uitdagingen wordt gesteld. Wat zijn de risico’s bij deze inzetten? En wat kan worden geleerd van de incidenten in Sittard, Eindhoven en Nijmegen?
Schoorsteenbrandvoorspeller helpt Twente bij preventie
Rubrieken 5 6 20 40
Van de redactie Actueel Brandweer Buitenland Gespot in de Markt
Op de cover: Bij de zeer grote brand bij TUF Recycling in Dongen wordt lange tijd gevreesd dat de brand overslaat naar de buitenopslag.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
3
Pensar
’s-Werelds eerste dual-spectrum visie computerplatform. Real-time inzichten mogelijk gemaakt door kunstmatige intelligentie AERIALTRONICS
NEEM CONTACT OP
WASSENAARSEWEG 75 / 1E MIENTLAAN
T: +31 (0) 70 3223224
2223 LA KATWIJK
E: SALES@AERIALTRONICS.COM
NEDERLAND
WWW.AERIALTRONICS.COM
KIJK OP
STC-BV.NL
GESPECIALISEERDE TRAININGEN
VOOR ONS COMPLETE AANBOD
SCHEEPSBRANDBESTRIJDING & LNG-BRANDEN STC Training & Consultancy is dé specialist op het gebied van scheepsbrandbestrijding en LNG-branden. Op ons state-of-the-art Fire & Safety Training Centre in de Rotterdamse haven traint u uw vaardigheden met behulp van o.a.: • gasgestookte STCW-module • gesimuleerde bemanningsaccommodatie • 20ft tankcontainer
• gesimuleerde tapkastbrand • ademluchtcontainer met kooienbaan • blusschip
Ook voor maatwerktrainingen staan onze specialisten voor u klaar.
STC TRAINING & CONSULTANCY is onderdeel van STC GROUP
0900 - 0620 | INFO@STC-BV.NL | STC-BV.NL
VAN DE REDACTI E
De Dag van de Instructeur
D
e afgelopen maand was de jaarlijkse dag waarop in het primair en middelbaar onderwijs de juffen, meesters en leerkrachten extra in het zonnetje worden gezet: De Dag van de Leraar. Wat mij betreft welverdiende aandacht voor een beroepsgroep die van grote waarde is, zij leggen een flink deel van de basis voor de samenleving van morgen. Voor de zekerheid heb ik die dag toch maar even om de hoek van het leslokaal van onze kazerne gekeken, maar ik zag geen docenten en instructeurs van leergangen die waren overladen met chocolade of doucheschuim. Vreemd, want deze groep vormt dezelfde basis voor onze collega’s van morgen. De leergangen van ons brandweeronderwijs leiden op voor de functies als manschap en bevelvoerder, maar ook voor functies op het gebied van risicobeheersing, operationele voorbereiding of vakbekwaamheid. Het zou geen gek idee zijn om deze groep jaarlijks in het zonnetje te zetten. Ondanks dat we veel van elkaar leren op de werkplek wordt er buiten onze dagelijkse blik veel inspanning geleverd bij dit brandweeronderwijs. Het opleiden van nieuwe collega’s lijkt vanzelfsprekend, maar vraagt om een betrokken team van instructeurs, docenten en leerwerkplekbegeleiders samen met de organisatie achter een leergang. Allemaal in de weer om nieuwe vrijwilligers of beroepsmedewerkers een warm welkom te geven en ze te helpen bij een goede start van hun loopbaan. In het verleden waren het de meest ervaren collega’s die optraden als instructeur. Er was zelfs een tijd dat we stil luisterden naar de instructeur voor de klas of buiten het lokaal. We deden vervolgens na wat hij zei of voordeed en zo leerden we het vak. Tijden veranderen en gelukkig ook bij ons. Sinds begin vorig jaar zijn we begonnen aan een stille revolutie in het brandweeronderwijs. We zijn gestart met de invoering van blended learning, een eigentijdse manier van onderwijs waarbij verschillende vormen elkaar afwisselen. Een mooie mix van zelfstudie met e-learning, klassikaal onderwijs en praktijkonderwijs maakt het leren nog beter en nog leuker.
verstaat. Die nieuwe collega’s de ruimte durft te geven om te leren en te ontdekken wat wel en niet werkt. Eigenlijk vinden we hiermee het meesterschap opnieuw uit. Meesterschap, verwijzend naar de meester en zijn gezel in de verleden tijd van de gilden. Een systeem van opleiden voor een ambacht waarbij de meester zijn gezellen liet meewerken en deze zich ontwikkelden van knecht tot vakgenoot. Een mooi beeld wat aardig overeenkomt met onze praktijk van opleiden. De instructeur die de nieuwe vakgenoten vanuit zijn kennis en inzicht meeneemt en ze helpt het vak te leren. De eerste stappen in de leergang, de volgende stappen op de kazerne samen met de leerwerkplekbegeleider. De hiërarchie in het meesterschap is verdwenen, de kracht ervan behouden. Het meester-gezelprincipe kende ook boeiende dilemma’s, want de gezellen waren de mogelijke concurrenten van morgen. Zo lang de gezellen bij de meester werkten profiteerde de meester van zijn inspanningen. Dus de meester had er baat bij zijn gezellen lang bij zich te houden. Ook dat doen wij beter, een nieuwe collega is een welkome aanvulling op de post of in de ploeg. Mooie ontwikkelingen in onze leslokalen en op onze oefenterreinen. Toch maar eens nadenken over een Dag van de Instructeur, de Dag van de Docent, Dag van de Leerwerkplekbegeleider. Of misschien wel beter: De Dag van het Brandweermeesterschap. Lucas de Lange
De leergang Manschap A heeft als eerste deze omslag gemaakt en aansluitend volgen andere tot de komende jaren alle leergangen van het brandweeronderwijs zijn aangepast. Een flinke verandering voor de deelnemers aan de leergangen, maar vooral voor de instructeurs en docenten. Hij (of zij) is nu veel meer een gids, aanjager en raadgever bij het leren van de deelnemers. De instructeur helpt de deelnemer om zelf te leren en om samen te leren. Dat vraagt natuurlijk om een instructeur die weet waar hij het over heeft en zijn vakkennis op orde heeft. En die iets weet over hoe iedereen op zijn manier leert. Maar het vraagt ook om een instructeur die een voorbeeld wil zijn en de kunst van het loslaten
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
5
ACTU E EL
IJle Stelstra benoemd tot algemeen directeur IFV Het Dagelijks Bestuur van het IFV heeft IJle Stelstra benoemd tot algemeen directeur van het Instituut. Hij volgt Leo Zaal op. Stelstra was al directeur brandweer bij het IFV. ‘Ik heb zin om samen met bijna driehonderd IFV-collega’s en in nauwe samenwerking met ons Dagelijks Bestuur bij te dragen aan een veiliger Nederland. Dit doen we door het versterken van de veiligheidsregio’s en hun veiligheidspartners bij het professionaliseren van hun taken.’ ‘Ik ben verheugd met de benoeming van IJle Stelstra. Een krachtig, multidisciplinair kennisinstituut met een publiek karakter is een essentiële voorwaarde voor het in stand houden en doorontwikkelen van de infrastructuur ten behoeve van het voorkomen en het beheersen van rampen en crises in Nederland’, aldus Onno van Veldhuizen, voorzitter van het Dagelijks Bestuur IFV. ‘Als bestuur streven we naar een gezaghebbend, onafhankelijk, strategisch en innovatief kennisinstituut dat de veiligheidsregio’s en hun partners adviseert, ondersteunt en faciliteert. Onder leiding van IJle Stelstra wordt verder invulling gegeven aan deze ambities en aan het initiëren en realiseren van innovaties.’
IJle Stelstra
Brandveiligheid Twee leden in lesmateriaal USAR.NL ingezet op Sulawesi tankopslag De VOTOB Academy verzorgt opleidingen in de tankopslag en besteedt daarin nu ook aandacht aan brandveiligheid. Het Landelijk Expertisecentrum (LEC) BrandweerBRZO heeft het lesmateriaal beoordeeld en aanvullingen gedaan. Het is een van de deelprojecten van RemBrand met als doel om brandveiligheid structureel onderdeel uit te laten maken van het technisch onderwijs. ‘Met deze mooie samenwerking hebben we weer een stapje gezet in het brandveiliger maken van de maatschappij’, aldus Laurens Welberg, projectleider Brandveiligheid in technisch onderwijs.
6
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
Twee leden van USAR.NL zijn 12 oktober vertrokken naar Sulawesi om een European Civil Protection Team (EUCPT) te ondersteunen. Dit team wordt vanuit de Europese Unie ingezet naar aanleiding van de beving en tsunami waar het Indonesische eiland eind september door is getroffen. De twee leden van USAR.NL werken drie weken in het Technical Assistance Support Team (TAST.NL). Ze leveren onder andere werkplekken en communicatieverbindingen om afstemming over humanitaire hulp op Sulawesi mogelijk te maken. Het is voor het eerst dat een TAST-onderdeel van USAR.NL wordt ingezet. TAST.NL kan op iedere mogelijke locatie worden ingezet voor een duur van twee tot drie weken. Om deze vorm van ondersteuning te kunnen bieden, bovenop haar eventuele volledige inzet als Urban Search And Rescue-team, is het aantal IT-specialisten binnen het team recent verhoogd.
Brand&Brandweer
ACTU EEL
Onderzoek effect van beeld bij 112-meldingen De Meldkamers Noord-Nederland en Noord-Holland zijn een onderzoek gestart naar de invloed van het gebruik van beelden bij 112-meldingen. Hiermee willen de meldkamers onderzoeken of het toepassen van beeld bij de intake van 112-meldingen het proces versnelt en de volledigheid en juistheid van de vergaarde informatie vergroot. Daarnaast wordt gekeken in hoeverre het interpreteren van het beeld ook tijd kost en het afleidt van wat wordt gezegd. TNO voert het onderzoek uit. Het onderzoek moet antwoord geven op de vraag: Wanneer heeft welk soort beeld impact bij het doen van een 112-melding en welke impact is dat? Dit onderzoek maakt deel uit van het programma Het Nieuwe Melden, waarin het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), de hulpverleningsdiensten en TNO samen onderzoeken hoe de overheid zich slimmer kan organiseren en beter gebruik kan maken van de kansen die nieuwe communicatievormen bieden voor het melden van veiligheidsincidenten. Centralisten van verschillende disciplines doen mee aan twee experimenten. Het eerste experiment richt zich op het effect op het proces en met name op de snelheid, juistheid en volledigheid van de verwerkte informatie. Elke centralist handelt tijdens het experiment acht cases af waar tijdens de intake beeldmateri-
Brand&Brandweer
aal aan wordt toegevoegd. Op die manier kunnen de prestaties van de centralisten die eerder de cases zonder beeldmateriaal hebben afgehandeld, worden vergeleken met de prestaties van de centralisten die wel beeldmateriaal kregen aangeboden. De centralisten worden vooraf getraind in het gebruik van het protocolsysteem. Onderzoekers van TNO vervullen de rol van waarnemer. Acteurs leggen de cases voor aan de centralisten. De waarnemer biedt op vooraf bepaalde momenten het bijbehorende beeld aan. Voor en na het experiment worden een aantal vragen gesteld over de verwachtingen van het effect van beeld op het meldproces en onder welke omstandigheden welk soort beeld als het meest effectief wordt verwacht. Het tweede experiment is vooral verkennend van aard en richt zich specifiek op de mogelijke impact van beeld op de centralist. Tijdens dit experiment voert een aantal centralisten een taak uit waarin meldingen worden beluisterd. Deze taak lijkt op de huidige meldkamertaak, maar is niet helemaal hetzelfde. Tijdens sommige meldingen worden beelden getoond en wordt gemeten wat de impact hiervan op de centralist is. Onderzoekers van TNO begeleiden dit experiment en houden ter afsluiting van het experiment een kort interview over de ervaringen van de betrokken centralist.
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
7
ACTU E EL
Samenwerkingsovereenkomst Brandweer Amsterdam en woningcorporaties
‘Het is belangrijk dat we de samenwerking voortzetten. De gezamenlijke ambitie is dat in 2021 in 95% van de corporatiewoningen in en rond Amsterdam een rookmelder hangt’, aldus Leen Schaap, commandant van Brandweer Amsterdam-Amstelland. Jaarlijks zijn er meer dan honderdduizend brandclaims in Nederland. Dit betekent dat gemiddeld een op de 67 woningen
Fotografie: Jeffrey Koper
Brandweer Amsterdam is een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met de grootste woningcorporaties in de stad. Woningcorporaties De Alliantie, De Key, Eigen Haard, Rochdale, Stadgenoot, Ymere en Brandweer AmsterdamAmstelland werken al drie jaar samen om het brandveiligheidsbewustzijn van de huurders te verbeteren. Sindsdien zijn meer dan zeshonderd corporatiemedewerkers door de brandweer getraind op brandveiligheid. Ook zijn er al meer dan honderdduizend rookmelders opgehangen. Dat wordt nu uitgebreid.
te maken krijgt met brandschade. Elk jaar vallen door brand gemiddeld meer dan dertig doden en zeshonderd gewonden in Nederland. De gemiddelde schade van een woningbrand bedraagt €28.000,-. Daar komt de emotionele schade nog boven op.
IJsselland start pilot met Safety Class Veiligheidsregio IJsselland is een pilot gestart met het geven van veiligheidslessen op een middelbare scholengemeenschap. In de Safety Class krijgen ongeveer 150 scholieren voorlichting om zo hun veiligheidsbewustzijn te vergroten. Alle lessen worden gegeven op de brandweerkazerne in Kampen. Nick Krijn, stadsbrandwacht van de gemeente Kampen, heeft het initiatief genomen om een Safety Class te organiseren voor scholieren van het Pieter Zandt college in Kampen. Met de pilot wil de regio kijken of het concept in de toekomst breder binnen de regio IJsselland kan worden ingezet. 8
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
In de Safety Class wordt vanuit de brandweer ingezet op het vergroten van de brandveiligheid in de omgeving van de scholieren en hoe ze veilig kunnen leven. Daarnaast krijgen de scholieren een cursus levensreddend handelen, waarbij ze onder andere leren reanimeren. GGD IJsselland behandelt een aantal onderwerpen die te maken hebben met de pubertijd en ze gaan ze in op het thema omgaan met discriminatie en de politie gaat in op hoe scholieren om kunnen gaan met internetpesten en cybercrime.
Brand&Brandweer
ACTU EEL
In de vierde aflevering van Mythburners hebben de onderzoekers onderzocht of een reduceerventiel kan dichtvriezen. De vraag was ingestuurd door Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. In die regio vond tijdens een realistische oefening een incident plaats met een ademluchtdrager. De luchttoevoer naar het masker stopte en de ademluchtdrager raakte buiten bewustzijn. Hoewel hij geen lucht meer kreeg, hield de ademluchtdrager zijn masker op. Hij heeft geen letsel opgelopen.
Fotografie: Jeffrey Koper
Mythburners onderzoeken: kan reduceerventiel dichtvriezen?
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat dichtvriezen van het reduceerventiel mogelijk is wanneer er vocht in het systeem aanwezig is. Doordat lucht uitzet als de druk plotseling sterk afneemt, koelt deze af. Wanneer een temperatuur onder het vriespunt wordt bereikt, kan het aanwezige vocht bevriezen. De experimenten van de Mythburners konden echter niet bevestigen dat specifiek het reduceerventiel bevriest als water of vuil wordt toegevoegd aan het systeem. Tijdens het uitvoeren van de experimenten is de toevoer van ademlucht een aantal keer volledig gestokt. Dit gebeurde één keer met het minimaal openen van de ademluchtfles, één keer bij het toevoegen van vuil op en in de koppeling en alle keren wanneer er water in de cilinder toegevoegd was. Aan de buitenzijde van het reduceerventiel was ijsvorming te zien, wat erop zou kunnen wijzen dat bevriezing de oorzaak was. Uit de experimenten blijkt dat de mate waarin de afsluiter is geopend invloed lijkt te hebben op de mate van ademluchttoevoer naarmate de druk in de cilinder afneemt en er zware arbeid wordt uitgevoerd. De video van het experiment en het rapport zijn te vinden op www.ifv.nl.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
9
repressi e
Drugsincidenten: zie je afwijkingen, wees alert en houd afstand Naast bij de nodige drugsdumpingen zijn brandweerlieden in oktober ingezet bij drie ingewikkeldere drugsgerelateerde incidenten. In Sittard bleek een kelderbrand een brand in een cocaïnewasserij te zijn. Vlak voordat brandweerlieden naar binnen gingen, vond er een explosie plaats. In Eindhoven moesten twaalf appartementen worden ontruimd doordat in een woonwijk een vrachtwagen vol drugsafval uitbrandde en in Nijmegen waren brandweerlieden ruim een nacht zoet met het opruimen van een negen kilometer lang spoor mierenzuur, afkomstig uit lekkende vaten in een vrachtwagen vol drugsafval. Wat zijn de risico’s van dit soort incidenten? En wat kan worden geleerd van de inzetten in Sittard, Eindhoven en Nijmegen? Door JILDOU VISSER
I
n hoeverre drugsgerelateerde incidenten zich steeds vaker voordoen of in hoeverre de incidenten verschuiven van het buitengebied naar woonwijken, durft de landelijke eenheid van de politie niet te zeggen. Recente cijfers zijn er niet. Toch constateert Rob de Vrij van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) dat steeds vaker een beroep op hen wordt gedaan. De LFO is een ondersteunende forensische afdeling binnen de politie die is getraind op het ontmantelen van drugslaboratoria en gecompliceerde of omvangrijke dumpingen. Binnen dit team werken ook enkele Adiviseurs Gevaarlijke Stoffen van de brandweer. ‘We zien veel transporten met drugsafval en dumpingen. De laatste tijd worden de busjes steeds vaker in of rondom woonwijken achtergelaten. Of dat een trend is weet ik niet, dat kan ook zomaar weer veranderen. Daarnaast worden we vaak ingezet bij de ontmanteling van xtc- of MDMA-laboratoria. Die labs zijn voor de helft van de tijd in het buitengebied en de helft van de tijd in woonwijken. Cocaïnelabs zijn vaker in bewoond gebied, want die zijn vaak kleiner’, aldus De Vrij. Verschillende laboratoria De LFO onderscheidt grofweg drie verschillende soorten laboratoria met ieder eigen kenmerken en risico’s. Binnen die soorten, kunnen verschillen zijn. De meest risicovolle zijn volgens De Vrij de cocaïnewasserijen. ‘Dat komt met name door de brandbare en explosiegevaarlijke stoffen die worden gebruikt, zoals ether en aceton. Vaak zijn er veel open bronnen aanwezig, het is een typische brij aan chemicaliën. Als er iets misgaat, gaat het goed mis’, aldus De Vrij. Hij legt uit dat cocaïnewasserijen veelal te herkennen zijn aan de aanwezigheid van veel vaten met gevaarlijke stoffen, specikuipen, bezemstelen met een kunststof mengstok eraan, veel lakens, kussenslopen en meerdere magnetrons. Bij een MDMA-lab is eigenlijk alleen sprake van explosiegevaar als al brand is uitgebroken. Dat heeft volgens De Vrij te maken met de hoeveelheid aanwezige gasflessen. ‘Bij de productie van MDMA wordt gebruikgemaakt van waterstofgas en monomethylaminegas.
10
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
Daarnaast kan ook zoutzuurgas aanwezig zijn. In bijna alle gevallen zijn er meerdere gasflessen met vijftig liter waterstof aanwezig en meerdere gasflessen met 112 liter monomethylaminegas. Bij brand kan dat zorgen voor flinke explosies.’ De expert van de LFO laat weten dat een MDMA-lab naast de vele gasflessen ook goed te herkennen is aan stalen reactieketels met elektrische roermotoren. Het derde soort lab is het amfetaminelab. Daar zijn volgens De Vrij minder brandbare stoffen aanwezig. Het gevaar schuilt met name in bijtende en giftige stoffen, zoals natriumhydroxide en verschillende zuren, zoals zoutzuur, fosforzuur en mierenzuur. Een amfetaminelab is te herkennen aan de grote kunststof vaten die met slangen aan elkaar zijn verbonden. ‘Er is vaak één groot metalen vat dat rechtop in een destillatieopstelling staat. Daarnaast staan één of meerdere manshoge kookketels in een refluxopstelling. Die ketels kunnen variëren van driehonderd tot vijftienhonderd liter. Het grootste gevaar bij deze labs is dat tijdens de productie het glas of het kunststof vat bezwijkt en brand ontstaat. Vaak zijn er meerdere propaangasflessen van ongeveer elf kilo aanwezig. Die kunnen zorgen voor een snelle brandverspreiding. In de productieruimtes is de ventilatie vaak slecht. Hierdoor hopen de giftige gassen zich in de ruimte op.’ Waar voorheen de drugslaboratoria met name in Brabant, OostNederland en Limburg werden aangetroffen, zijn ze nu verspreid over bijna heel Nederland. ‘Alleen in Zeeland en Noord-Holland zien we ze nog niet zoveel. In de rest van het land varieert het enorm. Het is een illusie om te denken dat dit in bijvoorbeeld Friesland of Groningen niet voorkomt’, waarschuwt De Vrij. ‘Zie je bij een brand dingen die niet kloppen, zoals de aanwezigheid van meerdere magnetrons of heb je te maken met een ongewoon snelle branduitbreiding, wees dan op je hoede. Probeer vanaf een afstand van ongeveer tien meter de boel onder controle te houden en doe bij voorkeur geen binnenaanval.’ Sittard: explosie cocaïnewasserij Het is 15 oktober iets na 22.00 uur als eerste bevelvoerder Ger Bodelier wordt gealarmeerd voor een woningbrand. ‘De centralist vertelde aanrijdend dat het zou gaan om een kelderbrand en dat
Brand&Brandweer
Fotografie: Raoul Lamberiks
repressi e
Links van het pand overleggen André Luyten en Ger Bodelier over de inzet. De manschappen rechts verkennen het gangpad tussen beide woningen.
er geen mensen aanwezig waren. Het klonk niet zo spannend’, begint Bodelier. De politie is dan al ter plaatse. ‘Zij lieten weten dat de deur aan de achterkant van de woning openstond, daar konden we naar binnen. Ik wilde net de nummers 1 en 2 aan het werk zetten toen ik een doffe harde knal hoorde. Door de explosie stonden beide zijkanten aan de voorkant van de woning bol, aan één kant was het bovenste deel van de muur ingestort en de voorgevel was ontzet. De ramen zaten er nog gewoon in. Dat was bijzonder. Hoewel we niks roken en geen brand zagen, gingen we uit van een gasexplosie.’ Bodelier besluit na een buitenverkenning zijn ploeg een binnenverkenning te laten doen in het achterste deel van het gebouw. ‘De explosie was alleen in het voorste deel van de woning, in het achterste deel was niets aan de hand. Daar zijn we naar binnengegaan. We hebben de explosiegevaarmeter meegenomen, maar die gaf niks aan. Dat was vreemd. Bij de kelderdeur was het net alsof iemand die dichtduwde, de druk uit de kelder was door de brand behoorlijk.’ Dan komt ook de tweede TS ter plaatse. De bevelvoerders besluiten dat de eerste TS de rest van het pand gaat verkennen. Tweede bevelvoerder André Luyten zet met zijn ploeg in op de kelderbrand. ‘In de kelder was het donker, er hing veel rook en het was er heet. Via een draaiende trap konden we beneden komen. Daar was een muurtje. We zijn daarachter gaan zitten en hebben vanaf die plek met de warmtebeeldcamera de ruimte in kaart gebracht. Vanachter het muurtje zijn we ook de blussing gestart.’ Luyten heeft de kelderdeur opengelaten, zodat
Brand&Brandweer
de rook en hitte naar buiten toe kunnen. Dat lukt, na een kwartier krijgt de ploeg steeds meer zicht. ‘We zagen steeds meer dingen die we niet thuis konden brengen. Een machine om plakaten te maken, een schaal met ongeveer twee kilo poeder, veel blikken met gevaarlijke stoffen en vijf magnetrons. Dan weet je dat het geen gewone kelderbrand is. De brand was geblust, daarop heb ik mijn ploeg direct teruggetrokken.’ Buiten deelt Luyten die informatie met Officier van Dienst (OvD) Margo Raijmakers en Hoofdofficier van Dienst (HOvD) Guido Zoomers. ‘Vanaf dat moment hadden we te maken met drie mogelijke oorzaken van de explosie die we alle drie niet konden uitsluiten. Aan de ene kant dachten we aan gas, aan de andere kant hadden we het vermoeden van een drugslab waar mogelijk gevaarlijke stoffen waren geëxplodeerd. En de politie liet weten dat de eigenaar van de woning in meerdere onderzoeken voorkwam, ook in relatie tot explosieven. Dat zorgde voor een groot dilemma. Je wilt het incident oplossen, maar ook veilig repressief optreden. Dat ging niet samen. Doordat de helft van het pand op instorten stond, heeft het uren geduurd voordat we de explosieven en het gas konden uitsluiten.’ Enexis is gealarmeerd om het gas vanaf de buitenkant van de woning af te sluiten. Ook de LFO is gealarmeerd. Pas wanneer zij ter plaatse komen, kunnen de ingezette brandweerlieden de puzzel rondkrijgen. Zoomers: ‘Iemand was in de kelder met chemicaliën bezig om de cocaïne te wassen. Dat wordt vervolgens gedroogd in de magnetrons. Eén van de magne-
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
11
Fotografie: SQ Vision, Rico Vogels De uitgebrande vrachtwagen vol drugsafval in de woonwijk in Eindhoven.
trons is ontploft en daarbij is brand ontstaan. De giftige stoffen die tijdens het proces zijn vrijgekomen, hebben zich opgehoopt in de spouwmuur en zijn uiteindelijk ontploft.’ Op de vraag of hij tijdens de inzet afwijkende dingen heeft waargenomen, moet Bodelier even nadenken. ‘Het is een goede buurt, het was een mooi huis en er stond een auto op de oprit met een kinderzitje erin. Die zaken hebben me denk ik op het verkeerde been gezet. Dat de explosiegevaarmeter geen gas detecteerde was vreemd. Eenmaal binnen had ik het misschien kunnen herkennen. Er stond een grote eikenhouten tafel met troep, wiet, cocaïne en geld erop en de grote kasten die er stonden waren vrijwel leeg. Er waren geen persoonlijke eigendommen. Die signalen heb ik naast me neergelegd. We hebben ons werk voortgezet alsof het een normale kelderbrand was. Een volgende keer zal ik eerder een stap terugdoen en beter luisteren naar mijn gevoel.’ Zoomers vult aan dat ook het feit dat de ramen door de explosie er niet zijn uitgeblazen, vreemd was. ‘Dat geeft al aan dat dit geen normale explosie was. We komen dit soort labs steeds vaker tegen. Wij worden gealarmeerd voor een binnenbrand, maar weten niet wat 12
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
we aan kunnen treffen. We moeten alert zijn op afwijkingen. We moeten ze leren herkennen en vervolgens een stap terug doen om goed na te denken.’ Eindhoven: vrachtwagen met chemicaliën in brand Brandweerlieden in Eindhoven krijgen zondag 7 oktober twee drugsincidenten voor hun kiezen. Die nacht wordt de eerste TS gealarmeerd voor een busje dat vloeistoffen lekt. Omwonenden klagen over stank. Ter plaatse blijkt dat zuren uit het voertuig lekken. Het busje zat vol met chemicaliën, waarschijnlijk ten behoeve van een drugslab. Als de LFO ter plaatse komt, wordt het incident aan hen overgedragen. Enkele uren later wordt dezelfde TS opnieuw gealarmeerd, dit maal voor een vrachtwagenbrand in dezelfde straat. In eerste instantie wordt gedacht dat het gaat om hetzelfde busje. Ter plaatse blijkt dit niet het geval. Deze vrachtwagen staat dichtbij een appartementencomplex. De politie is bezig die woningen te ontruimen. Tijdens het blussen signaleren de brandweerlieden dat er iets niet klopt en wordt opgeschaald. Dan wordt ook
Brand&Brandweer
repressi e
hele inhoud van het busje is opgeruimd en het voertuig is weggehaald, wordt door de brandweer de straat schoongespoten. ‘De restanten van alle stoffen dampten echter nog behoorlijk uit. Zo konden we het niet achterlaten.’ In overleg met de gemeente wordt besloten het besmeurde oppervlak met ongeveer dertig centimeter zand af te dekken, zodat het niet verder kan uitdampen. Later die week zijn de verontreinigde klinkers en stoeptegels verwijderd en is de grond afgegraven. ‘Een van de lastigste punten van de inzet was de communicatie’, blikt Bosmans terug. ‘Omdat het incident waarschijnlijk drugsgerelateerd was, hebben we de woordvoering door de politie laten doen. Dan blijkt het extra lastig te zijn om precies de goede informatie te verspreiden, omdat alleen een specialist dit goed kan verwoorden. Dat vraagt extra afstemming die op dat moment niet mogelijk was. Daardoor is bijvoorbeeld niet vermeld dat het zoutzuur dat vrijkwam, door de brandweer is neergeslagen.’
OvD Tim Bosmans gealarmeerd. ‘De brand was heftiger dan een normale vrachtwagenbrand en ze zagen dat er vloeistof uit de vrachtwagen lekte.’ Als Bosmans ter plaatse komt, is de brand geblust. ‘De AGS was net iets eerder ter plaatse. Zij constateerde dat het bluswater erg zuur was, het had een ph-waarde van twee. Dat is erg laag. Daarnaast stonk het ontzettend, een penetrante lucht. Dat bleken zoutzuurdampen te zijn. Met een waterkanon hebben we die zoveel mogelijk neergeslagen.’ Bosmans laat het waterschap en de omgevingsdienst ook ter plaatse komen. ‘Het bluswater was vervuild. Het waterschap heeft met de zuivering de hoeveelheid en de gevolgen gemonitord. De omgevingsdienst hadden we nodig voor het opruimen van het chemisch materiaal, maar de vaste opruimdienst stond nog bij het andere busje en dus moesten ze een bedrijf uit Amsterdam laten komen. Al die tijd hebben wij met het waterscherm de zoutzuurdampen zoveel mogelijk neergeslagen. Tijdens de opruimwerkzaamheden hebben we het waterscherm op afstand gezet. We waren bang dat de zoutzuurdampen zouden oplaaien, maar gelukkig was dat niet het geval.’ Nadat de
Brand&Brandweer
Nijmegen: kilometers lang zuurspoor Als agenten in Nijmegen een verdachte vrachtwagen aantreffen waar een sterke geur hangt, wordt OvD Ronald Fortuin 9 oktober rond 22.45 uur gealarmeerd. ‘Ze hadden het idee dat er mogelijk xtc-afval in zou zitten. Naast de TS heb ik aanrijdend ook om een AGS gevraagd.’ Als de eerste TS ter plaatse komt, zien die brandweerlieden een lekkage onder de vrachtwagen. Daarop zijn ze de OGS-procedure gestart. ‘Ze hebben de omgeving afgezet en zijn op veilige afstand gaan staan. Toen de AGS ter plaatse kwam, heeft hij direct metingen uitgevoerd. Daaruit kwam naar voren dat er onder andere mierenzuur was vrijgekomen. Dat is een vervelende stof, maar zo lang je er niet direct mee in contact komt, is het niet schadelijk.’ Het is dan aan de omgevingsdienst om te zorgen dat alles wordt opgeruimd. Zij schakelen daarvoor een bedrijf uit Rotterdam in. Dan komt ook een melding van de politie binnen dat in Overasselt, negen kilometer verderop, dezelfde geur wordt waargenomen. ‘De AGS is door de omgeving gaan rijden. Na ongeveer vijfhonderd meter trof hij een plas aan waar hij een ph-waarde van één heeft gemeten. Ontzettend zuur. Uiteindelijk is hij steeds verder gereden tot hij de route naar het startpunt in kaart had gebracht. Een knap staaltje werk’, aldus Fortuin. ‘Toen we het gebied in kaart hadden, konden we ook de schoonmaakeenheden erop inzetten. In eerste instantie had de omgevingsdienst klein materieel laten komen, borstelwagens met water en zeep. Dat bleek onvoldoende te werken. Er was veel meer water nodig. Het schoonmaakbedrijf heeft grotere wagens met 36 kuub water en zeep laten komen.’ Als die rond 8.00 uur ter plaatse komen, wordt Fortuin afgelost. AGS Luc Demarteau start dan. In de overdracht wordt het inzetplan doorgesproken. ‘We wilden de tankwagen met zeep voorop laten rijden, gevolgd door een grote shovel met een rolbezem, zodat deze het mierenzuur goed met het water kon vermengen. Daarachter reed een waterwagen van ons om alles goed af te spoelen’, vertelt Demarteau. ‘Nadat we een stukje hadden gedaan, heb ik gemeten of het effect had. De ph-waarde was gestegen naar vijf, op sommige plaatsen zelfs zes. Een veilig niveau.’ Het grootste leerpunt van deze inzet is volgens de HOvD dat direct groot inzetten loont. ‘We hebben met de inzet van kleine schoonmaakmiddelen veel tijd verloren. En belangrijk bij dit incident was om continu goed bewust te zijn van waar je mee bezig bent en hoe dat overkomt bij de burger. We hebben er bewust voor gekozen om onze voorlichter mee te nemen het veld in, dat werkte goed. Op die manier verliep de communicatie naar media en burgers nog beter.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
13
On derzOek
Amerikaans onderzoek: bruikbare conclusies offensieve buitenaanval
de transitional attack, oftewel de offensieve buitenaanval gevolgd door een offensieve binnenaanval, is een effectieve en veilige inzetmethode. rookgaskoeling is niet effectief in grote ruimtes en zo snel mogelijk water op het vuur gooien is de beste tactiek. Het zijn enkele conclusies uit het onderzoek van het Fire Safety research Institute (FSrI) van onderzoeksinstituut Underwriter Laboratories (UL) in Amerika. ‘de conclusies uit dit onderzoek onderbouwen aan de ene kant een deel van de Hernieuwde Kijk die we met de Brandweeracademie hebben ontwikkeld. Aan de andere kant biedt het mooie handvatten om op voort te borduren’, aldus lector Brandweerkunde ricardo Weewer.
DOOR JiLdou visser FOTOGRAFIE ifv
H
et onderzoek van UL richtte zich op de effectiviteit van een binnen- en buitenaanval. Eén van de inzetmethoden die daarbij is onderzocht is de transitional attack, een offensieve buiteninzet gevolgd door een offensieve binneninzet. Weewer legt uit de Amerikanen al lang op die manier werken. ‘In Nederland hadden we daar weleens onze bedenkingen bij. Wij dachten dat we de brand juist naar binnen zouden jagen, wat schadelijk kan zijn voor eventuele slachtoffers 14
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
en het eigen personeel. De Amerikanen tonen nu aan dat wanneer je de offensieve buiteninzet op de juiste manier doet, dit niet het geval is. Sterker nog, het is één van de meest effectieve manieren om een forse binnenbrand, waar je niet direct naar binnen kunt, te blussen.’ Met de offensieve buiteninzet wordt waar mogelijk de brand teruggedrongen, waarna het voor brandweerlieden mogelijk wordt binnen te treden. En de brand af te blussen.’ rookgAskoeLing ‘Tot nu toe hebben we in Nederland steeds de Zweedse manier van rookgaskoeling aangehouden waarbij we water verneveld
Brand&Brandweer
On derzoek
Ricardo Weewer
Hans Hazebroek
in de rook spuiten. De druppels onttrekken dan de warmte uit de rook’, legt Hazebroek uit. ‘Dat is een blustechniek die veel training vraagt. De Amerikanen gebruiken een andere techniek. Zij spuiten met een gebonden straal onder een hoek water tegen het plafond. De straal spat dan via het plafond uiteen in druppels die de rookgassen koelen. Als je het goed doet, komt daar bijna geen stoom bij vrij en heeft het dus nauwelijks een negatief effect op de overleefbare situatie voor een eventueel slachtoffer, zo blijkt uit het onderzoek van UL. In hoeverre deze wijze van rookgaskoeling ook voor de Nederlandse situatie opgaat, weten Hazebroek en Weewer nog niet. ‘Er zijn namelijk een paar verschillen tussen de Nederlandse en de Amerikaanse situatie die van invloed kunnen zijn op de effectiviteit’, aldus Weewer. ‘De eerste is de hoeveelheid water. De Amerikanen kennen geen hoge druk. De lage druk bij hen levert vaak meer dan zeshonderd liter per minuut, bij ons is dat maximaal vierhonderd liter. Daarnaast zijn onze gebouwen gebouwd met andere materialen. We willen kijken in hoeverre de bouwmaterialen ook bijdragen aan eventuele stoomvorming. In steen en beton kan veel warmte ophopen, wanneer je daar water op spuit zou het zo kunnen zijn dat dan wel stoom vrijkomt. Of dat ook daadwerkelijk het geval is, gaan we onderzoeken.’ Voor deze onderzoeken is de Brandweeracademie nog op zoek naar een locatie waar praktijktesten kunnen worden gehouden. In het onderzoek wordt bovendien geconcludeerd dat rookgaskoeling met name effectief kan zijn in kleinere ruimtes. Hazebroek: ‘Waar de grens ligt in de grootte van de ruimte om rookgaskoeling effectief toe te kunnen passen, weten we niet precies. We gaan voorlopig uit van ruimtes tot ongeveer 70 m2. Zijn ruimtes groter, dan heeft rookgaskoeling geen zin.’
het effect hetzelfde als bij een ventilator. Dan jaag je de brand dus wel het gebouw in.’ Daarnaast blijkt ook uit het Amerikaanse onderzoek, net als eerder tijdens de praktijktesten in Zutphen, dat het sluiten van deuren van invloed is op de brand. Weewer: ‘Door het sluiten van ramen en deuren stop je de zuurstoftoevoer en zet je de brand op pauze. Dit kan je helpen om de tijd te geven de bluswatervoorziening op te bouwen of even goed na te denken over de inzettactiek.’ Rookverspreiding Net als uit de praktijkexperimenten in Zutphen toont ook het Amerikaanse onderzoek aan dat gesloten deuren de overleefbaarheid van slachtoffers vergroten, doordat de rook meer wordt gecompartimenteerd. ‘Dit betekent dat zodra je een ruimte binnentreedt, je de deur achter je moet sluiten. Dit voorkomt verdere rookverspreiding, maar ook de toevoer van zuurstof’, vertelt Hazebroek. ‘Met de Brandweeracademie willen we ook verder onderzoek doen naar rookverspreiding in grotere woongebouwen en hoe we dat kunnen tegengaan.’ Voor dit onderzoek zoekt de Brandweeracademie nog grote woongebouwen waar praktijktesten kunnen worden uitgevoerd (zie kader). ■
Testlocatie voor praktijkonderzoek Voor onderzoek naar rookverspreiding in grotere woongebouwen zoekt de Brandweeracademie een gebouw met de volgende kenmerken: • ten minste vier bouwlagen met inpandige gangen; • is voorzien (of kan worden voorzien) van leidingschachten; • bij voorkeur zonder bewoning of beperkte bewoning in de omgeving
Zuurstof In het onderzoek van UL is ook aandacht voor de luchtstroming bij een offensieve binneninzet. ‘Vroeger dachten wij altijd dat wanneer we van buiten naar binnen spuiten we de brand het pand in jagen. Dat kan, maar dat hoeft niet zo te zijn’, aldus Weewer. ‘Uit het onderzoek van UL blijkt dat wanneer je een gebonden straal stilhoudt en richt op het plafond, dit nauwelijks invloed heeft op de luchtstroming. Wanneer je echter een sproeistraal gebruikt, is
Brand&Brandweer
in verband met veiligheid en rookoverlast; • tussen januari en mei drie weken aaneengesloten beschikbaar; • combinatie van een winkel- of bedrijfsruimte beneden en woonlagen erboven is geen probleem; • geen bewoners in het pand; • het gebouw mag vies worden, er wordt getest met een reële vuurlast en rooksamenstelling.
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
15
Vakbekwaamh ei d
Fotografie: ZichtBahr
Grote groep vol enthousiasme gestart met 51e voltijdopleiding Brandweerofficier
De studenten van de 51e voltijdopleiding Brandweerofficier.
Met maar liefst 21 studenten is de 51e voltijdopleiding Brandweerofficier begin september van start gegaan. Het is een grote en diverse groep met zeven vrouwen en veertien mannen afkomstig uit het hele land. De leeftijden variëren van 23 tot 37 jaar en zes studenten hebben al ervaring binnen de brandweer. Het grootste deel is volledig nieuw. Wat zijn de verschillen ten opzichte van de 50e voltijdopleiding? Hoe hebben studenten dat jaar ervaren? En wat verwachten de studenten nu? Door JILDOU VISSER
I
n anderhalf jaar worden de studenten in drie verschillende leerlijnen opgeleid tot brandweerofficier. In de rode leerlijn leren ze alle repressieve vaardigheden. In de groene leerlijn komt bijvoorbeeld operationele voorbereiding en fire safety engineering aan bod en in de paarse leerlijn staat de ontwikkeling van het individu in de brandweerorganisatie centraal. Aan de 51e jaargang doen studenten mee uit Noord-Holland Noord, Zeeland, Haaglanden, Zuid-Limburg, Groningen, Drenthe, Fryslân, Amsterdam-Amstelland, Gelderland-Midden, Brabant-Noord, Brabant-Zuidoost, Twente, Caribisch Nederland, Limburg-Noord en Midden- en West-Brabant.
16
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
Kennis en kennissen Jeroen Hermanns is één van de studenten uit de 50e voltijdopleiding Brandweerofficier. Inmiddels werkt hij bij de Veiligheidsregio Limburg-Noord als Projectofficier. Hij beschrijft de opleiding als een jongensdroom. ‘Ik ben bij de jeugdbrandweer begonnen en daarna nooit meer weggegaan. Ik ben tot op heden vrijwilliger en de jaren voordat ik met de officiersopleiding begon was ik Adviseur Crisisbeheersing. Hermanns beschrijft de anderhalf jaar van de opleiding als een mooie tijd. ‘Maar ik heb ook weleens gevloekt hoor. Het is pittig en intensief. Het heeft natuurlijk impact op je (privé)leven. Het volgen van de opleiding heeft mijn netwerk een boost gegeven en mijn kennis van diverse vakgebieden binnen de brandweer vergroot. Het
Brand&Brandweer
Vakbekwaamh ei d
draait om kennis en kennissen opdoen. Daar waren veel mogelijkheden voor en die heb ik denk ik goed benut. Het hoogtepunt? Mijn examen OvD, de laatste in de repressieve leerlijn. Het gevoel dat we het met z’n allen hebben gehaald was waanzinnig.’Er is één ding dat Hermanns de huidige groep studenten wil meegeven: ‘Vergeet niet te genieten. De opleiding is soms zwaar,wij hadden niet tot nauwelijks tijd om dingen te laten bezinken. Laat dat het plezier niet in de weg staan. Dat je continu met jezelf bezig kunt zijn, je eigen sterktes en zwaktes leert herkennen, erkennen en ontwikkelen is gaaf. Het maakt je uiteindelijk een betere leider. De opleiding geeft daarnaast ook de kans omover de grens te kijken. Met vier medestudenten ben ik naar Wit-Rusland geweest, dat maak je nooit meer mee. Een kijkje in andermans keuken opent je ogen.’ Twee weken langer Docent Tanja Guyken herkent de opmerking van Hermans dat de 50e jaargang niet tot nauwelijks tijd gaf om de stof te laten bezinken. ‘Dat bleek ook tijdens de evaluatie, daarom is de 51e leergang twee weken langer. Nu zijn ze tussendoor net iets meer vrij.’ Guyken geeft les in de paarse leerlijn en is daarnaast ook coach van een aantal studenten. ‘Ons belangrijkste doel is dat de studenten zichzelf beter leren kennen en ontwikkelen en we bereiden ze voor op het werkende leven in de regio na de opleiding.’ Het grootste verschil in de opleiding zit volgens de docent in het aantal studenten. ‘In de vorige jaargang hadden we dertien studenten, nu 21. Dat is een groot verschil. We staan nu meestal
met twee docenten voor de klas en werken vaker in subgroepen’, vertelt Guyken. Ze laat weten dat het met de grote groep een nog grotere uitdaging is om goed aan te sluiten bij de wensen van de groep. ‘Ze willen soms sneller en efficiënter dan we in het lesplan hebben vastgelegd. Dat geldt voor de lessen in alle leerlijnen. Tijdens mijn les gaf één van de studenten dat aan. Ze signaleerden dit en wilden er iets mee doen. Ze zijn toen in de les een half uur aan de slag gegaan met het vraagstuk. Ze hebben nagedacht over hoe ze hiermee als groep om kunnen gaan, hoe ze er zelf mee omgaan en hoe ze dat kunnen veranderen. Ik vind het mooi om te zien hoe ze dan zelf het probleem analyseren en er een oplossing voor vinden. Het is een kritische groep. Ze hebben een sterke mening over hoe wordt lesgegeven. Ze verwachten veel van zichzelf en hun omgeving. Het is aan ons om ze op een goede manier op het juiste moment te bedienen met wat ze verwachten.’ De 51e jaargang is voor Guyken geslaagd als ze de leerlingen na een jaar spreekt en ze goed zijn terechtgekomen. ‘Ik hoop dat ze dan aangeven dat de opleiding ze heeft geholpen bij het werk dat ze doen en dat het ze kennis en zelfinzicht heeft gegeven’, aldus Guyken. Na de officiersopleiding in de regio een plek vinden is niet altijd even makkelijk heeft ze zelf vijftien jaar geleden ervaren. ‘De hele organisatie heeft een mening over je en vindt wat van je. Je bent direct adviseur of specialist. Je handelen ligt dan onder een vergrootglas. Ik hoop dat we ze daar goed op voor kunnen bereiden.’
Instructie tijdens een van de praktijkdagen in de rode leerlijn.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
17
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Ook online en op smartphone
Voor al uw onderhoud van helm tot voertuig! Veilig en milieuvriendelijk!
VEIDEC BV, Industrieweg 1b Hapert 0497-726888 info@veidec.nl
Nieuwe inzichten in brandbestrijding?
Lees het
editie 2018
Handboek Brandverloop. Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018
Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 402 675
Nu met 10% korting
Vakbekwaamh ei d
Ferdi Verhulst
Clint Coppers
Anders denken Ferdi Verhulst is één van de studenten uit de 51e voltijdopleiding. Nieuw is de brandweer niet voor hem. In 2005 is hij op elfjarige leeftijd bij de jeugdbrandweer begonnen. Vijf jaar geleden is hij doorgestroomd naar de vrijwillige brandweer in Zuilen, Utrecht. ‘Ik heb nooit iets anders willen worden. De toelating tot de opleiding is een lang gekoesterde wens en het komt eigenlijk op een perfect moment. In juni was ik klaar met de master bestuurskunde. Precies op tijd om aan de officiersopleiding te kunnen beginnen’, begint hij. ‘De selectiedagen waren wel spannend. Het zijn toch momenten waarop het gaat om erop of eronder. Toch moet je ook jezelf blijven. Het gaat ook om hoe je de spanning gebruikt om te presteren.’
Afstemming Ook Clint Coppers volgt de 51e voltijdopleiding Brandweerofficier. Met zijn 37 jaar is hij de oudste van de ploeg. ‘Ik was vrijwilliger in Limburg-Noord toen de selectieprocedure in de regio startte. Daarnaast werkte ik in Brabant-Zuidoost. Limburg-Noord wilde graag een interne kandidaat, dat maakte eigenlijk dat ik voor de officiële selectiedagen al wist dat ik geselecteerd was.’ Net als Verhulst heeft Coppers al de nodige brandweerervaring. Dat maakt dat hij met een relaxed gevoel terugkijkt op de eerste maanden van de opleiding. ‘Ik verwacht trouwens wel dat ik het nog druk ga krijgen. Zodra in de repressieve leerlijn vakken voorbij komen die ik ook nog moet halen, wordt het een stuk drukker. Het is trouwens ook weleens frustrerend dat ik in die leerlijn nog niet veel hoef te doen. We komen op veel plekken in land. Vaak is dat leuk, maar als je een praktijkdag hebt in het noorden van het land dan is dat een eind rijden. Ik heb de leergang Manschap A al afgerond en kan dan alleen medecursisten helpen en begeleiden. Omdat ik iedere dag op en neer rijd bel ik in de auto weleens met Jeroen Hermans. Als ik vragen heb over een onderwerp of wanneer ik even wil sparren, bespreek ik dat met hem. Het is fijn om iemand in je regio te hebben die de vorige jaargang van de opleiding heeft gevolgd.’
‘Ik wil tijdens mijn opleiding proberen om zoveel mogelijk ervaring op te doen in de regio’ Van de opleiding verwacht Verhulst dat hij er zo vakbekwaam mogelijk wordt. ‘Maar ook dat we de wereld eromheen beter leren kennen.’ Tijdens de opleiding hoopt hij op de vrije momenten en in de vakanties ook alvast kennis te maken met de regio Haaglanden waar hij na zijn opleiding komt te werken. ‘In de herfstvakantie heb ik een dienst meegedraaid in Scheveningen en ik probeer te regelen dat ik de oudjaarsnacht een dienst mag meedraaien. Ik wil zoveel mogelijk ervaring opdoen.’ Hoewel de opleiding pas net is begonnen, heeft Verhulst al een tip voor de volgende lichting. ‘Houd in de fysieke testen tijdens de selectie iets meer rekening met de lengte, het geslacht en gewicht van personen. Als je een lange man bent van tachtig kilo is het makkelijker om de krachtoefeningen te voltooien dan wanneer je een dame bent van 1,65 en zestig kilo. Natuurlijk worden we opgeleid voor dezelfde functie, maar er mag soms wel iets meer naar de menselijke kant worden gekeken.’
Brand&Brandweer
‘we worden op alle mogelijke manieren ondersteund’ De student merkt dat de groep in de 51ste jaargang erg groot is. ‘Het vraagt veel van het IFV en de docenten. Toch worden we ondanks de groepsgrootte op alle mogelijke manieren ondersteund en geholpen als we vragen hebben.’ Coppers kijkt uit naar het moment dat hij de opleiding heeft afgerond. ‘Ik wil zo snel mogelijk als OvD aan de slag. Ik kom daarnaast te werken op de afdeling vakbekwaamheid, materieel en ontwikkeling. Daar heb ik verschrikkelijk veel zin in.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
19
Bran dweer Bu iten lan d
V.l.n.r: Joost Ebus, Frans Dekker, Lieke Kwintenberg, Hendy Stoevelaar, Richard Scheerder en Folkert van der Ploeg.
Brandonderzoek, leren van de Tsjechische collega’s Zes brandonderzoekers uit de veiligheidsregio’s Twente, Gelderland-Midden en Noord- en OostGelderland zijn begin oktober naar drie verschillende Tsjechische steden gereisd om daar te leren van de buitenlandse collega’s. In dat land wordt al meer dan vijftig jaar brandonderzoek gedaan, het doen van brandonderzoek is er wettelijk vastgelegd en de Tsjechische brandweer beschikt over eigen onderzoekscentra en laboratoria.
Door JIldou Visser
H
et contact met de Tsjechische brandonderzoekers is twee jaar geleden ontstaan, laat Folkert van der Ploeg van Veiligheidsregio Twente weten. ‘Hongarije organiseerde toen in Europees verband een brandonderzoekscongres. Daar ben ik met een collega heen geweest om een presentatie te gegeven. Dit jaar was het congres in Tsjechië en is het contact met die collega’s verbeterd. Al pratende zijn we op het idee gekomen een uitwisseling te organiseren’, aldus Van der Ploeg. ‘Toen ik hoorde dat zij al meer dan vijftig jaar brandonderzoek doen en dat het bij wet is vastgelegd, was ik verrast. Dat leek ons een mooie gelegenheid om van elkaar te leren.’ Zes brandonderzoekers zijn daarom begin oktober afgereisd naar het land. In koppels van twee bezoeken ze ieder een andere stad. Daar ontdekken ze dat het doen van brandonderzoek in Tsjechië anders is ingericht. 20
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
Pilsen: gericht op opsporing Van der Ploeg bezoekt samen met een collega de brandonderzoekers in Pilsen, een stad met ongeveer 160 duizend inwoners. ‘Het viel me direct op dat brandonderzoek en repressie daar twee totaal gescheiden werelden zijn. Om brandonderzoeker te worden moet je daar meer dan vijf jaar brandweerervaring hebben, een drie maanden durende onderzoekscursus volgen en een cursus van vijf weken preventie, maar voor het vakbekwaam blijven hebben ze geen programma. Ze doen weleens oefeningen in het maken van foto’s, maar daarin is niets vastgelegd.’ Een ander opvallend verschil vindt Van der Ploeg dat het onderzoek vooral is gericht op opsporing en het achterhalen van de brandoorzaak. Van der Ploeg: ‘Daar hebben wij de politie en verzekeraars voor. Die doen in Tsjechië geen onderzoek. Wij doen met name onderzoek om van te leren, maar bij hen is de repressieve dienst daarin niet geïnteresseerd zeggen ze. Misschien komt dat doordat de brandonderzoekers daar ook iets meer weg hebben van
Brand&Brandweer
Bran dweer Bu iten lan d
handhavers, ze mogen namelijk boetes uitdelen op het moment dat iemand brandonveilig heeft gehandeld.’ Ostrava: prio1 uitrukken Hendy Stoevelaar uit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland bezoekt met haar collega de brandonderzoekers in Ostrava. In de industriestad in het oosten van het land wonen bijna driehonderdduizend mensen. ‘Ze beschikken over super modern en schoon materieel. Alles was nieuw. Met behulp van geld uit de Europese Unie hebben ze alles kunnen vernieuwen en zijn ze nu bezig een Risk Factory op te zetten’, aldus Stoevelaar. Tijdens haar verblijf rukt ze twee keer met de Tsjechische brandonderzoekscollega’s uit. ‘Ze rijden daar met prio1. Voor één van de incidenten moesten we naar een plaats ongeveer tachtig kilometer verderop. De hele weg hebben we met prio1 gereden. Het bijzondere vond ik dat mensen ook allemaal op tijd aan de kant gaan. Ze hebben daar echt respect voor de hulpdiensten’, vertelt Stoevelaar. ‘Ter plaatse was een brandonderzoeker al bezig met het onderzoek. Voor ons was bij dit incident niets te doen. Zodra ze een idee hebben wat de oorzaak is, is verder onderzoek niet nodig. Ze kijken ook direct op de ontstaansplek en alles eromheen laten ze buiten beschouwing. Wij werken juist van buiten naar binnen om geen sporen uit te wissen. Ze zijn overigens wel van plan onze aanpak ook te verwerken in de opleidingen.’ Praag: eigen onderzoeksinstituut Opvallend vond Joost Ebus uit Gelderland-Midden vooral dat de Tsjechische brandonderzoekers beschikken over een eigen forensisch instituut voor brandonderzoek. ‘Ze kunnen daar monsters en apparaten laten onderzoeken. Daarnaast hebben ze ook een landelijk brandonderzoekslab met speciale apparatuur waarmee ze bijvoorbeeld testen kunnen doen op het gebied van de brandveiligheid van bouwmaterialen. Daardoor weten ze veel beter dan wij hoe branden in bepaalde stoffen zich gedragen. Dat soort onderzoekscentra hebben wij niet in eigen beheer. Daarentegen doen wij meer onderzoek zelf. Als wij ontdekken dat de brand in een apparaat is ontstaan, doen wij daar zelf onderzoek naar. Zij sturen het op naar één van de brandonderzoekscentra. Ze stoppen ook met het onderzoek als ze een idee hebben over de brandoorzaak terwijl wij dan juist willen leren wat er is gebeurd en hoe dat voorkomen kan worden.’ Ebus heeft samen met zijn collega diensten meegedraaid bij de brandweer in Praag. In tegenstelling
Joost Ebus bij een van de brandonderzoeken in Praag.
tot Stoevelaar is hij juist geschrokken van de staat van één kazerne in het bijzonder. ‘Kazerne nr 3 in Praag stamde uit 1943. Sindsdien was er niets meer aan gedaan. Het waren letterlijk houten barakken. Bij een andere kazerne moesten de deuren die toegang geven tot de straat handmatig worden geopend. Er slapen dus ook altijd twee mensen bij de poort om de deuren na een alarmering te openen.’ In Praag hebben continu drie brandonderzoekers een 12-uursdienst. De eerste heeft de taak van chauffeur en fotograaf, de tweede is de brandonderzoeker en de derde blijft op kantoor om de rapporten van de voorgaande diensten uit te werken. Ebus maakt in de drie dagen dat ze er zijn, drie onderzoeken mee. ‘Bij die onderzoeken trekken ze snel conclusies. Als ze een vermoeden hebben, is dat het en dan zijn ze ook klaar. Wij zijn gewend om een hypothese te maken en kijken vervolgens stap voor stap hoe we die onderuit kunnen halen. Bij een brand in een elektrische kachel bijvoorbeeld hadden de Tsjechen al snel hun verhaal klaar. Met onze reconstructie kwamen wij alleen tot de conclusie dat wat zij zeiden, niet kon.’ De brandonderzoekers zijn het erover eens dat het goed is op deze manier ervaringen te delen. Van der Ploeg: ‘Dat zouden we in Europees verband vaker moeten doen.’ Volgend jaar wordt het Europese brandonderzoekscongres in Nederland georganiseerd. ■
In het Brandonderzoeksmuseum in Tsjechië staan diverse casussen met bijbehorende verbrande voorwerpen tentoongesteld.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
21
bran d van de maan d
22
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
brand&brandweer
bran d van de maan d
GrIP3 om focus op brand te houden bij zeer grote brand TUF recycling
Fotografie: SQ Vision, Marcel van Dorst
Zowel binnen als buiten liggen de kunststof grasmatten hoog opgestapeld als op donderdagavond 11 oktober een zeer grote brand uitbreekt bij TUF recycling in dongen. In korte tijd is de rookwolk in de weide omtrek te zien. naast de enorme hoeveelheid vuurlast, is weinig bluswater voorhanden en maakt ook de politiek-bestuurlijke gevoeligheid het incident complex. door de opschaling naar GrIP3 kan de brandweer blijven focussen op de brandbestrijding.
brand&brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
23
Fotografie: Jack Brekelmans
bran d van de maan d
De brand in het compartiment ontwikkelt zich lange tijd snel.
Door JIldou Visser
H
et is 18.38 uur als Officier van Dienst (OvD) Addo Geerts wordt gealarmeerd voor een middelbrand bij TUF Recycling. ‘Aanrijdend zag ik al een enorme rookwolk. Ik weet dat het bedrijf enkele keren in opspraak is geraakt en het politiek-bestuurlijk gevoelig lag. Daarnaast wist ik dat er ontzettend veel kunststof grasmatten liggen, waarvan bij het grootste deel het zand er nog in zit. Met die kennis in het achterhoofd heb ik aanrijdend al opgeschaald naar zeer grote brand.’ Aanrijdend denkt Geerts al na over het scenario en het worst case scenario. ‘Mijn beeld was dat kunststof grasmatten goed willen branden en lastig te blussen zijn. Naast de hal, wist ik dat ook het buitenterrein vol lag en de hal van de leerlooijerij van Ecco op slechts 25 meter van TUF Recycling af lag. Mijn worst case scenario was dat de hele omgeving in vlammen op zou gaan.’ De eerste eenheden zijn net ter plaatse als Geerts aankomt. De eerste twee TS’en zijn dan bezig af te leggen op de geboorde put op het terrein van Ecco. ‘Van het gezicht van de eerste en tweede bevelvoerder kon ik de adrenaline aflezen. De brand ontwikkelde zich ontzettend snel in het compartiment. De vlammen sloegen ongeveer vijf meter hoog de lucht in. Overslag naar de naastgelegen leerverwerkend bedrijf en de buitenopslag dreigde. Het belangrijkste op dat moment was overslag naar de buitenopslag voorkomen.’ Geerts alarmeert dan ook een tweede OvD, een extra peloton, een schuimblusvoertuig en een extra hoogwerker. ‘Het terrein is ontzettend groot. Zodra de tweede OvD ter plaatse kwam, hebben we dat opgedeeld in vakken. Hij zou zich concentreren op de zuidwestzijde bij de brand, ik op de noordoostkant van het terrein om overslag te voorkomen.’ 24
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
Structuur commandovoering Even na 19.00 uur wordt compagniescommandant Leon Havermans gealarmeerd. ‘Ik had de aflevering van Zembla en de berichten in de lokale media gezien, dus kende de problematiek bij het bedrijf. Dan weet je dat het een forse klus gaat worden. Aanrijdend heb ik geschakeld met de meldkamer om te horen welke eenheden aanrijdend waren, zodat ik daar al een beeld van had.’ Ter plaatse treft Havermans een georganiseerde chaos aan. ‘Het was ontzettend hectisch. Op dat moment is het mijn uitdaging om dat om te buigen naar een overzichtelijke commandostructuur en een goed beeld van de brand en de inzet. Om dat beeld rond te krijgen, heb ik eerst de vier aanwezige OvD’s verzameld en doorgesproken wie welke rol heeft. De 100 en 200 konden goed duiden dat de brand nog in het compartiment woedde, ze wisten dat het zand van de matten die in de loods lagen eruit geklopt was en ze hadden een beeld hoeveel er ongeveer in zou kunnen liggen’, aldus Havermans. ‘Het zwaartepunt lag op dat moment vooral bij het voorkomen van overslag naar de omgeving en de rest van het terrein. Het lag helemaal vol met matten. Als dat in brand zou vliegen, zouden we ook problemen krijgen met een transformatorhuis op het terrein. Het compartiment hebben we vanaf alle kanten geprobeerd in te pakken om zo uitbreiding te voorkomen.’ Havermans besluit de 100 en 200 hun inzet te laten voortzetten, de 300 op de waterwinning in te zetten en de 400 te gebruiken als plaatsvervangend compagniescommandant. Omliggende bedrijven op het terrein worden ontruimd en de uitbreidingsrisico’s worden nauwkeurig in kaart gebracht. In het CoPI gaat het dan ook met name over die uitbreidingsrisico’s, het opvangen van bluswater en de politiek-bestuurlijke dilemma’s. Dan besluit de burgemeester dat ze wil opschalen naar GRIP3. ‘Dat was fijn. Dat betekende voor ons dat het CoPI op de brand kon focussen, het
Brand&Brandweer
Fotografie: Jack Brekelmans
bran d van de maan d
Op het terrein liggen hoge stapels met rollen kunststof grasmatten. De inzet is gericht op het voorkomen van overslag naar die buitenopslag.
ROT de situatie kon duiden en zich op de effecten en lange termijnscenario’s kon richten. Het BT zich zou zich bezighouden met de politiek-bestuurlijke dilemma’s. Vanaf dat moment was het voor ons gewoon een brand’, vertelt Ronald Blokpoel, Hoofdofficier van Dienst (HOvD) en Leider CoPI. Bluswater In het CoPI wordt met het waterschap een plan gemaakt om het bluswater in te dammen en daarmee te voorkomen dat het in het riool terechtkomt. Blokpoel: ‘We verbruikten ontzettend veel water. Het vreemde is dat op de grond alleen nergens bluswater terug te vinden was. We zijn dus wel even bezig geweest om uit te zoeken hoe dat kon. Onze uiteindelijke conclusie was dat het zand dat uit de matten is geklopt, maar nog wel op het terrein lag, het vervuilde bluswater heeft geabsorbeerd.’ Blussen Na het CoPI ontdekt Havermans als hij terugkomt in het veld dat de brand beheersbaar is. ‘Ik was blij verrast, dat had ik namelijk nog niet verwacht. Daarmee rees wel de vraag hoe we de brand in de loods gingen blussen. We hadden twijfels of dat met het huidige materieel ging lukken’, vertelt de compagniescommandant. ‘Het lastige was met name dat het zand uit de matten was geklopt. Je hebt dus alleen nog maar te maken met het kunststof, een zeer brandbare component. Daarbij lagen de rollen met matten hoog opgestapeld. Vanaf onderen werd de bovenste laag steeds opnieuw aangestraald.’ Blokpoel vult aan dat het naar buiten halen van de brandende kunststof grasmatten om het daar af te blussen geen optie is. ‘Het hele terrein lag vol. Er was simpelweg geen ruimte.’ Uiteindelijk besluiten Havermans en Blokpoel om de brand gedurende de nacht onder controle te houden en zodra het weer licht
Brand&Brandweer
wordt, verder te kijken. Om half twee die nacht keren bijna alle eenheden huiswaarts. Eén TS, een redvoertuig en een OvD blijven achter om ieder half uur de opgelaaide hotspots af te blussen. De volgende ochtend wordt het plan gemaakt om de brand zo snel mogelijk volledig te blussen. Met een sloopkraan wordt het pand stukje bij beetje gesloopt en worden de brandende delen uit elkaar getrokken. Met een torenstraal van het redvoertuig kunnen de eenheden erachteraan om de matten af te blussen. Rond 18.00 uur zijn de laatste delen geblust. Leerpunten Een van de grootste leerpunten van deze brand is volgens Blokpoel om onderwerpen te laten waar ze thuishoren. ‘Het was een goede zet om op te schalen naar GRIP3 en daarmee het beleidsteam van de veiligheidsregio verantwoordelijk te maken voor het politiekbestuurlijke aspect van deze brand. Zij hadden kennis van het traject dat eraan vooraf was gegaan en hebben ook te maken met de nasleep ervan. Dan is het logisch dat ze tijdens de brand ook bij dat deel betrokken worden. Voor ons was het fijn dat we ons konden richten op de brandbestrijding.’ Havermans noemt als leerpunt vooral de manier waarop het beeld is gevormd en de bronnen die daarbij zijn gebruikt. ‘Het is in de eerste fase van een incident lastig alle relevante informatie, zoals recente inspectierapporten van de omgevingsdienst, te ontsluiten. In die rapporten zaten foto’s van de situatie in de hal en die hadden kunnen helpen in de eerste beeldvorming. Later in het incident hebben we die rapporten wel gebruikt om ons aanvalsplan te maken Voor heel Brandweer Nederland geldt denk ik de vraag dat we na moeten denken over hoe we dit soort informatie makkelijk kunnen ontsluiten, zodat we erbij incidenten in de chaosfase al over kunnen beschikken.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
25
BC-OPLEIDINGEN Professionele duikopleidingen en her-certificeringen. In Enkhuizen aan de kust van het Markermeer, verreist een bijzonder gebouw. Nergens in Nederland, zelfs niet in Europa, staat reeds een dergelijk gebouw. Het herbergt diverse inpandige duikbassins van 1,5 meter, 3 meter en 9 meter diep met een watertemperatuur van 21 °C, een ademlucht-werkplaats en meerdere leslokalen en kleed-/doucheruimtes. Op het buitenterrein worden ook een 21 meter diepe duikput én een aantal buitenwaterstations in het Markermeer gerealiseerd. Al deze faciliteiten hebben tot doel om er op veilige en adequate wijze civiel maritieme beroepsduikers en reddingduikers van professionele hulpverleningsdiensten op te leiden en te trainen. Op 1 februari 2019 is de nieuwbouw gereed voor operationeel gebruik.. Dat de specialistische werkzaamheden van beroepsduikers en reddingduikers risicovol zijn behoeft geen nadere verklaring. “Bassins zijn daarom voorzien van moderne videocamerabewaking, waarop onze gecertificeerde duikinstructeurs ten alle tijden de verrichtingen onderwater van deelnemers kunnen monitoren. Wij beschikken over eigen moderne en gekeurde materialen die deelnemers aan vakbekwaamheidstrajecten kunnen gebruiken, zoals verschillende soorten en typen duiksets SCUBA/ SSE en eigen materieel als water ongevallenvoertuig van de brandweer en een duikopleidingsvaartuig. Een L.A.R.S.-systeem en een decompressie-unit maken het opleidings- en trainingscentrum voor de duikers compleet.” aldus Richard Brinckman, Commercieel Directeur. BC-opleidingen verzorgt initiële duikopleidingen en her-certificeringstrajecten conform de werkschema’s SWOD (Stichting Werken onder Overdruk) en is erkend opleider voor categorieën A1 t/m B4, DMB-B1/2 en DPL. Daarnaast wordt heel veel maatwerk geleverd voor vakbekwaamheidstrajecten, waarbij de leer- en/of oefendoelen van de klant het uitgangspunt vormen.
Voor meer informatie of reserveringsaanvragen; tel: +31(0)228-722420 / email: info@bc-opleidingen.nl.
Backeye®360° Camerasystemen Backeye®360 systemen zijn intelligente camera-/monitorsystemen als ondersteuning bij het manoeuvreren op lage snelheid, door de bestuurder in real time een overzicht van de volledige omgeving van het voertuig te geven in één enkel beeld.
• Elimineert dode hoeken, verbetert de veiligheid • Uitgebreid overzicht van de omgeving in één beeld • Reduceert kans op botsingen met personen en objecten
+31 541 53 18 01 brigade-electronics.nl
risicobeh eersi ng
Brandpreventieweken: nieuwe projecten gericht op nieuwe doelgroep Waar afgelopen jaren de focus van de Nationale Brandpreventieweken met name lag op senioren, zijn de projecten nu vooral gericht op jonge ouders. Uit brandrisicoprofielen is gebleken dat jonge ouders een grotere kans hebben op brand. Het thema Hé doe de deur dicht is gelijk aan voorgaande jaren, maar doordat de doelgroep is gewijzigd zijn veel nieuwe projecten opgestart.
Door Ellen Schat
Fotografie: Betty Morsinkhof
Twente: kinderfeestjes De veiligheidsregio’s uit het district Oost5 zijn vorig jaar al gestart met de zogenaamde roze wolkcampagne, waarbij de focus lag op jonge gezinnen. Dit jaar is die campagne uitgerold over het hele land, daarbinnen kiezen enkele regio’s voor een aantal nieuwe projecten. Zo organiseert Veiligheidsregio Twente dit jaar in iedere gemeente in de regio voor ieder kind dat in oktober als eerste vijf jaar wordt, een kinderfeestje. ‘Brandweer Twente bestaat dit jaar vijf jaar. Vorig jaar hebben we in iedere gemeente het eerstgeboren kind in het zonnetje gezet. Dit jaar kiezen we voor de kinderen
die in oktober als eerste vijf jaar worden. Hen nodigen we op de kazerne uit voor een feestje’, vertelt Liset Reimerink, medewerker Brandveilig Leven van Brandweer Twente. Ze legt uit dat de feestjes in principe zijn georganiseerd door het team Brandveilig Leven, maar dat kazernes dit zelf ook mochten aanvullen. ‘Wij hebben gezorgd dat er slingers hingen en er voldoende taart en snoep was. Bij alle feestjes is de burgemeester ook langsgekomen om de taart aan te snijden. Daarnaast zijn, afhankelijk van de kazerne, ook een springkussen en spelletjes georganiseerd. Zo konden kinderen bijvoorbeeld vlammetjes omver spuiten en de TS zien’, aldus Reimerink. ‘Wij zijn bij alle feestjes aanwezig geweest en daarnaast waren er bij ieder feestje een paar brandweerlieden. Tussen
Veiligheidsregio Twente organiseert tijdens de Brandpreventieweken kinderfeestjes voor ieder kind dat in oktober in een gemeente als eerste vijf jaar wordt.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
27
Fotografie: Betty Morsinkhof
risicobeh eersi ng
gemeente de kinderen een uitnodiging heeft gestuurd. Van alle jarigen hebben twee niet op de brief gereageerd. In die gemeenten is het kind uitgenodigd dat als tweede in de maand oktober vijf jaar is geworden. Zowel de medewerkers van het team Brandveilig Leven als de brandweerlieden zijn enthousiast over de actie. ‘Het was erg leuk om te doen, maar we hebben er vooral erg veel mensen mee bereikt. Naast uiteraard de families hebben we in iedere gemeente de nodige media-aandacht voor de feestjes gehad en hebben we veel reacties via onze eigen social media binnengekregen. Daardoor hebben we veel meer mensen bereikt dan alleen de families’, legt Reimerink uit. Regio’s die dit ook willen gaan doen adviseert ze vooral in een vroeg stadium contact te leggen met de gemeente om uit te zoeken in welke woonplaats in iedere gemeente de eerste vijfjarige woont. ‘Zoek daarna snel contact met je lokale korps, zodat je hen kunt voorbereiden en ze, als ze dat willen, leuke dingen kunnen organiseren.’ Groningen: felicitatie Harry en Meghan Als half oktober bekend wordt dat Meghan Markle en prins Harry een kind verwachten, springt Katja van Ederen, medewerker Brandveilig Leven van Veiligheidsregio Groningen, een gat in de lucht. ‘Een cadeautje’, zo omschrijft ze het. ‘Dit nieuws sloot zo goed aan bij onze roze wolkcampagne dat we het niet konden laten om erop in te haken. In onze regio delen we tasjes uit met onder andere een slab, vluchtsleutelhanger, een hydrofieldoek, de Brandveilig Leven folder en een felicitatiekaart. De folder hebben we vervangen door de Engelstalige versie en als extraatje hebben we er een rompertje aan toegevoegd, inclusief een uitnodigende brief. Dat hebben we naar Engeland gestuurd.’ Voordat het pakketje wordt opgestuurd, is bij de kazerne in Groningen een foto gemaakt van de brandweerlieden met het poststuk. ‘Die hebben we via onze social media gedeeld. Op deze manier wilden we het Fotografie: Veiligheidsregio Groningen
de bedrijven door hebben we ook kort met de kinderen gesproken over brandveiligheid. Zo hebben we ze gevraagd of ze rookmelders in huis hebben hangen en of ze met de deur dicht slapen. Waar dat niet het geval was hebben we de kinderen verteld dat ze hun ouders er maar eens naar moesten vragen. We waren verrast over hoeveel kinderen eigenlijk al weten over brandveiligheid.’ Na afloop van het feestje hebben ze van de brandweerlieden een cadeautasje gekregen. ‘Daarin zat natuurlijk de folder Brandveilig Leven, maar ook een bouwplaat, de deurhanger, een kleurplaat, kleurpotloden, een brandweerfrisbee en een -jojo. Ouders, ooms, tantes, opa’s en oma’s en ooms die op het feestje aanwezig waren, hebben we een waardebon voor een woningcheck meegegeven. Op die manier kunnen we de brandveiligheid bij de kinderen thuis ook echt verbeteren. De reacties waren erg positief.’ Reimerink legt uit dat in verband met de privacywetgeving de
Brandweer Groningen heeft prins Harry en Meghan Markle een brandveiligheidspakket gestuurd.
28
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
nieuws aangrijpen om de boodschap bij de inwoners van onze regio onder de aandacht te brengen. Dat is gelukt. We hebben er meer dan 16.000 mensen mee bereikt en RTV Noord en Dagblad van het Noorden hebben er ook aandacht aan besteed’, aldus Van Ederen. Ze hoopt dat er uiteindelijk een reactie terugkomt vanuit Engeland. ‘Een foto dat ze met onze flyer in de hand het paleis doorlopen zou wel gaaf zijn, dan hebben we weer leuk nieuws.’ Naast deze inhaker op het nieuws deelt Brandweer Groningen bij de balies in alle twintig gemeentehuizen en de ziekenhuizen in de regio de tasjes uit aan de ouders op het moment dat ze hun kind aangeven. De ouder die in een gemeente als eerst het kind heeft aangegeven, krijgt daarnaast een kraamvisite van de brandweer en burgemeester aangeboden. Van Ederen: ‘Tijdens die kraamvisites voeren we een woningcheck uit en plaatsen we een rookmelder. Daarnaast hebben we in oktober in een radio-uitzending van RTV Noord en via social media woningchecks weggegeven aan ouders die de afgelopen drie maanden een kind hebben gekregen en we hebben er zes verloot via Facebook.’ Tot slot heeft de regio ook posters verspreid bij verloskundige centra en in bibliotheken en heeft de brandweer met een stand op de 9 maanden tot dreumes beurs in Groningen gestaan. Ouders konden daar met een VR-bril op ervaren wat er gebeurt als bij hen thuis brand uitbreekt. ‘Daarnaast hebben we daar een rookmelder verloot en konden bezoekers een goodie, de Hé doe de deur dicht vluchtsleutelhanger, bij onze stand afhalen, zodat we ook met hen een contactmoment hadden. Deze doelgroep staat ontzettend open voor de brandveiligheidsboodschap, de campagne slaat echt aan. Na oktober gaan we met de Martini Geboorte Groep, GGD Groningen, consultatiebureaus en Centra voor Jeugd en Gezin om tafel om te kijken hoe we samen op kunnen trekken om deze boodschap bij gezinnen met jonge kinderen blijvend onder de aandacht te brengen.’ Fryslân: GGS screeners Veiligheidsregio Fryslân werkt in de campagne met name samen met de screeners van de GGD. Zij gaan in de eerste week na de geboorte bij de jonge gezinnen langs om de pasgeborene een hielprik te geven en een gehoortest te doen. ‘Ze komen daarmee al bij de doelgroep thuis en dus leek het ons goed om samen op te trekken’, vertelt Wietze Brandsma van Brandweer Fryslân. Vanuit de GGD wordt direct positief gereageerd op het idee. ‘We hebben bij een bezoek maar 35 minuten om ons verhaal te doen. Daarin moeten we de hielprik geven, de gehoorscreening doen en voorlichting geven. We vinden brandveiligheid wel een ontzettend belangrijk onderwerp, daarom wilden we hier graag aan meewerken’, aldus Annemiek Hulzenga van GGD Fryslân. De screeners van de GGD hebben van de brandweerlieden een workshop brandveiligheid gekregen, zodat ze de nodige kennis hebben over het onderwerp. Hulzenga: ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik zelf ook nog nooit had nagedacht over het sluiten van de deuren. Rookmelders had ik wel, maar na de workshop heb ik die thuis ook direct gecontroleerd. Namens de brandweer bieden we tijdens het huisbezoek de ouders een tas aan met daarin onder andere enkele folders en de brandweerslab. Hierna ontstaat vaak een gesprek over de brandveiligheid in het huis van het gezin. Er wordt ontzettend positief op gereageerd.’ Brandsma is blij dat ze zijn gekomen tot een nauwe samenwerking. ‘De lijntjes zijn heel kort. Wanneer de GGD screeners vragen krijgen waar ze het antwoord niet op hebben, kunnen ze ons altijd bellen. We willen in overleg met hen ook kijken hoe we dit na oktober een vervolg kunnen geven.’
Brand&Brandweer
Fotografie: Sjan Terlouw
risicobeh eersi ng
De GGD screeners geven onder andere een brandweerslab aan iedere pasgeborene in Veiligheidsregio Fryslân.
IJsselland: vloggers en bloggers Bij de opzet van de campagne heeft Veiligheidsregio IJsselland geprobeerd om nieuwe dingen uit te proberen. ‘Vorig jaar zijn we in Oost5 al begonnen met de roze wolkcampagne. Die is toen op een redelijk klassieke manier opgezet, we maakten gebruik van de standaard communicatiekanalen. Dat wilden we dit jaar anders doen. We hebben geprobeerd om via influencers de doelgroep te bereiken’, aldus Annemarie Henzen van Veiligheidsregio IJsselland. Voor de inzet van vloggers en bloggers heeft ze contact gezocht met een mediabureau dat de inzet van enkele moedervloggers en -bloggers beheert. ‘Uiteindelijk zijn we uitgekomen op drie verschillende influencers, waarvan twee werken met een vlog en één met een blog. Kelly Caresse is eind twintig en heeft drie kinderen. Ik Vrouw van Jou zijn twee vrouwen in de dertig die in verwachting zijn en De Club van Relaxte Moeders is iets ouder. Alle drie hebben ze een eigen doelgroep’, legt Henzen uit. Voor het mediabureau en de vloggers heeft ze een uitgebreide briefing geschreven. Daarna is het aan de vloggers en bloggers om daarmee aan de haal te gaan. ‘Ze bedenken zelf hun eigen content. Daarvan schrijven ze een script dat ze vervolgens aan ons laten zien. Daarop kunnen we bijsturen, bijvoorbeeld als het gaat om de plek van de rookmelder, de inhoud van de boodschap en de terminologie. De uiteindelijke vlog kregen we ook te zien voordat deze werd geplaatst. Ook daaraan konden nog dingen worden aangepast.’ Henzen is blij met de content die de vloggers en bloggers voor de regio hebben gemaakt. ‘Het leuke is dat zij het in hun eigen woorden vertellen en daarmee de doelgroep beter weten aan te spreken dan wanneer wij iets zeggen. Ik vrouw van jou heeft bijvoorbeeld het veilig vluchten mooi in beeld gebracht door te proberen geblindoekt met een pop in haar armen uit huis te vluchten. Dan ontdekt ze dat dit nog niet zo makkelijk is.’ Naast de vlogs en blogs heeft de veiligheidsregio ook advertenties op andere websites laten draaien. De totale campagne heeft zevenduizend euro gekost. ‘We merken dat deze influencers veel meer reacties krijgen dan wij als we dezelfde content op onze pagina plaatsen. Je bereikt er dus echt mensen mee. Na oktober gaan we de campagne evalueren en bekijken we of het voor herhaling vatbaar is.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
29
nieuwe editie
ai-blad 44: De preventiemedewerker ai-blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie
Een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die voorbereid wil zijn op noodsituaties! Met het AI-Blad 44: De preventiemedewerker heeft u een uitstekend hulpmiddel om uw preventiebeleid effectief en efficiÍnt te organiseren. Het biedt een duidelijk overzicht van de functie, taken en positie van de preventiemedewerker. Deze uitgave besteedt uitgebreid aandacht aan de arbocatalogus, de branchegerichte risico-inventarisatie en -evaluatie-instrumenten en de nieuwe richtlijnen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het AI-Blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie stelt u in staat, afhankelijk van de risico’s en processen in het bedrijf of de organisatie, te beslissen welk niveau van bhv- of noodorganisatie nodig is. In dit AI-blad vindt u diverse checklisten, stappenplannen en voorbeelden waarmee u zelf aan de slag kunt gaan.
Meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/preventie-en-hulpverlening
Risicobeh eersi ng
Schoorsteenbrandvoorspeller helpt Twente bij preventie Brandweer Twente heeft in samenwerking met Universiteit Twente een wiskundig model ontwikkeld dat schoorsteenbranden kan voorspellen. Van het model is een online tool gemaakt waarmee inwoners van de regio kunnen zien hoeveel schoorsteenbranden in een bepaalde gemeente of wijk ontstaan. De tool is volgens Ron de Wit van Brandweer Twente met name bedoeld om inwoners bewust te maken van de risico’s en ze te stimuleren op een brandveilige manier met de houtkachels om te gaan. Door JILDOU VISSER
D
e regio is al een aantal jaar bezig met het onderzoeken van branden, het registreren van de daarbij verkregen informatie en alle GMS-data van schoorsteenbranden. ‘Daarbij rees de vraag of we er meer mee konden doen. We wilden op zoek naar samenhang in de data, bijvoorbeeld tussen het tijdstip en het soort brand. In eerste instantie hebben we een student wiskunde gevraagd die met alle data aan de slag is gegaan. Dat bleek complex. Hij adviseerde om één concreet onderwerp eruit te pakken en daarmee een voorspellend model te ontwikkelen’, aldus De Wit. ‘Schoorsteenbranden zijn bij ons de meest voorkomende brandoorzaak en ze zijn duidelijk herkenbaar. Dat maakte schoorsteenbranden geschikt voor dit onderzoek.’ Tineke School, student Toegepaste Wiskunde aan de Universiteit Twente, is met de onderzoeksvraag aan de slag gegaan. ‘Ik ben begonnen met het lezen van veel literatuur, maar wat ik wilde is nog nooit eerder gedaan. En dus ben ik de data van alle incidenten gaan bestuderen. Ik heb geprobeerd een verband te vinden tussen het aantal branden en bijvoorbeeld de tijd en locatie, het aantal inwoners, de windsnelheid en de bebouwing.’ Uiteindelijk vindt School een verband tussen het aantal branden, het aantal inwoners, de periode van het jaar, de buitentemperatuur en het type bebouwing. De windsnelheid heeft nauwelijks effect. ‘Met die kennis in het achterhoofd ben ik de hele regio in vakken gaan opdelen, zesduizend in totaal. Per vak heb ik de bebouwing en het aantal inwoners in kaart gebracht. Vervolgens ben ik gaan
Brand&Brandweer
rekenen met de variabelen de maand van het jaar en de buitentemperatuur. Op weekniveau heb ik dat steeds getest. Met die resultaten heb ik het model steeds verder aangescherpt tot wat er nu staat.’ Online tool Het leuke vindt De Wit dat School niet alleen het wiskundig model heeft ontwikkeld, maar dit ook heeft doorvertaald in een praktische toepassing waarmee inwoners van de regio zelf kunnen kijken hoeveel schoorsteenbranden er in die week bij hen in de buurt zijn. ‘Op deze manier wordt het voor iedereen begrijpelijk. De online tool die ze erbij heeft gemaakt heeft een sterk voorlichtingskarakter. Als je ziet dat bij jou in de buurt waarschijnlijk een schoorsteenbrand gaat uitbreken, ben je sneller geneigd om na te denken over of je bijvoorbeeld de schoorsteen wel hebt geveegd en over de manier waarop je stookt.’ De Wit hoopt dat met behulp van de tool in de toekomst ook terug te zien is dat voorlichting effect heeft. ‘De tool is gebaseerd op de huidige situatie. Als mensen brandveiliger gaan stoken, zal mogelijk het aantal schoorsteenbranden afnemen. In dat geval zouden we moeten kunnen zien dat het model standaard meer branden voorspelt dan er daadwerkelijk zijn. Dan zou je hierdoor het effect van voorlichting zichtbaar kunnen maken. Als het zover is, wordt het tijd om het model bij te stellen.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
31
congres
Brandweercongres, de kracht van het verschil Het Brandweercongres stond dit jaar in het teken van de kracht van het verschil. De boodschap op 11 en 12 oktober was dat de verschillen binnen de brandweer een bijzondere kracht zijn en daar kan meer gebruik van worden gemaakt. Een verslag van twee inspirerende congresdagen in Zaandam.
Door Jildou Visser fotografie ad hupkes, brandweer nederland
H
et congres start op donderdag 11 oktober met een pleidooi voor een andere manier van kijken en samenwerken van Stephan Wevers, voorzitter van Brandweer Nederland. ‘Met de vergrijzing en de energietransitie komen er grote thema’s op ons af, waarbij we meer kennis kunnen delen met andere partners. Daarbij kunnen we ook anders kijken naar de vragen die op ons afkomen’, steekt Wevers van wal. ‘Hoe gaan we in de toekomst om met de energietransitie? Gaan we reageren op de ontwikkelingen en nog meer veiligheidssystemen toevoegen of gaan we out of the box denken en bijvoorbeeld samen met bouwers het veilige huis van de toekomst ontwerpen? We kunnen veel van elkaar leren.’ Daarnaast gaat Wevers in op de diversiteit binnen de brandweer. ‘De maatschappij wordt steeds diverser, dat moeten wij ook worden. Niet alleen in de taken die we uitvoeren, maar ook in de mensen die we hebben. Mensen met een andere achtergrond brengen andere ervaringen met zich mee. Ze maken wellicht andere keuzes en dat kan leiden tot andere inzichten. Die diversiteit zorgt voor een krachtigere organisatie.’ Brandweerkruis Bart Richter zet zich al sinds 2010 in voor een diversere brandweer. Van 2010 tot 2015 was Richter voorzitter van het Netwerk Roze Rood. Wevers: ‘Hij heeft het netwerk een nieuwe impuls gegeven. Hij heeft verbindingen gelegd en draagvlak gecreëerd. In het begin kwamen er weleens negatieve reacties, maar hij zette door. Nu op deze coming out day hangt in alle 25 regio’s de regenboogvlag. Daar ben ik hem dankbaar voor, want iedereen moet binnen de brandweer zichzelf kunnen zijn en zich veilig voelen. Dat is onze brandweer, de brandweer van de toekomst. Daarom waarderen wij Bart Richter met een Brandweerkruis.’ Nadat Wevers het Brandweerkruis bij Richter heeft opgespeld, sluit hij af. ‘De kracht van het verschil is anders kijken, anders samenwerken, maar ook anders durven zijn. Openstaan is belangrijk en dat vraagt ook iets van het leiderschap. Maak verbinding met de mensen die op de auto springen, mensen die anders zijn en met andere partners.’ Twee generaties Na Wevers roept dagvoorzitter Arjen Banach vader Gerard en dochter Maike Effing op het podium. Maike wilde al van jongs af aan bij de brandweer, net als haar vader. ‘Mijn vader heeft me 32
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
Bart Richter krijgt het Brandweerkruis opgespeld.
altijd verteld dat ik moet doen wat ik leuk vind. Dat is de brandweer. Dat ik vrouw ben, maakt niet uit. Ik ben begonnen bij een vrijwillige post. Daar is het nooit een item geweest, maar toen ik overstapte naar de beroeps heb ik meer moeten vechten voor mijn plekje.’ Gerard: ‘In alle jaren bij de brandweer heb ik ervaren dat de sfeer is veranderd, de hele wereld is veranderd. We hebben grote stappen gemaakt.’ Maike geeft de zaal mee: ‘Blijf dicht bij jezelf en sta open voor elkaar. Dan kunnen we samen werken aan ons prachtige vak.’ Veranderen ‘Als je de passie hebt om de wereld te veranderen, gaan er veel mooie dingen gebeuren’, begint René Boender. Hij is de schrijver van het boek Generatie Z over de jongeren van tegenwoordig. ‘Deze generatie heeft energie, enthousiasme en tolerantie. Ze durven te experimenteren. Het is de generatie die je als organisatie aan je wilt binden, maar om dat te doen moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. Maak contact. Snap dat internet voor hen een primaire levensbehoefte is. Inspireer. En draag uit hoe de toekomst van de brandweer eruit ziet. Durf jezelf opnieuw uit te vinden’, geeft hij de aanwezigen in de zaal mee. Jan van der Heydenprijs In de pauze wordt op de regiomarkt de winnaar van de Jan van der Heydenprijs bekendgemaakt. Met 46,2% van de stemmen heeft de
Brand&Brandweer
congres
De Briefing Applicatie heeft de Jan van der Heydenprijs gewonnen.
Briefing App van de veiligheidsregio’s Haaglanden en IJsselland gewonnen. Zij hebben een cheque ter waarde van tienduizend euro ontvangen voor het verder doorontwikkelen of landelijk uitrollen van de app. De applicatie werd met 40,5% van de stemmen op de voet gevolgd door Langer Thuus van Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Als derde eindigde het project Droogte vegetatie meten met behulp van satellietdata met 13,3% van de stemmen. In het oktobernummer van Brand&Brandweer stond een uitgebreide beschrijving van de projecten. Op Maat naar Op Maat In de middag worden verschillende deelsessies gegeven. Eén ervan is Op Maat naar Op Maat. Hendrik Jongerden en Erik Dangermond hebben de afgelopen drie jaar onderzoek gedaan naar de veiligheid en gezondheid, de effectiviteit en efficiëntie van Uitruk op Maat. Aan het onderzoek hebben tien regio’s mee-
gedaan: Amsterdam-Amstelland, Drenthe, Gooi en Vechtstreek, Kennemerland, Limburg-Noord, Noord-Holland Noord, Zaanstreek-Waterland, Zeeland, Zuid-Holland Zuid en Zuid-Limburg. ‘In deze regio’s is na 379 maatgevende incidenten door de eerste eenheid een vragenlijst ingevuld. Daarnaast hebben we van vier inzetten een groepsgesprek georganiseerd om ook de beleving van de ingezette eenheden aan bod te laten komen’, vertelt Jongerden. Dangermond vult aan: ‘In het onderzoek hebben we ons geconcentreerd op de inzet. De manier waarop eenheden worden voorbereid op het uitrukken met een TS6, TS4 of SIV hebben we er niet in meegenomen. De inzichten uit dit onderzoek worden ook ondersteund door andere onderzoeken, zoals het belevingsonderzoek en het onderzoek van de inspectie.’ Aan de hand van een video met een incident nemen Jongerden en Dangermond de aanwezigen mee in de conclusies. Ze laten weten dat in negentig procent van de inzetten de eerste eenheid met een TS6 precies hetzelfde had gedaan als met een afwijkende uitrukeenheid. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat in zeven gevallen het incident als onveilig is ervaren. In twee gevallen was dat met een TS6 en in vijf gevallen met een andere bezetting. ‘De redenen die daarbij zijn aangegeven, zijn verschillend. In een geval waren er bijvoorbeeld problemen met C2000. Dat mensen een inzet als onveilig ervaren, heeft dus niet altijd met variabele voertuigbezetting te maken. Het aantal incidenten waarbij het gevoel van onveiligheid wel met de bezetting te maken heeft, is dermate laag dat we kunnen concluderen dat uitrukken op maat niet vaker leiden tot onveilige situaties dan uitrukken met een TS6’, aldus Dangermond. Op de onderzoeksvraag of Uitruk op Maat een effectieve manier van optreden is in vergelijking met de TS6 wordt bevestigend geantwoord. Bij alle uitrukvormen is de offensieve binnenaanval de meest gekozen tactiek, daarbij komt dat in 98% van de uitrukken geen sprake is van gevolgschade door een gebrek aan middelen. Dangermond: ‘Of Uitruk op Maat ook efficiënt is, hebben we niet kunnen bevestigen. Daarvoor is meer onderzoek nodig.’
Erik Dangermond en Hendrik Jongerden presenteren de conclusies uit het onderzoek Op Maat naar Op Maat.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
33
congres
‘Onder druk heb je geen zekerheid meer over wat je wel of niet kunt’, aldus Ruud van de Veerdonk bij de deelsessie Mentale kracht.
Mentale kracht In de deelsessie Mentale kracht gaat Ruud van de Veerdonk van de Politieacademie in op het trainingsprogramma dat zij hebben ontwikkeld om medewerkers mentaal veerkrachtiger te maken. ‘In situaties waarin het er echt om gaat, verdwijnen vaardigheden. Onder druk heb je geen zekerheid meer over wat je wel of niet kunt. Dat heeft niets te maken met de vaardigheden, maar met het mentale aspect’, steekt hij van wal. ‘Wij wilden medewerkers mentaal veerkrachtiger maken zodat ze comfortabel blijven in het oncomfortabele.’ In de training wordt uitgegaan van het 4G-model waarin staat beschreven dat een gebeurtenis invloed heeft op de gedachten en gevoelens. Die bepalen op hun beurt het gedrag. ‘Door de gedachten en gevoelens te beïnvloeden, kun je het gedrag positief beïnvloeden. Met behulp van de mentale toolbox geven we onze mensen knoppen mee waaraan ze kunnen draaien om hun gedachten te beïnvloeden. Denk daarbij aan het stellen van realistische doelen. Visualiseer in gedachten het proces wat je wilt doorlopen. Focus op het doel, laat je niet afleiden. Wees bewust van de invloed van stress en spanning op je handelen. En probeer belemmerende gedachten om te buigen naar helpende gedachten.’ Cruciaal voor het al dan niet slagen van de training is volgens Van de Veerdonk de mate waarin mensen openstaan voor het onderwerp en de mate waarin er een link is met het werk. ‘Wij proberen het onderwerp zo toepasbaar mogelijk te maken voor het werk van de groep waaraan we de training geven’, aldus Van de Veerdonk. ‘Daarnaast trainen we leidinggevenden eerst apart en begeleiden we hen ook na de training. Hun rol is cruciaal, want het echte leerproces begint pas in de praktijk. Leidinggevenden moeten daar aandacht voor houden.’ Brandweer over grenzen De vrijdag wordt op hilarische wijze geopend door Otto Wijnen die zich voordoet als professor Denzel van Hooivuin van de KU Leuven. Met veel humor doorloopt hij de veranderingen van de afgelopen decennia. Het contrast is groot als Jolanda Trijsselaar daarna aan het woord 34
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
komt. Met enkele betrokkenen blikt ze terug op het moment dat orkaan Irma Sint Maarten trof en hoe die gebeurtenis ervoor heeft gezorgd dat de samenwerking tussen de eilanden in een stroomversnelling is terechtgekomen. Vanaf pagina 36 in deze Brand&Brandweer meer over de samenwerkingsovereenkomst en de gevolgen ervan voor de brandweerkorpsen op de eilanden. Langs Zaanse cacaobranden In Zaanstreek-Waterland hebben in de loop der jaren meerdere cacaobranden gewoed. Vanaf een boot varend langs de cacaofabrieken worden de aanwezigen meegenomen in de lessen van die branden. ‘Zodra van de cacaobonen poeder is gemaakt, wordt het brandgevaarlijk. Als je er een vonkje bij houdt, gaat het gloeien. Daar komt veel rook en stank bij vrij. Blussen met grote hoeveelheden water heeft geen zin’, vertelt de OvD. ‘Cacaobranden kun je alleen blussen door, bijvoorbeeld met een plantenspuit, water op te brengen en dit te vermengen met de cacao. Hoewel je met veel water de brand niet blust, laten we wel altijd de sprinkler aanstaan. Dat hebben we in Wormer één keer niet gedaan en toen is de brand volledig geëscaleerd. De sprinkler houdt de brand controleerbaar.’
Deelnemers in gesprek over internationale samenwerking.
Brand&Brandweer
congres
De nieuwe brandweerkleding en de interventiekleding van Veiligheidsregio Haaglanden zijn op het congres gepresenteerd.
Internationale samenwerking In de deelsessie een wereld van verschil nemen Bert Brugghemans van Brandweer Antwerpen, Hans van Mensvoort uit Midden- en West-Brabant, Bernard Tilman van Brandweer Nederland en Hans Versnel van het IFV de aanwezigen mee in de internationale samenwerking. ‘We focussen nu nog met name op het delen van kennis en het beïnvloeden van beleid. Daar willen we het ondernemen aan toevoegen, maar zover zijn we nog niet. Daarmee bedoelen we dat we meer producten internationaal willen uitwisselen, maar aan het verkopen van producten zitten veel haken en ogen’, begint Tilman. Hij legt uit dat er tien onderwerpen zijn waarop in de internationale samenwerking de focus ligt, waaronder nieuwe risico’s, operationele samenwerking, diversiteit, vrijwilligheid en het veilig en gezond werken.’ Bert Brugghemans neemt vervolgens het stokje over. Hij gaat in op de netwerkers, ofwel linchpins zoals hij ze noemt, die je nodig hebt om echt te innoveren. ‘De wereld is klomperig. Veel mensen zijn geneigd om altijd gelijken op te zoeken en in hun eigen vertrouwde kring te blijven. Innovatie begint juist bij mensen die makkelijk contact leggen en de twee klompen weten te verbinden. Leidinggevenden moeten de linchpins tijd en ruimte geven om te netwerken en om dingen te doen voor anderen, zonder dat ze direct iets terugkrijgen. Alleen op die manier kom je samen verder, want ooit betaalt die investering zich terug als de linchpin iets nodig heeft van zijn netwerk.’ Kleding Het congres wordt op vlammende wijze afgesloten. Na een vuurspuwshow worden de ontwerpen van het nieuwe bluspak en de interventiekleding van Veiligheidsregio Haaglanden onthuld. Het nieuwe bluspak is volgens Adri Doppenberg van de Adviescommissie Beheer Brandweerkleding (ABB) uniform en herkenbaar. ‘Dit gaat bijdragen aan onze professionele uitstraling. De kleur en striping zijn beschermd. Het is een landelijk ontwerp met ruimte voor een eigen regionale identiteit, zoals het logo op de borst.’ Regio’s mogen uiteindelijk zelf
Brand&Brandweer
besluiten of ze wel of niet voor het vernieuwde ontwerp kiezen. Veiligheidsregio Haaglanden presenteert daarnaast de nieuwe interventiekleding die in de regio is ontworpen. ‘Onze kazernekleding moest worden vervangen. We wilden graag kleding met een modernere uitstraling die beter aansluit bij onze werkzaamheden. We hebben veel taken waarvoor de uitrukkleding niet nodig is, maar waarvoor we geen passende kleding hebben. De interventiekleding willen we bijvoorbeeld dragen bij liftopsluitingen, wateroverlast en andere kleinere werkzaamheden’, begint Arwin van de Zande uit Haaglanden. Om te komen tot het huidige ontwerp zijn gesprekken gevoerd met leveranciers en andere disciplines, zoals Defensie en de politie, en zijn kledingstukken van diverse leveranciers beproefd. ‘De eisen en wensen die daaruit voortkwamen, hebben we samen met het ontwerp vastgelegd in het programma van eisen. Daarin staan bijvoorbeeld criteria voor de stofsamenstelling en het ontwerp. Daarna was het aan de leveranciers om binnen die marges te komen met de beste kleding. Ook die hebben we uitgebreid getest.’ Bij die draagproef zijn 45 mannen en vrouwen betrokken met verschillende functies, waaronder piketfunctionarissen, beroepsbrandweerlieden, vrijwilligers en mensen uit de dagdienst. Het ontwerp van de interventiekleding is af-geleid van de politie en enkele buitenlandse korpsen. ‘In Frankrijk hebben ze bijvoorbeeld ook een rode streep over de borst. Deze kleding is herkenbaar, heeft een stoere uitstraling en zit prettig’, aldus Van de Zande. ‘Voor de vrouwen is het ook fijn dat de gekozen kleding een aparte lijn voor vrouwen heeft, zodat het vooral bij de heup en borst beter aansluit.’ ■
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
35
Bran dweer Overzee
Nederlandse eilanden in Caribisch gebied gaan intensief samenwerken De vier ministers en brandweercommandanten die verantwoordelijk zijn voor de korpsen in het Caribisch gebied hebben in de zomer samen met de voorzitter van Brandweer Nederland hun handtekening gezet onder een samenwerkingsovereenkomst. Maar wat houdt deze samenwerking in? En wat gaat er voor de brandweerkorpsen op de eilanden veranderen?
Door Jildou Visser
O
rkanen Irma en Maria hebben vorig jaar aangetoond dat rampen zich niet aan landsgrenzen houden en dat burenhulp tussen de eilanden in het Caribisch gebied lastig is. Sinds 10 oktober 2010 is de onderlinge afstemming en samenwerking tussen de eilanden drastisch veranderd. Curaçao en Sint Maarten zijn, net als Aruba, sinds 10 oktober 2010 een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden met een autonome status en eigen wetgeving. Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn sindsdien bijzondere gemeenten van Nederland en hebben zich te houden aan zogenaamde BES-wetgeving. BES-eilanden: Caribisch functiehuis Direct nadat Bonaire, Saba en Sint Eustatius officieel een bijzondere gemeente van Nederland zijn geworden, zijn de korpsleiding van het eiland en het IFV in 2011 aan de slag gegaan met het opstellen van een Caribisch functiehuis. ‘Als bijzondere gemeente moeten we aan de nieuwe BES-wetgeving voldoen, daarin is ook het functiehuis van de brandweer vastgelegd’, vertelt Jair Tromp, commandant van het brandweerkorps Caribisch Nederland. ‘Omdat niet alle Nederlandse risico’s van toepassing zijn op onze eilanden en we enkele risico’s kennen die Nederland niet heeft, hebben we met het IFV een Caribisch functiehuis ontwikkeld. Wij hebben bijvoorbeeld geen treinincidenten en Nederland geen orkanen.’
‘Neem vanaf het begin het personeel goed mee in de veranderingen’ Niet alleen moest iedereen worden overgezet naar een nieuwe functie, ook de manier van opleiden veranderde. ‘Samen met BOGO hebben we de Nederlandse opleidingen aangepast en geschikt gemaakt voor het Caribisch functiehuis. Het functiehuis voor Caribisch Nederland moest gelijkwaardig zijn aan en gebaseerd zijn op het Nederlands functiehuis’, aldus Tromp. ‘Dat 36
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
De start van de leergang Bevelvoerder BES met ondersteuning van BOGO.
betekent dat we het onderdeel vliegtuigbrandbestrijding hebben uitgebreid en bijvoorbeeld de onderdelen op het gebied van treinincidenten, snelwegen en schoorstenen eruit heben gehaald. Orkanen hebben we daarentegen toegevoegd.’ Toen alle leergangen waren aangepast op het Caribisch functiehuis, heeft BOGO de instructeurs een instructeursopleiding gegeven. Tromp: ‘Op die manier konden wij zelf onze manschappen bijscholen en hoefden we alleen bij de examens maar mensen van buiten over te laten komen. Bij ons kent iedereen elkaar. Om objectief examens af te kunnen nemen, is het dus noodzakelijk dat we examinatoren laten overvliegen.’ Een groot aandachtspunt bij de instructeursopleiding is volgens Tromp de taal. ‘De Nederlandse taal vormt vaak een barrière. Wij doen hier eigenlijk alles in het Engels of Papiamento. Als je dan je vak in een andere taal geleerd krijgt, is dat lastig. Daar moet je meer tijd voor uittrekken. Het lukt uiteindelijk in het Nederlands, maar het is voor sommigen wel moeilijk.’ Zijn collega Julius Melaan die verantwoordelijk is voor de opleidingen op het eiland vult aan: ‘Ik weet nog dat tijdens mijn opleiding in de leerstof een melding voor een incident bij een manege werd behandeld. Ik wist niet wat een manege was, laat staan hoe ik daar zou moeten handelen. Ook
Brand&Brandweer
Bran dweer Overzee
Clive Richardson (links) en Jair Tromp (rechts).
dubbele ontkenningen zijn moeilijk. Wat mij betreft worden die er allemaal uitgehaald.’ De afgelopen jaren heeft het brandweerkorps het Caribisch functiehuis volledig geïmplementeerd. Dat ligt anders bij de eilanden binnen het koninkrijk die een land zijn geworden. Doordat zij na 10 oktober 2010 niet de wettelijke verplichting hadden om het functiehuis aan te laten sluiten op het functiehuis CN, moeten zij nu na het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst nog beginnen met de omschakeling. Tromp raadt hen aan om direct vanaf het begin het personeel goed mee te nemen in de veranderingen. ‘Ze moeten snappen dat het een kans is en geen bedreiging. Een andere tip die ik de andere eilanden wil meegeven is dat het goed is om eerst te investeren in de vakbekwaamheid van de eigen instructeurs. Dat maakt het leven een stuk makkelijker. En besef dat je zelf niet alles kunt, maar weet wel bij wie je hulp in kunt roepen als je dat nodig hebt.’ Sint Maarten: oud Nederlands functiehuis De brandweer op Sint Maarten volgt nog het oude Nederlandse functiehuis, laat Clive Richardson, commandant van de brandweer op het eiland, weten. ‘Tot 2010 deden we altijd alle examens via het Nbbe, het huidige IFV. Wij werken dus nog met brandwachten en hoofdbrandwachten. Met de samenwerkingsovereenkomst hebben we afgesproken dat alle eilanden het Caribisch functiehuis gaan volgen. Daar trekken we vijf jaar voor uit.’
Brand&Brandweer
Richardson weet dat de brandweer op het eiland bij de overheid niet altijd prioriteit heeft en dingen dus lang kunnen duren. ‘Al is nadat orkaan Irma hier bijna alles heeft verwoest, het nodige veranderd. Die ramp heeft ervoor gezorgd dat weer wordt geïnvesteerd in de brandweer. We roepen al jaren dat we meer brandweerlieden nodig hebben, maar daar werd nooit iets aan gedaan. Door Irma zijn onze tekorten goed zichtbaar geworden. Nu kan ineens weer worden geïnvesteerd. Een geluk bij een ongeluk noemen ze dat toch?’
‘Die ramp heeft ervoor gezorgd dat weer wordt geïnvesteerd in de brandweer’ Begin volgend jaar wil Sint Maarten de eerste groep nieuwe manschappen met de ELO opleiden. Die opleiding wil het eiland samen met Bonaire, Sint Eustatius en Saba inkopen. ‘We kiezen er bewust voor om de nieuwe groep al volgens de nieuwe module in de ELO op te leiden. Dan kunnen we het ze in één keer goed leren’, aldus Richardson. ‘Voor alle andere brandweerlieden gaan wel dingen veranderen, maar nu nog niet. Voordat we daarmee
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
37
Weet u hoe u een binnenbrand effectief en veilig kunt bestrijden?
Brandbestrijding: → Wanneer kies je voor HD, en wanneer vooral niet? → Ventilatie: wanneer is het zinvol, wanneer gevaarlijk? → Waarom is verkennen zo belangrijk? → Wat is nog veilig en gezond, waar liggen grenzen, hoe verloopt herstel?
Bestel direct op sdu.nl/brandbestrijding
Bran dweer Overzee
huis kent. ‘Wij werken bijvoorbeeld met de functies hulpverlener en hulpverlener senior. Dat wordt straks Manschap A en Manschap B, maar voor het zover is moeten we nog een heel traject doorlopen. We moeten eerst onze wet aanpassen en alle juridische aspecten regelen. Daarbij hoort ook dat we de functies van het Caribisch functiehuis goed gaan bekijken. In dat functiehuis zit bijvoorbeeld geen industriële veiligheid, maar dat risico kennen we op Curaçao wel. En bij bijvoorbeeld een functie als specialist brandpreventie gaan we kijken of we die over moeten nemen.’ Voor het juridische traject kijkt Regina ook naar hoe de BES-eilanden het overgangstraject hebben doorlopen en tegen welke punten zij zijn aangelopen. ‘Ik denk dat we voor de mensen die we al in dienst hebben, we moeten kijken in hoeverre de functies vergelijkbaar zijn en in hoeverre bijscholing nodig is.’ Elvin Regina
starten moeten we eerst een nieuw functieboek ontwikkelen. We hebben goed contact met Bonaire om ook van hen te leren hoe zij dat hebben gedaan.’ Hoewel op Sint-Maarten nog veel zaken moeten worden aangepast, is Richardson blij met de overeenkomst. ‘Voor Irma hadden we al afspraken gemaakt dat we dit ooit eens zouden doen. Die ramp heeft dingen in een stroomversnelling gebracht. Als een van de eilanden in de toekomst wordt getroffen door een orkaan of een andere ramp, willen we elkaar kunnen helpen. Daarnaast is het ook goedkoper om elkaars instructeurs te gebruiken om les te geven.’ Curaçao: eigen functiehuis Ook Elvin Regina, commandant van de brandweer op Curaçao, erkent dat het hoog tijd was om de samenwerking tussen de eilanden nieuw leven in te blazen. ‘Voor 10 oktober 2010 werkten we ook samen, daarna zijn wij een apart land geworden en is die samenwerking gestopt. Toch is samenwerking essentieel voor de ontwikkeling van onze brandweerkorpsen. We hebben elkaar nodig. Niet alleen bij grote rampen, maar ook om ontwikkelingen op het gebied van vakbekwaamheid te blijven volgen.’ Regina legt uit dat Curaçao op dit moment nog een eigen functie-
‘Uiteindelijk willen we alle OvD’s een paar weken ervaring in Nederland laten opdoen’ Om de brandweerlieden op de veranderingen voor te bereiden wil Regina de komende maanden al de eerste OvD’s naar Nederland sturen om drie weken mee te lopen met de Nederlandse brandweerkorpsen. ‘Uiteindelijk willen we alle OvD’s een paar weken ervaring in Nederland laten opdoen. Op die manier willen we hun vakbekwaamheid verbeteren, maar ook de kennis en ervaring die ze in Nederland opdoen over te dragen aan de Caribische collega’s.’ PPMO Om te kunnen voldoen aan de Nederlandse wet, is het brandweerkorps op Bonaire, Sint Eustatius en Saba bezig om PPMO te implementeren. Tromp: ‘We proberen mensen ruim de kans te geven om te oefenen met de PPMO-baan. We willen ze goed laten wennen. De testleiders zijn al opgeleid, dus begin 2019 willen we de eerste keuringen doen. Je merkt dat het nieuw is en dat het spanningen met zich meebrengt, maar ook dat het goed wordt opgepakt. Het geeft ze ook vertrouwen dat ze naarmate ze vaker oefenen, het beter lukt.’ Of de andere eilanden ook gaan starten met PPMO is nog niet bekend. Richardson: ‘De invoering van PPMO brengt veel kosten met zich mee. Daarnaast zou dat echt een grote verandering zijn. Op dit moment hebben we geen keuring voor onze mensen. Om vanaf dat punt toe te werken naar PPMO is zwaar. Ik denk dat het verstandig is dat we eerst geld steken in de wederopbouw van het land en het voldoen aan het Caribisch functiehuis en we daarna verder kijken.’ ■
Orkaan Irma heeft vorig jaar gezorgd voor een flinke ravage op Sint Maarten. De ramp heeft de samenwerking tussen de eilanden in een stroomversnelling gebracht.
Brand&Brandweer
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
39
gespot i n de markt
Brandweerduiken:
samen naar zero losses BC-opleidingen verzorgt sinds 2007 professionele duikopleidingen en het legt de lat hoog. Hoe beter de opleiding wordt vormgegeven om vakbekwaam te worden en hoe beter de maatwerk trajecten worden ingericht om vakbekwaam te blijven, des te groter de kans dat een brandweerduiker in staat is zijn stressvolle werkzaamheden onder water tijdens een inzet (én oefening) veilig en adequaat uit te voeren. Daarin trekt BC-opleidingen graag op met de experts uit het brandweervak. Samen moet de missie slagen: zero losses onder brandweerduikers. Nieuwbouw Op de dijk aan het Markermeer bij Enkhuizen wordt een opleidingslocatie gerealiseerd die zijn gelijke in Nederland en daarbuiten niet kent. Fase 1 bestaat uit het realiseren van een gebouw met leslokalen en diverse inpandige geconditioneerde zwembassins met verschillende dieptes. Zo komt er een duikput van 21 meter diep met afsluitbare bodems op verschillende niveaus op het buitenterrein én diverse buitenwaterstations in het Markermeer met verschillende bodemstructuren en oefenobjecten. Een L.A.R.S.-systeem (Launch And Recovery System), Wet-bell en Decompessie Unit. Een eigen brandweerduikvaartuig en waterongevallenvoertuig, eigen SCUBA- en SSE-duiksets. En natuurlijk een volledig geoutilleerd ademluchtvulstation en gecertificeerd en ervaren duikopleidingen- en veiligheidspersoneel. Het gaat deelnemers aan vakbekwaamheidstrajecten aan niets ontbreken. Veiligheid staat natuurlijk voorop. De inpandige bassins worden daarom uitgerust met een videobewakingssysteem. Verrichtingen van deelnemers onder water blijven nooit onopgemerkt. Instructeurs kunnen in de video-evaluatieruimte met deelnemers hun verrichtingen nabespreken. Een bewezen instrument om zowel de veiligheid als het leerrendement van deelnemers te vergroten. Op 1 februari 2019 is de nieuwe opleidingslocatie van BC-opleidingen volledig operationeel. In Fase 2 wordt een eigen accommodatie en kantine ingericht, waarmee in de basis een totaal ontzorging concept is gerealiseerd. Maatwerk BC-opleidingen is VCA en ISO9001/2015 gecertificeerd. Ze verzorgt de reguliere duikopleidingen die vallen onder de werkschema’s van SWOD (Stichting Werken onder Overdruk) in categorie A1 tot en met B4. Verder worden de opleidingen en her-certificeringstrajecten aangeboden voor Duikploegleider (DPL) en Duikmedisch Begeleider (DMB-B1/B2, voorheen MAD-A). Daarnaast verzorgt BC-opleidingen ook in-company trainingen en ondersteunt zij veiligheidsregio’s bij werving- en selectieprocedures of realistische oefeningen op locatie. 40
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
STC, specialist in scheepsbrandbestrijding en LNG-branden Niemand wil het, maar toch gebeurt het soms: een incident op een schip. Het is van groot belang dat medewerkers goed voorbereid zijn op een noodsituatie. Veiligheidstrainingen zijn cruciaal om de gevolgen van een incident in de logistieke, maritieme en industriële sector zoveel mogelijk te beperken. STC Training & Consultancy is al vele jaren een betrouwbare aanbieder van veiligheidstrainingen. Ervaren vakdocenten kennen de realiteit van incidenten in uw sector. Met behulp van praktijksimulaties met high-tech faciliteiten op ons Fire & Safety Training Centre in de Rotterdamse haven worden werknemers getraind. Door middel van herkenbare incidentsituaties ontwikkelen medewerkers op een veilige en realistische manier hun kennis en vaardigheden. STC Training & Consultancy helpt bij een leven lang leren in de (haven)logistiek, transport, scheepvaart of procesindustrie. Specialisten weten welke opleiding of cursus past bij uw vraag. Ook maatwerk behoort tot de mogelijkheden. For the best professionals.
Slimme camera’s voor onder een drone Aerialtronics’ Pensar is ‘s-werelds eerste slimme camera waarbij kunstmatige intelligentie wordt ingezet voor analyse van beeldmateriaal. De hoogwaardige geïntegreerde SONY daglichten FLIR thermische sensor samen met een krachtige Nvidia GPU zorgen voor een uniek samenspel waarbij de gebruiker in real-time informatie ontvangt over zijn missie. Dit wordt mogelijk gemaakt door het veelvoud aan algoritmes in de camera. In combinatie met de Altura Zenith UAV maakt de Pensar tijdens de vlucht gebruik van Deep Learning netwerken om bepaalde objecten of afwijkingen van interesse te detecteren, herkennen, volgen, classificeren, annoteren of censureren. De gebruiker bepaalt de exacte lay-out aangezien de Pensar modulair is opgebouwd. Deze ontwikkeling is revolutionair en tevens is de Pensar als ‘losse’ camera in te zetten tijdens missies om de gebruiker te ontdoen van beeldanalyse in het post-proces. Aerialtronics is de ontwikkelaar van professionele en industriële drone technologie alsook de integrator van meer dan driehonderd verschillende sensoren.
Deze pagina is tot stand gekomen met bijdragen vanuit de markt.
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Ademluchtbeschermende apparatuur Interspiro B.V. Operetteweg 35 1323 VK Almere Tel. 036 5363103 infobv@interspiro.com www.interspiro.nl
Brandveiligheid MSA Nederland B.V. De Factorij 33 1689 AK Zwaag Tel. 0229 25030 info.nl@msasafety.com www.nl.msasafety.com P&G Safety Rondgang 26 5311 PB Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl
Detachering RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl
Brand&Brandweer
Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in ĂŠĂŠn rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com
Duikopleidingen en training.
Hulpverleningsgereedschappen
BC-Opleidingen BV Voorland 13 1601 EZ Enkhuizen Tel. 06-53198255 r.brinckman@bc-opleidingen.nl www.bc-opleidingen.nl
Aerialtronics DV B.V. Wassenaarseweg 75 - 1e Mientlaan 2223 LA Katwijk Tel. 070 - 322 3224 www.aerialtronics.com sales@aerialtronics.com
Droogkasten & reinigingsmachines
Brigade Electronics bv Ambachtstraat 8 7587 BW De Lutte Tel. 0541 53 18 01 info@brigade-electronics.nl brigade-electronics.com/nl
Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl
Geboorde brandputten
Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com
Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl
NetBoss BV Bennekomseweg 41 6717 LL Ede Nederland Tel. (0)8540 16286 E info@netboss.nl www.netboss.nl
Veidec Nederland BV Industrieweg 1b 5527 AJ Hapert Tel. 049 7726888 info@veidec.nl www.veidec.com/nl
Oil Cleaning Products VanDoClean B.V. // Absorbit De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Tel. 0416 668068 (direct) Tel. Mobiel 06 39303261 info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl
Software oplossingen Respond Sportweg 15 5037 AC Tilburg Tel. 013 532 1001 www.respond.nl info@respond.nl
Verhuur brandweermaterialen
Textiel Services Rijnmond/TSR.BV Schrijnwerkerstraat 25 3194 AE Hoogvliet Rotterdam Tel. 010 4601488 info@tsrbv.nl www.tsrbv.nl
RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl
Sdu Uitgevers - nummer 11 november 2018
41
Brandweer rukt uit voor sambal Een AGS uit Rotterdam heeft half oktober wel erg bijzondere metingen verricht. Brandweerlieden uit de stad waren gealarmeerd voor een bijzondere lucht.
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. Oktober 2018 - nummer 11 jaargang 42 REDACTIE-ADRES
Omdat niet direct duidelijk was om wat voor lucht het ging is de AGS gealarmeerd. Na uitgebreid onderzoek bleek de lucht afkomstig uit een bovengelegen woning, waar iemand hete sambal aan het bereiden was.
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE
Bron: nu.nl
Brandweer gealarmeerd voor slang In een biologische supermarkt in het Belgische Sint-Gillis heeft een exotische slang tussen het fruit de gemoederen lange tijd beziggehouden. De brandweer moest eraan te pas komen om het dier te vangen.
Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE
Nadat de brandweerlieden het dier hadden gevangen, is de slang naar een opvangcentrum voor wilde dieren gebracht. Bron: telegraaf.nl
Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Lucas de Lange, Erik Haverhals, Jeffrey Koper, Raoul Lamberiks, SQ Vision, Rico Vogels, IFV, ZichtBahr, Marcel van Dorst, Jack Brekelmans, Ellen Schat, Betty Morsinkhof, Veiligheidsregio Groningen, Ad Hupkes, Brandweer Nederland en Sjan Terlouw. ONTWERP EN OPMAAK
Imago Mediabuilders, Amersfoort DRUK
Wilco BV - Amersfoort UITGEVER
Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT
Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Lijst van adverteerders Aerial Group 4 BC-Opleidingen BV 26 Brigade Electronics BV 26 MSA Technologie and Enterprise Services C2 P2000Shop Alarmeringsystemen C4 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 18 STC BV 4 Veidec Nederland BV 18 SDU 18, 30, 38, C3
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2018
Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers, prijspeil 2018) kost 95 euro excl. BTW (100,70 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 11 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal en het archief van B&B via www.brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 79 euro excl. BTW (95,59 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2018 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
nummer verschijning sluiting Nr. 12 01-12 07-11 Nr. 1/2 19-01-2019 29-12-2018 Nr. 3 02-03 06-02 Nr.4 06-04 13-03 TERMIJN VAN ANNULERING:
6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending:
3 weken voor verschijningsdatum ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen:
42
nummer 11 november 2018 - Sdu Uitgevers
Brand&Brandweer
Nieuwe inzichten in brandbestrijding?
Lees het
editie 2018
Handboek Brandverloop. Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 402 675
Nu met 10% korting
Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018
PreCom
Next Generation Pagers
Met PreCom kan eerder actie worden ondernomen, is de betrouwbaarheid van directe inzet van vrijwilligers beter gegarandeerd en wordt de efficiëntie van een alarmering verhoogd. PreCom Pager Next Generation is sneller en efficiënter én heeft meer functies dan de huidige generatie alarm ontvangers. Met een druk op de knop bevestigt de ontvanger na een alarm direct zijn beschikbaarheid. Het systeem waarschuwt bij onderbezetting en schaalt automatisch op waar nodig. Bovendien geeft PreCom een helder overzicht wie wanneer beschikbaar is. Dankzij de ingebouwde kalender met aan- en afwezigheidsfunctie kan onderbezetting tijdig worden voorkomen. PreCom als totaal oplossing heeft zich reeds over meerdere jaren succesvol bewezen.
rdeel onde 00 m o C e P20 Pr nging verva
• Realtime terugkoppelen van beschikbaarheid; • via agenda op pager beschikbaarheid opgeven; • mobiele applicaties voor Android / iPhone / Windows Phone • door een druk op de knop ad-hoc beschikbaarheid afmelden; • beschikbaarheidsinformatie op IP67 pager via PreCom berichtgeving; • LCD kazerne bezetting en opkomst display; • meldkamer applicatie; • gevanceerd beschikbaarheid systeem. Wilt u meer informatie? Kijk op onze website www.p2000shop.nl of bel 013-21 34 104. We helpen u graag.
P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15, Postbus 15, 5571MZ Bergeijk 5563ZG Westerhoven Nederland Tel : +31 13 2134104
www.p2000shop.nl E-mail: info@p2000shop.nl Fax: +31 13 7113018