Brand&Brandweer December 2018

Page 1

DECEMBER 2018

• De uitdagingen bij batterijbranden • Leren van incidenten door ervaren en beleven

12 JAARGANG 42

• Achterliggende oorzaken bij waterongevallen vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Brand Assen beperkt door sluiten pand

B&B Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl

LTR_P001_LTR-BR-12-2018 1

11-12-2018 13:40:48


s.QUAD FLEX -

EĂŠnweg alarmontvanger Water- en stofdicht 64 capcodes Oplaadbaar

RES.Q Pager -

Tweeweg alarmontvanger 32 capcodes Lange batterijduur Opkomstbevestiging Herhaalde alarmering bij onderbezeting

CK A B H S A C an 5 schaf v ,00 Bij aan ers â‚Ź20 g n a tv n e d u o e alarmo voor elk korting pager die 0 P200 ert. je inlev

Firecom Randweg 10 2941CG Lekkerkerk Telefoon: 085-4011980 info@firecom.nl

Brandweer Rooster koppelt met nieuwe RES.Q pager. -

Bevestig je opkomst met deze pager Real time terugkoppeling Herhaalde alarmering bij onderbezetting Meldkamer heeft direct inzicht in beschikbaarheid na alarmering

Ohmstraat 11 1171 BN Badhoevedorp info@brandweerrooster.nl

LTR_P001_LTR-BR-12-2018 2

11-12-2018 13:40:48


INHOUD

nummer 12 december 2018

COverstOry

35

22 Brand UsA Cars Assen beperkt gebleven door afsluiten pand Bij een brand bij USA Cars in Assen wordt in de nacht van 13 november bewust besloten het pand dicht te houden. Pas als voldoende potentieel aanwezig is, wordt de inzet gestart. Dat pakt goed uit.

Het IFV is samen met onderzoekers uit het buitenland een onderzoek gestart naar een nieuwe tool om het situatiebewustzijn bij bevelvoerders te verbeteren. 36

ArtIkeleN

39 14 Batterijen zorgen voor nieuwe uitdagingen Hoe blus je een batterijbrand? En waar moet je rekening mee houden bij incidenten met thuisbatterijen en buurtbatterijen? Op die vragen is nog niet altijd een antwoord, toch is al veel bekend.

De Brandweeracademie heeft 312 (bijna-)ongevallen onderzocht bij waterongevallenbestrijding. Daarbij zijn vijf basisrisicofactoren ontdekt die de komende jaren moeten worden aangepakt.

vuurwerkscenario in de risk Factory, zien en ervaren Aan de hand van een interactief vuurwerkscenario wil Veiligheidsregio Twente basisschoolleerlingen leren hoe ze veilig met vuurwerk kunnen omgaan.

19 Fss Congres verbindt wetenschap met praktijk Het elfde Fire Safety & Science Congres stond half november in het teken van de nieuwste ontwikkelingen, resultaten en inzichten. Het FSS Congres verbindt wetenschap met de praktijk en brandpreventie met brandbestrijding.

gedaan?

Inzet met uitdagingen na onwelwording door fosfine Als naast koolmonoxide bij een inzet in Amsterdam ook zwavelwaterstof wordt gemeten, staan brandweerlieden uit Amsterdam voor veel uitdagingen. Lange tijd is de bron en de oorzaak onbekend.

10 leren van incidenten met realistische oefenscenario’s Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft samen met CFBT-NL het trainingsprogramma Ervaren en Beleven ontwikkeld. Centraal daarbij staat het kijken en duiden van de situatie, het analyseren van de risico’s en het kiezen van een passend handelingsperspectief.

26 Waterongevallenbestrijding, worden de goede dingen

Firefront, situatiebewustzijn voor bevelvoerders

rUBrIekeN 5 6 28 40

Van de redactie Actueel Onder de Helm Gespot in de Markt

31 Nieuwe ts Haaglanden ingericht op uitdagingen van de

toekomst Branden veranderen, er zijn minder brandkranen beschikbaar en er moet meer gebruik worden gemaakt van open water. De nieuwe TS in Haaglanden is voorbereid op deze uitdagingen van de toekomst. Op de cover: Brandweerlieden uit Drenthe weten de brand bij USA Cars in Assen beperkt te houden door het pand lange tijd dicht te houden. Fotografie: Compact Media

Brand&Brandweer

LTR_P003_LTR-BR-12-2018 3

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

3

11-12-2018 13:41:11


P&G SAFETY * RONDGANG 26 * 5311 PB GAMEREN * WWW.PENGSAFETY.NL

Ruim 1000 units wereldwijd geleverd

8’’ Multilug armaturen

Meer dan 30 jaar ervaring op het gebied van

grootwatertransport

Dompelpompen Slangopneemapparaat Slangencontainers Schuimbijmenging www.hytrans.com sales.hfs@hytrans.com Armaturen Tel: 0514 - 608 996 Slangen

LTR_P003_LTR-BR-12-2018 4

11-12-2018 13:41:12


VAN DE REDACTI E

Beeldvorming

I

k weet niet hoe het jullie vergaat, maar bij mij wordt tegenwoordig anders gereageerd dan pak ‘m beet een jaar geleden, als ik op een feestje of bij de koffieautomaat vertel dat ik bij de brandweer werk. Tot voor kort ging het dan over de meisjes- en jongensdromen van de gespreksgenoot, over hoe spannend het werk is en over grote branden. Maar in de loop van dit jaar ging het steeds vaker over andere dingen. Over witte mannen, macho’s, gesloten bolwerken en overconservatieve bedrijfsculturen. Soms vraag ik me af wat de nasleep zal zijn van het mediatumult van de afgelopen zomer. Wat al die, niet bepaald alleen maar positieve, aandacht voor onze bedrijfscultuur doet met de publieke opinie over de brandweer. Vorig jaar bleek in het onderzoek dat Hendrik Beerda deed naar de bekendheid, waardering en binding voor en met allerlei merken (waarvan de brandweer er dan één is) nog dat onze organisatie het sterkste merk van Nederland is. Uit de uitleg blijkt dat de ondervraagden de brandweer associëren met rode auto’s en dapper gebluste branden. Wij worden gezien als sympathieke vaklui. Mooi dat we op basis van die beeldvorming een sterk merk blijken te zijn, maar het wringt toch ook dat de gemiddelde Nederlander geen idee heeft dat de brandweer nog zoveel meer doet.

zien welke post of welk dorp er nog meer bijstand kwam verlenen. En ja, de lijnen tussen topmanagement en bestuur enerzijds en slangenrollers en binnentreders anderzijds zijn tegenwoordig op veel plaatsen te lang en vooral veel te getrapt. Maar als ik zie wat daar tegenover staat aan beter, handiger en veiliger materieel en aan beter doordachte en veiligere werkwijzen, dan ben ik toch blij dat de brandweer geen statische, laat staan conservatieve club is. De brandweer is geen traditie. De organisatie waarin je dit vak uitoefent, verandert al zo lang er branden worden geblust. Laat dat alsjeblieft zo blijven. Een deel van de manier waarop het nu georganiseerd is verbijzonderen en verstillen draagt niet bij aan interne verbroedering. En extern: willen we als brandweer echt tussen traditionele worsten- en krokettenmakers staan, onder de Oprechte Dalfser Moptraditie en boven de Slipjacht? Ik heb veel waardering voor dergelijke folklore, maar zie toch liever het beeld van de brandweer als vernieuwend en innovatief, of desnoods sympathieke vaklui, meer voor het voetlicht. Gerard Bouwmeester

Denkend over beeldvorming viel me ook de suggestie van de Vakvereniging Brandweervrijwilligers op om de vrijwillige brandweer op te nemen op de (Immaterieel) Werelderfgoedlijst van de Verenigde Naties (UNESCO). Onzalig plan, lijkt me. Allereerst, de tijd dat beroeps en vrijwilliger twee verschillende bloedgroepen waren, is voorbij. Op steeds meer plaatsen bestaan ze allebei, vaak in allerlei mengvormen en niet zelden dwars door elkaar. Die fifty shades of red zorgen ervoor dat een werkbare definitie van brandweervrijwilliger ondoenlijk is. En als het al zou kunnen, wint onze organisatie er dan iets mee als we een deel van de groep eruit lichten om die op een voetstuk te zetten? Belangrijker nog vind ik de vraag waarom je überhaupt zou willen dat de vrijwillige brandweer als erfgoed wordt gezien. Ik weet dat de VN immaterieel erfgoed interpreteren als iets levends, iets dynamisch, iets waar nog dingen aan (kunnen) veranderen. Maar erfgoed heeft zeker in de algemene beeldvorming een betekenis die veel meer aansluit bij de definitie in de Dikke van Dale: dat wat is overgebleven uit het verleden, met name dingen van historische of culturele waarde. En dat past ook bij wat er nu al op de erfgoedlijst staat: traditionele ambachten / vakmanschap en rituelen. In dat lijstje van quasi-museumstukken moet de brandweer toch helemaal niet willen staan? Ik ben blij dat ik voor een organisatie werk die steeds weer anders is. Nee, ik ben ook niet gelukkig met iedere verandering. Wat een verlies, om maar eens wat te noemen, dat we tegenwoordig met allemaal identieke auto’s in precies dezelfde pakken bij een grote brand staan. Ik mis de tijd dat je aan jassen, helmen en de TS kon

Brand&Brandweer

LTR_P005_LTR-BR-12-2018 5

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

5

11-12-2018 13:41:27


ACTU EEL

Fotografie Ginopress

Brancherichtlijn Brandweeroptreden bij asbestincidenten

De brancherichtlijn Brandweeroptreden bij asbestincidenten is in overleg met de Inspectie SZW opgenomen in de Arbocatalogus. In de richtlijn staan de wettelijke regels en informatie die voor het operationeel optreden noodzakelijk zijn. Het document is opgesteld door de vakgroep IBGS in samenwerking met de vakgroep Arbeidsveiligheid.

Achtergrondinformatie en een nadere toelichting op de procedures is opgenomen in de Publicatie Brandweeroptreden bij asbestincidenten. Deze wordt als deel twee nog toegevoegd aan de brancherichtlijn.

Senioren worden Bewoners Hulp Verleners De afdeling Veilig Leven van Brandweer Rotterdam-Rijnmond heeft senioren opgeleid tot Bewoners Hulp Verleners. Tien bewoners van seniorencomplex Buiten Veste in Hellevoetsluis zijn inmiddels gecertificeerd. Ook uit andere wooncomplexen met senioren is belangstelling voor de cursus.

6

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P006_LTR-BR-12-2018 6

Klaas van Veen en Theo Blijlevens van Veilig Leven hebben de cursus op maat gemaakt voor de senioren. Van Veen: ‘We willen geen brandweerhulpen van hen maken. Juist niet. Het belangrijkste is dat bewoners weten hoe ze veilig weg kunnen komen bij brand.’

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:41:48


ACTU EEL

Nieuwe grootschalige watertransportsystemen De eerste nieuwe grootschalige watertransportsystemen worden in de loop van volgend jaar getekend. Hytrans Systems B.V., Brandweer Nederland en het IFV hebben daarvoor tijdens het Brandweercongres een raamovereenkomst ondertekend. Hytrans Systems B.V. bouwt nu een zogenoemd standmodel, waarna de twintig deelnemende regio’s dit kunnen beoordelen en kunnen kiezen uit vier typen systemen. Het Menu Grootschalige Watervoorziening bestaat uit vier typen systemen: 1. Een GW-M is een haakarmbak (combibak) met dompelpompunit (debiet 4000 l/min bij een slanglengte van 1500 meter), 1500 meter Ø200 mm slangen, slangopneem3. voorziening, slangenbrug en armaturen. 2. Een GW-G1 is een haakarmbak (combibak) met dompelpompunit (debiet 8.000 l/min bij een slanglengte 4. van 1500 meter of 4000 l/min bij een slanglengte van 3000 meter), 1500 meter Ø200 mm slangen, slangopneemvoorziening, slangenbrug en armaturen. Tegen meerprijs uit te breiden naar GW-GZ1, waardoor op 1500 meter een

debiet van 12.000 l/min en op 3000 meter een debiet van 6000 l/min wordt behaald. Een GW-G2 is een haakarmbak met minimaal 3000 meter Ø200 mm slangen, slangopneemvoorziening, slangenbrug en armaturen. Een GW-G3 is een aanhanger met dompelpompunit (debiet 8.000 l/min bij een slanglengte van 1500 meter of 4.000 l/min bij een slanglengte van 3000 meter). Tegen meerprijs uit te breiden naar GW-GZ3, waardoor op 1500 meter een debiet van 12.000 l/min en op 3000 meter een debiet van 6.000 l/min wordt behaald.

Fotografie Jeffrey Koper

Aanpassingen in gebruik Stairmaster Onderzoek van de Inspectie SZW leidt tot enkele aanpassingen in het gebruik van de Stairmaster bij PPMO. Zo is in de instructie verwerkt dat de leuning mag worden vastgehouden als de deelnemer uit evenwicht raakt en het display moet naar de deelnemer toe zijn gedraaid, zodat deze zelf de stopknop kan bedienen. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van een melding van de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV). Naast de genoemde aanpassing moet ook een valmat worden neergelegd achter de Stairmaster en moet de persoon die normaal achter de deelnemer staat tijdens de test aan de zijkant staan. Daarnaast worden twee zaken verduidelijkt. Zo moet de testleider tijdens de instructie goed aangeven dat de snelheid mag worden aangepast. Daarnaast mag het maximaal gewicht van 158 kg, zoals in de handleiding aangegeven, niet worden overschreden. Dit is het gewicht van de deelnemer inclusief het loodharnas en de pbm’s.

Brand&Brandweer

LTR_P006_LTR-BR-12-2018 7

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

7

11-12-2018 13:41:49


ACTU EEL

Eerste avondvlucht voor drone Brandweer Twente Brandweer Twente is een van de eerste organisaties die wettelijke toestemming heeft om een drone ook bij avond- en nachturen in te zetten. Het droneteam van Brandweer Twente heeft de hiervoor benodigde trainingen afgerond. Begin november was de primeur voor het droneteam bij een natuurbrand in het Haaksbergerveen. Vanuit de lucht kon met de warmtebeeldcamera een tiental plekken met een verhoogde temperatuur worden gevonden. In overleg met de boswachter heeft de brandweer besloten om donderdagochtend nog een controlevlucht met drone Argus uit te voeren. De natuurbrand was in het donker, in een groot natuurgebied dat ter voet en met voertuigen slecht bereikbaar is. Mogelijke brandhaarden waren hierdoor moeilijk te vinden. ‘Door de inzet van drone Argus konden we in het zeer moeilijk bereikbare

gebied snel de hotspots waarnemen. Voor ons is dit cruciale extra informatie die we vanuit de lucht hebben gekregen. Zonder Argus hadden we dit beeld niet kunnen krijgen’, vertelt Martijn Zagwijn, dronepiloot bij Brandweer Twente. Om te mogen vliegen in het donker worden strengere en aanvullende eisen gesteld. ‘Je hebt bijvoorbeeld te maken met beperkter zicht, daarom moeten er extra checks worden gedaan en zijn procedures aangepast’, aldus Zagwijn. Ook heeft het droneteam een aantal nachtvluchten bij verschillende scenario’s moeten uitvoeren. Nu de trainingen zijn afgerond, is het team 24 uur per dag operationeel inzetbaar. ‘De inzet in Haaksbergerveen was onze primeur. We zijn blij dat we nu niet alleen overdag, maar ook in het donker onze collega’s kunnen ondersteunen.’

Te weinig kennis bij publiek over koolmonoxide De kennis van burgers over koolmonoxide schiet tekort, dat concludeert de Nederlandse Brandwonden Stichting uit een representatieve steekproef. Zo weet 43% van de ondervraagden niet dat een koolmonoxidemelder in de ruimte van het verbrandingstoestel moet hangen en bijna de helft van de mensen weet niet dat ook bij een nieuwe ketel problemen met koolmonoxide zich kunnen voordoen. ‘In de helft van de ongevallen is sprake van een nieuwe of pas onderhouden cv-ketel. De oorzaak is dan meestal een verkeerd 8

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P006_LTR-BR-12-2018 8

aangesloten of losgeraakte rookgasafvoer. Het is erg belangrijk dat je bij het plaatsen van een nieuwe ketel ook meteen de rookgasafvoer vervangt of in ieder geval laat controleren’, vertelt Jet Vroege, dossierhouder Koolmonoxide Brandweer Nederland. Vanaf begin oktober tot half november waren er zeker achttien incidenten met koolmonoxide. Veertig mensen waren dusdanig ernstig gewond dat opname in het ziekenhuis nodig was. De meeste ongevallen met koolmonoxide zijn in de maanden van november tot en met maart, de periode dat de verwarming, kachel en open haard volop in gebruik zijn.

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:41:56


ACTU EEL

VNOG richt belevingswoning in voor voorlichting over brandveiligheid Om burgers voor te lichten over brandveiligheid in de woonomgeving zijn Stichting Zorgcombinatie Marga KlompÊ, Stichting Welzijn Lochem en Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) de samenwerking aangegaan. In een ruimte van woonzorgcentrum en verpleeghuis De Hoge Weide in Lochem is een zogenaamde belevingswoning ingericht. In deze ruimte worden huis-, tuin- en keukenrisico’s in de woonomgeving in beeld gebracht. Tijdens het bezoeken van de woning komt de bezoeker verschillende situaties tegen die met

Brand&Brandweer

LTR_P006_LTR-BR-12-2018 9

brandveiligheid te maken hebben. Op deze manier wordt geleerd om brandgevaarlijke situaties te herkennen en voorkomen. De belevingswoning is iedere doordeweekse middag geopend. Vrijwilligers van Stichting Marga Klompe, Stichting Welzijn Lochem en van de brandweer zijn aanwezig om bezoekers alles over brandveiligheid te vertellen. De voorlichting over brandveiligheid in de woonomgeving is niet alleen bedoeld voor bewoners van de Hoge Weide, maar juist ook voor de inwoners van de gemeente Lochem en bijvoorbeeld scholen in de omgeving.

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

9

11-12-2018 13:41:58


vakbekwaamh ei d

Leren van incidenten met realistische oefenscenario’s echt leren van incidenten doe je niet door dikke rapporten op te stellen en de lessen eruit te bespreken, maar door te ervaren en te beleven, met echt vuur en echte hitte. met die gedachte heeft brandweer amsterdam-amstelland samen met CFbT-NL het trainingsprogramma ervaren en beleven ontwikkeld waarin alle manschappen en bevelvoerders uit de regio de scenario’s van onder andere het hoofddorpplein en de marnixstraat zelf kunnen ervaren en beleven. Centraal tijdens de hele dag staat het kijken en duiden van de situatie, het analyseren van de risico’s en het kiezen van een passend handelingsperspectief. splitst in twee groepen, waarbij we voor elke groep twee instructeurs inzetten. De eerste let op de uitvoering van de oefening, de tweede helpt de rest van de groep om te kijken en analyseren wat het effect van het handelen is.’ Gedurende de dag zijn er twee groepen van zes deelnemers en vier instructeurs bezig met de zes oefeningen. Naast het werken met eigen instructeurs kent het trainingsprogramma nog enkele unieke aspecten. ‘In dit programma oefenen we realistisch, met echte hitte en een hoge vuurbelasting. Dat is wezenlijk anders dan gasgestookt oefenen, waarbij je op een gegeven moment weet waar de sensoren zitten’, vertelt Stephane Conings, lid van de Ontwikkelgroep BRAND en één van de instructeurs. ‘Daarnaast hebben we In het scenario van de brandstofgecontroleerde brand ligt de focus op de straalpijpvoering. bewust gekozen voor het nabootsen van twee heftige scenario’s die iedereen randen veranderen en dat vergt een andere manier van in onze regio kent. Het Hoofddorpplein en de Marnixstraat zijn voorbereiden en brandbestrijden. De Ontwikkelgroep geëvalueerd en uitgebreid besproken. Iedereen weet wat daar BRAND in Amsterdam-Amstelland denkt continu na goed en fout is gegaan. Dat maakt dat deze scenario’s tot de over de aanpak van veranderende branden en de manier verbeelding spreken.’ waarop brandweerlieden daarop kunnen worden voorbereid. Met deze Ontwikkelgroep en CFBT-NL is het trainingssprogramma Basis opgezet. De brandweerlieden uit deze groep spelen volgens Loek Bij alle zes scenario’s die tijdens de training worden behandeld, is Pfundt, Strategisch Adviseur Innovatie van Brandweer het motto: de brand bepaalt. ‘Het gaat om kijken, interpreteren en Amsterdam-Amstelland, een cruciale rol in de bijscholing. dan pas handelen. Vervolgens moet je zien wat je doet en wat het ‘Instructeurs kun je inhuren, maar we wilden deze training graag effect ervan is. De situatie bepaalt je handelen. Dat is wezenlijk draaien met instructeurs uit onze eigen regio. Dat had een paar anders dan we voorheen oefenden. Voor veel brandweerlieden is redenen. De belangrijkste is dat ze de kennis die ze bij die cursus de deurprocedure bijvoorbeeld een soort van ingestudeerd trucje, opdoen, meenemen naar het eigen korps. Daardoor breng je indizonder dat ze zien wat er gebeurt’, aldus Pfundt. ‘Bij de eerste drie rect ook het kennisniveau van alle kazernes omhoog. Bovendien scenario’s behandelen we de basisvaardigheden die bij de laatste waren de eigen instructeurs een soort van ambassadeurs voor het drie kunnen worden toegepast.’ programma in de regio. We hebben dertig brandweerlieden uit In het eerste scenario krijgen de brandweerlieden een brandstofde ontwikkelgroep opgeleid tot Instructeur CFBT-NL niveau 1. De gecontroleerde brand voorgeschoteld. Pfundt: ‘In dit scenario deelnemers van de training Ervaren en Beleven worden opgefocussen we met name op de straalpijpvoering. We laten ze het

B

10

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P010_LTR-BR-12-2018 10

brand&brandweer

11-12-2018 13:42:15


vakbekwaamh ei d

Bij het beoefenen van de deurprocedure moeten de brandweerlieden met name letten op het effect van hun handeling.

verschil ervaren tussen hoge druk en lage druk en wat het effect van de straalpijp is die ze gebruiken. In veel gevallen blijkt het vinden van de juiste kegelstand en het goed kunnen richten, nog niet zo makkelijk. Dit zijn belangrijke vaardigheden. Je moet eigenlijk blindelings de juiste kegelstand kunnen vinden, anders gaat het een keer mis. En durf de afsluiter helemaal open te trekken, alleen dan maak je optimaal gebruik van het vermogen van de lage druk en de verneveling van je straalpijp. Als je de afsluiter maar voor de helft opent, heb je een soort van hoge druk. Bij veel branden is dat niet genoeg.’ In het tweede scenario wordt bij een ventilatiegecontroleerde brand de deurprocedure behandeld. Pfundt: ‘Het valt iedere keer opnieuw op dat de brandweerlieden de deurprocedure precies zo doen, zoals we hen deze hebben aangeleerd. Ze doen het gewoon, zonder te kijken wat het effect is. In dit oefenscenario willen we ze leren kijken naar het effect van de handeling.’ Bij het derde scenario wordt met behulp van de cobra coldcutter of een fognail een ondergeventileerde brand van buitenaf (veilige omgeving) beheersbaar gemaakt, ter voorbereiding op een eventuele offensieve binnenaanval.

gaan de brandweerlieden naar binnen, onder begeleiding van de tweede instructeur. De deelnemers leren om met de ‘lange puls’ techniek te werken. Enkele minuten later komen ze er met het zweet op het voorhoofd weer uit om de ervaring en de lessen te bespreken. ‘Je zag binnen helemaal niks. Alleen direct na binnenkomst kon je even onder de rook doorkijken om te zien waar de brandhaard zat’, vertelt een van de deelnemers. ‘En je hoorde de brand knetteren. Korte pulsen hadden geen effect, pas toen ik met lange pulsen de rookgassen koelde en daarna met een gebonden straal kleine hoeveelheden water op de brand spoot, zakte de brand weg.’ Een derde deelnemer merkt op dat de brand oplaaide op het moment dat de deur van de container werd geopend.

hoofddorpplein en marnixstraat Bij branden aan het Hoofddorpplein en aan de Marnixstraat zijn brandweerlieden gewond geraakt.

hoofddorpplein Aan het Hoofddorpplein brak op 7 mei 2016 brand uit in de keuken van de Roti King aan de achterkant van het pand. Bij de binneninzet

Hoofddorpplein Het scenario van het Hoofddorpplein wordt gedraaid in een lange container. In de ruimte achter de container zit de brandhaard. Er wordt gewerkt met een hoge vuurbelasting, waardoor de temperatuur in de container hoog oploopt. ‘Belangrijk bij deze oefening is dat je laag blijft, want de rookgassen boven je zijn ontzettend heet. Wordt het je te heet, trek je dan terug. Denk er wel om dat je de deur bij het verlaten van de container weer sluit’, waarschuwt Conings de manschappen voordat ze naar binnen gaan. Dan

brand&brandweer

LTR_P010_LTR-BR-12-2018 11

raken drie brandweerlieden door een rookgasontbranding gewond.

marnixstraat Bij de brand aan de Marnixstraat op 17 januari 2015 heeft met name het flow path grote invloed op de brandontwikkeling. Als een deur wordt geopend, worden twee brandweerlieden overvallen door een ontzettend snelle branduitbreiding en de extreme hitte. Daarbij raken ze gewond.

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

11

11-12-2018 13:42:18


nieuwe editie

ai-blad 44: De preventiemedewerker ai-blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie

Een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die voorbereid wil zijn op noodsituaties! Met het AI-Blad 44: De preventiemedewerker heeft u een uitstekend hulpmiddel om uw preventiebeleid effectief en efficiÍnt te organiseren. Het biedt een duidelijk overzicht van de functie, taken en positie van de preventiemedewerker. Deze uitgave besteedt uitgebreid aandacht aan de arbocatalogus, de branchegerichte risico-inventarisatie en -evaluatie-instrumenten en de nieuwe richtlijnen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het AI-Blad 10: Bedrijfshulpverlening en noodorganisatie stelt u in staat, afhankelijk van de risico’s en processen in het bedrijf of de organisatie, te beslissen welk niveau van bhv- of noodorganisatie nodig is. In dit AI-blad vindt u diverse checklisten, stappenplannen en voorbeelden waarmee u zelf aan de slag kunt gaan.

Meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/preventie-en-hulpverlening

LTR_P010_LTR-BR-12-2018 12

11-12-2018 13:42:18


vakbekwaamh ei d

in de praktijk: eerste Leeghwaterstraat Dat de brandweerlieden daadwerkelijk leren van de bijscholing, blijkt als bevelvoerder Marco Wouda van Brandweer AmsterdamAmstelland op 16 oktober moet uitrukken voor een uitslaande woningbrand. ‘Het was een portiekwoning waarbij op de tweede verdieping de vlammen uit het linkerraam sloegen. Toen ik dat zag, wist ik direct dat we met behulp van een transitional attack op een veilige manier een binnenaanval konden doen.’ Wouda laat de bemanning van de tweede TS de waterwinning opbouwen en laat de nummers één en twee zoeken naar de deur waarmee ze het pand kunnen betreden. ‘De deur naar het trappenhuis was gebarricadeerd. Pas na een paar minuten bleek dat van het pand één woning was gemaakt en nog maar één deur in gebruik was. Toen we die toegang hadden gevonden, heb ik de nummer vier opdracht gegeven om met één gebonden straal minimaal vijftien seconden op het plafond van de brandruimte te richten. Dat werkte perfect. Je zag de brand afnemen. Nadat hij klaar was, is de aanvalsploeg naar binnen gegaan. Ze konden direct door naar de brandruimte, daar was de brand voor een groot deel al geblust. Met één straal hebben ze die af kunnen blussen. Eenmaal binnen zagen we pas dat de brand al een tijd woedde, hij was via het trappenhuis al doorgekropen naar de zolder. Met een offensieve binnenaanval zijn we ook die gaan blussen.’ Wouda kijkt tevreden terug op de inzet. ‘Door de transitional attack konden we van buiten de brand voor een groot deel al blussen en de temperatuur in het pand omlaag brengen. Daardoor konden we veilig binnentreden. Het werkt perfect.’ In het laatste scenario wordt de transistional attack beoefend.

Conings: ‘Het is cruciaal om dat te beseffen. Doe de deur achter je dus altijd weer dicht zodat zo weinig mogelijk zuurstof bij de brand komt. Hiermee geven we uitvoering aan het anti-ventilatie principe. Wat nemen we mee uit deze oefening?’ ‘Altijd laag blijven en deuren zoveel mogelijk sluiten’, klinkt het in koor. Marnixstraat Het scenario van de Marnixstraat is met name een oefening om een flow path te leren herkennen. Hierbij leren de brandweerlieden het verschil voelen tussen een brandhaard op dezelfde verdieping en een brandhaard onder je waarbij door open deuren en ramen een schoorsteeneffect ontstaat. Met een zaklamp en de warmtebeeldcamera betreden de brandweerlieden de bovenste container die door een trappenhuis in verbinding staat met de onderste container waar de brand woedt. Als de brandweerlieden in de container zitten wordt bij de onderste container een raam geopend waardoor een flow path ontstaat. Dit flow path jaagt de brand door het trappenhuis naar boven. ‘Belangrijk bij deze oefening is dat je je grens bewaakt. Wordt het te heet, ga naar buiten’, waarschuwt Conings. ‘Het gaat hier niet om wie het het langst kan volhouden, maar om dat je voelt wat je moet voelen. Vraag je dus steeds af of je verder gaat, of dat je naar buiten wilt.’ Nat van het zweet komen de brandweerlieden na enkele minuten één voor één uit de container. ‘De hitte was niet te houden’, reageert een van de deelnemers. ‘Wat gebeurde hier?’, vraagt Conings. ‘Het was een andere warmte, enorm doordringend. Het begon bij mijn handschoenen’, wordt geantwoord. De instructeur legt uit dat wanneer je naar een brandhaard toeloopt, je de hitte bij je hoofd en aan de voorkant voelt. ‘Bij dit scenario, waar de brand dus onder je zit, is de hitte overal. De temperatuur nam snel toe toen we de tussendeur openden, omdat we toen een stroming creëerden. Als je dit bij een incident voelt, besef dan dat de brand

brand&brandweer

LTR_P010_LTR-BR-12-2018 13

zich mogelijk onder je bevindt. Trek je in zo’n situatie terug en ga op zoek naar een andere ingang.’ Eén van de deelnemers vraagt of het zin heeft om in zo’n situatie te blussen. ‘Een lange puls helpt alleen als je de brandhaard raakt. Lukt dat niet, dan maak je het alleen maar erger. In dit geval kun je niet op tegen de kracht van de stroming. Wees je er in deze situatie dus van bewust dat als je de straal gebruikt, dit tegen je kan keren.’ transitional attack In het zesde en laatste scenario wordt behandeld hoe met een offensieve buiteninzet, in dit geval de transitional attack genoemd, een uitslaande brand op een verdieping onder controle kan worden gekregen. Dit scenario wordt zowel met hoge druk als met lage druk gedaan, om het verschil te kunnen ervaren. ‘Zorg voor een gebonden straal en houd je straalpijp stil, zodat stoom en rookgassen nog gewoon naar buiten kunnen. Het flow path moet in tact blijven. Trek de straalpijp maximaal vijftien tot twintig seconden open, met een maximaal vermogen van 500 liter per minuut en richt op het plafond.’ Dat zijn de instructies die worden meegegeven. De tweede groep staat in de ruimte naast de brandhaard om het effect van de inzet te zien. ‘Bij de inzet met hoge druk zagen we veel minder effect dan bij lage druk. Op het plafond spatte het water uiteen, door de druppels werden de rookgassen gekoeld en de brand bijna geblust’, is de conclusie van de deelnemers. Bij de afsluitende evaluatie zijn alle brandweerlieden het erover eens dat het een leerzame dag was. ‘Het ervaren van situaties die je in de praktijk kunt tegenkomen, is heel waardevol’, vertelt de één. Een ander reageert: ‘Het was bij enkele scenario’s mooi om te zien hoe groot het verschil is tussen hoge druk en lage druk. Lage druk heeft echt een meerwaarde.’ ‘Luister en kijk naar het effect van je inzet. En let op wat je voelt’, neemt een ander vooral mee. ■

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

13

11-12-2018 13:42:20


repressi e

Batterijen zorgen voor nieuwe uitdagingen

Fotografie: Pelastusopisto, Marko Hassinen

Hoe blus je een batterij? Wat zijn de risico’s en aandachtspunten? Hoe ga je om een thuisbatterij waarin de opgewekte energie van zonnepanelen wordt opgeslagen? en wat te doen bij een grote batterij in een container, de buurtbatterij, die de hele omgeving van stroom moet voorzien of een grootschalige opslag van batterijen? Het zijn allemaal vragen die komen kijken bij de energietransitie. Op die vragen is nog niet altijd een antwoord, toch is al veel bekend.

Zodra een cel ontbrandt, keldert het voltage in die cel naar nul. Door Jildou Visser

‘M

et name over de opslag van energie in batterijen is nog veel onbekend. Eén van de grote problemen is dat aan de voorkant niet wordt nagedacht over de veiligheid’, reageert Ricardo Weewer, lector Brandweerkunde bij de Brandweeracademie. Samen met lector Nils Rosmuller werkt hij aan de veilige energietransitie (VET). Naast elektriciteit gaat het daarbij ook om bijvoorbeeld biogas en waterstof. Met enkele regio’s en andere experts is hij bezig om alle aanwezige kennis in het land te verzamelen en te verwerken in de landelijke les- en leerstof. Daarnaast is hij samen met Rosmuller bij het ministerie aan het pleiten voor wet- en regelgeving voor zowel zonnepanelen als thuisbatterijen en buurtbatterijen. ‘Op dit moment mag alles en kan alles. Er is nog geen zicht op voorschriften voor de markt. Dat betekent dat er voorlopig geen eenduidigheid is in hoe zonnepanelen worden geïnstalleerd, maar ook niet in veiligheidsmaatregelen bij thuis- en buurtbatterijen. Zelfs als het gaat om de herkenbaarheid is er niets geregeld. Dat moet anders. Op dit moment wordt er vooral van uitgegaan dat de brandweer de problemen wel oplost. Daar proberen we ons zo goed mogelijk op voor te bereiden.’

14

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P014_LTR-BR-12-2018 14

BatteriJBranden Tijdens het Fire Safety & Science congres (FSS) legt Marko Hassinen van het Emergency Services College uit Finland uit welke stoffen in batterijen zitten en hoe die zich gedragen bij brand. ‘Er zijn componenten in batterijen waar we ons bewust van moeten zijn, waaronder het brandbare dimethylcarbonaat en het geleidingszout lithiumhexafluorfosfaat. Bij overbelasting of beschadiging van de batterij beginnen de cellen op te zwellen, uit te gassen en uiteindelijk beginnen de gassen en de verpakking van de batterij te ontbranden’, vertelt Hassinen. ‘Het is een proces waarbij de verschillende cellen in een batterij elkaar aansteken. De één verhit de ander, die vervolgens ook gaat ontgassen en ontbranden, de thermal runaway. Als je niets doet, gaat dit net zo lang door totdat alle cellen op zijn. Zodra een cel ontbrandt, keldert het voltage in die cel naar nul. Dat betekent dus dat zodra een cel is uitgegast en ontbrandt, er geen elektriciteit meer in zit en je veilig kunt koelen met water.’

‘ZoDra een cel ontbranDt, kelDert het voltage in Die cel naar nul’ Volgens Hassinen zijn er enkele aandachtspunten van belang bij het blussen van een batterijbrand. In de eerste plaats waarschuwt hij voor de steekvlammen die er plotseling uit kunnen schieten. ‘Het is soms net vuurwerk. Denk niet dat het na één keer klaar is, zodra de ene cel is opgebrand, start de volgende. Laat de gassen zoveel mogelijk branden, vergelijk het met een gasbrand. Ventileer goed wanneer de batterijen in een gesloten omgeving liggen opgeslagen, zodat de gassen zich niet kunnen ophopen. Probeer de cellen in de batterij te koelen met veel water en draag altijd ademlucht. Bij batterijbranden komen gevaarlijke gassen vrij, zoals lithiumoxide en waterstoffluoride.’ De beste manier om een batterijbrand te blussen is volgens Hassinen volledig afhankelijk van het type batterij. ‘Er zijn veel verschillende soorten lithium-ionbatterijen. Dat verschil zit met name in

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:42:35


repressi e

De Brandweercacademie is een project gestart om alternatieve blusmiddelen, zoals glas, en hun werking in kaart te brengen en te onderzoeken.

de gebruikte materialen in de batterij. Daarnaast is er een verschil tussen oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen.’ Hassinen legt uit dat bij niet-oplaadbare batterijen geen water gebruikt moet worden op de blootgestelde cellen, schuim kan wel. ‘In nietoplaadbare batterijen zit vaak lithium, een metaal. Behandel dit als een metaalbrand. Door water te gebruiken kan het ontploffen.’ Bij oplaadbare batterijen is het volgens hem juist verstandig om veel water te gebruiken bij de aangetaste en naastliggende cellen. Als je te maken hebt met een mix van beide, gebruik dan schuim of bijvoorbeeld zand. thuisBatteriJ Om de operationele eenheden kennis te laten maken met de nieuwe energievoorzieningen in en om huizen, heeft Veiligheidsregio Haaglanden de Brainbox Energy ontwikkeld. Met deze brainbox worden de eenheden bijgeschoold in de nieuwe ontwikkelingen, waaronder het handelen bij zonnepanelen en thuisbatterijen. ‘De Brainbox Energy is een bijscholingsprogramma van een dag. In het eerste blok krijgen ze twee uren theorie over de nieuwe ontwikkelingen en installaties. Vervolgens gaan ze naar de container waarin we allerlei nieuwe installaties hebben nagemaakt, daar moeten ze vragen over beantwoorden. In het laatste blok gaan we in op de resultaten uit brandonderzoek van enkele praktijkcasussen’, vertelt Maarten van Dijk, coördinator vakbekwaamheid van Veiligheidsregio Haaglanden.

Brand&Brandweer

LTR_P014_LTR-BR-12-2018 15

Eén van de nieuwe ontwikkelingen in het bijscholingsprogramma is de thuisbatterij. ‘Dit is een batterijpakket in een woning waar de opgewekte energie van de zonnepanelen in kan worden opgeslagen. Als je de stroom in de meterkast afschakelt, blijft de batterij stroom leveren’, aldus Van Dijk. ‘Wij leren onze mensen dat zodra ze zonnepanelen op het dak zien liggen, ze bij de woningeigenaar moeten uitvragen of er een thuisbatterij in de woning aanwezig is. Is dat het geval, dan moeten ze op zoek naar de schakelaar van de zonnepanelen. Feitelijk kan die overal zitten, er zijn namelijk nog geen richtlijnen voor. Schakel de installatie uit, zodra je die schakelaar hebt gevonden. Vanaf dat moment staat er alleen nog spanning op het deel van de installatie van de zonnepanelen tot de omvormer en op het batterijpakket.’ Branden in thuisbatterijen zijn volgens Van Dijk met name lastig, omdat de thermal runaway net zo lang blijft doorgaan tot alle cellen zijn opgebrand. ‘Daar komt bij dat voldoende koelen lastig is, omdat je een vertrek of het hele huis niet kunt volpompen met water. In de Brainbox Energy leren we de eenheden dat de brand zelf niet te blussen is en dat je met name moet inzetten op het controleren en nathouden van de omgeving tot de batterij is uitgereageerd. Dat kan soms lang duren, afhankelijk van de grootte van de batterij is dat van enkele uren tot een dag. Verder benadrukken we het belang van goed ventileren en het dragen van ademlucht. Na afloop van de inzet moet je het bluspak goed reinigen.’

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

15

11-12-2018 13:42:35


repressi e

BuurtBatteriJ Een ander nieuw fenomeen is de buurtbatterij. Deze batterijen zijn vergelijkbaar met thuisbatterijen, maar ze zijn veel groter. Ze kunnen overal staan en zijn bedoeld om grote complexen of buurten van opgewekte schone energie te kunnen blijven voorzien. Waar ze staan is volgens Van Dijk vaak onduidelijk. ‘Daar zijn geen regels voor. Dat betekent ook dat we dus niet altijd op de hoogte zijn van het bestaan van buurtbatterijen op een bepaalde locatie. Wij weten dat in het voorjaar een buurtbatterij bij het stadion van

nathouDen van De omgeving’

herkenbaar zijn. ‘Ze kunnen alle kleuren hebben en er hoeven geen stickers op te zitten. Bovendien kunnen ze overal staan, bijvoorbeeld in woonwijken, in appartementencomplexen of op evenemententerreinen. Met de kazernes uit de buurt van het stadion van ADO Den Haag zijn we er al wezen kijken, zodat zij in ieder geval op de hoogte zijn. Met de brainbox hebben we ze daarnaast proberen voor te bereiden op dit type incidenten. Het blijft een uitdaging.’ Inmiddels is Veiligheidsregio Haaglanden samen met RotterdamRijnmond bezig met het opstellen van een handreiking voor zowel buurtbatterijen als het bedrijfsmatig opslaan van batterijen in gebouwen. Daarnaast wordt bij de NEN in het eerste kwartaal van 2019 gestart met het schrijven van de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 37) voor batterijen.

ADO Den Haag is geplaatst’, vertelt Sander Lepelaar, medewerker risico en veiligheid van Veiligheidsregio Haaglanden. De wet- en regelgeving, inclusief het Bouwbesluit, is niet toereikend voor dergelijke installaties als het gaat om bijvoorbeeld de afstanden tot andere objecten en de aanwezige veiligheidsvoorzieningen. ‘Daarom hebben we in onze adviesbrief de gemeente nadrukkelijk gevraagd ons te betrekken in het traject. Daarnaast hebben wij samen met andere veiligheidsregio’s contact gezocht met de ontwikkelaar van de buurtbatterij. Wij bespreken nu de uitvoering van dergelijke installaties, mogelijke scenario’s en welke veiligheidsvoorzieningen er nodig zijn, met elkaar. Als gevolg van het ontbreken van wet- en regelgeving in combinatie met het niet altijd tijdig betrokken zijn van veiligheidsregio’s, kunnen er locaties voor buurtbatterijen worden gekozen die niet optimaal zijn vanuit het veiligheidsperspectief.’ Een nadeel van buurtbatterijen is volgens Lepelaar ook dat ze niet

Blusmiddelen Hoe branden in batterijen het beste kunnen worden geblust, is onduidelijk. Tot nu toe is het advies bij oplaadbare batterijen: veel water, de rest komt later. ‘Oplaadbare batterijen komen we het vaakst tegen. Dat je bij niet-oplaadbare batterijen te maken hebt met een metaalbrand en je dus niet met water maar met schuim moet blussen, was mij onbekend’, vertelt Weewer. De Brandweeracademie is een project gestart om alternatieve blusmiddelen en hun werking in kaart te brengen en te onderzoeken. Technische Universiteit Eindhoven kijkt momenteel ook naar het blussen van batterijbranden. Weewer: ‘We zien veel aanbieders van alternatieve blusmiddelen die hun product aanprijzen. Wij weten niet wat werkt, daarom gaan we naar een aantal onderzoek doen. Denk bijvoorbeeld aan glas, vermiculiet, F500, verschillende schuimtoevoegingen en Aerosol. Op dit moment inventariseren we of er regio’s zijn die de blusmiddelen al hebben, zodat we met hen kunnen leren van de praktijk.’ Fotografie: Stefan Verkerk

‘Zet in op het controleren en

Bij de brand bij Stella fietsen wordt zoveel mogelijk water gebruikt om de brand te bestrijden en de batterijen te koelen.

16

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P014_LTR-BR-12-2018 16

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:42:36


repressi e

opslag BatteriJen Naast de branden in thuisbatterijen en buurtbatterijen baren ook de bedrijven met grootschalige batterijopslag de brandweer zorgen. Dat dat terecht is, blijkt uit de brand die half juli bij Stella fietsen in Nunspeet is uitgebroken. In het pand liggen veel batterijen opgeslagen. Vanwege de gevaarlijke stoffen in benedenwinds gebied wordt besloten een deel van Nunspeet te evacueren. Officier van Dienst (OvD) Alfred van Asselt is aanrijdend als hij hoort dat het vermoedelijk gaat om een grote opslag van batterijen voor elektrische fietsen. Ter plaatse ziet hij dat de brand uitslaand is en wordt defensief buiten ingezet. Aan de linkerkant en achterkant van het pand bestaat de kans dat de brand overslaat naar naastliggende panden, daarop worden twee redvoertuigen ingezet als waterscherm. ‘Dat we defensief buiten gingen inzetten was duidelijk, maar waar we verder rekening mee moesten houden, wisten we op dat moment niet. Ik wist niet hoeveel batterijen in het pand lagen opgeslagen en ook was mij onvoldoende bekend welke schadelijke stoffen bij een batterijbrand vrij konden komen.’ Van Asselt besluit de Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) te alarmeren en schaalt op naar GRIP1. ‘Verder heb ik de bevelvoerders van de eenheden de opdracht gegeven om de opslag van de batterijen zoveel mogelijk met water te blussen en zoveel mogelijk te koelen. Uiteindelijk was het advies van de AGS om alles zoveel mogelijk onder te dompelen. Dat bleek tijdens de bestrijding van het incident niet te doen, daarvoor moest eerst een deel van het pand worden gesloopt en capaciteit worden geregeld om de batterijen te kunnen onderdompelen. Veel meer doen dan de brand bestrijden als een normale industriebrand kun je niet.’ Tijdens de inzet blijkt dat er de nodige gevaarlijke stoffen vrijkomen. Daarop wordt opgeschaald naar GRIP3 en wordt een deel van het dorp geëvacueerd. Zodra Van Asselt de bevestiging heeft dat er geen brandoverslag meer mogelijk is, is het sloopbedrijf ter plaatse. ‘We wilden het pand zoveel mogelijk slopen en met een kraan de batterijen uit het pand halen. We hebben toen ook twintig grote containerbakken laten komen en die gevuld met water. De batterijen die we uit het gebouw haalden, hebben we daarin ondergedompeld. Dat was de enige manier om de reactie in de batterijen te stoppen. Hadden we dat niet gedaan, dan hadden we er nog erg lang gestaan.’ Het slopen van het bedrijf en het verwijderen van de accu’s duurt dan nog enkele uren. Van Asselt: ‘Toen de situatie om 1.00 uur onder controle was, hebben

Brand&Brandweer

LTR_P014_LTR-BR-12-2018 17

we afgeschaald. Eén TS is ter plaatse gebleven om de containerbakken met water te blijven vullen en te controleren. Dat heeft nog tot 15.00 uur de volgende middag geduurd. Daarna hebben we alles overgedragen aan de eigenaar van het bedrijf.’ Hoewel de eenheden hebben kunnen voorkomen dat de brand uitbreidde en de brand relatief snel onder controle was, heeft Van Asselt ook een groot leerpunt. ‘Zorg dat je deze hoeveelheid accu’s nooit bij elkaar zet zonder preventieve voorzieningen. Komt er wel zo’n pand in je verzorgingsgebied, zorg dan dat de beschikbare informatie ook wordt gedeeld met de repressieve dienst. Dan weet je in ieder geval waar je naartoe gaat en kun je je beter voorbereiden en de risico’s in kaart brengen. Zorg bij dit type brand altijd dat je geen risico’s neemt en voldoende oog hebt voor het benedenwinds gebied.’ Hoewel er nog geen wet- en regelgeving is voor gebouwen met grootschalige batterijopslag, is de gemeente Nunspeet wel aan het kijken wat ze zelf kunnen doen. ‘Wij zijn aan het onderzoeken in hoeverre we in opslagvoorzieningen met meer dan tienduizend kilo batterijen een vergunningplicht in kunnen stellen in het kader van milieubeheer. Dat zou ons meer mogelijkheden geven als het gaat om het eisen van preventieve voorzieningen. Daarnaast hebben we binnenkort een afspraak bij het ministerie om dit onderwerp ook landelijk op de politieke agenda te zetten’, laat William van Dijk van de gemeente Nunspeet weten. ■

stappenplan bij batterijbranden Volgens Marko Hassinen van het Emergency Services College uit Finland zijn er een aantal stappen die doorlopen moeten worden bij de bestrijding van batterijbranden: • Draag ademlucht; • Evacueer iedereen in de omgeving; • Zoek de hoofdschakelaar en zet die uit; • Ventileer; • Gebruik indien mogelijk de explosiegevaarmeter; • Kijk uit voor steekvlammen uit de batterij; • Verwijder de aangetaste cellen indien dit veilig kan; • Koel de cellen in de batterij om de thermal runaway te stoppen; • Bewaak het na blussing minimaal 24 uur.

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

17

11-12-2018 13:42:40


Kent u h et D NA v an een sluipmoordenaar? Bestel het Chemiekaartenboek 2019 en krijg

3 maanden lang gratis toegang tot de vernieuwde Chemiekaarten® Online, powered by Toxic Actie geldig t/m 31 december 2018!

Voordelen vernieuwde Chemiekaarten® O nline: Uitgebreidere o ndersteuning b ij he t voorkomen van risico’s Werkplekinstructiekaarten d ie u k unt delen m et u w m edewerkers Altijd o p d e h oogte v an o ntwikkelingen en r evisies i n c hemiekaarten Een wetenschappelijk g etoetst e n a ctueel naslagwerk Alles m et é én k lik b ij d e h and Al m eer d an 3 0 jaar d é a utoriteit o p het g ebied v an c hemische s toffen

Weet u dat ruim 1 miljoen Nederlanders op zijn werk te maken heeft met gevaarlijke stoffen? En 1 op de 6 werknemers het risico loopt om hiervan ziek te worden? Denk aan ernstige ziekten zoals astma, COPD en longkanker. Jaarlijks sterven naar schatting 3.000 mensen door gevaarlijke stoffen.

Zorg dat u weet hoe u met deze sluipmoordenaars moet omgaan Neem geen risico met de gevaarlijke stoffen binnen uw bedrijf. U kunt ervoor zorgen dat het aantal slachtoffers als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen afneemt. Neem het zekere voor het onzekere. Kies voor het Chemiekaartenboek 2019. Ruim 1.400 enkelvoudige stoffen met de chemische eigenschappen, risico’s, preventie- en noodmaatregelen in één boek!

Bestel h et Chemiekaartenboek v iasdu.nl/chemiekaartenboek

0238 Adv_Chemiekaarten_3maanden-online_230x297.indd 1 LTR_P014_LTR-BR-12-2018 18

11-12-2018 13:42:40


risicobeh eersi ng

Fss congres verbindt wetenschap met praktijk 250 deelnemers uit tien verschillende landen waren op 13 en 14 november aanwezig op het elfde Fire safety and science congres bij het iFV in Arhem. het programma was gevarieerd en bedoeld om de wetenschap met de praktijk te verbinden en een koppeling te maken tussen brandpreventie en brandbestrijding. een greep uit de presentaties.

Door Jildou Visser

sociale context biJ brandVeiligheid ‘Brandveiligheidsingenieurs of -wetenschappers zouden moeten samenwerken met sociale wetenschappers om onderzoek te doen naar de manier waarop mensen omgaan met brandveiligheid. Daarmee bedoel ik niet alleen onderzoeken die het menselijk gedrag bij brand bestuderen, maar ook hoe mensen omgaan met brandveiligheidsmaatregelen’, begint Luke Bisby van de Universiteit van Edinburgh. Hij stelt dat bij de meeste branden het menselijk gedrag bepalend is voor het uitbreken van de brand en de afloop. Sociaal-economische factoren spelen daarbij een belangrijke rol. ‘Arme mensen hebben een grotere kans om te overlijden bij brand dan rijke. Er zijn een paar risicofactoren voor fatale branden, waaronder het ontbreken van rookmelders en het roken, waarbij de sigaretten brand veroorzaken. We zien in het Verenigd Koninkrijk dat deze risicofactoren sterk worden beïnvloed door sociaal-economische aspecten. Met andere woorden, armere mensen roken vaker, hebben minder vaak een rookmelder en zijn daardoor eerder slachtoffer van brand.’ Daarnaast constateert Bisby dat brandveiligheidsvraagstukken vaak technisch worden benaderd en niet vanuit een sociaal perspectief. ‘Een groot gebrek als je het mij vraagt. Sociale factoren zijn van wezenlijk belang bij de maatregelen die je toepast. Denk bijvoorbeeld aan zelfsluitende brandwerende deuren. In grote wooncomplexen waar vaak mensen met lagere inkomens wonen, staan die deuren vaak standaard open. Als je dat weet, kun je jezelf de vraag stellen of het moreel verantwoord is om die deuren te adviseren of dat je een ander alternatief moet bedenken dat wel voorkomt dat de brand en de rook zich makkelijk kunnen verspreiden.’ In zijn presentatie pleit Bisby voor wet- en regelgeving die is gebaseerd op een wetenschappelijke onderbouwing, zowel sociaal-economisch als technisch. brandVeiligheid ouderenVoorzieningen Er worden tegenwoordig meer gemeenschappelijke ruimtes ondergebracht in evacuatiewegen, dat betekent dat steeds meer brandgevaarlijke activiteiten plaatsvinden in evacuatiewegen. Met die constatering start Pieter Poppe van het Belgische Instituut voor Brandveiligheid (ISIB) zijn presentatie. Dit instituut heeft onderzoek gedaan naar de invloed van alternatieve brandveiligheidsmaatregelen, zoals een afzuigsysteem en een automatisch blussysteem, op het veiligheidsniveau. In dit onderzoek is in een

brand&brandweer

LTR_P019_LTR-BR-12-2018 19

Pieter Poppe: ‘Evacueer ouderen nooit door een brandruimte.’

nulproef gehouden waarbij een bank in een ruimte in brand is gestoken en is vastgelegd hoe rook zich door de ruimtes verspreidt. Daarnaast zijn vergelijkbare proeven gedaan met brandwerende deuren, één met een afzuigsysteem, één met een automatisch blussysteem en er is een proef gedaan met zowel een afzuigsysteem als een automatisch blussysteem. ‘In de eerste proef, zonder brandveiligheidsmaatregelen, was de ruimte al na drie minuten gevuld met zwarte rook. Bij de tweede proef konden we goed zien dat door de drukopbouw in de brandruimte, er ook sprake was van rookverspreiding naar andere compartimenten. Pas wanneer een ruimte was gescheiden door twee tussendeuren zagen we geen rookverspreiding meer. De zichtbaarheid bleef het best in de laatste proef, met een afzuigsysteem en automatische blussing’, aldus Poppe. ‘Het gewenste veiligheidsniveau staat gelijk aan een veilige evacuatie naar een veilige locatie. Voor ouderen betekent het dat evacuatiewegen volledig vrij moeten worden gehouden van rook, want zij zijn veel gevoeliger voor hoge temperaturen en toxiciteit. Op het moment dat de brand uitbreekt in de gemeenschappelijke ruimte en die behoort tot de evacuatieweg, lukt dat niet. Zelfs met een sprinkler is nog sprake

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

19

11-12-2018 13:42:52


risicobeh eersi ng

Luke Bisby: ‘Werk samen met sociale wetenschappers.’

Roy Weghorst: ‘Europese brandtesten in gevelpanelen zijn erg divers.’

van rook in de brandruimte.’ Poppe concludeert dat nooit door een brandruimte geëvacueerd kan worden en dat een succesvolle evacuatie alleen mogelijk is door een naastliggend compartiment indien passende veiligheidsmaatregelen worden getroffen. ‘Bij het maken van een evacuatiestrategie zijn volgens hem twee mogelijkheden als de brand in een gemeenschappelijke ruimte uitbreekt: evacuatie uit de kamer of stay in place. Je ziet dan al snel dat als er tussen de gemeenschappelijke ruimte en de slaapkamer van de oudere twee deuren zitten, een deur naar de gang en een deur naar de slaapkamer, stay in place de beste optie is. Immers, de rook perst door de druk door de gangdeuren heen. Pas wanneer de ruimte met twee tussendeuren is gescheiden van de brandruimte, blijft deze rookvrij. Wil je toch evacueren, dan zullen er extra maatregelen moeten worden genomen, bijvoorbeeld om de drukopbouw in de brandruimte weg te nemen, zodat de rook niet door de gangdeuren kan persen.’ Grenst een slaapkamer direct aan de gemeenschappelijke ruimte, dan moeten volgens Poppe sowieso zelfsluitende brand- en rookwerende deuren worden toegepast. ‘En kies je voor de evacuatiestrategie, dan heb je een tweede uitgang nodig.’

brandtesten in geVelpanelen Roy Weghorst van Kingspan neemt in zijn presentatie de aanwezigen mee in de grote hoeveelheid Europese brandtesten in gevelpanelen. ‘De testen die we in Europa hebben zijn erg divers. Er wordt gebruik gemaakt van wisselende brandlasten, van een enkele prullenbak tot vierhonderd kilo hout. De testen variëren ook in hoogte, van anderhalve meter tot 2,8 meter hoogte. In 2004 is een eerste poging gedaan om alle testen in Europa te harmoniseren. Een jaar later is dat weer ingetrokken, omdat iedereen toch liever met z’n eigen test werkte’, aldus Weghorst. ‘In Nederland moet alles minimaal voldoen aan klasse B, in andere landen geldt dat dit A1 of A2 moet zijn. Voldoet het daar niet aan, dan mag je een test doen om de gelijkwaardigheid aan te tonen. In

De ruimte waarin de brandproeven van Pieter Poppe zijn gehouden.

20

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P019_LTR-BR-12-2018 20

Het resultaat van de brandproeven. Rood is zeer slechte zichtbaarheid. Blauw is zeer goede zichtbaarheid

brand&brandweer

11-12-2018 13:42:52


risicobeh eersi ng

Nick Tenbült heeft de scriptieprijs gewonnen.

Nederland wordt bijvoorbeeld de Single Burning Item (SBI) test gedaan. Met een 30 kW brander wordt in een hoek brand gesticht. Het is bedoeld als producttest, maar door de kleine schaal zegt het eigenlijk weinig over de daadwerkelijke brandveiligheids-prestaties van de gevel. Een SBI-scenario komt gewoon niet overeen met een flashoverbrand bij gevels. Een testopstelling van minimaal acht meter hoog met een houtkrib die dertig minuten mag branden, is veel realistischer. Dan kun je na een half uur kijken wat de brand in de gevel doet en wat er gebeurt als na een half uur de brand is geblust. Naast deze testen heb je ook nog de Franse LEPIR 2 test die wordt uitgevoerd op een testgebouw met gevelpanelen. Nadeel hierbij is dat het niet harder dan 3 m/s mag waaien en niet mag regenen en vriezen.’ Momenteel wordt volgens Weghorst een nieuwe poging gedaan tot harmonisatie van de verschillende testmodellen in Europa. ‘Er wordt gekeken naar een nieuwe test die is gebaseerd op de huidige Duitse en Engelse test. De verschillen daartussen zijn dat de Duitse test werkt met 2,5 kilo hout en de Engelse test met 400 kilo hout. De Duitse test is kleiner en daardoor lichter. Als dat niet lukt, kan nog worden gekozen voor een alternatieve testmethode.’ Volgens Weghorst is het bij de omschakeling naar een nieuwe testmethode wel belangrijk dat ook historische testgegevens worden vastgelegd. ‘Eén ding is zeker: het duurt nog een tijd voordat er in Europa één testmethode is. Als wordt gekozen voor een nieuwe testmethode dan duurt dat al snel acht tot tien jaar. Wordt gekozen voor een voorgestelde bestaande test, dan ben je al snel drie tot vijf jaar verder om alle classificaties aan te passen en overal dezelfde testopstellingen te bouwen. Dan moet het

brand&brandweer

LTR_P019_LTR-BR-12-2018 21

immers zo zijn dat uit de test die in Engeland wordt gedaan precies hetzelfde resultaat komt als uit de test in Frankrijk.’ scriptiepriJs Tijdens het FSS Congres heeft Nick Tenbült van de Technische Universiteit Eindhoven met zijn scriptie over de invloed van een sprinkler op een rooklaag de IFV-VVBA-scriptieprijs 2018 gewonnen. ‘Het is een interessant en wetenschappelijk goed onderbouwd onderzoek. Zeer actueel voor fire safety engineering en met interessante resultaten. Deze zijn nog niet direct praktisch toepasbaar, maar de combinatie van modellering en experimenteel onderzoek is een stap in de goede richting’, aldus het jury-rapport. Tenbült onderzocht de temperatuurafname van een rooklaag door middel van een sprinkler op zowel numerieke als experimentele wijze. Hiervoor zijn numerieke simulaties uitgevoerd met CFDmodellering (Computational Fluid Dynamics), die gespiegeld zijn aan de hand van praktijkexperimenten. Tenbült concludeert dat de temperatuurafname van de rooklaag in CFD wordt onderschat ten opzichte van de resultaten van de praktijkexperimenten. Dit is volgens de jury een relevante en spraakmakende conclusie. De scriptieprijs van het IFV en de Vereniging van Brandveiligheidsadviseurs (VVBA) is tijdens het Internationaal Congres Fire Safety & Science voor de zevende keer uitgereikt. De prijs is ingesteld voor de meest innovatieve, spraakmakende, relevante of fundamentele master- of bachelorthesis over brandveiligheid.  ■ De scriptie van Tenbült is te downloaden via www.ifv.nl en www.fellowfse.nl.

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

21

11-12-2018 13:42:52


bran d van de maan d

brand USa Cars assen beperkt gebleven door afsluiten pand

als brandweerlieden uit assen in de nacht van 13 november worden gealarmeerd voor een brand bij autobandenbedrijf euromaster, gaan ze uit van een groter scenario. aanrijdend geeft eerste bevelvoerder arend barkhof de manschappen mee dat ze eerst uitgebreid gaan verkennen. Op basis van de verkenning besluit hij het pand volledig gesloten te houden tot de waterwinning volledig is opgebouwd. dat pakt goed uit.

22

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P022_LTR-BR-12-2018 22

brand&brandweer

11-12-2018 13:43:47


bran d van de maan d

Er wordt eerst voldoende potentieel opgebouwd, pas daarna wordt de inzet gestart.

brand&brandweer

LTR_P022_LTR-BR-12-2018 23

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

23

11-12-2018 13:44:14


bran d van de maan d

Als de ramen in de overheaddeur aan de voorkant worden ingeslagen, begint de smeulbrand binnen op te laaien.

Door Jildou Visser FotograFie CompaCt media

B

arkhof wordt die nacht rond half drie gealarmeerd voor een gebouwbrand industrieweg. ‘Ik weet dat daar grote panden staan. Als ik naar de kazerne rijd, kruis ik die straat. Ik zag toen dat de politie al ter plaatse was, dat het ging om het pand van Euromaster en dat er veel rook vrijkwam.’ Dan schaalt de meldkamer op naar middelbrand. Aanrijdend laat de eerste bevelvoerder zijn manschappen omhangen en vertelt hij dat hij ter plaatse eerst goed wil kijken wat brandt, waar het brandt en of ze er met voldoende water bij kunnen komen. ‘We zijn in de regio bezig met de hernieuwde kijk op brandbestrijding. Die aanpak proberen we nu bij zoveel mogelijk branden toe te passen. Eerst rustig verkennen en op basis van de bevindingen de inzet bepalen.’ Als de eerste TS de verkenning is gestart, komt ook de tweede TS ter plaatse. Barkhof besluit in overleg met de tweede bevelvoerder Alexander Lensen dat de eerste TS zich concentreert op het gebouw van USA Cars, waar de brand lijkt te woeden. De tweede TS verkent bij het naastliggende Euromaster. Beide bedrijven zitten in hetzelfde gebouw. Verkenning Barkhof ziet tijdens de verkenning dat aan alle kanten van het pand zwarte rook uit het pand perst. ‘Aan de voorkant zat een grote roldeur naar de showroom van USA Cars. Aan de linkerkant ernaast zat een kantoor, daar was een raam kapotgeslagen. Mijn manschappen hebben in het kantoor kort om de hoek gekeken. Er hing wat rook, maar niet extreem veel. Vervolgens zijn we eromheen gelopen. Met de warmtebeeldcamera konden we 24

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P022_LTR-BR-12-2018 24

duidelijk zien dat het in het midden van het pand en achterin het heetst was. En het viel op dat op het ene moment de zwarte rook uit het pand perste, terwijl op een volgend moment er weinig rook vrijkwam en de brand meer zuurstof aantrok.’ Lensen en zijn manschappen concentreren zich op de verkenning bij Euromaster. Daar ontdekt hij, mede met behulp van de eigenaar, dat de scheiding tussen beide bedrijven niet brandwerend is en dat er diverse gasflessen en stikstofflessen staan. ‘Die hebben we naar buiten gebracht voor het geval dat de brand zich uit zou breiden. Bij Euromaster binnen nam de hoeveelheid rook snel toe. Binnen twintig minuten was de ruimte gevuld met rook. Verder was er niet veel aan de hand.’ potentieel ter plaatse Officier van Dienst Ido Rittersma is dan ook ter plaatse. Na de verkenning van beide TS’en delen de bevelvoerders het beeld met hem. De brandweerlieden weten op dat moment dat de brand waarschijnlijk woedt in het achterste deel van de showroom van USA Cars en dat tussen beide bedrijven geen brandwerende scheiding zit. Binnen is veel brandstof aanwezig. ‘De hoeveelheid en de kleur van de rook wisselde sterk. Dat gaf ons het idee dat de brand zuurstof nodig had. Als we alles dicht zouden houden, konden we de brand op pauze zetten. We hadden het idee dat zodra we openingen zouden maken, de brand zich snel kon ontwikkelen. De verwachting was dat dan beide bedrijven in vlammen op zouden gaan’, vertelt Rittersma. ‘Op basis van deze informatie hebben we besloten dat we eerst voldoende potentieel ter plaatse wilden, voordat we een inzet zouden doen.’ Rittersma schaalt op naar grote brand. De brandweerlieden wachten met de inzet tot het groot watertransport

brand&brandweer

11-12-2018 13:44:15


bran d van de maan d

vertelt Barkhof. Als uiteindelijk aan de voorkant ook een ruit in de overheaddeur wordt ingeslagen, begint de smeulbrand in de showroom op te laaien. ‘We wilden toen snel naar binnen, maar de overheaddeur wilde niet open. Uiteindelijk zijn we via het kantoor naar binnen gegaan om de brand te blussen. Ik denk dat we daar nog niet eens veertig liter water voor nodig hadden.’ In de showroom zijn in totaal drie Amerikaanse auto’s uitgebrand. Lensen: ‘Onze aanpak was succesvol, maar we weten ook dat als er andere voertuigen met meer kunststof hadden gestaan of wanneer ze dichter bij de scheidingswand hadden gestaan, dit anders had kunnen aflopen.’

is opgebouwd en de hoogwerkers aan de voor- en achterkant in stelling zijn gebracht. inzet Zodra voldoende slagkracht ter plaatse is en iedereen inzetgereed is, wordt gestart met de inzet. De manschappen van de eerste TS slaan aan de zijkant van USA Cars een raampje vlak onder de dakrand in. Gevolgd door een tweede en een derde. ‘Er gebeurde niet veel. Daarna hebben we in de deur aan de achterkant met de redzaag een gat gemaakt en daar met de warmtebeeldcamera doorheen gekeken. We konden geen grote oplaaiende brand zien’,

brand&brandweer

LTR_P022_LTR-BR-12-2018 25

aandaChtspunt Barkhof, Lensen en Rittersma kijken tevreden terug op de inzet. Toch vraagt deze aanpak in de communicatie nog wat aandacht, laat de OvD weten. ‘Wij zijn op de hoogte van de nieuwe inzichten uit de hernieuwde kijk op brandbestrijding, maar dat is nog niet iedereen in onze regio. Het is belangrijk dat je iedereen goed in je inzetplan meeneemt, want het kan natuurlijk raar overkomen wanneer je eerst lang wacht, iedereen de waterwinning laat opbouwen en de hoogwerkers in stelling brengt terwijl je achteraf de brand bij wijze van spreken met een paar emmers water had kunnen blussen. Doordat we hen tijdens de hele inzet op de hoogte hebben gehouden, hebben ze kunnen ervaren hoe goed dit kan werken. Die communicatie zorgde voor begrip.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

25

11-12-2018 13:44:16


On derzOek

Waterongevallenbestrijding, worden de goede dingen gedaan? In het onderzoek Tweede orde leren van (bijna-)ongevallen bij waterongevallen wordt niet alleen gekeken naar of de dingen goed worden gedaan, maar ook naar of de goede dingen worden gedaan. daarbij is gekeken naar grijpreddingen, oppervlaktereddingen en het brandweerduiken. door het analyseren van de 312 (bijna-)ongevallen die sinds 2002 door de 23 regio’s zijn geregistreerd, is de Brandweeracademie uitgekomen op vijf basisrisicofactoren, ofwel systeemfouten.

Door JILDOU VISSER FotograFie GInOpRESS

‘I

n de periode na 2002 hebben we een aantal ongevallen met brandweerduikers gezien. Ieder ongeval is onderzocht en daar zijn lessen uit getrokken. Met dit onderzoek wilden we een slag dieper, op zoek naar de rode draad van de (bijna-)ongevallen bij waterongevallenbestrijding. Van die systeemfouten willen we leren, zodat we deze brandweertaak nog veiliger kunnen maken’, vertelt Jan Hazeleger van de Programmaraad Incidentbestrijding (PRIB) van Brandweer Nederland, de opdrachtgever van het onderzoek. TEGEnSTRIJDIG Bij het analyseren van 312 (bijna-)ongevallen stelt onderzoeker Hans Hazebroek van de Brandweeracademie vijf basisrisicofactoren vast die bij kunnen dragen aan onveiligheid. ‘Wat me hierbij het meeste opviel, was dat doelen die we zelf als brandweer stellen, soms onverenigbaar en tegenstrijdig zijn’, vertelt Hazebroek. ‘Veel duikteams zijn bijvoorbeeld ondergebracht bij

‘We Weten Dat stress een grote impact heeFt op het hanDelen, maar oeFenen er niet mee’ korpsen met een springbezetting. Duikers hebben naast hun duiktaak nog de basis uitrukfunctie en andere taken, bijvoorbeeld in de koude organisatie. Die verschillende taken staan op gespannen voet met elkaar. Je kunt niet de paraatheid borgen, je vakbekwaamheid als duiker op peil houden en een deadline in de koude organisatie tegelijkertijd halen. Daarin moeten gezamenlijk keuzes worden gemaakt die leiden tot reëel haalbare doelstellingen.’ Een tegenstrijdige doelstelling wordt ook in het trainen geconstateerd. Oefeningen worden veilig georganiseerd en aangekondigd, waardoor stress een minder grote rol speelt en 26

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P026_LTR-BR-12-2018 26

medewerkers minder goed worden voorbereid op het handelen in noodsituaties. ‘We weten dat stress een grote impact heeft op het handelen. Door daar niet mee te oefenen, draagt het huidige vakbekwaamheidsprogramma niet altijd bij aan het veiliger en effectiever uitvoeren van de taak’, legt Hazebroek uit. ‘Daar komt bij dat onze medewerkers buitengewoon gemotiveerd zijn als er levens op het spel staan. Onder die druk vragen wij onze medewerkers om een juiste afweging te maken in de vraag of een redding verantwoord is. Dat vragen we van ze, zonder ze een alternatief te bieden. Zeggen dat een inzet niet kan, is daarmee eigenlijk geen optie en leidt dus mogelijk tot een onveilige situatie.’ OnTwERp Een andere conclusie is dat er geen fundamentele en eenduidige visie wordt toegepast op de taak waterongevallenbeheersing. De manier waarop taken nu worden uitgevoerd is organisch gegroeid, vanuit de gedrevenheid om burgers in nood te helpen. Hazebroek: ‘Bij brandbestrijding kijken we fundamenteel naar de taak en wat daarvoor nodig is om deze goed uit te voeren. We doen landelijk vanuit de brandweer veel onderzoek en doen veel nieuwe kennis op. Dat doen we bij waterongevallenbeheersing niet, terwijl daar nauwelijks kennis beschikbaar is. Het zou goed zijn als we in het organisatieontwerp fundamenteler kijken naar wat goed is bij de voorbereiding en de uitvoering van waterongevallenbestrijding. Hoe oefen je effectief? Wat heb je nodig aan spullen? Werken we wel met het juiste materieel? Het centraal stellen van kennis is daarin belangrijk.’ ORGanISaTIE Ook in de organisatie van waterongevallenbeheersing heeft de onderzoeker enkele oorzaken vastgesteld. Een voorbeeld: ‘We vragen van onze medewerkers dat ze zo snel mogelijk de opleiding afronden. Dat betekent dat ze meerdere dagen per week gaan duiken, terwijl dit een belasting is voor het lichaam. Daarbij komt dat duikers vaak eerst een contract voor een jaar krijgen. In dat jaar moeten ze zich bewijzen. Dat maakt het lastig om in dat jaar de eigen grenzen aan te geven. Dit zijn keuzes van de organisatie die meespelen in de keuze die de medewerker maakt’, aldus Hazebroek. ‘Waterongevallenbeheersing is

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:46:16


Fotografie: Ginopress

On derzOek

‘Onder druk vragen wij onze medewerkers om een juiste afweging te maken in de vraag of een redding verantwoord is.’

bovendien een compleet andere taak dan brandbestrijding, maar we benaderen het op dezelfde manier. Dat is gek. Het zou goed zijn om daar eens fundamenteel naar te kijken. Hoe organiseer je waterongevallenbeheersing? Wie voert deze taak uit? Hoe? En op welke manier bereid je je medewerkers optimaal voor?’ Tot slot zou het volgens de onderzoeker ook goed zijn als wordt gekeken naar de procedures en werkwijzen. Procedures zijn niet altijd goed op elkaar afgestemd en bieden niet altijd een duidelijk, reëel en haalbaar handelingsperspectief. VISIE Hazeleger is blij met de conclusies en de manier waarop het onderzoek naar het tweede orde leren is uitgevoerd. ‘Er is ook gekeken of andere organisaties die zich bezighouden met duiken al eens iets vergelijkbaars hebben gedaan. Dat was niet het geval. We zijn de eerste organisatie die door de (bijna-)ongevallen heen heeft gekeken en daarin een rode draad heeft kunnen ontdekken. De conclusies die daaruit komen zijn waardevol en gaan zeker helpen bij het neerzetten van een goede nieuwe basis.’ Er wordt nu gewerkt aan een plan van aanpak om uiteindelijk te kunnen komen tot een nieuwe visie op waterongevallenbeheersing. Hazeleger: ‘We willen grondig kijken naar wat nodig is voor de selectie van personeel, het opleiden, trainen, de werkwijze en de procedures. Daarin nemen we ook de mensfactor mee.

Brand&Brandweer

LTR_P026_LTR-BR-12-2018 27

Uiteindelijk hopen we een fundament neer te zetten voor een organisatie waarin essentiële verbeteringen worden aangebracht. We hebben nog een lange weg te gaan.’ In de visie wil Hazeleger meer eenduidigheid en meer aandacht voor de stresservaring tijdens het oefenen. ‘Met name die laatste is een lastige vraag. We willen medewerkers onder druk laten oefenen, zodat ze in noodsituaties daar beter mee om kunnen gaan. Tegelijkertijd willen we niet dat de stress een risico oplevert voor de oefening.’ Daarnaast wil Hazeleger ook goed kijken naar de organisatie. ‘Als we onze medewerkers een mentale druk opleggen waardoor ze hun eigen grens overgaan, dan gaat er iets niet goed. We moeten een systeem zien te creëren waarin het veilig is om nee te zeggen wanneer je je niet fit genoeg voelt, zonder dat je het idee hebt dat dit gevolgen kan hebben voor je contract.’ Wanneer de nieuwe visie er ligt, durft Hazeleger nog niet te zeggen. ‘De afgelopen jaren zijn al veel verbeteringen doorgevoerd in waterongevallenbeheersing. De manier waarop we het nu hebben ingericht is goed, maar kan nog beter. We gaan nu goed kijken hoe we dat denken te gaan realiseren. De visie die er uiteindelijk ligt moet haalbaar zijn en echt dingen verbeteren. Daar is tijd voor nodig.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

27

11-12-2018 13:46:21


On der de H elm

‘We hebben veel geluk gehad’ manschappen dennis van Alst en Alwin den Besten hebben op 14 juli net de dienst van hun collega’s overgenomen als ze rond half negen in de ochtend worden gealarmeerd voor een brandgerucht. ‘langs het spoor werd rook gezien. dat kan van alles zijn’, aldus Van Alst. Op dat moment hebben ze nog geen idee van het incident dat ze te wachten staat. In een transformatorhuis in Hilversum blijkt brand te woeden. een incident dat niet zo spannend had hoeven zijn, blijkt achteraf een inzet die de betrokkenen niet snel zullen vergeten.

Door JILDOU VISSER

‘A

Fotografie ProRail

anrijdend hadden we weinig informatie. Toen we bijna ter plaatse waren, zagen we dat de rook van de andere kant van het spoor kwam. Het brandde bij een transformatorhuis. We moesten een eind terugrijden om over het spoor te rijden, naar de daadwerkelijke brandlocatie’, herinnert Van Alst. ‘Er gaat dan van alles door je hoofd. Je weet dat daar hoge voltages op staan en dat de stroom eerst moet worden afgeschakeld.’ Ter plaatse wordt de bemanning van de eerste TS opgevangen door een onderaannemer van ProRail. Hij laat weten dat ze nog bezig zijn de stroom af te schakelen. Aan de zijkant van het transformatorhuis ziet Van Alst een vlamboog van ongeveer een halve meter uit de grond komen. ‘Het liefst wil je het snel oplossen, maar op dat moment kun je niks en is het wachten tot de stroom eraf is.’ Als na drie kwartier die melding komt en door de meldkamer wordt bevestigd, gaan Van Alst en Den Besten met hun collega’s

naar binnen. Ze nemen één straal mee. ‘De bevelvoerder vertelde nog dat we goed moesten opletten. Binnen hing veel rook. We hadden een plattegrond gezien en wisten dat achterin een deur was. Toen we die openden zagen we een brandje dat we snel konden blussen. Er stond een kast waar de zekering was uitgetrokken en er lag nog gereedschap. In de kasten zagen we nog lampjes branden. Geen probleem denk je dan. Je weet dat zo’n transformatorhuis ook gebruikmaakt van laag voltagestroom, bijvoorbeeld voor de lampen. De voltagemeters stonden op nul, dus er was eigenlijk niets om ons zorgen over te maken’, blikt Van Alst terug. Den Besten ziet dan vlammen onder een van de schakelkasten. ‘We konden er niet goed bij. Dennis is naar buiten gegaan om de sleutel op te halen. Ik heb in de tussentijd de plaat eronder opgetild en de brand in de gootjes en kabels geprobeerd te blussen. Dat ging best aardig, maar verder eronder bleef het wat branden. Ik heb daar nog wat schuim opgespoten, maar het bleef branden. En toen zag ik een magnesiumachtige vlam. Voor m’n gevoel was de stroom er nog helemaal niet af. Ik vertelde het

28

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P028_LTR-BR-12-2018 28

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:44:29


On der de H elm

Alwin den Besten (links) en Dennis van Alst (rechts).

aan m’n collega. Hij vroeg nog of ik het zeker wist. “Ja, dit is geen normale vlam. Kom we gaan naar buiten”, heb ik hem geantwoord. We waren nog geen vijf meter van die kast vandaan toen het begon te sissen. Direct erna volgde een harde klap. We schrokken enorm en hebben ons gebukt naar buiten gehaast’, blikt Den Besten terug. Op het moment dat de kast begint te sissen, ziet Van Alst buiten aan de zijkant van het transformatorhuis de vlamboog opnieuw uit de grond schieten. ‘Het was net blauw en groen vuurwerk dat uit de grond omhoog schoot. Uit het gebouw kwamen geluiden alsof het oud en nieuw was, erg beangstigend. We zijn naar de deur gerend om de jongens te zoeken. Gelukkig stonden ze toen net veilig buiten.’ Den Besten: ‘De eerste paar minuten vraag je je vooral af wat er is gebeurd. Vrij snel erna word je boos. Hier zijn grote fouten gemaakt. De stroom was er helemaal niet af. Als ik niet op m’n gevoel had vertrouwd, weet ik niet hoe dit af was gelopen.’ De bevelvoerder schaalt op en de waterwinning wordt opgebouwd. Vervolgens is het wachten. Den Besten: ‘Dat is frustrerend. Eerst wordt na tien minuten al gezegd dat de stroom eraf is. Vervolgens is er nog bijna vier uren nodig om de stroom daadwerkelijk af te schakelen.’ NOg EEN kEER NaaR bINNEN In de uren dat de manschappen zitten te wachten, wordt de vraag gesteld of ze, zodra de stroom er echt af is, opnieuw naar binnen willen. ‘We wilden allemaal de klus afmaken, maar we wilden

Brand&Brandweer

LTR_P028_LTR-BR-12-2018 29

wel honderd procent zeker weten dat dit keer de stroom er echt af was’, vertelt Den Besten. Als dat van verschillende kanten wordt bevestigd, gaan de manschappen weer naar binnen. ‘Er heerste een doodse stilte. Het leek net een oorlogsgebied. Alles was zwart, het was volledig uitgebrand. De betonvloer was kapot gesprongen, de kasten uit elkaar geknald, alle inhoud van de kasten was weggesmolten en overal stonden dingen te koken. Dan gaat veel door je hoofd, maar je moet rustig blijven en je gevoel even opzij schuiven. We hebben alles gecontroleerd, er brandde niets meer’, vertelt Van Alst. Buiten is het dan een kwestie van de spullen opruimen en schoonmaken en dan gaat de ploeg buiten dienst voor het nagesprek. ‘De sfeer was goed, eigenlijk net alsof er niets was gebeurd. We hadden immers al de halve dag buiten in het zand zitten wachten en praten. Dat lucht op. Dan ontstaan op een gegeven moment weer grapjes. Toch is zo’n nagesprek fijn, ook voor de bevelvoerder. Toen wij tijdens het incident buiten zaten te wachten, was hij druk bezig. In het nagesprek zijn we alles dus nog een keer helemaal langsgelopen’, vertelt Van Alst. ‘Daarna heb ik er nog vaak aan teruggedacht.’ Den Besten vult aan: ‘Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Die vraag spookt nog vaak door je hoofd. Dit had heel anders af kunnen lopen. Ik weet één ding zeker: een volgende keer ga ik bij een transformatorhuis niet zo snel meer naar binnen. Lekker laten branden.’■

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

29

11-12-2018 13:44:32


Nieuwe inzichten in brandbestrijding?

Lees het

editie 2018

Handboek Brandverloop. Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 402 675

Nu met 10% korting

Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018

LTR_P042_LTR-BR-11-2018 30 LTR_P028_LTR-BR-12-2018 43

25-10-2018 13:44:32 11-12-2018 10:06:36


Materi eel

Nieuwe tS Haaglanden ingericht op uitdagingen van de toekomst Branden veranderen, er zijn minder brandkranen beschikbaar en er moet meer gebruik worden gemaakt van open water. Het is slechts een greep uit de uitdagingen van de toekomst waar het nieuwe voertuig van Brandweer Haaglanden op is ingericht. Welke functies heeft dit voertuig? en waarom? Deelprojectleider Wim Pronk van Veiligheidsregio Haaglanden legt alle functies uit. Door JILDOU VISSER FotograFie BRanDwEER HaagLanDEn

LagEDRUk pERSSLang De nieuwe voertuigen hebben naast vier storzkoppelingen aan de achterkant ten behoeve van het Vernieuwd Lagedruk Aflegsysteem (VLAS) en andere lage druk toepassingen, ook één aan de voorkant. Pronk: ‘Het grote voordeel hiervan is dat je sneller twee voertuigen vanaf de voorkant kunt koppelen, zodat we direct kunnen beschikken over 4 m3 bluswater.’

Brand&Brandweer

LTR_P031_LTR-BR-12-2018 31

TankVULLEIDIng Naast de al bestaande tankvulleiding aan de achterkant, heeft het nieuwe voertuig ook een aan de voorkant. Pronk: ‘Hiermee kunnen we snel twee voertuigen aan elkaar koppelen. Bovendien is het makkelijker de tank te vullen als de brandkraan aan de voorkant van de auto staat. Daarnaast beschikt de tank over een automatisch tankvulsysteem. Als de hoeveelheid water in de tank onder de 75 procent komt, wordt dit als het voertuig op een brandkraan is aangesloten, automatisch gevuld tot honderd procent. Als de tank vol is, stopt het systeem automatisch.’

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

31

11-12-2018 13:45:13


Materi eel

Specificaties Chassis: Mercedes Benz Atego Opbouw: Rosenbauer Compact Line Lengte: 6.90 meter Breedte: 2.36 meter (exclusief spiegels) Hoogte: 3.20 meter (inclusief opbouw dak) Gewicht: 14.000 kilogram (inclusief volle tanks en bepakking)

360° camERaSySTEEm ‘Met de nieuwe voertuigen wordt alles gefilmd en opgenomen. Aan de voorkant, beide zijkanten en aan de achterkant zitten camera’s die alle zijden van het voertuig in beeld brengen. Het voordeel is dat wanneer je aanrijdend bijvoorbeeld rechtsaf wilt slaan, je op je scherm kunt zien of er fietsers of voetgangers naast of achter het voertuig zitten. Daarnaast maakt het camerasysteem van vier camera’s een perfect bovenaanzicht en geeft dit weer op de monitor bij de chauffeur. De beelden van alle camera’s worden ook beperkte tijd opgeslagen. Als we bijvoorbeeld bij een ongeval betrokken zijn, kunnen we alle beelden binnen een bepaalde tijd terugzien. Hetzelfde geldt bij agressie tegen onze brandweerlieden. De opnames starten zodra de motor van het voertuig wordt gestart.’ manScHappEncaBInE In tegenstelling tot de oude TS’en in Haaglanden zit bij de nieuwe TS de manschappencabine vast aan de achterbouw. Dat heeft gevolgen, laat Pronk weten. ‘De grootste is dat in de nieuwe situatie minimaal één manschap achteruitrijdt. In de oude situatie reed iedereen vooruit. Dat was ook de wens van de werkgroep. Door gebruik te maken van dit chassis hebben we een voertuig dat veel vloeiender alle bochten kan nemen. Tussen de chauffeurscabine en de manschappencabine zit een open ruimte die nagenoeg net zo breed is als het voertuig, zodat iedereen met elkaar kan communiceren. Aan beide kanten is de manschappencabine voorzien van een instaptrede die uitklapt als de deuren worden geopend.’

32

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P031_LTR-BR-12-2018 32

REgEnERaTIESySTEEm Pronk laat weten dat de nieuwe voertuigen met Euro 6 motoren voldoen aan de strengste regels als het gaat om de uitstoot van uitlaatgassen. ‘Het enige voertuig dat nog schoner rijdt is een elektrisch voertuig of een voertuig op een alternatieve brandstof, maar dat is voor nu nog te kostbaar en niet direct leverbaar. De ontwikkeling van alternatief aangedreven voertuigen wordt nu steeds meer zichtbaar. Het langdurig leveren van vermogen voor bijvoorbeeld het aandrijven van een bluspomp is daarbij nog een uitdaging.’ LED-VERLIcHTIng Rondom het voertuig is gekozen voor LED-verlichting. ‘Dit is een stuk feller en bovendien energiezuinig. Met de LED-verlichting hebben we nooit meer een gebrek aan licht. Daarnaast maakt deze keuze een stroomgenerator voor de verlichting overbodig. Voor het redgereedschap hebben we die ook niet nodig, want alle gereedschappen zijn accu-aangedreven.’ TankInHOUDInDIcaTIE Nieuw is ook de manier waarop de tankinhoud is af te lezen. Pronk legt uit dat dit aan beide zijkanten en de achterkant wordt aangeduid met LED-lichtjes die op afstand zijn af te lezen. ‘Hiermee kunnen we in één oogopslag zien hoeveel water nog in de tank zit. Het is een vlak van tien bij tien lichtjes. Als de tank vol zit, zijn ze allemaal blauw. Naarmate de tank leger raakt, gaan steeds meer lichtjes uit. Deze aanduiding is sneller, makkelijker en vanaf een grotere afstand af te lezen.’ Daarnaast blijft ook de vertrouwde peilbuis beschikbaar in de pompruimte. ELEkTRIScHE ROLLUIkEn Zowel de rolluiken aan de zijkanten als aan de achterkant zijn voorzien van elektrische bediening. ‘We wilden eigenlijk handbediende rolluiken, omdat die minder storingsgevoelig zijn, maar dat bleek niet handig te zijn. Het voordeel van deze rolluiken is dat bij het ter plaatse komen de chauffeur op een knop kan drukken, waarmee alle rolluiken opengaan en de oranje knipperverlichting en grondvlakverlichting aangaan. Naast ieder rolluik zit bovendien een knop om de luiken te openen en te sluiten.’

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:45:14


Materi eel

anTRacIETE LUIkEn ‘De kleur van de luiken is niet echt functioneel, maar we zijn er wel blij mee. Door de donkerdere kleur, heeft het voertuig een stoerdere uitstraling.’ REm- En knIppERLIcHTEn Aan de achterkant zijn de remlichten en richtingaanwijzers zowel beneden als boven zichtbaar. ‘Andere weggebruikers kunnen zo sneller zien welke kant we op gaan of dat we remmen. Daarnaast is de manschappencabine voorzien van remlichten en richtingaanwijzers. De manschappen kunnen zo zien waar de chauffeur naartoe gaat en kunnen zich indien nodig schrap zetten.’ STORzkOppELIng LagE DRUk ‘Aan de achterkant hebben we twee storzkoppelingen voor de lage druk in het luik en twee erbuiten. Het voordeel van de twee buiten het luik is dat ze te allen tijde snel toegankelijk zijn. Hier kunnen we snel het Vernieuwd Lagedruk Aflegsysteem (VLAS) op aansluiten. De snelle lijn is zigzag gevouwen, met één handeling kunnen we die aansluiten op de koppeling, zodat het snel inzetbaar is.’ waTERTank De watertank is vijfhonderd liter groter, laat Pronk weten. ‘In de nieuwe voertuigen hebben we de beschikking over 2.000 liter water. Bij de branden van tegenwoordig hebben we vaak meer water nodig. Daar komt bij dat de afstand tot de brandkranen groter wordt, doordat brandkranen verdwijnen en bovendien een kleinere diameter leiding hebben. Bluswater is dus lastiger toegankelijk terwijl we meer nodig hebben als we het VLAS gebruiken, daarom hebben we gekozen voor een grotere tank.’ pOmp ‘We hebben gekozen voor een eenvoudige zoveel mogelijk handbediende pomp met analoge meters. Deze zijn makkelijker af te lezen en minder storingsgevoelig. De pomp heeft een capaciteit van minimaal 3500 liter per minuut bij lage druk. In combinatie met de dompelpomp is een capaciteit van ongeveer 4500 liter per minuut mogelijk.’

Brand&Brandweer

LTR_P031_LTR-BR-12-2018 33

DOmpELpOmp Het voertuig is voorzien van een hydraulisch dompelpompsysteem. Deze dompelpomp kan tot een afstand van dertig meter van het voertuig worden ingezet. ‘We hebben gekozen voor het toevoegen van een dompelpomp omdat we vaker en sneller gebruik willen maken van open water, zoals sloten, vijvers en grachten. De oudere generatie tankautospuiten was alleen voorzien van zuigslangleidingen om open water aan te zuigen. De geleverde capaciteit van de dompelpomp is ongeveer 4500 liter per minuut.’ HygIënEwanD ‘Aan de linker zijkant kan de hygiënewand na een inzet worden uitgetrokken. De wand is voorzien van een waterkraan, luchtpistool, spiegel, zeep en tissues.’ OVERDRUkVEnTILaTOR ‘De nieuwe voertuigen worden standaard voorzien van een overdrukventilator.’ aRBOREk ‘Het Arborek hebben we zo laten construeren dat de chauffeur indien gewenst droog kan staan.’ LUcHTHOORn ‘Bij de nieuwe TS hebben we gekozen voor een luchthoorn. Deze Martin-Hoorn produceert hetzelfde aantal decibel, maar is beter hoorbaar. We merkten dat automobilisten ons vaak pas laat aan zagen komen. We hopen dat mensen ons nu eerder horen en ook eerder daarop anticiperen.’ Daarnaast beschikt het voertuig over knipperend groot licht waardoor de attentiewaarde nog meer zal toenemen. ■

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

33

11-12-2018 13:45:14


INCENDIUM is de meest uitgebreide en veilige streaming oplossing voor first responders.

Real-time uplink voor crisis management of situational awareness.

Tijds-, levens- en kostenbesparend.

AERIALTRONICS

NEEM CONTACT OP

WASSENAARSEWEG 75 / 1E MIENTLAAN

T: +31 (0) 70 3223224

2223 LA KATWIJK

E: SALES@AERIALTRONICS.COM

NEDERLAND

WWW.AERIALTRONICS.COM

Nieuwe inzichten in brandbestrijding?

Lees het

editie 2018

Handboek Brandverloop.

Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 402 675

Nu met 10% korting

Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018

LTR_P031_LTR-BR-12-2018 18 34 LTR_P016_LTR-BR-11-2018

Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten

11-12-2018 10:03:14 13:45:14 25-10-2018


on derzoek

Firefront, situatiebewustzijn voor bevelvoerders Het IFV is samen met onderzoekers uit engeland, denemarken, Portugal, estland en België een onderzoek gestart naar een nieuwe tool om het situatiebewustzijn bij bevelvoerders te verbeteren. Het project Firefront is een vervolg op het eerdere Firemind voor officieren van dienst (ovd’s). die tool was met name gericht op de waarneming. Met Firefront willen de onderzoekers een stap verder gaan door ook in te gaan op het begrijpen van het incident en het inschatten van de ontwikkeling.

Door Jildou Visser

H

et al bestaande Firemind is een online tool waarmee een OvD kan trainen in het situatiebewustzijn. In de trainingsmodule rukt hij uit naar een fictief incident en krijgt hij door middel van foto- en videomateriaal en gesproken teksten allerlei informatie binnen. Tussendoor worden vragen gesteld om te controleren of de OvD alle signalen ziet en hoort. ‘Dat gebeurt zo natuurlijk mogelijk, door bijvoorbeeld de centralist of een collega de vragen te laten stellen. Doel van de tool is om iedereen ervan bewust te maken dat niemand onder tijdsdruk alle signalen waar kan nemen. Iedere persoon heeft daarbij een persoonlijke voorkeur om onder tijdsdruk juist meer of minder op details te letten. Met behulp van de tool maken we collega’s bewust van hun eigen menselijke valkuil. Het grote nadeel van deze tool was dat hij alleen bruikbaar was voor OvD’s en alleen inging op de waarneming’, vertelt Hans Hazebroek. Samen met zijn collega Thijs Geertsema nemen ze namens het IFV deel aan het Europese project. ‘Met Firefront, de nieuwe tool, willen we toewerken naar een instrument dat ook voor bevelvoer-

Brand&Brandweer

LTR_P035_LTR-BR-12-2018 35

ders bruikbaar is, want zij werken nog vaker onder tijdsdruk. En we willen dieper ingaan op of de bevelvoerder ook begrijpt wat hij ziet en dat kan doorvertalen naar wat dat betekent voor de inzet.’ Om Firemind te kunnen doorontwikkelen tot Firefront is het belangrijk dat de verschillende landen op dezelfde lijn zitten, laat Hazebroek weten. ‘Als het gaat om de factoren die een rol spelen bij situatiebewustzijn dan zitten alle landen al op één lijn. Toch zien we bij Firemind verschillen tussen de landen in de uitkomsten. We kunnen niet goed duiden hoe dat komt en of dat bijvoorbeeld te maken heeft met de opleidingen, training of rolopvatting. Voor de nieuwe tool is het interessant om te onderzoeken waar de verschillen vandaan komen, dan weten we ook hoe we mensen zo goed mogelijk verder kunnen helpen.’ Het onderzoek voor de nieuwe tool is in november gestart. Hazebroek verwacht dat het nog een aantal jaar duurt totdat de nieuwe tool is ontwikkeld. ‘Als alles volgens planning verloopt, ligt de trainingsmodule er in 2021. We hopen dat we eerder al een aantal testen kunnen doen, zodat er dan ook een goed product ligt waarmee we onze mensen echt vakbekwamer kunnen maken.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

35

11-12-2018 13:44:55


repressi e

inzet met uitdagingen na onwelwording door fosfine een melding voor koolmonoxide in een appartement boven een hostel in Amsterdam blijkt in de nacht van 9 op 10 oktober totaal anders uit te pakken. Naast koolmonoxide wordt ook zwavelwaterstof (H2s) gemeten. in eerste instantie wordt gedacht dat dit uit het riool afkomstig is. pas na lang zoeken wordt de daadwerkelijke bron gevonden. in het onderliggende hostel is in twee kamers het verboden en dodelijke bestrijdingsmiddel fosfine gebruikt om de bedwants te bestrijden. Het is een inzet met verrassingen waar na verloop van tijd langzaam de puzzelstukjes op hun plek vallen. Door JILDOU VISSER FotograFie IntER VISUaL StUDIO

E

erste bevelvoerder Roy Alladin rukt rond middernacht uit voor een melding van koolmonoxide. ‘Die meldingen krijgen we vaker, een soort routineklus. Aanrijdend denk je al snel aan een defect in de geiser of cv-ketel’, vertelt hij. Ter plaatse ziet hij dat de twee slachtoffers al door de ambulance zijn behandeld. ‘De ambulanceverpleegkundige vertelde me dat het stel de hele dag al een vreemde lucht had geroken. Ze voelden zich beide niet lekker. Toen de jongen naar bed wilde, is hij flauwgevallen. Daarop heeft z’n vriendin de ambulance gebeld. Bij het binnentreden is de CO-melder van de ambulanceverpleegkundigen afgegaan, daarna zijn wij gealarmeerd’, vertelt Alladin. ‘Vreemd. Hier klopt iets niet, dacht ik. We hebben het gebouw ontruimd en zijn met ademlucht op en met de explosiegevaarmeter naar binnen gegaan. Beneden in de hal roken we een wat vreemde lucht.’ Als de brandweerlieden iets verder lopen schieten de waardes CO en H2S omhoog naar 250 ppm. Alladin: ‘Dat is ver boven de alarmeringsgrenswaarde. Hoe dichterbij we kwamen, hoe hoger de waardes opliepen. We zagen geen geiser of cv-ketel en zijn toen, met name ook vanwege de gemeten H2S, op zoek gegaan naar een andere bron. We dachten dat de stof misschien uit het riool kon komen. Bij het keukenblok liepen de waardes hoger op.’ Omdat de bevelvoerder de situatie niet vertrouwt, laat hij ook Officier van Dienst (OvD) Mark van Barreveld en Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) Norbert Gret ter plaatse komen. Vervolgens verkent hij met zijn manschappen de naastgelegen ruimtes. ‘Het gekke was, dat we daar helemaal niks konden meten.’ OnDERzOEk Als Van Barreveld ter plaatse is, gaan ze nogmaals op onderzoek uit. In de appartementen naast de getroffen woning meten ze niets. In de woning van de slachtoffers lopen de meters bij de tweede verkenning op naar 30 ppm koolmonoxide en 5 ppm zwavelwaterstof. ‘Toen we bij het gootsteenkastje kwamen, sloegen de meters alarm en liepen de waardes op tot 200 ppm koolmonoxide en 10 ppm zwavelwaterstof. Het was een gekke plek. Het enige dat we in eerste instantie konden bedenken, was dat het uit de riolering moest komen’, vertelt Van Barreveld. ‘We hebben de gootsteen afgeplakt en de ruimte geventileerd. Na een 36

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P036_LTR-BR-12-2018 36

tijdje hebben we nog eens gemeten. We hadden verwacht dat de waardes zouden zijn afgenomen, maar dat was niet zo.’ Alladin stuurt dan zijn manschappen op onderzoek uit om uit te zoeken wat er onder de studentenwoningen zit. ‘Zij kwamen terug met de mededeling dat ze in het hostel erachter en onder niets hadden gemeten. Ik ben toen met de OvD naar de parkeergarage geweest, maar ook daar konden we niets meten.’ DIchtgEpLaktE DEUREn Dan komt ook de AGS ter plaatse. ‘Ik vond de hoogte van de waardes vreemd. Ik kon me niet voorstellen dat dat uit het riool vrij kon komen, daarvoor was het te hoog. Het moest bijna wel gaan om een kruisgevoeligheid. 250 ppm zwavelwaterstof hadden we namelijk in de hele straat moeten ruiken, dat ruikt naar rotte eieren’, vertelt Gret. Hij deelt dit beeld met Van Barreveld en Alladin. Zij besluiten dan zelf te gaan kijken in het onder- en achterliggende hostel. Wanneer ze naar binnenlopen ruiken ze een sterke geur. ‘We zijn door wat gangen gelopen tot we bij twee dicht-geplakte deuren direct onder de woning waar de melding vandaan kwam, waren. In de gang stond een ventilator en de sterke lucht was daar nog duidelijker waarneembaar. Dan weet je dat je de bron gevonden hebt’, aldus Alladin. Na enig aandringen bij de balie om de deuren te openen, krijgen de brandweerlieden het toegangspasje mee. Van Barreveld: ‘Toen we de deuren openden, sloegen de meters direct in alarm, we hebben meteen gemaskerd. Eenmaal in de ruimte kwamen we op 650 ppm koolmonoxide en tientallen ppm zwavelwaterstof. Alle kieren en gaten in de ruimte waren afgeplakt. Op één na, de doorvoer naar het gootsteenkastje in het bovenliggende appartement. De medewerker van het hostel kon me niet meer vertellen dan dat er een middel was gebruikt dat ze vaker gebruiken om de bedwants te bestrijden.’ FOSFInE Als Van Barreveld en Alladin buiten komen, merkt één van de manschappen op: ‘Je ruikt naar knoflook.’ Gret: ‘Toen viel alles op z’n plek. De geur in combinatie met de informatie dat ze in de kamer ongedierte hadden bestreden, maakte mij duidelijk dat er aluminiumfosfide was gebruikt. Dat reageert met vocht uit de omgevingslucht, daarbij komt het giftige gas fosfine vrij. De concentraties waren levensgevaarlijk.’ Van Barreveld alarmeert een speciale blusmiddelencontainer en geeft opdracht om de

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:44:44


repressi e

Met een onderdrukventilator worden de giftige gassen afgezogen.

hele vleugel te ontruimen. In overleg met Gret gaan Alladin en Van Barreveld nogmaals naar binnen, ditmaal met een specifieke fosfinemeter. Die meting bevestigt het beeld. Als de speciale blusmiddelencontainer ter plaatse is, besluit Van Barreveld om de lucht af te laten zuigen met een onderdrukventilator. ‘Je wilt voorkomen dat de giftige stoffen zich verder door het hostel verspreiden.’ Als de waardes niet direct dalen, komt de AGS tot de conclusie dat de bron van het giftige gas nog aanwezig moet zijn. ‘We hebben overwogen om een gaspakinzet te doen, maar in een kleine hotelkamer is dat geen doen. We hebben er daarom voor gekozen om twee manschappen met latexhandschoenen en in een vuilwerkpak over de bluskleding aan naar binnen te sturen om de stof weg te halen. Ik heb ze de opdracht meegegeven om contact met de stof te vermijden.’ In de kamer treffen ze op krantenpapier busjes aan met grijs poeder, dat wordt in een vuilniszak gegooid en die wordt dichtgeknoopt. ‘Vanaf dat moment had de inzet met de onderdrukventilator effect en ging het snel. Een half uur later konden we al niets meer meten.’ LEERpUntEn ‘Als je een situatie niet vertrouwt, blijf dan net zo lang zoeken tot je de oorzaak hebt gevonden’, dat is de les die Mark van Barreveld zijn collega’s mee wil geven. ‘Als we hier genoegen hadden genomen met het idee dat het uit het riool moest komen, hadden bewoners het misschien achteraf niet na kunnen vertellen.’ Gret heeft met name geleerd dat hij bij een volgend incident

Brand&Brandweer

LTR_P036_LTR-BR-12-2018 37

zelf een beter beeld wil hebben van wat er binnen staat. ‘De verpakkingen zijn, zonder dat ik ze heb gezien, in de vuilniszak gegooid. Het heeft de afhandeling niet beïnvloed, maar een volgende keer wil ik daar zelf graag een beter beeld van hebben om het plaatje compleet te maken.’ Daarnaast blijft de AGS zitten met twee vragen. ‘Ik heb niet meer gecontroleerd hoe zwavelwaterstof zich verhoudt tot fosfine. Wat doet 25 ppm fosfine met de meting van zwavelwaterstof op de explosiegevaarmeter? Ik kan dat niet meer herleiden, het was nuttige informatie geweest voor het geval we nog eens zo’n incident meemaken. Daarnaast hebben we het afvoer van het afval overgedragen aan het bedrijf. We hebben buiten een stuk van het terrein waar de vuilniszak stond, afgezet. Achteraf vraag ik me af of dat wel zo slim was. We hebben ons op dat moment onvoldoende gerealiseerd dat we het overdroegen aan een bedrijf dat al een strafbaar feit had gepleegd.’ Tot slot waarschuwt Van Barreveld alle collega’s om in een situatie met hoge concentraties koolmonoxide en zwavelwaterstof in de buurt van een hotel of hostel, goed op te letten. ‘Deze stof is via internet redelijk makkelijk verkrijgbaar, maar is ontzettend gevaarlijk. Kom je bij een vergelijkbare situatie, denk dan ook aan de aanwezigheid van fosfine.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

37

11-12-2018 13:44:45


Brandweer, GHOR en Veiligheidsregio Almanak

• Veiligheidsregio’s • Brandweren: regio en gemeente • GHOR/Publieke gezondheid

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandweeralmanak

LTR_P036_LTR-BR-12-2018 38

11-12-2018 13:44:45


risicobeh eersi ng

Vuurwerkscenario in de risk Factory, zien en ervaren in aanloop naar de jaarwisseling heeft Veiligheidsregio Twente een vuurwerkscenario toegevoegd aan het lesprogramma voor basisschoolleerlingen. Aan de hand van verschillende onderdelen ervaren kinderen wat het letsel kan zijn bij het verkeerd omgaan met vuurwerk en leren ze hoe ze veilig met vuurwerk kunnen omgaan. het scenario is eind oktober gestart. in totaal hoopt de risk Factory voor het einde van het jaar ongeveer vijftienhonderd kinderen kennis te kunnen laten maken met dit nieuwe, tijdelijke scenario. Door JILDOU VISSER FotograFie TwEnTE SafETy CampUS

H

et scenario is hoognodig, volgens Stefan Mues, coördinator van de Risk Factory. ‘Vijftig procent van de vuurwerkslachtoffers is jonger dan twintig jaar en 44 procent van de slachtoffers is omstander. Vaak zijn het zelfs kinderen van elf tot veertien jaar. Juist omdat deze categorie is oververtegenwoordigd in het aantal slachtoffers, richten we ons met dit scenario met name op leerlingen uit groep acht van de basisschool. Met dit scenario willen we ze inzicht geven in de risico’s van vuurwerk.’ LETSEL Al voordat kinderen naar binnen gaan, start het scenario. Bij de dominante hand van de kinderen worden de duim en wijsvinger met tape gefixeerd. ‘We vragen ze vervolgens of ze met de drie vingers die ze overhouden hun naam op een bord willen schrijven en hun veters willen strikken. Dat is erg lastig. Hiermee willen we ze de impact van het kwijtraken van een paar vingers laten ervaren, maar dat zeggen we nog niet’, aldus Mues. Na deze opdracht wordt een video vertoond waarin vlogger Enzo Knol uitlegt hoe kinderen veilig met vuurwerk om kunnen gaan. In de video komt bijvoorbeeld het dragen van een vuurwerkbril, het gebruik van de aansteeklont, het houden van afstand en het veilig afsteken van vuurpijlen aan bod. Na Enzo Knol komen ook een medewerker van revalidatiecentrum Roessingh en een oogarts aan het woord. ‘Met name het oogletsel maakt indruk. De arts maakt het tastbaar door te vertellen dat iemand met oogletsel geen 3d-films meer kan kijken en dat sporten lastig is. Dan wordt het tien seconden pikdonker en krijgen de leerlingen even de ervaring hoe het is om blind te zijn.’ Na de videoboodschappen wordt de kinderen gevraagd zich om te draaien en te kijken naar twee grote foto’s van een meisje. Op de linker foto wordt getoond hoe iedereen haar ziet. Op de rechter foto is te zien hoe zij zichzelf ziet, wazig. Mues: ‘Ze heeft vuurwerk in haar oog gekregen en kan daardoor nooit meer scherp zien. Door het zo uit te beelden, komt de boodschap goed aan. Vaak zijn de kinderen dan wel even onder de indruk.’ VEILIg Omgaan Nadat de kinderen hebben kunnen ervaren wat vuurwerkletsel kan zijn en wat het betekent, wordt ingegaan op het veilig

brand&brandweer

LTR_P039_LTR-BR-12-2018 39

Aan de hand van twee foto’s wordt duidelijk gemaakt wat de impact van oogletsel is.

omgaan met vuurwerk. ‘We gaan dan naar een hangplek met jongeren. Daar staat een etalagepop met verkeerde, brandbare kleding aan. Hij heeft een rugzak op met half afgestoken vuurwerk erin en heeft de vuurwerkbril niet op. We vragen ze om ons te vertellen wat daar misgaat. Dat weten ze heel goed en toch handelen ze er niet altijd naar’, vertelt Mues. ‘We gaan daarom ook in op groepsdruk. En we laten ze ervaren wat het betekent als je moet leven met een continue piep in je oren, als gevolg van iemand die zonder te kijken vuurwerk weggooit.’ EffECT Mues is ervan overtuigd dat door dit scenario kinderen daadwerkelijk veiliger omgaan met vuurwerk. ‘De kinderen die het scenario al hebben doorlopen, hebben het gemiddeld met een 8,7 beoordeeld. Dat is redelijk vergelijkbaar met de andere scenario’s in de Risk Factory. Met de Universiteit Twente hebben we eerder een effectmeting gedaan. Daaruit bleek dat kinderen die de scenario’s hadden doorlopen drie keer meer kennis hadden dan kinderen die niet bij ons waren geweest. Daarnaast hadden ze ook de intentie iets met die kennis te doen. Dit scenario is op dezelfde wijze opgezet. Door het kind centraal te stellen en ze de risico’s te laten ervaren en beleven, blijft de boodschap goed hangen.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

39

11-12-2018 13:45:26


Gespot i n de Markt

situational awareness verbeteren met inCendiUM INCENDIUM levert een veilige streaming oplossing aan first responders en biedt de mogelijkheid voor algehele situational awareness tussen de operator ter plaatse en de veiligheidscenters, crisisunits of zelfs een expert ver weg tijdens elke fase van chaos. De video streaming geeft via een real-time uplink de mogelijkheid om via internet beelden te delen door middel van duidelijke communicatie tussen first responders in het veld en hun veiligheidscenters die bijdragen aan tijds-, levens- en kostenbesparende operaties ongeacht welke vorm van ramp de brandweer moet zien te bestrijden. INCENDIUM is ontwikkeld om het algehele situational awareness proces te verbeteren door het creëren van internet hotspots voor auto›s, streaming live video vanaf drones, whiteboard camera›s, thermische camera›s, mast camera›s en zelfs het integreren van een volledig visueel platform. De oplossing is reeds geïmplementeerd bij Incident Command Vehicles, HazMat en CBRN(E) Units waar brandweerauto›s- en –ladders worden gebruikt bij de algehele drone streaming. ■

Als het om HSE draait

“Ook de jurisprudentie binnen Sdu HSE komt goed van pas.”

Eric van der Steen is Arbo-coördinator bij Port of Amsterdam. Als veiligheidsadviseur is hij getraind in het opsporen en voorkomen van onveilige werksituaties. “Ook de jurisprudentie binnen Sdu HSE komt goed van pas. Voor de schoonmaak van onze vaartuigen maken we gebruik van een extern schoonmaakbedrijf. In de jurisprudentie kon ik eenvoudig terugvinden dat wij als havenbedrijf verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van ingehuurde uitzendkrachten. Nu passen we de trappen op het schip aan en komt er persoonlijke valbeveiliging zodat de schoonmakers niet te dicht bij de dakrand komen.”

Eric van der Steen Arbo-coördinator Port of Amsterdam.

Sdu HSE uitproberen? Kijk op sdu.nl/hse

40

0247-Adv HSE_Guidance_Jurisprudentie_170x125.indd 1

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P040_LTR-BR-12-2018 40

18-09-18 12:57

deze pagina is tot stand gekomen met bijdragen vanuit de markt.

11-12-2018 13:45:38


B&B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Ademluchtbeschermende apparatuur

Vaste adverteerders (contracthouders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

Geboorde brandputten

Interspiro B.V. Operetteweg 35 1323 VK Almere Tel. 036 5363103 infobv@interspiro.com www.interspiro.nl

Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

Brandveiligheid

Hulpverleningsgereedschappen

MSA Nederland B.V. De Factorij 33 1689 AK Zwaag Tel. 0229 25030 info.nl@msasafety.com www.nl.msasafety.com

Aerialtronics DV B.V. Wassenaarseweg 75 - 1e Mientlaan 2223 LA Katwijk Tel. 070 - 322 3224 www.aerialtronics.com sales@aerialtronics.com

P&G Safety Rondgang 26 5311 PB Gameren Tel. 0418 561761 info@pengsafety.nl www.PenGsafety.nl

Brigade Electronics bv Ambachtstraat 8 7587 BW De Lutte Tel. 0541 53 18 01 info@brigade-electronics.nl brigade-electronics.com/nl

Detachering

Dynastart Tools Veemweg 7 3771 MT Barneveld Tel. 0342 473991 www.dynastarttools.nl

RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl

Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl

Brand&Brandweer

LTR_P041_LTR-BR-12-2018 41

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

NetBoss BV Bennekomseweg 41 6717 LL Ede Nederland Tel. (0)8540 16286 E info@netboss.nl www.netboss.nl

Software oplossingen Respond Sportweg 15 5037 AC Tilburg Tel. 013 532 1001 www.respond.nl info@respond.nl

Masters of Gloves Driekerkenstraat 23A 8501 KORTRIJK, BE Veluwehaven 91 3433 PW NIEUWEGEIN, NL Tel. +32 (0)494 41 42 43 MoG@mastersofgloves.eu

CityGIS BV Sophialaan 9 2514 JR Den Haag Tel. 070 - 324 0540 info@citygis.nl www.citygis.nl

Textiel Services Rijnmond/TSR.BV Schrijnwerkerstraat 25 3194 AE Hoogvliet Rotterdam Tel. 010 4601488 info@tsrbv.nl www.tsrbv.nl

Stickers

Veidec Nederland BV Industrieweg 1b 5527 AJ Hapert Tel. 049 7726888 info@veidec.nl www.veidec.com/nl

Verhuur brandweermaterialen

Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700

RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl

Oil Cleaning Products Firecom Randweg 10 2941CG Lekkerkerk Tel. 085-4011980 info@firecom.nl Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com

Voertuigen VanDoClean B.V. // Absorbit De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand Tel. 0416 668060 Tel. 0416 668068 (direct) Tel. Mobiel 06 39303261 info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl

DAF Trucks N.V. – DAF Nederland Hooge Akker 2 5661 NG Geldrop www.daf.nl

Sdu Uitgevers - nummer 12 december 2018

41

11-12-2018 13:45:48


Brandweer redt glazenwassers Bij eigen kazerne Toen enkele glazenwassers op de achtste etage bij een kazerne in Veiligheidsregio Utrecht wel erg lang op hun plek bleven hangen, besloot de brandweer in actie te komen. De glazenwassers waren op grote hoogte vast komen te zitten. Het hoogtereddingsteam moest eraan te pas komen om de twee glazenwassers te kunnen bevrijden uit hun benarde positie. Bron: rtvutrecht.nl

Brandweer redt musje uit gaskachel Een raar geluid uit de gaskachel blijkt begin november in Tilburg een musje te zijn. Omdat de bewoner het dier zelf niet kan bevrijden, belde ze de brandweer. Zij demonteerden de kachel en konden het vogeltje bevrijden. Er bestond een vermoeden dat het beestje vol roet zat en overal tegenaan zou vliegen. Daarom werd de kachel goed afgeschermd. Het beestje kon echter daarna buiten losgelaten worden en zocht beschutting onder een geparkeerde auto.

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. December 2018 - nummer 12 jaargang 42 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE

Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Gerard Bouwmeester, Patrick van Gerner, Compact Media, Ginopress, Jeffrey Koper, Stefan Verkerk, ProRail, Brandweer Haaglanden, Inter Visual Studio en Twente Safety Campus. ONTWERP EN OPMAAK

Imago Mediabuilders, Amersfoort

Bron: bd.nl

DRUK

Wilco BV - Amersfoort UITGEVER

Sdu Uitgevers: Elise Dokter Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: e.dokter@sdu.nl BLADMANAGEMENT

Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Lijst van adverteerders Aerialtronics DV BV 38 Firecom C2 Hytrans Fire Systems 4 Interspiro BV C4 Laundry BV 4 Letas Stickerservice 4 P&G Safety 4 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 4 VIP Safety BV 4 Sdu 12, 18, 30, 34, 38, C3

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2018

nummer Nr. 1/2 Nr. 3 Nr.4

verschijning sluiting 26-01-2019 29-12-2018 02-03 06-02 06-04 13-03

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers, prijspeil 2018) kost 95 euro excl. BTW (100,70 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 11 euro (incl. BTW). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal en het archief van B&B via www.brandenbrandweer.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Prijs online-abonnement los: 79 euro excl. BTW (95,59 euro incl. BTW). Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. Š Sdu Uitgevers 2018 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675

TERMIJN VAN ANNULERING:

6 weken voor verschijningsdatum TERMIJN VAN INzENDING:

3 weken voor verschijningsdatum

ABONNEMENTEN

42

nummer 12 december 2018 - Sdu Uitgevers

LTR_P042_LTR-BR-12-2018 42

Brand&Brandweer

11-12-2018 13:46:02


Nieuwe inzichten in brandbestrijding?

Lees het

editie 2018

Handboek Brandverloop. Elke bevelvoerder zou ‘de brand moeten kunnen lezen’. Daar is kennis voor nodig. In de nieuwe editie van Handboek Brandverloop behandelen Karel Lambert, brandweerinstructeur in België, en Siemco Baaij, bevelvoerder in Utrecht, alle aspecten van brandverloop. Nieuw in deze editie: • Hernieuwde inzichten in brandbestrijding • Veranderingen in, aan en op gebouwen • Resultaten uit nieuwe (internationale) onderzoeken • Betere aansluiting op de praktijk van instructie en opleiding met extra voorbeelden isbn: 978 90 12 40267 5

Kijk voor meer informatie en bestellen op www.sdu.nl/brandverloop2018

LTR_P042_LTR-BR-12-2018 43

11-12-2018 13:46:02


nkel.se

Het lichte en compacte ontwerp maakt snelle inzetten mogelijk

Vereenvoudigd controlepaneel, zodat de duikleider zich kan focussen op de veiligheid van de duiker

Het is mogelijk de cilinder of het cilinderpakket te wisselen tijdens de inzet, voor een langere duik

Een dunne communicatiekabel kan rond de luchtslang gewikkeld worden

Fungeert ook als veiligheidslijn

Beschikbaar tot 120 meter lengte Geïntegreerde reduceereenheid, handmatig aanpassen van de druk voor verschillende diepten is niet nodig De smalle diameter van de lichtgewicht toevoerslang vermindert de weerstand in sterke stroming aanzienlijk

The Divator ™ DP1

De juiste druk voor professionele duikers Niets verslaat oppervlakteluchttoevoer duiken met betrekking tot veiligheid. Maar omvangrijke slangen en ingewikkelde systemen geeft voor zowel duikers als duikleiders veel gedoe. Om het te vergemakkelijken hebben wij ’s werelds eerste hoge druk oppervlakteluchttoevoer systeem ontworpen. De toevoerslang die slechts een fractie van een traditionele lage drukslang weegt, maakt het veel sneller en makkelijker te hanteren. Aangezien de reduceer is geïntegreerd in de apparatuur van de duiker, hoeft de duikleider de druk niet handmatig aan te passen. Hierdoor kan het hele team zich volledig focussen op de inzet.

interspiro.com

LTR_P042_LTR-BR-12-2018 44

11-12-2018 13:46:02


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.