1 minute read
Poëtisch prozadebuut van de Nobelprijswinnaar
voor de Literatuur 2020
Louise Glück
Marigold en Rose
Marigold en Rose is een wonderlijke kroniek over het eerste levensjaar van twee tweelingzusjes. Ze leren trapklimmen, bekijken elkaar als criminelen door de spijlen van hun bedjes, en beginnen te spreken. Zowel triest als grappig, en doordrongen van een gevoel van stoïcijnse verwondering beschrijft dit proza het grote mysterie van taal en tijd, van wat is, wat is geweest en wat zal komen, en het ontluiken van karakter in een wereld vóór de taal: de sprookjesachtige wereld van onze kindertijd.
De poëzie van de Amerikaanse dichter Louise Glück (1943) is bekroond met de Pulitzer Prize, de National Humanities Medal en de National Book Award. In 2020 ontving ze de Nobelprijs voor de Literatuur. Bij De Arbeiderspers verschenen haar bundels Averno en Winterrecepten van het collectief .
Promotie
• Aandacht in de literaire pers
• Onlinecampagne
• Affiches voor de boekhandel op aanvraag
Een sprookje en tegelijk een sage van meerdere generaties; een stuk voor twee handen dat ook een symfonie is; een gedicht, maar tevens een briljante autobiografie.
‘Deze manier van schrijven roept op briljante wijze de tijdloosheid van de vroege kindertijd op. Een teder onderzoek naar alternatieve manieren om een meisje te worden.’ – The Guardian
‘Een sprookjesachtige vorm van fictie, verfijnd en vol melancholie.’ – The New York Times
‘Glücks poëzie is kwetsbaar, wijs en indrukwekkend goed. Het is moeilijk om niet geraakt te worden.’ – Het Parool
‘ Ruimten rondom neemt me mee op een reis waarin ik van de ene verrassing in de andere val. Ik spring mee met Perecs gedachtesprongen (is het u wel eens opgevallen dat olifanten meestal kleiner worden getekend dan ze zijn, maar vlooien altijd groter?) en doe mee met zijn vraagspelletjes: hoeveel rundvlees is er nodig om bouillon te maken van het Meer van Genève?’ – Maarten van Buuren in De Groene Amsterdammer
De herontdekking van ons ruimtegebruik
Georges Perec
Ruimten rondom
Wat zit er om de leegte heen of erin? Georges Perec morrelt in dit sprankelende ‘dagboek van een ruimtegebruiker’ aan de ingesleten patronen waarmee we onze leefomgeving tegemoet treden. Dertien hoofdstukken, elk met een welomschreven ruimte als vertrekpunt – van de bladzij, het bed, de slaapkamer, het appartement, uitdijend in steeds wijdere cirkels tot de straat, de buurt, de stad en de wereld tot en met een nieuwe verovering van de ruimte – vormen een wonderlijke ontdekkingsreis. De eerste editie van dit boek verscheen in 1998. Deze vertaling van Espèces d’espaces is eindelijk weer leverbaar, nu in een herziene editie, vermeerderd met niet eerder gepubliceerde fragmenten in handschrift.
Een rijkdom aan stemmen en stijlen: inventarislijsten, taalspel, autobiografische stukken en mini-essays. Intiem en aangrijpend.