1 minute read
Het vuur van de hartstocht in Bijgeluiden
Henk Ester Kameren van vuur
In deze nieuwe bundel onderzoekt de dichter het vuur van de hartstocht. Met een uitslaande brand is niets te beginnen. Dat weten priesters in Kerala, India, al duizenden jaren. Ieder jaar offeren zij het gekoesterde vuur aan de vuurgod. Ze steken een nagebouwd dorp in brand, terwijl jongens klanken reciteren waarvan de betekenis nog niet is achterhaald. En na afloop nemen ze gloeiende kolen mee terug naar huis, daar moeten zij het weer een jaar mee doen. Om vuur hanteerbaar te maken, dient het gekamerd te worden. Met de hartstocht is het niet anders. Raamsopranen bespelen het plein, schrijft de dichter ( lxxxii .1). Poëzie is gekamerd vuur.
Henk Ester (1952) is dichter. Hij studeerde geografie en filosofie. De eerder verschenen delen van de cyclus zijn Bijgeluiden (2013, bekroond met de C. Buddingh’-prijs), E-groot is rood (2016), Het vermoeden van Witten (2018) en Wiskunde van lyriek (2021).
Promotie
• Aandacht in de literaire pers
• Onlinecampagne
• Affiches voor de boekhandel op aanvraag
Vijfde deel van Esters indrukwekkende gedichtencyclus Bijgeluiden .
De pers over Wiskunde van lyriek :
‘De gedichten geven blijk van een bijna spontaan ogende intensiteit.’ – Yvan
De Maesschalck in Poëziekrant
‘De uiterste aandacht voor het kleinste detail onderstreept hoe de dichter met grote precisie zijn gedichten componeert tot een meerstemmig geheel.’ – Dirk
De Geest op MappaLibri
Promotie
• Interviews en recensies
• Onlinecampagne
• Affiches voor de boekhandel op aanvraag
Met eigen handen een plek voor jezelf bouwen
‘Fantastisch boek dat iedereen zal aanspreken. Pollan voert ons met humor mee op zijn avontuur.’ – Chicago Tribune
‘Pollan wisselt behendig af tussen het vakkundig beschrijven van het bouwproces en informatieve kanttekeningen. Zijn beginnersstatus komt goed van pas, want hij stelt de vragen waar de meeste lezers antwoord op willen.’ – The New York Review of Books
Michael Pollan
Een plek voor jezelf
Een plek voor jezelf: is er iemand die niet op enig moment naar zo’n plek heeft verlangd, en die gedachten voorzichtig heeft gewogen tot ze een bewoonbare vorm kregen?
Twee jaar lang werkt Pollan aan zijn ultieme droom: het ontwerpen en bouwen – met zijn twee eigen onhandige handen – van een kleine eenkamerwoning in zijn tuin op het platteland van Connecticut: een plek om te lezen, te schrijven en te dagdromen. Poëtisch verweeft hij het gieten van fundering tot de timmerafwerking met fi losofi sche bespiegelingen over de betekenis van een (t)huis en architectuur, de vraag wat ‘echt werk’ is in een technologische samenleving en hoe