D I T D OSS I E R WO R DT G E P U B L I C E E R D D O O R S M A RT M E D I A E N VA LT N I E T O N D E R D E V E R A N T WO O R D E L I J K H E I D VA N D E R E DACT I E VA N D E STA N DA A R D
MAART ‘22
INDUSTRIE Dirk Fransaer Werken aan een circulaire economie
Zo lok je talent Het belang van employer branding
Pieter Raes Koester wat waardevol is
René Branders
”De Belg mag gerust wat meer durf en ondernemerschap aan de dag leggen.”
Lees meer op Fokus-online.be
2 VOORWOORD
FOKUS-ONLINE.BE
4
6
12
23
LEES MEER. 4
Vreemdgaan met toegevoegde waarde
6
Meer dan poetsen en stofzuigen
8
Overal sensoren: meten is weten
12
Interview: René Branders
16
Zo lok je talent naar jouw werkvloer
18
Wat deed corona met onze economie?
20
Zetten schaarse grondstoffen een rem op de toekomst?
23
Pieter Raes: Koester wat waardevol is
COLOFON. COUNTRY MANAGER
CHRISTIAN NIKUNA PEMBA CREATIVE DIRECTOR
BAÏDY LY HOOFDREDACTIE
ANNICK JOOSSEN
Dirk Fransaer
EINDREDACTIE
Allemaal samen voor een circulaire economie
DON VAN DER PUTTEN TEKST
HELEEN DRIESEN FREDERIC PETITJEAN
‘Vlaanderen Circulair’ vormt de ideale gangmaker voor de lokale circulaire economie. Deze publiekprivate samenwerking wil de overgang naar een duurzamere economie gemakkelijker maken, en vormt de brug tussen overheid, bedrijven, middenveld en burgers.
K
limaatverandering heeft terecht de laatste jaren meer en meer de aandacht van de politiek getrokken, met als voorlopig hoogtepunt de Green Deal van de Europese Commissie om de Europese Unie tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Dit plan beoogt niet enkel klimaatneutraliteit, maar wil ook nieuwe initiatieven voorzien voor onder andere de circulaire economie. En zo komen we bij de volgende grote uitdaging voor overheden, burgers en bedrijven: de realisatie van de circulaire economie. Een uitdaging die net als het klimaatvraagstuk zowel over de economie als over het leefmilieu gaat. Het vergt eveneens een globale aanpak, naast lokale initiatieven. Geen enkel lokaal initiatief zal immers volstaan om de globale problematiek op te lossen. De noodzaak voor verdere geïntegreerde, en dus duurzame, benaderingen wordt er enkel maar door onderstreept. Circulaire economie beoogt de minimale winning van nieuwe grondstoffen door een zo groot mogelijk hergebruik van bestaande materialen en grondstoffen. Of door een langere levensduur van geproduceerde producten, vooraleer ze na hergebruik, herstel en recyclage maximaal energetisch worden benut. De circulaire economie maakt integraal deel uit van een duurzaamheidsbenadering. Het beste bewijs daarvoor is dat in bijna elk van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties circulaire economie expliciet is opgenomen. Het is logisch dat vanuit rapporteringsoogpunt
JEROM ROZENDAAL BAVO BOUTSEN
Geen enkel lokaal initiatief zal volstaan om de globale klimaatproblematiek op te lossen.
wordt ingezet op duurzaamheid en circulaire economie. Europa heeft de ESG-rapportering (Environmental, Social and Governance) opgelegd aan bedrijven, waarbij ESG staat voor duurzaamheid inzake milieu, sociaal beleid en goed bestuur. Nu zijn reeds circa 12.000 bedrijven verplicht te rapporteren over hun ESG-prestatie, en dat geldt binnen vijf jaar ook voor alle kmo’s.
LAYOUT
Net zoals de klimaatproblematiek enkel globaal kan worden aangepakt, is een volledig circulaire economie ook enkel mondiaal te realiseren. Wel zijn vele en goede businessmogelijkheden aanwezig op lokaal en regionaal vlak voor hergebruik en recyclage van goederen en materialen binnen een brede evolutie naar een duurzame samenleving. Omdat het voor zowel het bedrijf als het milieu zinvol is om hierop in te zetten, gebeuren er dan ook steeds meer inspanningen om de principes van de circulaire economie lokaal en regionaal toe te passen én erover te rapporteren. In Vlaanderen heeft men met ‘Vlaanderen Circulair’, een publiek-privaat partnerschap dat onder de leiding van OVAM en Paul De Bruycker (Indaver) samenwerkt aan de transitie naar een circulaire economie, een ideale gangmaker voor de lokale Vlaamse circulaire economie. Het is het knooppunt en de inspirator geworden voor de circulaire economie in Vlaanderen.
COLDSET PRINTING PARTNERS
Door Dirk Fransaer Gedelegeerd bestuurder VITO
DEE BERNAERS COVERBEELD
IAN HERMANS DRUKKERIJ
SMART MEDIA AGENCY. LEYSSTRAAT 27 2000 ANTWERPEN +32 (0)3 289 19 40 REDACTIE@SMARTMEDIAAGENCY.BE FOKUS-ONLINE.BE
Veel leesplezier!
Siemen Van Nuffelen Project Manager
SURF MEE OP ONZE GROEIGOLF Ontdek onze mogelijkheden in Hooglede en Lanklaar soenen-golfkarton.com/groeigolf
Welkom bij Denys Team van Do-Dreamers
Welkom bij Denys, een internationale bouwgroep met 1.800 medewerkers. Wij streven naar organische groei, gefundeerd op drie pijlers: diversificatie, innovatie en internationalisatie. De wereld is ons werkterrein. Groeien en innoveren doen we niet in één specialisme, maar als totaalbedrijf in meerdere disciplines: water, energie, mobiliteit, restauratie, herbestemming, bouwkunde en speciale technieken. In elk van die complementaire vakgebieden vestigen we ons als nichespeler en ontpoppen we ons tot een wereldwijde referentie met hoge toegevoegde waarde. Bij Denys houden we van uitdagingen, het zit ingebakken in elk van ons. If you can dream it, we can do it.
Tim is Senior Project Manager Gebouwen en Burgerlijke Bouwkunde. Mid 2005 ben ik als afstuderend ingenieur elektromechanica begonnen bij Denys. Sindsdien heb ik samen met verschillende enthousiaste collega’s de meest diverse projecten gerealiseerd. De bouwprojecten bij Denys zijn steeds uniek, van kantoorgebouwen, cultuurcentra, bioversnellers, busstelplaatsen en waterzuiveringsstations in Ghana tot forensisch psychiatrische centra of - waarom ook niet - de grootste gevangenis van België in Haren. Met enthousiasme, de nodige drive en teamwerk bouw je samen aan een stabiele en gemotiveerde organisatie, en dat heeft Denys begrepen. Voeg daar nog een groot aanbod aan interne en externe opleidingen aan toe en het is duidelijk waarom Denys zo’n topspeler is.
w w w. d e n y s . c o m
Maar de grootste succesfactor achter onze groei is het enthousiasme en de creativiteit van onze medewerkers. Welkom bij de Do-Dreamers: Do-Dreamers zijn mensen die hun dromen waarmaken én die van anderen. De liefde voor onze projecten maakt van ons ambitieuze, actiegerichte werkers en dromers. Of je nu deel uitmaakt van de projectorganisatie in het veld of van ondersteunende teams: uitdaging, afwisseling en teamwerk zijn altijd de grote gemene delers. www.denys.com
Maarten is R&D Engineer bij Dream Works. Binnen de afdeling Dream Works werken we aan innovatie, de derde pijler van het groeimodel van Denys. Zoals de Hyperloop waarin we onze jarenlange expertise in het plaatsen van pijpleidingen gebruiken om de transportmodus van morgen te bouwen, of de Dreamcutter technologie waarin we streven naar ondergrondse infrastructuur met een minimum impact aan de oppervlakte. Verder wordt er binnen de afdeling zelf ook voortdurend geïnnoveerd. Zoals in de afdeling tunnelling waar men met de E-Power Pipe een recordlengte van 2000 m heeft bereikt: meer dan een verdubbeling van het vorige record! Het is leuk en uitdagend deel uit te maken van een bedrijf dat toekomstgericht denkt en niet bang is om grenzen te verleggen.
4 OUTSOURCING IN DE INDUSTRIE
FOKUS-ONLINE.BE
Vreemdgaan met toegevoegde waarde Organisaties trekken steeds vaker expertise aan van buitenshuis voor activiteiten die niet tot hun kerntaak behoren. Omdat er goede argumenten zijn voor die nieuwe manier van werken, maar ook omdat de jonge generatie van werknemers zich zo aanbiedt.
T
wintig jaar geleden was het extern uitbesteden van projecten nog vooral een fenomeen in de IT-wereld. Intussen valt outsourcing niet meer weg te denken uit onze economie. Techniekers en ingenieurs, maar ook CFO’s, boekhouders en hr-experten hevelen van buiten de bedrijfsmuren hun expertise over. “Kortgezegd houdt outsourcing in dat een organisatie bepaalde kennis niet intern maar extern gaat halen”, verduidelijkt CEO Frederick Verhelst van Copus Projectsourcing (Smart Solutions en Bennet Engineering). “Ofwel omdat die kennis niet inhouse beschikbaar is, ofwel vanwege een tekort aan capaciteit.” Dat uitbesteding een valabele manier is om de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen, is een besef dat groeit bij bedrijven, ondervindt de outsourcingexpert. Toch wordt deze ontwikkeling vooral aangejaagd vanuit werknemerskant. “Anders dan hun ouders en grootouders, die vaak hun hele carrière bij dezelfde organisatie bleven, willen jongeren van generatie Y en Z hun rugzak met ervaringen zoveel mogelijk uitbreiden. Ze binden zich niet graag aan één functie of werkgever, maar willen regelmatig hun horizon verbreden.” Dat maakt van outsourcing een trend waarin werkgevers wel mee móéten. Al zijn er wel degelijk goede argumenten om de evolutie te omarmen, vindt Verhelst. “Medewerkers die al heel lang op dezelfde stoel zitten – en dat geldt op alle niveaus – menen weleens dat ze de waarheid in pacht hebben. Soms is het boeiend om de geesten wakker te schudden door tijdelijk mensen van buitenaf aan te trekken. Zij kunnen vanuit een helikopterview naar de organisatie kijken, met alle frisse inzichten die ze elders hebben opgedaan.” “Zelf geef ik eerder de voorkeur aan een medewerker die drie jaar met volle
Soms is het boeiend om van buitenaf iemand met een helikopterview naar de organisatie te laten kijken. — Frederick Verhelst, CEO Copus Projectsourcing
overtuiging toegevoegde waarde biedt, dan aan iemand die dertig jaar op de payroll staat vast te roesten”, merkt Verhelst op. “En uiteraard: vaste medewerkers blijven van grote betekenis voor het DNA van een bedrijf. Voor mij is het ideale scenario daarom een goede balans tussen sterke interne mensen en projectwerkers.”
Voor Jo Van Biesebroeck, professor Economie aan de KU Leuven, is outsourcing veeleer een variabele keuze dan een welomlijnd begrip. “Een bedrijf verricht tal van activiteiten om een product te maken of een dienst te leveren. Voor elk van die activiteiten moet een bedrijf bepalen: gaan we dit zelf doen of gaan we inkopen van buitenaf ?”
“Neem nu de geavanceerde multimediasystemen waarmee moderne wagens zijn uitgerust. Bijna alle autobedrijven vonden dat niet iets wat ze zelf moesten ontwikkelen. In Amerika heeft zowat elke auto daarom Apple CarPlay. Maar plots is daar Tesla, dat beslist om van die complexe elektronica wél zijn inhouse corebusiness te maken, omwille van de attractieve integratie met zelfrijdende auto’s.” Welke functies een bedrijf precies uitbesteedt, hangt dus af van operationele of strategische keuzes. Kost, efficiëntie en risicobeperking zijn belangrijke beweegredenen, legt Van Biesebroeck uit. “Zo worden bijna alle computerchips ter wereld gemaakt door een viertal gespecialiseerde bedrijven. Zelfs een elektronicagigant als LG doet dat niet in eigen productie, omdat outsourcing schaalvoordelen biedt die in de honderden miljoenen lopen. Het Pfizer-vaccin is dan weer niet ontwikkeld door de Amerikaanse farmareus zelf, wel door wetenschappers van het Duitse BioNTech, die de eigenhandige vermarkting van het product te complex en te risicovol vonden.” Dichter bij huis en op kleinere schaal is de uitbesteding van administratieve functies al breed ingeburgerd bij onze noorderburen, wijst Van Biesebroeck aan. “In Nederland outsourcen kleinere bedrijven hun hr haast zonder uitzondering naar gespecialiseerde kantoren. Dat is een tendens die veel kans maakt om binnenkort ook naar ons land door te sijpelen, nu het langdurige telewerk duidelijk heeft gemaakt hoe weinig plaatsafhankelijk zulke taken zijn.” Door Heleen Driesen
TCS: Kranen en staalbouw met een flinke snuif engineering In 1975 beginnen Jef en Denie Timmers uit Houthalen met het bouwen van staalbouwconstructies. De twee broers hebben gouden handen én zakelijk inzicht, want terwijl ze fabriekshallen en magazijnen plaatsen, voelen ze bij hun klanten de hoge nood aan rolbruggen en kranen. Een kleine halve eeuw later is het bedrijf uitgegroeid tot een belangrijke staalbouwer én de grootste kraanfabrikant van België.
“
Onze 120 personeelsleden bedienen klanten uit ongeveer elke industriële sector”, zegt directeur Bert Timmers. “Van de auto-industrie over staalfabrikanten tot chemische sites en van kleine werkplaatskranen tot intensief gebruikte proceskranen. Hoe groot of klein ook, al onze producten onderscheiden zich door een zeer hoge techniciteit, wij laten er graag een flinke dosis
engineering op los (lacht). Een industriële kraan is dynamische machine, gebouwd voor efficiëntie en laag energieverbruik. Onze ervaring uit kraanbouw voor licht maar sterk ontwerp en hoge nauwkeurigheden, passen we toe in staalbouwprojecten. Beide segmenten kennen heel complementaire vaardigheden en die zorgen voor een voortdurend leerproces.” Niet alleen het vernuft van de producten maakt van TCS een buitenbeentje. Dat zit ook in de manier waarop het bedrijf zijn relatie met zijn klanten invult, zegt CEO Bert Zimmermann. “Wij willen in de eerste plaats een partner zijn voor onze klanten. Het gaat verder dan gewoon een gebouw opleveren of een kraan plaatsen. Wij willen die klant technisch bijstaan, meedenken over bepaalde oplossingen, de ROI van zijn
investeringen berekenen,…kortom zorgen dat zijn project de beste slaagkansen krijgt, waar ook ter wereld.” TCS zet volop in op duurzame projecten. Dat komt bijvoorbeeld mooi tot uiting op de nieuwe “Bellefleurs”-site, op de voormalige mijnterreinen van Houthalen. Daar verrijzen binnenkort drie grote residentiële projecten en een bedrijvencampus. Die laatste neemt TCS voor zijn rekening: “De Greenville Campus mikt op bedrijven die werken met duurzame vormen van technologie”, zegt Timmers. “En de noden van die bedrijven zijn zeer divers: kleine industrie en dienstverleners, magazijnen, showrooms,... Duurzaamheid vereist dat de gebouwen zo lang en intensief mogelijk hun functie blijven vervullen. Daarom zijn ze ontworpen voor goed en veilig
onderhoud, geschikt voor technologische aanpassingen, en flexibel in te richten. Zo blijven we voldoen aan de evoluerende behoeftes van bedrijven. Niet enkel die van vandaag, maar ook die over vijfentwintig of vijftig jaar.” Bovendien zal de Greenville Campus gecertificeerd worden met het BREEAM International New Construction keurmerk (Building Research Establishment Environmental Assessment Method). Timmers: “BREEAM evalueert een negentigtal duurzaamheidsparameters, zowel tijdens de bouw als tijdens de uitbating. Wat is de impact van de materialen? Hoeveel water wordt er verbruikt? Hoeveel energie? Hoe wordt afval verwerkt? Het is een heel compleet keurmerk dat met zeer veel zaken rekening houdt.”
6 FACILITAIR MANAGEMENT
FOKUS-ONLINE.BE
Meer dan poetsen en stofzuigen Steeds meer bedrijven besteden hun facilitair management uit en dat is veel meer dan een synoniem voor poetsen en stofzuigen. Waarom is het een goed idee om daar experts voor in te schakelen? Welke diensten bieden ze aan? En wat zijn de tendensen in de sector?
Kantoor wordt goedkoper In België kostte een kantoorwerkplek in 2021 11.520 euro per werknemer per jaar, een daling van 4 procent tegenover 2020. Dat blijkt uit de Occupier Cost Index van vastgoedadviseur Colliers, zo bericht Trends. De index verrekent de kost van het vastgoed, van de werkomgeving en van de algemene diensten per medewerker. België zit bijna 22 procent boven het Europese niveau (9468 euro). Zwitserland heeft met 18.713 euro de duurste kantoorkost, Bulgarije (2689 euro) de goedkoopste.
Glazen bol voor energiekost Het Limburgse technologiebedrijf Strain 2 Data heeft samen met het studiebureau Enerdo software ontwikkeld die het toekomstige energieverbruik van gebouwen kan voorspellen. De tool doet dat op basis van het aantal werkuren, bewoners, keren openen van deuren en poorten en de werking van de technische installaties. Het uiteindelijke doel is om ontwikkelaars de mogelijkheid te geven om een nieuw gebouw te verhuren inclusief kosten van energie en onderhoud.
“A
lle diensten die zorgen dat een organisatie kan doen wat ze doet.” Zo definieert Wouter Ommeslag, directeur van Facilicom, facility management. “Dat omvat alles van verlichting over verwarming, schoonmaak, beveiliging en sanitair tot en met de catering en het water geven aan de planten”, zegt hij. “Binnen facility management heb je twee grote stromingen: soft en hard. Soft is alles wat met mensen te maken heeft: schoonmaak, de kantine, het onthaal. Hard heeft te maken met techniek en bakstenen: de verwarming en airco, de verlichting en de ventilatie. Daartussenin zitten dan een paar overlappende zaken, zoals bewaking of groenonderhoud.” Vroeger waren soft en hard facility management twee strikt gescheiden werelden, maar tegenwoordig groeien ze meer en meer naar elkaar toe. Ommeslag: “De trend is om die twee werelden te integreren bij een dienstverlener, zodat je geïntegreerd facility management krijgt. Bedrijven hebben immers steeds meer een integrale, holistische visie op de werkplek. Bij hun interne functies zie je dat ook. Vroeger had je vaak een technical manager én een facility manager. Nu vallen die vaak samen.” Facilitair management zorgt voor een schone, veilige en aangename werkplek, zegt Philippe van Hasselt van VINCI Facilities. Werknemers zijn bovendien gelukkiger én productiever in een werkomgeving waar het aangenaam toeven is dan in een kantoor waar alles een
Een gespecialiseerde facility manager ontzorgt: je hebt één factuur en één aanspreekpunt. — Wouter Ommeslag, Facilicom
boeltje is. “Op die manier wordt het ook een wapen in de war for talent”, zegt hij. “De functionele invulling van een kantoor is trouwens ook helemaal anders dan vroeger en corona heeft dat nog in een stroomversnelling gebracht. Veel bedrijven worstelen daar nog mee: hoeveel vierkante meter moeten ze nu voorzien? Hoe moet hun gebouw ingericht worden? Waar moet wat komen? Ook daar kan een facilitair specialist advies en begeleiding bieden.” Bepaalde aspecten van facilitair management worden al lang
door bedrijven uitbesteed, zoals de schoonmaak. “Alleen zie je dan dat dat niet goed opgevolgd wordt, omdat iedereen met zijn eigen taken bezig is”, zegt van Hasselt. “Zeker bij kmo’s is dat zo. Verschillende aspecten zitten vaak ook bij verschillende partijen: schoonmaak bij bedrijf A, catering bij B en beveiliging bij C, waardoor alles onoverzichtelijk is. Een gespecialiseerde facility manager ontzorgt dat allemaal: je hebt één factuur en één aanspreekpunt. Of nu je wc verstopt is of de airco niet meer werkt, je moet maar één iemand bellen.”
Net zoals veel andere branches gaat ook het facilitair management vandaag door een stevige digitaliseringsgolf. “De toekomst is aan de smart buildings”, zegt Ommeslag. “Sensoren worden alomtegenwoordig. We zetten bijvoorbeeld sensoren die de temperatuur en de luchtvochtigheid meten en zo automatisch de verwarming regelen. Of we gaan na welke ruimtes in het gebouw echt benut worden, zodat alleen die plekken gepoetst worden. Tegenwoordig gebruiken we zelfs AI-modellen om bijvoorbeeld te voorspellen hoeveel volk op een bepaalde dag komt werken, zodat het bedrijfsrestaurant niet te weinig, maar ook niet te veel voorraad inslaat.” Dat alles betekent dat het profiel van de werknemers in de facilitaire sector zelf ook verandert. “Klopt, ook wij zoeken volop naar dataspecialisten”, lacht van Hasselt. “Maar vergis je niet hoor, puur technische profielen blijven ook nog altijd zeer gegeerd en zijn net zo moeilijk te vinden.” Tot slot: hoe goed is facilitair management in België al ingeburgerd, vergeleken met onze buurlanden? “In Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk gaat het toch nog sneller dan bij ons”, zegt van Hasselt. “Dat heeft allicht met onze kmomentaliteit te maken: wat we zelf doen, doen we beter. Maar wat we wel zien, is dat als een bedrijf eenmaal met een facilitair specialist in zee gaat, het zo goed als nooit nog de stap terug zet.” Door Frederic Petitjean
Omarm de toekomst. Bouw mee aan jouw toekomst bij Vinçotte. De toekomst is groen. Vinçotte is voortdurend op zoek naar nieuwe technologieën om onze maatschappij zo veilig en efficiënt mogelijk te maken. Dat wil zeggen dat we ook mee evolueren met die maatschappij en we momenteel actief inspelen op het ondersteunen van de energietransitie. Bouw mee aan een nieuwe manier van leven zonder fossiele brandstoffen. Bouw mee aan een groene toekomst. Bouw mee aan jouw toekomst. Welkom bij Vinçotte. Benieuwd wat we nog allemaal doen? Surf naar: vincotte.be/fokus
Always a great job, ook in een VUCA wereld! Netwerk is dé projectsourcing specialist voor hooggekwalificeerde technische profielen in verschillende industrieën. Dé ideale partner om uw project met het juiste talent tot een subliem einde te brengen.
Netwerk is een recruitmentbureau voor technisch hooggekwalificeerde profielen in verschillende sectoren. Net zoals Stijn De Loore, die Netwerk 19 jaar geleden opstartte, legt ook de rest van het team de nadruk op de mens. “Je plaatst niet louter iemand, maar geeft mensen een plaats. Ergens waar ze het beste van zichzelf geven en zo de beste job leveren. Zet iemand niet zomaar ergens neer, als een product waar je nadien niet meer naar omkijkt. Zo werken wij absoluut niet.” De juiste mensen “Recruitment is niet gemakkelijk, maar wel simpel”, vertelt Wannes. “Er komt een job binnen en daar zoek je mensen voor. De juiste mensen. Je wilt niet dat iemand opbrandt, zodat je terug op zoek moet naar een volgende kandidaat. In deze VUCA (volatility, uncertainty, complexity, ambiguity) markt gaat dat niet meer zomaar. De markt
www.netwerkgroup.com
waarin we ons als individuen en organisaties op dit moment bevinden, verandert constant en kenmerkt zich door een hoge mate van onzekerheid en complexiteit. En net daar zorgen we voor de juiste ondersteuning.” Medewerkers en klanten “De evenwichtige en bemiddelende rol van onze accountmanagers is daarin bepalend. We leveren steeds de beste profielen voor de juiste job en volgen onze mensen kort op. Zo houden we vinger aan de pols bij onze klanten én onze projectmedewerkers,” vertelt Kevin, CFO en Manager bij Netwerk. “De backoffice van Netwerk is er elke dag opnieuw om jouw zorgen weg te nemen, zodat jij je volledig kan focussen op je werk.” Scherp houden Bij Netwerk doen we dat in de vorm van praktijk-
gerichte opleidingen en Intuo. Met deze HR tool volgen we efficiënt al onze mensen op regelmatige basis op. Zo houden we vinger aan de pols én borgen we alle input. Voor de opleidingen werken we samen met vakspecialisten. Zo is er een opleiding Werkvoorbereider, Industriële Pijpleidingsystemen en Roser. Wie wil meekunnen in de arbeidsmarkt moet blijven leren. Zo blijven onze mensen relevant in de sector. En dat is onze taak: onze mensen ondersteunen. Always a great job! Mogelijkheden Doordat we onze database door en door kennen, kunnen we mensen met openstaande vacatures matchen nog voor deze verschijnen. Want we kennen onze database door en door. Zullen we er voor jou ook always a great job van maken?
8 METEN IS WETEN
FOKUS-ONLINE.BE
Sensoren, sensoren en nog eens sensoren Tegen 2025 zullen er zowat 80 miljard apparaten wereldwijd aan het Internet of Things hangen, zo voorspelt marktonderzoeksbureau IDC. Maar wat is dat Internet of Things (IoT) eigenlijk? En waarom vormt het een cruciaal onderdeel in de vierde industriële revolutie?
B
ij het Kortrijkse technologiebedrijf Savaco hebben ze voor enkele industriële klanten al IoT-projecten opgezet. “IoT bestaat eigenlijk uit twee grote blokken”, zegt Technology Delivery Manager IoT Wim Van Geem. “Het ene gaat over het verzamelen van data uit je productiesystemen. Aan de machines in je fabriek hang je sensoren die vertellen hoeveel producten of onderdelen er correct uit zijn gekomen, hoeveel met fouten, hoe vaak de machine stillag, wanneer er onderhoud nodig was, noem maar op… Al die data ga je verzamelen en analyseren, zodat je er relevante conclusies uit kunt halen. Waarom lagen de machines stil? Hoe vaak werd er onderhoud gedaan? Werd de machine juist gereinigd? Kunnen we dat optimaliseren? Of zelfs: kunnen we op voorhand voorspellen wanneer er onderhoud nodig is? Je kunt het zo gek niet bedenken.” Dat machines data capteren bestond al, zegt Van Geem. Het nieuwe is dat alle data nu samengevoegd en geanalyseerd worden. “Niet alleen wordt de technologie goedkoper en performanter, ook het bijhouden van die data is veel gemakkelijker. Je moet er zelf geen groot serverpark meer voor opzetten, je stuurt het gewoon naar de cloud waar je onbeperkte resources krijgt, zonder grote onderhoudszorgen.” Een tweede grote tak in IoT is het opvolgen van producten bij de klant zelf. Van Geem: “Stel dat je landbouwmachines bouwt en verkoopt. Je zou sensoren op de lagers van die machines kunnen plaatsen die, via het trillingspatroon, zelf kunnen verwittigen dat ze vervangen moeten worden. Dat kan zelfs een nieuwe bron van inkomsten worden. Klanten kunnen een betaald abonnement nemen en de fabrikant komt de lagers op tijd vervangen. Je kunt met sensoren bijvoor-
Niet alleen wordt de technologie goedkoper en performanter, ook het bijhouden van die data is veel gemakkelijker geworden. — Wim Van Geem, Savaco
investment zit ook in heel veel verschillende zaken: meer en betere productie, een hogere kwaliteit, minder uitval, een lagere foutenmarge, meer tevreden klanten… Ook hier gaat het heel breed.” Een van de bedrijven die onlangs samen met Savaco een IoT-project opstartte is Mondi uit Poperinge, een industriële producent van verpakkingen voor de voedingsindustrie. “Het is een massaproduct, maar traceability is zeer belangrijk in onze sector”, zegt IT-manager Brian Ameys. “Als er in een bepaald lot een probleem is, moeten wij dat kunnen isoleren en nagaan van wanneer tot wanneer het zich heeft voorgedaan. We maken tot 650.000 verpakkingen per dag, machines en sensoren kunnen dan heel handig zijn.” Daarom is Mondi begonnen met zijn productiesystemen van sensoren te voorzien. “Die meten de machinesnelheid, houden de stilstand in de gaten, die controleren de PLC’s die de machines aansturen… en zo doen we aan kwaliteitscontrole. Momenteel zijn we alles met elkaar aan het connecteren en is het nog vooral een hardware-verhaal. Maar het is de bedoeling om later die data te gaan analyseren en bijvoorbeeld te koppelen aan ordernummers.”
beeld ook je productgamma optimaliseren. Stel dat je koffiemachines maakt met tien soorten koffies. Uit de gebruiksdata zie je dat 98 procent van de mensen voor maar drie soorten koffie kiest. Is het dan niet interessanter om een machine met enkel die koffiesoorten te bouwen en de ontwikkel-
kosten voor de rest uit te sparen of in andere R&D te investeren?” IoT begint meestal op machines, zegt Van Geem, maar heeft een invloed op alle geledingen van het bedrijf, van de ontwikkeling over sales, tot R&D en marketing. “De return on
Bij Mondi wordt het project op een paar tienduizend euro begroot, maar daar stopt het niet, zegt Ameys. “Je moet ook zorgen dat je IT performant genoeg is en dat je netwerk die stroom data aankan. Daarnaast is er nood aan redundantie (kritieke systemen ontdubbelen, voor als iets fout gaat, red.) en moet je natuurlijk ook de beveiliging regelen. Je wil niet dat dat soort bedrijfsdata op straat komt te liggen.” Door Frederic Petitjean
Hoe sensoren kunnen bijdragen tot een betere wereld Willen we Europa’s ambitie om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn waarmaken, dan zal energie-efficiëntie topprioriteit moeten worden. Voor bedrijven leidt de enige weg daar naartoe langs verregaande automatisering en digitalisering van hun processen. Sensoren zullen de werkmieren in die transformatie vormen. “Zij ontginnen overal in de productie data. Digitale gegevens die tot nieuwe inzichten leiden om een fabriek van de toekomst te worden. Efficiënt, productief en duurzaam; voor een betere economie, maatschappij en omgeving.” Die voorspelling is voor de rekening van Marc Everaert, managing director van ifm electronic Belgium. Hij zag hoe zijn klanten en zijn eigen bedrijf het afgelopen decennium digitaal transformeerden. “Hardware en software raken steeds meer verweven met elkaar. We bouwen niet alleen sensoren maar ook platformen die uit die digitale data inzichten destilleren en visualiseren. Connecteren en integreren, dat is in essentie de belofte van Industrie 4.0.” Een belofte die overigens een groter doel voor ogen heeft. “Het gaat er niet om in het wilde weg te digitaliseren, maar die slimme verbonden componenten net in te zetten om de OEE, de overall equipment effectiveness, te verbeteren. Beter presterende machines dus die met minder grondstoffen en energie meer en veiliger kunnen produceren en tegelijk oog hebben voor de mens in dit verhaal. Op die manier brengen we de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties in de praktijk.”
Sensoren spelen dus een belangrijke rol in het optimaliseren van productielijnen in alle industrietakken, maar ze duiken ook steeds meer buiten de fabrieksmuren op. Dat ifm electronic in 2021 ondanks coronaperikelen 40% groei liet optekenen is daar een mooi bewijs voor. Everaert: “Onze oplossingen vinden hun weg naar toepassingen die het volledige maatschappelijke leven bestrijken. Dat maakt ze zo relevant. Ze monitoren de trillingen van windturbines om optimaal groene energie op te wekken. Ze helpen landbouwers om hun gewassen gezond te laten groeien, efficiënter te oogsten en de bodem te verbeteren. Of ze zitten in de wagens van morgen die technologische snufjes zoals adaptieve cruise control mogelijk maken. Kortom, ze zijn de bouwstenen van onze toekomst. Zeker nu we met zijn allen de weg naar meer duurzaamheid willen inslaan.” Een route die vanuit Europa steeds strakker uitgestippeld wordt. Eerst was er de Green Deal die van de relance na corona een groene relance moest maken. Nu is er de energiecrisis. “Ecologische en economische motieven gaan steeds vaker hand in hand. Wie met een sensor op zijn opslagtank de vulgraad digitaal bijhoudt en zijn logistiek optimaliseert, wint aan de brandstofpomp maar zet tegelijkertijd stappen naar een koolstofneutrale industrie. Met sensoren voor overvulbeveiliging kunnen we dan weer vermijden dat chemische stoffen in de bodem lekken. Of een persluchtmeter die waakt over lekken en dus de energiefactuur naar beneden
Door gegevens digitaal te laten stromen van shopfloor tot topfloor kunnen bedrijven aan efficiëntie winnen.
duwt. Een kunstje dat we trouwens ook voor water kunnen herhalen. En zo zijn er talloze voorbeelden van wat sensoren kunnen bijdragen tot een betere wereld”, vertelt Everaert enthousiast. Bij ifm gaan ze prat op een zeer breed gamma, gaande van toepassingen voor artificiële visie tot sensoren om installaties continu te monitoren qua druk, temperatuur, niveau… en zelfs de controle-eenheden om die signalen in nuttige informatie om te zetten. “Net omdat we geloven in geïntegreerde oplossingen. Daar valt net de meeste winst te rapen”, voegt Everaert toe. “Door gegevens digitaal te laten stromen van de shopfloor tot de topfloor, kunnen we bedrijven echt op weg zetten om aan efficiëntie te winnen.” Maar de weg naar koolstofneutraliteit is nog lang. Ook de verstoorde toevoerketens maken het bedrijven niet gemakkelijk. “Daarom proberen we dicht bij onze klanten te staan. Van oudsher is ifm electronic bijvoorbeeld sterk aanwezig in food & beverage. Een sector die nu voor grote uitdagingen staat: tekort aan graan, zonnebloemolie, uit de pan swingende energieprijzen… Tegelijkertijd voelen we veel bereidheid om te investeren in meer duurzaamheid en voedselveiligheid. Door goed te luisteren naar hun noden willen we nieuwe producten lanceren die daar een antwoord op bieden. Onze deur staat open voor iedereen om bij een goede kop koffie te bespreken hoe we binnen zijn of haar bedrijf de drie pijlers van duurzaamheid, economie, milieu, maatschappij, mee gestalte kunnen geven.”
Marc Everaert, managing director ifm electronic Belgium
Delicon Pumping solutions
We don’t sell pumps, we sell peace of mind! 24/7 on-site service doorheen heel België Levering, installatie, reparatie & onderhoud van: -Drukverhogers -Regenwatersystemen -Vuil- en zuiverwatersystemen -Brandpompen
Contacteer ons voor een vrijblijvende offerte: Delicon Hasseltweg 366, 3600 Genk +32 (0)89 23 52 05 +32 (0)495 24 72 58 info@delicon.eu
DUURZAME OPLOSSINGEN OP MAAT, VOOR ELKE TOEPASSING DE JUISTE POMP
www.delicon.eu Advertentie Delicon 255x185.indd 1
16/03/22 21:35
Ontdek de nieuwe generatie EV’s van Goupil
Ontdek de meest compacte Goupil: de nieuwe G2. De G2 die uitblinkt door zijn modern design, soepel rijgedrag en wendbaarheid, is gehomologeerd voor de openbare weg en mag tot 600 kg laden. Zijn Lithium-batterij garandeert een autonomie tot wel 100km. De G2 combineert licht gewicht met stijfheid door een alu-cabine gekoppeld aan een stalen buizenchassis. Door zijn ultra-compacte ontwerp geeft hij toegang tot de smalste wegen.
G4M en G4L: de referenties inzake compacte elektrische utilitaire voertuigen. Zoekt u een utilitair, robuust, 100% elektrisch en performant voertuig? De G4 past zich aan uw vakgebied aan dankzij de vele beschikbare koetswerkversies en uitrustingen. Met zijn Lithium-batterijen biedt de Goupil G4 u een laadvermogen tot 1,2 ton, een sleepvermogen van 1,4 ton en één van de kortste draaicirkels op de markt (4 meter).
Uw exclusieve invoerder > voor België.
In Belgische première stellen we u de nieuwe G6 voor! De G6, de nieuwste telg uit ons gamma, verzekert u prestaties van een hoog niveau in de categorie elektrische utilitaire voertuigen. Trouw aan het DNA van het merk biedt de G6 meer dan 1 ton laadvermogen en een volume tot 9 m3. Aangepast aan ieder professioneel gebruik biedt de G6 plaats voor 3 personen en wordt hij aangeboden in verschillende versies.
driven by nature info@electricdrive.be - www.electricdrive.be
IJSFABRIEK STROMBEEK :
RUIM EEN EEUW ERVARING IN GASSEN
Industriële gassen als zuurstof, stikstof of argon hebben zeer brede toepassingsgebieden in de industrie, de voeding en de medische wereld. Bij IJsfabriek Strombeek hebben ze meer dan 100 jaar ervaring met deze toch wel uitzonderlijke producten. De geschiedenis van IJsfabriek Strombeek gaat terug tot 1904, toen het bedrijf werd opgericht door de overgrootvader van huidig directeur Dieter Soens. “Het eerste succesproduct was ijs”, vertelt hij. “Vandaar ook de naam. Dat was in die tijd erg populair om voedsel te koelen. Koelkasten, laat staan diepvriezers, bestonden immers nog niet. Op een bepaald moment wordt het productenpalet uitgebreid met CO2-flessen die aan cafés werden geleverd om bier te kunnen tappen. Dat gamma aan gassen werd snel uitgebreid, omdat mijn grootvader bij een reis naar Amerika de opkomst van de koelkasten had gezien. Hij vermoedde dus dat de vraag naar ijs zou afnemen. Na de oorlog werd bijvoorbeeld de verkoop van zuurstof en acetyleen heel belangrijk. Dit wordt gebruikt bij het lassen en dat werd in de jaren na de oorlog – de wederopbouw – natuurlijk enorm veel gedaan.”
Tegelijk blijft uiteraard ook zuurstof, die klassieker, in het gamma. “We bevoorraden een vijfendertigtal ziekenhuizen over heel België met zuurstof”, legt Dieter uit. “We hebben daar natuurlijk ook de nodige certificaten voor gekregen van de overheid. Net als bijvoorbeeld argon of stikstof fabriceren we die zuurstof niet zelf. Onze toegevoegde waarde ligt wel duidelijk in de kwaliteitsgaranties die we kunnen bieden bij het verwerken van de zuurstof op flessen. En in de scherpe prijs die we kunnen aanrekenen, uiteraard.”
ding van de opslagcapaciteit noodzakelijk was om de toevoer naar het ziekenhuis te garanderen. Bij het overgrote deel van de ziekenhuizen was het voldoende om het aantal leveringen te verhogen.” Essentieel bedrijf IJsfabriek Strombeek werd tijdens de pandemie ook beschouwd als een “essentieel” bedrijf. Het heeft dus altijd kunnen doorwerken. “En gelukkig maar”, zegt Dieter, “want het was op sommige momenten alle hens aan dek. Nu nog, trouwens. Wij verdelen bijvoorbeeld ook droogijs en dat is een van de methodes die gebruikt wordt om de koeling te garanderen bij het transport van vaccins. Bij diverse klanten in de logistieke koudeketen merken we ook een verhoogde vraag naar droogijs. Gelukkig zijn wij, vergeleken met veel van onze concurrenten, een klein, familiaal bedrijf dat snel en flexibel kan schakelen. Onze mensen hebben tijdens de crisis zeer veel bereidwilligheid getoond, met alle respect voor de coronamaatregelen, natuurlijk. Daar ben ik hen ook dankbaar voor.” Lachgas? Niet om te lachen
Lasersnijden Momenteel verdelen de honderd werknemers van IJsfabriek Strombeek al lang niet meer alleen zuurstof. Het gamma bestaat uit tientallen gassen en gasmengsels voor een breed gamma aan toepassingen, dat gaat van helium en argon over stikstof, perslucht en lachgas tot medische gassen. “De maakindustrie, de voedingsindustrie, de tuinbouw en de medische sector zijn zo typische klanten van ons”, vertelt Dieter. “Helium wordt bijvoorbeeld niet alleen gebruikt om ballonnen te vullen, maar dient in laboratoria als draaggas voor chromatografie, bij lasersnijden als hulpgas, bij TIG-lassen als beschermgas en bij lekdetectie. Stikstof wordt dan weer gebruikt in diverse toepassingen in zowat alle sectoren, bijvoorbeeld als verpakkingsgas of als inert gas in de chemische industrie. Het aantal toepassingen is echt enorm.”
De huidige coronapandemie heeft de nood aan zuurstof in ziekenhuizen zelfs nog extra aangescherpt. Ook bij IJsfabriek Strombeek was de hausse voelbaar. “Bij sommige ziekenhuizen lag het verbruikte volume vijf tot soms tien keer hoger dan normaal”, vertelt Dieter. “Bij enkele ziekenhuizen was de stijging dermate groot dat een uitbrei-
WWW.IJSFABRIEKSTROMBEEK.BE
Om af te sluiten, nog een praktische vraag. Industriële gassen moeten soms wel met de nodige omzichtigheid behandeld worden. Mag iedereen die zomaar kopen? “In de overgrote meerderheid van de gevallen mag dat”, zegt Dieter. “Voor industriële gassen verkopen we bijvoorbeeld regelmatig rechtstreeks aan particulieren, meestal aan mensen die thuis een lastoestel hebben staan. Uiteraard geldt dat niet voor medische gassen, hiervoor zijn specifieke toelatingen nodig en verloopt de aankoop op doktersvoorschrift en via de apotheker. Een belangrijke uitzondering is lachgas. Omdat dat een hallucinerende werking heeft, wordt dit enkel aan professionele gezondheidswerkers of B2B verkocht. Je moet dus echt wel een goede en gemotiveerde reden hebben om dat bij ons te kopen.”
12 INTERVIEW
FOKUS-ONLINE.BE
René Branders
‘België is een goed land voor ondernemers’
René Branders is niet alleen voorzitter van Agoria, de federatie van de Belgische technologiebedrijven, hij staat ook aan het hoofd van FIB, een wereldspeler uit Tubeke op het gebied van industriële ovens voor de staalindustrie. Hoe kijkt hij aan tegen de uitdagingen voor onze vaderlandse industrie? En waarom zouden Belgen een beetje meer Hollanders moeten worden? Door Frederic Petitjean Beeld Ian Hermans
#FOKUSINDUSTRIE
INTERVIEW 13
Industrie verbruikte minder gas In 2021 hebben de 200 grootste Belgische gasverbruikers 5 procent minder aardgas verbruikt. Dat blijkt uit cijfers van netbeheerder Fluxys waarover De Tijd bericht. Over alle bedrijven gezien bleef het verbruik ongeveer op hetzelfde niveau (190 terawattuur). De gezinnen verstookten 14 procent meer gas. Hun verbruik dient vooral voor verwarming en is dus afhankelijk van de temperaturen.
We zijn van paard en koets naar de auto geëvolueerd en van de stoommachine naar elektriciteit. De digitalisering zullen we ook wel overleven.
W
e zijn nu ruim twee jaar na de uitbraak van de coronapandemie. Menselijk was de tol zwaar, maar puur economisch lijkt het al bij al wel mee te vallen. Is dat ook uw indruk?
“Ja, en ik denk dat we daar een pluim moeten geven aan onze overheid. Je kunt er soms kritiek op hebben, maar wat dat betreft hebben ze hun rol van stootkussen eigenlijk uitstekend gespeeld. De manier waarop de crisis economisch is aangepakt lijkt me zeker de juiste geweest te zijn. Natuurlijk zijn er ook wel grote verschillen qua sector. Voor bedrijven die actief waren in de horeca of de cultuursector zijn de gevolgen een stuk ingrijpender geweest dan voor, pakweg, een supermarkt. In de maakindustrie is het ook niet altijd gemakkelijk geweest, maar door de maatregelen goed op te volgen en door telewerk zijn we er al bij al vrij behouden uit gekomen. Nu zie je inderdaad dat de economie zich weer aan het herpakken is. En dat de oplossingen van de crisis zich ook doorzetten. Telewerk bijvoorbeeld zal een structureel gegeven worden in onze bedrijven.” Wat houdt u ’s nachts wakker? De energieprijzen?
“Ja, absoluut, maar die zijn ook weer een gevolg van geografische en geopolitieke uitdagingen, zoals de toestand in Rusland. Wij zijn in Europa nu eenmaal voor een deel afhankelijk van Russisch gas. Het probleem is dus vooral dat niet alles in onze handen ligt. Ik denk dat dit voor ons een signaal moet zijn om nu echt werk te maken van de energietransitie.” Misschien hadden we dat twintig jaar eerder moeten doen?
“Daar ben ik het niet mee eens. Twintig jaar geleden hadden we nog niet de technologie om die transitie echt grondig te doen. Het volstaat niet om zonnepanelen te leggen en windmolens te bouwen. Je moet ook een smart grid installeren, zodat je intelligentie in je energienetwerken kunt steken en vraag en aanbod veel beter op elkaar kunt afstemmen. Natuurlijk, de overheid en de politiek moeten dat stimuleren, maar ook technologisch
moeten we er klaar voor zijn. Op langere termijn denk ik trouwens dat we naar waterstof zullen evolueren als belangrijke energiebron. Nederland en Luxemburg zijn er ook al volop mee bezig, we moeten dus ook zien dat we ons kunnen koppelen aan hun waterstofnetwerken.”
In de coronacrisis heeft de overheid haar rol van stootkussen zeer goed gespeeld. Een ander heikel punt dan: goed personeel vinden… hoe gaat u daarmee om?
“Dat is momenteel geweldig lastig, natuurlijk. Bij Agoria hebben we met BeTheChange al een plan opgesteld om de arbeidsmarkt duurzamer te maken. Meer mensen activeren, meer mensen omscholen en permanente vorming zijn daar grote pijlers van. De vraag naar bepaalde profielen zal veranderen, dus aan de aanbodzijde moet er ook veranderd worden. We zullen wel moeten, met de enorme digitaliseringsgolf die op ons af komt. Ook op duaal leren zouden we nog veel sterker moeten inzetten. In Duitsland en Zwitserland is dat een enorm succes. Tegelijk denk ik dat we ook niet bang mogen zijn voor de toekomst. Als ik soms hoor hoe er over kunstmatige intelligentie gesproken wordt… Nee, AI gaat onze jobs niet afpakken. En nee, AI gaat van ons geen willoze slaven maken (lacht). Integendeel, de jobs zullen leuker, aantrekkelijker, uitdagender en plezanter worden dankzij AI. En de mens blijft in de cockpit zitten. Het zal om mensen blijven draaien, daar ben ik van overtuigd. Kijk, we zijn van paard en koets naar de auto geëvolueerd en van de stoommachine naar elektriciteit. De digitalisering gaan we ook overleven, hoor.” Is België een goed land voor ondernemers?
“Ik vind van wel. We hebben zeer goede universiteiten, veel talent, uitstekende
kenniscentra, bijvoorbeeld in de biotech, de infrastructuur is er… Veel fundamentele vereisten zijn dus vervuld. Het is niet voor niets dat Vlaanderen een van de economisch welvarendste streken ter wereld is. Al is niet alles perfect natuurlijk. De coördinatie tussen de verschillende landstreken, bijvoorbeeld, dat krijg je aan een buitenstaander moeilijk uitgelegd. De beslissingslijnen van de overheid zijn vaak ook heel complex en soms enorm tijdrovend. En onze belastingen zijn natuurlijk zeer hoog. Pas op, ik ben zeker niet tégen de overheid. We moeten toch wel een kader hebben om in te ondernemen, anders kom je in de jungle terecht. Trouwens, sommige dingen liggen ook aan onszelf. De Belg mag gerust wat meer flexibiliteit en ondernemerschap aan de dag leggen. We moeten meer durven, meer uit onze schulp komen. Een beetje meer zoals de Hollanders worden (lacht). Ik hoop ook dat we onze open blik niet verliezen en ons te veel terugplooien op onszelf. Zo werkt de wereld niet meer, er is meer dan onze eigen kerktoren. België is een open land met open grenzen, dat moet zo blijven, zodat we ook talent uit vreemde landen kunnen blijven aantrekken. We zullen hen misschien nog hard nodig hebben.” U staat zelf ook aan het hoofd van een groot familiebedrijf. Was dat een droom van u? Of verwachtte uw familie dat u de leiding zou overnemen?
“Dat is eigenlijk een beetje per ongeluk gekomen. Ik was bezig aan mijn legerdienst toen het hoofd van de R&D bij FIB overleed. We waren toen net bezig aan een grote omschakeling om geen lood meer te gebruiken in onze technologie van warme behandelingslijnen. Ik ben chemisch ingenieur van opleiding, dus toen mijn vader vroeg om in het bedrijf te komen en dat programma af te werken, heb ik ja gezegd. En, echt waar, ik voelde eigenlijk meteen dat dat een goede beslissing was. Het werken met technologie en machines, het contact met vreemde culturen – we exporteren naar 61 landen –, dat heeft me altijd enorm geboeid.”
Zeebrugge krijgt waterstofproject België heeft plannen om in Zeebrugge een groene waterstoffabriek te bouwen. Het bedrijf John Cockerill zal de fabriek optrekken, samen met Besix. Het idee voor de installatie komt van Fluxys en windenergiespecialist Virya Energy. De plannen gaan al sinds 2018 mee, maar de haalbaarheidsstudie is nu rond. Of het project doorgaat zal vooral afhangen van de Europese en Belgische subsidies die het krijgt.
Smart Fact. Stel dat u geen CEO van FIB zou zijn geworden. Heeft u ooit een andere droomjob gehad, als kind of tiener? “Ik zou sowieso iets met materialen of metalen zijn gaan doen. Het is echt geen toeval dat ik chemie ben gaan studeren, op mijn veertiende heb ik dat al beslist. Ik zag voor het eerst de tabel van Mendeljev en ik was onmiddellijk verkocht (lacht). En ik heb er nog geen moment spijt van gehad.”
Holcim zkt. mensen die willen bouwen voor de planeet De cement- en betonindustrie staat op een keerpunt in haar geschiedenis. Als wereldleider in de productie van cement, beton en granulaten kiest Holcim alvast voluit het pad van de vernieuwing en circulariteit. “Voor alle opwindende dingen die de komende tijd te gebeuren staan, zoeken we hands-on mensen die willen meestappen in ons traject.” Covid-19 deed de bouwindustrie even op zijn grondvesten daveren. Maar de sector herpakte zich razendsnel en profileerde zich als essentieel voor onze samenleving. De zoektocht naar nieuwe, sterke handen om de toekomst mee vorm te geven, viel allesbehalve stil. “De uitdaging rond duurzame bouwoplossingen voor de wereld van morgen schept geweldige kansen voor jonge mensen in tal van disciplines.” CEO van Holcim België Bart Daneels zag de cementnijverheid in tien jaar tijd een opmerkelijke evolutie doormaken. De focus op duurzaam bouwen en circulaire innovaties, de digitalisering maar ook de shift naar nieuwe manieren van werken gaven de industrie een enorme drive. “Mensen die nu bij Holcim instappen, doen dat op een moment waarop de hele sector in sneltreinvaart transformeert. In deze transitie is er een grote nood aan kennisinput vanuit verschillende domeinen en op alle niveaus.” Waar staat de Belgische cementindustrie met zijn duurzame ambities ten opzichte van de wereld? We hoeven allerminst te blozen, weet Bart Daneels. “België is pionier en wereldleider in de productie van groene cementen en betons. Met de sector zijn wij een van de grootste verwerkers van afvalstromen voor andere industrieën. We recupereren bijproducten en afval van onder meer de petrochemische nijverheid en hergebruiken die als brandstof voor onze cementovens. Zo maken we klinker, de grondstof voor de productie van cement, met een
zeer lage footprint. Daarna voegen we alternatieve grondstoffen toe, eveneens bijproducten van andere industrieën. Met één ton grondstof kunnen we op die manier bijna twee ton cement maken. Wat betekent dat je ook maar de helft CO2 uitstoot. De innovatieve oplossingen die wij in België implementeren, worden over heel de wereld gekopieerd.”
“De uitdaging rond duurzame bouwoplossingen voor de wereld van morgen, schept geweldige kansen voor jonge mensen in tal van disciplines.” - Bart Daneels, CEO Holcim België Met het ‘grijze’ basisproduct beton vallen ongelooflijk mooie dingen te doen, betoogt Daneels met passie. “Om zoveel redenen is beton het product van de toekomst. En in die toekomst is er voor België een voortrekkersrol weggelegd. De industriële clusters liggen in ons land zodanig dicht bij elkaar dat innovatieve links tussen de verschillende bedrijfstakken er sterk door gefaciliteerd worden. Nu al ontwikkelen we volop nieuwe technologieën om bijvoorbeeld CO2 af te vangen, op te waarderen en te transformeren naar circulaire kunststoffen. We zitten in België perfect gepositioneerd om in dit domein een wereldspeler te zijn en te blijven.” Wat is nu de plaats van Holcim in het hele verhaal? Het bedrijf heeft internationaal de wens getoond om de meest duurzame firma in de bouwwereld te worden, bevestigt de CEO. “De toekomst wordt niet geschreven, maar gebouwd. Op de site van
Obourg in België wensen we met GO4ZERO een wereldprimeur neer te zetten: de eerste koolstofneutrale cementfabriek. Recent voegde Holcim België met de overname van PTB-Compaktuna ook een vierde poot toe aan zijn portfolio. PTB-Compaktuna is producent en verdeler van duurzame bouwspecialiteiten en een iconisch merk in de Belgische bouwwereld. De overname ligt geheel in lijn met onze filosofie ‘build more with less’. Met minder grondstoffen maken we de meest performante bouwoplossingen.” De ambities rond circulaire economie en sustainability zijn een motor in de zoektocht naar nieuw talent. “We richten onze blik naar hands-on mensen die willen meestappen in ons traject. Holcim België telt momenteel zevenhonderd werknemers in negentien sites verspreid over gans België. We hebben tal van boeiende vacatures openstaan. Daarbij zoeken we naar heel diverse profielen: van technici, ingenieurs en ontwikkelaars tot salesmensen, marketing- en communicatiemedewerkers of operatoren. Ook jonge mensen krijgen in ons bedrijf heel snel kansen om de ladder te beklimmen.” De lokale maakindustrie kreeg met de coronacrisis vernieuwde aandacht. “De betonindustrie verzamelt typisch lokale bedrijven onder zich, die ter plaatse mensen zoeken”, geeft Bart Daneels aan. “De sector is op zoek naar meer diversiteit en past zijn werking daarop aan. Flexwerken, telewerk of volledig betaald zwangerschapsverlof: een bedrijf zoals Holcim vertrekt vanuit de zorg voor zijn werknemers.” “We bieden talrijke opportuniteiten om in verschillende posities ervaring op te doen”, belooft de Holcim België-CEO. “Maar vooral krijgen medewerkers de mogelijkheid om op heel korte termijn veel verantwoordelijkheid te nemen. Mensen met initiatief zien we daarom graag komen. Wie bereid is om mee op de kar te springen, mag rekenen op prachtige kansen.”
ALSTOM: VOLOP BOUWEN AAN HET TRANSPORT VAN DE TOEKOMST Ongeveer een derde van alle energieverbruik op de wereld komt op de rekening van vervoer en transport. Die gigantische hoeveelheid verraadt al dat hier nog enorme winsten in efficiëntie en CO2-besparing liggen te wachten. Trein-, tram- en metrofabrikant Alstom heeft een ambitieus programma opgezet om die transitie naar schoner vervoer mee vorm te geven. Ook de Belgische vestigingen doen daarbij een stevige duit in het zakje.
Tegen 2050 zal 70 procent van de mensheid in een stedelijke omgeving wonen, zo berekenden de Verenigde Naties. Tegelijkertijd wordt er de komende decennia een enorme stijging voorspeld in zowel de vracht- als passagiersvolumes. Voor Alstom is de groene en slimme mobiliteit dan ook een enorme opportuniteit, zegt Xavier Thaler, directeur van de Alstom-vestiging in Brugge (het vroegere Bombardier). “Het spoor is de ruggengraat van een mogelijke energietransitie omdat spoorvervoer sowieso al grotendeels geëlektrificeerd is. Het is een zeer propere energie, op voorwaarde natuurlijk dat ze ook schoon aangemaakt wordt. Om een idee te geven: per reiziger per kilometer stoot een trein gemiddeld ongeveer 30 gram CO2 uit. Bij een auto is dat 90 gram. Bij een vliegtuig zelfs 170 gram.” Drie pijlers voor klimaat neutraliteit Momenteel sporen er wereldwijd zowat 150.000 voertuigen van Alstom rond. Het bedrijf stelt 70.000 mensen te werk in 70 landen, op 250 sites. In België is Alstom goed voor 1960 werknemers en 3 vestigingen: Brussel, waar het hoofdkantoor staat, Brugge, waar een belangrijke productiesite is gevestigd en Charleroi, waar het bedrijf aan R&D doet. “Alstom is volop de weg van de energietransitie ingeslagen”, zegt Thaler. “En dat doen we op drie manieren. De eerste is door onze producten nog efficiënter te maken. Een hst van vandaag verbruikt 20 procent minder stroom dan een hst van de vorige generatie, maar hij vervoert wel 20 procent meer
passagiers. De tweede pijler is het inzetten op duurzame mobiliteit. Drie jaar geleden hebben we bijvoorbeeld de waterstoftrein gelanceerd die 0 gram CO2 uitstoot. Die rijdt ondertussen al in Duitsland, en Frankrijk en Italië hebben dezelfde deugdzame weg bewandeld. We bieden ook hybride aandrijvingen aan, waarbij we bijvoorbeeld een dieselmotor in de trein combineren met batterijen. Of waarbij we een elektrische trein van batterijen voorzien, voor de stukken spoor die nog niet geëlektrificeerd zijn. Ook de recycleerbaarheid van onze producten stijgt voortdurend. Vandaag is meer dan 37 procent van onze nieuw ontwikkelde oplossingen eco-designed. Tegen 2025 moet dat 100 procent zijn. En de derde pijler, ten slotte, is onze eigen decarbonisatie. We maken al gebruik van zonne-energie in verschillende sites met het doel dit op alle sites te realiseren, we verbruiken almaar minder gas en water en we zijn goed op weg om te evolueren naar een volledig
CO2-neutraal bedrijf. Dat is ook onze uitgesproken ambitie.” Autonome trein Veel van die klimaatinspanningen vragen een stevige portie R&D en daarbij rekent Alstom onder meer op de vestiging in Charleroi. “Dat is voor ons een belangrijk Center of Excellence voor onderzoek en ontwikkeling”, zegt Thaler. “Een goed deel van het werk daar draait rond signalisatie en beveiliging van de treinen, het bekende ETCS-systeem is er bijvoorbeeld ontwikkeld. Maar ook over tractie- en energie-oplossingen wordt er volop nagedacht. Zo heeft men in Charleroi bijvoorbeeld een systeem gemaakt dat energie kan recupereren wanneer de tram of metro afremt. We zijn dat nu ook aan het ontwikkelen voor treinen. Ook bijvoorbeeld de ontwikkeling van autonome metrostellen is al vergevorderd. Wereldwijd zijn er al bepaalde steden mee uitgerust. Die stellen hebben een hogere capaciteit, minder uitval, meer comfort en
verbruiken tot 40 procent minder energie. Het Belgische team is nu bezig met de ontwikkeling van autonome treinen.” Gezocht: talent Alstom is een bedrijf in volle expansie en ook de Belgische vestigingen varen daar wel bij. “Ons orderboek is voor de komende vier jaar vol”, zegt Thaler. “In Brugge bijvoorbeeld gaan we zeker tot 2026 de M7-treinstellen bouwen voor de NMBS, daar is alle capaciteit volgeboekt. Dat betekent ook dat wij voortdurend op zoek zijn naar nieuw talent om onze rangen te komen vervoegen. We kunnen daarbij best wel wat troeven in de schaal leggen. Wie bij ons komt werken, helpt mee om het transport van de toekomst vorm te geven en draagt bij aan een nieuw soort mobiliteit met minimale impact voor mens en milieu. Bovendien kom je terecht in een absolute hightechomgeving, waar gewerkt wordt met spitstechnologie.” Concreet heeft Alstom momenteel zowat 150 vacatures vacant. “In Brugge zoeken we een vijftigtal mensen”, zegt Thaler. “Van logistieke specialisten over mensen in de aankoop, tot testtechnici en arbeiders. In Charleroi gaat het om een honderdtal nieuwe personeelsleden. Daar zoeken we vooral engineering-profielen en mensen die kunnen denken in groene oplossingen. Al onze medewerkers kunnen trouwens genieten van constante bijscholingen en opleidingen. Om dat nog beter waar te maken, gaan we binnenkort trouwens een gloednieuw scholingsen trainingscentrum openen.”
16 HET BELANG VAN EMPLOYER BRANDING
FOKUS-ONLINE.BE
Zo lok je talent naar jouw werkvloer De krapte op de industriële arbeidsmarkt is nijpender dan ooit. Employer branding om jezelf als aantrekkelijke werkgever te presenteren, belooft geen mirakels. “Maar als bedrijf ben je quasiverplicht om het ook dáár beter te doen dan je concurrenten.”
I
n de regio Antwerpen-Waasland, de ruggengraat van onze Belgische industrie, staan vandaag over de verschillende sectoren heen 27.000 vacatures open. Voor de clusterindustrie en haven zijn dat er 10.000, waarvan 6600 in de productie en 3600 in de logistiek. Tegelijk zijn in diezelfde regio 26.600 werkzoekenden tussen de 25 en 45 jaar in bemiddeling bij de VDAB en zitten er nog eens 4000 in opleiding. Luc Luwel, CEO van Voka Antwerpen-Waasland, haalt het cijferboek boven om aan te tonen hoe dramatisch de situatie is. “En dan heb ik nog niet gesproken over de aankomende pensioneringsgolf, die een derde van de bezetting in vraag stelt.” De war for talent trekt iedereen mee in de strijd, van ingenieurs tot technici en productiemedewerkers. “In het begin zochten werkgevers nog naar bachelors en masters”, geeft Luwel aan. “Vandaag volstaan vaak een attest en een gemotiveerde houding om aan de slag te gaan. Bedrijven zijn bereid hun mensen zelf op te leiden. We hebben knappe voorbeelden van nagelstylistes die op de vloer zijn omgeschoold tot heftruckchauffeur. Veel ondernemingen hebben een eigen academie en zetten projecten op rond welzijn en diversiteit. Ik zie heel wat zinvolle acties rond employer branding, waarmee bedrijven zichzelf en de industrie in de kijker zetten als innovatieve en duurzame werkgevers.” Maar zolang het instrumentarium niet structureel verandert, zijn het doekjes voor het bloeden, stelt de Voka-directeur. “Een pijnpunt blijft de eeuwigdurende werkloosheidsuitkering, die je volgens mij ook moet gaan koppelen aan knelpuntopleidingen. Verder denk ik dat de VDAB en het beleid
in met onze programma’s ‘Be The Change’ en ‘DigiSkills Belgium’, rond de toekomst van de arbeidsmarkt en digitale vaardigheden.” De basis van een succesvolle employer-brandingstrategie is een doordacht verhaal met een duidelijke ‘promesse’, klinkt de aanbeveling. “Die formuleer je vanuit één tot drie krachtige waarden die jouw bedrijf doen excelleren ten opzichte van een ander. Vervolgens breng je in dat verhaal substory’s aan waarin ook nieuwe doelgroepen zich kunnen herkennen. Laat jouw jongste werknemer Samir bijvoorbeeld op je website vertellen waarom hij zo geweldig graag voor je bedrijf werkt. En laat wat verderop Suzy, jullie 55-jarige IT’er, hetzelfde verhaal doen vanuit haar eigen beleving.”
Lok interactie en connectie uit, durf je nek uit te steken en zoek ambassadeurs voor je bedrijf. — Sanja Chen, Agoria
nog te weinig inzetten op korte trainingen, STEM-onderwijs en het nochtans beloftevolle traject van duaal leren. Ik geloof dat de competitie tussen bedrijven nut heeft, maar zolang het kader scheef zit, blijft employer branding toch vooral een kwestie van het onderling afsnoepen van talent.” Sanja Chen, expert employer branding van werkgeversorganisatie Agoria, gelooft evenmin in mirakeloplossingen. “Maar in een markt
als deze ben je als bedrijf quasi-verplicht om het ook op vlak van employer branding beter te doen dan je concurrenten. Anders dan vaak verondersteld wordt, blijft dit niet beperkt tot ‘mensen goesting geven’ om bij jou te komen werken. Je moet ook zorgen dat ze die goesting behouden en liefst ook verder uitdragen. Talentschaarste is een uitdaging met meerdere dimensies. Uiteraard gaat het om rekrutering en branding, maar even belangrijk zijn retentie en scholing. Daar zetten we sterk op
Topics die bij werkzoekenden vandaag een gevoelige snaar raken? Dat zijn onder meer thuiswerk, flexibel werken en leerkansen, wijst Chen aan. “Wellicht zul je kandidaten ook sneller overtuigen als je erin slaagt om hen tijdens het rekruteringsproces op een persoonlijke manier te verrassen. Bied bijvoorbeeld na een eerste gesprek een Instagramstory aan waarin een andere productieoperator vertelt hoe zijn onboarding is verlopen. En na gesprek drie volgt dan een Spotifylist met de favoriete muziek van de toekomstige collega’s.” De algemene regel: goede employer branding is méér illustratie en minder selling. “Lok interactie en connectie uit, durf je nek uit te steken en zoek ambassadeurs voor je bedrijf. En vooral: neem de tijd om het goed te doen. Want hoe harder het buiten stormt, hoe sneller ondernemingen het belang daarvan vergeten.” Door Heleen Driesen
Ontdek meer op
Fokus-online.be #fokusindustrie
CHRLY nieuwe IT-recruiter met eigen methodes IT-profielen zijn erg gewild en recruteringsagentschappen hebben er hun handen mee vol. CHRLY is een nieuwe speler op deze markt. Het bedrijf is opgericht door IT-dienstverlener Fujitsu.
Vacatures invullen in de IT-sector wordt steeds moeilijker. Fujitsu heeft wereldwijd heel wat IT-specialisten in huis en zoekt continu nieuwe medewerkers. CHRLY gaat dan ook in de eerste plaats op zoek naar profielen die Fujitsu zelf zou aanwerven, maar werkt voor heel de markt. Heroriëntering Tijdens de coronapandemie zochten heel wat bedrijven hun weg in verdergaande digitalisering, onder meer om thuiswerk vlot te laten verlopen. Fujitsu nam de gelegenheid te baat om heel het bedrijf van 130.000 medewerkers in honderd landen te heroriënteren en startte met een digitaal transformatietraject. Zo ontstonden begin 2020 een aantal micro-enterprises: kleine autonome en wendbare teams die innovatief vanuit een startup mentaliteit werken. Ook de recrutering bij Fujitsu werd volledig opnieuw bedacht. Traditioneel omschrijven bedrij-
ven voor een bepaalde baan vereisten inzake kennis, ervaring en vaardigheden. Ze selecteren de kandidaten die daar het beste aan voldoen. CHRLY vertrekt vanuit het profiel van de kandidaat en niet vanuit de door een bedrijf gevraagde skills. Vandaar dat CHRLY zich richt zich tot bedrijven, maar ook tot jobzoekers, freelancers en stagiairs. Verschillen Volgens CHRLY zijn er nog een aantal andere verschillen met andere recruiters op de IT-markt. Zo selecteert het bedrijf niet alleen kandidaten, maar houdt het tegelijk de skills van de consultants actueel. Voor kandidaten geldt bovendien een ‘recht door zee’-aanpak: CHRLY raadt een sollicitant bijvoorbeeld af om op een vacature in te gaan indien het concludeert dat die niet past bij zijn persoonlijke drijfveren en ambitie. Twee andere diensten maken een bijkomend
Maxime Cools General Manager
verschil: Try&Hire en Recruitment as a Service (RaaS). Met Try&Hire kunnen een kandidaat en een bedrijf een jaar lang samenwerken zonder daadwerkelijke aanwerving. Zijn beide partijen tevreden, kan het daarna tot een aanwerving komen, zonder dat CHRLY daar nog in tussenkomt of een hiring fee opstrijkt. RaaS is bedoeld voor bedrijven die hun eigen aanwervingsafdeling tijdelijk willen versterken. Soms slagen bedrijven er niet in om vacatures in te vullen. Dat kan liggen aan de manier waarop ze personeelswerving aanpakken, omdat het aanwervingsproces niet op punt staat of omdat er onverwacht iemand uitvalt. Recruiters van CHRLY kunnen dan tijdelijk bijspringen. CHRLY zetelt in Brussel en is vennootschapstechnisch onderdeel van Fujitsu Talent Belgium, zij het als autonome entiteit, met een eigen branding.
www.chrly.be
18 SMART LIST
FOKUS-ONLINE.BE
Wat deed corona met onze economie? Voorlopig lijken we door de pandemie heen te zijn, al durft niemand te voorspellen of we nu echt helemaal van corona verlost zijn. Als we het puur economisch bekijken, lijkt het alsof we het ergste ondertussen achter ons gelaten hebben. Zowel de groeiprognoses als de werkloosheidsstatistieken staan in het groen. Al duiken ook donderwolken op, met dank aan Vladimir Poetin.
1. Economische groei. We moeten er geen doekjes om winden: de economie draait als een tierelier. Nadat we met z’n allen maandenlang noodgedwongen de vinger op de knip moesten houden (omdat alles gesloten was) zijn consumenten weer volop aan het kopen geslagen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de enorme schaarste aan bepaalde componenten zoals chips, al heeft de trage chipaanvoer ook nog wel andere redenen, zoals de verstoorde wereldwijde supply chain. Die enorme vraag naar goederen en diensten is zelfs een van de oorzaken dat het inflatiespook na jaren weer opduikt. Die stevige inflatie heeft natuurlijk ook veel te maken met de waanzinnig gestegen prijzen van energie. De tarieven voor gas en elektriciteit zaten al maanden in de lift, maar de oorlog in Oekraïne heeft ze helemaal door het dak laten gaan. Rusland is immers een van de grootste gasleveranciers aan Europa en de angst dat president Poetin de gaskraan zou dichtdraaien, zorgt voor paniek op de markt en stijgende prijzen. In eerdere voorspellingen voor 2022 en 2023 ging de EU nog altijd uit van een groei van respectievelijk 4,3 en 2,5 procent, al houdt men ook een slag om de arm: “Deze uitkomst is afhankelijk van hoe de pandemie zich ontwikkelt en van de snelheid waarmee de toelevering zich aanpast aan de snelle vraagontwikkeling na de heropening van de economie”. Op het moment van die voorspelling lag ook Oekraïne nog niet onder vuur.
2. Jobs, jobs, jobs. Economische hausse brengt in regel ook goede werkgelegenheidscijfers met zich mee en dat blijkt ook. Een belangrijke kanttekening daarbij is wel dat de werkgelegenheid ook voor corona al bijzonder hoog was. De pandemie heeft dus géén massale werkloosheid met zich meegebracht of zelfs maar de beruchte war for talent gesmoord. Wat Europa betreft, verwacht de EU dat de werkgelegenheid met 1 procent zal groeien dit jaar en 0,6 procent in 2023. Dat betekent dat er dit jaar meer mensen aan het werk zullen zijn dan voor de pandemie en dat die trend zich in het jaar daarna gewoon zal doorzetten. Voor heel 2022 gaat de Europese Commissie uit van een werkloosheidsgraad van 7,5 procent en 7,3 procent, respectievelijk in 2022 en 2023. België volgt die tendens. Het Planbureau noemt de groei van de werkgelegenheid in 2021 “robuust”, maar ziet de stijging wel een beetje vertragen vanaf het laatste kwartaal. Pas in de tweede helft van 2022 zou er opnieuw een versnelling hoger geschakeld worden, zo is de prognose. De oorlog tussen Rusland en Oekraïne heeft voorlopig ook nog niet geleid tot een aanwervingspauze bij de bedrijven en zolang het conflict niet escaleert richting het Westen, zal dat er allicht ook niet van komen.
3. Feest(je) op de beurs. Beleggers zullen de maanden februari en maart 2020 allicht niet snel vergeten. Toen duidelijk werd dat corona een serieus wereldwijd probleem was en niet enkel een ‘Chinese ziekte’, kregen de beurskoersen een pandoering van jewelste. Tussen 1 februari en het dieptepunt medio maart, speelde de Brusselse BEL 20-index meer dan 33 procent van zijn waarde kwijt. De Amerikaanse Dow Jones deed het met min 35 procent zelfs nog slechter. Door onder meer het goede nieuws over vaccins, het legertje thuiswerkers dat nieuwe technologie moest kopen en streamingdiensten die een recordaantal abonnees konden optekenen, veerden de koersen echter al snel weer op. Wie op 15 maart 2020 een pakketje Pfizer-aandelen kocht, kon dat op 1 september 2021 van de hand doen met meer dan 50 procent winst. Wie op (het tot dan redelijk onbekende) Moderna gokte, kraakte helemaal de jackpot: plus 1730 procent. Ook andere aandelen stegen vlotjes in dezelfde periode: Apple deed er 159 procent bij, Tesla 571 procent en Amazon 95 procent. Dat we bij bovenstaande voorbeelden de periode nadrukkelijk beperken tot 1 september, heeft overigens een gegronde reden. Sinds het vierde kwartaal van vorig jaar lijkt het feest op de beurs stilaan ten einde te komen. Niet alleen de vrees voor een stijgende rente zit daar voor iets tussen. U raadt het al: sinds Rusland Oekraïne binnenviel, zijn de koersen helemaal beginnen kwakkelen.
4. Zorgen voor de schatkist. Uit wat we tot nog toe geschreven hebben, zou u bijna kunnen concluderen dat corona niets minder dan een zegen is geweest voor onze economie. Daar moeten we enkele stevige nuanceringen bij maken, want de pandemie heeft onze schatkist (ons allemaal dus eigenlijk) ook een bom duiten gekost. Tussen maart 2020 en juli 2021 gaf de federale overheid bijna 6 miljard euro uit aan tijdelijke werkloosheid. Het overbruggingsrecht, een soort werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen, was tot eind juni 2021 goed voor ruim 5 miljard euro. In het kader van het Vlaamse ‘beschermingsmechanisme’ voor bedrijven die moesten sluiten of omzetverlies hadden, werd meer dan 2,5 miljard euro uitgekeerd. Die maatregelen lijken wel hun effect gehad te hebben: in 2020 waren er 7900 faillissementen, het laagste aantal sinds 2007. Al waarschuwt het onderzoeksbureau Graydon wel dat heel wat ondernemingen enkel maar konden overleven door hen aan het kunstmatige geldinfuus te leggen en dat het voor hen vaak uitstel van executie was. Die miljardendans heeft zijn sporen nagelaten. Het totale begrotingstekort van alle Belgische overheden tikt in 2022 af op 21,3 miljard euro, becijferde het Monitoringcomité, of 4,14 procent van het bbp. Veel beterschap moeten we in de komende jaren overigens niet verwachten. Door de vergrijzing en onze zeer bescheiden werkzaamheidsgraad zal het Belgische structurele deficit tegen 2024 het grootste van Europa zijn, zo berekende het IMF. Door Frederic Petitjean
#FOKUSINDUSTRIE
AUTOMATISERING 19
Investeringen in Industrie 4.0 brengen geld op Investeringen in technologie en engineers om het productieproces te automatiseren worden vaak gezien als een kostenpost. Maar in de praktijk levert het juist geld op.
E
en bedrijf dat naar de toekomst kijkt, dat is er eentje die bezig is met Industrie 4.0. Dat stelt John Spronck, voorzitter van Vlamef, de belangenvertegenwoordiging van metaalverwerkende bedrijven in Vlaanderen. Hij is tevens zaakvoerder van metaalverwerkingsbedrijf Esma in Maasmechelen en investeerde de laatste jaren volop in machine monitoring. “Nu zie ik meteen hoeveel stuks gemaakt zijn op een machine en wat de conditie van de machine is. Door realtime informatie te hebben, kan ik veel sneller schakelen en informatie doorgeven aan klanten en leveranciers.” Industrie 4.0 gaat over Internet of Things, artificiële intelligentie en smart learning, maar het gaat ook over realtime monitoring van het productieproces, aldus Walter Auwers, Business Unit Manager Advanced Manufacturing van de technologische kennisinstelling Sirris. “Het is niet alleen een revolutie, ook een evolutie waarbij de digitale transformatie in kleine stappen gemaakt kan worden.” Vooroordelen over de complexiteit weerhoudt volgens hem een derde van de Belgische maakbedrijven om zich bezig te houden met Industrie 4.0. Vaak zien bedrijven waar het goed loopt ook geen aanleiding. “Daarnaast denkt een derde van de Belgische maakbedrijven na over investeringen in digitalisering en automatisering, terwijl een ander derde reeds toepassingen heeft geïmplementeerd.” Vooral grote bedrijven zijn voorlopers op het gebied van Industrie 4.0. “Zij kunnen de kosten beter dragen en focussen meer op strategische langetermijnplannen”, aldus Auwers. Afgezien van investeringen in machines en technologie, vergt het proces van digitalisering en automatisering ook forse investeringen in het personeelsbestand.
was, en het bleek dat de machine sneller aan het slijten was. Hierdoor hebben we eerder kunnen ingrijpen en de schade aan de machine kunnen beperken en productieuitval kunnen voorkomen.” Ook van het technische personeel en de engineers worden andere skills gevraagd. “In plaats van mechanische kennis zijn er steeds meer vaardigheden op het gebied van elektronica en IT nodig”, aldus Union. Ook de automatisering van het productieproces heeft haar vruchten afgeworpen bij de Vandemoortele Groep. “Voorheen verliep de overgang (de wisseling tussen twee productrecepten, nvdr) handmatig. Dat proces hebben we geautomatiseerd. Het gevolg hiervan is dat we veel minder productuitval hebben en dus kosten uitsparen. Om verder te ontwikkelen biedt Industrie 4.0 enorm veel kansen.”
In plaats van mechanische kennis zijn er steeds meer vaardigheden op het gebied van elektronica en IT nodig. — Nele Union, Vandemoortele Groep
Dit ondervond ook de Vandemoortele Groep die vanaf 2016 een digitalisering van het productieproces in haar margarinefabriek in Izegem doorvoerde. Noemenswaardige investeringen in het machinepark waren daarvoor niet nodig, vertelt sitemanager Nele Union. “Onze machines genereerden al veel informatie, maar daar werd niets mee gedaan. Er werd hoogstens naar gekeken als er iets kapotging.”
In de huidige situatie heeft datacaptatie en -analyse tot doel om de slijtage en mogelijke breakdown van een machine te voorspellen. Op het gebied van personeelsmanagement en human resources werden er eveneens behoorlijke investeringen gedaan. Om de data-analyse toe te passen, werd er een dataanalist aangenomen. Die verdiende zichzelf kort na zijn indiensttreding weer terug. Union: “Op basis van data-analyse van de machine merkte hij dat er wat aan de hand
Walter Auwers is ook overtuigd van het nut van investeringen in Industrie 4.0. Sterker nog: “Om aan te haken zullen veel bedrijven wel moeten digitaliseren en automatiseren.” Hierdoor kan ook de Belgische loonhandicap gecompenseerd worden, ons land behoort qua arbeidskosten immers tot de koplopers van Europa. Door automatisering kan er met minder werknemers meer geproduceerd worden. Hij voorspelt dat de transformatie er wel toe kan leiden dat bepaalde kennis verdwijnt bij maakbedrijven. “Grote bedrijven zullen hun eigen engineers in dienst hebben om productieprocessen uit te tekenen. Voor kleinere bedrijven is dat vaak niet nodig en zal er veel gewerkt worden met externe, gespecialiseerde IT-bedrijven. Bedrijven moeten erover waken dat ze nog over voldoende knowhow beschikken om ook met deze gespecialiseerde IT-bedrijven samen te werken.” Door Jerom Rozendaal
20 EXPERTPANEL • GRONDSTOFFEN
FOKUS-ONLINE.BE
Zetten schaarse grondstoffen een rem op de toekomst? Prijsstijgingen en oplopende levertijden maken de grondstoffenschaarste pijnlijk voelbaar bij zowel fabrikant als eindconsument. Wie wacht op het einde van de coronacrisis om het oude normaal te zien herrijzen, wacht wellicht tevergeefs.
Bernard Thant
Bart Buysse
Financieel analist Econopolis Automotive
Saskia Walraedt
CEO Fevia Voeding
Director Essenscia PolyMatters Chemie
Van welke grondstoffen ontstaat het snelst een tekort? “Enerzijds is het voor heel wat grondstoffen in de auto-industrie niet makkelijk om het aanbod op te schalen. Het duurt jaren om een nieuwe mijn te ontwikkelen, het vergunningstraject is complex, er spelen veel belangen. Tegelijk is de vraag naar grondstoffen sterk gestegen. Vooral vanwege de economische hoogconjunctuur, maar ook door de tendens van vergroening. Voor de productie van elektrische voertuigen is er bijvoorbeeld grote nood aan metalen. De vraag naar lithium, nikkel, koper, kobalt en diverse andere (edel)metalen zal de komende jaren nog sterk groeien. Innovaties zoals kobaltarme en -vrije batterijen zijn in ontwikkeling, maar nog niet voor morgen.”
“Om een specifiek product te maken, heb je een rist aan grondstoffen en ingrediënten nodig. Het ontbreken van één enkele component kan al problemen geven in de productie. De huidige schaarste gaat nog niet zo ver dat bedrijven echt moeten worden stilgelegd. Maar we merken wel dat de leveringstijden vaak hoog oplopen. De prijzen zijn bovendien soms met 25 procent tot 50 procent de hoogte in geschoten. Melk- en boterprijzen zijn bijvoorbeeld sterk gestegen, bepaalde suikers zijn moeilijk te krijgen, ook sommige oliën, specerijen en textuurbepalende ingrediënten zijn schaars. De oorzaken zijn divers: de coronacrisis, tegenvallende oogsten en geopolitieke aspecten hebben allemaal een impact.”
“Een recente studie van de Europese Commissie toont aan dat liefst 95 procent van alle gebruiksproducten en materialen rechtstreeks gelinkt zijn aan de chemie- en kunststoffensector. Wanneer daar tekorten opduiken, heeft dat dus een grote impact op de rest van de economie. We zien een krapte aan bepaalde oplosmiddelen en pigmenten voor de vervaardiging van verven. Er zijn ook tekorten in alle grote kunststoffenfamilies, zoals polyethyleen, pvc en EVOH-copolymeren: materialen waarvan de bouw-, auto- en verpakkingsindustrie sterk afhankelijk zijn. Bovendien is er een grotere vraag naar kunststoffen, vooral in de bouw- en renovatiemarkt en voor medische toepassingen zoals mondmaskers en kunststofschermen.”
Wat zijn de gevolgen en welke problemen ziet u vooral opduiken in 2022? “Voor de auto-industrie zelf schat ik de situatie op korte termijn niet al te negatief in. In 2020 is de productie van auto’s wereldwijd met 15 procent gekrompen. Vorig jaar was er evenmin groei, vanwege het tekort aan chips. Bijgevolg is de vraag naar auto’s momenteel erg groot. Fabrikanten en dealers zijn minder kwistig met kortingen en optiepakketten dan in het verleden. Prijsstijgingen voor grondstoffen worden (met vertraging) doorgerekend naar de klant. Op de prijsdaling van elektrische batterijen, die een derde uitmaken van de totaalprijs van een elektrische auto, is voorlopig een rem gekomen. Ook loonstijgingen, hogere transportkosten en productievertragingen laten zich voelen bij de eindconsument.”
“Wanneer de markt en de toelevering grondig verstoord raken, neemt een herstel toch al snel ettelijke maanden in beslag. Een tegenvallende oogst werkt minstens een seizoen door. Geopolitieke omstandigheden heb je niet in de hand. Onder meer de scheepvaart is door corona zwaar getroffen, wereldwijd staan nog containers verspreid die hun bestemming niet bereiken. Soms heerst er bij grondstoffenleveranciers ook een zekere vorm van speculatie die de prijzen de hoogte in jaagt. In elk geval zie ik ook in 2022 voorlopig geen einde komen aan de prijsstijgingen. Bedrijven vertellen ons dat ze een dergelijke inflatie en krapte nooit hebben meegemaakt. Hebben ze vandaag een tekort aan het ene product, dan is het morgen weer een ander.”
“Uiteraard speelt de wet van vraag en aanbod, maar ook de exploderende energie- en transportkosten stuwen de prijzen van basisgrondstoffen verder omhoog. De hoge gasprijzen hebben bijvoorbeeld een belangrijk deel van de Europese ammoniakproductie stilgelegd, wat ons sterk afhankelijk maakt van invoer vanuit andere werelddelen. Door de coronacrisis vertienvoudigden soms de prijzen voor containertransport per schip. Een normalisering van transport- en energiekosten is dé uitdaging voor 2022. Hier en daar lijkt beterschap in zicht: installaties die door de lockdown, technische problemen of extreme weersomstandigheden waren stilgelegd, komen weer op toeren. Maar voor enkele materialen blijft het tekort gigantisch.”
Wat zijn de mogelijke oplossingen of alternatieven om de schaarste te bestrijden? “Mirakeloplossingen zijn er niet. Autoconstructeurs beschermen zich wel tegen stijgende grondstofprijzen door langetermijncontracten af te sluiten. Ethische risico’s proberen ze te beperken door kobalt uit Australië of Marokko te kopen in plaats van uit Congo. Autoconstructeurs kiezen ook voor een multivendorapproach (inkopen bij verschillende leveranciers) om de bevoorradingszekerheid te verhogen. Daarnaast zoeken fabrikanten alternatieven voor bepaalde onderdelen, zoals goedkopere types van lithiumbatterijen. Of ze houden een groter deel van de productie in huis. Zo gaan Duitse constructeurs hun elektrische motoren grotendeels zelf bouwen.”
“Als er problemen opduiken met bepaalde grondstoffen, gaan fabrikanten soms op zoek naar alternatieve ingrediënten voor hun voedingswaren. Heel wat bedrijven werken echter met afnemers zoals grootwarenhuizen die de samenstelling van hun producten heel duidelijk bepalen in hun lastenboek. Bovendien mag de prijs van een alternatieve grondstof niet te hoog liggen en moet de kwaliteit van het eindproduct bewaard blijven. Multisourcing is een optie, maar uiteindelijk vist iedereen in dezelfde vijver. Ook het aanleggen van grotere stocks is in de voeding niet zo evident. Sowieso zijn openheid en wederzijds begrip tussen landbouwer, producent, afnemer en consument belangrijk in deze moeilijke situatie.”
“We kunnen twee belangrijke lessen trekken. Ten eerste onderstreept de grondstoffenschaarste hoe belangrijk het is om in Europa over een sterke basisindustrie te beschikken die ons minder afhankelijk maakt van de toelevering van essentiële grondstoffen en kritische materialen. Daarnaast is dit een eyeopener om nog radicaler in te zetten op de transitie naar een circulaire economie. De beschikbare volumes aan gerecycleerde kunststoffen zijn te klein om aan de toenemende vraag te voldoen, en er is te weinig garantie op een continue aanvoer van hoge kwaliteit. Er is werk aan de winkel om de recyclage- en inzamelcapaciteit op te trekken. Enkele pioniersprojecten rond chemische recyclage zijn alvast veelbelovend.” Door Heleen Driesen
#FOKUSINDUSTRIE
LOGISTIEK EN INNOVATIE 21
De logistiek zit op een kantelpunt In een wereld van globalisering en klimaatverandering staat logistiek onder druk. Digitale en groene innovaties kunnen daar echter mee helpen, maar dat vereist wel dat de logistiek innovatie omarmt.
Z
o zijn er heel wat nieuwe zaken op til in de logistiek. “Er gebeurt veel qua innovatie”, stelt Eric Verlinden, manager research bij het VIL, het Vlaamse Innovatieplatform voor Logistiek. “De twee belangrijkste thema’s zijn digitale transformatie en verduurzaming. Veel van de innovatie in onze cluster is verbonden aan die twee thema’s.” Die vernieuwing wordt op zijn beurt gedreven door bredere tendensen waartegen de logistiek stoot. “Innovatie speelt altijd in op grote maatschappelijke uitdagingen”, stelt professor Thierry Vanelslander van de UAntwerpen, die zich onder andere specialiseert in innovatie en logistiek. “Efficiëntie wordt ten eerste steeds belangrijker. De volumes en afstanden in de logistiek worden groter, en het moet tegelijk goedkoop blijven. Daarnaast ondervindt logistiek een impact van klimaat in twee richtingen. Zo is de sector een grote veroorzaker van uitstoot. Maar logistiek wordt ook getroffen door klimaatverandering. Als de waterstand bijvoorbeeld te hoog of te laag is, door droogte of te zware regenval, dan zal dat de binnenvaart beïnvloeden. De sector moet bijdragen tot oplossingen, maar ook zorgen dat ze bestand zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering.” Digitalisering maakt zo de sector steeds efficiënter. “Er is zeker vooruitgang, maar er is ook nog heel wat werk aan de winkel”, stelt Verlinden. “Volgens mij zitten we nu echter op een kantelpunt. De logistiek is veel complexer en groter geworden. Ook zijn de marges laag, wat doorgaans betekent dat je hoge volumes moet verwerken. Zo efficiënt mogelijk zijn, is dus belangrijk, en digitalisering kan daarbij
helpen. Daarnaast is er de arbeidsmarkt, want het is moeilijk om de juiste profielen te vinden. Automatisatie kan zoiets deels opvangen. Die combinatie van een krappe arbeidsmarkt en een complexe logistieke keten zet grote druk op de logistiek, en dat maakt digitalisering en automatisering onvermijdelijk.” “Partijen moeten data leren delen”, vult Vanelslander aan. “We moeten een volledig zicht krijgen op waar welke lading zit. Als er dan een probleem optreedt, denk maar aan extreme weerfenomenen, dan kun je heel gericht alternatieven zoeken om die obstakels te vermijden. Dat gebeurt vandaag al in de digitale wereld met bijvoorbeeld email. Je drukt op een knop, en dat bericht komt via allerhande kanalen op de bestemming terecht. Die flexibiliteit willen we nu ook bij logistieke netwerken introduceren, een soort fysiek internet.” Die digitalisering wordt op zijn beurt aangevuld met vooruitgang in groene technologie. “We moeten in 2050 emissie-vrij zijn”, stelt Verlinden. “Daar wordt heel erg op ingezet. We begonnen recent bijvoorbeeld een project om batterij-technologie in vrachtwagens te onderzoeken. Twee jaar geleden zou dat ondenkbaar geweest zijn, want toen dacht men dat een zwaar voertuig met een batterij onmogelijk was. Terwijl vandaag de eerste elektrische vrachtwagens al rondrijden. Voorlopig zijn dat nog korte afstanden, je rijdt er niet onmiddellijk mee naar Milaan, maar de voorbije jaren zagen we enorme sprongen.” Ondertussen ondervindt de sector wel unieke uitdagingen. “De logistiek is een
Zeker bij de jongere generatie dringt de noodzaak voor innovatie en digitalisering door. — Thierry Vanelslander, UAntwerpen
samenwerken van bedrijven”, stelt Verlinden. “Er zijn veel kleinere en middelgrote spelers in dezelfde keten, die ook nog eens moeten samenwerken als je digitalisering en innovatie tot een goed einde wilt brengen. Dat is typisch voor de logistiek, iedereen maakt deel uit van een keten. Soms is dat moeilijk, want je moet samenwerken met je concurrenten. Je moet aan tafel gaan met een bedrijf dat vorige week misschien een klant van je wegstal.”
“Een cultuuromslag komt eraan”, besluit Vanelslander hoopvol. “Zeker bij de jongere generatie dringt de noodzaak voor innovatie en digitalisering door, zonder daarbij de oudere generatie te blameren. Er moet een cultuur komen van delen en samenwerken. Bedrijven die nu niet bezig zijn met innovatie en digitalisering zullen het weldra horen donderen in Keulen.” Door Jerom Rozendaal
22 GEGEERDE PROFIELEN
FOKUS-ONLINE.BE
De industrie verandert, de ‘war for talent’ gaat onverminderd voort Dat onze industrie pijlsnel evolueert ondervinden we elke dag. Daarom is er ook steeds nood aan nieuwe profielen. Analyses wijzen steeds duidelijker op een heuse ‘war for talent’ in de industriële wereld. Uit de lijst met knelpuntberoepen blijkt dat meer dan de helft van de top 10 bezet wordt door technische profielen. Wij overlopen een aantal felbegeerde functies.
Big data engineer
Expert onderzoek en ontwikkeling
Technicus industriële installaties
Technicus productieproces en methodes
Data zijn het nieuwe goud, zo luidt het credo. Die waarheid lijkt steeds meer te gelden in zowat elke professionele omgeving. Door de constante stroom van informatie wordt immers steeds meer gebruikgemaakt van gigantische sets data om de geleverde kwaliteit van diensten of producten te optimaliseren. Dit levert uiteraard ook nieuwe functies op. De klassieke data-analist, die zich bezighoudt met het verwerken van historische data tot bruikbare informatie, wordt steeds vaker bijgestaan door een zogenaamde ‘data scientist’. Die legt zich toe op het maken van voorspellingen door de beschikbare data te extrapoleren.
Wie niet innoveert, zet zichzelf buitenspel. En dus heeft elke industriële speler nood aan profielen die zich toespitsen op onderzoek en ontwikkeling. Deze experten gaan op zoek naar vernieuwende inzichten uit onderzoek en ontwikkeling binnen de eigen sector. Die vergaarde kennis proberen ze dan om te zetten naar de werkvloer, door de onderzoeksresultaten te gaan aanwenden en benutten, in de hoop zo tot betere producten of prestaties te komen.
Technologische ontwikkelingen zijn vandaag meer dan ooit de motor van vooruitgang in de industriële wereld. Een rechtstreeks gevolg is dat ook de installaties almaar complexer worden. Technici die deze toestellen kunnen onderhouden zijn daarom een cruciale schakel in zowat elke bedrijfsketen. Hierbij gaat het uiteraard zowel over onderhoudspreventie als over de meer klassieke herstellingswerken.
De tijd dat alles bestond uit natuurlijk verkregen producten ligt ver achter ons. Zowat overal waar je kijkt kom je in aanraking met producten die het resultaat zijn van een productieproces waar een indrukwekkende lading knowhow achter zit. De materialen waaruit de wereld rondom ons bestaat, zijn dus het resultaat van steeds verder geoptimaliseerde realisatieprocedés.
Een zo mogelijk nog belangrijkere vraag in deze data driven-samenleving is: hoe komt een organisatie aan de juiste data? Wat meteen de rol van de big data engineer aangeeft. Die houdt zich bezig met het bedenken, ontwerpen en ontwikkelen van technische oplossingen die het mogelijk maken grote hoeveelheden data te verzamelen, op te slaan en te analyseren. De big data engineer ontwikkelt infrastructuren om grote datasets te verwerken. Men probeert met andere woorden algoritmes te ontwikkelen en in te passen in de bedrijfsprocessen. De steeds grotere rol die wordt toebedeeld aan AI en machine learning maakt deze profielen steeds meer gegeerd. Om aan de slag te kunnen in deze rol, moet je behalve beschikken over een zeer goede IT-kennis ook helemaal thuis zijn in de wereld van de dataverwerkingssystemen.
Hoe performant en vernieuwend je bedrijf ook is, het blijft een onomkeerbare waarheid dat de overgrote meerderheid van de informatie en vernieuwende ideeën zich steeds buiten de eigen organisatie bevindt. Zo kunnen zelfs de grootste farmareuzen maar een klein deel van het biologisch en farmaceutisch onderzoek in de eigen rangen organiseren. Dit is een belangrijk inzicht om de positie van al wie zich bezighoudt met O&O goed te begrijpen. Hierdoor is het namelijk zo dat O&O-profielen voornamelijk bezig zijn met het doorzoeken van al datgene wat zich buiten de eigen onderneming afspeelt, in de hoop hier zelf zaken van te kunnen overnemen en er beter van te worden. Innovatie-expert Michael Ringel beschrijft onderzoek en ontwikkeling daarom als ‘samen met je echtgenoot de opties voor het volgende huwelijk overlopen’.
In deze context spelen de zogenaamde PLC’s of programmable logic controllers vandaag niet zelden een hoofdrol. Dit zijn elektronische apparaten waarbij een microprocessor machines aanstuurt. In het kader van de steeds verder doorgedreven automatisatie bij installaties zijn deze van levensbelang. Vandaar dat ze niet zelden de ‘werkpaarden van de industriële automatisatie’ genoemd worden. Om deze te kunnen bedienen en waar nodig te kunnen herstellen, worden daarom heel wat opleidingen aangeboden. Om voor deze vorming te slagen, is een vergaande kennis van elektriciteit noodzakelijk. Daarnaast komt voor dit soort functies, zeker wanneer je te maken krijgt met iets oudere installaties, ook kennis van hydraulica en mechanica zeer goed van pas. Ondanks de grote nood aan deze profielen, zijn deze zeer moeilijk te vinden op de arbeidsmarkt. Zo blijkt uit rapporten van de VDAB dat er in Vlaanderen sprake is van een verhouding van een werkzoekende per twee vacatures voor deze functie.
Om dit te kunnen realiseren zijn uiteraard zeer specifieke technische profielen nodig. In veel gevallen wordt in deze context ook gesproken over process engineers. Hiermee verwijst men in de eerste plaats naar de procesindustrie. Deze term wordt gebruikt om de vervaardiging van producten via chemische, biochemische, mechanische en/ of fysische processen op industriële schaal aan te duiden. Een klassiek voorbeeld hierin is de staalindustrie, die er de afgelopen decennia stelselmatig in is geslaagd om de milieubelasting die gepaard gaat met het productieproces te verlagen. Dit ‘groen staal’ is het gevolg van baanbrekend onderzoek dat hernieuwbare energie en allerlei vormen van gerecycleerd materiaal probeert in te zetten tijdens het proces. Dit is grensverleggend binnen de chemische wereld, maar ook het gevolg van een doelbewuste adoptie van kennis uit andere vakdomeinen.
Door Bavo Boutsen
#FOKUSINDUSTRIE
NAWOORD 23
Pieter Raes
Koester wat waardevol is Een ‘matured asset’ representeert in het Engels veel beter onze procesindustrie dan het Nederlandse ‘verouderde industrie’. Als de taal ons dan niet helpt, zullen we met slim onderhoud moeten laten blijken hoe waardevol onze industrie is.
D
irect na de Tweede Wereldoorlog werd ten volle duidelijk hoe belangrijk de procesindustrie was voor de West-Europese economie. In het derde kwart van de twintigste eeuw werd een groot aantal petrochemische installaties gebouwd met een voorziene levensduur van 30 à 40 jaar. Logischerwijs kon iedereen dus vaststellen dat vanaf begin jaren 90 de vragen rond levensduurverlenging en onderhoudsmanagement actueler werden. De opzet van dergelijke systemen, waarbij voorspelbaar onderhoud gepredikt werd als efficiënter dan reactief onderhoud, vond vooral gehoor bij wetenschappers. In de praktijk zagen operationeel managers hun primaire kosten initieel stijgen, waarmee preventief en predictief onderhoud werden verbannen uit de managementsystemen. Begin deze eeuw begon het besef te groeien dat als er niet wezenlijk wat zou gebeuren op het gebied van onderhouden van assets die hun ontwerpleeftijd voorbij waren, totale sloop de enige optie zou zijn. Gezien de strategische sleutelrol werd de totale uitfasering van de petrochemie als zeer onwenselijk gezien door overheden en het bedrijfsleven. Daarmee werd het besef vergroot dat slim onderhoud onmisbaar is voor een volledig volwassen industrie. Onderhoudsconcepten van 10 jaar eerder werden afgestoft en nieuwe assetmanagers gingen met nieuwe managementtools als Lean en Six Sigma aan de slag om efficiënte, datagedreven onderhoudssystemen op te zetten waarbij met een minimum aan resources het maximale werd bereikt. Daarmee leek de sector gered en leken de problemen
opgelost. Totdat duidelijk werd dat oude assets niet meer passen binnen de energie-, milieu- en maatschappelijke eisen. Innovatie werd meer dan nodig, maar in de slag om zo efficiënt mogelijk te onderhouden, waren de resources verdwenen om slimme nieuwe methodes en technologie te adopteren in een wereld waar in vele andere sectoren de toepassing van ultramoderne computers, robots, sensoriek, hightech-materialen en draadloze netwerken al breed werd toegepast.
Het is tijd voor werkelijke verandering in onze procesindustrie.
Het is dus tijd voor werkelijke verandering in onze procesindustrie. Asset-monitoring, specifieke robotica, dashboarding, multifunctionele sensoriek en geavanceerde datacommunicatie zijn beschikbare en toepasbare technologieën die nu snel en breed moeten worden omarmd. De gedachte dat een asset-owner het alleen kan binnen de eigen gelederen is een verouderd denkbeeld. Alleen met intensieve samenwerking tussen kenniscentra en slimme, flexibele kmo-bedrijven enerzijds en grote asset-owners anderzijds, kunnen de broodnodige innovaties geïmplementeerd worden waarmee onze sector tegemoet kan komen aan de actuele maatschappelijke eisen. Zo kan de sector zich klaarmaken om daarna naadloos op te schuiven naar een waterstofgebaseerde industrie. Door Pieter Raes, Algemeen directeur KicMPi
(Kennis en innovatiecentrum voor Maintenance Procesindustrie)
Group Thys ontpopte zich de afgelopen decennia als de marktleider in België op gebied van binnendeuren. Een breed aanbod en distributie, en een ruime stock: het zijn maar enkele van de elementen die ervoor zorgen dat er jaarlijks meer dan 650.000 deuren hun weg vinden naar eindklanten.
“We zijn van origine een houtzagerij en bosexploitant, gespecialiseerd in hardhout zoals beuk en eik. Eind jaren 80 hebben we het bedrijf opgesplitst. Mijn oudste broer heeft de houtzagerij verdergezet. Ik ben samen met mijn jongste broer een deurenfabriek begonnen in Kapellen,” vertelt mede-eigenaar en CEO Luc Thys. “We doen vandaag niet alleen de productie van deuren, maar ook de distributie van parket, keukens en badkamers. Group Thys staat voor innovatie en kwaliteit. We bieden daarbij hoogwaardige designs en kwaliteit aan een betaalbare prijs, voor een breed publiek. Naast onze fabriekstoonzaal in Kapellen, Antwerpen, openen we binnenkort ook een tweede professionele toonzaal in Champion, Namen.” Jullie zijn een belangrijke speler op de Belgische markt? “In België beleveren we ongeveer 60% van alle binnendeuren. Onze grote sterkte is een zeer breed aanbod. Niet alleen in houten verfdeuren, maar ook in afgewerkte deuren. Dat zijn deuren die je niet meer moet verven en behandelen, en dat zowel bij vlakke deuren als stijldeuren. We werken daarbij met verschillende natuurgetrouwe decors. Ook glazen deuren zijn vandaag in trek. We zijn zelfs met een speciale opstelling gestart voor het maken van deuren met een stalen uitzicht. Er zijn bovendien verschillende systemen, gaande van klassieke deuren met zichtbare scharnieren tot gelijkliggende deuren van plafondhoogte met verdoken scharnieren en deurkruk, die als het ware in de muur verdwijnen. Voor ieder wat wils, dus. Een andere troef is het feit dat we snel kunnen leveren. We houden ervan om grote volumes te produceren zodat we de kostprijs kunnen drukken. We stock¬eren die in ons magazijn waardoor we heel snel kunnen uitleveren. Onze levertermijn bedraagt een 14-tal dagen. Bij sommige collega’s is dat zes tot tien weken.” Hoe beleven jullie de huidige markt met stijgende grondstofprijzen en schaarste? “Het is belangrijk dat je goede afspraken maakt met je toeleveranciers. Dan kan er ondanks de schaarste toch geleverd worden. Dat betekent ook dat je akkoord gaat met prijsverhogingen die zich
op de markt voordoen. Doe je dat niet, dan heb je geen goederen. Daarnaast hebben we een grote stock, ook van materialen die we in onze producten verwerken. Zo hebben we reserves als er zich een tijdelijk tekort voordoet.” Hoe werken jullie aan duurzaamheid? “Group Thys is heel groen. Alle onze producten hebben zonder uitzondering een FSC/PEFC-label. We hebben ook 30.000 m2 zonnepanelen op ons dak liggen en staan op die manier voor een groot deel voor onze eigen stroomproductie in. We zijn één van de weinige bedrijven waar de sociale werkplaats volledig geïntegreerd is in de werking. Ook dat vind ik een vorm van duurzaamheid. 40% van onze arbeiders zijn mensen met een sociale handicap. We werken al 20 jaar op die manier. Zo proberen we de maatschappij in brede zin te ondersteunen.” Wat zijn voor jullie de belangrijkste uitdagingen voor de volgende jaren? “Een deur is in feite een rechthoekig vlak dat vrij prominent aanwezig is in een muur. Je kan die deur laten opvallen of net laten wegvallen in de muur. Belangrijk is het gedeelte dat de deur laat bewegen. Een auto loopt zolang de motor loopt. Een deur
gaat open zolang het slot en de scharnieren hun werk doen. Ik vind het uitdagend om het sluitwerk steeds te verbeteren zodat de levensduur van het product verlengd wordt. Het is een uitdaging om dat geruisloos, onzichtbaar, niet-uitstekend, schuivend of elektrisch te doen. Op dat vlak kunnen er nog veel ontwikkelingen gebeuren. Daarnaast moet je je aanbod natuurlijk actueel houden. Tot 2015 moest alles wat hout was heel verfijnd zijn. Vandaag zien we terug de opkomst van het brute, de vintagestijl. Je moet meegaan in die mode en daarop anticiperen.” Ook de deurpakketten die jullie maken zijn een succes? “De meeste van die pakketten brengen we onder eigen label op de markt. In zo’n pakket zit een volledige deur die klaar is om te plaatsen, inclusief deurlijsten, scharnieren, sloten, vijzen, alles erop en eraan. Zo hoeft de verkoper geen specialist te zijn om een deur te verkopen. Dat is handig want er is tegenwoordig vaak een groot verloop van medewerkers in sommige winkels. De deuren kunnen ook steeds met de opening in twee richtingen geïnstalleerd worden. Wij lossen met onze deurpakketten alle vragen in één keer op. Vergissingen zijn op die manier uitgesloten. Sommigen noemen ons ook de Ikea van de deuren.”