Fokus Agri & Food

Page 1

D I T D OSS I E R WO R DT G E P U B L I C E E R D D O O R S M A RT M E D I A E N VA LT N I E T O N D E R D E V E R A N T WO O R D E L I J K H E I D VA N D E R E DACT I E VA N D E STA N DA A R D

FEB ‘22

AGRI & FOOD Hilde Crevits Morgen zal niet als gisteren zijn

Straks op tafel Van insecten tot zeewier

Michel Mersch Innovatie ten dienste van veerkracht

Bart Buysse ”Wij zijn bourgondiërs die geen genoegen zullen nemen met een pil astronautenvoeding.”

Lees meer op Fokus-online.be


2 VOORWOORD

FOKUS-ONLINE.BE

Hilde Crevits

4

6

Morgen zal niet als gisteren zijn

10

22

LEES MEER.

De pandemie heeft onze maatschappij op haar grondvesten doen daveren. Het sluimerende besef dat een doorgedreven mondialisering ook een buitenlandse afhankelijkheid op het vlak van voedsel en grondstoffen impliceert, is door corona plots heel concreet geworden.

H

et strategisch belang van een degelijke, lokaal verankerde voedselketen was nooit zo duidelijk. Het was dan ook een geruststelling om te zien dat ons voedselsysteem in Vlaanderen en België ‘coronaproof ’ bleek en ook de kwaliteit van onze lokaal geproduceerde voeding op topniveau bleef.

Duurzaamheid betekent daarom voor mij ook een shift naar een circulair voedselsysteem, een kringloop van farm to fork met maximale valorisatie van reststromen, biogebaseerde grondstoffen en een optimaal hergebruik van die grondstoffen. Daarom blijf ik in mijn beleid volop inzetten op innovatie, technologische ontwikkeling en het gebruik van data.

Toch zal het een hele uitdaging zijn om die stabiliteit en veerkracht ook in de toekomst te blijven garanderen, een uitdaging die we enkel succesvol kunnen realiseren als de hele keten er met vereende krachten de schouders onder zet. Van primaire producent tot retail, samen moeten we gaan voor (h)eerlijk kwaliteitsvol voedsel in Vlaanderen, voor de boer om de kloof tussen boer en burger te dichten, voor de voedingsindustrie om het vertrouwen van de consument te herwinnen en te behouden.

Kennisopbouw is ook van groot belang om de strategisch belangrijke voedselproductie in Vlaanderen te kunnen blijven verankeren. Daarom ontwikkelden we bijvoorbeeld een verdienwijzer om landbouwers en tuinders te ondersteunen bij het maken van toekomstgerichte bedrijfskeuzes. Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds zal onze landen tuinbouwers daarbij ondersteunen om de overstap naar een ander verdienmodel te maken en een bijhorend businessplan op te stellen. De eindbeslissing zal echter altijd bij de land- en tuinbouwer zelf liggen.

Een duurzame en innovatieve shift, dat is de inzet

Het momentum is daar. Want de relance en het herstel na de pandemie bieden zonder twijfel kansen om naar een duurzaam en modern voedselsysteem te evolueren. En dan gaat het in de eerste plaats over een beter evenwicht in de verhoudingen tussen de ketenpartners om te garanderen dat alle schakels loon naar werken krijgen en beloond worden voor de inspanningen die ze leveren om topkwaliteit te blijven leveren. Daarvoor is in de eerste plaats een vernieuwd besef nodig bij de consument dat gezond, vers en lekker voedsel een waardevol goed is en geen wegwerpproduct.

van ons beleid.

Een duurzame en innovatieve shift die ons toelaat ons voedselsysteem beter af te stemmen op de maatschappelijke uitdagingen op het vlak van milieu, klimaat enzovoort, en die een kwaliteitsvolle en veerkrachtige Vlaamse voedingssector garandeert voor de volgende generaties, dat is de inzet van ons beleid. Niet meer of niet minder. De weg is nog lang, maar de koers is uitgestippeld.

4

Biotechnologisch onderzoek zit in stroomversnelling

6

Hoe interpreteren we de informatie op voedselverpakkingen?

12

Interview: Bart Buysse, Fevia

16

Boontje komt om zijn loontje

18

Wat eten we morgen en overmorgen?

22

Michel Mersch: Innovatie ten dienste van veerkracht

COLOFON. COUNTRY MANAGER

CHRISTIAN NIKUNA PEMBA CREATIVE DIRECTOR

BAÏDY LY HOOFDREDACTIE

ANNICK JOOSSEN EINDREDACTIE

DON VAN DER PUTTEN TEKST

SOPHIE PYCKE DAAN VANSLEMBROUCK VICTOR PEETERS COVERBEELD

KRIS VAN EXEL DRUKKERIJ

COLDSET PRINTING PARTNERS

SMART MEDIA AGENCY.

LEYSSTRAAT 27 2000 ANTWERPEN +32 (0)3 289 19 40 REDACTIE@SMARTMEDIAAGENCY.BE FOKUS-ONLINE.BE

Door Hilde Crevits

Viceminister-president van de Vlaamse Regering & Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw (CD&V)

Veel leesplezier!

Romina Philippus Project Manager

#fokusagrienfood

Ontdek meer op

Fokus-online.be


Zo bouwt Arvesta aan de landbouw van de toekomst. Arvesta is actief in veevoeding, land- en tuinbouw en retail. Daarmee speelt de organisatie, samen met haar 2000 experts, een cruciale rol in de voedingsketen in ons land. En dan vooral in het verduurzamen van de landbouw. Zodat alles wat jij op je bord krijgt een kleinere ecologische voetafdruk heeft. Van het zaadje dat ergens in de grond gaat, naar de duurzame opvolging van de teelt, het oogsten, de opslag en de verwerking tot het eindproduct, onze experts begeleiden het hele proces. Hetzelfde geldt voor de productie van gezonde melk en een lekker stukje vlees. Eric Lauwers, CEO: “Arvesta is er om een brug te slaan tussen landbouw enerzijds en retailers en voedingsbedrijven anderzijds. We doen dit door dagelijks 700 landbouwers te bezoeken en samen te werken met onderzoeksinstellingen om de landbouw te helpen innoveren. We helpen de landbouwer in het managen van de complexiteit, garanderen traceerbaarheid en verhogen de duurzaamheid. Dat is waar we bij Arvesta voor staan: we bieden oplossingen die haalbaar zijn en onmiddellijk effect hebben – met respect voor landbouwer, dier en planeet.” Hoe relevant is Arvesta vandaag? “We zijn meer dan ooit relevant. Onze Belgische voedingsketen is wereldtop in termen van traceerbaarheid en CO2-uitstoot. Wie veilig, gezond en duurzaam wil eten, moet Belgisch eten. Daar werken we vandaag volop aan met onze innovaties. Zo verminderen we dankzij ons Euroclim-veevoeder de methaanuitstoot bij koeien tot wel 30%. Met ons mobiel gotensysteem telen we veel meer sla, andere groenten en kruiden op een kleine oppervlakte, hergebruiken we 90% van het water en hebben we minder plantenbeschermingsmiddelen nodig. Op die manier hebben we echt impact op de voedingsketen. Een uitdaging waar we vandaag voor staan is het bewaren van een gelijk speelveld voor internationale duurzaamheidsnormen. Onze boeren leveren producten van de hoogste kwaliteit, maar botsen vaak op buitenlandse voedingswaren die niet aan dezelfde strenge regels moeten voldoen. We kunnen ons niet vinden in het feit dat we dergelijke producten importeren terwijl we nergens beter produceren voor het klimaat dan in eigen land. Bovendien zouden we dankzij onze strenge normen

ook meer moeten exporteren gezien onze voedingsketen ‘best in class’ is wat betreft kwaliteit en traceerbaarheid.” Hoe bouwt Arvesta aan de landbouw van de toekomst? “Wat wij doen is oplossingen uitwerken voor veranderende uitdagingen. Dat maakt land- en tuinbouw tot een van de snelst innoverende én duurzame sectoren. Digitalisering, technologie en R&D zijn nodig om de innovaties te versnellen waarmee we de land- en tuinbouw op de toekomst helpen voorbereiden. Daarom investeren we jaarlijks meer dan 50 miljoen euro, niet alleen in onze IT-systemen en productiesites, maar ook in het ontwikkelen van duurzame innovaties. Daarmee zijn we top in de wereld.” Waar vervult Arvesta vandaag een cruciale rol? “We ontwikkelden het Euroclim-veevoeder met lokale grondstoffen – en dus een lage ecologische voetafdruk – waarmee we de CO2-voetafdruk van vlees en zuivel significant verlagen, met 10 tot 30%. Mochten alle landbouwers in België morgen deze techniek gebruiken, dan betekent dit het equivalent van 130.000 wagens minder op de weg. Bij varkens zetten we met ons Taintstop-voeder – trouwens een echte wereldprimeur - volop in op dierenwelzijn door castratie bij mannelijke varkens niet meer nodig te maken. Marcassou lanceerde dit jaar haar label ‘Le Cochon Bien-Etre’ waarmee varkens in Wallonië op diervriendelijke wijze én met Taintstop-voeder gekweekt worden voor hun vleesproducten. In de teelt van graanproducten voor koekjes, bakkersbloem en zelfs bier helpen we landbouwers met het versterken van de biodiversiteit. Onze partner Mondelez is daarin voorloper met het Harmony Charter. Het zijn Arvesta’s experts die de landbouwers begeleiden om volgens het Harmony Charter duurzame tarwe te telen die onder meer verwerkt wordt in de gekende Prince-koekjes. Arvesta lanceert samen met Belcampi voor het eerst duurzame all-in pastamixen, volledig gemaakt van Belgische tarwe, geteeld met de expertise van onze specialisten, verwerkt in onze Aveve-bloemfabriek in Merksem, en verkocht in onze Aveve-winkels. 100% made in Belgium.

We geven vorm aan de toekomst van glastuinbouw door in eigen land maar ook overal ter wereld, van Canada tot Abu Dhabi, duurzame kassen met mobiele goten te bouwen waarmee we een oplossing bieden voor het tekort aan ruimte, water en arbeid. Het gaat hier om een hoogtechnologisch teeltsysteem met focus op automatisering, hernieuwbare energie, klimaatcontrole, cooling, efficiënt water- en nutriëntengebruik en nieuwe teelten. Volgens ons het antwoord op de uitdaging om de wereldbevolking te voeden. We blijven vooruitkijken. Als uniek kenniscentrum in land- en tuinbouw zijn we vastberaden om de duurzame en innovatieve partner bij uitstek te zijn van de boer en tuinder. We zullen ons als een pionier blijven inzetten voor de uitdagingen waar we vandaag voor staan. We zijn deel van de oplossing en samen met onze 2000 experts blijven we elke dag meebouwen aan de landbouw van de toekomst.”

“We kunnen dankzij Euroclim onmiddellijk CO2 reduceren in zuivel en vlees”

Eric Lauwers CEO


4 BIO-ECONOMIE IS OVERAL

FOKUS-ONLINE.BE

Biotechnologisch onderzoek zit in stroomversnelling Bio-economie is een middel om voedselverspilling tegen te gaan, maar ook een tool om de klimaatcrisis te lijf te gaan. Dankzij doorgedreven onderzoek heeft de Vlaamse bio-economie gigantisch veel potentieel om incontournable te worden.

D

e vezels van tomatenloof als grondstof voor papier, zaadolie van goudsbloem als toepassing in de verfindustrie of biomassa als grondstof voor plastieken bekers: bio-economie is overal, van landbouw of visserij tot chemie. “Bio-economie is het hergebruiken of omzetten van biomassa en biologische nevenstromen tot waardevolle producten zoals voedsel, biogebaseerde producten en bioenergie”, schetsen Peter Goeman en Emily Verhelst van het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen. “Aangezien zo’n 20 procent van de bederfelijke gewassen, zoals groenten en fruit, in de vuilbak belandt, zijn reststromen uit de voedingsindustrie een belangrijk deel van bio-economie. Zo is Hogeschool Gent bezig aan casestudies waarin ze nagaan hoe bedrijven broodverlies voedselveilig kunnen verzamelen, triëren en opslaan.” Bio-economie is een cruciale schakel om de Vlaamse economie klimaatneutraal te maken. Denk aan nieuwe biogebaseerde alternatieven met een minimale klimaatimpact als alternatief voor producten op basis van fossiele grondstoffen. “Om die shift te maken, moet er nog werk worden verzet”, zeggen Goeman en Verhelst. “Biologische grondstoffen ‘leven’, waardoor heel wat uitdagingen rond kwaliteit, bewaring, opslag en verwerking moeten worden overwonnen. En dan moet de mindshift komen, zowel bij de industrie als bij de consument.” Meer en meer bouwbedrijven zijn geïnteresseerd in biogebaseerde producten, zoals gras dat dienstdoet als isolatiemateriaal. “Voorlopig nog een nichemarkt, maar als die boomt, vinden we hopelijk een natuurlijk alternatief voor minder duurzame materialen”, klinkt het positief. “Alle fossiele brandstoffen vervangen door biogebaseerde oplossingen,

Onderzoek naar bio-economie is al drie decennia bezig, maar het biotechnologisch onderzoek zit de laatste jaren wel in een stroomversnelling. Vlaanderen bekleedt dan ook een voortrekkersrol. “We zitten al decennialang in de voorhoede van biotechnologisch onderzoek”, schetst Dries Maes, beleidsmedewerker bij het departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse Overheid. “Dankzij toponderzoekers aan universiteiten sijpelt innovatie vanuit labo’s door naar de bedrijfswereld. Vlaanderen telt een breed scala aan pilootinstallaties waar nieuwe producten worden getest. De interesse vanuit de industrie neemt alleen maar toe en heel Europa kijkt naar ons. De Vlaamse Overheid trok dit jaar nog eens 10 miljoen euro uit voor bio-economie in Vlaanderen en ook via het Europees herstelfonds wordt zwaar geïnvesteerd in bio-economische projecten. Het zijn spannende tijden.”

Dankzij toponderzoekers sijpelt innovatie vanuit labo’s door naar de bedrijfswereld. — Dries Maes, Departement Economie, Wetenschap en Innovatie

zal een utopie blijven, maar bio-economie zal wél bijdragen aan een oplossing voor de klimaatproblematiek.” Om die kentering te verwezenlijken, moeten we de link tussen bio-economie en circulaire economie naar waarde schatten. “Elk circulair project dat gebruikmaakt van organische materialen valt binnen de bio-

economie. De grote meerderheid van de bioeconomieprojecten richt zich op een evolutie naar gesloten materiaal- en waterkringlopen”, klinkt het. “We willen verantwoord omgaan met onze hernieuwbare en organische grondstoffen en ze zo lang mogelijk in de levenscyclus houden. De circulaire en bioeconomie evolueren dus sterk naar elkaar toe en bevorderen elkaar.”

Uiteraard zijn er ook uitdagingen. “Innoveren betekent risico nemen en geld investeren”, weet Maes. “Maar het is nog belangrijker om alle spelers met elkaar te laten samenwerken. Tussen landbouwers en de voedselverwerkende bedrijven heerst al langer een entente. Maar tussen landbouwers en de non-food of chemische sector is er een cultuurbarrière. Er moet wel nog wat werk verzet worden om die verschillende werelden op één lijn te krijgen. Bio-economische ketens zijn lang en tellen veel tussenschakels. Vertrouwen en transparantie zijn sleutelwoorden.”

Door Sophie Pycke


15n. mi

JD_Adv. 255x185_jan22.indd 2

29-01-2022 09:39


6 EERSTE HULP BIJ ETIKETTEN LEZEN

FOKUS-ONLINE.BE

Hoe interpreteren we de informatie op voedselverpakkingen? Je wandelt door de mooi geordende winkelrekken, maar voor je het beseft word je overstelpt met onbekende termen en getallen. Gelukkig schieten Celine Vereeck, erkend diëtiste in Algemeen Ziekenhuis Klina en oprichtster van ‘LUST’, en Jolien Jonckheere, projectmedewerker gezonde voeding van het Vlaams Instituut Gezond Leven, ons te hulp.

E

lke verpakking is steeds voorzien van een hele reeks cijfers die aangeven wat we allemaal kunnen terugvinden in het product. Zijn ze essentieel in het vinden van gezonde voeding? Voor de doorsnee consument is deze informatie niet altijd even duidelijk. “Het is vooral belangrijk dat mensen weten wat ze eten”, zegt Celine Vereeck. De voedingsindustrie tracht aan de hand van moeilijke termen bepaalde zaken uit de schijnwerpers te houden. Bijvoorbeeld door het hanteren van pseudonamen voor suiker, zoals ‘fructose’. De meeste mensen fixeren zich op de voedingswaardetabel en besteden onterecht geen aandacht aan de ingrediëntenlijst”, haalt Vereeck aan. De ingrediëntenlijst geeft aan waar alle stoffen vandaan komen, welke zijn toegevoegd en welke al van nature aanwezig zijn. “De consument mag ‘the bigger picture’ niet uit het oog verliezen”, merkt Jolien Jonckheere op. “Via de voedingsdriehoek krijgen consumenten de perfecte blauwdruk voorgeschoteld waarop ze zich kunnen baseren tijdens hun inkopen. Vervolgens moeten we vooral ons gezond verstand gebruiken. Een koek met een betere score dan een brood wil niet zeggen dat de koek gezonder is. Vergelijk een koek met een koek”, zegt Jonckheere. Het zou onoverzichtelijk zijn als elk afzonderlijk product een andere puntentelling zou hanteren, daarom werd de Nutri-Score in het leven geroepen. De Nutri-Score is een hulpmiddel voor de consument om de informatie op de achterzijde samen te vatten op basis van één letter. Toch moet de consument zich hier niet volledig op baseren en weten dat het enkel een hulpmiddel is om gelijkaardige producten met elkaar

die datum kan de producent een optimale kwaliteit garanderen. Daarna is het product niet per se onveilig om nog te consumeren, al kan er sprake zijn van verminderde kwaliteit”, zegt Jonckheere. Het is dus als consument belangrijk om jezelf niet blind te staren op de datum, maar vertrouw ook op je zintuigen. In veel gevallen worden additieven toegevoegd om ervoor te zorgen dat de voeding lekkerder oogt en smaakt. Ze hebben meestal een negatieve bijklank. “Het gebruik van additieven wordt sterk gereguleerd, de consument moet zich enkel bewust zijn van ultrabewerkte voeding die geen meerwaarde biedt voor het lichaam”, benadrukt Jonckheere. “De eigenlijke functie van additieven is het langer kunnen bewaren van producten om voedselverspilling tegen te gaan”, zegt Vereeck. In gecontroleerde hoeveelheden hebben additieven dus geen negatieve impact op het lichaam.

Een koek met een betere score dan een brood wil niet zeggen dat de koek gezonder is. Vergelijk een koek met een koek. — Jolien Jonckheere, Vlaams Instituut Gezond Leven

te vergelijken. “Diepvriesfrieten krijgen het A-label. Opvallend is dat dit product het A-label krijgt omwille van zijn aard als aardappelproduct. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het bakproces, wat het product ongezond maakt”, legt Vereeck uit.

Iets onder de Nutri-Score vind je meestal de vervaldatum. “De term ‘te gebruiken tot’ slaat op producten die snel bederven zoals vis en vlees. Deze datum moet altijd gerespecteerd worden. Er is een groot verschil met het opschrift ‘ten minste houdbaar tot’. Tot

De veelheid aan informatie kan intimiderend en verwarrend overkomen. De Nutri-Score en de ingrediëntenlijst zijn een goed hulpmiddel in onze zoektocht naar gezonde voeding, maar ze mogen het gezond verstand niet overnemen. Vooral je levensstijl en je relatie met voeding zijn erg belangrijk. Eet bijvoorbeeld niet snelsnel achter je computerscherm, maar neem de tijd om op een ontspannen manier te lunchen. “In relatie met je gezonde levensstijl maar zeker ook in connectie met de planeet is seizoensgebonden eten de weg die je moet inslaan”, besluiten Vereeck en Jonckheere. “Niet enkel het overmatige transport maar vooral het geforceerd telen van gewassen buiten het seizoen is nadelig voor het milieu.” Door Victor Peeters


De toekomst van duurzame voeding komt van bij ons Meer dan ooit gaan we bewust om met voeding en ruilen we dierlijke producten voor plantaardige alternatieven. Het aanbod wordt bovendien groter én lekkerder. De afgelopen jaren ging de voedingsindustrie met rasse schreden vooruit op het vlak van duurzame en gezonde voeding. Wist je dat een groot deel van die knowhow uit Vlaanderen komt?

Bij SNICK EuroIngredients uit Ruddervoorde wordt hard gewerkt aan het ontwikkelen van innovatieve concepten om voeding gezonder en duurzamer te maken, zonder in te boeten aan smaak. Het bedrijf richt zich niet rechtstreeks tot consumenten maar produceert voedingscomponenten en ingrediënten voor andere voedingsbedrijven in Europa.

waardige kwaliteit te ontwikkelen”, zegt Thomas. Aan de nieuwe generatie vleesvervangers, ging jaren van innovatief onderzoek vooraf. “Plant-based voeding is al lang onze focus, net omdat we aanvoelden dat de vraag naar duurzaam maar smaakvolle voeding steeds groter zou worden”.

Van plantaardige slagroom tot vegan stoofvlees

De eerste generatie vleesvervangers waren niet altijd even voedzaam. “We slagen er vandaag in om kwalitatieve vegetarische producten te ontwikkelen met heel weinig verzadigde vetten, veel vezels en een hoog eiwitgehalte. Een product dat even gezond of zelfs gezonder is dan een stuk mager vlees”, aldus Thomas. Die evolutie kwam er mede dankzij de Nutri-Score, waardoor je als consument altijd goed op de hoogte bent van de voedingswaarde van een bepaald product.

“Het is een hardnekkige Vlaamse gewoonte om het niet te doen, maar we mogen best trots zijn op ons werk.” Aan het woord is Thomas Verhaeghe, R&D manager bij SNICK EuroIngredients. Het team van Thomas werkt nauw samen met KU Leuven, UGent en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Met die laatste ontwikkelde het voedingsbedrijf een plantaardig alternatief voor slagroom. In samenwerking met een masterstudent industrieel ingenieur aan de UGent wordt er gewerkt aan veganistisch stoofvlees. “Onze klanten komen uit diverse sectoren. Zo ontstaat een interessante kruisbestuiving. We combineren procestechnologie uit de vleesindustrie met onze ingrediëntenkennis uit andere sectoren om vegetarische producten van hoog-

Lekker én gezond

Enkel de Nutri-Score van een product verbeteren is niet zo moeilijk, voeding ook gezonder maken zonder aan kwaliteit in te boeten is lastiger. Zout, suiker en vetten spelen vaak een belangrijke rol in de smaak, textuur en houdbaarheid van een product. “We staan hier steeds verder in. Met een combinatie van innovatieve ingredienten en de juiste procestechnieken slagen we

erin om producten lekker én gezond te maken”, zegt Thomas. Ook in koekjes en desserts past het bedrijf deze technieken toe. Wat met de kritiek dat soja toch niet zo duurzaam is? “Dat valt best wel mee, het hangt vooral af van waar je de soja haalt”. Het grootste deel van de soja die SNICK EuroIngredients gebruikt, komt bijvoorbeeld uit Europa of Rusland waar van ontbossing geen sprake is. Samen met KU Leuven en ILVO werkt het bedrijf ook aan een proefproject dat onderzoekt of het mogelijk is om soja voor industriële toepassingen te kweken in Vlaanderen.

Thomas Verhaeghe R&D manager

SNOEP EET JE NIET, DAAR GENIET JE VAN We kennen ze allemaal. De herkenbare metalen blikken van Wycams, gevuld met heerlijke borstbollen. De oer Belgische snoepjes bestaan meer dan 75 jaar en blijven qua smaak onovertroffen. “Wist je dat de eerste borstbollen echt op een Leuvense stoof werden gemaakt?”, vertelt Joris Thijs, senior candy officer. Het verhaal van ons snoepgoed begon in 1946 in Schoten. Camille Wyckmans had er een kruidenierszaakje dat tijdens de oorlog werd geplunderd. Met wat overbleef maakte hij de eerste echte Borstbollen op zijn Leuvense stoof. Die verkocht hij in zijn kleine zaak. Door het succes begon hij er steeds meer te maken en verkocht de Borstbollen in de typische blikjes, die we ook vandaag nog gebruiken.” Wycams was geboren en het bedrijf blijft vol trots het ‘Belgisch’ streekproduct koesteren. “Wij bieden een moment van guilty pleasure aan”, vertelt Thijs. “We weten dat snoep als ongezond wordt bestempeld, maar wij houden er toch van om onze lekkerbekken af en toe een geluksmomentje te schenken. Bovendien werken wij enkel met zuivere lokale suiker en

milieuvriendelijk zijn. Weinig producten zijn beter te recycleren dan blik. De grondstofprijs mag dan hoger zijn, we zijn niet van plan over te schakelen naar plastic. Dat past gewoon niet in onze visie.” “We stellen ons iedere dag de vraag hoe we nog optimaler en duurzamer kunnen werken. Zonne-energie, windenergie, wateren grondstofrecuperatie, super isolatie, doorgedreven sortering van onze afvalstromen, optimalisering van logistieke chain met klanten en leveranciers… het zijn allemaal topics die geïntegreerd worden in onze processen.” glucosestroop. Het zijn ook de enige ingrediënten van onze borstbollen.” Het bedrijf investeerde de voorbije jaren in nieuwe technologie waarbij ook duurzaamheid cruciaal is. “We hebben maar één planeet”, zegt Thijs. “We moeten ze koesteren en ervoor zorgen dat ook de volgende generatie van Wycams kan genieten. Onze blikken zijn ondertussen iconisch. Als ze leeg zijn, doen ze vaak dienst als pennenhouder of als pot om vijzen in te stoppen, maar het allerbelangrijkste is dat ze ook

Wie het metalen blik van Wycams van dichtbij bekijkt leest ‘Made with pride in Belgium’. We zijn een streekproduct en zijn daar ook trots op, iedere dag”, besluit Thijs. Wij toveren een glimlach op het gezicht. Daarvoor doen we het want snoep eet je niet, daar geniet je van.”


8 EIGEN GROENTEN EERST

FOKUS-ONLINE.BE

De snelle opmars van bio en lokaal Boontjes uit Marokko, vis importeren uit Japan of appelen laten verschepen uit een ander zuidelijk continent. We zijn ons er steeds vaker van bewust dat dit eigenlijk not done is. Vaak vinden we dezelfde of soortgelijke producten immers gewoon in onze achtertuin. Lokaal kopen is helemaal in, net als de snelle opmars van biologisch geteelde groenten, fruit en zelfs vlees.

A

ls het over onze voeding gaat, zijn we ons steeds vaker bewust van het gezondheidsaspect, maar ook van de herkomst. Maar wat doet een bioboer nu eigenlijk anders dan een ‘gewone’ boer? Kurt Sannen, voorzitter van Bioforum Vlaanderen, legt uit: “Een bioboer doet aan landbouw door met de natuur samen te werken. Hij gaat voor kwaliteit en probeert de negatieve impact op het milieu zoveel mogelijk te beperken. Hij draagt zorg voor de bodem, kiest voor diversiteit en heeft aandacht voor het welzijn van de dieren.”

die vergroeid zijn in de groente of het fruit. Als bioboer werk je mee aan een meer ecologische manier van leven. En als consument krijg je meer vitaminen en mineralen binnen omdat de bodem waar een bioboer op teelt veel vitaler is.” Bio is gewoon ook hip, en steeds meer consumenten gaan actief op zoek naar producten met een biolabel. Noé: “Bio is ondertussen heel toegankelijk. Iedere supermarkt heeft biologische artikelen. Ook de initiatieven binnen de korte keten rijzen als paddenstoelen uit de grond. De consumenten vinden opnieuw de weg naar de boer. We zien dat ook in het aankoopgedrag, zeker na de eerste lockdown. Mochten mensen meer correcte informatie krijgen over de bestaande teelttechnieken en het verband met het klimaat en milieu, dan zou er misschien meer bewust gekozen worden.”

“Bio werkt zoveel mogelijk samen met de natuur”, bevestigt ook Maarten Noë, zaakvoerder van bioboerderij ’t Livinushof. “Daardoor is lokale productie ook een belangrijke factor. Op momenten dat er bepaalde artikelen niet lokaal beschikbaar zijn, kunnen die ook uit het buitenland komen. Bio staat voor het telen van groenten en fruit op een natuurlijke manier. Er wordt dus geen kunstmest of chemisch bestrijdingsmiddel gebruikt tegen ziektes of om onkruid te verdelgen. Lokaal staat voor voeding die in de nabije omgeving geteeld wordt. Lokaal is dus niet noodzakelijk hetzelfde als bio.” Sannen weet dat een gezonde, levende bodem het sleutelelement is voor de productie van biologische voeding. “Een bioboer draagt dan ook veel zorg voor de bodem en alle levende organismes die de bodem bevolken. Hij gebruikt geen kunstmest, maar voedt de bodem met organisch materiaal zoals dierlijke mest of compost. Via vruchtwisseling zorgt hij dat de bodem niet uitgeput wordt. Door kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen links te laten liggen, kan het bodemleven zich optimaal ontwikkelen en een rijk en doeltreffend bodemvoedselweb vormen. Onkruid

verwijderen doet een bioboer op een mechanische manier, dus door het te wieden, of door het onkruid af te branden met een gasbrander. Een chemisch bestrijdingsmiddel inzetten tegen onkruid, zoals bijvoorbeeld glyfosaat, kan in bio absoluut niet.” Maar ook wat de veeteelt betreft, heeft bio een draagvlak. Sannen: “Een bioboer kiest voor een grondgebonden landbouw. Hij

houdt nooit meer dieren dan zijn grond aankan. Dat betekent dat hij de mest gebruikt om zijn eigen grond of de grond van een collega-bioboer te verrijken. In het ideale geval teelt hij ook het voer zelf.” Los van de manier waarop vlees, groenten of fruit biologisch worden gekweekt, zijn er uiteraard nog andere voordelen. “De smaak van bio is veel beter en intenser”, vertelt Noë. “Je eet geen schadelijke stoffen

De sector is de laatste jaren gegroeid. Steeds meer consumenten kiezen voor bio. De vraag neemt toe, het aanbod volgt misschien in mindere mate. “Klopt”, besluit Noé. “Het is niet eenvoudig om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, want omschakelen naar een bioboerderij vraagt aandacht voor de bodem. Dat is een proces van jaren. Het is onmogelijk om vandaag om te schakelen en morgen een bioboerderij te zijn. Het is een lang en intens proces waarin de kennis en kunde van de boer heel belangrijk zijn. Tegen de achtergrond van de klimaatverandering stimuleert de overheid biologische teelt, maar er is weerstand van de agrarische sector, die overal verweven zit. Het houdt veel grotere bedrijven tegen de stap naar bio te zetten. Er is dus nog werk aan de winkel.” Door Daan Vanslembrouck


Lekkere wafels: van ontbijt tot dessert De Belg eet graag wafels. Heel graag wafels. We kunnen natuurlijk zelf deeg maken en aan het bakken slaan, maar dit is vaak tijdrovend waardoor de diepvrieswafels van Dely een uitstekend alternatief zijn. “Diepvries of vers. Je proeft geen verschil”, vertelt Davy Van Poucke, zaakvoerder van het familiebedrijf Dely. “De smaak en textuur blijven altijd dezelfde.” “Met onze producten willen we de lekkerbek opnieuw laten genieten van de authentieke Brusselse wafels. We bieden verschillende producten aan die van ontbijt tot dessert op het bord kunnen”, vertelt Van Poucke. “Eerst is er de Mini Brusselse wafel, een kleine Brusselse wafel met dezelfde unieke textuur en smaak als de grote broer, de Maxi Brusselse wafel. Daarnaast hebben we ook ronde Brusselse wafels in ons assortiment. Die zijn ideaal tijdens het ontbijt of als tussendoortje. Onze overheerlijke wafels kunnen op elk moment van de dag verorberd worden. Dat geldt ook voor de Toaster Wafel. Deze nieuwe wafels zijn in twee minuten klaar. Gewoon uit de diepvries in de toaster steken en genieten. Deze toaster wafels zijn bovendien verkrijgbaar met diverse inclusies – fruit en chocolade - en in verschillende recepturen - neutraal, gezoet, volkoren en keto - waardoor we voor iedereen wel iets lekkers op het bord toveren.” Dely Wafels biedt enkel diepvriesproducten aan en dat maakt een sterk merk naar export toe. “Wij produceren en alles gaat meteen de vriezer in”, besluit Van Poucke. “Op die manier behouden we een maximale kwaliteit alsof je ze zelf bakt. Daarnaast blijven de producten tot achttien maanden houdbaar wat het een ideaal exportproduct maakt. Zo liggen we bijvoorbeeld in Guatemala, Mexico, Dubai, Hong Kong… in de winkels en ook in de Verenigde Staten zijn ze alvast gek op onze wafels”, lacht Van Poucke.

“Diepvries of vers. Je proeft geen verschil”

Al 120 jaar jouw favoriete smaakmaker! Natuurlijk, smaakvol en lekker: dat zijn de ketchups van Zeisner. In onze bekende

rode flessen vind je geen bewaarmiddelen, kleurstoffen of smaakversterkers.

Enkel fruitige tomatenpuree, gemengd met een kruidenmix van topkwaliteit. Daardoor zijn onze ketchups ook vegan, gluten- en lactosevrij. Redenen genoeg

dus om al 120 jaar zot van Zeisner te zijn! Zeisner is een (h)echt familiebedrijf en deze traditie wordt door de 4de generatie trots verdergezet.

Om onze 120ste verjaardag te vieren, brengen we dit jaar 4 limited-edition-

flessen uit. Benieuwd? Hou dan zeker onze Facebook-pagina in het oog. facebook.com/ZeisnerKetchup

Extra Taste On Top!


DUURZAAMHEIDSINITIATIEVEN KRAFT HEINZ

Kraft Heinz is een van de grootste voedingsconcerns ter wereld. Met meer dan 200 merken, verspreid over 40 landen, is Heinz hét iconische merk dat onder de consumenten het meest bekend is. Daarbij komt een grote verantwoordelijkheid en sterke ambitie om een duurzamere omgeving te creëren.

WE DO THE RIGHT THING.

“Doing the right thing is een van de kernwaarden van onze organisatie dat onze intenties, ambities en manier van werken definieert. Alles wat we doen en waar we voor staan, is hieraan gelinkt. Zo ook onze ambitieuze ESG-strategie die drie belangrijke pijlers omvat” vertelt Andreas Pels ons, Sales Director Belgium. De Kraft Heinz ESG-strategie geeft prioriteit aan de kwesties die het belangrijkst zijn voor de activiteiten van het bedrijf en de belanghebbenden – en richt zich op de gebieden waar het de grootste impact kan hebben. Het omvat drie belangrijke pijlers: Milieubeheer – het verminderen van de operationele ecologische voetafdruk van het bedrijf door middel van waterbesparing, energieverbruik en afvalvermindering in alle productiefaciliteiten, evenals het aanpakken van duurzame verpakkingen Verantwoorde inkoop - bevordering van duurzame inkoopmethoden, inclusief aandachtsgebieden zoals mensenrechten, duurzame landbouw, ontbossing en dierenwelzijn Healthy Living & Community Support identificeren en voldoen aan voedingsdoelen voor Kraft Heinz-producten, met een focus op het beperken van suiker, natrium, verzadigd vet en calorieën, terwijl alternatieve keuzes worden geboden, samen met zijn filantropische missie om de wereldwijde honger te bestrijden.

EEN DUURZAME AANPAK

Verpakkingsafval heeft een nadelige impact op het milieu en is in deze sector een grote uitdaging. Daarom zet Kraft Heinz zich in om stappen te ondernemen om op een operationeel niveau de verpakkingsimpact op het milieu te

verminderen. Zo wil Kraft Heinz de overgang naar een meer circulaire economie en het gebruik van duurzamere materialen ondersteunen. Het bedrijf streeft ernaar om tegen 2025 100% van zijn verpakkingen wereldwijd recycleerbaar, herbruikbaar of composteerbaar te maken. Met trots kan Kraft Heinz zeggen dat in 2020 83% van zijn wereldwijde verpakkingen aan deze norm voldoet, en heeft het bedrijf al 90 ton plastic verwijderd uit zijn flesverpakkingen.

“Dit jaar komt de eerste circulaire Heinz Tomato Ketchup PET-fles op de markt. Deze flessen zullen een impact hebben op ongeveer 300 miljoen flessen die op de juiste manier verzameld en gesorteerd kunnen worden en vervolgens mechanisch gerecycled kunnen worden tot PET van voedingskwaliteit. Deze kan opnieuw gebruikt worden om nieuwe verpakkingen te produceren. Op deze manier wil Kraft Heinz duurzaam groeien, door meer consumenten wereldwijd te verrassen. Alle 100% recycleerbare PET flessen van Heinz Tomato Ketchup zullen binnenkort in de winkels verkrijgbaar zijn” aldus Andreas. Recent deelde het concern mee dat een innovatieve en meer duurzame dop wordt geïntroduceerd. De unieke nieuwe dop - gemaakt van een enkel innovatieftype materiaal - is gemaakt na een investering van acht jaar onderzoek en ontwikkeling, met meer dan 185.000 uur en US $ 1,2 miljoen om een geschikte vervangende dop te vinden voor de handige en extreem populaire knijpflesjes, waarvan in 2020 wereldwijd een miljard eenheden werden verkocht. “Er werden in totaal 45 verschillende ontwerpen gecreëerd voor de missie om de nieuwe dop te maken, die in eigen huis werden geprint met een ultramoderne 3D-printer. Na het maken van de prototypes volgde een strenge testprocedure om er zeker van te zijn dat de dop aan de hoogste kwaliteitsnormen voldeed” licht de directeur verder toe. Tot op heden hebben Heinz Tomato Ketchup flessen een flexibele klep gebruikt, die was ontworpen om de ideale portie saus per kneepje te leveren, maar die doorgaans moeilijk te recyclen

was. De nieuwe innovatieve dop is ontworpen om je dezelfde perfecte hoeveelheid Heinz Tomato Ketchup te geven, met een enkel, stijf en beter recyclebaar materiaal. Het resultaat is dat de dop – en de fles Heinz Tomato Ketchup – gemakkelijk kunnen worden gerecycled. Verpakking is slechts een van de vele domeinen waarop Kraft Heinz zich focust. Zo engageert het zich ook om 100% duurzaam geproduceerde Heinz Tomato Ketchup tomaten te gebruiken tegen 2025. Van het inkopen en transporteren van ingrediënten, het produceren en verpakken van de producten tot het weggooien aan het einde van de levensduur, het verminderen van het afval van productie (of het heroverwegen hoe het te gebruiken) is volgens het bedrijf een gezamenlijke inspanning in de totale waardeketen.

WE ARE CONSUMER OBSESSED

Wij zijn een bedrijf van fijnproevers en onze merken hebben een unieke plek in de harten en huizen van onze consumenten. We werken elke dag om hun loyaliteit en liefde te verdienen, samen met onze retailpartners” gaat Andreas verder. “Het juiste doen via onze ESG initiatieven is één ding, maar we moeten ook blijven mee bewegen met de voorkeuren van onze consumenten, en we zetten hen central in alles wat we doen. Denk hierbij aan de Heinz Tomato Ketchup met 50% minder zout en suikers, of de recent gelanceerde biologische lijn Tomato Frito tomatenproducten” “Als het afgelopen jaar ons iets heeft geleerd, is het dat we allemaal met elkaar verbonden zijn. We voelen allemaal de impact van elkaars acties en passiviteit - of het nu gaat om een wereldwijde pandemie, systemische raciale onrechtvaardigheid of veranderingen in het milieu. Als een van ‘s werelds grootste voedingsconcerns, hebben wij zowel de verantwoordelijkheid, de ambitie en de energie om, samen met onze partners in de keten, een gezonder en duurzamere omgeving te creëren. Samen kunnen we het verschil maken, zelfs met een fles ketchup!“concludeert Andreas.


Ter Beke innoveert

Produceren met liefde en zorg voor de planeet

Ter Beke is een innovatieve voedingsgroep die kwalitatieve kant-en-klare maaltijden en fijne vleeswaren produceert en verkoopt. Het bedrijf is beursgenoteerd en is met meer dan 2.500 werknemers een certitude in ons voedingslandschap, met o.a. “Come a casa” als gekend merk. Maar de komende jaren is er meer dan alleen maar lekker en voedselveilig produceren. “Het verhaal van duurzaamheid kan je niet meer wegdenken”, vertelt kersvers CEO Piet Sanders. “Duurzaam innoveren en rekening houden met drie p’s: planet, people en partners wordt de grootste uitdaging.” Wat het luik ‘planeet’ betreft, is Sanders duidelijk: “Er zijn al heel wat initiatieven geweest de voorbije jaren. Op de parking van onze vestiging in Wommelgem liggen bijna 3000 zonnepanelen. Met andere investeringen kiezen we resoluut voor minder broeikasgasuitstoot en waterverbruik.” De komende jaren moeten de initiatieven meer gestroomlijnd worden en moeten alle neuzen in dezelfde richting. “Duurzaamheid is een verhaal van allemaal samen. Planet en people gaan hand in hand. Onze medewerkers zijn belangrijk in de dagelijkse bedrijfsvoering, maar ze zijn ook ambassadeurs die de visie van het bedrijf uitdragen. Investeren in mensen is ook investeren in de toekomst. Door de continue bewustmaking van medewerkers, en enkele specifieke investeringen, is al sinds 2008 het waterverbruik en primaire energieverbruik in de vleeswarenfabrieken sterk aan het dalen.

V.U: Bahlsen – T. Segers – Medialaan 32, B3 – 1800 Vilvoorde

Binnen het project van duurzaamheid wordt er vooral gekeken naar de verpakkingsvisie van de voedingssector. “Innovatieve verpakkingen worden de toekomst”, vertelt Sanders. “Er is van alles in ontwikkeling om vooral het gebruik van plastic te

reduceren. Wij zijn er in Nederland al in geslaagd om het gebruik van plastic met tien procent te doen dalen, maar het is mijn ambitie om overal naar twintig procent te gaan. Het blijft wel de prioriteit dat nieuwe verpakkingen de smaak, de voedselveiligheid en de houdbaarheid van onze producten niet negatief beïnvloeden.” “Al onze verpakkingen dragen bij tot de systemen van afvalpreventie en –recyclage in de landen waar ze gecommercialiseerd worden. Voor België betekent dit concreet de aansluiting bij en een bijdrage aan FostPlus® voor consumentverpakkingen en Val-i-Pack® voor industriële afvalstromen. In een samenwerking met onze leveranciers ontwikkelen wij verpakkingsconcepten van hernieuwbare bronnen die gecertificeerd zijn.” Voor Sanders is ook de derde ‘p’ heel belangrijk. “Partners. Je kan niet zonder. Maar we moeten het duurzaamheidsverhaal ook samen met hen schrijven. De hele keten van landbouwer tot consument moet economisch duurzaam worden ingebouwd. Pas als alle schakels meedenken in het verhaal, boeken we overal vooruitgang.” Ter Beke is innovatief in energiezuinig produceren, in verpakkingen, maar evenzeer in de uitbreiding van het assortiment. “We willen leiden in wat de markt vraagt”, stelt Sanders. “Steeds meer gaan wij ook plantaardige maaltijden en beleg produceren. We bieden veganistische en vegetarische alternatieven aan, samen met onze doordachte en duurzame visie over vlees. Ter Beke is een innovatieve voedingsgroep die de consument (h)eerlijke verse bereidingen voorschotelt”, besluit Piet Sanders. “Producten die makkelijk te consumeren zijn, gemaakt met liefde, zorg voor de planeet en onze mensen.”

CHOCO LEIBNIZ Gemaakt om van te genieten. Een koekje met een heerlijke tablet melkchocolade

BAHLSEN BY DESIGN


12 INTERVIEW

FOKUS-ONLINE.BE

V

oor we vooruitkijken, kunnen we niet anders dan even stilstaan bij de enorme impact van de coronacrisis op de voedingsindustrie. Fevia lanceerde tijdens de coronacrisis de hashtag #FoodHeroes, om alle medewerkers in de Belgische agrovoedingsketen in de bloemetjes te zetten. Was er extra nood aan steun?

“Dat klopt. Samen met de zorgsector was de voedingssector enorm belangrijk de voorbije twee jaar. Tijdens de coronacrisis gingen mensen op een andere manier om met voeding. Iedereen was vaker thuis, we gingen minder uit eten, haalden maaltijden af of bereidden die zelf en leerden thuis nieuwe producten en ingrediënten kennen. Bovendien kregen we van de regering de erkenning als essentiële sector, dat voelde echt aan als een bevestiging van wat we doen. Het was alle hens aan dek, maar we zijn blijven draaien. Net als de zorgsector is de voedingsindustrie echt héél belangrijk in een lockdown. Van boer over producent tot kassierster, iedereen speelt een dragende rol in de voedselbevoorrading. Toch kregen bepaalde sectoren klappen. Ik kijk vooral naar bedrijven die leveren aan horeca, grootkeukens, events en de travel retail. Daar was het dramatisch. Ook taxfreeshops en vliegtuigmaaltijden bijvoorbeeld. Dat vergeten we soms, maar dat stond zo goed als stil.”

Verbinding is Bart Buysse

het sleutelwoord

‘Digitalisering biedt enorme kansen om het voedingssysteem verder te verduurzamen’ Duurzaamheid is cruciaal in het toekomstbeleid van de voedingsindustrie. Dat weet Bart Buysse, gedelegeerd bestuurder bij voedingsfederatie Fevia, als geen ander. We blikken met hem vooruit naar de komende jaren, waarin duurzaamheid, digitalisering en innovatie de pijlers moeten worden van een moderne voedingsindustrie. Door Daan Vanslembrouck Beeld Kris Van Exel

TUNNELVISIE

Dohmeyer herontwerpt de cryogene vriestunnel

in mijn carrière. Laten we hopen dat de crisis snel voorbij is, want er komt heel wat af op de voedingssector.

“We mogen ons inderdaad verwachten aan een (r)evolutie in het voedingslandschap. De voedingsindustrie is een van de grootste sectoren van het land, een groeisector in volle transitie. Wij staan heel dicht bij de mens en de maatschappij en moeten antwoorden bieden op uitdagingen, zowel maatschappelijk als ecologisch. En dan zijn innovatie en digitalisering nooit veraf. Digitalisering biedt enorme kansen om duurzamer te produceren. De voedingsindustrie is state of the art met verregaande automatisering, robotisering, innovatie, traceerbaarheid en optimalisatie van de voedselveiligheid.”

voedingsindustrie, voor het versnijden van vlees, het invriezen van roomijs, of het losvriezen van kleine losse producten. Hygiënischer

De van oorsprong Belgische producent van cryogene vriesmachines ontwerpt en produceert voor de meeste vries- en koeltoepassingen. Het bedrijf dat in 2018 deels werd overgenomen door het Japanse Air Water Inc, is vandaag wellicht de grootste leverancier van cryogene apparaten voor de voedingsmiddelen en pharmaceutische industrie.

Het afgelopen jaar is Dohmeyer druk bezig geweest met het herontwerpen en verbeteren van haar assortiment cryogene vriesapparatuur op basis van de feedback van een groep geselecteerde klanten. Het ging voornamelijk over grote internationale spelers in de levensmiddelenindustrie. Het resultaat is de nieuwe en verbeterde in-line vriestunnel van Dohmeyer, een van de meest hygiënische tunnels op de markt.

Cryogene apparatuur maakt gebruik van vloeibare stikstof of kooldioxide (CO2) voor het bereiken van de ultra lage temperaturen. Vaak worden temperaturen van -80°C of lager ingezet om de producten snel en efficient te koelen. Gekende toepassingen van cryogenie zijn natuurlijk de bio-banken waarin embryos opgeslagen liggen, maar cryogenie kent ook een grote markt in de

Er zijn nu uitsluitend aflopende vloer- en dakpanelen met geïntegreerde, verwarmde goten. Traditionele rubberen pakkingen en afdichtingen werden uit het ontwerp verwijderd omdat ze een bekende bron van bacteriële besmetting zijn. Aan de vriesruimte van de tunnel is een Cleaning-InPlace-optie (CIP) toegevoegd, waardoor het reinigingsproces sneller en gemakkelijker verloopt.

Bedrijfszekerheid Er is ook veel aandacht besteed aan manieren om de bedrijfszekerheid en de prestaties van de cryogene tunnelvriezers van Dohmeyer te verbeteren. Zo werden alle elektrische kabels geïntegreerd, zodat ze niet worden blootgesteld aan de aggressieve reinigingsmiddelen van de levensmiddelenindustrie. De nieuwe circulatieventilatoren hebben een sterke gerichte luchtstroming wat zorgt voor een snellere invriezingstijd en een betere cryogene efficiëntie.


#FOKUSAGRIENFOOD

INTERVIEW 13

In welke mate heeft de digitalisering invloed op het personeelsbeleid?

“Een productiewerknemer van nu moet andere dingen kunnen dan twintig jaar geleden. Het zijn andere profielen. Een operator moest vroeger meer met de handen werken terwijl hij nu vaak meer een bewakende functie heeft bij machines of productielijnen. Dat maakt het werk lichter maar anders. Vóór corona hadden we een recordaantal jobs openstaan. Er waren gemiddeld meer dan 1500 oningevulde vacatures per dag, dat is enorm. Tijdens corona was het iets minder nijpend, maar nu is het weer volle bak. We zoeken vooral technische en wetenschappelijke profielen. Mensen die de innovatie kunnen meehelpen uitbouwen zijn erg gegeerd. Samen met ons opleidingsfonds Alimento en de innovatieclusters van de voedingsindustrie, zoals Flanders’ FOOD, investeren we in vorming en kijken we naar de toekomst. Zo lanceerden we met de sociale partners bijvoorbeeld een Loopbaanfonds dat voedingsbedrijven en hun ‘food heroes’ ondersteunt in levenslang leren, arbeidsorganisatie en hr. Zo stomen we hen klaar voor de toekomst, van de onthaalmedewerkster tot de kwaliteitsverantwoordelijke, maar ook de leidinggevenden. Iedereen moet mee.” Digitalisering kan je toch niet een op een vertalen naar elk bedrijf?

“Natuurlijk niet. Het is een aanpak op maat waarin elk bedrijf keuzes moet maken. Het is wel een feit dat zowel de grote bedrijven als de kmo’s moeten instappen in dit verhaal. 96 procent van onze bedrijven is kmo, dus het is echt van cruciaal belang dat ook zij de klik maken en inspelen op de opportuniteiten die digitalisering biedt zonder daarmee onze basiswaarden te verloochenen. Voeding is letterlijk levensbelangrijk en dat zal altijd zo blijven. Wij zijn bourgondiërs die geen genoegen zullen nemen met een pil astronautenvoeding, maar we mogen niet blind zijn voor de processen die ons efficiënter en duurzamer doen werken. Het is belangrijk dat iedere schakel daarin wordt betrokken. Van boer tot schap. Samenwerking zorgt voor een grotere impact en daarom zijn het samen opzetten van projecten en delen van data cruciaal.” Is die eerste schakel, de landbouwer, voldoende bezig met digitalisering?

“Er zijn toch veel initiatieven. Je merkt ook vaak dat onze bedrijven en instellingen, zoals het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en

We gaan van een lineair naar een systeemmodel met veel meer integratie tussen de schakels.

Voedingsonderzoek, gericht gaan helpen of advies geven aan landbouwers. Met satellietbeelden analyseert men nu al de bodemtoestand van velden, en drones houden de groei van de gewassen in de gaten. Via big data voorspelt men de consumptie. De grenzen vervagen door digitalisering. We gaan van een lineair naar een systeemmodel met veel meer integratie tussen de schakels.” Data, het woord is al gevallen. Welke rol mogen we daarvan verwachten?

“Meten is weten. Met data kunnen we veel meer dan we vroeger hadden durven dromen. Digitale gegevens kunnen beter gemonitord en vervolgens geanalyseerd worden, waardoor je processen op elkaar kunt afstemmen. Door data goed te gebruiken kun je over schakels heen werken en enkele stappen vooruitdenken.” Wordt er van elkaar geleerd of kijkt iedereen vooral naar zichzelf?

“Kijk, er is een grote diversiteit aan voedingsproducenten, maar uiteindelijk hebben we allemaal dezelfde uitdagingen. Ik zie dat er heel veel bereidheid is om kennis en informatie te delen en om samen te werken, over sectoren heen. Zo slaan bedrijven bijvoorbeeld de handen in elkaar om hun restwarmte te verdelen of het transport te groeperen en optimaliseren. Door data te delen, kun je dit soort dingen echt finetunen. In Antwerpen is er bijvoorbeeld CULT, wat staat voor ‘Collaborative Urban Logistics & Transport’. Danone, Jacobs, Douwe Egberts en vijf andere bedrijven slaan daar de handen in elkaar om de levering van pakjes bij de consument en in winkels duurzamer en efficiënter te organiseren.”

Verandert Covid onze voedingindustie ?

Hoe Covid oplossingen binnensijpelen in onze voedingstoepassingen Door Dohmeyer’s unieke samenwerking met haar klanten worden zij vaak als adviseur ingeschakelt bij de ontwikkeling van nieuwe producten. Doordat cryogenie wereldwijd in veel sectoren wordt gebruikt, hebben de ingenieurs van Dohmeyer een brede kijk op internationale veranderingen. Zo stonden zij mee aan de wieg van de productie van het Covid19-vaccin, maar evengoed bij de opdracht om een romig ijs te maken zonder melkbestandelen. “Als het een voedingsproduct is, hebben we het waarschijnlijk ingevroren of gekoeld”, vertelt Van Damme. Sinds de coronapandemie merkt

Innovatie en digitalisering binnen de voeding staan niet stil?

“Absoluut niet. Het beste bewijs zijn de Factory of the Future Awards. De voorbije jaren kwamen er heel wat winnaars uit de voedingsindustrie naar voren. Niet alleen grote spelers, maar ook kmo’s zoals Bio Bakkerij De Trog bijvoorbeeld. Ze blijven werken met artisanale producten, maar de medewerkers in het magazijn hebben een virtualrealitybril op waardoor de orderpickers maar naar de muur moeten kijken om te weten wat ze voor wie precies moeten klaarzetten. Ook vleeswarenbedrijf Dekeyzer-Ossaer staat heel ver. Dankzij een digitaal dataflowmanagementsysteem zijn ze daar helemaal klaar voor e-commerce. En bij La Confiance maken ze artisanale koekjes, maar wordt het productieproces tegelijk door slimme camera’s in de gaten gehouden om de kwaliteit en voedselveiligheid te waarborgen. We hebben nog lang het einde niet gezien van deze digitale revolutie. Hou je maar vast de komende jaren want het wordt heftig. (lacht)”

Smart Fact. Wat als u geen CEO van Fevia was geworden? “Ik ben altijd al een grensloper geweest. Linken tussen bedrijven en de maatschappij of de mens spraken mij altijd aan. Ik zoek graag de bruggen op. Was ik niet bij Fevia terechtgekomen dan ging het zeker iets zijn met verbinding tussen sectoren, organisaties en mensen. Verbinding is het sleutelwoord in mijn carrière.”

Wie is Bart Buysse? Sinds oktober 2018 is Bart Buysse gedelegeerd bestuurder van Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie. Hij volgde er Chris Moris op die twintig jaar de Fevia-lijnen uitzette. Buysse is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van Fevia en draagt de finale verantwoordelijkheid op operationeel, financieel en inhoudelijk vlak. Fevia vertegenwoordigt 27 sectoren en heeft meer dan 700 leden die voeding en dranken produceren in België.

Duurzaamheidsroadmap “Wij willen, in overleg met alle stakeholders, de Belgische voedingsindustrie begeleiden en ondersteunen bij het verder verduurzamen van de voedingsproductie en het creëren van duurzame waarde”, legt Buysse uit. “Daarvoor lanceerden we een ambitieuze duurzaamheidsroadmap.” Die roadmap omvat een stappenplan rond 4 pijlers en 15 thema’s, die resulteren in telkens 32 concrete ambities tegen 2025, en met een actieplan om die ambities waar te maken.

Dohmeyer sterke veranderingen. “We krijgen veel vragen over de productie van kant-en-klaarmaaltijden voor de detailhandel door sluitingen van restaurants en scholen tijdens de pandemie”, aldus Van Damme. “Voedselzekerheid is ook belangrijk geweest tijdens de pandemie,” vervolgde hij. “Hoewel er geen grote voedseltekorten waren, heeft de voedingsindustrie te maken gehad met verstoringen van de toeleveringsketen en een tekort aan arbeidskrachten”. Het lijkt vanzelfsprekend dat de verdere automatisering zal doorzetten, met grotere en kwalitatievere machines die vlot met elkaar kunnen communiceren tot gevolg. Dohmeyer verwacht dat de voedingsindustrie de digitale trend versneld zal inzetten. “Door de reisbeperkingen is het voor het service- en onderhoudspersoneel van Dohmeyer momenteel moeilijk om klanten te bezoeken in binnen- of buitenland”, vertelt Van Damme. “Dankzij de GPRS-functie kunnen de bedrijfsparameters van elke vriezer op afstand bewaakt worden en kan

een foutidentificatierapport worden opgesteld. Zo kunnen onze servicetechnici via internet toegang krijgen tot elke Dohmeyer-vriezer. We zijn bovendien bezig met de implementatie van het gebruik van ‘Smart Glasses’-technologie om onze voedingsklanten te helpen met training op afstand, opstart- en onderhoudsservice op ons volledige portfolio cryogene voedingsapparatuur”, besluit Van Damme.

www.dohmeyer.com


LEKKER PLANTAARDIG ETEN VOOR EEN DUURZAME TOEKOMST Garden Gourmet is uitgegroeid tot het kwaliteitslabel van Nestlé wat betreft plantaardige maaltijden. Lekkere maaltijden die qua smaak en textuur evenwaardig naast een vleesmaaltijd kunnen liggen. “Een meer dan bewuste keuze”, vertelt Arthur Duquesne, directeur Garden Gourmet. “We zijn het allemaal eens dat het nu moet gebeuren. Nu moeten we de CO2-impact op het milieu doen dalen en iedereen moet mee in dit verhaal. Van landbouwer tot retailer, van producent tot consument.”

ENTHOUSIASME CREËREN Om dit gestalte te geven heeft Nestlé de kaart van Garden Gourmet getrokken. Evenwaardige producten die niet alleen lekker zijn, maar ook duurzaam en ecologisch. “We willen vooral een enthousiasme en optimisme creëren om meer durabel te gaan eten”, legt Duquesne uit. “Het is niet de bedoeling om polarisatie te genereren tussen vleeseters en vegetariërs. Het gaat ons om de bewustwording, ervoor zorgen dat consumenten weten dat ze een steentje kunnen bijdragen aan een betere planeet door meer plantaardig te gaan eten.” “Wij promoten niet enkel veggie of vegan. Wij promoten vooral een duurzaam, evenwichtig en lekker alternatief. We willen de consument naar zichzelf laten kijken, waar hij of zij de cursor plaatst en gaat voor een verhaal van minder, maar beter vlees. Een verhaal waar dierlijke voeding voor een stuk verandert in plantaardige voeding.”

SMAAK IS DE MOTOR De smaak van veggie en vegan is de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen. Vroeger trokken we vaker onze neus op, maar die tijden zijn veranderd. “Plantaardige voeding heeft een enorm uitgebreid smakenpallet”, zegt Duquesne. “Meer en meer recepten leren je hoe peulvruchten, groenten en noten lekker te bereiden en de vleesalternatieven verschillen nu maar nauwelijks in smaak. Plantaardige balletjes of vleesvervangers zijn écht lekker geworden. Het heeft het leven vergemakkelijkt van iedereen die plantaardig wil eten. De alternatieven zijn gewoon evenwaardig geworden en dat is cruciaal om mensen te overtuigen.”

Uit een studie bleek dat veertig procent van de consumenten bewust zijn dat ze hun eetpatroon moeten aanpassen maar geraken er niet in. “Een opportuniteit”, weet Duquesne. “Dat is precies de doelgroep die we moeten benaderen en overtuigen dat anders eten eenvoudig kan zijn. Uit diezelfde studie kwam voort dat dertig procent van de consumenten de producenten verantwoordelijk acht om ons eetpatroon te veranderen. Wel, ik denk dat we daar met Garden Gourmet het bewijs van leveren dat Nestlé honderd procent achter die visie staat. Onze filosofie is eenvoudig: door steeds meer heerlijke vegetarische producten en recepten aan te bieden om jou te helpen koken, helpen we jou om je dagelijkse leven plantaardig te maken.

BESCHERMERS VAN DE NATUUR “Overschakelen naar meer plantaardige voeding is een kwestie van verantwoordelijkheid”, zegt Duquesne. “Een verantwoordelijkheid die wij als producent nemen, maar een verantwoordelijkheid die ook de consument kan omarmen. Kijk, we zijn wereldwijd de grootste speler op voedingsgebied. Dan moet die mindswitch ook van ons komen. Als je toonaangevend wil zijn, dan moet het nu gebeuren. We hopen dat dit ook een signaal is naar de hele keten om in te stappen in dit verhaal. Bovendien passen de producten ook gewoon in een evenwichtig dieet. Dat bewijst de Nutri-Score. Al onze producten hebben een Nutri-Score A of B. Doordat we veel groenten, peulvruchten en andere plantaardige producten gebruiken als ingrediënten voor onze producten, zijn veel van deze een bron van vezels. We beseffen ook dat we niet alles van de ene op de andere dag kunnen oplossen, maar elk product dat op jouw bord terechtkomt is al een overwinning. We nemen onze rol als ‘beschermers van de natuur’ heel serieus. Het is immers die natuur die ons van onze ingrediënten voorziet”.

VEGGIE CHALLENGE Iedereen kan een steentje bijdragen, zeker in de maand maart. “De maand maart is de maand van de VeggieChallenge, waarbij iedereen een volledige maand wordt uitgedaagd om minder of geen vlees te eten”, besluit

Duquesne. “Het is een initiatief van EVA vzw, die wij reeds sinds het begin mee ondersteunen. Via de site kan je ingeven of je de hele maand veggie of vegan wil eten, of wil starten met vleesvrije dagen. Het is dus geen en/ of verhaal, maar een en/en verhaal waarin we gaan voor minder vlees en meer plantaardig. Vorig jaar hadden we bijna 24.000 geregistreerde deelnemers, maar we hopen dit uiteraard ruimschoots te overtreffen.”

“WE WILLEN VOORAL EEN ENTHOUSIASME EN OPTIMISME CREËREN OM MEER PLANTAARDIG TE ETEN”

ARTHUR DUQUESNE Directeur


p

Wij zoeken mandjes om onze producten in te leggen. Denk jij eraan om je pand of bouwgrond te verkopen? Of heb je een project dat ons lijkt te passen? Top, want als groeiend familiebedrijf zijn we met ons Blauw Bloed op zoek naar nieuwe locaties overheen heel Vlaanderen. Toekomstige (winkel)panden vullen we dan ook graag met onze Albert Heijn winkelmanden én (dag)verse producten! Neem gauw contact op via 0471 300 422 of pandjesvoormandjes@peetersgovers.be.


16 DUURZAME VOEDING

FOKUS-ONLINE.BE

Boontje komt om zijn loontje Duurzame voeding: we hebben er helaas vaker figuurlijk dan letterlijk de mond van vol. Vooral omdat de oorsprong of kweekwijze van producten voor de consument niet altijd even duidelijk is. Dé veilige keuze is dan ook lokaal of zelfgeteelde voeding. Maar hoe begin je daaraan? En heeft dat niet te veel voeten en handen in de aarde?

V

oedsel dat besmet is met PFOS. Dioxine in kippen en eieren. Vetmesters die de boel belazeren met groeihormonen. Als consument hebben we het de laatste decennia niet onder de markt gehad wat betreft duurzame en veilige voeding. Dat is wellicht een van de redenen waarom we snakken naar lokale en traceerbare producten. Zo ging het aantal zelfplukboerderijen in Vlaanderen van één naar meer dan tachtig in vijftien jaar tijd en tellen volkstuintjes steeds langere wachtlijsten. Nog een frappant voorbeeld: supermarktketen Delhaize lanceerde een abonnementsdienst waarmee bedrijven hun werknemers korting kunnen geven op gezonde voedingsproducten. Om maar te zeggen dat het leeft bij de mensen. “Er is inderdaad een trend bij consumenten naar meer lokaal en meer duurzaam”, aldus Heleen De Smet, beleidsexpert landbouw en voeding en woordvoerder van Bond Beter Leefmilieu. “Mensen willen in de eerste plaats weten hoe hun voedsel wordt gemaakt, vanuit de natuurlijke reflex om dichter bij hun voeding te staan, omdat het zo’n cruciaal product is. Helaas is in de supermarkten de herkomst van producten niet altijd even duidelijk, dus daar kunnen retail en overheden zeker nog stappen vooruitzetten.” In elk geval vormt het label ‘biolandbouw’ een betrouwbare garantie: kwaliteit van hier, volgens agroecologische principes. Mensen willen vandaag dus niet alleen weten of iets voedzaam is (bijvoorbeeld via de NutriScore), maar ook of het bespoten is, wie het gekweekt heeft, hoe het getransporteerd wordt, wat de ecologische voetafdruk is … Boontjes die uit Kenia komen gevlogen, daarvan weet je dat er enorm veel CO2-uitstoot mee gepaard gaat. Misschien moet je dan als consument wel beslissen dat die niet de beste keuze zijn. Duurzame alternatieven zijn volgens een studie

principe van ‘jong geleerd is oud gedaan’. “Duurzaam consumeren begint al in de schoolbanken”, aldus algemeen directeur Iris Cornette. “Zo krijgen leerlingen van het eerste en tweede jaar elk een paar vierkante meter grond om kruiden en groenten op te kweken, die vervolgens worden verwerkt in gerechten. Op die manier willen we van onze studenten bewuste consumenten maken, via verschillende boodschappen: het plezier van eigen kweek en het feit dat je goede grondstoffen écht niet ver moet zoeken. Het is bijvoorbeeld toch te gek voor woorden dat we vis uit Japan importeren terwijl onze eigen Noordzee barst van de lekkere vis.”

Onze leerlingen zijn enerzijds de bakkers, slagers en koks van morgen, maar anderzijds ook de duurzame consumenten. — Iris Cornette, Hotelschool Ter Groene Poorte

van WWF ook niet per se duurder, als je je maar bewust bent van wat je in je winkelwagen legt. Hoe meer we met z’n allen die producten kopen, hoe goedkoper ze zullen worden volgens het principe van de markt. “Daarnaast heeft veel ook te maken met het type product”, vult Heleen De Smet aan, “minder dierlijke producten kopen is

sowieso al een duurzame keuze, omdat vlees en zuivel de grootste impact hebben, zowel qua biodiversiteit en waterkwaliteit als ontbossing. Wie vlees echt niet kan missen, volgt nu gelukkig al vaak het principe ‘minder, maar beter’.” Wat duurzaam bewustzijn betreft, gelooft Hotelschool Ter Groene Poorte sterk in het

Ook het belang van zero food waste wordt sterk benadrukt op de school. “Wist je dat er in grootkeukens gemiddeld 12 procent van het geproduceerde voedsel verloren gaat?”, illustreert Iris Cornette. “Omgerekend is dat 10.000 kilo per jaar of een verliespost van 14.000 euro. Om nog maar te zwijgen van de CO2-uitstoot die dit teweegbrengt. Om verspilling tegen te gaan, kan elke leerling bij ons een herbruikbare drinkfles aankopen en die bijvullen op diverse watertappunten op de campus. Geen waterverspilling én geen plastic afval. Zo koppelen wij duurzaamheid aan een gezond voedingsbeleid en ecologie.” Het laatste woord is voor Heleen De Smet. “Het succes van die zelfplukboerderijen en volkstuintjes toont dus aan dat mensen terug dichter bij hun voedsel willen komen. Maar laten we ook eerlijk zijn: het is gewoon gigantisch plezant om met je handen in de aarde te wroeten, en heerlijk om planten seizoensgebonden te zien groeien. (lacht) En je krijgt er meer respect voor het landbouwberoep voor.” Door Hannes Dedeurwaerder


Ardo feeds the Future Het West-Vlaamse familiebedrijf Ardo is een belangrijke wereldspeler in vriesverse groenten, kruiden en fruit voor retail, foodservice en food-industrie. Deze internationale groep – met een omzet van 1,1 miljard euro - teelt, verwerkt en verkoopt haar producten wereldwijd op een duurzame manier. Dubbele positive impact Er is een groeiend bewustzijn over hoe onze voeding klimaat en milieu impacteert; daarnaast komen er meer inzichten over het positieve effect van plantaardige voeding op onze gezondheid. Beide trends zetten een wereldwijde beweging in naar een meer plantaardig voedingspatroon, beter voor onze eigen gezondheid en die van de planeet. Ardo zet in op deze dubbele positieve impact. “We vriezen onze groenten, fruit en kruiden direct na de oogst in, zo behouden ze een maximale smaak en voedingswaarde en dragen wij bij aan een gezonde plantaardige voedseltransitie. En dit met een minimale negatieve impact op de natuur.” – Bernard Haspeslagh, COO.

Minimal Impact, Maximum Output, Sustainable Agriculture 10 jaar geleden reeds lanceerde Ardo het programma ‘Mimosa’, om de bedrijfsvoering af te stemmen op de behoeften van ons milieu en weerbaarder te worden tegen de klimaatverandering. Dit omvat o.a. de toepassing van duurzame agro-technieken bij onze landbouwers. Met innovatieve technologieën zoals robotgestuurde onkruidbestrijding, drones en preciziezaaien heeft Ardo het gebruik van kunstmest en pesticiden teruggedrongen. Momenteel is 76% van de door hen geproduceerde producten residuvrij, waarmee Ardo koploper in Europa in deze sector is. Ardo is al sinds 1990 pionier op vlak van biologische productie en verdubbelde sinds 2015 haar areaal aan biologische producten. Kringloop van water & energie Ardo is ambitieus om haar water- en energievoetafdruk te verkleinen. We filteren en hergebruiken grotendeels het water in een van onze grootste productiesites te Ardooie bijvoorbeeld. De rest gaat naar een spaarbekken van 150.000 m³ waarmee lokale

boeren hun velden kunnen irrigeren. Op dit spaarbekken drijven bovendien 4.860 zonnepanelen, die groene energie produceren. Het gloednieuwe hoofdkantoor in Ardooie voldoet aan de BEN-bouwprincipes en gebruikt alleen energie uit groene bronnen: biomethanisering van planten en zonnepanelen. Voor de klimatisering hergebruiken we restkoude en -warmte uit de naburige Ardo-fabriek. Tegen 2030 willen we ook de vriesmagazijnen energieneutraal maken. Duurzame relaties 60 Jaar geleden legden Edouard en Richard Haspeslagh de grondslag van het familiebedrijf. Momenteel is reeds de derde generatie actief in de groep die intussen 4.000 medewerkers in 21 vestigingen en 9 landen telt. “Om dat te realiseren, heb je sterke teams nodig”– zegt Gabrielle Kalkwijk - CEO. We vinden het belangrijk om een aangename, uitdagende en veilige werkomgeving te creëren voor onze medewerkers en de hele keten. Ook qua kwaliteit en veiligheid wil Ardo een voortrekkersrol spelen, want elk ongeval is er één te veel.

Ardo is steeds op zoek naar talent om verder te bouwen aan de toekomst. Spreekt ons verhaal je aan? Kijk dan op Ardo.com.

PURE BY TOPS CUISINE TREKT RESOLUUT DE KAART VAN DUURZAAMHEID

MET INNOVATIEVE VERPAKKING REDUCEREN WE TOT 85 PROCENT PLASTIC Met het label PURE by Top’s Cuisine wil Tops Foods de komende jaren mee varen op een duurzaamheidsgedachte gekoppeld aan ecologie en innovatie. Het bedrijf levert kant-en-klare maaltijden aan de klassieke retail, de luchtvaartsector en binnen het health care traject voor mensen die met slikproblemen kampen. “Onze maatschappelijke gedachte vertaalt zich in alles wat we doen”, vertelt CEO Michel Tops. “Als bedrijf willen we absoluut meehelpen aan het reduceren van foodwaste en de afvalberg, vooral plastic, te verkleinen.” Tops begon enkele jaren geleden te denken aan een alternatief voor de verpakkingen. “De markt van kant-en-klare maaltijden werd echt gedomineerd door plastic. Als we zo verder doen, krijgen we tegen 2030 een verdubbeling van het plastic in onze oceanen. Een zorgwekkende situatie dus waardoor ik zelf op zoek ging naar een alternatief. Als je het anders wil doen, moet je eerst naar jezelf en naar je bedrijf kijken.”

is niets mis mee, maar dat verhaal is eindig. Je moet beginnen met de basis en dat is reduceren. Als bedrijf moet je je verantwoordelijkheid nemen. Moest elke organisatie dat doen, dan geloof ik dat we echt snel een verschil kunnen maken.” Naast plasticreductie zet PURE by Top’s Cuisine in op het verminderen van voedselverspilling. “We gebruiken een wereldwijd gepatenteerd proces voor pasteurisatie en sterilisatie, ontwikkeld door oprichter Rudy Tops. Het betreft een droog pasteurisatieproces waarbij het product niet met water in contact komt maar wel ultrakort wordt verhit wat resulteert in een langere houdbaarheid.” Dit maakt ons uniek op de markt.

ALS JE HET ANDERS WIL DOEN, MOET JE EERST NAAR JEZELF EN NAAR JE BEDRIJF KIJKEN in een betere logistiek en een efficiënter transport waardoor het eigenlijk een win-win verhaal wordt van productie tot in de winkelrekken.” Innovatie dus in verpakking en houdbaarheid, maar ook in het assortiment is de duurzaamheidgedachte niet veraf. “We eten minder vlees, dus ook daar zetten we in op alternatieven. Een vegan lasagne van ons aan boord van een vliegtuig is al lang geen uitzondering meer.”

De oplossing vond Tops in een verpakking die uit houtvezel bestaat. “Eigenlijk gebruiken we houtresten. Takjes en twijgjes waar je eigenlijk niets meer mee kan maken, maar toch hebben we ons geëngageerd om per gebruikte boom twee nieuwe aan te planten. Niet uit marketing, maar echt uit overtuiging.”

“Bovendien zijn wij steeds op zoek naar gedreven technische en productiemedewerkers die onze visie en passie voor duurzaamheid en technologie delen”, besluit Tops.

Meer info: pure.topsfoods.com “De verpakking heeft nog een dunne folie aan de binnenzijde die je makkelijk kan verwijderen zodat je het kan voorsorteren waar het hoort. Met onze verpakking reduceren we tot 85 procent plastic in onze productie ofwel 20 ton per miljoen verkochte maaltijden. Kijk, je hoort vaak praten over recycleren, en daar

“Onze producten in duurzame verpakking hebben zo een minimale houdbaarheid van 18 dagen, geleverd doorheen Europa”, vertelt Tops. “Een langere houdbaarheid vertaalt zich ook


18 SMART LIST

FOKUS-ONLINE.BE

Wat eten we morgen en overmorgen? Als we de cijfers mogen geloven, zijn we in 2050 met 9 miljard mensen op deze planeet, van wie 70 procent in de steden zal leven. Dat zijn 9 miljard mondjes die iedere dag gevoed moeten worden. Deze demografische evolutie voltrekt zich tegen een achtergrond van klimaatopwarming, schaarste van grondstoffen en water, en een tanende biodiversiteit. Er wordt verwacht dat we tot 50 procent meer voedsel zullen moeten produceren, maar hoe?

1.

2.

3.

Insecten

Kweekvlees

Zeewier

Onze hersenen zijn er misschien nog niet klaar voor, maar volgens de wetenschap worden insecten het voedsel van de toekomst. Een stijging van de wereldbevolking betekent ook dat we onze eiwitten uit andere producten moeten halen, zeker als we met z’n allen steeds minder vlees eten. Het kweken van insecten is duurzamer dan de vleesproductie. Volgens een onderzoek van de Verenigde Naties bijvoorbeeld is voor een kilo vlees van krekels slechts ongeveer twee kilo voer nodig. Bij varkens is er vier keer zoveel voer nodig, bij koeien is het zelfs twaalf keer meer. Bovendien kunnen insecten hun toepassing vinden in tal van bereidingen, zowel in de keuken als in het bakproces. En geef toe: wat is er nu verschillend aan het uitzicht van een krekel of een garnaal? It’s all in the mind.

Kweekvlees. Het is een term die ons misschien niet meteen doet watertanden, maar het zal hoe dan ook ons toekomstbeeld voor een stuk schetsen. Kweekvlees is ‘vlees’ dat gekweekt wordt uit dierlijke stamcellen die men in een groeilichaam laat ontwikkelen. Buiten het lichaam van het dier dus. Deze ‘celcultuur’ vindt plaats in vaten, net zoals bij de traditionele fermentatie van bier en yoghurt. Hoewel er voor kweekvlees geen enkel dier geslacht moet worden, is het wel echt vlees. Op moleculair niveau zie je dan ook geen verschil tussen kweekvlees en traditioneel vlees. Op die manier helpt deze methode de problemen wat betreft dierenwelzijn en de negatieve effecten van de huidige vleesproductie op het milieu de wereld uit.

De zee is onontgonnen, toch wat betreft de eetbare vegetatie in onze oceanen. Zeewier is dan ook een goed voorbeeld van hoe voedsel voor de toekomst een zoektocht is naar relevante producten om de wereldbevolking te voeden. De mogelijke toepassingen van zeewier zijn talrijk, niet enkel binnen de voedingsindustrie, maar het kan ook dienen als meststof, brandstof, grondstof voor kunststoffen, cosmetica, textiel en als bindmiddel. In ons voedingspatroon kan zeewier een toegevoegde waarde zijn omwille van zijn hoge voedingswaarde en gezondheidsvoordelen: rijk aan eiwitten, vitaminen, mineralen, sporen, ballaststoffen en ijzer. Zeewier bevat soms tot 25 keer hogere ijzerwaarden dan vlees. Het is ook een gezond substituut voor zout en gelatine (bindmiddel).

4.

5.

6.

Peulvruchten

Ge-3D-print voedsel

Regionale producten

Peulvruchten zijn gezond en voedzaam. Ze zijn rijk aan eiwitten, vezels, vitaminen, mineralen en aminozuren, maar arm aan verzadigde en transvetten. Omdat ze betaalbaar zijn, is het een belangrijk basisvoedsel voor armere consumenten in ontwikkelingslanden. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de dagelijkse consumptie van peulvruchten typische westerse welvaartziekten kan voorkomen zoals diabetes, hart- en vaatziekten, en darmkanker. Het hoge eiwitgehalte maakt dat peulvruchten een goede en betaalbare vleesvervanger zijn, wat zowel in noord als zuid een belangrijke troef is. Kikkererwten, linzen, sojabonen, witte bonen en bruine bonen zijn ideale eiwitbronnen, maar niet álle peulvruchten zijn vleesvervangers. Snijbonen, sperziebonen, boterbonen en peultjes stellen het met minder eiwit. Daarom worden zij geklasseerd als groente.

Het klinkt nog steeds futuristisch, maar vandaag de dag zijn de eerste ge-3D-printe voedingsproducten al commercieel beschikbaar. En het gaat ver: van pasta tot patisserie of ingewikkelde chocoladecreaties. De combinatie van beleving, plezier en gezondheid biedt ongekende mogelijkheden voor deze producten. Een mooi voorbeeld zijn mensen met slikproblemen die nu een onooglijk papje drinken of ruimtevaarders op weg naar Mars die astronautenvoeding eten. Voor die mensen zou eten een meerwaarde zijn als dit geprinte maaltijden zijn met de juiste gezonde samenstelling en ook nog aantrekkelijk voor het oog.

Shop lokaal! We kopen en eten steeds meer regionale producten. Niet alleen omdat ze lekker en duurzaam zijn, maar ook om lokale ondernemers te steunen. Die zijn elke dag bewust bezig met het telen, verwerken, produceren en bereiden van voedsel. Hierbij staan kwaliteit en duurzaamheid, met oog voor natuur en milieu, voorop. Waarom vis uit Japan importeren terwijl onze Noordzee vol zit met verse vis? Waarom appelen uit Frankrijk importeren of boontjes uit Marokko? Het gaat erom de voedselketen zo kort mogelijk te houden, zodat we weten waar ons eten vandaan komt. De lokale bakker, slager, groenteboer en ook de boer om de hoek hebben allemaal een verhaal achter hun product dat aanspreekt.

Door Daan Vanslembrouck


EEN GROTER MAAR VOORAL BETER BEDRIJF WORDEN, VANUIT ONZE PASSIE VOOR ONS PRODUCT ONTBIJT MET GUIDO VANHERPE, CEO LA LORRAINE BAKERY GROUP

Ik kan de dag niet starten zonder een stevig en smaakvol ontbijt met enkele sneetjes volkoren- of zuurdesembrood en ook een kom vers fruit. Brood moet smaak hebben uit zichzelf. Het geeft me ook de juiste energie om er elke dag opnieuw in te vliegen. En in het weekend is ontbijt eerder verwentijd: een boter-rozijnenkoek is mijn favoriet. Dikwijls ben ik het land uit, en dan wil ik vooral lokale of nieuwe bakkerijproducten uittesten. Ik leer altijd iets bij, niet alleen over brood maar ook over de lokale eetcultuur.

WAT BRENGT 2022 VOOR LA LORRAINE? We zetten onze groeistrategie verder: sterk investeren in het heruitvinden van de bakkerijsector, met innoverende producten van artisanale kwaliteit, op grote schaal geproduceerd, én ook verdere internationale expansie, met de opstart van onze state-of-the-art productie-entiteit in Rusland als onze belangrijkste mijlpaal voor 2022. Om onze sterke groeiambities te kunnen waarmaken, zullen we een 400-tal nieuwe jobs creëren , zowel in België als in het buitenland. Tegelijk is 2022 ook het jaar waarin we onze focus op duurzaamheid sterk willen verbreden.

WAS DUURZAAMHEID DAN MINDER DEEL VAN UW SUCCESSTRATEGIE DE VOORBIJE JAREN? Zeker wel. Duurzaamheid zit ‘gebakken’ in ons DNA. Meer dan 80 jaar geleden legde mijn grootvader de basis van ons familiebedrijf via de oprichting van een bloemmaalderij in Gent en die directe connectie met ons hoofdingrediënt tarwe hebben we altijd behouden. Dit heeft ons nooit ver verwijderd van de landbouw en heeft steeds de passie wakker gehouden om de diversiteit in tarwerassen en tarweteelttechnieken beter te begrijpen. De kwaliteit van elk goed brood begint immers op het land, in de natuur.

Als familiebedrijf zijn wij niet enkel gedreven door een lange termijn visie, over generaties heen, maar ook door onze familiewaarden met als centrale waarde het respect voor product, mens en planeet. Dit respect voor onze 3 P’s ligt aan de basis van onze duurzaamheidsstrategie, en vertaalden we ook expliciet

zuurdesem en meergranen maakt

in onze bedrijfsmissie – Better Bakery,

dit alleen nog maar beter. Van hieruit

Better Life. Together

willen we verder verbeteren en met een concrete roadmap inzetten op

WAAROM DAN EEN ‘BREDERE FOCUS OP DUURZAAMHEID’ IN 2022?

duurzame landbouw van tarwe op basis van innovatieve technieken zoals regeneratieve landbouw, op een

Omdat we als mensheid en als

versnelde transitie naar hernieuwbare

gemeenschap

ooit

energie binnen onze bedrijf maar

geconfronteerd worden met de

ook via onze logistieke partners, op

grootste uitdaging van de eeuw,

minder voedselverspilling en duurzame

misschien wel van het millenium: de

verpakking.

meer

dan

klimaatuitdaging. De klimaatuitdaging vraagt aandacht in alle geledingen van onze maatschappij, en moet zich dus ook vertalen in meer ambitie vanwege de hele voedingsindustrie. Een klimaatneutrale planeet in 2050, dat kan enkel met een zeer ambitieus actieplan. De groeiende wereldbevolking voeden is een essentiële taak waar we als voedingsindustrie niet kunnen in falen. Tegelijkertijd wordt ongeveer 30% van de wereldwijde CO2 uitstoot gegenereerd door de voedselketen, van landbouw, productie, tot en met consumptie van alle voedingsproducten, inclusief voedingsafval. Alle actoren zijn een deel van het probleem, maar met de juiste focus en vastberadenheid kunnen we deel worden van de oplossing! We hebben dus met z’n allen een grote gezamenlijke verantwoordelijkheid op te nemen. En ons bedrijf wil hier steevast een voortrekkersrol in spelen.

EN WAT BETEKENT DAT VOOR LA LORRAINE BAKERY GROUP?

is dat we een ondernemend bedrijf blijven, en duurzaam blijven groeien, om niet alleen een groter maar vooral een beter bedrijf te worden, voor de mensheid, voor onze planeet. Guido Vanherpe CEO La Lorraine Bakery Group

We hebben binnen onze groep een 10-punten programma uitgewerkt waaraan we de komende jaren - en voor sommige van die punten - de komende decennia hard willen werken om ons in te passen in de doelstelling van het Parijs Akkoord om tegen 2030 de CO2 footprint van onze activiteiten te halveren, en tegen ten laatste 2050, CO2 neutraal te zijn. En dit niet alleen binnen ons bedrijf, maar ook in de ganse waardeketen die ons verbindt met de landbouwsector enerzijds en met de consumenten anderzijds. We kunnen dit onmogelijk alleen realiseren. Samenwerken en partnerships uitbouwen met vele stakeholders is een must om te slagen in dit gigantisch project. De transitie

Wel, brood heeft heel veel troeven in

naar een bredere duurzaamheidstrategie

de transformatie naar een duurzaam

mogen we niet als een ‘pijn’ zien, maar

voedingspatroon, in harmonie met de

als een enorme opportuniteit waar

onze planeet. Brood is ‘plant-based’ of

we onze 4500 mensen kunnen achter

geproduceerd op basis van plantaardige

scharen, en zo laten meewerken aan een

ingrediënten, heeft relatief gezien, een

betere wereld voor onze kinderen en

lage carbon (CO 2) footprint, is breed

kleinkinderen. Een fantastische uitdaging,

toegankelijk & betaalbaar, en heeft een

waar we met fierheid en passie zullen

goed gebalanceerde voedingswaarde.

aan mee werken, op het ritme van een

De trend naar consumptie van meer

gezonde en ambitieuze internationale

vezelrijke en authentiekere

groei. Groter worden, maar vooral beter

broden met

LLBG_adv_destandaard_layout_def.indd 1

“ Onze belangrijkste ambitie

UW FAVORIETE ONTBIJT?

L

a Lorraine Bakery Group is een 100% familiebedrijf met meer dan 80 jaar geschiedenis en ervaring in de maalderij- en bakkerijsector. Het bedrijf is uitgegroeid tot de grootste industriële bakker van ons land, en behoort tot de top vijf in Europa. Het bevoorraadt in ons land vele supermarktketens, waaronder Delhaize. Met Panos heeft het de grootste broodjeszaak van het land in handen. Het begon in 1939 met Ganda Molens, een maalderij in de buurt van Gent. In de jaren 70 kocht de familie Vanherpe de bakkerij La Lorraine in Ninove, dat nog steeds het hoofdkwartier van de groep is. De grote, internationale doorbraak kwam er toen het bedrijf in de jaren 80 als één van de pioniers de diepvriestechnologie op punt stelde, om brood deels voor te bakken en in te vriezen, met het doel om het zo vers mogelijk te kunnen afbakken in de supermarkt of in de horeca. Intussen is La Lorraine actief in meer dan 30 landen en produceert het in 15 verschillende bakkerijen in België, OostEuropa, Turkije, Zuid-Europa.In de loop van 2022 start het een gloednieuwe diepvries bakkerij in Rusland. De 4.500 enthousiaste medewerkers creëren jaar na jaar gezonde groeicijfers van gemiddeld 10% per jaar, met een omzet van om en bij de 900 miljoen euro in 2021. LLBG’s succesrecept? Een diepgewortelde cultuur van kwaliteit & innovatie en een gestadige internationale expansie om als ‘first mover’ nieuwe markten te betreden. Deze strategie wordt gedragen door 5 sterke familiewaarden, gedeelde passie en een lange termijn visie van duurzaam ondernemen over generaties heen. www.llbg.com

worden, ook voor onze planeet !

31/01/2022 15:14


20 EXPERTPANEL • INNOVATIE

FOKUS-ONLINE.BE

Kunnen onze boeren nog innoveren? Landbouwbedrijven moeten innoveren en verduurzamen, maar zolang de productiekosten veel hoger liggen dan de vergoedingen die ze krijgen, is dat een moeilijk verhaal. Hoe verschilt de financiële situatie tussen kleine en grote bedrijven?

Dirk Van De Keere

Luc Hollands

Melkveehouder

Koen Bernaerts

Bioboerderij Green Valley

Varkenshouder

Wat zijn uw productiekosten? “Voor een melkveebedrijf zoals het mijne, met een honderdtal koeien, zijn er variabele kosten en vaste kosten. Tot de variable kosten behoren zaken als energie, dierenartsbezoeken en voederkosten. Die voederkosten wegen het zwaarste door omdat de prijs van grondstoffen als soja sterk gestegen is. De gemiddelde variabele kosten bedroegen in 2020 maar liefst 22,25 euro per 100 liter. Vaste kosten, zoals investeringen en leningen, zijn nog eens goed voor 10 euro per 100 liter melk. De gemiddelde verkoopprijs van 100 liter melk is vandaag 41,50 euro. Die vergoeding is dan ook maar net genoeg om die vaste en variabele kosten te dekken én onszelf een leefloon uit te keren en belastingen en sociale bijdragen te betalen.”

“Tien jaar geleden heb ik grond gekocht, die nog niet is afbetaald. Ook voor de machines heb ik geleend. Daarnaast kosten de veearts, de energiekosten en het krachtvoer een aardige duit. En dan is er nog het loon van de boer. Mijn zoon is ook actief in het bedrijf. We krijgen een eerlijke vergoeding voor onze biomelk: 50 cent per liter. Maar die faire vergoeding is er niet zonder slag of stoot gekomen. Ik ben voorzitter van Biomilk.be, een coöperatie van biologische melkboeren die uitsluitend voor lokale productie werken. Onze prijs wordt niet bepaald door de wereldmarkt, maar door de Belgische markt. In 2018 onderhandelden we een contract met Delhaize, een belangrijke stap voor ons label.”

“Samen met mijn vrouw baat ik sinds 1990 een gesloten varkensbedrijf uit. We zorgen voor zo’n 300 zeugen en 2100 vleesvarkens. Onze productiekosten – uitgezonderd de arbeidskosten – bedragen momenteel zo’n 1,40 euro per kilo levend varken. De voederkosten zijn op dit moment goed voor 70 procent van dat bedrag. De prijs van krachtvoeder is de laatste jaren enorm gestegen en dat voelen wij rechtstreeks in onze portemonnee. Ook mestverwerking, energie en de maandelijkse afbetaling en onderhoud van onze gebouwen nemen een grote hap uit dat budget. En dan is er nog de dierenarts, die om de twee weken drachtcontroles uitvoert bij de zeugen.”

Stelt de prijs van de producten die u verkoopt u in staat om aan verduurzaming of innovatie te doen? “Ik scoor redelijk hoog op de duurzaamheidsmonitor. Ik produceer groene stroom via zonnepanelen en heb koeborstels geïnstalleerd die het welzijn van ons vee verhogen. De koeien slapen bovendien op watermatrassen, wat hun alledaags comfort nog eens verhoogt. Door een strengere opfok van jongvee zorgen we ervoor dat een vaars haar eerste kalf krijgt vóór ze twee jaar is. Een prijzig en arbeidsintensief proces, maar zo verkleinen we de tijdspanne waarin vaarzen alleen maar nutteloze methaanuitstoot produceren. Zulke duurzaamheidsinitiatieven zijn bij alle landbouwbedrijven in opmars, maar die stijging verloopt traag aangezien er weinig tot geen financiële ruimte voor is.”

“Dat lukt, deels dankzij steun van de overheid. We hebben 150 hoogstammen geplant en een kilometer haag. De bomen zorgen ervoor dat er tijdens droge zomers toch gras groeit en de koeien een schuilplaats hebben tegen de zon. De haag beschermt tegen uitdrogende wind, maar is ook eetbaar. Onze koeien hadden een tekort aan zink en koper. Dankzij hagen met hazelnoot en vlierbes lossen we dat op. We evolueren meer en meer naar boslandbouw, waarbij we het beheer van bomen combineren met ons melkbedrijf. Voor ons is die overschakeling niet meer dan een logische keuze. We merken nu al goed de gevolgen van de klimaatverandering.”

“Per kilo varkensvlees krijgen we 99 cent. Met die lage verkoopprijs hebben we in het verleden ook al gewerkt, maar nooit eerder waren de kosten zo exponentieel hoog. Toch proberen we voortdurend bezig te zijn met verduurzaming. In 2019 bouwden we een ammoniak-emissiearme stal met een chemische luchtwasser om de uitstoot tot een minimum te beperken. We hebben ledlampen en energiezuinige ventilatoren laten installeren. De zeugen krijgen nog maar een aantal keren per dag water. Vroeger konden ze zoveel drinken als ze wilden, maar verspilden ze ook veel drinkwater. We hebben bovendien geïnvesteerd in een mestinjectietechniek waardoor we ook daar de ammoniak-uitstoot verminderen. Investeren in duurzaamheid is een proces dat broodnodig is, maar nooit stopt.”

Wat zou u willen zien veranderen in de toekomst? “Duurzaamheidsmaatregelen zouden beter beloond moeten worden. Ik ben allerminst tegen verduurzaming of innovatie, maar het moet allemaal wel haalbaar en betaalbaar blijven. Ik weet dat veel collega’s vandaag erg veel moeite hebben om mee te gaan in dat verhaal, maar ze kunnen het zich simpelweg niet permitteren om buiten de boot te vallen. Van de overheid vragen we inspanningen om zekerheden en mogelijkheden in te bouwen, zodat we ons bedrijf op een duurzame manier kunnen verderzetten. De meeste consumenten kijken in de supermarkt alleen maar naar de goedkoopste prijs. Een stijgende melkprijs zou voor ons heel veel meer mogelijkheden bieden.”

“Ik verwacht een betere verdeling van de overheidssteun. De industriële landbouw wordt buitenproportioneel zwaar gesteund. Om de kleine boeren te ondersteunen is politieke moed nodig, maar die ontbreekt. Het gevolg? Biologische producten blijven veel duurder dan de niet-biologische tegenhanger. De consument kiest het goedkopere alternatief in de winkel, maar dat is meteen ook de slechtste keuze voor het milieu. Vroeger was ik ook een reguliere landbouwer. Omdat mijn koeien zoveel melk moesten produceren, werden ze niet ouder dan zes. Nu worden ze makkelijk tien tot twaalf jaar. Op deze manier boeren is veel fijner, maar er moet meer steun komen.”

“Ik volgde onlangs een webinar met Jill Peeters. Het ging over biologische landbouw, verduurzaming, minder antibioticagebruik en dierenwelzijn. Ze vroeg: wie van jullie is bereid om dubbel zoveel te betalen voor een stuk vlees als de dieren in betere omstandigheden worden gekweekt? Dat is niet de juiste vraagstelling. Dat stuk vlees waar wij 99 cent voor krijgen, wordt in de winkel voor 12 euro verkocht. Als die prijs zou worden opgetrokken naar 14 en die vrijgekomen 2 euro integraal naar de producent gaat, kunnen we daar veel mee doen. Voor de consument is het slechts een geringe prijsstijging, geen verdubbeling. Er zijn twee mogelijkheden: ofwel zakt de kostprijs, ofwel stijgt de verkoopprijs. De huidige situatie is moeilijker houdbaar.” Door Sophie Pycke


#FOKUSAGRIENFOOD

AGRILAND • BRAND REPORT 21

De bodem is de belangrijkste hefboom van toekomstige duurzame landbouw Met het oog op 2050 moeten we allemaal instappen in een actief verhaal om de klimaatopwarming tegen te houden. Van producent tot consument. Pas dan kunnen we het roer omkeren en op grote schaal beterschap noteren. Als we naar de producenten kijken, komen eerst onze landbouwers in beeld.

“D

e landbouw staat de komende jaren voor enorme uitdagingen”, vertelt Robert de l’Escaille, directeur development & innovation van Agriland. “Het is hoog tijd dat we de bodem, de basis van alles, opnieuw opwaarderen. Kijk, in het verleden zijn we de liefde voor de bodem uit het oog verloren door massaproductie en mechanisatie. We moesten na de oorlog veel produceren want er was hongersnood. Dit ligt nu anders. De bodem is en blijft echter het belangrijkste actief van de landbouw. Duurzame bodembewerking en biodiversiteit zullen de krachtlijnen vormen van innovatieve landbouw in de toekomst.”

In het verleden zijn we de liefde voor de bodem uit het oog verloren door massaproductie en mechanisatie. Een duurzaam bodemmanagement geeft veerkracht aan de bodem. De l’Escaille: “Het is heel belangrijk om de juiste praktijken in te zetten om een duurzame impact op de bodem te krijgen, maar niet iedere boer heeft toegang tot die praktijken. Daarom zijn advies en bijsturing essentieel. Bekijk bijvoorbeeld je mechanisatie of hoe diep je ploegt, gebruik andere gewassen en alterneer, analyseer het watermanagement en creëer biodiversiteit in je bodem. Ieder jaar met dezelfde gewassen op dezelfde plaats werken, is niet goed voor de bodem. Een ecosysteem in stand houden doe je door meer biodiversiteit toe te laten.”

Marc Rosiers, senior advisor van European Landowners’ Organisation, werkt samen met Agriland om advies te geven aan hun partners. Samen bekijken ze het antwoord van de landeigenaars (landbouwers, bosbouwers en natuurbeheerders) op de klimaatuitdagingen met een specifieke focus op koolstoflandbouw. “We zitten in een fase waarin conventionele en biologische landbouw verschuiven naar regeneratieve landbouw”, vertelt Rosiers. “De bodem zal de komende jaren centraal staan in die discussie. Binnen die overstap naar regeneratieve landbouw zal koolstoflandbouw een belangrijk deel uitmaken omdat dit type landbouw precies het verst staat om extra financiële middelen vanuit de Europese Commissie en de markt te verkrijgen. De landbouwer kan dus op een andere manier verdienen dan enkel uit de verkoop van producten. Financiële steun voor wie de overstap maakt is echter essentieel.” Koolstoflandbouw omvat landbouwpraktijken die ontworpen zijn om koolstof uit de atmosfeer op te nemen en deze op te slaan in de organische stof in de bodem. “Koolstofbewuste landbouw bevordert een manier van landbouw om koolstof te binden in landbouwbodems om zodoende de bodemkwaliteit te verbeteren. Een CO2compensatie van bedrijven via de land- en tuinbouwsector kan een win-winsituatie betekenen voor beide partijen.” Jaarlijks neemt de hoeveelheid koolstof in de atmosfeer met vier miljard ton toe. Koolstoflandbouw kan helpen om niet alleen de uitstoot te verminderen, maar ook de koolstof duurzaam op te slaan in de bodem. Hoe langer de bodem bedekt is, hoe rijker hij zal zijn aan organisch materiaal, en dus aan koolstof. In de aanpak van de opwarming van de aarde lag de focus tot nu toe voornamelijk op de bescherming en het herstel van wouden en bossen. Maar extra aandacht voor mogelijkheden in de landbouwsector kan haar nut bewijzen.

Agriland is landbouw- en coördinatiebedrijf dat landbouwers adviseert over winstgevende duurzame grondbewerking en verbetering van biodiversiteit in België, Nederland en Frankrijk. Ook adviseren ze kandidaat-overnemers die landbouwexploitaties wensen aan te schaffen. Agriland is innovatief op vlak van digitalisatie, traceerbaarheid, het testen van nieuwe teelten en experimenteren met nieuwe bodembewerkingstechnieken. Ze werken onder andere samen met de European Landowners’ Organisation. Samen adviseren ze de landeigenaars over klimaatuitdagingen met een specifieke focus op koolstof landbouw.

We zitten in een fase waarin conventionele en biologische landbouw verschuiven naar regeneratieve landbouw. Robert de l’Escaille: “Meer koolstof in de bodem is bovendien goed voor de landbouwer. Het levert een betere bodemvruchtbaarheid, weerbare gewassen, meer biodiversiteit, minder erosie, een verhoogd waterhoudend vermogen en een betere opname van nutriënten door de plant op. Door koolstof op te slaan in de bodem kan de landbouwsector zich ook beter wapenen tegen extreme weersomstandigheden en de impact van klimaatwijzigingen.” “Doordacht nadenken over je bodem, je manier van aan landbouw doen en rekenen op correcte financiële vergoedingen voor je bijdrage tot klimaatneutraliteit moeten dit soort landbouw de komende jaren in een stroomversnelling trekken”, besluit Rosiers.

Robert de l’Escaille Directeur development & innovation Agriland

Marc Rosiers Senior advisor European Landowner’s Organisation


22 NAWOORD

FOKUS-ONLINE.BE

Michel Mersch

Innovatie ten dienste van veerkracht Wat betekent innovatie voor u? Deze vraag werd me reeds in het begin van mijn loopbaan gesteld. In die tijd waren productinnovatie, optimalisering van verkoopkanalen en bedrijfsmodellen de voor de hand liggende antwoorden, maar vandaag behelst mijn visie op innovatie ook het begrip ecologische veerkracht en veerkracht van de sector in het algemeen.

D

e voedingsindustrie levert geweldig werk: ze voedt de wereld. Maar tegen welke prijs en met welke gevolgen voor het milieu? Vandaag heeft de voedingsindustrie niet alleen de morele plicht om de wereld koste wat kost te voeden, maar ook om dat zo veerkrachtig mogelijk te doen. Er wordt dan wel sinds mensenheugenis aan landbouw gedaan, maar we moeten dringend de impact ervan beperken en innovaties doorvoeren om onze ecosystemen in stand te houden en onze bodems te herstellen. Schouder aan schouder met de landbouwers kunnen we een oplossing bieden door inspiratie te putten uit wat de natuur altijd al heeft gedaan: zichzelf vernieuwen. Regeneratieve landbouw, die innoverend is en de traditionele praktijken overstijgt, heeft uiteraard een plaats binnen een bedrijf als Nestlé. Wij zijn ons bewust van de aanzienlijke inspanningen die deze landbouwevolutie vergt en van het feit dat regeneratieve landbouw slechts een van de vele innovaties is. Wat telt is dat elk bedrijf actie onderneemt en beslist op welke manier de effecten van de klimaatontregeling het best kunnen worden verzacht. Om dit te bereiken geloof ik sterk in

Schouder aan schouder met de landbouwers kunnen we een oplossing bieden door inspiratie te putten uit wat de natuur altijd al heeft gedaan: zichzelf vernieuwen. het sneeuwbaleffect: door de eerste stap te zetten kan een handvol bedrijven heel wat andere inspireren en synergieën tot stand brengen tussen actoren uit de voedingsindustrie. Innovatie impliceert ook een verandering van de bedrijfscultuur. Wij bij Nestlé stappen mee in de cultuur van empowerment, waarbij elke medewerker een actieve deelnemer kan zijn en input kan leveren voor de denkoefening van het bedrijf over duurzaamheid en

I

nnovatie is al jaren een sleutelwoord in de Vlaamse landbouw. Dat is nodig om de overvloed aan gezonde topproducten die we als consument zo vanzelfsprekend vinden, ook in de toekomst in Vlaanderen te kunnen produceren. De COVID 19-periode toonde nog maar eens aan hoe strategisch belangrijk het is om een performant, lokaal verankerd en veilig voedselsysteem te hebben. Dit voedselsysteem moet de balans opzoeken tussen uitdagingen op het vlak van milieu en klimaat en economische realiteit. En ook de consument en bij uitbreiding de hele voedselketen hebben een rol als het gaat over verantwoord consumeren. Het nieuwe GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) biedt alvast een kader om die ambities waar te maken, met aandacht voor milieu, klimaat en biodiversiteit, water, economie… en zeker ook met ruimte om te innoveren.

ecologische veerkracht. Vandaag zien we dat de mentaliteit in de juiste richting aan het veranderen is. Als ik mijn nieuwe collega’s vraag naar hun definitie van innovatie, valt op hun antwoord niets af te dingen: innovatie moet ten goede komen aan de planeet, zowel op het niveau van de productie en de gebruikte hulpbronnen als wat betreft onze producten en hun vermogen om positieve veranderingen in het consumentengedrag teweeg te brengen, zoals een meer plantaardig voedingspatroon. Terwijl ik dit schrijf is een moment van waarheid aangebroken. De voedingsindustrie is afhankelijk van de natuur, wij zijn afhankelijk van de natuur. Maar de natuur wordt bedreigd en wij kunnen niet blijven wachten tot anderen de eerste stap zetten. Het is aan ons om de voedingssystemen opnieuw te bekijken en te innoveren om ze te regenereren. Elk individu is in staat om veranderingen in gang te zetten om de zaken vooruit te helpen, en door onze krachten te bundelen rond innovatie, zullen we onze industrie en ons milieu veerkrachtiger maken. Door Michel Mersch CEO Nestlé Belgilux

Als departement maken we landbouwers wegwijs in dat grote aanbod aan ondersteuningsmogelijkheden voor innovatie. Zo bieden we steun voor precisielandbouw op basis van gps, zuivering en hergebruik van afvalwater, onderzoek en kennisdeling over nieuwe verdienmodellen. We ondersteunen bovendien een uniek netwerk van praktijk- en fundamenteel onderzoek dat de kennis en goede voorbeelden rond innovatie mee helpt verspreiden in Vlaanderen. Met andere woorden, we zetten volop in op smart farming. De productiefactor bij uitstek voor landbouw blijft de grond. Om de bodemgezondheid te verbeteren, wordt dit jaar een bodempaspoort gelanceerd. Dit paspoort bevat diverse bodemgegevens, zoals teeltrotaties, analyses, opbrengsten, enz.. Zo’n geïntegreerde dataset maakt een rijkere datamining in functie van een duurzaam en klimaatvriendelijk bodembeheer op bedrijfsniveau mogelijk.



POM Antwerpen

verkoopt

verkocht te koop in bespreking fietspad

RUIMTE OM TE ONDERNEMEN N

10

Groen-, geluids- en waterbuffer

5

SINT-KATELIJNE-WAVER

8120m²

verkocht te koop in bespreking fietspad

30421m²

6202m²

Groen-, geluids- en waterbuffer

BelOrta

5

15840m²

24563m² N105

8120m²

10224m²

2

4 Intergrow

60149m² 30421m²

Vergro

6202m² 6

BelOrta

1

24563m²

Sodifin b

a

60149m²

10224m²

R6

3

Te koop In bespreking Verkocht Niet beschikbaar Groen-, geluids- en waterbuffer Fietspad

Bedrijfspercelen voor bedrijven actief in de agro-industrie a. moet er links van het straatje een hoekje van de straat af worden getekend? (zie afmetingen_verkoopbare percelen.pdf)

7

30ha naast Belorta aan gronden te koop in Sint-Katelijne-Waver, de perceelsoppervlakte is variabel en bespreken we graag met u in functie van de noden en wensen van uw bedrijf. TOPLOCATIE VOOR AGRO-INDUSTRIE De site van de toekomst voor de agro-industrie, met een unieke ligging net naast de grootste coöperatieve veiling van Europa en aansluitend op een industriezone die reeds heel wat bedrijven vestigt uit de sector. Is uw bedrijf actief in de verwerking of toelevering van landbouwproducten of richt u zich op dienstverlenende activiteiten voor deze sector, dan biedt Veiling Zuid de perfecte locatie voor u.

b. moet er rechts van het straatje ‘trapjes’ aan de hoek vd straat worden getekend?

VEILING ZUID IS EEN DUURZAAM BEDRIJVENTERREIN • gezamenlijke water-, groen- en geluidsbuffers • bij de aanleg wordt gekozen voor duurzame materialen • CO2-neutraal terrein • de parkmanagementvereniging realiseert kostefficiënte oplossingen voor gemeenschappelijke behoeftes, zoals groenonderhoud of afvalophaling CONTACTEER ONS, WE HELPEN U GRAAG VERDER! Els Kenis, T 03 240 68 79, els.kenis@pomantwerpen.be

Recente informatie over Veiling Zuid of andere ontwikkelingen van POM Antwerpen vindt u op www.pomantwerpen.be

211124_Adv_FokusMagazineAgriFood_VeilingZuid 1.indd 2

24/11/2021 16:38


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.