SINDS 1970 JANUARI 2018
Kleur
Sociologisch Antropologisch Periodiek
Geachte lezer,
januari 2018
Een nieuw studiejaar, een nieuwe SoAP en een nieuwe commissie, waar u in dit blad kennis mee zult maken. Deze editie heeft als onderwerp ‘kleur’. Een thema dat breed te trekken is, waardoor deze editie dan ook met diverse onderwerpen gekleurd is.
Contact Vakgroep Sociologie t.a.v. ‘SoAP’ Grote Rozenstraat 31 9712 TG Groningen
Wellicht is het onze trouwe lezers al opgevallen, maar dit jaar was er geen najaarseditie. Dit komt doordat wij, als commissie, besloten hebben om meer tijd te nemen voor de eerste editie en het vormen van een nieuwe redactie. Met trots kunnen wij dan ook deze eerste editie van dit collegejaar presenteren, met zeer veel nieuwe schrijvers. Echter, betekent dit wel dat er dit jaar maar drie edities bij u op de deurmat zullen vallen. Maar wees niet getreurd, deze zullen u net zoveel vermaak brengen als voorheen!
Commissie 2017-2018 Voorzitter Yasmin Portz Secretaris David Vos Eindredactie Naud Katerberg Promotie Bas Dorenbos Vormgeving Myrthe Dilling
Drukkerij Ricoh Oplage 500 Verzending Rijksuniversiteit Groningen Foto cover Yasmin Portz Lay-out Yasmin Portz
Redactie Dieko Bakker Myrthe Dilling Stijn Duursma Hannah Elzinga Daan van Gulik Bauke de Jong Naud Katerberg Youri Meerstra Esther Talsma Simon Venema Reimer Vonk Klaas Wilts
In deze editie leest u bijvoorbeeld over hoe het nieuwe Sociëtas-bestuur kleur aan de vereniging gaat geven, de betekenis van kleur in verschillende culturen en de kleur van de befaamde Aletta Jacobshal. Als u de pagina omslaat, kunt u kennismaken met de nieuwe commissie. Hier stellen wij ons allemaal voor, zodat u weet wie dit jaar met veel liefde de SoAP samenstelt voor u. Wij wensen u veel leesplezier!
SoAP-Logo Thomas Bos Redactie-e-mail
Liefs, de SoAP-commissie
soap.redactie@gmail.com
2
Inhoud KLEUR
VOORAF 2 2
Voorwoord Colofon
INTERVIEWS
4
Nieuwe commissie
5
Sociëtas-bestuur 2017-2018
8
Studentenbezigheden: Bowe Brouwer
COLUMNS 11 Klaas Wilts
17 Simon Venema
ARTIKELEN
12 Het sinaasappelgehalte van de Aletta Jacobshal 14 Kleuren- en geurencultuur 18 Een regenboog in zwart-wit
20 Dieko Bakker
22 Sociologie: waar doe je het voor?
3
RECENSIES
16 Zwart word je pas in een lichtere omgeving
Yasmin - Voorzitter Hallo, ik ben Yasmin, 25 jaar oud en woonachtig in Groningen. Dit is mijn laatste jaar van Sociologie en ik combineer dit momenteel met een pre-MSC IB&M. Naast mijn studie doe ik aan krachttraining, hardlopen en afspreken met vrienden. Sinds mei 2015 heb ik de vormgeving van SoAP gedaan, maar sinds dit collegejaar ben ik voorzitter. Dit betekent dat ik ervoor zorg dat de vergaderingen goed verlopen, alle taken worden uitgevoerd en de eindverantwoordelijkDavid - Secretaris heid draag. Ik hoop dat we ook dit jaar met Ik ben David, 19 jaar oud en op het moment nog veel succes en plezier SoAP vorm kunnen woonachtig in Assen. Dit jaar zal mijn tweede jaar geven! als sociologie-student zijn en tevens mijn tweede jaar
bij de SoAPCie. Net als vorig jaar hoop ik als secretaris en penningmeester weer bij te kunnen dragen aan hĂŠt tijdschrift van de vakgroep sociologie. In mijn vrije tijd loop ik regelmatig hard en spreek ik daarnaast zoveel mogelijk Naud - Eindredactie met vrienden af. Ik kijk met veel enthousiasme uit naar Ik ben Naud, 18 jaar oud en woon in het komende studiejaar waarin wij de lezer hopelijk Groningen. Ik zit in mijn eerste jaar van weer kunnen verrassen met leuke, interessante sociologie, wat betekent dat dit jaar ook en kritische artikelen! mijn eerste jaar bij de SoAPCie is. Als eindredacteur controleer ik alle stukken op zowel taalkundige als inhoudelijke fouten. Ik houd dan ook nauw contact met de redacteuren. In mijn vrije tijd ben ik regelmatig bij vrienden of bij concerten in Vera Bas - Promotie Groningen te vinden. Ik heb er vertrouwen in dat Hoi, ik ben Bas, 25 jaar oud en woonachtig we dit jaar met de gehele redactie veel goede, in Groningen. Ik ben tweedejaars student verrassende en interessante artikelen gaan Sociologie en dit is mijn eerste jaar bij de SoAPschrijven. Cie. Bij de SoAPCie ben ik verantwoordelijk voor de promotie van het blad. Dit zal natuurlijk gebeuren via de sociale media maar ook met o.a. old-school posters. In mijn vrije tijd maak ik muziek en fiets ik graag. Ik zie het als mijn doel om te zorgen dat de SoAP een zo groot mogelijk publiek krijgt, omdat het een gezellige, gedreven Myrthe - Vormgeving commissie is die zich inzet voor een prachtig blad. Ik ben Myrthe, 21 jaar oud en woon in Groningen. Ik ben al tweedejaars sociologie student, maar dit is wel mijn eerste jaar bij de SoAP. Als verantwoordelijke voor de vormgeving zorg ik ervoor dat de opmaak van de SoAp er pico bello uit komt te zien. In mijn vrije tijd schaats ik, spreek ik af met vrienden en luister ik naar muziek. Ik hoop dit jaar met veel plezier de SoAP van een mooie en professionele vormgeving te voorzien!
4
Interview
Sociëtas-bestuur Auteurs: Youri Meerstra & Bauke de Jong
Het achtentwintigste Sociëtas-bestuur is al vanaf de algemene ledenvergadering van 5 oktober 2017 actief en het leek ons daarom hoog tijd om hen een beetje beter te leren kennen, kijken wat de doelen zijn die zij dit jaar nastreven en natuurlijk ook met de vraag: wat gaat er nu precies om in de hoofden van onze bestuursleden? Het nieuwe bestuur bestaat uit Daan van Gulik (voorzitter), de knappe kop die het bestuur in toom houdt, Roos Abee (secretaris), de vrouw die vol enthousiasme achter het toetsenbord te vinden is, Hilbert-Jan (penningmeester), de financiële waakhond, Carmen Modder (commissaris interne contacten), de babysitter die zorgt dat de commissies zich gedragen, en Hannah Dietzenbacher (commissaris externe contacten), de sociale tante die de vriendschappen van Sociëtas in stand houdt.
Wat is jullie belangrijkste streven dit bestuursjaar? Daan begint als een echte voorzitter: “Ik denk om Sociëtas de gezellige en goed gestructureerde club te houden die het altijd al geweest is”. Iedereen is hier mee eens. Roos herhaald instemmend “gezellig”. Hilbert-Jan: “Ik denk dat je altijd wel een paar dingen in je beleidsplan hebt staan die je wilt veranderen of toevoegen, maar ik denk dat in het algemeen de structuur binnen de vereniging best wel goed in elkaar zit en dat we dat zo proberen voort te zetten.” Carmen: “Het is belangrijk dat we gewoon alle dingen vasthouden die we al hebben”. Ze zegt ook dat ze “heel gezellig” belangrijker vindt dan dat “alles heel strikt uitgevoerd moet worden.” Roos stemt in en vult aan: “Ik denk dat het belangrijk is om met iedereen een vet leuk jaar te hebben”. Daan neemt het laatste woord: “Voordat we begonnen, hebben we al tegen elkaar gezegd dat we het belangrijker vinden om dichtbij de identiteit van Sociëtas te blijven, dan echt dingen te veranderen om het veranderen. We hoeven de geschiedenisboeken niet in.” Wat hoop je zelf uit dit bestuursjaar te halen? Hannah hoeft niet lang na te denken en reageert snel: “Sneller kunnen rietadten!”, wat wordt beantwoord met algemeen gelach. Daan klinkt verontwaardigd, waarna Hannah aangeeft dat het maar een grapje was. Roos zegt dat ze nieuwe verschillende mensen wil leren kennen. Hilbert-Jan: “Het lijkt me leuk om een beetje professionaliteit te leren; die ga je natuurlijk iets meer opzoeken zodra je met bijvoorbeeld het faculteitsbestuur in aanraking komt dan wanneer je een commissie doet.” Carmen geeft aan dat ze het bestuur een goede mix van formele en informele activiteiten vindt, waarna de andere bestuursleden instemmend knikken. Carmen licht toe: “Dat je zeg maar van beide kanten weer wat nieuwe dingetjes kunt leren en dat je wel gewoon de mogelijkheid hebt om heel veel verschillende mensen, zoals Roos ook al zei, beter te leren kennen en met iedereen een iets andere ervaring op kunt doen.” 5
Daan neemt weer het laatste woord: “Ik denk ook dat de wereld niet alleen om jezelf draait en dat je gewoon bepaalde verplichtingen hebt waar je..” Roos onderbreekt: “De wereld draait niet alleen om jezelf, maar wel om Daan”, wat leidt tot groot gelach. Omschrijf je bestuur in één zin. Omdat het vorige bestuur het in drie woorden kon, wil dit bestuur dat ook. Hannah zegt grappend: “Sowieso dronders.” Carmen wijst nog even op de spelling van het woord. Daan heeft een ander idee: “Normaal doen, punt. Dat is het.” Carmen stelt de conclusie: “Dronders, normaal doen.” Daan: “Ik vind het wel mooi, je merkt dat we een bestuur van weinig woorden zijn.” Hij vervolgt poëtisch: “Geen woorden, maar daden!” Carmen geeft haar ongezouten mening: “Wat afgrijselijk!”. “Één team, één taak!”, voegt Hannah lachend toe. Waar kijken jullie het meest naar uit in dit bestuursjaar? Hilbert-jan zegt heel zachtjes: “Hihi, de biercantus”, wat leidt tot gelach in de vergaderruimte. Roos maakt duidelijk dat ze daar anders over denkt: “Ik niet, ik niet hoor! Gatsie.” Carmen probeert tussendoor iedereen een beetje rustig te houden. Roos vervolgt: “Ik kijk het meest uit naar de trip, want ik ben nog nooit met de trip meegegaan.” Carmen is het hier helemaal mee eens en Hannah meldt dat ze het meeste zin heeft in het liftweekend. Daan: “Het maakt me allemaal niks uit zolang ik maar bij hen ben.” Iedereen lacht, Hannah roept nog “Wat goor!” Wat is jullie grootste blunder tot nu toe (en eventueel het grootste hoogtepunt)? Hilbert-Jan hapt meteen toe: “De grootste blunder, als
6
je het mij vraagt, ligt tot nu toe bij de ING!” Iedereen lacht en knikt instemmend toe. Hannah vraagt of HilbertJan dit wil toelichten. “De ING heeft het nog steeds niet voor elkaar gekregen de Intro-rekening over te zetten. Daar zijn ze ondertussen al 3 maand mee bezig, ik ben al 3 keer langs geweest, ik heb al gebeld met ze en alles.”, vertelt Hilbert-Jan. “Nou ik weet wel de grootste blunder trouwens!”, zegt Daan enthousiast. “Ehm, tijdens die pubquiz tijdens het BP-weekend…”, begint Daan terwijl hij onderbroken wordt door gelach. “We hadden een inschattingsvraag en daarbij was er een vraag over hoeveel procent van Nederland onder zeeniveau ligt en hierbij hadden we eerst het antwoord en daarbij de marge en dan het minimum en het maximum. Theo dacht, ik weet niet hoe dit kwam, maar Theo dacht dat dit A, B en C was, dus Theo gaf het antwoord in een ABC-keuze.” Verder vertelde het bestuur over de consti. Hier doen we in het interview geen uitspraken over, maar we hebben gehoord dat het leuk was en zeker het hoogtepunt! Wat is de favoriete uitgaansplek van het bestuur? “Hotel Hans”, zegt Daan meteen. Iedereen giechelt. Hilbert-Jan noemt De Minnaar; natuurlijk de place to be voor toekomstige sociologen. Hannah denkt na en zegt: “Het Kasteel!” Hannah vervolgt deze opmerking met
Klein Amsterdam: “Daar is Sociëtas altijd, dat is gewoon heel leuk.” Hierna wordt De Minnaar besproken als potentiële uitgaansplek, waarbij alle aspecten worden besproken, inclusief de dansende oude mannen en de hond. Wat is jullie favoriete guilty pleasure film? Er ontstaat enigszins discussie tussen de bestuursleden. Mean Girls wordt genoemd, Finding Nemo, maar iedereen is het erover eens: dit zijn gewoon goede films! Vervolgens komt Hannah met het volgende: “Theo heeft wel eens het zuipen met het bestuur afgezegd om Holland`s Next Top Model te kijken!” Iedereen begint te giechelen. Roos komt met het voorstel om samen met het bestuur Meet The Prince te gaan kijken: “Die staat op de voorpagina en begint automatisch af te spelen!” Hilbert-Jan: “Je weet dat Netflix films voorstelt die in je interesses liggen?” Roos probeert haarzelf nog te verdedigen, maar beseft al gauw dat dit zinloos is. De dames spreken alsnog af om onder het genot van mojito`s de film toch samen te kijken. De heren spelen toch liever een potje FIFA.
de keuken waar ik altijd gewerkt heb. Toen rookte ik nog zware shag, toen dronk ik nóg meer bier dan dat ik nu doe, ik speelde op dezelfde positie als Theo Janssen, ik ben voor Vitesse, ik heet ook Jansen van achternaam. Ik mis alleen nog de tatoeages!” Daan voegt nog toe: “Net als de echte Theo Janssen ietwat gezet!” Roos zegt dat dit niet in de SoAP hoeft, maar toch is dit wel nodig om de gelijkenis te verduidelijken. Wat willen jullie de lezers van SoAP meegeven? Hannah wil iedereen aanmoedigen om voor het bestuur te solliciteren en Carmen wil dat mensen vaker naar de bunker komen. Roos vraagt zich af op wat voor manier je ook niet cliché antwoord kunt geven op deze vraag. Hannah heeft nog een punt: “Neem jezelf niet te serieus maar je werk wel.” Daan weet even niks te zeggen. Hilbert-Jan: “Je studententijd is sneller voorbij dan je denkt.” Zelf vindt hij dat wel een mooie. “Dat roept altijd iedereen wanneer ze klaar zijn met studeren”, gaat hij verder. Iemand zegt heel zacht “Kut Theo,” maar het is onduidelijk wie. Daan lacht, haalt de ware poëet in zich naar boven en sluit af met de stem van een dichter: “Pluk de dag want het kan zomaar de laatste zijn.”
Nog een leuke vraag: als je een snackje zou zijn, welk snackje zou je dan zijn? Carmen lacht en roept meteen: “KAASSOUFFLÉ!”. Hannah komt vervolgens met een leuk verhaal: “Wisten jullie trouwens dat Daan zijn bijnaam Snackje is?” Daan legt uit: “Het bestuur ontving een brasbrief na afloop van de consti met een geëiste tegenprestatie. Daarin stond dat er ook snackjes moesten zijn omdat ik een snackje zou zijn. En sindsdien is het zover.” Dit verhaal vonden wij van de SoAP toch noemenswaardig. “Theo zou een milkshake banaan zijn!”, zegt Daan. “Ach god, als jij wilt dat ik een milkshake banaan ben, ben ik wel een milkshake banaan”, antwoordt Hilbert-Jan ietwat knorrig. “Om je ego te strelen zou jij jezelf een frikadel speciaal noemen.” Het bestuur lacht uit volle borst. Theo, waar komt je bijnaam eigenlijk vandaan? Hilbert-Jan: “Nou, dit is ontstaan in 7
Studentenbezigheden:
Bowe Brouwer Auteur: Daan van Gulik
Bowe Brouwer is een eerstejaars sociologiestudent. Naast zijn studie speelt hij trommel in het muziekkorps ‘Pasveer’ uit Leeuwarden. Daarmee wist hij afgelopen zomer zelfs de titel te veroveren op het Wereld Muziek Concours in Kerkrade. De hoogste tijd dus voor een interview met deze wereldkampioen. Kun je uitleggen wat je precies doet? Ik speel bij een muziekkorps. Hierbij loop je en maak je tegelijkertijd muziek. Dit doen we met een groep van ongeveer vijftig man. Er zijn verschillende optredens. Zo kun je bijvoorbeeld al spelend over straat lopen, maar er is ook een soort show. Die show vindt plaats op een grasveld. Met zo’n show zijn we dan ook wereldkampioen geworden. In het korps bespeel ik zelf een trommel die op je been hangt. Wat voor muziek spelen jullie zoal? Eigenlijk spelen we allerlei soorten muziek. We hebben bijvoorbeeld een aantal jaren heel veel klassieke muziek gespeeld. We spelen niet heel veel hedendaagse muziek. Dat vind ik zelf wel fijn. Hoe kom je er eigenlijk bij om dit te gaan doen? Ik woon in Leeuwarden en het clubgebouw van Pasveer is bij mij in de buurt. Als Pasveer vroeger repeteerde, dan liepen ze altijd van hun club-
gebouw naar het centrum van de stad. Hierbij liepen ze dan langs mijn huis. Ik hoorde ze altijd vanuit de verte aankomen en liep naar buiten om te gaan kijken. Mijn nicht zat er toen ook al bij, dus zo wist ik er sowieso al iets van. Vervolgens ben ik er bij gegaan toen ik ongeveer zeven was. En nu zit ik er nog steeds bij. Ik zit er dus eigenlijk al langer wel bij dan niet bij haha. Kun je wat meer vertellen over het afgelopen wereldkampioenschap? Het wereldkampioenschap vond eind juli plaats. Het was in Limburg, dus dat viel gelukkig wel mee. Je bent er twee weken van tevoren al elke dag mee bezig, door iedere dag te repeteren. Vervolgens waren we de dag voordat het wereldkampioenschap begon, al in Limburg om te repeteren Op dag één vond de ‘marsparade’ plaats. Hierbij loop je over een soort stratenparcours. Het is de bedoeling dat je sowieso een paar verplichte onderdelen laat zien in deze parade. Voor de rest kun je het zo origineel maken als je zelf wil. De tweede dag hadden we de show waarmee we wereldkampioen zijn geworden. Hierbij heb je een heel voetbalveld tot je beschikking en daar mag je eigenlijk alles op doen wat je wil. Het vond plaats in Kerkrade, in het stadion van Roda JC. We speelden hier een stuk of 8 nummers. Deze nummers zijn eigenlijk allemaal heel anders. Zo speelden we bijvoorbeeld rustige nummers, maar ook weer snellere nummers. Daarnaast speelden we ook nummers met alleen maar slagwerk. Levert het eigenlijk ook nog iets op? Haha, nee ik moet er zelfs contributie voor betalen. Maar dat is niet meer dan ik zou doen voor een abonnement bij de sportschool. En je bent ook nog wel een beetje sportief bezig. Als je een paar dagen achter elkaar aan het trommelen bent, heb je op een gegeven moment ook echt wel spierpijn. 8
9
Hoe word je hierbij eigenlijk beoordeeld? Er is een jury van zes mensen. Zij beoordelen je vervolgens op drie onderdelen. Twee mensen van de jury beoordelen je op de muziek, twee personen beoordelen hoe het geheel eruit ziet, en de overige twee juryleden beoordelen het effect dat het optreden heeft. Dit effect doelt eigenlijk op hoe het overkomt en hoe de show in elkaar zit. Je kan bijvoorbeeld wel allemaal hele strakke en rechte lijnen hebben, maar daarmee kom je er ook niet.
“Als je een paar dagen achter elkaar aan het trommelen bent, heb je op een gegeven moment echt wel spierpijn” Wat zijn je toekomstplannen? Nou, nog een keer wereldkampioen zou wel heel erg mooi zijn! Dat is in ieder geval op dit moment het hoogst haalbare. Er is misschien nog wel een hoger niveau, maar dan word je weer heel anders beoordeeld en moet je naar de Verenigde Staten. Eigenlijk denk ik niet dat dat erin zit.
10
Is het eigenlijk een beetje te combineren met je studie? Ja, eigenlijk heel makkelijk. Op vrijdagavond hebben we dus een repetitie en dan ga ik gewoon naar Leeuwarden. Hierbij repeteren we eerst met slagwerk, fluiten en lyra’s, dat is een soort xylofoon, apart. Vervolgens komen we samen en maken we samen muziek. Met optredens is het qua studie soms wel een beetje lastig. Je bent soms een weekend weg. Laatst waren we bijvoorbeeld een weekend met het muziekkorps naar Frankrijk. Als je dan net iets moet maken voor je studie, dan sta je toch wel een beetje onder druk. Maar dat is eigenlijk ook wel gewoon een kwestie van goed plannen. Meer informatie over de hobby van Bowe is te vinden op www.pasveer.nl. Hier staan onder andere ook clips van het winnende optreden op het Wereld Muziek Concours in Kerkrade van afgelopen zomer!
Het inkleuren van je studietijd Column: Klaas Wilts
T
ijdens je studententijd is het allereerst natuurlijk de bedoeling om te studeren. Met de invoering van het BSA en het leenstelsel is er alleen maar meer focus op dit gedeelte van de tijd als student komen te liggen. Het is echter naast het studeren nog steeds belangrijk om je als persoon te blijven ontwikkelen. Hiervoor is echter niet altijd evenveel ruimte of noodzaak. De ruimte die ervoor is, wordt onder andere bepaald door de net genoemde studiedruk. Daarnaast wordt deze ruimte ook bepaald door de wijze waarop het curriculum is ingedeeld. Het curriculum bij de studie geneeskunde biedt bijvoorbeeld minder ruimte om het zo in te richten zoals het je zelf uitkomt, maar bij bij sociologie heb je deze ruimte weer veel meer. Wanneer de studiedruk lager ligt biedt dit natuurlijk mogelijkheden om de resterende tijd anders in te delen. Sommige studies zullen ongetwijfeld meer inspanning kosten dan anderen. Mijn verwachting is dat de studiedruk bij meer bètaachtige studies hoger ligt dan bij de alfa- en gammastudies. Maar wat doe je met deze extra tijd?
categorieën: persoonsontwikkeling en zinvolle ervaring. De eerste categorie beslaat alle activiteiten die ook maar op enige wijze helpen bij het ontwikkelen van de persoon. De tweede categorie gaat over activiteiten die je, danwel zinvol bezighouden, danwel op je CV zou kunnen zetten. Het drinken van veel bier (waarbij je hopelijk veel in contact komt met anderen) zou onder de eerste categorie, persoonsontwikkeling, vallen. Het doen van een commissie bij de studievereniging valt onder de tweede categorie. Daar moet wel bij worden vermeld dat het doen van een commissie in het begin van je studietijd waarschijnlijk een goede aanvulling is op het CV, maar dat dit richting het einde meer gezien kan worden als een periode waarin je jezelf zinvol bezighield. Je kunt ermee blijven aantonen dat je wat extra’s hebt gedaan, maar de inhoudelijke waarde neemt af. De activiteit blijft hiermee wel onder de tweede categorie vallen.
In het begin werd al kort onderscheid gemaakt tussen de bètastudies en de alfa- en gammastudies. Ik denk dat bètastudenten er gemiddeld goed aan zouden Er zijn talloze mogelijkheden voor doen om veel aandacht aan de het invullen van de tijd naast het studie te geven. Immers, bedrijven studeren. Wat mij betreft zijn deze die hen nodig hebben, zoeken vaak invullingen op te delen in twee naar de beste studenten. Binnen 11
het alfa-gammacluster ligt er echter meer een focus op de persoon die het best bij het bedrijf of de instelling past. Daarvoor is het belangrijk om als sollicitant goed te weten wie je bent en waar je vaardigheden en interesses liggen. Hier kom je achter door naast je studie veel te ondernemen. Om deze reden zou ik ervoor willen pleiten dat studenten in de alfa-gammarichting, naast hun studie de ruimte moeten voelen om voor hun toekomstperspectief relevante dingen te doen. Dit gevoel kan gestimuleerd worden door de opleiding. Wel moet er een balans worden gezocht tussen studie en extracurriculaire activiteiten. De mate waarin de extra activiteiten zinvol zijn, is leidend voor welk deel van je tijd erin mag gaan zitten en hoeveel studietijd je dus redelijkerwijs kunt ‘opofferen’. Hoe zinvoller, des te meer tijd erin mag zitten. Op deze wijze kun je je onderscheiden zonder je studie te negeren. Aan het einde van je studie ben je dan afgestudeerd, je hebt je al persoon verder ontwikkeld en je hebt op enige wijze zinvolle ervaring opgedaan. Hierdoor ben je een geschikte sollicitant. Het enige wat dan nog rest is een stukje geluk en vertrouwen.
Het
sinaasappelgehalte
van de
Aletta Jacobshal
Vier keer per jaar maken we het allemaal mee: de hordes zenuwachtige studenten die naar het Zernike terrein fietsen, het overmatig gebruik van cafeĂŻne en de geur van stress. Het is tentamenweek. De laatste voorbereidingen zijn getroffen. Vol goede moed loop je door de deuren en onmiddellijk word je omringd door de felle oranje kleur. Meer oranje dan het oog kan verwerken: de muren, de vloer, de trappen en zelfs de plafonds. Alles is oranje. Elke keer komt dezelfde vraag weer naar boven: waarom zou men specifiek voor deze kleur kiezen? In deze tekst gaan we op zoek naar antwoorden op deze prangende vraag. Auteur: Hannah Elzinga
D
e Aletta Jacobshal bevat vier tentamenhallen en de grootste collegezaal van Nederland, die ruimte biedt aan zeshonderd studenten. Zeven jaar geleden is in opdracht van de Rijksuniversiteit Groningen de tentamenhal ontworpen door Heiko Meijer van het architectenbureau Onix. Bij het ontwerpen van het gebouw is er grofweg gebruik gemaakt van vier materialen: lichtdoorlatende plaat, zilverkleurige plaat, onbehandeld hout en een heleboel oranje verf. Heiko Meijer omschrijft de felle oranje kleur in de foyer als “een soort gekleurd vacuüm tussen de verschillende sferen van de tentamenhal en de collegezaal” (Onix, z.d.). Zijn plan achter de kleur was ook gewoonweg om de studenten wakker te schudden vlak voor hun tentamen. Daarnaast meldt het bureau tegenover de Universiteitskrant Groningen dat ze een krap budget hadden, en het kiezen van één enkele kleur dus simpelweg goedkoper was. Ellen Versluijs, een studente Midden-Oosten studies, is het echter niet eens met de gekozen kleur van architect Meijer. In 2016 is Versluijs een petitie gestart tegen het “sinaasappel-gehalte” van de Aletta Jacobshal. Volgens de studente zou de schreeuwerige oranje kleur additionele stress veroorzaken vooraf aan het tentamen. De Rijksuniversiteit zou de tentamenhal van een kalmerende kleur moeten voorzien om zo het resultaat van de tentamens te verbeteren. Volgens het Dagblad van het Noorden is de petitie is in totaal 148 keer ondertekend, maar de Rijksuniversiteit heeft aangegeven dat de Aletta Jacobshal nog niet van een onderhoudsbeurt voorzien hoeft te worden. Niet iedereen is het dus eens over de oranje kleur van de Aletta Jacobshal. Hierom is het van belang om te kijken naar welke invloed de kleur oranje echt op ons heeft en doen we een beroep op de objectieve visie van de wetenschap. Oranje is een kleur die gerekend kan worden tot de warme kleuren, zoals rood en geel (wat samen ook weer oranje maakt). Het effect van een ruimte met een warme kleur kan volgens Ballast (2002) gezien worden als actief en stimulerend. Dit is terug te koppelen aan het argument van Meijer dat de oranje kleur bedoeld is om de studenten wakker te schudden. Hierdoor zou een warme kleur, in dit geval oranje, niet verkeerd zijn vooraf aan het tentamen. Er zijn echter ook nog andere effecten van het gebruik van warme kleuren in een ruimte. Zo kan de ruimte als klein en compact worden ervaren. Tevens kan de kleur oranje een schokkend en verontrustend gevoel veroorzaken, wat dan weer niet ideaal is voorafgaand aan dat tentamen waar je al een maand voor hebt lopen studeren (Kwallek, Lewis, & Robbins, 1988; Mahnke & Mahnke, 1993; Ballast, 2002). Als er gekeken wordt naar de natuur en ons dagelijks leven komt de kleur oranje niet veel voor. Hierdoor roept 13
het weinig tot geen associaties op en is dit volgens onderzoek van Evelyn Bok (2015) bevorderend voor het concentratievermogen. Wij als Nederlanders hebben echter wel een extra associatie met de kleur, namelijk de oranje kleur van ons land. De oranje kleur is overal te zien op feestdagen en grote evenementen, waardoor de kleur een positieve gevoel kan stimuleren, wat geen kwaad kan vooraf aan een tentamen. De keerzijde van deze associatie wordt hier echter niet meegenomen. De kleur oranje is namelijk ook de kleur van het Nederlands elftal, en wie wordt daar tegenwoordig nog blij van. Er kan worden geconcludeerd dat er geen eenzijdig antwoord is op de vraag ‘waarom specifiek deze kleur?’ Zowel in subjectieve als in objectieve zin is er geen eenduidig antwoord te vinden, want er zijn zowel positieve als negatieve aspecten aan de kleur oranje. Hopelijk is voor de volgende tentamenweek het vraagstuk rondom deze kleur enigszins verhelderd. Dan kunnen we ons vervolgens gaan afvragen waarom er zulke rare teksten op de muur van de hal staan. Bronnen: Ballast, D. K. (2002). Interior design reference manual (5e ed.). Belmont, CA: Profes sional Publications Incorporated. Bok, E. (19 maart 2015). Hoe hebben kleuren invloed op je productiviteit? Geraad pleegd van https://www.zzpser vicedesk.nl/850/hoe-heb ben-kleuren-invloed-productiviteit. html Kolthof, P. (2016). Stress door oranje ten tamenhal. Dagblad van het Noorden. Geraadpleegd van http://www.dvhn. nl/groningen/Stress-door-oranje tentamenhal-21207960.html Kwallek. N., Lewis, C. M., & Robbins, A. S. (1988). Effects of office interior color on workers’ mood and productivity. Perceptual & Motor Skills, 66(1), 123 128. Mahnke, F. H., & Mahnke, R. H. (1993). Color and light in man-made environments. New York, NY: Van Nostrand Rein hold. Onix (z.d.). Projecten: Aletta Jacobshal. Geraadpleegd op 12 december 2017, van https://onix.nl/project/alet ta-jacobshal/
Kleurenen
geurencultuur
Kleuren kunnen verschillende associaties en emoties oproepen bij mensen. Bij de kleur roze denk je al snel aan meisjes en bij de kleur lichtblauw aan jongens. Deze associaties bij kleuren worden ook weer gebruikt in logo’s zoals bij pink ribbon oftewel het roze lint. Dit staat internationaal voor de betrokkenheid bij borstkanker. Groen wordt vaak geassocieerd met de natuur of gezondheid. En zo zijn er nog veel meer andere kleuren wat weer verschillende emoties en associaties oproepen. Toch kan er in verschillende landen en culturen anders gedacht worden over bepaalde kleuren. En niet alleen over bepaalde kleuren kan anders gedacht worden. Ook kunnen geuren anders gedefinieerd worden in verschillende landen en culturen. Auteur: Myrthe Dilling
Blauw De kleur blauw staat in de westerse cultuur voor vrijheid en vooruitgang, terwijl in de Chinese en Zuid- Oost Aziatische cultuur de kleur blauw staat voor rouw. Blauw wordt hier gebruikt bij ongelukkige gebeurtenissen zoals een begrafenis. Door dit verschil maakte Pepsi Cola een enorme blunder. Zij veranderden de verkoopautomaten van donkerblauw naar lichtblauw in Zuidoost- Azië toen ze erachter kwamen dat de betekenis van de kleur blauw hier iets heel anders inhield1. Wit Een ander groot verschil tussen de westerse cultuur en de Chinese cultuur is de betekenis van de kleur wit2. In de westerse cultuur wordt de kleur wit gezien als puurheid en heiligheid. Terwijl in de Chinese cultuur de kleur wit wordt geassocieerd met de dood. Op begrafenissen wordt witte kleding gedragen. In de westerse cultuur is te zien dat deze kleur juist bij trouwerijen gedragen wordt. Rood In de Chinese cultuur symboliseert de kleur rood geluk. Het wordt gezien als de kleur van de vrolijkheid. Ook in India wordt de kleur rood gezien als een kleur van plezier en een zuivere kleur. Vaak wordt de kleur rood dan ook gedragen tijdens bruiloften in China en India. In de westerse cultuur wordt de kleur rood gezien als een krachtige kleur. Toch zijn er ook culturen waar de kleur rood juist gezien wordt als een teken van rouw. Rood wordt in verschillende delen van Afrika geassocieerd met rouw. Traditionele rouwkleding bestaat uit mooie rode gewaden. De mensen dragen verschillende soorten rouwkleding en doen hun best er zo mooi mogelijk uit te zien. Als je naar logo’s van bedrijven kijkt is te zien dat de kleur rood in logo’s vaak wordt gebruikt door restaurants. Rood lijkt dus ook een kleur te zijn die niet alleen kracht uitstraalt maar die ook het hongergevoel opwekt. Geel Geel is een opvallende kleur en wordt daarom ook veel gebruikt in reclames. Ook wordt de kleur geel gezien als een kleur van vreugde en geluk. In de Chinese cultuur wordt de kleur geel ook gezien als keizerlijke kleur. Alleen leden van de keizerlijke familie mochten geel dragen, omdat zij gezien werden als afstammelingen van de zon. Groen De kleur groen kan geassocieerd worden met gezondheid, veiligheid en balans. In de hindoeïstische cultuur staat de kleur groen voor geluk, voorspoed en de mildheid van de natuur. De kleur groen wordt hier dan ook gezien als een feestelijke kleur. In de Chinese cultuur wordt een hele andere betekenis gegeven aan de kleur groen. Groen mag hier dan wel staan voor een lang leven, toch wordt in China de kleur groen ook geassocieerd met bedrog en geestenbezwering. Groene hoeden worden dan ook geassocieerd met overspel van de echtgenote. 15
Geuren Sommige mensen associëren bij geuren bepaalde kleuren. Dit is wel erg zeldzaam, maar er zijn wel mensen die dit hebben. Het wordt ook wel synesthesie genoemd. In westerse landen worden geuren vaak afgeleid van voorwerpen zoals een rotte ei geur of een bloemige geur of een geur die naar citroen ruikt. Het herkennen van een geur heeft ook heel erg te maken de manier hoe de geur omschreven wordt. In bepaalde talen in Zuid- Oost Azië (Jahai en Maniq) speelt geur bijvoorbeeld een erg belangrijke rol en zij kunnen dit dan ook beter omschrijven en benoemen dan de westerse mensen die dit via voorwerpen omschrijven. Taal heeft dus invloed op geuren herkennen. Bijvoorbeeld de taal Jahai heeft twaalf abstracte geurtermen, terwijl in het Nederlands we eigenlijk maar één abstract woord gebruiken; muf. Zo hebben ze bijvoorbeeld een woord dat de geur van oude hutten, schimmel en eten dat te lang gestaan heeft beschrijft3. De taal Maniq heeft zelfs een woord dat de geur van zonlicht beschrijft. Kleuren kunnen dus hele andere betekenissen hebben in verschillende culturen. Onbewust heeft kleur veel invloed op de omgeving. Daarnaast blijkt dat in sommige talen geuren niet afgeleid worden van voorwerpen, maar dat er eigen woorden voor bestaan. Misschien moeten wij ook maar een aantal van die woorden overnemen. Zodat we niet alleen maar een geur omschrijven als; ‘’muf’’. 1 https://www.mt.nl/business/internationaal/6-legendarische-blunders-internationaal-zakendoen/539645 2 https://nl.wikipedia.org/wiki/Kleur_in_de_ Chinese_cultuur#Chinese_astrologie 3 https://www.nrc.nl/nieuws/2013/09/11/ wij-hebben-een-geurwoord-muf-het-maniqheeft-er-wel-1293217-a764002
Zwart word je pas in een lichtere omgeving Tekst: Esther Talsma dat er een maatschappelijk probleem op een andere manier naar voren komt dan in het nieuws zou kunnen. Er is in dit boek tijd voor meer diepgang, maar ook voor het beschrijven thema’s van andere tijden die nu nog altijd voorkomen.
E
lk jaar heb ik het goede voornemen om meer boeken te gaan lezen. Ik weet alle redenen wel die ze je op de middelbare school vertellen: je hebt minder last van stress, het levert kennis op en zorgt voor een uitbreiding van je woordenschat. Kortom, het is goed voor je. Maar ik ging alsnog niet meer boeken lezen, totdat mijn docent nederlands mij op het boek ‘De zwarte met het witte hart’ van Arthur Japin wees, wat een van mijn favoriete romans is geworden. Het bijzondere aan dit verhaal is
Het boek gaat over twee Afrikaanse prinsjes die in 1837 aan koning Willem I worden geschonken als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. De jongens worden in Delft opgevoed als Nederlanders. Ze brengen veel tijd door op het Nederlandse hof en onderhouden daar nauwe banden. Prins Kwasi, een van de twee Afrikaanse prinsjes en tevens de hoofdpersoon van dit boek, is op 10jarige leeftijd naar Nederland vervoerd. Hij doet zijn best om zich aan te passen aan de Nederlandse cultuur, terwijl de andere prins, Kwasi’s neefje genaamd Kwame, zich heftig verzet tegen alles wat Nederlands is. Hoewel Kwasi zich zoveel mogelijk probeert aan te passen, zal hij van de buitenkant altijd als een 16
Afrikaanse worden gezien en behandeld. “De buitenkant is nog uit Afrika, maar binnenin zit Holland al”, zoals dat in het boek staat. Ondanks deze goede verstandhouding, wordt het voor de prinsen moeilijker om zich maatschappelijk in te passen. De jongens raken verscheurd tussen hun vaderland en Nederland. Kwame blijft vechten voor het behouden van zijn Afrikaanse identiteit. Hij keert de rug toe naar de jaren van zijn Hollandse assimilatie en probeert terug te keren naar zijn vaderland. Na noodgedwongen te blijven steken in Fort Elmina aan de WestAfrikaanse kust, maakt hij zich van kant. Kwasi, die zich altijd heeft proberen aan te passen, strandt op een versufte koffieplantage op Java waar hij de rest van zijn leven blijft. Hij is bijna helemaal verwesterd, maar altijd een zwarte prins gebleven, vastzittend aan een cultuur die niet van hem was. Het levensverhaal van de Prinsen wordt verteld aan de hand van de herinneringen van prins Kwasi. Deze zijn mild, soms meedogenloos en vaak wijs. “Als je iemand niet van harte kan omarmen, heb dan de moed hem te verstoten.” Zo beschrijft hij bijvoorbeeld zijn mening over discriminatie. Ondanks dat het woord nergens expliciet wordt genoemd, draait het verhaal daar wel duidelijk om. Op elke pagina is er op een subtiele manier
laten zien dat de prinsen niet geaccepteerd werden. Dit centrale thema, de onmogelijkheid van volledige acculturatie, is vandaag de dag nog even relevant als wanneer het verhaal plaatsvond. Het boek opent met de zin “De eerste tien jaar van mijn leven was ik niet zwart”. Zwart wordt men pas in een lichtere omgeving; dat is precies wat deze twee prinsen overkwam. Arthur Japin weet op een luchtige manier dit zware thema te beschrijven. Er overheerst een neutrale toon om de hartverscheurende gebeurtenissen. Ondanks dat de hoofdpersoon ontzettend veel onrecht is aangedaan, is hij daar rustig onder gebleven. “Ik heb afgeleerd kwaad te worden, waardoor het lijkt of je niet te kwetsen bent”, stelt Kwasi.
Wat minder kleur te bekennen Column: Simon Venema
A
ls ik kijk naar protesterende mensen op televisie of luister naar Zwarte Pietofiele familieleden ervaar ik soms een gevoel dat ik maar moeilijk kan plaatsen. Overal om me heen lijken mensen doordrenkt te zijn van harde meningen en overtuigingen waar maar weinig spelden tussen te krijgen zijn. Ben je het ergens mee oneens? Dan ben je al snel een racist of een wegkijker (welke specifieke beschuldiging is afhankelijk van aan welke zijde van het politieke spectrum je je bevindt). Soms krijg ik dan het gevoel dat ik De zwarte met het witte hart maar weinig harde meningen heb. is een meeslepende roman. Vaak roep ik (meestal intern) om Gebaseerd op een waar- nuance. Ik beschouw mezelf dan gebeurd verhaal vertelt de ook als radicaal gematigd. “Ach”, schrijver een indrukwek- denk ik dan. “Ook ik heb heus wel kend verhaal. Een krachtige uitgesproken meningen.” Ik heb samenvatting van het boek bijvoorbeeld een uitgesproken noemt Japin zelf ook in een mening over uitgesproken menininterview: “Als buitenstaan- gen (getuige deze column). der kun je twee dingen doen. Je kunt je afkeren of je kunt In mijn optiek zijn extreme opje aanpassen. […] beide op- vattingen vaak een blijk van kortlossingen leiden tot niets.” zichtigheid en weinig diepgaanEen uitspraak die aan het de kennis over het betreffende denken zet wat je dan wel onderwerp. Zo las ik laatst een kan doen, Japin noemt geen stukje over het concept van de oplossingen maar vertelt het knowledge illusion, duidend op de verhaal van de twee prinsjes bevinding dat wanneer je mensen op een manier die hen eer vraagt hoe bijvoorbeeld een maataandoet. schappelijk probleem werkelijk Japin, Arthur(2010). De zwarte met het witte hart. De Arbeiderspers, Amsterdam. ISBN 9789029573665, 389 blz.
in elkaar zit, door bijvoorbeeld te vragen naar causale verbanden, ze er vaak verrassend weinig van 17
afweten. Hoe de onderzoekers dit onderzoek precies uitgevoerd hebben, dat weet ik eigenlijk niet precies (maar dit is dan weer in lijn met de knowledge illusion). In het artikel werd beschreven dat extreme opvattingen vaak minder extreem worden nadat mensen geconfronteerd worden met hun gebrekkige kennis. Ha! Take that, harde meningen en overtuigingen! Toen ik dit artikel las dacht ik: “dit is op mijn sociologische lijf geschreven”. Wie anders dan de sociale wetenschapper heeft op dagelijkse basis te maken met causaliteitsproblematiek? Weten hoe de vork in de steel steekt, is eigenlijk erkennen dat je meestal niet precies weet hoe de vork in de steel steekt. Wellicht is het een goed idee dit in je achterhoofd te houden de volgende keer dat je jezelf in een Zwarte Piet discussie aan de familietafel bevindt.
Een regenboog in
zwart-wit Het onderwerp van deze SoAP is “kleur” en wat is nou kleurrijker dan de LHBT-gemeenschap in Nederland. Elk jaar wordt er in veel steden in Nederland bijvoorbeeld de Gay Pride georganiseerd en dan worden hele steden in de kleuren van de regenboog versierd. Het is dan ook verschrikkelijk om te horen dat er nog steeds angst heerst in bepaalde gemeenschappen of culturen in Nederland waar “anders” zijn niet getolereerd wordt. Naar aanleiding van de recente berichten over homogeweld besloot ik hier een stuk voor SoAP aan te wijden. Ik kwam op het idee om een vriend wat vragen te stellen over hem en zijn verhaal. Hij stemde hiermee in, maar wilde wel anoniem blijven. Auteur: Stijn Duursma
Toen ik een paar jaar geleden in Amsterdam studeerde, heb ik een jongen leren kennen met een geheim. Hij kwam net als ik uit het noorden van Nederland. We raakten op school aan de praat en ik vroeg hem waarom hij helemaal naar Amsterdam was gegaan. Hij vertelde mij dat hij de bekrompenheid van zijn vorige woonplaats zat was en in Amsterdam hoopte meer zichzelf te kunnen zijn. Later, toen we vrienden werden, leerde ik pas wat hij daar mee bedoelde. Hij vertelde namelijk dat hij homoseksueel was en daar niet voor uit durfde te komen en daar schrok ik ontzettend van. Stel jezelf even voor. Ik ben 22 jaar oud en ik kom uit Friesland. Ik woon en studeer in Amsterdam en ik zit nu in mijn derde jaar van commerciële economie aan de HvA. Een paar jaar geleden leerden we elkaar kennen. Je vertelde op gegeven moment mij toen iets wat niet veel mensen wisten. Kun je me daar meer over vertellen? Ik vertelde je toen dat ik homo was en er niet voor uit durfde te komen. Ik ben juist naar Amsterdam gegaan omdat ik dacht dat ik hier mezelf kon zijn, maar dat was helaas niet zo. Jij reageerde daar toen heel geschrokken op, wat ik lief vond. Je zegt dat je hoopte hier jezelf te kunnen zijn? Was dat niet zo waar je vandaan komt? Nee, dat was zeker niet zo! Ik kom uit een klein dorp boven in Friesland. Het is een erg conservatief dorp. Het voldeed eigenlijk aan alle stereotyperingen die er over Friese mensen bestaan, zoals dat het een stug volk is. Ik wist al van jongs af aan dat ik geïnteresseerd was in jongens, en vanaf de middelbare school merkte ik dat ik me ook echt aangetrokken voelde tot jongens. Maar omdat al mijn vrienden het altijd over meisjes hadden en ik niet raar gevonden wilde worden, negeerde ik het.
“Ik was de bekrompenheid van de mensen in mijn dorp zat” Waarom dacht je dat dat raar was? Nou, omdat niemand het daarover had en ‘homo’ daar veel als scheldwoord gebruikt werd. Ook hadden we een jongen op school die openlijk homo was en die werd heel veel gepest en was zelfs een keer geslagen. Het was heel zielig, want niemand wilde voor hem opkomen. Ik was heel bang dat, ook al had ik leuke vrienden, mij hetzelfde zou overkomen en dat wilde ik niet. Waarom kwam jij niet voor hem op? Omdat ik toen niet sterk in mijn schoenen stond, zoals hij. Ik durfde er niet voor uit te komen en hem ook niet te helpen. Dat is een beslissing waar ik tot op de dag 19
van vandaag nog best veel spijt van heb. Het had ook ik kunnen zijn die gepest werd en dan had ik het ook fijn gevonden als iemand het voor mij op nam. Je ouders weten ook niet dat je homo bent? Misschien weten ze het wel omdat ze het zouden kunnen aanvoelen, maar ik heb het ze nooit verteld. Bij ons in het dorp kent iedereen elkaar en als bekend wordt dat ik uit de kast ben gekomen, is dat misschien ook wel nadelig voor mijn ouders en dat wil ik ze niet aan doen. Heb je nooit vriendjes gehad toen je in Friesland woonde? Ik heb één keer met een jongen gezoend op een feest, maar de volgende dag zei hij dat hij dat nooit zou doen als hij geen alcohol gehad had en werd hij zelfs boos op mij, omdat ik hem er in geluisd zou hebben. Ik was heel bang dat hij daarna zou doorvertellen dat ik met hem gezoend had, maar hij heeft het volgens mij nooit iemand verteld. Meer dan dat niet. Je bent naar Amsterdam verhuisd, waarom? Ik was de bekrompenheid van de mensen in mijn dorp zat, en ik wilde niet langer dat ik het als een geheim mee moest dragen. Dus nadat ik mijn havo behaald had, besloot ik naar Amsterdam te gaan. Een beetje als een nieuwe start en weg van de mensen daar. En hoe ging dat? Ik kende hier in het begin niemand, en ik had gehoord dat lid worden van een studentenvereniging een goede manier was om nieuwe vrienden te maken, dus dat deed ik. In het begin was het heel leuk en ik merkte dat ik wat zelfverzekerder werd. Maar ook hier merkte ik toch weer dat waar ik in Friesland ook tegenaan liep. Namelijk dat homo heel veel wordt gebruikt als scheldwoord en dat er bij de vereniging waar ik bij zat een hele erge machocultuur hing. Dit is iets wat misschien niet heel sterk zichtbaar is, maar ik
merkte het aan alles. In het begin dacht ik dat het er bij hoorde, net als in Friesland, maar later merkte ik toch weer dat dat niet zo was. Je zei “vereniging waar ik bij zat”, betekent dit dat je er inmiddels niet meer bij zit? Ja, vorig jaar ben ik er mee gestopt, omdat ik me er simpelweg niet thuis voelde, tot groot onbegrip van mijn groepsleden. Ik heb ze niet verteld waarom ik me zo voelde, dus ze begrepen het niet echt.
Hup Oranje! Column: Dieko Bakker
D
eze zomer komt het er weer aan: het wereldkampioenschap voetbal. ‘We’ zijn er weer niet bij. Dat geeft ons een mooie gelegenheid om het hele gedoe eens van een afstandje te bekijken. Supporters van over de hele wereld reizen naar Rusland. Elke dag vullen de stadions zich met supporters, gekleed in de kleuren van hun land. In de eerste speelronde kunnen we kijken naar Blauw tegen Groen (FrankEn hoe heeft die beslissing rijk - Australië), Lichtblauw tegen uitgepakt? Donkerblauw (Argentinië - IJsland) Goed! Ik voel me beter en ik en Rood tegen Ook Rood (Spanje heb nu het gevoel meer mezelf Portugal). Voor supporters die te kunnen zijn dan toen ik nog elkaar tegenkomen in de stad bij de vereniging zat. Ik vind leiden de verschillende kleuren het nog steeds moeilijk maar ik tot herkenning van gelijken, vermerk wel nu ik andere vrienden heb dat het makkelijker is om broedering tussen landen, of juist gewoon mezelf te zijn. Ik heb nationalistische agressie.
“Dat is een beslissing waar ik tot op de dag van vandaag nog best veel spijt van heb”
nu een groepje vrienden die ik het eigenlijk direct verteld heb en daar reageerden ze heel goed op, wat ik heel fijn vond.
Voor voetbalsupporters zijn de nationale kleuren een teken van de groep waartoe zij zichzelf vinden behoren. Nederlanders draJe durfde het bij hen wel gen oranje omdat ze zichzelf zien meteen te vertellen? als Nederlanders. Maar andersom Ja, raar he. Ik had ze wel kan het ook. Geef mensen een gevraagd of ze het erg vonden, kleurtje, en ze vormen vanzelf een maar ze zeiden: “Nee tuurlijk groep. Uit psychologische en soniet.” ciologische experimenten blijkt dat Heel erg bedankt voor het mensen die compleet willekeurig beantwoorden van de vragen. aan een bepaalde groep worden toegewezen al snel een duideOntzettend dapper van je! lijk onderscheid zien tussen ‘hun’ groep en de rest. Mensen geven minder aan leden van de andere 20
groep en hebben een positiever beeld over hun groepsgenoten dan over buitenstaanders. Vooral als er concurrentie is tussen de groepen zijn (voor)oordelen snel gevormd en moeilijk te veranderen. Als de staat van het Nederlandse voetbal niet verbetert, en de situatie dreigt dat ons nationale team nooit meer op het WK zal verschijnen, is het misschien goed als wij Nederlandse sociologen eens bij de FIFA aankloppen. Als het toch zo makkelijk is om rivaliteit tussen kunstmatige groepen aan te wakkeren, kunnen we dan niet gewoon de beste voetballers van de wereld netjes verdelen over 32 teams met verschillende kleurtjes? Dan hebben we eindelijk weer een oranje elftal waar we trots op kunnen zijn. Hup Oranje!
www.soapgroningen.nl Facebook SoAP-Groningen Twitter SoAP_Groningen Instagram soapgroningen
21
Sociologie: Waar doe je het voor?
Tijdens je bachelor Sociologie word je, zoals je hopelijk inmiddels gemerkt hebt of nog zult merken, gedrild om onderzoeken te lezen, te begrijpen en uiteindelijk zelf uit te voeren. Vanaf je eerste jaar krijg je in elk blok wel een of meerdere vakken die gericht zijn op hoe je een onderzoek voorbereidt, waar je op moet letten en aan moet denken, hoe je de data kunt verzamelen en vervolgens moet analyseren, en hoe je hier conclusies op kunt baseren. Je kent de schrijfsyllabus zo’n beetje uit je hoofd, en de regels van APA kun je dromen (of heb je ergens tussen de bladwijzers in je browser staan). Zo word je dus socioloog. Auteur: Reimer Vonk
22
E
chter, wat mij tijdens de bachelor dwars zat en wat jou misschien ook al opgevallen is, is dat je tijdens je bachelor vooral leest over hoe je onderzoek doet in plaats van het zelf te doen en hoe je gelezen theorieën in de praktijk kunt zien. Ondanks alle meer ‘sociologische’ teksten en theorieën die je moet lezen voor vakken als Markt, Primaire Sociale Orde en Sociale Welvaart, leer je weinig over hoe je deze theorieën toe kunt passen. Er worden weinig echte praktijkvoorbeelden gegeven, de occasionele Feyenoordsokken en bananenschuimpjes daargelaten. Er wordt weinig aandacht besteed aan actualiteiten, die prachtige voorbeelden kunnen zijn van een theorie in de praktijk, en welke mechanismen achter deze gebeurtenissen kunnen zitten (wat toch een van de kernpunten van Sociologie is). Ook bij de onderzoeksprojecten die je doet tijdens de bachelor, en zelfs bij je scriptie, begeef je je op gebaande paden, aan de hand van je begeleider. Kortom: de binding met de praktijk mist in de bachelor, wat voor een aspirerend socioloog met interesse voor de praktijk en de samenleving behoorlijk demotiverend kan zijn.
“Zo word je dus socioloog” Misschien herken je het sentiment dat hierboven beschreven wordt, misschien niet. Hoe dan ook: je zult zeker vakken hebben gehad of krijgen die je aanvankelijke motivatie om Sociologie te gaan studeren doen wankelen. Er zijn meer redenen om te twijfelen aan je motivatie dan een gebrek aan praktijkvoorbeelden. Waarom doe je het dan nog? Het antwoord op deze voor jou kan ik je niet bieden. Wel kan ik mijn eigen antwoord op deze vraag geven.
“Informeer naar de mogelijkheden, en grijp de mogelijkheden aan die je geboden worden” Ik begon met de bachelor Sociologie in 2014, vers van de middelbare school, omdat ik me geprikkeld en gemotiveerd voelde om meer te leren over de maatschappij, menselijk gedrag en groepsprocessen (herkenbaar?). Het begon goed met Primaire Sociale Orde en Inleiding in de Sociologie, waardoor de prikkel en motivatie groeiden. Maar naarmate het studiejaar vorderde en meer methodologische en theoretische vakken op het programma kwamen, werd mijn ‘interne vlam’ op een steeds lager pitje gezet.. Ik twijfelde of ik wel de goede studiekeuze had gemaakt. Toen, na een aantal maanden, opende de inschrijving voor het Honours College, en na een aantal informatiebijeenkomsten hierover bedacht ik dat dit een goede mogelijkheid zou zijn om mezelf weer te prikkelen en de vlam te doen oplaaien. En dat was 23
het zeker. Hierdoor kreeg ik (onder andere) afgelopen zomer voor mijn bachelorscriptie de kans om, samen met o.a. Jacob Dijkstra, zelf een onderzoek op te zetten, uit te voeren en hier iets zinnigs over te schrijven. Eindelijk viel alles op z’n plek, en ik besefte waarvoor ik al die vakken in de bachelor had gedaan, en vooral waarom ik Sociologie ben gaan studeren. Er was eindelijk een verband tussen wat ik drie jaar lang geleerd had en de praktijk.
“Ga vandaag door, stoppen kan morgen wel” Nou wil ik niet zeggen dat jij je per se ook moet inschrijven voor het Honours College. In de master leer je ook veel over de praktijk van Sociologie, en dan ook nog eens over een vakgebied waar jij interesse in hebt (bijvoorbeeld de gezondheidszorg zoals ik nu). Hoe zeer je motivatie ook te lijden heeft onder de droge bachelorvakken: er is hoop en licht aan het einde van de tunnel. Mijn advies: doe wat jij leuk vindt, zoek op en doe wat jou interesseert en motiveert, informeer naar de mogelijkheden, en grijp de mogelijkheden aan die je geboden worden, want niet iedereen krijgt die kans. Je kan later beter ‘had ik maar niet’ denken dan ‘had ik maar wel’.
? T I D N A V MEER VOLG ONS ONLINE! l n . n e g n i n soapgro