Jaargang 38, nr. 1, februari 2007
SOAP Sociologisch Antropologisch Periodiek sinds 1970
PERIODIEK
VAKGROEP SOCIOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN
Masterevaluatie beleid & consultancy leidt tot conflict Verder in dit nummer: - Bakbrommers in Business - Gratis kinderopvang? - Research Master - Interview Max van den Berg -
Redactioneel: Tijden veranderen Een nieuwe lente is - om Gorter een beetje tegen te spreken - niet essentieel voor een nieuw geluid. Ik durf nog niet van een winter te spreken na drie dagen lichte vorst en een halve sneeuwbui, maar ik heb zeker nog geen voorjaar ontwaard in de Hortustuin. Een nieuw geluid dus. Hoezo? Ten eerste heeft er een wisseling van de wacht binnen de SoAP plaatsgevonden. Nienke Bos heeft het na bijna twee jaar succesvol hoofdredacteurschap voor gezien gehouden. Ik zal als haar opvolger vanaf heden deze functie vol inzet trachten in te vullen. Vanaf deze plaats zou ik Nienke van harte willen bedanken voor haar inzet en organisatorisch vermogen, dat in combinatie met een gemotiveerde redactie tot een kwaliteitsinjectie en professionalisering van de SoAP heeft geleid. Zowel met betrekking tot de vorm als tot de inhoud. Eer aan wie eer toekomt. Ook binnen de opleiding Sociologie verandert er momenteel veel. Vakken veranderen, masters komen en gaan. Zeker sinds de inhoudelijke reorganisatie van de SoAP hebben wij bepleit meer dan ooit een vakgroepblad te zijn. Dat behelst niet alleen zaken als het introduceren van nieuwe master, een kijkje thuis bij een medewerker of een kennismaking met de nieuwe studieadvisieuse. Wij zien het ook als een taak - naast het publiceren van interessante artikelen en het functioneren als een leerplaats voor studenten met journalistieke ambities of interesse - een kritische noot te kraken waar nodig. Het evalueren van vorm en inhoud van de opleiding (bv. d.m.v. college-evaluaties) is hier onlosmakend onderdeel van. In de kwestie omtrent de Beleid & Consultancy-route zagen wij het dan ook als onze plicht hierover te berichten. Niet vanwege sensatiebeluste journalistiek, maar vanwege de implicaties voor de studenten en een gebrek aan informatie en openheid naar hen die het ‘rauw op hun dak krijgen’ (zie voor verdere details het artikel op pagina 6). Zie het als een pleidooi om de mensen waar het om gaat binnen een opleiding (studenten en medewerkers) ten alle tijden serieus te nemen.
INHOUD
VAKGROEP
De nieuwe Research Master 4 Nieuws uit de Vakgroep: Conflict rond Beleid & Consultancy 6 Afgestudeerden 7 Thuis bij... Melinda Mills 8 Hilde Steenbergen, nieuwe studieadviseuse 10
MAATSCHAPPIJ & POLITIEK
Jurre van den Berg, hoofdredacteur PS. Houd het in de gaten: Nacht van de Sociologie, 1 maart!
Colofon SoAP (Sociologisch Antropologisch Periodiek) Jaargang 38, nummer 1, februari 2007 Drukwerk: Copyright Oplage: 500 Verzending: RuG Redactie: Jouri Bakker, Jurre van den Berg, Pieter van der Bij, Maria van den Broek, Astrid van Dijk, Mart Duitemeijer, Michiel Emmelkamp, Nathalie Feitsma, Matthias Frankema, Marlou Visser, Marlijn de Vries, Michiel Vrijhof, Lisan Wieringa, Koen de Wit. Contact: SoAP_Groningen@hotmail.com Vakgroep Sociologie t.a.v. ‘SoAP’ Grote Rozenstraat 31 9712 TG Groningen
2
SOAP | FEBRUARI 2007
Interview: Europarlementarier Max van den Berg 12 Hugo Chavéz: socialisme in Latijns-Amerika 14 Kernenergie 15 Kerstnachtmis 16 Een lintje voor Srebrenica 17
SOCIËTAS
In dit katern krijgt studievereniging Sociëtas de ruimte om haar nieuws te presenteren. Nieuws van Sociëtas 18-19
KUNST & CULTUUR
Bakbrommers in business 20 Sociologie in de Media 21 Kunst in de vakgroep: Cor Jan van Zwol 22 Tip van de Prof: Het vergeten repertoire van de klarinet 23 Antwerpen: een leuk stelletje Vlamingen 24 Filmrecensie: Het drieluik van Alejandro González Iñárritu 25
OPINIE
Twistpunt: Gratis kinderopvang? 26 Betoog: Het vergeten milieu 28 Column: Tengels van mijn krant af! 29 Column: Amerikaanse toestanden 30 Ingezonden: Pioniers in Kiev 31
OVERIG
Redactioneel 2 Colofon 2 Advertentie 11 Inhoudsopgave 2 Achterkant: Nienke Bos 32
SOAP | FEBRUARI 2007
3
VAKGROEP RESEARCH MASTER
“Studying my ass off!” De nieuwe Research Master: 'Human Behaviour in Social Contexts'
Weinig uitdaging en een beperkte keuze- Sociologische hoop in bange dagen. Onder (vlnr): Katia Begall, Anke Munniksma mogelijkheid bij de masters van sociolo- en Yi-Chun Ou. Boven (vlnr): Gijs Huitsing, Saraï Sapulete en Tinka Veldhuis gie? Een nieuwe, tweejarige Research Master 'Human Behaviour in Social Groningen, Universiteit van Utrecht en de een aantal promotieplaatsen beschikbaar te stellen voor de meest getalenteerde Research Contexts' heeft dit jaar zijn intrede Radboud Universiteit Nijmegen. In het tweejarige programma (van 120 Master studenten.' Wie zijn deze extreem gedaan. De hoofdzakelijk Engelstalige Topmaster biedt de keuze tot specialisatie EC) wordt de student vanaf dag één actief gemotiveerde, getalenteerde en ambitieuze in een vijftal onderzoeksgebieden: ontwik- betrokken in één van de vijf bovengenoemde kennisdieren die hun leven willen wijden aan kelingspsychologie, onderwijs, psychome- onderzoeksgebieden. De ReMa is er dan ook de sociale wetenschappen? Wat vinden ze van trie en statistiek, sociale & organisatiepsy- op gericht studenten voor te bereiden op een (het niveau van) de master, wat moeten ze er chologie en - uiteraard - sociologie. SoAP carrière als wetenschappelijk onderzoeker. voor laten, en hoe gaan ze om met de hoge zocht uit wat de master inhoudt, en vroeg Het is niet voor niets dat ook het schrijven verwachtingen? SoAP zocht ze op en sprak drie kersverse Research Masterstudenten van een onderzoeksvoorstel voor een promo- met hen. tieonderzoek deel uitmaakt van het studiepronaar hun eerste indrukken en ervaringen. gramma. Samen met een individuele begelei- Anke Munniksma (26), Tinka Veldhuis der zoekt de student een eigen weg binnen (23) en Yi-Chun Ou (30, of - in eigen woorJurre van den Berg een onderwerp dat goed past bij zijn of haar den - "25 plus") behoren tot de eerste lichting De Research Master 'Human Behaviour in ambitie, talenten en interesses. Bij sociologie van zes Research Master-studenten (samen Social Contexts' (zeg: 'ReMa') is een samen- ligt de nadruk op de dominante onderzoeken met Katia Begall, Gijs Huitsing en Saraï werkingsverband tussen psychologie, onder- van gerenommeerde toponderzoekers: sociale Sapulete) die dit jaar zijn begonnen aan het traject. Anke en Tinka volgden allebei eerst wijskunde en sociologie. Studenten kunnen netwerken, solidariteit en ongelijkheid. De faculteit laat geen gras groeien over de Onderzoeksroute in de Bacheloropleiding solliciteren voor de selectieve Research Master. De selectie vindt plaats op basis van de pretenties van de master. In de informatie Sociologie aan de RuG. Yi-Chun (afkomstig vorige opleiding, cijfers, motivatie, en vaar- op de website stelt men dat de 'kweekvijver uit Taiwan) is oorspronkelijk opgeleid tot digheid in het Engels. De master is gericht op voor onderzoekstalent' hoofdzakelijk bedoeld docente in business administration, en werktheoretisch gefundeerd fundamenteel onder- is voor 'zeer getalenteerde, gemotiveerde en zaam geweest als vertegenwoordigster van zoek en wordt georganiseerd vanuit de onder- ambitieuze studenten die geïnteresseerd zijn een bedrijf. Een carrièreswitch? "Ik ben zoeksschool ICS (Interuniversity Center for in een carrière in het onderzoek (…) Zij die eigenlijk altijd al geïnteresseerd geweest in Social Science Theory and Methodology), de master afronden zijn goed uitgerust voor het functioneren van groepen en organisaties. een onderzoekssamenwerking tussen de verder onderzoek en een promotieonderzoek. Dit is sinds ik in Nederland ben alleen maar Faculteit voor Gedragsen versterkt, zeker mijn interesse in het functiosociologieafdelingen van de Rijksuniversiteit De Maatschappijwetenschappen heeft tot doel neren van etnische minderheden in de maat-
4
SOAP | FEBRUARI 2007
VAKGROEP
schappij." Voor Anke en Tinka geldt dat de ReMa min of meer als een verrassing kwam. Anke: "Ik was er eigenlijk nog niet mee bezig, totdat René Veenstra me ongeveer een half jaar voordat ik moest weten wat ik wilde gaan doen me op de Research Master attendeerde. Daarvoor wist ik niet van het bestaan er van. Ik was niet gelijk overtuigd, zeker omdat ik niet precies wist wat er van me verwacht werd en of het niet te moeilijk voor me zou zijn. Uiteindelijk heb ik besloten het te gaan proberen." Tinka: "Ze hebben ons goed voorgelicht. Daar werd ik enthousiast van, maar het leek mij ook erg zwaar. Toen we erachter kwamen dat we allemaal een beetje diezelfde twijfel hadden, hielp dat erg. We hebben elkaar daarin wel geholpen denk ik." Lange dagen Dat de ReMa een serieuze aangelegenheid is blijkt met name uit de tijd die de studenten in de master investeren. Anke: "Je maakt serieuze dagen, ik denk gemiddeld wel 40 uur per week. In het begin was het heftig. Ik moest er echt even inkomen. Maar dat went snel." Toch meent ze niet dat ze er erg veel voor moet laten: "Ik kan misschien niet meer drie avonden in de week werken, of impulsief bedenken de stad in te gaan. Maar er is zeker ruimte voor leuke dingen. Het grote verschil is alleen dat ik veel concreter moet plannen: die avond met vrienden eten, dan even de stad in om wat te drinken, maar dan wel weer op tijd naar huis. Het kan dus wel, maar je moet er veel bewuster mee omgaan. Maar dat heb ik er wel voor over." Tinka is het hier meer eens: "Zeker als we naar Utrecht moeten (vanwege het samenwerkingsverband volgen de ReMa-studenten ook daar vakken, red.) maak je echt lange dagen. Het is hard werken, je moet proberen je aan je eigen schema te houden." Voor Yi-Chun komt er nog een extra complicerende factor bij: ze moet voor colleges helemaal uit Almelo komen: "De reistijd valt me wel tegen, zeker met de nieuwe dienstregeling. Daar is het niet beter op geworden voor mij. Ook de grote hoeveelheid opdrachten die we moeten maken kost mij erg veel tijd. Ik merk dat de tijd die ik met mijn familie doorbreng wel minder geworden is. Dat vind ik jammer." Hoge verwachtingen Dat de ReMa een behoorlijke tijdsinvestering is lijkt evident, maar hoe gaan de studenten om met de druk en de hoge verwachtingen? Anke: "Een nieuwe opleiding beginnen is altijd spannend. Zeker als deze zo pretentieus is. We maakten er wel grapjes over, dan zeiden we: 'We are highly talented!' Maar het maakt je soms wel onzeker." Tinka: "In de bachelorfase moest je soms ook wel hard werken, maar het tempo en ook het niveau liggen nu toch wel een stapje hoger. Maar ik heb niet het gevoel dat ik mezelf moet verdedigen ten opzichte van de hoge verwachtingen, het maakt je juist op een positieve
manier strevend: als je jezelf hogere doelen stelt, kan je ook extra blij worden als je ze behaalt." Anke: "Het niveau en de druk moeten ook niet overdreven worden. Het is 'gewoon een master', je moet misschien alleen wat harder werken omdat je niet voor de meest makkelijke weg gekozen hebt." Over één dingen zijn ze het alledrie eens: "We zijn wel erg ambitieus!" Inrichting & organisatie
“Ik heb niet het gevoel dat ik me moet verdedigen” Over de inrichting en de organisatie van de Master zijn de dames wel te spreken. YiChun: "Als je een vraag hebt krijg je altijd snel antwoord." Anke: "Voor mij was de introductieperiode waarin je door middel van literatuur kennis maakt met de andere specialisaties (psychologie, onderwijskunde en psychometrie en statistiek) geen bezwaar. Alleen de onderwijskunde viel me een beetje tegen. Tinka vult aan: "Het was gewoon oersaai, en het sloot niet aan bij van onze directe interesses." Anke: "De introductie is niet bedoeld als brede basis, maar is er meer op gericht om elementen uit andere specialisaties op een vruchtbare manier te gebruiken in je eigen discipline. Vooral de confrontaties met de psychologie vond ik erg leuk. Alhoewel sociologen veel inzichten van psychologen kunnen gebruiken, ben ik juist meer van de sociologie overtuigd geraakt. De sociale context is volgens niet weg te denken als belangrijke factor in menselijk gedrag." Specialisatie & toekomst Om zich te kunnen oriënteren op een eigen onderzoeksonderwerp werken de studenten in de ReMa onder begeleiding van een persoonlijke supervisor. Daarnaast werken ze aan hun interesses in het zogenoemde 'Research Practicum'. Tinka: "Dat research practicum bestaat uit een soort keuzevakken die je volgt, en waarbij je begeleid wordt. Niet iedereen volgt deze vakken. De supervisor kies je uit op basis van zijn of haar onderzoeksonderwerpen. Dit hoeft niet perse dezelfde persoon te zijn als je begeleider bij het research practicum. De supervisor begeleidt je tijdens je master, bijvoorbeeld in het maken van keuzes over vakken die je wilt volgen. Verder begeleiden ze je bij het schrijven van onderzoeksvoorstellen voor stages, en stel je samen met hen een onderzoeksvoorstel op voor je master thesis." Yi-Chun: "Dat kiezen is goed, maar wel moeilijk. Er zijn altijd meerdere dingen leuk. Gelukkig is het niet zo dat de keuze definitief is. Als het onderwerp je toch niet blijkt aan te spreken of als het niet klikt met je begeleider kan je alsnog wisselen." Yi-Chun koos uiteindelijk voor Melinda Mills als begeleidster: "Zij doet onderzoek naar organisaties en het functioneren van de arbeidsmarkt. Zelf wil ik me gaan bezighou-
den met de positie van immigranten in deze domeinen. Deze interesse komt voort uit mijn vorige werk, waarin ik daar vaak mee geconfronteerd werd." Tinka koos voor Jessica Pass als supervisor, en wil graag onderzoek gaan doen naar terrorisme. Zijn de leden daarvan dan te interviewen? "Er is zelfs een professor aan Harvard die zich daar in gespecialiseerd heeft en beschikt over allemaal kwalitatieve interviews. Het is vooral het absurde, het afwijkende aan terrorisme dat mij erg aanspreekt. Ik wil onderzoek doen naar factoren die van normale mensen (zelfmoord) terroristen maken. Waarom blazen die lui zich in hemelsnaam op? Het lijkt me ook boeiend om bijvoorbeeld bij de AIVD een onderzoeksstage te lopen. Maar de informatie is, zoals je zal begrijpen, niet bepaald openbaar op dit gebied." Anke houdt zich onder begeleiding van René Veenstra bezig met onderzoek naar pesten: "Het leuke is vooral dat je zo serieus genomen wordt. Je bespreekt artikelen met onderzoekers aan de vakgroep in jouw discipline, een soort praatgroepje. Hierdoor krijg je ook een goed beeld wat anderen doen. Zo krijg je in twee jaar wel een idee wat je aanspreekt." Alhoewel ze alle drie het gevoel hebben dat ze wat betreft de onderzoeksrichting goed zitten, zijn de toekomstplannen verre van zeker. Tinka: "De master is een goede voorbereiding op een promotieonderzoek. Dit wordt volgens mij ook wel een beetje verwacht. Het is alleen de vraag of deze verwachting terecht is. Daarbij is de wetenschappelijke wereld zo geïnternationaliseerd dat je nooit weet waar je terecht komt. Mij trekt het buitenland in ieder geval sterk." Clique De zes ReMa-studenten met de sociologiespecialisatie trekken erg veel met elkaar op. Eigen woordjes en uitspraken, bijnamen, een gezamenlijk kerstdiner: een nieuwe clique lijkt geboren. Onafscheidelijk? Anke: "We kenden elkaar, op Yi-Chun na, al. Als je dan samen in een nieuw en intensief avontuur stapt, bindt dat je wel." Gekscherend: "We zijn verliefd op elkaar geworden!" Vooral de melige humor in verhaspeld Engels is onontkoombaar in gesprekken met de studenten. Tinka (inmiddels behoorlijk in een melige ReMa-bui): "Het is flauw, maar wel grappig. Misschien dat het humorniveau afneemt als opleidingsniveau toeneemt? Er zijn wel bepaalde personen, ik noem geen namen (Saraï S, red.), die dat behoorlijk aanwakkeren." Klassiekers zijn reeds geboren. 'I don't snap the balls of it' en het onvermijdelijke 'studying my ass off' behoren zeker tot Het Grote Woordenboek der ReMa-jargon. Zo lijken de studenten inmiddels zelf ook een interessant onderwerp van sociologische studie te zijn geworden.
SOAP | FEBRUARI 2007
5
VAKGROEP
NIEUWS
UIT DE VAKGROEP
Onvrede bij personeel en studenten door conflict over masteropleiding De mededeling van onderwijsdirecteur Rudi Wielers dat de consultancycomponent uit de populaire beleid & consultancymaster door het vertrek van een docent met ingang van het volgende studiejaar zou verdwijnen veroorzaakte nogal wat ophef op de mastervoorlichting in januari. Eerder bleek al dat de hele beleid & consultancyroute op losse schroeven kwam te staan. Dat leidde tot teleurgestelde opmerkingen en onvrede onder personeelsleden en uiteindelijk werd besloten dat er tóch een vervangend traject zou worden aangeboden. Voor sommigen nam dat besluit echter niet alle woede weg. SoAP reconstrueert de gebeurtenissen en maakt de balans op na een affaire die leidde tot boze studenten, een bittere nasmaak bij betrokkenen en het ingrijpen van de universitaire Rector Magnificus.
Astrid van Dijk & Michiel Emmelkamp "Maar ik ben juist naar Groningen gekomen omdat hier consultancy werd aangeboden!" Het was een reactie van een studente tijdens de mastervoorlichting in januari, toen onderwijsdirecteur Rudi Wielers bekendmaakte dat de consultancycomponent zou gaan verdwijnen. Immers, pakweg vijf jaar geleden werden studiekiezers nog met in kleur gedrukte folders naar Groningen gelokt met de aangeboden vakken bij de route Beleid en Consultancy en bij de start destijds werd er zelfs een forum gehouden ter ere van de nieuwe route. Toch leek het erop dat de consultancycomponent oorverdovend stil zou gaan verdwijnen. Eerder meldde hoogleraar Waslander tijdens een college al dat de gehele beleid & consultancyroute een ongewisse toekomst tegemoet gaat en dat de master in de huidige vorm waarschijnlijk binnen een paar jaar zou worden afgebouwd. Ook dat overviel de huidige studenten in de betreffende master nogal. Verontrust schreven ze de onderwijsdirecteur een brief om hun bezwaren kenbaar te maken. Want de onzekerheid over het voortbestaan van de route zorgden voor onzekerheid bij docenten over hun aanstelling en mogelijke contractverlenging en sommigen zouden daarom niet beschikbaar zijn om masterstudenten te begeleiden bij hun stage en scriptie. Daarnaast wisten de studenten niet hoe het studieprogramma eruit zou komen te zien: "Het is voor ons onduidelijk hoe de vakken die deze docenten geven, volgend studiejaar gedoceerd zullen worden". Studievoorlichter Gijs Huitsing had zijn
6
SOAP | FEBRUARI 2007
bedenkingen bij het verdwijnen van de consultancycomponent, en begreep al helemaal niet dat de hele beleid & consultancyroute zou worden afgebouwd. "Wij prijzen die juist aan tijdens onze praatjes. Wij zijn de enige sociologieopleiding in Nederland die consultancy aanbiedt, en veel studenten komen om die reden juist sociologie in Groningen studeren. Het mooie is dat je studiekiezers de keuze kan bieden tussen enerzijds onderzoek en anderzijds beleid & consultancy. Dat willen studiekiezers graag: een keuzemoment halverwege de bachelor, met vervolgens een goed aansluitende master. Daarnaast wordt volgens mij de opleiding hoog gewardeerd door de studenten die de master volgen." Het aantrekken van studenten was ook één van de redenen om destijds de master op te starten en dat lijkt succesvol: zes jaar geleden waren de studentenaantallen laag, inmiddels zijn ze stukken hoger. Maar niet alleen onder studenten ontstond onrust over het voorgenomen verdwijnen van de route, ook onder betrokken personeelsleden ontstond een conflict over de gang van zaken. Universitair docent Arie Glebbeek, als docent en projectcoördinator verbonden aan de route, stuurde een interne memo rond aan zijn collega's om zijn onvrede te uiten. De memo, in handen van SoAP, staat vol met kritiek op de gang van zaken en het uiteindelijke besluit dat de populaire route zou moeten verdwijnen. Glebbeek aan zijn collega's: "De conclusie heeft mij verbijsterd. Hoe is het mogelijk dat een succesvolle opleidingsroute op deze wijze om zeep word geholpen?" Het besluit tot afbouwing van de route in de huidige vorm werd genomen op basis van een advies van een evaluatiecommissie die het project volgens afspraak tussentijds (een paar jaar geleden) en na vijf jaar (dit jaar) evalueerde. Deze evaluatiecommissie bestond in eerste instantie uit decaan Bert Creemers en hoogleraar Tom Snijders en werd nadat Snijders was vertrokken aangevuld met
Glebbeek: "Bestuurlijk vandalisme eist zijn tol" onderzoeksdirecteur Rafaël Wittek. De commissie beoordeelde de route op drie hoofdpunten: het onderwijs, het nut voor de beroepspraktijk en het niveau van het onderzoek. Op de eerste twee punten werd de route als voldoende beoordeeld, op het laatste punt niet. Volgens Wittek, die om principiële redenen niet letterlijk in SoAP geciteerd wil worden, was het hoofdprobleem dat er geen onderliggende visie en geen onderzoeksprogramma was. Volgens hem zei Glebbeek let-
terlijk: 'nee, we hebben niet aan een onderzoeksprogramma gewerkt.' Maar omdat sociologie een wetenschappelijke opleiding is is dat wel een vereiste. Verder was er ook niet voldoende onderzoeksoutput. Decaan Creemers bevestigt dat: "We moeten ons blijven onderscheiden van een HBO-opleiding en daarvoor is een goed onderzoeksprogramma en voldoende output een vereiste. Dat ontbrak bij de route." Glebbeek zegt dat dat probleem veroorzaakt werd door een te klein aantal beschikbare uren. Want, zo stelt hij, het was altijd al bekend dat er niet genoeg aan onderzoek kon worden gedaan. Omdat geen geschikte Universitair Docent kon worden gevonden "moest het project met onvolledige bezetting van start gaan, maar wel met volledige onderwijsverplichtingen". Dat was voor de verant-
Rector Magnificus grijpt in bij evaluatie woordelijke hoogleraar Sietske Waslander een te zware last volgens Glebbeek, en ook later was er niet voldoende tijd en geld beschikbaar om onderzoek te doen. Vakgroepvoorzitter Wittek onderkende volgens hem dat probleem en vroeg om begrip voor de situatie."Sietske en ik toonden begrip", schrijft Glebbeek, "Maar op 18 september 2006 is Sietske wel afgerekend op haar onderzoeksprogramma. En dat terwijl een simpele rekensom leert dat van de bij de start van de route toegezegde onderzoekstijd slechts ongeveer een kwart is gerealiseerd. Toen ze uiteindelijk substantiële onderzoekstijd kreeg kwam er meteen een veelbelovende productie op gang", stelt Glebbeek. Waslander had, met andere woorden, volgens Glebbeek niet voldoende uren beschikbaar om gedegen onderzoek te doen. Wittek vindt dat een zwak argument, omdat volgens hem alle hoogleraren het druk hebben en hijzelf ook geen medewerker heeft om zijn onderzoeksprogramma uit te werken. Bovendien hebben volgens hem verschillende mensen hulp aangeboden bij de onderzoeksactiviteiten, maar die aanbiedingen werden afgewezen. De onderzoeksdirecteur stelt dat bij de tussentijdse evaluatie al is aangegeven dat men een goed onderzoeksprogramma op moest zetten en dat daar 5 jaar lang de kans voor is gegeven. Aangezien dit niet gelukt is, heeft de evaluatiecommissie volgens Wittek geadviseerd het project niet in deze vorm voort te zetten. Decaan Creemers bevestigt deze lezing. "We hebben, toen tussentijds werd geconstateerd dat het onderzoek niet voldeed, de condities gecreëerd om te zorgen
VAKGROEP
AFGESTUDEERDEN dat wel aan de criteria zou kunnen worden voldaan." Waslander bevestigt desgevraagd het ontbreken van een onderzoeksprogramma. "Natuurlijk is het voor een wetenschappelijke opleiding vereist dat er goed onderzoek wordt gedaan. Maar door een gebrek aan middelen is geconcludeerd dat het niet haalbaar zou zijn bij deze route een onderzoeksprogramma te realiseren. Daarom is bij de tussentijdse evaluatie besloten het opstellen van een onderzoeksprogramma uit te stellen. Maar helaas vallen de notulen van deze vergadering op verschillende manieren te interpreteren en is dus niet duidelijk wat er precies is afgesproken." Wittek bestrijdt deze lezing. Volgens hem is bij de tussentijdse evaluatie duidelijk gesteld dat het onderzoeksprogramma en het wetenschappelijke gehalte moesten verbeteren. Dat is immers een eis voor al het wetenschappelijk onderwijs. Creemers bevestigt dit verhaal van Wittek. Ook over de gevolgde evaluatieprocedure ontstonden de nodige problemen. Aanvankelijk werd besloten dat slechts het project zou worden beoordeeld, maar later werd afgesproken dat ook het functioneren van hoogleraar Waslander gekoppeld zou worden aan de evaluatie van de route. Volgens Wittek is de procedure in nauw overleg met Sietske Waslander geformuleerd. Waslander bevestigt dat: "Ik heb, twee jaar na de start van de route, zelf criteria opgesteld." Toen de evaluatie echter negatief dreigde uit te vallen greep Rector Magnificus Frans Zwarts, hoewel vrij ongebruikelijk, in. Volgens universitaire regels mag immers alleen het College van Bestuur, het hoogste orgaan van de universiteit, hoogleraren beoordelen. Zwarts dwong de evaluatiecommissie tot het loslaten van de beoordeling van Waslander en liet de commissie zich slechts richten op het project. Volgens decaan Creemers een logisch besluit. "De rector moet betrokken zijn bij de evaluatie van een hoogleraar, maar dat was niet zo. Maar de evaluatie van het project bleef overeind, want het is goed mogelijk om de evaluatie van het project los te zien van de docent." Niettemin betekende het negatieve oordeel van de commissie een probleem voor Waslander: "Het project is sterk verbonden met mij. Het gaat er immers om wat ik publiceer." Volgens Glebbeek leidde de hele situatie ertoe dat Waslander niet langer aan wil blijven in haar huidige betrekking. Uit zijn memo: "Begrijpelijkerwijs is voor Sietske het plezier er af. Bestuurlijk vandalisme eist zijn tol." Decaan Creemers wil niet zeggen of er ten tijde van de evaluatie een onprettige sfeer heerste. "Dat behoort tot het geheim van het Vaticaan." Wittek bestrijdt de lezing van Glebbeek echter wel. Volgens de onderzoeksdirecteur is er geen sprake van een verpeste sfeer en heeft Waslander na een aanbod van de vakgroepdirectie om nog twee jaar voor 0,5 fte in haar huidige functie werkzaam te blijven, laten weten dat ze ook ergens anders een betrekking krijgt, dus dat ze niet op dat aanbod in kon gaan. De
vakgroepdirectie heeft haar daarom voor nog twee jaar een betrekking van 0,2 fte aangeboden en daarna willen zij kijken wat er mogelijk is voor een betrekking als bijzonder hoogleraar. Dat aanbod heeft ze nog in beraad. Waslander zelf wil nog niet zeggen of ze op dat aanbod ingaat. "Ik ben nog in overleg over mijn mogelijke toekomstige verbondenheid aan de faculteit. Ik vind in ieder geval niet dat er een onwerkbare situatie is ontstaan. Maar er zijn wel veel dingen misgegaan. Als ik nu weg zou gaan dan zal dat niet uit frustratie zijn, maar als ik blijf dan doe ik dat in eerste instantie voor de studenten."
Propedeusebullen M. Beijer M.P.W.J. Bosman W.N. Feitsma J. Lier E.M. van Liesdonk S.M. Martin E. Matijsen N. Penninga M. Visser K. de Wit
Bachelorbullen
M. van der Weide Waslander maakt zich wel zorgen over de toekomst van sociologie in Groningen. "Ik ben M. van Walbeek ervan overtuigd dat de sociologie zich moet bewijzen in beleidspraktijken en daar maak ik Master- en doctoraalbullen mij zorgen over. Ik denk dat deze hele situatie R. Nijkamp deels om een verschil van opinie gaat tussen de P.C. Officier visie van inbedding van Sociologie in de prakD. Brouwer tijk en die van een sociologie die zich richt op Y.C. Luit buitenlandse publicaties en die georiënteerd is op internationale wetenschap." J. v.d. Waal Onderwijsdirecteur Wielers meldt desgeG.J. Bouwsema vraagd dat de situatie niet ten koste hoeft te W. Hoekstra gaan van studenten die momenteel de beleidsA.M. Vreeling en consultancymaster volgen. "We komen onze beloftes aan studiekiezers in het verleden na. De komende twee jaar wordt de route zorgvul- Wij wensen allen veel succes in hun verdere sociologische carriere! dig afgebouwd en kan iedereen hem dus nog volgen." Omdat eerder al was besloten dat de
Ex-wethouder Smink gaat practicum geven
Ben jij kritisch, positief ingeroute niet meer zou worden aangeboden wer- steld en heb je goede ideeën? den sommige vakken afgestoten, maar voor die Solliciteer dan nu naar een plek vakken is vervanging gevonden. Zo werd voorin de faculteitsraad! malig wethouder van Groningen Willem Smink bereid gevonden het vak Practicum Beleidsadvies te geven. Hoe de routes in de verdere toekomst zullen lopen is nog niet geheel duidelijk. Onderzoeksdirecteur Wittek zegt dat er aan een oplossing wordt gewerkt. Hij heeft niet meteen een plan B in de la liggen. Hij zegt dat dat niet zijn schuld is, omdat volgens hem de coördinatoren van de beleid & consultancyroute er immers niet in geslaagd zijn aan de gestelde criteria te voldoen en de vakgroep daardoor met een probleem zit. Wielers: "Er bestaat in ieder geval wel voldoende draagvlak voor een beleidsroute, zowel onder studenten als onder het personeel. We moeten immers ook sociologen klaarstomen voor de arbeidsmarkt. Of consultancy daar op de lange termijn onderdeel van zal uitmaken weet ik nog niet. In ieder geval moet er bij iedere route voldoende wetenschappelijk onderzoek gedaan worden. Mocht dat niet haalbaar zijn in combinatie met een consultancyroute, dan zullen we alternatieven voor de studenten aanbieden. Zo zijn er al masterroutes criminologie en datamanagement voor beleidsdoeleinden en vanaf 2007/2008 een master medische sociologie. Dat gaan we eventueel nog uitbreiden."
Als studentlid van de faculteitsraad heb je maandelijks overleg met het faculteitsbestuur om het beleid ten aanzien van onderwijs en onderzoek te bespreken. Daarnaast kun je zelf ook voorstellen indienen. Je vertegenwoordigt op deze manier de belangen van zowel de studenten als de faculteit. Behalve dat je er een aardige vergoeding voor krijgt in de vorm van een beurs is het een ontzettend leuke ervaring om deel te nemen aan de bestuurlijke kant van de faculteit! Grijp nu je kans en stuur vóór 2 maart je sollicitatiebrief met cv naar iks.gmw@gmail.com Groet, de Inhoudelijk-Kritische Studentenfractie (IKS) Meer informatie over de faculteitsraad kun je vinden op: http/www.rug.nl/gmw/faculteit/bestuur/ faculteitsraadgmw SOAP | FEBRUARI 2007
7
VAKGROEP
THUIS
BIJ...
MELINDA MILLS
"Door onconventionele methoden te gebruiken kan je mensen echt bereiken" Melinda Mills' "funky schoonmoeder". Het aardbeientafelkleed is uitgekozen door dochter Xanthia. "De inrichting is dan ook niet toe te wijzen aan één persoon, maar is een samenwerking tussen het hele gezin." Mills heeft - hoewel pas 37 - een indrukwekkend internationaal cv opgebouwd met vele publicaties en aanstellingen. Ze studeerde in 1996 af in de sociologie aan de University of Alberta op verschillen in opleiding, werkloosheid en inkomen tussen de bevolking van Alberta, waarna ze een beurs wist te bemachtigen en naar Europa kwam.
Een koude donderdagmiddag. Melinda Mills doet opgewekt de deur open van het driehoge jaren '30-huis in de Anna Paulownastraat (een zijstraat van de Hereweg). We kloppen de sneeuw van onze jassen. "Mooi he, de winter? Het lijkt Canada wel." De moderne zitkamer op de eerste verdieping wordt opgevrolijkt door de bijzondere combinatie van een skippybal, een kinderbox, een origineel Hammond-orgel ("iedereen speelt er op, zelfs de kleinste van 11 maanden") en een expressionistisch schilderij. We zijn thuis bij Melinda Mills. Canadese, doctor in de sociologie aan de vakgroep, docente van de eerstejaarscursus Methodologie en moeder van een dochter (Xanthia, 5 jaar) en een zoon (Dexter, 11 maanden).
Astrid van Dijk & Jurre van den Berg We nemen plaats aan de grote tafel ("de knutseltafel") en krijgen thee. De Hammond blijkt een relikwie uit haar tijd in Amsterdam, waar Mills meteen trots over vertelt: "Hij stond altijd in de studentensociëteit in de kelder van de sociologieopleiding van de VU. Er werd niet meer op gespeeld, de studenten zetten er alleen bier op. Op een gegeven moment wilde ik mijn fiets pakken uit het fietsenhok bij de kelder, stond die Hammond daar opeens buiten met een briefje: ´Gratis mee te nemen´! Ze wisten blijkbaar niet dat het een Hammond was. Ik heb hem later opgehaald. Er moest natuurlijk wel wat aan worden opgeknapt, maar hij doet het weer prima. Toen we naar Groningen kwamen hebben we hem met een kraan in de kamer moeten laten zetten."
8
SOAP | FEBRUARI 2007
Waar kom je oorspronkelijk vandaan? Ik ben geboren op een boerderij in Red Deer in Alberta, Canada. Dat was best eenzaam. Voor Canadese begrippen woonden de buren nog best dichtbij, maar dat was wel een half uur lopen. Je kon er ook naartoe schaatsen. Toch houd ik wel van modern, maar dat is niets vreemds voor boeren hoor. Mijn vader rijdt tegenwoordig op een tractor met een dvd-speler en een satellietschotel." Hoe hebben jullie dit huis uitgekozen? "Het huis hebben we onder hoge druk gevonden. Ons huis in Amsterdam was na 2 uur verkocht, ik was vier maanden zwanger, dus het was van belang dat we snel wat zouden vinden. Het huis bevalt goed, het heeft veel karakter. We moesten er nog wel veel aan doen. Stond ik de muren te schilderen terwijl ik hoog zwanger was. In mijn vorige periode in Groningen (Mills promoveerde in 2000 aan de RuG, red.) woonde ik in de Korrewegwijk. Dit is toch iets anders." Heb jij het ingericht, of had je man daar ook een stem in? "Het ziet er misschien modern uit, maar alle meubels in het huis zijn tweedehands of zelf gemaakt. De bank is opnieuw gestoffeerd, de grote houten stoelen aan de tafel kostten vijf euro per stuk. De designstoeltjes in de keuken zijn afkomstig van een homostel die maar moeilijk afscheid konden nemen van hun 'kindertjes'. Ze wilden zeker weten dat ze goed terecht kwamen. Ik heb de stoelen uiteindelijk gekregen omdat we dat Hammondorgel hebben." Ze werden daardoor waardig genoeg bevonden om de stoelen te mogen kopen. De kunstwerken in de huiskamer zijn niet afkomstig van Herman Brood, maar van
Mills: "Het werd toevallig Nederland, vanwege de contacten van een Canadese hoogleraar. Ik had hier geen familie. Ik kreeg een promotieplek aan de vakgroep Demografie (Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen) aan de RuG. Het was een internationale aangelegenheid met onderzoekers uit India, China en Mexico. We hebben nog steeds contact. In 2000 promoveerde ik, op een vergelijkende crossculturele studie tussen Canada, Rusland en Nederland over partnerrelaties en veranderingen daarin in de moderne tijd. Ik ben daarna meer sociologisch onderzoek gaan doen naar levensloop (samenwonen, trouwen, kinderen) en de invloed van onzekerheid en de arbeidsmarkt hierop. Toch was ook mijn demografische onderzoek niet alleen beschrijvend. Ik maak nooit alleen gebruik van macrotheorieën, er is altijd de combinatie met microfundering en contextuele invloeden."
"Soms denk ik: ik word betaald voor mijn hobby!" Na haar promotie verkaste ze als onderzoekster en later assistent professor naar het Duitse Bielefeld. Daarop volgde een omzwerving van drie jaar aan de VU in Amsterdam, alvorens ze in 2006 weer in Groningen terugkeerde. Mét het Rosalind Franklin Fellowship. Het Rosalind Franklin Fellowship is in het leven geroepen om te zorgen dat meer vrouwen hoogleraar worden. Is het nodig dat vrouwen doormiddel van de Fellowship naar een functie als hoogleraar worden geleid? "Ik heb eigenlijk gemengde gevoelens bij dit soort dingen. Maar vanwege de mogelijkheden die het biedt heb ik er pragmatisch toch voor gekozen. Heel vaak word gedacht dat vrouwen op een hoge functie zijn beland door hun vrouw-zijn in plaats van door hun kwaliteiten. Bij dit fellowship is dat nog extra iro-
VAKGROEP
nisch doordat de criteria uitzonderlijk streng zijn, ik had makkelijker via een andere weg hoogleraar kunnen worden. Toch is het een schande te noemen dat zo weinig vrouwen op hoge functies zitten, met name in Nederland. Daarom ben ik wel voorstander van positieve discriminatie. Het heeft deels een culturele verklaring. In Nederland bestaat er een afkeer tegen kinderopvang, aanwezigheid van ouders word erg belangrijk gevonden. Je wordt er soms - zeker onder moeders - raar op aan gekeken dat je 's middags niet voor je kinderen thuis zit om hun boterham te smeren. In Canada is dat bijvoorbeeld veel meer geaccepteerd. Maar het is niet alleen een 'blame the victim'-verhaal. Er zijn naast het culturele aspect ook enkele sterke institutionele invloeden waardoor vrouwen tegen het glazen plafond botsen." "Mijn zoon gaat naar de kinderopvang, en Xanthia zit al op de basisschool en gaat naar de naschoolse opvang, maar als ik er ben dan ben ik er ook echt. Dan ga ik met ze spelen, skippyballen. Ik vind het belangrijk om een voorbeeld te zijn voor mijn dochter. En ik mag gewoon graag werken. Mijn werk is meer hobby dan werk. Ik denk vaak: 'Krijg ik hiervoor betaald?' Als socioloog zit je binnen je eigen onderwerp, je hoeft alleen maar om je heen te kijken en je kunt ergens onderzoek naar doen. Als iemand mij vertelt dat ze het vervelend vindt dat ze altijd 's nachts doorwerkt, zie ik daar een potentieel onderzoek in. Over wat je zelf interessant vind lekker veel lezen, ik vind werken echt heel erg leuk. Ik ben productiever en efficiënter geworden nadat ik kinderen heb gekregen. Ik deel mijn tijd beter in, en ik heb ook een man die veel doet. Wij hebben zeker geen conservatieve relatie. Als hij thuiskomt roept hij niet: 'Honey, I'm home. Can we have dinner?'" Je hebt ook onderzoek gedaan naar partnerkeuze bij vrouwen. De beslissingen die vrouwen maken en de uiteindelijke keuze voor een partner zijn veranderd. In je onderzoek beschrijf je op welke wijze de keuzes voor vrouwen zijn veranderd naar de moderne tijd. Heb je zelf ook op een moderne manier een partner gekozen? "Ik heb mijn man op de universiteit ontmoet, de zogenaamde marriage market. Ik voldoe wel aan het cliché dat hoogopgeleiden met hoogopgeleiden huwen. Het is vaak wel handig. We begrijpen elkaar omdat we in hetzelfde schuitje zitten. Als ik tentamens moet nakijken loopt hij niet te mopperen. Maar ik ben een erg irrationeel mens. Ik werk vaak met rationele modellen, maar het is een probleem voor mij dat ik veel op gevoel doe. Een voorbeeld is mijn kinderwens. Veel mensen vonden het een slechte periode voor mij om aan kinderen te beginnen toen ik in Duitsland zat. Ze zagen mij door kinderen niet meer professor worden. Ik heb mij daar niets van aangetrokken en mijn gevoel gevolgd en dus twee kinderen gekregen. Als de combinatie van het moederschap en een carrière niet in
het systeem past volgens bepaalde personen, moet ik het systeem maar veranderen. Maar ik geloof niet dat het een keuze is tussen het één of het ander. Dat is wat er te vaak van gemaakt wordt." Er wordt vaak gezegd dat hoogopgeleide vrouwen niet aan de man komen. Carrière maken, te kieskeurig, mannen willen geen vrouw die hoger opgeleid is dan henzelf.. "Daar heb ik zelf dus geen last van gehad. Maar ik zie het nog wel steeds veel." De cursus Methodologie is net achter de rug. Hoe vind je het om onderwijs te geven, en hoe ging dat in het Nederlands? "Het Fellowship houdt in dat ik 20% van de tijd onderwijs hoor te geven, normaal is dit 60% van de tijd. Toch vind ik het geven van onderwijs erg belangrijk en leuk. Om iets uit te leggen moet je het zelf eerst echt begrijpen. En het geeft een podium om nieuwe ideeën van je eigen onderzoek uit te werken. Het gebruiken van je eigen onderzoek als voorbeeld heeft als voordeel dat je nieuwe inzichten op doet. Ik vind het leuk om commentaar te krijgen, om discussie aan te wakkeren. Ergens achter in de collegezaal gaat een vingertje omhoog met de vraag; 'de causaliteit tussen dat en dat, ik begrijp dat niet'. Dan kijk je er zelf naar en denk je: 'verrek dat is inderdaad onduidelijk.' Daarnaast zorgt het geven van onderwijs dat je ingebed bent. Je hebt contact met studenten, je weet wie er rond lopen en wat er speelt.
"Als de combinatie van het moederschap en een carrière niet in het systeem past, moet ik het systeem maar veranderen" Ik vond het leuk en een uitdaging om het in het Nederlands te doen. Natuurlijk gebruik je weleens een verkeerde uitdrukking en lachen de studenten om je. Maar je stelt je op een bepaalde manier er ook kwetsbaar mee op, waardoor de sfeer erg open wordt." Methodologie is nou niet een vak dat als erg spannend te boek staat, is het moeilijk een vak te doceren die bij studenten niet sterk tot de verbeelding spreekt? "Het is juist een uitdaging om het spannend te maken. Binnen een grote groep moet je creatief zijn en vooral bij een vak als methodologie. Er is binnen dit vak zeker nog veel ruimte voor verbetering. Ik bedenk manieren zodat studenten bepaalde dingen makkelijker onthouden. Zo heb ik eerder een paar keer een SPSS-cursus gegeven. Ik liet een student het programma SPSS zijn en een ander een student die ruzie maakt met het programma. Erg flauw, maar hopelijk maakt het een niet spannend vak iets sprekender. Door onconventionele methoden te gebruiken kan je
mensen echt bereiken." Niet alleen bevat het onderwijsdeel van je baan het doceren van Methodolgie, je bent ook nog supervisor voor twee Research Master studenten. "Ja dat is erg bijzonder. Je krijgt dan studenten die je moet bijstaan bij hun scriptie/onderzoek die erg gemotiveerd zijn. Hierdoor ben je niet echt een docent maar werk je samen met de desbetreffende student. Daarnaast heb ik toegezegd om met ze samen te werken omdat ze een interessant onderwerp hebben aangedragen en omdat zij geïnteresseerd zijn in mijn onderzoek."
Je bent de enige niet-Europese buitenlandse werknemer op de faculteit. "Ja echt waar? Goh daar had ik nog niet over nagedacht. De buitenlandse medewerkers spreken onderling namelijk vaak Nederlands! Ik denk niet vaak aan mezelf als nietEuropese buitenlander, al herinnert de IND me daar wel vaak aan. Ik heb geprobeerd om een dubbel paspoort te krijgen. Om dat te krijgen moet je onafgebroken met je partner hebben samengewoond. Ik heb mij drie weken later bij de gemeente ingeschreven dan mijn partner, omdat ik pas na drie weken een afspraak daarvoor kon maken. Volgens de IND zijn mijn partner en ik op papier daardoor drie weken uit elkaar geweest. Dus geen dubbel paspoort. Erg lastig, vooral op reis. Dan moeten we bij de douane in de lange rij voor niet-Europese Unie-buitenlanders staan. Maakt mijn man een grapje: "Ik ga even snel door andere rij hoor." Ik ken wel meer van die frustrerende verhalen van mensen in hun contact met de IND. Het is het erg zuur om belasting in een land te betalen, terwijl je niet mag stemmen. Zo kan je ook niets aan de gang van zaken veranderen, terwijl ik juist de laatste jaren het idee heb gehad dat verandering nodig is. Je voelt je ook minder betrokken bij het land."
SOAP | FEBRUARI 2007
9
VAKGROEP
NIEUWE STUDIEADVISIEUSE HILDE STEENBERGEN
“Vol, hectisch, maar heel leuk” Hilde Steenbergen over haar eerste weken als studieadviseuse Per 1 november is er bij sociologie een nieuwe studieadviseuse aangesteld. De SoAP regelde, ter kennismaking, een interview.
Nathalie Feitsma Zo vlak voor kerst blijkt onze kersverse studieadviseuse het nog aanzienlijk druk te hebben. Studenten die in en uit lopen met prangende vragen, bergen papierwerk die er op wachten gelezen te worden en belangrijke telefoongesprekken die nog gevoerd moeten worden. Maar als de studenten zijn afgewimpeld, de berg papierwerk is gelaten voor wat het is, en het telefoongesprek gevoerd, dan is het bijna tijd voor het interview met de SoAP. Eerst moet echter nog een haperende, zoemende lamp tot zwijgen worden gebracht. Dit gebeurd -zoals geadviseerd door Marieke van der Wal- door één der geliefde sociologieboeken tegen de lamp te werpen. En wonderbaarlijk, na de klap, houdt de lamp wijselijk zijn mond. Een klein half uur later dan gepland kan het interview dan toch van start gaan. Hoe bevalt uw nieuwe baan tot op heden? "Heel leuk; gelijk in de eerste week kon ik al iemand blij maken. Iets voor een ander kunnen doen, hoe klein ook, geeft veel voldoening. Als onderzoeker heb je dat niet. De eerste weken waren hectisch, maar het werk is inhoudelijk leuk en interessant." Hoe bent u bij sociologie terechtgekomen? "Ik ben geïnspireerd geraakt door sociologie (o.a door stage bij Renée Veenstra en betrokkenheid bij promovendus sociologie red.). Voor een onderwijskundige is het interessant om studieadviseur te zijn. Er zijn veel inhoudelijke elementen die hier aan de orde komen." Had u altijd al ambities om studieadviseuse te worden? "Tijdens mijn studie heb ik al wel gekeken naar het werk van de studieadviseuse. Het leek mij altijd al een leuke baan. Het contact met studenten en het inhoudelijk betrokken zijn bij het onderwijsaanbod spraken mij aan. Je hebt je onderzoeksgroep die langs je heen loopt als ook de studenten die voortdurend binnenlopen, dat maakt het leuk" Heeft u bepaalde ideeën of doelen die u hier wilt doorvoeren of bereiken als studieadviseuse? "Ik zou wel willen kijken of hier een mento-
10
SOAP | FEBRUARI 2007
raat op te zetten valt. Maar eigenlijk is het nog te vroeg om hier iets over te zegen." En als u nu concreet een doel moet noemen die u als studieadviseuse wilt bereiken? "Het zoeken naar evenwicht tussen het zo goed mogelijk begeleiden van de student en het mij bezighouden met inhoudelijke zaken." Hoe ziet een gemiddelde dag er voor u uit? "Op mijn bureau ligt een stapeltje papieren dat ik wil doornemen die dag. Maar gedurende de dag komen er studenten met vragen via de e-mail, of aan de deur, die ik dan probeer te beantwoorden. Aan het einde van de dag blijkt dan dat hetgeen gepland was niet is afgekomen. Kortom, vol, hectisch, maar heel leuk. Ontzettend afwisselend; nu alleen nog wat tijd voor reflectie." Wat vindt u van het major-minorsysteem? "Het is een hele goede ontwikkeling. Er zijn veel studenten met problemen, onder andere met betrekking tot de reis naar Keulen (Voor 2e en 3e jaars studenten bestaat de mogelijkheid om het 4e blok voor zes weken naar Keulen te gaan red.). Zij lopen vooral tegen praktische problemen aan met betrekking tot het studieprogramma. Het voordeel van de minoren is a) dat men een vaste periode heeft waarin men naar het buitenland kan, zonder studievertraging op te lopen en b) dat studenten actief kunnen kijken naar wat buiten de deur wordt aangeboden. Als de mogelijkheid er is om dit te doen, wordt de drempel ook lager. Dit zijn kansen die je hebt en die je anders niet meer zult krijgen als je al een baan hebt. Het is een enorme verrijking als je ergens anders nog een deel van je studie kunt volgen. Dus, ja, erg enthousiast." Wat zijn uw toekomstplannen? Of anders gezegd hoe ziet u uzelf over 10 jaar? "Ik ben niet iemand die veel plant. Je moet het allemaal nemen zoals het komt." Wat vind u van de opleiding sociologie zoals die nu vormgegeven wordt? "Ik was er heel enthousiast over. Er zit een duidelijke gedachte achter het curriculum, het OMOP-model, de methodologie en statistiekvakken. Ook de projecten zijn een verrijking, op meerdere terreinen. Natuurlijk is het één en ander wel voor verbetering vatbaar, maar de basis zit goed in elkaar". Bij sociologie zijn en worden een aanzienlijk aantal veranderingen doorgevoerd. Wat is uw inbreng hierin en wat vind u er
van? "Het is belangrijk dat de studenten centraal gesteld worden. De huidige verbeteringen zijn een goede zaak. Er wordt op een verstandige en integere manier met dergelijke veranderingen omgegaan. Waarbij er heel erg vanuit wordt gegaan wat het voor de student toevoegd. Bovendien is er een positieve sfeer naar de student toe, dat maakt ook dat ik het hier zo leuk vind, denk ik." Is er nog iets dat u aan de huidige studenten mee wilt geven? "Benut de kansen die je krijgt. Het aantal mogelijkheden om dit te doen als je eenmaal een baan hebt is veel minder. En zie je studie vooral als een investering in jezelf." Personalia
Naam: Hilde Steenbergen Geboortedatum: 29 november 1967 Woonplaats: Gasselte Verliefd / verloofd / getrouwd: Getrouwd Afgestudeerd in: 1998, onderwijskunde Leuke & interessante punten uit de CV van Hilde Steenbergen: Hilde Steenbergen heeft stage gelopen bij, de ons welbekende, Renée Veenstra. Vervolgens is zij in 1998 afgestudeerd en was toen vastbesloten niet te blijven werken aan de universiteit, maar het bloed kroop waar het niet gaan kon en na twee jaar elders gewerkt te hebben, keerde zij terug. Zij is toen aangesteld als AIO bij het GION, het onderwijsinstituut bij pedagogiek en onderwijskunde. In haar jongere jaren heeft zij in een kibboets in Israël gezeten, waarna de liefde haar naar Zuid-Afrika bracht. Hier heeft zij twee en een half jaar gewoond en gewerkt als productiemanager in de (heren)modebranche. Het was een bijzondere tijd aangezien toen net de ontmanteling van de apartheid in gang gezet was en zij hier live bij aanwezig kon zijn. Ook in de daarop volgende jaren heeft zij nog in verre oorden gezeten, zoals Kenia en Ugunda, waar zij ontwikkelingswerk heeft gedaan.
VAKGROEP ADVERTENTIE
SOAP | FEBRUARI 2007
11
MAATSCHAPPIJ & POLITIEK INTERVIEW MAX
VAN DEN
BERG
“Het gaat om het versterken van het alternatief” Max van den Berg, optimistische visionair in Brussel Het is niet moeilijk om een afspraak voor een interview te maken met Max van den Berg, fractievoorzitter van de PvdA in het Europees Parlement. Hem even aanspreken als hij campagne aan het voeren is in het centrum van Groningen is voldoende, en dat zegt iets. Niet dat niemand hem wil interviewen, nee, op de dag van het interview heeft hij onder andere een stuk of drie andere afspraken met journalisten van verschillende bladen, wordt een interview met hem vastgelegd op video en houdt hij een lezing bij een studievereniging. Nee, het feit dat het makkelijk is om van den Berg te strikken voor een interview komt waarschijnlijk meer voort uit zijn grote passie om zoveel mogelijk aandacht te vragen voor zijn Europese idealen, zeker nu Europa soms in het verdoemhoekje lijkt te staan.
Michiel Emmelkamp Van den Bergs niet aflatende passie om zijn idealen te realiseren bleek al op jonge leeftijd. Hij werd op zijn 24e (!) wethouder van Groningen, en daarna achtereenvolgens partijvoorzitter van de PvdA en directeur van OXFAM/NOVIB, alvorens hij in de Europese politiek belandde. "Het is een tamelijk unieke periode geweest" zegt hij terugkijkend op zijn tijd als wethouder van Groningen. "Ik denk dat er in de Stad duizenden mensen actief waren in de discussies, in de wijk maar zelfs op stadsniveau. Op zondagochtend zaten we in Huis de Beurs te discussiëren met honderden jongeren over het inrichten van de binnenstad. Die enorme betrokkenheid, het idee dat het er ook iets toe deed, het gevoel dat je samen die stad maakte. Dat was ontzettend intensief." Het feit dat van den Berg zo jong begon als wethouder heeft hem niet geschaad, denkt hij. "Nee, ik denk dat het een fantastische tijd was, daar zijn we baanbrekend geweest. Misschien dat als ik meer bestuurlijke en maatschappelijke ervaring had gehad ik het niet aangedurfd zou hebben. Maar in zekere zin was de kracht van dat ik al wel op een bepaald niveau politiek en bestuurlijk getraind was maar nog niet de last van al dat weten droeg, waardoor je soms ook door een muur heen kunt lopen, dat je mensen kunt enthousiasmeren en over kunt halen dat het ook echt kan. En nu nog komen mensen naar me toe, van alle partijen, die zeggen: 'Goh,
12
SOAP | FEBRUARI 2007
wat was dat toch een mooie tijd in Groningen. Toen zijn we samen jong geweest en toen hebben we iets beleefd.' Er was iets aan de hand met die stad, het was een borrelend laboratorium van maatschappelijke en politieke vernieuwing. En tegelijkertijd geldt voor Stadjers: het is er een stuk beter van geworden." Van den Berg werd destijds door de raadsfractie van de PvdA naar voren geschoven als nieuwe wethouder, en dat viel niet bij iedereen in even goede aarde. Zijn kandidatuur zorgde ervoor dat tientallen PvdA-leden hun lidmaatschap opzegden. Het feit dat veel mensen vanuit het sociologisch instituut lid werden van de partij om hem te kiezen tot wethouder werd door sommigen zelfs omschreven als een coup, maar daar kan van den Berg zich niet in vinden. "Mijn hele visie van stadsvernieuwing werd door een deel van de PvdA veel te radicaal gevonden. Er werden toen heel veel mensen PvdA-lid vanuit het sociologisch instituut met het idee: hier valt echt wat te veranderen. Oftewel: de politieke partij werd echt gezien als een instrument voor maatschappelijke verandering. Mensen werden lid en gingen naar die vergaderingen. Daar stonden dan honderden mensen. Het is te simpel om dat als een coup te beschrijven, het was een culturele omslag in de Nederlandse politiek die van tamelijk gesloten en naar binnen gekeerd naar een hele andere aanpak ging."
"Jongeren hebben tegenwoordig pragmatisch vormgegeven idealisme en dat vind ik verfrissend" Het zijn gebeurtenissen die tegenwoordig niet vaak meer zullen voorkomen, maar van den Berg mist geen maatschappelijk engagement bij jongeren. "Nee, ik vind dat te simpel. We leven in een nieuwe periode. Onder jonge mensen zie ik veel idealisme, maar die willen het heel pragmatisch ingevuld hebben. Niet te veel breed gedoe, gewoon praktisch: we gaan iets doen aan die Millenium Goals, wat kan ik doen? Wat kan ik met World AIDS Day doen? Campagne voeren op straat? Bij standjes gaan staan? Een uitwisseling organiseren? Internet erbij gebruiken? Het is veel meer een directe eigen handeling, waarbij de partijen ook minder het voertuig zijn voor wat je dan moet doen. Het is pragmatisch vormgegeven
idealisme en dat vind ik wel verademend." Europa en globalisering In 1999 werd van den Berg als PvdA-lijsttrekker verkozen tot lid van het Europees Parlement. Niet de makkelijkste baan, de laatste tijd: de Europese Grondwet werd bij een referendum immers weggevaagd, en de Eurosceptische partijen wonnen de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dat stemt van den Berg inderdaad niet bepaald vrolijk. "Ikzelf heb in de laatste zeven jaar dat ik in het Europarlement heb gezeten altijd de Eurokritische lijn gehad. Ik ben niet voor of tegen Europa, maar voor een ander Europa. Dus ik voel me goed thuis bij de eurokritische instelling van de Nederlandse burger. Maar ik voel me niet thuis bij de mensen die zeggen:
"Je moet je nek uitsteken en niet achter de zeedijk gaan zitten schuilen" weg met Europa en weg met alles dat van buiten Nederland komt. Die anti-houding kan alleen maar verliezers opleveren. Dat levert vijandigheid op naar het vreemde en zorgt dat we onvoldoende meeveranderen en ons onvoldoende instellen op innovaties. We zijn deel van een geglobaliseerde wereld en we kunnen maar beter zorgen dat we daar regels in gedaan krijgen, anders gaan de ongelijkheden alleen maar groter worden." Op het gebied van globalisering ziet van den Berg een sterke rol weggelegd voor de sociologie. "We kregen vroeger college over de cultural gap, dat mensen fysiek dingen zien veranderen, maar die veranderingen mentaal en cultureel nog niet aankunnen. Daar zit dus een enorme spanning tussen. Mensen worden immers geconfronteerd met globalisering, economische andere handelsstromen en productielijnen die compleet anders lopen dan vroeger en moeten zelf nadenken over hoe ze daarmee om moeten gaan. Zo'n kloof, die er per definitie is omdat technologie altijd sneller gaat dan de geest of de culturele structuren die dat moeten beheersen, is volgens mij nu heel erg aan de orde. Ik zou het mooi vinden als sociologen heel erg hun best deden om vanuit hun studie deze processen te interpreteren en nuttige ideeën aan te reiken, die ook in de politiek te gebruiken zijn." Van den Berg ziet zelf Europa als een belangrijk middel om met de globalisering
MAATSCHAPPIJ & POLITIEK
Max van den Berg werd na zijn studie sociologie op zijn 24e wethouder van Groningen en zit momenteel in het Europees Parlement voor de PvdA. Vroeger kreeg hij college over de cultural gap, dat mensen fysiek dingen zien veranderen maar die veranderingen mentaal en cultureel nog niet aankunnen. “Volgens mij is zo’n kloof momenteel heel erg aan de orde en ik zou het mooi vinden als sociologen deze processen zouden interpreteren en ideeën zouden aandragen.” om te gaan. "De klassieke rol van de sociaaldemocratie is geweest om in een harde kapitalistische wereld de verzorgingsstaat op te bouwen, regels te maken. Datzelfde moeten we nu internationaal doen. Daar is alle mogelijkheid toe, maar dan moet je wel je nek uitsteken en niet gaan zitten schuilen achter de zeedijk." Later: "Wil je het publieke belang in bijvoorbeeld de gezondheidszorg, de huisves-
"De sociaal-democratie dreigt af en toe wel heelerg in het sociaalliberalisme op te gaan" ting, het OV en het onderwijs, dus in zaken waarvan je niet afhankelijk wil zijn van de winstmotieven, weer versterken, dan zul je moeten zorgen dat op die punten het maatschappelijk belang weer sterker wordt. Dat is per definitie iets wat je niet alleen in Nederland voor elkaar krijgt. Daar heb je Europese en internationale afspraken voor nodig." De verkiezingen van 22 november De manier van omgang met de globalisering is wat hem het meest steekt in de verkiezingsuitslag van 22 november. De SP, de partij die zich ook sterk maakt voor de publieke belangen in een geglobaliseerde wereld, was de grote winnaar, maar van den Berg vindt die partij teleurstellend. "Teleurstellend omdat die te weinig haar ideaal internationaal richt." Het internationale aspect is namelijk volgens
hem essentieel voor een linkse partij: "Zonder internationale samenwerking kunnen een aantal van onze idealen niet. Ik vind dat we ons op dat gebied te zwak hebben uitgesproken. Dat heeft Wouter Bos nu, na de verkiezingen, wel gedaan maar dat moet nu natuurlijk ook handen en voeten krijgen. Met een actieve en op hervorming gerichte agenda voor Europa. We moeten niet alleen maar Europa de schuld geven als iets een keer niet gelukt is." De PvdA verloor volgens van den Berg echter niet alleen om die reden de verkiezingen. "De sociaal-democratie dreigt af en toe wel heel erg in het sociaal-liberalisme op te gaan. Ik zou af en toe wel iets meer willen zien dat de authentieke wortels krachtiger worden neergezet. Omdat duidelijk is dat op het gebied van armoede en milieu de wereld aardig verkeerd in elkaar zit. En dat gaat echt niet veranderen als we daar als mensheid niets aan doen. Ik hoop dat wat we die laatste acht weken hebben uitgestraald, toen we ons sterk hebben uitgesproken tegen marktwerking en winstmotieven in sectoren waar het publieke belang voorop zou moeten staan, zoals de gezondheidszorg, huisvesting en het OV. En dat we dat nu ook echt waar gaan maken, want we waren wel af en toe een beetje afgedreven op dat punt." Het behouden van oude zekerheden en tegelijkertijd openstaan voor vernieuwing is een belangrijk ideaal van van den Berg. "Ik hoop dat de PvdA een unieke beweging gaat worden die vernieuwing en sociale traditie als het ware weet te koppelen. Op dat gebied heeft een groot deel van ons electoraat nog
onvoldoende vertrouwen in ons. Die zijn bang dat ze daarbij de verliezers zullen zijn. We moeten aan de kant van die mensen gaan staan, met ze meedenken, vertrouwen wekken. Dat is een stijl van politiek bedrijven die
"Een anti-houding kan alleen maar verliezers opleveren" uitgesprokenheid vergt. Die soms ook wat harder tegen de ongelijkheid en de soms graaiende top van de samenleving optreedt. En die cultureel tegelijkertijd de open partij blijft die vóór de verandering en vóór de vernieuwing is. Niet de partij die stolt in het verleden en die schijnveiligheid biedt." Het is kenmerkend voor zijn idealen: niet stollen in het verleden en geen schijnveiligheid bieden, maar meegaan met de ontwikkelingen en daar zo goed mogelijk mee omgaan. De verworpen Europese Grondwet had daar volgens hem goede mogelijkheden voor geboden en daarom vindt hij het treurig dat die is verworpen, maar toch is het volgens hem positief dat het debat over Europa door het referendum nieuw leven is ingeblazen. "Absoluut, laten we de winst van het referendum, dat iedereen er bovenop zit, gebruiken. Maar laat dat dan niet gebeuren in het versterken van het negatieve, in het versterken van het 'nee'. Nee, het gaat om het versterken van het alternatief. Een ander Europa. Niet een nee-Europa."
SOAP | FEBRUARI 2007
13
MAATSCHAPPIJ & POLITIEK SOCIALISME
IN
LATIJNS-AMERIKA
Van wilde weldoener tot dictator in spé Hugo Chavéz’ laatste stappen richting alleenheerschappij Jouri Bakker Het ultieme doel van de socialist Hugo Chávez, president van het Zuid-Amerikaanse land Venezuela, komt gestaag dichterbij. Alles wat hij doet, gebeurt in het kader van de Bolivariaanse revolutie, zo beweert hij. Maar ondertussen lijkt Chávez uit op alleenheerschappij van het zuiverste soort. Gedurende zijn inmiddels achtjarige bewind heeft Hugo Chavéz al de nodige socialistische hervormingen doorgevoerd. Maar sinds zijn herbenoeming in 2006 neemt hij zijn maatregelen in een stroomversnelling. Enkele jaren geleden ontnam hij de grootgrondbezitters hun land en verdeelde dit onder boerencoöperaties. Een maatregel die sterk doet denken aan de oprichting van kolchozen, een van Stalins eerste stappen in zijn vijfjarenpolitiek. Langzaam reduceerde hij de onafhankelijkheid van de private sector in Venezuela. In januari bereikte deze nationaliseringsstrategie zijn voorlopige hoogtepunt. Chávez kondigde aan de telecom- én de energiesector te willen nationaliseren. En dit zou slechts een eerste stap naar een volledig genationaliseerd Venezuela zijn. 'Alles wat ooit geprivatiseerd is, moet weer staatseigendom worden', aldus Chávez. Ook kondigde hij aan de grondwet te willen veranderen om enkele revolutionaire wetten door te voeren en tot 2021 aan de macht te kunnen blijven.Als het Chávez niet zint, gebeurt het niet. Dat is het credo van de populist. Onlangs legde hij een TV-station het stilzwijgen op, omdat het kritiek op hem had. Samuel Gregg, onderzoeksdirecteur aan het Amerikaanse Acton Institute, dat streeft naar een 'vrije en deugdzame maatschappij gekarakteriseerd door individuele vrijheid', stelt in The Washington Times onomwonden vast dat Venezuela onderweg is naar een dictatoriaal regime. Volgens hem zijn er drie algemene dictatoriale karakteristieken in Chávez beleid te herkennen. Ten eerste noemt Gregg dat Chávez beslag laat leggen op privaat bezit. Een voorbeeld hiervan is het onteigenen van grootgrondbezitters en het nationaliseren van de energie- en de telecomsector. Met deze maatregel hoopt Chávez zijn volk economisch afhankelijk te maken. Ook het uithollen en verzwakken van familiebanden hoort bij het streven naar een dictatuur. Volgens Gregg uit zich dit in Chávez' beleid door het ronselen van een zo groot mogelijke groep jongeren voor het Venezolaanse leger. Tot slot benadrukt hij de beperkte mate van religieuze vrijheid in Venezuela. Met zijn onderwijswet heeft Chávez er voor gezorgd
14
SOAP | FEBRUARI 2007
Hugo Chavéz heeft al veel socialistische hervormingen doorgevoerd maar is nog lang niet klaar met Venezuela. dat ouders niet meer mogen kiezen naar welk type school ze hun kinderen sturen. Een ander deel van Chávez strategie is het neutraliseren van de invloed van de katholieke kerk als autonome institutie, door het volk voor te spiegelen dat het katholieke geloof en het socialisme onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn. Cynisch beargumenteert Gregg dat Chávez blijkbaar niet weet dat de katholieke kerk het socialisme zowel in de praktijk als in theorie verwerpt. Zijn dictatoriale ambities worden dankzij deze analyse duidelijk. En zijn vele vriendschappelijke banden met andere linkse leiders van Zuid-Amerikaanse landen duiden er op dat hij ook buiten Venezuela zijn socialistische invloed wil laten gelden. Zo laten veel andere Zuid-Amerikaanse presidenten, waaronder de eerste Indiaanse president van Bolivia, Evo Morales, zich regelmatig door hem vergezellen. Het einde van een goede vriend van Chávez, de Cubaanse communist Fidel Castro, is aanstaande. Castro's gezondheid is zelfs in zijn eigen land staatsgeheim, maar iemand die exact weet hoe de fysieke gesteldheid van 'el lider máximo' - de grote leider zich ontwikkeld, is Chávez. Op één van de zeldzame beelden die we van de lijdende Castro te zien kregen, stond Chávez lachend naast zijn ziekenhuis bed. En als we weer eens te horen krijgen dat Castro vecht voor zijn leven, is het vaak Chávez die deze woorden naar buiten heeft gebracht. Het is koffiedik kijken naar Chávez' strategie wanneer Castro komt te overlijden. Vooral omdat er recentelijk nieuwe oliebronnen in de buurt van Cuba zijn gevonden, zou de op macht en olie beluste Chávez zich na de dood van zijn geestverwant wel eens kunnen
mengen in de Cubaanse politiek. Uit een longitudinaal sociologisch onderzoek van de Latinobarómetro Corporation uit Chili blijkt dat veel Zuid-Amerikanen geen hoge pet ophebben van Chávez. In dit onderzoek worden burgers uit alle ZuidAmerikaanse landen gevraagd naar hun politieke betrokkenheid en hun beeld van de politiek in zowel het eigen land als andere ZuidAmerikaanse landen. De Verenigde Staten en George W. Bush genieten in de Zuid-Amerikaanse landen met linkse regeringen weinig populariteit. In Bolivia, Venezuela en enkele andere landen heerst een sterk gevoel is van sociaal antiAmerikanisme. De Verernigde Staten gaan volgens de presidenten van deze landen niet verantwoordelijk met de idealen van een welvaartsstaat. Daarom is het des te opvallender dat het percentage Zuid-Amerikanen met een negatief beeld van George Bush even groot is als het percentage met een negatief beeld van Hugo Chávez. Het percentage ZuidAmerikanen met een positief beeld van Chávez is zelfs kleiner dan het percentage dat een positief beeld van Bush heeft. Hoewel Chávez in eigen land veel aanhangers heeft en ongekend populair is, blijft zijn despote politiek voorlopig beperkt tot Venezuela. Maar als hij zijn nationaliseringsstrategie in dit tempo door blijft voeren, zal er op korte termijn een ware exodus van oppostionele en hoogopgeleide mensen plaats hebben. Een couppoging, zoals in 2002, waarbij de oppositie in samenwerking met de Verenigde Staten Chávez voor enkele dagen onttroonde, is dan geen waarschijnlijk scenario meer.
MAATSCHAPPIJ & POLITIEK KERNENERGIE
Energie, wat is verstandig? Michiel Vrijhof Door het dreigende gebrek aan fossiele brandstoffen klinkt de vraag naar nieuwe energiebronnen steeds luider. Met fossiele brandstoffen worden kolen, aardolie en aardgas bedoeld. Onze huidige samenleving staat of valt bij de energie die beschikbaar is. Arbeid vraagt immers om energie. Energie, met elektriciteit als belangrijkste vorm, is de motor geworden van onze samenleving. We zijn er afhankelijk van geworden. Tegenwoordig worden energie en grondstoffen grootschalig ingezet, maar deze bronnen zijn niet onuitputtelijk en overmatig gebruik brengt ongunstige milieueffecten met zich mee, zoals zure regen, het broeikaseffect en het gat in de ozonlaag. Maar de ecologische consequenties Het is bekend dat gebruik van fossiele brandstoffen vervuilend is. Maar ook andevan ons huidige consumptiegedrag worden re vormen van energie hebben hun nadelen. Is kernenergie de enige oplossing? nog niet door iedereen erkend, hoewel er voeren. Dit verdrag houdt in dat landen die in sprake is van een uitermate belangrijke kwes- lange termijn een duurzame technologie is." Milieuorganisaties als Greenpeace pro- het bezit zijn van kernwapens verboden tie. De energiebehoefte wordt in de huidige testeren tegen kernenergie. Zij benadrukken wordt deze te verstrekken aan landen die situatie voornamelijk bevredigd door gebruik het probleem van kernafval. Het opslaan van geen kernwapens bezitten. Tevens zijn transvan fossiele brandstoffen voor de productie zulk afval moet uiterst secuur gebeuren, in de fers op het gebied van nucleaire technologie van energie. Een blik op de toekomst laat ons wetenschap dat radioactieve stoffen schade- slechts toegestaan voor vredelievende toepaseen somber beeld zien, afgaande op de huidi- lijk zijn voor het milieu. Deze radio-activiteit singen. Maar ondanks het feit dat veel veiligge energieconsumptie en de reserves aan wordt onderzocht door veel wetenschappers, grondstoffen. "Er kan nog ongeveer honderd zoals de kernfysicus Christian Hoenraet die heidsbezwaren worden weggenomen door jaar gebruik worden gemaakt van fossiele stelt dat de invloed van kerncentrales op de goede regelgeving wordt ook het duurzaambrandstoffen," aldus kernfysicus Christian hoeveelheid straling wel meevalt. "Van de heidsgehalte van kernenergie bestreden. Sible totale radioactiviteit in onze atmosfeer, geme- Schone van het Wereld Natuur Fonds: Hoenraet van de KU te Leuven Als alternatief zijn er hernieuwbare ener- ten in hoeveelheid stralen, elektronen, neutro- "Kernenergie is geen duurzame energiebron, giebronnen zoals wind- en zonne-energie. nen en protonen, is slechts 0,1% afkomstig omdat er in de hele keten zeer toxische stofDeze bronnen zijn echter niet continu van kerncentrales. Het overgrote deel is fen vrijkomen die duizenden jaren in de biobeschikbaar, afhankelijk van de weersom- afkomstig van natuurlijke bronnen, zoals sfeer zullen blijven. Economisch gezien is standigheden. Daardoor is dit type bron onge- grond, voedsel en natuurlijke materialen.". kernenergie onvoordelig. Investeringen kunschikt om te voldoen aan tijd- en plaatsspeci- Gesteenten in de ondergrond beĂŻnvloeden nen beter naar projecten gaan, waarin de fieke vraag naar energie. Het beste voorbeeld volgens hem in grote mate de hoeveelheid energie-efficiĂŤntie wordt verbeterd." Volgens hem moet tevens onderzoek worden gedaan hiervan is waarschijnlijk de vraag naar ener- radioactieve straling. Na de ramp in de kerncentrale van naar mogelijkheden tot energiebesparingen. gie in de wintermaanden, waarin juist zeer Tsjernobyl in 1986 is het echter in sommige Hij ziet kerntechnologie niet als impuls voor weinig zonneschijn is. Echter kijkend naar de toekomst zal de kringen 'not done' om kernenergie te zien als besparingen op energie. Het moge dus duidelijk zijn dat niet alle invloed van hernieuwbare energiebronnen reĂŤle optie voor energievoorziening. Al ging toenemen om een alternatief te vormen voor het hier om een oude centrale waar niet aan neuzen dezelfde kant op wijzen wat betreft de fossiele brandstoffen, die naast eindig en alle veiligheidsvoorschriften werd voldaan, energievoorziening en energieconsumptie, milieubelastend tevens ongelijkmatig ver- de samenleving is destijds enorm geschrok- toch ontstaat steeds meer het besef dat ken van de omvang van de ramp en nog milieuproblemen duurzaam moeten worden deeld zijn in de wereld. Voorlopig bieden deze nieuwe vormen steeds zijn de gevolgen duidelijk zichtbaar. In bestreden. Veel huidig onderzoek op energievan energie echter nog niet voldoende soelaas de politiek wordt daarom zeer zorgvuldig gebied richt zich op de toekomst. Volgende generaties zullen intensief geconfronteerd voor de energieverslaving waaraan de omgesprongen met dit thema. Een ander argument tegen kerncentrales worden met de vraag hoe te voorzien in de wereldbevolking lijdt. Om de milieuvervuiling toch enigszins binnen de perken te hou- is dat ze beschouwd worden als potentieel energievraag. De soorten energiebronnen die den wordt daarom door veel deskundigen een doelwit van een terroristische aanslag. Maar daarvoor aangewend worden zullen continu hernieuwd beroep gedaan op kernenergie. dat risico lijkt nihil: kerncentrales moeten beoordeeld worden op hun waarde. Energiespecialist Tim van der Hagen van de tegenwoordig immers voldoende bestand zijn Technologische ontwikkelingen bepalen waarschijnlijk de toekomstige energiemix. TU Delft: "Kernenergie is een technologie tegen zulk soort aanslagen. Ook het gevaar van kernwapenproductie Volgens alle deskundigen is veiligheid bij die in de toekomst een bijdrage kan leveren aan het voldoen van de energievraag. Maar is een nadeel dat zwaar weegt. Die angst is kernenergie de waarde die zal moeten toenedaarvoor moeten ontwikkelingen plaatsvin- inherent aan kernenergie. Daarom is in 1970 men voordat het een substantieel deel van de den die garanderen dat kernenergie ook op besloten om het non-proliferatieverdrag in te energieproductie kan uitmaken.
SOAP | FEBRUARI 2007
15
MAATSCHAPPIJ & POLITIEK KERSTNACHTMIS
Een plechtige nachtmis Atheïstische SoAP-redacteur bezoekt kerstdienst in Bolsward Koen de Wit
graal geheel van de hele kerkdienst. Constant danken de aanwezige gelovigen hun Heer voor hetgeen hen gegeven is, hetgeen ze bereikt hebben in hun leven en het feit dat Hij ze wijst op de in hun leven begane fouten en ze daarvoor vergeeft. Best intrigerend eigenlijk hoe welwillend
zijn en er een gebed over uitgesproken was, kwam de priester met de heuglijke mededeling dat de overheid bereid gevonden was een subsidie van zes ton euro te betalen voor de aanstaande restauratie van de kerk. "Amen." Mozart kwam nog even langs met de Sanctus en de Benedictus uit de Missa Brevis.
Kerst. Dé tijd voor bezinning, rust en lekker eten. Voor sommigen onder ons de viering van de geboorte van Jezus Christus. Met het oogpunt op dit feit besloot ik dan ook mij (geboren, getogen en altijd gebleven atheïst) naar de Nachtmis te begeven, om daar voor het eerst in mijn leven te ervaren wat het is om Christen te zijn tijdens de Kerstdagen. Hoe vier je de geboortedag van iemand die al bijna tweeduizend jaar dood is, maar toch nog leeft in het hart van miljoenen? Ik begaf mij naar het verre Friesland om in Bolsward, één van de elf Friese steden, een plechtige nachtmis in de Sint Franciscuskerk bij te wonen. Het begon goed, leuk, gezellig. Kerstliedjes werden gezongen door het koor, dat bestond uit een aantal mannen en vrouwen op leeftijd die zo te zien het hele jaar geoefend hadden op een engelenuitstraling. Nadat iedereen een zitplaats had gevonden en de liturgie overhandigd had gekregen, kon de daadwerkelijke dienst beginnen. Gelukkig stond alles al op papier, zo kon ik makkelijk volgen wat er zoal gezegd en gezongen werd (behalve natuurlijk de Inglesang in het Fries.) De dienst begon. Eerst de liturgische groet en daarna de schuldbelijdenis. Hierbij geeft de gelovige toe schuldig te zijn aan zonden "in woord en gedachte, in doen en laten, Kerstnachtdienst in de Franciscuskerk te Bolsward door mijn schuld, door mijn schuld, door mensen hun leven (deels) in handen geven Daar werd je toch even stil van. Alsof er een mijn grote schuld." Na de liturgie en schuldvan een hogere macht en er dan maar van uit engeltje op je schouder ging zitten en zachtbelijdenis worden de zonden vergeven en kan gaan dat het wel goed komt, dat fouten niet jes in je oor zong. Even voelde ik me geheel men met een gerust hart de dienst volgen. aan zichzelf te wijten zijn, maar van bovenaf ontspannen en ik begon me net een beetje Best intrigerend eigenlijk, zo bedoeld zijn. Dat al het goede wat je over- open te stellen voor de boodschap van de komt van boven is "komen aanwaaien" ter- priester, toen deze het vredesgebed inzette: hoe welwillend mensen wijl er juist vaak heel hard voor gewerkt is. leek erop dat degene die de liturgie Priester: De vrede des Heren zij altijd met u. hun leven (deels) in han- had Het samengesteld, nog niet zo vaak een Allen: En met uw Geest. den geven van een hogere nachtmis had bijgewoond (of wel, en hij was Priester: Wenst elkaar de vrede. een beetje zat van elk jaar dezelfde liedjes). macht Hoe het ook zij: van de psalmen die in de Waarop iedereen vrolijk om zich heen begon liturgie stonden beschreven was een groot handen te schudden en elkaar de "vrede te Wat opviel tijdens de gehele dienst was deel niet bekend bij de gemiddelde kerkgan- wensen." Ik moet eerlijk bekennen dat ik een dat er een hoop vaste rituelen plaatsvinden. ger, zo maakte ik op uit het zacht mompelen- lach moest onderdrukken. Al die mensen die Na elke lezing van de lector komt de zin de zingen. net een uur lang zwijgzaam en serieus naar de "Woord van de Heer", waarop de aanwezigen Na een wat korte preek van de priester mis hadden geluisterd kwamen ineens tot zachtjes mompelend antwoorden: "Wij danover al het leed in de wereld - waarop een leven en waren de vrolijkheid zelve, waarna ken God." Op een of andere manier een soort hartelijk "amen" volgde uit de zaal - was het ze weer verzonken in een diepe rust. Nu huiveringwekkende ervaring voor een buitentijd voor de collecte, waarvan natuurlijk een iedereen de vrede gewenst was, was men staander. Vooral omdat je vaak niet door hebt groot deel gaat naar goede doelen en de klaar voor de communie. Moederziel alleen wat er aan de hand is en iedereen er aan mee armen. Maar de schitterende boxen van de bleef ik achter op de achterste rij van de kerkdoet. Alsof je bij een theatervoorstelling zit geluidsinstallatie en alle goud om je heen banken terwijl iedereen het lichaam van Jezus waar het hele publiek aan meedoet en alleen deden vermoeden dat dat niet de enige tot zich nam. Voor ongelovigen is de kerk met jij de tekst niet kent. "goede" doelen waren waar het geld heen kerst niet "the place to be." Deze dankbetuigingen zijn een zeer integing. Nadat de giften uitgebreid bezongen
16
SOAP | FEBRUARI 2007
MAATSCHAPPIJ & POLITIEK INGEZONDEN: LINTJE
VOOR BESCHERMERS GEVALLEN ENCLAVE
Een lintje voor Srebrenica Bertus Postma Eindelijk, na jaren van miskenning, is het er dan toch van gekomen; de militairen van Dutchbat 3, dat gelegerd was in Srebrenica tijdens de val van deze enclave in juli 1995, hebben op 4 december jl. uit handen van minister Henk Kamp persoonlijk een herinneringsmedaille uitgereikt gekregen. Dit gebaar is alom met gemengde gevoelens ontvangen. Niet in de laatste plaats door de nabestaanden van de ca. 7.500 mannelijke inwoners van Srebrenica die destijds vrijwel direct na de inname van de stad door de BosnischServische troepen van generaal Mladic werden weggevoerd en -naar later bleek- zijn vermoord. Hebben deze militairen inderdaad een lintje verdiend? Dat er in dit geval bepaald niet kan worden gesproken van een roemrucht wapenfeit, is nog zeer zacht uitgedrukt. Maar toch… Het is een feit dat deze militairen destijds op pad zijn gestuurd met een onmogelijke opdracht en met ontoereikende middelen. De opdracht die het bataljon meekreeg, was om van de stad Srebrenica een "safe haven" te maken die de Bosnische moslimbevolking zou vrijwaren van aanvallen van de Serviërs. Als je echter bedenkt dat het bataljon in zijn toenmalige vorm uit ongeveer 650 mensen bestond, waarvan er slechts hoogstens 400 als "gevechtstroepen" konden worden aangemerkt (de rest bestond uit koks, bevoorradingspersoneel, monteurs, verbindingstroepen, administrateurs, medisch personeel e.d.) dan hoef je geen militair genie te zijn om vast te stellen dat het in zo'n geval onmogelijk is om een stad als Srebrenica op een effectieve wijze te verdedigen. Srebrenica ligt in een dal, omgeven door heuvels. De geschiedenis toont aan dat je dan als verdediger een zo goed als verloren strijd voert (Dien Bien Phu 1954) behalve als je je verzekerd weet van de ondersteuning van een oppermachtige luchtmacht (Khe San 1968). Over die luchtsteun straks meer. Omdat de Nederlandse regering er nadrukkelijk op stond dat de missie van het bataljon "peace keeping" diende te zijn en niet "peace enforcing", werd de eenheid behoorlijk gestript van haar organieke zware bewapening en pantser. Er werden slechts enkele gepantserde YPR rupsvoertuigen meegenomen, die bovendien ontdaan waren van hun organieke 25 mm boordwapen, een snelvuurkanon dat een geduchte bedreiging zou hebben gevormd voor elk voertuig, behalve tanks, dat de tegenstander in het veld kon brengen. In plaats daarvan werd een lichte 7.62 mm MAG mitrailleur geplaatst; weliswaar een uitstekend wapen tegen onbeschermd personeel maar tegen pantservoertuigen even effectief als een waterpistool.
Kolonel Karremans drinkt in 1995 een borrel op de goede afloop met de Servische generaal Mladic. (Foto AP) Van het superieure TOW antitank raketsysteem werd behalve de afvuurinrichting slechts een handjevol projectielen meegenomen. De regering wilde vooral een niet te agressieve indruk maken. Ter vergelijking: de Denen, die ook in die contreien hebben geopereerd, schrokken er niet voor terug om hun troepen te voorzien van ondersteuning in de vorm van een eskadron Leopard tanks die, na enkele keren te zijn ingezet, bij de tegenstander het nodige respect afdwongen. Op het moment dat de Serviërs de enclave onder de voet dreigden te lopen, is er door het bataljon om luchtsteun gevraagd bij het hoofdkwartier van de Franse VN bevelhebber. Deze aanvraag is nooit gehonoreerd. Een bevredigend antwoord op de vraag waarom dat niet is gebeurd, is nooit gegeven. Het gevolg was dat de Serviërs ongehinderd door wat of wie dan ook, de stad konden binnentrekken. Er is veel gezegd en geschreven over het optreden van de commandant van het bataljon, luitenant kolonel (inmiddels kolonel) Karremans. Wie die naam hoort, moet onherroepelijk denken aan de beruchte foto waarop hij met generaal Mladic staat afgebeeld, samen een glas drinkend 'op de goede afloop'. Karremans schijnt nog met klem bij Mladic te hebben aangedrongen op teruggave van door de Serviërs geroofd Nederlands materieel. Aan het vragen over het lot van de mannelijke bevolking van Srebrenica schijnt hij op dat moment even niet te hebben gedacht. Echt onsterfelijk is hij geworden met de uitspraak dat er geen good guys en geen bad guys zouden zijn. Daar is hij door velen meermalen op aangevallen. Helemaal ongelijk had hij met die uitspraak echter niet. Echt onschuldig waren een aantal inwoners van Srebrenica namelijk niet. Het bleek dat veel mannen overdag bescherming zochten in de enclave en 's nachts de stad weer uitslopen om in het
omringende gebied te gaan vechten tegen de Serviërs. Daarmee die laatsten het perfecte excuus in handen gevend om voor eens en voor altijd af te rekenen met dat "roversnest". Hoe dubieus het optreden van overste Karremans ook geweest mag zijn, je kunt dit niet al zijn troepen aanrekenen. In het algemeen kan gesteld worden dat de gemiddelde Dutchbatter zijn stinkende best heeft gedaan om er onder de heersende omstandigheden van te maken wat er van te maken viel. Bij terugkeer in Nederland vielen velen van hen in een diep zwart gat. De Nederlandse bevolking, de politieke top voorop, wilde deze hele onverkwikkelijke affaire het liefst zo snel mogelijk vergeten. Van enige erkenning van het werk dat deze militairen onder zulke moeilijke omstandigheden hebben verricht, was dan ook geen sprake. Integendeel, spot, hoon en minachting waren vaak hun deel zodra Srebrenica ter sprake kwam. Nu jaren later na gedegen onderzoek is gebleken dat het bepaald niet aan hen heeft gelegen, is een rehabilitatie op zijn plaats. In de vorm van een lintje dus, zoals gebruikelijk in de krijgsmacht. Niet als dapperheidsonderscheiding maar als een vorm van erkenning voor hun inzet tijdens een vruchteloze missie. Dat de nabestaanden van de vermoorde mannen van Srebrenica dit alles met gekromde tenen hebben aanschouwd, is te begrijpen. Zij dienen echter te bedenken dat het niet deze soldaten waren die hun vaders, mannen, broers en zonen hebben vermoord. Dat hebben de Serviërs gedaan, onder de bezielende leiding van de heren Mladic en Karadzic, die overigens nog steeds vrij rondlopen. Bertus Postma is medewerker van het onderwijsbureau Sociologie. Wilt u ook een artikel inzenden? Mail naar soap_groningen@hotmail.com.
SOAP | FEBRUARI 2007
17
Om sociologiestudenten een beter beeld te geven van wat er zich allemaal afspeelt binnen onze studievereniging biedt de SoAP Sociëtas hier de ruimte om haar activiteiten toe te lichten. Evelien Hoeben Spelletjesavond, kerstdiner, borrels; zomaar een greep uit de activiteiten die Sociëtas het afgelopen semester heeft georganiseerd. Begin november was de spellenavond, waar vooral de pokercursus van Eric Leussink een succes was. Andere aanwezige spellen waren bijvoorbeeld koehandel, schaken en kolonisten van Catan. Eind november was het commissieweekend, hoewel niet georganiseerd door Sociëtas, maar door de enige echte Nienke The Boss. Tot hun grote schrik kwam een aantal stadse sociologen erachter dat de bussen in omgeving Beilen niet zo groot zijn, waardoor de reis voor een klein groepje via Meppel liep en ze dus veel later bij de kampeerboerderij aankwamen.'s Avonds was het bier niet aan te slepen, en naast pingpong was vooral kingsen zeer populair, waardoor ondergetekende een fijne naam heeft gekregen. Na een gezonde natuurwandeling en véél wentelteefjes kon iedereen er ook de tweede avond weer tegenaan. Tot vroeg in de ochtend vermaakte men zich met de zo onschuldige spelletjes als verstoppertje en het moordspel van de lama's, hetgeen de laatste dag in de trein werd voortgezet.
Eric, Tom en Jurre doen alsof ze intelligent zijn.
Onbegrijpelijke gebaren tijdens de novemberborrel van Sociëtas.
Op het commissieweekend werden twee schakelaars (Jonne en Frank) wel heeel close. Nienke voelt zich eindelijk een keer echt de Boss tijdens het commissieweekend.
18
SOAP | FEBRUARI 2007
Op 5 december was er (heel toepasselijk) een lezing van Marieke Nanninga over Sinterklaas en geefgedrag van kinderen georganiseerd. Helaas was de lezing niet erg druk bezocht, mogelijk doordat mensen liever bij hun ouders Sinterklaas gingen vieren dan langer op de faculteit rond te hangen. Een paar weken later was het kerstdiner een groot succes, met ongeveer 30 sociologen in gala in een tapasbar. De integratie tussen studenten en docenten werd bevorderd door de aanwezigheid van Rudi Wielers. Na de maaltijd zijn een aantal mensen geĂŤindigd in de Vlaamsche Reus. Ook het bowlen was een succes, hoewel er zeer weinig inschrijvingen waren door de tentamens en de herkansingen die in dezelfde periode vielen. Uiteindelijk waren er 17 bowlers, waarbij enkele sociologen van onvermoede bowl-talenten lieten blijken.
Muts, muts en Irene.
Over de borrels van november, december en januari kan ik veel zeggen, maar ik denk dat de foto's wel voor zich spreken. In de komende periode kunnen jullie de uitreiking van de almanak, de Nacht van de Sociologie (1 maart!), de excursie naar Krakau en een groot studentengala verwachten. Verder zijn we begonnen met de organisatie van de bandavond, waarvoor we nog muzikale sociologen nodig hebben. Mensen met interesse kunnen mailen naar societasonline@gmail.com, of ons aanspreken op de maandelijkse borrels! De enige keer per jaar dat men sociologen in pak kan aantreffen: tijdens het kerstdiner.
Eerstejaars showt nieuwe schoenen op bowlingbaan.
Soort van Charlie’s Angels tijdens de borrel van januari.
SOAP | FEBRUARI 2007
19
KUNST & CULTUUR BAKBROMMERS
IN BUSINESS
Eigen bedrijfje? Kat in 't (bakbrommer)bakkie!
Een bakbrommer bleek het ideale vervoermiddel voor Wouter te zijn
Lisan Wieringa We doen nog zo ons uiterste best om geld te besparen. Winkelen tijdens de uitverkoop, 's avonds pas de stad in als de piekuren beginnen, en het cliché pasta staat inderdáád vaak op ons studentenmenu. Ondanks dergelijke maatregelen zien de meeste studenten zich genoodzaakt een bijbaantje te zoeken. Horecawerk, schoonmaken en telemarketing blijven populaire baantjes. Het kan ook anders: steeds meer studenten beginnen een eigen bedrijfje. Nederland telt inmiddels zo'n 3000 studentenondernemers. Vooral computertechneuten willen het nog wel eens ver schoppen met een eigen internetbedrijfje of met het ontwerpen en vormgeven van websites. Wouter Bos - niet die man met z'n bosje rozen uit Den Haag, maar een 23-jarige student uit Groningen die toevallig ook deze naam mag dragen - deed het weer anders. Hij verdient bij met bezorgklussen op zijn bakbrommer. Samen met vier vrienden werkt hij voor het eerste Nederlandse 'bakbrommer vervoerbedrijfje': Brozem. Een jaar geleden had Wouter, die bijkluste in
20
SOAP | FEBRUARI 2007
een fotozaak en bij een schoonmaakbedrijf, dit ook niet kunnen voorspellen. Het begon allemaal met een praktisch probleem. Als 3ejaars student fotografie aan Minerva moest Wouter vaak grote materialen voor zijn studie vervoeren. Omdat hij slechts zijn brommerrijbewijs had gehaald was dit altijd veel geregel. Zo'n jaar geleden was hij het zat steeds de auto van zijn ouders te lenen en zijn vriendin of een vriend als chauffeur te moeten inroepen. Wouter: "Een kennis raadde me aan een Vespacar of een bakbrommer te kopen. Voor beide transportmiddelen heb je geen autorijbewijs nodig. Toch leek het me helemaal niks: ik zag mezelf nog niet op zo'n lawaaibak zitten." Maar vooral een bakbrommer leek zeker een uitkomst te bieden. Dit vervoermiddel kan een snelheid van ongeveer 65 km/u bereiken en heeft een grote laadruimte. De bakbrommer bleek Wouter zo goed te bevallen dat hij zijn fiets en brommer voortaan helemaal liet staan. Langzamerhand rolde hij steeds meer in het wereldje van deze driewielers en kreeg hij veel vrienden die zijn passie delen. Zo kwamen Wouter, zijn vriendin en twee andere vrienden afgelopen zomervakantie op
het idee om op de bakbrommer door Europa te reizen. Ze reden over de N-wegen - de ring is voor bakbrommers verboden terrein - maar waren vaak ruim 8 uur per dag op pad en het tempo zat er aardig in. Via Zweden reden ze naar Finland, vanwaar ze een boot naar Estland namen om via Letland, Litouwen, Polen en Duitsland weer terug te rijden naar Nederland. Af en toe overnachtten ze op een camping, maar meestal parkeerden ze de bakbrommer gewoon aan de kant van de weg waarbij de bak ook als slaapplek mocht dienen. "We hadden ontzettend veel geluk met het weer", zegt Wouter. "En voor de enkele keren dat het regende legden we een zeil over de bak." De reizende buitenlanders brachten uiteenlopende reacties teweeg. In Scandinavië waren mensen erg geïnteresseerd in de bakbrommers; de groep werd voortdurend nagewezen of gefotografeerd. Een iets minder uitnodigend ontvangst kregen ze in Litouwen. Hier zijn ze enkele keren aangehouden door de politie die deze onbekende voertuigen graag bekeurde. In Duitsland, vlakbij de Nederlandse grens en enkele uren rijden van het thuisfront verwijderd, stond ze weer een andere reactie te wachten. Het motorblok van één van de bakbrommers begaf het toen ze net een grote stad waren ingereden. Zo wou het dat ze de bakbrommer rond één uur s'nachts midden in de stad naast een bank parkeerden om aan het motorblok te sleutelen. Hierop werd de politie door een Duitse toeschouwer opgebeld met de mededeling dat 'wat mensen bij de bank met gereedschap in de weer waren…!'. De politie kwam dan ook al gauw opdagen om deze kleine Missverständnis op te helderen. Na de zomer kregen Wouter en twee vrienden van anti-kraak Bureau CareX een leegstaande fabriek als woning toegewezen. De
KUNST & CULTUUR SOCIOLOGIE bijbehorende loods en werkplaats boden hen alle ruimte om aan hun bakbrommers te sleutelen. Steeds meer vrienden en kennissen vroegen om hulp met een verhuizing of vervoer van spullen. Zo kwam het idee om geld te vragen voor hun diensten. Eind november werd bakbrommer vervoersbedrijf ‘Brozem’ opgericht door vijf jongens, waarvan vier studenten. Bij de oprichting van een bedrijf moeten de betrokkenen zich allereerst inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Er moet gekozen worden voor een bepaalde rechtsvorm, afhankelijk van de persoonlijke situatie van de ondernemer(s). Brozem heeft ervoor gekozen zich in te schrijven als een Vennootschap onder Firma (VOF). Kenmerkend voor deze ondernemingsvorm is dat iedere vennoot iets inbrengt in het bedrijf (in het geval van Brozem geldt voor alle vennoten; arbeid) en zelf 100% aansprakelijk is voor zijn verplichtingen. Een belangrijk voordeel van de rechtsvorm VOF is dat iedere vennoot als zelfstandig ondernemer wordt gezien. Dit betekent dat elke ondernemer het recht heeft op een aantal gunstige belastingfaciliteiten, zoals ondernemersaftrek en investeringsaftrek.
IN DE
MEDIA
Gelukkige Nederlanders en De Waal voorspelt biologische toekomst voor sociologie Nathalie Feitsma
Nederland is het gelukkigste land van Europa zo blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie (Trouw, 09-12-2006). Tegelijkertijd is echter ook gebleken dat de Nederlanders bovenaan de lijst staan met mensen die professionele hulp aanvragen wegens psychische of emotionele problemen. Ook staan wij aan top wat betreft het verzuimen van een dagje werk wegens emotionele problemen. Een dergelijk paradoxaal verschijnsel wordt bevestigd door eerder onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Onderzoek uit 2004, laat zien dat Nederlanders tevreden zijn met zichzelf en hun werk, maar ontevreden met alles wat daarbuiten valt. De directeur van het SCP, Paul Schnabel geeft de volgende verklaring: "Voor de meeste mensen valt er niet veel meer te Inmiddels heeft Brozem één vaste klant; de winnen, maar wel veel te verliezen. Dat is ook Uitloper. Dit is een culturele uitgaansagenda waar men bang voor is: verlies van veiligheid, die Brozem elke donderdag bij diverse kroe- van solidariteit en gemeenschapszin." gen in Groningen bezorgt. Daarnaast zijn ze alle vijf minstens één dag in de week oproep- Wellicht kan het onderzoek van Ruben van baar. Dit houdt in dat ze die dag de bedrijfste- Gaalen en Pearl Dykstra, twee Nederlandse lefoon op zak hebben en beschikbaar moeten gezinssociologen, nog enige verlichting brenzijn voor eventuele onverwachtse transport- gen. Uit het onderzoek is gebleken dat er voorklussen. Gemiddeld zijn ze er ieder zo'n 10 al 'harmonieuze' relaties bestaan tussen voluur per week aan kwijt. wassen kinderen en hun ouders. "De meeste kind-ouderrelaties in Nederland, 40 procent, Zoals de meeste bedrijven die net zijn begon- behoren tot het harmonieuze koek-en-ei-type, nen is Brozem nog veel geld kwijt aan vaste met veel solidariteit en weinig conflict." lasten. De bakbrommers zelf zijn immers een Daarnaast blijkt er in 29 procent van de gevalaardig prijzige investering. len sprake te zijn van een 'ambivalente' kindMaar Brozem is inmiddels bezig een uit- ouderrelatie. In dergelijke relaties is er zowel gebreide klantenkring op te bouwen. Voor de sprake van solidariteit als conflict. kerst hebben ze een avond met vijf bakbrommers op de Grote Markt gestaan om flyers uit De Amerikaanse socioloog Vern Bengston te delen. Verder werven ze veel klanten door voorspelt dat onderlinge familiebanden in de mond tot mond reclame; mensen die via toekomst belangrijker zullen worden. Dit is anderen hebben gehoord dat Brozems service niet alleen omdat de levensverwachting van betrouwbaar en goedkoop is. Ze zijn van plan ouderen is gestegen en zij daardoor meer tijd na de tentamendrukte - het blijven natuurlijk met hun kinderen kunnen doorbrengen, maar studenten - meer tijd in hun promotie te ste- ook omdat de kinderen hun ouders met minder ken. Ook hopen ze dat de Nederlandse broers en zussen hoeven te delen. De vraag is Bakbrommer Kampioen-schappen, die dit echter of dit ook leidt tot het (blijven) bestaan jaar in Groningen worden gehouden, gunsti- van harmonieuze relaties. De Nederlandse ge publiciteit met zich mee zullen brengen. gezinssociologen betwijfelen dit; "Wanneer Zo hopen ze op meer bezorgklussen en een volwassen kinderen dicht bij hun ouders grotere omzet. Op lange termijn verwachten wonen, en weinig andere kinderen de helpenze dan een aardig zakcentje over te houden de hand kunnen toesteken, liggen hulp en oneaan hun bezorgklussen. Zo zie je maar weer: nigheid in elkaars verlengde" (NRC studenten kunnen wel degelijk goedlopende Handelsblad, 28-12-2006). bedrijfjes opzetten. Ben benieuwd of Wouter net zo'n glansrijke carrière als zijn naamge- De stadssocioloog Michael Bull heeft ondernoot staat te wachten…. zoek gedaan naar de gevolgen van mobiele technologie voor het stadsleven (de
Volkskrant, 18-11-2006). Centraal hierbij staat 'het design-icoon van de 21e eeuw', de iPod. Met de iPod zijn mensen in staat gesteld om hun eigen persoonlijke omgeving te creëeren. "(...) niet alleen omdat de gebruiker zich afsluit voor de buitenwereld, maar ook omdat de iPod als een zeer persoonlijk apparaat wordt opgevat. De draagbare muziekcollectie weerspiegelt de identiteit van de gebruiker." Volgens Bull sluit de stadsbewoner zich bewust af van alle prikkels die het stadsleven op hem afvuren. Bull wil geen waarde oordeel uitspreken over het iPod gebruik. "De stadsbewoner creëert zijn eigen ruimte, waardoor de publieke ruimt nog anoniemer wordt. Maar de mensen willen het kennelijk zo. Anders zouden ze hun iPod wel uitzetten om een praatje met een medepassagier aan te knopen."
Humor en zelfspot moeten helpen een brug te slaan tussen individuen en/of bevolkingsgroepen De filosoof Tsjalling Swierstra en de sociologe Evelien Tonkens roepen, in het NRC Handeslblad van 2 december 2006, op tot een hernieuwd beschavingsoffensief. Humor en zelfspot moeten helpen een brug te slaan tussen individuen en/of bevolkingsgroepen. "Zelfspot is vooral van belang in een steeds ingewikkelder, dubbelzinniger, tegenstrijdiger en onvoorspelbaarder samenleving als de onze. (...) Humor en zelfspot oefenen ons om oog te houden voor wat niet past, voor wat zich onttrekt aan eenduidige categorieën en regels. Zelfspot is een oefening in ontvankelijkheid voor het unieke, veranderlijke en tragische." Dat een dergelijk beschavingsoffensief niet geheel van een leien dakje zal gaan, beseffen de auteurs maar al te goed. Zelfspot en humor zijn enkel weggelegd voor diegenen met een zekere portie aan zelfvertrouwen, die zich bevinden in een 'veilige' omgeving en mentaal stevig in hun schoenen staan. Frans de Waal blijkt zich niet enkel meer bezig te houden met het bestuderen van chimpansees en het beschrijven van de 'aap in ons'. Sterker nog, hij is zich gaan interesseren voor het mystieke vak der profetie. Ter ere van de 50e verjaardag van de New Scientist heeft de Waal een blik geworpen in zijn glazen bol. Hij verwacht dat tegen 2056 “sociologie een echte biologische wetenschap is geworden.” (de Volkskrant, 25-11-2006).
SOAP | FEBRUARI 2007
21
KUNST & CULTUUR KUNST
IN DE VAKGROEP:
COR JAN
VAN
ZWOL
'Schrijven lijkt een beetje op hardop denken' Matthias Frankema Ik zit bij Co op de bank, heb me een plaatsje bevochten tussen de lege colaflessen en de borden zonder avondeten. Het is een schrijvershol, dat zie en ruik je meteen. Het geurt naar literaire Martini's, geschonken met een beetje ijs, citroen of een olijf. De alcohol smeert de keel, maakt de tong en de vingers los en is daarom een graag geziene gast in deze Columnistentoren. Dus dit is een locatie waar kunst in de vakgroep geproduceerd wordt, het stemt tot nadenken, maar fascineert zeker. Het is chaos, maar toch ook wel een fijne manier van wanorde bedrijven: het is een sfeer waarin verhalen kunnen ontstaan, columns het levenslicht zien en poëzie samen met het biertje geopend wordt. Of gedicht natuurlijk. Laten we Co de mogelijkheid geven zich voor te stellen, want zijn naam is voluit Cor Jan en van achteren ook nog eens Van Zwol. Het gaat hier om een vijfdejaarsstudent, die nog altijd eerstejaars socioloog is. Hij rondt op dit moment eerst even zijn stage van bedrijfseconomie af om zich vervolgens weer vol op de sociologie te storten. Literatuur met een vleugje Pete Philly komt ons bij de deuropening al tegemoet, door Co begeleid met een welgemeend 'welkom'. Ik ben geïntrigeerd door zijn schrijverschap, maar vraag me af hoe hij zichzelf voornamelijk ziet: als schrijver, columnist of als een ordinaire weblogger. Hij beantwoordt mijn vraag zoals alleen Co dat kan: middels een mengsel van ironie, zelfspot en filosofie, en zegt: "Iemand die kabels trekt, heet een kabeltrekker. Dus ben ik een schrijver. Iemand die gelooft en dan specifiek in Jezus, heet een Christen. Dus noem mij inderdaad maar columnist. Of socioloog of student of bedrijfseconoom of stagiair of dj of lui. Kortom, zie maar hoe je mij noemt. Ik luister in ieder geval naar de naam Cor."
“Ik schrijf niet slechts over seks, ik schrijf over de belangrijke zaken in het leven." Hoe kom je erop, hoe verzin je het? Vaak gesteld door mensen die zelf niet durven nadenken of het simpelweg niet kunnen. Ook Co kun je niet beter provoceren: hij schreeuwt: "Wat een kutvraag. Weet ik veel, het gebeurt gewoon." Dan serieuzer: "Schrijven gaat om het vinden van context in ogenschijnlijk vreemde of voor de hand liggende situaties. En de kunst om schoonheid te zien in lelijkheid zonder dat het er daadwerkelijk mooier van wordt." Ik doe alsof ik het
22
SOAP | FEBRUARI 2007
begrijp en knik instemmend. Voor Co een teken om erop door te gaan: "De ideeën voor mijn verhalen komen uit de wereld die ik om mij heen zie. Dan neem ik even de tijd, dan ga ik letterlijk bij iets stil staan. En af en toe schiet er dan een zin door mijn hoofd. Die momenten komen nu niet zo veel meer voor omdat ik 40 uur in de week aan het stagelopen ben. Kut vind ik dat." Ik krijg een idee waar Co heen wil, maar welke weg hij dan neemt is mij vooralsnog een raadsel. Natuurlijk, er zijn meerdere wegen die naar een verhaal kunnen leiden, maar wat is de route van Co? "De beste ideeën ontstaan op vreemde plaatsen of in vreemde situaties. En met vreemd bedoel ik dan anders dan je bekende leven. Thuis achter mijn computer werk ik de verhalen meestal uit, naar aanleiding van de aantekeningen die ik maak als ik in de trein zit of Columnist Cor Jan van Zwol: “ Schrijven is een in de collegezaal. Ik creëer voor manier om mezelf te dwingen mijn gedachten te mijzelf een sfeer, een soort per- formuleren.” manente brainstorm, en dan kan ik het in mijn hoofd een plekje geven, komt het verhaal vanzelf. Daar gebruik ik dan maar kan ik mijn opvattingen ook beter aan koffie of bier voor (afhankelijk van de tijd) en anderen uitleggen. Schrijven lijkt dus een muziek. Als er dan geen sluitend verhaal uit beetje op hardop denken." het schrijven komt, dan kan ik dat altijd weer een keer in een column verwerken." Veel lezers gaan er vanuit dat Co over zich zelf schrijft, maar is dit eigenlijk wel zo? "Ja Co publiceert zijn eigen columns op z'n webik schrijf over mijzelf en ik schrijf ook over log, afwisselend met Ma eens in de twee anderen en bovendien verzin ik nog een hoop. weken op www.coma.nl en zo nu en dan ook In één verhaal lopen deze zaken door elkaar. op de site van ColumnX. Hij krijgt overweAls je een verhaal in de ik-vorm schrijft dengend positieve reacties maar een regelmatig ken lezers al snel dat het autobiografisch is. terugkerend verwijt is toch ook dat het wéér En daar maak ik soms gebruik van door dinover seks gaat. Als ik hem hiermee confrongen te zeggen die ze shockeren." teer zegt hij: "Seks is belangrijk, voor iedereen. Het is een onderdeel van een relatie en Een enerverende middag gevuld met veel van het leven. Dus ik schrijf niet slechts over woorden die niet alleen interessant of provoseks, ik schrijf over de belangrijke zaken in cerend klinken maar vooral ook erg overtuihet leven." gend en uitnodigend om de verhalen van Co En ik dacht dat schrijvers wat stille, introte blijven volgen. Ik vraag hem of hij de verte types waren. SOAP-lezers nog een slotgedachte mee wil geven om ze wakker te schudden. Natuurlijk Ik vraag Co naar de oorsprong van zijn schrijwil Co dat: "Ik heb vaak gebruik gemaakt van ven: "Ik weet nog dat er eens een verhaleneen wijze les van een filosoof. Aan het eind wedstrijd was. Toen had ik een verhaal van zijn leven antwoordde hij op de vraag bedacht maar niet opgeschreven. Maanden van een journalist wat hij in zijn leven later heb ik een schrift naast mijn bed gelegd geleerd had. Hij zei: 'Het zou best eens kunen heb ik mijn verhaalideeën erin gezet. Het nen dat de ander gelijk heeft.' Ik heb het al waren eenvoudige stukjes en toen meisjes mij vaker gebruikt in verhalen en discussies en ging afwijzen werden de verhalen meer perherhaal het nu nog eens. Wat ik er natuurlijk soonlijk. Schrijven is een manier om mezelf mee probeer te zeggen is dat ík die ander wel te dwingen mijn gedachten te formuleren. Zo eens zou kunnen zijn."
KUNST & CULTUUR TIP
VAN DE
PROF
Zielstrelend en veelzijdig: een greep uit het vergeten repertoire van de klarinet een aantal fantastische klassieke composities te bieden. Ik wil een aantal minder bekende, maar desalniettemin zeer indrukwekkende, zielstrelende concerten noemen. Een van mijn favorieten is het dubbelconcert voor de Klarinet, van Frantisek Krommer (op. 35). Dubbelconcerten zijn in de klassieke muziek zeer zeldzaam. Een tijd lang overheerste er zelfs de mening dat zij muzikaal inferieur zouden zijn, vergeleken met concerten met een soloinstrument. Een absolute aanrader is de uitvoering van Walter Boeykens en zijn dochter, beiden befaamde virtuosen. Krommer leefde van 1759 tot 1831 en was een vertegenwoordiger van de Weense klassieken, zonder twijfel dé bloeiperiode voor de klarinet. Krommer was een Tsjech, een streek waar veel goede musici en componisten vandaan zijn gekomen. Datzelfde geldt uiteraard voor Italie. Twee minder bekende en onderschatte componisten zijn Antonio Casimir Cartellieri en Saverio VakgroepsvoorzitterRafael Wittek breekt een lans voor de klarinet: “Zelfs onder deze tame- (1772-1802) Mercadante (1795-1870). Hun lijk barre omstandigheden weet het instrument haar magie nog uit te stralen.” orchestrale composities (zoals het raakte van het spel van de klarinetettist concerto no. 1 van Cartellieri of op. 101 van Gabriele Mirabassi. Ongelooflijke solo's, en Mercadante) doen in niks onder aan de symRafael Wittek bijzonder indrukwekkend; de feilloze Als je over de Vismarkt loopt kom je ze vaak beheersing van de hoge registers. En ja, een fonieen van de bekende grote meesters, en tegen, een bandje van drie mannen, bestaand klarinet past prima in Noordafrikaans zijn een paradijselijk toneel voor de veelzijuit een accordeon, een gitaar, en een klarinet. gekleurde ethno-jazz. Toch terug naar de CD digheid van de klarinet. Maar voor schitterende klarinetmuziek Waar ze precies vandaan komen is niet duide- "1-0". Dit is in meerdere opzichten een bijhoef je niet per se naar het buitenland. lijk, vermoedelijk een Oosteuropees land, ik zondere CD. De meeste stukken zijn gecomheb ze niet naar hun herkomst gevraagd. Ze poneerd door Alfredo da Rocha Vianno Filho Groningen kent een kleine maar actieve klarispelen van alles, bekende stukjes en minder (1897-1973), beter bekend als Pixinguinha, netgemeenschap van uitstekende professionebekende, en je hoeft niet lang te luisteren om de Brasiliaanse ´Satchmo´. Hij speelde saxo- le musici. Bijzonder noemenswaardig in dit te beseffen dat de instrumenten door jarenlan- foon, maar was vooral componist en heeft verband is de recent (december 2006) in ge blootstelling aan het Nederlandse weer meer dan twee duizend liedjes in de stijl van Groningen gepresenteerde en door de vakpers hun langste tijd gehad hebben. Dit geldt in het de Braziliaanse choro achtergelaten. Een met lyrische besprekingen voorziene CD van bijzonder voor de klarinet, het solo-instru- karakteristiek trekje van de choro is het ver- het Trio Cantorum, opgericht door de Franse ment bij dit trio. De klarinet is een veelzijdig vagen van de grenzen tussen muziekstijlen, klarinettist Pierre Lafay. Het trio bestaat naast maar wat ondergewaardeerd instrument, en - met name de traditionele Braziliaanse ritmen de klarinet uit cello (Martin Grudaj) en Piano dit moet eerlijkheidshalve gezegd, ook het en de salonmuziek van de middelklasse. De (Elena Malinova). Een van de mooiste en favoriete instrument van ondergetekende - stukken zijn door Mirabassi bewerkt voor de door zijn melancholie en kracht aangrijpendreden genoeg om deze korte column aan haar bezetting van klarinet, akkordeon, tuba en ste stukken die ik in de laatste jaren heb op te dragen, en een paar minder bekende en mandoline. De muziek houdt dan ook het mogen beluisteren is Lafay's bewerking van desalniettemin schitterende muzikale hoog- midden tussen jazz en folk, en ook hier zijn er Rachmaninov's Trio Elégiaque in g mineur. Wie dus binnenkort weer over de standjes uit de vergetelheid te halen. een aantal schitterende solopartijen van Het Vismarkttrio heeft een rare combina- Mirabassi zelf te beluisteren. De stukken zijn Vismarkt loopt terwijl het Vismarkttrio zijn tie instrumenten, op de radio hoor je deze energiek, melodieus en origineel, en de best doet om het winkelende publiek te versamenstelling in ieder geval niet zo vaak. De Braziliaanse en Zuid-Amerikaanse invloeden maken, die moge een moment stilstaan en luisamenstelling van het trio doet mij denken zijn duidelijk aanwezig. Door de accordeon steren naar de omzwervingen van de klarinet, aan een CD met de titel "1-0". Die heb ik een krijgen sommige liedjes een tango-achtige om vast te stellen dat ze zelfs onder deze tamelijk barre omstandigheden haar magie paar jaar geleden gekocht, na een concert bij- kleur. nog weet uit te stralen. gewoond te hebben van de band van Rabih Als dit soort experimenten niet aan u Abou Khalil, waar ik helemaal in de ban besteed zijn heeft de klarinet uiteraard ook
SOAP | FEBRUARI 2007
23
KUNST & CULTUUR ANTWERPEN
Antwerpen: Een leuk stelletje Vlamingen Matthias Frankema Wie is er nog nooit in Antwerpen geweest zou je zeggen. Ik vroeg het me hardop af toen ik aan dit artikel begon. Toen kwam ik er plots achter dat ik er zelf nog nooit was geweest. Lastig. Zeker als je er een artikel over moet schrijven met inhoudelijke aantekeningen, enzo. Wat een constatering zo vlak voor de deadline. In allerijl ben ik mensen gaan bellen om te vragen of ze mee wilden naar het Vlaamse stadje. Niemand. Maar je bent Soapjournalist of je bent het niet, dus ik boekte een hotelletje met een héél groot tweepersoonsbed, in ieder geval voor één persoon.
meer uit het straatbeeld te denken. Helaas. Langzaam maar zeker ga je je steeds meer thuis voelen. De winkels doen namelijk zeer Hollands aan. Antwerpen schijnt de stad van de mode te zijn, maar de eerste indrukken zijn Hema en Kruidvat. Pas later zie ik de boetiekjes die inderdaad uitblinken in modieuze kledij. Op zoek naar een mooie jurk of een chique pak ben je hier op de juiste plek. Het is genieten geblazen, maar als een echte Hollander houd je je natuurlijk wel aan het nationale devies van kijken, kijken, niet kopen. Exorbitant duur is het vanzelfsprekend wel: anders voldoe je ook niet aan het plaatje van een modestad.
Gelukkig zijn de prijzen voor overnachting in Antwerpen niet al te hoog. Zeker als je een beetje slim weet te zoeken op internet. Tegenwoordig zijn er zoveel sites die reclameren met aanbiedingen, waar vooral stelletjes gretig gebruik van maken. Zeker in een stad als Antwerpen. En veel gelukkige paartjes kwam ik dus tegen. Sommigen zijn aandoenlijk, anderen om van te braken. Maar je bent wel in België, dus je gedraagt je zoals het een gast betaamt, netjes dus. Gezegd moet worden dat er in de publieke ruimte met opvallend meer fatsoen wordt geleefd dan je in ons landje gewend bent. Prettige ontvangst dus. En zo'n echt zachte Vlaamse g van een achttienjarig kamermeisje doet je smelten als ware je een kleine praline. Ontdooid en wel, dankzij het meisje en de verwarming, ging ik weer de Vlaamse koude in: net nog iets meer winter dan in Nederland. En juist op zo'n moment ben je je handschoenen vergeten. Die liggen nog eenzaam op je studentenkamertje niet tot hun recht te komen. Dus in plaats van eerst het Diamantmuseum of het Rubenshuis op te zoeken ga je op jacht naar een paar goed warme wanten. En zo gemakkelijk als dat lijkt op een winterse dag net voor kerst, is dat het ook, dus binnen een paar minuten begonnen mijn handen weer wat op te leven. Jaaah, ook zij waren eindelijk blij in Antwerpen te zijn! Enfin, zou Martin Bril hebben gezegd, of in elk geval geschreven. Maar aangezien ik hem niet was, ook niet in een leuk Vlaams stadje als Antwerpen, zei ik niets, maar vervolgde ik mijn weg over de Keyserlei. Dit is de belangrijkste en beroemdste straat van het oude centrum van Antwerpen. Deze loopt van het station richting het noorden. Onderweg passeren we de mooiste panden, een hoop McDonaldsrestaurants natuurlijk ook, die zijn nergens
24
SOAP | FEBRUARI 2007
Wat ook bekend staat om de hoge waarde is de diamant. En deze is in Antwerpen in volle glorie te bewonderen. Het Diamantmuseum ligt net naast het prachtig ontworpen en onderhouden centrale station, dat een monumentale indruk achter laat. Ook de dierentuin is aan dit plein gevestigd en ook dat is zeker de moeite waard, zeker als je nog punten nodig hebt in de strijd met je vrouwelijke wederhelft. Mocht je al voorstaan, gelijkspel is ook goed, dan kun je in plaats daarvan nog naar het Diamantmuseum, alwaar je een kijkje wordt gegund in de wondere wereld van de siersteen. Als je wilt valt er nog wat te leren ook want een ingesproken stem begeleidt je via een soort telefoon door het museum. Snel door naar het Rubenshuis want er moet natuurlijk ook nog geshopt worden. En gegeten en gedronken, want dat kunnen ze nog altijd even goed in Vlaanderen. Zeker in Antwerpen waar ze hun eigen Grote Markt koesteren als het centrale punt; waar de horeca een plaatsje op de eerste rij heeft weten te bemachtigen. Het doet in zekere zin dorps aan; het is toch grandioos gezellig zo midde-
nin een grote stad. De bieren vloeien rijkelijk en de verschillende soorten jenevers en glühwein vinden ook gretig aftrek. Om de kou enige tegenstand te bieden is dit ook wel nodig, want de temperatuur is onderhand gedaald tot beneden het vriespunt. Ik weersta de verleiding van het goede Vlaamse leven en snuif eerst nog even een vleugje cultuur. Het Rubenshuis is het gerestaureerde onderkomen van de trots van Antwerpen: Peter Paul Rubens. Deze kunstschilder, -verzamelaar en -handelaar heeft gedurende de zeventiende eeuw de wereld van de kunst, en dan met name de barok, op z'n kop gezet. Zeer terecht is van deze schilder zijn prachtige huis bewaard en omgetoverd tot museum. Er hangen eigen schilderijen maar ook werk dat hij bewonderde van schilders uit zijn tijd. Poeh, in culturele dronkenschap vervolg ik mijn weg richting café. Onderweg struikel ik over verliefde mensen en kerstmarkten, die de mooie pleinen terroriseren. Ook wordt er geschaatst, maar ik vergaap me aan de panden, die stuk voor stuk indrukwekkend zijn. Gek toch dat je in een andere stad opeens geïnteresseerd bent in architectuur en om je heen kijkt alsof je bang bent dat je een mooie kerk mist, terwijl je dit in Groningen of in Amsterdam geen reet interesseert. Mensen zijn toch gekke wezens, vooral diegenen die de kerstmarkten ook daadwerkelijk bevolken tot een drukke aangelegenheid. Men zal het wel weer onder de noemer gezellig scharen. Wil je heel Antwerpen verkennen, boek je hotel dan voor iets langer dan een weekend. De stad wordt door de rivier de Schelde namelijk opgedeeld in twee delen en ook het zuiden van Antwerpen moet zeer de moeite waard zijn: hier concentreren de 'nieuwe rijken' zich en zijn de restaurants en clubs van exclusievere aard. Op de viereneenhalf uur durende treinreis van Antwerpen terug naar Groningen (via Roosendaal, Rotterdam en Utrecht) krijg ik eindelijk de kans naast me te kijken. Ik zie dat ik helemaal niet zo alleen was geweest in Antwerpen; nooit gemerkt dat ook ík in vrouwelijk gezelschap verkeerde: een treinstelletje in Vlaanderen.
KUNST & CULTUUR RECENSIE:
DRIE FILMS VAN
ALEJANDRO GONZÁLEZ IÑÁRRITU
Verlies speelt indrukwekkende hoofdrol in Iñárritu's drieluik Mart Duitemeijer In 2000 maakte regisseur Alejandro González Iñárritu zijn filmdebuut met Amores Perros, die bij de Oscars ook meteen werd genomineerd voor beste niet-Engelstalige film. De film speelt zich vanuit Iñárritu's perspectief op lokaal niveau af, het laat de schaduwzijde van het leven in Mexico-Stad zien, wat ook zijn geboorteplaats is. Na wat kleine projecten begon hij te werken aan zijn tweede film die in 2003 uit kwam: 21 Grams. 21 Grams heeft wat meer de sfeer van een Hollywood film. Dit voornamelijk door de bekende acteurs die er in meespelen (Naomi Watts, Sean Penn en Benicio Del Toro), maar ook doordat de film zich in de Verenigde Staten afspeelt. Ook deze film werd door de recensenten met open armen ontvangen en werd dan ook genomineerd voor twee Oscars. Eind 2006 kwam zijn meest recente film uit: Babel. In Babel laat Iñárritu vier compleet verschillende culturen zien, waarin wel dezelfde sociale problemen spelen.Van al zijn films werd deze het meest geprezen. Hij kreeg de Golden globe voor beste speelfilm, en werd voor zes andere genomineerd. Ook bij de Oscars blijft Babel niet buiten beeld, hij is voor zeven Oscars genomineerd. Babel is het einde van Iñárritu's drieluik. De drie films kunnen op zich los van elkaar gezien worden, maar staan toch met elkaar in verband staan. Ten eerste staan de drie films met elkaar in verband doordat ze zich allen afspelen rond één gebeurtenis, er is steeds één element in de film dat de verschillende verhaallijnen samenbrengt. Toch gebeurt dit vaker in films en is het in principe niet uniek, denk aan films als P.T. Anderson's meesterwerk Magnolia, of Snatch. Daarnaast kenmerken de films zich door sterke mentale en fysieke overeenkomsten en nabijheid tussen karakters, die eigenlijk (in meer of mindere mate) los van elkaar staan. Wat de films verder met elkaar verbind is de thematiek. In elke film komt namelijk één thema heel duidelijk naar voren: verlies, als oorzaak en gevolg. De hoofdpersonen in de verschillende verhaallijnen in Amores Perros, het eerste deel, zijn met name "emotioneel verbonden". Ze ontmoeten elkaar slechts terloops in de film, maar worden wel geconfronteerd met dezelfde gevoelens en dilemma's. Het trieste aan deze film is dat de personages in deze film allemaal een "goede start" maken, en uiteindelijk de meest dramatische dingen beleven.
'Geluk is gevaarlijk', lijkt Iñárritu’s credo. Het element waardoor de drie verhaallijnen samenkomen is de hond van één van de hoofdpersonen. De hond zorgt er niet alleen voor dat de verhaallijnen elkaar kruisen, maar is ook de oorzaak van al het verlies in de film. Dit heeft Iñárritu mooi meegenomen in de titel, deze betekent letterlijk 'Hondenliefde', met als Engelse ondertitel 'Love's a bitch'. Na alle drama's eindigt de film toch nog met een sprankje hoop. Een personage uit de film die net als de anderen alles verliest, gaat hier namelijk op een andere manier mee om. Hij is de enige die na zijn verlies een nieuwe start maakt, wat ook gelijk het einde van de film is. De drie verhaallijnen worden wel één voor één verteld, maar vinden ongeveer op het zelfde moment plaats. Doordat er ook nog flash-forwards in de film zitten is de tijd soms moeilijk te volgen. Het tweede deel van de reeks is 21 Grams. In deze film komen de personen uit de verschillende verhaallijnen in tegenstelling tot de personages in Amores Perros wél fysiek met elkaar in contact. Er vindt in deze film namelijk een gebeurtenis plaats die er uiteindelijk voor zorgt dat de drie hoofdpersonen elkaar ontmoeten. Hierdoor worden de drie verhalen eigenlijk één verhaal. Net als in Amores Perros begint het voor de hoofdpersonen goed. Ze hebben alledrie een vervelende geschiedenis achter de rug en zijn met een nieuwe start begonnen, toch kom je er door de vele flash-forwards al snel achter dat het ze absoluut niet goed af zal gaan. Dit wordt ook veroorzaakt door de obsessies van de hoofdpersonen in dit verhaal. Ze proberen allemaal iets na te streven vanuit een overtuiging, maar blijken daar niet toe in staat. In 21 Grams is het een auto-ongeluk dat de drie verhalen met elkaar verbindt en dat de personages met elkaar in contact brengt (of ze dat nou willen of niet). Deze gebeurtenis leidt net als in Amores Perros tot het grote verlies dat de personages beleven, maar doet dit via verschillende wegen. Toch geeft dit verhaal net als Amores Perros enigszins hoop aan het einde. Dit wordt vormgegeven door een grote tegenstrijdigheid. Ik zal niet teveel verklappen, maar de gebeurtenis aan het einde leidt enerzijds tot nog meer verlies, maar anderzijds tot hoop. Het tijdsverloop in de film is heel onduidelijk. Er zijn veel flash-backs en flash-forwards en terwijl je de film kijkt snap je er soms helemaal niks van. Het mooie is dat je het aan het einde van de film juist helemaal snapt, alsof alle puzzelstukjes op hun plek vallen.
Babel is het laatste deel uit het drieluik van Iñárritu. In deze film speelt verlies weer een centrale rol, maar worden andere dingen ook wat verder belicht. Heel belangrijk in Babel is gebrek aan communicatie. Een expliciete aanwijzing hiervoor vind je in de titel. Deze verwijst naar het bijbelverhaal over de toren van Babel. De mensen probeerden - tegen de bevelen van God in - een toren te bouwen die tot in de hemel zou rijken. Om dit te bestraffen liet God de mensen verschillende talen spreken, zodat ze door gebrek aan communicatie niet in staat zouden zijn om te toren af te maken. Dit thema wordt in de film verschillende manieren in beeld gebracht: Een getrouwd stel, een vader en dochter, twee broers, mensen uit verschillende culturen. Al deze mensen hebben last van een gebrek aan communicatie in deze film. Dit gebrek leidt dan ook weer tot het verlies dat de personages ondergaan. Toch is dit in deze film minder erg dan in de andere films, voornamelijk doordat twee van de vier verhalen wél goed aflopen. Wat Babel ook heel sterk maakt zijn de impressies die hij je geeft van vier verschillende culturen, waarmee hij ook gelijk het grote verschil tussen deze culturen duidelijk maakt. Doordat de personen in de film wel mentale overeenkomsten hebben heeft Babel een hele duidelijke boodschap: Hoe erg onze culturen en manieren ook verschillen, we hebben allemaal dezelfde (sociale) problemen, en we moeten vooral met elkaar blijven praten en elkaar proberen te begrijpen om deze op te lossen. Het scenario van Babel sluit eigenlijk niet zo goed aan bij de cast, met Hollywoodacteurs als Brad Pitt en Cate Blanchett, die overigens een goede prestatie neerzetten. De scheidslijn tussen cult- en Hollywoodfilms lijkt steeds meer te vervagen. Wat is het nou dat deze drie films zo goed maakt? Ik denk persoonlijk dat dit het meest te maken heeft met de manier waarop de personages in deze films worden neergezet. Het zijn namelijk nooit karakters, de personages voelen heel erg aan als echte mensen, waardoor de verhalen veel meer indruk op je maken. Dit wordt nog versterkt doordat het centrale thema verlies is. Ik denk dat veel mensen zich namelijk kunnen identificeren met de problemen die in de verhalen spelen. Iñárritu zet hier in ieder geval een geweldige prestatie neer. Hij is met drie films op indrukwekkende wijze de filmwereld binnengedrongen. Leuk is ook dat zijn films toegankelijk zijn voor zowel 'het grote publiek' als liefhebbers van cult-films. Dit drieluik van hem is dan ook zeker wel een tochtje naar de videotheek waard!
SOAP | FEBRUARI 2007
25
OPINIE TWISTPUNT
Gratis kinderopvang?
Tijdens de aanloop naar de verkiezingen van november 2006 was gratis kinderopvang opeens hét onderwerp van gesprek. PvdA, Groenlinks en de VVD hadden gratis kinderopvang in hun verkiezingsprogramma opgenomen. De gedachte was dat door gratis kinderopvang minder moeders thuis zouden blijven en zouden gaan werken, waardoor de economie een impuls zou krijgen. Ook zouden kinderen uit achterstandgezinnen er wel bij varen om op jonge leeftijd opgevangen te worden, zodat al voordat ze naar school gaan de Nederlandse taal en het omgaan met andere kinderen zou worden aangeleerd. Zo zou ook de kwaliteit van het onderwijs verbeteren, omdat leraren zich meer zouden kunnen bezighouden met lesgeven dan met opvoeden. Het idee van gratis kinderopvang kreeg veel kritiek, men zou geen staatscrèches willen en ouders moesten de keus hebben thuis voor hun kinderen te zorgen. Tijdens het invullen van de stemwijzer heeft 68% van de Nederlanders ingevuld dat ouders moeten betalen voor kinderopvang. Maar is kinderopvang gratis aanbieden dan echt zo’n slecht idee?
Marlou Visser & Maria van den Broek Per 1 januari 2007 is wel de nieuwe regeling van start gegaan waarbij de werkgever verplicht wordt gesteld een zesde deel van de kinderopvang bij te dragen aan zijn werknemers. Wanneer ouders minder hoeven te betalen voor kinderopvang, wordt het financieel aantrekkelijker om je kind naar de opvang te
26
SOAP | FEBRUARI 2007
brengen. Dit is ook voor de werkgever een voordelige ontwikkeling, omdat hierdoor flexibelere werktijden kunnen worden gecreëerd en werkgevers wellicht meer uren zouden willen werken. Besluiten meer ouders om hun kinderen naar de opvang te brengen, dan is het gevolg dat er meer arbeidsplaatsen ontstaan in de kinderopvang die moeten worden opgevuld. De verwachting is dat door de hogere vraag naar kinderopvang er meer aanbod en dus concurrentie komt, waardoor de kwaliteit van de kinderopvang stijgt. In Scandinavië wordt de kinderopvang gezien als een verrijking. Kinderopvang staat in een positief daglicht, heeft hoge kwaliteit, en wordt gezien als een publieke zaak. Ouders hebben het idee dat de kinderen bij de opvang in goede handen zijn. In Nederland wordt de kinderopvang meer gezien als een noodzakelijk kwaad, en vinden ouders het lastig hun verantwoordelijkheid over te dragen aan de kinderleiders. In Scandinavie zijn kinderleiders ook hoger opgeleid dan in Nederland: een kinderleider heeft daar over het algemeen HBO niveau, tegen MBO niveau in Nederland. De lage salarissen weerhouden in Nederland hoger opgeleiden ervan om in de kinderopvang te werken.. We vroegen ons af of gratis kinderopvang voor Nederland een haalbaar idee is, en of het de economie en de Nederlandse jeugd goed zou doen. Hiervoor zijn verschillende des kundigen benaderd. Marijke Pot is kinderleidster.
Bent u voor of tegen gratis kinderopvang? “Het bedrag wat voor kinderopvang moet wor den betaald mag wat betreft Marijke worden gerelateerd aan het inkomen. Wanneer je meer verdient mag er van je verwacht worden dat je meer bijdraagt aan kinderopvang. Gratis hoeft de kinderopvang van deze leidster dus niet te zijn.” Gevolgen voor de economie? “Wanneer je lager opgeleide of niet-werkende moeders aan het werk wil krijgen, moet je zorgen dat de premie voor de opvang wordt verlaagd. We moeten met z’n allen zorgen dat er voor iedereen, in welke positie ook, de mogelijkheid wordt geboden te kunnen bijverdienen. Voor iedereen moet er ruimte bestaan om zichzelf te ontwikkelen. Als alleenstaande ouder is het juist belangrijk dat je een leven hebt naast het ‘moeder zijn’. Voor werkende moeders wordt het makkelijker om door te groeien in hun baan als de kinderopvang verbeterd wordt. Dit zal ook positieve effecten hebben op de economie.” Gevolgen voor het kind? “Wanneer het kind bij ons op de dagopvang komt, proberen wij zoveel mogelijk het ritme van de thuissituatie na te bootsen. We proberen een veilige omgeving te bieden voor het kind, en praten met ouders over de dingen die minder en wel goed gingen. Hierdoor komen ouders sneller naar je toe, wat het gevolg is dat we veel nauwer kunnen inhaken op de ontwikkeling en behoeftes van het kind. Overdag leren de kinderen spelenderwijs hoe ze met andere leeftijdgenoten omgaan door elkaar te helpen, omgaan met regels en afspraken die binnen de groep gelden en hier-
OPINIE
door zie je het kind groeien in zijn taalontwikkeling. Bij jonge kinderen komt vooral de lichamelijke ontwikkeling naar voren. Kinderen kijken bij elkaar af, zien dat hun vriendje al kruipt en gaan dit zelf ook proberen. Wel moet een kind eraan toe zijn om naar de kinderopvang te gaan, als het fout gaat moeten ouders ook een alternatief kunnen bieden.” Is een werkende moeder een goede moeder? “Als ik niet zou werken, zou het er bij ons thuis niet gezelliger op worden”, zei laatst een moeder tegen me op de kinderopvang, vertelt Marijke. Dit is een opmerking die je steeds vaker hoort, en het geeft heel duidelijk aan dat de moeder van tegenwoordig er niet meer op zit te wachten om het huishouden in haar eentje voor haar rekening te nemen. Een werkende moeder, wat Marijke zelf ook is, kan heel goed een goede moeder zijn, mits er goed naar het kind wordt geluisterd. Een kind moet eraan toe zijn om naar de opvang te gaan, en als het kind ziek wordt moet er wel een achterban zijn om het kind op te vangen.” Marianne Junger is ontwikkelingspsychologe aan de universiteit van Utrecht, en groot voorstander van gratis kinderopvang. Ze heeft verschillende artikelen geschreven over de voordelen van gratis kinderopvang voor het kind. Volgens Junger heeft de overheid een rol in het opvoeden van kinderen. Hier is ook behoefte aan, steeds meer jongeren gebruiken alcohol en cannabis, en komen zonder startkwalificatie (een diploma op tenminste MBO 3, havo of vwo niveau) op de arbeidsmarkt. Vroegtijdige opvang, opvoedingsondersteuning voor ouders en voorschoolse educatie kunnen antisociaal gedrag voorkomen. Een studie met voorschoolse opvang (de Perry-preschool educatie) laat zien dat kinderen die het programma hebben gevolgd op later leeftijd minder delinquent gedrag vertonen, een hoger IQ hebben, meer verdienen, minder uitkeringsafhankelijk zijn en later een betere huwelijksrelatie hebben. Door kinderen voorschoolse opvang te bieden kan de overheid dus op lange termijn besparen op onderwijsuitgaven, criminaliteitspreventie en sociale zekerheid. Vooral kinderen uit lagere sociale klassen hebben baat bij kinderopvang, daarom zouden de kosten laag of liever gratis moeten zijn. Marianne Junger heeft ook de vragen van het twistpunt beantwoord. Bent u voor of tegen gratis kinderopvang? “Ik ben voor gratis kinderopvang.” Gevolgen voor het kind? “De gevolgen van gratis kinderopvang zullen positief zijn op cognitief gebied en ook op sociaal gebied, met name voor kinderen waarvan de moeders tot de risicogroep behoren (tienermoeders, moeders met een lage
opleiding).” Gevolgen voor de economie? “Ook voor de economie zullen de gevolgen positief zijn. Moeders zijn beschikbaar voor de arbeidmarkt, en daarbij zal de economie op de lange termijn ook baat hebben bij de positieve gevolgen voor de kinderen.” Is een werkende moeder een goede moeder? “Tijdens het eerste levensjaar van het kind zouden veel moeders ouderschapsverlof moeten kunnen krijgen. Maar ook hier zou voor kinderen in de risicogroep (zie hierboven) parttime kinderopvang positief zijn (dus beter dan bij de eigen moeder blijven).” De politiek is verdeeld over gratis kinderopvang. Grootste voorstanders zijn VVD, PvdA en Groenlinks, grootste tegenstanders de SGP en de Christenunie. De belangrijkste argumenten voor (deels) gratis kinderopvang zijn dat meer vrouwen moeten kunnen werken, en dat het voor kinderen goed is om om jonge leeftijd opgevangen te worden. De kwaliteit van kinderopvang moet dan wel omhoog, meer HBO’ers moeten worden aangetrokken. Tegenargumenten zijn te vinden bij de christelijke partijen, waar men pleit voor een kindgebonden budget, waarbij er voor elk kind geld wordt uitgetrokken, ongeacht of het kind naar de opvang gaat of thuis wordt opgevoed. Andere partijen vinden dat de bijdrage voor kinderopvang inkomensgebonden moet zijn: rijke ouders kunnen prima bijdragen aan de opvang van hun kind. Remco Kouwenhoven is fractievoorzitter van de VVD in de Groningse gemeenteraad. Bent u voor of tegen gratis kinderopvang? “Tegen, gratis kinderopvang bestaat namelijk niet. Er is altijd iemand die de rekening betaalt. "Gratis kinderopvang" zou in feite "door de overheid gesubsidieerde kinderopvang" betekenen. De ervaring leert dat goederen of diensten waarover iemand niet hoeft te betalen inefficiënt benut worden. Verspild worden dus. Daarom zie ik liever een beperkte prijs, maar wel een zodanige prijs dat er een 'offer' wordt gebracht voor de geleverde dienst.” Gevolgen voor de economie? “De kosten worden dan door de overheid gedragen, dus via een inkomensoverdracht (belasting) van de ene burger (belastingbetaler) naar de andere (werknemers in kinderopvang). Overheiduitgaven hebben de neiging te leiden tot bureaucratie en overhead.” Gevolgen voor het kind? “Zie hier boven. Voordeel zou wellicht wel zijn (het bedoelde effect) dat vrouwen makkelijker en sneller aan het werk zullen gaan. Maar of dat zo simpel ligt...”
Is een werkende moeder een goede moeder? “Ik zou de stelling omdraaien: is een thuisblijvende moeder een goede moeder? Goed of slecht heeft hier volgens mij weinig met wel of geen kinderopvang te maken. Maar, mijn ervaring met heel wat werkende en nietwerkende moeders is dat werkende moeders over het algemeen steviger in hun schoenen staan, en zelfstandiger zijn, dan thuisblijvende. Maar of zij dan als moeder beter of slechter is?” Mariette Hamer is tweedekamerlid voor de PvdA. Bent u voor of tegen het aanbieden van gratis kinderopvang? “Ik ben voor het aanbieden van gratis kinderopvang. De Partij van de Arbeid heeft dit ook opgenomen in haar verkiezingsprogramma, waarbij “Kinderen eerst” staan. Daarnaast heb ik al eerder een initiatiefwetsvoorstel ingediend, Basisvoorziening Kinderopvang en Ontwikkelingsstimulering. De PvdA wil van kinderopvang een echte basisvoorziening maken voor iedereen, daarom wordt kinderopvang geïntegreerd met peuterspeelzalen en voorscholen. Ook willen we de kwaliteit van kinderopvang omhoog brengen.” Gevolgen voor de economie? “Op dit moment stellen steeds meer jonge vrouwen de keuze voor kinderen uit of zien er helemaal vanaf. Als reden hiervoor geven zij aan dat zij het moeilijk om arbeid en zorg te combineren. Daarom stelt de PvdA de ontwikkeling voor de kinderen centraal, waardoor meer vrouwen arbeid en zorg beter kunnen combineren.” Gevolgen voor het kind? “Goede kinderopvang is ook goed voor kinderen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat goede kinderopvang een bijdrage levert aan de sociale vaardigheden van kinderen, hun taalontwikkeling en hun zelfstandigheid. Voor de PvdA en in mijn wetsvoorstel is het uitgangspunt de ontwikkeling van kinderen. Te veel ouders denken nu nog dat kinderopvang zielig is voor hun kind. Zij twijfelen er over of zij hun kind er wel met een gerust hart achter kunnen laten. Die twijfel moet worden weggenomen. Dit vergt een kwaliteitsimpuls en een betere kwaliteitscontrole (landelijke inspectie).” Is een werkende moeder een goede moeder? “Ik ben zelf een werkende moeder, natuurlijk is een werkende moeder een goede moeder! Maar de randvoorwaarden zoals kwalitatief goede kinderopvang moeten wel goed geregeld worden en daar heeft de overheid een belangrijke rol in.”
SOAP | FEBRUARI 2007
27
OPINIE BETOOG
Het vergeten milieu Een nieuwe kans voor een nieuwe generatie Geboren ben ik in 1980, temidden van een betrekkelijk zorgeloze generatie, jaren vol groei kenmerkten het begin van mijn bestaan.. Ik leefde samen met mijn ouders en mijn broer en zus in een gezellige Friese arbeidersbuurt. Vlak achter die buurt lag voor mij de oneindigheid, een tot de horizon uitgestrekte groene weide. Als mijn vrienden en ik in een avontuurlijke bui verkeerden, betraden we haar. s'Middags na schooltijd gingen dan de laarzen aan en nam ik stiekem de nieuwe verrekijker van mijn broer mee. Dat ding was best modern voor zijn tijd en vele vogels heb ik een gezicht zien krijgen in de enorme lenzen. Soms leek het alsof ze tegen je aanvlogen en dan dook ik omlaag, mijn vrienden lachten dan. Het was een leuke tijd, een tijd die ik net als de tijd van mijn eerste verliefdheid nog wel eens over zou willen doen.
Pieter Jan van der Bij Toen ik afgelopen kerst na een diner met ons gezin de tafel aan het afruimen was, kwamen we terug op vroeger. De aanleiding was een volle vuilniszak die stond in een hoek van de kamer, het waren de overblijfselen en verpakkingen van een diner met ons gezin van vijf mensen. Toen ik opmerkte dat het best veel was zei mijn moeder dat ze vroeger een week met zo'n vuilniszak deden. Iedere maandag zette ze hem dan bij de weg, net zoals de rest van de buurt dat deed, die warme gezellige arbeidersbuurt. Mijn gedachten flitsten van vroeger naar nu en ik vroeg me af wat er in die tussentijd veranderd is. De grote mensen Al snel kwam ik erachter dat ik me vroeger niet zoveel bezig hield met het milieu. Ja, ik was dan wel lid van Greenpeace en we spraken op school wel eens over de ozonlaag, maar het milieu was typisch een domein dat zich vormde en liet vormen door de verantwoordelijkheid van de 'grote mensen'. Nu ik zelf tot deze groep behoor merk ik dat ik al die tijd een illusie heb gekoesterd, deze grote mensen hebben helemaal niet zoveel gedaan. Terwijl ze zo machtig leken in de directe omgeving die mij als kleine avonturier omringde, blijkt dat ze onmachtig zijn geweest in de grote wereld, de echte wereld, de wereld van de wereldzeeën en die van de regenwouden met slangen. En dat terwijl in die tijd bijvoorbeeld het boek 'Silent Spring' van Rachel Carson al lang en breed bekend was. Dit boek, dat in 1962 al verscheen sprak
28
SOAP | FEBRUARI 2007
over de verschillende gevaren die kunnen ontstaan bij het op grote schaal gebruiken van chemische middelen in de landbouw. De centrale boodschap van Carson was uiteindelijk dat we waren komen te leven in een tijdperk van specialisten die ieder wel hun eigen probleem overzagen, maar het grotere geheel allerminst kenden. De industrie beheerste volgens haar te veel en het leek een recht geworden te zijn om tegen elke prijs winst te maken. De boodschap getuigde van een visie die in staat was een (toekomstige) onderstroom uit de werkelijkheid te abstraheren, die ze verwoordde in een duidelijke boodschap; we moesten meer rekening gaan houden met de kwetsbare wereld om ons heen. De studie is me lange tijd onbekend gebleven, ik ging er altijd van uit dat eieren vanzelf uitkwamen, onder welke omstandigheden dan ook, de natuur was immers ijzersterk, ze kende geen begin of einde. Ja, daar in de verte bij die hoge bomen, bij die grote vaart waar we nooit overheen konden en waarop we als kleine durfals dansten tot het begon te kraken. Toch moet ook al in die tijd duidelijk zijn geweest dat de natuur haar limieten kende, haar aangeboren capaciteiten, verankerd in processen die we dachten te begrijpen, maar behandelden alsof we ze verkeerd om begrepen hadden. Zo kwam in 1972 het rapport van de club van Rome uit, met als titel 'Limits to growth' (Grenzen aan de groei). Deze club, die in 1968 werd opgericht en bestond uit verschillende geleerden en industriëlen en sprak over de artefacten van ongeremde economische groei. Door het gebrek aan evenwicht tussen economie en ecologie, zouden onherroepelijk problemen oprijzen als het uitputten van natuurlijke hulpbronnen en grootschalige milieuvervuiling. Het rapport dat in eerste instantie zeer
serieus werd genomen, kreeg echter van sommigen al snel het stempel een doemscenario te zijn. Wetenschappers, (of specialisten zoals Rachel Carson zou zeggen) vonden de prognoses te onbetrouwbaar en niet sterk genoeg gelieerd aan de gangbare wetenschappelijke methoden. En zo draaide de carrousel dus voort sinds de jaren tachtig, op een nieuwe technologie, misschien wel sneller dan ooit, maar zonder zich veel aan te trekken van de omgeving om zich heen, steeds verder in zichzelf gekeerd ging ze haar eigen weg, met haar eigen wil en bewustzijn, onderhevig aan alle mechanismen die de wil maar kunnen dienen, alles moest immers kunnen, het is de wil die tenslotte dicteert. Al Gore En nu is er wederom een punt gekomen, een ijkpunt in de vorm van een film. Toen ik hem voor het eerst zag voelde ik me naïef, waarom was ik zo gemakkelijk meegetrokken in die roes van onbezorgdheid die het belang van de menselijke welvaart bijna altijd op één zette. Maar ik wist ook dat ik nu mijn eigen keuzes kon maken, verantwoordelijkheden niet meer hoefde over te laten aan mensen waarvan ik dacht dat ze de dingen beter konden dan ik. En ja, al die verantwoordelijkheden, destijds zo gemakkelijk terzijde geschoven, dienen nu dubbel te worden opgepakt, want het is half twaalf. De waarschuwingen die uitgaan van de film van Al Gore zijn namelijk niet mis. In navolging van het explosief gestegen CO2 gehalte zal de temperatuur stijgen. De mens moet zich volgens Gore dan ook vanaf nu beseffen dat zij zelf een natuurkracht is geworden, die verschillende ecologische subsystemen in een ongekend snel tempo aan het
OPINIE COLUMN afbreken is. Maar het is nog niet te laat, nee dat is het nooit bij graduele aangelegenheden, hoe belangrijk ook. Het is als menselijke soort dan ook zaak te rade te gaan en te komen tot oplossingen voor de oorzaken van de verstoringen die we aanrichten. En waarom niet in Nederland beginnen, hoe trots zouden we kunnen zijn als koploper in een dergelijk proces, maar Balkenende lijkt altijd zijn prioriteiten ergens anders te hebben liggen. Heeft het milieu dan zijn goddelijke proporties verloren? Naar mijn idee komt het milieubewustzijn mede uit het christelijk denken voort, maar blijkbaar heb ik het mis of heb ik de politiek niet goed begrepen. Maar toch, wat deze tijd zo kenmerkt is het gebrek aan controle dat we lijken te hebben. De mondialisering, de intergerelateerdheid van vele processen (bijv. economie en politiek) doet zo grootschalig aan dat voor het individu het einde al zoek is voordat er is begonnen. Daarom moeten we terug naar onszelf, begrijpen wat het is om in de natuur te staan, onze origine proberen te duiden en kijken wat ons zo zorgeloos heeft kunnen maken. We moeten ons afvragen of we het wel zo leuk vinden machteloos toe te kijken naar de dingen die komen gaan en ons op verjaardagsfeestjes te verschuilen achter woorden als; 'ja zo gaat het nou eenmaal, je doet er toch niets aan'. En onderschat de macht van het individu niet, er is veel te bereiken, maar er moet wel arbeid voor worden verricht. Deze arbeid kan echter geen betere motivator vinden dan in een Minisister President die het constant over het gezin heeft, maar onze moeder aarde ondertussen zwaar laat verwaarlozen. Er zijn zoveel milieuplannen voor het nieuwe kabinet vastgesteld, maar de vraag is of we hier op kunnen wachten. Het zijn vooral plannen die reageren op problemen met enorme tijdspannes. Daarmee verergeren ze juist eerst de dingen die ze eigenlijk moeten oplossen, een typische trial and error manier van denken, alsof we ons in een groots experiment bevinden! Gezien deze krankzinnige redeneerfout zullen initiatieven ook van lagere niveaus moeten komen, want de politiek maakt zich om het milieu niet snel zorgen. Daarom zijn burgerlijke gevoelens van machteloosheid en cynisme misschien wel het gevaarlijkst voor een opgave die daadkrachtige politieke initiatoren ontbeert en geen herkansingen biedt. Ik ben weer terug, terug in onze buurt van vroeger, ze doet klein aan, kleiner dan ik dacht. Van de wei erachter is niets meer over, het staat vol met huizen, lawaai alom. Het doet me denken aan de stad, het is een drukte van jewelste, auto's rijden er af en aan. De verrekijker van mijn broer hoef ik niet meer mee, nee, die ligt nog geruisloos op zolder bij mijn ouders, met de lenzen al jaren onder het stof. Wanneer ik ermee zou kijken zou ik geen vogels meer zien en geen gelach meer horen, alleen nog muren, muren die op me afkomen.
Tengels van mijn krant af! Jouri Bakker Hoera, ik ben geboren! Ik heet De Pers, weeg bijna niets en ben gesneden op tabloidformaat. U kunt mij vinden op stations, tankstations en in winkels en kantorenpanden. Ik rust op zaterdag en zondag. De rest van de week mag u mij overal mee naar toenemen. Sinds half januari heeft Nederland er weer een gratis krant bij: De Pers. Een krant die de strijd aangaat met zijn oudere broertje en zusje Sp!ts en Metro. Maar niet alleen met zijn gratis bloedverwanten, ook met zijn achterneefje Next, waar De Pers toch wel erg op lijkt.
Persoonlijk vind ik De Pers tot nu toe een verademing vergeleken bij de gevestigde gratis kranten Persoonlijk vind ik De Pers tot nu toe een verademing vergeleken bij de gevestigde gratis kranten. Hij is mooi opgemaakt, bevat goed leesbare stukken van meer dan drie regels en de advertenties zijn niet storend. Als De Pers geen succes blijkt, doet Boekhoorn er verstandig aan om direct de handdoek in de ring te gooien. Ik hoop niet dat hij, in een wanhopige bui, besluit de krant tot vervelends toe te veranderen om de lezer toch te bereiken. Dat werkt niet, vraag maar aan Talpa-baas John de Mol. Mijn nieuwsdorst is onverzadigbaar. Als ik tijd zou hebben om dagelijks alle landelijke kranten te lezen, zou ik het doen. Goed, op De Telegraaf na dan. Want mijn nieuwsgierigheid houdt op bij Britney Spears die haar vriendje onderkotst. Mijn vriendin noemt me ook wel een teletekstjunk. 101 is mijn lievelingsgetal. Ik ben, waarschijnlijk als een van de weinige studenten in Nederland, geabonneerd op twee kranten. En tijdens een lange treinreis gaan ze altijd met me mee. Mijn twee kranten en ik: misschien wel een heilige drie-eenheid. Omdat ik geen twee kranten tegelijk kan lezen, leg ik altijd één krant opgevouwen voor me neer, en lees ontspannen de andere. Een lichte vorm van irritatie bekruipt me wanneer andere treinreizigers mijn krant, zonder het te vragen, beginnen te lezen. Iets dat me regelmatig overkomt. Je moet er toch
ook niet aan denken dat een medereiziger je heerlijk geurende kop koffie gretig aan zijn vreemde dorstige lippen zet. Waarom zou je het dan wel moeten accepteren wanneer een paar vreemde ogen in je krant gaan zitten lezen? De ‘freereader’ die mijn krant ongevraagd begint te lezen weet doorgaans heel goed dat de Volkskrant van een hoger journalistiek niveau is dan de Sp!ts. Maar blijkbaar is hij zich niet bewust van mijn motieven om voor een krant te betalen. De betaalde krant heeft sinds de komst van de gratis krantjes voor veel mensen aan belang ingeboet. Veel mensen redeneren dat een krant thuis overbodig is, omdat ze daar een internetverbinding tot hun beschikking hebben. Maar zolang de treinen niet zijn uitgerust met draadloos internet, vinden veel mensen het maar al te fijn om daar op een ‘ouderwetse’ manier nieuws te consumeren.
Als ik tijd zou hebben om dagelijks alle landelijke kranten te lezen, zou ik het doen. Goed, op De Telegraaf na dan. Want mijn nieuwsgierigheid houdt op bij Britney Spears die haar vriendje onderkotst Door voor een krant te betalen, wil ik kennis en opinies van in mijn ogen goede journalisten en columnisten tot mij nemen. Maar ik koop deze kranten ook om een kenniskloof te scheppen tussen mezelf en mensen die deze kranten niet lezen. Zie het maar als een survival of the fittest in de informatiemaatschappij. Een ander, maar veel minder belangrijk motief, om in het openbaar een betaalde krant te lezen is status. Ik geniet heimelijk van de blik van mijn informatiedorstige medereiziger wanneer ik onverwacht een dikke Volkskrant en een Trouw uit mijn tas tover. Een dringend advies aan treinreizigers: mocht je geen geld willen spenderen aan een betrouwbare krant, blijf dan ook met je tengels van andermans krant af. Er zijn mensen die liever niet willen dat hun krant ‘vreemd gaat’. Ga maar op zoek naar een gratis De Pers, of kijk op de grond. Misschien ligt er nog een wanhopige, gedumpte Volkskrant onder de bank.
SOAP | FEBRUARI 2007
29
OPINIE COLUMN
Amerikaanse toestanden Programma's ter bevordering van seksuele onthouding onder Amerikaanse tieners Wereldwijd leven ongeveer 39 miljoen mensen met het HIV-virus. Per dag komen er meer dan 10.000 besmettingen bij. Overal ter wereld wordt onderzoek gedaan om medicijnen en vaccins te vinden. Vooralsnog is er geen definitief resultaat. Daarnaast wordt wereldwijd jaarlijks bijna een kwart van de meisjes tussen de 15 en 19 jaar moeder. Dit betekent dat er per jaar ongeveer 15 miljoen tienermeisjes moeder worden. In Europa bestaat twee procent van de bevolking uit zwangere tieners, in Noord-Amerika is dit vijf procent van de bevolking. Nederland is het Europese land met het laagste aantal tienermoeders per duizend tienermeisjes. Dit komt door een klimaat van openheid, voorlichting, seksuele opvoeding van jongs af aan en door het ter beschikking stellen van voorbehoedsmiddelen. In Amerika wordt hier heel anders over gedacht. President Bush laat Amerikaanse jongeren contracten tekenen waarin men maagdelijkheid en kuisheid belooft tot men afgestudeerd is. Dit om ongewenste tienerzwangerschappen te voorkomen. Maar heeft dit echt zin?
tig poldermodel daar dus, maar het zijn vooral de scherpe tegenstellingen die opvallen. Met de jongeren in Amerika weet men zich dus niet goed raad en dit geldt evenzo voor seks en de combinatie van deze twee. In Noord-Amerika bestaat vijf procent van de bevolking uit zwangere tieners tegenover twee procent in Europa. Een groot gedeelte van deze zwangerschappen is ongepland en ongewenst. Ook kleven aan een tienerzwangerschap vele risico's. In Nederland hebben wij zo ongeveer het laagste aantal ongewenste tienerzwangerschappen ter wereld en ook nog eens vrijwel het laagste abortuspercentage ter wereld. Dit wordt gestimuleerd door seksuele voorlichting van jongs af aan, een
Marlijn de Vries Als we het hier in Nederland over Amerikaanse toestanden hebben, is dit vaak negatief bedoeld. Het gaat dan om kwesties als gewelddadigheid, vuurwapens, overgewicht en discriminatie van minderheden. Maar de andere kant van het verhaal laat de machtige en economisch welvarende Verenigde Staten zien en toont ook dat lang niet alle Amerikaanse toestanden ongewenst zijn. Maarten Huygen bespreekt dit in zijn boek 'Amerikaanse toestanden'. In de Verenigde Staten spelen vooral de begrippen presteren, bezitten en winnen een belangrijke rol in het dagelijkse leven. Het verschil tussen arm en rijk is er groot en op de sportvelden gaat het er vaak hard aan toe. Het onderwijs is aan de andere kant van de oceaan een onderontwikkeld facet van de samenleving. Er zijn voornamelijk massale publieke scholen die op kazernes lijken en waar leerlingen als een soort robotten behandeld worden. Dit klimaat zorgt mede voor de dramatische schietpartijen op enkele Amerikaanse scholen . Naar schatting van het weekblad Time slikken een half miljoen tot een miljoen kinderen in Amerika antidepressiva en het aantal zelfmoorden onder minderjarigen is de afgelopen decennia verdrievoudigt. Geen rus-
30
SOAP | FEBRUARI 2007
open klimaat rond het onderwerp en de beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen. De jongeren hier in Nederland spreken makkelijker over seksualiteit en anticonceptie en het verkrijgen van anticonceptie zijn hier niet omgeven met schaamte. De cultuur in Amerika is echter helemaal anders. Op ĂŠĂŠn op de drie middelbare scholen in de Verenigde Staten tekenen jongeren een contract waarin ze maagdelijkheid en kuisheid beloven totdat ze afgestudeerd of getrouwd zijn. Dit geheelonthoudingsprogramma is bedoeld om ongewenste tienerzwangerschappen en seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen. Een leuk idee van Bush, maar het mag toch duidelijk zijn dat de aanpak hier in Nederland beter werkt, dat laten de cijfers zien. Seksuele voorlichting vanaf de geboorte of een contract omtrent het Postpone Sexuality programma, zoals dit project in Amerika genoemd wordt, is een enorme tegenstelling. En onderzoek heeft uitgewezen dat dit laatste project geen vruchten afwerpt. Er is gebleken dat onder Amerikaanse jongeren het uitstel
van seks hooguit enkele maanden betrof en dat de seks die er dan was voornamelijk onveilig was. Daar hoef je dan als overheid, maar zeker ook als ouders en scholen, niet trots op te zijn denk ik dan. EĂŠn op de twaalf kinderen in Amerika is geen maagd meer op hun dertiende verjaardag. Het is net of de ouders in Amerika de eerste zijn die ontdekken dat hun kinderen aan seks doen. Geen voorlichting, geen voorbehoedsmiddelen, seks is taboe voor Amerikaanse scholieren. De voorlichting die er gegeven wordt bestaat uit lessen over onthouding en waarschuwingen voor de mogelijke negatieve gevolgen van seks. Voorbehoedsmiddelen worden niet genoemd en daarom weten de Amerikaanse jongeren hier niet veel van. Ook op internet kunnen jongeren geen informatie opzoeken over seks. Er is een wet die bepaalt dat openbare scholen en bibliotheken filters moeten installeren om sites over seks en geweld te blokkeren. Scholen die geen filters installeren krijgen geen geld meer van de overheid. Contracten dus om deze problemen aan te pakken. Contracten die hun uitwerking nog niet helemaal hebben bereikt. Er zijn jongeren die zich inderdaad aan de contracten houden en er ook echt in geloven, maar het overgrote deel van de jongeren wordt toch nieuwsgierig en gaat experimenteren. Omdat ze dan van niets weten, wordt de kans op een ongewenste zwangerschap of een soa alleen maar groter. Dat is uit onderzoek wel gebleken. De jongeren die een verklaring hadden getekend dat ze seks zouden uitstellen, bleken net zoveel seksueel overdraagbare ziektes te hebben en te verspreiden als wie zo'n verklaring niet hadden getekend. Dan wordt dus juist het omgekeerde bereikt dan wat de bedoeling was. Misschien toch het voorbeeld van Nederland volgen? Nederland heeft zowel zeer lage aantallen tienermoeders als lage abortuscijfers. Misschien moet Bush weer eens het licht zien. Het aids-probleem geschetst in de inleiding is in zijn ogen op een hele makkelijke manier op te lossen: gewoon geen seks hebben. Hij steekt geen geld in abortussen als symptoombestrijding, maar steekt wel een kwart miljard dollar in een project ter bevordering van seksuele onthouding. Misschien moet Bush eens een kijkje komen nemen hier in Nederland. Centrum voor Geboorteregeling en Seksuele Opvoeding (CGSO) www.aandachtvooraids.nl www.tegenwicht.org
INGEZONDEN: PIONIERS
IN
KIEV
Pioniers Tim Baas Kiev piekert. Grensverschuivingen, argwaan naar de buren en vreemde overheersers spelen al eeuwen met het Oekraïense volk. Angst en onzekerheid over het verleden, heden en de toekomst domineren constant in het grootste land van Europa. Soms wenen ze. De Oekraïners willen zo graag een eigen land hebben. Of liever gezegd: een eigen land zijn. Dat is alles, het is enkel een onschuldige gedachte. Er zit niets kwaads achter.
Angst en onzekerheid over het verleden, heden en de toekomst domineren constant in het grootste land van Europa Gisteravond lachte het geluk hen even toe. Jongeren zoenden, dansten en zongen op plein Kontraktova Ploscha. Ze proostten op de toekomst. 9 Mei is in Oekraïne een nationale feestdag. Elk jaar vieren de Oekraïners de capitulatie van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog op 8 mei 1945. We stonden ook op het plein, luisterden naar muziek en bewonderden de jongeren. Salla opende mijn flesje bier met haar tanden. Overdag waren de gedachten van de jongeren bij hun noodlottige voorouders uit de meedogenloze twintigste eeuw. Vermoedelijk dachten ze ook aan hun voorouders uit de voorgaande eeuwen. Oekraïne bestaat nog maar net 15 jaar. In 1991 was er eindelijk onafhankelijkheid. De jongeren juichten in het holst van de nacht voor vrijheid, ze moedigden het op luidruchtige toon aan. Hun ouders hielden zich gedeisd. De jongeren zijn alleen vertrouwd met de periode van na 1991. De Oekraïense droom is aan hen, voor de zoveelste keer in 500 jaar tijd. Niemand in Oekraïne weet wie men is, wat hen bindt, waar ze van afstammen. Bijna iedereen is hier geweest. Hunnen, Goten, Vikingen, Mongolen, Kozakken, Polen, Litouwers, Russen. Ze kwamen, regeerden met strakke hand en vertrokken uiteindelijk. Slechts een minderheid bleef achter. De rekening werd vaak na afloop opgestuurd naar de Oekraïners. Spasiba. Bedankt. Spanjaarden hadden geen trek. Dit werd door de Moraviërs als zeer laf ervaren.
Zelf zag het Moravische volk uit tijdgebrek af van een tocht naar Oost-Europa. Vandaag hangt er een grauwe grijze sluier boven Kiev. De regen komt met bakken uit de hemel. Salla stelt voor om naar het Nationale Tsjernobyl Museum te gaan. 'Kijk, het is hier vlakbij, in de buurt van de Podil Synagoge.' Ik knik en stem in. We nemen een Schot en een Amerikaanse mee. Een Ier laten we achter in het hostel. Hij is doodop. 'Goh, dat was me een belevenis gisteren, een avondje stappen in Kiev,' zegt de Schot. Inmiddels zijn we op weg naar het museum. De Schot continueert zijn relaas. 'Zonder het te beseffen kwamen we terug in het hostel, zonder die Ier. Die kwam, rond een uur of zeven in de ochtend, de kamer binnengestrompeld. Het blijft een apart volk, de Ieren. In ieder geval wel aangenamer dan de Engelsen. Oh kijk, daar is het museum,' waarneemt de Schot. Hij wijst enthousiast met een vinger naar een klein wit gebouw. Een paar meter verderop is de brandweer gestationeerd. Vlak voor de ingang staan scholieren in schooluniform zij-aan-zij geduldig te wachten. Hun leraar is naarstig op zoek naar een gids. Het museum toont een aangrijpende verzameling van foto's, krantenberichten en attributen over één van de ergste nucleaire rampen ooit. Slachtoffers worden herinnerd, herdacht en geëerd.
Slachtoffers worden herinnerd, herdacht en geëerd De meeste informatie is in de Oekraïense taal weergegeven. Dat geeft niet, het mag. Misschien moet het wel. Het cyrillische schrift is een bron van rust. Kijken, turen, aanschouwen, observeren naar de mystieke letters zorgt voor geborgenheid. Iets van, het komt wel goed. Ooit. Weer buiten regent het nog steeds. We vluchten naar een café in de buurt van Maidan Nezalezhnosti, het onafhankelijkheidsplein. Sinds november 2004 is dit plein eigendom van de Oranje-aanhagers. Voornamelijk jongeren bezetten in grote getale destijds Maidan Nezalezhnosti. Ze wilden maar één ding: een schone democratie. Oekraïne was het beu. De Kastanjerevolutie was een feit. In het café worden we bediend door een ober van een jaar of veertig. De schuchtere dienaar adviseert bier uit Galicië. Daar liggen
namelijk zijn wortels. We kunnen niet meer weigeren. Salla informeert naar de herkomst van de Amerikaanse. Weifelend begint ze over haar oorsprong, haar verleden. Vanaf eind 2005 woont ze met haar man in de Slowaakse plaats Košice. Hij doet iets met metaal. 'Ah, de geboortestad van Martina Hingis,' merkt de Schot op. 'Helaas houdt mijn echtgenoot niet van reizen, ik ben daarom in mijn eentje naar Kiev gegaan. We zijn de afgelopen jaren ongeveer om de zes maanden verhuisd. Tijdens een verkenningsbezoek in Slowakije concludeerde hij dat het land aardig leek op Amerika. Vandaar dat we nu onze dagen slijten in Slowakije.' De Amerikaanse keert haar hoofd naar het raam. Op Maidan Nezalezhnosti wordt het rustig, de mensen keren huiswaarts. 'Ik weet het niet. Stiekem verlang ik terug naar een hernieuwd bestaan in Amerika.' Het bier uit Galicië smaakt goed. De ober is opgelucht en blij als we dit hem laten weten. Fier vertelt hij over de bierfabriek in L'vov. Zijn oom werkt daar. 'Hij is tevens voorzitter van de commissie voor het cultureel erfgoed van Galicië. Komt ie altijd klagen over Polen. Volgens mijn oom zijn het gewiekste onderhandelaars, je weet nooit wat je aan ze hebt. Gister dit, vandaag dat en morgen zo. En treiteren dat ze kunnen!' De ober knikt en gaat naar een tafeltje met nieuwe klanten. 'Ik ben deels van Oekraïense afkomst,' vervolgt de Amerikaanse. 'Mijn grootouders aan vaderskant zijn in de Tweede Wereldoorlog beiden vanuit Oekraïne meegenomen naar een werkkamp in Duitsland. Daar hebben ze elkaar voor het eerst ontmoet. Na de oorlog besloten ze om niet terug te keren naar Oekraïne. En dus viel de keuze op Amerika. Dit bezoek aan Oekraïne is voor mij een jeugddroom die na 28 jaar eindelijk wordt vervuld.' Ik sta haar met open ogen aan. Pioniers van de eerste klasse. Amerika werd hun land. 'Mijn grootouders spraken altijd met plezier over Oekraïne. Ik kan me geen enkel negatief woord herinneren. Mijn vader spreekt beter Russisch dan Engels.' Het klaart buiten eindelijk op. De licht grijze wolken verschuiven zich op volle kracht. 'Mijn grootouders hadden heimelijk een verlangen naar Oekraïne. Een vrij, onafhankelijk Oekraïne dus. 1991 kwam voor hen helaas te laat.' Een groepje opgewekte jongeren komt het café in.
SOAP | FEBRUARI 2007
31
ACHTERKANT Naam: Nienke Bos Studie: Masterstudent r oute beleid & consultancy Achtergr ond: HBO Media en Informatiemanagement in Amsterdam Hoogte punt van Sociologie? Mijn acht op bivariate statistiek, de enige keer dat ik bij Sociologie van blijdschap heb gehuild, zo trots op mezelf! En natuurlijk het facultatief hangen in de tuin. Sociologie is echt een groep, er g gezellig.
Ga je naar de Nacht? Nee!! Ze plannen voor de derde keer de Nacht tij dens mijn wintersportvakantie. Kom ik terug van het skiën, heeft iedereen mooie verhalen. Vallen mijn verhalen in het niet. Terwijl ik altijd goeie verhalen heb, en daarnaast wil ik Wielers ook wel eens dronken met een biertje in zijn borstzak zien!
‘s Zomers kwam het wel eens voor dat ik in plaats van te studeren rustig een hele dag in de tuin zat. Waar om ben je voor de SoAP gaan schrijven? Toen ik bij Sociologie kwam wilde ik me inzetten voor iets naast mijn studie. Bij de SoAP werd ik al snel gebombardeerd tot hoofdredacteur , waarschijnlijk omdat ik me overal tegenaan bemoei en geen blad voor de mond neem. Daarnaast had ik via mijn eerder opleiding ervaring opge daan door stage te lopen bij het Dagblad van het Noorden . En Ruud (Deijkers, red.) vond dat ik het moest doen. Het leukste van de SoAP vind ik het or ganiseren, ben eigenlijk niet zo'n schrijver. Het in elkaar zetten van een SoAP is niet altijd makkelijk. Ik heb wel eens gedacht: ‘Ooh my God, dit gaat nooit goed komen.’ Maar het is net als bij sporten: je hebt er nooit zin in maar als het klaar is voel je je er heel goed over. Mij beviel het er g goed om naast het studeren iets praktisch te doen, de SoAP heeft geholpen meer structuur in mijn studie te krijgen. Daarbij zijn de mensen er g leuk, vooral op het laatst toen er achterkamertjes overleg plaats vond.
Je gaat stage lopen bij de politie, waar om past de pet je? Ze hadden een leuk onderzoek liggen. De provin cie is opgedeeld in drie delen. Het aantal aangiften van zedendelicten verschilt sterk per gebied. Ik ga onderzoeken wat de oorzaak is van dit verschil. De pet past me trouwens pas na een screening. Een AIVD man heeft een soort extra sollicitatiege sprek bij mij thuis gevoerd. Ik werd echt even flink getest... zo kwam hij twintig minuten te vroeg. Mooie grappen zijn dat. De man wilde weten wat ik onder loyaliteit verstond. Ook heb ben ze mijn familie doorgelicht en hij wist, zonder dat ik het hem had verteld, wat de naam van mijn vriend is. Binnenkort heb ik ook die scoop haha, kan ik mooi docenten doorlichten...denk eigenlijk dat dat niet mag. Vind je het jammer dat je in het laatste jaar van je studie zit? Aan de ene kant wel omdat het zo gezellig is, en aan de andere kant nee. Ik ben er wel klaar mee, er zit wel genoeg in mijn mooie hoofdje. Nu wil ik het geleerde wel in de praktijk brengen.