SoAP_Juni_2006

Page 1

Jaargang 37, nr. 3, juni 2006

SOAP Sociologisch Antropologisch Periodiek sinds 1970

PERIODIEK

VAKGROEP

SOCIOLOGIE

In dit nummer onder meer: Jacob Dijkstra - Voldoende voor procederende student Student & coke - Boedapest - Twistpunt: Zuiderzeelijn


Redactioneel

INHOUD

VAKGROEP Het laatste blok van het jaar, waarin alle snikhete dagen zich lijken te verzamelen, is voor velen een enorm zwaar loodje. Niet anders is het voor de redactie van de SoAP. Maar ook dit maal bleek de motivatie om een goede SoAP neer te zetten het wederom te winnen van het mooi weer en de drukke studieschema's. Een gevarieerde SoAP met politiek op alle niveaus: van de Hortustuin tot de faculteitsraad, en landelijk met de Zuiderzeelijn. Daarnaast natuurlijk een uitgebreid verslag van de sociologie-excursie naar Boedapest. Wederom was de studiereis een succes. Maar niet alles was vrolijk en blij in de bloeiende hortustuin. Zelfs in de Universiteitskrant was er aandacht voor de onrust die de beoordeling van het project medische sociologie had gegeven. Ook de SoAP besteedt hier aandacht aan.

Fotowedstrijd: Doe als uw hoofdredactrice (hier in de bus naar Boedapest) en fotografeer jezelf met de SoAP in verre uithoeken tijdens je vakantie en win prachtige prijzen. De meest exotische, bizarre of grappige locatie verdient sowieso een fullpage publicatie op de cover van de SoAP. Inleveren per email naar soap_groningen@hotmail.com, per post naar onderstaand adres of in het postvak van de SoAP voor 15 september 2006.*

Interview: Jacob Dijkstra 4 College-evaluatie: Organisaties 6 Sociologie in de media 7 Thuis bij Suzan Martin 8 Afgestudeerden 9 Peer assessment 10 Nieuws uit de vakgroep 25 Reisverslag Boedapest 30

MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Mede namens de redactie, Nienke Bos * Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.

Colofon SoAP (Sociologisch Antropologisch Periodiek) Jaargang 37, nummer 3, juni 2006 Drukwerk: Copyright Verzending: RuG Redactie: Maarten Aarse, Joëlla Angenent, Jouri Bakker, Jurre van den Berg, Nienke Bos, Astrid van Dijk, Niels Drenth, Michiel Emmelkamp, Nathalie Feitsma, Saraï Sapulete, Tinka Veldhuis, Marlou Visser, Marlijn de Vries, Cor Jan van Zwol. Contact: SoAP_Groningen@hotmail.com Vakgroep Sociologie t.a.v. ‘SoAP’ Grote Rozenstraat 31 9712 TG Groningen

2

SOAP | JUNI 2006

Jurassic Park in Schotland 12 Lijsttrekkersverkiezing VVD: Niet links, niet rechts, maar... Mark Rutte 13 Cocaïnegebruik onder jonge hoogopgeleiden 14 Terrorisme: een Prisoner’s Dilemma 15 Amsterdamse onderwereld 16 Gameverslaving: Video Gamers Anonymous? 17


SOCIËTAS

In dit katern krijgt studievereniging Sociëtas de ruimte om haar nieuws te presenteren. Nieuws van Sociëtas 18

KUNST & CULTUUR

Boedapest: een stad in tijden van verandering 20 Kunst in de vakgroep: Hanne van der Iest 22 Het Pinkpop-gevoel 23 Theo Maassen: Tegen beter weten in 24 Column: De kunst van grote K’rel 24

OPINIE

Twistpunt: Nut en noodzaak van de Zuiderzeelijn 26 Column: Scheepbouwer blijf bij je leest! 27 Buddyprojecten verkleinen kloof 28 Pleidooi voor nieuwe Sociologie 29

OVERIG

Redactioneel 2 Colofon 2 Advertentie 11 Inhoudsopgave 2 Achterkant: Wiebren Jansen 32

SOAP | JUNI 2006

3


VAKGROEP INTERVIEW

“Ik word ontzettend blij wanneer ik dingen begrijp” Jacob Dijkstra over zijn promotieonderzoek

Jacob Dijkstra

Jurre van den Berg Hoe ben je bij de vakgroep Sociologie terechtgekomen? "Na het afronden van de HAVO ben ik de lerarenopleiding Economie gaan volgen aan de NHL in Leeuwarden. Toen ik daar mee klaar was heb besloten naar Groningen te gaan voor het instroomprogramma van Sociologie (nu schakelprogramma, red.). Ik studeerde in 2002 af op externaliteiten in ruilnetwerken en wist nog niet precies wat ik wilde. Ik had inmiddels al les gegeven aan het Noorderpoortcollege en twijfelde, aangezien het leraarschap mij erg aantrok. Toch besloot ik te solliciteren op een promotievoorstel uit een brochure van het ICS, de interuniversitaire onderzoeksschool voor sociale wetenschappen. Ik werd aangenomen voor de promotieplaats en zodoende ben ik nu met het onderzoek bezig."

4

SOAP | JUNI 2006

Kan je aan een leek uitleggen waar het onderzoek over gaat? "Er zijn mensen geweest in de sociologie en sociale psychologie die sociaal gedrag als ruil begonnen te zien, en hun theorieën begonnen toe te passen op sociale situaties. Dit was vernieuwend, aangezien ruilen oorspronkelijk als een puur economische transactie in markt-settings werd ervaren. Een mooi voorbeeld van dit nieuwe type onderzoek is Blau met zijn onderzoek naar uitruil van informatie binnen organisaties. Uit deze stroming vloeide veel experimenteel sociaal wetenschappelijk onderzoek voort met een focus op het effect van een typisch sociologisch onderwerp als sociale netwerken op ruil." "Mijn onderzoek gaat over het functioneren van dergelijke ruilnetwerken. Centraal hierin staan externaliteiten van ruil, en de invloed van netwerkstructuren.

Externaliteiten zijn uitkomsten van een ruil die op het bordje van niet direct betrokkenen komen. Een voorbeeld hiervan is het resource dilemma, over vissers die in elkaars vijver vissen en hoe dit invloed heeft op prijsvorming en hun relatie met de visafslag.

“Ik kan op een verjaardagsfeestje niet in twee zinnen zeggen waar ik mee bezig ben” De netwerkstructuur bepaalt wie met wie kan onderhandelen. Zowel de netwerkstructuur als de externaliteiten kunnen een grote invloed hebben op de uitkomst van onderhandelingen. Ik kijk door middel van theoretische modellen naar de effecten hiervan. Ik toets mijn theoretische ideeën


VAKGROEP

hierover door middel van ruilexperimenten met echte participanten. Uiteindelijk zou dit moeten leiden tot een model van besluitvorming dat ik ga toepassen op politieke besluitvorming op Europees niveau." "Vaak is verondersteld dat er geen theoretisch onderscheid te maken is tussen een onderhandeling over een aantal punten, zoals vaak gebruikt wordt in dergelijke experimenten, en een onderhandeling over twee goederen, bijvoorbeeld appels en peren. Mijn idee is dat hier wel verschillen tussen bestaan. Onderhandelen is een coördinatieprobleem met een abstract focal point. Wanneer twee mensen onderhandelen over het verdelen van een vaste 'prijs' of een pot met punten is er een duidelijk en eenvoudig focal point: de pot in tweeën verdelen. Als ze onderhandelen over het ruilen van goederen ontbreekt dit focal point. Als er nu grote verschillen bestaan in onderhandelingsuitkomsten tussen beide benaderingen is de pot met punten dus geen goed model voor ruilen. Uit mijn onderzoek blijkt dat er wel verschillen bestaan met betrekking tot een aantal uitkomsten. Zo zijn er verschillen in hoeveel punten een ieder verdient, de kans dat ze het eens worden, de kans dat ze Pareto efficiënt ruilen (een uitkomstsituatie van ruil waarin niemand er op vooruit kan gaan, zonder dat de ander er op achteruit gaat, red.) gegeven dat ze het eens worden, de kans dat beide partners evenveel verdienen, gegeven dat ze het eens worden en de variantie in de verdiensten."

te puzzelen met dergelijke modellen. Rationeel gedrag, op een elementair niveau, of dit nu in de geest van Weber, Focault of de speltheorie is, interesseert me mateloos. Ik vind het belangrijker om precies te weten wat ik niet weet, dan ongeveer wat ik wel weet." "Het enige probleem is dat bezig zijn op zo'n elementair niveau van rationaliteit niet altijd de mogelijkheid biedt je theorie toe te passen op een maatschappelijk probleem. Ik kan op een verjaardagsfeestje niet in twee zinnen zeggen waar ik mee bezig ben. Door middel van die politieke besluitvormingsmodellen ga ik dat wel proberen, maar het is de vraag of dat gaat lukken."

Hoe kijk je in het algemeen aan tegen het toepassen van economische theorieën in de sociologie, en deel je de kritiek die hier op geuit wordt? "Een cruciaal inzicht van economen is dat exactheid niet voortkomt uit de regelmatigheid van de empirie. Hiervoor zijn mathematische modellen nodig. Hierdoor voorkom je dat je in een spagaat komt tussen de werkelijkheid en het model. Het grote voordeel van deze wiskundige modellen is dat het duidelijk is wanneer assumpties worden geschonden en wanneer menselijk gedrag in het model past. De kritiek op de assumpties van economische theorieën is op zich terecht, maar deze assumpties zijn essentieel om de restricties van het model bloot te leggen en voor de exactheid ervan." "Met betrekking tot mijn eigen onderzoek kan ik zeggen dat ik het prachtig vind lekker

"Ik heb er voornamelijk experimenten uitgevoerd. Het was vooral organisatorisch een hoop werk: veel bellen en pizza's eten. De studenten waren enthousiast en kwamen altijd braaf opdraven. De studenten met Europeaanse roots vonden het leuk dat ik hun namen zo goed uitsprak."

Personalia Naam: Jacob Dijkstra Geboren: 24-01-1976 Geboorteplaats: Leeuwarden Woonplaats: Groningen Verliefd, verloofd, getrouwd: Verliefd

Je bent een paar maanden in de VS geweest. Wat heb je daar gedaan? "Als je onderzoek doet bij het ICS moet je in die periode drie maanden op een stage bij een andere instelling. Het hoeft niet persé in het buitenland, maar ik koos voor Columbia, South Carolina in de VS. De staat is een soort Drenthe, en de stad heeft ondanks zijn half miljoen inwoners het centrum van Drachten. Maar de mensen zijn er fatsoenlijk en er zitten veel specialisten op het gebied van ruilnetwerken."

“Ik vind het belangrijker om precies te weten wat ik niet weet, dan ongeveer wat ik wel weet”

Rita Smaniotto noemde ooit in dit tijdschrift haar tijd als AiO 'erg eenzaam'. Hoe denk jij hierover? "Zeker toen ik nog geen onderwijs gaf (Dijkstra geeft inmiddels al 2 jaar het vak 'Inleiding Markt, red.) miste ik ook wel sociale interactie. Gelukkig zit ik nu bij Jan (Kornelis Dijkstra, geen familie) op de kamer, dat compenseert behoorlijk. Een ander element is dat het soms moeilijk is doelgericht en relevant bezig te blijven. Je leest wat artikelen, schrijft een alinea en gaat om vijf uur naar huis. Als je dan langs een paar stratenmakers loopt, denk je wel eens: "Die kunnen aan het einde van de dag achterom kijken en zeggen: "Hebben we vandaag toch weer zoveel meter tegels gelegd." Vind je het leuk om te doceren, en is het vak Markt inhoudelijk naar je wens? "Onderwijs geven vind ik prachtig, zeker als ik studenten enthousiast kan maken. Bertus

Postma zei me ooit: 'Onderwijs is het ontsteken van een vuur, niet het vullen van een vat'. Dat probeer ik te doen. Niet domweg het boek voorlezen, maar ik verhelder moeilijke onderwerpen en probeer er een levendig en uitdagend geheel van te maken. De uitdiepingen moeten studenten zelf doen."

“Het was vooral organisatorisch een hoop werk: veel bellen en pizza's eten” "Inhoudelijk ben ik ook tevreden over het vak. Het boek dat we gebruiken, gebruiken ze ook bij de studie Rechten. Dat lijkt me een redelijke graadmeter. Verder kan ik mijn interesse voor speltheorie erin kwijt. Volgend jaar komt er misschien nog een klapper bij waarin dat onderwerp nog uitgebreider besproken wordt. Laatst was ik bij een congres over games in het onderwijs. Ik moest zelf een prisoners dilemma spelen. Maf om zoiets waar je alle theorie over kent in praktijk te brengen. Speel je d (deception, red.) of c (cooperation, red.), en wat doet je tegenspeler? Kent hij de theorie? Ik ben van plan het vak in die interactieve richting op te pimpen, waarbij we zelf spelletjes gaan spelen." En als je moet kiezen.. onderzoek of onderwijs? "Dat kan ik niet zo zeggen. Het hangt helemaal van de mogelijkheden af die ik in de toekomst krijg." Nee, je moet kiezen. "Gedwongen kies ik dan voor onderwijs. Maar dat is meer praktisch, omdat ik denk dat ik 's avonds thuis voor mezelf onderzoek kan blijven doen. Zoals ik eerder aangaf vind ik de sociale contacten en het enthousiast maken van leerlingen prachtig. Maar dat neemt mijn voorliefde voor onderzoek en de uitdading die het biedt niet weg. Als ik nu terugkijk naar dingen waar ik drie jaar geleden nog geen chocola van kon maken en ik begrijp ze nu wel, geeft me dat een goed gevoel. Ik word ontzettend blij wanneer ik dingen begrijp. " Tot slot: Diego Maradona of Jimi Hendrix? "Ondanks de niet te wensen levensloop van beide kies ik voor Hendrix. Voetbal is prachtig. Ik ga nog graag naar het stadion en geniet er ook van. Vooral het 'werkvoetbal', zoals van FC Groningen en Feyenoord spreekt me erg aan. Maar muziek is een andere, diepere emotie. Ik maak al vanaf mijn tienerjaren muziek en speel nu nog steeds bijna iedere avond even gitaar. Eén keer in de zes weken spelen we met een band, en dat is toch wat muziek extra leuk maakt."

SOAP | JUNI 2006

5


VAKGROEP

COLLEGE-EVALUATIE

Organisaties: een interessant vak met een leuke docent wordt regelmatig naar de ideeën en ervaringen van de studenten gevraagd, met wisselend succes. Wellicht dat de taalbarrière een rol speelt, of misschien het feit dat het maandag ochtend is? Als ondersteuning van het college wordt een powerpointpresentatie gebruikt. Hierin staat niet, zoals bij sommige docenten wel eens het geval is, alle stof die tijdens het college verteld wordt. De sheets fungeren meer als een richtlijn zodat het verhaal makkelijker te volgen is. Ook staan deze presentaties van te voren nog niet op Nestor, waardoor je redelijk bij de les moet blijven.

Stefan Thau achter zijn bureau

Maarten Aarse Het is maandagochtend elf uur, buiten is de regen net gestopt met het natmaken van alle toesnellende studenten die op weg zijn naar de Gadourekzaal om het zesde college van het vak Organisaties te volgen. Tussen de vele eerstejaars studenten ontwaar ik ook een aantal tweedejaars die de moeite nemen om naar het college te komen. Waarom moeite? Voor de studenten die de beleidsroute doen wordt op het zelfde moment Toepassing van Theorieën gegeven door Donald Elsas en Andreas Flache. Maar goed, het leven draait om keuzes en het is toch leuk om op een gegeven moment je propedeuse in ontvangst te kunnen nemen. Het vak Organisaties werd vorig jaar nog gegeven door Ferry Koster. Dit jaar is het vak overgenomen door Stefan Thau. Organisaties is het eerste vak dat door hem gegeven wordt. Wel heeft hij eerder studiegroepen begeleid voor bijvoorbeeld het project Organisaties, en is hij in Duitsland betrokken geweest bij een aantal seminars. Doordat het vak dit jaar door een andere docent wordt gegeven, merk ik dat de inhoud totaal verschillend is. Waar het vorig jaar over bijvoorbeeld verschillende organisatiesystemen ging, wordt er dit jaar veel meer aandacht besteed aan organisatiepsychologie. Dit is niet verwonderlijk als je weet dat dit de specialisatie van de docent is. Het betreffende college heeft als onderwerp

6

SOAP | JUNI 2006

Dat de voertaal Engels is wordt door sommigen als lastig ervaren 'Leadership treatment and employee behavior'. Voordat het college daadwerkelijk begint, krijgen we van de docent een link met een oefenexamen online. Handig, omdat het niet vaak gebeurd dat je zo ruim van te voren een examen krijgt en je op die manier kunt voorbereiden. Er staat zelfs een korte samenvatting van de hoofdstukken van het leerboek op dezelfde site.

“Doordat het vak dit jaar door een andere docent wordt gegeven, merk ik dat de inhoud totaal verschillend is” Het eerste wat opvalt bij de manier waarop Stefan Thau lesgeeft, is dat hij alles in het Engels doet. Dit is niet verwonderlijk, omdat hij zelf Duits is van oorsprong. Zelf stelt hij dat hij geleerd heeft om te doceren in het Engels, en het dus daarom op die manier doet. Dit wil niet zeggen dat zijn Nederlands slecht is, integendeel. Wanneer een student een vraag stelt en deze niet het juiste Engelse woord kan vinden, roept Stefan dat het geen probleem is om hem in het Nederlands te stellen. Af en toe ontstaan hierdoor situaties waarbij een Engelse zin ook enkele Nederlandse woorden bevat. Dit is dan wel grappig om te horen. Regelmatig komen voorbeelden voorbij die de theorie moeten illustreren. In plaats van dat de docent deze altijd zelf te geeft,

Zoals ik al eerder noemde, wordt er gebruik gemaakt van voorbeelden. Een leuk voorbeeld werd gebruikt in dit zesde college om een theorie over ‘validation seeking en growth seeking’ te illustreren. Tot mijn grote verbazing bleek Stefan, die eerder dit jaar groepsbegeleider was voor het project: Organisaties, gebruik te maken van een onderzoek dat door een aantal medestudenten en mijzelf is uitgevoerd. De door ons verzamelde data bleek hij gebruikt te hebben voor verdere analyses. Er bleken meer studenten in de zaal te zitten die een eigen onderzoek zagen passeren. Om toch de mening van anderen te horen, ben ik na afloop van het college naar een aantal medestudenten gestapt om hun mening te vragen over het vak en de docent. Wat ik vooral hoorde was dat het een interessant vak is met een leuke docent. Dat de voertaal Engels is wordt door sommigen echter wel als lastig ervaren. Al met al was het vak een positieve ervaring. Ik heb niet bij alle colleges aanwezig kunnen zijn, maar de colleges die ik heb gevolgd waren zeker de moeite waard. Voor de geïnteresseerden onder ons (en eventuele fans?) is het wellicht leuk om te weten dat Stefan 10 juli zijn proefschrift 'Workplace Deviance: Four studies on employee motives and self-regulation' moet verdedigen. Helaas gaat hij ons na dit jaar verlaten. Vanaf volgend jaar is Stefan te vinden aan de London Business School als assistent professor.


VAKGROEP

SOCIOLOGIE

IN DE MEDIA

Veel vakgroep, bestaansrecht revisited en falend Oranje Jurre van den Berg Het egalitaire Nederland kent nog altijd een toonaangevende bestuurlijke elite, aldus de Volkskrant op 22 april. Deze relatief kleine en nauw verweven groep is formeel en informeel vooral op de achtergrond actief, en heeft een grote invloed op politiek en beleid. De bestuurlijke elite is een vertrouwd gezelschap, blijkt uit de enquête van onderzoeksbureau TNS Nipo. Met een gemiddelde leeftijd van rond de 60 jaar is de elite aardig op leeftijd. Deze actieve senioren hebben gemiddeld tien bijbanen. Toch is het goed dat ook Nederland zo'n elite heeft, stelt de Groningse socioloog en specialist op het gebied van sociale netwerken Tom Snijders: "In elitenetwerken wordt veel snel en soepel geregeld dat anders veel tijd en moeite zou kosten." Niks mis mee, vindt Morris Tabaksblat (bekend van zijn gedragscode): "We zijn een transparant land, met democratische regels om te voorkomen dat politici met hun mandaat rare dingen gaan doen. Verder mag iedereen zo veel mogelijk invloed nastreven als ie wil, zolang hij binnen de wet blijft. De invloed op de politiek moet immers ergens vandaan komen. Je mag toch hopen dat ambtenaren niet gaan bepalen wat er in dit land gebeurt." In het Parool van 5 mei geeft Andreas Flache, als onderzoeker en docent verbonden aan de vakgroep Sociologie van de RuG zijn visie op het integratiedebat in het Nederlandse onderwijs. Hij vindt het een slecht idee om Nederlandse en allochtone leerlingen te dwingen samen naar school te gaan. "Als je ze meteen in een grote pot stopt, krijg je polarisatie." Flache baseert zich op wiskundige computermodellen, waarin hij het contact tussen groepen mensen simuleerde. "Als kinderen toch op een gemengde school zitten, is het beter ze in aparte groepen van gelijkgestemden onder te brengen," stelt Flache. "Dan heb je veel meer kans dat extreme kinderen gematigd worden, omdat ze zich aanpassen aan de rest van de groep." Volgens Flache zullen mensen die sterk van elkaar verschillen, extremere posities ten opzichte van elkaar innemen. Deze 'extremisten' beïnvloeden daarbij hun nog enigszins gematigde vrienden of kennissen. De wetenschapper denkt dat het beter is integratie geleidelijk te laten verlopen door eerst mensen die meer met elkaar overeenstemmen bij elkaar te brengen. Flache: "Fundamentalistische islamitische kinderen kun je beter eerst in een islamitische klas plaatsen. Met die kinderen delen ze veel, waardoor de kans dat ze opvattingen van hen overnemen groter is dan in een christelijke klas, waar ze zich eerder zullen gaan afzetten."

'De sociologie gelooft weer in zichzelf' stelt Ellie Smolenaars in NRC Handelsblad van 2 mei. Anno 2000 voorspelde de nestor van de Nederlandse sociologen, Jacques van Doorn, dat de sociologie aan betekenis zou verliezen in sterk geïndividualiseerde samenlevingen. Van Doorns voorspelling lijkt achteraf op de millenniumbug in computers: het valt reuze mee. De instroom van nieuwe studenten sociologie steeg van 347 in 1999 naar 580 in 2004, zo valt te lezen in het eindrapport van de Verkenningscommissie Sociologie. De vraag is wat de sociologie precies te bieden heeft. De verkenningscommissie schrijft: 'Wat de speurtocht naar elementaire deeltjes en de structuur van het heelal is voor de natuurwetenschappen, is die naar globalisering en individualisering voor de sociologie.'

“We leveren een bijdrage aan het zelfbegrip van Nederland” Hoogleraar Jan Willem Duyvendak van de Universiteit van Amsterdam reageert op de onderzoeksagenda: "Het denken in bredere structuren, bredere samenhangen, staat onder druk." Frank van Tubergen, een 29-jarige talentvolle onderzoeker, is optimistisch over theoretische vooruitgang in de sociologie. Als voorbeeld noemt hij de human capital-theorie van Nobelprijswinnaar Gary Becker uit de jaren zestig. "Dat is de rol van de sociologie", zegt Van Tubergen, "theorieën ontwikkelen en op andere gebieden toepassen. We leveren een bijdrage aan het zelfbegrip van Nederland." De Vlaamse politieke partij Vlaams Belang is weer hot. De ultranationalistische partij van Filip Dewinter moet het na de racistische moorden in Antwerpen ontgelden. België vraagt zich af of de partij verboden zou moeten worden. Mark Elchardus, socioloog aan de Universiteit van Brussel, twijfelt in de Volkskrant van 16 mei aan het effect van zo'n aanpak. Hij wijst erop dat de partij twee jaar geleden ook een juridische aanval heeft overleefd. Om aan een verbod te ontsnappen doopte het Vlaams Blok zich om in het Vlaams Belang en schrapte de meest omstreden punten uit het partijprogram. Feitelijk is er volgens Elchardus echter weinig veranderd: "De partij is er toen zelfs wat op vooruit gegaan". Volgens Elchardus valt het ook nauwelijks hard te maken dat het Vlaams Belang medeverantwoordelijk is voor de moorden. "Dewinter liegt als hij zegt dat zijn partij nooit tot racisme heeft aangezet, maar dat betekent nog niet dat het Belang aansprakelijk is voor de moorden". Of de

moordpartij het Vlaams Belang stemmen zal gaan kosten bij de gemeenteraadsverkiezingen van dit najaar, durft Elchardus niet te voorspellen. "Maar ik heb wel het gevoel dat de partij over haar hoogtepunt heen is." Tot slot dit: Wie zelfs met het WK in Duitsland in volle gang nog altijd denkt dat voetbal triviaal is, miskent de psychologische schok die volgt op het missen van een wereldkampioenschap. Dit betoogt David Winner in het artikel 'Falend Oranje versterkte in 2001 de politieke crisis' in de Volkskrant van 11 mei. "Het ene moment was Nederland zelfbewust, gelukkig en vol voorspoed. Maar het volgende moment was er ineens een draaikolk van angst, twijfel, achterdocht en vreemdelingenhaat. Aan wie was dat te wijten? Moeten we Wim Kok of Ratko Mladic de schuld geven? Nina Brink, Pim Fortuyn of Volkert van der G. en Mohammed B.? Voetbal is in onze samenleving een minstens zo belangrijke kracht als wagenrennen en gladiatorengevechten dat waren in het oude Rome.", aldus Winner. Hij vervolgt: "In het cruciale jaar 2001 gebeurden twee dingen. Op politiek gebied raakte de stemming in Nederland aan het eind van het jaar in een crisis. En het Nederlands elftal verloor op 1 september, na een mislukte kwalificatieronde, een beslissingswedstrijd tegen Ierland, waardoor Nederland zich niet plaatste voor de eindronde van het WK." Wat heeft dit met elkaar te maken? "De versplintering van de Nederlandse samenleving zorgde ervoor dat de oude politieke en religieuze zuilen hun macht hebben verloren. Voetbal heeft geholpen die leemte op te vullen." Verder is volkssport nummer één volgens Winner een voedingsbron en uitlaatklep van nationalistische trots, een grote impuls voor de economie én een onderdeel van het

“Noem eens een magisch woord als 'Van Basten' en u krijgt onmiddellijk enthousiaste herkenning” Nederlandse cultuurgoed. Tegelijkertijd hebben de Nederlandse voetbalsuccessen geleid tot een formidabele status in de wereldwijde volkscultuur. "De meeste buitenlanders weten niet dat Shell een Nederlands bedrijf is. Namen als 'Mulisch', 'Koolhaas' of 'Beatrix' kunnen buiten elitekringen slechts rekenen op een vragende blik. Maar noem eens magische woorden als 'Cruijff ', 'Van Basten' of 'Van Nistelrooij' en u krijgt onmiddellijk enthousiaste herkenning, vrijwel overal, van Kinshasa tot Kowloon."

SOAP | JUNI 2006

7


VAKGROEP

THUIS

BIJ...

SUZAN MARTIN

"Je betaalt heel weinig en leeft erg ruim"

Astrid van Dijk

Suzan in haar zeker niet bescheiden woonruimte

'Thuis bij' is deze keer op visite bij Suzan Martin. Zij is 4e jaars student Sociologie en woont antikraak in een oude basisschool. Terwijl voorheen moeilijk lerende en moeilijk opvoedbare kinderen de gangen onveilig maakten, huizen tegenwoordig kunstenaars en studenten in dit gebouw. Het pand geeft onderdak aan 16 mensen, 3 honden en sinds kort de vogelspin Diesel. Genoeg redenen om een uitgebreid kijkje te nemen bij voormalig SBO De Kimkiel aan de Professor Dirk Wiersmastraat. Suzan haar kamer is een oud klaslokaal en is dan ook ruimer, hoger en groter dan de gemiddelde studentenstulp. Toen ze een jaar geleden hier introk heeft ze samen met haar vader een muur bordeauxrood geverfd, waardoor de schoolkrijtjessfeer is verdreven. Ook heeft ze zich toen de enorme gordijnen toegeëigend, die eigenlijk in een ander lokaal hingen, zodat ze pottenkijkers kan weren. Een eerste blik op de ruimte doet me overwegen om meteen antikraak te gaan wonen. Terwijl Suzan een bakje thee zet vraag ik haar wat antikraak wonen is. "Antikraak is het bewonen van een gebouw van de gemeente of van een woningbouwvereniging dat geen bestemming heeft of gesloopt gaat worden. Om te

8

SOAP | JUNI 2006

voorkomen dat krakers in het pand gaan zitten worden er antikrakers in geplaatst. Gemeentes en woningbouwverenigingen hebben liever antikrakers in hun gebouwen wonen dan krakers. Daarnaast zorgen de bewoners ervoor dat het pand niet verwaarloosd of misbruikt wordt. Als krakers een leegstaand pand betrekken is er weinig zicht op het onderhoud van het pand, daarnaast zijn ze eenmaal ingetrokken moeilijk te verwijderen. Zelfs als het gebouw een nieuwe bestemming heeft gekregen. Trouwens woon ik eigenlijk ook niet antikraak, maar anti-leegstand. De antikraak is een beetje malafide. Ze vragen veel te veel huur en komen soms met een knokploeg mensen uit hun huis zetten". Hoe ben je op het idee gekomen om antileegstand te gaan wonen? "Ik woonde samen toen ik besloot in Groningen te gaan wonen. Maar hier een huis vinden voor twee personen betekent dat je 4 jaar op een wachtlijst moet staan. Ik ben toen in contact gekomen met Carex, dit is een antileegstand vereniging. Hier konden we na acht maanden op de wachtlijst te hebben gestaan in aanmerking komen voor een woning. Via Katja (Begall, red.) kwam ik bij een flat in Leeuwenborg die via Carex verhuurd werd. Ik dacht daar drie maanden te gaan wonen maar dat bleek een jaar te worden.

Tegenwoordig heeft de anti-leegstand vereniging een stop ingelast en worden er geen mensen meer aan de wachtlijst toegevoegd. Erg logisch: je betaalt heel weinig en leeft erg ruim". Ben je niet bang dat je op korte termijn je huidige woning weer moet verlaten? "Het komt voor dat je om de drie maanden opzoek moet gaan naar een nieuwe woning als je anti-leegstand woont. Bij mijn vorige woning is driemaal een uitzetting aangekondigd uiteindelijk heb ik er toch nog een jaar gewoond. Waarschijnlijk zal ik deze mooie kamer over een jaar moeten verlaten want er is weer een nieuwe bestemming voor het pand. Het wordt mogelijk een onderkomen voor een circusschool. Klinkt erg leuk zo'n circusschool maar ik baal er natuurlijk wel erg van. Toch maak ik me niet echt zorgen. Je krijgt twee maanden van te voren te horen dat je eruit moet. Bij mijn vorige woning kwamen er in één klap meer dan 800 mensen op straat te staan, die natuurlijk allemaal meteen een woning wilden. Toch vond ik vrij snel deze kamer. Veel mensen wilden hier niet wonen omdat je een gezamenlijke keuken en douche hebt. Je mag namelijk niet op je kamer koken in verband met de brandveiligheid. Er zijn erg strenge regels ten aanzien van de brandveiligheid, je bent toch bewoner omdat je op het gebouw past."


VAKGROEP

AFGESTUDEERDEN

Propedeusebullen K. Eising M.G. Keizer

Bachelorbullen R. Beugels L. de Koning

‘Keuken’ waar zestien (!) mensen gebruik van maken.. Natuurlijk moet een gezamenlijke keuken die door zestien mensen word gebruikt ook bezichtigd worden, op weg daar naar toe laat Suzan me het schoolplein zien. "Het schoolplein is erg relaxed, 's zomers eten we vaak buiten. Afgelopen zomer hebben we er een gigantisch zwembad neergezet, overdag lekker zwemmen en 's avonds gezellig drinken. Afgezien van de klachten van de buren was dat erg geslaagd. Veel klachten van de buurt ontvangen we trouwens niet, je wilt als bewoner niet riskeren dat je uit het gebouw wordt geplaatst wegens geluidsoverlast. En als er word geklaagd zijn dat altijd dezelfde buren." In de gangen naar de keuken toe hangen schilderijen van de gebouwgenoten van Suzan. De keuken zelf is wederom erg groot, er staan 4 kookstellen, 6 aanrechtblokjes en natuurlijk ontzaglijk veel potjes en pannen. "Ik eet wel eens samen met huisgenoten, maar meestal eet ik met vrienden. Wel hebben we ongeveer eens in de maand een feest, dat kan natuurlijk prima met al deze ruimte."

geen gif, maar als hij je goed te pakken heeft kan hij gif gebruiken dat vergelijkbaar is met de schade die een bijesteek oplevert. Iets waar sommige mensen trouwens allergisch voor blijken te zijn...best veel mensen eigenlijk. Ik zeg steeds hem maar het is trouwens een vrouwtje. Ze is makkelijk in het onderhoud, eet krekels en vliegen, maar poept niet. Zelfs niet als ze verwend word met een stukje rundvlees. Van nature eet een vogelspin vogels, daar komt de naam dan ook vandaan. Ik vind het trouwens leuker als haar voedsel leeft en dan dood gaat. Het is natuurlijker om haar te zien jagen."

Doctoraalbullen P.H. Blokker S.X. Fokkens E. van Woersem M. Vogelzang M.A. Voorthuis M. Wester B. Slagter T.C. Kamann K. van Haaren

Masterbullen P. de Haan M. Hekman T. Khorammi J.S. Leijenhorst L.S. Pomp

Allen hartelijk gefeliciteerd en veel succes gewenst met jullie sociologische carrière!

Spin Diesel in zijn nagebootste habitat

Ondanks alle pluspunten van het gebouw is het toch haar eigen kamer, die ze geregeld ter beschikking stelt voor pokeravondjes, waar Suzan het meest aan verknocht is. Sinds kort deelt ze haar kamer met Diesel, haar zeven jaar oude vogelspin. "Gekocht op een reptielenbeurs. Ik wilde een huisdier, maar ben soms weken weg. Je kunt een spin, als huisgenoten een oogje in het zeil houden, twee weken alleen laten. En ik vind het gewoon cool. Je moet hem wel voorzichtig benaderen, het blijft een vogelspin. Als hij je gewoon bijt gebruikt hij

Na het legen van de kopjes thee wandelt Suzan nog een stukje met me mee naar het einde van de straat. Terwijl ze wijst op het gebouw naast haar school verteld ze dat die al zes jaar anti-leegstand bewoond word. Met deze info en gezien te hebben hoe Suzan leeft kom ik tot de conclusie dat ondanks het risico voor uitzetting anti-leegstand best prettig wonen is.

SOAP | JUNI 2006

9


VAKGROEP

PEER

ASSESSMENT

“Ik vind nog steeds niet dat hij een voldoende verdient” Procederende student ziet onvoldoende na peer assessment vernietigd worden Het universitaire College van Beroep voor de Examens vernietigde op 26 mei met haar uitspraak het cijfer 4 van een sociologiestudent voor het project Medische Sociologie van begin dit jaar. De zaak zorgde voor nogal wat opschudding onder zowel docenten als studenten. De uitspraak leidde zelfs tot een paginagroot artikel over de zaak in de universiteitskrant (UK) van 1 juni. SoAP verdiepte zich in de zaak en liet alle betrokkenen aan het woord. Over freeridergedrag, vormfouten en objectiviteit.

Michiel Emmelkamp & Jurre van den Berg Bij het project werd voor het eerst een zogeheten peer assessment gebruikt bij de beoordeling: de studenten uit de projectgroepen werden allen op twee momenten gevraagd op tien punten, zoals inzet, aanwezigheid bij bijeenkomsten en inhoudelijke bijdrage een beoordeling te geven over hun groepsgenoten. Aan de hand van deze beoordelingen werd het groepscijfer, dat de docenten baseerden op het eindverslag, aangepast. Bij een bepaald aantal negatieve beoordelingen werd het cijfer naar beneden aangepast, bij veel positieve beoordelingen naar boven. De groep van de derdejaars student, B., (die eerst wel met zijn naam in SoAP wilde, maar later besloot anoniem te willen blijven) kreeg een 6,5 als groepscijfer. Bij het peer assessment werd B. echter de eerste keer 44 keer negatief beoordeeld door zijn groepsgenoten, de tweede maal zelfs 69 maal. Let wel, in totaal kreeg hij 80 beoordelingen per keer. De negatieve beoordelingen leidden ertoe dat zijn 6,5 werd omgezet naar een 4. Dat was het begin van een proces bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). B. maakte bezwaar tegen het feit dat het peer assessment niet in de studiegids stond, de inhoudelijke beoordeling door zijn groepsgenoten, maar ook tegen peer assessment als middel van toetsing. Het CBE vond het op zich geen probleem dat de toetsvorm niet in de studiegids vermeld stond, zolang er maar voldaan werd aan een aantal eisen: het cijfer moest objectief tot stand komen en de docent moest zelf in staat zijn een oordeel te vormen over de prestaties van de student. Volgens B. was aan deze eisen niet voldaan. Hij stelde dat de grote groep nauwelijks kon oordelen over zijn inzet, omdat er nauwelijks sprake was van een groepsproces. Verder had hij kritiek op de grote invloed van de toetsmomenten, die voor

10

SOAP | JUNI 2006

hem op een ongelukkig moment plaatsvonden omdat hij door overmacht vlak ervoor niet aanwezig kon zijn. "Peer assessment is te subjectief", aldus B. tijdens de zitting. De aankondiging van de toetsvorm leidde volgens de procederende student gelijk tot veel ophef. De begeleidende docent verwerpt deze argumenten. "Ja, er was wel wat discussie toen ik bekend maakte dat we peer assessment gingen gebruiken", aldus projectbegeleidster Daniëlle Jansen, "maar daar heb ik verder niets van gemerkt. Iedereen heeft de beoordeling serieus ingevuld en peer assessment is dus een prima manier om inzet te meten. De negatieve beoordeling van de betreffende student werd breed gedragen." Het CBE was het niet eens met deze argumentatie van Jansen. "Het peer assessment geeft niet de zekerheid dat de beoordelingen op grond van waargenomen prestaties zijn gegeven en niet is uitgesloten dat de beoordelingen van medestudenten worden gegeven op basis van oneigenlijke gronden als populariteit". B. hielp zelf overigens mee deze argumentatie tot stand te brengen: hij gaf zijn medegroepsgenoten een negatieve beoordeling in de hoop het gemiddelde naar beneden te trekken en zo zijn eigen cijfer naar boven. Het CBE stelt verder dat "niet is gebleken dat de examinator zich de mogelijkheid heeft voorbehouden om af te wijken van de door studenten gegeven beoordelingen, waardoor het eindcijfer van het project mede door studenten wordt bepaald". En dat is in strijd met de Wet op het Hoger Onderwijs. Docenten mogen zich, kortom, best laten adviseren door de studenten en peer assessment kan daar een geschikt middel voor zijn. Maar de studenten mogen niet het cijfer bindend bepalen. Dat was bij het project wel het geval: als het aantal negatieve beoordelingen boven een bepaalde grens lag hield dat automatisch een verlaging van het eindcijfer in. Jansen: "Die grens hebben we bepaald naar aanleiding van de gemiddelde beoordelingen. Het is dus niet zo dat we die van tevoren al hadden bepaald." De uitspraak betekent niet het einde van peer assessment als toetsvorm. "Volgend jaar gebruiken we het gewoon weer, maar dan in een andere vorm. Het is een uitermate geschikte manier om free-riders te tackelen", aldus Jansen. B.: "Prima, zolang de subjectiviteit vermindert en de rechtsongelijkheid tussen studenten verdwijnt". Opleidingsdirecteur Rudi Wielers vindt niet dat er nu sprake is van subjectiviteit en rechtsongelijkheid. "Vroeger werden free-

riders gewoon uit de projectgroep gekegeld. Dit is veel netter. Ik ben ervan overtuigd dat de studenten volwassen genoeg zijn om hun groepsgenoten objectief te beoordelen." Maar ondertussen werd de 4 van B. wel vernietigd en moest hij een nieuw cijfer toegekend krijgen. Jansen: "Het is voor zijn groepsgenoten en voor mij zuur dat deze zaak hoofdzakelijk op een vormfout wordt beslist. Ook dat de UK er gelijk bovenop dook heeft de zaak er niet gemakkelijker op gemaakt. Ik vind nog steeds niet dat hij een voldoende verdient. Uit zowel de peer assessment, alsmede uit zijn logboek en verhalen van groepsgenoten blijkt dat hij te weinig heeft bijgedragen." B., die overigens geen enkel bezwaar heeft tegen de aandacht van de pers voor de zaak ("Altijd leuk, die aandacht. Het geeft me een blijk van waardering") blijft het daarmee oneens: "Ik heb maar twee bijeenkomsten gemist: één keer was ik ziek, de andere keer lag het OV eruit door ijzel." B. kreeg ook de kritiek van medestudenten dat de stukjes die hij aanleverde van lage kwaliteit waren. "Hij heeft vier pogingen gedaan de inleiding te schrijven, maar na twee pogingen had hij nog maar een paar zinnen op papier staan. Met het commentaar dat hij van andere studenten kreeg heeft hij niets gedaan", zegt een medestudent uit de projectgroep. B.: "Mijn hoofdtaak was, samen met een andere student, de analyse schrijven. Maar toen kreeg ik tijdens het project ineens samen met hem opgedragen de inleiding te schrijven. Dat heb ik in mijn eentje gedaan en die scheen inderdaad slecht te zijn. Logisch, ik had niet om die taak gevraagd en het is niet mijn sterkste kant. Toen hadden ze blijkbaar geen vertrouwen meer in ons en hadden ze besloten dat we samen nog maar de helft van de analyse hoefden te schrijven. Dus heb ik uiteindelijk maar een kwart geschreven, maar dat is wel letterlijk geplaatst in het verslag."nadenken. In ieder geval heb ik nu wel hetzelfde cijfer als de student met wie ik het meest samenwerkte." Een 5 betekent bij sociologie een herstelopdracht, maar als het aan Wielers ligt wordt dat een zware. "Een herstelopdracht moet erop gericht zijn de tekortkomingen van de student tijdens het vak te laten herstellen. Als hij heel veel tekortkomingen heeft getoond wordt het dus absoluut geen lichte herstelopdracht. Als hij de tijd die hij in de rechtszaak heeft gestoken gewoon aan het project had besteed had hij met gemak een voldoende gehaald." B.: "Het voorbereiden van de zaak heeft me maar een uurtje of drie gekost. Als ik daarmee een voldoende kan krijgen: graag!"


ADVERTENTIE

SOAP | JUNI 2006

11


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK WILDLIFE CONSERVATION

Jurassic Park in Schotland Wolven en beren op vrije voeten Joëlla Angenent De multimiljonair Paul Lister heeft al 20 jaar de droom om de oorspronkelijke ecologie van de Schotse Hooglanden te herstellen door er beren, wolven en andere uitgeroeide dieren uit te zetten. Van zijn landgoed van 9000 hectares wil hij Europa's eerste National Park maken. Zal hij de wereld van een groot deel van haar milieuproblemen afhelpen of is hij gewoon gek? Het landgoed van Lister in Sutherland is ruig. Wilde beekjes, enorme bergen en uitgestrekte bossen zorgen ervoor dat je 200 jaar terug in de tijd geslingerd wordt. Lister heeft er dan ook 10 jaar over gedaan om dit stuk Schotland te vinden; als je immers op het punt staat om je droom te verwezelijken moet je het ook goed doen. Hij creëerde er het Alladale Wilderness Reserve waar men kan overnachten, dineren, uitrusten in het bijbehorende kuuroord en waar men bovenal kan genieten van de flora en fauna door tochten te maken met gekwalificeerde Rangers. Op dit moment kan men in Alladale twee soorten herten, vossen, marten, dassen, konijnen, otters en adelaars bestuderen middels allerlei Wildlife programma's. Vorig jaar lanceerde Lister het Alladale Science Programme wat geleid wordt door de Wildlife Conservation & Research Unit. Dit programma maakt het mogelijk om als bezoeker aan het onderzoek van een wetenschapper van het WildCRU mee te werken. Maar het kijken naar vogeltjes in greppels en het spoor volgen van herten is niet genoeg voor Lister. Hij wil zijn bezoekers veel meer bieden en zijn ultieme ambitie verwezelijken. "Mijn doel is om de natuurlijke balans weer te herstellen in Schotland. Dit is mogelijk door de oorspronkelijke bewoners van de Hooglanden zoals de wolf, de bruine beer, de lynx en het wilde zwijn er weer vrij te laten leven," aldus Paul Lister. Hij wil dit realiseren door een 60 kilometer lang hek om zijn landgoed te bouwen. Dit type hekken wordt ook gebruikt in Wild Life parken in Afrika en India en zijn gemaakt om zelfs olifanten tegen te kunnen houden. "Een doel op de lange termijn is om ervoor te zorgen dat de wilde dieren het aantal konijnen, eekhoorns en andere herbivoren op peil houdt zodat de natuur weer perfect in balans is en er geen menselijk ingrijpen meer nodig is," zegt Lister. Geld speelt geen rol, hij zal het hele project uit eigen zak gaan financieren. "Als je zoveel geld hebt zodat je jezelf kan onderhouden zonder een baan van 9 tot 5 moet je een doel vinden waar je je energie en

12

SOAP | JUNI 2006

geld in kwijt kan. Op deze manier kan ik bijdragen aan een betere wereld." Toch blijkt dat je met geld niet alles kan kopen. Lister is namelijk op een paar punten afhankelijk van zijn buurtbewoners. De vijftien wolven, drie lynxen en bijna dertig bruine beren die hij wil uitzetten hebben een gebied nodig dat meer dan twee keer zo groot is dan de 9000 hectares die hij bezit. De buren zien het enorme project echter absoluut niet zitten. "Hoe kunnen we er zeker van zijn dat, als de sneeuw 's winters hoog ligt, de roofdieren niet over het hek springen?" zegt een boerin van 76 jaar die enkele kilometers van het landgoed woont. Lister heeft ook de toestemming van het ministerie nodig om rangers aan te kunnen nemen omdat de Land Reform Act hiervoor veranderd moet worden. Bovendien zal hij, om zijn plannen te kunnen realiseren, aan een dierentuin-vergunning moeten zien te komen waaraan een zorgvuldige inspectie vooraf gaat.

“Op deze manier kan ik bijdragen aan een betere wereld” Lister stuit dus van alle fronten op hevig verzet. Zelfs van natuurliefhebbers kan hij geen symphatie verwachten. Tot de felste tegenstanders van Lister's plannen behoort de Ramblers Association.

Deze wandelvereniging vindt dat mensen prima samen kunnen leven met beren en wolven. In Roemenië leven bijvoorbeeld beren in het wild en dit heeft nog nooit problemen opgeleverd. Ook in veel Europese landen komen wolven voor die vredig samenleven met de mens. Aldus Dave Morris van de Ramblers Association. Wat deze organisatie juist tegen de borst stuit zijn de plannen om een omheining om het enorme landgoed te zetten. Ze vinden dat de dieren in vrijheid moeten kunnen leven.

Simon Milln van de Scottish Wildlife Trust noemt het plan onhaalbaar. "Vijf dieren tegelijk introduceren is erg ambitieus. Het is maar de vraag hoe ze met elkaar interacteren." Milln vindt de milieubewuste motieven van Lister maar raadselachtig. Wanneer men dieren opnieuw introduceert moeten de dieren er oorspronkelijk ook vandaan komen en moeten er voordelen te behalen zijn voor de omgeving. Hij vindt dat het plan van Paul Lister, door al zijn commerciële aspecten, meer iets weg heeft van een dierentuin.

Multimiljonair Paul Lister De multimiljonair, ook wel The Wolfman genoemd, snapt niet waarom de omgeving iets tegen de plannen zou hebben. "Het Alladale Reservaat zal zorgen voor tientallen banen en die zijn in dit deel van Schotland maar al te welkom! Van het bewaken van het hek tot het rondleiden van de toeristen, overal zijn mensen voor nodig." Lister is tevens van plan om een milieuvriendelijk school te bouwen waar jonge delinquenten kunnen leren over het milieu. Verder claimt hij dat zijn plannen zullen leiden tot een enorme opbloei van het toerisme waardoor kansen voor het creëeren van kleine bedrijven zullen ontstaan. "Als de mensen hier in de Schotse Hooglanden willen overleven moeten ze niet in de tijd blijven steken," zegt Paul Lister. Voor het bouwen van de omheining heeft hij geen toestemming nodig en naar verwachting zal een vergunning vervolgens makkelijk te krijgen zijn. Lister gaat dan ook gewoon zijn eigen weg. Hij van plan om zo snel mogelijk te beginnen met de bouw van het kilometers lange hek. Deze zomer begint hij met de eerste fase van zijn plan: het loslaten van een aantal wilde zwijnen en elanden. Daarna zullen de beren en wolven volgen. In 2009 hoopt Lister zijn wildproject te hebben voltooid. Paul Lister: "People think I'm crazy, but I've just got a passion for conservation and I'm outspoken."


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK LIJSTTREKKERVERKIEZINGEN VVD

Niet links, niet rechts, maar… Mark Rutte De strijd om het lijsttrekkerschap van de VVD Saraï Sapulete Op woensdag 31 mei 2006 werd het bekend gemaakt: de nieuwe lijsttrekker van de VVD. Tegen alle verwachtingen in werd dit Mark Rutte. Er was sprake van een spannende strijd, Rita Verdonk leek tot het einde favoriet. Deze verwachtingen waren echter gebaseerd op peilingen die onder het publiek gehouden waren, de kiezers van de VVD, en die dachten er toch blijkbaar anders over dan de leden van de partij die mochten stemmen. Voor het eerst mochten de leden van de VVD hun eigen leider kiezen. Er kon gestemd worden op drie kandidaten: Mark Rutte, Rita Verdonk en Jelleke Veenendaal. Laatstgenoemde was helemaal geen onderwerp van discussie. De strijd ging duidelijk tussen Rutte en Verdonk. Op de avond van de uitslag kwam Verdonk binnen als een leider om haar lijsttrekkerschap te incasseren. Ook voor haar moet het een verrassing geweest zijn dat Mark Rutte ermee vandoor ging. Rutte kreeg 14.777 stemmen, 51 procent. Verdonk kreeg 13.131 stemmen, 46 procent. Jelleke Veenendaal kreeg de overige drie procent van de stemmen. Driekwart van de 40.000 leden heeft gestemd. De VVD reageert opgelucht op de keuze voor Rutte. Rutte heeft ook in de verkiezingsperiode steeds bekend gestaan als kandidaat van de partijtop. Verdonk stond bekend als de kandidaat van de basis, van het volk. De andere partijen hebben positief gereageerd. Ze zien in Rutte een goede man om mee samen te werken, omdat hij wordt gezien als links liberaal. Een eerste peiling van Maurice de Hond laat wel zien dat de VVD met Mark Rutte waarschijnlijk vijf à zes zetels verliest. Toch is ook de verwachting dat met Rutte de links-liberalen die in eerste instantie voor D66 zouden kiezen, nu naar de VVD neigen. Rutte zou zich vooral op de midden- en rechterflank gaan richten. De nederlaag voor Rita Verdonk is aan de cijfers te zien niet eens heel groot en van een nek-aan-nekrace was zeker sprake. Rita Verdonk was veel in het nieuws, zowel negatief als positief. ‘Roestvrijstalen Rita’ werd wel eens met Fortuyn vergeleken, omdat ze net als Fortuyn wilde opkomen voor de mensen die het niet eens zijn met de politiek in Den Haag. Daadkracht en duidelijkheid zijn dingen waar ze voor staan. De uitspraak ‘Ik ben niet links, ik ben niet rechts, ik ben recht door zee’ is iedereen inmiddels welbekend. Het zogenaamde ‘Ritaeffect’ werd haar handelsmerk.

Negatief kwam ze in het nieuws door de kwestie Hirsi Ali. Hirsi Ali zou zich ten onrechte Nederlander mogen noemen, aangezien zij heeft gelogen over haar identiteit toen zij in Nederland kwam in 1992. Verdonk stelde hierop een onderzoek in, wat bij vele van haar partijgenoten en andere partijen in het verkeerde keelgat schoot. Zou deze kwestie haar toch die paar stemmen hebben gescheeld of toonde ze voor de leden van de VVD wederom aan dat ze daadkrachtig en duidelijk was? Verdonk werd verweten dat ze te veel focuste op regeltjes en daardoor geen verantwoordelijkheden nam. Daarnaast werd haar verweten de partij niet goed genoeg te kennen, geen echte liberaal te zijn en te zorgen voor onenigheid in de partij. Ze werd in de aanloop naar de verkiezing ook wel ‘splijtzwam’ genoemd. Haar duidelijkheid en daadkracht waren voor sommige mensen een reden om achter haar te staan, maar sommigen vonden dat ze hier wel eens wat te veel in doorsloeg.

Even leken de verkiezingen in de war te worden geschopt door het naar boven halen van de regel dat een stem per post niet telde wanneer men elektronisch nog een keer stemde. Deze regel kwam op na de kwestie Hirsi Ali en wekte dan ook veel woede op bij het kamp van Verdonk. Leden zouden gestimuleerd worden om hun stem te herzien. Er wordt beweerd dat deze regel niet naar buiten is gebracht door de partijtop, maar door tegenstanders van Verdonk, die de regeltjes nog eens goed hebben nagelezen en haar pakten op haar eigen ‘regels-zijn-regelsbeleid’. De regel, die het mogelijk maakte om een per post verzonden stem ongedaan te maken door elektronisch te stemmen, moest voorkomen dat mensen twee keer zouden stemmen, per post en elektronisch. De verkiezing voor het lijsttrekkerschap ging er Amerikaans aan toe. De campagnes werden ook wel vergeleken met het televisieprogramma Idols. Ook bij de uitslag, toen de kandidaten op verzoek van Rutte, elkaars handen vasthielden.

Rutte hield zich wat meer op de achtergrond. Hij durfde weinig de verschillen te benadrukken tussen hem en Verdonk en zei ook regelmatig dat hij het wel met haar eens was. Verdonk probeerde zoveel mogelijk te vermijden te tonen dat er overeenstemming was tussen haar en Rutte. Het was wel eens moeilijk te bedenken dat het om dezelfde partij ging, omdat er zoveel verschillen waren. Toch moet er voor dezelfde partij gestreden worden om zetels. Waar Verdonk het op haar karakter gooide, probeerde Rutte het vooral uit de inhoud te halen. Dit is ook waar hij voor beloond is, zo zegt Jozias van Aartsen van de VVD. Van Aartsen ziet het dan ook als goed teken dat men toch voor de inhoud gaat.

Een ander voorbeeld, dat naar Amerikaans voorbeeld was opgezet, was de internetverkiezing, een dag voor de uiteindelijke verkiezing. Deze werd wel door Verdonk gewonnen. Verdonk gaf na de verkiezing aan dat ze het jammer vond dat ze er op deze manier achter moest komen dat de peilingen niet altijd kloppen. Voor Verdonk was het wel even slikken, maar ze beloofde achter Mark Rutte te staan om de partij de grootste te maken. Toch zijn er speculaties over een eigen partij voor Verdonk, maar daar laat ze zich nog niet over uit. Het is nog maar afwachten hoe het de VVD verder vergaat. De partijtop kan dan wel opgelucht zijn dat Mark Rutte is verkozen, haalt hij ook de meeste stemmen binnen? Of is hiervoor toch het Rita-effect nodig?

SOAP | JUNI 2006

13


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK STUDENT & COKE

Cocaïnegebruik onder jonge hoogopgeleiden Bezweken onder de druk van de prestatiemaatschappij Marlijn de Vries Je snuift een lijntje coke, studeert de hele nacht door en … je haalt een acht op je tentamen. Onder bepaalde groepen studenten is deze aanpak voor het leren van tentamens erg in trek. Als dit één keer goed gaat, waarom dan geen tweede keer? Dit is de praktische kant van coke: je hebt de volgende dag geen kater, je kunt er hard op studeren en je zelfvertrouwen wordt groter. Na het behalen van een diploma wordt de druk onder jonge hoogopgeleiden met een goede baan en een groot huis steeds groter. In de huidige prestatiemaatschappij moeten we ons keer op keer bewijzen. Onder het genot van cocaïne even helemaal weg uit de realiteit is dan een aantrekkelijk alternatief. Wat brengt mensen zover en wat kan er aan gedaan worden?

een studentenvereniging lopen helemaal een groot risico. Studentenverenigingen vormen vaak een kweekvijver voor toekomstig gebruik van cocaïne. Op een gezellige avond met veel drank wordt de verleiding groot om te experimenteren. Met de bijkomende sociale dwang en prestatiedruk durven veel studenten geen 'nee' te zeggen. De gevolgen op korte termijn mogen dan niet zo indrukwekkend zijn, op de lange termijn liegen de gevolgen er niet om. Naast geestelijke afhankelijkheid, doet cocaïne een aanslag op je lichamelijke conditie. Gebruikers verliezen hun eetlust en vermageren. De weerstand tegen infecties neemt af en het kan leiden tot uitputting. Dit zijn misschien dingen waarvan sommigen

is de straf een schorsing van één tot drie maanden. De test wordt nog niet heel vaak gebruikt, onder de studenten leeft het echter wel. Maar drugsgebruik komt niet alleen voor in het verenigingsleven. Daarbuiten nog veel meer. In vergelijking met de gemiddelde bevolking komt cocaïnegebruik veel voor onder dak- en thuislozen en gedetineerden. Mensen die in een sociaal isolement verkeren, grijpen eerder naar dit middel. Dat het een serieus probleem is, wat zich de afgelopen jaren snel verspreid heeft over Nederland, dat mag duidelijk zijn. Wat er gedaan kan worden is minder duidelijk. De studentenverengingen zetten een goede eerste stap met de testen. Omgaan met gebruikers

Cocaïne is een drug in de vorm van een wit, kristalachtig poeder. Het wordt gehaald uit de bladeren van de cocaplant. Er worden veel namen voor cocaïne gebruikt. De populairste luidt kortweg 'coke'. Tussen 1997 en 2001 is het aantal regelmatige gebruikers verdubbeld. Op het moment zijn er ongeveer 55.000 cocaïnegebruikers in Nederland. De toename was het grootst onder jongeren tussen de twintig en vierentwintig jaar. Jonge mensen die nog studeren of net afgestudeerd zijn. In het begin is het gebruik van cocaïne nog vrij 'onschuldig'. Mensen vinden van zichzelf dat ze er door het gebruik van coke beter uit gaan zien, je kunt harder en langer doorwerken en je denkt dat je de hele wereld aan kunt. Totdat het mis gaat. Aan cocaïne kun je niet lichamelijk verslaafd raken. Ontwenningsverschijnselen zullen dus niet zo gauw optreden. Daarentegen komt geestelijke afhankelijkheid wel voor. Door het gebruik van cocaïne neemt het zelfvertrouwen van mensen toe. Het kan voorkomen dat bepaalde mensen in elke stressvolle situatie naar dit middel grijpen. Een goed voorbeeld is het gebruik onder studenten. Er zijn verhalen bekend van studenten die voor een belangrijk tentamen met behulp van cocaïne de hele nacht doorleren en de volgende dag een tentamen maken. Door het gebruik blijf je opgewekt en wakker en het helpt tegen faalangst. Als deze studenten op die manier hun tentamen halen, wordt hun zelfvertrouwen nog een beetje opgekrikt. Studenten die daarnaast ook nog lid zijn van

14

SOAP | JUNI 2006

denken, is dat alles? Nou nee, de rest van het rijtje risico's wordt aangevuld met waanvoorstellingen, het voelen van beestjes onder je huid, het slijmvlies in je neus kan bij veelvuldig gebruik beschadigen en er kunnen spuitabcessen ontstaan. In Groningen zijn de studentenverengingen Albertus en Vindicat daarom een offensief begonnen. Deze verenigingen maken sinds een paar weken gebruik van een cocaïnetest. Zo hopen ze het gebruik van verdovende middelen op de sociëteit te kunnen weren. Bij verdenking van cocaïnegebruik wordt bij desbetreffende student wat speeksel afgenomen. Binnen enkele minuten is dan duidelijk of de student clean is of niet. Mocht de test een positieve uitslag geven, dan zijn de consequenties voor deze persoon erg groot. Op gebruik en handel in harddrugs in de sociëteit staat bij Albertus de hoogst mogelijke straf: royement. Op bezit van drugs bestaat de straf van maximaal royement. Bij Vindicat wordt je niet als lid geschrapt, maar

zelf is lastig. Verbieden of gebruik proberen tegen te houden is niet zo zinvol. Paniek en dreigementen hebben eerder een averechts effect. Een goed gesprek met iemand voeren over de gevolgen van het gebruik heeft meer zin. Als de gebruiker er zelf voor open staat biedt een kliniek uitkomst. Een voorbeeld van een particuliere kliniek in Nederland is het Trimbos instituut. De eigenaar van de kliniek spreekt over 'een vloedgolf' aan cocaïnegebruikers de laatste tijd. Daarnaast zijn er nog andere klinieken. Een andere uitkomst is het concept van de Moedige Moeders. Wanhopige moeders van drugsverslaafden die met z'n allen de handen ineen slaan om hun zoon of dochter te helpen. Oplossingen van alle gronden zijn welkom bij dit probleem. Misschien kan een sociologische invalshoek de overheid helpen bij het bestrijden van het groeiende cocaïnegebruik. Want sociaal isolement en sociale druk in de huidige prestatiemaatschappij is toch iets wat we het hoofd moeten kunnen bieden?


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK TERRORISME

Terrorisme: een Prisoner's Dilemma Tinka Veldhuis Al eeuwen wordt er in de wereld gezocht naar passende verklaringen voor sociaal gedrag. Knappe koppen in heden en verleden hebben talloze theorieën bedacht waarmee menselijk gedrag verklaard en voorspeld kan worden. Tegenwoordig kampt de wereld echter met een nieuw fenomeen: terrorisme. Nooit eerder heeft de Westerse wereld zich collectief zo bedreigd gevoeld als in de jaren na 11 september 2001, toen Amerika's hoogste gebouwen ter aarde stortten. De willekeur waarmee terroristen hun slachtoffers lijken te kiezen heeft in de Westerse politiek een groot vraagteken doen rijzen. De vraag hoe wij ons tegen het terrorisme moeten beschermen blijft tot dusver onbeantwoord. Comte, naar zeggen de grondlegger van het begrip 'sociologie', beweerde dat als men in staat is om verschijnselen te verklaren, zij deze ook kan voorspellen. En kan men voorspellen, dan kan men ook controleren. Het is dus zaak terrorisme te verklaren. Rational Choice Theory (RCT) en voornamelijk speltheorieën, worden vaak gebruikt om sociale fenomenen te verklaren. Speltheorieën zijn gebaseerd op de assumptie dat mensen rationeel handelen en streven naar nutsmaximalisatie. Een actor is calculerend en maakt bij elke handeling enkele kosten en baten afwegingen. Twee actoren in het prisoner's dilemma worden geconfronteerd met twee mogelijke alternatieven: meewerken of tegenwerken. Zij kennen de strategieën van de ander niet. Het idee is dat beide partijen profiteren van collectieve samenwerking maar dat wanneer slechts één partij meewerkt, de tegenwerkende partij hoger profijt heeft. Indien beide partijen tegenwerken lijden zij verlies, maar echter lang niet zo veel als wanneer zij meewerken en de andere partij tegenwerkt. De relatie tussen het Westen en de fundamentele Islamieten kan wellicht uiteengezet worden aan de hand van het prisoner's dilemma. De maatschappelijke situatie wordt drastisch gesimplificeerd. Het is onwaarschijnlijk dat terroristische aanslagen enkel voortkomen uit een drang Westelijk bloed te zien vloeien. Een van de hoofdmotieven voor terrorisme kan gelegen zijn in een zucht naar vergelding voor het feit dat het Westen jarenlang dictatoriale systemen heeft gesteund, of in ieder geval verzaakt heeft hiertegen op te treden, die de

Islamitische bevolking hebben onderdrukt. Fundamentele moslims zien de ene dictator vervangen door de ander, in de vorm van Westerse militairen. Er zijn talloze factoren te bedenken die moslims kunnen motiveren tot terroristische daden. Voor het Westen is het zaak zich te beschermen tegen deze aanvallen. Beide actoren in het prisoner's dilemma, de terroristen en de westerse politieke machten, hebben twee handelingsalternatieven in het model. Aan de ene kant kunnen zij samenwerken en openstaan voor onderhandelingsmogelijkheden.Aan de andere kant kunnen zij elkaar tegenwerken. De mogelijke uitkomsten van een beslissingspatroon zoals dat gesuggereerd wordt door het prisoner's dilemma zijn als volgt. Ten eerste kunnen beide partijen kiezen voor samenwerking. In deze situatie zou mogelijk een onderhandelingssfeer kunnen ontstaan. Zouden beide partijen een overeenkomst kunnen sluiten, dan zou het Westen de terroristen in hun eisen tegemoet moeten komen. In ruil voor een staakt het vuren waarbij geen terroristische aanslagen meer gepleegd worden, zou het Westen zijn militaire troepen uit de betrokken gebieden terug kunnen trekken. Verbeterde leefomstandigheden zou een goede motivatie voor de islamieten kunnen zijn om hun wapens neer te leggen. Voor beide partijen geldt hier een win-win situatie. De Westerse politieke machten kunnen de veiligheid van hun burgers garanderen en de Islamieten zien de militairen vertrekken en kunnen op eigen gelegenheid proberen hun landen weer op te bouwen. Een andere uitkomst is de situatie waarbij het Westen zich coöperatief opstelt, maar de terroristische bewegingen niet. Kort door de bocht zou dit tot gevolg hebben dat het Westen passief toekijkt hoe terrorisme een kaalslag pleegt in haar steden en bevolking. De coöperatieve houding van het Westen heeft tot gevolg dat zij grote verliezen lijdt, terwijl de terreurbewegingen hun doel, vergelding, bereiken.

Een derde mogelijke uitkomst zou een tegengestelde situatie kunnen zijn waarbij de terroristen willen meewerken maar het Westen kiest voor een aanvallende houding. Dit zou leiden tot een permanente strijd tegen het terrorisme dat dan dus niet meer bestaat. Een bommenregen van het Westen zou talloze slachtoffers met zich meebrengen. Een vierde uitkomst is gelegen in collectieve defectie. Dat lijkt de situatie te zijn waarin we ons nu bevinden. Een toestand van oorlog waarin het Westen belaagd wordt door onvoorspelbare dreiging en aanvallen van terroristen, die op hun beurt hun bevolking door Westerse militairen onderworpen zien. Aan beide zijde vallen slachtoffers, terwijl wezenlijk geen vooruitgangen geboekt worden. Een van de kenmerken van het prisoner's dilemma is dat partijen vaak, dan niet altijd, in een collectief inefficiënte situatie terecht zullen komen. Voor beide partijen is deze situatie namelijk gunstiger dan een situatie waarin zij kiezen voor coöperatie, terwijl de tegenpartij kiest voor defectie. In deze situatie lijden zij immers de grootste verliezen, terwijl de defecterende partij het grootste profijt heeft. Hierdoor voorspelt het prisoner's dilemma dat partijen geneigd zijn tot defectie, aangezien dit alternatief de meeste kansen tot succes biedt. Echter, het gevolg is dat de uitkomst die voor beide partijen het meest gunstig zou zijn, namelijk wederzijdse coöperatie, niet zal plaatshebben. Aldus beredenerend kan geconcludeerd worden dat voor zowel de terroristische groeperingen als voor het Westen, samenwerken de beste optie is. Op een of andere manier zullen concessies en voorwaarden van beide partijen aan elkaar bekend moeten worden. Als beide partijen zich coöperatief opstellen zou na verloop van tijd de onvrede bij de Islamitische fundamentalisten verminderd kunnen worden, wat hen wellicht motiveert om de wapens neer te leggen. Al met al lijkt een situatie waarin Osama Bin Laden en George Bush aan één tafel zitten tamelijk onrealistisch. Toch zullen beide partijen, als zij streven naar vrijheid en gelijkheid, op een zeker punt aan elkaars wensen tegemoet moeten komen. Het zou ook Auguste Comte, de vader van de sociologie, eer aan doen.

SOAP | JUNI 2006

15


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK AMSTERDAMSE ONDERWERELD

Dader of volgend slachtoffer? Willem Holleeder; leider van de Amsterdamse onderwereld Saraï Sapulete Het begin van de criminele loopbaan van Willem Holleeder begint al op de mavo, waar hij met zijn één jaar oudere vriend Cor van Hout, mensen de stuipen op het lijf jaagt. Dit is in het begin van de jaren zestig. In de jaren tachtig maakt hij naamsbekendheid door de ontvoering van Freddy Heineken. Het brein achter deze ontvoering is zijn schoolvriend Cor van Hout. In 1983 ontvoeren Cor van Hout, Willem Holleeder en nog drie handlangers Freddy Heineken. Holleeder heeft nog geen hoofdrol in deze ontvoering, hij wordt gezien als slaafje van Van Hout en ook wel als de stille kracht achter de ontvoering. Inmiddels zijn we vele jaren verder en is er veel gebeurd in de Amsterdamse onderwereld. Vorig jaar november vond een aantal liquidaties plaats. Willem Holleeder, alias 'de Neus' is in januari van dit jaar gearresteerd. Wie heeft welke rol in de onderwereld en wat heeft er zich tussen 1983 en 2006 afgespeeld? Een korte geschiedenis van Willem Holleeder.

Willem Holleeder De ontvoering van Freddy Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer heeft 35 miljoen euro aan losgeld opgeleverd. De zaak wordt echter snel opgelost en 27 miljoen euro van het losgeld wordt teruggevonden. Holleeder en Van Hout worden in 1987 beiden veroordeeld tot elf jaar celstraf. Holleeder staat bekend als een meedogenloze psychopaat, een man zonder emoties, maar bijzonder sociaal vaardig. Hij weet dan ook binnen zes jaar weer op vrije voeten te komen. Zijn avontuur in de gevangenis heeft hem echter weinig gedaan, want zodra hij op vrije voeten is, heeft hij zijn nieuwe plannen al klaar. In hotel Marriot in Amsterdam wordt

16

SOAP | JUNI 2006

een bevrijdingsfeestje georganiseerd door vriend Rob Grifhorst. Heel toepasselijk wordt de tune van 'Heerlijk, Helder, Heineken' gespeeld wanneer de ontvoerders op hun feestje binnenkomen.

“Na zijn vrijlating, al is het over jaren, zal deze meedogenloze psychopaat vast wederom toeslaan” Samen met Rob Grifhorst beginnen de vrienden aan een nieuwe onderneming. Ze gaan de seksindustrie in: ze handelen in onroerend goed en worden mede-eigenaar van de 'Casa Rosso'. Ze springen met deze keuze goed in op deze markt, aangezien de baas in deze wereld, Bruinsma ('de Dominee') net vermoord is. In deze tijd wordt Van Hout wederom gearresteerd en veroordeeld tot viereneenhalf jaar celstraf wegens dubieuze praktijken. Er ontstaat ruzie tussen Van Hout en Holleeder en de laatste sluit zich aan bij John Mieremet, die vroeger met de in 2000 omgelegde crimineel Sam Klepper het duo 'Spic en Span' vormde. Met Mieremet begint hij zijn afpersingspraktijken. Ze doen via een simpele methode: Mieremet bedreigt het slachtoffer, Holleeder biedt bescherming, tegen betaling natuurlijk. Willem Endstra, ook wel de 'bankier van de onderwereld' genoemd, is één van de slachtoffers van afpersing. Holleeder doet zich eerst voor als vriend, leert de hele familie kennen. Endstra weet wat voor figuur hij in huis haalt met Holleeder, maar verwacht dat het hem niet zal overkomen. De psychopathische Holleeder echter, maakt een ijskoude omslag en perst Endstra miljoenen af. Deze miljoenen investeert hij vervolgens in drugshandel, door de Hells Angels uitgevoerd. Andere vastgoedmagnaten die zouden zijn afgeperst zijn Kees Houtman en Erik de Vlieger, hoewel de laatste ontkent te zijn lastiggevallen door Holleeder. Slachtoffers van de afpersingen hebben nooit hun mond open durven doen, bang als ze waren voor Holleeder. Pas na de liquidatie van Endstra in 2004 is hierover meer bekend, door Endstra's bekentenissen, uitgebracht in het boek 'de Endstra-tapes'. Bij de vraag wie Endstra vermoord heeft, wijzen vingers in de richting van Holleeder. Endstra zou namelijk naar Willem van Boxtel, alias 'Big Willem', voorzitter van de Hells Angels, hebben benaderd om Holleeder om te leggen. Holleeder krijgt ook ruzie met Mieremet en gaat verder met twee oude vrienden van Mink

K. ('de Lange'), wapenhandelaar: Dino S. en Stanley H. ('de Ouwe'). Cor van Hout is inmiddels ook geliquideerd. Er waren reeds drie aanslagen op zijn leven geweest. Meer liquidaties volgen. Op 31 oktober 2005 wordt Evert Hingst, onderwereldadvocaat en advocaat en adviseur van Mieremet en Mink K. geliquideerd. Op 2 november 2005 wordt in Thailand John Mieremet omgelegd en diezelfde avond is Kees Houtman aan de beurt. Naar alledrie liep een politieonderzoek. De vraag is of Holleeder iets met deze liquidaties te maken heeft gehad, of dat hij het volgende slachtoffer is. In ieder geval wordt hij gearresteerd op 29 januari 2006. De arrestatie heeft even op zich laten wachten, omdat de politie bang zou zijn dat Holleeder te snel weer op vrije voeten zou zijn. Advocaat Bram Mosckowicz verklaart dat ze liever even gebeld waren voor de arrestatie, zodat ze gewoon langs konden komen op het bureau. In plaats daarvan wordt Holleeder uit zijn auto gesleurd en met veel spektakel gearresteerd. Die nacht werden nog dertien mensen gearresteerd, onder wie de vriendin van Holleeder, Maike D., tevens moeder van zijn kind. Hij zit nu vast voor afpersing en bedreiging. Onlangs gingen er geruchten op dat advocaat Bram Mosckowicz volledig 'in de tang' zou zitten bij Holleeder, de advocaat ontkent dit echter. Op dit moment zit hij misschien nog niet vast in het web van Holleeder en denkt hij, net als Endstra, alles wel in de hand te hebben. Holleeder, bekend als de spin omdat hij iedereen om zijn vinger weet te winden, zou zijn psychopathische omslag bij Mosckowicz nog wel eens kunnen maken. Maandag 22 mei jongstleden vindt er een onderzoek plaats door de nationale recherche naar aanleiding van een tip over eventuele lijken in een garagebox aan de Minervalaan in Amsterdam. In deze garagebox, waar Holleeder zijn auto parkeerde, zou hij twee lijken in een dubbele wand hebben verborgen. Echter, er worden geen lijken gevonden. Of Holleeder nu achter de liquidaties zit of niet is niet duidelijk. Het is en blijft een ingewikkeld verhaal. Wat wel zeker is, is dat Holleeder in ieder geval voor een tijdje weer veilig zit. Ook de vastgoedmagnaten zijn weer een tijdje van de man verlost, maar Holleeder zal waarschijnlijk niet stilzitten. Na zijn vrijlating, al is het over jaren, zal deze meedogenloze psychopaat vast wederom toeslaan.


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK GAMEVERSLAVING

Video Gamers Anonymous? Joëlla Angenent Een Japanse jongen wordt dood gevonden in zijn bureaustoel. Het vijftig uur lang verkrampt in dezelfde houding zitten heeft zijn bloedsdoorloop te erg belemmerd. Op het bureau ligt een beschimmelde broodkorst. De hand van de jongen rust op zijn muis. Ironisch genoeg gaat het spel op zijn computer gewoon door. Het is de ziekte van de 21ste eeuw: gameverslaving. Bijna een op de drie patiënten in particuliere afkickklinieken in Nederland is verslaafd aan het spelen van games op de pc of een andere spelcomputer zoals de Playstation of Xbox. Gameverslaving gaat vaak ook gepaard met een cocaïne- en cannabisverslaving. Om de meest onderschatte verslaving van deze tijd kun je eigenlijk niet meer heen.

De psycholoog Miller speelde het spel 'Diablo II' omdat hij wilde ervaren wat de spellen van tegenwoordig teweeg brengen. Tot zijn verbazing bleef hij al snel nachtenlang op. "Elk doel dat je bereikt leidt weer tot een nieuw doel en onderweg zijn er allerlei kritische keuzes die je moet maken. Omdat je erg veel tijd steekt in het ontwikkelen van een karakter is het zonde van je tijd om te stoppen en het doel uiteindelijk niet te bereiken." In een onderzoek van de Medische Universiteit in Berlijn werd onderzocht of symptomen en gedrag dat bij andere verslavingen voorkomt ook bij gameverslaving optreedt. Alle respondenten kregen een intens verlangen om te gamen toen ze geconfronteerd werden met beelden van hun favoriete spel, verder voelden ze zich beter na een sessie en vertoonden ze lichamelijke afkickverschijnselen zoals zweten en trillen wanneer ze niet speelden. Hieruit blijkt dat het mechanisme achter de meeste verslavingen hetzelfde is, aldus Sabine Güsser, één van de onderzoekers.

Langzaam worden de gevolgen van gameverslaving pijnlijk duidelijk: scheidingen, ontslag, verwaarlozing van vrienden en familie, falen voor tentamens... De game 'EverQuest', ook wel 'EverCrack' genoemd, zorgde vorig jaar voor de dood van een baby, wiens vader zo door het spel in beslag genomen werd zodat hij zijn kind totaal verwaarloosde. Een ander jong en onschuldig slachtoffer viel toen een jongen zijn kleine broertje met een hamer op zijn hoofd sloeg omdat hij hem stoorde tijdens het spelen. Genoeg gruwelijke details. De laatste jaren zijn er steeds meer klinieken opgestaan die een behandeling tegen gameverslaving aanbieden. In Amerika is Dr. Maressa Orzack al een aantal jaren de oprichter en coördinator van de 'Computer Addiction Service'. Zij biedt een behandeling door middel van cognitieve gedragstherapie waardoor de patiënt het probleem erkent en het hierdoor op kan lossen. Deze behandeling wordt ondersteund door medicatie en er wordt deelname aan supportgroepen aanbevolen. De behandelingen verlopen niet via het internet, Orzack: "I'm licensed in Massachusetts, not in cyberspace." Ook in Nederland zijn er een aantal klinieken die gameverslaving behandelen. Zo heeft de Amsterdamse privékliniek Smith & Jones sinds kort een intensief afkickprogramma opgesteld. Smith & Jones, gespecialiseerd in drugsverslavingen, kwamen in aanraking met gameverslaafden omdat ze zich in de eerste instanties aanmeldden voor een behandelingen tegen cocaïne of softdrugs. "Veel jongeren met een gameverslaving gebruiken drugs om langer door te kunnen spelen," zegt directeur Keith Bakker. In de eerste instantie konden verslaafden bij Smith & Jones terecht voor een dagbehandeling maar dat bleek niet effectief genoeg te zijn. "Ze moeten hier blijven slapen, anders zitten ze thuis zo weer achter de spelcomputer." De verslavingsinstelling Cascade International in Bilthoven en Moergestel richt zich op motiverende gespreksvoering, zelfcontrole technieken en terugvalpreventie. Er worden vaardigheden aangeleerd die de bestaande patronen doorbreken zodat de patiënten zich weer kunnen richten op de goede dingen des levens. De misère van de een zorgt altijd voor fascinatie en nieuwsgierigheid bij de ander. Zo doet Jeroen Jansz, game-onderzoeker aan

de Universiteit van Amsterdam, onderzoek naar psychologische factoren die de aantrekkingskracht van gamen kunnen verklaren. Een ander interessant onderzoek is dat van Irwin en Gross, zij tonen aan dat de psychologische cirkel van verslaving ook toegepast kan worden voor gameverslavingen. Wanneer mensen goed spelen zorgt dit voor een adrenalinestoot. Dat gevoel wil men steeds weer opnieuw en opnieuw ervaren zodat men in een soort cirkel terecht komt. Deze cirkel leidt uiteindelijk tot een ongezonde interactie met video spellen. Ook de sunk cost fallacy kan hier toegepast worden. Dit treedt op wanneer men met een spel verder moet gaan omdat hij er tijd in heeft gestoken en anders het gevoel heeft dat die tijd is verspild (zie Miller aan het begin van dit artikel). Symptomen van gameverslaving: Psychische symptomen: - Je goed of euforisch voelen wanneer je achter de computer zit - Niet kunnen stoppen - Het verwaarlozen van familie en vrienden - Je leeg, depressief en geïrriteerd voelen wanneer je niet achter de computer zit - Liegen tegen werkgevers en familie over activiteiten - Problemen met school en werk Lichamelijke symptomen: - Carpaletunnel syndroom - Droge ogen - Hoofdpijn - Onregelmatige eetpatronen - Geen aandacht besteden aan lichamelijke hygiëne - Slapeloosheid, onregelmatige slaappatronen Uit een ander recent onderzoek blijkt dat men dopamine aanmaakt wanneer men video games speelt. Deze stof beïnvloedt verschillende soorten gedrag, een hiervan is het hebben van plezier. Dopamine wordt ook aangetroffen bij drugsverslaafden en beïnvloedt hierdoor hun gevoelens voor plezier. Zorgt het spelen van video games voor fundamentele en permanente veranderingen in het dopamine systeem? Heeft dit effecten voor gevoelens van plezier en geluk? Meer onderzoek naar deze nieuwe verslaving is zeker nodig. In Japan wil het parlementslid Kim Hee-Jung een wetsvoorstel indienen dat ontwikkelaars van online games moet verplichten een tijdslimiet in het spel in te bouwen. Het is de vraag of dit de manier is om deze verslaving in te perken. "Autodealers plakken ook geen stickers op hun auto's met 'Rijd niet over mensen heen'. Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid voor hun daden", zegt Scott McDaniel van Sony Online Entertainment. Een Video Gamers Anonymous is misschien een betere uitkomst.

SOAP | JUNI 2006

17


Om sociologiestudenten een beter beeld te geven van wat er zich allemaal afspeelt binnen onze studievereniging biedt de SoAP Sociëtas hier de ruimte om haar activiteiten toe te lichten. Wiebren Jansen Sociëtas De laatste SoAp van het jaar is tevens een uitgelezen mogelijkheid voor Sociëtas om terug te kijken op het studiejaar. Het jaar stond bol van de activiteiten. Eigenlijk is het teveel om op te noemen. Volledigheid is derhalve zowel een inferieur doel als niet zaligmakend. Toch een bescheiden poging. Het introkamp, de filmmarathon (jaja!), het kerstdiner, het bowlen, de uitreiking van de almanak, de studiereis, een karaokesessie, Boedapest, Rocken met Geitewollensokken, het commissieweekend, de vele vele borrels en dan ook nog eens de aanstaande en afsluitende barbeque. Het lijkt een hele opgave om het als student Sociologie niet naar je zin te hebben. Zoals u gewend bent van deze opiniërende rubriek wordt er geen poging gedaan een inhoudelijke bijdrage te leveren. Voor enkele spraakmakende foto's is echter altijd wel ruimte.

Drie krullenbollen (waar is Kay?)

E & E on the mic voor YMCA (het dansje konden ze ook)

ABBA ?

Vincent heeft de grootste mond

18

SOAP | JUNI 2006


Eerste commissieweekend een feit In het tweede weekend van juni werd voor het eerst een weekendje weg voor alle sociologische commissies georganiseerd. We vermaakten ons een weekend lang in Geesteren in de Achterhoek, alwaar een kampeerboerderij was afgehuurd. Het weekend, voornamelijk bestaande uit voetbal kijken, klootschieten, kaartspelletjes en veel hangen, was een groot succes en wordt dus waarschijnlijk volgend jaar herhaald. Op deze pagina in ieder geval wat foto’s van de editie van dit jaar.

Biertjes drinken in de tuin met volop zon

Sociëtasvoorzitter doet foute drankspelletjes Boven: Het eten is op, het bier nog lang niet Rechts: Organisator Wiebren brengt de stemming voor Nederland - ServiëMontenegro er alvast in Onder: Er worden ook nog intelligente dingen gedaan

Rotterdam Het contact met andere studieverenigingen is vorig jaar nieuw leven ingeblazen. Ook dit jaar is er sprake geweest van periodiek contact met onze collega's buiten Groningen. Zo kwam er op maandag 15 mei een groep van 10 Rotterdamse sociologiestudenten aan in Groningen voor een rondleiding en een debat over stadsvernieuwing. Onder de bezielende leiding van onze eigen Hanne en met hulp van Jouke de Jong (één van de twee adviseurs van bewonersorganisaties van het Woonbureau in Groningen) werd de groep door de wijk Vinkhuizen geleid. De vernieuwingen die in deze wijk vanaf 2003 zijn doorgevoerd stonden centraal. De bewonersorganisaties bleken een flinke vinger in de pap te hebben gehad bij de constructie van de nieuwe plannen. Na de rondleiding ging de stoet naar de faculteit, alwaar een debat plaatsvond met stellingen rondom stadsvernieuwing. Rudi Wielers en enkele Groningse studenten waren present. De middag was gezellig en interessant, en het contact met de Rotterdammers is verbeterd. Bovendien is de basis gelegd voor een Gronings bezoek aan Rotterdam volgend jaar. Rest mij niks anders dan een ieder te bedanken voor een mooi jaar Sociologie. Tot volgend jaar wellicht!

SOAP | JUNI 2006

19


KUNST & CULTUUR BOEDAPEST

Een stad in tijden van verandering Niels Drenth & Marlou Visser 23 april 2006. Negenendertig vermoeide sociologiestudenten komen aan in Boedapest. Een historische gebeurtenis op zich. Het weer is goed, de stad prachtig en de vakantiesfeer is bijna letterlijk te voelen. Maar de hoofdstad van Hongarije biedt meer dan vermaak, het is een stad met volop historie. Nog geen twintig jaar daarvoor, in 1989, werd de Hongaarse Republiek uitgeroepen. Het was het jaar dat alle Oostblok landen hun communistisch regime verloren, de val van de Berlijnse muur was het symbolisch einde van de Europese tweedeling. In 2004 werd Hongarije echt geaccepteerd door het westen, en werd het land lid van de Europese Unie. In Hongarije en vooral in Boedapest hebben deze ontwikkelingen allemaal hun sporen achtergelaten. Een impressie van een land in tijden van verandering: De grens tussen Oostenrijk en Hongarije hebben we net gepasseerd en er rijst een wegrestaurant op aan de horizon. Het is het eerste gebouw dat in Hongarije te zien is vanuit de bus, en het dak is een rood met witte mozaĂŻek waarop het logo van Coca cola is ingelegd. In de belangrijkste winkelstraat in Boedapest zitten allerlei Europese en Amerikaanse ketens, eigenlijk praktisch dezelfde als die, die ook in de Heerestraat in Groningen zijn te vinden. Grote schreeuwerige billboards staan op historische gebouwen om merken als Rolex en Snickers aan de man te brengen. In kroegen en discotheken klinkt allemaal bekende muziek. Bars en restaurants zijn vaak hip, commercieel en toeristisch ingesteld. In de supermarkten is ontzettend veel keus tussen soorten koekjes, broodjes en vooral drank. De Albert Heijn is er niets bij. Het communistisch verleden is niet meer heel erg zichtbaar, maar vooral in de mentaliteit van de mensen komt het nog tot uiting. Taxichauffeurs spreken prijzen onderling af, de bestuurder van trein, bus en tram knijpt beide ogen toe als er zwartgereden wordt. Openbaar vervoer is in de praktijk voor iedereen gratis. Net als medische zorg. Volgens de heer Takacs, een Hongaars onderzoeker aan onze faculteit, is er echter ook nog een andere erfenis uit het verleden nog steeds in stand gehouden: de corruptie. Zo is het bijvoorbeeld gebruikelijk dat patiĂŤnten hun artsen 'halapenz', dankgeld betalen in de hoop een goede behandeling te

20

SOAP | JUNI 2006

krijgen. Wie veel betaalt, krijgt privileges als eerder naar binnen mogen en meer tijd en aandacht. Het is een gewoonte die niet uit te roeien lijkt, zowel patiĂŤnt als arts houdt hem in stand. Eenmaal buiten het historisch stadscentrum lijkt mijn stereotype verwachting van een ex-communistisch land meer te kloppen. Mensen wonen in identieke hoge flats, huizen zijn enigszins vervallen en op de wegen rijden soms auto's die bijna uit elkaar vallen. Maar of dit nu echt een erfenis van het communisme te noemen is, of gewoon armoede, is moeilijk te zeggen. Troosteloos is het wel. 'Oostblokkerig', is het woord dat het best de lading dekt. Maar dat is geen wonder. Een van de meest indrukwekkende momenten van de trip is de middag in het Semmelweis ziekenhuis. In het ziekenhuis, dat in een imposant gebouw in het centrum

door een geheel eigen kijk op kunst. Na de val van het communisme leken de vele communistische beelden die de stad rijk was, verloren te gaan. Gelukkig werden vele beelden vervangen door nieuwe kunstwerken, zodat ook vandaag de dag het straatbeeld mede bepaald wordt door prachtige beelden. Een deel van de oude communistische beelden zijn buiten de stad tentoongesteld. De plek waarop dit alles te zien is, verraadt de haat jegens het communisme. Men dient een ware survival tocht met een bus te maken, alvorens deze historie te kunnen aanschouwen. Wellicht is dit het ware gezicht van het platteland van Hongarije. De wegen zijn nauwelijks verhard, smal en onoverzichtelijk. Na een tocht van drie kwartier in de bus die in onze maatschappij al ruim zou zijn afgeschreven, komt men aan bij het park. Bij binnenkomst op het park klinkt de Internationale door de

Een badhuis in het centrum van Boedapest van de stad ligt, zijn de verschillen tussen welvarend Nederland en het minder fortuinlijke Hongarije pijnlijk zichtbaar. Het eerste dat opvalt is dat de bekende ziekenhuisgeur ontbreekt. Mensen slapen met twaalf, of soms nog meer personen op een kamer, privacy is er niet bij. Gordijnen hangen provisorisch aan haakjes, deurtjes zitten los in hun voegen. Een steriele en betrouwbare indruk laat het ziekenhuis niet achter. De chirurg die ons rondleidt vertelt over de problemen: men wil wel moderniseren, maar het geld is er niet. Hij is ervan overtuigd dat dit snel zal veranderen. Kom over vijf jaar maar eens terug. De tijd van communisme heeft zich niet alleen gekenmerkt door armoede, maar ook

foto: Niels Drenth

luidsprekers. Men waant zich even in een communistische heilstaat. Het park zelf toont prachtige indrukwekkende beelden. Een imposant kubistisch beeld van Marx en Engels vormt het topstuk van het park. Maar ook beelden van Lenin en Hongaarse leiders ontbreken niet. Vlak naast het park is een enorme villawijk gevestigd. Het ene huis ziet er nog mooier uit dan de andere. Auto's die je hier vooral in Wassenaar en Haren ziet. En tuinen zo mooi als de Hortus. Een groot contrast met de wijk waarin ons hotel was gevestigd. Hier wonen duidelijk de mensen die wel hebben geprofiteerd van het kapitalisme.


KUNST & CULTUUR

Typerend voor Boedapest is het openbare vervoer. Vrijwel ieder plekje in de stad is elk moment van de dag perfect te bereiken. Overdag rijden er metro's, trolleys en trams in overvloed en in de nacht kan men gebruik van bussen. Pronkstuk van de stad in de metrolijn M1. Deze lijn is de oudste metrolijn van het Europese vasteland, en dit is te zien ook. Met prachtige authentieke borden worden de stations aangeven. Ondanks de leeftijd van deze lijn, is alles perfect onderhouden. Geen graffiti, geen roest en zelfs geen papiertje op de grond. Voor de lange West-Europeaan is deze metro echter iets te klein. De metro is slecht 2,02 meter hoog. De sfeer in de metro vergoedt echter alles. Van de borden tot de stations, van de wagons tot het personeel. Alles is werkelijk perfect aan deze metro. Een genot om daar in gezeten te hebben. Hoogtepunt van deze lijn is station Oxtogon. Waan je je boven nog in een Westerse stad met een Burger King, Mac Donalds en een Spar, eenmaal beneden heb je het idee dat je in een prachtig communistisch metrostation bent beland. En dat alles nog eens extra kracht bijgezet door de krachtige naam Oxtogon. Wel opvallend is het controle beleid in de metro. Controleurs lijken geheel willekeurig personen uit te kiezen voor controle. Wanneer men echter goed op let, ziet men dat er enkel en alleen personen met een Westers uiterlijk worden gecontroleerd. Dit kan de pret echter niet drukken. Een ritje in Metrolijn 1 van Boedapest is een unieke ervaring. Ook de trams zijn prachtig. De gele gevaarten razen door de straat van Boedapest. Met een drukte die men zelfs in lijn 11 nauwelijks ziet. Wanneer men dan een tram en een trolleybus elkaar ziet kruisen, krijgt men een onbeschrijfbaar gevoel. Denk alle reclame-uitingen erbij weg en men kan zich een voorstelling maken van Boedapest tijdens het communisme. Tevens prachtig is de kettingbrug (Szechenyi Lanchid) over de Donau. Op een punt waar de Donau 300 meter breed is. Deze brug stamt uit 1849 en nog steeds rijden er dagelijks vele auto's over deze brug. Wanneer men des avonds vanaf boven op deze brug kijkt, laat hij een onvergetelijke indruk achter. Vanuit de Burcht, die in de hogere gedeeltes van Boedapest ligt, is men eigenlijk altijd verzekerd van een geweldig uitzicht. De op 60 meter hoogte gelegen burcht is de ideale plek voor een panoramafoto. Alle aan de Donau gelegen meesterwerken in Pest zijn te zien. Het grootste meesterwerk is het parlementsgebouw, dat tot de grootste ter wereld behoort. Helaas wordt dit in barokke stijl ontworpen paleis permanent in de steigers gezet om de stenen te vervangen. Bijzonder en heel erg Hongaars zijn de

Een in Kubistische stijl opgetrokken beeld van Karl Marx en Friedrich Engels foto: Niels Drenth badhuizen. Vroeger stonden deze badhuizen in de stad uit noodzaak, omdat men thuis geen gelegenheid had zich te wassen, nu is een bezoek aan het badhuis een ontspannen en gezond dagje uit. Uit de Donau stroomt geneeskrachtig water, dat in de vele vaak in Turkse traditie gebouwde badhuizen opwelt. Dit is geen wonder, omdat de stad Boedapest onder Turks bewind is geweest. Dat het water enigszins naar rotte eieren ruikt, mag de pret niet drukken. Het is heerlijk ontspannen in de warme en koude baden, stoombaden en sauna's.

opstanden dreigden de hele stad Pest kapot te schieten. Toen de vrede tussen beide landen weer een feit was, gaven de Oostenrijkers de citadel aan Hongarije. De Hongaren wilden het fort eigenlijk slopen, maar hadden daar niet de middelen voor dus is het bij een symbolische vernieling gebleven. Er staat tegenwoordig een groot vrijheidsbeeld op de berg, dat vanaf de hele stad te zien is. Ook is de citadel een echte toeristentrekker, niet alleen voor het uitzicht, maar ook voor de tocht naar boven en beneden, omdat de berg begroeid is met prachtige bomen en bloemen.

Er zijn prachtige luxe badhuizen die ook door de toeristen zijn ontdekt, maar ook authentieke kleinere waar de Hongaren zelf komen. Wel hebben ze allemaal een prachtige koepel, van waaruit het licht op het water schijnt in prachtige patroontjes. De Turkse baden kennen speciale mannen- en vrouwendagen, waarop naakt wordt gebaad. Deze dagen zijn ook erg populair bij de homoseksuele bevolking van Boedapest.

Boedapest is een prachtige stad, waar voor toeristen veel te zien en te beleven is, maar het is ook een stad met een rijke geschiedenis. Wie de stad bezoekt, zal overal tegenstellingen tussen het moderne, Europese kapitalistische en het oude communistische verleden zien. Hopelijk zal het lidmaatschap van de Europese Unie het land goed doen wat betreft medische voorzieningen en huisvesting, maar zal het communistische karakter van het land niet geheel verloren gaan onder een laag Coca Cola, MacDonalds en een flinke dosis westerse handelsmentaliteit.

Ook een mooi stukje geschiedenis is de citadel. Dit is een uitkijkpunt op de hoogste berg van Buda, van waaraf je de hele stad kunt overzien. Vroeger is de citadel gebouwd door de Oostenrijkse bezetters, die bij

SOAP | JUNI 2006

21


KUNST & CULTUUR KUNST

IN DE

VAKGROEP

“Great!! Fantastic!! Absolutely magnificent!!!” Hanne van der Iest Cor Jan van Zwol In de rubriek "Kunst in de Vakgroep" staat iedere SoAP een student, docent of medewerker centraal met een bijzondere band met kunst en cultuur. In deze aflevering Hanne van der Iest (20), eerstejaars student Sociologie (ondanks dat ze in de almanak tussen de ouderejaars te vinden is). Ze kan avonden lang bezig zijn met het maken van kleding. "Hartstikke leuk!" Af en toe tekent ze en zoals ze zelf zegt, "koken is ook een kunst". Maar waar ze echt gelukkig van wordt is haar toneel. En wat dat betreft is ze wel een ouderejaars, want ze speelt al toneel vanaf haar 8e. Eerst anderhalf jaar bij het Platformtheater, vervolgens zeven jaar bij de Jeugdtheaterschool in Groningen en nu speelt ze sinds twee maanden bij GET. GET staat voor 'Groningen English Theater' en is ontstaan uit de toneelvereniging van Engels (GUTS). De regisseur van GET is ook de oprichter. Het ontstaan van GET is te danken aan zogenaamde artistieke meningsverschillen, de groep wilde op een andere manier spelen, repeteren en presenteren. Het 'English' in GET houdt in dat er Engelstalige toneelstukken gemaakt worden. Onderling spreken de acteurs wel gewoon Nederlands. De groep bestaat nu uit veertien mensen. Hanne is bij de groep geraakt doordat een collega, die ook bij de groep speelt, haar mee nam naar de auditie. Waarom Hanne toneel speelt? Voor haar is het heel simpel. "Ik ben een beetje creatief en ik word supergelukkig van het neerzetten van mooie, leuke en ontroerende dingen. Als ik alleen maar bezig zou zijn met mijn studie, zou ik gek worden. Ik moet naast input krijgen, ook in staat zijn voor output te zorgen. Ook het samenwerkingsaspect spreekt haar aan. "Je hebt niet alleen invloed op je eigen spel, maar ook op dat van anderen. Niet alleen goed individueel spel, maar ook vooral goede voorzetten naar je medespelers worden op prijs gesteld. Wil je kunnen spelen, dan moet je heel erg alert zijn op wat er om je heen gebeurt. Timing is cruciaal. Dit is voor mij de uitdaging: hoe pak en creëer je momenten. En uiteraard is het nazitten in de kroeg toch ook wel een prettig sociaal neveneffect van toneelspelen." Eind september, begin oktober zal er een voorstelling zijn. Daarvoor repeteert Hanne nu één keer in de week, op woensdagavond van zeven uur tot ongeveer half tien. Daarnaast moet ze ook nog haar teksten

22

SOAP | JUNI 2006

leren, maar omdat het nog even duurt voor de première, voorspelt ze dat dat pas in zomervakantie gebeuren zal. Op de Jeugdtheaterschool was dat wel anders. Daar werd vijf uur per week gerepeteerd en moesten natuurlijk ook de teksten worden geleerd. Het stuk dat GET aan het voorbereiden heet 'GET Real'. Op de site van GET (www.protest.nl/theater) staat het als volgt beschreven: "…een show gevuld met sketches. In anderhalf uur zal het regisseursechtpaar Bruce en Joanna trachten hun relatieproblemen op te lossen met de hulp van Dr. Phil McGraw. Aan de hand van deze sessie duikt het publiek in de levens van Bruce en Joanna die elk een eigen interpretatie hebben van hun problemen. De verhalen van Bruce en Joanna worden op het toneel uitgebeeld in de verschillende sketches."

Last van plankenkoorts heeft Hanne niet meer. Vroeger wel een beetje: "de gezonde zenuwen, zeg maar". Ze kan niet helemaal verklaren waarom ze niet meer zenuwachtig is, maar tegelijkertijd vindt ze het wel jammer. "De spanning is wel lekker en het maakt je scherp." Het wil niet zeggen dat ze helemaal zenuwloos is, want wanneer ze voor sociologie een presentatie moet houden, is ze toch wat zenuwachtig, zegt ze. "Het gaat niet zover dat ik, met zwetende handen, verstijfd voor een groep sta, maar ik praat sneller en volgens mij ga ik blozen (lang leven de make-up)." In de voorstelling 'GET Real' speelt Hanne een aantal types. Ze is een moeder die in de heilige overtuiging verkeert dat haar zoon homoseksueel is, wat natuurlijk niet het geval is. Ook speelt ze een immer poserende Bondgirl en een overenthousiaste regisseuse wat te horen is aan haar feedback: “Great!! Fantastic!! Absolutely magnificent!!!” "Lekker stereotiep en standaard, maar geweldig om te spelen." Voordat ze bij GET speelde had ze een voorliefde voor de serieuzere rollen, maar het komische spel van de sketches bevalt haar

boven verwachting goed. Nu maakt het haar niet veel uit wat voor soort rol ze speelt, als het maar afwisselend is en ze duidelijk weet wat de regisseur of de tekst van haar wil. Ondanks dat ze veel lol beleeft aan de komische rollen, krijgt ze ook wel weer zin in een serieuze rol. "Begrijp me niet verkeerd, ik ben absoluut tegen dat quasi-interessant abstracte theater en dat verschrikkelijke dramatische 'overacting' á la: 'Oh nee, verlaat me niet!' 'Jawel Angelique, ik moet nu echt gaan'. Ik bedoel eigenlijk realistisch spel. Wel doodeng hoor! Maar er is geen heerlijker gevoel dan dat goed neer te kunnen zetten." De mensen die toneel spelen zijn niet duidelijk te typeren. Volgens haar zijn er acteurs in alle soorten en maten. "Als je voelt dat je vastzit in je eigen emoties, dat je geen kant meer uit kunt, dat je iets moet doen met je midlife- of adolescentiecrisis, wanneer je merkt dat je stiekem Egbert-Jan Weeber door de straten van Groningen aan het volgen bent en je zowat flauwvalt bij de gedachte aan 'Miss Saigon', dan moet je het podium oprénnen en je tónen aan dat publiek! Nee hoor… grapje." Toch ontdekt ze een bepaalde regelmaat in het soort mensen dat ze meemaakt. "De meeste acteurs zijn wat extraverter dan gemiddeld, wat knuffeliger dan gemiddeld en stemmen wat linkser dan gemiddeld (behalve Arnold Schwarzenegger). Maar ja, het is moeilijk om iedereen over één kam te scheren hoor!" Ondanks dat ze zelf speelt, heeft Hanne geen voorkeur voor film of theater. "Maar ik houd niet van alle films en ik kan me soms ook vreselijk ergeren aan voorstellingen." Wat films betreft gaat haar voorkeur uit naar filmhuisfilms, bij voorkeur Spaanse of Scandinavische. En een hele standaard rij films die iedereen goed vindt; 'Fight Club', 'American History X', 'Snatch' en dergelijke. Alleen de hype rond deze films vindt ze jammer. En als mooie actrice noemt ze Franka Potente, uit 'Lola Rennt' en 'Der Krieger und die Kaiserin'. Voor het theater maakt het haar niet zoveel uit wàt er gespeeld wordt, maar meer hóé. Hier komt haar afweer tegen "dat hele abstracte geknutselde gedoe", oftewel overacting. En ook blijkt hier haar voorliefde voor de 'momentjes'. Ze wordt gelukkig als ze een moment weet te creëren, maar ook als ze het een ander ziet doen. "Zodra ik speciale momentjes herken op het podium, en er goed gespeeld wordt, en samengespeeld wordt, ben ik blij."


KUNST & CULTUUR ZOMERFESTIVALS

Het Pinkpop-gevoel Marlou Visser Wakkerwordenwakkerwordenwakkerworden wakkerworden!! Het is kwart over tien 's ochtends, en ik heb nog lang geen acht uur slaap achter de rug en ook absoluut geen zin mijn slaapzak te verlaten. Maar er zit niets anders op, de camping sluit om twaalf uur en dan moeten we alle troep hebben ingepakt en wegwezen. Dit alles langzaam overdenkend, wordt ik weer opgeschrikt door iemand die hardhandig tegen onze tent aanduwt. Wakkerworden! Het is 6 juni 2006, de ochtend na Pinkpop. Camping A ziet er vreselijk smerig uit, overal liggen lege bierblikken, stukken w.c.papier, stukken tent en lege wijnflessen. Het is waarschijnlijk nog lang niet zo erg als camping B, waar de vorige nacht enkele rituele partytent verbrandingen hebben plaatsgevonden. Of het festivalterrein zelf, waar niet alleen geen schoon stukje gras meer te vinden zal zijn door alle kapotgetrapte bekertjes en patatbakjes, maar ook nog een stuk of zes kleine brandjes hebben gewoed.

Geen wonder dat je er steeds dezelfde mensen treft, die te herkennen zijn aan shirts of hoedjes van festivals van jaren geleden en een hele trits gekleurde polsbandjes. Ondanks de massale belangstelling voor de bands die spelen, is de sfeer zelden of nooit vijandig. Iedereen komt voor het feestje, en heeft er zin in. Als je hulp nodig hebt met het opzetten van je tent of het zoeken van een kwijtgeraakte vriend, krijg je die. Of het saamhorigheidsgevoel is ontstaan door het rijkelijk vloeiende bier of de goede muziek is onduidelijk. Maar het is er onmiskenbaar. Na afloop van het festijn zijn de mede festivalgangers alleen nog te herkennen aan hun polsbandje, dat om die reden soms jaren wordt omgehouden. Je was erbij.

Met een tent, luchtbed, pomp, twee slaapzakken en twee sporttassen vol kleding sluiten we aan in de lange stoet van bepakte Het Pinkpop terrein foto: Marlou Visser en bezakte ongewassen stinkende mensen die wachten op een pendelbus die hen naar station Landgraaf zal Hoewel het geluid soms vreselijk verwaaid brengen. De stemming zit er ondanks het kan overkomen in de openlucht en de mensen vroege uur nog steeds goed in. Immers, we voor en achter je vals meeblèren met wat zij hebben gisteren met zestigduizend man de denken dat de tekst van de muziek is, vind ik Red Hot Chili Peppers zien optreden! Ook een band zien op een festival leuker dan bij bands als Placebo, Tool, Franz Ferdinand, een concert. Het is echter, rauwer. Wie het Kaiser Chiefs, Nelly Furtado, Deftones, Skin niet goed doet wordt ook acuut afgestraft: en Nickelback hebben opgetreden voor de mensen komen over het algemeen niet massa springende fans met roze vishoedjes. specifiek voor een bepaalde act en bij een Met een grote glimlach op ons gezicht zitten slecht optreden of geplayback kun je beter bij we in de trein. We zijn smerig, want we een andere band gaan kijken. Of in de rij gaan hebben drie dagen lang niet gedouched. We staan voor de toiletten, of drinken proberen te zijn moe, want we hebben drie nachten niet halen. Volgende beter. geslapen. En we hebben een kater, want we hebben drie avonden wèl gedronken. Toch Ook een voordeel van festivals is dat je in kan je niet anders dan vrolijk zijn. Dit is het aanraking komt met muzieksoorten waar je ultieme festival gevoel. En je houdt ervan of anders niet zo snel naar toe zou gaan. En je je haat het, maar op festivals hangt een sfeer ontdekt nog eens een band waar je nog nooit die nergens anders zo gevoeld kan worden. van had gehoord, maar die ontzettend tof

blijkt te zijn. Of je ziet een onbekend bandje, dat later blijkt uit te groeien tot een fenomeen. Maar de meest genoemde reden om naar een festival te gaan is de sfeer. Natuurlijk, als er geen goede bands spelen komen er veel minder mensen. Maar er is een harde kern die niet let op de line up maar komt voor het gevoel. Voor barbecuen op de camping,voor al de verschillende soorten voedsel die in de tentjes langs de kant worden bereid, voor de andere bezoekers die er soms prachtig verkleed bijlopen of om je uit te leven in de moshpit. Het is Pinkpop, of Lowlands, of Werchter of welk festival dan ook en dus gezellig en je gaat gewoon en neemt zoveel mogelijk vrienden mee. En om een als elfje verkleed meisje te quoten: 'wat maakt de muziek nou uit, alles is goed als je hier bent'. In deze drie dagen zijn er andere dingen belangrijk dan normaal. Het geeft niet meer dat je er vreselijk ongewassen uitziet en je kleren onder de modder komen te zitten. Het is niet erg dat je de openbare toiletten niet eens kunt doortrekken, zodat je als je moet, alles kan zien en ruiken wat de andere toiletbezoekers hebben achtergelaten. Het is niet erg dat je 's nachts niet kan slapen, omdat de buren de muziek van Rammstein op vol volume over de camping laten schallen. Het geeft ook niet dat je met al je bepakking kilometers af moet leggen om het terrein te kunnen betreden. En dat je, als je eenmaal een plekje hebt gevonden om je tent op te zetten, stuit op een laag beton waar geen haring in te meppen valt. Het was fantastisch, en ging veel te vlug voorbij. Terug in het normale leven zijn mensen weer chagrijnig en gestresst, heb je verantwoordelijkheden en taken en overal is zo het verschrikkelijk stil. Wanneer kan ik weer naar een zomerfestival?

SOAP | JUNI 2006

23


KUNST & CULTUUR RECENSIE

COLUMN

Theo Maassen Tegen beter weten in Cor Jan van Zwol Hij denkt dat hij misschien wel de nieuwe Messias zou kunnen zijn, maar hij heeft geen zin in al dat gedoe. Het klinkt arrogant, maar als je naar hem luistert dan begrijp je hem. En begrijpen is misschien niet het goede woord, je gaat hem geloven. Ik durf het zelfs meer te noemen dan slechts cabaret. Ik noem het Theologie. Zeventien mei 2006, dat was de memorabele datum dat ik eindelijk een show van Theo Maassen aan den lijve heb mogen ondervinden. De plaats had bijna niet beter gekund, de zesde rij in het midden. Ik heb er bijna een jaar naar uitgekeken. En daar stond hij, de meester zelve. 'Tegen beter weten in' is de vijfde theatervoorstelling van Theo Maassen. Hiervoor maakte hij 'Bepaalde dingen' (1994), 'Neuk het systeem' (1996), 'Ruwe pit' (1998) en 'Functioneel naakt' (2002). Al zijn vier voorgaande shows zijn te beluisteren op het internet en daar heb ik gretig gebruik van gemaakt. Ik ben een beetje bang dat deze recensie een verheerlijking van hem worden zal. Dat komt omdat ik een zeer grote fan van hem ben. En daar komt nog eens bij dat ik eigenlijk helemaal niet weet hoe je een recensie moet schrijven. Ik zou bijvoorbeeld kunnen vertellen welke grappen ik goed vond. Maar het probleem is dat je het niet allemaal kan onthouden. En tevens is er een zeer grote kans dat ik het verkeerd vertel. Hij heeft daar in zijn vorige show 'Functioneel naakt' in de vorm van een typetje een aanklacht tegen uitgesproken, dus ik zal het proberen niet na te vertellen. Al heb ik die neiging wel, want de enige manier om aan te geven hoe goed hij is, is door het te laten horen. Ik zal toch proberen te vertellen waarom ik Theo Maassen zo geniaal vind. Het verhaal dat hij tijdens een voorstelling vertelt, is een combinatie van twee onderdelen, grappen en kritiek. De grappen zijn sterk, onverwachte wendingen die je constant op het puntje van je stoel houden. En kritiek op mensen: vrouwen, zichzelf, mannen en de maatschappij. En vooral dat laatste is interessant. Ik zie meer in Theo Maassen dan slechts een grappenmaker. Tijdens colleges van willekeurige sociologische vakken schieten zijn teksten door mijn hoofd. Bijvoorbeeld over evolutie. "Ja, wij gaan er altijd maar zo heel arrogant en gemakshalve van uit dat wij, dat wij dan de meest intelligente diersoort op

24

SOAP | JUNI 2006

deze planeet. Weet je, ik twijfel daar altijd aan als ik een hondje zijn ballen zie likken, en dan denk ik altijd: 'Ja, wat is wijsheid?'" (Functioneel naakt). Zo ook deze show waarin hij bijvoorbeeld stelt dat wij in het westen net zo goed fundamentalisten zijn, van de democratie. Hij analyseert het gedrag van mensen. En wat ik goed vind, is zijn nuchtere en logische benadering. Vooral het aankaarten van dom gedrag. En we zijn dom. "Niemand is intelligent genoeg, zijn eigen domheid te bevatten." (Ruwe pit). Ik noemde zijn woorden net al theologie. Het is een woordspeling, maar ik probeer er mee

duidelijk te maken dat er veel waarheid in zijn grappen zit. En 'Tegen beter weten in' is een voorstelling van een opeenstapeling van terechte maatschappijkritiek. Ik denk alleen dat veel mensen slechts de grappen horen, vervolgens hard lachen, maar niet door hebben dat het over henzelf gaat. En dat vind ik jammer. De titel van zijn voorstelling is een mooie samenvatting van de boodschap die Theo Maassen vertelt over het menselijke gedrag. Tegen beter weten in. En dit is dan het moment van de recensie dat ik moet gaan vertellen wat ik van de voorstelling vond. Vind moet ik zeggen, want het heeft een verpletterende indruk op me achter gelaten. De roes die direct na einde van de voorstelling ontstond duurt nog steeds een beetje voort. Ik kijk nu al uit naar het moment dat deze show op dvd verschijnt. In één woord, geniaal, maar eigenlijk schiet één woord te kort. Het is niet alleen geniaal, maar ook verlichtend, schitterend, hilarisch. En nu ben ik hem toch aan het verheerlijken. Maar hij verdient niets minder.

Kunst van grote K’rel Cor Jan van Zwol Mijn moeder heeft eens twee schilderijen gekregen. In theorie is het abstracte kunst. Zeker modern, want ze zijn gemaakt door groep drie van de school waar zij les geeft. Eén hang bij mijn ouders aan de muur. Toen mijn vader concludeerde dat het kunstwerk op een Appel leek, pakte hij impulsief een pen en imiteerde een handtekening in de hoek van het doek. Je zou verwachten dat het doek volledig verneukt zou zijn, maar het valt mee. Nu wordt de illusie gewekt dat het 'echte' kunst is. Of hoe wordt dat ook weer genoemd? Het is een eeuwig gestelde vraag: Wat is kunst? Zeker met de komst van moderne kunst. Kunst met grote K zou zich onderscheiden van alle andere kunst. 'Kunst met grote K.' Ik heb die uitspraak nooit begrepen. Ik zie het altijd voor me als geschreven met een hoofdletter. Bijvoorbeeld aan het begin van een zin, maar dat geldt ook voor elk ander woord. Daar is geen onderscheid te vinden. En de enige andere plaats waar ik een hoofdletter denken kan, is bij een naam. Zou de kunst met grote k een naam zijn, net als de cup met de grote oren. Is het de naam van een stroming, als de Verlichting of hoe heet die groep van Appel ook al weer. Hij is dood hé. Karel Appel overleed 3 mei 2006. Nu hoor je te zeggen dat hij zo veel voor de kunst betekent heeft. Maar daar ben ik te onwetend voor. Je zou kunnen zeggen dat mijn kennis niet kunstzinnig is, maar kunstmatig. 'Kunstmatig' betekent nep. Een paradox, want kunst zou origineel moeten zijn. Misschien is onze interpretatie van kunst niet de juiste. 'Kunst' betekent nagemaakt uit de werkelijkheid. Zoals kunstbeen. Of het is het beeld dat de kunstenaar van de werkelijkheid heeft. De zogenaamde vrije interpretatie of abstracte kunst. Vanwege de paradox van de kunst is het namaken van werkelijkheid een kunstwerk, en het namaken van kunst plagiaat. Zo langzamerhand is een fruitschaal niet origineel genoeg meer en wordt er gezocht naar nieuwe uitingsvormen. De term modern is aan tijd gebonden en zal dus niet blijvend zijn. Om een stroming blijvend te maken moet je het een naam geven. En een naam schrijf je met een grote letter. De kunst van grote Karel heeft natuurlijk al een naam, Cobra. De vraag blijft wat kunst met grote K is. Eén van beide schilderijen die mijn moeder kreeg, hangt op mijn kamer. En als ik bezoek vertel dat het gemaakt is door groep drie, dan zeggen ze: "Oh, hij lijkt best". Dus verklaar ik schilderijen uit groep drie: kunst met grote K, de k van kunstmatig. Net echt.


VAKGROEP NIEUWS

UIT DE VAKGROEP

Witte rook boven de Hortustuin Michiel Emmelkamp Het kostte een paar jaar actievoeren, de sloop van een oud vakwerkhuisje, een hele rits rechtszaken en uiteindelijk zelfs een bemiddelaar, maar uiteindelijke lukte het dan toch. De universiteit en vertegenwoordigers van de Hortusbuurt zijn eruit: de oude Hortustuin is gered. Eerder dit jaar besloot het College van Bestuur (CvB) van de universiteit haar pijlen te richten op alternatieven voor de oorspronkelijke plannen: een gebouw van drie verdiepingen in de Hortustuin. Die plannen werden immers al jaren achtereen succesvol tegengehouden door de actievoerende en procederende buurt. Het College besloot een dialoog aan te gaan met de buurt, die daar al jaren tevergeefs om vroeg en stond te springen haar alternatieven te presenteren. Oudgedeputeerde van Dijk werd aangesteld als bemiddelaar en de partijen gingen rond de tafel. En toen was er ineens zomaar een akkoord. Bovenop de bibliotheek in het Heymansgebouw aan de Grote Kruisstraat worden twee verdiepingen bijgebouwd. De uitbouw, die om bouwtechnische redenen op palen staat, krijgt de vorm van een halve cirkel en sluit in het midden aan op het trappenhuis van het Heymansgebouw. Een tweede deel van het akkoord is nieuwbouw in de Grote Rozenstraat. Daarvoor zullen de kleine huisjes die tussen

het Boumangebouw en de repro staan tegen de vlakte gaan. Dit plan is echter bedoeld voor de lange termijn en de betrokken partijen zullen over de exacte uitwerking nog in overleg treden. Het akkoord betekent een einde aan een jarenlange vete tussen universiteit en buurt. De slechte band tussen de partijen lijkt ineens voltooid verleden tijd: er zijn zelfs afspraken gemaakt over een overlegstructuur om beter te overleggen over zaken als het onderhoud van de Hortustuin en ontwikkelingen rond nieuwbouw. Het akkoord leidde tot een verandering van het straatbeeld in de Grote Rozenstraat: de bordjes achter de ramen met teksten als "Wanneer wordt dit College nu eens afgesminkt?" (verwijzing naar Ruimtelijke Ordening-wethouder Willem Smink, de tekst was overigens al verdwenen toen de betreffende bewoner wethouder namens de SP werd) en "wij zijn om de tuin geleid" werden vervangen door de simpele tekst "Wij zijn blij!". Een ontwikkeling waaraan overigens enthousiast werd meegewerkt door medewerkers van het Onderwijsbureau van Sociologie. De ogenschijnlijk simpele manier van oplossen roept bij velen de vraag op waarom de universiteit niet eerder bereid was rond de tafel te gaan zitten met de boze buurtbewoners. Dat had wellicht een hoop onvrede voorkomen en het vakwerkhuisje gespaard. Boze tongen beweren echter dat de bouwplannen onderdeel uitmaakten van een geheime agenda met een goed doel: de bewoners van de Hortusbuurt dichter bij elkaar brengen. In die opzet is men in ieder geval geslaagd: de Hortusbuurt is uitgegroeid tot één van de buurten met de grootste sociale cohesie in de stad.

Slechts één socioloog in F-raad De universitaire verkiezingen voor medezeggenschap in de Universiteitsraad en Faculteitsraden zijn uitgelopen op een teleurstelling voor eenieder die had gehoopt op een verdubbeling van de sociologische vertegenwoordiging daarin. Kandidaat Joosje de Lang, op plaats negen van de enige deelnemende lijst, haalde net niet genoeg stemmen om één van de negen zetels in de wacht te slepen en werd ingehaald door psychologen die lager op de lijst stonden. Eerstejaars student sociologie Dennis Wiersma, op plaats vijf, haalde wel voldoende stemmen. Om met voorkeursstemmen in de faculteitsraad gekozen te worden moesten de kandidaten de helft van de kiesdeler halen, oftewel 71 stemmen. Geen van de sociologische kandidaten haalde die grens: Wiersma sleepte 64 stemmen in de wacht, de Lang 63, oftewel acht te weinig voor een plaats in de raad. Wiersma mag toch plaatsnemen in de raad: zijn plaats op de lijst zorgde ervoor dat hij toch gekozen werd. In totaal brachten 1510 studenten hun stem uit, wat zorgde voor een opkomstpercentage van 43%. Bij de verkiezingen voor de Universiteitsraad, met een opkomst van 42%, werd de SOG wederom de grootste partij: ze behaalde zeven van de twaalf zetels, terwijl tegenstrever VOS terechtkwam op vier. Lijst Calimero behaalde wederom één zetel, waardoor er na twee weken van intensieve campagne niets in de zetelverdeling veranderde. Opvallend is dat geen enkel nieuw universiteitsraadslid een studie volgt aan de faculteit Gedragsen Maatschappijwetenschappen. Bij SOG stonden geen sociologen op de lijst, bij VOS twee: Jurre van den Berg (plaats 32, 52 stemmen) en Dessie Lividikou (plaats 47, 22 stemmen). Zij stonden overigens slechts op de lijst als lijstduwer. Saillant detail bij de uitslag was het aantal van 1373 blanco stemmen, goed voor een percentage van 15%. De niet-bestaande Lijst Blanco had daarmee twee zetels bemachtigd en haalde meer stemmen dan de Lijst Calimero. In Delfzijl stemde bij de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart jongstleden 30% blanco en daar leken jaren van wanbestuur de oorzaak. Op de universiteit lijkt dat niet het geval: totale desinteresse bij de studenten is de meest waarschijnlijke verklaring voor de weliswaar iets lagere maar nog steeds aanmerkelijke score van 15% blanco stemmen.

Schets van het Heymansgebouw met nieuwbouw SOAP | JUNI 2006

25


OPINIE TWISTPUNT

Nut en noodzaak van de Zuiderzeelijn Nienke Bos De Zuiderzeelijn, plots weer in het nieuws vanwege de demonstratie op 23 mei jongstleden. Nadat in april 2006 door Karla Peijs (minister Verkeer en Waterstaat) een streep door de Zuiderzeelijn was gehaald omdat er onvoldoende nut en noodzaak was aangetoond voor dit project, kwam de verbinding weer in opspraak. Duidelijk is dat de Zuiderzeelijn tot een snellere verbinding zou leiden tussen het westen en het noorden vanwege het feit dat het noorden economisch achter bleef in vergelijking met de rest van Nederland. Een Zuiderzeelijn zou de regionale economie kunnen versterken. Maar waarom willen sommige mensen het dan pertinent niet en zijn anderen fervent voorstander? Al zo'n beetje sinds de aanleg van de afsluitdijk jaar is er een discussie gaande over de constructie van een directe spoorverbinding tussen Amsterdam en Noord-Nederland, zo nu en dan hot, maar meestal speelt het wat op de achtergrond. In de rijksbegroting van 2008 is 2,73 miljard euro opgenomen voor de aanleg van de Zuiderzeelijn, bovendien hebben al twee kabinetten met het plan ingestemd. Toch werd er in april van dit jaar een volmondig 'nee' door mevrouw Peijs tegen dit (prestige?) project gezegd. En als er dan vervolgens geprotesteerd wordt door de Noordelijke provincies is ineens weer een meerderheid van de Tweede-Kamer vóór de aanleg van de Zuiderzeelijn. Weer is er een onderzoek ingesteld die nut en noodzaak van de Zuiderzeelijn moet heroverwegen. Is dit een truc om meer stemmers te trekken bij de komende verkiezingen of is er meer aan de hand?

Volgens Hans Haerkens, campagne leider VNO-NCW, is de snellere treinverbinding dé manier om het noorden bij de randstad te betrekken. "Veel te lang al worden regio's om de randstad heen verwaarloosd en nu moet dat eindelijk eens aan een einde worden gebracht", aldus Haerkens. Het Critical Review Team, een groepje deskundigen bij elkaar gezet door de kamer om een advies te brengen, heeft de kamer geadviseerd af te zien van een dergelijke, onrendabele missie. Een van deze leden, de heer Albert Pols hoogleraar planning aan de TU Delft, geeft aan dat het onrendabel is omdat het geen oplossing biedt voor de werkelijke problemen. De werkelijke problemen zijn volgens hem dat het noorden een gebrek heeft aan innovatiekracht bij bedrijven en een gebrekkige internationale oriëntatie heeft. Ook de kosten/baten analyse geeft aan dat het geen goed plan is. De kosten zijn vele malen hoger dan de baten, ook de maatschappelijke baten zijn veel te laag. Het geld dat hiervoor reeds beschikbaar is gesteld kan beter besteed worden aan andere investeringen die meer effect zullen hebben op de regionale ontwikkeling. Bovendien meent de heer Pols dat als je de verbinding verbeterd en als het noorden dan niets doet aan de verbetering van het innovatie potentieel, het uiteindelijk alleen maar in het nadeel zal werken van de Noordelijke provincies. Er zijn tal van opties bekeken voor de invulling van deze Zuiderzeelijn, zoals de magneetzweefbaan, een hogesnelheidstrein, de superbus, noorderlink etc. Onderzoek van de RuG toont aan dat het hoogste maatschappelijke rendement uit de magneetzweefbaan te halen is, 4 procent. Dit rendement bestaat uit een groot aantal verschillende aspecten, zoals reistijdwinst, lagere prijzen, een grotere variëteit aan diensten, nationale banenwinst, minder congestie in het verkeer en baten op de woningmarkt. Dit is tegenstrijdig met het onderzoek van het Critical Review Team. Voor Jan Oosterhaven (hoogleraar ruimtelijke economie aan de RuG) is het duidelijk: "De besluitvormende elite in Nederland heeft geen geld over voor iets dat buiten de Randstad moet komen. Overigens moet het protest daartegen niet blijven bij een demonstratie in het Haagse. Bij de volgende verkiezingen moeten mensen massaal op

26

SOAP | JUNI 2006

regionale partijen stemmen en daarna is een harde strijd voor meer autonomie nodig. We moeten af van een systeem waarin we telkens in Den Haag middelen bij elkaar moeten bedelen." Idso Wiersma, beleidsmedewerker Gemeente Groningen bij Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken (reactie op persoonlijke titel): "Dit artikel over de Zuiderzeelijn (ZZL) illustreert goed hoe de krantenlezer het nieuws tot zich neemt. Niets ten nadele van die krantenlezer, het is ook bijna niet bij te houden hoe de besluitvorming over dit project verloopt. Om te beginnen: het was juist verwacht dat de ZZL weer ter discussie kwam. Het kabinet heeft tussen zomer 2005 en april 2006 een nieuwe nut en noodzaak studie laten uitvoeren in de vorm van een z.g. structuurvisie. Van tevoren was een plan van aanpak voor die studie door de Tweede Kamer geaccordeerd. Dit hield in dat het kabinet de studie in samenwerking met de noordelijke partijen zou uitvoeren, waarna het kabinet het resultaat (incl. beleidsvoornemen) zou publiceren, inspraak mogelijk zou maken voor een ieder en na verwerking van de inspraakreacties definitief zou besluiten. Daarna zou de Tweede Kamer er (na het zomerreces) een definitief oordeel over vellen. Het tweede kabinetsbesluit, na afweging van de inspraakreacties, is gepland voor eind juni. De noordelijke protesten waren niets anders dan het bijzetten van kracht aan de inspraakreacties (die voor 7 juni binnen moesten zijn). Het kabinet besloot dus half april dat er geen Zuiderzeelijn diende te komen, maar wel gerichte investeringen in de NoordNederlandse economie. Dit vanuit dezelfde doelstellingen. Het kabinet wilde dat het noorden zelf een voorzet voor dit investeringsprogramma zou doen, zodat eind juni bij het definitief schrappen van de spoorlijn ook kon worden besloten wat ervoor in de plaats zou komen. De noordelijke bestuurders hebben geweigerd hieraan mee te werken. Eerst diende de hoofdvraag beantwoord te worden: wel of geen ZZL. Maar daarnaast moest het noorden voor dat alternatieve programma eerst zelf geld op tafel leggen. De structuurvisie gaf inderdaad een negatief oordeel over het nut van een ZZL, maar dat


OPINIE TWISTPUNT oordeel was ongeveer even negatief over het gedeelte Schiphol-Almere. Zonder enige uitleg werd echter uitgesproken dat hier wel degelijk iets moest gebeuren, en geen woord over een eigen bijdrage van die regio. Op de structuurvisie is veel af te dingen, ook wetenschappelijk. Dat is al gebeurd door Groningse hoogleraren en bestuurders. Waar het echter vooral aan ontbreekt is visie. De structuurvisie is een technocratisch instrument geworden, dat ook door het kabinet zelf met korrels zout wordt genomen. Overigens vallen maatschappelijke kosten-batenanalyses voor openbaar vervoer projecten altijd negatief uit. De visie die het noorden mist is een beoordeling van de

De zweeftrein, futuristisch? strategische betekenis van een snelle lijn op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Nederland kan het zich niet permitteren alleen naar het zuiden en zuidwesten met belangrijke economische centra verbonden te zijn. Met name een verbinding met de innovatieve economieën op de as naar Hamburg en Kopenhagen kan Nederland helpen weer op niveau te komen met het buitenland dat ons intussen vooruitsnelt. De Randstad is dan niet langer het kopstation van één of twee internationale lijnen, maar ligt in een ontwikkelingscorridor van moderne economieën. Noord-Nederland profiteert daarbij dan van een uitstekende (niet meer perifere) ligging. Adviesraden en het ad hoc geformeerde "critical review team" munten uit in redeneringen die het randstadsdenken van het

COLUMN kabinet bevestigen. Als je de randstad ruim definieert wonen er 7 miljoen mensen. Hoe de kwaliteiten van die andere 9 miljoen Nederlanders en de regio's die zij bewonen en besturen kunnen worden benut komt meestal niet in de adviezen voor. Minister Peijs stemt in met bestudering van het alternatief van een iets minder snelle trein dat het noorden nu aandraagt, maar geeft duidelijk aan dat ze not amused is. Hoewel ze ook zegt "eigenlijk sterk voor" te zijn geweest. Laat ik er over ophouden." Na grondig onderzoek bleek het niet zo makkelijk te zijn om iemand te vinden die tegen dit hele verhaal is. Wel werd er een site gevonden van SP die duidelijk aangeven dat

ze een zweeftrein maar onzin vinden. “De spoorverbindingen tussen de Randstad en Noord-Nederland moeten verbeterd worden. Daarover is iedereen het eens, en daarover zijn afspraken gemaakt. De vraag is: op welke manier moet dat gebeuren. Volgens ons moet niet automatisch gekozen worden voor de verbinding die de reistijd het meest bekort, maar moet er een afweging plaatsvinden waarin naast de reistijd ook de kosten een rol spelen evenals de gevolgen voor landschap, milieu, openbaar vervoer en economie. En dan is duidelijk dat de zweeftrein de competitie verliest. De kosten zijn veel te hoog en het maatschappelijk rendement is uiterst twijfelachtig.” (www.zweeftreinnee.nl) Medio 2006 neemt de kamer definitief een besluit. We zullen zien..

Scheepbouwer, blijf bij je leest! Jouri Bakker Hoewel ik al een jaar of drie als callcenteragent voor KPN aardige bijverdiensten heb, kreeg ik cynische gedachten bij het lezen van het bericht dat minister Hoogervorst van Volksgezondheid KPN-topman Ad Scheepbouwer heeft gevraagd om te onderzoeken hoe de zorg in Nederland doelmatiger kan worden ingericht. Misschien tweehonderd gratis belminuten bij een dotterbehandeling? Of een gratis Malibu 630-telefoon bij je derde chemokuur? Volgens Scheepbouwer moet er meer concurrentie tussen de zorgaanbieders komen zodat patiënten meer te kiezen hebben. Ziekenhuizen zouden zelf mogen bepalen hoeveel ze hun specialisten betalen. Wel, voegt hij er aan toe, zou er een krachtige toezichthouder moeten komen die bijvoorbeeld een uniform patiëntendossier moet kunnen afdwingen. Waar o waar heb ik dit eerder gehoord? Sinds de telecomsector is overgeleverd aan de marktwerking mag er dan wel verschil tussen 'small bills' en 'big bills' zijn. De consument ziet door alle providers het spreekwoordelijke bos niet meer. Meer keuze is zeker niet altijd dé oplossing voor een efficiëntere aanpak. Toen het Zweedse Tele2 de markt begon te veroveren, was menigeen zielsgelukkig dat ze niet per sé meer van KPN afhankelijk waren. Met Scarlet en Pretium Telecom kon men ook nog wel leven. Maar nu men uit meer dan dertig providers kan kiezen, en iedere provider ook nog eens drie keer per week opbelt met een onnavolgbaar aanbod, keren veel mensen graag terug bij KPN, getuige een artikel in het Dagblad van het Noorden. Veelal omdat ze dan tenminste nog enig overzicht hebben en niet vier verschillende rekeningen krijgen. Natuurlijk is Scheepbouwer niet de eerste de beste bestuurder. Hij heeft ervoor gezorgd dat KPN niet kopje onder is gegaan in het ruige weer waarin de telecomsector zich sinds enkele jaren bevindt. In 2002 werd hij zelfs benoemd tot topman van het jaar. Maar de beste man heeft nu niet bepaald iets op zijn CV staan waaruit blijkt dat hij ook maar enige knowhow heeft van het reilen en zeilen in de zorgsector. Ik zie het doemscenario al voor me. Over tien jaar heeft een hartpatiënt zoveel keuze uit specialisten dat tegen de tijd dat hij er een heeft uitgekozen, zijn rikketik het al lang heeft begeven. Tring…Tring….Goedenavond, u spreekt met het Radboudziekenhuis. Als u zich bij ons laat opereren, krijgt u als welkomstcadeau een staatslot. Met jackpotkans welteverstaan! Voor de arbeidskrachten in de zorg is het niet te hopen dat Hoogervorst al te veel zal luisteren naar Scheepbouwer. Hoewel het na zijn komst weer beter ging met KPN, is dit voornamelijk te danken aan 'grootscheepse' saneringen. Scheepbouwer, blijf bij je leest!

SOAP | JUNI 2006

27


OPINIE BUDDYPROJECTEN

De buddyprojecten maken het verschil! Adopteer ook een buddy en draag bij aan het verkleinen van de kloof tussen burgers en politiek

Nathalie Feitsma Heb jij er al één geadopteerd? Of ben jij reeds zelf geadopteerd door bijvoorbeeld een politicus of ambtenaar? Het is sinds kort allemaal mogelijk met de komst van de zogenaamde (burger)buddy-projecten. Een politicus of ambtenaar, een allochtoon of autochtoon, iedereen kan zich inschrijven ter adoptie of deelname aan het buddyproject. En niets is te gek. Wie deelneemt aan één van de buddyprojecten heeft de mogelijkheid om samen te gaan eten of te dansen in de disco met een politicus. Ook is het mogelijk om een andere cultuur te leren kennen zonder daarvoor naar het buitenland te gaan, namelijk door een intensief en actief contact aan te gaan met iemand van een andere cultuur. De verschillende buddyprojecten die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld, zijn opgezet om de kloof tussen burgers onderling dan wel tussen de burger en de politiek te verkleinen. Dit probeert men te bereiken via informele contacten of afspraakjes tussen burgers en politici. Het buddyproject is gebaseerd op vrijwillige medewerking. Iedereen kan deelnemen aan het project; het enige wat men moet doen is een sollicitatiebrief schrijven en afwachten of er een geschikte toekomstige buddy (vriend) wordt gevonden. Indien er een mogelijke match is kan er een datum worden geprikt voor een eerste afspraak. Als het tijdens die afspraak klikt tussen de burgers of tussen burger en politicus kunnen zij samen besluiten verder te gaan. Vanaf dat moment is men officieel een (burger)buddy. Twee totaal verschillende individuen die elkaar voorheen nog niet kenden, worden maatjes en zullen zo nu en dan met elkaar

28

SOAP | JUNI 2006

afspreken. Tijdens deze afspraken zal niet alleen gepraat worden over koetjes en kalfjes, maar ook over politiek, beleid, cultuur of ras. Daarnaast kan men met zijn of haar buddy verschillende activiteiten ondernemen om elkaar, het werk en / of cultuur beter te leren kennen. Men kan dientengevolge op plekken komen waar men als gewone burger misschien nooit zou komen. De hamvraag is natuurlijk of deze projecten daadwerkelijk hun vruchten afwerpen. Mijns inziens dragen de buddyprojecten wel degelijk hun steentje bij aan het verkleinen van de kloof tussen burgers en politici. Het zijn veelal (idealistische) projecten die de ene keer beter uitpakken dan de andere keer. Desalniettemin brengen de projecten tezamen in ieder geval een deel van de burgers en politici dichter bij elkaar en wordt het onderlinge contact vergroot. Twee van de meest succesvolle en bekende (burger)buddyprojecten zullen hieronder nader worden beschreven. Het idee van de burgerbuddy of burgervriend is afkomstig van Elena Simons. De 28-jarige Amsterdamse geeft leiding aan stichting Wonder. Deze stichting stelt zich tot doel meer begrip en inzicht te verkrijgen in de wereld van de bestuurders en burgers. Met haar stichting wil ze plezier maken met de samenleving. "Elk maatschappelijk issue is een kans om iets moois te ondernemen. Wonder zorgt ervoor dat er af en toe iets wonderbaarlijks gebeurt", aldus Simons. Inmiddels zijn al bijna honderd politici en ambtenaren via de stichting gekoppeld aan een buddy. De buddy geeft de politicus adviezen en commentaar over zijn publieke optreden. Verder kan de buddy zijn politicus confronteren met de bureaucratische kronkels en het vage taalgebruik dat in politiek Den Haag gebruikt wordt. Ook steunt en inspireert de burger zijn of haar politicus en vertelt wat de gewone burger bezighoudt. Een veel gehoord kritiekpunt op het burgerbuddyproject is dat de burger de politicus als het ware van zijn troon stoot en er zelf op gaat zitten. De burger mag immers wijzen op vaag taalgebruik, advies geven en kan in zekere zin de bestuurder beïnvloeden bepaalde zaken aan de orde te stellen binnen het politieke systeem. Omgekeerd kan de bestuurder slechts de adviezen en kritiekpunten over zich heen laten komen en

zijn eigen beleid en publieke optredens verantwoorden. Dit is echter een zeer vertekend beeld van het buddyproject. De burger bezit in de eerste plaats (nog) niet de kennis en vaardigheden om überhaupt de politicus van zijn troon te stoten. Daarnaast klopt het geschetste beeld van een politicus die in zijn eentje geheel nieuwe zaken aan de orde stelt niet. Alvorens een probleem of eis van de burgers daadwerkelijk op de politieke agenda komt, moet men eerst zeker zijn dat het probleem niet slechts één burger (de buddy) treft. Bovendien zullen meerdere politici het probleem als dusdanig moeten erkennen voordat het binnen de regering en in de Kamer besproken zal worden. De verschillende burgerbuddy-koppels zijn niet in staat de kloof tussen burger en politiek te dichten en die illusie hebben de meeste koppels ook niet. Wel worden de opgedane ervaringen door de buddy maar ook door de politici gedeeld met vrienden en familie. Bovendien zijn er ook enkele koppels die er aan denken op langere termijn workshops voor ambtenaren te organiseren om hun ervaringen te vertellen. Hoewel het slechts enkele burgers en politici betreft, kunnen zij toch het verschil maken én de bestaande kloof tenminste een klein beetje dichten. De stichting Breder Blikveld draagt op haar beurt een steentje bij aan het verkleinen van de kloof tussen burgers onderling. De stichting bestaat uit een groep van twintig studenten die een brug willen slaan tussen allochtoon en autochtoon. De studenten wilden niet langer alleen maar praten in de kroeg over de veelal objectieve verschillen en de meegemaakte ervaringen met de allochtone landgenoten. Nee, zij wilden daadwerkelijk het verschil maken door actief contact te zoeken met de onbekende allochtoon. Mark de Vries, derdejaars geschiedenis aan de UvA, is de initiatiefnemer van Stichting Breder Blikveld. Hij kwam op het idee de stichting op te richten na het horen van een oproep van de Amsterdamse wethouder Aboutaleb op de Dag van de Dialoog eind 2004. Aboutaleb riep toen op om met concrete plannen te komen om de dialoog tussen bevolkingsgroepen te bevorderen. Het idee was geboren en de stichting was een feit. Een twintigtal enthousiaste


OPINIE OPINIE autochtone studenten waren bereid zich voor onbepaalde tijd als buddy beschikbaar te stellen. De vraag was echter hoe deze groep potentiële buddy's het contact met de allochtone medemens ging realiseren. Gelukkig was er een leraar op een zwarte vmbo-school die een klas ter adoptie aanbood. De studenten werden gekoppeld aan de vmbo'ers, waarna vervolgens het ontdekken van de andere cultuur, het ondernemen van activiteiten en het leren van elkaar kon beginnen. Niet alle koppels brachten het er goed van af. Sommige vmbo'ers haakten af omdat het niet klikte, wegens omstandigheden thuis of omdat men niet enthousiast was over het idee. Zo haakte de pupil van Mark de Vries af omdat zijn oma de aandacht van de blanke student maar niks vond. Andere studenten melden dat er moeilijkheden zijn met het regelen van een afspraak. Toch zijn de koppels bij wie het contact wel goed verloopt zeer tevreden over de tot nu toe bereikte resultaten. De (burger)buddyprojecten brengen mensen dichter bij elkaar en treden als het ware de samenleving tegemoet. De projecten zijn fris, jeugdig en idealistisch. En hoewel de projecten vaak kleinschalig zijn en slechts een beperkt deel van de bevolking treffen, dragen ze toch allen hun steentje bij. Zo vormen de signalen van de burgerbuddy's een noodzakelijk tegenwicht tegen de interne logica van de politiek, waarin imagokwesties, persoonlijke rivaliteit en medialogica de boventoon voeren (de Volkskrant, 19-042006). De buddyprojecten waarbij allochtoon en autochtoon elkaar ontmoeten dragen op bij aan een afname van vooroordelen en onbekendheid met vreemde culturen. Al is hetgeen de buddy's bij kunnen dragen aan een betere samenleving waarin verdraagzaamheid en begrip voor elkaar voorop staan misschien gering, toch mogen we niet vergeten dat alle beetjes helpen. "Iedereen zal over de eigen schutting heen moeten komen. Terwille van een betere toekomst van Nederland!", zo stelde een groep oud-politici in hun 'één land, één volk'manifest (de Volkskrant 07-04-2006). Daarom stel ik voor dat iedereen uit zijn luie stoel komt en zich aanmeldt als burgerbuddy bij Stichting Wonder of één van de andere projecten. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon een keer bij je -allochtone buurman op bezoek gaan. Jij kunt het verschil maken. En zeg nu eerlijk, wie wil er geen plezier maken met de samenleving, een keer eten met een politicus of fuiven met een ambtenaar?

NRC Handelsblad (22-03-2006). ‘Adopteer eens een politicus.’ door Rinskje Koelewijn. Trouw (13-10-2005). ‘Burgerbuddy's geven ambenaren frisse ideeën.’ door Maaike Homan.

Pleidooi voor Nieuwe Sociologie Jouri Bakker Wat een opluchting toen ik de opiniepagina van de Volkskrant van 29 april opensloeg! Het blijkt weer goed te gaan met de Nederlandse sociologie. Ze heeft een crisis overleeft en is aan een ware opmars bezig. Dat is de conclusie van een verkennend onderzoek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In mijn ogen een zeer verrassende conclusie. Hoe het komt: de studentenaantallen stijgen weer en er wordt meer gepubliceerd en gepromoveerd dan ooit. Mijn opvatting over de populariteit van de sociologie was altijd dat de vraag naar onze studie toeneemt in tijden waarin de economie in een dal zit, en dat ze minder populair wordt als de economie weer aantrekt. Dan levert de sociologie in ten opzichte van de meer commerciële studies. Dacht ik. Maar juist nu Nederland stapje voor stapje de economische malaise achter zich laat, herleeft de sociologie weer. Ondanks de herleving en de stabiele positie in de academische wereld is de Nederlandse sociologie er nog lang niet, veronderstellen veel sociologen. Sociologen zouden teveel voor elkaar en te weinig voor de maatschappij schrijven. Ze zouden een te professionele werkwijze hanteren. De theoretische modellen en omvangrijke databestanden vinden te weinig herkenning bij het grote publiek. Misschien is het wel tijd voor een populistische stroming in de sociologie die de sociale werkelijkheid op een eenvoudiger manier in kaart brengt en wél herkenning vindt bij het grote publiek. Het is alleen de vraag hoe deze stroming er uit zou moeten zien. Misschien kan men een voorbeeld nemen aan de Amerikaanse journalist en auteur Tom Wolfe. Hij is de 'founding father' van New Journalism, een stroming in de journalistiek die in 1973 onverwacht werd geboren. Omdat hij een 'writersblock' had, stuurde hij een onsamenhangend geheel van notities, citaten en parafraseringen over de autocultuur in Zuid-Californië op naar de hoofdredacteur van het blad Esquire. Hij dacht eerst dat Wolfe er samen met hem verder aan wilde werken. Maar Wolfe wilde dat hij het zo zou publiceren. Dat gebeurde en daarmee kon men voor het eerst een New Journalismartikel lezen. In plaats van een chronologische vertelstructuur gebruiken new journalists vaak scènes om hun verhaal vorm te geven. Voorbeelden van gebruikte stijlfiguren zijn het fonetisch citeren van accenten en

dialecten, het weergeven van jargon en het volledig weergeven van dialogen. Door mensen intensief te interviewen over hun gedachten, konden ze deze gedachten letterlijk weergeven. Zowel new journalists als sociologen gebruiken participerende observatie als methode om hun werk te doen. Belangrijk verschil is dat new journalists hun ervaringen op een manier verwerken die wel herkend wordt door het grote publiek omdat duidelijk is hoe de resultaten tot stand zijn gekomen. Zij gebruiken dan ook geen lastig taalgebruik en moeilijk theoretische modellen om duiding aan de werkelijkheid te geven. Misschien dat sociologen een voorbeeld aan de New Journalists moeten nemen, en hun resultaten op een soortgelijke manier moeten presenteren.

Sociologen proberen de grenzen van hun eigen wetenschappelijke veld te bewaken Voor een maatschappelijk studie als sociologie is het juist extra relevant dat ook de onderzochte objecten, in dit geval groepen mensen in diverse contexten, het verrichtte onderzoek op zichzelf kunnen projecteren. Mensen dienen zich bewust te worden van de positie die ze in een onderzoek innemen. Op die manier kan men sociale veranderingen voor zichzelf invulling geven. Hoewel een minder professionele sociologie veel maatschappelijke voordelen kan hebben, vrees ik dat de sociologische elite deze werkwijze niet wil gebruiken in de presentatie van hun resultaten. Net als de journalistiek en de literatuur proberen sociologen de grenzen van hun eigen wetenschappelijke veld te bewaken. Het is dus wachten tot er 'new sociologist' opstaat die deze grenzen wil doorbreken. Net als andere wetenschapper ontlenen ook sociaal wetenschappers hun status aan hun werk. Werk dat erkenning krijgt van een selecte groep vakgenoten. Wanneer sociologisch onderzoek transparanter wordt en toegankelijk voor een grotere groep mensen, levert het aan exclusiviteit in. En door minder exclusief te schrijven, ontleent de wetenschapper weer minder status aan zijn werk. De groep waarvoor geschreven wordt is dan immers minder select. En ik denk niet dat er ook maar een sociaal wetenschapper is die door zijn collega's voor populist uitgemaakt wil worden.

SOAP | JUNI 2006

29


VAKGROEP REISVERSLAG BOEDAPEST

Gezelligheid in zonnig maar grauw Boedapest Michiel Emmelkamp Zondag Het is zondagavond, een uur of half zeven, als de blauwe bus van Twente Tours is ingeladen. Een dronken FC Groningen-supporter schreeuwt de bus nog wat toe, de pakweg veertig sociologiestudenten staan op het punt van instappen en lachen erom. We rijden weg onder de bewolkte lucht. Maandag We worden wakker bij een Raststätte aan de voet van de Alpen. Slapen in de bus bleek voor de meesten een onmogelijke opgave en de gekoelde blikjes bier vonden de avond ervoor dan ook gretig aftrek. In Hongarije schijnt, een paar uur later, de zon. Het schijnt de douaniers niet te prikkelen ons veel in de weg te leggen: al kaartend laten ze ons na een korte paspoortcontrole (zonder de pasfoto te vergelijken met het bijbehorende hoofd) door. We maken een ritje door de verkeerschaos in de binnenstad van Boedapest. Overal staan grote grijze woonflats, de metro´s en bussen zouden in Nederland al tien jaar geleden uit de roulatie zijn genomen, en elk gebouw in Boedapest lijkt onder de reclame en graffiti te zitten. We komen om een uur of drie, iets later dan gepland, aan in ons hotel. De zon schijnt volop, we maken onder leiding van een paar Hongaarse studenten een korte binnenstadswandeling en storten ons in het restaurant op een voortreffelijk bord Hongaarse Goulash, dat met verdeelde reacties wordt ontvangen. De zenuwachtige ober vertelt dat men vergeten is bier in te slaan, en besluit snel naar de supermarkt te rennen na de aanblik van een restaurant vol teleurgestelde en verontwaardigde Nederlanders. ´s Avonds nemen de Hongaarse studenten ons mee naar een schuur waar we een paar pilsjes kunnen drinken. De grote grijze flats blijken nog te stammen uit de jaren zeventig en zijn al lang taboe, zo weet een Hongaar te vertellen. En dat we het vreemd vinden dat er overal grote advertentieposters hangen verbaast hem: het is immers een makkelijke bron van inkomsten. Na een paar pilsjes, wat in het Hongaars een halve liter inhoudt, gaan we met de laatste metro richting hotel. Sommigen ouwehoeren in een naastgelegen hotel nog wat met een tiental dronken Hongaren, die claimen politieagenten te zijn. Om een uur of half twee slapen de laatsten, de volgende dag staat immers een drukke dag op het programma. Dinsdag Na het ontbijt komen we een half uur te laat

30

SOAP | JUNI 2006

aan bij de prachtige universiteit alwaar ene Eva van het Hongaarse ministerie van Volksgezondheid ons enkele statistieken laat zien over de gezondheid van de Hongaarse bevolking en de inrichting van het zorgstelsel. Gezondheidszorg is immers het thema van de reis, maar hoewel iedereen z'n best doet op te

maar met nog een flink aantal kenmerken die verraden dat we ons in het voormalig Oostblok bevinden. 's Avonds pakken we een terrasje en turven we gezichtsuitdrukkingen. Chagrijnig verslaat vrolijk met 25 tegen 6. We beklimmen nog een berg om te genieten van

Sociologen nemen er nog eentje bij het diner in het vaste restaurant letten krijgen de meesten weinig mee van de lezing omdat het al genoeg moeite kost om de ogen open te houden. Eva's monotone stem, die overigens een eigenschap lijkt te zijn van vrijwel alle Hongaren, draagt ook al niet bij aan de volgbaarheid van de lezing op dit tijdstip (tien uur 's ochtends). Na de lezing reizen we af naar het Semmelweis Ziekenhuis, maar we krijgen eerst de tijd om even te pauzeren. Een nabijgelegen parkje biedt een uitgelezen mogelijkheid om in de zon een paar pizzapunten en wat fruit te eten. Met dit weer lijkt Boedapest eerder op een Italiaanse stad dan op een stad uit het Oostblok: het stadscentrum is levendig, overal zijn restaurantjes en winkeltjes en de verkeerschaos is groot (en ja, er rijdens zelfs enkele Ferrari's rond). Alleen een sporadische Trabant en de bedrukte gezichten verraden dat we ons toch echt in de voormalige SovjetUnie bevinden. In het Semmelweisziekenhuis vertelt een Hongaarse arts ons hoe het zorgstelsel in elkaar zit en krijgen we een rondleiding. Het ziekenhuis biedt weliswaar een grauwe aanblik maar lijkt technologisch vrij ver gevorderd te zijn. Dat beeld lijkt te kloppen met de rest van het straatbeeld: vrij modern,

een mooi uitzicht over Boedapest-by-night. De wandeling naar de kroeg waar de rest van de groep zich bevindt duurt een uur, maar met pijnlijke voeten smaken de biertjes extra goed. Om vier uur zijn we met de nachtbus terug in het hotel. Woensdag De vrije dag biedt de mogelijkheid tot uitslapen tot een uur of tien. Sommigen kiezen voor een bezoek aan de beroemde badhuizen in Boedapest, anderen slapen de hele dag, weer anderen brengen een bezoek aan het communistisch beeldenpark, met standbeelden die zijn overgebleven uit het communistische tijdperk. Het park blijkt een kaal grasveldje met een paar half-kapotte beelden. Rond een uur of half vijf zijn we met z'n vieren terug in het centrum, alwaar we de mooiste terrasstraat van Boedapest aantreffen. Dat heeft aantrekkingskracht: even later zoeken we met z'n vijftienen een mooi terrasrestaurantje op, alwaar de obers spontaan tafeltjes en stoelen uit de kelder toveren. Voor een eurootje of tien eten en drinken we fantastisch. 's Avonds blijkt de leukste avond van de week: aan de voet van een brug komen we terecht bij een openlucht-


VAKGROEP

feest, alwaar het bier rijkelijk vloeit. Met taxi's reizen we terug naar het hotel. Donderdag Een uurtje of drie nadat de meesten gingen slapen gaat de wekker alweer. Vandaag bezoeken we een paar omliggende highlights. Een busreisje brengt ons bij een mooie kathedraal in Ezstergom. Het parkje rondom de kerk biedt een mooie mogelijkheid om in de schaduw te genieten van een ijsje: de zon schijnt immers nog volop en de fitheid straalt er bij de meesten niet vanaf. Anderhalf uur later vertrekken we richting een burcht in Vizegrad. Omdat daar geen eten verkocht wordt is een nabijgelegen restaurantje snel gevonden, en het uitzicht daar is werkelijk magistraal. De foie gras en breaded brains laten we links liggen en we kiezen toch maar gewoon voor de pasta. Met de maag gevuld rijden we door naar Szentendre, een dorpje nabij Boedapest met een mooi centrum. 's Avonds gaan sommigen wederom op stap en vermaken zich in een discotheek onder de universiteit (misschien een suggestie om mee te nemen in de nieuwbouwplannen voor de Grote Kruisstraat?), anderen leggen nog rustig een kaartje in het hotel. Vrijdag Het is de laatste dag en 's ochtends zijn we vrij. De buschauffeur brengt ons naar het House of Terror, een boeiend museum over de terreurdaden van de nazistische en communistische regimes in Hongarije. Al slalommend door hordes bejaarden vinden we onze weg door de informatie die niet overal is ondertiteld. De boodschap is echter helder. De Hongaren hebben immers alle oorlogen die ze ooit hebben gevoerd verloren en daarom nogal wat verschrikkingen ondergaan. Geboeid eten we nog een broodje en

vertrekken richting de rondvaartboot waarop we nog een tochtje over de Donau maken. De serveerster heet ons zowaar welkom in het Nederlands. Op het enige eilandje in de Donau wordt wederom snel een terrasje gevonden, hoewel vandaag de eerste dag met bewolking is. Al terugvarend blijkt Frank ten Dam een gezichtje op zijn bierglas te hebben waardoor hij de trotse eigenaar wordt van een fles Hongaarse wijn. De serveerster accepteert tot zijn grote teleurstelling maar twee zoenen op de wang, en nadat ze ons wederom in het Nederlands toespreekt ("Tot ziĂŤns!") kan ze niet Sociologe uit haar dak meer stuk. Na wederom een heerlijke maaltijd in ons vaste restaurant wandelen we richting de bus om de huisreis te aanvaarden. Er wordt een stuk meer geslapen dan op de terugreis. Het regent op de terugweg en de douaniers bij de HongaarsOostenrijkse grens hebben dus een actieve dag. We staan in een rij van pakweg vijftien bussen die allen worden uitgeplozen en

op het openluchtfeest worden gaandeweg nog ingehaald door een paar busjes met Hongaars kenteken die voorrang krijgen van de sigaretten-rokende en computerspelletjes-spelende slagboombewaker. Twee uur later staan er nog maar vier bussen voor ons als de douaniers besluiten dat we wel te vertrouwen zijn. Zonder enige vorm van controle mogen we door een openstaande slagboom onze reis vervolgen. Vele sociologen krijgen hier niets meer van mee: zij zijn allang in diepe slaap. Sommigen kaarten nog tot een uur of vijf 's nachts, maar dan wordt de slaap toch echt teveel. Zaterdag We ontwaken op Koninginnedag voorbij MĂźnchen. Verrassend genoeg is er een stuk meer geslapen dan op de heenreis. Twee andere redacteuren van dit blad schminken vlaggetjes op hun gezicht en zo krijgen we toch nog wat mee van de feestvreugde. Na een dag vol spelletjes en slap geouwehoer keren we rond vijf uur moe maar voldaan terug op het station, waar de felle kleuren van het Groninger Museum en de lachende gezichten van de feestgangers ons duidelijk maken dat het voorlopig toch nog echt een wereld van verschil is tussen Nederland en het Oostblok.

In de trein op weg naar het centrum van Boedapest SOAP | JUNI 2006

31


Naam: Wiebren Jansen Studie: laatstejaars Sociologie schakelprogramma Achtergrond: Vwo, Technische Bedrijfswetenschappen. Waarom besloot je Sociologie te studeren? Na mijn vwo ben ik Technische Bedrijfswetenschappen gaan studeren aan de RuG, deze studie heb ik ook afgemaakt, maar beviel me niet goed. Sociologie leek me erg interessant, daarnaast kon ik door het schakelprogramma de studie in twee jaar voltooien. Ik heb veel vrijstelling gekregen doordat ik statistiekvakken al had gehaald, hierdoor ging studeren hand in hand met relaxen.

Heb je nog zaken die niet op de achterkant mogen ontbreken? Een mysterie wordt onthuld: de woorden 'Koen is een lul' die te lezen zijn op de pingpongtafel in de tuin zijn mede afkomstig van mij. Mannenhumor, als vrienden elkaar een beetje irriteren, geschreven met labello dat vervolgens is verbrand in de zon.

Heeft Societas bevorderend gewerkt voor plezier tijdens je studie? Het contact met bestuursgenoten is erg belangrijk, dat is me het beste bevallen. We hebben het als commissie nog geregeld over een zeer geslaagd commissieweekend, waar een bestuurslid door overmatige wodka inname moest kotsen. Je leert mensen in dat soort situaties goed kennen, zo concludeerde een bestuurslid op zondag tijdens het weekend dat hij al tien uur niet van de bank was opgestaan. Over de faculteit galmt soms 'Jansen is een Groninger', waarom? Het is afkomstig van FC Groningen daar wordt bijvoorbeeld gezongen: 'Martin Drent is een Groninger'. Voor een Groninger is dat een zeer positieve leus. Saraï heeft dat goed opgepakt en zij is natuurlijk ook een Groninger. Ik ben er wel blij mee, het is erg positief. Aangezien Jansen een ‘Groninger’ is, waarom gaat hij naar Australië? Ik wil al heel lang in mijn eentje naar het buitenland. Na vijf universiteiten in Sydney te hebben benaderd begin ik daar binnenkort aan mijn scriptie. Het wordt een casestudie over het minderhedenbeleid in Australië, dat erg multicultureel is terwijl in Europa veel meer sprake is van assimilatie. Het multiculturele beleid lijkt in Australië wonderbaarlijk te werken. Wat zal je in Australië het meest bij blijven over Sociologie aan de RuG? De gezelligheid en de leuke mensen. Ik heb in een erg korte tijd heel veel vrienden gemaakt. Ik merk toch in verhouding met mijn eerdere studie dat de prioriteiten van veel mensen die Sociologie studeren dicht bij de zaken liggen die ik zelf ook belangrijk vind. Zo staat gezelligheid en vriendschap boven zaken als studiepunten en ambitie.

ACHTERKANT


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.