10 minute read
GEZOND
by Solidaris
HOE HOUD JE DE LUCHT IN JE HUIS GEZOND?
Gezond leven wil niet alleen zeggen gezond eten, voldoende bewegen, goed slapen … Het betekent ook dat je leeft in een woning met een gezonde luchtkwaliteit. Medisch milieudeskundige Sofie Vandenbroeck geeft tips om thuis vrij en gezond adem te halen.
Heb jij al stilgestaan bij de luchtkwaliteit in je huis? Een ongezonde binnenlucht kan op lange termijn voor (gezondheids)problemen zorgen.
WANNEER IS DE BINNENLUCHT ONGEZOND?
“Je binnenlucht raakt eigenlijk constant vervuild door allerlei activiteiten die je binnen doet: koken, wassen, poetsen, kaarsen branden, schilderen … Daarnaast wordt de kwaliteit van de binnenlucht bepaald door de buitenlucht, die je gebruikt om te ventileren. Maar daar heb je zelf niet veel vat op”, aldus Sofie.
Als je binnenlucht ongezond is, kan je dat merken aan: een hinderlijke geur prikkende of rode ogen een droge of geïrriteerde keel hoofdpijn enkele langere-termijneffecten, zoals astma, allergie …
VERSCHIL TUSSEN VERLUCHTEN EN VENTILEREN
“Ventileren en verluchten is niet hetzelfde”, zegt Sofie. “De lucht in een woning continu moet continu ververst worden: dat is ventileren. Dat kan via een ingebouwd ventilatiesysteem, maar ook via roosters in de muur, ramen of deuren. Geen ventilatie? Zet je raam de hele tijd op een kier.”
“Verluchten is kortstondig een grote hoeveelheid verse lucht binnenlaten in je woning, bijvoorbeeld door een raam of buitendeur 20 tot 30 minuten wagenwijd open te zetten.” De gouden regel blijft: ventileer én verlucht.
CO2-METER? NIET NODIG IN EEN GEZINSWONING
Kocht je tijdens de coronacrisis een CO2-meter om te checken of er voldoende ventilatie is in je woning? Houd rekening met het volgende: als je alleen in huis bent, kan de CO2-concentratie laag zijn. Maar dat dat niet wil zeggen dat je goed ventileert. Het zegt ook niets over de luchtkwaliteit in huis. Het advies: je hoeft niet per se naar de winkel te hollen om zo’n toestel te kopen voor thuis. Je komt al heel ver met een goede ventilatie en verluchting.
TIPS: HOUD DE BINNENLUCHT GEZOND
Zet een raam open tijdens of na het koken. Vermijd vocht. Dat is vragen om schimmel. Droog je de was in huis, doe dat ergens waar het niet te koud is. Verlucht tegelijk door een raam open te zetten. Zorg voor een minimumtemperatuur van 15 graden in elke kamer. Zo voorkom je schimmel. Zet een raam open als je slaapt. Nieuwe meubels? Verlucht de ruimte extra tijdens de eerste 6 maanden. Zo lang duurt het voor een nieuw meubelstuk of tapijt is ‘uitgewasemd’. Zet een raam open als je met veel mensen samen bent in een ruimte. Vermijd luchtverfrissers, zoals stokjes in etherische olie of zelfspuitende toestellen. Brand geen wierrook, dat is erg vervuilend en ongezond.
Gebruik geen spuitbussen met vervuilende chemische stoffen. Een deodorant in rollervorm is bijvoorbeeld beter dan een die spuit.
De badkamerdeur openzetten om te verluchten?
Neen! Warme, vochtige lucht vermengt zich met koude(re) lucht van een andere kamer. Die lucht raakt vol vocht en zo krijg je condensatie en mogelijk schimmel. Open liever het raam. Geen badkamerraam? Zorg dat er een ventilator is.
EXTRA TIPS OM DE LUCHTKWALITEIT IN JE WONING GEZOND TE HOUDEN? Lees het op onze blog. www.devoorzorg.be/blog
SCAN ME
IN HET SPOOR VAN ...
PALLIATIEF VERPLEEGKUNDIGE DEMI
Stel de vraag ‘wat is palliatieve zorg?’ en mensen denken snel aan iemand die op sterven ligt. Een verkeerd beeld, want palliatieve verpleging is veel meer dan dat. Wij liepen een dag mee met verpleegkundige Demi en kregen een warme blik achter de schermen van de palliatieve (thuis)zorg.
6.50 uur Thuisverpleegkundige Demi is klaar voor haar ronde. Of de stralende dag niet in contrast staat met wat ze zal zien? “Niet per se. Ik ga niet de hele tijd langs bij ‘stervende’ mensen. Dat is een misvatting.”
“Ja, ik begeleid patiënten tijdens hun allerlaatste dagen. Maar er zijn mensen die ik meerdere maanden, zelfs jaren verzorg. Ik verzorg bijvoorbeeld verschillende mensen met dementie. Zij liggen daarom niet op sterven, om het cru te zeggen”, vertelt ze.
Demi’s 1ste patiënt is Paul (69). Hij heeft multiple sclerose (MS). Elke ochtend en avond krijgt zijn vrouw Julia hulp bij het wassen, verschonen, aan- en uitkleden, wondverzorging … Na het ochtendtoilet helpt Demi Paul in de zetel. “Ik kom hier al 2 jaar. Soms gebruiken we een lift, nu niet. Heeft hij een goede dag zoals vandaag? Dan hef ik hem gewoon op. Maar als hij niet goed kan steunen, hebben we de lift nodig. Dan is het een zak patatten, hé Paul”, knipoogt Demi.
Een ingekaderd diploma van natuurgids aan de muur valt op. “Dat is van Paul, ja. Hij was zo’n geïnteresseerd en actief persoon”, vertelt Julia. “Maar plots ging hij razendsnel achteruit. Hij heeft nooit als natuurgids kunnen werken na zijn pensioen. Heel jammer …”
7 uur
7.30 uur Eduard opent met een glimlach de deur, Martha (81) werpt een blik in de gang. Of de journalist en fotograaf waarover ze het had, mee binnen mogen, vraagt Demi. Geen probleem. Martha herstelt van borstkanker en heeft andere gezondheidsproblemen, waardoor ze een palliatief statuut (zie kader) heeft. Ze krijgt elke dag thuisverpleging voor het wassen, verzorgen van wondjes en pijnbestrijding. “Vandaag zou mijn haar gewassen
WAT IS PALLIATIEVE ZORG?
Palliatieve zorg is hulpverlening die de kwaliteit
van het leven verbetert
van patiënten met een
levensbedreigende aan-
doening. Het is veel meer dan stervensbegeleiding of terminale zorg, wanneer het einde van iemands leven echt nabij is. Maar dat kan een onderdeel zijn van palliatieve zorg.
Wie kan palliatieve zorg krijgen en wanneer?
Iedereen die ongeneeslijk ziek is, kan een beroep doen op palliatieve zorg, onafhankelijk van het soort aandoening, het stadium van de ziekte of de leeftijd. Onderzoek bewijst dat iemands levenskwalteit enorm vergroot als palliatieve verzorgers al vroeg genoeg komen ondersteunen. Ook naasten en mantelzorgers hebben erg veel aan die hulp.
Als je palliatieve begeleiding aanvraagt, hoef je niet noodzakelijk dicht bij je dood te staan. Palliatieve zorg is de hulp en zorg voor iemand voor wie er geen genezende behandeling is. moeten worden, manneke”, zegt ze, terwijl ze een laatste stukje boterham wegwerkt. “Als vrouw je persoonlijke verzorging uit handen geven … dat vond ik moeilijk.”
Demi knikt. “Mannelijke patiënten hebben minder gêne en hebben minder last om die verzorging te laten overnemen door een verpleegkundige.” Als het van Martha afhing, waren we langer welkom, voor een kopje koffie en een langere babbel, maar er wachten nog patiënten. “Velen van hen moeten gewassen en aangekleed worden in de voormiddag. Zolang ik niet ben gepasseerd, liggen ze in hun pyjama in bed”, legt Demi uit.
8.30 uur Even na 8 uur zet Demi koers richting een patiënt wiens stoma ze moet verzorgen. Daarna volgt een oudere vrouw met dementie die al jaren palliatief is. “Sommige patiënten hebben het er in het begin zelf lastig mee dat ze palliatieve verzorging nodig hebben. Mensen met dementie worden weleens kwaad en zijn hard. Tegen ons, tegen hun familie … Je zelfstandigheid zien wegvallen is zwaar.”
Maar palliatieve thuiszorg is er net om je zo lang mogelijk zelfstandig in je eigen omgeving te laten wonen. “Velen weten het niet, maar wij leggen ook infusen aan en regelen sondevoeding. Patiënten hoeven dan niet naar het ziekenhuis, wat voor velen een grote opluchting is”, zegt Demi.
10 uur Volgende stop: Etienne (76). Hij heeft darmkanker. Ook hier komt Demi al 2 jaar over de vloer. “Mijn man kan niet meer geopereerd worden.
Gisteren had hij geen goede dag. Maar we maken er het beste van. En elke dag is er weer eentje meegenomen”, zegt zijn vrouw Monique moedig.
Etienne moet zijn slechte dag van gisteren nog te boven komen. Hij staat even recht, maar moet snel weer gaan liggen in de zetel. Toch trakteert hij tussendoor op grapjes. “Klagen doet hij zelden. Hij geeft niet snel toe dat hij pijn heeft of zich slecht voelt”, weet Demi. “Zeker niet in het bijzijn van zijn vrouw. Hij wil haar sparen. Dat is enorm lief, maar ik probeer hem duidelijk te maken dat hij zich voor mij niet sterk hoeft te houden.”
De volgende 2 patiënten zien we niet. Palliatieve thuiszorg blijft erg intiem en soms confronterend. Dat wil niet iedereen zomaar delen.
Tijd voor een korte pauze met een koffietje. “Momenteel is het ‘rustiger’, maar we hebben een zware periode achter de rug. We verloren in korte tijd verschillende patiënten. Dat hakt erin”, vertelt Demi. Toch blijft ze na het overlijden van een patiënt betrokken. “Bij een sterfgeval bel ik de dokter, eventueel de begrafenisondernemer … Ik doe ook vaak de lijktooi (verzorging van het lichaam). Dat is niet verplicht, maar ik wil dat zelf. Ik wil mooi afsluiten. Het is mijn manier om het af te ronden.”
Na haar studies wist Demi meteen dat palliatieve zorg iets voor haar was. Geen evidente keuze voor een jonge, net afgestudeerde verpleegster. “Het is een andere aanpak dan in de ‘normale’ verpleging. Je leert mensen op hun meest kwetsbare momenten kennen. Dat eerlijke contact met patiënten spreekt me aan. Er is meer ruimte voor interactie, je bouwt een betere band op. Je krijgt daar als palliatief verpleegkundige meer tijd voor.”
11.45 uur
Emotioneel komt er veel op je af. “De ene persoon neem je makkelijker mee naar huis dan de andere. Soms moet ik een traan bedwingen. De 1ste patiënt die ik verloren ben, vergeet ik nooit. Het was een man met kanker en ik moest er ‘s nachts heen. Na zijn overlijden bleef ik tot de ochtend. Ik had er lange tijd nachtmerries van”, herinnert Demi zich. “Gelukkig hebben we een topteam en een prima begeleiding, en kunnen we praten over iets wat op ons weegt.” 12 uur De laatste patiënten van de dag: Maria (71) en Roger (67), allebei bedlegerig en aangewezen op hulp van hun kleinzonen. “Hier heb ik het soms moeilijk, vooral sinds Rogers herseninfarct. Sindsdien is hij tot weinig in staat. Terwijl het voorheen een erg joviale, levendige man was”, weet Demi. “Ook ’s nachts ben ik hier al geweest. Nachtelijke wachtdiensten horen erbij. En die doe ik met evenveel plezier als mijn dagshiften. Je bent een deel van het leven van je patiënten, hé. En het leven stopt niet als het nacht is.” Demi’s shift zit erop. Toch keert ze niet meteen huiswaarts. “Ik wil graag langsgaan bij een vrouw die onlangs haar man verloor. Ik heb hen lang palliatief begeleid. Geen makkelijk traject, wel een heel dankbaar. Deze dame is zo moedig, een echte inspiratie. Als ik kan, spring ik eventjes binnen voor een babbeltje.” Maar het blijft stil na het aanbellen. “Ik kom een van de volgende dagen wel terug. Sowieso blijf ik contact met haar houden. Contact houden met familieleden van overleden patiënten behoort niet tot mijn taken als verpleegkundige, het is een persoonlijke keuze. Misschien doe ik dat niet meer na járen in het vak, maar nu voel ik dat ik daar veel aan heb.”
13 uur
Een patiënt genezen is niet het doel. Wat dan wel? Een aandoening onder controle houden, pijn en/of andere ongemakken verlichten en de levenskwaliteit zo hoog mogelijk houden. Uiteraard met de nodige aandacht voor wat ongeneeslijk ziek zijn psychologisch en sociaal met zich meebrengt.
Om palliatieve zorg te krijgen, moet je een palliatief statuut hebben. Je huisarts kijkt met jou en je familie of je hiervoor in aanmerking komt. Je arts vult het formulier ‘Medische kennisgeving’ in, dat dan naar de adviserendarts van het ziekenfonds gaat. Voldoe je inderdaad aan de voorwaarden, dan krijg je het palliatief statuut en de uitbetaling van het ‘palliatief forfait’. Info daarover vind je op www.devoorzorg.be/ hogere-terugbetaling.
Meer info over palliatieve begeleiding? Neem een kijkje op www.palliatieve
zorgvlaanderen.be
of www.leif.be.