Stichting Oude Gelderse Kerken Kwartaalblad, jaargang 18, 2020, nummer 3
De Oude Kerk van Apeldoorn
Nieuw: beeldbank SOGK online
Van binnen bekeken: Sint Lambertuskerk in Buren
Van de redactie
Colofon
Beste lezer, We leven nog steeds in een door corona totaal veranderde wereld! Dankzij de bijna bovenmenselijke inspanning van de medewerkers in de gezondheidszorg hebben we ternauwernood de eerst golf van coronabesmettingen kunnen hante ren. Enkele bedrijfstakken kunnen profiteren van de omstandigheden, maar het merendeel van de bedrijven is bezig zich zo goed en zo kwaad als dat kan aan te passen. Al is nu wel dui delijk dat dit niet iedereen zal lukken. Scholen en de cultuursector staan ook nog voor zware opgaven. De overheid heeft een ongekende financiële inspan ning gepleegd die op de korte termijn
velen geholpen heeft, maar of die voor de lange termijn ook voldoende is, moeten we afwachten. Ook het multi functionele gebruik van onze kerken is grotendeels tot stilstand gekomen. Op dit moment (12 augustus) richt de discussie zich op de vraag welke maatregelen op welke manier geno men moeten worden om de recente toename van besmettingen weer terug te dringen. Laten we hopen dat het – waarschijnlijk – binnen afzienbare tijd beschikbare vaccin de ommekeer brengt.
Ben Verheij
Inhoud
Groenlo
Wageningen
3
4
Venster, 2020, nummer 3 — 2
Bronkhorst
Rariteiten
Restje polychromie in Kranenburg Nieuws van Oude Gelderse Kerken
Berichten van het bestuur
6
8
Hoog-Keppel
Herinrichting Dorpskerk in Ruurlo Beeldbank online
Digitale schatkamer van de SOGK
10
17 18
Zutphen
Aerdt
Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005, 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; drs. Karlijn van Onzenoort, eindredacteur; drs. Jeroen Krijnen en dr. Herman Wesselink, wetenschappelijk redacteuren venster@oudegeldersekerken.nl Vaste medewerkers: dr. Verena Demoed, dr. Ineke Pey Fotografen: Carel van Gestel, Rein de Jong, Ton Rothengatter, tenzij anders vermeld. Zo veel mogelijk is geprobeerd de eventuele rechthebbenden van overige gebruikte afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden achterhaald of benaderd, kunnen zich wenden tot de redactie. Grafisch ontwerp: Henk-Jan Panneman, Arnhem Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957 Venster wordt gedrukt op fsc- gecertificeerd papier en verpakt in composteerbare folie.
Hoofdartikel
De Oude Kerk van Apeldoorn Actuele publicaties Mijn kerk
Evangelisch-Lutherse Kerk in Ede
19 20
Van binnen bekeken
Sint Lambertuskerk in Buren
24
Werk aan de kerk
Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken en wordt toegestuurd aan donateurs, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wet houders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijk centra en dorpshuizen in Gelderland.
Agenda
Oplage: 2800 exemplaren. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto kopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. © Stichting Oude Gelderse Kerken, 2020 Afbeelding voorzijde: Tijdens de opgraving van 1989 op het Raadhuisplein in Apeldoorn werden delen teruggevonden van de grafzerk uit 1684 van Johanna Maria van Stepraedt en haar echtgenoot Willem van Ulft. Collectie: VOA/Felua, CODA
Walburgiskerk in Zutphen De Stichting Oude Gelderse Kerken heeft de culturele anbi-status.
Rariteiten in onze kerkgebouwen
Herman Wesselink
Restje polychromie van Cuypers in Kranenburg het klokkengat heeft een ornament in sjabloontechniek. Het is een typerend voorbeeld van de wijze waarop Cuypers zijn kerkgebouwen decoreerde: een zogenaamde constructieve poly chromie. Halverwege de negentiende eeuw werd deze wijze van decoreren, die zijn oorsprong in de middeleeuwen vond, herontdekt. Cuypers introdu ceerde de constructieve polychromie in Nederland en was hiermee ver nieuwend bezig. Hij liet zich inspire ren door de Franse architect Violletle-Duc en de Engelsman Pugin. Dit was in zijn opvatting architectuur die ‘het goede, het ware en het schoone’ toonde. Een reactie op het ‘heidense’ neoclassicisme. De ‘tweede beeldenstorm’ van de jaren zestig ging ook niet aan Kranenburg
voorbij: bij de liturgische vernieu wingen is Cuypers’ polychromie in wit overgeschilderd, op dit stukje in de toren na. Het is niet bekend waarom het is blijven zitten. Als zeldzame overgebleven schildering uit Cuypers’ vroege oeuvre is het nu zeer waardevol. Een opmaat naar restauratie van het gehele interieur?
Beschilderde baksteentjes in de Antoniuskerk in Kranenburg. Foto’s: Ton Rothengatter, 2020
Venster, 2020, nummer 3 — 3
De H.-Antonius-van-Paduakerk in Kranenburg van architect Pierre Cuypers heeft al decennialang een grotendeels witgeschilderd interieur. Maar oorspronkelijk was het neo gotische kerkinterieur gepolychro meerd, ofwel veelkleurig beschilderd. Wie in het kerkgebouw zijn ogen goed de kost geeft, ontdekt dat van deze oorspronkelijke decoratie nog een klein stukje over is. Het betreft de beschildering van de wanden en het gewelf op de orgelgalerij in de toren. In de Antoniuskerk zien we op de orgelgalerij een gemetseld kruisrib gewelf met een ring, waardoorheen de klokken naar boven werden gehesen. De gewelfvelden hebben grijstinten, de ribben zijn geel en de baksteentjes langs de ribben ogen zwart. Het luik in
Nieuws van Oude Gelderse Kerken Van de bestuurstafel Langzamerhand worden de maat regelen versoepeld, maar nog steeds moeten we de 1,5 meter in acht nemen. Zorg voor eigen gezondheid en de gezondheid van de ander blijft. Plaatselijke Commissies en stichtingen worstelen met de vraag: ‘Kunnen we al weer iets organiseren of is het beter om te wachten tot…?’ Vanuit het bestuur leggen we de beslissing om iets toe te laten bij de Plaatselijke Commissies en stichtingen van het kerkgebouw neer. Indien gewenst denkt het bestuur uiter aard mee. Verdrietig is het dat in deze tijd Gerrit Berendsen, actief lid van de Plaatselijke Commissie van de kerk in Aerdt en betrokken vanaf het begin, is overleden. Uit het in memoriam op de pagina
Haarlo
Vorden
Kranenburg
hiernaast komt ook naar voren dat de leden van de Plaatselijke Commissies elkaar nodig hebben: ieder heeft kwali teiten die nodig zijn om het werk voor alle monumentale kerkgebouwen te verrichten. Het bestuur dankt alle vrij willigers. Zonder deze vrijwilligers kun nen de kerkgebouwen niet opengesteld worden en kan de geschiedenis van het kerkgebouw midden in de samen leving, nu en in het verleden, niet verteld worden. Er is gelukkig ook nog goed nieuws te melden in deze coronatijd. Eind juni is fase II van de restauratie van de Grote Kerk te Wageningen opgeleverd. Het ziet er prachtig uit. Vanaf september wordt dit monument weer in gebruik genomen. De financiële afwikkeling van deze restauratie met provincie
Hummelo
Etten
Venster, 2020, nummer 3 — 4
Businesspartners Oude Gelderse Kerken • Acel, Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen • Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen • Conserduc-Renofors, Sliedrecht • Dijkman Bouw, Warnsveld • Donatus Verzekeringen, Rosmalen • Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Koninklijke Eijsbouts, Asten • Koninklijke Woudenberg, Ameide • Lakerveld ingenieurs- en architectuurbureau, Noordeloos • Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede • Van Lierop, Boxtel • MAS Architectuur, Hengelo
• Orgelmakerij Reil, Heerde • Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem • Schildersbedrijf Albert Verhoeven, Arnhem • Smederij Oldenhave, Vorden • Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem • Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo • Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk • Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen • Schildersbedrijf Hagen, Arnhem • Oostveen meesterschilders, Velp • Hampshire Hotel ’s-Gravenhof, Zutphen
en fondsen is in volle gang. En zoals gebruikelijk wegen de laatste loodjes het zwaarst, want er ontbreekt nog € 45.000. Het is ook hartverwarmend te kunnen melden dat er na onze oproep om extra donaties er inmiddels bedragen ont vangen zijn van circa € 3.500. Hartelijk dank hiervoor! Tot slot: de jaarrekening 2019, in te zien via onze website, is door het bestuur goedgekeurd en vastgesteld. Positief daarbij is dat, ondanks het negatieve exploitatieresultaat, de alge mene reserve op hetzelfde niveau is kunnen blijven.
Buren
Rijswijk
Ook businesspartner worden? Bedrijven en organisaties kunnen businesspartner worden van Oude Gelderse Kerken. Als tegenprestatie ontvangen ze informatie over onze activiteiten, kunnen ze onze kerk gebouwen huren en deelnemen aan onze jaarlijkse netwerkbijeenkomst. Ook interesse om businesspartner te worden voor een jaarlijkse bijdrage van € 200? Neem dan contact op met onze penningmeester Leo Uijl en stuur een mailtje naar info@oudegeldersekerken.nl onder vermelding van ‘businesspartner’.
Leur
Steenderen
Even voorstellen ‘Het is een wonderlijke tijd om nu [begin mei, red.] aan te treden als bestuurslid van de SOGK. De wereld ligt stil, de straten zijn leeg, het leven maakt even pas op de plaats. De ver laten straten zijn een eerbetoon aan architecten en stedenbouwkundigen die in de loop der eeuwen de steden en dorpen hebben vormgegeven. Met in het centrum vaak een kerk waarvan de toren als baken in het landschap fungeert. Kerken zijn gebouwen die zowel historisch als kunsthistorisch belangrijk zijn. Het zijn plaatsen waar geschiedenis is geschreven die soms letterlijk van het gebouw is af te lezen. Kapelletjes groeiden uit tot kerken die stadsbranden, oorlogen en
Hengelo
Drempt
terug op aarde zette als we te ver door sloegen in ons enthousiasme. Zijn nuchtere, maar altijd humoristische opmerkingen maakten hem tot een uniek mens met wie we geweldig hebben samengewerkt en die we heel erg missen. De kerk in Aerdt betekende heel veel voor Gerrit en hij heeft heel veel plezier beleefd aan het werk voor de kerk. En wij hebben heel veel plezier beleefd aan Gerrit. Hinno Willems, voorzitter PC Aerdt
Kerk-Avezaath
een beeldenstorm trotseerden. Nu het aantal kerkgangers terugloopt, is een nieuwe blik op de toekomst wenselijk en noodzakelijk. Als architectuurhistoricus ben ik gefascineerd door de gebouwde omgeving waarin heden en verleden samenvloeien. Binnenkort zal het boek De rijkdom van een arme stad verschijnen, mede van mijn hand, over de fascinerende naoorlogse restau ratie van het mooie stadje Buren. Als voorzitter van Muziek in Buren, een stichting die al dertig jaar klassieke concerten organiseert in de prachtige Sint Lambertuskerk, heb ik kennis gemaakt met de SOGK en gezien hoe voortvarend zij met kleine en grotere aanpassingen de kerk klaarstoomt voor
Lochem
Batenburg
de toekomst. Het is een eer om als bestuurslid een bijdrage te mogen leve ren aan de instandhouding van deze bijzondere monumenten en mee te denken over de hernieuwde invulling als plaats van maatschappelijke verbon denheid in de huidige samenleving.’ Coosje Berkelbach
Venster, 2020, nummer 3 — 5
foto: picturesbygaab, 2017
Zutphen
In memoriam Gerrit Berendsen De Plaatselijke Commissie en overige vrijwilligers van de Dorpskerk in Aerdt geven bedroefd kennis van het over lijden van PC-lid Gerrit Berendsen. Hij overleed op 25 mei 2020 volkomen onverwacht op 69-jarige leeftijd. Gerrit was vanaf de oprichting betrokken bij de PC en hij was ‘de koster van de kerk’. Hij verzorgde het openen en sluiten van de deuren, luidde de klok ken, hing de vlag uit, ontving bezoekers en technici, verzorgde de verwarming in de kerk, het onderhoud van de kerk en het terrein eromheen, hielp met het schenken van koffie, thee en drankjes, enz. Maar ook bij diverse activiteiten was hij betrokken, zoals bij het Midwinterfeest. Voor ons als PC-leden was Gerrit de noodzakelijke dwarsligger, die ons
Ruimte voor de toekomst
Karlijn van Onzenoort
Onlangs is de Dorpskerk in Ruurlo ingrijpend heringericht. Dat was nodig omdat men ook hier een breder scala aan activiteiten in de kerk mogelijk wil maken. Niet alleen voor de kerkelijke gemeente, maar ook voor anderen. Niet alleen op zondag, maar ook doordeweeks. De kerkgemeenschap wil nadrukkelijk ‘een open huis’ zijn.
Een van de opvallendste veranderingen is het gedeelte achter de pilaren. Daar zijn de houten kerkbanken verwijderd en zijn een keukenunit en een sanitair blok gekomen. Twee voorzieningen die noodzakelijk zijn als de kerk ook gebruikt gaat worden voor bijvoorbeeld concerten. Erbovenop is met hoge treden een soort tribune gecreëerd voor filmavonden of andere bijeenkomsten. ‘Deze aanpassing was al gepland voor dat ik bij de herinrichting werd betrok ken’, vertelt liturgisch vormgever Pim van Dijk.
Venster, 2020, nummer 3 — 6
Ontmoeting Maar daarna kwamen de gemeente leden er niet goed meer uit. Wat moest er nog meer veranderen? En vooral:
Oude inrichting van de Dorpskerk in Ruurlo, met de houten kerkbanken, de knopstoelen en de traditionele opstelling van de liturgietafel. Foto: Jeroen van Dijk, 2016
hoe? Bijeenkomsten van de klank bordgroep onder leiding van Van Dijk brachten aan het licht dat men verschil lende niveaus van ontmoeting wilde realiseren in het gebouw. Niet alleen de publieke en sociale ontmoeting (elkaar kennen, met elkaar koffie drin ken). ‘Maar vooral ook de culturele en spirituele ontmoeting, zoals meningen delen, samen ervaringen opdoen, je verbonden voelen met elkaar, en uitein delijk ook: samen eten, samen bidden en met elkaar rouw-, trouw- en doop diensten beleven’, aldus Van Dijk.
Heringerichte Dorpskerk, met links het nieuwe blok met keuken, drie wc’s en berging. Foto: Lars van den Brink, 2019
Voorbij het kruis ‘Mijn taak was het om dat in de vormgeving tot uitdrukking te laten komen’, vervolgt hij. ‘Zodoende is er nu in het gebouw ruimte voor koffie drinken, maar ook ruimte voor de
toekomst, zoals ik dat noem. Als je de kerk binnenloopt, richting het oosten, ben je gericht op de zonsopkomst. Op de toekomst. Daarom heb ik een paar meter vóór die oostelijke muur een wand geplaatst. Behalve licht is daar achter niets. Een ruimte van hoop en
verwachting. Het kruis dat tegen de muur hing, is drie meter naar voren gehaald. Zo is de ruimte van de toekomst voorbij het kruis, dat wil zeggen: voorbij het lijden en de zorgen van alledag.’ De nieuwe liturgietafel in een ongebruikelijke vorm, uitgevoerd in cortenstaal en eikenhout. Foto: Jeroen van Dijk, 2018
De achterzijde van de nieuwe wand is goudgeel geverfd, waardoor het zonlicht een gouden gloed geeft aan de muur van de kooromgang. De cirkel in het middenschip wordt fraai verlicht. Foto: Henk-Jan Altena, 2019
Gebruiksvriendelijk Verder zijn de traditionele (knop-) stoelen vervangen door moderne exemplaren. ‘Knopstoelen horen thuis in een historisch interieur, maar veel jonge mensen hebben daar niets mee. Daarmee ervaren ze het gebouw niet als iets van hen, niet als iets van nu, maar als iets van het verleden. Moderne stoelen maken de ruimte voor hen gebruiksvriendelijk. Deze stoelen zeggen als het ware tegen de jonge mensen: “Deze ruimte is ook voor jullie om te gebruiken.”’
Venster, 2020, nummer 3 — 7
Ongebruikelijke vorm In de cirkel in het middenschip, die dankzij de nieuwe ledverlichting baadt in het licht, wordt het leven gevierd, volgens Van Dijk. Daar staan een leze naar en een liturgietafel, uitgevoerd in hetzelfde materiaal (cortenstaal) als de voet van het doopvont. ‘De tafel heeft met opzet een onbekende vorm’, legt Van Dijk uit. ‘De gebruikelijke lang werpige liturgietafel kent namelijk een hoofdeinde en een voor- en achterkant. Het hoofdeinde suggereert dominan tie, de voor- en achterkant zet mensen tegenover elkaar. Deze ovale tafel met afgestompte kanten maakt echter dat de predikant onderdeel is van de groep gelovigen.’
Interview Digitale schatkamer van de SOGK Een goede beeldbank van de ‘eigen’ kerken – dat was het doel van het project dat de redactie van Venster, samen met Nico Peek, algemeen secretaris van onze stichting, enkele jaren geleden startte. En dankzij de inzet van vele vrijwilligers staan inmiddels bijna vierduizend foto’s online. Zo kan vanaf nu iedereen vanuit de luie stoel genieten van onze kerkgebouwen. Neemt u ook een kijkje?
‘We zijn met dit project begonnen omdat we voor onze publicaties regel matig behoefte hebben aan goed beeld materiaal van onze kerkgebouwen’, vertelt Nico Peek. ‘Voor het blad Venster, voor het jaarverslag, de website of een uitnodiging hebben we keer op keer foto’s nodig. En het is niet werk baar om hiervoor steeds opnieuw een fotograaf op pad te sturen.’
Venster, 2020, nummer 3 — 8
Openbare beeldbank Zo ontstond het idee van een beeld- of fotobank. Niet – zoals gebruikelijk – op een gemeenschappelijk computer netwerk van een kantoor (want de ‘medewerkers’ van de SOGK zitten nu eenmaal niet in eenzelfde gebouw), maar op het internet. Aanvankelijk was
de beeldbank alleen toegankelijk voor ‘intern’ gebruik, maar sinds kort is die openbaar (zie kadertje). Aandachtspuntenlijstje De beeldbank is gevuld met foto’s die op cd’tjes en als dia’s binnen de stichting circuleerden. Daarnaast heb ben Carel van Gestel en Rein de Jong – twee fotografen van Venster – in de afgelopen jaren al onze kerkgebouwen bezocht en op de foto gezet. ‘We kre gen een heus aandachtspuntenlijstje mee’, aldus Carel van Gestel. ‘Daarop stond bijvoorbeeld dat we elke kerk van alle zijden in beeld moesten bren gen. En dat we detailfoto’s moesten maken van de bijzonderheden van het gebouw. Gelukkig werden we in elke
www.oudegeldersekerken.nl > Stichting > Over Oude Gelderse Kerken > Publicaties
Karlijn van Onzenoort
kerk altijd gastvrij ontvangen door een behulpzame vertegenwoordiger van de Plaatselijke Commissie, die ons uitge breid rondleidde.’ Trefwoordenlijst Vervolgens werden alle foto’s zorgvul dig van labels en trefwoorden voor zien en één voor één in de beeldbank geplaatst. Eerst door Martin Kas, daar na door zijn opvolgers Veerle Mertens en Suze de Zwart. Dit gebeurde aan de hand van een trefwoordenlijst. ‘Die was al best uitgebreid toen Suze en ik het werk overnamen’, vertelt Veerle Mertens. ‘Maar toch kwamen we af en toe een foto tegen van een object dat nog niet in de lijst stond vermeld, zoals een collectezak of een reliek. Zo werd niet alleen de beeldbank steeds voller, maar ook de trefwoordenlijst steeds langer’, lacht ze. Minuut per foto Het vullen van de beeldbank is een tijdrovende klus, weet ook Suze de Zwart. ‘Van elke foto moet je zorg vuldig alle gegevens overnemen in zogenoemde beschrijvingsvelden. Niet alleen de naam van het kerkgebouw en de plaatsnaam, maar ook de naam van de fotograaf, de datum van de foto en de verschillende trefwoorden. Per foto kost het me gemiddeld een minuut om die gegevens allemaal correct in te voeren.’ Toekomstplaatje En nu zitten er dan 3879 foto’s in de beeldbank. Alhoewel… op het moment dat u dit leest, kunnen het er zomaar weer enkele tientallen meer zijn. Want de beeldbank breidt zich nog steeds uit. Zo hebben Veerle en Suze in de afgelopen weken nieuwe foto’s van de H.-Antonius-van-Paduakerk in
Bladeren door de beeldbank In de beeldbank kunt u foto’s bekijken van onze kerkgebouwen (exterieur en interieur) en van diverse activiteiten die er plaatsvonden. De foto’s staan gerangschikt naar locatie. U kunt in de zoekbalk bovenaan op trefwoord zoeken, bijvoorbeeld op ‘kraagsteen’. Vervolgens krijgt u alle foto’s van kraagstenen in onze
kerkgebouwen te zien. U vindt de beeldbank via: sogk.collectiebank.nl of via onze website: www.oudegeldersekerken.nl > Stichting > Over Oude Gelderse Kerken > Publicaties. Alle foto’s zijn voorzien van een watermerk. Zo zorgen we ervoor dat ze alleen gebruikt worden om te bekijken.
Venster, 2020, nummer 3 — 9
Kranenburg erop gezet en staan ook de foto’s van de recente bouwwerkzaam heden in de Grote Kerk in Wageningen klaar voor plaatsing. ‘Bovendien den ken we erover om in onze beeldbank ook foto’s op te nemen van andere Gelderse kerken’, besluit Nico Peek. Maar dat is nu nog een onscherp toekomstplaatje...
Rijkste middeleeuwse dorpskerk van de Veluwe
De Oude Kerk van Apeldoorn Huub Ummels
Het middeleeuwse Apeldoorn was een goed voorbeeld van een kerspel. Het bestond uit het kerkdorp Apeldoorn met de daarbij behorende buurtschappen. De kerk van het kerspel stond op wat nu het Raadhuisplein is, in het centrum van Apeldoorn. De fundamenten en grafkelders van deze kerk zijn nog altijd aanwezig onder de klinkerbestrating van het plein.
Venster, 2020, nummer 3 — 10
De geschiedenis van deze kerk gaat voor wat betreft schrif telijke bronnen terug tot 1193. Op Witte Donderdag van dat jaar kwamen twee kanunniken uit Utrecht om, naar roomskatholiek kerkelijk gebruik op die dag, de voetwassing te doen en voor te gaan in de mis in de toenmalige OnzeLieve-Vrouwe- of Mariakerk van Apeldoorn. Ze behoorden tot het kapittel van Sint-Marie. Dit kapittel bezat vrijwel alle gronden in Apeldoorn en had tevens zeggenschap over de kerk, een zo genoemde eigenkerk. Een aantal keren werd zelfs een Utrechtse kanunnik tot pastoor van de kerk in Apeldoorn benoemd. De feitelijke zielzorg werd dan ver richt door een vice-cureit, ook wel plebaan of onderpastoor genoemd.
Van katholiek naar protestant Op 31 mei 1595, Tweede Pinksterdag, moest op last van het Hof te Arnhem pastoor Cornelis Voeth, zeer tegen de zin van de bevolking, de kansel inruimen voor de eerste predikant van Apeldoorn, ds. Theodorus Jacobi. Vanaf dat moment tot de afbraak in 1842-43 is de Oude Kerk een hervormde kerk. Behalve het resultaat van drie opgravingen zijn er talloze schriftelijke bronnen bewaard, waaronder
een gedetailleerde plattegrond uit de negentiende eeuw en betrouwbare buitenaanzichten van de kerk, zowel tekenin gen als aquarellen. Helaas is er geen afbeelding bekend van het interieur van de kerk, die in de negentiende eeuw in totaal 932 zitplaatsen telde.
Archeologische onderzoeken In 1958 wordt voor het eerst onderzoek gedaan naar de fundamenten van de kerk en de ligging ervan. Het initiatief kwam van de heer R. Hardonk, stadsgeschiedschrijver van Apeldoorn, en werd uitgevoerd door de landmeetkundige afdeling van de gemeente. Hij hoopte te weten te komen of de stoffelijke resten van admiraal Jan Hendrik van Kinsbergen zich nog onder het Raadhuisplein bevonden. Deze zeeheld was in 1819 in een grafkelder in het koor bijgezet. Aanleiding voor het onderzoek vormde de tentoon stelling ‘Apeldoorn 792 tot 1958’, die werd georganiseerd in verband met de geboorte van de honderdduizendste inwoner van Apeldoorn in dat jaar. De kelder werd toen niet gevon den, maar uit de opgraving bleek dat de kerk, zoals al werd vermoed, schuin over het plein heeft gestaan. In januari en februari 1989 vond in verband met het planten van nieuwe
De contouren van de voormalige Oude of Mariakerk zoals die bij de reconstructie van het plein in 1977 in de bestrating van het Raadhuisplein waren aangegeven. Foto: auteur, 1977
bomen en de herinrichting van het Raadhuisplein de tot nu toe grootste opgraving plaats. Desondanks beperkte dit onderzoek zich tot twee evenwijdige sleuven met een breed te van zes meter en een lengte van ongeveer veertig meter. Omdat het plein na de opgraving van 1958 in zijn geheel op de monumentenlijst was geplaatst, werd er voorafgaand aan de werkzaamheden onderzoek gedaan door de toenmalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek. Na dat onderzoek bleef er onzekerheid bestaan over de plaats van de aansluiting van het schip op de toren en de eventuele voorganger(s) van de toren. Die onduidelijkheid had alles te maken met verstoringen door onder andere de aanleg van twee olietanks op die plek.
De contouren van de Oude Kerk zijn bij de laatste reconstructie door
Oudste fase
aangegeven. Foto: Koos de Geest, 2011
De datering van de kerk in de oudste fase zou ergens tussen 1100 en 1200 zijn, maar gelet op een paar uitzonderlijke kenmerken, wellicht nog eerder. Er zijn wel paalsporen gevonden, maar door verstoringen te weinig om aan een houten voorganger te denken. In elk geval behoort het bewaard gebleven romaanse doopvont tot de oudste in ons land. De eerste romaanse of misschien wel pre-romaanse
kerk bleek over de muren gemeten gefundeerd te zijn op een bed van maar liefst twee en een halve meter breedte, bestaande uit ijzeroer, hier en daar aangevuld met veld keien. Een kerkfundering van een dergelijke breedte komt volgens de deskundigen die bij de opgraving betrokken
Venster, 2020, nummer 3 — 11
middel van geelkoperen strips in de bestrating van het Raadhuisplein
Plattegrond van de kerk. Ingekleurde tekening uit 1831 door de landmeter W.G.C. Geil. Archief Hervormde Gemeente Apeldoorn en Het Loo, CODA
De vroegere Oude of Mariakerk van Apeldoorn. Tekening: Jan de Beijer, 10 augustus 1744. Collectie: auteur
Uitsnede uit een kaart van het centrum van Apeldoorn in 1840 met daarop aangegeven de ligging op het plein van zowel de kerk als de pastorie.
Venster, 2020, nummer 3 — 12
Archief Gemeentewerken, CODA
De opgraving van 1989 met op de achtergrond de brede fundering van de romaanse kerk. Op de voorgrond de funderingsresten van de Veldwerktekening van de aangetroffen funderingen van Arnold de Haan
laatgotische kerk. Op de voorgrond het ontgraven van een van de
uit 1990. Collectie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
grafkelders. Foto: gemeente Apeldoorn, 1989
Nieuw koor De eerste wijziging dateert uit de veertiende eeuw als de romaanse koorpartij wordt afgebroken om plaats te maken voor een gotisch koor. In die veertiende eeuw wilden vooral de wat grotere dorpen niet achterblijven bij de algemene ontwikkelingen. Het nieuwe koor is nu binnenin even breed als het gehandhaafde schip, maar zal hoger zijn geweest. De aangetroffen baksteen van het nieuwe gotische koor heeft het formaat 28-29 x 14 x 7 centimeter. Het romaanse of preromaanse schip, dat tufstenen muren had, uitge voerd in kistwerk, bleef dus vooralsnog gehandhaafd. Het nieuwe koor zou het gevolg zijn van een gelofte door zeven geërfde boeren van de Wormingermark in Apeldoorn. Een en ander stond in een oud geschrift dat in de negentiende eeuw nog aanwezig was, maar thans is verdwenen. Het is een tijd waarin de pest, ‘de zwarte dood’ heerste. Wanneer hun buurtschap en het kerspel Apeldoorn gespaard zouden blijven van deze ziekte, dan zou er een nieuw koor aan de kerk verrijzen. En zie… de engel van het verderf ging aan Apeldoorn voorbij.
Vergroting van de kerk Vanaf 1477 werd de kerk aanzienlijk vergroot. Het betrof in feite complete nieuwbouw met deels gebruikmaking van
de oude fundamenten. Deze nieuwbouw is vrijwel zeker mede het gevolg van een bewaard gebleven aflaatbrief uit Rome, gedateerd 27 november 1477. In de brief wensen vijf tien kardinalen van de Romeinse curie dat de Apeldoornse parochiekerk gewijd aan Maria in het bisdom Utrecht hersteld wordt of nieuw gebouwd en van een passende inventaris voorzien. Zij schrijven dat aan allen die daaraan bijdragen, een aflaat van honderd dagen wordt verleend. De kerk blijft vooralsnog eenbeukig. In de deels nieuwe fundering is veelvuldig gebruik gemaakt van ouder mate riaal, hergebruikte tufsteen, brokken ijzeroer en bakstenen van onder andere het afgebroken tweede koor. Gelijktijdig of na een korte tussenpoos is begonnen met de bouw van een forse toren met een uitgebouwde traptoren aan de zuidoostzijde. De bouwstijl van de toren met zijn overhoeks geplaatste en rijk versneden steunberen, en de talrijke bewaard gebleven brokstukken van vooral zandstenen deco ratieve laatgotische bouwdelen pleiten eveneens voor een datering in de tweede helft van de vijftiende of het begin van de zestiende eeuw.
Slechts één zijbeuk De laatste ingrijpende verandering betreft de aanleg van een zijbeuk aan de noordzijde. De weggebroken schipmuur wordt aan die zijde door ronde pilaren vervangen. De zij beuk telde zeven traveeën. Niet uitgesloten is dat de zijbeuk pas later met twee traveeën langs de toren is doorgetrokken. Opmerkelijk daarbij is het naar binnen buigen van de beide traveeën, vermoedelijk zo uitgevoerd vanwege een perceel grond of bebouwing op de hoek van het kerkplein en de Dorpsstraat, die het rechtdoor bouwen onmogelijk maakte. Deze verbouwing heeft zich in fasen voltrokken, waarschijn lijk in het begin van de zestiende eeuw.
Zo ongeveer zal de Apeldoornse kerk eruit-
Overzicht van de verschillende bouwfasen op basis van het archeologisch en
gezien hebben vóór de complete nieuwbouw
bouwhistorisch onderzoek in 1989 en 1996. Tekening: Arnold de Haan, collec-
in de vijftiende eeuw. De tekening laat het
tie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
romaanse schip zien en het veertiende-eeuwse gotische koor. Tekening: auteur
Venster, 2020, nummer 3 — 13
waren – Thomas van Straalen van de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de provinciaal archeoloog Rudi Hulst – elders in ons land niet voor! Waar doorgaans bij romaanse kerken sprake is van lisenen, zijn hier zeer zware steunberen toegepast. De kerk bestaat dan uit een rechthoekig schip en een iets smallere rondgesloten koor partij van in totaal zo’n 22 meter in de lengte, gemeten zon der een eventueel aanwezige toren.
Grafsteen De meest opmerkelijke vondst werd gedaan in januari 1989. Op de derde dag van de opgraving kwam tot ieders verras sing aan de noordzijde van het plein een fraaie grafzerk te voorschijn. Een zerk met een afmeting van 3,0 x 1,7 meter. Alleen een gedeelte van de linker bovenkant ontbrak (zie afbeelding omslag). De zerk bevat de in steen uitgehouwen alliantiewapens van de families Van Ulft en Van Stepraedt, alsmede 24 van de oorspronkelijke 32 kwartierwapens. In de onderste helft laat de zerk een grote cartouche zien. Daarin staan de namen, titels en sterfdata vermeld van de overle denen: Johanna Maria van Stepraedt, overleden in 1668, en Willem van Ulft overleden in 1678, in leven bewoners van het middeleeuwse jachtslot Het Oude Loo.
Epitaaf voor luitenantadmiraal Jan Hendrik van Kinsbergen, die in 1819 in de grote grafkelder onder het koor van de kerk werd bijgezet. Het epitaaf werd vervaardigd door beeldhouwer
Wilhelmina van Pruisen
Paulus Joseph
Een andere ontdekking in de onmiddellijke nabijheid van de zerk was die van twee grafkelders, waaronder een zeer grote kelder onder het vroegere koor van de kerk, een die overigens uit bronnen bekend was. Deze kelder bleek, door de aanwezigheid van een trap met zandstenen treden, een semipermanent toegankelijke kelder te zijn geweest. Zelfs de ijzeren roosters waarop de grafkisten hebben gestaan, waren nog geheel aanwezig. Wie bij Koninklijk Besluit nog in 1820 met groot ceremonieel in deze kelder werd bijgezet, was de op Paleis Het Loo overleden weduwe van stadhouder prins Willem V, Wilhelmina van Pruisen. Meer dan twee jaar later werd haar kist in alle stilte per schip naar de Nieuwe Kerk in Delft overgebracht. Dezelfde kelder diende een jaar eerder ook als laatste rustplaats voor admi raal en zeeheld jhr. Jan Hendrik Van Kinsbergen. Een door beeldhouwer Paulus Joseph Gabriël (1784-1833) vervaardigd epitaaf voor de admiraal was tegen de noordmuur van het koor aangebracht. Dit monument bevindt zich thans in het CODA Museum.1 Ook verschillende leden van de andere adellijke geslachten die Het Oude Loo bewoonden, vonden in de kelders hun laatste rustplaats.
Gabriël. Collectie: CODA
Venster, 2020, nummer 3 — 14
Nieuw onderzoek In september 1996 vond er opnieuw, zij het beperkt, een archeologisch en bouwhistorisch onderzoek plaats. Aanleiding was ook toen een reconstructie van het Raadhuisplein. Volgens aantekeningen in het archief was het kerkhof tegelijk met de sloop van de kerk in 1843 geruimd. Dat bleek echter niet het geval. In de hogere lagen kwamen veel skeletdelen tevoorschijn. Op de ongestoorde delen, zowel aan de noord- als aan de zuidkant van het kerk gebouw, bleken de graven nog geheel intact te zijn. Talrijke resten van kisten, spijkers, ijzeren handvatten en houten planken werden zichtbaar. De begravingen zijn zonder uit zondering allemaal west-oost georiënteerd, met het gezicht
De kerk gezien vanuit het noordoosten. Het middelste koorvenster is dichtgemetseld ter bescherming van het orgel dat zich sinds 1779 in het koor bevond. Aquarel A. Lieman 1841. Collectie: VOA/Felua, CODA
naar het oosten. Vaak waren de schedels aan de achterzijde ondersteund, één keer zelfs met een oor van een steengoed pispot.
Blikseminslag Vogelvluchttekening van de kerk zoals deze eruitzag kort voor de afbraak in 1842-43. Reconstructie auteur 1977
In de nacht van 16 op 17 februari 1817 brandde als gevolg van blikseminslag de torenspits af. Hulp bij het blussen werd van verschillende kanten geboden. Zelfs de Deventer brandweer was ter plaatse. Wel veranderde door die brand de aanblik van de toren aanzienlijk. De eerdere hoge toren spits, zoals afgebeeld op de tekening van Jan de Beijer uit 1744 (zie pagina 12), werd vervangen door een kortere met als bekroning een zogenoemde houten lantaarn. Ook de balustrade en de omloop met de waterspuwers, die ervoor moesten zorgen het hemelwater buiten de steunberen te houden, werden niet meer aangebracht.
Afbraak In 1835 valt het doek voor de Apeldoornse kerk als koning Willem I besluit de Hervormde Gemeente een nieuwe gro tere kerk te schenken, maar wel met de restrictie dat deze gebouwd moest worden halverwege Apeldoorn en de buurt schap Het Loo. Het jaar daarop in 1836 geselt een zware storm het dak en de kerkmuren. Er wordt besloten de scha de nog maar provisorisch te herstellen. Na het gereedkomen van de Nieuwe Kerk aan de Loolaan in juni 1842, werd de Oude Kerk publiekelijk voor afbraak verkocht, ondanks pogingen van de Apeldoornse rooms-katholieken om het dan leegstaande kerkgebouw weer in hun bezit te krijgen. Na de afbraak werd het plein ingericht als marktplein. Pal achter de kerk werd na afbraak ervan, begonnen met de opbouw van een nieuw raad- en rechthuis dat in 1843 in gebruik werd genomen. Met de afbraak van de Apeldoornse kerk ging een van de grootste en bovendien fraaiste kerk gebouwen van de Veluwe verloren.
Het orgel, in 1779 voor de Oude Kerk van Apeldoorn gebouwd door Johan Gustaf Schilling, hangt sinds 1842 in de Hervormde Kerk van Beekbergen. Foto: Rein de Jong, 2020
Tot de spaarzame zaken van wat rest van de inventaris van de middeleeuwse dorpskerk van Apeldoorn behoort nog een groot gedeelte van de zerk van Adolph Bentinck en Margaretha van Varick uit 1548, eveneens bewoners van het kasteel Het Oude Loo, naast een aantal restanten van andere zerken. In 2012 kon de Vereniging Oud Apeldoorn een geelkoperen lezenaar uit 1700 aankopen die in bruikleen is opgenomen in de collectie van het CODA Museum. De lezenaar werd gebruikt door de voorlezenaar en stond niet op de kansel. Op de lezenaar is het stadswapen afgebeeld en het jaartal. Andere bewaard gebleven objecten zijn het orgel uit de kerk dat zich tegenwoordig in de Hervormde Kerk in Beekbergen bevindt, zie de vorige editie van Venster. In de huiskapel
Venster, 2020, nummer 3 — 15
Inventaris
Gebeeldhouwd wapen van stadhouder-koning Willem III dat hij voerde als koning van Engeland. Het wapen is afkomstig van de stadhouderlijke bank uit de Oude Kerk van Apeldoorn en bevindt zich thans in de huiskapel van Paleis Het Loo. Foto: Christa Balk, CODA
Venster, 2020, nummer 3 — 16
van Paleis Het Loo is nog de gebeeldhouwde bekroning van de eikenhouten stadhouderlijke bank uit de Oude Kerk aanwezig. Die laat het wapen van stadhouder Willem III – bouwheer van Paleis Het Loo – zien dat hij voerde als koning van Engeland. Het wapen wordt geflankeerd door een leeuw en eenhoorn als schildhouders. De stadhouder lijke bank stond in het interieur van de kerk op de meest prominente plek, pal tegenover de preekstoel. In het CODA Museum bevindt zich de romaanse doopvont die zo goed als zeker uit de eerste helft van de twaalfde eeuw dateert. Volgens het Groningse Instituut voor Liturgiewetenschappen behoort deze – samen met die van de dorpen Almen en Vledder – tot de alleroudste doop vonten van Bentheimer zandsteen van ons land. Na de hervorming is de vont naar buiten gesleept, waar die tot de sloop van het kerkgebouw in 1842-43 heeft gestaan. Staande op deze steen heeft de koster jarenlang direct na de dienst op zondagmorgen allerlei mededelingen van kerkelijke, maar ook niet kerkelijke zaken afgelezen, de zogenoemde ‘kerkesprake’. 1 P.J. Gabriël vervaardigde ook het grote monument ter herinnering aan de zeeheld Van Kinsbergen in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Het is – met uitzondering van dat van Michiel de Ruyter – het grootste monument in de Nieuwe Kerk. Bovendien is bij Koninklijk Besluit bepaald dat er altijd een schip bij de Koninklijke Marine in dienst is dat de naam Van Kinsbergen voert. Thans is dat een opleidingsvaartuig. Bronnen • De kerkfundering onder het Raadhuisplein is vreemd genoeg wettelijk beschermd als gebouwd rijks monument. De locatie van de kerk is opgenomen in de Archisdatabase van de RCE onder waarnemingsnummer
31.506 met monumentnummer 8.167; ingeschreven op 17-07-1973. • Het Utrechts Archief, Archief van het kapittel van Sint-Marie, inv.nr. 1 Liber pilosus. • CODA-archief, Oud-archief Apeldoorn, waarin tevens gedepo neerd het archief van de Nederlands Hervormde Gemeente van Apeldoorn en Het Loo, Archief kerkvoogdij, div. stukken. • Inventare der nichtstaatlichen Archive der Provinz Westfalen. Band II: Regierungsbezirk Münster, Heft 2: Kreis Warendorf, Archiv Vornholz. Münster. Diverse stukken m.b.t. de Apeldoornse kerk. Dit archief bevat onder andere het huisarchief van Het Oude Loo en is in kopie aanwezig in het Gelders Archief onder nr. 1172.
De lezenaar uit de Oude Kerk uit 1700. De lezenaar was bij het doophek aangebracht ten behoeve van de voorlezer/voorzanger. Collectie: VOA, CODA
De twaalfde-eeuwse romaanse doopvont. Collectie: VOA/ Felua, CODA
Over de auteur Huub Ummels (1945) is oud-beleidsambtenaar cultureel erfgoed (monumentenzorg) van de gemeente Apeldoorn. Hij was o.a. medeauteur van het standaardwerk over de Gelderse kastelen. Ook heeft hij als documentalist deel uitgemaakt van de wetenschappelijke staf van Nationaal Museum Paleis Het Loo. Daarnaast was hij enkele jaren voorzitter van de excursiecommissie van de Stichting Oude Gelderse Kerken.
Literatuur R.M. van Dierendonk, ‘Kerk en kerkhof onder het Raadhuisplein: archeologisch nieuws bij een recon structie’, in: Nieuwsbulletin Felua 1996, 100-104. R. Hardonk, Geschiedenis van Apeldoorn 792 – 1675, Apeldoorn 2007. H.G. Hartman, De Gelderse Volksalmanak, Arnhem 1864. R.S. Hulst, A. Buisman, M.J.A. de Haan, ‘Dorpskerk van Apeldoorn’, in: Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1989, 62-63. K. Mars, Overdruk van het archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom, Utrecht dl. 73. afl. 2, Apeldoorn 1954. H.C.J. ter Loo, Oud Apeldoorn in
Woord en Beeld, Apeldoorn 1932. SAGA ‘Goud van Oud’, in: Rapport 2 Sectie archeologie gemeente Apeldoorn, Apeldoorn 2014, 58 t/m 119. R. Steensma, Bentheimer doop vonten en wijwaterbekkens in Nederland, Jaarboek voor liturgie-onderzoek 23, Groningen 2007. H.A.M. Ummels, ‘Archeologisch onderzoek op het Raadhuisplein te Apeldoorn. Voorzichtige conclusies’, in: Nieuwsbulletin Felua: Mededelingen van de historische Vereniging Felua, 1989, 25-30. H.A.M. Ummels, ‘Een monu mentale grafzerk’, in: Nieuwsbulletin Felua: Mededelingen van de historische Vereniging Felua, 1989, 45-48.
Actuele publicaties De bouwgeschiedenis wordt gecom pleteerd met Krijnens beschrijving van de negentiende- en twintigste-eeuwse restauraties. De laatmiddeleeuwse geschiedenis van de Nieuwstad, glas vondsten en begravingen in de Sint-Jan vormen de onderwerpen van andere hoofdstukken. Ook gebruik en inrich ting van de kerk voor en na de refor matie worden beschreven. ‘Het boek De Nieuwstadskerk in Zutphen laat zich lezen als een spannend verslag van 750 jaar kerk- en stadsgeschiedenis…’, belooft de achterflap van het boek. Niet alleen het boek is spannend; ook de voor iedereen toegankelijke zolder van het middenschip is dat. Hier wordt de mogelijkheid geboden om de drie vijftiende-eeuwse kappen en de restan ten van de dertiende-eeuwse kerk te bekijken!
Walburgiskerk in Zutphen God, geld en gebeente. Onderzoek in het archeologische rijksmonument onder de nieuwe vloer van de Sint-Walburgiskerk te Zutphen, Bert Fermin e.a., Zutphen 2020, in de serie Zutphense Archeologische Publicaties nr. 134, geb.,
318 pag., 721 afb. full color, noten, lit. opg., ISBN 9789491950599. In 2018 werd de vloer van de Zutphense St.-Walburgis opgebroken om vloerverwarming te kunnen aanleg gen. Het was een chance of a lifetime voor archeologen, bouwhistorici en kunsthistorici. De vloer gaf zijn ver borgen schatten prijs, die vervolgens door M. Groothedde, B. Fermin, E. den Hartog, A. Lorne, N. Eeltink, J. Krijnen en J. van Dalfsen werden bestudeerd, beschreven en gepubliceerd in het boek God, geld en gebeente. Onder het zand werd een keur aan objecten aan getroffen, waaronder muurwerk van de romaanse voorganger van de kerk, grafkelders, preekstoelen, resten van een doksaal en middeleeuwse altaren. Maar ook kleine ‘lossere vondsten’ als boekbeslagen en delen van rozenkran sen, en ‘vooral heel veel munten’ uit verschillende periodes. Door archeo loog Fermin wordt deze muntenvondst nauwgezet beschreven en gecata logiseerd. Uiteraard werden er ook veel menselijke skeletten gevonden, waarvan er enkele zijn onderzocht. In de fundering van een middeleeuws altaar werd een uniek vijftiende-eeuws kalkstenen (hoog)reliëf ontdekt, deels gepolychromeerd en God de Vader voorstellend. Tot de verbeel ding spreekt dat het ondersteboven was ingemetseld. Waarom werd dit gedaan en waarom was het ondanks de Beeldenstorm nog ‘verrassend gaaf’?, vraagt Den Hartog zich af. Niet alge meen gebruikelijk in kunsthistorische literatuur, en daarom juist interessant, is dat door Lorne wordt ingegaan op de polychromie op het beeld, en dat de pigmentresten werden geanalyseerd. Daarbij is gebruik gemaakt van de XRF-(röntgen)methode. Het enige wat ontbreekt aan dit lijvige, fraai geïllus treerde boek is een register.
Venster, 2020, nummer 3 — 17
Nieuwstadskerk in Zutphen De Nieuwstadskerk in Zutphen. 750 jaar bouwgeschiedenis, restauratie, inrichting, J. Krijnen, M. van Velzen-Barendsen (red.), Dieren 2020, geb., 208 p., 370 afb. meest full color, noten, lit.opg., bronnenlijst, € 27,90, ISBN 978-9078115-96-0. Nog maar vijftien jaar geleden ver scheen de vorige grote publicatie over de Zutphense St.-Jan of Johannesde-Doperkerk, beter bekend als de Nieuwstadskerk. Toch is er alle reden voor de publicatie van dit rijk geïllus treerde boek. Anders dan in 2004 ligt aan dit boekwerk een intensief bouwhistorisch onderzoek van het middeleeuwse gebouw ten grondslag, waarbij veel onbekende bouwsporen aan het licht kwamen. ‘De nieuwe uit komsten zijn spectaculair anders en leiden tot een aanzienlijk complexere bouwgeschiedenis dan we vermoe den’, schrijven de bouwhistorici Karel Emmens en Jeroen Krijnen in de inlei ding. De kern van het boek wordt dan ook gevormd door de nieuwe recon structie van de bouwgeschiedenis door Emmens, die het onderzoek uitvoerde.
Ineke Pey
Mijn kerk
Venster, 2020, nummer 3 — 18
Mijn kerk is de Evangelisch-Lutherse Kerk aan de Beukenlaan in Ede. Het oudste deel van het gebouw wordt gevormd door een kleine zaalkerk uit 1918. Kenmerkend zijn de spits boogramen met jugendstilmotieven en een zwaan in natuursteen boven
Marius Wessel de hoofdingang, het symbool van de Evangelisch-Lutherse Kerk in Nederland. In 1936 werd, naar een ontwerp van de architecten F.B. Jantzen en J.J. van Egmond, de bestaande kerk vergroot tot een kruiskerk met een vieringtoren en een zwaan op de spits.
Als beeldbepalend hoofdmotief werd in de achterwand van het koor een gemet seld raam in kruisvorm aangebracht, waarin een Latijns kruis is verwerkt en druppelmotieven zichtbaar zijn als tekenen van het bloed van Christus. De door Jantzen ontworpen glas-inloodramen van het dwarsschip tonen de adelaar en de pelikaan als symbolen van het Oude en Nieuwe Testament en de hoge zijramen van het liturgisch centrum de motieven van doop en avondmaal. Het huidige orgel werd in 1970 gebouwd door de firma Pels & Van Leeuwen. Mijn band met dit kerkgebouw ont stond toen ons gezin na een langdu rig verblijf in het buitenland in de Evangelisch-Lutherse Gemeente in Ede een geestelijk onderkomen vond. Wat ons aansprak, waren de zorgvul dige opbouw van een aan de klassieke katholieke traditie ontleende liturgie en de begeleiding en uitvoering van zang en muziek door een deskundige cantor-organist. In de afgelopen vijftig jaar is een hechte band ontstaan met de kerk – niet alleen omdat één van onze kinderen en drie kleinkinderen er gedoopt zijn, maar ook omdat we er elke zondag worden geïnspireerd door de glas-in-loodramen die de schriften openen en het evangelie verkondigen. In de pre-coronatijd telde de zondag morgendienst zo’n honderd kerk gangers onder wie veel ouders met jonge kinderen. Voor een gemeente met 375 leden biedt dit een hoopvolle toekomst, maar dat neemt niet weg dat er financiële zorgen zijn.
Hebt u ook een speciale band met een kerkgebouw, neem dan contact op met hoofdredacteur Ben Verheij via venster@oudegeldersekerken.nl of via (0544) 462032. Exterieur en interieur van de Evangelisch-Lutherse Kerk in Ede. Foto’s: Wikipedia, 2012 en Arnold Smit, 2020
Agenda (onder voorbehoud)
Buren: concert Concert door de Van Swieten Society. Za 31 okt, 20.15 uur Drempt: expositie Expositie van quilt/textielkunst, met werkstukken van Klaske Bloemendaal en Lisette Derickx. Vr 11 t/m zo 13 sep, 11.00–17.00 uur, toegang gratis Kranenburg: tentoonstelling over dieren Het Heiligenbeeldenmuseum heeft op 1 juni jl. zijn deuren weer geopend volgens de richtlijnen van de Museumvereniging. Kom kijken naar de thematentoonstelling ‘Dieren van Gods schepping’, waarin veel aandacht is voor de dieren uit de Bijbel. T/m 31 oktober, op dinsdag, donderdag, zaterdag en zondag geopend van 12.00 –17.00 uur, let op: vooraf aanmelden is noodzakelijk, toegang: t/m 12 jaar gratis, vanaf 13 jaar € 6,00 of Museumkaart Steenderen • Tijdens de Open Monumentendag is de Remigiuskerk geopend om zowel musici als luisteraars de gelegenheid te geven hun na maanden opgelopen speel- en/of luisterhonger te stillen. Klanken van diverse kleine gezel schappen vullen beide dagen de kerk. Er is voldoende ruimte om plaats te nemen, afstand te houden en te genieten. Welkom! Za 12 en zo 13 september, 12.00–15.00 uur, toegang gratis • NovemberKUNST. Kunstbeoefenaars uit Oost-Gelderland tonen trots hun werk, onder wie vier leden van de PC van Steenderen. Schilderijen, teke ningen, sculpturen in hout, steen en
Za 12 sep, 11.00–17.00 uur, toegang gratis • Jaarlijkse Bachconcert, door organist Klaas Stok. Zo 13 sep, 16.00–17.30 uur, EEN toegang gratis, collecte bij uitgang LUISTERMOMENT • Langs de IJssel, concert EN LEERMOMENT door het duo Francine van der Heijden, sopraan en IN HET MONUMENT Dirk Luijmes, Baderorgel en 12 EN 13 SEPTEMBER STEENDEREN harmonium. Muziek uit en rondom Zutphen van o.a. MET DOORLOPEND OPTREDENS VAN SOLISTEN EN KLEINE ENSEMBLES J.G. Bastiaans, J. Brandts Buys en Bert Matter. Zo 20 sep, 16.00–17.30 ZATERDAG speel mee of luister en kijk rond uur, toegang € 15, let op: ZONDAG speel mee of luister en kijk rond reserveren noodzakelijk VRIJ ENTREE • Sweelinckconcert, Klaas Stok, Baderorgel en het Nieuw Vocaal Sweelinck Ensemble. Vr 25 sep, 20.00–21.30 uur, Stil uw speel- en luisterhonger in de Remigiuskerk! toegang € 20, let op: reserveren noodzakelijk klei, sieraden, handwerk in leer, glas • Mariavespers. Vespro della Beata decoratie en nog veel meer. Vergine (1610) van Claudio Za 31 okt, 11.00–17.00 uur, zo 1 nov, Monteverdi, uitgevoerd door het 11.30–17.00 uur, toegang gratis Margaretha Consort. Met een speciale rol voor het begin dit jaar gepresen Walburgiskerk in Zutphen teerde Monteverdi-orgel. • Open orgeldag, met korte orgel Zo 4 okt, 16.00–17.30 uur, concertjes door Klaas Stok en Marcus 16.00–17.30 uur, toegang Bergink op het Baderorgel van de € 35 (1e rang) / € 25 (2e rang) Walburgiskerk.
REMIGIUSKERK
11-17u
12-17u
actuele indeling op facebook
actuele indeling op facebook
vrije gift bij de uitgang mogelijk
WWW.OUDEGELDERSEKERKEN.NL
Open Monumentendag 2020
Najaarsexcursie afgelast
Tijdens Open Monumentendag 2020 staat educatie centraal. De titel van het thema is ‘Leermonument’. Ook in onze monumentale kerkgebouwen kunt u in het weekend van 12 en 13 september – onder voorbehoud – op zoek gaan naar leermomenten. Kijk op oudegeldersekerken.nl voor actuele informatie over activiteiten, openingstijden en eventuele veiligheidsregels.
Vanwege corona zal dit jaar helaas ook de najaarsexcursie, met het doorgeschoven programma van de voorjaarsexcursie, niet plaats vinden. U houdt de kerken en kloosters van Bedburg-Hau, Rindern, Donsbrüggen, Beek en Ubbergen en het fraaie heuvellandschap tussen Nijmegen en Kleef tegoed voor de voorjaarsexcursie op zaterdag 5 juni 2021.
Venster, 2020, nummer 3 — 19
Kijk op oudegeldersekerken.nl voor de laatste informatie over openingstijden, aanmelden/reserveren en eventuele veiligheidsregels.
Van binnen bekeken
Marco Blokhuis
Een vernieuwd protestants kerkinterieur Het interieur van de Sint Lambertuskerk te Buren heeft een mooie uitstraling van een gaaf, historisch gegroeid ensemble. Klassieke onderdelen van het protestantse kerkinterieur zoals de zeventiende-eeuwse centraal opgestelde preekstoel met klankbord, een doophek met het bijbehorende koperwerk, een orgel, een herenbank, bankenblokken en geelkoperen kroonluchters zijn allemaal aanwezig.
Gedenkraam voor Nico Berghuijs De restauratie die in 1975 begon, is in gang gezet door de toenmalige voorzitter van de kerkvoogdij Nico Berghuijs, aan wie het raam uit 2007 achter in de kerk herinnert. Een toevallige ontmoeting omstreeks 1975 met minister van Justitie Dries van Agt, die als fervent wielrenner op de racefiets Buren aandeed en aansluitend – in fietsbroek – een rondgang door de kerk kreeg, zorgde voor de nodige daadkracht.1 Vanwege de slechte staat van het gebouw was restauratie noodzakelijk. Het pleidooi van Berghuijs aan Van Agt, dat de kerk waar Willem van Oranje in 1551 was getrouwd met Anna van Buren er zo toch niet bij kon blij ven staan, heeft effect gehad. Berghuijs heeft zich later ook voor de restauratie van andere kerken ingezet. Op het raam zien we dan ook vijf torens van kerken waar hij bij de res tauratie betrokken is geweest.2 Het raam voor Berghuijs is een opvallende en kleurige eigentijdse toevoeging aan het interieur.
Verlichting in de kerk
Venster, 2020, nummer 3 — 20
Exterieur van de Sint Lambertuskerk in Buren. Foto: Johan Bakker, 2015
Bij nadere beschouwing blijkt dat de huidige inrichting van de kerk met het open koor te danken is aan de restauratie en herinrichting in de jaren 1975-1980. Er kwam een doophek uit Weesp (het oude doophek was verwijderd in 1953), een diaconiehek, eveneens uit Weesp, verving een muur in de noordbeuk, het orgel werd verplaatst naar de westzijde, een gevonden altaarsteen werd op een verhoging geplaatst in de zuidbeuk, een middeleeuwse wandschildering werd bloot gelegd en in 1997 kwam er nog een oude herenbank uit De Bilt die het ensemble verder aanvulde tot een ‘vernieuwd’ protestants kerkinterieur.
Er zijn echter meerdere voorwerpen die al eeuwen bij de kerk horen zoals bijvoorbeeld de twee geelkoperen kroon luchters met een smalle kegelvormige stam zonder bol en met bijzondere slangenarmen. Het zijn fraaie voorbeelden van geelgieterskunst uit het begin van de zeventiende eeuw. Dergelijke slangenarmen zijn het handelsmerk van de Amsterdamse geelgieter Hans Rogiers van Harelbeke, die zich omstreeks 1598 in Amsterdam vestigde. Hij was een bekend geelgieter, die omstreeks 1612 zelfs een opdracht van de Staten-Generaal kreeg voor het gieten van een kroon luchter voor sultan Achmed in Constantinopel.3 Rogiers maakte niet alleen kroonluchters met slangen armen, maar ook met diep doorbuigende armen en onder aan de stam een zware bol. Dit zijn de typisch Hollandse kroonluchters die vanaf de zeventiende eeuw massaal zijn gemaakt. In de Sint Lambertuskerk hangen ook twee kroon luchters van dit type, maar het is niet bekend door wie deze zijn gegoten.
Overzicht interieur Sint Lambertuskerk vanaf het orgel. Foto: Rein de Jong, 2018
In veel kerken zijn met de komst van olie- en gasverlichting de kroonluchters van de hand gedaan maar zo niet in Buren. Men is in 1883 wel overgegaan op olieverlichting, maar de kroonluchters zijn daarbij gebruikt als dragers van de nieuwe olielampen en bleven zo bewaard. Met de komst van de elektriciteit zijn ook de olielampen en de dragers weer verwijderd. Gelukkig zijn er enkele bewaard en zo kan in de Sint Lambertuskerk heel mooi de geschiedenis van de kerkverlichting verteld worden.
Nog meer geelkoper in de kerk
Gedenkteken voor Maria van Buren Nadat de Sint Lambertuskerk geschikt was gemaakt voor de protestantse religie en beelden en altaren waren verwij derd, brak er in 1575 ook nog eens brand uit. Hierbij ging het grafmonument in het koor van graaf Maximiliaan van Egmond, de graaf van Buren, verloren. Het is opvallend dat juist Buren als Oranjestad sindsdien geen bijzonder gedenk teken meer had voor de Oranjes als nazaten van de graven
Het Berghuijsraam is ontworpen in 2004 door glazenier-schilder Huub Kurvers te Deventer en gemaakt in Polen. Foto: Rein de Jong, 2018
en gravinnen van Buren. Dit moet toch als een leemte zijn ervaren. Toen in 1895 de grafkelder van de familie in het midden van het koor werd ontdekt, was dit aanleiding om alsnog een gedenkteken te plaatsen. In 1901 is toen onder de orgelgalerij een tombe geplaatst ter herinnering aan Maria van Buren en haar grootvader Maximiliaan van Egmond-Buren. Deze is later is verplaatst naar de oostzijde van het koor en heeft daar nu een beeldbepalende plaats.
Aandacht voor het Woord Uit de periode van vlak na de reformatie dateren de twee tekstborden uit respectievelijk 1602 en 1622. Samen met de tekst op het klankbord van de preekstoel markeren zij
Venster, 2020, nummer 3 — 21
De invloed van Amsterdamse geelgieters vinden we ook terug in de twee lezenaars uit het begin van de achttiende eeuw. Ze sluiten qua detaillering aan bij lezenaars te Goudriaan (1703) en Hoog-Keppel (1711). De lezenaars heb ben een fraai leesblad dat symmetrisch is opgebouwd uit krullend acanthusblad. Dit type lezenaar kent een boeiende ontwikkeling. Het model komt omstreeks 1643 voor het eerst voor in de Oude Kerk in Amsterdam en is zeer veel nagevolgd door latere geelgieters, ook buiten Amsterdam. Verschillen zijn er wel in de detaillering van de bladeren en in het bovenste deel van de ondersteuning. Wat eerst op een brede vogelbek leek, is nu veranderd in een strak gestileerde steun.
Gedenkteken voor Maria van Buren, hardsteen en marmer, 1905. Foto: Rein de Jong, 2018
Kroonluchter, geelkoper, 1600-1610, Hans Rogiers van Harelsbeke, werk-
Venster, 2020, nummer 3 — 22
zaam te Amsterdam 1599-1638. Foto: Marco Blokhuis, 2019
de overgang naar het protestantisme door de nadruk op het Woord. De tekst op het klankbord was voor de restauratie niet meer aanwezig maar dankzij een fragment dat werd teruggevonden, kon deze gereconstrueerd worden. Het bevat een toepasselijke tekst voor de plek waar het Woord werd verkondigd: ‘ja saligh zijn de / gene die het woort / godts hooren ende / dat selve bewaren / lucas cap. 11. vs. 28’. Op de twee tekstborden staan eveneens Bijbelteksten. Die op het oudste bord verwijzen naar de Opstanding en naar het Laatste Oordeel en dienen tot onderwijzing in de leer stellingen van het calvinisme. Het tekstbord is blijkens de familiewapens op het bord geschonken door drost Philips van Steelandt (overleden 1623) en zijn vrouw Margaretha van Mechelen (overleden 1643). Op het bord staan teksten uit Romeinen 14 die oproepen tot verdraagzaamheid, een toepasselijke keuze voor een bestuurder van de stad. Dergelijke tekstborden hebben niet alleen een didactische functie. Ze dragen ook bij aan de decoratieve inrichting van de kerk die eerder was ontdaan van de katholieke versier selen.
Doop- en avondmaalsgerei In 1895 ontving de kerk een fraaie avondmaalsset en een daarbij aansluitende doopset. In de negentiende eeuw kwam het beter betaalbare fabrieksmatig vervaardigde zilver op en
‘Zending-kerkje’, offerbus voor de zending in de vorm van een kerk, beschilderd metaal (blik), 1890-1930. Foto: Marco Blokhuis, 2019
veel kerken kwamen toen in het bezit van zilveren avond maalsgerei. Op de schaal is te lezen: ‘geschenk aan de ned. herv. kerk te buren van de echtelieden johannes de ronde (overleden 21 januari 1883) en maria hendrina van genderen (overleden 28 october 1895)’. De set is gemaakt door de firma Van Kempen & Zonen en is al terug te vinden in hun prijscourant van omstreeks 1870.4
Kerk als schatkamer In een kerkgebouw worden vaak allerlei voorwerpen bewaard die elders allang verdwenen zouden zijn. Behalve de niet meer gebruikte olielamp is er ook een offerbus in de vorm van een beschilderd metalen kerkje met op de rand de tekst: ‘Nederlandsch Zendelinggenootschap. – Opgericht in 1797. – Matth. 6:10a [Uw Koninkrijk kome] – Col. 1:20 – Zending-kerkje.’ Deze organisatie was het eerste echte Nederlandse zendingsgenootschap. Het kerkje met een gleuf in het dak voor het inwerpen van geld is een weinig
Lezenaar, geelkoper, 1700-1725. Foto: Marco
Avondmaalsgerei, zilver, in 1895 vervaardigd
Doopschaal, zilver, in 1895 vervaardigd door fa.
Blokhuis, 2019
door fa. J.M. van Kempen te Voorschoten. Foto:
J.M. van Kempen te Voorschoten. Foto: Marco
Marco Blokhuis, 2019
Blokhuis, 2019
Koperen olielamp die in 1883 in gebruik werd
Tekstbord met Bijbelteksten en familiewapens
Herenbank, eikenhout, 1650-1700, afkomstig
genomen. Foto: Marco Blokhuis, 2019
Van Steelandt-van Mechelen, paneel, 1600-
uit de kerk van De Bilt. Foto: Marco Blokhuis,
1625. Foto: Rein de Jong, 2018
2019
voorkomend voorbeeld van een offerbus voor de zending in de vorm van een kerkgebouw en dan nog in een zeer goede staat. Een vergelijkbaar exemplaar bevindt zich in een museum in Deventer.
Over de auteur Marco Blokhuis (1956) is werkzaam als erfgoedspecialist bij de afdeling Erfgoed in Kerken en Kloosters van het museum Catharijneconvent in Utrecht. Hij adviseert beheerders van kerkgebouwen over behoud en beheer van het erfgoed. Daarnaast inventariseert en publiceert hij over kerkelijke collecties, zoals die van de SOGK.
De ingebruikname van een kerkgebouw na een periode van restauratie is een bijzondere gebeurtenis voor de gemeenschap en dat gaat meestal gepaard met geschenken. Diverse voorwerpen in de kerk herinneren daaraan zoals het doopvont, een grote vijfarmige smeedijzeren kandelaar en een vloerkleed geknoopt door gemeenteleden. Geheel heringericht kon de Sint Lambertuskerk na vijf jaar in volle luister heropend worden, natuurlijk in het bijzijn van, inmiddels minister-president Dries van Agt als officieel genodigde, met wiens fietstocht langs Buren het herstel van de Lambertuskerk werd bespoedigd.
1 Mededeling van I.J. Lautenbach, voorzitter van de Plaatselijke Commissie van de Sint Lambertuskerk, aan wie Berghuijs zelf dit verhaal vertelde. 2 Op het raam zijn in silhouet de kerken te zien van, v.l.n.r. Erichem, Batenburg, Buren, Asch en Zoelen. 3 B. Dubbe en F. van Molle, ‘De
Amsterdamse geelgieter Hans Rogiers van Harelbeke’, in: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, nr. 22 (1971), p. 21-37. 4 H.R. Tupan, Neemt, drinckt alle daer uyt: zilveren avondmaalsbekers in Drenthe uit Nederlands-hervormd bezit 1600-1900, cat. Drents Museum, Assen-Zwolle 1997, 18-19.
Venster, 2020, nummer 3 — 23
Tot slot
Werk aan de kerk
Tekst: Marcel de Kroon, foto’s: Ton Rothengatter
Werkzaamheden in de Walburgis In de Walburgiskerk in Zutphen was eind juni de derde en laatste fase van de restauratie en herinrichting van het gebouw in volle gang. In het zuider transept van de kerk is in de kelder een nieuwe toiletgroep aangebracht. Daarnaast zijn de bestaande keuken en de (mindervaliden)toiletgroep
o pgeknapt. Als deze werkzaamheden zijn afgerond, heeft het kerkgebouw alle voorzieningen in huis om op een goede wijze veel publiek te kunnen ontvangen voor bijvoorbeeld orgelconcerten, congressen, tentoonstellingen of ander soortige evenementen.