Gevangen
februari 2011 • jaargang 38 • nummer 338
38e jaargang nr. 338, februari 2011 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam
Kamer A.903 Afdeling Psychologie Roetersstraat 15 1018 WB Amsterdam t: 020 - 525 67 58 e: spiegeloog-fmg@uva.nl
903 Talentinflatie
Hoofd-/Eindredactie Vera van der Molen & Tessa Velthuis.
Als psycholoog kun je op allerlei manieren te maken krijgen met gevangenen. Mensen hoeven niet letterlijk in de cel te zitten om het gevoel te hebben dat ze hun vrijheid kwijtgeraakt zijn. Psychologische problemen kunnen worden ervaren als een gevangenis en jij als psycholoog zult degene moeten zijn die de cliënt voorziet van een goede vijl om door te tralies heen te kunnen zagen. Het zware werk zal de cliënt nog steeds zelf moeten verzetten, maar als jij het juiste gereedschap aanreikt, maakt dat het alvast een stuk makkelijker. Het thema Gevangen wordt in deze Spiegeloog van allerlei kanten belicht. In de Cliënt Bekent vertelt Ivonne over haar geslachtsverandering; vroeger voelde zij zich gevangen in een verkeerd lichaam. En zoals je op pagina 8 kunt lezen, kan een drugstrip veroorzaken dat je je gevangen voelt in je eigen geest. Pas ook op dat je je niet door een charismatische leider laat verleiden tot het lidmaatschap bij een sekte. Als je je daar eenmaal bij aangesloten hebt, is er meestal geen weg meer terug. Uiteraard wordt er ook aandacht besteed aan de meest voor de hand liggende betekenis van gevangen zitten. De Psycholoog aan het Werk van deze keer behandelt onder andere een kinderporno-downloadgroep en Spiegeloog had een interview met een vroegere jeugddelinquent. Of straffen het antwoord is en wat tbs precies inhoudt, kun je ook lezen in dit boeiende nummer. Geloof het of niet, maar Dick Swaab heeft over ál deze dingen een uitgesproken mening. Je leest het in het interview met hem in de Tabula Rasa, evenals een recensie van zijn nu al beroemde boek Wij zijn ons brein.
Tessa en Vera
Redactie Rosanne Anholt, Morgan Cavallo, Mariska Dijkstra, Nina van den Heiligenberg, Tess Hol, Doutzen Koopmans, Silvija Licina, Joost Molenaar, Bianca Muurman, Lisanne Peschier, Myrthe van Stralen, Kirsten Vegt, Alicia de Vries. Medewerkers Denny Borsboom, Sennay Ghebreab, Lourens Waldorp. Fotografie Vera van der Molen, Myrthe van Stralen, Tessa Velthuis. Omslagillustratie Fay Heady Carroll. Fay doet de bachelor Animatie aan de HKU. Voor meer info over de ontwerpster: www.fayheady.com. Wil jij ook een pakkend coverontwerp maken voor Spiegeloog? Mail ons dan een impressie van je werk. Layout Vera van der Molen & Tessa Velthuis. Druk Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Een abonnement op Spiegeloog kost € 15,- per jaar. Indien geïnteresseerd, stuur een bericht met uw naam en adres naar de redactie. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.
Inhoud
8
12
Gevangen in je eigen geest
Tabula Rasa
Filmrecensie
Psychedelische drugs
Interview met Dick Swaab
127 Hours
Puberteit in de gevangenis 4 Thomas zat in de jeugdgevangenis
Verleid door een charismatische 22 leider De mooie beloftes van een sekte
Psycholoog aan het werk Werken met delinquenten
Ivoren Toren Varkenscyclus
7
Is straffen het antwoord? 26 Juridisch vs. psychologisch straffen
Ramsj Leesvoer voor psychologen
35
CliĂŤnt bekent Transgender
16 Achter de deur van de tbs-kliniek 28 Hoe werkt tbs?
Mededelingen Activiteiten voor studenten
37
Een lichaam dat niet bij je hoort Waarom ombouwen?
19 Rondvraag Ghebreab aan Waldorp
Wandelgang 38 Wanneer voelde jij je gevangen?
OpKamers Juliane Degner
21
36
32
33
Bacchus 40 Geketend aan een writer's block
Puberteit in de gevangenis ‘De buitenwereld hoorde niet meer bij mij’
Thomas was een van de jongste gevangenen in de jeugdgevangenis op dat moment. Nu is hij 28 en kijkt hij terug op een verleden waarin hij drie jaar gevangen heeft gezeten. Spiegeloog sprak met Thomas over zijn jeugd, gevangenschap, vriendschap en vrijheid.
Door onze redactie
Spiegeloog
4 februari 2011
Vanaf een jaar of zeven heeft een gevoel van onzekerheid Thomas doen besluiten om een knop om te zetten. Hij ontwikkelde een manier, bewust of onbewust, om het leven meer naar zijn hand te zetten. In zijn geval pakte dit niet zo goed uit; waar het begon met kattenkwaad, eindigde het met het beroven van mensen. ‘Het was een manier om respect te krijgen van mijn omgeving,’ zegt Thomas nu. In de loop van de jaren werd geweld zijn bestaansrecht. Deze uit de hand gelopen zelfbescherming werd bruut een halt toe geroepen toen Thomas op zijn veertiende werd veroordeeld. Hij kreeg een jaar gevangenisstraf en twee jaar PIJ (Jeugd-tbs). ‘Op het politiebureau dacht ik dat alles nog gewoon goed zou komen. Ik zou gewoon zeggen dat het allemaal was verzonnen, maar daar kwam ik niet mee weg. Dat was ook wel terecht.’
delijk, maar de straf die ik uiteindelijk kreeg vond ik wel te zwaar. Mijn advocaat heeft hierin gefaald.’ Je zit vast en dan? ‘Gevangenschap is in eerste instantie nog een heel abstract begrip. Op een gegeven moment mochten we in een gemeenschappelijke ruimte naar de televisie kijken. Er was een documentaire te zien over jeugddetentie. Terwijl ik naar de beelden keek, had ik het gevoel dat het over anderen ging. Pas na anderhalf jaar besefte ik dat ik het zelf was die in jeugddetentie verkeerde. Het was niet duidelijk wanneer mijn straf zou aflopen, want na twee jaar zou ik een evaluatie krijgen met het risico nog twee jaar extra tbs te krijgen. Er begint daardoor een soort eindeloosheid te ontstaan waarin je het idee krijgt dat de buitenwereld iets is wat niet meer bij jou hoort. De wereld in de gevangenis wordt jouw wereld met zijn eigen sociale conventies en regels. Daarbinnen had ik mijn leven, hoe beperkt ook.’
- Het besef dat de buitenwereld verder gaat zonder jou is zwaar -
Wat ging er door je heen na de veroordeling? ‘Ineens was er het besef dat het allemaal anders zat dan ik mezelf voorhield. Ik werd uit mijn puberale wereldje gerukt waarin ik dacht dat alles om mij draaide. Ik was me op dat moment nog niet bewust van de ernst van de situatie, maar met het juridisch systeem was makkelijk te duiden wat ik fout deed. Dat ik wel enige straf verdiend had was wel dui-
Hoe handhaafde jij je in die wereld, was je bang? ‘Ik wist wel bepaalde situaties te vermijden. Dat kun je bang noemen, omdat je bepaalde voorzorgmaatregelen neemt om ergens niet in terecht te komen, of gewoon verstandig.
Wat miste je tijdens je detentie? ‘Vrijheid natuurlijk. In eerste instantie is het alleen dat je niet naar buiten kunt, maar na een tijdje merk je dat vrijheid meer is dan dat. Het is ook het besef dat iemand anders bepaalt wanneer je naar bed gaat, wanneer je iets mag zeggen, wanneer je mag eten. Je krijgt een hoop regels over je heen die niet de jouwe zijn, maar waar je wel aan moet voldoen. Je hebt nergens nog zeggenschap over. Maar ook het besef dat de buitenwereld verder gaat zonder jou is zwaar. De eerste keer verlof was daarom ook heel bijzonder. Voordat ik vastzat was ik zo klein dat ik nog niet over een auto heen kon kijken, maar na twee jaar geen auto meer gezien te hebben, keek ik er ineens zo overheen. Ook mensen die met een telefoon belden waar geen snoer aan zat vond ik echt frappant, ik dacht dat het een grap was.’
Hoe ging je daar dan mee om? ‘Enerzijds ging ik op zoek naar stabiliteit, anderzijds is de puberteit juist onderhevig aan een continue verandering. Bij mij uitte het conflict tussen mijn puberale impulsiviteit en de wil een leidraad voor mijn leven te vinden zich juist in extreem rigide gedrag. De dingen die ik deed moest ik perfect doen en voor altijd blijven doen. Al mijn hele leven heb ik beter willen presteren dan gemiddeld, maar dat ik hoge eisen aan mezelf stel is ook een poging om voor mijn gevangenisjaren te compenseren. Niet dat ik nu extreem goed presteer, maar ik probeer het wel. Dat zal nooit veranderen. Misschien is het te vergelijken met mensen wier ouders uit elkaar zijn. Je staat voor je gevoel buiten de norm en je blijft bezig het verschil te verklaren tussen jou en diegene die wel aan de norm voldoet. Dat had ik wel heel sterk en dat heb ik nog steeds.’ Wat is voor jou het nut van de straf geweest? ‘In de gevangenis heb ik meer geleerd over criminele activiteiten dan dat ik daarvoor ooit had durven dromen. Criminaliteit gaat binnen de gevangenis gewoon verder. Zo kan een straf voor veel mensen juist crimineel gedrag stimuleren. Het wekt voor mij geen natuurlijke aversie op om iets crimineels te doen, anders had ik destijds niet zoveel slechts gedaan. Gek genoeg kon ik daar in de gevangenis persoonlijk wel afstand van nemen. Dit kwam denk ik doordat ik me niet identificeerde met de gemiddelde veroordeelde die daar zat, ik kon bijvoorbeeld als een van de weinigen makkelijk leren. Ook heb ik door de straf geen spijt van wat ik gedaan heb. Wat stelt berouw voor als een rechter je vertelt dat je berouw moet hebben? Berouw is een intrinsiek proces en heeft niet zoveel te maken met zo’n gevangenis. De gevangenisstraf heeft niet opgeleverd dat ik nu vind dat het niet mag, maar het leven na mijn gevangenschap heeft er wel voor gezorgd
- De wereld in de gevangenis is erg overzichtelijk -
Hoe pak je het leven op als je vrijkomt? ‘Toen ik vrijkwam voelde ik dat niet zo; ik dacht nog steeds dat het een soort verlof was. Daarnaast heb je als het ware ook geen handleiding meer voor je leven, je weet niet meer
Spiegeloog
Heb je in de gevangenis ook vriendschappen ontwikkeld? ‘Vriendschap zoals je dat in de buitenwereld kent, kun je niet helemaal toepassen in de gevangenis. Wel zijn er mensen met wie je praat en ik heb ook wel met mensen gelachen. Voor mij betekent een vriendschap dat je dingen voor elkaar doet en dat je open naar elkaar bent; dat doe je in de gevangenis per definitie niet. Een vriendschap binnen de gevangenis betekent vertrouwen hebben in bepaalde personen, dat ze je niets zullen aandoen. Meer is het vaak niet.’
wat normaal is; je bent anders dan de rest. Daardoor zat ik in eerste instantie in een soort waas. Ik kon mezelf niet vergelijken met leeftijdsgenootjes, omdat ik drie jaar had gemist. Zij kozen voor een studie, maar dat was voor mij helemaal niet vanzelfsprekend.’
5 februari 2011
Er waren situaties dat er spanningen opliepen tussen groepen. Dan voelde ik geen doodsangst, maar ondervond wel stress. Doordat ik de jongste was in de gevangenis, en omdat het niet gebruikelijk is om op die jonge leeftijd drie jaar te zitten, verwierf ik status. Ik heb het daarom relatief makkelijk gehad. Dit geldt natuurlijk niet voor iedereen, daar ben ik me bewust van. Er zijn ook mensen die niet opgewassen zijn tegen de stress en de sociale druk. Een aantal van mijn medegevangenen heeft zichzelf uiteindelijk dan ook van het leven beroofd. Dat is heftig.’
Jong crimineel, wat zit er achter?
Spiegeloog
6
Ongeveer 1,6% tot 5,1% van de jongeren in Nederland is ernstig crimineel en gewelddadig. Zij zijn verantwoordelijk voor een zeer groot deel van alle misdrijven (Loeber, Slot, & Sergeant, 2001). Elk jaar zitten 5000 van deze jongeren in een justitiële jeugdinrichting. Vaak begint het delinquente gedrag al vroeg in iemands leven: de meeste criminele jongeren of volwassen vertoonden in hun jeugd al delinquent gedrag of hadden toen al gedragsproblemen. Andersom is dat natuurlijk niet het geval: niet alle kinderen met gedragsproblemen of delinquent gedrag groeien uit tot criminelen. Of een kind met lichte gedragsproblemen uitgroeit tot een ernstige jeugdcrimineel, hangt af van bepaalde risicofactoren. Zo zijn er factoren die betrekking hebben op het kind zelf: jongens plegen vaker delicten dan meisjes en jeugdige agressievelingen vertonen vaker een vorm van psychopathologie. Zij zijn impulsief, gevoelig voor beloningen op de korte termijn en hebben weinig empathische gevoelens. Aan de andere kant blijken ook de ouders invloed te hebben. Ouders van gewelddadige adolescenten straffen hun kinderen vaker, communiceren minder positief met hun kinderen en voelen zich minder geschikt voor
dat ik ervoor kies het niet meer te doen. Ik wil het leven wat ik nu heb niet kwijt. Het is het gewoon niet waard om terug te vallen in crimineel gedrag.’
februari 2011
Ben je nooit bang voor terugval? Nu niet, maar het heeft er in het begin wel om gespannen. De wereld in de gevangenis is redelijk overzichtelijk, hoe vervelend of hoe oneerlijk die ook kan zijn. Je weet waar je in de pikorde staat, wanneer je te eten krijgt, noem maar op. De buitenwereld is heel chaotisch, daar kan alles. Dat definieert vrijheid misschien ook wel. De keerzijde van vrijheid is dat je ook een keuze moet gaan maken in al die dingen, terwijl je niet weet waar die keuzes toe gaan leiden. Dat maakt dat je wat sneller geneigd bent om iets te gaan doen wat je al kent.
het ouderschap dan ouders van niet-gewelddadige kinderen (Loeber, Slot, & Sergeant). Het Rijk, de Provincie, de Gemeente en instellingen die door de overheid gefinancierd worden kennen veel beleid om jeugddelinquentie te voorkomen. Deze interventies kunnen zich richten op het gezin, de school, de vriendengroep, enz. De beste interventies blijken echter de structuurbiedende vaardigheidstrainingen en gedragstherapeutische interventies. Hierbij wordt dan onder andere aandacht besteed aan het bedenken van strategieën om ervoor te zorgen dat de jongere zijn impulsen beter weet te controleren (Loeber, Slot, & Sergeant). Alle preventies en interventies ten spijt, belanden sommige jongeren, zoals Thomas, dus toch in de gevangenis.
Bronnen
- Loeber, R., Slot, N. W., & Sergeant, J. A. (2011). Ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie, omvang, oorzaken en interventies. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. -http://nieuws-uitgelicht.infonu.nl/mens-en-samenleving/54014-denederlandse-cel-is-geen-hotel-maar-echt-een-gevangenis.html
Dus ja, ik heb er in het begin toch wel aan gedacht om weer criminele activiteiten te gaan ondernemen.’ Hoe komt het dat je er nu niet meer bang voor bent? ‘Ik heb andere vrienden en andere interesses. Een bijbaantje in een heel bijzondere kroeg heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Veel mensen die ik daar heb ontmoet studeerden, wat mij ook motiveerde om te gaan studeren. Ook heb ik daar in korte tijd veel van het leven gezien. Ik heb toen best wel snel allerlei inzichten gekregen in wat mensen allemaal kunnen doen met hun leven. Verder is de waardering die ik daar kreeg van mensen belangrijk geweest, dat ik gewaardeerd werd om andere dingen dan mijn criminele activiteiten. De vriendengroep die ik daar heb opgebouwd zie ik nog steeds.’
- Mijn familie heeft me niet veroordeeld -
Ben je open over je verleden? ‘Ja, omdat ik niet echt het idee heb dat het uitmaakt wat iemand anders ervan vindt. Dan wordt het ook wel makkelijker om het te vertellen, denk ik. Ik heb het geluk gehad dat mijn moeder onvoorwaardelijk in mij is blijven geloven en eraan heeft gewerkt dat het zou gaan lukken met mij. Daarnaast heb ik een familie die mij niet veroordeeld heeft, dat scheelt; ik heb een groep mensen die het alsnog prima vinden dat ik er ben. En als dat de basis is, dan kan de mening van buitenstaanders me niet zoveel schelen.’
Wat is een positief effect van je criminele verleden? ‘Ik heb meer affiniteit opgebouwd met vluchtelingen en asielzoekers. Ik vind het heel erg om te zien dat mensen die in beginsel niets verkeerd hebben gedaan in een gevangenisachtige omgeving moeten leven. Dat prikkelt mijn gevoel van rechtvaardigheid. Op het moment doe ik dan ook vrijwilligerswerk met asielzoekers.’ <<
Varkenscyclus Reductionisme is een varkenscyclus. Om de zoveel jaar verschijnt er een trits boeken van auteurs die af willen van die geitenwollen sokkenpraat over vrije wil en bewustzijn. Dit is de tijd van hersenen en genen en het moet afgelopen zijn met dat gezwets.
Een voorbeeld. In de dierentuin kijken mensen doodkalm naar enge beesten. Kwamen zij die beesten in het wild tegen, dan wisten ze niet hoe snel ze weg moesten komen. Waarom rennen die mensen in de dierentuin niet weg? Omdat ze weten dat de beer gevangen zit. Het woord 'weten' krijg je niet zomaar weg uit die verklaring. En wat is een gevangenis eigenlijk? In BINAS staat dat niet. Dat komt doordat gevangenissen meervoudig realiseerbaar zijn: een gevangenis kan van steen, hout, of staal gemaakt zijn, zonder dat dat er iets toe doet. Daarom bestuderen natuurkundigen geen gevangenissen, maar elementaire deeltjes. De fysische beschrijving van een gevangenis is volstrekt irrelevant, zolang je er maar iets of iemand in op kan sluiten. Dat iets of die iemand moet dan wel iets kunnen willen. Op mijn bureau staat bijvoorbeeld een pen in een bakje en die pen kan daar niet uit. Mijn pen zal de interesse van Amnesty International niet trekken. Hij kan namelijk niets willen, en dan kun je ook niet gevangen zitten. Bij mensen en andere dieren met bewustzijn gaat dat nog een stapje verder. Zij kunnen eigenlijk alleen echt gevangen zitten op een plek waar zij niet uit vrije wil verkeren. Daarom is het Big Brotherhuis een nepgevangenis en de Bijlmerbajes niet. Die voorbeeldjes snapt iedereen. Toch blijven mensen gevoelig voor het idee dat vrije wil, bewustzijn, en subjectiviteit 'eigenlijk' niet bestaan. Vandaar die reductionistische varkenscylcus. Maar het gekke van reductionisme is dat er geen reden is om erin te geloven. Succesvolle reducties zijn nauwelijks aan te wijzen en de weinige voorbeelden die ervan bestaan overtuigen alleen naïevelingen. Waarom bestaat het reductionisme? Ik denk dat we zelfs deze vraag niet kunnen beantwoorden zonder onze mentalische primitieven: omdat mensen erin willen geloven. Denny Borsboom
Spiegeloog
Maar subjectiviteit, vrije wil en bewustzijn zullen ook de huidige opstand der preciezen gemakkelijk overleven. Dat komt doordat we vrijwel geen enkele psychologisch interessante toestand van een organisme in neutrale termen kunnen beschrijven. In bijna alle gevallen moeten we een beroep doen op termen als 'denken', 'weten', en 'willen'. Die termen krijgen we niet uit het begrippenapparaat. Zij functioneren in de psychologie als primitieven.
7
Zou je andere (ex-)gedetineerden willen helpen? ‘Ik heb een poging gedaan om bij Jeugdzorg vrijwilligerswerk te doen, maar in mijn ogen kijken zij op een manier naar probleemjeugd die averechts werkt. Daar wil en kan ik niet aan meewerken. Mensen die eenmaal in een criminele setting zitten, kun je heel moeilijk helpen. Wanneer die vrijkomen, komen ze thuis misschien ook weer in aanraking met criminaliteit en dan zou je die kinderen voor altijd uit die omgeving moeten halen. Dat is niet te doen. Het besef hoe lastig het is om vanuit een crimineel leven een nieuw leven op te bouwen heeft mij gedemotiveerd om zelf met die groep te werken. Ik vraag me bij mezelf ook af of het allemaal vrije keuzes zijn geweest dat ik crimineel ben geweest en het nu niet meer ben. Misschien heb ik wel geluk gehad met mijn situatie. Ik zie het niet als een verdienste. Ook ben ik er nu minder mee bezig, mijn studie is belangrijker. Dat betekent niet dat ik het achter me laat, het blijft een deel van mijn leven, maar het is niet mijn bestaansrecht. Ik wil nu weer andere dingen doen. Andere mensen houden zich ook niet bezig met wat ze in de tweede klas van de middelbare school hebben gedaan, dat gaat op een gegeven moment voorbij.'
De ivoren toren
februari 2011
Speelt je verleden een grote rol bij het zoeken naar een baan? ‘Nog niet, ik studeer nu nog en bij een horecabaantje vragen ze er niet naar. Bij serieuzere banen weet ik niet wat de impact zal zijn. Wat ik heb gedaan is een jeugdvergrijp en ik neem aan dat het niet tot in de eeuwigheid achter mijn naam mag blijven staan. Tevens zegt een verklaring van goed gedrag tegenwoordig ook weer niet zo veel als je naar de daders van zedenzaken kijkt, die de laatste tijd in het nieuws zijn.’
Gevangen in je eigen geest Psychedelische drugs zijn populair in Nederland. Niet alleen toeristen, maar ook veel studenten lijken zich aangetrokken te voelen tot de mystieke kracht van deze drugs. Maar ondanks het feit dat enkele soorten gedoogd verkocht mogen worden zijn de effecten niet eenvoudig te voorspellen. Veel gebruikers lijken dit te onderschatten en ontdekken tegen wil en dank een bijzondere vorm van gevangenschap.
Tekst: Morgan Cavallo
Spiegeloog
8 februari 2011
Is het toeval dat de meeste in Nederland gedoogde drugssoorten tot de psychedelica behoren? Deze bewustzijnsverruimende drugs kennen veelbelovende benamingen die zijn afgeleid van het Griekse woord voor 'het goddelijke binnenin' en het Latijnse woord voor 'ronddwalen in de geest'. Psychedelica spelen dan ook al sinds mensenheugenis een belangrijke rol in een verscheidenheid aan culturen. Maar wil je wel met je psyche geconfronteerd worden? Volgens de psychoanalyse van Freud zit het menselijk brein vol met weggestopte trauma's, die eigenlijk helemaal niet bewust gemaakt dienen te worden. Dus wat nu als dit goddelijke uitstapje lijkt te veranderen in een enkele reis?
zame stof bij beiden is psilocybine, wat in het lichaam wordt omgezet in psilocine. Deze stof lijkt qua chemische opmaak erg op serotonine, maar stimuleert de serotoninereceptoren aanzienlijk langer. Binnen een half uur zijn de eerste effecten hiervan al merkbaar. Deze kunnen variĂŤren van wanen en illusies tot volledige hallucinaties. De effecten van psilocybine houden tussen de drie en acht uur aan. Omdat de drug ook het tijdsbesef kan veranderen, kunnen de effecten voor de gebruiker langer lijken te duren. Ondanks dat geestverruimende paddenstoelen al honderden jaren een rol spelen in verschillende culturen, maakte de westerse wereld pas in 1957 op grote schaal kennis met deze magic mushrooms. In dat jaar werd in het Amerikaanse tijdschrift Life een artikel over de effecten van deze paddenstoelen gepubliceerd. Het duurde daarna niet lang alvorens de 'uitvinder' van LSD, Albert Hofmann, de effecten van deze paddenstoelen op zichzelf uittestte. Ook de Amerikaanse psycholoog Timothy Leary raakte naar aanleiding van het artikel in Life geĂŻnteresseerd in hallucinogene paddenstoelen. In de jaren zestig verwierf Leary vervolgens grote bekendheid als voorstander van het gebruik van psychedelische drugs als therapeutisch middel. Zo deed hij met het Harvard Psilocybin Project begin jaren zestig onderzoek naar de effecten van het therapeutisch gebruik van psychedelica.
- Onderzoek naar de therapeutische werking van psychedelica neemt weer toe -
Een nieuwe wereld
Psychedelische drugs verstoren de waarneming. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Bij een dissociatieve trip waant de gebruiker zich in een eigen wereld waarbij de omgeving meestal nauwelijks meer wordt waargenomen. Een drug die een dissociatieve trip kan veroorzaken is de in Nederland gedoogde plantensoort Salvia. Daarnaast bestaan psychedelica waarbij de omgeving het podium van de waarneming is. Van deze associatieve psychedelica zijn psychedelische truffels erg populair. Truffels zijn de wortels van paddo's en zijn, in tegenstelling tot paddo's, gedoogd te verkrijgen. De werk-
- Vanaf het derde niveau wordt de trip steeds vaker als confronterend ervaren -
9 februari 2011
Bij onder meer persoonlijkheidsstoornissen zouden psychedelica resultaten behalen waar reguliere behandelmethoden niet toe in staat waren. Ondanks de veelbelovende resultaten werd het project na twee jaar door de Amerikaanse overheid stopgezet. Het werd als onethisch beschouwd om illegale drugs op mensen te testen. Toch was het project niet voor niks. Zo neemt onderzoek naar de therapeutische werking van psychedelica de laatste jaren weer enigszins toe. Dat de invloed van Leary toentertijd al zeer omvangrijk was, bleek wel uit het feit dat voormalig Amerikaans president Richard Nixon hem eens 'de meest gevaarlijke man in de VS' noemde. Aan de hand van Leary's 'handleiding' voor psychedelisch drugsgebruik zijn door gebruikers verschillende niveaus van een associatieve psychedelische ervaring samengevat. Bij het eerste niveau wordt de communicatie tussen de hersenhelften be誰nvloedt en ervaren gebruikers een stoned gevoel. Dit kan bereikt worden met een gemiddelde dosis cannabis. Wanneer meer cannabis of een kleine dosis psychedelica wordt ingenomen bereikt de gebruiker het tweede niveau. Muziek gaat beter klinken en kleuren komen helderder over. Door een verandering van het korte termijngeheugen worden ook gedachten minder samenhangend. Wanneer een gemiddelde dosis psilocybine wordt ingenomen zal de gebruiker het derde niveau bereiken. Vanaf dit niveau wordt de trip steeds vaker als confronterend ervaren. De hersenen lijken steeds meer de controle over de eigen gedachten te verliezen. Tijd lijkt hierbij niet meer te bestaan. In enkele gevallen kan zelfs synesthesie optreden. Bij dit fenomeen lopen verschillende zintuiglijke waarnemingen in elkaar over. Zo kunnen geuren veranderen in kleuren en kan je geluiden gaan proeven. Naarmate meer psilocybine wordt genomen nadert de gebruiker niveau vier. Meerdere persoonlijkheden die zich openbaren, pratende objecten en out of body ervaringen zijn veel voorkomende effecten. Niveau vijf is het hoogst bereikbare niveau. De gebruiker waant zich in een kleurrijke, volledige vervormde wereld. Vaak worden ontmoetingen met intelligente buitenaardse beschavingen ervaren. Hierbij voelt de gebruiker zich, in tegenstelling tot bij een dissociatieve drugstrip, wel zichzelf.
Maar wat nu als de theorie mooier blijkt dan de praktijk? Wat als de trip anders verloopt dan voorzien? Een drugstrip is erg afhankelijk van de stemming van de gebruiker. Gevoelens waarvan je niet eens wist dat je ze had kunnen je gedachten gaan beheersen. Het verloop van een drugstrip is zodoende nauwelijks te voorspellen. Zo ondervindt ongeveer een derde van de gebruikers extreme angstgevoelens tijdens een drugstrip. Het kan zelfs voorkomen dat de gebruiker zich niet eens meer bewust is van het feit drugs te hebben gebruikt, maar wel alle effecten ondervindt. Dit overkwam ook studente psychologie Saskia na het gebruik van een gemiddelde dosis truffels. 'Ik zag gezichten op muren, dekens bewogen, en zelfs toen ik mijn ogen dicht deed zat een buitenaards gedrocht me achterna.' Wanneer Saskia erover praat moet ze er zelf enigszins om lachen. 'Zo onrealistisch als het nu klinkt was het op het moment zelf absoluut niet', verzekert ze mij. 'Toen het gebeurde was ik me niet eens meer bewust van mijn drugsgebruik. De werkelijkheid die ik waarnam was op dat moment de enige en leek geen einde te kennen. Een beangstigend gevoel.' Achteraf bleek de trip van Saskia slechts vier uur te hebben geduurd. De implicaties van haar drugsgebruik waren echter een stuk langer merkbaar: 'Het gevoel niet in controle te zijn over je eigen lichaam is beangstigend. Het klinkt misschien overdreven, maar de eerste weken was ik veel besluitelozer, bijna alsof ik het voor mezelf niet goed kon doen. Ook had deze ervaring een enorme invloed op mijn verdere drugs- en alcoholgebruik. Het heeft maanden geduurd voor ik weer enige vorm van drugs tot mij nam. Zelfs alcohol liet ik lange tijd links liggen'. Bovendien kwam Saskia er na haar gebruik achter nog een extra risico te hebben gelopen. 'In het verleden ben ik meermaals behandeld voor een depressie en heb ik zelfs SSRI's gekregen. Omdat dit soort antidepressivum je serotonine receptoren be誰nvloedt, wordt psychedelisch drugsgebruik vaak afgeraden. Maar aangezien ik al drie jaar was gestopt met de medicinale behandeling denk ik niet dat het een rol heeft gespeeld bij mijn slechte ervaring tijdens de drugstrip.' Toch schuilt er een gevaar in het combinatiegebruik van antidepressiva en psychedelica. Lithium, het meest voorgeschreven middel bij een bipolaire stoornis, kan in combinatie met psilocibyne de effecten van de stof versterken. Omdat het door MAO-remmers be誰nvloedde enzym monoamine-oxidase verantwoordelijk is voor het afbreken
Spiegeloog
Bad trip
van psilocybine, kan ook deze antidepressiva de drugstrip intensiveren en verlengen. Het is nu bijna een jaar geleden dat Saskia truffels heeft gebruikt. Ze zegt er nu geen last meer van te hebben. Wel noemt ze het een gebeurtenis waardoor ze toch wat anders naar het leven is gaan kijken: 'Wanneer je zo'n ingrijpende gebeurtenis meemaakt, laat dat je niet zomaar los. Of ik nu volledig veranderd ben? Dat denk ik niet, maar het doet toch wat met je.'
Suikerhypothese Spiegeloog
10 februari 2011
Net als bij Saskia zullen de effecten van een drugstrip in de meeste gevallen vroeg of laat uitwerken. Aangezien je tijdsbesef tijdens een drugstrip ernstig vervormd raakt, biedt deze gedachte tijdens een bad trip helaas weinig houvast. Gelukkig zijn er een aantal manieren om, wanneer je toch van plan bent psychedelische drugs te gebruiken, de risico's zoveel mogelijk te beperken. Psychedelisch drugsgebruik helemaal afraden doet Saskia dan ook niet: 'Als het fijne gevoel dat ik aan het begin van mijn trip had was gebleven, had ik het misschien nog wel een keer gebruikt. Ik zou ook niet willen zeggen dat je het absoluut niet moet proberen. Wel is een goede voorbereiding uitermate belangrijk.'
psychedelica gebruikt worden. Timothy Leary had zijn eigen verklaring voor deze 'suikerhypothese'. Door het gebrek aan eetlust tijdens een drugstrip zou de bloedsuikerspiegel dusdanig dalen dat niet de drugs, maar de verlaagde bloedsuikerspiegel tot een bad trip kan leiden. Overigens is niet al het snoepgoed aan te bevelen. Zo zou chocola een drugstrip aanzienlijk intensiveren.
Bevrijding
Toch ziet niet iedereen een drugstrip waar de gebruiker in gevangen lijkt te zitten als negatief. De Schotse psychiater Ronald Lang stelde dat extreme ervaringen, waaronder ervaringen als gevolg van psychedelica, niet onderdrukt of genegeerd dienen te worden. Sterker nog: des te vervelender de ervaring, des te belangrijker het is om het onderliggende probleem op te sporen en aan te pakken. Psychoanalist Stanislav Grof gaat nog een stapje verder. Hij stelt dat gevangenschap tijdens drugsgebruik uiteindelijk tot emotionele, intellectuele en spirituele bevrijding kan leiden. Het onderbreken van een bad trip is voor Grof dan ook not done, en kan bij de gebruiker op termijn tot grote psychische problemen leiden. Ook het negeren van de opgedane ervaringen zou de psychische gesteldheid van de gebruiker niet ten goede komen.
- Een buitenaards gedrocht zat me achterna -
Ook Timothy Leary was van mening dat een goede voorbereiding erg belangrijk is bij psychedelisch drugsgebruik. In de meeste gevallen ligt volgens Leary een verkeerde stemming en omgeving (set and setting) zelfs ten grondslag aan de bad trip. Saskia stemt hier deels mee in. 'Toen ik de truffels gebruikte was ik in een voor mij onbekende omgeving, met mensen die ik niet allemaal even goed kende. Ik raad iedereen die vastbesloten is te gebruiken aan om de eerste keer thuis of in een andere vertrouwde omgeving te blijven.' Ondanks een goede voorbereiding kan een drugstrip toch tot ongewenste gevolgen leiden. Maar ook dan is het mogelijk om de terugkeer naar de realiteit te bespoedigen. Zo komt het voor dat benzodiazepinen en zelfs antipsychotica worden voorgeschreven om de effecten van een bad trip te verminderen. Ondanks dat hier nog geen wetenschappelijk bewijs voor bestaat, is het volgens ervaringsdeskundigen ook handig om altijd wat donuts en frisdrank in huis te hebben wanneer
Timothy Leary
Alle meningen ten spijt blijft onderzoek naar de werking van psychedelica grotendeels gebaseerd op gebruikerservaringen. Een verklaring voor de soms levensveranderende ervaringen als gevolg van psychedelische drugsgebruik heeft de wetenschap nog niet. Binnen de psychologie blijft de exacte werking van psychedelica dan ook een interessant vraagstuk waarin wellicht de oplossing voor mensen zoals Saskia,
- Burston, D. (2000). The crucible of experience: R.D. Laing and the crisis of psychotherapy. Cambridge, MA: Harvard University Press. - Erowid (2005, 1 augustus). Psychedelic crisis FAQ: Helping some-
De Opleidingscommissie (OC) bewaakt de kwaliteit van het onderwijs en zorgt voor de vakevaluaties. Voor elke cursus vul je een evaluatieformulier in, maar wat gebeurt daar eigenlijk mee? In dit stukje willen we een voorbeeld geven van hoe het evaluatieproces eruit ziet, welke stappen worden genomen en wat uiteindelijk de uitkomst van een evaluatie kan zijn. De OC is verantwoordelijk voor het evalueren van het onderwijs, sterker nog, het is haar belangrijkste taak. Wij vinden dat evaluaties belangrijk zijn en dat het serieus invullen ervan van groot belang is voor het continu verbeteren van het onderwijs bij Psychologie. Een voorbeeld van hoe vakevaluaties in zijn werk gaan, zijn de panelgesprekken in het eerste jaar. Alle ingevulde evaluaties komen bij de panelgroep terecht. Deze groep bestaat uit meerdere eerstejaarsstudenten, Klaas Visser (onderwijsdirecteur), Cok Koeleman (onderwijscoördinator), Peter Starreveld (docent) en de betreffende docent wiens evaluatie gedurende de zitting wordt besproken. Alle evaluaties worden elektronisch verwerkt door het computersysteem EVASyS. EVASyS zorgt ervoor dat er een duidelijk overzicht van de uitkomsten beschikbaar is. De antwoorden op de open vragen worden
ook in de panelgroep besproken. Zo kunnen er bijvoorbeeld meerdere opmerkingen binnengekomen zijn over de kwaliteit van de sheets van de docent; een punt dat veel irritatie kan opwekken bij studenten. In de panelgroep wordt een dergelijk probleem met de docent besproken en wordt er gekeken naar een oplossing. Zo kan de docent contact opnemen met een andere docent wiens collegesheets juist heel positief werden beoordeeld en kan men van elkaar leren. Ook is het mogelijk dat de docent een cursus gaat volgen om zijn of haar vaardigheden voor het lesgeven te verbeteren. De evaluaties in de overige studiejaren worden in de OC besproken. Hierbij zijn vertegenwoordigers van alle specialisaties aanwezig en zijn de lijntjes dus kort om een docent aan te spreken op een mogelijk slechte evaluatie. Veranderingen in het vak worden op een later moment dan weer geëvalueerd door de OC. Het is belangrijk om serieus met de bevindingen van de evaluaties aan de slag te gaan. Dit kan echter alleen wanneer studenten bereid zijn om het evaluatieformulier nauwkeurig en bewust in te vullen. Geef aan wat je goed vindt aan een cursus, maar vooral ook wat beter moet en waarom dat zo is. Je helpt hiermee uiteindelijk vooral jezelf en je medestudenten. Want een goed evaluatieproces zorgt voor beter onderwijs en dus een leukere studie! De OC ontvangt graag emails met op- of aanmerkingen, vragen en suggesties over het onderwijs bij psychologie onder het emailadres: ocstudentenfractie@fmg.uva.nl
Spiegeloog
Bronnen
11
Voor meer informatie over psychedelica en andere soorten drugs: www.trimbos.nl
one through a bad trip, psychic crisis, or spiritual crisis. Opgehaald van http://www.erowid.org/psychoactives/faqs/psychedelic_crisis_faq. shtml - Griffiths, R. B., Richards, W. A., Johnson, M. W., McCann, U. D., & Jesse, R. (2008). Mystical-type experiences occasioned by psilocybin mediate the attribution of personal meaning and spiritual significance 14 months later. Journal of Psychopharmacology, 22, 621–632. - Grof, S., & Grof, C. (Eds.). (1989). Spiritual emergency: When personal transformation becomes a crisis. Los Angeles, CA: Tarcher. - Leary, T., Metzner, R., & Alpert, R. (1969). The psychedelic experience: a manual based on the tibetan book of the dead. London: Academic Press. - Strassman, R. J. (1984). Adverse reactions to psychedelic drugs: a review of the literature. Journal of Nervous and Mental Disease, 172, 577-595. - Wark C., & Galliher J. F. (2009). Timothy Leary, Richard Alpert (Ram Dass) and the changing definition of psilocybin. The International Journal on Drug Policy, 21, 234-239.
februari 2011
gevangen in een drugstrip, schuilt. Aan de andere kant blijven psychedelische ervaringen, zolang deze een wetenschappelijke verklaring missen, nog altijd omgeven door mystiek. Wanneer de exacte werking ooit helemaal duidelijk wordt, zullen de out of body ervaringen en intergalactische ontmoetingen hun glans snel kunnen verliezen. Omwille van deze mystiek dient misschien wel enige onduidelijkheid te blijven bestaan. Een toegangspoort naar een magische wereld of een potentiële nachtmerrie. Het blijft je eigen keuze of je de reis aangaat. <<
Tabula Rasa Themaboek Superleuk, Maar Voortaan Zonder Mij David Foster Wallace
Tekst: Myrthe van Stralen
Spiegeloog
12
februari 2011
‘Alsof je terug bent in je moeders baarmoeder’ is een van de vele kleurrijke en treffende vergelijkingen die David Foster Wallace in dit essay maakt over zijn zevendaagse reis aan boord van het luxecruiseschip MS Zenith. Met een indrukwekkend beeldend vermogen schetst Wallace voor ons de onvolwassenheid van het exorbitante passieve genieten op dit cruiseschip. Het wordt de lezer hierbij niet moeilijk gemaakt een parallel naar de Amerikaanse consumptiemaatschappij te trekken. Waar Wallace zich eerst verbaast over hoe overvloedig, schoon en over the top de MS Zenith is, beschrijft hij ook het jaloerse en kinderachtige gevoel dat ontstaat wanneer er naast de eigen luxecruise, een nóg wittere, nóg chiquere en nóg mooiere luxecruise aanmeert. Het ongenoegen dat ontstaat wijdt Wallace aan het oer-Amerikaanse deel van zichzelf dat steeds meer wil en schreeuwt om passief genot. De brochures van de luxecruises spelen hier naadloos op in door een fantasiebelofte te maken waardoor je als consument gelooft dat je bij deze ultieme vakantie zo zalig luxueus en passief zal kunnen genieten dat het jengelende kind in je voldaan zal zijn. Maar dit kind is in werkelijkheid onverzadigbaar en na een aantal heerlijke dagen treedt gewenning op en wil het kind altijd meer, aldus Wallace. Ondanks zijn morele bezwaren begrijpt Wallace maar al te goed de aantrekking van de luxecruisevakantie: het is de ultieme manier om te ontsnappen aan al wat onaangenaam is. De luxecruise is één grote fantasie waarin we over dood
en onomkeerbaar verval lijken te kunnen triomferen. Zo ben je op een cruise nooit alleen, is iedereen je vriend, verdwijnen uitwerpselen met een vacuümzuiger in de vergetelheid en ruikt de badkamer van iedere hut te allen tijde naar een vreemd maar niet onaangenaam, naar citroen geurend ontsmettingsmiddel. Dat er maar liefst 137 voetnoten worden verwerkt in dit essay is opmerkelijk en draagt zeer zeker bij aan de komische en ironische manier van schrijven. Wallace kan hier zijn vaak hilarische hersenspinsels de vrije loop laten en zet zijn anekdotes kracht bij. Wel doen ze af aan de toch al niet sterk aanwezige structuur van het essay. Dat ontbreken van een heldere rode draad is kenmerkend voor Wallace zijn teksten en wordt nogal eens bekritiseerd. Een essay als dit vraagt echter niet om al teveel structuur en de flexibele lezer zal het gebrek hieraan niet als storend ervaren. Superleuk, maar voortaan zonder mij is een aanrader voor hen die kritisch kijken naar de huidige maatschappij waarin onverzadigbaarheid en directe behoeftebevrediging hoogtij vieren, maar ook voor iedereen die kan genieten van het buitengewoon rijke vocabulaire van Wallace en zijn geniaal kritische antropologische observatiecapaciteiten.
Actueel Boek Wij Zijn Ons Brein Interview met auteur Dick Swaab Tekst: Tessa Velthuis
Ik bedoelde mijn vraag eigenlijk iets filosofischer. Bij veel mensen wordt wat zij van zichzelf vinden bepaald door hoe ze door andere mensen gezien worden. Iemands identiteit spreidt zich als het ware ook uit over anderen. 'Dat begrijp ik niet.' Ik zal bij wijze van illustratie een stukje voorlezen uit een ingezonden brief uit Medisch Contact van een neuroloog uit Meppel. ‘Professor Swaab is ook de manier waarop hij praat, beweegt, zich kleedt, ruikt. Hij is ook de foto die van hem is afgedrukt. Hij is onderdeel van medisch Nederland. Hij is iemand op wie wij trots zijn. Dat zijn allemaal geen hersenprocessen van hem, dat is meer een maatschappelijk equivalent van de persoon Dick Swaab.’ Ik vind het wel een significant punt dat wij ook zijn wat andere mensen van ons vinden. ‘Hij noemt een aantal dingen die het product zijn van ons brein. En dat is dus mijn punt: het brein is de essentie. En daarnaast heb je natuurlijk een lijf, om mee rond te wandelen en om dat brein te voeden met glucose en van zuurstof te
13
voorzien. En je hebt geslachtsorganen om meer breinen te maken.’ Denkt u niet dat mensen gevormd kunnen worden door de perceptie die anderen van ze hebben? Als u terugkoppeling krijgt van hoe mensen tegen u aankijken, kan dat toch invloed hebben op uzelf ? ‘Die invloed is dus veel minder dan men in de psychologenwereld denkt. Een goed voorbeeld daarvan is wederom seksuele identiteit, want dat laat zien hoe vastgebakken je zit na je vroege ontwikkeling. Ik heb in mijn boek het geval beschreven van het kind dat als baby zijn penis verloor tijdens een operatie. Dan kun je het kind wel jurkjes aantrekken, verder opereren, oestrogenen toedienen in de puberteit en psychologisch begeleiden, maar de genderidentiteit van het kind is niet veranderd. Zodra hij het zelf voor het zeggen had, liet hij zich terugveranderen naar man. Je kunt dus wel de perceptie hebben van iemand in een jurkje, maar de identiteit van die persoon is niet veranderd.’ Ik kwam op deze vraag omdat ik het vreemd vond dat homo’s zo boos op u waren naar aanleiding van het ontdekken van het ‘homokwabje’ in de hypothalamus. Ik had verwacht dat de homogemeenschap het juist prettig zou vinden. Maar toen bedacht ik dat zij zich misschien aangevallen voelden op hun lifestyle, omdat homoseksualiteit voor hen meer is dan een seksuele
februari 2011
Wat betekent identiteit voor u en hoe is dat in de theorie in te passen? 'Een goed voorbeeld is genderidentiteit: je voelt je man of vrouw. Al in de baarmoeder komt die identiteit tot stand door interactie tussen geslachtshormonen en de zich ontwikkelende hersenen. Dat gebeurt door het testosteron van het kind.’
Spiegeloog
Hoe is het boek Wij zijn ons brein tot stand gekomen? ‘Het is stapsgewijs gegaan. Ik heb indertijd een tweedelig handboek geschreven over de menselijke hypothalamus. Het is het enige handboek over de menselijke hypothalamus dat er is, maar onleesbaar voor een algemeen publiek. Vanaf 2004 ben ik aantekeningen gaan maken over onderwerpen in het hersenonderzoek waarvan ik dacht dat het belangrijk zou zijn ze eens voor een algemeen publiek op te schrijven. Toen NRC mij vroeg om columns te schrijven als antwoord op vragen van lezers, heb ik dat onder andere op basis van die aantekeningen gedaan. Er kwamen ontzettend veel vragen en leuke reacties. Ik heb veertig columns geschreven, toen was er door het veranderde format van de bijlage geen plaats meer voor. Vervolgens heb ik nog honderd columns geschreven, maar niet gepubliceerd. Dit geheel heb ik in een levenslijn gebracht en dat is mijn boek geworden.’
voorkeur, namelijk een identiteit. ‘Een heleboel homo’s vonden het inderdaad prettig om te weten dat seksuele geaardheid aangeboren is. De mannen die toen zo boos waren, hadden de bijna religieuze opvatting dat iedere man eigenlijk homoseksueel is, maar dat slechts een klein deel hiernaar durft te leven. Ze noemden het een politieke keuze. Ik heb toen gezegd dat ik het politieke er niet van in kon zien en dat die keuze voor jou gemaakt wordt in de baarmoeder. Het is geen lifestyle-keuze. Het is überhaupt geen keuze, er wordt voor jou gekozen.’ Maar homoseksuelen passen wel dingen in hun leven aan op die geaardheid. 'Natuurlijk, je past aan je identiteit van alles aan. Maar het is niet zo dat je een keuze maakt.'
Spiegeloog
14
Ik begrijp uw standpunt, maar ik begrijp ook dat het voor iemand beledigend kan zijn om te zeggen: jij denkt dat je iets te kiezen hebt, maar je hebt het niet. 'Maar dat is niet beledigend, dat is gewoon zo. Als ik zeg dat je een vrouw bent, ben je toch ook niet beledigd?'
februari 2011
Karakter is ook iets waarvan u zegt dat we het niet te kiezen hebben. Er zijn mensen die iets aan zichzelf zouden willen veranderen, omdat ze niet blij zijn met zichzelf. Ik als psychologiestudent vraag me af wat uw opvatting betekent voor de psychologen bij wie die mensen aankloppen voor therapie. ‘Een oud Chinees gezegde luidt: je kunt rivieren van loop doen veranderen en je kunt bergen verplaatsen, maar het karakter van een mens kun je niet veranderen. De hoop dat je grote problemen bij mensen in hun karakter kunt oplossen met wat voor psychotherapie dan ook, is teveel gevraagd. Je kunt het karakter van iemand niet veranderen, je kunt met veel moeite wel wat aan het gedrag veranderen. Je kunt ze leren omgaan met hun makkes, maar de makkes houden ze.’ Zijn problemen die niet op karakterniveau maar op gedragsniveau liggen wel op te lossen? ‘Psychologen moeten zich bescheiden opstellen en zich richten op gedragsveranderingen en niet op karakterveranderingen. Je kunt gedrag laten aanpassen, maar daarmee verander je nog niet de persoon. Een hoop van de dingen die geclaimd worden, zijn niet gevalideerd. Sommige psychologen doen maar wat. Net zoals je bij geneesmiddelen eisen stelt aan het effect en het gebrek aan bijwerkingen, moet je dat ook met psychologische therapieën doen.’ Gedrag is dus in beperkte mate te veranderen. In uw boek beschrijft u het verhaal van een Amerikaanse man met het Klüver-Bucy syndroom die kinderporno downloadde en werd veroordeeld tot een celstraf. U was daar verontwaardigd over. Hoe speelt de gedragscomponent van het downloaden hier dan in mee? ‘Deze man was een epilepticus met littekenweefsel in de temporaalkwab. Na zijn tweede operatie ging hij ontremd gedrag
vertonen. Hij wilde om het uur seks hebben met zijn vrouw. Ook begon hij dus porno te downloaden. Waarom zou ik er niet boos over mogen zijn dat iemand vanwege een bijwerking van een hersenoperatie in de gevangenis gestopt wordt? Waarschijnlijk zijn we allemaal een beetje geïnteresseerd in porno. Een operatie heeft gezorgd dat deze man buitengewoon geïnteresseerd werd, ontremd werd en alles deed om die spullen te krijgen. Dat is niet zo moeilijk, heb ik me laten vertellen. Wat is het probleem?’ Als u betoogt dat een pedofiel niet verantwoordelijk te stellen is voor zijn seksuele oriëntatie en dat mensen die delicten plegen niet moreel verantwoordelijk te houden zijn, bent u dan niet bang dat het als een excuus gebruikt kan worden? Kan niet pas na het ontleden van het brein worden bewezen of die persoon echt niet verantwoordelijk te stellen was? ‘In de eerste plaats kun je mensen met hersenafwijkingen niet moreel verantwoordelijk stellen voor gedrag. In de tweede plaats betekent dat niet dat je niks moet doen. Pedofilie schaadt het kind dat misbruikt wordt - dat proberen we te voorkomen. We proberen ook te voorkomen dat iemand recidiveert. De vraag is alleen of straffen effectief is. De maatschappij eist straf. In een apenmaatschappij worden ook regels gehanteerd en als een aapje zich er niet aan houdt, dan wordt erop geslagen. Een downsyndroomaapje hoeft zich trouwens niet aan de regels te houden en mag binnen ruime grenzen doen wat hij wil, daar wordt niet op geslagen. Net zoals wij dat merken aan het gedrag, merken apen ook dat het iemand is die anders is. Wij mensen hebben het straffen uitbesteed aan instanties en de straf die uitgedeeld wordt moet de maatschappij genoegdoening geven. Maar je moet je ook afvragen of de straf voor het individu wel effectief is. Hier geldt hetzelfde als voor die psychotherapieën: er is weinig gevalideerd. Bij pedofilie wordt heel vaak teruggevallen.’ Veel pedofielen krijgen tbs en dat is officieel niet een straf, ook al worden ze wel opgesloten. ‘Dat is dus therapie en dat helpt niet. Dat helpt absoluut niet. Wat effectief blijkt te zijn is zorgen dat mensen als ze uit de gevangenis komen worden opgevangen door vrijwilligers die hele gewone dingen met ze gaan doen. Naar de bioscoop of boodschappen doen. En als mensen dan de drang voelen opkomen, dan kennen ze iemand met wie ze contact kunnen opnemen. Dat werkt ontzettend goed. Gevangenisstraf is over het algemeen niet zo effectief, vooral niet voor kinderen die in de puberteit dingen doen die ze niet horen te doen. Als je die opsluit met beroepscriminelen, dan krijgen ze een ‘opleiding’ in crimineel gedrag en zijn ze voor de rest van hun leven verpest. Wanneer je juist zorgt dat hun school niet onderbroken wordt maar dat ze wel voelen dat ze iets fout gedaan hebben, dan zie je ze niet meer terug bij justitie. Dat betekent dus wel dat je afstand moet nemen van het boos zijn op mensen. Je moet denken: er zit een probleem in dat brein, hoe kunnen we het beste zorgen dat je weer gaat functioneren in de maatschappij?’
Foto: Tessa Posthuma de Boer de maatschappij. Er zijn dingen die ik anders ben gaan zien, zoals de manier waarop er met gehandicapte mensen wordt omgegaan, maar ik weet niet of dat door het hersenonderzoek gekomen is.’ U komt op mij over als een heel gemoedelijke man. We moeten eerlijk zijn over hoe de dingen in elkaar zitten. We moeten niet zo veroordelend zijn. ‘Ja, dat is belangrijk. Als je in gevangenissen rondloopt zie je allemaal aardige jongens en meisjes die iets stoms hebben gedaan op basis van de psychiatrische problematiek.’
Opa vertelt
Hier spreekt uit dat u vindt dat ieder mens, hoe onaangepast ook aan wat de maatschappij wil, het verdient om serieus genomen te worden en om ook goed behandeld te worden. ‘Ja en dat geldt ook voor mensen die niet zo gelukkig uit de hersenontwikkeling zijn gekomen. Hoe meer ik weet over hersenontwikkeling, hoe verbaasder ik ben dat het soms zo goed afloopt. Bij zo’n complex proces heb je altijd een groepje mensen aan de linkerkant van de curve zitten waarbij het niet goed gelukt is. Als maatschappij moet je de verantwoordelijkheid nemen. Het had namelijk iedereen kunnen gebeuren. Het kan ook jouw kinderen later gebeuren.’ Is het leven, nu u zoveel jaar als hersenonderzoeker gewerkt heeft, voor u wonderlijker geworden of minder wonderlijk omdat u beter weet hoe dingen werken? ‘Ik denk niet dat het iets uitmaakt. Als je veel weet over hersenmechanismen kijk je nog steeds met dezelfde ogen naar
15
februari 2011
U bent dus niet bang dat mensen misbruik gaan maken van die versoepeling als u uw zin krijgt wat betreft de inrichting van dat systeem? 'Dat is geen versoepeling, het is evidence based naar zaken kijken. En nee, ik ben niet bang. Ik denk dat er goed uitgezocht kan worden of mensen iets mankeert. Maar je moet van tbs ook niet teveel verwachten natuurlijk: je kunt proberen het gedrag te veranderen, maar het karakter van mensen kun je niet veranderen.’
Het verbaast mij niet dat van Wij zijn ons brein inmiddels honderdduizend exemplaren zijn verkocht. Wat is er nou leuker dan een boek te lezen dat over jou gaat? Voeg er een snufje toegankelijke wetenschap en controverse aan toe en je hebt een bestseller. Volgens Dick Swaab zijn wij ons brein en daarmee maakt hij ‘ons’ tot onderwerp van zijn boek. Uiteraard word ik dan nieuwsgierig wat er zoal over mij te vertellen valt. Tijdens het lezen voelde ik me inderdaad heel betrokken, wat zowel kwam door de inhoud als door de toon van het boek. Het was alsof Dick Swaab mij persoonlijk aansprak met zijn verhalen. Er overviel mij een groot ‘opa vertelt-‘gevoel: je zit op schoot bij je vriendelijke doch serieuze opa die gepassioneerd praat over dingen die jou als kind net boven de pet gaan. Opa’s verhalen zijn vooral verhalen die hem zélf interesseren, maar dat weerhoudt je er niet van met open mond te luisteren. Als opa vertelt, vertelt hij soms ook exact hetzelfde twee keer. En middenin een verhaal dwaalt hij soms een beetje af. Maar dit vergeef je opa allemaal direct. In Wij zijn ons brein komen in verschillende hoofdstukken dezelfde casussen terug en op de vreemdste plekken tref je een off topic alinea aan, waarna de draad van het verhaal meestal wel weer opgepikt wordt. Dit maakt de leeservaring gevarieerd, maar het laat je ook met vragen zitten. Het is mooi hoe compleet sommige onderwerpen worden belicht (oxytocine), maar helaas blijft de informatie in andere gevallen vrij eenzijdig (xtc). Swaab is wel een man van prachtige oneliners, iets wat ik erg kan waarderen. Wij zijn ons brein was een aangename en leerzame leeservaring. Swaab serveert je hapklare brokjes aantrekkelijke informatie over iets wat we allemaal bezitten: een brein. Als je op zoek bent naar een onderwerp om een paper, een scriptie of de rest van je leven aan te wijden, moet je dit boek absoluut eens open slaan. Swaab weet je werkelijk voor alles enthousiast te maken. De grootste kracht van dit boek is dat het je dwingt een positie in te nemen ten opzichte van Swaabs gedurfde claim dat wij niets meer zijn dan ons brein. <<
Spiegeloog
Recensie Wij Zijn Ons Brein
..
Client bekent Ivonne (27) werd geboren als jongen. Op haar zeventiende wist ze dat ze voortaan als vrouw door het leven wilde gaan. Het genderteam in Utrecht en Amsterdam heeft haar bij dit intensieve proces begeleid. Ivonne is bezig met het afronden van haar studie Psychologie en ze is verloofd met Evelien.
Spiegeloog
16
Tekst: Tessa Velthuis
februari 2011
Was er aan jou als kind te merken dat je anders was? ‘Van jongs af aan wilde ik iemand anders zijn dan wie ik was. Als vierjarige werd ik boos als iemand me bij mijn normale naam noemde, want in mijn hoofd was ik een of ander figuur uit een tekenfilmserie. Toen was ik me er niet bewust van, maar nu zie ik dat ik wellicht als kind al het gevoel had: er klopt iets niet aan mij en ik ben niet wie ik ben. Mijn ouders zagen het als een onschuldig spelletje. Mijn identiteit bleef problematisch voor mij, maar gedurende de laatste jaren van de basisschool deelde ik dit niet meer met mijn ouders. Toen ik op mijn twaalfde in de puberteit kwam, begon ik kleren uit de kast van mijn zus te stelen, die ik aandeed als er niemand thuis was. Dat ging niet altijd goed, want soms kwamen mijn ouders eerder thuis dan ze gezegd hadden. Ik ben weleens betrapt. Op een gegeven moment vroeg mijn moeder: zou je soms liever een meisje willen zijn?’
gaat het vanzelf weg’ heb ik voor waar aangenomen en ik heb mijn gevoel heel ver weggestopt. In het begin had ik nog wel de behoefte om me te verkleden, maar later niet meer. Ik was in die periode wel altijd somber, altijd ontevreden, altijd was er iets onaanwijsbaars. En uiteindelijk wist ik niet eens meer waar dat aan lag. Ik vond mijn puberteit en de veranderingen die daarbij hoorden heel vervelend, maar ik had geen idee waarom. Ik dacht: misschien vinden alle jongens het moeilijk om hiermee om te gaan.’ Wanneer kwamen die gevoelens weer boven? ‘Op mijn zeventiende was ik heel erg in de war. Er tolden zoveel gedachten tegelijkertijd in mijn hoofd, dat ik niet eens meer wist welke gedachten er allemaal door mijn hoofd tolden. Een vriendin van mij was in diezelfde periode haar lesbische geaardheid aan het ontdekken. Zij had iets wat haar in verwarring bracht, net als ik. Misschien konden we daarom zo goed praten. Door naar haar te luisteren en haar adviezen te geven kwam er ook rust in mijn eigen hoofd. Ik zette de dingen voor haar op een rijtje, maar blijkbaar had ik die afstand juist nodig om het ook voor mezelf te kunnen. Langzaamaan werd het mij duidelijk wat er nou precies aan de hand was: ik wilde een vrouw zijn. Ik had echt geen idee wat ik vervolgens moest doen. Op een gegeven moment heb ik tijdens een auto-
- De enige negatieve opmerkingen die ik heb gehad, kwamen van onbekenden -
Hoe reageerde jij toen? ‘Ik zei heel hard ‘nee!’ en toen ben ik naar mijn kamer gegaan. De volgende dag kwam ik met hangende pootjes terug. ‘Ja, misschien toch wel,’ zei ik. Mijn moeder riep mijn vader erbij en daar zaten we dan, tegenover elkaar op de bank. Wat nu? Mijn ouders hoopten dat het een fase was en dat het wel weer over zou gaan. Dat heb ik mezelf toen ook wijsgemaakt. Het idee ‘negeer het maar, dan
ritje aan mijn moeder gevraagd hoe ik een afspraak met de huisarts moest maken. Natuurlijk vroeg zij: ‘waarom dan?’ Met veel moeite heb ik het opgebiecht. Toen is het vijf minuten stil geweest in de auto. Mijn moeder antwoordde: ‘pfoe, als je nou nog had gezegd dat je homo was geweest ofzo...’’ Wat vond je van die reactie van je moeder? ‘Op dat moment vond ik het niet grappig. Ik denk dat mijn moeder een verkeerd beeld had van transseksuelen; oudere mensen, waarbij het meer lijkt op een man in een jurk. Ik denk dat ze daar heel erg bang voor was. Maar gelukkig zei ze niet dat het onzin was en keurde ze het ook niet af. Dat gaf mij wel het gevoel dat ik thuis een basis had waar ik ondersteuning van kon verwachten. We gingen dus naar de huisarts en die meldde me aan bij het genderteam voor jongeren in Utrecht. Na drie maanden op de wachtlijst te hebben gestaan, kon ik daar terecht.’
was op, ik moest erom huilen. De trein kwam vijf minuten te laat, ik moest huilen. Kwam de trein vijf minuten te vroeg, dan moest ik ook huilen. Door de hormonen ging ik ook puberen, maar omdat ik reeds de mentale functies van een volwassene had, wíst ik dat ik overdreef of me aanstelde als ik bijvoorbeeld ergens boos om was. Een heel rare, maar wel grappige ervaring. Onder invloed van de hormonen kreeg ik een andere vetverdeling; ik begon heupen te krijgen en wat meer vet op m’n buik. Dat vond ik allemaal niet erg, want het bevestigde de rol die ik aan wilde nemen. Hoe meer onderscheid er te maken is tussen het mannelijke en het vrouwelijke, hoe beter het is voor iemand in mijn situatie. Ik kreeg ook borstgroei. Als je zoals ik al de mannelijke puberteit bent doorgegaan, is het effect van de hormonen eigenlijk nooit groter dan een cup a of b. Mijn gezicht is ook erg veranderd. Na de operatie heeft die verandering nog heel subtiel doorgezet, omdat ik vanaf toen niet meer mijn eigen mannelijke hormonen aanmaakte.’
Wat was de volgende stap? ‘Ik begon met hormoonbehandelingen, dat was in het begin geen feest. Het is alsof je tegelijkertijd ongesteld, zwanger en in de overgang bent; zo hebben mensen het aan mij omschreven. De eerste maand schoot ik om de kleinste dingetjes volledig in een huilbui. De inkt van mijn pen
Kleedde je je in de periode van die hormoonbehandelingen ook al als vrouw? ‘Mijn hormoonbehandelingen begonnen twee maanden voordat ik me als vrouw ging kleden, dat was toen ik in het tweede jaar van universiteit zat. Ik had me flink zorgen gemaakt over wat ik aan moest trekken, het is toch de eerste indruk die je gaat afgeven. Uiteindelijk is het gewoon een spijkerbroek en een wollen trui geworden, want ik wilde niet te veel de aandacht trekken. Over het algemeen reageerden mensen heel goed. De enige negatieve opmerkingen die ik heb gehad, kwamen van onbekenden en die negeer ik gewoon. Ik vond het fijn om als vrouw te leven; eindelijk kon ik naar de wereld uitdragen wie ik was. Wel heel vervelend was, dat gedurende de jaren dat ik studeerde, maar nog niet officieel vrouw was, er aan het begin van ieder vak een presentielijst werd voorgelezen waar ik nog met mijn oude, mannelijke naam op stond. Hierdoor kon ik me nooit als ‘gewoon’ een vrouw presenteren.’ In die tijd ontmoette je ook je huidige verloofde, nietwaar? ‘Ja, ik leerde Evelien kennen via het internet. Ik stuurde haar een foto van mij en een tijdje later vertelde ik dat ik niet als vrouw geboren was. Ze moest twintig keer slikken. Ik was verbaasd: maar dat zag je toch wel op de foto? Niet dus. Dat was natuurlijk een geweldig compliment
17 februari 2011
Wat is de eerste fase van dat traject? ‘Eerst wordt er een hele batterij aan vragenlijsten afgenomen en heb je meerdere gesprekken. Je gaat praten over waar die gevoelens vandaan komen en of het misschien niet ergens anders aan kan liggen. Het is nogal iets om dat zware traject in te gaan als uiteindelijk het probleem iets heel anders blijkt te zijn. De gesprekken zijn ook bedoeld om de cliënt duidelijk te maken dat het niet vanzelf gaat en dat een operatie niet de oplossing voor alles is. Dat inzicht geven ze je mee om over na te denken. Veel transseksuelen denken: als die operatie maar geweest is, dan is alles anders en goed. Maar voor de buitenwereld is er niet zo heel veel veranderd. Ik was wel vrij zeker van mijn drijfveren, maar ik herinnerde me ook de identiteitsspelletjes die ik als kind deed en ik wilde uitsluiten dat ik ‘gewoon niet mezelf wilde zijn’ in plaats van dat ik echt transgender was. De eerste trajectfase waarbij je met een psycholoog praat heeft bij mij anderhalf jaar geduurd. Toen was mijn onzekerheid weg en wist ik dat dit de juiste keuze was voor mij.’
Spiegeloog
- Ik ben eraan gewend dat ik nog af en toe een scheermesje over mijn kin moet halen -
voor mij. Evelien heeft hierdoor het contact een aantal maanden lang toch afgehouden, maar toen we elkaar daarna weer zagen, was de klik zo sterk dat het Evelien niet uitmaakte dat ik nog een mannelijk geslachtsdeel had, terwijl zij op vrouwen viel. Toen we zeven maanden samen waren kreeg ik mijn operatie. Alleen de operatie aan het geslachtsdeel wordt vergoed door de verzekering. Andere operaties die je kunt laten doen zijn een borstvergroting en het laten bijschaven van de adamsappel zodat die minder duidelijk is. Daar had ik helaas het geld niet voor.’
Spiegeloog
18 februari 2011
Had je na de operatie het gevoel dat je ‘af ’ was? ‘Bij de operatie wordt er tijdelijk een opvulling in de wond gestopt, anders groeit het dicht. Bij het verwijderen daarvan was mijn glimlach zo groot dat alle verpleegsters ontroerd waren. Het voelde zoals het zou moeten voelen. Na de operatie vond ik het niet meer vervelend om naakt voor mijn vriendin te staan. Het enige wat ik eigenlijk nog had gewild is permanente ontharing op mijn gezicht; doordat ik de mannelijke puberteit heb doorgemaakt zal ik altijd baardgroei houden. Inmiddels ben ik eraan gewend dat ik af en toe een scheermesje over mijn kin moet halen. Ik voel me gewoon vrouw. Soms, als ik een slobbertrui of een jas aan heb of gewoon wat minder goed in m’n vel zit die dag, word ik op straat of in winkels nog wel eens aangezien voor man. Dan voel ik me echt op m’n ziel getrapt.’ Hoe open ben over je verleden als je nieuwe mensen leert kennen? ‘Als ik mensen beter leer kennen en het vrienden worden, vertel ik het zodat er geen misverstand kan ontstaan als Evelien of mijn ouders een keer een opmerking maken. Ik wil niet dat mensen denken: ho, wat is hier aan de hand, wat heb ik gemist? In zakelijke relaties vind ik het niet nodig om het te vertellen.’ Hoe heb je gekozen voor de naam Ivonne? ‘Op de middelbare school heb ik mijn vrienden die ervan wisten gevraagd om een naam te bedenken die ze bij mij vonden passen. Daar kwam Miranda uit. Mijn broer bracht me op het idee om aan mijn ouders te vragen hoe ik geheten zou hebben als ik een meisje was geweest en dat was Ivonne. Toen ben ik een paar keer uitgegaan in vrouwenkleding met een stel vrienden. De eerste avond liet ik me Miranda noemen en de tweede avond Ivonne. Ik heb beide namen als het ware ‘aangeprobeerd’. Ivonne is toen het beste bevallen, die naam is gewoon blijven plakken. Miranda is nu mijn tweede naam, want het betekent
veel voor me dat juist het lesbische meisje, dat zo’n grote rol gespeeld heeft in de voor mij zo verwarrende periode, die naam bedacht heeft.’ Als je had kunnen kiezen, was je dan als meisje geboren? ‘Ja, zonder twijfel. Natuurlijk heeft het transgender zijn me waardevolle kennis en ervaringen opgeleverd, maar het is het gedoe niet waard. Ook heb ik het idee dat ik heel veel gemist heb door pas later vrouw te worden. Toen ik mijn puberteit als vrouw had, zat ik al tussen volwassenen op de universiteit. Het lijkt me juist zo bijzonder om als pubermeisje deel te nemen aan de interactie tussen pubermeisjes. Dat ik dat gemist heb vind ik heel jammer.’ <<
Deze tekening, die Ivonne op haar zeventiende maakte, geeft weer hoe ze zich toen voelde: gevangen in een verkeerd lichaam.
Een lichaam dat niet bij je hoort
Tekst: Doutzen Koopmans
Dick Swaab legt in zijn boek Wij zijn ons brein uit hoe er in de loop van de tijd gedacht werd over genderidentiteit. Zo beschrijft hij dat in de jaren 1960-1980 werd gedacht dat een kind als onbeschreven blad ter wereld kwam en dat de maatschappij uiteindelijk bepaalde of het gedrag in mannelijke of vrouwelijke richting zou worden gestuurd. Dit hield tevens in dat wanneer er sprake was van een onduidelijk geslacht bij een pasgeborene, een willekeurig geslacht werd gekozen. De gevolgen hiervan waren echter tragisch. In de documentaire Dr. Money and the boy with no penis wordt het verhaal verteld van Bruce Reimer. Hij verloor als acht maanden oude baby zijn penis als gevolg van een medische fout en werd daarna als een meisje onder de naam Brenda opgevoed. Deze beslissing werd gemaakt onder leiding van Dr. Money. Brenda kreeg van Dr. Money psychologische begeleiding en ook werden er gedurende de puberteit oestrogenen toegediend. Wat het effect hiervan was op het leven van Brenda laat zich, met de kennis van nu, misschien wel raden. Ondanks dat Money zelf van een groot succes sprak, was het leven van Brenda geen pretje; de bezoekjes aan Dr. Money waren zeer stressvol en ze voelde zich ondanks de psychologische begeleiding en de toediening van oestrogenen geen meisje maar een jongen. Op latere leeftijd veranderde Brenda terug naar ‘haar’ oorspronkelijke geslacht en noemde ze zich David Reimer. Zoals David het zelf omschrijft in de documentaire: ‘You don’t wake up one morning deciding that you are a boy or a girl,
you just know’. Of je je man of vrouw voelt, is biologisch bepaald.
Biologie Hoe komt het dat een meisje met het uiterlijk van een jongen of een jongen met het uiterlijk van een meisje wordt geboren? Testosteron is verantwoordelijk voor de differentiatie van onze geslachtsorganen en hersenen in mannelijke of vrouwelijke richting. Bij het androgeen ongevoeligheidssyndroom (ASG) wordt er wel testosteron geproduceerd, maar is het lichaam er ongevoelig voor. Hierdoor differentiëren zowel de uitwendige geslachtsorganen als de hersenen in vrouwelijke richting. Ook wanneer zij genetisch een X en een Y bezitten (=man) dan worden het heteroseksuele vrouwen. Het tegenovergestelde effect ontstaat wanneer een meisje in de baarmoeder aan een hoge dosis testosteron wordt blootgesteld. In deze gevallen is er sprake van een bijnierafwijking (congenitale bijnierhyperplasie, CAH) waardoor de clitoris sterk groeit en ze bij het bepalen van het geslacht als jongetje kunnen worden aangezien. Dit gebeurt echter maar bij een klein deel van de gevallen. Wat echter wel bij twee procent van deze personen voorkomt, is dat er (nadat het vrouwelijke geslacht is gekozen) toch sprake blijkt te zijn van een manlijke genderidentiteit.
- Of je je man of vrouw voelt, is biologisch bepaald -
Behandeling Het VU Medisch Centrum heeft een speciale afdeling waar mensen met genderidentiteitsproblematiek terecht kunnen:
19 februari 2011
Geschiedenis
Spiegeloog
Stel je voor dat je een afkeer hebt van je eigen geslacht, het walgelijk vindt of zelfs het gevoel hebt dat het niet bij je hoort. Eén op de tienduizend mannen en één op de dertigduizend vrouwen ervaart deze gevoelens in dusdanige mate dat zij besluiten tot geslachtsverandering. Tegenwoordig heeft men de kennis om deze stoornis te verklaren en te begrijpen; we weten dat de opvoeding het gevoel een man of een vrouw te zijn niet bepaalt. Nog niet zo heel lang geleden was dit wel anders.
het Zorgcentrum Genderdysforie, onderdeel van het Kenniscentrum Genderdysforie (KCG-VUMC). Het VUMC voert de volgende behandelingen uit:
Spiegeloog
20
Door middel van puberteitsremmende medicatie wordt de hypofyse, verantwoordelijk voor de centrale aansturing van de puberteit, ongevoelig gemaakt voor signalen uit de hogergelegen hersendelen. Effecten van deze behandeling kan men terugdraaien; zodra de medicatie wordt gestopt komt de puberteitsontwikkeling weer op gang. De puberteitsremmende medicatie dient om te voorkomen dat de secundaire geslachtskenmerken van het biologische geslacht, zoals borstontwikkeling bij meisjes en een lage stem bij jongens, zich verder ontwikkelen. De behandeling met geslachtshormonen zorgt ervoor dat het lichaam zich zo veel mogelijk aanpast aan het gewenste geslacht. Dit heeft echter zijn beperkingen, aangezien geslachtskenmerken die zich tijdens de puberteit eenmaal hebben ontwikkeld vaak niet meer veranderd kunnen worden. Bij volwassen mannen zullen een lage stem, relatief grove gelaatstrekken, gelaatsbeharing en brede schouders niet verdwijnen. Voor vrouwen geldt dat
Definitie
februari 2011
Het VU Medisch Centrum publiceerde op haar website de volgende definitie van genderdysforie: Genderdysforie komt voort uit een gevoel van onbehagen over iemands biologische geslacht. Vaak gaat het samen met de wens om van het andere geslacht te willen zijn. De sterkte van dit gevoel kan verschillen en het kan ook verschillende vormen hebben. De meest extreme vorm treffen wij aan bij transseksuelen. Hierbij bestaat de wens om, zover als er medisch-technisch gezien mogelijk is, de lichamelijke kenmerken aan te passen aan het gewenste geslacht. In de psychiatrie spreekt men ook wel van een genderidentiteitsstoornis.
Diagnostiek Volgens de DSM-IV-TR wordt bij kinderen de stoornis zichtbaar door vier (of meer) van de volgende kenmerken: (1) herhaaldelijk geuite wens om, of er op staan, tot de andere sekse te behoren, (2) bij jongens: een voorkeur voor het dragen van vrouwenkleren of kleren die daarop lijken; bij meisjes: er op staan alleen stereotiepe mannenkleding te dragen, (3) sterke en blijvende voorkeur voor het in fantasie spelen van de rol van het andere geslacht of aanhoudende fantasieĂŤn over het tot de andere sekse horen, (4) intens verlangen om deel te nemen aan de stereotiepe spelletjes en vormen van tijdverdrijf van de andere sekse, (5) sterke voorkeur voor speelkameraden van de andere sekse. (dit betreft niet de volledige DSM definitie)
door gebruik van hormonen de borsten niet verdwijnen, chirurgische correctie dient dan te worden toegepast. Na een real life-fase wordt besloten of er tot een geslachtsveranderende operatie wordt overgegaan. Bij een biologische vrouw die een man wil worden, worden de eierstokken en baarmoeder weggehaald, er wordt van de clitoris een minipenis (metadoioplastiek) gemaakt of er wordt een wat grotere penis (falloplastiek) gecreĂŤerd. Bij jongeren is er nooit sprake van een borst(en)operatie, zoals het weghalen (bij biologische meisjes) of het vergroten (bij biologische jongens) van de borstklier(en) als pas later in de puberteit met de behandeling is begonnen. De real lifefase is noodzakelijk, want na een geslachtsveranderende operatie is er geen weg meer terug. Na de operaties wordt men, zolang dat nodig is, door een psycholoog begeleidt.
Bronnen - Swaab, D. (2010). Wij zijn ons brein: van baarmoeder tot Alzheimer (vijfde druk). Amsterdam: Uitgeverij Contact. - Documentaire: Dr. Money and the boy with no penisâ&#x20AC;&#x2122; http://documentarystorm.com/health/ - VU Medisch Centrum 2011 www.VUMC.nl
De Amerikaanse transgender Thomas Beatie werd geboren als vrouw en is nu man. Wel heeft hij ervoor gekozen zijn baarmoeder te houden en in 2007 is hij door middel van kunstmatige inseminatie zwanger geraakt van zijn eerste kind. Inmiddels is Thomas vader van drie kinderen.
Op Kamers Tekst & Foto's: Bianca Muurman
Kamer: A 905 Bewoner: Juliane Degner Juliane Degner geeft de vakken Cross-Cultural Psychology en Prejudice, Stereotypes, and Intergroup Conflict: An Intervention Perspective. Ze houdt zich voornamelijk bezig met onderzoek naar automatische processen in intergroepsrelaties, en ze onderzoekt de ontwikkeling van intergroepsvooroordelen bij kinderen.
'Na wat rondkijken in de kamer van Juliane valt mijn oog op een kleine apenknuffel. ‘Die knuffel heb ik gekregen van een vriend en collega van mij, toen hij zijn Ph.D. deed aan Harvard. Hij had me uitgenodigd om langs te komen. Ze hebben daar een geweldig ontwikkelingsonderzoeksinstituut, met veel coole apparatuur. Er stond ook een heel grote bak met knuffels, waar kinderen er eentje uit mochten kiezen als ze klaar waren met het onderzoek. Ook werd er tegen hen gezegd dat als ze nog een keer terug zouden komen, ze er nog eentje mochten uitzoeken. Kinderen vragen hun ouders daardoor heel vaak of ze snel nog een keer zullen gaan. Ik ben zelf helaas niet meer terug geweest.’
Spiegeloog
Apenknuffel
21
'Het volgende voorwerp waar ze over wil vertellen is de fietspomp, omdat ze hem zo vaak nodig heeft. ‘Toen ik ging verhuizen naar Amsterdam was ik heel enthousiast omdat iedereen vertelde dat je daar alles op de fiets doet. Aangezien ik dol ben op fietsen leek me dat fantastisch. Helaas bleek dat enthousiasme niet op z’n plaats te zijn. In Amsterdam fietsen de mensen heel anders dan ik gewend was! Niemand houdt zich aan de verkeersregels of houdt rekening met elkaar en de mensen fietsen erg langzaam. Daarnaast gaan de fietsen heel vaak stuk. Ik heb zelfs mijn sportfiets moeten wegdoen omdat ik hier niet goed op kon fietsen in de stad. Nu fiets ik rond op mijn omafiets, zodat ik niet eens snel kan fietsen en mijzelf ervan kan weerhouden te schreeuwen naar mensen die te langzaam gaan. Dit herinnert me trouwens aan het feit dat mijn fiets weer stuk is!’
Ganesh ‘Dit beeldje heb ik net meegenomen als souvenir van een onderzoeksbezoek in India. Het is de hindoegod Ganesh. Deze god heeft een normaal mensenlichaam met de kop van een olifant. Het verhaal gaat dat de vader van Ganesh ooit zo boos op hem was dat hij zijn hoofd eraf heeft getrokken. Later voelde hij echter wroeging en heeft hij hem het hoofd van een koninklijke olifant gegeven. Ik weet er verder niet veel van af, maar wat ik leuk vind aan de hindoegoden is dat ze zo menselijk zijn. Ze worden boos, voelen spijt en maken fouten. Ganesh is het symbool voor verandering en zou je moeten begeleiden bij veranderingen, dus we zullen zien..’
februari 2011
Fietspomp
Verleid door een charismatische leider De mooie beloftes van een sekte Mensen met dezelfde overtuigingen komen vaak samen om deze te delen en te uiten. Wanneer een groep geĂŻsoleerd raakt van de rest van de wereld en abnormaal gedrag gaat vertonen, beginnen mensen te spreken over een sekte. Menigeen heeft gehoord van sektes waarvan de leden geloven uitverkoren te zijn en bij de ondergang van de wereld door een ufo opgepikt te worden. Waarom sluiten mensen zich aan bij een groep die door de rest van de wereld als vreemd en zelfs gevaarlijk wordt gezien?
Tekst: Silvija Licina en Lisanne Peschier
Spiegeloog
22
The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints
februari 2011
God heeft een plan voor geluk uitgestippeld, speciaal voor mij. Dit is het plan: nadat je een periode bij God hebt gewoond waar je eeuwig geluk ervaart, word je naar de aarde gestuurd om zelf te kunnen leren. Op aarde moeten je proberen zoveel mogelijke goddelijke eigenschappen te ontwikkelen en te leren van je fouten. Het ware geluk ligt niet in materiĂŤle zaken, want die zijn vergankelijk. Het ware geluk zit in het volgen van het voorbeeld van Christus en het ontwikkelen van goddelijke eigenschappen als goedheid, liefde, rechtvaardigheid en genade. Tenslotte moet je gezond leven, leuke familie en vrienden om je heen verzamelen, en niet te vergeten: je moet hard werken. De leden van deze kerk die op de televisie verschijnen, zien er uit als de meest gelukkige en vredige mensen. The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints is de kerk voor jou. Het probleem is echter dat deze mormoonse kerk, die over het algemeen gezien wordt als sekte, vreemder is dan dat je op het eerste gezicht zou denken. Er wordt geen geheim gemaakt van de polygamie binnen de kerk; een man heeft meerdere vrouwen en vrouwen worden over het algemeen beschouwd als broedmachines. De kinderen van de leden zijn weggehaald uit de gemeenschap omdat zij eveneens gehuwd werden en omdat er met deze kinderen ook seks werd bedreven. Inmiddels zijn de kinderen weer terug bij hun ouders. De leider van de sekte, Warren Jeffs, stond in
de top tien van meest gezochte personen van de FBI. Hij werd op 28 augustus 2006 gearresteerd nadat hij in zijn auto was aangehouden tijdens een routinecontrole van de politie in de Amerikaanse staat Nevada. In 2007 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar vanwege zijn betrokkenheid bij verkrachting.
Wat is een sekte?
Wie zich aansluit bij deze kerk krijgt onsterfelijkheid, spiritualiteit, onbegrensde vermogens, broederschap met het universum, geen dogmatisme en de ruimte om zelf te ontdekken dat de principes van deze kerk werken, aldus de Scientologykerk. Het uiteindelijke doel is geestelijke verlichting en vrijheid voor het individu. Sommige aanhangers denken zelfs beloond te worden met bovenmenselijke krachten voor het naleven van de Scientologyregels. ‘Liefhebben is de weg naar kracht. Ondanks alles lief te hebben, is het geheim van grootheid. En dat zou best weleens het grootste geheim in dit universum kunnen zijn.’ Bijna iedereen in de westerse samenleving heeft wel eens van deze kerk gehoord, mede doordat beroemdheden als Tom Cruise, John Travolta en Katie Holmes zich erbij aangesloten hebben. Ook hebben enkelen een ervaring met de Scientologykerk, waarbij zij op straat aangesproken werden om een persoonlijkheidstest te doen. Als ze even mee wilden lopen, werd in enkele minuten de aard van al hun problemen achterhaald, die de Scientology op zou kunnen lossen. De kerk, opgericht door de sciencefiction schrijver L. Ron Hubbard, zegt de ultieme behandeling te hebben voor verslaafden en te doen aan onderzoek naar onder andere medicijnen. De Scientologykerk lijkt echter meer te zijn dan enkel een kerk. Wanneer je op YouTube ‘ex-Scientologists’ intypt krijg je een hele rits filmpjes te zien waarin voormalige leden van de Scientologykerk de meest bizarre verhalen vertellen. Zo vertellen zij over werkkampen en hersenspoeling. Scientologists geloven dat kinderen geen kinderen zijn, maar oude zielen die al vele levens geleefd
hebben en daarom ook gewoon het werk van een volwassene kunnen doen. Daarom worden kinderen weggehaald bij hun ouders om dagelijks gedwongen arbeid te verrichten. Voor dit werk krijgen zij zo weinig betaald dat het bijna slavernij te noemen valt. Bovenal vertellen de voormalige leden over controle, alles overheersende controle. Vooral na hun vertrek wordt het leven van de ex-Scientologists hen zuur gemaakt. Dit wordt fair game genoemd. Het verleden van tegenhangers van de kerk wordt nagetrokken en nare geruchten worden verspreid. Dat alles met het idee van oog om oog, tand om tand. Vooralsnog is het niet duidelijk of Scientology een sekte is, de meningen zijn erg verdeeld.
People’s Temple Een sekte die in de jaren zeventig veel stof heeft doen opwaaien en op een gruwelijke manier is opgeheven is de People’s Temple. Deze sekte werd in 1953 in Amerika opgericht door pastoor Jim Jones. Na het verschijnen van een negatief artikel over Jim Jones waarin beweerd werd dat hij zou stelen, seks zou hebben met mannelijke volgelingen en zichzelf als Messias zou zien, verplaatste hij in 1978 bijna alle achthonderd leden naar het oerwoud van Guyana. Daar stichtten zij een kolonie genaamd Jonestown. Jonestown zou het paradijs op aarde zijn, maar eenmaal daar aangekomen werden mensen gedwongen om arbeid te verrichten. Ook deze sekte begon onder het voorwendsel van spiritualiteit en naastenliefde. De People’s Temple deed veel aan liefdadigheid. in het bijzonder voor minderheden, drugsverslaafden en daklozen. Opvallend is dat de meeste leden van de sekte zelf ook tot een minderheid behoor-
- Met kinderen uit de sekte werd seks bedreven -
Spiegeloog
Scientology
23
Leden van sektes laten hun leven grotendeels bepalen door hun geloofsovertuiging. Dit noemt men inpalmen. Zij
hebben een grote mate van controle die op elkaar uitgeoefend wordt. Als de macht volledig in handen is van een figuur die door iedereen als de 'verlichte', of de 'Messias' wordt beschouwd dan noemt men dit een Charismatische leider. De leden van de groep kunnen ervan overtuigd zijn dat ze een apart statuut van 'uitverkorenen' hebben; ze menen bepaalde informatie te hebben, of bepaalde dingen te kunnen, waarvan ze menen dat andere mensen die niet hebben of kunnen.
februari 2011
Het woord sekte is in zijn oorspronkelijke betekenis een godsdienstige beweging die, vaak door verschillen van mening, is afgesplitst van een grotere religieuze beweging of organisatie.’ De tweede betekenis is die van ‘een nieuwe religieuze beweging, vaak gesticht door een charismatische leider met een nieuwe leer of openbaring.’
Spiegeloog
24 februari 2011
den: de meerderheid van de leden was Afro-Amerikaan. In november van 1978 ging Leo Ryan, een lid van Het Huis van Afgevaardigden van de Verenigde Staten, samen met een paar journalisten op bezoek in Jonestown. Dit bezoek was onderdeel van het onderzoek naar misbruik binnen de sekte. Daar aangekomen trof hij een soort paradijs op aarde. Iedereen was vrolijk en er werd voortdurend gezongen en gedanst. Hierdoor raakte Ryan ervan overtuigd dat er niets klopte van de beschuldigingen, maar op de avond dat hij weg wilde gaan kreeg hij een paar briefjes toegestopt van mensen die hem vroegen om hen ook mee te nemen als hij vertrok. Helaas werd dit ‘verraad’ door Jim Jones ontdekt. Toen Leo Ryan de volgende dag samen met de journalisten in het vliegtuig wilde stappen werden hij, de journalisten en de ex-volgeling die ze meenamen beschoten door sekteleden, waarbij ze allemaal om het leven kwamen. Jones wist dat dit bloedbad gevolgen met zich mee zou brengen en besloot hij over te gaan tot een massale zelfmoord. Later op diezelfde dag liet hij al zijn volgelingen limonade met cyanide opdrinken. Degene die weigerden werden neergeschoten of ingespoten met cyanide. Jim Jones overleed zelf aan een schotwond. In totaal stierven die dag 914 mensen.
dat gedaan had. Persoonlijke bezittingen waren uitermate verboden en als men lid werd mocht men een nieuwe naam uit de Bijbel kiezen om zo de band met het verleden te verbreken. David Berg werd steeds vreemder in zijn denkbeelden. Volgens hem kreeg hij boodschappen direct van God doorgegeven, die belangrijker waren dan de boodschappen van duizenden jaren geleden. Polygamie was toegestaan en werd aangeduid met sharing. Er mochten geen remmingen op seksualiteit geplaatst worden en ook kinderen moesten daar jong mee in aanraking komen. Seksualiteit was een gift van God en een levensbehoefte. David’s zoon Davidito, die als opvolger werd opgevoed, werd gedwongen om aanwezig te zijn bij seksuele handelingen van volwassenen en hij werd hier ook bij betrokken. Davidito zag na het verlaten van de sekte door de vele jaren van misbruik het leven niet meer zitten en pleegde zelfmoord in 2005. De manier waarop de sekte nieuwe leden wierf werd flirty fishing genoemd. Dit hield in dat vrouwen ‘vriendschappelijke’ contacten opbouwden met potentiële nieuwe leden wat uitgroeide tot prostitueren. In 1987 werd deze manier van werven echter verboden nadat een paar leden besmet waren met HIV. Tegelijkertijd werd geboortebeperking verboden zodat de groep ‘intern’ toch kon blijven groeien.
- Jones liet zijn volgelingen limonade met cyanide drinken -
The Children of God Deze christelijke beweging telt ongeveer tienduizend leden over de hele wereld en wordt als sekte beschouwd. The Children of God werd rond 1968 opgericht door David Berg, ook wel Moses David genoemd. Veel leden waren voormalig drugsverslaafden die andere drugsverslaafden graag wilden helpen met hun terugkeer naar God. Al gauw deden er echter geruchten de ronde over hun ‘losse’ seksuele moralen. De leden waren mensen die in alles wilden leven zoals Christus
Verleiding Alle genoemde ‘kerken’ bieden manieren om gelukkig te worden. Ze bieden een gemeenschap die klaar staat om jou te accepteren als je op zoek bent naar acceptatie. Ze bieden de kans om ingewijd te worden in de geheimen van een gelukkig leven. Ze bieden dus op het eerste gezicht enkel positieve dingen. Iedereen moet wel een beetje verleiding voelen om zich aan te sluiten na het lezen van zulke mooie
Het is interessant om te weten dat leden van sektes zoals bijvoorbeeld van Jehovah's Witnesses en een kleine sekte die afgescheiden is van de Mormoonse kerk minder seks voor het huwelijk hebben dan protestanten die niet bij een sekte zijn aangesloten (Beck, Cole & Hammond, 1991). Misschien zijn de bekende sekteverhalen enkel verhalen over extreem gedrag binnen sektes. Mogelijk zijn er sektes die redelijk ‘normaal’ gedrag vertonen, waarin mensen heel gelukkig zijn en grotendeels normaal functioneren in de maatschappij. Ook lijkt een sekte minder ver van ons te staan dan we denken, daar heel natuurlijke sociale processen een rol spelen bij het aansluiten en blijven bij zo’n groep. Misschien is het toch iets voor jou? <<
Bronnen - Beck, S.H., Cole, B.S., & Hammond, J.A. (1991). Religious Heritage and Premarital Sex: Evidence from a National Sample of Young Adults, Journal for the Scientific Study of Religion, 173180. - Mancinelli, I., Comparelli, A., Girardi, P., & Tatarelli, R. (2002). Mass Suicide: Historical and Psychodynamic Considerations, The American Association of Suicidology, 91-100. - Zimbardo P. (2010). Het lucifer effect. Rotterdam: Lemniscaat - http://nl.wikipedia.org/wiki/Sekte - www.scientology.com - http://topics.nytimes.com/top/reference/timestopics/subjects/f/ fundamentalist_church_of_jesus_christ_of_latterday_saints/index. html
25
Volgens Philip Zimbardo (onder andere bekend van het Stanford Prison Experiment) heeft ieder mens de fundamentele behoeftes om ergens bij te horen, om verbintenissen met anderen aan te gaan en door anderen geaccepteerd te worden. Een sekte voldoet aan al deze behoeftes. In zijn boek The Lucifer Effect citeert Zimbardo C.S. Lewis: ‘Het fundamentele verlangen ‘erbij’ te horen en niet ‘erbuiten’ te staan, levert een krachtige drijfveer voor de transformatie van menselijk gedrag, die mensen over de grens van goed naar kwaad duwt.’ Het is niet moeilijk te begrijpen waarom iemand zich zou aansluiten bij een sekte, maar wat de meeste mensen vreemd vinden, is dat mensen zelfs wanneer ze erachter komen dat er niets terecht zal komen van de mooie beloftes waarmee ze gelokt zijn bij een sekte blijven. Philip Zimbardo biedt ook daar een verklaring voor ‘De andere kant van ‘erbij horen’ is ‘de vrees om erbuiten gelaten te worden’. Angst voor afwijzing kan iemands initiaties verlammen en zijn persoonlijke autonomie teniet doen als hij geaccepteerd wil worden. Autoriteiten kunnen volledige gehoorzaamheid afdwingen, niet door middel van straffen of beloningen, maar door middel van een tweesnijdend zwaard: de ‘verleiding’ van acceptatie in combinatie met de dreiging van afwijzing. Deze menselijke behoefte is zo sterk dat zelfs vreemden invloed op ons krijgen door ons een speciaal plekje te gunnen in hun domein van vertrouwelijkheid.’ Tenslotte worden twee redenen onderscheidden waarom mensen conformeren naar een groep: behoefte aan informatie en behoefte aan normen. Dat wil zeggen dat we kijken naar anderen voor informatie over wat de beste manier is om ons op een bepaald moment te gedragen en we menen dat mensen ons eerder zullen accepteren als we het met hen eens zijn, dan als we het niet met hen eens zijn. Dit gegeven lijkt een belangrijke rol te spelen in het niet vertrekken van leden van een sekte. Het enge van sektes
is dat controle over de geest en aangestuurde gedragsveranderingen niet worden veroorzaakt door hypnose of hersenspoeling, maar door systematische manipulatie van heel gewone aspecten van de menselijke aard, gedurende een bepaalde tijd in een beperkte ruimte.
februari 2011
beloftes. Het is daarom ook niet moeilijk om te begrijpen waarom iemand zich bij zo’n groep aan zou sluiten; iedereen wil toch acceptatie en een gelukkig leven?
Spiegeloog
Philip Zimbardo
Is straffen het antwoord? Als je als puber te laat thuiskomt, krijg je huisarrest. Als je door rood rijdt, krijg je een boete en als je een bank berooft, beland je waarschijnlijk in de gevangenis. We worden gestraft als we iets verkeerd doen, maar waarom eigenlijk? Is dit slechts ter vergelding of hopen we de kans op de misdaad in de toekomst hiermee ook te verkleinen? En wordt met straffen dan wel het gewenste effect bereikt?
Tekst: Nina van den Heiligenberg
Spiegeloog
26 februari 2011
Nationale veiligheid is een overheidskwestie. Het nieuwe kabinet belooft dan ook een veilig Nederland. Dit door middel van meer blauw op straat, de invoering van minimumstraffen en straffenverhogingen. Want grenzen stellen is nodig, letterlijk en figuurlijk. Individuen moeten immers leren ongewenste impulsen te beheersen, anders komen zij al snel in conflict met de realiteit van de maatschappij. De regering wil aan de hand van deze maatregelen het vertrouwen in Nederland â&#x20AC;&#x2DC;herstellenâ&#x20AC;&#x2122;. En het blijkt dat een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking het hier mee eens is. In 2006 deelde 77 procent van de bevolking deze mening. In 2004 was dit tachtig procent en in 2002 zelfs 92 procent. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau bleek dat tegenwoordig bijna honderd procent van de Nederlandse bevolking achter dit besluit staat (Trouw, 2011). Maar waar komt dit gebrek van vertrouwen in de Nederlandse rechtstaat toch vandaan? Nederland heeft voor een Wwsters land al een hoog percentage gevangen en vooral bij de jeugd is er een relatief hoog percentage gevangenisstraffen, in ieder geval hoger dan bij de buurlanden (Smit, 2008). Om een idee te krijgen wat cijfers: in ons land heeft het Ministerie van Justitie ongeveer zestig gevangenissen en Huizen van Bewaring. Dagelijks zijn ongeveer 15.000 mensen opgesloten in deze inrichtingen. Jaarlijks worden ongeveer 50.000 personen opgesloten. Je kunt dit aantal vergelijken met de 43.000 eerstejaarsstudenten die jaarlijks gaan studeren aan Nederlandse universiteiten (Nieuwbeerta, 2007).
anders naar straf gekeken. Straf is namelijk hetgeen (of alles) wat de kans dat hetzelfde gedrag in de toekomst nogmaals optreedt verkleint. Deze twee definities komen dus niet helemaal overeen. Juridisch wordt enkel gekeken naar de actie, het toedienen van een maatregel. Anderzijds wordt psychologisch slechts gekeken naar het effect van gedrag. Dit maakt de vraag wat het doel van straffen is interessant. Wat wil de maatschappij met straffen bereiken? En leidt dit wel tot het gewenste gedrag binnen de maatschappij? Of neemt in elk geval de kans dat het ongewenste gedrag zich in de toekomst herhaalt af ? Een straf die vanuit juridisch oogpunt ter vergelding wordt gegeven, zou immers ook in sommige gevallen bekrachtigend kunnen werken en het gedrag laten toenemen.
- Nederland heeft voor een westers land erg veel gevangenen -
Wat is straf? Binnen juridische context is een straf een maatregel die vanuit de overheid wordt opgelegd ter vergelding van een misdaad of overtreding. Binnen de psychologie wordt er
Een stukje Nederlandse geschiedenis In ons land is sinds 1870 de doodstraf afgeschaft, gevangenisstraf is nu de zwaarste straf die opgelegd kan worden. Aan het begin van de twintigste eeuw zaten van elke 100.000 inwoners er meer dan tweehonderd in de gevangenis. Dat aantal is vervolgens geleidelijk gedaald. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd het laagste punt bereikt. Nederland had toen 35 gedetineerden per 100.000 inwoners. De criminoloog Van Ruller zegt hierover: â&#x20AC;&#x2DC;Die langdurige daling is niet zozeer veroorzaakt door vermindering van criminaliteit maar door een geleidelijk toegenomen gevoeligheid voor het leed dat de gevangenis aanricht en door de voortdurende belofte de kosten van de strafrechtspleging te beperken. In de jaren zeventig kon men denken dat men in de gevangenis een langzame dood aan het sterven was, zoals ook met lijfstraffen en doodstraffen in de negentiende eeuw was gebeurd. De gevangenis leek te worden bijgezet bij de barbaarsheden uit onbeschaafde
Vrouwe Justitia
Bron: www.brandschade.net
Slechts enkele onderzoeken hebben zich toegespitst op de effectiviteit van gevangenisstraffen. En de resultaten van de bestaande onderzoeken zijn consistent. Deze studies geven aanwijzingen dat het uitzitten van een gevangenisstraf vooral negatieve effecten heeft op de levensloopomstandigheden en criminele activiteiten van de gevangene na het uitzitten van zijn straf. Dit terwijl het kabinet minimumstraffen wil gaan invoeren. Nederland lijkt de mening te delen dat er te licht word gestraft. En als men bij de wens om strengere straffen denkt aan moord, verkrachting en geweld, betreft dit slechts twintig procent van de strafzaken. Misschien zijn we het minder eens met onze huidige regering als we naar de psychologische kant van straffen kijken, immers is 73 procent van de bevolking het eens met de stelling 'ongeacht hoe streng de rechter straft, het volk is er toch nooit tevreden over'. Men kent zichzelf (Nieuwbeerta, 2007). Elffers stelt dan ook dat het probleem niet zozeer de milde rechters zijn maar de te hoge criminaliteit en het gebrek aan vertrouwen. De oplossing zit dan niet in verplichte minimumstraffen, maar in de bestrijding van de criminaliteit. Dat gaat dus niet alleen maar over de rechter, maar vooral over het openbare bestuur en het herstellen van vertrouwen. En vertrouwen neemt niet toe door de angst te vergroten. Uit de sociale psychologie is dan ook bekend dat straf alleen werkt mits een overtreding met zekerheid wordt bestraft. In het Nederlandse rechtssysteem geldt deze randvoorwaarde echter niet, daar is de kans op straf en de hoogte ervan een kwestie van kansberekening of toeval. En dat terwijl de Nederlandse bevolking een rotsvast vertrouwen heeft in de werkzaamheid van straf. Gedeeltelijk doordat het ondenkbaar is dat het niet zou werken, en gedeeltelijk omdat het verstand dat voorschrijft. Een mens maakt rationele keuzen, na afweging van vooren nadelen. Alleen is het zo jammer dat het in de praktijk niet zo werkt (Nieuwbeerta, 2007).
Straffen helpt niet bij degenen die zich uit morele overwegingen of uit angst voor sociale afkeuring aan de regels houden, maar wel voor degenen die zich laten afschrikken door straf. Volgens Elffers zijn dat alleen de plegers van kleine overtredingen, zoals diefstal. Deze mensen maken een kosten-baten analyse: de voordelen van de beroving moeten opwegen tegen de kans dat zij gepakt kunnen worden. Dat wil zeggen dat criminaliteit bestreden kan worden door de pakkans en veroordelingskans te vergroten, of men moet de indruk hebben dat deze kans groot is. Woninginbraak heeft een pakkans van minder dan tien procent. Wie een overtreding begaat en hiermee wegkomt, en geen sociale of morele belemmeringen kent, voelt zich juist aangemoedigd om door te gaan. Het loont namelijk de moeite. De pakkans verhogen heeft dus meer effect dan de staf verzwaren of minimumstraffen te introduceren. Vaker straffen heeft meer zin dan strenger straffen. De focus van Den Haag kan dus beter liggen op preventie, toezicht en opsporing (Nieuwbeerta, 2007). Ook van den Emster, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, deelt deze mening en reageert op de kabinetsplannen. Dergelijke plannen jagen de belastingbetaler onnodig op kosten, vindt Van den Emster: ‘De feiten zijn dat strenge straffen veel kosten en weinig opleveren.’ Van den Emster zou graag zien dat Den Haag zich op de feiten concentreert en hier naar handelt in plaats van te handelen uit emotie (Wolters, 2010). <<
- Het uitzitten van een gevangenisstraf heeft vooral negatieve gevolgen -
Bronnen: - Eerdmans, J. (2010). Zwaar misdrijf verdient een zware straf. Trouw, opgehaald op 10 januari 2011 van http://www.trouw.nl/ opinie/podium/article3225997.ece /Zwaar_misdrijf_verdient_ een_zware_straf_.html - Nieuwbeerta, P. (2007). Gevangenisstraf, levenslopen en criminele carrières. NSCR, 5-19. - Smit, P., R. (2008). Nederland in Internationaal perspectief. Criminaliteit en rechtshandhaving, 261-282. - Wolters, T. (2010). Harde straf helpt niet. Opgehaald op 10 januari 2011 van http://www.powned.tv/nieuws/politiek/2010/11/ harde_straf_helpt_niet.html
Spiegeloog
Voorkomen gevangenisstraffen dan wel misdrijven?
Helpt straffen dan niet?
27 februari 2011
tijden’. Van Ruller blijkt het echter niet bij het juiste eind te hebben. Het aantal gevangenen per 100.000 inwoners in Nederland is de afgelopen dertig jaar verviervoudigd. Dat betekent dat we nu hetzelfde aantal gevangen hebben als aan het begin van de twintigste eeuw. Deze stijging van het aantal gedetineerden heeft ervoor gezorgd dat Nederland binnen Europa inmiddels een van de landen is met de meeste gevangen. We hebben (rekening houdend met de beroepsbevolking) anderhalf maal zoveel gedetineerden als onze buurlanden België en Duitsland (Nieuwbeerta, 2007).
Achter de deur van de tbs-kliniek Achter de deur van een tbs-kliniek begint een andere wereld, een wereld op zichzelf. Tientallen mensen wonen daar, jarenlang. Ze eten, sporten, krijgen (medische) zorg, werken en ontspannen. Achter de deur van het verblijf van een tbs-patiënt begint diens eigen wereld. Vele uren brengt hij daar door, de deur op slot. Wat zich afspeelt in de wereld van een tbs-kliniek is voor buitenstaanders niet altijd duidelijk. Wat zich afspeelt in het hoofd van een tbs-patiënt al helemaal niet. Dit artikel tracht inzicht te verlenen in het tbs-stelsel. Wat is tbs, hoe gaat het in z’n werk en wie is de persoon achter de term ‘tbs-patiënt’?
Tekst: Mariska Dijkstra
Spiegeloog
28
Wat is tbs?
februari 2011
Tbs is een afkorting van ‘terbeschikkingstelling’ en is een maatregel die de rechter een verdachte op kan leggen wanneer deze een ernstig delict heeft gepleegd. Om deze maatregel op te kunnen leggen moeten het delict en de verdachte aan een aantal eisen voldoen. Tbs kan alleen worden opgelegd bij delicten waar men vier jaar of langer gevangenisstraf voor kan krijgen (Commissie Visser, 2006). Daarnaast moet de verdachte lijden aan een psychiatrische stoornis, waardoor de verdachte gedeeltelijk of geheel ontoerekeningsvatbaar is voor het delict dat hij gepleegd heeft. Wanneer de rechter besluit een tbs-maatregel op te leggen zijn er twee varianten, namelijk tbs met bevel tot (dwang) verpleging en tbs met voorwaarden. Tbs met bevel tot (dwang)verpleging wil zeggen dat de persoon in een tbs-kliniek geplaatst wordt en daar gedurende twee jaar behandeld zal worden. De maatregel zal elke twee jaar opnieuw geëvalueerd worden door zowel het behandelteam als de rechter. Het behandelteam brengt hierbij een advies uit aan de rechter waarna de tbsmaatregel door de rechter kan worden ontbonden of verlengd met één of twee jaar. Bij ernstige geweldsdelicten die gevaar veroorzaken voor anderen en/of wanneer de kans op herhaling groot is, kan de gedwongen behandeling
steeds worden verlengd, tot het overlijden van de patiënt. Wanneer er tbs met voorwaarden wordt opgelegd, wordt iemand niet opgenomen in een tbs-kliniek, maar stelt de rechter voorwaarden aan het gedrag. De persoon in kwestie moet bijvoorbeeld een behandeling ondergaan om van zijn verslaving aan alcohol of drugs af te komen. Wanneer er niet wordt voldaan aan de voorwaarden kan de rechter de tbs met voorwaarden omzetten in een tbs met bevel tot verpleging. De maximale duur van tbs met voorwaarden is negen jaar (Rijksoverheid, 2010).
Diagnostiek Voordat een tbs-maatregel opgelegd wordt moet eerst zeker zijn dat de verdachte lijdt aan een psychiatrische stoornis. Dit wordt door de Forensische Psychiatrische Dienst (FPD), het Pieter Baan Centrum (PBC) of een andere gesloten instelling onderzocht. De FPD werkt ambulant, wat wil zeggen dat de verdachte de FPD of de FPD de verdachte bezoekt. In het geval van het PBC wordt de verdachte opgenomen (Dienst Justitiële Inrichtingen, 2010). Het Pieter Baan Centrum is een psychiatrische observatiekliniek die adviezen uitbrengt aan het Ministerie van Justitie. In de kliniek worden per jaar zo’n 220 mensen onderzocht die worden
- De behandeling kan worden verlengd tot de dood van de patiënt -
De kamer van een tbs-patiënt
De tbs-behandeling Wanneer de gevangenisstraf is uitgezeten start de tbspatiënt met zijn behandeling in één van de dertien tbsklinieken die Nederland rijk is. De meeste klinieken werken met de volgende behandelfases: opnameen stabilisatiefase, delictgerichte fase, opbouw- en terugvalpreventiefase, ambulante fase, afsluitingsfase. Wanneer de patiënt wordt opgenomen in de tbs-kliniek wordt hij in eerste instantie op een instroomafdeling geplaatst. De patiënt kan stabiliseren en wennen aan de kliniek, eventuele veiligheidsrisico’s worden ingeschat en er wordt een adequaat behandelprogramma ontwikkeld. Vervolgens wordt de patiënt overgeplaatst naar een behandelafdeling waar hij in de delictgerichte fase aan de slag gaat. Deze fase heeft tot doel het delictgevaar te verminderen. Dit wordt gedaan door het delict samen met de patiënt te analyseren en hem om te leren gaan met zijn ziekte en bijkomende beperkingen. Wanneer het delictgevaar is afgenomen kan de patiënt zich richten op het herintegreren in de maatschappij. Hierbij oefent de patiënt zowel binnen als buiten de kliniek met activiteiten en sociale rollen uit het dagelijks leven. De patiënt bouwt een leven op buiten de kliniek en ontwik-
- Herintegreren in de maatschappij is een belangrijke doelstelling -
Verschil gevangeniswezen en tbs Zowel in de gevangenis als in een tbs-kliniek worden mensen opgesloten na het plegen van een delict. Echter, het doel van een tbs-behandeling is niet alleen vergelding voor het gepleegde delict en het beveiligen van de maatschappij, maar ook het terugdringen van de kans op recidive door de psychiatrische stoornis van de patiënt te behandelen. Verder is het herintegreren in de maatschappij een belangrijke doelstelling (Mesdag, 2011). In veel gevallen moeten mensen die tbs opgelegd krijgen eerst nog een gevangenisstraf uitzitten. De Commissie Visser die in 2006 parlementair onderzoek verrichtte naar tbs-behandeling zei hierover dat het uitzitten van een gevangenisstraf de daaropvolgende tbs-behandeling vaak
29
vertraagd of zelfs bemoeilijkt. In de gevangenis zijn niet de middelen om mensen met een psychiatrische stoornis adequaat te behandelen waardoor hun toestand vaak verslechterd. Eventuele behandeling is vaak alleen gericht op beheersing van de problemen. Overigens geldt dit niet alleen voor potentiële tbs-patiënten maar ook voor gevangenen in het algemeen. Eén op de tien gevangenen heeft een psychiatrische stoornis en wordt hiervoor niet adequaat behandeld. De Commissie Visser ziet dit als een mogelijke oorzaak voor het hoge recidivepercentage in het gevangeniswezen (Commissie Visser, 2006).
februari 2011
verdacht van het plegen van een ernstig misdrijf. (PBC, 2010) Hierbij kun je onder meer denken aan brandstichting, verkrachting en doodslag (Commissie Visser, 2006). De personen die worden onderzocht in het PBC worden verdacht van een delict, zij zijn nog niet veroordeeld. Het PBC heeft een onafhankelijke positie en houd zich niet bezig met het bewijs of de strafmaat. Een opname in het PBC duurt gemiddeld zeven weken. Verschillende disciplines werken aan het onderzoek, onder andere een psychiater, psycholoog, sociotherapeut en een forensisch milieu onderzoeker. De laatste gaat in gesprek met de directe omgeving van de verdachte: vrienden, familie, de huisarts, etc. (PBC, 2010). De rol van de psycholoog in het onderzoek is het voeren van gesprekken met de verdachte en het verrichten van persoonlijkheidsonderzoek (Commissie Visser, 2006). Na afloop van de opname wordt er een advies uitgebracht aan de rechter of aan het Ministerie van Justitie over de toerekeningsvatbaarheid, de kans op recidive en een eventuele behandeling van de verdachte (PBC, 2010).
Spiegeloog
Bron: www.vanmesdag.nl
Een tbs-afdeling Bron: www.vanmesdag.nl
Spiegeloog
30
keld copingstrategieën om te voorkomen dat hij terugvalt in oud gedrag. In de ambulante fase wonen de patiënten zelfstandig in een eigen woning of in een begeleid wonenproject. Er is nog steeds begeleiding vanuit de tbs-kliniek, maar deze is minder intensief. De verantwoordelijkheid voor de patiënt
Casus
februari 2011
Klaas woonde samen met zijn broer, vader en moeder gelukkig samen in een riant huis in de buitenwijk van een middelgrote stad. Zijn vader had een goedbetaalde baan en was veel van huis. Zijn moeder was een liefdevolle vrouw die veel van haar kinderen hield. Het leven lachte hen toe en Klaas leek een gelukkige toekomst tegemoet te gaan. Op zijn zesde veranderde het leven van Klaas echter tragisch toen zijn moeder een ernstige ziekte kreeg. Na een lang en heftig ziekbed dat Klaas van dichtbij meemaakte overleed zijn moeder uiteindelijk aan de gevolgen van haar ziekte. Het gezin bleef in rouw achter. Vader wist niet anders dan zich in zijn werk te storten en de beide jongens waren vaak op zichzelf aangewezen. Al op de lagere school openbaarden zich concentratieproblemen. Klaas bleek het verlies van zijn moeder moeilijk te kunnen verwerken en klopte steeds vaker aan bij zijn broer voor hulp. Hij schilderde de muren van zijn kamer zwart en hield vaak de gordijnen dicht. In de puberteit ging het pas goed mis met beide jongens. Vader kreeg een nieuwe vriendin waar hij vaak de weekenden doorbracht waardoor hij bijna nooit meer thuis was. Klaas en zijn broer organiseerden regelmatig feesten in het enorme huis waar veel drank en drugs werd gebruikt. Omdat zijn broer een paar jaar ouder was, kwam Klaas al op jonge leeftijd in aanraking met de werking van allerlei soorten drugs. Behalve dat het een uitstekend dempende werking bleek te hebben op al zijn emoties en verdriet,
ligt nog wel bij de tbs-kliniek en deze kan indien nodig besluiten om de patiënt opnieuw op te nemen (Mesdag, 2011). Wanneer het recidivegevaar tot een aanvaardbaar niveau is teruggedrongen kan de rechter besluiten om de tbs-maatregel te beëindigen. Hij krijgt hierover advies van de tbskliniek maar neemt een onafhankelijk besluit. Wanneer de tbs beëindigd wordt kan dit onder bepaalde voorwaarden zijn, bijvoorbeeld het innemen van medicatie. De tbs kan ook onvoorwaardelijk ontbonden worden (Rijksoverheid, 2011). Sommige patiënten blijven, ondanks behandeling, delictgevaarlijk. Wanneer er twee behandelingen zijn ondernomen van tenminste drie jaar en dit resulteerde niet in een vermindering van het delictgevaar, dan wordt de patiënt op een longstay-afdeling geplaatst. De behandeling wordt dan op een laag pitje gezet, de zorg is met name gericht op het stabiel blijven van de patiënt en de kwaliteit van leven. Herintegreren in de maatschappij is daarmee niet meer aan
werd het ook steeds vaker de manier om zijn gevoelens te uiten. En daarmee kwamen ook zijn opgekropte boosheid en agressie naar buiten. Hij ging steeds meer en heftigere drugs gebruiken en ontwikkelde een enorme boosheid tegenover de wereld, zijn vader en diens nieuwe vriendin. De wereld omdat hij zich steeds eenzamer voelde, zijn vader omdat deze hem al zijn hele leven in de steek had gelaten en diens vriendin die hij verweet de plek van zijn moeder te hebben ingenomen. Hij stak de banden van haar auto lek en bedreigde haar meer dan eens met de dood wanneer hij weer eens zwaar onder invloed was. Ook wanneer Klaas uitging begon zijn agressieve en gewelddadige gedrag steeds meer in de gaten te lopen. Hij werd onberekenbaar en kwam vaak in vechtpartijen terecht. Doordat hij zo sterk was als een beer werd hij hiermee de schrik van de buurt. Maar vooral toch de schrik van zijn vader en diens vriendin, die inmiddels geen enkele invloed meer op hem hadden. Uiteindelijk escaleerde de situatie zo dat hij zwaar onder invloed midden in de nacht het huis in brand stak waarin op dat moment vader en vriendin lagen te slapen. Beiden konden zich vroegtijdig in veiligheid brengen, maar het huis ging volledig in vlammen op. Deze poging tot doodslag leverde hem een tbs-veroordeling op omdat de rechter hem ontoerekeningsvatbaar verklaarde en de kans op recidive hoog achtte.
Bron De tbs-sociotherapeut die deze casus schreef wenst anoniem te blijven.
de orde. Wel kan iemand, als daar aanleiding voor is, teruggeplaatst worden naar een behandelafdeling. Op basis van zorgvuldige risicotaxatie zijn begeleide of onbegeleide verloven mogelijk (Mesdag, 2010).
Effectiviteit tbs-behandeling In 2005 ontsnapte een tbs-patiënt tijdens een begeleid verlof in Amsterdam en vermoordde een bejaarde man. Dit was de tweede keer binnen een jaar tijd dat een tbspatiënt tijdens een verlof ontsnapte en een delict pleegde. De samenleving was geschokt, media en politiek in rep en roer (Commissie Visser, 2006). De commissie Visser werd in het leven geroepen om een parlementair onderzoek uit te gaan voeren omdat: ‘het tbs-stelsel in zijn huidige vorm onvoldoende in staat is de maatschappij te beschermen’ (Commissie Visser, Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 250, nrs. 4–5). Uit het rapport bleek onder meer dat de effectiviteit van de gehele tbs-behandeling nooit was onderzocht. Er is wel onderzoek gedaan naar bijvoorbeeld het verschil in effectiviteit tussen nazorg en klinische zorg. Hieruit bleek dat interventies in de nazorg effectiever zijn ten opzichtte van interventies binnen de kliniek (Lipsey, 1995, aangehaald in Kröger & van Beek, 2006). Dat zegt echter weinig over het effect van de behandeling als geheel. Hoewel de Commissie Visser in 2006 de aanbeveling deed om meer wetenschappelijk onderzoek hiernaar te verrichten is daar anno 2011 nog weinig van terecht gekomen. Onderzoek naar de effectiviteit van tbs-behandeling is dan ook behoorlijk lastig en geeft een reeks aan praktische en methodologische problemen. Zo duurt de gemiddelde tbsbehandeling zeven jaar waarin tal van interventies gepleegd worden die lang niet allemaal geprotocolleerd zijn. Het is bijzonder lastig om afzonderlijke onderdelen hiervan in verband te brengen met delictrecidive. Daarnaast ontbreekt
een adequate controlegroep. Onderzoek richt zich momenteel vooral op hoe er überhaupt onderzoek gedaan kan worden naar de effectiviteit van tbs-behandeling. Momenteel loopt er bij Hoeve Bosschoord (tbs-kliniek voor mensen met een verstandelijke beperking) een onderzoek naar de effectiviteit van een tbs-behandeling waarin voor veel (methodologische) problemen aanpassingen getroffen zijn. De resultaten van dergelijke onderzoeken zullen echter nog een aantal jaren op zich laten wachten. (Drieschner, Hesper & Marrozos, 2010) Een duidelijk antwoord op de vraag of tbsbehandeling effectief is of niet, valt op dit moment dus niet te geven. Vooralsnog hoeven we niet te vrezen dat tbs langzaamaan afgeschaft zal worden. De Commissie Visser heeft in 2006 besloten dat het tbs-systeem in het algemeen voldoet, maar dat het zich wel meer zal moeten ontwikkelen (DJI, 2011). <<
Spiegeloog
- De effectiviteit van tbs-behandeling onderzoeken geeft veel praktische problemen -
Bronnen
31
februari 2011
- Drieschner, K. H., Hesper, B., & Marrozos, I. (2010). Effectonderzoek in de tbs-sector. De psycholoog, 39, 39-48. - Kröger, U., & van Beek, D. (2006). Ontwikkelingen in de behandeling van ter beschikking gestelden. MGV, 61, 916-929. - Visser, A., Albayrak. N., Joldersma, C., Van Velzen, K., & Vos, M. (2006). Commissie Visser, Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 250, nrs. 4–5. - Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Opgehaald 21 december 2010 van http://www.dji.nl/Onderwerpen/Patienten-in-forensischezorg/Straffen-en-maatregelen/Tbs-maatregel/ - Rijksoverheid, opgehaald 21 december 2010 van: http://www. rijksoverheid.nl/onderwerpen/tbs - Expertisecentrum Forensische Psychiatrie, opgehaald 8 januari 2011 van: http://www.efp.nl/site/algemene-informatie--0 - Dr. S. van Mesdagkliniek, opgehaald 8 januari 2011 van: http:// www.vanmesdag.nl/index.php?id=1818
De Rondvraag Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen
De vraag van Sennay Ghebreab (Brein en Cognitie) Beste Lourens,
Spiegeloog
32
fMRI-onderzoek naar wat er zich afspeelt in ons brein heeft de laatste decennia een enorme vlucht genomen. De meeste onderzoeken vergelijken condities die verschillen in een vermeend mentaal proces en detecteren hersengebieden waarin de fMRI-activiteit verschilt tussen condities. Aangenomen wordt dat die gebieden betrokken zijn bij dat mentaal proces. Een alternatieve en opkomende aanpak is brain reading. Hierin wordt een verband geleerd tussen een mentaal proces en specifieke multivariate patronen in fMRIdata, en wordt dit verband vervolgens gebruikt om mentale processen te voorspellen uit nieuwe fMRI-data. Critici zeggen dat voorspellingen vaak beperkt zijn tot een aantal mogelijkheden en de nauwkeurigheid ervan vaak maar net boven kansniveau valt. Andere denken dat brain reading zal leiden tot radicaal nieuwe inzichten in hoe ons brein werkt. Hoe denk jij hierover? Sennay
februari 2011
Het antwoord van Lourens Waldorp (Methodenleer) Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet De hersenen lezen of brain reading. Een functional magnetic resonance image (fMRI) of scan levert zo'n 100.000 waarden op die activiteit representeren uit vrijwel alle delen van de hersenen. Dit patroon wordt gebruikt om een voorspelling te maken met een ingewikkeld algoritme, een classifier, van wat de proefpersoon ziet op het moment van de scan. Zo'n tien jaar geleden begon brain reading. Het bleek dat het patroon van hersenactiviteit, geïnduceerd door het zien van huizen, heel anders was dan het patroon door het zien van gereedschap of schoenen (Haxby et al., 2001). Het gevolg was dat kon worden voorspeld wat iemand zag aan de hand van het patroon van activiteit in (een deel van) de hersenen. Er hoefde niets bekend te zijn over de plaatjes die de proefpersonen zagen, de hersenactiviteit was voldoende. Het artikel van Haxby et al. was het begin van een stortvloed aan artikelen over brain reading (zie Norman et al., 2006). Er is onder andere gebleken dat aan de hand van hersenscans kan worden voorspeld dat iemand het woord appel of hamer leest, en zelfs dat iemand aan een appel of aan een hamer denkt. Fantastisch is ook het onderzoek dat de beroemde
experimenten van Hubel en Wiesel repliceert over specifieke gebieden die gevoelig zijn voor bepaalde lijnoriëntaties en ongevoelig voor andere. Maar ook kan worden voorspeld of iemand liegt of niet. En een leugendetector van slechts 800 euro per uur was geboren. De scanner als leugendetector lijkt helaas niet te werken. Het blijkt mogelijk om je hersenactiviteit zodanig aan te passen dat het patroon niet te onderscheiden is van iemand die niet liegt. Dat was ook te verwachten: recent onderzoek laat zien dat je je hersenactiviteit zo kan sturen dat het mogelijk is om een pingpongspelletje te spelen, zonder handen natuurlijk. Maar de vraag is wat we hebben geleerd over hersenen en gedrag van het voorspellen wat iemand ziet of denkt. Weten we nu hoe de hersenen informatie combineren voor het nemen van een beslissing of er ‘appel’ of ‘hamer’ staat? Of weten we nu hoe het komt dat een combinatie van lijnen een trein voorstelt in onze hersenen? Nee, dat niet. Ik vroeg twee jaar geleden op een congres een beroemd persoon uit de brain reading-wereld of hij nu kon ontdekken hoe de hersenen werken. ‘Om dat te weten te komen’, antwoordde hij, ‘moeten we het algoritme analyseren dat de voorspellingen maakt.’
Bronnen - Haxby et al. (2001). Distributed and overlapping representations of faces and Objects in ventral temporal cortex. Science, 293, 24252430. - Norman et al. (2006). Beyond mind-reading: multivoxel pattern analysis of fMRI data. Trends in Cognitive Sciences, 10(9), 424-430.
Lourens Waldorp (Methodenleer) geeft de Rondvraag door aan Hilde Geurts (Brein en Cognitie) Beste Hilde, De MRI scanner lijkt al het psychologisch onderzoek echt te maken. In plaats van een plaatje met abstracte rechthoeken met concepten als "korte termijngeheugen" en "episodisch geheugen" is er nu bijvoorbeeld een plaatje van de hersenen met kleurtjes die aangeven waar het korte termijngeheugen zit. In jouw onderzoek naar autisme zal die trend niet anders zijn. Maar er is natuurlijk ook echt iets te leren over menselijk gedrag met de scanner. En nu we een scanner hebben bij psychologie, zullen wij allemaal gaan scannen. Wat is op jouw vakgebied de toegevoegde waarde van de scanner?
Lourens
Psycholoog aan het werk: Werken met delinquenten
Wat is het idee achter hulpverlening bij de Waag en hoe ziet het er in de praktijk uit? ‘Het doel van de hulpverlening is om ervoor te zorgen dat onze cliënten niet opnieuw in aanraking komen met justitie of nieuwe delicten plegen. Bij ons is het zo dat de cliënten meestal niet meer vast zitten, hoewel behandeling in detentie ook kan. Een deel van de cliënten meldt zichzelf aan of wordt door de huisarts of een andere GGZ instelling verwezen. Bij een ander deel wordt onze hulpverlening door de rechter opgelegd; ze moeten verplicht in behandeling en worden dan meestal door reclassering verwezen omdat er voorwaarden zijn gesteld aan een voorwaardelijk strafdeel. Mocht de behandeling niet lopen en/of cliënten niet komen dan wordt dat teruggerapporteerd aan de reclassering. Er hangt hen dus wel iets boven het hoofd. Het kan om allerlei soorten delicten gaan, zoals agressiedelicten of zedendelicten.’
komt wekelijks bij elkaar voor groepsbesprekingen. Zo’n sessie duurt anderhalf uur. Het eerste deel van het groepsgesprek besteed je aan wat er deze week gebeurd is. We noemen dat 'het rondje van de week'. Je vraagt bijvoorbeeld of iemand de neiging gehad heeft om kinderporno te downloaden, download als hij gedronken heeft, of je vraagt of een eventuele rechtszaak nog spanning oplevert. Het belangrijkste doel van dit onderdeel is het tijdig signaleren van risicosituaties waarop snel ingegrepen moet worden. Daarna ga je uit een boek werken en behandel je bepaalde onderwerpen. Je gaat in kaart brengen waarom en wanneer cliënten downloaden. Spelen persoonlijkheidskenmerken een rol, in welke omstandigheden begaf de cliënt zich toen hij dat deed? Waren er nog bepaalde ontremmers in het spel, zoals alcohol? We gaan met de cliënten na wat de gevolgen van hun gedrag zijn, zowel voor hun slachtoffers als voor henzelf. Dan bespreken we met ze hoe ze eerder kunnen ingrijpen en waar ze op moeten letten als ze hun gedrag willen veranderen. Uiteindelijk ontstaat er zo een delictketen. Daarnaast is de vraag: welk doel wil je bereiken met het delictgedrag? Soms kan het zijn dat de cliënten op zoek zijn naar een vorm van intimiteit; op zich een menselijke behoefte die de cliënt op een zeer inadequate manier ingevuld heeft. Dan gaan we na hoe de cliënt deze behoefte op een adequate manier kan vervullen.
33 februari 2011
Tekst: Tess Hol
Spiegeloog
Anne Maurice (30) is GZ-psycholoog en werkzaam bij De Waag, vestiging Haarlem. De Waag is het centrum voor ambulante forensische psychiatrie van de Van der Hoeven Stichting. Het behandelingsaanbod is gericht op mensen (en hun omgeving) die door hun grensoverschrijdende gedrag met politie of justitie in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen.
Begeleid jij een bepaalde groep? ‘Ik ben behandelaar van een agressiegroep en een kinderporno-downloadgroep met mannen die kinderporno downloaden. Mijn interesse ligt bij de groep van zedendelinquenten, want dat vind ik fascinerend en interessant. Maar agressieve mannen vind ik ook interessant hoor. De downloadgroep bestaat uit maximaal acht personen en
- Ik behandel een kinderporno-downloadgroep -
Je zorgt er dus ook voor dat die persoon dit delictgedrag niet meer vertoont, door hem te helpen zijn onderliggende doel te bereiken. Dit is belangrijk om de kans op recidive op de lange termijn te verlagen.’
Spiegeloog
34
feburari 2011
Hoe ziet een doorsnee werkdag bij de Waag eruit? ‘De werkdagen verschillen een beetje. Ik zie cliënten individueel, drie kwartier lang. Daarna werk ik een verslag uit en komt de volgende cliënt. Soms heb ik wel zes cliënten op een dag. De overige uren maak ik een behandelplan of schrijf ik een rapportage aan reclassering. Maar er vinden ook intakevergaderingen plaats en intervisiebesprekingen waarin alle cliënten en mogelijke moeilijkheden worden besproken met collega’s. Ik vind de afwisseling tussen individuele en groepsgesprekken leuk. Individuele gesprekken zijn boeiend, omdat je alle aandacht op één persoon kan richten. In een groep werk je samen met een andere behandelaar en moet je de rollen op elkaar afstemmen. Dat is een uitdaging, want je moet een hele groep goed laten lopen. Het is de bedoeling een goede sfeer te scheppen. Bij mannen met een agressieprobleem is het bijvoorbeeld belangrijk om een soort cultuur te creëren waarin het gaaf is om geen delict te plegen. De mannen in de groep hebben vaak juist de neiging om tegen elkaar op te scheppen over wat ze gedaan hebben. Hiernaast zijn er ook weer allerlei hiërarchieën in de groep. Het is de bedoeling dat het goed gaat lopen in een groep, dat ze er wat van leren, geen delicten meer plegen en geen tips met elkaar gaan uitwisselen over het plegen van delicten. Dit spanningsveld maakt zo'n groep uitdagend, maar daardoor kost het ook veel energie.’
groot houden, nooit hun zwakke kant laten zien. Maar in de behandelkamer hebben ze een plek om ook hun kwetsbare kant te laten zien en te huilen. Als je dit werk doet kun je niet constant denken: 'Wat een walgelijk delict.' Je kunt cliënten dan niet helpen. Ik probeer altijd in elke cliënt iets moois te zien, ze toch in mijn hart te sluiten. Dat lukt me aardig goed. Ik weet eigenlijk geen minder leuke kanten aan deze baan. Als ik hier uitgeleerd ben ga ik iets anders doen, maar tot die tijd zit ik hier goed.’ Wat is belangrijk om in gedachten te houden als je aan het werk wilt bij de Waag? ‘Het belangrijkste is dat je na je studie de GZ-opleiding gaat doen. Dat is overal belangrijk om een leuke baan te krijgen. In deze sector is ervaring opdoen van belang. Als je eerst stage gaat lopen bij een dergelijke instelling kun je ervaring opdoen met deze doelgroep. Je kunt er dan achter komen of je het wel aankunt om met zulke cliënten te werken. Ik vond het in het begin ook wel heftig. Dan dacht ik: wow, ik zit nu gewoon met een moordenaar aan tafel! Het is belangrijk dat je je cliënten niet als persoon afwijst, maar wel hun gedrag afwijst. Als je cliënten de hele tijd veroordeelt en afwijst, leidt dit niet tot de gedragsverandering die wij graag willen bereiken. Je keurt het delict af en je kijkt er goed naar met je cliënt en daarvoor moet ik mij ook inleven in mijn cliënten. Dat lukt niet als ik de hele tijd het delict en het slachtoffer voor ogen houd. Maar ons doel is wel om potentiële slachtoffers te beschermen. Vaak worden deze zelfs bij de behandeling betrokken, bijvoorbeeld bij huiselijk geweld. Soms vind ik het moeilijk om je als behandelaar enerzijds in te leven in je cliënt en anderzijds zicht te houden op potentieel gevaar voor de maatschappij. Het is belangrijk dat je goed inschat of iemand klaar is met de behandeling en soms of hij of zij veilig naar huis kan. Een cliënt kan dreigend overkomen, waardoor je je gaat afvragen of je hem wel naar huis kunt sturen of dat hij misschien weer een delict gaat plegen. Aan de ene kant heb je geheimhoudingsplicht, maar hier zijn ook echt uitzonderingen op. Soms moet je deze geheimhoudingsplicht breken als er gevaar is voor de cliënt of de omgeving. Dan moet je een inschatting gaan maken. Is het veilig of gaat de cliënt naar huis en gebruikt hij geweld richting
- Ik wil een cultuur creëren waarin het gaaf is om geen delict te plegen -
Wat vind je het leukst aan deze baan en wat is minder leuk? ‘Ik vind dit werk leuk, omdat het me altijd heeft gefascineerd waarom mensen bepaalde dingen doen. Dat mag je allemaal vragen en uitpluizen met een cliënt. Het is een soort puzzel die je gaat leggen. Ik vind dat heel interessant en ben nieuwsgierig naar de beweegredenen van iemand. Je krijgt veel te horen van je cliënt en je kunt een heel belangrijke rol spelen in iemands leven. Cliënten hebben een plek om fantasieën en ideeën te delen, zonder dat ik van mijn stoel val. Een goed voorbeeld is dat die agressieve mannen soms een soort rol spelen, zich
ramsj! Tekst: Joost Molenaar
Waarom we altijd tijd te kort komen & ander irrationeel gedrag, Dan Ariely (2009) Dit boek toont met verrassende voorbeelden en onderzoek aan hoe slecht mensen in staat zijn om de juiste beslissingen te nemen, en hoe we met dat besef in staat zijn om ons voordeel te doen. Ook laten we ons soms flink om de tuin leiden als we niet opletten: dure aspirines helpen beter tegen hoofdpijn, en zelfs atheïsten liegen minder wanneer je ze herinnert aan de tien geboden. Ariely is hoogleraar gedragseconomie aan het MIT in Massachusetts. Tip voor docenten: studenten halen de hoogste cijfers wanneer ze een deadline voor hun paper krijgen, in plaats van te wachten met inleveren tot het einde van het semester. Amsterdam: Contact, van €12,50 voor €4,99,272 p. Top 2000: 10 jaar liedjes, lijstjes en verhalen (2008) Wie heeft er niet geluisterd naar de Top 2000 en is zijn of haar eigen favoriete nummers tegengekomen? Met dit naslagwerkje kun je nog eens rustig nagenieten met verhalen, herinneringen, feiten en mythen uit tien jaar Top 2000 op de radio. Wat ooit begon als een eenmalig probeersel is uitgegroeid tot een klein instituut. Hoe werd Eddy Vedder zanger van Pearl Jam? En wist je dat de titel van de beroemde debuutsingle Brown Eyed Girl van Van Morrison eerst niets met haar ogen te maken had? Met bijdragen van onder anderen schrijver Kluun en popdocumentalist Leo Blokhuis. Mooie foto’s ook! Amsterdam: L.J. Veen, €4,99, 252 p. Bovenstaande boeken zijn gezien bij de Slegte, Amsterdam.
Spiegeloog
Breinfabels, hoe uw hersenen u maken tot wie u bent, Reinoud de Jongh (2009) Kunnen blinde mensen hun dromen wel zien? Waarom komt linkshandigheid vaker voor bij mannen dan bij vrouwen of waarom zijn kinderen beter in memory dan volwassenen? In dit vervolg op Hersenkronkels (eerder besproken in deze rubriek) verklaart biopsycholoog Reinoud de Jongh deze en andere fenomenen. Ook geeft hij een toelichting op de vraag of Braintraining nu wel of niet zinvol is en bespreekt daarbij uitgebreid enkele psychologische experimenten. Amsterdam: Contact, €5,99, 155 p.
35 februari 2011
Heb je nog een speciale ervaring in de Waag die je niet snel zou vergeten? ‘Er is wel een cliënt die me erg raakt en waar ik bewondering voor heb. Ik heb hem al heel lang in behandeling. Hij heeft al veel bereikt in zijn leven terwijl hij een zware drugsachtergrond heeft. Hij stopte jarenlang met het gebruiken van drugs, en viel dan toch weer terug. Uiteindelijk krabbelde hij dan altijd weer op. Hij kwam met zoveel agressie binnen, maar is nu nog nauwelijks agressief. Het is echt een doorzetter. Ik vind het zo bijzonder dat mensen die van huis uit mishandeling en misbruik hebben meegekregen, aan hun lot overgelaten zijn en van jongs af aan al in aanraking met drugs zijn gekomen, toch verandering in hun leven weten aan te brengen. Ondanks alle tegenstroom, de kracht die ze naar beneden duwt. Als ze dan toch volhouden, vind ik dat zo fascinerend. Dat vind ik echt een voorbeeld voor het leven. Dat een mens met zo weinig toch zo sterk is om elke dag een gevecht te leveren.’ <<
leesvoer voor psychologen
de buurman? Moet ik dan de buurman of de politie gaan bellen? Belangrijk is dat wat je gaat doen in verhouding staat met wat de cliënt gaat doen, dat schrijft mijn beroepscode mij voor. Maar anderzijds schrijft die code mij ook voor dat ik ervoor moet zorgen dat het veilig blijft. Ik kan van dit soort situaties wel onrustig worden. Als een cliënt een delict zou plegen tijdens mijn behandeling zou ik mijzelf afvragen of ik het wel goed heb gedaan. Intervisie met collega's kan helpen om dit soort vragen scherp te beoordelen.’
Filmrecensie Tekst: Alicia de Vries
127 Hours
Spiegeloog
36 februari 2011
De film 127 Hours vertelt het waargebeurde verhaal van Aron Ralston (James Franco), een fanatiek bergbeklimmer, die tijdens één van zijn uitstapjes door de Rocky Mountains met zijn hand klem komt te zitten tussen een rots en de bergwand. Aron vindt geen mogelijkheid om zijn hand los te krijgen; noch zijn technische kennis als ingenieur, noch het botte zakmes dat hij bij zich heeft, kunnen hem uit deze nachtmerrie verlossen. Alles lijkt hem tegen te zitten: niemand weet waar hij is, hij heeft niet voldoende water bij zich en zijn Zwitserse zakmes heeft hij thuis laten liggen. In een korte tijd verandert hij van een onbezorgde, vrije man in een gevangene die moet vechten voor zijn leven. Ondanks zijn pogingen het hoofd niet te verliezen, raakt hij langzamerhand het contact met de wereld kwijt. Hij probeert de tijd bij te houden, maar dit gaat zijn tol eisen wanneer hij merkt dat de uren voorbijgaan zonder dat iemand zijn wanhopige geschreeuw opmerkt. Door zijn gedepriveerde toestand krijgt hij hallucinaties waarin hij zijn geliefden waarneemt. Hierbij voelt hij zich vaak schuldig omdat hij niet eerder inzag hoe belangrijk zijn familie voor hem was. Dit lijkt dan ook het thema waar de film om draait: het belang van de familiebanden en relaties met de mensen om ons heen, en de bewustwording hiervan bij het doormaken van een levenbedreigende ervaring. De rol van Aron wordt ijzersterk vertolkt door James Franco. Hij is het enige hoofdpersonage van de film, waardoor je ogen gedurende 94 minuten bijna alleen op hem en de bergkloof gericht zijn. Dit wordt echter op geen enkel moment saai of vervelend, daar zijn acteerprestaties van hoog niveau zijn en de regisseur het doel heeft ons deelge-
regie: Danny Boyle
noot te maken van alles wat er in Aron omgaat. Hierin slaagt de film ook echt. Vanaf het begin van de film geloof je in Aron: hij lijkt de wereld aan te kunnen, met zijn klimspullen in de ene hand en een videocamera in de andere. In contrast tot het beeld dat je eerst hebt van Aron, voelt de kijker later zijn emoties van paniek, onmacht en schuldgevoel tijdens zijn gevangenschap. Deze switch wordt erg mooi uitgebeeld. De emoties worden versterkt door het camerawerk waarin door middel van closeups elk bloedspatje en zweetdruppeltje te zien is, wat vaak heel expliciete en huiveringwekkende beelden oplevert. Echter niet alleen de beelden in de kloof, maar ook de opnames van het landschap zijn imponerend. De shots van het immens uitgebreide en verlaten gebergte benadrukken de nietigheid van de mens en zijn plaats in de natuur. Hiermee wordt geprobeerd de kijker aan het denken te zetten over de existentiële zin van het leven. De regisseur van deze film, Oscarwinnaar Danny Boyle, verbindt deze angstaanjagende gebeurtenis met het belang van menselijke relaties in ons leven. Dit kan echter ook geïnterpreteerd worden als een typisch Hollywoodcliché. Gezien de hoge kwaliteit van de film kun je je afvragen of het wel nodig was geweest om deze boodschap hierin te betrekken. Het is namelijk al interessant en aangrijpend genoeg om naar de menselijke overlevingsdrang te kijken die zo ver tot waanzin kan drijven. Toch doet deze moralistische draai niks af aan de waarde van de film. Hij zet je duidelijk aan het denken, en stelt je zenuwen op de proef. 127 Hours draait vanaf 24 februari in de bioscoop.
donderdag 17 februari De Rode Hoed 20.00 Manisch-depressieve jongeren en hun gevecht om te overleven NCRV Dokument zendt twee documentaires uit over dit onderwerp. Naar aanleiding daarvan discussiëren medici, politici, zorgverleners, volwassen én jonge patiënten over het gebrek aan kennis
en de maatschappelijke dilemma`s rond manischdepressiviteit. Onder meer Ralph Kupka (hoogleraar bipolaire stoornissen) Koos van der Span (patiëntenorganisatie VMDB), Manon Hilligers (onderzoeker en kinder- en jeugdpsychiater) en Sabine Uitslag (CDA) zijn te gast. Meer informatie op www. rodehoed.nl.
Mededelingen voor nummer 339 kunnen tot 17
korten. Nummer 339 komt begin maart uit. woensdag 2 maart Uithof Universiteit Utrecht 13.00-13.45 (gratis) ADHD: verlangen naar diagnose Timo Bolt bekijkt als
historicus het ontstaan van ziektebeelden zoals ADHD. We hebben liever een onvolkomen diagnose dan géén diagnose. h t t p : / / w w w. s g. u u . n l / prog/2011a/lunch.html
Kleine Hans is een aan de VU verbonden commissie, die maandelijks lezingen organiseert over onderwerpen uit de kinderpsychiatrie. De lezing is voor iedereen toegankelijk. Voor meer informatie: kijk op www.kleinehans.nl. donderdag 3 februari Vrije Universiteit Amsterdam Kijk voor aanvangstijd en locatie op www.khsymposium.nl Kosten: 12,50 euro incl. diner. Redder in Nood? Kleine Hans organiseert een symposium over de oorzaken en gevolgen van
traumata bij kinderen en adolescenten. Allereerst zal er aandacht besteed worden aan de neuropsychologische effecten van traumata.Vervolgens delen topsprekers op het gebied van seksueel misbruik, oorlogstrauma en ontspoorde familierelaties hun kennis en expertise. Na het diner is er ruimte voor discussie tussen sprekers en studenten en een borrel.
SPUI25 is een academisch-cultureel centrum aan het Spui in Amsterdam. Het is een levendig podium dat een verbinding vormt tussen de Universiteit van Amsterdam en de wereld van de culturele praktijk in de breedste zin. De volledige agenda staat op www.spui25.nl. woensdag 16 februari 20.00 - 22.00 (gratis) Genomics, Obesitas en de strijd over verantwoordelijkheden Slechte voeding, geen beweging, slechte genen, en lage economische status worden als oorzaken genoemd van het steeds groeiende aantal mensen met obesitas. De grote informatiestroom werkt voor consumenten eerder verwarrend dan verhelderend. Niet alle vetten blijken slecht te zijn en niet alle plantaardige producten goed, een calorie in vlees werkt misschien anders dan een calorie in pasta. Biedt onderzoek naar de invloed van genen op obesitas en op voeding een oplossing? Wat voor verantwoordelijkheden zijn er nog te identificeren? En is die voortdurende aandacht voor gezonde voeding zelf
wel zo bevorderlijk voor een positief welbevinden? De avond wordt georganiseerd naar aanleiding van het recent verschenen boek Genomics, Obesity and the Struggle over Responsibilities (Springer 2011). Hierin wordt door door Jozef Keulartz, Maartje Schermer, Tsjalling Swierstra, Henk van den Belt en Michiel Korthals een uitgebreide analyse gegeven van de relatie tussen genomics, obesitas en ethiek. Het boek sluit af met een schets van een gelukkige verbinding tussen genomics en grote maatschappelijke problemen zoals obesitas. Te gast zijn Martina Cornel (hoogleraar Community Genetics en Public Health Genomics), Michiel Korthals (hoogleraar Toegepaste Filosofie), Maartje Somers (cultuurjournalist) en Hub Zwart (gezondheidsethicus).
37 februari 2011
De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te
Spiegeloog
februari 2011 worden ingeleverd, liefst via e-mail.
de Wandelgang Ook als je nog nooit een cel van binnen hebt gezien, kun je je een voorstelling maken van het gevoel gevangen te zitten. Er is soms maar iets kleins nodig om ons te doen inzien dat (bewegings)vrijheid een groot goed is. Spiegeloog vroeg in de wandelgang: Wanneer voelde jij je gevangen? Tekst & Foto's: Myrthe van Stralen en Tessa Velthuis
Spiegeloog
Tanja: ‘Ik voel me op dit moment erg gevangen in de kou. Mijn cv is sinds vrijdag kapot en al dagen zitten mijn zus en ik thuis met zes lagen kleding aan onder een deken. Warm douchen is er ook niet bij, gelukkig kan ik dat bij mijn vriendje. Mijn absolute dieptepunt was gister, toen ik de hele dag thuis zat. Van op de universiteit hangen word ik ook niet vrolijk. Mijn ouders wonen in het buitenland dus die kunnen alleen door de telefoon steun bieden.’
38 februari 2011
Pieter: ‘Laatst had ik in werkgroep een coltrui aan met een shawl. De warmte steeg naar mijn hoofd en ik voelde me gevangen in mijn kleding en de ruimte. De shawl kon gelukkig af, maar ik had niets aan onder de coltrui. Ik ben maar naar de wc gegaan om water te drinken en af te koelen. In het vervolg zal ik die combinatie zeker niet meer aandoen naar werkgroep.’
Franny: ‘Een paar weken geleden bezocht ik mijn vriend in Engeland en op de terugweg raakte ik ingesneeuwd op Gatwick Airport. Mijn vlucht was gecanceld en er gingen geen treinen, bussen of taxi’s meer. Ik kon geen kant op, dus ik was gedwongen om de nacht door te brengen op het vliegveld. Ik moest op de grond slapen, onder een door de luchtvaartmaatschappij uitgedeelde kanariegele deken.’
Derk: Ik was kassamedewerker bij de AH. Er kwam een man afrekenen, maar omdat de pinautomaat het niet deed moest hij wachten. Hij begon met me te flirten. Ik negeerde hem, maar een kwartier later stond hij weer voor mijn kassa en gaf hij me zijn telefoonnummer. Gedurende drie weken kwam die man iedere keer iets onbenulligs kopen, om mij maar te kunnen zien. En ik had geen andere keus dan klantvriendelijk te zijn en op mijn plek te blijven zitten.'
Jonas: ‘Op vakantie in Brazilië ging ik golfsurfen in een bepaalde baai waar de golven hoger waren dan in andere baaien. Mijn Braziliaanse vrienden deden er laconiek over, maar het was een plek met gevaarlijke rotsen. Wachtend op een golf werd ik ineens meegetrokken door een sterke stroming. Peddelen had weinig effect, ik zat echt gevangen. Ik was bang, maar ineens kwam er een soort oerkracht in me naar boven waardoor ik toch het strand heb kunnen bereiken.’ Janine: ‘Eens per maand krijg ik de deur van de wc niet makkelijk open. Dan voel ik lichte paniek en denk ik gelijk ‘neee niet weer!!’ Wc’s op feestjes zijn het ergst. Op zulke wc’s voel ik me echt gevangen. Maar soms moet je gewoon. Dan is het een kwestie van rustig blijven. Vaak probeer ik een paar keer of het slot makkelijk open- en dichtgaat. Mocht ik echt een keer vast komen te zitten dan bel ik iemand die in de buurt is en niet gelijk 112.’
Spiegeloog
Mohammed: ‘Ik heb me ontzettend gevangen gevoeld toen ik zes uur lang werd vastgehouden door de politie, omdat mijn vorige baas me liet rijden in een gestolen auto. Mijn collega en ik werden in de boeien geslagen, uit elkaar gehaald en ondervraagd. Ik voelde me vreselijk, zeker toen ik werd opgesloten in een kamer zonder telefoon, geld en besef van tijd. Het gaf een verstikkend, gevangen gevoel. Die zes uren duurden heel lang.’
Stefan: ‘Ik was op mijn werk bij een bouwrestauratieproject, toen ik in m’n eentje vast kwam te zitten in een lift. Hij hing ineens stil tussen twee verdiepingen. Ik was niet bang, want ik ben een heel nuchter persoon. Ik heb tijdens het wachten een poppetje geknutseld van elektriciteitsdraad. Na een half uur werd mijn vermissing opgemerkt en kwamen mijn collega’s me bevrijden door met een stok de deuren uit elkaar te duwen.’
Sara: ‘Gek genoeg is het eerste waar ik aan moet denken het spel jongens-meisjes-pakkertje op de basisschool. De jongens renden achter de meisjes aan. Een inham in de muur was de ‘gevangenis’ en vaak stond Joey, een Surinaamse jongen die werkelijk enórm was, daar op wacht. Als hij achter je aan kwam rennen kon je het wel vergeten, ontsnappen was onmogelijk. Stiekem was het heel spannend allemaal.’
39
februari 2011
Milou, Gwen en Karima: ‘Eigenlijk kunnen wij niet zeggen dat wij ons ooit echt gevangen hebben gevoeld. Mensen in ontwikkelingslanden met slechte leefomstandigheden en kapitalistische regeersystemen kunnen dit wel. Cross Your Borders probeert met name middelbare scholieren bewust te maken van gevangenschap in landen als India en Ethiopië. We hopen ze te inspireren hier wat tegen te doen.’ Plots schiet Milou nog iets te binnen. ‘Ik voel me wel gevangen als ik in een draaideur zit. Ik bots er vaak tegenaan, loop te snel of te langzaam, het is altijd wat.’
bacchus Geketend aan een writer’s block Het is zo’n romantisch idee: een lichte kamer die uitkijkt over de zonnige heuvels van Zuid-Frankrijk. Pastelkleurige bloemen kruipen weelderig langs de ramen omhoog, net achter mijn laptopje en een pot kruidenthee. Tussen het genieten van uitslapen, lekker eten en zonnen in de tuin door, schrijf ik non-stop: columns, artikelen, mijn boek. Mijn fantasie draait eindeloos op volle toeren, ik ben één en al inspiratie. In werkelijkheid werp ik echter vanuit mijn kamer in Amsterdam een blik op een straat vol natte sneeuw en mensen die hun best doen niet uit te glijden. Een muur overladen met post its volgekrabbeld met to do-lijstjes doet weinig af aan de deadlines die door mijn hoofd rondspoken. Ik staar gefixeerd naar het zo goed als lege document op het scherm van mijn computer. Enkele lukraak geplaatste woorden staren verveeld naar me terug. Dit werkt niet, ik zit compleet vast. Gevangen in het zoveelste ongeïnspireerde avonduur en de tijd tikt onverbiddelijk door. Geketend aan een writer’s block probeer ik te schrijven over het concept ‘gevangen zijn’. Ik héb nooit gevangen gezeten. Goed, die was te verwachten. Maar mijn ervaring met een letterlijke interpretatie van het concept die als basis kan dienen voor een amusante anekdote reikt niet zo ver. Ik zet de muziek wat harder. Kaarsjes aan. Inspiratiewierook aan. Ik probeer de Facebookchat te negeren. Vastzitten. Opgesloten. Gevangen. Een aantal metaforen schuifelt met tegenzin naar voren. Gretig spring ik bovenop één van het ongelukkige stel en houdt hem stevig in een houdgreep. ‘Wellicht zit je vast op dat welbekende kruispunt van het leven en heb je geen idee welke kant je op moet!’, gilt de metafoor. ' Ja!', denk ik, terwijl de metafoor angstig terugrent naar het groepje dat veroordeeld is om mij te helpen. Misschien zit je vast in een saaie baan, een pijnlijke relatie of een vervelende gewoonte en blijkt de gevangenis toch
minder spannend dan Wentworth Miller het laat lijken. Ik denk nog eens na over wat ik eerder heb gezegd. Ik weet inderdaad niet hoe het is om door de ‘kalverstraat’ van de Bijlmerbajes te wandelen*. Maar een beetje lollig bedenk ik dat ik sinds ik acht maanden in Zuid-Afrika heb gewoond wél weet hoe het is om van achter een getralied raam naar buiten te kijken. Eén van de metaforen kucht, net hard genoeg dat ik het hoor. Als ik geërgerd hun kant op kijk, gaat er een lichtje branden. Gevangen, Zuid-Afrika? Ik sla mezelf voor mijn kop. Ik weet wel degelijk wat het is om gevangen te zitten! Hoe het is om te wonen in een soort vogelkooi waar de tralies zelfs voor het zolderraam zitten. Hoe het is om een deur en twee hekken door te moeten voordat je buiten staat en je je vervolgens naakt en kwetsbaar voelt. Maar deze tralies hielden de boeven juist tegen. En dan sta je ineens met het hele huis tekeer te gaan tegen degene die de deur eens op slot is vergeten te doen. In Nederland zijn we heel vrij. Daar kijk ik af en toe nog steeds van op. Behalve het risico om ingesneeuwd te worden, kunnen we overal heen, zonder escort en op elk tijdstip van de dag (en nacht). Slechts één deur scheidt ons van de buitenwereld. Ik bedenk me dat ik straks ook weer op weg ga, vrij om te gaan en staan waar ik wil. Met een flamboyante zucht zie ik dat het scherm zich uiteindelijk heeft weten te vullen met woorden. Ik ben verlost. Verontschuldigend kijk ik achterom, maar de metaforen hebben allang de benen genomen.
Rosanne Anholt * Zo hebben de gevangen de gang genoemd die van de ene naar de andere toren loopt.