Spiegeloog 390: Waarheid

Page 1

Spiegeloog Tijdschrift voor de Afdeling Psychologie

wat is

waarheid?

Juni 2018 - Jaargang 45 - Nummer 390


45e Jaargang nr. 390, juni 2018 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam w: spiegeloog.tumblr.com

REC-G Kamer -1.10 Nieuwe Achtergracht 129B 1018 WT Amsterdam t: 020 - 525 67 58 Postbus 15934 1001 NK Amsterdam e: spiegeloog-fmg@uva.nl

Hoofd-/Eindredactie Wolter de Boer & Maaike Posthuma.

De waarheid in pacht Wat door mag gaan voor de waarheid – en vooral: wat niet – is al sinds mensenheugenis zowel binnen als buiten de psychologie een onoplosbaar probleem. Niet alleen ziet iedereen zijn eigen waarheid in een rorschachtest, psychologiestudenten leren iedere zoveel decennia weer een compleet nieuw begrippenkader dat als allesverklarend beschouwd mag worden. Voor methodologen en wetenschappers zelf is het al moeilijk genoeg om uit te maken wat de juiste Weg naar Waarheid is. Alsof dat debat van zichzelf nog niet complex genoeg is, moeten al die psychologen (in spe) zich ook nog eens staande houden in een wereld vol fake news, post-truth en alternative facts. Het zijn geen eenvoudige tijden. Dat is een waarheid als een koe. Spiegeloog besloot tot nadere studie van dit onderwerp, die ons in deze editie onder andere langs de (on)waarheden over attitudevorming, leugendetectie en psychische ziektecategorieën zal voeren. Dat sociale categorieën (als depressie, angst en PTSS) snel een eigen leven kunnen gaan leiden zodra ze losgelaten worden in de echte wereld laat Lisanne zien in haar mooie stuk over reïficatie. Floris onderzoekt de ex- en impliciete meningen die we erop nahouden, die al dan niet bewust ons beoordelingsvermogen beïnvloeden. Julia bespreekt de film Unsane, waarin afgevraagd wordt wat de waarheid is na een opname in een psychiatrische kliniek. De Rondvraag belandde deze keer bij Maaike Zeguers, die ons een inkijkje geeft in haar wording tot scientist-practitioner. Wie wil schrijven over waarheid, kan moeilijk ontkomen aan haar grote tegenpool, en dus duikt de redactie ook in de wereld van de leugen. Floris en Wolter gingen langs bij Bruno Verschuere, die aan de UvA veelvuldig onderzoek heeft gedaan naar liegen en leugendetectie. Onze debutante dit nummer, Nicole, analyseert de wetenschap van leugendetectie en de zin en onzin daarvan. Lisanne las Knijpen in de Ziel, waarin de auteur een beknopte geschiedenis van de Nederlandse psychiatrie schetst en zich hierbij ook afvraagt wat gestoord mag heten, en wat normaal. Na het maken van deze editie is de enige waarheid die wij in pacht durven te hebben dat er voorlopig geen eenduidig antwoord te geven zal zijn op de vraag ‘Wat is waarheid?’ Desondanks zijn we met liefde en verve uw gids door de twijfel. Opdat u uzelf bij lezing herhaaldelijk mag bevragen. En er veel plezier aan mag beleven. Maaike & Wolter

Redactie Wolter de Boer, Rosa Breed, Julius Dullaert, Maaike Posthuma, Floris Roelofs, Lisanne van der Velden, Martin Verloop, Nicole van der Werf, Julia Zegeling. Aan dit nummer werkten mee Denny Borsboom, Hilde Geurts, Bruno Verschuere, Maaike Zeguers. Cover Via https://en.wikipedia.org/wiki/Rorschach_test/. Fotografie Wolter de Boer, Maaike Posthuma. Illustraties Chitra Mohanlal. Opmaak en vormgeving Wolter de Boer, Maaike Posthuma, Floris Roelofs. Drukkerij Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.


Inhoud

10

5

Voorgelogen door Ons Gedrag Waarheid achter een Leugen

17 ReĂŻficatie

Contrast tussen verstand en gedrag

Leugens in de samenleving

De verantwoording van ons gedrag

4

De Redactie

Obscura 12 Camera Unsane

Ivoren Toren 20 We weten, dat het waar is

5

Voorgelogen door Ons Gedrag Over het contrast tussen verstand en gedrag

Kamers 13 Op Bruno Verschuere

Voorstellen 21 Even SPS-NIP en EVA

8

De Rondvraag

14 Wandelgang Wanneer heb jij voor het

22 Mededelingen Activiteiten voor studenten

Wie zijn wij?

Geurts aan Zeguers

laatst de waarheid verdraaid?

9

Tabula Rasa

Knijpen in de Ziel van Frans Zitman

je dat...? 16 Wist Waarachtige weetjes

achter een Leugen ReĂŻficatie 10 Waarheid 17 Hoe werken leugens in de De verantwoording van ons samenleving?

Like ons op Facebook

23 VSPA Agenda voor juni & september 24 Bacchus De waarheid van wiskunde

gedrag

Lees ons op tumblr

Universiteit van Amsterdam


De Redactie

Wolter de Boer 23 jaar Bachelor, Tweede Jaar

Spiegeloog

Julius Dullaert 20 jaar Bachelor, Propedeuse

Rosa Breed 26 jaar Bachelor, Tweede Jaar

Maaike Posthuma 27 jaar Master, Filosofie en Antropologie

4 Juni 2018

Floris Roelofs 25 jaar Research Master

Martin Verloop 24 jaar Master, Training & Development

Julia Zegeling 20 jaar Bachelor, Tweede Jaar

Lisanne van der Velden 18 jaar Bachelor, Propedeuse

Nicole van der Werf 23 jaar Bachelor, Tweede Jaar

Jouw naam hier? Hou je van schrijven? Mail naar spiegeloog-fmg@uva.nl en word redactielid!


Voorgelogen door ons Gedrag De weldenkende mens maakt beslissingen gebaseerd op zijn eigen verstand. Maar ons verstand lijkt niet altijd overeen te komen met de gedragingen die wij vertonen. Door welke factoren ontstaat dit contrast, en welke processen dicteren ons gedrag dan wél?

ls iemand aan mij zou vragen: ‘Denk jij dat je jezelf goed kent?’ zal ik die vraag met overtuiging bevestigend beantwoorden. Ik denk zo ook dat de meerderheid van de mensen het gevoel heeft dat ze zichzelf beter kennen dan wie dan ook. Een chocoladetaart vind ik niet lekker, groen vind ik mooier dan geel, ik drink liever een kop koffie dan een kop thee en Jan vind ik net wat sympathieker dan Piet. Al deze zelfevaluaties en houdingen die we hebben ten opzichte van een persoon of onderwerp noemen we attitudes. En vanuit deze attitudes zijn we in staat om ons gedrag te sturen.

lijk voortkomt uit een andere bron dan onze persoonlijke opvattingen (bijvoorbeeld uit vooroordelen uit de media). Omdat we onszelf niet als de bron van het conflict ervaren, zullen we de attitudes in mindere mate bijsturen of dit in sommige gevallen zelfs helemaal niet doen (Petty, Tormala, Brinol & Jarvis, 2006). Ondanks dat we in zulke situaties denken de conflicterende gevoelens van ons af te schudden, stellen Petty en Brinol dat deze impliciete ambivalentie desalniettemin onbewuste gedragsmatige gevolgen kan hebben. Zonder dat we het merken kunnen onze attitudes zich ook impliciet manifesteren.

Deze impliciete attitudes zijn al in 1998 door Anthony Of toch niet? Zo af en toe betrap ik mijzelf op een tegenGreenwald, Debbie McGhee en Jordan Schwartz met veel strijdigheid, een mismatch tussen mijn attitude en gedrag. aandacht bestudeerd tijMisschien is een kopje dens de ontwikkeling van thee in plaats van koffie de Implicit Association Test toch net wat lekkerder in (IAT). Deze test werd de avond, Piet heeft mij Zo af en toe betrap ik mijzelf op een destijds ontwikkeld met vandaag op een broodje mismatch tussen attitude en gedrag de gedachte dat impligetrakteerd en een versciete en expliciete attitugebakken chocoladetaart des van invloed kunnen van die specifieke bakker zijn op sociale gedrasmaakt toch enigszins gingen in de vorm van vooroordelen. Sommige attitudes aangenaam. Waaraan ligt dat dan, vraag ik me af. Stellen we kunnen namelijk verzwegen worden tijdens zelfrapportageop deze momenten onze attitudes een beetje bij? methoden om sociaal wenselijk te antwoorden. In plaats van het expliciet stellen van deze vragen, meet de IAT responsUit een onderzoek van Petty en Brinol (2010) blijkt dat tijden tussen bepaalde kenmerken en categorieën om vast het ervan afhangt of we onze attitudes bijsturen. Petty en te stellen hoe sterk je deze met elkaar associeert. Een korte Brinol stellen namelijk dat we op zulke momenten onderresponstijd zou zodoende kunnen aangeven dat de koppehevig zijn aan een interne disbalans, wat zij omschrijven als ling tussen deze categorie en dit kenmerk sterker is dan de ambivalentie. Wanneer we ons bewust zijn van dit interne koppeling tussen deze categorie en een ander kenmerk, die conflict spreken Petty en Brinol van expliciete ambivalengepaard gaat met een langere responstijd. Bijvoorbeeld, je tie. Hierbij zijn we eerder geneigd om de attitudes die we moet positieve kenmerken als ‘gelukkig’ of ‘goed’ en negahebben bij te stellen. Maar het komt ook vaak genoeg voor tieve kenmerken als ‘slecht’ of ‘verdrietig’ koppelen aan de dat we ons niet bewust zijn van dit conflict. In zulke situaties categorie bloemen of insecten. Als blijkt dat de responstijd kan men spreken van impliciete ambivalentie. Dit gebeurt langer is om positieve kenmerken met insecten te koppelen bijvoorbeeld wanneer het tegenstrijdige gevoel ogenschijn-

5 Juni 2018

A

Spiegeloog

Tekst: Floris Roelofs


dan met bloemen (en omgekeerd: veel korter om ‘slecht’ met insecten te koppelen dan met bloemen), zou geconstateerd worden dat deze combinatie een voorkeur of sterkere verwantschap heeft. Deze gedachte klinkt aantrekkelijk. Wil je echt iemands ware attitude meten over personen of onderwerpen zonder vertekeningen? Neem dan de IAT af, mensen zeggen immers niet altijd wat ze denken. Maar in de loop der jaren bleek het niet zo simpel te zijn. Er is veel kritiek geweest op deze test, veelal over de betrouwbaarheid en het onderliggende meetconstruct. Zo zal deze test al snel genoemd worden om instrument om vooroordelen als racisme en geslachtsstereotypering te meten, maar volgens velen is dit onterecht (Cunningham, Preacher, & Banaji, 2001; Egloff & Schmukle, 2002).

Spiegeloog

6 Juni 2018

In 2004 publiceerden Rothermund en Wentura hun onderzoek waarin onderzocht werd of de effecten van de IAT verklaard konden worden aan de hand van verschillen in de opvallendheid (salience) tussen de categorieën in plaats van verschillen in de vooroordelen tussen de categorieën in de taak. Wat bleek, in een aangepaste IAT met de categorieën ‘oud’ en ‘jong’, zouden oude gezichten opvallender zijn dan jonge gezichten. In deze test werden jonge en oude gezichten gekoppeld aan neutrale woorden (niet opvallend) en niet-bestaande woorden (opvallend). Responstijden waren vervolgens korter wanneer oude gezichten (opvallend) werden gepaard met nietbestaande woorden (opvallend) dan wanneer oude gezichten (opvallend) gepaard werden met neutrale woorden (minder opvallend). Deze resultaten zijn mogelijk terug te koppelen naar de ras- en gender-IAT’s, waarbij kortere responstijden louter een overeenkomst representeren tussen de opvallendheid van de gekoppelde woorden en categorieën. Het uitvoeren van de IAT kan dus eenvoudiger zijn (lees: een kortere responstijd hebben) voor toewijzingen van categorieën en kenmerken die beide opvallend zijn dan wanneer een categorie en kenmerk verschillen in opvallendheid.

Een tweede, en misschien iets meer voor de hand liggende, interpretatie van de IAT is dat de resultaten gevolgen zijn van gevormde leerprocessen en culturele verschillen. Uit een onderzoek van Uhlmann, Brescoll en Paluck (2006) bleek dat, wanneer de IAT werd afgenomen over twee onbekende categorieën, de resultaten beïnvloed werden door de informatie die de deelnemers van tevoren kregen over deze categorieën. In dit onderzoek ging het over twee verzonnen volken. Deelnemers kregen willekeurig materiaal te lezen over één van de volken waarin het geassocieerd werd met onderdrukking, mishandeling en slachtofferschap. Uit de resultaten kwam naar voren dat de responstijden voor deze volken vertraagd waren wanneer deze volken gekoppeld moesten worden aan een positief woord. Anders gezegd, deelnemers werden onbewust beïnvloed door de negatieve associaties uit het leesmateriaal. Wanneer deelnemers expliciet gevraagd werden om de volken te beoordelen toonden ze positieve attitudes naar het volk dat werd omschreven als onderdrukt. Kortom, het is duidelijk dat consensus ontbreekt wanneer het aankomt op de interpretatie van de IAT. Maar ondanks de kritieken is het tegenwoordig nog steeds een van de meest gebruikte testen in de psychologie om de attitudes van mensen te testen. Een belangrijke vraag die hierbij gesteld kan worden is of deze attitudes zich ook manifesteren in de praktijk. Zijn het uiteindelijk toch de expliciete houdingen die ons gedrag dicteren? Waar Petty en Brinol beargumenteren dat bewustwording van interne conflicten ons gedrag het sterkst beïnvloedt, stelt de Amerikaanse psycholoog Daniel Wegner (2004) dat bewuste bedoelingen vaak niet de oorzaak zijn van ons gedrag. Volgens hem moet de oorzaak gezocht worden in onbewuste processen, en pas op het moment dat we een aandrang voelen worden we ons ervan bewust en bedenken we er een verklaring voor. Simpel gezegd: ons bewustzijn


beredeneren hebben we het gevoel een autonoom individu te zijn. Immers, omdat het avond is lijkt mij een kopje thee nu juist wél fijn, omdat Piet mij trakteerde op een broodje vind ik hem aardiger. Of deze attitudes manifesteren op het moment dat ik de keuze maak of niet, ik ben in staat om mijn gedrag te kunnen beredeneren en dat geeft mij het gevoel van vrijheid. En ook al zou het een illusie zijn, de beste manier om iemand te bedriegen is zelf in je leugen te geloven. <<

- [Afbeelding] Opgehaald op 17 mei 2018 van https://en.wikipedia. org/wiki/Sophia_(robot)#/media/File:Sophia_(robot)_2.jpg/. - Cunningham, W. A., Preacher, K. J., & Banaji, M. R. (2001). Implicit attitude measures: Consistency, stability, and convergent validity. Psychological science, 12(2), 163-170. - Dennett, D. C. (2008). Some Observations on the Psychology of Thinking About Free Will. Are we free? Psychology and free will, 248-259. Ondanks dat de conclusie gemakkelijk getrokken kon - Egloff, B., & Schmukle, S. C. (2002). Predictive validity of an worden dat de vrije wil niet bestaat, is het misschien wat te implicit association test for assessing anxiety. Journal of personality voorbarig om dat te doen. Zelfs Libet poogde de theorie van and social psychology, 83(6), 1441-1455. de vrije wil te redden. Hij stelde voor dat deelnemers immers - Greenwald, A. G., McGhee, D. E., & Schwartz, J. L. (1998). ook in staat waren om een geplande handeling op het laatste Measuring individual differences in implicit cognition: the implicit assomoment nog te kunnen stoppen. Dit suggereert dat hoewel ciation test. Journal of personality and social psychology, 74(6), 1464het bewustzijn geen handeling start, het op zijn minst kan 1480. bepalen of deze moet - Libet, B. (1985). Unconworden verwezenlijkt. Libet noemde dit het scious cerebral initiative and ‘vetorecht’ van ons - Zolang we onze gedragingen beredeneren the role of conscious will in bewustzijn. Volgens dit voluntary action. Behavioral voelen we ons een autonoom individu recht zijn we dan uiteinand brain sciences, 8(4), 529delijk toch de persoon 539. achter het stuur en niet - Petty, R. E., & Brinol, de medepassagier van P. (2010). Attitude change. ons gedrag, en zijn het misschien onze ontwikkelde attitudes Advanced social psychology: The state of the science, 217-259. waarop we dit recht wel of niet kunnen uitvoeren. - Petty, R. E., Tormala, Z. L., Brinol, P., & Jarvis, W. B. G. (2006). Implicit ambivalence from attitude change: an exploration of Ook de Amerikaanse filosoof Daniel Dennett probeerde de the PAST model. Journal of personality and social psychology, 90(1), eer van de vrije wil te herstellen. Volgens Dennett is vrije wil 21-41. het vermogen om autonoom en doordacht beslissingen te - Rothermund, K., & Wentura, D. (2004). Underlying processes nemen (2008). Hij geeft toe: ‘Niemand is volledig vrij om te in the implicit association test: dissociating salience from associations. doen wat hij wil. Je kunt bijvoorbeeld niet je seksuele voorJournal of Experimental Psychology: General, 133(2), 139-165. keur kiezen. En ja, je karakter ligt deels vast. Maar je kunt - Uhlmann, E. L., Brescoll, V. L., & Paluck, E. L. (2006). Are wel degelijk je daden evalueren en zo nodig aanpassen.’ De members of low status groups perceived as bad, or badly off? Egalitagedragingen die wij vertonen kunnen weliswaar veroorzaakt rian negative associations and automatic prejudice. Journal of Experiworden door onbewuste informatie die we krijgen, maar is mental Social Psychology, 42(4), 491-499. volgens Dennett niet in tegenspraak met vrije wil. ‘Je wilt - Wegner, D. M. (2004). Précis of the illusion of conscious will. Behatoch worden geïnformeerd door de wereld, zodat de keuzes vioral and Brain Sciences, 27(5), 649-659. die je maakt, het beste aansluiten bij je doelen en projecten?’ Maken wij onze beslissingen dan wel of niet gebaseerd op onze ratio? Worden onze attitudes bepaald achter de schermen en handelen we instinctief door aangeleerde culturele en sociale normen? Uiteindelijk zijn dit de vragen die we onszelf kunnen stellen met betrekking tot ons ware ik. Echter, zolang we zelf in staat zijn onze gedragingen te

Spiegeloog

Bronnen

7 Juni 2018

hobbelt in werkelijkheid continu achter de feiten aan. Misschien wel het bekendste voorbeeld hiervan is het beroemde experiment van Benjamin Libet (1985). Libet vroeg proefpersonen op eigen initiatief hun vinger te bewegen, en mat tegelijkertijd hun hersenactiviteit. Met behulp van een klok konden de proefpersonen aangeven wanneer ze besloten hun vinger te bewegen. Wanneer Libet naar de hersenactiviteit keek, zag hij iets interessants: het hersensignaal trad al op vóórdat proefpersonen aangaven zelf de keuze te hebben gemaakt om hun vinger te bewegen. Het lijkt erop dat het brein ‘besluit’ om handelingen te initiëren voordat er een subjectief besef is dat een dergelijke beslissing heeft plaatsgevonden. Is de vrije wil dan niet meer dan een post-hoc constructie? Misschien ken ik mijzelf dan helemaal niet zo goed als ik denk, en berenedeer ik pas achteraf mijn gedrag met zelf ingevulde verklaringen. Worden we dan toch daadwerkelijk voorgelogen door ons gedrag?


De R ndvraag Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen

De vraag van Hilde Geurts (Brein & Cognitie) Beste Maaike,

Spiegeloog

8

Je bent, zoals dat vaak genoemd wordt, een echte scientistpractioner. Gepromoveerd op experimenteel onderzoek bij lezen en leesproblemen, maar ook klinisch werkzaam binnen het IWAL [Instituut voor Leerproblemen, red.]. Hier richt men zich op zowel de diagnostiek als behandeling van leerstoornissen. Ook heb jij in het Nederlands over behandeling geschreven. Waar ik benieuwd naar ben is hoe je de koppeling tussen je wetenschappelijke en klinische werk maakt. Heeft je promotieonderzoek ook geleid tot een aanpassing in de praktijk of heeft je werk in de praktijk gemaakt dat je anders naar je eigen onderzoeksresultaten bent gaan kijken? Hoe zie jij die relatie? Hilde

Het antwoord van Maaike Zeguers (Ontwikkelingspsychologie) Beste Hilde,

Juni 2018

Eerlijk gezegd is het nooit een bewuste keuze geweest om scientist-practitioner te worden. Ik kon gewoon niet kiezen tussen klinisch of wetenschappelijk werk. Ik houd ervan om me wetenschappelijk echt in onderwerpen kan verdiepen, en in de praktijk concreet iets voor kinderen te betekenen. Het grootste voordeel vind ik klinische vragen omzetten naar onderzoek om zo klinisch relevante kennis te ontwikkelen. Zo werkte ik met een dyslectische jongen die veel moeite had met (vreemde) talen, maar juist goed presteerde bij Chinees. Zijn moeder vroeg mij of ik dat kon verklaren. Toen heb ik met Madelon van den Boer (Pedagogische Wetenschappen, UvA) een onderzoek uitgevoerd naar de factoren die ten grondslag liggen aan het leren van verschillende talen. Daaruit is gebleken dat de fonologische vaardigheden, welke meestal onvoldoende ontwikkeld zijn bij dyslectici, belangrijk zijn voor het leren van Spaans en Frans, maar nauwelijks voor het leren van Chinees. Deze resultaten kunnen relevant zijn voor kinderen (met en zonder dyslexie) die problemen ervaren bij het leren van vreemde talen. Ook mijn promotieonderzoek heeft enkele aanbevelingen voor de klinische praktijk opgeleverd. Toen ik mijn onderzoek startte was er binnen het dyslexieonderzoek weinig aandacht voor sociaal-emotionele aspecten. Een van mijn studies liet zien dat onzekerheid tijdens het lezen bij kinderen met dyslexie niet alleen het gevolg is van de ervaren

leesproblemen, maar er ook voor zorgt dat het lezen nog trager gaat. Er vonden verschillende andere onderzoeken plaats naar sociaal-emotionele aspecten van dyslexie. Hierdoor staat inmiddels in het landelijke protocol voor dyslexie (Protocollen Leesproblemen en Dyslexie) dat psycho-educatie tijdens dyslexiebehandeling dient te worden aangeboden. Het IWAL is een warm bad voor de scientistpractitioner. Binnen het Rudolf Berlin Center, een UvA/ IWAL-samenwerking en expertisecentrum voor leerstoornissen, worden diagnostiek en behandeling van dyslexie constant aangescherpt naar wetenschappelijke inzichten. In eerdere functies merkte ik hoe lastig het kan zijn om in de drukte en hectiek van de klinische praktijk wetenschappelijke kennis toe te passen. Toch heb ik daar twee onderzoeken kunnen uitvoeren, één naar behandeleffectiviteit en één naar de factoren die deze beïnvloeden. Ook daar heb ik geprobeerd in mijn dagelijkse werk een wetenschappelijke insteek te hebben, bijvoorbeeld door het effect van een behandeling te monitoren (n = 1-studie), uit te zoeken wat er bekend is over behandeleffectiviteit of bij een nieuw onderwerp wetenschappelijke artikelen te raadplegen. Ook hoop ik studenten bij te brengen dat hun carrière als wetenschapper niet ophoudt bij het verlaten van de universiteit en dat zij hun wetenschappelijke manier van denken en werken kunnen blijven toepassen in hun klinische werk. Het zou mooi zijn wanneer de term ‘scientist-practitioner’ uiteindelijk niet alleen van toepassing is op mensen zoals ik, die niet kunnen kiezen, maar op alle klinische gedragswetenschappers in de klinische praktijk.

De Rondvraag wordt doorgegeven aan Milena Feldkamp (Sociale Psychologie) Beste Milena, Hoewel steeds meer Nederlandse scholen te maken hebben met leerlingen uit niet-Nederlandse culturen, is de kennis hierover op veel scholen beperkt. Cultuurverschillen kunnen hierdoor leiden tot misverstanden. Tijdens het Schoolpsychologencongres over ‘(on)gelijkheid in het onderwijs’ stelde een keynotespeaker dat schoolpsychologen zich niet hoeven te verdiepen in de cultuur van een leerling of diens ouders, maar gewoon met hen in gesprek moeten gaan. Jij hebt veel onderzoek gedaan naar culturele voorkeuren binnen de communicatie. Ben jij het eens met de voorgestelde ‘one-size-fits-all’-aanpak, of adviseer jij psychologen om zich juist wél te verdiepen in cultuurverschillen? Maaike


Tabula Rasa Tekst: Lisanne van der Velden

Frans Zitman neemt je aan de hand van verschillende psychologische stromingen, gebaseerd op filosofische standpunten, mee in zijn zoektocht naar antwoorden die dit gat zouden kunnen opvullen. Het boek bestaat uit zestien hoofdstukken, die ook als losse essays gelezen kunnen worden. In de eerste paar hoofstukken gaat Zitman in op de geschiedenis van de psychiatrie, probeert hij een antwoord te geven op de vraag of de psychiatrie in gevaar is, legt fenomenen uit als het medische model en antipsychiatrie en probeert vooral het gat tussen lichaam en geest te dichten. Latere hoofstukken gaan – naar mijn mening – in op interessantere vraagstukken. Wat is het ‘zelf ’ eigenlijk? Is het nuttig om alles door een roze bril te zien? Een optimistische levenshouding zou zorgen voor een langer leven; een effect tussen lichaam en geest dat we wel kunnen waarnemen, maar niet kunnen verklaren. Wat is de effectiviteit van narratieve psychologie? Verhalen stellen de waarheid immers pas achteraf vast. Is de biologische psychologie echt maar een koude bedoening?

Velen stellen dat de biologische benadering te reducerend is, maar eigenlijk neemt elke psychologische benadering iets weg van de werkelijkheid. Is het erg dat veel behandelingen op een placebo-effect berusten? Hoewel de behandeling dan in eerste instantie geen nut lijkt te hebben, worden mensen er toch beter van. En hoe kunnen subjectieve verschijnselen uitgedrukt worden in objectieve maten? Iets wat psychologen elke dag doen wanneer zij gebruikmaken van vragenlijsten. Zitman probeert, middels verschillende, soms recht tegenover elkaar staande ideeën antwoord op deze vragen te geven. Helaas lijkt de kloof tussen het lichaam en de geest ook na het lezen van dit boek onoverbrugbaar. Het centrum van de psychiatrie ligt in de ‘explanatory gap.’ Wat moeten we dan? Erg simpel en onbevredigend: doen alsof het niet bestaat. Zoals de stelling van Emil Heinrich du BoisReymond – arts en fysioloog – luidt: ignoramus et ignorabimus, oftewel: we weten het niet en we zullen het nooit weten. Als je dit een teleurstellende gedachte vindt, raad ik je vooral aan de quote van C.J. Wijnaendts Francken, geciteerd door Zitman, in je achterhoofd te houden: ‘Er is veel verstand voor nodig om sommige dingen onbegrijpelijk te vinden.’ Misschien vrolijkt dat je al iets op. Hoewel het boek in eerste instantie misschien een opsomming van literatuur lijkt, weet Zitman deze op een manier te brengen waardoor je constant op het puntje van je stoel zit, smachtend naar nieuwe inzichten. Het boek is misschien geen spannende thriller, maar wat mij betreft kan het zeker aan de categorie pageturners worden toegevoegd. Dit boek is te verkrijgen voor €24,95 bij boekhandel of site.

9 Juni 2018

D

e verwondering over de onoplosbare fenomenen binnen de psychologie begint al bij het lezen van de titel van dit boek. Want hoe kun je een concrete handeling (knijpen) uitvoeren op iets abstracts (de ziel)? Om een zogenaamde ‘zielenknijper’ te zijn, moet je de grens tussen het stoffelijke en het geestelijke overschrijden. Mensen zijn geboren dualisten, maar wanneer we het dualisme meer aandacht geven dan ons onderbuikgevoel lopen we vast in het verklaren van hoe lichaam en geest zich tot elkaar verhouden en elkaar beïnvloeden. We blijven zitten met de ‘explanatory gap:’ de onoverbrugbare kloof die ontstaat wanneer men het verband tussen lichaam en geest probeert te verklaren.

Spiegeloog

Knijpen in de Ziel van Frans Zitman


Waarheid achter een Leugen Stel je staat in de kroeg. ‘We doen één drankje.’ Na het vierde drankje komt het besef dat je beter thuis had kunnen blijven, maar toch drink je door. Want tja, het is nu toch al te laat. Asjeblieft: in een notendop de tweestrijd van een vastberaden leugenaar als wielrenner Lance Armstrong die jarenlang ten koste van alles zijn dopingleugen in stand probeerde te houden. Hoe heeft hij iedereen jarenlang weten te misleiden?

Tekst: Nicole van der Werf

Spiegeloog

10

I

Juni 2018

beginnen met de biologische benadering: hierbij lijkt het n het jaar 1993 werd de – toen nog onbekende – Ameerop dat, evolutionair gezien, biologische processen ervoor rikaanse wielrenner Lance Armstrong wereldkampioen. zorgen dat mensen bepaalde (lieg)genen erven waardoor Koste wat het kost wilde de jonge wielrenner op weg naar ze zijn voorbestemd om te liegen. Deze visie – die al terug Oslo winnen. Armstrong ging naar huis met een miljoen te vinden is in de werken van Plato: namelijk kennis komt dollar aan prijzengeld. Tijdens zijn deelname aan de Ronde voort uit de ratio (het verstand), en is dus aangeboren – lijkt van Frankrijk werd bij hem plots teelbalkanker geconstade leugens van Armstrong een kapstok te bieden. Denk aan teerd. Armstrong bleef op de been en zag de kans op genehet interview van Oprah zing schoon. Zo zou hij Winfrey waarin Armdeze ervaring gebruiken strong toegeeft in theraom anderen te helpen. pie te zijn vanwege zijn Dit heeft geleid tot de - De angst voor minachting door narcisme. De angst voor oprichting van de Lance anderen is bij narcisme essentieel een negatieve beoordeArmstrong Foundation, ling of minachting door waarmee hij slachtoffers anderen is bij narcisme van kanker en kankeressentieel (Crozier, 1998; onderzoek steunt – achElison, 2005). In het geval van Armstrong zou dit samenteraf gezien het perfecte alibi om geloofwaardig over te gaan met een afweermechanisme voor schaamte: denk komen. Want als klap op de vuurpijl werd anno 2012 bekend hierbij bijvoorbeeld aan agressie, boosheid en vooral liegen dat Armstrong jarenlang ten koste van alles had gelogen om (Hoogendoorn, 2006). zijn dopinggebruik te verbergen. Voor een deel gaat die vlieger op; enerzijds gaan de gele Livestrong bandjes om steun te betuigen aan mensen die getroffen zijn door kanker (nog steeds) als warme broodjes over de toonbank. Anderzijds maakt dit voormalig professioneel wielrenner Armstrong de zondebok. Niet gek, want het bekennen van een leugen heeft een belangrijk gevolg: eens een leugenaar, altijd een leugenaar. Maar is dit niet hypocriet? Er zijn namelijk veel onderzoeken gedaan naar liegen en leugenaars, waaruit blijkt dat liegen een veelvoorkomend fenomeen is. Zo blijkt uit onderzoek van DePaulo en collega’s (1996) dat mensen iedere dag minstens twee leugens vertellen. Om de rol en het functioneren van een leugen in de samenleving te kunnen verklaren, maken we onderscheid tussen drie theorieën die leugens trachten te verklaren. Om te

Een visie die eveneens (vanuit een individualistisch perspectief) leugens tracht te verklaren is de psychiatrische of psychologische benadering. Het onderscheid zit hier in de mogelijkheid tot het verkeerd aanleren van een socialisatieproces, bij wijze van spreken krijgen we het liegen met de paplepel ingegoten. Het betreft dan ook een minder deterministisch perspectief dan de biologische benadering. Daarnaast zijn sommige mensen op basis van het bezitten van de juiste genen en persoonskenmerken meer vatbaar om leugenachtigheid te ontwikkelen dan anderen. In het geval van Armstrong ging de groei van zijn succes hand in hand met de groei van zijn leugens. Denk hierbij aan de wielrenner die naar huis ging met een miljoen dollar aan prijzengeld. Was dit genoeg reden tot liegen? Ewout Meijer, universitair docent forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht, stelt dat het


Illustratie: Chitra Mohanlal

Bronnen

- Bockstaele, M. Raeymaekers, S., & Enhus, E. (2007). Leugens en hun detectie. Antwerpen-Apeldoorn: Maklu Uitgevers. - Bots, P., & Winterman, P. (2013, 19, 01). Liegen tot de laatste snik. Opgehaald op 17 mei 2018 van http:// https://ris.utwente.nl/ ws/portalfiles/portal/6919903/. - Crozier, W. R. (1998). Self-consciousness in shame: the role of the ‘other’. Journal for theTheory of Social Behaviour, 28, 273-286. - DePaulo, B.M., Kashy, D.A., Kirkendol, S.E., Wyer, M.M., & Epstein, J.A. (1996). Lying in everyday life. Journal of Personality and Social Psychology, 70(5), 979-995. - Elison, J. (2005). Shame and guilt: a hundred years of apples and oranges. New Ideas in Psychology, 23, 5-32. - Hoogendoorn, A.A. (2006). Licht op Schaamte. Exploratief onderzoek naar sekse en religieuze verschillen in schaamte en gerelateerde factoren bij jongeren. Faculteit Gedragswetenschappen. Universiteit Twente.

Spiegeloog

De laatste theorie die de rol en het functioneren van een leugen tracht te verklaren is de sociaalpsychologische of sociologische benadering, waarin liegen gezien kan worden als een belangrijk – en soms ook noodzakelijk – maatschappelijk mechanisme dat als gevolg door iedereen wordt gehanteerd. Vanuit deze visie zijn mensen gemotiveerde, bewuste actoren die keuzes maken en deels hun eigen werkelijkheid vorm kunnen geven. ‘Mensen houden van de waarheid,’ stelt Elze Ufkes, universitair docent Psychologie van conflict, risico en veiligheid aan de Universiteit Twente, ‘maar ze houden nog meer van een logisch en samenhangend verhaal. Ze doen er dan ook alles aan om hun verhaal logisch te houden. Dat een kleine leugen op die manier groot wordt, nemen ze op de koop toe.’ Daar komt nog een aangeboren beschermingsmechanisme van de mensheid bij: de neiging om anderen op hun woord te geloven (Bots & Winterman, 2013). Dit voorkomt een achterdochtig leven, met alle gevolgen van dien. We kunnen het onszelf dus niet kwalijk nemen dat we zoveel moeite hebben met het detecteren van leugens. De drie theorieën die leugens trachten te verklaren sluiten elkaar niet uit: ze bieden samen een bijdrage aan de verklaring

van de rol en het functioneren van een leugen in de samenleving. Samen verklaren ze beter hoe Lance Armstrong jarenlang iedereen heeft weten te misleiden dan slechts een van de benaderingswijzen zou doen. Dit benadrukt des te meer hoe complex de waarheid achter een leugen is (Bockstaele, Raeymaekers & Enhus, 2007). ‘Al met al mogen de leugens van mensen zoals Armstrong als opvallend gezien worden. Het volhouden van een leugen vreet immers energie.’ Daarnaast, stelt Ufkes, gaat het niet altijd om een grote leugen (Bots & Winterman, 2013). Vaak gaat het ‘slechts’ om leugentjes om bestwil, zoals een orgasme faken. Een leugen om te voorkomen dat je de ander niet de waarheid hoeft te vertellen, om een relatie in stand te houden. Een klein leugentje is dus overwegend geoorloofd, maar als het een miljoen dollar betreft is het een ander verhaal. <<

11 Juni 2018

bij liegen altijd om een beloning gaat. Bij de een is die beloning een geldbedrag en bij de ander het ontlopen van een gevangenisstraf. In het geval van Armstrong zijn meerdere vormen van beloning denkbaar. Naarmate die beloning groeit, stelt Meijer, wordt het moeilijker om de leugen op te biechten. Het nut van een felle reactie wanneer leugenaars op hun valsheid worden aangesproken is evident: ze willen hiermee voorkomen dat ze hun beloning mislopen (Bots & Winterman, 2013).


Camera Obscura Tekst: Julia Zegeling

Unsane D

e nieuwe bioscoopfilm Unsane van regisseur Steven Soderbergh sleept de kijker mee in een psychologische thriller waarin één centrale vraag gesteld wordt: wat is nu écht de waarheid? Niet alleen is dat een belangrijk thema in de wereld van de hoofdpersoon, maar ook de kijker zal zichzelf deze vraag meerdere malen stellen.

Spiegeloog

12

De film begint met een voice-over, waarna in rode letters de titel op een zwart scherm verschijnt. Het geeft een onheilspellend gevoel. De eerste beelden zijn slow motion beelden van de hoofdpersoon – Sawyer Valentini, gespeeld door Claire Foy – die lopend op weg is naar haar werk. Op de achtergrond speelt een semi-upbeat, semi-geheimzinnig muziekje.

Juni 2018

In het begin lijkt het leven van Sawyer nog vrij normaal, ze heeft een nieuwe baan, belt met haar moeder, en gaat op een Tinder-date. Aan het einde van deze date blijkt echter al dat er mogelijk meer met Sawyer aan de hand is. Ze lijkt dingen te zien die er niet zijn en stuurt haar date de deur uit. De sfeer van de film op dit punt is ook al aardig sinister, wat waarschijnlijk ontstaat door de creatieve manier van filmen. Soderbergh heeft namelijk de gehele film opgenomen met de Iphone 7 Plus. De bewegingsvrijheid die dit geeft zie je terug in de manier waarop de camerahoek de hele tijd verandert, wat aan de ene kant het idee kan geven dat je naar een zelfgemaakt filmpje kijkt, maar ook voor meer spanning zorgt. Zo zie je Sawyer medicijnen uit een kastje pakken, eerst gefilmd van boven en daarna van onder. Dit schept een wat onrustig beeld, typerend voor de verwarring die de hoofdpersoon lijkt te voelen. Hierna neemt de film een wat duistere wending, omdat je als kijker nu door hebt dat er iets (psychisch) met de hoofdpersoon aan de hand lijkt te zijn. Al vrij snel zie je Sawyer naar een therapeut gaan waar ze vertelt over haar vroegere stalker en haar angsten om de man in kwestie weer tegen te komen. Op dit moment wordt het helemaal grimmig. Sawyer

wordt namelijk onder dwang opgenomen in een psychiatrische instelling. Het verhaal suggereert dat de hoofdpersoon wanen en hallucinaties heeft, wat opname in de instelling noodzakelijk zou maken. Echter is het voor de kijker onduidelijk of dit ook daadwerkelijk waar is. Het belangrijkste thema van de film komt hier dan ook weer naar boven: wat is de waarheid? Wat mogelijk ook boeiend is voor psychologiestudenten, is dat de makers van de film een boodschap over willen brengen over de geestelijke gezondheidszorg in de Verenigde Staten. Deze wordt namelijk niet bepaald positief neergezet. Zo luistert niemand in de kliniek daadwerkelijk naar Sawyer, zelfs niet naar haar vermoedens dat haar stalker, vermomd als verpleegkundige, werkzaam is in dezelfde kliniek. Ook gaan er onder de patiënten geruchten rond over de instelling, die mensen tegen hun wil in zou opnemen om op die manier geld van de verzekeringsmaatschappijen te krijgen. Of dat klopt wordt natuurlijk pas later duidelijk. Deze geruchten zouden net zo goed wanen van de patiënten kunnen zijn. Voornamelijk in de eerste helft van de film blijft de spanning zeer hoog en houdt het mysterie stand, waarna de tweede helft toch net een stukje voorspelbaarder wordt. De spanning gaat er hierdoor een beetje van af, en gebeurtenissen uit de film lijken zich te herhalen. Dit is op zich niet erg, er zitten namelijk nog genoeg schrikmomenten in waardoor de kijker alert blijft. Psychologiestudenten die gesteld zijn op thrillers met een vleugje horror en een psychiatrisch tintje zitten bij Unsane in ieder geval op de goede plek. Regie: Steven Soderbergh Deze film is nu te zien in de bioscoop.


Op Kamers

Bruno Verschuere - Gebouw G 1.31 Tekst & Foto’s: Wolter de Boer en Floris Roelofs

Bruno Verschuere promoveerde in 2005 op geheugendetectie aan de Universiteit Gent en is sinds 2011 universitair hoofddocent Forensische Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast doet hij onderzoek naar de psychologie van misleiding en de mechanismen die daaraan ten grondslag liggen.

Indiaan

‘In 2011 zaten we nog met de faculteit in gebouw A. Ik heb daar drie maanden gewerkt, waarna we tijdelijk waren verhuisd naar de Diamantbeurs. Toen we terug moesten verhuizen naar het huidige gebouw was er enorm veel rommel die achterbleef op de Diamantbeurs, vooral in de overlegruimte naast het secretariaat. Daartussen stond onder meer dit beeldje van een indiaan. Deze bleek van onze collega Mark Spiering te zijn. Hij had allemaal decoraties van zijn tante gekregen om zijn kamer en de overlegruimte mee aan te kleden. Bij het terugverhuizen werden die spullen grotendeels daar achtergelaten, waaronder deze indiaan. Een keertje na een borrel heb ik het beeldje toen maar meegenomen, en sindsdien staat het hier. Ik vind hem vooral leuk omdat hij zo kitsch is, maar het is ook mooi dat we toch nog een decoratiestuk hebben kunnen redden van de tante van een collega.’

Daruma-pop

‘Twee jaar geleden had ik een Japanse collega op bezoek. Ik doe onderzoek naar leugendetectie en dan vooral naar een specifieke test die alleen in Japan op grote schaal wordt toegepast. Een van de polygrafisten en onderzoeksters die dat op dagelijkse basis doet was in die zomer naar Amsterdam gekomen en had dit als cadeautje voor mij meegenomen. Wanneer je dit poppetje als cadeau ontvangt zijn de ogen nog niet ingekleurd: het is namelijk een wenspoppetje. Op het moment dat je je wens doet kleur je eerst het ene oog in. Wanneer de wens is uitgekomen mag je het andere oog inkleuren. Het is een bekend fenomeen in Japan en de poppetjes worden vaak gegeven als relatiegeschenk. De Japanse onderzoekster was ontzettend beleefd, ze had een koffer vol met thee en andere spulletjes meegenomen waardoor ik mij bijna schuldig voelde. Tijdens haar terugreis naar Japan had ze tulpenbollen meegenomen, en na een poosje ontving ik een foto waarop de bollen uitgekomen waren. Per toeval was mijn wens toen ook uitgekomen en kon ik ook het tweede oogje inkleuren.’

13 Juni 2018

‘Deze poster heb ik eens op een maandagmorgen bij mij in de straat gevonden. Hij lag bij het grofvuil, maar sprong mij alsnog in het oog. Ik dacht dat het kader misschien beschadigd was, maar gelukkig was het nog helemaal intact. Ik heb de ingelijste posters onder mijn arm op de fiets meegenomen naar de universiteit. Dat was nog een hele rit, maar ik ben gelukkig heelhuids aangekomen. Er moet nog wel een klusjesman komen die hem netjes ophangt, want het moet met van die draadjes aan het plafond omdat in de muren niet geboord mag worden. Op het eerste gezicht is deze poster misschien niet werkgerelateerd, maar ik vind de Boulevard of Broken Dreams wel heel toepasselijk voor de afdeling Klinische Psychologie.’

Spiegeloog

Poster


De Wandelgang Tekst & Foto’s: Maaike Posthuma en Floris Roelofs

Het Nederlands én het Engels hebben er een term voor: het leugentje om eigen bestwil, of the white lie. Spiegeloog was benieuwd wat de voorbijgaande student op de Roeterseilandcampus zoal deed jokken en dus vroegen wij aan de eerlijkste studenten: ‘Wanneer heb jij voor het laatst de waarheid verdraaid?’

Spiegeloog

Iris: ‘Laatst nog, toen ik een appje kreeg van een collega die mij vroeg of ik voor haar kon werken. Ik heb toen gezegd dat ik niet kon, terwijl ik er eigenlijk gewoon geen zin in had. Je moet bij dit soort dingen natuurlijk altijd onthouden wat je hebt gezegd, zodat als mensen aan je vragen of “het leuk was,” je een passend antwoord paraat hebt.’

14 Juni 2018

Jan: ‘Van de week moest ik een interview afnemen. Ik moest het ook opnemen zodat ik het zou kunnen terugluisteren. Ik had dat opnemen uiteindelijk niet gedaan, dus toen heb ik mijn begeleider gemaild dat de degene met wie ik de afspraak had afgezegd had. Ik heb het gesprek de dag erna alsnog opgenomen en ik heb nu een afspraak staan om het na te luisteren. Nu zal het dus wel goedkomen, ik noem het dan ook een wit leugentje.’ ‘Hotdog:’ ‘Every time my mother asks me if I have enough money to support myself, I tell her: “Yes, I have!” But actually, I don’t have enough money. If I tell her the truth, she will give me more money, but I know it is very difficult for her to get some. I don’t want to put that pressure of supporting me on her shoulders, so that’s why I lie and figure out some other way to get money.’

Lisa: ‘Ik doe diergeneeskunde, waarvoor ik coschappen moet lopen. Ik verdraai hierbij het meest de waarheid als ik even extra tijd voor studie nodig heb om alles bij te werken. Dan verzin ik een slechte smoes, zoals dat ik ziek ben. Soms begin ik een dag van tevoren al aan te kondigen dat ik niet zo lekker ben, zodat ik me de volgende dag minder schuldig voel over mijn ziekmelding. Anders krijg ik echt gezeik.’


Jolein: ‘De manager van m’n werk had een tijdje geleden tegen ons gezegd dat we geen vakantie mochten nemen in augustus. Ik ben alleen niet heel erg een planner, dus ik was nog niet echt bezig met augustus. Ik wist wel dat ik graag naar het festival Sziget wilde, dus toen heb ik gisteren maar een zielig verhaal opgehangen tegen m’n manager dat augustus nog maar mijn enige vakantiemaand zou zijn. Hij reageerde heel begripvol, terwijl ik het eigenlijk al veel langer wist.’

Spiegeloog

Jack: ‘My parents ask me a lot: “Did you go to class this morning?” But sometimes I sleep through lectures or stay at home and chill. I think I do this maybe once a week. My lectures are from 9 to 11, so if they FaceTime me at 11:30, they don’t know I haven’t been to class.’

Roderickx: ‘Van de week nog, toen ik met m’n moeder belde. Ze vroeg me of ik wel goed gegeten had, en ik zei dat ik braaf groenten had gegeten. In werkelijkheid had ik een pizza gegeten. Op zich zit daar natuurlijk wel tomatensaus en kaas op, dus dat is al wel voedzaam. Maar alsnog voelde ik de behoefte om me gezonder voor te doen tegenover m’n moeder. Een imago-dingetje, denk ik, maar ook om mijn moeder het gevoel te geven dat ze me goed heeft opgevoed.’ Leung: ‘Sometimes I tell a lie to my friends. For example, when someone has new clothes that I find very ugly, I will still say that I like it. I don’t want to hurt anybody’s feelings and so I lie sometimes. The truth can be a bit ugly, so I want to escape that.’

Camiel: ‘Gisteren nog, tegen m’n scriptiebegeleider die mij vroeg hoe het ervoor stond. Het zou heel vervelend zijn om mijn scriptie nu daadwerkelijk op te sturen, want die kan ik namelijk niet laten zien. Ik heb gezegd dat ik met één kleine variabele aan het klooien ben, maar eigenlijk is het andersom. Ik heb één enkele variabele goed, maar de rest geeft nog hele rare cijfers.’ Laura: ‘Laatst toen ik ziek was, belde ik met m’n ouders. Ik zei dat ik heel goed voor mezelf zorgde, vroeg op bed ging en veel groenten at en zo, maar eigenlijk heb ik me daar niet echt aan gehouden. Ik ging bijvoorbeeld ook gewoon biertjes drinken, terwijl ik wel echt niet lekker was. Niet zo slim, maar toch doe je zoiets dan.’

Juni 2018

15


Wist je dat... Tekst: Martin Verloop …onlangs een leugendetectortest heeft aangetoond dat een zelfbenoemde ‘tijdreiziger uit 2030’ de waarheid spreekt? Volgens Noah, zoals onze tijdreiziger heet, was hij na zijn reis door de tijd onbedoeld gestrand in 2017. Helaas moet Noah nog even wachten voordat hij zijn tijdmachine weer in kan. Als we hem mogen geloven (en volgens de leugendetectortest hebben we weinig reden om dat niet te doen), wordt tijdreizen namelijk pas in 2028 uitgevonden. Noah vertelde ook dat in 2020 Donald Trump herkozen zal worden als president van de Verenigde Staten. We zijn volgens Noah voorlopig dus nog niet af van deze ‘geliefde’ president. Ik gok dat dit fake news is, maar de tijd zal ons leren of Noah de waarheid spreekt.

Spiegeloog

16 Juni 2018

…in Japan de termen ‘waarheid’ en ‘leugen’ op het eerste gezicht iets gecompliceerder liggen? Het is namelijk in Japan niet altijd gewenst om de waarheid te vertellen. In het land ziet men het vertellen van kleine leugens als een vorm van respect, iets dat wordt aangeduid met het begrip tatemae, letterlijk te vertalen als ‘façade.’ Onderdeel van tatemae is vleierij, maar ook (valse) bescheidenheid. Tegenovergesteld hieraan is de term honne, die de daadwerkelijke intentie van iemand omschrijft. Of deze Japanse opvatting van waarheid nu echt zo anders is dan de onze, is overigens nog maar de vraag. Ook in Nederland is het verschil tussen waarheid en leugen niet zwart-wit. Denk maar eens aan ons leugentje om bestwil.

…het verhaal van Pinokkio van oorsprong geen sprookje is? In het sprookje groeit de neus van Pinokkio op het moment dat hij liegt. Het oorspronkelijke verhaal komt uit de negentiende eeuw en is een groot Italiaans literair werk van Carlo Collodi. In deze versie van het verhaal had liegen echter niet zo’n grote rol als in de Walt Disney-film die later uitkwam. Het werk steekt de draak met de Ita­ liaanse politiek in de negentiende eeuw en is niet geschreven voor kinderen, maar voor volwassenen. In Nederland is dit echter minder bekend en inmiddels heeft Pinokkio ook een plaats in het sprookjesbos van de Efteling veroverd.

…alcohol niet alleen in de Nederlandse taal onlosmakelijk verbonden is met de waarheid? Naast het Nederlandse spreekwoord dat zegt dat kinderen en dronkaards altijd de waarheid spreken, zijn soortgelijke spreekwoorden ook terug te vinden in bijvoorbeeld het Engels of het Frans. Er is zo ook het Latijnse ‘in vino veritas’ (te vertalen als: ‘in wijn is er waarheid’), een uitspraak die op zijn beurt weer is gebaseerd op een uitdrukking uit het oude Grieks. De oorsprong van het spreekwoord ligt dus ver terug in de tijd. De Griekse variant zou echter niet zozeer verwijzen naar de waarheid, maar in plaats daarvan naar verborgen gedachten die zich onder invloed van alcohol openbaren. Het idee is dus niet dat we vaker liegen als we water in plaats van wijn drinken, maar eerder dat we dan beter zijn in het houden van onze mond.


Reïficatie

De verantwoording van ons gedrag Psychische stoornissen worden tegenwoordig vaak gezien als opzichzelfstaande eenheden. Dit leidt tot allerlei misvattingen in het hedendaagse taalgebruik en andere ongewenste gevolgen. Wat geldt als waarheid binnen de psychiatrie en wanneer kunnen we eigenlijk spreken van een psychische stoornis?

elf heb ik me altijd al afgevraagd in welke mate je zelf verantwoordelijk bent voor je gedrag. In hoeverre vormen biologische, psychologische, sociale en omgevingsfactoren jou tot wie je bent en in hoeverre kun je je gedrag veranderen wanneer jij of een ander dit echt wil? Als iemand van wie je houdt gedrag vertoont dat jij echt niet kan uitstaan, hoop je natuurlijk dat diegene zoveel liefde voor jou heeft dat hij zijn gedrag voor jou kan aanpassen. Maar kan dit wel? Ik dacht dat het gedrag van mensen met een psychische stoornis meer te wijten zou zijn aan externe factoren dan aan henzelf en dat hun gedrag alleen zou kunnen veranderen door een effectieve behandeling van de stoornis. Er bleek een fout te zitten in mijn denken: ik reïficeerde.

een stoornis. Een meisje dat dromerig is heeft nu ADHD, maar ze is niet dromerig doordat ze ADHD heeft. Ook wordt iemand gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis als er sprake is van sterk wisselende gemoedstoestanden, maar iemand krijgt geen sterk wisselende gemoedstoestanden als gevolg van de bipolaire stoornis.

Misschien willen we tegenwoordig zo graag dat een diagnose ons gedrag kan verklaren, omdat we dan zelf niet meer verantwoordelijk hoeven te zijn voor ons gedrag. Ook de sociale omgeving heeft belang bij de DSM-classificaties (Nieweg, 2005). Het woord ‘stoornis’ houdt in dat we een kenmerk niet hoeven te aanvaarden, omdat dat de betrokkene of zijn omgeving te veel zou schaden. De gezondheidszorg moet er dan iets aan doen (Dehue, 2011). Nu kunnen we ons In de filosofie betekent reïficatie het ‘tot ding maken.’ Iets het volgende afvragen: ‘Zouden naast de recepten schrijabstracts dat aan onze taal en ons denken is gebonden wordt vende psychiaters ook de ouders er niet gewoon belang bij opgevat als iets concreets dat los van de mens als entiteit hebben om de fysiologie in de wereld bestaat en van de kinderhersens en vastgegrepen kan worden niet de opvoeding als (Nieweg, 2005). In de oorzaak aan te wijzen?’ psychologie moeten we - In welke mate ben je verantwoordelijk (Bakker, 2002). De DSM hier vooral voor uitkijken voor je eigen gedrag? als diagnostisch lexicon als we classificaties van draagt bij tot het ‘psychistoornissen gaan zien als atriseren’ van alledaagse de oorzaken van gevoelevensproblemen (Vanlens en gedragingen. Zo dereycken, 2006). ‘Banale moeilijkheden worden omhoogben je niet somber omdat je een depressie hebt, maar laat gepraat tot medisch probleem, privé-zorgjes worden een je een symptoom van depressie zien: somberheid. Volgens ziekte-syndroom. Ooit heette sociale fobie gewoon schuwde Diagnostic and Statistical Manual of Disorders (DSM-5) heb heid, en burn-out betekende dat je het op het werk een je dan de diagnose depressie. Deze ingebakken fout in ons beetje rustiger aan moest doen’ (Roox, 2003). De vraag is denken zorgt voor fouten in het taalgebruik die leken – en wanneer een (gezondheids)probleem een ziekte genoemd soms zelfs professionals – niet opvallen. In verschillende mag worden. Veel zogenaamde ‘stoornissen’ kunnen mispersberichten, voorlichtingsfolders, leerboeken en wetenschien wel beter benoemd worden als psychosociale moeischappelijke artikelen staan uitspraken als ‘ADHD uit zich lijkheden, of soms zelfs simpelweg als normale menselijke bij meisjes in dromerigheid’ of ‘bipolaire stoornis leidt tot stemmingswisselingen. Vroeger werd sociaal afwijkend sterk wisselende gemoedstoestanden’ (Dehue, 2011). Eigengedrag een zonde genoemd, met als oplossing biecht en boelijk gaat het hierbij om een verandering in de definitie van

17 Juni 2018

Z

Spiegeloog

Tekst: Lisanne van der Velden


tedoening, desnoods de hel, met de brandstapel als shortcut. Nu noemen we sociaal afwijkend gedrag al snel een psychiatrische stoornis, we hebben het dan niet meer over de effecten van psychosociale probleemsituaties op individuen, maar over te behandelen ziektes (Verhaeghe, 2013). In een interview met het NRC uit 2014 stelt Trudy Dehue – emeritus hoogleraar wetenschapstheorie en wetenschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen – dat de DSM-5 gelezen kan worden als hedendaags etiquetteboek. ‘Kijk naar de criteria voor stoornissen: níet wiebelen op je stoel, niet door andermans gesprekken heen praten. Dan zie je zo hoe het wel hoort. Vroeger leerden we dat van oma en de kerk.’ Volgens Dehue zijn er zeker mensen met problemen, maar er zijn ook gewoon mensen met een pittig karakter (Köhler, 2014).

Spiegeloog

18 Juni 2018

Aan de andere kant van dit spectrum heb je natuurlijk ook ‘sociaal afwijkend gedrag’ dat vroeger als ziekte werd gezien, maar later niet meer. Over homoseksualiteit ontstond vroeg in de jaren 70 de publieke discussie of dit een ziekte of een keuze was (Rosenberg, 2002). Uiteindelijk is homoseksualiteit toen geschrapt uit de DSM. Ook werd de oorzaak van een stoornis wel eens bij de opvoeding gelegd, terwijl dit later geen bepalende factor voor de ontwikkeling van de stoornis bleek te zijn. De refrigerator mother theory (Wikipedia, z.j.) stelde bijvoorbeeld dat autisme veroorzaakt wordt door een gebrek aan moederlijke warmte. Later bleek dat een combinatie van genetische factoren de voornaamste oorzaak was voor het ontwikkelen van autisme. Ook de oorzaak voor de ontwikkeling van schizofrenie werd vroeger bij de opvoeding gelegd. De term schizophrenogenic mother (Fromm-Reichmann, 1948) werd het leven in geroepen. Vroegere theoretici dachten dat familierelaties – vooral die tussen moeder en zoon – cruciaal waren voor de ontwikkeling van schizofrenie. Een koude, dominante en conflict teweegbrengende ouder zou schizofrenie produceren in zijn of haar nakomeling. Onderzoeken naar deze theorie hebben dit niet kunnen ondersteunen, maar deze theorie heeft verschillende families flink wat schade toegebracht. Generaties lang hebben ouders zichzelf als schuldige aangewezen voor de stoornis van hun kind en tot de jaren 70 hebben zelfs psychiaters vaak met de beschuldigende vinger gewezen (Kring, Johnson, Davison, & Neale, 2017).

Als een stoornis een biologisch component heeft, lijkt het meer gerechtvaardigd om dit als oorzaak van afwijkend gedrag te zien, maar volgens wetenschapsfilosofen is ook in dit geval reïficeren niet te rechtvaardigen. Een biologische indicator betekent nog niet dat er een oorzaak is gevonden. Een biologische factor die correleert met een bepaalde psychische stoornis, hoeft niet te de oorzaak van de stoornis te zijn (Dehue, 2011). Zoals elke universitaire student weet: correlatie impliceert geen causaal verband. Naast dat er tegenwoordig zoveel meer aandacht is voor biologische factoren van psychische stoornissen, is ook de medicalisering van de geestelijke gezondheidszorg aan een flinke opmars bezig. Dit is het gevolg van de driedelige biologisch-psychiatrische visie die stelt dat psychische stoornissen aparte ziekte-eenheden zijn. Deze worden gekenmerkt door specifieke hersendisfuncties, die op hun beurt verholpen kunnen worden door corrigerende psychofarmaca (Van der Burg, 1998). Het paradigma dat tegenwoordig gebruikt wordt in


Spiegeloog

19 Juni 2018

te zijn over hun behandeling. Maar terwijl we het categode medische wetenschap kan het ‘stofjes’-model genoemd rische systeem van de DSM-5 blijven aanhouden, kan het worden: elke ziekte heeft een duidelijke oorzaak – een tekort geen kwaad om meer holistisch te gaan denken en geen ziekof teveel aan een bepaalde stof – waarvan we de gevolgen tes te zien, maar ontregelde individuen. Menselijk gedrag ligt weten, en waarbij behandeling die oorzaak zal wegnemen. Ik immers vaak op een continuüm, en valt dan niet binnen een denk dat veel mensen een bevredigend gevoel krijgen van bepaalde categorie. << zo’n gereduceerde theorie, maar zo ontstaan er ook misvattingen dat we de werkzaamheid van ongeveer alle medicijnen kennen en dit aansluit bij onze kennis over het ziekteproces. Bronnen Helaas is dat niet zo, er zijn nog steeds meer vragen dan ant- [Afbeelding] Opgehaald op 17 mei 2018 van https://upload. woorden. Veel medische behandelingen baseren zich op een wikimedia.org/wikipedia/commons/3/38/Vincent_Willem_van_ trial-and-errormethode. Het ‘stofjes’-model past goed bij de Gogh_002.jpg/. publiciteit die de farmaceutische industrie genereert om hun - Bakker, N. (2002). Boekbespreking: Brancaccio, M.T., ‘But fidgety doel te bereiken: winst maken. Er wordt gesuggereerd dat Phil/ He won’t sit still...’. From instability to hyperactivity, 1890s – de oorzaak van bepaalde psychische stoornissen ligt in de 1990s.’ Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 57, 1002-1004. hersenen, wat leidt tot een herdefiniëring van de stoornissen. - Van der Burg, W. (1998). Biologische psychiatrie, de mode en de Echter, veel probleemsipretenties. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 53, tuaties zijn psychosociaal 750-765. van aard, zoals werkdruk - Een biologische indicator betekent nog - Dehue, T. (2011). Ik die te hoog wordt voor maakte me druk want ik mensen, kinderen die niet dat er een oorzaak is gevonden ben een druktemaker. De niet meer gehoorzamen Groene Amsterdammer. en agressie in het verOpgehaald op 7 mei 2018 keer. Het definiëren van van https://www.groene.nl/artikel/ik-maak-drukte-want-ik-bendeze problemen als ziektes zal ertoe leiden dat men kritische een-druktemaker/. vragen kan ontwijken, omdat de invulling van een ziekte medisch wordt (Verhaeghe, 2013). - Fromm-Reichmann, F. (1948). Notes on the development of treatment of schizophrenics by psychoanalytic psychotherapy. Psychiatry, De farmaceutische industrie is zo gericht op winst dat we 11, 263-273. ons kunnen afvragen of we een (gezondheids)probleem - Köhler, W. (2014). Lang leve de afwijking. NRC. Opgehaald op 7 een ziekte noemen op het moment dat veel mensen eronmei 2018 van https://www.nrc.nl/nieuws/2014/06/14/lang-leveder lijden, of als de farmaceutische industrie er een therapie de-afwijking-1388676-a727362/. voor aanbiedt (Vandereycken, 2006). Misschien is de meest - Kring, A.M., Johnson, S.L., Davison, G.C., Neale J.M. (2017) toepasselijke hedendaagse definitie van depressie wel ‘de Abnormal Psychology (13e ed.). Wiley Custom. conditie die behandeld wordt met antidepressiva’ (Meda- Medawar, C. (1997). The antidepressant web: marketing depression war, 1997). Tegenwoordig lijkt het alsof je van een ziekte and making medicine work. International Journal of Risk & Safety kan spreken als je een kenmerk vertoont dat verholpen in Medicine, 10, 75-126. kan worden met een pil. In haar interview met het NRC - Nieweg, E. (2005). Wat wij van Jip en Janneke kunnen leren. geeft Trudy Dehue een voorbeeld. Ooit is er een medicijn Tijdschrift voor Psychiatrie, 47, 687-696. ontwikkeld voor een ziekte waarbij mensen midden op de - Refrigerator mother theory. In Wikipedia. Opgehaald op 7 mei 2018 dag ineens in slaap vielen. Uiteindelijk heeft de fabrikant van https://en.wikipedia.org/wiki/Refrigerator_mother_theory/. van het medicijn een nieuwe ziekte verzonnen: shift work - Roox, G. (2003). Een ziekte voor elke pil. De Standaard Magadisorder. Mensen met deze ziekte kunnen niet tegen onrezine. gelmatige werktijden. De fabrikant stelde dat er iets in - Rosenberg, C (2002). The Tyranny of Diagnosis: Specific Entities hun hoofd zat waardoor ze slaap nodig hadden om met and Indiviudal Experiences. The Milbank Quarterly, 80, 237-260. de onregelmatige werktijden om te kunnen. Hier is nu een - Vandereycken, W. (2006). Over bittere en vergulde pillen: psychiatrie pil voor, waardoor de werknemers niet meer kunnen eisen in het licht (of schaduw) van de farmaceutische industrie. Tijdschrift dat ze een regelmatig slaapritme nodig hebben. Ik denk voor Psychiatrie, 28, 119-129. dat we door de winstgerichte aanpak van de farmaceuti- Verhaeghe, P. (2013) Medicalisering van psychosociale problemen: sche industrie vooral moeten uitkijken dat we niet in een een verdoken vorm van disciplinering.. In I. Devisch (Red.), Ziek van maakbare wereld komen te leven. Een wereld waarin geen gezondheid. Voor elk probleem een pil? (pp. 27-51). Amsterdam, mens meer uniek is, omdat pillen het gedrag standaardiseren. Nederland: De Bezige Bij. Wat veel van de bovengenoemde studies en ook ik duidelijk willen maken, is dat het bestrijden van reïficeren zeker geen oproep is tot antipsychiatrie. De drempels die overschreden moeten worden om volgens de DSM-5 van een diagnose te spreken zijn goede handvatten voor psychologen om zeker


Ivoren Toren We weten, dat het waar is

E

r bestaat uitgebreide filosofische literatuur over de vraag wat waarheid is. Daarin vind je theorieën die de waarheid vatten in een mondvol jargon: van correspondentie met de werkelijkheid tot theoretische coherentie en van deflationaire opvattingen tot constructivistische waarheidsdefinities. Dat is uitermate specialistische literatuur, die je alleen kunt volgen als je degelijk geschoold bent in de filosofie.

Spiegeloog

20

Aan de andere kant heb je de klassieker ‘Mijn leuk woordenboek’ van Richard Scarry, die ik mijn kinderen voorlas toen ze pakweg drie waren. In dat boek worden allerlei begrippen in één zin gedefinieerd met een plaatje erbij. De mooiste definitie uit het boek vind ik: ‘Het is een feit. We weten, dat het waar is.’ Daar valt niet veel aan te verbeteren. Er staat echter nergens in het boek wat het woord ‘waar’betekent. Blijkbaar kunnen we een kind van drie leren wat een feit is, zonder dat kind eerst filosofisch te scholen in de waarheidstheorie. Dat gaat er bovendien in als koek. Mijn

kinderen hebben over van alles moeilijk gedaan; ze hebben zich afgevraagd of de Paashaas bestaat, of zwart een kleur is, en of onze hond kan denken – maar nooit hebben ze mij gevraagd wat het woord ‘waar’ eigenlijk betekent, of waar Richard Scarry zijn definitie op baseerde.

Juni 2018

Als je daar even over nadenkt is dat best wel gek, want waarheid is zelfs in de meest basale opvattingen nog een behoorlijk complex concept: minimaal vereist het de toekenning van een eigenschap aan een propositie op basis van de betekenis van die propositie. Nu leren kinderen natuurlijk allerlei complexe dingen, maar daar doen ze over het algemeen schrikbarend lang over. Het vereist wel zes jaar dagelijkse training voordat een kind een beetje redelijk kan vermenigvuldigen, en schoenveters strikken gaat ook niet vanzelf. Zelfs de taalvaardigheid, iets dat zich zo snel ontwikkelt dat sommigen vermoeden dat het taalvermogen al in het brein versleuteld is vanaf de geboorte, doet er een paar jaar over om op stoom te komen. Je hoort regelmatig ouders zeggen dat hun kind zijn of haar eerste woordje sprak, maar nooit dat het vandaag geleerd heeft wat waarheid betekent. Blijkbaar is het waarheidsbegrip er al voordat de taal zich ontwikkelt. Daarom is het des te opmerkelijker dat de filosofen er nooit zijn uitgekomen wat de beste definitie van waarheid is. Tot op de dag van vandaag is waarheidstheorie een actief onderzoeksgebied waar verschillende opvattingen te vuur en te zwaard verdedigd worden. Persoonlijk denk ik dat de correspondentietheorie nog steeds de beste kaarten in handen heeft. Die theorie stelt dat een uitspraak waar is, zodra die met de stand van zaken in de werkelijkheid overeenkomt. Dat idee is al heel oud, en werd voor het eerst geformuleerd door Aristoteles in zijn Metafysica: ‘Waar is, van iets dat zo is, te zeggen dat het zo is, en van iets dat niet zo is, te zeggen dat het niet zo is.’ Je kunt daar allerlei ingewikkelde sociaal constructivistische kritiek tegenin brengen, op diepzinnige gronden het onderscheid tussen de taal en de wereld betwisten, of de theoriegeladenheid van proposities in stelling brengen om die definitie aan te vallen. – je kunt zelfs uitgebreid beargumenteren dat waarheid helemaal niet bestaat. Maar toch, als Richard Scarry, mijn kinderen en Aristoteles het erover eens zijn, dan moet er wat in zitten. We weten, dat het waar is. Denny Borsboom


Even Voorstellen SPS-NIP: een stap vooruit

• De Stagebank: het kan best moeilijk zijn om een stage •

te vinden die bij jou past. Daarom zijn wij constant op zoek naar de leukste stages voor jou! Beroepscoaches: als student kun je veel vragen hebben over je toekomst. Het ontvangen van antwoorden op deze vragen van iemand met ervaring in het werkveld kan een enorme opluchting zijn. SPS-NIP heeft daarom beroepscoaches die je zullen helpen antwoorden te vinden op jouw vragen. Verder kunnen zij je helpen met je cv of het schrijven van een motivatiebrief, en kunnen zij tips geven voor een sollicitatiegesprek. Algemene activiteiten: de SPS-NIP organiseert diverse evenementen zoals trainingen, lezingen, excursies en professionele netwerkactiviteiten. Dit zijn allemaal geweldige toevoegingen aan je professionele ontwikkeling. Actief lid zijn: bij SPS-NIP kun je een Actief Lid van een Commissie worden of lid worden van het Landelijk Bestuur of een van de Stedelijke Besturen. Dit is een leuke manier om jezelf op professioneel vlak te ontwikkelen.

Kortom, lid worden van de SPS-NIP kan heel wat nuttige mogelijkheden bieden! Wil je meer weten of lid worden? Neem dan een kijkje op onze site: www.spsnip.nl.

EVA is Eva Bos (1990). Ze heeft heeft sociale- en klinische neuropsychologie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en is nu werkzaam als trainer en psycholoog. Naast dat ze psychologe is, treedt ze op als zangeres en cabaretière. Ze vertelt menselijke verhalen met een ontwapenende humor. Tijdens haar studie Psychologie doet Eva in 2011 mee aan het Amsterdams Studenten Festival en wint in de categorie singer-songwriter. Met deze mijlpaal werd EVA geboren. In 2016 besluit Eva het over een andere boeg te gooien en wordt de eerste theatervoorstelling gerealiseerd. Met deze voorstelling, Wat Als We Doorgaan, wint EVA de eerste prijs in de categorie podiumkunsten bij het festival In De Diamantfabriek. Op 1 mei 2018 lanceerde EVA haar eerste EP, welke nu te beluisteren is op Spotify. Met haar achtergrond weet Eva de psychologie op een speelse manier te verwerken in haar verhalen en liedjes. Leven2 is de tweede voorstelling van deze veelbelovende podiumkunstenares. Leven2 speelt op 19 juni in het CREA Theater in Amsterdam. Kaarten zijn te reserveren via www.evaspeelt.nl.

Spiegeloog

De SPS-NIP heeft drie doelen. Allereerst willen wij studenten inzicht geven in de verschillende werkterreinen van psychologen. Daarnaast helpen wij jou om verder te komen in je carrière, en tot slot pleiten wij voor de belangen van (psychologie)studenten. De SPS-NIP biedt jou kansen die je kunnen helpen in jouw loopbaan door:

O

p 11 mei ging Leven2 in première. De nieuwe voorstelling van EVA. Een radicaal openhartig optreden over to-dolijstjes, deals met het grote onbekende en de maakbaarheid van het leven. In deze voorstelling gaat EVA op pad met een formule waardoor je kunt leven in het kwadraat. Ze gaat in op hoe je zo optimaal en zoveel mogelijk kunt leven. Tegelijkertijd wordt het publiek verwend met prachtige, ontroerende en schaterlachwekkende liedjes.

21 Juni 2018

B

en jij een psychologiestudent? Wil je jezelf verbeteren en vaardigheden leren voor de rest van je carrière? Dan biedt de Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen (SPS-NIP) een aantal geweldige mogelijkheden voor je!

EVA


Mededelingen Mededelingen voor nummer 391 kunnen tot 20 juni 2018 worden ingeleverd, liefst via e-mail. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten. Nummer 391 komt na de zomer, in september, uit.

Spiegeloog

22

De Rode Hoed is een cultureel centrum waar debatten, lezingen, concerten, congressen en workshops plaatsvinden, gevestigd in een historische schuilkerk. Adres: Keizersgracht 102 1015 CV Amsterdam Inlichtingen: 020 6385606. Website: www. rodehoed.nl. Woensdag 20 juni vanaf 20:00

€7,50 voor studenten

Juni 2018

Begin van de zomer: Dienst voor ongelovigen Jonge, eigenzinnige dienst met aandacht voor de wisseling van de seizoenen. In de drukte van de stad sta je één uur stil bij wat je belangrijk vindt. De preek wordt gehouden door cabaretière en actrice Sanne Wallis de Vries.

SPUI25 is een academisch-cultureel centrum aan het Spui in Amsterdam. Het is een levendig podium dat een verbinding vormt tussen de Universiteit van Amsterdam en de wereld van de culturele praktijk in de breedste zin. De volledige agenda staat op www.spui25.nl (vooraf aanmelden). Vrijdag 8 juni vanaf 17:00

gratis, aanmelding verplicht

Proost op de wetenschap: Dante, dopamine en depressiegala’s Hoe wordt er in autobiografieën over depressie geschreven? Wat zijn de functies van deze teksten in de samenleving? En wat hebben Dante, dopamine en depressiegala’s met elkaar te maken? Tijdens deze Proost op de wetenschap gaat Anne-Fleur van der Meer op deze vragen in.

CREA is het cultureel studentencentrum van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. CREA organiseert onder andere cursussen, workshops, voorstellingen en lezingen. Adres: Nieuwe Achtergracht 170 1018 WV Amsterdam Inlichtingen: 020 5251400. Website: www.crea.uva.nl.

De Balie is een platform voor een breed en vrijzinnig publiek. In de Grote Zaal, Kleine Zaal en in de Salon vinden vrijwel dagelijks debatten, seminars, theater- en filmvoorstellingen plaats, gericht op culturele, kunstzinnige, maatschappelijke en politieke kwesties. Adres: Kleine Gartmanplantsoen 10 1017 RR Amsterdam Inlichtingen: 020 5535151. Website: www.debalie.nl.

Donderdag 14 juni vanaf 19:45

Zaterdag 23 juni vanaf 20:00

gratis voor studenten

Kairos: Spraakmakers en Klankgasten Voor de laatste Kairos avond van het jaar: ‘Spraakmakers en Klankgasten’ is Kairos op zoek naar mensen die iets willen zeggen en daar graag een podium en een fijn publiek bij willen. Het mag van alles zijn, een liedje of muziekje of een stukje over je scriptie, je lievelingshobby, je buurman of je favoriete okselhaar, alles is welkom!

€10,- voor studenten

Kijk eens hoe gelukkig ik ben! Deze avond gaan we ten rade bij psychiaters, kunstenaars en elkaar om te kijken hoe we verdriet, tegenslag en gewonigheid wat meer ruimte kunnen geven in onze door geluk geobsedeerde maatschappij en mogen we samen kwetsbaar zijn. Waar komt onze geluks-obsessie vandaan? En nog belangrijker: hoe doorbreken we hem?



Bacchus De Waarheid van Wiskunde Vind jij onderstaande afbeelding hilarisch? Zie jij de schoonheid in van de stelling: ‘eπi + 1 = 0 ?’ Of kun jij de eerste honderd decimalen van het getal π (pi) uit je hoofd opzeggen? Dan ben jij een echte wiskunde-nerd. Wiskunde-nerd zijn is absoluut niet saai; integendeel! Als wiskunde-nerd kun je hartelijk lachen om grappen als: ‘Er zijn 10 soorten mensen in de wereld. Mensen die binair begrijpen en mensen die binair niet begrijpen.’ Onder de niet-wiskundigen heeft wiskunde niet altijd een goede reputatie. Wiskunde zou droog en rechtlijnig zijn. Maar dat is niet terecht. Wiskunde zit namelijk vol geweldige en originele ideeën, en wiskundigen zoeken maar al te graag de grenzen van de werkelijkheid op. Dit begint al bij de basis: namelijk bij de getallen. Je staat er misschien niet altijd bij stil dat getallen eigenlijk abstract zijn. Een getal op zichzelf is niet meetbaar, maar wordt ‘echt’ wanneer je het toepast op de werkelijkheid om ons heen. Je zult nooit een 1 tegenkomen op straat, net zomin als dat je ooit een kabouter zult zien lopen. Maar je kunt wél ‘1 tuinkabouter’ tellen, of ‘1 meter’ meten. Sommige getallen zijn echter zelfs op die manier niet te meten. Zulke onmeetbare getallen ontstaan wanneer getallen ‘de regels breken.’ Want hoewel getallen abstract zijn, houden ze zich wel aan een aantal regels. Een van de dingen waar de wiskunde zich mee bezighoudt is het verzinnen van die regels. Af en toe vindt een baldadige wiskundige het echter leuk om te kijken wat er gebeurt als je een van die regels overboord gooit. Zo bedacht een eigenwijze wiskundige het getal i. Dit getal i is de wortel van -1. Je zegt nu misschien: ‘Maar dat kan toch helemaal niet! Negatieve getallen kunnen geen wortel hebben! Want min keer min is plus, dus het kwadraat van een negatief getal is altijd positief!’ Ja, dat klopt, maar de wiskundigen doen het lekker toch.

En rekenen met i blijkt heel handig te zijn. Je zult i echter nooit kunnen meten. Om ermee te rekenen moet je daarom eerst doen alsof het getal bestaat. Het getal wordt daarom imaginair genoemd. Misschien denk je nu: ‘Oké, allemaal leuk en aardig, maar wat heb ik daar als psycholoog mee te maken?’ Nou, best wel veel. Het getal i wordt onder andere gebruikt bij het analyseren van EEG-signalen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een trucje: hoewel het getal i per definitie onmeetbaar is, wordt bij het analyseren van de data gedaan alsof deze het getal i bevatten, omdat dit makkelijker rekent. Ook bij het maken van MRI-scans is het getal i onmisbaar. We zitten dus met een leuke paradox: i is een irreëel, onmeetbaar getal; het kan niet bestaan. Maar de toepassingen van i zijn wel heel reëel. Zo blijft er van de zogenaamde rechtlijnigheid van de wiskunde weinig over. Om nog even terug te komen op de afbeelding: wiskundigen verzamelen geen postzegels, maar getallen. Naast de imaginaire getallen (i, 2i, 3i) kennen ze onder andere de natuurlijke getallen (1, 2, 3), de rationele getallen (0.1, 0.2, 0.3) en de reële getallen (onder andere de getallen π en √2). Het getal π is geen rationeel getal, omdat je het niet kunt krijgen door twee natuurlijke getallen door elkaar te delen. Het getal i is geen reëel getal, omdat de wortel van -1 eigenlijk volgens een van de regels van de wiskunde (‘min keer min is plus’) helemaal niet kan bestaan. Hopelijk heb je zo een beetje een idee gekregen van hoe gaaf, grappig en origineel wiskunde kan zijn. Mocht je nu echter nog steeds denken dat het saai is om wiskunde-nerd te zijn, dan rest me nog één poging om je over te halen: ‘Come to the nerd side, we have π!’ Rosa Breed


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.