Contact

Page 1

Contact

november 2011 • jaargang 39 • nummer 343


39e jaargang nr. 343, november 2011 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam

Kamer 502 Diamantbeurs Afdeling Psychologie Weesperplein 4 1018 XA Amsterdam t: 020 - 525 67 58 e: spiegeloog-fmg@uva.nl

Hoofd-/Eindredactie Mariska Dijkstra & Tessa Velthuis. Redactie Morgan Cavallo, Annemiek Hell, Tess Hol, Vera van der Molen, Bianca Muurman, Myrthe van Stralen, Kirsten Vegt, Alicia de Vries. Medewerkers Denny Borsboom, Conor Dolan, Bertjan Doosje. Fotografie Mariska Dijkstra, Annemiek Hell, Myrthe van Stralen, Tessa Velthuis.

E.T. Phone Home

Omslagillustratie Afbeeldingen bewerkt door Tessa Velthuis.

Dat contact maken met je medestudenten niet altijd eenvoudig is, hebben wij bij het maken van dit nummer ondervonden. Het plan was om alle psychologiestudenten én alle medewerkers een mail te sturen met het ludieke verzoek een contactadvertentie in te leveren. Helaas heeft deze mail een heleboel mensen niet bereikt; met name de eerste- en tweedejaarsstudenten bleven ontwetend van dit spektakel. We willen iedereen die gereageerd heeft bedanken en hopelijk maken we de mensen die buiten de boot vielen blij met de advertenties die geplaatst zijn. Alicia ging naar de Bijlmer en interviewde Akwasi, die vijf jaar geleden meedeed aan het KRO-programma Puberruil. Hij ruilde een midweek van leven met een metalhead. Hoe hij dat ervaren heeft, lees je in het artikel 'Contact tussen culturen'. Morgan verdiepte zich in contact op het web en Bianca schreef een artikel over netwerken - want hoe doe je dat nou eigenlijk? Tessa interviewde schrijver/psycholoog Jamal Ouariachi, over het combineren van zijn twee professies. In het artikel 'Contact verbreken', geschreven door Kirsten, lees je hoe het is om geen contact meer te hebben met een ouder en welke zaken hier vaak aan ten grondslag liggen. Niet alle vertrouwde rubrieken verschijnen in ieder nummer. Ook dit nummer, het tweede van het jaar alweer, bevat geen ‘Cliënt bekent’… We horen echter om ons heen dat deze rubriek erg gemist wordt door onze lezers, dus we beloven jullie een terugkeer van de ‘Cliënt bekent’ in Spiegeloog 344! Tessa en Mariska

Layout Mariska Dijkstra & Tessa Velthuis. Druk Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Een abonnement op Spiegeloog kost € 15,- per jaar. Indien geïnteresseerd, stuur een bericht met uw naam en adres naar de redactie. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.


Inhoud

4

14

20

Contact tussen culturen

Contactadvertenties

Filmrecensie

Akwasi deed mee aan Puberruil

Reageer snel!

Gus van Sant's Restless

Rondvraag Dolan aan Doosje Contact(gestoord) Op het web

7

Contact verbreken Met je ouders

16

Wandelgang 26 Jouw meest bijzondere contact

8

Op Kamers Annette de Groot

19

Bacchus Sociale wenselijkheid

Schrijvend psycholoog Interview met Jamal Ouariachi

10 Netwerken Hoe doe je dat

21

Ivoren Toren Ongelovigen

13 Mededelingen Activiteiten voor studenten

25

28


Contact tussen culturen: realiteit of utopie? Nederland wordt het liefst voorgesteld als een samenleving waarin mensen van verschillende afkomsten in harmonie met elkaar samenleven. Over deze harmonieuze samensmelting van culturen wordt echter ook veel gediscussieerd. Zo zou een gebrek aan contact tussen culturele groepen nadelig zijn voor de integratie. Hoe belangrijk is het contact tussen verschillende culturen en kan dit mensen ook daadwerkelijk dichter bij elkaar brengen? Spiegeloog vroeg Puberruil-deelnemer Akwasi Owusu Ansah naar zijn ervaringen. Spiegeloog

Tekst: Alicia de Vries

4 november 2011

Het vraagstuk omtrent het belang van contact tussen culturele groepen is al geruime tijd gaande. Een belangrijke theorie met betrekking tot dit thema is de contacthypothese, in 1954 gevormd door Allport. Hierin wordt gesteld dat interpersoonlijk contact tussen individuen van verschillende etnische of culturele gemeenschappen vooroordelen kan doen afnemen en positieve attitudes naar anderen toe bevordert. Als gevolg hiervan zouden conflicten tussen groepen verminderen. Contact tussen culturele of etnische minderheden, argumenteert Allport, zou vooroordelen verminderen om diverse redenen. Ten eerste zou de blootstelling aan 'de ander' de kennis omtrent deze persoon vergroten. Ten tweede wordt de angst ten opzichte van de persoon in kwestie verlaagd als de individuen met elkaar in contact worden gebracht in een vriendelijke, niet-dreigende situatie. Ten slotte leren mensen om het perspectief van de andere

persoon in te nemen en worden gevoelens van empathie versterkt (Matejskova & Leitner, 2011). De theorie van Allport ontving behoorlijke empirische ondersteuning. Uit onderzoek kwam namelijk naar voren dat contact tussen mensen effectief blijkt in het verminderen van vooroordelen wanneer dit contact plaatsvindt op gelijke voet en wanneer het de mogelijkheid biedt tot het vormen van hechte relaties (Binder et. al, 2009).

- Bevooroordeelde mensen vermijden contact met mensen buiten hun groep -

Contact in beeld In de twintigste eeuw ontstond er in Europa een rijzende vraag naar een oplossing voor de scheiding en segregatie van migranten. Aangezien de contacthypothese aannemelijk leek, werd de hypothese van Allport vertaald in richtlijnen voor het politieke beleid in diverse Europese steden. Zo werd er geprobeerd de mogelijkheid tot ontmoetingen tussen culturele groepen te vergroten. Een voorbeeld hiervan is de


broer opschieten.’ De omgeving waarin Nico leefde was een gescheiden subcultuur. Akwasi: ‘Die jongens (Nico's vrienden) waren metalheads. Dus geen skinheads, geen nazi's, geen extremisten, maar mensen die houden van zware metal muziek. Daar zitten geen bruine mensen tussen.’ Nico ruilde om deze reden met Akwasi; iemand die een totaal ander leven leidde. Akwasi: ‘In die tijd was ik heel erg druk bezig, ik had drie verschillende baantjes. Maar Nico deed helemaal niks. Hij was alleen maar aan het blowen en aan het drinken in zijn schuur.’ Dit is een goed voorbeeld van de manier waarop mensen uit kleine, homogene groepen in een andere realiteit geplaatst worden met betrekking tot hun cultuur en gewoonten. De vraag is nu of dit ook daadwerkelijk kan leiden tot een verandering in het denkbeeld van mensen. Met de theorie van Allport in gedachten zou men verwachten dat door een intensief contact tussen mensen met verschillende culturele achtergronden acceptatie en begrip optreedt. Ook vooroordelen zouden moeten afnemen. Dit was echter niet het geval bij Nico, aldus Akwasi: ‘Hij vond alles kut. Het eten van mijn moeder vond hij kut: typisch traditioneel Ghanees eten. Het feit dat hij mij thuis in Osdorp was vond hij kut. Dat hij bij zwarte mensen was vond hij kut. Het enige wat hij leuk vond was dat hij een keer eventjes kon blowen met een vriend van me. Maar dat ging zo ver dat hij ook ging drinken en toen moest kotsen.’ Een verklaring voor de negatieve houding van Nico naar de familie van Akwasi is het zogenaamde prejudice effect. Dit is een effect dat optreedt wanneer de vooroordelen jegens een ander zo sterk zijn dat er geen optimale conditie gecreëerd wordt voor contact tussen culturen (Binder et al., 2009). Mensen met meer vooroordelen zijn dan minder snel geneigd om contact te zoeken met mensen buiten de groep en proberen hen zoveel mogelijk te vermijden. In het geval dat niet aan het contact ontkomen kan worden, zal gepro-

- Nico vond alles kut: het Ghanese eten, Osdorp en dat hij bij zwarte mensen was -

Puberruil Akwasi Owusu Ansah (23) is rapper, performer en acteur en hij deed vijf jaar geleden mee aan het programma Puberruil. Zijn ervaring kan ons inzicht geven in de manier waarop de contacthypothese anno 2011 invloed kan uitoefenen op het leven van jonge mensen. Hij kwam bij toeval in deze KROserie terecht. Akwasi: ‘De producent van Puberruil woonde bij mij in de buurt. Op een dag zei ze tegen mij dat zij een tegenpool van mij kende.’ Korte tijd daarna belandde Akwasi in het huis van Nico: een Rotterdamse metalhead, die niet bij Turken, Marokkanen of zwarten in huis wilde komen. ‘Toen kwam hij bij mij thuis,’ vertelt Akwasi, ‘een Ghanees gezin uit Osdorp.’ Gelukkig werd Akwasi niet bij een gezin geplaatst dat, zoals Nico, niks met zwarten te maken wilde hebben: ‘Ik kwam in een heel goed gezin terecht. Ik kon supergoed met Nico’s vader en

5 november 2011

ontwikkeling van parken en andere ontmoetingsplekken waar mensen de kans kregen samen te komen (Matejskova & Leitner, 2011). De theorie van Allport heeft echter niet alleen op nationaal politiek niveau invloed gehad. Ook op een lager, lokaler vlak houden mensen zich bezig met het effect dat ontmoetingen tussen culturen heeft op de denkpatronen van mensen. Zo worden er vandaag de dag televisieprogramma’s gemaakt waarin geprobeerd wordt de problematiek van een etnisch homogene leefomgeving in kaart te brengen. De grote vraag hierbij is of intensief contact tussen uit verschillende etnische gezinnen afkomstige jongeren bijdraagt tot het ontwikkelen van meer tolerantie ten opzichte van andere culturen. Ook is het interessant om te kijken of een mogelijke vermindering in vooroordelen aanhoudt na een ontmoeting met een persoon uit een andere etnische groep. Een programma dat dit als doel heeft is Puberruil: een serie van de KRO waarin twee pubers een week lang van gezin wisselen.

Spiegeloog

Akwasi met de vrienden van Nico in het programma Puberruil


beerd worden om het zo oppervlakkig mogelijk te houden. Hierdoor kan een ontmoeting alleen niet zorgen voor een verandering in attitudes. Dit betekent dat de theorie die Allport postuleerde in twee richtingen werkt: contact kan zorgen voor een vermindering in vooroordelen, maar vooroordelen kunnen ook zorgen voor een afname in contact tussen groepen.

Spiegeloog

6 november 2011

Ongelijke relaties Je kunt je afvragen of acceptatie wel altijd te verwachten is. De relaties tussen culturen kunnen erg ingewikkeld liggen en mensen beleven dezelfde situatie van contact soms heel anders. De één is gevoeliger voor het gevaar om in een negatief daglicht te komen staan of om slachtoffer te worden van stereotypering dan de ander (Crocker, Major & Steele, 1998). Zo probeerde Akwasi al vanaf het begin aan te geven waar niet zijn voorkeur lag: ‘Ik wilde het liefst niet bij mensen komen die racistisch waren, want dan gaan zij jou uit de weg.’ Als je je gediscrimineerd voelt, kan het lastig zijn om positief te blijven in het contact dat je met anderen legt. Naast iemands persoonlijke eigenschappen, speelt ook het politieke klimaat in een land een belangrijke rol. Als er sprake is van een dominante meerderheidsgroep, zal deze vaak een hogere status hebben dan een minderheidsgroep (Binder et al., 2009). Deze asymmetrische relatie tussen culturen kan ervoor zorgen dat het moeilijk is om een optimale conditie te creëren voor acceptatie en tolerantie. Vooral als er in een land, zoals Nederland, door politici wordt gesproken over het ‘probleem’ van massamigratie of ‘de kosten van allochtonen’ (Houtekamer, 2009). Migranten (en de kinderen van migranten) kunnen zich door dit label benadeeld en uitgesloten gaan voelen. Akwasi kan hierover meepraten. ‘Als iemand als minister Verhagen het begrijpelijk vindt dat mensen bang zijn voor buitenlanders, dan is dat best wel gek. Het gaat dan niet zo goed in politiek Nederland. Politici oefenen zoveel druk uit.’ Contact als oplossing Het is lastig om een eenduidig antwoord te geven op de vraag of contact tussen culturen vooroordelen doet afnemen. Bij iedereen lijkt contact een ander effect te hebben en spelen gevormde attitudes en houdingen naar andere groepen een belangrijke rol. Ook moet de invloed van het politieke kli-

maat niet vergeten worden. Toch kan een ervaring van contact onder de juiste omstandigheden een goede manier zijn om meer begrip voor elkaar te kweken. Akwasi is positief en denkt dat het wel verandering kan brengen in het leven van jongeren: ‘Soms confronteer je jezelf in zo'n programma. Je leert jezelf kennen omdat je daar een midweek zit: je bent er maandag en gaat er vrijdag weg. Maandag denk je dan dat je helemaal niks van zwarten moet hebben. En vrijdag besef je dat je best wel onwetend bent geweest.’ Misschien zijn de culturen onderling ook niet zo anders. Er moet meer nadruk gelegd worden op de overeenkomsten in plaats van de aspecten die culturele groepen van elkaar scheiden. Zoals Akwasi treffend verwoordt: ‘Eigenlijk verschillen die culturen niet zo. Alleen hebben ze hier en daar wat andere dingen; ander voedsel en andere tradities. Maar ze zijn ook wel erg hetzelfde. Dan klikt het en kun je besluiten om vaker met mensen uit andere culturen om te gaan.’ <<

- Er moet meer nadruk worden gelegd op de overeenkomsten tussen culturen -

Bronnen - Binder, J., Zagefka, H., Brown, R., Funke, F., Kessler, T., Mummendey, A., Maquil, A., Demoulin, S., Leyens, J. P., ( 2009). Does Contact Reduce or Does Prejudice Reduce Contact? A Longitudinal Test of the Contact Hypothesis Among Majority and Minority Groups in Three European Countries. Journal of personality and Social Psychology, 96, 843-856. - Crocker, J., Major, B., Steele, C., Gilbert, D., Fiske, S, & Gardner, L. (1998). The handbook of social psychologie (4th ed). New York: McGraw-Hill. - Houtekamer, C. (2009). De kosten van allochtonen/ migranten/ migratie/migratiebeleid. Opgehaald 9-10-2011 van http://www. nrcnext.nl/blog/2009/09/10/de-kosten-van-allochtonenmigrantenmigratiemigratiebeleid/ - Matejskova, T., & Leitner, H. (2011). Urban encounters with difference: the contact hypothesis and immigrant integration projects in eastern Berlin. Social and Cultural Geography, 12, 717-741. - Nieuwenhuizen, E. (2006). Ruimtelijke segregatie in Nederland-Factsheet. Opgehaald 10-10-2011 van http://www.art1.nl/ artikel/1927-Ruimtelijke_segregatie_in_Nederland_Factsheet


De Rondvraag Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen

zou zijn dat er deeltjes bestaan die zich sneller dan het licht kunnen verplaatsen. Dat zou ook ons huidig besef van tijd ernstig aantasten. Wel spannend als dat waar zou zijn!

Het recente artikel in het prominente Journal of Personality and Social Psychology (JPSP) van Daryl Bem, waarin hij stelt het parapsychologische fenomeen ‘psi’ te hebben aangetoond, heeft geleid tot enige controverse. Ik heb vooral veel commentaar gehoord van statistische types (zie JSPS, 2011, 100, 426-432). Wat vinden jullie, sociaal psychologen, van dit werk? Conor

Het antwoord van Bertjan Doosje (Sociale Psychologie) Een goede vraag! Ik kon geen goede site vinden met een discussie onder sociaal psychologen. Vaak zie je op Social Psychology Network (SPN) wel een discussie ontstaan, maar hierover niet. Misschien durven sociaal psychologen zich (nog) niet publiekelijk te uiten over dit onderwerp. Wel is het zo dat er binnenskamers veel scepsis is over dit onderzoek van Bem. Zo wijst men op het feit dat de verschillen tussen de psi-conditie en de niet-psi-conditie vaak erg klein zijn. Zo gokken de mensen in de psi-conditie in het eerste onderzoek 53 procent goed bij een gokkans van 50 procent. Dat zijn natuurlijk geen verschillen om over naar huis te schrijven. Een ander punt van kritiek - dat naar voren kwam in de reply van Eric-Jan Wagenmakers et al. - is dat het psi-effect afneemt naarmate de steekproef groter is. Dat is natuurlijk een heel slecht teken! Uitgaande van het feit dat naarmate je een grotere steekproef neemt, de gevonden verschillen steeds dichter de ‘ware verschillen’ benaderen, lijkt dit aan te geven dat de verschillen dus niet erg groot zijn. Dit gaat nog voorbij aan de hele discussie dat, als het waar zou zijn, tijd niet langer een bruikbaar gegeven is: men kan immers iets (voor)voelen wat nog moet gebeuren. Dat zou in de natuurkunde ook tot grote discussies moeten leiden. Net als toen er onlangs werd gevonden dat het wellicht mogelijk

Al met al zijn sociaal psychologen dus kritisch, maar is er ook weer niet een gigantische discussie ontstaan. Wel is het goed mogelijk dat er binnen afzienbare tijd kritische artikelen verschijnen met data om het onderzoek van Bem te ontkrachten. Nog even afwachten dus. Wel jammer dat dit onderzoek zo prominent in JPSP verschijnt. Je kan beargumenteren dat het de wetenschappelijke discussie stimuleert, maar ik heb liever dat er in een vooraanstaand tijdschrift als JPSP artikelen verschijnen waarvan ook strenge methodologen zeggen dat het onderzoek deugt. Misschien moet er een tijdschrift komen, Journal of Controversial Issues, met daarin plaats voor onderzoek zoals dit, inclusief de reviews of commentaren. Dan hoeft JPSP daar geen plaats voor in te ruimen. Hetzelfde geldt voor het onderzoek over onbewust beslissen – dat zou tot betere beslissingen leiden. Het heeft zelfs in Science gestaan! Inmiddels is er onderzoek dat die conclusies nuanceert, maar het is te laat. Het kwaad is al geschied. Er zijn veel managers die nu denken: zie je wel, ik moet op mijn gevoel afgaan, niet nadenken bij belangrijke beslissingen. Dat lijkt mij geen goed advies voor een regering! Dat Journal of Controversial Issues moet er gewoon komen! Dat scheelt een hoop ellende.

Bertjan Doosje (Sociale Psychologie) geeft de Rondvraag door aan Jelte Wicherts (Methodenleer) Beste Jelte, Er is veel ophef ontstaan toen duidelijk werd dat Professor Stapel uit Tilburg onderzoeksgegevens heeft verzonnen (de ‘affaire Stapel’). Natuurlijk is iedereen het er over eens dat dat niet mag – dat is duidelijk. Interessanter is de vraag hoe dit nu zo is gekomen. Is dit het werk van een eenzame gek? Of is dit het resultaat van een publish or perish systeem, waarbij er in de wetenschap als geheel (te) veel waarde wordt gehecht aan veel publiceren? Hoe zie jij dit? Bertjan

Spiegeloog

Beste Bertjan,

7 november 2011

De vraag van Conor Dolan (Methodenleer)


Contact(gestoord) op het web Digitale communicatiemiddelen hebben de definitie van contact volledig veranderd. Ook studenten zijn in grote mate afhankelijk geworden van online communicatie, en dat is niet alleen om zich een weg door de UvAbureaucratie te banen. Toch juicht niet iedereen deze ‘online revolutie’ toe. Gaan we richting een onpersoonlijke maatschappij of komen de onbegrensde mogelijkheden van digitaal contact pas net om de hoek kijken?

Tekst: Morgan Cavallo

Spiegeloog

8 november 2011

Gratis de wereld rond De wereldwijde toename in online communicatie kan voor een groot deel worden toegeschreven aan sociale media. Met name Facebook heeft hier een groot aandeel in. Zo nadert dit sociale netwerk ondertussen de miljard gebruikers en is het de belangrijkste vorm van communicatie onder studenten in Amerika. Ook West-Europese landen volgen in deze ontwikkeling (Kincaid, 2011). Jaren voordat sociale media wereldwijde populariteit verkregen, was de opmars van digitaal contact al in gang gezet. De unieke mogelijkheden hiervan werden slechts door een enkeling benut. Een van de eersten die de mogelijkheden tot contact die het web biedt op een grootschalige en creatieve manier in de praktijk wist te brengen, was de Nederlander Ramon Stoppelenburg. Van 2001 tot 2003 reisde hij dankzij zijn blog gratis de wereld rond. Met zijn blog creëerde hij een netwerk van online aangeboden logeeradressen en ontving hij aanbiedingen van mensen over de hele wereld om met hen mee te reizen. De actie van Stoppelenburg toonde

aan dat digitale communicatiemiddelen wel degelijk op een sociale manier gebruikt kunnen worden. Nu blogs en andere sociale media een integraal onderdeel van onze samenleving zijn geworden, zijn ludieke acties als die van Stoppelenburg geen uitzondering meer. Via het internet een slaapplaats zoeken wordt nu zelfs op grote schaal aangeboden door onder andere couchsurfing.org, waar mensen online hun bank als slaapplek aan reizigers aanbieden. Wat wel blijft is het unieke vermogen van digitale communicatiemiddelen om het sociale leven van mensen een nieuwe dimensie te geven. Een veelgehoord argument van zowel voor- als tegenstanders van digitale communicatie is de mogelijkheid die het biedt om jezelf op een bepaalde manier te presenteren. Door het gebrek aan visuele en auditieve cues kan iedereen online een ‘ideaalbeeld’ van zichzelf schetsen. Ook het tegendeel is echter mogelijk, wanneer mensen zich online een bizarre identiteit aanmeten. Zo kunnen mensen de online identiteit als uitlaatklep gebruiken, wat een positieve invloed op het zelfvertrouwen kan hebben (Ellison, Steinfield & Lampe, 2007).

- Onder Amerikaanse studenten is Facebook de belangrijkste vorm van communicatie -


Bronnen - Bonetti, L., Campbell, M. A., & Gillmore, L. (2010). The relationship of loneliness and social anxiety with children's and adolescents' online communication. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 13(3), 279-285. - Ellison, N. B., Steinfield, C., & Lampe, C. (2007). The benefits of Facebook ‘friends’: social capital and college students’ use of online social network sites. Journal of Computer-Mediated Communication, 12(4), 1143-1168. - Kandace, H. (2008). Using social networking sites as student engagement tools. Diverse Issues in Higher Education 25(18), 293-298. - Kincaid, J. (2011). Facebook has now 750 million users. Opgehaald, 4 oktober 2011, van http://techcrunch.com/2011/06/23/facebook-750-million-users/ - Tong, S. T., Van der Heide, B., Langwell, L., & Walther, J. B. (2008). Too much of a good thing? The relationship between number of friends and interpersonal impressions on Facebook. Journal of Computer-Mediated Communication, 12(4), 531-549.

Spiegeloog

- Excessief internetgebruik kan leiden tot angst voor sociale situaties -

9

communicatiemogelijkheden die sociale media als Twitter en Facebook bieden. Door deze media wordt het een stuk minder eenvoudig om het volk van een stem te onthouden. Ook op een meer bescheiden niveau biedt digitale communicatie ons allerhande mogelijkheden tot contact. Zo zijn we, als we de datingsites mogen geloven, tegenwoordig een enkele muisklik verwijderd van de perfecte liefde. Verder zijn er de meest uiteenlopende verenigingen op het internet te vinden; denk aan de Nederlandse Vereniging voor Leunstoel Schatgravers tot aan de Vereniging van Verlegen Mensen. Zelfs de buitenbeentjes komen dus met elkaar in contact door het web. Hoe mensen digitaal met elkaar in contact staan verschilt enorm. Feit is dat de maatschappij niet meer in de huidige vorm kan bestaan zonder de mogelijkheden die digitale communicatiemiddelen ons bieden. De angst voor digitaal contact is dan ook eigenlijk een zinloze. Want als we eerlijk zijn, wie kan er nog zonder de gemakken die digitale communicatiemiddelen ons bieden? <<

november 2011

Vereniging van Verlegen Mensen De voor- en nadelen van digitaal contact beginnen steeds duidelijker te worden. De psychologische gevolgen van sociale media zijn op grote schaal echter weinig onderzocht. Wanneer er wel onderzoek naar gedaan is, richtte dit zich vaak enkel op adolescenten of andere ‘kwetsbare’ groepen. Maar zelfs als dit voor een kleine groep geldt, is het van belang dat de gevolgen hiervan niet worden onderschat. Overmatig digitaal contact brengt namelijk aanzienlijke risico’s met zich mee. Naast het risico op een internetverslaving, kan excessief internetgebruik er toe leiden dat de angst voor sociale situaties waarbij wél op visuele en auditieve cues gelet wordt toeneemt (Bonetti, Campbell & Gillmore, 2010). Ook voor mensen die zich erg populair hebben weten te maken op sociale netwerken schuilt gevaar. Zo blijken mensen met een bovengemiddeld aantal Facebookvrienden door anderen als minder aantrekkelijk te worden beschouwd. Een teveel aan online vrienden kan dus een negatieve weerslag hebben op je ‘offline’ sociale leven (Tong, Van der Heide, Langwell & Walther, 2008). Digitaal contact beperkt zich echter niet alleen tot het internet. De impact van mobiele telefoons als digitaal communicatiemiddel is wellicht net zo groot. Veel mensen verliezen hun telefoon dan ook geen minuut uit het oog. Dat deze afhankelijkheidsrelatie niet ideaal is, blijkt wel wanneer we het zonder telefoon en mobiel internet moeten doen. Zo ervaarden veel mensen de recente storing in het BlackBerrynetwerk als een afsluiting van de buitenwereld. Gevoelens van eenzaamheid lijken ook bij de ‘gewone’ mens op de loer te liggen wanneer het digitale contact ons niet meer dient (Kandace, 2008). Zolang het voor ons werkt, kan digitaal contact het sociale leven van velen bijzonder verrijken. Zo biedt het voor zowel gelijkgestemden als andersdenkenden nieuwe mogelijkheden om elkaar te bereiken. Dat de mogelijkheden hiervan groot zijn, werd onlangs duidelijk door de revoluties in het Midden-Oosten. De politieke veranderingen in Tunesië, Egypte en Syrië worden deels toegeschreven aan de vrijheid en de


Schrijvend psycholoog Jamal Ouariachi (32) studeerde in 2008 af aan de UvA, specialisatie klinische psychologie. In 2010 verscheen bij Querido zijn debuutroman ‘De vernietiging van Prosper Morèl’. Momenteel werkt Jamal bij Interapy en schrijft hij aan zijn tweede boek ‘Een honger’. Spiegeloog praatte met hem over zijn beide professies.

Tekst en foto: Tessa Velthuis

Spiegeloog

10 november 2011

Hoe ben je ertoe gekomen om psychologie te gaan studeren? ‘Toen ik twaalf was begon mijn vader in zijn vrije tijd aan een opleiding psychologie aan de Open Universiteit. Hij is destijds niet verder gekomen dan het inleidende vak. Ik ben zijn studieboeken gaan lezen, over de Stroop Test en dergelijke fenomenen – de sappige verhalen. Ik vond het waanzinnig interessant, en ik wist: als ik ooit iets ga studeren, dan wordt het dit.’ Op je website is te lezen dat je als puber een negatieve ervaring hebt gehad met de ggz. Heeft dat ook nog invloed gehad op je keuze? ‘Dat was inderdaad geen beste ervaring en mijn interesse in de psychologie was daardoor tijdelijk bekoeld. Ik had problemen op school en werd na een aantal intakegesprekken met een orthopedagoog doorverwezen naar een psycholoog gespecialiseerd in Marokkaanse probleemjongeren. Volstrekt krankzinnig: ik spréék niet eens Marokkaans. Later ben ik gaan inzien dat dat gewoon één tuthola was die haar vak niet verstond en dat je dat niet het hele vakgebied kunt verwijten. Maar ik was er wel echt even helemaal klaar mee, ja. Ik dacht: is het cliché dan toch waar, dat psychologen zelf allemaal geschift zijn?’

namelijk doordat ik een behoorlijk groot afstudeerproject heb gedaan, daar ging veel tijd in zitten. En het laatste jaar van mijn studie was ik heel intensief met mijn debuutroman bezig; toen heb ik de studiefinanciering zo’n beetje beschouwd als schrijfsubsidie. Als ik nu terugkijk had ik veel meer tijd aan het schrijven kunnen besteden tijdens mijn studie. Eigenlijk is de studie psychologie namelijk vrij licht. Dat zeg ik niet om er minzaam over te doen, want ik vind het een geweldige studie, maar het wérken als psycholoog vereist veel en veel meer dan het lezen van een paar boeken en het bijwonen van een paar colleges. Ik zou willen dat ik toen geweten had dat het nog veel zwaarder ging worden.’ Heeft de studie psychologie je schrijven ondersteund? ‘Eerder verdiept. Ik dacht dat enig psychologisch inzicht me wellicht bij het schrijven van pas zou kunnen komen. Maar ik had niet gedacht dat ik het beroep ooit tot onderwerp van een roman zou maken. Uit colleges onthield ik de dingen die ik interessant vond, die komen soms naar boven als ik aan het schrijven ben en als het dan toevallig van pas komt, dan gebruik ik het. Of ik zoek iets op. Ik heb al mijn studiematerialen nog, ik kan het echt iedereen aanraden om ze te bewaren.’

- Mensen denken dat alle anderen perfect zijn, en alleen zijzelf mislukt -

Je hebt acht jaar over je studie gedaan. Kwam dat door je schrijfwerkzaamheden? ‘Niet alleen, nee, hoewel ik wel eens een trimester vrij genomen heb om te schrijven. Het lange studeren kwam voor-

Heb je eigen ervaringen uit je stage in je boek verwerkt? ‘Niet direct. Ik heb stage gelopen bij Freddy [Alfred] Lange. Hij had een praktijk voor relatie- en gezinstherapie aan de UvA, waar hij alle gegeven therapiesessies filmde. Cliënten


Weten jouw cliënten bij Interapy jouw vooren achternaam? ‘Ja.’

Dat iemand je ladderzat in de kroeg kan zien staan, is voor sommige therapeuten een reden om niet in hun eigen woonplaats te werken. Jij maakt de indruk daar helemaal niet voorzichtig mee te zijn. ‘Ik vind dat ook niet nodig. Ik hoor vaak van mensen dat ze psychologen heel vervelende mensen vinden, omdat ze zo vormelijk zijn en een beetje betuttelend. Het kan cliënten juist helpen om te weten dat een psycholoog ook maar gewoon een mens is. Ik ken psychologen met eetstoornissen, met angststoornissen, met depressies - zolang het ze niet belemmert in hun werk, maakt het helemaal niet uit en zou het voor cliënten dus ook niet moeten uitmaken.’

- Zelfs tijdens de lunch bekeken we video's van relatietherapiesessies -

Die mensen gaan misschien jouw boek lezen. ‘De meeste cliënten bij Interapy gaan hun behandelaar wel even googelen. En het gebeurt inderdaad ook dat mensen zeggen: ‘goh, ik zag dat je een boek hebt geschreven’. Dan zeg ik dat dat geen geheim is, maar dat ik geen zin heb om ermee te koop te lopen. Het gaat in zo’n therapie namelijk niet om mij, maar om hen. En ik wil ook niet de indruk wekken dat ik materiaal zou gebruiken uit die therapie, want dat doe ik nooit. Momenteel werk je aan een briefwisseling die niet over de meest zachtzinnige dingen zal gaan - om wat voorbeelden te noemen: drank- en drugsmisbruik, hoerenloperij en pedofilie. Ben je niet bang dat het je reputatie als psycholoog zal schaden? ‘Het wordt vooral een humoristisch boek. En de mensen die dat boek op zal vallen en die het gaan lezen - mensen die dus sowieso al geïnteresseerd zijn in literatuur -, die kunnen die niet-zachtzinnige inhoud denk ik wel plaatsen. Of ze kunnen er vragen over stellen aan mij, waar ik dan vervolgens op kan antwoorden hoe ik het zie.’ Juist voor cliënten lijkt de inhoud mij best wel stuitend. ‘Dat zou kunnen. Maar ik heb toch het idee dat mensen de dingen wel kunnen scheiden. Ten opzichte van therapie

Ik vind dat jij je cliënten hoog inschat... ‘Ja.’ ...want een psycholoog kan uiteraard een depressie krijgen, maar voor iemand die een beetje een simpele geest heeft, is dat hetzelfde als een accountant die rood staat. ‘Dat is natuurlijk nogal zwart-wit gedacht van die mensen. En dat is juist iets om aan te pakken in een therapie: zwartwit denken. Je zult verbaasd zijn hoeveel mensen met het idee rondlopen dat alle anderen perfect zijn, en alleen zijzelf mislukt. Het kan helemaal geen kwaad om aan dat beeld te tornen. Bovendien: stel dat iemand die voor alcoholisme in behandeling is erachter komt dat zijn behandelaar zelf graag een glaasje lust. Is die behandelaar dan minder betrouwbaar? Nee. De cliënt heeft het probleem en wil er vanaf, dat heeft niets te maken met de privébezigheden van de behandelaar. Ik denk dat ik dat goed kan uitleggen aan een cliënt.’ Zie je jezelf in de eerste plaats als schrijver en is de psychologie een vehikel om dat beter te kunnen doen? ‘Zo zit het niet helemaal. Ik denk dat mijn interesse voor

Spiegeloog

geven hoort schrijven in de eerste plaats bij mijn privéleven. Mensen kunnen ook een foto van mij opzoeken en me in de kroeg zien staan, ladderzat. Of ze kunnen me in het telefoonboek opzoeken en weten waar ik woon.’

11 november 2011

konden toestemming geven om die video’s voor onderwijsdoeleinden te gebruiken. Daar was dus een flink archief en ik heb enorm veel van die video’s zitten bekijken. Zelfs tijdens de lunch gingen we nog even een videootje kijken, gewoon omdat het zo waanzinnig fascinerend was. En heel entertaining, maar dat moet je maar niet opschrijven. Dankzij al die video’s weet ik wel aardig wat over zo’n setting van relatietherapie. En ik heb daar zelf ook therapieën gegeven. De indrukken die ik zo heb opgedaan heb ik niet rechtstreeks gebruikt, maar ik kon daardoor wel realistisch beschrijven hoe het er aan toe gaat in relatietherapie. [Hoofdpersoon Prosper Morèl is relatietherapeut.]’


De vernietiging van Prosper Morèl Bij de bouw van de megalomane wolkenkrabber IJ-Morgana aan het Amsterdamse Oosterdok ondervindt de wereldberoemde architect Remco Haak ernstige problemen. Hij ziet zich genoodzaakt de hulp van zijn oude hartsvriend Prosper Morèl in te roepen. De timing had niet slechter gekund: Morèl, gelukkig getrouwd en werkzaam als psychotherapeut, is in een heel andere kwestie verzeild geraakt. Om redenen die hij niet direct kan doorgronden, is hij opgezadeld met een doos vol dagboeken van een onlangs overleden jeugdvriendin, Chris Altena. De mysterieuze teksten doen in Morèl een oude passie herleven, maar zorgen er ook voor dat zijn zorgvuldig opgebouwde leventje in razend tempo ineenstort – en dat hij tegen wil en dank alsnog betrokken raakt bij de problemen rond de wolkenkrabber IJ-Morgana.

Spiegeloog

12

beide vakgebieden voortkomt uit dezelfde bron, namelijk de interesse in hoe mensen functioneren. Ik wil weten hoe dat proces in elkaar zit, op individueel niveau, tot in detail. Ik heb voor mezelf niet echt een onderverdeling gemaakt van dat ik in de eerste plaats schrijver ben of in de eerste plaats psycholoog. Het zijn gewoon twee dingen die ik doe, die elkaar deels aanvullen en die deels hele andere gebieden bestrijken.’

november 2011

Denk je dat je een betere schrijver bent omdat je tevens psycholoog bent? En denk je dat je een betere psycholoog bent omdat je schrijft? ‘Dat eerste ligt wat subtieler, maar dat laatste klopt denk ik wel. Ik geef therapie via internet, waarbij de gehele uitwisseling tussen therapeut en cliënt plaatsvindt in geschreven tekst. Die tekst moet dus goed zijn. Een goede taalbeheersing is dan ook een basisvereiste om bij Interapy te werken. Ik denk dat het feit dat ik aardig kan schrijven me helpt om verschillende stemmen aan te nemen en zo de toon van mijn teksten af te stemmen op het niveau van een cliënt. Sommige mensen willen graag hele simpele korte zinnen, bij andere mensen kun je wat meer uitweiden of op een abstract niveau gaan converseren. Het maken van vergelijkingen, het laten vloeien van zo’n tekst - dat zijn allemaal zeer belangrijke zaken. Vaak zijn het flinke lappen die je aan iemand schrijft en het is nogal wat om de boodschap echt te laten doordringen. Ik maak bij teksten voor cliënten veel gebruik van technieken die ik ook als schrijver toepas; technieken om een tekst spannend te houden, om hem impact te laten hebben, om hem een logisch verloop te laten hebben.’

Helpt schrijven jou om dingen te structureren of te ordenen? ‘Ik houd al vele jaren een dagboek bij, wat mij persoonlijk helpt bij het structureren en analyseren van dingen. Literatuur gebruik ik hier niet voor, maar ik kom toch vaak wel op persoonlijke dingen uit als ik schrijf, ook als het fictie is. Misschien wel juist als het fictie is. Soms komt er iets naar voren uit wat ik schrijf, waardoor ik mijn wereldbeeld scherper krijg en dan kom ik dingen over mezelf te weten.’ Als je de digitale therapie van Interapy vergelijkt met de ‘klassieke’ gespreksvoering, denk je dan dat schrijven voor jou als therapeut voordelen heeft, omdat jij op papier een beter gestructureerd betoog kunt presenteren? ‘Ik denk dat je ook heel gestructureerd kunt zijn in gesprekstherapie. Geschreven teksten hebben als voordeel dat je kunt verwijzen naar eerdere teksten, en dat je die er ook weer bij kunt pakken. Voor de cliënt is het prettig om dingen terug te kunnen lezen. Gesprekstherapie is veel vluchtiger. Dat bedoel ik niet als kritiek, maar het kan gewoon heel nuttig zijn om dingen te herlezen.’

- Voor de cliënt is het prettig om dingen terug te kunnen lezen -

Merk je dat je cliënten ook baat hebben bij het op papier zetten van dingen? ‘Bijna alle Interapy-behandelingen beginnen met een soort bewustwordingsopdracht. Dat is een hele vrije schrijfopdracht die luidt: schrijf over je probleem. Dus de cliënt moet schrijven over hoe het is begonnen en over hoe het zich nu uit. Dat is vaak heel motiverend en inzichtgevend


De ivoren toren

Heb je leuke herinneringen aan je studietijd op de UvA? ‘Oh ja zeker, heel veel. Sowieso vond ik het hele eerste jaar fantastisch. Zelfs statistiek, dankzij Denny Borsboom. Uiteindelijk was het hoogtepunt van mijn studie voor mij om met Freddy Lange te gaan werken. Hij gaf ooit een gastcollege en liet toen een video zien van een nagespeelde therapie en ik vond het zo fantastisch, ik dacht: die man, daar wil ik les van hebben. En toen heb ik de cursus relatie- en gezinstherapie gedaan. Dat was waanzinnig. En vervolgens heb ik zoals gezegd stage bij hem gelopen en onderzoek bij hem gedaan. Ook helemaal geweldig!’ Hoe zie jij jezelf over tien jaar? ‘In ieder geval ben ik aan het schrijven, en voor de rest weet ik het niet. Schrijven is zo verschrikkelijk intensief dat ik waarschijnlijk wel zou stoppen met therapie geven als ik me dat financieel zou kunnen veroorloven. Puur omdat het elkaar in de weg zou kunnen zitten. En dan wint het schrijven. Omdat ik daar niet zonder kan.’ Vlak voor publicatie van dit artikel besloot Jamal Ouariachi voorlopig zijn werkzaamheden als therapeut neer te leggen, om zich volledig aan zijn nieuwe schrijfprojecten te kunnen wijden. Zijn brievenboek, samen met dichter Louis Nanet, staat gepland voor maart 2012, zijn nieuwe roman voor het eind van dat jaar.

In de geloofsloze jaren negentig, toen ik deze film zag, was het gemakkelijk te denken dat religie aan een systematische terugtocht bezig was. Daarom vond ik die scène ontluisterend. Ik had mij nooit gerealiseerd tot welk een minuscule minderheid ik behoorde. Hoewel ik er wel aan gewend ben geraakt, is het nog altijd een moeilijke gedachte. De rillingen lopen mij ieder jaar over de rug, wanneer ik in college de resultaten van een groot representatief onderzoek onder Amerikanen te berde breng. Op de vraag ‘met wie mag uw zoon of dochter écht niet thuiskomen?’ staan de atheïsten boven de homo’s, Afro-Amerikanen, en joden. Echt waar! Ik ben er vast van overtuigd dat een aanzienlijk deel van de respondenten mensen zoals ik tot de brandstapel zou veroordelen, als dat mocht van de wet. Hoe zit dat met Amerikaanse wetenschappelijk onderzoekers? Zijn die ook religieus aangelegd? Het is een vraag die zich regelmatig voordoet in discussies over de verhouding tussen wetenschap en geloof. Ik heb mij nooit systematisch in de zaak verdiept, maar mijn indruk is dat wetenschappelijk onderzoekers niet vaak aan serieus geloven doen. Ze kunnen wel religieus zijn, maar dan meestal van het soort dat niet in God gelooft. Dat wil zeggen: ze geloven niet in een denkend en handelend almachtig en alwetend wezen, maar eerder in zo’n causaal inerte vaagheid die je wel ziet bij reli-shoppers, progressieve christenen, en grachtengordelpredikanten. Zulk geloof is overal mee verenigbaar omdat het inhoudsloos is. Je vraagt je ook af hoe dat moet, echt geloven als wetenschapper. Doordeweeks moet je dan alles openhouden voor twijfel, maar in het weekend gaat alle twijfel overboord. Bovendien doen bijna alle religies aan autoriteitsargumenten (wat de Bijbel zegt is waar omdat de Bijbel het zegt) en die zijn antithetisch aan de wetenschap, waar de identiteit van de boodschapper er voor de waarheidswaarde van zijn beweringen niet toe doet. Het lijkt mij heel erg lastig.

Denny Borsboom

Spiegeloog

Waarom ben je nooit bij de Spiegeloogredactie gegaan? ‘Dit is een beetje zo’n zelfde vraag als: ‘hoezo heb jij nooit in literaire tijdschriften gepubliceerd?’ Ik heb er wel over gedacht hoor, om voor Spiegeloog te schrijven, maar het heeft ermee te maken dat mijn favoriete vorm wat schrijven betreft toch echt de roman is. Altijd als ik iets korts probeerde te schrijven, werd dat uiteindelijk toch weer een megaplan voor een verhaal van honderden pagina’s.’

In de film Contact zoekt een buitenaards ras contact met onze planeet. Daartoe sturen ze ons de bouwplannen voor een speciaal ruimteschip, waar slechts één aardbewoner in past. Jodie Foster wil graag, maar vindt een internationale commissie op haar pad. Eén van de commissieleden vraagt haar of zij in een Opperwezen gelooft. Zij antwoordt ontkennend. De bobo merkt daarna fijntjes op dat meer dan negentig procent van de aardbewoners wél gelovig is. Foster is niet representatief, zacht gezegd.

13

Is het toeval dat je bij Interapy terecht bent gekomen of heeft het echt jouw voorkeur om schrijvend therapie te geven? ‘Ik heb mijn afstudeeronderzoek bij Interapy gedaan. Met twee andere studenten heb ik meegewerkt aan het ontwikkelen van de boulimiabehandeling van Interapy en het uitvoeren van een randomized controlled trial studie naar de effectiviteit van die behandeling. Daar zijn we 2,5 jaar mee bezig geweest. Na mijn afstuderen had ik een baan nodig die ik kon combineren met het schrijven. Mijn boek was toen in de laatste fase en ik wilde ergens werken waar ik mijn tijd zelf kon indelen. Maar ik heb dus geen specifieke voorkeur voor schrijvend therapie geven.’

Rare jongens, die ongelovigen

november 2011

voor mensen. Of het drukt ze met de neus op het feit dat ze eigenlijk echt een ernstig probleem hebben. Ze zien voor het eerst onder ogen wat er eigenlijk allemaal aan de hand is. Mensen zeggen: ‘het werd wat helderder’ of ‘ik zie nu net wat beter dat ik er echt wat aan moet doen’.


Contactadvertenties Stuur je reactie onder vermelding van het advertentienummer naar spiegeloog-fmg@uva.nl Wij sturen je reactie door naar degene die de advertentie geplaatst heeft

Spiegeloog

14

Nr. 1 Ik zk muziek. Mail me je fav nrs! Voork v exp electr.

november 2011

Nr. 2 Gez. wol en garen om te haken of breien. Hft jouw oma nog iets liggen? Mij mk je er blij mee! Alle kleuren welkom. Nr. 3 Ik zou grg piano leren spelen. Zoek pianoboeken vr beginners. Heeft iemand pianoboeken waar hij/zij vanaf wil? Ik houd me aanbvln. Nr. 4 Wie helpt mij uit woningnood? Vriendelijke, nette, niet-rokende, betrouwbare, werkende jonge vrouw zkt studio of appartement in A’dam. Let your contacts be my solution.

Nr. 5 Emma (24, snurkt niet, danst graag) zkt hopeloos nr (iets) ruimere woning. Leven onder hoogslaper voldoet niet meer. Help haar en ontvang eeuwige dank en een worteltaart (appel mag ook). Nr. 6 Gezocht: Een analoge camera, vr een appeltaart of lage prijs. Zodat het voortaan een verassing blijft hoe mijn foto's eruit zien totdat ik ze ontwikkel! Nr. 7 Ik zk leuke studenten (bij voorkeur jongens), die op dins- wo- of donderdagmiddag met één van mijn zoontjes (tweeling 9 jaar) mee kan naar voetbal op de fiets. Gunstig oppastarief!

Nr. 8 Ik ben Roos en ik ben een enthousiast pianiste. Speel jij ook met veel passie een instrument en lijkt het je een leuk idee samen te spelen? Stuur een mail!

Nr. 11 Lieve mensen, ik ben op zk naar een fijne kamer in A’dam. Kan jij mij hiermee helpen? Een fles wijn of een krat bier nr keuze als beloning!

Nr. 9 Heb jij ervaring met een eetstoornis? Dan is het mglk om als ervaringsdeskundige aan de slag te gaan. Hierbij zet je jouw ervaring met een eetstrns in om cl. die worstelen met een eetstrns te helpen.

Nr. 12 Gemotiveerde, slimme en gezellige 3ejrs student Klinische Psychologie zkt uitdagende en interessante student-assistent baan binnen Opleiding Psychologie vr één of twee dagen p. w. Ik ben betrouwbaar, meedenkend en gedisciplineerd.

Nr. 10 Wie niet waagt wie niet wint! 3ejrs psychologiestudent zoekt woonruimte in A'dam! Kamer (max. 500€) of appartement (max. 650€). Ben of ken jij iemand die een huurder zkt? Contact Spiegeloog!

Nr. 13 3ejrs vrouwelijke nette student zkt een huurkamer of huurwoning in (de buurt van) A’dam. Het liefst zo dicht mogelijk in de buurt van Diemen. Heb jij iets voor mij?


Nr. 16 3ejrs studente psychologie (20 jr.) is op zk naar kamer in A’dam. Houdt van lachen, gezelligheid en af en toe eens samen eten. Huur max. 400 euro p. mnd. Nr. 17 Ik zk nog een kamer in A’dam Oost of Centrum. Nr. 18 Studerende, jonge moeder van twee zoontjes zkt contact met andere studerende moeders.. Nr. 19 3ejrs psychologiestudente is op zk naar een kamer in A’dam, min. 12m2 en max. 400euro p. mnd. Voorkeur vr regio oost en zuid.

Nr. 21 Gezocht: 3k apt, 50-60 m², max €900 incl, omgeving centrum. Nr. 22 PhD-student (vrouw, 26) zkt kamer of zelfst appartement > 15 m² voor max. 650 Euro. Zo gauw mogelijk. Nr.23 Ik zk oude Ariadnes. Ophalen is geen prblm. Vr. gr. Nr. 24 Voor in mijn nieuwe huis zk ik een mooie vleugel. Besch zijn niet erg, als hij maar goed speelt. Soepele aanslag gewenst. Goede kwaliteit, max 1000 euro. Nr. 25 Aangebdn, Audi A8 en Mercedes onderdelen. Van motorblok tot koplampen. Evt. montage geen prblm. Tevens schadeherstel of spuitwerk.

Nr. 26 Wie leent mij een frees om mijn moestuin winterklaar te maken? Als dank bakt mijn vriendin graag een appeltaart voor u. Nr. 27 Gezcht: 2ehnds studiebkn: Current psychotherapies (9e editie) 2010 ISBN 0840032617; Handboek persoonlijkheidspathologie (2009) ISBN 9789031361120; Practical couselling skills (2005). ISBN 9781403945136; Analyse van Onderzoeksgegevens, Mark Spiering, ISBN 9781846582509 Nr. 28 Wat is jouw lekkerste recept? Maak mij er blij mee! Koken, bakken, braden, alles is welkom. Nr.29 Gezcht, schoolbord, Mactoetsenbord, stellagekast en bureaustoel. Verloren ergens tussen Roeterseiland en de Diamantbeurs. Nr. 30 Aangeboden: Barlow, D. H. (2002) Anxiety and its disorders. ISBN 9781593850289 30,00 euro. Opsturen geen prblm.

Nr. 31 Was jij een van de eersten met een Wii, maar liggen al jouw Wii-spellen nu in een hoek stof te vangen? Geef/verkoop ze dan (voor weinig) aan mij! Nr. 32 25-jarige studente Social Work zoekt Russische les in de avonduren. Nr. 33 22-jarige studente Psychologie zoekt pianoles en zangles. Het liefst in combinatie, maar mag ook apart. Met pianoles 10 jaar ervaring klassiek. Nr. 34 Spiegeloog zkt webredacteur! Taak: Bijhouden van de toekomstige website. Nr. 35 Te koop aangeboden: doos met lp’s. Voor de liefhebber. R&B en rap, o.a. Rappers Delight. Nr. 36 Gezcht: Danspartner voor ballroom/ latin danswedstrijden. Ik wil er wel serieus voor gaan! Nr. 37 Wil jij een cover ontwerpen voor Spiegeloog? Overtuig ons van je ontwerpkunsten!

Spiegeloog

Nr. 15 Ben jij op zk naar een oppas voor je kind(eren)? Ik heb veel ervaring met oppassen (9 jr) op kinderen van alle leeftijden (vanaf 3 mndn tot 12 jr)!

Nr. 20 Appartement gezocht in A’dam centrum voor 3 of meer personen. Huurprijs max 500eu incl. Wij zijn nette psychologiestudentes van 20 jr oud.

15 november 2011

Nr. 14 Kamer gezocht! Hoi ik ben Charlotte Rulo (23) en zk een nieuwe kamer liefst binnen de ring. Ik ben sociaal, betrouwbaar en netjes. Hopelijk tot snel!


Ik wil je nooit meer zien Geen contact meer met je ouders

Er is altijd tenminste één van je ouders aanwezig op het moment dat je ter wereld komt. In de meeste gevallen ontwikkel je vanaf die dag een zeer sterke relationele band met je moeder en/of vader. Er wordt van uitgegaan dat deze band een leven lang intens en intact blijft, maar toch komt het soms voor dat een kind het contact met zijn of haar ouders volledig verbreekt. Waarom kiest iemand hiervoor en hoe kan het contact worden hersteld?

Spiegeloog

Tekst: Kirsten Vegt

16 november 2011

Het is een veelvoorkomend verschijnsel tijdens therapie; iemand ervaart een probleem in zijn of haar leven, zoekt hiervoor hulp bij een psycholoog en na een aantal gesprekken blijken de ouders van de cliënt, of één van hen, iets grondig verkeerd te hebben gedaan. Bijvoorbeeld in de opvoeding, in relatie tot de andere ouder, of ten opzichte van de keuzes en voorkeuren van de cliënt zelf. Soms heeft de cliënt tegen die tijd al geen contact meer met zijn of haar opvoeder(s), maar het gebeurt ook vaak dat hij of zij naar aanleiding van de ontstane problemen juist het contact verbreekt.

vijftiende vooral voor zichzelf heeft gezorgd. Na de scheiding was haar moeder kapot van verdriet en eigenlijk altijd boos en verbitterd. Haar vader was vooral bezig met zijn nieuwe vriendin. Toen haar vader op een gegeven moment eiste dat zij en haar zus zijn nieuwe vriendin moesten accepteren en hen als stel moesten bezoeken, had Liselotte er genoeg van. Zij en haar zus verbraken alle contact met hem. Ondanks dat Liselotte bij haar moeder woonde, verslechterde door de vele ruzies ook hier het contact. Na ingrijpen van Bureau Jeugdzorg is ze bij haar oom en tante in Bilthoven gaan wonen. Toen ze niet meer thuis woonde, verbeterde de relatie met haar moeder al snel. Maar haar vader ziet ze, ook nu ze al 25 is, nog steeds niet. Ze heeft hem nooit kunnen vergeven hoe hij zijn gezin in de steek liet voor zijn vriendin.

- Het contact verbreken met ouders komt steeds vaker voor -

Liselotte uit Hengelo heeft al een lange tijd geen contact meer met haar vader. De aanleiding hiervoor was dat haar zus ontdekte dat hun vader in zijn huwelijk met hun moeder vreemdging. Dit heeft veel ruzies, problemen en een scheiding opgeleverd, wat tot gevolg had dat Liselotte vanaf haar

Liselotte is niet de enige die het contact met één of beide


- Een scheiding is voor een kind vaak een traumatische gebeurtenis -

Maar waarom wordt dan bij relatief lichtere gezinsproblematiek toch tot deze drastische maatregel overgegaan? Uit een longitudinaal onderzoek van Aquilino (1997) blijkt dat patronen binnen de ouder-kindrelatie herhaald worden in relaties die adolescenten aangaan vanaf hun puberteit. Veilige en stabiele relaties tussen ouder en kind zijn dan ook hoog gecorreleerd met het aangaan van veilige en stabiele relaties zodra kinderen volwassen worden. Hoewel scheidingen volgens Coleman (2007) vallen onder lichtere gezinsproblematiek bij het verbreken van het ouderkindcontact, blijven scheidingen vaak traumatische gebeurtenissen voor kinderen. Kalter en Rembar (1981) vonden bijvoorbeeld dat een scheiding bij kinderen van drie jaar of jonger gecorreleerd was met verlatingsangst, voor zowel jongens als meisjes. Bij kinderen tussen de drie en zeven wiens ouders gingen scheiden werd er een toename van agressie en school- en studieproblemen waargenomen wanneer zij

Ondanks de vaak bewuste keuze tot een stopzetting van het contact, levert een verbroken ouder-kindrelatie meestal veel verdriet op aan beide kanten. Zeker als het gaat om relatief lichte problematiek, mist een opa of oma haar kleinkind, mist een kind zijn of haar vader of moeder en eventuele kleinkinderen missen een opa of oma. Het komt dan ook nogal eens voor dat er, soms pas na jaren verwijdering, een

Spiegeloog

eenmaal in de puberteit kwamen. Ook bleken scheidingen (vooral als deze uitmondden in langdurige rechtszaken over geld of voogdij) voor een verstoord contact te zorgen tussen ouders en kinderen. Bijvoorbeeld door stress en tijdgebrek, maar ook omdat sommige ouders elkaar bij het kind zwartmaken na een scheiding. Niet zelden leidde emotionele verwaarlozing of kampvorming tussen kind en ouder tot verslechterd of verbroken contact op latere leeftijd. Daarnaast kan de verstoring van het ouder-kindpatroon (gedeeltelijk) ten grondslag liggen aan andere problematiek in het leven van het adolescente of volwassen kind. Een studie van Zill et al. (1993) laat zien dat effecten van scheidingen of andere storingen binnen de familie nog tot 22 jaar later terug te zien waren in vroege schooluitval, probleemgedrag en het nodig hebben van psychologische hulp. Interessant zijn de cijfers van het CBS als het gaat om de toegenomen kans op echtscheiding sinds 1950: deze kans is gestegen van 9 procent naar 34 procent. Tegelijkertijd heeft ruim een kwart van de kinderen van gescheiden ouders in de jaren na de echtscheiding geen contact meer met de vader. De toename van contactverbrekingen uit het eerder genoemde onderzoek van Coleman (2007) lijkt dan ook (gedeeltelijk) aan de toename van scheidingen te liggen. Verder geeft een kwart van de kinderen aan dat zij na de echtscheiding wel contact met hun vader hebben, maar dat dit contact slecht verloopt. Het contact met de moeder verloopt daarentegen bij 60 procent van de gevallen goed. Dit lijkt samen te hangen met het feit dat de meeste kinderen bij hun moeder gaan wonen na een scheiding.

17 november 2011

ouders heeft verbroken. In alle lagen van de bevolking wordt soms gekozen voor het doorsnijden van alle banden met familieleden. Ook een aantal beroemde filmsterren of muzikanten hebben deze moeilijke beslissing genomen. Denk aan Angelina Jolie die jarenlang geen contact had met haar vader. En Jennifer Aniston of Eminem die beide geen contact meer hebben met hun moeder. Of Lindsay Lohan die zelfs een straatverbod heeft aangevraagd tegen haar vader. Psycholoog Joshua Coleman heeft onderzoek gedaan naar dit verschijnsel. Hij vond dat het verbreken van contact met ouders een steeds vaker voorkomend fenomeen is. Zelfs in families waar de gezinsproblematiek relatief licht lijkt en waar geen mishandeling of iets dergelijks in voorkomt. In plaats daarvan wordt gerapporteerd dat relaties die ooit als goed werden bestempeld verslechterden door conflicten over geld, partnerkeuze of opgebouwde woede vanwege scheidingen of tweede huwelijken (Coleman, 2007).


men dat zij zich vreselijk in de steek gelaten voelde door haar vader en dat ze daardoor boosheid voelt als ze aan hem denkt of hem ziet. De vader van Liselotte vertelde vervolgens dat ook hij door een moeilijke en verwarrende periode is gegaan. Hij had het gevoel dat zijn dochters geen begrip voor hem konden opbrengen en dat hij vanaf het begin af aan al de stempel ‘dader’ had gekregen. Vervolgens was er een sessie waarin het vooral ging om het inleven in en het begrijpen van het verhaal van de ander. Het effect van deze stappen was dat de familieleden een genuanceerder beeld kregen van elkaar. Dit zorgde ervoor dat ook de gesprekken die aanvankelijk nog vol verwijten zaten uiteindelijk constructiever van aard werden en dat het contact tussen vader en Liselotte en haar zus verbeterde. Ondanks dat er zeker nog een aantal therapiesessies nodig zijn, heeft Liselotte aangegeven dat ze het nu meer ziet zitten om samen met haar zus ook zonder de psycholoog met haar vader af te spreken. Ze weet nog niet of ze uiteindelijk de deur bij elkaar plat zullen lopen, maar er is vooruitgang geboekt. Aan het eind van haar verhaal voegt ze nog zachtjes toe dat ze haar vader eigenlijk best wel gemist heeft. <<

moment komt dat degene die het contact heeft verbroken (soms de ouder, maar meestal het kind) ervoor kiest voorzichtig weer contact op te nemen. Het is niet onverstandig dit onder begeleiding te doen van een professionele mediator of psycholoog, vinden Dattilio en Nichols (2011). Op die manier zorgt een onafhankelijke derde partij ervoor dat het gesprek constructief kan blijven, zodat er een goede basis wordt gelegd voor verder contact. Zij stellen daarnaast dat alleen het stimuleren van interactie of het vinden van een gezamenlijk doel niet genoeg is. Volgens Dattilio en Nichols is er een cognitief gedragsmodel nodig, waarin de schema's en patronen die familieleden ontwikkeld hebben in relatie tot elkaar duidelijk worden. Schema's zijn belangrijk omdat de overtuigingen die gezinsleden over elkaar hebben niet altijd zichtbaar zijn, maar vaak wel overheersen in het contact. Het zichtbaar maken van deze onderliggende verwachtingen en overtuigingen staat centraal bij cognitieve gedragstherapie. Bijvoorbeeld of de ouder zich bij beschuldigingen van het kind steeds defensief opstelt, of dat het (inmiddels volwassen) kind onrealistisch hoge eisen aan de ouder stelt. Om het familiesysteem te kunnen begrijpen is het daarom belangrijk de individuele gezinsleden te leren kennen en te weten hoe ze met elkaar omgaan. Terwijl zowel ouder als kind zijn of haar cognities, gedrag en emoties formuleert en reageert op andere familieleden, kan de psycholoog een schema ontwikkelen met de belangrijkste cognitieve structuren binnen het gezin.

Bronnen

In het geval van Liselotte is deze stap recentelijk gezet. Haar zus voelde toch de behoefte haar vader te zien, maar wilde dit niet alleen doen. Liselotte stemde vervolgens toe en samen hebben ze hun vader een email gestuurd waarin ze hem uitnodigden samen met hen een aantal therapiesessies te volgen. In de therapiesessies die zij met z'n drieën hebben gevolgd, werd tijdens de eerste paar bijeenkomsten het gesprek heel strak geleid. Iedere betrokkene vertelde het verhaal vanuit zijn eigen perspectief. Het viel op dat zowel Liselotte als haar vader snel in beschuldigingen vervielen en het gesprek zo in een ruzie uitmondde. Het was daarom van groot belang dat er vanuit de ik-boodschap werd geredeneerd. Dus niet 'jij was er niet voor me', maar 'hierdoor of daardoor kreeg ik het gevoel dat je er niet voor me was'. Met behulp van deze regels kon Liselotte bijvoorbeeld benoe-

- Aquilino (1997). From adolescent to young adult: a prospective study of parent-child relations during the transition to adulthood. Journal of Marriage and the Family, 59, 670-686. - Coleman, J. (2007). When Parents Hurt: Dealing with Parental Alienation (1rd ed.). New York: Harper Collins. - Zill, N., Morrison, D.R. & Corio, M.J. (1993). Long-Term effects of parental divorce on parent-child relationships, adjustment and achievement in young adulthood. Journal of Family Psychology, 7(1), 91-103. - Dattilio, F.M. & Nichols, M.P. (2011). Reuniting estranged family members: a cognitive-behavioral-systemic perspective. The American Journal of Family Therapy, 39, 88-99. - De ervaring van het gezin, CBS (2001). http://www.cbs.nl Opgehaald op 8 oktober 2011. - Huwelijksontbindingen; door echtscheiding en door overlijden, CBS (2009). statline.cbs.nl Opgehaald op 10 oktober 2011.

- Eigenlijk had ze haar vader best wel gemist -

Spiegeloog

18 november 2011

De naam en woonplaats van de geïnterviewde zijn op verzoek gefingeerd.


Op Kamers Tekst & Foto's: Annemiek Hell

Kamer: D 3.08 Bewoner: Prof. Dr. Annette de Groot Annette de Groot is hoogleraar experimentele psycholinguïstiek en programmaleider van Brein & Cognitie. Ze geeft meerdere vakken die gericht zijn op taal en cognitie en heeft onlangs het boek 'Language and Cognition in Bilinguals and Multilinguals. An introduction' geschreven. Het eerste wat me opvalt in de kamer van Annette, zijn de houten gezichten. ‘Deze beelden heb ik vijftien jaar geleden gekocht, gewoon omdat ik ze mooi vond. Ik zag ze in een winkel in Monnickendam, waar ik vaak mijn cadeaus kocht, voor anderen en mezelf. Ze zijn handgemaakt van ebbenhout en komen uit Afrika, volgens mij zijn ze door de Masai gemaakt. Ik had ze eerst thuis staan, maar omdat ik daar teveel spullen had en ik mijn werkkamer een beetje wilde decoreren heb ik ze hier neergezet.’

Spiegeloog

Afrikaanse kunst

Rode stoel ‘Deze stoel is van mijn collega Victor Lamme geweest. Hij vindt de witte muren van de kamers er zo ongezellig en koud uitzien, daarom kwam hij met twee grote potten verf aanzetten. Hij heeft zijn kamer rood met blauw geverfd. Deze stoel vloekte bij de nieuwe kleuren in zijn kamer en is daarom twee kamers verder naar die van mij verhuisd. Ik weet nog niet precies wat ik ermee wil doen, maar ik heb hem voor nu even van de stort gered.’

Foto ‘Deze foto is genomen tijdens het jaarlijkse psychonomics congres in de VS. Ik was daar zelf niet aanwezig, maar het boek dat ik onlangs geschreven heb wel. Dat werd op het congres tentoongesteld bij de uitgeversstands. Een voormalige promovenda van mij, die nu hoogleraar is in de VS, heeft daar allemaal internationale collega’s verzameld. Samen poseerden ze voor een foto om de poster van mijn boek heen. Toen ik thuis een feestje gaf om het uitbrengen van mijn boek te vieren, kreeg ik de foto van haar cadeau.’

november 2011

19


Filmrecensie Tekst: Vera van der Molen

Restless

Spiegeloog

20 november 2011

De film Restless begint met een begrafenis. Als je probeert de relatie tussen de overledene en de jongen die de hoofdpersoon lijkt te zijn te achterhalen, bemerk je na even dat die er niet is. Deze jongen, Enoch (Henry Hopper), gaat naar begrafenissen van mensen die hij niet kent. Op een van deze begrafenissen ontmoet hij Annabel (Mia Wasikowska, Alice uit Alice in Wonderland). Deze ontmoeting is van korte duur, maar Annabel laat het er niet bij zitten. Op een volgende begrafenis die Enoch bezoekt, duikt ook zij op. Na nog een ontmoeting op de begraafplaats, waar Annabel vogels tekent en Enoch haar aan zijn ouders voorstelt, nodigt Enoch haar uit voor een eerste afspraakje: een voetbalwedstrijd van kleine jongens die Enoch noch Annabel kent. Tijdens dit afspraakje vertelt Enoch Annabel over zijn vriend Hiroshi (Ryo Kase): de geest van een Japanse kamikazepiloot. Nee, Restless is geen dertien in een dozijnfilm. De film schept een speciale sfeer die doet denken aan een Franse Arthouse-film waarin alles om Enoch en Annabel draait en je de opmerkelijke gebeurtenissen haast meteen voor lief neemt. Naast Enoch en Annabel komen alleen de tante van Enoch, de zus en de moeder van Annabel en de eerdergenoemde geest Hiroshi voor in de film. Het enige dat lijkt te tellen is de relatie tussen Enoch en Annabel. Deze relatie is meteen romantisch, hoewel dat in het begin door beiden nog ontkend wordt en de relatie een praktische insteek heeft: omdat Enoch veel van de dood weet, zal hij Annabel helpen zich voor te bereiden op haar dood. Annabel heeft namelijk nog maar drie maanden te leven.

regie: Gus van Sant De kijker heeft bij Restless geen benul van plaats of tijd. De film speelt zich waarschijnlijk af in Amerika, want de personages spreken Engels. Verder dragen Enoch en Annabel ouderwetse kleding, die ook retro zou kunnen zijn, en is er nergens een mobiele telefoon of computer te bekennen. Hierdoor merk je als kijker al snel dat het geen zin heeft om het verhaal helemaal te willen plaatsen: je legt je neer bij de onvatbaarheid van de film en laat je gewoon meevoeren met het verhaal. Natuurlijk worden sommige dingen wel duidelijk - de begrafenishobby van Enoch vind je aan het einde van de film bijvoorbeeld wat minder raar - maar niet alles in deze film hoeft geanalyseerd te worden. De prachtige, meeslepende muziek helpt hierbij; je laat de film over je heen komen. Het enige zeer duidelijke feit in deze film is de dood van Annabel. Vrijwel vanaf het begin weet je dat dit moment er komt. Eerst lijkt alles nog vredig, afgezien van Annabel haar opvallend korte haar waardoor ze volgens Hiroshi op een jongetje lijkt. Maar naarmate de band tussen Enoch en Annabel groeit, groeit ook het besef dat hier bruut een einde aan zal komen. Een feit dat ervoor zorgt dat je de film toch wat minder gelaten kunt ondergaan. Restless is geen film voor hen die een klinkklaar verhaal willen zien. Ook is het, door zijn onherroepelijke afloop, geen vrolijke film. Wel is het een film die je anderhalf uur lang meeneemt, je alles daarbuiten doet vergeten en je een melancholisch gevoel geeft dat je niet meteen weer loslaat. Restless draait vanaf 20 oktober in de bioscoop.


Het nut van netwerken

Tekst: Bianca Muurman

Spiegeloog

Ik betrap mezelf erop te checken hoeveel connecties ik heb op Facebook. Ik heb een LinkedIn-pagina, die ik eigenlijk niet gebruik. Wat heb ík nou voor carrièredingen te melden? Toch heb ik er redelijk veel connecties. Ik heb zelfs het boekje ‘LinkedIn voor dummies’ gekocht, zodat ik het beste uit de netwerksite kan halen. Zowel dit jaar als vorig jaar ben ik naar het Careerevent geweest, alwaar ik visitekaartjes heb verzameld en contact heb gelegd met potentiële sprekers. Maar netwerken komt in vele vormen. Ik sprak Monique Goossens, ontwerper en frequent netwerker, over haar manier van netwerken.

Kun je even kort vertellen wat je doet? ‘Ik heb de Design Academy gedaan in Eindhoven en de opleiding Academie Artemis Interieurstyling. Ik ben ontwerper, en fotografisch vormgever: ik ontwerp iets wat ik uiteindelijk fotografeer, en het gefotografeerde beeld is het einddoel. Vervreemding is een terugkerend thema in mijn werk, ik heb bijvoorbeeld een kom ontworpen waar een geitje doorheen springt. Daarnaast ben ik interieurontwerper en ga ik binnenkort lesgeven in trendprognose en beeldcommunicatie op Academie Artemis.’

Wat is netwerken in jouw ogen? ‘Netwerken is je sociale netwerk uitbreiden, en waar dat voor mij op neerkomt is vooral bezig zijn met geven in plaats van nemen. Veel mensen denken dat netwerken inhoudt dat je gaat kijken wat je van een ander kunt krijgen, maar je moet juist investeren in je contacten en dan is het gewoon een kwestie van elkaar wat gunnen. Het gaat erom dat je op het juiste moment aan elkaar denkt. Dus als iemand denkt: ‘er moet een interieur ontworpen worden’ of ‘we hebben beelden nodig voor een trendprognose’ - dan hoop je dat ze meteen denken aan Monique. Het uitbreiden van je netwerk kan binnen alle kringen: familie, vrienden, werk - het maakt niet veel uit. Je hebt koude contacten, lauwe contacten en warme contacten. Koud staat het verst weg en warm staat het dichtst bij. De meeste opdrachten komen uit je warme netwerk. Een van de dingen die je doet door netwerken, is de lauwe contacten warm maken en de koude contacten lauw maken. Je bent als het ware aan het investeren en een soort sociale bankrekening aan het opbouwen. Ik vind netwerken vooral heel erg leuk. Vroeger dacht ik altijd: netwerken is slijmen bij mensen die

- Je moet op het juiste moment brutaal durven zijn -

Je houdt je heel erg bezig met netwerken, hoe komt dat? ‘Ik heb allerlei trainingen gedaan die over netwerken gaan, want in creatieve beroepen als het mijne vind je opdrachten en dergelijke vaak via je netwerk. Werk vinden via uitzendbureaus, advertenties of vacaturesites, dat werkt niet in creatieve beroepen. Dus je moet zelf naar buiten treden. Ik ben geïnteresseerd geraakt in netwerken omdat het nodig was, maar ook omdat ik het leuk vond en me daar gewoon in wilde verdiepen.’

november 2011

21


je niet mag. Maar dat is dus helemaal niet zo. Je moet, vind ik, alleen maar netwerken met mensen met wie je een klik hebt, anders heeft het toch geen zin. Netwerken gaat ook om vertrouwen en dat je elkaar dingen gunt, als je geen klik hebt met iemand dan werkt dat dus niet.’

Spiegeloog

22 november 2011

Dus je netwerkt niet om het netwerken? ‘Nee, ik netwerk echt niet om het netwerken en dat is ook waarom ik het heel leuk vind, want eigenlijk ben ik alleen maar de hele tijd nieuwe vrienden aan het maken. En ik netwerk zoals gezegd alleen met mensen waar ik een klik mee heb. Ik ga ook nooit naar netwerkborrels. Ik kom gewoon ergens of ik doe een training, en dan zitten er altijd wel één of twee mensen bij waarmee ik een klik heb. Met hen ga ik vervolgens een keer koffie drinken. Ik ga daar dan niet zitten met een plannetje, het is puur om mijn sociale netwerk uit te breiden. Zo’n afspraak gaat natuurlijk, intuïtief en op gevoel. Je moet ook zeker niet de hele tijd over werk praten. Het is gewoon precies wat je doet als je nieuwe vrienden maakt; een leuke tijd hebben, elkaar beter leren kennen, elkaar wat gunnen en investeren in de relatie. Je moet natuurlijk wel vertellen wat je doet, iets van je werk laten zien, en op het juiste moment brutaal durven zijn. Mensen moeten wel weten wat je doet en wat je nodig hebt, en dat je het fijn vindt als je meer opdrachten zou krijgen. Je moet ook van die ander weten wat hij doet, wat zijn behoeftes zijn en waarmee je hem kunt helpen. Je moet goed luisteren, vragen stellen en je inleven in de ander. Je kunt advies geven, met iemand meedenken, en informatie en contacten delen. Dus: ‘ik weet nog wel iemand die is handig voor jou’ of ‘heb je hier al aan gedacht?’. Kortom, je moet iemand helpen als je weet dat je kunt helpen. Dat hoeft niet eens over werk te gaan, het kan echt van alles zijn. Al is het iemand helpen met verhuizen.’

koffie te drinken, het contact vervolgens te onderhouden en er in te investeren. Warme contacten zijn je vrienden en je familie, die staan het dichtst bij. Ik vind dat werk vinden via koude contacten niet werkt, omdat je dan geen klik hebt.’ Heb je een voorbeeld van een relatie die je zelf van koud/lauw naar warm hebt gemaakt en waar je iets uit hebt gehaald? ‘Een vriendin van mij gaf een keer een etentje waar mensen kwamen die ik niet echt kende, maar al wel eens gezien had. Het was een hele gezellige avond, met een hele leuke combinatie van mensen. Dus ik dacht: ja, dit klikt wel, laten we het doorzetten. Toen heb ik het initiatief genomen om nog een keer met precies diezelfde groep te gaan eten. Dat hebben we vervolgens gedaan en daar is een interieurontwerpopdracht uit voortgekomen. Die persoon – een vriendin van een vriendin dus - was een lauw contact en is nu een warm contact. Eigenlijk is het gewoon net als wanneer je op een feestje iemand ontmoet waar je een klik mee hebt; je spreekt nogmaals af en zoekt naar gemeenschappelijke interesses.’ Een student heeft meestal nog geen groot netwerk. Hoe zou je het dan aanpakken? ‘Iedereen heeft vrienden, en die vrienden hebben ook weer vrienden. De kunst is om open te staan voor nieuwe mensen en daar contact mee te maken. Je moet ook een beetje brutaal zijn, en initiatiefrijk. Je moet op een verjaardag bijvoorbeeld op mensen af durven stappen en daar een gesprek mee beginnen. En als dat klikt op een leuke manier, dan ga je een keer afspreken om koffie te drinken. Of je nodigt iemand een keer bij je thuis uit, of je organiseert iets. Ik organiseer zelf vrij veel etentjes waarbij ik mensen uitnodig die ik misschien niet heel goed ken, maar die ik op een verjaardag, feestje of training heb ontmoet. Ik ken nu verschillende groepjes waarvan ik denk dat het leuk zou zijn om die mensen eens bij elkaar te brengen. Dan gaan we met z'n allen koken en eten. Je hebt mensen die het netwerken van nature in zich hebben; die heel sociaal zijn en altijd weer nieuwe mensen ontmoeten. Ik denk dat als je teruggetrokken bent en het netwerken er niet echt inzit, dat het dan ook niet werkt om het te forceren. Ik geloof wel dat je netwerken kunt leren, maar je moet het wel leuk vinden. Als je met tegenzin ergens staat en denkt: oh nee, dan moet ik met die mensen praten, daar heb ik helemaal geen zin in. Dan denk ik dat je het beter niet kunt doen.’

- Investeren in je netwerk is het opbouwen van een sociale bankrekening -

Kun je iets meer over vertellen over die theorie van de koude, lauwe en warme contacten? ‘Koude contacten zijn mensen waar je nog niet eerder contact mee hebt gehad, bijvoorbeeld als je zomaar een bedrijf zou gaan bellen (dit heet ook ‘koud bellen’). Lauwe contacten zijn je kennissen, of het kan iemand van een bedrijf zijn waar je al ooit een vorm van contact mee hebt gehad. In het geval van koude contacten moet je helemaal gaan vertellen wie je bent, wat je doet en waarom je belt. Bij lauwe contacten kun je zeggen: ‘wij hebben elkaar toen daar en daar nog gesproken, weet je nog?’. Lauwe contacten heeft iedereen; bijvoorbeeld een oude werkgever waar je wel een goede klik mee had. Dat contact kun je weer warm krijgen door even


Een van de ontwerpen van Monique. Meer werk is te zien op haar website www.moniquegoossens.com

Wat vind je moeilijk aan het netwerken? En wat vind je makkelijk? ‘Wat ik makkelijk vind is het contact leggen met mensen. Dat vind ik gewoon heel leuk, het gaat me ook makkelijk af. Wat ik moeilijk vind - maar dat lukt wel steeds beter - is op een juist moment iets concretiseren. Dus als iemand iets zegt en je merkt dat daar een kans voor je ligt, dan moet je op dat moment brutaal durven zijn en zeggen: ‘als je nog een keer in zo’n situatie zit dan moet je mij eens bellen, ik kan je daar bij helpen.’ Echt heel concreet zijn vind ik soms onprettig. Ik hou er niet van als mensen het gevoel krijgen dat ik iets van ze wil, want dat is het niet. Ik ben gewoon mijn netwerk aan het uitbreiden, maar ik heb geen verborgen agenda. Ik ga niet met jou koffie drinken omdát jij wellicht dit of dat voor mij kunt doen. Ik stuur ook nooit het gesprek, dat past niet bij mij. Er zijn mensen die wel heel bewust en gehaaid een gesprek sturen. Dat kan vervelend zijn, maar het kan ook op een leuke manier. Het zijn gewoon echte handelaren, en die denken altijd heel zakelijk, maar het blijft wel integer en oprecht. Ik vind het dan ook niet negatief dat ze direct en to the point zijn. Daar heb ik best wel bewondering voor. Ik heb ook wel eens dat iemand tegen mij zegt: ‘weet je wat jij nodig hebt, een ondernemingsplan’. En dan tien minuten later geeft hij mij een visitekaartje; ‘ja, ik schrijf ondernemingsplannen’.

Heb je tips voor studenten? ‘Je moet investeren in het contact, dus altijd eerst geven. Ik denk dat heel veel mensen nadenken over wat ze van de mensen in hun netwerk kunnen krijgen, maar je moet eerst denken aan wat je aan de mensen in je netwerk kunt aanbieden. Daarom denk ik ook dat je vooral goed moet luisteren naar een ander, vragen moet stellen en geïnteresseerd moet zijn, zodat je erachter komt wat hij wil en nodig heeft. En je moet zelf duidelijk zijn in wat je doet en wilt. Niet geforceerd op een feestje alleen maar over je werk praten, maar wel als het ter sprake komt. Je moet ook je elevator pitch op orde hebben. Stel je voor dat je iemand ontmoet in de lift en diegene moet naar de vijfde verdieping. Dan heb je maar één à twee minuten de tijd om te vertellen wie je bent, wat je doet en wat je wilt. Dat moet een duidelijk verhaal zijn, wat beeldend is, en waar mensen zich iets bij voor kunnen stellen. Dan wordt het leuker om naar te luisteren en onthouden mensen het beter, zodat ze weten dat ze aan je moeten denken als er een opdracht voorbij komt. Ook moet je vooral heel luchtig netwerken, niet te serieus. En je moet niet te veel willen in een gesprek en niet te doelgericht zijn; gewoon go with the flow. Online netwerken zoals op LinkedIn is ook heel slim. Daar kun je jezelf ook profileren en zo je netwerk uitbreiden. Ik heb een LinkedIn-profiel waar ook de link naar mijn website op staat. Online investeren in je netwerk houdt voornamelijk in dat je reageert op dingen die je contacten hebben gepost. Ik doe dat nog niet zo veel, maar ik wil het meer gaan doen. Persoonlijk contact vind ik leuker en daar ben ik beter in. Maar als je het leuk vindt om veel online te zijn, kan het op die manier ook ontzettend goed werken. Ik raad je ook aan te googelen over netwerken. Als je je er in verdiept is het echt leuk om te doen. En het werkt. Ik heb dus in trainingen geleerd dat

23 november 2011

Stel je hebt nu tijd voor een opdracht, zou je dan je netwerk inschakelen om een opdracht te vinden? ‘Nee, dat doe ik niet op die manier. Ik laat mijn portfolio aan mensen zien als het ter sprake komt. Ik zorg dat iedereen weet wat ik doe en wat ik wil en dan hoop ik dat ze op het juiste moment aan me denken. Ik ga daar niet heel actief achteraan bellen. Als ik een paar keer iets voor iemand anders doe wat veel voor die ander betekent, dan gaat diegene op een bepaald moment ook aan mij denken.’

Spiegeloog

Daar hou ik niet van en dan vertrouw ik zijn advies niet meer, omdat er zo’n groot eigenbelang achterzit. Wat ik soms ook lastig vind, is het vinden van een goede balans in het investeren in contacten. Je kunt wel iedereen gaan helpen met schilderen en verhuizen - wat heel veel tijd kost - maar of dat nou de goede manier is...? Je kunt ook investeren door mensen goede tips te geven of mensen te koppelen aan anderen uit jouw netwerk.’


je op een goed moment brutaal moet doorpakken en inderdaad heb ik inmiddels een opdracht gekregen door op het juiste moment te zeggen: ‘daar moet je mij voor hebben.’ Wat voor contact was dat? ‘Dat was een lauw/warm contact; een opdrachtgever waar ik al eerder wat voor gedaan had. Ik had voor haar een boekontwerp gemaakt en ze zocht nog iemand voor iets heel anders, namelijk een website-ontwerp. Ze had zelfs al iemand daarvoor op het oog. Toen zei ik dat ze dat mij eigenlijk zou moeten laten doen. En toen zei zij: ‘ja inderdaad! Je hebt natuurlijk dat boek al voor mij ontworpen, dus als jij ook de website doet dan past het allemaal bij elkaar!’ Je moet jezelf aanbieden op een leuke, luchtige manier.’

Spiegeloog

24 november 2011

Is er nog iets wat je ons zou willen meegeven? ‘Ik denk dat netwerken in hele onverwachte hoeken zit. Je moet niet denken dat je iemand moet kennen die bij een bepaald bedrijf werkt en die freelancers nodig heeft op een bepaald vlak. Het maakt niet uit wat iemand doet, álle contacten kunnen tot iets leiden. Je moet nooit denken dat iemand niet interessant is. Het hoeft namelijk niet zo te zijn dat die specifieke persoon iets voor jou kan betekenen. Het kan zo zijn dat hij iemand kent die jou nodig heeft, dat weet je niet van tevoren. Verder zijn er nog een aantal kleine simpele dingen die je kunt doen, dingen die je zelf ook op prijs zou stellen. Bijvoorbeeld iemand bedanken en teruggeven wat je eraan hebt gehad wanneer iemand een opdracht voor je heeft of een contact met je heeft gedeeld. Het is voor mensen heel leuk om te horen dat je er iets aan gehad hebt of dat je er waardering voor hebt, als zij iets voor jou gedaan hebben. Of als iemand je een uitnodiging mailt, bijvoorbeeld voor een expositie, en je kan niet komen, mail dan even terug: ‘helaas kan ik niet, bedankt voor de uitnodiging, succes en veel plezier.’ Gewoon sociale omgangsvormen die iedereen op prijs stelt. En probeer het netwerken voor jezelf leuk te houden. Ga netwerken op een manier die bij jou past. De één vindt het leuk om koffie te gaan drinken, de ander om te lunchen, weer een ander wil voor mensen koken, of iemand deelt graag informatie, tips en contacten. Als je doet wat bij je past dan werkt het het beste en kost het minder energie. Ik krijg er juist energie van.’ <<

Sterke versus zwakke banden Veel carrièresites, boeken en artikelen suggereren dat netwerken (zoals contacten leggen op LinkedIn, naar conferenties gaan en visitekaartjes uitwisselen) essentieel is voor carrièresucces. Spiegeloog bekeek wat de wetenschappelijke literatuur vermeldt over de effectiviteit van netwerken. Netwerken is positief gerelateerd aan het aantal

promoties dat een individu krijgt in zijn leven (Michael & Yukl, 1993). Naast meer promoties leidt netwerken - en dan vooral het ondernemen van professionele activiteiten en het vergroten van interne zichtbaarheid binnen het bedrijf - tot een hoger salaris en beter waargenomen carrièresucces (Forret & Dougherty, 2004). Het nadeel van deze studies is dat ze óf vaak een momentopname zijn, waarbij op één moment de mensen die netwerken en de mensen die niet netwerken worden vergeleken, óf dat er achteraf wordt gekeken wat het verband is tussen netwerken en gewenste carrière-uitkomsten. Het grote probleem daarmee is dat er dan geen causaal verband kan worden aangetoond, en er geen veranderingen over tijd kunnen worden bekeken. In een latere studie is op drie verschillende momenten bekeken hoe het bouwen, behouden en gebruiken van contacten invloed heeft op het salaris en de carrièretevredenheid. Het bleek dat netwerken niet alleen gerelateerd is aan salaris en carrièretevredenheid op een bepaald moment in de tijd, maar dat het ook gerelateerd is aan de groei van het salaris en de tevredenheid over tijd (Wolff & Moser, 2009). Netwerken heeft dus positieve carrière-uitkomsten. Maar aan welke mensen uit je netwerk heb je het meest als je zoekt naar werk? Uit een studie waarbij studenten net voor en na hun afstuderen werden gevolgd, bleek dat 51,8% van deze studenten een baan vond via informele kanalen (hun sociale netwerk) in plaats van via formele kanalen (vacaturesites, advertenties) (Villar, Juan, Corominas & Capell, 2000). Binnen het sociale netwerk maakten zij onderscheid tussen de zogenaamde ‘sterke banden’ (familie en vrienden) en ‘zwakke banden’ (professionele kennissen, vrienden van vrienden). Studenten die werk vonden via hun zwakke banden verdienden meer en waren meer tevreden dan studenten die werk vonden via hun sterke banden. De theorie van zwakke banden (Granovetter, 1973) suggereert ook dat zwakke banden effectiever zijn, omdat de werkzoekende uit zijn nauwe cirkel stapt en informatie uit andere omgevingen verkrijgt. Kortom: buiten je eigen cirkel kijken loont! Letterlijk!

Bronnen -Forret, M., L., & Dougherty, T., W. (2004). Networking behaviors and career outcomes: Differences for men and women? Journal of Organizational Behavior, 25, 419-437 -Granovetter, M., J. (1973). The Strenght of Weak Ties. American Journal of Sociology, 78, 1360-1380 -Michael, J., & Yukl, G. (1993). Managerial level and subunit function as determinants of networking behavior in organizations. Group and Organization Management, 18, 328-251 -Villar, E., Juan, J., Corominas, E., & Capell, D. (2000). What kind of networking strategy advice should career counsellors offer university graduates searching for a job? British Journal of Guidance & Counselling, 28, 389-409 -Wolff, H., G., & Moser, K. (2009). Effects of networking on career success: A longitudinal study. Journal of Applied Psychology, 94, 196-206


vakgebieden van de psychologie zullen tijdens dit congres lezingen en workshops geven om al jouw vragen te beantwoorden. Bovendien zullen er senior adviseurs aanwezig zijn, waarmee je individuele gesprekken kunt aanvra-

De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten. Nummer 344 komt begin december uit. maandag 7 november Rode Hoed Keizersgracht 102 Amsterdam 20.00 uur (Studenten €9,00 entree) Kinderen van de Hondsberg 2011 In 1998 maakte filmmaker Roel van Dalen voor NCRV Dokument de zeer succesvolle televisieserie De Kinderen van De Hondsberg. De documentaireserie liet zien hoe observatiecentrum De Hondsberg met liefde en zorg verstandelijk gehandicapte kinderen met ernstige gedragsproblematiek én hun ouders begeleidde. In De Kinderen van De Hondsberg - 2011 zijn de hoofdpersonen inmiddels jongvolwassenen en proberen ze met vallen en opstaan hun leven vorm te geven. De documentaire laat duidelijk zien dat een goed functionerend netwerk aan deskundige hulp voor deze jongeren

onontbeerlijk is. En juist dat dreigen ze door de komende bezuinigingen in de gezondheidszorg te verliezen. Onder meer hulpverleninginstellingen, hun cliënten, landelijke politici en gemeenten gaan hierover met elkaar in discussie. De Kinderen van De Hondsberg – 2011 wordt uitgezonden op zondag 30 oktober (21.05 uur). vrijdag 18 november Utrecht Nationaal Psychologie Congres Studeer jij psychologie? Twijfel je nog welke master je wilt gaan doen of heb je nog geen idee welke richting binnen de psychologie je op wilt? Heb je altijd al willen weten hoe je een eigen praktijk opzet? Of heb je andere vragen over je toekomstig werkveld? Kom dan naar het Nationaal Psychologie Congres! Sprekers uit verschillende

donderdag 3 november CREA Theater 19:30 (studenten gratis) Filmavond: Catfish Catfish (2010, 87 minuten) gaat over het wereldwijde sociale netwerk Facebook dat ons allen vandaag de dag bezighoudt. Een jongen bouwt een liefdesrelatie op met een meisje via Facebook, maar deze relatie loopt anders dan verwacht. Dit intrigerende verhaal wordt gefilmd door zijn broer en een vriend. Met inleiding. dinsdag 15 november CREA Theater 20.00 (studenten gratis) Debat: Bemoeienis of betrokkenheid? Over het ingrijpen van het Westen in de Arabische revoluties Sinds december 2010 is het onrustig in het MiddenOosten. Westerse landen vinden het moeilijk om hun positie te bepalen. Aan de ene kant besluit men de Libiërs te helpen bij hun revolutie en aan de andere

kant wordt de bevolking van andere landen aan hun lot over gelaten. In dit debat staat het ingrijpen door westerse landen in het Midden-Oosten centraal. Er zal door experts en het publiek gediscussieerd worden over vragen als: op basis van welke gronden wordt er ingegrepen? Moeten het Westen niet vaker zijn tanden laten zien? Is het goed dat Libië is geholpen? Met: o.a. Kawa Rashid (Syrische journalist) en dr. Roel Meijer (o.a. u.d. docent Geschiedenis van het Midden-Oosten aan de Radboud Universiteit en verbonden aan Instituut Clingendael). donderdag 24 november CREA Muziekzaal 20.00 (studenten gratis) CREA Klassiek Een podium voor klassieke amateurmusici. Beleef hun optredens in een informeel concert. Wil je zelf optreden? Stuur dan een e-mail naar: klassiek@ crea.uva.nl.

Spiegeloog

november 2011 worden ingeleverd, liefst via e-mail.

CREA is het cultureel studentencentrum van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. CREA organiseert onder andere cursussen, workshops, voorstellingen en lezingen. Adres: CREA, Turfdraagsterpad 17, 1012 XT Amsterdam Inlichtingen: 020 5251420. Website: www.crea.uva.nl

25 november 2011

Mededelingen voor nummer 344 kunnen tot 18

gen. Als spectaculaire afsluiting geeft Jos Claus een hypnoseshow! Het thema van dit jaar is 'Op weg naar je carrière. Wat wordt jouw route?!’ Voor meer informatie en kaartverkoop: www.psychologiecongres.nl


de Wandelgang Of het nou je moeder, je vriend, een bijzondere oom of die ene onbekende persoon die je laatst aansprak in de trein is - iedereen heeft wel een persoon waarmee het contact het meest speciaal is. Spiegeloog was hier benieuwd naar en vroeg daarom: Wie is jouw meest bijzondere contact? Tekst & Foto's: Annemiek Hell & Myrthe van Stralen

Spiegeloog

Achmed: ‘Jullie. Ik ben net een uurtje wakker en jullie overvallen me nogal. Of nee, toch mijn moeder. Ik woon nog thuis en ze smeert elke dag mijn brood. Ze doet mijn was, ze strijkt en ze kiest mijn kleding uit. Zoals deze combinatie, het horloge en de trui: allemaal haar werk. Eén dag heb ik kantinevoer moeten eten, dat was zeker niet zoals de broodjes van mijn moeder. Of ze mijn fruit in stukjes gesneden meegeeft? Ik eet geen fruit, dus dat zou ze nooit doen.’

26 november 2011

Annemiek: ‘Toen ik in een park in Harare zat, kwam er een man bij mij zitten. Hij vertelde uit het niets zijn hele levensverhaal. Na twee uur geluisterd te hebben, begon hij opeens dingen te vragen. En ik maar wachten op het moment dat hij om geld zou vragen. Bleek dat hij alleen maar mijn e-mailadres wilde hebben, zodat hij zijn verhalen over Zimbabwe kon opsturen. Ik krijg nu elke maand een mail en ik voel me nog steeds schuldig dat ik dacht dat hij geld wilde.’

Godelinde: ‘Ik ben altijd gepest op de middelbare school, daarom is voor mij het contact dat ik nu heb met mijn studiegenoten het meest bijzonder. Voor mij is het heel speciaal dat ik nu contact met medestudenten heb. Dat ik meer contact heb, komt denk ik met name omdat het hier een stuk gemakkelijker is om contact te maken dan op de middelbare school. Het is fijn dat ik met mijn studiegenoten over van alles kan praten. Zowel over kleine nutteloze dingen, als over belangrijkere zaken.’

Rick: ‘Ik heb een paar heel goede vrienden. Daar ben ik ieder vrij moment mee samen. We feesten, gaan samen op vakantie en bespreken alles. Veel van mijn goede vrienden ken ik van de middelbare school. Ik vind het heel bijzonder dat ik zelfs met jongens van de basisschool nog goed bevriend ben. Het mooie is dat mijn vrienden van vroeger en die van nu, ook bevriend zijn geraakt met elkaar. Dit is zo gelopen door feesten, verjaardagen en bijbaantjes.’


David: ‘M’n broertje! Heftigste gast op aarde. Ik ben heel blij dat ik het nu zo goed met hem kan vinden. Dat was vroeger wel anders. Toen hij achttien was en we elkaar onverwachts tegenkwamen op Awakenings, zijn we de hele avond met elkaar opgetrokken en vanaf dat moment zijn we eigenlijk gaan chillen. We doen heel normale dingen samen, maar we hebben een bloedband en dat maakt het anders.’

Sierk Jan: ‘Ik heb deze zomer mijn oom uit Nieuw-Zeeland voor het eerst gezien. Hij is op zijn achttiende naar NieuwZeeland verhuisd, omdat hij daar een vriendinnetje had. Het is raar om hem voor het eerst op het vliegveld te zien en dan meteen zo open tegen elkaar te zijn. Waarschijnlijk komt die openheid door onze familieband. Ik heb mijn oom maar één keer gezien en verder hebben we eigenlijk geen contact. Ja, wel via Facebook, maar dat is fake!’

Spiegeloog

Lotte: ‘Ik heb op een heel bijzondere manier contact met mijn zus. Waarschijnlijk omdat ze veel op me lijkt. We hebben dezelfde interesses en dezelfde manier van denken. Vroeger waren we al heel close. Toen verhuisde ze naar Amsterdam en was het even minder. Later hebben we in Amsterdam samengewoond en dat was heel erg leuk; nooit moeilijk of geforceerd. Lastig is wel dat haar vriend soms best een mannetje kan zijn tegen haar en dat is niet prettig om te zien.’

Robbin: ‘Ik heb echt een heel goede vriendin. De meeste mensen kunnen het zich niet voorstellen, maar we kunnen gewoon bij elkaar blijven slapen zonder dat er verder iets gebeurt. Ik kan echt alles aan haar kwijt. We hebben ooit wel gezoend, maar op dat gebied is het verder niets geworden. Ik denk dat de vriendschap zo goed werkt, omdat we allebei heel anders zijn. Bovendien is ze heel erg down to earth.’ Indira: ‘Met mijn oma heb ik heel fijn contact. Ze woont op Curaçao, maar ik zie haar één keer per jaar. Mijn oma is al 81 en ze is een heel leuke vrouw. Ze zit boordevol wijsheden die niet meer van onze tijd zijn. Zo vertelde ze me een keer dat als mijn man mij straks huishoudgeld geeft als ik getrouwd ben, dat ik dan een deel van het geld in m'n ene broekzak moet stoppen voor het huishouden en het andere deel in m'n andere broekzak voor mezelf, dan heb ik tenminste altijd iets achter de hand!’

27

november 2011

Lilian: ‘Nikki, omdat ze me inspireert op alle vlakken. Ze durft alles en geeft mij een heel erg goed gevoel. Ze is zo positief, dat ik altijd weer blij van haar word. We hebben elkaar leren kennen bij het Gesprekspracticum. Samen zijn we twee keer op vakantie geweest: naar Thailand en naar Griekenland. Ik vind ons contact extra speciaal, omdat ik altijd dacht dat je je echte vrienden maakte op de basis- en middelbare school.’


bacchus Sociale wenselijkheid weet dat lelijke mensen ook gevoelens hebben zoals er ook in de allerknapste vrouwen mensen zitten zeg ik op een verjaardag om te kijken of ik iemand uit de rimboe zijner gedachten los kan lokken om een robbertje uitmiddelpuntig te speculeren over dit type wetmatigheden in ons persistent onbenullige universum. Ik lieg niet als ik zeg dat er een zestal seconden voorbijgaat voordat er iemand reageert: ze ademt in 7,8 en of ik even warme melk kan gaan kloppen. Fragment uit Iedereen - Micha Hamel Ik houd van contact. Ik houd van mensen om me heen, van absurde ontmoetingen met wildvreemden en zelfs ongemakkelijke eerste dates heb ik altijd een groot feest gevonden. Ik ben wat ze noemen een sociaal dier. Soms zo sociaal dat mensen mij ook wel sociaal wenselijk noemen. Ik beschouwde dat als een compliment. Tot ik om me heen niets anders dan sociaal gewenste gedragingen begon waar te nemen en het besef groeide dat deze hoofdzakelijk worden gedreven door ordinaire acceptatiedrang. Ik ben niet de enige die dit is opgevallen. Micha Hamel zou nooit zo’n treffend en sociaal kritisch gedicht hebben kunnen schrijven over maatschappelijke normen omtrent onwenselijke gedragingen, als niet ook hij mistroostig wordt bij de gedachte dat bijna alle sociale gedragingen berusten op impression management. Strategische zelfpresentatie: het klinkt mij weinig spontaan in de oren. Nu lijkt het alsof we tegenwoordig nog veel meer last hebben van zelfpromotie dan vroeger. Als je het mij vraagt ligt dat aan het euvel dat microbloggen heet. De grote populariteit van Twitter kan verklaard worden door de individualisering. Met het afweren van traditionele opvattingen hebben we allemaal een

indrukwekkende hoeveelheid individuele vrijheid. Onze identiteit kunnen we niet langer ophangen aan iets als geloofsovertuiging. Wat ontstaat is een sterk verlangen onszelf te onderscheiden. Microbloggen is de uitkomst en middels de smartphone doen we ‘t, goddank met foto, o-ve-ral. Je kunt een hele studie wijden aan het analyseren van die uploads. Zo heb je de ‘look-at-me-being-fabulous’-upload, waaruit simpelweg moet blijken dat de persoon in kwestie op een hip feest, in een nog hipper outfitje, met insane hippe vrienden is. Daarnaast heb je de tegendraadse upload, waarin schijnbaar onhippe dingen worden gecommuniceerd, maar waarvan zowel afzender als ontvanger weet dat dit misschien nog wel sociaal gewenster is dan de eerste. En dan heb je nog de bescheidenheidstroef, waarbij iemand sociaal wenselijk bescheiden reageert op complimentjes en enthousiasme, terwijl de upload behorende bij het compliment duidelijk bedoeld was om diepe indruk te maken. Ik neem vaker dan mij lief is waar hoe mensen prachtige foto’s van zichzelf plaatsen om vervolgens op lovende reacties te reageren met een: ‘wat een goede hoek en Photoshop al niet kunnen doen…’ Helaas blijft zelfs van de meest humoristische upload niets over als je er een dergelijke analyse op loslaat. En de heer Hamel laat met zijn tegendraadsheid net zo goed een vorm van strategische zelfpresentatie zien. Voor de gemoedstoestand lijkt het mij beter om de doorschemerende sociale wenselijkheid van de transparante microblog te negeren dan wel sterk te relativeren. Evolutionair gezien is het een zeer adaptieve eigenschap, logisch dat we er allemaal een handje van hebben. Dus wanneer ik mijn zoveelste vals bescheiden post plaats op Facebook, zal ik wars van gene over mijn eigen sociale wenselijkheid denken ‘prettig toch ook, deze vorm van contact.’ Myrthe van Stralen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.